Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd Saxion Hogescholen
Adviesrapport ten behoeve van Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd CROHO nr.34404 Saxion Hogescholen
Hobéon® Certificering BV juli 2006 Auditteam november 2004: W. Blomen J. Bruinsma W. van Markenstein W.G. van Raaijen T. Timmerman M. Brussee Auditteam juni 2006 G. J. Stoltenborg J. Bruinsma H. Frederik R. Versluis
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.3.4. 1.3.5.
INLEIDING Bereik van de beoordeling Vóórtraject: nulmeting Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 25 november 2004
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstelling en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
7 7 7 10 13 15 15 18 20 22 24 26 27 29 32 32 34 35 38 38 40 43 43 46 48 50 50 52
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO Bachelor Opleiding Bedrijfskundige Informatica, voltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
54 54 55
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen externe auditoren Bijlage II: Programma audit 25 november 2004 en herhalingsaudit 29 juni 2006.
1 1 1 1 1 4 5 6 6
1.
INLEIDING
1.1.
Bereik van de beoordeling
In deze rapportage is de beoordeling omschreven van de opleiding Bedrijfskundige Informatica die door de Saxion Hogescholen op de locatie Enschede als voltijd opleiding wordt aangeboden.
1.2.
Vóórtraject: nulmeting
Ter voorbereiding op het traject leidend tot een accreditatiebeslissing door de NVAO met betrekking tot de opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft Hobéon Certificering op verzoek van Saxion Hogescholen van het toenmalige instituut ICT op 15 september 2004 een nulmeting uitgevoerd. Doel van deze nulmeting was na te gaan of de opleidingen Bedrijfskundige Informatica, Technische Informatica en Informatica naar het oordeel van Hobéon Certificering voldoende waren voorbereid op het feitelijke accreditatietraject dat in november 2004 zou gaan plaatsvinden. Uit de nulmeting concludeerde Hobéon Certificering, dat het instituut ICT (later Academie CII) en de drie opleidingen zich in een overgangsfase bevinden waarbij het met name er op aan komt om op alle fronten vernieuwingen in de organisatie te implementeren en te consolideren. In de voorafgaande jaren is veel bereikt qua opzet van de onderwijsprogramma’s en de inrichting van de ondersteunende processen hier om heen. Op grond van de bevindingen bij de nulmeting en de korte termijn tussen de nulmeting en de audit is er geen aanleiding om een nieuw zelfevaluatierapport op te stellen voor de audit in november 2004. Documenten die tijdens de nulmeting aan het team zijn overhandigd zijn aan het dossier van de audit toegevoegd. Na de audit in november 2004 heeft in juni 2006 een herhalingsaudit plaatsgevonden (zie hierna) die gericht was op de drie genoemde opleidingen. Voor deze herhalingsaudit is een nieuw team geformeerd met dien verstand dat één auditor van beide teams deel uitmaakte.
1.3.
Aanpak
1.3.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de opleiding Bedrijfskundige Informatica is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het feitelijk accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door inhoudelijke toelichting te geven op het accreditatiekader en de beoordeling op documenten terug te koppelen naar de opleiding. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleiding geldt het volgende: De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”).
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 1
Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Bedrijfskundige Informatica op HBOniveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van (i) door Saxion Hogescholen aangeleverde zelfevaluaties met betrekking tot de voltijd Bedrijfskundige Informatica (één zelfevaluatie voor de ‘reguliere’ audit’ in november 2004 en één zelfevaluatie voor de herhalingsaudit in juni 2006) (ii) het in het kader van de interne sturingscyclus opgeleverde businessplan (iii) de onderliggende documentatie die betrekking had op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, rendement. Voor de herhalingsaudit heeft de opleiding additionele documentatie geleverd (zie hierna). Op basis van de door Saxion Hogescholen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, en studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de Academie Communicatie, Informatietechnologie & Informatiemanagement (voorheen instituut ICT) op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit d.d. 25 november 2004 Deze audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van BI/I en TI/I, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’ vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en materiële voorzieningen betreftook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de eerste audit in november 2004 geraadpleegde, documentatie omvatte onder meer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding(en) overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; 1
Visitatie heeft op .25 november 2004 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 2
overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; Persoonlijke Ontwikkelingsplannen van medewerkers; Teamcompetentieanalyse en opleidingsplannen; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten.
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de academie CII werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. Herhalingsaudit d.d. 29 juni 2006 Saxion Hogescholen heeft op 20 december 2004 een aanvraag om accreditatie ingediend voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica. Ter ondersteuning heeft de hogeschool het VBI-rapport, opgesteld door Hobéon Certificering, overlegd. Dit rapport heeft de NVAO op 29 juni 2005 ontvangen. Vervolgens is dit VBI rapport door de NVAO beoordeeld. In een schrijven aan de Raad van Bestuur van Saxion Hogescholen, d.d. 14 november 2005 kenmerk NVAO/20053104/CT, geeft de NVAO aan ‘…geen accreditatie te verlenen aan de opleiding Bedrijfskundige Informatica’. Samenvattend komt de kritiek van de NVAO op het volgende neer: De relatie met de onvoldoende beoordeling bij een eerdere visitatie met betrekking tot de personele inzet wordt in het VBI-rapport niet aangegeven; De vakinhoudelijke expertise is wellicht in onvoldoende mate aanwezig; Wellicht is er op dit moment bij de opleiding onvoldoende informatie beschikbaar in relatie tot het huidige takenpakket. De hogeschool is vervolgens in overleg met de VBI een traject gestart, waarbij aantoonbare resultaten op grond van na de audit van 25 november 2004 uitgevoerde verbeteracties in kaart zijn gebracht. Op 5 december 2005 heeft er overleg plaatsgevonden tussen Hobéon en de hogeschool. Afgesproken is om medio 2006 een herhalingsaudit te laten plaatsvinden waarbij de hogeschool zorg zou dragen voor een update van de zelfevaluatie/managementreview. Contact tussen Saxion Hogeschool en de NVAO heeft ertoe geleid dat er tijdens de herhalingsaudit een integrale beoordeling plaats zou vinden op de door de NVAO in haar schrijven van 14 november genoemde punten en dat de andere punten opnieuw zouden worden bekeken voorzover sprake was van
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 3
aanpassingen. Het auditteam heeft, gelet op de hierboven opgesomde kritiekpunten van de NVAO, tijdens de herhalingsaudit specifiek aandacht besteed aan onderwerp 3, ‘Inzet van personeel’. Saxion Hogeschool heeft voorafgaand aan deze herhalingsaudit aan Hobéon Certificering verschillende documenten geleverd waaronder: Voortgangsrapportage Informatica, Technische Informatica en Bedrijfskundige Informatica; Rapportage onderzoek werknemerstevredenheid Academie CII; Personeelsplan 2006-2009; Alumnionderzoek; Kengetallen studenttevredenheid; Competenties docenten Academie CII; Ambient Intelligence en Competenties CII; Plan van aanpak Onderwijsontwikkeling tot 2009 opleidingen academie CII; Plan van aanpak Implementatie Resultaatverantwoordelijke teams; Teamopleidingsplannen 2000-heden Cv’s van medewerkers Verslagen uitvoering gesprekscyclus 2000-heden. De ‘Voortgangsrapportage’ is de managementreview van de informaticaopleidingen. In dit in mei 2006 gepubliceerde document wordt ingegaan op alle facetten uit het NVAO-accreditatiekader waarbij een onderscheid gemaakt is tussen de stand van zaken in november 2004, de ontwikkelingen sinds 2004, de resultaten en het verbeterbeleid. Uitgebreid is in dit document aandacht besteed aan onderwerp ‘Inzet personeel’. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. Wij merken op dat de basis van het voorliggende rapport het op 29 juni 2005 door de NVAO ontvangen rapport is, waar nodig, aangevuld met de uitkomsten van de herhalingsaudit van 29 juni 2006. Deze aanvullingen zijn in de tekst schuingedrukt.
1.3.2.
Beslisregels
Met als uitgangspunt de Beslisregels Accreditatie zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader2 heeft Hobéon Certificering de volgende beslisregels toegepast. A. De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder C. B.
Binnen de beoordeling van een facet is er ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
C.
Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’;
2
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een Onderwerp uitsluitend ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren; een Facet kan volgens diezelfde regels ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 4
een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
D. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, dan wordt dat met inachtneming van de regels onder E, als ‘extra aantekening’ vermeld. E.
Met betrekking tot de ‘extra aantekening’ geldt het volgende: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;3 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’ als alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.3.3.
Auditteam audit d.d. 25 november 2004 en herhalingsaudit 29 juni 2006
Het auditteam van de audit d.d. 25 november 2004 was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris: Student:
Wienke Blomen: beleid, bestuur en organisatie HBO, afstemming onderwijs/arbeidsmarkt, ruime auditervaring Jan Bruinsma: zeer brede expertise in IT-veld Winfried Markenstein: met name expertise in Technische Informatica Willem van Raaijen: onderwijsdeskundige, ruime auditervaring Timo Timmerman Michael Brussee
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certifcering er zorg voorgedragen dat de voor de beoordeling van de opleiding Bedrijfskundige Informatica noodzakelijke expertise aanwezig was. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (het primaire proces en de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (programma in relatie tot specifiek domein). De werkvelddeskundigen (Jan Bruinsma en Winfried Markenstein) hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud, (iv) interactie tussen opleiding en werkveld en (v) het gerealiseerd niveau. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel beoordeeld. Jan Bruinsma en Winfried Markenstein hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het gebied van de bedrijfskundige informatica op hbo niveau.
3
In het NVAO-Accreditatiekader worden bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten onderscheiden. Eén van die facetten (facet 2.6.) betreft de duur van de opleiding. Het daarbij behorende criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil die opleiding überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatieonderzoek. ‘Duur’ is dus van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Rendement’ of ‘Kwaliteit Personeel’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 5
De deskundige ‘onderwijs’ heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Het auditteam van de herhalingsaudit d.d 29 juni 2006 was als volgt samengesteld: Voorzitter en onderwijskundig auditor: Leden: Secretaris:
Hans Stoltenborg: brede expertise beleid en de afstemming onderwijs/arbeidsmarkt, ruime auditervaring. Jan Bruinsma: zeer brede expertise in IT-veld Hans Frederik: expertise op het terrein van informatica en bedrijfskunde Rianne Versluis
Bij het samenstellen van het auditteam voor de herhalingsaudit heeft Hobéon Certifcering er zorg voor gedragen dat de voor de beoordeling van de opleiding Bedrijfskundige Informatica noodzakelijke expertise aanwezig was. Het betreft expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (het primaire proces en de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (programma in relatie tot specifiek domein). De werkvelddeskundigen (Jan Bruinsma en Hans Frederik) hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de wijzigingen die hebben plaatsgevonden in de kwaliteit, actualiteit en relevantie van het studieprogramma, de interactie tussen opleiding en werkveld en de kwaliteit van het personeel. Jan Bruinsma en Hans Frederik hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het gebied van de Bedrijfskundige Informatica op hbo niveau. De deskundige ‘onderwijs’ heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.3.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.3.5.
Programma visitatie 25 november 2004 en programma herhalingsaudit 29 juni 2006
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 6
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen Ontwikkeling van de Academie CII De Academie Communicatie, Informatietechnologie & Informatiemanagement is in september 2004 ontstaan na samenvoeging van de voormalige instituten ICT en I&I. De Academie CII kent een tweetal locaties, de locatie Enschede en de locatie Deventer. Het Managementteam (MT CII) bestaat uit een directeur , een manager organisatie en een manager innovatie. De directeur geeft rechtstreeks leiding aan de twee onderwijsmanagers, de managementassistente en de medewerkster Communicatie&PR. De zes opleidingen in Deventer en Enschede zijn in een drietal clusters ondergebracht: cluster TI/I in Enschede, cluster BI/ICT-beheer in Enschede en cluster BI/IDM in Deventer. De laatste twee opleidingen zijn apart beoordeeld. Zie rapport van de audit d.d. 26 mei 2004. De licenties voor de duale en deeltijdopleidingen BI, TI en I worden op grond van een te beperkte instroom opgeheven. Per september 2005 is de hele organisatie opnieuw ingericht. In de periode mei tot en met augustus 2005 vonden de voorbereidende werkzaamheden plaats waaronder een inventarisatie van de belangstelling voor functies, taken en verantwoordelijkheden. De implementatie van de organisatiestructuur heeft gefaseerd plaats gevonden. Met betrekking tot de vormgeving en inhoud van het onderwijs is gekozen voor handhaving van de huidige programmalijnen waarbij de persoonlijke leerweg, de major-minorstructuur en de onderwijsvisie richtinggevend zijn. Bij Saxion Hogescholen vormden tot dusver de landelijk vastgestelde beroepsprofielen de basis bij het opstellen van de doelstellingen van de opleidingen. Voor de opleidingen BI, I en TI waren deze beroepsprofielen door het landelijke HBO-I platform vastgesteld in een rapport, na validering door vakgenoten en nationale – en internationale bedrijven. Inmiddels heeft het platform HBO-I in december 2004 een nieuw beroeps- en opleidingsprofiel opgesteld: ‘Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving’. Het auditteam heeft het plan van aanpak van de Academie CII bestudeerd voor de periode tot 2009 waarin de opleiding concreet aangeeft op welke wijze men het nieuwe profiel in het onderwijs implementeert. Het auditteam acht deze aanpak adequaat. Vanuit de Academie CII zijn programmacoördinatoren actief in dit landelijke platform. Hierdoor is er enerzijds sprake geweest van beïnvloeding van het eindresultaat vanuit de Saxion opleidingen en anderzijds heeft dit in positieve zin bijgedragen aan de vertaalslag van het opleidingsprofiel naar de leerplanschema’s van de drie opleidingen. Het landelijk opleidingsprofiel beschrijft voor 70% de generieke competenties die de basis vormen voor verdere verdieping en specialisatie. Gerichtheid op de beroepspraktijk is belangrijk en heeft zijn weerslag gekregen in landelijke notitie ICT onderwijsvisie: onderwijsverandering is een proces, geen blauwdruk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 7
Per opleiding is dit vastgelegd in een eigen opleidingsprofiel. Voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica vormen de “International Computing Curricula” voor bachelor opleidingen in de informatica eveneens een uitgangspunt voor het eigen opleidingsprofiel. Buitenlandse ontwikkelingen hebben een sterke invloed op de inhoud en het niveau van het opleidingsprogramma. Internationale standaarden op het gebied van team software processing geven b.v. richting aan de uitvoering van het projectonderwijs. Door in samenwerking met de faculteit Informatica van de Universiteit Twente een doorstroomthema te ontwikkelen is het binnenkort mogelijk om internationale ontwikkelingen met betrekking tot wetenschappelijke toepassingen in het programma op te nemen. Studenten kunnen gebruik gaan maken van de faciliteiten die de UT op dit vlak ter beschikking heeft. Bij dit doorstroomthema krijgt het onderzoekskarakter meer aandacht. De Academie CII heeft een visie ontwikkeld ten aanzien van de vraag hoe de opleidingen zich dienen te verhouden tot de ontwikkelingen in de wereld van de ICT en tot de markten waarin de opleidingen zich bevinden. Op grond hiervan zijn in het Business plan strategische keuzes gemaakt die invloed hebben op de inhoud en positionering van de 3 ICT opleidingen, het personeelsbeleid met betrekking tot vereiste expertise en deskundigheidsbevordering en de organisatorische vormgeving van de Academie CII. Dit laatste was onder meer ook noodzakelijk op basis van de organisatorische samenvoeging van de Iopleidingen van Deventer en Enschede. De visie is neergelegd in het document “Visieontwikkeling academie CII” Het visiedocument geeft een actuele beschrijving van de ontwikkelingen in het ICT veld en sluit goed aan bij de visie van de bekende ICT Informatie Research Bureaus Gartner, META en Forrester. De in kaart gebrachte ontwikkelingen zijn vertaald in een model waarin nieuwe theorieën worden afgezet tegen nieuwe toepassingsmogelijkheden binnen de ICT wereld. De Academie CII richt zich wat betreft de koers voor de komende jaren op een 5-tal ICT-specialisten met goede arbeidsmarktperspectieven: Informatiespecialist Bedrijfskundig informaticus ICT-beheerder Software engineer Computer engineer Hierbij is rekening gehouden met de te verwachten verdeling van ICT werk in de wereld die in sterke mate wordt bepaald door de trend van outsourcing van werkzaamheden naar o.a. India en China. Met betrekking tot de rol van de toekomstige ICT-er zal de Academie CII zich focussen op ondersteunende en voorwaardenscheppende taken die bij outsourcing of offsourcing een rol spelen. Dit zijn ondermeer projectmanagement, integratietesten en requirement engineering. De AcademieCII kiest in het businessplan en het visiedocument voor handhaving van de bestaande croho-structuur en ziet af van een nieuwe constructie op basis van een brede bachelor structuur. Daarnaast kiest men voor een actueel academie breed thema in de vorm van “eHealth”, het SERTES (Software Engineering for Real Time and Embedded Systems) lectoraat en Ambient Intelligence. Ambient Intelligence (AmI) en de kern hiervan, embedded systems, komt binnen het lectoraat SERTES aan de orde. De academie heeft er voor gekozen om met betrekking tot de diverse domeinen waarbinnen AmI een rol gaat spelen, zich specifiek te richten op de gezondheidszorg (eHealth). Naast het Academie brede thema wordt binnen de opleiding BI bij opleidingsspecifieke thema’s eveneens de link gelegd naar de gezondheidszorg. Een voorbeeld hiervan is het onderwerp Technology Impact Analysis dat in een casus over de zorgsector (ziekenhuiscase) aan de orde is gekomen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 8
Uit een door het auditteam bestudeerde document ‘Ambient Intelligence en Competenties CII’ uit maart 2005 blijkt dat de Academie CII gekozen heeft voor ‘Ambient Intelligence’ als samenbindend, toekomstgericht thema voor haar opleidingen. Het document is voorgelegd aan de beroepenveldcommissie en aan externe deskundigen tijdens een studiedag in oktober 2005. Tevens is een project gestart met studenten, docenten en lector om na te gaan wat de toepassingsmogelijkheden zijn van ‘Ambient Intelligence’ in het onderwijs. De resultaten hiervan zijn tijdens de academiedag in januari 2006 gepresenteerd en worden in het onderwijs verwerkt.
Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Op basis van de documentanalyse kan geconstateerd worden dat opleiding op een goede manier de vertaalslag heeft weten te maken van een landelijk door het HBO-I platform vastgesteld opleidingsprofiel naar eigen opleidingsprofiel en een specifieke inkleuring voor de opleiding naar het betreffende werkveld. Dit is op basis van onderstaande documenten aangetoond. Beroeps- en opleidingsprofiel ‘Bachelor of ICT’ (december 2004) Rapport ICT onderwijsvisie Visieontwikkeling academie CII 10 maart 2005 BI-profiel document Verslagen van bijeenkomsten met beroepenveldcommissies De Academie CII geeft in het document “visieontwikkeling” aan wat de gevolgen zijn van nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied op de positionering van de opleiding en de wijze waarop de actualiteit gewaarborgd kan worden. In het ICT domein zijn de eindkwalificaties afgestemd op internationale ontwikkelingen. Deze bepalen in belangrijke mate de sterk aan verandering onderhevig zijnde kwalificaties van een beginnend beroepsbeoefenaar. De Academie CII maakt een heldere keuze door te focusseren op Ambient Intelligence en de intensieve interactie met de gezondheidszorg (eHealth). Dit is een uitstekend voorbeeld waarin van user-interfacing (de bovenkant van de toepassingen) tot en met de Embedded Systems (onderkant) vrijwel alle mogelijke ICT categorieën voorkomen. Het visiedocument sluit goed aan bij de markt en het geeft een goed overzicht van de te verwachten ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Het businessplan geeft duidelijke structuren en richtlijnen naar de toekomst. De in het visiedocument genoemde vijf categorieën van ICT professionals sluiten goed aan bij de beroepsbehoeften. De taakomschrijvingen van de ICT beroepen zijn goed ingedeeld en de opleidingen bieden een goede aansluiting van “hard naar zacht” en vice versa. Het toekomstige programma is compleet en biedt voor alle categorieën voldoende keuzemogelijkheden. Er is bewust gekozen om geen brede bachelor te gaan ontwikkelen maar de bestaande croho-indeling te handhaven en sluit aan op de wensen van het werkveld. De ICT branche ziet graag specialistische en toepassingsgerichte werknemers. Reden hiervoor is het groeiend aantal specialisaties op informaticagebied als gevolg van een steeds grotere verscheidenheid aan toepassingsgebieden. De vraag naar overall knowledge en advisering neemt weliswaar toe, maar niet op ontwikkelings- en R&D-niveau waar de opleiding zich grotendeels op richt. In het kader van mogelijke aanpassingen van de eindkwalificaties van de ICT-opleidingen laten de geschetste internationale ontwikkelingen een compleet beeld zien.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 9
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Bevindingen Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding Bedrijfskundige Informatica geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. In de Dublin Descriptoren worden vijf dimensies onderscheiden, bij elk waarvan hieronder een beschrijving wordt gegeven in relatie tot de respectievelijke eindkwalificaties. Voor de ICT-opleidingen is het in verband met de internationale context waarbinnen de opleidingen zich bewegen een absolute voorwaarde om te voldoen aan het internationaal geaccepteerde niveau van de beroepsuitoefening. De opleiding BI van de Academie CII conformeert zich aan het beroeps- en opleidingsprofiel van het landelijk HBO-I platform waarbinnen de Dublin descriptoren herkenbaar zijn. Bij het maken van de vertaalslag naar de eigen opleidingsprofielen heeft de interne curriculumcommissie in het document Opleidingsvisie expliciet verwezen naar de Dublin descriptoren. De controle hierop is uitgevoerd en vastgelegd in het document Algemene Opleidingscompetenties en pijlers ICT onderwijs in relatie tot Dublin descriptoren. In relatie tot het specifieke beroepsdomein refereren de opleidingen ieder aan (internationaal) gemaakte afspraken c.q. (internationaal) geaccepteerde documenten. Bij de concrete uitwerking van de opleidingsprogramma’s zijn een vijftal pijlers benoemd: teamwork engineering inhoudelijk domein sociaal communicatieve vaardigheden maatschappij Bedrijfskundige Informatica De opleiding BI heeft in dit kader “IS2002- model curriculum and guidelines for Undergraduate Degreeprograms in Information Systems” als referentiepunt genomen. Dit heeft zijn vertaalslag gekregen in de Opleidingsvisie BI Enschede. De specialisatiethema’s vertonen veel overeenkomsten met de Dublindescriptoren. Hierbij gaat het om de volgende thema’s: I-Business Beleid en Beheer Management Informatiesystemen Multimediale Bedrijfscommunicatie Concreet komen de Dublin-descriptoren terug in taken die zijn opgenomen in blokboeken en in de toetsvormen. Externe gecommitteerden zijn aanwezig en zijn medebeoordelaar bij afstudeeractiviteiten. De actualiteit van het studiemateriaal en het curriculum komt periodiek aan de orde in de Beroepenveldcommissie. De opleidingscompetenties zijn op basis van de competentiematrix gerelateerd aan een of meer Dublin-descriptoren. De competentiematrix is door de beroepenveldcommissie gevalideerd.Dit document wordt op basis van een rapport van de werkgroep Profiel Bachelor ICT geëvalueerd en bijgesteld.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 10
De dimensies van de Dublin Descriptoren Kennis en inzicht IJkpunten voor de opleiding met betrekking tot dit aspect zijn de opleidingsvisie BI, Informaticagehalte Bedrijfskundige Informatica en de literatuurlijst. Toepassen Kennis en inzicht Bij een Bedrijfskundig Informaticus gaat het niet om de kennis op zich maar om het vermogen deze kennis toe te passen door in de praktijk vanuit een bepaalde rol problemen op te lossen. Deze rollen en taken zijn expliciet weergegeven in het BI profiel van de opleiding. Bij het aandragen van oplossingen moeten studenten de gekozen werkwijze en oplossing onderbouwen. Ook in het projectonderwijs en de specialisatiefase krijgt integratie van kennis en inzicht specifieke aandacht. Externe validatie van het eindniveau van bachelor vindt plaats door bedrijfsbegeleiders en gecommitteerden bij de examens en de beoordeling te betrekken. Oordeelsvorming De opleiding geeft de student de mogelijkheid om zich op dit aspect te ontwikkelen door studenten middels opdrachten nieuwe informatie te laten verzamelen, deze te interpreteren en een selectie van te gebruiken methoden te kunnen verantwoorden. Deze kwalificatie wordt expliciet genoemd in het beroeps- en opleidingsprofiel. Ook dit aspect wordt bij de eerder genoemde externe validatie meegenomen. Communicatie Voor een bedrijfskundig Informaticus spelen adviesvaardigheden naast algemene sociale en communicatieve vaardigheden een belangrijke rol in de beroepsuitoefening in het kader van contacten met opdrachtgevers en begeleiders. Vanaf het begin van de opleiding wordt in PGO-groepen en projectgroepen hieraan expliciet aandacht geschonken. De leerlijn SoCoVa vormt hierbij de rode draad. In de afstudeerfase zijn gecommitteerden aangetrokken die in hun bedrijf een functie bekleden waar communicatie een belangrijke rol speelt. Leervaardigheden Het zelfstandig leren staat in het PGO en projectonderwijs centraal. Dit krijgt een extra impuls middels de persoonlijke leerplannen die de studenten maken en waar de studiebegeleiding op wordt afgestemd. In de afstudeerfase verrichten studenten onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe producten en wordt er bij de beoordeling gereflecteerd op de persoonlijke ontwikkeling.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende op basis van de documentbeoordeling en gesprekken met betrokken docenten.Hierbij zijn de volgende documenten aan een analyse onderworpen: Zelfevaluatierapport bedrijfskundige informatica Beroeps- en opleidingsprofiel HBO-I Dublin descriptoren en competentiematrix Opleidingsvisie Academie CII IS2002 Model curriculum and guidelines for Undergraduate Degreeprogrammes in Information Systems. Blokboeken Opleidingsvisie BI Enschede Informaticagehalte Bedrijfskundige Informatica
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 11
Literatuurlijst Leerlijn Sociaal Communicatieve Vaardigheden
De opleiding zorgt blijkens de documenten voor aansluiting van het niveau van Bachelor op internationaal geaccepteerde beschrijvingen. Tevens betrekt de curriculumcommissie het werkveld middels bedrijfsbegeleiders en externe deskundigen bij het actualiseren en valideren van het opleidingsprogramma. Door de Dublin-descriptoren mee te nemen in het beschrijven van het niveau van de opleiding draagt de opleiding bij aan de mogelijkheid tot een internationale vergelijking.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 12
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. Hoger Onderwijs De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft het opleidingsprofiel uitgewerkt conform het door het landelijke platform HBO-I opgestelde Beroeps- en opleidingsprofiel HBO-I en vertaald in een onderwijsvisie ICT en een visiedocument voor de opleiding. Bij de totstandkoming van het Beroeps- en Opleidingsprofiel is er veel gebruik gemaakt van input uit het bedrijfsleven. Vanuit de Academie CII van Saxion Hogescholen is door diverse medewerkers een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van dit document. De opleiding hebben op basis van de eindkwalificaties competenties geformuleerd op Bachelor niveau die aansluiten bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De Academie CII hecht waarde aan de mening van representatieve vertegenwoordigers van het bedrijfsleven over de opleiding en de eindkwalificaties. In dit kader zijn er structurele contacten met de Raad van Advies ICT vanuit de academie en met de beroepenveldcommissie per opleiding. Uit de documentatie blijkt dat de beroepenveldcommissie de opdrachten bekijkt die de opleiding aan de student verstrekt. Tevens levert de commissie in enkele gevallen zelf casuïstiek die direct afkomstig is uit de praktijk. Door het programma af te stemmen op internationaal ontwikkelde standaarden wordt een aansluiting op het internationale beroepenveld gegarandeerd. In het Businessplan 2005-2008 is op basis van een analyse van de regionale-, de nationale- en internationale kennisomgeving de ontwikkeling van het beroep en de arbeidsmarkt in kaart gebracht. Nieuwe ontwikkelingen binnen de ICT zullen consequenties hebben voor de eindkwalificaties en het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Bij de totstandkoming van het Businessplan en het visiedocument over het inhoudelijke assortiment van de Academie CII in het licht van externe ontwikkelingen, is het relevante beroepenveld betrokken en is er draagvlak onder de medewerkers. Beide documenten geven input aan de discussie met betrekking tot de positionering van de opleidingen en de actualisering van de eindkwalificaties. Beroepsonderwijs Met name in het ICT domein volgen de ontwikkelingen elkaar in een razend snel tempo op. De Academie CII heeft in de maart 2005 verschenen documenten Businessplan CII en de bijlage visieontwikkeling wereldwijde ontwikkelingen met behulp van een literatuurstudie in kaart gebracht. Hierdoor is een beeld geschetst van de te verwachten technologische, maatschappelijke en economische veranderingen en de invloed daarvan op de kwalificaties van beginnende beroepsbeoefenaren en de specialisaties waar de komende jaren veel behoefte aan zal zijn. De Academie heeft de karakteristieken van die vijf specialisaties in kaart gebracht en gerelateerd aan de potenties en ontwikkelrichting van de huidige opleidingen. Uit evaluaties van stage en afstudeeropdrachten door het werkveld blijkt dat de eindkwalificaties van de opleidingen aansluiten bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 13
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken tijdens de audit met verantwoordelijke personen van de opleidingen. Het auditteam is van oordeel dat de eindkwalificaties van de opleiding BI overeenkomen met het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar, een adequate uitoefening van het beroep mogelijk maakt en goed aansluiten op de wensen vanuit de arbeidsmarkt. Het auditteam heeft tevens de samenstelling van de beroepenveldcommissie bekeken en is van mening dat er sprake is van goede afvaardiging uit het beroepenveld en uit verslaggeving vastgesteld dat deze afstemming ook werkt. Op grond van een recent opgesteld businessplan en een daarbij als bijlage bijgevoegd visiedocument heeft de opleiding voldoende beleidsuitgangspunten voor bijstelling van de eindkwalificaties en positionering van de opleiding op korte- en langere termijn. Dit facet wordt als voldoende beoordeeld omdat de eindkwalificaties zijn ontleend aan een landelijk opgesteld en gevalideerd beroeps- en opleidingsprofiel en waarover met het regionale beroepenveld afstemming heeft plaatsgevonden. Deze eindkwalificaties vormen de basis voor het totale pakket aan competenties waarover de beginnende beroepsbeoefenaar dient te beschikken.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de diverse facetten krijgt het onderwerp Doelstelling Opleiding Bedrijfskundige Informatica een voldoende beoordeling. De afstemming op het beroepenveld is adequaat door afstemming van het opleidingsprofiel op het landelijk ontwikkelde en gevalideerde beroeps- en opleidingsprofiel. Afstemming in de regio vindt plaats door het betrekken van externe bedrijfsbegeleiders en gecommitteerden bij het beoordelingsproces en een beroepenveldcommissie en de adviesraad bij de actualisering van het opleidingsprogramma en de aansluiting op de arbeidsmarkt. De opleiding sluit goed aan bij de markt en er is goed rekening gehouden met de te verwachten ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Met betrekking tot het buitenland is met name gekeken naar Duitsland, Zweden en Engeland. De eindkwalificaties sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het niveau “bachelor’ zoals weergegeven in de Dublin-descriptoren. Het auditteam van 29 juni 2006 constateert, dat de opleiding het afgelopen jaar hard gewerkt heeft aan de actualisering van de doelstellingen, o.a. door afstemming met de regio.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 14
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? • Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? • Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Bevindingen Om tot een helder beeld te komen in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding Bedrijfskundige Informatica voldoet aan de eisen die gesteld zijn in het door de NVAO opgestelde “accreditatiekader” is er tijdens de audit op 25 november 2004 gesproken met de directeur van de Academie CII, het managementteam, het kernteam van de opleiding Bedrijfskundige Informatica, een afvaardiging van de curriculumcommissie en met studenten van de opleiding. Ter voorbereiding en in aanvulling hierop zijn de volgende documenten geanalyseerd en ingezien: Zelfevaluatierapport 1 juli 2004 Businessplan 2005-2008 Academie CII maart 2005 Visieontwikkeling Academie CII maart 2005 Landelijke opleidingskwalificaties HBO-I Onderwijsvisie ICT Reglement Stage en afstuderen Plan van aanpak onderwijsvernieuwing Van leerplan tot blokboek Toetsing en zelfstandig leren Advies PO in ICT Opleidingsvisie BI Competentiematrix BI Bij de kennisontwikkeling zijn de beroepsgerichtheid, actief leren en competentiegericht leren via persoonlijke leertrajecten uitgangspunten voor de invulling van het onderwijsprogramma. De beroepsgerichtheid heeft meer aandacht gekregen sinds bij de onderwijsvernieuwing, die in 2000 in gang is gezet, gekozen is voor PGO in de eerste leerjaren en zuiver projectonderwijs in de latere jaren. Hierbij wordt steeds uitgegaan van beroepssituaties waarbij van de student wordt verwacht dat hij probleemoplossend met casuïstiek aan de slag gaat. Bij de opleiding Bedrijfskundige Informatica staat de rol van de bedrijfskundig informaticus centraal en daarom is bewust gekozen om de actuele beroepspraktijk als referentiepunt te nemen. Kenmerkend voor de opleidingsvisie is de overeenkomst die gezocht is met het model van Informatiemanagement van Maes over de relatie tussen ICT en bedrijf. Omdat het veelal gaat om bedrijven die actief zijn in een domein dat in de regel niet ICT gericht is heeft de bedrijfskundig informaticus een rol bij het ondersteunen en optimaliseren van bedrijfsprocessen door gebruik te maken van moderne ICT mogelijkheden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 15
