Adviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij voltijd Saxion Hogeschool Enschede
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij voltijd CROHO nr. 39203 Saxion Hogeschool Enschede
Hobéon® Certificering BV 14 november 2007 Auditteam: W.L.M. Blomen, voorzitter prof ir. W.G Keeris drs. D.H.J.W. Oord RT ir. A.T. de Bruijn L.M. van Dijk R.G. Peters, secretaris
INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Instellingsaudit Saxion Hogescholen Karakteristiek van de opleiding Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie op 1 juni 2007
2
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
3 3.1
SAMENVATTEND OORDEEL 43 Oordeelschema HBO bachelor voltijd opleiding Vastgoed & Makelaardij, Hogeschool Saxion, Enschede 43 Integraal oordeel en advies aan NVAO 44
3.2
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 1 juni 2007
1 1 1 1 2 4 4 6 7 8 8 9 9 9 11 13 14 14 16 18 19 20 21 22 23 25 25 26 28 31 31 33 35 35 37 38 40 40 41
1
INLEIDING
1.1
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als visiterende en beoordelende instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij van Saxion Hogeschool Enschede.
1.2
Bereik van de beoordeling
Saxion Hogeschool, Enschede, in casu de Academie Ruimtelijke Ontwikkeling & Bouw (ROB) verzorgt de hbo bachelor opleidingen bouwkunde, civiele techniek, milieukunde, ruimtelijke ordening & planologie en Vastgoed & Makelaardij. Het onderhavig rapport heeft betrekking op de voltijd opleiding Vastgoed & Makelaardij, croho-nr 39203. Saxion Hogeschool Enschede heeft ook voor de deeltijd en de duale opleiding Vastgoed & Makelaardij een croholicentie, doch deze opleidingen worden op het moment van accrediteren niet aangeboden. Dit adviesrapport beperkt zich tot de voltijd opleiding. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering wordt gevormd door het kwaliteitsrapport van de voltijd opleiding Vastgoed & Makelaardij (hierna V&M) van 13 april 2007.
1.3
Instellingsaudit Saxion Hogescholen
Op 14 maart 2006 heeft Hobéon een audit uitgevoerd op centraal niveau bij Saxion Hogescholen, waarbij gekeken is naar het beleid op instellingsniveau met betrekking tot alle onderwerpen en facetten uit het NVAO kader. Het auditteam heeft tijdens deze audit kunnen constateren dat Saxion inmiddels voor een aantal facetten op centraal niveau duidelijk beleid heeft vastgelegd dat door de afzonderlijke academies en opleidingen wordt nagevolgd. De controle op de uitvoering van dit beleid en de werking van de pdca-cyclus (plan-do-control-act) bij de afzonderlijke academies en opleidingen geschiedt onder andere door middel van bilaterale overleggen die de Raad van Bestuur drie maal per jaar heeft met de academiedirecteuren aan de hand van de businessplannen van de academie, managementrapportages (maraps) en een Management Review en jaarverslag. Het auditteam heeft zijn bevindingen vastgelegd in het ‘Beoordelingsrapport Centraal Niveau Saxion Hogescholen’ (augustus 2006). De instellingsaudit werd verricht door de heren W.L.M. Blomen als lead-auditor en drs. W.G. van Raaijen als onderwijskundige. De heer Blomen is als directeur en de heer Van Raaijen als senior adviseur werkzaam bij Hobéon Certificering. Als vakdeskundige maakte de heer prof. dr. J.K. van Dijk en als werkvelddeskundige de heer G. de Raad deel uit van dit auditteam. Professor Van Dijk is emeritus hoogleraar Personeel en Organisatie in de Gezondheidzorg, een functie die hij tot eind 2004 vervulde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Voorts was hij lange tijd als hoofd van de afdeling Personeels- en Arbeidsvraagstukken aan Prismant (een landelijk advies- en onderzoeksbureau in de gezondheidszorg) te Utrecht verbonden. Vanuit Prismant werkte hij als expert op het gebied van personeels- en arbeidsvraagstukken en deed hij zowel landelijke projecten, als instellings-ondersteuning en advisering, opleidingen, trainingen en coaching. Vanaf 2005 werkt heer Van Dijk als zelfstandig bestuursadviseur op het gebied van personeel, organisatie en innovatie. G. de Raad was onder andere manager bij Polaroid, algemeen directeur bij Stork Plastics Machinery en lid van de Raad van Bestuur bij Koninklijke Ten Cate. Van 1994 -1999 was hij Secretaris Generaal EFQM in Brussel en van 1998-2002 Algemeen Directeur van de Raad voor Accreditatie.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede1
Momenteel is de heer De Raad voorzitter van onder meer de Industriële Kring Twente, de Stichting Kwaliteit Twente en de Stuurgroep Versterking Industriepotentieel Twente. Secretarissen tijdens deze audit waren de dames G.C. Versluis en drs. E.R.J. Rijnen, beiden adviseur bij Hobéon. Begin 2007 heeft Hobéon nog een beperkte aanvullende verificatie uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar die facetten waarvan het auditteam in 2006 had kunnen constateren dat Saxion daarvoor centraal beleid had vastgelegd. Geverifieerd is of Saxion kon aantonen dat dit instellingsbeleid wordt uitgevoerd door alle afzonderlijke academies en opleidingen. De bevindingen van het auditteam van de instellingsaudit met betrekking tot de facetten waarvoor centraal beleid is vastgesteld, zijn beschreven bij de betreffende facetten in dit adviesrapport. Bij deze facetten is vervolgens alleen nog een aanvullend oordeel met betrekking tot de specifieke uitwerking op opleidingsniveau beschreven.
1.4
Karakteristiek van de opleiding
1.4.1. Onderwijs binnen Saxion Hogescholen Met vestigingen in Deventer, Apeldoorn en Enschede, bijna 18.000 studenten en ruim vijftig voltijd bacheloropleidingen is Saxion Hogescholen een van de grootste hogescholen in Oost-Nederland. Kenmerk van het onderwijsmodel is dialooggestuurd, beroepsgericht leren. Studenten kunnen zelf keuzes maken in het bereiken van hun competenties. Deze worden vastgelegd in hun persoonlijke leerweg (plw). Opleidingen bepalen de te bereiken competenties door het beroepsprofiel te vertalen in opleidingscompetenties en creëren op basis hiervan vervolgens een toets- en leeromgeving. In deze leeromgeving werkt de student aan authentieke beroepstaken en kiest hij uit ondersteunend onderwijsaanbod. Dit aanbod bestaat uit werkplaatsactiviteiten, colleges, onderzoek, intervisie, cases en praktijkstages. In de toetsomgeving wordt getoetst of de student de beoogde competenties heeft behaald. Het onderwijsaanbod is vraaggericht: de student stippelt zijn eigen leerweg uit op basis van het aanbod van de hogeschool én zijn eigen wensen en mogelijkheden. Dit heeft hij vastgelegd in zijn persoonlijk ontwikkelingsplan (pop). De leer- en toetsactiviteiten zijn vervolgens neergelegd in een studiecontract dat de student opstelt in overleg met zijn studieloopbaanbegeleider. 1.4.2. Recente geschiedenis van de opleiding De voltijd opleiding V&M is vier jaar geleden ontstaan als een samenvoeging van onderdelen van de bestaande opleidingen commerciële technische bedrijfskunde en ruimtelijke ordening & planologie. De opleiding wordt vanaf 2002 aangeboden. Op aanwijzing van het ministerie van OCW diende de opleiding zich in 2004 te concentreren op één locatie. Sedert september 2004 maakt de opleiding daarom deel uit van de Academie Ruimtelijke Ontwikkeling & Bouw te Enschede, een van de dertien academies van Saxion Hogescholen. Door de clustering van de vijf in § 1.2 genoemde opleidingen binnen deze academie zijn de thema’s beleid, markt, ontwerp en techniek met betrekking tot ruimtelijke ontwikkeling en bouw bijeen gebracht. De integrale, praktijkgerichte benadering die daardoor mogelijk wordt ziet de academie als een sterk punt. 1.4.3. Huidige situatie De opleiding V&M is de afgelopen jaren sterk gegroeid en kent nu een stabiele instroom van tussen de 120 en 140 studenten per jaar. De cijfers over de laatste jaren zijn de volgende:
Instroom 2006-’07 Instroom 2007-’08 Aantal afgestudeerden 2006 Aantal afgestudeerden 2007
123, marktaandeel 12% 141, marktaandeel 19% 29 45
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede2
Door de sterke groei in de afgelopen jaren kent de opleiding een jong docententeam dat uit de beroepspraktijk is aangetrokken. Veel aandacht is de laatste jaren gegeven aan de didactische scholing van docenten. Academiebrede innovatieprojecten en samenwerking met de andere vier opleidingen binnen de academie dragen ertoe bij dat ervaringen met vernieuwde onderwijsconcepten, toetsvormen en organisatie van werkveldopdrachten beschikbaar zijn voor de opleiding V&M. De opleiding V&M heeft in 2006 vastgesteld dat als gevolg van de grootscheepse veranderingen in 2004, gepaard gaande met sterke groei een aantal processen niet voldoende was geborgd binnen de opleiding. De opleiding heeft daarom in november 2006 een interim manager aangesteld. Het auditteam heeft kennis genomen van de ‘stand van zaken notitie’ van december 2006 en het ‘positioning paper’ van mei 2007 die door de interim manager zijn opgesteld en waarin een groot aantal plannen is opgenomen, dat is gericht op doorvoeren van structurele verbeteringen op het gebied van de onderwijsinhoud, de kwantiteit en kwaliteit van het personeel. In de aanloop naar en tijdens de audit is het voor het auditteam duidelijk geworden dat er in de afgelopen maanden al veel is gebeurd. Evenwel heeft het auditteam moeten constateren dat met betrekking van het onderwerp “Inzet van Personeel” tijdens de audit op 1 juni 2007 niet in voldoende mate kon worden aangetoond dat de teamontwikkeling was geborgd. Het auditteam heeft de opleiding in de gelegenheid gesteld hieraan te werken en uitgenodigd voor 1 oktober 2007 een teamontwikkelingsplan in te dienen, wat de opleiding heeft gedaan. Het auditteam heeft vervolgens vastgesteld dat dit plan aan de maat is. Voor een gedetailleerd oordeel verwijzen wij naar hoofdstuk 2, onderwerp 3 “Inzet van Personeel”. Het auditrapport is om die reden in november 2007 uitgebracht. 1.4.5. Profiel van de opleiding De opleiding V&M is een brede vastgoedopleiding, waarbinnen de student zich de eerste twee jaar kan ontwikkelen tot junior vastgoedkundige en in de latere fase van de studie kan kiezen voor de specialisaties: projectontwikkeling, vastgoedmanagement en –beheer of makelaardij. De vastgoedkundige kan in de beroepspraktijk diverse rollen vervullen als bijvoorbeeld ontwikkelingsmanager, acquisiteur, locatiemanager, vastgoedbeheerder, assetmanager, woning- of bedrijfsmakelaar van onroerend goed. Het aantal onderscheidende deelgebieden binnen het vakgebied is groot. De maximale studielast van 240 EC’s en de studeerbaarheid van het programma maken het noodzakelijk dat het onderwijsaanbod wordt ingeperkt. Het auditteam ziet dat door de opleiding, in overleg met en gevalideerd door de beroepenveldcommissie in het curriculum accenten zijn aangebracht, waarbij bepaalde deelgebieden diepgaand en andere minder diepgaand of niet worden behandeld. Dit bepaalt het profiel van de opleiding. Het auditteam erkent de autonomie van de opleiding om, in samenspraak met de beroepenveldcommissie, het beroepsprofiel gestalte te geven en neemt dit profiel als een gegeven. Het model van de persoonlijke leerweg wordt in het studiejaar 2007-‘08 doorgevoerd voor de academie ROB en de opleiding V&M. Dit geschiedt planmatig via een aantal projecten. De drie belangrijkste daarvan zijn het invoeren van competentiekaarten voor alle ROB-opleidingen, het vaststellen en uitwerken van een academiebreed toetsbeleid en toetskader met docent onafhankelijk toetsen en het ontwikkelen van het didactisch concept voor de hele academie. In het studiejaar 2006-’07 is het curriculum van de propedeuse vernieuwd. Het aantal integrale praktijkopdrachten is uitgebreid van twee naar vier, waardoor het oriënterende karakter van de propedeuse meer nadruk krijgt. Daarnaast is een duidelijk onderscheid doorgevoerd tussen projectondersteunend onderwijs en de basisvakken en wordt theorie die is behandeld in het kader van projecten ook individueel schriftelijk getoetst. Dezelfde structuur wordt vanaf september 2007 ook ingevoerd in het tweede studiejaar.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede3
Vanuit de academie ROB en de opleiding V&M is een CROHO aanvraag ingediend voor de opleiding ‘stedenbouwkundig ontwerpen’. Deze aanvraag is op 22 mei 2007 gehonoreerd. 1.4.6. Sturing op processen De academie ROB kent voor haar organisatie en opleidingen een kwaliteitskader waarin de pdca cycli (plando-control-act) van zes processen in hun samenhang zijn beschreven. Deze processen zijn: (1) inhoudelijk opleidingskader, (2) onderwijsleerproces, (3) toetsing en beoordeling, (4) studieloopbaanontwikkeling en begeleiding, (5) management, kwaliteit en financiën, marketing en communicatie en (6) personeelbeleid en voorzieningen. Het kwaliteitskader is uitgewerkt in een kwaliteitskalender, waarin de cyclus van de verschillende activiteiten en instrumenten is vastgelegd. Als vervolg op het kwaliteitskader is een evaluatieplan voor de academie vastgesteld, waarin overlegorganen, evaluatie-instrumenten en streefcijfers zijn vastgelegd.
