Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Opleiding Commerciële economie Croho-registratienummer: 34409 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 5, 6, 23 en 27 april 2007
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................4 Bevindingen ..............................................................................................................................................8 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................60 Bijlage 2: Documenten ............................................................................................................................69 Bijlage 3: Toelichting doelgroepen per afdeling .....................................................................................70 Bijlage 4: Domeinspecifiek referentiekader ............................................................................................71 Bijlage 5: Gerealiseerde verbetermaatregelen.........................................................................................75 Bijlage 6: Visitatieteam ...........................................................................................................................77 Bijlage 7: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................78
De verantwoordelijke teamleider: ir. R.S. Kloosterman namens deze,
M.Lathouwers Certiked-VBI November 2007
Pagina 1 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Identificatie Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Locatie Fraijlemaborg Fraijlemaborg 133 1102 CV AMSTERDAM Z.O. Telefoon: (020) 523 63 11 Locatie Leeuwenburg Weesperzijde 190 1097 DZ AMSTERDAM Telefoon: (020) 595 11 11 Website: www.hva.nl Mw. drs. I. van der Linden, directeur HES Mw. mr. drs. I. Kist, bc, opleidingsmanager CE Dhr. drs. P. Melessen, opleidingsmanager IM Dhr. J. Prent, opleidingsmanager SMM Mw. drs. C. Wezel, opleidingsmanager CE afdeling voltijd Mw. E. van Dam, opleidingsmanager JCU/CSE afdeling voltijd Mw. T. van den Dries, opleidingsmanager afdeling duaal Mw. J. Hohmann, opleidingsmanager afdeling Deeltijd Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Hogeschool van Amsterdam, HES Hogeschool voor Economische Studies • HBO opleiding Commerciële economie • Voltijd Fraijlemaborg, Voltijd Leeuwenburg, Deeltijd Leeuwenburg en Duaal Leeuwenburg Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat wordt afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: ir. R.S. Kloosterman Extern deskundigen: drs. C.A. van Loon, E. Missotten Secretaris: A.J.C. van Noort Studentleden: J.W.C. van den Broek, W.E.H. de Jong
Pagina 2 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam in maart 2007. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad waarin is vastgesteld dat het zelfevaluatierapport voldoende basis biedt om de visitatie uit te voeren. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 5 april, de tweede visitatiedag was op 6 april, op 23 april is de derde visitatiedag uitgevoerd en op 27 april vond de vierde visitatiedag plaats. Het conceptrapport is op 28 juni 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 25 september 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er meerdere malen een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden allen een voorlichtend en planningstechnisch karakter, waarbij onder andere de werkwijze is toegelicht, de teamsamenstelling is besproken en het programma tot stand is gekomen.
Pagina 3 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Managementsamenvatting Op 5, 6, 23 en 27 april 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding Commerciële Economie van de Hogeschool van Amsterdam. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, aan de hand van het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De zelfevaluatie (inclusief bijlagen) van de opleiding heeft het visitatieteam een basis geboden om mede aan de hand daarvan alle varianten van de opleiding te beoordelen. Hiernaast heeft het visitatieteam tijdens de vier visitatiedagen voldoende documentatie kunnen bestuderen. De HES is een van de vijftien instituten van de HvA en heeft circa 10.000 studenten en 600 medewerkers, verdeeld over vijf afdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. De opleiding Commerciële Economie (hierna CE) wordt op twee locaties aangeboden, te weten de locatie Leeuwenburg en Fraijlemaborg. De (onderwijs)afdelingen zijn georganiseerd naar doelgroep. De doelgroepen verschillen aanzienlijk van elkaar, waardoor elke afdeling zijn eigen specifieke route heeft naar hetzelfde bachelordiploma. Men onderscheidt: Voltijd Leeuwenburg inclusief Commerciële Sport Economie (CSE) en de Johan Cruyff University (JCU), Deeltijd Leeuwenburg, Duaal Leeuwenburg (waaronder een uitstroomrichting speciaal voor toekomstig ondernemers) en Voltijd Fraijlemaborg inclusief Sport Management en Marketing (SMM) en International Management (IM). Men onderscheidt twee voltijdse varianten. Daarbij is het meest in het oog springende verschil dat aan de locatie Fraijlemaborg gedurende de gehele opleiding meer klassikaal wordt lesgegeven en meer wordt gewerkt vanuit de theoretische leerlijn. Aan de locatie Leeuwenburg is de praktijkcomponent prominenter aanwezig en is de integratieve leerlijn sterker aangezet. Deze verschillen in aanpak verklaren de verschillen in werkvormen en daarmee ook verschillen in contacttijd. Het visitatieteam heeft gedurende vier dagen deze varianten beoordeeld. Daarbij heeft men waardering uitgesproken voor de diversiteit in de aangeboden onderwijsvormen: de vorm waarin het onderwijs wordt aangeboden is aantrekkelijk voor verschillende doelgroepen van studenten. Voor elk is er wel wat wils. Voorts is het visitatieteam positief over de kwaliteit van de docenten, zij toonden zich gecommitteerd aan de opleiding en gaven tevens blijk van goede vakkennis op hun vakgebieden. Uiteraard zijn er in een opleiding ook verbeterpunten te vinden. Inhoudelijk viel het de visitatiecommissie op dat het merendeel van de beroepsproducten gedefinieerd is in de vorm van een ‘plan’ (bijv. marketingplan, salesplan, inkoopplan). Daar waar in de praktijk van alledag een plan veel eerder een startpunt is om kaders aan te brengen en dingen voor elkaar te krijgen. In het verlengde daarvan stelde het visitatieteam ook vast dat de financiële onderbouwing in beroepsproducten, bijvoorbeeld bij de afstudeerscriptie (geldt voor opleidingen aan de Fraijlemaborg), veel beter zou kunnen. Studenten gaven over de hele linie aan overwegend tevreden te zijn, maar dat de informatievoorziening, met name ten aanzien van (internationale) stages beter zou kunnen. Daarnaast zijn meer specifieke goede zaken en verbeterpunten ook per variant vastgesteld; deze zijn in het vervolg van deze rapportage nader beschreven.
Pagina 4 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Het visitatieteam van Certiked concludeert dat alle beoordeelde varianten van de opleiding Commerciële Economie van de HES HvA in voldoende mate aan het geheel van het NVAO Toetsingskader beantwoorden.
Pagina 5 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Overzicht van beoordelingen opleidingen Onderwerp en facet
Voltijd
Deeltijd
Duaal
Doelstellingen opleiding
positief
positief
Positief
voldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende voldoende
positief
positief
Positief
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldoende
voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
positief
positief
positief
goed voldoende goed
goed voldoende goed
goed voldoende goed
positief
positief
positief
voldoende voldoende
voldoende voldoende
voldoende voldoende
positief
positief
positief
voldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende voldoende
positief
positief
positief
voldoende voldoende
voldoende voldoende
voldoende voldoende
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Waardering Topsportgerichtheid Johan Cruyff University als bijzonder kwaliteitskeurmerk: positief.
Pagina 6 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Vooraf De HES Hogeschool voor Economische Studies (HES) is een van de vijftien instituten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De HES telt 10.000 studenten en ruim 600 medewerkers, verdeeld over vijf afdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. Het instituut is ontstaan uit een fusie van het cluster economische opleidingen van de HvA en de voormalige zelfstandige Hogeschool voor Economische Studies Amsterdam. Deze fusie is, na jarenlange besprekingen, in oktober 2004 formeel bekrachtigd, maar kreeg feitelijk pas in september 2005 vorm. Toen trad het nieuwe instituut onder één naam naar buiten: de HES. Het veranderingsproces dat de hogeschool doormaakt wordt vormgegeven in Beste Business School. In 2006 heeft de hogeschool houtskoolschetsen opgesteld die een antwoord geven op vragen als: wat wil de HES bieden aan studenten, medewerkers en werkveld gezien de ontwikkelingen in de wereld, hoe kan de HES zich onderscheiden van andere instellingen en wat zijn de kenmerken van de nieuwe leer- en werkorganisatie. Op basis hiervan zal in de komende jaren de nieuwe (onderwijs)organisatie verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Met als doelstelling de start van het eerste nieuwe jaar van de HES in 2008. Certiked is betrokken bij de visitatie van meerdere opleidingen van de HES. Om een beeld te krijgen van de opleidingsoverstijgende onderdelen van het Timmermansoog heeft op 18 januari 2007 een HES-brede visitatie plaatsgevonden. Tijdens deze dag zijn gesprekken gevoerd met het MT van de HES over onder andere de doelstellingen en resultaten van de HES, het programma, het personeel, de voorzieningen en de kwaliteitszorg. De belangrijkste bevindingen van de HES-brede visitatie zijn: •
•
•
•
Het visitatieteam is onder de indruk van de doordachte en brede aanpak van het veranderingsproces dat is ingezet. Door in gezamenlijkheid te werken aan onderwijsvernieuwing wordt iets nieuws neergezet. Het visitatieteam realiseert zich echter ook dat het veranderingsproces nog in volle gang is, en dat er tijdens de visitaties bij de verschillende opleidingen wellicht een divers beeld te zien zal zijn. Het visitatieteam ziet dat de hogeschool adequaat beleid heeft geformuleerd voor onderwerpen als minoren, toetsing, EVC en internationalisering. De uitwerking zal per opleiding verschillend kunnen zijn; internationalisering bijvoorbeeld is voor bepaalde opleidingen en afstudeerrichtingen nu eenmaal relevanter dan voor andere. Bijzondere waardering is er voor het EVC-baar maken van opleidingsonderdelen. Aandacht wordt gevraagd voor het toetsbeleid; dit is nog erg beschrijvend van aard. Het visitatieteam is van mening dat dit de visitaties niet in de weg hoefde te staan, mits op opleidingsniveau adequaat handen en voeten gegeven wordt aan de uitvoering van toetsingen (qua niveau, domein en oriëntatie). In voorliggende rapportage zal dit onderdeel voor de opleiding Commerciële Economie besproken worden. Ook de minoren hebben tijdens de visitaties aandacht gekregen. De keuze om tot bepaalde minoren te komen zou in de optiek van Certiked vooral ingegeven moeten zijn door vragen van externe stakeholders (beroepenveld). De validering van de keuze om tot bepaalde minoren te komen evenals de feitelijke kwaliteitsbewaking van de minoren is een aandachtspunt geweest tijdens de visitaties.
Pagina 7 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat ‘voldoende’ te interpreteren is als: voldoet aan de eisen. De waardering ‘goed’ wordt gegeven op het moment dat er duidelijk sprake is van een beoordeling die daar bovenuit stijgt. De waardering ‘excellent’ wil zeggen dat voor dat facet de betreffende opleiding een voorbeeldfunctie in Nederland vervult. Tenzij expliciet anders staat aangegeven gelden de bevindingen voor alle opleidingsvarianten en alle locaties.
Pagina 8 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
De opleiding Commerciële Economie (hierna CE) wordt op twee locaties aangeboden, te weten de locatie Leeuwenburg en Fraijlemaborg. De (onderwijs)afdelingen zijn georganiseerd naar doelgroep. De doelgroepen verschillen aanzienlijk van elkaar, waardoor elke afdeling zijn eigen specifieke route heeft naar hetzelfde bachelordiploma. Men onderscheidt: Voltijd Leeuwenburg inclusief Commerciële Sport Economie (CSE) en de Johan Cruyff University (JCU), Deeltijd Leeuwenburg, Duaal Leeuwenburg (waaronder een uitstroomrichting speciaal voor toekomstig ondernemers) en Voltijd Fraijlemaborg inclusief Sport Management en Marketing (SMM) en International Management (IM). In bijlage 3 zijn de doelgroepen per afdeling omschreven. De verschillende varianten kennen eigen doelgroepen, maar ook de twee locaties bedienen andere doelgroepen. Het meest in het oog springende verschil ten aanzien van de opleidingsvorm is dat aan de locatie Fraijlemaborg meer structuur in de begeleiding is aangebracht, terwijl bij de locatie Leeuwenburg een grotere zelfstandigheid van de student past. Het beroeps- en opleidingsprofiel van CE is gebaseerd op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel Commerciële Economie dat door het beroepenveld is gevalideerd en in het Landelijk Opleidingsoverleg Commerciële Economie (LOO-CE) is vastgesteld. Daarnaast bestaat sinds 2005 een document met de domeincompetenties voor Commerce, waartoe CE behoort. De domeincompetenties zijn vastgesteld op grond van (destijds) actuele en te verwachten ontwikkelingen die van invloed zijn op het werkveld van de commerciële econoom. De twee competentiebeschrijvingen (zowel het landelijk profiel als de domeincompetenties) zijn zowel de basis voor het opgestelde Beroeps- en Competentieprofiel van alle opleidingsvarianten CE op de locatie Fraijlemaborg (voltijd en internationaal) als voor het beroeps- en competentieprofiel van alle opleidingsvarianten op de locatie Leeuwenburg (voltijd, deeltijd en duaal). Alle opleidingsvarianten leiden op voor dezelfde eindkwalificaties. Het einddoel is dus identiek. Gezien de historie van beide locaties zijn er wel verschillen in de formulering van de eindkwalificaties (zie bijlage 4). De voltijdopleiding van Fraijlemaborg hanteert een omvangrijker aantal competenties dan de andere varianten, namelijk 21 competenties en 13 persoonlijke vaardigheden. Het visitatieteam is van mening dat het aantal competenties hierdoor behoorlijk omvangrijk is. Het team wil de opleiding meegeven dat hierdoor de hanteerbaarheid in de praktijk in het gedrang kan komen. Globaal is CE de overkoepelende naam voor een drietal vakgebieden waarmee de student in alle varianten geëquipeerd wordt, te weten: Marketing, Marketingcommunicatie, Marktonderzoek, Salesen accountplanning en Inkoop en logistiek. Bij IM zijn er nog extra speerpunten, namelijk interculturele vaardigheden en internationale handel.
Pagina 9 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
•
•
•
•
Opvallend in de eindkwalificaties is dat ‘plannen maken’ hierin vaak voorkomt (onder andere marketingplan en communicatieplan maken). Volgens vertegenwoordigers van de opleiding is dit slechts de kapstok. De plannen zijn de eind- of beroepsproducten, die de student moet kunnen maken; de plannen zijn de uiting van integratie van kennis en vaardigheden. Nochtans blijft het visitatieteam de mening toegedaan dat de nadruk niet alleen op ‘plannen maken’ hoort te liggen, maar ook op ‘plannen realiseren’. De opleiding heeft door middel van tabellen inzichtelijk gemaakt voor het visitatieteam hoe de competenties en persoonlijke vaardigheden van de verschillende opleidingen en opleidingsvarianten onderling met elkaar samenhangen en bijdragen aan de domeincompetenties Commerce. Hieruit heeft het visitatieteam kunnen afleiden dat, ondanks dat ze soms anders geformuleerd zijn, de opleidingsvarianten dezelfde domeinspecifieke eisen hanteren. Het is de ambitie van de HES om de beste business school van Nederland te zijn. Dit wordt inhoudelijk en organisatorisch vormgegeven door Beste Business School. 2012 is het jaar waarin de eerste afgestudeerden die volgens dit nieuwe concept zijn opgeleid, de arbeidsmarkt zullen betreden. Aan Beste Business School wordt vanuit de werkvloer vormgegeven. De drie kernwaarden zijn: inspirerend, vernieuwend en verbindend. Het begin van Beste Business School bestond uit het interviewen van stakeholders (onder andere medewerkers, studenten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven) en experts. Tot nu toe heeft Beste Business School afstemming van onderwijsprogramma’s naar aanleiding van de vernieuwingen opgeleverd, evenals overleg tussen (vroeger) gescheiden eenheden. Er is echter ook te zien dat een aantal vernieuwingen wordt uitgesteld wegens veranderingen die verwacht worden binnen Beste Business School. In de Opleidingsadviesraad (OAR) wordt het bedrijfsleven op de hoogte gehouden van de vorderingen binnen Beste Business School. Uiteindelijk moet het bedrijfsleven resultaten van Beste Business School bemerken door de toenemende internationale oriëntatie, door de keuze voor brede vakgebieden (vanuit de behoefte van het bedrijfsleven aan generalisten) met gespecialiseerde keuzeprogramma’s (voortkomend uit de behoefte van het bedrijfsleven aan specialisten). Concreet voor CE betekent Beste Business School dat er één beroeps- en competentieprofiel ontwikkeld zal worden, dat van toepassing is op alle opleidingsvarianten. In de bestaande programma-adviesgroepen (PAG’s), waarin vertegenwoordigers van alle opleidingsvarianten zitten, worden de bestaande profielen geëvalueerd en herijkt. Er is een aparte ‘sport-PAG’ voor de afstudeerrichtingen CSE/JCU en SMM. De sport-PAG is onderdeel van de overkoepelende PAG CE, maar heeft ook een eigen overlegstructuur. De PAG beoordeelt jaarlijks het CE-competentieprofiel. In de toekomst zal één beroeps- en competentieprofiel ontwikkeld worden, dat van toepassing is op alle opleidingsvarianten. In de bestaande programma-adviesgroepen (PAG’s), waarin vertegenwoordigers van alle opleidingsvarianten zitten, worden de bestaande profielen geëvalueerd en herijkt.
Pagina 10 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
De opleiding bewaakt het niveau en de relevantie van de eindkwalificaties via structurele externe contacten, namelijk: - in het landelijk overleg Commerce (drie keer per jaar); - in overleggen met de Opleidingsadviesraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van het beroepenveld (twee keer per jaar); - via contacten met beroepsverenigingen en –organisaties, waaronder de Kamer van Koophandel en het Nederlands Instituut voor Marketing (NIMA); - door middel van structurele contacten met het werkveld in het kader van stages, werkperiodes en afstudeeropdrachten van studenten; - een deel van de docenten is werkzaam in de beroepspraktijk; - door middel van het jaarlijkse alumnionderzoek. De HES blijft op de hoogte van ontwikkelingen op business schools en universiteiten in het buitenland via haar lidmaatschap van het Network of International Business Schools (NIBS). Ook neemt de HES jaarlijks deel aan de conferentie van de European Association for International Education (EAIE). JCU maakt deel uit van Johan Cruyff Academy International. JCU/CSE neemt jaarlijks deel aan het congres van de European Association of Sport Management (EASM).
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De verschillende opleidingsvarianten zijn anders geformuleerd, maar inhoudelijk wordt voor dezelfde eindkwalificaties opgeleid. De eindkwalificaties zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding met verschillende gremia overleg heeft, ook internationaal, om het niveau en de relevantie van de eindkwalificaties te bewaken. Wel pleit het visitatieteam ervoor om in de geschetste beroepsproducten minder expliciete aandacht te geven aan de verschillende planvormen die er zijn, en meer aan het uitvoeren van commercieel beleid. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende. Tot slot merkt het visitatieteam op dat de voltijd opleiding van Fraijlemaborg in totaal 34 competenties en persoonlijke vaardigheden hanteert. Het visitatieteam is van mening dat dit aantal behoorlijk omvangrijk is, waardoor de hanteerbaarheid ervan in de praktijk in het gedrang kan komen. Ook roept dit de vraag op of de competenties onderling onderscheidend genoeg zijn.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
De hbo-kernkwalificaties worden gedekt door de competentieprofielen van locatie Fraijlemaborg (hierna locatie F) en locatie Leeuwenburg (hierna locatie L). De hbo-kernkwalificaties dekken op hun beurt de Dublin Descriptoren. Dit blijkt uit de uitwerking in de vorm van onderstaand overzicht dat de opleiding heeft opgesteld en waarvan het visitatieteam kennis heeft genomen.
Pagina 11 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Dublin descriptoren
HBOkernkwalificaties
DD 1 Kennis en inzicht
KK 1: Brede professionalisering KK 2: Multidisciplinaire integratie KK 3: Probleemgericht werken KK 4: Creativiteit en complexiteit in handelen KK 5: Toepassing in de wetenschap KK 6: Methodisch en reflectief denken en handelen KK 7: Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid KK 8: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid KK 9: Basiskwalificering voor managementfuncties KK 10: Transfer en brede inzetbaarheid KK 1: Brede professionalisering
DD 2 Toepassen kennis en inzicht
DD 3 Oordeelsvorming
DD 4 Communicatie
DD 5 Leervaardigheden
BCP Leeuwenburg Uitvoeren beroepskerntaken en -handelingen en de competenties: - Vakkundigheid - Resultaatgerichtheid - Ontwikkelingsgericht vermogen - Vakkundigheid - Innovatief vermogen
BCP Fraijlemaborg Beroepsspecifieke competenties (BC)of Personal Skills (PS): BC: 1, 2, 4, 10, 12, 14, 15, 17 PS: 3, 12 13 BC: 3, 5 t/m 9, 11, 16, 18 PS: 1, 4 t/m 9, 11, 12
- Resultaatgerichtheid - Vakkundigheid
BC: 7, 11, 13, 15 PS: 1, 7, 10 t/m 13
- Communiceren - Samenwerken - Besluitvaardigheid - Ondernemend gedrag
BC: 12, 14, 15, 16, 21
- Ontwikkelingsgericht vermogen - Resultaatgerichtheid
BC: 1, 4, 9, 11, 13, 15, 20
PS: 1 t/m 4, 6 t/m 13
PS: 2 t/m 5, 7 t/m 13
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De eindkwalificaties sluiten aan bij algemeen geaccepteerde beschrijvingen en weerspiegelen het hboniveau. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Niveau’ daarom als voldoende.
Pagina 12 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • • •
De opleidingskwalificaties die op landelijk niveau zijn vastgesteld, zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen. De vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zijn het er over eens dat de kwalificaties passen bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De hbo-oriëntatie wordt geborgd in het landelijk opleidingsoverleg en in het overleg met het werkveld. Over de relevantie en het niveau van de eindkwalificaties voert de opleiding overleg met onder andere de OAR. De opleiding krijgt signalen dat de eindkwalificaties goed aansluiten bij het niveau van de beginnend professional. Dit signaal wordt afgegeven door alumni, de OAR en opdrachtgevers van stage- en afstudeeropdrachten. Afgestudeerden van de Leeuwenburg vinden de competenties relevant voor de beroepsuitoefening, zo bleek uit de alumni-tevredenheidsmonitor van 2006. De hbo-monitor (Fraijlemaborg) van 2005 had te weinig respondenten om onderbouwde uitspraken te kunnen doen. Met ingang van 2007 maken alle opleidingsvarianten gebruik van de alumnitevredenheidsmonitor en de werkgeverstevredenheidsmonitor van het HvA-brede onderzoeksinstrumentarium, zie facet 6.1. Met beide monitoren wordt geëvalueerd hoe relevant het beroepenveld de algemene en beroepscompetenties van de opleiding CE vindt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat het niveau van de eindkwalificaties correspondeert met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende werkveld. Op basis van de bevindingen beoordeelt zij het facet ‘Oriëntatie HBO’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ De eindkwalificaties zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen en sluiten aan bij de eisen die door de beroepspraktijk gesteld worden. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van de hbo bachelor. Het visitatieteam heeft alle facetten met voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt zij het onderwerp als geheel positief.
