Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Opleiding Fiscale Economie Croho-registratienummer: 34409 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 14 en 27 maart 2007
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................7 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................34 Bijlage 2: Documenten ............................................................................................................................36 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ............................................................................................37 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................40 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................41
De verantwoordelijke teamleider: ir. R. S. Kloosterman namens deze,
M. Lathouwers Certiked-VBI November 2007
Pagina 1 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Identificatie Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Fraijlemaborg 133, 1102 CV Amsterdam Z.O. Postbus 22575, 1100 DB Amsterdam Z.O. Telefoon: 020 - 523 63 11 Website: http://www.hes.hva.nl/ Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: drs. W.A.M. van der Linden, directeur. Opleidingsmanager FE: drs. G.J. Dukker.
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Hogeschool van Amsterdam, HES Hogeschool voor Economische Studies • HBO opleiding Fiscale Economie • Voltijd • Locatie Fraijlemaborg Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: ir. R. S. Kloosterman Extern deskundige: J. Wardenier Secretaris: drs. T. Buising Studentleden: G. Abord-Hugon en J.W.C van den Broek In bijlage 4 is van ieder lid een verkort C.V. opgenomen.
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam in februari 2007. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad op 14 maart 2007. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 14 maart 2007; en op 27 maart 2007 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 18 juni 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 25 september 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er op 18 januari 2007 een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomst had ten doel enkele ‘HESbrede’ facetten te verkennen. Uit deze HES-brede visitatie zijn enkele aandachtspunten geformuleerd voor de uitvoering van de daadwerkelijke visitatie.
Pagina 2 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Managementsamenvatting Op 14 en 27 maart 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding Fiscale Economie van de HES Hogeschool voor Economische Studies van de Hogeschool van Amsterdam. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader. De zelfevaluatie (inclusief bijlagen) van de opleiding had een goed niveau en heeft het visitatieteam voldoende basis geboden om mede aan de hand daarvan de opleiding te beoordelen. Hiernaast heeft het visitatieteam tijdens de twee visitatiedagen voldoende documentatie kunnen bestuderen. Uit het visitatierapport “Onderweg naar een competentiegerichte opleiding’, gepubliceerd in juni 2002, blijkt dat de visitatie veel aspecten met een onvoldoende heeft beoordeeld. De opleiding heeft op basis van de kritiekpunten van de visitatiecommissie substantiële verbeteringen doorgevoerd. Op verzoek van de NVAO heeft de opleiding in het kader van het bestuurlijk natraject van de visitatie, die in 2002 plaatsvond, in februari 2005 een stand van zakenrapport opgesteld. De NVAO heeft in maart 2007 aangegeven dat zij een positieve indruk hebben van de verbetermaatregelen naar aanleiding van de kritiek van de visitatiecommissie. De opleiding heeft in haar zelfevaluatie per facet aangegeven welke verbetermaatregelen zij sedert de visitatie in 2002 genomen heeft en de resultaten benoemd. Het visitatieteam heeft tijdens de gesprekken aandacht besteed aan de aspecten die de commissie als ‘onvoldoende’ beoordeelde en dit meegenomen in de beoordeling van de verschillende facetten. De HES is een van de vijftien instituten van de HvA en heeft circa 10.000 studenten en 600 medewerkers, verdeeld over 5 afdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. De HES verzorgt economische opleidingen. De opleiding Fiscale Economie van de HES bestaat sinds 1985 en wordt alleen in voltijd aangeboden. De opleiding heeft in 2004 de laatste versie van het beroeps- en opleidingsprofiel (BOP) van het Landelijk Overleg Fiscale Economie (LOFE) in het curriculum verwerkt. Dit profiel is ontwikkeld in overleg met de beroepspraktijk. De relatie met de beroepspraktijk is nadrukkelijk aanwezig in de opleiding. De opleiding vraagt inhoudelijk structureel input aan vertegenwoordigers van de beroepspraktijk door middel van overleg met de OAR, de samenwerkingsverbanden met de beroepspraktijk in de vorm van gastdocenten, stages, projecten en afstudeeropdrachten. Hiernaast is een aantal fiscale docenten werkzaam zijn in de beroepspraktijk. De 12 competenties van het BOP komen consequent terug in het programma van de opleiding. De zogenaamde zachte competenties (zoals de competenties ethisch normbesef en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid) komen echter vooral impliciet in het programma aan de orde. Gezien het belang van deze competenties voor de HBO fiscalist adviseert het visitatieteam de aandacht hiervoor in het programma meer expliciet te maken. Het visitatieteam waardeert ook de keuze voor contactrijk onderwijs. FE studenten volgen vooral in de eerste twee jaar relatief veel lessen op de hogeschool. Daarna wordt een toenemende zelfstandigheid van de studenten verwacht. Dit komt ook naar voren in de verschillende werkvormen die in de diverse semesters worden toegepast. De opleiding beschikt over een docententeam met een brede en relevante praktijkervaring. Ook de studenten zijn zeer tevreden over de kwaliteit van de docenten en de benaderbaarheid van de docenten.
Pagina 3 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Het visitatieteam waardeert de wijze waarop de studieloopbaanbegeleiding is vormgegeven. Gebleken is dat de studieadviseur een belangrijke en bindende rol heeft in de opleiding. De interne kwaliteitszorg is adequaat geregeld bij de opleiding. Alle stakeholders worden betrokken bij de opleiding. Inzake het niveau tenslotte, verwacht het visitatieteam dat de afstudeerders op een goed bachelorniveau kunnen opereren. De afstudeerscripties zijn goed voor wat betreft structuur, inhoud en diepgang; de begeleiding is grondig. Het visitatieteam van Certiked concludeert dat de opleiding Fiscale Economie van de HES HvA in voldoende mate aan het geheel van het NVAO Toetsingskader beantwoordt.
Pagina 4 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Overzicht van beoordelingen opleiding Fiscale Economie Onderwerp en facet
Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Certiked beoordeling
positief goed voldoende voldoende
positief goed voldoende voldoende goed voldoende voldoende goed voldoende
positief goed voldoende goed
positief voldoende goed
positief voldoende voldoende goed
positief goed voldoende
Pagina 5 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Vooraf De HES Hogeschool voor Economische Studies (HES) is een van de vijftien instituten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De HES telt 10.000 studenten en ruim 600 medewerkers, verdeeld over 5 afdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. Het instituut is ontstaan uit een fusie van het cluster economische opleidingen van de HvA en de voormalige zelfstandige Hogeschool voor Economische Studies Amsterdam. Deze fusie is, na jarenlange besprekingen, in oktober 2004 formeel bekrachtigd, maar kreeg feitelijk pas in september 2005 vorm. Toen trad het nieuwe instituut onder één naam naar buiten de HES Hogeschool voor Economische Studies met een gemeenschappelijk managementteam en gemeenschappelijke beleidsafdelingen. De HES constateert in de zelfevaluatie van de opleiding Fiscale Economie dat de fusie niet zonder slag of stoot is verlopen en dat er in de korte tijd dat het instituut bestaat al veel is bereikt. Het veranderingsproces dat de hogeschool doorgaat wordt vormgegeven in Beste Business School. Beste Business School hanteert als uitgangspunt de inhoud en inrichting van het onderwijs. In 2006 heeft de HES houtskoolschetsen opgesteld die een antwoord geven op vragen als: wat wil de HES bieden aan studenten, medewerkers en werkveld gezien de ontwikkelingen in de wereld (in 2012), hoe kan de HES zich onderscheiden van andere instellingen en wat zijn de kenmerken van de nieuwe leer- en werkorganisatie? Op basis hiervan zal in de komende jaren de nieuwe (onderwijs)organisatie verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Met als doelstelling de start van het nieuwe eerste studiejaar van alle opleidingen van de HES in september 2008. Certiked is betrokken bij de visitatie van meerdere opleidingen van de HES. Om een beeld te krijgen van de opleidingsoverstijgende onderdelen van het Timmermansoog heeft op 18 januari 2007 een HES-brede visitatie plaatsgevonden. Tijdens deze dag zijn gesprekken gevoerd met het MT van de HES over onder andere de doelstellingen en resultaten van de HES, het programma, het personeel, de voorzieningen en de kwaliteitszorg. De belangrijkste bevindingen van de HES-brede visitatie zijn: • Het visitatieteam is onder de indruk van de doordachte en brede aanpak van het veranderingsproces dat is ingezet. Door in gezamenlijkheid te werken aan onderwijsvernieuwing wordt iets nieuws neergezet. Het visitatieteam realiseert zich echter ook dat het veranderingsproces nog in volle gang is, en dat er tijdens de visitaties bij de verschillende opleidingen wellicht een divers beeld te zien zal zijn. • Het visitatieteam ziet dat de hogeschool adequaat beleid heeft geformuleerd voor onderwerpen als minoren, toetsing, EVC en internationalisering. De uitwerking zal per opleiding verschillend kunnen zijn; internationalisering bijvoorbeeld is voor bepaalde opleidingen en afstudeerrichtingen nu eenmaal relevanter dan voor andere. Bijzondere waardering is er voor het EVC-baar maken van opleidingsonderdelen. • Aandacht wordt gevraagd voor het toetsbeleid; dit is nog erg beschrijvend van aard. Het visitatieteam is van mening dat dit de visitaties niet in de weg hoeft te staan, mits op opleidingsniveau adequaat handen en voeten gegeven wordt aan de uitvoering van toetsingen (qua niveau, domein en oriëntatie). In voorliggende rapportage zal dit onderdeel voor de opleiding Fiscale Economie besproken worden. • Ook de minoren hebben tijdens de visitaties aandacht gekregen. De keuze om tot bepaalde minoren te komen zou in de optiek van Certiked vooral ingegeven moeten zijn door vragen van externe stakeholders (beroepenveld). De validering van de keuze om tot bepaalde minoren te komen evenals de feitelijke kwaliteitsbewaking van de minoren is een aandachtspunt geweest tijdens de visitaties.
Pagina 6 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij het betreffende onderwerp en de facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van het betreffende facet gegeven. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat voldoende te interpreteren is als: voldoet aan de eisen. De waardering ‘goed’ wordt gegeven op het moment dat er duidelijk sprake is van een beoordeling die daar bovenuit stijgt. De waardering ‘excellent’ zou willen zeggen dat voor dat facet betreffende opleiding een voorbeeldfunctie in Nederland zou vervullen.
