Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica
© Netherlands Quality Agency (NQA) Juni 2010
2/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Opleiding Varianten Croho-nummer Locaties Auditdatum Auditteam
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Bedrijfskundige Informatica Voltijd/Deeltijd 34404 Arnhem en Nijmegen 21 april 2010 De heer prof.ir. H. Wagter (vakdeskundige Informatietechnologie, Bedrijfskunde en toegepaste informatica) De heer dr.ir. J. van den Berg (vakdeskundige informatica) De heer M.B. Bokelaar (studentlid auditteam) Mevrouw mr. K.S. Visscher (NQA-auditor)
Door Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Doelstellingen De opleiding hanteert adequate eindkwalificaties die aantoonbaar aansluiten bij nationale en internationale eisen uit de beroepspraktijk, gebaseerd op de landelijke publicatie Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting. Voor de aansluiting bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de bachelorkwalificaties maakt de opleiding aantoonbaar gebruik van de ‘Dublin’ descriptoren en de generieke kwalificaties Bachelor HBO. Op basis van de publicatie van de HBO-I Stichting heeft de opleiding een beroepsprofiel ontwikkeld van de Bedrijfskundige Informaticus. Dit beroepsprofiel is gevalideerd door het beroepenveld en leidt op voor een beginnend beroepsbeoefenaar binnen het BI-domein.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
3/65
Programma De opleiding voldoet aan de formele vereisten van toelating en omvang. De opzet, didactische vormgeving, samenhang en praktijkgerichtheid van de opleiding is doordacht, consistent, zeer adequaat vormgegeven en leeft in alle lagen van de organisatie. Hierdoor ontstaat een studeerbaar programma. De opleiding heeft aantoonbaar verbanden met actuele ontwikkelingen en de beroepspraktijk, die worden geborgd door een variëteit aan contacten en afstemming met het beroepenveld. Door het verplicht stellen van ten minste twee kernsemesters, hoogstens één verwant semester een stage en de afstudeeropdracht in combinatie met de propedeutische fase borgt de opleiding dat de studenten alle algemene en specifieke competenties kunnen ontwikkelen. Toetsing en beoordeling hiervan vindt adequaat plaats. De toepassing van de niveaudifferentiatie sluit niet volledig aan bij het beroepsprofiel. Niettemin heeft de beoordeling van de inhoud van de opleiding het auditteam ervan overtuigd en het vertrouwen gegeven dat het niveau en de kwaliteit van de opleiding in voldoende mate worden bewaakt. Inzet van personeel De opleiding heeft er voor gekozen het grootste deel van de medewerkers te laten bestaan uit docenten om daarmee zoveel mogelijk te investeren in de kwaliteit van de inhoudelijke kant van het onderwijs. Docenten beschikken aantoonbaar over zowel voldoende inhoudelijke als didactische kwaliteiten. Zij worden hierin gestimuleerd door de gestructureerde wijze waarop de opleiding de professionalisering en deskundigheid van de medewerkers aanpakt. Het overgrote deel van de docenten is academisch geschoold en bovendien werkzaam in de beroepspraktijk of is dit recentelijk geweest. De docenten van de opleiding staan op diverse manieren in contact met het beroepenveld waardoor een constructieve verbinding wordt gelegd tussen onderwijsactiviteiten en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Voorzieningen De voorzieningen van de opleiding zijn adequaat en er wordt op efficiënte wijze gebruikmaakt van de beschikbare middelen. De opleiding heeft de afgelopen periode forse investeringen gedaan in het verbeteren van de faciliteiten voor studenten. Studenten worden daarnaast voorzien van relevante informatie en krijgen gedurende de opleiding zodanige studieloopbaanbegeleiding dat zij in voldoende mate zelfsturing en reflectie kunnen ontwikkelen. Interne kwaliteitszorg De opleiding heeft een adequate kwaliteitszorgsystematiek waarin heldere streefcijfers zijn opgenomen. De door de opleiding gehanteerde evaluatie-instrumenten zijn eveneens adequaat. De opleiding heeft een gestructureerde methodiek om te komen tot verbetermaatregelen en het monitoren hiervan. Via verschillende gremia betrekt de opleiding zowel studenten, afgestudeerden, docenten als beroepenveld bij (verbetering van) de kwaliteitszorg.
4/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Resultaten Zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve resultaten van de opleiding laten alles overziend een positief beeld zien over de opleiding. Alhoewel in de afstudeerfase procesgang en eindproduct soms door elkaar lopen met als gevolg een weinig transparante rapportage van het afstudeerwerk, wordt de ondergrens voor het bereiken van het vereiste bachelor niveau voldoende bewaakt. De toepassing van algemene en specifieke competenties komt op het gewenste niveau in voldoende mate aan bod. Ondanks dat de rendementscijfers dalen, voldoet de opleiding aan de streefcijfers. De daling van de rendementscijfers heeft hoofdzakelijk te maken met de mogelijkheid van studenten in de propedeutische fase te wisselen van opleiding binnen het instituut ICA. Hierdoor neemt het rendement van Bedrijfskundige Informatica af. Wel stijgt het rendement van één van de andere opleidingen binnen ICA. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica van HAN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
5/65
6/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
11
2.1
Doelstellingen van de opleiding
12
2.2
Programma
17
2.3
Inzet van personeel
30
2.4
Voorzieningen
33
2.5
Interne kwaliteitszorg
36
2.6
Resultaten
39
Bijlagen
43
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
45
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
51
Bijlage 3
Bezoekprogramma
57
Bijlage 4
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
61
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
63
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
7/65
8/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Naam instelling Status instelling Naam opleiding in CROHO Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Locatie Code of conduct Varianten Inhoudelijk profiel opleiding
11. Beoogd werkveld alumni
12. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
HAN Bekostigd Bedrijfskundige Informatica 34404 Hbo-bachelor 240 Ruitenberglaan 26, Arnhem Ja Voltijd/Deeltijd De BI’er overbrugt de kloof tussen business en ICT. Zijn doel is de organisatie te helpen bij het realiseren van de gestelde doelen. Informatievoorziening (waaronder ICT) ziet hij als een middel om dat doel te bereiken. Hij begrijpt de bedrijfsprocessen, kent de mogelijkheden van informatievoorziening en weet beide aspecten aan elkaar te koppelen. Het zal lang niet altijd mogelijk zijn de vraag binnen de gestelde randvoorwaarden te beantwoorden. Wil de BI’er in staat zijn beide partijen het gevoel te geven dat de belangen goed worden behartigd, dan moet hij beschikken over goede communicatieve vaardigheden. De BI’er werkt bijvoorbeeld bij een consultancy-bedrijf, dat hem op projectbasis inzet bij klanten. Of bij de ICT-afdeling van een organisatie als intern adviseur. Of bij een business-afdeling van een organisatie als intermediair met de ICT-afdeling. Passende functies zijn er op het gebied van systeemontwikkeling, applicatiebeheer, projectmanagement, informatiemanagement. Geschikte organisaties zijn te vinden in zowel profit (banken, verzekeraars, productiebedrijven, logistiek, zakelijke dienstverlening, etc.) als non-profit (overheid en semioverheid). De opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) wordt aangeboden door de Informatica Communicatie Academie (ICA), een zelfstandig instituut binnen de faculteit Techniek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). ICA biedt behalve BI nog vier andere opleidingen aan op het gebied van Informatica, Media en Communicatie, te weten Informatica (I), Technische Informatica (TI), Communication & Multimedia Design (CMD) en Communicatie Systemen (CS). De HAN kent naast Techniek nog drie andere faculteiten, te weten Economie en management, Educatie en Gezondheid, Gedrag & Maatschappij.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
9/65
13. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 14. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie
15. Schema opbouw programma
2004 19 april 2005 De vorige visitatie betrof het oude curriculum. Dat bevatte een groot aantal vrij kleine vakken (1 tot 4 studiepunten). Sinds die tijd is een geheel nieuw curriculum ingevoerd, bestaande uit grote eenheden van minimaal 7,5 studiepunten, in de hoofdfase zelfs 30 studiepunten. Dit curriculum, in de wandelgangen het semestermodel geheten, is gericht op competenties en ingericht rondom beroepstaken. De kerngedachte is, dat studenten in het binnenschoolse gedeelte van de hoofdfase drie keer behoorlijk diep kennis en ervaring opdoen met een beroepstaak. De contacten met het beroepenveld, die al goed waren, zijn daarbij belangrijk geïntensiveerd. 1e studiejaar: propedeuse 2e en derde studiejaar: drie hoofdfase-semesters en stage e 4 studiejaar: minor en afstuderen. Om de stage te mogen doen moet de student de propedeuse en minimaal één hoofdfase-semester hebben gehaald. e
De minor mag in bepaalde gevallen ook in het 3 studiejaar worden gedaan, maar stage en afstuderen mogen niet direct na elkaar worden gedaan. De kernsemesters zijn drie semesters die zich richten op de functiegebieden van Bedrijfskundige Informatica, te weten: - ABI: Align Business and ICT - DEB: Design e-Business - DIS-L: Develop an Information System. De zeven verwante semesters bestaan uit de volgende onderwerpen: - AMI: Ambient Intelligence - APC: Automate Process Control - CODA-R: Communicate with database - CRIA-R: Create a rich Internet Application - DDOA: Develop a Distributed OO Application - DIS-R: Develop an Information System - DMEC-R: Design and Maintain an E-Community Elk semester kent een linker en een rechter variant (L en R). De ene variant kent een meer bedrijfskundige invalshoek en de andere variant een meer informatica gerichte invalshoek. De student kan kiezen welke variant hij volgt. In de projecten verbonden aan de semesters komen beide varianten weer bij elkaar waardoor een breed perspectief wordt ontwikkeld.
10/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Resultaten
P
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving – inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement
Oordeel Goed Goed Goed Goed Voldoende Goed Goed Goed Voldaan Goed Voldoende Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Voldoende Voldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbobacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica van HAN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. Het oordeel voor de voltijd en de deeltijd opleiding is alleen gesplitst indien er sprake is van verschillende oordelen.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
11/65
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De opleiding maakt sinds 2005 gebruik van competenties die voor een belangrijk deel zijn gebaseerd op de publicatie Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting, het samenwerkingsverband van de ICT-opleidingen binnen het hoger beroepsonderwijs in Nederland. Depublicatie is mede gebaseerd op een internationale vergelijking van soortgelijke profielen in Europa, de Verenigde Staten, Canada en Australië. Er bestaat meerdere profielen die als standaard voor Europa of de wereld functioneren. Er zijn initiatieven vanuit de Europese Commissie om te komen tot raamwerken om de diverse profielen beter met elkaar in verband te brengen. De internationaal geldende Dublin descriptoren spelen hierbij een belangrijke rol. Deze initiatieven zijn echter nog in ontwikkeling en het is nog niet duidelijk welke positie de Nederlandse bachelor of ICT daarin krijgt. Een brede vertegenwoordiging van het ICT bedrijfsleven, bestaande uit 60 grote en kleine, nationaal en internationaal georiënteerde bedrijven heeft het document gevalideerd. In de landelijke profielbeschrijving worden vijf domeinbouwstenen beschreven die de opleiding heeft overgenomen. De opleiding heeft er voor gekozen om de tien algemene competentiebouwstenen van de HBO-I Stichting, gebaseerd op de tien generieke kwalificaties Bachelor HBO die op hun beurt weer verband houden met de Dublin descriptoren, te vertalen in een viertal algemene competenties. De door de opleiding gehanteerde competentieset bestaat hiermee uit de volgende vijf specifieke en vier algemene competenties: Specifieke competenties: 1. Analyseren / onderzoeken: Afgestudeerden van ICA kunnen op een systematische en professionele wijze een analyse uitvoeren en onderzoek doen. 2. Adviseren: Afgestudeerden van ICA kunnen, gegeven een adviesvraag, een professioneel verantwoord en haalbaar advies geven. 3. Ontwerpen: Afgestudeerden van ICA kunnen, uitgaande van een verzameling eisen en wensen, op een gestructureerde en professioneel verantwoorde wijze een ontwerp maken zodat zo goed mogelijk aan genoemde eisen en wensen is voldaan. 4. Realiseren: Afgestudeerden van ICA kunnen, uitgaande van een ontwerp, op een professionele wijze een product realiseren en invoeren dat aan de gestelde eisen en wensen voldoet.