Pagina 13 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen • In de opleiding wordt gebruik gemaakt van relevante en voldoende actuele vakliteratuur, waaronder Engelstalige literatuur. Niettemin geven studenten van de Fraijlemaborg aan dat er meer Engelstalige literatuur gebruikt zou mogen worden. Ze vinden de docenten over het algemeen te weinig Engels georiënteerd. De gebruikte vakliteratuur wordt jaarlijks geactualiseerd door de vakdocenten. • Naast de literatuur wordt theorie ook overgebracht door middel van hoor- en werkcolleges. De studenten komen door middel van gastcolleges van sprekers uit het bedrijfsleven in aanraking met de beroepspraktijk. Tevens maken ze gedurende de opleiding beroepsgerichte opdrachten. Dit zijn projecten die leiden tot een beroepsproduct, al of niet voor echte opdrachtgevers. Het aantal bedrijfsbezoeken van de Fraijlemaborg mag volgens de student uitgebreid worden • Dezelfde competentie komt gedurende de opleiding in een meer complexe, meer zelfstandige, of andere context voor. Dus via de context wordt het niveau van de competentie gestuurd. Gedurende de opleiding krijgt de student een steeds grotere mate van zelfstandigheid om zaken uit te voeren. • De studenten voeren toegepast onderzoek uit in projecten, de stage en de afstudeeropdracht. Voor studenten die geïnteresseerd zijn in onderzoeksvraagstukken wordt in samenwerking met de UvA de doorstroomminor Business Studies aangeboden. • In alle opleidingsvarianten wordt belang gehecht aan internationalisering in de beroepspraktijk. De wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven varieert inhoudelijk. De studenten verwerven de noodzakelijke basiskennis en –vaardigheden om te kunnen werken in een internationale setting door kennis en inzicht op te doen op het gebied van de internationale markt (bijvoorbeeld Aziatische, Europese en Amerikaanse markt) en omgeving. Ze werken in projecten aan exportvraagstukken of er worden Virtual Consulting Firm-opdrachten (voltijd-Leeuwenburg) voor bedrijven in het buitenland uitgevoerd. Studenten kunnen taaltrainingen volgen (bijvoorbeeld Engels en Spaans). De studenten kunnen ook stage lopen bij een buitenlands bedrijf. Hiervan maken voornamelijk de voltijd studenten gebruik. Ongeveer 10% van de voltijd studenten volgt een stage in het buitenland. Bij de afstudeerrichting IM is het volgen van een half jaar studie aan een buitenlandse partnerinstelling met ingang van 2007/2008 verplicht. Overigens blijft bij de overige afstudeerrichtingen de mogelijkheid van een half jaar studie in het buitenland facultatief. Voor de locatie Fraijlemaborg geldt dat de studenten IM voorrang krijgen bij het opdoen van internationale ervaring ten opzichte van de studenten CE en SMM.
Pagina 14 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
• •
Zoals reeds in het eerste punt vermeld, geven studenten aan dat ze meer internationale literatuur willen. De mogelijkheden om internationale ervaring op te doen door middel van stage of uitwisseling mogen ook actiever gepromoot worden door de opleiding. Tevens wordt er laat, naar de mening van de studenten te laat, informatie gegeven over de mogelijkheden van een buitenlandse stage. Studenten vinden dat ze zelf veel actie moeten ondernemen om naar het buitenland te kunnen gaan. Wel realiseren ze zich dat de toelatingseisen zijn versoepeld (het aantal studiepunten dat gehaald moest zijn lag voorheen hoger). Overigens geven studenten aan dat ze minder aandrang voelen om naar het buitenland te gaan, omdat ze de regio Amsterdam als internationale omgeving ervaren. De OAR ziet dit als verbeterpunt. Internationaal denken is wel goed ingebouwd in het programma, maar internationaal gaan zou meer gestimuleerd mogen worden. Het curriculum wordt continu afgestemd op nieuwe ontwikkelingen in het werkveld, onder andere via het overleg met de OAR en de externe contacten van de docenten. Jaarlijks worden de projecten aangepast aan de vragen uit het werkveld. Door middel van de jaarlijkse studenttevredenheidsmeting (STM) worden de gebruikte vakliteratuur, gastlessen, stagevoorbereiding, beroepsgerichtheid van het programma en de aansluiting op de beroepspraktijk geëvalueerd onder studenten. De scores hierop zijn over het algemeen voldoende tot goed. Zie hieronder per locatie en variant de resultaten van de STM. Ook wordt de beroepsgerichtheid van het programma geëvalueerd onder bedrijfsbegeleiders van stagiairs en afstudeerders.
Fraijlemaborg: • Door beroepgerichte opdrachten en gastcolleges komt de student voortdurend in aanraking met de beroepspraktijk. De beroepspraktijkgerichte opdrachten bestaan uit projecten die leiden tot een beroepsproduct, zoals een product ontwikkelplan, een exportplan, of een marketingplan. Derdejaars werken een semester lang aan het project city marketing (CE) of sportmarketing (SMM), waarbij ze voor reële opdrachtgevers (zoals ING Real Estate en stadsdeel Amsterdam Zuidoost) een strategisch marketingplan opzetten, analyseren en verdedigen. IM studenten lossen real life cases op voor externe bedrijven. De opleiding organiseert met ingang van studiejaar 2005-2006 minicongressen en business cafés, waarbij het werkveld inzicht in de praktijk geeft. • Voltijdstudenten CE en SMM ontwikkelen zoals hiervoor aangegeven een strategisch marketingplan, dat zich richt op het winkelcentrum de Amsterdamse Poort en het Bijlmer Sportcentrum. Met dit project zet de HES zich als kenniscentrum van de regio Groot Amsterdam op de kaart en leren studenten de beroepspraktijk vanuit de strategische invalshoek kennen. • De opleiding heeft een uitgebreid netwerk van bedrijven. De afdeling Accountmanagement van de HES koppelt vragen uit het bedrijfsleven zo goed mogelijk naar de opleiding terug. Dit kunnen projectopdrachten zijn, verzoeken tot stageopdrachten of scriptieopdrachten. • Studenten werken gedurende de hele studie aan de interpersoonlijke vaardigheden uit het beroeps- en competentieprofiel. Ze ontwikkelen deze vaardigheden tijdens de consult- en tutoruren met de betrokken vakdocenten en tutoren. Sport is een integraal onderdeel van het SMM-curriculum, waarin de student vaardigheden ontwikkelt op het gebied van onder andere leiderschap en samenwerken. In de talenpractica komen onderhandelingsvaardigheden, communicatieve vaardigheden en interculturele communicatie aan bod. In het SAP-project in studiejaar 4 leert de student samen te werken met andere delen van een virtuele organisatie. • Door het bereikte hoge beheersingsniveau in de talen Engels en Spaans, Frans of Duits, leren de studenten van IM internationaal zaken te doen, terwijl zij tegelijkertijd kennis over de mores en kenmerken van andere culturen leren. De studenten vergroten hun internationale kennis doordat ze een half jaar aan een partnerinstituut in het buitenland studeren. Hierdoor kost het de IM studenten na het afstuderen weinig moeite een functie in een internationale omgeving te vinden.
Pagina 15 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Scores uit de STM: - Aansluiting studiemateriaal op beroepspraktijk: 3,1 (IM) en 3,2 (CE/SMM) - Aandacht voor theoretische kennis: 3,6 (IM/CE/SMM) - Beroepsgerichtheid en aansluiting met de beroepspraktijk: 3,3 (IM), 3,4 (CE) en 3,5 (SMM)
Leeuwenburg VT • In alle studiejaren komt de student in aanraking met de praktijk. In het eerste studiejaar doet de student projectopdrachten aan de hand van praktijkcases, is er beroepenoriëntatie en zijn er gastsprekers. In het tweede jaar zijn er eveneens gastsprekers en worden tevens projectopdrachten aan de hand van praktijkcases gemaakt. Daarnaast maakt de student externe opdrachten van opdrachtgevers in het bedrijfsleven (in het kader van de Virtual Consulting Firm ofwel VCF) en vindt ter voorbereiding op de stage een bedrijfsbezoek en een werkgeversmarkt plaats. In het derde jaar loopt de student een stage van een half jaar. Tijdens de drie stageterugkomdagen zijn gastsprekers uitgenodigd. In het vierde studiejaar wordt gebruik gemaakt van realistische actuele praktijkcases en doet de student een afstudeeronderzoek bij een bedrijf. • Per semester staan één of meer beroepstaken en daarmee samenhangende beroepshandelingen centraal. De projectopdrachten die studenten uitvoeren, zijn gesimuleerde bedrijfsopdrachten (ook wel professionaliserings- of proftaken genoemd) of opdrachten van externe opdrachtgevers die met ict-middelen worden ondersteund. Beide leiden tot een beroepsproduct. Ook de stage en afstudeeropdracht leiden tot een beroepsproduct. • Gedurende de opleiding traint de student beroepsvaardigheden, die zijn afgeleid van het beroeps- en competentieprofiel. De inhoud van de trainingen is afgestemd op de beroepsrollen en gebruikte vakliteratuur. • Scores uit de STM: - Actuele kennis van docenten over de beroepspraktijk: gemiddelde score altijd hoger dan 3,4, scores boven de 4 zijn geen uitzondering. - Aandacht voor theoretische kennis: eerstejaars: 3,4 (CE), 3,2 (CSE), 3,5 (JCU), studenten hoofdfase: 3,1 (CE), 3,2 (CSE) 3,5 (JCU). Leeuwenburg, DU • Na het theoretische propedeusejaar is er continu afwisseling van leren en werken. De student werkt drie maal een half jaar in de commerciële beroepspraktijk. In het tweede en derde studiejaar werkt de student in het eerste semester. In het vierde jaar werkt de student in het laatste semester. In deze laatste werkperiode verricht de student toegepast onderzoek waarover hij een rapport schrijft. • Naast de gastcolleges worden studenten en bedrijfsleven ook op andere manieren met elkaar in contact gebracht. Twee keer per jaar organiseren studenten voor medestudenten en docenten een CEavond, waarvoor sprekers uit de beroepspraktijk worden uitgenodigd. Ook is er twee keer per jaar een bedrijvendag waarop bedrijven zich aan studenten presenteren. Tot slot is er twee keer per jaar een netwerkmarkt, waarop studenten elkaar informeren over hun ervaringen bij de werkgevers. • In het binnenschoolse programma worden projecten uitgevoerd in de context van een gesimuleerde beroepssituatie. In de vaardighedenlijn is de eerste drie jaar nadrukkelijk aandacht voor schriftelijke en mondelinge vaardigheden, zowel in het Nederlands als in het Engels. In de hoofdfase wordt aandacht besteed aan managementvaardigheden. • CETO-studenten krijgen extra gastcolleges door zelfstandige ondernemers en andere deskundigen op het terrein van ondernemen.
Pagina 16 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Scores uit de STM: - Aansluiting studiemateriaal op beroepspraktijk: 3,5. - Beroepsgerichtheid en aansluiting met de beroepspraktijk: 3,7.
Leeuwenburg DT • In de deeltijdopleiding staat de werkplek van de student centraal. De beroepsproducten die de student maakt voor de opleiding en de beroepshandelingen die hij leert uitvoeren, sluiten zo veel mogelijk aan bij wat hij in zijn werk doet. Zo kan de student het geleerde toepassen in zijn werksituatie en brengt hij de beroepspraktijk in de opleiding door middel van voorbeelden uit zijn werk. De docent legt een koppeling tussen theorie en praktijk door de praktijkvoorbeelden te voorzien van een theoretisch kader. • Studenten voeren voor elk taakgebied praktijkopdrachten uit die leiden tot een beroepsproduct. Hiervoor verrichten ze zelfstandig onderzoek waarbij theoretische kennis wordt toegepast. De opleiding werkt zo veel mogelijk met echte opdrachten, die de student op zijn eigen werkplek uitvoert. • In elk semester staan beroepshandelingen en beroepsproducten centraal, zodat de student van meet af aan zijn beroepsvaardigheden werkt. Via het traject Persoonlijke Professionalisering wordt nog een aantal competenties getraind. Het ondersteunend onderwijs biedt de studenten kennis en vaardigheden die nodig zijn om de beroepsproducten succesvol te kunnen vervaardigen. • De student voert de afstudeeropdracht uit bij een opdrachtgever die baat heeft bij het eindresultaat. Overal het algemeen gebeurt dit in de eigen werkomgeving. • De Deeltijd studenten zijn op zich tevreden met het aantal gastcolleges dat geprogrammeerd staat, maar ze geven aan dat ze graag nóg meer gastcolleges krijgen. Ongeacht het huidige aantal gastcolleges begrijpt Certiked de herkomst van dit signaal. Gastdocenten die hun ervaringen uit de praktijk delen met de studenten zijn voor hen een interessante toevoeging op de theorie en hun eigen praktijkervaring. Het geeft ze de gelegenheid zichzelf te spiegelen en te leren van de best practices. • Scores uit de STM: - Actuele kennis van docenten over beroepspraktijk: 3,4 - Beroepsgerichtheid van programma en aansluiting met de beroepspraktijk: 3,7 Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding gebruikt relevant lesmateriaal dat aansluit bij de ontwikkelingen in het werkveld. Wel zou er meer aandacht mogen komen voor internationalisering, onder andere in de literatuur. Alle opleidingsvarianten evalueren regelmatig het programma en vragen stakeholders om input die gebruikt wordt om verbeteringen aan te brengen. Op grond van het voorgaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ daarom als voldoende.
Pagina 17 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen: • In de ‘beschrijving onderwijseenheden’ (BOE’s) is de plaats van iedere onderwijseenheid binnen het onderwijsprogramma aangegeven. Hierin zijn de leerdoelen, competenties, werkvormen en toetsvormen vastgelegd. Certiked heeft vastgesteld dat de leerdoelen voldoende diep en breed zijn. • Het visitatieteam heeft competentiematrices bekeken, waarmee zichtbaar is gemaakt waar en wanneer de beroepstaken, beroepshandelingen en competenties uit het beroeps- en competentieprofiel in de opleiding aan bod komen. Uit deze matrices is gebleken dat de eindkwalificaties voldoende terugkomen in het programma. De leerdoelen, die evenwichtig zijn gespreid over de opleiding, dekken de eindkwalificaties voldoende af. • Voor de studenten is inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen er zijn en hoe en wanneer deze terugkomen in de opleiding. In de opleidingsgidsen staat per onderwijseenheid beschreven wat de plaats van de onderwijseenheid is in de opleiding, de relatie met het opleidingsprofiel, de leerdoelen in termen van kennis, vaardigheden en gedrag, gebruikte literatuur, toetsvormen, leerstof per toets en beoordelingscriteria en de koppeling tussen competenties, leerdoelen, werkvormen en toetsvormen. • Met de minorkeuze kan de student op basis van persoonlijke wensen en ambities accenten leggen in zijn competentieontwikkeling. De minor moet bijdragen aan de competentieontwikkeling van de student en passen binnen het competentieprofiel van de opleiding. Studenten hebben de keuze uit CEspecifieke minoren (verdieping/specialisatie), domeinspecifieke minoren (verbreding binnen het economisch domein), vrije minoren en doorstroomminoren (naar een masteropleiding bij de UvA). De examencommissie toetst of de minoren die de HES zelf aanbiedt daadwerkelijk bijdragen aan de competentieontwikkeling van een CE’er en dus door de CE-student gevolgd mogen worden. De student moet zijn keuze voor een vrije minor verantwoorden aan de examencommissie, die dit al dan niet goedkeurt. Voor elke minor geldt dat de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke kwaliteit ervan bij een opleidingsmanager ligt. • In het curriculum wordt vorm gegeven aan internationalisering door gebruik te maken van Engelstalige literatuur en aandacht te besteden aan thema’s als exportmarketing en buitenlandse regelgeving. Zoals eerder aangegeven voeren 2e jrs studenten voltijd L ook een internationaal project uit, samen met studenten van universiteiten uit Barcelona en Berlijn. Ook wordt het doen van een stage, minor en/of afstudeeropdracht in het buitenland gestimuleerd. Met name voltijd studenten kiezen hiervoor. De HES heeft daarnaast een uitgebreid netwerk van buitenlandse partnerinstellingen waar studenten een studieonderdeel kunnen volgen. • De verschillende varianten kennen eigen doelgroepen, maar ook de twee locaties bedienen andere doelgroepen. Het meest in het oog springende verschil ten aanzien van de opleidingsvorm is dat aan de locatie Fraijlemaborg meer structuur in de begeleiding is aangebracht, terwijl bij de locatie Leeuwenburg een grotere zelfstandigheid van de student past.
Pagina 18 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Fraijlemaborg: • Het curriculum, dat is afgeleid van het beroeps- en competentieprofiel (BCP) is opgebouwd rond beroepstaken. In het opleidingsplan is beschreven hoe de domeincompetenties Commerce en de competenties uit het BCP zijn uitgewerkt en geïmplementeerd in het curriculum. De competentiematrices zijn sturend voor de inrichting van de verdere ontwikkeling van het curriculum. In elke competentiematrix zijn de bijbehorende niveaus aangegeven. • Uit module- en projectevaluaties is gebleken dat studenten onvoldoende bekend zijn met de leerdoelen van modulen of projecten. Dit punt is besproken met de opleidingsteams. Daarin werd geconcludeerd dat de leerdoelen goed zijn beschreven, maar door de studenten niet altijd voldoende worden gelezen en begrepen. Daarom brengen docenten nu aan het begin van het semester de leerdoelen actief onder de aandacht van studenten. Leeuwenburg VT en DU • Het curriculum is opgebouwd rond de vijf beroepskerntaken die in het BCP zijn beschreven, en de daarmee samenhangende beroepshandelingen: - opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een marketingplan en/of ondernemingsplan (inclusief organisatieaanpassingen en afstemming); - opstellen (laten) uitvoeren en evalueren van een marketingcommunicatieplan; - marktonderzoek (laten) uitvoeren en beoordelen (desk- en fieldresearch); - opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een sales- of accountplan; - opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een inkoopplan en een logistiek plan. • De vijf beroepskerntaken komen in het curriculum in de volgende verhouding aan de orden: - marketing: circa 30%; - marketingcommunicatie: circa 10%; - marktonderzoek: circa 15%; - sales- en accountplanning: circa 30%; - inkoop en logistiek: circa 15%. Bij JCU en CSE wordt minder nadruk gelegd op inkoop en logistiek en wordt meer aandacht besteed aan sportmarketing, sportmanagement en de organisatie van sportevenementen. • Per blok/semester zijn de doelstellingen in het opleidingsplan beschreven. Per studiejaar zijn de doelstellingen als volgt: - propedeuse: hoofdfaserijp; - studiejaar 2: stage- en minorrijp; - studiejaar 3: afstudeerrijp; - studiejaar 4: beroepsrijp. • Uit de competentiematrix blijkt dat het programma een adequate concretisering is van de eindkwalificaties, op drie beroepshandelingen na: richtlijnen ontwikkelen voor de administratieve organisatie, een risicoanalyse maken en promotionele ondersteuning uitvoeren. De laatstgenoemde beroepshandeling is inmiddels opgenomen in een proftaak en de hierbij behorende consultancy en colleges. De beroepshandelingen ‘richtlijnen voor administratieve organisatie opstellen’ en ‘risicoanalyse maken’ krijgen geen extra aandacht. Deze acht de opleiding gerelateerd aan het starten of voeren van een eigen onderneming. In de minor Ondernemerschap komen deze beroepshandelingen wel expliciet aan bod. • Specifiek voor de duale variant geldt dat de student voor elke werkperiode een competentieontwikkelplan (COP) maakt waarin hij aangeeft op welke competenties uit het BCP de werkperiode is gericht. De student verricht tijdens de werkperiode beroepshandelingen die horen bij één of meer beroepskerntaken en die leiden tot beroepsproducten. • CETO-studenten volgen binnen het curriculum de minor ‘ondernemerschap’.
Pagina 19 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Voltijd studenten geven aan dat de professionaliseringstaken beter later in het blok aan de orde kunnen komen, als alle hieraan gerelateerde theorie behandeld en bestudeerd is. Nu worden de studenten soms geconfronteerd met de situatie waarin ze lessen krijgen over een taak of opdracht, terwijl die al afgerond is.
Leeuwenburg DT • Het competentieprofiel is vertaald naar de acht semesters. In de eerste zes semesters staan de competenties vakkundigheid, resultaatgerichtheid en communiceren centraal. Deze semesters beslaan het gehele vakgebied CE. Elk semester leidt tot een afgerond geïntegreerd beroepsproduct. • In het persoonlijke professionaliseringstraject ontwikkelt de student op zijn werkplek de zes overige beroepscompetenties, namelijk innovatief vermogen, ondernemend gedrag, besluitvaardigheid, samenwerken, klantgerichtheid en ontwikkelingsgerichtheid. Om de ontwikkeling ten aanzien van deze competenties te kunnen volgen maakt de student een competentieontwikkelingsplan. De ontwikkeling en resultaten worden besproken met de coach. • In het laatste semester staat de afstudeeropdracht centraal. Dan worden de competenties vakkundigheid, resultaatgerichtheid en communicatie getoetst op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. • In het derde studiejaar volgen de studenten een minor (zie hiervoor de algemene beschrijving) en een verdiepingssemester. In het verdiepingssemester hebben studenten de keuze uit: international strategic marketing, international sales of marketing communications. Dit semester, waarin voortgebouwd wordt op de basis van de eerste twee studiejaren, biedt de student mogelijkheden tot specialisatie. • Deeltijdstudenten kunnen een semester van een andere deeltijdopleiding van de HES als minor volgens, mits er geen instroomvoorwaarden zijn. Leidinggeven is daarvan een voorbeeld. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de doelstellingen van de opleiding adequaat worden afgedekt door de inhoud van het programma. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ daarom als voldoende.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Fraijlemaborg: • De verticale en horizontale samenhang in het curriculum is zichtbaar in de drie leerlijnen: - conceptuele leerlijn: kennisontwikkeling - integratieve leerlijn: beroepsgerichte opdrachten - vaardighedenleerlijn: vaardigheden, attitude en probleemoplossend vermogen • Horizontale samenhang wordt bereikt doordat in ieder semester een project centraal staat rond een bepaald thema. Het project wordt ondersteund door flankerend onderwijs (theorie en vaardigheden), dat enerzijds aansluit bij het onderwerp van het project en anderzijds bijdraagt aan de verwerving van de competenties.
