JAARVERSLAG 2004
HOGESCHOOL ZUYD
INHOUDSOPGAVE • •
Verslag van de Raad van Toezicht Inleiding
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Hogeschool Zuyd Profiel Instelling Governance Hoogtepunten in 2004
8 8 10 22 24
2. 2.1 2.2 2.3
Primaire dienstverlening Onderwijs Onderzoek Contractactiviteiten
30 31 40 41
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Bedrijfsvoering Personeel ICT Huisvesting Financiën ARBO en milieu Mededeling bedrijfsvoering
4 6
46 46 49 51 54 56 57
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Financieel jaarverslag Algemene financiële beschouwing Exploitatierekening en balans Kasstroomoverzicht Overige relevante overzichten Relatie met accountantsverklaring
5. 1 2 3 4 5 6
Bijlagen Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling College van Bestuur Medezeggenschapsraad Gegevens inzake personeel Huisvesting Jaarverslag Commissie Vertrouwenspersonen Ongewenste Omgangsvormen Jaarverslag College van Beroep Examens en College van Beroep Bijzonder Onderwijs Jaarverslag Ombudsman Lijst van afkortingen
62 62 63 65 65 72
Interviews 1. Accreditatie 2. Onderwijs en cultuur
8 9
28
Leo Swinkels
3. Internationalisering
7
21
Joost Ruland
37
Karin Janssen
72 74 75 78 88
4. Kennispoort
44
Eric Wijffelaars
5. Maatwerk
53
Tom Janssen
6. Masters
61
Nol Reverda
90
7. Ondernemerschap
70
Aaron Mulder
91 92 93
8. Prijzen
77
Susy Braun
9. Euregionaal Jos de Serière
87
4
Hogeschool Zuyd
Verslag van de Raad van Toezicht Naast het externe toezicht dat berust bij de minister van OCW kent de hogeschool ook een orgaan voor intern toezicht, namelijk de Raad van Toezicht. Deze heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de hogeschool. De Raad van Toezicht bewaakt tevens de doelstelling en de grondslagen van de Stichting Hogeschool Zuyd. Statutair is bepaald dat een aantal besluiten van het college van bestuur ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Hiertoe behoren de goedkeuring van de begroting en van het jaarverslag, inclusief de jaarrekening. De Raad van Toezicht is gevormd op 1 januari 2001, de datum waarop de voormalige Hogeschool Limburg en de voormalige Hogeschool Maastricht zijn gefuseerd tot de Hogeschool Zuyd. De zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht is in principe vier jaren. Ieder lid is eenmaal herbenoembaar. Conform het rooster van aftreden waren de heren W. Blind en S. Kuijer op 1 januari 2004 aftredend. Beiden werden herbenoemd voor een periode van vier jaren. Vanwege het aanvaarden van de functie van programmamanager bij de gemeente Amsterdam heeft mw. A. Eurelings aan het eind van het verslagjaar de Raad van Toezicht verlaten. Daarmee kent de raad sinds 1 januari 2005 twee vacatures. De samenstelling van de Raad van Toezicht alsmede de functies en nevenactiviteiten van de leden zijn weergegeven in bijlage 1 van dit jaarverslag. De belangrijkste onderwerpen die de Raad van Toezicht in 2004 behandelde waren:
Omgeving • samenwerking met de Open Universiteit Nederland m.b.t. onderzoek van onderwijs (goedkeuring verleend). • oprichting Stichting “Leren voor Duurzame Ontwikkeling” als co-productie van de Open Universiteit Nederland (OUNL) en de Hogeschool Zuyd (goedkeuring verleend) • samenwerking met Fontys Hogescholen m.b.t. de opleidingen tot leraar voor het basisonderwijs (goedkeuring verleend). • samenwerking met AOC Limburg, ROC Gilde Opleidingen, ROC Leeuwenborgh Opleidingen, ROC Arcus College, Provinciale Stichting Voortgezet Onderwijs Limburg, Onderwijsstichting Sint-Bernardinus, t.b.v. vrijwillige mobiliteit van medewerkers (goedkeuring verleend). • huidige en toekomstige bijdrage van de hogeschool aan de regionale kenniseconomie. Onderwijs en onderzoek • start masteropleiding Advanced Nursing Practice in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Maastricht en de Universiteit Maastricht (goedkeuring verleend). • stand van zaken ontwikkeling doorstroomprogramma’s voor studenten richting Open Universiteit Nederland en Universiteit Maastricht. • ontwikkeling van ondernemerschap bij studenten. • criteria ten behoeve van het al dan niet handhaven van een opleiding (goedkeuring verleend). • afbouw van enkele duale opleidingsvarianten (goedkeuring verleend).
Voorwoord | Hogeschool Zuyd
Financiële zaken • jaarverslag (inclusief jaarrekening) HSZuyd 2003 (goedkeuring verleend). • begroting 2004, begroting 2005 en meerjarenraming 2006 - 2008 (goedkeuring verleend). • financiële consequenties mogelijke nieuwbouw te Sittard. • omgang met reserves en exploitatieresultaten. • nieuw treasurystatuut Hogeschool Zuyd (goedkeuring verleend). • stand van zaken extern bekostigingsonderzoek. Processen & middelen • programma’s en doelen zoals beschreven in het Innovatieplan Hogeschool Zuyd 2005 - 2008 (goedkeuring verleend). • huisvestingsplannen m.b.t. de locaties in Heerlen en Maastricht zoals beschreven in het Strategisch huisvestingsplan 2004 (goedkeuring verleend). • profiel en selectieprocedure nieuw lid College van Bestuur (vastgesteld) • benoeming nieuw lid College van Bestuur. • benchmark Hogeschool Zuyd t.o.v. HBO Nederland. • ontwikkelingen rondom corporate governance. Organisatieontwikkeling • vorming van één faculteit ICT per 1 september 2004 waarin opgenomen de faculteiten ICT, ICT Management en HEAO ICT alsmede het Expertisecentrum ICT (goedkeuring verleend). • vorming van één faculteit op het gebied van sociale studies per 1 september 2005 waarin opgenomen de faculteiten SPH Maastricht, SPH Sittard en Sociaal Werk (goedkeuring verleend).
5
Naast zijn reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht op 21 juni 2004 kennis gemaakt met de leden van de Beleidsadviesgroep en de Audit & Control Groep. Verder heeft de Raad op 19 oktober 2004 in Maastricht een werkbezoek gebracht aan een aantal faculteiten van de hogeschool. Het ging hierbij om de faculteiten Internationale Communicatie, Conservatorium en Hoge Hotelschool. Tijdens dit werkbezoek hadden de leden van de Raad direct contact met diverse medewerkers en studenten van de hogeschool. Zij kregen mede door actieve deelname een goede indruk van de diverse activiteiten binnen deze faculteiten. Naar aanleiding van de positieve ervaringen van dit werkbezoek zal de Raad van Toezicht ook in 2005 een bezoek brengen aan enkele organisatieonderdelen van de hogeschool. Raad van Toezicht drs. J.W.E. Neervens, voorzitter mr. S.W.M.J. Kuijer, vice-voorzitter drs. W.G.J.M. Blind RA, lid mw. ir. A.M.C. Eurelings, lid mr. J.J. Fransen van de Putte, lid drs. L. Zwiers, lid
6
Hogeschool Zuyd
• Het stimuleren van vraaggestuurd i.p.v. aanbodgericht onderwijs: in verband met de toegenomen diversiteit in de studenteninstroom hebben wij als Hogeschool Zuyd het concept van maatwerkonderwijs ontwikkeld. Dat houdt in dat we zo veel mogelijk proberen in te spelen op de grotere variëteit aan wensen en behoeften van studenten (qua tempo, eindniveau, lestijden, aanbiedingsvormen enz.). Inleiding
Voor Hogeschool Zuyd heeft het jaar 2004 vooral in het teken gestaan van versterking van de externe gerichtheid. Dat is op verschillende gebieden tot uiting gekomen.
• De versterking van de relatie met de beroepspraktijk: met haar nieuwe lectoraten en kenniskringen treedt de hogeschool op als partner in de (regionale) kennisinfrastructuur. Zo vormen wij een schakel tussen kennisontwikkeling en kennistoepassing voor de middelgrote en kleine bedrijven en voor instellingen in de publieke sector. De hogeschool is voor hen een steeds gemakkelijker toegankelijke bron van kennisproductie en -circulatie, via afstudeeropdrachten, stagiaires, docenten en alumni. • De accreditatie van de opleidingen: in het kader van het nieuwe accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs hebben wij in 2004 een aantal opleidingen voor accreditatie voorgedragen. In 2005 verwachten wij de vaststelling dat die opleidingen van onze hogeschool op grond van het te verlenen keurmerk aan de externe kwaliteitseisen voldoen. Interne audits en interne kwaliteitszorg van de hogeschool waren in 2004 sterk geïnspireerd door het nieuwe accreditatiestelsel.
Verslag van de Raad van Toezicht | Hogeschool Zuyd
• De samenwerking met onderwijsinstellingen in de Euregio en in Europa: In 2004 heeft de hogeschool verder gebouwd aan haar internationale positionering. Steeds meer van haar studenten kunnen een deel van hun studie in het buitenland volgen, meer buitenlandse studenten maken deel uit van het onderwijs van Hogeschool Zuyd. Daarnaast worden er met buitenlandse instellingen gezamenlijke opleidingen ontwikkeld. Ook met haar jaarverslag wil de Hogeschool Zuyd - uitdrukkelijker dan tot nu toe - naar buiten treden. Zij plaatst dit document in het kader van haar verantwoordelijkheid om openheid van zaken te bieden. Maar zij ziet het ook als een uitnodiging aan haar omgeving tot dialoog. In dit jaarverslag doen wij mede daarom niet alleen verslag van zaken die goed lopen maar tevens van resultaten die wij in de komende periode nog voor verdere verbetering vatbaar achten.
Wij nodigen u als stakeholder hierbij graag uit om met behulp van het ingevoegde evaluatiekaartje commentaar te leveren op dit jaarverslag, op het beleid, het gedrag en/of de resultaten van de hogeschool. Volgend jaar hopen wij u te kunnen laten zien wat wij met uw commentaar hebben gedaan. Met dit jaarverslag wordt tevens voldaan aan artikel V-A-1 van de CAO Hoger beroepsonderwijs 2002-2004 inzake het sociaal jaarverslag. Tot slot wil het College van Bestuur iedereen dank betuigen die in 2004 heeft bijgedragen aan de inspanningen en resultaten van de Hogeschool Zuyd.
1 juni 2005 Behalve dat dit jaarverslag 2004 via de website van de hogeschool beschikbaar komt voor medewerkers, studenten en externe belangstellenden hebben we de gedrukte versie nu ook voor het eerst op ruime schaal verspreid onder onze externe stakeholders: alumni, bedrijven en instellingen, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, gemeenten, provincie e.d.
7
drs. Marianne Dunnewijk Voorzitter College van Bestuur
8
Hogeschool Zuyd | Profiel
1. Hogeschool Zuyd 1.1 | Profiel De Hogeschool Zuyd heeft met de publicatie van haar Innovatieplan 2005-2008 een nadere invulling gegeven aan haar missie om ‘Euregionale kennispoort’ te zijn. Deze missie luidt als volgt: “Hogeschool Zuyd is een kennisonderneming. Zij ontwerpt inspirerende, studentgerichte leeromgevingen voor initieel en post-initieel hoger beroepsonderwijs. De studiemogelijkheden die zij biedt zijn veelzijdig - qua inhoud en qua vorm. In haar nationaal en internationaal georiënteerde beroepsopleidingen legt de hogeschool de nadruk op kwaliteit en innovatie. Hogeschool Zuyd heeft een vitale functie voor de ontwikkeling van kennis, kunst en cultuur in haar omgeving - de Euregio. Zij verricht praktijkgericht onderzoek, ontwikkelt en verspreidt expertise. Zij functioneert binnen maatschappelijke netwerken en neemt deel aan cultuuruitingen voor diverse doelgroepen. De hogeschool is een flexibele organisatie, met aandacht voor mensen. Zij is inventief in het produceren van ideeën, effectief in het nastreven van toetsbare doelen”. Veel aandacht is in het verslagjaar uitgegaan naar de ontwikkeling van genoemd Innovatieplan 2005 - 2008 en aan de voorbereiding van de uitvoering van dit plan. In het plan worden zes omvangrijke programma’s onderscheiden: • Euregionale kennispoort • Grensverleggend onderwijs • Zuydgebieden • Corporate Governance • Medewerkers • ICT
De drie eerstgenoemde zijn de zogenaamde kernprogramma’s omdat zij betrekking hebben op de primaire activiteiten onderwijs en onderzoek. Deze drie kernprogramma’s alsmede het programma corporate governance illustreren nadrukkelijk de oriëntatie op de omgeving van de hogeschool. De laatste drie programma’s zijn faciliterend ten behoeve van het werken binnen de organisatie. Om zo goed mogelijk de doelstellingen van alle programma’s te realiseren heeft Hogeschool Zuyd ervoor gekozen de uitvoering ter hand te nemen met behulp van programmamanagement. Programmamanagement is voor de hogeschool een betrekkelijk nieuwe werkwijze. De hogeschool bouwt hiermee voort op de ervaring met programmamanagement zoals opgedaan in haar programma Maatwerk dat van start ging in 2003. Een ander uitvloeisel van het Innovatieplan 2005-2008 is de inrichting van een zestal expertisecentra, te weten Ondernemen, ICT, Creative City, Technogy & Design, Quality of Life en Gebouwde Omgeving. Deze expertisecentra vormen samenwerkingsverbanden van faculteiten, lectoren en contractactiviteiten. Zij vervullen een belangrijke rol bij de kenniscirculatie met de omgeving van de hogeschool. Zij dragen er zorg voor dat de bij de hogeschool aanwezige kennis toegankelijk wordt voor de externe omgeving en tevens dat kennis uit deze omgeving als input voor innovatie naar binnen wordt gehaald. Beoogde start van deze centra is uiterlijk 1 januari 2006. Hiermee bouwt de hogeschool de opgedane ervaring met haar Expertisecentrum ICT verder uit. Zij heeft hieraan de organisatorische consequentie verbonden dat de verantwoordelijkheid voor contractactiviteiten en onderzoek bij de faculteitsdirecties zal komen te liggen.
Profiel | Hogeschool Zuyd
Ook via publicaties manifesteert de hogeschool zich als kennisleverancier. Diverse medewerkers en studenten van de hogeschool schrijven artikelen voor tijdschriften en kranten of geven boeken uit. In 2004 is de Hogeschool Zuyd Jongerencultuur-prijs ingesteld, gesponsord door Parkstad Limburg, Gemeente Heerlen en Bureau Arculeis. Deze zal voor het eerst in 2005 worden toegekend aan de beste scriptie c.q. het beste afstudeerproject waarin een (onderdeel van de) beroepspraktijk wordt toegepast in uitingen van jongerencultuuur. Het aan de prijs verbonden bedrag bedraagt € 3.000. Tijdens een themadag Internationalisering is een aantal kaders en handreikingen voor internationale mogelijkheden gepresenteerd. Mede op basis hiervan zullen de faculteiten in de loop van 2005 hun internationale positionering vastleggen. In ieder geval zal de Euregio Maas-Rijn de basis van het internationaliseringsbeleid van Hogeschool Zuyd blijven. De samenwerking binnen de Euregio Maas-Rijn met andere hoger onderwijsinstellingen vindt via projecten met één of meer partners van HORA EST plaats. De samenwerking met Fontys Hogescholen in de stichting Zuid-Nederlandse Hogeschool der Kunsten van Fontys en Zuyd had in het verslagjaar betrekking op de gezamenlijke ontwikkeling en uitbouw van masteropleidingen en op het uitvoeren van onderzoek op het gebied van de kunsten. Daarnaast werken de opleidingen Leraar Basisonderwijs van Fontys Hogescholen en Hogeschool Zuyd op een aantal gebieden met elkaar samen. De bestaande samenwerking met de Open Universiteit is verder uitgediept op het gebied van onderzoek van onderwijs. Tevens is samen met de Open Universiteit de stichting Leren voor Duurzame Ontwikkeling met daarin het Regional Centre of Expertise Europe (RCE-Europe) opgericht
9
dat in 2005 met detachering van medewerkers van beide instellingen van start zal gaan. RCE-Europe wil makelaar zijn in kennis m.b.t. duurzame ontwikkeling en zal met name werken op de raakvlakken tussen onderwijs, bedrijfsleven en openbaar bestuur. Als thuisregio wordt gezien de driehoek Eindhoven-Leuven-Keulen. De samenwerking met de Universiteit Maastricht (UM) heeft geleid tot de accreditatie van de nieuwe opleiding Advanced Nursing Practitioner. Deze opleiding zal in september 2005 starten met 19 cursisten. In het verslagjaar is binnen de samenwerking met de UM tevens nader onderzoek verricht naar de mogelijkheden van een master Advanced Spine Specialist. Vanuit de hogeschool is de opleiding Fysiotherapie hierbij betrokken. Behoorden groeidoelstellingen in het verleden impliciet tot het hogeschoolbeleid, thans heeft de hogeschool deze in haar Innovatieplan 2005-2008 geëxpliciteerd en van een streefnorm voorzien. Aan het eind van de planperiode (2008) wil de hogeschool zo’n 14.000 studenten tellen, ruim 1.000 meer dan in 2004. Hierbij moet aangetekend worden dat de demografische ontwikkelingen in Limburg, het primaire voedingsgebied van de hogeschool, ongunstiger zijn dan in de rest van Nederland. Dit vraagt om een uitgekiende doelgroepenbenadering. Naar verwachting zal hiermee de studenteninstroom steeds gevarieerder worden en is hier maatwerk gewenst om het (onderwijs)aanbod af te stemmen op de individuele leervraag. Zo wordt recht gedaan aan de verschillende leerbehoeften en uitgangssituaties van studenten. Met behulp van het programma Grensverleggend Onderwijs zal de hogeschool trachten hieraan tegemoet te komen.
10
Hogeschool Zuyd | Instelling
1.2 | Instelling Organogram ONDERWIJS
Hogeschool Zuyd
Faculteit Onderwijs
ECONOMIE Faculteit Facility Management Faculteit Internationale Communicatie Faculteit HEAO Financieel Management Faculteit HEAO Marketing Management Hoge Hotelschool Maastricht
GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ Faculteit Arbeid & Recht Faculteit Sociale Studies
COLLEGE VAN BESTUUR ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Conservatorium Maastricht Academie Beeldende Kunsten Maastricht Toneelacademie Maastricht Academie van Bouwkunst Maastricht
Faculteit Bouw Faculteit Life Sciences Faculteit Techniek Faculteit ICT
TECHNIEK
KUNSTEN Faculteit Ergotherapie Faculteit Gezondheid en Techniek Faculteit Verpleegkunde Faculteit Logopedie
GEZONDHEIDSZORG
Hogeschool Zuyd is gevestigd in de drie Limburgse steden Heerlen, Maastricht en Sittard. Ze heeft ruim 13.000 studenten, 1.500 medewerkers en verzorgt meer dan 50 opleidingen, verdeeld over de volgende sectoren: • Economie • Gedrag en Maatschappij • Gezondheidszorg • Kunsten • Onderwijs • Techniek Organisatie Hogeschool Zuyd Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de hogeschool. De Raad van Toezicht houdt toezicht daarop. De opleidingen van Hogeschool Zuyd werden in 2004 verzorgd door 24 faculteiten. Per september 2004 waren er dit nog 22, als gevolg van reorganisaties, en in 2005 zullen er dit nog 20 zijn. De leiding van een faculteit berust bij de faculteitsdirecteur. De Beleidsadviesgroep ondersteunt het College van Bestuur bij de totstandkoming van uitvoerbaar beleid op vrijwel alle terreinen. De Audit & Control-groep adviseert het College van Bestuur over planning en control en kwaliteitszorg. De Ondersteunende Diensten hebben tot taak het onderwijs en de organisatie te ondersteunen. In dit organogram zijn de lectoraten annex kenniskringen van de Hogeschool Zuyd nog niet opgenomen.
Instelling | Hogeschool Zuyd
11
Aanvulling bij het organogram
Interne organisatie
In de loop van het verslagjaar hebben er reorganisaties van faculteiten of voorbereidingen daarop plaatsgevonden: • de drie faculteiten HEAO ICT, ICT Management en ICT Heerlen zijn samengevoegd tot één faculteit ICT, onder eenhoofdige leiding. • met ingang van september 2004 kent de faculteit Onderwijs een eenhoofdige leiding • besloten is de drie sociaal-agogische faculteiten SPH Sittard, SPH Maastricht en Sociaal Werk per 1 september 2005 samen te voegen tot een nieuwe faculteit Sociale Studies. Per 1 oktober 2004 is reeds een directeur voor de nieuwe faculteit benoemd. De opleiding Creatieve Therapie zal organisatorisch worden ondergebracht bij de faculteit Ergotherapie.
Het bestuur en beheer van de hogeschool berusten bij het College van Bestuur. In de samenstelling van het college van bestuur is geen verandering opgetreden gedurende het verslagjaar. In november werd bekend dat op 1 januari 2005 de heer drs. N.H.J.E.C. van Mierlo als lid van het college van bestuur in dienst zal treden. Met ingang van september werd de portefeuilleverdeling in het college van bestuur voor de resterende periode van het jaar 2004 als volgt gewijzigd: Mevrouw drs. M.H. Dunnewijk- Budé (voorzitter): externe vertegenwoordiging, coördinatie hogeschoolbeleid, HRM (inclusief management development), vastgoed en facilitaire zaken. De heer ir. J.M.J. Bijsmans (lid): ICT en ondersteunende diensten De heer dr. J.M.H.M. Willems (lid): onderwijs, onderzoek, kwaliteitszorg, financiële zaken, studentzaken en -voorzieningen.
De nieuwe faculteitsindeling kan op termijn consequenties hebben voor de vestigingsplaatsen van de diverse opleidingen. De samenvoegingen van faculteiten alsmede het vertrek van een aantal directeuren uit de organisatie hebben geleid tot wisseling van managementposities en de benoeming van in totaal 9 nieuwe managers. Binnen de ondersteunende diensten zijn de diensten ICT Beheer en Kennis & Informatiemanagement samengevoegd tot een dienst ICT onder een éénhoofdige leiding.
12
Hogeschool Zuyd | Instelling
De directies van de faculteiten zijn integraal verantwoordelijk voor de primaire processen en het strategisch beleid van de faculteit, alsmede voor de bedrijfsvoering. Zij oefenen hun taken en bevoegdheden uit binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van de hogeschool, de jaarlijkse beleidsbrief van het college van bestuur en het managementcontract tussen college van bestuur en faculteitsdirectie. Planning en verantwoording, ondergebracht in een jaarlijkse planning- en controlcyclus, liet in het verslagjaar verdere verbetering zien, met name in de afstemming van beleidsinhoudelijke en financiële kaders, maar ook in de kwaliteit van de jaarplannen en -verslagen. De lectoraten annex kenniskringen ressorteren rechtstreeks onder het college van bestuur. Ook hier is genoemde planning- en controlcyclus van toepassing. In het verslagjaar zijn tevens voorbereidingen getroffen voor het onderbrengen van netwerkorganisaties in expertisecentra. De synergie tussen faculteiten en het maatschappelijk veld zal moeten leiden tot nieuwe onderwijs- en onderzoeksproducten. In de loop van het jaar 2005 zal deze nieuwe ontwikkeling haar beslag krijgen in bedrijfsplannen per expertisecentrum.
