Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd Saxion Hogeschool Enschede
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd CROHO nr. 34267 Saxion Hogeschool Enschede
Hobéon® Certificering BV November 2008 Auditteam: Drs. G.J. Stoltenborg Prof. dr. Ir.J. van Amerongen ing. E.R.S (Edwin) Groot MBA J. Vriend Secretaris: G.C. Versluis
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.7.1. 1.7.2. 1.7.3. 1.7.4. 1.7.5.
Inleiding Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van de opleiding Visitatierapport ‘Inspanning onder hoogspanning’- 19-03-2003 Interne audit Elektrotechniek Instellingsaudit Saxion Hogescholen Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 11 juni 2008
2.
Bevindingen en beoordeling Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 14 16 18 18 22 26 28 30 33 34 36 39 39 41 43 47 47 50 53 53 56 59 63 63 65
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
69 69 70
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 11 juni 2008 Niet vergeten toe te voegen!
1 1 1 1 2 3 4 5 5 7 8 9 9
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO-bacheloropleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. Saxion Hogeschool Enschede, in casu Academie Life Science, Engineering & Design (LED) verzorgt de HBO-bacheloropleidingen Werktuigbouwkunde, Industrieel Product Ontwerpen, Technische Natuurkunde, Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Elektrotechniek. Het onderhavige rapport heeft betrekking op Elektrotechniek, voltijd crohonummer 34267 De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door het Kwaliteitsrapport van de opleiding Elektrotechniek.
1.3.
Karakteristiek van de opleiding
1.3.1. De voltijd opleiding Elektrotechniek kent een halfjaarlijkse instroom. Studenten kunnen in september en in februari starten. 1.3.2. De opleiding is opgebouwd uit een major (210 EC’s) en een minorgedeelte (30 EC’s). Binnen het majorprogramma van de opleiding Elektrotechniek maken studenten een keuze voor de vier differentiaties Applied Communications Engineering (ACE), Electrical Power and Automation (EPA), Media Engineering (MEN), Smart System Design (SSD). Vanaf het derde kwartiel van het eerste studiejaar volgen de studenten al enige modulen die specifiek bij een differentiatie horen. (Zie facet 2.2.) 1.3.3. De opleiding Elektrotechniek kent al minstens 15 jaar ook een avondopleiding en vervult hiermee duidelijk een regionale behoefte. Werknemers van bedrijven krijgen de kans om zichzelf via een HBO-studie te ontwikkelen. Aspirant-studenten met een relevante vierjarige MBO-opleiding en minimaal 3 jaar werkervaring kunnen zich aanmelden voor een persoonlijk intakegesprek. Daarbij wordt ook beoordeeld of de werkplek en de huidige werkzaamheden zich lenen voor de HBO-studie. Op basis daarvan wordt een persoonlijke leerroute opgesteld. De avondopleiding wordt gegeven op twee avonden in de week. Via een afstudeeropdracht op de werkplek krijgen studenten de mogelijkheid kennis te integreren in de eigen praktijk. Ook voor de avondopleiding is er een differentiatiestructuur bedacht. Studenten die de avondopleiding volgen hebben de keuze uit de drie differentiaties Technisch Systeem Management (TSM), Telecommunicatie en Media Technieken (TMT) en Digitaal Systeem Ontwerpen (DSO). (Zie de facetten 2.1, 2.2 en 2.5.) 1.3.4. Sinds zes jaar biedt de opleiding ook een volledig Engelstalig programma bachelor Elektrotechniek, de zogenoemde ‘International Class’. Per jaar stromen daar gemiddeld 15 studenten in. (Zie facet 1.1. en 2.1.) 1.3.5. Met de regionale ROC's is een doorlopende leerweg geconstrueerd. De MBO-student wordt in het laatste halfjaar van zijn studie als cursist ingeschreven aan het HBO. (Zie facet 2.5.)
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 1
1.3.6. In dit studiejaar 2007-2008 zijn er 323 studenten en 21 docenten (18,9FTE) bij de opleiding Elektrotechniek. 1.3.7. De Academie LED participeert in twee lectoraten: ‘Duurzame Energievoorziening’ en ‘Industrial Design’. De twee lectoraten bestaan sinds enkele jaren. Op dit moment is de academie betrokken bij het instellen van een derde lectoraat ‘Proces- en Productie-innovatie Maakindustrie’.
1.4.
Visitatierapport ‘Inspanning onder hoogspanning’- 19-03-2003
1.4.1. De visitatiecommissie heeft in haar rapport een aantal verbeterpunten genoemd. Naar aanleiding daarvan heeft de opleiding acties ondernomen. De resultaten daarvan staan bij elk verbeterpunt beschreven:
Verbeterpunten Beroepsbeeld: Zie er bij excursies op toe dat bedrijven hun (deel)visie op het beroep expliciteren. Resultaten: Het advies is opgevolgd en de actie uitgevoerd. Studenten bereiden excursies voor door vooraf vragen te bedenken. Het gebeurt in het project “Oriëntatie op studie en beroep”. Verbeterpunten Eindtermen: Eindtermen beter expliciteren, idem voor de leerdoelen. Resultaten: De opleiding heeft in eerste instantie de eindtermen uit het landelijk beroeps/opleidingsprofiel ELT 2002 gehanteerd en leerdoelen uitgewerkt. In maart 2006 is het landelijke profiel van de Bachelor of Engineering verschenen. De opleiding heeft daarop in september 2007 het nieuwe opleidingsprofiel ELT opgesteld. Verbeterpunten Curriculum, opbouw binnenschools curriculum: Actualisering van diverse vakken/modulen. Resultaten: Vanaf september 2002 is het vernieuwde, halfjaarlijks aangeboden curriculum, van start gegaan. De onderwerpen van o.a. netwerktheorie, wiskunde, natuurkunde en elektronica zijn besproken en over de resultaten is gecommuniceerd met de vakdocenten. De start van het Engelstalige onderwijs (in februari 2003) heeft bij meerdere vakken de overgang naar Engelstalige boeken en uitwerking van modules teweeg gebracht. Er is ook gekozen voor meer boeken in plaats van dictaten. Verbeterpunten Buitenschools curriculum: Heroverweeg de stagevrijstelling voor MBO-ers. Resultaten: Er is gewerkt aan een doorlopende leerweg MBO-HBO, in samenwerking met de ROC’s van Twente. MBO-ELT-studenten benutten de tijd voor hun 2e stage op het MBO voor hun 1e studiehalfjaar bij de Saxion ELT opleiding en lopen daarnaast ook een HBO-stage. MBO-studenten niet afkomstig van de ROC’s van Twente kunnen een soortgelijk traject volgen. Verbeterpunten Samenhang/integratie van het curriculum: Herzie de positionering van “fourieranalyse”. Integreer beter de modulen wiskunde, natuurkunde, Matlab en netwerktheorie. Resultaten: Sinds 2002 zijn diverse aanpassingen gerealiseerd en is een goede samenhang bereikt. Verbeterpunten Bewaking kwalificaties: De systematische bevraging van het werkveld kan worden verbeterd. Resultaten: Er zijn na 2002 nieuwe leden aangezocht voor de beroepenveldcommissie (BVC) en er vinden periodiek alumnionderzoeken plaats. Verbeterpunten Gerealiseerde kwalificaties: Geef meer aandacht aan rapportagetechniek, met name de opbouw ervan. Tevens zou dit zwaarder moeten wegen in het eindcijfer. Resultaten: Rapportagetechniek is nu onderdeel van de leerlijn ‘soft skills’ (Sociaal-Communicatieve vaardigheden of ‘SOCO’) en is een substantieel onderdeel van het afstudeerwerk geworden. Verbeterpunten Onderwijs leerproces: Scholing van docenten in projectonderwijs. Resultaten: Het curriculum kent nu een rode draad van projecten en scholing heeft plaats gevonden. Verbeterpunten Inhoud/niveau Toetsen: Variatie en kwaliteit van toetsen verbeteren. Resultaten: Het verbeteren van de toetsing is in 2006 academiebreed opgepakt. Verbeterpunten Doorstroom van studenten, studiebegeleiding: De organisatie van de studiebegeleiding kan worden verbeterd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 2
Resultaten: Saxion heeft een SLB-model ontwikkeld en de opleidingen van de academie hebben dit opgepakt. Het is dan ook regelmatig onderwerp van bespreking in het team. Recent is door de opleiding ELT een onderzoek onder studenten uitgevoerd naar de behoeften van studenten m.b.t. SLB. Dit moet waar nodig leiden tot een verbeterplan. Momenteel is er een kleine afstand tussen student en begeleiders door de vele intensieve contactmomenten. Verbeterpunten Externe relaties; wetenschappelijke oriëntatie: Contacten met UT en andere instituten uitbouwen. Resultaten: Een doorlopende route van HBO naar WO is gerealiseerd middels een doorstroomminor. Er zijn goede contacten met de UT-instroomcoördinator. Verbeterpunten Opleidingsorganisatie: Opleidingscommissie 'nieuw leven inblazen'. Besluitvorming beter expliciteren. Resultaten: De opleidingscommissie is vrij snel na de visitatie actief geworden. Besluitvormingsprocessen zijn verbeterd door het Management Team (MT). Verbeterpunten Opleidingscultuur: Bereikbaarheid studiebegeleiders en interne communicatie en beeld van de organisatie verbeteren. Resultaten: LED heeft een academiebreed communicatieplan opgesteld en de opleiding ELT heeft een website gemaakt om de communicatie met de studenten te verbeteren. Ook zijn diverse artikelen in de regionale dagbladen verschenen om het beeld van de organisatie en van de opleiding te verbeteren. Verbeterpunten Personeelsbeleid: Het formuleren van een personeelsplan. Resultaten: De Academie LED heeft een academiebreed personeelsplan opgesteld. Verbeterpunten VWO- instroom: Het instellen van een aparte stroom voor VWO-ers. Resultaten: Een aparte stroom voor VWO’ers acht de opleiding niet wenselijk en haalbaar, omdat ervaringen met verkorte routes voor VWO’ers niet positief waren. Met de invoering van het halfjaarlijks curriculum is er de mogelijkheid voor iedereen om de studie een half jaar sneller te doen, maar studenten maken zelden gebruik van deze mogelijkheid. Er is maar een beperkte directe VWO-instroom.
1.4.2. Het door Hobéon samengestelde auditteam, dat op 11 juni 2008 ten behoeve van de Accreditatie de audit uitvoerde bij de opleiding Elektrotechniek, heeft kennisgenomen van het visitatierapport en de verbetermaatregelen die de opleiding heeft genomen. In onderhavig adviesrapport is bij de verschillende onderwerpen/facetten vermeld wat de bevindingen zijn van het auditteam naar aanleiding van de audit die op 11 juni 2008 heeft plaatsgevonden.
1.5.
Interne audit Elektrotechniek
1.5.1. Als onderdeel van het Saxion kwaliteitszorgsysteem en ter voorbereiding op de audit door Hobéon heeft er in oktober 2007 een interne audit plaatsgevonden bij de opleiding Elektrotechniek. Het interne auditteam bestond uit vier hiervoor opgeleide medewerkers van Saxion Hogescholen en twee externe werkvelddeskundigen. Belangrijkste conclusies uit het Saxion-auditrapport zijn: Het algemene oordeel over de kwaliteit van opleiding is gematigd tot positief. Het auditteam oordeelt positief over het niveau van de opleiding en de kwaliteit van de afgestudeerden. De projecten, opdrachten en stage- en afstudeerverslagen zien er goed uit en worden door de werkvelddeskundigen als voldoende tot goed beoordeeld. Medewerkers en docenten van de opleiding zijn enthousiast, ambitieus, deskundig en zijn betrokken bij de opleiding. Het managementteam en de staf van de academie LED tonen inzet en betrokkenheid om de ingezette ontwikkelingen bij de opleiding Elektrotechniek vorm te geven. Zowel de opleiding ELT als de academie zien in dat de veranderingen noodzakelijk zijn en werken er verder hard aan om alle kwaliteitsprocessen te borgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 3
1.5.2. Naar aanleiding van deze interne audit heeft de opleiding een lijst opgesteld met verbeteracties op academie- en opleidingsniveau en hieraan uitvoering gegeven. In het Kwaliteitsrapport, dat de opleiding heeft opgesteld ten behoeve van de accreditatie, heeft de opleiding beschreven hoe zij deze verbeteringen heeft uitgevoerd. 1.5.3. Het door Hobéon samengestelde (externe) auditteam, dat op 11 juni 2008 ten behoeve van de Accreditatie de audit uitvoerde bij de opleiding heeft kennisgenomen van het auditrapport, dat naar aanleiding van de interne audit in oktober 2007 is opgesteld en van de verbetermaatregelen van de opleiding naar aanleiding van deze interne audit. In onderhavig adviesrapport is bij de verschillende onderwerpen/facetten vermeld wat de bevindingen zijn van het (externe) auditteam op bovengenoemde punten naar aanleiding van de audit die op 11 juni 2008 heeft plaatsgevonden.
1.6. Instellingsaudit Saxion Hogescholen Op 14 maart 2006 heeft Hobéon een audit uitgevoerd op centraal niveau bij Saxion Hogescholen, waarbij gekeken is naar het beleid op instellingsniveau met betrekking tot alle onderwerpen/facetten uit het NVAO kader. Het auditteam heeft tijdens deze audit kunnen constateren, dat Saxion inmiddels voor een aantal facetten op centraal niveau duidelijk beleid heeft vastgelegd, dat door de afzonderlijke academies/ opleidingen wordt nagevolgd. De controle op de uitvoering van dit beleid en de werking van de PDCA-cyclus bij de afzonderlijke academies/opleidingen geschiedt o.a. door middel van bilaterale overleggen die de Raad van Bestuur drie maal per jaar heeft met de academiedirecteuren aan de hand van de businessplannen van de academies, managementrapportages (Maraps) en een management review/jaarverslag. Het auditteam heeft haar bevindingen vastgelegd in het ‘Beoordelingsrapport Centraal Niveau Saxion Hogescholen’ (augustus 2006). De instellingsaudit werd verricht door W.L.M. Blomen als leadauditor en drs. W.G. van Raaijen als onderwijskundige. De heer Blomen is als directeur en de heer Van Raaijen als senior adviseur werkzaam bij Hobéon Certificering. Als vakdeskundige maakte prof. dr. J.K. van Dijk en als werkvelddeskundige G. de Raad deel uit van dit auditteam. Van Dijk is emeritus-hoogleraar Personeel en Organisatie in de gezondheidzorg, een functie die hij tot eind 2004 vervulde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Voorts was hij lange tijd als hoofd van de afdeling Personeels- en Arbeidsvraagstukken aan Prismant (een landelijk advies-en onderzoeksbureau in de gezondheidszorg) te Utrecht verbonden. Vanuit Prismant werkte hij als expert op het gebied van personeels- en arbeidsvraagstukken en deed hij zowel landelijke projecten, als instellingsondersteuning en advisering, opleidingen, trainingen en coaching. Vanaf 2005 werkt Van Dijk als zelfstandig bestuursadviseur op het gebied van personeel, organisatie en innovatie. De Raad was o.a. manager bij Polaroid, algemeen directeur bij Stork Plastics Machinery en Lid Raad van Bestuur bij Koninklijke Ten Cate. Van 1994 -1999 was hij Secretaris Generaal EFQM in Brussel en van 1998-2002 Algemeen Directeur van de Raad voor Accreditatie. Momenteel is De Raad voorzitter van onder meer de Industriële Kring Twente, de Stichting Kwaliteit Twente en de Stuurgroep Versterking Industriepotentieel Twente. Secretarissen tijdens deze audit waren de dames G.C. Versluis en drs. E.R.J. Rijnen, beiden adviseur bij Hobéon. Begin 2007 heeft Hobéon nog een beperkte aanvullende verificatie uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar die facetten waarvan het auditteam in 2006 had kunnen constateren dat Saxion daarvoor centraal beleid had vastgelegd. Geverifieerd is of Saxion kon aantonen dat dit instellingsbeleid wordt uitgevoerd door alle afzonderlijke academies/ opleidingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 4
Begin 2008 heeft Hobéon op basis van een door Saxion opgestelde Stand-van-Zaken-notitie (februari 2008) en onderliggend bewijsmateriaal opnieuw geverifieerd of Saxion kon aantonen dat het instellingsbeleid op genoemde facetten door de academies/ opleidingen wordt uitgevoerd en welke veranderingen c.q. verbeteringen van het instellingsbeleid sinds begin 2007 hebben plaatsgevonden. De bevindingen van het auditteam van de instellingsaudit met betrekking tot de facetten waarvoor centraal beleid is vastgesteld, zijn beschreven bij de betreffende facetten in onderhavig Adviesrapport ten behoeve van de accreditatie van de opleiding Elektrotechniek. Bij deze facetten is vervolgens alleen nog een aanvullend oordeel met betrekking tot de specifieke uitwerking op opleidingsniveau beschreven.
1.7.
Aanpak
1.7.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Elektotechniek op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Elektrotechniek aangeleverde schriftelijke informatie: Kwaliteitsrappport; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Visitatierapport ‘Inspanning onder hoogspanning’- 19-03-2003; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen,
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 5
-
toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement.
Op basis van de door opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Elektotechniek, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’ tevens secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortganggesprekken met studenten; detailbeschrijving van modulen, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen.
1
Visitatie heeft op 11 juni 2008 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 6
Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.7.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 7
1.7.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris:
Drs. G.J. Stoltenborg Prof. dr. Ir. J. van Amerongen Ing. E.R.S. (Edwin) Groot MBA J. Vriend G.C. Versluis
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Elektrotechniek noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer G. J. Stoltenborg is lead auditor en heeft inmiddels een groot aantal audits in het kader van accreditatie geleid binnen verschillende domeinen. De werkvelddeskundige de heer Groot heeft zich in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Groot heeft op grond van zijn ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het terrein van Elektotechniek. Groot studeerde o.a. Energietechniek en haalde zijn MBA aan de Universiteit Nijenrode. Op dit moment is hij als directeur bij Nuon Aanleg en als directeur van Ksandr nauw betrokken bij onderhoud en vervangingsvraagstukken voor elektrische infrastructuur. Tevens is Groot voorzitter van Dutch Power. De vakdeskundige de heer Van Amerongen heeft op grond van zijn (theoretische) kennis van het vakgebied goed zicht op recente ontwikkelingen in het vakgebied. Van Amerongen heeft zich in zijn beoordeling gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Van Amerongen studeerde Elektrotechniek aan de Technische Universiteit Delft waar hij zijn master en PhD behaalde. Sinds 1987 doceert hij aan de Universiteit Twente. Daarnaast is hij verbonden (geweest) aan verschillende instituten in het buitenland, is hij actief in diverse comités en werkgroepen en heeft hij veel publicaties op zijn naam staan. Mevrouw Versluis heeft zich als deskundige ‘onderwijs’ vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Zij heeft in haar vorige en huidige functie ervaring opgebouwd die haar in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBOopleidingen gesteld worden. De heer Vriend is derdejaars student E-Technology aan de Hogeschool van Amsterdam. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 8
1.7.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.7.5.
