Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal juridische dienstverlening Voltijd en deeltijd Saxion Hogeschool Enschede
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal juridische dienstverlening voltijd en deeltijd CROHO nr. 34641 Saxion Hogeschool Enschede
Hobéon® Certificering BV 24 september 2007 Auditteam: W.L.M. Blomen Drs. G.J. Stoltenborg Drs. M.S. Brouwer Mr. H.F.G.M. van der Grinten B. van der Sleen Secretaris: R.G. Peters
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 1.9. 1.10.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Instellingsaudit Saxion Hogescholen Karakteristiek van de opleiding Historie Enkele kenmerken van de SJD-opleiding Visitatierapport SJD 2001 en interne audit 2006 Aanpak Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma van de visitatie
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 11 13 15 15 17 19 21 22 24 25 27 29 29 30 32 35 35 36 40 40 42 43 46 46 48
3. 3.1
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo bachelor opleiding voltijd- en deeltijd Sociaal Juridische Dienstverlening Integraal oordeel en advies aan de NVAO
50
3.2.
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 3 april 2007
1 1 1 1 2 2 2 4 5 7 8 8 8
50 51
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
Saxion Hogescholen, in casu de Academie Bestuur en Recht (hierna ABR), verzorgt vier hbo bachelor opleidingen: Management, Economie en Recht (MER), Bestuurskunde/ Overheidsmanagement (BKO), Integrale Veiligheidskunde (IVK) en Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD). Per 1 september 2007 zal daar bij komen de Hogere Juridische Opleiding (HJO). Het onderhavige rapport heeft betrekking op de voltijd- en deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening, crohonummer 34641. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd- en deeltijd van de opleiding SJD in één rapport samengevat omdat beide varianten zijn gericht op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader worden aangeboden. Niettemin wordt in het rapport, daar waar nodig, het onderscheid tussen de twee varianten zichtbaar gemaakt. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door het Kwaliteitsrapport van de opleiding SJD voltijd- en deeltijd van 20 februari 2007. Deze zelfevaluatie weerspiegelt de situatie van januari 2007 van de Academie Bestuur en Recht en deze opleiding.
1.3.
Instellingsaudit Saxion Hogescholen
Op 14 maart 2006 heeft Hobéon een audit uitgevoerd op centraal niveau bij Saxion Hogescholen, waarbij gekeken is naar het beleid op instellingsniveau met betrekking tot alle onderwerpen/facetten uit het NVAO kader. Het auditteam heeft tijdens deze audit kunnen constateren, dat Saxion inmiddels voor een aantal facetten op centraal niveau duidelijk beleid heeft vastgelegd, dat door de afzonderlijke academies en opleidingen wordt nagevolgd. De controle op de uitvoering van dit beleid en de werking van de PDCA-cyclus bij de afzonderlijke academies en opleidingen geschiedt o.a. door middel van bilaterale overleggen die de Raad van Bestuur drie maal per jaar heeft met de academiedirecteuren aan de hand van de Businessplannen van de academie, managementrapportages (maraps) en een Management Review/jaarverslag. Het auditteam heeft haar bevindingen vastgelegd in het ‘Beoordelingsrapport Centraal Niveau Saxion Hogescholen’ (augustus 2006). De instellingsaudit werd verricht door W.L.M. Blomen als leadauditor en drs. W.G. van Raaijen als onderwijskundige. De heer Blomen is als directeur en de heer Van Raaijen als senior adviseur werkzaam bij Hobéon Certificering. Als vakdeskundige maakte prof. dr. J.K. van Dijk en als werkvelddeskundige G. de Raad deel uit van dit auditteam. Van Dijk is emerius-hoogleraar Personeel en Organisatie in de Gezondheidzorg, een functie die hij tot eind 2004 vervulde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Voorts was hij lange tijd als hoofd van de afdeling Personeels- en Arbeidsvraagstukken aan Prismant (een landelijk advies-en onderzoeksbureau in de gezondheidszorg) te Utrecht verbonden. Vanuit Prismant werkte hij als expert op het gebied van personeelsen arbeidsvraagstukken en deed hij zowel landelijke projecten, als instellingsondersteuning en advisering, opleidingen, trainingen en coaching.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
1
Vanaf 2005 werkt Van Dijk als zelfstandig bestuursadviseur op het gebied van personeel, organisatie en innovatie. De Raad was o.a. manager bij Polaroid, algemeen directeur bij Stork Plastics Machinery en lid van de Raad van Bestuur bij Koninklijke Ten Cate. Van 1994 -1999 was hij Secretaris Generaal EFQM in Brussel en van 1998-2002 Algemeen Directeur van de Raad voor Accreditatie. Momenteel is De Raad voorzitter van onder meer de Industriële Kring Twente, de Stichting Kwaliteit Twente en de Stuurgroep Versterking Industriepotentieel Twente. Secretarissen tijdens deze audit waren G.C. Versluis en drs. E.R.J. Rijnen, beiden adviseur bij Hobéon. Begin 2007 heeft Hobéon nog een beperkte aanvullende verificatie uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar die facetten waarvan het auditteam in 2006 had kunnen constateren dat Saxion daarvoor centraal beleid had vastgelegd. Geverifieerd is of Saxion kon aantonen dat dit instellingsbeleid wordt uitgevoerd door alle afzonderlijke academies en opleidingen. De bevindingen van het auditteam van de instellingsaudit met betrekking tot de facetten waarvoor centraal beleid is vastgesteld, zijn beschreven bij de betreffende facetten in onderhavig Adviesrapport ten behoeve van de accreditatie van de opleiding SJD. Bij deze facetten is vervolgens alleen nog een aanvullend oordeel met betrekking tot de specifieke uitwerking op opleidingsniveau beschreven.
1.4. 1.4.1.
Karakteristiek van de opleiding Historie
Reeds in het studiejaar 1997-1998 heeft de toenmalige Hogeschool Enschede overwogen een SJD-opleiding aan te vragen, doch het toentertijd geldende moratorium op nieuw te starten opleidingen verhinderde dit. In 2001 is de aanvraag opnieuw ingediend omdat er een grote behoefte was gesignaleerd aan een juridische opleiding in Oost-Nederland. De opleiding is in 2003 gestart en bestaat inmiddels vier jaar; in het collegejaar 2005-2006 zijn de eerste SJD’ers in Enschede afgestudeerd. De huidige SJD-opleiding voorziet in de leemte op de arbeidsmarkt die bestaat in Oost-Nederland.
1.4.2.
Enkele kenmerken van de SJD-opleiding
Verschuiven van het accent van sociaal-agogisch naar juridisch Tijdens de audit is duidelijk geworden dat de belangrijkste ontwikkeling van de laatste jaren is dat het curriculum is ‘doorontwikkeld’ waarbij een verschuiving heeft plaatsgevonden van de sociaalagogische naar de juridische component. Dit is gebeurd op basis van signalen vanuit het beroepenveld. De kerncompetenties van de SJD’er zijn overeind gebleven, maar de juridische competenties zijn verzwaard. Studenten vinden het juridische gehalte van de opleiding pittig, maar kiezen in grote getalen wel voor de minor Law (zie hierna). De verhouding sociaalagogisch – juridisch is thans circa 40-60. Propedeuse De propedeuses van de vier opleidingen MER, BKO, IVK en SJD kennen een aantal gemeenschappelijke onderdelen. Deze onderdelen zijn identiek wat de doelstellingen betreft, maar worden voor wat betreft de inhoud toegespitst op het beroepenveld waarvoor wordt opgeleid. Studenten krijgen via opdrachten in het propedeuseprogramma zicht op die beroepspraktijk. Met name de integrale opdracht van het eerste kwartiel van de propedeuse biedt de studenten in de volle breedte zicht op opleiding en beroepenveld. In het propedeuseprogramma verwerven studenten de basis voor de opleidingscompetenties, waarop in de postpropedeuse wordt voortgebouwd. Het beroepsbeeld van studenten wordt gevoed door colleges, door professionals uit de beroepspraktijk en door het uitvoeren van opdrachten in de praktijk. In het kader van studieloopbaanontwikkeling reflecteren studenten op hun ervaringen met de beroepsoriënterende opdrachten. Bijna 80% van de studenten vindt dat ze in de propedeuse een duidelijk beeld krijgt van de gehele opleiding.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
2
In de voltijd propedeuse wordt gebruik gemaakt van het bindend studie advies (bsa); voor de deeltijdstudenten geldt dit niet. Studenten die minimaal 48 van de 60 EC’s in het eerste jaar van inschrijving hebben behaald, worden in staat geacht de opleiding met succes af te ronden. Studenten die minder dan 48 EC’s behalen worden verwezen naar een traject waarbij ze voorrang moeten geven aan het behalen van de propedeuse. In dat geval is er sprake van een half jaar studievertraging. De mogelijkheid voor SJD-studenten om in februari met de opleiding te starten, komt ten goede aan de selecterende en verwijzende functie van de propedeuse. Mbo-hbo doorstroomprogramma In november 2004 is vanuit Saxion Hogeschool Enschede, ABR en het ROC van Twente (Almelo, Hengelo) het initiatief genomen tot het ‘MHBO traject Juridisch’. Aanleiding hiertoe was het achterblijven van de studieresultaten van studenten met een mbo-diploma ten opzichte van havisten en vwo-ers. Het project heeft als doel om de aansluiting tussen hbo en mbo te verbeteren. In dit project is een speciale leerlijn ontworpen, die de mbo studenten die willen doorstromen naar het hbo gaan volgen. Deze leerlijn vangt aan al in het eerste studiejaar van het mbo en eindigt in het propedeusejaar van de hbo-opleiding. De leerroute is uitgewerkt in leerdoelen per kwartielen met toetsmomenten. Toetsing en doorstroomdrempels zijn vastgelegd. De te verwerven competenties in deze leerroute zijn afgeleid van de Dublin Descriptoren. De student die aan deze leerroute deelneemt tekent een studiecontract met het ROC en de hogeschool. De hogeschool heeft zijn bevindingen over deze leerroute neergelegd in het ‘Eindrapport mbo-hbo project’ van 8 november 2006. Marktpositie afgestudeerden In februari 2007 heeft Saxion Hogescholen een rapport geproduceerd dat de arbeidsmarkt beschrijft van de afgestudeerden aan de SJD opleiding. (‘Baanwijs. Een arbeidsmarktverkenning naar de uitstroom van SJD’ers van Saxion Hogescholen’). Saxion onderkent dat door forse banengroei landelijk en –in mindere mate- regionaal een florerende arbeidsmarkt zal bestaan voor de afgestudeerden. Deze banengroei zal landelijk vooral worden gevonden in de markt van de zakelijke dienstverlening. Regionaal en euregionaal wordt een groei van banen voor SJD’ers voorspeld in de wereld van de advocatuur en het notariaat. Het rapport bevat een aantal aanbevelingen aan de opleiding. Deze zijn onder meer gericht op het beter leren kennen van de arbeidsmarkt door de studenten, het aanscherpen van onderdelen van het onderwijs, waaronder het ontwikkelen van meer minoren, het vergroten van de representativiteit van de beroepenveldcommissie en sterker betrekken van deze commissie bij het onderwijs. Internationale oriëntatie De opleiding is nu nog voornamelijk gericht op het Nederlands grondgebied en dus op het Nederlands recht. Dit uitgangspunt kleurt nadrukkelijk de inrichting van het curriculum en heeft ertoe geleid dat er beperkt aandacht is voor internationale ontwikkelingen. Studenten merken dit op in de onderwijsevaluaties. Saxion Hogescholen heeft echter inmiddels onderkend dat veel afgestudeerden een baan vinden in de Euregio: het gebied dat doorloopt over de oostelijke landsgrens heen. Het grensgebied vraagt om competenties, die nodig zijn om internationaal te kunnen opereren in functies binnen internationaal opererende bedrijven, instellingen en overheden. In het studiejaar 2006-‘07 heeft een projectgroep voorstellen ontwikkeld voor de versterking van internationale aspecten in de opleiding. Het doel is dat er per september 2007 concrete internationale aspecten in het onderwijs van ABR opgenomen zijn en uitgevoerd kunnen worden. Internationale kleuring doet zich voor daar waar euregionale dan wel internationaalrechtelijke casuïstiek in het onderwijsprogramma aan de orde is.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
3
In het eerste kwartiel van het tweede studiejaar is een cursus Europees recht opgenomen en is grensoverschrijdende problematiek onderdeel van de integrale opdrachten die aan studenten worden voorgelegd. Onder bepaalde voorwaarden is het voor studenten mogelijk de stage of de afstudeeropdracht in het buitenland uit te voeren. Naast de internationale leereenheden zal er binnen alle opleidingen van ABR Engelstalige en eventueel Duitstalige literatuur geïntroduceerd worden. Toekomst: Hogere Juridische Opleiding (HJO) In het overleg met het beroepenveld, zoals de Raad van Advies van ABR en de beroepenveld-commissies van de opleidingen, is de afgelopen jaren geregistreerd dat er behoefte is aan jonge professionals met een hogere juridische opleiding die niet alleen breed juridisch geschoold zijn, maar ook over die bredere competenties beschikken, welke hen in staat stellen om bijvoorbeeld complexe projecten te leiden, politiekbestuurlijke en ambtelijke beleidsvorming voor te bereiden en te implementeren, organisatieveranderingen te begeleiden en bedrijfsprocessen te stroomlijnen. In de Euregio is concreet behoefte aan Europeesrechtelijke en algemeen internationale juridische deskundigheid; kennis van de politiekbestuurlijke en staatsrechtelijke inrichting en van de organisatie van het maatschappelijke middenveld in het land aan de andere kant van de grens Met de in september 2007 te starten hogere juridische opleiding (HJO) beoogt de ABR een brede juridische bachelor (Bachelor in Laws) in te richten waarin de huidige opleiding SJD is opgenomen. Het SJD-profiel wordt dan binnen een van de uitstroomprofielen van HJO gerealiseerd. Saxion laat de nu te accrediteren SJD-opleiding ”uitlopen” en levert de CROHO-licentie SJD nadien in, ten behoeve van de CROHO-licentie HJO. Minoren beleid De Academie Bestuur en Recht biedt met ingang van het studiejaar 2005-2006 een verdiepende, specialiserende minor aan voor de SJD-studenten, de minor Law met een omvang van 30 EC’s. Deze minor kan worden gevolgd in het vierde jaar, waarvoor twee kwartielen (blokken van tien weken) zijn gereserveerd. Desgewenst kan de minor ook eerder worden gevolgd. Eis is wel dat de student zijn propedeuse heeft afgerond voordat hij de minor gaat volgen. Door het op elkaar afstemmen van de stage, de afstudeeropdracht en de minor Law kan een vorm van specialisatie ontstaan. De minor Law geeft goede aansluiting bij de wo-studie rechtsgeleerdheid.
1.5.
Visitatierapport SJD 2001 en interne audit 2006
De SJD-opleidingen zijn in 2001 landelijk gevisiteerd. Saxion Hogescholen startte pas in 2003 met de SJDopleiding en is dus niet beoordeeld in dit visitatierapport. Saxion Hogescholen heeft zijn eigen Saxion Kwaliteitskader Bachelor (SKB) waarbinnen aan de hand van 33 ijkpunten het onderwijs periodiek wordt geëvalueerd. Ter voorbereiding op een visitatie voor accreditatie van opleidingen wordt door de hogeschool een interne audit gehouden. Dit is geschied bij de opleiding SJD in oktober 2006. Het auditteam heeft kennisgenomen van het rapport van deze interne audit (Auditrapport SJD van 20 oktober 2006) en heeft kunnen vaststellen dat het interne auditteam positief heeft geoordeeld over de kwaliteit van de opleiding en een aantal verbeteringen voorstelt. Voorbeelden hiervan zijn het transparanter maken van de totale set aan competenties en relaties met de leerlijnen en leerdoelen, het verhelderen van het voorgestane internationaliseringbeleid en het terugkoppelen van resultaten van evaluaties en daarmee verbonden verbeterplannen aan álle studenten. Het auditteam heeft de uitkomsten van de interne audit betrokken bij zijn beoordeling van de opleiding SJD.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
4
1.6.
