LOI © Certiked
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
HEAO Fiscale Economie LOI Hogeschool CROHO registratie 34409 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 11 december 2003 en 25 juni 2004
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................4 Bijlage 1: Samenstelling visitatieteam ....................................................................................................24 Bijlage 2: Programma..............................................................................................................................25 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ............................................................................................27 Bijlage 4: Documenten ............................................................................................................................40 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................41
De verantwoordelijke teamleider: ir. R.S. Kloosterman
Certiked 24 november 2004
Pagina 1 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Identificatie LOI Hogeschool Postbus 4200, 2350 CA Leiderdorp Leidsedreef 2, 2352 BA Leiderdorp Telefoon 071 54 51 258 Website: www.loi.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: mr. M.J. Kuipers Kwaliteitscoördinator: T.F. Steffens
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • LOI Hogeschool • HEAO-opleiding Fiscale Economie Bachelor • Deeltijd • Locatie Leiderdorp (afstandsonderwijs) Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader, daterende uit februari 2003 adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: ir. R.S. Kloosterman Extern deskundige: mr. S.F.J.J. Schenk Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren (ook als studentlid)
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding. Deze zelfevaluatie alsmede de bijlagen daarbij bleek een goede basis voor de visitatie. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 11 december 2003 en op 25 juni 2004 heeft de tweede visitatiedag plaatsgevonden. Na de beoordeling van enkele aanvullende documenten is op 16 november 2004 het rapport toegezonden aan het management van de opleiding. Op 16 november 2004 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot het onderhavige definitieve rapport. In de aanloop naar de visitatie is er viermaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden alle het karakter van kennismaking, voorlichting en planning.
Pagina 2 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Managementsamenvatting Op 11 december 2003 en 25 juni 2004 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding HEAO Fiscale Economie van de LOI Hogeschool. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO beoordelingskader. De LOI Hogeschool is een hogeschool, die opleidingen verzorgt op een uiteenlopend gebied, waaronder economie, informatica, marketing & sales en management. Daarnaast biedt de LOI Hogeschool ook postHBO-opleidingen aan. Er studeren in totaal ruim 20.000 studenten aan de LOI Hogeschool, die daarmee tot de grote hogescholen in Nederland behoort. De LOI Hogeschool verzorgt afstandsonderwijs. Dat wil zeggen dat de studenten onafhankelijk van plaats, tijd en studietempo de opleidingen kunnen volgen. Belangrijke pijlers van de LOI Hogeschool zijn de kwaliteit van de leerstof, de begeleiding van de studenten door de docent en innovatie van het onderwijs. De leerstof wordt samengesteld door inhoudsdeskundigen op het betreffende vakgebied, waarbij de Hogeschool veel aandacht besteedt aan de didactisering van de lesstof, juist met het oog op het afstandsonderwijs. De begeleiding van de studenten vindt plaats door de docent in de vorm van correctie van en commentaar op de ingezonden huiswerkopgaven van de student. De student heeft daarnaast de mogelijkheid additionele vragen aan de docent te stellen. De interactie tussen de student en de docent vindt plaats via de gewone post en in toenemende mate via de digitale leeromgeving van de Hogeschool. De innovatie van het onderwijs komt tot uiting in het hebben en ontwikkelen van de digitale leeromgeving, LOI Campus Pro. Deze leeromgeving biedt de student het overzicht over de opleiding, inzicht in de eigen vorderingen en mogelijkheden tot overleg met de docent en met medestudenten. De opleiding HEAO Fiscale Economie is begin 1998 van start gegaan. Door de jaren heen zijn er in het programma van de opleiding aanpassingen gedaan, mede om de opleiding actueel te houden. De laatste fundamentele inhoudelijke wijziging van het curriculum dateert uit 2000. Het aantal studenten bedraagt in totaal tussen de 300 en 400. Per jaar schrijven zich nu ongeveer 100 studenten voor de opleiding in. Er zijn nog geen afgestudeerden uit het nieuwe, sedert 2000 bestaande programma maar wel uit oudere programma’s. De zelfevaluatie die de opleiding heeft geschreven had een goed niveau en bood het visitatieteam voldoende basis om mede aan de hand daarvan de opleiding te beoordelen. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat de onderwerpen van het NVAO beoordelingskader Doelstellingen, Programma, Docenten, Voorzieningen, Kwaliteit en Resultaten voldoende zijn. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de opleiding HEAO Fiscale Economie van de LOI Hogeschool het geheel van het NVAO Beoordelingskader adequaat afdekt.
Pagina 3 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Pagina 4 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen: de eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
•
De eindkwalificaties van de opleiding HEAO Fiscale Economie zijn afgeleid van het rapport De Belastingkundige, het Beroeps- en opleidingsprofiel voor de HBO-opleiding Fiscale Economie uit februari 1998. Dit profiel is opgesteld door het Landelijk Overleg Fiscale Economie (LOFE), dat bestaat uit vertegenwoordigers van de HES Amsterdam, HEAO Arnhem, Fontys Hogescholen, Hogeschool Enschede en Hanze Hogeschool Groningen en is tot stand gekomen met medewerking van de Open Universiteit. Qua terminologie zijn de begrippen belastingkundige en fiscaal econoom overigens synoniem. Het Beroeps- en opleidingsprofiel is voorgelegd aan vertegenwoordigers van het afnemende beroepenveld. De vertegenwoordigers waren van organisaties als Deloitte & Touche, Ministerie van Financiën, Nederlandse Federatie Belastingadviseurs, Federatie Financiële Planners, ABN-Amro Bank, ING Bank en Coopers & Lybrand. Zij hebben het Beroeps- en opleidingsprofiel vanuit de beroepspraktijk gevalideerd. Vanuit de opgenomen functies zijn in het Beroeps- en opleidingsprofiel de beroepskwalificaties in termen van beroepsspecifieke, algemene, reflectieve en ondersteunende deskundigheden onder woorden gebracht. Op grond van deze zijn opleidingskwalificaties geformuleerd. Deze vallen uiteen in kenniskwalificaties, algemene kwalificaties, inzicht en handelingen en gedrag. De kenniskwalificaties geven een beeld van de fiscale, juridische, economische en organisatorische kennis waarover de beginnend beroepsbeoefenaar moet beschikken. De algemene kwalificaties zijn cognitieve, sociale en conatieve vaardigheden en de persoonlijke en loopbaanontwikkeling. Inzicht heeft betrekking op het ontwikkelen van zelfkennis en zelfregulatie. Handelingen en gedrag vallen uiteen in integratieve of vakoverschrijdende deskundigheden, beroepshouding en ethiek, ondersteunende deskundigheden en algemene beroepskwalificaties. Op grond van deze opleidingskwalificaties zijn in het Beroeps- en opleidingsprofiel eindtermen geformuleerd. Deze eindtermen heeft de opleiding als uitgangspunt voor de eindkwalificaties genomen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de eindkwalificaties van de opleiding als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat de eindkwalificaties gebaseerd zijn op relevante externe kaders die met voldoende inbreng van de beroepspraktijk tot stand zijn gekomen.
Pagina 5 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Niveau: de eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
•
•
In het Beroeps- en opleidingsprofiel voor de HBO-opleiding Fiscale Economie van LOFE zijn beroepskwalificaties, algemene kwalificaties, inzicht en handelingen en gedrag geformuleerd. Deze kwalificaties hebben tot doel zowel de domeinspecifieke alsook de algemene kwalificaties van de opleiding af te dekken. In het Beroeps- en opleidingsprofiel is aangegeven dat kennis en inzicht nodig zijn op de fiscale, juridische, economische en organisatorische gebieden. De onderwerpen waarin deze gebieden zijn onderverdeeld, zijn vermeld in het Beroeps- en opleidingsprofiel. Per onderwerp is aangegeven op welk niveau de beginnend beroepsbeoefenaar de onderwerpen moet beheersen. Voor de fiscale onderwerpen (een tiental verschillende belastingsoorten) is dat het hoogste niveau, te weten 2 of 3. Voor de juridische kennis (privaatrecht en publiekrecht) is dat niveau 2. Voor bedrijfseconomie (bedrijfsadministratie, interne en externe verslaggeving, financieel management) is dat niveau 2 en voor het organisatorische gebied (methoden en technieken, onderzoek en projectmanagement, ondersteunende vaardigheden en buitenlandse talen) is dat niveau 2. Niveau 2 betekent dat de afgestudeerde in staat moet zijn opdrachten en vraagstukken binnen het onderwerp op te lossen, de opgedane kennis moet kunnen toepassen en blijk moet geven van ter zake doende kennis, vaardigheden, inzicht en gedrag. Op niveau 3 is de afgestudeerde in staat vraagstukken te analyseren, specialistische kennis toe te passen, kennis te integreren en daarover te rapporteren. Omdat zowel niveau 2 als 3 sterk de nadruk leggen op het toepassen van kennis en inzicht, is daarmee het kunnen toepassen daarvan ook in voldoende mate ondervangen. In het Beroeps- en opleidingsprofiel zijn de algemene kwalificaties aangegeven. Bij de cognitieve vaardigheden gaat het onder meer over de eisen informatie kunnen verwerken, bewijsmateriaal kunnen evalueren en problemen kunnen oplossen. De conatieve vaardigheden vallen uiteen in onder meer resultaatgericht handelen en de bereidheid tot veranderen. De handelingen en gedrag in het Beroeps- en opleidingsprofiel beschrijven onder meer de beroepshouding en het daarin vereiste ethische bewustzijn. Van belang is ook het vereiste de kennis op de verschillende kennisdomeinen te kunnen integreren. Daarmee is het aspect van oordeelsvorming in voldoende mate afgedekt. De sociale vaardigheden in het Beroeps- en opleidingsprofiel gaan in op het samenwerken en communiceren met anderen als een belangrijke vereiste voor de opleidingskwalificaties. Op andere plaatsen in het profiel, binnen andere kwalificaties, wordt ook gerefereerd aan de communicatieve vaardigheden. In het Beroeps- en opleidingsprofiel zijn in de algemene kwalificaties de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling in de loopbaan opgenomen. Daaronder vallen het zichzelf kunnen evalueren en het hebben van een helder beeld van waarden. Het onderdeel inzicht heeft betrekking op het ontwikkelen van zelfkennis en zelfregulatie. Daarmee zijn de leervaardigheden voldoende in de eindkwalificaties terug te vinden.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen het HBO-bachelorniveau van de eindkwalificaties als voldoende: de vijf Dublin Descriptoren voor de HBO-bachelor komen adequaat aan de orde in de doelen van de opleiding.
