Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, deeltijd Hogeschool NTI
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, deeltijd Crohonummer: 34404 Hogeschool NTI
Hobéon® Certificering BV September 2008 Auditteam: Drs. R.B. van der Herberg Dr. J. Bruinsma Mevr. M.J.W. van Kerkhof Mr. J.A. Frederik, CMC Secretaris: Mr. F.A.M. Hendriks
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.5.4. 1.5.5.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van de hogeschool en de opleiding Centrale audit hogeschool NTI Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 14 december 2007 en 25 juli 2008
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 13 16 18 18 22 24 26 29 31 32 34 37 37 39 41 44 44 46 48 48 50 52 54 54 57
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO bacheloropleiding BI deeltijd/afstandsonderwijs Integraal oordeel/ advies aan NVAO
59 59 60
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 14 december 2007 Bijlage III: Programma visitatie 25 juli 2008
1 1 1 1 3 4 4 6 7 8 8
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bacheloropleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
Hogeschool NTI verzorgt een groot aantal HBO bacheloropleidingen. Het onderhavige rapport heeft betrekking op de HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige informatica aangeboden in deeltijdvariant (crohonummer: 34404) De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de opleiding Bedrijfskundige Informatica (hierna: opleiding BI) en de aanvulling op de Management Review d.d. 1 juni 2008 (zie nader paragraaf 1.5.1 hieronder).
1.3.
Karakteristiek van de hogeschool en de opleiding
1.3.1. Hogeschool NTI maakt onderdeel uit van het Cengage Learning (voorheen Thomson Learning), een aanbieder van afstandonderwijs en sinds collegejaar 2000 – 2001 een aangewezen instelling conform artikel 6.9 van de WHW. Studenten die ingeschreven zijn bij Hogeschool NTI hebben een bewuste keuze gemaakt tussen contactonderwijs en afstandsonderwijs. Veel studenten van Hogeschool NTI zijn werkzaam in de beroepspraktijk en hebben een voorkeur voor afstandsonderwijs, de studie is dan gemakkelijker te combineren met een (fulltime) werkkring. Relatief veel instromende studenten zijn zogenaamde ‘tweede kans’ studenten. Deze studenten hebben veelal in het verleden een voltijd dagopleiding gestaakt of zijn direct gaan werken, maar voelen nu de noodzaak om alsnog een beroepsopleiding op HBO niveau af te ronden. Het voordeel van afstandsonderwijs voor studenten is volgens Hogeschool NTI, en volgens de studenten die het auditteam heeft gesproken, dat ze zelf hun studietempo, studiemoment en studieplaats kunnen bepalen en daarmee direct invloed op hun studieduur kunnen uitoefenen. De contacten die een student met zijn studiebegeleiders heeft, bieden hem constant de mogelijkheid om op een tijdstip dat hem past zijn studie te volgen. In de visie van Hogeschool NTI is het onderwijs flexibel ingericht via het onderwijskundige concept van ‘blended learning’. Studenten kunnen door middel van dit concept studeren op hun eigen manier. Hogeschool NTI wil haar visie uitdragen met nadrukkelijke aandacht voor de volgende vijf kenmerken: 1. Blended learning: een mix van onderwijsvormen die het leerproces van de student kan ondersteunen en stimuleren. De mix bestaat uit zelfstudie, contactmomenten en e-learning. 2. Flexibel: Hogeschool NTI faciliteert studenten in de mate van begeleiding, in- en uitstroom, studietempo en de leerweg zelf kunnen bepalen. 3. Financieel aantrekkelijk: Hogeschool NTI biedt HBO opleidingen aan tegen een financieel aantrekkelijke prijs. 4. Waardevol: Hogeschool NTI biedt geaccrediteerde en door het bedrijfsleven erkende opleidingen aan. 5. Doorgroeien: Hogeschool NTI heeft speciale aandacht voor het faciliteren van doorstroom. Voor HBOstudenten gaat het voornamelijk om de doorstroom naar de arbeidsmarkt. In de toekomst moeten studenten steeds meer kunnen doorstromen naar post HBO- of Masteropleidingen. 1 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 1
Dat de behoefte aan afstandsonderwijs groot is en daarmee niet meer weg te denken uit het huidige (hoger) onderwijsbestel mag mede blijken uit een constante groei van het aantal studenten aan Hogeschool NTI. Op dit moment zijn circa 4.500 studenten ingeschreven, waarvan ongeveer 170 studenten voor de opleiding BI. In de afgelopen jaren heeft Hogeschool NTI als instelling geleidelijk een verandering ondergaan van schriftelijk cursorisch onderwijs naar afstandsonderwijs. 1.3.2. Geschiedenis van de opleiding BI: de opleiding BI maakte onderdeel uit van het pakket aan opleidingen waarvoor in 2000 een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met Dutch Delta Business School. De samenwerkingspartner verzorgde de onderwijskundige invulling van de opleidingen en Hogeschool NTI verzorgde de organisatorische en logistieke zaken met betrekking tot de opleidingen. Hogeschool NTI heeft in 2002/2003 een eigen licentie aangevraagd voor de opleiding BI en heeft in 2004 een aantal onderwijskundige taken overgenomen. Sinds eind 2005 is Hogeschool NTI geheel verantwoordelijk voor alle aangeboden opleidingen. Deze opleidingen en het daarbij horende concept zijn inmiddels aangepast aan het onderwijskundige uitgangspunten van Hogeschool NTI . Daar waar in het verleden de opleidingen voornamelijk via zelfstudie werden aangeboden, is het didactisch concept blended learning ingevoerd (zie voorts facet 2.7 hieronder). 1.3.3. De opleiding BI is een HBO bacheloropleiding. Het programma wordt in het informatiemateriaal gepositioneerd als driejarige deeltijdopleiding. Deze drie jaren zijn echter exclusief de afstudeerfase, daarmee duurt de opleiding feitelijk dus langer dan drie jaar. De opleiding kan gedurende maximaal zes jaren worden gevolgd. De student betaalt over de eventuele uitloop van de studieduur (tussen het 3e en 6e studiejaar) geen collegegeld. Na zes studiejaren krijgt de student de mogelijkheid om studietijd bij te kopen. De reden dat Hogeschool NTI heeft gekozen voor een driejarig aanbod, ligt in het feit dat het onderwijsconcept van de hogeschool, deeltijdonderwijs door middel van blended learning, niet gebonden is aan schooljaren. De student kan elk moment instromen en gedurende het gehele jaar door middel van zelfstudie, begeleiding door middel van e-learning en contactmomenten, studeren. Daarnaast zijn al veel studenten werkzaam in de beroepspraktijk, waardoor het programma en de afstudeerfase (het lopen van stage en het schrijven van de scriptie) relatief efficiënt kan worden doorlopen (het zogenaamde concurrencybeginsel). De opleidingen van Hogeschool NTI kenmerken zich als brede opleidingen, waarbij rekening wordt gehouden met de doelgroep van de hogeschool, dat wil zeggen studenten die reeds werkzaam zijn in de (beroeps)praktijk en door middel van de opleiding zich verder willen ontwikkelen in hun carrière. De opleiding BI is gedefinieerd aan de hand van een tweetal hoofdthema’s te weten bedrijfskunde en informatica. Kernbegrippen voor de opleiding BI van Hogeschool NTI zijn: brede professionalisering, brede inzetbaarheid en proactief en reactief denken en handelen. De afgestudeerde van de opleiding is een generalist die toegerust is in het analyseren en oplossen van ICT vraagstukken. Essentie is ‘bedenken, organiseren en realiseren’. Het BI curriculum wordt gekenmerkt door breedte met (beperkte) verdieping. Enerzijds dienen de afgestudeerden een overzicht te hebben van het brede werkveld van een BI’er met als centrale kennisdomeinen bedrijfsprocessen en ICT, anderzijds is ter onderscheiding van andere opleidingen in Nederland voor (beperkte) verdieping gekozen. Hierbij kiest Hogeschool NTI in overleg met de beroepenveldcommissie en de kerndocenten voor drie kennisdomeinen en daaraan gekoppelde competenties. 1. Business en ICT Alignment 2. Verandermanagement 3. Trends in ICT
2 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 2
1.3.4. De opleiding wordt, gelijk alle door Hogeschool NTI aangeboden HBO- bacheloropleidingen, aangestuurd door de business unit manager. De hogeschool werkt bij haar opleiding met relatief kleine docententeams aangestuurd door een (opleidingsspecifieke) hoofddocent. Deze stuurt het team vakdocenten voor de opleiding aan en is betrokken bij de ontwikkeling van lesmateriaal. De vakdocenten voeren het grootste deel van het onderwijs uit en zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding van studenten. De procesmatige begeleiding is ondergebracht bij (niet opleidingspecifieke) mentoren. De hogeschool heeft in juni 2007 een nieuwe hoofddocent voor de opleiding BI aangesteld. Deze functionaris wordt vanaf oktober 2007 ondersteund door het externe adviesbureau Boersma IMC. De belangrijkste taak van de hoofddocent (naast zijn reguliere taken) en de extern adviseur is het ontwikkelen van een nieuw curriculum en de implementatie van dit curriculum per 1 januari 2009.
1.4.
Centrale audit hogeschool NTI
In toenemende mate voeren hogescholen op het centrale niveau (College van bestuur en diensten), dan wel op het midden-niveau (faculteiten, instituten of clusters van verwante opleidingen), gezamenlijk beleid en ontwikkelen instrumenten om een kwalitatief voldoende uitvoering van dit beleid te waarborgen. Dat kan er toe leiden dat ook bij de beoordeling in het kader van de accreditatie winst kan worden behaald, zowel in de vorm van vergroting van de samenhang binnen de instelling, de efficiency van het accreditatietraject als de met de interne en externe kwaliteitszorg gemoeide kosten. Op 12 juni 2007 heeft Hobéon Certificering een centrale audit uitgevoerd bij Hogeschool NTI, waarbij het auditteam de volgende vragen aan de orde heeft gesteld: Is het beleid dat de hogeschool voert op de verschillende beleidsterreinen accreditatiewaardig? Ofwel: is het beleid zodanig uitgewerkt dat het bij voldoende implementatie ook leidt tot een voldoende beoordeling in het kader van de accreditatie? Werkt het kwaliteitsmanagementsysteem binnen de hogeschool adequaat? Ofwel: werkt de PDCA-cyclus binnen de instelling aantoonbaar? Wat wordt op de centraal niveau al voldoende en aantoonbaar geborgd, zodat dit niet meer iedere keer (anders dan steekproefsgewijze) beoordeeld behoeft te worden bij de accreditatieonderzoeken van de afzonderlijke opleidingen of clusters van verwante opleidingen? De centrale audit werd verricht door dhr. R.J.M. van der Hoorn als lead-auditor, dhr. W.L.M. Blomen als onderwijsauditor, mevr. J.M.J. Boon als deskundige afstandsonderwijs en mevr. E.R.J. Rijnen en mevr. D.P.M. de Koning als secretaris. In onderhavig adviesrapport zijn de resultaten van de centrale audit verwerkt. De bevindingen van het auditteam naar aanleiding van de centrale audit zijn aangevuld met het oordeel over de specifieke uitwerking op opleidingsniveau. Daar waar gesproken wordt over “de hogeschool” of “Hogeschool NTI” betreft het veelal opmerkingen van het panel uit de centrale audit of een validatie van centraal beleid door het auditteam van de opleiding BI.
3 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 3
1.5.
Aanpak
1.5.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de opleidingsvariant deeltijd- / afstandsonderwijs is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvariant geldt het volgende: De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld (zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). In 2007 is, mede op basis van het in 2004 door HBO-I stichting vastgestelde landelijk profiel van het domein bachelor of ICT, een beroepsprofiel vastgesteld voor de door Hogeschool NTI aangeboden opleiding BI. Met het Hogeschool NTI BI beroepsprofiel is aangesloten op dit bestaande, landelijk overeengekomen en gevalideerd profiel. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een ‘bachelor of ICT’ opleiding op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding BI aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review (november 2007); Aanvulling op de Management Review (mei 2008); Verbeterplan stage- en afstuderen Hogeschool NTI 2007; Evaluatie enquêteresultaten HEAO Bedrijfskundige Informatica 2007; Verbeterplan voor de opleiding bedrijfskundige informatica studiejaar 2008-2009 (mei 2008); NTI Opleidingsprofiel HEAO Bedrijfskundige Informatica (versie 2007 en versie mei 2008); NTI Beroepsprofiel HEAO Bedrijfskundige Informatica (versie 2007 en versie mei 2008); (Herziene) curriculum NTI HEAO Bedrijfskundige informatica (mei 2008); Onderwijs- en examenregeling opleiding NTI Bedrijfskundige informatica d.d. 1 augustus 2007; Diverse studiehandleidingen en modulewijzers; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt; interne organisatie; de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen; stages; toetsing en beoordeling; kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid; studiebegeleiding; onderwijsrendement. 4 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 4
Op basis van de door de opleiding aangeleverde (additionele) documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie.1 De visitatie is uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen met expertise op het bedrijfskundige, onderwijskundige en informatica domein, één student, één lead-auditor vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, examencommissie, beroepenveldcommissie, docenten en studenten) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de (her)visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: een reglement en overzicht van de samenstelling van de beroepenveldcommissie waarmee de opleiding overleg voert en verslagen van gevoerd overleg; overzicht CV’s van (gast)docenten; verslagen van docentevaluaties; een drietal dossiers met vrijstellingen voor de stageperiode, detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; diverse (concept) eindverslagen van studenten. Op vrijdag 14 december 2007 heeft het auditteam vastgesteld dat er (nog) geen oordeel kon worden uitgesproken over de accreditatiewaardigheid van de opleiding. Het team heeft geconstateerd dat Hogeschool NTI belangrijke stappen heeft gezet richting een goede opleiding Bedrijfskundige Informatica. De effecten van ingezette verbetermaatregelen waren echter deels nog niet meetbaar. In het bijzonder bleken recente verbeteracties en enkele verbeteracties uit het verleden (op basis van STO en evaluaties van examens) niet systematisch beschreven. Hierdoor was de onderlinge samenhang van de verschillende aspecten en de monitoring van de effecten van de acties onduidelijk en kon de borging van de verbeteracties niet worden vastgesteld. Verder heeft het auditteam niet kunnen spreken met een representatieve selectie van studenten en konden erg weinig tussenproducten van studenten c.q. afstudeerwerken worden ingezien. De opleiding heeft per brief d.d. 20 december 2007 van het auditteam een nadere precisering van de terugkoppeling ontvangen. In deze brief werd de opleiding de mogelijkheid geboden een integraal verbeterplan op te stellen en additionele documentatie aan te leveren op basis waarvan het auditteam een uitspraak zou kunnen doen over de accreditatiewaardigheid van de opleiding. Hogeschool NTI heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Een tweede additionele audit heeft plaatsgevonden op 25 juli 2008. Tijdens deze audit heeft een delegatie van het auditteam, bestaande uit de lead-auditor, een externe 1
Visitatie heeft op 14 december 2007 plaatsgevonden.
5 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 5
deskundige en de secretaris nogmaals gesproken met een aantal geledingen. De overige leden van het auditteam hebben voorafgaand aan de audit kennis kunnen nemen van de door de opleiding aangeleverde documentatie en afstudeerwerkstukken. Voorafgaand aan en na afloop van de audit heeft het auditteam zich op basis van tussenproducten c.q. afstudeerwerkstukken een oordeel kunnen vormen over het gerealiseerd niveau. De (concept) afstudeerverslagen geven het uiteindelijke kwaliteitsniveau van de opleiding weer en zijn door het auditteam in detail beoordeeld. Aldus had het auditteam, na toezending van additionele documentatie en een hervisitatie, voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.5.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
6 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 6
Extra aantekening E.
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.5.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris:
Drs. R.B. van der Herberg – lead-auditor Mr. J.A. Frederik CMC – onderwijsauditor en vakdeskundige Dr. J. Bruinsma – vak- en werkvelddeskundige Mevr. M.J.W. van Kerkhof - student Mr. F.A.M. Hendriks – secretaris
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Bedrijfskundige Informatica noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Van der Herberg fungeerde als voorzitter en lead-auditor. Hij leidt audits in het kader van accreditatie binnen verschillende domeinen. Daarenboven was hij in het verleden ook als secretaris betrokken bij audittrajecten. Hij heeft ruime ervaring in het hoger- en voortgezet onderwijs op tal van beleidsterreinen. De vak- en werkvelddeskundigen Frederik en Bruinsma hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De externe deskundigen hebben op grond van hun ervaring en positie in het vakgebied en werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals met een afgeronde opleiding Bedrijfskundige Informatica.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
7 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 7
De heer Frederik is tevens als onderwijsauditor opgetreden en heeft zich daarom ook gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Hij heeft in zijn vorige en huidige functie ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen in het algemeen en de opleiding BI in het bijzonder, gesteld worden. Mevrouw Van Kerkhof maakte als studentlid deel uit van het auditteam. Zij heeft zich tijdens de audit vooral gericht op de studeerbaarheid van het programma, de studielast, toegankelijkheid, de (informatie) voorzieningen en de aansluiting van de opleiding op de instroom. Mevrouw Van Kerkhof was ten tijde van de audit medio december deeltijdstudent aan de bacheloropleiding ICT van de Hogeschool Utrecht en is werkzaam als researchmedewerker bij stichting NIVEL. Thans heeft zij deze opleiding succesvol afgerond en is werkzaam bij Toppen Onderzoek & Beleid. De heer Hendriks is (onderwijs)jurist en is voor deze audit opgetreden als secretaris van het auditteam. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.5.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten en studenten. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.5.5.
Programma visitatie 14 december 2007 en 25 juli 2008
Zie Bijlage II.
8 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 8
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen Algemeen 1.1.1. Bij alle opleidingen zijn de eisen die de beroepspraktijk stelt aan de beginnende beroepsbeoefenaar voor Hogeschool NTI leidend voor de vormgeving van een opleiding. Deze eisen worden vastgelegd in het beroepsprofiel. Met betrekking tot het opstellen van een beroepsprofiel hanteert Hogeschool NTI de volgende uitgangspunten: het beroepsprofiel moet breed gedragen worden. Dit betekent dat landelijke beroepsprofielen het uitgangspunt zijn voor het Hogeschool NTI-profiel; de beroepspraktijk wordt betrokken bij het opstellen van het Hogeschool NTI-beroepsprofiel. Dit betekent dat de hogeschool beroepenveldcommissies heeft geïnstalleerd voor het opstellen van het profiel; het Hogeschool NTI-beroepsprofiel houdt rekening met de doelgroep van de hogeschool. Aangezien veel studenten al werkzaam zijn in de (beroeps)praktijk, dient het beroepsprofiel zowel rekening te houden met de al opgedane ervaring als de mogelijkheid te bieden om studenten een brede opleiding te laten volgen, passend in hun verdere ontwikkeling in de praktijk. 1.1.2. Het Hogeschool NTI-beroepsprofiel is de basis voor de curriculumcommissie c.q. een vertegenwoordiging van docenten om het opleidingsprofiel vorm te geven. Het opleidingsprofiel beschrijft de werkvelden van de afgestudeerden, de kerncompetenties, de kerntaken en de kernopgaven. 1.1.3. In 2006/2007 zijn voor alle opleidingen beroepenveldcommissies gevormd. Conform het reglement zijn daarvoor externe deskundigen benaderd met een ruime blik en ervaring in het desbetreffende vakgebied, alsmede, daar waar mogelijk, alumni van de betreffende opleiding. 1.1.4. De beroepenveldcommissie geeft gevraagd en ongevraagd advies over: de actualiteit en juistheid van het beroepsprofiel gegeven de ontwikkelingen in de beroepspraktijk; de aansluiting tussen het beroepsprofiel en het daarop gebaseerde opleidingsprofiel en het curriculum van de opleiding; de aansluiting van de opleiding op de eisen van de beroepspraktijk. De BVC komt minimaal één keer per jaar samen. Bij een opleiding in ontwikkeling of bij substantiële veranderingen is dat minimaal twee keer per jaar. 1.1.5. Daarnaast onderhoudt Hogeschool NTI contact met het beroepenveld via evaluaties en input van docenten en via studenten die veelal werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Ook is de hogeschool bezig met de eerste aanzet voor een alumnibeleid.