Pagina 20 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
• • •
Verticale samenhang wordt bereikt doordat complexiteit en niveau van de projecten en het onderwijs toenemen naarmate de opleiding vordert. Vakken komen in verschillende jaren terug, maar dan op een hoger niveau. Ook vormt verworven kennis in bepaalde vakken de basis voor andere vakken later in de opleiding, zoals bijvoorbeeld bedrijfsadministratie en financiering die de basis vormen voor het vak management accounting. De opleiding kent een concentrische opbouw waardoor gedurende de opleiding een steeds grotere mate van integratie van vakken ontstaat. Om de modules beter in te bedden in het projectonderwijs, is met ingang van studiejaar 2006/2007 een gezamenlijk consultuur van de kernvakken bij de projecten doorgevoerd. De drie vakdocenten in het project beantwoorden wekelijks vragen van studenten over het project in dit consultuur. De student loopt tijdens het derde jaar en voor het afstuderen stage. Beide periodes beslaan een half jaar. In de STM scoort de samenhang tussen programmaonderdelen 3,5.
Leeuwenburg VT • De voltijd opleiding kent vier leerlijnen: 1) De integratieve leerlijn, waarbinnen competenties worden geworven en getoetst; 2) De conceptuele leerlijn (kennis); 3) De vaardighedenleerlijn (interpersoonlijke beroepsvaardigheden, ict en taal; 4) de leerlijn studieloopbaanbegeleiding (SLB, reflectieve vaardigheden). De conceptuele, de vaardigheden- en de SLB-leerlijn zijn ondersteunend aan de integratieve leerlijn en de beroepskerntaken die daarbinnen centraal staan. Bij de uitvoering van de taken worden de student inhoudelijk (colleges, consultancy en trainingen) en procesmatig (projectteam- en individuele begeleiding) ondersteund. • In de eerste twee studiejaren voert de student per onderwijsperiode in teamverband een gesimuleerde bedrijfsopdracht en de daarmee samenhangende handelingen (professionaliserings- of proftaken genoemd) uit. In jaar twee is er ook sprake van een externe opdracht in de VCF-opdracht (VCF staat voor Virtual Consulting Firm). In dat jaar staan per semester 1 of 2 beroepstaken centraal. Hiermee wordt horizontale samenhang bereikt. In de ondersteunende colleges wordt theorie aangereikt uit de kennisdomeinen die met de projecten samenhangen. De vaardighedentrainingen betreffen vaardigheden die samenhangen met de projecten of die relevant zijn voor het verloop van de studieloopbaan. In de navigatiebijeenkomsten (voortgangsbesprekingen) krijgen de studenten begeleiding bij de procesmatige kant van de projectopdrachten zoals teamvorming, samenwerking en planning. • In het derde jaar loopt de student een stage. Tijdens de stage voert hij een opdracht uit die samenhangt met minimaal één van de beroepskerntaken. Er zijn gedurende de stage drie terugkomdagen met begeleide intervisie, trainingen en gastcolleges. Tevens volgt de student in het derde jaar een minor. • In het eerste semester van het vierde jaar voeren studenten korte projecten uit rond ‘state of the art’ thema’s van CE. Het accent ligt enerzijds op verdieping en integrale benadering van de stof uit alle studiejaren, anderzijds op actuele (internationale) ontwikkelingen binnen het beroepenveld. In het tweede semester maken de studenten de afstudeeropdracht die samenhangt met minimaal één van de beroepskerntaken. Tevens voltooit de student zijn afstudeerportfolio. • Gedurende de opleiding ontwikkelt de student de competenties uit het beroeps- en competentieprofiel door de opdrachten rond de beroepskerntaken uit te voeren. Naarmate de opleiding vordert neemt de complexiteit van de opdrachten toe. In het competentieontwikkelplan geeft de student per semester aan hoe hij zijn competentieontwikkeling wil realiseren en aantonen. Met het afstudeerportfolio moet de student bewijzen dat hij alle competenties beheerst op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar.
Pagina 21 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Uit de STM blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de samenhang in het studieprogramma (STM gemiddeld 3,4 voor CE, CSE en JCU) en de aansluiting van het programma en het studiemateriaal op de beroepspraktijk (STM 3,4). De aansluiting tussen stage en opleiding scoort gemiddeld iets lager (STM 3,1), maar nog steeds voldoende.
Leeuwenburg DU • De duale opleiding kent vijf leerlijnen: 1) de projectlijn; 2) de theorielijn; 3) de vaardighedenlijn; 4) de studieloopbaanlijn en 5) de leerlijn werkperioden. In elk project worden beroepshandelingen verricht en beroepsproducten gemaakt in relatie tot een beroepskerntaak. In de projectlijn worden tevens colleges gegeven ter ondersteuning van het uitvoeren van projecten. In de theorie- en vaardighedenlijn wordt tevens onderwijs aangeboden. In de studieloopbaanlijn werkt de student zijn COP bij, waarna het wordt uitgevoerd op de volgende werkplek. • De complexiteit neemt toe naarmate de opleiding vordert. In het eerste jaar verwerft de student basiskennis en basisvaardigheden ter voorbereiding op de eerste werkperiode en de verdere studie. In dit stadium is de projectopdracht gedetailleerd beschreven en de aanpak is enigszins voorgeschreven. In de hoofdfase krijgt de student meer ruimte voor eigen interpretatie van de projectopdrachten doordat ze in toenemende mate open geformuleerd worden en er minder richtlijnen zijn geformuleerd. • In de eerste werkperiode verricht de student uitvoerende werkzaamheden op mbo+-niveau. Hij staat onder toezicht van een leidinggevende en de complexiteit van de werkomgeving is beperkt. In de tweede werkperiode zijn de werkzaamheden niet langer alleen uitvoerend van aard. De beroepshandelingen dienen op een aantoonbaar hoger niveau te liggen dan in de eerste periode. In de derde werkperiode wordt met een hoge mate van zelfstandigheid gewerkt aan een afstudeeropdracht die in overeenstemming is met het COP. • Ook in de studieloopbaanlijn leert de student om steeds meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn leerproces. In toenemende mate geeft hij er zelf invulling en sturing aan. • In de STM scoort de samenhang tussen de programmaonderdelen een 3,6. Leeuwenburg DT • Binnen de semesters dragen alle onderdelen bij aan het beroepsproduct dat centraal staat in die periode. De verschillende disciplines van het commerciële werkveld dienen ter ondersteuning van de realisatie van het beroepsproduct. • Elk semester vormt een samenhangend en afgerond geheel. Het eerste semester in de propedeuse vormt een oriëntatie op de deeltijdopleidingen van Bedrijfseconomie, Financial Services Management, Bedrijfskundige Informatie en Commerciële Economie. Na het eerste semester heeft de student de mogelijkheid zijn studie in een andere richting te vervolgen zonder dat dit vertraging veroorzaakt. • De vakken van het ene semester vormen de basis voor (het) daaropvolgende semester(s). Semesters die later in de opleiding zitten, grijpen terug op semesters die daarvoor zijn geweest. Sommige vakken komen in verschillende semesters aan bod, ter ondersteuning van het beroepsproduct in dat semester. • De studie wordt afgesloten met een integrale afstudeeropdracht, waarin verschillende disciplines gecombineerd worden. • In de STM scoort de samenhang tussen de programmaonderdelen een 3,6.
Pagina 22 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat sprake is van een voldoende samenhangend curriculum. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de verschillende leerlijnen die de verschillende opleidingsvarianten hanteren. Onderdelen van het programma bouwen logisch op elkaar voort en de moeilijkheidsgraad neemt geleidelijk toe. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Samenhang’ als voldoende.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen • Binnen de HES is sprake van een relatie tussen contacturen en contactintensiteit. Deze relatie hangt samen met het onderwijsconcept van een afdeling en komt tot uitdrukking in de dominante werkvormen binnen een afdeling. Globaal kan worden gesteld dat een afdeling met veel contacturen vooral klassikale werkvormen heeft terwijl bij een afdeling met minder contacturen meer sprake is van kleinere groepen en meer individuele aandacht, waardoor de contactintensiteit hoog is. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het aantal contacturen per locatie en variant: Variant Voltijd FB Voltijd LB Duaal LB Deeltijd LB •
Aantal contacturen per week 20 11 15-17 6-8
Certiked beoordeelt het aantal contacturen per week als passend bij de verschillende varianten. Certiked beoordeelt de studielast per variant als adequaat (zie hierna voor de informatie die per locatie en variant is uitgesplitst). Een opvallend geluid komt van de Voltijd studenten van Leeuwenburg. Ze geven aan dat de studie wel wat zwaarder zou mogen. Studenten geven dit signaal niet snel af, dus daarom wil Certiked het belang ervan onderstrepen. Overigens heeft de HvA op dit punt inmiddels acties ondernomen, maar de visitatie kwam op een moment dat het effect van deze maatregelen nog niet zichtbaar was. Naar aanleiding van de conceptrapportage heeft de HvA aangegeven welk beeld is ontstaan uit evaluaties die inmiddels hebben plaatsgevonden (zie de informatie van Leeuwenburg Voltijd hieronder).
Pagina 23 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Locatie Fraijlemaborg • Elk studiejaar bestaat uit twee semesters van 14 lesweken. Het eerste jaar heeft vier toetsperiodes en twee herkansingsperiodes. In de herkansingsperiode kan de student alle toetsen herkansen, mits dit niet conflicteert met het toetsrooster. De overige studiejaren kennen twee toetsperiodes en één herkansingsperiode. • De studielast is evenredig verdeeld over de verschillende studiejaren, waarbij rekening is gehouden met de moeilijkheidsgraad en zwaarte van de modulen. • In het tweede tot en met het derde studiejaar wordt ieder semester afgesloten met een toetsperiode. In het eerste studiejaar zijn er twee extra toetsperioden, halverwege het semester. • Elk studiejaar bestaat uit twee semesters die in willekeurige volgorde gevolgd kunnen worden. Daardoor worden alle vakken en tentamens meerdere keren per jaar aangeboden. • In de opleiding is een aantal drempels ingebouwd: pas als een aantal studiepunten is gerealiseerd kan de student doorstromen naar de volgende programmafase: - Om naar hoofdfase 1 te kunnen doorstromen dient de student minstens 40 EC in de propedeuse te hebben behaald; - Studenten die na een jaar minder dan 40 EC hebben behaald krijgen een bindend negatief studieadvies; - Als de student aan het eind van het tweede studiejaar zijn propedeuse niet heeft behaald volgt alsnog een bindend negatief studieadvies; - Om naar hoofdfase 2 te kunnen doorstromen dient de student minstens 40 EC in hoofdfase 1 behaald te hebben. Tevens dienen de bedrijfseconomische vakken met een voldoende afgesloten te zijn; - Om aan de afstudeeropdracht te mogen beginnen dienen 120 EC in de hoofdfase te zijn behaald, waaronder de stage en het hele tweede studiejaar. • Hoe de studenten de studielast ervaren wordt geëvalueerd door middel van de Studententevredenheidsmeting (STM) en module- en projectevaluaties. Uit de module-evaluaties blijkt dat studenten over het algemeen de studielast aanvaardbaar vinden. Uit de STM blijkt dat de studeerbaarheid voor CE en SMM conform het HvA-gemiddelde wordt gewaardeerd. Bij IM ligt dat een fractie lager. De opleiding geeft aan dat de score negatief beïnvloed wordt door lage scores op organisatorische zaken, zoals de tijdige beschikbaarheid van lesroosters. Dit is voor de opleiding aanleiding hier extra aandacht aan te besteden. • Wat betreft de ervaren studielast per module geeft de STM een wisselend beeld: soms ligt de studielast lager en soms veel hoger dan de toegekende studielasturen. • Studenten die voortijdig de opleiding verlaten, wordt gevraagd de exit-tevredenheidsmonitor in te vullen. Hieruit blijkt dat studeerbaarheid vaak niet de reden voor uitval is. Onder andere de keuze voor een andere studie, de organisatie van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van de opleiding zijn wel redenen om de opleiding voortijdig te staken. • Tijdens de visitatie gaven afstudeerders aan de combinatie van afstuderen en nog één dag per week les te krijgen zwaar te vinden. Door de collegedag worden ze afgeleid van hun scriptiewerk. Ze hebben het gevoel dat de wekelijkse collegedag wel goed te combineren was geweest met de minor.
Pagina 24 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Leeuwenburg VT • De propedeuse bestaat uit vier onderwijsperioden van tien weken. De hoofdfase bestaat uit semesters van twintig weken. In studiejaar 2 wordt er ook halverwege het semester getoetst. • Studenten van CE, BE en MER hebben in de propedeuse hetzelfde programma, zodat ze aan het eind van het eerste studiejaar zonder studievertraging op te lopen kunnen switchen naar een andere opleiding. • Ten aanzien van de studielast en de studeerbaarheid zijn de nodige maatregelen genomen, onder andere: - Eerste jaar: meer aandacht voor studievaardigheden en beroepsperspectief (ingevoerd met ingang van studiejaar 2005/2006), toevoeging van projecttijd en werkcolleges (ingevoerd met ingang van studiejaar 2006/2007); - Tweede jaar: inhoudelijke verzwaring door toevoegen extra werk- en hoorcolleges en individuele opdrachten als onderdeel van de projectopdracht, tevens stimulans van actieve participatie en voorbereiding van lessen dmv bonusregeling (ingevoerd met ingang van 2005/2006); Bij JCU/CSE meer werkcolleges en onderzoeksvaardigheden(ingevoerd met ingang van 2005/2006); - Vierde jaar: verkorting van afstudeeropdracht in het voordeel van een nieuw theoriesemester (met ingang van 2006/2007). • Studielast en studeerbaarheid zijn onderdeel van de jaarlijkse student-tevredenheidsmonitor (STM). Nadat studieresultaten van een blok of semester bekend zijn, vindt er ook een focusdiscussie plaats tussen de opleiding en een delegatie van de studenten. Studeerbaarheid en studielast vormen daarbij tevens enkele van de gespreksonderwerpen. Deze gesprekken, gecombineerd met andere evaluaties en rendementsgegevens, leiden tot een analyse die met de betrokken docenten wordt besproken. Waar nodig worden verbetermaatregelen genomen • Studenten zijn tevreden over het niveau van de opleiding, zo blijkt uit de STM 2006 en aanvullende focusgesprekken. De verzwaring van het tweede jaar wordt herkend, maar het aantal studie-uren is nog niet fundamenteel toegenomen. Er is zelfs sprake van een lichte daling van het aantal bestede uren onder tweedejaars studenten. Dit beeld is bevestigd tijdens de visitatie; studenten gaven aan dat ze de studielast als laag ervaren. Dat de studielast daadwerkelijk verzwaard is wordt bevestigd door de verslechterde toetsresultaten, studenten hebben hun studiegedrag nog onvoldoende aangepast. De verwachting is wel dat het aantal bestede studie-uren en de ervaren studielast in STM 2007 hoger zal zijn, mede omdat een aantal maatregelen pas in 2006/2007 zijn ingevoerd. [Als reactie op het concept rapport heeft de opleiding laten weten dat de evaluaties van blok 4 2006/2007 deze stijging al laten zien.] Leeuwenburg, DU • Elk semester van het binnenschoolse programma is ingedeeld in twee blokken van tien weken, waarvan twee tentamenweken. In de werkperioden werkt de student minimaal 32 uur per week gedurende zes maanden. • Als vast onderdeel van de studieloopbaanbegeleiding wordt per semester de studeerbaarheid besproken van zowel het binnenschoolse als buitenschoolse curriculum. Ook in focusgesprekken tussen het management en klassenvertegenwoordigers is de studeerbaarheid onderwerp van gesprek. • Het merendeel van de studenten vindt de studielast precies goed. Wel heeft de opleiding gesignaleerd dat het aantal bestede studie-uren de laatste jaren is afgenomen tot gemiddeld 25 uur (bron: STM), terwijl 30 tot 35 uur als wenselijk wordt gezien. Een verklaring hiervoor wordt gezien in het feit dat studenten niet alle colleges volgen. Aangezien ook een fors deel van de studenten (27%) de opleiding (te) zwaar vindt, is de studiebelasting in het afgelopen collegejaar niet verhoogd.
Pagina 25 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
In focusgesprekken met propedeusestudenten is in 2005/2006 naar voren gekomen dat studenten het eerste blok als erg vol en zwaar ervaren, terwijl ze in de laatste blokken meer uitgedaagd willen worden en intensiever onderwijs willen krijgen. De opzet van de opleiding gaat uit van geleidelijke verzwaring, maar kennelijk wordt dit door de studenten anders ervaren. In 2006/2007 wordt de wenselijke studielast opnieuw besproken. Waar nodig of wenselijk zal dit leiden tot aanpassingen in het programma.
Leeuwenburg DT • Elk studiejaar bestaat uit twee semesters die verdeeld zijn in blokken van tien weken, waarvan twee tentamenweken. • Studenten kunnen ervoor kiezen het onderwijs op dinsdag- en donderdagavond te volgen of op zaterdag de hele dag. Dit kan per semester wisselen. • De coach adviseert de student over projecten of situaties op het werk die geschikt zijn voor het ontwikkelen van competenties. Studieadviseurs zijn beschikbaar om in overleg met de student een studieplan op maat te maken. • Studenten krijgen zes uur college per week en worden daarnaast geadviseerd rekening te houden met tien tot vijftien uur zelfstudie per week. Uit de STM blijkt dat de studenten gemiddeld bijna zeventien uur per week aan hun studie besteden, inclusief de colleges. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studielast’ voor alle opleidingsvarianten als voldoende. Het visitatieteam adviseert de variant Voltijd Leeuwenburg te onderzoeken hoe de opleiding verder verzwaard kan worden, conform de opmerkingen van de studenten.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen: • Studenten met een mbo-diploma niveau 4 en een havo/vwo-diploma met het profiel Economie en Maatschappij zijn toelaatbaar tot de opleiding. Bij afwijkende profielen worden aanvullende eisen gesteld. Wanneer aan deze eisen niet wordt voldaan, dan kunnen de deficiënties op het gebied van wiskunde en economie worden weggewerkt via het Taal- en Schakelonderwijscentrum. • Studenten zonder diploma die ouder dan 21 jaar zijn kunnen gebruik maken van de 21+-regeling. Het Taal- en Schakelonderwijscentrum voert de 21+-examens uit. • Buitenlandse studenten kunnen alleen instromen als hun diploma toegang zou geven tot het hoger onderwijs in het land van herkomst en als dat onderwijs gelijkwaardig is aan het onderwijs van de HvA-HES. Daarnaast wordt bekeken of het vakkenpakket voldoet aan de eisen. In geval van twijfel wordt het diploma gewaardeerd door het NUFFIC.
Pagina 26 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• • •
• • •
Voor studenten vanuit andere heao-opleidingen bestaat de mogelijkheid om na de propedeuse in te stromen. Deze zij-instromers krijgen een maatwerkprogramma op grond van een intakegesprek met de studieadviseur. De HvA-HES participeert in een aansluitprogramma vo-hbo van de afdeling Instroommanagement van de HvA. In dit programma worden de volgende activiteiten uitgevoerd: een profiel-doedag voor havo 3, een bezoekdag voor havo 4 en meeloopdagen voor havo 5. De HvA-HES heeft ook de contacten met de roc’s de laatste jaren geïntensiveerd om de doorstroom van mbo naar hbo te verbeteren. Dit heeft geresulteerd in mhbo-opleidingen. Dit is een zesjarig leertraject waarbij mbo’ers aan het eind van leerjaar 3 van het mbho-traject zowel het mbo-diploma halen als inhoudelijk gekwalificeerd zijn voor de hbo-propedeuse. Daarnaast bestaat een convenant met enkele regionale roc’s die een verkorting van een half jaar geven (6,5-jarig traject). Onder bepaalde voorwaarden kunnen studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Dit is vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. Alle propedeusestudenten doen aan het begin van het studiejaar een taaltoets Nederlands. Studenten die hiervoor een onvoldoende halen, volgen extra taallessen. Zij leggen de taaltoets steeds opnieuw af totdat een voldoende is behaald. De opleiding biedt ook een opstapcursus wiskunde en algemene economie aan in de maanden juni en juli voorafgaande aan het eerste leerjaar.
Fraijlemaborg • Voor IM is een gedegen kennis van de Engelse taal vereist. Alleen voor studenten buiten de European Economic Area geldt de eis dat zij een International English Language Test (IELTS) doen en hiervoor tenminste een 6 halen. • Uit de meest recente STM-meting blijkt dat de studenten de aansluiting wat betreft vooropleiding, niveau en zelfstandig werken over het algemeen goed vinden. De IM-studenten scoren wel wat lager, ze zijn minder tevreden over de aansluiting. De opleiding denkt dat dit mogelijk komt door de internationale component en de hoeveelheid Engelstalige literatuur. Leeuwenburg VT • JCU hanteert extra toelatingscriteria: - de student sport op het hoogste niveau in zijn leeftijdsklasse; - de student is gemotiveerd voor een sportmarketingopleiding; - de studie is te combineren met de sportactiviteiten. De instroomcoördinator doet de selectie voor JCU. De coördinator topsport en studie begeleidt de student bij het combineren van studie en topsportcarrière en regelt maatwerk. • CE Leeuwenburg biedt een mhbo-opleiding aan in samenwerking met ROC van Amsterdam, locatie Amstelveen. JCU en CSE hebben met dit roc een vergelijkbare afspraak gemaakt over de doorstroom van studenten van het Johan Cruyff College (marketing en communicatie voor topsporters). • Op grond van evaluaties is besloten om in de propedeuse remedial trainingen Engels aan te bieden om de taalbeheersing (business) English te verbeteren. • De inhoudelijke aansluiting op de vooropleiding vindt 58% van de studenten goed, 35% staat hier neutraal tegenover. De cijfers voor de aansluiting qua niveau zijn vergelijkbaar. Dit geldt ook voor CSE en JCU.