1.5 1.5.1
Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de opleiding V&M is het auditteam uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. De opleiding V&M heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals die zijn vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een vastgoed & makelaardij opleiding op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Saxion Hogescholen heeft een set van 33 ijkpunten ontwikkeld, die onder andere dienen als de instellingsspecifieke vertaling van het NVAO-accreditatiekader en die op een aantal aspecten een eigen (streef-)norm bevatten. De opleiding heeft in haar kwaliteitsrapport aangegeven hoe zij zich tot deze normstelling verhoudt. Ook dit instellingsspecifieke kader heeft het auditteam in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding V&M aangeleverde schriftelijke informatie: Kwaliteitsrapport; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de systematiek van interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld,
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede4
-
beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement.
Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd opleiding V&M. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de academie en de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van het werkveld en het vakgebied van vastgoed en makelaardij , één student, één lead-auditor, één auditor ‘onderwijs’ vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten en staf heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door meermalen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht van CV’s van (gast)docenten; overzicht van de netwerken die docenten hebben; verslagen van docentevaluaties; detailbeschrijving van modules, casus en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen.
1
De visitatie heeft op 1 juni 2007 plaatsgevonden.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede5
Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.5.2
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast: Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam. Hierbij heeft het auditteam de volgende benadering aangehouden: Uitvoering en praktijk weegt zwaarder dan beleid en theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E.
2
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord. Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede6
1.5.3
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: lead-auditor: leden:
student: secretaris:
W.L.M. Blomen Prof Ir. W.G. Keeris MRICS Drs. D.H.J.W. Oord RT Ir. A.T. de Bruijn L. M. van Dijk R.G. Peters
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding V&M noodzakelijke expertise aanwezig is met betrekking tot de onderwijskundige aspecten in casu het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context en met betrekking tot de inhoudelijke aspecten in casu het programma in relatie tot het specifieke domein. Wienke Blomen heeft als directeur van Hobéon Certificering leiding gegeven aan de audit. Hij heeft inmiddels een grote ervaring in de visitatie van hbo opleidingen in vrijwel alle sectoren. Professor ir. Willem Keeris MRICS is visiting professor aan de TU Delft, faculteit Bouwkunde – Real Estate & Housing en algemeen directeur van Keeris Vastgoed Consultancy. Binnen de TU Delft en binnen Tias Nimbas Business School is hij verantwoordelijk voor de opleiding Master of Real Estate & Housing. Hij is lid van Royal Institute of Chartered Surveyors. Zijn expertise ligt vooral op het terrein van de vastgoedmarkt. De heer drs. Diederik H.J.W Oord RT is makelaar en adjunct directeur van de vestiging Enschede van DTZ Zadelhoff. Hij is register makelaar en register taxateur. Zijn expertise ligt op het terrein van vastgoed van bedrijfspanden. Zij hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (1) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (2) de eindkwalificaties, (3) de programma-inhoud en (4) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Zij hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan vastgoedkundige op hbo-niveau. Ir. Fred de Bruijn heeft als deskundige ‘onderwijs’ zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Hij heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo-opleidingen gesteld worden. Mw. Linda van Dijk heeft als student bouwtechnische bedrijfskunde, richting vastgoedkunde aan de Hogeschool van Amsterdam de opleiding vooral beoordeeld vanuit het perspectief van de studeerbaarheid en studentenvoorzieningen. De heer Rob Peters heeft als secretaris voor deze audit opgetreden. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede7
1.5.4
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.5.5
Programma visitatie op 1 juni 2007
Zie Bijlage II.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede8
2
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen 1.1.1. Algemeen Saxion heeft op instellingsniveau vastgelegd dat de competenties waartoe wordt opgeleid mede zijn ontleend aan landelijk opgestelde en gevalideerde beroepsprofielen. Alle Saxion hbo bachelor opleidingen nemen actief deel aan het landelijk overleg waarin het relevante beroepenveld de beroepsprofielen valideert en waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar komen tot domein- en opleidingscompetenties. Daarnaast is Saxion altijd (door een directeur) vertegenwoordigd in de sectorraad. In het bilateraal overleg, dat de academiedirecteur heeft met de Raad van Bestuur (RvB), rapporteert de directeur over de vertegenwoordiging in de bovengenoemde overleggen, over de onderwerpen die aan de orde zijn gewest en aan de orde zullen komen en over de terugkoppeling binnen de academie en opleiding. In haar kwaliteitsmanagementsysteem en de planning neemt de academie en opleiding op, dat zij eenmaal per vier jaar het beleid met betrekking tot de ‘doelstellingen opleiding’ evalueert en waar nodig bijstelt. Tijdens de instellingsaudit heeft de hogeschool aangetoond dat alle hbo-bacheloropleidingen van Saxion participeren in de landelijke opleidingsoverleggen en dat de dienst Onderwijs & Student van Saxion jaarlijks evalueert of de opleidingen dit beleid uitvoeren. Uit verslagen blijkt dat de RvB met de academiedirecteur in de bilaterale overleggen het beleid met betrekking tot de landelijke ontwikkelingen ten aanzien van de opleidingscompetenties en de participatie in de landelijke en sectoroverleggen bespreekt. Hiermee is op instellingsniveau voldoende geborgd dat de opleidingen regelmatig landelijk overleggen over de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan de opleiding in het betreffende domein. 1.1.2. De opleiding V&M Met betrekking tot het facet ‘domeinspecifieke eisen’ constateert het auditteam dat de opleiding het opleidingsprofiel heeft gebaseerd op het in maart 2003 landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel. Deze domeincompetenties zijn gebaseerd op de zogenoemde vastgoedcyclus: ontwikkelen, bouwen, beheren, herstructureren. Het opleidingsprofiel is gebaseerd op deze vastgoedcyclus. De opleiding voert overleg met een beroepenveldcommissie die blijkens verslagen is samengesteld uit vertegenwoordigers van een woningstichting, een gemeente en enkele projectontwikkelaars en derhalve representatief mag worden geacht voor het werkveld waar de opleiding zich op richt. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de beroepenveldcommissie driemaal per jaar bijeen komt en dat daarnaast tal van informele contacten bestaan tussen docenten (die zelf veelal uit de praktijk afkomstig zijn) en diverse bedrijven. In 2006 is de opleiding gestart met het project ‘competentiekaarten’ als onderdeel om te komen tot de invoering van de persoonlijke leerweg, zoals beschreven in § 1.4 van hoofdstuk 1. Bij het opstellen van deze
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede9
competentiekaarten heeft de opleiding een nieuwe analyse gemaakt van het beroepenveld, wat heeft geresulteerd in bijstelling van het opleidingsprofiel. Ook uit evaluaties van stages bleken lacunes in kennis. Dit heeft geleid tot het direct aanbieden van een inhaalprogramma voor het vierde jaar. De benadering van de opleiding via de methode van de ‘persoonlijke leerweg’ is vanaf 2006 ingevoerd, te beginnen bij het propedeusejaar. In de opleiding worden veel werksituaties ingebracht die direct aan de praktijk zijn gerelateerd. De opleiding ziet, door eigen marktonderzoek en de inbreng van de (gast)docenten, de ontwikkelingen die thans gaande zijn in de vastgoedmarkt: schaalvergroting en globalisering, technologische ontwikkelingen, omslag van projectontwikkeling naar gebiedsontwikkeling en de veranderende rol van woningcorporaties met daarbij de ontwikkeling van ‘corporate and public real estate management’. De opleiding speelt hierop in. De opleiding V&M leidt niet op voor een buitenlandse markt, wat onder meer wordt veroorzaakt door de verschillen op het juridische gebied. De opleiding heeft oog voor internationale ontwikkelingen en zal daar in de toekomst aandacht aan besteden. Tot nu toe is die aandacht nog beperkt geweest, omdat de prioriteiten vooral liggen op het gebied van het doorvoeren van de persoonlijke leerweg en de curriculumvernieuwing. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft vastgesteld dat de eindtermen zijn ontleend aan het landelijk gevalideerde beroeps- en opleidingsprofiel, dat de opleiding dit profiel bespreekt en toetst bij de beroepenveldcommissie en alert is op de veranderingen die zich voordoen. De opleiding heeft recent het opleidingprofiel geënt op competenties die zijn beschreven in competentiekaarten en biedt studenten de kans om daarbij eigen accenten te leggen in de persoonlijke leerweg. Het invoeren van het model van de persoonlijke leerweg met het ontwikkelen van deze competentiekaarten is in het studiejaar 2007 –’08 gaande. Het auditteam oordeelt dat de eindkwalificaties van de opleiding in voldoende mate aansluiten bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld in het domein van vastgoed en makelaardij.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede10
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor? Bevindingen De competenties van de opleiding V&M zijn vanaf april 2007 in het ‘competentieboek ROB – V&M’ beschreven op het niveau van bachelor. Dit niveau heeft uitwerking gekregen door invulling van het onderwijs met geïntegreerde praktijkgerichte opdrachten die door een junior vastgoedkundige moeten kunnen worden gemaakt en moet uitmonden in een ‘meesterproef’ in het vierde jaar. De opleiding onderscheidt drie beroepsrollen die de vastgoedkundige moet kunnen vervullen: ontwikkelaar (vastgoedontwikkelaar en onderzoeker, planner en projectontwikkelaar, adviseur vastgoed realisatie en bouw), intermediair (acquisiteur, medewerker voorbereiding en begeleiding uitvoering opdracht, medewerker transactie en afronding) en manager (vastgoedmanager, asset-manager, propertymanager). Op deze rollen zal de afgestudeerde vastgoedkundige als junior kunnen worden ingezet al naar gelang zijn stagekeuze, het volgen van een minor en specialisatie in het laatste jaar van de opleiding in de richtingen: projectontwikkeling, vastgoedmanagement en –beheer en makelaardij. Per rol zijn de competenties gedefinieerd. Het auditteam heeft de competenties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. In de Dublin Descriptoren worden vijf dimensies onderscheiden, bij elk waarvan hieronder een beschrijving wordt gegeven in relatie tot de respectieve eindkwalificaties. De dimensies van de Dublin Descriptoren zijn: Kennis en inzicht De junior vastgoedkundige heeft blijkens de competentiekaarten kennis rondom de specifieke waardering van vastgoedobjecten, opbouw van een strategienota, van concepten en analysemethoden inzake onderneming en omgeving (b.v. diagnose van de onderneming, kansen en bedreigingen), kennis van gebiedsontwikkeling, van financiële kengetallen, planning en budgetterings-methoden, kennis van de verschillende taxatie- en waardebepalingmethoden en waardebegrippen (DCF-methode etc.) en heeft fiscale, publiek- en privaatrechtelijke, financieel-economische, bouw-kundige en notariële kennis. Toepassen kennis en inzicht De junior vastgoedkundige kan bovengenoemde kennis toepassen in de verschillende rollen waarin hij zich ziet geplaatst. Hij is daartoe communicatief goed onderlegd, nauwkeurig, kan financiële gegevens en ‘plannen van eisen’ interpreteren, planningen beheren en aansturen en relevante concepten en analysemethoden toepassen. Oordeelsvorming Met de toepassing van kennis en inzichten kan de junior vastgoedkundige komen tot een eigen oordeel van de situatie waarvoor hij zich geplaatst ziet en op basis daarvan methodisch en reflectief handelen. Daarbij toont hij besef van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Communicatie De junior vastgoedkundige beheerst gesprekstechnieken om op zeer veel en verschillende niveaus te communiceren, kan schriftelijk rapporteren, presenteren en zich begeven in een krachtenveld met grote maatschappelijke, bestuurlijke en financiële belangen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede11
Leervaardigheden Het leervermogen van de afgestudeerde vastgoedkundige wordt gestimuleerd in de studieloopbaanontwikkelingslijn. Studenten leren hier reflecteren en betekenis geven aan leer- en werkervaringen en worden ondersteund bij het vaststellen van eigen ambities, kwaliteiten en sterke en zwakke kanten. De junior vastgoedkundige is in staat om na afstuderen de ontwikkelingen op zijn vakgebied zelfstandig bij te houden en nieuwe visies op het beroep, nieuwe methoden en technieken te vertalen naar eigen handelen en gedrag. Oordeel: goed Het auditteam is op basis van zijn analyse van oordeel dat de competenties voor de opleiding V&M zorgvuldig en uitvoerig zijn vastgelegd en aansluiten bij de algemeen geaccepteerde beschrijvingen zoals die worden gevonden in de Dublin Descriptoren.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede12