Pagina 7 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
• • • • • •
•
•
De opleiding FE maakt gebruik van het beroeps- en opleidingsprofiel (BOP) van het Landelijk Overleg Fiscale Economie (LOFE). Dit profiel is in het studiejaar 2002 – 2003 opgesteld en gevalideerd. Het BOP is eind 2005 door het LOFE beoordeeld op actualiteit. In 2006 hebben de laatste aanpassingen plaatsgevonden, met name als gevolg van wetswijzigingen en zijn de doorstromingsmogelijkheden uitgebreid en is ‘teamspeler’ opgenomen als competentie. In het LOFE hebben vertegenwoordigers van alle hogescholen met een FE opleiding zitting. Bij de validatie van het BOP zijn diverse beroepenveldcommissies betrokken en diverse spelers in het FE-veld zoals de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs, het ministerie van Financiën (directoraat-generaal Belastingdienst), het bestuur van de Federatie van Financiële Planners en het bestuur van het College van Belastingadviseurs. De opleiding heeft het BOP in de periode 2004 – 2006 gefaseerd geïmplementeerd in de opleiding. Het BOP omvat 12 competenties voor de beginnende fiscalist, verdeeld in drie domeinen te weten beroepsinhoudelijke competenties, professionaliteit en participant in een arbeidsorganisatie. De opleiding heeft er voor gekozen zelf geen competenties aan het BOP toe te voegen. De opleiding onderscheidt zich van andere FE opleidingen door de gerichtheid op de grote bedrijven in de Amsterdamse regio. De laatste jaren is de opleiding ook meer gericht op het MKB. Dit betekent dat ten aanzien van de beroepsinhoudelijke competenties de opleiding veel aandacht geeft aan de onderdelen bedrijfseconomie, bedrijfsadministratie, inkomstenbelasting winst en vennootschapsbelasting. Aan de opleiding is een opleidingsadviesraad (OAR) verbonden. De OAR bestaat sinds 2006 – 2007 als opvolger van de beroepenveldcommissie. In de OAR hebben vertegenwoordigers van het beroepenveld uit de Amsterdamse regio zitting (onder andere Belastingdienst, de grotere kantoren (Ernst & Young, PwC) en een MKB kantoor). De raad komt minimaal driemaal per jaar bijeen en adviseert de opleiding over het studieprogramma, actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en de relatie tussen programma en beroepenveld. De afstemming tussen de eindkwalificaties en het beroepenveld komt (naast de OAR) ook aan de orde via: 1. het LOFE (4 bijeenkomsten per jaar), de opleidingsmanager FE is actief lid van het LOFE; 2. samenwerkingsverbanden met en (gast)docenten uit de beroepspraktijk; 3. opdrachtgevers van projecten, stages en afstudeeropdrachten. De opleiding heeft gekozen voor een doelgerichte internationalisering. Dit betekent dat internationalisering bij verschillende onderdelen aan de orde komt, bijvoorbeeld inzake de regelgeving van de Europese Unie, belastingverdragen en de International Financial Reporting Standards (IFRS).
Pagina 8 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft zich bij de ontwikkeling van het curriculum gebaseerd op het meest actuele competentieprofiel, opgesteld door het LOFE. Dit profiel is via het LOFE gevalideerd door een relevante vertegenwoordiging van het werkveld. Inhoudelijk wordt structureel input gevraagd aan vertegenwoordigers van de beroepspraktijk door middel van overleg met de OAR, de samenwerkingsverbanden met de beroepspraktijk en de fiscale docenten (die voor een deel werkzaam zijn in de beroepspraktijk). Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat hiermee wordt aangesloten op de eisen uit de beroepspraktijk en de eisen van vakgenoten. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als ‘goed’.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
De opleiding hanteert de volgende 12 competenties: 1. Werkzaamheden met betrekking tot aangifte; 2. Controlewerkzaamheden; 3. Informeren op fiscaal terrein; 4. Werkzaamheden met betrekking tot fiscaal – juridisch en financieel advies; 5. Vertegenwoordigen op fiscaal terrein; 6. Persoonlijke ontwikkeling; 7. Sociaal communicatieve bekwaamheid; 8. Ethisch normbesef; 9. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid; 10. Leiderschap; 11. Resultaatgerichtheid; 12. Kwaliteitsbewustzijn. De opleiding maakt ten aanzien van de mate van beheersing van de competenties onderscheid in vier niveaus: oriënterend, analytisch, integrerend en in de praktijk inzetbaar. In de zelfevaluatie geeft de opleiding een schematisch overzicht waarin per jaar de onderdelen worden gerelateerd aan de competenties en de verschillende niveaus. Hieruit blijkt dat in het eerste jaar (de FE propedeuse) de competenties vooral op niveau 1 en 2 aan de orde komen. Het niveau van beheersing loopt gedurende de opleiding op. Dit betekent dat in leerjaar 4 de diverse competenties vooral op niveau 3 en 4 aan de orde komen. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau dat vereist mag worden van een beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-bachelor niveau. De opleiding heeft in de zelfevaluatie de Dublin Descriptoren gerelateerd aan de twaalf competenties. Uit dit schema blijkt het volgende. Kennis en inzicht: De afgestudeerde FE-er beschikt onder andere over kennis gericht op het invullen en beoordelen van aangiftes, het analyseren en beoordelen van jaarstukken vanuit een fiscale invalshoek, kennis om klanten te informeren en adviseren over zijn huidige danwel gewenste fiscale / financiële positie. Ook heeft de afgestudeerde fiscalist kennis om bezwaar-, verweer- en beroepsschriften/vertoogschriften op
Pagina 9 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
te stellen en te verdedigen. Toepassen kennis en inzicht: Door het competentiegerichte onderwijs waarin gewerkt wordt met projecten waarin beroepsvraagstukken centraal staan, oefenen studenten in het toepassen van de verworven kennis, vaardigheden en inzicht. Vooral in het derde en vierde jaar zijn twee grote buitenschoolse projecten opgenomen: in het derde jaar de stage bij de Belastingdienst en in het vierde jaar de afstudeerstage. Bij de Belastingdienst passen de studenten bijvoorbeeld de kennis op het gebied van inkomstenbelasting, beroepshouding en het werken binnen een organisatie toe. Voor de fiscale vakken geldt dat studenten de kennis toepassen middels een aan de praktijk ontleende casus. Het resultaat wordt opgesteld in de vorm van een beroepsproduct, zoals een aangifte, een bezwaarschrift of een advies. Oordeelsvorming: Dit betreft vooral de competenties adviseren, informeren, persoonlijke ontwikkeling, ethisch normbesef en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierbij wordt de afgestudeerde FE-er onder andere geacht in staat te zijn het eigen functioneren te beoordelen, klanten te informeren en adviseren. Ook wordt verwacht dat de afgestudeerde FE-er dilemma’s die kunnen ontstaan in beroeps- en individuele ethische vraagstukken kan onderkennen en zijn eigen positie hierin kan bepalen en standpunten hierover kan formuleren. Ook kan de HBO-fiscalist, op basis van inzicht in de maatschappelijke effecten van belastingheffing, een eigen visie formuleren over effectiviteit en efficiëntie van belastingheffing in nationaal en internationaal perspectief. Communicatie: Communicatie komt naar voren in de competenties persoonlijke ontwikkeling, sociaal – communicatieve vaardigheden, leiderschap, resultaatgerichtheid en kwaliteitsbewustzijn. De afgestudeerde FE-er kan onder andere kennis en inzichten op anderen (ook niet specialisten) overdragen in een gesprek, memo, artikel, scriptie, mondelinge presentatie of ander medium. Leervaardigheden: De competenties persoonlijke ontwikkeling, controleren, informeren, adviseren, vertegenwoordigen en de competenties sociaal – communicatieve vaardigheden en ethisch normbesef besteden aandacht aan het onderdeel leervaardigheden. Hierbij wordt onder andere van de afgestudeerde FE-er verwacht dat hij / zij analyses en beoordelingen kan uitvoeren en verschillende nota’s kan opstellen en verdedigen. Ook wordt van de HBO-fiscalist verwacht dat hij / zij het eigen functioneren kan beoordelen om voor zichzelf leer- en verbeterpunten te formuleren waarmee het eigen beroepsmatig handelen, de houding en de motivatie verder ontwikkeld kunnen worden. Zoals in bovenstaande toelichting duidelijk wordt, zijn de Dublin Descriptoren zodanig herkenbaar in de twaalf kerncompetenties terug te vinden, dat hiermee het bachelorniveau van de opleiding inzichtelijk wordt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Uit de analyse kan worden afgeleid dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij het niveau van HBO-bachelor, zoals in de Dublin descriptoren weerspiegeld. Op basis van de bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Niveau’ als ‘voldoende’.
Pagina 10 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
Zoals eerder aangegeven maakt de opleiding ten aanzien van de mate van beheersing van de competenties onderscheid in vier niveaus: oriënterend, analytisch, integrerend en in de praktijk inzetbaar. Niveau 4 betekent dat de student in de (aangifte) praktijk van een professionele organisatie kan worden ingezet. In het BOP is aangegeven aan welke kwalificaties de beginnend beroepsbeoefenaar voldoet. De eindkwalificaties zijn beschreven in termen van beroepscompetenties. De landelijk vastgestelde beroepscompetenties van het LOFE zijn opgesteld in overleg met en zijn erkend door het werkveld. De OAR is betrokken bij de vaststelling van de opleidingskwalificaties. De fiscale docenten van de opleiding zijn ook werkzaam in de beroepspraktijk. Hierdoor bestaat er een goed zicht op het niveau van de eindkwalificaties. Hiernaast zijn er diverse samenwerkingsverbanden met het beroepenveld. De opleiding heeft zo de mogelijkheid gecreëerd om structureel input vanuit het beroepenveld te ontvangen ten aanzien van de inhoud en het niveau van de eindkwalificaties en de mate waarin dit aansluit bij de wensen vanuit het werkveld. De opleiding geeft in de zelfevaluatie aan dat studenten direct inzetbaar zijn in de aangiftepraktijk, zowel nationaal als internationaal. In de gesprekken van het visitatieteam met de studenten en alumni is dit beeld bevestigd. De ontwikkeling van de competenties en het borgen van het niveau vindt plaats in nauw overleg met het LOFE.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt de praktijkgerichtheid van het competentieprofiel als voldoende en corresponderend met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende werkveld. Op basis van de bevindingen beoordeelt zij het facet ‘Oriëntatie HBO’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de doelstellingen van de opleiding aansluiten bij hetgeen de ‘markt’ (het beroepenveld) vraagt. De borging daartoe heeft plaatsgevonden tijdens het opstellen van het landelijk competentieprofiel, dat in overleg met het beroepenveld is opgesteld. Hiernaast is de OAR betrokken bij het evalueren van de doelen van de opleiding. Tevens heeft het visitatieteam vastgesteld dat de doelen van de opleiding zich op het niveau van bachelor bevinden. Het profiel is afgestemd op het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Daarmee beoordeelt het visitatieteam het onderwerp ‘Doelstelling van de opleiding’ als positief.
