DEM / HES Hogeschool voor Economische Studies
Opleidingsprofiel hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................. 3 1. Het beroepsprofiel van de opleiding Bedrijfskundige Informatica ..................................................... 4 1.1 Ontwikkelingen in de beroepspraktijk Bedrijfskundige Informatica ............................................ 4 1.2 Functies waarvoor de opleiding Bedrijfskundige Informatica opleidt .......................................... 6 1.3 Eisen aan de afgestudeerde ...................................................................................................... 7 2. Het DEM- opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica: achtergrond ............................................. 8 2.1 Beroepstaken en competenties BBA ........................................................................................... 9 2.2 Beroepstaken en competenties B-ICT ........................................................................................ 9 2.3 DEM profilering ...................................................................................................................... 12 2.4 Samenvatting beroepstaken hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica ................................... 12 3. Overzicht beroepstaken Bedrijfskundige Informatica ..................................................................... 14 4. De 10 algemene DEM-competenties ............................................................................................. 26
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
2
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Inleiding Na de fusie van HES met de ecomonie-opleidingen van de HvA in 2005 is de noodzaak ontstaan om de opleidingsvarianten van de HES1 onder één gezamenlijk opleidingsprofiel te laten vallen. Het ontwikkelen van dit nieuwe opleidingsprofiel (versie 2) vond plaats in 2007 binnen het project „Best Business School‟, door de CROHO commissie van de opleiding BI. In nauwe samenspraak met het bedrijfsleven en met de onderwijsadviesraad (OAR 2007, 2009) is dit opleidingsprofiel samengesteld. Hierbij is aangesloten bij het bestaande landelijke opleidingsprofiel. Na het verschijnen van de nieuwe domeinbeschrijving van het HBO-I (uit 2009) is hoofdstuk 2 van dit document aangepast. In de OAR van 23 maart 2010 is dit opleidingsprofiel opnieuw ter goedkeuring aangeboden. Dit opleidingsprofiel dient als gezamenlijk kader voor de ontwikkling van de opleidingsplannen en de curriula van de drie varianten (voltijd, deeltijd en duaal) en beschrijft de opleiding in termen van beroeptaken en competenties. De CROHO commissie Bedrijfskundige Informatica heeft bij de ontwikkeling van dit opleidingsprofiel gebruikt gemaakt van de volgende bronnen: Beroepsprofiel Bedrijfskundige Informatica 2005, HvA, Opleiding BI Landelijke domeincompetenties Bachelor of Business Administration, december 2005, HBOraad Bachelor of ICT Een competentiegerichte profielbeschrijving, december 2004, HBO-I Stichting Bacheror of ICT Domeinbeschrijving, oktober 2009, HBO-I Stichting In dit opleidingsprofiel zijn 8 beroepstaken geformuleerd en 10 generieke competenties. Tesamen vormen zij de basis van kennis, vaardigheden en competenties die de opleiding tot hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica in ieder geval omvat. Dit opleidingsprofiel van de bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica heeft een tweeledig doel: Op de eerste plaats toont de opleiding aan de buitenwereld (werkveld, NVAO) de beoogde eindkwalificaties van zijn afgestudeerden Op de tweede plaats dient het opleidingsprofiel als gezamenlijk kader voor de ontwikkeling van de leerplannen en de curricula van alle opleidingsvarianten (voltijd, deeltijd en duaal).
Leeswijzer Dit document bestaat uit een beschrijving van het beroep (hoofdstuk 1) en de eisen aan de afgestudeerde. Hoofdstuk 2 geeft een achtergrond bij het opleidingsprofiel, waaronder de relatie tussen de landelijke (domein)competenties en het DEM-profiel van de opleiding, en de verantwoording van de beslissing op het opleidingsprofiel te beschrijven aan de hand van beroepstaken én competenties. In hoofdstuk 3 worden de beroepstaken en handelingen in detailniveau beschreven, waarbij tevens wordt aangegeven welke beroepsproducten een afgestudeerde in praktijk zoal zou moeten opleveren. Bij elke beroepstaak geeft de „body of knowledge and skills‟ aan welke kennis en vaardigheden hiervoor nodig is en dus door de opleiding aangeboden zou moeten worden. Hoofdstuk 3 vormt hiermee het hart van de profielbeschrijving. Tot slot staan in hoofdstuk 4 de 10 generieke competenties die voor alle DEM afgestudeerden gelden. Competenties krijgen betekenis in de context van de beroepstaken. De relatie tussen de beroepstaken en competenties wordt beschreven in de leerplannen.
1
Sinds juni 2007 valt de HES onder het Domein Economie & Management
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
3
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
1. Het beroepsprofiel van de opleiding Bedrijfskundige Informatica BI‟ers werken op het raakvlak van de business en ICT. ICT ondersteunt de business en voegt waarde toe aan de business. Van BI-afgestudeerden wordt verwacht dat ze een brugfunctie kunnen vervullen tussen ICT en de business.
1.1 Ontwikkelingen in de beroepspraktijk Bedrijfskundige Informatica B.I.‟ers werken op het raakvlak van de business en ICT. Omdat op beide vlakken veel veranderingen plaatsvinden, is ook het werkveld van de B.I.‟er aan voortdurende verandering onderhevig. Het werkveld van ICT„ers was altijd al een sterk veranderende omgeving, maar de verandering lijkt steeds sneller te gaan. Was voorheen snel en continu wijzigende techniek de belangrijkste oorzaak voor deze veranderingen, tegenwoordig wordt dit aangevuld met nieuwe businessmodellen, in belangrijke mate ingegeven door de globalisering die sinds het begin van 2000 het speelveld van ICT en haar dienstverleners sterk beïnvloedt. Aan de andere kant, doet ICT er eigenlijk nog wel toe? Hoeveel waarde moet gehecht worden aan het inmiddels roemruchte artikel van Nicolas Carr “IT doesn‟t matter” in de Harvard Business Review? Kan ICT als een commodity gezien worden, waaruit geen concurrentievoordeel meer behaald kan worden? Voor het werkveld van BI zijn de ontwikkelingen van belang: Ontwikkelingen op gebied van Business Proces Management: Organisaties reageren op signalen uit hun omgeving. Zij bekijken hun markten, zoeken samenwerking met concurrenten, analyseren hun bedrijfsvoering en beschouwen hun producten en diensten. In tijden van snelle economische groei wordt daarbij de aandacht voor processen vooral gevoed door een goede koppeling tussen de frontoffice en de backoffice. In economisch mindere tijden ligt het accent vooral op het verhogen van de efficiëntie van de bedrijfsprocessen. Vandaar dat klantgerichtheid, kostenreductie, procesintegratie, applicatie integratie en shared service centers belangrijke onderwerpen zijn voor het management van organisaties in de publieke en private sfeer. Daarnaast zien we in toenemende mate aandacht voor de zogenaamde Supply Chain en neemt het belang van ketengericht denken toe. Ongeacht de economische barometer zien wij dat het belang van ICT in processen steeds toeneemt en verandert. Business ICT alignment, governance en portfoliomanagement: Binnen het vakgebied van de BI-er staat de vraag “hoe kan ICT de business het beste ondersteunen en waarde toevoegen en andersom, hoe weet de business wat voor mogelijkheden ICT heeft en hoe kunnen deze maximaal benut worden?” centraal. Portfoliomanagement houdt meer in dan het managen van een verzameling projecten. Bij portfoliomanagement wordt gekeken welke projecten uitgevoerd moeten worden om de strategie van de organisatie optimaal te ondersteunen, welke risico‟s hierbij worden gelopen en welke resources ingezet moeten worden. Hierbij spelen ook sourcingsvraagstukken een rol. Bedrijven worden groter. Fusies en overnames, samen met autonome groei, leiden tot grote ondernemingen met vestigingen in verschillende landen. Dit brengt grote uitdagingen met zich mee, onder meer op het terrein van organisatieverandering en het implementeren van ICT. Ontwikkelingen op gebied van sourcing: De tijd dat alle activiteiten binnen de eigen muren van de organisatie worden uitgevoerd ligt al ver achter ons. Dagelijks valt te lezen dat diensten worden uitbesteed zowel binnen Nederland als aan landen als China, India en Roemenië. Er is een verschuiving waar te nemen in het type activiteiten dat wordt uitbesteed. Was eerst de focus gericht op het Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
4
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
inrichten, onderhouden en beheren van ICT-infrastructuur, nu wordt Business Process Sourcing, waarbij een (deel van een) proces wordt uitgevoerd door een sourcingspartner, steeds vaker overwogen. Het is juist de tussenvorm, waarbij een combinatie van on-shore en off-shore activiteiten plaats dient te vinden, die tot nieuwe uitdagingen leidt. Ontwikkelingen op gebied van Wet en regelgeving: “Corporate Governance, waaronder de nieuwe en aangescherpte regels van Sarbanes-Oxley, institutionaliseert de roep om garanties voor de beveiliging en continuïteit van de onderneming “, alsdus Ross Lindgreen, partner bij KPMG en hoogleraar It en auditing aan de UvA. De versterkte aandacht voor regels en procedures zoals de code Tabaksblad of de wet bescherming persoonsgegevens, blijft niet zonder gevolgen voor de manier waarop de It‟er zijn werk doet. ICT-ontwikkelprocessen werden tot voor kort zo ingericht dat het een werkbaar product opleverde, nu moeten deze zo worden ingericht dat het een te verantwoorden product is. Hierdoor zullen bestaande beheermethoden en normen zoals ITIL en de COBIT-normen vernieuwde aandacht krijgen. Softwareontwikkeling: ICT is onlosmakelijk verbonden geworden met bedrijfsvoering. Iedere organisatie – zeker vanaf middelgrote omvang – heeft een rijk scala aan applicaties die, aan elkaar gekoppeld, de businessfuncties ondersteunen. Organisaties dienen er voor te zorgen dat hun automatisering nauw aansluit op de behoeften van de business, en dat systemen met het oog op toekomstige wijzigingen ontworpen worden. Hieruit onstaat een behoefte aan het opstellen van business requirements voordat ICT systemen ontworpen worden. De behoefte aan flexibiliteit, snel kunnen inspelen op veranderen zorgt er ook voor dat het traditionele watervalmodel steeds vaker wordt vervangen door een meer agile aanpak voor het ontwerpen en ontwikkelen van software. Ontwikkelingen op gebied van Business Intelligence en kennismanagement: In een complexe en dynamische wereld hebben organisaties informatie over zichzelf en hun omgeving nodig om succesvol te kunnen zijn. Het tijdig verkrijgen en toepassen van betrouwbare en relevante informatie gaat echter niet vanzelf. Daarvoor is het inrichten en uitvoeren van Business Intelligence (het proces om gegevensbergen te ontginnen en om de resulterende informatie op de juiste tijd en plaats toe te passen) en kennismanagementsystemen nodig. Er is vanuit de business steeds meer vraag naar het beschikbaar stellen van (stuur-)informatie. Ook zijn er zijn steeds meer tools voor Business Intelligence om dit op een efficiënte en flexibele manier te realiseren. Het belang van Business intelligence neemt voor de BI‟er dus toe in zijn werk. Ontwikkelingen op gebied van architecturen: ICT systeemlandschappen veranderen van monolitische systemen naar nieuwe architecturen. Organisaties definieren een enterprise architectuur die flexibel moet kunnen inspringen op veranderingen. Een Service-Oriented Architecture, kortweg SOA moet organisaties in staat stellen om optimaal te profiteren van hun inspanningen op het gebied van Business Process Management (BPM) waarbij ook de samenwerking tussen verschillende organisaties tot de mogelijkheden gaat behoren. SOA biedt mogelijkheden voor de alignment van bedrijfsprocessen en informatiesystemen. En dat met respect voor de bestaande systemen, waardoor een geleidelijk invoering mogelijk is. Ook ontwikkelingen als SAAS, cloud computing en Web2.0 werpen hun schaduwen vooruit. Hierdoor veranderen de rol en de werkzaamheden van de B.I.‟er ingrijpend.
