Hogeschool Zuyd Opleiding: Varianten:
Bedrijfskundige Informatica voltijd, deeltijd
Visitatiedata:
21 en 22 oktober 2004
© NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, april 2005
2
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Inhoud
3
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 9 10 12 13
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
15 17 19 27 29 31 34
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Kengetallen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
37 39 41 51 55
3
4
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
5
6
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Deel A: Onderwerpen
1.1
Voorwoord
In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool Zuyd heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in april 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op 21 en 22 oktober 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer J. H.H.R.F.J. Sevenstern (voorzitter) De heer ir. H. Wagter (domeindeskundige) De heer J. Pasman (student-lid) De heer drs. W. de Boer (NQA-auditor) In de schrijffase is toegevoegd aan het panel: De heer W.A.J. van Uden (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: • deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De waarderingen worden uitgedrukt in begrippen uit de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De Hogeschool Zuyd verzorgt de opleiding Bedrijfskundige Informatica op de locatie van de hogeschool te Sittard. De opleiding heeft een voltijdse en een deeltijdvariant. Beide varianten hebben een vierjarig traject, maar verschillen in de uitvoering van het onderwijsprogramma en in de aard van de instromende studenten. Bij de deeltijdopleiding stromen studenten in met enige jaren werkervaring. Dat heeft in de opinie van de opleiding gevolgen voor de wijze waarop het programma wordt ingevuld. © NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
7
Hoewel de studieprogramma’s van de voltijdse en deeltijdvariant verschillen, beoogt de opleiding dezelfde doelen en competenties te realiseren. Ze heeft derhalve één zelfevaluatierapport samengesteld, waarin waar nodig onderscheid gemaakt wordt tussen beide varianten. Het panel heeft deze werkwijze overgenomen en beide varianten verwerkt in één rapportage en daar waar nodig aparte oordelen geformuleerd. De opleiding bestrijkt één domein, namelijk dat van de bedrijfskundige informatica. In het zelfevaluatierapport beschrijft de opleiding het domein van de BI’er als dat van de intermediair die een brug slaat tussen enerzijds de bedrijfsvoering en anderzijds de ICTtoepassingen. De BI’er levert een bijdrage aan de verbetering en herinrichting van processen en geeft daarbij aan hoe ICT ingezet kan worden. Om deze taken goed te kunnen verrichten beschikt de BI’er over competenties op de kennisgebieden bedrijfskunde, informatica, communicatie en informatietechnologie. De opleiding is voor het laatst gevisiteerd in 1998. 1.3
Werkwijze
Het panel heeft de visitatie van de opleiding BI uitgevoerd conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis boden voor het visitatiebezoek. Daarnaast heeft het panel geconstateerd dat de visitatie plaats vond op basis van het voor BI geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hieronder). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten, respectievelijk vragen die werden doorgegeven aan de NQA-auditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door een bepaald panellid extra grondig zijn bestudeerd. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of er sprake was van adequate domeinspecifieke doelstellingen en of er nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig bleek. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd.
8
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma (zie bijlage 3) ontwikkeld voor de (dag-) indeling van het visitatiebezoek, dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleiding. Ook werd er, voor meer opleidingen tegelijk, een gesprek gevoerd met een lid van het college van bestuur. Aan het begin van het bezoek, op de eerste dag, is er ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. In het raamwerk bezoekprogramma kende het ochtendprogramma van de tweede dag een vaste structuur, maar was het middagprogramma ‘vrij’. In deze tijd heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de bevindingen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Na afloop van het bezoek is er nog aanvullend cijfermateriaal geleverd door de opleiding. Dit materiaal is door een of meer van de panelleden beoordeeld en de resultaten zijn in de rapportage verwerkt. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. In het visitatie- of beoordelingsrapport is, waar relevant, expliciet ingegaan op de verschillende varianten. Het definitieve conceptrapport is aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht. Vervolgens is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de Notitie voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere BI-opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
9
Wat betreft de benchmarking is van belang op te merken dat een vergelijking met andere opleidingen op dit moment beperkt moet zijn, omdat deze opleiding in het kader van accreditatie tot de eerste gevisiteerde opleidingen behoort en er nog weinig andere concrete resultaten bekend zijn. Alleen voor kwantitatieve resultaten is een vergelijking met landelijke gegevens mogelijk. De opleiding maakt in haar zelfevaluatierapport tevens gebruik van gegevens uit de Keuzegids Hoger Onderwijs. Ook dient te worden vermeld dat een internationale vergelijking niet mogelijk is, omdat van buitenlandse pendanten van de opleiding geen gegevens voorhanden zijn. Waar een globale vergelijking mogelijk is, is die gemaakt. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De wegingen zullen in dit rapport niet diepgaand zijn, omdat de opleiding op bijna alle facetten minimaal een voldoende heeft gehaald. De (uitgebreide) argumentatie daarvoor is te vinden in het detailrapport. Slechts waar de oordelen tussen voltijdse en deeltijdopleiding verschillen, wordt er in de argumentatie aandacht aan het onderscheid geschonken. 1.5
Oordelen
1.5.1 Doelstellingen opleiding De facetten niveau en domeinspecifieke oriëntatie zijn met goed beoordeeld, het facet domeinspecifieke eisen met een voldoende. Belangrijke overwegingen daarbij zijn dat de opleiding zich baseert op landelijke afspraken en dat deze adequaat gebruikt in het eigen opleidingsprofiel. Het oordeel over het onderwerp is derhalve positief. 1.5.2 Programma Voor de voltijdse opleiding is het oordeel op 5 facetten voldoende en op 3 facetten goed, te weten opleidingsduur, samenhang in het opleidingsprogramma, en afstemming tussen vormgeving en inhoud. Voor de deeltijdopleiding geeft het panel een onvoldoende op het facet 4 (studielast) van dit onderwerp en het oordeel goed voor de facetten 6 (studieduur) en 7 (afstemming vormgeving en inhoud). De studielast blijkt voor deeltijdstudenten ruim beneden de ingeschatte studielast te blijven, ook al vinden ze de combinatie van werken en studeren zwaar. Ondanks het onvoldoende oordelen op facet 2.4 bij de deeltijdopleiding is het totaal oordeel over het onderwerp voor beide opleidingsvarianten positief. 1.5.3 Inzet van personeel Twee facetten zijn bij beide opleidingsvarianten met een voldoende beoordeeld. Het facet eisen hbo wordt met goed beoordeeld. De docenten verzorgen het onderwijs aan beide opleidingsvarianten. Het panel heeft voldoende bewijs gezien dat het personeel goede relaties legt tussen de theorie en de beroepspraktijk. Bovendien worden er institutioneel verbanden gelegd waardoor continuïteit geborgd wordt. Er is voldoende personeel, al ervaart dat een hoge werkdruk. De gemiddelde leeftijd is vrij hoog. De kwaliteit van de medewerkers is vakinhoudelijk en onderwijskundig voldoende. Het oordeel over dit onderwerp is derhalve positief.
10
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
1.5.4 Voorzieningen Beide facetten zijn als voldoende beoordeeld. De materiële voorzieningen zijn voldoende voor het realiseren van de gewenste onderwijskwaliteit en het uitvoeren van het onderwijsconcept. Bovendien is er beleid op dit terrein. De studiebegeleiding en informatievoorziening zijn in voldoende mate afgestemd op de studiefase van studenten. Ook worden de begeleiding in lijn gebracht met het didactisch concept. Het oordeel over het onderwerp is derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Twee van de drie facetten van dit onderwerp krijgen een voldoende. Het facet verbetermaatregel beoordeelt het panel goed. Het panel vindt de evaluatie van de resultaten voldoende, al kunnen de streefdoelen explicieter geformuleerd worden. Verbetermaatregelen zijn echter in ruime mate aanwezig en worden goed uitgevoerd. De betrokkenheid van diverse stakeholders bij de kwaliteit van de opleiding komt goed uit de verf. Het eindoordeel op dit onderwerp is daarom positief. 1.5.6. Resultaten. De opleiding heeft streefrendementen en haalt die bijna allemaal. Het gerealiseerde niveau is goed; hetgeen blijkt uit werkstukken, oordelen van werkgevers en opinies van afgestudeerden. Voor de beoordeling van eindwerkstukken hanteert de opleiding een standaard beoordelingslijst. Het eindoordeel over dit onderwerp is positief.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
11
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau
Onderwerp/Facet Doelstellingen 1.1 1.2 1.3 Totaaloordeel Programma 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Totaaloordeel Personeel 3.1 3.2 3.3 Totaaloordeel Voorzieningen 4.1 4.2 Totaaloordeel Kwaliteitszorg 5.1 5.2 5.3 Totaaloordeel Resultaten 6.1 6.2 Totaaloordeel
12
Bedrijfskundige Informatica Voltijd
Bedrijfskundige Informatica Deeltijd
Goed Goed Voldoende Positief
Goed Goed Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Goed Voldoende Voldoende Goed Goed Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Voldoende Onvoldoende Voldoende Goed Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Voldoende Positief
Goed Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Goed Voldoende Positief
Voldoende Goed Voldoende Positief
Voldoende Goed Positief
Voldoende Goed Positief
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
1.7
Totaaloordeel
Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de beide opleidingen op alle zes onderwerpen een voldoende scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over zowel de voltijdopleiding als de deeltijdopleiding POSITIEF is.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
13
14
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
15
16
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Deel B:
Facetten
ONDERWERP 1 Facet 1.1
DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING
Niveau bachelor
Goed
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De bachelor-eindkwalificaties van de opleiding worden als ‘goed’ beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De opleiding heeft de kwalificaties van het HBO-I Platform overgenomen. Deze kwalificaties zijn geaccordeerd door de HBO-raad. Ten tijde van het accreditatieproces worden de kwalificaties in EU-verband vergeleken met internationale kwalificaties in het project Generic Referential ICT Profiles (GRIP). De resultaten zijn nog niet bekend. • De kwalificaties in het Beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I (2000) van het HBO-I Platform zijn verdeeld in algemene competenties voor iedere ICT’er en specifieke competenties voor de Bedrijfskundig Informaticus (BI’er), de Technisch Informaticus (TI’er) en de Informaticus (I’er). De beroepskwalificaties zijn omgezet naar opleidingskwalificaties. • In de algemene kwalificaties zijn de Dublin-descriptoren opgenomen zoals multidisciplinair werken, effectief communiceren, methodisch en reflectief denken en handelen. • De domeinspecifieke kwalificaties voor de bedrijfskundige informaticus refereren niet aan de Dublin-descriptoren, maar zijn uitgesplitste kwalificaties van de beschrijvingen van het beroepsprofiel.
