Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap Voltijd-deeltijd-duaal Hogeschool Saxion Next
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap voltijd –deeltijd - duaal CROHO nr. 34646 Hogeschool Saxion Next
Hobéon® Certificering BV September 2008 Auditteam: W. L.M. Blomen Drs. G. Silvius Dr. G. Moerkerke A. Meijer S. van Leijden G.C. Versluis
INHOUDSOPGAVE
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.5.4. 1.5.5.
Inleiding Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van de opleiding Visitatierapport Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 8 november 2007 en 25 juni 2008
2.
Bevindingen en beoordeling Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
8 8 8 11 13 15 15 18 20 22 25 27 28 30 34 34 36 37 40 40 42 44 44 46 48 51 51 53
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO bachelor opleiding Ondernemerschap voltijd –deeltijd- duaal Integraal oordeel/ advies aan NVAO
55 55 56
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 8 november 2007 en 25 juni 2008
1 1 1 1 3 3 3 5 6 7 7
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. De Hogeschool Saxion Next, verzorgt de HBO bachelor opleidingen Archeologisch Onderzoeksassistent, Lifestyle Adviseur – Interior design & styling, Psychologie, Tweedegraads lerarenopleidingen, Farmaceutisch Consulent, SPD Bedrijfsadministratie, Bank en Verzekeringen en Ondernemerschap. De opleiding Ondernemerschap wordt op basis van contractuele uitbesteding verzorgd door het ROC Da Vinci College te Dordrecht. Afspraken over taken en verantwoordelijkheden van het Da Vinci College en de Hogeschool Saxion Next zijn in een overeenkomst vastgelegd. Hogeschool Saxion Next is eindverantwoordelijk voor de organisatie en de inhoud van het onderwijs. Het onderhavige rapport heeft betrekking op Ondernemerschap, voltijd crohonummer 34646 Ondernemerschap, deeltijd crohonummer 34646 Ondernemerschap, duaal crohonummer 34646 1.2.2. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd, deeltijd en duale varianten van de opleiding Ondernemerschap in één rapport samengevat omdat alle varianten gericht zijn op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader aangeboden worden. Niettemin wordt in het rapport, daar waar nodig, het onderscheid tussen de varianten zichtbaar gemaakt. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door het Kwaliteitsrapport van de opleiding Ondernemerschap – Business & Innovation.
1.3.
Karakteristiek van de opleiding
1.3.1. De opleiding Ondernemerschap – Business & Innovation van Saxion Next op de locatie Dordrecht is een voortzetting van de oude HBO-opleiding Ondernemerschap zoals die op de locatie Deventer werd gegeven en de HBO-opleiding Economie zoals die op de locatie Dordrecht werd gegeven. Saxion Next was voornemens met beide opleidingen te stoppen, maar door het werkveld en de gemeente Dordrecht werd het zeer betreurd dat er een HBO opleiding binnen het domein van economie en management ging verdwijnen. Daarom heeft Saxion Next besloten de opleiding Ondernemerschap op de locatie Dordrecht voort te zetten. In nauw overleg met het werkveld (Dordse ondernemers, Kamer van Koophandel en de afdeling Economische Zaken van de gemeente) heeft Saxion Next een nieuw beroepsprofiel geformuleerd en op basis daarvan een leerplan opgesteld, dat goed aansloot bij de behoefte van het werkveld in de regio. Deze opleiding Ondernemerschap – Business & Innovation is in 2006-2007 van start gegaan. 1.3.2. De opleiding leidt op tot het beroep dat bekend staat als ondernemer, afdelingsmanager, projectmanager of adviseur, met een accent op het integreren van bedrijfsprocessen, marketing en innovatie. Doel van de opleiding is: het opleiden van business professionals die in staat zijn het innovatieve vermogen van bedrijven en instellingen kracht bij te zetten in een rol die past bij hun individuele persoonlijkheid, zij het als ondernemer, afdelingsmanager, staffunctionaris, adviseur of projectmanager.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 1
1.3.3. De opleiding heeft een voltijd, deeltijd en duale variant ontwikkeld. De opleiding is in 2006-2007 gestart met 9 studenten afkomstig uit het MBO en het HAVO. In het eerste studiejaar volgden zij de voltijdvariant. Na het behalen van hun propedeuse zijn zij in 2007-2008 doorgegaan in de deeltijd- of duale variant. Duale studenten voeren de opdrachten uit op hun eigen werkplek. Deeltijdstudent hebben geen relevant werk en lopen naast hun deeltijdwerkzaamheden stage in een voor de opleiding relevant bedrijf en /of voeren opdrachten uit via Action Learning. (Zie facet 2.1.) In 2007-2008 was er geen nieuwe instroom in de reguliere opleiding. Wel is de opleiding in dit studiejaar gestart om via de VVCS Academy een opleiding aan te bieden via een afstandsvariant aan acht professionele voetballers. (Zie verder hierover onder 1.3.4.) Voor het studiejaar 2008-2009 wil de opleiding starten met een groep duale studenten, high potentials binnen bedrijven, en deeltijdstudenten die op zoek zijn naar een andere functie. Daarnaast wil de opleiding ook weer met een nieuwe groep voetballers starten. Een voltijdopleiding zal in 2008-2009 niet worden gestart. 1.3.4. Onder de vlag van hogeschool Saxion Next is het Da Vinci College in samenwerking met de Vereniging voor Contractspelers (VVCS) en Dijdidakt (webleren) in oktober 2007 gestart met een opleiding voor contractspelers: De VVCS Academy. Deze HBO-opleiding 'Ondernemerschap, Business and Innovation in de sport' is speciaal bedoeld voor voetballers die naast het opbouwen van een sportcarrière ook willen werken aan een toekomstige maatschappelijke carrière. De opleiding richt zich zowel op spelers van voetbalclubs in Nederland, als Nederlandse spelers bij voetbalclubs in het buitenland. De deelnemende voetballers kunnen vanaf elke locatie via internet lessen volgen van docenten, ze kunnen zelfstandig studeren en contact onderhouden met collega-studenten. In de nabije toekomst wil Saxion Next zich via de virtuele klas ook gaan richten op andere groepen topsporters, zoals de wielrenners. 1.3.5. Uitgangspunt van de opleiding is, dat de studenten het programma in drie jaar kunnen doorlopen. Elk studiejaar kunnen zij 80 ECTS behalen. In het eerste jaar is dat 60 ECTS voor de propedeuse en 20 ECTS voor een deel van de hoofdfase. Studenten krijgen de mogelijkheid (deel)vrijstellingen aan te vragen op basis van bewijzen van kunnen. 1.3.6. De opleiding is modulair van opbouw en is er ook op gericht dat de student externe certificaten/diploma’s en wettelijke erkenningen kan verwerven en mogelijkheden krijgt om opgenomen te worden in een register of lid te worden van een beroepsvereniging. Om daarvoor te zorgen heeft de opleiding het programma en de toetsing afgestemd op externe eisen. Studenten kunnen indien zij dat wensen naast de opleidingstoetsen deelnemen aan externe (deel)examens) van o.a. Nima, Nemas en IPMA. (zie facet 2.7. en 2.8.) In het tweede en derde jaar staat o.a. stage/werk, een specialisatie en het werken aan een afstudeeropdracht op het programma. 1.3.7. Binnen de opleiding zijn 20 docenten actief, waarvan er in 2007-2008 15 daadwerkelijk lesgeven. Omdat veel van de docenten ook les geven aan MBO studenten op het Da Vinci College geeft dat geen problemen. De docenten hebben minimaal een HBO opleiding en de meerderheid heeft ook een eerste of tweedegraads lesbevoegdheid. (Zie facet 3.3.) 1.3.8. De opleiding is voornemens een licentie aan te vragen om een associate degree (AD) te mogen verlenen. Dit zal waarschijnlijk in 2009 gebeuren. Tevens is de opleiding van plan een vierjarige variant aan te gaan bieden voor studenten die meer tijd nodig hebben voor hun studie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 2
1.4.
Visitatierapport
Omdat de opleiding Ondernemerschap in september 2006 opnieuw van start is gegaan heeft eerdere visitatie nog niet plaatsgevonden.
1.5.
Aanpak
1.5.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Zoals al onder 1.3. is beschreven, is de opleiding in september 2006 van start gegaan. Op 8 november 2007 heeft Hobéon een eerste audit uitgevoerd in het kader van accreditatie. Het auditteam constateerde dat de opleiding in een pioniersfase was. Er werd hard gewerkt aan het aantoonbaar maken van de kwaliteit van de opleiding en van de invoering van de standaarden en systemen, die ook voor andere opleidingen van de hogeschool werden gehanteerd. Om meer duidelijkheid te kunnen geven over de implementatie van het beleid heeft de hogeschool bij brief van 14 november 2007 de NVAO verzocht tot uitstel van indiening van het rapport tot de zomer van 2008. De NVAO heeft de hogeschool laten weten akkoord te gaan met dit verzoek tot uitstel. Op 25 juni 2008 heeft Hobéon een tweede audit uitgevoerd. De samenstelling van het panel was gelijk aan dat van de eerste audit uitgezonderd de deskundige op het terrein van afstandsonderwijs, die alleen op 8 november 2007 aanwezig was en toen al alles heeft kunnen beoordelen met betrekking tot het afstandsonderwijs. In onderhavig Adviesrapport zijn de bevindingen van het auditteam beschreven. Bij de beoordeling van de betreffende opleidingsvarianten is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De opleiding heeft het beroepsprofiel, de opleidingscompetenties en de doelstellingen in samenspraak met het relevante beroepenveld opgesteld en door dit beroepenveld laten valideren.(Zie onder facet 1.1: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Ondernemerschap op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Ondernemerschap aangeleverde schriftelijke informatie: Kwaliteitsrapport; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 3
-
strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement.
Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Ondernemerschap, één externe deskundige op het gebeid van afstandsonderwijs, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’, tevens secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; 1
Visitatie heeft op 8 november 2007 en 25 juni 2008 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 4
stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd;
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggende rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.5.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 5
een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.5.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris:
W.L. Blomen Drs. G. Silvius Dr. G. Moerkerke A. Meijer S. van Leijden G. C. Versluis
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Ondernemerschap noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Blomen, de lead auditor, heeft inmiddels een groot aantal audits in het kader van accreditatie geleid binnen verschillende domeinen. De heer Meijer heeft zich als werkvelddeskundige in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Meijer heeft op grond van zijn ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan Ondernemers op HBO-niveau. Meijer volgde verschillende opleidingen cursussen in de economische sector en was manager en directeur van verschillende kleine en grote bedrijven. Vanaf 2001 is hij als zelfstandig adviseur en interim manager werkzaam voor verschillende organisaties waaronder detailhandels en productiebedrijven en verricht op ad-hoc basis werkzaamheden voor Amstelconsult. De werkvelddeskundige en vakdeskundige, de heer Silvius studeerde bedrijfskunde en bedrijfseconomie aan achtereenvolgens de Koninklijke Militaire Academie, de Erasmus Universiteit en de Katholieke Universiteit Leuven. Hij heeft meer dan 15 jaar ervaring als consultant en projectmanager op het snijvlak van business en ICT. Sinds december 2002 combineert hij dit werk met de rol van Lector aan Hogeschool Utrecht. Silvius heeft zich in zijn beoordeling gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De vakdeskundige, de heer Moerkerke, studeerde psychologie aan de Universiteit Leiden en is gepromoveerd in de onderwijskunde. Momenteel werkt hij bij het Onderwijstechnologisch Expertisecentrum van de Open Universiteit Nederland. Eerder heeft hij gewerkt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Twente. Zijn werkgebieden zijn afstandsonderwijs, kwaliteitszorg en toetsing. Hij is lid van de onderwijscommissie van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NoVAA). Moerkerke heeft zich in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit van het afstandsonderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 6
Mevrouw Versluis heeft zich als deskundige ‘onderwijs’ vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Zij heeft in haar vorige en huidige functie ervaring opgebouwd die haar in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBOopleidingen gesteld worden. Mevrouw Van Leijden is vierdejaars student aan de opleiding Small Business & Retail Management bij de Hogeschool INHOLLAND – Haarlem. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.5.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.5.5.