Ontwikkelingen op het gebied van de functie van de B.I.‟er: Gartner heeft in 2000 een nieuwe visie op de ICT organisatie gegeven. Deze is nog steeds actueel. Voor de traditionele IT organisatie die alle functies vervult is steeds minder plaats. Door outsourcing verdwijnen en transformeren functies. Uitvoerende werkzaamheden verdwijnen steeds meer naar (globaal opererende) gespecialiseerde ICT service providers. Tevens verandert het verwachtingspatroon, dat de business heeft van de (interne) Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
5
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
ICT organisatie. ICT maakt integraal onderdeel uit van de business propositie en behoort dus adequaat te kunnen reageren op business behoeftes. Dit maakt dat er enerzijds functies die voorheen bij de ICT organisatie lagen, nu ingebed zijn bij de business zelf. Anderzijds zijn er functies in het leven geroepen om met de business dan wel de leveranciers te communiceren en deze relaties te managen. Het onderstaande IS-Lite model van Gartner geeft de verschuiving van de functies weer, en toont hierbij de moderne afgeslankte ICT organisatie.
1.2 Functies waarvoor de opleiding Bedrijfskundige Informatica opleidt Een BI-afgestudeerde is opgeleid voor functies op het raakvlak van de business en ICT. De volgende functies zou de afgestudeerde kunnen vervullen: Functioneel Beheerder: een relatie kunnen leggen tussen de functionaliteit van applicaties op detailniveau en de werkzaamheden in de bedrijfsprocessen. Functioneel Tester: testen uitvoeren om te controleren of de gewenste functionaliteit ten behoeve van de bedrijfsprocessen is geleverd. Projectmanager: het (mede)verantwoordelijk zijn voor de oplevering van ICT t.b.v. de bedrijfsprocessen door ontwikkelaars, beheerders en systeemanalisten die zich in toenemende mate buiten de eigen organisatie bevinden; het (mede)verantwoordelijk zijn voor de implementatie van ICT t.b.v. de bedrijfsprocessen inclusief het bijbehorende veranderingstraject. Informatieanalist / Business analist: Het opstellen van business requirements; Het vaststellen van de informatiebehoefte ten behoeve van de bedrijfsprocessen en deze vertalen naar functionele specificaties; het vaststellen van de informatiebehoefte op managementniveau en het vervolgens opstellen van rapportagetemplates; zorgdragen voor de data warehouse cyclus. Business Proces Analist / designer: analyseren en implementeren van bedrijfsprocessen; vaststellen Key Performance Indicators en vervolgens monitoren van het proces; Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
6
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
signaleren van trends en knelpunten in de gewenste functionaliteit op detailniveau en op basis daarvan verbeteracties initiëren; het (her) ontwerpen van bedrijfsprocessen afgestemd op de bedrijfsstrategie (bedrijfsstrategische afstemming); het strategisch niveau voorzien van gewenste stuurinformatie ten behoeve van het monitoren van de bedrijfsstrategie. ICT architect: het definiëren en bewaken van ICT architecturen met als uitgangspunt de kaders vanuit de bedrijfsvoering; het definiëren en bewaken van het informatiebeleid. Leidinggevende in een ICT organisatie: het afstemmen op strategisch niveau van de bedrijfsstrategie en de ICT-strategie; managen van een ICT-dienstverlenend bedrijf waarbij diensten geleverd kunnen worden op diverse vlakken. (externe) Business Consultant: het uitvoeren van een mix van bovengenoemde taken met name als adviseur; het volgen van maatschappelijke en organisatorische veranderingen met betrekking tot informatiegebruik en ICT trends.
1.3 Eisen aan de afgestudeerde Van BI-afgestudeerden wordt verwacht dat ze een brugfunctie kunnen vervullen tussen ICT en de business. Ze beantwoorden vragen als: Hoe kan ICT de business het beste ondersteunen? En omgekeerd: hoe kan de business optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van ICT? ICT vraagstukken zijn niet langer vraagstukken voor de ICT afdeling, maar voor de hele business. Hierbij krijgen ICT-ers steeds meer de rol van „integrator‟ in plaats van „software ontwikkelaar‟. De BIer zal de business moeten ondersteunen bij de keuzes ten aanzien van de inzet en rol van ICT binnen de organisatie. Om de brugfunctie tussen de business en de ICT te kunnen vervullen moet de BI afgestudeerde een duidelijk begrip kunnen verwerven van mogelijkheden en ontwikkelingen op ICT gebied en op de ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie. Deze ontwikkelingen moet de afgestudeerde kunnen vertalen naar organisatieveranderingen waarbij ICT toepassingen toegevoegde waarde hebben voor de organisatie. Bovendien is een afgestudeerde in staat de eisen te doorgronden die organisaties stellen aan ICT ondersteuning, deze eisen te beschrijven en de ontwikkeling en implementatie van ICT toepassingen te begeleiden. De BI-afgestudeerde functioneert hierbij vanuit de rol van adviseur, resultaatverantwoordelijke, managementondersteuner of intermediair. De eisen die het beroepenveld stelt aan de BI-afgestudeerde gelden zowel in functies binnen een nationale als internationale context, als binnen de non-profit en profit sector. De eisen kunnen als volgt worden samengevat. De afgestudeerde BI: heeft overzicht over en kan inspelen op de mogelijkheden van ICT; heeft overzicht over en kan inspelen op de bedrijfskundige en organisatorische consequenties van implementatie van ICT toepassingen; kan bedrijfsprocessen analyseren en verbeteren; kan business requirements opstellen kan (ICT-)projecten managen. kan interne en externe klanten adviseren
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
7
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
2. Het DEM- opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica: achtergrond Een opleidingsprofiel zoals het Domein Economie en Management (DEM) dat voorstaat, beschrijft de opleiding, binnen de landelijk afgesproken kaders, in termen van beroepstaken die kenmerkend zijn voor de beroepspraktijk. Beroepstaken worden verder gespecificeerd in beroepshandelingen en
beroepsproducten en de onderliggende basis van kennis en vaardigheden, de body of knowledge and skills. Beroepstaken zijn een herkenbare groepering van handelingen die representatief is voor de beroepspraktijk waarvoor de opleiding opleidt. (zie verder hoofdstuk 3). Afgestudeerden van het Domein Economie en Management van de Hogeschool van Amsterdam, krijgen de titel Bachelor of Business Administration (BBA). Omdat de opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) binnen dit domein valt, krijgen studenten van deze opleiding deze titel ook. Afgestudeerden met deze titel zijn betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van de (specifieke) beleidsdoelen van een organisatie, met oog voor relaties tussen organisaties, netwerken en ketens. Zij hebben overzicht over bedrijfsprocessen ten dienste van de doelstelling van de organisatie.2 Landelijk gezien valt de opleiding BI binnen het domein ICT. De opleiding bedrijfskundige informatica is dan ook aangesloten bij de stichting HBO-I. Deze ICT-opleidingen geven veelal de titel Bachelor of ICT af. Een Bachelor of ICT benadert vraagstukken vanuit de ICT systemen. In onze opleiding zijn businessvraagstukken steeds het vertrekpunt. Studenten leren hoe ze de bedrijfsprocessen kunnen optimaliseren met behulp van ICT. Vandaar uit komen de in de B-ICT genoemde architectuurlagen gebruikersinteractie, de bedrijfsprocessen en de ondersteunende software aan de orde. Dit business vertrekpunt maakt dat de opleiding de titel BBA afgeeft en niet de titel Bachelor of ICT. Uit de ontwikkelingen in ons werkveld blijkt dat het accent steeds meer komt te liggen op bedrijfsprocessen, ondersteund door ICT. Ons werkveld hecht daarom veel waarde aan de invalshoek vanuit de business. Dit stelt bepaalde eisen aan onze afgestudeerden. Tevens weten we uit ervaring dat onze studenten dit accent waarderen en daar bewust voor kiezen.