Aanpak
Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de opleidingsvarianten voltijd en deeltijd is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de voltijd- en deeltijdopleiding varianten van de opleiding SJD geldt dat de opleiding zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling heeft gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een SJD-opleiding op hboniveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening aangeleverde schriftelijke informatie: Het kwaliteitsrapport De studiegids; Het Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de systematiek van interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, validatie van eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd- en deeltijdopleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentenanalyse.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
5
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van het werkveld en het vakgebied van de sociaal juridische dienstverlening, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’ vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de voltijd- en deeltijdopleiding overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht van docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten en van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van de opleidingsprogramma’s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1
De visitatie heeft op 3 april 2007 plaatsgevonden.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
6
1.7.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E.
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
7
1.8.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris:
W.L.M. Blomen drs.G. Stoltenborg drs. M.S. Brouwer mr. H.F.G.M. van der Grinten B. van der Sleen R.G. Peters
De heer Blomen heeft als directeur van Hobéon Certificering leiding gegeven aan de audit. Hij heeft inmiddels een grote ervaring in de visitatie van hbo opleidingen in vrijwel alle sectoren. Mevrouw Brouwer heeft als vakdeskundige haar beoordeling vooral gericht op de kwaliteit en samenhang van de opleiding, de actualiteit en relevantie van het richtinggevend domeinspecifieke kader. Zij heeft als vakinhoudelijk deskundige binnen het domein van de sociaal juridische dienstverlening in haar carrière ruime ervaring opgebouwd die haar in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo opleidingen gesteld worden. De heer Van der Grinten heeft, op basis van zijn werkervaring als manager bij organisaties in de sociaal juridische dienstverlening, zich in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van het richtinggevend domeinspecifieke kader, de eindkwalificaties, de programma-inhoud en de interactie tussen opleiding en werkveld. Beiden hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De deskundige ‘onderwijs’ heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. De heer Stoltenborg heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO bacheloropleidingen gesteld worden. Mevrouw Van der Sleen studeert sociaal-agogische dienstverlening in Groningen. Zij heeft als studentauditor de opleiding beschouwd en beoordeeld vanuit het studentperspectief. Voor de curricula vitae: zie bijlage I.
1.9.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie bijlage II.
1.10. Programma van de visitatie Zie hiervoor bijlage II.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
8
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen 1.1.1. Algemeen Saxion heeft op instellingsniveau vastgelegd dat de competenties waartoe wordt opgeleid, mede zijn ontleend aan landelijk opgestelde en gevalideerde beroepsprofielen. Alle Saxion hbo-bachelor opleidingen nemen actief deel aan het landelijk overleg waarin het relevante beroepenveld de beroepsprofielen valideert en waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar komen tot domeincompetenties en opleidingscompetenties. Daarnaast is Saxion altijd (door een directeur) vertegenwoordigd in de sectorraad. In het bilateraal overleg dat de academiedirecteur heeft met de Raad van Bestuur (RvB), rapporteert de directeur over de vertegenwoordiging in de bovengenoemde overleggen, over de onderwerpen die aan de orde zijn geweest en aan de orde zullen komen en over de terugkoppeling binnen de academie en opleiding. In het kwaliteitsmanagementsysteem en de planning nemen de academie en opleiding op, dat zij eenmaal per vier jaar het beleid met betrekking tot de ‘doelstellingen opleiding’ evalueren en waar nodig bijstellen. Tijdens de instellingsaudit heeft de hogeschool aangetoond dat alle hbo-bacheloropleidingen van Saxion participeren in de landelijke opleidingsoverleggen en dat de dienst Onderwijs & Student van Saxion jaarlijks evalueert of de opleidingen dit beleid uitvoeren. Uit verslagen blijkt, dat de RvB met de academiedirecteur in de bilaterale overleggen het beleid met betrekking tot de landelijke ontwikkelingen ten aanzien van de opleidingscompetenties en de participatie in de landelijke en sectoroverleggen bespreekt. Hiermee is op instellingsniveau voldoende geborgd, dat de opleidingen regelmatig landelijk overleggen over de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan de opleiding in het betreffende domein. 1.1.2. Opleidingsprofiel De opleiding SJD beschikt over een opleidingsprofiel, waarin de eigen opleidingscompetenties zijn beschreven. Dit profiel is gebaseerd op het landelijk vastgestelde beroepsprofiel, dat is opgesteld door CINOP. De curriculumcommissie van de opleiding werkt het beroepsprofiel en curriculum uit naar opleidingscompetenties. De opleidingscompetenties zijn getoetst aan de zeven landelijk overeengekomen competenties. Enkele voorbeelden van deze landelijk overeengekomen competenties zijn: juridische vragen en problemen zelfstandig analyseren en behandelen, daarbij de sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke omstandigheden bij de kwestie te betrekken en op basis daarvan een plan van aanpak te maken; verschillende posities en rollen kunnen innemen binnen de overheid of het bedrijfsleven zoals die van belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser/beoordelaar; bij geschillen en conflicten gebruik kunnen maken van methoden om te komen tot een oplossing van een geschil of conflict in de prejuridische fase en in staat zijn de discretionaire ruimte te benutten.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
9
De curriculumcommissie heeft vastgesteld dat de landelijke competenties en die van Saxion elkaar niet volledig dekken en heeft aan de landelijke competenties zelf competenties met betrekking tot culturele achtergronden in het dienstverleningsproces en beroepsdilemma’s toegevoegd. Elk jaar beoordeelt de curriculumcommissie het beroepsprofiel en het curriculum in het licht van de landelijke ontwikkelingen. Uit de verslaglegging van het Landelijk Opleidings Overleg (LOO) SJD van 23 november 2006 blijkt dat bij de formulering en vaststelling van deze opleidingscompetenties werkvelddeskundigen uit heel Nederland betrokken zijn geweest. Deze opleidingscompetenties zijn vastgelegd in het Onderwijs- en toetsplan SJD 2006-‘07. In dit document is uitgewerkt op welke wijze in de leerplannen van de opvolgende jaren aandacht is gegeven aan de opleidingscompetenties. Voor de deeltijdopleiding geldt dat de studenten hetzelfde curriculum volgen als de voltijdopleiding. De beroepsproducten die de deeltijdse studenten maken, de cursussen en trainingen die ze volgen, zijn gelijk aan de producten in de voltijdse variant. Deeltijdstudenten maken voor de integrale opdrachten gebruik van hun eigen of elkaars werkplek. Deeltijdstudenten die een passende werkplek hebben, ontvangen een vrijstelling voor (een deel van) de stage. Om hiervoor in aanmerking te komen, dienen zij een functie te hebben die in zwaarte overeenkomt met de fase van de opleiding. Hiervoor heeft de opleiding criteria geformuleerd. De afstudeeropdracht voeren de deeltijdstudenten uit in het bedrijf of de instelling waar zij werken. 1.1.3. Validering door beroepenveld De opleidingscompetenties, waaronder begrepen de eigen toevoeging van de opleiding op de landelijke competenties, zijn gevalideerd door de eigen beroepenveldcommissie van de opleiding. Deze commissie (1) informeert de opleiding over de ontwikkeling in het werkveld en in het beroep; (2) adviseert gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van het onderwijsprogramma; (3) evalueert of en in hoeverre de (deel)kwalificaties en competenties nog relevant zijn en voldoen aan de opleidingskwalificaties; (4) evalueert of de (buitenschoolse) begeleiding voldoet aan de hbo oriëntatie en de generieke bachelor hbo-kwalificaties en (5) evalueert of de eindkwalificaties voldoen aan de hbo oriëntatie en de generieke bachelor hbokwalificaties. De beroepenveldcommissie is breed samengesteld uit vertegenwoordigers van een Juridisch Loket (gemeentelijke overheid), Halt Twente, CWI en bureaus sociale raadslieden. Uit overlegde verslagen blijkt dat de beroepenveldcommissie zeer regelmatig bijeen is geweest en zich inhoudelijk heeft gebogen over aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Het auditteam constateert dat de leden van de beroepenveldcommissie ook betrokken zijn bij de beoordeling van scripties en de verdediging daarvan door de afstudeerders. De opleiding heeft hierop ingezet om de verbinding tussen het werkveld en de opleiding te verstevigen. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel: dat de eindkwalificaties van de opleiding SJD corresponderen met de kerntaken van een beginnend beroepsbeoefenaar en aansluiten bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding SJD; dat de opleiding de zeven landelijk vastgestelde competenties op goede wijze heeft aangevuld met eigen competenties, die zij heeft besproken met de beroepscommissie en door deze heeft laten valideren; dat uit de competentiematrix die is opgenomen in de leerplannen voor de onderscheiden jaren duidelijk een relatie blijkt tussen de vastgestelde competenties en de opleidingscompetenties.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
10
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen Toetsing aan de Dublin Descriptoren Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. De opleiding SJD onderscheidt in het door haar gehanteerde didactisch concept (zie facet 2.7, hierna) vier leerlijnen die worden gehanteerd om de studenten in de gelegenheid te stellen het bachelors-niveau, zoals dat in de Dublin Descriptoren is vastgelegd, te bereiken. De Dublin Descriptoren zijn: Kennis en inzicht In de taakgebieden rechtsbijstand, schuldhulpverlening, arbeid en reïntegratie, reclassering en jeugdzorg, uitkeringen, consumenten- en patiëntenbelangen, vreeemdelingenhulp en organisatie en beleid verwerft de student kennis en inzicht via de conceptuele leerlijn. In deze leerlijn leren studenten de voor de beroepsuitvoering relevante concepten, modellen, gezichtspunten en theorieën begrijpen en gebruiken. De SJD’er leert hierdoor de beroepspraktijk te verbinden met de theorie. Toepassen kennis en inzicht In de integrale leerlijn, de stage en de afstudeerfase leren studenten kennis en vaardigheden toepassen bij het oplossen van beroepsproblemen die zich voordoen in de hierboven genoemde taakgebieden. Het betreft dan gericht adviseren, bemiddelen, onderhandelen, controleren en het maken van beroepsproducten zoals voorlichtingsmateriaal of het voorbereiden van een gerechtelijke procedure. De SJD’er kan op basis van zijn kennis en inzicht discussies voeren met cliënten, het management van arbeidsorganisaties en vakgenoten en een bijdrage leveren aan de theorievorming. Oordeelsvorming Oordeelsvorming komt terug in zowel de conceptuele als de integrale leerlijn: studenten moeten hun eigen oordeel vormen over de toepasselijkheid in de beroepspraktijk van relevante concepten en modellen en de toepasselijkheid van opgedane kennis. In het vierde kwartiel van het tweede studiejaar wordt specifiek aandacht gegeven aan oordeelsvorming in de cursus ‘oordeelsvorming en wetenschappelijke oriëntatie’ en in de daarbij horende opdracht. De SJD’er is in staat een keuze te maken uit diverse behandelmethoden en benaderingen en kan beoordelen welke interventie of benadering het meest succesvol zal kunnen zijn. Communicatie Vaardigheden op het gebied van communicatie en taal worden getraind en getoetst en beoordeeld in de vaardigheidslijn. Expliciet komt dit aan de orde in de training professionele gespreksvoering, signaleren en rapporteren en onderhandelen. Het taalgebruik wordt beoordeeld in alle schriftelijke stukken. De SJD’er is in staat zich helder uit te drukken en complexe problematiek eenvoudig te presenteren, daarbij rekenschap gevend aan verschillende niveaus van taal en begrip in het cliëntsysteem. Leervaardigheden De ontwikkeling van het leervermogen wordt gestimuleerd in de studieloopbaanontwikkelingslijn.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
11
Studenten leren hier reflecteren en betekenis geven aan leer- en werkervaringen en worden ondersteund bij het vaststellen van eigen ambities, kwaliteiten en sterke en zwakke kanten. De SJD’er is in staat om na afstuderen de ontwikkelingen op zijn vakgebied zelfstandig bij te houden en nieuwe visies op het beroep, nieuwe methoden en technieken te vertalen naar eigen handelen en gedrag. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft vastgesteld dat: de competenties die de opleiding heeft geformuleerd gedurende de voltijd- en deeltijdopleiding alle aan bod komen; dat deze competenties tot uitwerking komen in de vier leerlijnen, waarlangs de opleiding is opgezet; dat in deze vier leerlijnen de Dublin Descriptoren aan de orde komen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
12
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Criteria Het facet ‘Oriëntatie hbo’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen “Oriëntatie hbo” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1 Hoger Onderwijs De opleidingscompetenties van de voltijd- en deeltijdopleiding SJD zijn geformuleerd als het vermogen om vraagstukken op te lossen die kenmerkend zijn voor de beroepspraktijk van een beginnende beroepsbeoefenaar. Er worden gedurende de gehele opleiding in zowel de voltijd- als de deeltijdvariant opdrachten aangeboden in vier leerlijnen die opleiden tot het niveau van bachelor zoals dat is vastgelegd in de Dublin Descriptoren. 1.3.2 Beroepsonderwijs De competenties van de voltijd- en deeltijdopleiding SJD zijn geformuleerd in termen van beroepscompetenties die aantoonbaar (zie 1.1.) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zowel landelijk als regionaal zijn gevalideerd. De opleiding heeft aan de zeven landelijk vastgestelde competenties in overleg met het afnemende beroepenveld eigen competenties toegevoegd. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat: de opleidingscompetenties overeen komen met de Dublin Descriptoren en toewerken naar het niveau van bachelor. Op basis hiervan kan de opleiding worden gerekend tot het hoger onderwijs; de opleidingscompetenties zijn geformuleerd in termen van beroepsvaardigheden, die in goede samenspraak met het afnemende werkveld zijn geformuleerd en door deze zijn gevalideerd. Deze afstemming weerspiegelt dat de opleiding een goed beeld heeft van hetgeen in de arbeidsmarkt “speelt” en in staat is de vertaalslag naar het onderwijs te maken. Op basis hiervan kan de opleiding worden gerekend tot beroepsonderwijs.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam is van oordeel dat het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ voor beide varianten van de opleiding voldoende scoort op basis van het navolgende: De eindkwalificaties van de opleiding SJD corresponderen met de kerntaken van een beginnend beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding SJD, terwijl uit de competentiematrix duidelijk een relatie blijkt tussen niet alleen de landelijke maar ook regionaal vastgestelde opleidingscompetenties. De competenties die de opleiding heeft geformuleerd komen gedurende de voltijd- en deeltijdopleiding alle aan bod en tot uitwerking in de vier leerlijnen die corresponderen met de Dublin Descriptoren. De opleidingscompetenties komen overeen met de Dublin Descriptoren en werken toe naar het niveau van bachelor en zijn geformuleerd in termen van beroepsvaardigheden, die in samenspraak met het afnemende werkveld zijn geformuleerd en door deze zijn gevalideerd. De opleiding geeft er blijk van dat zij een goed zicht heeft op hetgeen in het beroepenveld speelt. De opleiding kan worden gerekend tot hoger beroepsonderwijs.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
13
Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel de facetten 1.1 en 1.3 van het onderwerp ‘Doelstellingen’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
14
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo Criteria Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen 2.1.1. Kennisontwikkeling via vakliteratuur, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek Het studieprogramma is gespreid over drie fasen: de propedeusefase van één jaar, de middenfase met een duur van tweeëneenhalf jaar en de afstudeerfase van een half jaar. Elke fase is opgedeeld in zogenoemde kwartielen van tien weken. Er zijn zestien van dergelijke kwartielen. Tien daarvan brengen de voltijdstudenten binnenschools door en zes buitenschools. In de binnenschoolse kwartielen voeren de studenten integrale opdrachten uit en volgen zij cursussen en trainingen. Deze opdrachten ontlenen docenten aan problemen bij bedrijven of zijn geconstrueerd op basis van casuïstiek die bedrijven hebben aangereikt. Stage en afstuderen geschiedt bij een organisatie in de beroepspraktijk. Het aangeboden onderwijs is beschreven in zogenaamde blokboeken die voor de onderscheiden kwartielen zijn opgesteld. In deze blokboeken wordt opgesomd wat de competenties en leerdoelen in dat kwartiel zijn, hoe deze worden getoetst en beoordeeld, welk studiemateriaal wordt gebruikt, hoe het studierooster is samengesteld en hoe de leeropdrachten en trainingen passen in de onderscheiden vier leerlijnen. Uit de blokboeken kan worden vastgesteld dat de kennisontwikkeling van de studenten plaatsvindt via vakliteratuur en aan de hand van door docenten en werkveld ontwikkeld studiemateriaal. Basiskennis rond toegepast onderzoek verwerven studenten gedurende hun propedeusejaar. In het tweede jaar oefenen zij onderzoeksvaardigheden in integrale opdrachten, terwijl de studenten tijdens hun stage in het derde leerjaar een beperkte onderzoeksopdracht uitvoeren bij hun stageverlenende organisatie. In het vierde leerjaar ontwikkelen de studenten een beroepsproduct voor hun instelling of bedrijf waar zij afstuderen; hierbij is toegepast onderzoek een essentieel onderdeel. Deeltijdstudenten werken in een functie die relevant wordt geacht voor de opleiding. De inhoud van de functie wordt daartoe getoetst door de opleiding. Doordat studenten al werken in een relevante functie in de beroepspraktijk is sprake van een voortdurende interactie met die beroepspraktijk. Het opdoen van onderzoekskennis en –ervaring is voor deeltijdstudenten van toepassing op dezelfde voet als dat voor voltijdstudenten aan de orde is . 2.1.2. Verbanden met actuele ontwikkelingen Uit de verslagen van het Landelijk Opleidings Overleg en de beroepenveldcommissie kan worden afgeleid dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied worden gevolgd en vertaald naar het onderwijs. Duidelijk is dat in het korte bestaan van de opleiding op instigatie van het werkveld wijzigingen zijn doorgevoerd in het
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
15
curriculum, bijvoorbeeld in sterker aandacht geven aan juridische kennis rond sociale zekerheid, meer aandacht voor de beroepshouding en verminderen van de aandacht aan vreemdelingenhulp, nu de instroom van asielzoekers afneemt. Het opleidingsprogramma is in de integrale lijn opgebouwd rond opdrachten die een weergave zijn van actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Deeltijdstudenten hebben relevante werkervaring en voeren een deel van de opdrachten uit op hun eigen werkplek. Uit de studentensurvey 2006 blijkt dat 90% van de voltijd- en 80% van de deeltijdstudenten positief oordeelt over de actualiteit van het studieprogramma. 2.1.3. Ontwikkeling beroepsvaardigheden en verbanden met actuele beroepspraktijk Beroepsvaardigheden zoals gericht adviseren, bemiddelen, onderhandelen, controleren en het maken van beroepsproducten komen gedurende de gehele opleiding in de integrale leerlijn en de vaardigheidslijn aan de orde. In het tweede jaar oefenen studenten daarnaast onderzoeksvaardigheden in integrale opdrachten en in het derde leerjaar voeren zij een beperkte onderzoeksopdracht uit bij de stageverlenende organisatie. De onderzoekslijn gaat verder in de afstudeerfase. Tijdens stages en in de afstudeerfase is het programma volledig op de problematiek in de beroepspraktijk gericht. De beroepenveldcommissie is betrokken bij de begeleiding en toetsing van integrale opdrachten en de beoordeling van afstudeerwerkstukken. Docenten brengen vanuit hun eigen beroepspraktijk praktijksituaties in. Uit de blokboeken kan worden vastgesteld dat deze beroepsvaardigheden worden getoetst.
