Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Croho: Varianten:
Technische Informatica, HBO Bachelor 34475 voltijd
Visitatiedatum:
21 juni 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007
2/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 1.6 Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 10 10 11 12
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 30 32 35
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
39 40 45 48 51
3/51
4/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
5/51
6/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Technische Informatica van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 21 juni 2007 te Heerlen. Het panel bestond uit: De heer ir. L. Nederlof (voorzitter, domeindeskundige); De heer ir. G. Steenvoorden (domeindeskundige ); De heer D. Arntzenius (studentpanellid); De heer W.A.J. van Uden (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De Hogeschool Zuyd verzorgt de opleiding Technische Informatica (TI) op de locatie van de hogeschool te Heerlen. De opleiding is deel van de Faculteit ICT waarvan ook de opleidingen Informatica, Netwerk Infrastructuur Design, Information Management en Communication & MultimediaDesign deel uitmaken. Aan de faculteit studeren zo n 1075 studenten en werken 80 medewerkers. De opleiding TI wordt alleen in een voltijdse variant verzorgd. De opleiding is niet eerder als zelfstandige opleiding gevisiteerd. De instroom van nieuwe studenten groeit en is de afgelopen jaren toegenomen van 6 naar ongeveer 25.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
7/51
Aan de opleiding werken acht docenten die ook aan andere opleidingen van de faculteit onderwijs verzorgen. Tevens worden docenten van andere opleidingen ingezet bij TI. De totaal beschikbare fte-ruimte voor TI en I samen is 13,5 fte. De faculteit hanteert een DS-ratio van 1:23, die in de praktijk van de opleidingen TI en I uitmondt in een ratio van 1:16,9. De opleiding TI komt voort uit de specialisatie Technische Informatiesystemen van de Hogere Informatica Opleiding (HIO) die in 1980 door de toenmalige HTS in Heerlen gestart is. In 1997 is de HIO gevisiteerd volgens de toen gangbare methode. De opleiding Informatica, die ook is voortgekomen uit de HIO, is in 2005 door de NVAO geaccrediteerd. De opleiding TI bestaat sinds 2004 als zelfstandige opleiding. Kenmerkend vindt men de externe gerichtheid, kwaliteitsdenken, en competentieontwikkeling van studenten. De externe gerichtheid komt sterk tot uitdrukking in de Proeftuin ICT, waarin de studenten en docenten van de opleiding in opdracht van bedrijven samen werken aan echte projecten. De ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs is nog niet afgerond. Aan de hogeschool Zuyd als geheel studeren per 1 januari 2007 13.681 studenten. Jaarlijks starten ongeveer 4.700 studenten een studie aan een van de opleidingen van de hogeschool. De hogeschool is een brede hogeschool en biedt ruim 50 opleidingen aan in technische, economische en maatschappelijke domeinen. Het aantal medewerkers bedraagt 1533 met een omvang van 1146 fte. Van de medewerkers hebben er 941 de functie van docent; hun totale omvang bedraagt 675 fte docenten. Dat betekent dat de gemiddelde D/Sratio op hogeschoolniveau 1:20 bedraagt. De hogeschool heeft haar ambities beschreven in het Innovatieplan 2005-2008. Het plan beschrijft zes Programma s waarop ze zich in de genoemde periode wil richten: 1. Programma Euregionale Kennispoort 2. Programma Grensverleggend onderwijs 3. Programma Zuydgebieden 4. Programma Corporate Governance 5. Programma ICT van de hogeschool 6. Programma Medewerkers van de hogeschool. De programma s komen voort uit ontwikkelingen in de omgeving die de hogeschool benoemd als een groeiende kenniseconomie, globalisering en de toenemende rol van Europa, en meer behoefte aan transparantie en verantwoording. De zes programma s hebben invloed op het beleid en de uitvoering daarvan op faculteits- en opleidingsniveau. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.
8/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereiden de panelleden zich in de periode mei en juni 2007 inhoudelijk voor op het bezoek van 21 juni 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in september 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
9/51
1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices . In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn met goed beoordeeld.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De drie facetten Eisen HBO, Relatie doelstellingen en inhoud programma, en Samenhang in het opleidingsprogramma zijn beoordeeld met goed. Het facet Duur is beoordeeld met voldaan. De overige facetten, te weten Studielast, Instroom, Afstemming tussen vormgeving en inhoud, en Beoordeling en toetsing zijn beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De facetten Eisen HBO en Kwantiteit personeel van dit onderwerp zijn beoordeeld met goed. Het facet Kwaliteit personeel is beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen van dit onderwerp is beoordeeld met goed; het facet Studiebegeleiding met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De drie facetten van dit onderwerp zijn beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.
10/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Resultaten Het facet Gerealiseerd niveau is beoordeeld met goed. Het facet Rendementen is beoordeeld met onvoldoende. Het panel is van oordeel dat het eerste facet zwaarder weegt dan het tweede. Bovendien is de opleiding nog jong, waardoor het opleidingsrendement nog niet bekend is en trendmatige gegevens nog niet voorhanden zijn. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.6
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau
Onderwerp/Facet
Opleiding Technische Informatica voltijd
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Goed Goed Goed Positief Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Positief Goed Goed Voldoende Positief Goed Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Positief Goed Onvoldoende Positief
11/51
1.7
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen Positief scoort. De conclusie is daarom dat het totaaloordeel over de opleiding Positief is.
12/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
13/51
14/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingskwalificaties zijn afgeleid uit het landelijk door HBO-I Platform opgestelde document Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004). Dit kwalificatieprofiel is goedgekeurd door de HBO-raad. Aan de totstandkoming van het profiel heeft het werkveld op landelijk niveau een bijdrage geleverd. Bijlage 1 van het document bevat een overzicht van bedrijven en instellingen die een bijdrage geleverd hebben. Hieronder zijn ook multinationals. Het panel vindt dat hiermee overtuigend wordt aangetoond dat de eindkwalificaties aansluiten bij de (internationale) beroepspraktijk. Het profiel en de kwalificaties in Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving zijn vergeleken met educatieve standaarden elders in Europa en in Australië, de Verenigde Staten en Canada. Tot deze profielen behoren APO, SFIA, EUCIP en ACM/IEE. Het panel vindt dit voldoende bewijs voor de aansluiting bij de eisen die vakgenoten nationaal en internationaal aan de kwalificaties stellen. In het profiel zijn verschillende specialisaties binnen het informaticadomein beschreven. Het domein voor Technische Informatica wordt als volgt beschreven: De Bachelor of ICT die haar of zijn competenties vooral inzet voor het ontwerpen, bouwen en implementeren van ict-systemenen ten behoeve van product- en productieautomatisering. In gesprekken met docenten en studenten is gebleken dat zij deze omschrijving hanteren om de opleiding te onderscheiden van de opleiding Informatica. Een aantal studenten dat het panel gesproken heeft vindt juist de toepassing van ict in productieprocessen het belangrijkste argument om voor Technische Informatica (TI) te kiezen. In algemene zin zijn de competenties Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving beschreven in termen van analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren. Voor de alle opleidingen TI zijn illustraties toegevoegd die houvast bieden bij het ontwerp van het eigen opleidingsprogramma. De Limburgse opleiding TI heeft de competentienamen overgenomen. De beschrijvingen heeft ze echter verder uitgewerkt met het oogmerk de competenties meer geschikt te maken voor een onderwijsprogramma.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
15/51
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft de competentiegebieden uit Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving gekoppeld aan de Dublin descriptoren, die de opleiding op een eigen wijze vertaald heeft (brede, multidisciplinaire basis, probleemgericht werken, methodisch en reflectief denken en handelen, sociaal communicatieve bekwaamheid, professionalisering). Tevens zijn met behulp van de Dublin Descriptor drie niveaus beschreven: o niveau 1 - propedeuse: algemene kennis en basale technieken in een sterk vereenvoudigde omgeving; o niveau 2 - associatie (AD): de junior die onder begeleiding zijn werk kan plannen, ontwikkelen, samenwerken, en versiebeheer kan toepassen; o niveau 3 - bachelorniveau: in realistische projecten past de student kennis, vaardigheden en houding toe op het beoogde eindniveau van de opleiding. Voor elk van de niveaus zijn indicatoren beschreven die het beoogde niveau duiden. Enkele voorbeelden daarvan zijn: de groepsgrootte, de mate van regie die studenten hebben, de gegeven requirements, het realiteitsgehalte van de context, de gerealiseerde kwaliteit, de toepassing van architectuur, het gebruik van programmeertalen of ontwikkelomgeving. Deze beschrijvingen bieden docenten houvast bij het ontwerpen van onderwijsmateriaal. Op elk van de gebieden analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren zijn competenties op drie niveaus geformuleerd. Ter illustratie volgt hier voor het gebied analyseren de AN1-competentie voor de drie niveaus: o Niveau 1: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse rond specifieke (ontwerp)vraagstukken en technische issues. o Niveau 2: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse t.b.v. een systeemontwerp o Niveau 3: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse in een multidisciplinair team welke resulteert in een systeemafbakening, in een keuze uit verschillende oplossingen en requirements voor een softwaresysteem, systeemarchitectuur in een technisch toepassingsdomein. Om te controleren of studenten de niveaus ook daadwerkelijk realiseren op de geëigende momenten zijn tweeëntwintig prestatie-indicatoren geformuleerd die voor alle drie de niveaus gelden. Deze prestatie-indicatoren zijn van toepassing op individuen of op groepen en zijn geformuleerd in termen van aan te tonen gedrag of prestaties.