Programma visitatie 8 november 2007 en 25 juni 2008
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 7
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen 1.1.1. De opleiding heeft zelf een beroepsprofiel vastgesteld, dat tot stand is gekomen met het regionale beroepenveld: Dordse ondernemers, Kamer van Koophandel en de afdeling Economische Zaken van de gemeente. De opleiding heeft uitgebreid gecommuniceerd met de Economische Adviesraad Dordrecht en de eigen Beroepenveldcommissie over de ontwikkelingen in het beroepenveld. Bij het opstellen van het beroepsprofiel heeft de opleiding zich laten leiden en inspireren door beproefde modellen uit de beroepspraktijk, eisen van vakgenoten, de Hbo-raad domeincompetenties Economics, Commerce, Business Administration, Communications, Law (2004) en de op basis daarvan vastgestelde landelijke profielen en eisen van externe diploma's. Het daaruit resulterende voortvloeiende beroepsprofiel is door de denktank in de rol van Raad van Advies in 2006 gevalideerd. 1.1.2. De opleiding gaat uit van de tien generieke HBO kwalificaties zoals die door de HBO raad zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de opleiding op basis van het beroepsprofiel vijf specifieke opleidingscompetenties geformuleerd: financieel bewustzijn; marketting; organisatiekunde; people management; proces ontwerp. In het overleg met de Beroepenveldcommissie zijn de opleidingscompetenties vervolgens vastgesteld. 1.1.3. De opleiding heeft ook een vergelijking gemaakt met de eisen aan een HBO opgeleide ondernemer ten opzichte van een MBO-er. Aan de Raad van Advies heeft de opleiding gevraagd wat zij van een HBO-er meer verwachten. Steekwoorden, die de Raad daarbij noemden waren o.a. ‘helikopterview’, ‘schakelen’, ‘analyse kunnen maken en actoren benoemen’, ‘bredere aanpak kunnen bedenken’, ‘meerdere vakgebieden kunnen verbinden’. Het beroep waarvoor wordt opgeleid vraagt iemand die verantwoordelijkheid neemt daar waar een MBO-er er op grond van vakkennis niet uitkomt en die strategisch kan acteren. Het auditteam heeft kennisgenomen van het beroepsprofiel dat de opleiding in samenspraak met het werkveld heeft opgesteld en van de specifieke competenties die de opleiding op basis daarvan heeft geformuleerd. Het auditteam is van mening, dat de tien generieke en vijf specifieke eindcompetenties van de opleiding corresponderen met de kerntalen van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en aansluiten bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Ondernemerschap.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 8
1.1.4. De opleiding ‘Ondernemen’ van Saxion Next heeft regelmatig contact met de Hogeschool van Rotterdam en Hogeschool INHOLLAND over aspecten van ondernemerschap, die genoemde hogescholen in verschillende van hun opleidingen aan bod laten komen en de daarvoor benodigde competenties. Ook werkt de opleiding op dit terrein regelmatig met deze hogescholen samen. (Zie ook 2.1.) 1.1.5. Alle opleidingen die vallen onder de verantwoordelijkheid van Hogeschool Saxion Next kennen een Raad van Advies, die één maal per jaar met de opleiding op strategisch niveau spreekt over de doelstellingen, de positionering van de opleiding en nieuwe ontwikkelingen in het veld. Bij de start van een nieuwe opleiding en bij een curriculumwijziging heeft de opleiding vaker contact met de Raad van Advies. Daarnaast heeft elke opleiding een eigen Beroepenveldcommissie, die bestaat uit minimaal drie leden en die minimaal drie maal per studiejaar bijeenkomt. Met deze commissie wordt op operationeel niveau o.a. gesproken over de doelstellingen, de aansluiting bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden, de mate waarin ze voldoen aan de eisen die het beroepenveld stelt aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in het specifieke beroep of spectrum van beroepen en de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, die nopen tot veranderingen. De Beroepenveldcommissie adviseert over verbeteringen. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding Ondernemerschap een Raad van Advies en een Beroepenveldcommissie kent. Het auditteam heeft kennisgenomen van de samenstelling van beide commissies en is van mening, dat deze een representatieve vertegenwoordiging laten zien van het werkveld waarbinnen de opleiding opereert. Uit de verslagen blijkt dat met de Raad van Advies met name op strategisch niveau is gesproken over de visie op het beroep en de opleidingscompetenties. Met de Beroepenveldcommissie is met name over de competenties en de concrete invulling van de opleiding gesproken. 1.1.6. De internationale dimensie van de opleiding komt op verschillende manieren tot uiting. In de eerste plaats door het opnemen van internationale en interculturele aspecten in het leerplan. Zo wordt er in de propedeuse aandacht besteed aan export in een gecombineerde module met Business Engels. In het tweede studiejaar wordt veel aandacht besteed aan het zoeken en selecteren van informatie aan de hand van een virtueel bedrijf dat internationaal georiënteerd is. Ook wordt in dit studiejaar bij het onderdeel Communicatie aandacht besteed aan interculturele communicatie. In het afsluitende jaar moeten de studenten een branche specifieke verkenning doen, die nadrukkelijk internationaal wordt ingevuld. Ook zet de opleiding hoog in op taalbeheersing van het Engels (Cambridge BEC higher). Daarnaast zijn er via het Da Vinci College in het kader van stage en afstuderen internationale contacten met bedrijven in o.a. Indonesië en Suriname en via de VVCS Academy met de internationale spelersvakbond FIFPro. Daar maakt de opleiding ook gebruik van. Het auditteam heeft kennisgenomen van de hierboven beschreven internationale aspecten in het curriculum en is van mening dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat belangrijke internationale ontwikkelingen in het curriculum aan bod komen en de studenten die competenties kunnen verwerven die zij nodig hebben om ook in een internationale context te kunnen werken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 9
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft zelf een beroepsprofiel vastgesteld, dat tot stand is gekomen met het regionale beroepenveld. Dit beroepsprofiel is gebaseerd op modellen uit de beroepspraktijk, eisen van vakgenoten, de HBO-raad domeincompetenties Economics, Commerce, Business Administration, Communications, Law (2004) en eisen van externe diploma's. De opleiding gaat uit van de tien generieke HBO kwalificaties en vijf specifieke opleidingscompetenties, die zijn gebaseerd op het beroepsprofiel van de opleiding. De eindcompetenties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Ondernemerschap. Met de Raad van Advies en de Beroepenveldcommissie heeft de opleiding regelmatig overleg over de visie op het beroep en de opleidingscompetenties. De opleiding zorgt er voldoende voor dat belangrijke internationale ontwikkelingen in het curriculum aan bod komen en de studenten die competenties kunnen verwerven die zij nodig hebben om ook in een internationale context te kunnen werken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 10
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Bevindingen Zoals al vermeld onder 1.1. gaat de opleiding uit van vijftien competenties: de door HBO-Raad vastgestelde tien generieke HBO-bachelor kwalificaties en vijf specifieke competenties voor de opleiding Ondernemersschap. De opleiding heeft het HBO-bachelor niveau per competentie uitgewerkt. In aansluiting op de Dublin Descriptoren onderscheidt de opleiding de volgende niveaus waarop iemand een competentie kan beheersen: 1.a Kennis 1.b Inzicht (begrip) 2. Toepassing van kennis en inzicht (begrip) 3. Oordeelsvorming 4. Communicatie 5. Leervaardigheid De betekenis van deze niveaus vertaalt de opleiding als volgt: 1.a Kennis De student heeft weet van de materie en kan de feiten, theorieën en modellen correct reproduceren. Je kunt merken dat hij de stof goed geleerd heeft. De opleiding wil van sommige kennis dat de student deze paraat en foutloos beheerst. Bijvoorbeeld de instrumenten van de marketing mix. 1.b Inzicht (begrip) De student doorziet de materie. Hij ziet verbanden, kan de implicaties van de aangeboden theorie bevatten, snapt hoe een formule in elkaar zit, kan de achtergronden van ontwikkelingen en standen van zaken m.b.t. de materie begrijpen, bijvoorbeeld verschillen van inzicht tussen deskundigen over de materie of hoe de bedenker van een theorie op het idee gekomen is. 2. Toepassing De student kan kennis en inzicht (begrip) toepassen in beroepsmatige contexten. De student kan desgevraagd de theorie toepassen op een gegeven situatie en de cognitieve of fysieke handelingen uitvoeren die daarbij horen. Bijvoorbeeld het uitvoeren van een berekening met behulp van een formule of het maken van een communicatieplan voor een evenement. 3. Oordeelsvorming Bij oordeelsvorming gaat het erom of de student zelf een denkproces kan starten, waarin hij zich vragen stelt, gegevens verzamelt en uit zijn theoretische bagage put, om aldus tot een afgewogen oordeel te komen, waarin verschillendsoortige overwegingen voor zover relevant worden meegenomen (sociaal maatschappelijk, wetenschappelijk, ethisch, commercieel). Bijvoorbeeld een advies geven over het te voeren beleid naar aanleiding van SWOT-analyse.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 11
4. Communicatie Het beheersingsniveau communicatie houdt in dat de student een theorie of vaardigheid voldoende beheerst om deze te kunnen communiceren met gelijken, leidinggevenden, onderschikten en/of derden. Denk aan ergens instructie over geven, de materie aan leken uit kunnen leggen, of iets wat in lekentaal een heel verhaal is, in kernachtig jargon samenvatten voor een professional. 5. Leervaardigheid Het niveau van leervaardigheid bij een competentie houdt in dat de student gewoontes heeft ontwikkeld waardoor hij “bij” blijft op dit deel van het vakgebied, of in staat is zich zelfstandig (nieuwe) kennis eigen te maken over de desbetreffende competentie. Bijvoorbeeld zelfstandig ontwikkelingen bijhouden op het vakgebied marketing op basis van een zelf gemaakte POP. Aan het eind van de studie moeten de studenten alle vijftien competenties beheersen op het hoogste niveau (‘leervaardigheid’). Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd en is van mening dat deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. Daarbij heeft de opleiding de Dublin Descriptoren adequaat vertaald naar het programma en de onderwijsvormen hierop afgestemd. (Zie 2.2.)
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De vijftien eindkwalificaties van de opleiding bevatten alle elementen waar de Dublin Descriptoren betrekking op hebben. De opleiding heeft het HBO-bachelor niveau per competentie uitgewerkt. De opleiding heeft de Dublin Descriptoren adequaat vertaald naar het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 12
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals al onder 1.2. is beschreven heeft de opleiding het HBO-bachelor niveau per competentie uitgewerkt aan de hand van de Dublin Descriptoren. Het auditteam is van mening, dat de opleiding op basis hiervan gerekend kan worden tot het hoger onderwijs. (Zie ook onder 1.2.) 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals al onder 1.1. is beschreven heeft de opleiding zelf een beroepsprofiel vastgesteld, dat tot stand is gekomen met het regionale beroepenveld. Het beroepsprofiel is door de denktank in de rol van Raad van Advies in 2006 gevalideerd. De opleiding gaat uit van de tien generieke HBO kwalificaties zoals die door de HBO raad zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de opleiding op basis van het beroepsprofiel vijf specifieke opleidingscompetenties geformuleerd. Het auditteam is van mening, dat de opleiding een beroepsopleiding is en heeft geconstateerd, dat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met het beroepenveld. De eindcompetenties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Ondernemerschap. 1.3.3. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma van beide opleidingen. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor zoals weergegeven in de Dublin Descriptoren. Het beroepsprofiel is tot stand gekomen met het regionale beroepenveld. De eindcompetenties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar in het werkveld van Ondernemerschap.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 13
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor alle opleidingsvarianten als voldoende.
De opleiding heeft zelf een beroepsprofiel vastgesteld, dat tot stand is gekomen met het regionale beroepenveld. De opleiding gaat uit van de tien generieke HBO kwalificaties en vijf specifieke opleidingscompetenties, die zijn gebaseerd op het beroepsprofiel van de opleiding. De eindcompetenties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor en corresponderen met en met de kerntalen van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en sluiten aan bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een opleiding Ondernemerschap. De opleiding heeft regelmatig overleg met het werkveld over o.a. de visie op het beroep, de eindcompetenties en de ontwikkelingen in het beroepenveld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 14
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Bevindingen 2.1.1. In elke moduulwijzer is beschreven op welke wijze kennisontwikkeling plaatsvindt en welke vakliteratuur daarbij gebruikt wordt. Met het werkveld heeft de opleiding hierover regelmatig overleg. (Zie ook onder 2.1.6. en 2.1.7.) In de opeenvolgende modulen van het leerplan leert de student de opleidingscompetenties op een steeds hoger niveau toepassen in een context die in toenemende mate overeenkomt met de complexiteit van het beroepenveld en verantwoordelijkheden die in toenemende mate overeenkomen met de eisen aan een HBO-beroepsbeoefenaar. 2.1.2. Aan het begin van het derde studiejaar krijgen de studenten de module ‘methode van onderzoek’. Daarin kunnen de studenten die kennis en vaardigheden verwerven die ze nodig hebben bij het doen van onderzoek tijdens het afstudeerproject, waarmee ze het derde studiejaar moeten afsluiten. De opleiding zorgt er voldoende voor dat kennisontwikkeling plaatsvindt aan de hand van vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal, via interactie met de beroepspraktijk en door het doen van (toegepast) onderzoek. Het studiemateriaal en de vakliteratuur die de opleiding gebruikt is actueel en relevant voor het betreffende werkveld. Het auditteam heeft kunnen constateren dat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het werkveld. 2.1.3. Circa twintig procent van het opleidingsprogramma wordt uitgevoerd in de beroepspraktijk. Studenten die in het eerste jaar starten in de voltijd opleiding krijgen overdag les. In dit jaar wordt de aansluiting bij de praktijk gezocht door opdrachten in het bedrijfsleven waarin studenten actief bezig zijn met ondernemerschap en innovatie. Na dit eerste jaar gaan de studenten verder in de duale of deeltijdvariant. Zij komen één avond in de week voor de lessen naar de opleiding. Duale studenten werken overdag op een voor de opleiding relevante werkplek. Studenten die geen bij de opleiding passende werkplek hebben kunnen vinden, worden ingeschreven als deeltijdstudent. Zij hebben namelijk wel de mogelijkheid om op een niet relevante werkplek in deeltijd te gaan werken, maar moeten ook een deel van de week reserveren voor het opdoen van praktijkervaring in het werkveld van ondernemerschap en innovatie. Dit gebeurt via stages in relevante bedrijven en Action Learning opdrachten. Studenten die meteen instromen als duale of deeltijdstudent, volgen al vanaf het eerste jaar de lessen op de avond. Praktijkervaring doen zij op door opdrachten die ze op de eigen werkplek of stageplek en via Action Learning moeten uitvoeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 15
Bij de VVCS studenten is het accent op stage/werk wat later in de opleiding gelegd, namelijk in het derde studiejaar. In de eerste twee studiejaren krijgen zij wel veel Action Learning opdrachten. De studenten voeren deze opdrachten uit bij hun eigen club en/of bij sponsors met een bedrijf dat heel dicht ligt bij het netwerk van de voetbalclub ligt. 2.1.4. De opleiding heeft een projectlijn opgezet. De projecten zijn zodanig geformuleerd dat ze nagenoeg in iedere stage- of werksituatie zinvol kunnen worden ingevuld. Ook kunnen de projecten worden gebruikt in het kader van realistische praktijkopdrachten buiten de context van een stage. Voor het uitvoeren van opdrachten maakt de opleiding afspraken met de stagebieder of werkgever. Voor de duale studenten is een onderwijsarbeidsovereenkomst opgesteld. Alle deeltijd en duale studenten moeten tevens een leer-werkplan opstellen waarin zij vastleggen aan welke opleidingscompetenties op welk niveau zij gaan werken. Afstemming tussen de opleiding en de praktijk vindt verder plaats door de mondelinge contacten die de opleiding heeft met de stagebegeleiders en de coaches op de werkplek. (Zie ook 4.2.) 2.1.5. In het derde en laatste studiejaar staat naast stage/werk ook afstuderen op het programma. De opleiding wordt afgesloten met een scriptie. In 2007-2008 zijn er nog geen studenten in het derde jaar van de vernieuwde opleiding ‘Ondernemerschap’. De studenten van de ‘oude’ opleiding Economie studeerden in 2007-2008 wel af op basis van een scriptie. Studenten van de ‘oude’ opleiding die er niet in slaagden vóór juni 2008 af te studeren gaan in 2008-2009 verder in het derde studiejaar van de opleiding Ondernemen en studeren af binnen deze opleiding. (Zie verder onder 6.1.) 2.1.6. Het Da Vinci College neemt deel in de voorbereidingsgroep voor het Transferpunt/Frontdesk Hoger Onderwijs Drechtsteden. Doel is dat het onderwijs ‘de buitenwereld’ binnenhaalt en de resultaten van projecten, stages en onderzoek teruggeeft aan de opdrachtgevers. De gemeente Dordrecht en Hogeschool Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND en het Da Vinci College/Hogeschool Saxion Next financieren het project; de Kamer van Koophandel zorgt voor het articuleren van de vragen uit het bedrijfsleven. Creativiteit en werkkracht van de studenten komen zo rechtstreeks ten goede aan de bedrijven en organisaties en worden behouden voor de regio. Daarnaast ziet de opleiding ook andere bronnen om opdrachten te verkrijgen, zoals eigen contacten met het bedrijfsleven en organisaties, de bedrijven waar het ROC Da Vinci veel contacten mee heeft en de rol van Da Vinci zelf als leerbedrijf waarbinnen HBO’ers taken kunnen vervullen op HBO-niveau. Het auditteam constateert op grond van bovenstaande dat de opleiding er voldoende voor zorgt, dat in het programma actuele ontwikkelingen in het vakgebied aan de orde komen. Studenten kunnen via opdrachten in de eigen praktijk, via stage en Action Learning de benodigde beroepsvaardigheden ontwikkelen. Het programma heeft duidelijke verbanden met de actuele beroepspraktijk. De studenten die het auditteam sprak waren tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding. 2.1.7. Zoals al onder 1.1. is beschreven heeft elke opleiding van Hogeschool Saxion Next een Beroepenveldcommissie. Met deze commissie vindt minimaal drie maal per jaar overleg plaats. Gesproken wordt o.a. over de doelstellingen en de opzet en inhoud van het programma. De commissie wordt gevraagd naar haar oordeel over de relevantie en actualiteit van het gebruikte studiemateriaal, de mate waarin (toegepast) onderzoek plaatsvindt, de afstemming van het programma op (de ontwikkelingen in) de praktijk en de uitvoering van het toetsen en beoordelen. (zie daarover onder 2.8.). Bij de overleggen is in elk geval de directeur van de hogeschool en/ of de opleidingsmanager aanwezig.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 16
Het auditteam heeft zoals al eerder is beschreven geconstateerd, dat de opleiding met het werkveld op verschillende manieren contact heeft. De opleiding heeft regelmatig overleg met de Beroepenveldcommissie en de Raad van Advies. Uit o.a. de verslagen blijkt dat met hen is gesproken over de behoeften van het regionale bedrijfsleven in de Drechtsteden op het gebied van HBO Opleidingen, beroepsprofiel van de Bachelor HBO opleiding Ondernemerschap. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding zorgt er voldoende voor dat kennisontwikkeling plaatsvindt aan de hand van vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal, via interactie met de beroepspraktijk en door het doen van (toegepast) onderzoek. Het studiemateriaal en de vakliteratuur die de opleiding gebruikt is actueel en relevant voor het betreffende werkveld. De opleiding zorgt er voldoende voor, dat in het programma actuele ontwikkelingen in het vakgebied aan de orde komen. Studenten kunnen via opdrachten in de eigen praktijk, via stage en Action Learning de benodigde beroepsvaardigheden ontwikkelen. Het programma heeft duidelijke verbanden met de actuele beroepspraktijk. De opleiding heeft regelmatig overleg met het werkveld over de inhoud van het programma, het studiemateriaal en de uit te voeren opdrachten. Studenten zijn tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 17
