NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE DISCUSSIE RAAD VAN DE GEMEENTE GEERTRUIDENBERG
Openbare raadsvergadering op maandag 11 oktober 2010 aanvang 19.30 uur in het gemeentehuis te Raamsdonksveer.
Voorzittter: Aanwezig met de voorzitter: Keerpunt ’74 PvdA CDA Partij Samenwerking VVD SP GroenLinks Uw Drie Kernen
Dhr. P.Voragen
Dhr. J.C. Heesters, en dhr. en I. van Nunen Mw. M. de Groot-Platenkamp De heren A.H.M. de Jongh, A. van den Enden en L.F.A.W. Hooijmaijers Dhr. J.A.G. Verschuren mevr. L.C. Laurijssen-Kerremans en dhr. P. Bos Dhr. J. Klaassen De heren J.M. van Oort en K.J.H.A. van Oort De heren van Brummelen, H.A. van Strien en J.A.M. Slenders
Griffier:
mw. K.M.C. Millenaar-Rammelaere
Wethouders:
Dhr. R.P. van den Belt Dhr. A. Smit Mw. A.A.M. Verschuren Dhr. W.J. Quirijnen
Notulen:
Mw. B. Lefeu
Afwezig met bericht van verhindering:
mevr. W.J.C. Muis
Publiek:
Aanwezig
1. Opening De voorzitter heet iedereen welkom en opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda. De agenda wordt verder goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter voegt punt 6a toe aan de agenda: De ontwikkelingslocatie Raamsdonksveer Zuid. Verder wordt vanwege de aanwezigheid van insprekers, besloten om raadsvoorstel 13 en 14 hierdoor naar voren te schuiven op de agenda.
Dhr. Heesters doet een ordevoorstel om agendapunt 11 de Stationsweg van de agenda af te halen. Het past niet zoals in de coalitie is afgesproken en past ook niet in de motie zoals voorgesteld door de SP. 1
Voorzitter: de meerderheid van de raad besluit om agendapunt 11 van de agenda af te voeren. 3. Spreekrecht. 7 sprekers hebben zich aangemeld voor het agendapunt 6a; ontwikkellocatie Rivierzicht Zuid en het initiatiefvoorstel van Groen Links. 1e spreker: dhr. Staal inzake Gasthuiswaard Geachte raad, ik vertegenwoordig in deze de maatschap Staal. Wij exploiteren een akkerbouwbedrijf van ruim 200ha met 3 vestigingen; aan de Peuzelaer nr.2, de Standhazendijk nr.2 en een locatie aan de Gasthuiswaard nr.1. We hebben een landbouwbedrijf wat uit zijn jasje groeit en hebben keihard behoefte aan uitbreiding van bedrijfsgebouwen. 5 Jaar geleden is dit al aangekaart, toen was het voorontwerpbestemmingsplan in de maak en kreeg ik het advies om even te wachten. Dat heeft inmiddels 4 jaar op zich laten wachten. Ik heb overleg gehad met diverse ambtenaren. Hoe staan we ervoor? De locaties Peuzelaer en Standhazendijk liggen beide in het bestemmingsplan Gasthuiswaard. In overleg met de ambtenaren is in het ontwerpbestemmingsplan een ruim agrarisch bouwblok opgenomen. Ik kon me daar ook mee verenigen. Mijn zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan had betrekking op goothoogte en nokhoogte van de agrarische gebouwen en op de bedrijfslocatie aan de Gasthuiswaard 1. De gemeente heeft inmiddels een zienswijze-nota opgesteld waarin diverse voor onze maatschap, zeer ongunstige en onnodige verslechteringen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Aan mijn zienswijze ten aanzien van goot- en nokhoogte, is deels tegemoet gekomen door de maatvoering aan te passen aan die van het inpassingsplan van de Overdiepse Polder waar een goothoogte van 6m en een nokhoogte van 13m wordt gehanteerd. Wel ben ik van mening dat zoals elders gebruikelijk is, middels een omgevingsvergunning, ontheffing mogelijk moet zijn tot respectievelijk 10 en 15 meter. Dit in verband met de groter wordende mechanisatie en de andere bewaringswijze voor aardappelen. Dat betreft kistenbewaring. Ten aanzien van de locatie Gasthuiswaard 1, daar wordt doodleuk gezegd dat die in het bestemmingsplan Buitengebied reeds is wegbestemd en dat dat zo blijft. Daarbij wordt dus niet ingegaan op het feit dat ons bedrijf op die locatie sinds de vaststelling van het bestemmingsplan gewoon is uitgeoefend overeenkomstig het geldende overgangsrecht. Eigenlijk willen we daar gewoon het bouwblok terug hebben, dat is met de overgang van een gedeelte van een stukje bestemmingsplan Gasthuiswaard overgeheveld naar het buitengebied. Goed, de juridische status daarvan, daar heb ik hele grote vraagtekens bij maar toen is plotseling op het draaiende landbouwbedrijf het bouwblok verdwenen, terwijl we daar met vergunningen, bedrijfsgebouwen hebben staan. Ten aanzien van het bouwblok Peuzelaer 2, wordt in de zienswijze-nota gesteld, dat dit in overeenstemming wordt gebracht met het geldende bestemmingsplan. Dat betekent dat het bouwblok wordt verkleind tot een omvang van globaal de bestaande bebouwing. Dat terwijl de maatschap een bouwaanvraag heeft ingediend voor een loods en daarvoor een positief advies van de adviescommissie agrarische bouwaanvragen heeft gekregen. Een motivering voor de verkleining van dat bouwblok wordt niet gegeven in de beschrijving van ambtshalve aanpassingen. Naar verluidt zijn burgemeester en wethouders van oordeel dat er onvoldoende onderzoek is geweest om een relatief omvangrijke vergroting van het bouwblok zoals die was opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan, te motiveren. Burgemeester en wethouders gaan daarmee voorbij aan het feit dat dit vergrootte bouwblok wel officieel ter inzage heeft gelegen en dat er bij de maatschap Staal dus zekere verwachtingen zijn gewekt door thans, overigens nog steeds zonder onderzoek, het bouwblok zomaar te verkleinen tot een onbereikbare omvang waarbij niet wordt voldaan aan de redelijke verwachtingen van de maatschap. Bovendien heeft de gemeente wederom niet voldaan aan de onderzoeksplicht die zij overeenkomstig het besluit Ruimtelijke Ordening heeft. Kort samengevat; burgemeester en wethouders stellen een groot aantal ambtshalve aanpassingen van het bestemmingsplan voor en ik verzoek u met klem, de ambtshalve aanpassing van het bouwblok Peuzelaer 2 te beperken, zodat een agrarisch bouwblok van anderhalf ha overblijft waar wij mee vooruit kunnen. Dit geldt ook voor de Standhazendijk 2. Daarnaast een ontheffing op te nemen voor goothoogte en nokhoogte. Verder zag ik dat de bedrijfswoning omgezet is in een burgerwoning en dat past op een akkerbouwbedrijf ook niet dus dat wil ik graag gehandhaafd houden aan de Peuzelaer 2 als bedrijfswoning. Mevr. de Groot 2
Ik heb een vraag omdat de communicatie zo hoog in het vaandel staat, ook in dit nieuwe college. Heeft u uw bezwaren kenbaar gemaakt aan het college nadat u vernomen heeft dat het zo in uw nadeel is aangepast? Hebben zij hier op gereageerd? Zijn er nog kansen voor u of is er geen reactie gegeven? Dhr. Staal Ik heb 10 dagen geleden na al mijn inspanningen van de afgelopen 5 jaar, te horen gekregen dat alles weer in de oude staat teruggebracht wordt. Dus ik heb weinig tijd gehad te reageren. In de tussentijd heb ik met wethouder Quirijnen en mevr. Elsevier overleg gehad. Er is denk ik, altijd iets aan te doen maar wanneer dat gaat gebeuren is mijn grote vraag. Na 5 jaar ben ik terug bij af terwijl ik met mijn bedrijf gewoon verder wil, verder wil ik niet zo heel veel. 2e spreker: dhr. Vollebrecht namens Essent inzake Gasthuiswaard 2 Ik ben directeur van de Amer en de Donge-locatie van Essent. Wij hebben zienswijzen ingediend omdat onze toekomst als Amer-locatie beperkt wordt. Ik zal u uitleggen waarom. Het is namelijk zo, als je kijkt naar het ontwerpplan Gasthuiswaardt, wordt er gezegd dat er alleen nog maar een uitbreiding mogelijk is als bedrijf als je niet MERplichtig bent, m.a.w. als je niet een milieu-effectenrapportage hoeft te maken. Voor onze bedrijfsvoering is dat voor de komende tientallen jaren geen goede opzet. De Amercentrale, wist u dat deze momenteel de Europese koploper is op het gebied van duurzame energie? Dat heeft u binnen uw gemeente. Weet u ook hoe de energiemarkt zich momenteel ontwikkelt? Dat is ontzettend aan het veranderen, dat betekent, toekomstonzeker, dat betekent, ons flexibel opstellen, veel ontwikkelen en uiteindelijk veel investeren. Dus vooral voor de Amerlocatie moeten we de komende tientallen jaren de beschikking blijven houden over de terreinen om daar waar nodig, te blijven investeren. Om dat te kunnen doen en om te kunnen investeren, hebben wij zo nu en dan ook een investering die een milieu-effectenrapportage vraagt. Zodra ik begin met 20% uitbreiding, dan ben ik mairplichtig en in de zienswijze staat geschreven, ‘Essent, alles is goed maar niet meer voor MERplichtige bedrijven ten Westen van de Amercentrale. Terwijl het daarvoor wel zo was. Ik voel me in de toekomst beperkt in mijn investeringen. Het beroep wat ik doe op Geertruidenberg is het volgende; nog tientallen jaren willen we hier blijven investeren, is het u duidelijk dat momenteel er 122 gezinnen in Geertruidenberg/ Raamsdonksveer wonen en werken en dat wij bijna een half miljoen euro aan onroerendgoed belasting betalen? Is het duidelijk dat wij door willen gaan met deze bedrijvigheid? Als wij dan in de toekomst worden beperkt, niet te vergeten wij hebben hier ook het hoofdkantoor productie van Essent, het is nog steeds een paradepaardje, ook voor de toekomst, zelfs voor RWE. Als wij uitbreiding of investeringen gaan beperken, zijn wij eigenlijk de kip met de gouden eieren aan het slachten. Ik begrijp dat niet. Graag zou ik willen dat er activiteiten toe worden gestaan op de Amer-locatie voor bedrijven die MERplichtig zijn. Maakt u zich geen zorgen als u dat moet doen, dan ben je juist goed bezig voor het milieu want je kijkt naar het effect op het milieu en dat willen we toch allemaal? Dus eigenlijk begrijp ik het niet. Dhr. van Strien U weet ook hoe lang deze gemeente al met een kolencentrale zit? Weet u dat u op dit moment dan ook al in uw ontwikkelingsmogelijkheden wordt beperkt? Ik neem aan dat het op dit moment ook niet past in het bestemmingsplan. Essent verdient eigenlijk een eigen bestemmingsplan en dat die wijziging eigenlijk misschien niet in een consoliderend plan zoals dit dan is bedoeld, hoeft mee te fietsen. Er is dus vrij weinig verschil tussen het wel of niet opnemen van die uitbreidingsplannen. Dat kan ook in een apart bestemmingsplan toch? Dhr. Vollebrecht Ik moet flexibel zijn, ik moet vandaag en morgen reageren als ik moet investeren en dan zit ik niet te wachten op een ander bestemmingsplan waar ik dan weer 10 jaar lang moet wachten. Dan ben ik veel te laat. Dit argument gaat voor mij niet. Ik moet heel snel kunnen reageren. Zoals wij nu momenteel ook bezig zijn met de investering naar 50% biomassa te gaan. 3e spreker: mevr. Kuijsters inzake het intiatiefvoorstel van Groen Links Ik heb bloemen bij, ik wil hier een kleurig en fleurig item te berde brengen vanavond. Ik ben mede-initiatiefneemster van het voorstel ecologisch maaibeheer. Ik wil een kort maar warm pleidooi houden voor dit voorstel. Met dit voorstel heeft Groen Links het initiatief genomen om te komen tot een kaderstellende nota. M.a.w. tot goed beleid op het 3
