ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Algemene Economie, Duits, Engels, Geschiedenis, Nederlands, Wiskunde Hogeschool Driestar Educatief Croho-registratienummer: 35202 (Algemene Economie), 35193 (Duits), 35195 (Engels), 35197 (Geschiedenis), 35198 (Nederlands), 35221 (Wiskunde) aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 4 september 2008 en 18 september 2008
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................5 Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding ..........................................................................5 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................30 Bijlage 2: Documenten............................................................................................................................33 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader............................................................................................34 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................34 Bijlage 5: Deskundigheid ........................................................................................................................43 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................46 De verantwoordelijke teamleider: Mw. dr. M.S. Leloux namens deze, M. Lathouwers Certiked-vbi oktober 2008
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Identificatie Hogeschool Driestar Educatief Burgemeester Jamessingel, 2803 PD Gouda Postbus 368, 2800 AJ Gouda Telefoon: 0182 540 333 Website: www.driestar-educatief.nl/hogeschool E-mail
[email protected] Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: drs. L.N. Rottier, voorzitter college van bestuur Kwaliteitsfunctionaris: dr. N.A. Broer, manager kwaliteitszorg
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Hogeschool Driestar Educatief • HBO Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Algemene Economie, Duits, Engels, Geschiedenis, Nederlands, Wiskunde • Deeltijd en duaal • Gouda Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat wordt afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: mw. dr. M.S. Leloux Extern deskundigen: prof.dr. A.Th. van Deursen (geschiedenis), drs. C.E. van Eunen (Duits), mw drs. J. Hagen-Kraan (Engels), drs. C. Horsman (Nederlands), prof.dr. F.A. van der Duyn Schouten (wiskunde en economie), dr. C. Vreugdenhil (pedagogisch-didactisch programma) Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren RC Studentlid: mw. M. Gouzzaf
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam op 7 juli 2008. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad op 29 augustus 2008. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 4 september 2008 en op 18 september 2008 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 3 oktober 2008 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 15 oktober 2008 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de opleiding. Deze bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 2 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Managementsamenvatting Op 4 september 2008 en 18 september 2008 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Algemene Economie, Duits, Engels, Geschiedenis, Nederlands, Wiskunde van Hogeschool Driestar Educatief. De doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van deze opleidingen, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De Hogeschool Driestar Educatief is een monodisciplinaire hogeschool in de zin dat de hogeschool alleen lerarenopleidingen aanbiedt. De hogeschool bestaat al sedert 1944. In 2004 is de hogeschool, toen nog geheten Christelijke Hogeschool De Driestar, gefuseerd met de schoolbegeleidingsdienst Gereformeerd Schoolonderwijs (BGS). Sedertdien heet de hogeschool Driestar Educatief. De hogeschool is een christelijke hogeschool op gereformeerde grondslag die zich op het reformatorisch en protestants-christelijk onderwijs richt. De grondslag is belangrijk voor de hogeschool en is een leidend beginsel in de door haar aangeboden opleidingen. Dat wordt ook weerspiegeld in de samenstelling van de studentenpopulatie. Het merendeel van de studenten is van reformatorische of protestants-christelijke huize. De hogeschool heeft deze grondslag vertaald in een beroepsbeeld van de christelijke leraar en dit beroepsbeeld neergelegd in een publicatie, geheten Essenties van christelijk leraarschap. Aan deze publicatie is meer dan twee jaar gewerkt. De Essenties zijn sinds het verschijnen van de publicatie richtinggevend voor het aangeboden onderwijs. Naast de christelijke grondslag zijn onderscheidende kenmerken van de hogeschool de aandacht voor het welbevinden van de studenten en het persoonlijk contact tussen studenten en docenten, een programma met samenhang en diepgang naast een duidelijke relatie met de beroepspraktijk en het aanbieden van keuzemogelijkheden waardoor de talenten van studenten tot hun recht kunnen komen. De hogeschool Driestar Educatief is een kleinschalige hogeschool. Het aantal studenten bedraagt ruim 1.400. Van deze volgen iets meer dan 1.000 studenten de Lerarenopleiding Basisonderwijs (pabo) en een kleine 400 de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs (LVO). Van de pabo-studenten volgen een kleine 900 de voltijdopleiding, 140 de deeltijdopleiding en een gering aantal de duale opleiding. Van de LVO-studenten volgen ongeveer 330 de deeltijdopleiding en ongeveer 60 de duale variant. De LVO kent geen voltijdvariant. De hogeschool heeft zich na de visitatie van 2002 ingezet om de toen aangeduide verbeterpunten ook daadwerkelijk te realiseren. Voor de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs omvatten deze verbeterpunten de algehele vernieuwing van het beroepsdeel en het ontwerpen van nieuwe modulen als gevolg daarvan, de vernieuwing van de vakken en het duidelijker maken van de relatie tussen de vakken en de SBL-competenties en het verbeteren van de samenhang tussen deze beide delen. De aanpassingen van de LVO zijn uitgevoerd tussen 2004 en 2008 en zijn recentelijk voltooid. De Lerarenopleiding Basisonderwijs en de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs van Hogeschool Driestar Educatief hebben een gezamenlijk zelfevaluatierapport geschreven. Deze was instructief en uitgebreid en bood het visitatieteam een goede basis voor de visitatie. Het visitatieteam is in de gelegenheid geweest om te spreken met alle geledingen die bij de opleiding betrokken zijn. De gesprekken zijn in een goede sfeer verlopen. De gesprekken boden meer dan voldoende informatie voor het visitatieteam.
Pagina 3 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
De Lerarenopleiding Basisonderwijs (CROHO 34808) en de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs (CROHO 35193, 35195, 35197, 35198, 35202 en 35221) hebben een aantal delen gemeenschappelijk. Op de betreffende punten zijn de bevindingen en het oordeel van het visitatieteam gelijkluidend voor beide opleidingen. Dat is in de visitatierapporten van beide opleidingen terug te lezen. Alhoewel de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs aparte CROHO-nummers hebben en daarom op zichzelf staande opleidingen zijn, kennen ze alle hetzelfde domeinspecifieke kader, zijn ze binnen Hogeschool Driestar Educatief gezamenlijk opgenomen in één programmastructuur en gebruiken ze alle dezelfde opleidingsinfrastructuur, waaronder dezelfde aanpak voor de kwaliteitszorg. Omdat veel onderdelen gemeenschappelijk zijn, is voor deze opleidingen één rapport geschreven. Daar waar de opleidingen specifieke kenmerken hebben of in de bevindingen of het oordeel van het visitatieteam afwijken van de andere is dat in dit rapport aangegeven. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs ten aanzien van alle facetten en onderwerpen van het NVAO-accreditatiekader tenminste een voldoende heeft behaald. De opleiding is naar het oordeel van het visitatieteam daar op een aantal facetten bovenuit gegaan en heeft zelfs één facet waarop het visitatieteam de waardering excellent heeft toegekend. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Algemene Economie, Duits, Engels, Nederlands, Geschiedenis en Wiskunde van de Hogeschool Driestar Educatief aan de eisen van het accreditatiekader van de NVAO beantwoorden.
Pagina 4 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Deeltijd en duaal Positief goed voldoende goed Positief voldoende goed goed voldoende goed voldoende goed goed Positief excellent voldoende goed Positief voldoende goed Positief goed goed goed
Positief goed goed
Pagina 5 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
• •
De Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Algemene Economie, Duits, Engels, Nederlands, Geschiedenis en Wiskunde (hierna te noemen opleidingen of LVO) hebben het beroepsbeeld van de christelijk leraar neergelegd in de publicatie van de Hogeschool Driestar Educatief, geheten Essenties van christelijk leraarschap. Dit beroepsbeeld kent een algemeen deel en is daarna uitgewerkt voor leraren basisonderwijs, leraren vmbo en leraren havo/vwo. Het beroepsbeeld van de christelijke leraar is tot stand gekomen door talrijke gesprekken met studenten en met leraren en directieleden van scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De totstandkoming van het beroepsbeeld heeft ruim twee jaar in beslag genomen. De kwalificaties die uit het beroepsbeeld voortvloeien, zijn uitgekristalliseerd in zeven thema’s, te weten relatie, gezag, leeromgeving, organisatie, ontwikkeling, uniciteit en verantwoordelijkheid. Deze thema’s weerspiegelen de onderwerpen die naar de opvatting van de opleidingen wezenlijk zijn om een goede leraar voortgezet onderwijs te kunnen zijn. De thema’s maken duidelijk om welke aspecten het bij het leraarschap in het voortgezet onderwijs werkelijk draait. De opleidingen hebben aan de hand van deze thema’s de eindkwalificaties waaraan de studenten van de opleiding moeten voldoen, onder woorden gebracht. De opleidingen hebben de zeven thema’s in verband gebracht met de zeven SBL-competenties die zijn opgesteld voor het beroep van leraar voortgezet onderwijs en bve en die landelijk geaccepteerd zijn als zijnde maatgevend voor de leraar voortgezet onderwijs. Uit deze vergelijking is naar voren gekomen dat de eigen eindkwalificaties van de opleidingen en de daarmee verband houdende thema’s in overeenstemming zijn met de SBL-competenties. Dat wil zeggen dat de eigen eindkwalificaties de SBL-competenties tenminste omvatten. Voor het te realiseren eindniveau van de vakinhoudelijke kennis hebben de opleidingen gebruik gemaakt van de vakspecifieke bekwaamheden die zijn benoemd in het document Startbekwaamheden van het Ministerie van Onderwijs uit 1999. Dit is het laatste document dat dienaangaande officieel is gepubliceerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van de eindtermen van het Procesmanagement lerarenopleiding van 1997. Ook hebben de opleidingen een relatie gelegd met de kwalificaties die in de Kennisbasis zijn vastgelegd. De Kennisbasis is echter nog niet helemaal voltooid en vastgesteld, als gevolg waarvan dat nog niet voor alle vakspecifieke eindkwalificaties mogelijk is. De eindkwalificaties van de taalopleidingen (Duits en Engels) sluiten expliciet aan op de vereisten van het Europese referentiekader voor vreemde talen De eindkwalificaties en de zeven thema’s van de opleiding sluiten de SBL-competenties in en brengen tegelijkertijd daarin een specifiek reliëf aan. De opleidingen kleuren als het ware de SBLcompetenties in aan de hand van de thema’s en geven zo een specifieke interpretatie van de SBLcompetenties die deze competenties niet veranderen maar op een bepaalde wijze met de eigen opvattingen van de opleidingen in verbinding brengen en daardoor een zekere verdieping in de SBLcompetenties aanbrengen.