Programma visitatie 11 juni 2008
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 9
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 10
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen 1.1.1. Saxion heeft op instellingsniveau vastgelegd, dat de competenties waartoe wordt opgeleid mede ontleend zijn aan landelijk opgestelde en gevalideerde beroepsprofielen. Alle Saxion HBObacheloropleidingen nemen actief deel aan het landelijk overleg waarin het relevante beroepenveld de beroepsprofielen valideert en waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar komen tot domeincompetenties en opleidingscompetenties. Daarnaast is Saxion altijd (door een directeur) vertegenwoordigd in de sectorraad. Eénmaal per jaar wordt door de dienst Onderwijs & Student (O&S) gecheckt of alle opleidingen vertegenwoordigd zijn in dergelijke overleggen. In hun jaarplannen schenken academies zonodig ook aandacht aan ontwikkelingen op hun domein. In de bilaterale overleggen die de academiedirecteur heeft met de Raad van Bestuur (RvB), staat o.a het jaarplan ter bespreking op de agenda. 1.1.2. In haar kwaliteitsmanagementsysteem en de planning neemt de academie/opleiding op, dat zij eenmaal per vier jaar het beleid met betrekking tot de ‘doelstellingen opleiding’ evalueert en waar nodig bijstelt. Tijdens de instellingsaudit en de daarop volgende verificaties in 2007 en 2008 heeft de hogeschool aangetoond dat alle HBO-bacheloropleidingen van Saxion participeren in de landelijke opleidingsoverleggen en dat de dienst O&S van Saxion jaarlijks evalueert of de opleidingen dit beleid uitvoeren. Uit verslagen blijkt, dat de RvB met de academiedirecteur in de bilaterale overleggen het Jaarplan bespreekt waarbij ook de eventueel door de academiedirecteur beschreven ontwikkelingen in het domein van de academie/ opleiding aan bod komen. Hiermee is op instellingsniveau voldoende geborgd, dat de opleidingen regelmatig landelijk overleggen over de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan de opleiding in het betreffende domein. 1.1.3. De opleiding heeft op basis van het landelijk beroeps-/opleidingsprofiel ‘Landelijke kwalificaties HBOopleiding Elektrotechniek’ (april 2002) leerdoelen uitgewerkt en vastgelegd in twee documenten: ‘Leerdoelen curriculum’ en ‘Curriculum 2002’. Het landelijk profiel 2002 is vastgesteld door de HBO-Raad. Het huidige curriculum is hierop gebaseerd. Tussen 2002 en 2008 zijn diverse aanpassingen doorgevoerd. 1.1.4. In 2006 is een nieuw landelijk profiel verschenen, dat ontwikkeld is onder auspiciën van het Landelijk Cluster Engineering, het landelijk samenwerkingsverband. Dit ‘Profiel van de Bachelor of Engineering’ (december 2005) is niet specifiek voor Elektrotechniek, maar ook voor de andere engineeringsopleidingen Werktuigbouwkunde, Technische Natuurkunde en Technische Bedrijfskunde.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 11
De opleiding Elektrotechniek heeft in 2007 op basis van het nieuwe landelijke profiel een nieuw opleidingsprofiel gemaakt: ‘Opleidingsprofiel Elektrotechniek van de Academie LED van Saxion Hogeschool Enschede’ en dit profiel na bespreking met de Beroepenveldcommissie in maart 2008 definitief vastgesteld. (Zie 1.1.6.) In dit actuele opleidingsprofiel zijn de eindkwalificaties uitgewerkt in vijf hoofdcompetenties: kennis en inzicht (vakinhoudelijke/cognitieve competenties); toepassen van kennis en inzicht: Ontwerpen, Produceren en Gebruik; oordeelsvorming; communicatie; leervaardigheden en zelfregie. Deze competenties zijn direct gerelateerd aan de Dublin Descriptoren (Zie 1.2.) 1.1.5. Uit alumnionderzoek (2005) blijkt dat gemiddeld 93% tevreden is over de algemene vaardigheden en gemiddeld 86% tevreden is over de beroepsspecifieke vaardigheden die zij hebben kunnen verwerven. De aansluiting van de opleiding op de huidige werkzaamheden wordt door 93,4% voldoende tot goed gevonden. Werkvelddeskundigen, aanwezig bij de interne audit die Saxion in 2007 heeft gehouden bij de opleiding Elektrotechniek, hebben geconstateerd dat het niveau van de afgestudeerden aansluit bij de eisen die het beroepenveld stelt aan starters op de arbeidsmarkt. Het auditteam heeft kennisgenomen van de op basis van de landelijke profielen van 2002 en 2006 door de opleiding uitgewerkte set eigen opleidingscompetenties. Het auditteam is van mening, dat de eindkwalificaties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en aansluiten bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Elektrotechniek. 1.1.6. De opleiding Elektrotechniek heeft een eigen Beroepenveldcommissie die minimaal twee maal per jaar bijeenkomt. De leden van deze commissie zijn werkzaam in de verschillende domeinen van het beroepenveld van de opleiding. Elke studiedifferentiatie van de opleiding is vertegenwoordigd in de commissie. (Zie voor de studiedifferentiaties onder 2.2.) In het voorjaar van 2007 heeft de opleiding de uitgangspunten van het opleidingsprofiel besproken met deze commissie. In januari 2008 is het definitieve concept aan de commissie voorgelegd en in maart heeft de commissie het opleidingsprofiel geaccordeerd. Het auditteam heeft kennisgenomen van de samenstelling van de Beroepenveldcommissie en is van mening, dat deze commissie een representatieve vertegenwoordiging laat zien van het werkveld waarbinnen de opleiding Elektrotechniek opereert. Op basis van de verslagen van overleggen concludeert het auditteam, dat er met de commissie is gesproken over het opleidingsprofiel en de eindcompetenties. 1.1.7. De internationale dimensie komt in het curriculum op diverse manieren tot uiting. De bedrijven waarmee docenten contact hebben en waarvoor studenten opdrachten uitvoeren zijn vrijwel altijd actief op mondiaal niveau. Een deel van de bedrijven bepaalt zelf de ontwikkelingen op elektrotechnisch gebied en een ander deel gebruikt de ontwikkelingen voor het vervaardigen van toepassingen. Er zijn meerdere manieren waarop het curriculum hierop aansluit. Zo hebben in het binnenschools programma een aantal internationale thema’s een belangrijke plek. Omdat een belangrijk deel van het curriculum buitenschools plaatsvindt in de bovengenoemde bedrijven komen de studenten tijdens de stage en het afstuderen in aanraking met de actuele en internationale ontwikkelingen in het vakgebied. Daarnaast kunnen studenten kiezen voor een stage of afstudeerproject in het buitenland. (Zie ook onder 2.1.10) De opleiding Elektrotechniek geeft toegang tot minoren en masterprogramma’s in Europa en daarbuiten. In de praktijk blijkt echter dat studenten hier niet of nauwelijks gebruik van maken. De internationaal georiënteerde master van de Universiteit van Twente wordt wel regelmatig door afstudeerders gekozen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 12
De Academie LED heeft zich voor 2008 ten doel gesteld een netwerk van tenminste drie onderwijsinstellingen in Europa te hebben. Dat kan er toe leiden dat in de toekomst meer studenten zullen kiezen voor een internationale vervolgopleiding. Om de opleiding voor buitenlandse studenten toegankelijk te maken biedt de opleiding sinds zes jaar een volledig Engelstalig programma bachelor Elektrotechniek, de zogenoemde ‘International Class’. Bij de verdiepende minor en incidenteel bij andere modulen in het derde en vierde jaar worden bewust studenten van de Nederlandse opleiding en de International Class bij elkaar ingedeeld. Daarmee kunnen beide groepen studenten zich nog beter voorbereiden op de internationale beroepspraktijk en wordt het communiceren in de Engelse taal bevorderd. De opleiding overweegt om ook een Final Year te gaan aanbieden en heeft hierover al contact gelegd met o.a. drie universiteiten in China. Het auditteam heeft kennisgenomen van de hierboven beschreven internationale dimensie van de opleiding en is van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat belangrijke internationale ontwikkelingen in het curriculum aan bod komen en studenten die competenties kunnen verwerven, die ze nodig hebben om in een internationale context te kunnen werken. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft de op basis van de landelijke profielen van 2002 en 2006 een eigen set opleidingscompetenties uitgewerkt. De eindkwalificaties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Elektrotechniek. Met de Beroepenveldcommissie heeft de opleiding overleg gevoerd over het opleidingsprofiel en de eindcompetenties. Alumni zijn tevreden over de vaardigheden die zij binnen de opleiding hebben kunnen verwerven en de aansluiting van de opleiding op de huidige werkzaamheden. De opleiding zorgt er voldoende voor dat belangrijke internationale ontwikkelingen in het curriculum aan bod komen en studenten die competenties kunnen verwerven, die ze nodig hebben om in een internationale context te kunnen werken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 13
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen 1.2.1. De opleiding heeft de opleidingscompetenties direct gerelateerd aan de Dublin Descriptoren en getoetst aan de 10 generieke HBO-kwalificaties. De vergelijking heeft de opleiding vastgelegd in het ‘Opleidingsprofiel Elektrotechniek van de Academie LED van Saxion Hogeschool Enschede’. (maart 2008). Tevens is in het opleidingsprofiel beschreven welke ontwerpeisen de Dublin Descriptoren voor het curriculum met zich meebrengen. 1.2.2. De opleiding heeft de opleidingscompetenties op de volgende wijze gerelateerd aan de Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht De HBO-ingenieur Elektrotechniek werkt vanuit de grondbeginselen (kennis, inzicht en vaardigheden) van de elektrotechniek, processen, informatica en de bedrijfskunde (projectmanagement, kostprijsberekening). Toepassen Kennis en inzicht A Ontwerpen De HBO-ingenieur Elektrotechniek verricht vooronderzoek om inzicht te krijgen in de opdracht of probleemstelling. De HBO-ingenieur Elektrotechniek definieert duidelijk het technisch probleem/product/dienst en stelt een projectplan op. De HBO-ingenieur Elektrotechniek stelt op basis van het programma van eisen en conform het projectplan concepten op en komt (in samenwerking met opdrachtgever/klant) tot een definitief concept. De HBO-ingenieur Elektrotechniek voert het ontwikkeltraject uit conform het projectplan met als resultaat een productierijp ontwerp. B Produceren De HBO-ingenieur Elektrotechniek bereidt de productie voor, zowel planningstechnisch als productietechnisch. De HBO-ingenieur Elektrotechniek bewaakt in deze fase de voortgang van het productieproces. C Gebruik De HBO-ingenieur Elektrotechniek implementeert systemen, stelt producten/processen bij klanten in bedrijf en geeft oplossingen aan voor gerezen problemen. De HBO-ingenieur Elektrotechniek is ondersteunend en adviserend werkzaam op het terrein van de marketing en de verkoop met als resultaat vastgelegde klantenwensen en -eisen. Oordeelsvorming De HBO-ingenieur Elektrotechniek verzamelt relevante gegevens en interpreteert deze met het doel een oordeel te vormen, hierbij rekening houdend met relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 14
Communicatie De HBO-ingenieur Elektrotechniek communiceert op efficiënte en duidelijke wijze volgens de in het werkveld/vakgebied geldende standaarden. Leervaardigheden De HBO-ingenieur Elektrotechniek bezit de nodige leervaardigheden om zichzelf verder te ontwikkelen binnen het vakgebied en indien nodig op het terrein van persoonlijk effectief gedrag. Het auditteam heeft in het ‘Opleidingsprofiel Elektrotechniek van de Academie LED van Saxion Hogeschool Enschede’ kunnen lezen hoe de opleiding de relatie legt tussen de Dublin Descriptoren, de HBO-generieke kwalificaties en de opleidingscompetenties en is van mening dat de eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft de opleidingcompetenties direct gerelateerd aan de Dublin Descriptoren en getoetst aan de 10 generieke HBO-kwalificaties. De eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 15
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals al onder 1.2. is beschreven heeft de opleiding Elektrotechniek de opleidingscompetenties direct gerelateerd aan de Dublin Descriptoren en getoetst aan de 10 generieke HBO-kwalificaties. Het auditteam is van mening dat de opleiding op basis hiervan gerekend kan worden tot het hoger onderwijs (zie ook onder 1.2.) 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals onder 1.1. is beschreven heeft de opleiding zich gebaseerd op het landelijke beroeps-/ opleidingsprofiel ‘Landelijke kwalificaties HBO opleiding Elektrotechniek’ (april 2002) en het landelijk ‘Profiel van de Bachelor of Engineering’ (2006) en op basis daarvan een eigen opleidingsprofiel opgesteld. Het auditteam is van mening dat de opleiding Elektrotechniek een beroepsopleiding is en heeft geconstateerd dat hierover afstemming plaats heeft gevonden met het beroepenveld. (zie ook onder 1.1.) De eindkwalificaties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Elektrotechniek. 1.3.3. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma van de opleiding. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor zoals weergegeven in de Dublin Descriptoren en de HBO-generieke kwalificaties. De opleiding baseert zich op de landelijke vastgestelde profielen. De eindcompetenties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Elektrotechniek.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 16
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor de opleiding als voldoende. De opleiding heeft de op basis van de landelijke profielen van 2002 en 2006 een eigen set opleidingscompetenties uitgewerkt. De eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor en corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar. Met de Beroepenveldcommissie heeft de opleiding overleg gevoerd over het opleidingsprofiel en de eindcompetenties. Alumni zijn tevreden over de vaardigheden die zij binnen de opleiding hebben kunnen verwerven en de aansluiting van de opleiding op de huidige werkzaamheden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 17
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen 2.1.1. De opleiding Elektrotechniek maakt gebruik van divers studiemateriaal. Vakliteratuur in de vorm van boeken en artikelen, al dan niet gebundeld in syllabi, zijn opgenomen in een boekenlijst. Boeken en vaktijdschriften zijn beschikbaar in de bibliotheek van Saxion Hogeschool Enschede Het auditteam heeft kennisgenomen van het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal en constateert dat het materiaal relevant, actueel, werkvelddekkend en op HBO niveau is. Studenten hebben toegang tot databanken en vaktijdschriften voor de meest actuele informatie op het gebied van de elektrotechniek. Het auditteam heeft ook kunnen constateren dat er voldoende actuele Engelstalige literatuur gebruikt wordt in de opleiding. 2.1.2. Alle programmaonderdelen zijn gericht op de beroepspraktijk. De opleiding laat de studenten werken aan beroepsproducten in een omgeving waarbij software, apparatuur, cases, opdrachten en materialen uit de beroepspraktijk beschikbaar zijn. In elke fase van het onderwijsprogramma zijn beroepsgerichte onderdelen ingebouwd in de vorm van projecten. Om de studenten goed toe te rusten voor de beroepspraktijk heeft de opleiding gekozen voor een 2+2 structuur: In de propedeuse wordt de basis gelegd op bouwsteenniveau. De student maakt zich kennis eigen van de eigenschappen van elektrische bouwstenen en doet vaardigheden op ten aanzien van de ‘gereedschappen’ (wiskundige en elektronische). In het eerste deel van de hoofdfase (het tweede studiejaar) wordt de basis gelegd op functioneel niveau. Het gaat dan om integratie van kennis en vaardigheden op functioneel niveau. In het tweede deel van de hoofdfase (derde en vierde studiejaar) vindt verdieping en integratie plaats in de vorm van gerichte verdieping op systeemniveau. Het gaat dan om de eigenschappen van complexe systemen en specialisatie in de vorm van differentiaties. In de eerste twee studiejaren ligt de nadruk op het aanbrengen van basiskennis en -vaardigheden. Daarom voeren studenten pas opdrachten uit in het bedrijfsleven in het derde en vierde studiejaar, met uitzondering van de beroepsoriënterende opdrachten in de propedeuse. 2.1.3. Toegepast onderzoek vindt met name plaats in het kader van productontwerp en productontwikkeling in de vorm van practica, projecten, stage en afstuderen. Docenten en studenten zijn betrokken bij de kenniskringen van de verschillende lectoraten. (Zie daarover onder 2.1.8) Onderzoek en onderzoeksmethoden vormen impliciet onderdeel van het curriculum. De opleiding stelt dat onderzoeksvaardigheden verbetering behoeven en heeft in dit kader verbeteracties geformuleerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 18
Zo is er voor de zomer van 2008 voor docenten een workshop gehouden op het gebied van onderzoeksmethodologie en wordt het doen van onderzoek beter gekoppeld aan het thema ‘Rapportagevaardigheden’. 2.1.4. Het contact met de beroepspraktijk vindt het meest plaats in het buitenschools programma o.a. door bedrijfsbezoeken, stage en afstuderen. Bedrijfsbezoeken hebben in 2006-2007 niet plaatsgevonden, maar zijn met ingang van 2007-2008 wederom in het programma opgenomen. Studenten organiseren ook zelf bedrijfsbezoeken in het kader van beroepsoriëntatie. Het contact met de beroepspraktijk is het grootst in het derde en vierde studiejaar tijdens de stage en het afstuderen. Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat kennisontwikkeling van studenten ook plaatsvindt door beroepsgerichte onderdelen in elke fase van het onderwijsprogramma, door interactie met de beroepspraktijk en door het doen van toegepast onderzoek. 2.1.5. Het opleidingsprogramma sluit aan op actuele ontwikkelingen in het domein. Dit gebeurt o.a. door: afstemming van het programma op de wensen vanuit het beroepenveld die via de Beroepenveldcommissie naar voren komen, via de contacten van docenten met het bedrijfsleven en de bedrijfsbegeleiders van de studenten tijdens de stage en het afstuderen; studenten, die tijdens de stage en het afstuderen in aanraking komen met actuele ontwikkelingen in een bedrijf en worden begeleid door bedrijfsfunctionarissen; het aanbieden van de module ‘Oriëntatie op studie en beroep’ (onderdeel van de leerlijn ‘Soft Skills’) in de propedeuse waarin o.a. excursies naar bedrijven georganiseerd worden. 2.1.6. Ook de docenten van de opleiding zorgen dat zij op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen. Dat doen zij o.a. door geabonneerd te zijn op vakliteratuur, vakbeurzen en seminars te bezoeken, vakinhoudelijke cursussen te volgen en door zelfstudie zich in te werken in nieuwe ontwikkelingen en deze om te zetten in lesmateriaal. In het derde en vierde studiejaar betrekt de opleiding soms gastdocenten die werken in de beroepspraktijk. Het auditteam concludeert dat het programma aantoonbare verbanden heeft met actuele ontwikkelingen in het werkveld. Het programma met de zogenoemde 2+2 structuur waarborgt dat studenten de benodigde beroepsvaardigheden kunnen ontwikkelen. 2.1.7. Avondopleiding De opleiding Elektrotechniek kent al minstens 15 jaar ook een avondopleiding en vervult hiermee duidelijk een regionale behoefte. Werknemers van bedrijven krijgen de kans om zichzelf via een HBO-studie te ontwikkelen. De theoriemodulen worden gegeven binnen een programma van twee avonden per week. Verschillende toepassingsgerichte en praktische elementen uit de opleiding kan de student uitvoeren in combinatie met werkzaamheden op zijn eigen werkplek. Of die werkplek zich hiertoe leent beoordeelt de opleiding tijdens een intakegesprek. Ook via een afstudeeropdracht op de eigen werkplek of ergens anders krijgen studenten de mogelijkheid kennis te integreren in de eigen praktijk. Het auditteam concludeert dat ook binnen de avondopleiding voldoende wordt geborgd dat kennisontwikkeling van studenten plaatsvindt en studenten de benodigde beroepsvaardigheden kunnen ontwikkelen. 2.1.8. De Academie LED participeert in twee lectoraten: ‘Duurzame Energievoorziening’ en ‘Industrial Design’. De twee lectoraten bestaan sinds enkele jaren. Op dit moment is de academie betrokken bij het instellen van een derde lectoraat ‘Proces- en Productie-innovatie Maakindustrie’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 19
Door middel van de lectoraten en de bijbehorende kenniskringen kan kennistransfer van en naar het bedrijfsleven plaatsvinden en kan toegepast onderzoek voor het bedrijfsleven tot stand komen waarin docenten en studenten participeren. Op dit moment participeren drie docenten van de opleiding in één van de kenniskringen. Ongeveer 25 studenten hebben recent meegewerkt aan projecten van de kenniskringen. 2.1.9. Zoals al onder 1.1. is vermeld heeft de opleiding een eigen Beroepenveldcommissie, waarmee de opleiding minimaal twee maal per jaar overleg heeft over ontwikkelingen in het werkveld en het beroep. De Beroepenveldcommissie adviseert de Leerplancommissie en het Managementteam t.a.v. de inhoud en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de plannen voor verandering van het curriculum. In het geval er onderwerpen zijn die relevant zijn voor alle opleidingen van de Academie LED houdt de academie een bijeenkomst met alle beroepenveldcommissies gezamenlijk. Deze totale groep functioneert dan als Raad van Advies. 2.1.10. Zoals al onder 1.1. is beschreven komt de internationale dimensie in het curriculum op diverse manieren tot uiting. In het binnenschools programma hebben de thema’s energievoorziening, automotive en microprocessen een belangrijke plek. Via de docenten en in de stage- en afstudeerperiode komen de studenten in contact met bedrijven die vrijwel altijd actief zijn op mondiaal niveau. Ook kunnen studenten kiezen voor een stage- of afstudeerproject in het buitenland. Dat gebeurt nog niet zo vaak. In 2006-2007 voerden 4 studenten een afstudeeropdracht uit in Nieuw-Zeeland en in 2007-2008 voerden 2 studenten een afstudeeropdracht uit in Duitsland. Eén student ging recent voor stage naar Engeland. Daarnaast biedt de opleiding sinds zes jaar een International Class aan en worden de studenten van de Nederlandse opleiding en de International Class in het derde en vierde jaar bewust bij bepaalde modulen bij elkaar ingedeeld. In 2007-2008 zitten er in totaal 43 internationale studenten in de studiejaren 1-4 van deze International Class. De opleiding Elektrotechniek geeft toegang tot minoren en masterprogramma’s in Europa en daarbuiten en heeft de Academie LED zich voor 2008 ten doel gesteld een netwerk van tenminste drie onderwijsinstellingen in Europa te hebben. (Zie 1.1.7.) Het auditteam concludeert, dat de opleiding er ook voldoende voor zorgt, dat studenten kennis en vaardigheden kunnen ontwikkelen die zij nodig hebben om te kunnen werken in een internationale context. 2.1.11. Uit het Saxion Alumnionderzoek 2005 blijkt dat 76% van de alumni tevreden is over de beroepsgerichtheid van de opleiding. Ook vindt 76% de opleidingsactiviteiten belangrijk voor het beroep. De aansluiting op de functie scoorde onder de alumni met een tevredenheid van 93,4 %. In de landelijke pilot Studenttevredenheidsonderzoek (STO) 2007 heeft 80% van de studenten gemeld tevreden te zijn over de beroepsgerichtheid van de opleiding. Tevredenheid over de actualiteit scoorde 71% Saxion Student Survey (SSS) 2006 respectievelijk 80 % STO 2007. Verder blijkt, dat 66% van de studenten tevreden is over het schriftelijke en digitale studiemateriaal en 81% tevreden is over het assortiment van de bibliotheek. Op de vraag naar de mate waarin zij in contact komen met de beroepspraktijk lagen de resultaten in de SSS 2006 en het STO 2007 lager n.l. 52% respectievelijk 57%. Ook blijkt dat maar 52% van de studenten tevreden is over de aandacht die de opleiding besteedt aan relevante internationale ontwikkelingen. De opleiding maakt hierbij de kanttekening, dat er in de vraagstelling van het SSS en STO geen onderscheid is gemaakt tussen studenten onderbouw en bovenbouw. In het opleidingsprogramma bestaat een groot verschil tussen de praktijkgerichte onderdelen in de eerste twee jaar en de laatste twee jaar. Zoals ook al hierboven is beschreven heeft de opleiding bewust gekozen voor de zogenoemde 2+2 structuur waarin in de onderbouw het aanbrengen van basiskennis en het ontwikkelen van basisvaardigheden centraal staat. Als verbeteractie heeft de opleiding geformuleerd, dat zij in het kader van de beroepsoriëntatie in de propedeuse meer excursies gaat organiseren die ook aansluiten bij de keuze voor een bepaalde differentiatie en de docenten van de verschillende differentiaties daar nauwer bij zal betrekken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 20