gebied van ecologisch beheer van bomen, bermen en graskanten. Op dit moment staat daarover niets op papier. Waarom vindt GL en ik o.a. ecologisch beheer van bermen en graskanten zo belangrijk, om de biodiversiteit te ontwikkelen en te behouden. De verenigde naties heeft niet voor niets 2010 uitgeroepen tot jaar van de biodiversiteit. Eindelijk wordt de biodiversiteitcrisis erkend als één van de belangrijkste bedreigingen van onze planeet. Regeringen uit de hele wereld hebben zich ertoe verbonden om het tempo waarin het verlies aan biodiversiteit zich doorzet, aanzienlijk te verminderen ook de Nederlandse regering. Lokaal kan daar een flinke steen aan bijgedragen worden door te beginnen met ecologisch beheer van onze eigen bermen en graskanten. Onze gemeente is een letterlijk groene gemeente. In de bermen staan grassen en brandnetels waardoor van biodiversiteit geen sprake kan zijn. Bijen en vlinders en andere insecten kunnen er niet terecht en ook de kleine zoogdieren niet. Tuinen verstenen steeds meer waardoor de flora en fauna nog meer verschraald. Langs het Halve Zolenpad in Raamsdonk, is een eerste poging gedaan om te komen tot ecologisch beheer van een berm. Ik zeg poging omdat het tijdstip van maaien nog steeds niet goed gekozen is. Maar, er staan nu in ieder geval veel kleurige bloemen te bloeien waar vlinders en bijen op af komen. Daar is dit boeket ook geplukt en zo zou het op meer plaatsen kunnen zijn in de gemeente en daarbij is het een mooie meevaller voor hooikoortspatiënten want hoe kleuriger de bloemen, hoe kleiner de kans op hooikoorts. Op kleurige bloemen komen namelijk bijen af en die zorgen voor de verstuiving. Vandaar dit initiatief van Groen Links. Een initiatief wil niet zeggen dat alles precies op papier staat, het betekent dat er een goed begin gemaakt is. Een beleidsmedewerker van de afdeling Groen vindt het voorstel er professioneel uitzien en dat vond ik wel een compliment. Het voorstel kan dus als aanzet dienen om op ambtelijk gebied aan de slag te gaan, goed beleid op papier te zetten, waar uw raad dan weer een besluit over kan nemen en, het ambtelijk apparaat hoeft echt niet alles zelf uit te vinden, de provincie Zeeland beheert de wegbermen al jaren ecologisch. Ik zou zeggen, ga daar eens te rade, daar zijn ze trots er op dat de bermen steeds bonter worden. U zult best nog wat vragen hebben over dit voorstel, u kunt ze aan mij stellen maar ook aan ons raadslid Kevin, die heb ik goed ingefluisterd maar hij zal niet alle vragen kunnen beantwoorden want hij is geen deskundige op dat gebied en dat hoeft ook niet want die deskundigheid hebben we als gemeente, als het goed is, in huis. U kunt natuurlijk ook altijd andere gemeenten en provincies raadplegen. Ik hoop echt dat u de importantie van de biodiversiteit en daarmee van ecologisch beheer zult onderkennen en mede het initiatief wilt nemen als raad om te komen tot een goed ecologisch beleid, onthoud, als bijen verdwijnen, kost het miljoenen om hun werk over te nemen en zij doen het gratis. Ik wil de bos bloemen hierbij aanbieden aan de voorzitter. Mevr. de Groot Bermen en graskanten, bedoelt u dan ook de graskanten in de gemeente bij de sporthal of tegenover een rotonde? Dus echt overal intern of een beetje in het buitengebied? Mevr. Kuijsters Wij bedoelen vooral de bermen langs de doorgaande wegen, niet in de gemeente zelf in de straten, dat zijn geen bermen. Bermen zijn meestal een aantal meters breed daardoor kan ook de eerste meter bijvoorbeeld uit verkeersveiligheidsoogpunt, gemaaid worden. De rest hoeft echter niet gemaaid te worden. Een voorbeeld daarvan is de Westtangent, daar hebben we hele brede bermen en die zijn helemaal groen. 4e spreker: Dhr. Koppens inzake pand Haven 19 en 21 Mijn naam is Hein Koppens. Ik ben de eigenaar van het pand Haven nr. 19 en 21 hier in Raamsdonksveer wat naast sportschool Arendse staat. Het pand staat nu een jaar of 3 leeg wat ik erg jammer vind. Voor de zomervakantie heb ik met Nicole de Kort gesproken, ik ben er ook met haar geweest, zij is de bedrijvencontactfunctionaris binnen deze gemeente en zij was verrast over het pand van binnen en van binnen. Ze wist niet dat het leeg stond. Vreemd, want ik heb met Henny de Jongh en nog een aantal mensen hier in de gemeente daar over gesproken. Toen zij zo reageerde, dacht ik van misschien moet ik in de raad een breder draagvlak kunnen geven zodat vraag en aanbod wellicht op elkaar afgestemd kunnen worden. Het pand ligt mooi centraal, je zou kunnen zeggen dan moet je bij een makelaar zijn maar die weet het ook niet meer want we zitten momenteel in een vervelende tijd. Ik wil een goede invulling aan het pand geven, misschien in de zorg, franchise heb ik ook al geprobeerd. De bibliotheek heeft ook ruimte nodig, waarom gaan ze daar niet in? Ik verwacht niet, mijn vraag is eigenlijk alleen, denk er eens over na, misschien schiet u iets te binnen waarvoor het pand gebruikt kan worden. Het pand is trouwens te huur en niet te koop. 4
Dhr. Heesters Waarom neemt u geen contact op met het Veers Erfgoed? Die zoeken nog naar ruimte. Ze willen uitbreiden en misschien is daar wel een mogelijkheid toe. Dhr. van Oort Ik verbaas me hier over. Ik dacht dat het hier al eens een keer behandeld was dat daar appartementen in zouden komen. Waarom is dat niet doorgegaan? Dhr. Koppens Daar is een vergunning voor verleend. We hebben het pand in de verkoop gehad. Ik had gedacht dat ze in no-time verkocht zouden zijn maar er zijn alles bij elkaar maar 3 mensen geweest die interesse hadden. Ik heb €36.000 aan de provincie en de gemeente betaald om daar 6 woningen te mogen maken en daar is niets uitgekomen. Dat heb ik toen teruggetrokken en het pand leeggemaakt. Het staat nu ter beschikking voor diegenen die er iets mee willen. Dhr. van Oort U heeft het ook over zorginstellingen. Bent u daar zelf nooit achter aan gegaan? Bijvoorbeeld een Handwijzer die nu naar het Hendricusgebouw gaan of stichting Iwan en dat soort instellingen. Dhr. Koppens Ik ben bij Redactron te rade geweest dat is een instelling die zaken verkoopt voor de zorg, zoals rollators en bedden. Ik heb gesproken met Multi-maatzorg, met Thebe enz. Hier in Raamsdonksveer heb ik denk ik wel een 150 mensen aan de lijn gehad. Dhr. Klaassen Ik wil dhr. Koppens bedanken dat hij dit hier zo naar voren brengt en dat hij in ieder geval bereid is om een invulling aan het pand te geven. Er zijn eigenaren in deze gemeenten die panden lang leeg laten staan waar verder niets mee gebeurd. Ik denk dat wij als raad hier op dit moment weinig mee kunnen. Wel wil ik de vraag aan het college doorspelen om een goed gesprek met deze meneer aan te gaan. Misschien dat er leuke prijsafspraken gemaakt kunnen worden, de verhalen van de begroting heeft u misschien al wel gehoord. 5e spreker: Firma Prospect inzake Gasthuiswaard Ik ben Marjan Frölke. Ik ben medebewoner/eigenaar van het pand Centraleweg 13. Eén van de woningen die een andere bestemming hebben gekregen in het bestemmingsplan Gasthuiswaard. Dat wil zeggen, de bestemming is omgezet naar bedrijfswoning. Ik moet even improviseren want de firma Prospect kreeg van de week een uitnodiging voor deze discussieraad, laten we wel wezen Prospect heeft er eigenlijk niets mee te maken, wij zijn eigenaar, niet de firma. Dus moesten wij in alle snelheid de boel door gaan nemen. Wij hebben geen zienswijze ingediend, omdat wij in principe accepteren dat onze woning wordt omgezet naar bedrijfswoning, dus je hebt iets minder bescherming maar nog steeds wel bescherming volgens de wet. In de ingediende zienswijze ontdek ik tot mijn grote schrik, dat er staat ‘wordt gesitueerd op gezoneerd industrieterrein’ en er wordt keihard bijgezegd “dus bedrijven hoeven zich geen zorgen te maken, dat soort woningen hebben geen bescherming”, hoe dan ook. Het enige wat telt is de handreiking industrie en lawaai, dat is leuk, dat is een handreiking, is geen wetgeving, juridisch kunnen we daar niets mee. Ik heb me de afgelopen beziggehouden van het pagina voor pagina doornemen van het ontwerpbestemmingsplan en jawel, op een gegeven moment vind ik daar een paar keer ‘woningen worden gesitueerd op zone-terrein’. Echter, blz 51 van het ontwerpbestemmingsplan en de daarbij getoonde plankaart van de geluidszonering, oftewel verbeelding plankaart 2, daarin staat onze woning wel degelijk buiten het gezoneerde industrieterrein. Dat is de reden dat wij geen zienswijze hebben ingediend. Wij weten dat we tegen een industrieterrein aanzitten, wij weten dat het consequenties heeft qua geluidsoverlast. Nu zijn we in principe rechteloos. Hetzij er is een fout gemaakt in het ontwerpbestemmingsplan, daar zijn wij min of meer de dupe van dus wij zullen alsnog bezwaar aantekenen bij de Raad van State. Ik vind het ook erg slordig dat het bedrijf Prospect wordt aangeschreven met deze bestemmingswijziging en niet wij als eigenaar. We vinden dat heel triest. Ik heb het bestemmingsplan doorgenomen, de kringen zijn nog duidelijk onder mijn ogen, het is pittige stof voor iemand die daar niet in thuis is. Het staat bol van de 5
tegenstrijdigheden. Het enige wat naar boven komt is dat gevestigde bedrijven de verworven rechten, of ze nou illegaal verworven zijn of niet, dat doet blijkbaar niet ter zake, ze blijven bestaan en kunnen worden uitgebreid. Over onze rechten wordt met geen woord gerept. Sterker nog, onze rechten worden volkomen onderuit gehaald. Ik neem aan dat u begrijpt dat wij daar niet mee akkoord gaan. De waarde van het bezit wat wij hebben, daalt gigantisch. Verkooptechnisch zijn wij absoluut niet interessant meer, wij kunnen helemaal niets meer. Het feit dat dat soort fouten worden gemaakt in een ontwerpbestemmingsplan, Al is het maar tekstueel, verbeeldingen die niet zijn aangepast, ik vind het niet kunnen voor een gemeente, ik vind het echt niet kunnen. Dhr. Bos Bent u in eerste instantie als persoon, als betrokkene schriftelijk benaderd door de gemeente om aan te geven dat er iets ging gebeuren? Dus bij de eerste opstart. Mevr. Frölke Volgens mij was dat op naam van Prospect en heb ik het verder uit de Langstraat. In de laatste week van de inzageperiode ben ik toen hier op het gemeentehuis geweest om de boel door te kijken. Persoonlijk zijn wij nooit aangeschreven. De Firma is aangeschreven, dat is ons bedrijf, in die zin ben ik wel op de hoogte gesteld maar niet als privépersoon. 6e inspreker: Firma Ankerpoort inzake Gasthuiswaard Dhr. Jaspers; ons probleem met het ontwerpbestemmingsplan, de diffuse voorbereidingen en voorgeschiedenis van het bestemmingsplan van 2006 tot 2009, verdient geen schoonheidsprijs. Dit heeft als gevolg dat er sprake is van twee omissies en voor een gedeelte van ons terrein een extreem lage maximale bouwhoogte voor gebouwen van 10m is opgenomen en 25m voor silo’s. De teruggekomen oude gemeentegrenzen Oosterhout/Made/ Geertruidenberg zijn hier wellicht debet aan en niet zozeer de gedachte van het als zodanig bestemmen. Het ontwerp bevat twee fouten. Er is een bouwhoogte van 12m genoemd terwijl in het vigerend plan 20m is genoemd en een bouwhoogte van 25m voor silo’s waar deze 35m is. De bouwhoogte van 35m is van toepassing en gerealiseerd op het grootse gedeelte van ons in gebruik zijnde terrein. Echter in de plankaart, in combinatie met artikel 4.2.3 van de regels, worden wij in onze toekomstige bouw- en investeringsplannen beperkt doordat bedrijfsgebouwen maximaal 10m hoog mogen zijn. Dit is voor ons bedrijf niet werkbaar. Onze productieprocessen bestaan uit breaksaveinstallaties, maalinstallaties en verpakkingsinstallaties. Deze installaties vereisen steeds meer hoogte om aan de veranderende eisen van de klant en van de Overheid ten aanzien van milieu- en Arbo-eisen te kunnen voldoen. Tevens schrijft de overheid intensiveren van bedrijfsterreinen voor in de vorm van hoger en dichter bebouwen. Dat laatste is overigens wel goed ingevuld. Wij vragen niet om dezelfde hoogte als die van de koeltoren of de schoorstenen van de centrale maar wij vragen wel om voldoende ruimte om ons bedrijf verder te optimaliseren. Hierbij is ook de gemeente gebaat. Ons bedrijf is 72 jaar jong en reeds 55 jaar werkgever in Geertruidenberg. Het hart van onze fabriek is o.a. een voormalige suikerfabriek van meer dan 100 jaar oud en 35m hoog. De werkgroep Gasthuiswaard van de VOG heeft vorige week nog een goed overleg gehad met de wethouder en de behandelend ambtenaar. Nut en noodzaak worden onderkend en de toezegging dat bij concrete plannen medewerking verleend zal worden, is een goede zaak. Echter, ten aanzien van duidelijkheid en rechtszekerheid is het niet verstandig. Ons inziens moeten bestemmingsplannen eenduidig zijn en werkbaar. Daarnaast kunnen doorlooptijden van procedures te lang zijn. Slagvaardig kunnen zijn is een must. Consolideren is in dit geval echt stilstaan, stilstand is achteruitgang, zeker in deze tijd. Het is een noodzaak om samen slagvaardig te zijn. De conclusie is dus, wij vragen u al raad om ons bedrijf ook in de toekomst voldoende perspectief te bieden zodat wij ook dan kunnen concurreren met de beste bedrijven uit onze branche. Dit is niet alleen het belang van ons bedrijf doch ook dat van onze werkgelegenheid en dus dat van de gemeente. Graag uw medewerking op het punt van deze twee omissies en het aanpassen van bouwhoogten tot 35m voor het hele terrein. Wij hopen op een verstandig besluit van uw raad. Namens de directie van Ankerpoort en Sidalco, onze moeder, verzoeken wij om ook naar het logo van onze onderneming te kijken, daar staat op “local solutions” daar staan wij voor. Dank u. 7e inspreker: Dhr. Fens inzake partiële herziening kern Raamsdonk, woning Stationstraat 6
