Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Verpleegkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata:
29 juni 2006
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006
2
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Inhoud
3
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 9 10 11 11
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 25 28 30 32
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Kengetallen Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
35 36 41 45 47 50
3
4
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
5
6
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Verpleegkunde (HBO-V) van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in februari 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 29 juni 2006. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: Mevrouw H.A.M. Groenendaal (domeinpanellid en voorzitter); Mevrouw drs. A.E. Spreen (domeinpanellid Mevrouw H.F.Westenbroek (studentpanellid) Mevrouw drs. M.E.Voorthuis (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De opleiding HBO-V maakt deel uit van de faculteit Verpleegkunde van Hogeschool Zuyd. Op 1 januari 2001 is Hogeschool Zuyd ontstaan uit een fusie tussen Hogeschool Limburg en Hogeschool Maastricht. Hogeschool Zuyd biedt 52 bacheloropleidingen en 5 masteropleidingen aan, verdeeld over zes sectoren: economie, gezondheidszorg, kunst, onderwijs, sociaal-agogisch en techniek. Deze opleidingen zijn geclusterd in 24 faculteiten met locaties in Heerlen, Maastricht en Sittard. De faculteiten worden door diverse hogeschoolbrede diensten ondersteund.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
7
De faculteit Verpleegkunde is een organisatorische eenheid met de volgende opleidingen: - Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde (HBO-V); - Maatschappelijke Gezondheidszorg, richting GGZ; - Master Advanced Nursing Practice; - drie niet Croho-geregistreerde in-serviceopleidingen: Radiodiagnostisch Laborant, Operatieassistent en Anesthesiemedewerker. De opleiding Verpleegkunde heeft op dit moment 373 studenten en 38 medewerkers (19,4 fte). Vanaf 1992 is er een uitgebreide curriculumvernieuwing gestart, samenvallend met de invoering van het probleemgestuurd onderwijs (PGO) Een tweede vernieuwingsronde vond plaats vanaf 1996. Vanaf 2202 is een nieuwe curriculumsvernieuwingsronde doorgevoerd, afgestemd op de landelijk afgesproken beleidskaders. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het ‘Beoordelingsprotocol’ van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het concept zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Daarna heeft de opleiding de opmerkingen van de NQA-auditor verwerkt in een definitief zelfevaluatierapport en een aantal bijlagen. De opleiding heeft deze documenten naar NQA gestuurd. De NQA-auditor heeft het materiaal doorgestuurd naar de panelleden. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig was. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd.
8
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel, dat de opleiding heeft aangepast aan haar specifieke situatie (bijlage 3). Er vonden twee gesprekken plaats met het management van de opleiding. Verder is gesproken met docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter in het tweede gesprek met het management het bezoek afgerond. Zij heeft hierbij geen oordelen uitgesproken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in augustus 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel over de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2006 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2006. Het visitatierapport is eveneens in november 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het ‘Beoordelingsprotocol’ zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie ‘Handreiking voor oordeelsvorming’ een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten, bijvoorbeeld als de opleiding een voorbeeldfunctie vervult. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd- en de duale variant afwijkt van de voltijd variant, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijd- en de duale variant dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijd variant.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
9
1.5
Oordelen per onderwerp
1.5.1 Doelstellingen opleiding Het oordeel over het facet Domeinspecifieke eisen is voor alle drie de varianten excellent, vanwege het feit dat de opleiding een voorbeeldfunctie vervult voor andere HBO-V opleidingen wat betreft haar aansluiting bij internationale domeinspecifieke eisen van vakgenoten. Het oordeel over de facetten Niveau bachelor en Oriëntatie hbo-bachelor is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding is derhalve voor alle drie de varianten positief. 1.5.2 Programma Het oordeel over de facetten Eisen hbo, Relatie doelstellingen en inhoud programma, Samenhang in het opleidingsprogramma, Studielast, Instroom, Duur, Afstemming tussen vormgeving en inhoud is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het facet Beoordeling en toetsing is voor alle drie de varianten voldoende. Het oordeel over het onderwerp Programma is derhalve voor alle drie de varianten positief. 1.5.3 Inzet van personeel Het oordeel over de facetten Eisen hbo en Kwaliteit personeel is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het facet Kwantiteit is voor alle drie de varianten voldoende. Het oordeel over het onderwerp Inzet van personeel is derhalve voor alle drie de varianten positief. 1.5.4 Voorzieningen Het oordeel over de facetten Materiële voorzieningen en Studiebegeleiding is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het onderwerp Voorzieningen is derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Het oordeel over de facetten Evaluatie resultaten, Maatregelen tot verbetering en Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het onderwerp Interne kwaliteitszorg is derhalve positief. 1.5.6 Resultaten Het oordeel over de facetten Gerealiseerd niveau en Onderwijsrendement is voor alle drie de varianten goed. Het oordeel over het onderwerp Resultaten is derhalve positief.
10
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Totaaloordeel onderwerp 1 Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel onderwerp 2 Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel onderwerp 3 Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel onderwerp 4 Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel onderwerp 5 Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel onderwerp 6 Totaaloordeel opleiding
1.7
voltijd
deeltijd
duaal
excellent goed goed positief
excellent goed goed positief
excellent goed goed positief
goed goed goed goed goed goed goed voldoende positief
goed goed goed goed goed goed goed voldoende positief
goed goed goed goed goed goed goed voldoende positief
goed voldoende goed positief
goed voldoende goed positief
goed voldoende goed positief
goed goed positief
goed goed positief
goed goed positief
goed goed
goed goed
goed goed
goed positief
goed positief
goed positief
goed goed positief positief
goed goed positief positief
goed goed positief positief
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5, waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes de onderwerpen voor zowel de voltijd, de deeltijd en de duale variant positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen positief is.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
11
12
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
13
14
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Excellent
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de landelijk vastgestelde eindtermen, zoals beschreven in het rapport ‘Met het oog op de toekomst' (Pool e.a., 2001). Zij sluit aan bij de eisen die in de Wet BIG zijn opgenomen voor Verpleegkundigen en volgt bij haar doelstellingen de landelijk vastgestelde beroepsdeelprofielen. Daarnaast heeft de opleiding haar eigen visie en eindcompetenties verwoord, waarmee zij zo goed mogelijk wil aansluiten bij de regionale arbeidsmarkt. • De opleiding heeft een intensief contact met het werkveld en de stageinstellingen over de aansluiting van de opleidingsdoelstellingen op de eisen die de praktijk stelt. De opleiding is van mening dat zij de beroepspraktijk beïnvloedt en dat vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk actief betrokken zijn bij de vormgeving en uitvoering van het onderwijs. Ook voert de opleiding periodiek overleg met de duaalpartners, de werkveldcommissie en het management of de opleidingsfunctionarissen van instellingen uit het relevante beroepenveld. De samenwerking van de opleiding met het werkveld blijkt onder andere uit de maatwerkprojecten, het Comet-project en de gezamenlijke vormgeving het duaal- en het deeltijdprogramma. • In 2002 heeft de opleiding een nieuw curriculum ingevoerd. Zij heeft in dit kader werkbezoeken afgelegd bij twintig werkveldinstellingen in alle relevante sectoren. • De opleiding sluit aan bij internationale eisen die worden gesteld aan de eindkwalificaties door te participeren in het Euregionale Samenwerkings Verband (Luik, Hasselt, Aken, Eupen) en het European Network for Nursing in higher education: ENNE. Zij heeft tevens een benchmark uitgevoerd. Op landelijk niveau worden de eindkwalificaties regelmatig getoetst en zonodig afgestemd met Europese collega-instituten. (Notitie vergelijking curriculum met buitenlandse opleidingen). In het curriculum zijn internationale en wetenschappelijke standaarden op het gebied van het verpleegkundig methodisch handelen herkenbaar door ICIDH nu ICF, de NANDA, de NOC en de NIC en het gedachtegoed van ‘client centered Care’. • Met name in de differentiatiefase integreert de opleiding de meest recente landelijke beroepsdeelprofielen en de regionaal ontwikkelde competentiekaart (het COMETproject). • Tot slot participeert de opleiding in de stuurgroep Masters van UM, AZM en HS Zuyd.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
15
•
•
•
Het panel beoordeelt de wijze waarop de opleiding er in is geslaagd om met haar eindkwalificaties aan te sluiten bij de landelijke en bij de internationale eisen van vakgenoten als vooruitstrevend en innovatief. Het panel is van oordeel dat de opleiding actief werkt aan de internationalisering van haar curriculum. Zij is van oordeel dat de opleiding wat betreft de domeinspecifieke eisen een voorbeeldfunctie vervult voor andere HBO-V opleidingen. Het panel komt op dit facet tot het oordeel excellent. Doorslaggevend hierbij is geweest dat de opleiding met haar domeinspecifieke eisen expliciet aansluit bij en zich benchmarkt met de internationale domeinspecifieke eisen van vakgenoten. Hiermee vervult zij volgens het panel een voorbeeldfunctie voor andere HBO-V opleidingen, waarin dit volgens het panel niet of in veel mindere mate het geval is. Het panel omschrijft de opleiding op dit facet als ‘best-practice’.
Facet 1.2
Niveau bachelor
goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft haar eindkwalificaties opgesteld in samenwerking met de andere opleidingen Verpleegkunde, het werkveld en de beroepsverenigingen. • Zij legt een aantoonbare relatie van haar eigen kwalificaties met de Dublin descriptoren en doet een groot appel bij studenten op de algemene hbocompetenties: zelfstandigheid, zelfreflectie, transfer, zelfsturing, multidisciplinaire samenwerking, klinisch redeneren en wetenschappelijke oriëntatie (in de vorm van ‘evidence based practice’). Deze kwalificaties worden getraind in het PGO, actionlearning, de SLB lijn, de stages, de terugkomdagen, de EBV-lijn en in de assessment lijn. • Het panel heeft vastgesteld dat het door de opleiding uiteindelijk gerealiseerde niveau in ruime mate voldoet aan de landelijke en internationale maatstaven. • Het panel heeft waardering voor de internationale oriëntatie van de opleiding en voor het feit dat zij haar niveau benchmarkt met het buitenland om zoveel mogelijk aan de internationale maatstaven te kunnen voldoen (zie ook facet 1.1). • In de Nota Toetsbeleid (mei 2006) is een competentiematrix opgenomen waarin per fase wordt aangegeven welke competentieniveau behaald moet worden. • Docenten en studenten zijn volgens de Studentenmonitor 2005 tevreden over het niveau van de opleiding (score 7 op een tienpuntsschaal). Volgens de Nationale Studentenenquête 2004 liggen de scores van de studenten zowel wat betreft de inhoud als het niveau boven de gemiddelde landelijke scores van de HBO-V opleidingen. • Uit het in 2005 gehouden NQA niveauonderzoek blijkt dat de opleiding boven het landelijke gemiddelde scoort wat betreft de gerealiseerde kwalificaties. Voor de vijf
16
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
• •
Dublin descriptoren ligt het verschil met de landelijke scores tussen de 4% (kennis en inzicht, communicatie en de 10%. (oordeelsvorming). Uit de Studentenmonitor 2005 blijkt dat studenten tevreden zijn over het inhoudelijke niveau van het onderwijs (score 7 op een tienpuntsschaal). Het panel is van oordeel dat de opleiding er goed in is geslaagd om haar eindkwalificaties te laten aansluiten bij de algemene, internationaal geldende kwalificaties van een bachelor HBO-V.