Ook wil de opleiding de propedeuse-studenten (verplicht) aanwezig laten zijn op de stage-terugkomdagen van de 3e jaars studenten. De internationale dimensie komt met name in de laatste twee studiejaren aan de orde. Het auditteam is van mening, dat de opleiding hiermee voldoende zorgt, dat studenten in de eerste twee studiejaren kennismaken met de beroepspraktijk. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Uit het leerplan van de dag- en avondopleiding blijkt dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat kennisontwikkeling van studenten plaatsvindt aan de hand van vakliteratuur, door beroepsgerichte onderdelen in elke fase van het onderwijsprogramma, door interactie met de beroepspraktijk en door het doen van toegepast onderzoek. Het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal is relevant, actueel, werkvelddekkend en op HBOniveau. Studenten hebben toegang tot databanken en vaktijdschriften voor de meest actuele informatie op het gebied van de elektrotechniek. In de opleiding wordt ook voldoende actuele Engelstalige literatuur gebruikt. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het werkveld. De Beroepenveldcommissie, de docenten en de bedrijfsbegeleiders spelen hierin een belangrijke rol. Het programma met de zogenoemde 2+2 structuur waarborgt dat studenten de benodigde beroepsvaardigheden kunnen ontwikkelen. De opleiding zorgt er ook voldoende voor, dat studenten kennis en vaardigheden kunnen ontwikkelen die zij nodig hebben om te kunnen werken in een internationale context. Alumni en studenten zijn over het algemeen tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding en de actualiteit van het programma. Daar waar nodig treft de opleiding verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 21
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen 2.2.1. Op basis van het landelijk beroeps-/opleidingsprofiel van 2002 heeft de opleiding leerdoelen uitgewerkt in het document ‘Leerdoelen 2002’. In de moduulbeschrijvingen heeft de opleiding vervolgens de leerdoelen voor de betreffende modulen opgenomen. Het huidige curriculum is gebaseerd op dit document. Wel zijn tussen 2002 en 2008 diverse aanpassingen doorgevoerd. 2.2.2. De opleiding heeft op basis van het vernieuwde opleidingsprofiel begin 2008 een competentiematrix gemaakt, die inzicht geeft in de volledigheid en/of doublures van het huidige curriculum. Er is bekeken of het huidige curriculum leidt tot het behalen van de eindkwalificaties, zoals geformuleerd in het vernieuwde opleidingsprofiel en/of curriculumaanpassingen nodig waren. Dat bleek niet het geval. Het huidige curriculum voldoet ook aan het nieuwe opleidingsprofiel. De competenties zijn zoals vermeld onder 1.2. direct gerelateerd aan de Dublin Descriptoren en uitgewerkt in indicatoren, inhoudende karakteristieke voorbeelden van gedrag en/of activiteiten. In de moduulhandleidingen zijn naast de leerdoelen ook de beoordeling en toetsing van het betreffende onderdeel vastgelegd. Het auditteam heeft kennisgenomen van de competentiematrix voor de vier differentiaties [zie 2.2.4] en heeft kunnen constateren dat de opleiding duidelijk heeft beschreven welke competenties in welke modulen met name aan de orde komen. In de moduulbeschrijvingen heeft de opleiding de leerdoelen voor de betreffende modulen duidelijk vastgelegd. Daarmee is het programma een adequate concretisering van de eindcompetenties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. In de moduulbeschrijvingen heeft de opleiding de leerdoelen voor de betreffende modulen duidelijk vastgelegd. 2.2.3. Om het eindniveau van de kwalificaties te kunnen behalen heeft de opleiding voor een geleidelijke opbouw van het programma gekozen. Zoals al onder 2.1 is vermeld heeft de opleiding gekozen voor een 2+2 structuur: In de propedeuse wordt de basis gelegd op bouwsteenniveau. In het eerste deel van de hoofdfase (het tweede studiejaar) wordt de basis gelegd op functioneel niveau. In het tweede deel van de hoofdfase (derde en vierde studiejaar) vindt verdieping en integratie plaats op systeemniveau. Naarmate de opleiding vordert wordt de inhoud van de programmaonderdelen dus complexer en diepgaander en moeten de studenten steeds meer zelfstandig handelen. Zo stelt de opleiding hen in staat uiteindelijk te kunnen functioneren in de complexiteit en de rijkheid die de beroepssituatie kenmerkt. 2.2.4. Binnen het majorprogramma van de opleiding Elektrotechniek maken studenten een keuze voor de vier differentiaties Applied Communications Engineering (ACE), Electrical Power and Automation (EPA), Media Engineering (MEN), Smart System Design (SSD). Studenten van de International Class krijgen, gebaseerd op de internationale behoefte, twee van de vier differentiaties aangeboden. (Zie voor de major/minor 2.2.7).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 22
De studenten maken al in de propedeuse een keuze voor een van de differentiaties en vanaf het derde kwartiel van het eerste studiejaar volgen zij al enige modulen die specifiek bij een differentiatie horen. Dit worden er verhoudingsgewijs meer naarmate de opleiding vordert. Uit de competentiematrix blijkt dat voor alle differentiaties geldt dat er gemiddeld zo’n 50% van de tijd wordt gewerkt aan de verwerving van kennis en inzicht. Ongeveer 25% aan het toepassen van kennis en inzicht. De rest van de studietijd wordt in gelijke mate verdeeld over de competenties oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden en zelfregie. Het auditteam heeft kennisgenomen van de geleidelijke opbouw van het programma volgens de 2+2 structuur en is van mening dat de opleiding hiermee goed zorgt dat de studenten uiteindelijk het gewenste eindniveau van de competenties kunnen behalen. Uit de competentiematrix blijkt dat alle competenties in alle differentiaties aan bod komen. 2.2.5. Avondopleiding Zoals al vermeld in de inleiding en onder 2.1. kent de opleiding Elektrotechniek al minstens 15 jaar een avondopleiding. Ook voor de avondopleiding is er differentiatiestructuur. Studenten die de avondopleiding (mogen) volgen hebben de keuze uit de drie differentiaties Technisch Systeem Management (TSM), Telecommunicatie en Media Technieken (TMT) en Digitaal Systeem Ontwerpen (DSO). Er is gekozen voor andere naamgeving van de differentiaties in de avondopleiding, zodat er geen verwarring kan ontstaan bij studenten en de indruk kan worden gewekt dat iedereen hetzelfde traject ook in de avond zou kunnen doen. Het eindresultaat van de avondopleiding komt overeen met de dagopleiding, maar het traject is anders. Om een gelijk niveau te waarborgen is er van de meeste modulen in de avondopleiding een directe equivalent in de dagopleiding. In een tabel heeft de opleiding inzichtelijk gemaakt hoe het programma van de dag- en avondopleiding met elkaar overeenkomen. Uit de competentiematrix van de dagopleiding is indirect af te leiden welke competenties in welke differentiaties/ vakken van het programma van de avondopleiding aan bod komen. De studenten van de avondopleiding kunnen in aanmerkingen komen voor een aantal vrijstellingen, waardoor zij het traject in ongeveer drie jaar kunnen afronden. (Zie 2.5.) Het auditteam constateert dat ook de inhoud van het programma van de avondopleiding de studenten de mogelijkheid biedt de geformuleerde eindcompetenties te bereiken. 2.2.6. De Leerplancommissie van de opleiding Elektrotechniek heeft de zorg voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het curriculum. Zij reikt de docenten de kaders aan voor de ontwikkeling, uitvoering en verbetering van onderwijseenheden. In het docententeam zijn per onderwijseenheid moduulverantwoordelijken aangewezen. Daarnaast kent de opleiding ook een differentiatiecommissie waarin de trekkers van de differentiaties zitting hebben. 2.2.7. Saxion hanteert als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Dit heeft Saxion vastgelegd in een bepaling in het Saxion-brede model voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. In de notitie ‘Verbreding en major- en minorstelsel’ (febr. 2004) heeft Saxion de inhoudelijke uitgangspunten beschreven. Met de major-minorstructuur wordt beoogd de keuzevrijheid van de student te vergroten voor inhoudelijke profilering voor de arbeidsmarkt of voor een verdere studieverbreding. De minor is nodig om het competentieprofiel van de bachelor te completeren door verbreding of verdieping. Met de major wordt de student startbekwaam. De major-minorstructuur is vanaf studiejaar 2006-2007 in alle bacheloropleidingen geïmplementeerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 23
Met het minor validatie-instrumentarium dat eind 2007 in gebruik is genomen, worden inhoud en niveau van het minor-onderwijs bewaakt door de zogenoemde minorcommissie. Deze commissie bestaat uit een academiedirecteur en enkele managers van academies en wordt ondersteund door de afdeling O&K. De minorcommissie adviseert de RvB over het minoraanbod. Het minorenaanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en vastgesteld. In 2007 heeft een eerste evaluatie van de major-minor structuur plaatsgevonden en is besloten de uitgangspunten te handhaven. In de notitie ‘Afspraken uitvoering minoren 08/09’ zijn afspraken vastgelegd over de bekendmaking van de minoren, de intekening, de goedkeuring van de keuze van de student, de toetsing en herkansing van de minoren, de toekenning van studiepunten en de rol van de examencommissie in de major/minor-structuur. Voor voltijdstudenten geldt dat zij na het behalen van het propedeuse-examen een minor moeten volgen. Voor deeltijdstudenten is er een aantal beleidsregels opgesteld, waardoor het mogelijk is op individuele basis flexibel om te gaan met de minoren. Duale studenten kunnen een minor volgen als die ingepast kan worden in de arbeidsovereenkomst. Iedere academie beschrijft in haar OER of de duale student een minor moet volgen en welke afspraken hierover zijn gemaakt met het werkveld. Tijdens de audit bij de opleiding Elektrotechniek is gebleken dat de studenten in het minorgedeelte een keuze kunnen maken uit het aanbod van minoren van Saxion Hogescholen. Daarnaast is er een specifieke verdiepende minor voor studenten Elektrotechniek ‘Electrical Engineering System Project’ (EESP) en een specialiserende minor voor studenten Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Technische Natuurkunde en Technische Informatica ‘Technische Automatisering en Mechatronica’ (TAM), die op het snijvlak van de genoemde opleidingen opereert. Ook biedt de opleiding de minoren ‘Technologie in Zorg’, ‘Duurzame ontwikkeling’ en doorstroomminoren naar het WO aan. Studenten uit de avondopleiding kunnen vrijstelling krijgen voor de minor. (Zie 2.5.5.) Het auditteam is van mening dat de opleiding naast de keuze voor een differentiatie in het majorprogramma, met de minoren studenten ruim voldoende mogelijkheden biedt zich te verbreden en/of te verdiepen. 2.2.8. Uit het Saxion Alumnionderzoek 2005 blijkt dat 93% van de afgestudeerden van mening is dat ze na afstuderen de beschikking heeft over de beroepsspecifieke kwalificaties die voor beginnende beroepsbeoefenaren noodzakelijk zijn. Alleen de vaardigheid om in een vreemde taal te communiceren scoorde laag (50%). Als verbetermaatregel heeft de opleiding er bewust voor gekozen de Nederlandse studenten in het derde en vierde studiejaar de verdiepende minor en een aantal modulen samen met de studenten van de International Class te laten volgen om het communiceren in het Engels te bevorderen. 85% van de afgestudeerden vond het programma inhoudelijk relevant. Het STO 2007 en de HBO monitor laten een zelfde beeld zien. Ook de studenten die het auditteam sprak waren tevreden over het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 24
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: Het programma is een adequate concretisering van de eindcompetenties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De opleiding heeft een competentiematrix gemaakt, waaruit blijkt welke competenties in welke modulen met name aan de orde komen. In de moduulbeschrijvingen heeft de opleiding de leerdoelen voor de betreffende modulen duidelijk vastgelegd. Het programma kent een geleidelijke opbouw volgens de 2+2 structuur. Daarmee zorgt de opleiding er goed voor dat de studenten uiteindelijk het gewenste eindniveau van de competenties kunnen behalen. Uit de competentiematrix blijkt dat alle competenties in alle differentiaties aan bod komen. Ook de inhoud van het programma van de avondopleiding biedt de studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindcompetenties te bereiken. De opleiding biedt naast de keuze voor een differentiatie in het majorprogramma, met de minoren studenten ruim voldoende mogelijkheden zich te verbreden en/of te verdiepen. Studenten en alumni zijn zeer tevreden over het programma. Alumni meldden, dat zij door het programma te volgen, de beschikking hebben gekregen over de benodigde eindcompetenties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 25
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen 2.3.1. Het onderwijsprogramma is opgebouwd met behulp van vakinhoudelijk en didactische leerlijnen. In de leerlijnen sluiten programmaonderdelen op elkaar aan en bouwen op elkaar voort, waarbij de complexiteit en diepgang van de leerinhoud en activiteiten toenemen. De opleiding kent o.a. een vakinhoudelijke wiskunde leerlijn, elektronica leerlijn, beroepsoriënterende leerlijn en sociaal communicatieve leerlijn. In de leerlijn wiskunde bijvoorbeeld wordt gestart met basiskennis waarna complexiteit en diepgang toenemen. Er is sprake van een logische volgtijdelijke opbouw. Hiermee borgt de opleiding de verticale samenhang. Deze samenhang is per differentiatie inzichtelijk gemaakt in de curriculumschema’s. 2.3.2. Door de inrichting van het onderwijs in de didactische leerlijnen, de cognitieve leerlijn, de toepassingsgerichte leerlijn en de integratieve leerlijn, zorgt de opleiding voor de horizontale samenhang. In de cognitieve leerlijn doet de student vooral kennis en inzicht op. In de toegepaste leerlijn staat het verwerven van praktische vaardigheden centraal. In de integratieve leerlijn moet de student vervolgens het geleerde uit de cognitieve en toepassingsgerichte leerlijn integreren. Deze samenhang is ook per differentiatie inzichtelijk gemaakt in de curriculumschema’s. 2.3.3. Studenten mogen pas op stage en afstuderen nadat zij bepaalde studieonderdelen met een voldoende hebben afgerond. Uit de ervaring van docenten en uit evaluaties onder de bedrijfsbegeleiders blijkt dat het binnenschools programma leidt tot een relevante en adequate ontwikkeling, waarop de student vervolgens kan voortbouwen in het buitenschools gedeelte. Studenten bespreken hun ervaringen en vorderingen in de stage- en op de afstudeerplek met de docentbegeleider en bedrijfsbegeleider en tijdens terugkomdagen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de opzet van het programma en heeft kunnen constateren dat hierin een duidelijke samenhang is aangebracht. 2.3.4. Uit de SSS 2006 blijkt dat 71% van de studenten tevreden is over de opbouw van de studie en 66% tevreden is over de aansluiting tussen de verschillende studieonderdelen. Uit het STO 2007 blijkt 70% van de studenten tevreden te zijn over de samenhang en 77% tevreden te zijn over de aansluiting van de stage op het binnenschools programma. Uit het Alumnionderzoek 2005 blijkt dat 86% tevreden is over de samenhang van het programma. De opleiding heeft met de studenten gesproken over de 66% tevredenheid over de aansluiting, die de opleiding te laag vindt. Uit de feedback bleek dat het kernpunt een eerstejaars practicum was, dat niet goed aansloot voor havisten. De Leerplancommissie heeft dit als actiepunt voor haar rekening genomen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 26
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Door de opbouw van het onderwijsprogramma in vakinhoudelijke leerlijnen met een logische volgtijdelijke opbouw, zorgt de opleiding voor voldoende verticale samenhang. Door de inrichting van het onderwijs in didactische leerlijnen zorgt de opleiding voor voldoende horizontale samenhang. De samenhang tussen het binnenschools en buitenschools programma komt met name tot uiting in de stage en de afstudeeropdracht. De studenten bouwen in de stage en bij het werken aan de afstudeeropdracht voort op hetgeen zij in het binnenschools programma hebben geleerd en bespreken hun ervaringen en vorderingen onder andere tijdens terugkomdagen. Studenten en alumni zijn over het algemeen (zeer) tevreden over de samenhang van het programma. Daar waar nodig treft de opleiding verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 27
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen 2.4.1. De opleiding heeft in de onderwijsdatabase, die is gekoppeld aan de OER, het aantal studiepunten en studiebelastingsuren die besteed worden aan elk programmaonderdeel vastgelegd. Ook in de moduulbeschrijvingen is de studielast per programmaonderdeel vastgelegd. 2.4.2. Het aantal contacturen binnen de voltijd opleiding bedraagt in het eerste studiejaar 24 uur per week. In de daarop volgende jaren neemt het aantal contacturen af en verwacht de opleiding meer zelfstandigheid van de student. In het tweede studiejaar is het gemiddeld aantal contacturen 19-20 en in het derde studiejaar afhankelijk van de activiteit 10-17. In het laatste studiejaar is het aantal contacturen onder andere afhankelijk van de gekozen minor. Bij het afstuderen krijgen de studenten individuele begeleiding van een docent. 2.4.3. De opleiding hanteert een kwartielsysteem waarbij de studiepunten en studiebelastingsuren evenwichtig verdeeld zijn over de kwartielen. Aan het eind van elk kwartiel zijn twee toetsweken ingeroosterd. Bij de evaluatie van elk programmaonderdeel evalueert de opleiding ook de studielast. (Zie 2.4.10.) 2.4.4. De werkgroep Leerplan heeft als hoofdopdracht gekregen een digitale beschrijving te maken van het huidige leerplan, naast de huidige versie op papier. Gekozen is voor een digitaal overzicht met doorklikmogelijkheden voor meer informatie betreffende de onderwijseenheden. Het auditteam heeft kennisgenomen van het leerplan, het beleid omtrent de spreiding van de onderwijsactiviteiten en de toetsen en het maken van een digitale beschrijving van het leerplan. Het auditteam is van mening dat de opleiding daarmee voldoende zorgt dat het programma studeerbaar is. Het aantal contacturen is passend bij een opleiding Elektrotechniek. 2.4.5. Voor studenten die daarvoor in aanmerking komen bestaat de mogelijkheid het programma versneld te doorlopen. Over dit individuele studietraject overlegt de student met de studieloopbaanbegeleider (SLBer) en de Examencommissie. Op basis van eerder verworven kennis en vaardigheden kan er ook een verkort opleidingsprogramma worden samengesteld. Studenten die de avondopleiding volgen kunnen op basis van eerder verworven competenties en relevante werkervaring vrijstelling krijgen voor een aantal onderdelen van het programma. (Zie ook 2.5.) 2.4.6. Voor MBO’ers bestaat de mogelijkheid de MBO+HBO studie in 7,5 jaar af te ronden. MBO’ers van de ROC’s uit de regio kunnen een doorstroomprogramma volgen. Daarbij schrijven de MBO-ers zich het laatste half jaar al in op het HBO in plaats van stage te lopen op het MBO. (Zie ook 2.5) 2.4.7. De opleiding hanteert een beperkt aantal doorstroomregels/ toelatingsregels voor de stage, de minoren en het afstuderen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de mogelijkheden tot vrijstelling, het versneld het programma te doorlopen en de doorstroomregels, en is van mening dat de opleiding voldoende zorgdraagt dat alle studenten het programma kunnen volgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 28
2.4.8. In de OER zijn de termijnen voor het terugkoppelen van uitslagen van tentamens en projecttoetsen vastgelegd. In het jaarrooster zijn de momenten vastgelegd waarop toetsresultaten door docenten ingeleverd moeten zijn en de data opgenomen voor tentameninzage. 2.4.9. Gedurende de opleiding krijgen de studenten begeleiding van de docenten op vakinhoudelijk gebied en van een Studieloopbaanbegeleider (SLB’er). Met de SLB’er bespreekt de student zijn studievoortgang. In de loop van de studie neemt de frequentie van het aantal SLB-gesprekken af en verwacht de opleiding meer zelfstandigheid van de student. De opleiding spreekt van gecontroleerd loslaten. Daarnaast vindt terugkoppeling niet alleen maar plaats op formele momenten, maar geven docenten op elk moment dat dat nodig/gewenst is commentaar vanuit de gedachte dat leren overal en altijd plaatsvindt. Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening dat de opleiding met de geboden begeleiding op adequate wijze zorgt dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. 2.4.10. Uit de SSS 2006 blijkt dat 69% van de studenten tevreden is over de spreiding van de studielast. In het STO 2007 antwoordden 76% van de studenten neutraal tot zeer eens. Voor de opleiding leidt dit niet tot verbeteracties. Studenten zijn tevreden over de stimulerende en activerende rol van de docenten bij hun studie. Uit het Saxion Alumnionderzoek blijkt dat 61,9 % van de studenten ongeveer evenveel tijd aan de studie heeft besteed als er voor stond, 28,6% minder en 9,5% veel meer dan er voor stond. Over de spreiding van de toetsen binnen een kwartiel was 64% tevreden en 75% was tevreden over de mogelijkheden om toetsen te herkansen. (Zie over toetsen ook 2.8.) Ook uit de gesprekken met de studenten tijdens de audit kwam naar voren, dat de studenten tevreden zijn over de studielast. Zij besteden gemiddeld 30-35 uur per week aan hun studie. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in de onderwijsdatabase en de moduulbeschrijvingen het aantal studiepunten en studiebelastingsuren duidelijk vastgelegd. De opleiding borgt de studeerbaarheid van het programma door de onderwijsactiviteiten en de toetsen evenwichtig te spreiden en een digitale beschrijving te maken van het huidige leerplan. Het aantal contacturen is passend bij een opleiding Elektrotechniek. Met de mogelijkheden tot vrijstelling, tot het versneld doorlopen van het programma en met de doorstroomregels zorgt de opleiding er voldoende voor dat alle studenten het programma kunnen volgen. Door de begeleiding bij de studie zorgt de opleiding op adequate wijze dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de studielast. Daar waar nodig treft de opleiding verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 29