Wat betreft de communicatie betreffende het raadsvoorstel partiële herziening kern Raamsdonk, woning Stationstraat, volgens het raadsvoorstel zou ik schriftelijk op de hoogte gesteld worden van de reactie van de gemeente op de door mij ingediende zienswijze. Hoewel vandaag de discussieraad plaats vindt waar de mening wordt gevormd over het raadsvoorstel aangaande mijn zienswijze, heb ik hiervan tot op heden geen bericht ontvangen. Ik vind het niet reëel dat kennisgeving hierover pas na de discussieraad zal ontvangen. Na deze raad is er mijnerzijds geen mogelijkheid meer tot spreekrecht. In alinea 1 op blz 2 van het raadsvoorstel, wordt gesteld dat de inspraakreacties op eerder ingediende zienswijze aangaande het voorontwerp van deze partiële herziening niet geleid hebben tot planaanpassing. Op mijn inspraakreactie is destijds niet eens een beoordeling ontvangen door mij. Bij deze wil ik zeggen dat de communicatie op zijn zachtst gezegd niet deugd. Openheid naar de burger hoort voorop te staan. Ook wil ik melden dat er in het dossier van de bouwaanvraag door de gemeente het onderzoeksbureau zelf voorgelicht werd dat betreffende locatie een rustige woonwijk betrof. Tevens heb ik om en nabij 3 juni een schrijven ontvangen van de gemeente dat de termijn van 3 maanden die staat voor een behandeling van een zienswijze, niet gehaald werd. Er zouden nadere stukken ontbreken, voor de duidelijkheid, ik heb toendertijd mijn zienswijze ingediend op de toen voor de hand liggende stukken. 5. Voorbespreken agendapunten raadsvergadering 28 oktober 2010. Afgesproken is vanwege aanwezigheid publiek en insprekers om raadsvoorstellen 12, 13 en 14 naar voren te halen. Raadsvoorstel 12: partiële herziening kern Raamsdonk, woning Stationstraat Dhr. Broeders Het CDA is van mening dat dhr. Fens en dhr. van de Westen beiden een goed punt hebben. Zoals het voorstel voorligt, op dit moment. Het is vrij duidelijk waar dhr. vd Westen naartoe wil met zijn woning en het staat helemaal in zijn recht om daar een woning te bouwen aangezien hij daar al heel lang mee bezig is. Het probleem is echter, het bestemmingsplan zoals het hier wordt weggelegd is een beetje onduidelijk. Met het hele bestemmingsplan wordt een precedent geschept waardoor dhr. Fens in zijn broodwinning aangetast kan worden. Het is niet echt duidelijk wat er uiteindelijk gaat gebeuren met de woning. Dhr. de Jongh Ik denk dat een belangrijk punt van de zienswijze van dhr. Fens gelegen is in de zinnen waarin hij aangeeft dat iedereen verantwoordelijk is voor wat er met zijn of haar belangen gebeurt in procedures van RO. In het verhaal van dit voorstel wordt een gemengd gebied opgevoerd zonder exact te beschrijven wat daaronder wordt verstaan, zonder exact te beschrijven wat de consequenties zijn voor wat zich binnen dat gebied bevindt en zonder dat gebied af te bakenen. Ik denk dat het probleem van dhr. Fens niet zozeer ligt bij de woning die in feite mogelijk gemaakt zou worden, als wel wat er hier op dit moment gebeurt die hem aangaan in de toekomst. U reageert bijvoorbeeld op punt 2 van zijn zienswijze met de stelling dat zijn rechten in volgende procedures zorgvuldig bekeken zullen worden. Alleen als nu de fout wordt gemaakt, dan heeft die zorgvuldigheid in de volgende procedures niet zo vee zin meer. Vandaar dat ik u toch wil vragen om eens goed te beschrijven wat hier verstaan wordt onder een gemengd gebied, dat hebben wij niet eerder vastgesteld als raad. Wat de consequenties zijn van zo’n gemengd gebied en welk gebied u precies heeft afgebakend. Dhr. J. van Oort Eigenlijk een beetje hetzelfde als wat dhr. de Jongh vertelt. Wat betreft het argument van dhr. Fens dat het een precedentwerking zou hebben en daardoor nadelig voor hem in de toekomst uit kan pakken, vind ik dat dat ontzettend makkelijk van tafel geveegd wordt. Daar heeft hij gelijk in. Daarom denk ik dat hij gewoon gelijk heeft. Als men deze omschrijving van gemengd gebied handhaaft, denk ik dat je bij de rechter altijd verliest. Hij kan aangeven van als u het hier doet, zal het bij mijn buren straks ook lukken. Dat moet heel goed bekeken worden. Dhr. Fens heeft met zijn bezwaar op allebei de punten toch wel gelijk. Als het zo omschreven wordt, ben ik het er mee eens om niet met het voorstel in te stemmen omdat het later toch niet haalbaar is. Stel je voor dat het wel haalbaar is, dan heeft het voor hem wel degelijk een precedentwerking. Mevr. Laurijssen 7
In het voorstel mist een woord onder motivering ‘het perceel maakte voorheen deel uit van het bestemmingsplan Raamsdonk dorp en had daarin als bestemming…’ Ik zou graag willen weten wat die bestemming was. Als tweede, de zienswijze van dhr. Fens, daar in maakt hij gewag van Kerkstraat 2. Het antwoord op de zienswijze ging uit van Kerklaan 2. Is in de zienswijze wel duidelijk rekening gehouden met het feit dat het hier moet gaan om Kerkstraat 2. Ik wil niet in herhalingen vallen. Het is buitengewoon belangrijk dat we zorgvuldige procedures voeren en dat via precedentwerking mensen die we niet willen benadelen, eventueel benadeeld zouden kunnen worden. Ik hoop dat het mee gaat vallen en dat u ons dat uit kunt leggen hoe dat zit. Ruimtelijk gezien op de plek waar de nieuwe woning voorzien is, is het denk ik, alleen maar een verbetering als daar wat anders komt als wat er nu staat. Dhr. van Strien Mevr. Laurijssen haalt me de woorden uit de mond. Niet alleen in dit raadsvoorstel zou die bestemming moeten komen maar ook in de toelichting van het bestemmingsplan en dat staat ook een beetje warrig. Daarnaast vind ik het jammer dat als mensen hun bezwaren en zienswijzen neerleggen, dat ze eigenlijk een beetje om de hete brei heen draaien. Ik zou wel willen weten wat het bezwaar nu precies is. Ik hoop dat de wethouder mij kan vertellen of dat het bedrijf van dhr. Fens nu binnen 30 of 50 meter van die nieuwe woning ligt of niet. Het enige wat ik me er dan van kan voorstellen is, dat dhr. Fens bang zou zijn dat als aan de Kerkstraat een ontwikkeling plaats vindt, dat dan nadelig is voor zijn bedrijf. Dat lijkt me niet het geval omdat het afwijken van de richtlijn van zoveel meter, ten gunste van het bouwen van die woning, natuurlijk ook omgekeerd geldt. Iemand die buiten die straal woont, kan natuurlijk ook geen aanspraak maken op bescherming, lijkt mij. De brochure en dat zei mevrouw Frölke ook, is een richtlijn. Een richtlijn is verder geen wet en daar mag je dus van afwijken. Alleen zul je dat wel gemotiveerd moeten doen. In de stukken bij het bestemmingsplan heb ik een akoestisch onderzoek gezien. Alleen, zoals ik het zie, wordt er helemaal niet in de toelichting aan dat akoestisch onderzoek gerefereerd dus wellicht dat dat een nadere motivering is waarom je dan afwijkt van die afstand. Dat zou ik graag van de wethouder willen weten. Wat is een gemengd gebied, volgens mij is het niet noodzakelijk dat je een gemengd gebied in een bestemmingsplan als zodanig begrensd. Het is een onderdeel van je afweging. Wat je je wel moet realiseren dat dat dan ook geldt als de buurman iets zou willen doen of dat er aan de Kerkstraat iets gebeurt, dat je dan wel hetzelfde kader gaat gebruiken en niet daar 50 of daar 30 en daar weer wat anders. Dat besluit neem je hier denk ik, wel impliciet mee. Dat zal de raad mee moeten nemen. Dhr. van den Enden Ik heb er verder weinig aan toe te voegen. Het is duidelijk wat de vorige sprekers hebben gezegd. Om aan te sluiten op dat wat dhr. van Strien aangeeft, dat het richtlijnen zijn en dus indicatief, je kunt dan doen en laten wat je wilt. Ik vraag me dan af hoe indicatief die zijn en wat voor precedentwerking dat daar op kan volgen en welke uitgangspunten zijn daarbij gehanteerd? Ik wil nog eens onderschrijven dat u zegt dat het geen deel uitmaakt van het voorliggende bestemmingsplan, dat is formeel juist maar ik denk dat dhr. Fens toch niet de dupe wil worden van uitbreidingsmogelijkheden die hij over een aantal jaren misschien wil doen als we nu besluiten nemen die hem dat zullen verhinderen. Weth. Quirijnen Naar de inspreker toe; als er geen schriftelijke mededeling is gedaan over hetgeen hier verwoord is in het raadsvoorstel, dan spijt me dat verschrikkelijk maar dat is echt een omissie die niet mag voorkomen. Ik zal uitzoeken waar dat fout gegaan is zodat het alsnog opgepakt wordt. Ook slordig, dat ben ik met u eens dat de bestemming Wonen niet opgenomen is in de motivering en Kerklaan moet inderdaad Kerkstraat zijn. Dit is een raadsvoorstel met een hele lange voorgeschiedenis. In het belang van familie van de Westen hebben we geprobeerd het zo goed mogelijk op te lossen. Er zijn een paar opmerkingen gemaakt die bijna allemaal op hetzelfde neerkomen mbt het gemengd gebied. Daar is een gemengd gebied volgens ons omdat daar horeca in gelegen is, detailhandel enz. Wat dhr. de Jongh noemt over het af te bakenen gebied, dat zal ik uitzoeken en via een memorie aan u laten weten. Precedentwerking, dhr. Fens ziet mogelijkheden dat er huizen naast zijn bedrijf komen hiermee. Dat is voor hem een ongewenste situatie. Die huizen naast zijn bedrijf, die mogen er 8
alleen maar komen als er een bestemmingsplanprocedure opgestart wordt en daar moeten allerlei onderzoeken bij gedaan worden en als die bestemmingsplanprocedure loopt, wil dat nog niet zeggen dat die gehonoreerd wordt. Wat dat betreft is het nog niet helemaal een gelopen race dat daar zijn bedrijf gehinderd wordt. Mevr. Elsevier Akoestisch onderzoek; er komt nog een aangepast vorm waarin ook wordt voorzien in het opstellen van maatwerkvoorschriften. Ondanks dat het een gemengd gebied is en er geen afstand behoeft te worden gehouden tot nabij gelegen woningen, kan de woning wel hinder ondervinden van de bakkerij waardoor de bakkerij wellicht in de bedrijfsvoering beperkt gaat worden. Daarom krijgt de bakkerij meer mogelijkheden ten opzichte van de woning. Het rapport van het akoestisch onderzoek zal in de loop van de week bij de stukken van de raad worden gevoegd zodat alles compleet is. Weth. Quirijnen Wat is het bezwaar meneer van Strien, in mijn ogen heb ik dat net uitgelegd. Het akoestisch onderzoek komt er aan. Wat betreft de afbakening van het gemengd gebied daarover volgt nog een memorie. TWEEDE TERMIJN Dhr. de Jongh U zei dat het nog geen gelopen race is dat dhr. Fens er nadeel van ondervindt maar dan is het ook nog geen gelopen race dat hij er geen nadeel van ondervindt. Ik benader het even van de andere kant om duidelijk gesteld te hebben. Voorts vind ik, dat we ons zo min mogelijk van geleidende termen moeten voorzien als bijvoorbeeld gemend gebied. Als daar geen afbakening op gegeven moet worden, kun je steeds verder gaan. Dhr. J. van Oort Die afbakening kan denk ik niet, maar waar wil meneer de Jongh dan die afbakening? Tussen de twee bakkerijen? Dat is een onlogisch iets. Je kunt niet zeggen van daar trekken we de lijn. Dhr. de Jongh Ik ben niet de aangewezen persoon om te beoordelen waar een scheiding aangelegd moet worden. Ik vraag of er een scheiding is en als dat mogelijk zou zijn, dan zou ik eerst een voorstel van het college afwachten en die alsdan op zijn merites beoordelen. Dhr. Bouwens ter interruptie U spreekt over gemengd gebied en eventuele kader die daarvoor gezet gaan worden. Hoe wilt u die kaders dan überhaupt gezet zien? Op dit moment is er blijkbaar geen gemengd gebied, het is niet ingekaderd, het is niet vastgelegd. Ik kan me niet voorstellen dat we straks in dit stuk een stuk er bij krijgen waar die kaders vastgelegd gaan worden. Dhr. J. van Oort Ik zeg toch net dat dat naar mijn mening niet kan. Je kunt toch niet in zo’n bestemmingsplan zeggen van zo’n klein gebiedje doen we gemengd en dan leggen we scheiding precies tussen de twee bakkerijen in. Dat is onlogisch, dat moet je niet doen. Dhr. Bouwens Vraagt u dan om een separaat voorstel? Dhr. J. van Oort Nee, ik vraag niet om een separaat voorstel. Ik zeg alleen dat het bezwaar wat dhr. Fens heeft tegen het zeggen van ‘dit is gemend’ gebied, dan zegt hij dan is mijn perceel ook gemend gebied en als er dan straks naast mij bouwplannen zijn waar een officiële procedure voor gevolgd moet worden, dat kan dan niet meer geweigerd worden omdat je het op het ene perceel wel gemengd gebied en dan kun je niet zeggen bij de andere bakkerij doen we geen gemengd gebied. Dat is het nadeel wat dhr. Fens lijdt. Als dit goedgekeurd wordt, kun je bijna de bouwaanvragen die naast dhr. Fens aangevraagd worden, niet meer weigeren. Dat is het precedent. 9