12/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
5. Beheren: Afgestudeerden van ICA kunnen op een systematische en professionele wijze vorm geven aan beheer van een bestaand product om de exploitatie en de continuïteit te waarborgen Algemene competenties: 6. Communiceren: Afgestudeerden van ICA zijn in staat informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op en uit te wisselen met een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten 7. Planmatig werken: Afgestudeerden van ICA kunnen (in een multidisciplinaire omgeving) een onderzoeks-, ontwikkel- of beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. 8. Samenwerken: Afgestudeerden van ICA kunnen in een multidisciplinair team samenwerken. 9. Zichzelf sturen en Reflecteren: Afgestudeerden van ICA kunnen zichzelf sturen in hun beroepsmatig functioneren en beroepsmatige ontwikkeling. Het auditteam merkt op dat internationalisering tot uiting komt bij de competenties 6 en 7 in de multidisciplinairiteit (vergelijk facet 2.1). In 2009 heeft de HBO-I Stichting een nieuwe versie van de publicatie uitgebracht, Bachelor of ICT, een domeinbeschrijving. De opleiding heeft een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit profiel. De implementatie zal uiterlijk plaatsvinden in het studiejaar 2011- 2012. De opleiding heeft een vergelijking uitgevoerd van soortgelijke opleidingen, zowel nationaal als internationaal. De opleiding heeft de inhoudelijkheid van de ICT-curricula getoetst aan de volgende instellingen: • Indonesië: Institute of Technology Bandung, State University of Manado • Finland: Turku university of applied sciences • Albanië: University of Shkodra • United States: Berkeley University; Stanford University • Japan: Waseda University, Tokyo University, Tokyo Institute of Technology • China: Peking University, Beijng University of Technology, Tsinghua University Hieruit blijkt dat de opleiding ten opzichte van soortgelijke opleidingen in de propedeuse relatief veel aandacht besteedt aan Informatica (15 EC programmeren). Bovendien kenmerkt de opleiding zich door de keuzemogelijkheden in de hoofdfase, het zogenaamde ’semestermodel‘.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
13/65
In het buitenland komt de BI opleiding als zodanig niet voor. Het dichtst erbij komen twee varianten: • Een business-opleiding waarbij als bijvak informatica kan worden gekozen. • Een informatica-opleiding met een business-bijvak als keuze mogelijkheid. De opleiding heeft de keuze gemaakt beide invalshoeken zwaar aan te zetten, waarbij de student zelf vooral door zijn semesterkeuze de verhouding bepaalt. In het buitenland is de verhouding of 80-90% business en 10-20% informatica, of 80-90% informatica en 10-20% business. De opleiding heeft gekozen voor een profiel met 40-60% business en 40-60% informatica. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding adequate eindkwalificaties hanteert die aantoonbaar aansluiten bij nationale en internationale eisen uit de beroepspraktijk, gebaseerd op de landelijke publicatie Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting. De opleiding positioneert zich nationaal door relatief veel aandacht te besteden aan informatica in de startfase van de opleiding en het zogenaamde semestermodel in de hoofdfase. Internationaal positioneert de opleiding zich door een sterke focus op zowel informatica als business waarmee de BI’er de kloof tussen business en ICT leert overbruggen. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als goed.
Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding heeft haar eindkwalificaties geformuleerd als competenties. Op grond van het HAN kwaliteitszorgkader Bachelor 2007 hanteert de opleiding bij het bepalen van het niveau van de opleiding de Dublin descriptoren. De opleiding heeft ervoor gekozen bij het vaststellen van de competenties van de opleiding aansluiting te zoeken bij de Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting. De HBO-I Stichting hanteert in zijn publicatie de tien HBO kernkwalificaties van de Commissie Franssen. Deze zijn toegepast op de context van de Bachelor of ICT. De kernkwalificaties van de Commissie Franssen sluiten aan bij de Dublin descriptoren.
14/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
De opleiding heeft in een matrix per Dublin descriptor aangegeven welke door de opleiding gehanteerde competenties hierbij aansluiten. Het auditteam heeft geconstateerd dat de door de opleiding gehanteerde eindkwalificaties goed aansluiten bij nationaal en internationaal gehanteerde normen. Tevens heeft de opleiding een vergelijking gemaakt met de generieke kwalificaties Bachelor HBO. Dit geeft het volgende overzicht: Dublin descriptor Kennis en Inzicht
Kernkwalificatie Brede professionalisering Multidisciplinaire integratie
Toepassen Kennis en Inzicht
Probleemgericht werken Wetenschappelijk onderzoek Creativiteit en complexiteit in handelen
Oordeelsvorming
Methodisch en reflectief denken en handelen Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Basiskwalificering voor managementfuncties Transfer en brede inzetbaarheid Brede professionalisering
Communicatie
Leervaardigheden
Competenties BI Kennis en vaardigheden vormen een geïntegreerd onderdeel van elke geformuleerde eindkwalificatie Analyseren/onderzoeken Adviseren Ontwerpen Realiseren Beheren Analyseren/onderzoeken Planmatig werken
Samenwerken Communiceren Adviseren Zichzelf sturen en Reflecteren
De opleiding maakt onderscheid in vier niveaus waarop de competenties worden ontwikkeld: - niveau 1 (student is hoofdfasebekwaam) - niveau 2 (student is projectbekwaam) - niveau 3 (student is afstudeerbekwaam) - niveau 4 (student is startbekwaam voor de beroepspraktijk). De opleiding heeft criteria beschreven behorende bij de diverse niveaus. De opleiding heeft onderzoek gedaan onder haar studenten. Uit dit onderzoek is gebleken dat het merendeel van de studenten tevreden is over het niveau van de opleiding. Overwegingen Voor de aansluiting bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de bachelorkwalificaties sluit de opleiding aantoonbaar aan bij de Dublin descriptoren en de generieke kwalificaties Bachelor HBO. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 1.2 Niveau bachelor als goed. Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3)
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
15/65
De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen De door de opleiding gehanteerde competenties zijn gebaseerd op de landelijke publicatie Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting. Ongeveer zestig grote en kleine nationale en internationale ICT-bedrijven hebben bijgedragen aan de totstandkoming hiervan. Op basis van de publicatie van de HBO-I Stichting heeft de opleiding een beroepsprofiel ontwikkeld van de Bedrijfskundige Informaticus. In dit beroepsprofiel is het beroepsperspectief van de bedrijfskundig informaticus beschreven. Het auditteam merkt op dat het spectrum van beroepen erg breed geformuleerd is en onderschrijft de opmerking in het beroepsprofiel dat niet voor alle genoemde functies hbo-niveau voldoende zal zijn en derhalve aanvullende ervaring noodzakelijk zal zijn. Deze visie wordt ondersteund door het gesprek, dat het auditteam met het afnemend werkveld heeft gevoerd. Ook zij gaven aan dat door de breedte van de opleiding het voor afgestudeerde soms lastig is een startfunctie te vinden. Anderzijds gaf men aan dat er voldoende mogelijkheden bestaan voor afgestudeerde BI’ers om in een junior-functie te beginnen. Om de afstemming tussen de gehanteerde eindkwalificaties en de aansluiting met het beroepenveld te waarborgen, maakt de opleiding gebruik van een Raad van Advies en een beroepenveldcommissie. Beiden bestaan uit vertegenwoordigers van nationale en internationale bedrijven. De Raad van Advies adviseert het instituut (ICA), waar de opleiding deel van uit maakt, op strategisch niveau. De Raad heeft bijvoorbeeld voorgesteld om naast de bestaande ICTopleidingen een opleiding gericht op Communication and Multimediadesign te ontwikkelen. Dit is een succesvol initiatief geworden. De beroepenveldcommissie adviseert de opleiding meer op microniveau en geeft adviezen op semesterniveau. De commissie heeft bijvoorbeeld aangegeven dat het functioneren en technisch ontwerpen te weinig was ingebed in de opleiding. Dit heeft geleid tot het opnemen hiervan in één van de kernsemesters van de opleiding. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van de beroepenveldcommissie is gebleken dat men tevreden is over de aansluiting van de opleiding met het werkveld. Met name als het gaat om business versus informatie-technische aspecten. De beroepenveldcommissie ervaart het docentencorps als enthousiast en wordt op goede wijze betrokken bij de opleiding. Men is van mening dat de opleiding concreet uitvoering geeft aan de informatie en adviezen die vanuit het werkveld komen.
16/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Uit recent studentenonderzoek dat door de opleiding is uitgevoerd, blijkt dat het merendeel van de studenten tevreden is over de beroepsgerichtheid van de opleiding. Overwegingen Het beroepsprofiel en de door de opleiding gehanteerde competenties sluiten aantoonbaar aan bij de eisen van het beroepenveld. Beiden zijn gebaseerd op de landelijke publicatie Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004) van de HBO-I Stichting, die is gevalideerd door het bedrijfsleven. Bovendien maakt de opleiding gebruik van een Raad van Advies en een beroepenveldcommissie die het beroepsprofiel, de door de opleiding gehanteerde competenties en het onderwijsmodel hebben beoordeeld. Op grond van de het bestudeerde materiaal en de gevoerde gesprekken, stelt het auditteam vast dat de opleiding aansluit bij het landelijke beroepsprofiel. In het beroepsprofiel wordt een spectrum van beroepen geformuleerd. Dit spectrum weerspiegelt diverse relevante startfuncties voor de afgestudeerde BI’er. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 1.3 Oriëntatie HBO Bachelor als goed. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ positief.
2.2
Programma
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding is competentiegericht en volgens een flexibel model, het zogenaamde ’semestermodel‘vormgegeven. In dit model is het onderwijs in de hoofdfase georganiseerd in tien onderwijseenheden waarbij iedere onderwijseenheid een beroepstaak bevat die kenmerkend is voor het opleidingsprofiel waarvoor wordt opgeleid. Hiervan zijn drie onderwijseenheden benoemd als kernsemester en zeven als aanverwant semester. De student moet minimaal twee kernsemesters kiezen. Het derde semester kan gekozen worden uit een volgend kernsemester of een aanverwant semester.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
17/65
Het onderwijs is ingericht en opgebouwd rond beroepstaken, gelieerd aan de competenties, die leiden tot beroepsproducten. De opleiding heeft deze beschreven voor zowel de propedeuse als de hoofdfase. De opleiding beoogt door het centraal stellen van de beroepstaken en beroepsproducten de beroepspraktijk te verankeren in de opleiding. Dit effect wordt versterkt doordat studenten regelmatig projectopdrachten uitvoeren voor organisaties uit het beroepenveld. Tijdens de eerste helft van het eerste semester krijgen studenten lessen beroepsvaardigheden aangeboden. Daarna worden de beroepsvaardigheden in de praktijk gebracht doordat de studenten aan het eind van ieder semester een project doorlopen. De opleiding maakt daarnaast regelmatig gebruik van expertise uit de beroepspraktijk in de vorm van gastdocenten. Bij de opzet en actualisering van de opleiding raadpleegt de opleiding de beroepenveldcommissie. Alle onderwijseenheden worden besproken met de beroepenveldcommissie. Het auditteam heeft kunnen constateren dat regelmatig evaluaties van het onderwijs plaatsvinden en dat deze leiden tot daadwerkelijke aanpassingen. Een voorbeeld hiervan is dat de beroepenveldcommissie heeft aangegeven dat het aspect kennis bij de invoering van het competentiegerichte model in eerste instantie onderbelicht is geraakt. De opleiding heeft hierop ingespeeld door ieder semester te starten met een meer theoretische course en vervolgens over te gaan tot toepassing van de theorie in de praktijk. De beroepenveldcommissie is van mening dat de opleiding nu op goede wijze invulling geeft aan het competentiegerichte onderwijsmodel. Het buitenschoolse programma bedraagt een jaar (stage en afstuderen). Hierbij wordt gewerkt met integrale beroepsproducten. Tijdens de stage en het afstuderen voert de student een beroepstaak uit die passend is voor zijn opleiding bij een organisatie gericht op ICT, technische automatisering of multimedia, of een ICT, technische automatiserings- of multimediaafdeling van een grote organisatie. Het auditteam heeft geconstateerd dat zowel stage als afstudeeropdracht actueel en beroepsgericht zijn. Aan ICA is een drietal lectoraten verbonden, te weten Data Architectures and Metadata Management, Networked Applications, Mens-Computer Interactie. Doelstelling van de lectoraten is het stimuleren van praktijkgericht onderzoek door medewerkers, en mogelijk in samenwerking met studenten. De uitkomsten hiervan dienen terug te vloeien in het onderwijs. Op deze wijze wordt de onderzoekende houding van zowel docenten als studenten bevorderd. Verbetervoorstellen voor de opleiding die uit de lectoraten voortkomen worden besproken met docenten en met enige regelmaat doorgevoerd. Het lectoraat Networked Applications heeft bijvoorbeeld verbetervoorstellen gedaan voor het curriculum van de opleiding als het gaat om computeractiviteiten. Het auditteam merkt op dat de activiteiten van de lectoraten onder de docenten met enthousiasme worden ontvangen. De studenten geven aan dat de lectoraten over veel inhoudelijke kennis beschikken en daarmee nuttig zijn voor het verstrekken van nadere inhoudelijke informatie over een bepaald onderwerp. Enkele lectoren geven gastcolleges en ook binnen de minoren wordt een actieve
18/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