Pagina 11 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
• • • • •
• •
De opleiding maakt gebruik van relevante en actuele vakliteratuur op hbo-niveau. De literatuurlijst wordt jaarlijks op advies van docenten aangepast. Zoals eerder aangegeven is de opleiding de laatste jaren wat meer gericht op het MKB. Dit uit zich in onderdelen als bedrijfsadministratie, inkomstenbelasting winst en vennootschapsbelasting en in de minor Fiscus en Bedrijf. Het programma bestaat uit de propedeuse, hoofdfase 1 (het tweede jaar) en hoofdfase 2 (het derde en vierde jaar). Elk jaar heeft 2 semesters. Met uitzondering van de propedeuse kunnen de semesters binnen een studiejaar in willekeurige volgorde worden gevolgd. De eerste twee jaren van de opleiding, ook wel de brede bachelor genoemd, volgen de studenten samen met studenten van de opleidingen AC, BE, BI, FSM en LE een voor circa 60% gemeenschappelijk programma. De brede bachelor is gestart in 2005 – 2006. De relatie met de praktijk komt in het eerste jaar van de opleiding op verschillende manieren naar voren. Ten eerste tijdens de studie- en beroepsoriëntatieweek, de eerste week van de opleiding. Hier maken de studenten kennis met het werkterrein van de fiscalist door middel van een bezoek aan de Belastingdienst en aan twee fiscale advieskantoren. Vervolgens wordt in diverse projecten gewerkt aan opdrachten gericht op de belastingpraktijk (bijvoorbeeld het hypotheekproject en het project bedrijfsoriëntatie). In het eerste jaar van de brede bachelor zijn vakken als inkomstenbelasting en loonbelasting de specifieke FE vakken. Ook volgen de studenten in het eerste jaar het practicum encyclopedie. Bij dit practicum leren studenten zoeken in de fiscale bibliotheek, het wetboek en verschillende (fiscale) zoekmachines zoals Fiscanet en de zoekmachines van de Kamper van Koophandel en de SRA. In het tweede jaar van de brede bachelor wordt onder andere aandacht besteed aan de fiscale vakken inkomstenbelasting winst en inleiding financiële planning. De internationale oriëntatie van de opleiding komt in het tweede jaar naar voren in de vorm van een project dat in het Engels moet worden gepresenteerd. De studenten krijgen gedurende de eerste twee jaar ook het vak Engels. In het derde jaar komt het vak internationaal belastingrecht aan de orde en wordt de fiscale kennis verder verdiept. Dit onder andere in het project fiscale controle (gericht op integratie van fiscaliteit, jaarverslaggeving en bedrijfsadministratie), het vak algemene wetten belastingen en het vak vennootschapsbelastingen. Inzake internationalisering vindt de opleiding het vooral belangrijk dat de studenten zich realiseren dat ze in een internationale werkomgeving kunnen komen te werken. In het derde jaar lopen alle studenten 12 weken stage bij de Belastingdienst Amsterdam. De studenten worden ingezet voor de Huba campagne (Hulp bij aangifte) en maken kennis met een andere afdeling
Pagina 12 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
• • • • • • •
van de Belastingdienst. De studenten krijgen voor aanvang van de stage een vaardigheidstraining van de Belastingdienst. Hiernaast voeren de studenten tijdens het derde jaar bij twee advieskantoren (de inhouse-dagen bij PWC en Ernst & Young) een casus uit, gericht op vennootschapsbelasting en internationaal belasting recht. En bezoeken ze in het kader van het vak algemene wetten belastingen het gerechtshof of de rechtbank. In het vierde jaar volgt de student gedurende een semester een van de minoren (waarvoor in het derde jaar een keuze is gemaakt) en loopt de student een stage van een half jaar, waarbinnen de afstudeerscriptie opgesteld wordt. In het vierde jaar wordt ter voorbereiding op de stage een bedrijvendag georganiseerd. Ook nemen alle studenten in het vierde jaar deel aan de landelijke Taxweek. Een aantal fiscale docenten is werkzaam in de praktijk. Deze docenten begeleiden de studenten ook tijdens de stages. Voorbeelden van gastcolleges zijn een gastcollege van een docent van de UvA over de nieuwe wet VPB of een gastcollege van een medewerker van Loyens en Loeff over de aansprakelijkheid van de fiscalist. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplaats. In de meeste gevallen lukt dit vrij gemakkelijk, studenten Fiscale Economie zijn zeer in trek bij bedrijven. Sport is een belangrijk onderdeel van het programma. Met behulp van sport wil de opleiding de sociale cohesie en de samenwerking in de groep bevorderen. In de zelfevaluatie wordt verwezen naar module- en projectevaluaties. Hieruit blijkt dat studenten de relatie tussen theorie en beroepspraktijk als voldoende beoordelen. Dit oordeel is tijdens de gesprekken van het visitatieteam met de diverse studenten bevestigd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding bouwt gedurende de eerste twee jaar aan een inhoudelijke basis bij de studenten. Ook is de opleiding vanaf het eerste jaar praktijkgericht en geeft daar vervolgens in alle studiejaren op verschillende en steeds intensievere manieren vorm aan (bijvoorbeeld de twee stages, de taxweek en de cases die op de advieskantoren worden uitgevoerd). De betrokkenheid van het werkveld is ook gedurende de hele opleiding goed georganiseerd en neemt afwisselende vormen aan (van bedrijfsbezoeken tot gastdocenten en cases uitvoeren bij bedrijven / de zogenaamde inhouse dagen). Er is in het curriculum een aanmerkelijk deel praktijk, maar zonder dat dat ten koste gaat van de aandacht voor theorie. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Eisen HBO’ daarom als goed.
Pagina 13 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • • • • •
•
Het onderwijs is ingericht rond de twaalf LOFE competenties, die in elk van de vier jaren in meer of mindere mate terugkomen. De twaalf competenties dienen gedurende de vier jaar op vier niveaus (oriënterend, analyserend, integrerend en inzetbaar in de praktijk) te worden bereikt. In het eerste jaar ligt de nadruk op het bereiken van niveau 1, voor een aantal competenties geldt dat deze ook al op niveau 2 of soms zelfs 3 aan de orde komen. In het tweede en derde jaar op niveau 2 en 3. Waarbij in het derde jaar tijdens de stage bij de Belastingdienst ook al een aantal competenties op niveau 4 aan de orde komt. Het vierde jaar wordt gewerkt aan competentieverwerving op niveau 3 en vooral niveau 4 (het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar). In de eerste twee jaar van de opleiding heeft elk semester een thema. In het derde jaar vindt in beide semester inhoudelijke fiscaal economische verdieping plaats en de stage bij de Belastingdienst in het tweede semester. In het vierde jaar volgt de student in het eerste semester de gekozen minor en in het tweede semester wordt de stage/ afstudeeropdracht uitgevoerd. Zoals eerder aangegeven zijn de twaalf competenties onder te verdelen in drie aandachtsgebieden: beroepsinhoudelijke competenties, professionaliteit en participant in de arbeidsorganisatie. De beroepsinhoudelijke competenties komen in oplopend niveau in de vier jaren aan de orde. Hierbij gaat het om fiscale vakken, de onderdelen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie en de juridische onderdelen. De competenties op het gebied van ‘professionaliteit’ worden ontwikkeld middels de projecten in de brede bachelor, het Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) en de vakken Nederlands en managementvaardigheden in de eerste twee jaar. Het POP dient als instrument waarmee studenten kunnen reflecteren op de eigen competentieontwikkeling en de relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma. De competenties in het kader van ‘participant in de arbeidsorganisatie’ komen aan de orde bij het vak bedrijfskunde en in de projecten en vakken van de brede bachelor. Ook hier neemt het niveau toe. Competenties als ethisch normbesef worden bij diverse vakken besproken, middels het bespreken van casussen. Hierbij worden studenten vooral op hun verantwoordelijkheden gewezen. Ook zien studenten tijdens hun stage / afstudeeropdracht op welke wijze in de praktijk met ethiek wordt omgegaan. De minoren hebben als doel de studenten voor te bereiden op het beroepenveld of op een vervolgopleiding. Studenten kunnen kiezen (studiejaar 2006 – 2007) uit de twee FE-specifieke minoren: Personal Financial Planning of Fiscus en Bedrijf. Het is ook mogelijk een minor van een andere opleiding te kiezen. Deze keuze dient dan wel verantwoord te worden t.o.v. de examencommissie (HvA/HES beleid), omdat de minor moet bijdragen aan de competenties van de opleiding.
Pagina 14 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• •
De opleiding onderscheidt een aantal specifieke beroepsvaardigheden voor de fiscalist zoals accuratesse, zelfwerkzaamheid en doorzettingsvermogen. Deze komen met name aan de orde in de projecten, de practica en in de vakken algemene wetten belastingen en inkomstenbelasting winst. In het kader van internationalisering krijgen de studenten de eerste twee jaar het vak Engels. Hiernaast wordt er in het tweede jaar door studenten een presentatie in het Engels gegeven.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat er sprake is van een relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en de inhoud van het programma: de doelstellingen worden door de inhoud voldoende afgedekt. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ daarom als ‘voldoende’. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding een duidelijk beleid hanteert inzake internationalisering. In het verlengde daarvan is op basis van gesprekken met de studenten echter gebleken dat er behoefte bestaat aan een andere vorm van Engels, waarbij de nadruk meer ligt op het zakelijk communiceren. Tevens adviseert het visitatieteam de zogenaamde zachte competenties meer aandacht te geven tijdens de opleiding. Het betreft hier vooral de competenties ethisch normbesef en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze competenties komen vooral impliciet in het programma aan de orde; gezien het belang van deze competenties voor de HBO fiscalist is de expliciete aandacht hiervoor in het programma wellicht wat beperkt.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
• •
Zoals aangegeven staat in de eerste vier semesters (de eerste twee jaar) telkens een ander thema centraal. Aan de hand van deze thema’s voeren studenten projecten en opdrachten uit en wordt het onderwijs verzorgd. De projecten nemen gedurende de opleiding toe in complexiteit en niveau, met als ultieme opdracht de afstudeeropdracht. Zoals aangegeven onderscheidt de opleiding vier niveaus (oriënterend, analyserend, integrerend en inzetbaar in de praktijk), waarbij de complexiteit toeneemt naarmate de opleiding vordert, waarbij overigens geldt dat de niveaus niet een op een te vertalen zijn naar de vier studiejaren. De globale indeling is dat de leerdoelen van de propedeuse over het algemeen op niveau 1 en 2 zijn geformuleerd, de leerdoelen van hoofdfase 1 en 2 op niveau 2 en 3 en de leerdoelen van de stage bij de Belastingdienst en het laatste jaar (minor, stage en scriptie) veelal op niveau 4. De opleiding onderscheidt vier leerlijnen, te weten de conceptuele leerlijn, de vaardighedenleerlijn, de integrale leerlijn en de POP-leerlijn. Met deze leerlijnen borgt de opleiding de inhoudelijke samenhang van het programma. De conceptuele leerlijn geeft de studenten de kennis die ze nodig hebben om de onderscheiden competenties te verwerven.
Pagina 15 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• • • •
De vaardighedenleerlijn stelt de studenten in staat de vaardigheden te verwerven die noodzakelijk zijn om de competenties te kunnen verwerven. Het gaat hierbij om vaardigheden als talenkennis, presentatievaardigheden en onderhandelvaardigheden. De relatie met de praktijk en het toepassen van kennis en vaardigheden komt tot uitdrukking in de integrale leerlijn. Hierbij voert de student projecten, stages en de afstudeeropdracht uit met als doel het ontwikkelen van de competenties. Het persoonlijk ontwikkelplan (POP) dient om de student te ondersteunen bij het reflecteren op de eigen competenties en het eigen leerproces. Uit de studenttevredenheidsmonitor 2006 blijkt dat studenten de samenhang in het programma als voldoende beoordelen. Uit deze monitor blijkt ook dat studenten de aansluiting van de stage op het programma zeer goed vinden. Dit is bevestigd in de gesprekken van het visitatieteam met de studenten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat sprake is van een voldoende samenhangend curriculum. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de verschillende leerlijnen die de opleiding hanteert. Hiernaast komt de inhoudelijke samenhang ook nadrukkelijk naar voren in de toenemende complexiteit van het niveau (van oriënterend tot inzetbaar in de praktijk) van de opleiding en de competenties. Op basis hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Samenhang van het programma’ als ‘voldoende’. 2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
•
De gemiddelde studielast (uit de studenttevredenheidsmonitor 2006) van de opleiding Fiscale Economie is in het eerste half jaar, zowel voor de propedeuse als voor de hoofdfase, 29,1 uur. 50% van de eerstejaars vindt de tijd die ze aan de studie besteedt goed, 44% vindt de tijd teveel. Voor de ouderejaars is dit respectievelijk 64% en 26%. In het gesprek met het visitatieteam hebben studenten aangegeven gemiddeld 35 uur per week aan de studie te besteden. Tijdens toetsweken is dit circa 40 uur per week. De opleiding hanteert een indeling in semesters. Dat betekent dat ieder studiejaar uit twee semesters bestaat. In de propedeuse is een semester verdeeld in twee blokken. Projectonderwijs en colleges vinden gelijktijdig plaats gedurende het semester. Ieder semester wordt afgesloten met een toetsperiode. In de propedeuse is halverwege het semester een extra toetsperiode waardoor bepaalde onderdelen al eerder centraal kunnen worden getoetst. Voor andere onderdelen van de propedeuse wordt continue toetsing gehanteerd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de onderdelen kwantitatieve methoden en technieken, managementvaardigheden, Nederlands en Engels. Dit is vooral bedoeld om de studenten aan het werk te houden. Tijdens de propedeuse is er in januari een herkansingsperiode voor de tentamens van het eerste semester. De invoering van de brede bachelor heeft ertoe geleid dat gemeenschappelijke onderdelen vaker per jaar worden aangeboden, waardoor het voor studenten gemakkelijker is om eventuele achterstanden in te halen.