Pagina 6 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Oriëntatie HBO: de eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Oriëntatie HBO: een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
In het Beroeps- en opleidingsprofiel van de HBO-opleiding Fiscale Economie wordt uitgegaan van een brede functie van de afgestudeerde. Dat betekent dat de afgestudeerde van de opleiding HEAO Fiscale Economie in een veelheid van functies werkzaam kan zijn, waar deze kennis en inzichten worden vereist. De eindkwalificaties van de opleiding kennen dan ook zowel in de kennisdomeinen als ten aanzien van de meer algemene kwalificaties een groot aantal verschillende eisen. Dat komt mede tot uitdrukking in de eisen op fiscaal, juridisch, economisch en organisatorisch gebied en de integratie daarvan. Volgens het Beroeps- en opleidingsprofiel is de fiscaal econoom of belastingkundige een breed opgeleide beroepsbeoefenaar die wordt opgeleid tot functies in de publieke sector (klantmanager, kantoor- en veldtoetsspecialist bij de Belastingdienst, ambtenaar bij lagere overheden), in de zakelijke financiële dienstverlening (accountmanager in bank- en verzekeringswezen, pensioen-, hypotheek- en beleggingsadviseur) en bij zakelijke dienstverlening (notariaat, accountancy, grote ondernemingen met fiscale afdelingen). Een aantal van deze functies is bij wijze van voorbeeld uitgewerkt. Het Beroeps- en opleidingsprofiel benoemt expliciet de kwalificaties als degene die gelden voor de beginnend beroepsbeoefenaar. Het profiel maakt een duidelijk onderscheid tussen de functies van de beginnend beroepsbeoefenaar, waartoe de opleiding opleidt, en de functies die later kunnen worden bereikt. Voor de verdere ontwikkeling van de belastingkundige ligt de weg open naar een universitaire vervolgstudie, de mogelijkheid na een vervolgopleiding gecertificeerd te worden door de Federatie Belastingacademie en zich te ontwikkelen op het gebied van financiële planning in de banken verzekeringsbranche.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de HBO-oriëntatie van de eindkwalificaties als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat de eindkwalificaties zijn ontleend aan het beroepenveld en dat zij zich richten op de beginnend beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau.
Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Doelstellingen als voldoende. De opleiding is geënt op eindkwalificaties die aansluiten bij de eisen van het vak, de beroepspraktijk en het bachelorniveau.
Pagina 7 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Programma Eisen HBO: kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
• •
•
•
De module Belastingrecht (propedeuse, 12 ECTS) geeft een goed overzicht van de verschillende belastingsoorten die in de hoofdfase met een grotere mate van diepgang aan de orde komen. De fiscale modulen in de hoofdfase, IB (niet winst), LB en OB (hoofdfase, 13 ECTS) en IB (winst), Vpb, successierechten en overige belastingen (hoofdfase, 15 ECTS) bieden naast kennis op fiscaal gebied ook vaardigheden voor de student. De geboden lesstof is actueel, volledig en voldoende op de praktijk gericht. De modulen bieden informatie waarmee de student aangiften van verschillende belastingsoorten, zoals inkomstenbelasting kan opstellen. Alle in het Beroeps- en opleidingsprofiel genoemde fiscale onderwerpen komen in de modulen aan de orde. De module Sociaal recht (propedeuse, 4 ECTS) is een inleiding op sociaal zekerheidsrecht en op civielrechtelijk arbeidsrecht. De modulen Privaatrecht (hoofdfase, 10 ECTS) en Publiekrecht (3 ECTS) bieden voldoende inzicht op juridisch gebied om de inhoud van de fiscale modulen beter te kunnen toepassen. De modulen die betrekking hebben op bedrijfseconomische onderwerpen, waaronder Inleiding Bedrijfseconomie (propedeuse, 11 ECTS), Middle management (hoofdfase, 17 ECTS), Inleiding Bestuurlijke informatievoorziening (hoofdfase, 10 ECTS) en Externe verslaggeving (hoofdfase, 10 ECTS) geven een volledig beeld van de huidige stand van zaken op dat gebied. Alle auteurs van lesmateriaal en docenten zijn extern. Zij zijn bijna allemaal werkzaam binnen hun vakgebied naast hun docent- of auteurschap bij de opleiding. Veel docenten en auteurs leveren commentaar op aspecten van de opleiding als actualiteit en relatie met de beroepspraktijk. Bij het lesmateriaal dat de auteur schrijft, is de praktijkgerichtheid een toetsingscriterium. Dat criterium komt onder meer tot uitdrukking in de mate waarin en de wijze waarop casussen zijn beschreven. Het lesmateriaal wordt door een beoordelaar gecontroleerd op de theoretische en praktische vakinhoud en actualiteit. De opleiding werkt met vakdeskundigen en marktverkenners. Deze externe medewerkers nemen ontwikkelingen op het vakgebied waar en beoordelen deze ontwikkelingen. Ze kijken naar de actualiteit van de opleiding, ontwikkelingen in het beroepenveld en de aansluiting bij de beroepspraktijk. Ze brengen hun bevindingen ter kennis aan de studieleiding van de opleiding. Deze besluit in voorkomende gevallen tot aanpassing van de opleiding. Het in de opleiding gebruikte studiemateriaal heeft een voldoende actuele inhoud. De inhoud van het lesmateriaal omvat de relevante onderwerpen en sluit goed bij de actualiteit aan. Op de snel veranderende regelgeving op fiscaal en juridisch vlak speelt de opleiding in door minstens eenmaal per jaar de inhoud van de betreffende modulen aan te passen. In urgente situaties gebeurt dat ook tussendoor. De studenten hebben via de LOI-website toegang tot de Kluwer nieuwsbrief, waardoor ze op de hoogte kunnen blijven van de actuele berichtgeving op fiscaal gebied.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam:
Pagina 8 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de HBO-eisen als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat het programma gebruik maakt van theoretisch voldoende lesmateriaal, dat actueel is en in voldoende mate aansluit bij de beroepspraktijk.
Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma: het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
•
De kenniskwalificaties in het Beroeps- en opleidingsprofiel voor de HBO-opleiding Fiscale Economie worden in voldoende mate weerspiegeld in het curriculum. Het Beroeps- en opleidingsprofiel geeft een bepaalde verdeling aan van het curriculum over de onderwerpen. Het fiscale onderwerp dient 30% van de verplichte 70% te omvatten, wat overeenkomt met 21% van het curriculum. De fiscale modulen beslaan 40 ECTS en in de stage en de afstudeeropdracht komt nog eens minimaal 25 ECTS, zijnde de helft van stage en afstudeeropdracht, aan fiscale onderwerpen aan bod. Dat betekent dat minimaal 27% (65 ECTS) van het curriculum aan het fiscale domein is gewijd. Het is conform de OER over het tijdvak 2004/2005 een eis van de opleiding dat de afstudeerscriptie over een fiscaal onderwerp moet gaan. Dat draagt mede bij aan het bereiken van de gevraagde 21% van het curriculum. Het juridisch domein moet 7% van het curriculum omvatten. Met 17 ECTS voor de verschillende juridische vakken is dit in het programma voldoende afgedekt. Het economische domein is met veel modulen op dat gebied met in totaal 94 ECTS vertegenwoordigd. Het domein dient 21% van het totale curriculum te omvatten en dat wordt ruimschoots gerealiseerd. Het organisatorische domein moet om en nabij de 15% omvatten. Modulen als Inleiding statistiek, delen van Middle management en Engels tellen op tot ongeveer 35 ECTS, wat bij benadering 15% van het curriculum is. De algemene kwalificaties in het Beroeps- en opleidingsprofiel zijn van cognitieve, sociale en conatieve aard. Ze hebben betrekking op onder meer de probleemoplossende en oordeelsvormende aspecten. In de modulen wordt in de opgaven en cases van de studenten gevraagd om tot oordeelsvorming op grond van de verwerking van aangeboden informatie te komen. De stage en de afstudeerscriptie stellen als vereiste dat de student op adequate wijze informatie verzamelt en van daaruit tot een beargumenteerd oordeel komt. De sociale vaardigheden komen aan de orde in de module Communicatie en maatschappelijke vorming (propedeuse, 6 ECTS) en bij het schrijven van de afstudeerscriptie. Het onderdeel inzicht binnen het Beroeps- en opleidingsprofiel vereist met name zelfkennis en leervaardigheden. De opgaven en cases die binnen de modulen worden gevraagd, dragen tijdens de studie bij aan het opdoen van zelfwerkzaamheid en leervaardigheden. Het karakter van het afstandsonderwijs van de opleiding draagt ook bij aan het ontwikkelen van de leervaardigheden van de student. Het element van handelingen en gedrag in het Beroeps- en opleidingsprofiel heeft betrekking op onder meer de integratie van de kennis uit de verschillende kennisdomeinen en het opdoen van ondersteunende deskundigheden. De integratie van de kennis uit domeinen vindt plaats in de stage en de afstudeerscriptie. De ondersteunende deskundigheden bevinden zich in de modulen Computervaardigheden (propedeuse, 6 ECTS) en Engels (hoofdfase, 17 ECTS).
Pagina 9 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de relatie tussen doelstellingen en programma als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat het curriculum in voldoende mate de afspiegeling is van het eindkwalificaties.
Samenhang programma: studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
• •
Het programma bestaat uit een propedeutisch jaar en een hoofdfase. De propedeuse heeft een breed en oriënterend karakter. De modulen in de propedeuse geven een goed beeld van de inhoud van de verschillende aspecten van de opleiding, omdat alle kennisdomeinen aan de orde komen. Dat komt met name tot uitdrukking in de module Belastingrecht (12 ECTS) voor het fiscale domein, de module Sociaal recht (3 ECTS) voor het juridische gebied, de modulen Inleiding Bedrijfseconomie (11 ECTS) en Inleiding Bedrijfsadministratie (11 ECTS) voor de economische onderwerpen en de module Inleiding statistiek voor het organisatorische gebied. De modulen in de hoofdfase behandelen de vakgebieden en onderwerpen die voor de beginnend beroepsbeoefenaar relevant zijn. Dat gebeurt door in de verschillende modulen dieper en in meer detail in te gaan op de onderwerpen die in de propedeuse aan de orde zijn geweest. Met name de juridische modulen in de hoofdfase ondersteunen het begrip van de fiscale modulen, omdat deze juridische kennis de toepassing van fiscale kennis en inzicht begrijpelijker en productiever maakt. Bij de afstudeeropdracht wordt van de studenten gevraagd tot een complexere behandeling en toepassing van de leerstof te komen. In de afstudeeropdracht is sprake van een integrerende benadering en oplossing van een probleemstelling. De opleiding laat een geleidelijke opbouw van complexiteit zien, waarbij onderwerpen meerdere malen en dan op verschillende niveaus aan de orde komen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de samenhang in het curriculum als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat de propedeuse een goed inleidend beeld van de opleiding biedt, dat modulen op een evenwichtige wijze samenhangen, een adequate verdeling over de onderwerpen laten zien en qua diepgang logisch opklimmen.
Studielast: het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
In de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding zijn de eindtermen van de modulen waaruit de opleiding bestaat helder en concreet opgesomd.
Pagina 10 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
• • • •
De termijn voor het inzenden van de correctie van inzendopgaven wordt bewaakt. De interne norm voor het inzenden is 2 tot 3 dagen per e-mail en 5 dagen per post. Deze normen worden overigens niet naar buiten gebracht. Er komen geen klachten binnen van studenten over de inzendtermijnen. Er is een termijn gesteld door de opleiding waarbinnen de examenuitslag bij de studenten moet zijn. Deze termijn is maximaal 3 maanden. Gewoonlijk gebeurt het sneller: om en nabij 6 weken. Studenten zijn in de gelegenheid om vooraf aan een hoofdstuk van een module een assessment via Campus Pro te doorlopen. Als de uitslag van het assessment meer dan 85% goed is, krijgt de student het advies het hoofdstuk over te slaan. Het aantal examenmomenten per module is twee per jaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studeerbaarheid van het programma als voldoende.