Facet 1.2
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De domeinspecifieke eindkwalificaties van de opleiding worden als ‘goed’ beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De opleiding maakt gebruik van de kwalificaties die door het HBO-I Platform in 2000 zijn opgesteld: Beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I. In dit document wordt uitgebreid verwezen naar gangbare functies en rollen waarop de kwalificaties gebaseerd zijn. • In het document wordt tevens verwezen naar de procedure die gehanteerd is om de kwalificaties op landelijk niveau te valideren door het beroepenveld. Daartoe is een lijst
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
17
• •
•
van geraadpleegde organisaties en bedrijven als bijlage aan het document toegevoegd. De geraadpleegde organisaties zijn akkoord gegaan met de kwalificaties. Het panel is van mening dat binnen het ICT-domein voldoende duidelijkheid is gegeven aan de kwalificaties van de bedrijfskundig informaticus. De opleiding beschrijft in het zelfevaluatierapport dat ze vanwege hogeschoolspecifieke keuzes aandacht wil besteden aan ‘e-business’ en ‘ERP-pakketten’, en vanwege de hogeschoollectoraten aan ‘infonomie en nieuwe media’. Daarbuiten zijn er relaties met de lectoraten ‘duurzame ontwikkeling’ en ‘kennismanagement en kennisorganisatie’. In de kwalificaties zijn deze keuzes echter niet terug te vinden. Het panel vindt dat de opleiding zich hier beter mee kan profileren. Het regionale beroepenveld is geraadpleegd voor een lokale inkleuring van de kwalificaties.
Facet 1.3
Oriëntatie hbo-bachelor
Voldoende
Criteria: De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBOopleiding vereist is of dienstig is. De oriëntatie op het HBO-bachelorniveau van de eindkwalificaties wordt als ‘voldoende’ beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De kwalificaties in Beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I (2000) zijn op landelijk niveau in december 1999 voorgelegd aan een vertegenwoordiging van het ICTbedrijfsleven die haar instemming betuigde. In dit document is een beroepsprofiel voor de bedrijfskundig informaticus opgenomen. • De afleiding van het opleidingsprofiel uit het beroepsprofiel is een logische afleiding. • In de algemene kwalificatiebeschrijving voor ICT’ers is in een aantal gevallen een concrete indicatie van het te realiseren niveau waar te nemen, doordat termen uit bijvoorbeeld de Dublin-descriptoren genoemd worden. Zoals bij facet 1.1 vermeld is, worden communicatie, reflectief handelen en multidisciplinair werken letterlijk genoemd. Andere descriptoren zijn te herleiden. • In de specifieke kwalificaties voor de bedrijfskundig informaticus zijn geen niveauaanduidingen aanwezig. Weliswaar zijn de kwalificaties opgesplitst in deeltaken, maar die bevatten in het algemeen geen indicatoren voor het niveau waarop ze gerealiseerd dienen te worden. Wel bevatten ze in een aantal gevallen aanwijzingen voor de complexiteit voor de context waarin de taak moet worden uitgevoerd, maar dit is niet altijd het geval. • Het panel heeft vastgesteld dat het ontbreken van niveauaanduidingen in de kwalificaties niet wordt goedgemaakt door consequente en heldere niveauaanduidingen in de leerdoelen van de thema’s.
18
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
De competenties zijn op papier in drie niveaus beschreven, maar de implementatie ervan verkeert nog in een beginstadium. Het panel vindt de beschrijving goed, maar het effect hangt af van de kwaliteit van de implementatie in de onderwijspraktijk. Die is in de propedeuse reeds begonnen, maar nog niet geëvalueerd.
Onderwerp 2 Facet 2.1
PROGRAMMA Eisen hbo
Voldoende
Criteria: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Het panel heeft kennis genomen van de literatuurlijst van de voltijdse en de deeltijdopleiding. Het vindt de literatuur voldoende actueel en van voldoende niveau. De literatuur wordt jaarlijks gecheckt en geactualiseerd. Bovendien stelt het panel vast dat de studenten tijdens hun opleiding kennis maken met internationaal gebruikelijke software. • In diverse thema’s in de voltijdse opleiding worden cases uit de beroepspraktijk gebruikt. Het panel vindt dit een juiste aanpak, al vermelden de studenten ongevraagd dat de gebruikte cases geactualiseerd dienen te worden. • Het panel is positief over de zogeheten Proeftuin-projecten. In deze projecten werken studenten van alle informatica-opleidingen van de Hogeschool Zuyd in gemengde teams aan opdrachten van het regionale bedrijfsleven. Op deze wijze komen studenten in aanraking met een realistische beroepspraktijk. Indien de opleiding continuïteit heeft in het aanbod van Proeftuin-projecten, vormen ze een prachtig aanvulling op het werkvormenpalet. • De Proeftuin-projecten bieden studenten goede mogelijkheden vaardigheden te ontwikkelen. Maar ook in diverse thema’s van de voltijdse opleiding waarvan het panel beschrijvingen en studieresultaten heeft gezien komen in voldoende mate beroepsvaardigheden aan bod, in lijn met de algemene ICT-competenties. • De oriënterende stage en de afstudeerstage zijn de belangrijkste onderdelen van het studieprogramma om vaardigheden in praktijk te brengen. Het trainen van vaardigheden is de belangrijkste doelstelling van de oriënterende stage, het doen van toegepast onderzoek van de afstudeerstage. • Ondanks de relaties die er met de praktijk gelegd worden, vinden studenten dat de relatie met de actuele beroepspraktijk verbeterd kan worden door meer excursies te
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
19
•
•
programmeren, vaker ICT-beurzen te bezoeken en meer gastcolleges te organiseren over de nieuwste ontwikkelingen in de ICT-sector. Toch hebben studenten niet de indruk dat de opleiding achter de feiten aanloopt, maar dat de wijze waarop de actualiteit in het programma gebracht wordt, aandacht behoeft. Dit is het panel gebleken in het gesprek met de studenten. Docenten actualiseren programmaonderdelen door de actualiteit uit de nieuwsmedia in de lesprogramma’s op te nemen. Ze geven in het gesprek met het panel aan dat opmerkingen van studenten om te actualiseren hen stimuleren. In de deeltijdopleiding wordt de praktijk door de studenten ingebracht en brengen docenten door middel van het onderwijs theoretische verdieping aan. Tijdens de lessen op school vindt reflectie op de ontwikkeling van beroepsvaardigheden plaats.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Voldoende
Criteria: Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Voor het bestaande curriculum, dat in de hoofdfase van de voltijdse opleiding wordt uitgevoerd, is een overzicht met thema’s voorhanden met een korte beschrijving van de inhoud van die thema’s. In de studiewijzers worden de leerdoelen genoemd. Het is duidelijk alle HBO-I competenties door de thema’s afgedekt worden, maar niet op welk niveau dat gebeurt. • De competenties die in Beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I (2000) worden genoemd, zijn in opleidingsdocumenten voor de vernieuwde voltijdse opleiding herleid naar de thema’s. Voor de propedeuse is deze exercitie voltooid. De hoofdfase wacht op de vernieuwde competenties van HBO-I 2004. Gelet op de kwaliteit van hetgeen het panel voor de propedeuse heeft aangetroffen, heeft het panel vertrouwen voor de vernieuwing in de hoofdfase. • De opleiding benoemt drie niveaus in de leerdoelen: niveau 1 is kennis en begrip, niveau 2 is analyse en synthese en niveau 3 is evaluatie en transfer. Het panel meent dat deze niveau-indeling in voldoende mate aansluit bij het traditionele eindtermenonderwijs, maar wat indelingssystematiek betreft niet goed aansluit bij competentieonderwijs, omdat de systematiek meer uitgaat van kennisverwerving dan van competentiegroei. • In de themabeschrijvingen die de opleiding heeft verstrekt zijn geen beschrijvingen opgenomen van de speerpunten die de opleiding in het kader van hogeschoolbeleid heeft gekozen. Evenmin zijn deze keuzes al herkenbaar in het overzicht van thema’s
20
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
voor de nieuwe propedeuse, hoewel het panel dat begrijpelijk vindt. Daarom vindt het panel het wel spijtig dat een overzicht van de hoofdfase ontbreekt. In alle studiewijzers staan de leerdoelen van de thema’s genoemd. Bovendien start ieder thema met een inleiding waarin wordt verwezen naar de competentie(s) waaraan de student tijdens het thema werkt. Het te realiseren niveau in de diverse fasen van de opleiding (bijvoorbeeld eind propedeuse, start en einde stage) is de studenten nog niet duidelijk. Het panel is positief over de mate waarin competenties en leerdoelen voor huidige studenten herkenbaar zijn. Het deeltijd- en voltijdprogramma verschillen duidelijk van elkaar. In het voltijdse programma is sprake van een geïntegreerde aanpak in thematisch onderwijs, terwijl in de deeltijd variant niet-geïntegreerd onderwijs aangeboden wordt. Zowel voltijd- als deeltijdstudenten zijn tevreden over het hen aangeboden programma. Ze menen dat de beoogde kwalificaties met het programma gerealiseerd kan worden. De opleiding motiveert het verschil in programmaopbouw met het feit dat de doelgroepen verschillend zijn. De deeltijdstudenten brengen al zo’n schat aan beroepservaring mee, dat een geïntegreerde benadering minder noodzakelijk is. De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat in de deeltijd het onderwijs naar de praktijk gebracht wordt en dat in de voltijd het omgekeerde gebeurt. Afgestudeerden en studenten zijn van mening dat sociale vaardigheden goed aan bod komen in het programma. Werkveldvertegenwoordigers bevestigen dat studenten en afgestudeerden in dit opzicht voldoende getraind zijn.
