ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Marketingcommunicatie The New School for Information Services. Croho-registratienummer: 34510

ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van

Marketingcommunicatie The New School for Information Services Croho-registratienummer: 34510 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 20 december 2007 en 17 januari 2008

Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................4 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................32 Bijlage 2: Documenten ............................................................................................................................34 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ............................................................................................35 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................38 Bijlage 5: Deskundigheid ........................................................................................................................39 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................40

De verantwoordelijke teamleider: : J.P.D. Riegen RM namens deze,

M. Lathouwers Certiked-VBI maart 2008

Marketingcommunicatie © Certiked-VBI

Identificatie The New School for Information Services Jan van Luykenstraat 98 1071 CV Amsterdam Telefoon: 020 - 4711787 Website: www.thenewschool.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: de heer H. Moes Kwaliteitsfunctionaris: de heer drs K. Spijker, [email protected]

Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • HBO opleiding Marketingcommunicatie, Crohonummer: 34510 • Voltijd • Locatie Amsterdam Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate de 21 aspecten van het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.

Teamsamenstelling Teamleider: J. Paul D. Riegen RM Extern deskundige: P.R.J. van der Meer Secretaris: drs C.J. de Monchy Studentlid: M.H. Shatou

Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam op 7 december 2007. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 20 december 2007; en op 17 januari 2008 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 20 februari toegezonden aan het management van de opleiding. Op 7 maart zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er eenmaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden een voorlichtend en planningstechnisch karakter.

Pagina 2 van 40 The New School for Information Services


Managementsamenvatting Op 20 december 2007 en 17 januari 2008 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding Marketingcommunicatie van the The New School for Information Services (verder ook kortweg de hogeschool of TNS genoemd). Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.

Algemeen beeld The New School for Information Services (TNS) is een erkend, onbekostigd Hbo instituut, dat de Bachelor opleiding Marketingcommunicatie aanbiedt. TNS is verantwoordelijk voor haar eigen omzet. Het is een marktgerichte organisatie. De visie van TNS is nog steeds gestoeld op wat de school sinds haar oprichting twintig jaar geleden wilde zijn: een brede opleiding voor studenten om een zinvolle werkinvulling te creëren voor het beroepenveld marketingcommunicatie. De opleiding kenmerkt zich door een ruim aanbod aan vakken, veel contacturen, kleine groepen studenten en een praktijkgerichte benadering, mede doordat bijna alle docenten in de praktijk werkzaam zijn. Naast de vakinhoudelijke aspecten is er aandacht voor het voeden van de nieuwsgierigheid van de student, waarbij nieuwsgierigheid als wezenlijke eigenschap wordt gezien voor iemand die in de marketingcommunicatie werkt. Ruime aandacht voor algemene ontwikkeling en zelfontplooiing maken TNS opleiding bijzonder. Het is een kleine school, circa 100 studenten. De studenten vormen kleine klassen, van rond de 13 studenten. Er starten ieder jaar 2 tot 3 klassen in het eerste jaar. De studenten komen iedere dag naar school. De lessen zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Op woensdag werken de studenten in kleine groepjes aan projecten. Door de kleine omvang is er een bijzondere sfeer op de school. De ambitie van het bestuur is niet om te groeien. Speerpunt van de school is om geen managementopleiding te worden, maar een praktijkgerichte opleiding waarin de ambachtelijke kant van de marketingcommunicatie de boventoon voert. Ten aanzien van de vorige visitatie heeft de opleiding een bijzonder positieve ontwikkeling doorgemaakt in het streven van een professionele aanpak. Hierbij heeft zeker geholpen dat de oorspronkelijke grondlegger van de school het aangedurfd heeft haar levenswerk los te laten. Haar invloed is op een bijzondere wijze nog merkbaar aanwezig. De zelfevaluatie die de opleiding heeft geschreven, de bijlagen bij de zelfevaluatie, de documenten die de opleiding ter beschikking heeft gesteld en de aanvullende informatie die het visitatieteam heeft opgevraagd, hebben een goed niveau en hebben het visitatieteam voldoende basis geboden om aan de hand daarvan de opleiding te beoordelen. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat de onderwerpen Doelstellingen, Programma, Docenten, Voorzieningen, Kwaliteit en Resultaten alle voldoende zijn. De verbetermogelijkheden die het Certiked visitatieteam heeft opgemerkt, staan bij de betreffende facetten vermeld. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat The New School for Information Services een bijzondere opleiding is, die met haar kleinschaligheid voor een bepaalde groep studenten heel veel te bieden heeft. De studenten waarderen de persoonlijke aandacht die alleen mogelijk is op een opleiding als deze. De bijzondere eigenschappen van de opleiding gaan verloren bij groei van het aantal studenten. Gelukkig in dit verband laat de grootte van de huidige locatie geen groei van het aantal studenten toe.



Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Overzicht van Certiked beoordelingen van de voltijd opleiding Marketingcommunicatie Onderwerp en facet

Voltijd

1.

Doelstellingen opleiding

Positief

Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO

2.

Programma

Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing

3.

Inzet van personeel

Positief

Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel

goed goed goed

4.

Voorzieningen

Materiële voorzieningen Studiebegeleiding

voldoende goed

5.

Interne kwaliteitszorg

Positief

Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

6.

Resultaten

Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement

voldoende voldoende voldoende Positief voldoende voldoende goed voldoende voldoende voldoende goed voldoende

Positief

voldoende voldoende voldoende Positief voldoende voldoende



1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

• •

•

• •

De opleiding heeft een eigen competentieprofiel opgesteld, gebaseerd op twee landelijke domeincompetenties: Domeincompetenties Communicatie en de Domeincompetenties Commerce zoals vastgesteld in december 2005 (www.hbo-raad.nl ). Het domein voor de Bachelor Marketingcommunicatie omvat een groot aantal uiteenlopende en totaal verschillende beroepsactiviteiten, zoals communicatiemanager, informatiespecialist, journalist, multimedia vormgever, uitgever/ bladmanager, tolk/vertaler. Een deel van de beroepsactiviteiten speelt zich af op de grensvlakken van een organisatie en haar omgeving, d.w.z. de specifieke communicatie tussen inen externe relatiegroepen, maar ook binnen de organisatie. Het betreft bijvoorbeeld het zorgen voor effectieve communicatie- en informatieprocessen en de beeldvorming daaromtrent. Deze activiteiten hebben vaak plaats in een multidisciplinaire context en betreffen het ondersteunen van beroepsbeoefenaren afkomstig uit een ander domein, met name Commerce. Daarbij maakt de bachelor Marketingcommunicatie gebruik van de competenties op het gebied van communicatieve processen. Een ander deel van de beroepsbeoefenaren is veel directer bezig met het ontwikkelen en maken van informatie en communicatieve producten, het vormgeven of vertalen daarvan. Zij werken vaker als zelfstandig ondernemer of in een zelfstandiger positie dan de collega’s in de stafdiensten gericht op inen externe communicatie. De opleiding heeft in 2003 een nieuw profiel opgesteld met in totaal 9 competenties, geordend naar de beleidscyclus. Deze competenties zijn uitgewerkt aan de hand van de domeincompetenties Communicatie aangevuld met elementen van de domeincompetenties Commerce. (zie bijlage 3.) De ontwikkeling van de eindkwalificaties is gericht op de Nederlandse situatie. Toetsing van de eindkwalificaties aan die van (internationale) collega-instituten gebeurt nauwelijks. Onder internationaal wordt hier verstaan: vergelijkbare opleidingen in Duitsland, Engeland, Frankrijk dan wel overige Europese landen. Wel stimuleert TNS de studenten om stages in het buitenland te volgen. De studenten en de opleiding organiseren tijdens hun studie reizen naar het buitenland. De opleiding heeft een Raad van Advies die functioneert als een beroepenveld commissie. Van de zes leden van de commissie hebben vier leden een eigen adviesbureau voor marketingcommunicatie. De deelnemers in de commissie weerspiegelen de brede inzet in het beroepenveld. De Raad van Advies heeft in 2007 het opleidingsprofiel en het competentieprofiel goedgekeurd. Het onderwerp domeinspecifieke eisen en eindkwalificaties staan op de agenda van het overleg met de Raad van Advies. Dat overleg heeft twee keer per jaar plaats. De opleiding onderhoudt contacten met het werkveld met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk [Raad van Advies, brancheorganisaties, opdrachtgevers van projecten en stagebedrijven]. Op deze manier is de afstemming tussen de opleiding en het werkveld gerealiseerd. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen die door de beroepspraktijk gesteld worden.



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van de bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding een adequaat beroeps- en opleidingsprofiel ontwikkeld heeft. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties gebaseerd zijn op beroepscompetenties die in overleg met de beroepspraktijk zijn vastgesteld. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende.

1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

Dat het totaal aan beroepscompetenties dat het profiel van de bachelor marketingcommunicatie omvat, zoals dat is vastgesteld in het beroeps- opleidingsprofiel. In het onderstaand schema maakt de opleiding inzichtelijk hoe het profiel van de opleiding, zoals dat in de eindkwalificaties behorend bij de leerpakketten tot uitdrukking komt aansluit bij algemeen internationale beschrijvingen van het bachelor niveau (Dublin descriptoren). Het visitatieteam heeft kennis genomen van dit schema en is van mening dat dit in voldoende mate aantoonbaar maakt dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de Dublin Descriptoren.

Dublin descriptoren

HBO-kernkwalificaties

Competenties TNS

DD 1 Kennis en inzicht

KK 1: Brede professionalisering KK 2: Multidisciplinaire integratie

1. Doen van onderzoek naar onderwerpen en/of communicatieprocessen.

KK 3: Probleemgericht werken

3. Formuleren van of adviseren over de vorm en functies van een product/dienst, rekening houdend met (internationale) regels en conventies; doen hiervan in het Nederland en/of in een of meer vreemde talen.

DD 2 Toepassen kennis en inzicht

KK 4: Creativiteit en complexiteit in handelen KK 5: Toepassing in de wetenschap

2. Analyseren van informatiebehoeften en communicatieprocessen in hun onderlinge samenhang en in de context van de (internationale) omgeving.