Pagina 27 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Leeuwenburg DU • Ongeveer 15% van de instromende studenten heeft enkele jaren werkervaring of één of meer afgebroken studies. Op grond van respectievelijk werkervaring en elders behaalde studieresultaten kunnen door de examencommissie vrijstellingen worden toegekend voor de eerste werkperiode dan wel enkele studieonderdelen. Deze studenten krijgen een individueel studietraject. Ook mbo’ers met een diploma administratief medewerker Marketing en Communicatie (niveau 4) kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen. • De didactische werkvormen in het eerste jaar zijn deels specifiek voor het hoger onderwijs en sluiten deels aan bij de tweede fase van het voorgezet onderwijs, waarin leerlingen veel samenwerken en een actiever en zelfstandiger rol krijgen. Daarnaast volgt de opleiding de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs door deel te nemen aan diverse regionale en landelijke overlegverbanden. De opleiding is op de hoogte van de ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs in het mbo. Men verwacht dat hierdoor de aansluiting tussen het mbo en hbo zal verbeteren en ook tot meer instroom vanuit het mbo zal leiden. • Inhoudelijk en qua niveau vindt een grote meerderheid van de studenten de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding redelijk tot goed. Leeuwenburg DT • Studenten kunnen op twee manieren vrijstelling krijgen: op grond van reeds behaalde diploma’s of op grond van elders verworven competenties (EVC). Studenten die in aanmerking willen komen voor vrijstelling op grond van diploma’s dienen hiertoe een verzoek in bij de examencommissie, die daarover een besluit neemt. Studenten die in aanmerking willen komen voor de EVC-procedure melden zich aan bij het EVC-bureau. Bij de toetsing van elders verworven competenties vormen de EVC-kaders het uitgangspunt. Hierin staan de beoordelingscriteria en de overige eisen om in aanmerking te komen voor EVC. De gehele EVC-procedure bestaat uit een adviesgesprek, beoordeling van het portfolio door twee assessoren en een assessmentgesprek aan de hand van een gespreksprotocol. De assessoren stellen vervolgens een vrijstellingsadvies op waarover de examencommissie een besluit neemt. Deze EVC-procedure is door een onafhankelijke externe instantie beoordeeld en gecertificeerd. Ook de assessoren zijn gecertificeerd. Tot nu toe hebben 36 personen een EVC-aanvraag gedaan. Bij 14 personen heeft dat geleid tot een vrijstelling voor één of meerdere semesters. • Het visitatieteam is van mening dat het bijzondere aan het EVC-beleid van de HvA is dat de inhoud van het EVC naadloos aansluit bij de inhoud van het semester. Dat is uniek ten opzichte van andere instellingen. Overigens is een nadeel hiervan dat men minder flexibel is met vrijstellingen en de opbouw van het curriculum. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding ernaar streeft om het programma goed aan te laten sluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. Om die reden probeert de opleiding op verschillende manieren zicht te krijgen op de instroom. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Instroom’ daarom als voldoende voor voltijd en duaal. Vanwege de EVCprocedure die bij de deeltijd opleiding wordt gehanteerd, beoordeelt het visitatieteam dit facet voor de deeltijd opleiding als goed.
Pagina 28 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
Het curriculum van de opleiding omvat 240 EC’s, die evenredig verdeeld zijn over de vier studiejaren. De major omvat 210 EC’s, de minor of het uitwisselingsprogramma 30 EC’s. De verdeling van de studiepunten over de onderwijseenheden is weergegeven in de onderwijs- en examenregeling. Iedere module wordt afgesloten met een evaluatie in de vorm van een enquête onder de studenten, waarin onder meer wordt onderzocht wat de werkelijke studielast is.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking uit het facet ‘Studieduur’. Daarom geeft het visitatieteam voor dit facet het oordeel voldoende.
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Fraijlemaborg • De onderwijsvisie van Fraijlemaborg is met de volgende kernwoorden te omschrijven (COMBI): Competentiegericht onderwijs, Ondernemend leren, Maatwerk voor de student, Betrokkenheid en begeleiding, Innovatie (en Internationale oriëntatie voor de afdeling Internationaal). • Competentiegericht onderwijs en Ondernemend leren zijn richtinggevend voor het didactisch concept, waarbij studenten in toenemende mate zelfstandig leren. In de didactische aanpak zijn deze uitgangspunten vertaald naar praktijkgeoriënteerde werkvormen als projectonderwijs en (bedrijfs)simulaties. In alle jaren zijn er projecten waarin beroepsvaardigheden centraal staan, geflankeerd met kernvakken (de financiële en economische vakken) en ondersteunende vakken (zoals managementvaardigheden en taalvaardigheid). • In de kernvakken staat kennisverwerving centraal. De opleiding brengt de kennis over in klassenverband, door een presentatie van de docent en het behandelen van vragen en opdrachten. Het onderwijs in projecten stimuleert het ondernemend leren en is gericht op zelfwerkzaamheid. De student heeft een actieve inbreng bij het verwerven van de beroepscompetenties. • De diverse werkvormen (hoor- en werkcolleges, trainingen, talenpracticum en projectbegeleiding) vereisen een actieve houding van de student. Daarnaast besteedt de student uren aan zelfstudie, het maken van opdrachten, besprekingen met de mentor en werkbezoeken.
Pagina 29 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
De verschillende werkvormen vragen andere rollen van docenten. Om dit goed tot uitdrukking te laten komen, heeft de opleiding voor de verschillende rollen verschillende namen bedacht: o Docent: geeft hoor- en werkcolleges; is stage en afstudeerbegeleider o Tutor: volgt het proces van de projectopdrachten en stuurt waar nodig bij o Specifiek voor de propedeuse is de rol van mentor: helpt de student zijn/haar weg te vinden bij problemen; o Instructeur: geeft hoorcollege (grote groep); o Trainer: geeft aan kleinere groep les, meer interactief (werkcollege); o Navigator: studieloopbaanbegeleider, begeleidt bij competentieontwikkeling; o Consultant: begeleidt de studenten inhoudelijk bij het maken van de professionaliseringstaken; o Assessor: beoordeelt de student op competentieontwikkeling; o Observant: beoordeelt het proces tijdens het assessment. De geleidelijke ontwikkeling naar zelfstandigheid komt tot uitdrukking in drie niveaus: uitvoeren en informeren (niveau 1), beoordelen en adviseren (niveau 2) en samenwerken en leidinggeven (niveau 3). In jaar 1 wordt de basis gelegd door introductie in het vakgebied en oriëntatie op studie en beroep. Na het eerste jaar is niveau 1 bereikt. In jaar 2 komen meer onderwerpen aan bod en met een grotere diepgang. Na het tweede jaar is niveau 2 bereikt. In jaar 3 vindt verdere verdieping plaats en kan de student verworven kennis en vaardigheden toepassen in de stage. In jaar 4 bereikt de student het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Bij afronding van de studie is niveau 3 bereikt. Studenten werken met een persoonlijk ontwikkelplan (POP) om hun competentieontwikkeling te monitoren. De student brengt zijn uitgangssituatie ten opzichte van de opleidingscompetenties in kaart. Gedurende de opleiding analyseert hij periodiek zijn professionele ontwikkeling en evalueert hij of hij zijn ambities en plannen in voldoende mate realiseert. Op basis daarvan formuleert hij nieuwe leerdoelen en actieplannen. Afspraken die de student hierover maakt met de verschillende begeleiders (docenten, tutoren en mentoren) worden in het POP opgenomen. Evaluaties van de afspraken leiden tot nieuwe ontwikkelacties van de student.
Leeuwenburg VT • De voltijd opleiding wordt vormgegeven vanuit een competentiegericht onderwijsconcept passend bij de visie op de student en de visie op het werkveld. In de opleiding ligt de nadruk op het uitvoeren van opdrachten die zoveel mogelijk lijken op taken en handelingen in de beroepspraktijk. Deze opdrachten zijn afgeleid van het beroeps- en competentieprofiel. • Op grond van de onderwijsvisie hanteert de opleiding de volgende inrichtingskenmerken: - Het leren uitvoeren van beroepskerntaken en handelingen is het vertrekpunt van het onderwijs. De complexiteit van de opdrachten neemt toe gedurende de opleiding; - Studiebegeleiding is een integraal onderdeel van het curriculum; - Studenten worden regelmatig beoordeeld door een assessor op de competenties die hen in staat stellen om de taken en handelingen uit te voeren; - De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Het onderwijs kent geen presentieplicht, wel bonusregelingen voor actieve deelname bij trainingen werkcolleges; - Gedurende de opleiding neemt de zelfsturing door de student toe; - Leren doet de student in verschillende omgevingen: institutioneel, werkend en virtueel; - Studenten leren van elkaar, geven feedback op elkaars producten; - Studenten zijn in staat om op eigen (beroepsmatig) handelen te reflecteren; - Docentrollen zijn gescheiden (navigator, consultant, assessor, trainer, instructeur).
Pagina 30 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) ziet de opleiding als een belangrijk onderdeel. De SLB’er begeleidt de student bij het reflecteren op zijn ontwikkeling, het formuleren van persoonlijke ontwikkeldoelen en het plannen van binnen- en buitenschoolse activiteiten om deze doelen te realiseren. De SLB’er bereidt de student tevens voor op assessments en begeleidt hem bij het samenstellen van zijn portfolio. In relatie tot de onderwijsvisie wordt binnen de opleiding gebruik gemaakt van verschillende werkvormen, waaronder: instructie-, werk- en gastcolleges, project- en praktijkopdrachten, competentieontwikkelplan inclusief COP-gesprekken, voortgangsbegeleiding, consultatie, virtual consulting firm, trainingen, workshops, simulatiegame. De verschillende werkvormen vragen andere rollen van docenten. Om dit goed tot uitdrukking te laten komen, heeft de opleiding voor de verschillende rollen verschillende namen bedacht. - Instructeur: geeft hoorcollege (grote groep); - Trainer: geeft aan kleinere groep les, meer interactief (werkcollege); - Navigator: studieloopbaanbegeleider, begeleidt bij competentieontwikkeling; - Consultant: begeleidt de studenten inhoudelijk bij het maken van de professionaliseringstaken; - Assessor: beoordeelt de student op competentieontwikkeling; - Observant: beoordeelt het proces tijdens het assessment.
Leeuwenburg DU • Lerend werken en werkend leren is de essentie van het onderwijsconcept. Leerprocessen in de opleiding en op de werkplek vullen elkaar aan en versterken elkaar. Uitgangspunten van het duale onderwijsconcept zijn: - werken en leren worden als een geïntegreerde leercyclus beschouwd; - studenten hebben vanaf de eerste werkperiode een meerwaarde voor de arbeidsorganisatie; - studenten raken er vroegtijdig aan gewend om verantwoordelijkheid te dragen. • Het didactisch concept bestaat uit vijf leerlijnen: de projectlijn, theorielijn, vaardighedenlijn, studieloopbaanlijn en leerlijn werkperioden. Voor iedere leerlijn worden andere werkvormen gehanteerd, afgestemd op het didactisch concept. De leerlijnen versterken elkaar op deze manier. • De didactische werkvormen in het eerste jaar zijn deels specifiek voor het hoger beroepsonderwijs en sluiten deels aan bij de tweede fase van het voortgezet onderwijs, waarin leerlingen veel samenwerken en een meer actieve en zelfstandige rol krijgen. Leeuwenburg DT • Het onderwijsconcept sluit aan bij het concept van competentieleren en de zes pijlers die daaraan ten grondslag liggen die in de HvA-visie verwoord zijn. In elk semester wordt gewerkt aan een beroepskerntaak, waarin een aantal relevante beroepshandelingen centraal staat. Alle semesters vormen afgeronde gehelen waarin het bij het beroepsproduct behorende vakgebied wordt behandeld. In verband met de EVC-procedure is de lesstof niet-concentrisch opgebouwd, wat betekent dat de verdieping in het semester zelf plaatsvindt. • In elk semester is een praktijkopdracht geformuleerd. Om de opdracht uit te voeren worden beroepshandelingen verricht die leiden tot beroepsproducten. Hierdoor vindt de ontwikkeling van de competenties plaats. De opdrachten worden vaak in projectmatige vorm uitgewerkt. De opleiding werkt bij voorkeur met echte opdrachten, maar daar waar dat niet mogelijk is wordt gebruik gemaakt van casuïstiek en simulaties.
Pagina 31 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
In het traject persoonlijke professionalisering (PP-traject) werkt de student op de werkplek aan een aantal competenties. Resultaten hiervan worden opgenomen in het portfolio waarmee de student zijn ontwikkeling kan aantonen. Een coach begeleidt de student bij het reflecteren op zijn ontwikkeling. Daartoe vindt twee keer per een coachingsgesprek plaats. Tevens begeleidt de coach de student bij het samenstellen van het portfolio en bereidt hij de student voor op de assessments. De student behoudt dezelfde coach gedurende zijn gehele studie. Uit evaluaties is gebleken dat de studenten behoefte hebben aan meer begeleiding bij het PP-traject. Dat heeft in het studiejaar 2006/2007 geleid tot groepsbijeenkomsten waarin studenten best practices delen en de coach ondersteuning biedt. Ook wordt de student eerder geïnformeerd over de inhoud van het PP-traject. Studenten zijn hier positief over.
Zoals al eerder werd aangehaald is er een verschil tussen beide locaties in de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden. Voor Fraijlemaborg is kenmerkend dat het onderwijs contactrijker is en er wordt meer structuur geboden. Het onderwijs op Leeuwenborg is meer uitvoeringsgericht, wat een zelfstandiger werkhouding vraagt van de studenten. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De uitgangspunten van de verschillende onderwijsconcepten zijn voldoende herkenbaar in de programma’s . De gekozen werkvormen sluiten aan bij de uitgangspunten. Voor alle varianten geldt dat positief opvallend is dat de vorm waarin het onderwijs wordt aangeboden aantrekkelijk is voor de doelgroep waarop de variant zich richt. . Het aantal rollen dat voor docenten wordt onderscheiden bij de voltijd opleiding van Leeuwenburg acht het visitatieteam wat overdreven. Het gevaar bestaat dat het ten koste gaat van de transparantie. Op grond van het voorgaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ als goed voor de voltijd opleiding. De duale en deeltijd opleiding scoren op dit facet voldoende.
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
In september 2005 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een HES breed toetsbeleid. Een eerste resultaat hiervan is handboek Toetsbeleid. Dit handboek is bedoeld om normerend te werken voor de huidige praktijk van toetsen en beoordelen op de afdelingen. Het visitatieteam heeft dit handboek bekeken en stelt vast dat het een beschrijvend karakter heeft. In de notitie van Aanbevelingen Toetsing en Toetsbeleid van maart 2006 wordt naar aanleiding van een inventarisatie een aantal aanbevelingen gepresenteerd waarmee de HES inmiddels gevorderd is. De toetscommissies, die per afdeling worden ingericht, zijn inmiddels allemaal actief. Ze zijn bezig met het ontwikkelen van toetsplannen. De toetscommissie is verantwoordelijk voor de beoordeling van het toetsontwikkelproces en de toetsen. De voorzitters van de toetscommissies hebben regelmatig onderling overleg.
Pagina 32 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
• • •
•
•
• • •
De borging van de kwaliteit van toetsen en beoordelingen vindt onder andere plaats door: - het 4-ogen principe bij open vragen - scheiding van begeleiden en beoordelen - evaluaties in Iraps (op basis van beschikbare blokrendementen, module-evaluaties en/of blokrapportages en toetsanalyses (voltijd L) ) - scholing van docenten en certificering van assessoren (voltijd en deeltijd Leeuwenburg) - toetsinstructie- en procedure De wijze van borging staat beschreven in: - toetsplanverantwoording; - taakverdeling van de betrokkenen (examencommissie, toetscommissie, opleidingscommissie) - toetsprocedure in het handboek. De opleiding beschrijft in de BOE’s (de beschrijvingen van de afzonderlijke onderwijseenheden) of studiegidsen per onderwijseenheid de leerdoelen, de werkvormen en de toetsvormen. Ook worden de beoordelingscriteria beschreven. De opleiding hanteert diverse toetsvormen: schriftelijke toetsen, projectopdrachten, stages en de afstudeeropdracht. Bij het maken van de toetsen wordt het vier-ogenprincipe toegepast. In tweetallen worden de toetsen gemaakt en er vindt een check plaats door collega’s. Assessments worden afgenomen bij Voltijd L, Duaal en Deeltijd. Bij Duaal vinden assessments plaats als afsluiting van een werkperiode. Het assessment vindt plaats naar aanleiding van het portfolio waarin ook altijd de verslagen van het functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek (vinden standaard plaats tijdens een werkperiode) zitten. Bij de Deeltijd legt de student vier keer in zijn opleiding een assessment af. Het eerste is een groepsassessment, de overige assessments zijn individueel. Bij Voltijd L worden alle projecten zowel in de propedeuse als in het tweede jaar, afgesloten met een individueel assessment, uitgevoerd in een groepsgesprek. De stage wordt afgesloten met een individueel assessment op basis van een portfolio. Ook het afstudeergesprek is een individueel assessment op basis van een portfolio. Alle assessments bij Duaal en Deeltijd worden altijd door twee assessoren afgenomen. Bij Voltijd L is er bij de individuele assessments, die plaatsvinden in een groep, altijd een observant aanwezig. De docenten zijn opgeleid in het voeren van assessmentgesprekken en krijgen periodiek verdere scholing om de kwaliteit te behouden c.q. te verbeteren. De uitvoering van de projecten wordt door twee docenten begeleid. Aan het einde van het project geven de studenten een presentatie die ook door twee docenten wordt beoordeeld. In sommige gevallen, bij hele specifieke / specialistische onderwerpen, blijkt het lastig om de beoordeling door twee docenten te laten plaatsvinden. De beoordeling van de beroepsproducten gebeurt aan de hand van de vastgestelde competenties. Sommige competenties worden in elk project getoetst, andere in enkele projecten. Het niveau waarop de competenties getoetst worden, neemt bij de Leeuwenburg varianten elk jaar toe. Van de voltijd opleiding Leeuwenburg wordt de stageopdracht tussentijds en na afloop door de begeleider vanuit de opleiding beoordeeld. De begeleider van de opdrachtgever geeft schriftelijk feedback op de opdracht, dit wordt als advies meegenomen bij de beoordeling. De afstudeeropdracht wordt bij Leeuwenburg Duaal afgerond met een beroepsproduct. Voor alle varianten geldt dat de afstudeeropdracht wordt afgerond met een presentatie en een verdediging.
Pagina 33 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
• • •
• • •
•
•
•
Met behulp van het persoonlijke ontwikkelplan (POP) vindt formatieve toetsing plaats. Studenten maken in het eerste jaar aan de hand van het POP een eigen profiel en een beschrijving ten aanzien van de competenties. Aan de hand hiervan worden leerdoelen geformuleerd en acties gedefinieerd. Dit proces vindt ook in de daaropvolgende studiejaren plaats. In het derde en vierde jaar wordt het POP gerelateerd aan respectievelijk de stage en de afstudeeropdracht. Voor de volledigheid: bij voltijd Leeuwenburg heet dit COP (Competentie Ontwikkel Plan). Bij de voltijd opleiding locatie Leeuwenburg bestaat er bij de trainingen Spaans en Interpersoonlijke communicatieve vaardigheden een bonusregeling voor studenten. Het doel hiervan is om ze te stimuleren om naar de trainingen te komen. Om voor de bonusregeling in aanmerking te komen, moeten de studenten ook actief deelnemen. Hiermee kunnen de studenten maximaal 5% van de totaalscore bijverdienen voor het tentamen. Ze krijgen dus geen studiepunten ‘kado’. Het bedrijfsleven is betrokken bij toetsing: concreet bij de stages, afstudeeropdrachten en opdrachten die studenten uitvoeren voor het bedrijfsleven. Bij de deeltijd geldt dat docenten die toetsen beoordelen ook werkzaam zijn in de praktijk. De studenten kunnen inzage in het gemaakte werk krijgen. Studenten kunnen bezwaar tegen zaken rondom examinering aantekenen bij de examencommissie. Tegen een besluit van de examencommissie kunnen ze in beroep gaan bij het College van Beroep van de hogeschool. In hogeschoolbrede evaluaties worden het niveau van de toets en de aansluiting op de leerdoelen geëvalueerd. De opleidingsmanager ontvangt de analyses van deze module-evaluaties en bespreekt de resultaten met docenten in de opleidingsvergadering en tijdens de functioneringsgesprekken. Bij de voltijd L vormen de evaluaties en de rendementsgegevens ook input voor de blokrapportages. Deze worden per studiejaar opgesteld door de daartoe ingestelde semestergroep. In de blokrapportage worden de effecten van genomen verbetermaatregelen geanalyseerd en worden zo nodig nieuwe verbetermaatregelen vastgelegd (zie ook facet 5.3). De aansluiting tussen de BOE en de toets wordt beoordeeld door de toetscommissie en de opleidingscommissie. Studenten van Voltijd Leeuwenburg geven aan behoefte te hebben aan een studieweek voor de tentamens. Nu is er een roostervrije week nà de tentamens. De evaluatieresultaten van de voltijd opleidingen op de locatie Fraijlemaborg zijn als volgt: - Inhoud toetsen sluiten aan bij voorgaand onderwijs: 3,2 (CE), 3,2 (SMM), 3,1 (IM); - Heldere beoordelingscriteria: 2,9 (CE), 3,1 (SMM), 2,9 (IM); - Juiste toepassing criteria: 3,1 (CE), 3,2 (SMM), 3,4 (IM). De evaluatieresultaten van de voltijd opleidingen op de locatie Leeuwenburg zijn als volgt: -Tevredenheid over toetsing en beoordeling: 2, 9 (CE), 2,9 (CSE), 3,0 (JCU); - Een onvoldoende beoordeling wordt door studenten gegeven voor ‘Resultaten toetsen met docent bespreken’ en ‘Voorkomen meeliften’. Bij CE en CSE is ook een onvoldoende gegeven voor ‘Kwaliteit van de feedback van docenten’. Dit blijkt met name te gaan om de kennistoetsen, over de feedback van docenten bij assessmentgesprekken is men tevreden (score ruim voldoende). De evaluatieresultaten van de duale opleiding op de locatie Leeuwenburg zijn als volgt: - Inhoud toetsen sluiten aan bij voorgaand onderwijs: 3,3 - Heldere beoordelingscriteria: 3,2 - Kwaliteit van de feedback van docenten: 3,0 Het oordeel over het niveau (moeilijkheidsgraad) van de toetsen is: 64% precies goed, 24% te hoog. De evaluatieresultaten van de deeltijd opleiding zijn op een enkele uitzondering na positief. De gemiddelde score van alle toetsaspecten is bijna een 4 op een vijfpuntsschaal.