Voor de zogenaamde secundaire, randvoorwaardelijke processen worden college van bestuur en faculteiten gefaciliteerd door ondersteunende diensten. De leiding van deze diensten berust bij de manager ondersteunende diensten die rechtstreeks verantwoording aflegt aan het college van bestuur. De ondersteunende diensten zijn sinds het verslagjaar onderverdeeld in frontoffice en backoffice diensten. Frontoffice diensten hebben taken die direct met de vrager (de klant) van een dienst te maken hebben. Backoffice diensten hebben taken in de sfeer van planning, beheer, onderhoud en ontwikkeling van systemen. De frontoffice diensten werken in teams en staan onder leiding van locatiemanagers. De backoffice diensten met een relatief grote omvang worden aangestuurd door een hoofd van dienst. De diensten met een kleine omvang - Kennismanagement, Studentenadministratie, Interne/externe communicatie, Bestuurlijk juridische zaken en het Projectenbureau - werken met een teamcoördinator.
Opleidingen en lectoraten van de Hogeschool Zuyd in 2004 CROHO-geregistreerde bachelor (Bc) en masters (Ma) opleidingen
Ë
Instelling | Hogeschool Zuyd
Faculteit
Opleiding (bc=bachelor; ma=masters)
Ontwikkeling in 2004
Ergotherapie (Heerlen)
Bc-Ergotherapie
Vanaf 1-9-’04 maakt Bc-Creatieve Therapie deel uit van deze faculteit
Gezondheid en Techniek (Heerlen)
Bc-Biometrie Bc-Fysiotherapie Bc-Logopedie Bc-Management in zorg en dienstverlening
Logopedie (Heerlen)
Verpleegkunde (Heerlen)
Bc-Verpleegkunde Bc-Maatschappelijke Gezondheidszorg Ma-Advanced Nursing Practice (ANP)
Bc-Management in zorg en dienstverlening is vanaf 1-9-’04 de nieuwe naam van de Managementopleiding Gezondheidszorg Vanaf 1-9-‘04 kent de opleiding Maatschappelijke Gezondheidszorg geen aparte instroom meer. Zij is omgebouwd tot een profiel binnen Bc-Verpleegkunde. Ma-ANP is nieuwe opleiding: goedkeuring in ’04, start per 1-9-‘05
Bouw (Heerlen)
Life Science (Heerlen)
ICT (Sittard, Heerlen, Maastricht)
Techniek (Heerlen)
Bc-Bouwkunde Bc-Bouwtechnische Bedrijfskunde BC-Civiele Techniek Bc-Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Bc-Chemie Bc-Chemische Technologie Bc-Bedrijfskundige Informatica (Sittard) Bc-Communication and Multimedia Design (Heerlen) Bc-Informatica (Heerlen) Bc-InformatieDienstverlening en -Management (Maastricht) Bc-Netwerk Infrastructuur Design (Heerlen) Bc-Technische Informatica (Sittard) Kort-HBO Informatica (Heerlen) Bc-Elektrotechniek Bc-Technische Bedrijfskunde Bc-Werktuigbouwkunde
Nieuwe, breed samengestelde faculteit vanaf 1-9-‘04
Ó
13
14
Hogeschool Zuyd | Instelling
Faculteit
Opleiding (bc=bachelor; ma=masters)
Facility Management (Heerlen) Onderwijs (Heerlen, Maastricht)
Bc-Facility Management Bc-Leraar Basisonderwijs (Heerlen) Bc-Leraar Basisonderwijs (Maastricht) Bc-Hogere Europese Beroepen Opleiding Bc-International Business and Languages Bc-Oriëntaalse Talen en Communicatie Bc-Vertaalacademie Bc-Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bc-Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bc-Creatieve Therapie Bc-Culturele en Maatschappelijk Vorming Bc-Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Bc-Hoge Hotelschool Maastricht Bc-Docent Muziek Bc-Muziek Voortgezette opleiding Muziek Bc-Autonome Beeldende Kunst Vormgeving Bc-Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Bc-Docent Drama Bc-Theater Ma-Bouwkunst Bc-Personeel en Arbeid Bc-Sociaal Juridische Dienstverlening Bc-Accountancy Bc-Bedrijfseconomie Bc-International Business and Management Studies Bc-Commerciële Economie Bc-Food and Business Bc-Management, Economie en Recht Bc-Small Business and Retail Management
Internationale Communicatie (Maastricht)
SPH Maastricht SPH Sittard Sociaal Werk (Sittard) Hoge Hotelschool Maastricht Conservatorium Maastricht
Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht Toneelacademie Maastricht Academie van Bouwkunst Maastricht Arbeid & Recht (Sittard) HEAO Financieel Management (Sittard)
HEAO Marketing Management (Sittard)
Ontwikkeling in 2004
Bc-Creatieve Therapie vanaf 1-9-’04 naar faculteit Ergotherapie
Instelling | Hogeschool Zuyd
niet CROHO-geregistreerde bachelor (Bc) en masters (Ma) Opleidingen Faculteit
Opleiding (bc=bachelor; ma=masters)
Logopedie (Heerlen) Verpleegkunde (Heerlen)
Ma-Personal Leadership in Innovation & Change Inservice-opleidingen met Bc-niveau: • Operatieassistent en Anesthesiemedewerker • Radiodiagnostisch Laborant Ma- Comparative European Social Studies Ma-Vaktherapiën Ma-Innovative Hospitality Management Ma-MBA Hotel and Tourism Management Ma-Postgraduate Course in Scientific Illustration (i.s.m. UM)
SPH-Maastricht Ergotherapie Hoge Hotelschool Maastricht Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht
Ontwikkeling in 2004
Nieuwe opleiding, gestart per 1-9-‘04
lectoraten en lectoren Lectoraat
Lector
Nieuwe Theatraliteit Kennisorganisaties en Kennismanagement Autonomie en Participatie Comparative European Research and Theory Kennisontwikkeling Vaktherapieën Toerisme en Cultuur Geïnspreerd Leren (i.s.m. Hogeschool Drenthe en Hogeschool Helicon) Infonomie en Nieuwe Media Life Scienes Duurzame Ontwikkeling (i.s.m. Universiteit Maastricht en Open Universiteit Nederland)
Dr. M. Kattenbelt Drs. F. Lekanne Deprez Dr. L. de Witte Dr. N. Reverda Dr. H. Smeijsters Dr. W. Munsters Dr. M. Dolk Drs. H. Sangen Prof. Dr. P. Borm Prof. Dr. P. Martens
15
16
Hogeschool Zuyd | Instelling
Aantal ingeschreven studenten Hogeschool Zuyd 1
Aantal ingeschreven studenten Hogeschool Zuydper sector 1
13.400 13.200 13.000 12.800 12.600 12.400 12.200 12.000 11.800 11.600 11.400
KUO 12% HEO 38%
HTNO 17%
HSAO 14% 2000
2001
2002
2003
2004
HPO 6%
HGZO 13%
Aandeel Hogeschool Zuyd t.o.v. het totaal aantal ingeschreven studenten in het Nederlandse HBO 1 3,90%
Aantal diploma’s Hogeschool Zuyd 1
3,85%
2.600 2.550 2.500 2.450 2.400 2.350 2.300 2.250 2.200
3,80% 3,75% 3,70% 3,65% 2000
2001
% Hogeschool Zuyd
1
Bron: HBO-Raad
2002
2003
2004
1999
2000
2001
2002
2003
Instelling | Hogeschool Zuyd
Groei aantal buitenlandse studenten t.o.v. aantal Nederlandse studenten 2
Aantal ingeschreven buitenlandse studenten 2 2.000
200
1.500
150
1000
100
500
50 0
0 2000
2001
2002
2003
2000
2004
2001
2002
Aantal medewerkers 3 1.000
1.500
800
2004
Aantal medewerkers: docenten / ondersteunende medewerkers 2
Aantal medewerkers: M / V 3
1.550
2003
Index buitenland
Index Nederland
1.000 944
1505
1.450
812
796
600 566
1.400
597
897
876 649
400
1409
1.350
856
500
521
486
561
200
1362
1.300
100
1.250
0 2002
2003
2004
0 2002 Mannelijk
2 3
2003 Vrouwelijk
2004
2002 Docenten
2003
2004
Ondersteundende medewerkers
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd (het betreft hier zowel medewerkers met dienstverband bij Werkgever Hogeschool Zuyd als medewerkers bij Werkgever BV Hogeschool Zuyd Contracting; zie ook bijlage 4)
17
18
Hogeschool Zuyd | Instelling
Omzet Hogeschool Zuyd 2 (x 1.000 Euro) 95.000
Ontwikkeling solvabiliteit in % 4 90.000 34 33 33 32 32 31 31 30
85.000 80.000 75.000 70.000 2001
2002
Omzet rijksbijdrager (incl. collegegelden)
2003
2004
2001
2002
2003
2004
Omzet contractactiviteiten
Ontwikkeling liquiditeit in % 4 115
Ontwikkeling saldi baten / lasten 2 (x 1.000 Euro) 110 6.000
105
4.000
100
2.000
95 90
0 2001 2 4
2002
2003
2004
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd (voor definities van solvabiliteit zie hoofdstuk 4.2)
2001
2002
2003
2004
Interview 1
21
Leermomenten
Thema:
Accreditatie
Wegen de kosten op tegen de baten? De opleidingen van de faculteit Life Sciences zijn in 2004 geaccrediteerd. Een proces waarvan de kosten niet zonder meer opwegen tegen de baten, vindt faculteitsdirecteur Joost Ruland. Hij vindt het eerste deel van het proces dat moet leiden tot accreditatie het meest waardevol geweest: de zelfevaluatie. “Het was zeer intensief; maakte duidelijk welke zaken nog niet goed in orde waren. Bijvoorbeeld een uniform toetsbeleid, dat ontbrak. Of een goede analyse van het rendement, zodat we er beleid op kunnen maken.” Ruland noemt nog een aspect dat tijdens de zelfevaluatie meer aandacht heeft gekregen: het expliciet maken van de relatie van de onderwijseenheden met de eindtermen. “Het zat wel in onze hoofden, maar het was niet zichtbaar.”
Joost Ruland vindt dat de zelfevaluatie de opleidingen zeker iets heeft opgeleverd. Bijvoorbeeld dat er nu veel meer als één team wordt gewerkt. “Daarnaast maakt zo’n zelfevaluatie je scherper. Het is een stok achter de deur om zaken sneller op te pakken.” De tweede en derde fase, de visitatie en de feitelijke accreditatie verlening (die overigens nog moet plaatsvinden) hebben de opleidingen nauwelijks leermomenten opgeleverd. Zijn er nu wezenlijke verschillen met het vroegere visitatietraject? Ruland vindt van wel. Vooral bij de feitelijke visitatie. “Die werkt sneller. Vroeger moest je vaak anderhalf tot twee jaar op het rapport wachten. Nu heb je dat binnen enkele maanden.” Daar staat echter tegenover dat de benchmark grotendeels ontbreekt. Rendement Joost Ruland’s grootste bezwaar tegen het accreditatieproces is dat de faculteit het traject voor alle vier de opleidingen helemaal heeft moeten doorlopen. “Dat legt een zware druk op het team. Wij hadden het gevoel dat je met de accreditatie van één opleiding had kunnen volstaan. De onderlinge verschillen zijn te verwaarlozen.”
22 Hogeschool Zuyd | Governance
Stakeholders 1.3 | Governance Aanleiding De nog relatief jonge Hogeschool Zuyd kent een complexe bedrijfsvoering vanwege de aanwezigheid van verschillende culturen, sturingsmechanismen en geldstromen. Om als ‘maatschappelijke onderneming’ verantwoordelijkheid te kunnen dragen en rekenschap af te leggen is transparantie nodig over wie wat doet binnen de organisatie. Maar ook is helderheid geboden over de prestaties van de hogeschool en over de eisen die zij daaraan stelt. Medewerkers moet duidelijk zijn volgens welke regels zij behoren te werken en hoe zij elkaar kunnen aanspreken op verantwoordelijkheden. Programma Corporate Governance 2005-2008 van Hogeschool Zuyd Op grond van deze overwegingen hebben bestuur en managers in 2004 het thema ‘governance’ in de hogeschool op de agenda gezet. Het Innovatieplan 2005-2008 kondigt 6 strategische programma’s aan, waarvan er één geheel is gewijd aan ‘corporate governance’. Dit vierjarig programma zal onderzoeken hoe de onderlinge samenhang van sturing, beheersing, verantwoording en toezicht het beste kan worden gewaarborgd. Daarbij zijn thema’s aan de orde als: administratieve organisatie, ‘kleine kwaliteit’, interne risicobeheersing en resultaatverantwoording, de toezichthoudende rol van de Raad van Toezicht, externe verantwoording aan de rijksoverheid en aan stakeholders in de omgeving. Ook onderwerpen als streefwaarden en integriteit dienen hierin een plaats te krijgen.
Bij stakeholders in de regio denkt de hogeschool aan medewerkers, studenten, alumni, bedrijven en instellingen, voortgezet en hoger onderwijs, MBO, gemeenten, provincie e.d. De hogeschool wil deze in de toekomst uitdrukkelijker uitnodigen tot kritisch commentaar op haar beleid, gedrag en resultaten. De verspreiding van dit jaarverslag onder stakeholders vormt een van de mogelijkheden daartoe. Daarmee kunnen de stakeholders invloed uitoefenen op de rechtmatigheid, doelmatigheid, prestaties en kwaliteit van de hogeschool als publieke organisatie. Uiteindelijk gaat het hier om het publieke vertrouwen in het functioneren van de hogeschool. De achterliggende gedachte hierbij is: als de hogeschool goed luistert naar haar omgeving, verstandig opereert in het omringende krachtenveld, kritisch wordt gevolgd en goed uitlegt welke keuzes zij maakt en waarom bereikt zij eerder haar doelen, levert zij betere prestaties en kan zij op meer draagvlak rekenen. De worteling van de hogeschool in de eigen omgeving is daarmee de essentie van het concept van de maatschappelijke onderneming. Interne kwaliteitszorg en planning & control De kwaliteitszorg in Hogeschool Zuyd is sinds 2001 ingericht op basis van de principes en methoden van het INK-Managementmodel. Dit model is oorspronkelijk ontwikkeld door de European Foundation for Quality Management en voor de Nederlandse situatie bewerkt door het Instituut voor Nederlandse Kwaliteit (INK). De werkwijze houdt in dat faculteiten en ondersteunende diensten zichzelf de maat nemen ten aanzien van de diverse resultaatgebieden in het INK-model. In aanvulling op een dergelijke zelfevaluatie laat de
Governance | Hogeschool Zuyd 23
hogeschool door haar eigen Audit & Control Groep audits verrichten. Op grond van kritische en onafhankelijke oordeelsvorming doet deze groep aanbevelingen voor verdere verbetering. In 2004 valt te constateren dat de interne kwaliteitszorg aan de hogeschool aan systematiek heeft gewonnen en dat activiteiten op dat gebied steeds meer een cyclisch karakter krijgen: plannen → uitvoeren → meten → vergelijken → bijsturen. Daardoor sluit de kwaliteitszorg aan bij belangrijke ijkmomenten van de jaarlijkse planning & control in de hogeschool: de momenten van overleg over jaarplannen, jaarverslagen en halfjaarrapportages. Bij faculteiten en hun opleidingen is het ritme van interne audits afgestemd op de tijdsplanning van het landelijke accreditatiestelsel hoger onderwijs. Op deze wijze is een verbinding tot stand gebracht tussen interne en externe kwaliteitszorg. De komende jaren wil de hogeschool tevens meer aandacht besteden aan het opsporen van risico’s en het risicobewustzijn in de organisatie stimuleren. Risico’s kunnen bijvoorbeeld liggen op gebieden als: accreditatie van opleidingen, de administratieve organisatie (inschrijving, studievoortgang, salarisadministratie e.d.), marktpositie, financiële beheersing en ICT. Zoals in iedere jaarlijkse planning- en controlcyclus zijn er ook in 2004 in het overleg tussen bestuur, managers en lectoren centrale beleidsdoelen bepaald. Binnen deze kaders maakte het decentrale management met het bestuur afspraken over zijn eigen doelstellingen en te behalen resultaten. Deze werden vastgelegd in de vorm van managementafspraken. Na afloop van het jaar beschikte de hogeschool aldus over een beeld van wat er is gerealiseerd van de zaken die zijn voorgenomen. 2004 leverde o.a. als conclusie op dat Hogeschool Zuyd naast de ruime vernieuwingsaandacht meer energie moet steken in de verbetering van de bestaande processen. In de organisatiecultuur is meer waardering nodig
voor zorgvuldige, consequente en transparante uitvoering van overeengekomen beleid. Zulke waardering is immers onmisbaar voor een effectieve bedrijfsvoering van de hogeschool. Tevredenheid van studenten en medewerkers In de kwaliteitszorg van Hogeschool Zuyd nemen metingen van (interne) klanttevredenheid sinds 2002 een vaste plaats in. In 2004 bedroeg het deelnamepercentage studenten 32%, in 2003 nam nog 26% deel. In 2004 bleek dat meer dan de helft van de opleidingen zich naar aanleiding van de uitkomsten verbeteracties heeft voorgenomen. Een zelfde aanpak is er ook voor de medewerkers: met behulp van een personeelsmonitor wordt jaarlijks hun tevredenheid geregistreerd over zaken als organisatie, leiding, opleidingskwaliteit, werkplezier en materiële randvoorwaarden. In 2004 nam 59% van de medewerkers aan de personeelsmonitor deel, in 2003 nog 35%. Meer dan de helft van de managers heeft in 2004 verbetermaatregelen getroffen naar aanleiding van de uitkomsten van de personeelsmonitor in dat jaar. In hoofdstuk 3.1 wordt nader stilgestaan bij enkele uitkomsten van de personeels- en studentenmonitor. Managementinformatie Aan het eind van het verslagjaar kwam een voorlopige set van kritieke succesfactoren en bijbehorende prestatie-indicatoren gereed. Deze hebben betrekking op zes resultaatgebieden: ‘omgeving’, ‘studenten en overige doelgroepen’, ‘onderwijs & onderzoek’, ‘medewerkers’, ‘processen & middelen’ en ‘financiën’. Over deze set wil het bestuur in 2005 uitgebreid van gedachten wisselen met het management. Met behulp van genoemde set zal het bestuur de
24 Hogeschool Zuyd | Hoogtepunten in 2004
komende jaren scherper kunnen vaststellen of de hogeschool en haar onderscheiden onderdelen hun voorgenomen prestaties hebben behaald. Het instrument leent zich tevens voor verantwoording door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht van de hogeschool. Voor het meten en verantwoorden van behaalde resultaten is sturingsinformatie nodig. Om met de informatievoorziening de overeengekomen resultaten goed te kunnen monitoren heeft de hogeschool een project managementinformatie in uitvoering gebracht. Ken- en stuurgetallen zullen met het in dit project te ontwikkelen managementinformatiesysteem automatisch worden gegenereerd.
1.4 | Hoogtepunten in 2004 De functie van Hogeschool Zuyd als kennispoort Hogeschool Zuyd wist zich in 2004 op een aantal fronten nadrukkelijk te presenteren en te profileren. Hiermee wordt de nog jonge hogeschool geleidelijk beter herkenbaar, niet alleen voor haar studenten en medewerkers maar ook voor haar externe relaties. Manifestaties en symposia In 2004 organiseerde Hogeschool Zuyd voor de derde keer op rij de succesvolle manifestatie ‘Kennis in Bedrijf’. Met enkele duizenden bezoekers en vele interne deelnemers bood het evenement weer een ideale mogelijkheid om externe relaties kennis te laten nemen van de vele onderzoeksactiviteiten die de hogeschool voor het MKB en voor maatschappelijke en culturele organisaties uitvoert. Met het initiatief Studium Generale Parkstad, dat in het najaar van 2004
van start ging, brengt Hogeschool Zuyd samen met een aantal andere kennisinstituten uit de regio enkele lezingencycli per jaar. Een prima mogelijkheid om het intellectuele klimaat in de regio te stimuleren maar ook om kennis te delen met belangstellenden uit de omgeving. De eerste lezingencyclus werd heel goed bezocht. Tijdens de 10e kunstmanifestatie ‘Coup Maastricht’ presenteerden de kunststudenten van Hogeschool Zuyd zich weer aan een breed publiek. De vele voorstellingen, exposities en presentaties waren van goede kwaliteit en werden ook dit jaar weer druk bezocht. Daarnaast organiseerde Hogeschool Zuyd verschillende symposia en lezingen waaraan het MKB, bedrijven en instellingen en andere belangstellenden actief deelnamen, zoals: ‘Nieuwe ontwikkelingen binnen logopedie’, ‘Innovatie in de chemische industrie’, ‘Innovatief ondernemerschap’, ‘Vraagsturing in de geestelijke gezondheidszorg’, ‘Euregionaal ondernemerschap voor jonge ondernemers’, ‘Flavonoïden’, ‘Medische techniek en onderwijs’, ‘Traceerbaarheid van levensmiddelen en ingrediënten’ en ‘De toekomst van het sociale Europa’. Externe oriëntatie, innovatie en onderzoek Hogeschool Zuyd zette in 2004 haar externe oriëntatie nog meer kracht bij. In verband hiermee is vermeldenswaard dat een nieuw lid van het College van Bestuur werd aangetrokken met als opdracht Hogeschool Zuyd zichtbaarder te maken in de Euregio en daarbij de organisatie als partner in innovatie sterker te profileren. Eveneens in 2004 vond de inauguratie plaats van nieuwe lectoren: Prof. dr. Paul Borm voor Life Sciences, dr. Will Munsters voor Toerisme & Cultuur en drs. Henk Sangen voor Infonomie & Nieuwe Media.