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen 2.2.1. Het leerplan van de opleiding Ondernemerschap is opgebouwd uit modulen. Op hogeschoolniveau is een instructieformat vastgesteld op basis waarvan nieuwe en bestaande opleidingen hun modulen kunnen beschrijven. Daarmee zijn alle moduulwijzers opgezet volgens een zelfde stramien met een zelfde indeling en een vaste (huis)stijl. In elke moduulwijzer neemt elke opleiding een inleiding en verantwoording op van de module en beschrijft ze de opleidingscompetenties, de leerdoelen en de criteria, de te hanteren toetsvormen en de wijze van beoordelen, de studiebelasting, de organisatie van de lessen en de te gebruiken literatuur. 2.2.2. De opleiding Ondernemerschap heeft in elke moduulwijzer de relatie met het beroepsprofiel en de opleidingscompetenties vastgelegd. Elke moduulwijzer bevat een beschrijving van de leerdoelen, waaruit duidelijk wordt tot op welk niveau de opleidingscompetentie in de desbetreffende module zal worden getoetst of welk aspect van de opleidingscompetenties zal worden getoetst. 2.2.3. Het programma kent een concentrische opbouw: In de propedeuse staat de kleine zelfstandige ondernemer model en werkt de student vooral aan kennis, begrip en toepassing. In het tweede studiejaar is het perspectief dat van een middle manager in een grotere organisatie, met alle afstemmingsvraagstukken waar die mee te maken krijgt. De student komt dezelfde thematieken en functionele beleidsgebieden tegen door de ogen van o.a. een marketingmanager, afdelingsmanager, projectmanager en werkt klassikaal en individueel aan een aantal integratieve cases. In het derde studiejaar (de afronding van de Bachelorfase) ligt de nadruk op autonome leer- en onderzoeksvaardigheden en het ontwikkelen van een eigen profiel in relatie tot ondernemerschap. Studenten werken aan de hand van een persoonlijk leerplan en kiezen een branche waarin ze zich in dit studiejaar verder willen verdiepen en waarnaar ze een internationale verkenning moeten doen. (Zie ook 1.1.6.) Tevens kiezen ze een eigen profilering zoals verandermanagement, innovatiemanagement, projectmanagement of advisering. 2.2.4. Het programma van het tweede en derde studiejaar bevat zoals al onder 2.1. is vermeld ook stage of werken in de praktijk. Tevens werken studenten in het derde en laatste studiejaar aan een afstudeeropdracht. 2.2.6. Om ervoor te zorgen, dat afgestudeerden ook kunnen beschikken over externe certificaten, wettelijke erkenningen en mogelijkheden om opgenomen te worden in een register of lid te worden van een beroepsvereniging stemt de opleiding het programma en de toetsen af op externe eisen. Daartoe heeft de opleiding onderzocht welke externe examens bij welke modulen aansluiten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 18
De eindtermen van de externe examens maken deel uit van de leerdoelen waarmee de opleidingscompetenties zijn ingevuld. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding Ondernemerschap per module duidelijk heeft vermeld wat de relatie is met het beroepsprofiel en aan welke competenties op welk niveau wordt gewerkt. De opleiding heeft de opleidingscompetenties uitgewerkt in leerdoelen. Elke opleidingscompetentie is opgebouwd uit meerdere leerdoelen, die in toenemende mate complexer worden, zodat de student aan het eind van zijn studie de hele opleidingscompetentie heeft kunnen verwerven. De studenten die het auditteam sprak waren tevreden over het programma. 2.2.7. Voor studenten van de ‘oude’ opleiding Economie in Dordrecht die in 2008-2009 hun studie nog moeten afronden, heeft de opleiding een vergelijking gemaakt tussen het ‘nieuwe’ programma Ondernemerschap en het ‘oude’ programma Economie. Daaruit is duidelijk geworden welke onderdelen studenten reeds hebben gevolgd en welke ze nog zouden moeten volgen. Voor de modulen die zij reeds volgden krijgen zij vrijstelling in het programma van Ondernemerschap. Het auditteam heeft deze vergelijking bekeken en is van mening, dat daaruit duidelijk blijkt welke onderdelen van het ‘nieuwe’ programma de studenten nog moeten volgen om de geformuleerde eindcompetenties van de opleiding Ondernemerschap te kunnen verwerven. 2.2.8. Met het regionale bedrijfsleven en de gemeente heeft de opleiding ook de behoefte op de langere termijn in de regio (2020) besproken. Aan de hand daarvan zorgt de opleiding voor een opbouw in het programma dat op die behoeften zo goed mogelijk inspeelt.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in de moduulwijzers bij de modulen duidelijk vermeld wat de relatie is met het beroepsprofiel en aan welke competenties op welk niveau wordt gewerkt. De opleiding heeft de opleidingscompetenties uitgewerkt in leerdoelen die in toenemende mate complexer worden. Door het hele programma te doorlopen kan de student alle eindcompetenties verwerven. Voor de studenten van de ‘oude’ opleiding Economie heeft de opleiding een duidelijke vergelijking gemaakt van de beide programma’s waaruit blijkt welke onderdelen van het ‘nieuwe’ programma deze studenten nog moeten volgen om de geformuleerde eindcompetenties van de opleiding Ondernemerschap te kunnen verwerven. Met het werkveld voert de opleiding ook overleg over de behoeften op de lange termijn en speelt daarop in in het programma. De studenten zijn tevreden over het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 19
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen 2.3.1. Zoals al onder 2.2. is vermeld kent het programma een concentrische opbouw. De modulen zijn samengevat in verschillende leergebieden, zoals Communicatie, Marketing, Financieel management, Personeelsmanagement, Persoonlijke effectiviteit en Ondernemerschap. De modulen van een zelfde leergebied zijn qua inhoud op elkaar afgestemd, zodat de benodigde voorkennis aanwezig is voor het volgen van een volgende module. Ook is er sprake van een toenemende moeilijkheidsgraad/complexiteit. Zo ligt bijvoorbeeld bij innovatie en persoonlijke effectiviteit in het eerste jaar de nadruk op de student zelf (de eigen creativiteit, de eigen inrichting van werkprocessen, de eigen normen en waarden, de analyse en ontwikkeling van de eigen competenties) en wordt er in het tweede en derde studiejaar ingegaan op hoe je dit in teams en organisaties kunt toepassen. Ook moeten studenten in het eerste studiejaar bijvoorbeeld als ‘vingeroefening’ een ondernemingsplan maken en moeten zij in het tweede studiejaar een projectplan maken voor een echt project bij een bedrijf of instelling. In elke moduulwijzer heeft de opleiding een beschrijving van de relatie van de module met voorgaande en volgende modulen. Op deze wijze zorgt de opleiding voor een verticale samenhang in het programma. 2.3.2. De horizontale samenhang van het programma komt op de volgende manier tot uiting: In elke moduulwijzer besteedt de opleiding aandacht aan de relatie van de module met andere modulen die in dezelfde periode plaatsvinden. Per kwartiel of een langere periode zijn de toepassingsopdrachten voor de verschillende modulen gericht op eenzelfde thema of case vanwege de samenhang, de integratie, de diepgang en de studeerbaarheid. Zo wordt er bijvoorbeeld in het gehele tweede studiejaar klassikaal gewerkt met een integratieve case in de vorm van een virtueel bedrijf. De docenten uit de verschillende modulen hangen een deel van hun leerstof daar aan op. Alle studenten werken aan de hand van hun eigen praktijk (werk of stage) bovendien aan hun eigen case en maken daarbij gebruik van de opgedane kennis en vaardigheden uit de klassikale case. Bij de feedback en beoordeling worden de opdrachten wel vanuit elke module afzonderlijk belicht. Doordat alle modulebeschrijvingen en colleges via de digitale leeromgeving te raadplegen zijn is het voor de docenten eenvoudig om kennis te nemen van de lessen van andere docenten en wanneer daarin onderwerpen aan de orde zijn die ook betrekking hebben op het eigen te verzorgen onderwijs, de eigen lessen daarop af te stemmen. Het auditteam heeft kennisgenomen van het leerplan en constateert dat het programma inhoudelijk voldoende horizontale en verticale samenhang heeft. 2.3.3. De stage/ het werken vindt niet plaats in een afzonderlijke periode van de studie, maar studenten werken, lopen stage en werken via Action Learning aan opdrachten en volgen op andere dagen (voltijd) of ’s avonds (deeltijd/duaal) of via de virtuele klas de lessen. Studenten passen het geleerde uit het binnenschools programma direct toe in de stage/ het werk en in de projecten. Zoals al onder 2.1. is vermeld maakt de opleiding afspraken met de stagebieder/werkgever over het mogelijk maken van het uitvoeren van de opdrachten. Het auditteam is van mening, dat de opleiding er ook voldoende voor zorgt dat er een samenhang is tussen het binnenschools en buitenschools gedeelte van het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 20
2.3.4. Uit evaluaties is gebleken dat in 2006-2007 sommige propedeuse modulen te pittig waren om mee te starten en studenten nog een voedingsbodem misten. De opleiding heeft naar aanleiding daarvan verbetermaatregelen getroffen. In het programma voor het cohort 2007-2008 krijgen de studenten eerst een totaalbeeld van alle aspecten van ondernemen en management in de modulen ‘Middle management’ en ‘Ondernemen MKB’ en komt in de latere jaren het veel complexere perspectief van de projectmanager en de specialistische uitdieping van de functies aan bod.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Het programma van de opleiding kent een concentrische opbouw. Modulen van een zelfde leergebied zijn qua inhoud op elkaar afgestemd en er is sprake van een toenemende moeilijkheidsgraad/complexiteit. Daarmee zorgt de opleiding voor een verticale samenhang. De opleiding zorgt voor een horizontale samenhang door toepassingsopdrachten voor verschillende modulen, die gericht zijn op een zelfde thema of case. In elke moduulwijzer vermeldt de opleiding wat de relatie van de betreffende module is met andere modulen. De samenhang tussen het binnenschools en buitenschools programma wordt gerealiseerd, doordat studenten het geleerde direct toepassen in de stage/ het werk en in de projecten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 21
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen 2.4.1. Zoals al onder 2.2. is vermeld heeft de hogeschool een instructieformat opgesteld voor het (her)schrijven van de moduulwijzers. In elke moduulwijzer is de studielast van de betreffende module vastgelegd in aantal studiepunten. Door aan te geven welke studieactiviteiten voorkomen en hoeveel tijd daar ongeveer mee gemoeid is, verantwoordt de opleiding de studiebelasting aan de student. Tevens is beschreven hoe de lessen zijn georganiseerd (o.a. de hoeveelheid contacttijd, de opdrachten en de werkvormen en de concrete planning). De opleiding Ondernemerschap zorgt er bij het opstellen van het rooster voor, dat de studie haalbaar is voor zowel de voltijd, de deeltijd en duale studenten in de reguliere opleiding als de studenten die op afstand studeren. Tevens heeft de opleiding een vergelijking gemaakt met overeenkomende modulen die leiden tot een extern diploma, zoals de Nemas managementdiploma’s. De opleiding concludeert dat de door haar geschatte studielast goed overeenkomt met de studielast van deze externe cursussen/opleidingen. 2.4.2. De tijd, die de studenten moeten besteden aan hun studie in de verschillende varianten van de opleiding is onder te verdelen in lesuren, uren voor het zelfstandig of in groepen werken aan het uitvoeren van opdrachten, Action Learning, stage, werkplekleren, uren voor studieloopbegeleiding en begeleiding bij de uit te voeren opdrachten door de docent en de bedrijfsbegeleider, begeleiding via de mail en uren voor zelfstudie. In de voltijd variant zijn 20 contacturen per week ingeroosterd. In de deeltijd en duale variant komen de studenten gedurende één avond in de week naar de opleiding. Voor de (deeltijd) VVCS-studenten is voor alle studiejaren een programma opgezet met gemiddeld 5 contacturen per week via de virtuele klas. 2.4.3. De Examencommissie zorgt ervoor dat toetsmomenten evenwichtig gespreid zijn en de opleiding een planning en organisatie van toetsing en registratie van toetsresultaten kent, die zoveel mogelijk is ontdaan van studiebelemmerende factoren. Ook zorgt de Examencommissie ervoor dat studenten, die dat willen en kunnen versneld het onderwijsprogramma kunnen doorlopen. (Zie daarover 2.5.) In de OER heeft de opleiding vastgelegd, dat toetsen binnen maximaal 14 dagen moeten zijn nagekeken. Studenten kunnen de toetsen nabespreken met de docenten. Het auditteam heeft kennisgenomen van het leerplan en de moduulwijzers en is van mening, dat de opleiding de studielast evenwichtig heeft gespreid en daarmee zorgt dat het studieprogramma studeerbaar is. De invulling van de uren acht het auditteam passend bij de verschillende varianten en het type student, dat deze variant mag volgen. De opleiding heeft daarbij voldoende rekening gehouden met de vooropleiding, capaciteiten en ervaring van de verschillende studenten. 2.4.4. Uitgangspunt is, dat de studenten het programma in drie jaar kunnen doorlopen. Elk studiejaar kunnen zij 80 ECTS behalen. Zij krijgen daarnaast de mogelijkheid (deel)vrijstellingen aan te vragen op basis van bewijzen van kunnen. Iedere module heeft een formulier voor vrijstellingsverzoek in de portal van de digitale leeromgeving opgenomen met instructie voor de juiste procedure conform de OER. De opleiding constateert dat studenten er veelal voor kiezen gebruik te maken van deze (deel)vrijstellingen om de studielast te verlichten, meer dan om de studieduur te verkorten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 22
Studenten die de studieduur willen verkorten krijgen van de opleiding het advies om de vrijstellingstijd te benutten door vervroegd te kiezen voor een onderwerp voor een scriptie en het doen van vooronderzoek. 2.4.5. Zoals al onder 2.1. is vermeld wordt circa twintig procent van het opleidingsprogramma uitgevoerd in de relevante beroepspraktijk. De studielast voor dit deel van het programma verschilt per student. De opleiding zoekt naar opdrachten die ook relevant zijn voor de werkgever waardoor een duale student ze in werktijd kan en mag uitvoeren. Daarmee wordt de studielast verlicht. Studenten met (veel) werkervaring kunnen ook gebruik maken van de al aanwezige kennis en ervaring opgedaan tijdens het werk. Voor hen zal het uitvoeren van sommige opdrachten minder tijd kosten. Een student die meer beginnend professional is zal er meer tijd aan moeten besteden. 2.4.6. De opleiding heeft in de moduulwijzers de doorstroomregels beschreven en in de OER vastgelegd. Van elke module is vermeld of een bepaalde voorafgaande module moet zijn gevolgd dan wel behaald. De opleiding legt daarbij geen onnodige restricties op. In de moduulwijzer staat ook beschreven hoe de module inhoudelijk aansluit op de voorgaande en volgende modulen. Daarmee zorgt de opleiding ervoor dat de student op de hoogte is van de door de opleiding bepaalde volgorde. Mocht hij om redenen de modulen niet in de aangegeven volgorde kunnen volgen, dan kan hij zich via de opleidingsmanager, via lessen in de virtuele klas en/of via PowerPoint presentaties en ander lesmateriaal op de portal persoonlijk op de hoogte stellen van de inhoud van de gemiste module. 2.4.7 De opleiding werkt met kleine groepen en geeft de studenten veel persoonlijke aandacht. Daarmee houdt de opleiding zicht op de studievoortgang van elke student. (Zie ook 4.2. ‘Studiebegeleiding’.) 2.4.8. Als een student veel vertraging oploopt kan de opleiding hem het advies geven een jaar tegen een lager bedrag als extraneus te werken aan het inhalen van tentamens en het verbeteren van succesfactoren voor de studie. De studieloopbaanbegeleider adviseert hem daarbij. Daarmee voorkomt de opleiding dat studenten om financiële redenen onverstandige keuzes maken door toch door te stromen en nieuwe modulen te gaan volgen of de studie helemaal te staken. Hogeschool Saxion Next is voornemens in dit kader ook een vierjarige variant aan te bieden voor studenten die meer tijd nodig hebben voor hun studie. Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening, dat de opleiding door de mogelijkheden van het kunnen volgen van een driejarig programma en het kunnen versnellen van de studie en door het formuleren van doorstroomregels, het zoeken naar relevante praktijkopdrachten en het bieden van studiebegeleiding, voldoende zorgt dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. Ook de mogelijkheden van het als extraneus kunnen volgen van de studie en het starten van een vierjarige variant vindt het auditteam adequaat met het oog op een optimale studievoortgang. 2.4.9. Uit tussentijdse evaluatie in 2006-2007 kwam naar voren, dat studenten in de propedeuse de module Marketing A qua niveau te zwaar vonden. De opleiding heeft naar aanleiding hiervan de inhoud van de stof aangepast. Van een aantal andere modulen bleek de studielast aanmerkelijk hoger dan het aantal studiepunten dat er voor stond. Ook hierin heeft de opleiding wijzigingen aangebracht. Studenten vonden de opleiding zeker pittig genoeg. De meesten meldden dat ze naast de 20 contacturen nog 20 uur aan huiswerk hadden besteed. Een belangrijk aandachtspunt bij de evaluatie van de deeltijd VVCS in 2007-2008 zal zijn de keuze tussen één avond in de week 5 uur lessen volgen of meerdere avonden een kortere tijd. Dit is mogelijk omdat de virtuele klas geen reistijd met zich meebrengt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 23
De studenten die het auditteam sprak waren tevreden over de studielast. Wel vonden zij het eerste studiejaar zwaarder geweest dan het tweede studiejaar. Zoals al hierboven vermeld heeft de opleiding naar aanleiding van tussentijdse evaluaties verbetermaatregelen getroffen in het programma. De afgevaardigde van de studenten van de VVCS Academy die het auditteam sprak, meldde dat de studie voor hen pittig is naast het voetballen als professional. Het levert evenwel voor niemand belemmeringen op en is eerder een welkome aanvulling.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In het leerplan en de moduulwijzers heeft de opleiding de studielast inzichtelijk gemaakt. De opleiding zorgt er voor dat het programma studeerbaar is. De studieactiviteiten en toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid over het jaar. De invulling van de uren acht het auditteam passend bij de verschillende varianten en het type student, dat deze variant mag volgen. De opleiding heeft daarbij voldoende rekening gehouden met de vooropleiding, capaciteiten en ervaring van de verschillende studenten. Door de mogelijkheden van het kunnen volgen van een driejarig programma en het kunnen versnellen van de studie en door het formuleren van doorstroomregels en het zoeken naar relevante praktijkopdrachten, zorgt de opleiding er voldoende voor dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. De mogelijkheden van het als extraneus kunnen volgen van de studie en het starten van een vierjarige variant vindt het auditteam adequaat met het oog op een optimale studievoortgang. Studenten zijn tevreden over de studielast.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 24
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Bevindingen 2.5.1. De opleiding heeft de formele instroomeisen vastgelegd in de OER. Studenten met minimaal MBO (niveau 4), HAVO of VWO denk - en werkniveau kunnen worden toegelaten. Behalve de wettelijke eisen, kent de opleiding geen criteria voor toelating. Wel is de voorkeur uitgesproken voor MBO 4 business of HAVO economie profiel. 2.5.2. De reguliere opleiding richt zich vooral op MBO uitstroom die niet meer aan een vierjarige voltijds HBO opleiding wil beginnen, op HAVO en VWO-uitstroom en op high potentials in bedrijven, die via een duale variant een HBO diploma willen verwerven. MBO-4 en HAVO/VWO studenten starten in principe in de propedeuse met een voltijdopleiding. Na het behalen van de propedeuse gaan zij in de hoofdfase verder in de deeltijd of duale variant. 2.5.3. De opleiding die door de VVCS Academie wordt aangeboden, richt zich op contractspelers van voetbalclubs in Nederland en Nederlandse spelers bij voetbalclubs in het buitenland. Het gaat enerzijds om jonge sporters met vooral HAVO/VWO achtergrond die een flexibele HBO opleiding zoeken, anderzijds om sporters die tegen het einde van hun carrière zitten en voor wie de HBO opleiding de brug c.q. opstap vormt voor een maatschappelijke carrière. De VVCS Academy heeft een peiling gehouden naar de toekomstplannen van voetballers na hun sportcarrière. Ondernemerschap en marketing bleken daarbij het belangrijkst. De opleiding Ondernemen – Business & Innovation van hogeschool Saxion Next sluit hier op aan. 2.5.4. De opleiding heeft in haar visie beschreven wat de kenmerken en de aandachtspunten zijn voor de aansluiting van verschillende groepen nieuwe studenten op de opleiding, het wegwerken van deficiënties en het benutten van reeds aanwezige competenties. Dit doet zij o.a. door: bij Havisten en VWO-ers in de propedeuse richt de opleiding zich in de module ‘persoonlijke effectiviteit’ met name op het leren vinden van werk. Voor MBO-ers die hiermee al ervaring hebben vanuit MBOstages, ligt het accent in deze module meer op het leren uitvoeren van opdrachten op HBO niveau. Het versnelde karakter van de opleiding in drie jaar past goed bij VWO-ers; studenten met een relevante HBO-propedeuse of een volledige HBO-opleiding kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen. Tot nu toe zijn er nauwelijks vrijstellingsverzoeken behandeld, omdat vrijwel alle studenten meteen na hun MBO of HAVO vooropleiding doorstroomden. In een aantal gevallen heeft de opleiding een vrijstelling toegekend, omdat een student eerst als cursist een aantal modulen heeft gevolgd en behaald, voordat hij of zij zich echt aanmeldde als student; studenten, die dat wensen en kunnen, krijgen de mogelijkheid de studie versneld te doorlopen. De opleiding denkt daarbij aan high-potentials in bedrijven die naar de opleiding komen, die op basis van al eerder verworven vaardigheden sneller door de opleiding kunnen. Van deze mogelijkheid is tot nu toe geen gebruik gemaakt; de opleiding biedt de sporters van de VVCS, een programma op maat. De deelnemende voetballers kunnen vanaf elke locatie via internet lessen volgen van docenten, ze kunnen zelfstandig studeren en contact onderhouden met collega-studenten;
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 25
omdat de opleiding heeft gemerkt dat een goede beheersing van het Nederlands een onmisbare basis is voor een succesvolle studie en succesvolle praktijkuitvoering, besteedt de opleiding hier in de propedeuse veel aandacht aan. Studenten die zwak zijn in taal kunnen via een E-learning module Nederlands hun taalvaardigheid bijspijkeren.