Facet 1.3
Oriëntatie hbo bachelor
goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Volgens de opleiding is het curriculum tot stand gekomen in nauw overleg met de relevante stakeholders: de beroepspraktijk, de beroepsverenigingen en het onderwijsveld. • Zij evalueert met regelmaat de ervaringen in het beroepenveld en afgestudeerden met het curriculum. Zij doet dit onder andere via de HBO-Monitor en door deelname aan het NQA Niveauonderzoek. Uit de HBO-Monitor Afgestudeerden 2004 blijkt dat afgestudeerden positief oordelen over hun kwalificaties. Uit het NQA niveauonderzoek blijkt dat afgestudeerden hoger scoren op de gerealiseerde kwalificaties dan het landelijk gemiddelde. De opleiding heeft de resultaten van het onderzoek beschreven in de notitie Resultaten niveauonderzoek afgestudeerden en studenten (Heerlen, maart 2005). • Het werkveld wordt intensief betrokken bij de uitwerking van de uitstroomprofielen. Hiermee wordt gestreefd naar de borging van niveau 5 bij de afgestudeerden. • In het Expertisecentrum ‘Quality of life’ werkt de Faculteit Verpleegkunde samen met de andere faculteiten Gezondheidszorg en met de lectoren. Docenten krijgen de mogelijkheid om praktijkgericht onderzoek uit te voeren. • Medewerkers van de opleiding zijn tevreden over de relaties met ontwikkelingen in de beroepspraktijk, zo blijkt uit de Personeelsmonitor 2005. De score is 7,3 op een tienpuntsschaal.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
17
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen hbo
goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studenten werken gedurende de hele opleiding aan de hand van praktijksituaties. Al in het eerste jaar volgen zij een stage van negen weken. Doel van de stage is een eerste oriëntatie op de praktijk. In de hoofdfase (het tweede jaar) en in de differentiatiefase (het derde en vierde jaar) zijn de stages eveneens een substantieel onderdeel van het curriculum. Stages bieden studenten een goede mogelijkheid om de beroepsvaardigheden, dat wil zeggen verpleegtechnische vaardigheden en communicatieve vaardigheden te trainen. Jaarlijks kiezen enkele studenten ervoor om een stage in het buitenland te volgen. De opleiding stelt hoge eisen aan deze stageplaatsen, onder andere wat betreft de lokale begeleiding, de samenwerking met het stagebedrijf met een lokaal onderwijs-/opleidingsinstituut, de mogelijkheden om contacten te onderhouden via de e-mail en de telefoon en een veilige, betaalbare en hygiënische huisvesting. • De differentiatiefase van de opleiding (het derde en vierde jaar) sluit aan bij het internationaal erkende Major-Minormodel. Dit model biedt studenten de mogelijkheid om een eigen studieloopbaan uit te zetten op basis van het gekozen uitstroomprofiel. Deze profielen zijn in nauw overleg met expertverpleegkundigen van stageinstellingen samengesteld. In het majordeel worden kerncompetenties aangeboden die vereist zijn voor het behalen van de brede Bachelor of Nursing graad. De minor biedt studenten de mogelijkheid om zelf een programma samen te stellen die binnen zijn uitstroomprofiel past. • De opleiding biedt haar studenten via de stages, de opdrachten en projecten gedurende de hele opleiding ruime mogelijkheden om zich te oriënteren op de beroepspraktijk. • Zij actualiseert jaarlijks de literatuur en de verwijzingen naar internetsites. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding actuele literatuur gebruikt. Ook wordt veelvuldig gebruik gemaakt van Engelstalige literatuur. • De opleiding staat midden in het veld en geeft volgens het panel uitstekend vorm aan ‘evidence based practice’. Zij heeft een aanzienlijke internationale component in haar curriculum en werkt intensief aan een verdere concretisering hiervan.
18
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
•
• •
•
De opleiding voert regelmatig overleg met het werkveld om de voor de verschillende functies relevante competenties te bespreken. Dit heeft het werkveld in een gesprek met het panel bevestigd. Een voorbeeld hiervan zijn de contacten (sinds 2004) met het leerwerkbedrijf ZIC Sevagram. De opleiding voldoet aan de wettelijke eisen zoals geformuleerd in de Wet BIG. Bij de ontwikkeling van het vernieuwde duale traject heeft de opleiding samengewerkt met de vier duaalpartners. Het panel heeft verslagen gezien van deze bijeenkomsten (Verslagen overleg Duaalpartners). De opzet van de duale variant is beschreven in de notitie ‘ Deeltijd, duaal en verkort onderwijs, Maatwerk binnen de HBO-V (maart 2006). Het onderwijs in deze variant gaat uit van de principes van 'action learning'. In de vernieuwde duaal variant vindt meer dan voorheen het werken en leren tegelijkertijd plaats. Leersituaties haalt de student uit de praktijk.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De inhoud van de verschillende onderdelen van het programma is herkenbaar afgeleid van zowel de (landelijk) geformuleerde eindtermen van de beginnende beroepsbeoefenaar (Pool, 2005) als van de ‘eigen’ competenties. Met deze eigen competenties probeert de opleiding zoveel mogelijk aan te sluiten op de regionale arbeidsmarkt. • In de eerste twee jaar van de opleiding wordt in hoofdzaak gewerkt vanuit de landelijk geformuleerde eindtermen. In het curriculum van het derde en vierde jaar (de differentiatiefase) nemen de ‘eigen’ competenties een belangrijke plaats in in het curriculum. Om studenten de mogelijkheid te bieden om hun competenties te sturen worden in het tweede differentiatiejaar de competenties niet meer volledig voorgeschreven. De student kan met behulp van een specifiek majorprogramma en twee minoren invulling geven aan een eigen programma. Hierbij uitgaande van een combinatie van de landelijke beroeps- en competentieprofielen en regionaal geformuleerde uitstroomprofielen voor verpleegkundige functies waaraan regionaal behoefte bestaat. De opleiding heeft ijkpunten geformuleerd voor de beoordeling van de door de student ingevulde curriculumonderdelen, namelijk ‘evidence based practice’, het cliëntperspectief, vraagsturing, ethisch redeneren en innovatieve
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
19
•
•
•
aspecten. Deze ijkpunten dienen zichtbaar terug te komen in de afsluitende ‘masterpieces’. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding voor alle programmaonderdelen geoperationaliseerde doelstellingen heeft geformuleerd, die zijn afgeleid van de eindcompetenties. De doelstellingen zijn onder andere beschreven in de Docent- en Studenthandleidingen. De bijbehorende leerdoelen zijn beschreven in de Blokboeken. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de doelstellingen en de leerdoelen helder zijn beschreven. Het panel heeft waardering voor de aandacht die de opleiding besteed aan wetenschappelijke oriëntatie en ‘evidence based practice’. Studenten hebben in dit kader de mogelijkheid om deel te nemen aan een internationaal programma, waardoor zij in contact komen met buitenlandse vakgenoten. Het panel is van oordeel dat het programma ruime en goede mogelijkheden biedt om de geformuleerde eindcompetenties te realiseren. Dit geldt zowel voor de landelijk vastgestelde competenties als de door de opleiding zelf geformuleerde competenties.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding realiseert samenhang in het programma door middel van een aantal rode draden in het curriculum: de SLB-lijn, de beroepsvaardighedenlijn, en de assessmentlijn. • Samenhang tussen de vakken wordt gerealiseerd door deze geïntegreerd aan te bieden in de onderwijseenheden. • De opbouw van het programma van het curriculum is vormgegeven door middel van het principe van de totale taakbenadering en de vijf beroepsrollen van de hbo verpleegkundige. In het eerste jaar staan de rollen van zorgverlener en beroepsbeoefenaar centraal; in de hoofdfase de rollen van zorgverlener en regisseur en in de differentiatiefase die van coach en ontwerper. Aan het einde van de opleiding hebben de studenten zich de rollen in samenhang eigengemaakt. • Ook is er een duidelijke samenhang tussen het binnenschoolse en het buitenschoolse curriculum door datgene wat in de praktijk wordt ervaren, wordt ingebracht in het onderwijs. Verder wordt er voor elke praktijkperiode een theorieblok aangeboden. • De samenhang van de verschillende fasen van de opleiding wordt bewaakt door zelfsturende teams, die via de PDCA-cyclus verantwoordelijk zijn voor het onderwijs binnen de fasen. De samenhang tussen de fasen wordt bewaakt door de aandachtsfunctionarissen, door bilateraal overleg tussen coördinatoren en de directeur en in het coördinatorenoverleg.
20
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
•
Studenten beoordelen de samenhang als ruim voldoende, zo blijkt uit de Studentenmonitor 2005.
Facet 2.4
Studielast
goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De studielast is regelmatig gespreid over de vier jaren (60 EC’s per jaar). Voor elk onderdeel wordt in het Onderwijs en Examen Reglement 2005-2006 (OER) de studielast aangegeven. • In de SLB-lijn leren studenten om te gaan met vragen over hun studieplanning, het plannen van de studiebelasting en hun leerstijl. In zelfevaluatieverslagen reflecteren studenten op hun eigen studieontwikkelingen en krijgen hier feedback op van hun mentor. Tevens wordt in de SLB leerlijn speciale aandacht besteed aan studievertraging. Ook is er een coördinator studievertragers aangesteld, die met behulp van individuele maatwerktrajecten studenten helpt om hun studie af te ronden. Verder kunnen studenten indien gewenst ondersteuning krijgen door middel van faalangsttraining, door hulp van het decanaat, een aparte studiebegeleider of een doorverwijzing naar een psychotherapeut. • Studenten die vertraging oplopen in de postpropedeuse krijgen extra aandacht in het SLB-programma en in een individueel studietraject, dat moet worden goedgekeurd door de Examencommissie. Verder zijn er extra begeleidingstrajecten voor speciale groepen en varianten, bijvoorbeeld voor vwo’ers of hbo’ers. • In elke evaluatie worden vragen gesteld over de studeerbaarheid van het programma. Uit de Studentenmonitor 2005 blijkt dat studenten tevreden zijn over de studeerbaarheid van het programma (score 6,7 op een tienpuntsschaal). Zij vinden de studie goed te doen in de tijd die ervoor staat. • Ten aanzien van interne communicatie vermeldt de opleiding in haar zelfevaluatierapport dat in het studiejaar 2004-2005 beleid is gevoerd om deze te verbeteren. In overleg met de opleidingscommissie en de binnen de opleiding functionerende zelfsturende teams is een communicatieplan opgesteld en is het OER herschreven. In deel 1 van het OER wordt het onderwijs per opleidingsvariant beschreven en in deel 2 de meer algemene regelingen, zoals een regeling over het studieadvies, waaronder het bindend afwijzend studieadvies. Ook zijn de mogelijkheden van Blackboard verbeterd. • Voor informatie over de studievoortgang wordt gebruik gemaakt van OSIRIS.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
21
Facet 2.5
Instroom
goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Eén van de doelstellingen van de faculteit en de opleiding is het bieden van zoveel mogelijk maatwerk. De opleiding sluit hiermee aan bij het stimuleringsprogramma ‘Maatwerk’ van de hogeschool, dat van 2002 tot 2005 is gerealiseerd, evenals bij het programma ‘Grensverleggend onderwijs’, dat loopt van 2005 tot en met 2008. • De opleiding biedt naast het voltijdprogramma voor reguliere studenten op maat gesneden programma's voor voltijd, deeltijd en duale studenten. In 2005-2006 was de instroom als volgt opgebouwd: 60% havo, 22% mbo waarvan 45% mbo-v, 9% vwo, 1% hbo, 2% colloquium doctum en 6% buitenlands diploma. Voor vwo’ers is er een verkort programma. • Studenten met een taalachterstand hebben de mogelijkheid om een taalcursus Nederlands te volgen. Allochtone studenten krijgen speciale aandacht in het MIDAS project. Verder zijn er deficiëntieprogramma's Biologie en Verpleegkundig Rekenen. Voor mbo-studenten is er het project ‘Doorstroom mbo-hbo’. Dit project biedt studenten de mogelijkheid om in drie jaar hun hbo diploma te behalen. In de deeltijdvariant wordt extra aandacht besteed aan studieloopbaanbegeleiding. • De opleiding organiseert in het kader van de voorlichting over de opleiding open dagen en meeloopdagen. • Voor zij-instromers heeft de opleiding in samenwerking met het werkveld een intakeassessmentprogramma ontwikkeld. • Het panel is zeer te spreken over de verschillende trajecten die de opleiding aanbiedt. Studenten toonden zich in het gesprek met het panel tevreden over de aansluiting op hun vooropleiding.