Facet 2.3
Samenhang in het opleidingsprogramma voltijd Samenhang in het opleidingsprogramma deeltijd
Goed Voldoende
Criteria: Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. De oordelen worden als volgt onderbouwd: Voltijdse opleiding • Het vakgeoriënteerde onderwijs is eind negentiger jaren vervangen door thematisch onderwijs, waarin kennis en vaardigheden geïntegreerd worden aangeboden. Sinds het studiejaar 2004-2005 zijn competenties richtinggevend voor de inrichting van thema’s. Het panel stelt vast dat er een duidelijke ontwikkeling gaande is, die het positief waardeert. • De samenhang binnen en tussen de thema’s wordt in het eerste en tweede jaar voornamelijk bepaald door de bedrijfsvoeringcyclus en in het derde en vierde jaar door de levenscyclus van informatiesystemen. Beide cycli zijn in thema’s ondergebracht, waardoor die in een bepaalde volgorde gevolgd moeten worden. Het panel vindt dit een goed doordachte opbouw. • Het didactisch concept van de voormalige heao, dat de voltijdse opleiding gebruikt, bevordert de samenhang binnen thema’s. Dit concept, Thematisch StudentGericht Onderwijs (TSGO), wordt duidelijk toegelicht in Ankerpunten voor de inrichting van het
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
21
•
•
Thematisch SGO (1998). Het panel heeft tijdens zijn bezoek gemerkt dat dit concept bij de voltijdse opleiding praktijk is geworden (zie verder facet 2.7). De borging van de systematiek voor samenhang binnen en tussen thema’s, zowel inhoudelijk als organisatorisch, is beschreven in Organisatie, bevoegdheden en overleg in het Thematisch SGO (1997). In dit document zijn de taken en bevoegdheden beschreven van docenten en opleidingsmanagement in het kader van onderwijsontwikkeling. Het panel is van oordeel dat de uitgangspunten in dit document beschreven naar behoren worden uitgevoerd in de voltijdse opleiding. In de evaluatieonderzoeken is ook samenhang een onderzoeksfacet. Het merendeel van de studenten waardeert die positief.
Voor het oordeel over de deeltijdopleiding heeft het panel daarnaast de volgende argumenten: • De deeltijdopleiding heeft een modulaire structuur. De studenten kunnen de modulen in willekeurige volgorde volgen. De inhoud wordt deels bepaald door theorieaanbod van de docent en deels door inbreng van praktijkopdrachten door de student. Het panel vindt dat positief. • De samenhang tussen modulen is door de willekeurige volgorde niet zo groot. In de gesprekken met studenten en medewerkers is gebleken dat er geen inhoudelijke samenhang is tussen de modulen in de deeltijdopleiding. • Een positief aspect in de samenhang van het programma is dat de afstudeerfase in de derdejaars module communicatieve vaardigheden wordt voorbereid. • De deeltijdstudenten verklaren in het gesprek met het panel dat de samenhang op basis van de bedrijfsvoeringcyclus en levenscyclus van informatiesystemen achteraf, in de loop van het vierde jaar, duidelijk wordt. Tijdens de eerste drie en een half jaar van de studie wordt er aan samenhang tussen modulen geen aandacht besteed en ervaren de studenten die samenhang niet. Zowel afgestudeerden als zittende studenten verklaren dit aan het panel. De opleiding is voornemens de communicatie over de samenhang te verbeteren.
Facet 2.4
Studielast voltijd Studielast deeltijd
Voldoende Onvoldoende
Criteria: Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: Voltijdse opleiding • In de voltijdse opleiding wordt de studievoortgang van studenten in algemene zin bevorderd door het systeem van bindende studieadviezen in de propedeutische fase van de opleiding. Een student ontvangt een negatief advies indien hij aan het einde van het
22
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
•
eerste jaar van inschrijving minder dan 28 studiepunten heeft behaald. Een student die aan het einde van het tweede jaar van inschrijving het propedeutisch getuigschrift niet behaald heeft ontvangt eveneens een negatief bindend advies. In de Onderwijs- en Examenregeling wordt de exacte procedure beschreven. Studenten beschrijven de studielast in het gesprek met het panel als ‘te doen’. Ze vinden de studie intellectueel voldoende zwaar en uitdagend. Eveneens is er voldoende werk door de vele opdrachten en werkstukken die ze moeten maken. Tevens ervaren ze een toenemende complexiteit in de lesstof en de opdrachten. Desondanks komt de gemiddelde studielast blijkens metingen uit op ongeveer 30 klokuren per week. Het panel vindt dat geen buitengewoon zware studiebelasting. De studenten ervaren iedere periode een piekbelasting. Ze wijten dit voor het grootste deel aan hun eigen gebrek aan planning en aan uitstelgedrag, maar voor een klein deel ook aan het feit dat docenten soms opdrachten verstrekken die niet in de studiewijzers staan vermeld. Studenten stellen het op prijs als docenten tussentijds producten vragen: dit stimuleert hun voortgang. Er zijn voor deze problematiek geen verbeterplannen geformuleerd. De beoordeling van thema’s in de voltijdse opleiding is opgebouwd uit deeltoetsen. Sinds het studiejaar 2004-2005 moeten studenten thema’s als geheel afsluiten en worden deelcijfers niet meer bewaard. De opleiding verwacht dat hierdoor de studievoortgang bevorderd wordt. Het panel vindt dit een positieve ontwikkeling. Uit evaluatiegegevens heeft het panel een goede indruk gekregen van de ervaringen die studenten hebben. Het merendeel vindt dat de studielast varieert, maar te doen is. Ruim de helft besteedt minder dan de beoogde uren aan de studie, bijna 1/3 vindt dat de schatting klopt. Rond de 70% van de studenten is tevreden over de organisatie van het programma en de lesroosters. Een kleine meerderheid is tevreden over de bereikbaarheid van de docenten.