9 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 9
Opleiding Bedrijfskundige Informatica Beroepenveldcommissie 1.1.6. De opleiding BI heeft een beroepenveldcommissie. In deze in 2007 opgerichte, commissie hebben vijf vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk zitting. Sedert haar oprichting is de beroepenveldcommissie viermaal bij elkaar gekomen. Belangrijkste activiteit van de commissie was het geven van werkveldinhoudelijke input bij het opstellen van het beroepsprofiel, opleidingsprofiel en verbeterplan van de BI opleiding. Dit is overeenkomstig het streven van de opleiding om alle belangrijke documenten voor te leggen of te laten valideren door de beroepenveldcommissie. Tijdens de audit in december 2007 heeft het auditteam gesproken met vertegenwoordigers van de beroepenveldcommissie. Het auditteam is positief over de samenstelling van de commissie, ziet haar tevens als een ‘goede ideeëngenerator voor de opleiding en waardeert het feit dat de beroepenveldcommissie aantoonbaar betrokken is bij de verdere (door) ontwikkeling van de opleiding. Deze betrokkenheid komt onder meer tot uiting doordat de vergaderfrequentie hoger ligt dan bij andere Hogeschool NTI opleidingen en dat voortgang van de implementatie van het verbeterplan is geagendeerd bij de beroepenveldcommissie. Beroepsprofiel 1.1.7. In 2007 is, mede op basis van het in 2004 door HBO-I vastgestelde landelijk profiel van het domein bachelor of ICT, een beroepsprofiel vastgesteld voor de door Hogeschool NTI aangeboden opleiding BI. Het Hogeschool NTI BI beroepsprofiel is aangesloten op dit bestaande, landelijk overeengekomen en gevalideerd profiel. Het beroepsprofiel is vormgegeven in samenspraak met de beroepenveldcommissie. De commissie heeft door middel gerichte brainstormsessies een belangrijke adviserende en validerende rol bij de ontwikkeling en actualisering van het profiel in 2007, zo heeft het auditteam op basis van aanwezige documenten en gesprekken met de commissie kunnen vaststellen. Het beroepsprofiel van de opleiding BI bestaat uit enerzijds het beroepsbeeld en anderzijds de eindkwalificaties die de afgestudeerde beheerst. Het beroepsbeeld bestaat uit drie onderdelen: de inhoud van het beroep, het beroep in de toekomst en de Hogeschool NTI-visie op het beroep. Naar aanleiding van de visitatie medio december 2007 heeft de beroepenveldcommissie in januari 2008, in samenspraak met de hoofddocent, de extern adviseur en de kerndocenten van de opleiding, zich uitdrukkelijk uitgesproken ten faveure voor de aanscherping van het beroepsprofiel met de aandachtsgebieden Business en ICT-Alignment, Verandermanagement en Trends in ICT. Met deze aandachtspunten onderscheidt het Hogeschool NTI profiel zich van het landelijk erkende beroepsprofiel. In de begin 2008 geredigeerde versie komen de specifieke functies, taken en competenties van de NTI BI’er duidelijker naar voren. In juni 2008 is het aangepaste beroepsprofiel goedgekeurd door de beroepenveldcommissie. 1.1.8. Studenten die de opleiding Bedrijfskundige Informatica hebben gevolgd zijn gekwalificeerd om als beginnend beroepsbeoefenaar op bachelorniveau werkzaam te zijn als generalistische en breed inzetbare functionarissen in de profit, non-profit en overheidsector. De opleiding onderscheidt mede op advies van de BVC, in het beroepsprofiel drie hoofdwerkvelden voor de HBO BI’er te weten: de leverancierskant (software, hardware, ontwikkelaars); de klantkant (ondersteuning van businessprocessen);
10 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 10
consultancy (producten, advies en diensten naar zowel klant- als leverancierskant).
Functies en taken van een afgestudeerde BI’er zouden kunnen zijn: Informatieanalist, Verandermanager, informatiemanager, IT beheerder, IT manager, business analist, business intelligence officer, functioneel applicatiebeheerder, functioneel applicatietester, servicemanager, adviseur bij IT-trajecten en IT consultant. Opleidingsprofiel 1.1.9. Aan de hand van het beroepsprofiel is het opleidingsprofiel vormgegeven. Het opleidingsprofiel legt het verband tussen de te verwerven beroepscompetenties en de diverse onderwijseenheden van de opleiding BI. Daarnaast geeft het opleidingsprofiel aan waar in de opleiding de diverse Dublin Descriptoren naar voren komen alsmede het te behalen eindniveau van de onderwijseenheden. Er is vervolgens beoordeeld hoe de beroepscompetenties aansluiten op de Dublin Descriptoren. Tevens is een eerste aanzet gegeven tot het opstellen van een competentieprofiel. Tijdens de audit in december 2007 heeft het auditteam een opleidingsprofiel ingezien. Dit profiel sloot naar mening van het auditteam niet goed aan op het beroepsprofiel. Het opleidingsprofiel is begin 2008 voorgelegd aan de beroepenveldcommissie. De commissie heeft de opleiding enkele suggesties meegegeven. In 2008 is, indachtig de kritiek van het auditteam en de suggesties van de beroepenveldcommissie, een aangepaste versie van het opleidingsprofiel opgesteld. Het aangepaste profiel is in juni 2008 door de beroepenveldcommissie geaccordeerd. Het nieuwe profiel sluit naar de mening van het auditteam aan bij het beroepsprofiel. De commissie is betrokken bij het verder uitwerken van de beroepscompetenties in het opleidingsprofiel en speelt daarmee een duidelijke rol in het borgen van de aansluiting van het beroeps- en opleidingsprofiel op de door het werkveld geformuleerde eisen en wensen met betrekking tot de eindkwalificaties. Mede doordat het beroepsprofiel wordt opgesteld in samenspraak met het werkveld vindt er een inhoudelijke legitimering van het opleidingsprogramma plaats. Ook wordt door middel van een in de nabije toekomst uit te voeren werkveldtevredenheidsonderzoek onderzocht of de geformuleerde en behaalde beroepscompetenties van de afgestudeerden aansluiten op het werkveld. Opleidingscompetenties 1.1.10. Hogeschool NTI heeft ervoor gekozen om gebruik te maken van de competenties vervat in het landelijk vastgestelde beroepsprofiel voor de bachelor of ICT en dit aan te vullen met een drietal NTI opleidingspecifieke competenties. Hogeschool NTI onderscheidt vijf, door HBO-I landelijk vastgestelde en gevalideerde, specifieke domeincompetenties voor de bachelor of ICT te weten analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren. Hieraan voegt Hogeschool NTI een drietal specifieke (domein) beroepscompetenties van de NTI BI afgestudeerde aan toe, te weten: 1. Trendwatching Het ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en helpen bij de ontwikkeling van relaties, netwerken en ketens. 2. Alignment Het afstemmen van de informatiestrategie op de organisatiestrategie en leveren van gemotiveerde adviezen aan het business management vanuit een ICT invalhoek ten behoeve van de organisatiestrategie. 3. Veranderingen managen Het initiëren, ontwikkelen, aansturen, implementeren en evalueren van veranderingsprocessen.
11 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 11
Het auditteam wijst de opleiding erop dat de toegevoegde beroepscompetenties Alignment en Trendwatching geen competenties zijn in de zin van bekwaamheden, vaardigheden en kennis, zoals door de HBO-I stichting beschreven. In feite zijn Alignment en Trendwatching actuele kennisgebieden waar de competenties van de BI-er gebruikt kunnen worden. In de uitwerking bij de moduleopbouw blijkt dat er op de juiste manier aandacht aan gegeven wordt , maar niet als competentie. Het auditteam adviseert de opleiding de terminologie aan te passen, overigens is het auditteam van mening dat de genoemde toevoegingen de opleiding verrijken. 1.1.11. Internationale component: Tijdens de audit in december 2007 is het auditteam gebleken dat de opleiding nog onvoldoende zicht heeft op de internationale component van de opleiding BI. Gezien het ontwikkelstadium van de opleiding geeft men er de voorkeur aan de ontwikkelcapaciteit ter zake vooreerst elders in te zetten. Het auditteam kan zich vinden in deze redenering. Desalniettemin wijst het auditteam erop dat de afgestudeerde HBO BI’er in de beroepspraktijk: in internationale organisaties werkzaam kan zijn; vreemde talen moet kunnen beheersen; bekend is met cultuurverschillen en omgangsvormen; het hoofd kan bieden tegen de snelle ontwikkelingen en globalisering in de sector. De opleiding heeft aangegeven bij de verdere ontwikkeling van het nieuwe curriculum aan deze punten aandacht te besteden, te beginnen met het invoeren van Engelstalige literatuur. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Hogeschool NTI beschikt over een NTI-beroepsprofiel dat is opgesteld aan de hand van het landelijke beroepsprofiel en aan de hand van de domeincompetenties van de HBO-raad. Dit NTI-beroepsprofiel is de basis geweest voor een opleidingsprofiel. De opleiding BI kent een recent samengestelde beroepenveldcommissie welke een actieve rol speelt in de ontwikkeling van de opleiding. Het auditteam ziet in de commissie een goede ideeëngenerator. Zowel het beroepsprofiel als het opleidingsprofiel zijn in 2008, mede op basis van kritiek en suggesties van het auditteam en de beroepenveldcommissie herzien. Het auditteam stelt vast dat Hogeschool NTI een goede externe oriëntatie heeft, inspelend op de verschillende markten. De hogeschool volgt aantoonbaar en nauwgezet de ontwikkeling in het beroepenveld, zij het dat er in de toekomst meer aandacht besteed zal worden aan de internationale component. Tussen dit beroepenveld en de hogeschool is er sprake van een goede en heldere interactie.
12 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 12
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Bevindingen 1.2.1. In het opleidingsprofiel is aansluiting gezocht met de zogenaamde Dublin Descriptoren. In het opleidingsprofiel worden de Dublin Descriptoren, de generieke HBO-competenties, de HBO ICT domeincompetenties en NTI BI competenties onderling gerelateerd. In het opleidingsprofiel wordt ook een koppeling gelegd tussen modules en beroepscompetenties enerzijds en modules en kerntaken anderzijds. De dimensies van de Dublin Descriptoren Kennis en inzicht De eindkwalificaties waarop de opleiding zich richt, zijn zodanig dat zij niet verworven kunnen worden zonder gedegen kennis en inzicht in bijvoorbeeld: Beheer van informatiesystemen; Bedrijfsstatistiek; Informatiekunde; Object oriented programming; Financieel management; Projectmanagement; Operations management; Informatiestrategie en business Alignment; Outsourcing van ICT. In de competentiematrix van de opleiding wordt deze dimensie van de Dublin Descriptoren expliciet gekoppeld aan een tweetal beroepscompetenties te weten analyseren en adviseren. Daarmee laat de opleiding zien, dat zij deze Dublin Descriptor uitdrukkelijk als referentie heeft gehanteerd. Toepassen kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht blijkend uit (bijvoorbeeld) het opstellen / ontwerpen van /in staat zijn tot: het analyseren van processen, problemen, vragen en knelpunten in (complexe) situaties in (internationale) organisaties; effectief om te gaan met de componenten ‘bedenken’ (strategie, tactisch plan), ‘realiseren’ (concept, middelen), ‘implementeren’ en ‘organiseren’; de invalshoeken vanuit de optiek van ICT en informatievoorziening enerzijds en bedrijfskundige invalshoeken anderzijds te combineren bij het oplossen van managementvraagstukken; toepassings- en oplossingsgericht te werken, waarbij hij/zij tevens inzicht heeft in de financiële en juridische randvoorwaarden; strategie, context en content te analyseren, te bepalen, respectievelijk te formuleren, te beoordelen, een middelenmatrix op te stellen, keuzes te maken en medewerkers respectievelijk management te adviseren. In de competentiematrix van de opleiding wordt deze dimensie van de Dublin Descriptoren expliciet gekoppeld aan de competenties adviseren, ontwerpen, realiseren, Alignment en veranderingen managen. Daarmee laat de opleiding zien, dat zij deze Dublin Descriptor uitdrukkelijk als referentie heeft gehanteerd.
13 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 13
Oordeelsvorming Zowel de generieke HBO-competenties als de beroepsspecifieke (deel) competenties behelzen het hele spectrum van probleemanalyse, methodisch en reflectief denken en handelen, besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. De daarmee verband houdende vaardigheden zijn expliciet gericht op het maken van keuzen. Dit vooronderstelt, dat de student in staat is problemen (in een ICT kader) te analyseren en mogelijke oplossingsstrategieën tegen elkaar af te wegen, te adviseren, uit te (laten) voeren en daarna te evalueren. Gezien zijn schakelpositie (Alignment) in een bedrijf, heeft hij/zij voldoende besef van diverse belangen en trends. In de competentiematrix wordt deze dimensie van de Dublin Descriptoren expliciet gekoppeld aan de competenties beheren, Trendwatching, Alignment en veranderingen managen (zie echter ook de opmerking bij 1.1.10). Daarmee laat de opleiding zien, dat zij deze Dublin Descriptoren uitdrukkelijk als referentie heeft gehanteerd. Communicatie Communicatie blijkend uit (bijvoorbeeld): Het kunnen toepassen van de Nederlandse en/of Engelse taal; Het kunnen functioneren als professional in een team; Het verantwoording afleggen aan leidinggevenden; Het kunnen aansturen en coachen van medewerkers bij dagelijkse werkzaamheden; Het onderhouden van (externe) contacten met instellingen, relaties en bedrijven. In de competentiematrix van de opleiding wordt deze dimensie van de Dublin Descriptoren expliciet gekoppeld aan de competenties analyseren, adviseren, beheren, Alignment en veranderingen managen. Daarmee laat de opleiding zien, dat zij deze Dublin Descriptoren uitdrukkelijk als referentie heeft gehanteerd. Leervaardigheden Voor de opleiding geldt, dat de te verwerven competenties een aantal metavaardigheden van de studenten veronderstellen die expliciet op het eigen leren zijn gericht opdat de student in staat is (i) zich tijdens de beroepsuitoefening verder te professionaliseren en (ii) vervolgstudies op een hoger niveau te doorlopen. De afgestudeerde NTI BI’er is breed inzetbaar als schakel en generalist bij ondermeer grote bedrijven en heeft het vermogen zijn eigen beroepsuitoefening voortdurend te professionaliseren en kan in veel uiteenlopende beroepssituaties functioneren. Hij kan veranderingen in organisaties invoeren en hierbij als manager optreden. In de competentiematrix van de verschillende opleidingen wordt deze dimensie van de Dublin Descriptoren expliciet gekoppeld aan de competentie analyseren, adviseren en veranderingen managen. Daarmee laat de opleiding zien, dat zij deze Dublin Descriptoren uitdrukkelijk als referentie heeft gehanteerd. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Met betrekking tot het opleidingsprofiel is aansluiting gezocht met de zogenaamde Dublin Descriptoren. In het opleidingsprofiel van de opleidingen heeft Hogeschool NTI een vergelijking gemaakt tussen de Dublin Descriptoren, de generieke HBO-competenties, de domeincompetenties en de NTI BI competenties. De eindkwalificaties van de opleidingen voldoen aan het niveau bachelor zoals weergegeven in de vijf Dublin Descriptoren. De eindkwalificaties zijn aantoonbaar verankerd in het programma van de opleiding BI. De competenties
14 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 14
zijn rechtstreeks in verband gebracht met het opleidingsprogramma en de individuele modules.
15 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 15
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Bevindingen Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende beroepscompetenties van de opleiding BI beschrijven een hoog niveau van beroepsuitoefening en sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het bachelorniveau in de Dublin Descriptoren. Daarmee is aangegeven dat de opleiding gerekend wordt tot het hoger onderwijs. De eindkwalificaties zijn dezelfde als de beroepscompetenties van de opleiding. De eindkwalificaties zijn conform Dublin Descriptoren voor de bachelor. De opleidingscompetenties zijn een concrete invulling van de door de HBO-raad opgestelde tien generieke bachelor HBO-kwalificaties. De wijze waarop de opleiding de Dublin Descriptoren heeft uitgewerkt en in het programma heeft opgenomen, is als voldoende beoordeeld (zie facet 1.2.) 1.3.2. Beroepsonderwijs De competenties van de opleiding zijn geformuleerd in termen van beroepscompetenties die aantoonbaar (zie facet 1.1.) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zijn gevalideerd (via de beroepenveldcommissies). Daarmee is op het niveau van opleidingsdoelstellingen de oriëntatie op de relevante werkvelden geborgd. De wijze waarop de opleiding de beroepscompetenties in samenspraak met het beroepenveld heeft uitgewerkt, beoordeelde het auditteam reeds als voldoende (zie facet 1.1.) Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: De eindcompetenties van de opleiding BI voldoen aan het niveau Bachelor, zoals weergegeven in de Dublin Descriptoren en de HBO-generieke kwalificaties. De opleiding baseert zich op het landelijk opgestelde beroeps- en opleidingsprofiel. De eindkwalificaties van de opleidingen corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar. Het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende beroepscompetenties van de opleiding zijn afgestemd met de beroepenveldcommissie.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt voor de opleiding BI het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” als voldoende. Hogeschool NTI vult de vraag naar flexibele onderwijsconcepten op concrete wijze in. De opleiding heeft op basis van het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel eigen
16 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 16
opleidingscompetenties uitgewerkt. Aan deze competenties hebben zij specifieke taakgebieden en kerntaken gekoppeld. De eindcompetenties van de opleidingen voldoen aan het niveau Bachelor en corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar. De opleiding BI volgt de ontwikkelingen in het beroepenveld via contacten met de beroepenveldcommissie. Deze commissie is actief betrokken bij het vormgeven van het beroeps- en opleidingsprofiel van de opleiding en de implementatie van verbeterbeleid.