Pagina 6 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat het beroepsbeeld van de christelijke leraar dat de opleiding hanteert, op een verantwoorde en zeer zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en de opvattingen van de beroepspraktijk meer dan voldoende reflecteert. De thema’s die in het beroepsbeeld zijn opgenomen, zijn een goede basis voor de eindkwalificaties van de opleidingen. Naar de mening van het visitatieteam omvatten de eindkwalificaties de SBL-competenties voor de leraar voortgezet onderwijs en gaan ze daarin verder. De opleiding heeft door middel van de eigen eindkwalificaties een eigen reliëf aan de SBLcompetenties gegeven als gevolg waarvan deze een verdieping hebben ondergaan. Om die reden vindt het visitatieteam dat de eindkwalificaties van de opleiding het oordeel goed verdienen.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor of een master. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
De eindkwalificaties van de opleidingen voldoen aan de SBL-competenties voor de leraar voortgezet onderwijs en bve. De opleidingen hebben een matrix opgesteld aan de hand waarvan duidelijk wordt dat de SBLcompetenties voldoen aan de Dublin descriptoren, zijnde de beschrijving van de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De betreffende matrix is mede gebaseerd op een onderzoek binnen de HBO Raad door de Stuurgroep Beleidsagenda Lerarenopleidingen, in het kader van de door het ministerie van Onderwijs opgestelde Beleidsagenda Lerarenopleiding 2005 - 2008. In dat onderzoek is de relatie tussen de SBL-competenties voor de leraar voortgezet onderwijs en de Dublin descriptoren gelegd. In de matrix komt naar voren dat alle Dublin descriptoren terugkomen in de SBL-competenties en dat doen met een voldoende spreiding. Desgevraagd herkennen de studenten de Dublin descriptoren minder in de programmaonderdelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kennis genomen van de relatie tussen de Dublin descriptoren en de SBLcompetenties en heeft vastgesteld dat de SBL-competenties aan de Dublin descriptoren beantwoorden. Als gevolg daarvan heeft het visitatieteam vastgesteld dat de eindkwalificaties van de opleidingen in voldoende mate aansluiten bij de Dublin descriptoren en aldus voldoen aan het niveau van de HBObachelor. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
Pagina 7 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor en een master in HBO en WO: HBO: De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Een HBO-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een HBO-opleiding vereist of dienstig is. WO: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multien interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
•
Het beroepsbeeld op basis waarvan de opleiding de eindkwalificaties heeft vastgesteld, is het resultaat van een uitgebreide en zorgvuldige rondgang langs talrijke vertegenwoordigers van de beroepspraktijk. Bij het tot stand komen van het beroepsbeeld is het beroepenveld intensief betrokken geweest. Op deze wijze zijn de eindkwalificaties van de opleidingen voor een belangrijk deel gegrondvest op het oordeel van het beroepenveld over de eisen die aan het beroep van leraar in het voortgezet onderwijs gesteld moeten worden. De door de opleidingen gehanteerde SBL-competenties zijn van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) afkomstig en zijn aldus voortgekomen uit en afgestemd met de beroepspraktijk zelf Om nadere invulling aan het te bereiken eindniveau te geven hebben de opleidingen naast de SBLcompetenties ook gebruik gemaakt van het gestelde in het ministeriële document Startbekwaamheden en van de eindtermen die zijn geformuleerd door het Procesmanagement Lerarenopleidingen. Deze beide formuleringen van eindkwalificaties doen recht aan de eisen die gesteld worden aan de leraar voortgezet onderwijs als beginnend beroepsbeoefenaar. Aldus hebben de opleidingen deze eisen in hun eindkwalificaties verwerkt. Tijdens de visitatie konden alle geïnterviewde stakeholders de voor de opleiding ontwikkelde eindkwalificaties toelichten.
Pagina 8 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het beroepsbeeld waar de eindkwalificaties van de opleiding aan ontleend zijn, stevig verankerd is in het afnemende beroepenveld. Het proces van het totstandkomen van het beroepsbeeld getuigt daarvan. Ook hebben de opleidingen de eindkwalificaties nadrukkelijk afgestemd met de SBL-competenties en andere, hiervoor genoemde kaders, die een goede afspiegeling zijn van wat in de beroepspraktijk van de beginnende leraar voortgezet onderwijs verwacht wordt. Omdat de eindkwalificaties zo dicht liggen tegen de eisen van het beroepenveld en zo sterk door de eisen van het beroep zijn gevormd, beoordeelt het visitatieteam dit facet als zijnde goed.
Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties van de opleidingen beantwoorden aan de SBLcompetenties die wettelijk verankerd zijn als de eisen aan de leraar basisonderwijs. De opleidingen zijn daarin nog verder gegaan door de eigen inkleuring aan de SBL-competenties te geven en daardoor een verdieping daarin aan te brengen. De eindkwalificaties van de opleidingen komen overeen met de algemene, internationaal aanvaarde beschrijvingen van het hbo-bachelor niveau, zoals verwoord in de Dublin descriptoren. De eindkwalificaties van de opleidingen zijn in intensief overleg met het beroepenveld tot stand gekomen en zijn daardoor sterk gevormd. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Doelstellingen opleiding als positief.
Pagina 9 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO/WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WOopleiding: HBO: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. WO: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
De opleidingen hebben een beroepenveldcommissie, genoemd resonansgroep ingesteld. De resonansgroep is zowel voor de Lerarenopleiding Basisonderwijs als voor de LVO bedoeld. De leden van de resonansgroep zijn directeuren van scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Leden van de resonansgroep hebben een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van het beroepsbeeld. Sedertdien functioneert de resonansgroep om de opleiding gevraagd en ongevraagd van advies te dienen. De resonansgroep komt tweemaal per jaar bijeen. De opleidingen hebben in het eerste jaar een stage van acht dagen, in het tweede en het derde jaar elk een stage van tien dagen en in het vierde en laatste jaar een lio-stage (leraar-in-opleiding) van 21 weken, waarin de studenten 10 tot 14 lessen per week geven. De eerste stages zijn 4 EC groot en de lio-stage telt 16 EC. In deze stages komen de studenten als vanzelf in aanraking met de beroepspraktijk. De modules van het pedagogisch-didactische gedeelte van de opleidingen beginnen steeds met een kenmerkende situatie. Deze kenmerkende situaties weerspiegelen één of meer van de thema’s die de opleidingen gebruiken als eindkwalificaties. Deze situaties zijn ontleend aan de beroepspraktijk en brengen zo de studenten daarmee in aanraking. De opleidingen maken gebruik van vakliteratuur en eigen studiemateriaal in de vorm van moduleboeken. Bij deze literatuur is ook Engelstalige literatuur. Zowel de vakliteratuur als de moduleboeken worden regelmatig aangepast om de actualiteit daarvan te waarborgen. De opleidingen vragen van de studenten het uitvoeren van toegepast onderzoek. Dat onderzoek vindt met name plaats tijdens de minor, aan het einde van de opleidingen. De studenten worden daarin geacht een vraagstuk uit de beroepspraktijk te analyseren en te onderzoeken.
Pagina 10 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
De hogeschool heeft een beleidsplan internationalisering opgesteld dat ook voor de opleiding geldt. Daarin staat dat de opleiding talrijke internationale contacten onderhoudt. Het streven is dat minstens 10 % van de docenten per jaar een internationale ervaring aan te bieden. Studenten gaan minstens eenmaal in hun opleiding naar het buitenland om op die wijze internationale ervaring op te doen. De opleiding Engels organiseert tweemaal in de opleiding een studiereis naar Engeland. De opleiding Economie heeft een reis gepland naar de Europese Centrale Bank in Frankfurt. De opleiding Duits heeft contacten met hogescholen in Duitsland.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat de resonansgroep een passende weerspiegeling van de beroepspraktijk is. Het visitatieteam was onder de indruk van de betrokkenheid van de resonansgroep bij de opleiding en ziet daarin een stevige verankering van de opleiding in de beroepspraktijk. De stages van de studenten leveren een belangrijke bijdrage aan de beroepsgerichtheid van de opleiding. De stages zijn goed georganiseerd, zodat de studenten hun tijd ook nuttig kunnen besteden. Het visitatieteam heeft de vakliteratuur en het studiemateriaal van elk van de opleidingen bestudeerd op de punten inhoud, niveau en actualiteit. Voor de opleiding Engels is het studiemateriaal goed en de vakliteratuur voldoende. De literatuur en het materiaal van Duits zijn wat gedateerd maar wel heel degelijk en daarom ruim voldoende. Voor Nederlands zijn zowel de literatuur als het studiemateriaal niet bijzonder actueel maar wel voldoende. De literatuur en het materiaal van Geschiedenis zijn actueel en goed. Voor zowel Wiskunde als Economie zijn de literatuur en het studiemateriaal voldoende, ook al zou Economie meer Engelstalige literatuur kunnen gebruiken. In het pedagogisch-didactische programma is het materiaal en de literatuur degelijk, geworteld in de klassieke kennis met nieuwe ontwikkelingen eromheen en daarom voldoende. In de ogen van het visitatieteam zou voor de studenten van de opleidingen Duits en Engels met het oog op taalvaardigheid en –beheersing een langer verblijf in het buitenland wenselijk zijn. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
Pagina 11 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
De opleidingen kennen twee varianten of leerroutes, te weten deeltijd en duaal. Duale studenten zijn schoolverlaters HAVO, VWO en MBO-4 die hun opleiding deels op een school voor voortgezet onderwijs volgen. Deeltijdstudenten zijn oudere studenten die een baan hebben in of buiten het onderwijs. Bij de deeltijd komen de studenten op twee avonden per week om het programma te volgen. Op de ene avond volgen ze het vakinhoudelijke gedeelte van de opleiding en op de andere avond het pedagogisch-didactische gedeelte. De duale studenten volgen één avond, te weten het vakinhoudelijke gedeelte op de hogeschool. Het andere gedeelte, het pedagogisch-didactische deel volgen zij op de opleidingsschool, te weten de school voor voortgezet onderwijs waar zij ook hun stage volgen. De inhoud en de structuur van dit programma is op de opleidingsschool hetzelfde als op de hogeschool. Daarnaast hebben zowel de deeltijdstudenten als duale studenten in het kader van hun pedagogisch-didactische opleiding intervisiebijeenkomsten op de hogeschool. Beide groepen studenten besteden de overige tijd thuis om hun huiswerk te maken en opdrachten uit te voeren. De opleidingen hebben zowel voor de vakinhoudelijke programma’s als voor het pedagogischdidactische programma raamwerkcurricula opgesteld. In deze raamwerkcurricula hebben de opleidingen de relatie zichtbaar gemaakt tussen achtereenvolgens de doelen van modulen van het programma, de SBL-competenties, de Dublin descriptoren, de toepasselijke delen uit de Startbekwaamheden en de betreffende eindtermen (beide alleen voor de vakinhoudelijke programma’s), de relevante delen van de Kennisbasis en de Dublin descriptoren. Zo ontstaat een compleet beeld van de dekking en de spreiding van de eindkwalificaties van het programma over de modulen. De opleidingen hebben de eindkwalificaties ook inzichtelijk gemaakt in de stage/portfoliogidsen. Deze gidsen zijn bedoeld voor de studenten om hun vorderingen met name in het pedagogischdidactische bereik bij te houden. Door het aangeven van de eindkwalificaties weten de studenten op welke van de SBL-competenties hun leeractiviteiten betrekking hebben en aan welke zij met name nog zouden moeten werken. In de moduleboeken zijn de SBL-competenties ook aangegeven zodat voor de studenten duidelijk is op welke van de competenties de leerstof in de modulen betrekking heeft. Aldus vindt de doorvertaling van de SBL-competenties tot op het niveau van de modulen en de leerstof binnen de modulen plaats. De opleidingen gebruiken daarbij ook de indicatoren die bij de SBL-competenties horen en die het gewenste toenemende niveau van beheersing van de competenties door de jaren heen aangeven. Met name in het afstudeeronderzoek van de minor brengen de opleidingen elementen van onderzoek in het programma aan. De hogeschool heeft een lector die mede zorgdraagt voor de borging van het onderzoeksmatige karakter van deze afstudeeropdrachten.