Facet 2.6
Duur
goed
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft een voltijdse variant die uit 240 EC’s bestaat, verdeeld over vier jaar. Voor de deeltijd en de duale variant zijn eveneens 240 EC’s geprogrammeerd. Daarnaast heeft de opleiding vrijstellingenprogramma's (maatwerktrajecten) met een
22
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
minder grote omvang. Vrijstellingen worden verleend door de examencommissie op basis van elders verworven competenties.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het onderwijs is gebaseerd op verschillende theorieën en didactische uitgangspunten, namelijk die van de cognitieve leertheorie, probleemgestuurd onderwijs, projectonderwijs, competentiegericht onderwijs en het ‘Four Components Instructional Design Model’ (4C/ID model). De opleiding beschrijft haar leerproces als dynamisch, met als rode draad de integratie van het gehanteerde onderwijsmodel, praktijkgerichtheid en assessment. Het didactisch concept en de wijze waarop de opleiding gestalte geeft aan haar onderwijs, maakt het volgens de opleiding mogelijk om direct aan te sluiten bij veranderingen en vernieuwingen in de beroepsuitoefening in het verpleegkundig werkveld. • De opleiding heeft bij de ontwikkeling en de implementatie van innovatieve didactische concepten samengewerkt met de UM en de OU. Ook heeft zij hierbij gebruik gemaakt van de diensten en producten van het Bureau Maatwerkonderwijs van de hogeschool. • In de propedeuse wordt voornamelijk gewerkt met PGO. Veel aandacht wordt besteed aan E-learning. De belangrijkste doelstellingen hiervan zijn communicatie, verbreding, verdieping, directe interactie en betrokkenheid van het werkveld. • In de hoofdfase en de differentiatiefase maakt aanbodgestuurd onderwijs plaats voor vraaggestuuurd onderwijs. Praktijkgerichte cases nemen een centrale plaats in binnen het curriculum van deze fasen. Er is een geïntegreerd aanbod van verpleegtechnische vakken en communicatieve vaardigheden. • Vanaf het derde jaar maakt de student op basis van competentiekaarten zijn eigen ontwikkelplan en vult op deze wijze zijn eigen uitstroomprofiel in. • De opleiding heeft per onderwijseenheid de werkvormen vastgesteld. Deze zijn overeenkomstig haar uitgangspunten PGO groepen, trainingsgroepen, simulatie en echte patiënten groepen, docentonafhankelijk groepen, waarin studenten werken aan opdrachten en projectgroepen. Andere werkvormen zijn individuele opdrachten, het werken in het Studielandschap, het werken in een praktijkomgeving, ‘action learning’, hoor-, responsie- en instructiecolleges, het schrijven van papers en werkstukken en het werken in een elektronische werkomgeving. Het panel is onder de indruk van de gevarieerdheid van de gehanteerde didactische concepten en de wijze waarop de opleiding erin is geslaagd om deze concepten en de daarvan afgeleide werkvormen een plaats in het curriculum te geven.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
23
•
De studenten zijn blijkens evaluaties tevreden over de werkvormen. Dit geldt ook voor de docenten, de trainers en tutoren. Studenten zijn van mening dat de opleiding hen een uitdagende, stimulerende werkomgeving biedt. De stimulans tot zelfwerkzaamheid en zelfstandig leren denken scoort hoger dan het landelijk gemiddelde van HBO-V studenten, zo blijkt uit de Landelijke Studentenenquête 2004.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
voldoende
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding maakt gebruik van verschillende toetsen. De aandachtsfunctionarissen bewaken de toetsingslijnen en doen zo nodig voorstellen om het toetsbeleid aan te passen. Het toetsbeleid wordt vastgesteld in de docentenvergadering. De Examencommissie en het management bewaken de kwaliteit en de uitvoering van de toetsen. • In het begin van de opleiding worden met name cognitieve toetsen afgenomen. Daarnaast wordt van meet af aan gebruik gemaakt van competentiegerichte toetsvormen. Uitgangspunt voor de toetsen is de actuele aan de praktijk ontleende casuïstiek. De casuïstiek wordt mede beoordeeld en opgesteld door vertegenwoordigers uit het werkveld. • De opleiding hanteert ook een competentiegericht assessmentprogramma. Deze worden voortdurend bijgesteld. De gebruikte normen zijn nog steeds in ontwikkeling. Studenten ondervinden hier volgens de docenten met wie het panel heeft gesproken enige hinder van. • Na de vorige visitatie heeft de opleiding veel tijd besteed aan het verbeteren en actualiseren van het toetsbeleid en de toetsvormen. Er zijn vanaf 2001 nieuwe toetsvormen ingevoerd, zoals competentiegerichte toetsen, protocoltoetsen, performance assessment weken, kritische bewijzen en proeven van bekwaamheid. Andere nieuwe toetsvormen die zijn ingevoerd zijn co-assessment, peer-assessment, self-assessment en portfolio-assessment. In deze toetsen spelen studenten een actieve rol. Naarmate de opleiding vordert is er meer assessment in de beroepspraktijk. Competentiegericht toetsen vormt de basis voor het totale toetsbeleid van de opleiding. • In het OER 2005-2006 zijn de verschillende regelingen rondom de deelname aan toetsen en herkansingen beschreven. • Na elke toets hebben studenten de mogelijkheid om de toetsresultaten in te zien. Tevens wordt een responsiecollege georganiseerd. • Toetsen worden geëvalueerd volgens de PDCA-cyclus.
24
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
•
•
•
Studenten hebben in de loop der jaren meer waardering gekregen voor de mate waarin de toetsen aansluiten op de stof. Was de score in 2004 nog 5,3, in 2005 was deze 6,3 en in 2006 6,7 op een tienpuntsschaal. Ook de tevredenheid van de docenten hierover is gestegen, van 5,4 in 2004, 6,3 in 2005 en 7,2 (op een tienpuntsschaal) in 2006. De opleiding zal in de komende jaren aandacht besteden aan de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, overeenkomstig de beleidsmatige aandacht die hier in het hele hoger onderwijs aan besteed zal worden. Het werkveld heeft het panel tijdens het bezoek laten weten dat zij toetsing door middel van assessment nuttig vindt. Zij zou het aantal beoordelingscriteria voor de beoordeling van de Masterproof echter verder willen uitbreiden. Het panel heeft waardering voor de vele toetsvormen die de opleiding hanteert en voor het feit dat de opleiding al veel bereikt heeft, maar is met de docenten van mening dat het toetsbeleid nog verder moet worden ontwikkeld met extra aandacht voor het hanteren van eenduidige beoordelingscriteria.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van Personeel
Eisen hbo
goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het personeelsbeleid van de opleiding is in lijn met dat van het hogeschoolbeleid, dat is beschreven in de nota: Verpleegkundige in balans (mei, 2006). In het plan staat de deskundigheidsbevordering van de docenten in het licht van de door de hogeschool geformuleerde competenties centraal. De faculteit heeft de paragraaf over deskundigheidsbevordering uitgewerkt in de beleidsnotitie Scholings- en deskundigheidsbevorderingplan (mei, 2006). • Elke docent heeft de taak om contacten met het werkveld te onderhouden door enkele weken per jaar in de beroepspraktijk mee te draaien en door werkbezoeken af te leggen. Deze activiteiten worden besproken in de jaargesprekken en in het kader van de POP’s. • De opleiding streeft ernaar om bij het aanstellen van nieuwe medewerkers 50% van hen direct uit de praktijk te werven. Deze doelstelling heeft zij vanaf 2004 voor 75% kunnen realiseren. Tevens heeft zij als doelstelling om een kwart van de docenten in te zetten voor contractactiviteiten (voor de hele faculteit is dit thans voor 4,7 van de 28,4 fte het geval). In de periode van 1 september 2004 tot 1 april 2006 heeft de opleiding 10 nieuwe medewerkers aangetrokken, waarvan 8 uit de beroepspraktijk afkomstig zijn. Ruim een kwart van de docenten (26,4% van in totaal 34) is betrokken bij contractactiviteiten, kenniskringen, expertisecentra en praktijkgericht onderzoek.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
25
•
•
• • •
Docenten participeren in praktijkgerelateerde projecten, zoals het project ZIC Sevagram, project Maaslandziekenhuis, project Atrium, project HBO-raad/GGZNederland. Een kwart van de docenten dient deel te nemen aan Kenniskringen, Expertisecentra en praktijkgericht onderzoek. Thans is 17% (zes docenten) betrokken bij de kenniskringen ‘Autonomie en participatie’ en ‘Duurzame ontwikkeling’. De opleiding zet expertverpleegkundigen in voor gastcolleges, als assessoren bij protocoltoetsen en als beoordelaars van proeven van bekwaamheid. Zowel de studenten als de docenten zijn tevreden over de relatie met de beroepspraktijk. Docenten scoren gemiddeld een 7.3 in de Personeelsmonitor 2005. Het panel is van oordeel dat de docenten intensief contacten met het werkveld onderhouden. Er is een goed functionerende Werkveldcommissie. Ook participeren de docenten volgens het panel actief in twee kenniskringen.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
voldoende
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft 34 docenten (totaal17,9 fte) en een student/docentratio van 20,8 : 1. Zij zit hiermee iets boven de facultaire student/docentratio van 19: 1. De opleiding werkt met vooraf vastgestelde en goedgekeurde urenbudgetten voor elke fase van de opleiding. • De opleiding voert een actief HRM beleid. Zij voert jaargesprekken, stelt POP’s op, en schoolt haar docenten bij. Onlangs hebben 19 docenten de cursus ‘Coaching’ gevolgd. Zij stimuleert haar docenten gebruik te maken van het loopbaancentrum van de hogeschool. Het centrum organiseert deskundigheidsbevorderende trainingen en geeft docenten indien gewenst individuele trainingen. • De opleiding heeft een streefcijfer geformuleerd met betrekking tot de tevredenheid van docenten over de kwantitatieve inzet, namelijk score 6.0 of hoger op een tienpuntsschaal. In 2005 was de score 5.4 en in 2006 6,3. Verklaringen voor de matige score in 2005 zijn de als hoog ervaren taakbelasting, het aantal en het tempo van de veranderingen, onvrede over het beschikbare budget en het aantal uren, dat beschikbaar is voor de centrale diensten, de overhead en de organisatie. Ook het panel heeft enige onvrede bij docenten over de werkdruk vernomen. Volgens het management van de opleiding is enige onvrede over de werkdruk onder andere te verklaren uit het feit dat docenten een hoog ambitieniveau hebben. Het panel heeft geconstateerd dat docenten betrokken en gemotiveerd zijn en tevreden zijn over de maatwerkoplossingen voor hun problemen en de individuele aandacht die zij hierbij krijgen. Om de problemen met de werkdruk het hoofd te bieden, werkt het management thans aan een herziening van het taakbelastingsmodel, waarin de
26
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
• •
normen worden geactualiseerd. Het panel is hierover te spreken. De opleiding heeft geen boventalligheid. Uit de Personeelsmonitor 2005 blijkt dat 65% van de medewerkers de taakbelasting als goed ervaart, 30% ervaart deze als te zwaar en 4% als te licht. Vanuit de hogeschool en de faculteit wordt een actief verzuimbeleid gevoerd. Hiervoor geldt als algemeen streefcijfer 4,5%. Het percentage ziekteverzuim van de opleiding ligt iets boven het gemiddelde van de hogeschool van 4,9% en bedroeg in 2005 6,7%. Lesuitval, onder andere als gevolg van ziekte wordt zoveel mogelijk voorkomen door collega's de uitval te laten opvangen. Elke docent heeft hiervoor een klein aantal bufferuren. Langdurige lesuitval wordt opgevangen door de ‘flexpool’ van de faculteit.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding sluit met haar personeelsbeleid aan bij het faculteitsbeleid (zie ook facet 3.1). Veel nadruk wordt gelegd op zelfsturing van de docenten. Docenten zijn georganiseerd in zelfsturende teams. Volgens het management van de opleiding bestaat hiervoor veel draagvlak. Het panel heeft geconstateerd dat dit inderdaad het geval is, maar heeft ook enige scepsis over deze organisatiestructuur bespeurd. Langzamerhand krijgen de teams volgens de docenten toch meer een lijnstructuur. • Ten behoeve van het waarborgen van de kwaliteit van de docenten zijn op faculteitsniveau normen geformuleerd met betrekking tot de competenties waaraan zij moeten voldoen. De zes basiscompetenties zijn: klantgerichtheid, samenwerking, resultaatgerichtheid, omgevingsbewustzijn, veranderingsgerichtheid en materiedeskundigheid. Ook aan internationalisering wordt veel belang gehecht, evenals aan kennis van ‘evidence based practice’. In het kader van de internationalisering volgen docenten taalcursussen. De Werkgroep ‘Evidence based practice’ heeft de afgelopen jaren een aanbod van cursussen verzorgd op het gebied van het raadplegen van bronnen, basis onderzoeksmethodologie en kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Ook worden docenten bijgeschoold op het terrein van ICT, E-learning en toetsing. Tevens nemen 16 docenten deel aan Kenniskringen, aan een aantal projecten en aan onderzoek (Notitie Onderzoeksbeleid Platform Gezondheidszorg). Binnen het team is speciale expertise aanwezig met betrekking tot E-learning, (verpleegkundig) wetenschappelijk onderzoek, competentiegericht onderwijs, toetsing en assessment, studieloopbaanbegeleiding, onderwijsontwikkeling, internationalisering, chronisch zieken en patiëntenparticipatie. • Medewerkers kunnen volgens de Personeelsplanning 2005-2006 10% van hun tijd besteden aan deskundigheidsbevordering. Zij doen dit ook daadwerkelijk, zo heeft het panel vastgesteld. De opleiding heeft als doel dat in 2010 docenten 20% van hun
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
27
• •
tijd besteden aan kennisontwikkeling en onderzoek. Dit zal dan moeten gelden voor de helft van de docenten. Enkele docenten van het team zijn gepromoveerd en de meeste hebben een academische opleiding, zo blijkt uit hun CV’s. Studenten zijn tevreden over de inhoudelijke deskundigheid van de docenten. In de Studentenmonitor 2005 is de score 6.9 op een tienpuntsschaal en in de Nationale Studentenenquête 2004 is de score 7.1.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding is samen met andere opleidingen gehuisvest in een nieuw gebouw uit 1998. • Zij beschikt over practicumlokalen, oefenruimtes, computerlokalen met toegang tot Infonet en Internet, een goed geoutilleerd studielandschap met studieplekken, een uitleensysteem voor boeken, tijdschriften, DVD's, video's, laptops en beamers. De opleiding heeft de beschikking over een eigen informatie intermediair vanuit de bibliotheek. • Alle docenten hebben een ruime werkplek met ICT voorzieningen. • Het gebouw is open van acht uur 's ochtend tot tien uur 's avonds. • Volgens de resultaten van de Studentenmonitor 2005 zijn de studenten tevreden over de voorzieningen (score 6,5). Zij hebben dit in het gesprek met het panel bevestigd. Dit geldt eveneens voor de docenten, zo blijkt uit de Personeelsmonitor 2005. • De deeltijdstudenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken toonden zich iets minder tevreden over de computerfaciliteiten. Een plausibele verklaring van het management hiervoor is dat tussen 11.00 uur en 14.00 uur een grote groep studenten gebruik wil maken van de pc’s en er als snel te weinig pc’s voor. Het panel heeft hier begrip voor. • Voor de deeltijd en de duale studenten wordt intensiever gewerkt met behulp van de elektronische leeromgeving.