Mevr. de Groot ter interruptie Wat zou nou het grote nadeel zijn voor meneer Fens en zijn bedrijvigheid dat er woonhuizen naast komen? Wat is daar nou het grote nadeel van? Dhr. J. van Oort De overlast die hij geeft. Deze wordt ondervangen door het gemengd gebied te verklaren, dan mag er toch gebouwd worden maar je kunt niet zeggen dat je dan geen overlast bezorgd en daar kan hij veel problemen mee krijgen. Dat is vooruitzien, daar komen vanzelf moeilijkheden van en daar heeft hij gelijk in. Zelf heeft hij dan ook geen uitbreidingsmogelijkheden meer. Mevr. laurijssen Ik hou het er maar bij dat het feit dat het gemengd gebied is, dat dat geconstateerd wordt als een feit. Er zijn woningen en verschillende soorten bedrijvigheden. Dan kom je op de afstandsnorm, ik denk dat het goed zou zijn als de wethouder met een notitie zou komen waarin duidelijk gemaakt kon worden dat als er bouwplannen zouden zijn, ik vraag me af of dat ooit op korte termijn te gebeuren staat is daar inzicht in? Stel dat dat gebeurt, dat dhr. Fens zou kunnen worden beperkt in zijn bedrijfsvoering als we met die bouwplannen op dezelfde manier om zouden gaan als met dit bouwplan. Ik denk dat ik het zo geformuleerd heb, dat als we dat antwoord hebben, dat we wat verder kunnen komen. Dhr. J. van Oort In het vorige college toen het bestemmingsplan kom Raamsdonk vastgesteld werd, toen is door ons ook gevraagd hoe het zit naast Kerkstraat 2 en toen is duidelijk door de wethouder van Onzenoort gezegd van ‘daar zijn wel plannen maar daar gaan wij nooit mee akkoord’. Ik denk dat je er wel mee akkoord zult moeten gaan. Weth. Quirijnen Op dit moment zijn er bij ons geen verdere bouwplannen bekend. U krijgt van ons een notitie waarin we zullen proberen duidelijk uiteen te zetten wat de gevolgen zijn van gemengd gebied en de afbakening of die er wel of niet is of moet komen. U krijgt een aangepast voorstel waarin de twee omissies worden veranderd. De Raad besluit het voorstel als een A-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering. Raadsvoorstel 13: Bestemmingsplan Gasthuiswaard Dhr. van Strien Volgens de rapportages van o.a. de SES, de profielschets, is er geen ruimte meer op de bestaande bedrijventerreinen in onze gemeente. De Gasthuiswaard zou dan het eerst in aanmerking komen om uitgebreid te worden, zo staat het ook in de toelichting. We moeten er hierbij wel op letten dat we een gemeente in het landelijk gebied zijn waar formeel op bedrijventerreinen, bedrijven maximaal 5000m2 groot mogen zijn. Tevens is het zo dat je niet zo maar een bestemming bedrijven op agrarische grond gooit en dan maar kijkt hoe het gaat. Het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen gaat niet zomaar. Ik kan me wel voorstellen dat in de zienswijzen wordt gesproken over de doorgehaalde wijzigingsbevoegdheid om het bedrijventerrein wel uit te breiden. Maar, als er concrete plannen zijn die ook haalbaar zijn, dan kunnen die dus ook in bijna dezelfde tijd worden gerealiseerd. Het enige verschil tussen een wijzigingsbevoegdheid en een separaat bestemmingsplan is, de bevoegdheid. Het ene mag door het college worden afgehandeld het andere door de raad. Ik ben er daarom geen voorstander van om in dit bestemmingsplan zo een wijzigingsbevoegdheid te leggen op agrarische gronden, zonder dat dat goed is bekeken. Ook al heeft het allemaal, helaas, zo lang geduurd. Dan komt in ieder geval de vraag daar over, kan de wethouder aangeven hoe het op dit moment in de toelichting staat, dat het een beetje warrig is, hoe nu precies de situatie is. Is er nu sprake van nog uitgeefbare grond op de huidige bedrijventerreinen, de Pontonnier en Dombosch, ja of nee? Zo nee, hoe zit het dan met Gasthuiswaard? Daarnaast inhoudelijk: wat is het huidige gebruik van de Dongecentrale en de daarop gelegen gebouwen? Ik zie in de zienswijzen een aantal verzoeken om uitbreiding van een bepaalde bestaande maatvoeringen. Eén van de insprekers gaf het al aan, veelal gaat het hier om de hoogte. Het college beantwoordt deze zienswijzen telkens dat de bestaande bestemmingsregeling zoals die in het oude bestemmingsplan stond, wordt overgenomen in dit bestemmingsplan. Dat is in hoofdlijnen correct maar sommige verzoeken zijn in mijn ogen dusdanig ondergeschikt, in relatie tot dat hele bestemmingsplan en de bedrijvigheid die daar plaats vindt, dat je best medewerking zou mogen verlenen aan de kleinere afwijkingen van 10
bestaande bestemmingsplannen. Anders heb je weer voor elke afwijking een heel bestemmingsplan nodig, die afwijkingsmogelijkheden zitten hier niet in. Ik noem bijvoorbeeld het verzoek van Oudenallen om een kraan te plaatsen op het terrein van de Dongecentrale. Dat gebruiken ze kennelijk voor opslag. Ik noem het verzoek van de Poorter voor hoger bouwhoogtes van o.a. silo’s en ik noem zelfs het verzoek van Siemerink voor een hogere bouwhoogte van een loods waarmee buitenwerkzaamheden naar binnen kunnen worden gehaald dus in principe zou ik zeggen, positief voor de omgeving. Er moet natuurlijk wel goed naar worden gekeken. Ik hoor graag de mening van de wethouder, het liefst, in mijn opninie met een ‘ja mitsbenadering’ dan met een ‘ja, tenzij-benadering’. Uitbreiding van oppervlakte en/of bedrijfsactiviteiten met milieuhygiënische gevolgen, dienen overigens buiten dit bestemmingsplan te worden gehouden. Voor alle duidelijkheid, het gaat om kleinere aanpassingen. Het zal u niet verbazen dat de zienswijze van Essent in het bijzonder mijn aandacht ving. Ik vind het opvallend dat een bedrijf als Essent de gemeente voorhoudt te komen met planschadeverzoeken in gevallen waarbij ze naar mijn mening, zelf voor de nieuwe situatie hebben gezorgd. Met betrekking tot de mogelijke uitbreiding van de centrale, kan ik u namens Uw Drie Kernen melden, dat het bedrijf in het verleden met alle egards is behandeld hier in deze gemeente en dat het niet niks is dat je zo’n centrale in je gemeente hebt staan. Daarom zouden wij ook zeggen, als Essent wil uitbreiden dan zal Essent moeten zorgen voor in ieder geval een inspanningverplichting voor het ondergronds aanleggen van alle hoogspanningsleidingen die door onze bebouwde kommen gaan en dan gaan wij met hen mee. Dat geldt ook voor die 380KV-leidingen. Wij stellen daarom voor om niet mee te gaan in de zienswijze 9.11a en het betreffende bosje aan de westzijde als ‘bos’ bestemd te houden. Indien een bestemming in het voorgaande plan niet is verwezenlijkt, bestaat er dus niet automatisch een recht om die bestemming te behouden. Zoals ik al zei in mijn vraagstelling richting de inspreker; die wijzigingsbevoegdheid, het enige verschil met een normaal bestemmingsplan is de bevoegdheid en ik denk dat Essent best een eigen bestemmingsplan verdient waar iedereen en alle procedures gewoon netjes doorlopen dienen te worden. Elk bedrijf wil natuurlijk flexibiliteit en elk bedrijf zal morgen zoveel uitbreiden als dat ze zelf willen uiteraard. Dat wil niet zeggen dat het gewenst is. De bebouwing aan de Gasthuiswaard 1; het agrarische bedrijf. Is in het geldende bestemmingsplan Buitengebied wegbestemd. Zo staat het in ieder geval in de beantwoording van de zienswijzen. Ik wil van het college weten wanneer het bedrijf ter plaatse dan ook wordt gesaneerd. Als je iets wegbestemd, zul je er voor moeten zorgen dat het binnen een bepaalde termijn ook daadwerkelijk gebeurd. Tot nu toe staat het er nog, zoals ik de inspreker hoor, ziet het er ook niet naar uit dat ze dat zelf zullen saneren. Zienswijze 13.7 betreft de kennelijke plannen van grondeigenaren in de Brand om agrarische grond om te zetten in bedrijventerreinen. Kennelijk kan in deze plannen de verplaatsing van Siemerink meegenomen worden. Onder verwijzing naar het eerste deel van mijn betoog, pleit ik niet voor opname direct in dit bestemmingsplan. Ik neem echter wel aan dat het college erg geïnteresseerd is, de raad ook overigens, in die plannen en dan met name de financiële haalbaarheid. Ik verzoek het college binnen een te bepalen termijn, half jaar, met een plan van aanpak te komen om het bedrijventerrein uit te breiden en daarbij aandacht te hebben voor behoefte, omvang en haalbaarheid. Dhr. de Jongh Voor wat betreft de inspreker dhr. Staal, de ontheffing van de goot- en nokhoogten. U heeft aansluiting gezocht bij hetgeen er bij de Overdiepse Polder staat te gebeuren. Op grond waarvan heeft u dat gedaan? Wat is de overeenkomst in het gebruik tussen de agrarische gebouwen in de Overdiepse Polder en die zoals dhr. Staal die gebruikt? De bouwblokken; het verbaast me dat bouwblokken worden ingeperkt. Er is een procedure een nieuw bestemmingsplan Buitengebied. Tot nu toe is het zo dat in afwachting van dat bestemmingsplan, allerlei bouwblokken al zijn uitgebreid en bouwvergunningen zijn verleend zodat je je bijna kunt afvragen of het nog zin heeft om dat bestemmingsplan vast te stellen omdat je voor een voldongen feit staat. Waarom wordt daar dan feitelijk met twee maten gemeten? Ik heb ook graag uw reactie op hetgeen er op de Centraleweg 13 gebeurt. En wat er mis is gegaan bij Ankerpoort. Dhr. Verschuren 11
Ik wil twee duidelijke antwoorden van het college. Ten eerste de bedrijven die daar gevestigd zijn en zoals ze op dit moment functioneren, worden die bedrijven met het voorstel tekort gedaan dus worden de bedrijven meer belemmerd dan voorheen. Ten tweede, deze bedrijven kijken naar hun kansen en mogelijkheden, dus ze kijken ook naar de kansen en mogelijkheden in de toekomst. Wat voor risico lopen wij als gemeente wanneer we het voorstel aanpassen aan de wensen van de bedrijven. Verder ben ik ook benieuwd naar het antwoord op de vraag van Centraleweg 13. Dhr. van den Enden We hebben een aantal insprekers gehad. Dat wat zij vertelden, liegt er niet om. Er wordt toch nogal eens opgemerkt dat er fouten in het ontwerpbestemmingsplan staan. Eigenlijk vraag ik me af of dit nu wel rijp is voor behandeling in de gemeenteraad. Misschien zou het zinvol zijn om dit eerst een uitgebreide ronde te laten doen via de ronde tafel conferentie om zo met elkaar het een en ander af te wegen wat er nu eigenlijk gaande is. Je hoort nogal wat mensen die beweren te worden beperkt. Het zijn niet de minste ondernemers die hier vandaag aan het woord zijn geweest. Werkgelegenheid wil toch ook wel wat zeggen maar dat wil niet zeggen dat je alles maar moet toelaten. Ik denk dat je in ieder geval dat wel als achtergrond mee moet nemen. Dhr. J. van Oort Ik vind het vreemd dat wij een bestemmingsplan vast moeten stellen en dat wij insprekers krijgen die zeggen door het aanpassen van het bestemmingsplan er achteruit op gaan en dat bouwhoogtes opeens niet meer kloppen. Wij stellen dit wel vast en dat moet zondermeer na vaststelling weer veranderd worden. Ik vind dat zo slordig. Een ronde tafel conferentie hoeft voor mij niet, college pak het terug en maak het eerst eens in orde en kom volgende maand terug. Ik vind dit geen stijl. Voorzitter: Doet u nu concreet een ordevoorstel om het terug te nemen? Dhr. J. van Oort Ja, ik doe een ordevoorstel om het terug te nemen. Misschien zijn er nog wel meer mensen die er na de wijzigingen op achteruit gaan. Voorzitter: Ik stel voor het antwoord van de wethouder af te wachten en daarna te beslissen over het ordevoorstel. Weth. Quirijnen Als er gevraagd wordt of er fouten in zitten, denken wij dat er geen fouten in zitten. Alleen hetgeen Ankerpoort heeft verwoord, is op dit moment in onderzoek of één van de twee niet klopt. Dat zou dan een fout zijn en die zou dan hersteld en aangepast moeten worden. Voorzitter: Wat wil de raad met het ordevoorstel? De meerderheid van de raad wil verder met behandeling van het voorstel. Mevr. Laurijssen Ik vind het belangrijk dat u kort ingaat op wat de insprekers hebben aangehaald zodat ook wij weten hoe het college hier op reageert. Weth. Quirijnen Bestemmingsplan Gasthuiswaard heeft een hele lange geschiedenis. We hebben geprobeerd om daar een goed bestemmingsplan van te maken. Eén van de hoofduitgangspunten die wij hanteren is het feit dat het vigerende bestemmingen, dat die gehandhaafd blijven. Dus het antwoord op de vraag van dhr. Verschuren, die bedrijven die gevestigd zijn, blijven hun huidige bestemmingen en rechten gewoon houden. Als we dat niet zouden doen, dan zouden we een aantal wijzigingen doorvoeren, zonder dat daar een goede planologische onderbouwing voor zou liggen en dan denk ik dat we niet goed bezig zijn want dan sluit ik bij dhr. van Strien aan, dan gebeuren er dingen waar je als college en raad geen grip meer op hebt en dat 12