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen 2.5.1. De opleiding past in de eerste plaats de in de WHW vastgelegde vooropleidingseisen toe. Deze zijn vastgelegd in de OER. Studenten die uit het buitenland komen moeten een diploma kunnen overleggen dat equivalent is aan het diploma dat in Nederland is vereist. Aspirant studenten die niet, of ten dele niet, voldoen aan de vooropleidingseisen wordt de mogelijkheid geboden om door middel van toelatingsonderzoeken alsnog toegelaten te worden. Voor het toelatingsbeleid zijn het ‘Saxion protocol toelating’ en ‘Regelingen toelatingsonderzoeken’ van toepassing, waarin ook de specifieke eisen voor Nederlandstalige, Duitstalige en Engelstalige studenten en vereisten voor de opleiding Elektrotechniek zijn vastgelegd. De reguliere instroom bij Elektrotechniek wordt gevormd door studenten van HAVO, VWO, MBO en internationale studenten. Daarnaast bestaat er een zij-instroom van uitvallers van Technische Universiteiten. Studenten voor de avondopleiding vormt een laatste klasse van instroom. Het auditteam is van mening, dat de opleiding Elektrotechniek de toelatingseisen duidelijk heeft vastgelegd. 2.5.2. De academie/opleiding participeert in het hogeschoolbrede aansluitingsplatform WIMA, dat werkt aan aansluitingsbeleid en projecten die de aansluiting bevorderen. 2.5.3. Met de regionale ROC’s is een doorlopende leerweg geconstrueerd. De MBO-student wordt in het laatste halfjaar van zijn studie als cursist ingeschreven in het HBO. Deze periode wordt beoordeeld als stage voor het MBO. De studenten, die verder willen in het HBO wordt sterk aangeraden om dit doorstroomprogramma te volgen. Studenten die van het MBO komen kunnen de MBO- en HBO-studie nominaal in 7,5 jaar afronden. Het auditteam heeft kennisgenomen van de activiteiten van de Werkgroep WIMA en van het doorstroomprogramma MBO-HBO en is van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat de aansluiting van de instromende studenten vanuit het VO en het MBO in het HBO zo goed mogelijk verloopt. 2.5.4. Naast de Nederlandstalige opleiding Elektrotechniek heeft de opleiding sinds zes jaar ook een internationale, Engelstalige klas (International Class), met studenten uit de hele wereld. Buitenlandse studenten krijgen een toelatingsonderzoek, waarbij o.a. de beheersing van het Engels wordt getoetst. Gemiddeld stromen er per studiejaar ongeveer 15 nieuwe studenten in de International Class in. Alleen in 2007-2008 daalde het aantal instromers opeens naar 5 als gevolg van het gewijzigde bekostigingssysteem voor studenten van buiten Europa. (Zie ook 6.2.) Daarom gaat de opleiding nu ook studenten werven in Europa. 2.5.5. Avondopleiding De opleiding kan in verkorte vorm in de avonduren worden gevolgd door een speciale categorie studenten, op basis van voldoende vooropleiding en vooral voldoende elders verworven competenties. Het betreft studenten, werkzaam in het bedrijfsleven met een MBO-vooropleiding, die door representatieve werkervaring van minimaal drie jaar een MBO+ niveau hebben bereikt. De aspirant-student dient daartoe deel te nemen aan een persoonlijk intake-assessment.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 30
Op basis hiervan wordt een verkorte persoonlijke leerweg afgesproken. De Eindexamencommissie neemt op basis van het advies van de intakecommissie een besluit over de toelaatbaarheid van de kandidaat. In de praktijk is de opleidingsduur zeker drie studiejaren, waarvan 2½ studiejaren theorie en practica op school ( 2 avonden per week) en ¾ jaar afstuderen op de werkplek in het bedrijf waar de student werkzaam is of op een andere afgesproken werkplek. Voor de stage en de minor kan de student vrijstelling krijgen mits hij beschikt over relevante werkervaring. Ook voor projecten en praktische onderdelen van de opleiding bestaat gedeeltelijk vrijstelling. Vrijstelling wordt pas aan het eind van de opleiding verleend als de student kan aantonen dat hij door de combinatie van werk en onderwijs het gewenste HBO-niveau heeft kunnen bereiken. Het auditteam heeft kennisgenomen van de intakeprocedures die de opleiding hanteert voor studenten voor de International Class en voor de avondopleiding en is van mening dat de opleiding hiermee goed zorgt dat alleen potentieel geschikte kandidaten worden toegelaten tot de opleiding. 2.5.6. Wanneer studenten zich al elders kennis en vaardigheden hebben eigen gemaakt en dit ook kunnen aantonen, kunnen zij voor overeenkomstige programmaonderdelen vrijstelling krijgen op basis van ‘eerder verworven kennis en vaardigheden’. De Examencommissie beslist in voorkomende gevallen over vrijstellingen, waardoor een verkort programma doorlopen kan worden. De opleiding is op academieniveau bezig met het ontwikkelen van een formele EVC-procedure (EVC staat voor elders verworven competenties). Daarbij wordt o.a. in kaart gebracht wat de opleidingen tot nu toe hebben ontwikkeld met betrekking tot maatwerktrajecten. De EVC-procedure zal aansluiten op de op Saxion niveau ontwikkelde instrumenten ‘Intake assessment/ EVC’s’. 2.5.7 Het auditteam heeft kennisgenomen van de mogelijkheden die de opleiding biedt voor verkorting van het programma op basis van eerder verworven kennis en vaardigheden voor zowel de aspirant- studenten van de dagopleiding als voor de studenten van de avondopleiding en is van mening, dat de opleiding hiermee goed inspeelt op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten. 2.5.8. De opleiding sluit met de 2+2 structuur en een aantal aanvullende maatregelen aan bij de kwalificaties van de studenten. Zo zijn er in het curriculum extra inleidende modulen voor wiskunde en natuurkunde opgenomen, omdat uit onderzoek in het verleden is gebleken dat het wiskunde- en natuurkunde programma dat studenten in het VO aangeboden krijgen niet voldoende toereikend is voor een goede aansluiting op het programma van Elektrotechniek. Studenten waarvan blijkt dat het niveau van de Nederlandse taal niet voldoende is kunnen halverwege de propedeuse een deficiëntiecursus Nederlands volgen. Moduulverantwoordelijke docenten voor de leereenheden in het eerste jaar zorgen voor aansluiting op het instroomniveau van studenten. 2.5.9. De oriëntatie op de opleiding vindt plaats door een introductieprogramma en door voorlichting over de differentiaties in het kader van de keuze die de studenten al in de propedeuse moeten maken voor één van de differentiaties. Hierbij zijn ook vertegenwoordigers uit het beroepenveld aanwezig om voorlichting te geven over het beroep. De oriëntatie op studie en beroep vindt verder plaats in een van de modules van de leerlijn ‘Soft Skills’ (‘Soco 1b). Daarin gaan studenten onder meer op excursie naar bedrijven en interviewen ze stagiaires en mensen uit de praktijk. Het auditteam is van mening, dat de opleiding met het introductieprogramma, de voorlichting over de differentiaties, de oriënterende module Soco 1b uit de leerlijn ‘Soft Skills’, de extra inleidende modulen rekenen en natuurkunde en de deficiëntiecursus Nederlands in de propedeuse goed zorgt dat het programma aansluit bij de verschillende instromende studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 31
2.5.10. Uit de SSS 2006 volgt dat 68% van de studenten tevreden is over de aansluiting op de laatst genoten vooropleiding. Over de oriëntatie op de opleiding die de propedeuse biedt, oordeelt 83% van de studenten positief. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding Elektrotechniek heeft de toelatingseisen duidelijk vastgelegd. De opleiding zorgt er door de intakeprocedures die zij hanteert voor studenten voor de International Class en voor de avondopleiding goed voor dat alleen potentieel geschikte kandidaten worden toegelaten tot de opleiding. De opleiding zorgt er in de werkgroep WIMA en met het doorstroomprogramma MBO-HBO voldoende voor dat de aansluiting van de instromende studenten vanuit het VO en het MBO in het HBO zo goed mogelijk verloopt. Met het introductieprogramma, de voorlichting over de differentiaties, de oriënterende en extra inleidende modulen en de deficiëntiecursus Nederlands zorgt de opleiding er goed voor dat het programma aansluit bij de verschillende instromende studenten. Met de mogelijkheden die de opleiding biedt voor verkorting van het programma op basis van eerder verworven kennis en vaardigheden speelt de opleiding goed in op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten. Studenten zijn tevreden over de aansluiting en over de oriëntatie op de opleiding in de propedeuse.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 32
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding? Bevindingen 2.6.1. Zoals al onder 2.2. is beschreven hanteert Saxion als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en elke bacheloropleiding opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. (zie verder onder 2.2.). Daarmee voldoet elke bacheloropleiding van Saxion aan de formele eis van 240 EC’s met betrekking tot de omvang van het curriculum van een HBO-bacheloropleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een omvang heeft van 240 EC’s, reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 33
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen 2.7.1. De opleiding heeft in het opleidingsdocument ‘Van opleidingscompetenties en visie op leren naar curriculum’ haar didactisch concept beschreven. Daarbij is de opleiding uitgegaan van de onderwijsvisie van Saxion met betrekking tot het competentiegericht onderwijs, de onderwijsvisie van de academie en de opleiding en de visie op leren van de opleiding. 2.7.2. De opleiding heeft het didactisch concept uitgewerkt in 12 pijlers: er is een duidelijke structuur in het programma; de student heeft keuze uit vier differentiaties; oriëntatie op de beroepspraktijk is een essentieel element in de propedeuse; het onderwijs is opgebouwd met behulp van leerlijnen; studenten leren beroepsproblemen op te lossen uitmondend in beroepsproducten; in de loop van de studie wordt de mate van complexiteit en diepgang steeds groter, terwijl de mate van voorstructurering afneemt; er is sprake van variatie in de werkvormen; studenten leren vooral veel door te doen; de leermiddelen en tools zijn kenmerkend voor het werkveld; de wijze van toetsing en beoordeling is afgestemd op de te ontwikkelen competenties; vakinhoudelijke en studieloopbaanbegeleiding zijn noodzakelijke instrumenten. 2.7.3. Zoals al onder 2.2. en 2.3 is vermeld hanteert de opleiding in het programma naast vakinhoudelijke leerlijnen ook didactische leerlijnen te weten: de cognitieve leerlijn, waarin de student kennis en inzicht opdoet, de toepassingsgerichte leerlijn waarin de student praktische vaardigheden verwerft en de integratieve leerlijn waarin de student het geleerde uit de cognitieve en toepassingsgerichte leerlijn moet integreren. Het auditteam heeft kennisgenomen van de didactische uitgangspunten van de opleiding en is van mening dat deze uitgangspunten actuele onderwijskundige inzichten reflecteren, die passen bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen, die aan een (beginnend) beroepsbeoefenaar worden gesteld. 2.7.4. De werkvormen en studieactiviteiten sluiten aan bij het didactisch concept en de leerlijnen: In de cognitieve leerlijn wordt meestal gekozen voor werkvormen als colleges, instructies en practica. In de toepassingsgerichte leerlijn wordt vaak gekozen voor practica. In de integratieve leerlijn is de gekozen werkvorm vaak een project waarin aan beroepsproducten wordt gewerkt. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende werkvormen die de opleiding hanteert binnen de verschillende leerlijnen en is op basis hiervan van mening, dat deze corresponderen met het didactisch concept en de studenten in staat stellen de vereiste eindcompetenties te verwerven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 34
2.7.5. Uit de SSS 2006 blijkt dat 77% van de studenten tevreden is over de werk-/onderwijsvormen. Over de afwisseling van werk-/onderwijsvormen was 70% tevreden. Uit het Alumni onderzoek 2005 blijkt dat 83% tevreden was over de onderwijs-/werkvormen en zei 81% het (zeer) eens te zijn met de stelling, dat de gehanteerde werkvormen en studieactiviteiten ervoor zorgden dat men inzicht kreeg in (praktijk)problemen. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in het document 'Van opleidingscompetenties en visie op leren naar curriculum' haar didactisch concept duidelijk beschreven. Het didactisch concept reflecteert actuele onderwijskundige inzichten en is passend bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen, die aan een (beginnend) beroepsbeoefenaar worden gesteld. De verschillende werkvormen die de opleiding hanteert binnen de verschillende leerlijnen corresponderen met het didactisch concept van de opleiding en stellen de studenten in staat de vereiste eindcompetenties te verwerven. Studenten en alumni zijn (zeer) tevreden over de werk-/onderwijsvormen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 35
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen 2.8.1. Op academieniveau is in de zomer van 2007 een toetsplan vastgesteld. Vervolgens is een notitie geschreven om de huidige stand van zaken rondom toetsing en beoordeling bij de opleiding te beschrijven. Op basis hiervan is een toetscommissie ingesteld die o.a. de opdracht heeft gekregen in 2007-2008 te komen met verbetervoorstellen. Daarbij is o.a. als doel gesteld dat: Het toetsproces werkt volgens moderne procedurele kwaliteitsnormen. Dat wil zeggen: aantoonbaar werken volgens een beschreven procedure. Voor zover dat mogelijk is: scheiding van onderwijs en toetsen. Toetsen zijn uitsluitend gebaseerd op competenties en voldoen aan de eindtermen van een onderwijseenheid (module). De Examencommissie wijst toetsopstellers en correctoren aan. In een PDCA-cyclus (Plan Do Check Act) bewaakt de Examencommissie zaken als: overeenkomst competenties en toetsen, betrouwbaarheid en validiteit toetsen. Op basis daarvan werkt de toetscommissie aan een aangepaste versie van het toetsplan. In het gesprek met de toetscommissie en de docenten kwam naar voren dat het valide en objectief toetsen in de praktijk gebeurt, maar het is (op papier) nog niet voldoende aantoonbaar. De aangepaste versie van het toetsplan met de richtlijnen voor het opstellen van toetsen, is in concept gereed. In het komend cursusjaar 2008-2009 zal het toetsplan geïmplementeerd worden. De toetscommissie zal dan ook steekproeven gaan nemen van de opgestelde toetsen. Docenten die dat wensen, kunnen een cursus ’toetsinstructeur’ van Saxion Hogescholen volgen. De examencommissie zal vanaf 2008-2009 kijken naar het toetsprogramma. Het auditteam heeft er vertrouwen in, dat de opleiding er voor zorgt dat de toetsen met ingang van 20082009 aantoonbaar valide zijn en het toetsen aantoonbaar objectief gebeurt. 2.8.2. In elke moduulhandleiding zijn de toetsings- en beoordelingscriteria beschreven. De toetsings- en beoordelingscriteria voor het buitenschools programma staan beschreven in de stage- en afstudeergids. De toetsings- en beoordelingscriteria per programmaonderdeel vloeien voort uit de competentiematrix waarin de opleiding de relatie met het opleidingsprofiel duidelijk heeft gemaakt. 2.8.3. Voor stage en afstuderen zijn aparte handleidingen opgesteld, waarin de opleiding heeft vastgelegd waaraan de stage respectievelijk het afstuderen moet voldoen en hoe toetsing en beoordeling plaatsvindt. (Zie voor afstuderen verder onder 6.1. ‘Gerealiseerd niveau’.) Het auditteam heeft kennisgenomen van de moduulhandleidingen en de handleiding voor stage en afstuderen en is van mening dat daarin duidelijk is vermeld hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. 2.8.4. De opleiding maakt gebruik van formatieve en summatieve toetsen. Bij basismodulen als wiskunde, netwerktheorie, elektronica, digitale techniek, natuurkunde en programmeren ziet de student aan de hand van zijn resultaten van uitgewerkte opgaven en (groeps-) opdrachten hoe ver hij is gevorderd. Bij projecten wordt regelmatig het tot dan toe bereikte resultaat bekeken. De student krijgt daarbij van zijn begeleider terugkoppeling. Toetsing vindt dus niet alleen als sluitstuk van een traject plaats. Dit past ook bij de wijze van werken in de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 36
De studenten leren door te doen. Daarnaast worden alle programmaonderdelen afgerond met een summatieve toets. 2.8.5. De moduleverantwoordelijke docenten dragen er zorg voor dat er terugkoppeling plaatsvindt van de resultaten van de toetsen naar de studenten. 2.8.6. De Examencommissie is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het toetsplan en het toetsprogramma en controleert of het toetsprogramma correspondeert met het leerprogramma van de opleiding en de toetsvormen en bijbehorende beoordelingscriteria duidelijk zijn vastgelegd en afgestemd zijn op de te behalen leerdoelen. 2.8.7. Net als bij de werkvormen sluit de opleiding ook met toetsvormen aan bij de didactische leerlijnen: de cognitieve leerlijn: hierbij gaat het veelal om mondelinge en schriftelijke tentamens; de toepassingsgerichte leerlijn: hierbij gaat het veelal om meetrapporten, - verslagen en beroepsproducten; de integratieve leerlijn: hierbij gaat het om rapporten, presentaties en een beroepsproduct. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende toetsvormen die de opleiding hanteert om te meten of de student de geformuleerde leerdoelen heeft bereikt. Het auditteam is van mening dat dit op een adequate wijze gebeurt. 2.8.8. Zoals al eerder vermeld is het studiejaar verdeeld in kwartielen. Aan het eind van elk kwartiel zijn twee toetsweken ingeroosterd, waarin tentamens en presentaties gehouden worden. In samenwerking met roosterbureau maakt de opleiding een toetsplanning. Organisatie en registratie van toetsresultaten gebeurt op Saxionniveau. 2.8.9. Uit de SSS 2006 blijkt dat 85% tevreden is over de kwaliteit van de toetsen, 76% tevreden is over de wijze waarop de beoordeling van groepsopdrachten en groepswerk tot stand is gekomen. Over de duidelijkheid van de criteria waarop men bij de toetsen beoordeeld wordt is 80% tevreden. Uit het STO 2007 en het Alumnionderzoek 2005 komt een vergelijkbaar percentage. Over de aansluiting van de toetsing op het onderwijs zegt 91% van de studenten in het STO 2007 tevreden te zijn. 85% van de studenten in de SSS 2006 is het (zeer) eens met de stelling over de inhoudelijke relevantie van de toetsing. Een vergelijkbare score komt uit het Alumnionderzoek 2005. Over de spreiding van de toetsen binnen een kwartiel was 64% tevreden en 75% was tevreden over de mogelijkheden om toetsen te herkansen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Een aangepaste versie van het toetsplan met de richtlijnen voor het opstellen van toetsen, is in concept gereed. In het komend cursusjaar 2008-2009 wordt het toetsplan geïmplementeerd. Het valide en objectief toetsen gebeurt al, maar het is nog onvoldoende aantoonbaar. Het auditteam heeft er vertrouwen in, dat de opleiding er voor zorgt dat de toetsen met ingang van 2008-2009 aantoonbaar valide zijn en dat het toetsen aantoonbaar objectief gebeurt. In de moduulhandleidingen en de handleiding voor stage en afstuderen is duidelijk vermeld hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. Met de verschillende toetsvormen die de opleiding hanteert, meet de opleiding op een adequate wijze of de student de geformuleerde leerdoelen heeft bereikt. Studenten zijn (zeer) tevreden over het toetsen en beoordelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 37
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de opleiding als voldoende. Kennisontwikkeling van studenten vindt voldoende plaats en het gehanteerde studiemateriaal is relevant, actueel, werkvelddekkend en op HBO-niveau. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het werkveld. De Beroepenveldcommissie, de docenten en de bedrijfsbegeleiders spelen hierin een belangrijke rol. Het programma waarborgt dat studenten de benodigde beroepsvaardigheden kunnen ontwikkelen. Alumni en studenten zijn over het algemeen tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding en de actualiteit van het programma. Het programma is een adequate concretisering van de eindcompetenties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. In de moduulbeschrijvingen heeft de opleiding de leerdoelen voor de betreffende modulen duidelijk vastgelegd. De opleiding zorgt er goed voor dat de studenten uiteindelijk het gewenste eindniveau van de competenties kunnen behalen. Uit de competentiematrix blijkt dat alle competenties in alle differentiaties aan bod komen. De opleiding biedt naast de keuze voor een differentiatie in het majorprogramma, met de minoren studenten ruim voldoende mogelijkheden zich te verbreden en/of te verdiepen. Studenten en alumni zijn zeer tevreden over het programma. Het binnen- en buitenschoolsprogramma is voldoende samenhanghangend en de studenten en alumni zijn daarover in het algemeen (zeer) tevreden. De opleiding heeft het aantal studiepunten en studiebelastingsuren duidelijk vastgelegd en borgt de studeerbaarheid van het programma door de onderwijsactiviteiten en de toetsen evenwichtig te spreiden en een digitale beschrijving te maken van het huidige leerplan. Het aantal contacturen is passend bij een opleiding Elektrotechniek. De opleiding zorgt er voldoende voor dat alle studenten het programma kunnen volgen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de studielast. De opleiding heeft de toelatingseisen duidelijk vastgelegd. De opleiding zorgt er goed voor dat alleen potentieel geschikte kandidaten worden toegelaten tot de International Class en de avondopleiding. De opleiding zorgt er voldoende voor dat de aansluiting van de instromende studenten vanuit het VO en het MBO in het HBO zo goed mogelijk verloopt. De opleiding speelt goed in op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten. Studenten zijn tevreden over de aansluiting en over de oriëntatie op de opleiding in de propedeuse. De opleiding heeft haar didactisch concept duidelijk beschreven. Het didactisch concept reflecteert actuele onderwijskundige inzichten en is passend bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen, die aan een (beginnend) beroepsbeoefenaar worden gesteld. De verschillende werkvormen corresponderen met het didactisch concept van de opleiding en stellen de studenten in staat de vereiste eindcompetenties te verwerven. Studenten en alumni zijn (zeer) tevreden over de werk/onderwijsvormen. Een aangepaste versie van het toetsplan is in concept gereed en wordt in het komend cursusjaar 20082009 geïmplementeerd. Het objectief en valide toetsen gebeurt, maar het is nog niet voldoende aantoonbaar. Het auditteam heeft er vertrouwen in, dat de opleiding er voor zorgt dat de toetsen met ingang van 2008-2009 aantoonbaar valide zijn en dat het toetsen aantoonbaar objectief gebeurt. In de verschillende handleidingen is duidelijk vermeld hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. Met de verschillende toetsvormen die de opleiding hanteert meet de opleiding op een adequate wijze of de student de geformuleerde leerdoelen heeft bereikt. Studenten zijn (zeer) tevreden over het toetsen en beoordelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 38