Instroom: het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • • • •
Studenten met HAVO, VWO en MBO-4 worden tot de opleiding toegelaten. Studenten die ouder dan 21 jaar zijn en relevante kennis en/of ervaring hebben opgedaan, worden ook tot de opleiding toegelaten. De opleiding beziet middels de toetsingcommissie of de kennis en ervaring voldoende zijn om toegelaten te worden. Bij de toelating kijkt de opleiding wel of de student in een relevante werkomgeving werkzaam is. Het niet aanwezig zijn daarvan leidt niet tot een negatief advies bij het begin van de opleiding. Mogelijke vrijstellingen op grond van EVC’s (extern verworven credits) staan in de studiegids van de opleiding aangegeven. De toetsingscommissie verleent deze vrijstelling na bestudering van het verzoek daartoe. De propedeuse van de opleiding is voldoende breed en oriënterend dat de instromende student met de genoemde instroomkwalificaties de aansluiting met dit programma kan maken.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de aansluiting met de instroomkwalificaties als voldoende.
Duur: de opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
De omvang van het curriculum bedraagt in totaal 240 ECTS, waarvan 60 ECTS voor de propedeuse en 180 ECTS voor de hoofdfase.
Pagina 11 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
• •
Het gemiddelde aantal studie-uren bedraagt 15 tot 20 per week. Dat in het aantal studie-uren van 15 tot 20 per week toch de beoogde 240 ECTS kunnen worden gerealiseerd, hangt samen met het concurrency-beginsel. Dat wil zeggen dat de student, die aan deze opleiding studeert, werkzaam is in een werkomgeving waar hij of zij de opgedane kennis kan toepassen. Hierdoor kunnen de studie-uren tot het aangegeven aantal beperkt blijven.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studieduur als voldoende.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud: het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen van het visitatieteam: •
• • • • •
Het didactisch concept is geënt op het afstandsonderwijs. Dat houdt in dat de opleiding veel aandacht besteedt aan de didactisering van het lesmateriaal en de opgaven die de studenten als huiswerk inzenden. Het lesmateriaal geeft niet alleen de vakinhoud maar ook de uitleg over de toepassing daarvan, zodat de student zich de lesstof eigen kan maken. In het lesmateriaal zijn na elke les opgaven opgenomen die de studenten kunnen gebruiken om zelf hun vorderingen te toetsen. Ook zijn inzendopgaven opgenomen die door de docent kunnen worden gecorrigeerd. Het lesmateriaal dat de auteur schrijft, wordt voorafgegaan door een proefhoofdstuk. Dat wordt gecontroleerd door een redacteur op taalkundige aspecten en didactiek. De opleiding beschikt over een uitgebreid en uitgewerkt arsenaal aan instructies die aan auteurs worden overlegd om lesmateriaal te schrijven. Deze instructies vormen de didactische basis voor het schrijven van lesmateriaal. De opleiding heeft voldoende mechanismen om te bewaken dat de auteurs zich aan de instructies houden. De opleiding houdt dat bij via beoordelaars en redacteurs. De docenten werken voor hun correctiewerk met model-uitwerkingen. De kwaliteit van het correctiewerk door docenten wordt steekproefsgewijze bekeken door een beoordelaar. Als dat werk onvoldoende blijkt te zijn, neemt de afdeling Organisatie Opleidingen contact op met de docent om tot verbetering te komen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft waardering voor de mate waarin het afstandsconcept is toegepast op het curriculum. De lesmaterialen zijn goed gedidactiseerd. Daarbinnen is er een voldoende afwisseling van werkvormen (lesmateriaal met verschillende typen van vraagstellingen, verschillende opdrachtvormen). Op grond van deze bevindingen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Pagina 12 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Beoordeling en toetsing: door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen van het visitatieteam: •
•
•
•
•
Een aantal modulen wordt via extern gelegitimeerde examens getoetst. Het betreft alle fiscale en juridische modulen in de hoofdfase voor een totaal van 41 ECTS. Daarnaast worden de modulen op bedrijfs- en algemeen economisch gebied extern geëxamineerd. Het gaat daarbij om een totaal van 99 ECTS. De module Middle management (hoofdfase, 17 ECTS) wordt afgesloten met het NEMASexamen. Tot slot leidt ook de module Engels op (hoofdfase, 17 ECTS) voor het externe examen Certificate in Advanced English. Daarmee komt het aantal extern geëxamineerde modulen op 157 ECTS, dat is bijna 2/3 van het gehele curriculum. De extern gelegitimeerde examens op fiscaal en juridisch gebied worden geëxamineerd door het College Belastingadviseurs. Deze examens leiden samen op tot het diploma Belastingconsulent van het College Belastingadviseurs. Het niveau van de examens is geen HBO bachelorniveau maar eerder MBO- casu quo MBO-plusniveau. De opleiding heeft mede om die reden als extra eis gesteld dat de studenten opdrachten op fiscaal gebied maken, die zich qua complexiteit en oordeelsvorming wel op HBO-bachelorniveau bevinden. Deze zogenoemde fiscale casuïstiek blijkt zich bij bestudering van de inhoud en het niveau op het gewenste peil te bevinden. Verder wordt het examen Privaatrecht afgenomen op SPD-niveau. De examens op economisch en organisatorisch gebied bevinden zich op het niveau van MBA voor de propedeuse-modulen en op het niveau van SPD (de modules Bedrijfscalculatie en Algemene economie) en NEMAS (de module Middle management) voor de modulen in de hoofdfase. Het niveau van deze examens is adequaat. Dat geldt ook voor het externe examen voor de module Engels en voor de module Inleiding bestuurlijke informatievoorziening. Het niveau van de afstudeerscripties is voldoende. De eisen die aan de afstudeeropdracht worden gesteld in termen van probleemstelling, analyse, onderzoek, reflectie op het resultaat en conclusies, worden in de afstudeerscripties in voldoende mate weerspiegeld. Wel stelt Certiked dat, in gesprekken met docenten die optreden als afstudeerbegeleider, er een verschillende opvatting lijkt te heersen over de mate van betrokkenheid bij het afstuderen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de toetsing als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat niet alle extern gelegitimeerde examens aan de maat zijn maar de opleiding heeft dat adequaat ondervangen door het voldoende maken van additionele opdrachten op HBO-bachelorniveau als eis te stellen. De afstudeerscripties zijn van voldoende niveau. Tenslotte heeft de keuze voor externe legitimering als positief effect voor de studenten dat zij algemeen erkende (deel)diploma’s krijgen.
Beoordeling van het onderwerp Programma De opleiding heeft een adequaat programma opgesteld, waarin de leerdoelen die bereikt dienen te worden, op samenhangende wijze gedoceerd worden. Certiked heeft waardering voor de manier waarop het afstandsonderwijsconcept in deze opleiding is doorgevoerd. De extern gelegitimeerde examinering levert voor de studenten een extra stimulans vanwege het verkrijgen van extern gewaardeerde certificaten. Op grond daarvan beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Programma als voldoende.
Pagina 13 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Inzet van personeel Eisen HBO. Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • •
• • • •
• •
De (externe) medewerkers die met het onderwijs belast zijn, hebben als functie: auteur, beoordelaar, redacteur, docent, examinator, scriptiebegeleider, vakdeskundige en marktverkenner. De auteurs stellen het lesmateriaal samen op grond van auteursinstructies. De beoordelaars kijken het werk van de auteurs na op vakinhoud en didactiek. De redacteurs kijken het lesmateriaal na op schrijfstijl en didactiek. De docenten begeleiden de studenten tijdens het leerproces. De examinatoren kijkt de examens van de studenten na. De scriptiebegeleiders ondersteunen studenten bij het schrijven van zijn afstudeerscriptie. De vakdeskundigen en marktverkenners gaan namens de instelling na of de inhoud conform de ontwikkelingen op het vakgebied en beroepenveld is. Alle personen die één of meer functies in het geven van onderwijs hebben, zijn opgenomen in de Externe Relatie Database (ERD) van de opleiding. In de selectiecriteria voor auteurs, docenten, beoordelaars en redacteurs zijn de eisen ten aanzien van ervaring in de beroepspraktijk expliciet opgenomen. Additionele eisen over de beroepservaring van examinatoren, scriptiebegeleiders, vakdeskundigen en marktverkenners heeft het visitatieteam niet aangetroffen. De opleiding beoordeelt alle personen die een functie hebben als boven bedoeld, bij hun sollicitatie op basis van hun ervaring in de beroepspraktijk. Zij worden dan opgenomen in de ERD. Bij het voornemen tot het verstrekken van een opdracht om onderwijs te verzorgen, volgt een controle van het c.v. op onder meer praktijkervaring. Ook voert de projectleider of business-unitmanager een gesprek met de sollicitant. Ook in dat gesprek is de praktijkervaring één van de toetsingscriteria. Relevante opmerkingen in termen van sterke en zwakke kanten over een persoon die optreedt in één van de functies worden opgenomen in de ERD. Uit de c.v.’s van auteurs en docenten blijkt het aspect van beroepservaring in voldoende mate.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de eisen HBO ten aanzien van het personeel als voldoende.
Kwantiteit personeel: er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
Op basis van de ERD beschikt de opleiding over een overzicht van alle personen die geschikt zijn voor één of meer van de functies voor het geven van onderwijs. Als een opdracht voor een bepaalde functie open staat, raadplegen de projectleiders en business-unitmanagers van de opleiding de ERD om een kandidaat te vinden. De opmerkingen in de ERD geven een aanwijzing bij de keuze. Aan het ontwikkelen van lesmateriaal gaat een projectplan vooraf, waarin projectfasen zijn onderscheiden. In de eerste fase, die van de projectopzet, staan onder andere de afspraken rond de
Pagina 14 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
• •
beoogde productie en planning van de werkzaamheden. Het waarborgen van voldoende capaciteit van auteurs en de aanlevering van materiaal door auteurs is als afgeleide daarvan vastgelegd. De planning en de realisatie van de werkzaamheden van docenten en examinatoren zijn de verantwoordelijkheid van de afdelingen Organisatie Opleidingen en het Examenbureau. Zij zien erop toe dat de termijnen voor het corrigeren van huiswerk en examenopgaven in acht genomen worden. Bij uitval van een docent als gevolg van ziekte of anderszins wordt dat gesignaleerd en wordt een andere docent ingezet.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de kwantitatieve inzet van personeel als zijnde voldoende. Het visitatieteam komt tot dat oordeel na het inzien van de procedures rond planning en inzet van personeel en de effectuering van deze procedures.
Kwaliteit personeel: het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
•
• •
De personen die een functie ambiëren als onderwijsgevende worden zowel bij hun aanmelding als bij verstrekking van een opdracht gecontroleerd op hun theoretische en vakinhoudelijke kennis en ervaring en op hun didactische vaardigheden. Zij schrijven een proefhoofdstuk ingeval zij optreden als auteur, dat de beoordelaar nakijkt op vakinhoud en dat de redacteur nakijkt op didactiek. Ten aanzien van de organisatorische vaardigheden van onderwijsgevenden ligt de controle bij de afdeling Organisatie Opleidingen. In afstandsonderwijs is het volgens planning insturen van de correctie van huiswerkopdrachten van studenten van belang. De afdeling houdt bij of docenten dat binnen de gestelde tijd doen en maant hen, als zij over de normtijd heen gaan. Opmerkingen over regelmatige overschrijding van de geplande inlevertijd worden in de ERD vastgelegd. Een zelfde vorm van signalering van normtijden wordt gehanteerd door het Examenbureau. Ingeval van examens kijken twee examinatoren het werk van de student na en ook nog een derde, als de eerste twee een significant verschil hebben. Ook in dit geval worden overschrijdingen gesignaleerd en worden examinatoren gemaand. De c.v.’s van docenten en auteurs tonen een voldoende vakinhoudelijke en didactische ondergrond van hen aan. De studenten worden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de inhoud van de lessen en over de correctie van hun antwoorden door de docenten. Opmerkingen over auteurs en docenten worden opgenomen in de ERD. De opleiding onderneemt in voorkomende gevallen actie.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de kwaliteit van personeel als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat met name de cv’s van de docenten een voldoende vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheden blijk geven.