hebben we willen voorkomen door te zeggen van alle vigerende rechten worden nageleefd en het bestemmingsplan is conserverend. Meneer Staal, die heeft een hele vervelende voorgeschiedenis met onze gemeente achter de rug. Er zijn toezeggingen gedaan en verwachtingen gewekt, die niet gewekt hadden mogen worden eigenlijk. Wat is er gebeurd, bij het voorontwerp is er een bouwvlak aangebracht wat veel en veel groter is dan het huidige bouwvlak. Er was geen ruimtelijke onderbouwing bij en dus hebben wij nu gezegd van de huidige rechten blijf je behouden en op het moment dat er plannen zijn, werken wij daar aan mee en daar zit een wijzigingsbevoegdheid op. Dat betekent dus dat de aanvragen op zeer korte termijn, binnen de Wabo, uitgevoerd kunnen worden. We hebben meneer Staal in een gesprek duidelijk gemaakt dat wij daar volledige medewerking aan zullen geven. Hadden we het bouwblok ingebracht zoals meneer Staal het zou willen, dan had je een grote kans gehad, dat op het moment dat er een zienswijze of bezwaar ingediend wordt, dat dat bezwaar als het bij de Raad van State komt, gehonoreerd wordt en dat het bouwblok dus onderuit gehaald wordt door de Raad van State. Dat hebben we dus echt willen voorkomen, die afweging hebben we gemaakt. De opmerking van dhr. Vollebrecht en de vragen van Prospect worden door mevr. Elsevier beantwoord. Voor wat betreft het persoonlijk op de hoogte te worden gesteld van zaken; wij hebben de adressenlijst van alle op Gasthuiswaard gevestigde bedrijven en de ingediende zienswijzen gehanteerd, vandaar dat het bij Prospect terechtgekomen is. Ankerpoort wordt op dit moment nagezocht en voor de Raad van 28 oktober komt daar een antwoord op. Meneer van Strien, ik ben het met u eens dat de bedrijventerreinen die nu binnen onze gemeente gelegen zijn, niet zomaar uitgebreid moeten worden. We hebben een zoekgebied en dat ligt inderdaad bij de Brandt en bij de Heulweg en dat kunnen we dus gebruiken om eventuele uitbreidingen toe te staan. Op dit moment hebben wij daar geen plannen voor. U bent ook geen voorstander van een wijzigingsbevoegdheid, dat ben ik met u eens, dat zijn wij ook niet. De huidige bedrijventerreinen en dat staat in de toelichting, daar zou eerst gekeken moeten worden naar de Pontonnier en dan naar Dombosch. De Pontonnier is bijna vol, er zijn nog twee stukjes die nog niet verkocht zijn. Dombosch, daar hebben we als gemeente geen terreinen in eigendom maar daar zijn misschien wel mogelijkheden bij de herstructurering. Uw vragen over Oudenallen en over de hoogte van de silo’s en de loods bij Siemerink, ik heb u geantwoord dat wij wachten op plannen en die plannen worden concrete plannen en die worden beoordeeld. Dus niet zomaar iemand rechten toekennen waar nog geen aanvraag voor ligt. Geen officiële aanvraag. Wat betreft Essent, het bos, daar kan mevr. Elsevier misschien antwoord op geven. Het verplaatsen van bedrijven; op dit moment is er niets bekend. In het verleden is er wel onderzoek gedaan naar verplaatsing van Siemerink naar de Brandt aan de Heulweg en dat is afgeketst omdat de verplaatsing van Siemerink te veel kost en dat kan de gemeente niet opbrengen. Als je dan ook Oudenallen daar naar gaat verplaatsen, wordt het probleem verdubbeld en dan denk ik niet dat de gemeente daar aan zou kunnen meewerken. Meneer de Jongh, ik denk dat ik uw vragen over Staal. U had het ook over het bestemmingsplan Buitengebied, u zegt dat daar allerlei toezeggingen gedaan zijn. Dhr. de Jongh Ik constateer alleen dat we in het bestemmingsplan Buitengebied, alle bouwblokken vergroten en dat in afwachting van dat bestemmingsplan, dus anticiperend op dat bestemmingsplan, al allerlei toezeggingen liggen en ook vergunningen zijn verstrekt. Weth. Quirijnen Ik kan daar nu geen antwoord op geven. In mijn visie is er geen vergroting van bouwblokken toegestaan, alleen tot anderhalve ha, als het noodzakelijk was maar niet zomaar. Er moeten ook plannen aan ten grondslag liggen maar dat zou ik na moeten zoeken. Meneer Verschuren, als we het voorstel zodanig aanpassen dat we aan alle wensen van de bedrijven voldoen, dan heb je als gemeente geen grip meer op wat er gaat gebeuren. Daar is het college geen voorstander van. Meneer van den Enden vraagt of het voorstel wel rijp is om te behandelen, in mijn visie wel.
Mevr. Elsevier Ik wilde beginnen bij de bouwhoogtes van dhr. Staal. Dhr. Staal heeft in zijn zienswijze de wens uitgesproken om mee te gaan met het opnemen van ontheffingsmogelijkheid voor een 13
hogere nok- en goothoogte. Ik kan hem mededelen, deze ontheffingsmogelijkheid zat er al in. Daarbij wil ik nog aangeven dat in het vigerende plan 9m was toegestaan. We hebben dat in het ontwerp naar 11m doorgezet. Naar aanleiding van zienswijzen is dat weer naar 13m toegegaan. We hebben daarbij gekeken naar het plan Overdiepse Polder en tevens ook het plangebied van de gemeente Waalwijk. We zien toch wel dat het goot- en nokhoogtes zijn waar bedrijven mee uit de voeten kunnen, vandaar dat we die daar hebben opgenomen. Dhr. van Strien gaf aan dat hij geen voorstander was van wijzigingsbevoegdheid. Ik begrijp dat dat over het bedrijventerrein gaat ipv het agrarische gebied. Dhr. Vollebrecht; in het bestemmingsplan hebben we geen MER-plichtige activiteiten meer opgenomen omdat dat vanwege de woonomgeving en het landelijk gebied voor ons niet acceptabel is. Daarnaast zou een dergelijke MER-plichtigheid een druk geven op het conserverende plan waardoor we hebben besloten dit niet mee te nemen. Overigens zijn er geen bouwmogelijkheden meer in het plan opgenomen. Dat was ook in het vigerende plan al niet het geval. De definitie van ‘bos’ er is geadviseerd om niet natuurbescherming op te nemen, dus de bosbestemming is gewijzigd in de onderliggende vigerende bestemming en dat is in dit geval ‘opslag’. Centraleweg 13; de woning waarnaar gerefereerd wordt in het vigerende plan, ook al als bedrijfswoning bestemd is bij het aanliggende gebied dat uiteraard ook de bedrijfsbestemming heeft gekregen. Het is wel zo dat door de opname van het gezoneerde deel van die woning, dat daarmee ook de beschermende werking teniet is gedaan. Dat is inderdaad het geval. Dat is gedaan omdat het aanliggende bedrijfsperceel ook al is meegenomen in het gezoneerde deel en omdat die woningen daar onderdeel van uitmaken, was het logischer om daar één terrein van te maken. Gasthuiswaard 1 maakt nu ook al deel uit van het vigerende plan Buitengebied en in het nieuwe plan buitengebied zal daar een afweging over gemaakt worden. Weth. Quirijnen Ankerpoort; Die twee opmerkingen worden nagegaan en daar krijgt u voor de raadsvergadering een antwoord op. TWEEDE TERMIJN Dhr. Heesters Ik heb al herhaalde malen onder de aandacht gebracht dat we van de Heulweg zo veel mogelijk af moeten blijven. Iedere keer komt het terug om het toe te voegen aan de bedrijventerreinen. Het is het enige stukje groen wat de oude kom van Geertruidenberg nog heeft. We hebben daar wat bos aangeplant, we hebben er een stukje volkstuinen. Stop er nu eens een keer mee en haal de Heulweg er uit. Straks hebben we bedrijven rondom de oude Dongecentrale die geruimd gaan worden, daar heb je ook nog mogelijkheden voor uitbreiding en dan vind ik dat het onderhand wel kan voor wat betreft de ondernemers hier in Geertruidenberg. U moet ook rekening houden dat bijna 75% van wat hier werkt, buiten Geertruidenberg komt. We doen allemaal wel verrukt over de werkgelegenheid, jazeker, maar u moet er ook rekening houden dat we in onze eigen gemeente ook nog moeten leven. Dhr. van Strien Ik wil graag vastgelegd hebben dat het uitgangspunt dat is gehanteerd in het bestemmingsplan, dus het vastleggen van de bestaande, geldende situatie en dan neem ik aan dat dat de situatie is die ook vergund is met bouwvergunningen, milieuvergunningen, die situatie is nu in dit nieuwe bestemmingsplan neergelegd, dus ik heb het niet over illegale situaties of zomaar een keer ontstaan, de feitelijk vergunde situatie of die situatie die is opgenomen in het geldende bestemmingsplan, die is opgenomen in dit nieuwe bestemmingsplan. Dhr. de Jongh Ik denk dat de wethouder de meeste vragen wel afdoende beantwoord heeft. Ik ben nog wel benieuwd naar het antwoord op de vraag van dhr. van Strien. Het is altijd schokkend te vernemen dat er verwachtingen gewekt zijn. Om dat te voorkomen, herinner ik de wethouder nog maar eens een keer aan een motie die niet al te lang geleden hier gepasseerd is, maak alstublieft verslagen van gesprekken, dat kan voorkomen dat dit soort dingen gebeuren. Voor wat betreft het antwoord op mijn vraag over die nokhoogten. Feitelijk heb ik gevraagd met 14
welk soort bedrijven u in de Overdiepse Polder heeft vergeleken. Ik kan me voorstellen dat een melkveebedrijf andere hoogten nodig heeft dan een akkerbouwer. Vandaar mijn vraag en eigenlijk heb ik daar een beetje een ontwijkend antwoord op gekregen. Dhr. Verschuren Ik hecht toch wel veel waarde aan de werkgelegenheid dus ook de werknemers, al zou het maar 25% zijn, dus ook de toekomst van deze bedrijven. Ik begrijp dat we als gemeente de regie in handen willen houden maar deze bedrijven moeten ook snel kunnen schakelen ipv langdurige procedures door te moeten lopen. Bestaat er een mogelijkheid om alsnog een compromis te vinden tussen de toekomstige wensen van deze bedrijven en die van de gemeente? Dhr. Heesters ter interruptie Ik wil van dhr. Verschuren een verduidelijking mbt werkgelegenheid. Legt u mij dat nou eens uit, een gemeente die bijna voor 75% van de buitenwacht aan het bouwen is, is er dan nog leefbaarheid in deze gemeente. We hebben toch voldoende bedrijven dacht ik? U moet eens op Dombosch gaan kijken, 10% staat leeg, wat doen we dan? Dhr. Verschuren U stelde net dat 75% van mensen die buiten de gemeente wonen, hier komen werken. Al zou het maar 25% zijn, is het voor mij al voldoende om daar aandacht aan te schenken. Mevr. de Groot Ik denk dat dhr. Staal vanavond al blij is met de toezegging dat de goothoogte die hij wenste voor zijn bedrijvigheid, dat probleem is voor hem opgelost. Ik had nog één vraag aangaande de afmetingen van de bouwblokken. U zegt dat de bouwblokken expres niet vergroot zijn. Er is misschien een belofte gedaan, die kon u niet waarmaken, dan vind ik het wel moedig van u dat u zegt van als ik dat niet waar kan maken, ga ik daar ook niet weer mee beginnen. Het is mij echter niet helemaal helder dat u zegt ‘als ik u nu een vergroting van bouwblok aanbiedt, dan tikt de Raad van State mij op de vingers’ maar als meneer Staal komt en zegt van ik heb nu anderhalve hectare maar dat moeten er 2 of 3 worden en het is maatwerk, gaan wij dat waarschijnlijk honoreren, zo heeft u dat in ieder geval doen voorkomen, hebben we dan geen problemen met de Raad van State? Ik wil graag het verschil van u horen. Dan ben ik het met dhr. Heesters eens, er staat veel leeg, we moeten gaan herinrichten en de Heulweg dat mag van mij best wel even groen blijven. Dhr. van den Enden Dhr. de Jongh had het over het anticiperen op het bestemmingsplan Buitengebied. De toezegging is nu aan dhr. Staal gedaan maar u had denk ik ook kunnen anticiperen op het plan wat hier ligt. U weet waar hij mee gaat komen, daar had op geanticipeerd kunnen worden in plaats van af te wachten tot er een officieel plan ligt. Dhr. J. van Oort Ik vind het alleen gek dat mevrouw zegt over de nokhoogtes ben ik heel blij dat toezegging doet om naderhand aan mee te werken. Maar dat is precies hetzelfde als bij de kavelgrootte. Ik vind het toch wel gek als je zegt van wij gaan de bouwblokken, er zijn toezeggingen gedaan maar die kunnen we eigenlijk niet waarmaken maar we doen het wel maar we gaan het niet officieel regelen maar als je dadelijk komt met een bouwvergunning, dan verlenen we hem wel maar dan heb je dezelfde bezwaren. Die krijg je dan. Mevr. de Groot ter interruptie Daarom stelde ik die vraag aan het college. Bij de nokhoogte heeft de tijd het antwoord ingehaald omdat er de vergelijking is gemaakt over hoe de Overdiepse Polder daar ligt en daar is nu op geanticipeerd omdat dan die 13m nokhoogte in overeenstemming was, dat heb ik net zo begrepen van de ambtenaar.