Dit impliceert dat ook steeds het meest actuele studiemateriaal wordt voorgeschreven. De BI-er is immers een probleemoplosser op het snijvlak van bedrijfsvoering en ICT mogelijkheden. ICT-alignment en ICTimpact zijn kernbegrippen om als medebeslisser in de architectuur van processen een rol te kunnen spelen. Studiemateriaal dat aan de beroepspraktijk is ontleend vormt hiertoe de basis. Verwijzing naar belangrijke websites en opname van actuele en relevante vakliteratuur in het onderwijsmateriaal dragen hieraan bij. Het model van Maes biedt een goed conceptueel kader voor het in kaart brengen van voor de opleiding relevante ontwikkelingen. Dit is in het visiedocument helder op papier gezet. “De penetratie van ICT in de maatschappij, organisaties, bedrijven en privé situaties zet door.” Hiertegen is weerstand maar aan de andere kant is er ook sprake van een toenemende graad van acceptatie. Voor de bedrijfskundig informaticus zijn er nieuwe uitdagingen op de volgende terreinen: model driven architecture and development business intelligence content management en convergentie van media ambient computing and agent technology inrelatie tot bedrijfsprocessen nieuwe organisatie en samenwerkingsvormen bij offshoring en outsourcing van diensten en ontwikkeling security in relatie tot corporate governance. Deze ontwikkelingen en uitdagingen worden door de opleiding Bedrijfskundige Informatica goed opgepakt en in het komende jaar meegenomen bij de onderwijsinnovatie. Daarnaast heeft de Academie gekozen om middels een centraal thema Academiebreed een meerwaarde voor alle drie de opleidingen te creëren: Ambient Intelligence. Ambient Intelligence maakt informatie, besturing en control transparant en onafhankelijk van tijd en plaats beschikbaar. In het visiedocument geeft de academie CII aan dat de impact van Ambient Intelligence vergelijkbaar is met die van internet in de jaren 90. Met het visiedocument heeft de academie vanuit een overallvisie het toekomstige opleidingsdomein van de academie helder geschetst. Naast gebruikmaking van actueel studiemateriaal, vakliteratuur en recente publicaties vindt de directe confrontatie met de beroepspraktijk tijdens de opleiding eveneens plaats door deelname aan excursies, oriëntatie beroepspraktijk en aan onderwijsprojecten waarbij echte opdrachten vanuit het bedrijfsleven dienen te worden uitgevoerd. Last but not least vervullen ook de stages en de afstudeerprojecten een belangrijke rol om de opleiding van de bedrijfskundig informaticus via interactie met de beroepspraktijk invulling te geven. Niet alleen de studenten maar ook de docenten worden middels de stage- en afstudeerprojecten geconfronteerd met actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied. Een voorbeeld hiervan is casuïstiek uit de ziekenhuiswereld die wordt ondersteund met een subthema Technology Impact Analyses, en casusmateriaal met betrekking tot de uitgeverswereld. De curriculumcommissie heeft de taak om nieuwe ontwikkelingen op te nemen in het onderwijsprogramma voor nieuwe cohorten. Bij de keuzevakken en specialisatiethema’s krijgt de beroepspraktijk in de vorm van onderzoeksprojecten specifieke aandacht. De thema’s zijn gekozen op basis van relevantie voor de beroepspraktijk. Indien op basis van recente vakliteratuur en/of contacten met het beroepenveld nieuwe ontwikkelingen belangrijk worden, dan vertaalt zich dat in aanpassing van het opleidingsprogramma en thema’s. De rol van toegepast onderzoek in het programma is nog beperkt. Via samenwerking met de Universiteit Twente zal het onderzoeksaspect de komende jaren meer aandacht krijgen. Uit het door het auditteam bestudeerde Saxion Student Survey 2004 en de Alumni enquête blijkt dat zowel de alumni als de huidige lichting studenten het studieprogramma in voldoende mate beroepsgericht vinden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 16
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet van de opleiding als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding maakt bij de ontwikkeling en actualisering op een goede manier gebruik van de contacten met de beroepspraktijk Relevante vakliteratuur is input voor de literatuurlijst, evaluatie en herziening van het curriculum en deskundigheidsbevordering van docenten. Het gekozen onderwijsmodel vormt een uitstekende basis om het onderwijsprogramma vanuit de beroepspraktijk in te richten. Er is een goede samenhang tussen het onderwijs op school en het buitenschools leren. Door te werken vanuit een focus op de beroepspraktijk en doordat het competentiegerichte programma is gebaseerd op landelijke eindkwalificaties zorgt de opleiding voor de ontwikkeling van beroepsvaardigheden die aansluiten op de beroepspraktijk. Het opleidingsteam is in staat gebleken om het gekozen onderwijsmodel op een goede manier te implementeren. Studenten en alumni geven aan tevreden te zijn over de aansluiting onderwijs en praktijk. Nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk zijn aanleiding tot aanpassing en innovatie van het onderwijsprogramma. De beroepenveldcommissie (voorheen werkveldcommissie) speelt hierbij een rol maar ook de inbreng van bedrijfsbegeleiders en gecommitteerden bij examens wordt gebruikt om het niveau en de aansluiting van de opleiding in relatie tot de beroepspraktijk te evalueren. Concretisering van de samenwerking met de Universiteit Twente geeft een extra impuls met betrekking tot de actualiteit van de opleiding en de mogelijkheden voor studenten om middels het leveren van een bijdrage aan toegepast onderzoek op een andere manier met de beroepspraktijk in aanraking te komen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 17
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstelling en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstelling en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? • Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? • Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen Op basis van de analyse van documenten zijn er tijdens de audit gesprekken gevoerd met het management, docenten en studenten. Met betrekking tot dit facet van het onderwijsprogramma zijn de volgende documenten ingezien: Businessplan CII Visiedocument Academie CII HBO-I beroeps- en opleidingsprofiel BI-profiel OER BI Competentiematrix BI Leerplanschema’s per semester Advies PO in ICT (kaders voor projectonderwijs) blokboeken BI De eindkwalificaties van de opleiding Bedrijfskundige Informatica hebben de eindkwalificaties van het HBO-I platform en het BI-profiel als uitgangspunt. Om de vertaalslag te kunnen maken naar thematisch en beroepsgericht onderwijs en naar onderdelen van het onderwijsprogramma, is door de ontwikkelteams gebruik gemaakt van het document “Van HBO-I competenties naar ingevuld onderwijs”. In dat kader zijn er thema’s per semester ontwikkeld en zijn er keuzemogelijkheden voor de studenten in het 6e en 7e semester. Het thematisch onderwijs heeft in de eerste twee jaren vorm gekregen middels PGO (probleem gestuurd onderwijs) waarbij gebruik wordt gemaakt van “groeilijnen”. In de specialisatiefase wordt projectonderwijs toegepast. De uitvoering van het curriculum is vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling van de Bachelor Opleiding Bedrijfskundige Informatica. Bij het maken van de vertaalslag van competenties naar leerdoelen wordt gebruik gemaakt van een competentiematrix. Op basis van de gekozen onderwijsvisie is in aansluiting op de gekozen thema’s per semester een leerplanschema opgesteld. Ontwikkelteams hebben in het kader daarvan taken en opdrachten geformuleerd die ontleend zijn aan realistische beroepssituaties. Tenslotte zijn toets- en beoordelingscriteria vastgelegd en toetstermen geformuleerd. Deze behoeven nog nadere invulling en ontwikkeling. Studenten geven aan dat de toetsen goed aansluiten bij de stof, zeker bij projecten. De studenten ontvangen per semester een blokboek dat gezien moet worden als een spoorboekje op grond waarvan ze de eigen studieactiviteiten kunnen vormgeven en plannen. Door studenten wordt aangegeven dat het PGO soms wat te ver wordt doorgevoerd, de opdrachten soms te vaag zijn en dat er behoefte is aan meer inleidende c.q. instructiecolleges. Het PGO zet volgens de studenten zeker aan tot zelfstandig studeren en door de beroepsgerichte aanpak prikkelt het om met opdrachten serieus en intensief aan de gang te gaan. Dat is zeker ook de ervaring met het projectonderwijs waar ze het gevoel hebben als ‘junior” te worden aangesproken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 18
De curriculumcommissie bewaakt de actualiteit en geeft uitvoering aan gewenste bijstellingen op basis van onderwijsevaluaties (semesterevaluaties door studenten én docenten). De resultaten hiervan komen aan de orde tijdens het TGVO (Tutor Groep Vertegenwoordigers Overleg). Studenten zijn hierover positief omdat ze zien dat er daadwerkelijk iets gebeurt met hun opmerkingen. De studenttevredenheid over de beroepsgerichtheid van het onderwijs is hoog (80-90%). Er is veel waardering voor gastsprekers. Studenten vinden dat er meer mogen worden ingezet. Externe validatie vindt plaats door besprekingen met de beroepenveldcommissie, raad van advies en terugkoppeling door gecommitteerden bij examens. Suggesties op basis van deze besprekingen worden opgepakt door de curriculumcommissie. De curriculumcommissie ziet er op toe dat het programma de studenten de mogelijkheid biedt om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. In de competentiematrix wordt de relatie gelegd tussen de competenties en de eindkwalificaties. Vervolgens worden die in de leerplanschema’s opgenomen en wordt aangegeven binnen welke onderwijsvormen (PGO, PO of het lintprogramma) deze aan de orde komen. Op grond van de positieve waardering van het beroepenveld met betrekking tot het behalen van de eindkwalificaties kan geconcludeerd worden dat de studenten de eindkwalificaties ook daadwerkelijk behalen. De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft dit kunnen aantonen met verslagen van de beroepenveldcommissie en rapportages van gecommitteerden bij de eindexamens. Dit beeld wordt bevestigd door de resultaten van de semesterevaluaties waarbij meer dan 80% van de studenten ten aanzien van de beroepsgerichtheid en het Hbo-niveau van de opleiding aangeeft tevreden te zijn. De Academie heeft in een visiedocument nieuwe ontwikkelingen in beeld gebracht. “De penetratie van ICT in de maatschappij, organisaties, bedrijven en privé situaties zet door.” Hiertegen is weerstand maar aan de andere kant is er ook sprake van een toenemende vraag van acceptatie. Ondanks de offshoring zien we een toenemend tekort aan algemene ICT skills (omgaan met ICT en informatievaardigheden) en aan hoog geschoolde IT specialisten in Europa. Een antwoord op de uitdaging die offshoring biedt, wordt in een van de rapporten als volgt geformuleerd “Europe will have to compete with newly industrialising countries for many jobs but its best strategy may be to move ‘upmarket’ to secure higher level jobs in management, problem solving and creative thinking.” Voor de Bedrijfskundige Informaticus betekent dit nieuwe uitdagingen op verschillende terreinen. De bedrijfskundig specificeert en implementeert bedrijfsprocessen en, de informatievoorziening. Daartoe kan hij informatiesystemen specificeren, ontwerpen. en realiseren. De gewenste functionaliteit van overige systemen kan hij specificeren. Echte nieuwe uitdagingen voor de Bedrijfskundig Informaticus staan onder 2.1 beschreven.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet van de opleiding Bedrijfskundige Informatica als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft op basis van het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel een heldere concretisering naar niveau en domeinspecifieke eisen gemaakt. De gehanteerde procedure om daar vanuit te komen tot een definiëring van doelen is inzichtelijk en goed. Door de duidelijke relatie tussen beroepsprofiel, eindkwalificaties en leerdoelen kan worden geconstateerd dat de opleiding alle eindkwalificaties bevat en dat de student de mogelijkheid wordt geboden deze te bereiken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 19
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen Met betrekking tot dit facet is het academie beleid met betrekking tot de onderwijsvernieuwing hetzelfde voor de drie opleidingen. Zowel wat betreft de gekozen weg om tot samenhang te komen als ook de manier waarop de vernieuwingen per semester worden geëvalueerd en waarvan de resultaten weer input zijn voor nieuwe aanpassingen in het curriculum. De opleiding Bedrijfskundige Informatica werkt op basis van het door de academie CII vastgestelde onderwijsbeleid en heeft de samenhang in het studieprogramma zowel horizontaal als verticaal gerealiseerd. De competentiematrix vormt het vertrekpunt met een vijftal pijlers waarop het onderwijs in verticale lijn is opgebouwd. Deze pijlers worden beschreven in het document “Onderwijsfundamenten in ICT”: teamwork, engineering, inhoudelijk domein, sociaal communicatieve vaardigheden en maatschappij. Deze pijlers worden in groeilijnen weergegeven en over opeenvolgende semesters verdeeld op basis van niveauaanduiding. De horizontale afstemming (van het binnenschoolse leren) krijgt vorm door voor alle onderdelen uit te gaan van het op de beroepspraktijk gerichte semesterthema. Het gekozen onderwijsmodel waarbij het PGO en het Projectonderwijs richtinggevend zijn, draagt bij aan de beoogde samenhang. De taken en opdrachten binnen het PGO worden afgeleid van de thema’s c.q. subthema’s. De semesterperiode wordt afgesloten met een integrerend project. In de eerste jaren is er naast het PGO flankerend onderwijs dat de horizontale afstemming benadrukt. Indien er geen directe samenhang is tussen het PGO en een aan een themasemester gerelateerd onderdeel dan is er sprake van een lintprogramma. In de laatste twee jaren gaat het PGO over in projectonderwijs waarbij de te ontwikkelen beroepsproducten praktijkgericht en actueel zijn. De curriculumcommissie bewaakt de aanwezigheid van recente en actuele aspecten in het curriculum. Minimaal twee keer per jaar worden vernieuwingsvoorstellen voorgelegd aan de Beroepenveldcommissie. Ook binnen de curriculumcommissie zelf hebben leden zitting met recente ervaringen in het (internationale) beroepenveld. Tijdens een van de laatste bijeenkomsten met de BVC is het thema offshoring (international outsourcing) en de effecten op het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel uitvoerig aan de orde geweest. Bij de besluitvorming over het al dan niet opnemen van nieuwe ontwikkelingen in het opleidingsprogramma is een belangrijk uitgangspunt dat er aspecten in het opleidingsprogramma dienen te zitten die over drie of vier jaar relevant zullen zijn. De visionaire blik van de Beroepenveldcommissie en de Raad van Advies is hierbij dan ook belangrijk. Het geheel van activiteiten in het opleidingsprogramma wordt verwerkt in leerplanschema’s en ontwikkelopdrachten. De studenten werken aan de hand van blokboeken. Deze geven d.m.v. de daarin opgenomen taken richting aan de student wat betreft de te verwerven competenties gerelateerd aan de beroepsgerichte semesterthema’s. In de laatste jaren is het semesterthema een specialisatiethema dat een verdiepingsdoelstelling in zich heeft in samenhang tot het te realiseren beroepsproduct. De samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse leren krijgt gestalte door de vijf pijlers van het ICT onderwijs ook als uitgangspunt te nemen voor het buitenschools leren (beroepsoriëntatie eerste jaar, stage in het derde jaar en afstuderen in het laatste semester in het vierde jaar). Aan de inhoudelijke samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse leren wordt een impuls gegeven door gebruik te maken van een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) waarbij iedere student individueel aangeeft welke leerdoelen er tijdens de stage aan bod komen. Bij het afstuderen geeft het projectonderwijs richting aan
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 20
en samenhang met het buitenschoolse leren, waardoor er niet alleen sprake is van inhoudelijke samenhang maar ook wat betreft de gekozen werkwijze (projectmatig en op basis van veel zelfwerkzaamheid door studenten). De beoogde samenhang wordt voor studenten en het betrokken bedrijfsleven geconcretiseerd in een stage-leerplanschema waarbij de ontwikkel leerlijnen op grond van de vastgestelde competentiematrix worden uiteengezet. De onderwijsvernieuwing die een aantal jaren geleden is ingezet, begint zijn vruchten af te werpen, maar zal op onderdelen nog bijgesteld dienen te worden. Input hiervoor zijn de resultaten van de semesterevaluaties. Voorbeelden zijn de onvoldoende aansluiting op de propedeuse met betrekking tot systeemontwikkeling en een gewenste andere volgorde in de onderwerpen in het object oriëntatie (eerst softwareontwikkeling en daarna modelleren i.p.v. andersom). Op basis van deze punten is het onderwijsprogramma van 2004-2005 aangepast. Er is door de intrede van ICT in het onderwijs zelf, veel meer flexibiliteit dan voorheen als het gaat om het snel aanpassen van het studiemateriaal. Opdrachten bijvoorbeeld zijn, inclusief linken naar het internet, makkelijk aan te passen. Studenten zijn tevreden over de actualiteit van de opleiding. Studenten zien in het tweede jaar meer samenhang en ervaren daar eerder de zinvolheid van onderdelen dan in het eerste jaar. Projecten prikkelen studenten meer dan andere onderwijswerkvormen om veel tijd in de studie te steken. Het geeft ze het gevoel een junior ICT-er te zijn. Tijdens de activiteiten in het projectonderwijs ervaren ze echter ook de voordelen van het PGO waarbinnen ze hebben geleerd om methodisch te werken en te leren. Het gekozen onderwijsmodel functioneert goed. Op onderdelen c.q aspecten zijn er door studenten suggesties gedaan. Het aantal contacturen is naar de mening van een aantal studenten voor de eerste twee jaren gering. Tijdens het projectonderwijs is het aantal uren eerder toereikend. De begeleiding vanuit de school tijdens de stage wordt als zeer minimaal ervaren. De studenten hebben de indruk dat de docenten zwaar belast zijn door een veelheid van taken. Als die meer ruimte zouden krijgen dan zouden ze meer stagebegeleiding en hoorcolleges wensen en meer aandacht voor mogelijke buitenlandse stages en studieloopbaanbegeleiding. Uit een enquête onder het personeel (Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid. Rapportagedatum 22 mei 2006) blijkt dat de arbeidsomstandigheden de afgelopen periode aanzienlijk verbeterd zijn. Zo blijkt de werkdruk verminderd te zijn en is er sprake van minder piekbelasting. (zie hierover verder onder 3.2.) Docenten ervaren de semesterevaluaties als een zeer waardevol instrument om het onderwijs en de onderlinge samenhang tussen de diverse onderdelen te verbeteren. In het kader van de vernieuwingsprocessen worden die evaluaties nu, ondanks de tijdsinvestering die het vergt, ieder semester afgenomen. Het werkt met name goed door de directe terugkoppeling. Uit de door het auditteam bestudeerde Saxion Student Survey 2004 blijkt dat ruim 80% van de studenten positief oordeelt over de samenhang van de aangeboden theorie en praktijk binnen de semesters. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft het curriculum, de competentieprofielen en de opbouw van het onderwijsprogramma bestudeerd en besproken. Door het programma op te bouwen vanuit de competentiematrix en gebruik te maken van semesterthema’s en groeilijnen en met betrekking tot het onderwijsmodel de keuze te maken voor PGO en Projectonderwijs, is naar het oordeel van het auditteam een samenhangend programma ontstaan. Ook is er afstemming met betrekking tot het binnen- en buitenschools leren. De opleiding evalueert de samenhang regelmatig en stelt op grond daarvan het programma bij.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 21