Voor het oordeel over de deeltijdopleiding heeft het panel daarnaast de volgende argumenten: • De studielast in de deeltijdopleiding is lager dan in de voltijdse opleiding, omdat de studenten een deel van de competenties al in de beroepspraktijk verworven hebben (zie facet 2.5). Daardoor wordt het studieprogramma minder vol, naar het oordeel van het management. Dit leidt echter niet tot een verkorting van de studieduur van de geslaagden, blijkt uit de rendementsgegevens. De oorzaak hiervan is de combinatie werk, studie en vaak een gezin. • Blijkens evaluatieonderzoek van de opleiding besteden studenten ongeveer 3 klokuren studietijd per module per week. Dat betekent dat studenten per trimester van 13 weken een werkelijke studielast van ongeveer 80 - 120 studiebelastinguren (studie- en contacturen) hebben voor modulen waarvoor een geschatte studielast staat van tussen de 160 en 240 uur blijkens de Onderwijs en Examenregeling van de deeltijdopleiding. Het panel vindt dit verschil erg groot. • De opleiding heeft op basis van onderzoek onder studenten de voorbereiding op de afstudeerfase verschoven van het vierde naar het derde jaar. Dit heeft geleid tot verlichting van de studielast in het vierde jaar, die door studenten als te zwaar werd ervaren. © NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
23
Facet 2.5
Instroom
Voldoende
Criteria: Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De studenten worden toegelaten op basis van duidelijk omschreven toelatingscriteria. In beginsel voor studenten met een havo-diploma als standaardvooropleiding. Daarnaast zijn de criteria voor vwo’ers en mbo’ers vastgelegd. Zowel voor de voltijdse als voor de deeltijdopleiding zijn de toelatingscriteria beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. • Voor studenten met bijzondere vooropleidingssituaties of studenten ouder dan 21 jaar heeft de opleiding duidelijk omschreven toelatingsexamens. • Vrijstellingen voor vwo’ers en mbo’ers worden individueel vastgesteld op basis van het profiel of de behaalde diplomacertificaten. De procedure voor het aanvragen en verstrekken van vrijstellingen is helder beschreven in de Onderwijs en Examenregeling. • Vrijstellingen voor de deeltijdopleiding worden voor een deel op dezelfde gronden verleend als voor de voltijdse opleiding. Voor een ander deel kunnen deeltijdstudenten vrijstellingen voor stage en tentamens aanvragen op grond van een werkgeversverklaring, een beschrijving van verrichte projecten en door de student vervulde rollen in de praktijk. Zonodig vindt een aanvullend gesprek met de werkgever en de student plaats. De procedure en de criteria voor het aanvragen en verkrijgen van deze categorie vrijstellingen is beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. • Het is de studenten niet duidelijk wie de vrijstellingen verleent: de docent of de examencommissie. Ze hebben ook de indruk dat ze vrijstellingen kunnen krijgen voor onderdelen van thema’s. Het panel concludeert uit deze opmerkingen van studenten dat de procedure beter gecommuniceerd dient te worden, al is deze op het intranet beschikbaar.
Facet 2.6
Duur
Goed
Criteria: De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. De studieduur wordt als ‘goed’ beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: •
24
De studieduur van de voltijdse en de deeltijdopleiding is per studieonderdeel beschreven in de studiegids. De totale geschatte studieduur van beide opleidingen bedraagt 240 studiepunten.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud voltijd
Goed
Criteria: Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De opleiding hanteert voor de voltijdse opleiding het didactisch concept van de voormalige HEAO: Thematisch StudentGericht Onderwijs (TSGO). Voor de deeltijdopleiding wordt een modulaire structuur gebruikt. • Het TSGO is reeds in 1998 ingevoerd in de voltijdse opleiding. Het panel is van oordeel dat de doelen van het concept in de voltijdse opleiding goed worden gerealiseerd. Zowel de thematische opbouw als de onderwijskundige en didactische keuzes komen herkenbaar terug in de thema’s die het panel heeft gezien. • Met name voor de voltijdse opleiding passen de werkvormen bij de leerdoelen en de competenties die de studenten dienen te realiseren. Het panel heeft in de studiewijzers en de opdrachten gelezen welke werkvormen toegepast worden en constateert dat er voldoende variatie is die gestoeld is op het concept van de heao. • In iedere studiewijzer is een studieplanning opgenomen, waarin onder andere vermeld is wanneer welke (deel-)opdracht ingeleverd dient te worden om een beoordeling te verwerven. Deze procedure geldt voor alle jaren en zowel voor de deeltijd- als de voltijdse opleiding. Het panel vindt het opvallend dat er wat dit onderdeel betreft nauwelijks een verschuiving is van docentsturing naar studentsturing; de projecten vormen hierop een uitzondering. • De opleiding heeft in het zelfevaluatierapport haar overwegingen uiteengezet om voor de deeltijdopleiding het TSGO niet in te voeren. De argumentatie berust voornamelijk op het gegeven dat de studenten in de deeltijd een ander soort onderwijs vragen dan de voltijdstudenten, vanwege hun werkervaring, leeftijd en persoonlijke omstandigheden. Het panel is van mening dat deze argumentatie slechts ten dele opgaat, omdat de keuze voor werkvormen en studieactiviteiten ook gebaseerd zijn op de te realiseren leerdoelen. En die zijn voor voltijd- en deeltijdstudenten dezelfde. • In de deeltijdopleiding is de variatie aan werkvormen naar het oordeel van het panel afgestemd op de situatie van deeltijdstudenten en de modulaire structuur. De opleiding kiest bewust meer voor kennisoverdracht in de theoriedelen van de modulen, omdat de studenten in hun werksituatie al voldoende ervaring opdoen met werken in groepen. • Tevens is het panel positief over de opdrachten die deeltijdstudenten in hun werksituatie kunnen en moeten oplossen. Daarmee wordt de relatie tussen opleiding en werkomgeving versterkt. Een voorwaarde is dan wel dat de studenten een relevante werkkring hebben, hetgeen bij vrijwel alle studenten het geval blijkt te zijn.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
25
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criteria: Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • In het document Ankerpunten voor de inrichting van het Thematisch SGO (1998) zijn aanwijzingen opgenomen voor de toetsing binnen het concept. Kern ervan is dat studenten getoetst worden aan de hand van een beroepsproduct in de vorm van een werkstuk, presentatie, advies of ontwerp. Van enkel en alleen klassieke toetsing in de vorm van tentamens met gesloten of open vragen is in het document geen sprake meer; een mix van toetsvormen wordt aanbevolen. • In de praktijk van de opleiding blijkt een combinatie van toetsvormen voor te komen, waaronder ook de traditionele tentamens. Hierin wijkt de opleiding af van het TSGOconcept zoals het panel daarvan heeft kennisgenomen. Het panel vindt wel dat de opleiding dat gemotiveerd doet, namelijk met het oog op de te realiseren leerdoelen en met het oog op de kwaliteit van de individuele leerprestaties van de student. • De opleiding heeft geen formeel systeem om de kwaliteit van de toetsen - waaronder alle vormen van examinering vallen - te bewaken. Er is volgens de docenten nieuw toetsbeleid ontwikkeld, maar het was tijdens de visitatie niet voor het panel beschikbaar. De nieuwe faculteitsdirecteur geeft prioriteit aan het formaliseren van een aantal zaken, waaronder kwaliteitsbewaking van toetsen, die informeel geregeld waren. • In de studiewijzer van ieder thema is een toetsparagraaf opgenomen waarin de student kan lezen welke toetsvormen in het desbetreffende thema gebruikt worden en wat de beoordelingscriteria zullen zijn. Naar het oordeel van het panel beantwoordt deze informatie aan de eisen van het onderwijsconcept. • Voor de beoordeling van stage- en afstudeeropdrachten zijn formulieren ontworpen waardoor de gelijkwaardigheid van de oordelen over studenten in verschillende situaties van verschillende beoordelaars vergroot wordt. Het panel vindt dat positief. • De docenten besteden aandacht aan meeliftgedrag, dat in groepsopdrachten een reëel gevaar is en ook wordt onderkend. Studenten krijgen een training in peer assessment, waardoor ze zelf leren om te gaan met gedragsverschillen tijdens groepsopdrachten. In de beoordeling van groepsopdrachten houden de docenten vervolgens ook met die verschillen rekening, als ze niet worden opgeheven in de groep. Bovendien volgen docenten de groepsprocessen nauwkeuriger dan in het verleden in wekelijkse feedbackbijeenkomsten met de werkgroepen. Studenten gaan daardoor actiever studeren; passiviteit wordt sneller gezien en besproken door docenten. • Voor de beoordeling van de toetsen zijn er volgens de voltijd- en deeltijdstudenten redelijk duidelijke beoordelingscriteria. De studenten die ten tijde van het panelbezoek aan de opleiding studeren zijn positief over de beoordelingssystematiek die docenten hanteren. Ondanks individuele verschillen tussen docenten, vinden ze dat de systematiek die gehanteerd wordt voldoende rekening houdt met verschillen tussen kwaliteiten van
26
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
studenten. Er zijn individuele en groepscijfers voor thema’s, en ook zijn er docenten die binnen groepsbeoordelingen onderscheid maken tussen studenten, afhankelijk van de inzet en de kwaliteit van de geleverde prestatie. De relatie tussen toetsen en doelen van de thema’s is goed, volgens de afgestudeerden en studenten die het panel gesproken heeft: Ook inhoud en niveau van toetsen en thema’s kwamen met elkaar overeen. Volgens afgestudeerden en studenten is de feedback op toetsen matig. Studenten moeten feedback zelf halen: dat gebeurt in het algemeen alleen als iemand een onvoldoende heeft. Bij de beoordeling van de stage wordt naar de mening van het werkveld voldoende aandacht besteed aan de communicatieve vaardigheden van de studenten.