Beoordeling van het onderwerp Inzet van personeel
Pagina 15 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Inzet van personeel als voldoende. De opleiding stelt de relevante eisen aan docenten en auteurs en ziet op de naleving daarvan toe.
Pagina 16 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Voorzieningen Materiële voorzieningen: de huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • •
Voor het afstandsonderwijs beschikt de instelling over een voldoende capaciteit om de postale verzending te beheersen. Daarnaast stelt de instelling een digitale leeromgeving ter beschikking aan de studenten in de vorm van LOI Campus Pro. Deze leeromgeving bieden faciliteiten voor het inzenden van huiswerk, interactie met docenten en terugkrijgen van de (gemotiveerde) correcties op hun huiswerk. Telefonisch contact van studenten met de instelling vindt plaats door het customer contact center van de instelling. Deze afdeling is specifiek voor deze activiteit gecertificeerd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De mogelijkheden die de studenten geboden worden om de studie met behulp van elektronische leermiddelen uit te voeren, zijn bij de tijd en leveren meerwaarde in het realiseren van de studie. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de voorzieningen als goed.
Studiebegeleiding: de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
•
• •
Het beleid van de opleiding is gestoeld op de overweging dat studenten die voor afstandsonderwijs kiezen, zelfstandig hun studie willen doorlopen. Anderzijds wil de opleiding studenten behulpzaam zijn bij hun studie. Daar hoort bij het bieden van momenten waarop de student over het onderwerp van zijn studie kan overleggen met docenten en medestudenten. De vormen van studiebegeleiding zijn onder meer begeleiding door de docent bij het corrigeren van huiswerk, aangeven van welke antwoorden fout zijn en waarom, persoonlijk contact met docent tijdens de mondelinge lessen, assessment van kennis en ervaring door student zelf, op basis waarvan deze sommige stukken in de leerstof kan overslaan, mogelijkheid tot contact met medestudenten via Campus Pro en begeleiding tijdens en voor een stage of praktijkopdracht. Klachten van studenten over examens komen bij de examencommissie, die kan besluiten tot aanpassing van de gewraakte opgaven. De inhoud van de examens worden geëvalueerd op grond van opmerkingen van de examinatoren. De instelling heeft de volgende mechanismen om studenten bij achterblijvende resultaten daarop te attenderen: De digitale leeromgeving Campus Pro geeft studenten een signaal, wanneer ze niet tijdig hun huiswerk inzenden. Dit geldt alleen als studenten gebruik maken van Campus Pro. Dat is een toenemend aantal (minstens 70%). De instelling voert zogenaamde service calls uit naar studenten. Deze service calls vinden met een frequentie van tussen drie en zes maanden plaats.
Pagina 17 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
De docent kan de studievoortgang van de student in Campus Pro bekijken en desgewenst met de student over de voortgang communiceren. De instelling heeft het voornemen in 2004 een enquête uit te voeren onder studenten die dreigen uit te vallen. Dit voornemen is opgenomen in een actieplan.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studiebegeleiding als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp Voorzieningen Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Voorzieningen als voldoende. De overwegingen zijn, dat de materiële voorzieningen goed zijn en dat de opleiding voldoende rekening houdt met de kenmerken van de studenten in termen van hun zelfstandigheid en hun beperkte behoefte aan begeleiding.
Pagina 18 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten: de opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • •
•
De instelling is ISO 9001-gecertificeerd ten aanzien de bedrijfsprocessen die te maken hebben met het concipiëren en ontwikkelen van opleidingen en examens voor afstandsonderwijs. De relevante procedures en werkwijze instelling zijn in een kwaliteitshandboek beschreven. De opleiding kent een onafhankelijke Raad voor de Kwaliteitsbevordering die toeziet op de totstandkoming en naleving van het kwaliteitssysteem. De kwaliteit wordt op twee niveaus bewaakt, te weten enerzijds de kwaliteit van het (primaire) proces en anderzijds de kwaliteit van de producten. De streefdoelen voor de proceskwaliteit zijn ontleend aan de ISO 9001-normen. Centraal staan begrippen als kwaliteit, continuïteit, helderheid en eenvormigheid van de procedures. Het evalueren van de mate waaraan aan de normen wordt voldaan geschiedt op grond van periodieke audits. Deze vinden eenmaal per jaar plaats. De streefdoelen voor de productkwaliteit zijn integraal ontleend aan het beoordelingskader van de NVAO. De vier stappen in het proces om na te gaan of aan deze streefdoelen wordt voldaan, zijn de zelfevaluatie door de instelling, de visitatie door de VBI, beraadslaging over de visitatie en de reactie van de instelling door de Raad voor de Kwaliteitsbevordering en de rapportage aan de NVAO. Zowel de streefdoelen als de evaluatie daarvan komen tot stand binnen het raamwerk van de accreditatie conform de kaders van de NVAO.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het formuleren van doelstellingen en het evalueren vindt plaats onder diverse stakeholders. Sterk vindt het visitatieteam de positie van de Raad voor de Kwaliteitsbevordering, die een zwaarwichtig stempel drukt op het goed functioneren van de kwaliteitssystematieken van de hogeschool. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de interne kwaliteitszorg als goed.
Maatregelen tot verbetering: de uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • • •
De procedures van het kwaliteitssysteem worden getoetst in het kader van het door de instelling opgestelde vierluiktraject. Het gaat daarbij achtereenvolgens om de projectopzet, de projectuitvoering, de evaluatie van herzieningen en nieuwe projecten en de permanente evaluatie. Binnen de instelling zijn vormen van overleg op verschillende niveaus. Deze overleggen zijn ervoor bedoeld om de activiteiten binnen het vierluiktraject te bewaken en bij te sturen, waar dat nodig is. Naast het overleg zijn binnen de fasen van het vierluiktraject mijlpalen c.q. producten gedefinieerd. Dat zijn concrete activiteiten binnen een fase, waarvoor doel en inhoud zijn geformuleerd. Het evaluatie-instrumentarium bestaat uit: De verschillende netwerken waarin de voorzitter bestuur en de business-unitmanagers deelnemen; input uit deze netwerken levert informatie op voor de bijsturing van de producten van de instelling.
Pagina 19 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Informatievoorziening via vakdeskundigen en marktverkenners; zij leveren informatie aan over actuele en relevante ontwikkelingen op het betreffende vakgebied. Signalen van klanten en docenten; opmerkingen van klanten die bijvoorbeeld via het customer contact center binnenkomen worden verder geleid en kunnen aanleiding zijn voor bijsturing. Enquêtes onder studenten; was de participatie voorheen beperkt, sedert de enquêtes via internet worden afgenomen is de deelname gestegen naar ongeveer 50%; de reacties van de klanten zijn input voor de bijstelling van de producten. Ondervragen van studenten op periodieke basis via service calls; deze vinden eens in de 3 tot 6 maanden plaats. Paneldiscussies met studenten en alumni over hun ervaringen. De evaluaties leiden tot verbeteringen, met name op het gebied van de inhoud en actualisering van de opleiding, de begeleiding van de studenten en de informatievoorziening over de examinering.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Vanwege de sterk aanwezige link tussen doelen stellen, evalueren en vervolgens verbeteren, beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld; bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • • • • •
Het betrekken van de verschillende belanghebbenden (stakeholders) bij de processen en producten van de instelling geschiedt op een gestructureerde wijze en conform het kwaliteitssysteem. De medewerkers van de opleiding zijn betrokken via de overlegsituaties en waarin medewerkers zich kunnen uitspreken over het verloop van projecten in het kader van het vierluiktraject. De netwerken van de voorzitter van het bestuur en de business-unitmanagers bieden een waarborg dat het beroepenveld in voldoende mate betrokken is. Vakdeskundigen en marktverkenners signaleren ontwikkelingen in het beroepenveld. De studenten zijn op drie wijzen bij de kwaliteit betrokken: enquêtes onder studenten, service calls door de opleiding en opmerkingen en klachten die studenten bij de opleiding kunnen neerleggen. De opleiding vraagt niet op een regelmatige basis om de input van alumni.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft waardering voor de pro-actieve wijze waarop de hogeschool haar netwerken benut voor het verkrijgen van goede informatie. Op grond daarvan beoordeelt zij dit facet als goed.
Pagina 20 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Beoordeling van het onderwerp Interne kwaliteitszorg Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Interne kwaliteitszorg als voldoende. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding een voldoende werkend kwaliteitssysteem heeft, dat binnen dat systeem evaluaties van resultaten plaatsvinden en dat voldoende input van relevante stakeholders wordt gevraagd.
Pagina 21 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Onderwerp: Resultaten Gerealiseerd niveau: de gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • •
•
De correctie van de inzendopgaven door de docenten vindt op een verantwoorde wijze plaats. De correctie wordt steekproefsgewijze door een beoordelaar gecontroleerd. Aanwijzingen van deze kunnen leiden tot een aanscherping van de correctie. Ongeveer 2/3 van de examens waarvoor de modulen van de opleiding opleiden, zijn externe examens. Deze examens zijn overwegend van een goed niveau. In enkele gevallen (met name de examens die door het CB worden vervaardigd) worden de externe examens aangevuld met een aanvullende LOIopdracht teneinde ze op een voldoende niveau te krijgen. Binnen het nieuwe curriculum van na 2000 zijn nog geen afstudeerscripties beschikbaar. Certiked heeft afstudeerscripties uit het ‘oude’ curriculum bestudeerd en vastgesteld dat die zich op bachelorniveau bevinden. Er is steeds sprake van het bieden van een oplossing (of oplossingsrichtingen) aan een beroepsgericht probleem met een adequate complexiteit. Wel heeft Certiked vastgesteld dat een enkele afstudeeropdracht niet specifiek over het domein van fiscale economie ging, maar meer betrekking had op algemene bedrijfseconomie. Door een recente wijziging in de OER van de opleiding wordt dit ondervangen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het gerealiseerde niveau als voldoende.
Onderwijsrendement: voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: • • •
In de ogen van de opleiding ligt in het geval van afstandsonderwijs de verantwoordelijkheid voor het tempo van studeren en de termijn van afstuderen bij de individuele student. De opleiding heeft daarom daarover geen streefcijfers geformuleerd op dat onderwerp. Ten aanzien van de examens heeft de opleiding als streefcijfer geformuleerd dat examenresultaten van de studenten van de LOI Hogeschool boven het landelijk gemiddelde liggen, als de examens extern worden afgenomen. Uit de vergelijkende cijfers tussen de resultaten van de studenten van de opleiding en het landelijk gemiddelde is gebleken dat de resultaten van deze opleiding over het algemeen boven het landelijk gemiddelde liggen.
Pagina 22 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het onderwijsrendement als voldoende. De opleiding heeft streefcijfers geformuleerd in termen van examenresultaten en realiseert over het algemeen deze streefcijfers.
Beoordeling van het onderwerp Resultaten Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Resultaten als voldoende. Het gerealiseerde niveau wordt effectief bereikt en de opleiding heeft streefcijfers voor het rendement opgesteld.