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. Hoger onderwijs De opleidingscompetenties van de voltijd opleiding V&M zijn geformuleerd als het vermogen om vraagstukken op te lossen die kenmerkend zijn voor de beroepspraktijk van een beginnende beroepsbeoefenaar. Er worden gedurende de gehele opleiding opdrachten aangeboden die opleiden tot het niveau van bachelor zoals dat is vastgelegd in de Dublin Descriptoren. De eindkwalificaties sluiten aan bij het niveau van junior vastgoedkundige zoals dat in de competentiekaarten is geformuleerd en is gevalideerd. Beroepsonderwijs De competenties van de voltijd opleiding V&M zijn geformuleerd in termen van beroepscompetenties die aantoonbaar in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zowel in het landelijk opleidingsoverleg als regionaal zijn gevalideerd. Het werkveld is voorts betrokken bij het formuleren van praktijkopdrachten in het kader van het projectonderwijs en afstuderen. De beroepscompetenties zijn vastgelegd in competentiekaarten. Deze worden, in het licht van het model van de persoonlijke leerweg, gebruikt vanaf het studiejaar 2007 – ’08. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat de opleiding, door de verankering van de competenties aan de Dublin Descriptoren en de validering daarvan door het beroepenveld, kan worden gerekend tot het hoger beroepsonderwijsonderwijs. Omdat de ontwikkeling van de persoonlijke leerweg ten tijde van de audit nog is afgerond, beoordeelt het auditteam dit facet thans als voldoende.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Doelstellingen opleiding” voor de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende. Het auditteam doet dit op basis van de navolgende bevindingen: 1. Het auditteam heeft vastgesteld dat de eindtermen zijn ontleend aan het landelijk gevalideerde beroepsen opleidingsprofiel en dat de opleiding dit profiel bespreekt en toetst bij de beroepenveldcommissie, zodat kan worden gezegd dat deze eindtermen in voldoende mate aansluiten bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld in het domein van vastgoed en makelaardij. 2. Het auditteam is op basis van zijn analyse van oordeel dat de competenties voor de opleiding V&M zorgvuldig en uitvoerig zijn vastgelegd en aansluiten bij de algemeen geaccepteerde beschrijvingen zoals die worden gevonden in de Dublin Descriptoren. 3. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding, door de verankering van de competenties aan de Dublin Descriptoren en de validering daarvan door het beroepenveld, kan worden gerekend tot het hoger beroepsonderwijs.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede13
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen 2.1.1. Kennisontwikkeling via vakliteratuur en interactie met de beroepspraktijk In 2003 is gekozen voor een combinatie van theorie (modulair onderwijs) en praktijk (praktische toepassing). Bij de aanpassing van het curriculum in 2006, te beginnen in de propedeuse is deze lijn voortgezet. In het nieuwe curriculum kent elk kwartiel (blok van tien weken) een project dat 40% van de studiepunten beslaat. 60% van de studiepunten per kwartiel wordt verworven door het volgen van basisvakken waarin algemene theoretische basiskennis wordt behandeld. Met ingang van het studiejaar 2006-’07 is het vak onderzoeksmethodiek als onderdeel opgenomen in de propedeuse. Het vak methoden & technieken is verzwaard en is met ingang van het vierde kwartiel van het studiejaar 2006-’07 in het curriculum verankerd. 2.1.2. Verbanden met de actuele ontwikkelingen in het vakgebied Door themaoverleg binnen het docententeam worden actuele ontwikkelingen in het vakgebied onderkend, verzameld, uitgewisseld en in het onderwijs verwerkt. Veel docenten hebben intensieve contacten met het beroepenveld en brengen van daaruit relevante nieuwe ontwikkelingen in. Docenten van de opleiding V&M hebben contacten met de docenten van de opleiding bouwtechnische bedrijfskunde, die organisatorisch is ondergebracht bij de academie Bedrijfskunde & Ondernemen. 2.1.3. Waarborgen ontwikkeling van beroepsvaardigheden; verbanden met de beroepspraktijk Bij de curriculumopzet is aangesloten bij de ontwikkeling in het beroepenveld op het gebied van organisatie en structuren: in elkaar schuivende deelmarkten en wijzigingen in de bedrijfskolom en toenemende betekenis van gebiedsontwikkeling. (zie ook 2.2., hierna). De opleiding heeft diverse contacten met het werkveld: via de beroepenveldcommissie, via stages en afstuderen en doordat het actuele projecten aan de beroepspraktijk ontleent. In het vierde studiejaar wordt veel gebruik gemaakt van gastdocenten om actuele ontwikkelingen en verdiepende kennis van de specialisaties te waarborgen. Het aantal onderscheidende deelgebieden binnen het vakgebied is groot. Omwille van de maximale studielast van 240 EC’s en de studeerbaarheid van het programma is het onderwijsaanbod echter ingeperkt. Het auditteam ziet dat door de opleiding, in overleg met en gevalideerd door de beroepenveldcommissie in het curriculum accenten zijn aangebracht, waarbij bepaalde deelgebieden diepgaand en andere minder diepgaand of niet worden behandeld. Dit bepaalt het profiel van de opleiding.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede14
Oordeel: goed Het auditteam is op basis van zijn bevindingen en analyse van oordeel dat de opleiding aantoonbare banden heeft met de beroepspraktijk, dat kennisontwikkeling van studenten geschiedt via vakliteratuur en aan de beroepspraktijk ontleende praktijkopdrachten, dat de opleiding sedert kort versterkt aandacht geeft aan competenties rond het verrichten van toegepast onderzoek, dat de opleiding ervoor zorg draagt dat actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk in het onderwijs worden verwerkt en dat de opleiding de ontwikkeling van beroepsvaardigheden waarborgt. Het auditteam beoordeelt, gezien bovenstaande bevindingen, het facet ‘eisen hbo’ als goed.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede15
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen 2.2.1. Algemeen Saxion hanteert als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Dit heeft Saxion vastgelegd in een bepaling in het Saxion-brede model voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. In de notitie ‘Verbreding en major- en minorstelsel’ (febr. 2004) heeft Saxion de inhoudelijke uitgangspunten beschreven met betrekking tot de verbreding van opleidingen en het major-minor deel van het programma. De major-minorstructuur is vanaf studiejaar 2006-‘07 in alle bacheloropleidingen geïmplementeerd; vanaf studiejaar 2007-‘08 geldt dat ook voor het beleid ten aanzien van specifieke groepen studenten (deeltijd, duaal, buitenlands). De opleidingsoverzichten waarin deze major-minor structuur is opgenomen, zijn jaarlijks onderwerp van gesprek in de bilaterale overleggen. 2.2.2. Concretisering van de eindkwalificaties In het traject om te komen tot vernieuwing van het opleidingsprofiel van de opleiding V&M via competentiekaarten is uitgebreid overlegd met het beroepenveld. Op verschillende schaalniveaus komt gedurende de opleiding de breedte van het werkveld tot zijn recht. In de curriculumvernieuwing van het tweede jaar zal, op basis van signalen van de beroepenveldcommissie, meer aandacht worden geschonken aan ‘corporate real estate management’. Een punt van onderzoek op moment van de audit is de plaats van internationalisering en onderzoek in samenwerking met de lectoraten in het curriculum. 2.2.3. Vertaling in leerdoelen De competenties zijn vertaald in competentiekaarten en leerdoelen. Het programma is een adequate uitwerking van de eindkwalificaties op het gebied van projectontwikkeling, vastgoedmanagement en makelaardij. De stage-evaluaties, afstudeerresultaten en de gesprekken met de beroepenveld-commissie bevestigen dit. 2.2.4. Mogelijkheid om de eindkwalificaties te bereiken Door de opbouw van het programma bereidt de student zich voor op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. In de eerste twee jaar werkt de student samen met andere studenten en ontvangt hij begeleiding; in de latere studiejaren werkt hij voornamelijk zelfstandig waardoor hij in toenemende mate de verantwoordelijkheid leert dragen die in de beroepspraktijk van hem wordt verwacht. Het curriculum besteedt aandacht aan de actualiteit in het werkveld en aan relevante internationale wetenschappelijke inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. Studenten worden daarmee in het vierde jaar tijdens de verdieping geconfronteerd.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede16
Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen van oordeel dat het programma een adequate vertaling is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen, dat deze eindkwalificaties adequaat zijn vertaald in leerdoelen en dat de student in staat moet worden geacht om de eindkwalificaties te halen. Het auditteam stelt vast dat het curriculum in ontwikkeling is en heeft kunnen waarnemen dat de opleiding dit ontwikkelingsproces adequaat structuur heeft gegeven.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede17
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen Het onderwijsprogramma is concentrisch opgebouwd: het eerste leerjaar oriënterend, het tweede leerjaar verdiepend, het derde leerjaar praktijkgericht en het vierde leerjaar specialiserend. De verschillende basisvakken komen in de propedeusefase en hoofdfase I aan de orde, waarbij in de hoofdfase een verdieping volgt op hetgeen in de propedeusefase wordt gedoceerd. De onderdelen van het programma zijn hiermee in verticale zin op elkaar afgestemd. Het vernieuwde curriculum vanaf september 2006 is ingericht op projecten, waarbij basisvakken deze projecten en workshops ondersteunen. Dusdoende wordt een horizontale afstemming bereikt. Gedurende de eerste twee studiejaren wordt een binnenschools- en buitenschools programma geboden, dat op elkaar is afgestemd. Eindterm voor het einde van het tweede jaar is dat de student in staat is als stagiair te functioneren en daarvoor voldoende basiskennis en de goede basishouding heeft. Evaluaties leren dat deze doelstelling wordt bereikt. In 2008 zal volgens de planning de methodiek van de persoonlijke leerweg: eigen keuze hoe de vastgestelde competenties te bereiken en dit vastleggen in een persoonlijk ontwikkelingsplan, voor de gehele opleiding zijn ingevoerd. De concentrische opbouw van het onderwijs en horizontale en verticale afstemming blijft dan intact. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van deze bevindingen van oordeel dat het studieprogramma in zowel verticale als horizontale zin samenhangend is en dat er samenhang is tussen het binnenschoolse en buitenschoolse deel van het programma. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat ook in de toekomst, wanneer de projectmatige opzet van het onderwijs volgens competentiekaarten volledig met keuze voor de persoonlijke leerweg is doorgevoerd, de inhoudelijke samenhang geborgd blijft.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede18
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Voor elk programmaonderdeel is de studielast en zijn de studiebelastinguren vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling (OER). De onderwijsactiviteiten zijn vastgelegd in modulebeschrijvingen en projecthandleidingen en evenwichtig gespreid over de gehele opleiding. Deze beschrijvingen en handleidingen zijn bekend bij de studenten. Studenten hebben de mogelijkheid om op basis van vrijstellingen het onderwijsprogramma versneld te doorlopen. De examencommissie beslist over het toekennen hiervan. Studenten ontvangen in principe uiterlijk na twee weken de uitslagen van door hen afgelegde toetsen. Dit geschiedt via intranet. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat deze termijn kan verschillen per docent. Doorstroom van de propedeuse naar de hoofdfase is mogelijk indien de student 40 EC’s (European Credit points) heeft behaald. Deze ondergrens is vastgelegd in de OER. De docenten en het opleidingsmanagement erkennen dat dit tot gevolg kan hebben dat er in de hoofdfase studenten zijn die nog onderdelen van het propedeuse moeten afronden. Deze zg ‘slepers’ worden opgevangen in restgroepen en bijgespijkerd. In de toekomst zal de opleiding met nieuwe studenten stringentere afspraken maken. Het aantal contacturen voor de studenten is circa 20 per week. Studenten ervaren als een minpunt dat roosterwijzigingen vaak pas op een erg laat moment bekend worden gemaakt. In de opleidingscommissie, die in januari 2007 is ingesteld, is dit aan de orde geweest. Uit de Saxion Student Survey 2006, het tweejaarlijkse studenttevredenheidsonderzoek (hierna: SSS 2006) blijkt dat 64% van de studenten tevreden is over de studeerbaarheid en spreiding van de studielast over het jaar. Naast dit onderzoek voert de academie zelf cyclische kwartielevaluaties uit. Deze geven eenzelfde beeld. In 2008 zal de opleiding zijn overgegaan op de methodiek van de persoonlijke leerweg. Hierin zal de studieloopbaanbegeleider een belangrijke taak zijn toebedeeld in het begeleiden van de studenten in hun studieloopbaan traject. De opleiding verwacht dat de intensievere begeleiding van studenten ertoe zal leiden dat zij hun studielast beter spreiden (eigen planning, zelfregie) en dat de studeerbaarheid daardoor verbetert. (zie ook § 4.2., hierna). Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen en analyse van oordeel dat de opleiding er zorg voor draagt dat studenten in voldoende mate op de hoogte zijn van de zwaarte van het programma en de eisen die aan hen worden gesteld en dat factoren die de studievoortgang kunnen belemmeren zoveel mogelijk zijn weggenomen. Het auditteam verwacht dat in de toekomst, door het invoeren van de persoonlijke leerweg en het versterken van de studieloopbaanbegeleiding, de studeerbaarheid van het programma verder toeneemt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede19
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen Het toelatingsbeleid en de toelatingscriteria zijn vastgelegd in de OER. De uitvoering vindt plaats volgens het protocol ‘aanmelding, toelating, inschrijving en bekostiging (atib)”. De opleiding V&M hanteert de landelijk vastgestelde toelatingseisen. Dit houdt in dat havisten, vwo’ers en mbo’ers niveau 4 kunnen instromen. Voor de opleiding V&M is het economisch profiel wenselijk. Studenten met eerder of elders verworven competenties kunnen een vrijstellingsverzoek of een verzoek tot een afwijkend programma indienen bij de examencommissie die daarover beslist. De opleiding heeft onderkend dat veel studenten bij de start van de opleiding een motivatieprobleem hebben. Met ingang van het studiejaar 2007–’08 hebben docenten daarom met elke kandidaat-student een intake gesprek van minimaal een half uur over de studiekeuze, de motivatie en over hetgeen van de student wordt verwacht. Mocht in dat gesprek blijken dat een student niet geschikt is, dan wordt inschrijving dringend ontraden. Er bestaat geen verwante mbo opleiding voor de bachelor V&M. Blijkens de SSS 2006 is 83% van de studenten tevreden over de aansluiting op de vooropleiding.