Pagina 34 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Het algemene beeld uit de evaluaties is dat studenten over het algemeen vinden dat de toetsen goed aansluiten bij de inhoud van het onderwijsprogramma. Ten aanzien van de evaluatieresultaten over toetsing oordeelt Certiked daarom positief.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Er worden verschillende vormen van toetsing gebruikt. Het visitatieteam is van mening dat de toetsen en diverse assessments / projectbeoordelingen voldoende toetsen of de studenten de leerdoelen van het programma hebben bereikt. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’: Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn, is samenhangend en van hbo-niveau. Werkvormen sluiten aan bij de didactische uitgangspunten. De toetsen zijn van voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn goed of voldoende beoordeeld. Daarom is de beoordeling voor het onderwerp ‘Programma’ positief.
Pagina 35 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
• •
•
• •
•
De kerndocenten van de opleiding zijn betrokken bij het begeleiden van de stages en de afstudeeropdrachten. Het aannamebeleid van de opleiding is erop gericht docenten aan te nemen met recente werkervaring in het economische beroepenveld. Een behoorlijk aantal docenten combineert zijn onderwijstaak met een baan of eigen bedrijf. Voor alle docenten geldt dat zij hun onderwijs zo dienen aan te bieden dat er een relatie met praktijksituaties gelegd wordt. In de hiervoor genoemde RGA gesprekken worden hierover met de docenten afspraken gemaakt. Het visitatieteam heeft kennis genomen van de cv’s van de docenten en geconstateerd dat zij in voldoende mate voeling houden met en kennis hebben van de beroepspraktijk. Tijdens de visitatie heeft het visitatieteam een paar ‘echte marketeers’ gezien in het docentencorps, die op de hoogte zijn van actuele ontwikkelingen in het werkveld en dit adequaat kunnen vertalen naar het onderwijs. Zoals eerder aangegeven maakt de opleiding gebruik van gastdocenten. In de gastcolleges worden actuele thema’s behandeld. Actuele kennis van het economische beroepenveld is een onderwerp in de P&O-cyclus. De scores uit de studentevaluaties en de gestelde eisen aan de docent vormen hiervoor input. Uit de gesprekken vloeien afspraken voort over de wijze waarop individuele docenten hun competentie op dit aspect onderhouden en versterken. Deze afspraken hebben betrekking op: - bijwonen van congressen en seminars, binnen en buiten HES-verband; - opleiding en training; - lidmaatschap van relevante vak/beroepsnetwerken. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten de actuele kennis van docenten over de beroepspraktijk positief beoordelen (3,5 tot 3,7 op een vijfpuntsschaal). In de module-evaluaties (voltijd L, duaal en deeltijd, 2005 – 2006) wordt de mate waarin docenten een relatie leggen tussen theorie en praktijk ook positief beoordeeld (variërend van 3,4 in jaar 3 en 4 tot 3,6 in jaar 2). In de gesprekken van het visitatieteam met de studenten is dit beeld bevestigd. Studenten vinden de docenten voldoende deskundig en praktijkgericht. Met name door de deeltijd studenten wordt de praktijkervaring van de docenten als sterk punt genoemd. De HES en de opleiding CE organiseren congressen en seminars waaraan vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en docenten deelnemen. Een deel van de seminars wordt georganiseerd vanuit het lectoraat. De actuele kennis van het beroepenveld en van recente inzichten uit onderzoek wordt op deze manier versterkt. Bij de duale opleiding wordt wat betreft ureninzet gefaciliteerd dat docenten minimaal vier keer per jaar werkplekken bezoeken, zodat zij de beroepspraktijk van de student van dichtbij ervaren. Daarnaast worden docentstages gestimuleerd en gefaciliteerd.
Pagina 36 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de docenten beschikken over brede, relevante praktijkervaring. De opleiding beschikt over een aantal docenten dat rechtstreeks verbonden is met de beroepspraktijk. Hiernaast wordt op verschillende manieren het beroepenveld ingeschakeld tijdens de lessen. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ als goed.
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
•
HES-breed wordt een zelfde norm voor de docent/student ratio gehanteerd voor voltijd opleidingen: 1:30. Voor duale opleidingen is dat 1:33 en voor deeltijdopleidingen 1:50. In alle varianten wordt het onderwijs aangeboden in leerlijnen: projecten, theorie, vaardigheden en studieloopbaanbegeleiding. De inzeturen per klas of basisgroep vormen de basis voor de planning van de inzet door de opleidingsmanager. De groepsgroottes zijn afhankelijk van de leerlijn. Hierdoor wordt gestuurd op de realisatie van de gewenste student/docent-ratio. De JCU-docenten krijgen een opslag van 5% voor extra begeleiding en afstandsleren van topsportende studenten. Daarnaast wordt 1,1 fte als extra begeleiding ingezet voor deze studenten. Voor stages van studenten JCU en CSE is een aparte stagecoördinator aangesteld. Taaktoewijzing gebeurt rond mei op basis van de verwachte instroom en het aantal zittende studenten. Op basis van de definitieve instroomcijfers worden in september de takenpakketten vastgesteld. Als het verwachte aantal studenten in een studiejaar rond het omslagpunt ligt (wel of niet een extra groep) dan wordt op de locatie Leeuwenburg gewerkt met toewijzing van reservegroepen. Bij locatie Fraijlemaborg wordt gewerkt met een schaduwrooster. De docent/student-ratio is voor de locatie Fraijlemaborg als volgt: CE/SMM: 1:31,97; IM:1:27,61. De docent/student-ratio is voor de locatie Leeuwenburg als volgt: VT: 1:30,37; DU: 1: 35,56; DT: 1: 1:46,17
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van bovenstaande argumenten beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende.
Pagina 37 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • • • • • •
•
•
Alle docenten hebben een hbo- of universitaire opleiding gevolgd. Bij werving wordt geselecteerd op vakkennis, recente beroepservaring, ervaring in de uitvoering en ontwikkeling van onderwijs en een goede beheersing van het Engels (voor IM). Ook worden de selectie-eisen bepaald door het functieniveau (volgens Hay-systematiek bepaald) en lacunes in het team. De verhouding tussen academisch en hbo-opgeleid personeel is ongeveer 60-40. Certiked beoordeelt dit als positief. Het grote aantal academisch opgeleide medewerkers valt op. Vanaf 2006/2007 geldt voor nieuwe docenten dat een didactische aantekening vereist is voor een vaste aanstelling. De HvA stelt docenten in de gelegenheid een didactische aantekening te halen. Voor docenten die in het Engels les geven, worden jaarlijks cursussen georganiseerd door het British Language Training Centre (BLTC). Nieuwe docenten krijgen een vakcollega als coach toegewezen. Dit is een docent met ruime ervaring binnen de opleiding. De nieuwe docent en de coach hebben naar behoefte gesprekken met elkaar over inhoudelijke en/of didactische onderwerpen. In 2007 zal voor alle opleidingsvarianten een personeelsplan opgesteld zijn op basis van de zogeheten vlootschouw. Hieruit zullen ook individuele doelstellingen voortvloeien. Men heeft minimaal drie formele gesprekken per jaar: een gesprek over resultaatafspraken, een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Daarnaast zijn er natuurlijk nog andere overleggen, zoals bilaterale en teamoverleggen; De opleidingsmanagers stellen aan de hand van de resultaat- en functioneringsgesprekken een scholingsplan op. Scholing kan plaatsvinden van zowel de docent als de opleidingsmanager. Alle afdelingen kunnen gebruik maken van het scholings- en trainingsaanbod van de HvA-afdeling Onderwijsresearch en Ontwikkeling. Het budget voor externe scholing varieert per afdeling. Bij een volledige aanstelling wordt 59 uur in de eigen tijd aan scholing besteed (zoals het bijhouden van vakliteratuur). Van de resterende 1600 uur is tien procent, dus 160 uur, gereserveerd voor cursussen, opleidingsvergaderingen, commissies, etc. Belangrijk is dat extra scholing elk jaar ingepland wordt in de jaartaak. Dit betekent dat ten aanzien van scholing elk jaar keuzes dienen te worden gemaakt. Uit de student-tevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten de didactische kwaliteit van de docenten wisselend waarderen, van 3,0 (IM) tot 3,5 (Deeltijd).
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding zet docenten in die inhoudelijk deskundig zijn, het zijn echte marketeers. Ook heeft het visitatieteam geconstateerd dat de docenten beschikken over de kennis en vaardigheden om hun onderwijstaken adequaat uit te voeren. Studentevaluaties wijzen uit dat men tevreden is over de kwaliteit van de docenten. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwaliteit personeel’ als goed.
Pagina 38 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met voldoende deskundige teams die de verbinding met de beroepspraktijk in de lessen leggen. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam met voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ook als geheel positief.
Pagina 39 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
Als specifieke voorzieningen van de HES-opleidingen zijn genoemd: - mediatheek (op beide locaties); - digitale voorzieningen in de vorm van computers en wireless aansluitingen; - software; - sportvoorzieningen (die gericht worden ingezet voor persoonlijke ontwikkeling van de studenten); - prepschool: voor buitenlandse (met name Aziatische) studenten om hun Engels op niveau te brengen. Op de locatie Fraijlemaborg is een SAP-practicum ingericht. In deze ruimte werken studenten van verschillende opleidingen samen met een bedrijfssimulatieprogramma dat mee ontwikkeld is door HES-medewerkers. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat de meeste scores voor de voorzieningen rond de 3,3 en 3,4 scoren. CE-studenten zijn met name tevreden over het assortiment en de dienstverlening van de boekwinkel, de dienstverlening van de helpdesk ict, de kwaliteit van de repro/copyshop en de audiovisuele apparatuur, en de kwaliteit van de computers. Over de beschikbaarheid van de computers zijn met name de voltijd en duale studenten minder tevreden. In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat het aantal studenten van de HES in 2006 sterk is toegenomen. Dit heeft onder ander geleid tot een aantal maatregelen inzake de voorzieningen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De faciliteiten zijn toereikend om het programma te realiseren. De opleiding onderzoekt bij studenten de tevredenheid over de faciliteiten en neemt indien mogelijk maatregelen tot verbetering. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
De opleidingsvarianten maken gebruik van verschillende typen begeleiders: mentor, tutors (bij projecten)en studieadviseur, hierna in alle gevallen aangeduid als studieloopbaanbegeleider of SLB’er. Hiernaast zijn er ook stage- en scriptiebegeleiders en is er een stage-/afstudeercoördinator. Tevens is er een decaan.
Pagina 40 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
• •
• •
•
Studieloopbaanbegeleiding op de locatie Fraijlemaborg is gericht op: o het tegengaan van studie-uitval en –vertraging; o het begeleiden van student bij kritische keuze- en beslismomenten; o het volgen van de professionele ontwikkeling van de student op basis van het POP (muv IM); o het faciliteren van het leerproces van de student; o en het leveren van een bijdrage aan de inrichting en vormgeving van een stimulerende leeromgeving. Studieloopbaanbegeleiding op de locatie Leeuwenburg is gericht op een optimale ontplooiing van de capaciteiten van de studenten. Studenten leren onder andere reflecteren op studiekeuzes, hun persoonlijke en professionele ontwikkeling (met behulp van een COP, competentie ontwikkelingsplan) en hun studiegedrag. Alle varianten kennen een studieloopbaanbegeleider. De benamingen hiervoor verschillen per variant. Tijdens de SLB-gesprekken zijn onder andere de competentieontwikkeling, studievoortgang en eventuele oorzaken voor studievertraging onderwerp van gesprek. De SLB’er bereidt de student tevens voor op de assessments en begeleidt hem bij het samenstellen van zijn portfolio. De gesprekken met de SLB’er zijn opgenomen in het rooster, maar de student kan ook zelf een gesprek aanvragen. Ondanks dat het aantal contactmomenten tussen studieloopbaanbegeleider en student per variant verschilt, kent iedere variant meerdere contactmomenten per jaar. Voor de duale variant geldt dat de begeleiding vooral plaatsvindt in de onderwijsperioden. De studieloopbaanbegeleider is het centrale aanspreekpunt voor de student bij individuele problemen, verkeerde studiekeuze, problemen met docenten of rooster en studieachterstand. De studieloopbaanbegeleider informeert de studenten over het Bindend Studie Advies (BAS): studenten dienen aan het einde van het eerste jaar 40 EC’s en aan het einde van het tweede jaar de propedeuse te hebben behaald. De decaan is het aanspreekpunt voor zaken als studiefinanciering en psychosociale problemen van studenten. Studenten kunnen van HvA-brede diensten gebruik maken als studentenartsen, studentenpsychologen, vertrouwensartsen en begeleiding bij studiekeuze via heroriëntatie. Locatie Fraijlemaborg: tijdens de stage en de afstudeeropdracht krijgt de student vanuit de opleiding een inhoudelijke begeleider aangewezen. Ook wordt hij door een bedrijfsmentor begeleid. De stagebegeleider brengt minimaal één keer tijdens het semester een bezoek aan het bedrijf. De student geeft dan een presentatie over zijn vorderingen en bespreekt mogelijke knelpunten. Eén keer per semester wordt tevens een stageterugkomdag op de HES georganiseerd voor uitwisseling en feedback, waarvoor zowel de student als zijn bedrijfsmentor zijn uitgenodigd. Tijdens het afstuderen is er minimaal eens per twee weken contact tussen de scriptiebegeleider en de student. De tweede lezer wordt bij het onderzoeksvoorstel betrokken. Studenten die hun stage of afstudeeropdracht in het buitenland doen, worden vanuit school ook begeleid door een stage- en scriptiebegeleider. Het contact vindt telefonisch of via e-mail plaats. Tevens wordt de student begeleid door een bedrijfsmentor. Locatie Leeuwenburg: voltijdstudenten worden tijdens hun stage vanuit school begeleid door een SLB’er. De navigator bespreekt aan het begin van de stage de werkzaamheden met de student en de bedrijfsbegeleider. De student stelt met de navigator een competentieontwikkelingsplan op voor de stage. Gedurende de stage voert de navigator minimaal één voortgangsgesprek met de student. Daarnaast is er regelmatig telefonisch contact. Tijdens de drie terugkomdagen in de stageperiode krijgen de studenten onder leiding van de SLB-er in kleine groepen begeleide intervisie over hun praktijkervaringen. Diepgaande inhoudelijke vragen kunnen ze voorleggen aan een consultant. Tijdens de afstudeeropdracht worden studenten vanuit de opleiding begeleid door een consultant. Minimaal één keer per maand is er contact tussen student en consultant.
Pagina 41 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
• • •
In de leerwijzer stage en handleiding afstudeeropdracht is door voltijd Leeuwenburg vastgelegd aan welke eisen een externe begeleider moet voldoen. Van de bedrijfsbegeleider wordt onder andere verwacht dat hij minimaal twee jaar werkzaam is in het stagebedrijf en in staat is om door opleiding en/of werkervaring de afstudeerder op hbo-niveau te begeleiden. Voltijd Fraijlemaborg heeft geen specifieke eisen geformuleerd voor externe begeleiders, maar gaat er eveneens vanuit dat de begeleider de afstudeerder en stagiaire op hbo-niveau kan begeleiden. Bij CE duaal en deeltijd is uitsluitend sprake van begeleiding vanuit de opleiding. Deeltijdstudenten worden in hun werken begeleid door de coach en de studieadviseur. Zie ook facet 2.7. Duale studenten worden tijdens de werkperiodes begeleid door de studieloopbaanbegeleider. Studieloopbaanbegeleiding wordt gezien als een belangrijk onderdeel in de competentiegerichte opleiding. Een optimale ontplooiing vraagt om een kritische houding van de student in alle fasen van zijn ontwikkeling, waarbij de student leert zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen (competentie)ontwikkeling. De SLB’er begeleidt de student bij het reflecteren op deze ontwikkeling, het formuleren van persoonlijke ontwikkeldoelen en het plannen van binnenschoolse en buitenschoolse activiteiten om deze doelen te realiseren. De SLB’er bereidt de student tevens voor op de assessments en begeleidt hem bij het samenstellen van zijn portfolio. De gesprekken met de SLB’er zijn opgenomen in een rooster, maar de student kan ook zelf een gesprek aanvragen. Hieronder volgt een overzicht van de invulling van de studieloopbaanbegeleiding:
Pagina 42 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Voltijd Fraijlemaborg Begeleiding
Individueel en groep
Beoordeling
SLB’er
Competenties
(Inter)persoonlijke vaardigheden als samenwerken en communicatieve vaardigheden Alleen bij SMM: 1 EC in de propedeuse
Aantal EC’s
Aantal individuele contacten
Studieadviseur
1e jaar: 3 x per jaar mentorgesprekken Jaar 1 en 2: 2 uur per week tutortraining in kleine groepen 3e jaar: 7 weken tutortraining 4e jaar: scriptiebegeleiding In geval van achterstand: 1. De student kan zelf initiatief nemen 2. In de propedeuse op initiatief van de studieadviseur
Voltijd Leeuwenburg Individueel en groep, elk studiejaar vaste SLB’er, in jaar 3 en 4 dezelfde SLB’er Assessor
Duaal Leeuwenburg Individueel en groep, de hele studie dezelfde SLB’er (1)
Deeltijd Leeuwenburg Individueel en groep, de hele studie dezelfde SLB’er
SLB’er
Ontwikkelingsgericht vermogen
Ontwikkelingsgericht vermogen
SLB’er Assessor Ontwikkelingsgericht vermogen
Propedeuse en jaar 2: 4 EC’s Jaar 3: 4 EC’s (2) Jaar 4: 5 EC’s (2) 1e jaar: 2 x per jaar 2e jaar: 4 x per jaar 3e jaar: 2 x per jaar 4e jaar: 1 x per jaar
Propedeuse: 4 EC’s Jaar 2 en 3: 2 EC’s Jaar 4: 1 EC 1e jaar: 4 x per jaar 2e t/m 4e jaar: 2 x per jaar
Geen aparte functionaris: is in handen van de SLB’er
Geen aparte functionaris: is in handen van de SLB’er
42 EC’s over 4 jaar (3)
2 x per jaar
In geval van studieachterstand neemt de student op eigen initiatief contact op
(1) De duale student wordt begeleid bij het vinden van werk dat past bij de studiefase en zijn persoonlijke ontwikkeling, en hij krijgt begeleiding bij het solliciteren. (2) Onderdeel van het portfolio (stage en afstuderen). (3) De deeltijdstudent krijgt relatief veel studiepunten voor SLB omdat hij zes competenties op zijn werkplek ontwikkelt en in een assessment aantoont. (4) Bij voltijd en duaal Leeuwenbrug zijn de motivatie voor de studie, de studievoortgang, een dreigend bindend negatief studieadvies, studieplanning en eventuele externe omstandigheden die studievertraging kunnen veroorzaken, regelmatig terugkerende onderwerpen in het gesprek met de studieloopbaanbegeleider. Bij deeltijd Leeuwenburg en bij Fraijlemaborg zijn deze ondewerpen in handen van een studieadviseur.
Pagina 43 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
• • •
•
•
•
• •
• •
Studenten die langer dan de nominale studieduur studeren, worden apart begeleid. De groep langstudeerders is hierdoor fors teruggebracht. Een student die overweegt zijn opleiding te staken, wordt opgeroepen voor een gesprek. Als een student daadwerkelijk besluit om de opleiding te verlaten, dan vult hij anoniem een vragenlijst in (exit-tevredenheidsmonitor). Informatievoorziening aan de studenten vindt plaats via de opleidingsgidsen, de BOE’s en het intranet. Via het intranet (voltijd L) en/of de opleidingsgidsen en de BOE’s krijgen studenten informatie over onder andere de diverse onderwijseenheden van een opleiding, de opbouw van het programma, de jaarplanning, de boekenlijst, de competenties, de inschrijfdata voor tentamens en OER. Via het intranet kunnen de studenten ook hun persoonlijke voortgang zien. De cijferlijsten worden regelmatig geactualiseerd. Via email (F-side) en intranet worden studenten op de hoogte gehouden van toets- en inschrijfperiodes, sluitingsdata, roosterwijzigingen en ziekmeldingen van docenten (dit laatste kan ook via SMS). Er zijn informatiebijeenkomsten over stage, afstuderen, studeren in het buitenland en minoren. Het International Office bevindt zich op de locatie Fraijlemaborg en biedt zowel studenten als medewerkers ondersteuning bij uitwisselingsprogramma’s. De ondersteuning van uitgaande studenten betreft vooral plaatsing en administratieve afhandeling, waaronder de aanvraag van (Europese) beurzen. Voor buitenlandse studenten die naar Nederland komen doet het International Office, naast de administratieve afhandeling, ook de bemiddeling van woonruimte en de visumafhandeling. Tevens zijn er landencoördinatoren, die voor verschillende groepen van landen verantwoordelijk zijn voor de contacten met de partnerscholen en voorlichting geven aan studenten over studeren in het buitenland. De landencoördinatoren zijn ook verantwoordelijk voor de exchange-studenten die één of twee semesters aan de HES studeren. De landencoördinatoren verzamelen informatie uit de cohorten zodat de behoefte en het aanbod in overeenstemming kunnen worden gebracht. De locatie Leeuwenburg kent het Bureau Buitenland, het centrale informatiepunt van de HvA op het gebied van internationalisering. Daarbij kan gedacht worden aan uitwisseling van studenten en docenten, studiebeurzen voor buitenlandse stages, internationale opleidingen en internationale activiteiten. Het stagejobbureau is onderdeel van de afdeling Externe betrekkingen. Tot de taken van de afdeling behoren ook de uitvoering van het alumnibeleid, accountmanagement en de coördinatie van voorlichtingsactiviteiten. De accountmanager is altijd aanwezig bij de OAR om ontwikkelingen in het werkveld te kunnen volgen. Het contact met de OAR is neergelegd bij de opleidingsmanagers. Daar waar mogelijk werken het international office en het bureau buitenland en het bureau externe betrekkingen samen, maar is wel een nadrukkelijke afbakening in taken. Uit de student-tevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat op de locatie Fraijlemaborg CE studenten de stagebegeleiding met 3,6 (CE) en 3,2 (SMM) beoordelen. De afstudeerbegeleiding wordt gewaardeerd met 4,0 (CE) en 3,8 (SMM). De stagebegeleiding bij IM werd minder goed gewaardeerd: 2,5. De enige afstuderende student IM was positief over de afstudeerbegeleiding. Over de begeleiding door de bedrijfsmentor zijn de studenten tevreden tot zeer tevreden: 3,6 (CE), 3,1 (SMM) en 3,0 (IM). Over de voorbereiding op de afstudeeropdracht zijn CE-studenten tevreden, de IM studenten over de informatie over de stage. Uit de monitor is verder gebleken dat de informatievoorziening over stage en afstudeeropdracht verbetering behoeft (score lager dan 3,0). De tijdige beschikbaarheid van informatie wordt door studenten CE, SMM en IM gewaardeerd met respectievelijk 2,1, 2,6 en 2,2. Dit wordt geweten aan het feit dat roosters meerdere keren gewijzigd moesten worden wegens hoge instroom en lokalenkrapte. Voor de locatie Leeuwenburg is uit de student-tevredenheidsmonitor gebleken dat voor voltijd, duaal en deeltijd de studiebegeleiding respectievelijk met 3,0, 3,4 en 2,8 wordt beoordeeld. De lage score voor de deeltijd studenten is aanleiding geweest om in het studiejaar 2006/2007 in
Pagina 44 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
groepsbijeenkomsten meer ondersteuning van de coach te krijgen en er is een extra informatiebijeenkomst georganiseerd over de doelstellingen en werkwijze van het traject persoonlijke professionalisering. Uit gesprekken met de opleidingscommissie is gebleken dat studenten positief zijn over deze verbetermaatregelen. De tijdige beschikbaarheid van informatie wordt door studenten voltijd, duaal en deeltijd respectievelijk met 3,3, 3,1 en 3,2 beoordeeld.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Voor de informatievoorziening richting de studenten maakt de opleiding gebruik van meerdere kanalen. De verschillende vormen van begeleiding worden door de studenten als toereikend ervaren. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Studiebegeleiding en informatievoorziening’ op grond van het bovenstaande als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ De voorzieningen en de begeleiding van studenten zijn toereikend. De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als voldoende beoordeeld. Daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel positief.