16/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Enkele voorbeelden: een student/groep toont aan: 1. in de praktijk het instrumentarium effectief te hebben ingezet 2. een zakelijk goed onderbouwd advies te hebben verstrekt 3. in de praktijk een ontwerp integer te kunnen realiseren 4. in de praktijk een resultaat op planmatige wijze te kunnen implementeren. In een tabel opgenomen in Competenties van de opleiding Technische Informatica (maart 2007) maakt de opleiding inzichtelijk welke Dublin descriptoren aan welke competenties zijn gerelateerd en op welke manier ze in praktijk gebracht dienen te worden. Een voorbeeld van de competentie Analyseren op het eerste niveau staat hieronder. Het panel vindt dit een inzichtelijk overzicht.
Analyseren Het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse in een multidisciplinair team welke resulteren in een systeemafbakening, in een keuze uit verschillende oplossingen en requirements voor een softwaresysteem en systeemarchitectuur in een
Facet 1.3
brede multidisciplinaire basis 7 Een breed basispakket van kennis en vaardigheden is vereist om alle aspecten, de samenhang en omgeving van een systeem te doorgronden.
probleemgericht werken 3 Het duiden, afbakenen van een systeem, het in kaart brengen van de requirements vereist een brede analyse van de situatie, de opdracht, de verwachte oplossing, de randvoorwaarde en beoordeling van haalbaarheid.
methodisch en reflectief denken en handelen
sociaalcommunicatieve bekwaamheid
1 De analyse van een complex systeem resulterend in een systeemspecificatie vereist een systematische projectmatige aanpak waarin handelen en reflectie elkaar opvolgen.
5, 8, 11, 12 Het uitvoeren van een systeemanalyse resulterend in een systeemspecificatie vereist.sociaal, communicatieve vaardigheden; teamwork in een multidisciplinaire internationale context
Oriëntatie HBO bachelor
professionalisering 13, 17, 22 Iedere beroepssituatie is anders. De professional heeft het lerend vermogen ontwikkeld om via bewuste reflectie van iedere ervaring te leren. Transfer vaardigheden ontwikkelen zich via abstractie.
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Onder facet 1.1 is reeds vermeld dat op landelijk niveau het beroepenveld betrokken is geweest bij de totstandkoming van het competentieprofiel en de illustraties. Op regionaal niveau heeft de opleiding de competenties besproken met de eigen beroepenveldcommissie, die geen aanleiding heeft gezien wijzigingen aan te brengen. Wel heeft de opleiding na overleg met het beroepenveld en in aansluiting op het beleid van de hogeschool een sterker accent gelegd op ondernemerschap dan volgens de landelijke afspraken nodig is.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
17/51
In het landelijk vastgestelde document Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving zijn rolbeschrijvingen met taken en activiteiten opgenomen waarin ook aandacht is voor de afgestudeerden in TI. In een voorbeeld hiervan uit het gebied adviseren wordt de TI er voorgesteld als projectteamlid met als opdracht het opstellen van functionele eisen voor nieuw te ontwikkelen software voor een robotarm in een productiestraat voor kopieermachines. Ook voor andere taken worden illustraties gegeven. In de studiegids heeft de opleiding zelf een aantal beroepsprofielen en functies beschreven. Het beroepsprofiel wordt naar analogie van de beschrijving door het NGI (Platform voor ICT-professionals) beschreven als software engineer (SE) met functies als embedded software engineer, technisch applicatie engineer en junior systeemarchitect. Als concrete beroepen worden genoemd: programmeur, ontwerper en technisch software engineer. Doorgroeifuncties zijn projectleider, consultant en software architect.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding schrijft actuele literatuur voor. In de eerste plaats worden boeken voorgeschreven op het gebied van informatica; deze dekken naar het oordeel van het panel het domein. De boekenlijst bevat titels over programmeren, architectuur, algoritmes, IT service management en dergelijke. Daarnaast wordt literatuur voorgeschreven die de ontwikkeling van kennis op aanpalende gebieden bevordert, zoals bedrijfskunde, communicatieve vaardigheden, managementvaardigheden en Engels. Ten slotte worden boeken voorgeschreven die voorwaardelijke kennis en vaardigheden voor de TI er bevatten zoals wiskunde. De opdrachten die in de eerste twee jaar van het opleidingsprogramma gekoppeld zijn aan de theorie, zijn vaak bewerkingen van stage- en afstudeeropdrachten en van opdrachten die in het kader van de Proeftuin ICT zijn uitgevoerd. Deze opdrachten worden bewerkt om ze geschikt te maken voor niveau 1 of niveau 2, die minder complexiteit of zelfstandigheid vereisen dan het bachelorniveau (niveau 3).
18/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
De studenten nemen in het 6e en 7e semester van hun opleiding deel aan projecten die in het leerbedrijf Proeftuin ICT worden uitgevoerd. Bedrijven en organisaties brengen opdrachten op het gebied van TI in bij de opleiding. Onder begeleiding van docenten werken studenten de opdrachten uit. Waar nodig verzorgen bedrijven een introductie en bijna altijd zijn ze betrokken bij de beoordeling, omdat ze gebruik gaan maken van de door studenten ontwikkelde oplossing. Voorbeelden van proeftuin-projecten zijn: software-ontwikkeling voor het continu monitoren van voertuigen, het upgraden van een analoge hardheidsmeter voor materialen naar een digitale meter, een ophangprogramma voor galvaniseer- en coatingstraten, de ontwikkeling van een verflaagdiktemeter, de ontwikkeling van software voor data-acquisitie en analyse ten behoeve van medischanalytische toepassingen. Het leerbedrijf Proeftuin ICT is ondergebracht in een bedrijvengebouw vlak bij de hogeschool. Dat is gedaan om de Proeftuin ICT de status van een bedrijf te geven dat min of meer los staat van de hogeschool. In de proeftuinprojecten en tijdens de afstudeerstage leren studenten hoe ze op systematisch en op een methodologisch verantwoorde manier vraagstukken op het vakgebied moeten oplossen. De samenwerking met de lectoraten Life Sciences en Techniek in de Zorg is in ontwikkeling. Met name het als tweede genoemde lectoraat biedt reeds interessante aanknopingspunten met TI zoals in de ontwikkeling van PDAapplicaties voor mensen met een handicap. Stage, afstuderen en Proeftuin ICT zijn drie belangrijke manieren om de inhoudelijke verbanden met de actuele beroepspraktijk te garanderen. Het panel heeft vastgesteld dat dit inderdaad het geval is. De opleiding stelt in haar informatiedossier Footprints in the Sand of Time (april 2007) dat drie belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied van belang zijn voor het studieprogramma van de opleiding: 1. een toenemende behoefte bij het bedrijfsleven aan beheersbare kwaliteit van software; 2. toenemend belang van Microsoft.NET ontwikkelomgeving 3. groeiend maatschappelijk belang van (embedded) software in de zorg. Deze onderwerpen worden in het curriculum ingebracht door gastlessen, proeftuinprojecten en praktijkopdrachten voor jongerejaars studenten. De opleiding definieert het werken met ontwikkelplatforms, compilers, protocollen, projectmanagement, document-/versiebeheer, planningstechnieken en rapportagevormen als belangrijke beroepsvaardigheden. Het panel heeft vastgesteld dat aan deze beroepsvaardigheden voldoende aandacht wordt besteed in het curriculum. De vaardigheden komen in verschillende leerjaren aan bod en worden op drie niveaus beoordeeld. In gesprekken met alumni, studenten die stage lopen of afstuderen en werkveldvertegenwoordigers heeft het panel gehoord dat de inhoud van het programma voldoende actueel is en aansluit bij de realiteit in de beroepspraktijk. Studenten leren in hun opleiding voldoende van technieken en methoden om zich snel andere programma s en programmeertalen eigen te maken als die afwijken van wat ze op school geleerd hebben. Allen zijn van oordeel dat studenten een gedegen basis hebben gekregen om in de diverse beroepscontexten aan de slag te kunnen.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
19/51
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft in drie tabellen opgenomen in Competenties van de opleiding Technische Informatica (maart 2007) de relatie tussen de drie niveaus van competenties en de modules beschreven. Van iedere competentie op ieder niveau is zo inzichtelijk gemaakt in welke modules de student er aan werkt. Een voorbeeld: aan de competentie Be1 (het op basis van een analyse formuleren en in kaart brengen van belangrijke issues op het gebied van beheer) werkt de student op niveau 2 in onder andere de modules beheer, software engineering (proces gericht), schriftelijk rapporteren, microcontrollers voortgezet, webtechnologie en stage. Het panel is van mening dat het overzicht van competenties en modules en de modulebeschrijvingen aantonen dat de opleidingskwalificaties qua niveau, domein en oriëntatie adequaat vertaald zijn in het programma. In iedere modulebeschrijving is vermeld aan welke competenties de student op welk niveau werkt door middel van een opsomming. In de module webtechnologie voortgezet (WTVGZ) werkt de student op niveau 2 aan de competenties An1, An2, Ad1, Ad2, Ad3, On2, Re1, Be1 en op niveau 2/3 aan de competentie Re1. Deze module stelt negen competenties aan de orde, gemiddeld zijn het er vijf waaraan de student werkt. De kwalificaties zijn in de modules niet vertaald in leerdoelen (in de zin dat beschreven is wat de student aan kennis, inzichten of vaardigheden geleerd moet hebben), maar in beroepsproducten of beroepstaken, en onderwerpen. Om de beroepsproducten en taken te kunnen maken, zijn adequate kennis, inzicht en vaardigheden nodig. In de module Software Engineering Object Based Systems toont een student aan de volgende producten of taken te kunnen leveren: specificatie requirements, ontwerpdocument, architectuurmodel, implementatiemodel, testplan en systeemspecificatie. Tevens is een lijst met onderwerpen opgenomen die aan de orde dienen te komen in het onderwijs en de producten en taken. Het panel is van mening dat de kwalificaties goed vertaald zijn naar programmainhouden. Alle kwalificaties analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren komen meerdere malen op de drie niveaus in de modules van het programma aan bod. Zowel aan theorie als aan praktijk wordt aandacht besteed; vaak in combinatie met elkaar. Naast een theoretisch aanbod in de vorm van lessen waarmee de student zijn kennis vermeerdert, werkt hij aan casussen en opdrachten om zijn vaardigheden te verbeteren. De keuze voor beroepsproducten versterkt het realiteitsgehalte van de opdrachten.