4. Ontwikkelen van een doelgroepgericht communicatie- en informatieproces of -product op basis van een strategisch beleidskader en/of andere gestelde kaders voor kwaliteit, doorlooptijd en budget, evenals rekening houden met van toepassing zijnde (internationale) regels en conventies.



DD 3 Oordeelsvorming

KK 6: Methodisch en reflectief denken en handelen KK 7: Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid

6. Evalueren van communicatie/informatie producten en/of communicatie/informatie processen en voorstellen doen voor verbetering.

DD 4 Communicatie

KK 8: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid

5. Presenteren of op andere wijze onderwerpen aan een kritische toets door anderen van een communicatie/informatie product en/of communicatie/informatie processen.

KK 9: Basiskwalificering voor managementfuncties

7. Communiceren in het Nederlands en/of een of meer vreemde talen en toepassen van deze talen in een interculturele context in het kader van de andere domeincompetenties. 8. Sociale en communicatie competentie (interpersoonlijk, organisatie)

DD 5 Leervaardigheden

•

KK 10: Transfer en brede inzetbaarheid KK 1: Brede professionalisering

9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

TNS zal in 2008 een onderzoek verrichten naar de startbekwaamheid van de studenten onder alumni/werkgevers aan de hand van een vragenlijst.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding naar behoren heeft zichtbaar gemaakt hoe de eindkwalificaties het vereiste niveau weerspiegelen en aansluiten bij internationaal geaccepteerde beschrijvingen hiervan. Het visitatieteam beoordeelt het niveau als voldoende.



1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

•

•

De eindkwalificaties sluiten aan bij de door het beroepenveld opgestelde profielen (zie facet 1.1)en worden bij het beroepenveld getoetst. In periodieke evaluaties onder vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk (Raad van Advies, opdrachtgevers van projecten, stagebedrijven, alumni en werkgevers) zijn niveau en relevantie van de competenties en in de toekomst de beroepsrollen onderwerp van onderzoek, en volgt indien noodzakelijk aanpassing. In haar brief van 1 mei 2006 noemde de NVAO onder andere als verbeterpunt: ‘de eigen rol van de opleiding met betrekking tot actualisering en implementatie van het beroepsprofiel’. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat the New School op dit punt verbeteringen heeft doorgevoerd, gezien de manier waarop TNS de eindkwalificaties toetst bij de beroepspraktijk. De opleiding stelt op te leiden voor functies als marketing/communicatie medewerker, journalist, multimedia vormgever en redactiemedewerker bij radio- en televisie producties. Een groot deel van de beroepsbeoefenaren is bezig met het ontwikkelen en maken van communicatieve producten en het vormgeven hiervan. De opleiding legt een sterk accent op de hands-on mentaliteit en op vaardige beroepsbeoefenaren die hun kennis en vaardigheden direct in praktijk kunnen brengen. De kwalificaties gaan uit van een beginnend beroepsbeoefenaar op het competentieniveau op tot niveau 3 van de domeincompetenties Communicatie en Commerce, zie ook bijlage 3. De beginnend beroepsbeoefenaar fungeert als gesprekspartner in een overleg met directie of management over de interne of externe communicatie. Van de domeincompetentie Leidinggeven van Commerce leidt TNS op tot het niveau: leidinggeven op het niveau project/afdeling. The New School heeft haar onderwijsprogramma mede gebaseerd op eindtermen van externe examens als NIMA communicatie, NIMA A en staatsexamens in vreemde talen; de doelstellingen European Framework Spaans, Certificate in advanced English (CAE).

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat beroepsprofielen en competenties die door of met het relevante beroepenveld zijn opgesteld bepalend zijn voor de eindkwalificaties van de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt de praktijkgerichtheid van het competentieprofiel als bevredigend en corresponderend met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende werkveld. Op basis van de bevindingen beoordeelt zij het facet ‘Oriëntatie hbo’ als voldoende.



Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam is van mening dat er sprake is van een opleiding die verankerd is in de beroepspraktijk, die het hbo-niveau bereikt en die mensen aflevert die in staat zijn adequate oplossingen te vinden voor de aangereikte problemen. Het visitatieteam heeft alle facetten van het onderwerp ‘Doelstellingen van de opleiding’ voldoende beoordeeld. Daarom is haar beoordeling van het onderwerp als geheel positief.

2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

• • •

•

Kennisontwikkeling vindt binnen het onderwijsprogramma in hoor- en werkcolleges, d.m.v. de uitvoering van praktijkopdrachten/projecten. De literatuur wordt ieder jaar door de opleiding (docenten/directie) en de Raad van Advies beoordeeld op actualiteit en relevantie voor de eindkwalificaties van de opleiding. De gehanteerde literatuur (opgenomen in de documenten ´Lesplannen`) wordt gekozen en geëvalueerd door de docenten met behulp van de Raad van Advies en stageverleners. Het visitatieteam heeft aan de hand van de modulebeschrijvingen en de lesplannen geconstateerd dat TNS gebruik maakt van recente (vak) literatuur op hbo niveau. In gesprekken vertellen de alumni en de studenten in de hoofdfase dat zij de school adviseren om de vakken wat diepgaander te behandelen, de stof blijft soms oppervlakkig. De docenten aan de opleiding werken bijna allemaal naast hun docentschap in de beroepspraktijk. Daardoor zijn zij in staat praktijkvoorbeelden en cases in te brengen in de werkcolleges. Zo illustreren zij de relatie met de beroepspraktijk en de competenties. Beroepsgerichte competenties ontwikkelen studenten door het uitvoeren van concrete (onderzoeks)opdrachten. Voorbeelden hiervan zijn Sounds on Line (digital sounds), the English Bookshop, the Head and Neck Cancer Foundation, het ontwikkelen van een concept voor een eigentijds restaurant. Ook de intern gerichte projecten hebben een directe relatie met de marketing communicatie praktijk; het up-to-date houden van de website, de communicatie activiteiten gericht op maken van studiegids en jaarverslag, het organiseren van een seminarreeks met gastsprekers van innovatieve ondernemingen uit het werkveld. De studenten volgen twee stages waarvan de eerste een werkveldoriëntatie karakter heeft en in die zin meer operationeel is. De tweede stage is gericht op het startbekwaam maken van de student en omvat in principe een opdracht die leidt tot het schrijven van de afstudeerscriptie.



• •

•

De stages versterken het beroepsbeeld van studenten, leiden tot toepassing van opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk en geven een start aan het open uitbouwen van een relatienetwerk. De opdrachten voor de projecten worden geworven door directie, docenten en studenten. Het onderwijs wordt elk studiejaar waar en wanneer nodig aangepast aan de actualiteit: de projecten zijn actuele vraagstellingen uit het werkveld, de gehanteerde literatuur wordt elk jaar geactualiseerd. Dit is primair de verantwoordelijkheid van de docenten. Docenten worden regelmatig gevraagd naar ontwikkelingen op hun vakgebied, het informeren over nieuwe literatuur en tijdschriften. De docenten overleggen veelvuldig met elkaar en met de directie, dit overleg is voornamelijk informeel van aard. TNS heeft concrete plannen om het overleg verder te structureren.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Uit de bevindingen van het visitatieteam blijkt dat de opleiding over het geheel genomen gebruik maakt van voldoende relevante en actuele literatuur. De opleiding heeft vele contacten met het werkveld. De praktijk neemt een belangrijke plaats in het programma in, zowel bij de colleges alsook bij de projectopdrachten, de stages als het afstuderen. Op basis van de bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ als voldoende.

2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

De elementen van het competentieprofiel Marketing Communicatie zijn gekoppeld aan/terug te vinden in het curriculum. Een deel van het curriculum is opgebouwd uit de lesplannen die door de docenten op basis van een door de opleiding ontworpen format zijn opgesteld. Binnen deze lesplannen is concreet aangegeven welke competenties het vak raken en wat de integratie tussen de vakken onderling is door te beschrijven met welke vakken elke in het lesplan beschreven vak raakvlakken heeft. Daarmee verbindt het lesplan de eindkwalificaties, leerdoelen en het onderwijsaanbod. In haar brief van 1 mei 2006 wijst de NVAO op een verbeterpunt: ‘een inzichtelijke vertaling van eindkwalificaties naar leerdoelen, waarmee wordt aangetoond dat het programma de studenten in staat stelt de eindkwalificaties te realiseren’. Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs de lesplannen bekeken. Daarbij viel op dat de kwaliteit van de lesplannen onderling varieerde, sommige lesplannen waren beter uitgewerkt dan andere. Alle lesplannen waren van voldoende niveau om behalve de studenten ook de docenten tot leidraad te dienen. Het visitatieteam constateert dat de school het genoemde verbeterpunt ter harte heeft genomen.



•

•

• •

In de lesplannen staan de leerdoelen verder uitgewerkt. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat in de bestudeerde lesplannen de leerdoelen van voldoende diepgang en breedte geformuleerd zijn. De visitatiecommissie is van oordeel dat de eindkwalificaties van de opleiding terugkomen in de diverse leerdoelen en dat de som van de leerdoelen dekkend is voor de eindkwalificaties. De student volgt in jaar 1 en 2 een programma dat voor iedereen gelijk is. Daarbinnen is er ruimte voor specifieke keuzes die de student op weg helpen naar zijn/haar beroepsperspectief. Dat gebeurt enerzijds in de projecten waarbinnen studenten verschillende inhoudsaspecten en vaardigheden/rollen kunnen kiezen. Ook in de onderwerpkeuze van opdrachten en papers worden individuele leerwensen mogelijk gemaakt. Ten derde is het door het werken in kleine groepen mogelijk individuele aandacht aan specifieke interesses en leerwensen,-vragen/problemen van studenten te schenken. De opleiding stimuleert het volgen van een stage in het buitenland. De afgelopen jaren heeft een aantal studenten stage gelopen, of loopt stage in Milaan, Zuid Afrika, Argentinië, New York en Dubai. Desgevraagd vertellen de studenten dat zij zelf stageplaatsen in het buitenland vinden. TNS heeft als beleid opgenomen om de relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma systematisch te evalueren onder studenten, docenten en vertegenwoordigers van het werkveld. Daartoe wil zij de studentenevaluaties, het maandelijks overleg tussen directie en studentenraad, het docentenoverleg en enquêtes naar externen verder aanscherpen. Het visitatieteam heeft vertrouwen in de aanpak van TNS wat betreft de voorgenomen systematisering van de evaluaties.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de doelstellingen van de opleiding adequaat worden afgedekt door de inhoud van het programma. De inhoud van het programma is georganiseerd rond concrete beroepssituaties waarin de studenten beroepsproducten opleveren. De studenten krijgen voldoende stimulans om in het buitenland stage te lopen. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ daarom als voldoende.