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen Het studieprogramma heeft zodanig vorm gekregen dat factoren die de studievoortgang zouden kunnen belemmeren worden weggenomen. Op basis van een hogeschool breed Saxion beleid zijn er voor iedere opleiding met betrekking tot de studielast een vijftal ijkpunten: voor ieder programmaonderdeel is de studielast vastgelegd in de OER de onderwijsactiviteiten zijn aantoonbaar evenwichtig gespreid er zijn mogelijkheden om het onderwijsprogramma versneld te doorlopen de student ontvangt tijdige terugkoppeling van toetsresultaten doorstoomregels garanderen een optimale studievoortgang De ervaringen van de studenten met betrekking tot de studielast komen aan de orde bij de semesterevaluaties en het hogeschool tevredenheidsonderzoek. Het kernteam analyseert en stuurt de curriculumcommissie aan indien bijstellingen in het onderwijsprogramma gewenst en noodzakelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld de getentamineerde leerstof uitgebreid omdat er bij een aantal onderdelen er kritiek was op de omvang in relatie tot zwaarte van de tentamens. Een directe terugkoppeling vindt plaats in het TGVO (tutorgroep vertegenwoordigers overleg). Studenten zijn over dit overleg positief. Het programma is evenwichtig verdeeld over de studiejaren en de semesters. Dit wordt vastgelegd in de semesterschema’s. Aan het einde van ieder semester is een week ruimte voor reparatie en loopt er in de laatste periode van een semester alleen nog het afsluitende integrerende project. Indien er zich knelpunten voordoen in de vorm van piekbelastingen dan kan het kernteam in overleg met de semesterverantwoordelijke docent toets- of afrondingsmomenten verplaatsen. Tot nu toe is er echter nog geen aanleiding geweest om dit beleid in de praktijk ook te effectueren. De evaluaties over de spreiding van de studielast zijn over het algemeen positief te noemen. Situatie audit 2004: Voor studenten met een MBO-diploma zijn er kansrijke mogelijkheden voor het versnelde 3-jarige opleidingstraject BI. (vrijstelling stage, specifieke programmaonderdelen). De condities waaronder studenten op basis van aantoonbare behaalde competenties het programma versneld kunnen volgen zijn vastgelegd in het OER. Assessment procedures spelen bij de besluitvorming hieromtrent onderdeel uit. Bij de opleiding BI wordt hier incidenteel gebruik van gemaakt. De verzoeken om gebruik te mogen maken van een versnelde BI opleiding komen terecht bij de examencommissie. Er zijn echter twee ontwikkelingen c.q redenen op grond waarvan dit beleid kan veranderen in een structurele doorstroom naar een verkort BI-traject: in het MBO zijn nieuwe opleidingen ontstaan op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie die aansluitingsmogelijkheden heeft met betrekking tot de opleiding BI, en de studiefinanciering van een MBO-er stopt na 3 jaren HBO. De huidige condities om deel te kunnen deelnemen aan een versneld programma zijn vastgelegd in de OER. De hierboven genoemde ontwikkelingen zullen door de opleiding worden onderzocht en op grond daarvan zal het toelatingsbeleid mogelijk veranderen. Situatie audit 2006: Voor studenten met een MBO-diploma zijn er kansrijke mogelijkheden voor versnelde trajecten. Op basis van EVC’s kan de examencommissie hier toestemming voor geven. Toetsresultaten worden na maximaal 10 werkdagen bekend gemaakt. Terugkoppeling vindt afhankelijk
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 22
van de soort toets klassikaal dan wel individueel plaats. De resultaten staan daarna binnen 5 werkdagen vermeld in CWSIS (Campus Wide Student Information System). Studenten kunnen daar geregistreerde resultaten opvragen. In zijn algemeenheid zijn studenten hierover tevreden en de norm van 70% wordt gehaald. De academie CII heeft een algemeen streefdoel voor het tevredenheidspercentage op 70% vastgesteld. De score met betrekking tot dit punt ligt tussen de 60 en 76%.De meeste problemen doen zich voor bij de terugkoppeling van de resultaten. De animo voor georganiseerde terugkoppeling is gering maar blijft die uit dan komen er negatieve reacties. De doorstroomregels tussen de fases zijn in het OER vastgelegd. In de propedeutische fase vindt jaarlijks voor 1 februari verwijzing en selectie plaats. Doorstroom naar een volgend semester kan slechts plaatsvinden indien minimaal 40 van de 60 ECTS-studiepunten in de twee voorafgaande semesters zijn gehaald. Met de uitvoering van de bindende studieadviezen in het eerste jaar zijn in de praktijk nauwelijks problemen en de ervaringen met het toepassen van de doorstroomregels in de latere periodes zijn positief en voorkomen studievertraging. De onderwijsvraagfactor heeft zich eveneens in positieve zin ontwikkeld. Er wordt stringenter toegezien op naleving van de doorstroomregels omdat gebleken is dat er toch weer studievertraging gaat optreden indien de regels niet consequent worden toegepast.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met op verantwoordelijke medewerkers en met studenten. Aan de hand van de OER, het jaarrooster en onderwijsevaluaties constateert het auditteam dat het programma van de opleiding Bedrijfskundige Informatica studeerbaar is en dat er ten aanzien van de studielast sprake is van een evenwichtige spreiding en het studietempo als goed wordt ervaren. De opleiding biedt voldoende mogelijkheden voor persoonlijke leerwegen. De systematiek van studieloopbaanbegeleiding en persoonlijke ontwikkelplanning is daarbij ook zodanig uitgewerkt in procedures en instrumenten dat studenten hieraan op een adequate manier invulling geven. De studielast metingen worden verricht bij de semesterevaluaties en ook in het tevredenheidsonderzoek van de hogeschool wordt hieraan aandacht geschonken. De curriculumcommissie is verantwoordelijk voor het bijsturen van de studielast van het onderwijsprogramma indien daarvoor aanleiding is. Tot nu toe heeft dit echter nog niet plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 23
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit een toelatingsonderzoek?
Bevindingen De opleiding past de vooropleidingseisen toe die in de WHW zijn gesteld ten aanzien van de toelating. Voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica zijn studenten met een HAVO- of VWO diploma zonder meer toelaatbaar. Vanuit het MBO is een middenkader- of specialistenopleiding (niveau 4) vereist. (Zie voor versnelde leerroutes facet 2.4.) Dit beleid is landelijk vastgesteld in het HBO-I platform en helder in de voorlichtingsbrochure geformuleerd. Aspirant studenten die niet, of ten dele niet, hieraan voldoen wordt de mogelijkheid geboden om d.m.v. toelatingsonderzoeken alsnog toegelaten te worden. Bij de uitvoering wordt gebruik gemaakt van Saxion regelingen en protocollen. Beslissingen over afwijzing en toelating worden genomen door de P fasecoördinator die eveneens beslissingen neemt over de versnelde een aangepaste trajecten. De uitvoering van de beslissingen is in handen van de fasecoordinator. De opleiding investeert conform het Saxion beleid om mogelijke problemen bij aansluiting en toelating op te lossen. Met scholengemeenschappen en ROC’s zijn afstemmingsbevorderende maatregelen ontwikkeld. Te denken valt aan open dagen, een profieldoedag, meeloopdagen en LOB2 modules. De LOB2 modules (loopbaan, oriëntatie en begeleiding) worden op verschillende momenten in het jaar door Saxion Hogescholen georganiseerd ten behoeve van 4/5 Havo en 5/6 Vwo. Door het volgen van deze modules kunnen middelbare scholieren zich voorafgaande aan een start in het HBO verdiepen in de opleiding en de beroepensector. De onderwijsvernieuwing in de vorm van PGO en Projectonderwijs sluit aan op onderwijsmodellen die bij HAVO en VWO (o.a. het studiehuis) en het MBO (competentiegericht onderwijs) zijn ingevoerd. Het studieprogramma is op basis van het competentiegerichte onderwijsmodel voldoende flexibel om tijdig te kunnen inspelen op lacunes bij studenten. Ook de studieloopbaanbegeleiding fungeert als een vangnet door aan te sluiten bij de POP’s en de persoonlijke leerwegen van studenten en door de ontwikkeling van de individuele student daarbij te monitoren. De onderwijsvernieuwing gaf een duidelijke verbetering van het studierendement te zien maar vertoont geen structurele toename van het studierendement. De opleiding Bedrijfskundige Informatica biedt geen versnelde leerroutes aan maar een beperkt aantal studenten hebben op grond van een relevante vooropleiding van de examencommissie wel op onderdelen vrijstelling gekregen. De tevredenheid van studenten met betrekking tot de aansluiting ligt met 71% net boven de norm (dit percentage van 71% komt uit de Saxion Student Survey van 2004). Uitgangspunt bij nieuwe verbeteracties op dit punt is om directer en beter aan te sluiten op de belevingswereld van de aankomende studenten. Daarnaast wordt er door de studieloopbaanbegeleiders extra aandacht geschonken aan studenten die achterstand in de studie dreigen op te lopen. De begeleiding in het tweede studiejaar is er op gericht om het aantal uitvallers in dat jaar tot een minimum te beperken door in het eerste en tweede semester in het eerste jaar nog meer dan in het verleden de nadruk gelegd op oriëntatie op de studie en het beroep. Hierdoor wordt zo snel mogelijk duidelijk of de verwachtingen van de studenten overeenkomen met de werkelijkheid en zullen studenten sneller uitvallen als er sprake is van een mismatch. Met betrekking tot de instroom vanuit VWO zijn op grond van het ontbreken van knelpunten geen specifieke maatregelen genomen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 24
Met studenten die instromen vanuit een universitaire opleiding wordt op basis van het resultaat van een intakegesprek op basis van eerder verworven competenties een aangepast studieprogramma afgesproken.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet van de opleiding als voldoende op grond van gesprekken tijdens de audit met het kernteam en de examencommissie en analyse van: Voorlichtingsbrochure opleiding Bedrijfskundige Informatica Saxion Hogescholen Protocol toelating Regelingen toelatingsonderzoeken voor Enschede en IJselland Het auditteam heeft specifiek gekeken naar de vormgeving van het aansluitingsbeleid. Door afstemming met scholengemeenschappen en ROC’s, het gekozen onderwijsmodel, EVC-trajecten en studiebegeleiding biedt de opleiding een goede aansluiting voor de instromende studenten. Verbetering is mogelijk op het punt van studiebegeleiding. Studenten geven aan dat in het kader van studiebegeleiding meer beschikbare tijd per student wenselijk is.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 25
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:4 • Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het opleidingsprogramma van 240 ECTS-studiepunten?
Bevindingen Het totaal aantal studiepunten van de opleiding bedraagt 240 ECTS, 60 per studiejaar. De opleidingsduur wordt vastgelegd in het OER en daar nader uitgewerkt tot het niveau van onderwijseenheden waaraan ECTS gekoppeld zijn. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan hbo bachelor opleidingen wordt gesteld.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een omvang heeft van 240 ECTS, reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
4
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 26
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: • Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? • Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen De academie CII en daarmee ook de opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft de onderwijsvisie in lijn gebracht met de onderwijsvisie van Saxion Hogescholen. In deze onderwijsvisie neemt de student de eigen verantwoordelijkheid in het vinden van de weg om van de beroepspraktijk afgeleide opleidingscompetenties bereiken. De gekozen werkvormen sluiten aan bij die beroepspraktijk. De Academie CII heeft gekozen voor PGO en PO om het thematische- en competentie gerichte onderwijs structuur te geven. De op landelijk niveau door het HBO-I platform omschreven competenties zijn vertaald naar concrete programma- en leerdoelen door de competenties te vertalen naar taken en rollen. Daarmee wordt de verbindende schakel gelegd tussen de doelstellingen van het onderwijs en het didactisch concept. Vanuit het perspectief van de latere beroepsuitoefening ontwikkelt de student zich zelfstandig vanuit een “junior-rol” naar een beginnend beroepsbeoefenaar. Aan het opleidingstraject wordt structuur geboden door de semester structuur met thema’s en de groeilijnen op onderwerpen die aan de orde worden gesteld. Met betrekking tot de toetsing en beoordeling heeft er een vertaling plaatsgevonden naar leerdoelen, toetsdoelen en toetscriteria. Het opleidingsteam heeft naar aanleiding van de uitkomsten van de visitatie in 1999 en 2000 met ondersteuning van externe onderwijskundige adviseurs, met succes deze onderwijsvernieuwingsoperatie in gang gezet. Op grond van evaluaties wordt op onderdelen het programma aangepast en verbeterd. Dit proces zal een aantal jaren in beslag nemen. Vanaf het begin van het implementatieproces is gewerkt aan het concretiseren van PGO taken, de openheid met betrekking tot leerdoelen en verdere uitwerking van toetstermen en criteria bij beoordelen. Ook wordt gezocht naar een juiste balans tussen individueleen groepsactiviteiten mede ingegeven door de al dan niet terechte angst voor “meelift-gedrag”. Verbeteringen op dit punt zijn bereikt door zowel groeps- alsook individuele assessments te houden, initiatieven vanuit de groep bij ongewenst gedrag en invoering van een tussen studenten overeengekomen gedragscode en handelswijze indien de gedragscode wordt overschreden. De gekozen werkvormen dragen in positieve zin bij aan de uitvoering van het didactisch concept en de realisering van de doelstellingen. Dit geldt zowel voor het binnen- alsook voor het buitenschoolse leren. Bij evaluaties onder stagebedrijven naar het niveau van competenties van de studenten wordt wel kritiek geuit met betrekking tot het niveau van de parate en actuele kennis van de studenten maar tegelijkertijd is er ook, met name bij de grotere bedrijven, waardering voor het feit dat studenten zich in teamverband en met projectmatige- en methodische werkwijze binnen een bedrijf kunnen profileren. Ter voorbereiding op de stage maken de studenten een POP waarin ze op een zestal terreinen aangeven waar ze tijdens de stage aan willen werken. Kritiekpunten uit de beroepenveldcommissie worden door de curriculumcommissie serieus behandeld. De resultaten van semesterevaluaties worden naar studenten teruggekoppeld in het TGVO. Ook wordt aan de resultaten van die evaluaties in het werkveld een follow-up gegeven door aanbevelingen in een document vast te leggen, terug te koppelen naar de bedrijven/beroepenveldcommissie en door ze te vertalen in concrete ontwikkelopdrachten aan het kernteam. Studenten zelf geven middels semesterevaluaties aan dat meer dan 70% tevreden is over het gehanteerde onderwijsmodel en de gekozen mix van werkvormen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 27
Hierbij werd ook specifiek gevraagd of de onderwerpen in het onderwijsprogramma ook in voldoende mate zijn ontleend aan de beroepspraktijk, of ze een goed beeld geven van die beroepspraktijk en de opgebouwde theoretische kennis ook daadwerkelijk toegepast kan worden in de opdrachten en projecttaken. Al deze vragen scoren bij de studenten duidelijk boven de 70%. Ter ondersteuning van het onderwijsleerproces worden ICT middelen en een digitale leeromgeving ingezet. Wat betreft het laatste zijn de ervaringen, met uitzondering van het email verkeer tijdens het binnen- en buitenschoolse leren, nog maar heel beperkt. Door de samenwerking in projecten van de digitale universiteit heeft dat inmiddels wel meer prioriteit gekregen. Alle informatie over het semesterprogramma is geplaatst op een modulepagina en is terug te vinden op het hogeschoolnet. Hierdoor hebben studenten ook gemakkelijk toegang tot groepsproducten waaraan ze ook vanuit de thuiswerkplek kunnen werken. Met de facilitering van ICT-middelen kan de opleiding zich niet veroorloven uit de pas te lopen met de uitstraling die de opleiding zelf dient te hebben. En dat is ook zeker niet zo wat betreft de mogelijkheden van software engineering. Het kan altijd beter en sneller maar de ontwikkelingen gaan zo snel dat het voor een opleiding heel moeilijk is om het vervangingsschema af te stemmen op de snelheid van de technische ontwikkelingen. Situatie 2004: De kwaliteit van die voorzieningen is in grote lijnen zonder meer goed maar er zijn een aantal wensen die hoge prioriteit hebben bij komende investeringsrondes. Wensen zijn er met name ten aanzien van de kwaliteit van het draadloze netwerk en vervanging van een deel van de hardware op grond van de beperkte mogelijkheden en snelheid. Situatie 2006: Sinds 2004 zijn een aantal van de gewenste verbeteringen doorgevoerd.