20/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding kiest voor een modulair opgezet programma dat enerzijds een logische opbouw heeft en anderzijds de mogelijkheid aan studenten biedt om individuele studiepaden te kiezen. De omvang van de modules varieert van 3 tot 9 credits. Iedere module is een onderwijseenheid die door toetsing wordt afgesloten. Stage- en afstudeerperiode zijn opgebouwd uit twee onderwijseenheden van 15 credits. De programmastructuur bestaat uit een propedeutische fase (1e jaar) en een hoofdfase (2e t/m 4e jaar). Het programma bestaat uit verplichte vakken en keuzevakken. De komende jaren zal een major-minorsysteem ontwikkeld worden. De samenhang in het programma wordt bevorderd door de bewust gekozen concentrische opbouw. Het programma leidt de studenten van niveau 1 (propedeuse), via niveau 2 (associatie, 2e/3e studiejaar) naar niveau 3 (het bachelorniveau). Alle kwalificaties komen op elk van de drie niveaus aan de orde. De prestaties die de studenten moeten leveren worden echter telkens moeilijker doordat de context waarbinnen ze moeten werken complexer wordt en meer vrijheidsgraden kent. De opleiding formuleert in haar didactisch concept de drie niveaus (zie ook facet 1.2). Op het propedeuseniveau werkt de student aan atomaire solitaire problemen in een praktijkgerichte context met als doel fundamentele inzichten, kennis en vaardigheden te verwerven. In de associatiefase draait het naast nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden ook om samenhang en interferentie . De stage is de afsluiting van deze fase. In de professionaliseringsfase (niveau 3) moet een student leren om in een project taken en verantwoordelijkheden te plannen, uit te voeren en te managen. De afstudeeropdracht sluit deze fase af. Reflectie door studenten is volgens de opleiding een essentieel onderdeel in een concentrisch opgebouwd curriculum, omdat het studenten bewust maakt van wat ze al weten en kunnen, en wat nog niet. Het reflecteren heeft in elke fase van het programma een specifieke functie: bewustwording (niveau 1), zelfsturing (niveau 2), professionele houding (niveau 3). De onderlinge samenhang tussen modules die gelijktijdig worden geprogrammeerd is gering of ontbreekt geheel, omdat een student in de gelegenheid moet zijn keuzes te maken. Binnen modules werken docenten vanuit verschillende disciplines samen om studenten in de gelegenheid te stellen opdrachten interdisciplinair aan te pakken. Het werken met authentieke beroepsproducten en beroepstaken bevordert de samenhang in het programma. Een belangrijke taak van een docent bij aanvang van een nieuwe module is duidelijk maken hoe deze producten gekoppeld zijn aan de competenties en de beroepspraktijk van later. In de stage- en afstudeerperiode zijn de studenten het meest in de gelegenheid om authentieke taken uit te voeren en authentieke beroepsproducten te leveren.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
21/51
De opleiding heeft het competentiegerichte curriculum de afgelopen jaren stapsgewijs ingevoerd. Alle studiejaren zijn nu competentiegericht. Het accent is gelegd op het ontwikkelen van beroepsgerichte producten en het uitvoeren van taken. De komende jaren neemt de opleiding de ontwikkeling van vraagsturing ter hand (zie ook facet 2.7).
Facet 2.4
Studielast
Voldoende
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studielast is evenwichtig over de studiejaren en de semesters verdeeld: per jaar 60 en per semester 30 credits. Het aantal modulen per periode kan verschillen omdat de omvang van modulen varieert. Studenten zijn tevreden over de spreiding van de studielast. In het algemeen vinden ze de studie te doen in de tijd die er voor staat, vertelden ze het panel. Uit resultaten van blokevaluaties blijkt echter dat respondenten de studielast gemiddeld beoordelen met een 6,58 op een tienpuntsschaal in de periode 2004-2006. Uit de vraagstelling blijkt niet of ze de studie te zwaar of te licht vinden. Wel heeft de opleiding in haar informatiedossier gemeld dat ze de afstemming tussen geplande en werkelijke studielast wil verbeteren. Uit de studentenmonitor 2006 blijkt dat de respondenten van TI (N=6) gemiddeld 31,5 klokuren aan hun studie besteed hebben. In het gesprek dat het panel met studenten had, bleek dat wiskunde, statistiek, beheer en modelbouw als struikelvakken worden ervaren. Vooral de eerste twee hebben lage scores bij tentamens aldus studenten. Ze constateren dat het verschil tussen voorkennis en het niveau dat ze moeten bereiken erg groot is. Een goede maatregel van de opleiding in dit kader is geweest extra lessen wiskunde aan te bieden. Voor de drie andere vakken is dit type maatregelen nog niet aan de orde. De opleiding hanteert een studieadvies dat bindend is indien het negatief is. De drempel voor een negatief advies ligt bij 40 credits in het eerste jaar van inschrijving. Daarnaast is een student verplicht minimaal in het tweede jaar van inschrijving de propedeuse af te sluiten. Persoonlijke omstandigheden kunnen aanleiding geven van de norm af te wijken. De regeling over studieadviezen in de propedeuse is opgenomen in de studiegids en de Opleidingsregeling. Ook om toegelaten te kunnen worden tot de stage- en de afstudeerperiode hanteert de opleiding drempels. Deze zijn beschreven door de examencommissie en worden ook door haar toegepast. Om toegelaten te worden tot de stage dient de student de propedeuse te hebben behaald, een viertal specifieke modules te hebben afgesloten en minimaal 54 credits uit het 3e en 4e semester te hebben behaald. Om toegelaten te worden tot de afstudeerfase dient de student minimaal 204 studiepunten te hebben behaald. Het panel vindt het inbouwen van drempels zoals de opleiding dat doet nuttig om de studievoortgang van studenten te bevorderen en voldoende niveau te kunnen garanderen als een student aan de stage- of afstudeerperiode begint.
22/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
De snelheid waarmee toetsresultaten bekend zijn kan van invloed zijn op de studeerbaarheid van het programma. De norm is dat resultaten binnen drie weken na het afnemen van de toets beschikbaar zijn. In de studentmonitor waarderen studenten de beschikbaarheid van toetsresultaten in de jaren 2004-2006 gemiddeld met een 5,1. De bereikbaarheid van docenten wordt door studenten TI in de periode 2004-2006 gemiddeld gewaardeerd met een 6,13. De respondenten waarderen de mate waarin docenten zich aan afspraken houden met een 6,38 in dezelfde periode. De beschikbaarheid en de kwaliteit van de les- en tentamenroosters wordt in dezelfde periode gewaardeerd met een 6,42. over de opvang rondom lesuitval ligt het oordeel van studenten net beneden de 6: namelijk op 5,89. Het panel beoordeelt het facet met voldoende, omdat geplande en gerealiseerde studielast beter afgestemd moeten worden, nog niet voor alle struikelvakken maatregelen zijn genomen, en gewenste organisatorische verbeteringen rondom toetsresultaten en lesuitval nog niet zijn gerealiseerd. De afwijkingen van de door de opleiding gewenste normen zijn niet erg groot.