2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •

De opleiding bestaat uit 3 fasen: het eerste jaar is de propedeusefase, de hoofdfase bestaat uit het tweede en derde jaar, en de afstudeerfase uit het schrijven van een scriptie. De eerste twee jaar krijgen de studenten colleges op de school, vier dagen per week. De lessen zijn verplicht. Op de woensdag zijn er geen colleges gepland, de studenten besteden die dag aan hun project, ook op school. Ieder semester nemen de studenten aan een project deel. De projecten betreffen opdrachten voor bedrijven of instellingen op het gebied van marketingcommunicatie. Ook heeft de school interne projecten, bijvoorbeeld het maken van een jaarverslag, of het bijhouden van de website.



•

• •

•

• • •

De opleiding borgt dat de studenten een inhoudelijk samenhangend studieprogramma volgen door de opbouw in het programma rond projecten. Rondom het thema wordt in het flankerend onderwijs theorie aangeboden die noodzakelijk is voor het aanleren van meerdere competenties. Uit de studentenenquête 2007 komt naar voren dat de studenten het belang van de aangeboden vakken goed inzien. Opgemerkt zij dat de enquête alleen door de eerste en tweede jaars studenten is ingevuld. Het onderwijs is ingericht met het vakonderwijs in de eerste twee jaar. Het derde jaar lopen de studenten twee keer stage, zij zijn dan bijna het hele jaar niet op school. De afstudeerfase is in het vierder jaar. De invulling van het programma kent een opbouw in complexiteit, mate van transfer en verantwoordelijkheid: I In jaar 1 ligt de focus op een brede basis op o Praktijkgericht / Ambachtelijk niveau (bijvoorbeeld correct schrijven [Nederlands], kunnen werken met grafische programma’s [Graphic arts]) o Inhoudelijk niveau (b.v. fundamentele kenmerken van financiën [financiën) o Ontwikkelingsniveau (b.v. algemene ontwikkeling en maatschappelijke trends in de vakken cultuurgeschiedenis en actualiteiten) II In jaar 2 verdieping en verbreding III In jaar 3 en 4 implementatie, verdieping en transfer. De moeilijkheidsgraad van de vakken loopt op van het eerste naar het tweede jaar. Programma onderdelen die voorwaardelijk zijn voor het volgen van andere onderdelen worden aangegeven in de OER. Bijvoorbeeld, Marketing jaar 2 kan pas gevolgd worden als Marketing jaar 1 is behaald of op basis van het cijfer verwacht mag worden dat de student bij de eerstvolgende herkansing voldoende scoort. De klassen zijn klein, 12 – 13 studenten, waardoor zeer intensieve werkcolleges mogelijk zijn. De docenten kunnen rekening houden met verschillende leerstijlen en leertempo van de studenten. De docenten leggen uit dat zij onderling veel contact hebben, zodat zij concepten en voorbeelden terug laten komen in de lessen. Uit gesprekken met de studenten kwam naar voren dat zij de samenhang tussen de vakken herkennen. De huidige jaarevaluaties zijn per september 2007 vervangen door semesterevaluaties. Thema’s die onder de norm scoren worden besproken met docenten en met studentenraad ter toelichting. Op basis van deze toelichting passen docenten/examen commissie en directie de modules aan ten behoeve van het volgende cohort.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is op grond van het bovenstaande van mening dat er sprake is van een curriculum dat inhoudelijk zowel horizontale als verticale samenhang vertoont. De samenhang wordt door de docenten en de studenten herkend en goed onder woorden gebracht. Alles overwegend beoordeelt zij het facet ‘Samenhang van het programma’ als goed.



2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

• •

• •

Er is gezien de kleinschalige omvang van de school bewust voor gekozen voor één instroommoment per jaar. De studenten volgen de vakken in een vaste volgorde. Wel is er ruimte voor studenten om hun programma flexibel te doorlopen, indien bijzondere omstandigheden dat vragen (combinatie met bijzondere stages, persoonlijke omstandigheden). Desgevraagd kunnen de studenten voorbeelden geven van individuele aanpassingen in het rooster. Desgevraagd geven de studenten aan dat het studietempo goed gekozen is. Er zij voldoende mogelijkheden voor herkansing van toetsen. De studenten geven aan dat zij waardering hebben voor de structuur in de opleiding, het verplichte karakter van de lessen en de intensieve begeleiding. De studievoortgangbegeleiding krijgt vorm middels de mentorrol die docenten zelf op zich nemen en waarbij zij samen met de student de studievoortgang bespreken en de studenten van advies dienen ten aanzien van studieplanning. De kleinschaligheid van het instituut en de cultuur onder de medewerkers en studenten leidt ertoe dat naast een deels gestructureerde aanpak (zoals gesprekken in het kader studieresultaten/cijferlijsten/studievoortgang/stagebegeleiding) veelvuldig wederzijds contact wordt gezocht, wanneer er vragen zijn of problemen zich aan (lijken) te dienen. TNS zal onderzoeken hoe de begeleiding van de student vanaf cohort 2008 ten aanzien van studievoortgang meer gestructureerd kan worden vormgegeven. TNS zal in het voorjaar van 2008 onderzoek doen naar de concrete uitwerking van het invoegen van een extra theoretisch onderwijsaanbod tussen de eerste stage en de afstudeerstage. Dit om meer verdieping en verbreding te krijgen en om de studeerbaarheid te vergroten middels een betere spreiding van de EC’s. Dit voorstel is akkoord bevonden door de Raad van Advies. Het visitatieteam erkent de positieve effecten van dit beleidsvoornemen.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Uit de documentatie en uit de gesprekken blijkt dat de opleiding voldoende aandacht besteedt aan het bevorderen van een goede doorstroom van de studenten. De flexibiliteit van de opleiding is hoog en de studielast is over het geheel genomen passend, zij het dat er een zware nadruk ligt op de eerste twee studiejaren. Op basis van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studielast’ als voldoende.



2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

Bij de opleiding kunnen studenten instromen met een HAVO, VWO diploma. Meer dan de helft van de studenten stroomt in van andere HBO / universitaire opleidingen. Per student wordt dan gekeken naar eventuele vrijstellingen.

lichting

diploma VWO

diploma MBO

int diploma

2002 2003 2004 2005 2006 2007

diploma HAVO 26 15 16 18 31 25

4 6 3 3 8 6

1 1 2 4 3

2

aantal studenten 30 22 20 23 38 36

Eindtotaal

131

30

11

2

169

• •

•

•

Voor studenten met niet wiskunde/economische vooropleiding middelbaar onderwijs wordt aanvullend een module statistiek gegeven. Desgevraagd geven de studenten uit de hoofdfase en alumni te kennen dat meer statistiek in het programma een goede aanvulling zou zijn. TNS hanteert een uitgebreide intakeprocedure. De directeur van de school voert gesprekken met aankomende studenten, waarbij de ouders / verzorgers een belangrijke rol spelen. Bij de intake wordt getoetst of de instromer voldoet aan de formele vooropleidingseisen. Desgevraagd vertellen studenten en alumni dat zij de persoonlijke aandacht bij de intake een goede start was van een actieve studieloopbaanbegeleiding. Studenten van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de toelatingseisen kunnen deelnemen op basis van: o EVC´s, eerder behaalde diploma´s en werkervaring o Eventuele toetsing o Oordeel van de examencommissie o Een combinatie van de voorgaande elementen In de OER van de opleiding staan de vooropleidingseisen en de instroomprocedure uitgewerkt. Studenten worden in de propedeuse begeleid door een docent in de mentorrol ten aanzien van competentieontwikkeling, toepassen van elders verworven competenties (EVC)’s). Gezien de kleinschaligheid van de school biedt deze werkwijze mogelijkheid om instroommoeilijkheden en dreigende studie-uitval tijdig te adresseren.



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding er goed in slaagt het programma aan te laten sluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. De intakeprocedure is zorgvuldig waarbij de opleiding aandacht heeft voor eerder verworden competenties. De intensieve contacten met de studenten zorgen ervoor dat eventuele knelpunten op tijd aan de orde kunnen komen. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Instroom’ als voldoende.

2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

• •

Vanaf cohort 2007 worden studiepunten op een ander wijze gedefinieerd, gebaseerd op een reële ratio lessen : SBU’s : creditpoints. Het tot dan toe gehanteerde stelsel wordt door directie, docenten en Raad van Advies ervaren als te algemeen/onvoldoende afgestemd op, en niet representatief voor de afzonderlijke vakken. De studenten zijn in principe hiermee tevreden, maar de opleiding kiest zelf bewust voor deze bijstelling. Het visitatieteam heeft de nieuwe verdeling van studiepunten over de vakken bezien en geconstateerd dat totale studieprogramma 240 creditpoints beslaat. De studiepunten zijn niet gelijkmatig verdeeld over de jaren. De eerste twee jaar kunnen de studenten 158 creditpoints halen, de stages beslaan 60 creditpoints en de scriptie beslaat in de nieuwe indeling 20 creditpoints. Tijdens de stageperiodes volgen de studenten een ‘strategische week’ voor 2 creditpoints. In haar brief van 1 mei 2006 wijst de NVAO de opleiding er op dat de studiebelasting over de verschillende jaren evenwichtiger verdeeld mag worden. TNS heeft ver gevorderde plannen om dit te realiseren. Vanaf het studiejaar 2008 – 2009: o behelzen de eerste twee jaar 30 lesweken per jaar, 6 studie- en tentamenweken en een themaweek strategisch denken, o richt de opleiding de studiereizen zo in dat voorbereiding, inhoud en verslaglegging een studiepunt oplevert o worden de stages verlengd en verzwaard, waarbij als uitgangspunt geldt dat de scriptie een integraal onderdeel gaat uitmaken van de opdracht van de tweede stage o werkt TNS met intensieve themaweken en projecten in het vijfde semester naast reguliere colleges /werkcolleges. Het visitatieteam heeft kennis genomen van deze plannen. Zij onderschrijft de opvatting van de opleiding dat deze vernieuwingen zullen resulteren in een evenwichtiger verdeling van de creditpoints over de het programma. De opleiding hecht er aan de studenten de mogelijkheid te bieden om binnen een kortere tijd dan de formele vier jaar de studie af te ronden. De vernieuwing van het programma doet hieraan geen afbreuk. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat de studenten in grote meerderheid de studielast als passend ervaren. Uit de studentenenquête 2007 blijkt niet dat de studenten de studielast als niet-passend ervaren.