28
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Facet 4.2
Studiebegeleiding
goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studenten kunnen op hogeschoolniveau ‘ gebruik maken van’ een studentenpsycholoog, een studentendecaan en een vertrouwenspersoon. • Zij hebben in het eerste jaar een persoonlijke mentor, met wie zij twee individuele gespreken voeren over hun studievoortgang en eventuele problemen die zich hierbij voordoen. In de jaren daarna hebben studenten een persoonlijke coach. De begeleiding van studenten is gericht op het bevorderen van een toename van de zelfsturing. • Voor de start van elk blok worden de SLB bijeenkomsten op Blackboard geplaatst. Hierop staat ook informatie over projecten, roosters en dergelijke. • Het OER 2005-2006 geeft informatie over regelingen met betrekking tot de herkansingen, inschrijving voor toetsen en herkansingen en omzwaaien. Uiterlijk drie weken na het tentamen dient de uitslag ervan bekend te zijn bij de studenten. • De studievoortgang wordt geregistreerd met behulp van OSIRIS. De opleiding heeft specifieke aandacht voor allochtone studenten in het MIDAS programma. Ook heeft zij aandacht voor studenten met speciale leerroutes, bijvoorbeeld voor studenten met als vooropleiding vwo of mbo-verpleegkunde. Er zijn speciale docenten met een vangnetfunctie voor vertraagde studenten. Eén docent is voor 80 uur op jaarbasis vrijgesteld om studenten die na goedkeuring van de examencommissie een individuele leerroute volgen, te begeleiden. Daarnaast is er 90 uur beschikbaar voor het project ‘Maatwerk MBO-HBO’. • De opleiding hanteert een duidelijke regeling met betrekking tot het bindend afwijzend studieadvies. Ook deze regeling staat uitgebreid beschreven in het OER. • Studenten kunnen indien gewenst een cursus zelfhandhaving, bestrijding faalangst of assertiviteit volgen. • De opleiding evalueert regelmatig de tevredenheid van studenten over de studiebegeleiding en de informatievoorziening. Dit gebeurt onder andere tijdens de individuele mentorcontacten, het studentenoverleg, in de opleidingscommissie en met behulp van blokevaluaties en de Studentenmonitor. • Studenten zijn blijkens de Studentenmonitor 2005 ruim tevreden over de afstemming van de begeleiding op hun persoonlijke situatie. Ook in het gesprek met het panel toonden de studenten zich tevreden over de begeleiding.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
29
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitzorg
Evaluatie resultaten
goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Op hogeschoolniveau worden periodiek evaluaties uitgevoerd door de Audit en Control groep. De hogeschool werkt met een kwaliteitszorgsysteem volgens het INK model. • De opleiding gebruikt de PDCA-cyclus als kwaliteitscyclus ten behoeve van de planning en uitvoering van het onderwijs. Voor de aspecten die in de PDCA-cyclus worden gemeten heeft de opleiding streefdoelen geformuleerd, onder andere in het Jaarplan 2006. • De opleiding gebruikt een aantal evaluatie-instrumenten en monitoren en onderscheidt vier hoofdtypen van evaluaties, namelijk 1) periodieke algemene evaluaties, zoals het jaarverslag, de HBO-Monitor, de personeelsmonitor, de studentenmonitor, de Risico-inventarisatie en evaluatie en de interne audit van de Audit en Control groep. Ook heeft de opleiding in 2003 en 2005 geparticipeerd in niveauonderzoeken onder afgestudeerden. In 2003 nam zij deel aan een Quickscan onderzoek en in 2005 aan het NQA niveauonderzoek. 2) periodieke specifieke onderwijsevaluaties. Dit zijn blokevaluaties, stageevaluaties, en de nabesprekingen in het afgevaardigdenoverleg en de onderwijsgroepen. 3) evaluaties door vaste commissies, zoals de opleidingscommissie, de werkveldcommissie, de examencommissie, de toetscommissie en de deelraad. 4) evaluatie van het functioneren van medewerkers in jaargesprekken en via de personeelsmonitor. • De uitkomsten van de hogeschoolmonitoren, zoals de studenten- en de personeelsmonitor worden besproken in het docentenoverleg, het studentenoverleg, de opleidingscommissie, de deelraad en de zelfsturende teams en worden verwerkt in de jaarplannen en in het Strategisch Beleidsplan. • Ook is de opleiding naar aanleiding van de resultaten van de vorige visitatie in 2000 gaan werken met het handboek Kwaliteitszorg als een groeidocument.
30
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
goed
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Naar aanleiding van de resultaten van de vorige visitatie in 2001 (zie ook facet 5.1) en het interne auditrapport uit 2003 heeft de opleiding een aantal verbeterplannen geformuleerd. Deze zijn besproken in de docentenvergaderingen en indien van toepassing met de werkveldcommissie en het stageveld. • In de Jaarplannen 2004, 2005 en 2006 en in het Strategisch Beleidsplan heeft de opleiding speerpunten geformuleerd voor een aantal resultaatgebieden, zoals maatwerk, onderzoek, leerbedrijven, assessments, grensverleggend onderwijs en personeel. Het beleid dat de opleiding ten aanzien van deze punten heeft geformuleerd sluit aan bij het Innovatieplan en de jaarlijkse kaders van de hogeschool. Verbeterpunten worden systematisch opgenomen in de PDCA-cyclus van de opleiding. De zelfsturende teams spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van de verbeterplannen. • Een voorbeeld van een verbeterplan betreft het verbeteren van de onderwijsvraagfactor. Deze is in de periode oktober 2004/oktober 2005 gestegen in vergelijking tot het jaar ervoor. Voor de voltijdopleiding bedraagt deze nu 1,03, voor de duale opleiding 1,03 en voor de deeltijdopleiding 0,92. De opleiding streeft ernaar om voor alle varianten een factor van boven de 1,0 te realiseren en te behouden. • Een ander voorbeeld van een verbeterplan is het Communicatieplan ten behoeve van de verbetering van de communicatie met de studenten. Ook zijn er richtlijnen geformuleerd met betrekking tot de informatievoorziening naar studenten toe via Infonet, Blackboard en via de e-mail en zijn afspraken gemaakt over de terugkoppeling van evaluatiegegevens naar studenten.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
goed
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Medewerkers van de opleiding zijn betrokken bij de kwaliteitszorg via de PDCAcyclus, het docentenoverleg en studiedagen. Eén docent is tevens aangesteld als kwaliteitsfunctionaris.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
31
•
•
•
• •
Studenten zijn betrokken bij de kwaliteitszorg door hun deelname aan mondelinge en schriftelijke evaluaties en het studentenoverleg in de jaargroepen. In deze groepen worden de resultaten van de evaluaties besproken. Verder zijn de studenten en docenten betrokken bij de kwaliteitszorg door participatie in de opleidingscommissie en de deelraad. De examencommissie heeft een controlerende de taak in de kwaliteitszorg. Ook alumni van de opleiding zijn betrokken bij de kwaliteitszorg. In 2002 is een alumnivereniging opgericht. De alumni zijn in 2003 bevraagd over de kwaliteit van de opleiding. In 2005 is een Niveauonderzoek uitgevoerd door NQA, niet alleen onder alumni, maar ook onder studenten en leidinggevenden van afgestudeerden. De alumni met wie het panel heeft gesproken, vertelden het panel nauw betrokken te zijn geweest bij de ontwikkeling van de differentiaties. Het werkveld participeert in de kwaliteitszorg via de werkveldcommissie en de duaal partners. In de vergaderingen van deze commissies wordt regelmatig aandacht besteed aan aspecten van interne kwaliteitszorg van de opleiding. De vertegenwoordigers uit het werkveld met wie het panel heeft gesproken voelen zich betrokken bij de ontwikkelingen in de opleiding. Zij omschrijven de opleiding als zeer innovatief. Een voorbeeld van hun betrokkenheid betreft de door de opleiding geformuleerde eisen ten aanzien van de inhoud en de vorm van de afstudeerproducten (zie ook facet 6.1).