Pagina 12 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de programma’s van de deeltijdopleiding en de duale opleiding qua inhoud en niveau niet van elkaar verschillen. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen op een bijzonder heldere manier de relatie tussen de eindkwalificaties en het programma hebben gelegd en op een voortreffelijke wijze in de raamwerkcurricula van de opleidingen zijn verwerkt. Het visitatieteam heeft ook vastgesteld dat de eindkwalificaties alle op een evenwichtige wijze in het programma terecht zijn gekomen. Het visitatieteam heeft zich ervan vergewist dat de eindkwalificaties ook terugkomen in de modulebeschrijvingen. Aldus zijn de eindkwalificaties op meerdere punten in het onderwijsprogramma zichtbaar en zijn ze leidend voor het structureren van het onderwijs en voor het meten van de vorderingen van de studenten. Het visitatieteam heeft daarnaast vastgesteld dat het programma zowel vakinhoudelijk als pedagogisch-didactisch van een goed niveau is, dat met name ook tot uitdrukking komt in de diepgang van het programma. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam de relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma als goed.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
De opleidingen zijn opgebouwd uit enerzijds het vakinhoudelijke programma en anderzijds het pedagogisch-didactische programma. Het vakinhoudelijke programma is uiteraard voor elk van de opleidingen verschillend. Het pedagogisch-didactische programma is voor alle opleidingen hetzelfde. Het vakinhoudelijke programma telt in de eerste drie jaren in totaal 108 EC. Het pedagogischdidactische programma telt in de eerste drie jaren 72 EC. Hiervan is 4 EC een deel van een minor die hoofdzakelijk (26 EC) in het vierde jaar is geplaatst. De minor telt in totaal 30 EC. In de minor is een afstudeeronderzoek opgenomen van 9 EC, dat gekoppeld is aan de lio-stage. Naast 26 EC voor de minor is in het vierde jaar een lio-stage (leraar-in-opleiding) van 16 EC opgenomen en een vakgedeelte van 18 EC, inclusief de vakscriptie van 5 EC. Het pedagogisch-didactische programma is opgebouwd op basis van kenmerkende situaties, die elk twee thema’s uit het beroepsbeeld van de opleidingen behandelen. Elk jaar heeft dit programma vier modulen, waardoor per jaar ook vier kenmerkende situaties uitgediept worden. Het vakinhoudelijke programma is voor elk van de opleidingen lineair opgebouwd. Dat wil zeggen dat de studenten door de leerjaren heen de leerstof met een groeiende complexiteit aangeboden krijgen. Het pedagogisch-didactische programma is concentrisch opgebouwd. Dat betekent dat de studenten een aantal zelfde situaties en vraagstukken aangereikt krijgen, elk jaar op een hoger niveau en voorzien van meer complexiteit. De studenten houden hun pedagogisch-didactische programma bij door middel van een portfolio. Aan het einde van het eerste jaar vindt een gesprek plaats. Over het portfolio wordt ieder jaar feedback gegeven. Tevens worden de vorderingen van de studenten beoordeeld. Het vakinhoudelijke programma is vertaald in vakinhoudelijke modulen. Deze vakinhoudelijke modulen kennen door de jaren heen een toenemend niveau en een toenemende complexiteit.
Pagina 13 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
• •
De opleidingen kennen daarnaast de pedagogisch-didactische ateliers, waarin de algemene didactische en pedagogische onderwerpen en toepassingen aan de orde komen. De samenhang tussen de vakinhoudelijke modulen en de pedagogisch-didactische ateliers wordt aangebracht in de vakdidactische ateliers. Tijdens deze ateliers vindt de toepassing van de algemene pedagogische en didactische inzichten in de context van de verschillende vakken c.q. opleidingen plaats. Als laatste volgen de studenten elk jaar een stage. In deze passen zij de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes toe in de beroepspraktijk. De opleidingen bieden de minoren zorg, leidinggeven en exemplarisch onderwijs/onderwijskunst aan. Het aan de minor verbonden onderzoek kunnen de studenten ook verbinden met hun lio-stage die ook in het vierde jaar plaatsvindt. De lio-stage biedt dan het materiaal om het onderzoek op te baseren. De opleidingen kennen het zogenoemde hogeschool-begeleidingsteam, waarin de vakdidactici van de opleidingen en de docenten van het pedagogisch-didactische programma zitting hebben. Het hogeschool-begeleidingsteam komt vijfmaal per jaar bijeen om te zorgen voor de afstemming tussen het algemeen didactische programma en het vakdidactische programma.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen een programma hebben opgesteld met een sterke en duidelijke samenhang. Het pedagogisch-didactische programma is duidelijk gestructureerd rond de kenmerkende situaties en is concentrisch opgebouwd. Deze verticale opbouw is in de ogen van het visitatieteam goed. Het vakinhoudelijke programma vertoont een lineaire heldere opbouw met een oplopende complexiteit. De programma’s komen samen door het samenbrengen van de vakinhoudelijke colleges en de pedagogisch-didactische ateliers in de vakdidactische ateliers. In de regelmatig aangeboden stages vindt de praktische uitwerking plaats. Daarbij komt dat de opleidingen het overleg over de invulling van de vakdidactiek hebben gestructureerd, mede als gevolg waarvan de samenhang geborgd is. Het visitatieteam acht om deze redenen de samenhang van het programma goed.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
De studielast is behoorlijk groot in de ogen van de studenten. De opleiding is weliswaar niet te zwaar maar zeker ook niet licht. Voor de deeltijdstudenten is het is niet makkelijk om naast een baan één van deze opleidingen met goed gevolg te voltooien. De opleidingen gaan regelmatig de vorderingen van hun studenten na en trachten actief te voorkomen dat studenten uitvallen. De opleidingen voeren mede met dat doel elk jaar eindejaarsgesprekken met de studenten, aan de hand van het portfolio. De docenten benaderen studenten persoonlijk, wanneer ze twee college-avonden niet zijn geweest. Door de kleine organisatie zijn de lijnen kort. De opleidingen dragen in de personen van de docenten zorg voor een intensieve begeleiding van de studenten. De studenten worden wel geacht in de loop van de opleidingen een grotere eigen verantwoordelijkheid voor het onderwijsleerproces op zich te nemen.
Pagina 14 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
• • • •
De deeltijdstudenten besteden hun gehele opleiding, behoudens de stages, bij de hogeschool. Voor de duale studenten speelt een belangrijk deel van het programma zich af op de (voortgezet onderwijs-) opleidingsschool. Om zorg te dragen voor een goede uitvoering van dat deel van het programma stellen de opleidingen hoge eisen aan de opleidingsscholen. De docentopleiders, de begeleiders van de studenten, dienen door de hogeschool gecertificeerd te zijn. De opleidingsscholen vallen voor dit deel binnen het kwaliteitssysteem van de hogeschool. De opleidingsscholen hebben een coördinator met wie geregeld contact is. Wanneer de studenten niet binnen twee jaar hun propedeuse behalen, dienen zij de opleiding te verlaten. De studenten tonen zich in de evaluaties op dat punt tevreden over de spreiding van de studielast. De studenten van de opleidingen Duits, Engels en wiskunde geven aan dat de spreiding van de toetsen wat kan worden geoptimaliseerd. De studenten ontvangen drie weken voor elke periode het rooster van die periode. Roosterwijzigingen worden door de opleiding bekend gemaakt via de website en de monitor in het schoolgebouw. Het bekend maken door de docenten van de resultaten van de gemaakte tentamens gebeurt binnen de daarvoor geldende termijn van 15 werkdagen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het om een zware studie gaat, zeker als de studenten daarnaast nog een werkkring hebben. De zwaarte van de studie geldt zowel de hoeveelheid leerstof als het niveau daarvan. De opleidingen volgen de studenten en zetten een aantal instrumenten in om de studeerbaarheid te bevorderen en het uitvallen van studenten te voorkomen. Door een evenwichtige spreiding van de studielast en door vormen van begeleiding en feedback, ook bij de opleidingsscholen, zorgen de opleidingen voor een studeerbaar programma. Wellicht zouden de opleidingen in het begin van het programma de studenten meer formatieve ofwel diagnostische toetsen kunnen geven om het gewenningsproces aan de gevraagde eigen verantwoordelijkheid wat te vergemakkelijken. Het visitatieteam beoordeelt om die redenen dit facet als voldoende.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-bachelor: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. HBO- en WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De opleiding voert met elke aankomende student een intakegesprek. In dit gesprek komt de motivatie van de studenten om de opleiding te volgen aan bod. Het christelijke karakter van de opleiding komt daarin ook ter sprake. De studenten die zich voor de duale opleiding aanmelden, moeten op de eindlijst van hun vooropleiding minstens een ‘zeven’ hebben voor de opleiding die ze willen gaan volgen.
Pagina 15 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
• •
•
De studenten die zich aanmelden voor deze opleidingen, hebben een zeer uiteenlopende achtergrond. De opleidingen creëren maatwerkprogramma’s die inspelen op de vooropleiding van de studenten en die rekening houden met de te verlenen EVC’s. De opleidingen hanteren een adequaat vrijstellingenbeleid, waarin een gedegen EVC-procedure (Elders Verworven Competenties) een rol speelt. Deze procedure wordt in werking gesteld, in het geval aankomende studenten over andere kennis en vaardigheden beschikken dan formele diploma’s of certificaten. De procedure kent meerdere stappen. Instromende studenten vanuit de Lerarenopleiding Basisonderwijs krijgen vrijstellingen voor (delen van) het pedagogisch-didactische programma.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding een solide intakeprocedure en vrijstellingenprocedure heeft. De opleiding sluit aan op de vooropleiding van de studenten en biedt talrijke mogelijkheden voor maatwerkprogramma’s. De studenten hebben daar tijdens de visitatie voorbeelden van gegeven. Als gevolg daarvan slaagt de opleiding erin het programma aan te laten sluiten bij de individuele wensen van de studenten. Het visitatieteam vindt de combinatie van een gedegen intakeprocedure met meerdere instrumenten en de bereidheid en flexibiliteit van de opleidingen om, als daar reden voor is, maatwerkprogramma’s aan te bieden, een sterk punt van de opleidingen. Het visitatieteam beoordeelt om die redenen dit facet als goed.
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten, WO-bachelor: in de regel 180 studiepunten, HBO-master: minimaal 60 studiepunten en WO-master minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van de opleiding . Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De opleiding voldoet aan de formele vereisten van 240 EC voor het gehele programma. De deeltijd- en duale studenten besteden relatief veel tijd aan zelfstudie.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het programma 240 EC telt en als zodanig beantwoordt aan de formele eisen van een opleiding tot HBO-bachelor. Het visitatieteam beoordeelt dit facet voldoende.