Hoogtepunten in 2004 | Hogeschool Zuyd 25
Dr. Nol Reverda werd benoemd tot de nieuwe lector Comparative European Social Research and Theory. De kenniskring Life Sciences van Hogeschool Zuyd neemt deel aan een groots opgezet Euregionaal project dat onderzoek gaat doen naar de effecten van fijnstof en naar mogelijke oplossingen van fijnstofproblematiek (INTERREG III Project). Aan dit onderzoek nemen ook studenten deel in het kader van hun afstudeeropdrachten. De kenniskring Comparative European Social Research and Theory (CESRT) participeert van 2005 tot en met 2007 in een onderzoek naar armoede en sociale uitsluiting in de Euregio. Vijf praktijkinstellingen en vijf hogescholen c.q. universiteiten uit de respectievelijke deelgebieden van de Euregio werken hierin samen. De kenniskring Toerisme en Cultuur heeft voor Limburgse gemeenten een databank met citymarketing producten opgezet. Ook heeft zij binnen het project Erfgoedlogies verschillende projecten uitgevoerd. Ten behoeve van het Heuvelland zijn nieuwe markten geïdentificeerd. De kenniskring blijft betrokken bij de vervolgonderzoeken. De kenniskring Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK) heeft 8 praktijkonderzoeken uitgevoerd en de resultaten hiervan gepubliceerd. Bijvoorbeeld op het gebied van de rol van muziektherapie in de volwassenenpsychiatrie en de positie van beeldende therapie in het speciaal onderwijs. De kenniskring Autonomie en Participatie heeft samen met het iRv (Kenniscentrum voor revalidatie en handicap in Hoensbroek) meetinstrumenten voor revalidatie opgezet. Dit centrum beoogt onder meer het
onderzoek naar meetinstrumenten te stimuleren en bestaande kennis hierover beschikbaar te maken en over te dragen naar het praktijkveld en aan onderzoekers. Het expertisecentrum ICT biedt steeds meer organisaties ondersteuning op het gebied van ICT-voorzieningen. Bedrijven en instellingen kunnen bijvoorbeeld bij het expertisecentrum kennis halen over een goed beheer van hun ICT-facilteiten of over hoe ze de contracten met ICT-leveranciers het beste kunnen beheren. Maar ze kunnen er ook onderzoeken laten uitvoeren door docenten en studenten. Zo kan het expertisecentrum ICT samen met een bedrijf bekijken hoe met een goede inzet van internet de communicatie met de markt verbeterd kan worden. Stage-opdrachten, onderzoek van kenniskringen en afstudeerprojecten voor bedrijven en instellingen zorgden verder voor een versteviging van de kennisrelatie met de omgeving. Enkele voorbeelden: • het Expertisecentrum ICT deed onderzoek naar het gebruik van websites in de toeristische sector in de regio • studenten van de Hoge Hotelschool onderzochten de bereidheid bij het bedrijfsleven om in de toekomst deel te nemen aan de jaarlijkse Bedrijven Contactdagen • de twee PABO’s van Hogeschool Zuyd zijn er in geslaagd om met een speciaal project kinderen op basisscholen te interesseren voor techniek • studenten Life Science verrichtten onderzoek voor het Researchlab van DSM. Daarbij werkten ze mee aan de ontwikkeling van nog betere grondstoffen voor onder andere de farmaceutische industrie • de kenniskring Toerisme & Cultuur heeft voor het industriemuseum Industrion in Kerkade een sponsorplan geschreven.
26 Hogeschool Zuyd | Hoogtepunten in 2004
Internationale samenwerking
Prijzen en prestaties van studenten
Behalve met onderwijsinstellingen in Nederland werkte Hogeschool Zuyd ook veelvuldig over de grens samen. Zo hebben eind juni 2004 de eerste 14 studenten aan de interfaculty Communicatie en MultimediaDesign (CMD) te Maastricht met succes hun afstudeerprojecten verdedigd. Het is de eerste lichting van een opleiding die in samenwerking tussen Hogeschool Zuyd te Heerlen, de Katholieke Hogeschool Limburg te Genk (België) en de Fachhochschule Aachen (Duitsland) is ontwikkeld. In november werd de samenwerking met een Zuid-Afrikaanse universiteit uit Pretoria geformaliseerd. Deze samenwerking is vooral van belang omdat er bij studenten belangstelling bestaat om in dit land stage te lopen of onderwijs te volgen. Ook zijn de banden met onderwijsinstellingen in China en Japan versterkt. Hier werden stage- en studieplaatsen verworven. Studenten Fysiotherapie en Biometrie doen mee aan een universitair onderzoeksprogramma van de Sportuniversiteit van Keulen. Binnen Nederland werd samengewerkt met de Universiteit Maastricht, met de Open Universiteit Nederland en met de Regionale Opleidingscentra in Limburg. Met andere hogescholen en universiteiten in Nederland werd het consortium E-merge opgericht om de krachten te bundelen op het gebied van ICT in het onderwijs. Om grensoverschrijdend vraag en aanbod van diensten in de sociale sector beter op elkaar af te stemmen, heeft Hogeschool Zuyd de differentiatie Euregiocertificaat Social Work ontwikkeld. Maatschappelijke hulpverlening laat zich geleidelijk aan minder hinderen door de landsgrenzen in de Euregio Maas-Rijn. Zes hogescholen in de Euregio doen eraan mee.
Hogeschool Zuyd reikte prijzen uit aan de beste afstudeerders. Daarnaast ontvingen studenten en medewerkers ook extern prijzen. • Tijdens de manifestatie Kennis in Bedrijf werd de ‘Hogeschool Zuyd Kennis in Bedrijf Prijs’ uitgereikt. Dit jaar viel de eer te beurt aan Thijs Pieters, vierdejaars student aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Hij kreeg de prijs voor zijn stageproject bij het CWI. Hij ontwierp voor het CWI een systeem waarmee werkgevers veel eenvoudiger dan nu bij gedwongen ontslagen de pijn kunnen verdelen over verschillende leeftijdsgroepen. • De tweede prijs die tijdens Kennis in Bedrijf werd uitgereikt is de ‘ABP-ICT Prijs 2004’. Dit jaar waren er twee winnaars: Eric Ackermans en Mark Kikken, beiden afgestudeerd aan de opleiding Hogere Informatica. Mark Kikken heeft een project op het gebied van password synchronisatie gedaan voor het Duitse bedrijf Vaessen Consulting GmbH. Eric Ackermans heeft een onderzoeksproject gedaan in opdracht van het FOM Instituut voor Plasmafysica in Rijnhuizen. • Een aantal mini-ondernemingen van Hogeschool Zuyd deed het goed in 2004. Mini-onderneming PIT MO van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht ontwierp een kaartvaas en won daarmee tijdens de nationale marktdag voor mini-ondernemingen de eerste prijs voor het meest innovatieve product. • Jef van Gestel van de Toneelacademie Maastricht ontving de prestigieuze Ton Lutz prijs. Hij kreeg de prijs voor zijn regie van het theaterstuk ‘Tuttefrut’, een poëtische voorstelling over de pijn van een organisch proces.
Hoogtepunten in 2004 | Hogeschool Zuyd 27
Prijzen en prestaties van alumni
• Mieke Hees heeft de scriptieprijs van Facility Management Nederland gewonnen. Ze heeft als afstudeeropdracht een nieuw, integraal en cliëntgericht pakket aan voorlichtingsmateriaal voor de zorgproducten, -diensten en -centra ontwikkeld voor Zorggroep NoordLimburg, een aanbieder van een uitgebreid pakket aan zorg. • Rick Lormans, Roel Kaldenhoven en Casper Rieter, studenten Civiele Techniek, hebben de Vitae Civiel Award gewonnen. De studenten hebben deze landelijke afstudeerprijs gewonnen omdat ze een innovatief concept hebben ontwikkeld om complete woonwijken op het water te bouwen. • Bart Creugers van de Academie van Bouwkunst Maastricht won de Euregionale Architectuur Prijs. Hij ontwierp een variant op het klassieke klooster en situeert dat op en in de Sint Pietersberg te Maastricht.
Ook de alumni van de hogeschool kwamen in het afgelopen jaar op een positieve wijze in het nieuws. • Bart de Wit van de Academie Beeldende Kunsten ontving de Parkstad Limburg Prijs. • Jeroen Willems, Europees acteur, regisseur, oud-student van de Toneelacademie Maastricht én cultureel ambassadeur, ontving De Trichter. Ook ontving Jeroen Willems de Louis d’Or, de prijs voor de beste mannelijke hoofdrol. • Inne Goris, oud-studente van de Toneelacademie Maastricht, heeft de gerenommeerde 1000 Watt Prijs 2003 gewonnen. De 1000 Watt Prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de meest indrukwekkende podiumkunstenproductie voor kinderen en jongeren in Nederland en Vlaanderen. • Ariane Schlüter en Pierre Bokma, eveneens alumni van de Toneelacademie, sleepten ieder een toneelprijs in de wacht voor hun acteerprestaties. Ariane Schlüter won voor de tweede keer de Theo d’Or, de prijs voor de beste vrouwelijke hoofdrol, maar liefst voor twee rollen. Pierre Bokma tenslotte kreeg de Arlecchino, de prijs voor de beste mannelijke bijrol.
28 Interview 2
Steun
Thema:
Onderwijs en cultuur
Coup Maastricht niet zomaar een festival De Coup in Maastricht luidt al tien jaar steevast de zomervakantie in. Wat begon als cadeau van de eindexamenkandidaten van de kunstopleidingen aan de stad, is uitgegroeid tot een kunstenfestival dat niet meer weg te denken valt. Of toch?
De gemeente Maastricht en de provincie Limburg hebben het evenement de afgelopen vier jaar financieel ondersteund. Met geld uit het fonds voor het grote steden beleid. Dat arrangement is in 2004 afgelopen. Swinkels: “We moeten nu weer aan de tafel om nieuwe afspraken te maken. De coup kan dit niet op eigen benen presteren. Het echte festivalkarakter en het werken op locatie brengt veel meerkosten met zich mee, die kunnen we niet alleen vanuit het onderwijs betalen. Zeker niet als je iets extra’s doet.” Terug naar de kern
De Coup is sterk verbreed, constateert Leo Swinkels, directeur van de Toneelacademie Maastricht. Ook tweede- en derdejaars studenten presenteren zich op het podium dat het evenement biedt. “De Coup daagt studenten uit met eigenzinnige, andersoortige kunst te komen. Je ziet hier kunstuitingen die je op een gemiddeld festival niet ziet.” Daarmee heeft het festival zich een plek verworven op de culturele agenda van Zuid-Limburg.
Los van financiële steun, willen de kunstopleidingen de Coup terug naar de kern brengen. Een compact festival. Niet meer op allerlei plekken in de stad, maar in en rondom de vier kunstinstituten en het Theater aan het Vrijthof. “Om de compactheid en de sfeer terug te krijgen”, verduidelijkt Swinkels. En opnieuw met nadruk op producten die uit het onderwijs voortkomen. “We willen laten zien dat we iets maken, dat we in de wereld staan, in deze stad. Dat is de uitdaging voor de studenten. We rekenen op blijvende betrokkenheid van gemeente, provincie en onze sponsoren. Want als je zegt dat jonge, creatieve mensen cruciaal zijn voor de toekomst van deze regio, dan is de Coup daarvoor een belangrijke manifestatie.
30 Primaire dienstverlening
2. Primaire dienstverlening
Beleid Vanuit haar missie wil Hogeschool Zuyd bijdragen aan een kwalitatief hoge professionele ontwikkeling van de Euregio. Zij ziet het als haar taak een kennisonderneming voor hoger onderwijs te zijn, gespecialiseerd in het ontwerpen van een inspirerende, studentgerichte leeromgeving. Als doelgebied geldt in eerste instantie Zuid-Limburg en de Euregio, in tweede instantie Nederland en in derde instantie Europa en de rest van de wereld. Kennisontwikkeling, onderwijsaanbod en inrichting van het onderwijs staan in dit perspectief. De hogeschool realiseert dit beleid door onderwijs binnen de bachelor-master structuur, door toegepast onderzoek en door het creëren van randvoorwaarden voor onderwijs en onderzoek. Kennisontwikkeling Kennisontwikkeling binnen de hogeschool was in 2004 minder dan in voorgaande jaren gericht op het ontwikkelen van nieuwe opleidingen. De meeste aandacht ging uit naar verbreding van opleidingen. Er werden hogeschoolbrede kaders geformuleerd voor de invoering van majors en minors en voor het enten ervan op domeincompetenties in plaats van competenties voor specifieke beroepsprofielen. De faculteiten Informatica, Social Work, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Arbeid en Recht zetten de eerste stappen richting verbreding.
De toenemende samenwerking tussen faculteiten en lectoraten/kenniskringen was gericht op inhoudelijke kennisontwikkeling en verdere professionalisering van zowel docenten als studenten. De thematische zwaartepunten van de lectoraten/kenniskringen hebben een belangrijke vernieuwende waarde voor het onderwijs. Voorbeelden zijn het onderzoek naar duurzaamheid in relatie tot toerisme (lectoraat Toerisme & Cultuur), vraaggestuurd werken in de gezondheidszorg, bevorderende en belemmerende factoren in maatschappelijke participatie (lectoraat Autonomie & Participatie), nanotechnologie (lectoraat Life Sciences) en de betekenis van openbaarheid, van taal en van communicatietechnologie (lectoraat Nieuwe Theatraliteit). Een andere vorm van kennisontwikkeling is het praktijkleren via leerbedrijven in het project Zuyderbrug. Doel hiervan is ondernemerschap te bevorderen bij studenten en medewerkers, een omgeving te bieden voor relevante werk- en leerervaringen en de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven in de Euregio te verbeteren. Voorbeelden van leerbedrijven zijn de Proeftuin ICT, CMD-Solutions (Communication and Multimedia Design) en het simulatiehotel van de Hoge Hotelschool (twee restaurants, twee keukens, een campushotel). In 2005 zullen ook de faculteiten Life Sciences, Facility Management en Verpleegkunde met een leerbedrijf gaan werken.
Onderwijs | Primaire dienstverlening
2.1 | Onderwijs Doelen 2004 Voor 2004 stelde de hogeschool zich op het gebied van het onderwijs doelen ten aanzien van: 1 maatwerkonderwijs voor studenten en cursisten 2 dienstverlening aan studenten 3 kwaliteit van onderwijs Deze doelen hangen nauw samen met het streven van de hogeschool om haar verwevenheid met de omgeving te vergroten, via de kennispoortfunctie. Hieronder wordt nagegaan in hoeverre deze doelen werden gerealiseerd en wordt tevens stilgestaan bij andere belangrijke ontwikkelingen op onderwijsgebied. Realisatie doel 1: maatwerkonderwijs voor studenten en cursisten Programma maatwerk Het programma Maatwerk omvatte in 2004 tientallen projecten in faculteiten op het gebied van studieloopbaanbegeleiding, persoonlijke opleidingsplannen, leeractiviteiten en competentiegericht onderwijs, assessments en portfolio. Tevens was er sprake van negen hogeschoolbrede projecten. In 2004 waren 450 medewerkers rechtstreeks bij maatwerk betrokken. Op een druk bezochte conferentie ‘Trots op Maatwerk’ presenteerden medewerkers van de faculteiten de resultaten van hun inspanningen. Deze conferentie werd vervolgd in een aantal masterclasses onder leiding van professor Joseph Kessels waarin ‘parels’ van maatwerk leidden tot reflectie, inspiratie en kennisuitwisseling. De opleidingen Small Business
31
& Retail Management, het Flextraject Logopedie en het traject Leraar Basisonderwijs voor Onderwijsassistenten werden tot dergelijke ‘parels’ benoemd. De opbrengsten van het programma en de projecten werden verspreid via de interne nieuwsbrief OP MAAT en het interne infonet van de hogeschool. Studieloopbaanbegeleiding In 2004 gaf de hogeschool in haar programma maatwerk prioriteit aan projecten op het gebied van studieloopbaanbegeleiding. Hierbij staat de ontwikkeling van de individuele student in zijn studieloopbaan centraal. Het gaat om het unieke van elke student met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden, om de ruimte voor elke student om goed te presteren op zijn eigen manier. De student speelt in dit proces een belangrijke rol in het onderkennen en formuleren van zijn eigen leerbehoeften ten aanzien van studie en beroep. Deze leerbehoeften worden steeds bezien in het licht van de ontwikkeling tot innovatief vakmanschap. Cruciaal in de studieloopbaanbegeleiding is de juiste en persoonlijke match tussen datgene wat de student vraagt en wat de opleiding kan bieden. Studieloopbaanbegeleiding vormt één doorgaande lijn met de voorbereiding op het maatschappelijk functioneren. In 2004 hadden 30 faculteitsprojecten betrekking op studieloopbaanbegeleiding en 25 op persoonlijke opleidingsplannen. Toetsing, assessments en examens Maatwerkonderwijs vergt ook maatwerk in toetsing: competentie-assessment bij instromende studenten (toetsen van eerder verworven competenties) en competentie-assement bij studenten die uiteenlopende leerwegen hebben bewandeld. De hogeschool heeft in 2004 een assessmentteam binnen het programma maatwerk benoemd. Taken zijn: informatie verstrekken over de in de hogeschool aanwezige expertise, bemiddelen
32 Primaire dienstverlening | Onderwijs
bij expertise-uitwisseling en bij overdracht van modellen en begeleiden bij het ontwikkelen en implementeren van assessments. Ook verstrekt het team informatie aan studenten, omdat zelfbeoordeling een belangrijk aspect is bij zelfsturing. Een andere belangrijke ontwikkeling is het hogeschoolbrede project Toetsservice-systeem ten behoeve van het beheer, de afname en de rapportage van beveiligde beeldschermtoetsen. De hogeschool ziet erop toe dat de examencommissies van de opleidingen verantwoording afleggen over de samenstelling van de examencommissie en over het toezicht op de kwaliteit van de examens. In 2005 zal er binnen het programma maatwerk aandacht worden besteed aan de veranderende rol van de examencommissie binnen vraaggericht competentieonderwijs. Realisatie doel 2: dienstverlening aan studenten Instroom, doorstroom, uitstroom en rendement In 2004 bedroeg de totale instroom van studenten aan Hogeschool Zuyd 4.353. De instroom in de propedeuse bedroeg 3.713. Het marktaandeel van onze hogeschool in de totale Nederlandse HBO-instroom bedroeg volgens de cijfers van de HBO-Raad 3,72% in het verslagjaar. In de periode van 2000 t/m 2003 schommelde dit tussen 3,39% en 3,70%. Van de totale instroom ging 89% naar een voltijdse, 9% naar een deeltijdse en 2% naar een duale opleiding. De hogeschool zal het ‘werkplekleren’ dan ook meer binnen de voltijdse en deeltijdse opleidingen dan binnen de specifieke duale variant verder ontwikkelen (o.a. leerbedrijven).
In 2004 is het aantal studiestakers na een jaar van daling weer gegroeid naar 1404. Dit is 38% van de bekostigde instroom in 2003 (het jaar daarvóór 34%). Dit onderstreept dat er veel aandacht moet worden besteed aan instroommanagement. In het verslagjaar kregen 500 propedeuse-studenten een bindend afwijzend studieadvies ofwel 14% van de instroom. In 2002 en 2003 kregen respectievelijk 16 en 10% een dergelijk afwijzend advies. De opleidingen vertoonden hier, net als in voorafgaande jaren, grote verschillen: het percentage bindende afwijzende adviezen varieerde bij voltijdse opleidingen tussen 0 en 50%. Het aantal afgestudeerden nam eveneens toe, tot 2.526 (2003: 2.349). Het totale diplomarendement na vijf jaar van de instroomcohorten ‘97/’98 en ‘98/’99 lag respectievelijk op 59 en 58%. Voor instromende studenten in voltijdse opleidingen lag dit rendement op respectievelijk 60 en 58%. Voor het instroomcohort 1998 van Hogeschool Zuyd lag het gemiddelde opleidingsrendement na vijf jaar 3% hoger dan het landelijk gemiddelde (gegevens HBO-Raad: 54 versus 51%). Deze cijfers betreffen alleen de studenten die voor de eerste keer instromen in het HBO. Van alle studenten die instroomden in een van de opleidingen van Hogeschool Zuyd (instroomcohorten ‘97/’98 en ‘98/’99) haalden uiteindelijk respectievelijk 59 en 58% binnen vijf jaar een einddiploma. Voor instromers in voltijdse opleidingen lag dit rendement op respectievelijk 60 en 58% (gegevens Hogeschool Zuyd).
Onderwijs | Primaire dienstverlening 33
Toelating en selectie De hogeschool past bij de opleidingen Fysiotherapie en Communication and Multimedia Design (CMD) een instellingsfixus toe. Daarnaast voert zij bij de Kunstopleidingen, de Hoge Hotelschool en de opleiding Logopedie aanvullend onderzoek uit om geschikte kandidaten voor de instroom te selecteren. Bijzonder is de aanwijzing van de opleidingen Fysiotherapie en Logopedie door de landelijke commissie ‘Ruim Baan voor Talent’. Daarmee worden deze twee opleidingen in staat gesteld een experiment uit te voeren met selectie, collegegeldverhoging en flexibele toelating. De positieve beoordeling is gebaseerd op de onderwijsvernieuwing die Hogeschool Zuyd de afgelopen jaren met projecten voor onderwijsmaatwerk heeft gerealiseerd. Instroommanagement: aansluiting met Voortgezet Onderwijs en Middelbare Beroepsopleidingen In 2004 was 41% van de instroom afkomstig van het HAVO, 12% van het VWO en 20% van het MBO. De overige instromers maakten 27,6% van het totaal uit. Gezien deze diversiteit heeft de hogeschool in 2004 extra ingezet op instroommanagement. Doel hiervan is om bestaande en nieuwe initiatieven op het gebied van aansluiting, instroom en doorstroom te bundelen en te versterken, met als leidend principe: de juiste student op de juiste plaats. In 2005 start interne en externe dienstverlening op het gebied van voorlichting, werving en selectie, sociale introductie, relatiemanagement en inhoudelijke toerusting. Instroommanagement maakt integraal deel uit van de studieloopbaanbegeleiding en van het Programma Maatwerk.
In 2004 zijn de activiteiten richting MBO en VO geïntensiveerd, zowel op docent- als op bestuurlijk niveau. Daarbij is onder andere ruim aandacht besteed aan de analyse van doorstroomgegevens en aan de terugkoppeling hiervan naar de ROC’s en VO- scholen in de regio. Ook vonden er in 2004 activiteiten plaats ter stimulering van de instroom van allochtone studenten (MIDAS-project). Activiteiten MBO-HBO In diverse sectorale werkgroepen MBO-Hogeschool Zuyd zijn onderwijsproducten gerealiseerd die bijdragen aan de totstandkoming van doorlopende leerwegen, zoals een regionaal intake-assessment, een doorstroomportfolio gericht op oriëntatie en zelfselectie, een voorbereiding in het MBO op vraagsturing bij Hogeschool Zuyd en diverse verkorte leerroutes, waaronder het landelijke project MEO-HEO Zuid-Nederland. Een aantal van de projecten heeft tevens geleid tot concrete samenwerking met werkgevers in de regio. Een bijzonder voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen de opleiding Verpleegkunde van Hogeschool Zuyd, de opleiding Verpleegkunde van het ROC Arcus College en een regionale instelling voor ouderenzorg; hierbij gaan leerlingen en studenten concreet een afdeling van die instelling runnen (zorgunit als leerbedrijf). Activiteiten VO-HBO In de werkgroep VO-HBO is met name aandacht geschonken aan een betere spreiding van aansluitingsactiviteiten over de studiejaren van de VO-opleiding. Het streven is om reeds vanaf het derde studiejaar in het VO te starten met zinvolle aansluitingsactiviteiten. De hogeschool participeert tevens zowel op regionaal als landelijk niveau in projecten met VO-scholen waarin wordt samengewerkt en geëxperimenteerd rondom de aansluiting tussen HAVO en HBO.