Dhr. J. van Oort Het staat toch niet officieel in dit bestemmingsplan en dat is nou net het punt, het moet er wel officieel instaan, dat is bij het bouwblok ook en dan zegt u ‘dat doen we niet want dan krijgen 15
we zonder meer bezwaar’ maar als die straks komt, dan werken we wel mee maar dan krijgt u ook die bezwaren. Daar bent u fout mee. Ik sluit me aan bij dhr. Heesters, wij ijveren er al zeker 10 jaar voor, de Heulweg moet groen blijven. Mevr. Laurijssen Ik kom nog even terug op Centraleweg 13, er is gezegd ook in het vigerende bestemmingsplan is dat een bedrijfswoning maar, het ligt nu op een gezoneerd terrein. En daardoor is de beschermde werking weggevallen. Dat houdt in wethouder, dat volgens mij deze woning in een nadeliger situatie is gekomen. Wat is de consequentie daarvan? Ik vind het dan ook wel schrijnend dat juist deze persoon niet persoonlijk is aangeschreven maar alleen via het bedrijf heeft kunnen vernemen wat de plannen waren. Naar de heer van Strien zou ik graag mee willen geven, hij heeft het in zijn eerste termijn gehad over ondergronds brengen van hoogspanningslijnen, dat hij eens na moet gaan wie daar over gaat en wie die beslissingen daar over kan nemen, dat is namelijk niet Essent. Weth. Quirijnen In antwoord op dhr. Heesters over de Heulweg, ik heb alleen maar aangegeven dat de provincie dat gebied aangeduid heeft als zoekgebied voor uitbreiding van industrieterrein. Dhr. Heesters ter interruptie Als het college daar zelf alert op is, dan bepaalt de provincie toch niet wat ze aanwijzen of wel? Het is toch onze gemeente, onze kern, als wij dat groen willen houden, lijk het mij stug dat de provincie dan maar bepaald. Straks zeggen ze van zet de centrale maar midden op de markt. Weth. Quirijnen Ik ben het wel met u eens dat die niet midden op de markt thuishoort maar de provincie heeft in haar structuurvisie dat aangeduid als zoekgebied en wij zijn op dit moment bezig met onze eigen structuurvisie en het is de vraag of we dat overnemen. Ik heb niet gereageerd op die hoogspanningslijnen, u snapt dat wij daar niets over te vertellen hebben, dat Essent er niets over te verleggen heeft, dat het een andere instelling is die daar over gaat; Tennet en Inexus. We hebben op een ander platform al heel veel geprotesteerd tegen het feit dat die 150KV over Geertruidenberg gaat. Wat ons betreft mag die ondergronds maar dan komen ze weer aan de portemonnee. Meneer de Jongh, ik ben het helemaal met u eens, van elk gesprek wat ik voer, wordt een verslag gemaakt want dat moet vastgelegd worden en klip en klaar zijn. Een compromis tussen de wensen van de ondernemers en wat de gemeente wil. Ik zou niet weten wat voor compromis je daar zou kunnen sluiten. Of je pikt gewoon het vigerende of je gaat alles wat hier als zienswijze ingediend is, toestaan met het gevolg dat je geen grip meer heb op de situatie en daar ben ik geen voorstander van. Ik heb toegezegd, dat heb ik vorige week in het overleg met een aantal ondernemers ook toegezegd, dat wij bereid zijn om zo snel als wij kunnen, je bent afhankelijk van procedures, mee te werken. Mevrouw de Groot, als je zonder meer een bouwblok gewoon opneemt, zonder ruimtelijke onderbouwing, zonder een plan wat er onder ligt, en er wordt naderhand een zienswijze of een beroep ingesteld daartegen, dan heb je iets gewijzigd zonder onderbouwing. Dat moet je niet willen want dan kan de Raad van State zeggen van dit gaat niet door en dan is de ondernemer terug bij af. Je kunt veel beter zeggen van de huidige bouwblokken, dat hanteren we en op het moment dat je komt met een goede onderbouwing, met een goed plan met alle onderzoeken die er bij horen, op dat moment zegt de Raad van State ‘prima, alles is goed’. Dhr. J. van Oort ter interruptie In de eerste termijn gaf u aan dat er toezeggingen gedaan waren die we niet waar konden maken maar u denk het in de toekomst wel waar te kunnen maken? Weth. Quirijnen In het verleden zijn er toezeggingen gedaan, toen is op een gegeven moment een bouwblok ingetekend van 2ha. Daar waren al adviezen van de adviescommissie negatief, die overweging hebben we gezegd van niet doen. Naderhand is meneer Staal gekomen met anderhalf ha. is voor mij ook voldoende. Kom met een plan en wij gaan daar aan meewerken. Aan een plan wat goed onderbouwd is, willen wij graag meewerken. Meer kan ik niet helderder maken.
16
Mevrouw Laurijssen had het nog over Centraleweg 13, mevrouw Elsevier zal die vraag beantwoorden en ook de vraag over de nokhoogten van meneer de Jong en de vergunde situatie. Mevr. Elsevier De vergunde situatie, uitgangspunt is uiteraard dat de geldende situatie wordt overgenomen, daarbij worden natuurlijk bouw- en milieuvergunningen meegenomen. Dat wil overigens niet zeggen dat dat het enige uitgangspunt is van het bestemmingsplan, er zijn nog meerdere uitgangspunten waaronder de bedrijfswoningen, de zonering van het industrieterrein en dergelijke. Welke bedrijven in de Overdiepse Polder, daar zit op dit moment één akkerbouwbedrijf maar we hebben tevens gekeken naar de situatie zoals die geldt voor het buitengebied van Waalwijk en daar komen dezelfde soort situaties voor en daar kunnen ze goed mee uit de voeten met 13m nokhoogte. Overigens, we maken daarbij gebruik van de wijzigingsbevoegdheid zoals die al was opgenomen in het bestemmingsplan, dat zat er al in alleen was daar niet eerder naar verwezen door dhr. Staal. Centraleweg 13; wat is de consequentie van de opname op het gezoneerde terrein. Als we het echt daadwerkelijk over consequenties hebben, zullen we dat nader uit moeten zoeken. Het is wel zo dat de maximale geluidsbelasting die daar op mogelijk is dat dat eigenlijk losgelaten wordt. Voorzitter Die toezegging daarop,het antwoord komt wel voor de raadsvergadering. De Raad besluit het voorstel als een A-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering. Raadsvoorstel 14: initiatiefvoorstel Groen Links Dhr. K. van Oort Groen Links wilde zich op iets positiefs, iets kleurigs richten. Dat mondt uit in een positief, kleurrijk en toch wel serieus initiatiefvoorstel. We willen de biodiversiteit helpen, iets fijns doen voor mensen met hooikoorts, de kleur terugbrengen in de bermen van onze gemeente en ons initiatiefvoorstel kan zelfs bijdragen aan educatie van kinderen, met dank aan de VVD voor dit idee.. We willen ecologisch maarbeheer, een manier van beheren van bermen en graskanten die er voor zorgt, dat de bodem voedingsarm wordt waardoor bloemen de kans krijgen. De nu nog voedingsrijke bermbodems zijn ideaal voor gras, onkruid en brandnetels. Daar willen we vanaf, we willen van groen naar kleurrijk. Dit bereiken we door op de juiste tijd in het jaar te maaien, namelijk nadat de bloemen hebben kunnen bloeien en hun zaadjes hebben kunnen verspreiden. Ook wordt er dan minder gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd zodat de bodem voedingsarm wordt. Het brengt verschillende voordelen met zich mee, pollen van bloemen zijn zwaarder dan graspollen en komen minder makkelijk in de lucht terecht en dat is dus gunstig voor mensen met een hooikoortsallergie. We dragen bij aan de biodiversiteit en zorgen er voor dat vlinders, bijen en andere insecten niet uitsterven. Dan wil ik even verwijzen naar een artikel in het VNG-magazine van augustus waarin wordt gesproken over het redden van de bijenvolken en dat als de bijen weg zullen gaan, dat er dan 30% minder groente en fruit in de winkels zullen liggen. Op termijn komt er ook een kostenbesparing, er hoeft minder gemaaid te worden. Onze bermen gaan van groen naar kleurrijk. Bij ecologisch maaibeheer bestaat vaak de vrees voor het jacobskruid, een plant waarvan de zaadjes giftig zijn voor vee. Het jacobskruid bloeit later dan andere bloemen. Bij het ecologisch maaibeheer moet er dan ook pas later gemaaid worden, pas in de tweede helft van juli. Op deze manier maai je voordat het jacobskruid zijn zaadjes massaal heeft laten vallen. Wanneer je te vroeg maait, komt het jacobskruid na de maaibeurt alsnog op en kan het alsnog zijn zaadjes laten vallen. Later maaien betekent dus ook veilige bermen en iedereen kan genieten van de mooie gele bloemen van het jacobskruid. Op sommige plekken is al geprobeerd ecologisch te maaien – Halve Zolenpad – echter, er is te vroeg gemaaid waardoor een groot deel van de bloemen geen kans heeft gekregen om zaad te laten. Op andere plekken in de gemeente waar de maaimachines slecht bij kunnen, zie je al bloemen ontstaan. Dat is een voorbeeld van hoe grote delen van bermen in de gemeente er uit kunnen zien. De kosten van de nota zullen meevallen. Veel gemeenten hebben al ecologisch maaibeheer en zo ook de provincies Zeeland en Drenthe. We hoeven het wiel dus niet zelf uit te vinden en kunnen dankbaar gebruik maken van al 17
bestaande nota’s. Laten we de vrolijkheid terugbrengen in onze bermen en daarmee onze gemeente een stukje kleurrijker maken. Dhr. Bos Ik vind het een bijzonder positief voorstel. Niet alleen op het gebied van de ecologie die verbeterd wordt maar ook het feit dat het gewoon een meerledig doel dient voor de hele gemeente en met name de bijenstand die op die manier meer overlevingskansen krijgt. Prima. Het jacobskruid is een giftige plant waarvan u zegt we laten het eerst bloeien en gaan dan pas maaien. Levert dat geen gevaar op voor het gebruik van het maaisel wat vrijkomt? Kan het gebruikt worden als veevoer terwijl de bloemen tot wasdom zijn gekomen? Ongeacht het antwoord, voor ons is het een positief voorstel. Dhr. van Nuenen Uiteraard is Keerpunt positief tegenover dit voorstel. Echter, jullie stellen voor om een ecologisch maaibeleid op te stellen, ik zou dat eigenlijk breder willen trekken omdat namelijk op dit moment het maaibeleid ook wat te wensen over laat, zie langs de Centraleweg en in de woonwijken. Daar wordt wel gemaaid maar ook stukken gazon gewoon omgeploegd, dat worden hele akkers. Dus wellicht dat er een totaal maaibeleid kan komen waarin dit als een onderdeel opgenomen zit. Dhr. Slenders Wij weten niet of de vorm van het geheel correct is, of het een initiatiefvoorstel moet zijn of een motie vreemd aan de orde van de dag. Daarvan af gezien, vindt de fractie van UDK het initiatief goed. We hebben er met belangstelling kennis van genomen. Het is een poëtisch geheel als je het zo leest, over nectar en bestuiving door insecten, dan krijg je gelijk goede zin.. toch? Dat de biodiversiteit na 1900 afgenomen is, ligt hopelijk niet alleen aan de gemeente Geertruidenberg want lijkt ons, dat de flora en faunawet ook in deze gemeente moet worden gehandhaafd en nageleefd. Wij missen nog één ding, namelijk Waterschap Brabantse Delta heeft ook heel veel kennis van ecologisch maaibeheer. Er wordt eindeloos gesproken over klepelen of niet klepelen, waarvan ik nog steeds niet precies weet wat het inhoudt maar het is wel erg interessant. Is het Waterschap te betrekken bij eventuele voorbereidingen van een nota op dit gebied? Wij zouden wel graag een financiële paragraaf willen bij dit geheel, misschien dat u dat aan het college wilt overlaten maar dat hoor ik dan wel. Het is een sympathiek voorstel. Dhr. de Jongh Het is een heel sympathiek voorstel, het is de moeite waard om te kijken of we iets dergelijks ook hier van de grond zouden kunnen krijgen. En dan met name op plekken waar het langer wachten met maaien niet tot verkeersonveilige situaties leidt. Dat is wel een punt waar we op moeten letten. U haalt de kosten uit de post groenbeheer, is die daarvoor toereikend? Dhr. K. van Oort Ik ben blij dat er veel gelachen kan worden bij dit voorstel. Dhr. Bos ziet veel voordelen aan het voorstel, daar kunnen wij ons helemaal in vinden. Het jacobskruid, omdat het later opkomt en je dus al maait voordat het zaadjes heeft laten vallen, is het daarna niet meer giftig. Ik durf niet te zeggen of het maaisel bruikbaar is als veevoer. Dat wil ik nog wel uitzoeken en u daar later antwoord op geven. Keerpunt wil het breder trekken en een totaal maaibeleid opzetten, daar zijn wij helemaal voor maar we dachten laten we beginnen met een kleine proef. Kom anders met een amendement om het breder te trekken en dan zien we of het het haalt. Dhr. Slenders, het is in principe een startend initiatief, dat kun je zien als motie maar de inhoud blijft in wezen hetzelfde. Alleen een initiatiefvoorstel is iets dwingender dan een motie. Wij hebben het zo gehanteerd omdat we denken dat het een betere voortzetting zal vinden. Dank voor de suggestie voor de Brabantse Delta. Ik zou aan de wethouder mee willen geven om dat ook mee te nemen. De financiële paragraaf, daar is denk ik, die nota voor bedoeld uiteindelijk, om de financiële situatie te schetsen. Verkeersonveilige situaties; je kunt een meter van de berm platmaaien zodat je het overzicht houdt op de weg en de rest zou je ecologisch kunnen beheren maar dat is ook iets om in een nota neer te zetten, op welke plekken je een meter van de berm afhaalt en op welke plekken niet.