Facet 2.5
Instroom
Voldoende
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Aankomende studenten kunnen zich op diverse manieren informeren over de inhoud en vorm van de opleiding TI. Naast een voorlichtingsbrochure beschikt de opleiding over een website, en organiseert ze open dagen en meeloopdagen. Ook is de opleiding aanwezig op diverse regionale voorlichtingsmanifestaties. In de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd, 20062007 is vermeld aan welke wettelijke eisen studenten die toegelaten willen worden, dienen te voldoen. Voor studenten onder en boven de 21 jaar en voor buitenlandse studenten worden de regelingen vermeld. Voor MBO-studenten is een verkort programma in ontwikkeling. De verwachting is dat er aanvullende programma s voor wiskunde en programmeren nodig zijn om tot een verkorte studieduur voor MBO ers te kunnen komen. Met drietal regionale ROC s zijn afspraken gemaakt over een aantal standaard vrijstellingen. Hiervan hebben in 2005 en 2006 tezamen 8 studenten gebruik gemaakt. Deze vrijstellingen zijn echter (nog) niet beschreven in de Opleidingsregeling. Voor VWO ers is (nog) geen verkort en/of versneld programma ontwikkeld. Zij volgen het reguliere programma. De opleiding heeft geen beleid opgesteld waaruit blijkt of ze de ontwikkeling van een dergelijk programma wenselijk en uitvoerbaar acht.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
23/51
Voor instromende studenten met werkervaring heeft de opleiding een EVC-programma ontwikkeld. Op basis van de resultaten van een EVC-toetsprocedure krijgen deze studenten een aangepaste studieroute. De afgelopen jaren hebben 4 studenten van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Uit de studentmonitor blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de inhoudelijke aansluiting tussen hun vooropleiding en de TI-opleiding. Ze waarderen de aansluiting in de periode 2004-2006 gemiddeld met een 6,25. In het gesprek met het panel gaven de studenten aan dat ze de aansluiting positief waarderen. De opleiding vermeldt in haar informatiedossier dat ze de kwaliteit van meeloopdagen voor aspirant-studenten wil verbeteren. Tevens wil ze de kwaliteit van de website en voorlichtingsmateriaal voor het nieuwe studiejaar verbeteren. Het panel is van mening dat een betere afstemming tussen tekst en beeld nieuwe doelgroepen, waaronder wellicht meisjes, aanspreekt. Aandacht voor de context van TI is daarbij waarschijnlijk belangrijk. Ten tijde van het visitatiebezoek is nog niet zichtbaar of deze verbeterslag daadwerkelijk gemaakt is. Uit de documentatie die de opleiding ter beschikking heeft gesteld blijkt niet dat ze evalueert of de werkvormen (met name in het eerste jaar) aansluiten bij werkvormen die instromende studenten vanuit hun vooropleiding gewend zijn. Studenten hebben tegenover het panel niet geklaagd over grote discrepanties. Het panel beoordeelt het facet met voldoende omdat de opleiding nog geen beleid heeft ontwikkeld betreffende de aansluiting tussen vwo en hbo.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De structuur van het curriculum is in diverse documenten, waaronder de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd (juni 2006) beschreven. De propedeuse heeft een omvang van 60 credits, de hoofdfase heeft een omvang van 180 credits. De binnenschoolse onderwijseenheden hebben een omvang van 3, 6 of 9 credits; de stage en de afstudeerperiode zijn elk verdeeld in twee onderwijseenheden van 15 credits. Het panel heeft de opleidingsregeling ingezien en stelt vast dat de formele studieduur van de opleiding voldoet.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Voldoende
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
24/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft - in lijn met de opvattingen op faculteitsniveau - gekozen voor competentiegericht onderwijs. Het onderwijsconcept is beschreven in diverse documenten waarover het panel de beschikking heeft gekregen, zoals: Programma van de opleiding Technische Informatica 2006-2007, en Studiegids Informatica en Technische Informatica 2007-2008 (juni 2007). De keuze voor competentiegericht onderwijs past bij de kwalificaties, die immers als competenties zijn beschreven (zie facet 1.1). Centraal in het concept staan action learning en learning by doing. In de onderwijspraktijk van de opleiding komen deze begrippen tot uitdrukking in de veelvuldige keuze voor opdrachten in de onderwijseenheden (= modules) gecombineerd met theorielessen. Een belangrijk uitgangspunt bij de inrichting van onderwijseenheden is de beroepstaak of het op te leveren beroepsproduct. De beroepstaak is - volgens de tekst in de studiegids - de kapstok waaraan de ontwikkeling van kennis en kunde wordt opgehangen. Dit uitgangspunt sluit naar het oordeel van het panel goed aan bij competentiegericht onderwijs. In de opzet van modules blijkt de beroepstaak inderdaad een belangrijke factor te zijn. Studenten herkennen het belang van de beroepstaken in het onderwijs, zo meldden zij het panel. Het werken met drie niveaus - propedeuse, associatie en bachelor - waarin de contextrijkheid complexer wordt en toeneemt naarmate de student vordert, past bij competentiegericht onderwijs. In het onderwijsprogramma wordt dit principe in de praktijk gebracht. In de propedeuse werken studenten bijvoorbeeld aan vereenvoudigde proeftuinprojecten. In het vijfde en zesde semester werken alle studenten aan een proeftuinproject dat al veel facetten van de beroepspraktijk bevat, maar die beroepspraktijk wordt deels door de docenten beïnvloed. In de stage en de afstudeerperiode werken studenten in de echte beroepspraktijk, die past bij het eindniveau van de opleiding. De opleiding heeft een aantal werkvormen gedefinieerd die naar haar oordeel passen bij competentiegericht onderwijs. De gekozen werkvormen zijn: hoorcollege, instructiecollege, discussiecollege, zelfstudie, werkcollege, practicum, voortgangsgesprek en integrerende opdracht. De laatstgenoemde werkvorm is de beroepstaak. Van elke werkvorm wordt een korte beschrijving gegeven. De beschrijving van de modules bevat ook een onderdeel waarin de gekozen werkvormen worden toegelicht. Door de combinatie waarin werkvormen in modules worden toegepast, passen ze naar het oordeel van het panel bij competentiegericht onderwijs. In het gesprek met docenten is gebleken dat zij deze werkvormen in de lessen doelgericht toepassen. Ook studenten herkennen de werkvormen. Het panel is van mening dat het onderwijsconcept doordacht is. Met de opleiding is het verder van mening dat de ontwikkeling ervan nog niet afgerond is. De centrale plaats van de beroepstaak is gerealiseerd, maar de beoogde toenemende rol van zelfsturing door de student is nog niet gerealiseerd. Het programma is nog hoofdzakelijk docentgestuurd, wat onder andere blijkt uit de modulebeschrijvingen. Er is een begin gemaakt met de introductie van een portfolio voor studenten. Enkele studenten hebben een portfolio gemaakt, maar dit wordt in het opleidingsprogramma nog niet gebruikt. Management en docenten bevestigen dit: het gebruik van het portfolio moet de komende jaren verder
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
25/51
ontwikkeld worden. Omdat het onderwijsconcept nog niet volledig uitontwikkeld is, beoordeelt het panel dit facet met voldoende.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het systeem van toetsing is beschreven in hoofdstuk 7 en bijlage 6 van de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd (juni 2006). Deze beschrijving informeert hoofdzakelijk over de organisatie van de examinering zoals de rol van examinatoren, onregelmatigheden en fraude, voorzieningen en vrijstellingen, bewaartermijnen en inzage. De toetspraktijk van de opleiding ontwikkelt zich in een richting die past bij competentiegericht leren. Er is een lijst van prestatie-indicatoren opgenomen in de Opleidingsregeling en in het Programma van de opleiding Technische Informatica 20062007. Deze indicatoren worden gebruikt om de opdrachten te beoordelen. De prestatieindicatoren zijn geformuleerd in gedrag van studenten (ze moeten iets aantonen) en hebben betrekking op bijvoorbeeld besluitvorming, advisering, analyse, ontwerp, beheer en leereffecten. Het is studenten vooraf bekend op welke indicatoren zij in een bepaalde module beoordeeld worden, omdat deze in de modulebeschrijving zijn opgenomen. Het panel heeft een groot aantal projectverslagen ingezien en stelt op basis van deze waarnemingen vast dat de docenten van de opleiding de indicatoren consequent toepassen. Studenten melden het panel dat de indicatoren hen bekend zijn en de beoordeling in het algemeen als rechtvaardig beschouwen. Als er onduidelijkheden zijn, is er gelegenheid de docent een toelichting op de beoordeling te vragen. Omdat veel opdrachten in groepen gemaakt worden, vindt het panel het noodzakelijk dat er aandacht is voor meeliftgedrag van studenten. Tijdens het visitatiebezoek is gebleken dat het initiatief voor het tegengaan van meeliftgedrag in eerste instantie bij studenten ligt en dat zij begeleidende docenten om maatregelen vragen indien ze zelf niet tot een oplossing komen. Uiteindelijk vallen meelifters af bij de bespreking van groepsopdrachten (in het assessment). Het panel heeft eveneens de schriftelijke toetsen van een aantal modules ingezien. Het panel vindt deze toetsen passen bij de inhoud en het niveau van de modules. Tevens is het van oordeel dat de beoordelingen consequent zijn. De opleiding heeft geen methode om de kwaliteit van toetsen (en opdrachten) te bewaken. De kwaliteit is docentafhankelijk en er is geen borging. Het panel vindt dat de opleiding hier meer aandacht aan zou moeten besteden. Ook stage en afstuderen worden beoordeeld. De stage wordt beschouwd als een leermoment, het afstuderen als een toetsmoment (bron: Informatie over stage en afstuderen faculteit IC, opleiding Software Engineering, maart 2006).