Pagina 16 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• • • •
•
•
De opleiding heeft een centrale herkansingsperiode in eind juni/ begin juli. In deze periode worden alle toetsen aangeboden. Voor studenten in de hoofdfasen van de opleiding is er geen herkansingsperiode in januari. De studielast wordt periodiek geëvalueerd onder de studenten middels de studenttevredenheidsmonitor en module- en projectevaluaties. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten tevreden zijn over de studeerbaarheid van de opleiding (3,2). Uit de module- en projectevaluaties blijkt dat studenten de studielast over het algemeen aanvaardbaar vinden. In de zelfevaluatie wordt verwezen naar de studenttevredenheidsmonitor (2006) waaruit blijkt dat het onderdeel tentamenvoorbereiding slecht scoort, met een 2,4 voor informatie over les- en toetsrooster en een 2,6 voor voldoende voorbereidingstijd tussen toetsen en herkansingen. De opleiding geeft aan dat de oorzaak hiervan ligt bij de nieuwe manier van roosteren die HES breed is ingevoerd. De verwachting is dat de scores op dit gebied in het huidige studiejaar (2006 – 2007) beter zullen zijn. In de zelfevaluatie geeft de opleiding tevens aan dat uit gesprekken met de opleidingscommissie naar voren is gekomen dat studenten de studielast van het semester in het derde jaar met de stage bij de Belastingdienst zwaar vinden. De opleiding heeft het voornemen om in het studiejaar 2007 – 2008 de studeerbaarheid van het derde jaar te verbeteren. Uit het gesprek van het visitatieteam met de studenten (en studenten van de opleidingscommissie) is gebleken dat de studenten op dit gebied geen knelpunten ervaren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam vindt dat op grond van het bovenstaande dat de opleiding goed omgaat met studievoortgang belemmerende factoren. Het visitatieteam heeft op dit onderdeel van de studenten geen klachten ontvangen, studenten hebben aangegeven gemiddeld 35 uur per week aan hun studie te besteden. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studielast’ als ‘goed’.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding heeft sinds 1996 te kampen met een teruglopende instroom. In het studiejaar 2006 – 2007 heeft er, ten opzichte van het jaar ervoor, echter een verdubbeling plaatsgevonden (naar 41 inschrijvingen). Met ingang van studiejaar 2006 – 2007 heeft de opleiding 97 studenten, waarvan 38 eerstejaars (begonnen in studiejaar 2006 – 2007). Met iedere instromer wordt een intake gesprek gevoerd. In studiejaar 2006 – 2007 zijn voor de zomervakantie met tien studenten intakegesprekken gevoerd. Na de zomervakantie met nog eens 28 studenten die zich in de zomervakantie hadden aangemeld. Voor de eerstejaars is er een introductie in de Ardennen en wordt een oriëntatieweek georganiseerd. De opleiding heeft één instroommoment, in september. Dit in afwijking van de overige opleidingen van de HES waar het ook mogelijk is om in februari in te stromen.
Pagina 17 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
•
• • • • •
Instroom in de opleiding vindt plaats vanuit HAVO, VWO en MBO. Studenten met een MBO diploma niveau 4 en een HAVO/VWO diploma met het profiel Economie en Maatschappij worden direct toegelaten. Bij afwijkende profielen stelt de opleiding eisen ten aanzien van aanvullende vakken. Als de student hier niet aan voldoet, kan de student via het Taal- en Schakelcentrum (TSC) van de HvA deficiënties wegwerken. Voor MBO studenten met een diploma bedrijfsadministrateur (niveau 4) geldt een vrijstellingsregeling, voor studenten met en zonder doorstroomprofiel MHBO. Deze studenten kunnen een verkort traject van 3,5 jaar volgen. Ook voor VWO studenten geldt een vrijstellingsregeling. De vrijstellingsregelingen en het vrijstellingsbeleid voor zij-instromers zijn vastgelegd in het Onderwijs en Examenreglement (OER). De studieadviseur inventariseert tijdens de intake of tijdens de studie- en beroepsoriëntatieweek aan te begin van het eerste jaar wie voor de vrijstellingsregeling in aanmerking komt. Over een verzoek tot vrijstelling wordt door de examencommissie een besluit genomen. De examencommissie wordt hierover geadviseerd door de studieadviseur. Alle studenten van de afdeling waar de opleiding onderdeel van uitmaakt krijgen in de eerste week (de studie- en beroepsoriëntatieweek) een taaltoets Nederlands. Voor studenten die voor deze toets een onvoldoende halen geldt dat zij een jaar lang verplicht extra taallessen dienen te volgen. Voor MBO-ers die aanspraak willen maken op vrijstellingen geldt in de praktijk dat ervoor hen een zogenaamd shopprogramma wordt opgesteld. In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat geen van de instromende MBO-ers bedrijfsadministratie niveau 4 het verkorte traject volgt. Dit komt volgens de opleiding doordat FE slechts één groep eerstejaars heeft. Om de opleiding meer landelijke bekendheid te geven en de instroom te vergroten heeft de opleiding contact gezocht met een aantal grote belastingadvieskantoren. Een van de activiteiten is een (landelijke) folder met voorlichting over de opleiding en de beroepspraktijk. De instroomeisen van de opleiding sluiten aan bij de eindkwalificaties van HAVO, VWO, en MBOvooropleidingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding ernaar streeft om het programma adequaat aan te laten sluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. Ook heeft de opleiding heldere toelatingscriteria geformuleerd. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
Pagina 18 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
Het programma heeft een omvang van 240 EC’s, verdeeld over vier studiejaren. Het programma van de major omvat 210 EC’s, de minor omvat 30 EC’s. De opleiding bestaat uit 8 semesters, elk semester heeft een omvang van 30 EC’s. De derdejaarsstage bij de Belastingdienst omvat 15 EC’s. De vierdejaarsstage omvat in combinatie met de afstudeeropdracht 29 EC’s.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot omvang van het curriculum. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Studieduur’ als voldoende. 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
• •
•
De onderwijsvisie van de opleiding (en de afdeling waar de opleiding onderdeel van uitmaakt) luidt: Competentiegericht onderwijs, Ondernemend leren, Maatwerk voor de student, Betrokkenheid en begeleiding, Innovatie (COMBI). De eerste twee onderdelen van deze visie, competentiegericht onderwijs en ondernemend leren, zijn de dragers van het didactische concept van de opleiding. Een belangrijk uitgangspunt van het didactische concept is dat studenten in toenemende mate zelfstandig leren. Deze zelfwerkzaamheid stimuleert de opleiding middels het onderwijs in projecten. In elk jaar van de opleiding zijn er diverse projecten, waarbij beroepsvraagstukken centraal staan. Hiernaast volgen de studenten flankerend onderwijs in de vorm van kernvakken (de fiscale en economische vakken) en ondersteunende vakken (mangementvaardigheden en taalvaardigheid). De werkvormen die gehanteerd worden zijn zelfstudie, hoorcollege, werkcolleges, opdrachten, werkbezoeken, gastcolleges en trainingen. In de opleidingsgids wordt per module aangegeven welke werkvormen gebruikt worden. De opleiding heeft een keuze gemaakt voor veel klassikaal onderwijs. In het eerste jaar hebben de studenten gemiddeld 22 contacturen per week. In de loop van de opleiding neemt dit af tot gemiddeld zestien a zeventien uur per week in het eerste semester van het derde jaar. Contacturen bestaan uit hoorcolleges, werkcolleges, trainingen, talenpracticum en projectbegeleiding. Zoals eerder in dit rapport aangegeven maakt de opleiding onderscheid in vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn, de vaardighedenleerlijn, de integrale leerlijn en de POP leerlijn. Hiernaast maakt de opleiding onderscheid in vier niveaus: oriënterend, analyserend, integrerend en inzetbaar in de praktijk (zie ook 2.3).
Pagina 19 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• • •
• • •
De relatie met de praktijk komt onder andere naar voren in de projecten die de studenten doen. Voorbeelden hiervan zijn het project bedrijfsoriëntatie en het hypotheekproject De relatie met de praktijk komt ook aan de orde bij bedrijfsbezoeken (bijvoorbeeld in de studie- en beroepsoriëntatieweek in de eerste week van de studie), gastcolleges en de inhouse trajecten bij betrokken bedrijven. Hiernaast komt de relatie met de praktijk ook naar voren bij de stage die alle studenten in het derde jaar lopen bij de Belastingdienst. Hierbij ligt de aandacht vooral op de competenties op het gebied van inkomstenbelasting, beroepshouding en het werken binnen een organisatie. Naar aanleiding van de stage stelt de student een verslag op. Ter voorbereiding op de vierdejaarsstage volgen de studenten een sollicitatietraining. Tijdens de stage voert de student de afstudeeropdracht uit en wordt de afstudeerscriptie opgesteld. Uit de gesprekken met de studenten en docenten blijkt dat het merendeel van de studenten stage loopt bij een van de grotere (advies) kantoren in de regio. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten het projectonderwijs (3,5) en het uitdagen tot zelfstandig leren (3,4) positief beoordelen. Ook wordt volgens de studenten voldoende aandacht besteed aan training in beroepsvaardigheden, theoretische kennis, het werken in projecten en zelfstudieopdrachten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam waardeert de keuze van de opleiding voor ‘contactrijk onderwijs’, waarbij vooral in de eerste twee jaar veel contactmomenten zijn tussen docenten en studenten. Deze keuze heeft de opleiding naar de mening van het visitatieteam consequent uitgewerkt in de diverse werkvormen in de verschillende semesters. Ook komt dit naar voren in de opbouw van het programma waarin een toenemende mate van zelfstandigheid van de studenten wordt verwacht. Het visitatieteam is ook positief over de wijze waarop de relatie met de praktijk vormgegeven wordt. Niet alleen door de diverse projecten maar ook door de twee stages. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ als goed.
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
De opleiding hanteert diverse toetsvormen: schriftelijke toetsen, projectopdrachten, stages en de afstudeeropdracht. De opleiding beschrijft in de BOE’s (de beschrijvingen van de afzonderlijke onderwijseenheden) per onderwijseenheid de leerdoelen, de werkvormen en de toetsvormen. Ook worden de beoordelingscriteria beschreven. De uitvoering van de projecten wordt door twee docenten begeleid. Aan het einde van het project geven de studenten een presentatie die ook door twee docenten wordt beoordeeld. In sommige gevallen, bij hele specifieke / specialistische onderwerpen, is het lastig om de beoordeling door twee docenten te laten plaatsvinden.