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen 3.1.1. Het kerndeel van het onderwijs binnen de opleiding Elektrotechniek wordt verzorgd door docenten die een binding hebben met de beroepspraktijk. In de lessen gebruiken de docenten praktijkopdrachten of op de praktijk geënte casussen en geven voorbeelden of argumentaties vanuit de praktijk. Het overgrote deel van de docenten heeft zelf praktijkervaring, zij het dat een groot aantal van hen inmiddels al vrij lang in het onderwijs werkzaam is. Door begeleiding tijdens de stage en het afstuderen houden zij evenwel steeds contact met de beroepspraktijk. 3.1.2. Bij aanname van nieuw personeel in de toekomst zal de academie/opleiding recente bedrijfservaring als een essentieel criterium gaan hanteren. Dit is evenwel voorlopig nog niet aan de orde. 3.1.3. De docenten van de opleiding zorgen ervoor dat zij op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen. Dat doen zij o.a. door geabonneerd te zijn op vakliteratuur, vakbeurzen en seminars te bezoeken, vakinhoudelijke cursussen te volgen. Ook verdiepen zij zich door zelfstudie in nieuwe ontwikkelingen en vertalen deze vervolgens naar het lesmateriaal. Het implementeren van actuele ontwikkelingen in de opleiding vindt plaats in een permanente dynamiek waarbij docenten hun voorstellen inbrengen in de leerplancommissie (LPC). De LPC vergadert met grote regelmaat. Hier genomen besluiten leiden tot aanpassingen in het curriculum. 3.1.4. In het derde en vierde studiejaar betrekt de opleiding regelmatig gastdocenten die werken in de beroepspraktijk. 3.1.5. Zoals al in de inleiding en onder 2.1. is vermeld participeert de Academie LED in twee lectoraten: ‘Duurzame Energievoorziening’ en ‘Industrial Design’. Op dit moment is de academie betrokken bij het instellen van een derde lectoraat ‘Proces- en Productie-innovatie Maakindustrie’. Door middel van deze lectoraten en de bijbehorende kenniskringen vindt kennistransfer van en naar het bedrijfsleven plaats en komt toegepast onderzoek voor het bedrijfsleven tot stand waarin docenten en studenten participeren. Docenten (en studenten) van de opleiding Elektrotechniek zijn betrokken bij de kenniskringen van de verschillende lectoraten. Het auditteam concludeert op basis van bovenstaande en op basis van de gesprekken tijdens de audit en de CV's, dat de docenten die het onderwijs verzorgen voldoende verbinding leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Ook met de inzet van gastdocenten en de participatie van docenten in de kennissenkringen zorgt de opleiding dat deze verbinding wordt gelegd. 3.1.6. Studenten en alumni zijn positief over de actuele kennis van docenten van het vakgebied en het beroepenveld. Gemiddeld geven de studenten in de SSS 2006 een 7,1 en alumni in het Alumnionderzoek 2005 een 7,4 voor deze kennis. Uit het STO 2007 en de HBO monitor 2006 komt een vergelijkbaar positief beeld naar voren bij de vraag of de docent voldoende op de hoogte is van de beroepspraktijk en voldoende praktijkkennis en ervaring heeft.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 39
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Het overgrote deel van de docenten heeft zelf praktijkervaring, zo blijkt ook uit hun CV's. Daarnaast houden docenten steeds contact met de beroepspraktijk door begeleiding van stage en afstuderen. Docenten houden zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen door het lezen van vakliteratuur, het bezoeken van vakbeurzen en seminars en het volgen van vakken inhoudelijke cursussen. Tevens participeert een aantal docenten in de kennissenkringen van de verschillende lectoraten. De opleiding betrekt regelmatig gastdocenten bij het onderwijs. Studenten en alumni zijn positief over de actuele kennis van docenten van het vakgebied en het beroepenveld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 40
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen 3.2.1. Saxion heeft op instellingsniveau het personeelsbeleid ontwikkeld en vastgelegd in de nota ‘Personeelsplanning’ (nov. 2004). De doelstellingen van dit beleid zijn verwoord in een tiental ijkpunten. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren die uit. Met betrekking tot de kwantiteit geldt: De opleiding heeft in haar personeelsplan vastgelegd aan welke kwantitatieve eisen het personeelsbestand moet voldoen om de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.2.2. De academies hebben in hun eigen personeelsplan de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwantiteit (en kwaliteit) van het personeel beschreven en aangeduid wat de noodzakelijk geachte hoeveelheid personeel zou moeten zijn. (zie voor kwaliteit onder facet 3.3.) Voor de kwantitatieve personeelspanning geldt de afspraak dat in principe 70% van de formatie wordt ingevuld door medewerkers met een vaste aanstelling en 30% van de formatie flexibel is. Daarnaast geldt de afspraak, dat 70% van de formatie wordt ingezet voor het onderwijs, 20% voor beheer en 10% voor beleid. 3.2.3. In het najaar van 2006 heeft Saxion een generatiescan laten uitvoeren, die goed inzicht geeft in de leeftijdsopbouw van het personeel en de te verwachten uitstroom. De gegevens uit deze scan zijn vertaald naar een personeelsplanning en geven input voor een personeelsbeleid met aandacht voor de diverse generaties met hun specifieke eisen en wensen. 3.2.4. In het najaar van 2007 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden. Op basis van de resultaten worden op Saxionniveau en op academieniveau verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd. 3.2.5. Werving van het personeel wordt verzorgd door de dienst HRM. Selectie vindt plaats binnen de academie door de academiedirecteur of het managementteamlid dat de betreffende afdeling of opleiding in portefeuille heeft, in samenwerking met HRM. Benoeming van personeel gebeurt door de directeur. Het personeelsbeleid van Saxion is gericht op het aantrekken van de juiste medewerkers en het stimuleren en faciliteren van ontwikkeling en doorstroom. (Zie ook 3.3.) De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het personeelsbeleid. 3.2.5. Integrale personeelsplanning moet maatwerk opleveren voor Saxion, haar academies en diensten. In het Jaarplan en de (meerjaren-) begroting, de Management Review en Managementrapportage (Marap) beschrijven de academiedirecteuren en de RvB de ontwikkeling en de voortgang t.a.v. het personeelsbeleid. De dienst HRM biedt daarbij ondersteuning. In februari 2008 heeft de dienst HRM in een stand van zaken notitie ‘Kwantiteit personeel en kwaliteit personeel’ per academie de bijzonderheden op het gebied van kwantiteit en kwaliteit personeel in beeld gebracht. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwantiteit van het personeel en de eventuele knelpunten. Samen zoeken zij naar oplossingen om personele problematiek aan te pakken. Wanneer dat mogelijk is worden problemen direct opgelost. Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond, dat Saxion er door integraal personeelsbeleid te voeren voor zorgt, dat op alle academies/opleidingen voldoende personeel wordt ingezet om de gewenste kwaliteit te verzorgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 41
Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de begroting en de informatie uit Maraps en de Management Review regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid op academie/opleidingsniveau. Uit de notitie van februari 2008 van de dienst HRM blijkt dat Saxion op instellingsniveau duidelijk in beeld heeft welke bijzonderheden er zijn met betrekking tot de kwantiteit van het personeel binnen elke academie. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de Academie LED/de opleiding het instellingsbeleid uitvoert. In het ‘Personeels- en Formatieplan LED 2006-2010’ heeft de academie duidelijk beschreven wat de huidige situatie en de gewenste situatie is met betrekking tot de kwantiteit van het personeel. Daarmee toont de opleiding aan goed in beeld te hebben welke ontwikkelingen er zijn met betrekking tot de kwantiteit personeel en studenten. In dit studiejaar 2007-2008 zijn er 323studenten en 21 docenten (18,9 FTE) bij de opleiding Elektrotechniek. De academie hanteert een docent: student ratio van 1:28,5. In 2007-2008 was de ratio als gevolg van de kleine groepen studenten voor de opleiding Elektrotechniek in werkelijkheid 1:20. Ten behoeve van een gezonde bedrijfsvoering moet deze verhouding wel veranderen, aldus het management. Daarom hebben de opleidingen Technische Natuurkunde en Elektrotechniek vanaf september 2007 een gezamenlijke opleidingscoördinator. Deze opleidingen lopen daarmee vooruit op het nieuwe organisatieplan dat in 2009 operationeel wordt binnen de Academie LED. Om ervoor te zorgen dat ook kleinere opleidingen goed georganiseerd blijven, zullen namelijk binnen de toekomstige organisatiestructuur docentteams meerdere opleidingen gaan vormgeven en zullen docenten breder ingezet worden op basis van hun deskundigheid. Het ziekteverzuim van de opleiding Elektrotechniek ligt met 1,85 onder het Saxion gemiddelde van 3,2. Tijdens de audit is met het management en de docenten nog gesproken over de werkdruk. Deze is tamelijk hoog in verband met de kleine omvang van de opleiding, de vele studieroutes en het werk dat door een relatief klein aantal docenten moet worden verricht. Maar docenten zeggen, dat ze het werk aankunnen en stellen waar nodig prioriteiten. Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening, dat de academie/opleiding borgt dat er voor nu en ook op de langere termijn voldoende personeel is om de opleiding Elektrotechniek met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In het ‘Personeels- en Formatieplan LED 2006-2010’ heeft de academie duidelijk beschreven wat de huidige situatie en de gewenste situatie is met betrekking tot de kwantiteit van het personeel. Daarmee toont de opleiding aan goed in beeld te hebben welke ontwikkelingen er zijn met betrekking tot de kwantiteit personeel en studenten. De academie/opleiding borgt dat er voor nu en ook voor de langere termijn voldoende personeel is om de opleiding Elektrotechniek met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 42
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen 3.3.1. Zoals al onder 3.2. is beschreven heeft Saxion op instellingsniveau het personeelsbeleid ontwikkeld en vastgelegd en de doelstellingen van dit beleid verwoord in tien ijkpunten. Met betrekking tot de kwaliteit van het personeel zijn er ijkpunten rondom de inhoud van het personeelsplan, het vastleggen van de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten van het personeel, het uitvoeren van gesprekken in de gesprekscyclus en het opstellen van een scholingsplan. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren die uit. In hun eigen personeelsplan beschrijven de academies de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit (en kwantiteit) van het personeel en duiden aan wat de noodzakelijk geachte kwaliteit van het personeel in de toekomst moet zijn. (zie voor kwantiteit onder 3.2.) 3.3.2. In het kader van het speerpunt ‘professionalisering’ uit de ‘Strategische visie 2008-2012’ streeft Saxion naar een toenemend aantal academisch geschoolde medewerkers. Daarover is Saxion in gesprek met universiteiten. In de werving en selectie van nieuw personeel richt de aandacht zich op het aantrekken van academici. Voor lectoren bij Saxion geldt dat ze gepromoveerd moeten zijn. 3.3.3. Per januari 2008 is de fasegewijze implementatie van een nieuw personeelsinformatiesysteem gestart (HRiS van Raet). In het kader daarvan wordt nu allereerst de gesprekscyclus in kaart gebracht en ingevoerd en daarna worden de gedragscompetenties en domeinspecifieke competenties van alle medewerkers van Saxion ingevoerd. Begin 2009 zal deze module volledig operationeel zijn. Saxion heeft de functieprofielen van alle voorkomende functies beschreven en vastgelegd in het Saxion Functiegebouw (augustus 2005). Alle medewerkers van Saxion zijn op basis hiervan ingedeeld. Er is een commissie Functiegebouw samengesteld die verantwoordelijk is voor het beheer. Externe toetsing ligt bij bureau Hay. 3.3.4. De academies van Saxion hanteren een gesprekscyclus bestaande uit een plangesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek. Beleid hieromtrent heeft Saxion vastgelegd in de nota ‘Gesprekscyclus’. In de verschillende gesprekken maken medewerker en leidinggevende resultaatafspraken en individuele ontwikkelingsafspraken. Deze worden vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) van de medewerker, dat geïntegreerd is in het formulier voor de gesprekscyclus. Door het opstellen van het Functiegebouw in 2005 en het indelen van alle medewerkers is duidelijk welke eisen er worden gesteld aan de verschillende functies en wat er derhalve van de medewerkers wordt verwacht. Directeuren, managers en overige leidinggevenden zijn en worden getraind in het voeren van bovengenoemde gesprekken. 3.3.5. In het Jaarplan en de (meerjaren) begroting, de Management Review en de Marap beschrijven de academiedirecteuren en de RvB de ontwikkeling en de voortgang ten aanzien van het personeelsbeleid. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwaliteit van het personeel en de uitvoering van het personeelsbeleid met betrekking tot de gesprekscyclus en de scholing/ontwikkeling van het personeel.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 43
Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond, dat Saxion werkt aan integraal personeelsbeleid om er voor te zorgen, dat op alle academies/opleidingen het personeel voldoende gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De instrumenten die Saxion daarvoor heeft ontwikkeld, het personeelsinformatiesysteem, de indeling van het personeel volgens het Functieboek en de Gesprekscyclus, zorgen ervoor dat de academies zicht hebben op de aanwezige en gewenste kwaliteit van het personeel en zorgen ervoor dat de leidinggevende regelmatig met de medewerkers spreekt over functioneren, gewenste ontwikkelingstrajecten en dat (resultaat)afspraken daarover worden vastgelegd. Uit Maraps, voorjaarsnota’s en (meerjaren)begrotingen blijkt, dat over ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid en kwaliteit van het personeel wordt gerapporteerd. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de informatie uit de verschillende rapportages regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid op academie/opleidingsniveau. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de Academie LED het instellingsbeleid uitvoert. In het ‘‘Personeels- en Formatieplan LED 2006-2010’ heeft de academie in het kwalitatieve deel op hoofdlijnen vastgelegd aan welke kwalitatieve eisen medewerkers moeten voldoen. De academie heeft recentelijk een actueel overzicht opgesteld van de huidige en gewenste domeinspecifieke en vakinhoudelijke skills (competenties). Zoals al onder 3.2. is vermeld zullen de teams van de opleidingen Technische Natuurkunde en Elektrotechniek worden samengevoegd. Aan de hand van de curricula van de beide opleidingen en de in kaart gebrachte skills van de docenten zal de academie een analyse maken van de ontbrekende competenties en de streefsituatie vastleggen. Uit een eerste inventarisatie blijkt, dat met het huidige personeel van de opleiding Elektrotechniek alle taken binnen de opleiding Elektrotechniek uitgevoerd kunnen worden. Op een termijn van 2-5 jaar zal er echter een aantal oudere docenten vertrekken en wordt er voor o.a. het onderdeel ‘Energievoorziening’ een vacature voorzien. Op basis van de gesprekken met de docenten en de CV's concludeert het auditteam, dat de huidige docenten beschikken over voldoende inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteit voor de realisatie van het programma. Uit een steekproef die het auditteam heeft genomen en uit het gesprek met het MT en met de docenten is gebleken, dat plangesprekken, voortgangsgesprek en beoordelingsgesprekken plaatsvinden. In de verslagen van deze gesprekken heeft de academie de afspraken duidelijk vastgelegd. De instrumenten voor Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (POP) en teamontwikkelingsplannen (TOP) zijn in de opleiding Elektrotechniek nog niet in gebruik genomen. Deze zullen worden opgesteld wanneer de teams van de opleidingen Technische Natuurkunde en Elektrotechniek zijn samengevoegd. (Zie verder ook onder 3.3.6.) 3.3.6. Een scholingsplan wordt niet op instellingsniveau maar academie/opleidingsniveau opgesteld. Wel heeft Saxion instellingsbreed ten aanzien van deskundigheidsbevordering een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Zo verzorgt Saxion sinds 2006 een eigen cursus voor nieuwe docenten en vanaf begin 2007 een training studieloopbaanbegeleiding. (Zie over studieloopbaanbegeleiding ook onder 4.2.) Daarnaast heeft het lectoraat en de kenniskring ‘Assessment’ cursussen ontwikkeld in het kader van ‘Assessment voor HBOdocenten’. Deze cursussen zijn vanaf 2007 ingezet. Voor het zittend en toekomstig management ontwikkelt de dienst HRM met een externe partner een Management Development programma. Medio 2008 worden opleidingsmogelijkheden voor medewerkers aangeboden door en via de Saxion Academy, het nieuwe opleidingsinstituut voor medewerkers.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 44
3.3.7. Op dit moment heeft de academie/opleiding nog geen officieel scholingsplan. De (actualisatie) van de ‘skill-lijst’ van de opleidingen Technische Natuurkunde en Elektrotechniek, de streefformatie en de uitkomsten van de gesprekscyclus gaan de basis vormen voor een POP voor elke docent en een TOP voor het nieuwe team. Op basis daarvan wordt een gericht scholingsplan opgesteld. Tot nu toe zijn er in de gesprekscyclus wel op individuele basis scholingsafspraken gemaakt. In de gesprekken met de docenten en het management tijdens de audit is gebleken, dat scholing van het hele team op het terrein van PLW heeft plaatsgevonden. Daarnaast houden de docenten hun vakkennis bij door participatie in projecten, het bezoeken van congressen, het lezen van vakliteratuur en het deelnemen aan belangengroepen. Ook hebben verschillende docenten een didactische cursus gevolgd. 3.3.8. Uit de evaluaties onder studenten blijkt dat de studenten in de SSS 2006 een 7,1 en alumni in het Alumnionderzoek 2005 een 7,4 gaven voor de kennis van de docenten van het vakgebied en de beroepspraktijk. In het STO 2007 reageerde 40% met neutraal, 33% met eens en 2% met zeer eens op de zin ‘mijn docenten hebben voldoende didactische vaardigheden’ en 10% met neutraal, 67% met eens en 5% op de zin ‘mijn docenten zijn inhoudelijke voldoende deskundig’. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In het ‘‘Personeels- en Formatieplan LED 2006-2010’ heeft de academie in het kwalitatieve deel op hoofdlijnen vastgelegd aan welke kwalitatieve eisen medewerkers moeten voldoen. De academie heeft een actueel overzicht opgesteld van de huidige en gewenste domeinspecifieke en vakinhoudelijke skills (competenties). De docenten beschikken over voldoende inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteit voor de realisatie van het programma. Met alle docenten zijn plangesprekken, voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken gehouden. Gemaakte afspraken zijn duidelijk vastgelegd. Een POP hebben de docenten nog niet opgesteld. Scholing vindt plaats met het hele team of op individuele basis. Een gericht scholingsplan zal nog worden opgesteld op basis van de POP’s van de docenten en een TOP voor het team. Studenten zijn tevreden over de inhoudelijke deskundigheid en de didactische kwaliteiten van de docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 45
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert voor alle opleidingsvarianten het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. Het overgrote deel van de docenten heeft zelf praktijkervaring. Docenten hebben contact met de beroepspraktijk door begeleiding van stage en afstuderen en houden zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen door het lezen van vakliteratuur, het bezoeken van vakbeurzen en seminars en het volgen van vakken inhoudelijke cursussen. In het ‘Personeels- en Formatieplan LED 2006-2010’ heeft de academie duidelijk beschreven wat de huidige situatie en de gewenste situatie is met betrekking tot de kwantiteit en kwaliteit van het personeel. De academie/opleiding borgt dat er voor nu en ook voor de langere termijn voldoende personeel is om de opleiding Elektrotechniek met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De docenten beschikken over voldoende inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteit voor de realisatie van het programma. Met alle docenten zijn plangesprekken, voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken gehouden. Gemaakte afspraken zijn duidelijk vastgelegd. Scholing vindt plaats met het hele team of op individuele basis. Studenten en alumni zijn positief over de actuele kennis van docenten van het vakgebied en het beroepenveld en tevreden over de inhoudelijke deskundigheid en de didactische kwaliteiten van de docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 46
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen 4.1.1. Binnen Saxion worden de huisvestingsvoorzieningen in overleg met de gebruikers centraal georganiseerd. Daarvoor heeft Saxion een ‘Ruimteverdeelmodel’ (2002) opgesteld met normering van de ruimtebehoefte. Jaarlijks inventariseert de dienst Facilitair Bedrijf (FB) wat de onderwijsruimtebehoefte inclusief het medewerkersdeel is. Voor nieuwe activiteiten moeten de academies contact opnemen met Bureau Roostering en Planning en FB. Over de materiele voorzieningen en het beheren van de ruimten zijn in het ‘Ruimteverdeelmodel’ ook afspraken vastgelegd. Alle materiele voorzieningen die in de gemeenschappelijke ruimten op de locaties Enschede en Deventer benodigd zijn, beheert Saxion op centraal niveau. Voor de locatie Apeldoorn, waar alleen het Hoger Hotelonderwijs is gevestigd, is dit niet van toepassing. Ook wettelijke en NEN-normen zijn in het ruimteverdeelmodel opgenomen. De lange termijnvisie op het huisvestingsbeleid heeft Saxion vastgelegd in het ‘Lange termijn Huisvestingsplan 2006-2011’ (juli 2006). Hierin is een integraal huisvestingsbeleid gepresenteerd, waarin alle kwalitatieve en kwantitatieve huisvestingsaspecten zijn meegenomen. Doelstelling van het huisvestingsbeleid was het creëren van een ‘open transparante stimulerende werkomgeving’ (OTSWO). In 2007 is een aantal interne verbouwingen in het kader van deze OTSWO’s gerealiseerd en is gestart met de verbouwing van de locatie Deventer. Begin 2008 is gestart met de nieuwbouw in Enschede. In 2009 vindt een herhuisvesting plaats van de academie LED waarvan de opleiding Elektrotechniek deel uitmaakt. 4.1.2. De besluitvorming over de jaarlijkse toekenning van de hoeveelheid ruimte en de materiele voorzieningen aan de academies vindt plaats in het bilateraal overleg tussen RvB en de directeur FB. Waar nodig bespreekt de RvB in het bilateraal overleg met de academiedirecteuren eventuele knelpunten. Na de toekenning zijn de academies vervolgens vrij in het naar eigen inzicht verdelen/indelen van die ruimte en het gebruik van de materiele voorzieningen. 4.1.3. Op basis van de toepassing van het ‘Ruimteverdeelmodel’ heeft FB jaarlijks een compleet inzicht in de ruimtetoewijzingen aan academies en diensten. Door bezettingsonderzoeken heeft FB tevens inzicht in het feitelijke gebruik van toegewezen ruimten. De Stuurgroep Huisvesting, waarin ook directeuren van academies en diensten participeren, evalueert regelmatig de werking van het ‘Ruimteverdeelmodel’. 4.1.4. Ook het beleid voor de informatie- en ICT-voorzieningen wordt door Saxion in hoge mate op instellingsniveau ontwikkeld, uitgevoerd en geborgd. De ICT-regie ligt in handen van de directie van de dienst Onderwijs&Student (O&S). De implementatie van het ICT-beleid vindt plaats door het Informatiseringscentrum van Saxion en door de ICT-contactpersonen van de academies en diensten. Intensief contact en overleg met ICT-contactpersonen per academie en dienst zorgen er voor dat de ICTvoorzieningen afgestemd zijn op de specifieke eisen die het onderwijs en de dienstverlening stellen. De regiegroep ICT, waarin het management van de academies en diensten zitting heeft, fungeert als een overlegplatform ten behoeve van de besluitvorming. In het ‘Informatiebeleidsplan 2006-2009’ heeft Saxion de ontwikkelingen tot en met 2010 beschreven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 47