Het auditteam is op grond van bovenstaande van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat het programma aansluit bij de kwalificaties van de verschillende instromende studenten. Met de mogelijkheden voor studenten om vrijstelling te krijgen of het programma versneld te doorlopen speelt de opleiding op een adequate wijze in op de individuele mogelijkheden van elke student. 2.5.5. Op dit moment ontwikkelt de opleiding een instroomprogramma van een half jaar voorafgaand aan de propedeuse waarin een stevige basis voor de opleiding kan worden gelegd. Studenten kunnen dit programma gaan volgen door middel van veel zelfstudie en een half jaar lang één avond les in de virtuele klas of door middel van een programma van een volledig jaar met twee avonden in de week contactonderwijs in Dordrecht. Studenten die zijn ingestroomd in de propedeuse en ontdekken dat zij deze stevige basis missen krijgen het advies om alsnog eerst dit programma te doen. Het auditteam is van mening dat de opleiding met het instroomprogramma op een prima wijze gaat zorgen, dat studenten die nog deficiënties moeten wegwerken hiertoe de kans krijgen alvorens in te stromen in het eerste studiejaar van de opleiding.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft haar instroomeisen duidelijk vastgelegd. De opleiding zorgt er voldoende voor dat het programma aansluit bij de kwalificaties van de verschillende instromende studenten vanuit het MBO, HAVO/VWO, HBO/WO, het bedrijfsleven en de sport. Met de mogelijkheden voor studenten om vrijstelling te krijgen of het programma versneld te doorlopen speelt de opleiding op een adequate wijze in op de individuele mogelijkheden van elke student. De opleiding gaat met het instroomprogramma op een prima wijze zorgen, dat studenten die nog deficiënties moeten wegwerken hiertoe de kans krijgen alvorens in te stromen in het eerste studiejaar van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 26
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding?
Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de opleiding 240 ECTS. Elk studiejaar beslaat 80 ECTS. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor opleidingen wordt gesteld.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een omvang heeft van 240 ECTS, reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 27
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen 2.7.1. De opleiding heeft het didactisch concept beschreven in de digitale leeromgeving. In dit didactisch concept staan de volgende aspecten centraal: Aansluiten bij de verschillende typen instromende studenten: MBO-ers, Havisten, VWO-ers, topsporters, mensen met al een andere (afgeronde) opleiding hoger onderwijs, mensen met werkervaring (Zie 2.5.); Een concentrische opbouw van de opleiding waarbij de kennisgebieden en competenties steeds terugkomen vanuit het perspectief van een andere rol op een steeds hoger niveau (Zie 2.2 en 2.3.); Het realiseren van een learning community waarbij studenten van elkaar leren. Dit doet zij onder andere door gebruik te maken van de mogelijkheden van e-learning. Zo is er in de propedeuse een module Ecommerce opgenomen. In het tweede studiejaar wordt zowel bij de klassikale case over het virtuele bedrijf als bij de eigen projecten en het portfolio, gewerkt met Sharepoint. Zo kunnen docenten zien hoe de studenten omgaan met de leerstof en kunnen studenten van elkaar leren. In de laatste fase van de opleiding waarin studenten individueel werken aan hun leerplan stimuleert de opleiding studenten intensief kennis met elkaar uit te wisselen en te delen door in alle kwartielen een onderdeel kennismanagement in het programma op te nemen. 2.7.2. De opleiding is er ook op gericht dat de studenten externe certificaten/diploma’s, wettelijke erkenningen kunnen verwerven en mogelijkheden krijgen om opgenomen te worden in een register of lid te worden van een beroepsvereniging. Om daarvoor te zorgen heeft de opleiding het programma en de toetsing afgestemd op externe eisen. Na het succesvol afronden van een module heeft de student het niveau om deel te nemen aan omschreven externe toetsen. (zie hierover 2.8.) Het auditteam heeft kennisgenomen van het didactisch concept dat de opleiding hanteert en is van mening, dat dit concept actuele onderwijskundige inzichten reflecteert en past bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen. 2.7.3. Er is een wisselwerking tussen het didactisch concept en de werkvormen. Toen de opleiding opnieuw startte in september 2006 is het didactisch concept werkenderwijs ontwikkeld. Iedere jaar houdt de opleiding een reflectiedag waarop de opleidingsmanager en de docenten het didactisch concept en de in de modulen gebruikte werkvormen evalueert en indien gewenst verder ontwikkelt. Voor de opleiding is het didactisch concept een levend instrument van kennismanagement over didactische werkvormen die voor de opleiding goed werken. 2.7.4. In elke moduulwijzer is beschreven welke werkvormen de opleiding hanteert. Voorbeelden hiervan zijn: hoorcolleges, zelfstudie, workshops, Action Learning opdrachten, cases, onderzoek doen, werkstukken maken, presenteren, artikelen schrijven, bedrijfsbezoeken, discussiëren, intervisie. Ook in de virtuele klas worden verschillende werkvormen gehanteerd. Naast hoorcolleges en zelfstudie vinden er bijvoorbeeld regelmatig discussies plaats, moeten studenten presentaties geven van uitgewerkte opdrachten, onderzoek en cases en krijgen zij opdrachten die ze virtueel samen moeten uitwerken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 28
Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende werkvormen die de opleiding hanteert en is van mening, dat deze corresponderen met het didactisch concept en de studenten in staat stellen de vereiste eindcompetenties te verwerven. De studenten die het auditteam sprak zijn tevreden over de gehanteerde werkvormen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Het didactisch concept van de opleiding reflecteert actuele onderwijskundige inzichten en past bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen. De verschillende werkvormen die de opleiding hanteert corresponderen met het didactisch concept en stellen de studenten in staat de vereiste eindcompetenties te verwerven. De opleiding houdt jaarlijks een reflectiedag waarop zij het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen evalueert en indien gewenst verder ontwikkelt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 29
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen 2.8.1. De Examencommissie stelt het toetsbeleid op en zorgt ervoor dat de toetsings- en beoordelingscriteria zijn vastgelegd en inzichtelijk zijn voor belanghebbenden. Dit beleid is vastgelegd in het Toetsplan. Het toetsbeleid van de opleiding Ondernemerschap is afgestemd op de eisen van externe examens, op het toetsen van de generieke HBO-kwalificaties en de Dublin Descriptoren, op de integrale toetsing van de opleidingscompetenties en op de aspecten van innovatie en intergraal ondernemerschap van het beroepsprofiel. Het Toetsplan is voor alle betrokkenen in te zien in de digitale leeromgeving. 2.8.2. Zoals al onder 2.2. is vermeld heeft de hogeschool een instructieformat opgesteld voor het (her)schrijven van de moduulwijzers. In elk moduulwijzer staat beschreven of het een schriftelijk of een mondeling tentamen betreft en welke toetsvorm wordt gehanteerd. Tevens wordt toegelicht hoe de beoordeling tot stand komt. Voor het opstellen van toetsen maken de docenten gebruik van het Toetsplan waarin beschreven staat hoe de relatie tussen de leerdoelen en de toetsvormen gelegd moet worden. Per Dublin Descriptor heeft de opleiding beschreven welke vormen van schriftelijke en mondelinge tentamens, beroepsproducten, werkstukken, verslagen, presentaties, assessments passend zijn bij de betreffende descriptor en welk eisen er op dat niveau aan de student gesteld kunnen worden. De toetsings- en beoordelingscriteria heeft de opleiding ook in de OER vastgelegd. Het auditteam heeft kennisgenomen van het Toetsplan en is van mening,dat de opleiding haar toetsbeleid helder heeft vastgelegd. In de moduulwijzers heeft de opleiding duidelijk beschreven hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. 2.8.3. Voor het toetsen en beoordelen van de praktijkcomponent wordt gebruikt gemaakt van een portfolio met beroepsproducten, reflectieverslagen, criterium gericht interview met de begeleiders van de werkplek en de opleiding. 2.8.4. Voor het afstuderen moet de student een afstudeerproject uitvoeren en een eindscriptie schrijven. Ter afsluiting moet de student zijn scriptie verdedigen in een eindgesprek. (Zie daarover verder onder 6.1.) 2.8.5. De studenten van de VVCS-Academy komen voor het afleggen van toetsen òf naar de locatie Dordrecht òf naar Hoofddorp, de locatie waar de VVCS-Academy is gevestigd. Op dit moment heeft één van de voetballers een contract bij een voetbalclub op Cyprus. Met de universiteit op Cyprus zijn afspraken gemaakt, dat deze student zijn toetsen op de universiteit aflegt. Het auditteam is van mening, dat de opleiding er op een passende wijze voor zorgt dat studenten van de VVCS Academy ook onder toezicht hun toetsen kunnen maken. 2.8.6. Om de validiteit, representativiteit en betrouwbaarheid van de toetsen te borgen heeft de Examencommissie een aantal maatregelen genomen en vastgelegd in het Toetsplan. Zo mag de corrector van de toets niet de docent zijn die de toets opstelde of er moet nog een tweede corrector zijn. Bij praktijktoetsen/assessments en mondelinge examens zijn meerdere beoordelaars aanwezig.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 30
Voor integratieve toetsen moeten beoordelingsformulieren beschikbaar zijn. Daarnaast bewaakt de Examencommissie de toetskwaliteit door onder andere jaarlijks in de OER te beoordelen of de toetsvorm past bij hetgeen getoetst moet worden, in de uitwerking van de moduulwijzers te bekijken of de toetsvorm representatief is en door steekproefsgewijs te beoordelen of de formulering van vragen en opdrachten passen bij de doelen. Voor deze kwaliteitscontroles zijn checklists opgenomen in het Toetsplan. Het auditteam is van mening, dat de opleiding op bovengenoemde wijze voldoende zorgt dat de toetsen valide, objectief en betrouwbaar zijn. Tijdens de audit is hierover ook met de docenten en de Examencommissie gesproken. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding is gestart met de uitvoering van het toetsen en beoordelen conform het beschreven toetsbeleid. De docenten hebben hun toetsen voor afname voorgelegd aan een collega en de Examencommissie heeft gekeken naar de toetscriteria in de moduulwijzers en is gestart met het steekproefsgewijs beoordelen van toetsen. 2.8.7. Zoals al in de inleiding en onder 2.7. is vermeld is de opleiding er ook op gericht dat de student externe diploma’s kan verwerven. In de propedeuse en de hoofdfase kunnen studenten o.a. deelnemen aan (deel)examens van het Nima (de Associatie voor praktijkdiploma’s), de NEMAS (Nederland Management Associatie) en de IPMA (International Project Management Association). Het is in principe aan de student zelf of hij aan deze externe examens wil deelnemen, maar gegeven het belang dat de opleiding hecht aan externe examens, moet de student ten minste voor één van de modulen het externe examen doen, en de opleiding daarvan de uitslag meedelen. De student mag zelf kiezen aan welk extern examen hij wil deelnemen. Zoals al onder 2.2. is vermeld maken de eindtermen van de externe examens deel uit van de leerdoelen waarmee de opleidingscompetenties zijn ingevuld. Voor de Nima examens heeft de opleiding zich aangemeld voor accreditatie, opdat de Nima de student in de toekomst vrijstelling geeft voor dat onderdeel, als hij bij hen een niveau hoger door wil studeren. Van alle externe examens bestaat een gelijkwaardige binnenschoolse variant. Wanneer de student ook deel neemt aan het externe tentamen dan telt het hoogste cijfer. Hij moet dan wel de Examencommissie alle informatie verschaffen waarover hij beschikt, ten behoeve van de ijking tussen de interne en de externe examens. Tijdens de audit in juni 2008 meldden de docenten, dat het merendeel van de studenten inmiddels heeft deelgenomen aan één of meerdere examens. Het auditteam vindt het een prima initiatief van de opleiding de studenten te stimuleren aan deze toetsen deel te nemen. Door de leerdoelen, die getoetst worden bij de interne toetsen en de externe examens met elkaar te vergelijken, zorgt de opleiding er tevens voor dat de interne toetsen een vergelijkbaar niveau hebben en voldoen aan de wensen vanuit het werkveld. Het auditteam concludeert dat de opleiding op voldoende wijze toetst en beoordeelt of de studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd. 2.8.8. Zoals al vermeld onder 2.4. zorgt de Examencommissie ervoor dat toetsmomenten evenwichtig gespreid zijn en de opleiding een planning en organisatie van toetsing en registratie van toetsresultaten kent. Viermaal per jaar zijn er twee toetsweken. Alle modulen worden aan het eind van het kwartiel waarin de module heeft plaatsgevonden getoetst. Herkansingen vinden plaats aan het einde van het daarop volgende kwartiel. Studenten die aan alle interne toetsen en eventuele herkansingen meedoen zijn optimaal voorbereid op de (facultatieve) externe examens. Studenten kunnen er evenwel ook voor kiezen voor de onderdelen van modulen, die overeenkomen met het externe examen, alleen het externe examen te doen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 31
2.8.9. De opleiding maakt jaarlijks vooraf de toetsmomenten bekend. Zoals al onder 2.4. is vermeld heeft de opleiding in de OER de nakijktijd van de toetsen vastgelegd en het moment waarop de toetsresultaten bekend gemaakt moeten worden aan de student. Het auditteam is van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat ook de organisatie rondom het toetsen naar wens verloopt. De studenten die het auditteam sprak waren tevreden over de inhoud en de organisatie rondom de opleidingstoetsen. 2.8.10. Zoals al onder 2.1. is beschreven vraagt de opleiding de Beroepenveldcommissie naar haar oordeel over het toetsen en beoordelen. De commissie beoordeelt of de vastgestelde toetsings- en beoordelingscriteria inzichtelijk zijn en aansluiten bij wat het beroepenveld vraagt van de competenties van de student en of de toetsvormen zijn afgestemd op de te behalen beroepscompetenties. De opleiding vraagt de Raad van Advies om een oordeel over het niveau van de eindscripties. (Zie 6.1.) Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop de opleiding het werkveld betrekt bij het toetsen en beoordelen en is van mening, dat dit op een adequate wijze gebeurt.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in het Toetsplan haar toetsbeleid helder vastgelegd. In de moduulwijzers heeft de opleiding duidelijk beschreven hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. De opleiding toetst en beoordeelt op voldoende wijze of de studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd en zorgt er voldoende voor dat de toetsen valide, objectief en betrouwbaar zijn. Daarover zijn afspraken vastgelegd in het Toetsplan. De opleiding zorgt er op een passende wijze voor dat studenten van de VVCS Academy ook onder toezicht hun toetsen kunnen maken. Door de leerdoelen, die getoetst worden bij de interne toetsen en de externe examens met elkaar te vergelijken, zorgt de opleiding er tevens voor dat de interne toetsen een vergelijkbaar niveau hebben en voldoen aan de wensen vanuit het werkveld. Studenten worden gestimuleerd deel te nemen aan externe toetsen. De opleiding zorgt er voldoende voor dat de organisatie rondom het toetsen goed verloopt. Studenten zijn tevreden over de organisatie en de inhoud van de toetsen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 32