34 Primaire dienstverlening | Onderwijs
realisatie doel 3: kwaliteit van onderwijs Studenten met functiebeperkingen Voor studenten met functiebeperkingen werkte de hogeschool in 2004 aan de ‘routeplanner’. Deze is met inzet van zogeheten impulsgelden van het ministerie van OCW ontwikkeld in de kenniskring ‘Autonomie en Participatie’. De decanen van de faculteiten zullen de student steunen en faciliteren bij het ontwerpen van zijn routes door het leerproces en door de gebouwen van de hogeschool. Studentvoorzieningen De hogeschool heeft in het verslagjaar stevig ingezet op de standaardisering van de informatie aan studenten: een standaard Onderwijs- en Examenregeling, een verbeterd systeem van studiepuntenregistratie (OSIRIS) en het interne infonet. De activiteiten rond Student & Stad werden in de drie steden voortgezet, de dienstverlening van de studentpsycholoog werd verder uitgebouwd en er werd overleg gevoerd met NOC/NSF over facilitering van het onderwijs voor topsporters. In verband met het belang en de complexiteit van al deze activiteiten heeft het bestuur besloten in 2005 over te gaan tot inrichting van een Dienst Studentenzaken. Financiële ondersteuning studenten In 2004 deden 38 studenten een beroep op de regeling financiële ondersteuning (in 2003: 41). Er waren 20 toezeggingen en vier afwijzingen. Veertien aanvragen zijn aangehouden. De uitbetaalde ondersteuning bedroeg € 47.488 tegenover € 61.905 in 2003 (er werden meer zaken aangehouden dan in 2003).
Keuzegids Hoger Onderwijs en onderzoek Elsevier Hogeschool Zuyd scoorde ook in 2004 goed in de landelijke Keuzegids Hoger Onderwijs. Haar verschillende vestigingen behaalden de vijfde (Sittard), elfde (Heerlen) en dertiende (Maastricht) plaats op een lijst van 33 hogescholen. Vijftien van onze 35 in de Keuzegids besproken opleidingen (42%) scoren volgens het oordeel van de studenten een zeven of hoger. Daarbij spande de Toneelacademie de kroon met een studentenscore van 7,72. Het oordeel van deskundigen is slechts bij elf van onze opleidingen vergeleken met de overige opleidingen in het land. Hierbij scoorden zeven opleidingen 6,5 of hoger en vier opleidingen tussen 6,0 en 6,5. Ook in de jaarlijkse Elsevier-special nam onze hogeschool dit jaar weer een goede plaats in. Acht van haar opleidingen werden in 2004 beoordeeld. De opleiding Informatiedienstverlening en Management staat op een eerste plaats (van vijf) en de opleiding Technische Bedrijfskunde op een tweede (van 14). In totaal scoorden zes van de acht opleidingen bovengemiddeld. Prijzen Ook de diverse prijzen die studenten van Hogeschool Zuyd toevielen kunnen worden beschouwd als een indicator voor de kwaliteit van de hogeschool. In hfdst. 1.4 van dit jaarverslag is daar reeds melding van gemaakt.
Onderwijs | Primaire dienstverlening 35
studenten
personeel
Toneelacademie
Studentenmonitor en personeelsmonitor In april 2004 heeft de hogeschool weer haar jaarlijkse studentenmonitor afgenomen. 4040 Studenten (32% van alle studenten) gaven gemiddeld een rapportcijfer van 6,73 voor de totale kwaliteit van hun opleiding. De hoogste faculteitsscore was 7,91 (Toneelacademie) en de laagste score was nog steeds een 6,3. Het meest tevreden blijken studenten over het niveau van het onderwijs, het stimulerende karakter ervan, de studeerbaarheid en de docenten. Het minst tevreden zijn zij over de vraag of er iets met de evaluaties wordt gedaan, over de interne organisatie van de opleiding en over de tentamens. De resultaten van deze monitor leidden binnen de faculteiten tot uiteenlopende verbeteracties. Een vergelijkbare monitor werd in 2004 ook afgenomen onder de medewerkers van de hogeschool. 770 medewerkers (59% van het personeelsbestand) gaven gemiddeld een rapportcijfer van 6,9 voor de totale kwaliteit van hun opleiding. De uitkomsten van de studentenmonitor en de personeelsmonitor bieden in combinatie met elkaar een goed beeld van de mate van tevredenheid over de kwaliteit van de opleidingen in 2004. Dat is te zien in onderstaande grafiek, waarin personeelsleden én studenten een rapportcijfer geven voor de totale kwaliteit van hun opleiding.
ABK Conservatorium Sociaal Werk SPH Sittard SPH Maastricht Arbeid en Recht HEAO Marketing Management HEAO Financieel Management Internationele Communicatie FM HEAO ICT ICT Management ICT Techniek Life Sciences Bouw Onderwijs Verpleegkunde Logopedie Gezondheid en Techniek Ergotherapie
5,00
5,50
6,00 6,50
7,00
7,50
8,00
Interview 3 37
Lange tijd
Thema:
Internationalisering
Tot haar verrassing heeft ze lange tijd nodig gehad om zich weer enigszins aan te passen aan haar leven in Nederland. En eigenlijk is het nooit meer hetzelfde geworden als voor de stage. Karin: “Ik ben zelfstandiger geworden. Zoek sneller naar een makkelijke oplossing. Ik denk veel rechtstreekser, stel prioriteiten, filter wat nu belangrijk is en wat niet.” Verrijking
Karin Janssen heeft haar afstudeerstage HBO-Verpleegkunde in Zuid-Afrika voltooid. Daar heeft ze in een ziekenhuis voor de lokale bevolking gewerkt en is ze betrokken geweest bij een project voor zwangere vrouwen. De zes maanden in het land hebben meer teweeg gebracht dan ze vooraf verwacht had. “Ik ben er nu nog dagelijks mee bezig”, zegt Karin Janssen, thans werkzaam bij de maatschappelijke opvang voorziening in Geleen. “De impact is groter dan je denkt.” Vooral op het persoonlijk vlak is ze veranderd. Ze kijkt anders tegen het Westerse leven aan. Is zich meer bewust geworden van zaken die we hier als vanzelfsprekend zien. Of zaken die hier een probleem zijn maar waar men zich ginder niet druk over maakt. “Vooral het feit dat een mensenleven in Zuid-Afrika minder waard is dan hier heeft indruk gemaakt. Daar is het normaal dat mensen op hun 30e dood gaan. In Zuid-Afrika is het vooral belangrijk hoe je nu leeft.”
Vooral op het persoonlijk vlak vindt de oud-studente HBO-V de buitenlandse stage een verrijking. Méér dan op het vakinhoudelijke gebied. Ze kan het andere studenten aanraden, maar vraagt zich af of je als opleiding zo’n stage heel actief moet promoten. “Nu is er een college over internationalisering. Wil je daarna meer, dan moet je je zelf melden. Wanneer je actief internationalisering gaat stimuleren, loop je kans verkeerde studenten aan te trekken. Studenten die denken dat zo’n half jaar een vakantie is. Dat is het beslist niet.” Terug? Karin zoekt, terug in Nederland, een middenweg. “Je moet je aanpassen, want anders maak je het jezelf erg moeilijk. Onbewust denk je echter elke dag terug aan zaken daar.” Ze zou dan ook best in Afrika willen gaan werken. “Maar ik heb een relatie, die heeft zes maanden Zuid-Afrika overleefd en daar ligt nu mijn prioriteit. Maar mocht de relatie uit raken, dan maak ik wellicht de keus terug te gaan. Afrika blijft trekken.”
38 Primaire dienstverlening | Onderwijs
Audits De audits die de Audit & Control Groep van de hogeschool in 2004 verrichtte hadden twee accenten. Bij opleidingen ging het met name om tussentijdse audits. Deze beogen een meting in het cyclische verbeterproces dat gelegen is tussen twee zelfevaluaties en visitaties. Het tweede accent is de introductie van kwaliteitszorg bij ondersteunende diensten. Anders dan opleidingen kennen ondersteunende diensten geen externe, landelijke kwaliteitszorg. Echter de kwaliteit van dergelijke diensten vormt een onmisbare voorwaarde voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Reactie op visitatierapporten In 2004 verschenen er nog vijf visitatierapporten ‘oude stijl’. De verbeteracties die voortvloeien uit de visitatierapporten zijn opgenomen in de reguliere interne planning- en controlcyclus van de betreffende faculteiten. De opleiding Management, Economie en Recht (MER) had ook deze keer weer een prima visitatie. De faculteit HEAO Marketing Management werkte (mede) voor de opleiding MER aan de invoering van toetscommissies, het herontwerp van de propedeuse en aan een project studieloopbaanbegeleiding. De wetenschappelijke oriëntatie wordt versterkt door samenwerking met het lectoraat Toerisme en Cultuur en de externe oriëntatie door samenwerking in het expertisecentrum ‘Ondernemen’. Naar aanleiding van de visitatierapporten van haar opleidingen Vertaalacademie, Oriëntaalse Talen en Communicatie en International Business and Languages werkte ook de faculteit Internationale Communicatie aan verbeteringen. Deze waren gelegen op het terrein van competentiegericht maken van de opleidingscurricula, en het efficiënter inrichten van de curricula (bachelor-masterstructuur, major/minor-keuzemogelijkheden). Hierbij wordt bezien wat te brengen en/of te halen is bij de andere opleidingen (o.a. English Programme). Ook besteedde deze faculteit aandacht aan verbetering van haar toetsbeleid en studievoortgangsbegeleiding.
De opleiding Creatieve Therapie van Hogeschool Zuyd werd in het visitatierapport (2004) als beste van Nederland beoordeeld. Er werden op basis van de visitatie ook nog enkele verbetermaatregelen getroffen, waaronder een verbetering van de cyclus plan → do → check → act (PDCA), zodat de bewaking van de kwalificaties en de onderwijsfaciliteiten meer geborgd zijn. Er was aandacht voor verbreding van het curriculum, voor het maior/ minor-stelsel en voor toetsing en assessments. Daarnaast formuleerde de faculteit een visie op de instroom vanuit het MBO om het reeds enkele jaren lopende maatwerkproject MBO-HBO verder te verbeteren. In het kader van verbreding van de opleidingen is de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening per 1 september 2004 opgenomen in de brede faculteit Sociaal Werk en vormt de opleiding Creatieve Therapie sinds die datum één faculteit samen met de opleiding Ergotherapie. De Faculteit Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht heeft de NVAO in december 2004 geïnformeerd over de ‘Stand van Zaken’ binnen haar opleidingen Beeldende Kunst & Vormgeving en Docent Beeldende Kunst & Vormgeving sinds de verschijning van het kritische visitatierapport in 2002. Daarbij rapporteerde de faculteit op verzoek van de NVAO haar voortgang inzake de afstemming op de eisen van het maatschappelijk werkveld, de dekking en samenhang van het onderwijs, studiebegeleiding, toetsing en personeelsbeleid. Accreditatie Wat betreft externe kwaliteitszorg stond 2004 in het teken van het nieuw ingevoerde stelsel van accreditatie van hoger onderwijs in ons land. Twaalf opleidingen schreven een zelfevaluatierapport en werden bezocht door de visitatiepanels van het bureau Netherlands Quality Agency (NQA). Dit is de visiterende en beoordelende instelling die door
Onderwijs | Primaire dienstverlening 39
Hogeschool Zuyd is gecontracteerd. NQA heeft de beoordeling door haar panels neergelegd in rapporten en deze aan de hogeschool voorgelegd. Volgens de NQA voldoen alle opleidingen aan de eisen die de NVAO stelt. Het best scoort de opleiding SPH te Maastricht (op de 21 facetten scoort zij 1 keer excellent en 18 keer goed). Gemiddeld scoren de opleidingen op 9 facetten goed en op 0,25 onvoldoende. Één deeltijdopleiding scoort op vier facetten onvoldoende maar door de spreiding van deze facetten over diverse onderwerpen voldoet zij volgens het panel toch aan de eisen die de NVAO stelt. Vervolgens heeft de hogeschool deze rapporten rond 31 december 2004 ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) met het verzoek om accreditatie van de twaalf opleidingen. De beoordeling door de NVAO is in de eerste helft van 2005 te verwachten. In september 2004 is een tweede tranche van vijf opleidingen gestart met de zelfevaluatie. In 2005 zullen zowel het interne proces als de beoordeling en begeleiding door NQA worden geëvalueerd. Overige ontwikkelingen Internationalisering voor iedereen Gezien de ligging van de hogeschool in de Euregio en de toenemende internationalisering van de onderwijsruimte, de beroepen en de arbeidsmarkt moet internationalisering een dimensie zijn van elke opleiding en voor elke student en medewerker van Hogeschool Zuyd. De hogeschool streeft dan ook naar sociale en culturele verrijking van haar studenten en medewerkers en naar het verbreden van de beroepscompetenties van de student door internationale elementen in het curriculum in te bouwen. Daartoe werkt zij samen met Europese mobiliteitsprogramma’s; zo nam het aantal stage-uitwisselingen via het Leonardo-programma toe van 40 in 2002 tot 200 in 2004. De hogeschool investeerde in een hogeschool-
breed relatiebestand, nam deel aan Europese netwerken in diverse onderwijs- en onderzoeksdomeinen en, als enige Nederlandse hogeschool, aan het Quality Culture Project (onderdeel Joint Masters) van de European University Association (EUA). Met het oog op deze internationale netwerken werd de Engelstalige website van de hogeschool verder uitgebouwd. De hogeschool werkt tevens aan een inburgeringsprogramma voor internationale studenten. Onderwijsmodules ‘Engelse taal’ en Engelstalige programma’s maken steeds meer deel uit van de diverse opleidingen. Bijzondere gebeurtenissen in 2004 zijn in dit verband: • de start van een rijk geschakeerd Engelstalig programma van één semester voor ‘uitwisselingsstudenten’ uit België, Finland, Frankrijk en Hongarije binnen de faculteit Internationale Communicatie • de start van de master Communication and Multimedia Design die samen met de Katholieke Hogeschool Diepenbeek te België wordt aangeboden • de internationale Theaterdagen van de Toneelacademie over ‘Europa’ • het symposium van de opleiding Macess over de sociale toekomst van Europa • de ontvangst door Kenniskring CESRT van een ruime subsidie voor Euregionaal onderzoek naar armoede en uitsluiting • de deelname van Kenniskring Life Sciences aan Euregionaal onderzoek naar de effecten van fijnstof voor de gezondheid. Bij dit laatste onderzoek zijn 19 studenten betrokken. • de hogeschool heeft samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de Tshwane University (Zuid-Afrika) en de Fachhochschule Köln. • de samenwerkingsovereenkomsten met de Kyolo University of Foreign Studies en met deBejing Polytechnic University zijn op bestuursniveau vernieuwd.
40 Primaire dienstverlening | Onderzoek
2.2 | Onderzoek Nieuwe opleidingen Naast bovenstaande ontwikkelingen heeft de hogeschool ook enkele nieuwe opleidingen gerealiseerd. Van belang voor de regio is de opleiding Advanced Nursing Practitioner (ANP). Deze heeft de ‘toets nieuwe opleidingen’ van de NVAO met positief gevolg doorstaan. Haar ‘macrodoelmatigheid’ is door het ministerie van OCW positief beoordeeld. De opleiding start in september 2005 met 19 studenten. Daarnaast zijn er twee nieuwe masteropleidingen van start gegaan: Personal Leadership in Innovation and Change en de masteropleiding Vaktherapieën (in samenwerking met de Hogeschool van Utrecht en de Saxion Hogeschool Enschede). Verbeteringen Vraaggestuurd, competentiegericht onderwijs is het belangrijkste meerjarig beleidsprogramma op het gebied van onderwijs. De hogeschool zal op dit terrein nog aan belangrijke verbeteringen werken. Voor 2005 richt zij haar beleid dan ook op de volgende punten: • een persoonlijk opleidingsplan voor alle studenten • vergroting van het inzicht van studenten in het onderwijsaanbod door totstandbrenging van een Cursus Catalogus Zuyd • versterking van de aansluiting van het onderwijs op de diversiteit van de instroom (instroommanagement) • systematische ontwikkeling van competentiegerichte toetsing Daarnaast zal de hogeschool in 2005 ook werken aan een betere coördinatie van de dienstverlening aan de student. Zij zal dat aanpakken door inrichting van een dienst studentenzaken.
De hogeschool beschouwt onderzoek als haar ‘tweede primaire proces’. Zij stimuleert dit sinds 2002 door het instellen en onderhouden van kenniskringen en lectoraten. Het beleid van de hogeschool was in 2004 gericht op eerste aanzetten tot onderzoeksbeleid binnen faculteiten, op samenwerking tussen faculteiten en lectoraten en op kennisuitwisselingsen kennisontwikkelingsrelaties. Lectoraten Lectoraten leveren een bijdrage aan de kennisinnovatie van de beroepspraktijk, aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en aan de professionalisering van de docenten. Zij onderhouden en ontwikkelen wetenschappelijke relaties en gaan samenwerkingsverbanden met bedrijfsleven en beroepsorganisaties aan in of buiten de (Eu)regio. In 2004 had Hogeschool Zuyd tien lectoraten. Daardoor hebben alle faculteiten - afgezien van Techniek en HEAO Financieel Management - directe toegang tot onderzoek en innovatie van beroep en onderwijs. Ongeveer 70 docenten van de hogeschool zijn inmiddels lid van een kenniskring. Het streven is erop gericht dat zij hun ervaringen m.b.t. innovatie en onderzoek verspreiden via zg. ‘second circles’. De portfolio’s van uitgevoerd onderzoek en van onderzoek in uitvoering groeien gestaag. Hoogtepunten De inaugurale rede van een lector is zijn officiële start en tegelijk een hoogtepunt: geïnaugureerd werden Henk Sangen, lector Infonomie en Nieuwe Media, Paul Borm, lector Life Sciences (tevens hoogleraar aan de Medische Faculteit van de Universiteit van Düsseldorf) en Wil Munsters, lector Toerisme & Cultuur. Pim Martens werd benoemd tot lector Duurzame Ontwikkeling (en tevens tot hoogleraar aan de Universiteit
Contractactiviteiten | Primaire dienstverlening
Maastricht en de Open Universiteit Nederland). Daarnaast was er de succesvolle verdediging door Nol Reverda van zijn proefschrift over de rol van de Regio in Europa en zijn daarop volgende benoeming tot lector in de kenniskring Comparative European Social Research and Theory (CESRT). Ook vond de toekenning plaats van de wetenschappelijke auteursprijs van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie aan docente Susy Braun, lid van de kenniskring Life Sciences. Ontwikkeling van onderzoeksbeleid In het afgelopen jaar werd geïnventariseerd welk onderzoek lectoraten en faculteiten uitvoerden en hoe zij werkten aan randvoorwaarden, kwaliteitszorg, professionalisering en aan verspreiding van onderzoekscompetenties en -resultaten. Deze inventarisatie resulteerde in een voorstel voor een onderzoeksbeleidskader voor de hogeschool. Daarnaast hebben de lectoren gezamenlijk een ‘Notitie Onderzoek Hogeschool Zuyd’ geschreven, waarin zij hun visie geven op de inhoudelijke, voorwaardenscheppende en organisatorisch/bestuurlijke aspecten van het onderzoeksbeleid van de hogeschool. Op basis van deze activiteiten zullen in 2005 de hogeschoolkaders voor onderzoek worden vastgesteld. Daarnaast zullen alle faculteiten hun onderzoeksbeleid formuleren. Zij werken daartoe elk samen met één of enkele lectoraten. Knelpunten Lectoraten en kenniskringen hebben sinds 2002 een eigen positie binnen de hogeschool verworven. Knelpunt is nog het ontbreken van uitgewerkt onderzoeksbeleid binnen de faculteiten en van hogeschoolkaders voor dit faculteitsbeleid. Ook moeten de faculteiten, lectoraten en expertisecentra (inclusief de contractactiviteiten) nog verder komen in onderlinge samen-
41
werking en gezamenlijke benadering van de omgeving. Deze elementen maken daarom deel uit van het hogeschoolbeleid voor 2005 en daaropvolgende jaren.
2.3 | Contractactiviteiten Hogeschool Zuyd Contracting BV opereert op het snijvlak van onderwijs, onderzoek en dienstverlening. De drie business units van de BV (Economie, Techniek, Welzijn & Zorg) continueerden in 2004 tientallen postHBO-cursussen, post-HBO leergangen en in-company bedrijfsopleidingen. Daarnaast zetten zij in het verslagjaar bestaande activiteiten voort, zoals workshops, management coaching alsmede diensten ten aanzien van onderzoek, advies en vacaturevervulling. Vanzelfsprekend besteedden de business units aandacht aan marketing. Binnen www.hszuyd.nl realiseerden zij een website over contractactiviteiten. Samen met andere units in de hogeschool werden voorbereidingen getroffen voor de aanschaf van een CRM-systeem en was er gezamenlijk overleg over marketing communicatie. Vanaf september 2004 hanteren de business units hetzelfde administratief systeem, calculatiemodel en standaard facturatie. Ondanks de geleverde inspanningen moet worden vastgesteld dat Hogeschool Zuyd Contracting BV er over het geheel genomen - mede als gevolg van de economische recessie - nauwelijks in slaagde vernieuwing aan te brengen in haar producten en diensten. De business units hadden te kampen met een terugloop van hun productiewaarde. Onder productiewaarde van de business units verstaan wij hun extern en intern gegenereerde omzet, inclusief de omzet van reeds eerder lopende projecten:
42 Primaire dienstverlening | Contractactiviteiten
jaar 2003 2004
productiewaarde van de business units € 3.330.449 € 2.290.103
Ook trad er in 2004 een aanzienlijke verslechtering op van het resultaat van de Hogeschool Zuyd Contracting BV. Het totale resultaat (incl. overhead) van de BV bedroeg na belasting:
jaar 2003 2004
resultaat na belasting van Contracting BV € 212.578 positief € 85.860 negatief
Het negatieve resultaat in 2004 valt toe te schrijven aan met name de business unit Welzijn & Zorg. De unit Techniek en de unit Economie daarentegen behaalden een positief resultaat. Het college van bestuur heeft geconcludeerd dat de hogeschool in de komende jaren meer zal moeten investeren in acquisitie en nieuwe productontwikkeling. In 2004 heeft het college van bestuur besloten de contractactiviteiten opnieuw te positioneren binnen de hogeschool. Inmiddels hebben de business units een nadere uitwerking gemaakt van de beoogde samenwerking met faculteiten, lectoraten en kenniskringen. Deze samenwerking moet in 2005 een nieuwe en hechtere basis krijgen binnen de op te richten expertisecentra. Deze zullen verantwoordelijk zijn voor de contractactiviteiten.
