NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GEERTRUIDENBERG
Openbare raadsvergadering op donderdag 25 januari 2007 aanvang 19.30 uur in het gemeentehuis te Raamsdonksveer.
VOORZITTER: AANWEZIG MET DE VOORZITTER: Keerpunt ’74
Dhr. M.J.A. Meijer, burgemeester
Partij Samenwerking VVD SP GroenLinks
De heren J.C. Heesters, J.M.B.P. Smits, P.P.J.M. Voragen, mw. W.J.C. Muis en Mw. M. de Groot-Platenkamp, mw. N. Frölich en De heren P.J. van der Zwaan en B.H.F. Pauwels Dhr. A.H.M. de Jongh en dhr. A.J.B.G.M. Krols en mw. M.P. Steenvoorde-Daleman De heren E.W. Kooi en W.J. Quirijnen Dhr. P. Bos en dhr. A. Smit (later) De heren J. Klaassen en P.C.J. de Peuter Dhr. J.M. van Oort
GRIFFIER:
mw. K.M.C. Millenaar-Rammelaere
Wethouders:
Dhr. A.A.M.M. van Onzenoort Mw. A.A.M. Verschuren-van Strien Mw. L.C. Laurijssen-Kerremans Dhr. A.L.M. van den Enden
Notulen:
Mw. M. van Heel
AFWEZIG M.B.V. VERHINDERING: Keerpunt ’74:
Mw. A.A. Vos-van der Maas
PUBLIEK:
Aanwezig
PvdA CDA
1.
Opening. De VOORZITTER opent de vergadering na lezing van het ambtsgebed en heet een ieder van harte welkom. VOORZITTER: “Wij hebben tijdens het Presidium gesproken over de duur van de vergadering. Wij hebben de afspraak gemaakt dat wij zullen trachten ons te beperken. Er zijn spreektijden ingeleverd door diverse fracties en er is een ordeafspraak gemaakt tot het pogen per fractie de totale spreektijd tot 13 minuten te beperken. Wij zullen kijken tot hoever wij vanavond hiermee komen.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
1
Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Is dit de totale spreektijd of de spreektijd van de eerste termijn?” VOORZITTER: “Spreektijd in eerste termijn. De griffier zal de tijd bijhouden.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Ik heb een ordevoorstel. Ik wil de agendapunten 23 en 24 samenvoegen. Ik wilde ook nog vragen om hiervoor twee termijnen uit te trekken, maar dat durf ik nu niet meer.” VOORZITTER: “Kunt U instemmen met het voorstel van orde? Aldus besloten.” 2.
Vaststelling agenda. De VOORZITTER vraagt of Uw Raad in kan stemmen met de agenda zoals deze door het Presidium is voorgelegd. Dhr. VAN OORT interrumpeert: “Ik wil graag van enkele B-stukken A-stukken maken. Het betreft agendapunt 7, 17, 19 en 20.” VOORZITTER: “Akkoord.”
3.
Spreekrecht. Er heeft zich niemand aangemeld voor het spreekrecht.
4.
Primus bij hoofdelijke stemming. De VOORZITTER trekt hiervoor lotnummer 8, dhr. Van der Zwaan.”
5.
Lijst van Ingekomen stukken en Mededelingen. VOORZITTER: “De punten 14, 18, 19 en 22 worden naar de Commissie Grondgebiedzaken doorverwezen. De punten 4, 7 en 27 worden naar de Commissie Samenlevingszaken doorverwezen. De punten 8, 16, 20 en 25 worden naar de Commissie MMAT doorverwezen. Tevens wordt voorgesteld om punt 15, rapport Rekenkamer, zowel in de Commissie MMAT als Commissie Grondgebiedzaken te behandelen. Hierin kan een keuze gemaakt worden.” Dhr. KLAASSEN: “Het betreft grondbeleid.” VOORZITTER: “Ik kan mij voorstellen dat we voor wat betreft de inhoud van het rapport het in de Commissie Grondgebiedzaken bespreken, voor wat betreft de systematiek agenderen we het voor de Commissie MMAT, omdat dit het eerste rapport is wat we van de Rekenkamer ontvangen hebben.” Dhr. KOOI interrumpeert: “Partij Samenwerking had gevraagd om het tijdens de Commissie MMAT te behandelen. Ik weet niet of wij de enige hierin zijn. Als dit zo is, dan hebben wij er vrede mee om het tijdens de Commissie Grondgebiedzaken te behandelen.” VOORZITTER: “GroenLinks wilde het ook in de Commissie MMAT behandelen. Kunt U ermee leven als het tijdens de Commissie Grondgebiedzaken besproken wordt?” Dhr. VAN OORT: “Kan de uitgebreide visie van het college daar dan ook bij gevoegd worden?” VOORZITTER: “Wij zullen dat doen. Akkoord? Aldus besloten. Punt 15 wordt tijdens de Commissie Grondgebiedzaken behandeld.” De VOORZITTER stelt voor alle B-stukken met één hamerslag vast te stellen. Aldus besloten.
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
2
6.
Vaststellen van de notulen van de openbare raadsvergadering van 20 en 21 december 2006. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
6a. Motie vreemd aan de orde van de dag van de fractie van de PvdA inzake maximale snelheid van 60 km/u op West-Tangent. (A-stuk) Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Wij zadelen de sportverenigingen met een groot probleem op doordat de Westtangent zo gesitueerd wordt dat het de sportvelden doorkruist. Nu blijkt dat er op de Westtangent 80km per uur gereden mag worden. Wij vinden dit onverantwoordelijk hard, zeker omdat de sporters niet via de brug kunnen maar gewoon de weg over moeten steken. De PvdA heeft gemeend om daar een halt aan toe te roepen en hoopt op massale steun voor onze motie die ik nu voor ga dragen. Motie PvdA De Raad van de gemeente Geertruidenberg in vergadering bijeen op 25 januari 2007, kennis genomen hebbende van het feit dat op de Westtangent 80km per uur gereden mag worden, vaststellend dat sporters, supporters, tegenstanders, ouders met kleine kinderen, etcetera, dagelijks genoodzaakt zijn om deze weg over te steken om handbalvereniging HMC of de hockeyvereniging DDHC te kunnen bereiken, constaterend dat buiten de winterperiode leerlingen van het Dongemond College op deze locatie hun lichamelijke opvoedingslessen volgen, realiserend dat snelheidsbeperking de verkeersveiligheid zal verhogen, verzoekt het college de snelheid op de Westtangent te maximeren tot 60km per uur, en gaat over tot de orde van de dag.” VOORZITTER: “De motie is hiermee ingediend. Wie Uwer wenst het woord over de motie?” Eerste Termijn Dhr. KLAASSEN: “Voorzitter, toen wij vorige maand het voorstel van de PvdA zagen over de verlaging van de maximum snelheid op de Westtangent 2e fase waren wij daar zeer enthousiast over. Ik ben echter blij dat wij een maand de tijd hebben gekregen om de hele materie te bestuderen, want gaandeweg ontdekten wij steeds meer haken en ogen aan deze motie. Wij zijn al maanden bezig om de verkeerssituatie op en rondom de Stationsweg en de Centrale Weg te bestuderen. Je ontdekt dan een hele hoop problemen en knelpunten, knelpunten die vaak door onderlinge verbanden tussen wegen veroorzaakt worden. Eigenlijk kan gezegd worden dat ieder verkeersprobleem in een groter geheel bekeken moet worden. De komst van de Westtangent gaat straks ook een onderdeel uitmaken van de verkeersproblematiek rondom de wegen Centrale Weg en Stationsweg. Hopelijk lost het een groot deel van de problemen in die hoek op. Gaan wij er echter verkeerd mee om, dan worden er weer nieuwe problemen gecreëerd zoals bijvoorbeeld de al genoemde veiligheid van voetgangers en fietsers bij de sportvelden. Zijn ook deze problemen uit de wereld wanneer we er, zoals de PvdA voorstelt, een 60km per uur weg van maken? Nee, ik vind van niet. Om in verkeerstechnisch jargon te blijven, ik vind dat deze motie eigenlijk een beetje te kort door de bocht is. Wij vinden dat om de volgende redenen. Het enkel maximeren van de snelheid is een onvoldoende maatregel om daadwerkelijk de veiligheid te verbeteren. Het moet ook een fysieke invulling krijgen. Met andere woorden, de weg moet er ook specifiek voor ingericht worden en daarover staats niets in de motie. De Westtangent is nu bedoeld als weg buiten de bebouwde kom. Hierdoor zal bij een 60km per uur inrichting de weg worden ingericht als een weg waarbij ingehaald mag worden en er geen gescheiden rijbanen voor de auto’s is en er langzaamverkeer op diezelfde weg aanwezig is. In vaktermen wordt het ook wel een erftoegangsweg genoemd. Zo’n erftoegangsweg heeft specifiek geen doel als ontsluitingsweg en is daarom ook niet bedoeld voor grote doorstroming van verkeer, terwijl wij de Westtangent daar juist voor aanleggen. De huidige maximumsnelheid op alle wegen waarop de Westtangent aansluit is nu 50km per uur. Hierdoor loopt men het risico dat autoverkeer deze wegen te hard zal benaderen. Daarnaast spreekt het geen consistent beleid uit. Als de PvdA haar huiswerk iets beter had gedaan, dan wisten ze van al die nieuwe problemen wat beter af. Duurzaam veilig is bijvoorbeeld Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
3
een term die al door veel partijen is gebruikt. Als je leest wat duurzaam veilig inhoudt, dan weet je dat dit betekent dat de weginrichting nog belangrijker is dan de borden die er naast gezet worden. Met andere woorden, willen wij ook echt duurzaam veilig zijn in deze gemeente dan moeten wij iets verder kijken in de verkeersproblematiek en deze niet oplossen door alleen maar een maximumsnelheid te roepen. De SP vindt daarom dat het niet alleen de maximumsnelheid maar ook het karakter van de weg moet veranderen. Deze gemeente moet dus strikt volgens het convenant duurzaam veilig gaan werken, wat inhoudt dat er over het algemeen gezien twee maximumsnelheden binnen de bebouwde kom gelden en twee maximumsnelheden buiten de bebouwde kom; 30 of 50, of 60 of 80. Wegen voor de algemene doorstroming zijn 50km per uur of 80km per uur, de zogenaamde gebiedsontsluitingswegen. Wegen die voor bestemmingsverkeer zijn, zijn 30km per uur binnen de bebouwde kom of 60km per uur buiten de bebouwde kom. Dit heten dan erftoegangswegen. Daarbij hebben gebiedsontsluitingswegen een duidelijke scheiding tussen de rijbanen, vaak met een dubbele streep in het midden en gescheiden fietspaden, terwijl erftoegangswegen geen scheiding tussen de rijbanen hebben en voorzien zijn van suggestiestroken voor fietsers. Kortom, willen we de Westtangent veilig houden voor het langzaamverkeer en het autoverkeer, dan zal er volgens ons gekozen moeten worden voor een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom en dan wel om de volgende redenen: - de maximumsnelheid wordt 50km per uur, die aansluit bij de omliggende wegen; - fietsers en brommers hoeven niet op de rijbaan te rijden; - er kan een inhaalverbod ingesteld worden door een dubbele asmarkering, wat de veiligheid van het autoverkeer verhoogd en de veiligheid van overstekend verkeer; - de milieubelasting en de geluidsoverlast nemen af wanneer de snelheid teruggebracht wordt naar 50km per uur. Hiervoor zal deze Raad echter eerst dienen vast te stellen dat de Westtangent binnen de bebouwde kom ligt in plaats van daar buiten. Dit alles neemt niet weg dat wij de motivatie van de PvdA achter de motie van harte steunen. Wij hebben alleen de vrijheid genomen om er wat op voort te borduren en willen daarom de volgende twee moties indienen. Motie 1 SP ……. Gehoord de discussie aangaande de motie vreemd aan de orde van de dag van de PvdA betreffende de verlaging van de maximumsnelheid, overwegende dat een duurzaam veilige en structurele keuze gemaakt dient te worden ten aanzien van de verkeerssituatie, verlaging van de maximumsnelheid van 80km per uur wenselijk wordt geacht ten aanzien van de verkeersveiligheid op en nabij de Westtangent en een vermindering van milieubelasting en geluidsoverlast (zie ook het Novemrapport Langzaam rijden gaat veiliger), potentiële besparingen op CO2 en verkeersveiligheid, conform de landelijke afspraken in het convenant duurzaam veilig gekozen dient te worden voor een zogenaamde gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom indien men een gebiedsontsluitingsweg wil realiseren met een snelheid lager dan 80km per uur, de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om zones van de bebouwde kom toe te wijzen (artikel 20a van de wegenverkeerswet 1994), verzoekt het college van B&W om een voorstel voor te bereiden waarin het tracé Westtangent, het gehele tracé, wordt aangeduid als zijnde binnen de bebouwde kom, dit voorstel uiterlijk in de maand maart 2007 voor te leggen aan de gemeenteraad, en gaat over tot de orde van de dag. Motie 2 SP …… - een breed en uniform beleid ten aanzien van verkeersveiligheid wenselijk is en dat dit moet resulteren in een voor verkeersdeelnemers duidelijke en overzichtelijke situatie in de gehele gemeente; - op de Centrale Weg in Geertruidenberg een maximumsnelheid van 50km per uur geldt; - van mening dat de realisatie van een 80km per uur weg als ook een 60km per uur weg niet uniform is met de aan de Westtangent direct gekoppelde Centrale Weg in Geertruidenberg en hierdoor ook geen consistent beleid wordt uitgevoerd, de realisatie van een gebiedsontsluitingsweg de voorkeur geniet boven een zogenaamde erftoegangsweg, onder andere omdat er een gebiedsontsluitingsweg een strikte Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
4
scheiding tussen rijbanen mogelijk is en langzaamverkeer van de autorijbaan kan worden geweerd, verzoekt het college van B&W de Westtangent als zijnde een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom te realiseren met dien verstande dat de maximumsnelheid 50km per uur bedraagt, er sprake is van een inhaalverbod en langzaamverkeer gescheiden van de rijbaan wordt gehouden, en gaat over tot de orde van de dag.” Dhr. VAN OORT: “Ik vind het gebrekkig dat deze motie een maand geleden aangekondigd is en dat wij vanavond pas te horen krijgen wat er in staat. Het ging mij vooral om de overwegingen. Ik vind het een zeer slechte overweging, de situatie op de weg wordt er niet veiliger door door er een 60km per uur weg van te maken. Ik betwijfel dit. Ik zou het ook heel graag willen. Ik had graag van tevoren gehoord wat het college van deze zaak vindt. Ik heb bij Veilig Verkeer Nederland geïnformeerd en ik vind het vreemd dat zij pas deze week hierover vergaderd hebben. De weg wordt gemaakt voor 80, het profiel en alles is op 80 gericht. Het is een ontsluitingsweg. Ik vraag me dan ook af of je dit moet doen. De weg nabij de Triangel ligt binnen de bebouwde kom en je mag daar maar 50 rijden. De T-kruising bij de Texaco ligt ook binnen de bebouwde kom en je mag daar ook maar 50 rijden. De mogelijkheden liggen in waar het bord bebouwde kom weggezet wordt. Als dit voorbij de voetbalvelden gezet wordt, dan mag langs de voetbalvelden maar 50 gereden worden. Daar ligt de oplossing. Ik had graag van tevoren van het college gehoord hoe zij over deze motie dacht.” Dhr. QUIRIJNEN: “Tijdens een voorbespreking is gezegd, door de voormalige wethouder, dat er een 60km weg zou komen. Dit staat mij bij. Ik ben blij dat ik dit niet alleen gehoord heb. Dat zou namelijk een prima optie zijn. Voorlopig volgen wij de motie van de PvdA graag, want wij vinden ook dat veiligheid voorop staat en de veiligheid wordt bereikt door er een 60km weg van te maken en als de berijders bereid zijn dit te volgen dan is het helemaal goed. Voorlopig staan wij achter de motie van de PvdA en wachten het antwoord van het college af met betrekking tot de moties van de SP.” Dhr. BOS: “De VVD zit in een spagaat. In eerste instantie hadden wij de intentie om de motie niet aan te nemen. Vandaag hebben wij echter een bericht van Veilig Verkeer Nederland gekregen en zoals u weet hechten wij erg sterk aan dat advies. Wij hebben eerder een motie hiervoor ingediend. Wij zouden daarmee twee tegenstrijdige uitspraken moeten doen die niet bij elkaar passend te krijgen zijn. Wij zijn van mening dat de Stationsweg en het centrum van Raamsdonksveer ontlast moeten worden. Dat lukt niet als je het verkeer op de Westtangent niet zodanig de gelegenheid geeft om daar met een aanmerkelijk snellere rit langs de stad te kunnen gaan. Je gaat dit tegen door er een 60km weg van te maken. Het wordt dan minder aantrekkelijk en daarmee zul je de Stationsweg en het centrum van Raamsdonksveer minder gaan ontlasten dan de bedoeling is. Gezien het feit dat ook Veilig Verkeer Nederland een aantal argumenten aandraagt waarin wij ons ook kunnen vinden, zou het ons heel wat waard zijn als de PvdA haar motie zodanig zou willen ombouwen dat de tijdelijkheid, die 60km, totdat de sportvelden verplaatst zijn waarmee de problematiek voorbij bent, ook omtrent de veiligheid en de verontreinigde stoffen die daarbij vrijkomen en dat het dan teruggebracht wordt naar de oorspronkelijke gedachte van 80km. Is de PvdA hiertoe bereid? Ik dien geen andere motie in.” Dhr. VORAGEN: “Waarom is de Westtangent aangelegd? Ik sluit aan bij de woorden van dhr. Bos, ter ontlasting van de kern van Geertruidenberg en de kern Raamsdonksveer. Als we de Westtangent, die ontworpen is als een 80km weg en als zodanig voldoet terug gaan brengen naar 60km per uur dan mag dit niet ongestraft. Je zult dan fysieke maatregelen moeten treffen. Je gaat dan een infrastructuur realiseren waarbij het niet ondenkbaar is dat de Westtangent niet meer aantrekkelijk wordt om als ontsluitingsweg te gaan fungeren. Ik ben niet de mening toegedaan met de PvdA dat de sporters zo maar overal de Westtangent over kunnen steken. Zij doen dit op één punt en dat is 5 à 10 meter voor de rotonde. Op dat punt is de Westtangent het meest veilig, want daar zal de snelheid van de automobilist teruggebracht zijn van 50 tot 15 km per uur. Ik kan de tijdelijkheid van dhr. Bos niet onderschrijven. Keerpunt ’74 is van mening dat deze 80km per uur weg onverkort gehandhaafd moet blijven.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
5
VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor beraad door het college over de moties.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Het college heeft zich beraden en komt tot de conclusie dat er op dit moment drie opties voor liggen. De optie die door het college wordt voor gestaan: bij de aanleg van de weg die voor ogen heeft gestaan 80km per uur. De optie van de PvdA: het terugbrengen van de snelheid tot 60km per uur en de samengevatte optie voor wat betreft de moties van de SP: een dusdanige situatie te creëren dat we dit tot 50km per uur weg kunnen benoemen. Dit heeft allemaal consequenties. Dhr. Klaassen heeft dit aangeduid, Je kunt dit niet alleen met borden bereiken, de weginrichting dient daarop aan te sluiten. Het college is er zich van bewust dat het daarmee, als wij hier vanavond over moeten besluiten, een soort loterij tussen 50 en 60 wordt. Wij zouden U willen voorstellen het college de opdracht te geven de drie varianten uit te werken, naast elkaar te zetten en U in een maart een voorstel aan te bieden waarin de voors en tegens van de varianten staan vermeld, zodat U een gefundeerde keuze kunt maken uit die voorstellen. Het college stelt dus voor om de drie varianten uit te werken en U in maart hierover te berichten. Kunnen de indieners van de moties hiermee uit de voeten?” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Ik wil graag een reactie van de partijen.” Tweede Termijn Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “De SP komt met een aantal argumenten waarom zij de weg naar 50km per uur willen brengen. Ook met een argument dat wij ons huiswerk niet gedaan hebben. Wij kunnen niet allemaal zo enthousiast en goed als de SP overal induiken. Ik zal dit maar als antwoord geven, want ik vond de opmerking vrij denigrerend. Wij hebben wel ons huiswerk gedaan. Wij hebben in onze omliggende gemeenten gezien dat we wel degelijk zonder fysieke maatregelen te treffen op zo’n weg 60km in kunnen voeren. Als we naar onze eigen gemeente kijken, naar de Maasdijk, dan is dit ook een weg die fysiek niet anders ingericht is en op delen van de Maasdijk mag je ook maar 50km rijden. Wij hebben hier voor 60 gekozen omdat een deel van de weg buiten de bebouwde kom ligt, dus van 80 naar 60. Wil je het wel of wil je het niet. Het heeft niets met verdere onderzoeken te maken. Veilig Verkeer Nederland vond het een goede optie. De sporters en de mensen die mij deze week steunbetuigingen gegeven hebben vinden het ook een heel goede optie. Als je bij een rotonde denkt dat je daardoor de vaart mindert, dan is dit een verkeerde inschatting. Hoeveel bestuurders zijn er niet die juist vaart maken omdat ze als eerste op de rotonde willen rijden. U kunt wel zeggen dat als er een bord van 60 geplaatst wordt dat ze dan geen 60 rijden, dat is onzin. Je hoeft dan nergens meer maximale of minimale snelheden aan te geven omdat men zich daar toch niet aan houdt. Als je 60km invoert en je neemt geen fysieke maatregelen ….” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “De PvdA heeft het blijkbaar niet door dat alle auto’s door Geertruidenberg rijden met de ontsluiting van Dongeburgh en de ontsluiting van de HOED en al dit soort zaken en je daar ook nog maar 50 en daar 60 mag rijden, dan rijdt het vrachtverkeer toch gewoon door Geertruidenberg. Het schijnt dat U hier niets aan gelegen laat.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Nee, mijnheer Heesters, ik wilde hier al op antwoorden. Ik geloof daar helemaal niets van. Die Westtangent wordt een prachtige gladde, rechtdoorlopende weg naar de Triangel. Ze hoeven helemaal niet door de kernen. Ze hoeven geen extra rotondes te nemen. Ik geloof er niets van dat als je daar de snelheid beperkt van 80 naar 60 dat het vrachtverkeer massaal de fysiek anders ingerichte weg neemt. Zij nemen dan liever de Stationsweg dan de prachtige rondweg die aangelegd wordt. Ik merk dat wij waarschijnlijk geen meerderheid zullen halen. Ik handhaaf deze motie, voor al de sporters en al die mensen die mij deze week succes gewenst hebben en die heel graag willen dat dit door gaat. Het gaat ons niet lukken en dat vind ik zeer spijtig.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
6