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor de vorm en inhoud van de afstudeerproducten die studenten in de nieuwe differentiaties schrijven heeft de opleiding nieuwe criteria geformuleerd. Deze zijn in overleg met het werkveld vastgesteld. • Eén van de medewerkers van de opleiding is onlangs afgestudeerd aan de Universiteit Maastricht en heeft in dit kader een onderzoek gedaan naar de validiteit van het assessment instrument ‘de praktijkproef’, zoals dat door de opleiding wordt gebruikt. Uit het onderzoek blijkt dat de inhoudsdeskundigen en de werkbegeleiders uit het werkveld positief zijn over de praktijkproef. • De opleiding onderneemt een aantal acties om zich te informeren over de kwalificaties van haar afgestudeerden. Zij doet dit onder andere door middel van werkveldbezoeken, door overleg met de werkveldadviescommissie en de
32
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
•
•
•
•
duaalpartners en de alumnivereniging. Verder maakt zij gebruik van gegevens van de HBO-Monitor. De opleiding heeft zelf ook onderzoek uitgevoerd naar het niveau van de afgestudeerden door middel van de Quickscan afgestudeerden HBO-V 2003. Tevens heeft zij geparticipeerd in het NQA niveauonderzoek, waarover de opleiding zelf de eindrapportage schreef: Resultaten Niveauonderzoek afgestudeerden en studenten door NQA, HBO-V (HS Zuyd, 29 maart 2006). Uit de HBO-Monitor 2002-2003 blijkt dat wat betreft de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk de afgestudeerden van de opleiding boven het landelijk gemiddelde scoren. Ook uit het NQA niveauonderzoek, dat is uitgevoerd onder studenten, afgestudeerden naar de gerealiseerde kwalificaties blijkt dat de scores boven het landelijk gemiddelde liggen. De scores van de huidige studenten zijn iets hoger dan die van de afgestudeerden (n.b. de respons van de stagebegeleiders en leidinggevenden van de afgestudeerden was te laag om betrouwbare uitspraken op te baseren). Het panel heeft een aantal afstudeerscripties bekeken en tien ervan nader bestudeerd. Zij is te spreken over het niveau ervan. De gemaakte analyses zijn goed, evenals de literatuurverwijzingen en het taalgebruik. Vertegenwoordigers uit het werkveld met wie het panel heeft gesproken zijn van oordeel dat de algemene kwaliteit van de afgestudeerden toeneemt. De alumni met wie het panel heeft gesproken toonden zich tevreden over hun kwalificaties.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
goed
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding sluit met haar streefcijfers aan bij de landelijke rendementscijfers voor het hbo en de HBO-V opleidingen. De streefcijfers zijn beschreven in de facultaire notitie Strategisch Beleidsplan, deel 2. • Voor de propedeuse geeft de opleiding streefcijfers na één en twee jaar. De streefcijfers zijn verschillend per variant: voor de voltijd variant geldt een streefcijfer voor het propedeuserendement van 60% na twee jaar. Voor de duale- en de deeltijdvariant geldt een iets hoger streefcijfer, namelijk van 70%. • De opleiding kiest expliciet voor een selecterende propedeuse. Deze is vanaf 2003 verzwaard qua inhoud en niveau. Uitval na de propedeuse wil zij zoveel mogelijk voorkomen. In de propedeuse moet duidelijk worden of een student over voldoende competenties beschikt om de opleiding met succes af te ronden. De opleiding veronderstelt dat het propedeuserendement als gevolg hiervan iets zal afnemen en lager zou kunnen zijn dan dat van HBO-V opleidingen die 'aan de poort' selecteren.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
33
•
•
•
•
• •
34
Van cohort 2002 had na 2 jaar 70% van de studenten de propedeuse gehaald. Voltijd: 63%, duaal 78% en deeltijd 75%. Van cohort 2003 was dit 67%. Voltijd 55%, duaal 85% en deeltijd 91%. Het gemiddelde propedeuserendement van de cohorten 2002 en 2003 na twee jaar ligt iets boven de streefnorm van 65% (respectievelijk 70% en 67%). Uit deze cijfers blijkt dat de opleiding erin slaagt om voor de meeste cohorten haar streefcijfers voor wat betreft het propedeuserendement te behalen. De opleiding heeft ook streefcijfers voor de differentiatierendementen geformuleerd, namelijk voor cohort 1999 59% na 5 jaar, voor cohort 2000 67% na 5 jaar en voor cohort 2001 57% na 4 jaar. Voor de cohorten die tot en met 2007 afstuderen geldt een voldoende differentiatierendement van 55% na vijf jaar. De opleiding noemt het rendement van de cohorten die vanaf 2008 afstuderen goed indien 62% van de studenten na vijf jaar is afgestudeerd. De voltijd- en duale rendementen zijn hoger dan die van de deeltijdopleiding, echter deze verschillen per cohort. Het lagere rendement van de deeltijdopleiding verklaart de opleiding door het feit dat tot 2003 de deeltijdstudenten een programma van vijf en een half jaar volgden en doordat er geen instroomeisen werden gesteld aan het soort mbo-diploma. Vanaf 2003 worden alleen nog mbo deeltijdstudenten toegelaten met een verpleegkunde opleiding. De opleiding verwacht dat hierdoor het rendement van deze groep studenten zal toenemen. Het differentiatierendement van de drie varianten is voor cohort 1999 59% na vijf jaar, van cohort 2000 67% na vijf jaar en van cohort 2001 57% na vier jaar. Uitgesplitst naar variant: het differentiatierendement van de voltijdopleiding van cohort 2000 is 56,6% na vijf jaar, van cohort 2001 is dit 46,9% na vier jaar. Van de deeltijdopleiding van cohort 2001 is dit na vier jaar 57,1% en van de duale opleiding is dit na vier jaar 64,0%. Uit deze cijfers blijkt dat de het differentiatierendement van de varianten samen aan de door de opleiding geformuleerde streefcijfers voldoet. Het panel heeft waardering voor de genuanceerde wijze waarop de opleiding het rendementsvraagstuk benadert en weegt dit mee bij haar oordeel goed op dit facet.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
35
Bijlage 1:
36
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
37
38
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
39
40
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding Onderwijsdeskundigheid
X
X
Panellid NQA: Mevrouw drs. M.E. Voorthuis
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid student Mevrouw H.F. Westenbroek
Panellid Mevrouw drs. A.E. Spreen
Panellid domein : Mevrouw H.A.M. Groenendaal
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
X X
X
X
X
Panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Mevrouw H.A.M. Groenendaal Mevrouw Groenedaal is ingezet vanwege haar onderwijs-expertise op het gebied van verpleegkunde. Daarnaast heeft zij ervaring op het gebied van beleid en management in het onderwijs en de zorg. Mevrouw Groenendaal heeft uit opleiding en werkervaring kennis van het accreditatiesysteem. Opleiding: 1971 – 1975 1975 – 1977 1977 – 1979 1983 1988 – 1990 1991 1999
Opleiding tot verpleegkundige A, Laurentiusziekenhuis Breda Gebroken docentenopleiding, Kath. Hogeschool voor Verpleegkundige (KHSV) Nijmegen Hogere Opleiding richting onderwijs KHSV Nijmegen Eerstegraads lerarenopleiding (verkort programma) Rijks Universiteit Limburg Cursus Management voor Basiseenheden in het Hoger Beroepsonderwijs PBNA Cursus ‘Effectief managen van Professionals’, HOAG opleiding- en adviesgroep, Haarlem Employability voor onderwijsmanagers in het hbo, Mobiliteitsfonds HBO
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
41
Werkervaring: 09 – 12/1975 Docente verpleegkunde Opleiding inservice A Laurentiusziekenhuis, Breda 1976 – 1977 Docente verpleegkunde Opleiding inservice A Franciscusziekenhuis, Roosendaal 1979 – 1989 Stafdocente verpleegkunde, HBO-V Academie Gezondheidszorg Zwolle met afwisselende functies binnen het management: coördinator Propedeutische Fase, coördinator Stagebureau, coördinator Hoofdfase, voorzitter examencommissie, lid beleidstaf 1989 – 1996 Waarnemend directeur/ studierichtingsleider HBO-V Academie Gezondheidszorg Zwolle 1996 – 1999 Waarnemend directeur / studierichtingsleider Academie Gezondheidszorg Hogeschool IJsselland 1999 – 2004 Directeur Academie Gezondheidszorg Saxion Hogescholen locatie Deventer 2004 – heden Waarnemend directeur Academie Mens en Arbeid Saxion Hogescholen locatie Deventer en Enschede Overig: 1996 – 2004 2003 – 2004
Voorzitter Landelijk overleg Management HBO-Verpleegkunde HBO-raad Lid Evaluatiecommissie HBO-V Duaal HBO-raad
Panellid mevrouw drs. A.E. Spreen Mevrouw Spreen is voornamelijk ingezet vanwege haar ervaring als voorzitter en haar kennis van het werkveld. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Doordat zij twee jaar werkzaam is geweest in de onderwijssector (opleidingsinstituut UMC Utrecht) heeft zij tevens onderwijskundige kennis en is zij vertrouwd met het hbo. Zij is bekend met het internationale werkveld. Opleiding: 1970 – 1976 1976 – 1980 1985 – 1987 1988 – 1990 1992 – 1995 1999 – 2000
vwo/havo, Wessel Gansfort College, Groningen Inservice Opleiding A-verpleegkundige, Academisch Ziekenhuis, Groningen Kaderopleiding Intramurale Gezondheidszorg, Hogeschool Midden Nederland, Utrecht Voortgezette Opleiding Beroepsinnovatie, Hogeschool Midden Nederland, Utrecht Sociologie van Verzorging & Beleid Afstudeerrichting: Medische Sociologie, UvA Management leergang ‘Leiderschap in de zorg’ Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging
Werkervaring: 1976 – 1980 1980 – 1981 1981 – 1982 1982 - 1990
Academisch Ziekenhuis Groningen, Leerling verpleegkundige(A-inservice) Meerdere ziekenhuizen regio Utrecht, Verpleegkundige Oudenrijn Ziekenhuis Utrecht, Cursist aantekening kinderverpleging Overvecht Ziekenhuis Utrecht, Verpleegkundige in leidinggevende functie op de kinderafdeling 1990 – 1992 Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht, Docent Opleidingsinstituut/Bijscholingen 1992 – 1996 Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht, Staflid verpleegkundige zaken, Verplegingsdienst en Raad van Bestuur 1996 – 2001 AZU-WKZ en later UMC Utrecht, Staflid patiëntenzorg Raad van Bestuur 2001 – heden UMC Utrecht, Manager Zorg
42
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Panellid student mevrouw H.F. Westenbroek Mevrouw Westenbroek is ingezet als student panellid. Zij studeert HBO-Verpleegkunde aan de Hogeschool Windesheim. Mevrouw Westenbroek is qua leeftijd en vooropleiding representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Zij heeft studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen HBO-V. Mevrouw Westenbroek heeft deelgenomen aan de NQA auditortraining Hoger Onderwijs. Opleiding: 09/1996 – 1999 09/1999 – 2000 09/2002 – 2003 09/2003 – heden
vwo Havo (economie en maatschappij) Hogere Europese Beroepen opleiding HBO-V
Werkervaring: 2001 – 2004 03/2004 – 06/2004 06/2004 – heden 11/2004 – 01/2005 01/2005 – heden 09/2005 – 08/2006
Woon/service flat Lenna, helpende in de zorg Woonzorg centrum de Havezate, stage Woonzorg centrum de Havezate, verzorgende C Zwolse Poort, psychiatrisch ziekenhuis, stage Zwolse Poort, psychiatrisch ziekenhuis, verzorgende C Zorggroep Oude Nieuwe Land Steenwijk, stage (onderzoek uitvoeren)
Panellid NQA Mevrouw Drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senioradviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs. Opleiding: 1973 1985 1989
Werkervaring: 1973 - 1977 1985 - 2002 2002 - 2004 2004 - heden 2005
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+ Training Krauthammer International Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg Netherlands Quality Agency Vanuit NQA gedetacheerd bij de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
43
44
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Donderdag 29 juni 2006 09.00 – 11.00 uur 11.00 – 11.45 uur
Ontvangst Materiaalbestudering Gesprek met opleidingsmanagement
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met studenten
12.30 – 13.15 uur 13.15 – 14.00 uur
Lunchpauze Gesprek met docenten
14.00 – 14.45 uur
Gesprek met werkveld en afgestudeerden
14.45 – 17.00 uur
− Rondleiding (max. 30 minuten) − Eventuele extra gesprekken − Materiaal bestuderen − Intern paneloverleg 2e gesprek met opleidingsmanagement en afronding Afsluitend paneloverleg
17.00 – 17.30 uur 17.30 – 18.00 uur
Visitatiepanel Frits Benjamins, directeur faculteit Verpleegkunde − Silvia Geesink (1e jrs. VT) − Ronnie Heemskerk (1e jrs. VT) − Bob Kerckhoffs (1e jrs. VT) − Ilse Kasperski (2e jrs. VT) − Wouter Keijsers (2e jrs. DU) − Steffie Schoeren (2e jrs. VT) − Jolanda Thiecke (2e jrs. VT) − Anouk Wellens (2e jrs. VT) − Heidy Fritschij (4e jrs. DT) − Alexa Holthuijsen (4e jrs. DU) − Karin Reuling (4e jrs. DT) − Chantal Reupers (4e jrs. DU) − Anke Veenstra (4e jrs. DU) − Henk v.d. Biggelaar − René Claassen − Hans van Drongelen − Annelies Geerbex − Martin van Gend − Ruud Heijnen − Truus Schuffelen − Maria Soeter Stageverleners / werkveld: − Ron Aalders (Sevagram) − Ine Hilderink (AZM) − Paul van Putten (Atrium MC) − Jacqueline Vestjens (Thuiszorg Midden-Limburg) Alumni: − Dianne Derks − Noortje Houben − Elsa Santos Visitatiepanel
Frits Benjamins, directeur faculteit Verpleegkunde Visitatiepanel
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
45
46
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Erratum Bijlage 4:
Kengetallen
In deze bijlage zijn de kengetallen van de opleiding HBO-V van Hogeschool Zuyd weergegeven. Deze cijfers worden vergeleken met het landelijk gemiddelde. Tabel 1a: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd) 1995 1996 1997 1998 1999 65,1% 69,1% 58,6% 56,1% 62,8% Percentage diploma behaald na 5 jaar Opl. 61,1% 62,5% 62,5% 59,6% 56,7% (van instroomcohort) LG 70,8% 70,9% 62,1% Percentage diploma behaald na 8 jaar Opl. 63,2% 64,7% (van instroomcohort) LG Bron: website HBO-raad.
Tabel 1b: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (deeltijd) 1995 1996 1997 1998 1999 Percentage diploma behaald na 5 jaar 69,2% 78,3% 60,0% 39,1% 56,3% Opl. (van instroomcohort) 50,9% 54,5% 56,1% 51,7% 55,9% LG Percentage diploma behaald na 8 jaar 69,2% 78,3% 60,0% Opl. (van instroomcohort) 57,0% 57,0% 59,1% LG Bron: website HBO-raad.
Tabel 1c: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (duaal) 1995 1996 1997 1998 1999 - 57,7% 77,8% Percentage diploma behaald na 5 jaar Opl. (van instroomcohort) 57,2% LG 61,1% 71,1% 67,3% Percentage diploma behaald na 8 jaar Opl. (van instroomcohort) LG Bron: website HBO-raad.