44 Interview 4
Wisselwerking
Thema:
Kennispoort
Combinatie met externe deskundigheid is sterk Eric Wijffelaars heeft een ontwerpatelier, waar hij onder andere meubels ontwerpt. Studenten Ergotherapie hebben voor hem een kinderfauteuil onder de loep genomen. En studenten HEAO Commerciële Economie proberen het product nu te vermarkten. “Als je kunt zeggen dat zo’n kinderfauteuil ergonomisch verantwoord is, heb je een extra verkoopargument in handen. Bovendien: de drie studenten waren alledrie vrouw en zeiden dat ze het stoeltje zouden kopen, mochten ze zelf kinderen hebben. Dat was voor mij een belangrijke bevestiging”, vertelt Eric Wijffelaars over de samenwerking met de studenten Ergotherapie. In het verkooptraject is zo’n uitspraak over de ergonomische kant belangrijk. “Maar als eenmanszaak is het financieel onhaalbaar daarvoor een externe partij in de arm te nemen.”
Toch is het de Weerter ontwerper niet alleen hier om te doen geweest. Hij vindt het leuk om met studenten samen te werken. Ze zijn direct, zeggen onbevangen wat ze over een product denken. “En ik vind het leuk op deze manier de studenten de kans te geven met een echte case bezig te zijn.” De studenten kunnen er ook iets van opsteken. Dankzij de inbreng van de studenten heeft de ontwerper de leeftijd van de doelgroep voor de fauteuil beter kunnen omschrijven. “Ik dacht eerst aan de doelgroep 1 tot 10 jaar, nu zijn we uitgekomen op 3 tot 7 jaar.” In de markt zetten Nu zijn studenten Commerciële Economie bezig de fauteuil in de markt te zetten. Ze hebben een presentatie gemaakt, benaderen potentiële verkooppunten, hebben meegewerkt aan een website met een afgesloten deel waar retailers kunnen bestellen. “Ik ben geen standaardbedrijf. Dat is leuk voor studenten. En als kunstenaar kan ik dit niet allemaal alleen doen. Ik heb mensen nodig om zaken uit te zoeken. De combinatie met een zakelijke partner én de studenten is juist sterk.”
46 Bedrijfsvoering | Personeel
3. Bedrijfsvoering
3.1 | Personeel Beleidsdoelen In 2004 is de personeelsleden in een enquête gevraagd hoe zij denken over het personeelsbeleid en de personeelszorg in Hogeschool Zuyd. De enquête die een respons van 53% opleverde wees uit dat personeelsleden van mening zijn dat het personeelsbelang bij belangrijke beslissingen in de hogeschool zwaarder zou mogen tellen. Bovendien vonden zij dat de personeelsplanning geen sterk punt is en dat de hogeschool meer moet investeren in haar personeel. Dit vormt een belangrijke indicatie voor verdere verbetering van personeelsbeleid en personeelszorg. Om haar strategische doelen te realiseren vindt Hogeschool Zuyd het noodzakelijk dat haar medewerkers een hechte relatie ontwikkelen met de diverse sectoren in het beroepenveld. Bovendien moet hun werkhouding worden gekenmerkt door het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid. Op grond van haar onderwijsvisie ziet de hogeschool graag dat docenten verschillende rollen vervullen: aanbieder van vakkennis, ontwerper van studietaken en leeractiviteiten, begeleider van leerprocessen, beoordelaar van vakkennis en competenties, accountmanager van opleidingspakketten, onderzoeker respectievelijk begeleider van onderzoek en gesprekspartner van practici en toepassers. Kortom: ambassadeurs van de Hogeschool Zuyd. In het verlengde hiervan vindt de hogeschool dat ook medewerkers van ondersteunende diensten ondernemend moeten zijn en op een klantgerichte houding beoordeeld moeten worden.
Realisatie doelen 2004 Voor het jaar 2004 heeft de hogeschool zich als expliciet doel gesteld: vergroting van het ‘werkbereik’ alsmede van de deskundigheid van de medewerkers. Het resultaat zou als volgt zichtbaar moeten worden: 1. werkbereik: het aantal medewerkers dat tevens werkzaamheden verricht bij een andere faculteit of ondersteunende dienst, of deelneemt aan een kenniskring/lectoraat of expertisecentrum van de hogeschool. Dit aantal blijkt in 2004 gemiddeld 12 per faculteit te zijn geweest. Echter het beeld is enigszins vertekend doordat faculteiten in omvang variëren. Bovendien hebben er in 2004 enkele facultaire reorganisaties plaatsgevonden. Waarschijnlijk is het betekenisvoller het werkbereik in de komende jaren in percentages uit te drukken. 2. deskundigheid: het percentage medewerkers met wie in het jaargesprek afspraken over deskundigheidsbevordering worden vastgelegd. In 2004 bleek dit voor 58% van de medewerkers op te gaan. Het college van bestuur gaat ervan uit dat er vanaf 2005 met alle medewerkers een dergelijk jaargesprek zal plaatsvinden. Kerncompetenties In het verslagjaar heeft de hogeschool zes ‘kerncompetenties’ vastgesteld die zij voor alle medewerkers noodzakelijk vindt met het oog op de realisatie van haar strategische doelen. Dit zijn achtereenvolgens: resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, samenwerking, omgevingsbewustzijn, materiedeskundigheid en veranderingsgerichtheid. Deze zes competenties geven voor de periode 2005 t/m 2008 richting aan het HRM-beleid van de hogeschool. Aan een deel van deze competenties zijn reeds herkenbare gedragskenmerken verbonden. Hierdoor kon in 2004 een begin worden gemaakt
Personeel | Bedrijfsvoering 47
met het bespreken van deze competenties tijdens jaargesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers. In een aantal gevallen bleek het al mogelijk op basis hiervan afspraken te maken over deskundigheidsbevordering en deze vast te leggen in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Traject management development Dit traject moet ervoor zorgen dat op elk gewenst moment voldoende capabele managers in de hogeschool beschikbaar zijn. Na de start in 2003 is de uitvoering hiervan in het verslagjaar volop ter hand genomen. In totaal zijn na werving en selectie 9 deelnemers aan de slag gegaan. Over een periode van een half jaar volgen zij naast de theoretische opleiding (175 uren, inclusief personal coaching, samenstelling portfolio en zelfstudie) tevens een praktijkgedeelte van 175 uren, op verschillende werkervaringsplaatsen in de hogeschool. Voorbeelden van zulke plaatsen zijn: faculteitsdirectie, beleidsadviesgroep, college van bestuur, loopbaancentrum. Personeelsplanning Sinds het jaar 2003 krijgt systematische personeelsplanning in de hogeschool steeds meer aandacht. Het college van bestuur stimuleert de resultaatverantwoordelijke managers tot het opstellen van personeelsplannen voor hun afdeling. Met een personeelsplan kan de manager de human resources afstemmen op de actuele en toekomstige vraag naar gekwalificeerd personeel. In het verslagjaar bleek ruim de helft van de faculteiten een aanzet tot een dergelijke personeelsplanning te hebben gemaakt. Het college van bestuur heeft het opstellen van een personeelsplan aangewezen als een taakstelling 2005 voor alle managers. De dienst P&O zal hierbij een ondersteunende rol vervullen.
Loopbaancentrum In het jaar 2004 heeft de hogeschool een nieuwe impuls gegeven aan loopbaanbegeleiding en mobiliteit. Het bestaande loopbaancentrum is vernieuwd (onder de naam Zuyd Kompas) en telt thans 2,2 FTE vaste formatie. Daarnaast zijn er 4 medewerkers op afroep beschikbaar voor gespecialiseerde services. Het loopbaancentrum adviseert medewerkers over hun carrière-ontwikkeling en biedt begeleiding aan nieuwe medewerkers. Tevens verzorgt het centrum (tegen vergoeding door de vragende faculteit of ondersteunende dienst) psychologisch onderzoek, competentie-onderzoek en -training en coaching. Tevredenheid medewerkers Ook in 2004 heeft Hogeschool Zuyd weer haar jaarlijkse personeelsmonitor afgenomen. Het doel daarvan is te signaleren in hoeverre medewerkers tevreden zijn over hun opleiding, faculteit of dienst. Die signalen kunnen aanleiding zijn voor nader onderzoek en eventuele verbeteractie. Zie ook hfdst. 2.1 onder kwaliteit van onderwijs. Verzuim Het verzuim onder medewerkers in 2004 bedroeg gemiddeld 4,71%, als volgt uitgesplitst:.
verzuim % mannen vrouwen totaal
docenten 3,99 4,56 4,17
ondersteunende medewerkers 4,56 6,58 5,45
totaal 4,20 5,59 4,71
48 Bedrijfsvoering | Personeel
De sterkste afwijkingen van het gemiddelde verzuimpercentage in 2004 waren enerzijds te zien bij de Faculteit Techniek met slechts 1,30% en anderzijds bij de Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht met 9,07%. Niettemin slaagde de academie erin haar hoge verzuim van 2003 (11%, vooral veroorzaakt door langdurige ziekte van enkele medewerkers) terug te brengen. De ontwikkeling van het gemiddelde verzuimpercentage van Hogeschool Zuyd van de laatste vier jaren ziet er als volgt uit:
jaar verzuim %
2001 6,54
2002 3,71
2003 4,84
2004 4,71
Na de opzienbarende verzuimdaling in 2002 moest in 2003 een flinke stijging worden geconstateerd. In het verslagjaar deed zich weer een lichte daling voor. Anders dan gehoopt (en vermeld in jaarverslag 2003) kon de hogeschool de verzamelde verzuimgegevens in 2004 nog niet gebruiken als managementinformatie, dat wil zeggen managers konden er nog niet daadwerkelijk mee sturen. Bovendien was benchmarking in de branche nog niet mogelijk. Softwareproblemen lagen hieraan ten grondslag. Er hebben inmiddels aanpassingen plaatsgevonden teneinde bedoeld verzuimmanagement met ingang van 2005 uitvoerbaar te maken.
Functie-ordening Met de operatie ‘functie-ordening’ heeft de hogeschool in 2004 uitvoering gegeven aan de afspraak in het HBO om alle voorkomende functies in de hogeschool opnieuw te beschrijven en te ordenen. Dit is gebeurd door functies toe te wijzen op basis van de feitelijk uitgevoerde werkzaamheden van medewerkers. Er is een Functieboek Hogeschool Zuyd verschenen, waarin de voorkomende functies zijn beschreven en in functiegroepen ingedeeld. Deze operatie heeft veel commotie teweeg gebracht, met name bij medewerkers bij wie de nieuwe functie formeel leidde tot een lagere maximumsalarisschaal dan bij de vorige functie. Dat deze medewerkers garantie behielden op hun “oude” maximumsalarisschaal nam niet weg dat velen van hen zich onheus bejegend voelden. Aan het eind van 2004 waren er 249 bezwaarschriften ingediend. Het bestuur heeft zich voorgenomen aan deze bezwaren in het jaar 2005 de nodige zorg te besteden. De (interne) bezwarencommissie is verzocht de procedures zo mogelijk voor de zomer van 2005 af te handelen. Beheersing van bedrijfsrisico’s Zoals in veel organisaties steunen ook in de Hogeschool Zuyd de bedrijfsprocessen op het gebied van personeel in belangrijke mate op geautomatiseerde informatiesystemen. De kwaliteitsbeoordeling van de opzet en de toepassing van deze geautomatiseerde informatiesystemen wordt gerekend tot het vakgebied ‘EDP-auditing’. In 2004 heeft de hogeschool een bescheiden begin gemaakt met EDPauditing door drie externe accountants, in opleiding tot EDP-auditor, een EDP-audit te laten verrichten inzake het proces van salarisverwerking in de hogeschool. Bij deze eerste EDP-audit is gebleken dat de beheersmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid, exclusiviteit en continuiteit van het proces van salarisverwerking nog verbeterd kunnen worden.
ICT | Bedrijfsvoering 49
3.2 | ICT Algemeen In het jaar 2004 valt een aantal belangrijke ontwikkelingen in de Hogeschool Zuyd op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) te constateren. Hiertoe behoren o.a. de totstandkoming van een uitgebreid informatieplan voor de hogeschool. Het informatieplan legt de relatie tussen de elementen bedrijfsvoering, informatievoorziening, informatiesystemen en technische infrastructuur. In het plan zijn vooral het tweede en derde element uitgewerkt, uitgaande van de bedrijfsvoering. De architectuur van de technische infrastructuur wordt vanaf 2004 uitgewerkt. Met het informatieplan wordt het ‘werken onder architectuur’ in de Hogeschool Zuyd geïntroduceerd. Dit heeft tot doel samenhang tussen de bovengenoemde vier elementen tot stand te brengen en daarmee ‘eilandautomatisering’ en verkokering tegen te gaan. Op deze wijze hoopt de hogeschool haar informatievoorziening toekomstvast te maken en keuzes inzichtelijk en bespreekbaar. Een belangrijk nevendoel is te komen tot kosten- en risicoreductie op dit gebied.
Isidoor Medio 2004 is besloten toe te treden tot de Stichting Isidoor. De Stichting Isidoor is opgericht op initiatief van de gemeente Heerlen om de aanleg van een glasvezelnetwerk in Parkstad Limburg te stimuleren. Deelnemers zijn: gemeente Heerlen, Licom, ROC Arcus College, ROC Leeuwenborgh Opleidingen en Hogeschool Zuyd.
In 2004 heeft de hogeschool tevens besloten in het kader van het Innovatieplan 2005-2008 een begin te maken met een omvangrijk programma ICT.
Pilot Livelink Livelink is een groupwareproduct waarmee samenwerking binnen en tussen groepen ondersteund kan worden. Er zijn in het verslagjaar twee pilots uitgevoerd om te onderzoeken in welke mate Livelink een geschikt product is voor de Hogeschool Zuyd. Voor enkele interne doelgroepen zijn workflows gemaakt van hun bijdrage aan de planning- en controlcyclus en is een aanzet gemaakt voor documentmanagement. Door operationele problemen met Livelink en een geringe bijdrage van de doelgroepen zijn niet alle doelstellingen van de eerste pilot gehaald. Een tweede pilot die in september 2004 is gestart heeft een bescheidener doelstelling: doelgroepen met Livelink laten werken. Hiertoe is een werkomgeving ingericht voor de betreffende doelgroepen waardoor zij op eenvoudige wijze toegang hebben tot elkaars documenten. Deze tweede pilot wordt begin 2005 geëvalueerd.
Ook in voorgaande jaren heeft de hogeschool beslissingen genomen die gevolgen hadden voor de implementatie van ICT(-voorzieningen) in 2004. De belangrijkste daarvan was de voorgenomen aanschaf van het studievolgsysteem Osiris. De daartoe ingestelde Projectgroep Implementatie Osiris heeft Osiris in het verslagjaar voor een groot aantal faculteiten tot uitvoering gebracht, hetgeen een enorme prestatie mag worden genoemd. Afgesproken is dat alle faculteiten in 2005 gebruik maken van Osiris.
Samenwerkingsverband E-merge. Hogeschool Zuyd participeert in het samenwerkingsverband E-merge (Universiteit Delft, Universiteit Leiden en Universiteit Maastricht alsmede de Haagse Hogeschool, Hogeschool Leiden en Hogeschool Zuyd) met als bindende factor het gebruik van de elektronische leeromgeving Blackboard. De Hogeschool Zuyd is vertegenwoordigd in het bestuur en de stuurgroep van dit samenwerkingsverband.
50 Bedrijfsvoering | ICT
In het verslagjaar heeft het samenwerkingsverband bijgedragen aan optimalisering van de digitale leeromgeving Blackboard in relatie tot de andere concerninformatiesystemen (zoals het studievolgsysteem). Het project E-portfolio heeft geleid tot een definitieve keuze voor één standaard met behulp van een uitbreiding van Blackboard (LCMS). De Hogeschool Zuyd heeft voorts geparticipeerd in de projecten Archivering accreditatie documenten, E-merge Learning Community, E-portfolio en Authoring tools. Managementinformatie In 2002 is besloten een project Management Informatie Systeem (MIS) te starten. Dit project kent twee doelen: via het interne infonet van Hogeschool Zuyd toegankelijk maken van bestaande kengetallen inzake studenten en het opzetten van een MIS waarbij rekening gehouden wordt met de informatiebehoeften van faculteiten, diensten en college van bestuur. Het eerste deel van dit project is afgerond: onderwijskengetallen zijn automatisch gegenereerd en gepubliceerd op het Infonet. In 2004 is veel werk verzet met het foutloos krijgen van bronbestanden en het goed definiëren van kengetallen. In overleg met de Audit & Control Groep van de hogeschool zijn voorstellen gedaan voor een set ken- en stuurgetallen die in 2005 in overleg met betrokken managers verder uitgewerkt en toegankelijk gemaakt wordt.
Overige projecten Belangrijke projecten c.q. ontwikkelingen zijn: implementatie van e-learning (Blackboard, studentenportfolio’s), nieuwe HsZuyd-portal, mobiele diensten en ontwikkeling van Enterprise Application Integration. Een aantal projecten wordt uitgevoerd binnen de kaders van het Programma Maatwerk van Hogeschool Zuyd. Aanpassing organisatie ICT Vanaf begin 2004 zijn enkele hogeschoolbrede projectgroepen op het gebied van kennis- en informatiemanagement samengevoegd. Ze zijn gepositioneerd binnen de Ondersteunende Diensten als het dienstonderdeel Kennis- en Informatiemanagement (KIM). De samensmelting van informatie-architectuur, het HsZuydWeb en Edicto (implementatie van onderwijssystemen) heeft geleid tot synergie en een verregaande koppeling van ontwikkelingen en systemen. Er zijn productgroepen geformeerd die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de ontwikkeling van concerninformatiesystemen. Voorts zijn er adviseurs voor ICT in het onderwijs benoemd die budgethouders in de organisatie adviseren over de inzet van informatiesystemen. In het najaar is het besluit genomen om alle dienstonderdelen in het domein van ICT onder één leiding te brengen. Dit resulteert in een nieuwe dienst die zowel de technische infrastructuur verzorgt als de implementatie en de inzet van kennis- en informatiesystemen in de leer- en werkprocessen. Deze reorganisatie zal eind 2005 zijn afgerond. Werkconferentie technologie in leer en werkprocessen In december hield de hogeschool een werkconferentie ‘Technologie in leer- en werkprocessen Hogeschool Zuyd’. Tijdens deze conferentie is o.a. kennisgemaakt met de “Homo Zappiens” en bijbehorende leerstijlen. Daarnaast is gebrainstormd over ICT-strategieën voor de jaren 2005-2008.
Huisvesting | Bedrijfsvoering
51
3.3 | Huisvesting In 2004 heeft het bestuur zijn goedkeuring gegeven aan het strategisch huisvestingsplan van de Hogeschool Zuyd 2004, “Koers huisvesting”. De investeringskosten zijn geraamd op € 53 miljoen. De ontwikkeling van dit plan is gestart in 2003. Er is een aantal scenario’s ontwikkeld met betrekking tot de huisvesting op de korte en middellange termijn, waarbij vraag en aanbod van de huisvesting op elkaar werden afgestemd. Op basis van de uitkomsten van een brede discussie eind 2003 heeft het college van bestuur uitgangspunten geformuleerd voor een aantal mogelijke huisvestingsscenario’s. Concrete keuzes op dit terrein zullen naar verwachting plaatsvinden in 2005. Het meest ingrijpende scenario betreft de herhuisvesting van de sectoren HEO en HSAO in Sittard. De hogeschool heeft een voorkeur uitgesproken voor nieuwbouw op de locatie Wilhelminastraat/Brugstraat. De voorbereiding van de bouwwerkzaamheden moest worden uitgesteld als gevolg van vertraagde gemeentelijke besluitvorming over de definitieve locatie. Naar verwachting zal de gemeente Sittard-Geleen in 2005 de hogeschool een aanbod doen. De gebruiksvergunningen voor de Sittardse locaties zijn nog niet verstrekt. De verwachting is dat deze in het voorjaar 2005 verleend zullen worden. De herhuisvesting van de afdeling Visuele Communicatie van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht (ABK) is in 2004 gerealiseerd. Deze herhuisvesting was o.a. noodzakelijk vanwege onderwijskundige veranderingen alsmede in verband met verplichtingen uit de Arbowet. De inventarisatie ten behoeve van het verkrijgen van de gebruiksvergunning voor de ABK is in gang gezet. Ook bij andere verbouwings- en aan
passingswerkzaamheden ten behoeve van de Maastrichtse locaties zullen noodzakelijke aanpassingen ingevolge gebruiksvergunning en Arbowet worden meegenomen. Zo zijn in 2004 door de dienst Vastgoedbeheer/ Facilitaire Zaken onderzoeken gestart met het oog op aanpassingen binnen de Hoge Hotelschool en de locatie Brusselseweg. Het verkrijgen van een gebruiksvergunning ‘brandveilig gebruik’ is vaak moeilijk en tijdrovend vanwege de complexe eisen die gesteld worden door de uiteenlopende wet- en regelgeving. Naast de Arbowetgeving heeft de hogeschool te maken met het Bouwbesluit en de bijbehorende gemeentelijke regelgeving. Deze regelgeving is in de drie steden waar de Hogeschool is gehuisvest niet uniform. Vanwege de aanwezigheid van nachtverblijven en de daarmee verbonden veiligheidseisen had het verkrijgen van gebruiksvergunning voor de campus van de Hoge Hotelschool in 2004 hoge prioriteit. Deze is, na een aantal technische en bouwkundige aanpassingen, inmiddels verleend. Voor de hoeve “Overste Douvenrade” op locatie Heerlen is door het college van bestuur een inpassingsplan goedgekeurd. Het vergunningstraject voor gebouwaanpassing loopt inmiddels. Vanwege het monumentale karakter van de hoeve zijn Monumentenzorg alsmede de Gemeente Heerlen betrokken. Bijlage 5 van dit jaarverslag biedt een totaal overzicht van de in het verslagjaar in gebruik zijnde gebouwen van de Hogeschool Zuyd.
Interview 5 53
Overstap
Thema:
Maatwerk
Je eigen weg gaan Studenten gaan meer en meer hun eigen leerroutes ontwikkelen. Competentieleren zal dat in de komende jaren nog verder stimuleren. Ook nu al bieden opleidingen studenten een op maat gesneden leerroute aan, zoals Small Business & Retail Management. Small Business & Retail Management loopt binnen Hogeschool Zuyd voorop met het nieuwe onderwijsconcept. Studenten worden vanaf het eerste jaar begeleid in het ontwikkelen van een individuele leerroute. Vanaf het derde jaar gaan ze zich specialiseren. En dan kunnen ze ook modules volgen bij andere faculteiten. Of zelfs buiten Hogeschool Zuyd.