Koppeling van de beroepstaken aan de domeincompetenties van BBA en BICT In de paragrafen 2.1 en 2.2 wordt in schema‟s geven aan hoe de opleiding B.I. van de HvA aansluit bij de BBA domeincompetenties en hoe zij past binnen het domeinprofiel van de B-ICT .
2
Domeincompetenties en Illustraties Business Administration, HBO-raad, 2005
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
8
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
2.1 Beroepstaken en competenties BBA Beroepstaken van de opleiding
Bachelor of Business Administration
Landelijke domeincompetenties
1 Ontwikkelen visie op veranderingen en trends
x
8 Managen ICT-project en/of organisatie
7 Adviseren t.a.v. ICT-governance
toepassingen
6 Ontwerpen/ inrichten Business Intelligence
5 Analyseren/ vormgeven Business Processen
4 Implementeren ICT-systemen
3 Analyseren/ ontwerpen ICT-oplossingen
2 Vormgeven ICT Servicemangement
1 Integrale benadering bedrijfsfuncties
Bedrijfskundige Informatica
x
2 Analyseren beleidsvraagstukken, vertaling in en
x
x
voorbereiding van besluitvorming 3 Toepassen human resource management in licht
x
x
van organisatiestrategie 4 Inrichten, beheersen en verbeteren bedrijfs- of
x
x
x
x
organisatieprocessen 5 Analyseren financiële en juridische aspecten,
x
x
x
x
interne processen, en bedrijfs/organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken 6 Ontwikkelen, implementeren en evalueren
x
x
x
veranderingsproces Schema 1: koppeling van beroepstaken B.I. met het domeinprofiel van de BBA De context waarbinnen de handelingen van de beroepstaken worden uitgevoerd is, m.u.v. beroepstaak 1, die van ICTsystemen en hun implementatie.
2.2 Beroepstaken en competenties B-ICT In oktober 2009 is een nieuwe versie van de domeinbeschrijving HBO-I vastgelegd in het boekje “Bachelor of ICT”. Het hierin beschreven model biedt de opleiding de mogelijkheid om de opleiding breed of specifiek neer te zetten, met een degelijke basis voor innovaties, specialisaties en hypes (Bachelor of ICT, 2009). De opleiding B.I. heeft hierbij gekozen voor een brede opleiding die voldoende basis biedt om de brugfunctie zoals deze is beschreven in hoofdstuk 1, te vervullen. Om het programma van de opleiding B.I. helder te kunnen positioneren heeft de opleiding, de matrix van lifecycle fasen en architectuurlagen die in de domeinbeschrijving wordt gehanteerd ingevuld. Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
9
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
BI-ers analyseren en adviseren over verschillende ICT systeem architectuurlagen. In enkele architectuurlagen komt de BI-er tot ontwerpen (en besturen) van de realisatie. Inrichten van beheer voor de totale infrastructuur en voor applicatie en functioneel beheer behoren ook tot het taakgebied van de BI-er. Beroepstaak 1 is in de matrix niet opgenomen. De integrale benadering van bedrijfsfuncties is een basis waarvanuit de BI-er werkt en beperkt zich niet tot delen van de matrix.
Koppeling domeinbeschrijving BICT en beroepstaken B.I In de domeinbeschrijving van de Bachelor of ICT worden de beschrijvingen en voorbeelden vaak vanuit de techniek benaderd in plaats vanuit de bedrijfsprocessen. De opleiding B.I van de HvA wil de onderwerpen juist vanuit de bedrijfkundige invalshoek benaderen en niet vanuit de techniek. De beroepstaken zoals gedefinieerd in dit opleidingsprofiel zijn integraal van opzet en beperken zich niet tot 1 architectuurlaag of lifecyclefase van de bachelor of ICT. Een beroepstaak als “5. Analyseren en vormgeven van business processen” gaat verder dan puur de bedrijfsprocessen en kijkt nadrukkelijk ook naar de (gewenste) gebruikersinteractie en de software die de processen ondersteunt. Binnen de opleiding geldt dat voor ieder semester of blok het vertrekpunt een businessvraagstuk is. Vandaar uit komen de gebruikersinteractie, de bedrijfsprocessen en de ondersteunende software aan de orde. In het schema zijn in de rijen de ICT-architectuurlagen opgenomen en in de kolommen staan de life cycle fasen van de domeinbeschrijving van de Bachelor of ICT. Per architectuurlaag en fase is aangegeven door welke beroepstaak of -taken van de opleiding B.I. van de HvA deze gedekt wordt.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
10
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Analyseren
Adviseren
Ontwerpen
Realiseren
Beheren
Gebruikers-
3.A&V ICT
4. implem. ICT
3.A&V ICT
4. implem. ICT
2. ICT service
interactie
oplosssingen
syst
oplosssingen
syst
management
4. implem. ICT
5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
syst
6.Bus. Intell.
6.Bus. Intell.
5.A&V bus.proces
toepassingen
toepassingen
6.Bus. Intell.
7. ICT governance
toepassingen
8. Managen ICT
7. ICT governance
organis./Project
6.Bus. Intell. toepassingen 8. Managen ICT organis./Project
Bedrijfs-
2. ICT service
processen 5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
6.Bus. Intell.
4. implem. ICT
management
syst
5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
6.Bus. Intell.
toepassingen 7. ICT governance
toepassingen 8. Managen ICT
7. ICT governance
organis./Project Software
8. Managen ICT
8. Managen ICT
organis./Project
organis./Project
3.A&V ICT
3.A&V ICT
3.A&V ICT
3.A&V ICT
oplosssingen
oplosssingen
oplosssingen
oplosssingen
4. implem. ICT
4. implem. ICT
syst
syst
5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
5.A&V bus.proces
6.Bus. Intell.
6.Bus. Intell.
6.Bus. Intell.
toepassingen
toepassingen
toepassingen
4. implem. ICT syst
7. ICT governance
6.Bus. Intell. toepassingen
8. Managen ICT organis./Project
8. Managen ICT organis./Project
Infra-structuur
6. Bus. Intel
2. ICT service
toepassingen
management 7. ICT governance
7. ICT governance
7. ICT governance
7. ICT governance
8. Managen ICT organis./Project
Hardware interfacing
Schema 2: koppeling van beroepstaken B.I. met het domeinprofiel van de BICT
In bovenstaande matrix hebben we met kleuren het relatieve belang willen aangeven. De BI opleiding van de HVA benaderen we ICTsystemen steeds vanuit de bedrijfsprocessenarchitectuurlaag, deze heeft in het schema dan ook de donkerste (rode) kleur gekregen. De brugfunctie komt tot uitdrukking in de grotere nadruk op analyse en advies (rood) t.o.v. realiseren (geel). In de softwarearchitectuurlaag ligt de nadruk op analyse en ontwerp, niet op realiseren. We besteden geen aandacht aan het beheer van softwareontwikkelomgevingen. Bij de infrastructuurlaag concentreren we ons op de functionele aspecten, de software en de onderlinge samenhang (architectuur) van de infrastructuur componenten. Binnen de opleiding is geen sprake van technische analyse van infrastructuurcomponenten. Het taakgebied ICTservicemanagement richt zich op de inrichting van beheer van ICTsystemen.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
11
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
2.3 DEM profilering In het opleidingsprofiel bedrijfskundige Informatica, komt ook de specifieke DEM profilering tot uitdrukking. Op de eerste plaats kennen alle DEM-opleidingen een basis voor alle beroepstaken, de zogeheten „integrale benadering van bedrijfsfuncties‟. Gemakshalve aangeduid als „beroepstaak 1‟ Daarnaast is in het opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica een specifieke DEM-profilering aan te treffen in de vorm van een stevige component internationale competenties, onderzoek en ICTkennis/vaardigheden.