17 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 17
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen HBO; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Bevindingen Het huidige programma 2.1.1. Het propedeusejaar van de opleiding is algemeen oriënterend van aard waarbij tevens accenten worden gelegd ter voorbereiding op de hoofdfase. In het propedeusejaar komt een aantal algemene competenties aan bod alsmede een introductie op het (aankomende) werkveld, zowel door de studie- en beroepsoriëntatie als door een aantal inleidende modules op het betreffende vakgebied. Naast algemene vaardigheden wordt er in het eerste jaar van de huidige opleiding BI bijvoorbeeld aandacht besteed aan een brede inleiding in de bedrijfskunde en een brede inleiding in de informatica. De informaticamodules in het eerste jaar omvatten tevens het gehele programma van het I-tracks Start Track Certificate, de student verwerft door het volgen van deze modules een additioneel diploma na het positief uitvoeren van extern georganiseerde toetsen (EXIN). In het tweede en derde studiejaar wordt een verdere verbreding en verdieping aangebracht door het aanbieden van diverse bedrijfskundige en informatica modules zoals bedrijfsadministratie, strategisch management, intercultureel management, bestuurlijke informatievoorziening, informatiesysteemontwikkeling en databases and SQL foundation. In het derde jaar is voorzien in een stage van 38 EC’s en een afstudeertraject van 28 EC’s. 2.1.2. Het auditteam heeft het programma van de opleiding bestudeerd. Naar mening van het auditteam zat het studieprogramma redelijk in elkaar. De onderwijsmodules die nodig zijn om bachelor-BI te worden zijn aanwezig. Er wordt veel gebruik gemaakt van modules en toetsen die door anderen zijn ontwikkeld, maar dit gegeven heeft geen nadelige invloed op het niveau en de samenhang. Naar de mening van het auditteam is het programma erg kennis-gericht. Het gebruik van min of meer complexe casuïstiek vindt nauwelijks plaats. Cases die gebruikt worden zijn rechtstreeks ontleend aan studiemateriaal en er werden toetsvragen aangetroffen die direct op de in het boek besproken case betrekking hadden. Het auditteam heeft tijdens de audit in gesprekken met de hoofddocent en externe adviseur kennis genomen van de voornemens om binnen de opleiding het onderdeel bedrijfskunde meer te benadrukken en beter te integreren met het onderdeel informatica. Omdat de opleiding in deze nieuwe voorgestelde vorm minder bestaat uit losse vakken en meer samenhangend is (Alignment) beoordeelde het auditteam de voorgestelde veranderingen positief. Naar de mening van het team in december 2007 is met de geschetste
18 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 18
ontwikkeling het ontstaan van een kwalitatief hoogwaardigere BI opleiding mogelijk. Daarbij heeft het auditteam aangetekend in het programma ook meer aandacht te schenken aan de eigen focus van de BI opleiding, waarin aandacht worden geschonken aan bijvoorbeeld Trendwatching en verandermanagement. Nieuw ontwikkeld programma 2.1.3. De opleiding heeft de ingezette koers doorgezet zo bleek tijdens de audit in juli 2008. Het auditteam heeft het nieuwe curriculum van de opleiding BI, zoals aan studenten per 1 januari 2009 wordt aangeboden ingezien. Bestaande studenten kunnen hun opleiding, conform afgegeven garanties door Hogeschool NTI, afronden in het oude programma. In het nieuwe curriculum is balans en integratie tussen bedrijfskunde en informatica herkenbaar aanwezig. Ook is, mede in verdiepende modules, aandacht voor bijvoorbeeld trends in ICT en innovatie en informatiestrategie en business-Alignment. De opleiding heeft aan het auditteam door middel van een matrix inzichtelijk gemaakt op welke wijze programma onderdelen uit het oude curriculum zijn ingebed in het nieuwe curriculum. Hieruit is ook af te leiden dat een aantal modules, waaronder ook externe modules, niet terugkeren in het nieuwe curriculum, dit ten faveure van nieuwe, specifiek voor deze opleiding, ontwikkelende modules. Concluderend is het auditteam van mening dat het BI curriculum van Hogeschool NTI wordt gekenmerkt door breedte met (beperkte) verdieping. Enerzijds verkrijgen studenten in het programma een overzicht van het brede werkveld van een BI-er met als centrale kennisdomeinen bedrijfsprocessen en ICT, anderzijds is ter onderscheiding van andere opleidingen in Nederland voor (beperkte) verdieping gekozen. Alle vijf kerntaken die zijn benoemd door de HBO-I stichting komen evenredig in de BI-opleiding aan bod. Relatie met beroepenveld 2.1.4. Hogeschool NTI neemt de beroepspraktijk als uitgangspunt bij het opstellen en uitvoeren van het onderwijs, onder andere door de inbreng van praktijk cases en de stages. Actuele ontwikkelingen binnen het domein vinden zo hun weg in het programma. Het opleidingsprogramma is (en wordt) ontwikkeld en uitgevoerd door docenten met een (sterke) relatie met het beroepenveld. Hogeschool NTI streeft na dat een groot deel van de docenten naast het geven van onderwijs ook werkzaam is in de beroepspraktijk. Het auditteam heeft inzage gehad in CV’s van docenten en kan op basis hiervan vaststellen dat Hogeschool NTI dit streven realiseert. De interactie tussen de opleiding en de beroepspraktijk vindt sinds 2007 ook plaats via bijeenkomsten met de Beroepenveldcommissie (BVC). Uit de verslaglegging van de bijeenkomsten die hebben plaatsgevonden blijkt, dat het in de BVC vertegenwoordigde beroepenveld een belangrijke rol speelt in de opleiding via het inbrengen van actuele voor het werkveld relevante ontwikkelingen. Er is blijkens de notulen en gesprekken sprake van een inhoudelijke discussie tussen opleiding en BVC, zij trekken gezamenlijk op daar waar het gaat om het verder ontwikkelen van het onderwijs. Zowel in termen van beleid en kwaliteit, als in termen van inhoud. (zie ook facet 1.1) 2.1.5. De opleidingsstructuur biedt (mogelijke) openingen naar de beroepspraktijk bijvoorbeeld door: praktijktrainingen resp. (praktijk)opdrachten die een wisselwerking tot doel hebben van theorie en praktijk in combinatie met de benodigde (communicatieve) vaardigheden. Hier wordt o.a. een beroep gedaan op advies-, project-, debat- en onderhandelingsvaardigheden, presentatie- en gesprekstechnieken en schrijfvaardigheid. Op deze wijze vindt er een integratie van de beroepsvaardigheden en toepassing van kennis plaats. Zowel zelfstandig als in groepen opdrachten uit te voeren. Hierbij wordt met het ‘op afstand’ uitwerken
19 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 19
van groepsopdrachten een reële nabootsing beoogd van wat steeds meer de praktijk is: op afstand werken, flexibele werkplekken (telewerken, ‘conference calls’); de stageperiode te laten dienen om zich specifieke beroepsprofilerende competenties eigen te maken, integratie van kennis, houding en vaardigheden.
Bij de initiële audit heeft het auditteam vastgesteld, dat bij de opleidingen Hogeschool NTI een inhoudelijke en directe koppeling naar de beroepspraktijk tot uiting komt in de stage- en afstudeerperiode. Het auditteam gaf in overweging mogelijkheden te benutten om gedurende de opleiding sterker aansluiting te zoeken bij de relevante beroepspraktijk. Naar aanleiding van eerder uitgevoerde audits op centraal en opleidingsniveau heeft de opleiding aangegeven onder andere de volgende stappen te ondernemen om een betere koppeling naar de beroepspraktijk te leggen: het studenten verplichten om op een aantal momenten tijdens de opleiding een aantal beroepsproducten te maken. Het aanbieden van praktijktrainingen, welke bij uitstek de mogelijkheid bieden om medestudenten te ontmoeten en om bepaalde leervaardigheden te verwerven. Het effectiever inzetten van de digitale leeromgeving. De opleiding gaat één of meerdere (beroeps)specifieke casussen ontwikkelen – al dan niet gekoppeld aan een praktijktraining – waarbij studenten gebruik moeten maken van actuele artikelen die in de digitale leeromgeving (dlo) staan. Literatuur 2.1.6. De leeractiviteiten waarvan Hogeschool NTI gebruik maakt zijn onder andere: literatuurstudie, zelfstudie-opdrachten, huiswerkopdrachten en praktijktraining. Literatuur is, gezien de component zelfstudie, een belangrijk onderdeel van de opleiding en van de hogeschool. De hogeschool hanteert dan ook algemene criteria voor de selectie van de te gebruiken literatuur, waarbij een belangrijk item de activerende werking van de gekozen studiematerialen is. De hogeschool heeft het afgelopen jaar een aantal verbetermaatregelen getroffen op het gebied van literatuur. Zo is in 2007 in het ‘oude’ programma nieuwe literatuur ingezet bij de modules debatteren en bedrijfsethiek, inleiding bedrijfsstatistiek alsmede voor diverse EXIN-modules. Deze laatstgenoemde zijn modules welke worden afgesloten via externe examinering door EXIN. In het nieuwe programma is een geheel herziene literatuurlijst opgenomen. Het auditteam heeft de literatuur ingezien en constateert dat de leerstof en de literatuur van voldoende hoog niveau zijn. Daarbij tekent dat auditteam aan dat de opleiding ervoor heeft gekozen met zoveel mogelijk Nederlandstalige literatuur te werken. Dit materiaal is van voldoende niveau, niettemin wijst het auditteam erop dat voor sommige onderdelen ook Engelstalige literatuur verdieping en verbreding kan aanbrengen in het programma. De opleiding heeft tijdens de audit aangegeven te overwegen om deze literatuur, bijvoorbeeld relevante artikelen over Trendwatching, aan te bieden via de digitale leeromgeving. In de studenttrevredenheidsonderzoeken uitgevoerd in 2005, 2006 en 2007 waarderen de studenten het lesmateriaal met een voldoende (variërend van 6.5 t/m 7.1 op een tien-puntsschaal.) Zij zijn positief over het niveau van het lesmateriaal. Minder positief zijn de studenten daarentegen over de aandacht voor actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het beeld van de beroepssituatie dat het materiaal schetst. Naar de mening van het auditteam heeft de opleiding dit signaal goed opgepakt in het nieuwe programma door het aannemen van een aantal nieuwe docenten (zie onderwerp 3). Dit zal bijdragen aan het wegnemen van een aantal bij studenten levende kritiekpunten. Oordeel: voldoende
20 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 20
Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Het huidige opleidingprogramma voorziet in leeromgevingen waarbinnen de studenten in direct contact komt met de beroepspraktijk: via de stages, de opdrachten en de afstudeerfase krijgen studenten voldoende gestructureerde mogelijkheden om hun kennis te ontwikkelen in interactie met het beroepenveld. De onderwijsmodules die nodig zijn om bachelor-BI te worden zijn aanwezig. Er wordt veel gebruik gemaakt van modules en toetsen die door anderen zijn ontwikkeld, maar dit gegeven heeft geen nadelige invloed op het niveau en de samenhang. Hogeschool NTI heeft een nieuwe hoofddocent en extern adviseur aangesteld. Deze hebben, in samenspraak met docenten en de BVC, een nieuw opleidingsprogramma ontwikkeld. In het nieuwe curriculum is balans en integratie tussen bedrijfskunde en informatica herkenbaar aanwezig. Ook is, mede in verdiepende modules, aandacht voor bijvoorbeeld trends in ICT en innovatie en informatiestrategie en business-Alignment. De opleiding heeft aan het auditteam door middel van een matrix inzichtelijk gemaakt op welke wijze programma onderdelen uit het oude curriculum zijn ingebed in het nieuwe curriculum. In de nabije toekomst wil Hogeschool NTI in de modules meer gebruikmaken van aan de praktijk ontleende casuïstiek. De mate van wisselwerking tussen de individuele beroepspraktijk van de student en de leeromgeving is (nu nog) vooral studentafhankelijk. De afstemming op en relevantie van de specifieke beroepssituatie van de student kan vanuit de opleiding nog beter in beeld worden gebracht. Het is hierbij van belang, dat Hogeschool NTI zoekt naar concrete mogelijkheden en/of voorzieningen treft om de eigen werkervaring van studenten direct bij de studie te betrekken. De gebruikte vakliteratuur en het studiemateriaal is actueel, relevant en op HBO-niveau. Via de digitale leeromgeving hebben studenten in de toekomst toegang tot extra vakliteratuur/actuele artikelen. De opleiding dient de studenten actiever te betrekken bij de dlo. Het onderwijsprogramma is (en wordt) ontwikkeld en uitgevoerd door docenten met een sterke relatie met de beroepspraktijk. Het in de beroepenveldcommissie vertegenwoordigde werkveld speelt een belangrijke rol in de opleiding via het inbrengen van actuele voor het werkveld relevante ontwikkelingen.
21 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 21
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen Het auditteam heeft de programmabeschrijving van de opleiding geanalyseerd en daarbij ook de deelbeschrijvingen van de onderwijsmodulen betrokken. 2.2.1. De vertaling van de kwalificaties naar het studieprogramma wordt zichtbaar in de leerdoelen van de onderwijseenheden (modulen). Per module zijn de kerntaken, kernopgaven en de beroepscompetenties beschreven waaraan een student moet voldoen. De modulen zijn ondergebracht in drie groepen: de inleidende fase, de hoofdfase, ondersteuning en verbreding. Deze vertaling is weergegeven in een relatiematrix in het opleidingsprofiel. De opleiding start 1 januari 2009 met een nieuw programma. Een aantal technische modules is vervallen ten faveure van bedrijfskundige onderdelen. In dit programma is een goede balans gevonden tussen bedrijfskunde en informatica en de integratie tussen beiden. Ook is er meer aandacht voor de specifieke kenmerken van de NTI BI’er (aandacht voor bijv. Alignment). Een deel van de modules dat wordt afgesloten met externe (EXIN) examinering zijn niet meer opgenomen. Het auditteam beoordeelt dit niet als gemis, maar kwalificeert de nieuwe BI opleiding als meer evenwichtig en toegesneden op het huidige beroepenveld. In het document dat het nieuwe programma beschrijft is voor elke module het leerdoel, de inhoud en de literatuur opgenomen. In een matrix heeft de opleiding aangegeven hoe de modules in het oude programma zich verhouden tot het nieuwe programma. Ook is in een relatiematrix inzichtelijk gemaakt welke competenties in welke modules kunnen worden verworven. Uit deze matrix blijkt, dat ieder programmaonderdeel gericht is op een leerdoel (het verwerven van een of meer kerncompetenties) waaraan individueel of in groepsverband wordt gewerkt. In termen van niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen bestrijkt het totaal aan leerdoelen van de verschillende onderwijseenheden en modules alle eindkwalificaties. Voor het nieuwe programma zijn nog niet voor alle modules ook modulewijzers beschikbaar. Het auditteam heeft wel inzage gehad in een aantal reeds ontwikkelde modulewijzers. Het auditteam heeft op basis van het programma en op basis van een analyse van verschillende modulebeschrijvingen zicht gekregen op de inhoud, het bereik en het niveau van de doelstellingen en op de mate van concreetheid. 2.2.2. De student werkt aan de verwerving en ontwikkeling van competenties. Het maken van de huiswerken zelfstudieopdrachten, het volgen van de praktijktrainingen en de literatuurstudie dragen bij aan de ontwikkeling van deze competenties.
22 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 22
De werkvormen van het programma bieden studenten in voldoende mate de mogelijkheid om de geformuleerde eindcompetenties te ontwikkelen. Wel wil het auditteam de waarde van het verwerven van vaardigheden onderstrepen en dan in het bijzonder de vereiste communicatieve en sociale vaardigheden. Met betrekking tot dit laatste punt geldt dat de dlo de mogelijkheid biedt tot samenwerken met andere studenten. Hogeschool NTI zal deze mogelijkheid effectiever dan tot nu inzetten dan tot nu het geval en het gebruik hiervan gerichter stimuleren. Zoals in facet 2.1. reeds is gesteld, heeft de hogeschool verbeteracties geformuleerd m.b.t. het inzetten van praktijktrainingen en het effectiever inzetten van de digitale leeromgeving. Bekeken is in welke modules de communicatieve en sociale competenties verweven zit, zodat deze modules gepositioneerd kunnen worden in praktijktrainingen en/of de digitale leeromgeving. 2.2.3. De inhoud en de vormgeving van de afzonderlijke modulen bieden de studenten de gelegenheid de vereiste deelcompetenties te verwerven. De projecten worden naarmate de opleiding vordert, zo blijkt uit de programmabeschrijving, complexer en deze ordening maakt het de student mogelijk alle eindkwalificaties op het vereiste niveau te verwerven. Dit wordt tevens versterkt doordat de opleiding de te verwerven competenties op drie verschillende niveaus heeft gedefinieerd. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: De opleiding BI hanteert een relatiematrix waarin het verband wordt weergegeven tussen diverse onderwijseenheden en de betreffende beroepscompetenties van de desbetreffende opleiding. De vertaling van de kwalificaties naar het studieprogramma wordt zichtbaar in de leerdoelen van de onderwijseenheden (modulen). Per module zijn de kerntaken, kernopgaven en de beroepscompetenties beschreven waaraan een student moet voldoen. Op basis van de beschikbare documenten is duidelijk geworden dat de uitgangspunten van de opleiding, i.c. het didactisch model van de opleiding, voldoende helder zijn terug te vinden in het curriculum. Per 1 januari 2009 start de opleiding met een nieuw programma. De opleiding heeft aan het auditteam door middel van een matrix inzichtelijk gemaakt op welke wijze programma onderdelen uit het oude curriculum zijn ingebed in het nieuwe curriculum. In het aangeboden programma en nieuw ontwikkelde programma komen alle te ontwikkelen (eind)competenties aan bod. Het programma is een adequate concretisering van de eindcompetenties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het auditteam heeft enkele nieuwe modulewijzers doorgenomen. De beschrijving van de opzet van modulen en de hierop volgende uitwerking in leerdoelen, programma en opdrachten en literatuur is voldoende helder en overzichtelijk. De inhoud en de te hanteren werkvormen van het programma bieden studenten in voldoende mate de mogelijkheid om de geformuleerde eindcompetenties te ontwikkelen. De leerdoelen en de opdrachten nemen in complexiteit toe om tenslotte in de afstudeerfase een niveau te bereiken dat naar het oordeel van het auditteam van HBO-niveau is.