Pagina 45 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg Vooraf De HES heeft hogeschoolbreed kwaliteitsbeleid geformuleerd in het Kwaliteitsbeleidsplan 2006 – 2008. Kwaliteitszorg wordt door de HES opgevat als het systematisch bepalen, beoordelen en verbeteren van de kwaliteit. De organisatie maakt onderscheid in een interne en externe kwaliteitscyclus. De externe kwaliteitscyclus omvat de NVAO accreditatie die een keer in de zes jaar wordt uitgevoerd, ondersteund door een tussentijdse audit. De interne kwaliteitszorgcyclus volgt de jaarlijkse planning en controlcyclus van de hogeschool. Resultaatgericht management is hierbij een belangrijk uitgangspunt. In dat kader zijn indicatoren geformuleerd, die gekoppeld zijn aan de vier resultaatgebieden die de HvA hanteert, te weten: Onderwijs en Kwaliteit, Markt en Omgeving, Personeel en Organisatie en Financiën en Rendement. De hogeschool heeft verschillende instrumenten tot haar beschikking zoals de resultaten en activiteitenplannen en de instituutsrapportages. Hiernaast maken alle opleidingen van de HES gebruik van de HvA-brede evaluatiesystematiek van het zgn. Onderzoekshuis. De stafafdeling kwaliteit van de HES omvat 4,2 FTE. Aan elke opleiding van de HES is een kwaliteitsmedewerker gekoppeld. De medewerkers bieden ondersteuning bij accreditatie, audits en het opstellen van de diverse rapportages en activiteitenplannen.
5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding CE draait mee in de hierboven geschetste kwaliteitscycli. Dit betekent onder andere dat de opleiding periodiek diverse evaluaties uitvoert. De stafafdeling Kwaliteit voert de analyse van en rapportage over de evaluatieresultaten uit. De stafafdeling rapporteert hierover aan de opleidingsmanagers en de afdelingsmanager. Voor alle varianten geldt dat de resultaten van evaluaties door de opleidingsmanager teruggekoppeld worden naar de betrokkenen. Eventuele verbetermaatregelen worden opgenomen in het R&A-plan van de afdeling. De opleiding CE hanteert de normen die door het management zijn vastgesteld. Als een item te laag scoort wordt er actie ondernomen. Dit geldt bij een score van 2,9 en lager op een 5-puntsschaal en een score van 5,9 en lager op een 10-puntsschaal. Voor alle evaluaties geldt dat er een benchmark wordt berekend, die als toetssteen geldt. De opleidingen kunnen indien gewenst aanvullende vragen aan evaluaties toevoegen.
Pagina 46 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
• •
•
•
Alle onderwijseenheden worden minimaal 1x per jaar en in de meeste gevallen 2x per jaar geëvalueerd. De hogeschool beschikt met het zogenaamde Onderzoekshuis over de volgende instrumenten om de opleiding te evalueren: o instroomtevredenheidsmonitor voor alle eerstejaars; o studenttevredenheidsmonitor voor alle studenten; o alumnitevredenheidsmonitor voor alumni (1 tot 2 jaar na afstuderen); o werkveldtevredenheidsmonitor voor het werkveld; o exittevredenheidsmonitor voor (eerstejaars) studiestakers; o medewerkerstevredenheidsmonitor voor medewerkers. De HES beschikt daarnaast over: o stage-evaluaties voor stagebedrijven en stagiaires (jaarlijks); o afstudeerevaluaties voor bedrijven en afstudeerders (jaarlijks); o minorevaluaties (jaarlijks). De opleiding heeft inzake kwaliteitszorg ook overleg met het werkveld. Het overleg met het werkveld wordt vormgegeven in de Opleidingsadviesraad (OAR). Ook heeft de opleiding overleg met de studenten door middel van de Opleidingscommissie (Opco of OC). Het aantal keren dat overleg gevoerd wordt met de Opco verschilt per opleidingsvariant en varieert van drie keer per jaar tot één keer per acht weken. Over het algemeen vinden de Opco’s dat ze goed gehoord worden door de opleiding en dat naar aanleiding van hun signalen adequaat actie wordt ondernomen. De afdeling Internationaal beoordeelt de kwaliteit van de partnerinstellingen door hun programma’s en docenten, evenals de ervaringen van de landen coördinatoren en de ervaringen van studenten bij die instellingen, in onderlinge samenhang te beoordelen. Daarnaast legt de International Office uitwisselingsstudenten een schriftelijke evaluatie voor. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat CE studenten de kwaliteitszorg in het algemeen als voldoende (rond de 3.0) beoordelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam ziet een helder kwaliteitsbeleid staan in de vorm van sturing en monitoring. Het algemene kwaliteitsbeleid wordt op het niveau van de opleidingen adequaat uitgevoerd. De eigen prestaties worden geëvalueerd aan de hand van periodieke onderzoeken bij de belangrijkste stakeholders. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘evaluatie resultaten’ als voldoende.
Pagina 47 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
•
•
De opleiding maakt, zoals hierboven aangegeven, gebruik van verschillende instrumenten bij het proces van kwaliteitszorg. Per instrument heeft de opleiding beschreven hoe terugkoppeling wordt gegeven en in welke overleggen de resultaten besproken worden. Eventuele verbetermaatregelen die voortvloeien uit de evaluaties worden opgenomen in het R&Aplan van de afdeling. De docentenvergadering zorgt voor het tot stand brengen van verbeteringen in de modulen door het voeren van gesprekken met de docenten. Deze gesprekken hebben betrekking op inhoud, toetsing, projecten enzovoort. De check van de verbetermaatregelen vindt plaats in het volgende RGA-gesprek dat de opleidingsmanager voert met de betreffende docent. Voor de voltijd en deeltijd opleiding geldt dat meerdere keren (minimaal twee keer) per jaar kwaliteitsrapportages worden gemaakt. De duale variant rapporteert vier (één) keer per jaar. De rapportages vormen input voor de instituutsrapportage. Voor voltijd L geldt bovendien dat de kwaliteitscyclus stevig verankerd is in de gezamenlijke voorbereiding van het onderwijs (per blok en/of semester) door docenten. De zogenaamde semesterteams (één voor elk studiejaar) bespreken hoe zij de verbetermaatregelen die vastgelegd zijn in de blokrapportage van het jaar daarvoor, gaan uitvoeren. Bovendien stemmen zij de verschillende onderdelen van een blok op elkaar af. Aan het eind van het blok evalueren zij het blok en stellen desgewenst nieuwe verbetermaatregelen op. Zij gebruiken hierbij de volgende input: de eerder genoemde module-evaluaties, de eigen evaluaties van de docenten, de uitkomsten van de focusdiscussie (een gesprek met studenten waarin nader ingegaan wordt op de module-evaluaties en waarbij studenten verbetervoorstellen kunnen aandragen) en de rendementsgegevens per onderwijseenheid. In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat de interne audit heeft geleid tot een aantal kritiekpunten, onder andere betreffende de programma-inhoud en interne kwaliteitszorg. De opleiding heeft naar aanleiding hiervan diverse structurele verbetermaatregelen genomen, waaronder verbetering van de PDCA cyclus. Sinds de visitatie van CE, SMM en IM bij voltijd F in 2002 is een aantal verbeteringen aangebracht. Zo is het niveau van de scripties verhoogd door het invoeren van een tweede lezer, het nauwer betrekken van de bedrijfsmentor, de opstelling van protocollen en een gedetailleerd beoordelingsformulier. Daarnaast heeft de opleiding acties ondernomen om nauwer voeling te houden met de beroepspraktijk en is door middel van curriculumwijzigingen horizontale en verticale samenhang aangebracht in het programma. Het kwaliteitszorgsysteem is verder aangescherpt en genormeerd, waarbij de streefcijfers een belangrijk kader bieden voor de volledige implementatie van de PDCA-cyclus. Een uitgebreid overzicht van verbeteringen sinds de visitatie CE, SMM en IM in 2002 is opgenomen in bijlage 5. Hierin is tevens opgenomen welke verbetermaatregelen de opleidingsvarianten van de locatie Leeuwenburg in het recente verleden hebben doorgevoerd.
Pagina 48 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Uit acties naar aanleiding van interne evaluatieresultaten of externe onderzoeken zoals de visitatie blijkt dat de opleiding heeft aangetoond zich continu te willen verbeteren. De voorbeelden van verbetermaatregelen zoals die tijdens de visitatie aan de orde zijn geweest, enkele daarvan zijn hiervoor beschreven, worden door Certiked als adequaat beoordeeld. De verbetersnelheid is goed, over het algemeen zijn wijzigingen in het volgende studiejaar al merkbaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat er sprake is van verbeterbereidheid en de regelkring ten aanzien van verbeteringen is adequaat. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ als voldoende.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• • •
De stakeholders zijn op verschillende manieren bij de opleiding betrokken. Met de medewerkers wordt periodiek teamoverleg in diverse vormen gehouden. Zo zijn er de bijeenkomsten in het kader van thema’s, opleidingsoverleg, evaluatiebijeenkomsten, brede medewerkerbijeenkomsten en studiedagen. Daarnaast nemen docenten deel aan de opleidingscommissie (in de voltijdvariant Fraijlemaborg), examencommissie en de toetscommissie. Studenten worden bij het onderwijs betrokken via de evaluaties die worden gehouden. De resultaten van de evaluaties worden gepubliceerd op het intranet. Bij de voltijd L worden aan de hand de evaluaties per studiejaar zogenaamde focusdiscussies gehouden waarin docenten met studenten de evaluatie-uitkomsten bespreken en waar studenten verbetervoorstellen doen. Hiernaast zijn studenten vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. De opleidingscommissie komt vier tot vijf keer per jaar bijeen. De opleidingscommissie bespreekt de resultaten van de evaluaties en adviseert in brede zin over het onderwijs. Ook signaleert de opleidingscommissie knelpunten en formuleert de commissie verbetermaatregelen. In de docententeams worden de evaluatieresultaten door de opleidingsmanagers besproken met de docenten. Individueel komen ze aan de orde in de functioneringsgesprekken. Alumni worden over de hogeschool geïnformeerd via het alumniblad. HES-alumni kunnen ook lid worden van de alumnivereniging. Via de opleidingsadviesraad (OAR) wordt het werkveld betrokken bij kwaliteitszorg. Daarnaast wordt elke stage- en afstudeeropdracht na afloop geëvalueerd met de bedrijfsmentor of –begeleider. De stage- en afstudeercoördinator of opleidingsmanager gebruikt deze informatie in het teamoverleg over het studieprogramma. Tevens heeft een vertegenwoordiger van het werkveld deelgenomen aan de interne audits.
Pagina 49 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding alle belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijzen bij de interne kwaliteitszorg betrekt en daar input aan vraagt met betrekking tot het eigen functioneren. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ Op grond van de positieve score op alle facetten beoordeelt het visitatieteam het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ ook als positief.
Pagina 50 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
•
•
•
De vijf varianten hebben uiteenlopende wijzen om het eindniveau vast te stellen. In elke variant vindt een afstudeerwerk plaats, uiteenlopend van het maken van een scriptie, gevolgd door een presentatie/ verdediging, tot het doen van een afstudeeropdracht gevolgd door een (meeromvattend) assessment. Het afstuderen vindt plaats in het laatste semester. Aan de afstudeerplek en de afstudeeropdracht worden eisen gesteld. Studenten die een opleiding volgen bij de Leeuwenburg formuleren hun afstudeeropdracht in overleg met het bedrijf) waar ze de afstudeeropdracht uitvoeren. De eisen die door de opleiding aan de afstudeeropdracht gesteld worden zijn vastgelegd in de handleiding afstudeeropdracht. De kwaliteit van de opdracht wordt vooraf inhoudelijk getoetst. Studenten die een opleiding volgen op de locatie Fraijlemaborg, doen een afstudeeropdracht bij een bedrijf die altijd bestaat uit een verplichte SWOT-analyse, een onderzoeksplan, een confrontatiematrix, een marktonderzoek en een strategisch marketingplan. Daarnaast stelt het bedrijf zijn eigen opdracht samen die de student moet uitvoeren. Dit alles is letterlijk vastgelegd in de stagesyllabus, waarin precies staat wat de studenten moeten doen en hoe ze het moeten doen. De OAR heeft veel bezwaar tegen dit vaste format van de afstudeeropdracht omdat studenten daardoor niet worden uitgedaagd om zelfstandig te denken en creatief te zijn. Certiked onderschrijft deze kritiek en vindt dat het proces teveel vergemakkelijkt wordt. Het afstudeerwerk (scriptie of verslag van de afstudeeropdracht) wordt door de opleiding getoetst aan een aantal criteria. In de gesprekken met docenten / afstudeerbegeleiders werden deze criteria als volgt omschreven: - praktijkgericht - er dient een adequate probleemstelling te zijn die multidisciplinair is - er dient een adequaat onderzoek c.q. opdracht uitgevoerd te zijn, van voldoende niveau en met een vakkundige onderzoeksopzet - de conclusies en aanbevelingen dienen antwoord te geven op de vraag-/probleemstelling - het taalgebruik dient het HBO-niveau te weerspiegelen Certiked beoordeelt deze criteria als adequaat en als te doen gebruikelijk in het HBO. De beoordeling van het afstudeerwerk vindt plaats door een direct betrokken afstudeerbegeleider alsmede door een begeleider die niet betrokken is geweest bij de afstudeerbegeleiding. Het bedrijf waar de opdracht is uitgevoerd, wordt eveneens om input gevraagd bij de beoordeling van de afstudeerder, maar de opleiding is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. Certiked beoordeelt de werkwijze als adequaat.
Pagina 51 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
•
•
Bij wijze van steekproef heeft het visitatieteam van elke variant en uitstroomrichting een behoorlijk aantal afstudeerwerken beoordeeld. Alle beoordeelde afstudeerwerken zijn door de HvA met een voldoende of hoger gewaardeerd. Uit de steekproef bleek dat op een enkele uitzondering na van de afstudeerwerken kon worden vastgesteld dat ze op redelijke tot goede wijze het bachelorniveau weerspiegelen. Certiked is van mening dat in een aantal gevallen een aanvullende inspanning de afstudeerwerken op een nog hoger niveau gebracht zou kunnen hebben. De scripties die worden gemaakt door studenten die aan de locatie Fraijlemborg studeren bevatten twee opvallendheden. In de eerste plaats zijn de scripties eenvormig, de onderzoeksopzet heeft een vast format. Zoals hiervoor al is aangegeven vindt de OAR dat deze werkwijze de studenten onvoldoende uitdaagt om creatief te zijn. Certiked is van mening dat het vaste format geen recht doet aan de pluriformiteit van het CE-werkveld. Daarnaast valt op dat in de scripties een financiële paragraaf ontbreekt. Certiked is hierdoor verrast: het kunnen opstellen van een financiële paragraaf is een van de basisvaardigheden die een afgestudeerde CE’er dient te bezitten. Dit zou wat Certiked betreft dan ook onderdeel van de scriptie, en daarmee de beoordeling van de competentiebeheersing, moeten zijn. De opleiding evalueert het gerealiseerde eindniveau aan de hand van de volgende gegevens: - HBO-monitor (Fraijlemaborg) en alumni-tevredenheidsmonitor (Leeuwenburg); - Feedback van praktijkbegeleiders op de student en de opleiding; - Gegevens uit contacten met het werkveld (opleidingsadviesraad); - Studenttevredenheidsmonitor (STM). Van alle opleidingsvarianten geven alumni aan dat ze de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk goed vinden. Het merendeel van de afgestudeerde studenten vindt betrekkelijk snel een baan op minimaal hbo-niveau, passend bij de functietypen waar de opleiding zich op richt. Het niveau van de opleiding wordt over het algemeen als voldoende of goed beoordeeld. Het werkveld waardeert aan de CE-student met name zijn zelfstandigheid, ondernemerschap, gevoel voor samenwerking en onderzoeksvaardigheden.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam stelt dat vast dat de beschrijvingen van werkwijze en criteria inzake het afstuderen adequaat zijn. De beoordeelde afstudeerwerken hebben voldoende niveau zijn. Certiked heeft vastgesteld dat het gerealiseerde eindniveau een weerspiegeling is van het bachelorniveau. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Gerealiseerd niveau’ als voldoende. Ondanks dat het niveau van de afstudeeropdrachten gemaakt aan de Fraijlemaborg adequaat is, lijkt het Certiked verstandig het gebruik van het vaste format van de scriptie te heroverwegen. Gezien het feit dat er voor het bachelor-niveau wordt opgeleid, wat een grote mate van zelfstandigheid in doen en denken van de student veronderstelt, is het aannemelijk dat ze ook met een minder strak keurslijf een minimaal gelijkwaardig niveau kunnen realiseren. Minder voorschrijvend zijn komt de ontwikkeling van veelzijdigheid en creativiteit van de studenten ten goede. Tevens zou het maken van een financiële paragraaf toegevoegd moeten worden aan de afstudeerscriptie.
Pagina 52 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
De HES heeft rendementsbeleid geformuleerd. In resultaten- en activiteitenplannen beschrijven de afdelingen streefcijfers. De monitoring van deze cijfers vindt plaats in de driemaandelijkse instituutsrapportages (Iraps). Met analyses en verbeterplannen werkt de opleiding het rendementsbeleid verder uit. Hiervoor wordt onder andere de checklist rendementen gebruikt, waarmee voor elke opleiding wordt nagegaan welke specifieke factoren van invloed zijn op het studieverloop van studenten. De administratieve systemen van de HES-locaties zijn niet gelijk, waardoor de rendementsrapportages gebaseerd zijn op verschillende definities. Daardoor zijn ze niet exact vergelijkbaar. Er wordt gewerkt aan het synchroniseren van de systemen. Aangezien de HBO-raad en de HvA verschillende definities hanteren bij het berekenen van de rendementscijfers, lukt het niet om tot een goede vergelijking te komen tussen de HES-cijfers en de landelijke cijfers. De eigen cijfers vormen daarom de basis voor het formuleren van rendementsdoelstellingen. Niettemin neemt de hogeschool natuurlijk wel kennis van de landelijke cijfers. Iedere opleiding stelt zelf haar streefcijfers voor het rendement vast. Jaarlijks stelt de opleidingsmanager in overleg met het managementteam van de afdeling streefcijfers op, op basis van de kengetallen van de opleiding en prognoses met betrekking tot instroom, doorstroom en uitstroom van studenten. Ook de prestaties van andere opleidingen vormen een informatiebron. De opleiding heeft streefcijfers geformuleerd ten aanzien van: - Vooropleiding instroom; - Propedeuserendement na 1 en 2 jaar; - Opleidingsrendement na 3, 4 en 5 jaar; - Uitval na 1, 2, 3, 4 en 5 jaar; - Uitval naar vooropleiding; - Uitval met bindend studieadvies; - Gemiddelde verblijfsduur geslaagden en uitvallers.
Pagina 53 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
Onderstaande tabellen laten zien welke streefcijfers de opleiding CE per variant hanteert en welk rendement wordt gerealiseerd.
Streefcijfers CE (in %) Voltijd Fraijlemaborg SMM Fraijlemaborg IM Fraijlemaborg Voltijd Leeuwenburg JCU/CSE Leeuwenburg Duaal Leeuwenburg Deeltijd Leeuwenburg
Propedeuserendement Na 1 jaar 30 30 30 45 45 35 Geen doelstelling geformuleerd
Gerealiseerd rendement (in %) Propedeuserendement (na 2 jaar) Cohort 2000 2001 2002 Voltijd 60 38,7 41,2 Fraijlemaborg SMM 39,5 50 Fraijlemaborg IM 43,9 63,5 38,9 Fraijlemaborg Voltijd 100 80,4 74,2 Leeuwenburg JCU voltijd 51,5 Leeuwenburg CSE voltijd Leeuwenburg Duaal 61 51 52,6 Leeuwenburg Deeltijd 49 28 51 Leeuwenburg •
•
Opleidingsrendement Na 5 jaar 50 50 50 55 55 41 34
Na 2 jaar 55 55 55 60 60 60 50
2003 46,7
Opleidingsrendement (na 2 jaar) 1998 1999 2000 2001 59,3 56,3 44,9 30,9
47,7
Nvt
Nvt
Nvt
40,8
42,1
47,8
42,2
37,8
44,6
63,0
Nvt
58
33,7
40
60
Nvt
83,3
72,7
56,9
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
46
48,2
42,4
41,6
29,4
44
33
28
29
17,9
Uit deze tabellen blijkt dat bij enkele varianten een discrepantie bestaat tussen de streefcijfers en de gerealiseerde rendementen (propedeuse- en opleidingsrendement). Met de komst van een eenduidig onderwijsformat zal ook meer eenheid komen in de rendementsdoelstellingen en –resultaten. De verschillen worden door de opleiding verklaard door de verscheidenheid in onderwijsconcept, maar ook de veranderingen die in de loop der jaren in het onderwijsconcept zijn doorgevoerd. De effecten daarvan zijn jaren na dato nog zichtbaar. Het rendement van de voltijd, deeltijd en duale opleiding ligt ongeveer gelijk aan het gemiddelde landelijke opleidingsrendement. Dit rendement sluit (nog) niet aan bij de ambitie om de beste business school van Nederland te zijn, alhoewel die kwalificatie niet alleen van het rendement afhankelijk is. Om het rendement te verbeteren wordt nu in de voorlichting nadrukkelijker aandacht geschonken aan de studiekeuze.