Pagina 23 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bijlage 1: Samenstelling visitatieteam Het visitatieteam bestond uit de volgende personen: Ir. R.S. Kloosterman (1967), teamleider De heer Kloosterman is sinds 1995 betrokken bij Certiked, sinds 1998 als directeur. Hij voert audits uit op het gebied van ISO 9001 en IiP bij een brede groep van kennisintensieve organisaties; tevens treedt hij regelmatig op als teamleider bij visitaties in het hoger onderwijs. Studeerde Bedrijfskunde aan de TU Eindhoven en heeft uitgebreide internationale werkervaring op het gebied van marketing, marktonderzoek, en kwaliteitsmanagement. Mr. S.F.J.J. Schenk, extern deskundige Mr. S.F.J.J. (Sylvester) Schenk (Gemert, 1962) studeerde Nederlands recht aan de KU Nijmegen en fiscaal recht aan de KU Brabant. Hij is sinds 1987 werkzaam in de belastingadviespraktijk, momenteel als directeur fiscale zaken van de GIBO Groep te Arnhem. Daarnaast is hij sinds 1990 als universitair docent belastingrecht verbonden aan de KU Nijmegen. Verder is hij lid van de Belastingcommissie van de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs, en treedt hij op als docent en examinator bij de Federatie Belastingacademie en het College Belastingadviseurs. N.B. Hij heeft overigens geen rol in de examens zoals die ten tijde van de visitatie door de LOI werden gehanteerd. Drs. W.J.J.C. Vercouteren (1953), secretaris en studentlid Na zijn studie economie heeft de heer Wim Vercouteren een vijftal jaar managementfuncties bekleed. Sinds 1990 is hij op basis van zelfstandigheid, analyse-werkzaamheden en interim management verricht, met name voor opleidingsinstituten: ISBW, Wolters-Kluwer Genève, Ministerie OC&W. Op zeer regelmatige basis treedt de heer Vercouteren op als secretaris van Certiked visitatieteams. Daarnaast is hij in de afrondende fase van zijn postdoctorale controllersopleiding (Nijenrode) alsmede treedt hij op als deeltijd docent aan dit instituut.
Het visitatieteam onderschrijft unaniem de bevindingen en beoordelingen per onderwerp en per facet zoals weergegeven in deze rapportage, en heeft verklaard op onafhankelijke wijze tot deze beoordeling gekomen te zijn.
Pagina 24 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bijlage 2: Programma Programma van de eerste visitatiedag op 11 december 2003 10.00 uur – 10.30 uur College van Bestuur, Portefeuillehouder HBO, Kwaliteitscoördinatie Onderwerpen: voorstellen, doornemen van het programma en van de visitatiedag mr. M.J. Kuipers (voorzitter College van Bestuur), drs. C. Schonagen (manager Personeel & Organisatie), T.F. Steffens (coördinator Kwaliteitsbevordering) 10.30 uur – 12.00 uur Business-unitmanagement en projectleiding Onderwerpen: inzet van personeel (eisen HBO, kwantiteit, kwaliteit) Ir. O.W. Helfferich (business-unitmanager), mevrouw C. van Halm (projectleider Facility Management/Office Management) 11.30 uur – 13.00 uur Documentenonderzoek, lunch 13.00 uur – 14.00 uur Verantwoordelijken voor studiebegeleiding Onderwerpen: voorzieningen (materiële voorzieningen, studiebegeleiding) G. de Bock (manager Opleidings- & Examenorganisatie), B. Marck (coördinator Organisatie Opleidingen) 14.00 uur – 14.30 uur Aanvullend onderzoek 14.30 uur – 15.30 uur Kwaliteitsteam en business-unitmanager Onderwerpen: interne kwaliteitszorg (evaluatie, maatregelen, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld) mevrouw mr. K.S. Visscher (business-unitmanager), drs. C. Schonagen (manager Personeel & Organisatie), T.F. Steffens (coördinator Kwaliteitsbevordering) 15.30 uur – 16.30 uur Afronden documentenonderzoek 16.30 uur – 17.00 uur Terugkoppeling mr. M.J. Kuipers (voorzitter College van Bestuur), mevrouw mr. K.S. Visscher (business-unitmanager), drs. C. Schonagen (manager Personeel & Organisatie) en T.F. Steffens (coördinator Kwaliteitsbevordering)
Pagina 25 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Programma van de tweede visitatiedag op 25 juni 2004 08.45 uur – 09.00 uur College van Bestuur, Portefeuillehouder HBO, Business-unitmanager Onderwerpen: voorstellen, doornemen van het programma en van de visitatiedag mr. M.J. Kuipers (voorzitter College van Bestuur), mevrouw mr. K. Visscher (business-unitmanager; portefeuillehouder HBO), ir. M. Veldhuisen (businessunitmanager HEAO Fiscale Economie) 09.00 uur – 10.30 uur Business-unitmanagement en projectleiding Onderwerpen: domeinspecifiek kader, bachelorniveau, doelstellingen, programma Ir. M. Veldhuisen (business-unitmanager HEAO Fiscale Economie), S. Visser (projectleider HEAO Fiscale Economie) 10.30 uur – 11.30 uur Documentenonderzoek 11.00 uur – 12.30 uur Beroepenveldvertegenwoordiging Onderwerpen: aansluiting op beroepspraktijk, HBO-oriëntatie Mr. P. van den Berg (directeur College Belastingadviseurs), mr. R.Th.J.M. Ramakers (belastingadviseur) 12.30 uur – 14.00 uur Documentenonderzoek, lunch 14.00 uur – 15.00 uur Externe medewerkers Onderwerpen: didactiek, toetsing, studiebegeleiding Mevrouw mr. C.Z. Aardoom (auteur, beoordelaar, docent), J.H.M. Klein Twennaar (auteur, toetsconstructeur, docent) 15.00 uur – 16.30 uur Studenten Onderwerpen: studeerbaarheid, studiebegeleiding, docenten, voorzieningen P. van der Wal, M. van der Geest, R. Schipper 16.30 uur – 17.00 uur Aanvullend onderzoek, intern beraad van visitatieteam 17.00 uur – 17.30 uur Terugkoppeling mr. M.J. Kuipers (voorzitter College van Bestuur), mevrouw mr. K. Visscher (business-unitmanager, portefeuillehouder HBO), ir. M.Veldhuisen (businessunitmanager HBO Management), drs. C. Schonagen (manager Personeel & Organisatie) en T.F. Steffens (coördinator Kwaliteitsbevordering)
Pagina 26 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Het domeinspecifiek kader is gebaseerd op het Beroeps- en Opleidingsprofiel voor de hbo-opleiding Fiscale Economie van het Landelijk Overleg Fiscale Economie (LOFE), februari 1998. Hieronder zijn enkele kernpunten van dit profiel weergegeven. Beroepskwalificaties Referentiekader Beroepskwalificaties zijn deskundigheden die nodig zijn in het beroep van belastingkundige voor het verrichten van de taken die voorkomen en het leveren van de gewenste producten en diensten. Zij kunnen tevens dienen als ijkpunten voor de continue professionele ontwikkeling. Het is van belang in de opleiding aandacht te besteden aan de persoonlijke dossiervorming, dat wil zeggen het bijhouden door de student (als toekomstig beroepsbeoefenaar) welke de opgebouwde kennis en vaardigheden zijn en hoe deze zijn onderhouden en uitgebreid. Tot de beroepskwalificaties zijn te rekenen een aantal algemene beroepseisen, de beroepshouding en -ethiek en de beroepskwalificaties in meer strikte zin. De laatste zijn deskundigheden genoemd en ingedeeld naar een aantal soorten. Alle genoemde onderdelen zijn in deze paragraaf toegelicht. Beroepskwalificaties vormen het referentiekader voor opleidingsprofiel en -kwalificaties van de hbo-opleiding fiscale economie. De hogescholen ontwikkelen vervolgens op basis hiervan elk een curriculum: een geheel van onderwijskundige visies en methoden, vakken, boeken, uren, e.d., dat een vertaling vormt van opleidingskwalificaties in bijvoorbeeld eindtermen en/of competenties. Opleidingsprofiel en -kwalificaties staan samen met het curriculum garant voor het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar en de ontwikkeling in het beroep met een horizon van vijf jaar. Als voorwaarde geldt daarbij, dat er sprake is van adequate uitoefening van het beroep, begeleiding in de praktijk en reflectie op ervaring, alsmede het bijhouden van het vak. Het beroep van belastingkundige wordt uitgeoefend in een verscheidenheid van functies of functiegroepen. De functiespecifieke kwalificaties zijn hier niet aan de orde, omdat is uitgegaan van een zich ontwikkelend beroepsbeeld 'de belastingkundige'. Een scherp onderscheid met de functiespecifieke kwalificaties is evenwel niet altijd te maken. Algemene beroepseisen: De algemene eisen om competent het beroep van belastingkundige te kunnen uitvoeren zijn: • de noodzaak competent te kunnen blijven opereren in een fiscale informatieomgeving die steeds omvangrijker en ingewikkelder is, waarvoor regelmatige bijscholing een middel is • de noodzaak op de hoogte te zijn van de aard en inhoud van andere gebieden waar de fiscaliteit een invloed op heeft en de vaardigheden om samen met andere deskundigen problemen op te lossen • de eis die hieruit voortvloeit om goed te kunnen communiceren met andere deskundigen, zowel economisch geschoolden als niet-economisch geschoolden. Beroepshouding en -ethiek De ontwikkeling van een specifieke beroepshouding vraagt speciale aandacht, alsmede de aansprakelijkheid van adviseurs en de mogelijkheid van toepassing van een tuchtrecht. Een beroepscode bestaat (nog) niet, maar op vele punten zijn overeenkomsten te onderkennen met de beroepshouding van accountants en belastingconsulenten. Ethische aspecten in de beroepsuitoefening zijn het best te beschouwen als onderdeel van de beroepshouding. Zij zijn ook weinig ontwikkeld en een korte toelichting is daarom nodig. Aspecten van belang voor de beroepshouding zijn: • integriteit, zorgvuldigheid en geheimhouding zijn kenmerkend voor de beroepshouding
Pagina 27 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
• • •
belastingkundigen hoeven in controlerende functie niet onpartijdig te zijn, maar wel een zorgvuldige positiekeuze te maken in de verhouding tussen klant en belastingheffer belastingkundigen moeten een inzicht hebben in de beroepscodes van de hoofdfuncties die in het beroepsprofiel zijn aangegeven ethische aspecten die samenhangen met de beroepsuitoefening moeten onderkend worden.