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de opleiding voldoet aan de formele eis van 240 creditpoints. Zij constateert dat de verdeling van de studielast over de jaren niet evenwichtig is, maar de studenten klagen hier niet over. De opleiding heeft maatregelen genomen om met ingang van het volgend studiejaar tot een evenwichtiger verdeling van de studielast te komen. Derhalve beoordeelt het visitatieteam het facet Studieduur als voldoende.

2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

De opleiding heeft in haar beleidsdocument ‘Beleid en strategie’ een visie geformuleerd. Deze visie is uitgewerkt in een globaal didactisch concept. Belangrijke kernelementen van het didactisch concept zijn: o De nadruk op zelfontplooiing, vorming, algemene ontwikkeling, persoonlijke groei, mensgerichtheid, kritisch denken. Dit komt onder meer tot uiting in de manier waarop medewerkers en studenten met elkaar omgaan, in de manier waarop het instituut de studenten begeleidt, en in vakken als psychologie, cultuurgeschiedenis, actualiteiten o Een intensief lesaanbod gericht op competentieontwikkeling zoals in het hbo onderwijs centraal staat. Ruim 20 uur per week, in kleine groepen. Een combinatie van frontaal onderwijs, werkcolleges, projectgroepen en individuele begeleiding. Zowel buiten de lessen om als in stages en scripties. o Twee verplichte praktijkstages gedurende de studie (hierdoor garandeert de opleiding dat elke student minimaal 25% van de studietijd binnen de beroepspraktijk actief is). De stages versterken het beroepsbeeld van studenten, leiden tot toepassing van opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk en geven een start aan het open uitbreiden van een relatienetwerk. o Ambachtelijkheid: het curriculum kent een aantal vakken met een ambachtelijk karakter; het schrijven in al zijn facetten, maar ook de vakken gericht op visuele communicatie als fotografie en Graphic arts. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat er in verhouding met andere opleidingen veel contacturen zijn in kleine groepen. De opleiding besteedt veel aandacht aan de ambachtelijke kant van het communicatievak. De studenten werken in groepjes aan de projecten, naast het individuele werk tijdens de lessen in de eerste twee jaar. Desgevraagd vertellen de alumni dat het werken met een groepje aan concrete projecten zeer leerzaam is geweest en een goede voorbereiding op de stage en op de beroepspraktijk. De studenten werken in de projecten in groepjes van 1e en 2e jaars. De opzet van de school is om met de geïntegreerde groepen de studenten ook van elkaar te laten leren. Desgevraagd vertellen de studenten dat zij het werken in projectgroepen leerzaam vinden. Uit de enquête van de studenten in 2007 blijkt dat de studenten kritischer zijn over de projecten. Ongeveer 44% geeft aan dat de projectgroep niet functioneert, en 56% geeft aan dat de begeleiding niet stimulerend werkt. De helft



•

• •

•

van de studenten (46%) vindt dat het onderwerp van het project aansluit bij de lesstof van de andere vakken. De combinatie van werken aan projecten en flankerend volgen van vakken sluit aan bij de leerdoelen. Uit de enquête onder de studenten in 2007 komt naar voren dat ongeveer de helft van de studenten (52%) van mening is dat theorie en praktijk elkaar afwisselen. In de gesprekken met het visitatieteam waren de studenten veel enthousiaster over de afwisseling praktijk en theorie. De kleine klassen maken het mogelijk dat de docenten de studenten actief betrekken bij de les. De studenten geven unaniem – in gesprekken en ook in de studentenenquête – dat dit in praktijk ook gebeurt. De aanwezigheid in de lessen is verplicht voor de studenten. De studenten komen iedere dag naar de school. Door alle contacten leren de studenten elkaar goed kennen. Er ontstaat een hechte band tussen de studenten, vertellen de alumni. Dat sociale proces draagt bij aan de effectiviteit van het didactisch concept. De docenten van de opleiding dragen het didactisch concept in praktijk uit, zonder dat zij dat expliciet vermelden. Het kleinschalige karakter van de opleiding maakt het mogelijk dat docenten, directie en bestuur in de onderlinge gesprekken over de inhoud van de vakken als vanzelfsprekend hun onderliggende didactische invalshoeken op elkaar afstemmen. Het visitatieteam adviseert TNS het didactisch concept verder te expliciteren, en hieraan ook aandacht te besteden in evaluatie met de studenten.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het gehanteerde didactisch concept leeft bij de docenten, bij de directie en bij het bestuur. De opleiding hanteert een breed scala aan werkvormen, waarbij de nadruk op de ambachtelijke kant van de communicatie en de verbinding met de praktijk in de projecten en stages tot haar recht komt. Het visitatieteam constateert echter dat het didactisch concept vooral impliciet is. Desondanks beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’, op basis van wat zij heeft gezien en gehoord als goed. Bij haar beoordeling heeft het visitatieteam de verbeterslagen die de opleiding wil maken, meegenomen.

2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

De uitgangspunten voor toetsing en examinering zijn vastgelegd in de OER. Bij mondelinge tentamens en bij scriptieverdedigingen wordt getoetst volgens het vier-ogen principe. Het programma is opgedeeld in semesters. Ieder semester wordt afgesloten met een toetsweek. In de toetsweek worden iedere dag één of twee tentamens afgenomen. De hogeschool realiseert zich dat dit een zekere belasting voor de studenten betekent. Blijkens de enquête in 2007 wil het merendeel van de studenten (62%) liever de tentamens in de toetsweek houden, dan verspreid over het jaar. Zolang de studenten niet ontevreden zijn over de hoeveelheid tentamens in de toetsweek, houdt TNS vast aan haar beleid in deze.



•

• • • •

•

Een competentie wordt op meerdere wijzen getoetst (individuele kennistoetsing, toepassing van competenties in praktijkgericht opdrachten/projecten, procesbeoordelingen door docenten en medestudenten) om daarmee de betrouwbaarheid en validiteit van de toetsing te borgen. De wijze van toetsing wordt aangegeven in de toetsinformatie bij de lesplannen, net als de beoordelingscriteria voor de toetsen. Het merendeel van de studenten (79%) is tevreden over de aansluiting van de toetsen bij de behandelde stof, blijkens de studentenenquête 2007. De gemaakte toetsen worden besproken met de studenten. Desgevraagd melden de studenten dat zij voldoende feedback ontvangen over het gemaakte werk. De studenten zijn te spreken over de aansluiting van het lesmateriaal en de stof, blijkens de enquête 2007. Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs toetsen ingezien, waaruit zij constateerde dat de bekeken toetsen van voldoende diepgang, complexiteit en zwaarte zijn. De opleiding biedt de studenten de mogelijkheid om deelcertificaten te halen Voor stage en afstuderen zijn de toetsingscriteria vastgelegd in de stage- en de afstudeerhandleiding. Het visitatieteam heeft de handleidingen bestudeerd en geconcludeerd dat de criteria waarop de stageverslagen en een afstudeerscriptie wordt beoordeeld niet erg uitgewerkt zijn. (Zie ook 6.1) Het visitatieteam geeft de opleiding in overweging om de studenten meer houvast te bieden (handleiding) om tot kwalitatief hoogstaande rapportages te komen De opleiding evalueert de toetsingen in de enquête van de studenten.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de diversiteit aan toetsvormen recht doet aan de doelstelling om competentiegericht op te leiden. De ontwikkeling, afname en evaluatie van de toetsen is ingericht. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als voldoende.

Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’ Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn, is samenhangend en van hbo-niveau. Werkvormen sluiten aan bij de didactische uitgangspunten. De toetsen zijn van voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn goed of voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp ‘Programma’ positief.



3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

• •

De opleiding hecht aan het waarborgen van de relatie van personeel met de beroepspraktijk. Van de zestien docenten zijn er dertien die naast hun docentschap werk in de beroepspraktijk uitvoeren. Veel van de docenten zijn al jaren bij de opleiding betrokken, enkele vanaf het allereerste begin. De docenten koppelen hun onderwijskundige, inhoudelijke kwaliteiten aan hun kennis over het werkveld. Directie en examencommissie besteden speciale aandacht aan de praktijkgerichtheid van docenten en worden daarbij ondersteund door de Raad van Advies en andere contacten uit het werkveld. Bij het aannemen van personeel worden de docenten betrokken. Dit kan zijn in de vorm van dat zij input leveren voor functieprofiel, zelf mensen uit hun netwerk gevraagd en ongevraagd introduceren, CV’s beoordelen, en/of deel uitmaken van sollicitatiecommissies. Bij de werving van nieuwe collega’s maakt de opleiding gebruik van netwerken en van CV’s in portefeuille. Daar waar unieke branche expertise is vereist maakt TNS gebruik van professionals uit de beroepspraktijk, bv gastsprekers, gastdocenten. Er is een flexibele laag van docenten/gastsprekers die inzetbaar zijn voor de opleiding. Vanwege haar jarenlange ervaringen en contacten met alumni van wie velen in het werkveld zijn terechtgekomen is een ruim netwerk voorhanden. Het visitatieteam constateerde in gesprekken met de docenten een grote betrokkenheid bij de opleiding. De studenten geven aan in enquête van maart 2007 (bijlage I.1) en in resultaten van de Keuzegids Hoger Onderwijs 2007 tevreden te zijn over de docenten.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is op basis van wat zij heeft gezien en gehoord van oordeel dat de docenten de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk in de lessen goed kunnen leggen. Het visitatieteam beoordeelt het facet Eisen HBO derhalve als goed.