23 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 23
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen De voor de opleiding geldende generieke HBO-competenties en specifieke beroepscompetenties zijn, zoals het auditteam reeds eerder heeft aangegeven, aantoonbaar ontleend aan het landelijk vastgestelde competentieprofiel en gevalideerd door het werkveld. De specifieke competenties van de NTI BI’er zijn gevalideerd door de BVC. De eisen die aan de beroepsbeoefenaars worden gesteld, staan daarin beschreven in een onderling samenhangende set competenties. Verticale samenhang 2.3.1. De opleiding heeft de kwalificaties van de opleiding concreet uitgewerkt naar leerdoelen per module (onderwijseenheid). De opleiding heeft drie, in complexiteit oplopende, beheersingsniveaus gedefinieerd. Dankzij het feit dat de opleiding de kwalificaties heeft vertaald naar competenties op drie niveaus, wordt de toenemende complexiteit door het programma heen inzichtelijk. In een matrix heeft de opleiding inzichtelijk gemaakt welke modules onder welk beheersingsniveau zijn te scharen. Uit de bestudeerde documentatie kan het auditteam opmaken dat de leerdoelen in complexiteit toenemen om uiteindelijk in de afstudeerfase het HBO-niveau te bereiken. Naar mening van het auditteam is er een duidelijke samenhang in de leerdoelen en is de verticale samenhang binnen het programma tussen de onderscheiden modules afdoende geborgd. Horizontale samenhang 2.3.2. Hogeschool NTI staat voor flexibel studeren: studeren wanneer de student daar zelf tijd voor heeft, en in de volgorde waarin zij de vakken willen bestuderen. De hogeschool stelt om deze reden geen ingangseisen voor modules in een curriculum. Wel is in modulewijzers aangegeven welke voorkennis voor de desbetreffende module wenselijk is. Mede ter vergroting van de samenhang raadt de opleiding de studenten een bepaalde volgorde aan bij het plannen van het studietraject in de vorm van een studiehandleiding per jaar. De ervaring hierbij is, zo geeft de opleiding aan, dat de student grosso modo het advies qua volgordelijkheid volgt. Het nieuwe opleidingsprogramma is bovendien zodanig opgezet dat de verschillende modules zijn gecentreerd rondom een bepaald vakgebied bijvoorbeeld organisatiekunde en management, informatiemanagement en informatica. Samenhang binnen- en buitenschools 2.3.3. Het programma is zo opgezet dat de leerdoelen van het praktijkleren (praktijktrainingen, stage en afstuderen) aansluiten op de leerdoelen van het binnenschoolse programma (modulen). Samenhang tussen binnen- en buitenschoolsprogramma wordt geborgd door indicatoren als: stagevoorbereiding, stagebegeleiding en stagebeoordeling. De leerdoelen van de praktijktrainingen sluiten aan op de bijbehorende modules. De stage en het afstuderen zijn gekoppeld aan de beroepscompetenties. De opleiding zal deze koppeling met de beroepscompetenties nog nadrukkelijker neerzetten door middel van het werken met een opleidingsspecifiek stagehandboek waarin opdrachten tot het maken van beroepsproducten worden opgenomen.
24 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 24
Oordeel studenten 2.3.4. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten van mening zijn dat de samenhang tussen de verschillende programmaonderdelen nog verbetering behoeft. Zij waarderen de samenhang in het studenttevredenheidsonderzoek in 2006 op 2.4 en 2007 op 2.5 (op een 5-puntsschaal, waarbij 1 staat voor een hoge waardering en 5 voor een bijzonder lage waardering.) In het studenttevredenheidsonderzoek 2007 ligt de respons op 12%, waarmee slechts indicatieve waarde uitgaat van de resultaten. De beoordeling uit het studenttevredenheidsonderzoek heeft betrekking op het oude programma. Bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum, zo geeft de opleiding aan en heeft het auditteam kunnen constateren, is extra zorg is besteed aan de samenhang. Voorts blijkt uit het opleidingsconcept van Hogeschool NTI dat meer aandacht zal worden besteed aan service en begeleiding met betrekking tot het leerproces van de student en de ontwikkeling van competenties. De digitale leeromgeving, praktijktrainingen en portfoliomogelijkheden zullen hierbij worden ingezet om het uiteindelijke doel – het ontwikkelen van competenties - te kunnen realiseren. De opleiding verwacht door deze intensievere studentbegeleiding het ontbreken van ingangseisen voor bepaalde vakken te ondervangen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft drie, in complexiteit oplopende, beheersingsniveaus gedefinieerd. Dankzij het feit dat de opleiding de kwalificaties heeft vertaald naar competenties op drie niveaus, wordt de toenemende complexiteit door het programma heen inzichtelijk. In een matrix heeft de opleiding inzichtelijk gemaakt welke modules onder welk beheersingsniveau zijn te scharen. In de aard van het onderwijsconcept van Hogeschool NTI ligt besloten dat de student kan studeren wanneer de student daar zelf tijd voor heeft, en in de volgorde waarin zij de vakken willen bestuderen. Ter vergroting van de samenhang raadt de opleiding de studenten echter een bepaalde volgorde aan bij het plannen van het studietraject. De opleiding geeft aan dat veel studenten het advies qua volgordelijkheid opvolgen. In het nieuwe programma zijn modules gecentreerd rondom een bepaald vakgebied. Hogeschool NTI zal meer aandacht besteden aan service en begeleiding met betrekking tot het leerproces van de student en de ontwikkeling van competenties.
25 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 25
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen 2.4.1. Algemeen geldt voor Hogeschool NTI, dat de studielast per onderwijseenheid is vastgesteld in termen van studiepunten (EC’s). De onderwijsprogrammering is gebaseerd op dezelfde studielast zoals die geldt voor het reguliere HBO, te weten 6720 klokuur studielast voor vier studiejaren. 2.4.2. In communicatie naar (aspirant)-studenten geeft de opleiding aan dat de studie in 3 jaar met een formele uitloop naar zes jaar kan worden voltooid. Uit gesprekken met het management maakt het auditteam echter op dat de afstudeerfase (66 EC’s zowel in het huidige als in nieuwe programma) geen onderdeel uitmaakt van de studielast die in deze 3 jaar wordt geprogrammeerd. 2.4.3. Het onderwijs van Hogeschool NTI is modulair van opzet. Dat wil zeggen dat de lesstof wordt aangeboden in afgeronde eenheden met een bepaalde maximale studiebelasting. Voordelen van het modulaire systeem zijn o.a. dat de lesstof per vak overzichtelijk verdeeld is. 2.4.4. Voor ieder studieonderdeel van de opleiding beschikt de student via een modulebeschrijving over voldoende informatie. In de modulebeschrijving kan de student nalezen wat er van hem of haar wordt verwacht. Zoals in facet 2.2. is gesteld, worden o.a. de doelstelling van de module en de tijdens de module te ontwikkelen competenties, de studielast, de te bestuderen literatuur, de leeractiviteiten, de opbouw en inhoud van de module en de toetsing beschreven. Deze informatie is ook toegankelijk via de digitale leeromgeving van de hogeschool. 2.4.5. Hogeschool NTI geeft de studielast gekoppeld aan een onderwijseenheid weer aan de hand van een aantal EC’s. Deze representeren de mate van complexiteit en in mindere mate de studie-urenbelasting. In het kader van flexibiliteit kunnen studenten – conform hun eigen tijd en studietempo/leervaardigheid – zelf de studiebelasting reguleren. De complexiteit van een studieoordeel wordt in overleg vastgesteld door de vakdocenten en de hoofddocent. Het auditteam beseft dat Hogeschool NTI een andere definitie hanteert voor het begrip studielast dan dat in het reguliere onderwijs gebeurt. De hogeschool berekent de studielast niet in concrete uren naar de diverse onderwijsactiviteiten. Toch is het raadzaam om niet alleen het aantal te behalen studiepunten per module te noemen, maar ook een indicatie te geven van de hoeveelheid tijd die met de module gemoeid is. Met een kwantitatieve onderbouwing kan tevens beter worden nagegaan of de vastgestelde studielast per module afwijkt van de werkelijke studielast. 2.4.6. De opleiding geeft aan dat studenten gemiddeld genomen ongeveer een dag(deel) per week besteden aan de studie. Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2007 (indicatief, zie punt 2.3.4) komt naar voren dat een meerderheid van de studenten (58%) tussen de 1 en 8 uren per week aan de studie besteedt. Ongeveer 1/3 van de studenten (29%) besteedt meer dan 12 uur per week aan de studie. De eerstejaars studenten die het auditteam heeft gesproken gaven aan in totaal maximaal 10 uur per week aan de studie te besteden. Het auditteam is zich ervan bewust, dat veel studenten bij Hogeschool NTI leermomenten met werk kunnen combineren bijvoorbeeld door het uitvoeren van opdrachten in hun eigen werkomgeving. Tevens 26 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 26
beschikken de studenten meestal al over een deel van de kennis / vaardigheden van het betreffende vak vanwege hun arbeidssituatie. Studenten geven aan niet meer dan een dag(deel) per week aan de studie te besteden. Naar het auditteam voorkomt staat deze omvang op gespannen voet met de te verwachten studie-inzet op basis van de toegekende EC’s, hoewel dit vanwege de voorkennis van de student moeilijk te beoordelen is. 2.4.7. De verantwoordelijkheid voor de studie en het leren ligt in de eerste plaats bij de student zelf. Door de wijze van toetsen en beoordelen (spreiding van toetsmomenten) en het feit dat studenten niet gebonden zijn aan plaats en tijd en dus gedurende het gehele jaar kunnen studeren, is de studielast evenwichtig over het jaar te spreiden. 2.4.8. Het auditteam is van mening dat studenten voldoende mogelijkheden hebben om een eigen studietempo te bepalen. Uit de rendementsgegevens (zie ook facet 6.2) blijkt dat vooralsnog geen student erin is geslaagd om binnen de geprogrammeerde studieduur (3 jaar) ook alle studieonderdelen met goed gevolg af te ronden. 2.4.9. Binnen Hogeschool NTI wordt per examenronde een examenevaluatie uitgevoerd welke module specifiek wordt afgenomen. Alle modules worden tenminste 4 keer per jaar aangeboden, sommige modules 8 keer per jaar. Om betrouwbare gegevens te verkrijgen neemt NTI alleen enquêtes af indien er meer dan 5 respondenten zijn. Voor de specifieke BI modules zijn op deze grond of vanwege de externe examinering geen module enquêtedata beschikbaar. 2.4.10. De digitale leeromgeving fungeert tevens als studentvolgsysteem. Door het digitale portfolio van de student kan de docent de kwalitatieve voortgang formuleren. Student en docent hebben via de digitale leeromgeving beiden inzicht in de voortgang van de student. In de gesprekken die de mentor met de student heeft, komen standaardvragen naar voren die betrekking hebben op de belemmeringen die de student heeft ondervonden of verwacht. Hierbij kan gedacht worden aan: Hoeveel tijd heeft de student per week beschikbaar? Zijn er factoren die veel tijd kosten (vakantie, andere baan, verhuizing etc.)? Loopt het studeren zelf soepel? Kent de student zijn eigen leerstijl? De bereikbaarheid van zowel de docenten als de mentoren is, na het beëindigen van de relatie met een aantal docenten en het aannemen van een aantal nieuwe docenten, binnen NTI goed geregeld. Een goede bereikbaarheid per e-mail draagt hieraan bij. De studenten die het auditteam heeft gesproken waren positief over de bereikbaarheid van de docenten. De ouderejaars studenten gaven aan dat de instelling van mentoren een grote toegevoegde waarde voor de opleiding is. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: De studielast is per module vastgesteld in termen van studiepunten (EC’s). Deze representeren de mate van complexiteit en in mindere mate de studie-urenbelasting. Studenten geven aan een dag(deel) per week aan de studie te besteden. Door de wijze van toetsen en beoordelen (spreiding van toetsmomenten) en het feit dat studenten niet gebonden zijn aan plaats en tijd en dus gedurende het gehele jaar kunnen studeren, is de studielast evenwichtig over het jaar te spreiden. Het systeem van afstandsonderwijs leidt derhalve volgens het auditteam tot een grote mate van studeerbaarheid; studenten kunnen de studielast evenwichtig over het jaar spreiden. 27 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 27
Het auditteam is van mening dat studenten voldoende mogelijkheden hebben om een eigen studietempo te bepalen. Op de digitale leeromgeving en in de modulewijzers is per programmaonderdeel voor studenten inzichtelijk gemaakt wat de studielast is en wat van hen wordt verwacht. Via de digitale leeromgeving hebben zowel student als docent inzicht in de cijferlijsten/voortgang van de student. Door begeleiding en ondersteuning van studenten door docenten en mentoren heeft de opleiding zicht op mogelijke studiebelemmerende factoren.
28 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 28
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Bevindingen 2.5.1. De studenteninstroom van de opleidingen van Hogeschool NTI kiest bewust voor een opleiding die de gelegenheid biedt op afstand te studeren met veel ruimte voor persoonlijke invulling van het leertraject naar tempo, tijd en plaats. Uit het studentprofiel van de opleiding BI blijkt dat de instroom over diverse vooropleidingen beschikt en dat een MBO niveau 4 (41%) danwel HBO vooropleiding (29%) het meest voorkomend is. Verder blijkt dat 94% van de enquêteerden werkzaam is en dat veelal (75%) bij een organisatie met meer dan 150 werknemers. De meerderheid van de studenten die het auditteam heeft gesproken en studenten waarvan het auditteam producten heeft ingezien waren reeds werkzaam bij bedrijven actief in de IT sector. Deze studenten gaven aan relatief weinig moeite te hebben met informatiekundige en informatica modules, daarentegen vonden zij de bedrijfskundige modules ‘pittig’. 2.5.2. Een belangrijke reden dat studenten kiezen voor Hogeschool NTI, is dat het werk of de privé-situatie onvoldoende mogelijkheden biedt om dag- of deeltijd onderwijs te volgen. Een deel van de studenten is zogenaamde ‘tweede kans studenten’; studenten die in het verleden een dagopleiding hebben gestaakt of die meteen zijn gaan werken en alsnog een beroepsopleiding op HBO-niveau willen afronden. Uit het studentprofiel NTI BI blijkt dat de studenten vooral voor de opleiding hebben gekozen om in hun huidige functie door te groeien (29%), om de huidige functie beter te vervullen (24%) of uit persoonlijke interesse (12%). De opleiding sluit volgens het studenttevredenheidsonderzoek 2007 (indicatief, zie 2.3.4) gedeeltelijk tot goed aan bij de wensen van de studenten, gezien vanuit hun eigen wenselijke beroepssituatie. De opleiding sluit (volgens de studenten) goed aan bij de wensen van de relevante arbeidsmarkt. De studenten die het auditteam heeft gesproken beaamden de uitkomsten van de enquêtes. 2.5.3. Studenten van de hogeschool kunnen elk moment instromen en gedurende het gehele jaar door middel van zelfstudie, begeleiding door middel van e-learning en contactmomenten, studeren. Veel studenten zijn al werkzaam in een relevante beroepspraktijk waardoor het programma en de afstudeerfase (lopen van stage en het maken van een afstudeerscriptie) op papier relatief efficiënt kan worden doorlopen (het concurrencybeginsel). 2.5.4. De hogeschool kent, doordat studenten op elk gewenst moment kunnen instromen geen specifieke instroomcohorten en behandelt dan ook elke student op individuele basis. De student die instroomt met een vooropleiding die kan leiden tot een vrijstelling, kan op grond van bewijsstukken vrijstelling aanvragen. Een vrijstelling voor een theoretische module gaat via toets- en opleidingscoördinatie en de hoofddocent. Over vrijstellingen voor de stage periode beslist de vrijstellingscommissie, een delegatie van de examencommissie. De commissie beslist unaniem, bij twijfel wordt een dossier gezonden aan de hoofddocent van de opleiding, voorzien van bijvoorbeeld de vraag of een student al dan niet aanvullende opdrachten dient uit te voeren. Studenten die het auditteam heeft gesproken betitelen het vrijstellingsbeleid als ‘ vrij formeel’ . Zo kreeg een student die 3 jaar in Engeland woonde geen vrijstelling voor een inleidende module Engels.
29 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 29
De hogeschool is in het najaar van 2007 gestart met een projecttteam EVC. Uit het projectplan EVC van NTI maakt het auditteam tijdens de centrale audit op dat de vrijstellingscommissie HBO constateert dat (mogelijke)studenten dusdanige werkervaring hebben dat ze bepaalde kennis reeds hebben verworven en/of vaardigheden voldoende kunnen uitvoeren. Doordat de commissie echter alleen vrijstelling op basis van vergelijkbare certificaten via onderwijsinstellingen kan geven, moet het vrijstellingsverzoek vaak worden afgewezen. Mogelijk dat een EVC procedure voor sommige van deze gevallen wel een vrijstelling kan opleveren. Streven van Hogeschool NTI is om op termijn (najaar 2008) een erkenning als EVC instelling te verwerven voor alle erkende HBO opleidingen. 2.5.5. Hogeschool NTI hanteert de wettelijke vooropleidingseisen voor het toelaten van studenten. Dit wordt beoordeeld door de toelatingscommissie en een medewerker toetscoördinatie. Studenten worden tevens toegelaten als zij met positief resultaat deelnemen aan de 21+ toets of als ze als contractstudent aantonen over het juiste niveau te beschikken om aan HBO-opleiding te kunnen deelnemen. Een contractstudent voldoet niet aan de vooropleidingseisen, maar toont zijn geschiktheid aan door 30 EC’s te halen van een HBO-propedeuse. 2.5.6. De student die instroomt met een deficiëntie kan door middel van het opstellen van het individuele studieplan hiermee rekening houden en daardoor meer tijd inruimen voor een bepaalde onderwijseenheid, zonder dat dit gevolgen hoeft te hebben voor de studie. Het studieplan is onderwerp van gesprek met de mentor waardoor de opleiding kan monitoren of de student de desbetreffende onderwijseenheid kan afronden. Daarnaast biedt de hogeschool de student de mogelijkheid om door het volgen van specifieke examentrainingen deze deficiënties weg te werken en ontbrekende kennis op het vakgebied aan te vullen. 2.5.7. Voorlichting en PR vinden plaats via de website en de brochure. Elke laatste zondag van de maand organiseert NTI een open dag om aankomende studenten de gelegenheid te bieden het gebouw te bekijken en docenten te spreken om zo een gevoel van vertrouwen te creëren.
Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Hogeschool NTI hanteert een duidelijk instroombeleid en hanteert de wettelijke vooropleidingseisen voor het toelaten van studenten. De hogeschool heeft een goed beeld van de instroommarkt. Het auditteam is van mening dat de onderwijsvorm die Hogeschool NTI gekozen heeft, bijzonder interessant en relevant is, als dat wordt afgezet tegen de doelgroep die bediend wordt. Het onderwijsaanbod is adequaat afgestemd op de specifieke doelgroep. Hogeschool NTI biedt door het concept van blended learning studenten in hoge mate de mogelijkheid om de opleiding toe te snijden op de eigen behoeften en de eigen werksituatie, iets dat het auditteam een sterk punt vindt.
30 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 30
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bacheloropleiding?