Pagina 20 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• • • •
• •
• • • • •
•
•
In het eerste jaar worden de studenten ook beoordeeld op het groepsproces. Het gaat hierbij vooral om zaken als de wijze waarop beslissingen worden genomen, wie de leiding neemt in de groep, hoe wordt omgegaan met studenten die niet meerwerken, etc. De afstudeeropdracht wordt afgerond met een beroepsproduct. De afstudeeropdracht wordt afgerond met een verdediging. De stageopdracht wordt tussentijds en na afloop door de begeleider vanuit de opleiding beoordeeld. De begeleider van de opdrachtgever geeft schriftelijk feedback op de opdracht, dit wordt als advies meegenomen bij de beoordeling. Met behulp van het persoonlijke ontwikkelplan (POP) vindt formatieve toetsing plaats. Studenten maken in het eerste jaar aan de hand van het POP een eigen profiel en een beschrijving ten aanzien van de 12 competenties. Aan de hand hiervan worden leerdoelen geformuleerd en acties gedefinieerd. Dit proces vindt ook in de daaropvolgende studiejaren plaats. In het derde en vierde jaar wordt het POP gerelateerd aan respectievelijk de stage en de afstudeeropdracht. Zoals eerder aangegeven wordt in de propedeuse ieder semester afgesloten met een toetsperiode. In de propedeuse is halverwege het semester een extra toetsperiode waardoor bepaalde onderdelen al eerder centraal kunnen worden getoetst. Voor andere onderdelen van de propedeuse wordt continue toetsing gehanteerd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de onderdelen kwantitatieve methoden en technieken, managementvaardigheden, Nederlands en Engels. Dit is vooral bedoeld om de studenten aan het werk te houden. Tijdens de propedeuse is er in januari een herkansingsperiode voor de tentamens van het eerste semester. De opleiding heeft een centrale herkansingsperiode in eind juni/ begin juli. In deze periode worden alle toetsen aangeboden. Voor studenten in de hoofdfasen van de opleiding is er geen herkansingsperiode in januari. Na afloop van de toetsperiode heeft de student inzage in de door hem gemaakte en door de docent nagekeken toets. Voor het opstellen van toetsen maakt de opleiding gebruik van het vier ogen principe. Dit betekent dat voor afname iedere toets door een tweede docent bekeken wordt. De opleiding wil in de toekomst het vier ogen principe ook steekproefsgewijs gaan toepassen bij het nakijken van toetsen. Zachte competenties, zoals ethisch normbesef, komen bij veel onderdelen naar voren maar zijn lastiger te toetsen. Dit vindt veelal plaats bij de uitvoering van de projecten. Bij ethisch normbesef vindt dit plaats middels de pleitnota die studenten moeten opstellen en het pleidooi dat studenten tijdens de opleiding moeten houden. De opleiding FE heeft, net als alle andere opleidingen van de HES, sinds september 2006 een toetscommissie. De toetscommissie heeft voor het studiejaar 2006 – 2007 een toetsplan opgesteld. Hierin wordt aangegeven welke competenties en doelstellingen wanneer en op welke wijze worden getoetst. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten toetsing en beoordeling als voldoende beoordelen (3,1). Ook de duidelijkheid van de beoordelingscriteria bij stage (2,8) en afstuderen (3,5) evenals de aansluiting van de beoordelingscriteria op de stage en de afstudeeropdracht worden als voldoende beoordeeld.
Pagina 21 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de toetsen en diverse assessments / projectbeoordelingen voldoende toetsen of de studenten de leerdelen van het programma hebben bereikt. Het visitatieteam waardeert de wijze waarop de opleiding het competentiegerichte onderwijs in verschillende toetsvormen heeft uitgewerkt. Het toetsen van de zogenaamde zachte competenties kan naar de mening van het visitatieteam meer expliciet worden gemaakt, zie ook facet 2.2. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’ De facetten van het onderwerp ‘Programma’ zijn door het visitatieteam voldoende of goed beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit onderwerp ook als geheel positief.
Pagina 22 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
3. Onderwerp: inzet van personeel Vooraf De HES geeft in de HRM agenda 2007 het HES brede personeelsbeleid weer. Een van de onderdelen is een nieuwe regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken. In september 2006 is dit onderdeel ingevoerd. Dit bestaat uit drie gesprekken tussen de opleidingsmanager en de docenten, een RGA gesprek (in september / oktober) waarin resultaatgerichte afspreken worden gemaakt voor het komende studiejaar, een functioneringsgesprek (in februari / maart) waarin het functioneren van de docent wordt geëvalueerd, mede in relatie tot de gemaakte afspraken en een beoordelingsgesprek (in mei / juni) dat leidt tot een advies over het eventueel toekennen van een periodiek. 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
•
•
De kerndocenten van de opleiding zijn betrokken bij het begeleiden van de stages en de afstudeeropdrachten. Een aantal docenten is zelf werkzaam in de beroepspraktijk (in de adviespraktijk). Voor alle docenten geldt dat zij hun onderwijs zo dienen aan te bieden dat er een relatie met praktijksituaties gelegd wordt. In de hiervoor genoemde RGA gesprekken worden hierover met de docenten afspraken gemaakt. Zoals eerder aangegeven maakt de opleiding gebruik van gastdocenten. De gastdocenten zijn afkomstig uit de fiscale praktijk. In de gastcolleges worden actuele thema’s behandeld, zoals vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting of IFRS. Ook op andere manieren is het beroepenveld betrokken bij de opleiding. Zoals de training die studenten volgen bij Belastingdienst voorafgaande aan de stage aldaar en de inhouse-dagen of bedrijfsbezoeken bij de grotere belastingkantoren. De inhouse-dagen bestaan uit een inleiding en een casus. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten de actuele kennis van docenten over de beroepspraktijk positief beoordelen (3,8). In de module-evaluaties (2005 – 2006) wordt de mate waarin docenten een relatie leggen tussen theorie en praktijk ook positief beoordeeld (variërend van 3,4 in jaar 3 en 4 tot 3,6 in jaar 2). In de gesprekken van het visitatieteam met de studenten is dit beeld bevestigd. Studenten vinden de docenten deskundig en praktijkgericht.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de docenten beschikken over brede, relevante praktijkervaring. De opleiding beschikt over een aantal docenten dat rechtstreeks verbonden is met de beroepspraktijk. Hiernaast wordt op verschillende manieren het beroepenveld ingeschakeld tijdens de lessen. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ als goed.
Pagina 23 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • •
HES breed en voor alle opleidingen van een afdeling wordt een zelfde norm voor de docent/student ratio gehanteerd voor voltijdopleidingen: 1:30. Bij het bepalen van de ratio speelt ook de onderwijsvraagfactor en de stafformatie een rol. Voor de opleiding FE is de gerealiseerde ratio 1:31,9, bij een gemiddeld aantal contacturen van 22 in de propedeuse en 16 in de hoofdfase. Niet alle docenten die onderwijs verzorgen in de opleiding FE zijn onderdeel van het FE team. Er worden ook docenten van andere opleidingen / teams ingezet. Dit betreft vooral docenten van de opleidingen Bedrijfseconomie, Management, Economie en Recht, Accountancy en Financial Services Management. De inzet van docenten van andere opleidingen wordt door de betrokken opleidingsmanagers besproken en afgestemd. De opleidingsmanager FE is ook opleidingsmanager van de opleidingen Accountancy en Financial Services Management. Dit maakt het uitwisselen van docenten makkelijk. De opleiding is relatief klein en heeft een eenduidig programma, waardoor de planning van de opleiding relatief eenvoudig is. Ten tijde van de eerste visitatiedag is de opleiding geconfronteerd met een aantal langdurig zieke docenten. Hiervoor zijn inmiddels oplossingen getroffen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van bovenstaande argumenten beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende. 3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De docenten verbonden aan FE hebben op een na een universitaire opleiding gevolgd. Aan de opleiding zijn vijf fiscaal juristen verbonden en twee fiscaal economen. Zoals eerder aangegeven is een aantal van de docenten (de fiscale docenten) werkzaam in de beroepspraktijk. Alle betrokken docenten beschikken over een onderwijsbevoegdheid. Voor een vaste aanstelling als docent is een didactische aantekening een vereiste. Voor nieuwe docenten geldt dat zij door de Hogeschool van Amsterdam in de gelegenheid worden gesteld deze didactische aantekening te halen. FE – docenten kunnen , naast hun rol als docent, de volgende rollen vervullen: leerplancoördinator, studieadviseur, mentor, tutor, stagebegeleider, scriptiebegeleider en docentontwikkelaar.
Pagina 24 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• •
•
• • •
• •
In het eerder genoemde RGA gesprek wordt met docenten een ontwikkelingsafspraak gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld zijn het volgen van een bepaalde cursus of een zelfstandige verdieping van een bepaald onderwerp. Bij een volledige aanstelling wordt 59 uur in de eigen tijd aan scholing besteed (zoals het bijhouden van vakliteratuur). Van de resterende 1600 uur is tien procent, dus 160 uur, gereserveerd voor cursussen, opleidingsvergaderingen, commissies, etc. Belangrijk is dat extra scholing elk jaar ingepland wordt in de jaartaak. Dit betekent dat ten aanzien van scholing elk jaar keuzes dienen te worden gemaakt. De opleiding heeft docentenstages als speerpunt benoemd. Doelstelling is dat docenten die kernvakken verzorgen (bijvoorbeeld bedrijfseconomie of recht) en die geen fiscalist zijn, kennismaken met het concrete werk van een FE-er. De realisatie van docentstages is in de praktijk lastig. Op het gebied van de fiscaliteit worden door de beroepsnetwerken bijscholingsbijeenkomsten georganiseerd waarin actuele onderwerpen behandeld worden. Fiscalisten kunnen door het volgen van deze scholing punten verwerven die noodzakelijk zijn om in het vakgebied up-to-date te blijven. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat studenten de bereikbaarheid van docenten (3,4) en de afstemming tussen docenten onderling (3,1) als voldoende beoordelen. In de module-evaluaties (2005 – 2006) wordt de uitleg van de docent in de verschillende fasen van de opleiding positief beoordeeld (3,6 in de propedeuse, 3,7 in jaar 2 en 3,4 in jaar 3 en 4). De deskundigheid van de docent wordt in deze evaluaties beoordeeld met 3,9 in de propedeuse en in jaar 2 en jaar 3/4 met respectievelijk 4,2 en 3,9. De kwaliteit van docenten in het algemeen wordt in deze evaluaties ook positief beoordeeld (3,7 in propedeuse en jaar 2 en 3,6 in jaar 3 en 4). Zoals bij onderdeel 3.1 aangegeven is dit beeld in de gesprekken met de studenten bevestigd. Studenten vinden de docenten deskundig en praktijkgericht. De studenten zijn ook positief over de kleinschaligheid van de opleiding. Hierdoor zijn de docenten makkelijk benaderbaar en is er veel informeel contact.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding zet docenten in die inhoudelijk deskundig zijn en beschikken over de kennis en vaardigheden om hun onderwijstaken adequaat uit te voeren. Uit de gesprekken met studenten is gebleken dat men tevreden is over de kwaliteit van de docenten. Ze zijn zeer positief over de benaderbaarheid van de docenten. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwaliteit personeel’ als goed. Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een deskundig team dat voldoende praktijkgericht is. De informele sfeer en het laagdrempelige contact worden door studenten als positief ervaren. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam met voldoende of goed beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ook als geheel positief.