Dhr. KLAASSEN: “Ik heb eerst nog een vraag aan mw. De Groot. Zij noemt de Maasdijk. Daar is nu ook een bord met 50 gezet. Dit is nu juist een voorbeeld van hoe het niet moet. Er gebeurt al zoveel in Nederland en er wordt rommelig met wegen omgegaan. Je ziet overal verschillende snelheden staan. In mijn optiek, ik sta hier achter, is het doel van duurzaam veilig dat mensen veel meer duidelijkheid op de weg krijgen en dat ze aan het wegbeeld zien hoe hard er gereden mag worden. Het is niet zo dat gemeenten willekeurig borden weg gaan zetten en dat de snelheid constant veranderd moet worden, hetgeen toch niet gebeurd en wat een gevaarlijke situatie met zich mee brengt. Weet U wat Veilig Verkeer Nederland vindt van die 50km per uur op de Maasdijk?” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Ik vind dit niet relevant. Ik wil me graag houden aan de Westtangent waar de sporters en de mensen die de weg over moeten steken in de problemen komen.” Dhr. KLAASSEN: “U haalt het wel als een argument aan.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Het argument van fysieke inrichting. Je hoeft de weg niet fysiek anders in te richten als je er een 60km weg van maakt.” Dhr. KLAASSEN: “Daar gaat het nu juist om. Alleen een bord plaatsen is niet voldoende. Je kunt er wel een bord plaatsen en veel mensen zullen zich daar aan houden, maar de inrichting van de weg is dusdanig dat het uitnodigt om harder te rijden en dus ook gevaarlijkere situaties met zich mee brengt. Ons doel is om er voor te zorgen dat niet alleen de snelheid omlaag gaat, maar dat het hele plaatje meegenomen wordt. We moeten een consistent beleid in de gemeente hebben. Als iemand de snelweg af gaat, bij de Triangel, en over de Westtangent naar bijvoorbeeld Made of naar het uiteinde van Geertruidenberg rijdt, rijdt men op een weg die binnen de bebouwde kom ligt totdat men weer de gemeente Geertruidenberg uit rijdt. Het moet een rechte weg zijn van 50km per uur. Fietsers zullen er oversteken. Als de sportvelden daar weg gaan, kunnen ze misschien aan de andere kant van de Westtangent terecht komen. Je hebt daar dan weer hetzelfde probleem met de fietsers. Een tijdelijke optie lijkt mij helemaal onacceptabel.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “Mijnheer Klaassen het is niet onze bedoeling dat je over de gehele Westtangent met de fiets over kan steken. De bedoeling is dat er alleen via de voetbrug wordt overgestoken. De sporters aan deze kant moeten er over heen om bij hun sportvelden te komen.” Dhr. KLAASSEN: “Ik ben het er helemaal mee eens. Ik begrijp het argument van de PvdA en ik ben het er ook wel mee eens dat de snelheid omlaag moet, maar ik wil het iets verder uitwerken en iets consistenter uitwerken. Dat is het enige. Wat betreft het voorstel van het college, wij kunnen er achter staan om een uitgebreide studie van alle varianten te doen. Er zal dan voor iedereen een duidelijker beeld over de situatie ontstaan. Wij kunnen ermee instemmen.” Dhr. VAN OORT: “Wat dat laatste betreft, wij zijn het er ook mee eens. Wij willen alleen het begin en het einde 50km binnen de bebouwde kom laten vallen. Dat is misschien ook een oplossing. Ik verbaas me over de motie. Deze week heb ik in de krant gelezen dat Rijkswaterstaat ons met een groot probleem opgezadeld heeft. Wij hebben dit zelf gedaan. GroenLinks niet, want wij zijn altijd tegen deze weg geweest. Die weg had er nooit moeten komen. De weg ligt er nu. De weg is een ontsluitingsweg ….” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “Voorzitter, gaan we nu een hele discussie over doen over hoe de keuze is gemaakt, 15 jaar geleden, dat de Westtangent er wel of niet moet komen. Als we dit doen, redden we het weer niet met de spreektijden.” VOORZITTER: “Het al of niet openstellen is niet aan de orde.” Dhr. VAN OORT: “Het is niet 15 jaar geleden gebeurd. Het is een paar jaar geleden gebeurd. Wij hadden andere alternatieven. Wat hier aangehaald wordt, vind ik gek: kennis genomen hebben van het feit dat op de Westtangent 80km gereden mag worden. Er kan nog helemaal niet op de Westtangent gereden worden! Wat betreft de laatste zin: Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
7
realiserende de snelheidsbeperking de verkeersveiligheid zal verhogen, ik ben hier absoluut niet van overtuigd. Wat betreft de opmerking die de VVD maakt, tijdelijk, want als de sportvelden daar weg gaan dan gaan ze naar een andere kant, ook aan de andere kant van de Westtangent, dit maakt dan helemaal niets uit. Tijdelijk. Daar is het veel gevaarlijker. De fietsers moeten daar veel meer oversteken. Dhr. Voragen heeft gelijk dat ze hier vlak voor een rotonde moeten oversteken. Zoals gezegd, de weg had er nooit moeten komen. Wij moeten nu proberen om het zo veilig mogelijk te maken. De veiligste oplossing is ontsluiting houden. U zegt dat we er niets van merken en dat ze de Stationsweg en de Keizersdijk niet nemen. Als het 60km wordt, dan moet je ook landbouwverkeer toe gaan laten. Veel vrachtwagens die aan de Rivierkade en bij de Triangel moeten zijn zullen dan toch wel de Keizersdijk nemen. U zegt van niet, maar ik denk van wel.” Dhr. QUIRIJNEN: “Ik vind het jammer dat de motie het waarschijnlijk niet gaat halen. Wij zullen wel voor stemmen. Wij zijn ook blij met uw voorstel om eventueel met een uitgebreid onderzoek te komen om alle varianten nader uit te werken. Ik ben het met mw. De Groot eens, vrachtwagens zullen echt niet door het centrum rijden als de Westtangent er ligt. Ik ben er heilig van overtuigd dat ze dat niet doen.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “Mijnheer Quirijnen, U bent niet goed op de hoogte. U moet er maar eens, als het opengesteld is, achter aan rijden. Als een vrachtwagen over de Stationsweg kan, zal hij niet via de Triangel naar Dombosch gaan. Ik denk van niet. Ook niet als men naar Gorinchem moet. Er is geen enkele chauffeur die dit doet. Ik geloof er niet in. Als wij het daar belemmeren, wordt het helemaal niets. Het is de Stationsweg. Er gaan ongeveer 1000 patiënten naar de HOED toe en daar wordt niet naar gekeken. Alleen de sporters zijn belangrijk.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “De Stationsweg wordt straks fysiek anders ingericht en de Westtangent wordt dan niet fysiek ….” VOORZITTER: “U interrumpeert op een interruptie. Ik ga terug naar dhr. Qurijnen.” Dhr. QUIRIJNEN: “Mijnheer Heesters, de situatie bij de HOED is ook niet best. Ik weet dit ook wel, maar de Westtangent heeft hier weinig mee te maken. Als de Westtangent open gesteld wordt en de Stationsweg wordt anders ingericht, fysiek, dan ben ik er van overtuigd dat een groot aantal vrachtwagens een andere route zal nemen. Wij zullen de motie steunen.” Dhr. VORAGEN: “Het is allemaal subjectief. Ik stel u voor dat u er een verkeersstromenmodel op los laat in uw studie. Aan de hand van de gegevens van het verkeersstromenmodel zie je precies hoeveel auto’s er bij bepaalde snelheden toch gebruik blijven maken van bepaalde routes. Wij kunnen dan ook op basis van wetenschap hierover beslissingen nemen.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “De wetenschap is dat daar kinderen, tegenstanders, sporters die weg over moeten om daar te komen. Je hoeft daar geen wetenschappelijk onderzoek voor te doen. Ik snap niet dat zo’n simpele motie die zoveel goeds uitstraalt zo moeilijk door iedereen bejegend wordt.” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “Nu doet mw. De Groot het voorkomen alsof ze de Don Quiscotte in dit verhaal is. Het gaat iedereen in deze Raad aan en wij maken ons zorgen over de veiligheid van iedereen die aan het verkeer deel neemt. Ook ter plaatse van de Westtangent. Ik vind het wel heel verstandig dat we besluiten nemen op basis van onderzoeken die daarvoor ontworpen zijn.” Dhr. DE JONGH: “De motie van de PvdA is sympathiek. Sympathiek in de zin dat ze zich zorgen maakt om de veiligheid van de verkeersdeelnemers. Helaas is het op het moment zo dat we ook hier verkeersmaatregelen moeten gaan nemen als wij niet uitkijken, want het botst links en rechts! De veiligheid moet wel op de beste manier bevorderd worden. Of dit moet via een beperking van de snelheid alleen, betwijfelt het CDA. Daar zijn meer maatregelen voor nodig. Het kan best zijn dat 80km op zich veiliger is door alleen al het Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
8
gegeven dat er geen langzaamverkeer over die weg mag en dat er niet kan en mag worden ingehaald. Het college heeft aangeboden om alle drie de varianten nog eens goed te bekijken. Dat aanbod grijp ik graag met twee handen aan.” VOORZITTER: “Wij hebben een collegevoorstel gedaan. Ik heb begrepen dat de PvdA haar motie handhaaft. De SP?” Dhr. KLAASSEN: “De gang van zaken is mij nu onduidelijk. Er is een aanbod van het college. Betekent het dat als dit aangenomen wordt de rest van de moties niet meer aan bod komen?” VOORZITTER: “Het aanbod van het college bestaat zolang de Raad geen besluit hierover genomen heeft. Ik begrijp dat de PvdA hecht aan stemming over de motie. Als de motie aangenomen wordt, dan heeft het voor het college geen enkele zin meer om dit in kaart te brengen. Dan is het aanbod weg. Wordt die motie niet aangenomen, dan gaan wij dat alsnog in uitvoering brengen. Ik heb begrepen dat U ter faveure daarvan Uw moties voorlopig zou willen intrekken.” Dhr. KLAASSEN: “Ik trek hierbij mijn moties in. Ik wil wel dat de moties uitgereikt worden, want ik wil ze wel met de mensen delen.” VOORZITTER: “Ik kom toe aan stemming over de motie van de PvdA. Wie is voor de motie van de PvdA? Voor de motie van de PvdA spreken zich uit de PvdA en de fractie van Partij Samenwerking. De overige fracties zijn tegen. Hiermee is de motie verworpen. Ik kom toe aan het aanbod van het college. Wij zullen in maart met de drie varianten bij U terugkomen. Aldus besloten.” 6b.
Prestatie-afspraken afhandeling ingekomen brieven, klachten en meldingen In te stemmen met het voorstel prestatieafspraken afhandeling ingekomen brieven, klachten en meldingen. (A-stuk) VOORZITTER: “De vorige keer zijn wij gekomen tot stemming over het amendement betreffende dit onderwerp. Het amendement is verworpen. Er is niet gestemd over het voorstel. De fractie van Partij Samenwerking heeft om een hoofdelijke stemming gevraagd.” Dhr SMITS interrumpeert: “Mag ik opmerken dat ik het vreemd vind dat Partij Samenwerking een ‘plaspauze’ inlast!” VOORZITTER: “Dat heet consequent gedrag. Ik heb dit vaker meegemaakt.” Dhr. SMITS: “Kan dit altijd zo zijn?” VOORZITTER: “U moet hierover met de betreffende fractie of terzake deskundige specialist overleggen.” Dhr. VAN DER ZWAAN: “Voor.” Mw. FRÖLICH: “Voor.” Dhr. DE JONGH: “Voor.” Mw. STEENVOORDE-DALEMAN: “Voor.” Dhr. KROLS: “Voor.” Dhr. BOS: “Voor.” Dhr. KLAASSEN: “Voor.” Dhr. DE PEUTER: “Voor.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
9
Dhr. VAN OORT: “Voor.” Dhr. HEESTERS: “Voor.” Dhr. SMITS: “Voor.” Mw. MUIS: “Voor.” Dhr. VORAGEN: “Voor.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Voor.” Dhr. PAUWELS: “Voor.” VOORZITTER: “Het voorstel is met algemene stemmen aangenomen. Ik kom toe aan de motie. De motie welke aan het college verzoekt voor de in het besluit genoemde data de Raad in te lichten over de stand van zaken waarbij tevens duidelijk aangegeven wordt welke maatregelen er genomen worden om eventueel in te grijpen, daarbij dient de in het besluit genoemde percentage niet te worden gehaald en welke maatregelen genomen worden om het besluit en het percentage te waarborgen. Het college heeft een opvatting tijdens de vorige vergadering daarover gegeven en kan leven met de inhoud van deze motie. Wie stemt voor deze motie? Voor deze motie stemt de fractie van de PvdA, het CDA, de SP. Tegen de motie spreken zich uit de fractie van Keerpunt ’74 en de fractie van GroenLinks. Hiermee is de motie aangenomen. Aldus besloten.” 7.
Kredietvoorstel rotonde Zalmweg/Essenboom/Maasdijk In te stemmen met het beschikbaar stellen van € 35.150,- ten behoeve van de ontwikkeling van een rotonde op de kruising Maasdijk/Zalmweg/Essenboom en dit ten laste te brengen van de reserve “Duurzaam Dombosch”. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VAN OORT: “Het originele voorstel vond GroenLinks in orde. Tijdens de Commissievergadering hebben wij aangehaald dat wij liever gezien hadden dat er werk van de rotonde bij het Gat gemaakt gaat worden, omdat de situatie daar veel gevaarlijker is. Maar omdat deze plannenmakerij uit de reserve duurzaam Dombosch betaald kunnen worden, kunnen wij hiermee akkoord gaan. Wij hopen wel dat het college de rotonde bij het Gat een hoge prioriteit geeft wanneer zij de lijst voor grote infrastructurele werken investeert. De reden waarom het college het voorstel nu weer verandert, verbaast GroenLinks. Enkel omdat een oud-wethouder, die het al jaren over die kruising heeft maar er nooit een cent voor gereserveerd heeft, dit oppert. Wij dachten dat je meer kans hebt op cofinanciering door de Provincie wanneer u een goed onderbouwd plan kunt presenteren. Door het aanbrengen van deze knip verkleint u ten eerste uw kans op cofinanciering en moet u daarbij eerst nog grofweg een miljoen bij elkaar zien te halen voordat u dit in de voorbereiding helemaal af kunt werken. Daarom wil GroenLinks terug naar het oude voorstel en dient daarvoor het volgende amendement in. Amendement GroenLinks De Raad van de gemeente Geertruidenberg in vergadering bijeen op 25 januari 2007, gehoord hebbende de beraadslagingen naar aanleiding van agendapunt 7, kredietvoorstel rotonde Zalmweg/Essenboom/Maasdijk, overwegende dat het nog niet laten maken van een bestek nadelig zou kunnen werken bij het verkrijgen van cofinanciering, wenst de aan het besluit toegevoegde punten 2 en 3 weer te schrappen en alleen het besluit te nemen zoals verwoord onder punt 1, en gaat over tot de orde van de dag.” Dhr. KOOI: “Bij het lezen van dit voorstel, het aangepaste voorstel en het oude voorstel, kregen wij déjavu gevoelens, met name in de tijd van de sprookjesstad. Ook toen werden er mooie voorstellingen vertoond die na het beëindigen van het verhaal uiteindelijk eindigde in en ze leefden nog en lang en gelukkig, maar die zette mij op dat
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
10
moment weer met beide benen op de grond. Nu wordt er een onderzoek gedaan naar een zeer noodzakelijke en belangrijke rotonde. Hier leven wij na het onderzoek zeker niet lang en gelukkig, want er is geen vervolg. Er is geen geld om de aanzet, de belofte, voor ons dus het sprookje, tot een goed einde te brengen. Zo maakt de politiek zich niet geloofwaardig. Kom met een onderzoek, ontwikkelingen van deze rotonde, als u het ook kunt verwezenlijken, of u besluit om nu de gelden in 2008 hiervoor beschikbaar te stellen in de begroting 2008. Hiervoor hebben wij een amendement ingediend. Of u komt terug zodra u deze middelen hiervoor beschikbaar kunt stellen. Als ik de wethouder tijdens de Commissievergadering goed beluisterd heb, kan dit in 2009 of zelfs in 2010 pas plaatsvinden. Dan is de ontwikkeling die u in 2007 wil gaan starten al gedateerd en gooien wij nu gewoon € 35.000,00 te grabbel. Om die reden willen wij het volgende amendement indienen. Amendement Partij Samenwerking De Raad van de gemeente Geertruidenberg in vergadering bijeen op 25 januari 2007, …… het besluit aanvullen met een tweede punt, de verdere punten vernummeren (ik ben uitgegaan van het oude voorstel) 2. in de begroting 2008 bij wijze van uitzondering vanwege de hoge prioriteit die aan de realisering ervan wordt gegeven de noodzakelijke kapitaallasten opnemen die nodig zijn voor de aanleg en de realisering van de rotonde op het verkeerspunt Maasdijk/Zalmweg/Essenboom. De motieven om deze wijziging voorstellen zijn als volgt: - De belangrijkheid van deze rotonde door iedereen onderkend wordt; - Hieraan vanwege verkeersveiligheid een hoge prioriteit gegeven wordt; - Het huidige voorstel alleen betrekking heeft op de ontwikkeling van een rotonde waarmee nog geen aansluitende realisering plaats kan vinden; - De verantwoordelijke wethouder van de verkeer in de Commissie MMAT van 10 januari geen duidelijkheid gaf omtrent enige datum van realisering van deze rotonde vanwege het ontbreken van de nodige financiële middelen; - Wij met het goedkeuren van dit besluit bij onze inwoners en bedrijven verwachtingen gaan wekken dat nu eindelijk deze noodzakelijke rotonde binnen afzienbare tijd wordt aangelegd; - het gevolg hiervan is dat dan ook de nodige financiële middelen hiervoor nu ook beschikbaar moeten zijn en hierin geen afwachtende houding ingenomen moet worden en wij daarmee ons besluit serieus moeten nemen en boter bij de vis moeten leveren, en gaat over tot de orde van de dag.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Wij hebben niet ingetekend voor dit stuk dus wij zwijgen.” Dhr. VORAGEN: “Onlangs is een grote rotonde gerealiseerd op de Maasdijk, maar dan wel bij de noordelijke entree van onze gemeente. Met dit werk is ook een substantieel deel van de Maasdijk zelf en ten noorden van die rotonde vervangen, vernieuwt. Dit was noodzakelijk omdat de wegconstructie van de Maasdijk ter plaatse versneld in kwaliteit achteruit ging. Dat geldt evenwel voor de hele Maasdijk die al enkele jaren in kwaliteit sterk moet inboeten. Daarnaast ligt er ook een uitdrukkelijke wens vanuit het college, en velen, om aan de westzijde van de Maasdijk en in het verlengde van het onlangs aangelegde eenzijdige tweerichtingenfietspad ter hoogte van de bovengenoemde rotonde deze te verlengen langs de hele Maasdijk. Met name de achteruitgang van de wegconstructie van de Maasdijk baart Keerpunt ’74 grote zorgen. Het kan na vervelende winters zo maar afgelopen zijn met de wegconstructie van deze weg. Op dat moment is de bereikbaarheid van en naar onze gemeente vanuit de noordelijke richting in het geding. Keerpunt ’74 kwalificeert de dan ontstane situatie als een calamiteit van grote orde. Wij zijn van mening dat niet langer aan deze dreiging voorbij gegaan mag worden. Wij onderkennen dat de bestaande verkeerslichtenregelinstallaties op de twee resterende kruispunten op de Maasdijk het bestaande verkeersaanbod niet langer kan verwerken. Wij zijn tevens de mening toegedaan dat vanwege de versnelde verkeersafwikkeling op rotondes dit onherroepelijk leidt tot cohesie, files, op de volgende zwakste schakels op de Maasdijk, namelijk het kruispunt Maasdijk/Collegeweg/Vondellaan. Bovenstaand samenvattend concludeert Keerpunt ’74 dat hier geen sprake is van het opwaarderen van Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
11
het duurzaam Domboschgebied, maar van het noodzakelijk reconstrueren van de gehele noordelijke wegontsluiting van onze gemeente. Financiering van de planontwikkeling om te komen tot een reconstructie van de Maasdijk of delen daarvan komt in onze ogen dus niet ten laste van duurzaam Dombosch, maar dient op een zelfde wijze benaderd te worden als gedaan is met de ontwikkeling en realisatie van de Westtangent, de zuidelijke wegontsluiting van onze gemeente. Wij onderschrijven met uw college dat ten aanzien van deze grote investering, waar mogelijk, naar cofinanciering gezocht moet worden. Wij vinden daarom dat het nu schrijven van een technisch bestek voor een deel van de onherroepelijk dichterbij komende grote investeringen prematuur is, te meer omdat voor de dekking zelfs nog geen middelen voor handen zijn in het Raadsprogramma 2007 en ook niet in het meerjarenprogramma 2006-2010. Het is naar de mening van Keerpunt ’74 niet ondenkbeeldig dat na een jaar van voortschrijdend inzicht dit invloed gaat hebben op het bestek wat eventueel nu of binnenkort gemaakt zou worden en dat dit gevolgen zou hebben voor en tot het herschrijven van dat bestek, zoals dit overigens ook heeft plaatsgevonden bij de ontwikkeling en de realisatie van de Westtangent. Het college geeft zelf in het voorliggende voorstel aan dat met een voorlopig ontwerp een kostenraming voldoende is om de onderhandelingen op te starten voor het binnenhalen van cofinanciering. Keerpunt ’74 concludeert hieruit dat het schrijven van een technisch bestek nu dus niet noodzakelijk is. Wij kunnen dan ook niet anders tot een slotconclusie komen en dat in een amendement verwerken. Amendement Keerpunt ‘74 ……. Overwegende dat met betrekking tot de plannen van het college om nu iets te ontwikkelen en technisch voor te bereiden wat alleen tot doel heeft de realisatie van de rotonde op de kruising Maasdijk/Zalmweg/Essenboom terwijl op korte termijn al dan niet gepland wij aan de vooravond staan van een grote wegtechnische onderhoudsbeurt van de hele Maasdijk en de mogelijke aanleg van een eenzijdig fietspad in twee richtingen, dat er nu geen financiële middelen zijn opgenomen in het onlangs vastgestelde Raadsprogramma 2007 en meerjarenprogramma 2006-2010 voor de voorbereiding en uitvoering van grootschalig wegonderhoud en van geen enkel wegvlak van de Maasdijk, dat voor het nu te realiseren technisch bestek ten tijde dat het werk vanuit financieel oogpunt gezien daadwerkelijk gefaseerd aanbesteed zou kunnen worden, dat gelet op het bovenstaande het niet ondenkbeeldig maar reëel is dat technisch bestek vanwege voortschrijdend inzicht mettertijd helemaal herschreven dient te worden, en dat het college in haar motivering weergeeft dat een voorlopig ontwerp met kostenraming voor dit moment voldoende is om voor eventuele subsidie, cofinanciering, in aanmerking te komen, draagt het college op het besluit als volgt te wijzigen: de complete zinsopbouw van het besluit te wijzigen in een bedrag van maximaal € 35.150,00 ex BTW beschikbaar te stellen ten behoeve van het formuleren van uitgangspunten en inrichtingseisen waaraan het definitief ontwerp van de hele Maasdijk aan zou moeten voldoen, daarin zijn ook begrepen het maken van een voorlopig en definitief ontwerp met kostenraming, de investering eenmalig te onttrekken uit de algemene reserve en dit te bestempelen als voorfinanciering voor het kapitaalswerk, de voorfinanciering ten tijde van aanvang van het werk terug te storten in de algemene reserve, en gaat over tot de orde van de dag.” VOORZITTER: “Er zijn een drietal amendement ingediend. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor overleg met het college over de amendementen, want ik neem aan dat tijdens de tweede termijn alleen nog maar hierover gesproken zal worden.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Het college heeft zich beraden over de drie amendementen die ingediend en toegelicht zijn. Als wij die op een rij zetten, dan is het amendement dat door dhr. Van Oort namens GroenLinks ingebracht is, een amendement wat terugdraait wat wij met het wijzigingsvoorstel beoogd hebben. Dat wijzigingsvoorstel hebben we juist ingebracht gehoord hebbende de Commissievergadering. Ons is toen gevraagd om een splitsing te maken tussen het definitief ontwerp en het voorlopig ontwerp. Wij hebben daar gehoor aan gegeven omdat we dachten dan aan het definitieve ontwerp voldoende te hebben om te winkelen om de cofinanciering rond te krijgen. Op Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