Tabel 2a: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd) 1999 2000 2001 2002 2003 2004 48,0 50,4 49,4 53,9 51,9 Gemiddelde studieduur van Opl. gediplomeerden uitstroomcohort jaar X 48,3 48,5 49,2 49,4 47,5 LG (in maanden) - 22,1 22,3 21,8 17,4 16,2 Gemiddelde studieduur studiestakers in Opl. maanden van het uitstroomcohort in jaar X LG. - 19,3 20,0 20,1 17,3 18,6 (in maanden) Bron: website HBO-raad.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
47
Tabel 2b: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (deeltijd) 1999 2000 2001 2002 2003 51,6 55,7 53,5 52,2 50,0 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden Opl. uitstroomcohort jaar X (in maanden) 45,1 44,8 47,3 43,9 43,6 LG Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden Opl. 36,6 34,8 32,3 22,4 van het uitstroomcohort in jaar X (in maanden) 19,8 21,6 21,4 20,7 18,6 LG. Bron: website HBO-raad.
Tabel 2c: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (duaal) 1999 2000 2001 2002 2003 36,0 49,1 39,1 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden Opl. uitstroomcohort jaar X (in maanden) 29,0 41,1 47,7 47,6 LG 8,9 14,2 14,5 19,7 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden Opl. van het uitstroomcohort in jaar X (in maanden) 13,4 15,9 17,0 18,5 20,7 LG. Bron: website HBO-raad.
Tabel 3a: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd) 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval na 1 jaar 18,6% 32,5% 26,1% 36,8% 39,8% Opl. 25,4% 30,3% 24,4% 23,1% 25,1% LG Percentage uitval na 3 jaar 37,8% 32,6% 41,6% 43,5% 57,9% Opl. 35,6% 37,9% 40,5% 35,7% 33,4% LG Bron: website HBO-raad.
Tabel 3b: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (deeltijd) 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval na 1 jaar 25,0% 50,0% 0,0% 18,2% 30,0% Opl. 26,7% 29,3% 24,9% 27,3% 28,1% LG Percentage uitval na 3 jaar 37,5% 100,0% 40,0% 27,3% Opl. 38,2% 42,1% 35,3% 36,3% LG Bron: website HBO-raad.
Tabel 3c: Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en het landelijk gemiddelde (LG) (duaal). 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval na 1 jaar 16,7% 41,2% 14,3% 26,3% 12,0% Opl. 21,6% 23,8% 20,4% 19,9% 19,5% LG Percentage uitval na 3 jaar 16,7% 52,9% 39,3% 44,7% Opl. 34,9% 34,3% 32,7% 32,6% LG Bron: website HBO-raad.
48
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Tabel 4a: Instroom Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en totaal landelijk (TL) (voltijd) 2000 2001 2002 2003 2004 Aantal inschrijvingen 320 274 218 231 224 Opl. 6.985 6.036 5.709 6.075 6.576 TL Bron: website HBO-raad.
Tabel 4b: Instroom Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en totaal landelijk (TL) (deeltijd) 2000 2001 2002 2003 2004 Aantal inschrijvingen 47 37 36 26 19 Opl. 1.564 1.456 1.437 1.237 1.120 TL Bron: website HBO-raad.
Tabel 4c: Instroom Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Zuyd en totaal landelijk (TL) (duaal) 2000 2001 2002 2003 2004 Aantal inschrijvingen 62 66 93 116 113 Opl. 2.226 2.433 2.543 2.623 2.505 TL Bron: website HBO-raad.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
49
Bijlage 5:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal, per onderwerp en facet
1.
DOELSTELLINGEN OPLEIDING
1.1.
Domeinspecifieke eisen
Document Pool, A. c.s., (2001) ‘Met het oog op de toekomst’, Beroepscompetenties van de HBO-verpleegkundige. Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn Commissie Kwalificatiestructuur, ‘Gekwalificeerd voor de toekomst’, 1996 Wet BIG Landelijke beroepsdeelprofielen (zie in stuk ‘Domeinspecifiek Referentiekader hbo bacheloropleidingen Verpleegkunde’ van de NQA) Notitie: ‘Opleidingskwalificaties / -competenties HBO-V Heerlen’ Strategisch Beleidsplan deel 1 Uitstroomprofielen, door regionale werkgroepen geformuleerd, voor te onderscheiden functies per differentiatierichting Modulen van de vervolgopleidingen voor de AGZ Programmabeschrijving van 3 minoren van het platform Gezondheidszorg (zie ook Infonet: faculteiten → Gezondheid en Techniek → Minor HBO Masterclass en faculteiten → Logopedie → minor Management) Bronnen die via raadpleging van inhoudsdeskundigen binnen en buiten de faculteit beschikbaar zijn (expertconsultatie) Functiebeschrijvingen in het kader van FUWA 3 Verslagen Werkveldcommissie Verslagen overleg Duaal-partners Personeelsplan 2005 - 2008 Overzicht betrokkenheid expertverpleegkundigen bij opleiding t.a.v. gastcolleges, assessment en bijdragen aan ontwikkeling curriculum Overzicht betrokkenheid docenten bij externe contacten met werkveld Overzicht werkveldcontacten i.v.m. nieuwe curriculum Overzicht stageverlenende instellingen Evaluatieverslag Maatwerkproject Dualisering GGZ Beleidsplan en begroting Internationalisering 2005-2006 Notitie vergelijking curriculum met buitenlandse opleidingen Verslagen contacten in kader van ENNE Verslagen COHEHRE-conferenties Programma ‘Euregio-week’ Programma ‘Euregionaal Intensief Programma’ Beroepsprofielen buitenlandse verpleegkunde opleidingen Besluitenlijsten LOOV Tender Venda
50
Pagina 11 t/m/14
Relevante passage Inleiding
5
28 (par. 5.4)
1- 3
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Document Evaluatie Euregioweek Beroepsdeelprofielen Verslagen Sectorraad en SAC Overzicht van inhoud en frequentie van overleg met regionale partners Project Leerwerkplaats Sevagram Letter of Intent’, Stuurgroep Masters Overzicht regionale COMET-project, zie in Jaarverslag faculteit Verpleegkunde 2005
1.2.
Pagina
Relevante passage
Pagina
Relevante passage
15
C2, C1
Niveau bachelor
Document Vergelijking hbo-kenmerken met Dublin descriptoren Bewijsstukken voor de specifieke aandacht voor de hbo kenmerken: - Strategisch Beleidsplan deel 1 – zie 1.1. - notitie SLB beleid - nota Toetsbeleid - Notitie EBV - Project ‘Evidence based verplegen in de propedeuse’ - Project ‘Autonomie en Participatie’ - Infobulletins stages - Handleiding Differentiatie 1, handleiding Differentiatie 2 en handleiding Differentiatie 3 Studentenmonitor 2005, faculteit Verpleegkunde Overzicht te behalen competenties op einde van de propedeuse (zie: nota Toetsbeleid) Visienota propedeuse Overzicht te behalen competenties op einde van de hoofdfase (= tweede jaar) Overzicht te behalen competenties op einde van de differentiatieperiode (= 3e en 4e jaar) Pool, A. c.s., (2001) ‘Met het oog op de toekomst’, Beroepscompetenties van de hbo-verpleegkundige. Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn – zie 1.1. Pool, A. c.s., (2001) ‘Met het oog op de toekomst’, Beroepscompetenties van de hbo-verpleegkundige. Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn – zie 1.1. Notitie: ‘Opleidingskwalificaties / -competenties HBO-V Heerlen’ – zie 1.1. Personeelsmonitor 2005 Nationale Studentenenquête, Choice, 2004
Notitie vergelijking curriculum met buitenlandse opleidingen, december 2005 – zie 1.1.
Hoofdstuk 3
28 en 29
7 4 5 7 1 en 2
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
E1 Inhoud en samenhang programma Profiel Onderdeel 1 Inhoud
51
Document Site ENNE: www.samk.fi/enne - Zie onder ‘partners’ een ordening van deelnemende scholen - Zie onder ‘archives’ de verslagen van de coördinatorenvergaderingen - Zie onder ‘activities’ en IP’s de meest recente internationale studieweken Verslagen Euregionale studieweek, 2003, 2004, 2005 – zie 1.1. Korte evaluatie van het exchange programma TUT en HS Zuyd, faculteit Verpleegkunde, 2004 – 2005
1.3.
Pagina
Relevante passage
Pagina
Relevante passage
7 8 26, 27 en 28
1 E2 Kwaliteit van de opleiding
Oriëntatie HBO
Document Pool, A. c.s., (2001) ‘Met het oog op de toekomst’, Beroepscompetenties van de HBO-verpleegkundige. Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn – zie 1.1. Beroepsdeelprofielen – zie 1.1. Personeelsmonitor 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 1.2. Instellingsrapportage HBO-Monitor 2004, afgestudeerden 2002 - 2003, HBO-raad, juni 2005 Niveauonderzoek NQA OER 2005 - 2006
Beschrijving opzet en inhoud curriculum plus differentiaties / uitstroomprofielen
Nieuwsbrieven differentiatieteam Quickscan Onderzoek onder afgestudeerden van de opleiding, R. Douma (2003) Niveauonderzoek NQA Informatiebulletins stages – zie 1.2. Onderzoeksbeleidsplan 2006 – 2009 faculteit Verpleegkunde en notitie Onderzoeksbeleid platform Gezondheidszorg Businessplan en Jaarplan 2006 Expertisecentrum Quality of Life, HS Zuyd Projectaanvraag lectoraat ‘Technologie in de Zorg’ Jaarverslag 2005 kenniskring ‘Autonomie en Participatie’ Werkplan 2004, jaarplan 2005 en jaarplan 2006 kenniskring ‘Autonomie en Participatie’
52
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
2.
PROGRAMMA
2.1.
Eisen HBO
Document OER 2005-2006 – zie 1.3. Studiegids 2005-2006 Visienotitie propedeuseteam Blokboeken propedeuse, hoofdfase en differentiatie – als voorbeeld de blokboeken 1, 4 en 5, zie verder Blackboard Boekenlijsten van de afgelopen drie jaar Infobulletins stages – zie 1.2. Blackboard courses Verslagen Werkveldcommissie – zie 1.1. Verslagen van overleg met Duaal-partners en andere GZ instellingen – zie 1.1. Strategisch Beleidsplan deel 1 faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. – en andere stukken waaruit het innovatieve karakter van de opleiding naar voren komt, zoals: - Beleidsnotitie Maatwerk en beschikking - Projectplan ZIC - Project EBV in propedeuse - Project Autonomie en Participatie in hoofdfase - Beleidsnotitie E-learning, maart 2006 - Notities nieuwe differentiatiemodel = Handleidingen D1, D2, D3 – zie 1.2. - Blokboek ‘Multiblok’ Notitie ‘Deeltijd, duaal en verkort onderwijs, Maatwerk binnen de HBO-V’, mei 2006 Beschrijving nieuwe duaaltraject in blokboek Blok Duaal AGZ en blok Duaal GGZ, 2005 – 2006 Meerjarenbeleidsnotitie Maatwerk faculteit Verpleegkunde Projectplan en tussenevaluatie GGZ-competenties Notitie beroepsvaardigheden (BEVA) - concept Schema ‘Overzicht inhoud BEVA-trainingen propedeuse 2005 – 2006’ Schema Overzicht inhoud BEVA hoofdfase en differentiatie (zie: blokboeken) Infobulletins stages – zie 1.2. Handleiding Differentiatie 1, handleiding Differentiatie 2 en handleiding Differentiatie 3 – zie 1.2. Overzicht werkbezoeken Henk v.d. Biggelaar in stageveld en workshops voor stagebegeleiders Schema workshops gegeven door Henk van den Biggelaar Projectplan workshops Overleg met ROC’s etc. i.v.m. dreigende tekort aan stageplaatsen Blokboeken Quickscan Onderzoek onder afgestudeerden van de opleiding, R. Douma (2003) – zie 1.3. Niveauonderzoek NQA 2005 – zie 1.3. Keuzegids Hoger Onderwijs 2005 – 2006 Overzicht te behalen competenties aan einde differentiatieperiode – zie 1.2. Notitie ‘Opleidingskwalificaties/-competenties HBO-V Heerlen’ – zie 1.1.
Pagina 17-34
Relevante passage
353
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
53
Document Handleiding Differentiatie 1, handleiding Differentiatie 2 en handleiding Differentiatie 3 – zie 1.2. Minor ‘HBO-Masterclass’ (zie Infonet: faculteiten → Gezondheid en Techniek → minor HBO Masterclass) Notitie Verbreding HS Zuyd Informatie minoren platform Gezond-heidszorg – zie 1.1.
2.2.