Pagina 25 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
4. Onderwerp: voorzieningen Vooraf De Hogeschool van Amsterdam (HvA) verzorgt onderwijs op in totaal negen locaties in Amsterdam en Almere. De opleidingen van de HES zijn ondergebracht op twee locaties: Leeuwenburg en Fraijlemaborg te Amsterdam. Op de locatie Leeuwenburg worden de opleidingen van de afdelingen Voltijd, Duaal en Deeltijd aangeboden, op de locatie Fraijlemaborg die van de afdelingen Voltijd (met een ander programma en didactisch concept dan die op de Leeuwenburg) en Internationaal. Alle locaties van de HvA hebben de beschikking over een mediatheek. De locatie Fraijlemaborg beschikt verder over een studentenservicebalie, een audiovisuele dienst, reproservice, bibliotheek, boekhandel, uitzendbureau, restaurant en een café. 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding Fiscale Economie wordt aangeboden op de locatie Fraijlemaborg. FE studenten hebben toegang tot Fiscanet, een fiscaal-juridische databank. Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat FE studenten de voorzieningen met een voldoende beoordelen (assortiment in mediatheek: 3,5; kwaliteit van de computers: 3,9; beschikbaarheid van de computers: 3,1 en dienstverlening van de studentenadministratie: 3,6). In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat het aantal studenten van de HES in 2006 sterk is toegenomen. Dit heeft onder ander geleid tot een aantal maatregelen inzake de voorzieningen, b.v. het creëren van meer onderwijsruimtes. In de gesprekken met de studenten is deze toename van het aantal studenten bevestigd. Studenten hebben aangegeven dat ze het jammer vinden dat hierdoor de stilteruimtes in de school zijn weggevallen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van bovenstaande argumenten beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende.
Pagina 26 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • • •
• • • • • • • •
Studieloopbaanbegeleiding van de opleiding FE is gericht op: o het tegengaan van studieuitval en –vertraging; o het begeleiden van student bij kritische keuze- en beslismomenten; o het volgen van de professionele ontwikkeling van de student op basis van het POP; o het faciliteren van het leerproces van de student; o en het leveren van een bijdrage aan de inrichting en vormgeving van een stimulerende leeromgeving. De opleiding maakt hierbij gebruik van verschillende typen begeleiders: mentor, studieadviseur en decaan. Hiernaast zijn er ook stage- en scriptiebegeleiders en is er een stage-/afstudeercoördinator. De begeleiding van de afstudeerders wordt door de fiscale docenten gedaan. De studieadviseur is het centrale aanspreekpunt voor de student bij individuele problemen, verkeerde studiekeuze, problemen met docenten of rooster en studieachterstand. Studenten met een dreigende studieachterstand worden door de studieadviseur gewaarschuwd. De studieadviseur informeert de studenten over het Bindend Studie Advies (BAS): studenten dienen aan het einde van het eerste jaar 40 EC’s en aan het einde van het tweede jaar de propedeuse te hebben behaald. Met deze studenten voert de studieadviseur gesprekken. Ook met studenten die het tweede jaar niet dreigen te halen worden gesprekken gevoerd. In het algemeen geldt dat de studieadviseur iedere student met een achterstand een plan laat opstellen inzake het wegwerken van deze achterstand. De studieadviseur van FE is ook studieadviseur voor de opleiding Accountancy en heeft twee dagen per week spreekuur. In het gesprek met de studenten is naar voren gebracht dat de studenten zeer positief zijn over de inzet en benaderbaarheid van de studieadviseur. De studieadviseur voert in het eerste semester veel gesprekken met eerstejaars studenten die twijfelen over de studie. De studenten hebben aangegeven over het algemeen ook positief te zijn over de benaderbaarheid van de docenten. De mentor is het dagelijkse aanspreekpunt voor de eerste en tweedejaars. Dit betreft vooral kleine vragen en problemen, onenigheid in projectgroepen, etc. Indien nodig verwijst de mentor de studenten door naar de studieadviseur. De decaan is het aanspreekpunt voor zaken als studiefinanciering en psychosociale problemen van studenten. Studenten kunnen van HvA brede diensten gebruik maken als studentenartsen, studentenpsychologen, vertrouwensartsen en begeleiding bij studiekeuze via heroriëntatie. Een belangrijk onderdeel van de studiebegeleiding is het POP. Hierin brengt de student de eigen ontwikkeling met betrekking tot de eigen competenties in kaart en reflecteert de student op deze ontwikkeling / evalueert de student deze ontwikkeling.
Pagina 27 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
• •
•
• • •
Het gebruik van het POP in de praktijk kan verbeterd worden, het POP moet nog echt gaan leven onder studenten. Dit is bevestigd in het gesprek met de studenten. Studenten hebben hierbij ook aangegeven dat ze door de docenten aangesproken worden op hun POP. In het gesprek met de studenten is tevens naar voren gebracht dat de studenten tevreden zijn over de stagebegeleiding en de begeleiding bij de afstudeerscriptie. Het initiatief hiertoe ligt bij de student. Hiernaast zijn er terugkomdagen waarbij ervaringen gedeeld worden. Vrijdag is scriptiedag, dan kunnen zaken aangaande de scriptie met de betreffende docenten besproken worden. Informatievoorziening aan de studenten vindt plaats via de opleidingsgidsen en via intranet. In de opleidingsgidsen staat onder andere informatie over de diverse onderwijseenheden van een opleiding, de opbouw van het programma, de jaarplanning, de boekenlijst, de competenties, de inschrijfdata voor tentamens en OER. Via het intranet kunnen de studenten ook de opleidingsgidsen raadplegen en hun persoonlijke voortgang. De cijferlijsten worden elke dag geactualiseerd. Via e-mail worden studenten op de hoogte gehouden van toets- en inschrijfperiodes, sluitingsdata, roosterwijzigingen en ziekmeldingen van docenten (dit laatste kan ook via SMS). Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat FE studenten de studiebegeleiding gemiddeld met 3,2 beoordelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Voor de informatievoorziening richting de studenten maakt de opleiding gebruik van meerdere kanalen. Over het algemeen is men goed in staat de student te bereiken en tijdig te informeren over belangrijke zaken. Het visitatieteam is onder de indruk van de wijze waarop de studieloopbaanbegeleiding is vormgegeven. Het visitatieteam waardeert vooral de inzet van de studieadviseur. In de gesprekken met studenten is duidelijk naar voren gebracht dat de studieadviseur een belangrijke en bindende rol vormt in de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Studiebegeleiding en informatievoorziening’ als goed. Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als voldoende respectievelijk goed beoordeeld. Daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel positief.
Pagina 28 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg Vooraf De HES heeft hogeschool breed kwaliteitsbeleid geformuleerd in het Kwaliteitsbeleidsplan 2006 – 2008. Kwaliteitszorg wordt door de HES opgevat als het systematisch bepalen, beoordelen en verbeteren van de kwaliteit. De organisatie maakt onderscheid in een interne en externe kwaliteitscyclus. De externe kwaliteitscyclus omvat de NVAO accreditatie die een keer in de zes jaar wordt uitgevoerd, ondersteund door een tussentijdse audit. Alle opleidingen van de HES maken gebruik van de HvA-brede evaluatieinstrumenten uit het zgn. Onderzoekshuis. De interne kwaliteitszorgcyclus van de opleiding volgt de jaarlijkse planning en controlcyclus van de hogeschool. Resultaatgericht management is hierbij een belangrijk uitgangspunt. De HES heeft in dit kader verschillende instrumenten tot haar beschikking zoals de resultaten en activiteitenplannen en de instituutsrapportages. Hiernaast zijn er diverse evaluatie instrumenten waarmee het onderwijs en de organisatie geëvalueerd worden. Op de locatie Fraijlemaborg is in 2005 – 2006 de cyclus op afdelingsniveau voor het eerst volledig doorlopen. De stafafdeling kwaliteit van de HES omvat 4,2 FTE. Aan elke opleiding van de HES is een kwaliteitsmedewerker gekoppeld. De medewerkers bieden ondersteuning bij accreditatie, audits en het opstellen van de diverse rapportages en activiteitenplannen. 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • • • •
De opleiding FE draait mee in de hierboven geschetste kwaliteitscycli. Dit betekent onder andere dat de opleiding periodiek diverse evaluaties uitvoert. De stafafdeling Kwaliteit voert de analyse van en rapportage over de evaluatieresultaten uit. De stafafdeling rapporteert hierover aan de opleidingsmanagers en de afdelingsmanager. De resultaten van de evaluaties worden door de opleidingsmanager teruggekoppeld naar de betrokkenen. Eventuele verbetermaatregelen worden opgenomen in het R&A plan van de afdeling. Twee keer per jaar wordt de voortgang in een instituutsrapportage verantwoord. De opleiding FE hanteert de normen die door het management zijn vastgesteld. Als een item te laag scoort wordt er actie ondernomen. Dit geldt bij een score van 2,9 en lager op een 5-puntsschaal en een score van 5,9 en lager op een 10-puntsschaal. Voor alle evaluaties geldt dat er een benchmark wordt berekend, die als toetssteen geldt. De opleidingen kunnen indien gewenst aanvullende vragen aan evaluaties toevoegen. Module- en projectevaluaties worden een keer per twee jaar uitgevoerd. De opleidingsmanager bepaalt welke modules en projecten wanneer geëvalueerd worden.
Pagina 29 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
•
• •
De HvA beschikt over de volgende instrumenten om de opleiding te evalueren: • instroomtevredenheidsmonitor voor alle eerstejaars; • studenttevredenheidsmonitor voor alle studenten; • alumnitevredenheidsmonitor voor alumni (1 tot 2 jaar na afstuderen); • werkveldtevredenheidsmonitor voor het werkveld; • exittevredenheidsmonitor voor (eerstejaars) studiestakers; • medewerkerstevredenheidsmonitor voor medewerkers. Hiernaast beschikt de locatie Fraijlemaborg over de volgende evaluatie-instrumenten: • module- en projectevaluaties voor alle studenten (na elk semester); • stage-evaluaties voor stagebedrijven en stagiaires (jaarlijks); • afstudeerevaluaties voor bedrijven en afstudeerders (jaarlijks); • minorevaluaties (jaarlijks). De opleiding heeft inzake kwaliteitszorg ook overleg met het werkveld. Het overleg met het werkveld wordt vormgegeven in de Opleidingsadviesraad (OAR). Uit de studenttevredenheidsmonitor (2006) blijkt dat FE studenten de kwaliteitszorg in het algemeen als voldoende (3.0) beoordelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘evaluatie resultaten’ als voldoende. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding de OAR nog beter kan benutten als het gaat om het krijgen van een kritische blik van buiten op de opleiding.
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding maakt, zoals hierboven aangegeven, gebruik van verschillende instrumenten bij het proces van kwaliteitszorg. Per instrument heeft de opleiding beschreven hoe terugkoppeling wordt gegeven en in welke overleggen de resultaten besproken worden. In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat de interne audit heeft geleidt tot een aantal kritiekpunten, vooral betreffende het programma, de toetsing en de interne kwaliteitszorg. De opleiding heeft naar aanleiding hiervan diverse structurele verbetermaatregelen genomen, waaronder verbetering van de PDCA cyclus. Uit evaluaties (2004) is gebleken dat studenten eerder in het programma behoefte hadden aan specifieke fiscale kennis. Naar aanleiding hiervan heeft de opleiding een aantal specifiek fiscale vakken in het eerste studiejaar opgenomen. Het programma van de opleiding is, op basis van de LOFE competenties, ontwikkeld door de curriculumcommissie. Deze commissie bestaat inmiddels niet meer. Wijzigingen in het programma worden voorgesteld door het docententeam en besproken met de opleidingsmanager. De beperkte omvang van de opleiding maakt het mogelijk snel wijzigingen door te voeren.