Voor Tom Janssen, derdejaars student, is dit de ideale opleiding. Na verschillende afgebroken HBO-opleidingen, voelt hij zich nu als een vis in het water bij Small Business & Retail Management. Hij is dit jaar binnen deze studie overgestapt van een voltijdse opleiding naar de duale variant. Dat heeft hij na zijn stage gedaan, die hem zo goed is bevallen dat hij bij het bedrijf – Mad Science – is gebleven. “Het bedrijf is gestart op het moment dat mijn stage startte. Dat was een unieke kans om mee te groeien.” Mad Science is een franchiseorganisatie die wereldwijd kinderen op een prikkelende manier in contact brengt met techniek en wetenschap. Drie dagen per week werkt hij, één dag volgt hij theorielessen en één dag voert hij bij Mad Science praktijkopdrachten voor zijn studie uit. De combinatie van studie met werk vindt Tom Janssen ideaal. “Binnen het bedrijf liggen grote kansen voor mij, want Mad Science wil landelijk actief gaan worden. Ik wil uiteindelijk doorgroeien naar een managementfunctie.” Als voorbereiding daarop wil hij in het vierde jaar onder meer een managementcursus volgen, een cursus communicatie en een cursus werving & selectie.
54 Bedrijfsvoering | Financiën
3.4 | Financiën Rijksbekostiging hoger onderwijs
Financieel beleid Hogeschool Zuyd
Ontwikkeling rijksbijdrage in 2004: De definitieve rijksbijdrage 2004 van het Ministerie van OCW bleek ten opzichte van de begroting 2004 van Hogeschool Zuyd ongeveer 7,5 % hoger uit te vallen. Dit als gevolg van de aanpassing van het HBO-budget van OCW aan de gestegen studentramingen en de daling van de wachtgeldinhouding. Specifiek voor de kunstopleidingen heeft de overheid in 2004 een nieuw bekostigingsstelsel ingevoerd. Hoofdlijnen hiervan zijn opheffing van de instroomlimieten, het werken met een vaste voet per hogeschool en het gebruik van uniforme tarieven (zogeheten P-tarief) per student. Het jaar 2004 geldt als overgangsjaar waarin de bekostiging volgens de oude en de nieuwe systematiek gemiddeld zijn.
Financiële sturing: In 2004 heeft Hogeschool Zuyd een vermogensanalyse uitgevoerd met gebruikmaking van de methodiek van de Stichting HBO-Vangnet. Deze stichting is een aantal jaren geleden opgericht om de hogescholen te helpen bij de bewaking van hun continuïteit. Op basis van deze analyse heeft de hogeschool streefwaarden vastgesteld voor de absolute en relatieve omvang (solvabiliteit) van haar eigen vermogen. Deze streefwaarden beschouwt zij als leidend voor haar financiële sturing op lange termijn. De ondergrens van het eigen vermogen is € 30 miljoen, corresponderend met een solvabiliteit van 25%. De streefwaarde is € 45 miljoen, corresponderend met een solvabiliteit van 33%. Ter vergelijking: in het jaar 2003 bedroeg de solvabiliteit van de Hogeschool Zuyd 32,3% en die van het totale HBO in ons land 32,7%. De solvabiliteit van de Hogeschool Zuyd wordt gegarandeerd door een centrale buffer. De organisatie-onderdelen van de hogeschool zijn vrij zelf te beslissen over de aanwending van hun eigen reserves, voorzover deze liggen binnen hiervoor vastgestelde grenzen.
Nieuw bekostigingsstelsel hoger onderwijs: In de tweede helft van 2004 heeft OCW een nieuw financieringsstelsel voor het hoger onderwijs aangekondigd. De bedoeling is dat dit stelsel in 2007 in werking treedt. Aan de stelselwijziging liggen factoren ten grondslag als: de toenemende flexibilisering in het hoger onderwijs (maatwerk, vraagsturing), de herijking van de financiële verantwoordelijkheid van de overheid voor onderwijs en het herstel van tekortkomingen in het huidige bekostigingsstelsel.
Financiën | Bedrijfsvoering 55
Investeringsplanning: Bij de opstelling van hun meerjarenraming 2005 - 2008 is de faculteiten en ondersteunende diensten gevraagd een investeringsplan op te stellen, zodat de hogeschool beter zicht verkrijgt op de invloed van investeringen op haar vermogensontwikkeling en kasstromen (liquiditeit). Huisvestingsplanning: In 2004 heeft de hogeschool haar strategisch huisvestingsplan vertaald naar concrete huisvestingsprojecten, waaronder voorgenomen nieuwbouw te Sittard. De financiële effecten van dit huisvestingsplan zijn in kaart gebracht en afgestemd met de op lange termijn beschikbare huisvestingsbudgetten. Dit heeft in eerste instantie geleid tot een positief oordeel over de haalbaarheid van de beoogde huisvestingsprojecten. In het jaar 2005 zal een nadere oriëntatie plaatsvinden op uitvoerings- en financieringsvarianten, zoals publiek-private samenwerking, operational lease en sale lease back, naast traditionele financieringsvormen. Financiële instrumenten Planning- & controlcyclus Het opstellen van de begroting van een onderwijsinstelling met een omvang en complexiteit als die van Hogeschool Zuyd is geen sinecure. Ook de totstandkoming van de begroting 2004 vertoonde, ondanks een intensievere voorbereiding dan het in het voorgaande jaar, nog gebreken. Lastige obstakels bleken o.a. de financiële kaders die voor meerdere uitleg vatbaar waren, de onvoldoende samenhang tussen de inhoudelijke jaarplanning en de begroting van de organisatie-onderdelen, alsmede de kwaliteit en tijdigheid van deze begrotingen.
Op basis van een evaluatie is het begrotingsproces voor de periode 2005 - 2008 inmiddels verbeterd, met name op punten als: helderheid over de financiële kaderstelling, onderscheid van het bestuurlijk en operationeel begrotingsproces, intensivering van instructies aan faculteiten en ondersteunende diensten en gerichtere inschakeling van personeels- en financiële adviseurs op locatie. Het bestuur heeft geconcludeerd dat deze verbeterinspanningen hun vruchten hebben afgeworpen. Naast een aantal op korte termijn realiseerbare verbeterpunten was er sprake van een vlotter verloop van het begrotingsproces en kon de begroting tijdig worden aangeboden aan de Raad van Toezicht. Methoden en technieken: Verbetering van de planning- & controlcyclus gaat hand in hand met verbetering van de kwaliteit van met name de financiële informatievoorziening en de hiervoor benodigde administratieve organisatie en interne controle (AO/IC). Rapportages van interne observaties en de managementletter bij de interimcontrole 2004 van de externe accountant laten er geen misverstand over bestaan dat de hogeschool op dit vlak nog het nodige te doen staat. Voor haar periodieke financiële rapportages heeft de hogeschool inmiddels een nieuw stramien ontwikkeld. Implementatie hiervan zal in de loop van het jaar 2005 plaatsvinden. In het besef dat een deugdelijke AO/IC randvoorwaarde is voor adequate financiële rapportages heeft het college van bestuur eind 2004 besloten de AO/IC opnieuw te ontwerpen en te beschrijven.
56 Bedrijfsvoering | Arbo en milieu
3.5 | Arbo en milieu Financiële risico’s
Arbo
Commissie Rekenschap: De Hogeschool Zuyd loopt op dit moment slechts één reëel en aanwijsbaar financieel risico, namelijk de terugvordering van rijksbijdrage op grond van het lopende onderzoek van de Commissie Rekenschap. In concreto is er sprake van een terugvordering door het Ministerie van OCW over het jaar 1999 ten bedrage van € 187.691,-. Een hiertegen door de hogeschool ingediend bezwaarschrift is in behandeling. Daarnaast zal, naar verluidt, de Commissie Rekenschap de minister in zijn eindrapport in 2005 adviseren tot terugvordering van een nader te bepalen bedrag voor de resterende jaren 2002 t/m 2002. Mocht de minister een dergelijk advies overnemen dan zal Hogeschool Zuyd ook hiertegen in beroep gaan.
Medio 2004 heeft het bestuur de taken, bevoegdheden en verplichtingen inzake Arbo binnen de Hogeschool Zuyd vastgesteld en een Arbo- en milieubeleidsverklaring bekrachtigd. Tevens is een werkgroep gestart die zal adviseren over de wijze waarop de hogeschool haar Arbozorg het best kan aanpassen aan de op handen zijnde wetswijziging Arbo. Deze wijziging heeft betrekking op de mate waarin de hogeschool zich laat bijstaan door interne dan wel externe deskundigen en op de wettelijke plicht een of meerdere Arbo-preventiemedewerkers aan te stellen. In 2004 is in samenwerking met de Arbodienst ArboNed het in 2000 gestarte proces van risico- inventarisatie en -evaluatie (RI&E) vrijwel afgerond. Begin 2005 zal het laatste RI&E-rapport worden aangeboden aan de managers van de locatie Brusselseweg in Maastricht. Nog enkele plannen van aanpak RI&E wachten op de definitieve goedkeuring door de Arbo-dienst. Deze zal naar verwachting in voorjaar 2005 verkregen worden. Blijkens de in 2004 uitgevoerde RI&E’s zijn de risico’s bij de Maastrichtse kunstfaculteiten, de Hoge Hotelschool alsmede de locatie Brusselseweg goed in kaart gebracht en geëvalueerd. Gebleken is dat het gebruik van monumentale panden vanuit het gezichtspunt van Arbo de nodige bouwkundige problemen met zich meebrengt.
Fiscaal risico: Uit een recent uitgevoerd onderzoek door de fiscale accountantsdienst is gebleken dat Hogeschool Zuyd ten onrechte geen BTW in rekening heeft gebracht bij de facturering van dienstverlening aan derden, met name bij detachering van medewerkers. De nog niet definitief vastgestelde claim van de fiscus beloopt een bedrag van ca. € 800.000,= over de jaren 2000 t/m 2003. Op grond hiervan heeft de hogeschool in haar jaarrekening 2004 een schuld aan de fiscus opgenomen van ca. € 400.000,=. Een deel van de naheffingsaanslagen kan immers met terugwerkende kracht aan afnemers worden doorbelast.
Gelijktijdig met genoemde afronding van het RI&E-proces heeft een gecertificeerd inspectiebureau een verdiepend RI&E-onderzoek verricht naar de mechanische en elektrische risico’s van arbeidsmiddelen in de hogeschool.
Arbo en milieu | Bedrijfsvoering 57
Reeds in 2000 is gestart met onderzoek naar de fysieke belasting van medewerkers en studenten in relatie tot werkplekinrichting. Hiertoe is een RSI-preventieproject gestart door twee interne deskundigen. Medio 2004 is een einde gekomen aan het RSI-preventieproject en zijn de werkzaamheden structureel in de organisatie ondergebracht. In 2004 is door het preventieteam gestart met werkplekonderzoek bij de Maastrichtse kunstfaculteiten en de locatie Brusselseweg. Naast werkplekonderzoek is bij het Conservatorium ook gekeken naar de fysieke belasting voor personeel en studenten bij het hanteren van muziekinstrumenten. Tevens is het preventieteam nauw betrokken geweest bij diverse verbouwactiviteiten binnen de hogeschool en heeft het aandacht besteed aan het afhandelen van individuele (RSI-) klachten van medewerkers. Studenten Ergotherapie hebben onder aansturing van het preventieteam een beeldschermwerk voorlichtingsplan gemaakt voor personeel en studenten dat gericht is op gedragsverandering. milieu Met de bekrachtiging van de Arbo- en milieubeleidsverklaring heeft het college van bestuur in 2004 tevens de basis gelegd voor verdere uitbouw van milieuzorg in de Hogeschool Zuyd. Milieuzorg maakt als zorgsysteem inmiddels onderdeel uit van de planning- en control cyclus in de hogeschool. De afspraken over energiebesparing in een convenant met het Ministerie van Economische Zaken (sinds 1996) hebben in het verslagjaar een noodzakelijke nieuwe impuls gekregen. In 2004 heeft NOVEM namelijk een energiescan bij de hogeschool uitgevoerd om te bezien welke aanvullende acties ondernomen kunnen worden. Te nemen maatregelen in de periode 2004-2008 hebben o.a. betrekking op duurzaamheid bij de voorgenomen
nieuwbouw te Sittard, vernieuwing van c.v.-ketels en regelinstallaties van een aantal locaties alsmede de toepassing van energiezuinige monitoren op plaatsen waar PC’s vervangen worden. De kosten van bovengenoemde milieumaatregelen bedragen ca. € 1,3 miljoen. In 2005 zal de dienst Vastgoedbeheer/Facilitaire Zaken een aanvullende kosten/batenanalyse maken. Het beleid in het kader van het Handvest Duurzaamheid HBO heeft eveneens in 2004 een stimulerende actualisatie ondergaan. Zo heeft de hogeschool in het verslagjaar een lectoraat Duurzame Ontwikkeling gerealiseerd, in samenwerking met de Universiteit Maastricht en de Open Universiteit. De belangrijkste doelstellingen van dit lectoraat zijn: bijdragen aan het onderwijs op het gebied van duurzaamheid en kennisoverdracht aan bedrijven en instellingen in de regio. Tevens heeft Hogeschool Zuyd haar participatie in het Centrum Duurzaam Bouwen Zuid-Limburg gecontinueerd. Tenslotte moet in dit kader worden vermeld dat de hogeschool door een duurzame bedrijfsvoering en met behulp van milieuzorgsystemen de belasting van het milieu tracht terug te dringen. Zo kocht zij in 2004 een bescheiden hoeveelheid (4%) van haar elektriciteit in als groene stroom. Een nog niet opgelost probleem vormt de parkeerdruk rondom de locatie Nieuw Eijckholt in Heerlen. Het toenemend aantal studenten uit de buurlanden is veelal op eigen vervoer aangewezen. Daarnaast vergt het maatwerkonderwijs van de hogeschool, bijvoorbeeld duaal en cursorisch onderwijs, extra mobiliteit van studenten. In 2004 gestart onderzoek naar de realisatie van (betaalde) parkeerfaciliteiten in de directe nabijheid van de locatie Nieuw Eijckholt zal uitsluitsel moeten geven voor oplossingen van dit probleem.
58 Bedrijfsvoering | Mededeling bedrijfsvoering
3.6 | Mededeling bedrijfsvoering De mededeling bedrijfsvoering is een verklaring van het college van bestuur inzake de interne beheersing van de bedrijfsprocessen van de hogeschool. De mede-deling bedrijfsvoering is min of meer vergelijkbaar met het ‘in control statement’ in particuliere ondernemingen zoals aanbevolen in de ‘code Tabaksblat’. De mededeling bedrijfsvoering betreft alle bedrijfsprocessen van de hogeschool. Dus niet alleen de faciliterende processen zoals beschreven in de vijf voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk maar ook de primaire processen van onderwijs en onderzoek. Bij een mededeling bedrijfsvoering wordt doorgaans gedacht aan de volgende zaken: • het besturingskader • de informatievoorziening en de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking • het systeem van administratieve organisatie/interne controle (AO/IC) • de interne en externe communicatie • de risicobeoordeling • de interne beheersingsmaatregelen en de bewaking daarvan. Onderzoek naar de kwaliteit en het ‘in control’ zijn van de bedrijfsvoering vindt in de Hogeschool Zuyd al enkele jaren met een bepaalde frequentie plaats. Dat gebeurt vanuit verschillende invalshoeken: de externe accountant controleert jaarlijks bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering, de Audit & Control Groep voert regelmatig audits uit bij organisatie-onderdelen en toetst de jaarplannen en jaarverslagen van faculteiten en diensten. De accountant legt zijn bevindingen, conclusies en adviezen vast in een managementletter, de Audit & Control Groep stelt kwaliteitsrapportages en sideletters op. Tot nu toe werken ‘internal audit’ en ‘external audit’ nog los van elkaar.
In het verslagjaar heeft de hogeschool op verschillende onderdelen van interne beheersing verbeteracties verricht of in gang gezet: • versterking van de roldiscipline van de actoren in de jaarlijkse planning- en controlcyclus • het voornemen tot invoering van risicomanagement en inbedding daarvan in de lijn als onderdeel van de planning- en controlcyclus • versteviging van de bestuurlijke kaderstelling • verbetering van de decentrale planvorming en verantwoording door middel van (half)jaarrapportages • analyse en aanscherping van het begrotingsproces • ontwikkeling van ken- en stuurgetallen, tevens uitgedrukt in meetbare prestaties zowel op het vlak van de bedrijfseconomische resultaten als de (maatschappelijke) opbrengsten • gedachtevorming inzake een systeem voor managementinformatie, af te leiden van de ken- en stuurgetallen • (externe) EDP-audit van het salarisadministratieproces Bovenstaande verbeteracties zullen ook in de komende jaren nog deels hun beslag moeten krijgen. Voor 2005 is specifiek voorgenomen: • de start van een vierjarig veelomvattend programma ‘corporate governance’ • een project gericht op verbetering van de administratieve organisatie en interne controle • de implementatie van een systeem voor managementinformatie • de invoering van interne EDP-auditing Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringen en inzichten stelt het college van bestuur vast dat de Hogeschool Zuyd in 2004 doelmatiger is gaan werken: zij beheerst de interne bedrijfsprocessen in toenemende mate.
Interview 6
Thema:
Masters
Voedingsbodem voor onderzoek MA CESS was de eerste masteropleiding aan een van de rechtsvoorgangers van Hogeschool Zuyd. In 2004 is het tweede lustrum gevierd. Naast prestige, kennis en een uitgebreid Europees netwerk heeft de opleiding nog iets opgeleverd: een voedingsbodem voor onderzoek. Nol Reverda, directeur MA CESS (Master of Comparative European Studies) en lector van de kenniskring CESRT, vindt dat de masteropleiding een voedingsbodem heeft gecreëerd waarop de onderzoekscultuur gedijt. Studenten en ook docenten van MA CESS zijn voortdurend bezig met onderzoek, bijvoorbeeld naar de verhouding tussen Europese overheden en NGO’s (niet gouvernementele organisaties) op het vlak van vluchtelingenwerk. NGO’s willen in de praktijk van hun werk vaak andere zaken realiseren dan de overheid hen voorschrijft. Een ander voorbeeld is een grootschalig onderzoek naar armoedeproblematiek in de Euregio, samen met de hogescholen van Aken, Luik en Hasselt. Bijzonder hieraan is dat bachelor- en masterstudenten gezamenlijk werken aan het onderzoek.
61
Onderzoekscultuur De reguliere opleidingen van de faculteit Social Work plukken volgens hem nu de vruchten van het onderzoekswerk dat MA CESS heeft verricht. ”Numeriek stelt het aantal studenten binnen MA CESS misschien niet veel voor, maar de centrale positie van onderzoek en het ter ondersteuning daarvan ontwikkelen van modules hebben geleid tot de opbouw van expertise en het ontstaan van een zekere onderzoekstraditie. Dat is een impuls geweest voor onderzoek in de reguliere opleiding.” Kenniscirkels Vanuit MA CESS en de kenniskring CESRT is nu het initiatief genomen om kenniscirkels op te richten. Bachelor- en masterstudenten, docenten en onderzoekers komen rond een thema enkele keren per jaar bijeen om ervaringen en informatie uit te wisselen. “Een vreselijk platte formule”, zegt Nol Reverda. “Maar ze werkt. Doordat we iedereen bewust maken van het belang van het delen van kennis. Het is een goed middel om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren.” De volgende stap is die van kenniscirkels waarin het werkveld betrokken wordt. Bijvoorbeeld op het vlak van sociaal ondernemerschap. “De uitstraling van MA CESS en CESRT is dan ook veel groter dan alleen geïnteresseerde bachelors een extra opleidingskans bieden”, vat Reverda samen.
62 Financieel jaarverslag | Algemene financiële beschouwing
4. Financieel jaarverslag
4.1 | Algemene financiële beschouwing De Hogeschool Zuyd behaalde in 2004 een positief resultaat van € 1.269.000 tegenover een begroot negatief resultaat van € 1.100.000. Het resultaat is samengesteld uit het resultaat van Hogeschool Zuyd (€ 1.355.000 positief) en dat van de BV Hogeschool Zuyd Contracting (€ 86.000 negatief). Hogeschool Zuyd Het resultaat van Hogeschool Zuyd, dus exclusief de BV Hogeschool Zuyd Contracting, ligt € 2.455.000 hoger dan begroot. Dit is vooral toe te schrijven aan de hogere baten (€ 2.668.000), de hogere lasten uit de operationele bedrijfsvoering (€ 873.000) en een hoger positief resultaat op de renterekening (€ 660.000). De hogere baten zijn het saldo van hogere rijksbijdragen en collegegelden tegenover lagere overige opbrengsten. 12 van de 22 faculteiten boekten een negatief financieel resultaat. In de begroting 2004 waren 14 faculteiten met een negatief resultaat begroot. De vermogenspositie van de Hogeschool Zuyd is gunstig en voldoet ruimschoots aan de gestelde normen. De liquiditeit is in 2003 en 2004 gereduceerd van ruim voldoende tot net boven de norm.
De hogeschool wil de komende jaren sterk investeren in met name huisvesting en informatie- en communicatietechnologie. Zij staat voor de taak de hiermee gemoeide exploitatie- en financieringslasten op te brengen uit de beschikbare middelen. Belangrijke randvoorwaarde bij het realiseren van deze taak is adequate financiële sturing en de inzet van hiervoor benodigde instrumenten. Ook op dit vlak zullen nog de nodige investeringen moeten worden gedaan. BV Hogeschool Zuyd Contracting Het resultaat van de BV Hogeschool Zuyd Contracting bedraagt € 86.000 negatief. Behalve door teruglopende omzetten is het resultaat in 2004 ten opzichte van voorgaande jaren tevens ongunstig beïnvloed door de afbouw van de zg. “Nieuwe Taken gelden” uit de Hogeschool Zuyd. Het eigen vermogen van de BV bedraagt per balansdatum € 507.000.
Balans en exploitatierekening | Financieel jaarverslag 63
Solvabiliteit De solvabiliteit wordt opgevat als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Dit is conform de voorschriften van het Financieel Vangnet Wachtgelden HBO, waaraan alle hogescholen deelnemen. Hierbij wordt het eigen vermogen gezien als het totaal van de reserves en de egalisatierekening investeringssubsidies.
4.2 | Balans en exploitatierekening Hieronder volgt een weergave van de financiële positie en het financieel resultaat van de Hogeschool Zuyd 1. Geconsolideerde balans per 31 december 2004 De geconsolideerde balans per 31 december 2004 geeft de financiële positie per balansdatum weer: bedragen x € 1.000
1
Activa Vaste activa Vlottende activa Totaal activa
2004 105.631 27.647 133.278
2003 102.840 32.025 134.865
Passiva Eigen vermogen Egalisatierekening investeringssubsidies Vreemd vermogen Totaal passiva
30.341 13.863 89.074 133.278
29.072 14.538 91.255 134.865
de uitgebreide jaarrekening 2004 van Hogeschool Zuyd is opgenomen in een afzonderlijk verschenen document.
jaar 2003 2004
solvabiliteit 32 % 33 %
jaar 2003 2004
liquiditeit 111 101
In het financieel beleid van de Hogeschool Zuyd is een ondergrens van 25% gesteld. De conclusie is dat de solvabiliteit op een ruim voldoende niveau ligt. Liquiditeit De liquiditeit wordt bepaald door de verhouding tussen de vlottende activa, inclusief de financiële vaste activa, en de verplichtingen op korte termijn. De ontwikkeling van deze verhouding is hierboven in beeld gebracht. In haar financieel beleid heeft de hogeschool de norm gesteld op 100. De liquide middelen zijn in 2004 gedaald met € 3.627.000,=, met name door de aflossing van leningen o.g. en de aankoop van effecten.