26/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Het panel is van mening dat een betere afstemming nodig is tussen de diverse documenten die voor stage en afstuderen worden gebruikt. In het genoemde document wordt bijvoorbeeld een set beoordelingscriteria genoemd voor stage en afstuderen die niet overeenkomt met de prestatie-indicatoren die genoemd worden in de modulebeschrijvingen voor stage en afstuderen. Uit de studentenmonitor 2006 blijkt dat studenten de aansluiting tussen toetsen en leerstof in de periode 2004-2006 gemiddeld met een 6,87 waarderen. De spreiding van de toetsen over het jaar wordt in dezelfde periode gewaardeerd met gemiddeld een 6,78. Op grond van verslagen van stages en afstudeerverslagen is het panel van oordeel dat beoordelaars de verslagen nauwgezet en consequent beoordelen. Hoewel niet bij alle stageverslagen die het panel heeft ingezien beoordelingsformulieren aanwezig waren, is het panel wel van oordeel dat de verslagen aan de niveau-eisen van de opleiding voldoen. Bij de afstudeerverslagen is wel in alle gevallen een beoordelingsformulier toegevoegd. Daarin wordt niet alleen aandacht besteed aan de inhoud en de structuur van het verslag, maar ook aan de presentatie en verdediging ervan aan twee examinatoren. Het panel vindt dat verschillende beoordelaars de criteria op vergelijkbare wijze toepassen. Omdat de opleiding de kwaliteitsbewaking van toetsen nog dient te ontwikkelen en omdat de documentatie over de beoordeling van stage en afstuderen nog niet is afgestemd, beoordeelt het panel dit facet met voldoende.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De acht docenten die betrokken zijn bij het onderwijs aan de opleiding TI zijn allen op twee na full time in dienst van de hogeschool. De twee parttimers hebben een dienstverband van 0,8 respectievelijk 0,75 fte. Zij vervullen daarnaast werkzaamheden buiten de opleiding TI. De docenten houden op diverse manieren voeling met de beroepspraktijk. Alle docenten zijn betrokken bij het begeleiden van stagiairs en afstudeerders. Uit de gesprekken met studenten, alumni en werkveld is gebleken dat de begeleiders de geplande bezoeken inderdaad afleggen. Tijdens die bezoeken wordt niet alleen gesproken over de ontwikkeling van de student, maar ook over ontwikkelingen op het werkterrein van de organisatie.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
27/51
Een aantal docenten is betrokken bij projecten die in het leerbedrijf Proeftuin ICT door studenten worden uitgevoerd. De begeleidende docenten vervullen enerzijds de rol van acquisiteur van opdrachten, anderzijds die van projectbegeleider. Beide rollen brengen hen in contact met het bedrijfsleven, waardoor ze ook in andere onderwijscontexten goed in staat zijn de relatie te leggen van meer theoretische programmaonderdelen met de beroepspraktijk. Twee docenten zijn lid van de kenniskring Technologie in de Zorg respectievelijk Life Sciences. Van de eerste zijn sinds het ontstaan twee jaar geleden al enkele contacten gelegd met instellingen en wordt gewerkt aan concrete opdrachten. De tweede kenniskring verkeert nog in de startfase. Tot de doelstellingen van de kenniskringen behoort het doen van praktijkgericht onderzoek vaak in opdracht van bedrijven met het oogmerk technologische oplossingen te bieden op het werkterrein van de opdrachtgever. Op deze wijze draagt deelname aan kenniskringen naar het oordeel van het panel bij aan de verbinding tussen opleiding en beroepspraktijk. Namens de opleiding zijn docenten lid van Regitel (een regionale overlegstructuur voor ICT-professionals) en het Platform Precisietechnologie van Syntens (ondernemers op het terrein van precisietechnologie komen in het platform bijeen). Ook neemt de opleiding deel aan het netwerk Digitale Signaal Processing (DSP Valley) in Nederland en België. Ook deze overleggen bevorderen de binding tussen praktijk en opleiding naar het oordeel van het panel. Tijdens het gesprek met het werkveld bleek dat er goed overleg is tussen docenten van de opleiding en de TI-afdeling van Océ. Docenten denken mee en profiteren van de ervaringen die Océ opdoet met ontwerpmethodieken. Ten slotte is een van de docenten betrokken bij het Technologieplatform van Syntens. Door de deelname aan dit platform versterkt de opleiding de binding met het MKB en kunnen meerdere opdrachten voor de Proeftuin ICT worden verworven. Het panel is er in het gesprek met docenten van overtuigd geraakt dat zij een attitude ontwikkeld hebben om zeer bewust en doelgericht contacten met de beroepspraktijk te zoeken om praktijkervaringen in te zetten in het onderwijs. Het panel vindt dat positief. De mate waarin docenten de mogelijkheid creëren de praktijk te oefenen wordt door studenten in de studentmonitor in de periode 2004-2006 gemiddeld gewaardeerd met een 6,91.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Er zijn 14 personeelsleden betrokken bij het onderwijs aan de opleidingen Informatica en Technische Informatica met een totale omvang van 13,5 fte. Volgens een opgave van de afdeling Personeel en Organisatie van Hogeschool Zuyd is uit deze formatie 4,5 fte
28/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
beschikbaar voor TI (inclusief ongeveer 0,5 fte voor managementtaken). Op 1 oktober 2006 stonden 76 studenten bij de opleiding ingeschreven. Dit levert een fte-studentratio op van 1:16,9. Dit is naar het oordeel van het panel een zeer werkbare ratio voor een opleiding waarin techniek en competentiegericht leren belangrijke elementen zijn. Het streefcijfer voor de D/S-ratio bedraagt 1:23, waar de opleiding nog ruim onder blijft. De opleiding heeft aan het panel ziekteverzuimcijfers gepresenteerd die beduidend lager zijn dan het landelijk gemiddelde van ongeveer 6%. In de periode tussen 2004 en 2006 bedroeg het ziekteverzuimpercentage ongeveer 1,4%. In het cursusjaar 2006-2007 was het ziekteverzuim voor TI 1,27%. De docenten met wie het panel gesproken heeft zijn enthousiast over hun werk. Zij ervaren hun werk als druk, maar ook als afwisselend en interessant. Het panel heeft de indruk gekregen dat dit niet alleen geldt voor de jongere docenten, maar ook voor vijftigplussers. De studenten beoordelen de bereikbaarheid van docenten in de studentenmonitor met een 6,13 gemiddeld over de jaren 2004-2006. Daaruit blijkt geen reden tot zorg over een tekort aan docenten.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Voldoende
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: uit de CV s van de docenten die de opleiding aan het panel beschikbaar heeft gesteld blijkt dat docenten vakinhoudelijk adequaat geschoold zijn: 7 docenten hebben een academische opleiding, 1 is op hbo-niveau geschoold. Alle docenten hebben een didactische aantekening behaald. Bovendien zijn ze in het studiejaar 2006-2007 getraind om als coach te kunnen fungeren in het competentiegerichte onderwijs. Tevens blijkt uit de CV s dat docenten zich in het verleden geregeld geschoold hebben op hun vakgebied. De docenten zelf zijn positief over het tweewekelijkse colloquium dat ze zelf organiseren. Het colloquium is een bijeenkomst van het team waarin een van de docenten een presentatie houdt over ontwikkelingen in zijn vakgebied of over het belang van een bepaald vakgebied voor het curriculum van de opleiding. Deze presentaties dragen bij aan de scholing van docenten, maar ook aan de teamgeest en de ontwikkeling van het curriculum. Het panel waardeert het principe van het colloquium positief. De faculteit heeft functiedifferentiatie ingevoerd. De docenten van de opleiding vervullen een van de functies tutor, senior tutor, docent of senior docent. De faculteit werkt de functiedifferentiatie nog verder uit om in de toekomst docenten nog gerichter te kunnen inzetten. Een van de senior docenten is opleidingscoördinator. Hij leidt de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding en is aanspreekpunt voor directie, docenten en studenten. Het panel vindt dat deze functiedifferentiatie voldoende mogelijkheden biedt een opleiding met de omvang van TI goed te organiseren en uit te voeren.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
29/51
Jaarlijks voert de faculteitsdirecteur functioneringsgesprekken - jaargesprekken geheten met de medewerkers van de opleidingen in de faculteit. Het panel heeft de formats voor deze gesprekken ingezien. De docenten hebben in het gesprek met het panel bevestigd dat de jaargesprekken gevoerd worden. In de bijlage Personeel van de opleiding Technische Informatica 2006-2007 van het informatiedossier is een hoofdstuk scholingsplan opgenomen. Het hoofdstuk biedt inzicht in de verdeling van inhoudelijke deskundigheden onder de docenten. Ook maakt het hoofdstuk duidelijk dat de scholingswensen van docenten op de zogeheten B-staten zijn vermeld. In een tabel zijn de scholingswensen van de docenten opgenomen. De termijn waarop deze scholing wordt uitgevoerd en hoe die een plaats heeft in het personeelsplan van de opleiding is niet inzichtelijk. In het studiejaar 2006-2007 hebben docenten onder andere scholing gevolgd voor C# en NET, didactiek en service process management. Docenten presenteren nieuw opgedane kennis en ervaring aan het team in het tweewekelijkse colloquium. Het panel beoordeelt het facet met een voldoende en niet met goed, omdat de opleiding ondanks het verzamelen van de scholingswensen van docenten geen concreet scholingsplan voor het team heeft.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding is gehuisvest in een modern en goed bereikbaar gebouw te Heerlen. Lesruimtes zijn professioneel ingericht en geschikt voor werken met kleine en grote groepen. Er zijn voldoende audiovisuele ondersteuningsmogelijkheden aanwezig in het gebouw. Ook hebben studenten mogelijkheden om zelfstandig in groepjes te werken. In het kader van het competentiegericht leren werkt de faculteit aan uitbreiding van groepsruimtes. Een belangrijke ontwikkeling waarin de opleiding meegaat, is de overstap van vaste werkstations naar het gebruik van laptops in een draadloos netwerk. Hierdoor wordt het voor studenten en docenten beter mogelijk om plaatsonafhankelijk in te loggen op het digitale netwerk van de hogeschool. De opleiding beschikt over een eigen SE-lab (Software Engineering Laboratorium) waar diverse softwaregereedschappen aanwezig zijn. Tevens kunnen daar personal computers en notebooks worden geconfigureerd zodat ze geschikt zijn om te gebruiken in het onderwijs van de opleiding.