12
grond van het feit dat er tijd zal verlopen tussen het voorlopige ontwerp en het definitieve ontwerp in het zoeken van financiering is het verstandiger om het definitieve ontwerp niet te maken omdat er misschien dan ook nieuwe inzichten ontstaan. Dat zou de klok weer terugzetten tot aan de Commissievergadering en wij menen dat we dit niet moeten doen. Wij zijn meegegaan met de argumenten die de Commissie ons gegeven heeft. Wij vonden dat goede argumenten. Het amendement van Partij Samenwerking wil de uitvoering in een bepaalde periode zekerder stellen. Het college beoogt ook tot uitvoering te komen. Het college moet daar de financiering en dekking voor vinden. Op het moment dat U dit doet, stelt U een preprioriteit en niet alleen dat, U maakt ook onze meerjarenbegroting niet meer sluitend. Dat is een zaak die wij op dit moment niet geïsoleerd kunnen beschouwen. Dus uit het oogpunt van financiële soliditeit zouden wij dat amendement willen ontraden. Het amendement van Keerpunt ’74 beoogt in feite tot een wijziging van de werkgrens. Een enorm forse wijziging van de werkgrens. Dit betekent dat er een totaal ander project aan de orde wordt gesteld in dat amendement, terwijl wij juist in het oogpunt van faseren dit als eerste zouden willen aanpakken. Wij zijn het met dhr. Voragen wel eens dat we ook daarmee niet voor lange termijn verlost zijn van de Maasdijk, maar dat wij wel een eerste punt daarin hebben weggezet waarvan wij menen dat er opvattingen over zijn dat het langs die weg moet worden opgelost. Wij vinden het zodanig breed dat wij bang zijn dat deze oplossing, die wij hier voor staan, verder weg komt en wij zouden in dat oogpunt het amendement willen ontraden.” Tweede Termijn Dhr. VAN OORT: “Het is maar goed dat wij van dit punt een A-stuk gemaakt hebben, want er waren blijkbaar meerdere partijen die hiermee problemen hadden. Het argument wat het college noemt om ons amendement niet te steunen, wil ik weerleggen. Ik weet het niet zeker. Ik was tijdens die Commissievergadering niet aanwezig. Ik heb begrepen dat een partij gevraagd heeft om die knip aan te brengen. De andere partijen hadden daar niet om gevraagd. Wij dachten het voor het college goed te doen om het weer terug te draaien. Om die reden handhaven wij ons amendement.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Wij willen op de amendementen reageren. GroenLinks dacht goed te zijn voor u, maar denkt dat het college beter is voor de Raad. Wij gaan niet mee met het amendement van GroenLinks. Het amendement van Keerpunt ’74 vinden wij ook te breed. Het gaat ons om de rotonde en niet over de hele Maasdijk. Wat betreft het amendement van Partij Samenwerking waarin zij als motief aangeven dat de belangrijkheid van deze rotonde onderkend wordt, wij kunnen het hier absoluut niet mee eens zijn, want juist omdat die wordt erkend is er nu al een voorstel om uit gaan zoeken hoe duur en waar de rotonde geplaatst moet worden en dit laten allemaal ook al door een gerenommeerd bureau ondernemen. Die prioriteit ligt er wel degelijk. Wij willen niet nu al gelden daarvoor reserveren, juist ook omdat eerst de cofinanciering aangevraagd moet worden. Wij weten nog helemaal niet wat voor geld we nog allemaal kunnen verwachten. Het is nog allemaal veel te vaag. Ook dit amendement kunnen wij niet steunen.” Dhr. VORAGEN: “Het amendement van Keerpunt ’74 strekt in zoverre verder dat wij vragen de Maasdijk in zijn geheel te beschouwen als U spreekt over uitgangspunten waaraan de toekomstige Maasdijk over zijn volle lengte moet voldoen. Er komen dan onderwerpen als snelheden aan te pas. In het geheel kunt U zien wat het betekent en wat dit voor consequenties heeft voor bijvoorbeeld een rotonde in dat traject. Wij zijn het met U eens dat de uitvoering niet in zijn geheel zal gaan. Dat is ook niet bij de Westtangent gebeurd. U kunt bij de uitwerking en bij het realiseren van het bestek nadien bijvoorbeeld de rotonde daar uit lichten. De instellingen waarmee U spreekt over cofinanciering laat U een compleet traject zien en nu zijn het fragmenten. Ik denk dat U dan eerder realiseert dat daar ook grotere bedragen eventueel in Uw richting komen. Wij houden dan ook het overzicht. Nu zijn het continue fragmenten. U komt straks weer met een plan waarin U iets tussen gaat plakken. Wij handhaven ons amendement.” VOORZITTER: “Het college heeft haar opvattingen over de amendementen gegeven. Ik wil U er op wijzen, mijnheer Voragen, dat als ik de laatste zinsnede van Uw amendement lees dan staat daar een bedrag van maximaal € 35.150,00 beschikbaar te stellen ten behoeve van het formuleren van de uitgangspunten en de inrichting waaraan het Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
13
definitieve ontwerp Maasdijk zou moeten voldoen. Daarin zijn ook begrepen het maken van een voorlopig en definitief ontwerp en kostenraming.” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “En het bestek. Het definitieve ontwerp is alleen maar een hamerslag, het verlengde van het voorlopige ontwerp. U bent dan nog lang niet toe aan een bestek waar het grootste gedeelte van het geld naar toe gaat.” VOORZITTER: “Helder. Kunnen wij komen tot stemming over deze amendementen? Het lijkt mij dat voor de financiële huishouding van de gemeente het amendement van Partij Samenwerking het meest verstrekkend is, vervolgens technisch gezien het amendement van Keerpunt ’74 en daarna die van GroenLinks.” Dhr. KLAASSEN interrumpeert: “Ik wil een stemverklaring op het amendement van Keerpunt ’74 geven.” VOORZITTER: “Ik kom eerst met het amendement van Partij Samenwerking. Wie is voor het amendement van Partij Samenwerking. Partij Samenwerking is hier voor. Hiermee is het amendement verworpen. Ik kom toe aan het amendement van Keerpunt ’74.” Stemverklaringen Dhr. KLAASSEN: “Wij stemmen in met dit amendement omdat, zoals eerder tijdens de vorige discussie ook al gezegd is, je naar een breder plaatje moet kijken en ik vind het een goed initiatief om de hele Maasdijk erin te betrekken omdat daar verbeteringen nodig zijn. Wij stemmen in met dit amendement.” Dhr. DE JONGH: “Ik heb het amendement kunnen lezen. Het gaat nogal wat verder dan het voorstel van het college. Daarbij komt dat de dekking die aangegeven wordt de algemene reserve is, terwijl er ook motieven zijn om dit uit duurzaam Dombosch te doen net zoals destijds met de andere rotonde aan de Maasdijk gedaan is. Wij steunen dit amendement niet.” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “Wij zijn bereid om de dekking weg te halen omdat ……” VOORZITTER: “Wij zijn nu bezig met de stemverklaringen.” Dhr. BOS: “Het principe van het amendement van Keerpunt ’74 staat ons helemaal aan. De dekking is inderdaad een punt. Mijnheer Voragen, bent U bereid om de dekking te wijzigen?” Dhr. VORAGEN: “Mijnheer Bos, misschien luistert het CDA mee, Keerpunt ’74 hecht er veel meer waarde aan dat het ontwerp voor de hele Maasdijk gerealiseerd wordt en vinden de dekking dan van tweede orde. Wij zullen dit weg halen.” VOORZITTER: “Ik heb dan een ongedekt amendement.” Dhr. VORAGEN: “Nee, conform het college, uit duurzaam Dombosch.” VOORZITTER: “Ik kom toe aan het gewijzigde amendement van Keerpunt ’74. Wie is voor dit amendement? Voor dit amendement spreken zich uit de fractie van Keerpunt ’74, de SP en de VVD. Hiermee is het amendement verworpen. Ik kom toe aan het amendement van GroenLinks. Wie is voor het amendement van GroenLinks? Voor dit amendement stemt GroenLinks. De overige partijen stemmen tegen. Hiermee is het amendement verworpen. Ik kom toe aan het voorstel zelf. Kunt U instemmen met het voorstel? Partij Samenwerking spreekt zich uit tegen het voorstel. De overige fracties zijn voor. Hiermee is het voorstel aangenomen. Aldus besloten.”
8.
Leerplichtverslag 2005-2006
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
14
Kennis te nemen van het uitgebrachte verslag leerplicht over het schooljaar 2005/2006. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 9.
Begroting 2007 Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord In te stemmen met de begroting 2007 van het RAV. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
10.
Begrotingswijziging Kleinschalig Collectief Vervoer West-Brabant In te stemmen met de begrotingswijziging KCV. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
11.
Spoedreparatie zwembad De Ganzewiel De kosten van de reparatie van zwembad De Ganzewiel voor een bedrag van € 50.000,ten laste te brengen van de Voorziening gemeentelijke gebouwen, onderdeel zwembaden en € 20.000,- ten laste te brengen van de post Onvoorzien 2007. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
12.
Begroting 2007 N.V. Sportfondsen Geertruidenberg De begroting 2007 van NV Sportfondsen Geertruidenberg goed te keuren alsmede de tarieven en de openingstijden. (A-stuk) Eerste Termijn Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Omdat de zomer vaak langer aanhoudt, wilden wij de zwembaden twee weken langer open houden dan gepland. Per week blijkt dat de gemeente € 15.000,00 te kosten. Omdat de schoolvakanties in 2007 eindigen op 2 september vinden wij in ieder geval voor dit jaar dat de kosten niet opwegen ten opzichte van enkele uren zwemplezier. Wij zien daarom af van het indienen van een wijzigingsvoorstel en zullen dit voorstel steunen.” Dhr. KROLS: “Voorzitter, toen het vroege CDA-lid dhr. Veltkamp nog in de Raad van Beheer zitting had, streefde hij naar zo goedkoop mogelijke zwemtarieven. Het CDA heeft in voorbije jaren daar dan ook steeds op gehamerd. Er zit tussen het bedrag dat wij voor de zwembaden in onze gemeentebegroting hebben opgenomen en het te verwachten tekort door sportfondsen Geertruidenberg geraamd enige ruimte, namelijk € 35.053,00. Daarom hoeven de zwemtarieven niet met gemiddeld 5% te stijgen. Dit kan beperkt blijven tot een stijging van 3%. Daarom dienen wij het volgende amendement in: Amendement CDA …….. Onder punt 2 van het besluit de tarieven vast te stellen volgens de kolomtarieven van het hierbij gevoegde overzicht, en gaat over tot de orde van de dag. Voorzitter, nog een opmerking. Ik nodig dhr. Heesters uit om eens te komen kijken of ik het juiste spiekbriefje gehanteerd heb.” Dhr. QUIRIJNEN: “Wij zijn het niet eens met de vaststelling van de tarieven. Wij vinden dat een trendmatige verhoging meer dan voldoende is. Dat is een verhoging die bij de gemeentebegroting gehanteerd is. Andere partijen hebben tijdens de
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
15
Commissievergadering, met name de PvdA (dit viel mij tegen) daar heel luchtig over gedaan. Het zou maar om een paar centen gaan. Als je alle verhogingen bij elkaar telt, kan het voor bepaalde groepen van onze bevolking zwaar gaan wegen. Wij willen dus graag de tarieven aanpassen naar een trendmatige verhoging van 4%. Daarom hebben wij het volgende amendement. Dit lijkt een beetje op het amendement van het CDA, maar ons amendement is iets luchtiger. Amendement Partij Samenwerking …….. De tarieven voor de zwembaden zodanig aan te passen dat er slechts een trendmatige verhoging van 4% wordt toegepast. Toelichting: Dit is het uitgangspunt bij de begroting van de gemeente Geertruidenberg en dient ook bij de begroting van NV Sportfondsen Geertruidenberg toegepast te worden, en gaat over tot de orde van de dag.” Dhr. VAN OORT: “GroenLinks betreurt het dat de PvdA niet meer met een amendement komt over langere openingstijden tot medio september. Wij hadden daar namelijk aan willen koppelen om de openingstijden op de doordeweekse dagen gelijk te trekken naar 07.30 uur. Nu komt het CDA met een amendement om de tarieven iets minder te laten stijgen. Wij hebben nog geen tijd gehad om te kijken of dit verschil voldoende is om daarmee onze wens te bekostigen en hebben daarom besloten om zelf maar een amendement in te dienen om te trachten die gelijkstelling te verwezenlijken. GroenLinks vindt dat het feit dat het op die twee dagen nu zo druk is het rechtvaardig is om dat op alle doordeweekse dagen te gaan doen. Amendement GroenLinks De Raad van de gemeente Geertruidenberg in vergadering bijeen op 25 januari 2007, gehoord hebbende de beraadslagingen naar aanleiding van agendapunt 12, begroting 2007 NV Sportfondsen Geertruidenberg, overwegende dat het nu twee dagen dat het zwembad om 07.30 uur open gaat altijd best druk is, overwegende dat er toch wel een behoefte bestaat aan zwemmogelijkheden vroeg op de dag, draagt het college op de openingstijden op maandag, woensdag en vrijdag ook om 07.30 uur aan te laten vangen en de tarieven daarvoor aan te passen, en gaat over tot de orde van de dag.” Dhr. KOOI interrumpeert: “Kan GroenLinks aangeven wat het voor gevolgen heeft voor de tarieven. Ik vind het interessant om dit bij de discussie te betrekken.” Dhr. VAN OORT: “De PvdA heeft uit laten rekenen wat het zou kosten als het zwembad tot half september open zal zijn, dus twee weken langer. Drie dagen in de week anderhalf uur langer open zijn en dat 18 weken lang komt ongeveer op hetzelfde bedrag neer. Ik heb ook aangegeven dat het gedeeltelijk in de tarieven verdisconteerd zal moeten worden.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “Het gaat er niet om wat dhr. Van Oort denkt. Ik heb de cijfers van het college gekregen en het kost € 15.000,00 per week. Uw berekening vindt meer los zand dan wat ik nu op papier gekregen heb.” Dhr. KLAASSEN: “De coalitiepartijen maken hier een heel punt van en vervolgens gaan ze tijdens de eerste termijn mensen interrumperen. Ik snap dit niet.” VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor overleg over de amendementen.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Het college heeft zich in een cursus snel hoofdrekenen mogen begeven om zich te buigen over Uw amendementen. Wij hebben de tarieventabellen van het CDA erbij genomen. Deze geeft aan dat er een totaal tariefopbrengst is van circa € 180.000,00. Er is dus nog een ruimte van € 3.000,00. Dat is het moraal van het verhaal. Dit zou ruimte geven voor een reductie van de tarieven. Wij hebben niet kunnen narekenen of het gewogen gemiddelde op 3% uitkomt, maar wij Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
16
nemen dit aan. Dit betekent dat de gemeentebegroting ruimte geeft voor een andere tariefvaststelling dan nu gedaan wordt. Sportfondsen heeft gemeend ons dit voorstel te moeten doen. Wij nemen aan dat zij dit gedaan hebben op basis van hun kennis van de markt. Er is ruimte om datgene te doen wat Partij Samenwerking ons voorstelt en om datgene te doen wat het CDA ons voorstelt. De Raad kan zijn keuze hierin bepalen. Wat betreft het voorstel van dhr. Van Oort, ik heb er geen idee van wat dit gaat kosten en ik zou ook niet weten hoe dit gedekt zou moeten worden. Als die € 3.000,00 gebruikt is, is er geen dekking meer aanwezig. Wij hebben niet uit kunnen rekenen wat het wel gaat kosten. Noch de kosten zijn bekend, noch de dekking van de kosten zijn bekend in het amendement. Om die reden willen wij U dit amendement ontraden.” Tweede Termijn Dhr. VAN OORT: “U heeft volkomen gelijk. GroenLinks heeft dit ook niet uit kunnen rekenen. De PvdA heeft uit laten rekenen hoeveel twee weken in september zou kosten. Wij vonden die twee weken in september een heel goed idee, maar wij vonden dat het beter was geweest om die twee weken vroeger open te stellen …..” VOORZITTER interrumpeert: “Mijnheer Van Oort, had die vraag dan bij ons neergelegd. Wij hadden dan net zoals voor de PvdA ook voor U uitgerekend wat het alternatief had moeten kosten.” Dhr. VAN OORT: “Ik wil dan ook voorstellen om ons amendement in te trekken in de hoop dat u voor volgend na wil gaan wat het kost, want ik heb begrepen dat er ontzettend veel gebruik van die twee dagen gemaakt was.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Wij hebben er niet zo hard voor gepleit om de tarieven aan te passen, omdat dit de begroting van Sportfondsen was. Het ging een keer over 5 cent en een keer over 10 cent en op het allerduurste gezinsabonnement scheelde het € 2,00. Ik vind dit niet opwegen. Het blijft een begroting, het is nog geen afrekening. Mijn vraag aan u, als college, is, alvorens ik mijn tweede termijn af wil ronden, wij hebben het nu toch over een begroting en er is toch nog niets afgerekend? Als je nu al weer die tarieven gaat wijzigen, ook al is het nog maar zo’n beetje, want wij hebben het maar over een paar duizend euro, en u vindt het geen probleem, dan stemmen wij ermee in. Wij vinden het dan niet belangrijk genoeg om tegen te stemmen. Het is toch nog steeds geen definitieve begroting? Er moet toch nog een afrekening komen? Lopen wij het risico dat wij straks weer extra tekorten hebben?” VOORZITTER interrumpeert: “Het is een begroting, een calculatie, een voorcalculatie van hoe men denkt dat het jaar gaat verlopen. De rekening zal daar ongetwijfeld van afwijken. Dit kan ten gunste of ten ongunste zijn.” Dhr. HEESTERS: “Ik werd door dhr. Krols uitgenodigd door zijn spiekbriefje. Ik blijk hem achteraf, ook Partij Samenwerking, op een goed idee gebracht te hebben om die motie in te dienen met betrekking tot een tariefverlaging. Wij staan hier dus volledig achter. Voorzitter, ik wil nog een reactie op dhr. Klaassen geven die na mw. De Groot zei dat de coalitie interrumpeert. De coalitie strijkt zich over het hart, want vergeet niet dat GroenLinks helemaal geen spreektijd aangevraagd heeft voor dit onderwerp. Wij hebben hier ook niets over gezegd, dus wees niet zo kinderachtig.” Dhr. KLAASSEN interrumpeert: “Ben ik van GroenLinks?” Dhr. HEESTERS: “Er zit niet zo veel verschil in de kleur!” Dhr. DE PEUTER: “Niemand kan een Raadslid belemmeren om te beraadslagen over een punt op de agenda. Laat ik dit voorop stellen, want niemand schijnt dit te beseffen.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “Alleen een procureur weet dit!” Dhr. DE PEUTER: “Ook als iemand zich niet aangemeld heeft, mag hij het woord er over voeren. Het Presidium kan hier niet over beslissen. Kijk de Gemeentewet er maar op na, of alle andere regels die daarover bestaan. Het is onzin. Nu het onderwerp zelf. Dhr. Van Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
17
Oort heeft zijn motie ingetrokken. Wij vinden ook dat de tarieven niet meer dan trendmatig verhoogd mogen worden. Mw. De Groot heeft het over 5 cent en 10 cent. Het gaat om de stapeling van verhogingen op tal van gebieden in Nederland. U weet niet wat ons nog te wachten staat met het nieuwe Kabinet. Wij zullen daarom dan ook zeker niet instemmen met de verhoging die het college ons voorstelt en wel met het voorstel van Partij Samenwerking. Als dit het niet haalt, dan zullen wij instemmen met het voorstel van het CDA, want die is nog minder slecht dan het voorstel van het college.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “Ik ben geen landelijke politieke partij, maar ik heb begrepen dat dhr. Marijnissen aan zijn kuierlatten getrokken heeft om geen verantwoordelijkheid te nemen.” Dhr. DE JONGH: “Ik moet dhr. De Peuter melden dat ons amendement verstrekkender is dan die van Partij Samenwerking.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Op sommige punten wel, maar niet over de hele linie.” Dhr. DE JONGH: “Qua tarief.” VOORZITTER: “Aan de orde zijn twee amendementen. Het meest verstrekkend is het amendement wat de gemeente het meeste kost en het minst verhoogd, dat is het amendement van het CDA. Het komt met een stijging van 103.01. Daarna hebben we, zo mogelijk, het amendement van Partij Samenwerking. Ik heb begrepen dat het amendement van GroenLinks ingetrokken is. Wie is voor het amendement van het CDA? Voor het amendement van het CDA spreken zich uit alle partijen behalve de VVD en Partij Samenwerking. De overige partijen zijn dus voor. Hiermee is het amendement aangenomen. Ik hoef het amendement van Partij Samenwerking niet in stemming te brengen. Ik kom toe aan het voorstel, het geamendeerde voorstel. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.”