Oordeel: voldoende De doelstellingen van de opleiding sluiten naadloos aan op de onderwijsvisie van de Saxion Hogescholen. Het didactisch concept met daarbinnen een mix van PGO en PO en de op basis daarvan gekozen werkvormen vertonen een goede samenhang met de doelstellingen en dragen in positieve zin bij aan het realiseren van die doelstellingen en passen uitstekend binnen het gekozen didactisch concept. Het auditteam baseert dit oordeel op basis gesprekken met het management, het kernteam5, de kwaliteitszorgfunctionarissen en studenten en analyse van de onderstaande documenten: Saxion onderwijsvisie Onderwijsfundamenten i n ICT Uitwerking didactisch concept in onderwijsvormen. Advies PO in ICT Van leerplan tot blokboek Toetsing en zelfstandig leren Het boek voor tutoren. Op basis hiervan komt het auditteam tot een voldoende beoordeling.
5
Ten tijde van de audit in 2004 heette de huidige curriculumcommissie nog ‘kernteam’.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 28
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen Voor de drie ICT opleidingen heeft de Academie CII één examencommissie waarin de zes fasecoördinatoren zitting hebben die op basis van de OER hun werkzaamheden verrichten. Belangrijkste taak van de examencommissie is er voor zorg te dragen dat toetsvormen en toetscriteria op een verantwoorde wijze tot stand komen en worden uitgevoerd. Op basis van de eerste ervaringen met het nieuwe toetsbeleid zijn er wijzigingen (verbeteringen) aangebracht op basis van aanbevelingen vanuit de werkgroep “Competentiematrix en toetsbeleid” . Een duidelijke en directe relatie tussen de toetscriteria en het “afdekken” van alle domeinspecifieke eisen genoemd in de leerplanschema’s ontbrak en was aanleiding tot bijstelling van het toetsbeleid. Het toetsbeleid is richtinggevend bij het ontwikkelen van toetsen waarbij betrouwbaarheid en validiteit de twee kernwaarden vormen. Directe voortgangsbeoordeling vindt niet alleen plaats door toetsing, maar ook door de wekelijkse tutorvoortgangsbesprekingen binnen PGO en PO. De algemene voortgangsbeoordeling maakt deel uit van de studieloopbaanbegeleiding en is uitgewerkt in de OER . Gedurende de eerste twee jaren vormen de subthema’s in de semesters de basiseenheid voor toetsing. Tijdens PO onderwijs worden de te bereiken leerdoelen en resultaten verdeeld in drie categorieën die richtinggevend zijn voor de wijze van afronding en toetsing. Er wordt op verschillende manieren zowel individueel als ook per groep getoetst waarbij een veelheid van toetsvormen wordt gehanteerd die aansluiten bij de soort competenties die de studenten zich eigen dienen te maken. Individueel Integratieve toets Casustoets Voortgangstoets Werkstukken Presentaties Beroepsproducten Aftekenkaarten Actieopdrachten Simulaties Skill samples, work samples: tutorassessment/peer-assessment/portfolio/logboek/chequelists Bijvoorbeeld de beoordeling van diverse rollen die studenten spelen in het projectonderwijs. Hierbij zijn een zestal rollen gedefinieerd zoals bijvoorbeeld die van “planningsmanager”. Op basis van die rol worden studenten beoordeeld op het kunnen hanteren en beoordelen van planningsdocumenten. Groep Werkstukken Beroepsproducten Actieopdrachten Simulaties Al deze toetsinstrumenten worden ingezet. Afhankelijk van de toetsdoelen wordt per semester de gekozen mix kenbaar gemaakt in de semesterplanning. Bij de keuze zijn er drie uitgangspunten:
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 29
De te toetsen competenties zijn richtinggevend voor de te kiezen toetsvormen Er is parallel aan de opbouw van het onderwijsprogramma sprake van een groei van “schoolse” toetsen naar toetsing waarbij de beroepspraktijk zo dicht mogelijk wordt benaderd. Er vindt zowel individuele als groepsbeoordeling plaats.
Voorbeelden met betrekking tot de relatie tussen toetsvorm en te toetsen competenties zijn: tentamens voor het verwerven van een kenniscompetentie practica indien het gaat om een vaardigheidscompetentie een beroepsmatig project of case bij een algemene of geïntegreerde competentie Belangrijk hierbij is dat wordt aangetoond of de studenten het algemene en gemiddelde niveau halen en niet zozeer of de studenten alle specifieke onderdelen beheersen. Op grond hiervan wordt bij kennistoetsen gekozen voor integrale kennistoetsen die rechtstreeks zijn afgeleid van de einddoelen. Ook hier komt weer duidelijk naar voren dat in relatie tot het onderwijsconcept gekozen is voor beroepsgericht onderwijs waarmee het vakspecifieke onderwijs uit het verleden is losgelaten. Het werkveld is op de volgende manieren betrokken bij de toetsing: indirect door betrokkenheid bij het opstellen van competenties en het onderwijsprogramma en de link die er is tussen de semesterthema’s en de beroepspraktijk en in het verlengde daarvan de aansluiting van taken, opdrachten en toetsvormen bij het beroepsdomein. direct doordat een deel van de toetsing van de stage-activiteiten in handen is gegeven van de bedrijfsbegeleiders, waarbij de begeleider vanuit de hogeschool eindverantwoordelijk is. Direct middels de rol die gecommitteerde heeft bij de toetsing en beoordeling tijdens de afsluitende afstudeervoordracht: deze rol spitst zich met name toe op het al dan niet voldoen aan de domeinspecifieke eisen en het praktische eindniveau. Studenten worden regelmatig bij TGVO en semesterevaluaties gevraagd naar het functioneren van de mix van toetsvormen. De tevredenheid ligt boven de 70% en komt overeen met de wijze waarop studenten tijdens de audit reageerden. Zij hebben in zijn algemeenheid het gevoel dat ze “loon naar werken” krijgen zowel uitgedrukt in de cijfers als in de toe te kennen studiepunten. Kritiek bij de semesterevaluaties heeft te maken met een probleem bij een specifieke toets of toetsvorm. In dergelijke situaties worden met de betreffende docenten verbeteracties in gang gezet om herhaling te voorkomen. Parallel aan de implementatie van het vernieuwde onderwijsprogramma is er ook ten aanzien van de invoering van het nieuwe toets- en beoordelingsbeleid sprake van een geleidelijke groei van ervaring en kwaliteit. Resultaten van evaluaties zijn directe input voor snelle bijstellingen en verbeteringen van de toetsen en de beoordelingen. De semesterevaluaties geven aan dat ruim 70% van de studenten tevreden is over de afstemming tussen toetsing en doelstelling. Ook de docenten geven bij de docentensemesterevaluaties aan dat de mix van toetsvormen in relatie tot de doelstelling aan de wensen voldoet. Om de kwaliteit en de objectiviteit van de toetsing verder te verbeteren is, mede op basis van notitie competentiematrix, besloten om de ontwikkeling en verantwoording van de toetsen los te koppelen van de uitvoering. De begeleidende docenten bereiden de studenten wel voor op de toetsing maar zullen deze niet zelf uitvoeren. Een groep van toetsers en assessoren zal hiervoor in de nabije toekomst verantwoordelijk zijn.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 30
Oordeel: voldoende Bij het beoordelen van de vraag of de opleiding door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat toetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd heeft het auditteam de volgende documenten geanalyseerd: Toetsbeleid Saxion Hogescholen Toetsbeleidsplan ICT Notitie studieloopbaanbegeleiding OER Werkwijze voor uitvoering van competenties tot leerdoelen Competentiematrix en toetsbeleid Op grond hiervan en in aansluiting hierop is tijdens de audit gesproken met docenten, de examencommissie en met studenten. Het auditteam is van mening dat er een adequaat toetsbeleid is ontwikkeld dat aansluit op de doelstellingen van de opleiding. Op verschillende wijzen toetst de opleiding de te verwerven competenties. De opleiding draagt tevens zorg voor een goede evaluatie en verbetering van het toetsbeleid. E.e.a. blijkt uit de uitgebreide evaluaties die plaatsvinden en uit de vele verbetermaatregelen die genomen zijn. Hierbij wordt enerzijds ook nadrukkelijk rekening gehouden met de mening en wensen van studenten en anderzijds betrekt de opleiding ook het werkveld op een goede manier bij het bepalen van het niveau van de toetsing en de aansluiting op de beroepspraktijk. Op grond hiervan komt het auditteam tot een voldoende beoordeling.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”:VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp “Programma”. De opleiding Bedrijfskundige Informatica maakt bij de ontwikkeling en actualisering van het onderwijsprogramma op een goede manier gebruik van de contacten met de beroepspraktijk. De vakliteratuur is relevant en actueel en het gekozen onderwijsmodel vormt een uitstekende basis voor student- en beroepsgericht onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden snel en doelmatig in het onderwijsprogramma opgenomen en de studenten zullen door de samenwerking binnen het kenniscentrum binnenkort een bijdrage kunnen leveren aan toegepast onderzoek. Door de duidelijke relatie tussen de eindkwalificaties, de competentiematrix en het leerplanschema is aangetoond dat de student de mogelijkheid wordt geboden om de eindkwalificaties te behalen. Het programma vertoont samenhang, is studeerbaar en sluit in voldoende mate aan op de kwalificaties van de instromende studenten. De doelstellingen van de opleiding Bedrijfskundige Informatica zijn op grond van het gekozen didactisch concept goed te realiseren en de werkvormen stimuleren de studenten om in een mix van zelfstudie en onderwijs op locatie aan het eigen leerproces inhoud en richting te geven. De beroepspraktijk is goed herkenbaar en de opgebouwde kennis kan daadwerkelijk toegepast worden in opdrachten en projecttaken. Het toetsbeleid sluit aan op de doelstellingen van het onderwijs en de vereiste kwalificaties in de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 31
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen De documentatie met betrekking tot het personeelsbeleid van de Academie CII alsmede de gesprekken gevoerd met het management laten zien dat het thans gevoerde aannamebeleid van de opleiding voldoende kwaliteitseisen stelt aan het personeel (zie hierna). Overzicht van de documentatie die voorafgaand en tijdens de audit door het auditteam geanalyseerd en ingezien zijn: rapportage onderzoek werknemerstevredenheid Academie CII Personeelsplan 2006-2009 Teamopleidingsplannen Verslagen uitvoering gesprekscyclus CV’s van medewerkers Competenties docenten Academie CII Deze kwaliteitseisen gelden niet alleen daar waar het scholing en diploma’s betreft, maar ook in termen van competenties. De eisen hebben betrekking op vakinhoudelijk - en didactisch terrein, maar ook op het terrein van beroepservaring. Deze eisen zijn rechtstreeks ontleend aan de doelstellingen en de vormgeving van het BIopleidingsprogramma. De docenten van de opleiding informeren zich en zijn in voldoende mate betrokken bij ontwikkelingen in het werkveld. Het auditteam is gebleken dat docenten contractactiviteiten uitvoeren die hun wortels hebben in de praktijk. Voorbeelden hiervan zijn maatwerkopleidingen als ‘Océ Realtime Software Design’ en ‘Embedded Java’ voor Sony Ericsson. Van docenten wordt verwacht dat zij hun relaties met het werkveld hebben. Docenten die al langere tijd in het onderwijs werkzaam zijn en docenten die zich willen bekwamen in specifieke onderwerpen, doen, d.m.v. docentenstages werkervaring op in de beroepspraktijk . Het expertisecentrum van de Academie verwerft opdrachten bij het bedrijfsleven die door de docenten van de Academie worden uitgevoerd. Per januari 2006 heeft de academie de beschikking over een Werkgroep Regioverankering. Het auditteam acht dit een goed initiatief om de relatie met het regionale werkveld verder aan te halen. Zo zijn er inmiddels contacten gelegd en samenwerkingsverbanden in voorbereiding met zowel overheidsinstanties als bedrijven waaronder De Belastingdienst, Ziekenhuis MST Enschede, Essent, het Kadaster en de Caesargroep. Gekozen is voor een brede afspiegeling van het regionale werkveld om onafhankelijkheid en breedte van de opleiding te garanderen. De opleiding Bedrijfskundige Informatica zal met ingang van het studiejaar 2006-2007 met tenminste vijf bedrijven/organisaties samenwerkingscontracten hebben afgesloten De betrokkenheid van deze organisaties strekt zich uit van het begeleiden van studenten bij stages en het afstuderen, het geven van colleges, het participeren bij het samenstellen van het curriculum, het uitvoeren van praktijkgerelateerde projecten , het faciliteren van docentcontacten in het bedrijfsleven en het verzorgen van docententrainingen. De praktijkdeskundigheid van de docenten wordt op peil gehouden door contacten met het werkveld, scholing, stages, het lectoraat en de kenniskring Software engineering and realtime embedded systems
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 32
(SERTES), en de kenniscentra Design en Technologie en Gezondheidszorg, Welzijn en Technologie. Als positief beschouwt het auditteam het initiatief om docenten van de opleidingen en werknemers van bedrijven tijdelijk uit te wisselen en om bedrijven de gelegenheid te bieden hun naamsbekendheid verder te vergroten door projecten uit te voeren in samenwerking met de opleidingen van de Academie CII. De relaties met het beroepenveld zijn in kaart gebracht en geëvalueerd. Op deze wijze krijgt de opleiding een goed overzicht (kwantitatief en kwalitatief) van het professioneel relatienetwerk van het docentencorps. De opleidingen binnen de Academie CII trekken voor meer gespecialiseerde studieonderdelen gastdocenten aan uit het beroepenveld. Daarmee heeft de opleiding Bedrijfskundige Informatica een belangrijk instrument in handen om de actuele beroepspraktijk en de hieraan gerelateerd professionele vraagstellingen rechtstreeks in het curriculum op te nemen. Reden voor de opleiding ernaar te streven het aantal gastdocenten verder uit te breiden. Bestudering van documentatie laat zien dat de Academie CII gastcolleges in het studiejaar 2005-2006 heeft laten verzorgen op terreinen als: modernisering in de gezondheidszorg, ontwikkelingen in home networking, softwarearchitectuur in de praktijk, aspect oriented programming en de toekomst van service oriented architecture. De begeleiding in het kader van de afstudeeropdracht tijdens het laatste studiejaar vindt plaats door docenten in samenwerking met vertegenwoordigers uit de bedrijven/organisaties waar de student zijn opdracht uitvoert. Deze contacten met externe opdrachtgevers zijn eveneens een belangrijk middel waarmee een substantiële verbinding wordt gelegd tussen de opleiding en werkveld. Het auditteam heeft tijdens de audits gesproken met studenten en hen specifiek gevraagd naar de mate waarin docenten deskundig zijn op hun vakgebied. Uit de gesprekken is gebleken dat het niveau dit studiejaar opnieuw verbeterd is t.o.v. de voorgaande studiejaren (dit was al goed maar is nog beter geworden). Nieuwe door de opleidingen aangetrokken docenten beschikken over veel inhoudelijke- en praktijkgerelateerde kennis. Een aantal docenten, waar de studenten minder tevreden over waren, heeft inmiddels de opleiding verlaten. Het auditteam acht het feit dat de opleiding thans beschikt over een goed overzicht van de voorhanden zijnde competenties binnen het docentencorps en actief zoekt naar docenten van wezenlijk belang. Hierdoor kan de opleiding het onderwijs op het gewenste niveau verzorgen en kunnen docenten worden aangetrokken met een goede theoretische en praktijkgerelateerde basis. Samenvattend is het auditteam van oordeel dat via het docententeam van de opleiding voldoende kennis van en inzicht in het werkveld bezit. Verbanden die ook op de programmaopbouw en de opdrachten aan studenten waaronder beroepsproducten en afstudeerprojecten een zichtbaar resultaat laten zien.
Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende. De docenten van de opleiding Bedrijfskundige Informatica hebben contact met het werkveld en leggen door middel van deze contacten een concrete verbinding tussen werkveld en programma. De opleiding betrekt het bedrijfsleven actief bij de inhoud van de opleiding en biedt docenten de gelegenheid hun kennis en vaardigheden op hun vakgebied verder te ontwikkelen. Studenten zijn tevreden over de kennis en IT-vaardigheden van de docenten. De opleiding heeft een aannamebeleid dat garant staat voor het aannemen van docenten die over goede kennis en vaardigheden beschikken op het terrein van Bedrijfskundige Informatica en die bereid zijn de vaardigheden te onderhouden en te verbeteren in het snel veranderende IT-werkveld. Dit is van essentieel belang voor de continuïteit en actualiteit van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 33
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Bevindingen De opleidingen binnen de Academie hebben personeel geworven en werven ten tijde van de laatste audit personeel met een loopbaangeschiedenis in het bedrijfsleven. Ook pas afgestudeerden die tijdens hun studie in de praktijk werkzaam zijn geweest (stages, afstudeerscriptie) vormen een potentiële doelgroep. De docent student ratio bedraagt 1: 25,7 hetgeen het auditteam beschouwt als een verhouding op maat. Van november 2004 tot en met mei 2006 hebben 12 medewerkers de Academie CII verlaten en zijn er acht nieuwe medewerkers aangetrokken. Thans worden er opnieuw nieuwe medewerkers aangetrokken. De gemiddelde leeftijd van docenten binnen de academie CII is de afgelopen jaren gedaald van 53 naar 47 jaar, mede door het aantrekken van jongere medewerkers. Uit het Teamopleidingsplan BI/ICTBeheer blijkt dat het team ten tijde van de laatste audit nog actief op zoek was naar deskundigheid op onder andere het terrein van ICT-Beheer, nieuwe architectuur en infrastructuur. Bij de herhalingsaudit is gebleken dat dit deels is gelukt. Tevens heeft het auditteam de verwachting dat de resterende deskundigheid op korte termijn zal worden aangetrokken. Ondanks het grillige karakter van de arbeidsmarkt daar waar IT’ers betreft, slaagt de Academie er in recentelijk nieuwe docenten aan te trekken op basis van voldoende uitgewerkte criteria. De Academie wil de afhankelijkheid van de arbeidsmarkt verminderen door een sterkere regionale verankering met structurele relaties met bedrijven en mobiliteit tussen onderwijs en bedrijfsleven. Uit gesprekken met studenten is het auditteam gebleken dat docenten thans meer tijd vrijmaken voor studenten dan dit in het verleden het geval was. Er is ruimte voor extra colleges indien dit noodzakelijk is. De Academie CII hanteert streefcijfers voor de verdeling van de taakbelasting en inzetplanning per docent. De vaststelling van de jaartaak vindt plaats in het jaarlijkse plangesprek van de docent met de programmacoördinator. Uit een enquête onder het personeel (Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid. Rapportagedatum 22 mei 2006) blijkt dat de arbeidsomstandigheden de afgelopen periode aanzienlijk verbeterd zijn. Zo blijkt de werkdruk verminderd te zijn en is er sprake van minder piekbelasting.
Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende. De huidige omvang van de formatie stelt de opleiding Bedrijfskundige Informatica in staat het opleidingsprogramma uit te voeren. Gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten is de opleiding bovendien in staat de gewenste kwaliteit te leveren. De opleiding laat een aanvaardbare docent student ratio zien. Evaluaties onder docenten laten zien dat er sprake is van verminderde werkdruk hetgeen leidt tot meer ‘lucht’ in de opleiding en meer aandacht voor de studenten.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 34
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen Uit de documentatie en tijdens de herhalingsaudit is het auditteam gebleken dat de Academie CII in het algemeen en de opleiding Bedrijfskundige Informatica fors heeft geïnvesteerd en blijft investeren in de verdere verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Verbeteringen worden sinds 1999 vastgelegd in de teamopleidingsverslagen. Zo is er sprake van deskundigheidsbevordering en worden er diverse soorten gesprekken gevoerd binnen de gesprekscycli. Voor de ontwikkeling van medewerkers heeft de opleiding Bedrijfskundige Informatica een aantal instrumenten tot haar beschikking: Instrumenten binnen de de gesprekscyclus, zoals resultaatgerichte plangesprekken gesprekken tussen de programmacoördinatoren met teamleden: lopende en komende werkzaamheden resultaten studentenenquêtes en feedback collega’s persoonlijk ontwikkelplan teamontwikkelplan scholingsbeleid, scholingsplan Het docententeam van de opleiding Bedrijfskundige Informatica is voldoende gekwalificeerd voor wat betreft de kennis van het beroep en de ontwikkelingen van het werkveld. Bij docenten met een langdurig dienstverband zonder eigenstandige link met de beroepspraktijk, is er in bepaalde gevallen sprake van een hiaat. De opleiding vult deze hiaten door docenten opleidingen te laten volgen en hen trajecten aan te bieden in het werkveld. Het overzicht van deze opleidingen en trajecten is na te lezen in de teamontwikkelingsplannen. Nieuw aangetrokken docenten zijn volgens de studenten en naar mening van het auditteam goed op de hoogte van het vakgebied. Vanuit didactisch oogpunt is het docentenkorps voldoende geschoold in competentiegericht leren in relatie tot het beroepsprofiel dat in samenwerking met het werkveld is opgesteld. Naar aanleiding van de functioneringsgesprekken zijn door de programmacoördinatoren matrices opgesteld waarin docenten zijn gescoord op de competenties behorend bij de Bachelor of ICT. Hetzelfde is gebeurd op de verschillende kennisgebieden waardoor er een goed beeld is ontstaan van de beschikbare en de gewenste capaciteit en kennis in de academie. Op basis van deze overzichten worden net als voorheen teamontwikkelplannen (TOP) en persoonlijke ontwikkelplannen (POP) opgesteld. Het POP is in de plangesprekken in juni 2006 met alle medewerkers aan de orde geweest en leidt tot concrete afspraken over verdere professionalisering per medewerker. In het najaar van 2006 wordt een academiebreed scholingsplan vastgesteld. Het auditteam onderschrijft het voornemen van de Academie CII om docenten vanaf het studiejaar 2006-2007 10% van hun tijd te laten besteden aan deskundigheidsbevordering, dit mede gelet op de snelle ontwikkelingen op het terrein van Informatie Technologie. Docenten kunnen deelnemen aan trainingen, cursussen, docentstages, studiedagen, conferenties en/of het bijhouden van vakliteratuur. Per FTE is verder 1000 Euro beschikbaar voor directe kosten. In overleg met de docent wordt een keuze gemaakt welke deskundigheidsbevordering van belang is. Het auditteam heeft het ‘Plan van aanpak implementatie resultaatverantwoordelijke teams’ bestudeerd. Kern hiervan is dat een team van docenten de verantwoordelijkheid krijgen voor het uitvoeren van onderdelen van
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 35
het onderwijs. Eén van de resultaatgebieden is de studenttevredenheid; de opleiding heeft inmiddels studentenpanels ingericht waarmee ieder semester gesproken zal worden over de waardering van het onderwijs. Het auditteam acht dit een goede manier om studenten te betrekken bij de kwaliteit van het docentenkorps. Om de mobiliteit te bevorderen van medewerkers versterkt de Academie CII de contacten met het werkveld en met andere academies respectievelijk opleidingen binnen Saxion Hogescholen. Het auditteam is van mening dat de opleiding de band tussen opleiding en het IT-werkveld heeft versterkt. Tevens kan het medewerkers carrièreperspectieven bieden en kunnen deze contacten leiden tot onderzoeksopdrachten en projecten. Het auditteam heeft studenten specifiek gevraagd naar de kwaliteit van de docenten. Over het algemeen wordt de kwaliteit van docenten als voldoende tot goed beoordeeld. Dit komt overeen met het beeld dat het auditteam zich heeft kunnen vormen van de kwaliteit van docenten tijdens de audits en op basis van de bestudering van de cv’s.
Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende. Wat vakdeskundigheid en inzicht in het werkveld betreft zijn de docenten voldoende toegerust om de opleiding Bedrijfskundige Informatica op HBO-niveau te verzorgen. De docenten hebben voldoende zicht op het domein Informatica en zorgen voor een consequente en voortdurende inbreng van hun expertise in het programma. Docenten beschikken over de vereiste organisatorische en onderwijskundige kwalificaties. Eventuele hiaten worden gecompenseerd door het werken met Resultaatverantwoordelijke Teams. De Academie geeft medewerkers voldoende gelegenheid zich thans en in de toekomst bij te scholen op die terreinen die zowel de opleiding als de docent noodzakelijk achten. .
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 36
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende op grond van bestudering van de toegezonden documenten en de gevoerde gesprekken tijdens de audits hierbij het volgende overwegende:
De docenten van de opleiding Bedrijfskundige Informatica hebben contact met het werkveld en leggen door middel van deze contacten een concrete verbinding tussen werkveld en programma. De opleiding betrekt het bedrijfsleven actief bij de inhoud van de opleiding en biedt docenten de gelegenheid hun kennis en vaardigheden op hun vakgebied verder te ontwikkelen.
De opleiding heeft een aannamebeleid dat garant staat voor het aannemen van docenten die over goede kennis en vaardigheden beschikken op het terrein van Bedrijfskundige Informatica en die bereid zijn de vaardigheden te onderhouden en te verbeteren in het snel veranderende IT-werkveld. Dit is van essentieel belang voor de continuïteit en actualiteit van de opleiding. Wat vakdeskundigheid en inzicht in het werkveld betreft zijn de docenten voldoende toegerust om de opleiding Bedrijfskundige Informatica op HBO-niveau te verzorgen. Eventuele hiaten worden gecompenseerd door het werken met Resultaatverantwoordelijke Teams. Studenten zijn tevreden over de kennis en IT-vaardigheden van de docenten De huidige omvang van de formatie stelt de opleiding Bedrijfskundige Informatica in staat het opleidingsprogramma uit te voeren. Gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten is de opleiding bovendien in staat de gewenste kwaliteit te leveren. De opleiding laat een aanvaardbare docent student ratio zien. Evaluaties onder docenten laten zien dat er sprake is van verminderde werkdruk. Dat biedt ruimte voor extra onderwijs en begeleiding en studenten zijn tevreden over de kwaliteit van het docentencorps. hetgeen leidt tot meer ‘lucht’ in de opleiding en meer aandacht voor de studenten. De academie hanteert de gesprekscyclus, waarmee de planning en inzet van personeel wordt gestuurd en geborgd. Daarin worden inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten van docenten besproken en vertaald naar deskundigheidsbevordering (op zowel individueel als team niveau). Scholing op vakinhoudelijk en onderwijskundig terrein vond en vindt continu plaats.”
“
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 37
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen De bouw van de locatie Enschede van Saxion Hogescholen werd in 2001 voltooid. Door de concentratie van opleidingen kan effectief en efficiënt gebruik gemaakt worden van de voorzieningen. Bij de huisvesting en inrichting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Iedere Academie heeft een herkenbare plek voor studenten en docenten Iedere Academie richt de beschikbare ruimte in op basis van de gekozen onderwijsvorm Het beschikbare budget materiaal versus personeel bedraagt 30/70. Voor een ICT opleiding is het belangrijk dat de ICT voorzieningen op orde zijn en dat beroepsgerichtheid wat betreft de uitstraling een bepalende factor is. Een specifieke commissie bestaande uit deskundigen uit de 3 ICT-opleidingen vervullen een adviserende rol naar het MT. Ieder jaar wordt 25% van de computerapparatuur vervangen en de overige voorzieningen komen jaarlijks bij de investeringsbegroting terug. De financiële randvoorwaarden zijn een beperkende factor. Met betrekking tot de inrichting van de ruimten is er specifieke aandacht geschonken aan de inrichting van de: PGO werkplek: geschiktheid rolstoelgebruikers Computerwerkplekken: verbetering studentwerkplekken op grond van relatie zithouding/beeldschermeffecten De studenten worden betrokken bij het totstandkomen van de investeringsbegroting door hun wensen en suggesties tijdens TGVO te inventariseren. Naast een redelijke tevredenheid zijn er legio wensen die vaak in relatie staan met de wens om “het beter en sneller “ te maken: Vervanging deel van de computers die echt verouderd zijn Verbetering van het draadloze systeem: bereik is onvoldoende Vermindering aantal storingen bij aanwezige PC’s Upgrading van een aantal software pakketten Recentelijk, in 2006, is gestart met de verbouwing van CII-verdieping. Hier wordt een nieuwe onderwijsomgeving gecreëerd waar werkplekken voor studenten centraal staan. Gelegen rond deze werkplekken voor studenten worden werkplekken voor docenten, spreekkamers, onderwijslokalen en ICTlaboratoria opgezet. Het auditteam is van mening dat deze nieuwe inrichting de interactie tussen studenten en de interactie tussen studenten en docenten bevordert. Positief is dat laatstgenoemden betrokken zijn geweest bij het ontwerp en de uitvoering van de onderwijsomgeving.
Oordeel: voldoende Audit 2004: Het auditteam komt op basis van de documentenanalyse, een rondleiding tijdens de audit en op basis van gesprekken met docenten en studenten tot een voldoende beoordeling. Hierbij heeft het
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 38
oordeel van de betrokken werkvelddeskundigen zwaar meegewogen. Ondanks de kwalificatie voldoende adviseert het auditteam om aan de materiële ICT voorzieningen in het kader van uitstraling en tevredenheid over de kwaliteit van de studieomgeving specifieke aandacht te schenken, mede gelet op de drie uitgangspunten die Saxion Hogescholen ten aanzien van dit facet heeft geformuleerd. Audit 2006: Het auditteam is van mening dat de gestarte nieuwe inrichting van de CII verdieping de interactie tussen studenten en de interactie tussen studenten en docenten bevordert. Positief is dat laatstgenoemden betrokken zijn geweest bij het ontwerp en de uitvoering van de onderwijsomgeving.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 39
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de studiebegeleiding en de informatie- voorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? • Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen Voor de studiebegeleiding zijn de door Saxion Hogescholen opgestelde kaders richtinggevend. Hierbinnen is sprake van eerstelijns (docenten, tutoren en studieloopbaanbegeleiding) en tweedelijns studiebegeleiding (decaan, studentpsycholoog en studiekeuzeadviseur). Binnen de Academie CII zijn de kaders van de hogeschool nader uitgewerkt in een notitie “studieloopbaanbegeleiding ICT” die aansluit bij de onderwijsvisie waarbinnen de leerweg van de student centraal staat. Dit geeft duidelijkheid met betrekking tot wat er van student en docent wordt verwacht en heeft geresulteerd in het consequenter plannen en uitvoeren van gesprekken. De werkvormen PGO en PO vragen een specifieke begeleiding van de student door tutor en vakdocent. In het kader van de onderwijsvernieuwing zijn er scholingstrajecten ontwikkeld in het kader van de rollen van mentor en tutor. De studieloopbaanbegeleider maakt gebruik van een tweetal instrumenten: het portfolio POP (persoonlijk ontwikkelplan met einddoelen van studie en periodedoelen) Tijdens de propedeuse richt de begeleiding zich op de attitude ten opzichte van de studie, oriëntatie en selectie. In de hoofdfase wordt een accent gelegd op het studieprogramma. Tijdens de buitenschoolse activiteiten worden de studenten begeleid door een docent-coach en een bedrijfscoach. De studieloopbaanbegeleiders voeren periodiek overleg over de voortgangresultaten. De eerste voorlopige resultaten van het nieuwe studiebegeleidingbeleid worden zichtbaar: meer duidelijkheid met betrekking tot rollen en verwachtingen bij studenten en docenten een daling van het aantal bindend negatieve studieadviezen op grond van het eerder uitschrijven van studenten op basis van ervaringen en resultaten in de oriëntatiefase. Meer ervaring en deskundigheid bij tutoren Het instrument POP verovert zich langzaam aan een plek binnen het onderwijs Studenten gaven tijdens de audit aan dat de tijd van de docent in het kader van de studieloopbaanbegeleiding beperkt is en dat er hierdoor nauwelijks sprake kan zijn van persoonlijk contact. De studiebegeleiding komt consequent bij de semesterevaluaties van studenten en docenten aan de orde. Ter ondersteuning van de studiebegeleiding stelt de hogeschool zich garant voor een goede informatievoorziening via het intranet. Op een aparte ICT site kunnen studenten informatie vinden over het onderwijsprogramma, de planning van activiteiten en onderwijsroosters. Organisatorische en huishoudelijke zaken worden zowel elektronisch als in gedrukte vorm kenbaar gemaakt. De studieresultaten kunnen worden ingezien via CWSIS. Sinds de invoering in 2003 zijn regelmatig verbeteringen aangebracht in de informatievoorziening. Dit op basis van de resultaten van de semesterevaluaties en wensen van studenten. Uit de recentelijk geleverde documentatie en de laatste audit is gebleken dat de Academie CII het Saxion-beleid volgt om met ingang van 2009 volledig competentiegericht onderwijs te verzorgen. Studenten ontwikkelen
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 40
deze competenties door middel van een persoonlijke leerweg. Door de invoering van deze persoonlijke leerweg zal de begeleiding de komende jaren een ander karakter krijgen. De Academie zorgt er voor dat alle docenten die vanaf 2007 studieloopbaanbegeleider zijn de gelegenheid krijgen een certificaat te halen waaruit blijkt dat zij trainingen en cursussen op de terreinen: startgesprek, persoonlijk ontwikkelingsplan, studiecontract, studieloopbaanbegeleiding en portfolio, alsmede begeleidings- en gespreksvaardigheden hebben verworven. Met betrekking tot de kritiek, die studenten hadden in 2004 t.a.v. de beperkte tijd die docenten hadden om begeleiding te geven heeft het auditteam in juni 2006 geconstateerd, dat evaluaties onder docenten laten zien dat er sprake is van verminderde werkdruk. Dat biedt ruimte voor extra onderwijs en begeleiding.(zie verder onder 3.2.) Om de informatievoorziening aan studenten te verbeteren wordt een nieuw webportal ingevoerd waar studenten informatie krijgen over: nieuws van de eigen opleiding en de Academie CII, gegevens over het onderwijs en de onderwijsorganisatie, tentamenroosters en de tentamenresultaten. Ook wordt ‘Pandia Onderwijs’ ingevoerd, een applicatie waarin studieprogramma’s de studiecontracten en de studieresultaten van de studenten worden vastgelegd. Met ingang van het studiejaar 2006 wordt dit ingevoerd op de Academie CII.