Oordeel: goed Het auditteam is op basis van zijn analyse en de gesprekken die het heeft gevoerd van oordeel dat de opleiding een programma aanbiedt dat in voldoende mate aansluit bij de kwalificaties van instromende studenten. Het auditteam stelt met genoegen vast dat de opleiding adequate maatregelen zijn genomen om de motivatie en studiekeuze van de kandidaat studenten te beoordelen en op basis daarvan deze te adviseren. Het auditteam beoordeelt dit initiatief als goed.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede20
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 EC) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding? Bevindingen Zoals al beschreven hanteert Saxion als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en elke bacheloropleiding opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Daarmee voldoet elke bacheloropleiding van Saxion aan de formele eis van 240 EC’s met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo bachelor opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van de curriculumopbouw vastgesteld dat dit ook geldt voor de opleiding V&M. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding V&M een omvang heeft van 240 EC’s.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede21
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen 2.7.1. Didactisch concept versus doelstellingen De opleiding kent vanaf de start het uitgangspunt van praktijkgerichtheid, waarbij de combinatie van theorie en praktijk essentieel is. Er is een grote diversiteit aan disciplines en werkvormen: modulair onderwijs, projecten, integratiemomenten, beroepsgericht leren via complexe authentieke opdrachten, de meesterproef bij afstuderen en het individueel uitvoeren van een onderzoeksopdracht die is gericht op de vastgoedpraktijk. De vorming van de Academie ROB in 2004 waarbij vijf opleidingen werden geclusterd en het instellingsbrede besluit tot het invoeren van het model van de persoonlijke leerweg hebben ertoe geleid dat één didactisch model is ontwikkeld voor de gehele academie. Dit is opgenomen in de innovatiekalender van de academie. Hierdoor is er sprake van een gezamenlijk ROB onderwijsconcept. 2.7.2. Aansluiting van werkvormen bij het didactisch concept De werkvormen zoals die hierboven zijn genoemd sluiten aan bij het didactisch concept van combinatie van theorie en praktijk en waarborgen dat de doelstellingen van de opleiding haalbaar zijn. 2.7.3. Naaste toekomst Op het moment dat het onderwijsconcept van de persoonlijke leerweg volledig is doorgevoerd, zullen de opleidingen beter op elkaar zijn afgestemd. Het onderwijs zal dan optimaal zijn geflexibiliseerd: studenten kunnen kiezen voor een eigen studietempo en leerroute, zowel binnen als buiten de academie, maar wel binnen de randvoorwaarden die de academie stelt. Verbreding, multidisciplinair samenwerken en overstappen voor studenten binnen de ROB is dan gemakkelijk te realiseren; stage, afstuderen en minor zijn dan logisch geïntegreerd in het onderwijs(aanbod) en het leerproces en de beroepspraktijk is optimaal betrokken bij het onderwijs. Dit onderwijsmodel zal in 2008 volledig zijn ingevoerd bij de opleiding. Oordeel: goed Het auditteam heeft kennisgenomen van het didactisch concept en de daarbij gebruikte werkvormen op het moment van de audit, half mei 2007. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van de plannen voor de naaste toekomst en beoordeelt deze als een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie. Het auditteam ziet dat er hard wordt gewerkt aan het invoeren van methodiek van de persoonlijke leerweg. Op basis van deze bevindingen is het auditteam van oordeel dat de afstemming tussen vorm en inhoud nu al, maar zeker voor de naaste toekomst, als goed kan worden gekwalificeerd.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede22
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen In het onderwijsprogramma is aangegeven wat, hoe, wanneer en door wie wordt getoetst. De wijze van toetsing staat aangegeven in de modulebeschrijvingen, projecthandleidingen en stage- en afstudeerhandleiding. Deze zijn in het bezit van de studenten. Het niveau van de toetsing is afgestemd op de geformuleerde leerdoelen, productspecificaties en de beoordelingscriteria uit de stage- en afstudeerhandleiding. De toetsing in de propedeuse is vooral oriënterend en selecterend en heeft in de hoofdfase een verdiepend karakter. Als toetsvormen kent de opleiding schriftelijke tentamens, presentaties, beoordeling van werkstukken en rapporten. Beroepsgerichte kennis en vaardigheden krijgen aandacht via het praktijkgerichte karakter van de opleiding door het geven van feedback in de vorm van formatieve toetsing. De toetsmomenten zijn duidelijk vastgelegd: de 9e week van een kwartiel is een studieweek en in de 10e week wordt summatief getoetst. Elke summatieve toets heeft een ‘waarde’ van tenminste 3 EC’s. Herkansing is mogelijk in het daarop volgende kwartiel. Uit de SSS 2006 blijkt 91% van de studenten tevreden te zijn over de kwaliteit van de toetsen. In het studiejaar 2008-’09 zal voor de propedeuse en in studiejaar 2009 – ’10 zal voor de gehele hoofdfase de toetsing zijn gebaseerd op competenties en plaatsvinden aan de hand van vooraf gedefinieerde prestatieindicatoren. De opleiding heeft deze inmiddels vastgelegd. Vanaf het studiejaar 2007-‘08 zullen deze prestatie indicatoren de basis vormen voor de beoordeling binnen de persoonlijke leerweg. Vanaf dat moment zal ook het docentonafhankelijk toetsen zijn doorgevoerd. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen van oordeel dat thans al sprake is van het adequaat toetsen van studenten door middels van examens, beoordelingen en presentaties. Dit zal worden versterkt wanneer in de toekomst binnen het model van de persoonlijke leerweg de toetsing geschiedt op basis van competenties.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede23
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende. Het team doet dit op basis van het navolgende: 1. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding aantoonbare banden heeft met de beroepspraktijk, dat kennisontwikkeling van studenten geschiedt via vakliteratuur, dat actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk in het onderwijs worden verwerkt en dat de opleiding de ontwikkeling van beroepsvaardigheden waarborgt. 2. Het auditteam is van oordeel dat het programma een adequate vertaling is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen, dat deze eindkwalificaties adequaat zijn vertaald in leerdoelen en dat de student in staat moet worden geacht om de eindkwalificaties te halen. 3. Het auditteam is van oordeel dat het studieprogramma in zowel verticale als horizontale zin samenhangend is en dat er samenhang is tussen het binnenschoolse en buitenschoolse deel van het programma. Het auditteam heeft het vertrouwen dat dit in de toekomst geborgd zal blijven. 4. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding er zorg voor draagt dat studenten in voldoende mate op de hoogte zijn van de “zwaarte” van het programma en aan hen gestelde eisen en dat belemmerende factoren zoveel mogelijk worden weggenomen. Met het invoeren van de persoonlijke leerweg en het versterken van de studieloopbaanbegeleiding zal de studeerbaarheid verder toenemen. 5. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding een programma aanbiedt dat aansluit bij de kwalificaties van instromende studenten, terwijl adequate maatregelen zijn genomen om de motivatie en studiekeuze van de kandidaat studenten te beoordelen. 6. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding Vastgoed & Makelaardij een omvang heeft van 240 EC. 7. De auditteam is van oordeel dat de afstemming tussen vorm en inhoud nu al, maar zeker voor de naaste toekomst, als voldoende kan worden gekwalificeerd. 8. Het auditteam is van oordeel dat sprake is van het nu en in de toekomst adequaat toetsen van studenten door middel van examens, beoordelingen en presentaties.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede24
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen De Academie ROB heeft, in navolging van alle andere academies binnen Saxion Hogescholen, zijn personeelbeleid geformuleerd. Daarin staat de competentieontwikkeling van personeel centraal. Sterk stijgende studentenaantallen hebben een zware wissel getrokken op het personeel van de opleiding V&M. Als reactie op de toename van vraag naar expertise op het gebied van vastgoedmanagement zijn in 2005 vijf nieuwe docenten aangetrokken. De opleidingscoördinator voor de opleiding V&M heeft in december 2006 een formatieplan opgesteld. Uit dit formatieplan komt naar voren dat er ruimte is voor vier vacatures op het gebied van economie en vastgoedmanagement. Twee vacatures zijn inmiddels vervuld en aan de invulling van nog twee vacatures wordt op het moment van de audit (juni 2007) gewerkt. Uit analyse van de cv’s van docenten blijkt dat twaalf van de dertien docenten recente ervaring hebben bij of nog zijn verbonden aan organisaties die representatief zijn voor het werkveld (makelaardij, overheid, adviesorganisatie, woningcorporatie). Negen van hen hebben een academische en vier een hbo-opleiding. Bij het aantrekken van nieuw personeel is en wordt aandacht gegeven aan hun verankering in de beroepspraktijk: docenten moeten recentelijk in de beroepspraktijk werkzaam zijn geweest of daar nog werkzaam zijn. De opleiding onderkent dat dit niet eenvoudig is, wat mede wordt veroorzaakt door het salaristechnisch moeten inpassen van geschikte kandidaten. Tijdens de audit heeft het auditteam met de academiedirecteur en teamcoördinator ad interim gesproken over de inzet van het personeel. Daarbij is duidelijk geworden dat het beleid rond de competentieontwikkeling van het personeel ten tijde van de audit nog niet was vastgelegd. Het auditteam heeft de opleiding uitgenodigd dit te doen, wat heeft geleid tot een ‘Teamontwikkelingsplan 2007-2012’ dat op 1 oktober2007 aan het auditteam is aangeboden. In dit teamontwikkelingsplan geeft de opleiding een analyse van de noodzakelijke competenties van docenten en de aanwezige competenties binnen het team Vastgoed & Makelaardij. Zij doet dit om de formatie competentie georiënteerd te kunnen ontwikkelen. De vijf noodzakelijke competenties die de opleiding voor ogen heeft zijn: inhoudelijk deskundige, coach, beoordelaar, onderzoeken en transfermedewerker. (Zie verder § 3.3, hierna). In het teamontwikkelingsplan van 30 september 2007 schrijft de opleidingscoördinator dat het managementteam het als zijn verantwoordelijkheid ziet om na het vertrek van de interim-manager de continuïteit van de leiding te waarborgen en de kwaliteit van het team in de toekomst blijvend te borgen. Oordeel: voldoende Op basis van bovenstaande analyse en bevinding stelt het auditteam vast dat het onderwijs in grote mate wordt verzorgd door personeel dat op basis van eigen werkervaring en relaties op een duidelijke wijze een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De opleiding heeft adequaat gereageerd op de vraag van het auditteam om het beleid rond de kwaliteiten en de kwantiteit van het team Vastgoed & Makelaardij integraal op papier te zetten. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat dit beleid, nu daartoe door het management van de academie is besloten, ook nadat de coördinator ad interim zal zijn opgevolgd, zal worden voortgezet.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede25