64 Financieel jaarverslag | Balans en exploitatierekening
Resultaat 2004 Het (geconsolideerd) resultaat 2004 uit de gewone bedrijfsvoering is vastgesteld op € 1.269.000 en is daarmee € 2.369.000 positiever dan begroot. De geconsolideerde exploitatierekening 2004 ziet er als volgt uit: bedragen x € 1.000
Baten: Rijksbijdragen OCW Vrijval egalisatie investeringssubsidie Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten Lasten: Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten: Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
realisatie 2004
begroting 2004
realisatie 2003
71.370 675 17.313 2.050 11.009 102.417
66.355 677 16.926 3.145 13.741 100.844
68.537 676 16.165 3.676 11.278 100.332
71.375 6.501 21.805 99.681 2.736
71.224 6.720 21.853 99.797 1.047
70.376 6.027 20.657 97.060 3.272
815 2.282 -1.467 1.269
575 2.722 -2.147 -1.100
648 2.811 -2.163 1.109
Toelichting algemeen Het verschil tussen begroting en realisatie is € 2.369.000, = positief. Toelichting hogere baten De hogere baten zijn vooral toe te schrijven aan de prijsaanpassing van de rijksbijdrage en aan een hogere opbrengst collegegelden tegenover daling van de contractopbrengsten en overige baten. De collegegelden zijn hoger dan begroot als gevolg van de niet voorziene groei van de studenteninstroom. Toelichting lager saldo baten/lasten In 2003 heeft herfinanciering plaatsgevonden van een aantal langlopende leningen tegen een lagere rentevoet. Met de jaarlijkse rentebesparing ten bedrage van € 500.000, welke hiervan het gevolg is, is in de begroting 2004 geen rekening gehouden.
Financieel jaarverslag 65
4.3 | Kasstroomoverzicht
4.4 | Overige relevante overzichten
Onderstaand kasstroomoverzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de liquide middelen.
Eigen vermogen Het eigen vermogen en de resultaatbestemming kunnen als volgt worden gespecificeerd:
bedragen x € 1.000 bedragen x € 1.000.000
2004
2003
Kasstroom uit: - operationele activiteiten - uit investeringsactiviteiten - uit financieringsactiviteiten
7.460 -9.292 -1.795
5.881 -7.445 -2.440
Mutatie liquide middelen
-3.627
-4.004
Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen
20.122 16.495
24.126 20.122
De in 2003 ingezette trend van afname van de liquide middelen heeft zich in 2004 voortgezet. Een nadere toelichting op de oorzaken is gegeven onder het kopje ‘liquiditeit’ in dit hoofdstuk.
eigen vermogen faculteitsreserves centrale reserve BV Hogeschool Zuyd Contracting egalisatiereserve investeringssubsidies totaal
saldo 31-12-2003 6,4 22,1
bestemming resultaat -1,3 2,7
0,6 14,5
-0,1
43,6
1,3
overige mutaties
saldo 31-12-2004 5,1 24,8 0,5
-0,6 -0,6
13,9 44,3
66 Financieel jaarverslag | Overige relevante overzichten
Investeringen: Het overzicht materiële vaste activa geeft met name inzicht in de in 2004 gedane investeringen: bedragen x € 1.000
Materiële Vaste Activa gebouwen en terreinen gebouwen terreinen
inventaris en apparatuur overige materiële vaste activa activa in uitvoering
totaal
verkrijgingsprijs t/m 2003
afschrijving t/m 2003
boekwaarde 31-12-2003
invest. 2004
desinvest. 2004
afschrijving 2004
boekwaarde 31-12-2004
112.356 9.170 121.526
30.985 0 30.985
81.371 9.170 90.541
1.967 0 1.967
0 0 0
3.980 0 3.980
79.358 9.170 88.528
36.922
27.811
9.111
4.361
0
2.521
10.951
0
0
0
658
0
0
658
158.448
58.796
99.652
6.986
0
6.501
100.137
Voorzieningen: Het overzicht voorzieningen geeft inzicht in de toekomstige verplichtingen. In 2004 zijn de onttrekkingen significant hoger dan de dotaties; met name geldt dit voor de personeelsvoorziening. bedragen x € 1.000
Voorziening onderhoud gebouwen personeel waarborgfonds afstudeerfonds overige totaal
saldo 31-12-2003 1.892 10.696 498 635 60 13.781
dotaties 2004 1.230 1.385
onttrekkingen 2004 1.474 2.228
2.615
36 60 3.808
vrijval 2004 227
saldo 31-12-2004 1.648 9.626 498 589
227
12.361
Overige relevante overzichten | Financieel jaarverslag 67
Beloning bestuurders Naam drs. M.H. Dunnewijk-Budé ir. J. M.J. Bijsmans dr. J.M.H.M. Willems totaal
Functie
Totaal vast inkomen
Variabel inkomen
voorzitter college van bestuur lid college van bestuur lid college van bestuur
€ 130.470 € 115.000 € 115.000
€ 7.000 € 4.000 € 5.000
Vergoedingen en werkgeverslasten € 30.530 € 25.870 € 26.240
Totaal € 168.000 € 144.870 € 146.240 € 459.110
Totaal vast inkomen Het totaal vast inkomen is het totale gegarandeerde jaarinkomen en kan, naast de maand- of periodesalarissen, uit elementen zoals vakantietoeslag, dertiende maand en vaste gratificatie bestaan. Variabel inkomen Het variabele inkomen is het niet-gegarandeerde inkomen dat op enigerlei wijze afhankelijk is van prestaties. Als er sprake is van variabel inkomen (bonus) en dit is toegekend op basis van prestaties, dan kunnen deze prestaties vermeld worden als toelichting op het uitgekeerde variabel inkomen. Vergoedingen en werkgeverslasten Hierbij haat het om vergoeding ziektekostenverzekering, werkgeversbijdrage sociale lasten, vaste onkostenvergoeding, verhuiskostenvergoeding e.d. Honorering toezichthouders Naam drs. J. W.E. Neervens mr. S. W.M.J. Kuyer drs. L. Zwiers ir. A.M.C. Eurelings drs. W.G.J.M. Blind RA Mr. J.J. Fransen van de Putte totaal
Functie voorzitter raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht
Honorering € 6.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000
Totaal € 6.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 31.000
68 Financieel jaarverslag | Overige relevante overzichten
Treasury De Hogeschool Zuyd heeft in 2004 een treasury-statuut opgesteld. De belangrijkste functie van het statuut is het regelen van de verantwoordelijkheden ten aanzien van het beheer van de geldmiddelen. Dit omvat het beleggen van overtollige geldmiddelen alsmede het aantrekken van financieringsmiddelen. In 2004 heeft de hogeschool een extra bedrag van ruim € 2,3 miljoen van de beschikbare liquiditeiten belegd in obligaties. Overzicht in verband met helderheid in bekostiging Helderheid in bekostiging is gericht op het transparant maken van de scheiding tussen publieke en private middelen. Het college van bestuur van de hogeschool dient hierover verantwoording af te leggen met het oog op rechtmatige besteding van rijksbijdragen. Het college van bestuur heeft daartoe de faculteiten verzocht inzicht te geven in een viertal activiteiten die het risico in zich dragen dat publieke middelen aangewend worden voor private doeleinden. De jaarverslagen 2004 van de faculteiten leverden de volgende inventarisatie op:
• uitbesteding van bekostigd onderwijs aan een andere instelling: De faculteit Techniek besteedde onderwijs in een drietal specifieke vakgebieden uit aan drie bedrijven. • investeringen in private activiteiten: Geen meldingen. • bekostiging van buitenlandse studenten/studenten in het buitenland: In totaal volgden 79 buitenlandse studenten in het kader van uitwisselingsprogramma’s onderwijs aan de Hogeschool Zuyd. • bekostiging maatwerkonderwijs/duaal onderwijs: In de faculteit Logopedie ontwikkelde de Managementopleiding Gezondheidszorg maatwerktrajecten voor in totaal 7 zorginstellingen in Limburg. In verband met de nagestreefde helderheid in bekostiging deelt Hogeschool Zuyd tevens mee dat zij in 2004 geen eigen personeel als student heeft ingeschreven waarvoor zij collegegeld betaalt.
Overige relevante overzichtenl | Financieel jaarverslag 69
Financiële kengetallen 2004
2003
50 33 44
48 32 45
3.397
3.405
101
111
exploitatie: baten per student: lasten per student: marge per student: marge per fte: materiele lasten per student: personele lasten per student:
7.871 7.661 210 2.383 2.175 5.485
7.834 7.579 255 2.950 2.084 5.495
omzet uit contractactiviteiten ontwikkeling derde geldstroom in %
2.257 -39
3.676 27
solvabiliteit: eigen vermogen in % vreemd vermogen eigen vermogen in % balanstotaal eigen vermogen in % totale lasten eigen vermogen per student bedragen x € 1.000 liquiditeit: vlottende activa in % vlottende passiva
Toelichting: de baten en lasten per student zijn exclusief de financiële baten en lasten.
4.5 | Relatie met accountantsverklaring De in dit hoofdstuk gepresenteerde cijfers zijn ontleend aan de uitgebreide en separaat verschenen jaarrekening 2004 van Hogeschool Zuyd. Deze jaarrekening is goedgekeurd door de externe accountant d.d. 2 mei 2005.
70 Interview 7
Hoogstarters
Thema:
Ondernemerschap
Studie en ondernemerschap combineren In zijn tweede jaar van de opleiding HEAO Commerciële Economie startte Aaron Mulder zijn eigen bedrijf. Medio 2004 heeft hij de studie afgerond na een afstudeerstage via het project Hoogstarters in zijn eigen onderneming, die nu goed op de rails staat. Aaron Mulder is het ondernemen met de paplepel ingegeven. Zijn ouders hebben verschillende bedrijven gehad, zijn broer is eveneens ondernemer. Zelf kreeg hij in het tweede jaar de kans in de schoot geworpen. “Ik kon een internet domeinveiling gaan bouwen.” Uiteindelijk is daar AimFormation uit voortgekomen: een internet marketing organisatie. Hij ondersteunt andere ondernemingen met hun marketing via het web. Hoe kom je bij zoekmachines boven? Hoe kun je zoveel mogelijk NAW-gegevens via je website verzamelen? “Bedrijven worstelen daarmee. Dit zijn nieuwe ontwikkelingen die in het onderwijs nog onvoldoende zijn doorgedrongen.”
In zijn laatste studiejaar werd Aaron gedwongen te kiezen: stoppen of het bedrijf professionaliseren? Door in het project Hoogstarters, een initiatief van de hogeschool en de Universiteit Maastricht te stappen, heeft hij studie en professionalisering kunnen combineren. Hoogstarters biedt jonge ondernemers die nog studeren, begeleiding en faciliteiten. “Daardoor heb ik het bedrijf goed op de rails kunnen zetten.” Aaron Mulder denkt dat zowel de begeleiding als de praktische faciliteiten daaraan hebben bijgedragen. “Zo’n startfase kost veel energie, je loopt risico, krijgt in het begin niks betaald. Via Hoogstarters betaal je tenminste een gematigde huurprijs en krijg je faciliteiten aangeboden. Zonder dat, was ik waarschijnlijk gewoon gaan werken. Maar dan had ik me niet kunnen ontplooien zoals ik wilde.” Studenten helpen elkaar Aaron Mulder is overtuigd dat deze aanpak een wezenlijke bijdrage levert aan méér hoger opgeleide starters. Van hem mag het begeleidingsaanbod zelfs ruimer worden. “Laat studenten elkaar helpen. Techneuten hebben dikwijls heel goede ideeën, maar weten ze niet te vermarkten. Zet daar studenten marketing of CE naast. Zo versterk je elkaar.” Hij kan andere studenten met ondernemersambities aanraden de stap te zetten. “Je krijgt de kans tot het uiterste te gaan. Niet zonder risico, alhoewel je als jonge ondernemer weinig te verliezen hebt. Als het mis gaat, kun je altijd nog de wereld gaan verkennen.”
72 Financieel jaarverslag
5. Bijlage 1: Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2004
Naam
Functie
Nevenfuncties
Drs. J.W.E. Neervens (voorzitter)
voorzitter directieraad Stichting Pensioenfonds ABP
-
voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd bestuurslid Stichting Management Studies (SMS) lid Raad van Toezicht Universiteit Maastricht lid Raad van Commissarissen N.V. Nederlandse Spoorwegen lid Raad van Commissarissen Loyalis NV bestuurslid Stichting Management Studies (SMS) lid Bestuur Orlando-Festival lid Stichtingsbestuur Stichting Instituut GAK voorzitter Raad van Advies Pensioen Bestuur & Management
Mr. S.W.M.J. Kuijer (vice-voorzitter)
lid Raad van Bestuur Academisch Ziekenhuis Maastricht
-
lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd voorzitter Raad van Commissraissen Roda JC BV diverse adviesfuncties
Relatie met accountantsverklaring | Bijlage 1 73
Drs. W.G.J.M. Blind RA
-
oud-voorzitter Kamer van Koophandel Zuid-Limburg oud-voorzitter Raad van Bestuur SNS Bank Nederland
-
lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd lid Raad van Toezicht Open Universiteit Nederland vice-voorzitter Raad van Commissarissen Stienstra Holding NV lid Raad van Commissarissen Maastricht-Aachen Airport lid Raad van Commissarissen Nutsbedrijven Maastricht lid Raad van Commissarissen JansenHahnraths Group penningmeester Bestuur Stichting Henri Hermans vice-voorzitter Bestuur Stichting Bijzondere Woon- en leefomgeving Limburg lid Bestuur Stichting Jumping Indoor Maastricht lid Bestuur Stichting Orlando-Festival lid Bestuur Stichting Jahnsen Hahnraths Foundation voorzitter Bestuur Stichting Starterscoördinatie Maastricht penningmeester Bestuur Stichting Universiteitsfonds Maastricht
Mw. Ir. A.M.C.Eurelings
programmamanager gemeente Amsterdam
-
lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd voorzitter Stichting Short Film Festival Maastricht diverse adviesfuncties onderwijs
Mr. J.J. Fransen van de Putte
directeur DSM Limburg
-
lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd vice-voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging lid Raad van Commissarissen Maastricht Aachen Airport
Drs. L. Zwiers
algemeen secretaris Limburgse Werk-geversvereniging
-
lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd lid Raad van Toezicht Rabobank Roermond lid Raad van Toezicht Pepijn & Pauluskliniek Sittard lid Dagelijks Bestuur Sociale Werkvoorziening Westrom Roermond lid Raad van Toezicht ROC Arcus Heerlen lid Dagelijks Bestuur Vereniging Professionals Nederland (VPN-NL) lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijs Midden-Limburg secretaris Limburgs Centrum voor Personeel & Organisatie (PCL)
74 Bijlage 2
Bijlage 2: Samenstelling College van Bestuur in 2004
Naam
Nevenfuncties
mw. drs. Marianne Dunnewijk-Budé, voorzitter College van Bestuur
-
lid Bestuur HBO-raad, portefeuilles gezondheidszorg en ICT lid AB en DB Stichting SURF lid Bestuur Vereniging Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg voorzitter Stichting Hora Est lid bestuur Infonomics lid bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV lid bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV voorzitter bestuur Stichting Hogeschool voor de Kunsten van Fontys en Zuyd
de heer ir. John Bijsmans, lid College van Bestuur
-
lid AB en DB van Technocentrum Zuid-Limburg (vice-voorzitter) lid bestuur Stichting IHOL (voorzitter) lid bestuur Dubo-centrum lid/vereffenaar Stichting EICT lid bestuur Infonomics (penningmeester) lid bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV lid bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV
de heer dr. Jos Willems, lid College van Bestuur
-
lid Bestuur VOR divisie Hoger Onderwijs (Vereniging voor Onderwijs Research) lid bestuur VUBM (Vereniging voor Bestuur en Management in het Hoger Onderwijs) lid Bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV lid Bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV lid Bestuur Stichting Studentenhuisvesting Maastricht lid bestuur Stichting Hogeschool voor de Kunsten van Fontys en Zuyd
-
Bijlage 3 75
Bijlage 3: Medezeggenschapsraad
De Hogeschool Zuyd kent een centrale medezeggenschapsraad alsmede deelraden voor de afzonderlijke faculteiten. De centrale medezeggenschapsraad was in het verslagjaar als volgt samengesteld: • voor de geleding personeel: de heer Nico Foppen (voorzitter), de heer Jan Bertholet | de heer Ulrich Welter | de heer Han van de Staay | de heer Pierre Wielders | de heer dhr. Jack Claessen mw. Marie-José van den Beuken | de heer Jo Nüsser en mw. Riet Voorbraak • voor de geleding studenten: de heer René de Wit | mw. Winnie-Nanda van Dijk | de heer Dirk-Jan van Helmond | de heer Peter van Helmond mevr. Anita Dirkx | de heer Joost van Willigenburg de heer Ralf Gijsbers en de heer Jos Pletzers. De voornaamste onderwerpen die de centrale medezeggenschapsraad in 2004 behandelde waren: op het terrein van onderwijs & onderzoek • kenniskring/lectoraat Stedelijke Vernieuwing • samenwerkingsconvenant Faculteit Onderwijs met Fontys Hogescholen • samenwerking met de Open Universiteit inzake onderzoek van onderwijs • instellingsplan • mastersopleiding Hoge Hotelschool Maastricht • Centrum Leren voor Duurzame Ontwikkeling • samenwerking met TUT Pretoria • overzicht internationale contacten
• • • • • •
op het terrein van studenten studentenstatuut regeling bindend studieadvies regeling financiële ondersteuning studenten met bijzondere taken uniformering lestijden uitkomsten studentenmonitor 2003 jaarkalenders
• • • • • • • • • • • • • •
op het terrein van personeel & organisatie vorming van één faculteit Social Work vorming van één faculteit ICT tijdelijke uitbreiding College van Bestuur beleid reiskostenvergoeding verplichte vakantiedagen in het jaar 2005 functiehuis/ functieordening sollicitatieprocedure managers loopbaanontwikkeling en coaching uitvoering ARBO-wetgeving samenwerking met externe partners t.b.v. vrijwillige mobiliteit bedrijfscode hogeschool uitkomsten personeelsmonitor 2003 criteria handhaven opleiding verslag Ombudsman
• • • •
op het terrein van materiële aangelegenheden begroting hogeschool 2004 huisvestingbeleid locatie Nieuw Eyckholt te Heerlen parkeerbeleid locatie Nieuw Eyckholt informatieplan hogeschool
Interview 8 77
Belangrijk
Thema:
Prijzen
Erkenning voor onderzoekscultuur Susy Braun, docente bij de opleiding Fysiotherapie, heeft in 2004 de Auteursprijs voor beginnende onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Genootschap van Fysiotherapeuten gewonnen. Het is de eerste keer dat deze prijs naar een docent van een HBO-instelling gaat. Een erkenning voor de onderzoekscultuur die volgens haar diep geworteld is in de opleiding. Ere wie ere toekomt. Susy Braun heeft de Auteursprijs voor het Beste Wetenschappelijk Artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie gewonnen. De co-auteurs waren de twee oud-studenten Frank Offermann en Niels Könntgen en een collega, Sandra Beurskens, was de vierde auteur. Het zijn de twee studenten die het onderzoek hebben verricht waarop zij het artikel heeft gebaseerd. Zij hebben hun bevindingen op het jaarcongres van de KNGF gepresenteerd en zijn daarna gevraagd een wetenschappelijk artikel te schrijven. “Na anderhalf jaar vonden ze het tijd voor wat anders. Jammer, maar ook begrijpelijk dat ze dit niet meer zelf hebben willen doen.” Susy Braun heeft hen vanaf het begin begeleid bij het onderzoek.
De prijs heeft meer reacties losgemaakt dan verwacht. Van hoog tot laag in de organisatie. En ook extern, vanuit partners waar de opleiding mee samenwerkt. “Hieraan merk ik dat zo’n prijs voor de hogeschool belangrijk is”, constateert de docente. Zij vindt dat in Nederland branche-organisaties te weinig prijzen uitreiken. In het buitenland gebeurt dat veel meer. En voor onderzoekers is het van belang als zo’n prijs op je CV prijkt. “Daar kijkt men naar bij sollicitaties. Die erkenning heb je nodig als je iets goed aan het doen bent.” Onderzoekscultuur Voor Susy Braun is de KNGF-prijs een erkenning voor het hoge niveau van de opleiding. Dankzij dat niveau is er ruimte voor wetenschappelijk onderzoek. Dat is ingebed in de cultuur van de opleiding. “We volgen wetenschappelijke ontwikkelingen nauwgezet. Dat straalt uit op het curriculum, de afstudeeropdrachten en de docenten.” Dat betekent overigens niet dat nu alle studenten zich op wetenschappelijke onderzoeken moeten storten. Susy Braun: “Fysiotherapie heeft vooral behoefte aan mensen die aanpakken. Maar ze moeten wel beslissingen kunnen nemen op basis van feiten. Ze moeten interpreteren, harde feiten vertalen naar hun handelen, bewust zijn van het belang van wetenschappelijk onderzoek. Dat krijgen ze hier met de paplepel ingegeven.”