Oordeel: voldoende Om een oordeel te kunnen vormen over de studiebegeleiding heeft het auditteam gesprekken gevoerd met studieloopbaanbegeleiders en studenten en is de gehanteerde systematiek bekeken. Deze staat omschreven in: Kaders studieloopbaanbegeleiding Saxion Hogescholen Studieloopbaanbegeleiding ICT Studenten zijn zoals blijkt uit de semesterevaluaties en gesprekken tijdens de audit positief over de studiebegeleiding maar zijn kritisch ten opzichte van de beschikbare tijd daarvoor. Het auditteam is van mening dat de studieloopbaanbegeleiding als geheel en als geïntegreerd onderdeel van het PGO en PO steeds minder een doel op zich is maar als een vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijsproces wordt gezien. Deze positieve trend is met name ook waarneembaar bij het instrument POP dat meer en meer en ook meer functioneel gehanteerd wordt als onderdeel van het managen van het eigen leerproces. De studenten zien het onderwijsconcept en de instrumenten die daarbij worden ingezet niet als doelen op zich, maar gebruiken en waarderen ze in het kader van hun studieplanning. Hiermee wordt impliciet aangetoond dat ze daarmee voorzien in de behoefte van de studenten. Het auditteam van 29 juni 2006 constateert, dat de opleiding actief bezig is om de studiebegeleiding nog verder te optimaliseren conform het beleid van Saxion. De evaluaties onder docenten laten zien dat er sprake is van verminderde werkdruk. Dat biedt ruimte voor extra onderwijs en begeleiding. Het nieuwe studie-informatiesysteem staat garant voor een adequate en tijdige informatievoorziening aan studenten.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” als voldoende op basis van de oordelen van de facetten materiële voorzieningen en studiebegeleiding. De materiële voorzieningen sluiten aan op het didactisch concept en de doelstelling van de opleiding Bedrijfskundige Informatica. De nieuwe inrichting van de CII verdieping bevordert de interactie tussen studenten en de interactie tussen studenten en docenten. Positief
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 41
is dat laatstgenoemden betrokken zijn geweest bij het ontwerp en de uitvoering van de onderwijsomgeving. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 42
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Bevindingen Uitgangspunt voor de interne kwaliteitszorg van academie CII en de de opleiding Bedrijfskundige Informatica is het kwaliteitszorgsysteem van Saxion Hogescholen en het kwaliteitsplan van de Academie CII. Het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool is gebaseerd op het EFQM-model en het INKmanagementmodel. Als onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem voert de Academie CII evaluatieactiviteiten uit volgens een van te voren vastgesteld evaluatieplan. Deze activiteiten beslaan externe evaluaties en evaluaties op Saxion-, Academie- , opleidings- en docentenniveau. Over het algemeen zijn ze een mix van algemeneen specifieke vragen. Het gaat om de volgende activiteiten: Externe evaluaties Accreditatie Beroepenveldcommissie HBO-monitor Saxionbrede evaluaties Studenttevredenheidsonderzoek Alumni enquête Interne audit Academiebrede evaluaties Medewerkerstevredenheidsonderzoek Evaluatie personeels-, en voorzieningenbeleid Opleidingsevaluaties Semesterevaluaties studenten Semesterevaluaties docenten Zelfevaluatierapport Docentevaluaties In het kader van PGO en praktijklessen Referentiepunten voor de evaluaties zijn de kengetallen en streefcijfers die zijn vastgelegd in de planning en control cyclus en de nadere uitwerking op academie- en opleidingsniveau. In het kwaliteitsplan van de Academie staat omschreven welke evaluaties onder studenten, personeel, werkveld en alumni wanneer dienen te worden uitgevoerd. De curriculumcommissies 6 zorgen voor de uitvoering van de enquêtes op
6
Ten tijde van de audit in 2004 heette het gremium, dat hiervoor verantwoordelijk was het ‘kernteam’.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 43
academie niveau en stellen op basis van de resultaten verbeterplannen op. Alle resultaten worden besproken met het personeel en de studentenvertegenwoordigingen. Iedereen kan verbeterplannen voorstellen. In het beleidsplan van de Academie wordt vervolgens in een meerjaren planning een prioritering aangebracht door het kernteam en het managementteam van de opleiding. Op deze manier wordt invulling gegeven aan de PDCA cyclus met betrekking tot de ijkpunten die in het kwaliteitskader zijn vastgelegd. Op die manier wordt gegarandeerd dat activiteiten: worden opgenomen in strategische plannen en het businessplan een financiële vertaling krijgen in de begroting in project- en uitvoeringsplannen worden opgenomen in management-rapportages en jaarverslagen geëvalueerd worden Het auditteam heeft kunnen constateren op basis van bestudering van verslagen en het businessplan dat dit ook inderdaad de praktijk is. De studenten worden systematisch ingezet bij de kwaliteitsverbetering van het onderwijs door ze actief te betrekken bij de Academieraad, semesterevaluaties, tutorgroepevaluaties, en het kwaliteits- en rendementsoverleg. De docenten worden om de twee jaar gevraagd hun mening te geven over de kwaliteit van de organisatie: leiderschap, personeelsmanagement, beschikbare middelen, en de wijze van aansturing en ondersteuning van de primaire processen. Op grond van de resultaten van deze evaluaties is duidelijk geworden hoe de betrokkenheid is en met wat voor soort kritiekpunten de opleiding wordt geconfronteerd: Werknemers geven aan dat er in structurele zin in onvoldoende mate aandacht wordt geschonken aan de arbeidsomstandigheden waarbij de functie-inhoud en werkdruk een belangrijke rol spelen. Men geeft aan dat daar te weinig invloed op kan worden uitgeoefend. Over het proces van taaktoedeling is men tevreden. Externe betrokkenen (beroepenveldcommissie/gecommitteerden/stage-instellingen) geven opbouwende kritiek zowel in algemene zin ten aanzien van het onderwijsconcept ( b.v. ten aanzien van de verhouding tussen breed en specialisatie) als ook zeer inhoudelijk en beroepsgericht (b.v. ten aanzien van de aandacht voor een product in het kader van het methodes van informatie-analyse) maar ook met betrekking tot de te verwerven competenties (aandacht voor programmeertalen/communicatieve vaardigheden). Studenten zijn goed en op vele manieren betrokken. De kritiekpunten richten zich op verschillende aspecten van het onderwijs (b.v. kwaliteit van de PGO-ruimten/ Ict-middelen/duidelijkheid toetscriteria). Alumni reageren beperkt op verzoeken om het onderwijs te evalueren. De kritiekpunten richten zich op het in onvoldoende mate aandacht schenken aan het werken in teamverband/ mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid en begeleiding tijdens de stage. Bovengenoemde kritiekpunten zijn, met uitzondering van de door de alumni naar voren gebrachte punten, voor het auditteam herkenbaar op grond van de tijdens de audit uitgevoerde gesprekken met het management, docenten en studenten. Allen onderschrijven de zinvolheid en het karakter van de evaluaties in het licht van de positieve ervaringen die ze hebben met follow-up acties . In alle gevallen is er sprake van terugkoppeling waarbij wordt aangegeven of er sprake zal zijn van een concrete verbeteractie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 44
Oordeel: goed Dit oordeel is gebaseerd op documentenanalyse en de gesprekken tijdens de audit met het management, docenten en het personeel. Er is sprake van een structurele evaluatiesystematiek waarbij de taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn geformuleerd en de streefdoelen en streefcijfers op Saxion niveau zijn vastgesteld. Er is eveneens sprake van een structurele terugkoppeling. Resultaten van evaluatieonderzoeken zijn door het auditteam ingezien: de resultaten worden duidelijk weergegeven en gecommuniceerd.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 45
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen De directeur van de Academie is eindverantwoordelijk voor het binnen de beschikbare mogelijkheden formuleren en realiseren van verbetermaatregelen. Per verbetermaatregel wordt aangegeven welke manager daarbij verantwoordelijk voor wordt gesteld. Bij de besluitvorming inzake de verbetermaatregelen is het businessplan van de Academie CII richting- en maatgevend. Een op grond hiervan opgesteld actieplan stuurt de PDCA-cyclus op dit gebied aan. Uit de documentenanalyse blijkt dat uitkomsten van periodieke evaluaties aanleiding vormen tot concrete verbetermaatregelen. Exemplarische voorbeelden: De kritiek van medewerkers met betrekking tot de arbeidsomstandigheden heeft geresulteerd in concrete verbeteracties: arbeidsomstandigheden worden structureel een agendapunt in kwartaalgesprekken en jaarlijkse academievergadering i.v.m. gesignaleerde piekbelasting komt taaktoedeling aan de orde bij kwartaalgesprekken met medewerkers extra aandacht voor verdeling tussen werk- en rusttijden uitvoering van een werkplekonderzoek Situatie 2006: Inmiddels zijn de arbeidsomstandigheden een structureel agendapunt in de gesprekscyclus en komt taaktoedeling aan de orde in het jaarlijkse plangesprek. De kritiek van externe betrokkenen ten aanzien van te vroege specialisatie in het onderwijsprogramma is vertaald in aanpassing van het onderwijsprogramma, en met betrekking te grote aandacht voor een specifiek product heeft zich dit vertaald in een meer generiek benadering van het betreffende onderdeel in het onderwijsprogramma. De kritiek van studenten ten aanzien van de kwaliteit van ruimten en leermiddelen heeft geresulteerd in een herinrichting van de beschikbare ruimte en aanschaf van opleidingsspecifieke hard- en software voor het kunnen uitvoeren van experimenten zonder het hogeschoolbrede netwerk te belasten of te verstoren. Ook zijn toetscriteria in de blokboeken duidelijker omschreven. De kritiek van alumni met betrekking tot een onvoldoende mate van aandacht voor werken in teamverband, uitdrukkingsvaardigheden en stagebegeleiding heeft geresulteerd in respectievelijk een zwaarder accent op projectmatig werken in de semesters 4, 6 en 7 en meer aandacht voor zelfreflectie binnen de studieloopbaanbegeleiding op basis van een door de studenten op te stellen POP ten behoeve van de stage. Naast deze exemplarische voorbeelden tonen ook andere voorbeelden in de documenten aan dat er daadwerkelijk werk wordt gemaakt van kritiekpunten die bij evaluaties naar voren komen. Dit beeld is bevestigd tijdens het bezoek van het auditteam aan de opleiding tijdens de audit 2004 aan de opleiding. Tijdens de audit 2006 is geconstateerd, dat er aanpassingen plaats vinden in het docentencorps teneinde gekwalificeerd, competentiegericht onderwijs te geven. Tevens realiseert men een vernieuwing van de werkruimtes van de studenten en personeel, waardoor adequater gewerkt kan worden en ook directer contact mogelijk is met de docenten. In de bespreking van de resultaten van de evaluaties in het TGVO en het ook
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 46
realiseren van de verbeterplannen, zeggen de studenten dat de opleiding serieus werk maakt van de eerder aangegeven kritiekpunten.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet van de opleiding als goed op basis van de beoordeling van de documenten, de concreetheid van de verbeterplannen en de daadwerkelijke realisering van verbeteracties. Dit beeld is bevestigd tijdens de audit in gesprekken met het management, docenten en met name studenten en door observatie van de werkomgeving.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 47
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Bevindingen In het kwaliteitszorg systeem van Saxion Hogescholen staat aangegeven wie, waar en hoe betrokken zijn bij de ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en verbetering van de opleiding. Conform het EFQM-model is het uitgangspunt hierbij het verhogen van de kwaliteit zoals die ervaren wordt door de “klantengroepen”. Studenten, medewerkers, alumni en het afnemend beroepenveld behoren tot de klantgroepen “studenten”, “externe klanten” en “personeel”. De manier waarop zij actief worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding staat omschreven in het “Kwaliteitsplan”. Deze betrokkenheid kan als volgt worden aangegeven: Studenten medezeggenschapsorganen opleidingscommissie evaluatiepanels onderwijsontwikkeling onderwijsuitvoering De belangrijkste evaluatie-instrumenten zijn: semesterevaluatie, studentpanels, studenttevredenheidsonderzoek en het TGVO. Medewerkers onderwijscommissies medezeggenschapsorganen beroepenveldcommissie raad van advies academiedagen personeelsvergaderingen De belangrijkste evaluatie-instrumenten zijn: semesterevaluatie, medewerkerstevredenheidsonderzoeken, studiedagen, en de jaarlijkse evaluatie aansturing en ondersteuning primaire processen Afnemend beroepenveld beroepenveldcommissie (BVC) gastdocentschap gecommitteerde bij examens regionale werkveldbijeenkomsten onderwijsinnovatieprojecten externe audits De belangrijkste evaluatie-instrumenten zijn: rapportage als gecommitteerde, evaluatieformulieren stage en adviesrol curriculum als lid BVC Alumni deelname in HBO-monitor praktijkinstructeur/docent beroepenveldcommissie De belangrijkste evaluatie-instrumenten zijn: vragenlijst HBO-monitor, Saxion enquête onder alumni.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 48
Oordeel: voldoende Uit de documentenanalyse is gebleken dat de opleiding de verschillende ” klantengroepen” op een adequate wijze betrekt bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Dit gebeurt via overlegorganen, evaluaties en implementatietrajecten.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” als voldoende. Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria met betrekking tot dit onderwerp zijn er na de documentanalyse gesprekken gehouden met het management, kwaliteitszorgmedewerkers, docenten en studenten. De volgende documenten zijn ingezien en geanalyseerd:
Zelfevaluatierapport opleiding bedrijfskundige informatica Kwaliteitsplan ICT Kwaliteitsonderzoeken ICT Businessplan 2005-2008 Actieplan verbetermaatregelen Draaiboek tevredenheidsonderzoeken Semester evaluaties door studenten Semester evaluaties door docenten Resultaten enquête m.b.t. het vernieuwde onderwijs An alumni relations strategy for an ICT Academy
In algemene zin kan worden geconstateerd dat de jarenlange aandacht voor de ontwikkeling en implementatie van een kwaliteitszorgsysteem zijn vruchten heeft afgeworpen. Evalueren is een integraal onderdeel van het werk- en onderwijsproces. Met name in deze periode van intensieve onderwijsvernieuwing en reorganisatie biedt het mogelijkheden tot snelle aanpassing en verbetering van het nieuwe concept. De realistische en duidelijke streefdoelen en streefcijfers dragen bij aan de motivatie van betrokkenen en de transparantie van evaluatieresultaten en in het verlengde daarvan Het auditteam heeft kunnen waarnemen dat die streefdoelen een belangrijke rol spelen bij de periodieke evaluatie van de opleiding. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.3.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 49
Onderwerp 6: Resultaten Het zesde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding Bedrijfskundige Informatica zijn gebaseerd op het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel. De opleiding controleert of de gerealiseerde eindkwalificaties in overeenstemming zijn met de nagestreefde eindkwalificaties en daarmee of de afgestudeerden het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebben. Deze controle vindt plaats met behulp van interne en externe procedures. Tijdens het doorlopen van de opleiding heeft de student moeten aantonen over de juiste competenties te beschikken. Het afstuderen is een finale toets. In het “Reglement stage en afstuderen” is beschreven aan welke eisen de afstudeeropdracht moet voldoen, over welke vereiste algemene en specifieke beroepscompetenties de student dient te beschikken en op welke manier de beoordeling plaats vindt. De uitvoering en verdediging bepalen of de student aan de eindkwalificaties voldoet. De toetsing wordt gedaan door twee afstudeerdocenten, de begeleider vanuit het bedrijf en een gecommitteerde. De laatste twee spelen een sleutelrol bij het bepalen of het niveau voldoende is en overeenkomt met de eindkwalificaties. Indien ook alle andere studieresultaten conform de OER voldoende zijn kan geconcludeerd worden dat de eindexamenkandidaat beschikt over de opleidingscompetenties met het gewenste HBO-niveau. Terugkoppeling vanuit het beroepenveld en afgestudeerden met behulp van tevredenheidsonderzoeken geven een positief beeld te zien: de werkzaamheden zijn in de regel verwant met de opleiding en bevinden zich op HBO+ niveau, waarbij er sprake is van een goede aansluiting vanuit de opleiding. De tevredenheidsonderzoeken geven aan dat met betrekking tot de volgende aspecten de opleiding Bedrijfskundige Informatica verder verbeterd kan worden: leiding geven/internationale oriëntatie, creativiteit, omgaan met cijfers en plannen en organiseren. Deze punten zijn inmiddels meegenomen bij de jaarlijkse herziening van het onderwijsmateriaal. Tijdens de audit zijn door de domeindeskundigen binnen het auditteam afstudeerwerkstukken beoordeeld. De afstudeerwerkstukken waar het auditteam zelf inzage in heeft gehad7, zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit en voor het realiseren ervan dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBOstudenten mag en moet worden geëist.