30/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
De locatie Heerlen van Hogeschool Zuyd beschikt over een mediatheek die naar het oordeel van het panel voldoende in staat is studenten en medewerkers van informatie te voorzien. TI-studenten maken volgens de mediatheekvertegenwoordiger nauwelijks gebruik hard copies in de mediatheek. Wel maken ze veelvuldig gebruik van nationale en internationale digitale bestanden en databases waarvoor de mediatheek toegang verschaft, zoals www.sourcefordge.com, www.tweakers.net, www.MSDN.com en www.expertsexchange.com. De studenten TI die aan de studentenmonitor 2006 hebben deelgenomen waarderen de voorzieningen (mediatheek, computerfaciliteiten, beschikbaarheid lesmateriaal) gemiddeld genomen met een 5,4 op een tienpuntsschaal. De docenten en studenten van de opleiding TI kunnen deelnemen aan het Microsoft Academic Alliance Project (MSDNAA), omdat er in de opleiding gewerkt wordt met software van Microsoft. Voor de projecten van het leerbedrijf Proeftuin ICT heeft de opleiding de beschikking over werkruimtes in een bedrijvengebouw in de directe omgeving van het onderwijsgebouw. De opleiding heeft er voor gekozen om de Proeftuin in een bedrijvengebouw onder te brengen om het karakter van de beroepspraktijk te versterken. Het panel heeft de ruimtes van de Proeftuin bezocht en is van mening dat deze opzet is geslaagd. De opleiding is bezig de voorzieningen te optimaliseren. De rol van de Proeftuin ICT in het programma en de daarvoor beschikbare faciliteiten hebben het panel doen besluiten dit facet met goed te beoordelen.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De informatievoorziening over onderwijsaangelegenheden verloopt via de electronische leeromgeving Blackboard. Informatie over organisatorische aangelegenheden wordt hoofdzakelijk via het intranet van de hogeschool verspreid: infonet.hszuyd.nl. Het panel heeft van Blackboard en het infonet gebruik kunnen maken en stelt vast dat de informatievoorziening voldoet. De studenten waarderen Blackboard en het infonet in de studentenmonitor met gemiddeld een 5,8. Studenten van de opleiding kunnen van diverse begeleiders gebruik maken. De hogeschool biedt een aantal hulp -diensten aan: decanen, psychologen, vertrouwenspersonen, een ombudsman en een klachtencommissie. Studenten kunnen de hulp en begeleiding van deze personen en instanties zelf inroepen, maar dat kan ook gebeuren door hun mentor.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
31/51
Tot de start van het schooljaar 2007-2008 fungeert er een mentoraatsysteem bij de opleiding dat voornamelijk gericht is op het monitoren van de studievoortgang en problemen bij studenten. De opleiding heeft in een eerdere fase geconcludeerd dat het mentoraat niet meer volstaat in een competentiegerichte leeromgeving, waarbij de ontwikkeling van de studenten gevolgd moet worden. Daartoe heeft de opleiding een beleidsnotitie Studieloopbaanbegeleiding (oktober 2006) opgesteld. In deze notitie wordt toegelicht wat de rol van een studieloopbaanbegeleider moet zijn, welke rol portfolio s van studenten spelen, wat het belang van coaching is. Ook wordt het profiel van de studieloopbaanbegeleider geschetst. In het kader van studieloopbaanbegeleiding hebben alle docenten een coach-training gevolgd. Met ingang van het studiejaar 2007-2008 wordt studieloopbaanbegeleiding ingevoerd. Het panel vindt dit vrij laat, aangezien competentiegericht onderwijs al in de volledige opleiding is ingevoerd. De studenten en alumni die het panel gesproken heeft over de begeleiding tijdens stage en afstuderen, zijn daarover zonder uitzondering tevreden. In de brochure Informatie over stage en afstuderen faculteit ICT (maart 2006) worden de taken van de school- en bedrijfsbegeleider beschreven. Volgens de studenten worden deze taken correct uitgevoerd. Ook de beoordelingsformulieren voor verschillende fases tijdens de stage en het afstuderen worden gebruikt. De begeleiding en informatievoorziening worden in de studentenmonitor over de periode 2004-2006 gemiddeld gewaardeerd met een 5,8. Het panel beoordeelt de begeleiding en informatievoorziening met voldoende en niet met goed, omdat de omschakeling van de begeleiding naar een model dat beter past bij competentiegericht onderwijs pas laat wordt ingevoerd en nog niet zichtbaar is in het programma.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Voldoende
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een systeem van blokevaluaties en op hogeschoolniveau wordt jaarlijks een studentenmonitor afgenomen. De blokevaluaties worden schriftelijk of digitaal afgenomen. In de planning-& controlcyclus van de opleiding is de frequentie en het moment van evalueren vastgelegd. Het panel heeft een aantal van deze evaluaties ingezien en stelt vast dat de opleiding consequent evalueert. Naast de schriftelijke evaluaties vinden gesprekken tussen docent en studenten plaats over de modules. Aan de hand van een gespreksformulier worden de opmerkingen van studenten over de module vastgelegd en de docent voegt daaraan zijn commentaar toe,
32/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
aangevuld met suggesties om de module te verbeteren. Het verslag van dergelijke besprekingen wordt aan de opleidingscommissie voorgelegd. In de studentenmonitor wordt op hoofdlijnen gemeten in welke mate de studenten tevreden zijn over het onderwijs en de organisatie van de opleiding. De respons op deze vragenlijst is erg laag (in 2006 voor de opleiding TI: 6 studenten). De betrouwbaarheid van de resultaten is daarom niet erg groot. De responsproblematiek geldt voor de gehele hogeschool en wordt geweten aan de overstap (in 2006) naar een digitale afname. Op hogeschoolniveau is daarom besloten de studentmonitor in 2007 weer schriftelijk af te nemen. Ten tijde van de visitatie was niet bekend of dit tot een hogere respons geleid heeft. Studenten die lid zijn van de opleidingscommissie, die de evaluatieresultaten bespreekt, hebben in het gesprek met het panel vermeld dat de soms lage scores op evaluatievragen kunnen voortkomen uit het feit dat alleen ontevreden studenten de vragenlijsten invullen. Het panel heeft kennis genomen van evaluatieresultaten van enquêtes die onder alumni (N=25) en werkveldvertegenwoordigers (N=16) zijn afgenomen. Aan de presentatie van de resultaten is geen conclusie verbonden. De frequentie waarmee deze doelgroepen om een oordeel gevraagd wordt, is eens in de twee jaar. De opleiding heeft een impliciete, maar voor alle betrokkenen heldere streefnorm voor alle evaluaties. Wanneer een tienpuntsschaal wordt gehanteerd is de streefnorm een gemiddelde van 6.0. Op een vijfpuntsschaal is de streefnorm een 3.0. Het panel tot komt tot het oordeel voldoende: De opleiding heeft een systeem van periodieke evaluatie, met de daarbij behorende streefdoelen, echter de respons onder TIstudenten is laag en daardoor zeer waarschijnlijk niet representatief. Bovendien neemt de opleiding niet genoeg actie om alle studenten aan te sporen een bijdrage te leveren aan de evaluatie van het onderwijs.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Voldoende
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het kwaliteitsbeleid van de hogeschool en de faculteit is gericht op continue verbeterbereidheid, borgen van kwaliteit in een systeem, systematische evaluaties, en inen extern afleggen van verantwoording. De structuur van het INK-model is op hogeschoolniveau leidend. Als uitvloeisel daarvan is een planning- & controlscyclus geïntroduceerd die door faculteiten en opleidingen specifiek wordt ingevuld. Ook de faculteit ICT waarvan de opleiding TI deel uitmaakt, heeft deze specifieke planning- & controlcyclus gemaakt. Het document Interne Kwaliteitszorg (2006)maakt inzichtelijk op welk moment welke activiteiten in het kader van kwaliteitszorg worden uitgevoerd.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
33/51