3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •

•

De opleiding kent een combinatie van variatie aan grote en kleine aanstellingen. De docent/student ratio ligt rond 1/20. (5 fte’s voor rond de 100 studenten). In de arbeidsovereenkomsten van de docenten staat in grote lijnen een beschrijving van de inzet op studieonderdelen, rollen en taken. De docenten worden binnen het onderwijsteam ondersteund door de directie en directiesecretaris. Directie en directiesecretaris houden zich bezig met processen als (coördinatie van) studievoorlichtingsactiviteiten, instroom studenten, marketingactiviteiten, zijn verantwoordelijk voor kwaliteitszorgmetingen en plegen hierover overleg met de docenten. De directiesecretaris is tevens verantwoordelijk voor de administratie van de studenten, de roostering, en de cijferverwerking. Het ziekteverzuim is in absolute termen erg laag, er is nauwelijks lesuitval door ziekte. Bij kortdurend verzuim wordt naar een oplossing gezocht, bij langdurig verzuim nemen collega’s van elkaar over, anders zet de school externen in. Desgevraagd melden de studenten dat de school adequaat omgaat met lesuitval.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat er voldoende personeel wordt ingezet om de opleiding op het gewenste niveau te verzorgen, zeker gezien de kleine klassen en de vele contacturen. Het ziekteverzuim is laag, hetgeen een goede indicatie voor de medewerkertevredenheid is. Daarom beoordeelt zij het facet ‘Kwantiteit personeel’ als goed’.

3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

•

De docenten zijn betrokken bij de opleiding. Desgevraagd geven de docenten aan dat zij plezier beleven aan hun werk voor de school. De taaldocenten zijn ‘native speakers’, dat is een belangrijke kwaliteitsindicatie voor het onderwijs in vreemde talen. De meeste docenten werken in een eigen beroepspraktijk, zij vertellen dat de combinatie van lesgeven met werkzaamheden buiten het onderwijs synergie oplevert voor henzelf, voor de opdrachtgevers én voor de school. De docenten zijn bekend met het didactisch concept, doordat de meesten al zo lang bij de school betrokken zijn en er regelmatig (informeel) contact is tussen de docenten.



•

• •

•

De aandacht van de directie gaat uiteraard ook uit naar de didactische kwalificaties van zowel het vaste als het flexibele personeel. In 2008 wordt alle docenten (zowel flexibel als vast) gevraagd om een bewijs van bevoegdheid te overleggen aan de opleiding. Docenten die niet beschikken over deze bevoegdheid worden uitgenodigd om deze bevoegdheid te behalen. TNS zal in 2008 een opleidingsplan voor de docenten opstellen, gebaseerd op functioneringsgesprekken en de Persoonlijke Ontwikkelplannen van de docenten. Aangezien er bewust en beleidsmatig is gekozen voor kleine klassen en veel contacturen kunnen de docenten om differentiëren in werkvormen afhankelijk van kennisniveau, leerstijlen en interesse van studenten. Uit de enquête onder de studenten 2007 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten, in de zin dat de docenten de studenten bij de les betrekken (93%), duidelijk uitleggen (78%) en zich goed voorbereiden (90%). Desgevraagd zijn de studenten en alumni enthousiast over de kwaliteit van de docenten aan de school. De kwaliteit van de docenten wordt geëvalueerd in de enquêtes onder de studenten.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Er is sprake van een klein, betrokken en deskundig team, dat de ontwikkeling van de opleiding gestalte heeft gegeven en geeft. De docenten stralen enthousiasme en betrokkenheid bij hun werk uit: de cultuur is informeel en wordt gekenmerkt door korte lijnen en rechtstreekse afstemming zowel onderling als met externen. Docenten krijgen alle ruimte zichzelf te ontplooien. Op grond van haar bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwaliteit personeel’ als goed.

Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een betrokken en deskundig team dat de verbinding met de beroepspraktijk in de lessen legt. De docent – student ratio is voldoende voor de intensieve wijze van doceren. Het visitatieteam heeft alle facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ als goed beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ook als geheel positief.



4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

• •

•

•

De TNS is vanaf 2003 is de gehuisvest in de Jan Luijkenstraat 98 te Amsterdam. Het pand is oorspronkelijk een woonhuis geweest, met de klassieke indeling van kamers en suite. Dat is nu verbouwd tot 5 lesruimtes waarin kleinschalige groepen les krijgen, 1 computerlokaal, 1 groter lokaal, annex studie-, ontspanningsruimte, een docentruimte en 2 kleinere werk-/studieruimtes. In het grootste lokaal annex studieruimte zijn tijdschriften in te zien en wat boeken. De entree is beveiligd met een code. De ruimte voor administratie cq directiekantoor direct aangrenzend aan de entree op de begane grond. Het pand heeft een karakteristieke uitstraling. De locatie rand centrum Amsterdam/oud zuid past goed bij de inhoud van de opleiding. Veel culturele instellingen zijn op loop-/fietsafstand. Ook bevinden zich in dit deel van de stad (en het land) veel organisaties die zich richten op marketingcommunicatie, reclame, pr, communicatie en media. De bereikbaarheid per openbaar vervoer is uitstekend. Het computerlokaal is voorzien van Apple computers. In oktober 2007 is een zestal I-macs aangeschaft ter vervanging van oudere modellen. Programmatuur is up-to-date op basis van eisen die de vakken Graphic arts en fotografie. Er zijn voldoende computers voor de studenten. De studenten geven aan in de enquête dat zij redelijk tevreden zijn over de computervoorzieningen (63%). De docenten hebben vrijwel allemaal een werkkring buiten de school. Zij hebben geen vaste werkplek in de school, zij maken gebruik naar behoefte gebruik van de beschikbare ruimtes. De tevredenheid van de studenten met de voorzieningen wordt geëvalueerd in de studenten enquête. De studenten zijn niet ontevreden over de facilitaire voorzieningen in het pand, ze geven suggesties ter verbetering op het gebied van aankleding en ook catering. Desgevraagd noemen de studenten de faciliteiten voor mediatheek en bibliotheek als onderwerp ter verbetering. TNS is van start gegaan met het ontwikkelen van intranet. Het intranet heeft tot doel te komen tot een digitale leeromgeving waar studenten, docenten en organisatie kunnen komen tot uitwisseling van gegevens, alle informatievoorziening m.b.t. schoolactiviteiten, roosters, toetsen, resultaten, externe contacten, stages, inhoudelijke documentatie etcetera.. Een eigen school e-mail adres voor elke betrokkene is gewenst. Er wordt aan gewerkt om de opleiding bekend(er) te maken bij bijvoorbeeld de universiteitsbibliotheek. Studenten krijgen soms geen toegang. Op dit moment kan de student een schriftelijk bewijs krijgen waaruit blijkt dat hij aan een erkend instituut studeert. Een collegekaart is daartoe het meest geëigend. Ook zal gekeken worden of de kaart gekoppeld kan worden aan digitale leeromgeving. (inloggen)



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat de materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren. Knelpunten worden geïnventariseerd en voortvarend opgelost, zie bijvoorbeeld de plannen om de studenten toegang te laten krijgen tot de UB en de ontwikkeling van intranet. Op grond van deze bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële Voorzieningen’ als voldoende. In haar beoordeling heeft het visitatieteam de toekomstplannen van TNS meegenomen.

4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

•

•

•

De opleiding biedt studiebegeleiding, waarbij de aard en intensiteit afhankelijk is van de fase van de opleiding: van instructie naar zelfsturing, afgestemd op de behoefte van de student, rekening houdend met het latere werkveld waarin de student aan de slag zal/wil gaan. Studiebegeleiding wordt binnen de opleiding in verschillende vormen uitgevoerd. De belangrijkste zijn projectbegeleiding, zowel procesmatig als inhoudelijk, en stagebegeleiding. Daarnaast ligt een deel van de formele begeleiding in de administratieve organisatie. In juni 2007 is een medewerker als directiesecretaris aangesteld, om de administratieve taken op zich te nemen. Naast de formele en informele studiebegeleiding onderhoudt TNS ook een intensief contact met de ouders / verzorgers van de studenten. TNS onderscheidt zich door naast de formele vormen vooral intensief informeel te begeleiden. Elke docent kent elke student persoonlijk en is doorgaans goed op de hoogte van de persoonlijke situatie van de student. Docenten zijn veelal indien nodig ook buiten lesdagen/lestijden bereikbaar. De studenten herkennen dat, in de enquête en in gesprekken geven zij aan dat zij altijd terecht kunnen bij docenten en directie met vragen / opmerkingen (92%). In gesprekken met studenten kwam naar voren dat de studenten tevreden zijn over de informatievoorziening ten aanzien van roostering, tentamenresultaten, en dergelijke. Bovenal melden de studenten en de alumni dat de persoonlijke begeleiding bij TNS bijzonder is: veel aandacht en ondersteuning om ieders persoonlijke belangstelling verder te ontwikkelen. Dat bevordert het zelfvertrouwen van de studenten. De kleinschaligheid van de opleiding maakt een persoonlijke benadering van de studenten mogelijk. ‘Je bent hier geen nummer’, zeggen de studenten, ‘de docenten kennen je bij naam’. Ook alumni geven aan dat zij enkele jaren ná hun afstuderen nog herkend worden door de docenten. De persoonlijke contacten tussen docenten en studenten maken het eenvoudig om achterblijvende resultaten bespreekbaar te maken. De informatie voorziening over de opleiding naar de studenten is voldoende. De verwachting is dat de informatievoorziening nog makkelijker zal verlopen met het in gebruik nemen van intranet, bijstellen en uitreiken lesplannen en stagegidsen, OER, informatie op berichtenborden, contacten met ouders, stage-informatiebijeenkomsten.