Oordeel: goed Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat: kennisontwikkeling plaatsvindt aan de hand van aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en relevante vakliteratuur; de opleiding in voldoende mate verbanden legt met de beroepspraktijk, waaruit blijkt dat deze praktijk invloed heeft op het curriculum; de beroepspraktijk is betrokken bij de begeleiding en toetsing van de door de studenten te bereiken competenties. studenten kennis en vaardigheden van toegepast onderzoek opdoen en onderzoeken uitvoeren tijdens hun stage- en afstudeerperiode. Op basis van deze feiten beoordeelt het auditteam dit facet als ‘goed’.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
16
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen 2.2.1. Algemeen Saxion hanteert als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Dit heeft Saxion vastgelegd in een bepaling in het Saxion-brede model voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. In de notitie ‘Verbreding en major- en minorstelsel’ (febr. 2004) heeft Saxion de inhoudelijke uitgangspunten beschreven met betrekking tot de verbreding van opleidingen en het major-minor deel van het programma. De major-minorstructuur is vanaf studiejaar 2006-‘07 in alle bachelor-opleidingen geïmplementeerd; vanaf studiejaar 2007-‘08 geldt dat ook voor het beleid ten aanzien van specifieke groepen studenten (deeltijd, duaal, buitenlands). De opleidingsoverzichten, waarin deze major-minor structuur is opgenomen, zijn jaarlijks onderwerp van gesprek in de bilaterale overleggen tussen de academiedirectie en de Raad van Bestuur. 2.2.2. Adequate concretisering eindkwalificaties De eindkwalificaties van een SJD’er op hbo-niveau zijn geformuleerd in competenties. Deze zijn een samenstel van kennis, vaardigheden en attituden. De curriculumcommissie heeft in nauwe samenspraak met de docenten de competenties geanalyseerd en per competentie de belangrijkste kennis- en vaardigheidselementen vastgelegd. Vervolgens is het onderwijs ontwikkeld volgens het concept van leerlijnen (zie facet 2.7, hierna). 2.2.3. Vertaling eindkwalificaties in leerdoelen Bij de analyse is voor elke competentie aangegeven welke theoretische modellen en concepten worden gebruikt en welke vaardigheden een rol spelen. Hiervoor zijn vervolgens leerdoelen geformuleerd in de blokboeken. Hieraan zijn leeropdrachten verbonden. De te bereiken leerdoelen worden getoetst. De opleiding heeft naar het oordeel van het auditteam de leerdoelen daarmee op heldere en inzichtelijke wijze geoperationaliseerd in meetbare kennis, vaardigheden en gedrag. 2.2.4. Mogelijkheid om geformuleerde eindkwalificaties te behalen In 2006 is de eerste lichting SJD’ers afgestudeerd. Daardoor zijn op het moment van de audit nog geen gegevens beschikbaar over het functioneren van de afgestudeerden in het beroepenveld. Hiervoor is bij facet 1.1. aangegeven dat het programma is gebaseerd op opleidingscompetenties die zijn gevalideerd door de beroepenveldcommissie en zijn getoetst aan het in 2003 landelijk vastgestelde beroepenprofiel.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
17
Oordeel: goed Het auditteam heeft vastgesteld dat: sprake is van een concretisering van eindkwalificaties in termen van competenties; deze eindkwalificaties op heldere en inzichtelijke wijze zijn vertaald in leerdoelen op het niveau van colleges en practica, wat is geformuleerd in de blokboeken; er sprake is van een onderwijsproces dat in beginsel de afgestudeerden van de voltijd- en deeltijdopleiding SJD in staat moet stellen de geformuleerde eindkwalificaties te behalen. Dit is voor het auditteam reden om dit facet als ‘goed’ te beoordelen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
18
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen 2.3.1. Leerlijnenstructuur Het programma van de voltijd- en deeltijd opleiding SJD is consequent opgezet volgens een leerlijnenstructuur. Deze bestaat uit de integrale leerlijn, conceptuele leerlijn, vaardighedenlijn en studieloopbaan-ontwikkelingslijn (zie verder facet 2.7, hierna). Basis hierbij is de visie dat de student de vereiste competenties verwerft door actief te leren langs een persoonlijke leerweg. Hiervoor is de SJDcompetentieset ontwikkeld. Voor elke student, voltijd of deeltijd, kan de leerweg anders zijn, afhankelijk van de gevoelde noodzaak van studenten in gesprek met de opleider om accenten te leggen en afhankelijk van eerder of elders door studenten verworven competenties . 2.3.2. Verticale samenhang Bij de ontwikkeling van het curriculum is uitgegaan van door de opleiding, in samenspraak met het relevante beroepsveld, zelf geformuleerde opleidingscompetenties, daarvan afgeleide leerdoelen en opdrachten en een koppeling van taakgebieden aan kwartielen. In elk van de opvolgende kwartielen heeft verdieping plaats van hetgeen in eerdere thema’s is behandeld. Alle opleidingscompetenties (en de bijbehorende beroepsproducten) komen verscheidene keren aan de orde in het studieprogramma, steeds op een hoger niveau. Dit geldt voor zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding. Een hoger competentieniveau wordt verkregen door (a) de student minder aanwijzingen te geven bij de uitvoering van de opdrachten, (b) meer of zwaardere eisen te stellen aan het beroepsproduct en (c) de opdrachten in een complexere context aan te bieden. Het hoogste competentieniveau bereikt de student dientengevolge in de buitenschoolse programmaonderdelen aan het eind van de opleiding (stage en afstudeerfase), waarin sprake is van authentieke praktijksituaties. De oplopende graad van complexiteit wordt in de competentieset aangegeven met een B (beginnerniveau), een G (gevorderdenniveau), of E (expertniveau). Uit de Rapportage Saxion Student Survey 2006 blijkt dat ruim 80% van de voltijd- en 75% van de deeltijdstudenten de opbouw van de studie positief beoordeelt en dat de meeste studenten vinden dat ze tijdens de opleiding in (ruim) voldoende mate in aanraking komen met de beroepspraktijk. 2.3.3. Horizontale afstemming Binnen een kwartiel zijn programmaonderdelen zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Leidend hierbij zijn de integrale opdrachten, waarbij cursussen in de conceptuele en vaardigheidslijn het verwerven van competenties die noodzakelijk zijn voor de integrale leerlijn, ondersteunen. Uit de Saxion Survey 2006 blijkt dat 90% van de voltijd- en 80% van de deeltijdstudenten positief oordeelt over de aansluiting van studieonderdelen binnen een studiejaar. 2.3.4. Afstemming buitenschoolse en binnenschoolse programmaonderdelen In de binnenschoolse en buitenschoolse opdrachten komen dezelfde competenties en beroepsproducten aan de orde. In het buitenschoolse programma zijn de opdrachten complexer, omdat ze in een authentieke context van een werkorganisatie moeten worden uitgevoerd.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
19
Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat door goede horizontale en verticale afstemming er sprake is van de inhoudelijke samenhang van het programma van zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding, terwijl is voorzien in een periodieke tussentijdse terugkoppeling en programmatische follow-up en een consequent opgezette leerlijnenstructuur.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
20
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen 2.4.1. Studeerbaarheid programma De opleiding SJD heeft de studieduur uitgedrukt in studiebelastinguren en de studielast in studiepunten (EC’s). De studiepunten worden per kwartiel en per leerlijn uitgewerkt in het ‘Onderwijs- en toetsplan 200607’ en verantwoord in de ‘Onderwijs- en examenregeling 2005-2006’. De leeropdrachten, de onderwijsactiviteiten en de toetsen zijn evenwichtig verdeeld over de weken van een kwartiel. Dit wordt schematisch in elk blokboek aangegeven. De opdrachten en activiteiten zijn zodanig gepland dat studenten per week ongeveer 40 uur aan hun studie moeten besteden. Het planningsschema is een hulpmiddel voor studenten om hun eigen leeractiviteiten te verdelen en te plannen. Docenten/tutoren begeleiden de studenten hierbij inhoudelijk, terwijl in de studieloopbaanbegeleidingslijn (zie facet 2.7, hierna) studenten door de studieloopbaanbegeleiders (slb’ers) worden begeleid in hun studieproces. De ervaring van docenten is dat studenten zich ondanks deze begeleiding niet altijd aan de planning houden, hoewel uit Saxion Student Survey 2004 blijkt dat 80% van de studenten positief is over de eigen discipline ten aanzien van de studie. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat bijna 70% van de studenten tevreden is over de spreiding van de studielast. In het onderzoek van 2006 ligt dit percentage rond 75%. Studenten geven tijdens de audit zelf aan dat de studielast in de eerste twee jaren op ongeveer 30 uur per week ligt. In het stagejaar is deze zeker 40 uur per week en in het afstudeerjaar en tijdens het volgen van een minor eveneens. Het Managementteam van de academie heeft de curriculumcommissie van de propedeuse opdracht gegeven het propedeuseprogramma te herzien waarbij ook de contacttijd moet worden verhoogd. Deze maatregel moet studenten stimuleren regelmatig(er) te studeren. 2.4.2 Minor ‘Law’ SJD-studenten kunnen vanaf het studiejaar 2005-2006 kiezen voor een verdiepende, specialiserende minor: de minor ‘Law’. Een minor heeft een studielast van 30 EC’s; het majorgedeelte heeft een omvang van 210 EC’s. Ook in deze minor is het aantal studiepunten uitgewerkt per kwartielen en leerlijnen. Deze minor kan worden gevolgd in het vierde jaar, waar twee kwartielen daarvoor zijn gereserveerd. Desgewenst kan de minor ook eerder worden gevolgd. Eis is wel dat de student zijn propedeuse heeft afgerond voordat hij de minor ‘Law’ gaat volgen. De minor Law wordt door studenten als pittig ervaren. Verder kunnen studenten kiezen voor een andere minor uit het aanbod aan verbredende minoren van Saxion Hogescholen. Oordeel: goed Het auditteam komt tot het oordeel ‘goed’ op basis van het feit dat: de studielast voor studenten voldoende is; de studielast met studenten wordt besproken en derhalve vooraf bij hen bekend is; door de begeleiding door docenten/tutoren op inhoudelijk gebied en de begeleiding door studieloopbaanbegeleiders van het studieproces waarborgen zijn geschapen dat belemmerende factoren tijdig worden onderkend en waar mogelijk worden weggenomen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
21
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen 2.5.1. Instroom algemeen Het instroombeleid voor de opleiding SJD is Saxion-breed geformuleerd. Op hogeschoolniveau is de toelating geregeld volgens de wettelijke eisen. Alleen in uitzonderingsgevallen wordt afgeweken van de toelatingsregels; in een dergelijk geval oordeelt een Saxion-brede toelatingscommissie. De opleiding organiseert voorlichtingsrondes, open dagen, meeloopdagen en study try-outs voor potentiële studenten, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar, vwo’ers, mbo’ers en deeltijdstudenten. Om een adequate aansluiting binnen de opleiding met het hogeschoolbrede beleid te waarborgen neemt de propedeusecoördinator van de SJD opleiding deel aan de Werkgroep Instroommanagement en Aansluitingsvraagstukken van de hogeschool. Het instroombeleid is vastgelegd in het ‘Protocol aanmelding, toelating, inschrijving en bekostiging bacheloropleidingen Saxion Hogescholen 2005-2006’. 2.5.2. Instroom van havisten en vwo-ers Bij het propedeuseprogramma is rekening gehouden met het beginniveau van instromende studenten: de opbouw is van meer naar minder contacttijd en van minder naar meer zelfstandig studeren. De visie op leren en het didactisch concept is afgestemd op de kenmerken van havo- en vwo-instroom en sluit aan bij de leermethodes in het voortgezet onderwijs (studiehuis, leren leren, enz.). De visie op de aansluiting op havo en vwo is vastgelegd in het onderwijs- en toetsplan SJD. 2.5.3. Instroom van mbo-ers (niveaus 3 en 4) Om het rendement van de mbo-instroom te verbeteren en deze instroom te vergroten is een doorlopende leerweg ontwikkeld voor juridisch geschoolde mbo’er (sociaal juridisch medewerker, commercieel juridisch medewerker, administratief juridisch medewerker) het zg MHBO-traject. 2.5.4. Instroom deeltijdstudenten De deeltijdopleiding richt zich op de studenten met werk- en levenservaring. De gebruikte didactische modellen doen een appèl op die ervaringen. Door het gebruik van opdrachten die in de beroepspraktijk moeten worden uitgevoerd vindt de deeltijdopleiding aansluiting bij de mogelijkheden van deeltijdstudenten. Werkervaring is een voorwaarde om met succes het deeltijdonderwijs te kunnen volgen. Door de uiteenlopende achtergronden in opleiding en ervaring kunnen deeltijdstudenten in aanmerking komen voor vrijstellingen op basis van reeds eerder of elders verworven competenties (evc). 2.5.5. Instroom van anderen Aspirant-studenten die ouder zijn dan 21 jaar en niet voldoen aan de vooropleidingseisen kunnen een toelatingsonderzoek doen. Dit onderzoek wordt Saxionbreed verzorgd door de Dienst Onderwijs en Student. In het studiejaar 2006-2007 zijn voor het eerst Duitse studenten in het kader van het Borderconcept toegelaten tot de opleiding. Zij volgen een zomercursus Nederlands en krijgen gedurende hun studie apart begeleiding en ondersteuning.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
22
Oordeel: goed Het auditteam is op basis van bovenstaande waarnemingen van oordeel dat het programma qua vorm en inhoud op goede wijze aansluit bij de kwalificaties van instromende voltijd- en deeltijdstudenten met diverse achtergronden en vooropleidingen, zoals deze zijn beschreven. Het MHBO-traject biedt een goede methodiek om mbo’ers met instroom niveau 3 en 4 versneld te laten in- en doorstromen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
23
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een hbo bachelor opleiding? Bevindingen Zoals al bij facet 2.2. is beschreven hanteert Saxion als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang moet kennen van 240 studiepunten en elke bacheloropleiding opgebouwd moet zijn uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. (zie verder facet 2.2.). Daarmee voldoet elke bacheloropleiding van Saxion aan de formele eis van 240 ECTS met betrekking tot de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de voltijd- en deeltijdopleiding een omvang hebben van 240 EC, wat reden is dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
24