-----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering.” 13.
Toekomst de Schattelijn In te stemmen met de toekomstvisie Schattelijn. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. HEESTERS: “Naar de mening van Keerpunt ’74 is het een zeer magere constatering wat u met de Schattelijn wilt gaan doen. Als dit het resultaat is van het onderzoek, dan heeft dat voor ons een dikke onvoldoende. Deze conclusie had Keerpunt ’74 in een namiddag op een A4-tje kunnen zetten, zonder adviesbureau. Wij, als Raad, hebben om een gedegen onderzoek gevraagd over mogelijkheden die er zijn voor gebruikers en huurders met als doel de financiële kosten in de hand te houden. Wij hadden op zijn minst verwacht dat u eerst gesprekken had gevoerd met de huurders en medegebruikers alvorens daarmee in de publiciteit te komen. Er is een stuk onrust ontstaan. Dit is geen juiste gang van zaken. Als dan ook nog in een summier rapport de conclusie getrokken wordt dat de vrijgekomen ruimtes met betrekking tot de bibliotheek ingevuld kan worden als kantoor vragen wij ons af wat er dan nog over blijft van het cultureel centrum de Schattelijn. Het is wel erg eenvoudig om zo de bezuinigingen aan te geven. Keerpunt ‘74 vindt niets terug in het rapport met betrekking tot de gigantische kelder onder de Schattelijn die voor een gedeelte al jaren leeg staat. Daar is vast een goede bestemming voor te vinden, desnoods via particulier initiatief. Wij zouden het het liefst aan ons zelf houden. Wij mogen van een bureau toch enige creativiteit verwachten? Zo ook de bar in de Schattelijn die beter en efficiënt gerund zou kunnen worden. Dat is nu juist de bron van inkomsten. Wij vinden het dan ook jammer dat juist in het weekeinde een cultureel centrum niet publieke opengesteld is. Waar is een cultureel centrum dan anders voor? Waarom is niet inzichtelijk gemaakt wie wat huurt en wat de opbrengsten zijn? Ook de personele kosten zijn, gezien de activiteiten, veel te hoog. Al die zaken die wij nu noemen, moeten toch in onze eigen organisatie zo op te lepelen zijn? Je hebt daar toch
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
18
geen bureau voor nodig, voorzitter?! Laat er geen misverstand over bestaan, Keerpunt ’74 is voor behoud van een volwaardig cultureel centrum in onze gemeente en niet zoals vermeld staat een cultureel centrum voor de kern Geertruidenberg, nee, een volwaardig cultureel centrum voor de gehele gemeente. De visie die u voorgesteld en beschreven heeft, kunnen wij niet in zijn geheel onderschrijven. Wij willen wel meegaan met het agendapunt als u aangeeft positief te zullen reageren ten aanzien van de punten die Keerpunt ’74 u mee wilt geven in het vervolgonderzoek. Ons indringend verzoek betreft de volgende punten: - de bezettingsgraad van het gebouw; - efficiënter gebruik van bar, desnoods onderverhuren; - in gebruik nemen van leegstaande ruimtes en daarmee onder andere de kelders te optimaliseren; - openstelling cultureel centrum in het weekeinde; - in de toekomstvisie de mogelijkheden van een eventuele huisbioscoop en andere activiteiten meenemen; - het drukken van personeelskosten. Hiermee bedoelen wij dat die personeelskosten die echt bij de Schattelijn behoren ook toegeschreven worden aan de Schattelijn en niet personele kosten die bij andere divisies ondergebracht behoorden te worden. Dit zal ten goede komen van een heldere en goede exploitatie. Evenals als het juist berekenen van de huur van de bibliotheek in de Schattelijn. Voorzitter, u moet ook alles in het werk stellen om te kijken of cultureel centrum de Schattelijn in stichtingsverband kan voortbestaan. Dit alles in goed overleg met huurders en gebruikers van de Schattelijn.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “In ons verkiezingsprogramma staat, ik citeer: ‘de Schattelijn is een volwaardig theater op de schaal van onze gemeente. Wij mogen er trots op zijn. Gestimuleerd dient te worden dat meer jonge mensen de weg naar de Schattelijn weten te vinden. Doelstelling van het gemeentelijk beleid moet zijn dat de Schattelijn nog meer gaat bruisen van culturele activiteiten’. Einde citaat. In verband met het sluiten van de bioscoop zijn wij voorstander om in de Schattelijn ook filmavonden te organiseren. Dit theater leent zich daar bij uitstek voor. Wel zal er dan gekeken moeten worden naar veel ruimere openingstijden. De PvdA vindt dat in iedere kern een bibliotheek of uitleenpunt dient te zijn. Door dit uitleenpunt in de Schattelijn te huisvesten is het goed bereikbaar, ook voor de Bergenaar. De peuterspeelzaal zou op termijn kunnen verhuizen naar basisschool De Peuzelaar. Na de nieuwbouw weliswaar, want dit is een betere plek voor een peuterspeelzaal. Tafeltennisvereniging Smash verdient het om haar activiteiten plaats te laten vinden in een echte sportaccommodatie. Door herindelen van de Schattelijn komen veel vierkante meters vrij. Wij zijn er voorstander van om meer inkomsten te genereren door middel van bijvoorbeeld een restaurantvoorziening, of iets dergelijks. U heeft het over kantoorruimte. Dit is ons niet helemaal duidelijk. Wilt u ons dit nog eens uitleggen? Om de Schattelijn op afstand te plaatsen en voort te laten bestaan in een stichtingsvorm waarmee de gemeente dan een subsidierelatie onderhoudt, kunnen wij mee instemmen. Mijnheer Heesters oppert dat er staat of zou staan dat het een cultureel centrum is voor de kern Geertruidenberg, maar dat is absoluut niet het geval. Wij willen een volwaardig cultureel centrum voor de hele gemeente en dat is ook de bedoeling van dit stuk. Wij hebben niet voor niets gezegd dat Raamsdonk de landelijke kern is, Raamsdonksveer de zakelijk kern is en dat Geertruidenberg de culturele kern is. Wij kunnen instemmen met uw toekomstvisie. Gaat u met deze insteek aan de slag, dan zullen wij de afrondende resultaten zien.” Dhr. KROLS: “Het CDA ziet de Schattelijn als cultureel centrum van de gemeente Geertruidenberg. Dat willen wij zo houden. De Raad vindt echter al jaren dat de exploitatie te duur is. Bezuinigingen zijn dus geboden. Wij worstelen al zeker zes jaren met dit probleem. Ondanks een pracht van een cultureel beleidsplan en een onderzoek van Hospitality Consultants zijn wij nu nog niet veel verder. Dat komt omdat wij zelf nog geen fundamentele keuzes hebben durven maken. Die keuze wordt nu van ons gevraagd. Welke zaken uw college bij het uitwerken van deze visie volgens het CDA moet betrekken, zijn de volgende: - mogelijkheden om een bioscoopfunctie onder te brengen; - mogelijkheden voor het verbeteren van de buurthuisfunctie; - het gebruik van de Schattelijn door de gemeente zelf; Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
19
- ongewenste uurboekingen en doorbelastingen vanuit het apparaat; - kijken naar een herverdeling van de ruimten; - het op afstand zetten van de gemeente. Voorzitter, al met al het voorliggende collegevoorstel is een toekomstvisie. Door in te stemmen met deze toekomstvisie ligt de weg open om verdere stappen te ondernemen om de Schattelijn in een aanvaardbare organisatie te herscheppen. Dus, een reorganisatie van de exploitatie. Dit zeker ook om de Schattelijn als cultureel centrum voor de gemeente te behouden en eventueel te versterken.” Dhr. QUIRIJNEN: “Tijdens de behandeling van dit punt in de Commissievergadering heeft het college gezegd dat er alleen maar een visie te bespreken is. Medio 2005 heeft de Raad besloten om variant 2 uit het rapport van Hospitality Consultants nader te onderzoeken en meer duidelijkheid te krijgen over het op afstand plaatsen van het sociaal cultureel centrum. Wij zijn er voor dat er een cultureel centrum blijft. Het college zegt in 12 regeltjes in dit besluit, in dit voorstel, dat de Schattelijn op afstand gezet moet worden en dat er een subsidieband moet komen. Het beheer en exploitatie is geen kerntaak, zegt men. Verdere financiële onderbouwing ontbreekt totaal. Het tijdpad waar vanuit gegaan wordt, is heel onzeker. Men is afhankelijk van nieuwbouw bij het Dongemond College, men is afhankelijk van nieuwbouw bij de Peuzelaar. Er is geen enkel overleg geweest met de gebruikers. Wij vinden dit een kwalijke zaak. Er is wel een toekomstvisie die gedetailleerd uitgewerkt is bij de paragraaf van de bibliotheek. Dat is dan jammer. Zonder een goede onderbouwing kunnen wij dit besluit niet goedkeuren, niet ondersteunen. Om die reden hebben wij een amendement gemaakt waarin het volgende verwoord is: Amendement Partij Samenwerking ……. Het besluit als volgt aan te passen: 1. Kennis te nemen van de toekomstvisie van sociaal cultureel centrum de Schattelijn. 2. Het college de opdracht te geven om de visie uit te werken in samenspraak met alle betrokkenen en voor 1 juli 2007 te komen met een onderbouwd voorstel, En gaat over tot de orde van de dag.” Dhr. SMIT: “Zoals tijdens de Commissievergadering al aangegeven, praten wij over een toekomstvisie van de Schattelijn. Als je het stuk leest, is dit niet geheel duidelijk. Wij vinden dit een gemiste kans, want de wethouder gaat best wel ver om concrete getallen in te vullen met betrekking tot bezuinigingen en tot een eventuele indeling van de bibliotheekfunctie. Als je dan ook nog hoort dat er niet gesproken is met de gebruikers, dan praten we bij het invullen van deze visie over een gemiste kans, want juist die gebruikers kunnen ons helpen om te bepalen welke richting wij op zouden moeten kunnen gaan. Een sportvereniging zou inderdaad het beste actief kunnen zijn in een sporthal. Ook hoe de wensen en de eisen van de bibliotheek zijn om goed te kunnen functioneren, zoals een officieel waardige bibliotheek of uitleenpunt, willen wij graag op voorhand weten, zodat we dan mede vorm kunnen geven aan de visie en kunnen bepalen welke kant we op moeten gaan. Met andere woorden, de visie had breder gekund zonder al te veel getallen, maar wel in overleg met de gebruikers. Zoals u al aangegeven heeft, zal dit de komende periode gebeuren. Er mag ook naar de bezettingsgraad gekeken worden en het commercieel inzetten van de ruimtes en het upgraden daarvan voor de gebruikers. U heeft dit allemaal al tijdens de Commissievergadering toegezegd, dus wij wachten af hoe hieraan vorm gegeven gaat worden.” Dhr. DE PEUTER: “Ik heb intussen kennis kunnen nemen van het rapport ‘Onderzoek en exploitatie Schattelijn’. Ik kan grotendeels aansluiten op hetgeen dhr. Heesters daarover gezegd heeft. Er staan twee varianten in het rapport vermeld. De beide varianten eindigen met een conclusie over de financiën van de Schattelijn. Het een levert iets meer op dan het ander. Overigens, variant 2 is in het coalitieprogramma genoemd als een variant waarvan uitgegaan zou moeten worden. Wij hadden graag gewild dat het rapport gericht zou zijn op het optimaliseren van de Schattelijn als cultureel centrum. Het is vooral gericht op besparingen en niet op het optimaliseren van het cultureel centrum wat wij hier hebben en wat behouden moet blijven. Daarnaast is er geen overleg geweest Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
20
met de gebruikers over hetgeen op dit moment gaande is met betrekking tot het voorliggende stuk. Ik herinner u nog aan de woorden van de vertegenwoordiger van de bibliotheek tijdens de Commissievergadering. Daarnaast vinden wij ook dat het getal van € 50.000,00 uit het voorstel gehaald moet worden, want dit duidt aan dat het vooral om bezuinigingen gaat en niet om een goed cultureel centrum. Wat betreft het op afstand zetten, privatiseren, wij hebben hier al heel snel een broertje dood aan, zeker als je de mensen die erbij betrokken zijn er niet bij betrekt. Hetgeen dus niet gebeurd is. Ik heb nog een vraag. Het betreft een zinsnede in het voorstel van het college inzake de problematiek met dorpshuis De Haven. Het is mij niet helder wat voor problemen er zijn met dorpshuis De Haven. Graag een toelichting hier op.” Dhr. VAN OORT: “De mening van GroenLinks over de Schattelijn is bekend. Wij kunnen dus kort over dit voorstel zijn. GroenLinks vindt een theaterfunctie voor de gemeente niet nodig. Het is voor een te kleine groep inwoners van de gemeente. Slechts een half procent van de inwoners van Geertruidenberg maakt hiervan gebruik en zij krijgen hiervoor subsidie. Subsidiering is geen structurele taak van de gemeente. Zeker niet in deze mate. Volgens de cijfers van 2005 betaalt een bezoeker gemiddeld € 7,75 per kaartje, terwijl de gemeente daar € 29,40 bij legt. Wij hebben nog een paar vragen over het voorstel. Het wordt uit de notitie niet duidelijk of de gemeente eigenaar van het gebouw blijft of dat het gebouw naar een stichting over gaat. Wat is de visie van het college hierover? Waarom is de aanbeveling van Hospitality Consultants op het punt van de horeca-activiteiten niet overgenomen in deze visie? Ook de exploitatieopzet roept wat vragen op. Kosten personeel, gas, water, licht worden met ongeveer 20% verminderd door afsplitsing van 415m2 kantoorpand. Personeelsuren kun je verminderen, maar die kantoorruimte blijft energie gebruiken, of krijgen zij een eigen systeem? Verhuur incidenteel is verhoogd naar € 30.000,00 terwijl er huurders vertrekken en er geen nieuwe culturele huurders bij komen. Wat is hiervan de reden? De Schattelijn heeft volgens het college een culturele functie binnen de gemeente. GroenLinks vraagt zich af of huisvesting van kantoren zoals in deze visie van het college staat de culturele activiteiten stimuleert.” Wethouder VERSCHUREN: “Ik ben blij te horen dat de Raad, zij het op sommige punten zeer kritisch is, terecht, over het algemeen het gevoel heeft dat er iets met de Schattelijn moet gebeuren. Wat betreft Uw kritiek over geen overleg met de gebruikers, ik vind het te ver gaan om eerst overleg te voeren met de gebruikers over wat zij willen zonder dat de Raad weet wat hij wil. Het zou wel correct geweest zijn om ze een brief te sturen dat wij dit deze maand op de begroting zouden hebben en dat wij naar aanleiding van hetgeen hier besproken is met hen in overleg zouden treden. Ik wil me dit wel aantrekken. Overleggen is lastig als je nog niet weet waar het uiteindelijk op uit gaat komen. Dit zijn natuurlijk hele lastige onderwerpen. Heel veel mensen zijn hier bij betrokken. Het is ook heel erg moeilijk om iets in deze sfeer te veranderen. Keerpunt ’74, U heeft vragen gesteld over de kelder en waarom het rapport niet vollediger is. Het rapport ligt er zoals het er ligt. Ik kan hier wel iets van vinden, maar dat heeft niet zo heel veel zin. Wij zullen het er op dit moment mee moeten doen. Uw kritiek dat het er uitgebreider in had mogen staan, is terecht, maar wij kunnen hier niet veel mee. U geeft aan dat het in de weekeinden vaker open moet zijn. In 2006 is het 39 weekeinden open geweest. Daar zit nog wel wat ruimte in, maar het is niet zo dat het alle weekeinden dicht is. U somt een heel lijstje van punten op waar wij naar zouden moeten kijken; het is een heel terecht lijstje. De bibliotheken zijn dicht, als ook de bioscoop. Meerdere partijen maken hier een punt van en willen dat we daar naar kijken. Dat is een hele goede zaak. Het zou inderdaad een geweldige combinatie met het gebouw zijn. Het heeft heel veel ruimte, dus verschillende zaken zouden naast elkaar gezet kunnen worden. Je krijgt dan vanzelf een hogere bezettingsgraad. Wij zullen de punten die U opnoemt in de onderhandelingen meenemen. Er zijn heel veel punten bij waarop een positief uitkomst zou kunnen komen. Wat betreft de personele kosten, als het een stichting wordt dan zal dit een andere verhouding krijgen. Dit zal tijdens de onderhandelingen besproken moeten gaan worden. De PvdA wil weten hoe het met de kantoorruimten zit. De ruimte waarin de bibliotheek gevestigd is, heeft een eigen ingang. Het rapport zegt dat we daar ook een horecagelegenheid in zouden kunnen vestigen. Daar is kritisch naar gekeken en men heeft gemeend dat er al aardig wat horecagelegenheden aan de Markt zitten. Het moet dan dus wel een succes zijn. Het zou dan ook een heel mooi kantoorpand kunnen Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
21