Ethische aspecten zullen steeds vaker meespelen bij de eerder geschetste maatschappelijke ontwikkelingen. Dit onderdeel vraagt daarom aandacht binnen opleiding en beroep. Beroepsethiek is gekenmerkt door collegialiteit, maar heeft naast sociale ook individuele kanten. Conflicten kunnen ontstaan tussen beroeps- en individuele ethiek. Beroepsethiek zoekt naar gezamenlijke antwoorden op vragen die elke individuele beroepsbeoefenaar kan tegenkomen in de uitoefening van het beroep, maar waarin een gedragscode niet volledig voorziet. De beroepsethiek kent een basissituatie die verbonden is met maatschappelijke en technologische veranderingen. Beroepsdeskundigheden in soorten Het beroep van hoger opgeleiden is gebaseerd op vier soorten van deskundigheden. Deze worden soms ook wel competentiegebieden genoemd (zie Everwijn, 1996). Zij vormen de kern van de beroepskwalificaties en completeren het referentiekader in combinatie met de eerdergenoemde aspecten (algemene beroepseisen, beroepshouding en -ethiek). De indeling in deskundigheden is: 1. beroepsspecifieke deskundigheden 2. algemene deskundigheden 3. reflectieve deskundigheden 4. ondersteunende deskundigheden. De deskundigheden onder 1 en 2 zijn verder uitgewerkt. De beschrijving van deskundigheden onder 3 en 4 is kort, hun plaats is alleen aangegeven in het beroeps- en opleidingsprofiel. 1. Beroepsspecifieke deskundigheden Deze deskundigheden hebben het meest specifiek betrekking op de inhoudelijke kennis en vaardigheden in het beroep en de rollen en probleemsituaties die daar aan de orde komen. Indien de nadruk vooral ligt op de vakspecificiteit, komen onder meer de deskundigheden naar voren die betrekking hebben op de centrale fiscale, economische en juridische vakgebieden. Er zijn ook andere deskundigheden opgenomen, waarvan althans de kennis en technieken in een opleiding eventueel zijn toe te wijzen aan vakken of vakgebieden. Indien de nadruk meer wordt gelegd op de integratieve en vakoverstijgende deskundigheden, is de invalshoek met name bepaald door de inhoudelijke thema's die in de beroepspraktijk en beroepsrollen kunnen worden onderkend. De volgende indeling is gemaakt: IA Vakspecifieke deskundigheden 1B Integratieve of vakoverschrijdende deskundigheden. IA Vakspecifieke deskundigheden Vakken zijn direct verbonden met het betreffende beroep en corresponderen met uit te voeren beroepstaken en -taakgebieden of zijn van ondersteunend belang daarin. Aparte te noemen zijn vakken die opleiden in beroepsgerichte deskundigheden die in diverse beroepen hetzelfde zijn, zoals communicatie, sociale vaardigheden, informatiekunde. De beginnende belastingkundige moet over een aantal vakspecifieke kwalificaties kunnen beschikken, die verbonden zijn met de opleidingskwalificaties (of eindtermen) terzake. Voor alle genoemde vakken geldt als minimumkwalificatie: * kennis van en inzicht in begrippen, theorieën, verbanden en toepassingen van het
Pagina 28 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
vakgebied * kunnen oplossen van opdrachten en vraagstukken die uit het vakgebied afkomstig zijn kennis van dwarsverbanden tussen de vakgebieden en hun voorkomen in de praktijk. De vakspecifieke kwalificaties en vakgebieden zijn hieronder opgesomd, ingedeeld in vier clusters. De toevoeging `kennis van' is tenminste te verstaan in termen van de hiervoor genoemde minimumkwalificaties. Een verdere aanduiding van het vereiste niveau komt aan de orde bij het opleidingsprofiel en de eindtermen. Fiscale Kwalificaties
Juridische Kwalificaties
Economische Kwalificaties
Organisatorische kwalificaties
kennis van de Nederlandse belasting wet- en regelgeving kennis van de internationale, m.n. Europese belasting wet- en regelgeving in staat zijn ontbrekende fiscale kennis zonodig aan te vullen kennis van algemene juridische begrippen beginselen kennis van Nederlandse privaat- en publiekrecht kennis van sociaal recht kennis van bedrijfseconomie en -administratie kennis van algemene economie en openbare financiën kennis van financieel management kennis van accountancy en controleleer kennis van beleggingsleer kennis en analysevaardigheid m.b.t. organisatorische structuren en processen kennis van en vaardigheid in het leiden van projecten kennis van ontwikkeling en toepassen van informatiekunde en verwerking
1B Integratieve of vakoverschrijdende deskundigheden Deze deskundigheden zijn met name een gevolg van beroepsrollen. De problemen, opdrachten en vragen die zich daar aandienen zijn vaak vak- en taakoverschrijdend. Men moet voor oplossingen kunnen beschikken over kennis, inzicht en vaardigheid in de afzonderlijke vakgebieden en deze weten te combineren. De beroepshouding kan er eventueel ook toe worden gerekend, want die is nauw verweven met een beroepsrol, maar is in dit beroepsprofiel als aparte kwalificatie aangegeven. Voorbeelden: Bij de keuze van rechtsvorm voor een (nieuwe) onderneming vragen de volgende aspecten elk op zich en in onderlinge samenhang aandacht van de belastingkundige: fiscale, juridische, economische, financiële, organisatorische, arbeidsrechtelijke, administratieve, internationale en zelfs klantspecifieke kenmerken (psychologische). Een ander voorbeeld is het zich snel ontwikkelende toepassingsgebied 'personal finance', dat de persoonlijke financiële planning van wieg tot graf omvat. Het is karakteristiek voor de afzonderlijke vakgebieden in de opleiding dat de focus minder sterk is gericht op de integratieve deskundigheden, al zijn kruisverbanden wel aan te geven. Deze deskundigheden worden als opleidingsdoelen vaak gerealiseerd door middel van o.a. cases, integratiemodules, simulaties, projecten en stages. De nadere specificatie van deze integratieve deskundigheden geschiedt in het kader van het opleidingsprofiel. 2. Algemene deskundigheden Deze kwalificaties stellen de beroepsbeoefenaar in staat de goede vragen te stellen in nieuwe praktijksituaties en bij nieuwe problemen. De term algemene vaardigheden wordt hiervoor vaak gebruikt. Er zijn duidelijke verbanden met enerzijds het kunnen beschikken over integratieve en vakoverstijgende deskundigheden en anderzijds over reflectieve deskundigheden.
Pagina 29 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Het kunnen gebruiken van algemene deskundigheden of vaardigheden in verschillende contexten is gebaseerd op vier elementen: kennis, inzicht, houdingen en zelfevaluatie (inclusief verheldering van persoonlijke waarden). Er zijn vier categorieën te onderscheiden, waarbij elke categorie een accent op een andere combinatie van de genoemde elementen, een ander perspectief geeft. De vier categorieën en hun essentiële vaardigheden zijn: Cognitieve vaardigheden kennis, inzicht En zelfevaluatie
Sociale vaardigheden inzicht, houding En zelfevaluatie Conatieve vaardigheden kennis, houding En zelfevaluatie
Loopbaan en persoonlijke ontwikkeling Kennis, inzicht en houding
verwerken van informatie kritisch denken evalueren van bewijsmateriaal oplossen van problemen rationeel argumenteren creativiteit en leren te leren werken met anderen in verscheidene rollen, incl. leiderschap communiceren met anderen nemen van initiatief onafhankelijk denken en handelen nemen van risico's resultaatgericht handelen bereidheid tot veranderen de structuur hiervoor is gevormd door de genoemde essentiële vaardigheden in combinatie met zelfevaluatie en een helder beeld van de waarden
Kritische deskundigheden voor belastingkundige in alle functies zijn (zie visitatierapport, 1996): Het zelfstandig, onbevooroordeeld en kritisch waarnemen van en oordelen over feiten en gebeurtenissen, die relevant zijn voor de functievervulling. Het waarnemen van en oordelen over onderscheiden aspecten van die gebeurtenissen en feiten (fiscaal, financieel, financiering, kosten, opbrengsten, enz.), afzonderlijk en in samenhang. Integraal denken (integratie van vakgebieden), kunnen werken in teamverband, kunnen communiceren (presenteren, zowel mondeling als schriftelijk, van waarnemingen en oordelen over feiten en gebeurtenissen, afzonderlijk en in samenhang), het hebben van inzicht in de maatschappelijke betekenis van de functie. 3. Reflectieve deskundigheden De overdenkende en beschouwende beroepsbeoefenaar staat centraal bij deze deskundigheden. Deze kan over zichzelf en de situatie nadenken, er afstand van nemen en vragen stellen. Deze deskundigheden ontwikkelen zich vooral ervaringsgewijs in de gevorderde beroepspraktijk. Een verdere uitwerking in het beroepsprofiel is om die reden niet nodig. Vermelding in het beroepsprofiel is niettemin op zijn plaats, omdat het nuttig en mogelijk is enige aandacht aan deze deskundigheden te besteden in het opleidingsprofiel en de opleiding als voorbereiding op de verdere beroepsontwikkeling. Deze deskundigheden zijn te onderscheiden in drie soorten: Zelfkennis: kennis over de eigen persoonlijkheidsaspecten, de sterke en zwakke kanten en de betekenis in concrete situaties (bijvoorbeeld bij het beoordelen van anderen). De zelfkennis op zich is niet het doel, maar het inzicht in de gevolgen van eigen en andermans gedrag en het kunnen omgaan met de sterke en zwakke punten ervan in een werksituatie. Zelfregulatie: het kunnen sturen van het eigen gedrag. Leerprocessen spelen daarin een cruciale rol, met name in interactie met een expert en resulterend in zelfstandig en levenslang leren. Het reguleren van leerprocessen gaat met activiteiten zoals oriënteren, plannen, bewaken, toetsen en evalueren. Reflectie-in-actie: reflectie ter plaatse en in-actie moet tot inzicht leiden in praktijksituaties met problemen die niet zijn op te lossen met professionele vakspecifieke kennis (uniek, ingewikkeld, vaag, en conflictueus, enz.). Bekijken,
Pagina 30 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
kritiseren, herstructureren en toetsen van het intuïtieve begrip van ervaren verschijnselen leidt tot de benodigde wijsheid, intuïtie en artisticiteit. Deze deskundigheden zijn alleen eigen te maken door begeleiding en coaching. Het verschil met zelfregulatie is, dat niet de eigen leerstrategie voorwerp van reflectie is, maar de praktijksituatie waarin men zich bevindt. Ondersteunende deskundigheden Deze deskundigheden zijn verbonden met vakken die een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde vormen om in alle beroepssituaties te kunnen functioneren. Zij zijn meestal geplaatst in het begintraject van de beroepsopleiding en komen gewoonlijk geïntegreerd met andere vakken aan bod. Zij zijn om die reden niet verder uitgewerkt in het beroepsprofiel, maar moeten wel in het opleidingsprofiel en het curriculum worden gespecificeerd. Een voorbeeld is voldoende beheersing van de Engelse taal als noodzakelijke voorwaarde voor de internationale aspecten. Een ander voorbeeld is het kunnen omgaan met moderne informatie- en communicatietechnologie.
2 Opleidingsprofiel hbo-opleiding Fiscale Economie Opleidingsprofiel en opleiding Profiel Het opleidingsprofiel Fiscale Economie is afgeleid uit het beroepsprofiel en houdt rekening met de eisen gesteld in het kwalificatiestramien hbo, die in het voorwoord zijn samengevat. Het opleidingsprofiel omvat in totaal 168 studiepunten (6720 studiebelastingsuren). Er zijn in de opleiding zowel theoretische als praktische componenten tot een maximum van respectievelijk 126 en 42 studiepunten.* De opleidingen bepalen zelf 30% van de opleiding (profilering). Het landelijk gemeenschappelijke deel van het profiel voor alle hbo-opleidingen Fiscale Economie is 70% en in dit document opgenomen. Het omvat 118 studiepunten of 4720 studiebelastingsuren. Kwalificaties Het opleidingsprofiel omvat opleidingskwalificaties waarover de FE-er, de pas afgestudeerde belastingkundige, moet beschikken. Deze kwalificaties zijn in te delen in vier groepen, clusters of invalshoeken, en vormen mede een basis voor verdere ontwikkeling en opleiding in het beroep: 1. kennis: wat de belastingkundige moet weten, weten te vinden en weten over toepassing 2. vaardigheden: hoe de belastingkundige de kennis in de praktijk moet gebruiken 3. inzicht: welke verklaringen en dwarsverbanden de belastingkundige moet kunnen leggen 4. handelingen en gedrag: welk gedrag de belastingkundige in werk en organisatie moet tonen. Fiscale Economie Overzicht disciplines en vakgebieden met aanduiding kwalificatieniveau kennis en vaardigheden en een voorlopige en globale indicatie van de procentuele studiebelasting op disciplineniveau.