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen 2.7.1 Didactisch concept Alle opleidingen binnen de ABR zijn gebaseerd op een didactisch concept dat is te duiden als ‘ontwikkelen van competenties door actief te leren via een persoonlijke leerweg’. Dit didactisch concept bestaat uit vier leerlijnen die elk een eigen functie hebben maar onderling op elkaar zijn afgestemd. In de integrale leerlijn ontwikkelen studenten de opleidingscompetenties die van betekenis zijn voor de beginnende beroepsbeoefenaar. Zij leren in deze leerlijn vraagstukken oplossen die typerend zijn voor de startende beroepsbeoefenaar. In de conceptuele leerlijn leren de studenten de beroepspraktijk en theorie met elkaar verbinden. Zij ontwikkelen binnen deze leerlijn inzicht in werkmodellen en concepten die bruikbaar zijn bij de uitvoering van beroepstaken en het oplossen van vraagstukken die zij binnen de integrale leerlijn krijgen voorgelegd. In de vaardigheidslijn leren studenten de beroepsvaardigheden oefenen en verwerven die kenmerkend zijn voor het beroep, naast analytische, probleemoplossende, sociaalcommunicatieve en managementvaardigheden die horen bij het hbo-niveau. In de studieloopbaanontwikkelingslijn leren studenten reflecteren en betekenis geven aan leer- en werkervaringen en worden zij ondersteund bij het vaststellen van hun ambities en te ontwikkelen competenties. De doelstelling van de opleiding is het marktgericht opleiden van studenten en ze in de gelegenheid stellen om competenties te verwerven die ze nodig hebben om als beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren in permanent veranderende omstandigheden. De opleiding SJD leidt voltijd- en deeltijdstudenten beroeps- en competentiegericht op volgens de (Saxion) onderwijsvisie op maat en in een activerend klimaat. Voor SJD’ers geschiedt dat voor een achttal taakgebieden: rechtsbijstand, schuldhulpverlening, arbeid en reïntegratie, reclassering en jeugdzorg, uitkeringen, consumenten- en patiëntenbelangen, vreemdelingenhulp en organisatie en beleid. Door te werken met de vier hierboven beschreven leerlijnen wordt zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten een samenhangend didactisch concept aangeboden dat hen in staat stelt deze doelstelling te realiseren. 2.7.2 Werkvormen in relatie tot het didactisch concept In de integrale leerlijn is de opdracht de belangrijkste werkvorm: deze stimuleert en activeert de student optimaal. In de conceptuele leerlijn en vaardigheidsleerlijn worden tutorbijeenkomsten, trainingen, instructiecolleges, hoor- en werkcolleges aangeboden. Om de integratie van theorie met de praktijk te bevorderen worden in de integrale leerlijn gesimuleerde of authentieke praktijksituaties gecreëerd, onder meer door inbreng van materiaal door werkvelddeskundigen. Deeltijdstudenten brengen zelf probleemstellingen uit hun eigen werkpraktijk in. In de stage en afstudeerfase wordt de student geconfronteerd met het uitvoeren van een authentieke praktijkopdracht. ICT applicaties die tot het basisgereedschap van een hbo-er en dus van een SJD’er behoren, leren de studenten tijdens de opleiding gebruiken. De studenten leren binnen de module onderzoeksvaardigheden werken met het statistische pakket SPSS. Aan de ontwikkeling van een visie op het gebruik van elektronische leeromgevingen binnen de opleiding wordt thans gewerkt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
25
In de gesprekken heeft het auditteam kunnen vaststellen dat het didactische concept met de vier leerlijnen is doorgevoerd voor de opleiding en dat zowel docenten als studenten hierover tevreden zijn. De uitvoering in de praktijk van het didactische concept beoordeelt het auditteam als doordacht en doorwrocht. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat: de opleiding op adequate wijze ervoor zorgdraagt dat het didactisch concept in lijn is met de doelstellingen; de gebruikte werkvormen een relatie hebben met dit didactische concept; de uitvoering in de praktijk laat zien dat de beroepscompetenties inderdaad worden verkregen door actief leren in een persoonlijke leerweg.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
26
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Toetsen en beoordeling binnen de opleiding SJD De opleiding beschikt met de nota ‘Toetsbeleid. Toetsing en beoordeling binnen de academie ABR’ van januari 2005 over een vastgelegd toetsbeleid. In deze nota zijn de toetsmethoden alsmede de validiteit en objectiviteit van toetsen beschreven. Ook is vastgelegd op welke wijze de voortgangsbeoordeling en feedback naar studenten vorm krijgt. De toetsings- en beoordelingscriteria zijn vastgelegd in blokboeken en de afstudeerhandleiding en inzichtelijk voor alle betrokkenen. Deze sluiten aan bij het niveau van de student, waarbij drie niveaus: beginners-, gevorderden- en expertniveau worden onderscheiden en bij de domeinspecifieke eisen van de opleiding. Er wordt een mix aan toetsvormen toegepast zoals meerkeuzevragen, assessments, presentaties, simulaties, gesprekken en toetsing, mede door bedrijfscoaches, in de authentieke werkomgeving tijdens stage en afstuderen. Regelmatig worden personen uit de beroepspraktijk betrokken bij de toetsing en beoordeling van opdrachten en beroepsproducten. Een concreet voorbeeld is de toetsing van de hoorzitting die deel uit maakt van de integrale opdracht in het vierde kwartiel van het tweede jaar. Daarbij worden externe deskundigen uitgenodigd (gezinsvoogd of medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming) die ofwel “bijzit”, observeert en becommentarieert of de rol van rechter op zich neemt. Bij de stages hebben de coaches van de organisatie een belangrijke adviserende taak daar waar het de beoordeling van de stage betreft. Hoewel de bevoegdheid voor het toekennen van beoordelingen en het verstrekken van studiepunten bij de bevoegde examinator ligt, is de input van deze beroepsbeoefenaars essentieel en onontbeerlijk. Hetzelfde geldt bij de beoordeling van de beroepsproducten die bij het afstuderen worden opgeleverd. Bij het afsluitende gesprek in het kader van het afstudeerproject worden ook extern gecommitteerden betrokken. Naast een adviserende rol inzake de beoordeling toetsen zij ook in hoeverre afstudeerders het gewenste bachelorniveau hebben gerealiseerd. De toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid in de kwartielen: toetsen vinden plaats in week 8, 9 en10 van elk kwartiel, met een mogelijkheid van herkansing in het daaropvolgende blok. Studenten ontvangen directe terugkoppeling op de behaalde resultaten van assessments. Voor schriftelijke tentamens is er een termijn van 10 werkdagen en voor werkstukken een termijn van 15 werkdagen. Uiterlijk 20 dagen na de schriftelijke tentamens kunnen de studenten via CWSIS kennisnemen van de uitslagen. De studievoortgang wordt bijgehouden en geregistreerd in een geautomatiseerd systeem (Volg+). Studenten hebben toegang tot dit systeem en kunnen op elk moment de behaalde studieresultaten inzien. Ten behoeve van de begeleiding van studenten is er een mentormenu ontwikkeld waarmee de studieloopbaanbegeleiders gemakkelijk toegang krijgen tot de actuele studieresultaten van studenten. Uit evaluaties in 2004 en 2006 blijkt dat studenten niet zo tevreden zijn over de tijdige terugkoppeling van toetsresultaten. De opleiding onderkent dit. De organisatie zal dienaangaande worden verbeterd. Met ingang van het studiejaar 2006-‘07 zijn inzage- en feedbackmomenten van de toetsen ingeroosterd aan het eind van het betreffende kwartiel.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
27
Er zal voorts worden gewerkt aan het meer competentiegericht maken van toetsen, het verder betrekken van het beroepenveld bij de ontwikkeling en uitvoering van het toetsprogramma en de ontvlechting van toetsprogramma en studieprogramma, zodat evc-beleid gemakkelijker kan worden gerealiseerd.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop door de opleiding wordt getoetst of de studenten de beoogde competenties hebben bereikt. Het auditteam is van oordeel dat: het toets- en beoordelingsbeleid goed is vastgelegd en is gecommuniceerd naar studenten, sprake is van een voldoende variatie in toetsen; sprake is van het voldoende betrekken van het afnemende werkveld bij de beoordeling van studenten; de opleiding de uitkomsten van evaluaties met betrekking tot toetsen aangrijpt om verbeteringen door te voeren.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor zowel de voltijd als de deeltijdopleiding SJD als voldoende op basis van het navolgende: 1. kennisontwikkeling vindt plaats aan de hand van aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en relevante vakliteratuur terwijl de opleiding in voldoende mate verbanden legt met de beroepspraktijk en de beroepspraktijk betrokken is bij de begeleiding en toetsing. 2. er is sprake van een concretisering van eindkwalificaties in termen van competenties, de eindkwalificaties zijn vertaald in leerdoelen en er is sprake van een onderwijsproces dat in beginsel de afgestudeerden van de voltijd- en deeltijdopleiding SJD in staat moet stellen de geformuleerde eindkwalificaties te behalen. 3. door de horizontale en verticale afstemming is sprake van de inhoudelijke samenhang van het programma van zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding. 4. de studielast voor studenten is voldoende en door de begeleiding van docenten/tutoren op inhoudelijk gebied en de begeleiding door studieloopbaanbegeleiders van het studieproces zijn waarborgen geschapen dat belemmerende factoren tijdig worden onderkend en waar mogelijk weggenomen. 5. het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van instromende voltijd- en deeltijdstudenten met diverse achtergronden en vooropleidingen. 6. de voltijd- en deeltijdopleiding hebben elk een omvang van 240 EC. 7. de opleiding draagt op adequate wijze ervoor zorg dat het didactisch concept in lijn is met de doelstellingen en de gebruikte werkvormen hebben een relatie met dit didactische concept. De uitwerking binnen de opleiding van dit concept beoordeelt het auditteam als goed. 8. het toets- en beoordelingsbeleid goed is vastgelegd en gecommuniceerd naar studenten, er is sprake is van een voldoende variatie in toetsen en sprake van het voldoende betrekken van het afnemende werkveld bij de beoordeling van studenten waarbij de opleiding de uitkomsten van evaluaties met betrekking tot toetsen aangrijpt om verbeteringen door te voeren. Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel zes van de zeven relevante facetten van het onderwerp ‘Programma’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. (Facet 2.6 ‘Duur’ blijft hierbij buiten beschouwing). Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
28
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo Criterium Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen De opleiding heeft in het personeelsplan (Organisatie- en Personeelsplan ABR) vastgelegd aan welke kerncompetenties het personeel moet voldoen om het onderwijs inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch te realiseren. Deze kerncompetenties zijn: richting geven (leiderschap, coachen, besluitvaardigheid, initiatief); samenwerken (teamgeest en relaties opbouwen) communiceren (sensitiviteit, overtuigen en netwerken), analyseren en interpreteren (probleemanalyse en oordeelsvorming) creëren en strategisch denken (visie, creativiteit, innoveren, omgevingsbewustzijn), uitvoeren (doel en resultaatgerichtheid, plannen en organiseren, klantgerichtheid, kwaliteitsgerichtheid en zorgvuldigheid en accuratesse) aanpassen (stresstolerantie) en ondernemen (ondernemend handelen, organisatiebewustzijn en financieel bewustzijn). De opleiding SJD heeft de afgelopen jaren een bewuste wervingsstrategie gevoerd gericht op het aantrekken van docenten die deels in de praktijk willen blijven werken. De opleiding stelt in principe alleen docenten aan met ervaring in de beroepspraktijk. De opleiding stimuleert dat docenten verbonden blijven met de beroepspraktijk. Uit analyse van de cv’s van docenten blijkt dat een groot deel van hen een relevante ervaring heeft in het werkveld van de opleiding en dat zij deel uitmaken van netwerken. De docenten van de opleiding beschikken blijkens hun cv’s en blijkens uitkomsten van functioneringsgesprekken over onderwijskundige, vakinhoudelijke, agogische en communicatieve competenties. Er zijn plannen om in de tweede helft van het jaar 2007 het lectoraat ‘Law’ in te richten waardoor de opleiding SJD een directe verbinding krijgt met de daarbij horende kenniskring. Oordeel: goed Het auditteam heeft vastgesteld dat een groot deel van de docenten een verbinding heeft met het werkveld en dat bij de werving van docenten gericht aandacht wordt gegeven aan de ervaring die kandidaten moeten hebben met de beroepspraktijk. Voorts is er beleid ontwikkeld om binnenkort een directe verbinding met een op te richten kenniskring te leggen , waardoor nieuwe inzichten kunnen gaan doorwerken in het onderwijs. Er is naar het oordeel van het auditteam sprake van een docentencorps dat op een goede manier de verbinding legt tussen opleiding en beroepspraktijk. Deze verbinding zal in de toekomst kunnen worden versterkt door deelname aan de in te stellen kenniskring. Voor het auditteam zijn deze bevindingen aanleiding om aan dit facet het oordeel ‘goed’ te verbinden.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
29
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen 3.2.1. Algemeen Saxion heeft op instellingsniveau het personeelsbeleid ontwikkeld en vastgelegd in de nota ‘Personeelsplanning’ (nov. 2004). De doelstellingen van dit beleid zijn verwoord in een tiental ijkpunten. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren dit uit. Met betrekking tot de kwantiteit geldt dat de opleiding in haar personeelsplan heeft vastgelegd aan welke kwantitatieve eisen het personeelsbestand moet voldoen om de gewenste kwaliteit te verzorgen. De academies hebben in hun eigen personeelsplan de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwantiteit (en kwaliteit) van het personeel beschreven en aangeduid wat de noodzakelijk geachte hoeveelheid personeel zou moeten zijn. (zie voor kwaliteit facet 3.3.) Voor de kwantitatieve personeelspanning geldt de afspraak dat in principe 70% van de formatie wordt ingevuld door medewerkers met een vaste aanstelling en 30% van de formatie flexibel is. Daarnaast geldt de afspraak, dat 70% van de formatie wordt ingezet voor het onderwijs, 20% voor beheer en 10% voor beleid. De academiedirecteur werft en selecteert zijn eigen personeel. Dit doet hij in samenspraak met de Dienst P&O van Saxion, die het proces bewaakt en ondersteunt. Daarbij wordt ook gelet op te herplaatsen docenten. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Integrale personeelsplanning moet maatwerk opleveren voor Saxion, haar academies en diensten. In de (meerjaren) begroting, de Management Review en managementrapportage (marap) beschrijven de academiedirecteuren en de RvB de ontwikkeling en de voortgang ten aanzien van het personeelsbeleid. De Dienst P&O biedt daarbij ondersteuning. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwantiteit van het personeel en de eventuele knelpunten. Samen zoeken zij naar oplossingen om personele problematiek aan te pakken. Waneer dat mogelijk is worden problemen direct opgelost. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion er door integraal personeelsbeleid te voeren voor zorgt, dat op alle academies en opleidingen voldoende personeel wordt ingezet om de gewenste kwaliteit te verzorgen. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de begroting en de informatie uit maraps en de Management Review regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid op academie/opleidingsniveau. Uit deze verslagen blijkt ook dat Saxion aan academies, waar dat noodzakelijk was, extra ruimte heeft geboden om versneld personeel aan te trekken. 3.2.2. Kwantiteit personeel bij de academie en opleiding SJD Op het niveau van de academie is vastgelegd dat 70% van de medewerkers in vaste dienst moet zijn en moet behoren tot de kernbezetting; 20% een tijdelijk contact kan hebben tot maximaal 3 jaar en 10% een contract met een looptijd < 1 jaar. De minimumomvang van een aanstelling moet 0,6 fte zijn. Met deze vaste kern en flexibele schil kunnen schommelingen in de studentenaantallen worden opgevangen. 80% van het personeel is direct betrokken bij het onderwijs, de andere 20% is beheers-, ondersteunend en beleidsvoerend personeel.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
30
De formatie van onderwijzend personeel van de opleiding SJD in januari 2007 is 10,5 fte en bestaat uit 37% hoofddocent 2; 18% docent 1, 36% docent 2 en 9% instructeur praktijkonderwijs. De gemiddelde leeftijd van de docenten is 40,1 jaar. 2,3 fte is man en 8,2 fte is vrouw. De verdeling in contractvorm is 50% vast (5,2 fte) en 50% tijdelijke contracten (5,3 fte); incidentele contracten komen niet voor. De docent/student ratio van de opleiding is 1:21. De academie heeft een eigen database systeem ontwikkeld. Hierin wordt zichtbaar welke docenten en ondersteuners voor welke taken kunnen worden ingezet en hoe hun individuele belasting op jaarbasis is. Ook de uren die worden besteed aan deskundigheidsbevordering worden hierin zichtbaar gemaakt Deze database is gekoppeld aan een database, waarin de competenties van medewerkers zijn opgenomen. Het management heeft hiermee in een oogopslag zicht op de kwantitatieve en kwalitatieve situatie met betrekking tot het onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel.