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen 3.2.1. Algemeen Saxion heeft op instellingsniveau het personeelsbeleid ontwikkeld en vastgelegd in de nota ‘Personeelsplanning’ (nov. 2004). De doelstellingen van dit beleid zijn verwoord in tien ijkpunten. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren dit uit. Met betrekking tot de kwantiteit geldt dat de opleiding in haar personeelsplan heeft vastgelegd aan welke kwantitatieve eisen het personeelsbestand moet voldoen om de gewenste kwaliteit te verzorgen. De academies hebben in hun eigen personeelsplan de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwantiteit (en kwaliteit) van het personeel beschreven en aangeduid wat de noodzakelijk geachte hoeveelheid personeel zou moeten zijn. Voor de kwantitatieve personeelspanning geldt de afspraak dat in principe 70% van de formatie wordt ingevuld door medewerkers met een vaste aanstelling en 30% van de formatie flexibel is. Daarnaast geldt de afspraak dat 70% van de formatie wordt ingezet voor het onderwijs, 20% voor beheer en 10% voor beleid. De academiedirecteur werft en selecteert zijn eigen personeel. Dit doet hij in samenspraak met de Dienst P&O van Saxion, die het proces bewaakt en ondersteunt. Daarbij wordt ook gelet op te herplaatsen docenten. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het personeelsbeleid. De integrale personeelsplanning moet maatwerk opleveren voor Saxion, haar academies en diensten. In de (meerjaren)begroting, de Management Review (het jaarverslag) en managementrapportage (marap) beschrijven de academiedirecteuren en de RvB de ontwikkeling en de voortgang ten aanzien van het personeelsbeleid. De Dienst P&O biedt daarbij ondersteuning. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwantiteit van het personeel en de eventuele knelpunten. Samen zoeken zij naar oplossingen om personele problematiek aan te pakken. Wanneer dat mogelijk is worden problemen direct opgelost. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond dat Saxion, door het voeren van integraal personeelsbeleid er voor zorgt, dat op alle academies en opleidingen voldoende personeel wordt ingezet om de gewenste kwaliteit te verzorgen. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt dat de RvB op basis van de begroting en de informatie uit maraps en de Management Review regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid op academie- en opleidingsniveau. Uit deze verslagen blijkt ook dat Saxion aan academies, waar dat noodzakelijk was, extra ruimte heeft geboden om versneld personeel aan te trekken. 3.2.2. De opleiding V&M In het formatieplan van de opleiding V&M is een analyse opgenomen van de formatie, de leeftijd van het personeel, een overzicht naar geslacht en naar functie-indeling. Duidelijk is dat de onderbezetting in formatie die in 2006 werd vastgesteld bijna volledig is ingelopen. Ten tijde van de visitatie lopen nog twee wervingsprocedures. De instroom van studenten stabiliseert thans rond de 130 per jaar.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede26
Oordeel: voldoende Gezien de stabilisering van de instroom en het centrale beleid om voldoende middelen beschikbaar te stellen is het auditteam van oordeel dat de opleiding thans in staat is voldoende personeel in te zetten om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede27
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen 3.3.1. Algemeen Zoals al bij facet 3.2. is beschreven heeft Saxion op instellingsniveau het personeelbeleid ontwikkeld en vastgelegd en de doelstellingen van dit beleid verwoord in een tiental ijkpunten. Met betrekking tot de kwaliteit van het personeel zijn er ijkpunten rondom de inhoud van het personeelsplan, het vastleggen van de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten van het personeel, het uitvoeren van gesprekken in de gesprekscyclus en het opstellen van een scholingsplan. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren die uit. In hun eigen personeelsplan beschrijven de academies de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit en kwantiteit van het personeel en duiden aan wat de noodzakelijk geachte kwaliteit van het personeel in de toekomst zou moeten zijn. Met behulp van een digitaal invulformulier ten behoeve van het verzamelen van kwalitatieve personeelsgegevens stellen de academies de aanwezige en gewenste kwaliteit vast. Dit formulier heeft de hogeschool in 2006 in een aantal pilots getoetst en in 2007 in de hele organisatie ingevoerd. Saxion heeft de functieprofielen van alle voorkomende functies beschreven en vastgelegd in het Saxion Functiegebouw (augustus 2005). Alle medewerkers van Saxion zijn op basis hiervan ingedeeld. De academies van Saxion hanteren een gesprekscyclus bestaande uit een plangesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek. Beleid hieromtrent heeft Saxion vastgelegd in de nota ‘Gesprekscyclus’. In de verschillende gesprekken maken medewerker en leidinggevende resultaatafspraken en worden afspraken gemaakt over de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker op de korte en lange termijn (POP). Door het opstellen van het functiegebouw in 2005 en het indelen van alle medewerkers is duidelijk welke eisen er worden gesteld aan de verschillende functies en wat er derhalve van de medewerkers wordt verwacht. Directeuren, managers en overige leidinggevenden zijn geschoold in het voeren van bovengenoemde gesprekken. De academiedirecteuren en de RvB beschrijven in de (meerjaren) begroting, de Management Review en de marap de ontwikkeling en de voortgang ten aanzien van het personeelbeleid. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwaliteit van het personeel en de uitvoering van het personeelbeleid met betrekking tot de gesprekscyclus en de scholing en ontwikkeling van het personeel. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion werkt aan integraal personeelbeleid om er voor te zorgen, dat op alle academies en opleidingen het personeel voldoende gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De instrumenten die Saxion daarvoor heeft ontwikkeld: de digitale vragenlijst, de indeling van het personeel volgens het functieboek en de gesprekscyclus zorgen ervoor dat de academies zicht hebben op de aanwezige en gewenste kwaliteit van het personeel, dat de leidinggevende regelmatig met de medewerkers spreekt over functioneren, gewenste ontwikkelingstrajecten en dat (resultaat)afspraken daarover worden vastgelegd. Uit maraps, voorjaarsnota’s en (meerjaren)begrotingen blijkt dat over ontwikkeling en voortgang van het personeelbeleid en kwaliteit personeel wordt gerapporteerd. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de informatie uit de verschillende rapportages regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelbeleid op academie en opleidingsniveau.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede28
Op instellingsniveau is er geen scholingsplan. Wel heeft Saxion instellingsbreed ten aanzien van deskundigheidsbevordering een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Zo verzorgt Saxion sinds 2006 een eigen cursus voor nieuwe docenten en vanaf begin 2007 een training studieloopbaanbegeleiding. (zie over studieloopbaanbegeleiding ook bij facet 4.2.) Daarnaast heeft het lectoraat en de kenniskring ‘Assessment’ cursussen ontwikkeld in het kader van ‘Assessment voor HBO-docenten’. Deze cursussen worden vanaf 2007 ingezet. 3.3.2. De opleiding V&M De samenvattende conclusie van de academiedirecteur is dat de opleiding V&M uit haar pioniersfase is en verdere professionalisering van de snel gegroeide docentenformatie nodig is. In het formatieplan heeft de teamcoördinator een overzicht van de kwaliteiten en opleidingswensen van de medewerkers van de opleiding V&M vastgelegd. In 2006 is hiervoor een nulmeting gedaan met betrekking tot de docentcompetenties. De analyse van de nulmeting heeft in 2007 geleid tot een teamontwikkelingsplan. In dit teamontwikkelingsplan 2007-2012 legt de opleiding vast op welke manier acht P&O-instrumenten samen leiden tot de gewenste competenties binnen het team Vastgoed & Makelaardij. De belangrijkste acties die worden genoemd zijn: (i) het gewenste competentieprofiel vaststellen en in aansluiting daarop dit vertalen in een concreet teamontwikkelingsplan en concrete persoonlijke ontwikkelingsplannen, (ii) de bemensing en teamsamenstelling aanpassen en investeren in de aanwezige medewerkers, (iii) de functie van teamcoördinator beschrijven, toevoegen aan het functieboek en deze functie blijvend invullen en (iv) zorgen voor de juiste taaktoedeling aan de docenten en medewerkers binnen het team Vastgoed & Makelaardij, zowel wat betreft onderwijstaken als algemene taken. De opleiding heeft vastgesteld dat veel docenten vanuit de beroepspraktijk in het onderwijs zijn ingestroomd en dat zij daarom op het gebied van didactiek, methoden & technieken, studieloopbaanbegeleiding en internationalisering hun deskundigheid moeten versterken. Gegeven de snelle veranderingen binnen het domein van vastgoed en makelaardij is ook bijscholing op het terrein van corporate real estate management wenselijk. Hiervoor is een scholingsplan opgezet. In de meerjarenbegroting, die de opleiding overlegt, zijn hiervoor middelen vrijgemaakt. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van deze bevindingen van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijzend personeel voor zover het de beroepsinhoud betreft voldoende is maar dat de onderwijskundige en organisatorische kennis nog zal moeten worden versterkt. Het personeel voldoet nu al wel aan de basiskwaliteit. Gezien het verbeterplan dat hiervoor is opgesteld, als onderdeel van het academiebrede innovatieplan heeft het auditteam er vertrouwen in dat het personeel binnen enige tijd kan worden beschouwd als goed gekwalificeerd om naast de inhoudelijke realisatie ook de onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma voor zijn rekening te nemen. Het auditteam stelt vast dat de inzet van het personeel in kwalitatieve zin helder en duidelijk is beschreven in het teamontwikkelingsplan en oordeelt dat de opleiding daarmee op de goede weg is. Het auditteam beoordeelt daarom dit facet als voldoende.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede29
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Inzet van Personeel” de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende op basis van het navolgende: 1. Op basis van deze analyse en bevinding stelt het auditteam vast dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel dat in grote mate op duidelijke wijze een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 2. Gezien de stabilisering van de instroom en het centrale beleid om voldoende middelen beschikbaar te stellen is het auditteam van oordeel dat de opleiding thans is staat is voldoende personeel in te zetten om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding beschikt over voldoende gekwalificeerd personeel, dat na inmiddels gestarte bij- en nascholing, in staat is de onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma voor zijn rekening te nemen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede30
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen 4.1.1. Algemeen Binnen Saxion worden de huisvestingsvoorzieningen in overleg met de gebruikers centraal georganiseerd. Daarvoor heeft Saxion een ‘Ruimteverdeelmodel’ (2002) opgesteld met normering van de ruimtebehoefte. Jaarlijks inventariseert de dienst Facilitair Bedrijf (FB) wat de onderwijsruimtebehoefte inclusief het medewerkersdeel is. Voor nieuwe activiteiten moeten de academies contact opnemen met Bureau Roostering en Planning en FB. Over de materiële voorzieningen en het beheren van de ruimten zijn in het ruimteverdeelmodel ook afspraken vastgelegd. Alle materiële voorzieningen die in de gemeenschappelijke ruimten op de locaties Enschede en Deventer benodigd zijn beheert Saxion op centraal niveau. Voor de locatie Apeldoorn, waar alleen het Hoger Hotelonderwijs is gevestigd, is dit niet van toepassing. Ook wettelijke en NEN normen zijn in het ruimteverdeelmodel opgenomen. De lange termijnvisie op het huisvestingsbeleid heeft Saxion vastgelegd in het ‘Lange termijn Huisvestingsplan 2006-2011’ (juli 2006). Hierin wordt een integraal huisvestingsbeleid gepresenteerd, waarin alle kwalitatieve en kwantitatieve huisvestingsaspecten worden meegenomen. Doelstelling van het huisvestingsbeleid is het creëren van een ‘open transparante stimulerende werkomgeving’ (OTSWO). De besluitvorming over de jaarlijkse toekenning van de hoeveelheid ruimte en de materiële voorzieningen aan de academies vindt plaats in het bilateraal overleg tussen RvB en de directeur FB. Waar nodig bespreekt de RvB in het bilateraal overleg met de academiedirecteuren eventuele knelpunten. Na de toekenning zijn de academies vervolgens vrij in het naar eigen inzicht verdelen en indelen van die ruimte en het gebruik van de materiële voorzieningen. Op basis van de toepassing van het ruimteverdeelmodel heeft de dienst FB jaarlijks een compleet inzicht in de ruimtetoewijzingen aan academies en diensten. Door bezettingsonderzoeken heeft de dienst FB tevens inzicht in het feitelijke gebruik van toegewezen ruimten. De Stuurgroep Huisvesting, waarin ook directeuren van academies en diensten participeren, evalueert regelmatig de werking van het ruimteverdeelmodel. Ook het beleid voor de informatie- en ict-voorzieningen wordt door Saxion in hoge mate op instellingsniveau ontwikkeld, uitgevoerd en geborgd. Het ict-regie ligt in handen van de directie van de dienst Onderwijs&Student (O&S). De implementatie van het ict-beleid vindt plaats door het Informatiseringscentrum van Saxion en door de ict-contactpersonen van de academies en diensten. Intensief contact en overleg met ict-contactpersonen per academie en dienst zorgen er voor dat de ict voorzieningen afgestemd zijn op de specifieke eisen die het onderwijs en de dienstverlening stellen. De regiegroep ict, waarin het management van de academies en diensten zitting heeft, fungeert als een overlegplatform ten behoeve van de besluitvorming. In het ‘Informatiebeleidsplan 2006-‘09’ heeft Saxion de ontwikkelingen tot en met 2010 beschreven. Voorafgaand aan de vaststelling door de RvB is dit plan besproken in het Saxion Management Overleg (SMO) met de directeuren van de academies en diensten. De directeur van de dienst O&S bespreekt in het bilateraal overleg met de RvB over het ict-beleid en gewenste/noodzakelijke verbeteringen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede31