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor alle varianten als voldoende. De opleiding zorgt er voldoende voor dat kennisontwikkeling plaatsvindt. Het studiemateriaal en de vakliteratuur zijn actueel en relevant voor het betreffende werkveld. In het programma komen actuele ontwikkelingen in het vakgebied voldoende aan de orde komen. Studenten kunnen via opdrachten in de eigen praktijk, via stage en Action Learning de benodigde beroepsvaardigheden ontwikkelen. Het programma heeft duidelijke verbanden met de actuele beroepspraktijk. De opleiding heeft regelmatig overleg met het werkveld. Studenten zijn tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding. De opleiding heeft in de moduulwijzers duidelijk vermeld wat de relatie is met het beroepsprofiel en aan welke competenties op welk niveau wordt gewerkt en heeft de opleidingscompetenties uitgewerkt in leerdoelen die in toenemende mate complexer worden. Door het hele programma te doorlopen kan de student alle eindcompetenties verwerven. De studenten zijn tevreden over het programma. De opleiding zorgt voor een verticale en horizontale samenhang in het programma door een concentrische opbouw en door toepassingsopdrachten voor verschillende modulen, die gericht zijn op een zelfde thema of case. De samenhang tussen het binnenschools en buitenschools programma wordt gerealiseerd, doordat studenten het geleerde direct toepassen in de stage/ het werk en in de projecten. De opleiding zorgt er voldoende voor dat het programma studeerbaar is. De studieactiviteiten en toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid over het jaar. De opleiding zorgt er voldoende voor dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. Studenten zijn tevreden over de studielast. De opleiding heeft haar instroomeisen duidelijk vastgelegd en zorgt er voldoende voor dat het programma aansluit bij de kwalificaties van de verschillende instromende studenten vanuit het MBO, HAVO/VWO, HBO/WO, het bedrijfsleven en de sport. Met de mogelijkheden voor studenten om vrijstelling te krijgen of het programma versneld te doorlopen speelt de opleiding op een adequate wijze in op de individuele mogelijkheden van elke student. Het didactisch concept van de opleiding reflecteert actuele onderwijskundige inzichten en past bij de in de eindcompetenties opgenomen eisen. De verschillende werkvormen die de opleiding hanteert corresponderen met het didactisch concept en stellen de studenten in staat de vereiste eindcompetenties te verwerven. De opleiding heeft haar toetsbeleid helder vastgelegd en duidelijk beschreven hoe en wat er getoetst wordt en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. De opleiding toetst en beoordeelt op voldoende wijze of de studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd. Door de leerdoelen, die getoetst worden bij de interne toetsen en de externe examens met elkaar te vergelijken, zorgt de opleiding er tevens voor dat de interne toetsen een vergelijkbaar niveau hebben en voldoen aan de wensen vanuit het werkveld. Studenten zijn tevreden over de organisatie en de inhoud van de toetsen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 33
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen 3.1.1. Het overgrote deel van het personeel van het docententeam van de opleiding staat met twee benen in de beroepspraktijk. Docenten zijn zelf ondernemer of organisatieadviseur of hebben als docent veel contact met bedrijven. Op dit moment zijn er 12 van de 20 docenten naast hun werk als docent ook werkzaam in de beroepspraktijk. Van de overige 8 hebben er 6 als docent taken als stagedocent van de opleiding Ondernemen of zijn transfermanager van Da Vinci, waardoor ze veel contact hebben met werkgevers in het beroepenveld. In de notitie ‘Personeelsbeleid van de opleiding Ondernemerschap’ heeft de opleiding een overzicht opgenomen van docenten die nog werkzaam zijn in de beroepspraktijk, de internationale oriëntatie en/of interculturele kennis en ervaring, lidmaatschappen, functies elders en registraties. 3.1.2. De opleiding hanteert een standaard CV waarin de voor de opleiding relevante inhoudelijke kennis- en ervaringsgebieden, de onderwijskundige kwaliteiten, de organisatorische kwaliteiten, de recente ervaring met het beroepenveld en de beroepspraktijk en de internationale deskundigheid systematisch worden langsgelopen. Met name de veelzijdigheid van de docent en het kunnen integreren van meerdere kennisgebieden binnen de lessen, acht de opleiding van groot belang. Ook de internationale oriëntatie van de docent acht de opleiding essentieel. Het CV wordt jaarlijks tijdens de functioneringsgesprekken geactualiseerd. 3.1.3. In het geval in de toekomst nieuwe docenten te weinig ervaring hebben met het actuele werkveld, zal de opleiding zorgen voor taken waardoor zij toch met het werkveld in aanraking komen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de notitie ‘Personeelsbeleid van de opleiding Ondernemerschap’ en de CV’s van de docenten en heeft ook zelf kunnen constateren, dat veel docenten nog werkzaam zijn in de relevante beroepspraktijk of daarmee nauwe contacten onderhouden. In de gesprekken tijdens de audit meldden de docenten zich op de hoogte te houden van actuele ontwikkelingen door o.a. het bijhouden van vakliteratuur en het bezoeken van congressen. Het auditteam is van mening, dat de opleiding er daarmee goed voor zorgt dat het onderwijs voor een belangrijk deel wordt verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De studenten die het auditteam sprak waren zeer tevreden over de kennis die de docenten hadden van de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 34
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding zorgt er goed voor dat het onderwijs voor een belangrijk deel wordt verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het merendeel van de docenten is nog werkzaam in beroepspraktijk. Dit blijkt ook uit de CV’s. Daarnaast houden docenten contacten met het werkveld door stage/werk begeleiding, transferactiviteiten voor het Da Vinci College en door het lezen van vakliteratuur en het bezoeken van congressen. De studenten die het auditteam sprak waren zeer tevreden over de kennis die de docenten hadden van de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 35
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Bevindingen 3.2.1. In de notitie ‘‘Personeelsbeleid van de opleiding Ondernemerschap’ heeft de opleiding per leergebied/ module beschreven welke docent ze vanuit het docententeam inzet en welke andere docenten ook kwalificaties bezitten om deze module geheel of gedeeltelijk te kunnen verzorgen. Per leergebied heeft de opleiding vervolgens een analyse gemaakt of er voldoende docenten beschikbaar zijn en welke knelpunten zich eventueel voordoen. De opleiding concludeert dat er op dit moment voor elk leergebied voldoende docenten aanwezig zijn binnen de opleiding Ondernemen. Tevens zijn er binnen het Da Vinci College en de partneropleidingen van Saxion Next meerdere collega’s met een achtergrond binnen de omschreven leergebieden van de opleiding, die ook ingezet zouden kunnen worden binnen de opleiding Ondernemen. Tevens beschikt de opleiding over een informele docentenpool. 3.2.2. De opleiding gaat uit van een docent: student ratio van 30 studenten op 1 fulltime docent. De hogeschool streeft in het belang van de continuïteit van de opleiding en de samenhang in het onderwijs naar een percentage van 40-60% docenten in vaste dienst. Zoals al in de inleiding is vermeld geven in 2007-2008 15 van de 20 beschikbare docenten les aan de opleiding Ondernemerschap. Van hen hebben er 8 een vaste aanstelling. Een aantal docenten geeft zowel les aan de reguliere opleiding als via de virtuele klas. Momenteel zitten er in het tweede studiejaar van de deeltijd/duale opleiding 9 studenten. In 2007-2008 was er geen nieuwe instroom in het eerste studiejaar. Aan de VVCS Academy zijn per oktober 2007 8 studenten ingeschreven. Van de ‘oude’ opleiding Economie zijn nog ongeveer 10 studenten over die nog moeten afstuderen in 20082009 en volgend cursus jaar hun laatste studiejaar binnen de opleiding Ondernemerschap zullen gaan volgen. Op dit moment ligt het gemiddeld aantal studenten per docent dus nog lager dan 30 vanwege het geringe aantal huidige studenten. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de opleiding voldoende personeel inzet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in de notitie ‘Personeelsbeleid’ duidelijk beschreven welke docent ze vanuit het docententeam inzet voor iedere module. Uit de analyse blijkt dat er op dit moment voldoende docenten beschikbaar zijn om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Desgewenst kan de opleiding ook docenten van het Da Vinci College, partneropleidingen van hogeschool Saxion Next en docenten uit een informele docentenpool van de opleiding inzetten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 36
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen 3.3.1. Zoals al onder 3.1. is vermeld hanteert de opleiding een standaard CV waarin de voor de opleiding relevante gegevens systematisch worden langsgelopen. Dit standaard CV wordt in de gesprekscyclus steeds bijgewerkt zodat de informatie waarover de opleiding beschikt actueel blijft. (zie voor de gesprekscyclus onder 3.3.3.). Docenten wordt gevraagd in hun beschrijving bij het item ‘contactpersonen’ die delen uit het CV op te nemen die gaan over de kennis en ervaring die ze wel in huis hebben waar andere hen over kunnen raadplegen c.q. die kennis en ervaring waar ze veel belangstelling voor hebben. 3.3.2. Zoals al onder 3.2. is beschreven heeft de opleiding in de notitie ‘‘Personeelsbeleid van de opleiding Ondernemerschap’ per leergebied/ module beschreven welke docent ze vanuit het docententeam inzet en welke andere docenten ook kwalificaties bezitten om deze module geheel of gedeeltelijk te kunnen verzorgen. Daarnaast heeft de opleiding in beeld gebracht over welke onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten de docenten beschikken in relatie tot de docenttaken. Het hogeschoolbeleid is dat docenten minimaal een HBO opleiding hebben en/of door ervaring in de beroepspraktijk beschikken over de door de opleiding (en studenten) gewenste kwaliteiten. Op dit moment hebben op twee na alle docenten een HBO opleiding. Eén docent heeft een masterdiploma en één docent heeft geen bachelordiploma en is aangenomen op basis van zijn ruime praktijkervaring en de daarin verworven vaardigheden. De meerderheid van de docenten heeft ook een eerste of tweedegraads lesbevoegdheid. Uit de inventarisatie van de bevoegdheden, ervaring en genoten scholing die de opleiding heeft gemaakt blijkt dat er ruime onderwijskundige en organisatorische kwaliteit aanwezig is in de opleiding. Het auditteam heeft kennisgenomen van de notitie ‘Personeel van de opleiding Ondernemerschap’ en is van mening, dat de opleiding duidelijk heeft beschreven welke docent welke kwalificaties heeft om een bepaalde module te verzorgen en over welke onderwijskundige en organisatorische kwalificaties hij verder beschikt. 3.3.3. Op hogeschoolniveau wordt een gesprekscyclus ontwikkeld. Op dit moment volgt de opleidingsmanager met de docenten die voor het grootste deel verbonden zijn aan de HBO opleiding Ondernemerschap de gesprekscyclus zoals het Da Vinci College die kent. Met de docenten die voor een relatief klein deel werken aan de HBO opleiding en met freelancers houdt de opleidingsmanager een afstemmingsgesprek. In het functioneringsgesprek met de docent gebruikt de opleidingsmanager ook de informatie vanuit de evaluaties met betrekking tot de betreffende docent. Op het evaluatieformulier dat de studenten hebben ingevuld na afloop van een module staat ook de naam van de docent die de module heeft verzorgd, zodat gegevens op docentnaam kunnen worden gesorteerd ten behoeve van de gesprekscyclus. In het gesprek tijdens de audit met de docenten en de opleidingsmanager is gebleken dat eerste functioneringsgesprekken hebben plaatsgevonden. Uit de verslagen blijkt dat afspraken duidelijk zijn vastgelegd. Daarnaast heeft de opleidingsmanager met alle docenten die nu werken binnen de HBO opleiding afstemmingsoverleggen/evaluatiegesprekken gevoerd. Ook evalueerden de docenten totdat de digitale module-evaluaties waren ingevoerd, hun lessen mondeling met de studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 37
Studenten die het auditteam sprak vonden de docenten goed. 3.3.4. Het scholingsplan maakt deel uit van de notitie Personeelsbeleid. Een aanbod voor didactische scholing is in samenwerking met Elan van de Universiteit Twente ontwikkeld. Dit aanbod is gericht op docenten die nog geen lesbevoegdheid hebben. Momenteel betreft dit 6 docenten. Ook vaardigheden in coaching en toetsen op HBO niveau worden via Elan getraind. Dit is relevant voor de docenten die gewend zijn les te geven aan MBO studenten (op het Da Vinci College). Op individuele basis bijvoorbeeld naar aanleiding van evaluaties, biedt Elan docenten losse modulen om bepaalde zaken op te frissen of te versterken. Met betrekking tot het les geven via de virtuele klas hebben de betrokken docenten een voorbereidingstraining gehad. Daarnaast kunnen de docenten bij de hogeschool aanvragen doen om zich op het eigen vakgebied verder te verdiepen. De opleiding denkt daarbij aan het deelnemen aan een kenniskring, het bijwonen van symposia en het volgen van cursussen. In de gesprekken tijdens de audit vertelden de docenten dat zij hun vak bijhouden door o.a. jaarlijks scholing te volgen. Daarnaast nemen zij zoals al onder 3.1. is vermeld deel aan workshops, conferenties en lezen zij vakliteratuur. Ook kijken de docenten regelmatig naar lessen van elkaar in de virtuele klas en becommentariëren die desgewenst. 3.3.5. Met de bedrijfscoaches van de VVCS Academy zijn afspraken gemaakt voor een assessment door de Universiteit van Twente met betrekking tot hun coachingsvaardigheden. Indien gewenst/noodzakelijk worden afspraken gemaakt voor een scholingstraject. Daarnaast bezoekt de opleidingsmanager van de opleiding Ondernemerschap de bedrijfscoaches elk kwartiel.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: Het personeel is voldoende tot goed gekwalificeerd. In de notitie ‘Personeel van de opleiding Ondernemerschap’ heeft de opleiding duidelijk beschreven welke docent welke kwalificaties heeft om een bepaalde module te verzorgen en over welke onderwijskundige en organisatorische kwalificaties hij verder beschikt. De opleidingsmanager houdt met de docenten functioneringsgesprekken, afstemmingsgesprekken en evaluatiegesprekken. In verslagen heeft de opleidingsmanager afspraken duidelijk vastgelegd. Uit het scholingsplan en de gesprekken met de docenten blijkt, dat docenten (gaan) deelnemen aan nascholing, workshops en congressen bezoeken en vakliteratuur lezen om hun vak bij te houden. Ook de bedrijfscoaches van de VVCS Academy volgen indien gewenst/noodzakelijk scholing. Studenten vinden de docenten goed.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 38
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert voor alle opleidingsvarianten het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. Het merendeel van de docenten is nog werkzaam in beroepspraktijk. Daarnaast houden docenten op versschillende andere manieren contacten met het werkveld. De studenten zijn zeer tevreden over de kennis die de docenten hebben van de beroepspraktijk. De opleiding heeft in de notitie ‘Personeelsbeleid’ duidelijk beschreven welke docent ze vanuit het docententeam inzet voor iedere module. Er zijn voldoende docenten beschikbaar om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het personeel is voldoende tot goed gekwalificeerd. De opleidingsmanager houdt met de docenten functioneringsgesprekken, afstemmingsgesprekken en evaluatiegesprekken. Afspraken zijn duidelijk vastgelegd. Docenten nemen deel aan nascholing, workshops en congressen en lezen vakliteratuur om hun vak bij te houden. Ook de bedrijfscoaches van de VVCS Academy volgen indien gewenst/noodzakelijk scholing. Studenten vinden de docenten goed. Extra aantekening: Conform de ‘Beslisregels Accreditatie’ zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp ‘Inzet van Personeel’ als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie ‘Beslisregels’ onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 39