Oordeel: goed Het auditteam heeft vastgesteld dat de formatie toereikend is om het onderwijs op het gewenste kwaliteitsniveau te verzorgen. Het auditteam heeft met genoegen gezien dat het management beschikt over een zelf ontworpen operationele database, die hij gebruikt als ondersteuning voor de uitvoering van het personeelbeleid.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
31
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen 3.3.1. Algemeen Zoals al bij facet 3.2. is beschreven heeft Saxion op instellingsniveau het personeelsbeleid ontwikkeld en vastgelegd en de doelstellingen van dit beleid verwoord in een tiental ijkpunten. Met betrekking tot de kwaliteit van het personeel zijn er ijkpunten rondom de inhoud van het personeelsplan, het vastleggen van de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten van het personeel, het uitvoeren van gesprekken in de gesprekscyclus en het opstellen van een scholingsplan. Alle academies maken op basis hiervan hun personeelsplanning en voeren dit uit. In hun eigen personeelsplan beschrijven de academies de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit (en kwantiteit) van het personeel en duiden aan wat de noodzakelijk geachte kwaliteit van het personeel in de toekomst zou moeten zijn. Met behulp van een digitaal invulformulier ten behoeve van het verzamelen van kwalitatieve personeelsgegevens, stellen de academies de aanwezige en gewenste kwaliteit vast. Dit formulier heeft de hogeschool in 2006 in een aantal pilots getoetst en in 2007 in de hele organisatie ingevoerd. Saxion heeft de functieprofielen van alle voorkomende functies beschreven en vastgelegd in het Saxion Functiegebouw (augustus 2005). Alle medewerkers van Saxion zijn op basis hiervan ingedeeld. De academies van Saxion hanteren een gesprekscyclus bestaande uit een plangesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek. Beleid hieromtrent heeft Saxion vastgelegd in de nota ‘Gesprekscyclus’. In de verschillende gesprekken maken medewerker en leidinggevende resultaatafspraken en worden afspraken gemaakt over de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker op de korte en lange termijn (POP). Door het opstellen van het Functiegebouw in 2005 en het indelen van alle medewerkers is duidelijk welke eisen er worden gesteld aan de verschillende functies en wat er derhalve van de medewerkers wordt verwacht. Directeuren, managers en overige leidinggevenden zijn geschoold in het voeren van bovengenoemde gesprekken. Zoals al onder 3.2. is vermeld, beschrijven de academiedirecteuren en de RvB in de (meerjaren) begroting, de Management Review en de marap de ontwikkeling en de voortgang ten aanzien van het ersoneelsbeleid. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwaliteit van het personeel en de uitvoering van het personeelsbeleid met betrekking tot de gesprekscyclus en de scholing en ontwikkeling van het personeel. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion werkt aan integraal personeelsbeleid om er voor te zorgen, dat op alle academies en opleidingen het personeel voldoende gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De instrumenten die Saxion daarvoor heeft ontwikkeld, de digitale vragenlijst, de indeling van het personeel volgens het functieboek en de gesprekscyclus, zorgen ervoor dat de academies zicht hebben op de aanwezige en gewenste kwaliteit van het personeel en zorgen ervoor dat de leidinggevende regelmatig met de medewerkers spreekt over functioneren, gewenste ontwikkelingstrajecten en dat (resultaat)afspraken daarover worden vastgelegd.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
32
Uit maraps, voorjaarsnota’s en (meerjaren)begrotingen blijkt, dat over ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid en kwaliteit personeel wordt gerapporteerd. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB op basis van de informatie uit de verschillende rapportages regelmatig met de academiedirecteuren spreekt over de ontwikkeling en voortgang van het personeelsbeleid op academie en opleidingsniveau. Op instellingsniveau is er geen scholingsplan. Wel heeft Saxion instellingsbreed ten aanzien van deskundigheidsbevordering een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Zo verzorgt Saxion sinds 2006 een eigen cursus voor nieuwe docenten en vanaf begin 2007 een training studieloopbaanbegeleiding. (zie over studieloopbaanbegeleiding ook facet 4.2.) Daarnaast heeft het lectoraat en de kenniskring ‘Assessment’ cursussen ontwikkeld in het kader van ‘Assessment voor HBO-docenten’. Deze cursussen worden vanaf 2007 ingezet. 3.3.2. Praktijk bij de opleiding SJD De opleiding heeft van alle personeelsleden vastgelegd over welke inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten zij beschikken, welke recente ervaring zij hebben met het werkveld en de beroepspraktijk en over welke internationale deskundigheid op het gebied van de domeinspecifieke eisen zij beschikken. Dit is vastgelegd in de personeelsdatabase. De opleiding hanteert een systeem van competentieprofielen en functioneringsgesprekken. Kwartielevaluaties onder studenten geven input voor deze gesprekken alsmede 180o feedback van collega-docenten, alumni en personen uit het werkveld. Medewerkers maken elk een persoonlijk ontwikkelingsplan, dat in de functioneringsgesprekken aan de orde komt. Deze functioneringsgesprekken zijn onderdeel van de jaarlijkse gesprekscyclus. Het beleid met betrekking tot ontwikkeling en deskundigheidsbevordering is vastgelegd in jaarlijkse scholingsplannen. Nieuwe docenten krijgen een introductiecursus en didactische scholding. De opleiding SJD kent op het moment van de visitatie nog geen directe verbinding met een lectoraat of kenniskring. Per september 2007 zal het kennis- en expertisecentrum “Inrichting van de leefomgeving”, waarin de ABR haar onderzoeksactiviteiten onderbrengt ook een lectoraat Law (werknaam) kennen. Het beleid is erop gericht dat docenten van de opleiding SJD gaan participeren in de kenniskring van dit nieuwe lectoraat. Het door ABR uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek laat reeds jaren een stijgende lijn in de tevredenheid van het personeel laat zien. De tevredenheid van het personeel is zonder meer goed te noemen.
Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat de opleiding beschikt over personeel dat inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch geschikt en in staat is om het onderwijsprogramma te realiseren. De academie en opleiding hebben duidelijk ingezet op de begeleiding van docenten, waarbij de begeleiding van nieuw binnengekomen docenten extra aandacht krijgt. Het auditteam waardeert dit. Het auditteam is onder de indruk van de door de academie ontworpen en in gebruik genomen personeelsdatabase en beoordeelt dit als een prima instrument dat het management daadwerkelijk ondersteunt bij het uitvoeren van zijn taken op het gebied van het personeelbeleid en dat de kwaliteit van de opleiding ten goede komt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
33
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de opleiding SJD het onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende op basis van het navolgende: 1. Er is sprake van een docentencorps dat op een goede manier de verbinding legt tussen opleiding en beroepspraktijk. 2. De formatie toereikend is om het onderwijs op het gewenste kwaliteitsniveau te verzorgen, waarbij het management beschikt over een zelf ontworpen operationele database, die hij gebruikt als ondersteuning voor de uitvoering van het personeelbeleid. 3. De opleiding beschikt over personeel dat inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch geschikt en in staat is om het onderwijsprogramma te realiseren. De academie en opleiding hebben duidelijk ingezet op de begeleiding van docenten, waarbij de begeleiding van nieuw binnengekomen docenten extra aandacht krijgt. Het auditteam waardeert dit. Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp ‘Personeel’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
34
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen 4.1.1. Algemeen Binnen Saxion worden de huisvestingsvoorzieningen in overleg met de gebruikers centraal georganiseerd. Daarvoor heeft Saxion een ‘Ruimteverdeelmodel’ (2002) opgesteld met normering van de ruimtebehoefte. Jaarlijks inventariseert de dienst Facilitair Bedrijf (FB) wat de onderwijsruimtebehoefte is, inclusief het medewerkersdeel. Voor nieuwe activiteiten moeten de academies contact opnemen met Bureau Roostering en Planning en FB. Over de materiële voorzieningen en het beheren van de ruimten zijn in het ‘Ruimteverdeelmodel’ ook afspraken vastgelegd. Alle materiële voorzieningen die in de gemeenschappelijke ruimten op de locaties Enschede en Deventer benodigd zijn, beheert Saxion op centraal niveau. Voor de locatie Apeldoorn, waar alleen het Hoger Hotelonderwijs is gevestigd, is dit niet van toepassing. Ook wettelijke en NEN normen zijn in het ruimteverdeelmodel opgenomen. De lange termijnvisie op het huisvestingsbeleid heeft Saxion vastgelegd in het ‘Lange termijn Huisvestingsplan 2006-2011’ (juli 2006). Hierin wordt een integraal huisvestingsbeleid gepresenteerd, waarin alle kwalitatieve en kwantitatieve huisvestingsaspecten worden meegenomen. Doelstelling van het huisvestingsbeleid is het creëren van een ‘open transparante stimulerende werkomgeving’ (OTSWO). De besluitvorming over de jaarlijkse toekenning van de hoeveelheid ruimte en de materiele voorzieningen aan de academies vindt plaats in het bilateraal overleg tussen RvB en de directeur FB. Waar nodig bespreekt de RvB in het bilateraal overleg met de academiedirecteuren eventuele knelpunten. Na de toekenning zijn de academies vervolgens vrij in het naar eigen inzicht verdelen/indelen van die ruimte en het gebruik van de materiele voorzieningen. Op basis van de toepassing van het ‘Ruimteverdeelmodel’ heeft FB jaarlijks een compleet inzicht in de ruimtetoewijzingen aan academies en diensten. Door bezettingsonderzoeken heeft FB tevens inzicht in het feitelijke gebruik van toegewezen ruimten. De Stuurgroep Huisvesting, waarin ook directeuren van academies en diensten participeren, evalueert regelmatig de werking van het ‘Ruimteverdeelmodel’. Ook het beleid voor de informatie- en ict-voorzieningen wordt door Saxion in hoge mate op instellingsniveau ontwikkeld, uitgevoerd en geborgd. Het ict-regie ligt in handen van de directie van de dienst Onderwijs & Student (O&S). De implementatie van het ict-beleid vindt plaats door het Informatiseringcentrum van Saxion en door de ict-contactpersonen van de academies en diensten. Intensief contact en overleg met ict contactpersonen per academie en dienst zorgen er voor dat de ictvoorzieningen afgestemd zijn op de specifieke eisen die het onderwijs en de dienstverlening stellen. De regiegroep ict, waarin het management van de academies en diensten zitting heeft, fungeert als een overlegplatform ten behoeve van de besluitvorming. In het ‘Informatiebeleidsplan 2006-‘09’ heeft Saxion de ontwikkelingen tot en met 2010 beschreven. Voorafgaand aan de vaststelling door de RvB is dit plan besproken in het Saxion Management Overleg (SMO) met de directeuren van de academies en diensten.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
35
De directeur van de dienst O&S bespreekt in het bilateraal overleg met de RvB over het ict-beleid en gewenste/noodzakelijke verbeteringen. In de evaluatieonderzoeken van Saxion (Saxion Student Survey (SSS), onderwijsevaluaties op opleidingsniveau en medewerkertevredenheidonderzoek op academieniveau) wordt de tevredenheid over de huisvesting en het gebruik van ICT voorzieningen gemeten. Daarnaast kent het Informatiseringcentrum van Saxion eigen evaluatie-instrumenten. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond dat Saxion, door jaarlijks integraal te bekijken wat er nodig is aan ruimte en materiële voorzieningen, ervoor zorgt dat voorzieningen op elke academie en opleiding toereikend zijn om de onderwijsprogramma’s ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het ‘Ruimteverdeelmodel’ is daarvoor een adequaat instrument. In het ‘Lange termijn Huisvestingsplan’ en ‘Informatiebeleidsplan 2006-‘09’ heeft Saxion haar lange termijnvisie helder beschreven. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen van de RvB met de academiedirecteuren blijkt dat de RvB met deze directeuren regelmatig spreekt over de benodigde materiële voorzieningen en noodzakelijke en gewenste verbeteringen. Dat Saxion de academies de vrijheid geeft om binnen de hoeveelheid toegewezen ruimte en materiële voorzieningen vervolgens eigen keuzes te maken voor de verdeling/indeling is een goede beslissing, daar elke academie en opleiding zelf het beste weet hoe zij het onderwijs wil inrichten en wat studenten en docenten wensen. 4.1.2. Toereikendheid materiële voorzieningen voor de opleiding SJD In het businessplan 2005-‘06 van de academie zijn de eisen geformuleerd waaraan alle voorzieningen binnen de ABR moeten voldoen. Jaarlijks wordt in overleg met het Facilitair Bedrijf de ruimtebehoefte vastgesteld ten behoeve van de uitvoering van het onderwijs. Door een interne verbouwing zal in de zomer van 2007 de Open Transparante Leer Omgeving worden gerealiseerd, waarin alle infrastructurele voorzieningen aan bod komen. De beschikbare voorzieningen voldoen aan door het management van de ABR de gestelde eisen. Studenten hebben in de kwartielevaluaties kritiek geuit op de onvoldoende beschikbaarheid van pc’s. Het aantal pc’s voor studenten is daarom inmiddels uitgebreid van 40 naar 64. Het auditteam heeft tijdens de visitatie de bibliotheek/mediatheek bezocht en gezien dat deze goed geoutilleerd is. Ook heeft het auditteam het ‘studielandschap’ met de hoeveelheid beschikbare pc’s bezien. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de opleiding als goed. Het auditteam heeft tijdens de audit kunnen waarnemen dat: de academie en de opleiding SJD de beschikking hebben over een goed geoutilleerde onderwijsomgeving inclusief mediatheek; de opleiding op basis van klachten van studenten het aantal pc’s heeft uitgebreid en daarmee aangeeft inzicht te hebben én te reageren op de wensen en eisen die door docenten en studenten worden gesteld.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede escholen.Enschede
36