•

Gezien het kleinschalige karakter van de opleiding werd de studieloopbaanbegeleiding voornamelijk informeel geregeld. TNS is gestart met het opstellen en invoeren van Persoonlijke Ontwikkelplannen door de studenten met ingang van 2007 – 2008.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Studenten krijgen bij de TNS veel persoonlijke aandacht. Dat is mogelijk vanwege het kleinschalige karakter van de opleiding. Naast de formele begeleiding in projecten en bij de stages is er ook veel informele begeleiding. Op grond van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studiebegeleiding en informatievoorziening’ als goed. Bij haar beoordeling heeft het visitatieteam de ver gevorderde plannen om de studieloopbaanbegeleiding verder te ontwikkelen door de Persoonlijke Ontwikkelplannen voor studenten meegenomen.

Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ Het visitatieteam waardeert de persoonlijke aandacht die studenten binnen de opleiding krijgen en het appèl dat tegelijk op de eigen verantwoordelijkheid wordt gedaan. De opleiding evalueert de effecten van de begeleiding en neemt maatregelen ter verbetering op basis hiervan. Een voorbeeld hiervan is de verbeterslag die gaande is met betrekking tot de communicatie met behulp van intranet en het stroomlijnen en verder ontwikkelen van de studieloopbaanbegeleiding. De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als voldoende respectievelijk goed beoordeeld, daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel, zonder enige aarzeling positief.



5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

• •

• •

Binnen de opleiding wordt formeel maar vooral ook informeel aan kwaliteit gewerkt. De basisveronderstelling is: kwaliteit wordt bepaald door de kwaliteit van het onderwijs en is weerspiegeld in de (beginnend) beroepsbeoefenaar/alumni. In 2007 is gestart met de introductie van een meer geformaliseerde en gedocumenteerde aanpak. In het najaar van 2007 heeft TNS een eerste formeel kwaliteitsbeleid geformuleerd om het kwaliteitsmanagement handen en voeten te geven. Centraal in het kwaliteitsmanagement van TNS staat de zogenaamde Deming cirkel: Plan – Do – Check – Act. Het kwaliteitsbeleidsdocument fungeert als planningsdocument. TNS hanteert als referentie de zes onderwerpen die overeenkomen met de onderwerpen in het NVAO kader. De geplande verbeteracties per facet staan in de Zelfevaluatie van TNS vermeld. Deze zes onderwerpen zijn uitgewerkt in het kwaliteitsbeleid, waarbij per facet is aangegeven welke evaluatie-instrumenten TNS inzet om de kwaliteit te meten en te beoordelen. Verzamelde onderzoeksgegevens worden verwerkt door de directiesecretaris en in overleg geanalyseerd waarna een voorstel gedaan wordt voor verbeteracties. Het voorstel wordt door de directie voor nadere besluitvorming bekeken en leidt tot door de directeur van het instituut of ander daartoe bevoegde organen van de TNS goedgekeurde verbeteracties. In het kwaliteitsbeleid staat de overlegstructuur aangegeven om de uitkomsten van de evaluaties te bespreken en verbeteracties te bedenken. In het kwaliteitsbeleid staan ook de streefdoelen geformuleerd van het kwaliteitsbeleid. In het kwaliteitsbeleid staan de verantwoordelijkheden voor de systematische en periodieke evaluatie van de accreditatieonderwerpen en –facetten beschreven. TNS heeft een eigen (opleidingspecifiek) meetrooster opgenomen in het kwaliteitsbeleid. Dit overzicht is een jaarplanning waarin staat aangegeven wanneer welke onderzoeken uit het Kwaliteitsmanagement document worden uitgevoerd.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Binnen de opleiding wordt formeel maar vooral ook informeel aan kwaliteit gewerkt. Het kwaliteitsbeleid is neergelegd in een notitie en TNS heeft de instrumenten voor het kwaliteitsmanagement aangescherpt. Gezien de kleine aantallen studenten is dit een verantwoorde keuze. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding de procedures en werkwijzen heeft aangescherpt en beoordeelt het aspect ‘Evaluatie resultaten’ als voldoende.



5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •

•

Verbetermanagement vormt geen incidentele activiteit, maar is onderdeel van een kwaliteitsmanagement systeem. De directeur van het instituut legt verbeterpunten vast en rapporteert hierover het bestuur. De laatste jaren zijn verbeteringen doorgevoerd op basis van de aandachtspunten uit de brief van de NVAO van mei 2006 en het vorige accreditatietraject. Verbeteracties zijn onder andere: o Het competentieprofiel is aangepast aan de huidige externe bijstellingen en door invoering van relevante elementen uit de domeincompetentie Commerce in overleg met de Raad van Advies. o De Raad van Advies is uitgebreid en intensiever betrokken o De criteria voor stages zijn aangescherpt o Er zijn stagegidsen en stagebrochures voor studenten en stagegevers ontwikkeld en bijgesteld o De administratie is geprofessionaliseerd en er is een medewerker aangesteld o Er is een start gemaakt met het invoeren van intranet o Er is geïnvesteerd in gebouw en nieuwe computers o Het vak crossmedia is toegevoegd en internet georiënteerde vakken zijn aangescherpt (webdesign) Naar aanleiding van de vorige visitatie heeft de NVAO in haar brief d.d. 1 mei 2006 expliciet aandacht gevraagd voor ‘het formaliseren van processen met het oog op de continuïteit van de opleiding en de organisatie’. De nieuwe directeur heeft adequaat gereageerd op dit verbeterpunt met het formaliseren en inregelen van het kwaliteitsbeleid. Gezien het enthousiasme van de docenten, het bestuur en de directie heeft het visitatieteam vertrouwen dat de verbeteracties daadkrachtig ter hand genomen worden.

Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat er zeker sprake is van verbeterbereidheid en resultaatsgerichtheid. Dit geldt vooral voor de verbeteringen die naar aanleiding van het kwaliteitsbeleid worden voorgesteld. Daarom beoordeelt zij het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ als voldoende.



5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

• •

•

TNS wil op systematische wijze de studenten, docenten, alumni en het werkveld betrekken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. De stakeholders krijgen gelegenheid hun stem te laten horen in de formele overleggen en in de informele contacten. De open kleinschalige cultuur met korte lijnen biedt veel gelegenheid voor de stakeholders om invloed te hebben op het beleid en de uitvoering van werkzaamheden. Naast de informele contacten heeft TNS werk gemaakt van het verder formaliseren van de contacten met de stakeholders om over kwaliteit te spreken. Studenten worden actief bij de kwaliteitszorg betrokken via diverse mondelinge en schriftelijke evaluaties, maar ook via de studentenraad. TNS beschouwt de betrokkenen bij de opleiding (de stakeholders) als belangrijke partijen om over de kwaliteit van de opleiding te oordelen. o Studenten. De jaarlijkse studentevaluatie is uitgebreid van éénmaal per jaar naar éénmaal per semester. Per semester wordt een enquête afgenomen, om zicht te krijgen op de tevredenheid van studenten over het programma van de betreffende periode als geheel, maar ook de diverse vakken, de studiebegeleiding, het studiemateriaal, de toetsing en de kwaliteit van de docenten. Naast de schriftelijke evaluaties wordt één maal per maand met de studentenraad gesproken over alle voorkomende onderwerpen. o Docenten en ondersteunend personeel. De docenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de onderwijsuitvoering. De docenten vergaderen minimaal 1 x per semester met de directeur en de directiesecretaris. In de vergadering staan onder andere de verbeteracties op de agenda. o Ouders / verzorgers. TNS besteedt aandacht aan de ouders / verzorgers onder meer door de ouders uit te nodigen voor de openingbijeenkomst van het studiejaar, te informeren over ontwikkelingen – algemeen en over studieresultaten (de studenten verklaren schriftelijk hiermee welniet/ akkoord te gaan) – persoonlijke gesprekken – vis à vis en telefonisch – en te vragen inhoudelijke bijdragen te leveren wanneer mogelijk (b.v. lezingen over het werkveld). o Alumni. TNS houdt een eigen evaluatie onder alumni waarin de hbo kerncompetenties in de vragen zijn verwerkt. Tevens neemt zij deel aan het landelijk alumni onderzoek dat door de Rijks Universiteit Nijmegen/Researchned in het voorjaar van 2008 start. o Er worden werkveldvertegenwoordigers als Raad van Advies ingezet om de vertaling naar de beroepspraktijk vorm te kunnen geven in het onderwijsprogramma. Tevens is TNS voornemens het werkveld te bevragen via stage- en afstudeerenquêtes en tijdens de bilaterale diepteinterviews. In de gesprekken met studenten en oud-studenten, maar ook met de docenten en de vertegenwoordigers uit het werkveld geven de respondenten aan dat er goed naar ze wordt geluisterd.



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding serieus werk maakt om aan alle stakeholders input te vragen met betrekking tot het eigen functioneren. TNS betrekt de belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijzen bij de interne kwaliteitszorg. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als voldoende.

Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ De kwaliteitszorg krijgt met het aantreden van de nieuwe directeur veel aandacht. De opleiding staat open voor verbetering, de stakeholders zijn daarbij richtinggevend. De terugkoppeling van de uitkomsten uit de metingen naar de besluitvormingsstructuur maakt het mogelijk snel te reageren. De facetten van het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’ zijn voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel als positief.