Op hogeschoolniveau is voor de periode 2005-2008 een innovatieplan opgesteld (In de kennissamenleving Innovatieplan Hogeschool Zuyd 2005-2008). In dit plan worden innovaties geformuleerd op de gebieden Eurregionale Kennispoort, Grensverleggend Onderwijs, Zuydgebieden, Corporate Governance en ICT. Voor elk van de gebieden is een beperkt aantal doelen geformuleerd. Voor het gebied Grensverleggend Onderwijs zijn dat: maatwerk, leerbedrijf, brede bacheloropleidingen. De opleiding TI heeft de afgelopen jaren duidelijk geïnvesteerd in het leerbedrijf. De ontwikkeling van maatwerkprogramma s is ingezet door overleg aan te gaan met ROC s over verkorte programma s voor mbo-afgestudeerden. Tevens heeft de opleiding in faculteitsverband een PDCA-cyclus geformuleerd. In de planfase worden verbeteringen op organisatieniveau of op lesblokniveau voorgesteld in de vorm van een verbeteractie. In de Do-fase worden de verbeteracties uitgevoerd. Op lesblokniveau heeft het panel een aantal voorbeelden van verbeteracties gezien die voortkomen uit evaluaties: aanpassen van literatuuromvang, aanpassen van opdrachten, uitbreiding van het aantal begeleidingsuren zijn enkele van deze voorbeelden. De opleiding is niet eerder gevisiteerd en daarom zijn er vanuit dat perspectief geen aanwijzingen voor door de visitatiecommissie gewenste verbeteringen. Het panel heeft weliswaar enig zicht gekregen op de relatie tussen evalueren en ver beteren, maar mist een samenhangend verbeterplan waarin acties, doelen, personele inzet en financiële randvoorwaarden zijn vermeld.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het kader van de PDCA-cyclus heeft de faculteit voor de Act-fase de betrokkenheid van verschillende geledingen waarmee een opleiding te maken heeft beschreven. Intern en organisatorisch is hier het driewekelijks overleg tussen de faculteitsdirectie, opleidingscoördinatoren, coördinator beheer en kwaliteit en manager van het expertisecentrum ICT van belang. Docenten vergaderen tweewekelijks over onderwijszaken, waarbij de vergaderingen van het driewekelijks directieoverleg input geven. Ook de opleidingscommissie en de werkveldcommissie dragen onderwerpen aan waarmee het docententeam aan de slag moet. Ook organiseert de faculteit twee keer per jaar een faculteitsdag: faculteitsbrede onderwerpen op het gebied van onderwijs of vakontwikkelingen die voor alle opleidingen van belang zijn worden dan besproken. In de opleidingscommissie hebben studenten de mogelijkheid de kwaliteit van het onderwijs te bespreken. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en docenten en vergadert minimaal vier keer per jaar. Het panel heeft een aantal vergaderverslagen van
34/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
de commissie ingezien. Op grond daarvan stelt het panel vast dat de opleidingscommissie ten minste vier keer per jaar vergadert over onderwerpen die de kwaliteit van het onderwijs behelzen. Er is één opleidingscommissie voor de opleidingen Informatica en Technische Informatica. De studenten hebben in het gesprek met het panel gemeld dat de communicatie over evaluaties en verbeteracties te wensen overlaat. Na het invullen van enquêtes of de bespreking van een module met een docent blijft het stil. De opleiding heeft zich voorgenomen de communicatie over evaluaties en voorgenomen verbeteracties te verbeteren. Een aantal werkveldvertegenwoordigers is via de werkveldcommissie betrokken bij de opleiding. Uit de vergaderverslagen leidt het panel af dat de commissie minstens twee keer per jaar bijeen komt. De alumni zijn niet betrokken bij kwaliteitsverbeteringen van de opleiding. Weliswaar kunnen ze deelnemen aan de alumni-enquête en kunnen ze zich aanmelden bij de alumnisite, maar van actieve betrokkenheid van afgestudeerden bij de opleiding is nog geen sprake. De terugkoppeling van evaluatieresultaten en de daaruit voortvloeiende verbetermaatregelen is slecht. Bovendien zijn alumni nog niet betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Om deze redenen beoordeelt het panel dit facet met voldoende.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerde niveau
Goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft een tiental scripties toegezonden gekregen van de opleiding en verder heeft de opleiding een groot aantal scripties ter inzage gelegd tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding. Het panel is van mening dat de keuze van scriptieonderwerpen het domein dekt. De scripties zijn voor een deel geschreven door studenten die afstudeerden als student Hogere Informatica met als specialisatie Technische Informatiesystemen, waaruit de opleiding Technische Informatica in 2003 is ontstaan. De scripties voldoen naar het oordeel van het panel aan het hbo-niveau zoals dat voor een bachelor met de Dublin descriptoren is beschreven. Ze demonstreren duidelijk dat studenten de werkwijzen van TI-beroepsbeoefenaren op niveau eigen hebben gemaakt. De competenties analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren komen afhankelijk van het werkstuk met verschillende accenten aan de orde. Verder is het panel van mening dat de scripties op een consequente manier beoordeeld worden en dat correcte beoordelingen zijn gegeven. Zowel studenten, docenten als
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
35/51
werkveldvertegenwoordigers zijn het hierover eens. De verslaglegging van de overwegingen van de examinatoren kan wat uitgebreider zodat derden zich er een duidelijker beeld van kunnen vormen. Afstudeerscripties zijn gebaseerd op een opdracht die in de beroepspraktijk onder begeleiding van een werkveldvertegenwoordiger en een docent wordt uitgevoerd. De eindverantwoordelijkheid voor de beoordeling van de student ligt bij de opleiding, maar het werkveld meldt in het gesprek met het panel dat zijn oordeel over het functioneren van de student in belangrijke mate meetelt. Men constateert dat individuele verschillen tussen studenten - er zijn nu eenmaal goede en minder goede studenten - worden meegenomen in de beoordeling. Het werkveld heeft in het gesprek met het panel gemeld tevreden te zijn over de het niveau van de afgestudeerden. Zij zien over het algemeen geen tekortkomingen die veroorzaakt zouden kunnen zijn door de opleiding of het studieprogramma. Enkele vertegenwoordigers uit het werkveld hebben in het verleden afgestudeerden van de opleidingspecialisatie Technische Informatiesystemen in dienst genomen. Ook de afgestudeerden (van de vroegere specialisatie Technische Informatiesystemen van de Hogere Informatica Opleiding) melden in het gesprek met het panel dat ze tevreden zijn over het niveau dat ze tijdens de opleiding bereikt hebben. Ze vinden dat ze goed voorbereid zijn om in de beroepspraktijk te werken met technieken of methoden die ze niet letterlijk zo gehad hebben tijdens hun opleiding.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Onvoldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor studierendementen hanteert de opleiding (conform de richtlijnen van de hogeschool) twee stuurgetallen: o Het studierendement na 5 jaar bedraagt minimaal 60% o Het propedeuserendement na twee jaar bedraagt minimaal 70%. De instroom in 2003 bedroeg 6 studenten, daarvan hebben er 5 de studie gestaakt. Van het cohort dat in 2004 is gestart (18 studenten) hebben 14 studenten (ongeveer 78%) de propedeuse na twee jaar behaald; de overigen hebben de opleiding verlaten. Dat is meer dan het gemiddelde van de hogeschool (52%) en meer dan het streefcijfer. Van het cohort dat in 2005 is gestart (29 studenten) heeft inmiddels 79% de opleiding gestaakt. De overigen hebben de propedeuse behaald. Daarmee wordt het stuurgetal voor de propedeuse onhaalbaar. Van het cohort 2006 heeft na 1 jaar 21% de propedeuse behaald; 61% heeft de opleiding reeds verlaten. De opleiding heeft geen analyse voor het succes van het cohort 2004 en de teleurstellende resultaten van de overige jaren. Het panel beoordeelt het propedeuserendement tot nu toe als onvoldoende in het licht van de stuurgetallen.