In de bestaande evaluatieonderzoeken van Saxion (Saxion Student Survey (SSS), onderwijsevaluaties op opleidingsniveau en medewerkertevredenheidsonderzoek op academieniveau) wordt de tevredenheid over de huisvesting en het gebruik van ICT voorzieningen gemeten. Daarnaast kent het Informatiseringscentrum van Saxion eigen evaluatie-instrumenten. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion door jaarlijks integraal te bekijken wat er nodig is aan ruimte en materiële voorzieningen, ervoor zorgt dat voorzieningen op elke academie en opleiding toereikend zijn om de onderwijsprogramma’s ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het ‘Ruimteverdeelmodel’ (2002) is daarvoor een goed instrument. In het ‘Lange termijn Huisvestingsplan’ en ‘Informatiebeleidsplan 2006-‘09’ heeft Saxion haar lange termijnvisie helder beschreven. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen van de RvB met de academiedirecteuren blijkt dat de RvB met deze directeuren regelmatig spreekt over de benodigde materiële voorzieningen en noodzakelijke en gewenste verbeteringen. 4.1.2. De Academie ROB en de opleiding V&M In de zomervakantie van 2006 heeft het academiebeleid ten aanzien van de materiële voorzieningen geleid tot een verbouwing. Daarbij is een nieuwe ruimte gecreëerd voor de medewerkers van de Academie ROB gebaseerd op het principe van flexibele werkplekken. Meubilair, telefoonsysteem en computers zijn daarbij vervangen. Voor studenten zijn flexplekken voor projecten gecreëerd. De werkplaats voor maquettebouw is vervangen door het computerprogramma SketchUp. Uit de SSS 2006 blijkt dat > 70% van de V&M studenten tevreden is over de ruimtes voor hoorcolleges en practicumfaciliteiten, maar minder tevreden over de ruimtes voor groepsopdrachten en zelfstudie. De opleiding wijdt dit aan het feit dat vooral tijdens de spitsuren deze ruimtes volledig bezet zijn. Er zijn geen plannen om het aantal ruimtes nog verder uit te breiden. Tijdens de audit heeft het auditteam de studieruimten gezien. Het team is van oordeel dat de academie en de opleiding op een moderne manier is gehuisvest. In de bibliotheek zijn in principe de meest voorkomende boeken en tijdschriften aanwezig, zij het dat deze niet als één vakgebied zijn terug te vinden, doch versnipperd over meer vakgebieden. Het auditteam kan zich voorstellen dat een kleine eigen werkvoorraad van de meest gebruikte boeken bij de opleiding handzaam is. Oordeel: voldoende Op basis van bovenstaande bevindingen en de waarneming tijdens de audit is het auditteam van oordeel dat zowel de huisvesting als de materiële voorzieningen toereikend zijn om het onderwijs van de opleiding V&M op het gewenste kwaliteitsniveau te verzorgen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede32
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen 4.2.1. Algemeen beleid Saxion Hogescholen streeft naar een persoonlijke leerweg voor elke student met toepassing van de instrumenten startgesprek/ verkenningsprogramma, studiecontract, persoonlijk ontwikkelingsplan (pop), portfolio en studieloopbaanbegeleiding(slb). Om dit uit te werken heeft Saxion in 2003 het project ‘persoonlijke leerweg’ (plw) opgezet. De inhoudelijke uitgangspunten zijn vastgelegd in de ‘Integrale rapportage Instrumenten plw’ (maart 2006). De vijf kerninstrumenten van de plw worden gefaseerd binnen de academies en opleidingen ingevoerd. In het kader daarvan is Saxion in 2006-‘07 gestart met vier zogenoemde ‘proeftuinen kerninstrumenten plw’. De betreffende academies doen ervaring op met het werken met de instrumenten. Slb vormt daarin de spil. Andere academies hadden de mogelijkheid om in het studiejaar 2006-‘07 ook reeds de kerninstrumenten in te zetten. Op basis van de ervaringen in de proeftuinacademies worden vanaf studiejaar 2007-‘08 de kerninstrumenten overlag ingevoerd. In het Saxion-brede model voor de OER heeft Saxion op instellingsniveau zaken rondom studieloopbaanbegeleiding en studieadvisering vastgelegd. Daarin beschrijft Saxion waar de studieloopbaanbegeleiding tenminste aan moet voldoen in de propedeutische en postpropedeutische fase met betrekking tot de gesprekken en de verslaglegging. Ook zijn regels geformuleerd met betrekking tot studieadvisering en een negatief studieadvies. Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. Ter ondersteuning van de studieloopbaanbegeleiding kent Saxion een studentvolgsysteem: Volg+. De professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding wordt vormgegeven door cursussen die op Saxionniveau worden aangeboden aan medewerkers die de taak van slb’er uitvoeren. Saxion zal de medewerkers die de taak van slb’er op het vereiste niveau uitvoeren gaan certificeren. Over de wijze waarop de academie vorm geeft aan het beleid met betrekking tot de studieloopbaanbegeleiding vindt periodiek overleg plaats in het bilaterale overleg tussen RvB en academiedirecteuren op basis van de Management Review. De evaluatieresultaten van de SSS worden eveneens in het overleg betrokken. Binnen het project plw vindt voortdurende evaluatie en ontwikkeling van de zogenaamde ‘kerninstrumenten’ plaats. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion werkt aan integraal beleid met betrekking tot de plw. In de ‘Integrale Rapportage Instrumenten plw’ heeft Saxion duidelijk beschreven welke vijf kerninstrumenten de academies en opleidingen hanteren, dan wel gaan hanteren, waarmee de academies en opleidingen zorgen dat de studiebegeleiding adequaat is met het oog op de studie-voortgang. Door medewerkers te scholen als slb’er en hen daarvoor te certificeren zorgt Saxion ervoor dat deze medewerkers voldoende competent zijn voor de uitvoering van hun begeleidende taak. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt dat de RvB met de academiedirecteuren spreekt over de studieloopbaanbegeleiding die de academie en opleiding biedt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede33
4.2.2. Doeltreffendheid van de studiebegeleiding en de informatievoorziening Binnen de opleiding V&M wordt op het moment van de audit gewerkt met een studieloopbaandossier. In dit dossier worden de verslagen met betrekking tot de studiekeuze en verwachtingen, analyse van het beroepenveld die de student opstelt, reflectie op de persoonlijke ontwikkeling, functioneren en samenwerken en persoonlijke leerdoelen vastgelegd. De sbl’er adviseert en begeleidt de student daarbij. De dossiers zijn in het bezit van de studenten en worden enkele malen per jaar opgevraagd door de docenten. In de toekomst zal het digitaal portfolio en het persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) voor studenten worden ingevoerd. 4.2.3. Aansluiting studiebegeleiding en informatievoorziening aan wensen van studenten Informatie over de studiebegeleiding wordt aan studenten verstrekt tijdens voorlichtingsbijeenkomsten (introducties, stagevoorbereiding, stageterugkomdagen) en tijdens ondersteunende colleges. Aankomende studenten krijgen informatie over de studiebegeleiding via brochures, open dagen en voorlichting op v.oscholen. In de informatie wordt met nadruk aandacht gegeven aan het feit dat de opleiding geen ‘makelaarsopleiding’ is, maar een veel breder profiel kent. Uit de studieloopbaangesprekken blijkt dat deze voorlichting toereikend en realistisch is. Uit de SSS 2006 blijkt dat studenten ontevreden zijn over de studieloopbaanbegeleiding. Zij hebben veel moeite met de eigen planning, het zelfstandig werken en het grote beroep op de eigen verantwoordelijkheid en wensen meer begeleiding. Docenten onderkennen dat het moeilijk is om studenten te motiveren en alert te krijgen. Via projecten trachten zij duidelijk te maken wat de relevantie is van verschillende theoretische vakken. De opleiding heeft op de klacht van studenten gereageerd door, in lijn met het hogeschoolbrede beleid slb’ers te werven en een duidelijk onderscheid te maken in de rollen van docent-tutor die de inhoudelijke begeleiding verzorgt en de slb’er die de procesbegeleiding verzorgt. De opleiding V&M zal in 2008 het model van de persoonlijke leerweg hebben ingevoerd. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen en gesprekken met docenten en studenten van oordeel dat de opleiding voldoende aandacht geeft aan de studiebegeleiding en adequate maatregelen heeft genomen om deze te verbeteren op basis van signalen van studenten. In de toekomst zal de studieloopbaanbegeleiding naar verwachting nog sterker zijn ingebed in het hele onderwijsproces.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende op basis van het navolgende: 1. Het auditteam is van oordeel dat zowel de huisvesting als de materiële voorzieningen toereikend zijn om het onderwijs van de opleiding V&M op het gewenste kwaliteitsniveau te verzorgen. 2. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding voldoende aandacht geeft aan de studiebegeleiding en adequate maatregelen heeft genomen om deze te verbeteren.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede34
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen 5.1.1. Algemeen Saxion hanteert sinds 2002 een set kengetallen en daarbij behorende streefcijfers voor de bacheloropleidingen. Deze streefcijfers representeren de doelstellingen op instellingsniveau. In 2004 heeft Saxion deze kengetallen geactualiseerd en vastgelegd in de nota ‘Saxion Kengetallen’ (sept. 2004). Saxion heeft toetsbare streefdoelen vastgelegd voor de tevredenheidsonderzoeken op instellingsniveau. Deze hebben geresulteerd in kengetallen ‘studenttevredenheid’ en ‘alumnitevredenheid’. Op instellingsniveau neemt Saxion elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) af. Daarnaast benadert Saxion al haar alumni na hun afstuderen voor een oordeel over de gevolgde opleiding, door hen te vragen mee te werken aan de HBO-monitor dan wel aan het Saxion Alumni Onderzoek. Deze onderzoeken vinden één maal per twee jaar plaats, waarbij in het ene jaar de HBO-monitor wordt afgenomen en in het andere jaar het eigen Saxion Alumnionderzoek plaatsvindt. De Afdeling Onderwijsontwikkeling & Kwaliteitszorg (O&K) van de dienst Onderwijs & Student coördineert deze onderzoeken en rapporteert over de uitkomsten. De uitkomsten van deze Saxion onderzoeken worden in het Saxion Management Overleg (SMO) besproken. Indien noodzakelijk leiden deze uitkomsten tot verbetermaatregelen of nader onderzoek naar mogelijke oorzaken. Tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers en werkveld vinden nog niet plaats op centraal niveau. Iedere academie stelt een operationeel evaluatieplan op, waarmee onder andere de opleidingen periodiek geëvalueerd worden. De academie moet de Saxion streefdoelen hanteren en wordt gestimuleerd om, daar waar het niet mogelijk is om deze streefdoelen te behalen, met argumenten aan te geven welke afwijkingen nodig zijn. Ook voor de eigen evaluaties moet de academie passende streefdoelen vaststellen. Een samenvatting van het operationele evaluatieplan is een vast onderdeel in het businessplan van de academie. Dit businessplan wordt in het bilateraal overleg door de RvB goedgekeurd. Saxion hanteert een pdca-cyclus, waarin is vastgelegd dat iedere academie beleid opstelt, uitvoert en regelmatig evalueert. Ieder jaar wordt een pdca-kalender opgesteld, waarin Saxion de belangrijke data vermeldt en beschrijft wat de aandachtspunten op instellingniveau en de hoofdthema’s zijn van de bilaterale overleggen tussen RvB en (academie) directeuren in het betreffende jaar. Academies stellen jaarlijks een Management Review op waarin ze verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de gerealiseerde resultaten. Het SKB (‘Saxion Kwaliteitskader Bacheloropleidingen’) vormt het referentiekader voor deze Management Review. Het bevat 33 door Saxion vastgestelde items en daaraan gekoppelde ijkpunten. Daarin vermelden zij bij elk item expliciet wat zij hebben gedaan in de pdca-cyclus. Bij de items 26 - ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’, 27 - ‘evaluatie resultaten’, 28 - ‘maatregelen tot verbetering’ en 30 - ‘tevredenheid’ geven zij ook nog een aparte beschrijving van de uitgevoerde en geplande kwaliteitszorg binnen de academie en de opleiding. De bilaterale overleggen vinden drie maal per jaar plaats en betreffen de beleidsontwikkeling, uitvoering en realisatie van verbeterbeleid op basis van het businessplan, respectievelijk (meerjaren) begroting, het daarin beschreven evaluatieplan en de Management Review.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede35