Pagina 16 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
• •
Het didactisch concept van de opleidingen is afgeleid van het begrip Ontmoeting. Dit begrip is neergelegd in het beroepsbeeld Essenties van christelijk leraarschap en is uitgewerkt in de zeven thema’s van de opleiding. Het begrip leidt tot het benadrukken van het belang van de ontmoeting tussen de docent en de studenten en van het belang van de ontmoeting met betekenisvolle leerinhouden. Daarnaast streven de opleidingen naar zogenoemd voorbeeldig opleiden. Dat wil onder meer zeggen dat de docenten ieder een eigen voorbeeldfunctie vervullen in het lesgeven en in de omgang met studenten of, in het voortgezet onderwijs, leerlingen. Dat wil ook zeggen dat de opleidingen een verscheidenheid van leer- en werkvormen aanbieden die de studenten in staat moeten stellen om in de beroepspraktijk als docent te kunnen functioneren. De leer- en werkvormen zijn onder meer rollenspel, intervisie en de bespreking van cases. Op basis van het didactisch concept acht de opleiding het belangrijk dat er voldoende contacturen en voldoende begeleiding door de docenten van de studenten is. Daarnaast zorgen de opleidingen voor kleine klassen en groepen, waarin nooit meer dan 25 studenten zitten. Het didactisch concept is uitgewerkt in vakinhoudelijke colleges, pedagogisch-didactische ateliers, vakdidactische ateliers, stages en afstudeeropdrachten. In elk van deze leer- en werkvormen streeft de opleiding ernaar de eerder genoemde betekenisvolle leerinhouden aan de studenten over te dragen en hen te leren zichzelf hierin te bekwamen. Het didactisch concept voorziet erin dat het programma zich door de leerjaren heen ontwikkelt van docentgestuurd onderwijs in het begin naar studentgestuurd onderwijs aan het einde. Op deze wijze neemt de eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de studenten toe door de opleiding heen. De opleiding biedt een rijke leeromgeving aan met onder meer de onderwijswerkplaats. De studenten leren op deze wijze de theorie en de praktijk van het leraarvak te verbinden.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kennisgenomen van het didactisch concept van de opleidingen. De opleidingen zouden naar de mening van het visitatieteam het didactisch concept nog iets meer in de verf kunnen zetten. Het is nu nog wat beperkt geformuleerd. Dat neemt niet weg dat de uitwerking van het didactisch concept in leer- en werkvormen zeer sterk is. Dat geldt zowel de verschillende collegevormen als de verscheidenheid van werkvormen daarbinnen. De opleiding heeft het onderwijs zodanig vormgegeven dat betekenisvolle leerhouden aan de studenten aangeboden worden. De studenten hebben dat desgevraagd tegenover het visitatieteam bevestigd. Daarnaast heeft het visitatieteam een hechte samenwerking tussen de opleidingen en de stagescholen en opleidingsscholen gezien, dat tot een krachtige geheel van het binnenschoolse en buitenschoolse curriculum leidt. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Pagina 17 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
•
•
• •
De opleidingen hebben een toetsplan opgesteld. In dit toetsplan zijn de beleidsmatige en praktische uitvoeringsaspecten van de toetsing binnen de opleidingen aangegeven. Het toetsplan omvat onder andere een achttal kwaliteitscriteria. Deze criteria dienen om de validiteit en de betrouwbaarheid van de toetsen te waarborgen. De opleidingen hebben veel werk gemaakt van het verbeteren van de kwaliteit van de verschillende toetsen. Eisen van de opleidingen zijn onder meer het zorgen voor voldoende verscheidenheid van toetsvormen, het hanteren van het vier-ogenprincipe bij de beoordeling van toetsen, en het invullen van een toetsmatrijs. Enkele toetsvormen die de opleidingen toepassen, zijn de kennistoets, het assessment, de casustoets, de stageopdracht, het portfolio, de presentatie, de projectopdracht, de afstudeeropdracht. De studenten krijgen ook huiswerkopdrachten mee. De opleidingen kennen twee tentamenperioden per jaar. De vakinhoudelijke tentamens worden normaal gesproken in een andere periode afgenomen dan de pedagogisch-didactische. De studenten houden hun vorderingen in het pedagogisch-didactische c.q. vakdidactische programma bij in de vorm van een portfolio. Het portfolio wordt na afloop van elk jaar door één van de docenten van het pedagogische programma of door een vakdidacticus beoordeeld. De beoordeling vindt mede plaats op basis van een gesprek. Na het tweede jaar hebben de duale studenten de gelegenheid een assessment af te leggen. Dit assessment bestaat uit een lesbezoek aan een door hen te geven les en een voorgesprek en een nagesprek in de vorm van een criteriumgericht interview. De beoordeling van het assessment is in handen van de docentopleider van de opleidingsschool en een docent vanuit de hogeschool. Als de studenten slagen, kunnen zij een betaalde betrekking (circa 8 tot 10 uur per week) als leraar aan de school krijgen. Deze dient dan onder meer vanuit de opleidingen om aan de verplichting van de liostage te voldoen. Aan het einde van de opleiding leggen de duale studenten een eindassessment af. Dit assessment dat onder andere bestaat uit een video-opname van een te geven les en waarin het portfolio betrokken wordt, wordt afgenomen door de coördinator van de opleidingsschool en de contactdocent van de hogeschool. De toetsing van de geschiktheid van de student voor het beroep van leraar is hier een belangrijk doel. De studenten hebben recht op minimaal één herkansing van het assessment. Voor alle schriftelijke tentamens is er ieder jaar ook een herkansingsmoment. De studenten schrijven aan het einde van de opleiding zowel een vakinhoudelijke scriptie (5 EC) als een afstudeerwerk in het kader van hun minor (9 EC). De scriptie heeft tot doel de vakinhoudelijke verdieping te bereiken. Bij het afstudeerwerk dat bij de minor behoort, gaat het om een op een praktisch vraagstuk gericht onderzoek. De opleidingen hanteren een afstudeerplan waarin verschillende stappen zijn benoemd voor de begeleiding en de beoordeling van de opdrachten. In het afstudeerplan is voorzien in begeleidingsgesprekken en een afrondende presentatie. De opleidingen maken gebruik van uniforme, op schrift gezette beoordelingscriteria. Bij de beoordeling is meer dan één beoordelaar betrokken.
Pagina 18 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft de toetsen van de opleidingen bestudeerd. De toetsen van het pedagogischdidactische programma maken een goed gebruik van toetsmatrijzen, zijn inhoudelijk van een goed niveau, doen een duidelijk beroep op het inzicht van de studenten en zijn daarom goed. Het visitatieteam heeft verschillende toetsen ingezien en op basis daarvan vastgesteld dat een voldoende variëteit van toetsen wordt aangeboden, dat veel inzichtvragen gesteld worden en dat de eigen mening van studenten gevraagd wordt. Het visitatieteam heeft ook vastgesteld dat de studenten de toetsen niet konden maken, als zij geen college hadden gevolgd. De toetsen van de opleiding Engels hebben voldoende diepgang maar missen soms helderheid in de criteria en in de weging. Deze zijn daarom voldoende. De toetsen voor de opleiding Geschiedenis zijn van een goed niveau, vragen de studenten verbanden te leggen, doen een beroep op hun inzicht en worden daarom als goed beoordeeld. De toetsen voor de opleiding Nederlands zijn pittige toetsen die de studenten vragen naar kennis, toepassing en inzicht. Deze toetsen zijn daarom goed. De toetsen van de opleiding Duits zijn ook pittig en hebben een heldere en passende beoordeling. De toetsen van de opleidingen Wiskunde en Economie zijn goede degelijke toetsen en kennen een passende beoordeling, waarbij overigens bij de afstudeerscripties de weging voor het gebruik van literatuur en het taalgebruik nog kan worden verbeterd. Deze toetsen zijn daarom voldoende. De regels rond de toetsing zijn in de ogen van het visitatieteam passend en worden goed toegepast. Het visitatieteam heeft gezien dat de assessments van de duale studenten en het hanteren van het portfolio gepaste vormen van toetsing en beoordeling zijn. Het visitatieteam heeft ook gezien dat de feedback en beoordeling door de begeleidend docenten tijdens de afstudeeropdrachten tijdig en goed zijn. Het visitatieteam kwalificeert om deze redenen de toetsing en beoordeling van de opleidingen als goed.
Beoordeling van het onderwerp Programma Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen op verschillende manieren een stevige aansluiting met de beroepspraktijk hebben. Het studiemateriaal en de vakliteratuur van de opleidingen is qua inhoud, niveau en actualiteit als voldoende tot goed te kwalificeren. De eindkwalificaties zijn op verschillende plaatsen in het onderwijsprogramma zichtbaar en zijn leidend voor de structurering van het onderwijs en voor het bepalen van de vorderingen van de studenten. Het visitatieteam heeft daarnaast vastgesteld dat het programma zowel vakinhoudelijk als pedagogisch-didactisch van een goed niveau is, dat met name ook tot uitdrukking komt in de diepgang van het programma. De opleidingen hebben een programma opgesteld met een sterke samenhang. Het pedagogisch-didactische programma is duidelijk gestructureerd rond de kenmerkende situaties en is concentrisch opgebouwd. Het vakinhoudelijke programma vertoont een lineaire heldere opbouw met een oplopende complexiteit. Beide programma’s komen samen in de vakdidactische ateliers. Alhoewel het een relatief zwaar programma is, zorgen de spreiding van de studielast en de begeleiding en feedback door de docenten voor een voldoende studeerbaar programma. De opleidingen hebben een degelijke intake- en vrijstellingenprocedure en bieden aantoonbaar maatwerkprogramma’s. De duur van het programma voldoet aan de wettelijke eisen. Het didactisch concept is krachtig doorgezet in de leer- en werkvormen van de opleiding. De samenwerking tussen opleidingen en scholen versterken de effectiviteit in de vormingeving van het onderwijs. De toetsing en beoordeling voldoet in het algemeen ruimschoots aan de daaraan te stellen eisen van kwaliteitseisen. De kwaliteit van de toetsen en de beoordeling daarvan is goed. Het visitatieteam beoordeelt daarom het onderwerp Programma als positief.
Pagina 19 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO/WO De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een HBO- of een WOopleiding: HBO: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. WO: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • • •
Nagenoeg alle docenten (98 % van hen) van de opleidingen hebben een deeltijdaanstelling aan de hogeschool en werken voor het grootste deel van hun tijd als leraar in het voortgezet onderwijs. Zij kennen dan ook het voortgezet onderwijs uit de eerste hand en zijn daarin dagelijks werkzaam. De docenten verzorgen onderwijsactiviteiten als colleges, vakdidactische ateliers, pedagogischdidactische ateliers en afstudeerbegeleiding en brengen daar de beroepspraktijk in. Naast de docenten zorgt het hogeschool-begeleidingsteam met de stagebegeleiders en docentenopleiders voor de begeleiding van de studenten tijdens de stages. Zij staan met beide voeten in de beroepspraktijk. De docenten besteden uitgebreid aandacht aan de vraagstukken uit de beroepspraktijk. Zij doen dat in het pedagogisch-didactische gedeelte van de opleidingen maar ook in het vakinhoudelijke gedeelte. Zij staan daarbij uitgebreid stil bij onderwerpen zoals het geven van onderwijs in het vmbo. De studenten van de opleidingen geven de docenten voor hun kennis, inzicht en ervaring in de beroepspraktijk van het voortgezet onderwijs een cijfer van 4,26 op een vijfpuntsschaal. De docenten vinden hun werk bij de hogeschool boeiend en een verrijking voor henzelf, omdat ze zo een andere dimensie in hun werk kunnen aanraken. Hun betrokkenheid bij de hogeschool is groot, ook al zijn ze in een deeltijdaanstelling werkzaam.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het overgrote deel van de docenten in het voortgezet onderwijs werkzaam is. Deze docenten hebben aldus een meer dan voortreffelijke basis om de verbinding met de beroepspraktijk aan te brengen. Ze kennen de beroepspraktijk uit eigen ervaring, houden hun kennis en ervaring in de beroepspraktijk dagelijks bij en beschikken over de meest actuele inzichten daarin. De docenten zijn zeer betrokken bij de opleidingen en spannen zich vanuit die betrokkenheid ten zeerste in om hun kennis en ervaring van de beroepspraktijk aan de studenten over te dragen. De studenten hebben desgevraagd aan het visitatieteam bevestigd dat de inspanningen van de docenten op dit gebied krachtig overkomen en dat zij inderdaad veel van hen leren over het lesgeven in het voortgezet onderwijs. Dit spreekt des te meer daar veel van de studenten reeds ook zelf in het voortgezet onderwijs werkzaam zijn. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit facet als zijnde excellent.
Pagina 20 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleidingen beschikken over een overzicht van het aantal docenten en ondersteunend personeel dat aan de opleiding verbonden is. De personeelsformatie is vastgelegd in een meerjarig formatieplan. Aan de opleidingen zijn ongeveer 11 fte verdeeld over 38 personen verbonden. Hieraan is te zien dat nagenoeg alle docenten in deeltijd werkzaam zijn. Daarnaast zijn er ruim 27 fte ondersteunend personeel voor de hogeschool als geheel beschikbaar. De ratio tussen studenten en docenten bedraagt ruim 27, op basis van 11 fte. Uitgaande van een totaal van 38 docenten pakt de ratio in de praktijk gunstiger uit. Het ziekteverzuim onder de docenten is bijzonder laag. Er is dan ook geen sprake van knelpunten op het gebied van lesuitval.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kennisgenomen van de aantallen docenten en ondersteunend personeel. Op basis daarvan concludeert het visitatieteam dat voldoende medewerkers aan de opleiding verbonden zijn. Het visitatieteam beoordeelt dit facet dan ook als voldoende.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
De docenten hebben minstens een voltooide opleiding tot eerstegraads leraar. Dat is de minimale eis die de opleidingen aan de docenten stellen. Van de docenten heeft ongeveer 25 % een afgeronde eerstegraads opleiding op HBO-niveau. Het merendeel van de docenten (ongeveer 75 %) beschikt over een afgeronde universitaire masteropleiding. Enkele docenten zijn gepromoveerd. Een zestal docenten van de hogeschool bereidt zich voor op een promotieonderzoek. De opleiding voert met elk van de docenten elk jaar een gesprek over hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het ene jaar is dat een functioneringsgesprek en het andere jaar is dat een beoordelingsgesprek. Van de normjaartaak van de docenten is 10 % (uitgaande van een volledige aanstelling) gereserveerd om opleidingen te volgen teneinde de vakinhoudelijke, didactische en organisatorische kennis en vaardigheden op peil te houden.