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen 4.1.1. Tot en met het leerjaar 2006/2007 maakten de twee HBO opleidingen van Saxion Next, te weten HBO Psychologie en HBO Economie (nu HBO Ondernemerschap) gebruik van een vleugel voor het HBO op de locatie Oranjelaan van het Da Vinci College. In het najaar van 2007 is het Da Vinci College verhuisd naar het zogenoemde Leerpark. Omdat de gemeente Dordrecht sterke voorkeur heeft voor een concentratie van het HBO-onderwijs in het centrum van de stad, was het de bedoeling dat beide HBO opleidingen van Saxion Next niet mee zouden verhuizen, maar naar de binnenstad zouden gaan. Omdat het voor Het HBO bestemde gebouw nog niet gereed was, maken de opleidingen in 2007-2008 toch gebruik van ruimten in het Leerpark. Per september 2008 zal het gebouw in de binnenstad betrokken worden. 4.1.2. De docenten en studenten hebben op de tijdelijke locatie in het Leerpark een vast lokaal. Naast college- en leslokalen heeft de opleiding ruimtes voor overleg in groepjes. Computers en de benodigde software voor het E-commerce gedeelte van het programma zijn aanwezig. Ook is er voldoende audiovisueel materiaal beschikbaar. Studenten hebben toegang tot de digitale bibliotheek van Saxion Hogescholen via www.saxionbibliotheken.nl, een website die is opgezet in samenwerking met de Stads- en Atheneumbibliotheek van Deventer. Voor de medewerkers van de opleiding zijn er flexibele en vaste docentplekken. Ook wanneer de HBO-opleidingen zijn verhuisd naar het centrum van de stad, zal de opleiding Ondernemerschap voor projecten nog gebruik kunnen maken van de goede faciliteiten die het Leerpark biedt. Op de nieuwe locatie zijn er net als nu grote lokalen voor lessencolleges en kleine ruimtes om in groepjes samen te werken. Ook is er een Studielandschap met een bibliotheek/mediatheek. Op de nieuwe locatie zal er draadloos internet beschikbaar zijn. Voor de docenten zijn er vier vaste en vier flexplekken gepland. 4.1.3. Door de komst van de virtuele klas kan de druk op behoefte aan ruimtelijke voorzieningen afnemen. De opleiding is voornemens de mogelijkheden van de virtuele klas naast gebruik binnen de VVCS Academy uit te gaan breiden naar de andere groepen studenten die de opleiding volgen. Maar de opleiding wil wel de ‘real-time’ interactie tussen de student en de docent behouden. De virtuele klas vermindert ook de druk op de organisatie, omdat de docenten de syllabi nu in de portal kunnen aanpassen en syllabi niet meer verspreid hoeven te worden onder de studenten. Ook alle communicatie over praktische zaken aangaande voorzieningen, planning en organisatie kan via de website plaatsvinden. Een van de kritische succesfactoren is hierbij de constante bereikbaarheid van de website. Daarvoor heeft de opleiding een back-up server, die garandeert dat bij uitval van de ene server de andere server het overneemt. 4.1.5. Uit evaluaties blijkt dat de studenten vonden dat de voorzieningen prima op orde en ruim voldoende aanwezig zijn. Omdat sommige docenten niet zo vaardig zijn in het omgaan met moderne onderwijsmiddelen, is de opleiding voornemens een ‘train-de-trainer’ programma te gaan aanbieden op het gebied van bijvoorbeeld digitaal schoolbord, beamers, afstandsonderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 40
Tijdens de audits in november 2007 heeft het auditteam een rondleiding gehad langs de voorzieningen van het Leerpark, waar de opleiding Ondernemerschap ook na verhuizing nog incidenteel gebruik van kan maken. Het Leerpark met de bedrijven op de tegenoverliggende Leerboulevard biedt ook de opleiding Ondernemerschap mooie mogelijkheden opdrachten in de praktijk uit te voeren. De voorzieningen op de tijdelijke locatie in het Leerpark waren voldoende om het programma te kunnen realiseren. Studenten die het auditteam sprak vertelden dat er op de huidige locatie van de opleiding geen bibliotheek aanwezig is. De opleidingsmanager meldde dat op de nieuwe locatie een Studielandschap met mediatheek/bibliotheek gerealiseerd zal worden en dat studenten zoals hierboven is beschreven toegang hebben tot de digitale bibliotheek van Saxion Hogescholen. Tijdens de audit in november 2007 heeft het auditteam ook kennisgenomen van de uitwerking van de lessen via virtuele klas. Het auditteam is van mening dat deze voorziening adequaat werkt in het kader van afstandsonderwijs. De mogelijkheden om via de computer vragen te stellen en met elkaar te discussiëren, werkte goed. Alleen voor de studenten die niet op het genoemde tijdstip kunnen meedoen en de les later bekijken is de les niet zo levendig meer. Dat is evenwel inherent aan de (on)mogelijkheden van afstandsonderwijs. Docenten zelf zijn ook tevreden over het lesgeven via de virtuele klas. Tevens biedt de virtuele klas docenten de mogelijkheid om lessen van elkaar te bekijken. De afgevaardigde van de studenten van de VVCS Academy die het auditteam sprak meldde dat zij zeer tevreden zijn over de verschillende mogelijkheden van de virtuele klas. Doordat de lessen beschikbaar blijven kun je ze ook op een later moment nog eens (gedeeltelijk) bekijken. Dat wordt met name als zeer plezierig ervaren in het kader van (het terugkijken naar) de opdrachten die worden verstrekt.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De huisvesting en de materiële voorzieningen voor de opleiding zijn voldoende toereikend om het programma te realiseren. Studenten kunnen ook gebruik maken van de mogelijkheden die het Leerpark en de bedrijven die op de Leerboulevard gevestigd zijn, bieden voor het uitvoeren van opdrachten. Voor de docenten zijn er vast en flex werkplekken. Studenten hebben toegang tot de digitale bibliotheek van Saxion Hogescholen. Op de nieuwe locatie zal een Studielandschap met mediatheek/bibliotheek aanwezig zijn. Op de nieuwe locatie is de mogelijkheid van het gebruik van draadloos internet aanwezig. De voorzieningen, die benodigd zijn voor de virtuele klas zijn adequaat. De studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de voorzieningen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 41
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen 4.2.1. Zowel de voltijdstudenten op de locatie Da Vinci College als de VVCS-studenten die op afstand studeren, krijgen leerprocesbegeleiding van de docenten van de modulen in de werk- en hoorcolleges. De VVCS-groep krijgt hoofdzakelijk begeleiding via de zogenoemde virtuele klas. De reguliere voltijddeeltijd en duale groepen krijgen de begeleiding hoofdzakelijke face-to-face. De digitale leeromgeving bevat Sharepoint, een faciliteit waarin de student per module opdrachten uitvoert en de docent de inspanningen en voortgang van de studenten online kan volgen en feedback kan geven. Dit intensiveert de leerprocesbegeleiding. Via de virtuele klas kunnen ook individuele gesprekken of gesprekken in kleine groepjes worden gevoerd als dat nodig is. 4.2.2. Voor de leerprocesbegeleiding van de meer persoonlijke vaardigheden zet de opleiding studiecoaches in. Op de locatie Dordrecht zijn dit de begeleiders van het projectonderwijs en de stages. De studenten van VVCS krijgen deze begeleiding ‘op de club’ van hun studiecoach. Studiecoaches van de VVCS Academy moeten als coach een assessment doen bij de Universiteit Twente. Afstemming tussen de opleiding en de praktijk vindt plaats door de mondelinge contacten die de opleiding elk kwartiel heeft met de stagebegeleiders en de coaches op de werkplek. De begeleiders zijn daardoor op de hoogte wat er in de stage/ de praktijkopdrachten wordt verwacht. Tevens ontvangt de begeleider schriftelijke informatie en heeft hij toegang tot de digitale leeromgeving. 4.2.3. Daarnaast kent de opleiding een studieloopbaanbegeleider (SLB-er) , die de student helpt om wegwijs te worden in wat de opleiding en het beroep van hem verwachten en met de student zijn studievoortgang, bespreekt. Voor de VVCS-studenten is de studiecoach ‘op de club’ tevens deSLB-er. Het is de bedoeling van de opleiding dat de student steeds meer zelfsturend wordt: in het begin is de begeleiding gericht op het ‘leren-leren’ en op een goede aansluiting met de vooropleiding. Aan het eind is de SLB-er meer een klankbord bij keuzes en geeft hij collegiaal advies. De opleidingsmanager onderhoudt contact met de studiecoaches/SLB-ers om per student de voortgang door te spreken, zodat de studenten op een eenduidige wijze worden begeleid en voorgelicht. Bij complexe vragen verwijst de SLB-er door naar de opleidingsmanager. In de gesprekken tijdens de audit is gebleken dat rondom het coachen/begeleiden het beleid nog niet in een officieel document is vastgelegd. Studenten hebben ieder studiejaar een vaste begeleider, die hen ondersteunt bij hun persoonlijke effectiviteit. De opleidingsmanager vervulde tot nu toe de rol van SLB-er voor alle studenten. De studenten die het auditteam sprak waren tevreden over de ondersteuning die ze kregen. De studiebegeleider en de opleidingsmanager waren voor hen vaste aanspreekpunten. De studenten krijgen begeleiding van de coach van de club en hebben via de virtuele klas wekelijks contact met de docenten van de opleiding tijdens de lessen. De afgevaardigde van de studenten van de Academy die het auditteam sprak meldde dat zij zeer tevreden zijn over de begeleiding via de virtuele klas door de docenten en over de begeleiding van de opleidingsmanager en de bedrijfscoach bij de eigen voetbalclub.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 42
4.2.4. Informatie over de opleiding ontvangt de student in de portal van de digitale leeromgeving. Daarin staat informatie over o.a. het beroepsprofiel, de opleidingscompetenties, het leerplan en de inhoud van de modulen, de studieloopbaanbegeleiding en de planning en organisatie van het onderwijs. Aankomende studenten krijgen informatie over de opleiding via de Studiegids, voorlichtingsmateriaal en open dagen. De studenten die het auditteam in november 2007 sprak waren niet tevreden over de informatievoorziening. Communicatie en informatievoorziening via intranet was toen net van start gegaan. De studenten die het auditteam in juni 2008 sprak meldden tevreden te zijn. Alle informatie die ze nodig hebben is nu te vinden op de intranetsite. Over de communicatie met de individuele docenten waren de studenten zowel in november als in juni tevreden. Ook de student van de VVCS Academy meldde, dat zij tevreden zijn over de informatie die zij op de portal konden vinden en die zij via e-mail ontvingen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding biedt de studenten op verschillende manieren ondersteuning bij hun studie. Docenten zijn studiebegeleider in het kader van persoonlijke effectiviteit en bieden de studenten van de VVCS Academy ondersteuning via de virtuele klas. Daarnaast krijgt elke student begeleiding van een SLB-er. Daarmee zorgt de opleiding er voldoende voor dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. De opleiding informeert de studenten via intranet op een adequate wijze over de organisatie en inhoud van de opleiding. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de begeleiding die ze krijgen en over de informatievoorziening.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor alle opleidingsvarianten als voldoende.
De opleiding biedt de studenten op verschillende manieren ondersteuning bij hun studie en zorgt er voldoende voor dat de studievoortgang van elke student zo goed mogelijk verloopt. De opleiding informeert de studenten via intranet op een adequate wijze over de organisatie en inhoud van de opleiding. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de begeleiding die ze krijgen en over de informatievoorziening. De huisvesting en de materiële voorzieningen voor de opleiding zijn voldoende toereikend om het programma te realiseren. Studenten hebben toegang tot de digitale bibliotheek van Saxion Hogescholen. De voorzieningen, die benodigd zijn voor de virtuele klas zijn adequaat. De studenten zijn tevreden over de voorzieningen
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 43
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Bevindingen 5.1.1. In het standaard Jaarverslag dat vanaf 2006-2007 door elke opleiding van hogeschool Saxion Next wordt opgesteld, rapporteert de opleiding over de resultaten van de evaluaties, het verbeterbeleid en de onderwijsrendementscijfers. In het Jaarplan vermeldt de opleiding wat zij het komende jaar wil bereiken qua verbeteringen en benodigd nieuw beleid. Hoe en wanneer de opleiding dat gaat doen, wordt uitgewerkt in het gedeelte activiteitenplan. In het jaarverslag komt de opleiding er vervolgens op terug, wat er van de doelstellingen en voorgenomen activiteiten is terechtgekomen. Het nieuwe systeem voor planning en studievoortgangregistratie van de hogeschool wordt zo opgezet dat het de kengetallen per periode op kan leveren. 5.1.2. Hogeschool Saxion Next maakt gebruik van standaard evaluaties van elke gegeven module. Nadat een module is afgerond vraagt de opleiding de studenten een digitaal evaluatieformulier in te vullen. Via een mededeling door de docent en via een e-mail worden zij hierop geattendeerd. Met de vragenlijst wordt de tevredenheid van de studenten gemeten met betrekking tot de doelstellingen, het programma (o.a. de inhoud van de module, de werkvormen, de toetsing), het personeel (o.a. de (inhoudelijke) kwaliteit van de docent, aansluiting bij de praktijk, begeleiding), de voorzieningen en de resultaten (o.a. kans van slagen, bruikbaarheid van het geleerde in de praktijk). Studenten moeten elke vraag op een tienpunt-schaal waarderen en kunnen desgewenst hun waardering voorzien van een toelichting. Uitkomsten van de enquêtes worden verwerkt in een overzicht. Daarnaast houdt de opleiding jaarlijks een tevredenheidsonderzoek naar moduuloverstijgende zaken, waar niet elk kwartiel naar gevraagd hoeft te worden. 5.1.3. Als streefcijfer bij de evaluatievragen geldt dat het percentage onvoldoendes bij een vraag lager moet zijn dan 10% of de gemiddelde score ten minste een 6,5 moet zijn. Is dit niet het geval, dan moet de opleiding nader onderzoek doen en van de bevindingen melding maken in het Jaarverslag. Het auditteam constateert op grond van bovenstaande, dat de hogeschool/opleiding voor de tevredenheid een duidelijk streefcijfer hanteert. In het Jaarverslag 2006-2007, heeft de opleiding haar bevindingen met betrekking tot de diverse gehouden evaluaties beschreven. De te nemen verbetermaatregelen heeft de opleiding vervolgens uitgewerkt in het Jaarplan 2007-2008. (Zie 5.2.) Tijdens de audit is gebleken dat in het eerste studiejaar 2006-2007 bovengenoemde schriftelijke evaluaties nog niet plaatsgevonden. Door het beperkte aantal studenten, de laagdrempeligheid en het feit dat de opleidingsmanager ook direct bij het primaire proces betrokken was, zijn aanvankelijk alleen mondelinge evaluaties gehouden. In het huidige studiejaar 2007-2008 hebben de eerste schriftelijke moduulevaluaties plaatsgevonden. Het auditteam heeft kunnen kennisnemen van de uitkomsten. Met medewerkers is nog niet systematisch geëvalueerd, maar de opleidingsmanager spreekt regelmatig met de docenten over de invulling van de modulen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 44
Met het werkveld is overleg geweest over de opzet en de inhoud van de opleiding via de Beroepenveldcommissie, de Raad van Advies en bedrijven waar de studenten stage lopen /werken. Binnen de opleiding is tot op heden m.n. sprake geweest van directe afspraken met docenten en studenten om direct actie te ondernemen bij mogelijke onduidelijkheden en problemen. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat door het directe contact met zowel studenten als docenten zaken snel worden gesignaleerd en indien mogelijk snel worden opgelost. (Zie verder 5.2.)