De afdeling O&K adviseert en ondersteunt bovenstaande processen op de academies en binnen de opleidingen. Een aantal academies en diensten heeft een aparte kwaliteitszorgfunctionaris aangesteld, anderen hebben de verantwoordelijkheid voor de interne kwaliteitszorg bij een van de twee managers gelegd of hebben daar een docent of medewerker voor vrijgeroosterd. De kwaliteitszorgfunctionarissen vormen tezamen met beleidsmedewerkers van de afdeling O&K, het Saxion Overleg Kwaliteitszorg (SOK). In dit overleg spreken zij over de uitvoering van de evaluaties. Dit overleg vindt circa iedere zes tot acht weken plaats. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion op centraal niveau kengetallen en streefcijfers heeft vastgesteld, die de academies en opleidingen gebruiken bij het evalueren van hun opleiding. Aangetoond is dat de Saxion Studentsurvey (SSS), het Saxion Alumni onderzoek en de HBO-monitor tweejaarlijks plaats vinden en dat de uitkomsten worden geanalyseerd en besproken met de academiedirecteuren. Het SKB borgt dat de academies en opleidingen jaarlijks in hun Management Review rapporteren over de evaluatie van het beleid. Uit de planning en de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB jaarlijks met de academiedirecteuren spreekt over de Management Review. Opleidingsspecifieke evaluaties zoals moduulevaluaties al dan niet gekoppeld aan het functioneren van de docenten vinden plaats op academie/opleidingsniveau. 5.1.2. De academie en de opleiding V&M De academie beschikt over een evaluatieplan waarin is vastgelegd welke meetinstrumenten en onderzoeken worden gebruikt en streefcijfers zijn neergelegd met betrekking tot student- en alumnitevredenheid, studierendement en personele en financiële kengetallen. Onderzocht is of wordt gemeten wat men wil meten en of de meetinstrumenten daartoe volledig en voldoende dekkend zijn. Dit evaluatieplan is vanaf september 2006 in gebruik bij de opleiding V&M. De streefcijfers en kengetallen over werkveldtevredenheid en personeelstevredenheid zijn nog niet volledig. In de planning van de academie is opgenomen dat hieraan en aan het onderzoek naar de toetskwaliteit wordt gewerkt. Omdat in 2006 de eerste 29 studenten zijn afgestudeerd zijn er nog geen valide cijfers over alumni tevredenheid. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van bovenstaande bevindingen van oordeel dat de Academie ROB en de opleiding V&M voldoende aantoont dat periodiek wordt geëvalueerd aan de hand van toetsbare streefdoelen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede36
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen Onderdeel van het door de gehele instelling en de Academie ROB gehanteerde kwaliteitskader is het operationele evaluatieplan van de opleiding V&M. In dit evaluatieplan staat de ‘checkfase’ uit de pdca-cyclus beschreven. Zoals in voorgaande paragraaf is aangegeven is het evaluatieplan in september 2006 in werking getreden. In dit evaluatieplan staan de verbeterplannen beschreven die de opleiding zich voorneemt op basis van uitkomsten van diversen onderzoeken. In de ‘stand van zaken’ notitie van 21 december 2006 en in de notitie ‘onderwijsinnovatie 2006-‘07’ zijn diverse verbetermaatregelen verder genoemd en voorzien van een tijdsplanning. Van het overgrote deel van deze verbetermaatregelen loopt de planning af in de loop van het jaar 2007; deze plannen zijn dan gericht op het doorvoeren van verbeteringen in het studiejaar 2007-’08. Een van de bevindingen van de opleiding zelf is dat er tekortkomingen waren in de methodisch technische aanpak bij studenten. Hierop heeft de opleiding de component ‘methoden en technieken van onderzoek’ in het onderwijs versterkt. Tijdens de audit heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de maatregelen worden uitgewerkt en reeds een docent ‘Methoden en Technieken’ is aangetrokken. Ook het teamontwikkelingsplan dat de opleiding op verzoek van het auditteam voortvarend heeft opgesteld is te beschouwen als een verbeterplan. In dit plan is, zoals in Onderwerp 3 ‘Inzet van Personeel’ is beschreven, aangegeven welke maatregelen in de komende tijd zullen worden ondernomen op het terrein van teamontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de doelstellingen van de opleiding en de Saxion organisatie. Het auditteam ziet dat bij de opleiding V&M veel aandacht en energie wordt besteed aan het evalueren en treffen van verbetermaatregelen. Oordeel: goed Het auditteam is op basis van bovenstaande bevindingen van oordeel, dat de uitkomsten van periodieke evaluaties die de opleiding verricht, leiden tot verbeterplannen die aantoonbare verbetermaatregelen bevatten die zullen bijdragen aan het realiseren van de streefdoelen. Het auditteam beoordeelt de inzet van de opleiding om tot deze verbeteringen te komen als goed.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede37
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen 5.3.1. Algemeen Op instellingsniveau heeft Saxion de volgende afspraken vastgelegd: De medewerkers worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling, de academie en de opleiding betrokken via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), de Academieraad, de Opleidingscommissie en de Examencommissie. Daarnaast worden de medewerkers bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. (Saxion) medewerkertevreden-heidsonderzoek, Preventief Medisch Onderzoek (voorheen: PAGO) en Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)). De studenten worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling, de academie en de opleiding betrokken via de GMR, de Academieraad en de Opleidingscommissie. Daarnaast worden de studenten bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. Saxion Student Survey en studenttevredenheidsonderzoeken van de eigen academie en opleiding). De alumni worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling, de academie en de opleiding betrokken door het Saxion en/of academiespecifieke alumnibeleid en door alumnionderzoeken (o.a. Saxion Alumni Onderzoek, HBO-monitor). Het beroepenveld wordt bij de interne kwaliteitszorg van de academie en opleidingen betrokken via de beroepenveldcommissie en eventueel een Raad van Advies. In de GMR wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van twaalf personeelsleden en twaalf studenten. Ook in de Academieraad, die elke academie moet hebben, moeten personeelsleden en studenten evenredig vertegenwoordigd zijn. De GMR kent een vergadercyclus van zes weken en is een belangrijke gesprekspartner voor de RvB. De academieraden kennen hun eigen vergadercyclus. Voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan de GMR, respectievelijk de Academieraad van elke academie. De wijze waarop academies invulling dienen te geven aan de wettelijke verplichting om per opleiding een opleidingscommissie in te stellen, heeft Saxion in de Kaderregeling Opleidings-commissies vastgelegd. Het instellen van een opleidingscommissie valt formeel onder de verantwoordelijkheid van de academiedirecteur. Zoals al bij facet 5.1. is vermeld wordt op instellingsniveau elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) afgenomen. In 2005 heeft Saxion op instellingsniveau het alumnibeleid vastgelegd in de notitie ‘Saxion Alumnibeleid’, waarin de uitgangspunten, de doelen en de activiteiten van het alumnibeleid zijn beschreven. Daarnaast beschikken diverse academies over eigen alumnibeleid. Saxion benadert al haar alumni in elk geval na hun afstuderen om een oordeel te geven over de gevolgde opleiding. Alle beroepenveldcommissies komen minimaal twee maal per jaar bijeen. De diensten Algemeen Bestuurlijke Zaken (ABZ) en Onderwijs & Student (O&S) bewaken de uitvoering van het beleid ten aanzien van betrokkenheid van diverse groeperingen. Eén keer per twee jaar evalueert Saxion de werking van de beroepenveldcommissie en de opleidingscommissie bij elke opleiding. Dit gebeurt in de pcda-cyclus. Tevens beschrijven de academies jaarlijks in hun Management Review in hoeverre het voorgenomen beleid ten aanzien van dit facet binnen de academie is gerealiseerd in het voorafgaande jaar en welke verbeteracties er zijn voor het komende jaar. De RvB bespreekt met de directie van de academie tijdens het bilateraal overleg de informatie betreffende dit facet op basis van de Management Review. Tijdens de instellingsaudit is kennisgenomen van de afspraken, die Saxion heeft gemaakt met de academies
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede38
en opleidingen in het kader van het betrekken van vier genoemde geledingen. Uit de jaarverslagen en de diverse Management Reviews blijkt, dat de instelling, de academie en de opleiding V&M over de betrokkenheid van de voorgeschreven groeperingen jaarlijks rapporteert. Het SKB borgt dat deze rapportage geschiedt. 5.3.2. De Academie ROB en de opleiding V&M Binnen de opleiding V&M wordt voor de interne communicatie sedert 2004 de nieuwsbrief ‘ROB-nieuws’ verspreid onder alle medewerkers. Sedert januari 2006 kent de opleiding een beroepenveldcommissie en in januari 2007 is een nieuwe opleidingscommissie ingesteld, waarin vijftien studenten zitting hebben en elk cohort vertegenwoordigd is. Uit de verslagen van de beroepenveldcommissie en de gesprekken met docenten en studenten blijkt dat de inhoud en organisatie van de opleiding met hen wordt besproken. De Academie ROB onderhoudt de contacten met alumni via het digitale Alumniplein dat in september 2006 in gebruik is genomen. Deze digitale omgeving ondersteunt de organisatie van het beroepenveld en de academie met behulp van een up-to-date ICT omgeving. De opleiding betrekt sinds het eerste afstuderen de alumni bij de instroom en voorlichting over de opleiding. Saxion heeft een ‘Reglement Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Daaronder vallen alle klachtenregelingen, die Saxion kent. Er is een ‘Meldpunt Integriteit en Klachten’ ingesteld, dat het centrale loket binnen Saxion vormt voor alle klachten op allerlei gebied en vragen of verzoeken rondom integriteit. Bij dit meldpunt is een integriteitfunctionaris benoemd, die borgt dat de klachten worden afgehandeld. Deze integriteitfunctionaris kan ook benaderd worden voor melding van (vermoeden van) een misstand binnen Saxion Hogescholen. Tevens is er een klachtenfunctionaris studenten van Saxion Hogescholen benoemd. Voor bezwaren tegen uitspraken van de examencommissie heeft Saxion een College van Beroep Saxion Hogescholen. In het gesprek met studenten hebben dezen opgemerkt, dat zij niet bekend zijn met de vigerende klachtenregeling. De opleiding heeft dit inmiddels opgepakt. Met de opleidingscommissie is besproken dat de informatie via de nieuwsbrief wordt verbeterd. De studenten geven aan dat dit ook via de studentenvereniging Trias Loci gebeurt. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen en analyse van oordeel dat medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld in voldoende mate betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende op basis van het navolgende: 1. Het auditteam is van oordeel dat de Academie ROB en de opleiding V&M voldoende aantoont dat periodiek wordt geëvalueerd aan de hand van toetsbare streefdoelen en dat de gebruikte meetinstrumenten en onderzoeken zelf onderwerp van onderzoek zijn. 2. Het auditteam is op basis van bovenstaande bevindingen van oordeel dat de uitkomsten van periodieke evaluaties die de opleiding verricht leiden tot verbeterplannen die worden uitgevoerd. De resultaten daarvan zullen leiden tot een beter realiseren van de gestelde doelen. 3. Het auditteam is van oordeel dat medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld in voldoende mate betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede39