zijn. Je zit dan qua inrichting een stuk lager en als het lukt dan is het financieel ook een stuk zekerder. Verder zegt U dat het goed zou zijn om het in een stichting onder te brengen. Wij zullen dit nader uitwerken. Verder onderschrijft U de visie zoals die hier weggelegd is. Ook het CDA heeft soortgelijke opmerkingen. Wij zouden ook eens naar de buurthuisfunctie moeten kijken. Als er een stichting komt, dan krijg je een hele ander invulling daarvan, althans dan kan er meer omdat er meerdere ruimtes zijn. Het zal nooit zo moeten zijn dat het in de ene ruimte stil moet zijn en dat er op een andere plek in het huis harde muziek aan staat. Dit stoort elkaar dan en daar zal dus altijd op gelet moeten gaan worden. U zegt ook dat we moeten onderhandelen over zaken zoals het op afstand van de gemeente zetten en de herindeling van de ruimten. U sprak ook over de bioscoopfunctie. Partij Samenwerking is voor een cultureel centrum. U merkt op dat de financiële onderbouwing ontbreekt. Deze ontbreekt inderdaad, want wij hebben het nog niet. Zo lang je niet weet wat, waar en hoe het gaat gebeuren, kun je daar moeilijk een financieel plaatje onder leggen. Wij menen wel door de ruimte als een kantoorruimte te verhuren en we er een commerciële huur voor beuren dat we dan een redelijk zicht hebben op wat wij daar minimaal moeten kunnen gaan verdienen. Al die andere zaken zullen uit de onderhandelingen helder moeten worden. U bent niet van plan om het te gaan ondersteunen. Ik vind dit heel erg jammer. Het is toch een zaak die ons allen aan gaat. De VVD mist ook concrete zaken in het rapport en geeft aan dat we heel erg ver gaan met de bibliotheek. Ik ga met de bibliotheek nog niet zo ver. Wat ik over de bibliotheek geschreven heb, is algemeen bekend. Het is ook bij de bibliotheek bekend dat we naar een centrale vestiging gaan. Als dit bij ons bekend is en het is bij de Raad en de bibliotheek bekend, dan kunnen wij opmerken dat dit er in ieder geval uit gaat. Het is heel jammer, maar het een heeft met het ander te maken. Het is een puzzel en dit is een stukje van die puzzel. Wij hebben tien verschillende stukjes puzzels en die zullen allemaal gelijktijdig moeten gaan bewegen, want als we er één stukje uit halen en de rest gaat niet mee, dan zitten we met een gat. Het zal tijd vergen om dit goed op elkaar afgespeeld te krijgen. Wij zullen dit gaan doen. U zegt ook dat de bezettingsgraad beter kan. Ik geef dit ook aan. De SP merkt op dat het rapport meer over de financiën gaat dan dat het gaat over het optimaliseren van het cultureel centrum. Ik ben het daarmee eens. Ik weet niet welke opdracht het bureau gekregen heeft. Wij hebben het er wel steeds over dat het teveel kost, dus dan is het een bezuiniging. Dit neemt niet weg dat wij de uitkomst geweldig zouden kunnen vinden en dat wij het daar voor over hebben. De Schattelijn geeft een vertekend beeld omdat daarin de bibliotheek gevestigd is die heel weinig huur hoeft te betalen, als ook de peuterspeelzaal. Het is broekzak vestzak. Het maakt op zich niet veel uit, maar het geeft wel een vertekend beeld voor de inkomsten van de Schattelijn. U geeft overigens aan dat privatiseren niet gewenst is. Alle anderen denken daar anders over. U wilt weten wat de problemen bij dorpshuis De Haven zijn. Het dorpshuis De Haven is een gebouw die niet optimaal gebruikt kan worden. Dat is algemeen bekend. Vanaf dag 1 dat het gebouw geopend werd, was dit al duidelijk. Daar zal ook iets mee moeten gebeuren. Daar ligt ook een visie voor, maar die moeten nog ontwikkeld worden. Het een hangt samen met het ander. GroenLinks geeft aan dat een theaterfunctie niet nodig is. U mag deze mening hebben. Het is een hele duidelijk mening. Ik ben blij dat U zegt dat U dit niet zo belangrijk vindt. Alle anderen vinden dit echter wel belangrijk. U vraagt of de gemeente eigenaar van het gebouw blijft. Daar zit weinig anders op, want wil je de huidige functie behouden, naast de genoemde functies zitten er ook zaken in waarvan wij vinden dat wij die onderdak moeten bieden, dan kun je daarin weinig veranderen. Wij zullen daar dan ook niets aan veranderen, want anders moeten wij daarvoor andere ruimten vinden. Het gebouw zal altijd van de gemeente blijven. Ik geloof niet dat particulieren dit op willen vangen. We kunnen er wel invulling aan geven via een stichtingsvorm. Hierover kunnen goede afspraken gemaakt worden. U merkt tevens op dat de exploitatie vragen oproept. Ik denk ook dat de exploitatie vragen oproept. U moet hierop van mij geen antwoord verwachten. Ik heb tijdens de Commissievergadering ambtelijke ondersteuning gehad om te kijken naar wat er niet klopt. U moet er vanuit gaan dat dit klopt. Wij gaan minder energie gebruiken. Ik ga er vanuit dat als wij een kantoor verhuren de gebruikers zelf hun gas, water en licht gaan betalen. Dit kan er dan af. Ik heb hiermee alle vragen beantwoord.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
22
VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor overleg over het amendement.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. (gedeelte ontbreekt) In afwijking van het besluit is punt 1 niet in te stemmen met de toekomstvisie, maar kennis te nemen van de toekomstvisie. Het college zou graag wat verder willen gaan omdat wij ook richting willen geven aan het verdere onderzoek. Vervolgens wil U het college de opdracht geven om de visie uit te werken in samenspraak met alle betrokkenen en verwacht u voor 1 juli 2007 een onderbouwd voorstel. Wij constateren dat U daar een datum van 1 juli 2007 noemt en dat U de bezuinigingen achterwege laat. Het college vindt dat we vanavond richting moet geven. Dit betekent dat wij graag willen dat U instemt met deze visie. Wij weten dat we dit moeten uitwerken met inachtneming van de opmerkingen die hier gemaakt zijn. Er zijn veel suggesties over tafel gegaan en deze willen wij daarin betrekken. Het is logisch dat dit in samenspraak moet, maar als je dat doet zonder dat je jezelf een financiële doelstelling stelt en als je dat doet in een termijn dat wij voor 1 juli tot besluitvorming moeten komen, dan betekent het dat wij die zaak als wij dit feitelijk willen doen met een besluitvormingstraject wat daar achter aan zit, we dat half mei afgerond moeten hebben. Wij achten dit een veel te korte termijn om tot een zorgvuldige uitwerking te komen. Overigens zijn er ook fysieke beperkingen om vervolgens tot uitvoering over te gaan, omdat dit vraagt om voortgang in bijvoorbeeld in het gebied Heereland voor de herhuisvesting van de bibliotheek en ook daar dienen er nog afspraken over gemaakt te worden. Het college wil dan ook om al die redenen dit amendement ontraden.” Tweede Termijn Dhr. HEESTERS: “Ik ben een beetje blij, maar niet met het antwoord van de wethouder. Zij begon zo goed en zij eindigt zo slecht. Als ze zegt dat er een mogelijkheid is om geld te genereren met kantoren, dan gaat ze voorbij aan hetgeen ik gevraagd heb. Kunnen er überhaupt nog wel kantoren bij komen op de Markt in verband met de matrix? Wij hebben onlangs een gebouw in de buurt van de Schattelijn bestempeld als kantoor. Het lijkt mij heel moeilijk om daar kantoren te vestigen. Ik vind het jammer. GroenLinks vindt het theater niet wenselijk. Ik dacht dat GroenLinks voor een stukje leefbaarheid was. Theater hoort daar bij. Ik moet ze wel gelijk geven, want als de gemeente € 29,00 bij een kaartje moet leggen, dan vind ik dat erg duur. Ik zie dit dan liever in een zwembad of elders. Voorzitter, ik denk ook dat de overheadkosten niet juist toegeschreven zijn. De bibliotheek betaalt een paar euro per maand voor 1/3 van het gebouw en als dit op het theater toegeschreven wordt dan ga je in de min. Even zozeer als de baropbrengst, deze is minimaal terwijl dit juist de grootste bron van inkomsten zou moeten zijn. Wat betreft mijn opvatting over de toekomstvisie, mw. De Groot zegt dat ik het niet goed begrepen heb. Onder punt c in het voorstel staat, ik citeer: ‘met onze toekomstvisie denken wij in de kern Geertruidenberg een volwaardig cultureel centrum te kunnen realiseren’. Hier staat de kern Geertruidenberg, maar ik had liever gezien in onze gemeente Geertruidenberg in zijn totaliteit.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “De prachtige Schattelijn ligt nu eenmaal in de kern Geertruidenberg, mijnheer Heesters. Het CDA roemde over een prachtig cultureel beleidsplan. Dat plan is er niet. De afgelopen jaren is daar heel veel geld aan uitgegeven, maar er is helaas geen concreet cultureel beleidsplan.” Dhr. KROLS interrumpeert: “Ik heb juist bedoeld dat dit plan er niet is.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Het kwam niet duidelijk uit Uw tekst naar voren. Ik ben blij met Uw uitleg. Het amendement van Partij Samenwerking zullen wij niet steunen omdat wij de deadline niet terecht vinden. Wij vinden het al heel wat dat er nu met deze toekomstvisie aan de slag wordt gegaan. GroenLinks wil geen theater in onze gemeente. Dit was al bekend. Hij had dit ook al bij de verkiezingen uitgesproken. In de Schattelijn zijn er niet alleen comedians of try-outs, op dit moment vinden er ook optredens plaats van poppodium waar jonge mensen van 12 jaar die lid zijn van een muziekschool Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
23
schitterende uitvoeringen geven in de vorm van bandjes. Ik zou U aanbevelen om daar eens te gaan luisteren. Wethouder, u zegt dat horeca een succes zou moeten zijn. Natuurlijk is dat de bedoeling, maar in heel veel theaters om ons heen is er een combinatie gemaakt tussen een voorstelling en een diner, een zogenaamd theaterarrangement. Wij willen van u een toezegging dat u deze mogelijkheden wel degelijk onderzoekt en voelen verder heel weinig voor een kantoorinvulling.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Kan dan in het kader van de bijzondere bijstand ook mogelijkheden voor mensen geschapen worden om een voorstelling met diner bij te wonen?” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Naar ik begrepen heb, zijn er ook voor mensen die aan een bijstandsniveau zitten mogelijkheden om een goedkoop, voor hun portemonnaie bedoeld, dus met een bijzondere bijstand, een theatervoorstelling bij te wonen. Dit staat in de stukken van de bijstand.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “Dhr. De Peuter bedoelt tafeltje dek je!” Dhr. DE JONGH: “Dit voorstel komt voort uit de bestuursopdrachten van 24 juni en 1 juli 2004. Een van de doelen van die bestuursopdrachten was een vermindering van de gemeentelijke bijdrage in de exploitatielasten van de Schattelijn. Ik wil dit meegeven aan dhr. De Peuter van de SP en aan de collega-Raadsleden van Partij Samenwerking.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Ik ben niet zo onbeleefd. Ik wist dit ook wel, maar ik vond dit geen goed uitgangspunt. Nog steeds niet.” Dhr. DE JONGH: “U mag dat vinden. Hiermee komt het realiseren van de bestuursopdrachten dichter bij en de wethouder heeft zich daaraan gehouden. Het zal niet in de zin zijn zoals U bedoelt, mijnheer De Peuter. Wat betreft de bibliotheek, in het coalitieprogramma staat duidelijk vermeld dat wij streven naar één centrale hoofdvestiging met twee uitleenpunten. Ook dit zullen wij uitvoeren. Dit komt dus niet uit de lucht vallen.” Dhr. KOOI interrumpeert: “Het coalitieprogramma is mij niet duidelijk. Betekent dit dat er per definitie een uitleenpunt van de bibliotheek in de Schattelijn moet komen? Naar mijn idee zijn er nog andere alternatieven te bedenken. U legt zich nu vast aan een uitleenpunt van de bibliotheek in de Schattelijn.” Dhr. DE JONGH: “Ik leg me nog niet vast op een uitleenpunt in de Schattelijn. Dit wordt in het verhaal meegenomen. Het gevolg daarvan is dat een bibliotheek daar minder ruimte in beslag zal nemen. Dat lijkt mij een logische conclusie. Het college maakt serieus werk van de zaken die afgesproken zijn in zowel de bestuursopdracht als in het coalitieprogramma. Het CDA zal dit voorstel steunen.” Dhr. QUIRIJNEN: “GroenLinks zegt dat de subsidie op het kaartje heel erg hoog is en dat dit eigenlijk niet moet. Ik hoop niet dat GroenLinks zo over alle subsidies denkt, want als je het per lid uit gaat rekenen dan zouden wel meer dingen duur uit kunnen vallen. De wethouder merkt op dat vooroverleg niet nodig is. Wij vinden eigenlijk van wel, want u zet ze nu voor het blok. U geeft in uw stuk met name de bibliotheek heel erg gedetailleerd het aantal vierkante meters aan waar zij geen weg mee weten. U zet ze voor het blok. 125m2 voor een uitleenpunt. Dit kan wel in het coalitieprogramma staan, maar ik hoop niet dat in het coalitieprogramma staat welke vierkante meters ze toebedeeld krijgen. Dat is veel te weinig. U zet hier voor het blok. Wij moeten een besluit nemen om in te stemmen met deze visie. Er staan dingen in die visie waarmee wij absoluut niet in kunnen stemmen, met name de gedetailleerde uitwerking van de bibliotheek. Wij hebben met opzet die € 50.000,00 niet in ons amendement genoemd. Waarom? Het moet nog maar blijken of dit gehaald kan worden. Misschien brengt de hele operatie wel meer op. Ik kan mij voorstellen dat u 1 juli 2007 te kort door de bocht vindt. Ik wil mijn amendement in die zin aanpassen dat er 1 januari 2008 komt te staan. U heeft dan voldoende ruimte. Ik wil het amendement ook aanpassen om niet de visie uit te werken, maar een visie, want wij kunnen niet instemmen met de voorliggende visie. Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
24
Wij nemen het wel voor kennisname aan. Wij zouden graag een goed besluit willen nemen wat financieel onderbouwd is. U krijgt met ons amendement de kans om dit te doen.” Dhr. SMIT: “Een korte reactie op het antwoord van de wethouder. Zij geeft aan dat de bibliotheken van deze voorstellen hadden kunnen weten. Tijdens de Commissievergadering heeft dhr. Peters ingesproken en hij heeft heel duidelijk aangegeven dat hij dit voorstel van de pers, uit de krant, heeft moeten vernemen. Het lijkt mij niet de juiste volgorde om te stellen dat hij van tevoren op de hoogte is geweest van dit voornemen.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “Hij was wel van tevoren op de hoogte gesteld, mijnheer Smit. Het is al twee jaar lang bekend dat er plannen zijn om de bibliotheekfunctie te laten veranderen. Er zijn al twee jaar lang berichten dat de centrale bibliotheekfunctie naar Raamsdonksveer gaat. Dhr. Peters, als bestuurder van de bibliotheek, weet als geen ander dat dit al twee jaar loopt.” Dhr. VAN OORT: “Ik wil eerst even iets rechtzetten. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma gezegd dat wij tot de conclusie zijn gekomen dat een theaterfunctie in Geertruidenberg, en vooral in de Schattelijn te duur is en dat we naar andere mogelijkheden zouden moeten zoeken. Dit wil niet zeggen dat wij cultuur niet belangrijk vinden. Wij hebben dit met pijn in ons hart moeten doen omdat wij zien dat het daar te duur is. Wij hebben aangehaald dat er misschien wel andere mogelijkheden zijn, namelijk een gedeelte van de theaterfunctie in de bioscoop. Nu gaat de bioscoop dicht. Nu wordt er gezegd om de bioscoop in het cultureel centrum te vestigen. Dat gebeurt in Oosterhout in de Bussel ook. Het is een filmhuis. Het is geen commerciële instelling. Het begon als filmhuis in een wijk en toen het uitgegroeid was, is het naar een cultureel centrum gegaan. Als wij van bovenaf zeggen dat de film naar de Schattelijn moet, dan kan ik u nu al melden dat dit nooit van de grond komt. Een duur kaartje, het is een uitzonderlijk duur kaartje! Dit heeft ons tot de beslissing gebracht om de theaterfunctie in de Schattelijn af te schaffen. Ik wil ook op de wethouder reageren. Als u van mening bent dat wij wel eigenaar van het gebouw moeten blijven dan had u het beter uit moeten rekenen. Hoeveel moet er geïnvesteerd worden om het gebouw geschikt te maken voor het beoogde nieuwe gebruik, met name het commerciële kantoorverhuur? In deze visie worden summiere cijfers daarover aangeleverd. Wij zullen ontzettend veel geld uit moeten geven om naderhand € 50.000,00 te besparen. Hier wordt helemaal niet over gesproken. U geeft aan dat er in de exploitatie iets niet klopt. Wat is nu de visie van het college? Heeft het college de visie dat de gemeente het tekort aan gaat vullen of gaan wij als gemeente een maximum aan die bedragen stellen? Kan hier een uitspraak over gedaan worden?” Dhr. DE PEUTER: “Dhr. De Jongh bevestigt dat het een bezuinigingsoperatie is. Het is jammer dat de wethouder dit niet kan melden. Het voorstel wat dhr. Quirijnen doet …..” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “U kunt er overal wel een draai aan geven, maar het is absoluut geen bezuinigingsoperatie. Twee, drie jaar geleden is nog gesproken over het feit om de Schattelijn te sluiten. U kunt er ook het positieve van inzien dat we nu eventueel € 50.000,00 kunnen besparen en dat het theater open blijft. Dat is het resultaat.” Dhr. DE PEUTER: “Sluiten zou een betere bezuiniging opleveren. Besparen is een woord voor bezuinigen. Het staat in die bestuursopdracht. U zat daar zelf bij. Ik zeg niet dat U zich moet schamen dat er bezuinigd moet worden.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP interrumpeert: “Wij hebben ook tegen gestemd. U had dit ook na kunnen lezen.” Dhr. DE PEUTER: “U kunt U zelf wel verdedigen. Het gaat er niet om dat u niet van mening mag zijn dat er bezuinigd mag worden. Ik concludeer dat het in eerste instantie een bezuiniging is. Niet meer en niet minder. Wat betreft het verschuiven van de datum naar 1 januari 2008, het college zal hier dan toch zeker mee uit de voeten moeten kunnen. De visie te wijzigen in een visie geeft juist aan, wij kunnen hiermee instemmen, Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
25