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De hogeschool/opleiding hanteert een duidelijk streefcijfer voor tevredenheid bij evaluatievragen. De opleiding heeft vanaf de start van de opleiding Ondernemerschap regelmatig mondeling evaluaties gehouden met studenten, docenten en werkveld over de interne kwaliteit van de opleiding. De opleiding heeft ook schriftelijke evaluaties gehouden onder de studenten na afloop van elke module. De opleiding is voornemens ook een jaarlijks studenttevredenheidsonderzoek te gaan houden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 45
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen 5.2.1. Zoals al onder 5.1. is vermeld wordt op opleidingsniveau een jaarplan en een jaarverslag opgesteld. Dit zijn de belangrijkste documenten voor de planning & control cyclus. De uitkomsten van de evaluaties rapporteert de opleiding in het Jaarverslag. Daarin beschrijft de opleiding ook wat zij van de evaluaties heeft geleerd en welke verbetermaatregelen worden genomen voor het komende jaar of reeds zijn uitgevoerd. In het Jaarplan vermeldt de opleiding wat zij het komende jaar wil bereiken qua verbeteringen en benodigd nieuw beleid. Hoe en wanneer de opleiding dat gaat doen, wordt uitgewerkt in het gedeelte activiteitenplan. 5.2.2. Zoals vermeld onder 5.1. heeft de opleiding Ondernemerschap over 2006-2007 voor het eerst een Jaarverslag opgesteld. Daarin zijn ook de verbetermaatregelen beschreven. In het Jaarplan 2007-2008 heeft de opleiding beschreven welke verbeteracties zij gaat nemen. Voorbeelden van verbetermaatregelen die de opleiding tot nu toe heeft genomen en wil gaan nemen zijn o.a.: cohort 2006 kreeg Engels in het eerste jaar, maar het bleek dat dat aan het begin van de stage / werkervaring in het tweede jaar nog niet zo belangrijk was. Ook werd in het eerste jaar nog niet veel Engelstalige literatuur gebruikt. Daarom krijgen studenten nu Engels vanaf het tweede studiejaar; het niveau van het Engels is van vanwege de ambitie van ondernemen en innovatie als profiel, omhoog gegaan van Cambridge vantage naar higher; Nederlands bleek voor veel studenten van het cohort 2006 nog onvoldoende aanwezig. Daarom staat Communicatie en PR nu in het eerste jaar: een module waarin veel aandacht is voor foutloos en aantrekkelijk schrijven; in 2006 bleek dat Nima A een lastige module is als de student nog niet in vogelvlucht kennis heeft kunnen maken met alle terreinen van management en ondernemen. Daarom wordt deze module nu in het tweede studiejaar aangeboden; de opleiding wil een Opleidingscommissie gaan instellen. Deze commissie moet tevens een medezeggenschapstraining krijgen om op het spoor gezet te worden van meedenken en meepraten over de opleiding op niveau van doelstellingen. de opleiding wil alumnibeleid gaan vormgegeven om zo meer te weten te komen over zaken die men eventueel heeft gemist, wensen etc. de informatieverstrekking aan studenten, docenten en stagebiedende organisaties gebeurt consequent via de portal van de opleiding. Via mededelingen zoals voorbeelden van actuele personeelsadvertenties, nieuwsberichten die met business en innovatie te hebben, evenementen e.d. worden daar ook de actuele ontwikkelingen onder de aandacht gebracht. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verbetermaatregelen die de opleiding heeft genomen of voornemens is te gaan nemen. Deze zijn in het Jaarplan 2007-2008 duidelijk in kaart gebracht. Daarmee toont de opleiding aan dat zij op basis van evaluaties verbeterbeleid formuleert en uitvoert. Studenten die het auditteam sprak waren zeer tevreden over de korte lijnen binnen de opleiding en over de snelle reacties van de opleiding wanneer er knelpunten zijn.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 46
5.2.3. De opleiding is zoals hierboven is gemeld voornemens een eigen Opleidingscommissie op te richten. Met de Opleidingscommissie wil de opleiding de evaluaties en de verbetermaatregelen gaan bespreken. De notulen van deze vergaderingen moeten ook voor andere docenten en studenten toegankelijk zijn, waardoor allen kunnen zien wat er met de evaluaties gebeurt.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in haar Jaarverslag 2006-2007 en Jaarplan 2007-2008 duidelijk beschreven welke verbetermaatregelen zij al genomen heeft en voornemens is te gaan nemen. Daarmee toont de opleiding aan dat zij naar aanleiding van uitkomsten van gehouden evaluaties maatregelen neemt. Studenten zijn tevreden over de korte lijnen binnen de opleiding en de snelle reacties van de opleiding wanneer er knelpunten zijn.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 47
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Bevindingen 5.3.1. Hoewel Hogeschool Saxion Next als aangewezen instelling niet verplicht is een Opleidingscommissie in te stellen conform de WHW, heeft de hogeschool ervoor gekozen voor elke opleiding een Opleidingscommissie in te stellen. De Opleidingscommissie fungeert als adviescommissie voor de directie en bestaat uit een even aantal van ten minste vier leden: de helft personeel en de helft studenten. De commissie komt ten minste drie maal per studiejaar bijeen. Met de commissie spreekt de directie en/of de opleidingsmanager over de doelstellingen, het programma, de inzet van het personeel, de voorzieningen, de interne kwaliteitszorg en de resultaten van de betreffende opleiding. De Opleidingscommissie geeft advies over de OER, het Personeelsplan en het Jaarplan. Van iedere bijeenkomst wordt een verslag gemaakt. De voorzitter van de commissie doet jaarlijks verslag van de werkzaamheden van de commissie. Dit verslag wordt opgenomen in het Jaarverslag van de opleiding. Tijdens de audit is gebleken dat de opleiding Ondernemerschap nog geen Opleidingscommissie had geformeerd. Deze zal in september 2009 van start gaan met vooralsnog twee studenten en één docent. Tot nu toe heeft de opleidingsmanager zoals al onder 5.1. is beschreven mondeling met studenten geëvalueerd wat hun bevindingen zijn. De docenten zijn bij de opleiding betrokken door de gesprekken die zij hebben met de opleidingsmanager en door de gezamenlijke bijeenkomsten rondom de opzet en uitvoering van de virtuele klas. Door de kleine omvang van de opleiding zijn de lijnen kort en vindt veel informeel overleg plaats. Zowel de studenten als de docenten die het auditteam sprak waren hier tevreden over. 5.3.2. Alle opleidingen die vallen onder de verantwoordelijkheid van Hogeschool Saxion Next hebben een Raad van Advies, die bestaat uit minimaal drie leden, die minimaal één maal per studiejaar bijeenkomt en een eigen Beroepenveldcommissie, die bestaat uit minimaal drie leden en minimaal drie maal per studiejaar bijeenkomt. De Raad van Advies adviseert de directie van de hogeschool op strategisch niveau over de ontwikkelingen in het werkveld en het beroep van de opleiding. De Beroepenveldcommissie fungeert ook als adviescommissie voor de directie. Deze commissie wordt gevraagd op operationeel niveau een oordeel te geven over de doelstellingen, het programma, de inzet van het personeel, de voorzieningen, de interne kwaliteitszorg en de resultaten van de betreffende opleiding. Van iedere bijeenkomst wordt een verslag gemaakt, dat tenminste alle adviezen van de commissie bevat. De voorzitter van de Raad van Advies en de voorzitter van de Beroepenveldcommissie doen jaarlijks verslag van de werkzaamheden van deze commissies. De verslagen worden opgenomen in het Jaarverslag van de opleiding. Tijdens de audit is gebleken dat de opleiding Ondernemerschap een Raad van Advies kent en een Beroepenveldcommissie. In de Raad van Advies zitten drie leden. De commercieel directeur van het Da Vinci College neemt deel aan de bijeenkomsten van de Raad van Advies. Met de Raad van Advies is gesproken over het beroepsprofiel. Met de Beroepenveldcommissie is o.a. gesproken over behoeften van het regionale bedrijfsleven in de Drechtsteden op het gebied van HBO Opleidingen en het beroepsprofiel van de Bachelor HBO opleiding Ondernemerschap. Aan de gesprekken met de Beroepenveldcommissie neemt de opleidingsmanager deel. Het auditteam concludeert o.a. op basis van de verslagen die er tot nu toe van overleggen zijn gemaakt, dat de opleiding het werkveld actief betrekt bij de interne kwaliteit van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 48
5.3.3. De opleiding heeft in haar Jaarplan 2007-2008 vermeld dat zij alumnibeleid gaat ontwikkelen om ook de alumni, zodra de eerste studenten zijn afgestudeerd, te betrekken bij de opleiding en hen de mogelijkheid te bieden te reageren op de interne kwaliteit van de opleiding. 5.3.4. Het is de bedoeling dat de activiteiten van bovengenoemde bestaande en nog op te richten commissies voor alle betrokkenen bij de opleiding te volgen zijn in de portal in de vorm van agenda’s, notulen en eventuele andere documenten. Jaarlijks doet de opleidingsmanager in het Jaarverslag verslag van de inbreng van de commissies en de uitkomsten van de evaluaties en van de maatregelen die de opleiding op basis daarvan heeft genomen. Het Jaarverslag komt ook op de agenda van de bovengenoemde commissies, waardoor zij de mogelijkheid krijgen hierop te reageren en te verifiëren of de opleiding in voldoende mate rekening houdt met de gegeven feedback vanuit de commissies. De Opleidingscommissie kan hetgeen beschreven is in het Jaarverslag betrekken bij het oordeel over het Jaarplan van de opleiding en de OER. 5.3.5. Bij de opleiding zijn in 2006-2007 redelijk veel informele klachten binnengekomen die te maken hadden met misverstanden over de invoering van het nieuwe programma. Daarom is er veel tijd geïnvesteerd in het communiceren over de veranderingen in de opleiding HBO. Uitleg over het programma, veranderingen in de opbouw van het curriculum, toetsbeleid e.d. Er zijn geen klachten doorgespeeld naar de commissie Klacht en Beroep. Ook hebben studenten geen klacht gedeponeerd bij de Paepon of de Inspectie voor het onderwijs. De opleiding heeft naar aanleiding van informele geluiden verbetermaatregelen genomen om de communicatie beter te laten verlopen. Internet en de mogelijkheden van de portal voor o.a. HBO Ondernemerschap biedt hiervoor vele mogelijkheden, zowel voor docenten als studenten. De studenten die het auditteam sprak op 25 juni waren inmiddels tevreden over de communicatie en de informatie die zij via de portal kregen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De studenten, docenten en het werkveld worden op verschillende manieren actief betrokken bij de opleiding. Dit is o.a. gebleken tijdens de gesprekken tijdens de audit met de studenten en docenten en dat blijkt ook uit verslagen van overleggen die er toe nu toe hebben plaatsgevonden. Docenten en studenten zijn tevreden over de wijze waarop zij betrokken worden. Studenten zijn tevreden over de communicatie en informatievoorziening.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 49
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor alle opleidingsvarianten als voldoende. De hogeschool/opleiding hanteert een duidelijk streefcijfer voor tevredenheid bij evaluatievragen en houdt regelmatig evaluaties onder studenten, docenten en werkveld over de interne kwaliteit van de opleiding. De opleiding toont aan dat zij naar aanleiding van uitkomsten van gehouden evaluaties maatregelen neemt. Studenten zijn tevreden over de korte lijnen binnen de opleiding en de snelle reacties van de opleiding wanneer er knelpunten zijn. De studenten, docenten en het werkveld worden op verschillende manieren actief betrokken bij de opleiding. Docenten en studenten zijn tevreden over de wijze waarop zij betrokken worden. Studenten zijn tevreden over de communicatie en informatievoorziening.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 50
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Bevindingen 6.1.1. De opleiding wordt afgesloten met een scriptie naar aanleiding van een afstudeeropdracht. Eis van de opleiding is dat voor deze afstudeeropdracht een opdrachtgever is. Dat kan de eigen werkgever van de (duale) student zijn. Voorafgaand aan het afstuderen moeten de studenten in het derde studiejaar de module ‘Methode van onderzoek’ volgen. In de moduulwijzer voor het afstuderen heeft de opleiding beschreven hoe de scripties beoordeeld worden. Uit de criteria die daarin worden vermeld staan af te leiden hoe het beroepsprofiel en het gewenste HBObachelorniveau behaald worden. De moduulwijzer is vanwege het grote belang van deze afstudeermodule opgesteld door de Examencommissie. De beoordeling over de scriptie vindt plaats in combinatie met een assessment aan de hand van het portfolio, dat de student o.a. naar aanleiding van zijn werk/stage en de praktijkopdrachten opstelt. Op het moment van de audit waren er nog geen afgestudeerden van de opleiding Ondernemerschap. 6.1.2. De eindscriptie moet voldoende zijn voordat het eindgesprek gepland wordt. Eindscriptie en eindgesprek worden met één cijfer beoordeeld. De presentatie van het afstudeerproject is openbaar. 6.1.3. De Examencommissie benoemt examinatoren en benoemt gecommitteerden uit de relevante beroepspraktijk. Eén van de examinatoren is in elk geval de begeleidende docent bij het afstuderen. Tevens dient de opdrachtgever van de afstudeeropdracht van de student aanwezig te zijn. Deze persoon geeft informatie en advies over de uitgevoerde opdracht. Het uiteindelijke cijfer wordt bepaald door de opleiding. De Examencommissie gaat zelf ook periodiek examenwerk van afgestudeerden bekijken en zal kennis nemen van de bevindingen van afgestudeerden om te beoordelen of afgestudeerden terecht voor hun bachelorexamen zijn geslaagd of gezakt. 6.1.4. Zodra de eerste studenten afstuderen zal de opleiding de Beroepenveldcommissie jaarlijks drie beste scripties laten voordragen aan de Raad van Advies, die daar de beste uit kiest en honoreert met een prijs. 6.1.5. Studenten van de opleiding Economie die in 2007-2008 nog niet afstuderen zullen binnen de opleiding Ondernemerschap de mogelijkheid krijgen alsnog af te studeren. De opleiding heeft hiervoor zoals al onder 2.2 is vermeld de beide programma’s vergeleken. Voor deze studenten is een traject op maat samengesteld zodat zij de geformuleerde eindcompetenties van de opleiding Ondernemerschap kunnen behalen. Ook zij zullen via een afstudeerproject en scriptie binnen de opleiding Ondernemerschap afstuderen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de moduulwijzer voor het afstuderen en is van mening, dat de opleiding daarin zeer helder heeft beschreven waar de scriptie aan moet voldoen en op basis van welke criteria de student beoordeeld wordt. Omdat er nog geen studenten zijn afgestudeerd binnen de opleiding Ondernemerschap, heeft het auditteam kennisgenomen van werkstukken, verslagen en het portfolio van zittende studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 51
Het auditteam is op grond hiervan van mening dat het werk van de studenten getuigt van HBO-niveau rekening houdend met het feit, dat studenten nog minstens een half tot één jaar moeten studeren. Tevens heeft het auditteam een aantal plannen van aanpak bekeken van studenten van de ‘oude’ opleiding Economie die in 2008-2009 binnen de opleiding Ondernemerschap willen afstuderen en de beoordeling van deze plannen door afstudeerbegeleider. Het auditteam is van mening, dat de structuur en inhoud van deze plannen duidelijk HBO niveau laten zien. Ook de toestemmingsprocedure om te mogen starten met de afstudeeropdracht en het schriftelijk advies vanuit de opleiding met eventuele aanvullingen op het plan van aanpak zijn helder verwoord. Daarmee laat de opleiding zien, dat zij er voldoende voor zorgt dat de studenten de nagestreefde eindcompetenties kunnen behalen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleidingen als voldoende. De student sluit zijn opleiding af met een scriptie naar aanleiding van een afstudeeropdracht die hij van een opdrachtgever verkrijgt en een eindgesprek op basis van deze scriptie en het portfolio van de student. In de moduulwijzer voor het afstuderen zal de opleiding de criteria vermelden waaruit is af te leiden hoe het beroepsprofiel en het gewenste HBO-bachelorniveau behaald worden. Bij het eindgesprek heeft in elk geval de afstudeerbegeleider van de opleiding zitting en dient de opdrachtgever voor de afstudeeropdracht aanwezig te zijn. De examencommissie zal periodiek ook zelf afstudeerscripties bekijken. Eigen waarneming van het auditteam van verslagen, werkstukken en het portfolio leidt tot het oordeel, dat het werk van de huidige studenten getuigt van HBO-niveau rekening houdend met het feit, dat zij nog minstens een half jaar tot één jaar moeten studeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 52