Onderwerp 3 Facet 3.1
INZET VAN PERSONEEL Eisen hbo
Goed
Criteria: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Het merendeel van de docenten heeft ervaring in de beroepspraktijk. Uit het gesprek met de docenten is gebleken dat 3 van hen part time in de beroepspraktijk werkzaam zijn. • De docenten hebben aan het panel uitgelegd op welke manier ze informatie die ze in stage- en afstudeergesprekken opdoen, inzetten in onderwijssituaties. Het panel is hierover positief, maar meent dat een meer geformaliseerde structuur hiervoor wenselijk is, mede met het oog op de beoogde kwaliteit van de in te brengen praktijksituaties. • Het management ervaart het als een probleem dat er nauwelijks mogelijkheden zijn om nieuwe mensen aan te trekken. Daardoor stroomt er geen actuele praktijkervaring het docententeam binnen. Het management vindt dat spijtig. • De werkvelddeskundigen die het panel gesproken heeft, ervaren in de contacten die ze met docenten hebben tijdens de stage- en afstudeergesprekken, dat de docenten voldoende actuele praktijkkennis in huis hebben. • Binnen de nieuwe faculteit ICT neemt de opleiding deel aan twee kenniskringen: ‘Kennisorganisaties en kennismanagement’ en ‘duurzame ontwikkeling’. Het doel ervan is academische vorming van docenten en toegepast onderzoek door docenten en studenten te stimuleren. Tijdens het visitatiebezoek van het panel waren nog geen concrete activiteiten bekend. Het initiatief is positief, maar dient wel inhoudelijk vervolg te krijgen. Het panel ziet beide kenniskringen als mogelijkheden om de band tussen medewerkers en praktijk te versterken. • Ook de Proeftuin-projecten ziet het panel als een waardevol initiatief om de praktijkgerichtheid van de docenten te bevorderen. Volgens het zelfevaluatierapport hebben de Proeftuin-projecten tot doel een bijdrage te leveren aan een doelgerichte en
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
27
hoogwaardige inzet van ICT in diensten en producten. Proeftuin ICT is primair gericht op het MKB in de (Eu)regio en dienen als producten adviezen en vernieuwing van producten en diensten op te leveren. Het panel heeft nog geen concrete resultaten van de projecten gezien.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria: Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Het team voor de voltijd en deeltijdopleiding bestaat uit 12 docenten met een gezamenlijk taakomvang van 10,15 fte. Van hen hebben er 3 een deeltijdaanstelling. Momenteel is de docent-studentratio 1:19,8 gemiddeld voor de voltijd en deeltijdopleiding tezamen, maar die wordt volgens het management in de nabije toekomst 1:29. Het panel acht dat voldoende voor het uitvoeren van de onderwijstaak, al komt het werk wel onder druk te staan. Het management streeft daarbij naar een model waarbij de ratio in de propedeuse gunstiger is dan in de hogere jaren van de opleiding. • In het document Ankerpunten voor de inrichting van het Thematisch SGO (1998) zijn de streefcijfers voor de taakbelasting voor de docent opgenomen. Naast een vast aandeel van 20% voor scholing en organisatie heeft iedere docent 10% van de taakomvang voor stagebegeleiding. De overige 70% van de taakomvang worden verdeeld over klassikaal onderwijs en groepsinstructie, toetsing, onderwijsontwikkeling en mentoraatactiviteiten. De docenten hebben geen klachten over deze verdeling van taken. • De docenten ervaren een behoorlijke werkdruk als gevolg van de continue veranderingsprocessen. Ze zien echter ook voordelen in de samenwerking binnen de nieuwe faculteit, waarin de ICT-opleidingen van Heerlen, Sittard en Maastricht samenwerken om van elkaars kennis te profiteren. • Het personeelsbestand wordt gekenmerkt door een vrij hoge gemiddelde leeftijd en de aanstaande pensionering van een aantal docenten. Er is voor zover het panel heeft kunnen waarnemen nog geen plan voor de vervanging van deze docenten.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Voldoende
Criteria: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De kwaliteit van het personeel wordt als ‘voldoende’ beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd:
28
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
•
•
Er is een personeelsbeleidsplan voor de faculteit waarin voor diverse aspecten van personeelsbeleid lijnen zijn uitgezet: Personeelsbeleidsplan ICT-faculteiten 2004-2007 (januari 2004) Er is aandacht voor scholing en ontwikkeling op vakinhoudelijke en onderwijskundig gebied. De welomschreven functiegebieden in het beleidsplan zijn daarbij een goede leidraad, vindt het panel. Het management streeft naar een bredere docentenpopulatie die niet inzetbaar is voor één bachelor, maar voor meerdere. Dit moet gestalte krijgen in de nieuwe faculteit, die tijdens de visitatie in volle gang was. Het opleidingsteam voor bedrijfskundige informatica krijgt hierdoor in de breedte versterking van docenten uit andere teams. Het panel ziet hierin voordelen voor de kwaliteit van de opleiding. Er zijn functioneringsgesprekken met docenten, bij de hogeschool jaargesprekken genoemd. In deze gesprekken worden eventuele evaluatieresultaten besproken. Tevens worden persoonlijke doelstellingen besproken en wordt in overleg tussen leidinggevende en docent een plan van aanpak opgesteld voor het komende jaar. De afgestudeerden constateren achteraf dat de didactische verschillen tussen docenten behoorlijk groot konden zijn. Dit wordt door de zittende studenten wel enigszins herkend, maar zij vinden de verschillen niet groot. De huidige studenten vinden dat er in voldoende mate afstemming is tussen docenten over de aanpak van het onderwijs. De vertegenwoordigers van het beroepenveld met wie het panel gesproken heeft, vinden dat de docenten voldoende gekwalificeerd zijn als het om vakinhoudelijke bekwaamheden gaat. Tevens zijn ze tevreden over de wijze waarop de contacten met hen, zowel wat de stage, het afstuderen als de werkveldcommissie betreft, verlopen.
Onderwerp 4 Facet 4.1
VOORZIENINGEN Materiële voorzieningen
Voldoende
Criteria: De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • In Koers Zuyd heeft de hogeschool in grote lijnen vastgelegd aan welke eisen de faciliteiten moeten voldoen wil de hogeschool in staat zijn om modern onderwijs te verzorgen. De opleiding heeft hieruit eigen beleid afgeleid, tot september 2004 in het kader van de Faculteit HEAO-ICT, daarna in dat van de Faculteit ICT. • In het eigen beleid, verwoord in het zelfevaluatierapport, stelt de opleiding dat modern onderwijs vraagt om een goede en ruime mediatheek met ruime openingstijden, voldoende computerfaciliteiten, internettoegang voor docenten en studenten, en goede ondersteuning. • Hoewel het gebouw waarin de opleiding gehuisvest is aan de normen voldoet, ervaren de docenten toch ruimtegebrek vertelden ze het panel. Gunstig is dat de medewerkers van de opleiding hun werkplekken op dezelfde verdieping hebben.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
29
•
•
•
•
De mediatheek is adequaat voor het onderwijsconcept van de opleiding. Er zijn 200 werkplekken waarvan 100 met computeraansluiting en internet. Wat literatuur en tijdschriften betreft is de mediatheek naar het oordeel van het panel in voldoende mate voorzien. De openingstijden zijn dusdanig dat ook deeltijdstudenten van de mediatheek gebruik kunnen maken. In het gebouw waar de opleiding gehuisvest is zijn 250 computers aanwezig op 1500 studenten. Dat wil zeggen 1 computer op 6 studenten. Dat is een aanvaardbare verhouding. Toch vragen studenten om meer pc’s om op te kunnen werken, omdat veel computers bezet zijn tijdens lessen, maar zij vertellen het panel dat piekbelasting van computers ook ontstaat door hun eigen planningsfouten. Daarnaast wensen ze meer licenties en draadloze internet- en netwerkverbindingen, zodat ze met hun eigen laptops kunnen inloggen. Wellicht een goede optie voor de opleiding die goedkoper is dan het zelf aanschaffen van meer computers. De opleiding overweegt of hier mogelijkheden zijn. Veel informatie over de opleiding en de thema’s is beschikbaar via de digitale leeromgeving Blackboard. Ook het infonet vormt een belangrijke informatiebron voor docenten en studenten. Uit studentenevaluaties blijkt dat ruim de helft van de studenten tevreden is over faciliteiten van de opleiding.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria: De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Er is een mentoraatsbeleid vastgelegd, dat in de toekomst studieloopbaangebeleiding gaat heten. In het beleid wordt geen onderscheid gemaakt tussen de voltijdse en de deeltijdopleiding. Het nieuwe beleid omvat behalve begeleiding bij de studievoortgang, hulp bij keuzes die de student gedurende zijn opleiding moet maken. In het kader van de brede bachelor en de major-minor acht het panel dit een goede ontwikkeling. Het management vindt het terugdringen van de verblijfstijd van studiestakers - ruim twee jaar - een belangrijke doelstelling van het mentoraat. • In het eerste jaar krijgt iedere student een mentor toegewezen. Er zijn begeleidingsuren ingeroosterd en er wordt geëxperimenteerd met Persoonlijke ontwikkelplannen, waarvan het beoogde gedrag onderdeel is. In de hoofdfase is de begeleiding door de opleiding minder gestuurd en dient de student zelf meer initiatief te nemen. • In de uitvoering van het huidige mentoraatssysteem ervaren studenten verschillen tussen mentoren. Hoe de vaste gespreksmomenten ingevuld worden, hangt af van de mentor, vertellen de studenten het panel. Het POP en portfolio worden in 2005 bij studenten geïntroduceerd, maar zijn tijdens de panelgesprekken bij studenten nog niet bekend.