dat het er om gaat dat men min of meer blanco, het rappot ligt er dus dat kun je meenemen, met die gebruikers aan tafel kunt gaan zitten zonder te spreken over de visie die dan maar gevolgd moet worden. In die zin versta ik dan ook de wijziging van het amendement. Wij kunnen dus instemmen met het amendement van Partij Samenwerking.” Wethouder VERSCHUREN: “Om met het laatste te beginnen, ik had al aangegeven dat de Schattelijn minder mocht kosten. Dat is dan een bezuiniging. Ik heb dit tijdens mijn eerste termijn gemeld. Ik vind dit helemaal niet erg, want je kunt dan ergens kritisch naar kijken zonder dat meteen alles weggeschrapt wordt. We kunnen dan kijken hoe het geoptimaliseerd kan worden. Het geeft inderdaad een vertekend beeld. Ik heb ook al tijdens mijn eerste termijn gemeld dat er heel veel gebruikers zijn die niet zo veel huur betalen. Dit maakt voor de gemeente niets uit, maar het geeft wel een vertekend beeld van wat er in de Schattelijn gebeurd. Ik kom toe aan dhr. Heesters. Ik had al gemeld dat de overheadkosten niet juist zijn toegeschreven. Dit zat er al een beetje in. U vraagt of een kantoorpand in de matrix past. Ik moet U het antwoord hierop schuldig blijven. Wij hebben dit er in gezet en ik ga er vanuit dat dit kan. Het moet nog wel onderzocht worden. Misschien wordt het wel een horecagelegenheid omdat een kantoor niet meer in de matrix past. De PvdA vindt dat we horeca ook moeten onderzoeken en wil dat we dit meenemen. Ik wil hier best kritisch naar kijken. Als je dit met een theater kunt combineren dan is dat schitterend. Wij gaan er iets mee doen. Wij kunnen dan bepaalde zaken daarin meenemen. Het CDA merkt op dat het voort komt uit de bestuursopdracht. Dat is helder. Dit loopt al jaren en in die zin kan het voor niemand een grote verrassing zijn. Op enig moment moet er een stap gezet worden en moeten we met zijn allen het lef hebben om te zeggen welke kant we op gaan. Wat betreft de bibliotheek, Partij Samenwerking zegt dat we de bibliotheek voor het blok zetten. Nee, ik zet de bibliotheek niet voor het blok. Het traject naar een grote bibliotheek loopt al langer Dat hier nog geen invulling aan gegeven is en dat er nog gesprekken over moeten plaatsvinden is juist. Afgelopen zomer hebben wij tijdens ons eerste gesprek met de bibliotheek aangegeven wat er gaat gebeuren. Wat betreft hetgeen er in ons coalitieprogramma staat, ik heb het verzoek bij de bibliotheek weggelegd om plannen hierover aan te leveren en dat we dit gezamenlijk op gaan pakken. Zij hebben dit nu uit de krant moeten vernemen en ik heb al aangegeven dat zij middels een brief hierover geïnformeerd hadden moeten worden.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “In het coalitieprogramma staat dat er één centrale bibliotheek moet komen met twee uitleenpunten. Daarin staat niet hoeveel vierkante meters dit zou moeten zijn. U stelt de bibliotheek nu voor het blok met dit stuk. Er komt 125m2.” Wethouder VERSCHUREN: “Nee, wij geven de mogelijkheid aan van wat zou kunnen. Niet meer en niet minder. Het hoeft ook niet perse in de Schattelijn gevestigd te worden. Wij vinden de Schattelijn als cultureel centrum belangrijk. Wij vinden het dan ook belangrijk dat de bibliotheek, wat ook een cultureel gebeuren is, daarin gehuisvest wordt. Als uit de gesprekken blijkt dat het anders zou kunnen, dan gaan wij dat anders invullen.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “Ik vind het jammer. Wij hebben er tijdens de Commissievergadering ook al over gehad. De bibliotheken kunnen wel praten, maar dhr. Kooi weet heel goed, en ook mijn linker buurman, dat er al lang gesprekken geweest zijn. Ik vind dit allemaal achterhaald. De bibliotheek moet zich maar aanpassen aan hetgeen wij graag zouden willen. Het aantal vierkante meters is een kwestie van onderhandelen. Ze moeten niet zeggen dat ze verrast zijn, want in 2004 was het al bekend wat er gaat gebeuren. Ik vind het naar dat deze mensen dit nu roepen. Ik heb dit al vaker gezegd. Ik heb ook gezegd dat ik hem uit zou willen nodigen om met hem hierover te praten maar hij blijft schijnbaar achterwege.” Wethouder VERSCHUREN: “Ik ga verder met GroenLinks betreffende de theaterfunctie in de bioscoop. Ik heb begrepen dat een theaterproductie geld kost naar de stoelen die er staan. Als er meer stoelen in een zaal staan, kost dezelfde theaterfunctie meer. Er staan 125 stoelen. Als er 150 stoelen staan dan kunnen er 25 kaartjes meer verkocht worden. Zo werkt het niet. De productie kost navenant de stoelen die er staan. Als er minder Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
26
stoelen staan, dan kost het minder. In die zin heft dit elkaar op. In een grotere zaal betaal je meer voor dezelfde productie. Wij zullen moeten gaan bezien of film al dan niet mogelijk is. Het zal nooit een complete bioscoop worden want dan krijgen wij hetzelfde verhaal als wat er aan de andere kant gebeurd is. Dit zijn zaken waarnaar gekeken moet worden. De investering voor een kantoor moet uitgewerkt worden, want wij weten niet wat voor kantoor er gehuisvest gaat worden en wat voor eisen er hiervoor gesteld zullen worden. Als wij zover zijn, dan komen wij met voorstellen bij U terug.” Dhr. KOOI interrumpeert: “In dit stuk geeft u een richting aan. U noemt het een toekomstvisie van cultureel centrum de Schattelijn. Ik hoor u over een aantal zaken praten. Ik kom terug op de bibliotheek. Als nu blijkt dat u er voor gaat kiezen om de bibliotheek elders, dus buiten de Schattelijn, te gaan plaatsen, klopt er niets van deze visie, deze toekomstvisie. Dat is de reden waarom wij dit voor kennisgeving aan willen nemen en een visie willen laten ontwikkelen waarin u uw handen vrij krijgt. Als u deze visie aanvaardt, deze toekomstvisie, bindt u zich aan alle aspecten die in deze notitie genoemd zijn. Dat is nu juist de ingang en het uitgangspunt van ons amendement, dat u daarmee toch nog flexibel bent om invulling te geven aan de functie van de Schattelijn.” Wethouder VERSCHUREN: “GroenLinks vraagt naar de visie van het college voor de toekomst. In de toekomst is ook de visie van het college dat de Schattelijn gesubsidieerd zal moeten blijven. Het zal minder gesubsidieerd moeten zijn dan het nu is. Ik kan op dit moment geen exact antwoord hierop geven. Het is wel zo dat in de visie van het college een cultureel centrum behouden moet blijven voor onze gemeente en dat dit de Schattelijn is.” Dhr. KOOI interrumpeert: “Kan wethouder Verschuren, ik wil graag een antwoord hebben, concreet aangeven op welke wijze die culturele functie ingevuld gaat worden, welke marges, welke bandbreedte ze voor ogen heeft om die culturele functie in te vullen en welke bandbreedte ze hanteert bij het invullen van een bibliotheekvestiging aldaar?” Wethouder VERSCHUREN: “Er zullen een paar zaken gaan spelen. Ik heb U al aangegeven dat we zullen gaan kijken of de peuterspeelzaal, de bibliotheek en de sport elders geplaatst kunnen worden en dat er voor alle andere zaken die daar aanwezig zijn, dit zijn er te veel om op te noemen, niets veranderd. Het is al bekend dat de bibliotheek naar een centrale vestiging gaat. Deze ruimte komt in ieder geval vrij. Daarnaast menen wij dat een peuterspeelzaal heel goed ondergebracht zou kunnen worden bij een school. Dat is geen culturele activiteit. Die ruimte komt dan vrij en in onze visie zou in die ruimte de bibliotheek gehuisvest kunnen worden. Wij moeten dit met de bibliotheek bespreken en degene die hiervan gebruik kan maken. Er zullen nauwelijks schokkende zaken gebeuren. Ik ben er van overtuigd dat het meeste daarin blijft zitten.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Wethouder Verschuren, u zet in uw besluit een deadline van 1 januari 2010. Wij moeten hiermee instemmen. Weet u zeker dat u die deadline kunt halen met de nieuwbouw die nog gepleegd moet gaan worden?” Wethouder VERSCHUREN: “Dat is nog drie jaar. Het lijkt mij dat drie jaar voldoende is om dit soort zaken rond te krijgen. Het speelt al jaren. Op enig moment moeten we aangeven wanneer we het gerealiseerd moeten kunnen hebben. Als het niet gerealiseerd is, dan zullen daar ongetwijfeld redenen voor zijn. U wilt in 2007 iets afgerond hebben en dat kan dus niet.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Dat is niet eerlijk. Ik wil niets afgerond hebben. Ik wil een onderzoek afgerond hebben. In overleg met de betrokkenen moet duidelijk zijn wat er gaat gebeuren.” VOORZITTER: “Wij hebben de zaak thans voldoende besproken. Ik ga over tot stemming. Ik breng eerst het amendement van Partij Samenwerking in stemming. Wie is voor dit amendement? Voor dit amendement spreken zich uit GroenLinks, SP en Partij Samenwerking. De overige partijen stemmen tegen dit voorstel. Hiermee is het amendement verworpen. Ik kom toe aan stemming over het voorstel. Wie is voor het
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
27
voorstel? Voor het voorstel spreken zich uit vier leden van de fractie van Keerpunt ’74, PvdA, CDA en VVD. Hiermee is het voorstel aangenomen. Aldus besloten.”
14.
Bezwaarschrift tegen weigering van medewerking aan het verzoek voor de verkoop van consumentenvuurwerk vanaf de Kerklaan 11 te Raamsdonk. De ingediende bezwaren ontvankelijk en ongegrond te verklaren; het bestreden besluit te handhaven. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. QUIRIJNEN: “Wij vragen ons af, nog steeds en wij hebben dit altijd al gedaan, waarom er aan deze ondernemer geen medewerking wordt verleend in zijn artikel 19 WRO-procedure. Op andere plaatsen in het gebied gebeurt dat wel. Kijk maar naar Ekelschot en kijk maar naar wat wij tijdens de Commissievergadering behandeld hebben met betrekking tot Rimboeland. Er wordt klip en klaar medewerking gegeven aan een vrijstelling via artikel 19.1. Wij vinden dit op willekeur gaan lijken. Bovendien vinden wij dit geen goed economisch beleid. Die ondernemer wil dit graag doen om in zijn wat slappe tijd toch iets te creëren. Bovendien komt het in de regio regelmatig voor. Wij willen graag dat het college alsnog een artikel 19.1 procedure op laat starten. De betrokkene kan dan aan alle eisen voldoen en een goede ruimtelijke onderbouwing verzorgen. Indien de preventie alsnog geen medewerking zou verlenen dan houdt alles op. Het college besluit, toen en nu, heel snel om niet een vrijstelling voor de procedure te verlenen. Om die reden hebben wij een amendement opgesteld om het voorliggende besluit te veranderen. Amendement Partij Samenwerking …… Het besluit wordt als volgt aangepast: 2. de ingediende bezwaren tegen het voornoemde besluit van 8 september 2005 ontvankelijk en gegrond te verklaren; 3. het besteden besluit in te trekken en medewerking te verlenen aan het verzoek via de vrijstelling van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening; 5. bezwaarmaker hiervan schriftelijk in kennis te stellen. En gaat over tot de orde van de dag. Wij vinden namelijk dat het besluit moet worden herzien omdat het economisch belang van de betrokkene in het geding is en anderen in hetzelfde gebied ook activiteiten mogen ontplooien die niet in het bestemmingsplan passen.” Dhr. KLAASSEN: “Voorzitter, wij vinden dat het een rare gang van zaken is. Wanneer een bezwarencommissie een bezwaarschrift van iemand ontvankelijk en gegrond verklaart, houdt dit voor het college niets anders in dat men het besluit niet hoeft te veranderen, alleen maar anders hoeft te motiveren. Het is nog vreemder dat het college vervolgens van mening is dat zij haar motivatie helemaal niet hoeft aan te passen. In september 2005 is door de vorige Raad besloten dat er geen medewerking aan een wijziging van het bestemmingsplan wordt gegeven. Een aanvraag van het tuincentrum voor een wijziging in ruimtelijk beleid is door dit college tegen gehouden, en de Raad, zonder dat er om een ruimtelijke onderbouwing gevraagd is aan dit tuincentrum. Feitelijk heeft het college toen, en ook nu, slechts één argument aangehaald om het verzoek van het tuincentrum niet op te volgen en dat is dat de opslag en verkoop enkel op een bedrijventerrein plaats mag vinden. Het is een argument wat zonder enige verdere onderbouwing aangehaald is en wat op dit moment ook niet verder gemotiveerd is. Alle andere onderwerpen van de discussie die in september 2005 en tijdens de afgelopen Commissievergadering genoemd zijn, zijn in mijn ogen niet terzake doende. Dat volgens het bestemmingsplan een tuincentrum geen vuurwerk mag verkopen is nu juist de reden dat er een verzoek in 2005 ingediend is. Het is daarom ook geen argument. Dat de opslag van consumentenvuurwerk levensgevaarlijk is, is in mijn ogen een iet wat overtrokken conclusie die meer geleid wordt door een onderbuik gevoel, een gevoel wat veroorzaakt wordt door een ramp bij een fabriek die professioneel vuurwerk in veel grotere hoeveelheden opgeslagen had. Appels met peren vergelijken. Dit is allemaal geregeld (gedeelte ontbreekt).
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
28
Wethouder, kunt u mij aangeven waarom men kiest voor alleen maar verkopen van vuurwerk op een bedrijventerrein, terwijl het nog steeds in de woonkern van deze gemeente plaatsvindt? Zijn er misschien geen bedrijven op het industrieterrein geweest die vuurwerk willen verkopen? Vindt u de verkoop van vuurwerk buiten de woonkernen zoals bij een tuincentrum juist niet een verbetering ten opzichte van de huidige situatie? Denkt u niet dat het verkopen van vuurwerk op een industrieterrein andere problemen met zich mee brengt, zoals een druk fietsverkeer en parkeerproblemen in een gebied wat daar niet voor ingericht is? Vindt u niet dat de detailhandelaar, die berekend is op een grote groep publiek, geschikter is voor een dergelijke piekverkoop dan een bedrijf zonder detailhandelsfunctie? Is het ook niet erg vreemd dat dit college stelt dat er geen fietsen verkocht mogen worden op het industrieterrein omdat het detailhandel is, terwijl u wel vindt dat er vuurwerk verkocht mag worden? Kortom, het ontbreekt hier aan een eenduidig beleid. Ik vind het dan ook niet vreemd dat de bezwarencommissie tot de conclusie komt dat er geen goede onderbouwing gegeven is. Het zou een stuk prettiger voor de inwoners en ondernemers zijn als er ook op dit gebied een duidelijker beleid bekend is. In september 2005 diende Keerpunt ’74 hiervoor een motie in met als doel dit beleid op te zetten. Ik ben zo vrij geweest deze motie in een nieuw jasje te steken en wil hem hierbij dan ook graag indienen. Motie SP ……. Gehoord de discussie aangaande het advies van de bezwarencommissie betreffende de medewerking aan opslag en verkoop van consumentenvuurwerk vanaf Kerklaan 11 te Raamsdonk, van mening dat er geen duidelijk gemeentelijk beleid is ten aanzien van de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, de burgers c.q. ondernemers zodoende geen duidelijk referentiekader heeft buiten het vuurwerkbesluit waaraan hij of zij dient te voldoen, er planologisch geen maatregelen getroffen zijn beperkte periodieke verkoop van zaken zoals vuurwerk, verzoekt het college van B&W om op korte termijn met een voorstel te komen van planologisch aard aangaande het beleid voor het mogen hebben en houden van vuurwerk binnen onze gemeentegrenzen, en gaat over tot de orde van de dag. Wat betreft het Raadsvoorstel kan ik concluderen dat wij er niet mee instemmen. De conclusie van de Commissie dat het slecht onderbouwd is, kan ik beamen. Het advies om alleen maar de motivering van het oude besluit aan te passen deel ik niet. Als een genomen besluit achteraf niet goed gemotiveerd blijkt te zijn dan dient het besluit opnieuw in zijn geheel genomen te worden. Om die reden kunnen wij het amendement van Partij Samenwerking niet ondersteunen.” Dhr. VAN DER ZWAAN: “De PvdA is van mening dat het oorspronkelijke besluit gevolgd kan en moet worden, wetende dat de uitspraak van de bezwarencommissie die het besluit weliswaar anders formuleert, bevestigd. Wij vinden het dus geen goed plan dat er in het buitengebied vuurwerk verkocht kan gaan worden. Daarbij vind ik dat het parallel met de fietsenverkoop op het industrieterrein niet door de gemeente wordt verboden maar door de Provincie wordt verboden en niet terzake doet.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Ik zal proberen enige helderheid hierin te geven. Wij zijn sinds 8 september 2005 hiermee bezig. In eerste instantie is er een besluit genomen om het bezwaar af te wijzen. De enige en laatste reden daarvan is dat het niet past in het buitengebied. Dat is de reden. Wij vinden vanuit ruimtelijke overwegingen dat de verkoop van vuurwerk niet in het buitengebied past. Dat is niet alleen het gemeentelijke standpunt, dat is ook de norm van de Provincie die met name met betrekking tot de toekomst van het buitengebied deze ontwikkelingen verdere vercommercialisering van het buitengebied niet ziet zitten. Dit wil zeggen dat nieuwe vestigingen tegen gegaan worden en dat bepaalde bedrijven die er al zitten en die dit al hadden niet verboden kunnen worden. Het is een beleid wat duidelijk samen hangt met de toekomst van het buitengebied. Bezwaar aangetekend, gegrond verklaard en tegelijkertijd gezegd dat wij vinden dat u de beslissing in stand moet houden ondanks het feit dat u het beter had moeten onderbouwen. Wat dat betreft is dit een subjectief begrip, maar wij hebben het toch gedaan. Wat betreft de opmerking je had ook een betere ruimtelijke onderbouwing kunnen vragen, wij hebben dit hersteld. Wij hebben de betreffende ondernemer om een Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
29
ruimtelijke onderbouwing gevraagd en tegelijkertijd gezegd dat het Provinciaal beleid een moeilijk te nemen vesting is wat dat betreft. U weet dat dit met betrekking tot de detailhandel op Dombosch ook zo’n grote vesting waar wij moeilijk doorheen kunnen komen. De bezwarencommissie heeft inderdaad gezegd dat het bezwaar gegrond is, maar u kunt de beslissing gewoon in stand houden. Ik heb mijnheer Quirijnen hiermee duidelijk uitgelegd waarom er geen medewerking is verleend. Hij heeft daar duidelijk een andere mening over. Wij volgen het Provinciaal beleid. Hij vindt toch dat wij met een artikel 19.1 procedure zouden moeten komen tot medewerking daarvoor. Het voorliggende voorstel gaat niet zo ver. Mijnheer Klaassen, het leven is heel vaak een herhaling van zetten. Wij hebben tijdens de Commissievergadering ook al indringend met elkaar daarover van gedachten gewisseld. U komt terug met dezelfde problemen die U toen ook al had. Als je daar goed op wilt antwoorden, dan zul je dit schriftelijk moeten doen. Ik wil dit best wel doen, maar er zit een duidelijke lijn in het beleid van de Provincie en in de problemen die U aankaart. Ik kan er in dit verband niet zo diep op ingaan omdat het allemaal al een keer aan de orde geweest is tijdens de Commissievergadering. Ik moet er voor pleiten, de meesten zullen dit beamen, dat dit het meest rechtlijnige voorstel is dan wij persisteren bij het voorstel dat voor ligt en wat door dhr. Van der Zwaan wordt gedeeld. Ik hoop door meerderen.” VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor overleg over de motie en het amendement.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Het college heeft zich over het amendement beraden. Het amendement strekt ertoe een besluit te nemen wat tegengesteld is aan het besluit wat het college voorstelt. Uit onze argumentatie tijdens de eerste termijn mag U afleiden dat wij geen behoefte hebben aan dit amendement. Wat betreft de motie, het college van B&W op korte termijn met voorstel van planologische aard te komen aangaande beleid voor het mogen hebben en houden van vuurwerk binnen onze gemeentegrenzen, hieraan is geen behoefte omdat er een paar toetsingszones zijn als het gaat om de verkoop van vuurwerk en dat is enerzijds de Wet Ruimtelijke Ordening en het bestemmingsplan en anderzijds het vuurwerkbesluit. Daar liggen duidelijke regels voor. Wij hebben eerder aanvragen gehad over de voortzetting van een verkooppunt en toen hebben wij ook daarop moeten besluiten en toen was het vuurwerkbesluit daarin leidend geweest. Er zijn twee toetsingskader, een planologisch kader en het vuurwerkbesluit. Wij moeten hier geen nieuw beleid aan toevoegen. Het college heeft geen behoefte aan deze motie.” Tweede Termijn Dhr. VAN OORT: “Ik kan mij helemaal vinden in hetgeen de voorzitter gezegd heeft. Als wij op elk deelterrein ook nog eens beleid moeten voeren, dan zijn wij hier heel lang bezig. Ik vind dat het vuurwerk tegenwoordig landelijk goed geregeld wordt, dus ik vind dat wij er plaatselijk geen apart beleid voor op hoeven te stellen. Wij steunen het amendement van Partij Samenwerking in ieder geval niet.” Dhr. KLAASSEN: “De wethouder zegt dat het Provinciaal beleid is dat er geen nieuwe commerciële activiteiten in het buitengebied ontplooid mogen worden. Het betreft hier een tuincentrum, een tuincentrum wat spullen verkoopt wat dus al een commerciële activiteit is. In die zin is het geen uitbreiding van commerciële activiteiten. De detailhandelsfunctie van dat specifieke bedrijf blijft bestaan. Het wordt dan iets uitgebreid, maar het is geen nieuwe commerciële ontwikkeling. Wij hebben het maar over drie dagen en niet over een heel jaar. Laten we dit in ons achterhoofd houden. Daarnaast zegt de wethouder dat de onderbouwing subjectief is. Ik ben het hier niet mee eens. Wij hebben hier nu juist een bezwarencommissie voor, professionals die dit soort onderbouwingen toetsen. Ik vind het krom als subjectieve dingen door een professionele commissie getoetst worden. Ik ben het niet eens met die stelling van de wethouder. Wij hebben twee richtlijnen waaraan de vestiging van vuurwerkverkoop getoetst moet worden. Als ik een detaillist ben en ik heb een winkel in het centrum van Raamsdonksveer of Geertruidenberg en ik heb daarin een ruime opslagplaats waarin een bunker gemaakt kan worden en dat voldoet aan het vuurwerkbesluit dat ik vuurwerk Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