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen 6.2.1. In het jaarplan 2007-2008 heeft de opleiding op basis van de ervaring van het eerste studiejaar 20062007 de volgende streefwaarden geformuleerd: Percentage voor slagen binnen 4 jaar: 40 % van degenen die zijn doorgegaan na de propedeuse. Percentage voor slagen binnen 5 jaar: 75% en percentage voor slagen binnen 6 jaar: 100%, persoonlijke omstandigheden daargelaten. Daarnaast richt de opleiding zich naar de persoonlijke ontwikkelingsplannen van elke student. In zijn leer werkplan vermeldt elke student ook de tijd die hij nodig denkt te hebben voor het volgen van de studie. Wanneer de student zijn persoonlijk doel haalt benoemt de opleiding het studierendement als succesvol. 6.2.2. In het Jaarverslag 2007-2008 heeft de opleiding een overzicht opgenomen van de rendementsgegevens van de cohorten 2003 tot en met 2005 van de HBO-opleiding Economie en het cohort 2006 van de nieuw opgezette opleiding Ondernemerschap – Business & Innovation. Uit het Jaarverslag 2006-2007 blijkt: in het cohort 2006 zijn 9 studenten ingestroomd, waarvan 7 afkomstig uit het MBO-niveau 4 en 2 van de HAVO. In de cohorten 2003, 2004 en 2005 van de opleiding Economie lag de instroom nog tussen de 26 en 28 studenten per jaar; in 2006-2007 is 0% van de studenten gestopt met hun studie; Zes van de zeven MBO-ers heeft het propedeusediploma in één jaar behaald en één van hen behaalde de 80 ECTS van het eerste studiejaar. De twee havisten behaalde het propedeusediploma nog niet na het eerste studiejaar; De zeven MBO-ers behaalden na één jaar gemiddeld 68 ECTS en de twee havisten behaalden gemiddeld 38 ECTS. (streefcijfer 48 studiepunten) In de collegejaren 2003 tot en met 2006 zijn in totaal 49 studenten van de opleiding Economie uitgestroomd; 6 met diploma, en 43 zonder. 6.2.3. De opleiding heeft op basis van deze cijfers een analyse gemaakt. De daling van het aantal studenten ten opzichte van voorgaande jaren in de opleiding Economie had te maken met de wens van de opleiding om de vernieuwde opleiding op basis van een beroepsprofiel goed neer te kunnen zetten. Daarom is de werving niet intensief geweest. Daarenboven is er een tijd onzekerheid geweest over het al dan niet voortzetten van de opleiding, wat naar aankomende studenten toe eerlijk gecommuniceerd is. Wellicht heeft ook een rol gespeeld dat in de oude opleiding men in het eerste jaar meteen 2 dagen betaald aan het werk ging; dat is nu niet meer zo. Om studenten te ondersteunen bij het volgen van de opleiding heeft de opleiding in 2007-2008 een aantal maatregelen genomen. Bij persoonlijke effectiviteit in het eerste kwartiel van het eerste jaar wordt aandacht aan leren-leren besteed. Ook hebben een aantal modulen een andere plek en/of invulling gekregen in het programma. Als blijkt dat een student de vereiste basis mist, krijgen zij het advies eerst het instroomjaar te doen. Hogeschool Saxion Next is voornemens het programma ook in een vierjarige variant aan te gaan bieden voor studenten die meer tijd nodig hebben voor hun studie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 53
Het auditteam heeft kennisgenomen van de streefcijfers, de rendementsuitkomsten, de analyse die de opleiding heeft gemaakt en de verbetermaatregelen. Omdat het hier een niet bekostigde opleiding betreft acht het auditteam het reëel dat de opleiding uitgaat van persoonlijke leerdoelen van elke student en op basis daarvan kijkt naar rendementscijfers. Met de verbetermaatregelen toont de opleiding te werken aan het verhogen van de rendementscijfers.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor alle varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding hanteert streefcijfers voor het percentage geslaagden en baseert zich voor andere streefcijfers op het persoonlijk ontwikkelingsplan van elke student. De opleiding heeft de rendementscijfers van de afgelopen jaren in kaart gebracht en geanalyseerd. Naar aanleiding van de uitkomsten heeft de opleiding verbetermaatregelen getroffen om het rendement te verbeteren.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor alle opleidingsvarianten als voldoende. Eigen waarneming van het auditteam van verslagen, werkstukken en het portfolio leidt tot het oordeel, dat het werk van de huidige studenten getuigt van HBO-niveau rekening houdend met het feit, dat zij nog minstens een half jaar tot één jaar moeten studeren. De opleiding hanteert streefcijfers en heeft de rendementscijfers van de afgelopen jaren in kaart gebracht en geanalyseerd. Naar aanleiding van de uitkomsten heeft de opleiding verbetermaatregelen getroffen om het rendement te verbeteren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 54
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO bachelor opleiding Ondernemerschap voltijd –deeltijd- duaal HBO BACHELOR OPLEIDING ONDERNEMERSCHAP voltijd – deeltijd - duaal
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen
V V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO
V V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
V
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
V
2.8. Beoordeling en Toetsing
V V4
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO
G
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
G
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
V
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
4
V
Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 55
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Saxion Next verzorgde voltijd, deeltijd en duale variant van de HBO bachelor opleiding Ondernemerschap in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Extra aantekening: Conform de ‘Beslisregels Accreditatie’ zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp ‘Inzet Personeel’ als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie ‘Beslisregels’ onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 56
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren
Drs. G. (Gilbert) Silvius De heer Silvius studeerde bedrijfskunde en bedrijfseconomie aan achtereenvolgens de Koninklijke Militaire Academie, de Erasmus Universiteit en de Katholieke Universiteit Leuven. Hij heeft meer dan 15 jaar ervaring als consultant en projectmanager op het snijvlak van business en ICT. Sinds december 2002 combineert hij dit werk met de rol van Lector aan Hogeschool Utrecht. Silvius publiceert regelmatig over de relatie tussen ICT en de bedrijfsvoering van organisaties. Zijn onderzoek betreft de volwassenheid van deze relatie. A. (Aart) Meijer De heer Meijer volgde verschillende opleidingen cursussen in de economische sector waaronder Bedrijfs- en Commerciële Economie NIMA A, B en C, PAO, Businessplanning aan EUR/Nyenrode en PAO, Modulair Organiseren, Universiteit Twente. Meijer was manager en directeur van verschillende kleine en grote bedrijven. Vanaf 2001 is hij als zelfstandig adviseur en interim manager werkzaam voor verschillende organisaties waaronder detailhandels en productiebedrijven en verricht op ad-hoc basis werkzaamheden voor Amstelconsult. Dr. G. (George) Moerkerke De heer Moerkerke is in 1987 afgestudeerd als psycholoog aan de Universiteit Leiden. In 1996 is hij gepromoveerd in de onderwijskunde. Momenteel werkt hij bij het Onderwijstechnologisch Expertisecentrum van de Open Universiteit Nederland. Eerder heeft hij gewerkt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Twente. Zijn werkgebieden zijn afstandsonderwijs, kwaliteitszorg en toetsing. Hij is lid van de onderwijscommissie van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA). S. (Sarah) van Leijden Mevrouw Van Leijden is vierdejaars student aan de opleiding Small Business & Retail Management bij de Hogeschool INHOLLAND – Haarlem. In 2007 liep van Leijden vijf maanden stage als salesmanager bij radiostation Dolfijn FM in Curaçao. Binnen de opleiding is zij actief als klassenvertegenwoordiger en lid van de Opleidingscommissie. Naast haar studie is zij o.a. werkzaam (geweest) als administratief medewerkster bij de Rabobank en medewerkster Xtenzo in de functie direct sales. W.L.M. (Wienke) Blomen De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en medeeigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. G.C. (Rianne ) Versluis Mevrouw Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zij werkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, intern begeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij in een gemeente een aantal jaren gewerkt als (senior) beleidsmedewerker Welzijn. Het formuleren van (nieuw) beleid op het brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken. Bij Hobéon is zij sinds 2006 nauw betrokken bij de accreditatie van hoger beroepsopleidingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 57
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 58
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 59
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 60
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 61
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 62
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 63
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit opleiding Ondernemerschap - Business & Innovation, voltijd – deeltijd – duaal, Hogeschool Saxion Next; 8 november 2007 Lokaal B110 B110
Tijd 08.30 – 09.00 09.00 – 09.15
B110
09.15 – 10.15
B110
10.15 -11.00
B104
B110
11.00 – 11.15
Gesprekspartners Managementteam Han van Gorkom (directeur onderwijs DaVinci College) Bernadette Lohuis (directeur) Tineke Sessink (beleidsmedewerker) Sjoerd Wiersma (opleidingsmanager) Managementteam Han van Gorkom (directeur onderwijs DaVinci College) Bernadette Lohuis (directeur) Tineke Sessink (beleidsmedewerker) Sjoerd Wiersma (opleidingsmanager)
Auditoren Auditteam* Auditteam: Wienke Blomen, Aart Meijer Gilbert Silvius George Moerkerke Sarah van Leijden Rianne Versluis
Onderwerpen Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Voltijd-deeltijd-duaalafstandsleren 3 jarige <-> 4jarige opleiding Internationalisering Innovatie Relatie beroepenveld
Managementteam Bernadette Lohuis Tineke Sessink Sjoerd Wiersma
Wienke Blomen, Sarah van Leijden
Examencommissie/ Toetsen en beoordelen Co Bliekendaal Karel Kops (DRIS) Jan Olvers Klazien Scharlo Sido Silvius
Rianne Versluis Gilbert Silvius Aart Meijer George Moerkerke
Auditteam
Op hoofdlijnen: Personeel / Deskundigheidsbevordering Resultaten / rendementen Kwaliteitszorg Gedetailleerder: Personeel / Deskundigheidsbevordering Resultaten / rendementen Kwaliteitszorg Examencommissie: taak /functie / samenstelling/ Bezwaar en beroep/ Vrijstellingen/Instroom Toetsen en beoordelen: toetsplan/ validiteit objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Exterme examens Resultaten / rendementen Studeerbaarheid, Studielast Interne terugkoppeling, verificatie
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 64
Lokaal B110
Tijd 11.15 – 12.00
B108
Gesprekspartners Kernteam Arie den Hartog Nina van Hoof Rein Kooijmans Marita O’Bryan Klazien Scharlo Sjoerd Wiersma
Auditoren Rianne Versluis Gilbert Silvius George Moerkerke
Stage-werk/Afstuderen Co Bliekendaal Danny Hesp Jan Olvers Tineke Sessink Sido Silvius
Wienke Blomen, Aart Meijer Sarah van Leijden
B104
12.00 – 12.30
Lunch
Auditteam
Leerpark Gunnink plein
12.30 – 13.15
Rondleiding voorzieningen Sjoerd Wiersma Han van Gorkom
Aart Meijer Gilbert Silvius Sarah van Leijden Rianne Versluis Wienke Blomen George Moerkerke
Leerpark Gunnink plein
B110
13.15 - 14.15
B104
B110
B104
14.15 - 15.00
Informatie over/inzage in de digitale leeromgeving Dijdidakt Lenka van Dijk Hester Hooijen Jan Klaver Tineke Sessink Docenten Arie den Hartog Nina van Hoof Peter de Jongh Jan Klaver Rein Kooijmans Marita O’Bryan Ed van Wingerden
Rianne Versluis Gilbert Silvius George Moerkerke
Studenten Eerstejaars: Joost Broerse Tweedejaars: P.M. Derdejaars: P.M.
Wienke Blomen, Aart Meijer Sarah van Leijden
Kwaliteitszorg/Studiebegeleidi ng Co Bliekendaal Lenka van Dijk Hester Hooijen Jan Klaver Tineke Sessink Sjoerd Wiersma
Wienke Blomen, George Moerkerke Sarah van Leijden
Verificatie documenten
Rianne Versluis Gilbert Silvius Aart Meijer
Onderwerpen Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Specialisaties Aansluiting instroom en programma Doorlopende leerlijnen MBO-HBO Studeerbaarheid, Studielast Praktijkcomponent/stages -werk Internationalisering VVCS Academie Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen stage-werk Afstudeeropdracht/ eindexamen Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen Lunch, interne terugkoppeling, verificatie Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding Informatievoorziening Programma Praktijkcomponent Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages-werk) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, werkveld Studieloopbaanbegeleiding VVCS-studiecoach Virtuele klas Portfolio
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 65
Lokaal B110
Tijd 15.00 – 15.15
Gesprekspartners
Auditoren Auditteam
B110
15.15 – 16.00
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar) Verificatie documenten
(deel) Auditteam
B104 B110
16.00 – 16.45
B110
16.45 – 17.15
(deel) Auditteam Auditteam
Alle gesprekspartners & genodigden
Onderwerpen Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Pending issues
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Terugkoppeling voorlopige beoordeling
* Auditteam: W. L.M. Blomen, (Wienke) Lead-auditor / directeur Hobéon Groep A. Meijer (Aart) Werkvelddeskundige – ondernemer Drs. G. Silvius (Gilbert) werkvelddeskundige/vakdeskundige – consultant en projectmanager / lector Hogeschool Utrecht Dr. G. Moerkerke (George) vakdeskundige - Onderwijstechnologisch Expertisecentrum van de Open Universiteit Nederland S. van Leijden (Sarah) Studentlid / student Small Business & Retail Management Hogeschool INHOLLAND G.C. Versluis (Rianne) onderwijskundige/ secretaris / adviseur Hobéon Certificering
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 66
Programma Audit opleiding Ondernemerschap - Business & Innovation, voltijd – deeltijd – duaal, Hogeschool Saxion Next; 25 juni 2008 Lokaal 2 2
Tijd 08.30 – 09.00 09.00 – 09.15
2
09.15 – 10.15
2
10.15 -11.00
Kwaliteitszorg/Studiebegeleiding Co Bliekendaal Danny Hesp Hester Hooijen Guus Klapper Klazien Scharloo Sjoerd Wiersma
Wienke Blomen, Sarah van Leijden
1
10.15 – 11.00
Toetsen en beoordelen Rob Pranger Karel Kops (DRIS) Jan Olvers Sido Silvius Cock Raaijmakers Tineke Sessink
Rianne Versluis Gilbert Silvius Aart Meijer
2 1
11.00 – 11.15 11.15 – 12.00
2
Gesprekspartners Managementteam Bernadette Lohuis (directeur Hogeschool Saxion Next) Han van Gorkom (directeur onderwijs DaVinci College) Sjoerd Wiersma (opleidingsmanager) Tineke Sessink (beleidsmedewerker) Managementteam Bernadette Lohuis (directeur Hogeschool Saxion Next) Han van Gorkom (directeur onderwijs DaVinci College) Sjoerd Wiersma (opleidingsmanager) Tineke Sessink (beleidsmedewerker)
Kernteam Arie den Hartog Rob Pranger Marita O’Bryan Sjoerd Wiersma Ed van Wingerden
Stage-werk/Afstuderen Co Bliekendaal Danny Hesp Jan Olvers Tineke Sessink Sido Silvius
Auditoren Auditteam* Auditteam: Wienke Blomen, Aart Meijer Gilbert Silvius Sarah van Leijden Rianne Versluis Auditteam
Auditteam Rianne Versluis Gilbert Silvius
Wienke Blomen, Aart Meijer Sarah van Leijden
Onderwerpen Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie – instroom - continuïteit van de opleiding Ad en bachelor opleiding - plannen Voltijd/deeltijd/duaal/virtueel plannen Studenten Economie - stand van zaken VVCS - stand van zaken Internationalisering Relatie werkveld (Raad van Advies/Beroepenveldcommissie) Personeelsbeleid – stand van zaken Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering/kleine kwaliteit Betrekken van medewerkers, studenten, werkveld Studieloopbaanbegeleiding VVCS-studiecoach Virtuele klas Portfolio Toetsen en beoordelen: toetsplan/ validiteit - objectiviteit VVCS tentamens Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Externe examens Resultaten / rendementen Studeerbaarheid, Studielast Interne terugkoppeling, verificatie Didactisch concept Onderwijsontwikkeling – de voor elk jaar verschillende curricula Voltijd/duaal/deeltijd/virtueel Moduulwijzers Relatie beroepenveld Regionaal – internationaal Specialisaties Aansluiting instroom en programma Doorlopende leerlijnen MBO-HBO Studeerbaarheid, Studielast Praktijkcomponent/stages-werk VVCS Academie Visie op stage en werk Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen stage-werk Afstudeeropdracht/ eindexamen – Ondernemerschap en Economie Relatie eindkwalificaties
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 67
Lokaal 2
Tijd 12.00 – 12.45
Gesprekspartners Lunch
Auditoren Auditteam
2
12.45-13.45
Studenten Eerstejaars: P.M. Tweedejaars: Karlijn vd Merbel Derdejaars: Derek van Gelder
Wienke Blomen, Aart Meijer Sarah van Leijden
Op 17-7 vond nog een gesprek plaats via de virtuele klas met Joris van Rijn, eerste jaars student aan de VVCS Academy Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
Rianne Versluis Gilbert Silvius
Verificatie documenten
Auditteam
1
12.45 – 13.45
2
13.45 – 14.15
2
14.15 – 15.00
2
15.00
Alle gesprekspartners & genodigden
Onderwerpen Lunch, interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Informatievoorziening Programma Praktijkcomponent Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages-werk) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Pending issues
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
* Auditteam: W. L.M. Blomen, (Wienke) Lead-auditor / directeur Hobéon Groep A. Meijer (Aart) Werkvelddeskundige – ondernemer Drs. G. Silvius (Gilbert) werkvelddeskundige/vakdeskundige – consultant en projectmanager / lector Hogeschool Utrecht S. van Leijden (Sarah) Studentlid / student Small Business & Retail Management Hogeschool INHOLLAND G.C. Versluis (Rianne) onderwijskundige/ secretaris / adviseur Hobéon Certificering
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap, Hogeschool Saxion Next 68