Pagina 30 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
•
In studiejaar 2007 – 2008 wordt de curriculumcommissie weer opnieuw ingericht. Dit om in het kader van Beste Business School een nieuw curriculum voor FE te ontwikkelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘maatregelen tot verbetering’ als voldoende. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• • • • • • •
De stakeholders zijn op verschillende manieren betrokken bij de opleiding betrokken. Met de medewerkers wordt periodiek teamoverleg in diverse vormen gehouden. Zo zijn er de bijeenkomsten in het kader van thema’s, opleidingsoverleg, evaluatiebijeenkomsten, brede medewerkersbijeenkomsten en studiedagen. Daarnaast nemen docenten deel aan de opleidingscommissie, examencommissie en de toetscommissie. Studenten worden bij het onderwijs betrokken via de evaluaties die worden gehouden. De resultaten van de evaluaties worden gepubliceerd op het intranet. Hiernaast zijn studenten vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. De opleidingscommissie komt vier tot vijf keer per jaar bijeen. De opleidingscommissie bespreekt de resultaten van de evaluaties en adviseert in brede zin over het onderwijs. Ook signaleert de opleidingscommissie knelpunten en formuleert de commissie verbetermaatregelen. Studenten van de opleidingscommissie hebben in het gesprek met het visitatieteam aangegeven dat de opmerkingen / ideeën die de studenten aandragen inzake het onderwijs over het algemeen worden meegenomen bij de ontwikkeling van het onderwijs. De studenten hebben recentelijk het initiatief genomen een studievereniging op te richten. Overwogen wordt om daar ook de alumni bij te betrekken. Alumni zullen in de toekomst worden betrokken bij de opleiding door enquêtes en een alumniwebsite. Verder is de opleiding voornemens een jaarlijkse alumnibijeenkomst te organiseren. Het werkveld wordt op diverse manieren bij de opleiding betrokken, via stages, afstudeeropdrachten, gastcolleges, inhouse-dagen, bedrijvendagen, bedrijvenbezoeken en de taxweek. Via de opleidingsadviesraad (OAR) wordt het werkveld betrokken bij kwaliteitszorg. Bij de interne audit is een vertegenwoordiger van het werkveld betrokken. De OAR bestaat uit acht leden, waarvan er zes de (grote) kantoren vertegenwoordigen en twee de Belastingdienst. In de OAR bijeenkomsten worden de inrichting en inhoud van de opleiding tegen de praktijk aangehouden. Ook actuele inhoudelijke onderwerpen komen hierbij aan de orde. De minoren en de BOE’s zijn ook besproken in de OAR. In het landelijk overleg FE (LOFE) is afgesproken dat de betrokken opleidingen bij elkaar een collegiale visitatie zullen uitvoeren. In dit kader is de opleiding FE in 2006 bezocht door hogeschool Saxion te Enschede.
Pagina 31 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding alle belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijze bij de interne kwaliteitszorg betrekt. Naar de mening van het visitatieteam ‘luistert’ de opleiding goed naar al haar stakeholders. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als goed. Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ Op grond van score voldoende op de eerste twee facetten en de score goed op het laatste facet beoordeelt het visitatieteam het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ als positief.
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
• •
Studenten voeren in het laatste semester de afstudeeropdracht uit. Deze wordt in de regel uitgevoerd bij een fiscaal advieskantoor. Een opdracht bij de Belastingdienst is ook mogelijk maar dit komt in de praktijk minder vaak voor. De opleiding stelt een aantal eisen aan de stage / afstudeerplek. Ten eerste moet het bedrijf minimaal acht medewerkers hebben en begeleider op HBO niveau. Hiernaast controleert de docent of de werkzaamheden die uitgevoerd worden daadwerkelijk van HBO niveau zijn. Ook wordt door studenten een tussenverslag opgesteld. Op basis hiervan kan indien nodig een gesprek plaatsvinden met het bedrijf over het niveau van de stage / afstudeeropdracht. De eisen waaraan een afstudeeropdracht moet voldoen staan vermeld in de afstudeersyllabus. Een afstudeerscriptie wordt beoordeeld op inhoud, vakkennis, de mate waarin een en ander uitgediept wordt en in een bredere context geplaatst wordt. Ook wordt gekeken naar het proces, de opbouw en het taalgebruik in de scriptie. Er is ook sprake van een tweede beoordelaar, die na afloop aan de definitieve scriptie een cijfer toekent. Studenten kiezen zelf een onderwerp uit. De vraagstelling van de afstudeeropdracht wordt beoordeeld door een docent. Het visitatieteam heeft een aantal afstudeerverslagen van de afgelopen jaren beoordeeld. Daarbij is vastgesteld dat deze van adequaat niveau zijn, betrekking hebben op een concreet fiscaal vraagstuk. De becijfering door de opleiding komt overeen met de kwaliteit van de rapportages; in het algemeen zijn de beoordeelde afstudeerrapporten in de ogen van het visitatieteam van een goede kwaliteit.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van de bekeken afstudeerscripties is het visitatieteam van mening dat het gerealiseerde eindniveau goed is. De afstudeerscripties zijn goed voor wat betreft structuur, inhoud en diepgang; de begeleiding is grondig. Het visitatieteam verwacht dat de afstudeerders op een goed bachelorniveau kunnen opereren. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Gerealiseerd niveau’ daarom als goed.
Pagina 32 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • • •
• • • •
Afgestudeerde FE-ers komen vooral terecht bij de grote kantoren in de Amsterdamse regio. De meeste afgestudeerde FE-ers studeren verder in het WO. Met een WO opleiding is doorstroming in de adviespraktijk van de grote kantoren mogelijk. Een aantal afstudeerders komt ook terecht bij de Belastingdienst. Gemiddeld zijn dit twee à drie studenten per jaar. De opleiding is van mening dat de aantrekkingskracht van de grote kantoren (ten opzichte van dat van de Belastingdienst) vooral bepaald wordt door het carrière- en financiële perspectief dat op de grote kantoren geboden wordt. De opleiding heeft streefdoelen met betrekking tot rendementen geformuleerd (2006-2007): een gemiddelde studieduur voor uitvallers van 1,35 jaar en een gemiddelde studieduur voor afstudeerders van 4,5 jaar. De meeste uitval vindt plaats in het eerste jaar van de studie. Van de 41 instromende studenten in studiejaar 2006 – 2007 zijn er inmiddels 17 gestopt met de studie. Argumenten om de opleiding te staken zijn dat de opleiding te moeilijk is, dat de opleiding niet is wat de studenten verwacht hadden of dat de opleiding teveel economie bevat. De meeste studenten die uitvallen maken een overstap naar de opleidingen Bedrijfseconomie of Commerciële Economie van de HES. De studenten die niet uitvallen zijn de studenten die een bewuste keuze gemaakt hebben voor de opleiding FE. De gemiddelde studieduur voor uitvallers schommelt rond 1,5 jaar. FE studenten vinden relatief makkelijk een baan (en ook een stageplek), bedrijven hebben een grote behoefte aan nieuwe FE-ers. De gemiddelde verblijfsduur voor afstudeerders van de cohorten 2001 en 2002 is 4,0 jaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het is een specialistische opleiding. De uitval is relatief hoog. Het visitatieteam vindt het verwonderlijk dat de relatie tussen FE HES en FE van de UvA nog niet heeft geleid tot meer lucratieve afspraken voor studenten die willen doorstromen. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’. Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Het gerealiseerde eindniveau stemt overeen met het hbo-niveau. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn met respectievelijk goed en voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel positief.
Pagina 33 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 1: Programma Eerste visitatiedag (14 maart) 13.00 – 15.00
Opleidingsmanagement (voltijd Fraijlemaborg) Voorstellen, doornemen van het programma van de visitatiedag Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, hbo-oriëntatie Programma van de opleiding J. Oudejans afdelingsmanager voltijd G. Dukker opleidingsmanager FE
15.00 – 16.00
Documentenonderzoek, lunch, eventueel aanvullend gesprek opleidingsmanager
16.00 – 17.00
Leden van de OAR Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie O. Priem-van Keulen Londen & Van Holland A. Waal Belastingdienst E. Poelmann Belastingdienst
16.00 – 17.00
Studentleden van de opleidingscommissie Studiebegeleiding, studielast, programma M. de Ruiter 1e jaars student E. Zijm 3e jaars student W. Boxsem 4e jaars student
17.00 – 17.30
Aanvullend onderzoek
17.30 – 18.00
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen van de visitatiedag, maken van vervolgafspraken
Tweede visitatiedag (27 maart) 09.00 – 10.30
Docenten (in verschillende rollen), docerend in de belangrijke opleidingseenheden Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek, stages en afstudeeropdrachten D. van As docent KMT / leerplancoördinator Joke Heemskerk docent Bedrijfseconomie / Fiscaal Recht Heide Sauter docent Fiscaal Recht Marian Toonstradocent Recht / studieadviseur Ed Toussaint docent Commerciële Economie Willy Verbruggen docent Fiscaal Recht
10.30 – 11.00
Pauze
Pagina 34 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
11.15 – 12.30
Studenten, verdeeld over de leerjaren (circa drie per leerjaar) Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten, programma P. Hartsuiker 1e jaars student N. van Oort 1e jaars student P. Pijpers 2e jaars student S. Phan 2e jaars student E. van Goor 3e jaars student E. Bozkurt 3e jaars student C. Wolff 4e jaars student F. van Mierlo 4e jaars student / stage bij Deloitte S. Thorburn 4e jaars student / stage bij Ernst & Young E. Zijm 4e jaars student / afstudeerder P. Brockhoff 4e jaars student / afstudeerder / stage Berghoeff adviseurs R. Kok 4e jaars student / afstudeerder / stage Loyens en Loeff
12.30 – 14.00
Documentenonderzoek, lunch
14.00 – 15.00
Afstudeerders, verschillende specialisaties (drie of vier afstudeerders) Resultaten van de opleidingen
15.00 – 16.00
Alumni (drie of vier) Aansluiting opleiding op beroepspraktijk A. de Rooij Ernst & Young L. Bunnik student universiteit Tilburg G. Sheldon PriceWaterhouseCoopers A. Amorij Loyens en Loeff
16.00 – 17.00
Aanvullend onderzoek, intern beraad van visitatieteam
17.00 – 17.30
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen
Pagina 35 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatie opleiding Fiscale Economie Competentiematrix FE Kengetallen opleiding Fiscale Economie voltijd Fraijlemaborg De hbo (bachelor) – fiscalist beroeps en opleidingsprofiel voor de hbo (bachelor)opleiding Fiscale Economie (LOFE) Onderwijs- en examenregeling FE 2006-2007, bijlage FE Resultaten- & activiteitenplan FE 2006-2007 Stand van Zakennotitie Fiscale Economie voltijd HES, februari 2005 Toetsplan FE 2006-2007 CV´s medewerkers Lijst met leden opleidingsadviesraad FE Verslagen van de opleidingsadviesraad FE Lijst met praktijkcontacten FE 2006 – 2007 Resultaten Onderzoekshuis (ETM, MTM, STM) Literatuurlijst FE Mini onderwijs- en examenregeling minoren 2006 – 2007 Notulen overleg docenten FE Afstudeerscripties Reglement opleidingsadviesraad Studenttevredenheidsmonitor 2006 Verslagen van de opleidingscommissie FE
Pagina 36 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Domeinspecifiek kader HBO Fiscale Economie Competenties Het opleidingsprofiel bevat de competenties die de opleiding de startende hbo-fiscalist (de beroepsbeoefenaar in de eerste vijf jaar van zijn beroepsuitoefening). Deze competenties zijn in het beroepsprofiel terug te vinden. Hieronder zijn die competenties voorzien van een toelichting, waarin staat aangegeven welke kennis hij daarvoor moet hebben, over welke vaardigheden hij moet beschikken en welke houding hij moet hebben. Beroepsinhoudelijke competenties 1. Invullen en beoordelen van belastingaangiftebiljetten De hbo-fiscalist is in staat een aangiftebiljet met betrekking tot de relevante belastingen op een correcte wijze in te vullen en te beoordelen volgens de daarvoor geldende fiscale normen en spelregels. Toelichting Voor deze competentie dient de hbo-fiscalist kennis en vaardigheden te hebben met betrekking tot: • de voor de aangifte noodzakelijke Nederlandse en Europese fiscale wet- en regelgeving en jurisprudentie; • het aanvullen van ontbrekende kennis; • het beoordelen van de aangeleverde informatie in voor een correcte aangifte relevante en irrelevante informatie; • het verzamelen van de relevante feiten (schriftelijk en mondeling) die van belang zijn voor het correct invullen van het aangiftebiljet; • het omgaan met klanten, leidinggevenden, vakgenoten en deskundigen uit andere vakgebieden; • het opzetten en vaststellen van een eenvoudige administratie. 2. Controleren op fiscaal terrein De hbo-fiscalist is in staat om jaarstukken te analyseren en te beoordelen vanuit de ‘fiscale optiek’ opdat hij zijn cliënt goed (fiscaal) kan begeleiden bij het inrichten van zijn administratie dan wel een effectieve fiscale controle kan uitvoeren. Toelichting Voor deze competentie dient de hbo-fiscalist kennis en vaardigheden te hebben met betrekking tot: • relevante fiscale wet- en regelgeving en de daarop gebaseerde jurisprudentie; • basistechnieken rondom controles; • het beoordelen en analyseren van een jaarrekening; • het aansluiten van de fiscale winst bij de commerciële winst; • het omgaan met klanten, leidinggevenden, vakgenoten en deskundigen uit andere vakgebieden. 3. Informeren op fiscaal terrein De hbo-fiscalist is in staat op basis van relevante actuele fiscale nieuwsbronnen en jurisprudentie de cliënt te informeren omtrent zijn fiscale positie.