30
mag verkopen midden in de kern, op grond waarvan kunt u dan zeggen dat u dit niet in de kern wilt hebben en moet het naar het buitengebied? Het gaat mij er nu juist om dat die grenzen vastgesteld worden. Op Provinciaal gebied heeft de gemeente Tilburg met een soortgelijke problematiek gezeten. Ik citeer: ‘om dit gestand te doen is er voor gekozen om in een nieuw beheerbestemmingsplannen de verkoop van vuurwerk niet te scharen onder de noemer detailhandel maar onder perifere detailhandel. Bij perifere detailhandel moet gedacht worden aan bouwmarkten, meubelzaken, keukenzaken en tuincentra’. Ik wil dit aan de wethouder meegeven. Misschien kan dit ook een keer bekeken worden. Ik blijf achter onze motie staan en ik blijf achter het amendement van Partij Samenwerking staan. Ik ben dus niet voor het voorstel.” Dhr. QUIRIJNEN: “Voorzitter, ik ben verbaasd over het antwoord van de wethouder. Hij zegt dat het een nieuw bedrijf is. Dat is het absoluut niet! Het is een bestaand bedrijf die zijn assortiment uitbreid. Er is een bedrijf in de buurt waarvan in het bestemmingsplan aangegeven staat dat die brandstoffen verkoopt. Dat bedrijf heeft zijn assortiment lichtelijk uitgebreid. Je kunt daar niet alleen brandstoffen en olie kopen, je kunt daar nog veel meer kopen. Dat mag dan allemaal wel. Ik meen van harte dat u op dit moment met twee maten meet. U heeft onlangs in het college vastgesteld dat er afgeweken mag worden van het bestemmingsplan buitengebied in het kader van Rimboeland, wat er niet in past. Deze ondernemer wil zijn bedrijf uitbreiden wat niet past in het bestemmingsplan en u weigert hieraan mee te werken voor een vrijstelling. U heeft wel meegewerkt voor vrijstelling aan Rimboeland. Dat is in onze ogen willekeur. Niet meer en niet minder. Om die reden handhaven wij ons amendement. Wij zullen de motie van de SP ondersteunen.” Dhr. BOS: “Ik heb nog een vraag aan wethouder Van Onzenoort ten aanzien van de mogelijkheden die momenteel geboden worden aan het tuincentrum. Ik meen mij te herinneren dat er limitatief een opsomming is gegeven van wat daar in de handel gebracht mag worden. Wat betreft de motie van de SP om beleid te maken ten aanzien van het mogelijk maken van verkooppunten binnen onze gemeentegrenzen, wij hebben hier geen enkele fiducie in. Het is voor een of twee gevallen dus wij hoeven hier geen beleid voor te maken. Ik ben het wat dat betreft met de wethouder eens dat hij hier niet aan begint. Dhr. Van Oort heeft dit ook al gezegd. Wij sluiten ons bij dit standpunt aan.” Dhr. DE JONGH: “Het CDA is het met college eens dat het hier gaat om een activiteit die niet in het buitengebied past. Het college volgt, op één punt na, het advies van de bezwaarschriftencommissie. De beslissing wordt beter gemotiveerd. Iedereen heeft dit in de achterliggende stukken kunnen zien. En er is gelegenheid geboden om een ruimtelijke onderbouwing in te dienen. Wat dat betreft kan het CDA dit voorstel steunen. Wij moeten wel terughoudend zijn met andere activiteiten in het buitengebied, met andere initiatieven aldaar.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Ik zal proberen het recht te zetten. Mijnheer Klaassen, wij hebben elkaar op bepaalde dingen verkeerd begrepen. Ik heb Uw onderbouwing van Uw visie, zoals U er tegenaan kijkt waar vuurwerk enzovoorts verkocht zou mogen worden, bedoeld als een subjectieve visie. Ik bedoelde daarmee niet de ruimtelijke onderbouwing zoals die door stedenbouwkundigen worden vervaardigd en bekeken. Ik bedoelde dat Uw kijk op de zaak subjectief is en niet de ruimtelijke onderbouwing van een artikel 19 procedure, of iets dergelijks.” Dhr. KLAASSEN interrumpeert: “Dan zou een Raad, waar ik zogenaamd een onderdeel van ben, die ruimtelijke onderbouwing goed of af moeten keuren en die heeft daar ook zijn motieven voor, terwijl u daar een andere waardeoordeel aan hecht.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Ik kan U nu niet volgen. Kunt U dit herhalen?” Dhr. KLAASSEN: “U stuurt als college voorstellen naar deze Raad. Daar zit een onderbouwing achter en u vraagt aan deze Raad om die onderbouwingen goed of af te keuren. Als u zegt dat de onderbouwing van deze Raad, of in dit geval mijn persoon, subjectief is en die van een voorstel niet, wat kunnen wij er dan nog als Raad over zeggen?”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
31
Wethouder VAN ONZENOORT: “Ze zijn van iedereen subjectief. Een ander die voor een andere insteek kiest is ook subjectief. Waarden, normen en inzichten die U zelf hanteert, is altijd subjectief. Ik vind ook de standpuntbepaling die de Provincie op tafel legt des Provincies, dat is subjectief vanuit een bepaalde bestuurlijke ooghoek bekeken. Het kan natuurlijk ook anders. Ik vond een aardig aanknopingspunt bij U, want U had het over Tilburg. Zij vinden dat het op een bedrijventerrein in de perifere, aan bedrijventerrein grenzende gebieden, aan de periferie van de stad, wel verantwoord is.” Dhr. KLAASSEN interrumpeert: “Ik geef dit aan omdat daar achter een opsomming staat van het soort bedrijven. Ik noem dit voorbeeld ook omdat hier door de gemeente niet gezegd wordt dat die bedrijven toevallig in een industriegebied zitten, het zijn bedrijven die in de gemeente zitten waarin als bestemming in het bestemmingsplan perifere detailhandel gegeven wordt, ongeacht de locatie daarvan. Daar gaat het mij om.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Ik ben het niet met U eens. Het klopt niet precies. Het strookt wel met wat ik de vorige keer tijdens de Commissievergadering gezegd heb over de volumineuze artikelen die ook wij in de periferie van ons Domboschterrein gaan creëren. U heeft daar precies hetzelfde die de Provincie ook alleen maar ziet als bedrijven in de volumineuze sector zoals bouwmarkten, meubelzaken, enzovoorts. Dit is het soort bedrijven die uit de koker van de Provincie juist wel aangewezen zijn voor dit perifere detailhandel. Mijnheer Bos, een tuincentrum is over het algemeen gebonden aan goederen, aan de handel in goederen uit de agrarische sector en dus bijna altijd aardappelen, groenten en zelfs vlees zou nog kunnen. Het zijn aan de agrarische sector verwante goederen. Vuurwerk komt daar niet in voor. Dat hoort niet bij agrarisch verwante goederen. Tenslotte mijnheer De Jongh, U heeft correct verwoord hoe het verlopen is. Ik dacht dat, met alle respect voor ieders mening, het toch goed verlopen is.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Ik dacht dat ik ook een inbreng gehad had. Reageert de wethouder hier nu op?” Wethouder VAN ONZENOORT: “Ik heb van U begrepen dat het U deed voorkomen alsof ik aangaf dat het geen nieuwe branche zou zijn. Dat is een misverstand tussen ons beiden. Tot nog toe was het een tuincentrum en handelde hij voornamelijk in planten, bloemen, enzovoorts. Nu wordt er een nieuwe bedrijfstak erbij genomen, een branche vreemd artikel komt er nu bij. Dat is dus nieuw.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Legt u mij eens uit wat het verband is tussen benzine, CD’s en snoep.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Wij praten niet over CD’s en benzine enzovoorts, want dat zijn ontwikkelingen die reeds lang in het verleden plaats gevonden hadden. Wij hebben te maken met voorschriften van de Provincie die nu gelden. Ik kan daar ook niets aan doen.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Is indertijd met de aanvraag tot vrijstelling van deze mijnheer naar de Provincie gegaan of heeft het college het Provinciaal beleid geïnterpreteerd?” Wethouder VAN ONZENOORT: “Het college heeft niets geïnterpreteerd. Het college heeft via zijn eigen ambtenarenkanaal rechtstreeks meerdere malen per jaar conferenties en overleg met een planologische commissie en met alle voorschriften van de Provincie en wij zijn dus zeer goed op de hoogte wat het Provinciaal beleid in deze is.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Dat is subjectief. Dat is heel subjectief! Het gaat mij er om dat deze ondernemer steeds niet de mogelijkheid heeft gekregen om een vrijstelling aan te vragen. U heeft dit categorisch geweigerd, terwijl u bij een ander wel gewoon door gaat zoals bij Rimboeland. Dat is niet passend in het bestemmingsplan. Bij de een wel en bij de ander niet. Dat is willekeur.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
32
VOORZITTER: “U heeft hier al op gereageerd, want u heeft aangegeven dat de ondernemer de kans heeft gehad om een planologische onderbouwing in te dienen.” Wethouder VAN ONZENOORT: “Hij heeft dat niet gedaan.” VOORZITTER: “Ik kom tot afronding van dit voorstel. Aan de orde is het amendement van Partij Samenwerking. Wie is voor het amendement? Voor het amendement spreken zich uit Partij Samenwerking en de SP. De overige partijen zijn tegen dit amendement. Hiermee is het amendement verworpen. Ik kom toe aan het voorstel. Kunt U instemmen met het voorstel? Ik neem aan dat de voor stemmers van het amendement niet instemmen met het voorstel, gezien de strekking van het amendement. Hiermee is het voorstel aangenomen met de stemmen van Partij Samenwerking en de SP tegen. Ik kom toe aan de motie. Wie stemt in met de motie?” Stemverklaring Dhr. SMITS: “Conform dat de motie door Keerpunt ’74, dit werd door dhr. Klaassen al aangegeven, in een eerder stadium al ingediend is en ikzelf de indiener ben geweest, lijkt het mij verstandig dat ik voor deze motie stem.” VOORZITTER: “Wie stemt voor deze motie? Voor deze motie stemmen Partij Samenwerking, de SP en dhr. Smits. Hiermee is motie verworpen. Aldus besloten.” 15.
Planschade ingediend door dhr. Zijlmans In te stemmen met het voorstel planschade dhr. Zijlmans. (B-stuk) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
16.
Exploitatie opzetten 1. De geactualiseerde exploitatieopzetten voor de Pontonnier en Achter de Hoeven 2e fase en Bliënborch vast te stellen, welke respectievelijk sluiten met een positief resultaat van € 1.947.000,- , € 2.330.000,- en € 10.000,2. Aansluitend de begroting voor 2006 en 2007 cijfermatig aan te passen conform de geactualiseerde cijfers, waarbij tevens de laatste kwartaal rapportage van het project Dongeburgh wordt betrokken. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VAN OORT: “Het is goed dat de exploitatieopzetten ieder jaar geactualiseerd worden. Het lijkt GroenLinks beter om dit telkens voor de begrotingsbehandeling te doen zodat dan in de begroting gelijk de juiste cijfers meegenomen kunnen worden. Het blijven allemaal ramingen die blijkbaar zo goed opgesteld zijn dat daar jaarlijks nog niet zo veel aan bijgesteld behoeft te worden. Daardoor hebben de bijstellingen ook maar een marginaal effect op de weerstandsreserve en dus ook nog een kleiner effect op de echte cijfers in de begroting. Tevens betrekt u sinds vorig jaar ook de kwartaalcijfers van Dongeburgh bij de exploitatieopzetten. Ten eerste worden de cijfers enkel vertrouwelijk aan de Commissieleden van de Commissie Grondgebiedzaken verstrekt en zijn de overige leden van de Raad daar niet mee bekend. Ten tweede kunnen de cijfers uit de begroting niet worden bijgesteld omdat in de paragraaf Dongeburgh van de begroting helemaal geen cijfers genoemd worden. Daarom acht GroenLinks het niet juist om de cijfers van Dongeburgh bij dit voorstel te betrekken. GroenLinks dient daartoe een amendement in en spreekt de hoop uit dat het college er in slaagt om een volgende actualisering van de exploitatieopzetten wel voor de begrotingsbehandeling kan opstellen. Amendement GroenLinks De Raad van de gemeente Geertruidenberg in vergadering bijeen op 25 januari 2007, gehoord hebbende de beraadslagingen naar aanleiding van agendapunt 16, exploitatieopzetten, overwegende dat het enkel om ramingen gaat die opgenomen zijn in één van de paragrafen bij de begroting, de aanpassingen zo minimaal zijn dat ze bijna geen wijzigingen in de weerstandsreserve te weeg brengen, in de paragraaf Dongeburgh helemaal geen cijfers aangepast kunnen worden omdat daar geen cijfers worden
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
33
vermeld, overwegende dat het geen enkel nut meer heeft de begroting 2006 nog aan te passen, besluit de onder het tweede streepje van het besluit vermelde tekst te laten vervallen, en gaat over tot de orde van de dag.” VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor overleg.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Mijnheer Van Oort, iedere timing is een vervelende timing. Als wij praten over het benutten van cijfers ten behoeve van de begroting, input voor de begroting, dan praten wij ongeveer in mei over het afsluiten. Het is goed om met elkaar te praten over hoe we dat doen met de exploitatieopzetten omdat we de neiging hebben om die exploitatieopzetten te willen vaststellen voor december in relatie tot het grondprijzenbesluit. Deze keer is dat ontkoppeld door een ongelukkige samenloop in Commissievergaderingen, maar normaal gesproken proberen wij dat samen te laten lopen met het grondprijzenbesluit. Ik ben het graag met U eens als het gaat om de intentie dat je het mee moet laten lopen in de begroting, maar dan zou wat je nu vaststelt ultimo december mee moeten lopen in de begroting 2008. In die zin wil het college ook wel te werk gaan zodat we daar een vaste regel in hebben.” Dhr. VAN OORT: “Wil dit zeggen dat u het eens bent met het amendement?” VOORZITTER: “Nee, ik ben het eens met het feit dat er een goede aansluiting moet worden gezocht tussen de exploitatieopzet en de begroting. Deze goede aansluiting houdt in dat je het pas kunt gebruiken voor een begroting van het daarop volgende jaar. Overigens zijn er andere eisen die bepalen dat we die zaken het beste in december vast kunnen stellen, omdat zij ten grondslag moeten liggen aan het grondprijzenbesluit. Dat is nu toevallig ontkoppeld, maar dat is een belangrijkere koppeling dan de koppeling aan de begroting. Ik stel U voor om de bestendige praktijk te handhaven en dat in december te doen en daarover af te spreken dat de in december van enig jaar afgekaarte exploitatieopzetten de basis vormen voor de begroting van het daarop volgende jaar.” Dhr. VAN OORT: “Wat vindt u dan van de cijfers van Dongeburgh die alleen vertrouwelijk bekend zijn bij de leden van de Commissie Grondgebiedzaken? Moeten wij hierover een officieel besluit nemen? Deze cijfers kunnen niet bijgesteld worden in de begroting omdat er helemaal geen cijfers in de begroting staan.” VOORZITTER: “Wij hebben in de systematiek van Dongeburgh afgesproken dat wij, zolang het ons zou kunnen schaden als ze in de openbaarheid komen, die cijfers als vertrouwelijk zouden beschouwen en dat wij met Uw welspreken over de vraag over het saldo van de exploitatie van Dongeburgh en welke dekking daaraan gegeven wordt we dat in vertrouwelijkheid doen. Het is goed, nu de vierde en laatste samenwerkingsovereenkomst gesloten is, dat wij ons gaan beraden over de vraag wat de motieven zijn achter de vertrouwelijkheid. Dit is door het CDA aangekaart in relatie tot de bespreking van het Rekenkamerrapport. Wij moeten een risico-inventarisatie maken van welke risico’s er nu nog zijn. Wij moeten geen dingen geheim houden om ze geheim te houden. Misschien komen we spoedig met voorstellen om tenminste ten dele of geheel de vertrouwelijkheid daarvan op te heffen. Ik heb U een bepaalde gedragswijze voorgesteld die anders is dan in het amendement verwoord staat, maar die komt wel tegemoet aan de aansluiting tussen exploitatieopzetten. Het college heeft dus geen behoefte aan dit amendement. Wie stemt er voor het amendement? GroenLinks stemt voor het amendement. Hiermee is het amendement verworpen. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
34
17.