Relevante passage
Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Document Studiegids 2005-2006 – zie 2.1. OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Blokboeken – zie 2.1. Strategisch beleidsplan deel 1 – zie 1.1. Informatiebulletins stage – zie 1.2. Notitie EBV binnen de HBO-V Project EBV in propedeuse – zie 2.1. Project Autonomie en participatie in hoofdfase – zie 2.1. Matrix: overzicht welke eindkwalificaties bereikt worden met welke programmaonderdelen / vakken (in: nota Toetsbeleid – zie 1.2.) Beleidsplan en begroting Internationalisering 2005 – 2006 – zie 1.1. Blokboeken en docentenhandleidingen – zie 2.1. Overzicht van curriculumschema’s 2005 – 2006, inclusief de varianten Verslagen vergaderingen zelfsturende teams Verslagen coördinatorenoverleg Verslagen overleg aandachtsfunctionarissen Verslagen docentenvergaderingen Jaarverslagen blokevaluaties Verslagen Examencommissie tot 2002 – 2003, daarna Jaarverslag Examencommissie 2003 – 2004 en Jaarverslag Examencommissie 2004 – 2005 Evaluatieverslagen differentiatieperioden Studentenmonitor 2005 – zie 1.2. Notitie Tekorten BPV-plaatsen in de zorg in Limburg – zie 2.1.
2.3.
Pagina
Pagina
Relevante passage
15
C2 en C3
Pagina Hoofdstuk 4 e.v.
Relevante passage
20
Taakomschrijving teamcoördinator zelfsturend team
22
Zelfsturende teams: typering en taakopdracht
Samenhang programma
Document Strategisch Beleidsplan deel 1 faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Visitatierapport HBO-V 2001 Bijlage 3 en 4 uit ‘Faculteits Organisatie Besluit’, juli 2005
PDCA-cyclus propedeuse, hoofdfase en PDCA Differentiatie 1 en PDCA Differentiatie 2
54
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Document Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Plan van aanpak maatwerkonderwijs 2005 – 2008 – zie 2.1. Beschrijving Bijzondere Activiteiten (zie Blackboard, hoofdfase) Evaluatie Bijzondere Activiteiten in de hoofdfase Minoren die vanaf voorjaar 2006 door Platform worden aangeboden: - ‘Ondernemerschap’ - ‘HBO Masterclass’ - ‘Management’ zie 1.1. Minorprograma platform Gezondheidszorg – zie 1.1. Faculteits Organisatie Besluit 2005 HBO-Monitor Gezondheidszorg 2004 - zie 1.3. Blokboeken – zie 2.1. Overzicht aandachtsfunctionarissen en specifieke taken OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Verslagen coördinatorenoverleg – zie 2.2. Evaluatieverslag maatwerkproject Binnen- en Buitenschools leren OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Beschrijving 4 C/ID model en totale taakbenadering (zie onderzoek A. Geerbex: ‘De proef op de som’, een methodologisch onderzoek naar de validiteit van het assessmentinstrument ‘de praktijkproef’ in de HBO-V, januari 2005) Curriculumschema’s – zie 2.2. Matrix inhoud propedeuse, hoofdfase en differentiatiefase (Dublin descriptoren) – zie 1.2. Intake-assessmentprogramma zij-instromers (IAP) Jaarverslag faculteit Verpleegkunde 2005 en bijlage 1 Verkort programma voor vwo-studenten, zie OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Doorstroomprogramma mbo-hbo Doorstroomprogramma hbo-wo = minor hbo Masterclass – zie 1.1. Evaluatieverslag maatwerkproject Assessment
2.4.
Pagina 11
Relevante passage C3
10
Pag. 9 e.v.
29 t/m 32
Studielast
Document OER 2005 – 2006 – zie 1.3. OER 2005 – 2006 – zie 1.3.
Pagina 75 14 24 ev., 37 en, 44 ev.
Relevante passage Par. 5.3. Herkansingsmogelijkheden
vwo-traject Evaluatieverslagen blokken, stages, projecten – zie 2.2. Notitie SLB HBO-V – zie 1.2. Notitie BEVA – concept – zie 2.1.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
55
Document Verslagen Examencommissie tot 2002 – 2003 daarna jaarverslag Examencommissie 2003 – 2004 en jaarverslag Examencommissie 2004 – 2005 – zie 2.2. OER 2005 – 2006 – zie 1.3. VWO-traject OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Notitie SLB HBO-V – zie 1.2. Notitie SLB-beleid HS Zuyd Taken coördinator studievertragers Jaarverslag faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.3. Studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Jaarplan faculteit Verpleegkunde 2005 Communicatie naar studenten: zie notitie SLB – zie 1.2. Verslagen Opleidingcommissie en Deelraad OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Schema informatiestroom in verband met verbetering communicatie, 2005
2.5.
Relevante passage
14 24 ev, 37, en 44 ev.
Individuele studietrajecten Herkansingsmogelijkheden
29 t/m 32 11
VWO traject C11
7
Instroom
Document Programma ‘Maatwerk’ HS Zuyd – zie Infonet Plan van aanpak maatwerkonderwijs 2005 – 2008 – zie 2.1. IP-plan HS Zuyd OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Jaarverslag faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.3. Notitie Deeltijd, duaal en verkort onderwijs, Maatwerk aan de HBO-V, mei 2006 – zie 2.1. Samenwerking met de ROC’s Studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Strategisch Beleidsplan deel 2 Brochure HBO-V Studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Powerpointpresentatie Informatie over opleiding HBO-V, Bachelor of Nursing (CD-Rom) Programma Meeloopdagen Infonet HS Zuyd, site van Verpleegkunde Verkort programma vwo-traject, zie: OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Deficiëntieprogramma biologie op Blackboard Project ‘Doorstroming mbo-hbo’ – zie 2.3. Project Intakeassessment (IAP) – zie 2.3. Projectplan MIDAS Notitie SLB HBO-V – zie 1.2.
56
Pagina
Pagina
Relevante passage
Bijlage 1 pag.3 tot en met 5
Analyse studentgegevens
pag. 29 t/ 32
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
Document Vrijstellingen variant, zie: OER 2005 – 2006 – zie 1.3.
Deeltijd variant, zie: OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Notitie Verpleegkundig Rekenen HBO-V, versie maart 2006
2.6.
Pagina pag. 32 e.v. (propedeuse) pag. 40 e.v. (hoofdfase) pag 42 e.v. OER, pag. 12
Relevante passage
Pagina
Relevante passage
8 en 15
Schema gemiddeld aantal klokuren per week, en C 11
Pagina
Relevante passage
8 t/m 20
Theoretisch kader van de opleiding
Duur
Document OER 2005 – 2006 – zie 1.3. OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Aanvraagformulier vrijstellingen Voorbeelden van besluiten Examencommissie t.a.v. verleende vrijstellingen voor de diverse trajecten Overzichtsschema van 2004 – 2005 van verleende vrijstellingen en voor welke onderdelen Standaardblokevaluatieformulieren propedeuse, hoofdfase en evaluatie D1, D2 en D3 via Blackboard Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Blokboeken Strategisch beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Verslagen van de besprekingen m.b.t. studiebelasting in afgevaardigdenoverleg e.d. – zie 4.2.
2.7.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Document Strategisch Beleidsplan deel 1 faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Projecten bureau Maatwerk HS Zuyd Blokboeken, projecten, en andere onderwijsonderdelen – zie 2.1. Handleiding Differentiatie 1, handleiding Differentiatie 2 en handleiding Differentiatie 3 – zie 1.2. Onderzoek A. Geerbex naar het effect van proeven van bekwaamheid – zie 2.3. 4 C/ID model en cognitieve leertheorie en PGO en competentiegericht leren (zie: onderzoek A. Geerbex, ‘De proef op de som’, een methodologisch onderzoek naar de validiteit van het assessmentinstrument ‘de praktijkproef’ in de HBO-V, januari 2005) – zie 2.3. Visienota Propedeuse – zie 2.1. Notitie ‘De introductie van een E-portfolio in de propedeuse van de HBO-V, Verantwoording, knelpunten en aanbevelingen’, mei 2004, Renée Verwey Beleidsnotitie E-learning faculteit Verpleegkunde, maart 2006 – zie 2.1. Evaluaties Blackboardgebruik, 2003 en 2004
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
57
Document Overzicht werkvormen i.r.t. didactische concept = Dublin descriptoren – zie 1.2. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Evaluatie instelling praktijkdocent / werkbegeleider m.b.t. stages 2004 – 2005 – zie 3.3. Evaluatie studenten m.b.t. stages HBO-V 2004 – 2005 – zie 3.3. Curriculumschema’s voltijds, duaal en deeltijdse varianten – zie 2.2. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Nationale Studentenenquête Choice rapport, oktober 2004 – zie 1.2. Niveauonderzoek HBO-V’s, NQA 2005 – zie 1.3. Resultaten niveauonderzoek afgestudeerden en studenten door NQA, HBO-V Heerlen, maart 2006
2.8.
Relevante passage
11 Pag. 3
C9 O.a. A2 en A3
1
O.a. A3 en A4
11 4 5 7
C10 Didactiek en docenten Profiel Onderdeel 3
6 7 tot en met 12 14
Tabel 2
Pagina
Relevante passage
26 t/m 39
Resultaten
15 7
D4 5d
15
D1
8
E3
Tabel 10
Beoordeling en toetsing
Document Notitie Toetsbeleid – zie 1.2. Verbetervoornemens n.a.v. audit Verslagen Examencommissie tot 2002 – 2003, daarna Jaarverslag Examencommissie 2003 – 2004 en Jaarverslag Examencommissie 2004 – 2005 – zie 2.2. OER 2005 – 2006 – zei 1.3. Studiegids 2005 – 2006 – zei 2.1. Blokboeken – zie 2.1. Overzicht toetsvormen (zie: notitie Toetsbeleid – zie 1.2.) Evaluaties toetsen en toetsvormen, met name ook van de competentiegerichte toetsvormen (PA-week, proeven van bekwaamheid) (zie 2.2.) Onderzoek A. Geerbex, ‘De proef op de som’, een methodologisch onderzoek naar de validiteit van het assessmentinstrument ‘de praktijkproef’ in de HBO-V, januari 2005 – zie 2.3. Zie blokboeken: toetsopdrachten. Verder zie voorbeelden assessments van studenten op Blackboard, voorbeelden van toetsvragen, voorbeelden van proeven van bekwaamheid, voorbeelden van vaardigheidstoetsen – zie 2.1. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Nationale Studentenenquête 2004 – zie 1.2. OER 2005 – 2006 – zie 1.3. STOER HS Zuyd 2005 – 2006 Toetsrooster Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Verslagen Opleidingscommissie Jaarverslagen blokken en stages – zie 2.2. Verslagen PA-week Personeelsmonitor 2005 – zie 1.2. Notitie Plagiaat faculteit Verpleegkunde
58
Pagina
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
3.
INZET VAN PERSONEEL
3.1.
Eisen HBO
Document ‘Verpleegkunde in balans’, personeelsplan 2005 – 2008 faculteit Verpleegkunde – zie 1.1.
Pagina 12 en 13 27 en 28
Jaarplan faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.4. IP plan HS Zuyd – zie 2.5. Verslagen jaargesprekken medewerkers aan de hand van POP’s Curricula vitae medewerkers Strategisch beleidsplan faculteit Verpleegkunde deel 2 – zie 2.5. Notitie Employability, maart 2001 Jaarplan faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.4. Curricula vitae medewerkers Pilot project HBO-raad – GGZ-Nederland Project differentiatie GGZ HBO-raad – GGZ-Nederland Projectplan ZIC – zie 2.1. Overzicht inzet personeel naar hoofdprocessen en streefdoelen in personeelsplan Beleidsnotitie en beschikking Maatwerkprojecten – zie 2.1. Jaarplan 2005 kenniskring ‘Autonomie en Participatie’ – zie 1.3., jaarplan 2006 Kenniskring ‘Autonomie en participatie’ – zie 1.3. – en informatie over kenniskring ‘Duurzame Ontwikkeling’: http://duurzaamheid.hszuyd.info Onderzoeksbeleidsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.3. Notitie onderzoeksbeleid platform Gezondheidszorg – zie 1.3. POP’s van medewerkers Scholings- en deskundigheidsbevorde-ringsplan Overzichtslijst inzet expertverpleegkundigen en andere disciplines – zie 1.1. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Personeelsmonitor 2005 – zie 1.2.
3.2.
Relevante passage ‘Reflective practitioners’ en ‘onderzoeksontwikkeling’ ‘Scholing en deskundigheidsbevordering’
12
13 en 14
‘Afstemming met en evaluatie door het beroepenveld’
12
15 8
C5 E2
Pagina
Relevante passage
Kwantiteit personeel
Document Notitie Personeelsformatie Overzicht docent-student ratio Jaarplan faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.4. Jaarplan faculteit Verpleegkunde 2006 Overzicht personele bezetting = overzicht taken Overzicht docent- /student ratio HS Zuyd, Verpleegkunde en enkele vergelijkbare opleidingen Overzicht ziekteverzuimpercentages HS Zuyd en opleiding Verpleegkunde: zie Jaarverslag faculteit Verpleegkunde 2005 – zie 2.3. Taakbelastingsmodel: notitie ‘Ëen streven naar harmonie’ (1998)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
59
Document Informatie over Zuydkompas, het loopbaancentrum van hogeschool Zuyd: zie Infonet Analyse P-monitor Verpleegkunde Personeelsmonitor 2005 – zie 1.2. Verslagen jaargesprekken docenten Overzicht taken 2005 – 2006 Personeelsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Beleid t.a.v. lesuitval bij ziekte (in Analyse studentenmonitor – zie 3.3.) Beleidsnotitie tutoren en vervangers
3.3.