18
Weth. Verschuren Het voorstel zelf is nog niet in het college besproken, dat kan ook nog niet want dit is een voorstel voor de raad. Wat ik wel mee wil geven is dat wij als gemeente en Lia gaf het al aan in haar inleiding, dat de ambtenaren op sommige plaatsen al zo bezig zijn. In die zin zal een nota een welkome aanvulling zijn op wat wij al aan het doen zijn. De kosten zijn nog niet bekend, daarvoor moet nog ruimte gevonden worden. Dat kan niet uit het huidige groenbeheer, daar moeten we naar gaan kijken. Vervolgens wordt gevraagd om de nota in april aan uw raad te presenteren. Daarvan zou ik toch willen verzoeken om dat wat maanden uit te stellen want of die nu in april of in juni komt, maakt voor het beleid niet zo heel veel uit en april is niet haalbaar. Voor de rest is het zaak om goed in de nota op te schrijven wat we inhoudelijk zouden willen. Dhr. K. van Oort Als de nota niet in april behandeld kan worden maar pas in juni, heeft dat wel degelijk invloed op het beleid maar als het in juni wordt gepresenteerd, en ze hebben nog niet gemaaid, anders zit je weer een jaar verder te kijken, als we dan van tevoren beslissen om in juli pas te maaien, dan is dat prima. Voorzitter Ik verzoek de wethouder om meer te beargumenteren waarom het niet in april behandeld zou kunnen worden. Weth. Verschuren Dat kan ik niet garanderen omdat ik op dit moment niet kan overzien hoeveel werk daar in zit en of er ruimte voor is op de afdeling. Als het in april in de raad moet wil dat zeggen dat het half februari klaar moet zijn. Voorzitter In een memorie van antwoord krijgt u antwoord wanner het college dit voorstel naar de raad zal sturen. Dhr. Bos Uw reactie op dhr. van Nuenen om het breder te trekken, daar hebben we een groenbeheerplan voor. Laten we dingen nu niet door elkaar laten lopen, dat vertraagd alleen maar. Groenbeheer, geeft aan welke kwaliteit het grasmaaien moet hebben en dat wilde ik graag volgen. Dhr. Heesters In 1990 hebben wij dit ook ooit losgelaten op de oude kern in Geertruidenberg, u praat hier over bedragen en ik heb zelf begrepen dat het maaien van het bolwerk en alle grote stukken, als die ecologisch gemaaid kunnen worden, het zelfs nog een hoop zou kunnen schelen in de kosten. Wat dat betreft hoeft u voor het kostenplaatje niet zo bang te zijn. De Raad besluit het voorstel als een B-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering.
4. Vaststellen van de notulen van de discussieraad van 13 en 14 september 2010 De notulen worden goedgekeurd en vastgesteld.
6a. Ontwikkellocaties Raamsdonksveer Zuid Dhr. Klaassen In de vorige raad is het al uitgebreid behandeld maar ik was toch een beetje verrast door de opmerking van de burgemeester tijdens de raad dat wij inzicht hadden moeten hebben in de projectovereenkomsten. Ik dacht meteen van ‘hoezo projectovereenkomsten? Ik weet daar niets van’. We wisten daar allemaal niets van en ik vraag me echt af waarom die allemaal al getekend zijn. In het verleden bij ruimtelijke ontwikkelingen, lag er altijd een uitgebreid pakket voor de raad waar wij in een voorstel een besluit overnamen en er zat altijd een projectovereenkomst bij, dat was een bijlage wat hoorde bij het raadsbesluit, dat wij er onze toestemming aan gaven. Nu weet ik dat er een nieuwe wet RO is maar ik kan me niet voorstellen dat wij hier als raad niet meer te zien krijgen wat voor projectovereenkomsten 19
worden afgesloten. Vooral als ik dan kijk wat er in die overeenkomsten staat en wat er in die bijlagen staat, zijn er toch wel een paar dingen, die van de Julianalaan; ten eerste ik zie daar een groter plangebied, daar zijn Julianalaan 54 en 56 bijgetrokken. Voor zover ik weet is in alle plannen die Volksbelang ons in een eerder stadium heeft laten zien, zaten die twee huizen daar niet bij. Het is ook een totaal ander plan dan wat ooit eens ter informatie naar de raad is gekomen, een simpel schetsje meer wat het eigenlijk niet, en nu ligt er al een complete projectovereenkomst getekend en wel. Ik zie ook niets en dat is door de SP al eerder aangekaart, een clausule opgenomen mbt de herplantplicht en dan in de zin dat de bomen die verloren gaan, herplant moeten worden elders in de gemeente als daar geen ruimte meer voor is. Er staat wel iets in over bomen die beschadigd raken en dat die weer opnieuw teruggeplant moeten worden. Het Hoge Veer, daar wordt in 2.1 een termijn van 7 jaar genoemd, waarbinnen het plan gerealiseerd moet worden door de ontwikkelaar. Ik zie een verschil met de andere projecten, die hebben namelijk een termijn van 5 jaar. Nu snap ik dat het Hoge Veer vele malen groter is, het is een grotere ontwikkeling maar waar baseert u deze jaartallen op? Ook hier weer die herplantplicht en die is hier wat ingrijpender. Er zit een mooi onderzoekje bij van welke bomen verplant kunnen worden en welke moeten verdwijnen. Zoals ik het even opgeteld heb, verdwijnen er van de 87 bomen ongeveer 45, als ik het goed gelezen heb. Daar wil ik toch zien dat wij hier in deze gemeente er per saldo geen boom op achteruitgaan en dat die 45 bomen elders geplaatst moeten gaan worden. Voor zover ik weet hadden we de afspraak met elkaar dat dat voortaan gewoon in de projectovereenkomst mee zou worden genomen zo’n clausule. Ik vraag me ook af, als ik de schetsjes bekijk, of het wel realistisch is, de bomen die behouden zouden blijven, staan soms met hun kroon door de bebouwing heen getekend, dat lijkt me niet echt realistisch. De parkeergarage aan de Boterpolder, daar staat dat de gemeente het speelveld wat op het dek, het zijn twee etages, de onderste parkeren, de bovenste gedeeld parkeren en de andere helft een speelveld, dat de gemeente dit overneemt voor het symbolische bedrag van €1,-. Ik vraag me af of wij dan ook verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van dat deel van het werk, het onderhoud van een deel van de parkeergarage. Ik vind het vreemd dat deze dingen zo als verrassing in de raadskamer worden gelegd met handtekening en al, het lijkt mij niet de juiste wijze van werken hier. Dhr. K. van Oort Ik wil onderschrijven wat dhr. Klaassen net zei over de herplantplicht. Dat vinden wij als Groen Links natuurlijk ook heel belangrijk. In artikel 6.3 van de overeenkomst bij het Hoge Veer van 9 september staat, ‘indien door de ontwikkelaar gewenst en indien voor zover mogelijk, zal de gemeente bevorderen dat vergunningen, ontheffingen en projectbesluiten vooruitlopend op de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, of delen daarvan, worden verleend’. Ik vind het een beetje een rare bepaling. De gemeenteraad stelt kaders vast in het bestemmingsplan. Het lijkt me dan niet wenselijk dat voordat deze kaders zijn vastgesteld, al vergunningen of ontheffingen verleend gaan worden. Ik vraag me dan af waarom we dan überhaupt nog kaders vaststellen, alleen voor de leuk of voor de schijn? Voor mij is het duidelijk, kaders worden bepaald door de gemeenteraad en binnen die kaders mogen ontwikkelingen plaatsvinden. Kaders zijn niet bedoeld om te omzeilen dus dat is ook in deze overeenkomst niet wenselijk. Hoe kijkt de wethouder hier tegenaan? Dhr. de Jongh Bij de vaststelling van de agenda tijdens de besluitvormende raadsvergadering van 30 september jl, stelde het college ons voor, dit punt van agenda af te halen omdat onze raad 4 bijbehorende ontwikkel- en realisatieovereenkomsten niet in had kunnen zien. Indien de kwestie zich daartoe beperkt had, zou mijn reactie zijn geweest, slordig maar adequaat op de ontdekking daarvan gereageerd. Eerlijkheidshalve vermeld ik hierbij dat ik er op 30 september reeds ernstig rekening mee hield dat de overeenkomsten al getekend waren. Ik ging er daarbij van uit dat ondertekening voor 30 september plaatsgevonden had. Wie schetst mijn verbazing dat in elk geval 3 van die overeenkomsten en waarschijnlijk alle 4, juist op die 30e september getekend zijn. Op grond van artikel 160 lid 1, sub e van de Gemeentewet, is het college bevoegd om tot privaatrechtelijke rechtshandeling van de gemeente te besluiten maar artikel 169 lid 4, stelt daar wel voorwaarden aan. Zij, burgemeester en wethouders, geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid als de raad daar om vraagt, of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college zelfs geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Met de ondertekening van de 4 20
bedoelde overeenkomsten, bindt uw college tevens de raad aan de inhoud ervan tenzij raadsbehandeling als opschortende voorwaarde in de overeenkomsten is opgenomen. In alle 4 die overeenkomsten, is die opschortende voorwaarde echter reeds op blz. 2 niet van toepassing verklaard. Vreemd genoeg wordt het artikel 31, dat die opschortende voorwaarden in twee gevallen bevat, in die situaties ter plaatse niet van het etiket ‘niet van toepassing’ voorzien. En dan gaat het om die van het Hoge Veer en van de parkeergarage aan de Pieter Breughelstraat. In de twee andere overeenkomsten, die van de Julianalaan en de Pieter Breughelstraat nr. 14, komt ook in artikel 31 de opschortende voorwaarde niet voor, en is het gehele artikel 31 ter plaatse niet van toepassing verklaard. Voorzitter, men hoeft geen stevige borrel gedronken te hebben om hier de weg kwijt te raken. Maar, ik zal de wethouder een pijpje laten blazen en daartoe stel ik de volgende vragen; Hoe kwam het college er achter dat de 4 projectovereenkomsten niet ter inzage lagen, terwijl dat wel zo had horen te zijn? Waarom waren ze niet eerder ter inzage gelegd en welke maatregelen heeft uw college genomen om herhaling te voorkomen? Wat is de globale strekking van het collegeberaad van 30 september jl. hierover? Graag een beknopte maar niet te summiere weergave van het besprokene. Waarom werden in elk geval 3 van de 4 overeenkomsten, waarschijnlijker nog alle 4, diezelfde dag alsnog getekend? Wat motiveert de urgentie daarvan? Waarom werd niet eerst de reactie van de raad afgewacht? Heeft uw college getoetst of de ‘niet van toepassingverklaring’ van het voorbehoud van instemming van de raad juridisch houdbaar is. Zo ja, wat is daar de uitkomst van? Die zou ik graag ter inzage hebben. Waarom heeft uw college de toetsende rol van de raad in deze, volstrekt genegeerd? Waarom wordt in dit voorliggende besluit, de toetsende rol van de raad volstrekt genegeerd? Hoe denkt het college in de toekomst zinvol met de raad omtrent deze onderwerpen van gedachten te wisselen? Hoe ziet uw college de rol van de raad bij het aangaan van publiekprivate samenwerking? Dhr. van den Enden Ik heb hier weinig meer aan toe te voegen. Voor ons was het zeer verrassend te constateren dat de meeste overeenkomsten al op 30 september getekend waren, terwijl we s’avonds pas te horen kregen dat deze ter inzage gelegd hadden moeten worden voor de raad. Ook wij kwamen er achter dat die opschortende voorwaarden, dat er verschil van tekst in zat. Ik wil me aansluiten bij het verzoek van dhr. de Jongh. De komende tijd krijgen we meer met dit soort overeenkomsten te maken. Wellicht dat we daar eens een aparte sessie aan moeten wijden om samen met de raad te overleggen hoe hier de toekomst mee in te gaan. Weth. Quirijnen Ik drink wel eens een wijntje maar niet zoveel als dhr. de Jongh in zijn betoog naar voren brengt maar ik kan hem heel goed begrijpen. Eigenlijk zijn er door het college twee omissies. De eerste is, niet ter inzage leggen van de overeenkomsten. Hoe komt dat? Die overeenkomsten zijn in een wat verder verleden, vorig jaar, ter beoordeling gezonden aan de twee betrokken projectontwikkelaars. Op een gegeven moment, toen wij het raadsvoorstel Raamsdonksveer zuid in het college gingen behandelen, kwam ik tot de ontdekking dat die vier projectovereenkomsten er niet waren. Wij hebben ze toen door de projectontwikkelaars laten tekenen en de dag voor de raad heb ik ze, zonder ze verder in te zien, daar was gewoon geen tijd voor want het waren nogal pillen, bij de burgemeester weggelegd om te laten tekenen en die heeft toen de omissie geconstateerd. We hebben een speciale collegevergadering vóór de raadsvergadering ingelast en daar is besproken de mogelijkheden die er waren. Er waren twee mogelijkheden; de eerste was het terugtrekken van het voorstel en de tweede mogelijkheid was om alsnog de raad te vragen in te stemmen met de overeenkomsten die ze niet gezien hadden. Dat is niet mijn weg en die van u ook niet, dat had ik wel goed ingeschat en dus hebben we het teruggetrokken. Op dat moment is er binnen de organisatie het een en ander in werking gesteld maar, degene die hier het best van op de hoogte was, die is vandaag teruggekomen van vakantie. Dus we hebben het een en ander wel uit kunnen zoeken maar niet alles. Daar zal ik zo op terugkomen. Dus dit is omissie nummer 1. Ik vertel het met het schaamrood op de kaken. Wat gaan we doen om dat als herhaling te voorkomen, van je fouten moet je leren. Binnen de organisatie wordt er een kwaliteitsslag gemaakt wat dit betreft. Wij gaan er altijd nog steeds 21