bijdrage van de lectoraten geconstateerd. De lectoraten zijn echter niet voor alle studenten gedurende het gehele opleidingstraject even zichtbaar. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding gebruik maakt van actuele en adequate vakliteratuur. Deze is opgenomen in een uitgebreide beschrijving van de onderwijseenheden. Van iedere onderwijseenheid is een overzicht weergegeven van de leerbronnen, software en andere (leer)benodigdheden. De opleiding probeert zoveel mogelijk gebruik te maken van de meest actuele software. De opleiding kent een instituutsbrede onderwijscurriculumgroep die de aansluiting tussen het onderwijs en actuele ontwikkelingen borgt. De opleiding maakt gebruik van internationale standaardwerken en er wordt deelgenomen aan internationale studiereizen en conferenties. ICA kent sinds een aantal jaren een werkgroep Internationalisering. De werkgroep houdt zich vooral bezig met het beheren van de relaties met internationale bedrijven en universiteiten, ten behoeve van internationale stages. Wel blijkt de populatie BI-studenten nog moeilijk te motiveren om deel te nemen aan buitenlandse stages; slechts 5% van de studenten volgt een internationale stage of afstudeertraject. Door het organiseren van uitwisselingen met buitenlandse instellingen hoopt de opleiding dat de belangstelling hiervoor zal groeien. In het curriculum komt het aspect internationalisering tot uiting doordat studenten de projectopdrachten veelal uitvoeren in de multidisciplinaire omgeving van (internationaal georiënteerde) bedrijven. Daarnaast heeft het karakter van de opleiding van nature een internationale context. ICT is immers een grensoverschrijdende discipline waarbij de voertaal Engels is. Hierdoor heeft vrijwel elk onderdeel van de opleiding een zekere internationale oriëntatie. Uit studentenonderzoek, dat de opleiding heeft uitgevoerd, is gebleken dat het merendeel van de studenten tevreden is over de praktijkgerichtheid van de opleiding als ook over de aansluiting bij actuele ontwikkelingen. De tevredenheid over de contacten met het beroepenveld blijft in het onderzoek iets achter bij het streefdoel van de opleiding. Uit het gesprek met de studenten maakt het auditteam echter op dat zij de relatie met de beroepspraktijk als één van de sterke punten van de opleiding waarderen. Overwegingen Het auditteam is onder de indruk van de opzet en praktijkgerichte invulling van de opleiding. Deze is doordacht, consistent, zeer adequaat vormgegeven en leeft in alle lagen van de organisatie. Het auditteam spreekt dan ook zijn waardering uit voor de zorg waarmee aan de opleiding wordt gewerkt. De waardering voor het semestermodel en het praktische gehalte van de opleiding is zowel van docenten als studenten bijzonder groot. Daarnaast heeft de opleiding aantoonbaar verbanden met actuele ontwikkelingen en de beroepspraktijk, die worden geborgd door een variëteit aan contacten en afstemming met het beroepenveld. Bovendien maakt de opleiding gebruik van adequate, actuele en voldoende internationaal georiënteerde vakliteratuur en is er veel aandacht voor toegepast onderzoek. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.1 Eisen HBO als goed.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
19/65
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Het programma van de opleiding bestaat uit een propedeuse en een hoofdfase. De propedeuse (60 EC) van de opleiding is gezamenlijk vormgegeven met de opleidingen Informatica, Technische informatica en Communication and Multimedia Design. De propedeuse bestaat uit zes courses en een project. De hoofdfase van de opleiding bestaat uit een major van drie keuzesemesters, dit zijn onderwijseenheden van 30 EC die ieder bestaan uit twee courses en een project, een stage (30 EC) en het afstudeerproject (30 EC). Daarnaast kent de opleiding een verbredende of verdiepende minor van 30 EC. De propedeuse bestaat uit een vast programma dat een basis legt op de kerngebieden van de bedrijfskundige informatica. In de hoofdfase biedt de opleiding de student keuzemogelijkheden in het samenstellen van zijn programma. Studenten kiezen twee kernsemesters en als derde semester een kern of verwant semester van bedrijfskundige informatica. Voor het invullen van de minor kan de student gebruikmaken van het complete aanbod van de HAN of daarbuiten (nationaal/internationaal). Voor het stage- en afstudeerproject dient de student zelf een bedrijf en een opdracht te zoeken. Schematisch ziet het programma er als volgt uit: Jaar 1, semester 1
Jaar 1, semester 2 Jaar 2, semester 1 Jaar 2, semester 2 Jaar 3, semester 1 Jaar 3, semester 2
Jaar 4, semester 1
Jaar 4, semester 2
20/65
Blok oneven - Course Website Development (7,5 EC) - Course Embedded Applications (7,5 EC) Propedeuse Project (15 EC) 1e keuzesemester (30 EC) - Course 1 en 2 2e keuzesemester (30 EC) - Course 1 en 2 Stage (30 EC) Keuze uit: 3e keuzesemester (30 EC) - Course 1 en 2 Of Verbredende minor (30 EC) Keuze uit: 3e keuzesemester (30 EC) - Course 1 en 2 Of Verbredende of verdiepende minor (30 EC) Afstudeeropdracht (30 EC)
Blok even - Course Database Application (7,5 EC) - Course Product Quality (7,5 EC) - Course ICT Infrastructuur (7,5 EC) - Course Game (7,5 EC) 1e keuzesemester - Project 2e keuzesemester - Project
3e keuzesemester - Project
3e keuzesemester - Project
Afstudeeropdracht
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
De kernsemesters zijn drie semesters die zich richten op de functiegebieden van Bedrijfskundige Informatica, te weten: - ABI: Align Business and ICT - DEB: Design e-Business - DIS-L: Develop an Information System. De zeven verwante semesters bestaan uit de volgende onderwerpen: - AMI: Ambient Intelligence - APC: Automate Process Control - CODA-R: Communicate with database - CRIA-R: Create a rich Internet Application - DDOA: Develop a Distributed OO Application - DIS-R: Develop an Information System - DMEC-R: Design and Maintain an E-Community De opleiding stelt studenten een overzicht beschikbaar van mogelijke leerroutes. Aan elk keuzesemester zijn specifieke competenties verbonden. In de beschrijving van de onderwijseenheden is opgenomen welke competenties in welke onderwijseenheid aan de orde komen. Bovendien heeft de opleiding de competenties gelieerd aan de Dublin descriptoren, zodat duidelijk wordt met welke competenties welke Dublin descriptor wordt bereikt. Het auditteam heeft geconstateerd dat door het verplicht stellen van ten minste twee kernsemesters, één aanverwant semester, stage en afstudeeropdracht in combinatie met de propedeuse de opleiding borgt dat alle algemene en specifieke competenties kunnen worden ontwikkeld. Het traject dat de deeltijdstudent volgt wijkt licht af van dat van de voltijdstudent in verband met het feit dat deeltijdstudenten veelal relevante werkervaring bezitten. Uitgangspunt is dat hetzelfde curriculum wordt gehanteerd voor zowel voltijd- als deeltijdstudenten. Ten behoeve van de deeltijdstudenten heeft de opleiding een aantal didactische en organisatorische aanpassingen doorgevoerd. Deeltijdstudenten hebben bijvoorbeeld kleinere projecten en kleinere producten. Omdat zij vaak in de praktijk werkzaam zijn, hebben zij meer behoefte aan kennisoverdracht. Ook bevat de deeltijd opleiding minder herhalingsmomenten dan de voltijd opleiding. De opleiding probeert binnen het curriculum zoveel mogelijk maatwerk te leveren voor deeltijdstudenten. De toetsing van voltijd- en deeltijdstudenten vindt echter op exact dezelfde wijze plaats, zodat beiden uiteindelijk hetzelfde eindniveau bereiken. De opleiding heeft binnen de voorgestane competentieontwikkeling gekozen voor het aanbrengen van niveaudifferentiatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen niveau 1 (propedeuse; student is hoofdfasebekwaam), niveau 2 (keuzesemester; student is projectbekwaam), niveau 3 (keuzesemester en stage: student is afstudeerbekwaam) en niveau 4 (afstuderen; student is startbekwaam voor de beroepspraktijk). Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding heldere criteria heeft beschreven behorende bij de diverse niveaus. Deze criteria zijn opgenomen in het opleidingsstatuut.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
21/65
Studenten moeten behaalde algemene competenties blijven aantonen gedurende de opleiding tot en met niveau 4. Van de specifieke competenties dient de student er drie naar keuze op niveau 3 aan te tonen tijdens de keuzesemesters en de stage. Tijdens het afstudeerproject dient de student twee specifieke competenties naar keuze op niveau 4 aan te tonen. Uitgangspunt van de opleiding hierbij is dat het onmogelijk is om projecten uit te voeren waarbij alle vijf de specifieke competenties aan bod komen. De visie van de opleiding is dat als alle competenties op een bepaald basisniveau (2) worden aangetoond en vervolgens een aantal keer de transfer naar toepassing op niveau 3 en 4 wordt gemaakt, studenten dit ook voor de competenties waarvoor zij niet hebben gekozen, zouden moeten kunnen uitvoeren. Een belangrijke doelstelling van de opleiding bedrijfskundige informatica is de integratie van bedrijfskunde en informatica. Conform het beroepsprofiel dient een BI’er de brug te slaan tussen deze twee disciplines. Om dit te bereiken reikt de opleiding de student literatuur aan waarin is aangegeven hoe een IT’er met business moet omgaan. Binnen de semesters hebben studenten bovendien de mogelijkheid om een meer Bedrijfskundige of een meer Informatica georiënteerde invulling te kiezen. Studenten kunnen per semester switchen in deze keuze waardoor de integratie van beide vakgebieden wordt bevorderd. In een aantal semesters wordt daarom ook met Informatica studenten en Communication and Multimedia studenten samengewerkt. Bij het afstuderen is eveneens aandacht voor de integratie van genoemde disciplines. Binnen het docentencorps is een verdeling van docenten die beide aspecten vertegenwoordigen. De opleiding heeft het laatste jaar een forse stap gemaakt rondom internationalisering. De doelstellingen zijn opgenomen in het internationaliseringsboekje van de faculteit. Er is 1 fte gealloceerd voor internationalisering. De opleiding is contacten met buitenlandse hogescholen (Duitse Fachhochschulen) en universiteiten (Indonesië, Finland en Albanië) structureel aan het inbedden. Bovendien kunnen studenten projecten uitvoeren bij buitenlandse (georiënteerde) bedrijven en een internationale stage lopen. Voor afgestudeerden bestaat de mogelijkheid door te stromen naar een Internationale Master opleiding. Uit studentenonderzoek is gebleken dat een belangrijk deel van de studenten tevreden is over de inhoudelijke opzet van de opleiding. Bovendien is uit de gesprekken met zowel docenten als studenten gebleken dat de waardering voor het semestermodel en de keuzevrijheid die dit met zich meebrengt groot is. Docenten zijn verrast maar ook verheugd dat het element van keuzevrijheid studenten zo enorm motiveert en stimuleert. Overwegingen Door het verplicht stellen van ten minste twee kernsemesters, hoogstens één verwant semester, een stage en een afstudeeropdracht in combinatie met de propedeuse borgt de opleiding dat de studenten alle algemene en specifieke competenties kunnen ontwikkelen. De opleiding heeft door middel van matrices adequaat aangegeven op welke wijze de gehanteerde competenties zijn gelieerd aan de Dublin descriptoren en vervolgens waar deze terugkomen in de verschillende onderwijseenheden en welke leerdoel hiermee wordt beoogd.
22/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Het auditteam heeft echter geconstateerd dat de opleiding voor wat betreft de niveaudifferentiatie niet volledig aansluit bij het beroepsprofiel waarvoor men heeft gekozen. Volgens het beroepsprofiel dienen alle competenties (algemeen en specifiek) op hbobachelor niveau te worden aangetoond. De opleiding realiseert dit aantoonbaar voor alle algemene competenties maar heeft de keuze gemaakt dit niet te doen voor alle specifieke competenties. Om aan te sluiten bij het profiel waarvoor de student kiest worden van de specifieke competenties enkele op het eindniveau 4 getoetst en de overige specifieke competenties op niveau 3. Het auditteam heeft, op grond van bestudering van het programma, geconstateerd dat de keuze van de opleiding niet ten koste gaat van het beoogde basis hbo-bachelorniveau. Dit wordt in voldoende mate bewaakt. Het auditteam heeft in zijn beoordeling meegewogen dat de opleiding waarborgt dat alle algemene competenties op niveau 4 worden getoetst waardoor de student in staat wordt gesteld zich te ontwikkelen op de specifieke competenties. Met name de competentie zelfsturing speelt hierin een belangrijke rol. In het oordeel over facet 2.2. heeft het auditteam meegewogen dat verbetering is te bereiken in het eindniveau van de opleiding, door bepaalde specifieke competenties in ieder geval op niveau 4 te toetsen. Verder merkt het auditteam op dat de keuze van de opleiding om studenten te laten kiezen voor bepaalde specifieke competenties, hetgeen aansluit bij de gewenste profilering en het spectrum van beroepen waarvoor wordt opgeleid, ook als zodanig tot uitdrukking dient te komen in de uitgangspunten. Hierdoor ontstaat een beter consistent geheel. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma als voldoende.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen De propedeuse legt een gemeenschappelijke basis voor het domein ICT en vormt een oriëntatie op de hoofdfase (vergelijk ook facet 2.2). In de hoofdfase volgt de student drie keuzesemesters met als thema een beroepstaak binnen het deelgebied van het domein ICT. Bij zijn keuze voor een minor moet de student aantonen dat deze relevant is voor zijn werkveldkeuze. Dit geldt ook voor de stage en de afstudeeropdracht. De verticale samenhang wordt geborgd doordat studenten gedurende de gehele opleiding aan dezelfde competentieset werken, zij het op verschillende niveaus (1 t/m 4) en binnen verschillende beroepstaken. In de propedeuse komen alle eindkwalificaties op niveau 1 aan de orde. De student werkt met gesloten opdrachten en krijgt daarbij begeleiding. De keuzesemesters vormen minimaal niveau 2 en in een aantal gevallen niveau 3. De student moet in elk geval in zijn stage op niveau 3 aantonen. De opleiding wordt afgerond op niveau 4 door middel van het afstuderen; een open praktijkopdracht die hij zelfstandig moet analyseren, plannen en uitvoeren. Daarnaast wordt de verticale samenhang binnen het
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
23/65
semestermodel geborgd doordat de keuzemogelijkheden een beperking kennen in de vorm van de mogelijke leerroutes. De diverse onderwijseenheden beginnen met het aanleren van kennis en vaardigheden die een student nodig heeft bij het uitvoeren van een beroepstaak. In de projecten vindt de toepassing plaats van kennis en vaardigheden naar beroepsproducten. Deze werkwijze vindt zowel in de propedeuse als in de hoofdfase plaats. Hiermee geeft de opleiding invulling aan de zogenaamde horizontale samenhang binnen de opleiding. De inhoudelijke samenhang per onderwijseenheid is gegarandeerd doordat elke onderwijseenheid uitgaat van een beroepstaak met daaraan gekoppeld een aantal beroepsproducten. Alle studieactiviteiten van de student hebben betrekking op de beroepstaak. Hiermee toont de opleiding tevens de samenhang tussen theorie en praktijk aan. De algemene competenties zelfsturing en leren leren worden in plaats van in losse onderdelen geïntegreerd in de keuzesemesters aangeboden, hetgeen de totale samenhang bevordert. De Onderwijscurriculumgroep en de semesterteams bewaken de samenhang binnen het curriculum. Hierbij maken zijn o.a. gebruik van evaluatiegegevens. Uit studentenonderzoek van de opleiding blijkt dat het merendeel van de studenten tevreden is over de samenhang in het onderwijsprogramma. Overwegingen Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een zodanig programma heeft samengesteld dat zowel verticale samenhang, horizontale samenhang als inhoudelijke samenhang voldoende adequaat zijn vormgegeven. Door de keuze om elke onderwijseenheid af te sluiten met een project dat in veel gevallen in de beroepspraktijk wordt uitgevoerd, geeft de opleiding voldoende blijk van samenhang tussen theorie en praktijk. De borging van de samenhang van de opleiding is een verantwoordelijkheid van de Onderwijscurriculumgroep en de semesterteams. Bovendien heeft de beroepenveldcommissie de set van semesters waaruit de studenten kunnen kiezen goedgekeurd. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.3 Samenhang in onderwijsprogramma als goed.
Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
24/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bevindingen Voltijdstudenten hebben ruim twintig contacturen per week. De gemiddelde studiebelasting bedraagt volgens de opleiding veertig uur per week. Dit komt niet overeen met het onderzoek dat de opleiding onder voltijdstudenten heeft gedaan waaruit blijkt dat de feitelijk studielast van de gemiddelde student 33,1 uur per week bedraagt. Uit gesprekken met studenten is het auditteam gebleken dat zij de opleiding redelijk zwaar vinden maar te doen. Studenten geven aan dat als er 40 u per week aan de opleiding besteed wordt, de opleiding met een voldoende resultaat kan worden afgerond. Ambitieuze studenten, die hoge scores willen halen, besteden meer tijd aan de opleiding. De deeltijdstudenten hebben 7 contacturen per week en volgens de opleiding een gemiddelde studielast van 20 uur. Uit onderzoek onder de deeltijdstudenten blijkt dat de gemiddelde student een studielast van 16,2 uur heeft. Uit het gesprek met deeltijdstudenten blijkt dat zij het erg prettig vinden dat de contacturen op een middag en een avond worden georganiseerd, zodat efficiënt met de tijd wordt omgegaan. Wel geven zij aan de combinatie van werk en studie als zwaar te ervaren. De aansluiting tussen opleiding en werk wordt goed gewaardeerd; studenten kunnen regelmatig projecten uit hun werkomgeving gebruiken in de opleiding en andersom. De opleiding bestaat uit relatief kleine onderdelen in de propedeuse (7,5 EC/ 15 EC) en grote onderdelen in de hoofdfase (30 EC). In de propedeuse wordt de student begeleid in zelfstandig werken en wordt geleerd te werken met competenties en portfolio. De afgestudeerden gaven tijdens de gesprekken met het auditteam aan dat het competentiegerichte onderwijs hen veel werk heeft gekost. Met name het onderbouwen van de eigen competentieontwikkeling was tijdrovend. Wel vonden de afgestudeerden dat het hen bewust heeft gemaakt van wat zij hebben gedaan en geleerd. De indruk bestaat bij studenten dat doordat het aantal schriftelijke tentamens in het programma beperkt is, studenten beter een goed eindresultaat weten te bereiken. Tentamens worden door studenten vaker als lastig beschouwd. Een paper of een opdracht geeft de mogelijkheid een bepaalde onderwerp vanuit meerdere invalshoeken te belichten waardoor er meer nuance in de beoordeling mogelijk is en de kans op slagen wordt vergroot. Om de studeerbaarheid van de opleiding te bevorderen worden les- en tentamenroosters aan het begin van het jaar bekend gemaakt en werken alle onderwijseenheden met tussenproducten. Tevens worden er afspraken gemaakt over toetsmomenten om piekbelasting te voorkomen. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de keuzes in de opleiding. De student maakt een studieplanning en legt deze vast in een contract met de studieloopbaanbegeleider. Studenten geven aan dat zij geen struikelblokken in de opleiding ervaren met uitzondering van het onderdeel FCOIM (informatiemodelleren). Dit onderdeel is door één van de lectoraten ontwikkeld en heeft volgens de studenten vrijwel geen koppeling met de praktijk. Veel studenten halen dit vak dan ook moeizaam. Uit gesprekken met de docenten is gebleken dat zij wel enthousiast zijn over dit onderdeel. Het brengt de studenten enerzijds
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
25/65
informatieanalyse via de normale methodiek bij maar is anderzijds ook erg communicatiegericht. Zowel het linguïstische als conceptueel denken komt aan de orde, bachelor competenties die studenten vaak moeilijk vinden. Het auditteam heeft geconstateerd dat deze achtergrond bij studenten niet altijd bekend is. De opleiding hanteert een Negatief Bindend Studie Advies (NBSA) als een student aan het eind van het eerste jaar minder dan 37,5 EC heeft behaald of niet binnen twee jaar zijn propedeuse heeft gehaald. Volgens de studenten die het auditteam gesproken heeft, komt het NBSA vooral voor bij studenten die niet bereid zijn het vereiste aantal uren in de studie te steken. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de opleiding voldoende maatregelen neemt ter bevordering van de studeerbaarheid van het programma en de studievoortgang van studenten. Ook door studenten wordt dit als zodanig ervaren. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.4 Studielast als goed.
Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen Om toegelaten te kunnen worden tot de propedeuse dient een student te beschikken over een havo, vwo of mbo-niveau 4 diploma. De opleiding stelt aanvullende eisen voor het havoprofiel Cultuur en Maatschappij. Eventuele deficiënties kunnen worden weggewerkt door het gebruik van aanvullend studiemateriaal en het afleggen van een instaptoets. Studenten afkomstig van het vwo of een half aanverwante mbo-opleiding, alle niveau 4 mbo ICT opleidingen (ICT Beheerder, Applicatiebeheerder, Netwerkbeheerder, MK Telecom/ICT Engineer), kunnen een verkorte propedeuse volgen. Studenten in het bezit van een diploma van een aanverwante mbo-opleiding kunnen na een toelatingsgesprek direct toegang krijgen tot de hoofdfase. Veel deeltijdstudenten kunnen vrijstelling krijgen voor onderdelen uit de propedeuse op basis van hun werkervaring. Hierdoor wordt hun opleidingstraject verkort. Bovendien hoeven deeltijdstudenten geen stage te lopen als zij in het bezit zijn van een relevante werkplek. Voor deeltijd studenten zonder relevante werplek geldt dat zij stage moeten lopen waardoor de opleidingsduur met een half jaar wordt verlengd. Het ICA is betrokken bij verschillende initiatieven ter bevordering van de doorstroom VO/mbo en hbo. Tevens heeft het instituut samen met vijf ROC’s een doorlopende leerlijn ICT opgezet en is er een project opgezet met ROC’s en het bedrijfsleven.
26/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Uit studentenonderzoek blijkt dat de opleiding haar streefdoel met betrekking tot de tevredenheid van studenten over de aansluiting met de vooropleiding net niet haalt. Uit de gesprekken die het auditteam met studenten heeft gevoerd blijkt dat een havo-diploma met een profiel met aandacht voor informatica goed aansluit bij de opleiding. Ten opzichte van het mbo vormt de opleiding een verdieping. mbo-studenten ervaren met name dat het tempo van de studie enorm toeneemt. Sommige studenten hebben hier moeite mee. Studenten geven aan dat het belangrijk is de verschillende studieactiviteiten goed te plannen. Overwegingen De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen en stelt hieraan nog enkele aanvullende eisen. De opleiding is aantoonbaar betrokken bij initiatieven ter verbetering van de aansluiting tussen vooropleiding en vervolgopleiding. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.5 Instroom als goed.
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten/european credit points. Bevindingen De opleiding bestaat uit vier studiejaren van elk 60 EC. De totale opleiding kent hiermee 240 EC. De propedeuse kent zes courses van 7,5 EC en één course van 15 EC. De hoofdfase is verdeeld in drie keuzesemesters van elk 30 EC, een stage van 30 EC, een minor van 30 EC en het afstudeerproject van 30 EC. De deeltijdopleiding kent eveneens 240 EC verdeeld over vier studiejaren. Hierbij wordt echter wel uitgegaan van het feit dat deeltijdstudenten op basis van hun werkervaring (gedeeltelijk) vrijstelling krijgen voor de stage. Indien dit niet het geval is, wordt de opleidingsduur met een half jaar verlengd. Overwegingen Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van een hbo-bachelor. Conclusie Het auditteam concludeert dat aan facet 2.6 Duur is voldaan.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
27/65
Bevindingen De opleiding heeft, vanuit de hogeschool brede visie, gekozen voor een didactisch model gebaseerd op competenties. Daarnaast heeft zij gekozen voor flexibilisering van het onderwijs door middel van keuzesemesters in de hoofdfase. Hiermee beoogt de opleiding invulling te geven aan de onderwijsvisie gericht op leerroutekeuzemogelijkheden van de student. De competentiegerichtheid van de opleiding wordt ingevuld door studenten te scholen in kennis en vaardigheden en tevens het toepassen van de kennis en vaardigheden in een realistische context (beroepsproducten) bij te brengen. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een hoge mate van praktijkgerichtheid kent doordat niet alleen de stage en de afstudeeropdracht in de beroepspraktijk worden uitgevoerd maar ook veel projecten waarmee de semesters worden afgesloten. Afgestudeerden ervaren dat met name de minoren en de afstudeeropdracht sterk praktijkgericht zijn en daardoor bijzonder leerzaam. De opleiding maakt in haar didactische werkvormen gebruik van courses gericht op kennis en vaardigheden en projecten die aansluiten bij de beroepspraktijk en gericht zijn op de uitvoering van de aangeleerde kennis en vaardigheden. Hierbij is het uitgangspunt dat de student gedurende de opleiding steeds beter leert zelfstandig en probleemoplossend te werken en sturing te geven aan zijn eigen leerproces. De complexiteit van het onderwijs neemt gedurende de opleiding toe. In de propedeutische fase krijgen de studenten relatief veel sturing. In de keuzesemesters van de hoofdfase wordt van de student meer zelfsturing gevraagd. Tijdens de stage dient de student zelfstandig opdrachten bij een organisatie uit te voeren. Het afstudeertraject is gericht op het zelfstandig kunnen maken van een complex beroepsproduct. In de deeltijdopleiding worden de drie semesterprojecten vervangen door één deeltijdproject. Hierbij wordt gewerkt met een aangepaste didactiek gericht op het delen van onderlinge (werk)ervaring van studenten en meer vraagsturing. Uit studentonderzoek van de opleiding blijkt dat het merendeel van de studenten tevreden is over de afwisseling in werkvormen en het stimuleren van zelfstandigheid tijdens de opleiding. Overwegingen Het auditteam heeft zeer veel waardering voor de wijze waarop de opleiding is vormgegeven. De opleiding heeft een duidelijke didactische visie. Het competentiegerichte en flexibele onderwijsmodel is consciëntieus door het gehele programma doorgevoerd en wordt gedragen door alle docenten. Door de keuze van courses gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden en het vervolgens toepassen hiervan in projecten (in de beroepspraktijk) sluit de opleiding aantoonbaar aan bij de competenties die gerealiseerd moeten worden, zoals bijvoorbeeld planmatig werken, samenwerken, communiceren, zelfsturing en reflectie. Het auditteam heeft in zijn oordeel meegewogen de hoge mate van studenttevredenheid als ook de tevredenheid van het werkveld over het onderwijsmodel.
28/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud als goed.