Per jaar wordt aan de hand hiervan een projectprogramma opgesteld en uitgevoerd. Voor prioritering van functionaliteiten is begin 2007 een inventarisatieronde uitgevoerd. In 2007 is een aantal grote ICT-projecten gerealiseerd in het kader van o.a. kwaliteitszorg, infrastructuur, wifi, beveiliging, onderwijs & ict, deskundigheidsbevordering, waar alle academies en diensten van Saxion profijt van hebben. De directeur van de dienst O&S spreekt in het bilateraal overleg met de RvB over het ICT-beleid en gewenste/noodzakelijke verbeteringen. 4.1.5. In de bestaande evaluatieonderzoeken van Saxion (StudentTevredenheidsOnderzoek (STO) (tot 2006 de Saxion Student Survey (SSS)), Onderwijsevaluaties op opleidingsniveau en Medewerkertevredenheidsonderzoek op academieniveau) wordt de tevredenheid over de huisvesting en het gebruik van ICT-voorzieningen gemeten. Daarnaast kent het InformatiseringsCentrum van Saxion eigen evaluatie-instrumenten. Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond, dat Saxion door jaarlijks integraal te bekijken wat er nodig is aan ruimte en materiele voorzieningen, er voor zorgt dat voorzieningen op elke academie/opleiding toereikend zijn om de onderwijsprogramma’s ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het ‘Ruimteverdeelmodel’ is daarvoor een goed instrument. In het ‘Lange termijn Huisvestingsplan’ en ‘Informatiebeleidsplan 2006-2009’ heeft Saxion haar lange termijnvisie helder beschreven. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen van de RvB met de academiedirecteuren blijkt dat de RvB met deze directeuren indien nodig/gewenst spreekt over de benodigde materiële voorzieningen en noodzakelijke en gewenste verbeteringen. Dat Saxion de academies de vrijheid geeft om binnen de hoeveelheid toegewezen ruimte en materiële voorzieningen vervolgens eigen keuzes te maken voor de verdeling/indeling is een goede beslissing, daar elke academie /opleiding zelf het beste weet hoe zij het onderwijs wil inrichten en wat studenten en docenten wensen. 4.1.6. De academie heeft een analyse gemaakt van de eisen en wensen met betrekking tot de academiespecifieke ruimten en voorzieningen en in het ‘Businessplan Academie LED 2005-2009’ beschreven hoe en op welke termijn de academie hieraan gaat werken. Voor de opleiding zijn er in het academiespecifieke deel projectruimten, practicumruimten en computerlokalen beschikbaar. Daarnaast kan de opleiding gebruik maken van de centrale voorzieningen voor hoor- en werkcolleges die in het gebouw van de hogeschool aanwezig zijn. Het nieuwe huisvestingsplan zal in 2009 in Enschede ook voor de opleiding Elektrotechniek leiden tot herzieningen. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen die de personeelsleden in het medewerkertevredenheidonderzoek naar voren hebben gebracht over o.a. werkplek en klimaat. Ook de Opleidingscommissie zal hierover nog bevraagd worden. Bij de academie is één persoon speciaal belast met het beheer van de computers en de contacten met het Informatiseringscentrum. Binnen de academie is besloten het aantal computers niet verder uit te breiden. Bij de andere opleidingen van de academie is inmiddels een laptopproject gestart en de opleiding Elektrotechniek gaat daar ook aan mee doen. Binnen het gebouw van Saxion Hogeschool Enschede is vanaf september 2007 een draadloze internetverbinding beschikbaar. Met betrekking tot opleidingsspecifieke apparatuur beschikt de opleiding over een eigen budget. Labbeheerders van de opleiding Elektrotechniek bepalen in gezamenlijkheid de prioriteitsstelling voor de investeringen. Inhoudelijk wordt veelvuldig gebruik gemaakt van softwarepakketen die ook in de beroepspraktijk worden gebruikt. Voorbeelden daarvan zijn LabView en MultiSim, Quartus,Vision en Matlab. Er waren binnen de opleiding zorgen in welke mate specifieke apparatuur beschikbaar kan blijven gezien de hoge vervangingswaarde. Om deze zorgen weg te nemen heeft de academie extra budget aan de opleiding beschikbaar gesteld om hierin stappen te zetten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 48
Daarnaast biedt het sinds september 2007 organisatorisch samenvoegen van de opleidingen Elektrotechniek en Technische Natuurkunde de mogelijkheid materiële middelen gezamenlijk en efficiënt in te zetten. Het auditteam acht de genomen en te nemen maatregelen toereikend voor de borging van het kunnen beschikken over voldoende specifieke apparatuur. 4.1.7. De bibliotheek en de mediatheek zijn voorzieningen die op Saxionniveau zijn gerealiseerd. Deze voorzieningen bevinden zich in de Saxion Bibliotheek. Dat geldt ook voor de toegang tot databanken. De voorzieningen zijn ook digitaal benaderbaar via www.saxionbibliotheken.nl, een website die is opgezet in samenwerking met het Stadsarchief en de Atheneumbibliotheek van Deventer. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de academie/opleiding de wensen en eisen voor de inrichting van de academie specifieke ruimten duidelijk heeft beschreven. Daarover is ook overleg met docenten en studenten. Het auditteam is op basis van hetgeen zij gezien heeft tijdens de audit van mening, dat de huisvesting en de specifieke materiële voorzieningen voor de opleiding voldoende tot goed toereikend zijn om het programma te realiseren. Met name de beschikbaarheid van de grote hoeveelheid goede (meet)apparatuur vond het auditteam prima. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en programma's, zowel in het eigen opleidingsgedeelte als in de bibliotheek. Er zijn, door de wireless aansluiting en het laptopproject, nu voldoende computers beschikbaar. 4.1.8. De onderwijsruimten worden in de evaluaties hoog gewaardeerd: SSS 2006 laat een tevredenheid zien van 68% - 81% voor de verschillende ruimten en het STO 2007 een tevredenheid van 82%. Minder tevreden zijn de studenten over de beschikbaarheid van de computers (60%) en de werking van de computers (61%). Zoals al hierboven is beschreven gaat de academie/opleiding het aantal computers niet verder uitbreiden en is er binnen de academie een laptopproject gestart en is er vanaf 2007 een draadloze internetverbinding in het gebouw beschikbaar. Uit de evaluatie van stage- en afstudeeropdrachten en uit gesprekken met de Beroepenveldcommissie blijkt dat de ICT-hulpmiddelen die de opleiding gebruikt voldoende zijn wat betreft omvang, diepgang en actualiteit. Uit het STO 2007 blijkt dat 70% van de studenten neutraal tot zeer tevreden is over de ICT voorzieningen. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De academie/opleiding heeft de wensen en eisen voor de inrichting van de academie specifieke ruimten duidelijk beschreven. Daarover is ook overleg met docenten en studenten. In 2009 zullen door interne verbouwingen in het gebouw van de hogeschool in Enschede ook een aantal verbeteringen plaatsvinden in de ruimtelijke voorzieningen van de opleiding Elektrotechniek, zoals de werkruimten van de docenten en een betere klimaatbeheersing. De huidige huisvesting en de specifieke materiële voorzieningen voor de opleiding zijn voldoende tot goed toereikend om het programma te realiseren. Met name de beschikbaarheid van de grote hoeveelheid goede (meet)apparatuur vond het auditteam prima. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en computerprogramma's zowel in het eigen opleidingsgedeelte als in het centrale Studielandschap. Er zijn, door de wireless aansluiting en het laptopproject, nu voldoende computers beschikbaar. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de voorzieningen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 49
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen 4.2.1. Saxion streeft naar een persoonlijke leerweg (PLW) voor elke student met toepassing van de instrumenten Startgesprek/ Verkenningsprogramma, Studiecontract, Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), Portfolio en Studieloopbaanbegeleiding(SLB). Om dit uit te werken is binnen Saxion vanaf 2004 gewerkt aan de ontwikkeling en de invoering van de PLW en hebben in vier academies proeftuinen gedraaid waarin de kerninstrumenten zijn uitgetest. Na evaluatie zijn de kerninstrumenten herijkt en in de notitie ‘Persoonlijke Leerweg Saxion: de kerninstrumenten’ (januari 2008) uitgewerkt. In dit kader zijn ook de verschillende niveaus van SLB opnieuw gedefinieerd in drie rollen: docent/instructeur/trainer van de student in de leercyclus, studieloopbaanbegeleider van de student in de loopbaancyclus en SLB-expert, begeleider van de student en tevens coördinator en adviseur van de teams van SLB-ers. In het Saxion-brede model voor de OER heeft Saxion in artikel 8 op instellingsniveau zaken rondom studieloopbaanbegeleiding en studieadvisering vastgelegd. Daarin beschrijft Saxion waar de studieloopbaanbegeleiding tenminste aan moet voldoen in de propedeutische en post-propedeutische fase met betrekking tot de gesprekken en de verslaglegging. Ook staan er in dit artikel regels met betrekking tot studieadvisering en een negatief studieadvies. Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. Ter ondersteuning van de studieloopbaanbegeleiding kent Saxion een studentvolgsysteem: Volg+. 4.2.2. De professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding wordt vormgegeven door cursussen die op Saxionniveau worden aangeboden aan medewerkers die één van de drie rollen in het kader van de studieloopbaanbegeleiding uitvoeren. Voor academies is het mogelijk de docenten, indien gewenst, extern te laten certificeren als begeleider. 4.2.3. Uit de evaluatie in 2007 is gebleken, dat het gebruik van de instrumenten een gedifferentieerde benadering vereist, passend bij het domein en het ontwikkelingsstadium van de opleiding. Vanaf studiejaar 2007-2008 werken alle academies volgens eigen planning en fasering aan implementatie van de PLW. De scholing van studieloopbaanbegeleiding maakt daar deel van uit. (Zie 4.2.2.) Over de wijze waarop de academie vorm geeft aan het beleid met betrekking tot de studieloopbaanbegeleiding vindt periodiek overleg plaats in het bilaterale overleg tussen RvB en academiedirecteuren op basis van de Management Review. De evaluatieresultaten van het StudentTevredenheidsOnderzoek worden eveneens in het overleg betrokken. Via het project PLW wordt de implementatie ondersteund en wordt de voortgang op het niveau van de instelling geborgd. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion werkt aan integraal beleid met betrekking tot de PLW. In de ‘Integrale Rapportage Instrumenten PLW’ heeft Saxion duidelijk beschreven welke vijf kerninstrumenten de academies/opleidingen hanteren/ gaan hanteren, waarmee de academies/opleidingen zorgen dat de studiebegeleiding adequaat is met het oog op de studievoortgang. Door medewerkers te scholen in de verschillende rollen van begeleider en hen daarvoor eventueel te certificeren, zorgt Saxion ervoor dat deze medewerkers voldoende competent zijn voor de uitvoering van hun begeleidende taak.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 50
Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt dat de RvB met de academiedirecteuren spreekt over de studieloopbaanbegeleiding die de academie/opleiding biedt. Tijdens de audit bij de opleiding Elektrotechniek is gebleken, dat de opleiding de vijf door Saxion vastgestelde kerninstrumenten nog niet hanteert. Een ‘werkgroep SLB en PLW’ werkt binnen de academie aan een notitie waarin zij vastlegt volgens welke minimale eisen de kerninstrumenten gebruikt gaan worden in de opleidingen. Daarbij maakt zij o.a. gebruik van de ervaringen die de opleiding Technische Natuurkunde als ‘proeftuin’ heeft opgedaan. Gesprekken tussen studenten en studieloopbaanbegeleiders (SLB-ers) vinden plaats op basis van de inbreng van de studenten. In de propedeuse vindt er in meerdere malen per jaar een gesprek plaats. In de daarop volgende jaren vinden minder studieloopbaangesprekken plaats. Wanneer de student hier om vraagt, kunnen deze echter wel frequent plaatsvinden. Naast SLB krijgen studenten begeleiding bij hun studie van de docenten die de modulen verzorgen. Zoals al eerder vermeld beperken de docenten zich niet tot de formele momenten voor het geven van feedback vanuit de gedachte dat leren overal en altijd plaatsvindt. 4.2.4. Informatievoorziening aan de student vindt plaats via intranet, de website saxion.lesmateriaal.nl en de netwerkschijf. Dit geldt voor roosters, studieresultaten en studiemateriaal. Daarnaast worden studenten in het introductieprogramma in de propedeuse van de nodige informatie voorzien over het studieprogramma. Daarnaast vinden er diverse voorlichtingsbijeenkomsten plaats over de differentiaties, stage en afstuderen. Wanneer studenten vragen hebben kunnen zij altijd terecht bij de studieloopbaanbegeleider en de infobalie. Voor aankomende studenten organiseert de opleiding voorlichtingsbijeenkomsten en heeft zij voorlichtingsmateriaal laten ontwikkelen. De materialen en bijeenkomsten worden regelmatig geëvalueerd. 4.2.5. Uit de SSS 2006 volgt dat 79% van de studenten tevreden is over de mate waarin ze aan de studie/persoonlijk leerweg invulling kunnen geven. Slechts 39% van de respondenten was tevreden over de SLB. Over de coachende en begeleidende vaardigheden van de docenten bij de onderwijseenheden waren de studenten meer tevreden. Nagenoeg alle studenten gaven hierbij de docenten een cijfer van 6 tot 9. Naar aanleiding hiervan heeft op de ‘Stand-van-Zakendag’ in januari 2008 een discussie plaatsgevonden met alle medewerkers van de opleiding. Besloten is een onderzoek te houden onder de studenten om na te gaan waar de problemen precies liggen en wat studenten verwachten van de SLB. Daaruit bleek dat het vooral ging om het feit, dat studenten niet precies wisten wie hun SLB-er was en dat er ‘ruis’ was bij de overgang van het eerste naar het tweede studiejaar en wisselen van SLB-er. Ook vonden niet altijd alle voor dat jaar geplande gesprekken plaats. Als maatregel gaat de opleiding de informatievoorziening rondom SLB verbeteren en komt vanaf studiejaar 2008-2009 op het rooster één uur SLB. Studenten hebben in de evaluaties ook gemeld dat zij niet tevreden zijn over de informatievoorziening. De scores in de SSS 2006 variëren tussen 50% en 65%. Over de infobalie is 75% van de studenten tevreden. Alumni scoorden positiever op de vragen naar de verkregen informatie over hun studievoortgang: 75% was tevreden. Ook de informatievoorziening was onderwerp van gesprek tijdens de ‘Stand-van-Zakendag’. De oorzaken blijken divers te zijn en hebben o.a. te maken met het feit, dat niet duidelijk is waar welke informatie te vinden is, dat informatie te versnipperd wordt aangeboden via te veel media, dat de informatie niet duidelijk is en dat niet duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Informatievoorziening is een Academie LED-breed gebied van aandacht. Vervolgstappen worden daarom op academie-niveau gezet. Maatregelen die de academie gaat nemen zijn onder andere het verbeteren van intranet, het per jaar gedetailleerder maken van de Onderwijsdatabase (zie ook 2.4.3.) en het starten van een frontoffice. Over wat ze hadden verwacht van de inhoud van de opleiding, zegt 68% van de studenten dat dit overeenkomt met de werkelijkheid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 51
Het auditteam is van mening, dat de wijze waarop de studenten begeleiding krijgen en geïnformeerd worden over de opleiding in principe voldoende is met het oog op de studievoortgang. De studenten die het auditteam sprak waren goed te spreken over de begeleiding van de docenten. Tijdens de lessen wordt er goed aandacht besteed aan de problemen van de studenten. Ook kunnen de studenten na de lessen altijd bij de docenten terecht voor extra begeleiding. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van de verbetermaatregelen rondom de SLB en de informatievoorziening en is van mening dat de opleiding daarmee zorgt, dat ook de studieloopbaanbegeleiding en de informatievoorziening beter aansluit bij de behoefte van de studenten. Het auditteam heeft vertrouwen in deze maatregelen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De studiebegeleiding die binnen de opleiding wordt geboden is voldoende met het oog op de studievoortgang. Studenten krijgen begeleiding van de docenten die de modulen verzorgen en begeleiding van een SLB-er bij hun studieloopbaan. Studenten zijn goed te spreken over de aandacht en de begeleiding door de docenten. Over de SLB zijn de studenten minder tevreden. De opleiding heeft hiervoor verbetermaatregelen getroffen. De wijze waarop de opleiding aankomende en zittende studenten informeert is in principe voldoende met het oog op de studievoortgang. Ontevredenheid is er bij studenten vanwege verwarring die ontstaat door de grote verscheidenheid aan plekken waar de studenten informatie kunnen krijgen en onduidelijkheid over verantwoordelijkheden. De academie/ opleiding heeft daarom verbetermaatregelen geformuleerd om de informatievoorziening beter aan te laten sluiten bij de behoefte van de studenten. Het auditteam heeft vertrouwen in het geformuleerde verbeterbeleid van de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de opleiding als voldoende. De huidige huisvesting en de specifieke materiële voorzieningen voor de opleiding zijn voldoende tot goed toereikend om het programma te realiseren. Met name de beschikbaarheid van de grote hoeveelheid goede (meet)apparatuur vond het auditteam prima. Met de verbouwing in 2009 zullen gewenste ruimtelijke verbeteringen kunnen plaatsvinden. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de voorzieningen. De wijze waarop de studenten begeleiding krijgen en geïnformeerd worden over de opleiding is in principe voldoende met het oog op de studievoortgang. Studenten zijn goed te spreken over de aandacht en de begeleiding door de docenten. Over de SLB zijn de studenten minder tevreden. De opleiding heeft verbetermaatregelen geformuleerd, die er voor zorgen dat de studieloopbaanbegeleiding en de informatievoorziening beter aansluiten bij de behoefte van de studenten. Het auditteam heeft vertrouwen in dit verbeterbeleid. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel één facet van het onderwerp “Voorzieningen” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie: ‘Beslisregels’ onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 52
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen 5.1.1. Saxion hanteert sinds 2002 een set kengetallen en daarbij behorende streefcijfers voor de bacheloropleidingen. Deze streefcijfers representeren de doelstellingen op instellingsniveau. In 2004 en 2007 heeft Saxion deze kengetallen geëvalueerd, bijgesteld en vastgelegd. In de eerste helft van 2008 vindt in het kader van toespitsing en het willen focussen op de kernpunten van de strategische visie, een hernieuwde evaluatie plaats. Saxion heeft toetsbare streefdoelen vastgelegd voor de tevredenheidsonderzoeken op instellingsniveau. Deze hebben geresulteerd in kengetallen ‘studenttevredenheid’ en ‘alumnitevredenheid’. Een kengetal voor medewerkerstevredenheid zal in 2008 worden bepaald. 5.1.2. Op instellingsniveau nam Saxion elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) af. De laatste maal was in 2006. In 2007 heeft Saxion deelgenomen aan de landelijk gehouden pilot Student Tevredenheidsonderzoek (STO) van de HBO-raad. Omdat het STO in hoge mate overeenkomt met de SSS heeft Saxion besloten met ingang van 2008 (in principe jaarlijks) deel te nemen aan het STO, dat daarmee in de plaats komt van de eigen SSS. Daarnaast benadert Saxion al haar alumni in elk geval na hun afstuderen om een oordeel te geven over de gevolgde opleiding, door hen te vragen mee te werken aan de HBO-Monitor dan wel aan het Saxion Alumnionderzoek. Deze onderzoeken vinden één maal per twee jaar plaats, waarbij in het ene jaar de HBOMonitor wordt afgenomen en in het andere jaar het eigen Saxion Alumnionderzoek plaatsvindt. In 2007 is een werkgroep actief geweest die o.a. voorstellen heeft gedaan met betrekking tot onderzoek onder alumni. Deze worden in 2008 verder uitgewerkt. Afdeling O&K coördineert deze onderzoeken en rapporteert over de uitkomsten. In het najaar van 2007 is voor het eerst Saxionbreed een Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd, dat is getypeerd als een ‘nulmeting’. In 2008 zal worden bepaald met welke frequentie een MTO zal gaan plaatsvinden. Dienst HRM coördineert dit onderzoek en rapporteert over de uitkomsten. De uitkomsten van deze Saxion-onderzoeken worden ook altijd in het Saxion Management Overleg (SMO) besproken. Indien noodzakelijk leiden deze uitkomsten tot verbetermaatregelen of nader onderzoek naar mogelijke oorzaken. Tevredenheidsonderzoeken onder het werkveld vinden nog niet plaats op centraal niveau. In 2007 is een werkgroep met betrekking tot het meten van de werkveldtevredenheid en –betrokkenheid aan de slag gegaan, die in de eerste helft van 2008 verslag zal uitbrengen. 5.1.3. Iedere academie stelt een operationeel evaluatieplan of een evaluatiekalender op, waarmee onder andere de opleidingen periodiek geëvalueerd worden. De academie moet de Saxion-streefdoelen hanteren en wordt gestimuleerd om daar waar het niet mogelijk is deze streefdoelen te behalen met argumenten aan te geven welke afwijkingen nodig zijn. Ook voor de eigen evaluaties moet de academie passende streefdoelen vaststellen. Alle academies hebben in het Jaarplan 2008 hun keuzes vastgelegd. Een samenvatting van het operationele evaluatieplan is vast onderdeel in het Jaarplan van de academie. Dit Jaarplan wordt in het bilateraal overleg door de RvB goedgekeurd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 53