Pagina 54 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• •
Doordat met de komst van Beste Business School meer eenheid zal komen in het onderwijsformat verwacht men dat er ook meer eenheid zal komen in de rendementsdoelstellingen en –resultaten. De opleiding heeft de afgelopen twee jaar verbetermaatregelen genomen om het aantal langstudeerders terug te dringen, de uitval te beperken en het opleidingsrendement te verbeteren. Men is positief over het resultaat van deze acties.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’. Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’
Beoordeling van de gerealiseerde eindniveaus laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.
Pagina 55 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
7. Onderwerp: bijzonder kwaliteitskenmerk Bijzonder kwaliteitskenmerk Topsportgerichtheid van de Johan Cruyff University Vooraf: De Johan Cruyff University is een samenwerkingsverband van Cruyff Academics International en de Hogeschool van Amsterdam. Partners hierin zijn: JCU’s in Spanje, Mexico, Portugal, Zuid-Afrika en Ecuador; Johan Cruyff Colleges: mbo-opleidingen voor topsporters aan mbo-instellingen in Amsterdam, Groningen, Maastricht en Nijmegen; De Johan Cruyff Foundation. De JCU is een initatief van Johan Cruyff met als filosofie “Educating athletes worldwide”. Als topsporters opgeleid worden tot managers in het werkveld van de sport, dan dien je de sporters en de sport. Zowel de belangstelling van topsporters als de behoefte vanuit de sport hebben ertoe geleid dat deze opleiding binnen de sector Economie is ingevuld. De JCU is gestart in het studiejaar 1999/2000 en is inmiddels uitgegroeid tot een stabiele en gewaardeerde opleiding met ongeveer 300 studenten. Het succes van de JCU heeft ook mede geleid tot de start van de variant Commerciële Sport Economie (CSE) in cohort 2002/2003. Inhoudelijk zijn de programma’s identiek, maar CSE is, in tegenstelling tot de JCU, gericht op niet-topsporters.
Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De doelstelling van de JCU is om topsporters de gelegenheid te bieden naast hun topsportcarrière een opleiding te volgen en hiervoor de voorwaarden te vervullen. De opleiding wil ook een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling en professionalisering van de sport. Studenten geven aan dit ook zo te ervaren: sport kan, ondanks de opleiding, de hoogste prioriteit houden. Doordat JCU focust op een combinatie van sport en studie voelen de studenten zich in de gelegenheid gesteld het beste uit beide te halen. Er zijn andere hogescholen die topsportregelingen hebben voor topsportende studenten. Het unieke en onderscheidende karakter van de JCU is dat dit een opleiding is die zowel de topsporter als de sport dient en die hier qua vorm en inhoud volledig op afgestemd is. De JCU is ook de enige opleiding die een topsportcoördinator heeft met een volledige aanstelling. In de sportbranche komen ook afgestudeerden terecht van sportmanagementopleidingen, met het beroeps- en competentieprofiel Sportmanager, die zijn ondergebracht bij Academies voor Lichamelijke Opvoeding. Deze opleidingen zijn met name gericht op de inhoud van de sport, het sportbeleid en sportstimulering. Dit zijn zaken die in de JCU wel aan bod komen, maar dan als onderdelen van de sportmarkten en minder verdiepend. JCU, met het beroeps- en competentieprofiel CE, heeft economie als uitgangspunt. Zij richt zich voornamelijk op strategische sportmarketing, communicatie & pr en financieel management. Dit zijn zaken die in de sportmanagementopleidingen ook aan bod komen, maar dan als onderdelen van de sportmarkten en minder verdiepend.
Pagina 56 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
•
•
•
De studielast en het studieprogramma zijn voor JCU-studenten gelijk aan die van CE- en CSEstudenten. JCU biedt al haar topsporters maatwerkbegeleiding door middel van de volgende faciliteiten: - een lesrooster van maximaal twee dagen per week (met uitzondering van stages); - flexibiliteit in roostering en toetsroosters; - extra toetsmomenten en digitale toetsing; - onderwijs via het intranet: alle lesstof is digitaal beschikbaar, per student een eigen home-page, portfolio’s, roosters, stage-vacatures, consultancy, communicatie tussen studenten, docenten en opleidingsorganisatie, enz.; - een topsportcoördinatieteam; - extra begeleiding door opleiders (voor JCU-studenten 5% meer uren voor opleiders); - een docententeam dat deels (40%) uit voormalige topsporters bestaat en dat grotendeels (70%) nauw betrokken is bij de organisatie van de sport (als bestuurder, coach, commissielid) of werkzaam is (geweest) in de sportsector. De intake bij aanmelding voor de opleiding is streng. Naast voldoende vooropleiding dient de student deel uit te maken van de nationale top in zijn/haar sport in zijn/haar leeftijdsklasse én moet de student gemotiveerd zijn om de studie te volgen. Verder gelden dezelfde wettelijke toelatingseisen als voor elke hbo CE-opleiding in Nederland. Voor de intakeprocedure is een instroomcoördinator aangesteld, die het aanspreekpunt is voor de potentiële studenten. De instroomcoördinator geeft voorlichting en voert de intakegesprekken. Na definitieve toelating vindt in de zomermaanden de overdracht plaats van de instroomcoördinator naar de topsportcoördinator voor de maatwerkbegeleiding tijdens de studie. Alle studenten en hun sport- en studiesituatie worden dan doorgenomen. De jaarlijkse instroom is tussen de zeventig en negentig studenten, waaronder enkele zijinstromers. Het grootste deel van de studenten is rechtstreeks afkomstig uit het voortgezet onderwijs. Een klein deel (5 tot 10%) start de studie vanuit een fulltime sportcarrière of een andere opleiding. Ongeveer 65% van de nieuwe studenten geeft aan via een (voormalig) JCUstudent in contact te zijn gekomen met de opleiding. JCU-studenten worden in een van de volgende categorieën ingedeeld: 1. De studenten die het reguliere studieprogramma JCU volgen met de eerder genoemde faciliteiten (‘1-ster’ studenten); 2. De ‘2-sterren’ studenten, die gedurende een bepaalde periode extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld in verband met deelname aan WK of trainingskampen, maar grotendeels (minimaal 60%) het reguliere studieprogramma volgen; 3. De ‘3-sterren’ studenten, die volledige begeleiding en ondersteuning nodig hebben van het topsportcoördinatieteam om studie en sport te kunnen combineren. Zij zijn langdurig afwezig voor hun sport en kunnen minder dan 40% van het reguliere studieprogramma JCU volgen. Het Topsport ‘Sterren’ Maatwerk Programma en het topsportcoördinatieteam richten zich geheel op de ‘2- en 3-sterren’ categorieën. Het topsportcoördinatieteam, bestaat uit een instroom-, topsport-, programma-, toets- en stagecoördinator, en het JCU-servicecentrum. Het doel van het topsportcoördinatieteam is om de topsportstudenten maximaal te ondersteunen in hun ambitie om studievoortgang, persoonlijke ontwikkeling en goede sportresultaten te realiseren. Studenten die in het buitenland hebben gezeten, nemen bij terugkomst naar Nederland contact op met de topsportcoördinator. Er volgt een gesprek waarbij ze gezamenlijk een nieuwe planning maken voor de komende periode, afgestemd op de sportverplichtingen die de student heeft. Van de student wordt verwacht dat hij zich proactief opstelt en, bijvoorbeeld als een trainingskamp nadert, hierop anticipeert een vooruit werkt.
Pagina 57 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
• •
•
•
• •
Het uitgangspunt is dus dat studenten niet achteraf inhalen, maar dat ze vooruit werken. Om het ‘Cruyffiaans’ uit te drukken: “Succes moet je zelf creëren.” Voor het toetsen van de verschillende onderdelen zijn voor JCU-studenten bijzondere regelingen mogelijk. Zij komen bijvoorbeeld in aanmerking voor een sporttoets als zij om sportredenen niet kunnen deelnemen aan een regulier gepland tentamen. Ook kunnen zij bijvoorbeeld vervangende opdrachten uitvoeren, onder andere in hun eigen sport of bij hun sponsororganisatie. Zij dienen daarmee zichzelf (door het verwerven van competenties) én de sport (door het leveren van goede producten). Het eigen stagebureau voor de JCU- en CSE-studenten en de opleidingsadviesraad spelen een belangrijke rol in de relatie met het beroepenveld en de afstemming over opdrachten en inhoud van het opleidingsprogramma. Het aanbod van stagebiedende organisaties is divers en jaarlijks groter dan de behoefte van studenten. Gehandicapte topsporters kunnen rekenen op extra ondersteuning. In samenwerking met KLM en Adecco heeft de JCU het project ‘Sport & Handicap, Dubbel Topsport’ opgezet, waarmee studenten met een lichamelijke handicap extra begeleiding bij de studie en het zoeken naar stages en werk wordt geboden. Uit de STM blijkt dat studenten de inhoud van de opleiding en de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk positief waarderen: ze geven gemiddeld een 3,8 (op een vijfpuntsschaal). Het beroepenveld is tevreden over het niveau van de stagiairs en afgestudeerden. Dit blijkt onder andere uit: - evaluaties van stages en VCF-opdrachten (virtual consulting firm): - scores van bedrijfsbegeleiders ten aanzien diverse aspecten van het functioneren van de student (scores variëren van 4,0 tot 4,7); - het percentage afgestudeerden dat een baan in de sport heeft; - mate waarin (volgens werkgevers) JCU en haar alumni een bijdrage levert aan de verdere ontwikkeling en professionalisering van sport. Het rendement van de JCU is het hoogst van alle CE-opleidingen in Nederland en van alle HvAopleidingen. De alumni geven hoge waarderingen aan de opleiding en haar docenten. De opleiding verklaart deze scores door het gevoel van ‘topsporters onder elkaar’, wat nog eens versterkt wordt doordat een groot deel van de docenten zelf ook voormalig topsporter is. Daarnaast is de opleiding doelgericht, evenals de student ten opzichte van zijn carrière. Studenten ervaren dan ook dat de opleidingsvorm past bij hun topsportcarrière en zijn hier enthousiast over. Letterlijk zeggen ze: “De karakters van topsporters en het didactisch concept matchen goed.” Om het ‘Cruyffiaans’ uit te drukken: “De student is aan de bal.” Maar ook: “Om te scoren moet je schieten.” Afgestudeerden komen terecht bij sportgerelateerde bedrijven, maar ook bij overheden en nonprofitorganisaties die zich met sport bezighouden. Studenten kunnen zich even goed succesvol zijn in een niet-sportgebonden context, zo werd het visitatieteam verzekerd door een afstudeerder die een afstudeeropdracht bij een bank had uitgevoerd. Het visitatieteam is van mening dat de JCU een opleiding aanbiedt die aansluit bij de behoeften van topsporters, zowel wat betreft inhoud als vorm. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat het didactisch concept de studenten ook in drukke tijden in hun sportcarrière voldoende mogelijkheden biedt om aandacht aan hun studie te besteden. Van de studenten wordt veel initiatief en zelfstudie verwacht, maar deze verwachtingen zijn vooraf voldoende duidelijk gemaakt. Dit punt (onder andere in de vorm van toetsing van motivatie) maakt tevens onderdeel uit van de selectieprocedure.
Pagina 58 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• •
De begeleiding is intensiever dan bij de reguliere CE-opleiding. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde is gebleken dat dit aansluit bij de behoefte van de studenten. De betrekkelijke kleinschaligheid van de opleiding en de gelijkgestemdheid van zowel studenten als docenten (allen zijn sportminded) creëert een hechte studiegemeenschap waarin men elkaar motiveert en stimuleert. De onderlinge interesse is groot. In de praktijk blijkt dit de kwaliteit van het onderwijs ten goede te komen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De JCU-opleiding richt zich op een bijzondere doelgroep, namelijk van topsporters. Daarmee is de opleiding uniek in Nederland. De wijze waarop het onderwijs en de begeleiding zijn afgestemd op de behoeften van deze doelgroep (inhoud opleiding, didactisch concept, begeleiding) beoordeelt Certiked als goed. Dit beeld wordt bevestigd door de topsportstudenten, die enthousiast zijn over de flexibiliteit en bijzondere faciliteiten van de opleiding, waardoor ze in staat worden gesteld hun topsportcarrière en studie goed met elkaar te combineren, zonder dat het één ten koste gaat van het ander. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam de topsportgerichtheid van de JCU als bijzonder kwaliteitskeurmerk als positief.
Pagina 59 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 1: Programma HES-brede visitatie, 18 januari 2007 9.00 – 10.30 uur
10.45 – 12.15 uur
12.15 – 12.30 uur
Doelstellingen en resultaten I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg Programma I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg A. van Gaalen L. Campfens
EVC I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg
12.30 – 13.30 uur
Lunch en overleg
13.30 – 14.30 uur
Personeel I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg S. Maas
1
Directeur HES 1 Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal
Directeur HES Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal Beleidsmedewerker Internationalisering Onderwijskundige, met name verantwoordelijk voor toetsbeleid
Directeur HES Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal
Directeur HES Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal Personeelsadviseur
De directeur en vijf afdelingsmanagers vormen tezamen het managementteam.
Pagina 60 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
14.30 – 15.30 uur
15.30 – 16.30
16.30 – 17.00 uur
Voorzieningen I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg
Directeur HES Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal
Kwaliteitszorg I. van der Linden H. van den Hende J. Rutten D. Nelisse J. Oudejans J. Calmeijer Meiburg I. Visser
Directeur HES Afdelingsmanager Deeltijd Afdelingsmanager Voltijd locatie Leeuwenburg Afdelingsmanager Duaal Afdelingsmanager Voltijd locatie Fraijlemaborg Afdelingsmanager Internationaal Kwaliteitszorgmedewerker, projectleider accreditatie
Terugkoppeling van de bevindingen
Pagina 61 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Visitatiedag 1, 5 april 2007 Eerste visitatiedag Leeuwenburg 13.00 – 15.00 uur
Opleidingsmanagement (voltijd, deeltijd, duaal) Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, hbo-oriëntatie Programma van de opleiding Joséphine Rutten Afdelingsmanager afdeling voltijd Coby van Wezel Opleidingsmanager CE afdeling voltijd Els van Dam Opleidingsmanager JCU/CSE afdeling voltijd Toine van den Dries Opleidingsmanager afdeling duaal Karel Kleijn Docent, lid PAG, vervanger van Janneke Hohmann, opleidingsmanager afdeling Deeltijd
15.00 – 16.00 uur
Documentenonderzoek
16.00 – 17.00 uur
Werkveld/OAR. Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie Elisabeth Pieké Talent Company Hennie van Velzen Games Factory Online Erik Kramer KPN Norbert-Jan van Egdom Syntegra Theo Verheijde Verheijde BTA Bertil Brendeke BBOV Coos van Meurs DMO Gemeente Amsterdam, JCU/CSE Dave Offenbach Go Marketing Evenementen, JCU/CSE
16.00 – 17.00 uur
Opleidingscommissie. Studiebegeleiding, studielast, programma Lian Haverkamp 1e jaars voltijd Angela Vieveijzer 2e jaars voltijd Zowie Viergever 2e jaars voltijd Judith Cohen 3e jaars voltijd (CSE) Diederik Nijkamp 2e jaars duaal Coen van der Loos 2e jaars duaal Ian Doorenboom 2e jaars deeltijd René Kroeze 3e jaars deeltijd Judith Busche 4e jaars deeltijd
17.00 – 17.30 uur
Aanvullend onderzoek
17.30 – 18.00 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen van de visitatiedag, maken van vervolgafspraken
Pagina 62 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Visitatiedag 2, 6 april 2007 Eerste visitatiedag Fraijlemaborg 13.00 – 15.00 uur
Opleidingsmanagement (voltijd) Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, hbo-oriëntatie Programma van de opleiding Jan Oudejans Afdelingsmanager voltijd Fraijlemaborg Irith Kist Opleidingsmanager CE Paul Melessen Opleidingsmanager IM Jeroen Prent Opleidingsmanager SMM
15.00 – 16.00 uur
Documentenonderzoek, lunch, eventueel aanvullend gesprek opleidingsmanager Demonstratie elektronische leeromgeving
16.00 – 17.00 uur
Werkveld/OAR Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie Hans Germeraad Mede-eigenaar/directeur The Launch Company Björn Stolk Recruiter ING Piet Meijer General manager Amsterdam Astronauts Frans Folkers 3M Tanya Köhler Marketing Strategee Marketing Xperts Monique Bollen PaperlinX Nico van Offeren Intersport Nederland
16.00 – 17.00 uur
Opleidingscommissie Studiebegeleiding, studielast, programma Bart Grevenhof 3e jaars CE, lid opco Sanne Stricker 4e jaars CE, lid opco Catrin van Waveren 4e jaars CE, lid opco Wendy de Jong 4e jaars SMM, voorzitter opco Tim Leloux 1e jaars IM, lid opco Ewout van der Schoor 2e jaars IM, lid opco Gert Breddels 2e jaars IM, lid opco
17.00 – 17.30 uur
Aanvullend onderzoek
17.30 – 18.00 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen van de visitatiedag, maken van vervolgafspraken
Pagina 63 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Visitatiedag 3, 23 april 2007 Tweede visitatiedag Leeuwenburg 09.00 – 10.30 uur
Docenten voltijd, inclusief CSE/JCU Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek, stages en afstudeeropdrachten G. Aldershoff Assessor, consultant, voorzitter semestergroep H. Boels Instructeur, assessor, lid PAG, lid curriculumcommissie L. Campfens Vaardigheidstrainer, navigator, lid curriculumcommissie E. Haug Trainer Spaans, navigator E.J. Siebenga Instructeur, assessor, consultant, lid curriculumcommissie
10.30 – 11.15 uur
Docenten deeltijd Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek, stages en afstudeeropdrachten C. van de Putte Semesterverantwoordelijke Marketinginformatie en Strategische marketing L. van Hoogstraten Semesterverantwoordelijk Inkoop, Logistiek en Verkoop en Marketing Communications K. Kleijn Semesterverantwoordelijke International Strategic Marketing B. Bakker Semesterverantwoordelijke International Sales, lid toetscommissie H. Woerdeman Semesterverantwoordelijke RGO M. Elsenga Persoonlijke Professionalisering
11.15 – 12.00 uur
Docenten duaal Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek, stages en afstudeeropdrachten C. Perotti Docent Marketing, assessor werkperiode P. Kamsma Docent Marketing, assessor werkperiode E. Vos SLB-er, docent Management & Organisatie, assessor werkperiode H. Seubring SLB-er, docent Management & Organisatie, assessor werkperiode L. Korrel Docent Engels M. Jongsma Docent Marketing
12.00 – 12.30 uur
Bijzonder kenmerk JCU K. Middendorp L. Koning G. Derksen H. Schakel C. de Vries D. van Vlaanderen E. de Weme W. de Wit E. van Dam
12.30 – 13.30 uur
Alumnus JCU Afstudeerder JCU Tweedejaars student JCU Navigator, semestergroep, minor Assessor jaar 2 en 4, topsportcoördinator Topsportcoördinator Instroomcoördinator, observant Assessor jaar 4, curriculumcommissie, coördinator jaar 4, theoriesemester jaar 4, consultant jaar 4 Opleidingsmanager
Documentenonderzoek, lunch
Pagina 64 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
13.30 – 14.30 uur
Studenten, verdeeld over de leerjaren en varianten Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten, programma Duaal 1e jaar: A. Kisteman (CETO), J. Sinnema (CETO), M.Bakker (CE), V. Du (CE) 2e jaar: G. Gerretsen , C. van der Loos, 3e jaar: B. Ingwersen, B. Endhoven N. Zarouki 4e jaar: O. de Wildt. Deeltijd 1e jaar: E. Özbey, J. van Heezik 2e jaar: J. Dijkstra 3e jaars: K. Nieuwmans, R. Lok. 4e jaars: J. Bussche Voltijd, incl. JCU/CSE 1e jaars: E. Mehrbaz, S. Halbertsma, S. Lalee 2e jaars: S. van Dorp, H.J. Overmeer, N. Meijerink, R.J. Pannekoek, G. Derksen 3e jaars: R. van Nus, S. Delice, L. Kaptein,, A. van Weersel, F. Rengenhart,. 4e jaars: J. Schouten
14.45 – 15.45 uur Afstudeerders, verschillende specialisaties en varianten Resultaten van de opleidingen Duaal R. de Ruijter, A. de Haan, J. van den Berg Deeltijd N. Matsers-De Jong, R. Oomen, R. Bond Voltijd, incl. JCU/CSE S. Lambalk, I. Tonneman, J. Schouten, L. Koning, M. van der Star
Pagina 65 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
16.00 – 17.00 uur
Alumni Aansluiting opleiding op beroepspraktijk Duaal J. Appers M. Tamis Deeltijd B. Zuma M. Pluk
Synetic ING-bank
Zuma Communicatiemanagement Start People en OverijsselVacature.nl
Voltijd, incl. JCU/CSE J. Reurings Brakel Interieurgroep S. de Clippelaer Student Strategisch Management, Tilburg J. Kenkhuis Xsaga M. Hensen Master of Science Financial Management, Nijenrode b.u. R. Bouwmeester Sportspeakers / House of Sports 17.00 – 17.30 uur
Aanvullend onderzoek, intern beraad van visitatieteam
17.30 – 18.00 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen
Pagina 66 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Visitatiedag 4, 27 april 2007 Tweede visitatiedag Fraijlemaborg 10.00 – 11.00 uur
Docenten CE / SMM Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek R. de Boer Docent BE/CE, scriptiebegeleider, tutor E. Fiechter Docent BSP, kenniskring maatschappelijk verantwoord ondernemen, minor reputatiemanagement, stagebegeleider C. Klaver Docent BSP, projectcoördinator 1e en 2e jaar, minor BPI W. Meerman Docent Engels, stagebegeleider C. Oostermeijer Docent Sport, tutor, stagebegeleider, mentor E. Petzinger Docent CE, stage-/scriptiebegeleider, projectcoördinator 3e jaar, wetenschapscommissie, organisator studiedag, minor experience- en eventmanagement, PAG-lid CE F. Post Docent MAO, voorzitter congrescommissie, projectcoördinator 1e en 2e jaar, tutor, stage-/scriptiebegeleider P. Riegen Docent CE, stage-/scriptiebegeleider, mentor, tutor D. Simonis Docent Sport, tutor, stagebegeleider, mentor B. Spaan Docent CE, scriptiebegeleider, tutor, mentor M. Stemmerik Docent Sport, studieadviseur, organisator introductieweek Ardennen en beroepsoriëntatiedagen, tutor M. Brouwer-van Vlaanderen Docent CE, scriptiebegeleider, PAG-lid SMM, minor Sponsoring, Fundraising en Sportevents M. de Vries Stage-/scriptiebegeleider
11.00 – 12.00 uur
Docenten IM Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek E. Brück Docent Duits, studieadviseur, lid opleidingscommissie IM J. van Burk Docent CE, scriptiebegeleider, coördinator en begeleiding projecten, lid curriculumcommissie IM, lid werkveldcommissie IM, kenniskring Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen B. Fernandez de Gamboa Docent Spaans Peter Jellinek Docent CE, scriptiebegeleider M. van Koningsveld Docent CE, begeleiding scripties en projecten, lid curriculumcommissie IM, secretaris werkveldcommissie
Pagina 67 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
12.00 – 13.00 uur
Studenten, verdeeld over de leerjaren en varianten Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten, programma Studenten CE/SMM 1e jaars: K. Geijs, D. van den Tempel, F. Tunzi, R. Hendriks, A. Schulder 2e jaars: R. van Dijk, B. van der Wiele, T. Burger, M. Schagen, B. Soethof 3e jaars: D. Cools, F. Pamuk, F. de Geus, E. Jorritsma, E. Olthof Studenten IM 1e jaars: O. Sari, L. Feizi, T. Brouwer Janjanner (1e/2e jaars): J. Odor, F. Slijngaard 2e jaars: Y. Ol, L. van Weerdenburg, 3e jaars: S. van de Burgt, J Sman, C. Malizia, S. van Reizen
13.00 – 15.00 uur
Documentenonderzoek, lunch
15.00 – 16.00 uur
Afstudeerders, verdeeld over de varianten Resultaten van de opleidingen CE/SMM S. v.d. Berg, R. Streep, S. Dekker, J. Kroezen, M. Slingerland IM P. Gilds, J. Huurneman, M. Specken, N. Vafaee
16.00 – 17.00 uur
Alumni Aansluiting opleiding op beroepspraktijk CE/SMM M. Weerts E. Visscher R. Beentjes B. de Smaele C. Roukes M. Min
HTC Horeca & Catering Adviescentrum student VU Maxxium Worldwide B.V. Rucanor Europe B.V. KNVB KNVB
Alumni IM M. Schuurman C. Slagt L. Winder J.W. van Delft
ING Koninklijke Jansen Post & Cocx Meyn Food Processing Technology B.V. ABN/AMRO
17.00 – 18.00 uur
Aanvullend onderzoek, intern beraad van visitatieteam
18.00 – 18.30 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen
Pagina 68 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd: • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatierapport Lesmateriaal van alle studiejaren Toetsen van alle studiejaren, inclusief uitwerkingen Stageverslagen Scripties inclusief beoordelingen ‘De parels van de HES’ CV’s van docenten Alumni-enquête Onderwijsevaluaties Verslagen PAG Verslagen Opleidingscommissie Verslagen OAR
Pagina 69 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 3: Toelichting doelgroepen per afdeling Voltijd Leeuwenburg (inclusief Commerciële Sport Economie en Johan Cruyff University) Deze voltijd studenten hebben de volgende kenmerken. Ze: - komen regelrecht van het voortgezet onderwijs; - zijn bij aanvang van de studie gemiddeld 18 jaar; - hebben de keuze voor een specifieke hogere economische opleiding vaak nog niet gemaakt, het beroepsbeeld is nog niet helder; - zijn overwegend praktisch ingesteld; - leren bij voorkeur door te doen; - leren in samenwerking met anderen; - hebben een grote diversiteit aan culturele achtergrond, leerstijlen en motivatie. Specifiek voor de afstudeerrichting JCU geldt dat de doelgroep bestaat uit topsporters. Voltijd Fraijlemaborg (inclusief Sport Management en Marketing en International Management) Deze voltijd studenten hebben de volgende kenmerken. Ze: - komen regelrecht van het voortgezet onderwijs; - zijn gemiddeld 18 jaar; - kiezen gericht voor de klassikale invulling van het onderwijs, met een relatief hoog aantal contacturen per week; - kiezen gericht voor de afstudeerrichtingen SMM en IM; - keren bij voorkeur door gerichte sturing en coaching in een beschermde werkomgeving; - leren in samenwerking met anderen in het projectonderwijs. Deeltijd Leeuwenburg De gemiddelde deeltijd student heeft de volgende kenmerken. Hij: - werkt (veelal) fulltime; - beschikt over zo’n acht tot tien jaar werkervaring, vaak in het domein van de opleiding; - is gemiddeld rond de 30 jaar; - maakt in toenemende mate gebruik van de 21+-regeling omdat de vereiste diploma’s ontbreken; - combineert de opleiding, naast zijn baan, met een veelal druk privé-leven (gezin); - maakt vaak carrière in de loop van de opleiding; - bekostigt zelf zijn opleiding of heeft afspraken met zijn werkgever over bekostiging en loopbaanontwikkeling. Duaal Leeuwenburg Duale studenten hebben de volgende kenmerken. Ze: - hebben vaak gereisd of gewerkt nadat ze het voortgezet onderwijs hebben afgerond; - zijn gemiddeld bij aanvang van de studie 20 jaar; - kiezen bewust voor een specifieke heao-opleiding; - zijn zeer zelfstandig en kiezen daarom bewust voor de combinatie van werken en studeren; - hebben genoeg zelfvertrouwen om na een jaar studie zelfstandig een baan te zoeken.