Bevindingen Het totaal aantal studiepunten bedraagt 240 EC’s. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele kwantitatieve eis die aan HBO-bacheloropleidingen wordt gesteld. Het programma wordt in drie studiejaren aangeboden , maar kan gedurende maximaal zes jaren worden gevolgd. De reden dat er gekozen is voor een driejarig aanbod, ligt in het feit dat het onderwijsconcept van Hogeschool NTI, deeltijdonderwijs door middel van ‘blended learning’, niet gebonden is aan schooljaren. Zie nader facet 2.4. Oordeel: voldoende Het auditteam geeft op grond van de voorgaande observaties het volgende oordeel: De omvang van 240 EC is een formele vereiste. Het management draagt er zorg voor dat de opleiding aan deze eis voldoet.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
31 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 31
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen 2.7.1. Om de competenties flexibel (tijd- en plaatsonafhankelijk) en ‘op afstand’ te ontwikkelen, heeft Hogeschool NTI gekozen voor het didactisch concept van ‘blended learning’. Onder blended learning verstaat Hogeschool NTI een mix van onderwijsvormen die het leerproces van de student kan ondersteunen en stimuleren. De mix bestaat uit zelfstudie, contactmomenten en e-learning, dat wil zeggen begeleiding en onderwijsactiviteiten via een digitale leeromgeving. Deze onderwijsvormen sluiten aan bij de ‘multi-tasking’ vaardigheden, het leren in netwerken en de ‘being connected’ behoefte van de studenten. Met blended learning is het mogelijk om voor de student vraaggestuurde leertrajecten op te zetten, alsmede vorm te geven aan sociale contacten (interactie) door middel van de digitale leeromgeving (dlo). 2.7.2. De digitale leeromgeving maakt het mogelijk om de traditionele isolatie van de ‘afstandsstudent’ te doorbreken en allerlei vormen van communicatie en samenwerking in het onderwijs te integreren. De digitale leeromgeving wordt ingezet om de andere ‘blended learning’ componenten (zelfstudie en contactonderwijs) optimaal te ondersteunen. De belangrijkste functies van de dlo zijn: Actief leren en ervaringsleren: Het zwaartepunt ligt op zelfstudie. Desalniettemin kunnen studenten in een forum eigen praktijkervaringen inbrengen. Leren met begeleiding: Zowel de docent als de mentor kunnen de student via de dlo begeleiden. Ook het portfolio is een belangrijk begeleidingsinstrument. Authentiek leren: Een ‘virtuele’ omgeving biedt op zichzelf slechts een podium voor authentiek leren. De dlo biedt functionaliteiten om authentieke bronnen en informatie toe te voegen aan de leerstof. Door het aanmaken van weblinks kunnen actuele ontwikkelingen op het vakgebied de opleiding worden binnengehaald. In het forum kan worden gewerkt aan de competentie ‘debatteren’. Het aanleren van software kan in de dlo worden geïntegreerd. Construerend leren: Door middel van het forum kunnen de studenten in onderlinge samenspraak de leerstof verwerken tot een nieuw geheel. Samenwerkend leren: Het forum is een middel om studenten te laten samenwerken en zij kunnen hiervoor ook persoonlijke mappen beschikbaar maken. Reflectief leren: Reflectie binnen de dlo zal vooral plaatsvinden binnen het portfolio. Leren te leren: De dlo biedt slechts een podium voor de inhoud. Wel kan het forum hiertoe een bijdrage leveren. Leren a.d.h.v. ZNO (zone of proximal development, Vygotsky): De dlo biedt een podium om in contact te komen met experts. Chat functionaliteit om ‘spreekuren’ met docent of externe experts in te zetten. Beroepsgericht leren: Hierin zijn de contactmomenten (bijv. de stage) en de praktijktrainingen de belangrijkste elementen. Met de praktijktrainingen worden competenties aangeleerd die niet via zelfstudie kunnen worden verworven. De voorbereidende activiteiten kunnen in de dlo plaatsvinden. 2.7.3. Het opleidingsprofiel geeft richting aan de keuze voor de passende onderwijsvorm voor de aan te tonen competenties, waarbij het veelal een combinatie van zelfstudie en e-learning dan wel zelfstudie, vaardigheidstrainingen in de vorm van contactonderwijs en e-learning betreft. Een aantal vaardigheden dat
32 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 32
moeilijk valt te verwerven door middel van zelfstudie, wordt ontwikkeld tijdens praktijktrainingen en in de stage- en afstudeerfase. Het onderwerp ‘vaardigheid’ uit het onderwijskundig drieluik kennis, vaardigheid en houding evenals de verwerking van ‘beroepssituaties’ in de onderwijsprogrammering verdient een serieuze kans verder ontwikkeld te worden in de richting van meer competentiegericht onderwijs. Dit wordt onderschreven door Hogeschool NTI. Studenten geven aan behoefte te hebben aan meer contactmomenten, met studenten en docenten. De hogeschool kent inmiddels reeds extra gewicht toe aan praktijktrainingen, waarbij een beroep wordt gedaan op adviesvaardigheden, presentatietechnieken, debatvaardigheden, gesprekstechnieken, projectvaardigheden en schrijfvaardigheid. Voor de opleiding BI heeft dit beleid tot resultaat dat in het nieuwe programma meer praktijktrainingen zijn opgenomen. Het auditteam juicht deze ontwikkeling toe. 2.7.4. Binnen het didactische model zullen docenten gedurende de opleiding steeds meer de rol van coach op zich nemen bij het begeleiden van de student naar een hoogwaardig ‘leerproduct’, dat wil zeggen een door de student afgeleverd eindproduct. Ook de mentor neemt, volgens Hogeschool NTI, steeds meer de rol van coach op zich gedurende het leerproces. De ouderejaars studenten die het auditteam heeft gesproken herkennen de rolverandering die docenten gedurende de studie doormaken. Zij beoordelen de betrokkenheid van docenten bij de afstudeerfase positief, maar geven ook aan dat de betrokkenheid van sommige docenten in eerdere fases van de studie voor verbetering vatbaar is. Het management van de opleiding heeft aangegeven hier actief op te gaan sturen. 2.7.5. De vormgeving van het studiemateriaal is in lijn met het principe van zelfstudie door het hanteren van literatuur die geschikt is voor zelfstudie waarbij de student wordt begeleid door middel van studiehandleidingen en modulewijzers. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Hogeschool NTI heeft haar didactisch concept expliciet beschreven. Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. Er is sprake van consistentie tussen het onderwijs, de gekozen didactiek en de programmering. Het didactisch concept van Hogeschool NTI beschrijft duidelijk hoe het onderwijs wordt aangeboden. De onderwijsvorm met de gehanteerde werkvormen is relevant, als dat wordt afgezet tegen de doelgroep die wordt bediend. Studenten geven aan behoefte te hebben aan meer contactmomenten. De hogeschool kent dienaangaande inmiddels extra gewicht toe aan praktijktrainingen. In het nieuwe programma voor de opleiding BI zijn meer praktijktrainingen opgenomen. Het didactisch concept is voldoende uitgewerkt en in alle programmaonderdelen herkenbaar ontleend aan de doelstellingen van de opleidingen en het voorziet in een integratie van basismodulen en opdrachten.
33 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 33
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen 2.8.1. Om studenten in hun eigen tempo te laten studeren maakt de hogeschool gebruik van een flexibel beoordelings- en toelatingssysteem. Hogeschool NTI biedt voor alle opleidingen de mogelijkheid om veelvuldig examens te doen, namelijk door: het meerdere keren per jaar aanbieden van ‘paperbased’ tentamens (afhankelijk van de module 4 à 8 keer per jaar); digitaal examineren; de mogelijkheid van de student om de praktijktrainingen, die tevens een toetsend element kennen, zelf in te plannen. 2.8.2. Hogeschool NTI biedt studenten individuele leertrajecten aan. Er is hierdoor geen algemeen beleid ten aanzien van deficiënties. Wel biedt de hogeschool examentrainingen aan daar waar het slagingspercentage lager dan gewenst is. Ook biedt de hogeschool de mogelijkheid om via de digitale leeromgeving proefexamens te oefenen. 2.8.3. De opleidingen van Hogeschool NTI hanteren digitale toetsen,’ paperbased’ toetsen en praktijktoetsen. Het beoordelingssysteem kent bij summatieve toetsing geen verplicht voorgeschreven feedback naar studenten. De student kan gedurende 20 werkdagen na publicatie van het tentamenresultaat inzage aanvragen en daarmee deze alsnog verkrijgen. De formatieve toetsing omvat zelfstudieopdrachten alsmede huiswerkopdrachten die worden ingeleverd bij de docenten. De docent levert feedback, die de student inzicht geeft in het beheersingsniveau. 2.8.4. De externe vakdocenten onder leiding van de hoofddocent leveren de (input voor de) toetsen, in de rol van toetsauteur, waarna de toetsen worden beoordeeld en geaccordeerd door de examencommissie. De toetsauteurs en de examencommissie krijgen de mogelijkheid om één keer per jaar deel te nemen aan de toetsauteur-training, wanneer deze nog niet gevolgd is. Hogeschool NTI heeft het voornemen om meer casuïstiek op te nemen in de examens. In het oude programma van de opleiding BI wordt relatief veel gebruik gemaakt van modules en toetsen die door derden zijn ontwikkeld en algemeen door de markt worden geaccepteerd zoals EXIN. In het nieuwe programma van de opleiding BI komen deze toetsen niet meer terug en wordt gebruikt gemaakt van in eigen beheer ontwikkelde toetsen. Het auditteam heeft tijdens de audit enkele toetsen van het oude programma ingezien. De toetsvragen waren van adequaat niveau. In de regel getuigden de toetsvragen van weinig creativiteit. Zo werden toetsvragen aangetroffen die direct op de in het boek besproken case betrekking hadden. Ook is de toetsing naar mening van het auditteam sterk theoretisch. Het auditteam geeft de opleiding mee om meer aandacht te besteden aan toetsing op het probleemoplossend vermogen of het geïntegreerd toepassen van de kennis en vaardigheden. 2.8.5. In de opleiding BI is, zowel in het oude als in het nieuwe programma een stageperiode opgenomen.
34 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 34
Studenten kunnen in het huidige programma aan de stageperiode aanvangen als men een propedeusediploma en100 EC’s van het studieprogramma heeft behaald. Tot op heden heeft geen enkele student een stageperiode doorlopen. Wel heeft de vrijstellingscommissie aan een aantal studenten vrijstelling verleend voor de stageperiode. Het auditteam heeft een aantal van deze dossiers ingezien en beoordeelt deze als adequaat. De opleiding heeft aangegeven in de toekomst het vrijstellingsdossier anders in te richten. Het auditteam heeft een voorbeeld van zulks een dossier van een andere Hogeschool NTI opleiding ingezien. Het auditteam neemt dienaangaande met instemming kennis van dit voornemen. 2.8.6. De opleiding betrekt externe professionals uit de beroepspraktijk bij het beoordelingsproces van afstudeerwerkstukken (zie over de begeleiding en beoordeling van het afstudeerproces ook facet 6.1). De betrokkenheid van het werkveld is mede bedoeld om te kunnen bepalen of het nagestreefde niveau ook overeenkomt met het gerealiseerd niveau. Daarbij is het oordeel van het werkveld van groot belang. Het auditteam heeft de betrokkenheid van het werkveld bij de beoordeling van eindwerkstukken niet kunnen valideren, daar alle in juli 2008 bestudeerde werkstukken zich nog in conceptstadium bevonden (zie facet 6.1). 2.8.7. Hogeschool NTI kent een onafhankelijke examencommissie en College van Beroep. De hoofddocent van de opleiding BI is lid van de examencommissie. De examencommissie accordeert vooraf de toetsen en evalueert achteraf (de resultaten van) de toetsen. Alle procedures, vereisten en criteria met betrekking tot beoordeling en toetsing staan beschreven in het ‘Kwaliteitshandboek examinering’. Hogeschool NTI hanteert checklisten voor het controleren van de toetskwaliteit. Deze dienen mede ter borging van de technische kwaliteit van de toetsing en beoordeling. Het auditteam heeft inzage gehad in het toetsbeleid ‘Naar competentiegericht en flexibel toetsen’ (juli 2006) en in het Kwaliteitshandboek examinering Hogeschool NTI 2007/2008. De wijze waarop studenten bezwaar kunnen aantekenen in het kader van ‘Toetsen en beoordelen’ is helder vastgelegd in het ‘OER’ en het ‘Kwaliteitshandboek examinering’. 2.8.8. Na vaststelling van de cijfers door de Examencommissie worden de resultaten bekend gemaakt via StudentenNet+. De docenten voeren de cijfers in via Docentennet. Binnen 24 uur worden de toetsresultaten zichtbaar in het Onderwijs Informatie Systeem (OIS). De cijfers die zijn ingevoerd in het OIS zijn gekoppeld aan Studentennet+, waardoor de resultaten na invoering ook zichtbaar worden voor de studenten. 2.8.10. Uit het STO 2007 (indicatief, zie 2.3.4) blijkt dat de BI studenten tevreden zijn (rapportcijfer 6,3 op een schaal van tien) over de toetsing. Dat is een verbetering ten opzichte van een in 2005 uitgevoerde nulmeting. De studenten die het auditteam heeft gesproken waren positief over de toetsing en feedback. Docenten waarover studenten minder positief waren zijn inmiddels niet meer betrokken bij de opleiding. Sommige studenten gaven aan de huiswerkopgaven veelal moeilijker te vinden dan de examenopgaven. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: De hogeschool beschikt over een flexibel beoordelings- en toelatingssysteem dat aansluit bij het onderwijsconcept. Via de huidige beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd. Hoewel qua niveau adequaat getuigden de toetsvragen in de regel van weinig creativiteit. 35 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 35
Het beoordelings- en toetsingssysteem kent een procedure van bezwaar en beroep. De tevredenheid van studenten over toetsing over het algemeen voldoende. Op de door de studenten aangegeven verbeterpunten heeft de opleiding gerichte verbeteracties ingezet.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” als voldoende. Naar het oordeel van het auditteam kent de opleiding een programma dat in termen van kennis-, attitude- en competentieontwikkeling aantoonbaar op HBO-niveau is gesitueerd en dat gericht is op het relevante domein. In het huidige programma komen alle te ontwikkelen (eind)competenties aan bod. Door het hele programma te doorlopen kunnen studenten uiteindelijk de geformuleerde eindcompetenties bereiken. Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend. De opleiding heeft een geheel nieuw studieprogramma ontwikkeld. Het auditteam is positief over deze ontwikkeling. De opleiding heeft de studeerbaarheid van het programma voldoende in beeld en zorgt er voldoende voor, dat de studievoortgang van de student zo min mogelijk wordt belemmerd. De opleiding heeft het onderwijsaanbod adequaat afgestemd op de specifieke doelgroep. Hogeschool NTI biedt door het concept van blended learning studenten in hoge mate de mogelijkheid om de opleiding toe te snijden op de eigen behoeften en de eigen werksituatie Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen die de opleiding heeft geformuleerd. De gehanteerde werkvormen sluiten daar bij aan. Via de huidige beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd.
36 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 36
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen HBO; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen 3.1.1. Hogeschool NTI zet bij de uitvoering van de opleiding docenten in verschillende rollen in; hoofddocent, vak- of moduledocent, praktijkdocent, toetsauteur, stage- en scriptieadviseur, mentor (procesbegeleider). Voor elk van de docentrollen is een specifieke functiekaart ontwikkeld, afgeleid van de benoemde rollen in het opleidingsconcept van de hogeschool. De functiekaart eist dat docenten werkzaam zijn (geweest) in de beroepspraktijk. De afdeling ‘Docentenbegeleiding’ screent hierop en overlegt met de diverse partijen. 3.1.2. De opleiding BI beschikt, net als iedere opleiding of cluster van opleidingen binnen Hogeschool NTI, over een hoofddocent die een adviserende rol speelt bij het vaststellen van de inhoud en het programma van de opleiding. De hoofddocent is lid van de examencommissie. Hogeschool NTI streeft in het algemeen naar een plaatsvervangend hoofddocent. Tijdens de implementatie van het vernieuwde curriculum wordt gebruik gemaakt van de expertise van de extern adviseur. Na implementatie beziet de opleiding of een plaatsvervangend hoofddocent noodzakelijk en/of gewenst is. De hoofddocent stuurt de vakdocenten aan die betrokken zijn bij de diverse onderwijseenheden. De vakdocenten voeren een deel van het onderwijs uit en zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van de studenten. Ook corrigeren zij de door de student ingeleverde huiswerkopdracht en voorzien deze van feedback. De praktijkdocenten verzorgen de vaardigheidstrainingen en voor het begeleiden van de studenten tijdens de stage en het afstuderen, zijn er aparte stage- en scriptieadviseurs aangesteld. 3.1.3. Hogeschool NTI geeft het onderwijskundige beleid met betrekking tot de opleidingen vorm door de aparte HBO-unit waarin meerdere onderwijskundigen werkzaam zijn. Het onderwijsmateriaal wordt, met input van de externe vakdocenten, door deze afdeling ontwikkeld. De HBO-unit stuurt de input van de vakdocenten door middel van formats, bijvoorbeeld de formats voor de studiehandleidingen, modulewijzers en toetsen. Hierdoor wordt de continuïteit van de opleidingen geborgd en op een systematische en identieke wijze ontwikkeld en uitgevoerd. 3.1.4. Hogeschool NTI heeft als beleid dat een groot deel van de docenten, naast hun docentschap, in de beroepspraktijk werkzaam is. Dit stelt hen in staat om op een ‘natuurlijke’ manier de actuele beroepspraktijk en zijn probleemstellingen in het programma in te brengen. De opleiding heeft in 2007 een aantal nieuwe docenten aangenomen. Het auditteam heeft tijdens de audit in december 2007 CV’s van docenten ingezien. Het huidige docentencorps bestaat uit veelal academisch gevormde docenten met ruim voldoende ervaring in bedrijfskunde, informatica of BI . Het auditteam maakt uit de CV’s en de gevoerde gesprekken met kerndocenten op dat de docenten een (zeer) goede binding met de beroepspraktijk hebben. Alle docenten hebben naast een betrekking bij NTI ook een betrekking in de beroepspraktijk en in sommige gevallen ook nog een betrekking bij een andere (bekostigde) hogeschool of cursusinstelling. Het docentencorps is naar mening van het auditteam dan ook voldoende op de hoogte van
37 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 37
actuele ontwikkelingen in het werkveld. 3.1.5. De opleiding maakt geen gebruik van gastdocenten. Inbreng uit de actuele beroepspraktijk is naar mening van het auditteam niettemin afdoende verzekerd (zie 3.1.4). 3.1.6. De begeleiding in het kader van stages en afstudeeropdrachten, vindt plaats door docenten in samenwerking met vertegenwoordigers uit de bedrijven waar de student zijn opdracht uitvoert. Deze contacten met zogeheten externe opdrachtgevers zijn in potentie eveneens een belangrijk middel waarmee de docenten een substantiële verbinding met het werkveld leggen. De begeleiding van afstudeeropdrachten is vooralsnog belegd bij de hoofddocent, echter tijdens gesprekken is gebleken dat de ambitie van de opleiding is deze begeleiding in de toekomst ook bij andere kerndocenten te beleggen. Oordeel: voldoende Het auditteam geeft dit oordeel op grond van de volgende observaties: Het beleid van Hogeschool NTI stelt, dat een aanzienlijk deel van het docentencorps, naast hun docentschap, werkzaam dient te zijn in de beroepspraktijk. In de functiekaarten is duidelijk vastgelegd welke HBO-eisen er worden gesteld aan het personeel. Alle docenten werken parttime bij Hogeschool NTI en vervullen daarnaast veelal een betrekking in de relevante beroepspraktijk. Zij verstaan in voldoende mate hun specifieke vak/domein en volgen daarin de ontwikkelingen. De eigen beroepspraktijk kan op deze manier worden ingebracht in de onderwijssituatie. De hoofddocent en externe adviseur bewaken dat er vakdocenten worden aangetrokken met 'relevante praktijkervaring’ en die bewust kiezen voor onderwijs op basis van afstandleren. De beroepspraktijk heeft een aantoonbare en actieve inbreng in de opzet/actualisering en uitvoering van het opleidingsprogramma.