5.1.4. Saxion hanteert een P&C-cyclus, waarin is vastgelegd dat iedere academie beleid opstelt, uitvoert en regelmatig evalueert. Ieder jaar wordt een P&C-kalender opgesteld, waarin Saxion de belangrijke data vermeldt, beschrijft wat de aandachtspunten op instellingniveau zijn en wat de hoofdthema’s van de bilaterale overleggen tussen RvB en (academie) directeuren zijn in het betreffende jaar. Academies stellen jaarlijks een Management Review op, waarin ze verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de gerealiseerde resultaten. Het SKB (‘Saxion Kwaliteitskader Bacheloropleidingen’) vormt een checklist voor deze Management Review. Het bevat 33 door Saxion vastgestelde items en daaraan gekoppelde ijkpunten. In de Management Review vermelden de academies de punten die voor dat jaar van belang zijn geweest. Bij de items 27 - ‘evaluatie resultaten’, 28 - ‘maatregelen tot verbetering’, 26 - ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ 30 - ‘tevredenheid’ kunnen de academies nog een aparte beschrijving geven van de uitgevoerde en geplande kwaliteitszorg binnen de academie/opleiding. In de bilaterale overleggen, die drie maal per jaar plaatsvinden, wordt gesproken over de beleidsontwikkeling, uitvoering en realisatie van verbeterbeleid op basis van het Jaarplan en het daarin beschreven evaluatieplan of evaluatiekalender, de (meerjaren)begroting en de Management Review. (Zie ook 5.2.) Daarnaast zijn academies vrij om ondersteunend aan het Jaarplan een Businessplan of meerjarenbeleidsplan op te stellen. Voor de items uit het SKB waarover de academies niets rapporteren verklaren de academiedirecteuren dat deze ‘in control’ zijn. Daarmee ligt de focus in de bilaterale overleggen op de voortgang met betrekking tot strategische en innovatieve ontwikkelingen en staat de ‘going concern’ in principe niet op de agenda. Saxion is voornemens een mechanisme te ontwikkelen en in te voeren waarmee periodiek vastgesteld kan worden of de ‘going concern’ daadwerkelijk ‘in control’ is. Daar dit mechanisme nu nog ontbreekt, heeft separate toetsing plaatsgevonden om inzichtelijk te maken in welke mate borging op instellingsniveau is gerealiseerd. De uitkomst van de toetsing is vastgelegd in de Stand-van-Zaken-notitie die is opgesteld ten behoeve van de verificatie door Hobéon begin 2008. 5.1.5. De afdeling O&K adviseert en ondersteunt de academies/opleidingen/diensten ten aanzien van bovenstaande processen. Een aantal academies (en diensten) heeft een aparte kwaliteitszorgfunctionaris aangesteld, anderen hebben de verantwoordelijkheid voor de interne kwaliteitszorg bij een van de (twee) managers gelegd of hebben daar een docent/medewerker voor “vrijgeroosterd”. De kwaliteitszorgfunctionarissen vormen tezamen met beleidsmedewerkers van de afdeling O&K, een Saxion Overleg Kwaliteitszorg (SOK). Daarin spreken zij o.a. met elkaar over de opzet, uitvoering en interpretaties van de evaluaties. Dit overleg vindt circa zesmaal per jaar plaats. Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond, dat Saxion op centraal niveau kengetallen en streefcijfers heeft vastgesteld, die de academies/opleidingen gebruiken bij het evalueren van hun opleidingen. Aangetoond is dat Saxion Student Survey dan wel het StudentTevredenheidsOnderzoek, Saxion Alumni onderzoek en de HBO-monitor tweejaarlijks plaatsvinden en dat de uitkomsten worden geanalyseerd en besproken met de academiedirecteuren. Het SKB borgt dat de academies/opleidingen jaarlijks in hun Management Review rapporteren over het geëvalueerde en nog te evalueren beleid. Uit de planning en de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB jaarlijks met de academiedirecteuren spreekt over de Management Review en het Jaarplan. Uit de Stand-van-Zaken-notitie februari 2008 blijkt dat door Saxion geformuleerd instellingsbeleid door de academies/opleidingen wordt uitgevoerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 54
Opleidingsspecifieke evaluaties, zoals moduulevaluaties al dan niet gekoppeld aan het functioneren van de docenten, vinden plaats op academie/opleidingsniveau. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de academie LED/ de opleiding Elektrotechniek het instellingsbeleid uitvoert. In het ‘Businessplan LED 2005-2009’ en het ‘Kwaliteitshandboek LED 2007’, dat sinds januari 2008 operationeel is, heeft de academie duidelijk vastgelegd welke kengetallen en streefcijfers zij hanteert. In het LED evaluatieplan, dat deel uitmaakt van het Businessplan en het Kwaliteitshandboek, heeft de academie haar evaluatiebeleid en de verschillende evaluatieonderzoeken beschreven. In de evaluatiekalender heeft de academie duidelijk vastgelegd welke onderzoeken wanneer plaatsvinden en wie waarvoor verantwoordelijk is. De academie werkte ten tijde van de audit nog aan de actualisatie van het evaluatieplan in het kader van de afronding van het nieuwe Kwaliteitszorgsysteem LED. Het opleidingsspecifieke ‘Evaluatieplan 2006-2007’ voor Elektrotechniek is eveneens opgenomen in het Kwaliteitshandboek LED en zal ook nog bijgesteld worden in het kader van het vernieuwde kwaliteitszorgsysteem, waarbij o.a. de verantwoordelijken voor de verschillende processen nog benoemd moeten worden. Naast de Saxion brede onderzoeken wordt er op de academie/opleiding zelf periodiek geëvalueerd d.m.v. module-evaluaties, stage-evaluaties, afstudeer-evaluaties, minor-evaluaties en wanneer nodig feedback van studenten, werkveld en medewerkers. Naast de bovengenoemde evaluaties heeft de opleiding structureel overleg met de Beroepenveldcommissie, de Academieraad en de Opleidingscommissie. Het auditteam heeft ook kennis genomen van de uitkomsten van gehouden evaluaties van de afgelopen jaren van de opleiding Elektrotechniek. Daarmee toont de opleiding dat ze de afgelopen jaren op verschillende manieren periodiek heeft geëvalueerd. Dat vindt het auditteam goed. Uit verslagen van de teamoverleggen, de Beroepenveldcommissie, de Academieraad en de Opleidingscommissie blijkt dat de opleiding regelmatig spreekt met studenten, docenten en werkveld over de interne kwaliteitszorg: de uitkomsten van de evaluaties, signalen van studenten, docenten en werkveld en verbetermaatregelen. (zie hierover verder onder 5.2. en 5.3.) 5.1.6. Uit de SSS 2006 blijkt dat 69% van de studenten tevreden is over de mogelijkheid om knelpunten aan te kaarten. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: In het ‘Businessplan LED 2005-2009’ en het ‘Kwaliteitshandboek LED 2007’ heeft de academie duidelijk vastgelegd welke kengetallen en streefcijfers zij hanteert. In het LED evaluatieplan heeft de academie duidelijk vastgelegd welke onderzoeken wanneer plaatsvinden en wie waarvoor verantwoordelijk is. Met de uitkomsten van gehouden evaluaties toont de opleiding aan, dat zij in de afgelopen jaren op verschillende manieren periodiek heeft geëvalueerd. Dat vindt het auditteam goed. Uit verslagen van de teamoverleggen, de Beroepenveldcommissie, de Academieraad en de Opleidingscommissie blijkt dat de opleiding regelmatig spreekt met studenten, docenten en werkveld over de interne kwaliteitszorg.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 55
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen 5.2.1. Saxion voert een aantal instellingsbrede projectmatige ontwikkelingen uit, die zij ook instellingsbreed evalueert en verbetert. Voorbeelden hiervan zijn het project ‘Persoonlijke Leerweg’ (Zie 4.2.), het project ‘MBO-HBO’ samen met ROC van Twente en ROC Aventus (Zie 2.5.) en de producten van het lectoraat ‘Assessment’ (scholing van docenten op drie assessmentrollen (Zie 2.8. en 3.3.) 5.2.2. Op instellingsniveau zijn de elementen ‘check’ en ‘act’ uit de P&C cyclus zichtbaar in de Management Reviews en de Jaarplannen, die tevens verbeterbeleid omvatten. In de Jaarplannen geven de academies vorm aan hun evaluatiebeleid en in de jaarlijkse Management Review doen zij verslag van de uitkomsten van de evaluaties en de daaraan verbonden/ te verbinden conclusies. De Saxion-streefdoelen of de nog tot 2009 door de academie/opleiding opgestelde streefdoelen zijn hierbij leidend. Zoals al onder 5.1. is vermeld spreekt de RvB in de bilateralen met de academiedirecteuren over het verbeterbeleid aan de hand van de Management Review en het Jaarplan. 5.2.3. Naar aanleiding van de uitkomsten van het Medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) 2007 is op instellingsniveau afgesproken, dat elke academie drie prioritaire verbeteracties benoemt en deze in het eerste bilateraal van 2008 bespreekt met de RvB. Voor het Saxionbrede thema arbeidsomstandigheden is naar aanleiding van het MTO 2007 en de Risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) op instellingsniveau een plan van aanpak opgesteld en vastgesteld door de RvB. De dienst HRM voert de regie voor de uitvoering van de beschreven verbeterpunten. Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond, dat Saxion op centraal niveau kengetallen en streefcijfers heeft vastgesteld, die de academies/opleidingen gebruiken bij het evalueren van hun opleiding en het opstellen van verbetermaatregelen. Het SKB borgt dat de academies/opleidingen jaarlijks in hun Jaarplan beschrijven welk verbetermaatregelen genomen zullen worden en in de Management Review rapporteren over de uitvoering daarvan. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB jaarlijks met de academiedirecteuren spreekt over het Jaarplan en de Management Review. Tijdens de audit heeft het auditteam kunnen constateren dat de academie LED/de opleiding Elektrotechniek het instellingsbeleid uitvoert. De academie/opleiding heeft de resultaten van evaluaties aan de hand van de kengetallen geanalyseerd in de kwaliteitsverbeterprocessen Onderwijs Microniveau en Onderwijs Macroniveau, waarbij zij op microniveau heeft gekeken naar aspecten met betrekking tot modulen, toetsen en begeleiding van modulen en op macroniveau heeft gekeken naar aspecten met betrekking tot het curriculum als geheel en de studieloopbaanbegeleiding. Bij het kwaliteitsverbeterproces Facilitering, dat ten tijde van de audit nog niet in de nieuwe vorm operationeel was, kijkt de academie/de opleiding naar aspecten die leiderschap, kwaliteitszorg, personeelsbeleid, voorzieningen en financiën betreffen. De analyses resulteren in nota’s Evaluatieresultaten Onderwijs Microniveau, Evaluatieresultaten Onderwijs Macroniveau en Evaluatieresultaten Facilitering. Op o.a. de Stand-van-Zakendag formuleert de academie/opleiding vervolgens het verbeterbeleid dat zij vastlegt in de Verbeterplannen Onderwijs Microniveau, Onderwijs Macroniveau en Facilitering. De uitvoering van de verbeterplannen resulteren in de nota’s Resultaten Verbeterplan Onderwijs Macroniveau, Onderwijs Microniveau en Facilitering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 56
Deze laatst genoemde notities stelt de academie/opleiding op in het najaar. Bovengenoemd Kwaliteitszorgsysteem LED is in 2007-2008 operationeel geworden. 5.2.4. Voorbeelden van verbetermaatregelen, die de academie/opleiding in de afgelopen periode heeft genomen naar aanleiding van evaluaties zijn: Er zijn extra, inleidende modulen voor wiskunde en natuurkunde opgenomen, omdat uit onderzoek in het verleden is gebleken dat het wiskunde- en natuurkundeprogramma dat studenten in het VO aangeboden krijgen niet voldoende toereikend is voor een goede aansluiting op het programma van Elektrotechniek. (Zie 2.5.) De leerlijn ‘Soft Skills’ (Soco), die door alle studiejaren heen loopt, is herzien in het kader van de integratie met de andere programmaonderdelen. In verband met de opmerking van alumni over hun vaardigheden in een vreemde taal te communiceren deelt de opleiding bij de verdiepende minor en incidenteel bij andere modulen in het derde en vierde jaar bewust studenten van de Nederlandse opleiding en de International Class bij elkaar in, waardoor studenten zich nog beter kunnen voorbereiden op de internationale beroepspraktijk en het communiceren in de Engelse taal wordt bevorderd. (Zie 1.1.) De studieloopbaanbegeleiding is geëvalueerd en wordt geïntensiveerd in met name het eerste jaar. Voorbeelden van geformuleerde verbeteracties op de korte termijn: De Leerplancommissie gaat het eerstejaars practicum ‘PRIE koffiezetapparaat’ herzien omdat dit project niet goed aansloot voor havisten. (Zie 2.5.) De Academie LED pakt op academieniveau het probleem rondom de informatievoorziening voor de studenten aan. (Zie ook 4.2.) De opleiding Elektrotechniek gaat in het kader van de Beroepsoriëntatie in de propedeuse meer excursies organiseren die ook aansluiten bij de keuze voor een bepaalde differentiatie en de docenten van de verschillende differentiaties daar nauwer bij betrekken. Ook wil de opleiding de propedeusestudenten (verplicht) aanwezig laten zijn op de stage-terugkomdagen van de 3e jaars studenten. (Zie ook 2.1.) Het auditteam heeft kennisgenomen van de voorbeelden van verbetermaatregelen die de academie/ opleiding heeft genomen/gaat nemen op basis van de uitkomsten uit de diverse onderzoeken. Daarmee toont de opleiding aan, dat zij werkt aan het verbeteren van de interne kwaliteit van de opleiding. Het is het auditteam wel opgevallen dat de opleiding heel veel gegevens heeft verzameld. Het auditteam acht het van belang dat de opleiding prioriteiten stelt in wat er op de korte en (middel)lange termijn aangepakt wordt. 5.2.5. Uit de SSS 2006 blijkt dat 66% van de studenten tevreden is over de wijze waarop de opleiding omgaat met kritiek en suggesties voor verbetering. Uit het STO 2007 blijkt dat 59% van de studenten met neutraal/eens reageerde op de vraag of de opleiding adequaat reageert op klachten en problemen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 57
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De academie/opleiding heeft de resultaten van evaluaties aan de hand van de kengetallen geanalyseerd en vastgelegd in nota’s Evaluatieresultaten. Aan de hand daarvan heeft zij verbeterbeleid geformuleerd en vastgelegd in verbeterplannen. De opleiding toont aan, dat zij de afgelopen jaren heeft gewerkt en nog steeds werkt aan het verbeteren van de interne kwaliteit van de opleiding. Wel is het belangrijk dat de opleiding hierin prioriteiten stelt. Studenten zijn tevreden over de wijze waarop de opleiding omgaat met kritiek en suggesties voor verbetering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 58
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen 5.3.1. Op instellingsniveau heeft Saxion de volgende afspraken vastgelegd: De medewerkers worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling/academie/opleiding betrokken via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), de Academieraad, de Opleidingscommissie en de Examencommissie. Daarnaast worden de medewerkers bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. (Saxion) medewerkertevredenheidsonderzoek, Preventief Medisch Onderzoek (voorheen: PAGO) en Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)). De studenten worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling/academie/opleiding betrokken via de GMR, de Academieraad en de Opleidingscommissie. Daarnaast worden de studenten bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. Saxion Student Survey, landelijk StudentTevredenheidsOnderzoek en studenttevredenheids-onderzoeken van de eigen academie/opleiding). De alumni worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling/academie/opleiding betrokken door het Saxion en/of academiespecifieke alumnibeleid en door alumnionderzoeken (o.a. Saxion Alumni Onderzoek, HBO-monitor). Het beroepenveld wordt bij de interne kwaliteitszorg van de academie en opleiding(en) betrokken via de Beroepenveldcommissie en eventueel de Raad van Advies. 5.3.2. In de GMR wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van 12 personeelsleden en 12 studenten. Ook in de Academieraad, die elke academie moet hebben, moeten personeelsleden en studenten evenredig vertegenwoordigd zijn. De GMR kent een vergadercyclus van 6 weken en is een belangrijke gesprekspartner voor de RvB. De academieraden kennen hun eigen vergadercyclus. Voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan de GMR, respectievelijk de Academieraad van elke academie. De wijze waarop academies invulling dienen te geven aan de wettelijke verplichting om per opleiding een Opleidingscommissie in te stellen, heeft Saxion in de Kaderregeling Opleidingscommissies vastgelegd. Het instellen van een Opleidingscommissie valt formeel onder de verantwoordelijkheid van de academiedirecteur. Zoals al onder 5.1. is vermeld wordt op instellingsniveau elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) afgenomen. Saxion gaat met ingang van 2008 jaarlijks deelnemen aan het Student Tevredenheidsonderzoek (STO) van de HBO-raad, dat in de plaats komt van de SSS. In 2005 heeft Saxion op instellingsniveau alumnibeleid vastgelegd in de notitie ‘Saxion Alumnibeleid’, waarin de uitgangspunten, de doelen en de activiteiten van het alumnibeleid zijn beschreven en is in 2007 een werkgroep actief geweest die o.a. voorstellen heeft gedaan met betrekking tot longitudinaal onderzoek onder alumni. Daarnaast beschikken diverse academies over eigen alumnibeleid. Zoals al onder 5.1. is vermeld, benadert Saxion al haar alumni in elk geval na hun afstuderen om een oordeel te geven over de gevolgde opleiding. Alle Beroepenveldcommissies komen minimaal twee maal per jaar bijeen. 5.3.3. De diensten Algemeen Bestuurlijke Zaken (ABZ) en Onderwijs en Student (O&S) bewaken de uitvoering van het beleid ten aanzien van betrokkenheid van diverse groeperingen. Eén keer per twee jaar evalueert Saxion de werking van de Beroepenveldcommissie en de Opleidingscommissie bij elke opleiding. Dit gebeurt in de P&C-cyclus. In februari 2008 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de betrokkenheid van medewerkers, studenten en werkveld binnen elke academie van Saxion.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 59
Indien van toepassing schrijven de academies in hun Management Review in hoeverre het voorgenomen beleid ten aanzien van dit facet binnen de academie is gerealiseerd in het voorafgaande jaar en welke verbeteracties er zijn voor het komende jaar. De RvB bespreekt met de directie van de academie tijdens het bilateraal overleg de informatie betreffende dit facet op basis van de Management Review. Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is kennisgenomen van de afspraken, die Saxion heeft gemaakt met de academies/opleidingen in het kader van het betrekken van vier genoemde geledingen. Uit de jaarverslagen en de diverse management reviews blijkt dat de instelling/academie/opleiding, indien van toepassing, over de betrokkenheid van de voorgeschreven groeperingen rapporteert. Uit de documentatie blijkt ook dat op instellingsniveau evaluatie plaatsvindt van de betrokkenheid van medewerkers, studenten en het werkveld bij de kwaliteit van de academie/opleiding. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de Academie LED/de opleiding Elektrotechniek het instellingsbeleid uitvoert. Welke overlegstructuren er zijn heeft de academie vastgelegd in het ‘Organisatieplan Academie LED’ (jan. 08) De medezeggenschap van studenten en docenten vindt plaats in de Academieraad, waarin medewerkers en studenten van de academie zitting hebben. De academieraad komt acht maal per jaar bijeen. De opleidingen Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen, Technische Natuurkunde en Werktuigbouwkunde kennen een gezamenlijke Opleidingscommissie Engineering (OC) waarin docenten en studenten zitting hebben. Deze OC komt éénmaal per kwartiel voor overleg bijeen met een manager. Daarnaast zijn er ook overleggen op opleidingsniveau. Studenten van de opleiding worden ook betrokken bij de interne kwaliteit van de opleiding doordat zij deelnemen aan verschillende evaluaties. Een aantal docenten heeft ook zitting In de Leerplancommissie en de Toetscommissie. Daarnaast vergadert het gehele docententeam periodiek. In deze personeelsvergaderingen krijgen zij informatie en worden zij om advies gevraagd over (beleidsvoornemens) van het management. Tijdens de audit kwam naar voren, dat de communicatie tussen het management en het docententeam over de kernpunten van organisatie en onderwijs als één van de speerpunten is benoemd naar aanleiding van het Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2007. Het MT werkt aan een verbeterplan met betrekking tot dit speerpunt. Alumni worden bij de opleiding betrokken door de enquêtes van de HBO monitor en Saxion alumnionderzoeken. De Beroepenveldcommissie van de opleiding, waarin afgevaardigden zitten van alle vier de studiedifferentiaties, komt minimaal twee maal per jaar bijeen. In gevallen dat er onderwerpen relevant zijn voor alle opleidingen van de Academie LED, wordt een bijeenkomst gehouden met alle Beroepenveldcommissies gezamenlijk. Deze totale groep functioneert dan als Raad van Advies. Het auditteam heeft inzage gehad in de verslagen van de overleggen met de verschillende geledingen en is op basis hiervan van mening, dat studenten, medewerkers en werkveld voldoende betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg van de academie/de opleiding. 5.3.4. Saxion heeft een ‘Reglement Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Daaronder vallen alle klachtenregelingen, die Saxion kent. Er is een Meldpunt Integriteit en Klachten ingesteld, dat het centrale loket binnen Saxion vormt voor alle klachten op allerlei gebied en vragen of verzoeken rondom integriteit. Bij dit Meldpunt is een integriteitfunctionaris benoemd, die borgt dat de klachten worden afgehandeld. Deze integriteitfunctionaris kan ook benaderd worden voor melding van (vermoeden van) een misstand binnen Saxion Hogescholen. Tevens is er een Klachtenfunctionaris studenten van Saxion Hogescholen benoemd. Voor bezwaren tegen uitspraken van de Examencommissie heeft Saxion een College van Beroep Saxion Hogescholen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 60
Tijdens de instellingsaudit is kennisgenomen van het reglement ‘Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Saxion borgt hiermee op centraal niveau goed dat klachten van alle studenten en medewerkers van Saxion Hogescholen naar behoren worden afgehandeld. De Academie LED/ de opleiding Elektrotechniek kent ook een eigen klachtenregeling. Deze is vastgelegd in de ‘Geschillenregeling’ en de meer gedetailleerde klachtenregeling ‘Academieregeling Studentenklachten’. Beide regelingen zijn op intranet te vinden. Het auditteam heeft inzage gehad in deze regelingen en is van mening dat de academie hierin duidelijk heeft beschreven welke stappen er genomen kunnen worden wanneer een medewerker of student klachten heeft. Om studenten op de hoogte te brengen van het bestaan van deze klachtenregeling zal de SLB’er met ingang van 2008-2009 de studenten hier expliciet op gaan wijzen. 5.2.4. Zoals al onder 5.1 en 5.2 vermeld blijkt uit de SSS 2006 dat 69% van de studenten tevreden is over de mogelijkheid om knelpunten aan te kaarten. Uit het STO 2007 blijkt dat 59% van de studenten met neutraal/eens reageerde op de vraag of de opleiding adequaat reageert op klachten en problemen. De studenten die het auditteam sprak meldden dat zij voldoende gelegenheid krijgen om knelpunten aan te kaarten. Het tempo waarmee klachten worden afgehandeld laat echter wel eens te wensen over. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De academie heeft in het ‘Organisatieplan Academie LED’ vastgelegd hoe zij studenten, medewerkers, werkveld en alumni betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Uit verslagen van overleggen met de verschillende geledingen blijkt, dat in deze overleggen onderwerpen zijn besproken die betrekking hebben op de interne kwaliteitszorg. De communicatie tussen management en docenten over organisatie en onderwijs is benoemd tot speerpunt. De opleiding heeft een eigen klachtenregeling. Voor academieoverstijgende zaken kunnen studenten terecht bij het centrale Meldpunt van Saxion. Studenten zijn tevreden over de mogelijkheid om knelpunten aan te kaarten, maar beperkt tevreden over het tempo van afhandeling van klachten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 61
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de opleiding als voldoende. In het ‘Businessplan LED 2005-2009’ en het ‘Kwaliteitshandboek LED 2007’ heeft de academie duidelijk vastgelegd welke kengetallen en streefcijfers zij hanteert. In het LED evaluatieplan heeft de academie duidelijk vastgelegd welke onderzoeken wanneer plaatsvinden en wie waarvoor verantwoordelijk is. De opleiding toont aan, dat zij in de afgelopen jaren periodiek heeft geëvalueerd. De academie/opleiding heeft de resultaten van evaluaties aan de hand van de kengetallen geanalyseerd en verbeterbeleid geformuleerd. De opleiding toont aan, dat zij de afgelopen jaren heeft gewerkt en nog steeds werkt aan het verbeteren van de interne kwaliteit van de opleiding. De academie heeft in het ‘Organisatieplan Academie LED’ vastgelegd hoe zij studenten, medewerkers, werkveld en alumni betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Uit verslagen van overleggen met de verschillende geledingen blijkt, dat in deze overleggen onderwerpen zijn besproken die betrekking hebben op de interne kwaliteitszorg. De opleiding heeft een eigen klachtenregeling. Voor academieoverstijgende zaken kunnen studenten terecht bij het centrale Meldpunt van Saxion. Studenten zijn tevreden over de wijze waarop de opleiding omgaat met kritiek en suggesties voor verbetering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 62