Pagina 31 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Discipline BL Belastingrecht 30%
Vakgebied Formeel Belastingrecht :C,, Inkomstenbelasting Loonbelasting Omzetbelasting Vennootschapsbelasting Vermogensbelasting Successierechten Belastingen van Rechtsverkeer Heffingen van Lagere Overheden en Milieubelastingen Internationaal Belastingrecht,
Niveau 2 3 3 2 2 3 2 2 1 2
PP 10%
Privaat- en Publiekrecht
1. Personen- en Familierecht 2. Erfrecht _ 3. Ondernemingsrecht 4. Sociaal Recht 5. Bestuursrecht
2 2 2 2 1
BE 20%
Bedrijfseconomie
1. Bedrijfsadministratie 2. Interne Verslaggeving 3. Externe Verslaggeving 4. Financieel Management 5. Organisatiekunde 6. Bestuurlijke Informatievoorziening en Controleleer
2 2 2 2 1 1
AE 10%
Algemene Economie 1. Micro- en macro-economie 2. Monetaire economie 3. Beleggingsleer 4. Economie van de Publieke Sector
2 1 1 1
VA 25%
Vaardigheden
1. Kwantitatieve Methoden & Technieken 2. Onderzoek en Projectmanagement 3. Communicatie, Rapportage, Taalbeheersing 4. Ondersteunende vaardigheden 5. Buitenlandse talen
2 3 2 2 2
AT 5%
Attitude
1. Beroepscode en Ethiek
2
Niveau 1 = Herkennen en overzien De kennis van en het inzicht in begrippen, theorieën, verbanden en toepassingen binnen het vakgebied. De student moet blijkgeven van een overzicht en het kunnen herkennen van elk van de disciplines en vakken; vaardigheden spelen een ondergeschikte rol.
Pagina 32 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Niveau 2 = Toepassen en vaardig zijn. De nadruk ligt op het kunnen oplossen van opdrachten en vraagstukken binnen elk vakgebied. De student moet kennis kunnen toepassen, blijkgeven terzake doende kennis, vaardigheden, inzicht en gedrag te bezitten. Niveau 3 = Analyseren, integreren en rapporteren. De nadruk ligt vooral op het toepassen van specialistische kennis en kunnen leggen van dwarsverbanden tussen vakgebieden. De student moet dieper en breder gaan om de implicaties en gevolgen voor oplossingen van problemen te analyseren en er over te rapporteren. Eindtermen De eindtermen van de verschillende vakgebieden zijn in deze paragraaf in meer detail beschreven. De volgorde van de tabel in paragraaf 3.1 is hierbij aangehouden. BL1 Formeel Belastingrecht De student heeft na bestudering van dit onderdeel kennis van: 1. de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen 2. de Algemene Wet Bestuursrecht 3. de Wet Administratieve Rechtspraak Belastingzaken 4. jurisprudentie op voornoemde gebieden 5. Europese en mondiale verdragen en richtlijnen 6. de student kan zelfstandig procedures omtrent bezwaar en beroep voeren, en 7. oordelen over competentievraagstukken van de burgerlijke-, straf- en fiscaal rechterlijke macht. BL2 Inkomstenbelasting Dit vakgebied is in twee onderdelen opgesplitst, die hieronder apart zijn beschreven. BL2.1 Deel 1: niet-winst 1. De student is in staat een aangifte te verzorgen in de inkomstenbelasting die van een behoorlijke omvang is. 2. De student overziet de relatie tussen de loonbelasting en inkomstenbelasting en is in staat tot fiscale advisering, inzake de fiscale gevolgen van inkomensplanning en inkomensoverheveling, toekomstvoorzieningen, en echtscheiding. De situatie is voornamelijk te plaatsen binnen de aangiftepraktijk, maar kan ook ondersteunend zijn in de adviespraktijk. 3. De student is in staat de fiscale gevolgen te beoordelen van een aanmerkelijk belangpositie, beleggingen op het terrein van aandelen, obligaties en onroerende zaken, kapitaalverzekeringen, blote eigendomsverhoudingen en periodieke uitkeringen, etc. inclusief het financieren met vreemd vermogen. 4. De student onderkent de relatie tussen de Wet op de Inkomstenbelasting en de successie- en schenkingsrechten, emigratie, de Wet Onroerende Zaakbelasting, het huwelijks- en goederenrecht en het erfrecht. BL2.2 Deel 2: winst 1. De student is in staat een aangifte in de inkomstenbelasting van een behoorlijke omvang te verzorgen met als subject een ondernemer volgens de Wet op de Inkomstenbelasting. 2. De student moet de fiscale en bedrijfseconomische verschillen van het begrip goed koopmansgebruik en alle balansposten in fiscale en bedrijfseconomische zin kunnen beoordelen. 3. De student onderkent de relatie en verschillen tussen het winstbegrip uit de Wet op de Inkomstenbelasting en Wet op de Vennootschapsbelasting. 4. De student is staat de fiscale aspecten te beoordelen verbonden aan het starten van een onderneming en wijziging van rechtsvorm, en 5. de gedwongen en vrijwillige staking van een inkomstenbelastingplichtige ondernemer, en
Pagina 33 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
6. 7.
het overlijden of de echtscheiding van een inkomstenbelastingplichtige-ondernemer of diens echtgenoot of echtgenote, en de integratieve aspecten op de terreinen bedrijfseconomie/bedrijfsadministratie en fiscaliteit en privaatrecht op de onderwerpen start van een onderneming, verkoop onderneming, verandering van rechtsvorm, en financiering van een onderneming.
BL3 Loonbelasting 1. De student is in staat een aangifte Loonbelasting te verzorgen van behoorlijke omvang voor een werkgever en heeft kennis van de instrumentele functie van de Wet Loonbelasting (Speur en Ontwikkelingsfaciliteiten en de afdrachtkortingen). 2. De student kan de loonkosten voor een werkgever berekenen, de gevolgen overzien van een dienstbetrekking, en is in staat adviezen uit te brengen op het terrein van employee benefits. 3. De student beschikt over integratieve kennis op de terreinen van loonbelasting, sociale verzekeringen en arbeidsrecht. 4. De student moet de fiscale gevolgen kunnen overzien van de inlening van personeel, van detachering en van uitzending van personeel naar het buitenland. BL4 Omzetbelasting 1. De student is in staat zelfstandig een aangifte Omzetbelasting te verzorgen van een behoorlijke omvang voor een ondernemer, en 2. adviseert daarbij over de fiscale consequenties voor de omzetbelasting bij grensoverschrijdende transacties, faillissementskwesties, bedrijfsopvolging, verandering van rechtsvormen, overdrachten van onroerende zaken en wijzigingen in het gebruik van roerende zaken. 3. De student heeft daartoe kennis van en inzicht in de Wet Omzetbelasting en de daarbij behorende jurisprudentie, en 4. is bovendien in staat dit in relatie te zien met de Europese richtlijnen. 5. De student onderkent de relatie tussen de Wet Omzetbelasting en het Privaatrecht en de relatie tussen de Wet Omzetbelasting en de Wet Belastingen Rechtsverkeer. BL5 Vennootschapsbelasting 1. De student is in staat zelfstandig een aangifte vennootschapsbelasting te verzorgen van een behoorlijke omvang. 2. De student kan vanuit de commerciële jaarrekening het fiscale winstbegrip afleiden. 3. De student kan tevens adviseren over de fiscale gevolgen voor de vennootschapsbelasting in zaken als wijziging van rechtsvorm, samenwerkingsvormen, bedrijfsfusies en fiscale eenheden, deelnemingen in binnenen buitenland en het verbreken van fiscale eenheden. 4. De student onderkent de relatie van de Wet Vennootschapsbelasting met de Wet Inkomstenbelasting t.a.v. het winstbegrip, 5. met het Privaatrecht t.a.v. de rechtsvormen en de kapitaalbeschermingsregels en 6. met de Wet Belastingenrechtsverkeer en de Omzetbelasting t.a.v. het wijzigen en herstructureren van rechtsvormen. BL6 Vermogensbelasting 1. De student heeft kennis van en inzicht in de Wet op de Vermogensbelasting en is in staat op dat terrein een aangifte te verzorgen. 2. De student onderkent de relatie van de Wet Vermogenbelasting met de Wet Inkomstenbelasting en Wet Vennootschapsbelasting t.a.v. het begrip aanmerkelijk belang en 3. met de waardering van incourante aandelen, en
Pagina 34 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
4.
met de Wet Successierechten en het Publiek- en Privaatrecht t.a.v. het begrip zaken, goederen, goodwill en vergunningen.
Pagina 35 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
BL7 Successierechten 1. De student heeft kennis van en inzicht in de successiewet en is in staat een successie-/ schenkingsaangifte te verzorgen. 2. De student heeft kennis van en inzicht in de fiscale aspecten van de vermogens- en nalatenschapsplanning. 3. De student is daarbij in staat aan te geven hoe de bepalingen van de successiewet in concrete gevallen zullen uitwerken. BL8 Belastingen van Rechtsverkeer 1. De student heeft kennis van en inzicht in de wet op belastingen van rechtsverkeer. 2. De student kan de fiscale gevolgen overzien t.a.v. de Wet Belastingen van Rechtsverkeer verbonden aan het oprichten van entiteiten, het uitgeven van aandelenkapitaal, het wijzigen van rechtsvormen, het herstructureren van concerns, het fuseren van vennootschappen en het liquideren van rechtspersonen. BL9 Heffingen van Lagere Overheden 1. De student heeft kennis en inzicht in (model)verordeningen op het terrein van de lagere overheden, de Wet Materiële Belastingbepalingen alsmede in de Wet Onroerende Zaakbelastingen, vooral in relatie tot de Wetten Inkomstenbelastingen en Vermogensbelasting. 2. De student is in staat de waarderingsmethoden toe te passen zoals die gelden onder het regime van de Wet op de Onroerende Zaakbelasting. 3. De student heeft bovendien kennis van de belangrijkste milieuheffingen en de functies van deze heffingen, dat hij of zij in staat is om de gevolgen te overzien voor bedrijven van deze milieuheffingen. BL10 Internationaal Belastingrecht 1. De student is in staat om als aanvulling op de reeds opgedane kennis van het Nederlands belastingrecht, alle aspecten te beheersen die fiscaal een rol kunnen spelen bij binnenlandsbelastingplichtigen (natuurlijke personen en rechtspersonen) die inkomsten uit het buitenland genieten of aldaar vermogen bezitten of voor niet in Nederland woonachtige personen die inkomsten vanuit Nederland genieten of hier vermogen bezitten. 2. De student heeft kennis van en inzicht in de eenzijdige regeling ter voorkoming van dubbele belasting en van de basisconceptie die aan de belastingverdragen ten grondslag ligt. 3. De student kan adviseren inzake de fiscale gevolgen van immigratie en emigratie van natuurlijke en rechtspersonen en inzake het uitzenden van personeel naar het buitenland. 4. De student onderkent de relatie tussen het belastingrecht en de sociale verzekeringen op internationaal terrein. PP Privaatrecht en Publiekrecht Eerst is er een algemene beschrijving, die vervolgens in detail per vakgebied is uitgewerkt: 1. De student heeft kennis met betrekking tot de volgende hoofdthema's uit het privaatrecht: vermogensrecht, zekerheidsrecht, de overdracht, het verbintenissenrecht, de onrechtmatige daad, het huurrecht, het arbeidsrecht en het faillissementsrecht. 2. De student kent daarnaast de theoretische indeling in de rechtsgebieden alsmede de vindplaatsen en bronnen. 3. De student is in staat om de wettelijke regels in veel voorkomende situaties toe te passen. 4. De student heeft kennis met betrekking tot de volgende hoofdthema's uit het publiekrecht: kennis van en inzicht in het Europees recht, het strafrecht en het staatsrecht voor zover dit voor de studie fiscale economie relevant is. PP1 Personen- en Familierecht 1. De student heeft kennis van en inzicht in de privaatrechtelijke aspecten van het aangaan van het huwelijk, het huwelijksvermogensrecht, de ontbinding van het huwelijk, de minderjarigheid, het ouderlijk gezag, de voogdij en de curatele.