38 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 38
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Bevindingen Het criterium bij dit facet kent een kwantitatieve (wordt er voldoende personeel ingezet) en een kwalitatieve (opleiding met de gewenste kwaliteit) dimensie. Hier wordt ingegaan op het kwantitatieve aspect. Bij de facetten 3.1. en 3.3. komt het kwalitatieve aspect aan de orde. 3.2.1. Per opleiding bewaakt de afdeling docentenbegeleiding van Hogeschool NTI of het aantal moduledocenten voldoet, waarbij docenten zelf aangeven wanneer zij overbelast dreigen te raken. De hoeveelheid docenten per module is afgestemd op het aantal studenten dat huiswerkopdrachten inlevert, de docenten dienen zelf aan te geven wanneer zij niet kunnen voldoen aan de gestelde termijn voor het geven van feedback op het huiswerk. Door het gebruik van de nieuwe digitale leeromgeving kan de opleiding beter monitoren of docenten bijtijds en op het vereiste niveau de studenten van feedback voorzien. Voor de overige docentrollen wordt de kwantiteit bewaakt door de desbetreffende verantwoordelijke persoon binnen de hogeschool in overleg met de hoofddocent c.q. business unit manager. De onderwijsondersteunende processen vinden plaats binnen de hogeschool en daarbij is voldoende organisatorische en onderwijskundige capaciteit. 3.2.2. Hogeschool NTI streeft naar inzetbaarheid van twee docenten per onderwijseenheid. Het auditteam heeft inzage gehad in een op het oude programma betrekking hebben docentenoverzicht. Uit dit overzicht blijkt dat aan elke onderwijsmodule een eerste docent en aan veel modules ook een tweede docent is toegewezen. De opleiding start per 1 januari 2009 met een nieuw opleidingsprogramma. Met het oog op de start van het nieuwe programma heeft NTI het bestaande docentenbestand in 2007 en 2008 gescreend. Hierbij is, door de hoofddocent en extern adviseur, bezien of de docenten kwalitatief en kwantitatief voldoen om het nieuwe programma vorm te geven. Mede als gevolg hiervan is het docentenbestand over een periode van 1½ jaar bezien sterk gewijzigd. Uit de analyse kwam onder meer naar boven dat het docententeam dient te worden uitgebreid met experts op het vakgebied bedrijfskunde. Voor de informatica en computergerichte vakken kan gebruik worden gemaakt van docenten die in 2007, reeds anticiperend op aanpassingen in het programma, zijn aangetrokken. Voor de nieuw ontwikkelde modules (bijv. business Alignment) dient de opleiding nog te screenen in hoeverre deze door het huidige docentenbestand kunnen worden uitgevoerd. Tijdens de audit in juli 2008 is het auditteam gebleken dat nog voor twee modules vacatures open staan. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de opleiding deze vacatures ingevuld krijgt. 3.2.3. Het auditteam heeft een docenten overzicht per 1 augustus 2008 betrekking hebbend op het nieuwe programma opgevraagd. Uit dit overzicht blijkt dat er thans 11 docenten zijn betrokken bij de opleiding BI. Deze docenten nemen ook de modules uit het oude programma voor hun rekening. Het totaal aantal studenten bedraagt 173, het aantal docenten is daarmee ruim voldoende om het programma in te vullen. 3.2.4. De onderwijsondersteunende processen vinden plaats binnen de hogeschool en daarvoor is voldoende capaciteit aanwezig.
39 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 39
Oordeel: voldoende Het auditteam geeft dit oordeel op grond van de volgende observaties: De huidige omvang van de formatie stelt de opleidingen in staat het opleidingsprogramma uit te voeren. Gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten (zie onder facet 3.1en 3.3.) is de opleiding bovendien ruim in staat de gewenste kwaliteit te leveren. Het auditteam heeft aan de hand van de gesprekken en de reeds ontwikkelde documenten en instrumenten geconstateerd dat Hogeschool NTI niet beschikt over een concreet capaciteitsbewakingssysteem. Zij beveelt de hogeschool aan om een dergelijk systeem te ontwikkelen.
40 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 40
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen 3.3.1. Werving en selectie van docenten behoort tot de verantwoordelijkheid van het management. Tevens is er een belangrijke adviserende taak weggelegd voor de hoofddocent bij het aannamebeleid van de opleiding. De hogeschool heeft een aannamebeleid waarin, bij een vacature, eerst bezien wordt of deze intern opgevuld kan worden. Aan de hand van functiekaarten van docenten wordt bezien of deze geschikt zijn om de betreffende vacature te vullen. Bij geen geschiktheid wordt er vervolgens gezocht binnen het netwerk en pas daarna wordt de vacature openbaar en kunnen externe kandidaten reageren. Een belangrijk criterium bij het wel of niet aannemen van docenten is ervaring in de relevante beroepspraktijk en onderwijservaring (in het HBO). 3.3.2. Een belangrijk criterium bij het inzetten van docenten is hun vakinhoudelijke expertise, hetzij op moduleniveau (vakkennis van het betreffende onderwerp) hetzij op het gebied van de beroepspraktijk, bijvoorbeeld voor het begeleiden van stages en afstudeeropdrachten. Docenten worden naast het geven van de lessen ook ingezet om leermiddelen, zoals modulewijzers, te ontwikkelen. 3.3.3. Hogeschool NTI traint docenten desgewenst op de specifieke aspecten van de didactiek van afstandsonderwijs. De hogeschool besteedt extra aandacht aan de digitale didactische competenties van de docenten die het leerproces volgen en monitoren door middel van het verzorgen van een training en het monitoren van de docenten. In oktober 2007 hebben nieuwe docenten (hogeschool breed) een startbijeenkomst gevolgd waaronder een training in het werken met de dlo. Hierbij is een aantal docenten van de opleiding BI aanwezig geweest. Daarnaast heeft Hogeschool NTI met ingang van het voorjaar 2008 een extra medewerker aangetrokken die werkzaam is als beheerder onderwijsapplicaties. Hierdoor kunnen docenten individueel getraind worden zowel op afstand als op locatie van de hogeschool, bijvoorbeeld tijdens docentenbijeenkomsten. Ook heeft de hogeschool een aantal onderwijskundigen in vaste dienst, die ervaring hebben met en specifiek geschoold zijn in het vormgeven van het (competentiegericht onderwijs via) afstandsonderwijs en het onderwijsconcept ‘blended learning’ dan wel het ontwikkelen van studiematerialen. 3.3.4. De kwaliteit van de docenten/begeleiders wordt op dit moment bewaakt door diverse evaluaties. Met de invoering van de nieuwe digitale leeromgeving heeft de hogeschool een extra instrument om de kwaliteit te monitoren aangezien zij op elk moment de wijze van begeleiden kan inzien en daar interventies op kan doen. Bijkomend effect is dat de student op een consistente wijze (vanuit één informatiebron) wordt benaderd. 3.3.5. In 2007 zijn alle docenten beoordeeld aan de hand van functiekaarten. Op grond daarvan heeft de hogeschool verbetermaatregelen opgesteld. Dit heeft voor de opleiding BI geleid tot het aanstellen van nieuwe docenten, ter aanvulling en vervanging van het oude docententeam. Uit dit onderzoek blijkt dat docenten over het algemeen voldoende scoren. Voor een aantal docenten geldt dat ze geen officiële onderwijsbevoegdheid hebben maar wel voldoende ervaring in het verzorgen van onderwijs. 3.3.6. Met de docenten die het auditteam heeft gesproken waren geen functioneringsgesprekken gevoerd. Voor enkele docenten lag dit ook niet in de rede daar zij nog geen jaar als docent aan Hogeschool NTI
41 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 41
verbonden zijn. Het auditteam heeft geen verslagen van andere functioneringsgesprekken ingezien. Docenten zijn zelf verantwoordelijk voor het feit dat ze moeten bijblijven binnen hun vakgebied. Zij kunnen eventuele loopbaan- of scholingswensen aangeven bij het management. Soms is het mogelijk binnen de eigen afdeling vorm te geven aan die wensen, soms moet bij andere afdelingen naar mogelijkheden worden gezocht. Docenten die het auditteam gesproken heeft geven aan dat de betrekking bij Hogeschool NTI niet hun hoofdbetrekking is en dat zij vakinhoudelijke (en didactische) scholing en kennis uit andere bronnen verkrijgen. De hogeschool streeft ernaar om, met name de nieuw aangetrokken docenten, meer te betrekken bij de instelling. Zodoende wordt de band tussen docent en instelling verbeterd. Docenten die het auditteam gesproken heeft waarderen dit streven en geven aan een toegevoegde waarde te zien in periodiek docentenoverleg. 3.3.7. De opleiding hanteert een procedure die studenten betrekt bij de evaluatie van docenten. In het studenttevredenheidsonderzoek wordt gevraagd aan studenten hoe zij de kwaliteit van docenten beoordelen. De studenten beoordelen de docenten met een 6.5 (op een schaal van 10). Relatief positief zijn de studenten over de snelheid van handelen van docenten en het nakomen van afspraak. Minder te spreken zijn de studenten over het meedenkend vermogen en de kwaliteit van de correcties. Verder zijn studenten erg te spreken over de bereikbaarheid en deskundigheid van de mentoren. De studenten die het auditteam heeft gesproken waren positief over de kwaliteit van de docenten. Op enige docenten hadden de studenten kritiek, bijvoorbeeld omdat ingeleverd werk niet snel werd nagekeken, deze docenten zijn niet meer aan de opleiding verbonden. De studenten concluderen hieruit dat de opleiding hun opmerkingen ter harte neemt. Oordeel: voldoende Het auditteam geeft op grond van de voorgaande observaties het volgende oordeel: Hogeschool NTI hanteert een zorgvuldig opgezet aannamebeleid, wat een belangrijk instrument is om de didactische kwaliteit van het docentencorps te borgen. Gelet op de CV’s van de docenten en mede gelet op de informatie die het auditteam tijdens de gesprekken vernam, is het auditteam van oordeel dat de hoofddocent en docenten inhoudelijk gekwalificeerd zijn om hun taken binnen het programma op het gewenste niveau uit te voeren. Hogeschool NTI besteedt aandacht aan de didactische kwaliteiten van de docenten met betrekking tot afstandsonderwijs. De opleiding heeft goed zicht op de aanwezige en vereiste expertise / competenties van docenten. Het auditteam is van mening dat de hogeschool een goed beleid heeft opgezet met betrekking tot de functionerings- en beoordelingsgesprekken. In de praktijk zijn nog geen functionerings- en beoordelingsgesprekken uitgevoerd. Studenten zijn tevreden over de inhoudelijke competenties van de docenten.
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. Kwantitatief is de inzet van personeel op een niveau dat het verzorgen van de opleiding BI met de gewenste kwaliteit mogelijk maakt. Met het oog op de invulling van het nieuwe programma heeft de opleiding het docentenbestand gescreend en een aantal nieuwe (goede) docenten aangetrokken. Kwalitatief is het personeel voldoende gekwalificeerd om de opleiding op het gewenste niveau te realiseren. Uit de CV’s van de docenten blijkt, dat zij qua vakdeskundigheid als qua werkervaring ruim voldoende toegerust zijn om op HBO-niveau hun discipline te verzorgen.
42 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 42
De opleiding besteedt voldoende aandacht aan de digitale didactische kwaliteit van het docentencorps.
43 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 43
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen 4.1.1. De belangrijkste materiële voorziening van Hogeschool NTI is de digitale leeromgeving. Deze digitale leeromgeving wordt ingezet om de ‘blended learning’ componenten (zelfstudie en contactonderwijs) optimaal te ondersteunen. Daarbij heeft Hogeschool NTI gekozen voor een leeromgeving die competentiegericht onderwijs kan ondersteunen. Hogeschool NTI maakt gebruikt van de digitale leeromgevingen Studentnet+ en Fronter. De interactie tussen docent en student vindt grotendeels plaats in de digitale leeromgeving en ook wordt deze gebruikt om (actuele) (studie)informatie voor de student beschikbaar te maken. Door middel van mededelingen en forumberichten kan de student altijd op de hoogte blijven van de ontwikkelingen binnen de opleiding. Hiermee wordt een nadeel van het afstandsonderwijs (het ontberen van sociaal contact en interactie van de student) ondervangen. 4.1.2. Tijdens de (verplichte) Studie en Beroepenoriëntatiedag (SBO) bij aanvang van de studie krijgen studenten informatie en uitleg wat betreft de digitale leeromgeving. Binnen de digitale leeromgeving is er o.a. ruimte voor: mededelingen; forum; CV’s docenten; handige links en bronnen; handleidingen; proefexamens; zelfstudieopdrachten; leertaken/huiswerkopdrachten; portfolio. Ook oud-studenten hebben straks inzage in hun digitale leeromgeving, dit in het teken van ‘een leven lang leren’. 4.1.3. De hogeschool beschikt over een aantal lokalen voor het verzorgen van de praktijktrainingen en het afnemen van de ‘paperbased’ examens. 4.1.4 Het auditteam geeft de opleiding ter overweging mee aan om ter verdere verdieping van de module Trendwatching de mogelijkheden te verkennen om, eventueel samen met andere hoger onderwijsinstellingen, toegang te verkrijgen tot gegevens uit de Gartner database. 4.1.5. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten tevreden zijn over StudentenNet+ en Fronter. Deze worden gewaardeerd met respectievelijk een 7 en een 6.3. Ondanks deze voldoende geven studenten aan dat de inzet van de dlo nog voor verbetering vatbaar is. Zo kan er naar de mening van studenten effectiever gebruik worden gemaakt van de dlo, bijvoorbeeld door meer docenten via de dlo te laten communiceren.
44 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 44
De opleiding is bekend met deze kritiek en heeft overleg geïnitieerd waarbij wordt bezien in hoeverre de dlo bij de opleiding BI op constructieve wijze kan worden ingezet voor overleg en ontwikkeling. Voorts heeft de opleiding aangegeven minimaal 1 of 2 (beroeps)specifieke casussen te ontwikkelen waarbij studenten gebruik moeten maken van actuele artikelen die in de dlo staan. Oordeel: voldoende Het auditteam geeft dit oordeel op grond van de volgende observaties: Het auditteam heeft zich aan de hand van de gesprekken en de reeds ontwikkelde documenten ‘Naar Blended Learning en Competentiegericht Opleiden’ en notitie ‘Inzet Digitale Leeromgeving 2007’ een beeld kunnen vormen van het ingezette beleid. De digitale leeromgeving die hiervoor wordt ontwikkeld en ingezet, lijkt een mooi en bruikbaar instrument te zijn/ worden om ervoor te zorgen dat Hogeschool NTI de uitvoering van het onderwijsprogramma (ook op de langere termijn) kan realiseren. Studenten zijn tevreden over de informatievoorziening, het Studentennet+ en Fronter.
45 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 45
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen 4.2.1. Het studentvolgsysteem wordt vormgegeven door het geïntegreerde gebruik van het administratieve systeem (Onderwijs Informatie Systeem OIS) en de digitale leeromgeving. De mentor kan de studentresultaten in het administratiesysteem en in de digitale leeromgeving raadplegen om te zien hoe de student vordert. Het OIS biedt inzicht in de geregistreerde cijfers, waardoor duidelijk wordt welke opdrachten zijn afgerond en welke opdrachten nog moeten worden ingediend. Met ‘inactieve’ studenten (studenten die niets hebben ingeleverd) wordt door de mentor contact opgenomen. 4.2.2. Tijdens een (verplichte) SBO-dag bij aanvang van de studie ontwikkelt de student een studieplan, dat tevens als input dient voor het kennismakingsgesprek met de mentor. Het studieplan is een uitwerking van de functionaliteit ‘Persoonlijk Ontwikkelingsplan’ (POP) in de digitale leeromgeving. Studenten, waaronder de eerstejaars studenten die het auditteam heeft gesproken, zijn zeer tevreden over de introductiedag. 4.2.3. Direct aanspreekpunt bij de opleidingen is de mentor. Studenten kunnen met al hun vragen rond de organisatie van de opleiding bij hem terecht, bijvoorbeeld voor: alle praktische zaken die zich tijdens de studie voordoen; informatievoorziening over de opleiding; advies; het maken van een persoonlijk studieplan; het begeleiden bij het volgen van het persoonlijk studieplan. Het contact met de mentor verloopt via e-mail en de dlo. Deze middelen bieden de student de mogelijkheid om op elk moment een vraag te stellen. In bijzondere gevallen is telefonisch contact of een persoonlijk gesprek mogelijk. Alle vragen met betrekking tot de inhoud van de opleiding zullen door de mentor aan de hoofddocent worden voorgelegd. In het studenttevredenheidsonderzoek worden mentoren ruim voldoende gewaardeerd. De ouderejaars studenten die het auditteam heeft gesproken bleken positief over de invoering van mentoren door NTI. Zij beschouwen deze als zeer waardevol en als eerste contactpersoon voor vragen inzake tentamens en praktijktrainingen. 4.2.4. De mentor neemt eenmaal per drie maanden contact op met de student (de zgn. kwartaalgesprekken). Tijdens het contact met de student komt een aantal vaste onderwerpen aan de orde m.b.t. de studievoortgang. De afspraken van de vorige keer op deze punten worden geëvalueerd en nieuwe afspraken worden in een digitaal gespreksformulier (het memoscherm van OIS) vastgelegd. Per student ontstaat zo een digitaal dossier, waarin de inhoud van de studievoortgangcontacten wordt bijgehouden en van waaruit ook de concrete studieresultaten te raadplegen zijn. De mentor neemt tevens contact op met de studenten na het niet behalen van een tentamen of het niet komen opdagen bij tentamens. Studenten hebben aan het panel aangegeven daadwerkelijk pro-actief door
46 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 46
mentoren te zijn benaderd en zeker de eerstejaars waardeerden deze alerte opstelling van de hogeschool. 4.2.5. De student mag de studieduur van zijn of haar opleiding (kosteloos) verlengen. Er kunnen dringende redenen zijn die leiden tot een vertraging van het studieprogramma en/of het inleveren van de opdrachten. Wanneer dit het geval is (of dreigt te worden), dient de student hierover contact op te nemen met de mentor. De mentor zal dan samen met de student nagaan of er mogelijke alternatieven voor verdere voortgang zijn. In alle gevallen moet rekening worden gehouden met een maximale studieduur, gerekend vanaf de datum dat het studiepakket in ontvangst is genomen. 4.2.6. De hogeschool voert voor haar opleidingen een eenduidig informatiebeleid. De informatievoorziening naar studenten gebeurt op centraal niveau waar het kan, en op opleidings- of individueel niveau waar het moet. Studenten worden op verschillende wijze van informatie voorzien. De basis wordt gevormd door de studiegids en de digitale leeromgeving. Via de dlo kunnen studenten alle informatie over de studie vinden: studiegids, studiewijzers, roosters, CV’s docenten, handige links en bronnen, proefexamens, zelfstudieopdrachten, huiswerkopdrachten en toetsuitslagen. De dlo wordt ook gebruikt voor de communicatie tussen studenten onderling, docenten en opleiding, bijvoorbeeld voor mededelingen aan alle studenten (zoals roosterwijzigingen) en om oproepen te doen. De studiehandleiding is consistent met het beroeps- en opleidingsprofiel. In een goed leesbare tekst wordt op adequate wijze informatie gegeven over alle facetten van de opleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam geeft dit oordeel op grond van de volgende observaties: De studiebegeleiding vindt gestructureerd plaats via de digitale leeromgeving. De digitale leeromgeving functioneert tevens als studievoortgangbewakingssysteem. De studieloopbaanbegeleiding is gedifferentieerd naar de behoefte van de studenten. De basis is dat studenten in principe verantwoordelijk zijn voor hun eigen studie en leerproces. De omvang en de intensiteit van de begeleiding hierbij wisselt dan ook per student. In de mentor hebben alle studenten een direct aanspreekpunt bij de hogeschool. De studenten waarderen de mentoren met een ruime voldoende. De communicatie (inclusief de informatievoorziening richting studenten) is efficiënt geregeld.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” als voldoende De digitale leeromgeving is toereikend en maakt het mogelijk om het onderwijsprogramma via het door Hogeschool NTI gewenste didactisch concept uit te voeren. De dlo maakt het mogelijk om de traditionele isolatie van de ‘afstandsstudent’ te doorbreken en allerlei vormen van communicatie en samenwerking in het onderwijs te integreren. De dlo is zodanig opgezet, dat het fungeert als studentvolgsysteem dat de docent en/of mentor in staat stelt tijdig studievertraging van de student te signaleren. De studieloopbaanbegeleiding is gedifferentieerd naar de behoefte van de studenten. Het uitgangspunt is de zelfsturendheid van de student. Het auditteam acht dit passend, gezien het karakter van de onderwijsvisie van Hogeschool NTI.