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen 4.2.1. Algemeen Saxion streeft instellingsbreed naar een persoonlijke leerweg voor elke student met toepassing van de instrumenten startgesprek/ verkenningsprogramma, studiecontract, persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), portfolio en studieloopbaanbegeleiding(slb). Om dit uit te werken heeft Saxion in 2003 het project ‘Persoonlijke Leerweg’ (PLW) opgezet. De inhoudelijke uitgangspunten zijn vastgelegd in de ‘Integrale rapportage Instrumenten PLW’ (maart 2006). De vijf kerninstrumenten van de PLW worden gefaseerd binnen de academies en opleidingen ingevoerd. In het kader daarvan is Saxion in 2006-‘07 gestart met vier zogenoemde ‘proeftuinen kerninstrumenten PLW’. De betreffende academies doen ervaring op met het werken met de instrumenten. Slb vormt daarin de spil. Andere academies hadden de mogelijkheid om in het studiejaar 2006-‘07 ook reeds de kerninstrumenten in te zetten. Op basis van de ervaringen in de proeftuinacademies vindt vanaf studiejaar 2007-‘08 integrale implementatie van de kerninstrumenten plaats. In het Saxion brede model voor de OER heeft Saxion in artikel 8 op instellingsniveau zaken rondom studieloopbaanbegeleiding en studieadvisering vastgelegd. Daarin beschrijft Saxion waar de studieloopbaanbegeleiding tenminste aan moet voldoen in de propedeutische en postpropedeutische fase met betrekking tot de gesprekken en de verslaglegging. Ook staan er in dit artikel regels met betrekking tot studieadvisering en een bindend negatief studieadvies. Alle opleidingen maken gebruik van dit model voor de eigen opleidings-OER. Ter ondersteuning van de studieloopbaanbegeleiding kent Saxion een studentvolgsysteem: Volg+. De professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding wordt vormgegeven door cursussen die op Saxionniveau worden aangeboden aan medewerkers die de taak van slb’er uitvoeren. (zie daarover ook bij facet 3.3.) Saxion zal de medewerkers die de taak slb’er op het vereiste niveau uitvoeren, gaan certificeren. Over de wijze waarop de academie vorm geeft aan het beleid met betrekking tot de studieloopbaanbegeleiding vindt periodiek overleg plaats in het bilaterale overleg tussen RvB en academiedirecteuren op basis van de Management Review. De evaluatieresultaten van de SSS worden eveneens in het overleg betrokken. Binnen het project PLW vindt voortdurende evaluatie en ontwikkeling van de zogenaamde ‘kerninstrumenten’ plaats. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond dat Saxion werkt aan integraal beleid met betrekking tot de PLW. In de ‘Integrale Rapportage Instrumenten PLW’ heeft Saxion duidelijk beschreven welke vijf kerninstrumenten de academies en opleidingen hanteren, dan wel gaan hanteren, waarmee de academies en opleidingen zorgen dat de studiebegeleiding adequaat is met het oog op de studievoortgang. Door medewerkers te scholen als slb’er en hen daarvoor te certificeren, zorgt Saxion ervoor dat deze medewerkers voldoende competent zijn voor de uitvoering van hun begeleidende taak. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt dat de RvB met de academiedirecteuren spreekt over de studieloopbaanbegeleiding die de academie en opleiding biedt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
36
4.2.2. Studiebegeleiding bij de opleiding SJD De studiebegeleiding vindt vooral plaats via de studieloopbaanontwikkelingslijn. Elke student wordt gedurende de opleiding begeleid door docenten in de rol van docent/tutor en studieloopbaan-begeleider. Docenten begeleiden de studenten individueel, maar tijdens het onderwijs ook in teamverband. Daarbij bewaken zij op afstand de samenwerking en springen bij wanneer het team onvoldoende in staat blijkt een probleem op te lossen. De begeleiding in de stage en afstudeerperiode wordt verzorgd door een bedrijfscoach en een coach vanuit de opleiding. De taken van deze coaches zijn beschreven in de stagegids en de notitie ‘Afstuderen bij de ABR’. Deeltijdstudenten hebben, meer dan voltijdstudenten, een eigen zelfstandige studiehouding. Zij hebben één door de opleiding ingepland functioneringsgesprek; verder wordt het initiatief bij hen gelegd. Hun studiebegeleiding is voornamelijk vraaggestuurd: zij weten de docent/tutor en de slb’er te vinden indien dat nodig is. Studenten geven in gesprekken aan dat deze begeleiders voor hen bereikbaar en beschikbaar zijn. Studenten kunnen in aanmerking komen voor een persoonlijke leerroute op basis van eerder of elders verworven competenties (evc). Voltijdstudenten maken daarvan in mindere mate gebruik dan deeltijdstudenten. Deeltijdstudenten stippelen in overleg met de deeltijdcoördinator een persoonlijke leerroute uit die het meest bij hen past. Vrijstellingen in het kader van evc worden verleend op basis van een besluit van de examencommissie, waarvoor de student bewijslast moet aanvoeren omtrent de verworven competenties. In de studieloopbaanontwikkelingslijn werken studenten aan een persoonlijk ontwikkelingsplan. Daarnaast bouwen zij hun eigen portfolio op: de verzameling van opdrachten die zij hebben afgewerkt, wat inzicht geeft in hun vorderingen. Dit ‘pop’ en het portfolio is tenminste in het eerste en tweede studiejaar tweemaal per jaar onderwerp van een functioneringsgesprek met de studieloopbaanbegeleider. In het derde en vierde studiejaar ligt het initiatief voor zulke gesprekken bij de student. In de loop van de opleiding verandert de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding. Het initiatief voor de begeleiding wordt gaandeweg de opleiding steeds meer bij de studenten gelegd. Gelet op het karakter van de propedeutische fase (oriëntatie, selectie en verwijzing) is er in de studieloopbaanbegeleiding een “breuk” met de hoofdfase, alwaar de studieloopbaan veel meer gericht is op studievoortgang en continuïteit. Naast de reguliere functioneringsgesprekken tussen student en studieloopbaanbegeleider zijn soms extra gesprekken wenselijk. Het initiatief voor de extra begeleidingsgesprekken kan zowel bij de student als de studieloopbaanbegeleider liggen. In de door ABR gevoerde studieloopbaanontwikkeling benadert de slb’er studenten pro-actief en niet als reactie op ontstane problemen. De begeleiding is vooral gericht op het ontwikkelen van het reflectief vermogen van studenten, op het maken van eigen keuzes en het bewust worden van persoonlijke kwaliteiten. De studieloopbaanontwikkelingslijn sluit daarmee aan op de supervisie die de studenten gedurende hun stageactiviteiten in het derde studiejaar volgen. Ook daarin staan reflectie, bewustwording en zelfsturing centraal. In het gesprek dat het auditteam heeft gehad met studenten tijdens de visitatie geven zij aan dat zij het toenemen van de eigen verantwoordelijk en verleggen van initiatief rond het begeleiden van de opleiding naar henzelf, herkennen en positief beoordelen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
37
4.2.3. Informatievoorziening Relevante informatie over de opzet, inhoud en vormgeving van het studie- en toetsprogramma ontvangt de student in de introductieweek, in het informatie/introductieboekje, via intranet, via de blokboeken, de stageen afstudeerhandleiding en in de onderwijs en examenregeling (OER). Voor de planning en organisatie van het onderwijs worden daarnaast regelmatig mededelingen gedaan via intranet en de ABR-berichten. Bij de start van de opleiding krijgen de studenten informatie over de opleidingscompetenties van de opleiding SJD. In elk kwartiel wordt bij de integrale opdrachten aangegeven welke opleidingscompetenties in het blok aan de orde zijn. Daarbij wordt verwezen naar het competentieprofiel. Ondanks de inspanningen van de opleiding om de informatievoorziening op pijl te brengen en te houden, zijn de studenten niet over alle aspecten positief. Zo vindt meer dan de helft van de studenten dat zij onvoldoende wordt geïnformeerd over studieresultaten. Uit de waarnemingen tijdens de audit blijkt dat dit vooral zit in vertragingen bij het verwerken van de door de docenten aangeleverde cijfers in het studentvolgsysteem. Op andere punten vinden studenten de informatievoorziening beter. (Rapportage Saxion Student Survey 2004 en 2006). 4.2.4. Klachtenregeling Studenten weten doorgaans hun weg te vinden bij klachten. De taakverdeling tussen management en examencommissie is voor studenten helder. De opleiding SJD maakt tot op dit moment gebruik van de Saxion klachtenregeling. Voor ABR wordt momenteel een meer adequate klachtenregeling uitgewerkt. Twee SJD-studenten hebben daartoe een afstudeeropdracht gekregen. 4.2.5. Aansluiting bij behoefte van studenten Bijna 70% van de voltijdstudenten en 86% van de deeltijdstudenten is tevreden over de mogelijkheden om de persoonlijke leerweg vorm te geven. 73% van de voltijdstudenten en 84% van de deeltijdstudenten vindt dat zij voldoende tot goed worden gestimuleerd om zelfstandig te werken. Uit studentenevaluaties blijkt dat zij minder tevreden zijn over het werken met pop’s en hun portfolio bij het ontwikkelen van hun studieloopbaan. De opleiding heeft hierop gereageerd door een plan te ontwikkelen om de instrumenten ‘pop’ en portfolio beter in te bedden in het concept ‘persoonlijke leerweg’. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: de studiebegeleiding van zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten is goed uitgewerkt en wordt toegepast zoals dat in het instellingsbrede beleid is geformuleerd. Studenten zijn daarover tevreden; de informatievoorzieningen naar studenten is over het algemeen in orde en daar waar daarover klachten zijn is door de opleiding daarop adequaat gereageerd met verbetermaatregelen; de studiebegeleiding en informatievoorziening sluit in voldoende mate aan bij de behoeften van de studenten. daar waar studenten in evaluaties opmerkingen hebben op de door hen ondervonden begeleiding worden passende maatregelen genomen om de uitvoering van de studieloopbaanbegeleiding in de praktijk te verbeteren.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
38
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de voltijd- en deeltijdopleiding SJD als voldoende op basis van het navolgende: 1. de academie en de opleiding SJD hebben de beschikking over een goed geoutilleerde onderwijsomgeving inclusief mediatheek en voldoende ict middelen. 2. de studiebegeleiding van zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten sluit op goede wijze aan bij de behoeften van de studenten, terwijl de informatievoorzieningen naar studenten in orde is en op klachten en suggesties om zaken te veranderen adequaat wordt gereageerd met verbetermaatregelen. Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel de facetten 4.1 en 4.2 van het onderwerp ‘Voorzieningen’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
39
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen 5.1.1. Algemeen Saxion hanteert sinds 2002 een set kengetallen en daarbij behorende streefcijfers voor de bacheloropleidingen. Deze streefcijfers representeren de doelstellingen op instellingsniveau. In 2004 heeft Saxion deze kengetallen geactualiseerd en vastgelegd in de nota ‘Saxion Kengetallen’ (sept. 2004). Saxion heeft toetsbare streefdoelen vastgelegd voor de tevredenheidsonderzoeken op instellingsniveau. Deze hebben geresulteerd in kengetallen ‘studenttevredenheid’ en ‘alumni-tevredenheid’. Op instellingsniveau neemt Saxion elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) af. Daarnaast benadert Saxion al haar alumni in elk geval na hun afstuderen om een oordeel te geven over de gevolgde opleiding, door hen te vragen mee te werken aan de HBO-Monitor dan wel aan het Saxion Alumni Onderzoek. Deze onderzoeken vinden één maal per twee jaar plaats, waarbij in het ene jaar de HBO-monitor wordt afgenomen en in het andere jaar het eigen Saxion Alumnionderzoek plaatsvindt. De afdeling Onderwijsontwikkeling&Kwaliteitszorg van de dienst Onderwijs&Student coördineert deze onderzoeken en rapporteert over de uitkomsten. De uitkomsten van deze Saxion onderzoeken worden in het Saxion Management Overleg (SMO) besproken. Indien noodzakelijk leiden deze uitkomsten tot verbetermaatregelen of nader onderzoek naar mogelijke oorzaken. Tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers en werkveld vinden nog niet plaats op centraal niveau. Iedere academie stelt een operationeel evaluatieplan op, waarmee onder andere de opleidingen periodiek geëvalueerd worden. De academie moet de Saxion streefdoelen hanteren en wordt gestimuleerd om, daar waar het niet mogelijk is deze streefdoelen te behalen, met argumenten aan te geven welke afwijkingen nodig zijn. Ook voor de eigen evaluaties moet de academie passende streefdoelen vaststellen. Een samenvatting van het operationele evaluatieplan is vast onderdeel in het businessplan van de academie. Dit businessplan wordt in het bilateraal overleg door de RvB goedgekeurd. Saxion hanteert een p&c cyclus, waarin is vastgelegd dat iedere academie beleid opstelt, uitvoert en regelmatig evalueert. Ieder jaar wordt een p&c kalender opgesteld, waarin Saxion de belangrijke data vermeldt en beschrijft wat de aandachtspunten op instellingniveau en de hoofdthema’s van de bilaterale overleggen tussen RvB en (academie) directeuren zijn in het betreffende jaar. Academies stellen jaarlijks een Management Review op, waarin ze verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de gerealiseerde resultaten. Het SKB (‘Saxion Kwaliteitskader Bacheloropleidingen’) vormt het referentiekader voor deze managementreview. Het bevat 33 door Saxion vastgestelde items en daaraan gekoppelde ijkpunten. Daarin vermelden zij bij elk item expliciet wat zij hebben gedaan in de pdcacyclus. Bij de items 26 - ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’; 27 - ‘evaluatie resultaten’; 28 - ‘maatregelen tot verbetering’ en 30 - ‘tevredenheid’ geven zij een aparte beschrijving van de uitgevoerde en geplande kwaliteitszorg binnen de academie en opleiding.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
40
De bilateralen vinden drie maal per jaar plaats en betreffen de beleidsontwikkeling, uitvoering en realisatie van verbeterbeleid op basis van het businessplan, resp. (meerjaren)begroting, het daarin beschreven evaluatieplan en de Management Review. De afdeling O&K adviseert en ondersteunt bovenstaande processen op de academies en opleidingen. Een aantal academies (en diensten) heeft een aparte kwaliteitszorgfunctionaris aangesteld; anderen hebben de verantwoordelijkheid voor de interne kwaliteitszorg bij een van de managers gelegd of hebben daar een docent/medewerker voor vrijgeroosterd. De kwaliteitszorgfunctionarissen vormen tezamen met beleidsmedewerkers van de afdeling O&K, een Saxion Overleg Kwaliteitszorg (SOK). Daarin spreken zij onder andere met elkaar over de uitvoering van de evaluaties. Dit overleg vindt circa iedere 6 à 8 weken plaats. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion op centraal niveau kengetallen en streefcijfers heeft vastgesteld, die de academies en opleidingen gebruiken bij het evalueren van hun opleiding. Aangetoond is dat Saxion Studentsurvey (SSS), Saxion Alumni onderzoek en de HBO-monitor tweejaarlijks plaats vinden en dat de uitkomsten worden geanalyseerd en besproken met de academiedirecteuren. Het SKB borgt dat de academies en opleidingen jaarlijks in hun Management Review rapporteren over het geëvalueerde en nog te evalueren beleid. Uit de planning en de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB jaarlijks met de academiedirecteuren spreekt over de Management Review. Opleidingsspecifieke evaluaties zoals moduulevaluaties al dan niet gekoppeld aan het functioneren van de docenten vinden plaats op academie en opleidingsniveau. 5.1.2. Periodieke evaluatie binnen de academie ABR en opleiding SJD In het kwaliteitsplan ABR, met de titel ‘Kwaliteit, de zorg van ons allen’ (februari 2006) is de kwaliteitszorg voor de Academie Bestuur en Recht beschreven. Onderdelen van dit plan zijn (1) de visie op kwaliteit en kwaliteitszorg, (2) de organisatie van de kwaliteitszorg, (3) de kwaliteitsonderzoeken op instellings- en academieniveau en (4) de planning van die onderzoeken. In dit kwaliteitsplan wordt per jaar aangegeven welke kwaliteitsonderzoeken op instellingsniveau en academieniveau worden uitgevoerd. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat als uitwerking van dit kwaliteitsplan zeer regelmatig wordt getoetst welke resultaten zijn behaald. Indien de resultaten daartoe aanleiding geven, worden verbeterplannen opgesteld en doorgevoerd. Voor de tevredenheid van het werkveld wordt thans op centraal niveau een onderzoek opgezet, waarin de academie participeert. Streefwaarden voor de tevredenheid van het werkveld zijn nog niet geformuleerd. De academie heeft een procedure ontwikkeld om de tevredenheid van het werkveld over het niveau van afstudeerders te meten. Van de opleiding SJD zijn echter de eerste studenten in het studiejaar 2005-2006 afgestudeerd, waardoor voor de opleiding SJD nog geen gegevens beschikbaar zijn, anders dan uit de gesprekken die de opleiding heeft gevoerd en voert met vertegenwoordigers van het werkveld. Oordeel: goed Het auditteam heeft kennis genomen van het Saxion Kwaliteitskader Bachelor en de werking daarvan op centraal niveau, op academieniveau en op het niveau van de voltijd- en deeltijdopleiding SJD. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding op goede wijze ervoor zorgdraagt dat de opleiding periodiek wordt geëvalueerd aan de hand van toetsbare streefdoelen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