Competenties DEM leidt studenten op voor de beroepspraktijk door middel van competentiegericht onderwijs. Het uitgangspunt achter competentiegericht onderwijs is dat de studenten kennis, houding en vaardigheden ontwikkelen die geënt zijn op de beroepspraktijk. De DEM hanteert de volgende definitie van competentie: „Een integraal geheel van kennis, vaardigheden en houding die een persoon binnen een beroeps- en/of wetenschappelijke context adequaat weet in te zetten‟3. Het onderwijs binnen DEM is gericht op zowel het ontwikkelen van „algemene competenties‟ zoals werkgevers die eisen en toetsen, als op het verkrijgen van kennis en vaardigheden die specifiek nodig zijn voor het beroep waarvoor wordt opgeleid. Competenties zijn slechts te ontwikkelen in combinatie met het uitvoeren van beroepstaken. Studenten van DEM moeten hun competenties dus aantonen in de beroepscontext waarvoor ze worden opgeleid. In de leerplannen wordt aangegeven op welke wijze de opleiding deze competenties toetst.
2.4 Samenvatting beroepstaken hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica Hieronder worden de beroepstaken van BI in willekeurige volgorde opgesomd: Beroepstaak 1. Integrale benadering bedrijfsfuncties. Om binnen een organisatie op Hbo-niveau te kunnen functioneren, wordt inzicht in organisaties, de markt en financiën verondersteld. De werknemer moet in staat zijn om te beoordelen welke plaats zijn functie heeft in de organisatie als geheel. Ook moet hij kunnen begrijpen hoe de bedrijfsfuncties zich ten opzichte van elkaar verhouden. Beroepstaak 2. Vormgeven aan ICT Service Management. Onder ICT Service management wordt verstaan: het beheersen van de ICT-dienstverlening op zodanige wijze dat de met de klant afgesproken kwaliteit en kosten worden gewaarborgd. Een BI-afgestudeerde zal zich hierbij voornamelijk bezighouden met applicatiebeheer, kwaliteitsbeheer en het inrichten van de beheerorganisatie. Beroepstaak 3. Analyseren en ontwerpen van ICT oplossingen. Deze beroepstaak betreft het ontwikkelen van informatiesystemen, van het inventariseren van gebruikerseisen en –wensen tot het ontwerpen, realiseren en testen van applicaties. Steeds vaker gaat het hierbij ook om de integratie van nieuwe software in reeds bestaande toepassingen. Voor de BI-afgestudeerde ligt de nadruk op analyse, ontwerp en testen en minder op het programmeren van applicaties. Beroepstaak 4. Implementeren van ICT-systemen. Onder ICT-implementatie verstaan we het in gebruik nemen van ICT-systemen in een organisatie. Het gaat hierbij om het invoeren en inbedden van een 3
HvA-definitie, vastgesteld door MT 28 juni 2007
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
12
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
verandering, waarbij acceptatie van de verandering een kritische succesfactor is. Veel organisaties kiezen voor de ondersteuning van hun bedrijfsprocessen voor standaardpakketten. Omdat het selecteren van het juiste pakket in dit geval cruciaal is voor een succesvolle implementatie, zien wij pakketselectie , inclusief het “make-or-buy”beslissingstraject, als een onderdeel van ICTimplementatie. Beroepstaak 5. Analyseren en vormgeven van Business Processen. Business Process Management heeft als doel het continu verbeteren van bedrijfsprocessen. Om dit te realiseren is monitoring noodzakelijk, oftewel het meten van prestatie-indicatoren. Een BI-afgestudeerde is in staat bedrijfsprocessen te beschrijven, analyseren, verbeteren, implementeren en monitoren. Beroepstaak 6. Ontwerpen en inrichten van Business Intelligence toepassingen. Onder Business
Intelligence wordt verstaan: het proces van het systematisch verwerven en verwerken van informatie ten behoeve van besluitvorming en strategievorming. Een BI-afgestudeerde zal zich voornamelijk bezighouden met het ontwerpen en inrichten van Business Intelligence-toepassingen. Beroepstaak 7. Adviseren ten aanzien van ICT Governance. ICT Governance betreft het vanuit strategisch perspectief aansturen van ICT activiteiten in een organisatie. Hierbij staan twee aspecten centraal. Het eerste aspect, ook wel Business ICT aligment genoemd, gaat over het op elkaar afstemmen van bedrijfsbeleid en ICT-beleid: ICT moet de bedrijfsdoelstellingen optimaal ondersteunen. Het tweede aspect betreft het afleggen van verantwoording: de informatievoorziening moet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. ICT Governance is een verantwoordelijkheid van het hoogste management. Een BI-afgestudeerde kan hierin een adviserende rol spelen. Beroepstaak 8. Managen van een ICT project en/of organisatie. ICT komt op veel plaatsen in een organisatie voor. Allereerst heeft een organisatie doorgaans de nodige systemen draaien, die moeten worden beheerd. Het systemenlandschap van vandaag is veelal echter niet die van morgen. Een continue stroom van kleine en grote changes op de systemen zijn aan de orde van de dag. Doch ook in een groter perspectief kan hier naar gekeken worden. Hoe kunnen bijvoorbeeld alle projecten van een organisatie, met bijbehorende onderlinge afhankelijkheden, in goede banen worden geleid? De ontwikkelingen op het gebied van (out)sourcing geeft hierbij nog een aparte dimensie. Is bij het zelf ontwikkelen van software primaire project management skills vereist, bij outsourcing is het veeleer contract management, een geheel andere disicpline.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
13
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
3. Overzicht beroepstaken Bedrijfskundige Informatica Voor iedere beroepstaak in het opleidingsprofiel BI zijn beroepshandelingen geformuleerd. Deze beroepshandelingen zijn onderverdeeld in 3 soorten: Beroepshandelingen, die behoren bij het economisch domein. Deze zijn verplicht voor alle bachelors of business adminstration studenten van het DEM. Beroepshandelingen, die behoren tot de kern van een Bedrijfskundige Informaticus. De beroepshandelingen voor de kern betreffen de beroepshandelingen die gelden voor iedere BIafgestudeerde. Beroepshandelingen ter profilering. Iedere BI-afgestudeerde beheerst enkele beroepshandelingen uit de profilering, maar deze verschillen per student voor wat betreft de aard en de diepgang. In dit hoofdstuk is met een B (basis), K (kern) of P (profilering) aangegeven of een beroepshandeling tot de basis, de kern of tot de profilering behoort.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
14
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 1
Integrale benadering bedrijfsfuncties
Toelichting
Om binnen een organisatie op Hbo-niveau te kunnen functioneren, wordt inzicht in organisaties, de markt en financiën verondersteld. De werknemer moet in staat zijn om te beoordelen welke plaats zijn functie heeft in de organisatie als geheel. Ook moet hij kunnen begrijpen hoe de bedrijfsfuncties zich ten opzichte van elkaar verhouden.
Kenmerkende beroepssituatie
Om deze rol naar behoren te kunnen invullen is in de basis kennis en vaardigheden nodig voor alle bedrijfsfuncties. De afgestudeerde Hbo‟er in het economische domein kan dit minimaal in een eenvoudige en gestructureerde context.
Beroepshandelingen (B, behoren allemaal tot het economisch domein)
Beroepsproducten
1.
Achterhalen van de missie en strategie van een
Alle beroepshandelingen leiden tot
(nieuwe) onderneming.
(deel)producten die in de context van de
Afleiden van de ondernemingsdoelstellingen van een
beroepsituatie samen te bundelen zijn in:
2.
gekozen strategie. 3.
Analyseren van de markt waarin de organisatie zich
Het ondernemingsplan
bevindt. 4.
Positioneren van de organisatie in haar omgeving.
5.
Bepalen van marketinginstrumenten die passen bij de strategie en doelstellingen van de organisatie.
6.
Selecteren van communicatie-instrumenten voor PR.
7.
Bepalen van de kostprijs en verkoopprijs van producten.
8.
Bepalen van de rechtsvorm van de onderneming.
9.
Beoordelen van wet-en regelgeving op toepassing.
10. Bepalen van de structuur van de onderneming. 11. Opstellen van een liquiditeitsprognose. 12. Opstellen van de investeringsbegroting opstellen. 13. Opstellen de resultatenrekening en de balans. 14. Bepalen van de informatiebehoefte ten behoeve van de bedrijfsvoering van een organisatie. 15. Projectmatig aanpakken van een opdracht. 16. Zowel schriftelijk alsook mondeling rapporteren in de Nederlandse taal. 17. Maken van een managementsamenvatting in de Engelse taal.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
15
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Body of knowledge and skills
Kennis van, methoden en technieken voor: -
missiebepaling, visiebepaling, doelstellingen;
-
omgevingsanalyse;
-
marketinginstrumenten;
-
marktanalyse, afnemersanalyse en concurrentieanalyse;
-
marktvormen;
-
consumentengedrag;
-
macro-economie;
-
ondernemingsrecht;
-
toepassing overige rechtsgebieden (nationaal en internationaal);
-
kostprijsbepaling en prijsbepaling;
-
investeringsanalyse en investeringsselectie;
-
opstellen van balans en resultatenrekening (incl. toelichting);
-
organisatiestructuren;
-
Human resources management;
-
communicatiemiddelen;
-
informatisering;
-
projectmanagement;
-
Excel-vaardigheden;
-
(bron)onderzoeksvaardigheden;
-
rapporteren en presenteren van informatie in het Nederlands;
-
samenvattend rapporteren in het Engels;
-
economische rekenvaardigheden;
-
analyseren en beoordelen van cijfermatige informatie en kwantitatief; statistisch onderzoek;
-
samenwerken;
-
projectmatig werken.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
16
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 2
Vormgeven aan ICT Service Management
Toelichting
Onder ICT Service management wordt verstaan: het beheersen van de ICTdienstverlening op zodanige wijze dat de met de klant afgesproken kwaliteit en kosten worden gewaarborgd. Een BI-afgestudeerde zal zich hierbij voornamelijk bezighouden met applicatiebeheer, kwaliteitsbeheer en het inrichten van de beheerorganisatie.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
Technisch beheer 1. 2.