47 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 47
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Bevindingen 5.1.1. Binnen de hogeschool is er een medewerker ‘Kwaliteitszorg en Innovatie’ aangesteld, die mede de kwaliteit van het onderwijs bewaakt. Hogeschool NTI investeert momenteel veel in kwaliteitsmanagement. De implementatie van het vernieuwde kwaliteitszorgstelsel is succesvol afgerond en is samen met het opleidingsconcept gepresenteerd aan NVAO-afgevaardigden op 7 april 2008. Het CIPP-model (context, input, proces, product) is herzien naar de wensen zoals geformuleerd in het projectplan. De wenselijke kenmerken van het INK-model (PDCA, integrale kwaliteitszorg) zijn geïntegreerd in het kwaliteitszorgbeleid door structurele verbeterrapportages (per kwartaal) vanuit de afdelingen. 5.1.2. Opleidingen van Hogeschool NTI worden periodiek geëvalueerd aan de hand van diverse tevredenheidsonderzoeken. De enquêtes worden ontwikkeld en digitaal uitgezet via het enquêteprogramma Questback. Er wordt jaarlijks een studenttevredenheidsonderzoek (STO) afgenomen onder de BI studenten. Het STO biedt de voornaamste input voor het genereren van verbeterpunten en actieplannen voor het jaar. Naast het STO worden er enquêtes uitgezet om de tevredenheid te meten met betrekking tot de examinering, praktijktrainingen en (in de toekomst) de stage- en afstudeerfase. In alle tevredenheidsonderzoeken geldt het streven van 75% tevredenheid met betrekking tot de voorgelegde onderwerpen. Een rapportcijfer 7 wordt als ruim voldoende resultaat beschouwd. Als er minder dan 75% tevredenheid wordt gescoord op een bepaald onderwerp , maar desondanks bijvoorbeeld wel een 7, worden er verbeteracties geformuleerd. 5.1.3. De hogeschool heeft in 2005 een nulmeting gehouden met betrekking tot de door de studenten ervaren kwaliteit van de opleidingen. Er valt op te merken, dat er in 2006 en 2007 ten opzichte van de nulmeting in 2005 een verbetering in kwaliteit wordt geconstateerd door de studenten (naast de medewerkers en docenten zelf). Vrijwel alle onderwerpen worden positiever beoordeeld ten opzichte van de enquêteresultaten in 2005. Eerder (zie 2.3.4) refereerde het auditteam al aan het feit dat de respons in het STO 2007 met 12% aanleiding is om deze resultaten enkel als indicatief te beschouwen. 5.1.4. De hogeschool beschikt over een bezwaar- en beroepsprocedure. Deze procedures en reglementen zijn beschreven en te allen tijde opvraagbaar via het kwaliteitshandboek, StudentenNet+, Fronter of de persoonlijke mentor. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Er wordt binnen de hogeschool op verschillende niveaus op kwaliteit gemeten. In het kader van de kwaliteitscyclus kent de opleiding BI een kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorgstelsel. Het auditteam is van mening, dat Hogeschool NTI veel evalueert en dan voornamelijk via het
48 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 48
studenttevredenheidsonderzoek en studentevaluaties. Het auditteam acht het van belang om ook op andere manieren aan data te komen om het beeld compleet (breder) te maken. Het voornemen van de hogeschool om ook alumni en werkveld te betrekken bij de evaluaties (zie facet 5.3) juicht het auditteam toe. Hogeschool NTI investeert momenteel veel in kwaliteitsmanagement. Met de komst van de nieuwe medewerker Kwaliteitszorg en Innovatie en de implementatie van een nieuw kwaliteitssysteem heeft de hogeschool stappen gezet om kwaliteitszorg structureel in te bedden in de organisatie. Het auditteam heeft vastgesteld, dat er voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld om uitvoering van verbetermaatregelen te faciliteren om zodoende de kwaliteit van opleidingen te borgen dan wel te verbeteren.
49 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 49
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen 5.2.1. Zowel op hogeschoolniveau als op opleidingsniveau vormen periodiek evaluaties mede de basis voor verbetermaatregelen. Concrete verbetermaatregelen uit het verbeterplan op hogeschool niveau zijn bijvoorbeeld: Informatie richting studenten via website en studiegids dienen geaccordeerd te worden door de Business Unit Manager HBO, dit in het kader van het borgen volledigheid en juistheid informatie. De ontwikkeling en inzet modulewijzers ter vervanging van de oude lesroosters. Het aanscherpen modulewijzer door de leerdoelen waarnodig scherper te formuleren. De ontwikkeling/inzet docent beoordelingsprofielen om match tussen functiekaart en docentcompetenties inzichtelijk te maken. De verplichte Studie- en Beroepen oriëntatiedag voor studenten bij aanvang opleiding. De opzet van een pilot ‘’competent afstuderen’’ en implementeren van deze pilot binnen alle opleidingen aangeboden door de hogeschool. 5.2.2. Naast deze algemene maatregelen die door de hogeschool worden ingezet, heeft de opleiding ook specifiek opleidingsgerichte verbetermaatregelen opgesteld naar aanleiding van evaluaties. Deze zijn, tezamen met toepasselijke hogeschool brede verbetermaatregelen, opgenomen een document ‘’evaluatie enquête resultaten HEAO BI 2007’’. Concrete verbetermaatregelen genoemd in dit document zijn bijvoorbeeld: Inzet van nieuwe literatuur binnen een aantal modules. Screening en herziening van het docententeam. Aantrekken van een extern adviseur ter ondersteuning bij ontwikkeling nieuw programma. Versterken communicatie met stakeholders via digitale nieuwsbrieven. 5.2.3. Het team heeft geconstateerd dat NTI belangrijke stappen heeft gezet richting een goede opleiding Bedrijfskundige Informatica. Tijdens de audit in december 2007 heeft het auditteam geconstateerd dat de effecten van ingezette verbetermaatregelen deels niet meetbaar waren. Recente verbeteracties en verbeteracties uit het verleden (op basis van STO en evaluaties van examens) bleken niet systematisch bijeengebracht in een document waarin de onderlinge samenhang van de verschillende aspecten en de monitoring van de effecten van de acties werden geborgd. Het auditteam heeft de opleiding de mogelijkheid geboden een integraal verbeterplan op te stellen en additionele documentatie aan te leveren. De opleiding heeft een aanvulling op de Management Review en onderliggende documentatie aangeleverd. In deze documenten worden recente en voorgenomen verbeteracties nader uitgewerkt en is benoemd tegen welke termijnen en onder verantwoordelijkheid van welke actoren implementatie dient te geschieden. Het auditteam acht het verbeterplan haalbaar en heeft geconstateerd dat de uitvoering van het verbeterplan conform de tijdsplanning verloopt. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: De uitkomsten van periodieke evaluaties op hogeschool niveau worden aantoonbaar vertaald in concrete, en veelal meetbare en haalbare verbeterdoelstellingen.
50 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 50
De uitkomsten van periodieke evaluaties op opleidingsniveau werden aantoonbaar vertaald in concrete, en veelal meetbare en haalbare verbeterdoelstellingen. Naar mening van het auditteam waren de effecten van ingezette verbetermaatregelen vorig jaar niet meetbaar. Verbeteracties bleken niet systematisch bijeengebracht in een document waarin de onderlinge samenhang van de verschillende aspecten en de monitoring van de effecten van de acties werden geborgd. De opleiding heeft van de door het auditteam aangeboden mogelijkheid gebruik gemaakt om alsnog deze documenten aan te leveren. Naar mening van het auditteam is de aangeleverde documentatie adequaat. De verbetermaatregelen worden thans vertaald naar concrete verbeteracties die aantoonbaar zijn of worden geïmplementeerd.
51 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 51
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Bevindingen 5.3.1. Hogeschool NTI betrekt diverse partijen bij de evaluatie van het onderwijsprogramma. In de huidige situatie ligt de nadruk op het evalueren onder de studenten. Zoals uit de bevindingen onder facet 5.1. blijkt, worden in het kader van de Kwaliteitszorg uitgevoerde evaluaties alleen de studenten systematisch betrokken. Deze onderzoeken en enquêtes leveren evaluatieve gegevens op met betrekking tot vele kwaliteitsbepalende aspecten van de verschillende opleidingen. 5.3.2. De opleiding heeft de ambitie het werkveld (stage- en scriptiebedrijven en werkgevers toekomstige alumni) actiever te betrekken bij evaluaties van het onderwijsprogramma. Betrokkenheid van het afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg van de hogeschool en de opleidingen is geregeld door het operationeel zijn van de beroepenveldcommissies. Door middel van een werkveldtevredenheidsonderzoek wil de opleiding in najaar 2008 onderzoeken of de geformuleerde en behaalde beroepscompetenties van de afgestudeerden aansluiten op het werkveld; hiermee wordt het netwerk dat betrokken is bij het opstellen en evalueren van het beroepsprofiel en de eindkwalificaties verder uitgebreid. 5.3.3. Hogeschool NTI ontwikkelt een alumnibeleid en een alumnivolgsysteem. Voornemen is om toekomstige alumni jaarlijks te benaderen met een enquête. Een aantal van de onderstaande zaken is zal worden uitgewerkt in de loop van 2008: oud-studenten hebben levenslang toegang tot dlo en digitaal portfolio; jaarlijkse alumnidagen en specifieke workshops en seminars voor alumni; stimuleren van vervolgopleidingen; stimuleren van opleidingen door huisgenoten, vrienden en familie van alumni; e-nieuwsbrieven en gratis abonnement op het Magazine Studie-update; betrokkenheid bij het evalueren van de beroepsrelevantie en kwaliteit van de opleidingen; carrièrehulp. 5.3.4. Er vindt geen structureel medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. Medewerkers kunnen via de hoofddocent hun (on)tevredenheid uitspreken. 5.3.5. De enquêteresultaten worden gedeeld met alle direct betrokkenen (Business Unit Manager, opleidingscoördinatie, toetscoördinatie, onderwijsondersteuning, hoofd- en vakdocenten, praktijkdocenten etc.) en zij hebben een actieve bijdrage bij de uitvoering van de verbetermaatregelen. Hogeschool NTI heeft als voornemen om ook studenten en het werkveld beter te informeren over de enquêteresultaten, verbeteracties en/of ontwikkelingen in de opleiding. Een eerste stap hierin is het informeren van alle beroepenveldcommissies door een gezamenlijke digitale nieuwsbrief. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties:
52 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 52
Het auditteam is van mening, dat de Hogeschool NTI in haar beleid duidelijk heeft aangegeven met welke verschillende groepen er overlegd moet worden over de interne kwaliteitszorg. In de praktijk blijkt dat deze overleggen nog niet overal daadwerkelijk plaatsvinden of nog moeten worden gestart. Het auditteam heeft er vertrouwen in, dat medewerkers, studenten, toekomstige alumni en het beroepenveld actief zullen worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Omdat de uitvoering van het beleid nog niet met alle partijen structureel plaatsvindt, kan het auditteam nog geen oordeel geven over het effect van het betrekken van medewerkers, beroepenveld en alumni bij de interne kwaliteitszorg.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” als voldoende. Hogeschool NTI heeft naar de mening van het auditteam een adequaat mechanisme ontwikkeld, dat ervoor zorg draagt dat er systematisch wordt geëvalueerd en dat er op basis van de evaluatieresultaten verbeteracties worden ingezet. De principes van de PDCA cyclus worden hierbij toegepast. De opleiding betrekt voornamelijk studenten en docenten (op informele en formele wijze) bij de interne kwaliteitszorg en heeft aangegeven dat toekomstige alumni en het afnemend beroepenveld in de toekomst in voldoende mate betrokken zullen worden bij de organisatie en de inhoud van de opleiding. De instelling en opleiding voert na elke toetsperiode evaluaties uit, analyseert deze en formuleert op basis hiervan verbetermaatregelen. Het auditteam is van mening dat opleidingsspecifieke verbeterplannen, zoals in 2008 geformuleerd voor de opleiding BI, ook leidend dienen te zijn bij het vormgeven en implementeren van verbeterbeleid. De uitvoering van de verbeterplannen neer is gelegd bij de verschillende verantwoordelijken (zoals de hoofddocent). De uitvoering wordt structureel bewaakt door de kwaliteitsmanager die daarover rapporteert aan de directeur HBO.
53 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 53
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Bevindingen Om een antwoord te krijgen op de vraag of de feitelijke gerealiseerde eindkwalificaties overeenkomen met de nagestreefde eindkwalificaties, is het auditteam nagegaan of, en zo ja hoe, de opleiding het beroepenveld daarbij betrekt en tot welke conclusie dat heeft geleid. Voorts heeft het auditteam een aantal concepteindwerkstukken ingezien om zich een oordeel te kunnen vormen over het door de opleiding gerealiseerde niveau. 6.1.1. Sinds 2006 heeft Hogeschool NTI als permanent aandachtspunt het verhogen van de kwaliteit van de afstudeeropdrachten geformuleerd. Zij onderschrijft de mening van het auditteam dat vooral het uiteenzetten van een relevant theoretisch kader aan de hand van een heldere probleemstelling en het voldoende toepassen van onderzoeksmethoden en technieken voor veel studenten een lastige opgave blijkt en blijft. Om de kwaliteit van de afstudeerwerkstukken te verhogen heeft de hogeschool de pilot ‘Competent afstuderen’ ingevoerd. De student krijgt extra scriptiebegeleiding die moet bijdragen aan het gedegen en soepel verlopen van de afstudeerfase en aan scripties op een hoger niveau. De pilot heeft ervoor gezorgd dat in het afstudeerproces een aantal controlemomenten zijn ingebouwd: de student levert bij de scriptieadviseur (een docent speciaal geselecteerd op kennis van het werkveld en onderzoek) achtereenvolgens in: een plan van aanpak, waarbij een aanzet van de inhoudsopgave en een relevante en opleidingsspecifieke literatuurlijst dient te worden opgenomen; een uitwerking van het inleidende hoofdstuk, waarin de probleemstelling en de context (aanleiding en organisatie) worden toegelicht; een eerste concept; een tweede concept. Deze tweede conceptversie is te beschouwen als een ‘bijna definitieve versie’. In elk van de bovengenoemde fasen krijgt de student feedback van tenminste de scriptieadviseur. De probleemstelling wordt beoordeeld door de scriptieadviseur en de hoofddocent (of een andere (externe) vakinhoudelijke expert). De scriptieadviseur beoordeelt voorts de tussentijdse concepten. De scriptieadviseur en de hoofddocent (of een andere (externe) vakinhoudelijke expert)bezien of de student kan worden uitgenodigd voor het eindgesprek waarmee het afstudeertraject wordt afgesloten. De student ontvangt een beoordeling van de scriptieadviseur en de hoofddocent (of een andere (externe) vakinhoudelijke expert) voor de afstudeerfase op grond van het afstudeerwerkstuk en het eindgesprek. De bruikbaarheid van het product voor de beroepspraktijk wordt bewaakt, doordat de opdrachtgever (scriptiebegeleider) zijn fiat moet geven aan het geleverde werk. Voor studenten in hun afstudeerfase is een speciale ruimte ingericht op de digitale leeromgeving waarin zij elkaar via een forum (interactief digitaal prikbord) van feedback kunnen voorzien en waar scriptieadviseurs adviezen en tips kunnen geven.
54 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 54
De studenten die het auditteam in juli 2008 heeft gesproken spraken hun waardering uit voor de geboden begeleidingsmogelijkheden en de inhoudelijke kwaliteit van de begeleiding (door de hoofddocent (als scriptieadviseur) en extern adviseur). In de toekomst wil de hogeschool het afstudeertraject nog verder verbeteren, door (vraaggestuurd) meer begeleiding aan te bieden, in de vorm van extra vragenuurtjes en afstudeerkringen. Hiermee heeft de hogeschool een experiment uitgevoerd in de periode oktober – december 2007. 6.1.2. De hogeschool heeft beleid opgesteld dat gebruik van voldoende bronnen uit het werkveld om informatie over het gerealiseerde (eind)niveau te verkrijgen moet garanderen. Deze informatie moet laten zien dat het beroepenveld (stagebiedende organisatie, de externe opdrachtgevers) het gerealiseerd niveau als voldoende beschouwt in relatie tot de eisen die het stelt aan de competenties van een beginnende BI’er. Aan het einde van de opleiding zijn vertegenwoordigers uit het beroepenveld (externe opdrachtgevers) in de regel betrokken bij de afstudeeropdrachten die door de studenten zijn uitgevoerd (zie 6.1.1. hierboven). Het auditteam heeft voor de opleiding BI de betrokkenheid van het beroepenveld bij en het oordeel over het gerealiseerde niveau niet kunnen valideren omdat de in juli 2008 bestudeerde afstudeerwerkstukken zich nog niet in de fase (eindgesprek) bevonden waarbij vertegenwoordigers uit het beroepenveld zijn betrokken. Het auditteam gaat er van uit dat, gezien het hogeschoolbreed ontwikkelde en geïmplementeerde beleid, de opleiding in de toekomst het werkveld betrekt bij het vormen van een oordeel over het gerealiseerde niveau en geeft ter overweging aan de opleiding BI mee dat op dit punt ook een rol kan zijn weggelegd voor de beroepenveldcommissie. 6.1.3. Naar de mening van het auditteam werkt het bij een aanzienlijk deel van de Hogeschool NTI studentenpopulatie in het voordeel dat men al in een informatica omgeving werkzaam is, waardoor deze studenten al kennis en in het bijzonder vaardigheden hebben. De combinatie van een afstudeerproject en een advies / realisatieproject van het bedrijf van de student levert onmiskenbaar voordelen op, maar soms ook conflicten vanwege de verschillende doelstellingen. De onderbouwing met theorie, literatuur en achtergronden die de studie vereist, kan nogal eens in conflict komen met de snelheid waarmee een bedrijf de resultaten wil zien en effectueren. De huidige afstudeerpopulatie komt voornamelijk uit de ‘’IT hoek’’ en wil met de BI studie het bedrijfseconomisch inzicht vergroten en dat kunnen combineren met de IT. De opleiding heeft met zijn nieuwe opzet daarop ingespeeld en het bedrijfseconomische stuk van de opleiding versterkt. 6.1.4. Tijdens de audit in december 2007 heeft het auditteam één afstudeeropdracht en een tweetal plannen van aanpak in kunnen zien. De afstudeeropdracht werd, hoewel door de opleiding gekwalificeerd als voldoende, door de externe leden van het auditteam als onvoldoende aangemerkt. Over de opdracht werd door het auditteam opgemerkt dat deze veel theorie beschrijft, maar in feite niet toepast. De scriptie is daardoor niet op het niveau wat van een HBO-bachelor BI mag worden verwacht. Eén plan van aanpak werd door het auditteam van voldoende niveau geacht maar was naar mening van het team teveel richting informatica georiënteerd en had dientengevolge beter gepast als afstudeerwerkstuk binnen een opleiding Technische Informatica. Het andere plan van aanpak betrof een opdracht die te weinig (adviserende) diepgang had voor een BI afstudeeropdracht. De hoofddocent zag, desgevraagd, als een belangrijk verbeterpunt de begeleiding van afstudeerders en het
55 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 55
verbeteren van de tekortkomingen. Het auditteam heeft voor de aanvullende audit in juli 2008 enkele scripties in conceptvorm in kunnen zien. De aangeleverde scripties, al dan niet in een eindstadium van uitwerking geven naar mening van het auditteam een goed beeld van het niveau van de vraagstelling en de kwaliteit van de (verwachte) uitwerking. In de bestudeerde concepten zitten nog onvolkomenheden, die naar de mening van het auditteam op basis van de tussentijdse beoordeling en bespreking met de student door de scriptieadviseur nog zullen worden aangepakt. De nieuwe (concept) scripties geven een positief beeld over het niveau van afstuderen. De bestudeerde werkstukken geven wat betreft probleemstelling blijk van voldoende diepgang en complexiteit. Het kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBO-studenten mag en moet worden geëist, wordt duidelijk aangewend bij het realiseren van de afstudeerwerkstukken. In de concepten is een degelijke reflectie op de onderzoekskant aanwezig. De koppeling tussen theorie en praktijk wordt op een adequate manier gemaakt. Op basis van de ingevoerde pilot ‘Competent afstuderen’ en op basis van de kwaliteit van de in juli 2008 door het auditteam beoordeelde concepten spreekt het auditteam zijn vertrouwen uit in het verwachte eindniveau van de afstudeerders. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Het auditteam heeft niet kunnen valideren dat het beroepenveld het gerealiseerde niveau als voldoende beschouwt in relatie tot de eisen die het stelt aan de competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen het bedrijfskundige informatica domein. Het auditteam heeft er echter vertrouwen in dat in de zeer nabije toekomst het beroepenveld wel wordt geconsulteerd. Eigen waarneming van concept-afstudeerwerkstukken heeft tot een voldoende oordeel geleid. Het auditteam ziet de in gang gezette verbeteringen/ontwikkeling (de pilot) zeker terug in de afstudeerwerkstukken en is de overtuiging toegedaan dat de opleiding hierdoor het theoretische eindniveau verder zal verhogen.