41
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen Effecten van periodieke evaluaties In het kwaliteitsplan van de academie wordt aangegeven op welke wijze verbetermaatregelen worden getroffen. Resultaten uit de verschillende kwaliteitsonderzoeken worden teruggekoppeld naar de verschillende resultaatverantwoordelijke teams (curriculumcommissie, werkgroep studieloopbaanbegeleiding enzovoort) en functionarissen zoals de kwartielcoördinatoren, het stage- en afstudeerbureau en de coördinator buitenschools leren. Deze teams en functionarissen formuleren verbetermaatregelen. Voorbeelden hiervan zijn: verzwaren van een integrale opdracht, toevoegen van een extra training gespreksvoering, aanpassen van deeltijdblokboeken op basis van opmerkingen van deeltijdstudenten. Als de verbetermaatregelen binnen de uitgangspunten en kaders van de opleiding en academie passen, worden ze direct uitgevoerd. In andere gevallen worden ze voorgelegd aan en besproken in het beleidsadviesteam, en na vaststelling uitgevoerd. Zonodig worden de beleidskaders herzien. In de jaarlijkse ‘stand van zakennotitie’ worden verbetermaatregelen voorgesteld die o.a. gevolgen hebben voor de beleidsrijke begroting van het volgend jaar. Het kwaliteitsplan van de academie en de jaarlijkse ‘stand van zakennotitie’ behandelt de maatregelen voor de academie en de daarbinnen opererende opleidingen. Oordeel: goed Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van diverse evaluaties en vastgesteld dat op basis hiervan verbeteringen worden doorgevoerd in het programma van de voltijd- en deeltijdopleiding. Tijdens de audit werd door het management van de opleiding aangegeven dat inmiddels was onderkend dat een verbetering gewenst was met betrekking tot de begeleiding van afstudeerders (zie facet 6.1, hierna), dat hierop al acties waren genomen maar dat hiervoor nog geen plan was uitgeschreven. Vervolgens heeft de opleiding binnen korte tijd dit plan op papier gezet en aan het auditteam overlegd. Naar oordeel van het auditteam toont de opleiding overtuigend aan dat het kwaliteitszorgsysteem, gebaseerd op de pdca-cyclus, zorgvuldig wordt gehanteerd en in de praktijk werkt. Het auditteam ziet het bewijs dat verbeteringen aantoonbaar worden doorgevoerd én dat sprake is van betrokkenheid van het management en de docenten bij deze verbeteringen en beoordeelt dit facet daarom als ‘goed’.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
42
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen 5.3.1. Algemeen Op instellingsniveau heeft Saxion de volgende afspraken vastgelegd: De medewerkers worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling/academie/opleiding betrokken via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), de Academieraad, de Opleidingscommissie en de Examencommissie. Daarnaast worden de medewerkers bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. (Saxion) medewerkertevredenheidsonderzoek, Preventief Medisch Onderzoek (voorheen: PAGO) en Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)). De studenten worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling, de academie en de opleiding betrokken via de GMR, de Academieraad en de Opleidingscommissie. Daarnaast worden de studenten bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties (o.a. Saxion Student Survey en studenttevredenheidsonderzoeken van de eigen academie/opleiding). De alumni worden bij de interne kwaliteitszorg van de instelling, de academie en de opleiding betrokken door het Saxion en/of academiespecifieke alumnibeleid en door alumnionderzoeken (o.a. Saxion Alumni Onderzoek, HBO-monitor). Het beroepenveld wordt bij de interne kwaliteitszorg van de academie en opleiding(en) betrokken via de Beroepenveldcommissie en eventueel een Raad van Advies. In de GMR wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van twaalf personeelsleden en twaalf studenten. Ook in de Academieraad, die elke academie moet hebben, moeten personeelsleden en studenten evenredig vertegenwoordigd zijn. De GMR kent een vergadercyclus van zes weken en is een belangrijke gesprekspartner voor de RvB. De academieraden kennen hun eigen vergadercyclus. Voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan de GMR, resp. de Academieraad van elke academie. De wijze waarop academies invulling dienen te geven aan de wettelijke verplichting om per opleiding een opleidingscommissie in te stellen, heeft Saxion in de Kaderregeling Opleidingscommissies vastgelegd. Het instellen van een opleidingscommissie valt formeel onder de verantwoordelijkheid van de academiedirecteur. Zoals al bij facet 5.1. is vermeld wordt op instellingsniveau elke twee jaar de Saxion Student Survey (SSS) afgenomen. In 2005 heeft Saxion op instellingsniveau alumnibeleid vastgelegd in de notitie ‘Saxion Alumnibeleid’, waarin de uitgangspunten, de doelen en de activiteiten van het alumnibeleid zijn beschreven. Daarnaast beschikken diverse academies over eigen alumnibeleid. Zoals al bij facet 5.1. is vermeld benadert Saxion al haar alumni in elk geval na hun afstuderen om een oordeel te geven over de gevolgde opleiding. Alle beroepenveldcommissies komen minimaal twee maal per jaar bijeen. De diensten Algemeen Bestuurlijke Zaken (ABZ) en Onderwijs en Student (O&S) bewaken de uitvoering van het beleid ten aanzien van betrokkenheid van diverse groeperingen. Eén keer per twee jaar evalueert Saxion de werking van de beroepenveldcommissie en de opleidingscommissie bij elke opleiding. Dit gebeurt in de p&c cyclus.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
43
Tevens beschrijven de academies jaarlijks in hun Management Review in hoeverre het voorgenomen beleid ten aanzien van dit facet binnen de academie is gerealiseerd in het voorafgaande jaar en welke verbeteracties er zijn voor het komende jaar. De RvB bespreekt met de directie van de academie tijdens het bilateraal overleg de informatie betreffende dit facet op basis van de Management Review. Tijdens de instellingsaudit is kennisgenomen van de afspraken, die Saxion heeft gemaakt met de academies en opleidingen in het kader van het betrekken van vier genoemde geledingen. Uit de jaarverslagen en de diverse Management Reviews blijkt, dat de instelling, de academie en de opleiding over de betrokkenheid van de voorgeschreven groeperingen jaarlijks rapporteert. Het SKB borgt dat deze rapportage geschiedt. Saxion heeft een ‘Reglement Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Daaronder vallen alle klachtenregelingen, die Saxion kent. Er is een Meldpunt Integriteit en Klachten ingesteld, dat het centrale loket binnen Saxion vormt voor alle klachten op allerlei gebied en vragen of verzoeken rondom integriteit. Bij dit Meldpunt is een integriteitfunctionaris benoemd, die borgt dat de klachten worden afgehandeld. Deze integriteitfunctionaris kan ook benaderd worden voor melding van (vermoeden van) een misstand Saxion Hogescholen. Tevens is er een Klachtenfunctionaris studenten van Saxion Hogescholen benoemd. Voor bezwaren tegen uitspraken van de Examencommissie heeft Saxion een College van Beroep Saxion Hogescholen. Tijdens de instellingsaudit is kennisgenomen van het reglement Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Saxion borgt hiermee op centraal niveau dat klachten van alle studenten en medewerkers van Saxion Hogescholen naar behoren worden afgehandeld. 5.3.2. Betrokkenheid van medewerkers bij de opleiding SJD Medewerkers participeren in resultaatverantwoordelijke teams die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van belangrijke onderwijsprocessen en -producten. In de kwartielevaluaties en in vergaderingen van diverse werkgroepen worden hun opvattingen gepeild over de gang van zaken. 5.3.3. Betrokkenheid van studenten bij de opleiding SJD Voltijd- en deeltijdstudenten worden betrokken bij de evaluatie van het onderwijs maar ook bij de ontwikkeling van nieuwe onderwijsblokken. Dit geschiedt via de tweejaarlijkse Saxion Student Survey, die centraal wordt georganiseerd en via de blokevaluaties in elk kwartiel in elk leerjaar van de opleiding SJD, via het stageonderzoek, waarin voltijd- en deeltijdstudenten samen met hun stagebegeleider evalueren en via het afstudeeronderzoek, waarin studenten met hun afstudeerbegeleider evalueren. Voorts komen alle aspecten van de opleiding aan de orde in de gesprekken die voltijd- en deeltijdstudenten hebben met de studieloopbaanbegeleiders. De opleiding heeft in de interne audit onderkend dat resultaten van evaluaties niet altijd aan alle studenten bekend werden gemaakt. In reactie hierop is de communicatie verbeterd. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat inmiddels alle studenten in kennis worden gesteld van de uitkomsten van diverse besprekingen, evaluaties en dergelijke. 5.3.4. Betrokkenheid van alumni bij de opleiding SJD In het studiejaar 2005-‘06 zijn de eerste SJD-studenten afgestudeerd. Vanaf 2007-‘08 zal de opleiding SJD deelnemen aan de Saxion alumni-onderzoeken. Van betrokkenheid van alumni bij de interne kwaliteitszorg is ten tijde van de audit derhalve nog geen sprake.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
44
5.3.5. Betrokkenheid van het afnemend beroepenveld bij de opleiding SJD Het beroepenveld is op strategisch niveau betrokken via de Raad van Advies van de academie en op tactisch en operationeel niveau via de beroepenveldcommissie van SJD. In elk blokboek wordt in een aparte paragraaf beschreven op welke wijze deskundigen uit het beroepenveld worden ingezet bij het onderwijs in het blok. Het beroepenveld wordt ook betrokken bij de evaluatie van het niveau van de afstudeerders. De inbreng van het afnemend beroepenveld werkt op deze wijze door naar de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
Oordeel: goed Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop diverse gremia betrokken zijn, dan wel binnenkort zullen worden, bij de interne kwaliteitszorg van de voltijd- en deeltijdopleiding en beoordeelt de hiervoor gehanteerde processen en de uitwerking daarvan positief. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat het betrekken van de verschillende groeperingen niet alleen ‘luisteren naar’ inhoudt, doch dat er wordt gewerkt met de ontvangen signalen. Deze worden verwerkt in verbeterplannen, die vervolgens, voorzien van ‘mensen en middelen’ worden uitgevoerd.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de voltijd- en deeltijdopleiding SJD als voldoende op basis van het navolgende: De opleiding draagt, mede door de toepassing van het Saxion Kwaliteitskader Bachelor, op adequate wijze ervoor zorg dat de opleiding periodiek wordt geëvalueerd aan de hand van toetsbare streefdoelen. Op basis van uitkomsten van evaluaties worden verbeteringen doorgevoerd in het programma van de voltijd- en deeltijdopleiding. Diverse gremia, waaronder externen zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de voltijd- en deeltijdopleiding Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel de drie facetten van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
45
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen 6.1.1 Gerealiseerd niveau Het niveau van afstuderen van de SJD-studenten wordt geborgd door middel van richtlijnen die de academie heeft opgesteld voor het afstuderen, waarin beoordelingscriteria zijn opgenomen. Het gerealiseerde niveau is actueel en in overeenstemming met het nagestreefde niveau. 6.1.2 Gerealiseerde eindkwalificaties opleiding SJD De opleiding SJD van Saxion Hogescholen heeft een actieve beroepenveldcommissie (BVC) die de ontwikkeling van de opleiding op de voet heeft gevolgd. De BVC is betrokken bij de bewaking van het eindniveau van de studenten door bij te dragen aan de beoordeling van het curriculum en de afstudeeropdrachten. Bij de eerste lichting afstudeerders SJD deeltijd in april 2006 adviseerden bij iedere examenzitting extern deskundigen die afkomstig waren uit het afnemende werkveld over de beoordeling van de afstudeeropdracht. In het rapport “”Kwaliteitsonderzoek afstudeerfase ABR” van september 2006 blijkt dat op het gebied van kennis en inzicht de mediaan bij de opleiding SJD ligt bij de score “goed”. Op het gebied van toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden’, ‘planmatig en methodisch werken’ en ‘samenwerken en communiceren’ scoort de opleiding SJD “ruim voldoende”. Op het gebied van reflecteren en leervermogen ligt de mediaan bij de opleiding SJD bij de score “voldoende”. Reflectie en leervermogen worden daarom gezien als voor verbetering vatbaar. De beoordeling van een steekproef van de afstudeerwerkstukken van het studiejaar 2005–’06 door de externe auditoren is wisselend. Niet helder is geworden waar de opleiding destijds de cesuur ‘voldoende/ onvoldoende’ legt. De indruk is ontstaan dat er iets is misgegaan in de begeleiding van de eerste groep afstudeerders. Tijdens de audit geeft de opleiding aan dat de begeleiding in het studiejaar 2005-’06 niet vlekkeloos is verlopen en dit heeft onderkend. De opleiding heeft hierop gereageerd door de begeleiding te verbeteren. In het gesprek is uiteengezet welke verbeteringen daarvoor inmiddels zijn doorgevoerd bij de afstudeerders van het studiejaar 2006-‘07. Nadien heeft de opleiding deze verbeteracties alsnog uitgeschreven en aan het auditteam doen toekomen (Verbeterplan ‘Gerealiseerd niveau’ voor de opleiding SJD van Saxion Hogescholen’. 19 april 2007). Deze verbeteracties kunnen daarmee geacht worden deel uit te maken van het Kwaliteitsdossier. Het auditteam heeft kennis genomen van dit verbeterplan en ziet dit als een adequate, concrete en dekkende aanpak. Mede doordat deze verbeteringen inmiddels in gang zijn gezet bestaat het vertrouwen dat deze hun uitwerking hebben op de afstudeerders in het studiejaar 2006-’07 en komt het auditteam tot het oordeel dat het gerealiseerde niveau voldoende is.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