Pagina 70 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 4: Domeinspecifiek referentiekader
Als domeinspecifiek kader heeft het visitatieteam gebruik gemaakt van de diverse competentieprofielen die de opleiding op de verschillende locaties en binnen de verschillende varianten gebruikt. Hieronder is de essentie van dat profiel weergegeven. Competenties van de opleiding Commerciële economie voor de opleidingsvarianten voltijd, duaal en deeltijd en afstudeervarianten op de locatie Leeuwenburg (Leeuwenburg) Na voltooiing van opleiding Commerciële economie op de locatie Leeuwenburg moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op HBO-niveau: Vakkundigheid Signaleert en analyseert beroepsvraagstukken en komt tot beredeneerde oordelen en oplossingen, gebruikmakend van relevante en actuele theorieën, modellen en technieken. Innovatief vermogen Creëert nieuwe en originele ideeën, werkwijze en toepassingen door het combineren van bestaande en nieuwe oplossingen/aanpakken. Resultaatgerichtheid Is gericht op het bereiken van tastbare resultaten. Dat betekent dat doelgericht te werk wordt gegaan, bij eventuele problemen direct ingegrepen wordt en resultaten op efficiënte wijze worden bereikt. Ondernemend gedrag Signaleert kansen en handelt hier naar. Dit betekent enerzijds een proactieve opstelling en anderzijds het beschikken over commercieel inzicht. Dit laatste is met name belangrijk voor degene die zelfstandig ondernemer willen worden. Maar van iedere heao’er mag een redelijke mate van commercieel inzicht verwacht worden. Ondernemendheid vereist een nieuwsgierige en flexibele houding en tevens goed zicht op interne en externe ontwikkelingen. Besluitvaardigheid Neemt beslissingen door keuzes te maken en knopen door te hakken en de gevolgen daarvan te dragen. Communiceren Communiceert effectief met diverse personen om gestelde doelen te bereiken. Het betreft hier zowel mondeling communicatie als schriftelijke communicatie. Samenwerken Levert in een team een bijdrage aan gemeenschappelijke resultaten, is gericht op positieve werkrelaties, ondersteunt teamleden. Klantgerichtheid Richt het werk in naar de behoefte van de klant (zowel intern- als extern), zet zich in om aan wensen en verwachtingen van klanten te voldoen (rekening houdend met de mogelijkheden van de organisatie).
Pagina 71 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Ontwikkelingsgericht vermogen Is in staat en gemotiveerd om van elke situatie te leren, onderneemt actie naar aanleiding van feedback en ervaringen, is gericht op kennisontwikkeling, professionalisering van zichzelf en de beroepsgroep. De student toont deze competenties aan door het uitvoeren van de volgende beroepstaken: 1- Opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een marketingplan; 2- Marktonderzoek uitvoeren of laten uitvoeren en beoordelen; 3- Opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een marketingcommunicatieplan; 4- Opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een inkoopplan en een logistiek plan; 5- Opstellen, (laten) uitvoeren en evalueren van een sales- of accountplan. In plaats van de voorgaande vijf beroepstaken toont de student binnen de afstudeervariant JCU/CSE deze competenties aan door het uitvoeren van de volgende acht beroepstaken: 1. Marktonderzoek (verzamelen van relevante gegevens, desk research uitvoeren en opstellen rapportage); 2. Klantenwerving, klantenbinding en accountmanagement (verzamelen van relevante gegevens, strategie en doelstellingen bepalen, opstellen commercieel plan en uitvoeren, evalueren en bijstellen ervan); 3. Marketing, communicatie en verkoop van een product (verzamelen van gegevens van het product en bepalen van doelen, marketing en acties, bepalen wat te verkopen / de wijze van verkoop); 4. Organiseren en coördineren van een evenement (opstellen organisatieplan en draaiboek, bepalen en opstellen van strategie, doelen, concept, actie, marketing en exploitatie); 5. Beheer, exploitatie en administratie van een organisatie (opstellen winst- en verliesrekening, boekhouden alsmede bepalen, uitvoeren en monitoren wijze van beheer, exploitatie en administratie van een organisatie); 6. Planning, opzet en uitvoering van een PR-plan (verzamelen van relevante gegevens, opstellen PR- en communicatieplan en uitvoeren, evalueren en bijstellen ervan); 7. Planning, opzet en uitvoering van een businessplan (verzamelen van relevante gegevens, bepalen strategie, doelen en acties, opstellen businessplan en uitvoeren, evalueren en bijstellen ervan); 8. Planning, opzet en uitvoering sponsorbeleid (verzamelen van relevante gegevens, bepalen sponsorbeleid (strategie, doelen en acties) opstellen sponsorbeleidsplan, sponsorwervingsplan en relatieplan en uitvoeren, evalueren en bijstellen ervan).
Pagina 72 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Competenties van de opleiding Commerciële economie opleidingsvariant voltijd en de afstudeervariant Sportmanagement en Marketing, opleidingsvarianten voltijd, beide locatie Fraijlemaborg Na voltooiing van de van de voltijdse opleidingsvariant Commerciële Economie Fraijlemaborg (Fraijlemaborg), evenals na de voltooiing van de afstudeervariant Sportmanagement en Marketing, moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op HBO-niveau: Strategisch 1. beleidsontwikkeling met betrekking tot marketing Tactisch 2. marketingplan afleiden 3. marketingplan opstellen 4. over marktactiviteiten beslissen 5. van marketingplan naar verkoopplan 6. van klantanalyse naar verkoopplan 7. van marketingplan naar organisatieplan 8. ondernemingsplan opstellen 9. marketing- en salesactiviteiten afstemmen op eigen organisatie 10. kwaliteitszorgplan maken 11. van marketingplan naar communicatieplan Operationeel 12. marketingonderzoek uitvoeren 13. marketingonderzoek evalueren 14. omgevingsfactoren in kaart brengen 15. marktkansen aanwijzen 16. in- en verkoopgesprekken voeren 17. voortgangsbewaking 18. klantgegevens op orde 19. ethische reflectie 20. klantrelaties 21. cross cultural communication Deze 21 competenties zijn voor SMM ingekleurd vanuit de sport- en internationale context.
Pagina 73 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Aanvullend zijn de volgende 13 persoonlijke vaardigheden geformuleerd: 1. Innovatiegerichtheid 2. Flexibiliteit 3. Sensitiviteit (of empathie) 4. Resultaatgericht zijn 5. Time management (planning en organisatie) 6. Presenteren 7. Overtuigingskracht 8. Assertiviteit 9. Communicatieve vaardigheid: schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid 10. Team (samenwerkings) vaardigheden 11. Commercieel gericht zijn 12. Klantgericht zijn 13. Reflectie
Competenties van de opleiding Commerciële Economie, afstudeervariant International Management, opleidingsvariant voltijd, locatie Fraijlemaborg Na voltooiing van de afstudeervariant Internationaal Management van de voltijdse opleidingsvariant Commerciële Economie Fraijlemaborg moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op HBO-niveau: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Signaleren en evalueren van klantbehoeften en marktontwikkelingen. Opzetten van een internationaliseringsbeleid. Uitvoeren en begeleiden van een import- en exportbeleid. Uitvoeren en begeleiden van een commercieel beleid. Beoordelen van en adviseren over internationale handelsovereenkomsten. Onderhouden van formele en informele relaties in een Engels, Frans, Duits of Spaans taal- en cultuurgebied. Onderkennen en begrijpen van cultuurverschillen en vertalen naar een effectief gedrag. Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie. Zelfsturing (intrapersoonlijk, beroepsoefenaar of professional) Efficiënt en effectief mondeling en schriftelijk communiceren, rapporteren en presenteren in zowel de Nederlandse taal als de Engelse en Franse, Duitse of Spaanse taal.
Pagina 74 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 5: Gerealiseerde verbetermaatregelen Verbeteringen sinds de visitatie CE, SMM, IM in 2002 Het niveau van de scriptie is verhoogd door het invoeren van de tweede lezer, door het nauwer betrekken van de bedrijfsmentor bij het proces en door de opstelling van het stage- en scriptieprotocol en het gedetailleerde beoordelingsformulier. Hiermee wordt bewaakt of aan de eindkwalificaties wordt voldaan. De opleiding houdt nauw voeling met de beroepspraktijk door deelname aan het landelijke domeinoverleg Commerce, het gestructureerde werkveldoverleg, het betrekken van de bedrijven bij de beoordeling van stages en scripties, de jaarlijkse wetenschapsdag voor docenten door docenten, en de congrescommissie. Deze gremia signaleren ontwikkelingen in de beroepspraktijk en geven nieuwe impulsen aan de opleiding. De opleiding heeft horizontale en verticale samenhang in het curriculum gebracht door middel van curriculumwijzigingen. Deze wijzigingen zijn afgestemd met de curriculumcommissie, de opleidingscommissie en het werkveld. Het curriculum heeft de internationale oriëntatie versterkt. Het kwaliteitszorgsysteem is verder aangescherpt en genormeerd, waarbij de streefcijfers een belangrijk kader bieden voor de volledige implementatie van de PDCA-cyclus. Verbeteringen Leeuwenburg, voortkomend uit onderwijsevaluaties Voltijd Uit de interne audit in 2005 en ook uit studentenevaluaties van vierdejaars kwam naar voren dat er te weinig aandacht was voor theorie in de opleidingen. Met ingang van 2005-2006 is een onderwijsvernieuwing doorgevoerd (tevens invoering van de major-minor structuur) waarbij het programma is verzwaard. Er zijn meer uren voor feedback en begeleiding ingeroosterd en ook zijn werkcolleges geïntroduceerd. Studenten hebben positief gereageerd op de veranderingen en geven aan dat de studielast is toegenomen. Ook bleek naar aanleiding van de audit in 2005 dat de PDCA-cyclus nog niet helemaal sluitend was. Inmiddels is de kwaliteitszorgcyclus operationeel en in de hele organisatie goed werkend te noemen. Studieonderdelen worden systematisch geëvalueerd en besproken met studenten en docenten. In de teams wordt na elk blok met behulp van kwaliteitsrapportages teruggekeken naar de resultaten en voorgenomen verbeteracties uit het vorige studiejaar. Als de afspraken niet tot het nagestreefde resultaat hebben geleid, vloeien daar nieuwe acties uit voort. Een voorbeeld hiervan is de groepsopdracht voor een Engelstalige executive summary als onderdeel van de proftaak waarvan uit evaluaties bleek dat die niet zinvol was. Deze is vervangen door een individuele opdracht voor een Engelstalige concurrentie-analyse. Uit de focusgesprekken met studenten JCU en CSE in studiejaar 2004-2005 kwam naar voren dat het curriculum te weinig sportgerelateerde onderdelen bevatte. Met ingang van 2005-2006 zijn acht sportmarkten ingevoerd.
Pagina 75 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Duaal In 2005-2006 scoorde het onderdeel Excel van het project ondernemingsplan gemiddeld een 2,5 in de evaluaties. Na overleg met onder andere de opleidingscommissie is in 2006-2007 voor alle studenten een toets in Excelvaardigheden geïntroduceerd. Studenten die voor de toets een onvoldoende halen, zijn vrijgesteld van de training Excel. Bij de onvoldoende scores is bekeken op welke onderdelen de studenten een training nodig hebben; voor die onderdelen zijn studenten verplicht een training te volgen. In de evaluatie van blok 1 van 2006-2007 kreeg het onderdeel Excel een 3,4. Ook de beoordeling van de werkperioden is inmiddels verbeterd. In de interne audit werd geconstateerd dat de taken die de studenten uitvoeren tijdens de werkperioden niet altijd overeen komen met de te verwerven competenties. Per 2006 wordt daarom de competentiegroei van de studenten getoetst met een assessment. Deeltijd In 2005-2006 waren de studenten in het eerste blok zeer tevreden over alle aspecten van resultaatgericht management, terwijl de toetsresultaten zeer slecht waren. In een focusgesprek met studenten is naar de oorzaak gezocht. Het bleek dat deeltijdstudenten de routine van het toetsen maken misten. Daarom zijn in 2006-2007 proeftoetsen ingevoerd, zodat studenten kunnen oefenen en weten wat hen te wachten staat. Uit focusgesprekken met eerstejaars in 2005-2006 kwam veel ongenoegen naar voren over organisatorische zaken. Dit heeft geleid tot de invoering van een introductieprogramma, dat in september 2006 voor het eerst is uitgevoerd. Uit in november 2006 gevoerde focusgesprekken met eerstejaars bleek dat dit programma voldoet aan de behoeften met betrekking tot de informatievoorziening.
Pagina 76 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 6: Visitatieteam Ir. R.S. Kloosterman, teamleider Na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) heeft Kloosterman gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting. Belangrijke aandachtsgebieden waren daarbij marktonderzoeken en het formuleren van strategische plannen. Na twee jaar heeft hij zich zelfstandig gevestigd en sindsdien grote projecten uitgevoerd in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao), op het grensvlak van strategie, marktoriëntatie en managementsystemen. In Oekraïne en Kazakhstan betrokken geweest bij projecten in de agrarische en foodsector. Voorts: het opzetten van buitenlandse operations in opdracht van Rijnconsult en in opdracht van Barents Consulting (London). Van 1995 tot 2007 is hij werkzaam geweest voor Certiked, waarvan sinds 2002 in de rol van directeur. Thans werkt hij als zelfstandig adviseur op het gebied van project- en interim management. Veel visitaties geleid, van voltijd bekostigd tot deeltijd aangewezen onderwijs. Drs. C.A. van Loon, extern deskundige De heer van Loon is in 1977 afgestudeerd als econoom aan (toen nog) de Katholieke Hogeschool van Tilburg. Vanaf die tijd is hij werkzaam in de sport- en recreatiesector. Eerst bij de Gelderse Sport Federatie, toen bij de gemeente Nijmegen als hoofd Sport & Recreatie. In 1999 maakte hij de overstap naar de zakelijke dienstverlening en ging aan de slag als interim manager en senior consultant voor Marktplan Adviesgroep. In 2005 startte hij een eigen bedrijf: Van Loon & Werken. Sinds 2001 is hij samen met zijn vrouw eigenaar van Cordium, centrum voor groei en ontwikkeling in Nijmegen. E. Missotten, extern deskundige Na het behalen van het MBA-diploma in Insead (Frankrijk) heeft Missotten achtereenvolgens gewerkt bij de Algemene Bank Nederland (bedrijfseconomisch onderzoek en kantorenontwikkeling), Cegi-Tymshare Nederland (Verkoop Management Informatie Systemen) en Bull Nederland (Controller) alvorens vanaf 1991 tien jaar lang financieel directeur te zijn van Amsterdam Rai B.V. Vanaf 2001 is hij werkzaam als interim manager (algemeen en financieel), part-time financieel directeur van Jaarbeurs Holding B.V. en mediator. A.J.C. van Noort, secretaris Mevrouw Van Noort heeft Personeel en Arbeid en Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd. Sinds eind 2005 is zij zelfstandig adviseur op het gebied van organisatieontwikkeling en kwaliteitszorg. Daarvoor was ze bij de LOI werkzaam als businessunitmanager, waar ze in de rol van opleidingsmanager verantwoordelijk was voor de kwaliteit en actualiteit van HBO-opleidingen op het gebied van marketing, communicatie, gezondheidszorg en welzijn. Ze volgt thans de Masteropleiding ‘Management Consultancy’ aan de EUR. W.E.H. de Jong, studentlid Mevrouw De Jong studeert Urban, Port & Transport Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hiervoor heeft zij met succes de opleiding Management, Economie en Recht aan de HEAO, Hogeschool Zuyd te Sittard afgerond. Tijdens haar studententijd is mevrouw De Jong actief geweest als lid van de werkgroep accreditatie en later als bestuurslid van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), belangenbehartigingsorganisatie voor alle studenten in het Hoger Onderwijs in Nederland en officieel gesprekspartner van het ministerie van OC&W. J.W.C. van den Broek, studentlid Mevrouw van den Broek heeft Facility Management, afstudeerrichting Management Consumenten Zaken afgerond op de Hogeschool Zuyd te Heerlen. Op dit moment studeert ze Business Administration met een afstudeerrichting Finance and Investments op de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Naast haar studie heeft mevrouw Van den Broek verschillende extra curriculaire activiteiten ondernomen zoals een bestuursjaar bij Integrand Rotterdam.
Pagina 77 van 78 Commerciële economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 7: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 78 van 78 Commerciële economie