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen Het onderwijsprogramma is gebaseerd op de landelijke kwalificaties, waarbij de opleiding V&M heeft gekozen voor profilering in vastgoedmanagement (beheer en beleggen), makelaardij en projectontwikkeling. De opleidingscompetenties zijn hierop gebaseerd. Door toetsing in de propedeuse, de hoofdfase, het stage en afstudeerjaar wordt vastgesteld dat de student aan de landelijk geformuleerde competenties heeft voldaan. De externe auditoren hebben zelf voorafgaande aan de audit en tijdens het bezoek enkele werkstukken van afgestudeerden bestudeerd. Zij beoordelen het niveau daarvan als adequaat en kunnen zich vinden in de door de opleiding gegeven beoordelingen. Zij onderschrijven het ingezette beleid van de opleiding om de methodiek component in het onderwijs te versterken. Voor dit laatste is inmiddels een docent aangesteld, terwijl tevens aandacht wordt gegeven aan methodiek ontwikkeling bij de verdere structurering van de lectoraten binnen Saxion Hogescholen. Ook de beoordelingen van bedrijfscoaches van afstudeerders geven aan dat het door hen waargenomen niveau van handelen van voldoende niveau is. Oordeel: voldoende Het auditteam is op basis van zijn bevindingen van oordeel dat de gerealiseerde eindkwalificaties van de afgestudeerden in overeenstemming zijn met de nagestreefde kwalificaties.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede40
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen 6.2.1. Algemeen Zoals al in § 5.1. van hoofdstuk 2 is vermeld hanteert Saxion sinds 2002 een set kengetallen en daarbijbehorende streefcijfers voor de bacheloropleidingen. Deze streefcijfers representeren de doelstellingen op instellingsniveau. In 2004 heeft Saxion deze kengetallen geactualiseerd en vastgelegd in de nota ‘Saxion Kengetallen’ (sept. 2004). Vijf van deze kengetallen hebben betrekking op het onderwijsrendement: studenteninstroom, propedeuserendement, afstudeerrendement, bindend negatief studieadvies en behaalde studiepunten per studiejaar. Academies mogen beredeneerd van de streefwaarde afwijken indien wordt aangegeven op welke wijze in het tijdsbestek van enkele jaren naar de Saxion-streefwaarde wordt toegegroeid. De gegevens worden centraal bijgehouden door de dienst O&S en ter beschikking gesteld aan de academies. Saxion toetst jaarlijks de gerealiseerde waarden aan de streefwaarden. Naar aanleiding van de door de dienst O&S aangeleverde gegevens maakt Saxion in de voorjaarsnota een analyse van de rendementsgegevens en het daaruit voortkomende verbeterbeleid. De academies rapporteren over de gerealiseerde rendementscijfers en de analyse daarvan in de Management Review. Op instellingsniveau rapporteert Saxion vervolgens in haar jaarverslag over de kengetallen en de behaalde rendementen per opleiding en welke conclusies zij op basis daarvan heeft getrokken. De RvB bespreekt met de academiedirectie tijdens het bilateraal overleg de resultaten, de analyse en de eventuele afwijkingen van de streefgetallen. Waar nodig maken zij afspraken over verbeterbeleid. De regiegroep P&C cyclus draagt zorg voor de tweejaarlijkse evaluatie van de kengetallen en bijbehorende streefwaarden. De eerste evaluatie vond plaats in 2004. In 2006 heeft de regiegroep opnieuw een analyse gemaakt om te bezien of de huidige streefniveaus moeten worden gehandhaafd. In 2007 stelt Saxion de kengetallen en streefcijfers opnieuw vast. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion door het formuleren van kengetallen en streefcijfers duidelijkheid creëert in wat de instelling c.q. de academie en opleiding wil bereiken. De informatie die de academies opnemen met betrekking tot het item ‘onderwijsrendement’ in hun jaarlijkse Management Review zorgt ervoor, dat Saxion op centraal niveau goed inzicht heeft in het al dan niet behalen van de streefcijfers door alle opleidingen. In de diverse jaarverslagen en voorjaars-nota’s van Saxion en de Management Reviews van academies zijn het behaalde onderwijsrendement, de analyse van de gegevens en het verbeterbeleid duidelijk beschreven. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de informatie uit de Management Review met de academiedirecteuren spreekt over de behaalde rendementen en daarover afspraken maakt indien streefcijfers niet zijn behaald. 6.2.2. De opleiding V&M De academie en opleiding V&M hebben de streefcijfers zoals deze op het niveau van de instelling zijn geformuleerd, overgenomen en vastgelegd in het concept Evaluatieplan ROB. Deze streefcijfers zijn te vergelijken met andere opleidingen binnen de academie ROB en in die zin relevant. De opleiding heeft zicht op haar marktaandeel, maar maakt geen vergelijking met rendementscijfers van vergelijkbare opleidingen. Het gerealiseerde onderwijs bij de opleiding V&M voldoet niet aan de kwantitatieve streefcijfers die op
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede41
instellingsniveau zijn geformuleerd. De cijfers van de opleiding V&M per februari 2007 tonen aan dat het percentage studenten van een cohort dat na twee jaar de propedeuse heeft behaald (streefwaarde 70%) ongeveer op de helft van deze waarde ligt. Het aantal afwijzingen in het propedeusejaar (streefcijfer 5%) ligt rond de 14% met een uitschieter in het jaar 2004-’05 terwijl het percentage studenten dat minimaal 48 EC’s behaalt (streefwaarde 100%) op de helft ligt en de afgelopen jaren is gedaald ten opzichte van voorafgaande jaren. In het businessplan van de academie wordt onderkend dat de resultaten van de opleiding V&M achterblijven. De opleiding heeft in de propedeuse inmiddels het begeleiden van de studenten aangescherpt: hen wordt voorgehouden dat in de opleiding echt gewerkt moet worden. De opleiding zet vooral de jongere docenten in op deze contacten met studenten, vanuit de idee dat zij gemakkelijker de omslag maken naar de belevingswereld van studenten. Vanaf het studiejaar 2007-’08 maakt een intakegesprek met kandidaat studenten deel uit van de inschrijvingsprocedure. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft kennis genomen van de maatregelen die de opleiding heeft getroffen om de rendementen in overeenstemming te brengen met de streefcijfers. Stringentere studiebegeleiding en een intake gesprek met de kandidaat-student maken daarvan deel uit. Het auditteam is op basis van zijn bevindingen en de gesprekken die het heeft gevoerd van oordeel dat de opleiding op een adequate manier heeft gereageerd op het achterblijvende rendement in de propedeuse en acht de maatregelen die de opleiding heeft genomen voldoende.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de opleiding Vastgoed & Makelaardij als voldoende op basis van het navolgende: 1. Het auditteam is van oordeel dat de gerealiseerde eindkwalificaties van de afgestudeerden in overeenstemming zijn met de nagestreefde kwalificaties. 2. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding adequaat heeft gereageerd op het achterblijvende rendement in de propedeuse en acht de getroffen maatregelen voldoende.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede42
3
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1
Oordeelschema HBO bachelor voltijd opleiding Vastgoed & Makelaardij, Hogeschool Saxion, Enschede Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding
V
1.1. Domeinspecifieke Eisen
V
1.2. Niveau Bachelor
G
1.3. Oriëntatie HBO
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO
V G
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
G
2.8. Beoordeling en Toetsing
V
3. Inzet van Personeel
V
3.1. Eisen HBO
V
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
V
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
G
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
V
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede43
3.2
Integraal oordeel en advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Saxion Enschede, in casu de Academie Ruimtelijke Ordening en Bouw verzorgde voltijd hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede44
BIJLAGE I: Curricula vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren W.L.M. Blomen Wienke Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 was hij werkzaam in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Prof ir. W.G. Keeris MRICS Willem Keeris is hoogleraar Vastgoedbeheer aan de TU Delft, Faculteit Bouwkunde/Real Estate & Housing en academic director van de Master of Real Estate opleiding van Tias Nimbas Business School te Eindhoven. Hij doceert tevens aan de Hanzehogeschool Groningen. Voorheen was hij hoogleraar Vastgoedbeheer aan de TU Eindhoven. Hij is algemeen directeur van Keeris Vastgoed Consultancy en lid van het Royal Institute of Chartered Surveyors. Drs. D. H.W.J. Oord RT Diederik Oord studeerde bedrijfseconomie en volgde de opleiding tot makelaar. Hij is beëdigd als makelaar en taxateur en is adjunct directeur van DTZ Zadelhoff Makelaars, kantoor Enschede. Zijn expertise ligt op het vlak van bedrijfs onroerend goed. Ir. A.T. de Bruijn Fred de Bruijn is in 1982 afgestudeerd aan de Landbouw Universiteit Wageningen. Hij is nadien in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de vernieuwing van beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Doorgaans betrof dit het beta-georiënteerde onderwijs. Sinds 1994 is hij werkzaam bij Hobéon. Zowel bij afzonderlijke onderwijsinstellingen, regionaal en op landelijk niveau coördineert of ondersteunt hij vernieuwingstrajecten. Vertrekpunt daarbij is vrijwel altijd een betere aansluiting van het onderwijs op de wensen van nieuwe generatie leerlingen/studenten en van het bedrijfsleven.
L.M. van Dijk Linda van Dijk studeert Bouwtechnische Bedrijfskunde, profiel Vastgoedkunde aan het Instituut voor Techniek van de Hogeschool van Amsterdam. R.G. Peters Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij diverse personeelsfuncties en was hij cao-onderhandelaar voor een koepelorganisatie in de gezondheidszorg. Hij is in de periode 19902000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep. In die periode heeft hij als projectleider ervaringen opgedaan in nationale en internationale projecten op het terrein van onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I en loco secretaris vervuld bij een gemeente in de Randstad. Thans is hij als associé verboden aan de Hobéon Groep en betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger onderwijs.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede45
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede46
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede47
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede48
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede49
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede50
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede51
BIJLAGE II: Programma audit opleiding Vastgoed & Makelaardij – Saxion Hogescholen Enschede, vrijdag 1 juni 2007. Locatie Plaza Plaza
S2.18
Tijd 08.4509.00 09.0009.15
Wie
auditoren auditteam
onderwerp kennismaking
MT G. Bekendam H. Logtenberg J. Teunis
Kennismaking + vaststellen agenda
09.1510.00
Curriculumcommissie S. de Groot, M. Daemen R. van Veenhoven H. van Hooijdink Stage en afstuderen J. Rutenfrans, I. Steggink C. Brouwer, A. Overzet Docenten S. de Groot,A. Overzet R. van Veenhoven C. Punte, W. Bakker Studenten T. Munter, W. Bolhaar D. de Vries, GJ. Scholten J. Bauman, L. Nijland O. Demerci, N. Geerdink N. Hilderink MT G. Bekendam H. Logtenberg J. Teunis
Auditteam W.L.M. Blomen (lead auditor) Ir. A.T. de Bruijn (onderwijskundige) Prof ir W.G. Keeris (externe auditor) Drs. D. Oord RT (externe auditor) Mw L.M. van Dijk (student auditor) R.G. Peters (secretaris) W.L.M. Blomen, W.G. Keeris R.G. Peters
A. T. de Bruijn, D. Oord, L.M. van Dijk
Opzet en het proces van de stage en het afstuderen
W.L.M. Blomen, W.G. Keeris R.G. Peters
Netwerk, praktijkoriën-tatie, deskundigheidsbevordering, SLB,
A.T. de Bruijn, D. Oord, L.M. van Dijk
Voorzieningen, programma, studielast, studeerbaarheid, docenten, slb
W.L.M. Blomen, R.G. Peters
Opleidingsspecifieke zaken m.b.t. strategische visie, personeel, kwaliteitszorg, verbeterbeleid, rendementen Opleidingsspecifieke zaken rondom het toetsen en de examens
S2.17 parallel S2.17
10.0011.00
S2.18 parallel
S2.17
11.0012.00
S2.18 parallel S2.17
Plaza S2.17 Plaza
Toets- en examencommissie M. Daemen, J. Rutenfrans I. Steggink M. van Oosterwijk
12.0012.45 12.4513.15 parallel 13.1513.45 13.4514.30
A.T. de Bruijn, W.G. Keeris, D. Oord, L.M. van Dijk
Auditteam
Rondleiding voorzieningen Verificatie documenten lunch Alle betrokkenen, C. Hoffmeier-Lavieri
A.T. de Bruijn, W.G. Keeris, D. Oord, L.M. van Dijk W.L.M. Blomen, R.G. Peters auditteam Auditteam
Opzet en inhoud van het onderwijsprogramma
Intern overleg+ bepalen pending issues
Intern overleg+ bepalen voorlopig oordeel Terugkoppeling
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie hbo bachelor opleiding Vastgoed & Makelaardij, Saxion Hogeschool Enschede52