36/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Ook is het panel van mening dat de uitval bijzonder hoog is. De opleiding heeft maatregelen genomen om de uitval te beperken. In januari is het project Studieloopbaanbegeleiding als pilot van start gegaan. Ook de invoering van een systeem van reparatieopdrachten is bedoeld om het rendement te verbeteren en de uitval te beperken. De resultaten van beide projecten zijn echter nog niet bekend Volgens de opleiding stappen veel uitvallers van TI over naar andere opleidingen binnen de Faculteit ICT, waardoor het potentieel niet verloren gaat. Met door de faculteit verstrekte cijfers over studiestakers en overstappers wordt deze stelling in voldoende mate onderbouwd. Het is voor het panel niet inzichtelijk of deze studenten daar wellicht ook de studie staken. Voor het oordeel van het panel is dat overigens niet relevant, omdat het de rendementen van de opleiding TI beoordeelt. Voor het studierendement zijn ten tijde van de visitatie nog geen cijfers beschikbaar, omdat er sinds de start van de opleiding in 2003 nog geen afgestudeerden van deze nieuwe opleiding waren. De opleidingsspecialisatie Technische Informatiesystemen was onderdeel van de opleiding Hogere Informatica, waarvan geen uitgesplitste rendementsgegevens beschikbaar zijn. De propedeuserendementen van de opleiding zijn met uitzondering van het cohort 2004 bijzonder laag en de uitval is hoog (ook blijft een aantal uitvallers behouden doordat over te stappen naar een andere opleiding binnen de faculteit). Hoewel een analyse over de rendementsgegevens niet voorhanden is, heeft de opleiding acties geformuleerd om de rendementen te verbeteren. De resultaten daarvan zijn echter nog niet bekend. Opleidingsrendementen zijn er nog niet, omdat de opleiding nog maar kort bestaat. Maar gelet op de huidige resultaten is het richtgetal niet haalbaar. Op grond van de gerealiseerde rendementen voor de propedeuse en de te verwachten opleidingsrendementen (in het licht van de stuurgetallen) beoordeelt het panel dit facet met onvoldoende.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
37/51
38/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
39/51
Bijlage 1:
40/51
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
41/51
42/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
43/51
44/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Opleiding Technische Informatica Hogeschool Zuyd
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer W.A.J. van Uden
Panellid De heer ir G.K. Steenvoorden
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: De heer D. Arntzenius
Panellid De heer ir L. Nederlof
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
X X
De panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid de heer ir. L. Nederlof De heer Nederlof is ingezet vanwege zijn domeindeskundigheid en zijn grote expertise op het gebied van informatica, ook in internationaal perspectief. Vanaf 1973 is de heer Nederlof actief geweest in het vakgebied micro elektronica, als onderzoeker (circa 8 jaar) en als manager. De heer Nederlof is zowel deskundig in het vakgebied als in het managen van Research and Development groepen op de gebieden IC design en CAD Software Design. De heer Nederlof is van 1981 tot 1985 werkzaam geweest in de USA ( Silicon Valley ) als onderzoeker en manager. Door zijn lidmaatschap van de IEEE, de toonaangevende ingenieursvereniging op elektrotechnisch gebied in de wereld, de publicaties daarvan, conferentiebezoek en dergelijke is de heer Nederlof goed op de hoogte van wat zich internationaal in het vakgebied afspeelt. De heer Nederlof heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek, daarnaast is hij individueel geïnstrueerd over accreditatie in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
45/51
Opleiding: 1963 1967 1969 1973
Werkervaring: 1967 1968 1968 1969 1973 1981 ontwerp 1981 1985 1985 1994 1985 1994 2001
1989 2001 2007
1 maart 2007
HTS Dordrecht, afgesloten met diploma / getuigschrift Technische Hogeschool Delft, Afdeling Elektrotechniek, cum laude afgesloten met het ingenieursdiploma
Philips Computer Industrie Apeldoorn, Assistent ontwikkeling ringkerngeheugens Militaire Dienst Wetenschappelijk onderzoeker Philips Research Eindhoven, vakgebied: MOS IC Wetenschappelijk onderzoeker / groepsleider Philips Research Sunnyvale (USA) Groepsleider Philips Research Eindhoven van twee verschillende groepen (4 jaar Computer Aided Design, 5 jaar geavanceerd IC ontwerp) Projectleider van het deelproject CAD in het Philips MEGA project Hoofd product ontwikkeling businessline Video bij Philips Semiconductors in Nijmegen Senior Planning and Program Officer bij Philips Corporate Research / Research program Office met (pre)pensioen
Panellid de heer ir. G.K. Steenvoorden De heer Steenvoorden is ingezet als panellid wegens zijn domeindeskundigheid. De heer Steenvoorden heeft ervaring op het gebied van management van kennisontwikkeling en toepassing ervan in de vakgebieden Elektrotechniek, Technische Natuurkunde en Technische Informatica. Daarnaast is de heer Steenvoorden voorzitter geweest van de vakvereniging Micro Elektronica ISHM Benelux. Ook heeft de heer Steenvoorden onderwijsdeskundigheid opgedaan aan de TU te Delft, waar hij gedurende vijftien jaar college gaf en studenten begeleidde. De heer Steenvoorden heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Daarnaast is de heer Steenvoorden voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het Hoger Onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1958 1962 1966 1974
Mechanische technologie HTS Amsterdam Technische Natuurkunde TU Delft
Werkervaring 1962 1967 1967 1982 1982 2006 2006 heden
Philips Telecommunicatie Industrie TU Delft TNO (TPD) PG-ID v.o.f.
Panellid student de heer D. Arntzenius De heer Arntzenius in ingezet als studentpanellid. Hij is derdejaars student Technische Informatica aan de Fontys Hogescholen Eindhoven. De heer Arntzenius is binnen zijn opleiding actief als student assistent, betrokken bij het vak Programmeren in C++ voor buitenlandse studenten. Daarnaast is hij bestuurslid van de bewonersraad van het studentencomplex Ons Klooster . De heer Arntzenius beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen technische informatica. Hij is qua leeftijd en
46/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
vooropleiding representatief voor de primaire doelgroep van deze opleiding. De heer Arntzenius is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1995 1999 1999 2000 2000 2002 2002 2004 2004 heden
Vrije School Brabant te Eindhoven, diploma 1999 VWO, Regionaal Educatief Centrum te Eindhoven, diploma 2000 Elektrotechniek, Technische Universiteit Eindhoven Technische Informatica, Technische Universiteit Eindhoven Technische Informatica, Fontys Hogescholen Eindhoven
Werkervaring: 01/07 heden HowTech BV, parttime dienstverband naast studie, vervolg stagewerkzaamheden 06/06 12/06 HowTech BV, stage; Software design en realisatie SyncMovie (netwerk video software), technische adviseur, technisch contact persoon voor klanten 02/06 heden Fontys Hogescholen Eindhoven, Student assistent programmeren in C++ voor buitenlandse studenten 09/05 heden Bestuur studentencomplex raad Ons Klooster
Panellid NQA de heer W.A.J. van Uden De heer Van Uden is ingezet als NQA-auditor. Hij heeft eerdere ervaring met visitaties en audits. Hij heeft kennis van het hoger onderwijs via zijn werkzaamheden op de Hogeschool Zeeland en zijn werkzaamheden voor HBO-raad/NQA. Opleiding: 1969 1975 1975 1976 1976 1981 1981 1983 1987 1987 1996
Werkervaring: 1982 1983 1983 1989 1989 1991 1991 heden 1993 2004 02) 2004 heden 2001 heden NQA 2001 heden
Atheneum A Propedeuse Psychologie Lerarenopleiding Nederlands en geschiedenis Kandidaatsexamen Nederlands Nederlands MO B NIMA PR A Postdoctorale opleiding Corporate communication in bedrijfskundig perspectief, Erasmus Universiteit
Militaire dienstplicht Docent Nederlands MTS Docent Communicatie MEAO Docent Communicatie Hogeschool Zeeland Opleidingsmanager opleiding Communicatie Hogeschool Zeeland (onderbreking 00beleidsadviseur kwaliteitszorg Hogeschool Zeeland Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg HBO-raad, secretaris visitatiecommissies/Auditor Eigenaar communicatieadviesbureau
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
47/51
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma visitatie Technische Informatica op 21 juni 2007 Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers 08.30 10.30 uur C3.201/C3.203
Ontvangst Materiaalbestudering
Visitatiepanel
10.30 11.15 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Gesprek met opleidingsmanagement
F. Simon, directeur J. Leunissen, opleidingscoördinator
11.15 - 12.00 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Gesprek met studenten
S. Tulkens K. Roumans R. Viehof M. Van de Biggelaar Ly Thanh R. Moonen R. Bloemers R. Jacobs B. van Loon
12.00 12.45 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Gesprek met docenten
R. Bemelmans J. Beumers R. Brans A. Sipers P. Tan K. van Veen B. Wauben M. Woldinga
12.45 - 13.30 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Lunchpauze panel
B3.211
48/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
13.30 14.00 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Gesprek met afgestudeerden
R. Verheyen P. Meij M. Pustjens L. Palmen S. Ghaghos O. Beragg B. Vaessen M. Samulski J. van Berlo
14.00 14.30 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Gesprek met werkveldvertegenwoordigers
J. Benckhuijsen H. Geelen M. Martin M. Meex A. Leenaers P. Bonné M. Peters
14.30
Rondleiding
Visitatiepanel
15.00 17.00 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Eventuele extra gesprekken Materiaal bestudering Intern paneloverleg
Visitatiepanel
17.00 17.30 uur Douvenradezaal C3.201/C3.203
Tweede gesprek opleidingsmanagement F. Simon, J. Leunissen
17.30 18.00 Douvenradezaal C3.201/C3.203
Afsluitend paneloverleg
15.00 uur
Visitatiepanel
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
49/51
50/51
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
Bijlage 4:
1.
2. 3.
4.
5. 6.
7.
8. 9. 10. 11.
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Beleidsdocumenten op opleidings- en hogeschoolniveau waaruit in kwalitatieve en kwantitatieve zin blijkt hoe in de afgelopen jaren aan de opleiding gestalte is gegeven en welk beleid de opleiding de komende jaren voor ogen heeft; Onderwijsbeleid en toetsbeleid; Een representatieve selectie uit het studiemateriaal, zoals: Cursusboeken, Readers, Studieboeken, Moduleboeken en handleidingen of studiewijzers, Studiehandleidingen, stage en afstudeerhandleidingen Literatuurlijst en boekenlijst Projectopdrachten Een representatieve set van beoordeeld materiaal (inclusief beoordelingen): Toetsen Opdrachten Portfolio s en assessments Stageverslagen Projectverslagen; Personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren, scholingsplan); Informatie over het interne kwaliteitszorgsysteem: Beleid, overzicht van evaluatie-instrumenten, streefcijfers; Recente evaluatierapporten (zowel intern als extern, inclusief de meetinstrumenten) van aspecten van het onderwijs, zoals verslagen van gecommitteerden, evaluaties door studenten en docenten, module-evaluaties, studenten tevredenheidonderzoek, uitkomsten en analyses van evaluaties en verbeteractiviteiten; Samenstelling van relevante overlegorganen (opleidingscommissie, werkveldadviescommissie, examencommissie, stafoverleg, e.a.) en notulen van de overlegorganen; Overzicht van externe contacten en aard van die contacten; Afstudeerproducten, inclusief beoordelingen voor zo ver aanvullend op de reeds toegestuurde documenten; Rendementsbeleid en kengetallen (streefcijfers en gerealiseerde cijfers); Alle overige documenten waar de opleiding in het zelfevaluatierapport naar verwijst.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)
51/51