Pagina 36 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
PP2 Erfrecht 1. De student heeft kennis van en inzicht in de privaatrechtelijke aspecten van erfopvolging, zoals deze zijn weergegeven in boek 4 van het burgerlijk wetboek. PP3 Ondernemingsrecht 1. De student heeft kennis van en inzicht in de privaatrechtelijke aspecten van de onderneming, zoals deze zijn weergegeven in boek 2 van het burgerlijk wetboek. PP4 Sociaal recht 1. De student heeft kennis van en inzicht in het arbeidsrecht en het sociaal verzekeringsrecht. De volks- en werknemersverzekeringen hebben hierin een centrale rol, specifiek waar het voorzieningen ten aanzien van ziekte, arbeidsongeschiktheid en toekomstvoorzieningen betreft. De student kan deze kennis toepassen bij het adviseren van cliënten ten aanzien van onderwerpen uit de fiscaliteit en/of financiële planning. 2. De student weet dwarsverbanden te leggen tussen het sociaal recht en de Wet Loonbelasting en het Internationaal Belastingrecht. PP5 Bestuursrecht 1. De student heeft kennis van en inzicht in de onderdelen van het bestuursrecht, waar het zaken betreft als rechtmatigheid- en doelmatigheidstoetsing, administratief beroep, administratieve rechtspraak en de algemene wet bestuursrecht. BEI Bedrijfsadministratie 1. De student is in staat een administratie van een organisatie op te stellen, rekening houdend met de informatiebehoefte binnen en buiten de organisatie, te voeren, alsmede hieruit zowel een bedrijfseconomische als een fiscale jaarrekening op te stellen. 2. De student is in staat bij het voeren van de boekhouding de administratieve gevolgen van het bedrijfseconomische handelen te verwerken. BE2 Interne Verslaggeving 1. De student is in staat om de diverse verschijningsvormen van kosten, kostprijzen en interne verslaggevingsmethoden te herkennen en toe te passen ten behoeve van interne beslissingsvraagstukken in bedrijven. 2. De student is in staat dit toe te passen ten behoeve van budgettering en fiscale vraagstukken. 3. De student is in staat de verschillende kengetallen ten behoeve van de interne verslaggeving te onderscheiden en toe te passen. BE3 Externe Verslaggeving 1. De student is in staat de verschillende winstbepalingsstelsels te herkennen en toe te passen. 2. De student kent de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek 2 titel 9 en kan daarop een jaarverslag beoordelen. BE4 Financieel Management 1. De student heeft kennis van en inzicht in de passieve en actieve financiering van organisaties, van financieringsbehoefte en financiële instrumenten. 2. De student is in staat op basis van de relaties tussen balans, resultatenrekening en staat van herkomst en besteding van middelen ex ante beslissingsmodellen te kunnen maken.
Pagina 37 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
BE5 Organisatiekunde 1. De student heeft kennis van en inzicht in algemene managementprincipes, waarmee het organisatorisch functioneren van voor fiscaaleconomen relevante organisaties beschreven en verklaard kunnen worden. BE6 Bestuurlijke Informatievoorziening en Controleleer 1. De student heeft kennis van de basisbeginselen van de informatievoorziening binnen een organisatie, kan de administratieve organisatie van dit bedrijf beschrijven en analyseren en ook de verschillende fasen in het informatievoorzieningsproces. 2. De student heeft kennis van en inzicht in de grondslagen van de interne controle ter beheersing van de processen, en 3. heeft daartoe en ten behoeve van de externe controle kennis van en inzicht in de grondslagen van de accountantscontrole, waaronder begrepen controletechnieken, -middelen en -methoden. AE1 Micro- en macro-economie 1. De student is in staat om de verschillende micro-economische en macro-economische onderwerpen niet alleen op zich zelf staand te begrijpen, maar ook in hun onderlinge samenhang, zowel op een nationaal als op een internationaal niveau. 2. De student kan aangeven welke rol de overheid vervult in het economisch proces en onder welke omstandigheden bepaalde instrumenten van overheidsbeleid al dan niet effectief zijn. AE2 Monetaire economie 1. De student heeft kennis op een algemeen niveau van de ontwikkelingen en stromingen binnen de monetaire theorievorming, in het bijzonder op het vlak van de geldvraag, het geldaanbod en het transmissieproces van monetaire impulsen. 2. De student heeft kennis van de doelen, instrumenten en ontwikkelingen van het monetaire beleid in Nederland en onderkent in deze de betekenis van De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank. AE3 Beleggingsleer 1. De student heeft kennis van de inhoud van beleggingsportfolio's en de diverse procedures en mogelijkheden waarmee een belegger wordt geconfronteerd bij het uitzetten (beleggen) van (tijdelijk) overtollige middelen. 2. De student heeft kennis van de wijze waarop verschillende effectenmarkten zijn georganiseerd en de wijze waarop de analyse en waardering van beleggingsobjecten kunnen geschieden. 3. De student is in staat een relatie te leggen tussen het vakgebied macro- en monetaire economie en de beleggingsleer in het algemeen. AE4 Economie van de Publieke Sector 1. De student heeft kennis van de noodzaak van het bestaan van de collectieve sector, haar omvang, samenstelling en ontwikkeling van inkomsten en uitgaven. 2. De student heeft bovendien inzicht in de onderdelen van de collectieve sector en hun onderlinge verhouding, de mensen die werken, in de collectieve sector, hun doelstellingen en de invloed van hun gedrag op de economie. 3. De student heeft een overzicht van het stelsel van sociale zekerheid, de bekostiging van dit stelsel en een beeld van de inkomensverdeling in Nederland. VA1 Kwantitatieve Methoden en Technieken 1. De student heeft kennis van contante waarde en slotwaarde berekeningen van stortingen ineens en van renten. 2. De student heeft kennis van de statistische vaardigheden van belang voor de opleiding.
Pagina 38 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
VA2 Onderzoek en Projectmanagement 1. De student is in staat onderzoeksmethodieken te gebruiken om alleen en in projectmatige samenwerking met anderen kennis te verwerven en te ontwikkelen, noodzakelijk voor het oplossen van vraagstukken en problemen die hij of zij in de beroepspraktijk krijgt voorgelegd. 2. De student wordt daartoe getraind in onder meer het opzoeken van gegevens, het opzetten en uitwerken van een onderzoek, het oplossen van multidisciplinaire vraagstukken, het werken in een organisatie met (fiscale) professionals. VA3 Taal, Communicatie en Rapportage 1. De student is in staat om, in het kader van de specifieke beroepsuitoefening, invulling te geven aan diverse communicatieve vaardigheden, zoals het voeren van advies-, klanten-, en slechtnieuws gesprekken, het werken in een team en het hanteren van besluitvormingsmethoden. 2. De student is tevens in staat adequaat te rapporteren over een onderwerp op het terrein van de fiscale economie, en een mondelinge presentatie te verzorgen over dit rapport. 3. De student is in staat om ten aanzien van een specifiek onderwerp de verschillende argumenten in een tekst te kunnen ontleden en een beargumenterende tekst op te stellen. VA4 Ondersteunende vaardigheden 1. De student is in staat informatie- en communicatietechnologische voorzieningen te gebruiken, die in de uitoefening en ontwikkeling van het beroep een duidelijke plaats (gaan) innemen. VA5 Buitenlandse talen 1. De student is in staat beroepsrelevante artikelen en regelgeving, te lezen en te begrijpen en daarover zowel schriftelijk als mondeling te kunnen communiceren in tenminste één buitenlandse taal, bij voorkeur Engels. VA6 Beroepscode en ethiek 1. De student heeft kennis en inzicht in de specifieke beroepshouding, welke gekenmerkt wordt door integriteit, zorgvuldigheid en geheimhouding. 2. De student heeft tevens inzicht verkregen in de wijze waarop de beroepshouding zich ontwikkelt en hoe conflicten kunnen ontstaan tussen de beroeps- en individuele ethiek. 3. De student ontwikkelt de vaardigheid om processen te onderkennen, waarin deze aspecten een belangrijke rol spelen en zich bewust te zijn van de gevolgen van zijn eigen keuzes en handelingen in de uitoefening van het beroep.
Pagina 39 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bijlage 4: Documenten Documenten die zijn bestudeerd, zijn: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatie opleiding HEAO Fiscale Economie Bachelor Beroepsprofiel en civiel effect van de opleiding De Belastingkundige, Beroeps- en Opleidingsprofiel voor de hbo-opleiding Fiscale Economie, Landelijk Overleg Fiscale Economie (LOFE), februari 1998 Curriculumadvies HEAO Fiscale Economie LOI, april 2004, door P. Flutsch Reactie op het voorlopig verslag betreffende de facetten 2.2 en 2.8 van NVAO-accreditatiekader van Certiked d.d. 28 juni 2004 Onderwijs- en Examenregeling opleiding HEAO Fiscale Economie, tijdvak 2004/2005 Studiegids LOI Hogeschool Kwaliteitshandboek LOI (versie 26 november 2003), inclusief bijlagen (organisatieschema’s, projectfasen, profiel Raad voor Kwaliteitsbevordering, externe netwerken voorzitter bestuur en business-unitmanagers, functieomschrijvingen) De begeleiding van de student binnen het afstandsonderwijs en de rol van de docent De LOI als organisatie Schematisch overzicht leerplan Studiewijzers Lesmateriaal HEAO FE Afstudeeropdracht Toetsen van kennis Examenopgaven en richtlijnen voor de uitwerking; Opleiding CB-belastingconsulent, College Belastingadviseurs, januari 2003 HBO bachelorniveau Stramien voor leerplannen Selectiecriteria auteurs, docenten, redacteurs en beoordelaars Werken met het LOI-sjabloon Kwantitatief onderzoek Campus Pro (rapport van 27 februari 2003) Draaiboek Service Calls Auteursinstructies (onder meer: aanleveren kopij, schrijven leerstof, maken open vragen, meerkeuzevragen en multimediale opdrachten, herzieningen, opbouwen examenstructuur en samenstellen instructie) Overzicht van auteurs, docenten en scriptiebegeleiders
Pagina 40 van 40 fiscale economie.doc
LOI © Certiked
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen Ir. R.S. Kloosterman Mr. S.F.J.J. Schenk Drs. W.J.J.C. Vercouteren
Pagina 41 van 40 fiscale economie.doc