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen 6.1.1. Voor het afstuderen voert de student een opdracht uit voor een bedrijf op het gebied van de elektrotechniek. In de afstudeerhandleiding heeft de opleiding beschreven waaraan de opdracht en het verslag moeten voldoen en hoe de begeleiding en beoordeling plaatsvinden. 6.1.2. De student wordt vanuit de opleiding begeleid door een docentbegeleider en binnen het bedrijf door een bedrijfsbegeleider. Een tweede docent wordt aan het eind van het proces gevraagd als tweede lezer het afstudeerverslag te lezen en aanwezig te zijn bij de presentatie door de student. Deze docent is niet betrokken bij de begeleiding. 6.1.3. Ter afsluiting van het afstuderen moet de student zijn project presenteren. Daarbij zijn in elk geval de docentbegeleider, de tweede docent en de bedrijfsbegeleider aanwezig. De eindbeoordeling vindt in nauw onderling overleg plaats tussen de docentbegeleider, de tweede docent en de bedrijfsbegeleider. Voor de eindbeoordeling wordt gekeken naar de inhoudelijke uitvoering van de afstudeeropdracht, het afstudeerverslag, de houding van de student en de presentatie. Voor de bepaling van het eindcijfer heeft de opleiding een cesuur vastgelegd. Voor het verkrijgen van het diploma moeten alle programmaonderdelen met een voldoende zijn afgesloten. Compensatie is niet mogelijk. Het auditteam heeft kennisgenomen van de afstudeerhandleiding en is van mening dat de opleiding hierin duidelijk heeft beschreven wat er van de student wordt verwacht en hoe de beoordeling plaatsvindt. Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening, dat de opleiding voldoende borgt dat de student alle competenties op het gewenste eindniveau heeft verworven. 6.1.4. De opleiding Elektrotechniek biedt een doorstroomminor naar het WO aan en biedt toegang tot masterprogramma’s in Nederland, Europa en daarbuiten. Uit het Alumnionderzoek 2005 blijkt dat 14,3% van de afgestudeerden nog een andere studie in het hoger onderwijs is gaan volgen. Van deze 14,3 % koos 66,7 % voor een WO-master en 33% voor een andersoortige opleiding. In de praktijk blijkt dat weinig studenten nog kiezen voor een studie in het buitenland. (Zie ook 1.1.7.) 6.1.5. Uit het Alumnionderzoek (2005) blijkt dat 80% tevreden is over de voorbereiding op de beroepspraktijk in het algemeen. Voor beroepsspecifieke vaardigheden is dat gemiddeld 93% en voor algemene vaardigheden is dat gemiddeld 86%. De aansluiting van de opleiding op de huidige werkzaamheden wordt door 93,4% voldoende tot goed gevonden. 85,7% van de respondenten meldt niet werkeloos te zijn geweest na het afstuderen. Werkvelddeskundigen, aanwezig bij de interne audit die Saxion in 2007 heeft gehouden bij de opleiding Elektrotechniek, hebben geconstateerd dat het niveau van de afgestudeerden aansluit bij de eisen die het beroepenveld stelt aan starters op de arbeidsmarkt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 63
Het auditteam heeft tijdens de audit ook zelf steekproefsgewijs een aantal afstudeerverslagen bekeken. Het auditteam is op basis hiervan van mening, dat de afstudeerders beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBO-bachelorstudenten mag en moet worden geëist. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende. De opleiding heeft in de afstudeerhandleiding duidelijk beschreven wat er van de student wordt verwacht en hoe de beoordeling plaatsvindt. De opleiding betrekt ook deskundigen uit het werkveld bij de beoordeling. De opleiding borgt voldoende dat de student alle competenties op het gewenste eindniveau heeft verworven. Alumni zijn tevreden over de voorbereiding op de beroepspraktijk en vinden de aansluiting van de opleiding op de huidige werkzaamheden voldoende tot goed. Werkvelddeskundigen constateren dat het niveau van de afgestudeerden aansluit bij de eisen die het beroepenveld stelt aan starters op de arbeidsmarkt. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken door het auditteam leidt tot het oordeel, dat de afstudeerders beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBObachelorstudenten mag en moet worden geëist.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 64
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen 6.2.1. Zoals al onder 5.1. is vermeld hanteert Saxion sinds 2002 een set kengetallen en daarbijbehorende streefcijfers voor de bacheloropleidingen. Deze streefcijfers representeren de doelstellingen op instellingsniveau. In 2004 en 2007 heeft Saxion deze kengetallen geëvalueerd, bijgesteld en vastgelegd. In de eerste helft van 2008 vindt een hernieuwde evaluatie plaats. Een aantal van deze kengetallen heeft betrekking op het onderwijsrendement: studenteninstroom, propedeuserendement, afstudeerrendement, uitval, verblijfsduur en behaalde studiepunten per studiejaar. Academies mogen beredeneerd van de streefwaarde afwijken indien wordt aangegeven op welke wijze in het tijdsbestek van enkele jaren naar de Saxion-streefwaarde wordt toegegroeid. De gegevens worden centraal bijgehouden door de dienst O&S (afdeling ISO) en ter beschikking gesteld aan alle academies. De regiegroep P&C-cyclus draagt zorg voor de tweejaarlijkse evaluatie van de kengetallen en bijbehorende streefwaarden. 6.2.2. Saxion toetst jaarlijks de gerealiseerde resultaten aan de streefwaarden. De academies rapporteren over de gerealiseerde rendementscijfers en de analyse daarvan in de Management Review. Op instellingsniveau rapporteert Saxion vervolgens in haar jaarverslag over de kengetallen en de behaalde rendementen per opleiding en welke conclusies zij op basis daarvan heeft getrokken. Saxion maakt in de Voorjaarsnota een analyse van de rendementsgegevens en het daaruit voortkomende verbeterbeleid. De RvB bespreekt met de directie van de academie tijdens het bilateraal overleg de resultaten, de analyse en de eventuele afwijkingen van de streefgetallen. Waar nodig maken zij afspraken over verbeterbeleid. 6.2.3. Uit evaluaties is gebleken dat de rendementsuitkomsten, geaggregeerd op het niveau van de instelling, niet voldoen aan de streefcijfers. Mede daarom is in 2007 op instellingsniveau een beleidsevaluatief onderzoek met betrekking tot onderwijsrendement gestart. De rapportage met aanbevelingen wordt in 2008 verwacht. Op deze wijze investeert Saxion op instellingsniveau extra in het verkrijgen van inzicht in factoren in het onderwijsproces, die van invloed zijn op de studievoortgang van studenten en mogelijkheden voor opleidingen om hun verbeterbeleid nader vorm te geven. 6.2.4 Tijdens de instellingsaudit en de verificaties in 2007 en 2008 is aangetoond dat Saxion, door het formuleren van kengetallen en streefcijfers, duidelijkheid creëert in wat de instelling c.q. de academie/opleiding wil bereiken. De informatie met betrekking tot het item ‘onderwijsrendement’, die de academies opnemen in hun jaarlijkse Management Review, zorgt ervoor dat Saxion op centraal niveau goed inzicht heeft in het al dan niet behalen van de streefcijfers door alle opleidingen. In de diverse jaarverslagen en voorjaarsnota’s van Saxion en de management reviews van academies zijn het behaalde onderwijsrendement, de analyse van de gegevens en het verbeterbeleid duidelijk beschreven. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de informatie uit de Management Review met de academiedirecteuren spreekt over de behaalde rendementen en daarover afspraken maakt indien streefcijfers niet zijn behaald. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de Academie LED/ de opleiding Elektrotechniek het instellingsbeleid uitvoert.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 65
In het ‘Businessplan LED 2005-2009’ en het ‘Kwaliteitshandboek LED’ heeft de academie/opleiding haar streefcijfers vastgelegd. In geval van afwijken van de Saxion streefcijfers heeft de academie gekozen voor eigen streefwaarden die voor de academie en haar opleidingen realistisch zijn. De academie/opleiding analyseert jaarlijks de rendementsresultaten en beschrijft deze met het geformuleerde verbeterbeleid in de Management Review. 6.2.5. Uit de rendementsgegevens en de analyse door de opleiding Elektrotechniek blijkt: De instroom in de propedeuse was in 2007-2008 inmiddels weer hoger (78) dan het jaar ervoor (71), maar nog te laag (streefcijfer 100). Een oorzaak is de daling van het aantal instromende studenten van buiten Europa van 15 naar 5. Het percentage studenten dat na 2 jaar de propedeuse haalt lag voor het cohort 05-06 op 35%. (Saxion streefcijfer >70%, streefcijfer academie >60% bij minimaal 50% van de studenten dat na 5 jaar afstudeert.) Uit de rendementscijfers blijkt dat dit percentage meestal rond de 50% ligt, maar ook wel lager uitvalt. (Zie volgende opsommingsteken.) Het streefcijfer met betrekking tot de propedeuse wordt dus niet in voldoende mate gehaald. Het percentage studenten dat na 5 jaar is afgestudeerd fluctueerde de laatste jaren tussen de 43% en de 61%, met een gemiddelde van 50%. Daarmee is het streefcijfer net gehaald. Het percentage uitvallers na 1 jaar lag voor het cohort 06-07 op 11% (streefcijfer <25%). Het streefcijfer is dus ruimschoots gehaald. Dit geldt ook voor voorgaande jaren. Het percentage afwijzingen lag voor het cohort 06-07 op 8,5% (streefcijfer <10%). Het streefcijfer is dus gehaald. Het percentage studenten dat >48 ECTS in het voorgaande studiejaar heeft gehaald lag voor 05-06 op 41% en voor 06-07 op 33% (streefcijfer > 50%). Het streefcijfer is dus niet gehaald. Verblijfsduur van de uitvallers lag in 04-05 op 2,1 jaar, in 05-06 op 2,4 jaar en in 06-07 op 3,4 jaar (streefcijfer < 1,35 jaar). Het streefcijfer wordt dus niet gehaald. Verblijfsduur afgestudeerden 06-07 was 4,4 jaar (streefcijfer 4,5 jaar). Het streefcijfer is dus gehaald en dat geldt ook voor voorgaande jaren. 6.2.6. De opleiding concludeert naar aanleiding van de analyse dat de instroom voor de opleiding Elektrotechniek achterblijft en dat studenten met name in de laatste jaren te lang doen over hun studie. Ten behoeve van de instroomvergroting gaat een verkenning plaatsvinden naar nieuwe producten binnen de opleiding, zoals nanotechnologie in samenwerking met de Universiteit Twente. In verband met het gewijzigde bekostigingssysteem voor studenten van buiten Europa, gaat de opleiding nu ook studenten voor de International Class werven binnen Europa. Omdat het ‘langstuderen’ een hogeschoolprobleem is doet Saxion op centraal niveau onderzoek naar dit probleem. Een rapport daarover zal in september 2008 verschijnen.(Zie ook 6.2.3.) Bij de academie ELT gaat het om 15 studenten van de opleidingen Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek. Het betreft dus niet de grootste groep. De opleiding heeft deze ‘langstudeerders’ duidelijk in beeld en heeft recent met elk van hen een traject afgesproken om de 'studie weer op de rails te krijgen'. Het auditteam heeft kennisgenomen van de analyse en de verbetermaatregelen en is van mening dat de academie/opleiding hiermee aantoont waar nodig te werken aan het verhogen van de rendementscijfers.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 66
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In het ‘Businessplan LED 2005-2009’ en het ‘Kwaliteitshandboek LED’ heeft de academie/opleiding haar streefcijfers vastgelegd. De academie/opleiding analyseert jaarlijks de rendementsresultaten en beschrijft deze met het geformuleerde verbeterbeleid in de Management Review. De academie/opleiding toont met de genomen verbetermaatregelen aan waar nodig te werken aan het verhogen van de rendementscijfers.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de opleiding als voldoende. De opleiding heeft in de afstudeerhandleiding duidelijk beschreven wat er van de student wordt verwacht en hoe de beoordeling plaatsvindt. Zij betrekt bij de beoordeling ook deskundigen uit het werkveld. De opleiding borgt voldoende dat de student alle competenties op het gewenste eindniveau heeft verworven. Alumni en werkveld zijn van mening, dat het niveau van de afgestudeerden aansluit bij de eisen die de arbeidsmarkt stelt. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken door het auditteam leidt tot het oordeel, dat de afstudeerders beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBO-bachelorstudenten mag en moet worden geëist. De academie/opleiding heeft streefcijfers vastgelegd en analyseert jaarlijks de rendementsresultaten en beschrijft deze met het geformuleerde verbeterbeleid in de Management Review. De academie/opleiding toont met de genomen verbetermaatregelen aan waar nodig te werken aan het verhogen van de rendementscijfers.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 67
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 68
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd HBO BACHELOR OPLEIDING ELEKTROTECNIEK voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen
V V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
V
2. Programma
V
2.1. Eisen HBO
V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
G
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
G
2.8. Beoordeling en Toetsing
V
3. Inzet van Personeel
V
3.1. Eisen HBO
V
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
V V4
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen
G
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
G
5.2. Maatregelen tot Verbetering
V
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
4
V
Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 69
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Saxion Hogeschool Enchede in casu Academie LED, verzorgde voltijd HBO-bacheloropleiding Elektrotechniek in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Extra aantekening: Conform de ‘Beslisregels Accreditatie’ zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel één facet van het onderwerp ‘Voorzieningen’ als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie ‘Beslisregels’ onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 70
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren
Ing. E.R.S (Edwin) Groot MBA De heer Groot volgde na zijn studie energietechniek de academy van management aan de universiteit van Groningen. In 2002 behaalde Groot zijn MBA aan de Universiteit Nyenrode. In de periode van 1992 tot 1998 heeft hij onderzoek gedaan naar zowel de technische als organisatorische consequenties van toestandsafhankelijk onderhoud voor hoogspanningsinfrastructuur en vanaf 2000 heeft Groot een international onderzoek uitgevoerd naar de impact van het privatiseren en liberaliseren van de energiesector. Vanaf 1995 was hij nauw betrokken bij de introductie en implementatie van toestandsafhankelijk onderhoud aan elektrische infrastructuur in Nederland en is hij in dit kader op international niveau actief in Cigreverband als lid en voorzitter van een taskforce groep. Tegenwoordig is hij als directeur bij Nuon Aanleg en als directeur van Ksandr nog steeds nauw betrokken bij onderhoud en vervangingsvraagstukken voor elektrische infrastructuur. Daarnaast is Groot als voorzitter van Dutch Power actief om de communicatie en contacten binnen de energiesector te versterken. Prof. dr. Ir. J. (Job) van Amerongen Van Amerongen studied Electrical Engineering at Delft University of Technology where he obtained an MSc. Degree in 1971 and a Ph.D. degree in 1982. From 1973-1987 he was assistant and associate professor at the Control Laboratory of the Faculty of Electrical Engineering of Delft University of Technology, where he worked on applications of modern control theory, especially model reference adaptive control, in ship control systems and electrical power production systems. Since 1987 he is professor in Control Engineering in the Department of Electrical Engineering at the University of Twente. From 1994-1998 he was dean of the Faculty of Electrical Engineering. In the first half year of 1999 he was on leave at the University of Newcastle in Australia. From 1998-2006 he was scientific director of the Drebbel Institute for Mechatronics. Since 2005 he is head of the department of Electrical Engineering in the faculty Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science (EEMCS). He is member of the IFAC Technical Committee on Mechatronics, the IFAC TC on Marine Systems and international member of the IMechE Mechatronics Working Group in the UK. His current research interests are applications of modern control theory, especially intelligent control, in mechatronic systems. As head of the control laboratory he is also involved in the research in modelling and simulation of dynamical systems and in embedded control systems. He is (co-)author of many papers on adaptive and intelligent control systems, mechatronics and automatic steering of ships, co-author of a book on adaptive control systems and author of three courses on systems and control of the Dutch Open university. J. (Jasper) Vriend De heer Vriend volgde de middenkaderopleiding Telecom ICT Engineer en is nu derdejaars studeert ETechnology aan de Hogeschool van Amsterdam. Tijdens zijn stages in het MBO heeft Vriend werkervaring opgedaan bij verschillende elektronicabedrijven. In zijn vrije tijd is hij verkoopmedewerker. Drs G.J. (Hans) Stoltenborg De heer Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-hbo en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 71
De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor van Hobéon in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. G.C. (Rianne ) Versluis Mevrouw Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zij werkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, intern begeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij in een gemeente een aantal jaren gewerkt als (senior) beleidsmedewerker Welzijn. Het formuleren van (nieuw) beleid op het brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken. Bij Hobéon is zij sinds 2006 met name nauw betrokken bij de accreditatie van hoger beroepsopleidingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 72
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 73
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 74
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 75
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 76
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 77
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit opleiding Elektrotechniek Saxion Hogeschool Enschede Datum: 11 juni 2008
Tijd/ ruimte 09.00-09.15 SB41 09.15-09.30 SB41
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam*
Voorbespreking
Managementteam:
Auditteam:
Peter van Dam (directeur LED) Erik Veldhuis (manager organisatie, directeur ELT) Ger Beukers (manager organisatie) René Nijssen (manager innovatie)
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Hans Stoltenborg Job van Amerongen Edwin Groot Jasper Vriend Rianne Versluis
Coördinator Ruud Sniekers (nieuwe coördinator ELT; daarnaast coördinator TN) 09.30-10.15 SB41
Managementteam / coördinator: Peter van Dam (directeur LED) Erik Veldhuis (manager organisatie, directeur ELT) Ger Beukers (manager organisatie) René Nijssen (manager innovatie)
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom avondopleiding/ International Class Relatie beroepenveld, o.a. werkveldcommissie/ Raad van Advies Internationalisering Lectoraat / Innovatie Op hoofdlijnen: Personeel Deskundigheidsbevordering Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten
Rianne Versluis Job van Amerongen
Gedetailleerder: Personeel Deskundigheidsbevordering Rendementen: actuele stand en analyse Kwaliteitszorg Resultaten
Hans Stoltenborg, Edwin Groot Jasper Vriend
Relatie beroepenveld Relatie voltijd en avondopleiding Aansluiting instroom en programma Doorstroomprogramma MBO Studeerbaarheid, studielast, contacturen Differentiaties/minoren Praktijkcomponent/stages Onderwijsontwikkeling Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Internationalisering
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Coördinator Ruud Sniekers (nieuwe coördinator ELT; daarnaast coördinator TN)
10.15 -11.15 (parallel) SB41
Managementteam / coördinator: Peter van Dam (directeur LED) Erik Veldhuis (manager organisatie, directeur ELT) Ger Beukers (manager organisatie) René Nijssen (manager innovatie) Coördinator Ruud Sniekers (nieuwe coördinator ELT; daarnaast coördinator TN)
10.15 -11.15 (parallel) W158
11.15 – 11.30
Leerplancommissie / coörd. avondopleiding, doorstroomprogramma’s: Hans Stokkink (vz LPC) Johan van Dijk Jan Geerlings Erwin Bouwmeester Dave de Vries
SB41
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 78
Rianne Versluis Job van Amerongen
Toetsen en beoordelen: validiteit/ objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Instroom Studeerbaarheid, studielast Toetsen en beoordelen op partnerscholen
Stage/afstuderen Johan van Dijk Erwin Bouwmeester Jan Bollen Michael Kessner Arthür Theuerzeit
Hans Stoltenborg Edwin Groot Jasper Vriend
Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen Bedrijfsbegeleider Stage/afstuderen International Class Stage/afstuderen in het buitenland
12.15– 13.00
Lunch
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
S1.71 13.00- 13.30
Rondleiding voorzieningen:
Auditteam
Verificatie bibliotheek/mediatheek en opleidingsspecifieke voorzieningen
Docenten Henk Bleijerveld Anneke Grünefeld Michael Kessner Jan Bollen Jan Geerlings Evert Berendsen Hans Stokkink Arthür Theuerzeit Jan Bilterijst
Rianne Versluis Job van Amerongen
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
Studenten Bas Molkenboer, 1e jaars SSD Karlo Visscher, 1e jaars SSD Rosalie de Vries, 2e jaars ACE Hugo Westerveld, 2e jaars SSD Frank Pol, 2e jaars MEN Sjouke-Jan Schiere, 3e jaars EPA Roelof Tietema, 3e jaars ACE ……………. .................. Kwaliteitszorg: Cisca Wagenmakers (coördinator kwal.zorg) René Nijssen (manager innovatie) Ruud Sniekers (coördinator TN en ELT)
Hans Stoltenborg Edwin Groot Jasper Vriend
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
Rianne Versluis Edwin Groot
Stand van zaken: Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling Academie
Lectoraat/kenniskring: Peter van Dam (directeur LED) Leo v.d. Stelt Wim Gilijamse (lector “Duurzame Energievoorziening”) Bart Meijer (lector “Proces- en Product Innovatie”)
Hans Stoltenborg Job van Amerongen Jasper Vriend
Opdracht van het lectoraat Relatie en betrokkenheid bij het onderwijs Onderzoek Kenniskring Participatie studenten
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen
11.30 – 12.15 (parallel) SB41
Toetsen en beoordelen / Examencommissie: Anneke Grünefeld Evert Berendsen Dave de Vries Henk Bleijerveld (vz ELT-werkgroep toetsing; lid LED-werkgroep toetsing) Hans Boxman (studiecoördinator LED)
11.30 – 12.15 (parallel) W158
Michael Kessner Erwin Bouwmeester 13.30 -14.30 (parallel) W158
13.30 -14.30 (parallel) SB41
14.30-15.15 (parallel) W158
14.30-15.15 (parallel) SB41
15.15- 15.30 SB41
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 79
15.30-16.00 (parallel)
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
(Deel) Auditteam
Pending issues
SB41 15.30-16.00 (parallel)
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
(Deel) Auditteam
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
W158 16.00-16.30
Verificatie documenten
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
S1.61 16.30- 17.15 SB41 17.15
Alle gesprekspartners & genodigden
SB41
* Auditteam: Drs. G.J. Stoltenborg (Hans) Prof.dr. ir. J. van Amerongen (Job) Drs. Ir. E.R.S. Groot (Edwin) J .Vriend (Jasper) G.C. Versluis (Rianne)
Lead-auditor - senior adviseur Hobéon Certificering Vakdeskundige – Universiteit Twente Werkvelddeskundie - Nuon Tecno Student Elektrotechniek Hogeschool van Amsterdam Onderwijskundige en secretaris - adviseur Hobéon Certificering
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor Elektrotechniek, Saxion Hogeschool Enschede 80