6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

•

• •

• •

• •

Het afstuderen vindt plaats ter afronding van de studie, in het vierde studiejaar. De student schrijft een scriptie, volgens de richtlijnen van de school. De criteria voor het afstuderen worden in het kader van het aanscherpen van het curriculum verder aangepast. De afstudeerscriptie krijgt meer gewicht (onderbouwing hiervan is gebaseerd op externe bronnen). De scriptie beslaat in de nieuwe indeling 20 creditpoints waarbij de scriptie een integraal onderdeel kan uitmaken van de opdracht van de tweede stage. De student verwerven hun stages vooral via eigen contacten en op eigen initiatief. Vanuit de eigen contacten met het werkveld beschikt TNS over een goed netwerk om de student desgewenst te ondersteunen bij het verkrijgen van een stageopdracht. De studenten geven aan in het algemeen makkelijk een stageopdracht te kunnen verwerven. De student heeft veel vrijheid bij het kiezen van een afstudeeronderwerp. De scriptie mag gekoppeld zijn aan de tweede stage, maar dat is geen vereiste. Ook is geen vereiste om een concreet vraagstuk in de praktijk op te lossen, de scriptie mag ook een theoretisch werkstuk zijn. De criteria voor de scriptiebehandeling staan vermeld in een korte handleiding. Het visitatieteam heeft opgemerkt dat de handleiding erg globaal is en de inhoudelijke beoordelingscriteria niet erg uitgewerkt zijn. De student wordt bij het schrijven van de scriptie begeleid door één van de docenten. De student bespreekt in het begin van het afstudeertraject het onderwerp met een docent. De begeleiding vindt plaats op initiatief van de student aan de hand van tussenproducten – formulering van de probleemstelling, conceptverslag, eindscriptie. Desgevraagd geven de studenten en alumni aan dat zij voldoende begeleid worden bij het schrijven van de scriptie. De scripties worden beoordeeld volgens het vier ogen principe. Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs een aantal afstudeerscripties en de beoordeling daarvan gedetailleerd bekeken. Het visitatieteam merkt op dat de scripties qua onderwerp en aanpak zeer verschillend zijn, dat weerspiegelt de breedte van het werkveld waarvoor wordt opgeleid. Het visitatieteam constateert dat het niveau van de scripties uiteenloopt en dat de beoordeling van de scripties daarmee gelijke tred houdt, de beoordeling weerspiegelt het niveau van de scriptie. De alumni geven aan in de beroepspraktijk de toegevoegde waarde van de opleiding te ervaren, zowel in termen van vakinhoud als in termen van beroepsvaardigheden. Desgevraagd vertellen de leden van de werkveldcommissie dat zij de stagiaires van the New School uitsteken boven stagiaires van andere opleidingen op het gebied van eigen initiatief nemen en praktische vaardigheden om vraagstukken in het werk aan te pakken. Docenten vertellen gelijkluidende feedback te krijgen bij stagebezoeken aan organisaties. Regelmatig krijgen de studenten het aanbod om bij hun stagebedrijf te blijven. De afgestudeerden van TNS vinden gemakkelijk een baan. TNS hecht er aan de studenten de mogelijkheid te bieden om hun studie in deeltijd af te maken, naast het werken in de beroepspraktijk. Een klein aantal studenten stroomt na het afronden van hun studie door naar het wetenschappelijk onderwijs.



Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen constateren dat de gerealiseerde eindkwalificaties, aantoonbaar via de afstudeerscripties, corresponderen met de beoogde kwalificaties, qua niveau (minmaal bachelor), en qua oriëntatie en domeinspecifieke eisen (aard van de opdrachten). Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Gerealiseerd niveau’ als voldoende.

6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •

•

•

De belangrijkste kengetallen voor de school hebben betrekking op: o Rendement d.w.z. percentages geslaagden na respectievelijk 4, 5 en 6 jaar. o Studieduur van studenten die slagen en de studenten die vroegtijdig uitvallen. o Uitvalpercentages van studiestakers Om het rendement van de opleiding te verhogen richt de opleiding zich op het wegnemen van belemmeringen van studievoortgang (zie facet 2.4) en intensieve begeleiding van studievoortgang (zie facet 4.2). De metingen van onderwijsrendement van de huidige lichtingen richten zich primair op de uitval tijdens en na jaar 1 en tijdens jaar 2. TNS wil nog meer aandacht besteden aan de uitval na jaar 2 en tijdens de stage. TNS ziet een risico in studievertraging in het niet per se vereist zijn dat studenten hun scriptie koppelen aan een opdracht tijdens de tweede stage. Ook ziet TNS dat een student, doordat hij/zij een baan vindt, niet meer tot afronding komt. In het najaar van 2007 is in het kader van de administratieve reorganisatie en beter structureren va/meer aandacht de stage- en afstudeerfase gestart met onderzoek naar de door- en uitstroomcijfers van jaar drie en jaar vier.

cohort

2002 2003 2004 2005 2006 2007

Instroom aantal 30 22 20 23 38 36

Gestopt in of na jaar 1

Gestopt in of na jaar 2

1 2

6 4 1 1

3 5 1

Bezig met stage

6 13

Bezig met scriptie 3 5 9

Diploma gehaald 14 11 2

Overig

6 2 6 33 35



•

•

•

TNS voert exitgesprekken aan de hand van een exit formulier. Op basis van een analyse van de resultaten heeft de directie verbetervoorstellen gedaan en geëffectueerd. Tevens is TNS voornemens om verder onderzoek te doen in 2008 om inzicht te krijgen in redenen van vertraging studieafronding of stoppen tijdens scriptieafronding. Op basis van de resultaten kan TNS een stringenter volgsysteem ontwikkelen voor studenten die op stage zijn of deze afgerond hebben en bezig met het afronden van hun scriptie. Er zijn nog geen streefcijfers vastgesteld voor het rendement van de opleiding. Het visitatieteam merkt op dat het om kleine aantallen gaat waardoor percentages of streefcijfers niet veel zeggen. Het docententeam kent alle studenten, de opleiding is in staat problemen in de doorstroom snel te signaleren en te ondervangen. TNS vergelijkt haar onderwijsrendement periodiek met andere instituten. Voor deze zelfevaluatie zijn relevante kengetallen ontleend aan de informatie op de site van de HBO-raad.

• Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat the New School kengetallen hanteert om meer zicht te krijgen op het onderwijsrendement. De opleiding heeft de huidige situatie geanalyseerd en maatregelen getroffen tot verbetering. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’.

Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Beoordeling van de gerealiseerde eindniveaus laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. Het onderwijsrendement is een punt van aandacht waar alert op wordt gereageerd. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.



Bijlage 1: Programma Donderdag 20 december 2007 10.00u – 10.30u. Kennismaking College van Bestuur en directie Start up; kennismaken, toelichting op visitatie, doornemen programma o drs K. Spijker, directeur o H.J. Moes, bestuurslid TNS o H. Kann, directiesecretaris 10.30u – 12.30u. Materiaalbestudering en overleg panel 12.30u – 13.00u. Lunch 13.00u – 14.00u. Directeur, opleidings- en kwaliteitsmanagement Domeinspecifieke eisen, master niveau, HBO-orientatie en programma van de opleiding o K. Spijker, directeur o H. Kann, directiesecretaris 14.00u – 15.00u. Werkveldcommissie/Stagegevers Domeinspecifieke eisen en HBO oriëntatie o Lars Meekel: alumnus, marketing manager bij Tommy Hilfiger o Herman Dummer: directeur/eigenaar marketing communicatie bureau Siliogogo, lid Raad van Advies o Niels Jens: directeur Team Stages, lid Raad van Advies 15.00u – 15.30u. Paneloverleg 15.30u – 16.00u. Terugkoppeling aan directie en opleidingsmanagement



Donderdag 17 januari 2008 09.00u – 10.00u. Studenten P fase Studielast, studiebegeleiding, kwaliteit opleiding, toetsen, informatie / communicatie. o Justin Jutte, Sjoerd vd Geijn, Cecile de Lussanet, Tina Lassally, Myrte Klaasman, Mitzy Mudde 10.00u – 11.00u Studenten hoofdfase Programma van de opleiding en studeerbaarheid, studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening en faciliteiten o Jaar 2: Daan Donders, Daniel Hobbelink, Sophie Valken o Stagiaires: Nathalie Brandt, Rosalie Lodewijks, Roos Tjon Pian Gi o Bezig met scriptie: Thalita van Ogtrop, Sabine Mutsaers, Atty Merkelbach 11.00u – 12.00u. Bezichtiging gebouw 12.00u – 12.30u. Paneloverleg, lunch 12.30u – 14.00u. Materiaalbestudering 14.00u – 15.30u. Docenten, scriptie- en stagebegeleiding Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactie, afstudeeropdrachten en rol praktijk in de opleiding o Alex de Jong: marketing/financiën, examencommissie, stage- en scriptiebegeleiding o Jerôme Inen: nederlands en journalistiek/professioneel schrijven. o Chris Sent: recht en examencommissie. o Joost Gramsbergen: cultuurgeschiedenis, actualiteiten en stage- en scriptiebegeleiding o Miriam Deckers: graphic arts, fotografie, web design, print media, projectbegeleiding o Reuben Wijnberg: organisatiepsychologie o Dré Kampfraath: beroepsethiek, auteur-/mediarecht, cross-media, strategieweek, scriptiebegeleiding o Carmen Monton: Spaans o Kees Spijker: Projectmanagement, projectbegeleiding, stage- en scriptiebegeleiding 15.30u – 16.30u. Alumni Aansluiting opleiding op beroepspraktijk o Jeroen de Kerff o Isabel Groot o Marieke Ariens o Sharon Looyen o Paulien Lenberger 16.30u – 17.30u. Paneloverleg 17.30u – 18.00u. Terugkoppeling aan directie en opleidingsmanagement



Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd Bijlagen bij het Zelfevaluatie Rapport • A. Domeincompetenties Communicatie • B. Domeincompetenties Commerce • C. TNS competentieprofiel • D. Examen en literatuurdocument Nima marketingcommunicatie B (geldig van januari 2008) • E. Raad van Advies: cv’s • F. Projectdocumenten en projectformulieren • G. Stagedocumenten (in de gids Afstudeerstage is de informatie over scripties opgenomen) • H.1 Onderwijs Examen Regeling • H.2 Huishoudelijk reglement Examen Commissie • I.1 Studentenraad evaluatie maart 2007 • I.2 Resultatenschema Keuzegids Hoger Onderwijs • J. Exitformulier • K. Overzicht EC’s • L. Personeelsbeleid • M.1 Arbeidsovereenkomsten • M.2 Inzet in uren • N. Kwaliteitsmanagementplan • O. Overzicht scriptiebegeleiders • P. Absentieprocedure • Q. Docenten cv’s • R. Semesterroostering • S. Tentamenrooster • T. Informatiegids (= concept: dit is een studentenproject ‘in progress’) • U. Jaarverslag (= concept: dit is een studentenproject ‘in progress’) • V. Literatuurlijst • W. Instroom-, doorstroom-, en uitstroomgegevens Documenten ter plaatse bestudeerd • Diverse scripties + beoordelingen; • Diverse stageverslagen • Lesplannen, modulebeschrijvingen, toetsten + beoordelingen • Verslagen vergaderingen



Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Binnen de opleiding marketing communicatie van The New School for Information Services zijn de elementen en competenties uit deze beleidscyclus impliciet en expliciet in het curriculum opgenomen. De opleiding heeft in 2003 een nieuw profiel opgesteld met totaal 9 competenties, die zijn geordend naar de beleidscyclus:

II.