Pagina 21 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
• •
Nagenoeg alle docenten hebben één of meer cursussen gevolgd op didactisch en organisatorisch gebied. Ongeveer 30 docenten volgden de scholing in HBO-didactiek bij Instituut IVLOS van de Universiteit Utrecht. De opleidingen stellen de docenten in de gelegenheid de VELON-registratie voor lerarenopleider te behalen. Velen van hen doen dat ook. De docenten overleggen in het hogeschool-begeleidingsteam (HBT) over de organisatie, de inhoud en het verloop van het onderwijs. Naast de docenten die als studieloopbaanbegeleider bij de stages optreden, zijn docentopleiders bij de begeleiding van stages actief. Deze docentopleiders volgen een opleidingstraject en worden na het met goed gevolg afleggen van dat traject gecertificeerd door de hogeschool. Eenmaal in de twee jaar moeten zij hun certificering vernieuwen en aantonen over de vereiste kwalificaties te beschikken.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de docenten meer dan gewoon beschikken over de kwaliteiten om het onderwijs te verzorgen. Het visitatieteam is onder de indruk van de inzet en betrokkenheid waarmee de docenten hun werk doen. Voor het visitatieteam is het niveau van de vakkennis van de docenten boven elke twijfel verheven. De docenten werken actief aan hun didactische en organisatorische vaardigheden en worden daarin door de opleidingen op ruimhartige wijze ondersteund. Het visitatieteam waardeert de deskundigheid van de docenten en hun grote betrokkenheid bij de studenten in hoge mate. De studenten zijn zeer te spreken over de docenten. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam de kwaliteit van het personeel als goed.
Beoordeling van het onderwerp Inzet van personeel Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de docenten met beide benen in de beroepspraktijk staan en de kennis en ervaring die ze daarvan hebben, op een voortreffelijke wijze weten over te dragen aan de studenten. Het aantal docenten en ondersteunend personeel is voldoende om de opleiding gestalte te geven. De docenten zijn zeer betrokken bij het onderwijs en de studenten en beschikken over meer dan gewone capaciteiten op vakinhoudelijk, didactisch en organisatorisch vlak. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Inzet van personeel als positief.
Pagina 22 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
De opleiding beschikt over een mooi, ruim en prettig gebouw uit 1996, met voldoende lokalen en collegezalen. De opleiding heeft de beschikking over een ruime bibliotheek waarin boeken en tijdschriften staan die de studenten bij hun studie nodig hebben. Daarnaast heeft de opleiding een onderwijswerkplaats. Daarin kunnen de studenten in praktische zin hun lessen uitwerken. Alle benodigde materialen en hulpmiddelen zijn voorhanden. Op een totaal van ruim 900 studenten in de dagopleiding (voltijd-pabo) zijn 170 computers beschikbaar. Dat betekent één computer voor 5,2 studenten. ’s Avonds is de beschikbaarheid voor de deeltijd-pabo en duale studenten (samen ongeveer 140 studenten) meer dan één computer per student. Voor de LVO-studenten (390 studenten) is één computer per 2,3 student beschikbaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft de materiële voorzieningen van de opleiding gezien. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding over een goed geoutilleerd gebouw beschikt met voldoende ruimte en daarbinnen een aantal goede voorzieningen, waaronder de onderwijswerkplaats. Het visitatieteam zou wel willen pleiten voor enige actualisering van de in de bibliotheek aanwezige literatuur. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
De moduleboeken en stageboeken van de opleidingen zijn op een heldere wijze uitgewerkt. De daarin vervatte informatie is voor de studenten goed toegankelijk. Informatie over de roostering van colleges en tentamens is zodanig dat de studenten weten waar ze aan toe zijn. De opleiding beschikt over een digitaal studievolgsysteem aan de hand waarvan de studenten hun vorderingen kunnen zien.
Pagina 23 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
• • • •
Mede door de kleinschaligheid van de opleidingen is de begeleiding van de studenten intensief. Dat geldt zowel voor de formele alsook voor de meer informele vormen van begeleiding. De begeleiding en feedback door de docenten in de colleges, ateliers, stage en afstudeeropdrachten is dusdanig dat de studenten deze zonder problemen kunnen afronden. De studenten kunnen de docenten altijd benaderen met vragen en problemen. Tijdens de stages vinden de begeleiding en de beoordeling van de studenten plaats ofwel door de stagebegeleider van de opleiding ofwel door de stagecoördinator of docentopleider in de stageschool of opleidingsschool. Er is frequent contact tussen de opleidingen enerzijds en de docentopleiders of stagecoördinatoren anderzijds over het verloop van de stages. De begeleiding van de studenten vindt mede plaats aan de hand van het portfolio van de studenten. De begeleider van de studenten geeft regelmatig feedback op het portfolio. De studenten kunnen hun eigen onderwijsleerproces bijsturen aan de hand van deze feedback. De begeleiding van de studenten tijdens de minor en de vakscriptie is intensief en gestructureerd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen de informatievoorziening en de begeleiding voor de studenten goed vormgeven. Het recentelijk ingevoerde portfolio kan daarbinnen in de ogen van het visitatieteam nog verder versterkt worden. De opleidingen hebben hiermee echter wel een stevige structuur. Daarnaast maakt de informele begeleiding door de docenten een belangrijk deel van het geheel van de begeleiding uit. Ook de begeleiding en beoordeling van de stages, zowel door de studie/stagebegeleider als de docentopleider van de opleidingsschool is voorbeeldig. De samenwerking tussen de stagescholen en de opleidingsscholen en de opleidingen is gedegen en biedt resultaat. De studenten hebben zich desgevraagd zeer ingenomen verklaard met de begeleiding. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Beoordeling van het onderwerp Voorzieningen Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding over goede en passende materiële voorzieningen beschikt. De opleiding draagt op een goede wijze zorg voor de informatievoorziening en de begeleiding van de studenten. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Voorzieningen als positief.
Pagina 24 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
•
•
De opleidingen beschikken over een kwaliteitszorgsysteem, dat in kwaliteitsmanagementplan is neergelegd. De structuur van het kwaliteitszorgsysteem is ontleend aan het INK-model. In het systeem zijn de doelstellingen en aandachtspunten van het accreditatiekader van de NVAO, het Timmermansoog van Certiked en de standaarden die de christelijke hogescholen in Ede, Zwolle en Gouda zijn overeengekomen, verwerkt. Dat houdt in dat de streefdoelen van de opleidingen de elementen en streefdoelen die in deze systemen zijn benoemd, omvatten. De evaluaties worden na afloop van elke periode, dat wil zeggen tweemaal per jaar gehouden. Deze evaluaties hebben betrekking op de elementen die in het kwaliteitszorgsysteem zijn onderkend. De evaluaties worden gehouden onder studenten en docenten. Ze hebben een systematisch en cyclisch karakter waardoor ook trends zichtbaar kunnen worden. Naast de evaluaties komen de bevindingen over de kwaliteit van de opleidingen via de vertegenwoordigers van de klassen en via de opleidingscommissie van de opleiding. De opleidingscommissie adviseert de opleidingsmanager gevraagd en ongevraagd. In de commissie hebben drie studenten en drie docenten zitting. Zij vergaderen tussen drie en vier keer per jaar. De opleidingen zijn gewend om in het geval van inhoudelijke, programmatische en organisatorische vernieuwingen specifieke evaluaties uit te voeren die het mogelijk maken het effect van deze vernieuwingen te meten. Aldus komt er een korte plan-do-check-act cyclus tot stand die de opleidingen de mogelijkheid bieden snel bij te sturen, wanneer de vernieuwingen niet het gewenste resultaat zouden hebben. De norm bij de evaluaties is een gemiddelde van 3,5 op een vijfpuntsschaal. Gemiddelden die lager uitkomen, beschouwen de opleidingen als onvoldoende. De evaluaties geven aanleiding tot analyse en, waar nodig, verbeteracties.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen het kwaliteitszorgsysteem op papier hebben gezet en dat het systeem daadwerkelijk functioneert. Het zelfevaluatierapport toont de resultaten van een groot aantal evaluaties op voor de opleiding wezenlijke onderdelen. Het visitatieteam waardeert de wijze waarop de opleiding het verloop van vernieuwingen volgt. Het kwaliteitszorgsysteem volgt de ontwikkeling van de opleiding intensief en op de voet. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Pagina 25 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
•
De uitkomsten van de gehouden evaluaties worden teruggekoppeld aan de verantwoordelijken voor de opleiding. Kleinere noodzakelijk geachte verbeteringen worden snel aangebracht. Een voorbeeld is het recentelijk aanpassen van de studiegids om de leesbaarheid daarvan te vergroten. De afgelopen jaren zijn mede als gevolg van de visitatie uit 2002 ingrijpende verbeteringen aangebracht in het programma van de opleiding. Deze verbeteringen omvatten de vernieuwing van het beroepsdeel, het ontwerpen van nieuwe modulen als gevolg daarvan, de vernieuwing van de vakken en het duidelijker maken van de relatie tussen de vakken en de SBL-competenties en het verbeteren van de samenhang tussen deze beide delen. Ook heeft de opleiding veel werk gemaakt van het tot stand brengen van het beroepsbeeld en het afstemmen van het programma op dat beroepsbeeld.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft een aantal kleinere en grotere verbeteringen gezien. Het visitatieteam is met name onder de indruk van de wijze waarop de opleiding grootscheepse verbeteringen in het programma heeft aangebracht, mede naar aanleiding van de visitatie uit 2002. De opleiding heeft de verbeteringen niet alleen op papier gezet maar ook daadwerkelijk ingevoerd en dat is een grote prestatie in de ogen van het visitatieteam. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
Zowel via de klassenvertegenwoordigers als via de opleidingscommissie wordt de mening van de studenten gehoord. Ook in de vorm van evaluaties komt de mening van de studenten naar voren. De studenten zijn van oordeel dat het opleidingsmanagement op een goede wijze ingaat op hun kanttekeningen. Er vinden als gevolg daarvan daadwerkelijk verbeteringen plaats. De docenten kunnen hun mening laten horen via de opleidingscommissie. Daarnaast worden ook zij regelmatig bevraagd door middel van periodieke evaluaties. De opleidingen luisteren naar het beroepenveld in de vorm van de vergaderingen en de opmerkingen van de resonansgroep. Daarin hebben vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zitting. Daarnaast kent de opleiding ook de mening van de veldopleiders, die deel uitmaken van de begeleidingsteams en die vertegenwoordigers zijn van het afnemende beroepenveld.