30
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
•
•
De studenten zijn positief over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van docenten op het moment dat ze studievragen hebben of vragen over de opleiding in het algemeen. Met name vanaf het tweede jaar wordt de verantwoordelijkheid voor de begeleiding meer bij de studenten gelegd. Wel treedt de coördinator studentzaken op als blijkt dat studenten een studieachterstand gaan oplopen. Het panel vindt dit een redelijke procedure. Ieder kwartaal ontvangt de student een cijferoverzicht van de tot dan toe behaalde resultaten. Bovendien kan de student te allen tijde de resultaten inzien via het intranet van de hogeschool. Tijdens de stage en het afstuderen hebben de studenten recht op twee à drie bezoeken door een begeleidende docent. De werkveldvertegenwoordigers zijn tevreden over de uitvoering van de begeleiding door de opleiding. In het eerste gesprek staan kennismaking en de stagedoelen centraal; in het afsluitende gesprek gaat het voornamelijk om de evaluatie van de bereikte doelen. Eventueel is er tussentijds een gesprek, afhankelijk van de noden en wensen van de student. De afgestudeerden zijn tevreden over de begeleiding die ze tijdens de afstudeerfase van de docenten hebben gehad. Naar hun idee komen de docenten de afspraken na, al is er wel verschil tussen docenten. Uit de studentenevaluaties blijkt dat de helft van de studenten in de propedeuse tevreden is over de begeleiding. In de hoofdfase geeft 85% van de studenten aan hierover tevreden te zijn.
Onderwerp 5 Facet 5.1
INTERNE KWALITEITSZORG Evaluatie resultaten
Voldoende
Criteria: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • Het panel heeft een viertal documenten over kwaliteitszorg geraadpleegd, te weten: Kwaliteitshandboek voltijd 2004, Activiteiten en documenten per INK-aandachtgebied, Evaluatiesoorten van de opleiding BI en Jaarplan HEAO ICT 2004. In de eerste drie van deze documenten heeft het panel toetsbare streefdoelen aangetroffen. Centraal in deze documenten staan processen en documenten die beschikbaar moeten zijn; inhoudelijke en kwalitatieve resultaten worden in beperkte mate genoemd. In het Jaarplan staan toetsbare streefdoelen genoemd, maar die hebben alle betrekking op nieuw in te zetten ontwikkelingen en niet op de huidige onderwijskwaliteit en studenttevredenheid. • In het zelfevaluatierapport verwijst de opleiding waar mogelijk naar de Keuzegids Hoger Onderwijs. Ze plaatst haar eigen score binnen de minimum- en maximumscore van de andere opleidingen en gebruikt die als referentiekader. Het panel vindt dat de opleiding
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
31
•
•
op een aantal terreinen, met name in het curriculum en de uitvoering daarvan, haar eigen streefdoelen explicieter moet formuleren. De opleiding beschikt over een evaluatieplan, dat conform de planning wordt uitgevoerd. Het panel heeft voldoende evaluatiegegevens ingezien om daarin vertrouwen te hebben. De evaluaties hebben betrekking op de thema’s en thema’s afzonderlijk, de propedeuse en de hoofdfase als totaal, de stage, en het afstuderen. Zowel voltijd- als deeltijdstudenten werken mee aan het invullen van thema-evaluaties. Afgestudeerden kunnen zich thema-evaluaties als een regelmatig terugkerend fenomeen niet herinneren, maar voor de zittende studenten is het heel herkenbaar. Het panel leidt daaruit af dat de opleiding het evaluatiesysteem de afgelopen tijd serieus is gaan uitvoeren.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criteria: De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De deeltijdstudenten geven aan dat ze weliswaar vragenlijsten invullen ten behoeve van onderwijsevaluatie, maar dat ze nimmer iets van verbetermaatregelen merken. De afgestudeerden bevestigen dit beeld, maar de huidige generatie voltijdstudenten is positiever. Zij vertellen het panel dat er verbeteringen merkbaar zijn als gevolg van de thema-evaluaties en klankbordgroepbijeenkomsten. • Met name de voltijdstudenten uiten hun tevredenheid over de benaderbaarheid van docenten en coördinatoren en hun bereidheid verbetersuggesties van studenten op te pakken. Dit gebeurt vaak onafhankelijk van evaluaties, maar puur op suggesties van individuele studenten. Deze gang van zaken is naar het oordeel van het panel typerend voor de informele sfeer binnen de opleiding en op zich positief. • Een aantal docenten is volgens de studenten gevoelig voor de kwaliteit van hun onderwijs en evalueert eigener beweging gedurende een onderwijsperiode. Dat waarderen de studenten. Docenten voeren in het algemeen snel aanpassingen door naar aanleiding van deze evaluaties. De opleiding noemt dit ‘klein onderhoud’. Het panel waardeert deze kwaliteitsgevoeligheid van docenten, maar vindt toch ook dat aanpassingen in het onderwijs niet alleen moeten afhangen van wat studenten willen, maar ook van de streefdoelen van de opleiding (zie facet 5.1). • De zelfevaluatie heeft een positieve impuls gehad voor de verbeteractiviteiten van de opleiding. In het zelfevaluatierapport worden voor diverse punten verbeteracties genoemd en het panel heeft tijdens zijn bezoek vastgesteld dat deze acties uitgevoerd zijn of worden. • Het panel stelt op grond van de drie voorgaande punten vast dat verbeteracties regelmatig op informele wijze tot stand komen of gekoppeld zijn aan individuen of ad hoc situaties. Meer geformaliseerde procedures zijn gewenst, met name ook om eenheid in
32
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
beleid te bewaken. De opleiding is naar het oordeel van het panel gebaat bij focus; dat wil zeggen prioriteiten stellen, vasthouden en afronden voordat nieuwe acties worden gestart. Op de langere termijn is er sprake van ‘groot onderhoud’: de aanpassing van modulen in de deeltijdopleiding hoort daarbij, evenals de vernieuwde propedeuse van de voltijdopleiding die in september 2004 van start is gegaan. Dergelijke vernieuwingstrajecten komen voort uit macro-analyses van onderwijs en arbeidsmarkt en zijn gebaseerd op de PDCA-cyclus die de hogeschool enkele jaren geleden heeft ingevoerd. Het panel is hierover positief.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende
Criteria: Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en werkveld is vastgelegd in Evaluatiesoorten van de opleiding BI, dat fungeert als beleidsdocument. Het panel heeft voldoende materiaal gezien om te kunnen concluderen dat de genoemde evaluaties worden uitgevoerd en dat de genoemde groepen inderdaad betrokken worden bij de evaluaties van het onderwijs. • Er is een opleidingscommissie waarin studenten zitting hebben. Het panel heeft notulen van de bijeenkomsten van deze commissie ingezien en stelt vast dat de opleidingscommissie regelmatig bijeenkomt en conform de reglementen functioneert. • In het gesprek met studenten heeft het panel vastgesteld dat studenten meer te spreken zijn over hun invloed op de onderwijskwaliteit via de klankbordgroep dan via de opleidingscommissie. De klankbordgroep heeft geen officiële status binnen de hogeschool, maar binnen de opleiding blijkt het een goed middel te zijn om verbeteringen door te voeren. • De werkveldvertegenwoordigers die het panel gesproken heeft zijn tevreden over de inbreng die ze hebben via de werkveldcommissie. Ze vinden dat er naar hun opvattingen geluisterd wordt en dat hun inbreng gewaardeerd wordt. • Alumnibeleid is in ontwikkeling. De afgestudeerden met wie het panel gesproken heeft hebben nog wel eens contact met de opleiding, maar dat is nog niet structureel. Evenmin hebben ze de indruk dat de opleiding duidelijke doelstellingen voor ogen heeft. Vanuit de opleiding zijn die echter wel genoemd, waaruit het panel afleidt dat de communicatie met de afgestudeerden verbeterd dient te worden.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
33
Onderwerp 6 Facet 6.1
RESULTATEN Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria: Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel voor het onderwijsrendement wordt als volgt onderbouwd: • De opleiding heeft de volgende streefcijfers voor rendementen: - Propedeuserendement: minimaal 65% na 2 jaar; - Opleidingsrendement: minimaal 55% na 5 jaar; - Studieduur studiestakers: 1,35 jaar; - Studieduur gediplomeerden: 4,5 jaar. • Het propedeuserendement is de jaren voorafgaande aan het accreditatieproces in overeenstemming met het streefcijfer. Bij de voltijd is na twee jaar ruim 30% procent van de instromende studenten zonder diploma vertrokken; bij de deeltijd is dat bijna 30%. De verblijfsduur van de studiestakers bij de deeltijdopleiding is bijna 3 jaar; bij de voltijdse opleiding bijna 2 jaar. Op dit punt voldoet de opleiding niet aan haar eigen streefcijfers. Ze wijt dit aan haar eigen strenge examenreglement en de dalende kwaliteit van de instromende student. De opleiding heeft nog geen concrete maatregelen gemeld om dit probleem het hoofd te bieden. • Het opleidingsrendement na 5 jaar bedraagt voor de voltijdse opleiding rond de 40%, bij de deeltijd rond de 50%. Voor beide opleidingen is dat beneden het streefcijfer van 55% van de opleiding. De studieduur van gediplomeerden is met gemiddeld 4.25 jaar bij de voltijdse en 4,5 jaar bij de deeltijd in orde in relatie tot het streefcijfer van de opleiding. • De opleiding beschrijft in het zelfevaluatierapport een drietal maatregelen die ze heeft genomen om het propedeuserendement te verbeteren. Het panel heeft in de gesprekken met studenten en docenten vastgesteld dat de training voor studenten om in TSGO te werken, de versterkte rol van het mentoraat, het experiment met het persoonlijk ontwikkelplan en het indelen van studenten in tutorgroepen positief wordt ontvangen in de propedeuse.