Domeincompetenties communicatie (vet gedrukt) aangevuld met elementen Commerce

1. 1.1

Doen van onderzoek naar onderwerpen en/of communicatieprocessen. [Onderzoeken] Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven (marketing communicatie) context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau en met grafische voorstellingen

1.2 1.3 1.4 1.5

2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

3.

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

Analyseren van informatiebehoeften en communicatieprocessen in hun onderlinge samenhang en in de context van de (internationale) omgeving. [Analyseren] (Helpen) opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere marketing communicatiecontexten. Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van marketing communicatie Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven (marketing) communicatie context. Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken. Onderscheiden en beschrijven van consumentengroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze consumentengroepen.

Formuleren van of adviseren over de vorm en functies van een product/dienst/project rekening houdend met (internationale) regels en conventies; doen hiervan in het Nederlands en/of in een of meer vreemde talen. [Formuleren en Adviseren] Ondersteunen van marketingcommunicatiebeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes (Samen met anderen helpen) beoordelen van strategische marketing communicatie opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Ondersteunen bij het opstellen, uitvoeren en bijstellen van marketing communicatieplannen vanuit het marketingbeleid Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot- analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. Maken van een (advies)rapport, inclusief grafische voorstellingen,



4.

4.1 4.2

4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10

5.

5.1 5.2 5.3 5.4

5.5

6.

6.1 6.2

Ontwikkelen van een doelgroepgericht communicatie- en informatieproces of –product op basis van een strategisch beleidskader en/of andere gestelde kaders voor kwaliteit, doorlooptijd en budget, evenals rekening houden met van toepassing zijnde (internationale) regels en conventies. [Ontwikkelen] Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. (Samen met anderen helpen) ontwikkelen van marketingcommunicatiebeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes (Samen met anderen helpen) opstellen, uitvoeren en bijstellen van marketing communicatieplannen vanuit het marketingbeleid Runnen, samen met anderen, van een project of kleine onderneming. (helpen) genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. (helpen) ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. SMART formuleren van(enkele marketing)doelstellingen voor de korte of middellange termijn. Opstellen van marketingcommunicatiedoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn. Ontwerpen van een eenvoudig marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een communicatieplan op basis van een gegeven marketing- en marketing communicatiebeleid.

Presenteren of op andere wijze onderwerpen aan een kritische toets door anderen van een communicatie/informatie product en/of communicatie/informatie processen. [Realiseren] Verkopen, en/of adviseren over, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. Presenteren van onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere marketing communicatiecontexten. Presenteren van de analyse en conclusies van een plan voor (marketing)communicatie op overtuigende wijze aan management en andere doel- groepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering. Presenteren van projectplan, projectvoortgangdocumenten en projectresultaten

Evalueren van communicatie/informatie producten en/of communicatie/informatie processen en voorstellen doen voor verbetering.[Evalueren] Opmerking: Evaluatie is ondergebracht bij de procescriteria van alle competenties Evalueren van het uitgevoerde marketing communicatie onderzoek. Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording.



7.

7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

Communiceren in het Nederlands en/of een of meer vreemde talen en toepassen van deze talen in een interculturele context in het kader van de andere domeincompetenties. Voeren van een gesprek, ook telefonisch, voor het ontwikkelen van relaties. Aanknopen van zakelijke relaties. Voeren van effectieve gesprekken en onderhandelingen, ook in vreemde talen. Ontwerpen, opzetten en onderhouden van een eigen relatienetwerk. Voeren van effectieve schriftelijke communicatie ook in vreemde talen.

Competentie 7 uit het profiel Commerce geldt in haar geheel. De niveaus zijn afhankelijk van de eisen die hangen aan externe diploma’s die in de opleiding behaald kunnen worden en de Europese niveaus A1 t/m C1 die binnen de opleiding gehanteerd zijn. Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. (bij deze competentie is een toelichting toegevoegd en hoort een bijlage zie hierna) • Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage) • Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; • Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; • Beheersen van een tweede moderne vreemde taal op taalniveau 1, 2 of 3 (zie bijlage) • Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; • Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; 8. 8.1

8.2

Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (zie aanvulling uitgewerkt in 8.1.A1 t/m 16) (het sociale deel van de competentie); communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.

Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Als beginnend beroepsbeoefenaar zal de afgestudeerde aan de TNS komen tot niveau project/afdeling Deze competentie kan gekoppeld worden aan alle communicatiecompetenties.



Bijlage 4: Visitatieteam J. Paul D. Riegen RM (projectleider) Paul Riegen heeft marketing en strategisch beleid als achtergrond. Na lange tijd werkzaam te zijn geweest bij de SRM op het gebied van marketingopleidingen, heeft hij de overstap gemaakt naar de Baak, managementcentrum VNO-NCW, uiteindelijk in de functie als directeur in-company opleidingen. In deze periode is hij vooral betrokken geweest bij organisatie ontwikkel trajecten, management development en persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast heeft hij veel gefaciliteerd en gedoceerd in Baak trajecten, ook in internationaal verband (Oost-Europa). Vanaf 2003 is hij zelfstandig gevestigd, nog steeds geassocieerd met de Baak, met als aandachtsgebieden strategische advisering, verandering van organisaties en docentschap op hbo en mba niveau. Vanaf 2000 is hij betrokken bij visitatietrajecten in het hbo. Eerst via de HBO Raad en nu als panellid en teamleider bij Certiked. Tevens is hij verbonden aan het NIMA: als senior adviseur examens, bij assessments voor te benoemen register marketeers en hij organiseert workshops voor examinatoren en assessoren. Paul R.J. van der Meer (extern deskundige) Paul van der Meer studeerde architectuur in Amsterdam. Hij heeft meer dan 35 jaar hands-on ervaring in als vormgever, conceptbepaler en directeur van diverse bedrijven. In 2000 verkocht hij zijn bureau en sindsdien werkt hij als consultant onder de naam P2P Communications. Van meet af aan heeft Paul van der Meer zich toegelegd op conceptbepaling en vormgeving voor projecten in 3D communicatie. Vandaag de dag wordt dit vaak uitgedrukt in de term: Belevingscommunicatie. Hij heeft altijd een gelijke aandacht gehad voor enerzijds beurzen als commerciële exponent van belevingscommunicatie en aan de andere kant voor informatie tentoonstellingen, museale inrichtingen, maar ook voor toneel- en TV decor vormgeving. Gedurende zijn hele loopbaan was hij (gast)docent zowel op het gebied van 3Dvormgeving op academies als op het terrein van beursmarketing op HBO’s. Meerdere jaren vakdocent voor beurzen bij het NIVE. Paul van der Meer heeft diverse onderscheidingen ontvangen: in 1990 de “Coq de Grande Honneur” van het Genootschap voor Reclame, in 1994 de “Ton Schot Prijs” en in 2005 de nieuwe onderscheiding in de Orde van Ton Schot voor belevingscommunicatie. Hij vervulde diverse bestuursfuncties in het werkveld, waaronder vice president en later president van IFES ( International Federation Exhibition Services) Paul van der Meer is vaste columnist van het vakblad “De Exposant”. Drs. Carolien J. de Monchy (secretaris) Carolien de Monchy studeerde arbeids- en organisatiepsychologie (UvA, 1981). Na haar studie werkte zij tien jaar bij verschillende verzekeraars: als beleidsadviseur en later als lijnmanager. Begin 1991 maakte zij de overstap naar extern advies, in een netwerk van geestverwante organisatieadviseurs. Zij legt zich vooral toe op ontwikkeltrajecten voor professionals om de kwaliteit van hun werk te verbeteren. Sinds 1992 is zij als gastdocent verbonden aan de Haagse Hogeschool deeltijdonderwijs, sinds 1997 aan de Erasmus Universiteit. Zij doceert verschillende vakken op het gebied van management & organisatie. Carolien de Monchy is vanaf 2006 betrokken bij Certiked als secretaris. Hicham M. Shatou, (studentlid) De heer Shatou heeft onlangs zijn bachelordiploma Civiele Techniek behaald en is sindsdien bezig met het afronden van zijn master bij de sectie Transport en Techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij is ervaren rondom communicatie en informatie verstrekking dankzij zijn bijbaan als student assistent bij het Yes!Delft (TU-Delft incubator) en bij de M.I.T professor Ken Morse. Hij levert als student een bijdrage door vanuit het oogpunt van de studenten aan te geven op welke wijze de studie overkomt op hen en in hoeverre de studielast adequaat is voor het beoogde niveau van de opleiding.



Bijlage 5: Deskundigheid

J.P.D. Riegen RM, Projectleider

P.R.J. van der Meer, Deskundige

Werkvelddeskundigheid

X

X

Vakdeskundigheid

X

X

Panelleden

Internationale deskundigheid

drs C.J. de Monchy, Secretaris

H.M. Shatou, Studentlid

X

ervaringsdeskundige onderwijs ontvangen

X

X

X

Onderwijsdeskundigheid

X

Visitatie-of auditdeskundigheid, inclusief kwaliteitszorg- deskundigheid

X

X



Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen


ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Marketingcommunicatie The New School for Information Services. Croho-registratienummer: 34510

Recommend Documents