46
Oordeel: voldoende Het auditteam is, terwijl aanvankelijk aarzelingen bestonden over het gerealiseerd niveau, uiteindelijk tot het oordeel gekomen dat de ingezette verbeteringen ertoe zullen leiden dat het gerealiseerde niveau qua hbo niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen voldoende is.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
47
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen 6.2.1 Geformuleerde streefcijfers In het businessplan (hst 6) heeft de academie de volgende kengetallen voor onderwijsrendement opgenomen: totaal aantal ingestroomde studenten, gesplitst in propedeuse en postpropedeuse percentage studenten van een cohort dat na twee jaar de propedeuse heeft behaald: > 60% percentage studenten van een cohort dat na vijf jaar is afgestudeerd: > 50% percentage afwijzingen: 10% percentage studenten dat minimaal 48 studiepunten heeft behaald: 100% Deze kengetallen komen in de Saxion Planning & Control cyclus aan de orde in het eerste bilaterale overleg van de academiedirectie met de RvB (februari van elk jaar). In de managementrapportage worden grote afwijkingen ten opzichte van de ABR streefwaarden besproken en verbeterbeleid voorgesteld. Daarnaast worden trends in de ontwikkeling van de kengetallen vertaald naar prognoses van enerzijds aantallen studenten en anderzijds naar financiële gevolgen en wordt de begroting van de academie voor het volgende (kalender)jaar daarop aangepast. De afspraken die in een bilateraal overleg worden gemaakt naar aanleiding van de kengetallen, worden vastgelegd in de verslagen. 6.2.2. Gerealiseerd onderwijsrendement versus streefcijfers Instroom: de instroom in de opleiding SJD is in 2005-’06 89 studenten en in het studiejaar 2006 –’07 109. Dit studiejaar is het laatste jaar waarin SJD-studenten zullen instromen. De opleiding HJO start in september 2007. Het percentage studenten dat na twee jaar de propedeuse heeft behaald blijft bij het cohort 2004 –’05 achter en is onder de norm van de academie en de hogeschool. Het percentage bij deeltijdstudenten blijft structureel achter. De oorzaken daarvan worden geanalyseerd. Het percentage afstudeerders na vijf jaar: dit is voor de opleiding SJD niet te berekenen, gezien de nog korte levensduur van de opleiding. Het percentage afwijzingen binnen het cohort 2004-’05 is 5,2% en binnen het cohort 2005-’06: 2,3% De opleiding voldoet daarmee aan de streefwaarde van maximaal 10%. Het percentage dat minimaal 48 studiepunten heeft behaald is binnen het cohort 2004-’05 90% en binnen het cohort 2005-’06: 81%. Het percentage voldoet niet helemaal aan de gestelde norm. Het is sterk schommelend en licht dalend. De opleiding anticipeert hierop door actieve inzet van studenten te belonen, meeliftgedrag te voorkómen, door studieroosters te verbeteren en de lat hoger te leggen. Oordeel: voldoende Het auditteam neemt waar dat de academie en de opleiding streefcijfers hebben geformuleerd en dat blijkens de Management Review van 15 maart 2007 die streefcijfers gedeeltelijk worden gehaald. Waar dat niet gebeurt heeft de opleidingen maatregelen genomen. Het auditteam is van oordeel dat voor dit facet, mede gezien de verbeterplannen die zijn geformuleerd, het oordeel ‘voldoende’ kan zijn.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
48
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de voltijd- en deeltijdopleiding SJD als voldoende, op basis van het navolgende: 1. Het auditteam is, terwijl aanvankelijk aarzelingen bestonden over het gerealiseerd niveau, uiteindelijk tot het oordeel gekomen dat de ingezette verbeteringen ertoe zullen leiden dat het gerealiseerde niveau qua hbo niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen voldoende is. 2. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding, mede gezien de verbeterplannen die zijn geformuleerd, voldoende onderwijsrendement behaalt.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
49
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema hbo bachelor opleiding voltijd- en deeltijd Sociaal Juridische Dienstverlening Onderwerp / Facet
Oordeel V4
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen
G
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie hbo
G V5
2. Programma 2.1. Eisen hbo
G
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
G
2.3. Samenhang Programma
G
2.4. Studielast
G
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
G
2.8. Beoordeling en Toetsing
V V6
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen hbo
G
3.2. Kwantiteit Personeel
G
3.3. Kwaliteit Personeel
G V7
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen
G
4.2. Studiebegeleiding
G V8
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten
G
5.2. Maatregelen tot Verbetering
G
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
G
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
4
Extra aantekening: goed
5
Extra aantekening: goed
6
Extra aantekening: goed
7
Extra aantekening: goed
8
Extra aantekening: goed
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
V
50
3.2.
Integraal oordeel en advies aan de NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door Saxion Hogescholen Enschede, in casu de Academie Bestuur en Recht verzorgde voltijd- en deeltijdopleiding hbo Bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. 3.2.1. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel
twee van de drie facetten van onderwerp 1 (“Doelstellingen Opleiding”) als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt; zes facetten van onderwerp 2 (“Programma”) als goed en twee als voldoende, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt; alle facetten van onderwerp 3 (“Inzet Personeel”) als goed , wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. beide facetten van onderwerp 4 (‘’Voorzieningen’’) als goed , wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. alle facetten van onderwerp 5 (‘’Interne Kwaliteitszorg’’) als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt.
Reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening toe te voegen aan zijn oordeel over de onderwerpen: (1) Doelstellingen Opleiding; (2) Programma; (3) Inzet Personeel; (4) Voorzieningen (5) Interne Kwaliteitszorg.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
51
BIJLAGE I:
Curricula vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren
W.L.M. Blomen Wienke Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 was hij werkzaam in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Drs. G.J. Stoltenborg Hans Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-hbo en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. Drs. M.S. Brouwer Marjan Brouwer studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Zij is werkzaam als interim manager bij de Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam. De afgelopen jaren is zij werkzaam geweest als directeur van het Bureau Rechtshulp Utrecht/Amersfoort en Rechtshulp Midden Advocaten. In deze periode heeft zij de overgang van de Bureaus Rechtshulp naar het Juridisch Loket en naar advocatenbureaus begeleid. Voordien werkte zij bij de Hogeschool de Horst te Driebergen, waar zij zich intensief heeft bezig gehouden met het invoeren van een nieuw onderwijsconcept. Zij heeft politiek-bestuurlijke ervaring als gemeenteraadslid, lid van Provinciale Staten Utrecht, bestuurslid van een waterschap en als vice voorzitter en voorzitter van het landelijk partijbestuur van GroenLinks. Mr. H. F.G.M. van der Grinten Bart van der Grinten studeerde rechten in Nijmegen. Hij heeft sedert zijn afstuderen in 1972 een aantal bestuursfuncties vervult waaronder oprichter/directeur Stichting Rechtshulp Eindhoven/Helmond, interimmanager/lid van het directieteam van de Stichting Opleidingen Sociale Arbeid, directeur OSR Juridische Opleidingen in Utrecht. Thans is hij interim directeur Stichting rechtsbijstand Asiel. Hij heeft ruime ervaring op managementniveau zowel beleidsmatig als op operationeel niveau en ervaring met het opstellen van leerplannen. Hij is lid van verschillende besturen, met name in Noord-Brabant, op het snijvlak van recht en het sociaal agogisch werk. B. F. van der Sleen (student) Bea van der Sleen studeert hbo Sociaal Juridische Dienstverlening in Groningen. Ten tijde van de visitatie is zij in haar vierde studiejaar bezig met haar afstuderen. R.G. Peters Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij een personeelsfunctie bij het openbaar vervoersbedrijf in Den Haag en was hij cao-onderhandelaar voor een koepelorganisatie in de gezondheidszorg. Hij is in de periode 1990-2000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep. In die periode heeft hij als projectleider ervaringen opgedaan in nationale en internationale projecten op het terrein van onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I en loco secretaris vervuld bij een gemeente in de Randstad. Thans is hij als associé verbonden aan de Hobéon Groep en betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger onderwijs.
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
52
Onafhankelijkheidsverklaringen
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
53
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
54
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
55
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
56
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
57
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
58
BIJLAGE II: Programma Visitatie 3 april 2007 Lokaal EB 30 EB 30
Tijd 09.00-09.15 09.15-09.30
Gesprekspartners Managementteam:
Auditoren Auditteam Auditteam:
Onderwerpen Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld: beroepenveldcommissie, landelijk opleidingsoverleg. Internationalisering Stand van zaken tav lectoraat / innovatie op hoofdlijnen: Personeel, deskundigheidsbevordering Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten gedetailleerder: Personeel, deskundigheidsbevordering Rendementen: actuele stand + analyse Kwaliteitszorg Resultaten Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma Studeerbaarheid, studielast Praktijkcomponent, stages, afstuderen Onderwijsontwikkeling Actualisering beroeps-/opleidingsprofiel Internationalisering Resultaten / rendementen Interne terugkoppeling, verificatie Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Eigen deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding Informatievoorziening Studiebegeleiding, praktijk van evc Stages en afstuderen Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bedrijfscoach(mentor)
Dick Sweitser Bert Wildering EB 30
09.30-10.15
Phil Birkenhäger Managementteam: Dick Sweitser Phil Birkenhäger Bert Wildering
EB 30
10.15 -11.00
Managementteam: Dick Sweitser
Wienke Blomen Rob Peters
Phil Birkenhäger EB 34
parallel
EB 30 EB34
11.00 – 11.15 11.15 -12.15
Bert Wildering Coördinator voltijd, coördinator deeltijd en coördinator propedeuse: Anouk Asma Ellis van Dooren Cor Langen Jack van Huykelom Laurens ten Voorde Docenten: Yvonne Denissen Simone van Ekeren Dick Hoekman Cor Langen Klara Janneke Tel Willeke van der Tang
EB 30
EB 30
parallel
12.15 – 13.00
Hans Stoltenborg Marjan Brouwer Bart van der Grinten Bea van der Sleen
Auditteam Hans Stoltenborg Bart van der Grinten Rob Peters
Studenten voltijd en deeltijd (van Wienke Blomen Marjan Brouwer elk leerjaar tenminste één vt en Bea van der Sleen één dt student): Chantal Eppink (vt 1) Bastiaan Elders (vt 2) Rick Kuitenbrouwer (vt 2) Manon Steggink (vt 2) Chiel Alberts (vt 3) Priscilla Santalena (vt 4) Rozemarijn Pelgrum(vt 4) Guillermo Ollarbe (dt 2) Claudia Glandrup (dt 3) Jola Schutte (dt 4) Lunch
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
59
13.00 – 13.30
Rondleiding voorzieningen:
Auditteam
Verificatie bibliotheek/mediatheek en opleidingsspecifieke voorzieningen
Wienke Blomen Marjan Brouwer Rob Peters
Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding ‘op afstand’ Studiebegeleiding deeltijdstudenten Relatie bedrijfscoach - opleidingcoach Evc beleid en uitvoering
Annemiek Pouw Klara Janneke Tel EB 34
EB 30
13.30 – 14.30
parallel
Docenten, betrokken bij stage en afstuderen: Christina van der Draaij Simone van Ekeren Willeke van der Tang Verificatie documenten:
Hans Stoltenborg Bart van der Grinten Bea van der Sleen Wienke Blomen Rob Peters
EB 34
14.30 - 15.15
Kwaliteitszorg: Jolanda van het Reve Jack van Huykelom Paul Schunselaar
EB 30
parallel
Examencommissie + betrokkenen Hans Stoltenborg Bart van der Grinten bij toetsen en beoordelen: Marjan Brouwer Ellis van Dooren Bea van der Sleen Annemiek Pouw Klaas Hoogenkamp
EB 30
15.15 – 15.45
EB 30
15.45 – 16.45
EB 30
16.45 – 17.00
Groot Forum
17.00 - 17.30
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
Alle gesprekspartners
Stand van zaken: Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering+vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling academie Toetsen en beoordelen: validiteit, objectiviteit en methodieken Kwaliteitsborging van de praktijk-component Resultaten en rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen, evc beleid en toepassing
Auditoren
Vervolg op verificatie van documenten, interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’
Auditteam
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling van de bevindingen
Gesprekspartners van de zijde van Saxion Hogescholen Managementteam: Mr. D. Sweitser (Dick) Drs. P. Birkenhäger (Phil) Mr. B. Wildering (Bert)
Directeur Manager innovatie Manager organisatie
Coördinatoren: Mr. E.D. van Dooren (Ellis) Drs. C.H. Langen (Cor) Mr. A. Asma (Anouk) Drs. J.A.H. van Huykelom (Jack) L. ten Voorde (Laurens)
Onderwijscoördinator SJD Aandachtsfunctionaris deeltijd SJD Lid curriculumcommissie propedeuse Coördinator propedeuse Hoofdfasecoördinator
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
60
Docenten: Mr. Y.M. Denissen (Yvonne) H.W. Hoekman (Dick) Drs. C. Langen (Cor) Mr. K.J. Tel (Klara Janneke) W. van der Tang (Willeke) Studenten: C.M. Eppink (Chantal) B. Elders (Bastiaan) R.M.G. Kuitenbrouwer (Rick) M.W.E. Steggink (Manon) C. Alberts (Chiel) P. Santalena (Priscilla) R. Pelgrum (Rozemarijn) G.L. Ollarbe (Guillermo) C. Glandrup (Claudia) J. Schutte (Jola)
Voltijd 1e jaars Voltijd 2e jaars Voltijd 2e jaars Voltijd 2e jaars Voltijd 3e jaars Voltijd 4e jaars Voltijd 4e jaars Deeltijd 2e jaars Deeltijd 3e jaars Deeltijd 4e jaars
Docenten, betrokken bij stage en afstuderen: Drs. C.M. van der Draaij (Christina) Docent S. van Ekeren (Simone) Docent W. van der Tang (Willeke) Docent Kwaliteitszorg: J.J. van het Reve (Jolanda) Drs. J.A.H. van Huykelom (Jack) Drs. P.M.M. Schunselaar (Paul)
Medewerker Kwaliteitszorg Coördinator propedeuse Onderwijskundige
Examencommissie + betrokkenen bij toetsen en beoordelen: Mr. E.D. van Dooren (Ellis) Onderwijscoördinator SJD Mr. A. Pouw (Annemiek) Voorzitter examencommissie
©Hobéon® CertificeringAdviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding SJD, Saxion Hogeschool Enschede
61