Beoordeling en toetsing (facet 2.8) Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen Uitgangspunten voor toetsing en examinering zijn beschreven in de volgende documenten: Een toetskader voor ICA, Aanvulling op toetskader 30-8-08, beschrijvingen van de onderwijseenheden, handleiding portfolio, stagehandleiding en afstudeerhandleiding). Algemene regelingen rondom toetsing zijn vastgelegd in de OER. De examencommissie is formeel verantwoordelijk voor de toekenning van studiepunten en ziet toe op een juiste naleving van het toetsbeleid. In de propedeuse wordt op niveau 1 getoetst door middel van kennistoetsen en beperkte casusopdrachten. In de hoofdfase wordt op niveau 2 getoetst door het afnemen van verdiepende kennistoetsen en de toepassing daarvan in een open context (praktijkcases). De toetsing van competenties binnen de projecten vindt plaats door middel van de portfoliobeoordeling. Voor de stage maakt de student een product en een stageverslag en vindt een stage-assessment plaats. Toetsing vindt plaats op niveau 2 en 3. Het afstudeerproject bestaat uit een aantal producten; een afstudeerverslag, een toelichtingsverantwoordings- en reflectieverslag en een eindproduct. Bovendien vindt een afstudeerassessment plaats. Toetsing vindt plaats op niveau 4. Naast de afstudeerprojecten heeft het auditteam diverse toetsen bestudeerd en geconstateerd dat deze van voldoende niveau zijn. De projecten die door studenten moeten worden uitgevoerd, vinden veelal in groepsverband plaats. Zogenaamd ‘meelift-gedrag‘ wordt door de opleiding zoveel mogelijk ingeperkt doordat niet alleen de groep als geheel wordt beoordeeld maar ook het individu. Er vinden assessments plaats waarin studenten moeten bewijzen wat hun aandeel is geweest in een bepaald project. Op grond hiervan alsmede op basis van de groepsbeoordeling krijgt iedere individuele student een cijfer. Uit gesprekken met de studenten blijkt dat meelifters echt naar boven komen. Zij krijgen vaak een lager cijfer dan de rest van de groep of halen het project niet. Studenten krijgen de nodige informatie over toetsing en examinering aan het begin van de opleiding (OER en Studiegids). Ook zijn uitgangspunten digitaal terug te vinden op HANinsite. Daarnaast zijn uitgangspunten rondom toetsing terug te vinden in de studiehandleidingen van de onderwijseenheden die studenten voorafgaand aan een periode ontvangen (via de digitale leeromgeving). In de studiehandleidingen per onderwijseenheid is verwoord hoe de toetsing en beoordeling plaatsvindt en welke uitgangspunten centraal staan.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
29/65
De opleiding heeft per semester feedbackmomenten ingelast met betrekking tot de beroepsproducten. Uit studentenonderzoek blijkt dat de opleiding haar streefdoel niet haalt als het gaat om de tevredenheid van studenten over de wijze van toetsing en beoordeling en de transparantie van beoordelen. Ook het auditteam is gebleken dat sommige studenten onduidelijkheid ervaren over de beoordeling en toetsing. Het gaat hierbij om de wijze waarop docenten bepalen hoeveel punten aan een bepaald onderdeel worden toegekend. Het auditteam stelt op grond van bestudering van documentatie en de gevoerde gesprekken vast dat de opleiding de transparantie in haar beoordelingen kan verbeteren. De opleiding heeft dit zoveel mogelijk geobjectiveerd, maar een zekere mate van subjectiviteit maakt naar het oordeel van de studenten onderdeel uit van de beoordeling van met name projectopdrachten. De deeltijdstudenten ervaren overigens geen problemen op dit punt. Overwegingen Over het geheel genomen vindt de beoordeling en toetsing van de opleiding op adequate wijze plaats en wordt deze in voldoende mate geborgd. Het auditteam is van oordeel dat de beoordeling en toetsing in voldoende mate recht doet aan het bereiken van het vereiste bachelorniveau. Wel verdient de informatie richting studenten over de wijze van beoordeling door docenten aandacht. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 2.8 Beoordeling en toetsing als voldoende. Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Programma’ positief.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen De directie van de opleiding maakt resultaatafspraken met alle onderwijsteams over contacten met de beroepspraktijk. Docenten staan op diverse manieren in contact met de actuele beroepspraktijk: - 25% van de docenten is gedeeltelijk werkzaam in de beroepspraktijk en brengt actuele kennis en ontwikkelingen uit de beroepspraktijk via de onderwijsteams binnen de opleiding; - Docenten volgen buitenschoolse activiteiten zoals bedrijvendagen, conferenties en congressen; - Onderwijsteams onderhouden contacten met het werkveld door middel van de projecten, stage en het afstudeertraject;
30/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
-
-
Een aantal docenten is actief binnen Lectoraten die activiteiten verrichten gericht op de beroepspraktijk. De uitkomsten hiervan worden terugvertaald richting de overige leden van de docententeams; Een aantal docenten van de opleiding participeert in het Centrum voor Ondernemerschap van de HAN alsmede het HAN Smart Business Center, een netwerk voor regionale ondernemers en lectoraten van de HAN.
Bij het aanstellen van nieuwe docenten is ervaring in de beroepspraktijk een zwaarwegend criterium. Daarnaast is de opleiding bezig de competenties van de medewerkers te inventariseren. Ook is de opleiding bezig een grote pool van ZZP’ers aan te leggen met ervaring in de beroepspraktijk om een deel van het onderwijs te verzorgen. Uit onderzoek is gebleken dat de studenten tevreden zijn over de deskundigheid en praktijkgerichtheid van de docenten. Dit wordt bevestigd door de studenten en afgestudeerden met wie het auditteam gesprekken heeft gevoerd. Overwegingen Het auditteam heeft geconstateerd dat een belangrijk deel van de docenten werkzaam is in de beroepspraktijk of dit recentelijk is geweest. De docenten van de opleiding staan aantoonbaar op diverse manieren in contact met het beroepenveld waardoor een constructieve verbinding wordt gelegd tussen onderwijsactiviteiten en actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. Tevens is de opleiding voortdurend actief bezig de inbedding van de beroepspraktijk in de opleiding te versterken. Hiermee is het auditteam van mening dat de opleiding op uitstekende wijze invulling geeft aan de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 3.1 Eisen hbo als goed.
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen Bij ICA zijn ruim 120 docenten in dienst die samen 70 fte vervullen ten opzichte van ongeveer 1650 studenten. De docent/student ratio is hiermee 1:24 (per docent fte). Dit geldt ook voor de opleiding Bedrijfskundige informatica. ICA kent 20 ondersteunende personeelsleden die 10 fte vervullen. Het ondersteunende personeel bestaat uit twee directieleden, secretariaat, procescoördinator en medewerkers van het onderwijs/competentiebureau. Het instituut heeft ongeveer 30 student-assistenten in dienst die ondersteunen bij de ontwikkeling van het onderwijs als ook de voorlichting aan nieuwe studenten.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
31/65
Het ziekteverzuim lag het laatste jaar boven het streefpercentage van 4% door een aantal langdurige zieken. Bovendien blijkt uit onderzoek onder de medewerkers dat de werkdruk onder docenten is gestegen. De opleiding is voornemens maatregelen te treffen om de werkdruk te verlagen en werkgerelateerd ziekteverzuim terug te dringen. Overwegingen De opleiding heeft er voor gekozen het grootste deel van de medewerkers te laten bestaan uit docenten om daarmee zoveel mogelijk te investeren in de kwaliteit van de inhoudelijke kant van het onderwijs. Het auditteam heeft geconstateerd uit onderzoek en gesprekken met studenten dat het merendeel van de studenten hierover tevreden is. Voor hen zijn docenten goed bereikbaar. Ofschoon uit medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt dat docenten een toenemende werkdruk ervaren, heeft het auditteam een zeer enthousiast onderwijsteam aangetroffen en geen reden aan te nemen dat dit de onderwijskwaliteit beïnvloedt. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 3.2 Kwantiteit personeel als goed.
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen Alle docenten die werkzaam zijn bij de opleiding zijn geschoold in het vakgebied BI en worden op hun expertise ingezet. Het auditteam heeft geconstateerd dat ruim 70% van de docenten academisch geschoold is. De overige docenten zijn minimaal op hbo niveau geschoold. Er is één docent gepromoveerd en één docent is bezig met een promotietraject. Docenten hebben een didactische aantekening of krijgen didactische scholing bij hun aanstelling. De opleiding kent diverse activiteiten voor bij- en nascholing van de (didactische) kwaliteiten van de docenten. Het auditteam is gebleken dat hiervan regelmatig gebruik wordt gemaakt door docenten. De docenten worden ingezet voor diverse rollen in het onderwijsproces zoals onderwijsgever, onderwijsontwikkelaar, studieloopbaanbegeleider, stage- en afstudeerbegeleider en assessor. De opleiding kent een professionaliseringbeleid dat in 2007 is ingezet en gericht is op zowel professionele houding als deskundigheidsbevordering. De professionalisering van de medewerkers wordt gemonitord binnen de Resultaat- en Ontwikkelingscyclus. Dit is een jaarlijkse gesprekscyclus tussen medewerker en leidinggevende waarin het functioneren van de medewerker wordt geëvalueerd en waarin resultaat- en ontwikkelingsafspraken worden gemaakt. De onderwijsteams evalueren halfjaarlijks dan wel jaarlijks de uitvoering van de activiteiten. In gesprekken van het auditteam met docenten geeft men aan dat de
32/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
functioneringsgesprekken vooral gericht zijn op de ontwikkeling van de docent. Er heerst geen afrekencultuur maar als er problemen zijn met docenten worden deze door de directie hierop aangesproken. De docenten zijn van mening dat de R&O-cyclus goed is ontwikkeld en ook goed wordt toegepast. De docenten voelen zich zeer gewaardeerd door hun werkgever. Dit blijkt ook uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek waarin docenten aangeven tevreden te zijn over de professionaliseringsmogelijkheden en hun loopbaan. Uit onderzoek onder studenten blijkt dat het merendeel tevreden is over de didactische kwaliteit van de docenten. Dit beeld wordt bevestigd door de studenten met wie het auditteam heeft gesproken. Overwegingen Docenten beschikken aantoonbaar over zowel voldoende inhoudelijke als didactische kwaliteiten. De opleiding bevordert op een gestructureerde wijze de professionalisering en deskundigheid van de medewerkers. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 3.3 Kwaliteit personeel als goed. Samenvattend oordeel Inzet van personeel Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet van personeel’ positief.
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding is gehuisvest in een modern gebouw. Binnen dit gebouw kunnen studenten gebruikmaken van diverse faciliteiten zoals een boekwinkel, een studiecentrum, practicum- en theorielokalen, een lounge en overleg- en projectruimten. Practicumlokalen zijn ook ’s avonds beschikbaar. In 2008 en 2009 heeft een uitbreiding plaatsgevonden van het aantal projectwerkruimten. Studenten zijn verplicht bij aanvang van de studie over een laptop te beschikken. De opleiding heeft sinds een aantal jaar de beschikking over een draadloos netwerk zodat studenten zelfstandig met hun eigen laptop in het gebouw kunnen werken. In 2009 heeft een vernieuwing van de digitale leeromgeving plaatsgevonden naar een digitale werk- en studeerruimte HAN-online (in Sharepoint 2007). Het auditteam heeft geconstateerd dat deze digitale leeromgeving de student van adequate informatie voorziet.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
33/65
De opleiding werkt met een studie-informatiesysteem waarin de registratie van onderwijsinformatie en studievoortgang plaatsvindt. Studenten en docenten kunnen dit systeem raadplegen. De opleiding heeft voldoende software beschikbaar voor docenten en studenten. Uit onderzoek onder studenten blijkt dat zij minder tevreden zijn met studiefaciliteiten als onderwijsruimten, project- en werkruimten en ICT-voorzieningen. Ook de studenten met wie het auditteam gesproken heeft, geven aan dat het draadloos netwerk en het aantal stopcontacten kan worden verbeterd. Studenten zouden daarnaast graag kleinere lokalen zien zodat zij gemakkelijker projectoverleggen kunnen uitvoeren. De medewerkers van ICA zijn blijkens het medewerkerstevredenheidsonderzoek zeer tevreden over hun werkplek en de beschikbare faciliteiten. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de voorzieningen van de opleiding adequaat zijn en dat de opleiding op een efficiënte wijze gebruikmaakt van de beschikbare middelen. Het auditteam onderschrijft de klacht van studenten over het gebrek aan stopcontacten niet. De opleiding heeft de afgelopen periode forse investeringen gedaan in het verbeteren van de faciliteiten voor studenten. Er heeft een uitbreiding plaatsgevonden van werkruimten en er is een verbeterd draadloos netwerk aangelegd. Dat studenten graag een verbetering van het draadloze netwerk zien heeft voornamelijk te maken met het feit dat zij de bandbreedte waarover zij thuis beschikken vergelijken met die van de opleiding. Een dergelijke bandbreedte is naar de mening van het auditteam echter niet te realiseren voor een grote HBO instelling. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 4.1 Materiële voorzieningen als goed.
Studiebegeleiding (facet 4.2) De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen Elke student die start met de opleiding krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen voor de duur van de gehele studieloopbaan. De studieloopbaanbegeleider volgt de student tijdens de studie en begeleidt hem bij het maken van keuzes. De studieloopbaanbegeleiding bestaat uit 4,75 uur per voltijdstudent per jaar. Deeltijdstudenten hebben recht op 3 uur studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse en 1 uur per jaar in de hoofdfase.