Pagina 37 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Toelichting Voor bovenstaande competentie heeft de hbo-fiscalist kennis en vaardigheden met betrekking tot: • de relevante fiscale wet- en regelgeving en de daarop gebaseerde jurisprudentie; • het bijhouden van het vakgebied; • het anticiperen op veranderingen in (fiscale) wet- en regelgeving en jurisprudentie ten behoeve van zijn cliënt; • het omgaan met klanten, leidinggevenden, vakgenoten en deskundigen uit andere vakgebieden. 4. Werkzaamheden m.b.t. fiscaal-juridisch en financieel advies De hbo-fiscalist is in staat een cliënt te informeren en adviseren volgens de heersende regelgeving omtrent zijn huidige, respectievelijk gewenste fiscale/financiële positie, opdat de cliënt dit begrijpt en in staat is op grond daarvan adequate beslissingen te nemen. Toelichting Voor deze competentie dient de hbo-fiscalist kennis en vaardigheden te bezitten met betrekking tot: • de op het advies gebaseerde Nederlandse en Europese (fiscale) wet- en regelgeving en jurisprudentie; • de voor het advies noodzakelijke kennis van het Nederlandse privaat- en publiekrecht en sociaal recht; • het aanvullen van (eigen) ontbrekende kennis; • het oplossen van een concreet fiscaal of aanverwant in de praktijk voorkomend probleem • het structureren en samenvatten van de relevante voor een correct advies noodzakelijke informatie; • het presenteren aan de cliënt op een voor de cliënt begrijpelijke wijze; • het maken van financiële berekeningen die aan het advies ten grondslag liggen; • het omgaan met klanten, leidinggevenden, vakgenoten en deskundigen uit andere vakgebieden. 5. Vertegenwoordigen op fiscaal terrein De hbo-fiscalist kan op basis van een eigen selectie van door cliënt of Belastingdienst verzamelde gegevens bezwaar-, verweer- en beroepschriften/vertoogschriften opstellen en verdedigen voor de competente instantie opdat de belangen van Belastingdienst of cliënt daarmee worden gediend. Toelichting Voor deze competentie dient de hbo-fiscalist kennis en vaardigheden te hebben met betrekking tot: • de fiscale wet- en regelgeving en jurisprudentie op het terrein waar hij de klant vertegenwoordigt; • de juridische kaders en structuren waarbinnen in een dergelijke situatie geopereerd dient te worden; • het evalueren van bewijsmateriaal; • het rationeel argumenteren; • het maken van een zorgvuldige positiekeuze in de verhouding tussen klant en overheid. Professionaliteit 6 Persoonlijke ontwikkeling De hbo-fiscalist is in staat zijn eigen functioneren te beoordelen teneinde voor zichzelf leer- en verbeterpunten aan te geven zodat hij zijn eigen beroepsmatig handelen, houding en motivatie verder kan ontwikkelen. Hij is verder in staat zijn eigen weg te ontwikkelen t.a.v. zijn verdere persoonlijke ontplooiing binnen de kaders die zijn werkomgeving hem biedt. 7. Sociaal-communicatieve bekwaamheid De hbo-fiscalist is in staat verworven kennis en inzichten op anderen, zowel binnen als buiten zijn eigen organisatie/ werkomgeving, over te dragen (in een gesprek, memo, artikel, mondelinge presentatie of ander medium) zodanig dat anderen daar hun voordeel mee kunnen doen.
Pagina 38 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Toelichting Alles wat een fiscaal/financieel adviseur zegt, moet gericht zijn op interactie en het einddoel van een afrondend adviesgesprek (klantcontact). Schriftelijke vaardigheden betreffen o.a. lezersgericht en begrijpelijk schrijven, schrijven van inleidingen en samenvattingen en presentatie van rapporten. Verder moet de hbo-fiscalist over de volgende vaardigheden beschikken: • het vermogen om relevante vragen te stellen met het oog op de advisering (derhalve ook goed kunnen luisteren naar klanten), zowel in mondelinge als in schriftelijke vorm, daarbij rekening houdend met de persoonlijke, zakelijke en psychologische omstandigheden van de klant; • het vermogen om zowel schriftelijke als mondeling adequaat te kunnen reageren naar de klant en of instanties daarbij rekening houdend met strategische, technische (opleidingspeil) en psychologische factoren. • Het vermogen om te kunnen samenwerken met vakgenoten en specialisten van andere disciplines. 8. Ethisch normbesef De beginnende hbo-fiscalist is in staat op basis van aan hem voorgelegde casuïstiek te onderkennen welke dilemma’s kunnen ontstaan in beroeps- en individuele ethische vraagstukken zodanig dat hij zijn eigen positie daarin kan bepalen, zijn standpunt daarover kan formuleren en kan optreden als een betrouwbare beroepsbeoefenaar. Toelichting • • • • •
Hij weet welke ethische aspecten de casus heeft. Hij heeft inzicht in de beroepscodes. Hij waarborgt zijn geheimhoudingsplicht. Hij kan een zorgvuldige positiekeuze maken in de verhouding tussen klant en belastingheffer. Hij kan handelen naar de ethische aspecten die samenhangen met de beroepsuitoefening. Hij treedt integer en zorgvuldig op.
9. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: De hbo-fiscalist kan op basis van zijn inzicht in de maatschappelijke effecten van belastingheffing discussies/gesprekken voeren met collega's en cliënten om zodoende een visie te vormen over effectiviteit en efficiëntie van belastingheffing in nationaal en internationaal perspectief. Participant in een arbeidsorganisatie 10. Leiderschap De beginnende hbo-fiscalist kan operationeel leiding geven aan de medewerkers m.b.t. de uitvoering van werkzaamheden op een wijze die voldoet aan de efficiëntie- en kwaliteitsnormen van de eigen organisatie/werkomgeving. 11. Resultaatgerichtheid De beginnende hbo-fiscalist is in staat bij te dragen aan het beleid en het beheer van de eigen organisatie op een wijze die aansluit op de ‘missie’ van de organisatie. 12 Kwaliteitsbewustzijn De beginnende hbo-fiscalist is zich bewust van de betekenis van het kwaliteitssysteem van de eigen organisatie en de kwaliteit van zijn eigen dienstverlening op een wijze die bijdraagt aan een adequate uitvoering ervan.
Pagina 39 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 4: Visitatieteam Ir. R.S. Kloosterman (1967), teamleider Na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) heeft Kloosterman gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting. Belangrijke aandachtsgebieden waren daarbij marktonderzoeken en het formuleren van strategische plannen. Na twee jaar heeft hij zich zelfstandig gevestigd en sindsdien grote projecten uitgevoerd in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao), op het grensvlak van strategie, marktoriëntatie en managementsystemen. Voorts: het opzetten van buitenlandse operations in opdracht van Rijnconsult en in opdracht van Barents Consulting (London). Sinds 1995 is hij tevens werkzaam voor Certiked, waarvan hij negen jaar directeur is geweest. Veel visitaties geleid, van voltijd bekostigd tot deeltijd aangewezen onderwijs. Rol in het visitatieteam: projectleiding, hands-on ervaring met internationale en veranderingskundige vraagstukken. J. Wardenier (1948), extern deskundige De heer Wardenier is werkzaam bij de Belastingdienst. Hij heeft daar gedurende zijn 42-jarige dienstverband diverse functies vervuld. Hij begon in het uitvoerende primaire proces, stroomde door naar het operationele management, gaf leiding aan grote veranderingsprojecten en is verantwoordelijk geweest voor de inrichting van grote delen van de Belastingdienstorganisatie. Hij heeft de functie van directeur personeel en organisatie vervuld van de Belastingdienst, waarna hij directeur van het Belastingdienst/Centrum voor Facilitaire Dienstverlening (B/CFD) is geweest. In deze functie gaf hij leiding aan ongeveer 1.600 medewerkers die nagenoeg alle facilitaire taken (exclusief kennis, communicatie en ICT) ten behoeve van de Belastingdienst vervullen. Daarna is hij voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst, regio Holland-Midden, geweest. En tenslotte fungeert hij sinds 1 december 2006 als voorzitter van het managementteam van de douaneregio Rotterdam, alwaar hij leiding geeft aan 1650 medewerkers. Tevens is hij lid van de Groepsraad (het bestuursorgaan) van de Belastingdienst. Inbreng in het visitatieteam: branchekennis, materiekennis. drs. T. Buising (1971), secretaris Mevrouw Buising heeft Toegepaste Onderwijskunde gestudeerd. Zij heeft daarna bij diverse adviesbureaus gewerkt (EB Management, KPMG) aan vraagstukken op het gebied van onderwijsontwikkeling, ontwikkeling van (school) organisaties en de relatie onderwijs – arbeidsmarkt. Dit in zowel HBO, MBO als VMBO. Sinds januari 2006 is zij werkzaam als zelfstandig onderwijskundige. Rol in het visitatieteam: secretaris met brede ervaring in HBO. G. Abord-Hugon (1978), studentlid Mevrouw Abord-Hugon studeert International Business Administration bij RSM-Erasmus University in Rotterdam. Zij is derdejaars bachelorstudent. Sinds juli 2006 volgt ze een stage bij Shell Benelux. Zij heeft eerder gewerkt als Account manager in sales en marketing in Frankrijk. Vorig jaar is ze op uitwisseling geweest bij Singapore Management University, Singapore. Rol in het visitatieteam: student met ervaring in medezeggenschap J.W.C. van den Broek (1982), studentlid Mevrouw van den Broek heeft Facility Management gestudeerd. Op dit moment studeert ze Business Administration met een financiële afstudeerrichting op de Erasmus te Rotterdam. Naast haar studie heeft ze verschillende extra curriculaire activiteiten ondernomen zoals een bestuursjaar bij Integrand Rotterdam. Rol in het visitatieteam: student met ervaring in medezeggenschap
Pagina 40 van 41 Fiscale Economie
Hogeschool van Amsterdam - HES © Certiked-VBI
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 41 van 41 Fiscale Economie