Opgeloste problemen en incidenten
(P) Oplossen van problemen en incidenten op het
Impactanalyse
gebied van ICT
Migratieplan
(P) Systemen en netwerk beheren
Testscripts Organogram beheerorganisatie
Applicatiebeheer 3. 4. 5. 6.
Overzicht van functies, taken en
(P) Vragen van klanten over applicaties
bevoegdheden
beantwoorden
Procesbeschrijvingen
(P) Inschatten van de impact van een
Beheerplannen ( beveiligingsplan,
wijzigingsverzoek (request for change)
continuïteitsplan, uitwijkplan)
(P) Samenstellen, testen en uitrollen van nieuwe
Kwaliteitsplan
releases van een applicatie
Kwaliteitsrapportage
(P) Migratie uitvoeren naar een nieuwe versie van
Service Level Agreement
een applicatie Inrichten beheerorganisatie 7.
(K) Inrichten van een beheerorganisatie met benodigde functies, taken en verantwoordelijkheden
8.
(K) Opstellen en implementeren van procedures voor beheer
Kwaliteitsbeheer 9.
(K) Bepalen van kwaliteitseisen voor (een deel van) de informatievoorziening
10. (P) Monitoren van de kwaliteit van (een deel van) de informatievoorziening 11. (P) Opstellen van een Service Level Agreement (SLA) 12. (P) Rapporteren over de door de beheerorganisatie geleverde prestaties
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
17
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden4: Methoden voor ICT-Service Management (ITIL, ASL, BiSL) Kwaliteitsmanagementsystemen (ISO9126), Deming CMMI Kennis van netwerkarchitecturen (OSI) Kennis van applicatie-architecturen (SOA, SAAS, PAAS) Kennis van Standaardpakketen voor IT-Service Management Frameworks ( .NET versus J2EE) En Interviewtechnieken Presentatietechnieken Gespreksadviestechnieken
4
per variant (voltijd, deeltijd, duaal) wordt in het leerplan een keuze gemaakt
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
18
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 3
Analyseren en ontwerpen van ICT-oplossingen
Toelichting
Deze beroepstaak betreft het ontwikkelen van informatiesystemen, van het inventariseren van gebruikerseisen en –wensen tot het ontwerpen, realiseren en testen van applicaties. Steeds vaker gaat het hierbij ook om de integratie van nieuwe software in reeds bestaande toepassingen. Voor de BI-afgestudeerde ligt de nadruk op analyse, ontwerp en testen en minder op het programmeren van applicaties.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
Analyse 1.
Draaiboek voor een workshop
(K) Inventariseren van gebruikerseisen en –
Workshopverslag
wensen (m.b.v. workshops en/of interviews)
Interviewverslag
2.
(K) Informatieanalyse uitvoeren
Conceptueel gegevensmodel
3.
(K) Conceptueel gegevensmodel opstellen
Databasontwerp Database
Ontwerp 4. 5. 6.
(Deel van een) applicatie
(K) Functionele specificaties opstellen
Gebruikershandleiding
(bijvoorbeeld m.b.v. UML)
Beheerdocumentatie
(K) Processpecificaties en/of werkinstructies
Testplan
maken
Testrapport
(K) Ontwerpen van een (relationele) database
Realisatie 7.
(K) Een (deel van een) applicatie programmeren.
8.
(K) Een ( deel van een) applicatie inpassen in een reeds bestaande applicatie.
9.
(K) Een (deel van een) applicatie testen.
10. (P) Gebruikershandleidingen schrijven. 11. (P) Documentatie ten behoeve van beheer schrijven.
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Systeemontwikkelingsmehoden ( waterval, DSDM, eXtreme Programming, Agile) Modelleringstechnieken ( UML, ER-modellering) Requirementsanalysemethoden (Volere) Architectuur Meer-laags Objectgeorienteerd programmeren ( .Net) DataBaseManagementSysteem ( MS SQL Server) SQL Projectmanagementmethoden (Prince2) Prototyping Planningstechnieken( RAD/ timeboxing) Testmethoden (TMAP,Testframe) en Workshoptechnieken interviewtechnieken
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
19
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 4
Implementeren van ICT systemen
Toelichting
Onder ICT-implementatie verstaan we het in gebruik nemen van ICT-systemen in een organisatie. Het gaat hierbij om het invoeren en inbedden van een verandering, waarbij acceptatie van de verandering een kritische succesfactor is. Veel organisaties kiezen voor de ondersteuning van hun bedrijfsprocessen voor standaardpakketten. Omdat het selecteren van het juiste pakket in dit geval cruciaal is voor een succesvolle implementatie, zien wij pakketselectie als een onderdeel van ICT-implementatie.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
1.
(K) Make-or-buy beslissingen onderbouwen
Pakketselectierapport
2.
(K) Selectiecriteria voor een standaardpakket opstellen
Implementatieplan
3.
(K) Een standaardpakket selecteren
Communicatieplan
4.
(K) De impact van een verandering analyseren
Opleidingsplan
5.
(P) Implementatiestrategie kiezen
Training
6.
(P) Een implementatieplan opstellen
Evaluatierapport
7.
(P) Een communicatieplan opstellen
Migratieplan
8.
(P) Een standaardpakket configureren
9.
(P) Communiceren met stakeholders
10. (P) Omgaan met weerstanden 11. (P) ICT-systemen installeren en testen 12. (P) Gegevensconversie uitvoeren 13. (P) Gebruikers opleiden en trainen 14. (P) Geven van werkplekondersteuning 15. (P) Evalueren van een implementatietraject 16. (P) Bepalen van een conversiestrategie 17. (P) Begeleiden van complexe implementatietrajecten
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Pakketselectie Methoden voor ICT-implementatie (bv. SIM3, Regatta) Architectuur SOA, DYA Verandermanagement en Interviewtechnieken Communicatievarianten Creativiteitbevorderende technieken
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
20
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 5
Analyseren en vormgeven van Business Processen
Toelichting
Business Process Management heeft als doel het continu verbeteren van bedrijfsprocessen. Om dit te realiseren is monitoring noodzakelijk, oftewel het meten van prestatie-indicatoren. Een BI-afgestudeerde is in staat bedrijfsprocessen te beschrijven, analyseren, verbeteren, implementeren en monitoren.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering) 1. 2.
Beroepsproducten
(K) Bedrijfsprocessen beschrijven (tekstueel of
Processpecificaties
m.b.v. modellen)
o
Tekst
(K) Effectiviteit van een bedrijfsproces analyseren
o
Model / schema
(kwalitatief)
Knelpuntanalyse
(K) Efficiency van een bedrijfsproces analyseren
Kwalitatieve analyse van een
(kwantitatief)
bedrijfsproces
4.
(K) Opstellen knelpuntanalyse
Statistische analyse
5.
(K) Bedrijfsproces ontwerpen
Performance rapportage
6.
(K) Adviseren m.b.t. een verbetering van een
Verbetervoorstel voor
bedrijfsvoorstel
bedrijfsprocessen
(K) Analyseren van de impact van een verandering
Impactanalyse
in een bedrijfsproces
Veranderplan
(K) Opstellen bedrijfsscan gericht op cultuur en
Implementatieplan
verandercapaciteit
Kritische performance indicatoren
(K) Bepalen van kritische performance indicatoren
(KPI‟s)
3.
7. 8. 9.
(KPI‟s) voor een bedrijfsproces 10. (P) Opstellen veranderplan/ implementatieplan, gericht op de verandering van de procesgang 11. (P) Monitoren performance van bedrijfsprocessen 12. (P) Integraal performance management uitvoeren 13. (P) Kostenallocatie bepalen
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Technieken voor procesbeschrijvingen ( Petrinet, BPMN en BPEL) KPI‟s Methoden voor kwaliteitsmanagement (INK, Deming) Methoden voor procesverbetering (BPR, TOC, Six Sigma) ERP, WFM, XML en EDI Administratieve organisatie Business continuity management Verandermanagement Tools voor procesbeschrijvingen of –modelleringen ( Tibco) En Schriftelijk rapporteren Interviewtechnieken Presentatietechnieken
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
21
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 6
Ontwerpen en inrichten van Business Intelligence toepassingen
Toelichting
Onder Business Intelligence wordt verstaan: het proces van het systematisch verwerven en verwerken van informatie ten behoeve van besluitvorming en strategievorming. Een BI-afgestudeerde zal zich voornamelijk bezighouden met het ontwerpen en inrichten van Business Intelligence-toepassingen.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
1.
(K) Ontwerpen van een data warehouse
Business case
2.
(K) Toegankelijk maken van info uit een data
Kritische performance indicatoren
warehouse m.b.v. een OLAP- en/of
(KPI‟s)
rapportagetool
ETL rapportage
3.
(K) Opstellen / aanpassen metadata
(OLAP-)rapportage
4.
(K) Verantwoording afleggen over stuurinformatie
Sterschema
aan het (strategisch) management
Vastgestelde metadata
5.
(K) Inrichten van een Business Intelligence proces
Business Intelligence maturity model
6.
(K) Specificeren van de informatiebehoefte
7.