34/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Voor zowel de studieloopbaanbegeleider als de student is een handleiding beschikbaar. De SLB-coördinator is aanspreekpunt voor de studieloopbaanbegeleiders en bewaakt de kwaliteit. Ten aanzien van het aantal beschikbare uren voor studieloopbaanbegeleiding in verhouding tot de complexiteit van het studieprogramma en de hoeveelheid keuzes die hierin door studenten moeten worden gemaakt, heeft het auditteam opgemaakt dat zowel studenten als docenten hierover tevreden zijn. Uit gesprekken met studenten en afgestudeerden is gebleken dat zij gestimuleerd worden zelfstandig keuzes te maken en dat zij dit als leuk en leerzaam ervaren. Vanaf de propedeuse worden de studenten voorbereid op het maken van keuzes en intensief begeleid door de studieloopbaanbegeleider. In de hoofdfase is de studieloopbaanbegeleiding beperkter. Studenten geven aan dat als zij desondanks meer begeleiding wensen, zij altijd bij hun studieloopbaanbegeleider terecht kunnen. Ook de studieloopbaanbegeleider ervaart het aantal uren dat beschikbaar is voor begeleiding van studenten als voldoende. Uit onderzoek dat de opleiding onder studenten heeft gehouden, blijkt echter dat de tevredenheid over de studieloopbaanbegeleiding is gedaald. De opleiding kan niet goed plaatsen waar dit vandaag komt en heeft dit nog in onderzoek. Voor specifieke vragen op het gebied van regelgeving en specifieke voorzieningen kan contact gezocht worden met de Campusdecaan. Studenten met een functiebeperking kunnen een verzoek doen voor extra voorzieningen. In het opleidingsstatuut is de belangrijkste informatie en regelingen opgenomen. Deze wordt aan het begin van een studiejaar aan studenten uitgereikt. De Onderwijs- en examenregeling maakt onderdeel uit van het opleidingsstatuut. In de beschrijvingen van de onderwijseenheden zijn de beroepstaken en beroepsproducten opgenomen. Via HAN-online vinden studenten informatie over de inhoud van onderwijseenheden, projecten, stage, afstuderen en studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast ontvangen studenten wekelijks een nieuwsbrief per e-mail. Op ICA-insite is informatie verkrijgbaar over de organisatie. Deze informatie is ook voor studenten toegankelijk. Het onderwijsbureau is het eerste aanspreekpunt voor studenten bij vragen over de uitvoering van het onderwijs. Overwegingen Het auditteam heeft onderzoek gedaan naar de studieloopbaanbegeleiding in relatie tot de complexiteit van het programma en de keuzes die van de student verwacht worden. Hierbij heeft het auditteam tevens de mate van ontwikkeling van de competentie zelfsturing als ook de studenttevredenheid meegenomen. Ofschoon uit het onderzoek onder studenten blijkt dat de tevredenheid is gedaald, wordt dit niet onderschreven door de studenten, afgestudeerden
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
35/65
en docenten met wie het auditteam gesproken heeft. In tegendeel; de studenten en afgestudeerden spreken grote waardering uit voor de keuzevrijheid van het semestermodel en ervaren dit als motiverend en stimulerend. Dit geldt eveneens voor de wijze waarop de studieloopbaanbegeleiding hiervan onderdeel uitmaakt. Studenten worden goed geïnformeerd en begeleid. Zij worden gestimuleerd eigen keuzes te maken. Hierdoor wordt het ontwikkelen van de competentie zelfsturing bevorderd. Dit wordt versterkt doordat de studiebegeleiding deels op individuele basis plaatsvindt en deels in groepen. Het feit dat de begeleiding in de propedeutische fase intensiever is dan in de hoofdfase ervaren de studenten als positief en stimulerend voor de eigen groei. Op grond hiervan constateert het auditteam dat de studiebegeleiding adequaat is vormgegeven. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 4.2 Studiebegeleiding als goed. Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Voorzieningen’ positief.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten (facet 5.1) De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen Het HAN kwaliteitszorgsysteem is richtinggevend voor de opleiding. Het kwaliteitszorgsysteem van de opleiding is beschreven in het Kwaliteitszorgplan 2009. Het kwaliteitszorgplan wordt jaarlijks geactualiseerd. De streefnormen, die de opleiding hanteert, worden jaarlijks vastgesteld in overleg met de directie van de Faculteit Techniek, op basis van de HAN doelstellingen, en vastgelegd in een management contract. De behaalde resultaten worden gepubliceerd in de Resultaat Management Afspraken (RMA) Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding gebruikmaakt van diverse evaluatieinstrumenten, zoals evaluaties van de verschillende studieonderdelen, HAN Studenttevredenheidsonderzoek, specifiek studenttevredenheidsonderzoek onder ICA studenten, HAN Medewerkerstevredenheidsonderzoek, HAN instroommonitor, landelijke HBO monitor, exitinterviews met studenten die de opleiding verlaten, interne audits (en de voorbereiding hierop). Evaluatieverslagen en actieplannen worden gepubliceerd en zijn beschikbaar voor zowel studenten als medewerkers.
36/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Overwegingen De opleiding heeft een adequate kwaliteitszorgsystematiek waarin heldere streefcijfers zijn opgenomen. De door de opleiding gehanteerde evaluatie-instrumenten zijn eveneens adequaat. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 5.1 Interne kwaliteitszorg als goed.
Maatregelen tot verbetering (facet 5.2) De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen Uitgangspunt voor verbeteracties is een zesjarige kwaliteitscyclus waarbij de opleiding cyclisch werkt aan het bereiken van kwaliteitsverbetering op basis van concrete doelstellingen. De PDCA-cyclus wordt hiertoe op verschillende niveaus gehanteerd en wordt geborgd door een Kwaliteitszorgcommissie. De Kwaliteitszorgcommissie maakt gebruik van de elektronische werkomgeving van de HAN, HAN-online. Op HAN-online worden evaluatieresultaten en verbeteracties bewaard (openbaar) en evaluaties over het functioneren van docenten (besloten). De onderwijsteams zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg binnen het deel van het onderwijs dat zij verzorgen. Alle relevante verbeteracties worden meegenomen in de resultaatafspraken van de onderwijsteams en de resultaat- en ontwikkelgesprekken van de individuele docenten. In de jaarverslagen van de onderwijsteams is een overzicht van verbeteracties opgenomen. Terugkoppeling van verbeteracties vindt zowel plaats richting studenten als docenten. De opleiding heeft in de afgelopen periode de volgende verbeteracties uitgevoerd: - Uitbreiding draadloos netwerk - Uitbreiding studentwerkplekken - Herstructurering deeltijdopleiding. Uit onderzoek dat de opleiding onder studenten heeft gehouden, blijkt dat een belangrijk deel van de studenten niet tevreden is over de wijze waarop de uitkomsten van onderwijsevaluaties worden gebruikt en de wijze waarop zij geïnformeerd worden over verbetermaatregelen. Ook is een aanzienlijk deel van de studenten niet tevreden over klachtafhandeling. Dit beeld wordt bevestigd tijdens de gesprekken met studenten. Studenten zijn van mening dat er veel enquêtes na afloop van de semesters worden gehouden maar dat niet teruggekoppeld wordt wat er met de resultaten wordt gedaan. De docenten geven in gesprek met het auditteam aan dat de reden hiervan voor een belangrijk deel gelegen is in het feit dat de studenten die opmerkingen hebben gemaakt over een
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
37/65
bepaald semester zelf dit semester niet meer zullen volgen en derhalve ook niet veel meekrijgen van de genomen verbetermaatregelen. Overwegingen De opleiding heeft een gestructureerde methodiek om te komen tot verbetermaatregelen en het monitoren hiervan. Het auditteam heeft geconstateerd dat uitkomsten van onderwijsevaluaties worden omgezet in verbetermaatregelen en dat deze vervolgens ook daadwerkelijk worden uitgevoerd (uitbreiding draadloos netwerk en studentwerkplekken, herstructurering deeltijdopleiding). Een aandachtspunt hierbij vormt de communicatie en terugkoppeling richting studenten over genomen verbetermaatregelen. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 5.2 Maatregelen tot verbetering als goed.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen Studenten worden in diverse onderwijsevaluaties bevraagd over zaken die te maken hebben met de kwaliteit van het onderwijs. Studenten zijn vertegenwoordigd in de Instituutsraad, een formeel overlegorgaan dat zowel de rol van opleidingscommissie als van faculteitsraad heeft. Het uitgangspunt van de opleiding is dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg in eerste instantie ligt bij diegenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. Dit komt o.a. tot uitvoering doordat verbeteracties worden meegenomen in de resultaatafspraken van de onderwijsteams en de individuele resultaat- en ontwikkelingsgesprekken van docenten. Er is een medezeggenschapsraad en een instituutsraad waarin docenten zitting kunnen nemen. Jaarlijks wordt een HBO monitor afgenomen onder alumni. De respons hierop is echter laag. De opleiding gaat een aantal succesvolle alumni benoemen als ambassadeurs met als kerntaak het uitbreiden van het netwerk in scholen, bedrijven, overheden en andere organisaties. Het auditteam merkt op dat de afgestudeerden die gesproken zijn niet op de hoogte waren van dit initiatief. Het afnemend beroepenveld wordt betrokken bij de kwaliteit van de opleiding via de stage en het afstudeerproject en door de deelname aan de beroepenveldcommissie en de Raad van Advies. De onderwijsteams onderhouden daarnaast contacten met het werkveld via de semesterprojecten.
38/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Overwegingen Via verschillende gremia betrekt de opleiding zowel studenten, docenten als beroepenveld op adequate wijze bij (verbetering van) de kwaliteitszorg. Alumni blijken lastig te bereiken. Hierop heeft de opleiding echter verbetermaatregelen gedefinieerd. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld als goed. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ positief.
2.6
Resultaten
Gerealiseerd niveau (facet 6.1) De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen In de afstudeeropdracht voert de student een opdracht uit op het niveau van een beginnend professional. De richtlijnen waaraan de afstudeeropdracht moet voldoen zijn door de opleiding beschreven. De student moet bij het afstuderen gedeeltelijk zelf aangeven aan welke competenties wordt gewerkt. In ieder geval moet de student de vier algemene competenties op niveau 4 aantonen. Daarnaast dient de student zelf een keuze te maken uit twee van de vijf specifieke competenties die hij op niveau 4 aantoont. De overige competenties worden op niveau 3 afgetoetst. De beoordeling van de specifieke competenties en de algemene competentie Zelfsturing/reflectie vindt plaats op basis van indicatoren die door de student zelf worden opgenomen in het plan van aanpak. De overige competenties worden beoordeeld op basis van ingeleverde producten en geconstateerd gedrag onder meer tijdens het afstudeerassessment. Het afstudeerproject bestaat uit de volgende elementen: - Plan van aanpak - Eindproduct - Afstudeerverslag - Reflectieverslag - Presentatie (afstudeerproject, productpresentatie, ondervraging). De beoordeling van het afstudeerproject vindt plaats door de afstudeercommissie. Deze bestaat uit een afstudeerdocent (voorzitter), een interne assessor en een externe
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
39/65
gecommitteerde. De bedrijfsbegeleider wordt gehoord door de commissie en is aanwezig bij het overleg over het eindoordeel. Het is het auditteam opgevallen dat het afstudeerproject bestaat uit een veelheid van documenten waarin procesgang en eindproduct soms door elkaar lopen. Hierdoor wordt het beoordelen of het eindproduct het bachelorniveau in voldoende mate bereikt, soms bemoeilijkt. Het auditteam heeft 10 verschillende eindwerkstukken van afgestudeerden bestudeerd en daarnaast gekeken naar de daarbij behorende producten die de student in de afstudeerfase oplevert. De rapportage van de afstudeerder levert in veel gevallen een wat onduidelijk beeld op: enerzijds wordt een veelheid aan documenten gepresenteerd waarvan de onderlinge samenhang niet onmiddellijk duidelijk is, anderzijds worden daarbij inhoudelijke en procesmatige elementen door elkaar gepresenteerd. Ondanks deze bezwaren aan de rapportage, beoordeelt het auditteam het eindniveau van de opleiding als voldoende en heeft het auditteam geconstateerd dat het gewenste eindniveau bereikt wordt. Wel is het auditteam van mening dat de opleiding meer bereikt door meer kritische eisen te stellen in de opzet van het afstuderen (vergelijk facet 2.2). In het bijzonder gaat het hier om een reflectie op de inhoud van de af te leveren eindscriptie waarin duidelijker de motivatie en centrale onderzoeksvraag van het onderzoek moet worden geformuleerd alsmede de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies, eventueel aangevuld met een reflectie op het gedane werk en de resultaten ervan. Uit studentenonderzoek blijkt dat het merendeel van de studenten tevreden is over de wijze waarop de opleiding hen voorbereidt op de beroepspraktijk. Dit wordt bevestigd door de studenten en afgestudeerden met wie het auditteam gesproken heeft. Zij ervaren het afstudeertraject als meest leerzame onderdeel van de opleiding. In het gesprek met het auditteam is ook het werkveld enthousiast over het niveau van de afgestudeerden. Zij geven aan dat er wat hen betreft voldoende onderscheid plaatsvindt tussen opgeleverd product en afstudeerverslag. Weliswaar zit in de beschrijving van het eindproduct ook vaak veel procesinformatie, maar soms vragen de opdrachtgevers hier om. Werkgevers die studenten begeleiden in het afstudeertraject hebben richtlijnen vanuit de opleiding gekregen over de afstudeerbegeleiding. De werkgevers zeggen zich hier aan te houden. Overwegingen De werkstukken die het auditteam heeft beoordeeld, tonen in meerderheid op voldoende wijze het bachelor niveau aan. Het auditteam heeft evenwel ook geconstateerd dat procesgang en eindproduct in de afstudeerfase soms door elkaar lopen, waardoor soms een onsamenhangende eindrapportage ontstaat en het beoordelen van het behaalde bachelorniveau bemoeilijkt kan worden. Bij het beoordelen van de eindwerkstukken is echter in alle gevallen geconstateerd, dat bij het bereiken van het vereiste hbo-niveau de ondergrens in voldoende mate wordt bewaakt. Hierbij heeft het auditteam tevens de transfer naar toepassing van de algemene en specifieke competenties naar niveau 4 beoordeeld. In zijn oordeel heeft het auditteam ook meegewogen dat tijdens de afstudeerzitting de
40/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
vakgecommitteerde een expert uit het werkveld is die de student aan de tand voelt over het opgeleverde eindproduct. Hierdoor wordt mede gewaarborgd dat het inhoudelijke niveau voldoende wordt getoetst. Daarnaast heeft het auditteam in zijn oordeel meegenomen dat zowel afnemend werkveld als studenten tevreden zijn over de afstudeerfase. Het auditteam acht echter wel dat aanpassingen in de opzet van het programma, in het bijzonder met betrekking tot de begeleiding van het afstudeerwerk, leiden tot verbetering van het niveau. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 6.1 Gerealiseerd niveau als voldoende.