Facet 6.2
Gerealiseerd niveau
Goed
Criteria: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Dit oordeel wordt als volgt onderbouwd: • De werkveldvertegenwoordigers vertellen het panel dat ze tevreden zijn over de kwaliteiten van de afgestudeerden. Deze zijn breed opgeleid en van alle disciplines op de
34
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
•
•
•
•
hoogte. Ze staan open voor ontwikkelingen in de diverse vakgebieden en hebben een leergierige attitude. De afgestudeerden zijn van meet af aan in staat zelfstandig te werken op junior-niveau. De afgestudeerden met wie het panel gesproken heeft, ervaren geen tekortkomingen in de opleiding. Ze voelden zich in voldoende mate voorbereid op de beroepspraktijk. Geen van hen had bij de start van de carrière het gevoel een kennis- of vaardigheidsachterstand te hebben op meer ervaren beroepsbeoefenaren. Deeltijders merken al tijdens de opleiding dat ze de nieuw verworven kennis kunnen toepassen in de praktijk en in niveau groeien. Ze verklaren dat ze merken op managementniveau te kunnen meepraten in de loop van de opleiding: ze krijgen meer oog voor de context waarin informatica functioneert. Tijdens de site visit heeft het panel een voldoende aantal scripties van afgestudeerden van de voltijd- en de deeltijdopleiding ingezien om zich een oordeel te vormen. Het panel vindt de scripties in het algemeen van voldoende kwaliteit, wat tot uitdrukking komt in actuele onderwerpskeuze, gerichte probleemstelling en gestructureerde oplossingsmethodieken. De stilistische kwaliteit en de structuur van de afstudeerwerkstukken variëren in grotere mate dan de hiervoor genoemde punten. De beoordeling van de scripties door examinatoren gebeurt aan de hand van een beoordelingslijst die voldoende houvast biedt om tot redelijk intersubjectieve oordelen te komen, waardoor de verschillen tussen beoordelingen niet te wijten zijn aan verschil in opvatting tussen personen.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
35
36
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
37
38
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 1
Onafhankelijkheidsverklaringen panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
39
40
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 2
Deskundigheden panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
41
Voorzitter Naam Initialen Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?)
Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?)
Opleiding(en) 1956-1962 1964-1968 1976-1978 1995 (summercourse) 1990-2000 (diverse korte periodes) Werkervaring Maart 2002-heden
Januari 2000-Februari 2002
Januari 1999-Juli 2000
42
Sevenstern J.H.H.R.F.J. n.v.t. n.v.t. de heer 9 juli 1943 niet informatica lid
geen dagvoorzitterschap niet
Algemeen management in de ICT branche (commerciële en interne service providers). Reorganisatie en (interim) management m.b.t. ICT afdelingen. Directeur commercieel ICT detacheringbedrijf in zowel groeiende als krimpende markt (selectie, opleiding, ontwikkeling en afvloeiing van ICT professionals was een belangrijk onderwerp). Partnerships met externe ICT bedrijven. ICT projectmanagement. Binnen Randstad verantwoordelijk voor de ICT van de Europese werkmaatschappijen.
Toepassen in de praktijk: • Bedrijfskundige informatica • Facilitaire dienstverlening • Informatica en informatiekunde • Informatiedienstverlening en -management Gymnasium B Koninklijke Militaire Academie Hogere Militaire Vorming (full-time management opleiding/training voor de hogere functies) Wharton Philadelhia (USA): Managing the next millenium (hyper competition) Diverse management en marketing courses Randstad groep: Director I-bridge Europe; verantwoordelijk voor de ICT van de Europese werkmaatschappijen (m.u.v. Nederland) Managing Director ICT Randstad Europe; ICT budget €74 mio en verschillende culturen. • Alignment business/ICT strategy • Diverse Europese ICT projecten • Bewaking lokale ICT projecten • Ondersteuning werkmaatschappijen • Verantwoordelijk voor het budget. Project Executive: nieuw ICT Front Office systeem voor Randstad werkmaatschappijen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Mei 1999-Mei 2000 Augustus 1998-December 1998
September 1992-Juli 1998
Januari 1989-Augustus 1992
November 1984-December 1988 1968-Oktober 1984
Interim directeur Randstad Automation Center Diverse interim opdrachten binnen Randstad: Corporate Accounts en reorganisatie van een werkmaatschappij Directeur randstad Automatiseringsdiensten: Snel groeiend ICT detachering bedrijf (van 300 tot uiteindelijk 2000 ICT professionals in vaste dienst); tevens integratie twee verschillende detachering bedrijven Directeur HCS Facilities Services: Detachering ICT professionals ICT opleidingen ICT facilities management Joint venture met IBM. Diverse reorganisaties. In het begin van HCS gezonde groei; bij het faillissement van HCS als totaal: verkoop 2 maatschappijen aan Randstad, liquidatie ICT facilities management en overdracht joint venture aan IBM Directeur Computercentrum Produktschappen Beroepsofficier KL: Veldfuncties Staffuncties (m.n. in militaire automatisering en beheer Personeel Informatie Systeem).
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
43
44
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Domeindeskundige Naam Initialen Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?)
Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?)
Opleiding(en) 1965-1970 1970-1975 1977 1978 1981 1982 1983 1986 1987 1992 Werkervaring 1970-1971 1974-1975 1975-1979 1979-1982 1982-1987 1985-1999 1987-1988 1988-1991 1991-1993 1993-1995 1995-1997 1997-heden
Wagter H. ir. M 9-9-1946 Ervaring via vele project audits, niet als INK- of ISO- auditor Lid visitatiecie HBO Informatica 1998-1999
Ja, diverse malen Deeltijd hoogleraar TU Eindhoven (BouwkundeCAD) Lid en voorzitter Raad van Advies EXIN OC&W Cie Flexibele productieaut.
Diverse internationale projecten. Onderwijs: Erasmus en Comett (EC), congressen ECAADE, ACADIA, CAADFutures (allemaal in bestuurlijke rol) Beroepspraktijk, vele projecten Europa, USA, Verre Oosten Bedrijfskundige informatica, Bouwkunde, Bouwtechnische bedrijfskunde, Civiele techniek, Computertechniek, Informatica en informatiekunde en Informatiedienstverlening en management. HTS Den Bosch TU Eindhoven, Bouwkunde Eindige Elementen Methode Modulair Programmeren Tekenkamer automatisering (VDI-Duitsland) Numerieke besturing (VDI-Duitsland) Siggraph GKS seminar, USA Klantgericht denken (Door) Expert Systems, Universiteit Sydney Exec. Program, Cambridge, USA Militaire dienst Student assistent TUE, computer afdeling Adviesbureau Arnhem, Heidemij CIAD Zoetermeer I3P Raadgevend Ingenieursbureau Maarheeze Deeltijdhoogleraar TUE, Bouwkunde CAD KPMG Utrecht, industriële automatisering BSO-AT Eindhoven, principal consultant Directeur BSO Advies Utrecht Partner BSO Management Consultants, Utrecht Group vice President Origin, IPS, Int, projects Co-founder and partner BrightHouse Man. BV
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
45
Studentlid Naam Initialen Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Geboortedatum Opleiding Welke opleiding volgt u thans? Wat is de naam van het opleidingsinstituut? In welk studiejaar studeert u? Volgt u een voltijd, deeltijd, duale of afstandsstudie of wellicht anderszins? Bij welke activiteiten bent u binnen de opleiding betrokken? Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Bent u eerder lid geweest van een visitatiecommissie? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?)
Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welke opleidingen u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) 1996 - 1997
1996 - 2002
46
Pasman J.