78 Bijlage 4
Bijlage 4: Gegevens inzake personeel Aantallen personeelsleden Werkgever Hogeschool Zuyd
Personeelsleden Verdeling docenten en overig docenten overig Verdeling mannen en vrouwen mannen docenten overig vrouwen docenten overig
vast in fte’s 975,7
tijd.uitz.vast in fte’s 4,7
tijdelijk in fte’s 54,9
totaal in fte’s 1035,3
totaal in personen 1308
577,3 398,4
2,7 2,0
37,5 17,4
617,6 417,8
813 495
407,9 217,5 169,5 180,9
0,6 2,0 2,1
15,4 12,1 22,1 5,3
423,9 231,6 193,6 186,2
531 244 282 251
vast in fte’s 3
tijd.uitz.vast in fte’s 11,1
tijdelijk in fte’s 82,6
totaal in fte’s 96,6
totaal in personen 197
0,0 2,8
3,1 8,0
48,6 34,0
51,7 44,9
131 66
3,1 2,0
20,6 19,9 28,0 14,1
23,7 21,9 28,0 22,9
55 26 76 40
Werkgever BV Hogeschool Zuyd Contracting (gedetacheerd)
Personeelsleden Verdeling docenten en overig docenten overig Verdeling mannen en vrouwen mannen docenten overig vrouwen docenten overig
2,8
6,0
Medezeggenschapsraad | Bijlage 4 79
Externe deskundigen en gedetacheerden
Personeelsleden Verdeling docenten en overig docenten overig
vast in fte’s 1,0
tijd.uitz.vast in fte’s 0,0
1,0
tijdelijk in fte’s 15,7
totaal in fte’s 16,7
totaal in personen 64
14,7 1,0
14,7 2,0
59 5
Totaal aantal personeelsleden
Personeelsleden Verdeling docenten en overig docenten overig
vast in fte’s 979,5
tijd.uitz.vast in fte’s 15,8
tijdelijk in fte’s 153,2
totaal in fte’s 1148,6
totaal in personen 1569
577,3 402,2
5,8 10,0
100,8 52,4
684,0 464,6
1003 566
in fte’s 18,2 34,7
in personen 23 38
Interne doorstroming
Mobiliteit Hogeschool Zuyd inclusief BV Contracting (gedetacheerden)
Vertrokken personeelsleden in 2004 docenten overig Nieuwe personeelsleden in 2004 docenten overig
in fte’s 44,5 43,4 in fte’s 76,8 53,0
in personen 114 60 in personen 173 76
docenten overig
80 Bijlage 4 | Medezeggenschapsraad
Leeftijd personeelsleden
Ratio medewerkers in vaste / tijdelijke dienst
Verdeling docenten en overig docenten overig
In fte’s totaal 1132,9 669,3 463,6
In fte’s totaal 1132,9 669,3 463,6
Ratio 87,8% 87,1% 88,7%
Leeftijdsopbouw mannen <= 30 31 - 40 41 - 50 51 - 55 56 - 60 61 - 65 vrouwen <= 30 31 - 40 41 - 50 51 - 55 56 - 60 61 - 65
Ratio aantal docenten / totaal aantal personeelsleden in FTE
Aantal docenten in FTE 684,0
Totaal aantal prsoneelsleden in FTE 1148,6
Ratio 59,6
Ratio aantal studenten / aantal docenten in FTE
Aantal studenten 13048
Aantal docenten in FTE 684,0
Gemiddelde leeftijd Ratio 19,1
mannen vrouwen totaal
Docenten 21
Overig 27
Totaal 48
66 211 128 136 24 59
36 109 41 51 6 26
102 320 169 187 30 85
70 126 59 41 3 docenten 49,2 43,3 47,0
81 109 47 27 1 overig 46,3 43,5 44,9
151 235 106 68 4 totaal 48,3 43,4 46,2
Docenten 3,99% 4,56% 4,17%
Overig 4,56% 6,58% 5,45%
Totaal 4,20% 5,59% 4,71%
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
Ziekteverzuimpercentage mannen vrouwen totaal
Medezeggenschapsraad | Bijlage 4
Ziekteverzuim naar leeftijdscategorie
Ziekteverzuimpercentage
mannen
Vrouwen
0,16
0,09
1,25
5,72
4,03
5,50
4,04
5,13
5,19
7,53
4,20
0,92 5,59
15-24 25-34
4,06
35-44
4,69
mannen vrouwen totaal
Docenten 16,26 19,47 17,43
Overig 16,62 16,97 16,83
Totaal 16,39 18,02 17,16
Ziekteverz. freq. per 100 pers.leden mannen vrouwen totaal
Docenten 90,02 99,29 93,19
Overig 81,56 133,45 106,23
Totaal 86,88 116,64 98,74
Gemiddelde ziekteduur
4,41
45-54 55-64
5,68
64-99 totaal
Totaal 0,11
0,92 4,71
81
82 Bijlage 4 | Medezeggenschapsraad
Personeelslasten
mannen 01 - 04 05 - 08 09 - 10 11 12 13 14 - 15 16 - 18 vrouwen 01 - 04 05 - 08 09 - 10 11 12 13 14 - 15 16 - 18 Totaal
Bez. Schaal docenten
Funct. Schaal docenten
28 62 142 331 21 4
23 35 195 322 9 3
50 75 120 112 1
12 84 155 106 1
946
945
Bez. Schaal overig 46 113 27 10 16 17 36 6 62
Funct. Schaal overig 48 111 30 11 13 20 32 6 62
Bez. Schaal totaal 46 141 89 152 347 38 40 6 62
Funct. Schaal totaal 48 134 65 206 335 29 35 6 62
184 15 4 11 9 5 1 562
183 17 6 9 8 5 1 562
234 90 124 123 10 5 1 1508
195 101 161 115 9 5 1 1507
Gemiddelde personeelslast per fte
docenten € 68.248
overig € 50.079
personeel € 60.814
Medezeggenschapsraad | Bijlage 4 83
Enkele trends naar aanleiding van de gegevens inzake personeel: • het aantal personeelsleden is de laatste 3 jaren toegenomen:
jaar 2003 1492
jaar 2002 1433
jaar 2004 1569
• de ratio aantal docenten / totaal aantal personeelsleden (jn FTE) schommelt de laatste 3 jaren rond 60:
jaar 2002 60,0
jaar 2003 60,3
jaar 2004 59,6
• de ratio aantal studenten / aantal docenten in FTE is de laatste 3 jaren licht gestegen:
jaar 2002 18,6
jaar 2003 18,8
jaar 2004 19,1
• de gemiddelde leeftijd van personeelsleden is licht gedaald:
jaar 2001 46,9
jaar 2002 46,9
jaar 2003 46,2
jaar 2004 46,2
• het % vrouwen in de hogere functies blijft vooralsnog relatief laag:
categorie onderwijsgevend personeel in functieschalen 05 t/m 13 onderwijsgevend personeel in functieschalen 14 en 15 ondersteunend personeel in functieschalen 01 t/m 10 ondersteunend personeel in functieschalen 11 t/m 13 ondersteunend personeel in functieschalen 14 en 15 bestuur raad van toezicht
2003 37% 0% 58% 36% 15% 33% 20%
2004 38% 0% 58% 34% 14% 33% 20%
84 Bijlage 4 | Medezeggenschapsraad
Besteding decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2004 Ouderenbeleid loopbaanadviescentrum ouderenbeleid lange termijn
CAO-overleg Van werknemerszijde werd er in 2004 aan het CAO-overleg van Hogeschool Zuyd deelgenomen door de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP), de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP) en de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen/ Nederlandse Federatie Tertiair Onderwijs (CMHF). In het verslagjaar vond dit overleg vijf maal plaats. Er werd overeenstemming bereikt over de volgende aangelegenheden: • besteding van resterende decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2003 • besteding van decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2004 In het CAO-overleg werd tevens van gedachten gewisseld over de volgende onderwerpen: • nota ‘Employability, mobiliteit en loopbaanontwikkeling’ • functie-ordening • nota ‘Loopbaanontwikkeling en coaching’
Jongerenbeleid kinderopvang belastingvermindering
bezoldigd ouderschapsverlof
Alle leeftijden project RSI reiskosten woon werkverkeer
Raming 83.113 166.887 250.000
Realisatie 40.064
214.286 64.286 150.000
210.099 59.745 150.354
120.000 270.000
150.354
70.700 164.300 235.000
68.653 125.640 194.293
755.000
384.711
Budgetten Beginbalans dotatie totaal mutaties saldo voorziening
644.702 313.000 957.702 259.071 698.631
40.064
Interview 9 87
Thema:
Euregionaal
Verschillen overbruggen levert meerwaarde op Internationalisering ligt voor Hogeschool Zuyd om de hoek. Duitsland en België liggen op steenworp afstand. Samenwerking met hogescholen daar ligt dan ook voor de hand. Maar de nabijheid wil nog niet zeggen dat het altijd even gemakkelijk is. “Je wordt ermee geconfronteerd dat zelfs op zo’n geografisch kleine afstand, de verschillen groot kunnen zijn. Niet alleen in organisatiestijlen, onderwijsregels, ook in communiceren. Vooral in de communicatie. Boodschappen kunnen anders geïnterpreteerd worden dan je bedoeld hebt”, zegt Jos de Serière, opleidingscoördinator bij de opleiding Communication and Multimedia Design (C-MD). Hogeschool Zuyd heeft deze opleiding ontwikkeld samen met de Katholieke Hogeschool Limburg (KHLIM) in Genk en nu sluit ook de Fachhochschule Aachen aan. Verschillen De cultuurverschillen tussen de beide Limburgen zijn groot, constateert De Serière. “Wezenlijk is er meer tijd nodig is om bijvoorbeeld een vertrouwensrelatie op te bouwen. Wij denken meer projectmatig, willen alles vastleggen in documenten en willen direct van start gaan.
Zij werken meer ad hoc. Dat heeft zijn charmes, maar je moet er aan wennen.” En dat is wellicht de belangrijkste les die je kunt trekken uit deze Euregionale samenwerking. Je moet voldoende tijd uittrekken voor het proces. Om samen alle grote en kleine beren die je op de weg tegen komt op te ruimen. “Samenwerken is een groeiproces dat met vallen en opstaan gepaard gaat”, zegt de CMD-opleidingscoördinator. En daarbij maakt het weinig uit of je partner net over de grens zit of duizend kilometer verder weg. Je moet leren boven de verschillen uit te groeien om daadwerkelijk internationaal onderwijs mogelijk te maken. Meerwaarde Jos de Serière vindt het zeker de moeite waard deze weg af te leggen. Opleidingen die je samen met buitenlandse partners ontwikkelt, hebben meerwaarde. “Allereerst is het een verrijking om de kennis uit te wisselen. Ten tweede gaan we naar een Europese samenleving toe. Als Euregio liggen we centraal in Europa. Als je dan met internationale programma’s en docenten kunt werken, levert dat uiteindelijk de student meerwaarde op.” Samen met buitenlandse studenten een opleiding doorlopen is toch heel anders dan een semester naar het buitenland gaan, merkt De Serière. Studenten en medewerkers die leren samen te werken in een internationale en Euregionale context is een prachtige uitdaging die niet alleen past binnen een opleiding als C-MD, maar ook binnen de Europese samenwerkingsgedachte. Het is toch fantastisch als je samen je krachten leert te bundelen om zo een bijdrage te kunnen leveren aan het ontwikkelen van nieuwe communicatieoplossingen met behulp van nieuwe media voor de samenleving?
88 Bijlage 5
Bijlage 5: Huisvesting Overzicht m2 vloeroppervlakte 2005 locatie
status
gebouw
bruto m2
nuttig m2
Bruto/Nuttig
HEERLEN Nieuw Eyckholt 300 6419 DJ
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
Gebouwdeel A Gebouwdeel B Gebouwdeel C Gebouwdeel D Gebouwdeel E Gebouwdeel O Totaal Nieuw Eyckholt Hoeve Technohouse Totaal onderwijsruimte
7.724 9.772 8.093 9.788 2.527 137 38.041 778 1.356 40.176
6.575 6.213 4.333 6.749 1.520 102 25.492 527 1.139 27.158
1,17 1,57 1,87 1,45 1,66 1,35 1,49 1,48 1,19 1,48
Hoofdgebouw G-Gebouw Totaal onderwijsruimte Hoofdgebouw Sporthal Totaal onderwijsruimte
7.998 718 8.716 9.362 1.358 10.720
5.336 510 5.846 5.534 1.195 6.729
1,50 1,41 1,49 1,69 1,14 1,59
Tongersestraat 49a Herdenkingsplein Aretzvleugel Stuersgebouw Totaal onderwijsruimte Dienstwoning Totaal locatie
445 6.860 3.394 1.892 12.146
298 4.404 2.673 1.330 8.406
1,49 1,56 1,27 1,42 1,44
12.146
8.406
1,44
700
425
1,65
eigendom huur SITTARD Havikstraat 5 Sportcentrumlaan 35 MAASTRICHT Academie van Bouwkunst Academie voor Beeldende Kunsten
eigendom eigendom eigendom eigendom huur eigendom eigendom eigendom eigendom
CMD 2e fase
huur
Brusselsestraat 89
Huisvestiging | Bijlage 5 89
locatie
status
gebouw
bruto m2
nuttig m2
Bruto/Nuttig
Conservatorium
eigendom eigendom huur
Toneelacademie Brusselseweg
eigendom eigendom eigendom eigendom
Bonnefantenstraat Fr. Romanusweg Heksenstraat Totaal onderwijsruimte Lenculenstraat 31- 33 Hoofdgebouw Noviciaat Tuinhuis Totaal onderwijsruimte Dienstwoning Totaal locatie Guesthouse Kasteel Onderwijsgebouw Campusgebouw Technische Dienst Studentensociëteit Totaal onderwijsruimte Geulflat Jekerflat Kanjelflat Maasflat Totaal Stud.huisvesting Dienstwoning Guesthouse Totaal locatie
4.234 1.963 200 6.396 4.872 14.175 938 340? 15.453 242 15.695 592 3.353 7.674 553 140 383 12.103 2.607 1.017 812 812 5.249 252 94 17.698
2.470 1.242 170 3.882 3.006 8.790 524 226 9.540
1,71 1,58 1,18 1,65 1,62 1,61 1,79 1,50 1,62
9.540 281 1.916 4.852 362 128 303 7.562 1.300 516 438 438 2.693
1,65 2,11 1,75 1,58 1,53 1,09 1,26 1,60 2,01 1,97 1,85 1,85 1,95
66 10.320
1,43 1,71
Totaal vloeroppervlak Hogeschool Zuyd
118.157
75.892
Totaal nuttige vloeroppervlak onderwijsruimte
111.727
72.852
eigendom Lambertuslaan 19 Hoge Hotelschool Maastricht
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
Campus
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
90 Bijlage 6
Bijlage 6: Vertrouwenspersonen Ongewenste Omgangsvormen Bij de totstandkoming van de Hogeschool Zuyd is een commissie van Vertrouwenspersonen opgericht. Deze heeft tot doel het omgaan met en voorkomen van verschijnselen van ongewenste omgangsvormen verder te professionaliseren. In 2004 waren in totaal 12 vertrouwenspersonen actief aan de Hogeschool Zuyd. De bedoeling is dat elke locatie over minimaal één vertrouwenspersoon beschikt. Dit streven is in 2004 niet helemaal gehaald: zowel bij de Academie Beeldende Kunsten als bij de Toneelacademie bestond een vacature. Gepoogd werd om voor beide locaties samen één vertrouwenspersoon te benoemen. Daarnaast werd in de Hoge Hotelschool een tweede vertrouwenspersoon gezocht. Aan het eind van 2004 was in beide vacatures nog niet voorzien. Vertrouwenspersonen worden benoemd en betaald door het College van Bestuur. In 2004 is de oorspronkelijke totale vergoeding à 880 uur voor het werk van de vertrouwenspersonen verhoogd tot 1000 uur. Iedere vertrouwenspersoon krijgt standaard 50 uur voor het ‘casuswerk’, voor scholing en voor het bijwonen van de zes vergaderingen en de twee overlegrondes met het college per jaar. Daarnaast hebben bijna alle vertrouwenspersonen speciale taken, waarvoor zij extra uren krijgen.
De vertrouwenspersonen staat een budget van € 5.000,- voor bij- en nascholing ter beschikking. Iedere nieuwe vertrouwenspersoon krijgt een basiscursus ‘gespreksvoering voor vertrouwenspersonen’, die verschillende keren per jaar door Arboplan wordt georganiseerd. Daarnaast hebben in 2004 vijf vertrouwenspersoon een verdiepingscursus gespreksvoering gevolgd en hebben allen deelgenomen aan een cursus ‘Omgaan met Pesten’. De vertrouwenspersonen werken, behalve aan casussen, ook aan voorlichting en preventie. Aan het begin van ieder schooljaar wordt voor alle 1e jaarsstudenten door de Stichting Educatief Theater een toneelstuk opgevoerd waarin de problematiek rond ongewenste omgangsvormen voor het voetlicht wordt gebracht. In het kader van voorlichting paste ook de berichtgeving via e-mail aan alle personeelsleden en studenten over het werk van de vertrouwenspersonen.
casus in 2004 student medewerker totaal
klacht melding consult ondersteuning man 12 3 vrouw 1 12 4 8 man 3 2 vrouw 11 5 3 1 32 9
verwijzing 2 3
5
Bijlage 7
91
Bijlage 7: Jaarverslag Colleges van Beroep voor de examens en voor bijzonder onderwijs
Voor de rechtsbescherming van studenten en extraneï heeft het bestuur op grond van de WHW (art. 7.60 en 7.68) een College van beroep examens en een College van beroep bijzonder onderwijs in het leven geroepen. Het college van beroep examens biedt rechtsbescherming tegen beslissingen over een beoordeling van het kennen en kunnen van een student die een examen of een toets heeft afgelegd. Het college van beroep bijzonder onderwijs neemt kennis van alle beslissingen van het bestuur over inschrijving van (aanstaande) studenten en extraneï, alsmede over financiële ondersteuning van studenten. Beide colleges bestaan uit twee kamers met elk drie leden. Om een minimale juridische deskundigheid te waarborgen is bepaald dat de voorzitters moeten voldoen aan de eisen voor benoembaarheid tot rechter van een arrondissementsrechtbank. Om te verzekeren dat er in het college voldoende ervaring is met examineren is voorgeschreven dat het college (buiten de voorzitter) voor ten minste de helft bestaat uit docenten. Uitspraken van de colleges van beroep voor de examens en bijzonder onderwijs zijn voor partijen bindend.
In 2004 zijn er in totaal 22 zaken aangemeld bij de colleges. Ter vergelijking: in 2002 waren dat 25 zaken en in 2003 ging het om 41 zaken. De afhandeling van deze zaken was als volgt: gegrond verklaard: ongegrond verklaard: vooraf een schikking getroffen: zaak ingetrokken: verwezen naar een andere instantie:
4 3 6 8 1
92 Bijlage 8
Bijlage 8: Jaarverslag Ombudsman De ombudsman is sinds 2003 een onafhankelijk en onpartijdig persoon in Hogeschool Zuyd op wie studenten een beroep kunnen doen wanneer zij een klacht hebben over de hogeschool, de faculteit, de opleiding of de medewerkers. De ombudsman is thuis in de onderwijsorganisatie en de cultuur van de hogeschool, kent de regelgeving en is getraind in conflictbemiddeling. Over 2004 was sprake van een verdubbeling van het aantal studenten dat een beroep deed op de ombudsman in vergelijking met het voorafgaande jaar. In totaal 25 studenten benaderden de ombudsman voor uiteenlopende zaken. Veel van de onderwerpen lagen op het vlak van examens/tentamens en beoordelingen. Ook de kwaliteit van het onderwijs kwam vaak aan de orde. Op de derde plaats kwam bejegening en communicatie aan bod, bijvoorbeeld te weinig aandacht voor functiebeperkingen van studenten. De klachten/vragen van studenten kwamen uit 12 verschillende opleidingen van de hogeschool. Klachten waren met name gericht tegen docenten, examencommissies en faculteitsdirecties. Hoe werden deze zaken aangepakt? In twee gevallen werd een onderzoek ingesteld, in vijf gevallen werd bemiddeld, in de rest van de gevallen werd de student geadviseerd en/of doorverwezen. Hoe kwamen studenten bij de ombudsman terecht? Voor het grootste deel via Infonet of de publicaties in Editie Zuyd (maandelijkse periodiek van de hogeschool), op de tweede plaats via doorverwijzing door decanen en docenten. Het blijkt dat niet altijd even duidelijk is waarvoor men bij de ombudsman terecht kan net zo min als bij een andere klachteninstantie. De ombudsman vervulde een functie in het verduidelijken, doorverwijzen en adviseren in dezen.
Bij het behandelen van de zaken bleek dat het functioneren van examencommissies soms te wensen overlaat; de ombudsman heeft hierin een adviserende rol gespeeld. Verder is ook de communicatie met studenten en de organisatie van het onderwijs voor studenten uit een niet-reguliere instroom of een aangepast programma een zwak punt in sommige opleidingen. Het bestaan van de ombudsman werd onder de aandacht van studenten gebracht via de Nederlands- en Engelstalige ombudsmanbrochure, via Infonet en via publicaties in Editie Zuyd. Het draagvlak voor de ombudsfunctie binnen de organisatie is verbreed door overleg met decanen en vertrouwenspersonen. Gezocht wordt naar meer wegen om de bekendheid van de ombudsman onder studenten en personeel te vergroten. Verder is ook een herziening en verduidelijking van de klachtenregelingen een punt van aandacht voor 2005.
Bijlage 9 93
Bijlage 9: Lijst van afkortingen
ABP AOC ARBO CWI Dubo EDP HBO HEO HGZO HPO HSAO HTNO HRM KUO ICT INK
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Agrarisch opleidingencentrum Arbeidsomstandigheden Centrum voor Werk en Inkomen Duurzaam bouwen Electronic data processing Hoger beroepsonderwijs Hoger Ecoomisch Onderwijs Hoger gezondheidszorgonderwijs Hoger Pedagogisch Onderwijs Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs Hoger Technisch Onderwijs Human resources management Kunstonderwijs Informatie- en communicatietechnologie Instituut voor Nederlandse Kwaliteit
IHOL MBO MIS MKB NQA NVAO OCW OUNL P&C-cyclus ROC SOML SPH VBI VSNU WHW FTE
Infostructuur Hoger Onderwijs Limburg Middelbaar beroepsonderwijs Management Informatie Systeem Midden- en kleinbedrijf Netherlands Quality Agency Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van) Open Universiteit Nederland Planning- en controlcyclus Regionaal opleidingencentrum Stichting Onderwijs Midden-Limburg Sociaal-pedagogische hulpverlening validerende en beoordelende instelling Vereniging van universiteiten Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek full time equivalent
Redactie: Audit & Control Groep, Hogeschool Zuyd Fotografie: Afdeling Communicatie, Hogeschool Zuyd Artworx: Stoere Binken Design, Maastricht Drukwerk: SchrijenLippertzHuntjens, Voerendaal / Stein
HOGESCHOOL
Postbus 550 6400 AN Heerlen www.hszuyd.nl
ZUYD
96 Hogeschool Zuyd | Profiel
“HOGESCHOOL ZUYD is een kennisonderneming. Zij ontwerpt inspirerende, studentgerichte leeromgevingen voor initieel en post-initieel hoger beroepsonderwijs. De studiemogelijkheden die zij biedt zijn veelzijdig - qua inhoud en qua vorm. In haar nationaal en internationaal georiënteerde beroepsopleidingen legt de hogeschool de nadruk op kwaliteit en innovatie. Hogeschool Zuyd heeft een vitale functie voor de ontwikkeling van kennis, kunst en cultuur in haar omgeving - de Euregio. Zij verricht praktijkgericht onderzoek, ontwikkelt en verspreidt expertise. Zij functioneert binnen maatschappelijke netwerken en neemt deel aan cultuuruitingen voor diverse doelgroepen. De hogeschool is een flexibele organisatie, met aandacht voor mensen. Zij is inventief in het produceren van ideeën, effectief in het nastreven van toetsbare doelen”.