(K) Geschiktheid en kwaliteit van gegevensbronnen onderzoeken
8.
(P) Vaststellen Business Intelligence niveau van een organisatie a.d.h.v. relevante modellen
9.
(P) Aanpassen van een data warehouse model
10. (P) Opstellen en analyseren rapportages 11. (P) Specificeren ETL processen
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Data warehouse architecturen, gestructureerd en ongestructureerd CPM Stermodellering SQL OLAP tools (Qlikview, cognos) Organisatie van Business Intelligence en kennismanagement BBSC ( Business Balance Score Card) En Schriftelijk rapporteren Interviewtechnieken Presentatietechnieken
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
22
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 7
Adviseren ten aanzien van ICT Governance
Toelichting
ICT Governance betreft het vanuit strategisch perspectief aansturen van ICT activiteiten in een organisatie. Hierbij staan twee aspecten centraal. Het eerste aspect, ook wel Business ICT aligment genoemd, gaat over het op elkaar afstemmen van bedrijfsbeleid en ICT-beleid: ICT moet de bedrijfsdoelstellingen optimaal ondersteunen. Het tweede aspect betreft het afleggen van verantwoording: de informatievoorziening moet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. ICT Governance is een verantwoordelijkheid van het hoogste management. Een BI-afgestudeerde kan hierin een adviserende rol spelen.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
ICT Governance
Risico analyse
1.
(K) Assisteren bij een ICT-audit
Audit rapport
2.
(K) Verantwoording afleggen / controle op ICT-
ICT organisatorisch Security rapport
hulpmiddelen
Handboek AO
3.
(K) Opstellen risico analyse
Architectuurdocumenten
4.
(P) Uitvoeren maatregelen ter beheersing van de
Standaarden en richtlijnen voor
risico‟s
Business case, etc
5.
(K) Maatregelen formuleren en implementeren n.a.v.
Business case Balance Score Card
een ICT-audit
6. (P) Maatregelen formuleren en implementeren n.a.v. wet- en regelgeving
ICT-trendanalyse ICT-projectenportfolio Kosten/batenanalyse Impactanalyse
Business ICT alignment 7.
(P) Adviezen uitbrengen over Sourcingsvraagstukken
8.
(P) Portfolio management uitvoeren
9.
(P) Opstellen en beheren van architectuurdocumenten
Veranderplan Request for proposal/quotation
10. (P) Bewaken van de architectuur 11. (P) Afstemmen van de ICT-projectenportfolio op de bedrijfsdoelstellingen 12. (K) Vertalen van de bedrijfsstrategie naar een plan m.b.t. organisatie- en ICT-ontwikkeling 13. (K) Onderzoek doen naar het belang van ICT-trends voor een organisatie 14. (K) Analyseren van de kosten en baten van een ICTproject 15. (K) Analyseren van de impact van een ICT-project 16. (K) Opstellen business case 17. (P) Uitvoeren van een tender
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
23
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Sourcing Methoden voor bepalen van ICT volwassenheid (CMMI, COBIT) Wetgeving rond ICT ICT Auditing, SOX Disaster recovery Architectuur (SOA, DYA) ICT Security Methoden voor ICT governance en Business ICT Alignment ( New Information Economics, Informatieplanningsmethoden en portfoliomanagement)
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
24
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Beroepstaak 8
Managen van een ICT projecten en/of ICT organisatie
Toelichting
ICT komt op veel plaatsen in een organisatie voor. Allereerst heeft een organisatie doorgaans de nodige systemen draaien, die moeten worden beheerd. Het systemenlandschap van vandaag is veelal echter niet die van morgen. Een continue stroom van kleine en grote changes op de systemen zijn aan de orde van de dag. Doch ook in een groter perspectief kan hier naar gekeken worden. Hoe kunnen bijvoorbeeld alle projecten van een organisatie, met bijbehorende onderlinge afhankelijkheden, in goede banen worden geleid? De ontwikkelingen op het gebied van (out)sourcing geeft hierbij nog een aparte dimensie. Is bij het zelf ontwikkelen van software primaire project management skills vereist, bij outsourcing is het veeleer contract management, een geheel andere disicpline.
Beroepshandelingen (K=Kern, P=Profilering)
Beroepsproducten
1.
(K) Projectplan opstellen
Plan van aanpak
2.
(K) Afstemmen met de opdrachtgever
Planning
3.
(K) Rapporteren over de voortgang
Risico-analyse
4.
(K) Een project beheersen
Voortgangsrapportage
5.
(K) Een project evalueren
Projectevaluatie
6.
(K) Leidinggeven
Functioneringsverslag
7.
(P) Multi-project management
Organisatie ontwerp
8.
(P) Managen van combinatie van “on-shore”en “offshore” activiteiten / deelprojecten
9.
(P) ICT-Organisatie ontwerpen
10. (P) Contract management 11. (P) Opstellen business models 12. (P) Omgaan met ondernemingsraad
Body of knowledge and skills
In de opleiding aangeboden kennis, methoden, technieken en vaardigheden: Projectmanagementmethoden, zoals Prince2 Planningstechnieken en Leiderschapsmodellen: McGregor, Covey, Hersey & Blanchard, enz. Teamrollen (Belbin)
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
25
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
4. De 10 algemene DEM-competenties De algemene DEM-competenties zijn over vier competentiedomeinen verdeeld:
Competentiedomein
Competentie
I Beroepsmatig handelen
1. vakkundigheid
de student is in staat zijn beroepsvraagstukken te signaleren en
2. innovatief vermogen
op professionele wijze te analyseren, op te lossen en te verantwoorden. Het opgeleverde werk moet inhoudelijk deugen. II Bedrijfsmatig handelen
3. resultaatgerichtheid
de student is in staat tot systematisch en efficiënt handelen in
4. ondernemend gedrag
beroepsvraagstukken zodat een optimale output wordt bereikt:
5. besluitvaardigheid
de werkwijze moet voldoen aan eisen die doorgaans in het bedrijfsleven worden gesteld. III Sociaal communicatief handelen
6. communiceren
de student is in staat om met en voor anderen werk uit te
7. samenwerken
voeren. De student is in staat om positieve werk- en
8 klantgerichtheid
klantrelaties te creëren en te onderhouden en hij is in staat te
9. interculturele sensitiviteit
handelen in relatie met anderen. IV Ontwikkelingsgerichtheid
10. ontwikkelingsgerichtheid
de student neemt verantwoording voor de eigen ontwikkeling en hij gaat actief op zoek naar ontwikkeling- en loopbaanmogelijkheden: de student kan leren van ervaring.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
26
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentiedomein I: Beroepsmatig handelen
Competentie 1: Vakkundigheid Omschrijving: signaleert en analyseert beroepsvraagstukken c.q. problemen en komt tot beredeneerde oordelen en oplossingen, gebruikmakend van relevante en actuele (inter)nationale kennisbronnen en beroepspraktijken, theorieën, modellen, begrippen en technieken. Indicator
(gedrags)criteria
Onderzoekend
brengt verschillende aspecten aan een vraag/probleem in kaart; weet een
vermogen
probleemstelling te definiëren en af te bakenen in deelvragen vergaart relevante informatie uit (inter)nationale,(wetenschappelijke) kennisbronnen en beroepspraktijken voert, als de praktijksituatie daarom vraagt, een valide en betrouwbaar onderzoek uit checkt informatie, vermijdt jumping-to-conclusions
Analytisch vermogen
bekijkt een vraagstuk vanuit de belangrijkste betrokken (interne en externe) partijen en hun belang haalt de essentie en relevantie uit (cijfermatige) gegevens scheidt feiten van meningen/interpretaties onderscheidt hoofd- van bijzaken stelt oorzaak en gevolg vast
Conceptueel vermogen
plaatst problemen of situaties in een meer omvattend kader door verbanden te leggen met andere (cijfermatige) gegevens integreert kennis en vaardigheden vanuit verschillende vakinhoudelijke disciplines past recente (wetenschappelijke) kennis adequaat toe
Oordeelsvorming
beoordeelt oplossingen op vooraf opgestelde criteria betrekt mogelijke tegenargumenten in de oordeelsvorming werkt bij ontbrekende informatie zonodig met beredeneerde aannames trekt beargumenteerde conclusies, voortvloeiend uit voorgaande analyse
Relatie met andere competenties Vakkundigheid vereist vaak goed kunnen communiceren om problemen te doorgronden en weer te geven. Een sterke focus op resultaatgericht werken kan soms de diepgang m.b.t. vakkundigheid belemmeren.