56 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 56
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen 6.2.1. Het onderwijsrendement wordt door Hogeschool NTI niet op dezelfde wijze geoperationaliseerd als de reguliere onderwijsvormen dat doen. Niet elke student streeft immers een diploma na en naast kwantitatieve gegevens zijn kwalitatieve gegevens nodig om het onderwijsrendement vast te stellen. Voor de studenttevredenheidsonderzoeken hanteert Hogeschool NTI een streefcijfer van 75%. Voor het uitvalpercentage hanteert NTI een streefcijfer van maximaal 20% uitval. Daarnaast hanteert Hogeschool NTI een streefcijfer van 50% aantoonbare actieve studenten. 6.2.2. Hogeschool NTI heeft in 2007 een nulmeting gehouden met betrekking tot het rendement. Zij ontwikkelt streefcijfers voor het rendement van de propedeuse en de hoofdfase rekening houdend met de specifieke doelgroep van het NTI. 6.2.3. Uit het Choice-onderzoek van 2006 blijkt dat de opleidingen van Hogeschool NTI goed scoren ten opzichte van de landelijke percentages. Wat betreft de totaalscore van de opleidingen komt het gemiddelde van Hogeschool NTI boven of overeen met de landelijke gemiddelde scores. 6.2.4. Rendementanalyse opleiding BI: Inschrijvingen
Annuleringen
35 44 35 44 15 173
9 11 14 5 1 40
Prop
Actief
.gehaald 2003 2004 2005 2006 2007 Totaal
8 3 0 2 0 13
Diploma
Annulering
uitgereikt
6 10 8 18 15 57
0 0 0 0 0
Prop.
Actief
Diploma (in %)
(in %)
(in %)
(in %)
25,71% 25,00% 40,00% 11,36% 6,67% 23,12%
22,86% 6,82% 0,00% 4,55% 0,00% 7,51%
17,14% 22,73% 22,86% 40,91% 100,00% 32,95%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Voor de opleiding BI geldt dat in 2007 de studenttevredenheid ligt op 70%. Het uitvalpercentage ligt op 23% en het percentage actieve studenten op 33%. De voorlopige cijfers voor 2008 laten een lichte stijging van het propedeuse rendement (10%) en het percentage actieve studenten (44%) zien. De opleiding voldoet niet aan de gestelde streefcijfers voor wat betreft studenttevredenheid, uitval van studenten en aantoonbaar actieve studenten. 6.2.5. De opleiding is er zich terdege van bewust dat de rendementscijfers zowel in absolute zin als in relatie tot de streefcijfers verbetering behoeven. De opleiding heeft een verbeterplan opgesteld. Uitgangspunt is daarbij dat door het verhogen van de studenttevredenheid, onder andere door het verhogen van de kwaliteit van het lesmateriaal en het aanpassen van het programma aan de actuele ontwikkelingen, en het beter faciliteren van de studiebegeleiding door middel van de diverse voorzieningen (dlo, digitaal studieplan) het percentage actieve studenten dient toe te nemen.
57 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 57
Tijdens de gesprekken met het managementteam en de hoofddocent is gebleken dat men zich bewust is van de gevaren van de vrijblijvendheid . Immers slechts 33% van de studenten in 2007 is actief, slechts een zeer laag percentage heeft de propedeuse gehaald (8%) en een deel van de al enige tijd actieve studenten heeft nog geen propedeuse behaald. De opleiding wijst erop dat de studie een hoge mate van zelf-discipline van de studenten vraagt. Een stelling die wordt onderschreven door de studenten die het auditteam heeft gesproken. Het auditteam wenst erop te wijzen dat bij de opleiding BI van Hogeschool NTI is gebleken dat de opleiding en afstudeerfase een aanzienlijke doorlooptijd vraagt. Naar de mening van het auditteam wordt deze doorlooptijd mede veroorzaakt door privé-omstandigheden waarmee de veelal al oudere student (al dan niet met een gezin) wordt geconfronteerd. De stelling dat bij het afstandsonderwijs veel discipline van de student en zijn achterban nodig is om de studie tijdig af te ronden onderschrijft het team dan ook. Een deel van de rendementscijfers lijkt te kunnen worden verklaard doordat een deel van de studenten bij de opleiding BI in het verleden slechts enkele erkende deelcertificaten (AMBI, ITracks) wilde behalen, maar in de statistiek wel worden meegenomen als volledige HBO-student. Het feit dat de opleiding BI tegenwoordig reageert op het uitblijven van resultaten, terwijl in het verleden dat aan de verantwoordelijkheid van de student werd overgelaten stemt het auditteam positief. De verwachting is dat deze geïntensiveerde aandacht voor de student en het nieuwe “blended learning”concept tot betere resultaten zal leiden. Verbeteringen zijn inmiddels aangebracht door verplichte startdagen te houden waarin studiebelemmerende factoren per individu worden besproken. De opleiding (en de hogeschool) streeft ernaar zowel studenten als docenten meer bij de opleiding te binden, dit streven en realiseren van dit streven moet uiteindelijk leiden tot stijgende rendementen. Oordeel: voldoende Het auditteam komt tot dit oordeel op grond van de volgende observaties: Met betrekking tot het facet ‘onderwijsrendementen’ heeft het auditteam geconstateerd dat het formuleren van kengetallen en streefcijfers op centraal niveau heeft plaatsgevonden. Op de meeste punten worden de door de hogeschool opgestelde streefcijfers en –rendementen, met betrekking tot uitval en actieve studenten, door de opleiding BI niet gerealiseerd. De opleiding heeft een analyse en verbeterbeleid geformuleerd om de rendementscijfers te verbeteren. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de ingezette verbetermaatregelen, tezamen met de herziening van het programma en de intensivering van de begeleiding, positief zullen doorwerken in de rendementen van de opleiding. De voorzichtige stijging in de voorlopige cijfers voor 2008 lijkt hiervoor ook een indicatie te geven.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” als voldoende. Het gerealiseerde niveau heeft aantoonbaar het niveau dat wordt nagestreefd. De hogeschool en de opleiding BI werken aan verbetermaatregelen tot verbetering van het rendement.
58 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 58
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO bacheloropleiding BI deeltijd/afstandsonderwijs HBO BACHELOR OPLEIDING Bedrijfskundige Informatica Deeltijd/afstandsonderwijs
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding
V
1.1. Domeinspecifieke Eisen
V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
V
2. Programma
V
2.1. Eisen HBO
V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
V
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
V
2.8. Beoordeling en Toetsing
V
3. Inzet van Personeel
V
3.1. Eisen HBO
V
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
V
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
V
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
V
59 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 59
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool NTI verzorgde deeltijd variant van de HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO.
60 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 60
BIJLAGE I: auditoren
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring
R.B. van der Herberg Drs. Ruud van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijke verzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen (v)mbo en brancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Tevens had hij vanuit deze functie nauwe contacten met partijen als gemeente, provincie en bedrijfsleven. Ruud was lid van de stuurgroep Stratego van de provincie Utrecht. Deze stuurgroep monitort het toelatingsbeleid en de afspraken over leerlingenstromen tussen de stad Utrecht en de regio Utrecht. Hij is als externe deskundige betrokken bij audits in het beroepsonderwijs (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezet onderwijs. Hij is voorzitter a.i. van de stuurgroep dieptepilot Academische Opleidingsschool Utrechts Model van de Hogeschool Utrecht en een twaalftal scholen voor voortgezet onderwijs. Ook was hij als adviseur verbonden aan het Ruud de Moor Centrum (Professionalisering van onderwijsgevenden) van de Open Universiteit .Bij Hobéon wordt de heer Van der Herberg o.a ingezet bij de accreditatie onderzoeken in het hoger onderwijs. J.A. Frederik Mr. Hans Frederik CMC behaalde in 1983 zijn doctoraal Nederlands recht met een specialisatie in bedrijfs- en sociaal-economisch recht. Na afronding van zijn studie heeft hij heeft onderzoek gedaan bij de Universiteit Twente (organisatiekunde). Vanaf 1990 werkte de heer Frederik tien jaar in het HBO: eerst als docent organisatiekunde, later als leerplancoördinator en directeur oriëntatiejaar binnen een grote instelling voor hoger onderwijs. In 1995 rondde hij de leergang Leidinggeven in leerprocessen, (d’Amsterdamse School / Twynstra-Gudde) en in 1998 de Masteropleiding in projectmanagement (Cap Gemini Ernst&Young) af. Vanaf 1999 is hij actief als interim manager / consultant met als expertiseterrein het organiseren van onderwijsprojecten. Als interim manager is hij onder andere werkzaam geweest als projectleider waarbij hij als specifieke taak had om het onderwijs en het beroepenveld daadwerkelijk met elkaar te verbinden, was hij verantwoordelijk voor de reorganisatie van alle management- en staffuncties van een Protestant Christelijke Scholengemeenschap voor VO en interim-directeur van Pabo Thomas More Rotterdam. Op dit moment doet hij onderzoek bij de Universiteit voor Humanistiek. De heer Frederik is lid van de Orde van Organisatiekundigen en adviseurs (OOA) en heeft als onderwijsdeskundige en lead-auditor deelgenomen aan verschillende accreditatietrajecten binnen het hoger onderwijs. J. Bruinsma Dr. Jan Bruinsma is na zijn Wis- en Natuurkunde studie werkzaam geweest als wetenschappelijk onderzoeker in de theoretische kernfysica (promotie Nuclear Physics; 1976) aan de Vrije Universiteit. Naast deze onderzoekstaak was hij verantwoordelijk voor de automatisering van het Natuurkundig Laboratorium. Van 1977 tot 1987 bekleedde hij binnen Rijkswaterstaat en de Dienst Informatie Verwerking (geïntegreerde applicatiesystemen) diverse hoge managementfuncties. Vanaf 1987 bekleedt hij soortgelijke functies binnen (thans) ING Groep. Zo was hij manager bij diverse IT afdelingen onder andere op het gebied van infrastructuur, architectuur, systeemontwikkeling en procurement. Zijn laatste functie was hoofd vendormanagent voor de ING Groep. Vanaf juni 2008 is Jan Bruinsma met pensioen. M.J.W. van Kerkhof Mevrouw Marion van Kerkhof was ten tijde van de audit medio december 2007 deeltijd student bacheloropleiding ICT van de Hogeschool Utrecht (start 2004). Vanaf 1993 was zij in diverse ICT functies werkzaam, ten tijde van de audit als researchmedewerker bij stichting NIVEL, een (wetenschappelijk) onderzoeksinstituut van de gezondheidszorg. Haar taak binnen Nivel was het zorgdragen voor de wetenschappelijk kwaliteit en consistentie van onderzoeksdata door het ontwikkelen en beheren van 61 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 61
databasesystemen voor survey onderzoek met behulp van panels. In haar functie was zij bovendien belast met het ontwikkelen van databases en applicaties ten behoeve van onderzoek en systeembeheer. In juni 2008 is Marion afgestudeerd aan de Hogeschool Utrecht. Thans is zij werkzaam bij Toppen Onderzoek & Beleid, een onderzoeksbureau op onderwijsgebied. Aldaar is zij als datamanager belast met beheren en bewerken van onderzoeksdata en het Ontwikkelen van (database)systemen voor efficiënte gegevensinvoer, -opslag en rapportage. F.A.M. Hendriks Mr. Frank Hendriks is afgestudeerd (2005) aan de Vrije Universiteit (Bachelor en Master Nederlands recht). Zijn scriptie, ‘De universiteit als onderneming’ werd genomineerd voor de scriptieprijs van de vereniging voor Europees recht (2006) en werd bekroond met een tweede plaats in het Praemium Onderwijsrecht 20052007. Tijdens zijn studietijd was Hendriks ondermeer bestuurslid van een juridische faculteitsvereniging en lid en voorzitter van diverse (studenten inspraak)gremia binnen de Vrije Universiteit Amsterdam. Na afronding van de studie Nederlands recht is Hendriks als promovendus verbonden geweest aan deze universiteit, alwaar hij, voortbordurend op zijn scriptie, onderzoek deed naar juridische aspecten van marktwerking binnen het hoger onderwijs (2005-2007. Ten tijde van deze onderzoeksfunctie was Hendriks ook als docent staatsrecht en onderwijsrecht verbonden aan de Vrije Universiteit. Bij Hobéon houdt de heer Hendriks zich vooral bezig met (juridische) advisering aan (hoger) onderwijsinstellingen en het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit van opleidingen volgens de NVAO-kaders.
62 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 62
63 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 63
64 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 64
65 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 65
66 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 66
67 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 67
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit Opleiding Bedrijfskundige Informatica – 14 december 2007 Tijd /
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Voorbespreking
ruimte 8.30-9.00 uur 9.00-9..30
Managementteam
Auditteam:
Kennismaking
uur
(beleidsmatig)
Ruud van der Herberg
Definitieve vaststelling programma.
- Michel Kolsteren
Hans Frederik
Strategisch beleid, visie, missie
- Martine Pieters
Jan Bruinsma
Marktpositie en instroom
- Louis Chapelier
Marion van Kerkhof
Kwaliteitszorg
Frank Hendriks
Resultaten / rendementen Alumnibeleid
9.30-10.00
Managementteam
Auditteam
Personeel / Deskundigheidsbevordering
uur
(onderwijsinhoudelijk)
Resultaten / rendementen
- Louis Chapelier
Curriculum
(hoofddocent)
Toetsen en beoordelen
- Jacques Boersma (extern
Stage en afstuderen
adviseur Boersma IMC)
Aansluiting instroom en programma Samenhang programma Studie(loopbaan)begeleiding Gerealiseerd eindniveau
10.00-11.00
Docenten
uur
- W. de Kruijff
Auditteam
Curriculum Toetsen en beoordelen
- P. van der Lecq
Stage en afstuderen
- A. van der Voort
Aansluiting instroom en programma Samenhang programma Studie(loopbaan)begeleiding Gerealiseerd eindniveau
11.00-11.15
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Deel Auditteam
Informatievoorziening
uur 11.15-12.15
Studenten
uur
- Jeroen Rijnink (jaar 1)
Toetsen en beoordelen
(parallel)
- Kees Verhelst (jaar 1)
Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Intakeprocedure
11.15-12.15
Beroepenveldcommissie
Deel auditteam
Curriculum
uur
(BVC)
Samenhang programma
(parallel)
- Eric Kuin (Business analist
Stage en afstuderen
Rabobank)
Praktijkcomponent
-Jos van Roermund (Business
Relatie beroepenveld
unitmanager Logica CMG)
68 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 68
12.15-13.15 Lunch/Verificatie uur documenten/ ‘pending
(Deel) Auditteam
Nader te bepalen n.a.v. documentanalyse en gesprekken
issues’
13.1513.45 uur 13.45-14.15
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Managementteam
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
uur
Programma Audit Opleiding Bedrijfskundige Informatica – 25 juli 2008 Tijd /
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Voorbespreking
ruimte 8.30-9.00 uur 9.00-9..45
Studenten
Auditteam:
Intakeprocedure
uur
- Dennis de Held (jaar 4)
Ruud van der
Informatievoorziening
- Ron van de Heijden (jaar 4)
Herberg
Toetsen en beoordelen
- Arjen Schurink (jaar 4, was
Jan Bruinsma
Studeerbaarheid, studielast
telefonisch beschikbaar, geen
Frank Hendriks
Praktijkcomponent
contact opgenomen)
Studie(loopbaan)begeleiding Gerealiseerd eindniveau
9.45-10.15
Managementteam
uur
- Michel Kolsteren
Auditteam
Kennismaking Definitieve vaststelling programma.
- Martine Pieters
Strategisch beleid, visie, missie Kwaliteitszorg Resultaten / rendementen Voortgang verbetertraject
10.15-11.00
Managementteam
uur
(onderwijsinhoudelijk)
Auditteam
Curriculum Toetsen en beoordelen
- Louis Chapelier (hoofddocent)
Stage en afstuderen
- Jacques Boersma (extern
Samenhang programma
adviseur Boersma IMC)
Studie(loopbaan)begeleiding Resultaten / rendementen Gerealiseerd eindniveau
11.00-11.30
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Auditteam
Curriculum
uur 11.30-12.15
Docenten
uur
- J. Baltes
Toetsen en beoordelen
- A. van der Voort
Stage en afstuderen
- P. van der Lecq
Aansluiting instroom en programma
- P. Hoefnagels (was telefonisch
Samenhang programma
beschikbaar, geen contact
Studie(loopbaan)begeleiding
opgenomen)
Gerealiseerd eindniveau
12.15-13.15
Lunch/Verificatie documenten/
uur
Bepaling standpunt
13.15-13.30
Managementteam
Auditteam
Auditteam
Terugkoppeling
uur
69 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 69
70 ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding BI, Hogeschool NTI 70