Subsidiescan In te stemmen met plan van aanpak ten behoeve van het uitvoeren van een gemeentebrede subsidiescan. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VAN OORT: “Vanwege de beperkte spreektijd heb ik iedereen van tevoren schriftelijk hierover ingelicht. Ik dien een amendement in. De redenen hiervan heb ik dus al toegelicht. Deze zaak valt onder onderzoek en ontwikkeling. Amendement GroenLinks …… Overwegende dat de kosten van deze zaak voor de jaren 2008 en verder gewoon bij de begroting voor 2008 geregeld diende te worden, wenst de kosten vernoemd onder de punten 2 en 3 van het besluit ten laste te brengen van de reserve onderzoek en ontwikkeling, de kosten vernoemd onder punt 4 van het besluit mee te nemen bij het opstellen van de begroting 2008, en gaat over tot de orde van de dag.” VOORZITTER: “Wij hebben dezelfde argumentatie tijdens de Commissievergadering gewisseld. Ik geef het woord aan wethouder Laurijssen.” Wethouder LAURIJSSEN: “Wij hebben het er inderdaad over gehad. Het feit dat dit bedrag niet ten laste gebracht is van de reserve onderzoek en ontwikkeling vloeit voort uit de begrotingsbehandeling. Bij de behandeling van de begroting zijn er vragen gesteld over die reserve, met name door het CDA. Het is vast komen te staan dat die reserve eigenlijk nog maar één verplichting kende en dat daar verder geen beroep meer op hoefde te worden gedaan. In die zin is er ook een amendement aangenomen over het overhevelen van € 30.000,00 uit deze reserve naar de reserve speelterreinen. Daarbij heeft het college ook aangegeven dat over de resterende gelden uit deze reserve een voorstel naar U toe zou komen over de aanpassing van Heereplein 11 en de aanpassing van de gemeentewinkel. In die zin hebben wij voorstellen in het college gekregen. Deze hebben er toe geleid dat met het vaststellen van deze voorstellen die begroting ook op is. Die diende verder geen doel, dus het vloeit voort uit de begrotingsbehandeling. De kosten vernoemd onder punt 4, zegt U, mee te nemen bij het opstellen van de begroting. Gezien de systematiek van het Besluit Begroten en Verantwoorden is het beter om het mee te nemen bij de voorjaarsnota. Als dit besluit aangenomen wordt dan is het ingezet beleid en het ingezet beleid waar de resultaten van bekend zijn moeten we dan meenemen naar de begroting 2008 en kunnen we ze als zodanig niet meer meenemen in de volledige afweging die wij bij die begroting maken. Qua verwerking is het op deze manier correct.” VOORZITTER: “Het college ontraadt het amendement.” Tweede Termijn Dhr. VAN OORT: “Dit verbaast mij. Nadat ik de stukken deze week verstuurd heb, heb ik geïnformeerd naar de stand van de reserves. Ik heb mutatieformulieren gekregen, maar niet de stand. Ik heb aan de hand van de oude beheersbegroting van 2006 en de mutatielijst moeten constateren dat er nog geen € 30.000,00 van de begrotingsbehandeling meegenomen is. Zonder dit kwam ik uit op een reserve van € 18.500,00. Er kan dus nooit € 30.000,00 bij. Alle voorstellen die nog komen, kunnen nooit meer uit die reserve betaald worden, want daar zit maar € 18.500,00 min € 12.000,00 in! Het draait negatief. Ik heb deze cijfers van u gekregen. U zegt nu dat er nog maar één verplichting was. De reserves zijn in mei 2005 voor de laatste keer geherschikt. Toen is duidelijk gesteld hoeveel dat dit was en dat we nog net in de vorige Raadsperiode genoeg konden doen aan horecabeleid, rampenplan en vraaggericht werken. Aan het einde van de Raadsperiode zou het op zijn. Ik snap niet waar u nu al het geld vandaan haalt.” Dhr. SMIT: “Ik wil aan de hand van dit agendapunt reageren op de laatst gezonden brief van dhr. Van Oort aan ons als Raad en ook aan de pers. De pers neemt tegenwoordig de stukken gewoon over zonder enige verificatie toe te passen. Ik wil beginnen met een citaat uit de brief van dhr. Van Oort: ‘nu dit college bijna een jaar de zaken voor ons regelt, moeten wij concluderen dat het op financieel gebied niet helemaal vlekkeloos
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
35
verloopt’. Even later voegt hij hier aan toe: ‘de voorstellen worden vaak slecht gepresenteerd, vooral de financiële kant van de zaak wordt slecht onderbouwd, verkeerd geformuleerd of niet op een goede wijze verwerkt’. Tevens schroomt de fractie van GroenLinks ook nu niet om te suggereren dat de Raad binnenkort het overzicht over de geldstromen kwijt dreigen te raken. Zo ook bij dit agendapunt. Slechts kort geleden hebben wij de fractie van GroenLinks uitgenodigd en gevraagd om haar verregaande veronderstellingen nu maar eens met feiten te onderbouwen. Wederom mogen wij constateren dat deze ontbreken. Natuurlijk is het legitiem om te discussiëren over hoe je de verschillende geldstromen kan dekken en onttrekken uit de verschillende voorzieningen. Het gaat ons echter veel te ver om nu dit college en de ambtenaren wederom in een negatief daglicht te zetten, zonder enige fatsoenlijke onderbouwing. Immers, het is dit college geweest die de begroting heeft voorzien van een duidelijke toelichting en een onderbouwing zodat het een en ander overzichtelijker en inzichtelijker voor ons geworden is. Waarschijnlijk is het dhr. Van Oort ook ontschoten dat de financiële afdeling meerdere verbeterplannen heeft doorgevoerd. Inderdaad heeft de meevaller van Intergas voor meer ruimte binnen deze begroting gezorgd. Het is niet alleen een meevaller voor dit college of voor ons als Raad, maar vooral ook voor de inwoners van de gemeente Geertruidenberg. Nee, mijnheer Van Oort, onlangs was ik nogal geschrokken van het door U gebruikte gezegde, maar ik ben blij dat ik U hem retour mag zenden, want inderdaad met onwillige honden is het kwaad hazen vangen!” Dhr. VAN OORT interrumpeert: “Als ik ter onderbouwing van de zaak vraag, via de griffier en de secretaris, om de financiële staat uit de beheersbegroting, dan krijg ik de stukken van september van voor de begroting waarin alle verkeerde onttrekkingen nog in staan zoals bijvoorbeeld de reinigingsrechten! Ik heb het uit het zuivere werk gehaald. Ik moest het wel uitzoeken, want ik heb niet de juiste cijfers gekregen. Ik kom tot de conclusie dat er vorige jaar € 104.000,00 uit die reserve onderzoek en ontwikkeling gehaald is en dat er daar nog maar € 123.000,00 in zat. Er blijft dan nog maar € 18.000,00 over. Tijdens de begrotingsbehandeling is er een amendement aangenomen om er € 30.000,00 uit te halen voor de speelvoorzieningen. Ik heb al een paar keer gevraagd om de juiste cijfers over de reinigingsrechten, de egalisatiereserve en ik krijg gewoon niets. Ik heb in dit schrijven de opstelling van de algemene reserve aangehaald en dat er bepaalde bedragen dubbel in staan. U kunt nu niet zeggen dat ik het niet onderbouwd heb. Ik moest alles bij elkaar schrapen omdat ik geen fatsoenlijk materiaal kreeg. Ik constateer wel dat deze reserve nu al in de min staat en wij halen er straks nog de nodige gelden uit!” Wethouder LAURIJSSEN: “Ik ben verbaasd over de opmerking van dhr. Van Oort over de stand van de reserve waar wij bij de begrotingsbehandeling uit gegaan zijn van de stand van de reserve van € 127.377,00. Dhr. Van Oort heeft daar toen geen opmerkingen over gemaakt. Die reserve was inderdaad bedoeld voor bijvoorbeeld het samenstellen van het horecabeleidsplan. Omdat dit intern gemaakt is, is die claim niet verwezenlijkt.” Dhr. VAN OORT interrumpeert: “U merkt op dat ik er toen niets over gezegd heb, maar ik heb tijdens de begrotingsbehandeling om de staat van de reserves gevraagd. Wij kregen die niet. U heeft toen wel aangegeven dat wij die eigenlijk behoren te krijgen. Wij krijgen geen beheersbegroting. Als ik nu vraag om de staat die bij de beheersbegroting hoort, dan krijg ik van de afdeling Financiën papieren van september. Ik vraag me af of er wel een beheersbegroting is. Wij krijgen het niet. Wij hadden voor de duidelijkheid die staat van reserves eigenlijk moeten krijgen.” Wethouder LAURIJSSEN: “Dhr. Van Oort moet maar eens langs komen. Wij hebben geen geheimen. Als er dingen mis gegaan zijn in de toezending dan zullen wij die recht zetten. Ik denk niet dat het zinvol is om tijdens deze vergadering te spreken over verschillen in cijfers. Dat hoort in een Commissievergadering thuis of tijdens een persoonlijke toelichting. Wij gaan er vanuit dat het op deze manier goed vastgesteld is. Wij hebben zeker geen geheimen.” VOORZITTER: “Ik kom toe aan stemming over het amendement van GroenLinks. Wie is voor dit amendement? Voor dit amendement spreken zich uit GroenLinks, Partij
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
36
Samenwerking en SP. De overige fracties zijn tegen dit amendement. Hiermee is het amendement verworpen. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.” VOORZITTER: “Het is nu 22.53 uur en ik zou graag willen komen tot en met tenminste agendapunt 22. Ik verzoek U zich te beperken.” 18.
Verbouwing Heereplein 11 In te stemmen met het uitvoering geven aan een sobere en doelmatige opwaardering van Heereplein 11 voor een bedrag van €34.828,- excl. BTW. De kosten in 2007 ten laste te brengen van de Reserve Onderzoek en Ontwikkelingen. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VORAGEN: “U kent de mening van Keerpunt ’74 over de dekking en met name de kostenplaats, maar wij maken daar geen halszaak van.” Dhr. PAUWELS: “Het is geen geheim dat de PvdA altijd tegen deze uitgave is geweest. Wij volgen het coalitieprogramma.” Dhr. KOOI: “De PvdA is een dure partij als zij het coalitieprogramma blindelings volgt. Wij gaan straks als Raadsleden naar een nieuwe ruimte om ons werk te mogen gaan vervullen. Als wij moeten constateren dat u zelf in uw voorstel schrijft dat wij als voorbeeldfunctie niet voldoen aan het bouwbesluit, dan vinden wij dit toch wel schrijnend. Ik heb u tijdens de Commissievergadering ook al aangeduid dat als wij met die voorbeeldfunctie naar burgers toe moeten gaan en daar wel moeten gaan ageren tegen het feit dat men niet voldoet aan het bouwbesluit, hoe houdt u dan staande dat wij zelf een voorziening gaan aanpassen die niet voldoet aan het bouwbesluit? Wat doen wij daar dan mee? Wij zijn straks ook welkom in de nieuwe ruimte. Wij vragen extra aandacht voor een goede brandbeveiliging in dat gebouw en ook een rookverbod. Wij hebben dit in deze openbare ruimte ook maar ook dat wordt nog wel eens met handen en voeten betreden. Wij zouden graag aan u willen vragen om de Arbo-eisen voor wat betreft de verlichting en de werkplekken in ogenschouw te nemen. Wij vragen u toch op welke wijze er nu wel aan de ventilatie wordt voldaan. Ik zeg met name Arbo-eisen voor wat betreft de verlichting en de werkplekken. Tijdens de Commissievergadering heeft u aangeduid dat het geen werkplekken zijn. Ik vind dit toch wel denigrerend in de richting van alle Raadsleden, want het Raadslidmaatschap is terdege wel werk en dat daar heel tijd in gestoken wordt. Ik zie het nog steeds als werkplek, ook in het pand Heereplein 11, zoals wij dat ook in dit huis doen. Ik zou u toch willen vragen om zoveel mogelijk te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan Arbo, maar ook aan het bouwbesluit.” Dhr. VAN OORT: “Dit is een zaak waar wij al lang op wachten. Tijdens de vorige Raadsperiode is hier ook al eens over gesproken, maar toen kwam het niet van de grond. Mede dankzij de inspanningen van de SP gaat het nu eindelijk gebeuren. Natuurlijk moeten wij zelf het goede voorbeeld geven en ons geen luxe onderkomen aan laten meten, maar wij moeten ook niet overdrijven en het zaakje met afgedankte spullen aan laten kleden. Voorzitter, het college denkt de benodigde gelden uit de reserve onderzoek en ontwikkeling te halen. Dit lijkt mij onmogelijk.” VOORZITTER: “Wij hebben al voldoende hierover gesproken tijdens de Commissievergadering en ook nog eens aangeduid dat die reserve nieuwbouw gemeentehuis, waar U op duidt, een reserve is die een relatie heeft tot de nieuwbouw zoals die gerealiseerd is in de negentigerjaren en het financieringsplan daarvan daarin een rol speelt en dus niet vrij besteedbaar is. Mijnheer Kooi, wij vinden ook dat het aan redelijke eisen moet voldoen. Als het gaat om de gebruiksvergunning, dan dient die aanwezig te zijn als het een gebouw is waarin meer dan 50 mensen geherbergd worden. Het lijkt ons niet verstandig om dit daar te doen. Dat lijkt mij onhaalbaar. In die zin is het geen gebruiksvergunningplichtig gebouw. Overigens moet je er zo veel mogelijk, U zegt dit ook heel subtiel over de werkplekken, aan voldoen. Dit is een streven wat wij met U delen, mijnheer Kooi, maar wij weten ook dat het streven van de Raad is om dit met soberheid proberen op te lossen. Wij zullen het daar voor een groot deel met natuurlijke ventilatie moeten doen. Ik kan U melden dat de bijdrage middels rook niet voldoet aan de Arbo-eisen, dus wij zullen daar ook de passende bordjes monteren.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
37
Tweede Termijn Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Partij Samenwerking vindt dit een dure tegemoetkoming van de PvdA voor deze zeer sobere inrichting, terwijl mijnheer Kooi nog eens wil voldoen aan alle regels van bouwbesluiten en de Arbo-eisen. Hoe duur wordt het dan wel niet?” Dhr. HEESTERS: “Ik vind het wel leuk dat de SP genoemd wordt, maar Keerpunt ’74, een lokale partij, was mede-initiatiefnemer om het zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Mijnheer Kooi, als U de Arbowet er op na slaat, als je met fiets komt, moet er ook nog een douchecabine geplaatst worden. Dat lijkt mij best wel leuk, als je gemengde partijen hebt!” VOORZITTER: “Ik stel voor aldus te besluiten. Aldus besloten.” 19.
Fysieke inrichting gemeentewinkel Een krediet te voteren van in totaal € 63.000,- ten behoeve van het vraaggericht werken in de gemeentewinkel. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VAN OORT: “Hiervoor geldt het zelfde. Ik heb voor dit agendapunt en het volgende agendapunt amendementen opgesteld. Ik heb deze al eerder toegelicht. Amendement GroenLinks ….. De nieuw te vormen reserve vraaggericht werken in de gemeentewinkel te voeden uit de algemene reserve, en gaat over tot de orde van de dag.” VOORZITTER: “Het college schorst de vergadering voor enkele ogenblikken voor overleg over de amendementen.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Het college constateert dat het een amendement is wat vooral gericht is op de techniek van de dekking en niet op het doel wat wij nastreven, maar op de wijze waarop het gefinancierd wordt. Wij hebben op enig moment gezegd dat wij daarvoor een bepaald aantal zaken aan willen wenden zoals de reserve onderzoek en ontwikkeling. Wij hebben dit ook bepaald tijdens de begrotingsbehandeling. Wij hebben ook gezegd dat het redelijk zou zijn als er vanuit de WMO iets bij kwam. U heeft eerder een voorstel gehad wat aanzienlijk ingewikkelder was, namelijk € 81.000,00 storten om hiervoor € 63.000,00 vrij te kunnen maken. Wij hebben dit teruggedraaid. Om die reden is de vrije algemene reserve in beeld gekomen als een methode om die renteverrekening goed te kunnen krijgen. Wij hebben vanuit onze opvatting over de reserve onderzoek en ontwikkeling geen behoefte aan dit amendement. Heeft U behoefte aan een tweede termijn? Nee. Wie is voor dit amendement? Voor het amendement stemt GroenLinks. De overige partijen zijn tegen het amendement. Hiermee is het amendement verworpen. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.”
20.
Aanschaf telefooncentrale In te stemmen met het voorstel aanschaf telefooncentrale. (A-stuk) Eerste Termijn Dhr. VAN OORT: “Ik heb voor dit agendapunt het volgende amendement opgesteld. Amendement GroenLinks …… Besluit: het onder 1 vernoemd bedrag van € 5.000,00 te verlagen en als dekking voor de lasten van 2007 groot € 34.000,00 in te zetten de structurele raming 2007 leasekosten € 20.000,00, het restantbudget leasekosten van 2006 van € 10.000,00 en een bedrag van € 4.600,00 uit de post onvoorzien, en gaat over tot de orde van de dag.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
38
VOORZITTER: “Ik kom nu toe aan het amendement over de telefooncentrale. Dhr. Van Oort heeft aangegeven dat dit amendement dezelfde inhoud heeft met eenzelfde argumentatie. Mag ik U dan zeggen dat de reactie van het college hierop identiek is aan die op het amendement van het vorige agendapunt. Wie stemt in met het amendement? Dhr. Van Oort van GroenLinks stemt in met het amendement. De overige fracties stemmen tegen het amendement. Hiermee is het amendement verworpen. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.” 21.
Aankoop aandelen Intergas In te stemmen met de aankoop van 256 extra aandelen Intergas tegen de prijs van € 4.190,- per aandeel en hiervoor een krediet beschikbaar te stellen van € 1.072.640,-. (A-stuk) VOORZITTER: “Op verzoek van de Commissie heb ik een overzicht laten verspreiden over de verschillende consequenties. U heeft een overzicht gekregen. Van iedereen is bekend wat ze willen, behalve van onze buren, de gemeente Made en Drimmelen. Zij hebben op grond van hun inwonertal een behoorlijk aantal aandelen en zij staan nog voor de vraag of ze de status quo handhaven: blijven zij aandeelhouder van het pakket wat ze al hebben, verkopen zij het pakket of kopen ze bij. Dit leidt ook voor ons tot een drietal opties: de optie waarin de status-quo gehandhaafd wordt dat de gemeente Drimmelen aandeelhouder blijft van haar huidige pakket, dan kunnen wij 236 aandelen bij kopen. Als zij ook mee kopen, dan krijgen zij ook het recht om een deel van het beschikbare aan te kopen en dan kunnen wij 211 aandelen kopen. Gaan zij mee verkopen, dan kunnen wij 362 aandelen kopen. Dit betekent dat daar een bandbreedte is. Het college is daar voor omdat dit in ons hele beleggingspakket een van de dragende delen is om het rendement te halen. Dit ter nadere toelichting.” Eerste Termijn Dhr. KLAASSEN: “De SP heeft bij motie voorgesteld om tot aankoop van aandelen Intergas over te gaan. Onze hoofdreden hiervoor is dat wij als openbaar orgaan, als gemeente met een democratische functie, grip houden op onze nutsvoorzieningen. Het standpunt van de SP mag duidelijk zijn, wij vinden dat nutsvoorzieningen niet in private handen maar in publieke handen moet blijven. Ik ben een groot voorstander van dit voorstel.” Dhr. VAN DER ZWAAN: “Ook wij zijn een groot voorstander van dit plan.” Dhr. KOOI: “Wij zijn niet tegen. Wij hebben om de te verwachte consequenties gevraagd. Ik begrijp uit uw beantwoording dat het alleen onduidelijk is wat de gemeente Drimmelen gaat doen. Van de andere gemeenten is het duidelijk wat zij gaan doen. Wij hadden bedacht om hier een plafond aan te verbinden. Ik heb hiervoor een amendement klaar liggen, maar als u ons kunt toezeggen dat het alleen van de gemeente Drimmelen onduidelijk is wat zij gaan doen, dan is voor ons de bandbreedte helder en kunnen wij hiermee instemmen.” VOORZITTER: “Naar onze beste wetenschap, want op een aantal plaatsen moet nog besluitvorming plaatsvinden. Het gaat om de optelsom van de intenties van de colleges die wij gemaakt hebben en die wij via het coördinerend advocatenkantoor Baning te horen gekregen hebben. Wij hebben van dit kantoor het laatste overzicht gekregen en hij hield alleen rekening met deze afwijkingsmogelijkheid. Als op 1 februari de Raad van de gemeente Haren tot een ander besluit komt, dan weet ik het ook niet, want wat op de markt komt, moet wel afgenomen worden. Wij zijn niet de laatste in de rij van de Raden die besluiten. Wij gaan natuurlijk geen gekke dingen doen. Ik kan U niet verzekeren dat er niet ergens op basis van een slim amendement nog een ander besluit genomen wordt. Ik weet het dan ook niet. Wij zullen U voortdurend op de hoogte houden van dit traject.” Dhr. VORAGEN: “Keerpunt ’74 ziet dat u met de kans dat Drimmelen eventueel haar aandelen aanbiedt, dat met deze opzet u binnen de bandbreedte blijft en kunnen u voor dit moment volgen.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
39
Dhr. KOOI: “Het is onzeker. Ik verwacht dat de uitspatting die wij verwachten boven die 1,072 maximaal naar 1,5/1,6 zou kunnen gaan. Wij hebben het ook niet in de hand wat andere gemeenten doen met amendementen. Hier regent het ook amendementen. Wij zien af van het indienen van een amendement. Ik geloof niet dat wij van mening verschilden om er een grens aan te koppelen, althans dit heb ik niet uit de discussie tijdens de Commissievergadering begrepen. Gelet op het feit dat nu aangekondigd is dat er nog maar één gemeente onduidelijkheden verschaft, zien wij af het indienen van een amendement en volgen uw voorstel.” VOORZITTER: “Ik ben U hier zeer dankbaar voor. Als er dramatische dingen voordoen, weet ik U te vinden. Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.” 22.
Benoeming lid rekenkamer Mw. A.A.M. van Breugel voor de periode 1 februari 2007 tot en met 31 december 2008 te benoemen als lid van de gezamenlijke rekenkamer. (A-stuk) VOORZITTER: “Heeft U behoefte aan beschouwingen over dit onderwerp? Heeft U behoefte aan schriftelijke stemming? Kunt U instemmen met het voorstel? Aldus besloten.” VOORZITTER: “Ik kom toe aan de agendapunten 23 en 24. Het is inmiddels 23.10 uur. Ik heb drie opties voor U in de aanbieding: voortzetten van de vergadering, vrijdagmiddag om 17.00 uur deze agendapunt afhandelen of de twee punten verdagen naar de vergadering in februari waarvoor genoeg ruimte is.” Dhr. QUIRIJNEN: “Ik vind dat wij vrijdagmiddag om 17.00 uur terug moeten komen. Verdagen vind ik dermate slecht omdat er belangrijke punten in deze twee stukken staan. Wij hebben dat indertijd afgesproken en ik vind dat wij onszelf aan ons eigen reglement moeten houden.” Dhr. KLAASSEN: “Ik kan bij aansluiten bij de woorden van dhr. Quirijnen.” Dhr. VAN OORT: “Ik wil vrijdagmiddag om 17.00 uur terugkomen. Dat is het beste.” Dhr. BOS: “Ik ga voor verdagen in verband met de ruimte die wij op de agenda van februari hebben. Wij kunnen er dan meer aandacht aan besteden.” Dhr. DE JONGH: “In principe ben ik hier ook voor.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “ Mw. FRÖLICH: “Ik ben er in principe voor om het uit stellen naar de volgende vergadering. Ik vind dat er dan ruimte is en dat er meer tijd voor dit onderwerp gebruikt zal moeten worden.” Dhr. HEESTERS: “Hetzelfde. Als je het serieus wilt oppakken, de SP is hier zo mee bezig, dan moeten we hier meer ruimte voor hebben en niet op vrijdagmiddag 17.00 uur behandelen.” Dhr. QUIRIJNEN interrumpeert: “Ik vind dit een slechte zaak. Wij hebben een reglement waarin staat dat we vrijdagmiddag 17.00 uur verder zullen gaan.” Dhr. HEESTERS interrumpeert: “De Raad is de baas.” Dhr. QUIRIJNEN: “Dat blijkt.” VOORZITTER: “Ik constateer dat er een meerderheid voor verdagen is. Ik verdaag de behandeling van beide onderstaande voorstellen tot de Raadsvergadering van februari.”
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
40
23.
Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kennis te nemen van het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (A-stuk) Dit agendapunt wordt doorgezet naar de Raadsvergadering van 12 maart 2007.
24.
Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning Kennis te nemen van de beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning. (A-stuk) Dit agendapunt wordt doorgezet naar de Raadsvergadering van 12 maart 2007.
25.
Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de VOORZITTER de vergadering.
Aldus goedgekeurd en vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Geertruidenberg d.d. 1 maart 2007. De raad voornoemd, Griffier,
Voorzitter,
Drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere
M.J.A. Meijer
Notulen Raad d.d. 25 januari 2007.
41