Pagina 26 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
•
Eenmaal per drie jaar voeren de opleidingen een evaluatie onder alumni van de opleiding uit. Zij worden ondervraagd door middel van een uitgebreide vragenlijst.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat alle bij de opleiding betrokken geledingen gehoord worden. De geledingen kunnen hun mening langs meer dan één kanaal aan het management overbrengen. De opmerkingen worden door het management van de opleiding verwerkt en zij leiden tot verbeteringen. De door het visitatieteam bevraagde personen hebben gezegd dat zij ingenomen zijn met de wijze waarop de zij bij de opleiding betrokken worden. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Beoordeling van het onderwerp Interne kwaliteitszorg Het visitatieteam heeft gezien dat de opleidingen een goed functionerend kwaliteitszorgsysteem hebben, waarbij het realiseren van de streefdoelen zeer regelmatig wordt gemeten. De opleidingen hebben grote en indrukwekkende stappen gezet bij de vernieuwing en verbetering van het programma. Alle geledingen die bij de opleiding behoren, worden daar intensief bij betrokken. Hun opvattingen worden gehoord en de opleidingen geven daar gevolg aan. Het visitatieteam beoordeelt om die redenen het onderwerp Interne kwalititeitszorg als positief.
Pagina 27 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
• •
De opleiding streeft na dat de afgestudeerden werken vanuit de christelijke identiteit, gedegen zijn, goed kunnen reflecteren op hun eigen functioneren, coöperatief zijn, gericht zijn op het werken van het gehele team, bevlogen zijn in hun werk en een zware inhoudelijke bagage hebben. De studenten maken aan het einde van het programma twee afstudeeropdrachten. De ene is de scriptie die behoort bij het vakinhoudelijke programma. Deze scriptie telt 5 EC en is bedoeld om te komen tot de verdieping van de inhoud van het vak. De andere is een op de beroepspraktijk gericht onderzoek . Dit onderzoek heeft een omvang van 9 EC en is verbonden aan de minor. De eisen die de opleidingen aan de vakscriptie stellen, liggen op het gebied van het formuleren van een probleemstelling en het analyseren, redeneren en beantwoorden van de vragen die verbonden zijn aan de probleemstelling. Bij de minorscriptie zijn zowel het onderzoeksmatige karakter als de praktische dimensie van het onderzoek punten waar de opleidingen op letten bij de beoordeling. De opleiding hebben zowel de vakinhoudelijke scripties als de onderzoeken van de minoren ter bestudering aan het visitatieteam voorgelegd. Omdat beide studieonderdelen nog maar recentelijk zijn ingevoerd, gaat het om wat kleinere aantallen. Voor Duits waren dat 5 werkstukken (op in totaal 7 afgestudeerden, zijnde 71 %), voor Algemene economie 5 werkstukken (op 9 afgestudeerden, zijnde 56 %), voor Engels 5 werkstukken (op 20 afgestudeerden, zijnde 25 %) en voor Nederlands 5 werkstukken (op 14 afgestudeerden, zijnde 36 % van het totaal). Voor Wiskunde en Geschiedenis zijn nog geen afstudeerwerkstukken van het nieuwe programma beschikbaar. Voor het pedagogischdidactische programma zijn alle (vijf) afstudeeronderzoeken neergelegd. De scripties hadden een uiteenlopende becijfering. Ongeveer 10 % van de afgestudeerden studeren verder. De afgestudeerden geven aan geen problemen te ontmoeten bij het volgen van de vervolgopleiding tot eerstegraads leraar. Het afnemende beroepenveld waardeert de kwaliteit van de afgestudeerden, zowel op vakinhoudelijk als op pedagogisch-didactisch gebied. Ook functioneren zij goed in onderwijsteams.
Pagina 28 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft de afstudeerwerken van de studenten bestudeerd. Voor alle opleidingen behalve Engels gaat het om degelijke afstudeerscripties die getuigen van een goed niveau en van een goede uitwerking. Het niveau van onderzoek, analyse, redenering en motivering, zoals verwoord in de Dublin descriptoren, gaat boven een voldoende beoordeling uit. Voor Engels zijn de afstudeerwerken van een voldoende niveau. Daar waar nog geen afstudeerwerken beschikbaar waren, zoals voor Wiskunde en Geschiedenis heeft het visitatieteam een aantal maatgevende tentamens, gemaakt aan het einde van de opleidingen bestudeerd. Het door de studenten bereikte niveau van deze tentamens was goed. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk meer dan voldoende is. De afgestudeerden voeren hun werk graag en goed uit en hebben de overtuiging dat zij als leraar goed presteren. Het afnemende beroepenveld is te spreken over de kwaliteit van de afgestudeerden. De afgestudeerden stromen zonder problemen door in de eerstegraads opleidingen. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De opleidingen hanteren als streefcijfer voor de instroom van de studenten dat deze een verantwoorde bedrijfsvoering mogelijk moet maken. De instroom van de opleidingen schommelt de afgelopen vijf jaar rond de 120 en dat aantal voldoet aan het gestelde criterium. Van de instromende studenten volgen gemiddeld 100 het deeltijdvariant en gemiddeld 20 de duale variant. Het studierendement van de hogeschool als geheel, pabo en LVO samengenomen, bedraagt ongeveer 65 % voor de propedeuse en omstreeks 75 % voor de hoofdfase. De hogeschool staat, wat betreft de rendementen, op de eerste plaats van alle hogescholen in Nederland en voldoet aldus ruimschoots aan de daaraan te stellen eisen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen streefcijfers hanteren voor het rendement en deze streefcijfers ruimschoots halen. De opleidingen hebben een zeer goed rendement. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
Beoordeling van het onderwerp Resultaten Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleidingen een hoog gerealiseerd niveau behalen. De studenten die de opleiding met een diploma verlaten, zijn zeer goed toegeruste studenten die zijn voorbereid op de beroepspraktijk. De opleidingen realiseren een voldoende kwantitatief rendement. Om die redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Resultaten als positief.
Pagina 29 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 1: Programma Eerste visitatiedag op 4 september 2008 09.30 uur – 10.00 uur
Voorstellen en doornemen programma visitatiedag Drs. L.N. Rottier (college van bestuur), dr. N.A. Broer (manager kwaliteitszorg), drs. B. Kalkman (directeur opleiding), W. Lindhout (opleidingsmanager pabo), C.J.B. Ritmeester (manager pabo), ir. P.M. Murre (manager LVO)
10.00 uur – 11.30 uur
Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, HBO-oriëntatie, programma van de opleiding Drs. B. Kalkman (directeur opleiding), W. Lindhout (opleidingsmanager pabo), C.J.B. Ritmeester (manager pabo), ir. P.M. Murre (manager LVO)
11.30 uur – 13.00 uur
Lunch en documentenonderzoek
13.00 uur – 14.00 uur
Domeinspecifieke eisen, HBO-oriëntatie Dr. W. Fieret (lid resonansgroep), drs. J. van Putten (lid resonansgroep), drs. T.C. Segers (lid resonansgroep), drs. A. Verweij (lid resonansgroep), A.J. Vogel (lid resonansgroep)
14.00 uur – 15.00 uur
Programma, studeerbaarheid, didactiek, toetsing, studiebegeleiding Mw. P. Eerland (veldopleider pabo), mw. H. Berkhout-Schouten (veldopleider pabo), P.D. Blom (veldopleider pabo), A. Trouwborst (coördinator opleidingsschool VO), R.H. Herksen (coördinator opleidingsschool VO), P. Schakel (coördinator opleidingsschool VO)
15.00 uur – 15.15 uur
Pauze
15.15 uur – 16.15 uur
Kwaliteitszorg N. den Besten (lid opleidingscommissie), M. Belder (werkveldlid opleidingscommissie pabo), mw. A. Klein (studentlid opleidingscommissie pabo), drs. J. Veldman (voorzitter opleidingscommissie LVO), mw. M. den Dekker (studentlid opleidingscommissie LVO), B. Mostert (studentlid opleidingscommissie LVO)
16.15 uur – 17.15 uur
Aanvullend onderzoek
17.15 uur – 17.30 uur
Maken van vervolgafspraken voor komende visitatiedagen
Pagina 30 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Tweede visitatiedag op 18 september 2008 08.30 uur – 09.30 uur
Programma, vakinhouden, HBO-oriëntatie G.J. Beunk (studieleider pedagogisch didactisch programma), G.H. van Gils (studieleider economie), drs. G.P. Roggeveen (studieleider Duits), dr. J. van Wijk (studieleider Engels), drs. P. Goedegebure (studieleider Nederlands), drs. R. Toes (studieleider geschiedenis), dr. A. Bogaard (studieleider wiskunde)
09.30 uur – 10.30 uur
Programma, samenhang, didactiek, toetsing, studiebegeleiding G.J. Beunk (voorzitter HBT), W.C. Baartman (lid HBT, vakdidacticus geschiedenis), drs. D.I. Geuze (lid HBT, vakdidacticus Duits), drs. M.J. den Haan (lid HBT, vakdidacticus Nederlands), drs. G. Heino (lid HBT, docent), mw. T. van der Kolk-den Heijer (lid HBT, vakdidacticus wiskunde), J.M. Strijbis (lid HBT, docent), drs. P. Verhoeve (lid HBT, vakdidacticus economie), drs. H.J. Westerink (lid HBT, vakdidacticus Engels), mw. drs. J. Westerink (lid HBT, docent)
10.30 uur – 11.30 uur
Programma, vakinhoud, didactiek, toetsing, gerealiseerd niveau (gesprekken per opleiding) G.H. van Gils (studieleider economie), drs. G.P. Roggeveen (studieleider Duits), dr. J. van Wijk (studieleider Engels), drs. P. Goedegebure (studieleider Nederlands), drs. R. Toes (studieleider geschiedenis), dr. A. Bogaard (studieleider wiskunde), W.C. Baartman (vakdidacticus geschiedenis), drs. D.I. Geuze (vakdidacticus Duits), drs. M.J. den Haan (vakdidacticus Nederlands), mw. T. van der Kolk-den Heijer (vakdidacticus wiskunde), drs. P. Verhoeve (vakdidacticus economie), drs. H.J. Westerink (vakdidacticus Engels), Mw. drs. J. de Jong-Slagman (docent Nederlands), W. de Vos (docent Engels), W.L.J. Willemsen (docent Duits), drs. G. Oomen (docent geschiedenis), drs. C.H. Oudijn (docent economie), mw. C. van den Heuvel-de Groot (docent wiskunde)
11.30 uur – 13.00 uur
Lunch, documentenonderzoek en rondleiding
13.00 uur – 14.00 uur
Studeerbaarheid, studiebegeleiding, informatievoorziening, voorzieningen (gesprekken per opleiding) Arie Stout, Angela van Vossen, Elise Pijffers, Mieke van Noppen, Janka van DijkeOldenziel (studenten Nederlands), Pieter van der Hoek, Jacobine Rijkse, Hanneke van den Berg, Anne Dogterom-de Vos (studenten Engels), Liesbeth Goudzwaard, Gerda Roozendaal, Christina Grimmon-Andorfer (studenten Duits), Jan Verkroost, Jan-Willem van der Laan, Rick Smaling, Mary van Dijke, Willem de Ridder, Sieneke Vogel (studenten geschiedenis), Tanneke Aangeenbrug, Miranda Buijs, Janno Scherpenisse, Teus Verhoef, Cor van der Spek, Aart Meerkerk (studenten economie), Gerrit Willem van Dijkhuizen, Els Klijn, Lianne Noordzij (studenten wiskunde)
Pagina 31 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
14.00 uur – 15.00 uur
Programma, toetsing, docenten, gerealiseerd niveau Margarit Groothedde, Esther den Besten, Ellen Luteijn, Bas van der Padt, Eline Westmaas-Bogaard (afstudeerders Nederlands), Erwin Meerkerk, Clarine Lindhout, Indra Balwant Gir, Andrea Monster-van Lagen (afstudeers Engels), Leander Janse, Gerard Mans, Ron van Dijk (afstudeers Duits), Geert de Ruiter, Jorina Lensink, Henk den Ouden, Tiemen Roos (afstudeerders geschiedenis), Gerrit Boeser, Robert Meeuse, Gert-Jan van Bodegraven, André Kok (afstudeerders economie), Tineke Nap, Eline Westerhout (afstudeerders wiskunde)
15.00 uur – 16.00 uur
Programma, gerealiseerd niveau Coby Bontenbal, Helga Hordijk, Esther Mallegrom (alumni Nederlands), Lute-Geert Verdouw, Jacoline Knibbe (alumni Engels), Hanneke de Kat, Hester DammersSchuurman (alumni Duits), Hebrien Hamelink, Anthonie Golverdingen (alumni geschiedenis), Stephan Hoogendijk, Annette van Lieburg (alumni economie), Lous SeedBaars, Kees van den Heuvel (alumni wiskunde)
16.00 uur – 17.00 uur
Aanvullend onderzoek, intern beraad visitatieteam
17.00 uur – 17.30 uur
Terugkoppeling van bevindingen
Pagina 32 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatierapport Essenties van christelijk leraarschap, omvattende het beroepsbeeld Lerend onderweg, routekaart voor aanstaande leraren primair onderwijs, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Nederlands, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Duits, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Engels, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Wiskunde, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Economie, opleidingsoverzicht Raamwerkcurriculum Geschiedenis, opleidingsoverzicht Opleidingsplan Toetsplan EVC-procedure Overzicht CROHO-nummers Verslagen vergaderingen resonansgroep SBL en beroepsbeeld, beschrijving van relatie tussen deze Competentieprofiel studie/-stagebegeleider Beleidsplan internationalisering 2006 – 2008 Beleidsplan internationalisering 2008 - 2011 Studiegidsen Pedagogisch-didactisch programma voor duale studenten Moduleboeken Bronnenboeken Eigen literatuur Studieboeken Literatuurlijsten Tentamens Portfolio’s Afstudeerscripties, vergezeld van ingevulde beoordelingsformulieren Kwaliteitsmanagementplan Rapporten kwaliteitsonderzoeken Onderwijs- en Examenreglement Vakgroepbeleidsplannen Infopocket