Ontwikkeling Hoe complexer het beroepsvraagstuk (geen standaardaanpak, meerdere oplossingen mogelijk, veel variabelen en uiteenlopende belangen in het spel) en hoe zelfstandiger een student dit vraagstuk heeft geanalyseerd en opgelost, des te vakkundiger de student is. In het begin van de (studie)loopbaan wordt veelal gewerkt aan beroepsvraagstukken waarbij opdracht en resultaat gegeven zijn, en de aanpak (en de keuze voor theorie) grotendeels is voorgestructureerd. In latere jaren moet een student niet alleen zelfstandiger de aanpak bepalen, maar ook definiëren aan welke eisen het resultaat moet voldoen.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
27
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 2: Innovatief vermogen Omschrijving: komt tot innovatieve oplossingen, levert een bijdrage aan vernieuwing van het beroepsdomein. Indicator Visie
(gedrags)criteria relateert oplossingen en adviezen aan trends, recente en toekomstige ontwikkelingen zowel nationaal als internationaal zoekt naar lange termijn oplossingen verwoordt een eigen visie
Creativiteit
komt met nieuwe en originele oplossingen bekijkt oplossingen vanuit ongewone perspectieven produceert gemakkelijk ideeën gebruikt bestaande oplossingen in nieuwe toepassingen
Maatschappelijke
toont respect voor mens en samenleving;
verantwoordelijkheid
maakt een beargumenteerde afweging tussen maatschappelijke, sociale, ethische en milieubelangen en de bedrijfsbelangen formuleert maatschappelijk verantwoorde doelstellingen onderzoekt alternatieven van maatschappelijk verantwoord ondernemen
Relatie met andere competenties Innovatief vermogen kan haaks staan op aspecten van vakkundigheid en resultaatgerichtheid: juist het loslaten van bestaande methoden en het niet te snel focussen op het resultaat kan soms helpen tot een nieuwe aanpak of oplossing te komen. Wel is er een positieve relatie met het onderzoekend vermogen (een aspect van vakkundigheid).
Ontwikkeling Innoveren wordt gestimuleerd in situaties waar werkwijze en resultaat niet gedetailleerd zijn vastgelegd (dus weinig procedures), waar samenwerking in wisselende verbanden plaatsvindt en waar sprake is van een open cultuur. Een student is innovatief als hij in verschillende situaties laat zien over visie en/of creativiteit te beschikken: hij doet dit zelfstandig, frequent en/of ook in meer complexe omstandigheden. Maatschappelijke verantwoordelijkheid speelt in complexere situaties een steeds grotere rol. Complex in dit verband zijn bijvoorbeeld situaties of organisaties waar innovatief denken eerder belemmerd wordt (door bureaucratie) dan gestimuleerd.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
28
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentiedomein II: Bedrijfsmatig handelen
Competentie 3: Resultaatgerichtheid Omschrijving: is gericht op het bereiken van tastbare resultaten Indicator Doelgericht werken
(gedrags)criteria stelt doelen in termen van stappen en (meetbare) resultaten maakt voorwaarden duidelijk die nodig zijn om doelen te bereiken stelt begrotingen op waarbij gelden vertaald zijn naar activiteiten gaat door tot resultaat is bereikt bewaakt dat oplossingen ook daadwerkelijk uitgevoerd worden evalueert of oplossingen een probleem ook daadwerkelijk hebben opgelost
Oplossingsgerichtheid
onderneemt actie bij de constatering dat zaken fout gaan is gericht op actie ondernemen ter oplossing en/of voorkoming van problemen komt met werkbare oplossingen; voorziet oplossingen van een geloofwaardige haalbaarheids- en risicoanalyse reageert als doelen/planning niet wordt gehaald
Efficiency
stelt prioriteiten en verdeelt beschikbare tijd efficiënt over taken kosten staan in verhouding tot baten
Relatie met andere competenties Resultaatgericht en besluitvaardigheid gaan vaak hand in hand. Een sterke focus op resultaatgerichtheid kan soms ten koste gaan van vakkundigheid en innovatief vermogen.
Ontwikkeling Hoe complexer de beroepshandelingen die een student uitvoert, hoe complexer de situatie waarbinnen hij dit doet en hoe zelfstandiger een student dit doet, hoe belangrijker het is om resultaatgericht te zijn. In het begin van een (studie)loopbaan zal een student werkzaamheden uitvoeren waarbij de omvang van de taken klein is en de aanpak grotendeels voorgestructureerd. In latere jaren zal een student zelfstandig de aanpak moeten bepalen voor complexere werkzaamheden.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
29
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 4: Ondernemend gedrag Omschrijving: signaleert (internationale) kansen en handelt hier naar Indicator
(gedrags)criteria
Proactief
anticipeert op mogelijke problemen ziet kansen en benut deze past handelswijze (planning / activiteiten) aan indien de omstandigheden dit vereisen staat open voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen
Commercieel gericht
toont inzicht in trends ontwikkelingen in de markt en de activiteiten van concurrenten doet voorstellen voor het ontwikkelen van nieuwe diensten/producten of het verbeteren van bestaande processen/diensten neemt factoren als kosten, winst, rendement en groei mee in voorstellen en beslissingen
Relatie met andere competenties Een proactieve instelling is voor het ontwikkelen van andere competenties van belang: met name resultaatgerichtheid, besluitvaardigheid en onderzoekend vermogen (een aspect van vakkundigheid) vragen om een proactieve instelling.
Ontwikkeling Situaties die aan verandering onderhevig zijn en waar sprake is van onzekerheid en weinig structuur vereisen met name een ondernemende houding. Een student is ondernemend als deze in een aantal verschillende situaties laat zien proactief te handelen en over commercieel inzicht te beschikken: hij doet dat zelfstandig, frequent en/of ook in meer complexe omstandigheden. Complex in dit verband wil zeggen dat ondernemend gedrag niet vanzelfsprekend is, bijvoorbeeld in situaties waar nog weinig marktgericht wordt gedacht.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
30
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 5: Besluitvaardigheid Omschrijving: maakt keuzes en zet deze om in acties Indicator
(gedrags)criteria
Durf
hakt tijdig knopen door, wacht niet af tot anderen voor hem/haar beslissen durft in onzekere situaties risico‟s te nemen komt uit voor de eigen mening in een discussie of dilemma maakt, indien nodig, op basis van beperkte informatie keuzes
Strategisch denken
houdt bij het nemen van beslissingen rekening met voorwaarden en omstandigheden in de organisatie: geld, kennis, cultuur, machtsverhoudingen, tijd en werkwijze overziet consequenties van beslissing met betrekking tot processen, personen, milieu en maatschappij in eigen land en over de grenzen
Relatie met andere competenties Resultaatgerichtheid en besluitvaardigheid gaan vaak hand in hand. Besluitvaardigheid hangt daarnaast samen met vakkundigheid (aspect: vermogen tot oordeelsvorming): gefundeerd afwegingen kunnen maken vormt de basis voor besluitvaardigheid. Ook overtuigingskracht is van belang, hetgeen een aspect is van de competentie communiceren. Tenslotte vraagt besluitvaardigheid om een proactieve houding (aspect van ondernemend gedrag).
Ontwikkeling Besluitvaardigheid is pas goed te beoordelen in situaties die enige mate van complexiteit kennen én waar de beslisser een bepaalde verantwoordelijkheid draagt voor de uitkomsten van de besluitvorming. Van complexe situaties is sprake als: De consequenties niet altijd te overzien zijn, of waar sprake is van onvolledige informatie (onzekerheid, risico‟s). Sprake is van meerdere reële opties: teamgenoten/collega‟s/deskundigen verschillen van mening over het te nemen besluit. Er is dus sprake van tegenstrijdigheden of een dilemma. Er veel weerstand bestaat tegen een bepaalde beslissing (impopulaire maatregelen). Een student is besluitvaardig als hij in verschillende situaties laat zien over daadkracht en strategische visie te beschikken bij het nemen van beslissingen: hij doet dit zelfstandig, frequent en ook in meer complexe omstandigheden.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
31
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentiedomein III: Sociaalcommunicatief handelen
Competentie 6: Communiceren Omschrijving: communiceert effectief met personen om gestelde doelen te bereiken. Het betreft hier zowel mondelinge communicatie als schriftelijke communicatie. Indicator Toegankelijkheid
(gedrags)criteria hanteert een duidelijke en logische structuur (opbouw is logisch, hoofdlijn is steeds goed te volgen, de kernboodschap is duidelijk, steeds is duidelijk hoe een onderdeel past in het groter geheel) gebruikt vaktaal correct en op de doelgroep afgestemd; is to the point, weidt niet onnodig uit gebruikt hulpmiddelen effectief presenteert informatie cijfermatig of via modellen en diagrammen Specifiek bij mondeling communiceren: spreekt vlot, zonder al te veel aarzelingen is makkelijk verstaanbaar, hanteert een goed tempo, heeft energieke/enthousiaste verteltoon kan foutloos spreken in de Nederlandse taal Specifiek bij schriftelijk communiceren: tekst is in één keer lezen begrijpelijk spelling en grammatica zijn in correct Nederlands lay-out is verzorgd
Sensitiviteit
onderhoudt op effectieve wijze een netwerk van personen en organisaties luistert actief (stelt open vragen, vraagt door, checkt eigen interpretaties) laat anderen aan het woord controleert of boodschap is overgekomen, door samen te vatten, vragen te stellen, uit te nodigen tot reactie; houdt rekening met diverse culturele normen en waarden in de organisatie en bij klanten praat met respect met en over collega‟s, klanten en de organisatie
Overtuigingskracht
onderbouwt standpunten/keuzes met toegelichte argumenten argumentatie is consistent en volledig, geen tegenspraken of hiaten gebruikt gezaghebbende bronnen om argumenten toe te lichten Specifiek bij mondeling communiceren: lichaamstaal is in overeenstemming met wat er gezegd wordt toont persoonlijke betrokkenheid bij zijn verhaal gaat in op bezwaren, reageert niet defensief, vraagt naar argumenten en weerlegt deze aarzelt niet bij het geven van antwoorden Specifiek bij schriftelijk communiceren: stijl van schrijven is in overeenstemming met de inhoud
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
32
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Relatie met andere competenties Communiceren is een belangrijke competentie die nauw samenhangt met een aantal andere competenties, zoals vakkundigheid, samenwerken en klantgerichtheid. Matig scoren op één van deze competenties kan veroorzaakt worden door een gebrekkig communicatief vermogen.