Relevante passage
5 en 7
C1
Pagina
Relevante passage
11 en 15 5 t/m 8 1
E1 C7. G1 en G3 G1 t/m G6 en H4
Kwaliteit personeel
Document CV’s medewerkers – zie 3.1. Overzicht / analyse kwaliteiten van medewerkers – zie 3.1. Meerjaren Personeelsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Jaarverslag 2004 faculteit Verpleegkunde Jaarverslag 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.3. Personeelsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Jaarplan 2006 – zie 3.2. Overzicht medewerkers wat betreft besteding bijscholingstijd Overzicht taalcursussen, wie deze volgt of gevolgd heeft Personeelsplanning medewerkers 2005 -2006 – zie 3.2. Verslagen individuele jaargesprekken medewerkers Projectbeschrijvingen platformwerkgroep EBP en overzicht aangeboden cursussen Projectplan ‘Evidence based werken in de gezondheidszorg. Ondersteunen van de professional en de client.’, december 2005 Projectplan platformwerkgroep ICT en evaluatieverslag 2005 - 2006 Beleidsnotitie E-learning faculteit Verpleegkunde, maart 2006 – zie 2.1. Onderzoeksbeleidsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.3. Notitie onderzoeksbeleid platform Gezondheidszorg – zie 1.3. Faculteits Organisatie Besluit – zie 2.3. Verslagen docentenvergaderingen over de besluitvorming naar zelfsturende teams, en over de tevredenheid van docenten over zelfsturing Personeelsplan faculteit Verpleegkunde – zie 1.1. Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. HS Zuyd beleidsplan Competenties personeel Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Personeelsmonitor 2005 – zie 1.2. Evaluatie studenten HBO-V van de stages 2004 – 2005 Analyse studentenmonitor 2005 Analyse personeelsmonitor 2005 – zie 3.2.
60
Pagina
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
4.
VOORZIENINGEN
4.1.
Materiële voorzieningen
Document Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Personeelsmonitor 2005 – zie 1.2.
Pagina 3 t/m 6 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 15 5 6
Relevante passage ‘Voorzieningen’ Financiën Personeelsbeleid G1 t/m G6 D1 en D3, D4, D5 I 1 t/m I 11
Pagina
Relevante passage
Infonet HS Zuyd Programma Blackboard Meerjarenbegroting faculteit Verpleeg-kunde 2005 – 2008 4.2.
Studiebegeleiding
Document Nota SLB HS Zuyd – zie 2.4. Digitale Routeplanner studentvoorzieningen (zie Infonet HS Zuyd – studentenzaken – functiebeperking – routeplanner) Notitie SLB HBO-V – zie 1.2. Studenten informatie, registratie en inschrijfsysteem ‘OSIRIS’ (zie: Infonet HS Zuyd, onder ‘kennis en informatie’) BlackBoard Begeleiding van studenten tijdens buitenlandse stages (Blackboard) Programma MIDAS – zie 2.5. vwo-traject, zie OER 2005 – 2006 – zie 1.3. V-HBO-V curriculum, zie OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Aanbod trainingen Zelfhandhaving, Assertiviteit, etc., zie studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. Vangnet studieproblemen, zie studiegids 2005 – 2006 – zie 2.1. OER 2005 – 2006 – zie 1.3. Verslagen Examencommissie tot 2002 – 2003, daarna jaarverslag Examencommissie 2003 – 2004 en jaarverslag Examencomissie 2004 – 2005 – zie 2.1. Aandachtsgebied Maria Soeter t.a.v. studievertragers – zie 2.4. Digitale routerplanner studentvoorzieningen (zie Infonet HS Zuyd – studentenzaken – functiebeperking – routeplanner) Studentenmonitor 2005 – zie 2.1. Verslagen Opleidingscommissie – zie 2.8. Verslagen Studentenoverleg Verslagen individuele mentorcontacten
29 t/m 32 32, 34, 40
15
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
61
5.
INTERNE KWALITEITSZORG
5.1.
Evaluatie resultaten
Document Projectplan Kwaliteitszorg Verpleegkunde, oktober 2004 Quickscan afgestudeerden HBO-V, 2003 – zie 1.3. Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Verslagen Opleidingscommissie, Deelraad – zie 2.4. en teams – zie 2.2. Studentenmonitor HS Zuyd – zie 2.1. Personeelsmonitor HS Zuyd – zie 1.2. Rapport Interne audit opleiding Verpleegkunde, dec. 2003 Jaarplan 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.4. Jaarplan 2006 faculteit Verpleegkunde – zie 3.2. Jaarverslag 2004 faculteit Verpleegkunde – zie 3.3. Jaarverslag 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.3. Verslagen themacommissie Kwaliteitszorg platform Gezondheidszorg INK-model HS Zuyd en kwaliteitsbeleid HS Zuyd (Infonet) Instellingsrapportage HBO-Monitor 2004, afgestudeerden 2003-2004, juni 2005 – zie 1.3. Nationale Studentenenquête 2004, Choice, Leiden, oktober 2004 – zie 2.1.
Quickscan afgestudeerden HBO-V, januari 2004 – zie 1.3. Verslagen van Opleidingscommissie en Deelraad – zie 2.4. Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Verslagen Werkveldcommissie – zie 1.1. Verslagen overleg met Duaal-partners – zie 1.1. Overzicht werkveldcontacten – zie 1.1. Handboek Kwaliteitszorg faculteit Verpleegkunde Strategisch beleidsplan deel 2 – zie 2.5.
Pagina
Relevante passage
15 t/m 21
Hoofdstuk 3, Interne kwaliteitszorg
2 en Hoofdstuk 3
Voorwoord en Samenvatting
Onder andere 26 – 28, 52 – 54 4 en 5
Kwaliteitsscores HBO-V vt, HBO-V dt en HBO-V duaal
7 en 8
De scores op de 10 vragen, afgezet tegen het landelijke gemiddelde
17
‘Afstemming met en evaluatie door beroepenveld’
o.a. 12 en 13 15 tot en met 21
PDCA-cyclus
Resultaten van de opleiding verpleegkunde in Heerlen
‘Interne kwaliteitszorg’
Notitie PDCA-cyclus propedeuse – zie 2.3. PDCA cyclus D1 – zie 2.3. PDCA cyclus D2 – zie 2.3. Blok-evaluaties, stage-evaluaties, jaarevaluatieverslagen – zie 2.2.
62
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
5.2.
Maatregelen tot verbetering
Document Verbeterplan n.a.v. audit – zie 2.8. Jaarplan 2003 faculteit Verpleegkunde Jaarplan 2004 faculteit Verpleegkunde – zie 3.3. Jaarplan 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.4. Verslagen docentenvergaderingen – zie 2.2. Verslagen Werkveldcommissie – zie 1.1. Jaarplan 2004 faculteit Verpleegkunde – zie 3.3. Jaarverslag 2004 – zie 3.3. - en jaarverslag 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.3. Jaarplan 2005 faculteit Verpleegkunde – zie 2.4. Jaarplan 2006 faculteit Verpleegkunde –zie 3.2. Faculteits Organisatie Besluit 2005 – zie 2.3. Strategisch beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Notulen Deelraad en Opleidingscommissie – zie 2.4. Beleidsnotitie BEVA – concept – zie 2.1. Beleidsnotitie E-learning faculteit Verpleegkunde, maart 2006 – zie 2.1. Notitie SLB HBO-V – zie 1.2. Beleidsnotitie Internationalisering – zie 1.1. Kwaliteitshandboek faculteit Verpleegkunde – zie 5.1. Faculteits Organisatie Besluit 2005 – zie 2.3. PDCA-cyclus m.b.t. onderwijs propedeuse – zie 2.3. PDCA-cyclus hoofdfase PDCA-cyclus differentiatieteam – zie 2.3. Informatiedossier faculteit Verpleegkunde, januari 2006 Positiedocument faculteit Verpleegkunde, maart 2006 Overzicht studierendementen actueel en streefcijfers, in Stategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Notitie taakbelasting faculteit Gezondheidszorg, 1998 – zie 3.2. Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Schema communicatie met studenten – zie 2.4. Communicatieplan faculteit Verpleegkunde: zie notitie SLB – zie 1.2. Infonet Blackboard Meerjarenbegroting faculteit Verpleegkunde 2005 – 2008, incl. overzicht middelen ter verbetering – zie 4.1.
5.3.
Pagina
Relevante passage
12 en 13 9 e.v.
Uitleg PDCA cyclus Hele stuk
21
Onderwijsvraagfactor
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Document Beschrijving PDCA-cyclus in Faculteits Organisatie Besluit – zie 2.3. PDCA-cyclus m.b.t. onderwijs propedeuse – zie 2.3. Verslagen coördinatorenoverleg – zie 2.2. Verslagen van overleg tussen verschillende aandachtsfunctionarissen – zie 2.2. Verslagen Opleidingscommissie – zie 2.8. Verslagen Deelraad – zie 2.4. Taak en functie Examencommissie: beschreven in OER 2005 – 2006 – zie 1.3.
Pagina 20 (bijlage 3) en 22 (bijlage 4)
Relevante passage
8 t/m 10
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
63
Document Jaarverslag Examencommissie 2003 – 2004 en jaarverslag Examencommissie 2004 – 2005 – zie 2.2. Standaard evaluatieformulieren propedeuse en hoofdfase – zie 2.6. Evaluatieformulieren differentiatie (Blackboard) Verslagen studentenoverleg + realisatie afspraken – zie 4.2. Verslagen Opleidingscommissie – zie 2.4. Verslagen Deelraad – zie 2.4. Jaarevaluatieverslagen blokken + realisatie afspraken – zie 2.2. Quickscan afgestudeerden HBO-V, R. Douma (2003) – zie 1.3. Verslagen Alumnivereniging HBO-V Opzet nieuwe differentiatie = handleidingen D1, D2 en D3 – zie 1.2. Evaluatie Differentiatie 1 – zie 2.2. Evaluatie Differentiatie 2 – zie 2.2. Begroting P-team 2005 - 2006 Niveauonderzoek HBO-V’s, NQA 2005 – zie 1.3. Resultaten Niveauonderzoek afgestudeerden en studenten, door NQA, HBO-V Heerlen, maart 2006 – zie 2.7. Verslagen Werkveldcommissie en concrete adviezen – zie 1.1. Verslagen overleg met Duaalpartners – zie 1.1. Overzicht inhoud en frequentie overleg met Werkveldcommissie en Duaalpartners, uitkomsten en realisatie Notitie vergelijking curriculum met buitenlandse opleidingen – zie 1.1.
64
Pagina
Relevante passage
6
Tabel 2
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
6.
RESULTATEN
6.1.
Gerealiseerd niveau
Document Proeven van bekwaamheid, selectie van goede en minder goede voorbeelden Feedback op Proeven van bekwaamheid door praktijkbegeleiders en docenten Andere afstudeeropdrachten of –producten inclusief beoordeling / feedback Notitie vergelijking curriculum met buitenlandse opleidingen – zie 1.1. Instellingsrapportage HBO-Monitor 2004 – zie 1.3.
Pagina
Relevante passage
26, 27 en 28
Quickscan afgestudeerden HBO-V 2003 – zie 1.3. Niveauonderzoek HBO-V’s, NQA 2005 – zie 1.3. Notitie ‘Resultaten niveauonderzoek afgestudeerden en studenten door NQA’, HBO-V HS Zuyd, 29 maart 2006 – zie 2.7.
6.2.
Onderwijsrendement
Document Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5. Studenten kengetallen: zie Infonet HS Zuyd Blokboeken differentiatie – zie 2.1. Visienota propedeuse, laatste versie - zie 2.1. Strategisch Beleidsplan deel 2 – zie 2.5.
Pagina 8 t/m 12 Bestuur en beleid
Relevante passage Hoofdstuk 2 Draaitabel cohort rendement studenten
12, 13 en 14
Paragraaf 2.2.2
Exitformulieren 2004 - 2005 en 2005 – 2006 Notitie ‘Analyse uitstroom studenten HBO-V zonder diploma, studiejaar 2004 - 2005’, april 2006
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, opleiding Verpleegkunde, hbo bachelor
65