Pagina 33 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Het domeinspecifieke referentiekader wordt gevormd door de zeven SBL-competenties voor de leraar voortgezet onderwijs en bve. 1) Interpersoonlijk competent De leraar voortgezet onderwijs en bve moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar interpersoonlijk competent zijn. Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo'n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Zo'n leraar bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen/deelnemers en zoekt in zijn interactie met leerlingen/deelnemers een goede balans tussen
leiden en begeleiden sturen en volgen confronteren en verzoenen corrigeren en stimuleren
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij maakt contact met de leerlingen/deelnemers en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen hij biedt een kader waarbinnen de leerlingen/deelnemers hun eigen leerproces kunnen vormgeven en hij helpt de leerlingen/deelnemers daarbij hij schept een goed klimaat voor samenwerking met de leerlingen/deelnemers en tussen de leerlingen/deelnemers onderling
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij is goed op de hoogte van communicatie- en omgangsvormen in de leefwereld van zijn leerlingen/deelnemers en in de (beroeps)praktijk waar zij zich op voorbereiden hij is op een praktisch niveau op de hoogte van communicatietheorieën, groepsdynamica en interculturele communicatie en kent vooral ook de implicaties daarvan voor zijn eigen doen en laten
Pagina 34 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
2) Pedagogisch competent De leraar voortgezet onderwijs en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden die onder andere een goed beeld heeft van zijn ambities en mogelijkheden. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar pedagogisch competent zijn. Een leraar voortgezet onderwijs en bve die pedagogisch competent is, biedt de leerlingen/deelnemers in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die zij moeten maken en hij bevordert dat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Zo'n leraar zorgt ervoor
dat de leerlingen/deelnemers weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden op een respectvolle manier met elkaar omgaan en uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken hun affiniteiten en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen maken met betrekking tot hun studie en loopbaan
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij vormt zich een goed beeld van het sociale klimaat in een groep, van het individuele welbevinden van de leerlingen/deelnemers en van de vorderingen die zij maken op het gebied van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid hij ontwerpt op basis daarvan een plan van aanpak of een benadering om de leerlingen/deelnemers te begeleiden naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en om hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling te bevorderen in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid hij voert dat plan van aanpak of die benadering uit hij evalueert dat plan van aanpak of die benadering en stelt het zonodig bij, voor de hele groep en ook voor individuele leerlingen/deelnemers hij signaleert problemen en belemmeringen in de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen/deelnemers en stelt, eventueel samen met collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij is vertrouwd met de leefwereld van zijn leerlingen/deelnemers, hun basisbehoeften, hun verwachtingen, met de culturele bepaaldheid daarvan, en hij weet hoe hij daarmee om kan gaan hij is bekend met bedrijfsculturen waar de leerlingen/deelnemers in of na hun opleiding mee te maken krijgen hij is bekend met de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van tieners, jongvolwassenen en volwassenen, met de problemen en belemmeringen die zich daarbij kunnen voordoen en hij weet hoe hij die problemen in de praktijk kan signaleren en hoe hij daarmee om kan gaan
Pagina 35 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
hij is bekend met ontwikkelings- en opvoedingstheorieën, hij is vertrouwd met verschillende opvoedingspraktijken en met de culturele bepaaldheid daarvan; dit alles met name in hun consequenties voor het onderwijs en voor zijn doen en laten als leraar hij heeft kennis van processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij tieners, adolescenten en volwassenen én van de culturele bepaaldheid daarvan en hij weet welke consequenties hij hieraan moet verbinden voor zijn handelen.
3) Vakinhoudelijk en didactisch competent De leraar voortgezet onderwijs en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak of beroep eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven en in het werk gebruikt worden. Ook helpt hij de leerlingen/deelnemers zicht te krijgen op wat zij in de samenleving en in de wereld van het werken kunnen verwachten. Dit is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij vak- of beroepsinhoudelijk en didactisch competent zijn. Een leraar die vak- of beroepsinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, onder andere door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij. Zo’n leraar
stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de leerlingen/deelnemers en houdt rekening met individuele verschillen bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject, met bijvoorbeeld mogelijkheden voor leren in en buiten school en leren in de context van de beroepsuitoefening motiveert de leerlingen/deelnemers voor hun leer- en werktaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden leert de leerlingen/deelnemers leren en werken, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij vormt zich een goed beeld van de mate waarin de leerlingen/deelnemers de leerinhoud beheersen en van de manier waarop ze hun werk aanpakken hij ontwerpt op basis daarvan gevarieerde leeractiviteiten die voor de leerlingen/deelnemers uitvoerbaar zijn, waaruit zij eventueel kunnen kiezen en die hen aanzetten tot zelfwerkzaamheid hij voert die leeractiviteiten samen met zijn leerlingen/deelnemers uit hij evalueert die leeractiviteiten en de effecten ervan en stelt ze zonodig bij, voor de hele groep maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers hij signaleert leerproblemen en –belemmeringen en stelt, eventueel samen met collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op
Pagina 36 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij heeft zelf een grondige kennis en beheersing van de leerinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en hij is op grond van eigen studie en eventueel werkervaring vertrouwd met de theoretische en (beroeps)praktische achtergronden daarvan hij kent het belang van die leerinhoud voor het toekomstige beroep en het dagelijks leven van de leerlingen/deelnemers hij kent op hoofdlijnen de leerinhoud van andere vakken of beroepen waarmee hij binnen zijn school of opleiding samenwerkt hij weet op hoofdlijnen wat en hoe zijn leerlingen/deelnemers geleerd hebben in het voorgaande onderwijs en hoe hij daarop kan aansluiten hij heeft kennis van (onderzoeksmatig) ontwerpen van onderwijs, didactieken en didactische leermiddelen, waaronder ict hij is bekend met verschillende onderwijs- en leertheorieën, met verschillende onderwijsarrangementen voor het voortgezet onderwijs en bve (onder andere actuele vormen van beroepsgerichte didactiek) en hij weet hoe hij die in praktijk kan brengen hij is vertrouwd met hoe leerlingen/deelnemers leren, wat hun leerbehoeften zijn, hoe zij zich ontwikkelen, welke problemen zich daarbij kunnen voordoen en hij weet hoe hij daarmee om kan gaan hij heeft kennis van de invloed van taalbeheersing en taalverwerving op het leren en hij weet hoe hij daar in zijn praktijk rekening mee moet houden hij heeft een praktische kennis van veel voorkomende leerstoornissen en onderwijsbelemmeringen en hij weet hoe hij daar mee om kan gaan hij heeft kennis van processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij tieners, adolescenten en volwassenen én van de culturele bepaaldheid daarvan en hij weet welke consequenties hij hieraan moet verbinden voor zijn handelen
4) Organisatorische component De leraar voortgezet onderwijs en bve draagt zorg voor organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen/deelnemers in de school en op de leerwerkplek. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet de leraar organisatorisch competent zijn. De leraar voortgezet onderwijs en bve die organisatorisch competent is, zorgt ervoor dat de leerlingen/deelnemers een ordelijke en taakgerichte omgeving treffen. Waar het leren zich op verschillende plaatsen afspeelt (bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in de school, stages, leerbedrijf, buitenschoolse projecten) zorgt de leraar (eventueel in samenspraak met andere begeleiders) voor afstemming tussen die verschillende plaatsen. Zo’n leraar zorgt er dus voor dat de leerlingen/deelnemers:
weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen
Pagina 37 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de leerlingen/deelnemers gedragen procedures en afspraken hij biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen hij houdt voor zijn onderwijs een planning aan die bij de leerlingen/deelnemers bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen, en hij gaat adequaat om met tijd
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij is bekend met die aspecten van (groeps- of) klassenmanagement die voor zijn vorm van onderwijs relevant zijn hij is bekend met de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf, zoals open leercentrum, werkplekkenstructuur, beroepspraktijkvorming en praktijklessen
5) Competent in het samenwerken met collega’s De leraar voortgezet onderwijs en bve moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega's in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij competent zijn in het samenwerken met collega’s (binnen de school). Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega's, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo'n leraar
goed met collega’s communiceert en samenwerkt een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.
Pagina 38 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is met collega’s en hij maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt hij levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school hij geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie hij werkt met collega’s (onderzoeksmatig) samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben: hij is op praktisch niveau bekend met methodieken voor samenwerking en intervisie hij is op een praktisch niveau op de hoogte van leerlingvolgsystemen en manieren om zijn eigen werk toegankelijk te administreren hij heeft enige kennis van organisatie- en bestuursvormen voor scholen in het voortgezet onderwijs en bve hij is op de hoogte van modellen voor kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling
6) Competent in het samenwerken met de omgeving De leraar voortgezet onderwijs en bve moet contacten onderhouden de ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers en met collega’s van (leer)bedrijven en instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingen/deelnemerszorg mee samenwerkt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar afgestemd zijn. Bovendien moet hij eraan meewerken dat de samenwerking van zijn school met die bedrijven en instellingen goed verloopt. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voortgezet onderwijs en bve en om de verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet de leraar competent zijn in het samenwerken met de omgeving van de school. Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving zorgt voor een goede communicatie en afstemming met ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers. Hij zorgt in overleg met de leerling voor een goede communicatie en afstemming tussen school, leerling en bedrijven of instellingen waar de leerling (in het kader van zijn opleiding) mee te maken heeft. Hij maakt doeltreffend gebruik van het professionele netwerk van de school als het gaat om de opleiding van de leerling of de zorg voor de leerling. Hij gaat verantwoordelijk en zorgvuldig om met de contacten die hij namens de school onderhoudt met de omgeving van de school. Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school.