Onderwijsrendement (facet 6.2) Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen De opleiding heeft streefcijfers geformuleerd voor het rendement van de opleiding. De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. De streefrendementen voor de propedeuse zijn dan ook lager gedefinieerd dan voor de hoofdfase. Voor de propedeuse voltijd liggen deze op 70% en deeltijd op 60%. Uitgangspunt is dat iedereen die de propedeuse met goed gevolg heeft doorlopen het einddiploma moet kunnen halen, behoudens onvoorziene omstandigheden. Om deze reden is het streefrendement voor de hoofdfase 90%. Het auditteam constateert dat de voltijdopleiding voor wat betreft de propedeuse voldoet aan haar streefrendement maar dat de rendementen flink dalen. De opleiding wijdt dit aan overstappers naar een andere opleiding binnen ICA. Het rendement van de deeltijdpropedeuse voldoet niet aan de streefnorm. De opleiding geeft aan dat dit te maken heeft met het feit dat deeltijdstudenten de combinatie van een opleiding met werk- en privéleven als zwaarder dan verwacht ervaren. Ter verbetering is een zogenaamde deeltijdsupportgroep in het leven geroepen. Deze groep heeft aan aantal mogelijke didactische verbetering verzameld en zal deze geleidelijk invoeren. Het streefrendement voor de hoofdfase wordt gemiddeld genomen door de opleiding gehaald. Het auditteam moet echter constateren dat ook hier de rendementen dalen. Het opleidingsmanagement geeft in gesprek met het auditteam aan dat de wisselmogelijkheden binnen het ICA Instituut drukken op het rendement van de opleiding Bedrijfskundige informatica. Dit zou echter het rendement van de andere opleidingen binnen ICA moeten opvoeren. Om dit te kunnen meter dient er een tracering van studieloopbaan van studenten plaats te vinden. Dit heeft de opleiding nog niet volledig op orde maar zij is daar wel mee bezig. Het semesterrendement is overigens wel een thema in semesteroverleggen.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
41/65
Overwegingen Ondanks dat de rendementscijfers dalen, voldoet de opleiding gemiddeld genomen aan de streefcijfers. De cijfers zijn echter dalende. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met het feit dat studenten binnen ICA de mogelijkheid hebben te wisselen van opleiding in de propedeutische fase. Hierdoor neemt het rendement van Bedrijfskundige Informatica weliswaar af, maar stijgt het rendement van één van de andere opleidingen binnen ICA. Het auditteam heeft in zijn oordeel meegewogen dat de opleiding deels al maatregelen heeft ingevoerd maar dat het resultaat hiervan nog beperkt zichtbaar is. Conclusie Het auditteam beoordeelt facet 6.2 Onderwijsrendement als voldoende. Samenvattend oordeel Resultaten Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Resultaten’ positief.
42/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
3
Bijlagen
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
43/65
44/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 1:
Deskundigheden auditteamleden
Lid auditteam: De heer dr.ir. J. van den Berg
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatie- of auditdeskundigheid
Lid auditteam NQA: mevrouw mr. K.S. Visscher
Lid auditteam: De heer prof.ir. H. Wagter:
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Studentlid auditteam: De heer M.B. Bokelaar
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de auditteamleden:
De heer prof.ir. H. Wagter: De heer Wagter is ingezet als domeindeskundige van het auditteam. Hij heeft specifiek deskundigheid op het gebied van Informatietechnologie, Bouwkunde, Bedrijfskunde en toegepaste informatica. De heer Wagter is internationaal opgeleid en heeft cursussen gevolgd in Duitsland, de Verenigde Staten en Australië. Na zijn studie bouwkunde heeft de heer Wagter zich vooral beziggehouden met programmeren en grafische systemen. In zijn werk heeft automatisering altijd de hoofdrol gespeeld, onder andere in projectmatig ontwerpen en toepassen van CAD en grafische interfaces in zakelijke processen inclusief het daarbij behorende proces van verandermanagement. De heer Wagter heeft dertien jaar lesgegeven in CAD als professor aan de Technische Universiteit Eindhoven, faculteit Bouwkunde. Door zijn werkervaring in internationale projecten in onderwijs en bedrijfsleven, door zijn deelname aan talloze internationale congressen en door zijn lidmaatschap van tal van (internationale) brancheorganisaties en commissies beschikt de heer Wagter over een ruime internationale ervaring.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
45/65
Verder heeft de heer Wagter door zijn werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek, aanvullend is hij voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1965 - 1970 1970 - 1975 1977 1978 1981 1982 1983 1986 1987 1992 Werkervaring: 1970 - 1971 1974 - 1975 1975 - 1979 1979 - 1982 1982 - 1987 1985 - 1999 1987 - 1988 1988 - 1991 1991 - 1993 1993 - 1995 1995 - 1997 1997 - 2004 2004 - heden
HTS Den Bosch Bouwkunde TU Eindhoven, Bouwkunde Eindige Elementen Methode Modulair Programmeren Tekenkamer automatisering (VDI-Duitsland) Numerieke besturing (VDI-Duitsland) Siggraph GKS seminar, USA Klantgericht denken (Door) Expert Systems, Universiteit Sydney Executive Program, Cambridge, USA
Militaire dienst Student assistent TUE, computerafdeling Adviesbureau Arnhem, Heidemij CIAD Zoetermeer I3P Raadgevend Ingenieursbureau Maarheeze Deeltijdhoogleraar TUE, Bouwkunde CAD KPMG Utrecht, industriële automatisering BSO-AT Eindhoven, senior consultant Directeur BSO Advies Utrecht Partner BSO Management Consultants, Utrecht Group vice President Origin, IPS, Internationale projecten Mede-oprichter en partner BrightHouse Management BV Zelfstandig ondernemer en bedrijfsadviseur. Grus Grus Beheer B.V.
Diversen: • Indertijd zeer actief met de oprichting van de toenmalige HTS-unie, het HTS-corps dat toen nog bestond en studenten liaison richting HBO Raad in relatie tot HTS Nieuwe Stijl. • Mede-vormgever van de opleiding CAD en informatica HTS Heerlen • Acht jaar lid van en voorzitter van de raad Advies van EXIN. Opleidingen op het HBO niveau zijn het belangrijkste aandachtspunt van EXIN als Examen Instituut Nederland. • Lid geweest van diverse werkgroepen die opleidingen specificeerden op het gebied van Informatica, CAD en Flexibele Productie Automatisering voor HBO instellingen (opdrachtgever ministerie van EZ) • Medeorganisator van NIOC 94 en 97 (Nederlands Informatica en Onderwijs Congres), dagvoorzitter en presentaties • Presentaties op Fontys Eindhoven, HTS ’s Hertogenbosch (diverse) en HTS Heerlen. • Actief deelgenomen aan ongeveer 30 HBO-visitaties, zowel indertijd via de HBO Raad als meer recent via NQA • Lid van de beroepenadviescie Informatie van LOI
46/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Persoonlijk ervaring met Werkvormen: • Geven van colleges (HTS en TU niveau) • Presenteren met behulp van diverse media (diverse projecties, op afstand, via Teleac) • Mede schrijven van collegedictaten • Opzetten en begeleiden van werkcolleges modelleren • Begeleiden van projectwerk • Begeleiden en coachen van studenten in afstudeerfases (zowel HBO als TU niveau) • Opzetten interactieve cursussen Bouwkunde • Tot voor kort gecertificeerd mediator, groepsdiscussies en conflictbeheersing en –hantering • Begeleiden studiegroepen in diverse studiefasen (van startende studenten tot promovendi) • Begeleiden stagiaires, zowel aan de opdrachtgevers zijde als aan de onderwijszijde • Diverse malen opzetten, formuleren en begeleiden van grote en kleine groepsopdrachten (projectonderwijs) • Begeleiden van meerdere onderzoeksprojecten (in het bijzonder CAD, Virtual Reality, 3D Modeleren, simulatie, expert systems, kunstmatige intelligentie, et cetera.) • Creatieve sessies gefaciliteerd voor A4-Strategy, Mind Map, Brown paper sessies, brainstorm.
De heer dr.ir. J. van den Berg De heer Van den Berg is ingezet als auditteamlid vanwege zijn domeindeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. Hij is deskundig in het domein van Wiskunde, Natuurkunde, Informatica, Econom(etr)ie en Kunstmatige intelligentie. Over onderwijsdeskundigheid beschikt de heer Van den Berg door zijn ervaring in zowel het hoger beroepsonderwijs als docent wiskunde, natuurkunde en informatica en als lector Human Centred ICT, als in het universitaire onderwijs bij de Erasmus Universiteit Rotterdam als (hoofd)docent en bij de Technische Universiteit Delft als hoofddocent ICT. Doordat de heer Van den Berg als directeur van de BSc en MSc opleidingen Informatica & Economie van de Economische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam nauw betrokken was bij de accreditatie van genoemde opleidingen beschikt hij tevens over auditdeskundigheid. Hij is betrokken bij onderwijs en onderzoek aan de TU Delft en heeft talloze publicaties op zijn naam staan. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1963 - 1970 Gymnasium-ß 1970 - 1977 Wiskunde aan TUDelft 1992 - 1996 Promotie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Werkervaring: 1977 - 1981 Hogeschool West-Brabant (laboratoriumopleidingen), docent wis- en natuurkunde en voorzitter van de Instituutsraad 1981 - 1983 Middelbare school van Nampula, Mozambique, docent wis- en natuurkunde 1983 - 1989 Fontys hogescholen, docent wiskunde en informatica bij de opleidingen elektrotechniek, werktuigbouwkunde en informatica, tevens voorzitter van de vakgroep wiskunde 1989 - 2006 Erasmus Universiteit Rotterdam, Economische Faculteit, universitair (hoofd)docent Informatica & Economie en directielid/directeur van de BSc- en MSc-opleidingen Informatica & Economie 2006 - 2008 Hogeschool Rotterdam, parttime lector Human Centered ICT, opleidingen Informatica en Media
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
47/65
2006 - heden
TU Delft Faculteit Techniek, Bestuur & Management, universitair hoofddocent bij de sectie Informatica, coördinator MSc-opleiding “Information Architecture”
Studentlid de heer M.B. Bokelaar De heer Bokelaar is ingezet als studentlid. Hij volgt momenteel de opleiding Bedrijfskundige Informatica aan Hogeschool Rotterdam. Hij is als peercoach betrokken bij het begeleiden en bijspijkeren van studenten. De heer Bokelaar is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Bokelaar aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2008 - heden 2004 - 2006
Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool Rotterdam HAVO, RGO scholengemeenschap te Middelharnis Profiel: economie & maatschappij Keuzevak: informatica VMBO T, RGO scholengemeenschap te Middelharnis
2000 - 2004 Werkervaring: Okt. 2009 - heden
Uitzendkracht via Randstad te Rotterdam Diverse werkzaamheden bij Hogeschool Rotterdam, RDM Campus en Unilever Juli 2009 - heden Hogeschool Rotterdam te Rotterdam Peercoach, studenten begeleiden en bijspijkeren Okt. 2005 - Okt. 2009 LMComputers BV te Oude Tonge Medewerker technische dienst (onderhouden en aanleggen van netwerken. Installeren en repareren van computers en servers) Verkoopmedewerker(verkoop van computers en randapparatuur in winkel) Jan 2002 - nov 2005 T.W van Noord Tomaten te Oude Tonge Tuinbouw medewerker, op zaterdag en in de vakanties
NQA-auditor mevrouw mr. K.S. Visscher Mevrouw Visscher is ingezet als NQA-auditor. Mevrouw Visscher heeft als onderwijsmanager, projectleider en portefeuillehouder hoger onderwijs ruim tien jaar ervaring met visitaties van hbo bachelor en masteropleidingen en heeft op grond van deze werkervaring auditdeskundigheid. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is verder ingewerkt binnen de werkwijze van NQA. Opleiding: 1984 - 1990 1990 - 1997
VWO Christelijk Lyceum te Alphen aan den Rijn Universiteit Leiden - Rechtsgeleerdheid, Nederlands recht
Cursussen en Trainingen: 1992 - 1994 Trainingen commerciële communicatie en telefonisch marktonderzoek 2000 Management Carriere Training, Nieuwe Dimensies Eemnes 2003 - 2005 Management Development Programma, Athelas Human Resource Empowerment 2009 MBA in één dag, Ben Tichelaar
48/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Werkervaring: 2009 - heden 2007 - 2008 2001 - 2009 1999 - 2001 1997 - 1999 1992 - 1997
Visscher & Van Noort Educational Services Kerndocent Leergang Strategisch handelen in onderwijsbeleid van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur Businessunitmanager & portefeuillehouder MBO en HO bij de Leidse Onderwijsinstellingen BV Projectleider Leidse Onderwijsinstellingen BV Gerechtssecretaris Rechtbank Den Haag en Amsterdam Diverse werkzaamheden waaronder: - Studentstage Bakker Schut & van der Plas advocaten - Student-assistent Universiteit Leiden - Telemarketeer Samsom Intermedia BV
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
49/65
50/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
51/65
52/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
53/65
54/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
55/65
56/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 3
Bezoekprogramma
Visitatiedatum: 21 april enkelvoudige visitatie Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
09.00 – 11.00 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
(Auditteam)
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met studenten
Representatieve groep studenten, verspreid over opleidingen (in geval van cluster), studiejaren, varianten, vooropleiding
12.30 – 13.15 uur
Lunchpauze
13.15 – 14.00 uur
Gesprek met docenten
Representatieve groep docenten: verspreid over opleidingen (in geval van cluster), vakken, specifieke taken (bijv. begeleiding / stagebegeleiding), varianten etc.