Ontwikkeling Communiceren gebeurt in uiteenlopende beroepssituaties: presenteren, tweegesprekken (functionerings- of beoordelingsgesprek, slecht-nieuwsgesprek, sollicitatiegesprek, adviesgesprek, verkoopgesprek), vergaderen, rapporteren e.d. Pas als in meerdere verschillende situaties sprake is van toegankelijk, sensitief en overtuigend optreden, beschikt de student over communicatief vermogen op HBO-niveau. Daarbij kan sprake zijn van meer of minder complexe omstandigheden: een presentatie voor een groep studiegenoten houden waarbij sprake is van een ruime voorbereidingstijd is minder complex dan een presentatie voor een groot, onbekend publiek waar veel weerstand te verwachten valt. Complexe omstandigheden hebben te maken met: onverwachte gebeurtenissen, weerstanden, conflITen, belangentegenstellingen e.d.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
33
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 7: Samenwerken Omschrijving: levert in een team een eigen bijdrage aan gemeenschappelijke resultaten, is gericht op positieve werkrelaties, ondersteunt teamleden. Indicator Taakgericht
(gedrags)criteria levert een actieve bijdrage aan structurering van het werk (doet voorstellen en/of maakt afspraken over doelen, resultaten, werkwijze, deadlines e.d.) heeft goed overzicht wie wat wanneer moet doen komt goed voorbereid naar bijeenkomsten komt afspraken na evalueert eigen bijdrage kritisch, vraagt hoe het beter kan evalueert bijdragen van anderen kritisch, stelt vragen, geeft opbouwende kritiek doet uit zichzelf pogingen een probleem op te lossen (blijft niet steken in klachten of bezwaren, verschuilt zich niet achter anderen)
Teamgericht
draagt bij aan een goede sfeer; maakt gemakkelijk contact, houdt rekening met gangbare normen, is tactvol, toont belangstelling, laat waardering over aanpak en resultaten blijken betrekt (stillere) teamleden bij discussie en besluitvorming, vraagt naar hun mening ondersteunt teamleden, biedt gevraagd en ongevraagd hulp staat open voor suggesties en kritiek van anderen, laat merken deze serieus te nemen spreekt teamleden op constructieve wijze aan op het niet nakomen van afspraken en ander ongewenst gedrag stelt conflITen aan de orde op een open en oplossingsgerichte wijze kan tegenstellingen overbruggen door te wijzen op gemeenschappelijke doelen respecteert verschillen in inbreng, maakt daar gebruik van, laat een ieder tot zijn recht komen
Leiderschap
neemt leiding in de aansturing van het werk past stijl van leiding geven aan aan de situatie delegeert taken analyseert het functioneren van het team, doet voorstellen het functioneren te verbeteren leidt vergaderingen op effectieve en efficiënte wijze stimuleert en motiveert teamleden bij de uitoefening van hun taak
Relatie met andere competenties Samenwerken wordt bevorderd door een goede communicatie en door ondernemend gedrag.
Ontwikkeling Een goede prestatie betekent niet automatisch dat er goed is samengewerkt. Evenals een goede sfeer niet betekent dat sprake is van een optimale samenwerking. Een student kan goed samenwerken als hij ook in complexe omstandigheden (conflITen, tegenslag onduidelijkheden m.b.t. opdracht en resultaat, botsende persoonlijkheden, grote verschillen in kwaliteiten en aanpak tussen teamleden onderling e.d.) gezamenlijk tot een bevredigend resultaat kan komen. Leiderschap speelt met name in de complexere situaties een grote rol. Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
34
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 8: Klantgerichtheid Omschrijving: richt het werk in naar de behoefte van de (inter)nationale klant, zet zich in om aan wensen en verwachtingen van klanten te voldoen Indicator Klant- en servicegericht
(gedrags)criteria neemt wensen van klanten als uitgangspunt van activiteiten, denkt activiteiten door op consequenties daarvan voor klanten reageert tijdig op verzoeken of vragen van klanten en collega‟s checkt of aan verwachtingen is voldaan maakt duidelijk afspraken met klanten en houdt zich daar aan reageert direct en oplossingsgericht op klachten, schuift klachten niet af vraagt door op wensen van klanten en collega‟s
Relatiegericht
maakt gemakkelijk contact met klanten; stelt hen op hun gemak, laat een positieve eerste indruk achter is tactvol en diplomatiek praat met respect over klanten, collega‟s, de organisatie
Relatie met andere competenties Klantgerichtheid hangt nauw samen met goed kunnen communiceren en een ondernemende instelling.
Ontwikkeling Klantgerichtheid is alleen te ontwikkelen in situaties waar sprake is van klanten. Vandaar dat deze competentie met name op een werkplek wordt ontwikkeld. Een student is klantgericht als hij in meerdere, verschillende situaties kan laten zien klantgericht te handelen: hij doet dit zelfstandig, frequent en ook in meer complexe situaties. Voorbeelden van complexe omstandigheden zijn: een klant die niet scherp heeft wat hij wil, een klant met een klacht (al dan niet terecht, of betrekking hebbend op zaken waarvoor de student zelf niet direct verantwoordelijk is), klanten met verschillende (conflITerende) wensen, of een discrepantie tussen de behoefte van klanten en de mogelijkheden van de organisatie. Ook als de organisatie meer gericht is op de korte termijn dan op de lange termijn en als sprake is van werken onder grote tijdsdruk is klantgerichtheid niet altijd makkelijk.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
35
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentie 9: Interculturele sensitiviteit Omschrijving: Is zich bewust van de eigen en andere culturen. Weet adequaat te handelen en te communiceren binnen een andere cultuur. Indicator Inlevingsvermogen
(gedrags)criteria toont tijdens het werken met cliënten en collega‟s uit andere landen of culturen interesse in hun culturele achtergrond evalueert het eigen gedrag op effectiviteit in relatie tot andere culturen brengt overeenkomsten en verschillen tussen persoonlijke waarden, normen en gedragingen en de eigen cultuur en en die van anderen adequaat in kaart signaleert cultureel gevoelige punten en past gedrag hierop aan past cultuurtheoritische modellen toe op internationale organisaties
Internationale
maakt gemakkelijk contact met personen uit andere culturen
samenwerking
zet zijn (internationale) netwerk in en onderhoudt dit netwerk past zich snel aan aan het werkklimaat van andere (sub)culturen toont respect bij werken in en met andere culturen verbindt vanuit een leiderschapsrol mensen vanuit verschillende culturen en/of landen tot een resultaatgericht team
Relatie met andere competenties Interculturele sensitiviteit hangt nauw samen met goed kunnen communiceren en samenwerken. Communicatie en samenwerking zijn nodig om tot het juiste resultaat te komen.
Ontwikkeling Interculturele sensitiviteit is alleen te ontwikkelen in situaties waarin sprake is van het werken in en met andere culturen. Deze competentie wordt dus met name in internationale situaties (internationaal semester, internationale uitwissling, etc) ontwikkeld. Een student is intercultureel sensitief als hij in meerdere, verschillende situaties kan laten zien intercultureel sensitief te handelen, ofwel zijn gedrag aan te passen aan de situatie: hij doet dit zelfstandig, frequent en ook in meer complexe situaties.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
36
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I
Competentiedomein IV: Ontwikkelingsgerichtheid
Competentie 10: Ontwikkelingsgerichtheid Omschrijving: in staat en gemotiveerd om van elke situatie te leren, onderneemt actie na ervaringen en feedback. Is gericht op professionalisering van zichzelf en als beroepsbeoefenaar. Indicator Reflecterend vermogen
(gedrags)criteria staat open voor andere visies en methoden, kan eigen opvattingen loslaten vraagt feedback over eigen aanpak en resultaten brengt sterke en zwakke kanten van het eigen functioneren in kaart, beschikt over zelfkennis
Zelfsturend vermogen
formuleert op basis van reflectie ontwikkeldoelen en leerbehoeften past gedrag zonodig aan op basis van feedback en inzichten Handelt autonoom in de eigen studieloopbaan
Relatie met andere competenties Ontwikkeling van competenties is pas mogelijk als er sprake is van ontwikkelingsgerichtheid. In die zin vormt deze laatste competentie de basis voor alle andere.
Ontwikkeling Een student beschikt over ontwikkelingsgerichtheid als hij niet alleen in staat blijkt op alle voorgaande competenties vooruitgang te boeken aan de hand van systematische reflectie en ontwikkelacties, maar als hij tevens kan aangeven onder welke omstandigheden leren/ontwikkelen bij hem bevorderd wordt. Een student is vooral ontwikkelingsgericht als hij dit zelfstandig doet, d.w.z. als hij uit zichzelf het initiatief neemt zijn gedrag bij anderen te evalueren. Complexe situaties in deze zijn situaties waarin sprake is van stevige kritiek, of van beoordelingen waarmee hij het niet eens is, of waar geen cultuur heerst van elkaar (opbouwende) feedback geven.
Opleidingsprofiel BI 3.0, maart 2010
Vastgesteld door OAR-BI 28 november 2007
37
Aangevuld maart 2010 n.a.v. verschijnen van de domeinbeschrijving van het HBO-I