Pagina 39 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij geeft op professionele manier informatie over de leerlingen/deelnemers aan ouders en andere belanghebbenden en hij maakt gebruik van de informatie die hij van hen krijgt hij zorgt in overleg met de leerling en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin hij neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school hij verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze met betrekking tot een leerling aan ouders en andere belanghebbenden en past in gezamenlijk overleg zonodig zijn werk met die leerling aan
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij is bekend met de leefwereld van ouders of verzorgers en met de culturele achtergronden van de leerlingen/deelnemers en hij weet hoe hij daar rekening mee moet houden in zijn doen en laten als leraar hij is op de hoogte van de professionele infrastructuur waar zijn school onderdeel van is hij is bekend met de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn leerlingen/deelnemers participeren en weet hoe hij daar als leraar mee om kan gaan hij is bekend met de regelgeving en samenwerkingsprocedures tussen zijn school en bedrijven en instellingen waarmee wordt samengewerkt hij weet hoe hij ervoor kan zorgen dat het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn leerlingen/deelnemers goed op elkaar zijn afgestemd
7) Competent in reflectie en ontwikkeling De leraar voortgezet onderwijs en bve moet zich voortdurend verder ontwikkelen en professionaliseren. Dat is zijn verantwoordelijkheid en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij competent zijn in reflectie en ontwikkeling. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo'n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo'n leraar
weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen
Bekwaamheidseis De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar.
Pagina 40 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve het volgende doen:
hij werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn competenties hij stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school en de ontwikkeling en afspraken binnen het team hij maakt bij die ontwikkeling gebruik van informatie van leerlingen/deelnemers en collega’s (in school en bedrijf) en ook van collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie
Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar voortgezet onderwijs en bve deze kennis hebben:
hij is op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het bedrijfsleven en de maatschappij die relevant zijn voor zijn onderwijs hij is op de hoogte van de onderwijspraktijk in andere scholen voor voortgezet onderwijs en bve en van actuele ontwikkelingen op het gebied van inhouden, werkwijzen en organisatievormen in het voortgezet onderwijs en bve hij is op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het gebied van de pedagogiek en de didactiek die relevant zijn voor zijn onderwijs hij heeft voldoende gedragspsychologische kennis om zijn eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen en te analyseren
Pagina 41 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 4: Visitatieteam Mw. dr. M.S. Leloux, teamleider Prof.dr. A.Th. van Deursen, extern deskundige geschiedenis Drs. C.E. van Eunen, extern deskundige Duits Mw drs. J. Hagen-Kraan, extern deskundige Engels Drs. C. Horsman, extern deskundige Nederlands Prof.dr. F.A. van der Duyn Schouten, extern deskundige wiskunde en economie Dr. C. Vreugdenhil, extern deskundige pedagogisch-didactisch programma Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, secretaris Mw. M. Gouzzaf, student
Pagina 42 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 5: Deskundigheid Mw. dr. M.S. Leloux, teamleider beschikt over onderwijsdeskundigheid en visitatie- of auditdeskundigheid, waaronder kwaliteitszorgdeskundigheid Prof.dr. A.Th. van Deursen, extern deskundige geschiedenis, drs. C.E. van Eunen, extern deskundige Duits, mw drs. J. Hagen-Kraan, extern deskundige Engels, drs. C. Horsman, extern deskundige Nederlands, prof.dr. F.A. van der Duyn Schouten, extern deskundige wiskunde en economie en dr. C. Vreugdenhil, extern deskundige pedagogisch-didactisch programma beschikken over werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid, internationale deskundigheid en onderwijsdeskundigheid Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, secretaris over onderwijsdeskundigheid en visitatie- of auditdeskundigheid, waaronder kwaliteitszorgdeskundigheid Mw. dr. M.S. Leloux, teamleider Mevrouw Leloux (1961) is na haar studie en promotie (1991) farmacie aan de Rijksuniversiteit Utrecht bij verschillende organisaties (AKZO Nobel, RIKILT, NIZO food research) in verschillende researchfuncties (onderzoeker, projectleider, programmaleider, onderzoeksdirecteur en business development manager) werkzaam geweest. Daarnaast voert zij sedert 2003 voor Certiked regelmatig visitaties uit, onder meer als teamleider, secretaris en extern deskundige. Momenteel is zij zelfstandig adviseur op het gebied van kennisexploitatie en werkt zij als zodanig onder andere bij de Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast ontwikkelt en geeft zij (internationale) workshops op het gebied van kennisexploitatie. Ook is zij (0,2 fte) werkzaam aan de Universiteit Twente als senior onderzoeker op dit gebied. Zij is tevens lid van een schoolbestuur van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Prof.dr. A.Th. van Deursen, extern deskundige geschiedenis De heer Van Deursen (1931) was van 1958 tot 1967 werkzaam in Den Haag bij het Bureau van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Hij was tussen 1967 en 1971 lector en van 1971 tot 1996 hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij was tussen 1967 en 1985 tevens docent en enige jaren studieleider bij de opleiding geschiedenis M.O. aan de Vrije Leergangen te Amsterdam. De heer Van Deursen schreef onder meer Bavianen en slijkgeuzen (1974), Mensen met een klein vermogen (1980), Een dorp in de polder (1994), Maurits (2000), De last van veel geluk (2004) en Een hoeksteen in het verzuild bestel (2008). Drs. C.E. van Eunen, extern deskundige Duits De heer Van Eunen (1945) heeft Duits gestudeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was leraar in Groningen en Emmen, werkte daarna bij CITO en was van 1979 tot 2005 lerarenopleider Duits en nascholer (talen/ICT) aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hij heeft wereldwijd veel nascholingscursussen gevolgd, . was actief lid van ‘Deutsch macht Spaß’, met als thema’s: (jeugd)literatuur & leesvaardigheidstraining, de inzet van liedmateriaal, verantwoord & motiverend gebruik van media en andere. Daarnaast was hij leergangauteur en ontwerper van les- en projectmateriaal, zowel commercieel als niet-commercieel. De heer Van Eunen heeft voor het Europees Platform een publicatie voor over geslaagde Duitslandprojecten geschreven en kreeg voor zijn werk in 2002 de nieuw ingestelde ‘Botschafterpreis’ van de Duitse ambassade. Hij is met FPU sinds december 2005, maar is één van de leiders van het INTERREG-projekt “Lesen ohne Grenzen” en leidt tot en met 2008 nog een INTERREG-projekt: “Leren van de buren”. De heer Van Eunen is voorzitter van de VLoD (Vereniging van Lerarenopleiders Duits).
Pagina 43 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Mw drs. J. Hagen-Kraan, extern deskundige Engels After primary and secondary education in English and Dutch schools (gymnasium α), mrs. Hagen-Kraan studied English language and literature at the Free University in Amsterdam (M.A.). During a career in education of more than 33 years she taught English in secondary education, and subsequently, in higher education, where she was a senior lecturer in English, course director grade one English programme and coordinator grade one language programmes at Hogeschool Holland and Amsterdam Faculty of Education. Areas of specialization and teaching interests: linguistics, language acquisition, phonetics, translation, British and American studies and literature, British cultural history. she developed course materials for a broad range of subjects. Mrs. Hagen-Kraan was awarded numerous grants to participate in study tours, postgraduate courses and seminars at universities in the UK, USA and the Netherlands. Professional affiliations cover all relevant national and international associations of higher education in the field of English and American studies, language teaching and teacher training. Drs. C. Horsman, extern deskundige Nederlands De heer Horsman is aanvankelijk werkzaam geweest als leraar in het voortgezet onderwijs, waarna hij verschillende functies heeft uitgeoefend bij de tweedegraads lerarenopleidingen. Vervolgens was hij verbonden aan het Nienoordcollege in Leek, eerst als rector vervolgens na een fusie met andere onderwijsinstellingen als voorzitter van de centrale directie. Op dit moment is hij als projectleider verbonden aan het landelijke Q5-project, dat scholen voor voortgezet onderwijs wil stimuleren om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen kwaliteit en kwaliteitszorg. Hij is lang lid geweeste van het AB en DB van Schoolmanagers_VO, een vereniging die schoolleiders in het VO verbond en nu is opgegaan in de VO-raad. Hij maakt nog steeds deel uit van verschillende besturen in de onderwijssector. De heer Horsman is lid geweest van verschillende visitatiecommissies die rapporten hebben uitgebracht over de eerste en tweedegraads lerarenopleidingen. Hij maakt deel uit van de redactie van Meso en heeft ook zelf regelmatig in diverse bladen gepubliceerd, meest over kwaliteitszorg. Prof.dr. F.A. van der Duyn Schouten, extern deskundige wiskunde en economie De heer Van der Duyn Schouten (1949) is sinds 1987 hoogleraar Besliskunde en Bedrijfseconometrie aan de Universiteit van Tilburg (UvT). Hij studeerde cum laude af in de wiskunde en natuurkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij bekleedde posities als gastdocent en gastonderzoeker bij Bell Laboratories (Holmdel, USA), Chinese Academy of Sciences (Beijing), Walter Haas Business School (Berkeley, USA), INSEAD (Fontainebleau) en University of Haifa (Israel). Van 1987 tot 1999 was hij tevens voor een dag in de week verbonden aan het Centrum voor Wiskunde en Informatica te Amsterdam. Van 1994 tot 1998 was de heer Van der Duyn Schouten decaan van de Faculteit der Economische Wetenschappen van de UvT en van 1997 tot 1998 tevens directeur van het onderzoeksinstituut CentER for Economic Research. Sinds juli 1999 bekleedt hij het rectoraat van de UvT met als eerste aandachtsgebieden (de kwaliteit van) onderwijs en onderzoek. Dr. C. Vreugdenhil, extern deskundige pedagogisch-didactisch programma De heer Vreugdenhil sloot zijn studie wijsgerige en historische pedagogiek aan de UU en filosofie aan de VU in Amsterdam cum laude af. Hij promoveerde aan de UvA op een vergelijkend onderzoek naar historische en hedendaagse onderwijsconcepten. Hij was leraar in alle onderwijssoorten, werkte nadien als lerarenopleider, schoolbegeleider, directeur van het APS en lector aan een hogeschool. Hij is (mede)auteur van diverse boeken die in de lerarenopleidingen gebruikt worden Hij werkt momenteel als zelfstandig consultant voor onderwijsontwikkeling in binnen- en buitenland. In die hoedanigheid is de heer Vreugdenhil sinds 2007 lid van de conceptgroep Neues Lernen in Kommunen van het Thueringer Ministerie van Onderwijs (Dld.) waarin hij samenwerkt met hoogleraren neurobiologie, ontwikkelingspsychologie en communicatiewetenschappen aan de toepassing van wetenschappelijk onderzoek in het onderwijs.
Pagina 44 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC De heer Vercouteren (1953) heeft economie gestudeerd en nadien de postdoctorale controllersopleiding afgerond. Hij heeft een aantal jaren in managementfuncties gewerkt bij het uitgeefconcern Wolters Kluwer. Sedert 1989 werkt hij als zelfstandige, zich hoofdzakelijk toeleggend op vraagstukken van sturing en control in het onderwijs. Hij heeft onder meer werkzaamheden uitgevoerd voor het ministerie van Onderwijs, educatieve uitgeverijen en opleidingsorganisaties. Hij heeft aan een groot aantal visitaties in het wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs en middelbaar beroepsonderwijs deelgenomen. Daarnaast geeft de heer Vercouteren op deeltijdbasis college aan Universiteit Nijenrode. Mw. M. Gouzzaf, student Mevrouw Gouzzaf (1985) studeert voor tweedegraads leraar Engels aan de Hogeschool Utrecht. Zij verwacht in 2009 haar diploma te behalen. Zij is voorzitter geweest van de gemeenschappelijke opleidingscommissie van Instituut Archimedes en ook is zij voorzitter geweest van de vakgroep adviescommissie van de vakgroep Engels van de Hogeschool Utrecht. Momenteel geeft mevrouw Gouzzaf als LIO 4 Engels aan enkele klassen van het Delta College.
Pagina 45 van 46 Hogeschool Driestar Educatief
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs © Certiked-vbi
Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 46 van 46 Hogeschool Driestar Educatief