7
Voorbeelden van afstudeerwerkstukken: i. CIAO BI door Thijs Leusink ii. Project Cement door Paul Keulen iii. Man spice processing Vietnam door Duong Truong iv. Communicatie rondom automatisering door Alexander Brans/Marlijn van der Wardt: opdrachtgever Belastingdienst
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 50
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende op grond van de volgende constateringen:
Op grond van de analyse van documenten en de bevindingen van de gesprekken die met leden van de examencommissie, docenten en studenten tijdens de audit zijn gevoerd, is het auditteam van mening dat de gerealiseerde eindkwalificaties voldoende niveau hebben. Ook de eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken door de domeindeskundigen uit het auditteam, alsmede de gegevens die de opleiding heeft overlegd met betrekking tot de visie van het beroepenveld op de kwaliteit van de afgestudeerden, hebben tot dit oordeel geleid.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 51
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? • Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft met betrekking tot een 10-tal aspecten streefcijfers geformuleerd en zich daarbij gespiegeld aan de door Saxion Hogescholen vastgestelde streefcijfers. De resultaten voor de opleiding zijn: Het aantal ingeschreven studenten is in 2004 licht gedaald.Het aantal studenten met peildatum 1/10 was in 2001 248, in 2002 301, in 2003 275 en 2004 246. Minder instroom door huidige conjunctuur, op korte termijn wordt een toename verwacht. Instroom propedeuse, eerste keer HBO: gedaald, toename verwacht met een doelstelling om voor afgestudeerde MBO-ers een versneld traject te ontwikkelen. Totaal aantal instromende studenten: totaal aantal instromende studenten daalt (93 in 2001 naar 52 in 2004). De instroom vanuit niet afgeronde HBO- en/of Universitaire opleidingen is gering. (1 –2 per jaar). Met de TU is overleg gaande over wederzijdse overstapmogelijkheden. Totaal aantal geslaagden: sterke toename Aantal geslaagden neemt toe (van 29 in 2000 naar 87 in 2004). Geslaagden uit propedeuse-instroom : (let op: percentages zijn voor ‘percentage studenten dat het einddiploma haalt per instroomcohort’ en dus niet alleen voor ‘eerste keer hbo’) Na 1 jaar: 35%, na 2 jaar: 70% (dit geldt alleen voor 2002). Dit is stijgende. Percentages : in 1 jaar p-diploma loopt terug van 21% in 2000 naar 18% in 2003; en p-diploma in 2 jaar loopt terug van 45% in 2000 naar 42% in 2003. Gemiddelde studieduur in jaren: de afgelopen jaren vertoond dit fluctuaties. Van 2000 tot 2004: 4,56/ 5,00/ 4,43/ 4,50/ 4,80/ 4,20. De verwachting is dat de onderwijsvernieuwing hierop een positief effect zal hebben. Aantal studiestakers: Mede op basis van studieloopbaanbegeleiding is dit afgenomen van 67 naar 49, 28, 37 en tenslotte naar 22 in 2004. Gemiddelde studieduur studiestakers: eveneens sterk afgenomen van 2,39/1,71 naar 1,50 in 2002 en 1,4 in 2003. Opleidingsrendement: percentage diploma behaald in 4 jaar of minder: 28% in 4 jaar, 48% in 5 jaar Uitvalpercentage: % uitvallers “eerste keer HBO” in het eerste jaar: exacte getallen ontbreken. Naar schatting valt 25% uit. Ten tijde van de audit 2006 hanteert de opleiding kengetallen en streefcijfers die op Saxion Hogeschool niveau zijn geformuleerd. De kengetallen voor het studiejaar 2005-2006 zijn als volgt: Het totaal aantal ingestroomde studenten, propedeuse en postpropedeuse: 34. Er is nog steeds een lichte daling bij de opleiding BI te zien t.o.v. het voorgaande studiejaar. Percentage studenten van een cohort dat na 2 jaar de propedeuse heeft behaald: 26%. Dit betekent een daling t.o.v. voorgaande jaren Percentage studenten van een cohort dat na 5 jaar is afgestudeerd: 47%. Dit betekent een stijging van het diplomarendement. Percentage afwijzingen: 7,1%. Ten opzichte van voorgaande jaren geeft dit een zeer wisselend beeld. Percentage studenten dat minimaal 48 studiepunten heeft behaald: 67%. Hierin is een stijgende lijn te zien.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 52
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende. De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft een set kengetallen die het gebruikt bij de evaluatie van de resultaten. Het auditteam heeft de rendementscijfers van de opleiding gezien en besproken met het management van de opleiding. Een belangrijk deel van de streefcijfers wordt gerealiseerd. De onderwijsvernieuwing zal bovendien naar verwachting het onderwijsrendement in positieve zin beïnvloeden. Met betrekking tot de instroomcijfers is de opleiding Bl conjunctuur gevoelig. De opleiding heeft een duidelijke keuze gemaakt met betrekking tot de profilering van de opleiding in relatie tot (internationale) ontwikkelingen in het ICT-domein. Dit komt ten goede aan de positionering van de opleiding en zal mogelijk een positieve invloed hebben op de instroomcijfers.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica als voldoende. Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Resultaten voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica. De gerealiseerde eindkwalificaties komen overeen met de beoogde eindkwalificaties en de opleiding betrekt op systematische wijze het beroepenveld bij de beoordeling van de eindkwalificaties. De opleiding heeft aan de hand van normen van Saxion Hogescholen streefcijfers gedefinieerd. De onderwijsvernieuwing die in 2001 is ingezet zal naar verwachting de rendementscijfers in positieve zin gaan beïnvloeden. De positieve bevindingen bij tevredenheidsonderzoeken zijn hiervoor een indicatie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 53
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO Bachelor Opleiding Bedrijfskundige Informatica, voltijd
HBO BACHELOR OPLEIDING BEDRIJFSKUNDIGE INFORMATICA voltijd
Onderwerp / Facet 1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Samenvattend oordeel
8
Oordeel V V V V V V G V V V V V V V V V V V V V V8 G G V V V V
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 54
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Saxion Hogescholen verzorgde voltijd HBO Bachelor Opleiding Bedrijfskundige Informatica in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.3.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 55
BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring externe auditoren
W.L.M. Blomen Wienke Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 was hij werkzaam in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Jan Bruinsma Jan Bruinsma is na zijn Wis- en Natuurkunde studie werkzaam geweest aan de Vrije Universiteit (19701977) in de theoretische kernfysica. Naast deze onderzoekstaak was hij verantwoordelijk voor de automatisering van het Natuurkundig Laboratorium. Van 1977 tot 1987 werkte hij bij Rijkswaterstaat in de civiele techniek (maritieme constructies, duinverdediging en slibbeweging) en bij de Dienst Informatie Verwerking (geintegreerde applicatiesystemen). Vanaf 1987 werkzaam bij de ING als manager bij diverse IT afdelingen (infrastructuur, systeemontwikkeling, vendormanagement). Hij is in 1997 met enkele Hogescholen een duale IT opleiding voor ING gestart. Wilfried Markenstein Opleiding HBO-informatica; diverse functies bij het Centrum voor Micro Electronica; momenteel Embedded Software Engineer Security Control Systems, Research & Development, Nedap N.V. Willem van Raaijen Willem van Raaijen was jarenlang verbonden aan het Luzac College waar hij onder andere als rector actief was. Hij was daar voorzitter van de landelijke examencommissie en lid van de commissie voorbereiding Tweede Fase. Verder bekleedde Willem een staffunctie als Manager Opleidingen & Trainingen bij Unique International en werkte hij als consultant public search voor de Interlace Group. Voor deze organisatie was hij werkzaam binnen de onderwijswereld, ministeries en gemeentes en bij organisaties die opereren op het snijvlak tussen publiek en privaat zoals bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen en omroepen. Bij Hobéon houdt Willem zich bezig met organisatie-advies, marktonderzoek en certificering. Timo Timmerman Timo Timmerman heeft meer dan 25 jaar ervaring in het HBO als manager/directeur met een specifieke belangstelling voor onderwijsinnovatie en internationalisering. Op grond hiervan is hij in staat om de programma-opbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo-opleidingen gesteld worden. Michael Brussee Michael Brussee studeert thans Werktuigbouwkunde aan de Technische Hogeschool Rijswijk. Volgde ook een aantal jaren Scheepsbouwkunde aan de Hogeschool Delft en Elektrotechniek aan de Haagse Hogeschool.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 56
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring externe auditoren audit 29 juni 2006 Hans Stoltenborg Hans Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-hbo en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. Jan Bruinsma Jan Bruinsma is na zijn Wis- en Natuurkunde studie werkzaam geweest aan de Vrije Universiteit (19701977) in de theoretische kernfysica. Naast deze onderzoekstaak was hij verantwoordelijk voor de automatisering van het Natuurkundig Laboratorium. Van 1977 tot 1987 werkte hij bij Rijkswaterstaat in de civiele techniek (maritieme constructies, duinverdediging en slibbeweging) en bij de Dienst Informatie Verwerking (geintegreerde applicatiesystemen). Vanaf 1987 werkzaam bij de ING als manager bij diverse IT afdelingen (infrastructuur, systeemontwikkeling, vendormanagement). Hij is in 1997 met enkele Hogescholen een duale IT opleiding voor ING gestart. Hans Frederik Hans Frederik heeft zowel kennis van als ervaring met het onderwijs en de ICT-sector. Hij is werkzaam geweest als directeur en organisatieadviseur binnen het bedrijfsleven en is als leerplancoördinator, projectmanager en directeur oriëntatiejaar werkzaam geweest binnen een grote instelling voor hoger onderwijs. Sinds 1999 is hij manager ICT binnen de Hogeschool van Amsterdam en hier verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en afstemming inzake automatisering en informatisering van het onderwijs binnen de paramedische sector. Rianne Versluis Rianne Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zij werkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, intern begeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij in een gemeente een aantal jaren gewerkt als (senior) beleidsmedewerker Welzijn. Het formuleren van (nieuw) beleid op het brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken. Bij Hobéon is zij nauw betrokken bij de accreditatie van hoger beroepsopleidingen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 57
Onafhankelijkheidsverklaringen auditoren
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 58
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 59
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 60
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 61
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 62
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 63
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 64
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 65
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 66
BIJLAGE II: Programma Visitatie 25 November 2004 Lead Auditor: Wienke Blomen Onderwijskundig auditor: Willem van Raaijen Inhoudelijk specialist BI/I: Jan Bruinsma Inhoudelijk specialist TI/I: Winfried Markenstein Secretaris: Timo Timmerman Student: Michael Brussee Lokaal
Tijd 9.00 – 9.30
9.30 – 9.45
9.45 – 10.45
Gesprekspartners Saxion Vooroverleg auditteam Management algemeen: Aletta Bijsterveld, Jan te Hennepe, Jan Stroet, Trijntje van Dijk, Wim Meerman Management team: Aletta Bijsterveld, Jan Stroet, Trijntje van Dijk, Wim Meerman
Kernteam en afvaardiging Curriculumcommissie Informatica: Henk van Leeuwen, Paul Goolkate, Eelco Jannink, Willem Prakken, Jan Stroet
10.45 – 11.45
Auditoren Hobéon
Onderwerpen
Auditteam
Kennismaking
- Blomen - Bruinsma - Markenstein - Van Raaijen - Secretaris - Brussee - Bruinsma - Secretaris
Hier komt het strategisch beleid van de opleiding aan bod. Aandacht voor oa: personeelsbeleid duaal visie op beroep Strategisch beleid en visie Marktpositie Internationalisering aandacht voor programma als samenhang, eindkwalificaties, praktijkcomponent etc. (onderwerp 2) inhoudelijke keuzes Strategisch beleid en visie Marktpositie Internationalisering aandacht voor programma als samenhang, eindkwalificaties, praktijkcomponent etc. (onderwerp 2) inhoudelijke keuzes -aandacht voor kwaliteitsbeleid (5) evaluaties, verbeterbeleid en aantoonbaarheid gerealiseerd niveau resultaten
Kernteam en afvaardiging Curriculumcommissie Technische Informatica: Wim Meerman, Theo Lansink, Herman Lok
- Markenstein - Van Raaijen
Personeelsbeleid: Aletta Bijsterveld, Jan ter Heneppe
- Blomen - Brussee
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 67
Kernteam en afvaardiging Curriculumcommissie Bedrijfskundige Informatica: Trijntje van Dijk, Hans Engberts, Henk van Leeuwen
- Bruinsma - Van Raaijen - Brussee
Afvaardiging kwaliteitszorg/werkgroep evaluaties: Chris Cornelisse, Herman Lok, Willem Prakken, Jan Stroet Documentbeoordeling
- Blomen - Secretaris
11.45 – 12.45
12.45 – 13.45
Lunch en intern overleg auditteam
13.45 – 14.15
Rondleiding voorzieningen Studenten Technische Informatica: 2 van elke variant
14.15 – 15.15
15.15 – 16.15
16.15 – 16.45
16.45 – 17.30 17.30 - 18.00
-
Strategisch beleid en visie Marktpositie Internationalisering aandacht voor programma als samenhang, eindkwalificaties, praktijkcomponent etc. (onderwerp 2) inhoudelijke keuzes uitvoering personeelsbeleid planning, scholing etc.
- Markenstein
Inzien literatuur, onderwijsmateriaal, etc.
- Markenstein - Secretaris
-
Studenten Bedrijfskundige Informatica: 2 van elke variant
- Bruinsma - Brussee
Stage-, afstuderen en duaal Jan Stroet, Hans Engberts Aad Wever Studenten Informatica: 2 van elke variant
- Blomen - Van Raaijen
Examencommissie Hans Engberts, Willem Prakken, Herman Lok
- Blomen - Secretaris
Documentbeoordeling
- Markenstein - Van Raaijen - auditteam
Nader in te vullen
-
- Bruinsma - Brussee
programma, studielast, samenhang, toetsing kwaliteit docenten betrokkenheid bij kwaliteitsbeleid programma, studielast, samenhang, toetsing kwaliteit docenten betrokkenheid bij kwaliteitsbeleid Onderwerpen 1, 2, 3, 4, 5, 6 voor duaal. Stage en afstuderen programma, studielast, samenhang, toetsing kwaliteit docenten betrokkenheid bij kwaliteitsbeleid Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Studielast Gerealiseerd niveau resultaten Inzien literatuur, onderwijsmateriaal, etc. Pending issues N.a.v. documentatie en gesprekken panels
Koffie en oordeelsvorming auditteam Mondelinge terugkoppeling
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 68
Programma herhalingsaudit ICT Enschede, 29 juni 2006 Lead auditor, tevens onderwijskundig auditor: Hans Stoltenborg Inhoudelijk specialist werkveld: Jan Bruinsma Inhoudelijke specialist vakgebied: Hans Frederik Secretaris: Rianne Versluis
Lokaal
Tijd 09.30 – 10.00
Gesprekspartners Saxion Vooroverleg auditteam
Hobéon
Onderwerpen
10.00 – 10.15
Management Ton Diepeveen MBA (directeur a.i.) Aletta Bijsterveld (MT-lid) Jan te Hennepe (MT-lid) Management Ton Diepeveen Aletta Bijsterveld Jan te Hennepe
Auditteam
Kennismaking en finetuning programma
Auditteam
Strategisch beleid en marktontwikkeling. Specifieke aandacht voor: ontwikkelingen werkveld; personeelsbeleid. Specifieke aandacht voor: relatie met praktijk; programmaopbouw; deskundigheidsbevordering.
10.15 – 11.00
11.00 – 12.00
12.00 – 12.30
12.30 – 13.30
Auditteam Docenten Theo Lansink (docent, coördinator kennistransfer) Hans Engberts (docent, fasecoördinator BI-ICTBeheer) Paul Goolkate (docent) Aad Wever (docent, coördinator stage-afstuderen) Esther Hageraats (docent, nieuw personeelslid) Jan Stroet (docent, programmacoördinator) Programma coördinatoren Auditteam Jan Stroet (programma coördinator I/TI) Trijntje van Dijk (programma coördinator BI/IB)
Specifieke aandacht voor: onderwijsontwikkeling; personeelstevredenheid; personeelsbeoordeling.
Lunch en intern overleg auditteam
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 69
13.30 – 14.30
14.30 – 15.00
15.00 – 16.00
Studenten Auditteam Klaas Esman: 4e jaars BI Ronald Dijkhuizen: 3e jaars BI Joris Bontje: 3e jaar I Arnout Roemers: 3e jaars I en lid Academie Raad Job Vermeulen: 1e jaars TI Ben Meints: 1e jaars TI (ICT Beheer) Lectoraat Auditteam Henk van Leeuwen (lector) Paul Goolkate (docent) Willem Prakken (docent, fasecoördinator I/TI) Nader in te vullen plus rondgang Auditteam laboratoria. Begeleiding rondgang door Eelco Jannink (docent) en Kai Haveman (student, docent)
Specifiek aandacht voor: samenhang programma; studeerbaarheid; deskundigheid docenten; informatievoorziening.
Specifieke aandacht voor: actualisering programma; relatie met personeelsbeleid
Voorzieningen en pending issues (n.a.v. documentatie en gesprekken).
16.00 – 16.30
Koffie en oordeelsvorming auditteam
16.30 – 17.00
Mondelinge terugkoppeling in de personeelsruimte van academie CII, Wolvecamp begane grond (WB 14)
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica 70