M 17-06-1985 Bedrijfskundige Informatica Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - ICA 2 Voltijd
Nee Nee Nee
Afgelopen semester projectleider en daarmee deelnemer aan het projectleidersoverleg voor evaluatie van project en het BI-curriculum. Inzicht in de verschillende projecten en modules, en kritische houding t.o.v. opbouw van het BIcurriculum. Dit laatste zowel in relatie tot de gestelde doelen van de opleiding als geheel, als ook de gestelde doelen van modules afzonderlijk. Nee
Bedrijfskundige informatica; Communicatiesystemen ; Informatica en informatiekunde. •
•
MBO o o
Stichting FACTA te Nieuwkoop Studie: Praktische Informatiekunde o Dimploma gehaald: 28 juni 1997 te Nieuwkoop Voortgezet onderwijs o Stedelijk Gymnasium Arnhem o Vakken: Profiel Natuur & Techniek + Economie 1,2 en Latijn o Examen gehaald: 13 juni 2002 te Arnhem
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Werkervaring November 1999 - November 2000
2001 - heden
september 2002 - heden
augustus - september 2003
Aride Interactieve Communicatie • Inhoud: Aanmelden van websites bij zoekmachines op Internet Kidsgear Care BV • Inhoud: o Herontwerpen en realiseren van website o Oplossen van diverse hard- en software gerelateerde problemen o Realiseren van netwerk op hoofdkantoor, incl. gedeeld ADSL. Livera • Inhoud: Halfjaarlijks ontwerpen en realiseren van een doorlopende beamerpresentatie in Macromedia Flash. RaboBeleggings Advies • Inhoud: Ontwerpen en realiseren van website t.b.v. het inzichtelijk maken van migratiedoelstellingen, incl. Rapportage mogelijkheden.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
47
NQA auditor Naam Initialen Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?)
Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?)
Boer W. de drs. M 17-05-1967 Visitaties in primair en voortgezet onderwijs (secretaris visitaties1998 - 1999 bij Besturenraad). Visitaties HBO: secretaris visitatiecommissies Voeding & Voedsel, Dans, Speciaal Onderwijs, Lichamelijke Opvoeding, Logistiek (1999-2004 bij HBO-raad / NQA). Panelsecretaris master accreditaties DVC. Panelsecretaris toets nieuwe opleiding ANP / PA via NVAO. Zie bovenstaand; secretaris commissies.
Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Van 1997-1999 studeerde ik in deeltijd (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in onderwijskunde aan de UU; opleiding niet afgerond. Specialisatiemodulen op het terrein van de onderwijssector?) onderwijsvernieuwing met goed gevolg afgerond. Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid Eigen opleidingsachtergrond is bestuurskunde; In mijn werk heb ik van 1994 - 1999 met grote (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u frequentie en nauw samengewerkt met deskundigheid heeft?) lerarenopleidingen, met name PABO’s. Opleiding(en) 1985 - 1986 propedeuse politicologie, KU Nijmegen 1986-1992 doctoraal bestuurs- en beleidswetenschappen, KU Nijmegen Werkervaring 1992 - 1994 Management trainee Erasmus Universiteit Rotterdam. (1992-1993 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen; 1993 - 1994 Faculteit der Rechtsgeleerdheid). 1994 - 1999 Besturenraad PCO (1994 - 1995 voor Federatie Christelijk HBO; 1995 - 1999 afdeling Bestuur en Beleid) 1999 - 2003 HBO-raad, afdeling kwaliteitszorg 2001 - 2003 Dutch Validation Council (detachering in deeltijd) 2004 - … Netherlands Quality Agency
48
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
NQA auditor Naam Initialen Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?)
Uden W.A.J. van M 22 februari 1957 Enkele keren intern geaudit in de hogeschool, geen opleiding gevolgd Wel gefunctioneerd als secretaris, niet als dagvoorzitter.
Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Ja, nog steeds werkzaam in onderwijs. (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid Ook werkzaam in communicatiewerkveld. (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) 1996 Postdoctorale opleiding Corporate communication in bedrijfskundig perspectief, Erasmus Universiteit 1987 NIMA PR A 1983 - 1987 Nederlands MO B 1981 Kandidaatsexamen Nederlands 1976 - 1981 Lerarenopleiding Nederlands en geschiedenis 1975 - 1976 Propedeuse Pschychologie 1969 - 1975 Atheneum A Werkervaring 1991 - heden Docent communicatie hogeschool zeeland 1993 - heden Opleidingsmanager opleiding communicatie (met onderbreking van 2000 - 2002) 2001 - heden Eigenaar communicatieadviesbureau 2001 - heden Secretaris visitatiecommissies 1989 - 1991 Docent communicatie meao 1983 - 1989 Docent Nederlands mts 1982 -1983 Militaire dienstplicht vervuld
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
49
50
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 3
Bezoekprogramma
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
51
52
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Programma visitatie Hogeschool Zuyd opleiding BI 20 en 21 oktober 2004 in D311 te Sittard
Woensdag 20 oktober 12.00 uur
Ontvangst panelleden
12.30 - 13.30 uur
Besloten werklunch
13.30 - 16.30 uur
Besloten panelvergadering incl. bestuderen materiaal en voorbereiden gesprekkken
16.30 - 17.15 uur
Opleidingsmanagement
17.15 - 18.00 uur
Vertegenwoordiging werkveld
18.00 - 19.00 uur
Besloten panelvergadering
Donderdag 21 oktober 9.00 - 9.45 uur
Afgestudeerden
9.50 - 10.50 uur
Studenten
10.50 - 11.00 uur
Korte pauze
11.00 - 12.00 uur
Docenten
12.15 - 13.15 uur
Besloten werklunch
13.15 - 13.45 uur
Bezichtiging van de faciliteiten
14.00 - 14.45 uur
Gesprek met college van bestuur
14.45 - 15.30 uur
Besloten panelvergadering
15.30 - 16.15 uur
Opleidingsmanagement (indien nodig)
16.15 - 17.00 uur
Besloten panelvergadering
17.00 uur
Afsluiting
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
53
54
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 4
Kengetallen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
55
Tabel 1: Algemene gegevens 1 Opleiding BI
1999
2000
dt: 78 vt: 154
Totaal aantal ingeschreven studenten Omvang docerend personeel in fte Student/fte-ratio Totaal aantal docenten
2001
dt: 78 vt: 172
2002
dt: 80 vt: 153
2003
dt: 84 vt: 135
dt: 80 vt: 105 10,3
19,8 32
Opmerking: Personeelsgegevens over de jaren 1999 -2002 zijn voor de opleiding BI niet voorhanden omdat de docenten deel uitmaakten van de heao en de gegevens over die periode niet uitgesplitst werden. Tabel 2: Instroomgegevens Instroom
2000
2001 2
Totaal ingestroomde studenten
HSZ dt vt 16 50
Land. 3
1606
2002
HSZ dt vt 21 25
Land.
HSZ dt vt 19 24
1802
2003 Land.
1231
HSZ dt vt 15 19
2004 Land.
HSZ dt vt
1058
Land.
1119
De instroom laat landelijk een dalende tendens zien, hoewel 2004 weer een lichte stijging vertoont. De trend bij de Sittardse opleiding is daarmee in overeenstemming. Tabel 3: Opleidingsrendement en streefcijfers in percentages van de instroom
Diploma behaald 5 na 5 jaar
Gemiddelde studieduur van gediplomeerden in maanden 7
Streefcijfers HSZ 55%
54 (4,5 jr)
1994 4 HSZ dt vt 100% 63% 1998 HSZ 6 dt vt 60,0 51,2
Land.
41,2%
Land.
47,4
1995 HSZ dt vt 50% 44,4% 1999 HSZ dt vt 72,0 51,0
Land.
40,6%
Land.
46,8
1996 HSZ dt vt 50% 67,6% 2000 HSZ dt vt 42,5 50,5
Land.
43,0%
Land.
45,8
1997 HSZ dt vt 47,6% 44,7% 2001 HSZ dt vt 49,5 51,1
Land.
40,0%
Land.
47,3
1998 HSZ dt vt 32% 45,7% 2002 HSZ dt vt 42,5 51,1
Land.
39,8%
Land.
48,5
1
Bron: eigen gegevens van de opleiding Opleiding BI van Hogeschool Zuyd 3 BI landelijk 4 Bron: www.kengetallen.hbo.nl 5 Bron: idem 6 getallen door de opleiding zelf opgegeven 7 Bron: www.kengetallen.hbo.nl 2
56
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
Tabel 5 propedeuserendement en streefcijfers Streefcijf er HSZ 30% 25%
Percentage uitval na 2 jaar 8 Gemiddelde 16 (1,35 jr) studieduur studiestakers 9 in maanden
1998 HSZ dt vt 26% 26% 15,0 16,6
Land.
33,5%
17,9
1999 HSZ dt vt 21% 35% 21,6 29,0
Land.
40,5%
17,4
2000 HSZ dt vt 18% 45% 42,0 16,9
Land.
42,5%
17,4
2001 HSZ dt vt 31% 35% 45,1 21,4
2002 HSZ dt vt 43,9% 29% 31%
Land.
17,2
35,5 23,2
Land.
33,1 % 21,5
De door de opleiding gehanteerde streefcijfers komen overeen met die van vergelijkbare opleidingen. De streefcijfers voor de studieduur van geslaagden worden bij beide varianten wel gehaald. Het opleidingsrendement is beter dan het landelijk gemiddelde. Opvallend is de afwijking van de gewenste studieduur van studiestakers. De opleiding wijkt daarin af van de streefcijfers, en ook in hoge mate van het landelijk gemiddelde. Zeker in de deeltijdopleiding is de afwijking bijzonder groot. De voltijdse opleiding wijkt af van de streefcijfers, maar volgt redelijk de landelijke trend.
8 9
id. id.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, locatie Sittard, opleiding Bedrijfskundige Informatica
57