14.00 – 14.30 uur
Gesprek met werkveld
- Leden werkveldcie. - Stagebegeleiders - Werkgevers afgestudeerden
14.30 – 15.00 uur
Gesprek met afgestudeerden
- Recent afgestudeerden (max. 3 jaar)
15.00 – 17.00 uur
Extra gesprek afstudeerbegeleiders Rondleiding Materiaal bestuderen Intern overleg auditteam
(Auditteam)
17.00 – 17.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement
17.30 – 18.00 uur
Afsluitend overleg auditteam
(Auditteam)
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
57/65
Gespreksdeelnemers De belangrijkste gegevens van de deelnemers aan de BI visitatie staan in onderstaande tabel. Van alle docenten zijn tijdens de visitatie de CV’s beschikbaar voor nadere details. Gespreksgroep Management
Studenten
Naam Eric Holtman Deny Smeets Harrie van Seters Niek van Diepen Bert Slijkhuis Paul Wokke
Wim van Beek
Rubriek Functie Functie Functie Functie Functie Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Opleidingsvariant Vooropleiding Propedeuse behaald Studiejaar/fase Propedeuse
Coen Burgers
Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige Propedeuse
Wim Oonk
Arno de Meijer
Majid Sammar
Stefan van de Worp
Ali Hajou
Docenten
Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige
58/65
Gegevens Directeur Directeur Voorzitter curriculumgroep Voorzitter kwaliteitszorgcommissie Aanspreekpunt BI Deeltijd VWO Ja 2e jaar Deeltijd MBO Ja 3e jaars Voltijd MBO Ja 4e jaars, afstudeerder Voltijd MBO Neen 1e jaars Voltijd HAVO Ja 3e jaars Voltijd MBO Ja 3e jaars - Embedded Applications - Propedeuse project - Design E-business - Automate a Process Control - Business Intelligence - Ja - Beheer Han Online - Databases & Applications - ICT Infrastructure - Propedeuse project - Website Development - Develop an Information System - Communicate with databases - Begeleiding projectgroepen diverse minoren - Ja - Internationalisering
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Gespreksgroep
Naam Sabine Craenmehr
Ingrid van der Heijden
Emile ter Horst
Rubriek Propedeuse Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige Propedeuse Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige
Propedeuse Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige
Jan van de Vrie
René Bakker
Afgestudeerden
Mikael Engels
Propedeuse Kernsemesters Verwante semesters
Minoren Stage en afstuderen Overige Propedeuse Kernsemesters Verwante semesters Minoren Stage en afstuderen Overige Datum afstuderen Titel afstudeeropdracht
Onno Thijssen
Opleidingsvariant Datum afstuderen Titel afstudeeropdracht
Kees Brinkman
Opleidingsvariant Datum afstuderen Titel afstudeeropdracht
Opleidingsvariant
Gegevens - Begeleiding projectgroepen - Begeleiding projectgroepen - Begeleiding projectgroepen - N.v.t. - N.v.t. - Beroepsvaardigheden alle niveaus - N.v.t. - N.v.t. - N.v.t. - N.v.t. - Ja - Kernteam studieloopbaan begeleiding - Decanaat - N.v.t. - Align Business & ICT - Communicate with databases - Create a Rich Internet Application - Information Management - Ja - Deeltijd support team - Deeltijd project - Game - N.v.t. - Ambient Intelligence - Develop a Distributed OO Application - N.v.t. - N.v.t. - Secretaris Examencommissie - N.v.t. - N.v.t. - N.v.t. - Information Maganagement (workshop web 2.0) - Ja - Lector Networked Applications Januari 2010 Analyseren en ontwerpen GGN Importstraat Deeltijd Juni 2009 Procesoptimalisatie kwaliteitssysteem Pride binnen de divisie Infrastructure Services Voltijd Januari 2009 Opstellen requirements voor het Requirements Management Plan binnen Endeavour Voltijd
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
59/65
Gespreksgroep
Naam Rian Willems
Werkveld
Kees Kranenburg
Opleidingsvariant Organisatie Rol bij ICA
Martijn Vlietstra
Organisatie Rol bij ICA
Edwin Huygens
Organisatie Rol bij ICA Organisatie Rol bij ICA
Frans Smolders
Marieke Keurntjes
60/65
Rubriek Datum afstuderen Titel afstudeeropdracht
Organisatie Rol bij ICA
Gegevens Januari 2010 Ontwikkeling van een implementatietraject voor de Spuitgieterijen branche Voltijd Atos Origin • Lid Raad van Advies • Ex-lid Beroepenveldcommissie • Gecommitteerde Logica • Lid Beroepenveldcommissie • Gecommitteerde • Afstudeerbegeleider Logica • Gecommitteerde Alysis Zorggroep • Lid Beroepenveldcommissie • Afstudeerbegeleider Info Support • Afstudeerbegeleider
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 4
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Verplichte items visitatiedocumenten Bron: © NQA-Protocol 2010 bestaande bacheloropleiding,versie 1.0 29/40 Beleidsdocumenten op opleidings- en hogeschoolniveau waaruit in kwalitatieve en kwantitatieve zin blijkt hoe in de afgelopen jaren aan de opleiding gestalte is gegeven en welk beleid de opleiding de komende jaren voor ogen heeft.
Naam document SPH
Vorm
ICA Opleidingsstatuut 2009-2010 HAN kwaliteitszorgkader Bachelor 2007 HAN chassis, 2006 Weet wat ICA =, Organisatiehandboek, 2009 Herkansingsregeling 2009-2010 Een toetskader voor ICA, november 2006 Toetsbeleidsplan: Competentietoetsing binnen het domein ICT en Communicatie, maart 2005 Kwaliteitszorgplan 2009 november Personeelsbeleidsplan Informatica Communicatie Academie, 2009 Personeelsplan 2008-2012
Hardcopy
Onderwijsbeleid en toetsbeleid.
ICA Opleidingsstatuut 2009-2010 HAN chassis, 2006 Een toetskader voor ICA, november 2006 Toetsbeleidsplan: Competentietoetsing binnen het domein ICT en Communicatie, maart 2005
Hardcopy
Studiemateriaal, zoals: Readers/syllabi (selectie) Moduleboeken en handleidingen of studiewijzers (compleet overzicht), (Stage- en afstudeer)handleidingen Literatuurlijst en boekenlijst + selectie van boeken (onderscheiden in verplicht en aanbevolen) Projectopdrachten (selectie). Een representatieve set van gemaakte toetsen (inclusief beoordelingen en feedback): Toetsen Opdrachten Portfolio’s en assessments Stageverslagen Projectverslagen.
Bundeling van studiemateriaal opleiding BI
Hardcopy
Bundeling van toetsproducten opleiding BI
Hardcopy
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
61/65
Verplichte items visitatiedocumenten Bron: © NQA-Protocol 2010 bestaande bacheloropleiding,versie 1.0 29/40 Personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren, scholingsplan).
Naam document SPH
Vorm
Personeelsbeleidsplan Informatica Communicatie Academie, 2009 Personeelsplan 2008-2012 Professionalisering binnen ICA, 2007 Documenten R&O cyclus Weet wat ICA =, Organisatiehandboek, 2009 Teamportfolio formulier
Hardcopy
Informatie over het interne kwaliteitszorgsysteem: Beleid, overzicht van evaluatieinstrumenten, streefcijfers Recente evaluatierapporten (zowel intern als extern, inclusief de meetinstrumenten en de analyses) van aspecten van het onderwijs, zoals verslagen van gecommitteerden, evaluaties onder studenten en docenten, module-evaluaties, studententevredenheidsonderzoek, uitkomsten en analyses van evaluaties en verbeteractiviteiten.
Kwaliteitszorgplan 2009 november Evaluaties klassenonderzoek mei 2009 Notulen projectleidersoverleg RMA-2, RMA-3 Exit-analyse 2007-2008 Exit-analyse 2008-2009 Voorbeelden afspraken Onderwijsteams HAN kwaliteitszorgkader Bachelor 2007 Jaarverslagen onderwijsteams Analyse BI-rapport 2004 MTO 2009 STO 2009 Voorbeeld nieuwsbrief
Hardcopy
Samenstelling van relevante overlegorganen (opleidingscommissie, werkveldadviescommissie, examencommissie, stafoverleg, e.a.) statuten/reglementen en /notulen van de overlegorganen. Overzicht van externe contacten en aard van die contacten.
Samenstelling van relevante overlegorganen, statuten/reglementen en /notulen van de overlegorganen.
Hardcopy
Overzicht van externe contacten opleiding BI
Hardcopy
Afstudeerproducten inclusief beoordelingen voor zo ver aanvullend op de reeds toegestuurde documenten, portfolio’s, stagewerkstukken/-verslagen of andere producten. De meest recente voorlichtingsbrochure en overig relevant voorlichtingsmateriaal. Alle overige documenten waar de opleiding in het zelfevaluatierapport naar verwijst.
Bundeling van (afstudeer)producten (voor zover niet reeds in bezit)
Hardcopy
Het meest recente voorlichtingsmateriaal.
Hardcopy
Bundeling bewijsdocumenten Zelfevaluatierapport (Overzicht 4/4)
Hardcopy
62/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Algemene bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT (de hbo-kernkwalificaties toegepast op de Bachelor of ICT) A1
Brede professionalisering Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving. Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van feedback en zelfreflectie. Kan (recente wetenschappelijke) kennis en inzichten toepassen in verschillende beroepssituaties. Is ondernemend, toont initiatief en durft risico te nemen. Is toegerust met actuele kennis die aansluit op recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. Is resultaatgericht en stressbestendig bij kritische beroepssituaties.
A2
Multidisciplinaire integratie Is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillende disciplines van het beroepenveld. Kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen als ict’er.
A3
(Wetenschappelijke) toepassing Kan (recente wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. Kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen.
A4
Transfer en brede inzetbaarheid Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan ict-professionals en aan andere professionals binnen een organisatie.
A5
Creativiteit en complexiteit in handelen Kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, analyseren. Komt met ideeën voor oplossingen. Is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden van ‘nieuwe’ media, en denkt vanuit de gebruiker.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
63/65
A6
Probleemgericht werken Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een (complexe) praktijksituatie of bij het uitvoeren van het beroep van ict’er. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past zinvolle (nieuwe) oplossingstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen.
A7
Methodisch en reflectief denken en handelen Kan in een (multidisciplinaire) omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. Stelt realistische doelen. Stelt projectplannen op. Kan een projectplan beoordelen op inhoudelijke, financiële en organisatorische gronden. Voert werkzaamheden van het project uit volgens de geselecteerde methoden en technieken. Reflecteert op het (beroepsmatig) handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie.
A8
Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. Kan luisteren naar de inbreng van een ander. Heeft een eigen inbreng. Reflecteert op eigen gedrag. Kan conflicten hanteren. Kan vakliteratuur in de Nederlandse en de Engelse taal lezen. Kan een verslag of rapport opstellen conform de richtlijnen.
A9
Basiskwalificering voor managementfuncties Kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren. Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden. Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. Kan werk verdelen en delegeren binnen een project.
A10 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. Is betrokken bij haar of zijn taakstelling, kwaliteitsgericht, prestatiegericht en gericht op dienstverlening.
64/65
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
Specifieke bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT B1
Analyseren Voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving. Stelt functionele specificaties op.
B2
Adviseren Formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ict-systeem. Betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid en risico’s en mogelijkheden voor outsourcing.
B3
Ontwerpen Ontwerpt een ict-systeem op basis van een architectuurbeschrijving en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer.
B4
Realiseren Bouwt en implementeert een ict-systeem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer.
B5
Beheren Geeft vorm aan de exploitatie en het beheer van ict-systemen. Zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw (e release van een) ict-systeem. Verleent diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement ) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van ict-systemen.
© NQA – HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica
65/65