van uit dat het raadsvoorstel van 23 februari 2006, waarin het een en ander is geregeld, dat dat nog steeds geldt en daar staat in dat alle projectovereenkomsten voorgelegd worden aan de raad. Daar houden wij ons voortaan aan. Daarna worden ze door de burgemeester, meestal, getekend. Dat tekenen was al gebeurd, op zich is dat geen ramp want het is een handeling, en als de raad het voorstel mee in gaat stemmen, dan is er altijd die opschortingartikel 31. Ondanks het feit dat het getekend zou zijn en de raad zou niet instemmen met de overeenkomst, dan wordt dat opgeschort en is er geen rechtsgeldigheid. Dan valt dat dus gewoon stil. Totdat de raad alsnog beslist om wel in te stemmen. Alle 4 de overeenkomsten waren getekend. Nu komt omissie nummer 2. Bij twee van de overeenkomsten staat achter; NVT, niet van toepassing. Dat had er niet mogen staan. Daar is naar gekeken en we hebben vanmiddag met de betrokken projectontwikkelaar een gesprek gehad daarover en die heeft gezegd van ‘ja, goed ik heb het ook niet gezien, stom, maar je mag het er van mij uithalen en dan teken ik een nieuwe paragraaf waarin dat weg is’. Dat betekent dat het voorstel naar de raad toe, aangepast gaat worden als het aan het college ligt, in die zin, dat kennisnemen van, veranderd wordt in ‘instemmen met’. Dan is de rol van uw raad weer volledig hersteld zoals het had moeten zijn. Dus de reactie van de raad hebben we niet afgewacht omdat er dus een opschortende voorwaarde bij zat. Het geval met het collegeberaad is telefonisch getoetst bij AKD, onze huisadvocaat, er is geen schriftelijke bevestiging van dus ik heb geen uitkomst die ik ter inzage kan brengen. Wij gaan er dus vanuit dat uw toetsende rol gewoon blijft gehandhaafd met het veranderen van het voorstel. De gedragslijn waar u naar vraagt is een hele simpele, we hebben het raadsvoorstel van februari 2006 en dat raadsvoorstel houdt exact in wat wij moeten gaan doen en daar zullen wij ons in de toekomst aan houden. Als u het nodig vindt, wil ik dat raadsbesluit alsnog ter inzage leggen. Ik hoop dat ik meneer Klaassen wat dat betreft beantwoord heb. Het is geen groter plangebied geworden, het is hetzelfde gebleven. In het verleden zijn er ook wel eens twee appartementen getekend om de hoek en dat is toen afgeketst. De herplantplicht; daar wordt altijd aan voldaan, als er in de gemeente plaats is. En ik denk dat er wel plaats is. Het verschil tussen 7 en 5 jaar zult u moeten zien in de realisatietijd. Dat is nergens op gebaseerd want ik hoop dat het Hoge Veer er eerder staat dan die 7 jaar. De parkeergarage/speelveld, er komt een speelgelegenheid op en die wordt overgedragen aan de gemeente voor € 1,-, daar krijgen we onderhoud aan, niet aan de parkeergarage. Dhr. van Oort, kaders door de gemeenteraad, ik hoop dat mijn antwoord u duidelijk is geworden dat ik het daar absoluut mee eens ben. Ik hoop dat ik alle vragen van dhr. de Jongh beantwoord heb en meneer van den Enden, het verschil in die teksten van artikel 31 worden aangepast want daar komt dan die zinsnede bij dat de raad zijn zienswijze kenbaar moet maken. Voorzitter De raadsleden wordt een nieuw voorstel aangeboden maar ik ga er daarbij ook van uit dat de overeenkomsten ook gecorrigeerd vooruitlopend op de raadsvergadering worden aangeboden. TWEEDE TERMIJN Dhr. Klaassen Een ding wil ik de wethouder toegeven, het is realistischer om voortaan in het besluit te zetten ‘in te stemmen met’ en niet ‘kennis te nemen van’ misschien beseft iedereen het nog niet maar we nemen een definitief besluit als je instemt met zo’n projectovereenkomst. Anders gezegd, zo’n projectovereenkomst is een heel definitief moment in de privaat-publieke samenwerking die je aangaat en we hebben het niet zomaar over een huisje of een schuurtje, maar we hebben het wel over het Hoge Veer en een heel ingrijpend bouwplan hier in deze gemeente, waar ik ook overigens nog steeds niet volledig van overtuigd ben of die massaliteit die daar wordt beoogd, of die nog steeds wel realistisch of wenselijk, noodzakelijk is. De wethouder heeft het over twee omissies. Ik hoor in zijn betoog nog een derde omissie, hij zegt dat de overeenkomsten in 2009, ik neem aan de conceptovereenkomsten, naar de WSG en Volksbelang gestuurd zodat ze er naar konden kijken en evt veranderen. Vervolgens komt men er achter dat ze niet in huis zijn en al helemaal niet met een handtekening. Dan krijgt de wethouder mooie overeenkomsten teruggestuurd met handtekeningen er onder, hij kijkt er niet naar, let wel we hebben het hier over best een groot plan, en hij legt ze direct bij de burgemeester op zijn bureau en die tekent ze dezelfde dag nog. Dat vind ik toch ook wel een 22
hele serieuze omissie. Ik mag hopen dat de wethouder voortaan dat soort belangrijke documenten echt heel structureel doorleest en dan hadden het soort fouten dat vervolgens opgenoemd wordt wellicht voorkomen kunnen worden. Dhr. K. van Oort Ik sluit me helemaal aan bij wat dhr. Klaassen zegt. Voor de duidelijkheid, dus normaal gesproken worden die overeenkomsten door de raad vastgesteld voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, of wordt dat normaal gesproken ook gelijktijdig gedaan? Ze worden dus na de vaststelling getekend? Dhr. de Jongh Ik ben aardig tevreden met het antwoord wat de wethouder geeft. Ik kan me voorstellen dat de wethouder de afgelopen dagen er in elk geval ook niet zo makkelijk over gedacht heeft, hij denkt er in elk geval in zijn antwoord niet te gemakkelijk over. Het gaat hier om niets minder dan de rechten van de raad en de instrumenten die wij hebben. Ik ben daar altijd heel scherp op. Het zou ook fijn zijn als ook het college zich wat bewuster zou zijn van wat onze raad toebehoort. In dit geval heb ik moeten constateren dat dat niet zo was. Het feit blijft, daarom begrijp ik die tekening op de 30e helemaal niet, wat was de urgentie ervan op dat moment? Het is misschien goed voor het college om zo af en toe eens een kleine blik op de gemeentewet te werpen. Dhr. Bos Wat ik de wethouder mee wil geven; het overnemen van het speelveld. Daar zit een dak onder van een parkeergarage. Ik wil u een dwingend advies meegeven, zorg dat de waterdichtheid niet door ons gegarandeerd wordt en niet op de onderhoudsplicht van het bovenliggende speelveld komt want het kan je kapitalen kosten als daar wat gebeurd. Dhr. van Strien Ik snap alle gevoelens en ik snap alle omissies maar ik wil er toch voor pleiten dat we er als raad niet te krampachtig mee om moeten gaan. Het blijven overeenkomsten en het blijft in principe de bevoegdheid van het college om dat te doen en de hele bedoeling dat je die overeenkomsten sluit is eigenlijk niet meer dan dat je de kosten die de gemeente maakt, kan verhalen op degene die er aan de gang gaat. Nu hebben we vaak in deze gemeente met één bepaalde ontwikkelaar te maken en daar kun je goed mee uit de voeten en goed mee overleggen maar soms is het ook wel eens nodig dat er onderhandeld wordt. Dan moet je wel uitkijken dat je als raad of als college een heel openbaar spel gaat optuigen en de tegenpartij daar zijn voordeel mee laat doen. Dhr. de Jongh ter interruptie Het gaat er hier niet om dat wij ons gaan bemoeien met lopende onderhandelingen. Het gaat er om dat wij het onderhandelingsresultaat toetsen. Dat is ons recht en onze plicht. Ik ben altijd heel scherp op dat soort momenten. Daar kunnen we het meest doen als raad. Ik ben het met u eens, met de onderhandelingen zelf moeten wij ons niet bemoeien. Dhr. J. van Oort ter interruptie U kunt zeggen dat wij er krampachtig mee om gaan maar ik waarschuw u, om er niet te nonchalant mee om te gaan. We moeten transparant en open zijn en dit lijkt er niet zo erg op. Dhr. van Strien Volgens mij zitten de overeenkomsten zelf aardig in elkaar en komt er een behoorlijk bedrag onze kant op. Dhr. Klaassen ter interruptie Dhr. van Strien zegt dat er onderhandelingsruimte moet zijn maar hij is het toch wel met ons een dat de kaders waarbinnen onderhandeld moet worden, de ruimtelijke aspecten daarvan, daar gaan we niet over onderhandelen hier in de gemeente mag ik hopen. Dat zijn kaders die wij hier als gemeenteraad vastleggen en daarbinnen mag wel onderhandeld worden. Ik snap best dat dat niet allemaal uitgebreid in een raad besproken moet worden van tevoren maar we moeten die kaders wel vastleggen. Op het moment als wij een projectovereenkomst al laten tekenen terwijl wij als raad nog niet eens een besluit hebben genomen over de ruimtelijke aspecten, nou nog het bestemmingsplan, dan snap ik niet meer wat wij als raad dan nog doen. 23
Dhr. van Strien Dat klopt, maar die kaders zijn hier al een keer geweest. Overigens blijf ik wel vinden dat de toelichting op het gehele bestemmingsplan vrij summier blijft. Ik zeg alleen dat we er niet te krampachtig mee om moeten gaan, er moet ingestemd worden, dat is afgesproken, dat moet voordat het is vastgesteld, er is nog niets vastgesteld en dat was op 30 september ook niet. Ik denk dat het wel verstandig is hier intern goede afspraken over te maken, ook met de raad. Weth. Quirijnen Meneer Klaassen, die derde omissie, dat zou je een omissie kunnen noemen, maar mijn ambtenaren hadden mij verzekerd dat de onderhandelingsresultaten exact waren wat er in het concept naar de projectontwikkelaars is gestuurd dus dan ga ik dat niet nogmaals zitten lezen gezien de tijdsdruk die er op dat moment, ten onrechte misschien, op lag. Belangrijke documenten die moeten door de wethouder natuurlijk gelezen worden maar dit is er eentje van anderhalf jaar geleden. Natuurlijk zal ik dat in de toekomst zeker doen. Bovendien wat het tekenen betreft. Daar moet u inderdaad niet te zwaar aan tillen want er zit een artikel 31 in die opschortende werking en daar heeft de raad alles in handen. Meneer van Oort, u vraag was wordt de goedkeuring gegeven voor of tijdens de raad. Dat kan allebei. Het tekenen van die overeenkomst wat in het verleden altijd erna. Dat wil ik nog een keer benadrukken ook richting meneer van Strien dat we er niet te krampachtig mee om moeten gaan, het is een collegebevoegdheid, ja, maar er ligt een raadsbesluit van februari 2006 en dat raadsbesluit hebben wij te volgen. Dat besluit geeft precies aan wat er gedaan moet worden. Dhr. van Strien Dat geldt wel van voor de nieuwe wet dan. Voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, moet er getekend worden. Dhr. de Jongh Ik denk dat dhr. van Strien hier best een punt kan hebben. Maar we hebben ook nog zoiets als de gemeentewet en in dit geval voldoet de handelwijze van het college niet aan wat er in de gemeentewet staat. Normaal gesproken voer je een projectprocedure en zit daar die projectovereenkomst bij en kun je die later in een bestemmingsplan gieten. Zo is het volgens mij, zoals het correct zou moeten lopen. Nu zijn die projectprocedures op zich wel gevoerd, maar is later besloten om ze gelijk maar in een bestemmingsplan onder te brengen, zonder dat de raad de projectprocedure helemaal afgesloten heeft en daardoor komen we nu in de knel. Weth. Quirijnen Het raadsbesluit is voor ons leidend. Meneer van Strien zegt dat als het een exploitatieplan is, dan moet het gelijktijdig met het bestemmingsplan aangeboden worden aan de raad. Dat zou ook kunnen gelden voor de overeenkomsten. Het maakt in principe niet zoveel uit. We hebben die opschortende werking van artikel 31, dat de raad daar alsnog niet mee eens hoeft te zijn. Mevr. Laurijssen ter interruptie Is het nu een opschortende werking of een ontbindende werking? Weth. Quirijnen Volgens mijn informatie is het opschortend. Op het moment dat de raad wel instemt met bijvoorbeeld het plan, dan komt die overeenkomst automatisch weer terug. Dhr. van Nuenen ter interruptie Met het tekenen van zo’n overeenkomst, schep je natuurlijk wel verwachtingen bij de andere partij. Weth. Quirijnen Nee, want er staat een artikel 31 in en ze weten dat een opschortende verklaring gewoon van kracht is. Als ze tekenen, weten ze dat de raad het nog kan afketsen. Dhr. van Nuenen Wordt daar duidelijk op gewezen? 24
Weth. Quirijnen Nee want het staat in de overeenkomst. Meneer Bos, uw dringend advies nemen wij uiteraard over. Ik zal daar na laten kijken. Meneer de Jongh, u bent er scherp op, terecht. De urgentie die er op lag hoop ik u duidelijk te hebben gemaakt, dat die misschien wel ten onrechte was maar op dat moment voor ons het tekenen verklaarde. Dhr. K.van Oort Hoe zit het dan met artikel 6.3 dus als het op wordt geschort, de raad is het niet met het bestemmingsplan eens, hoe kan het dan dat er wel vergunningen verleend mogen worden volgens die overeenkomst Voorzitter Het antwoord zal in een memorie naar u toekomen. De Raad besluit het voorstel als een A-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering. Raadsvoorstel 7: Statutenwijziging Stichting Bravoo en benoeming leden raad van toezicht Dhr. Bos Onder de motivering wordt gesteld; ‘de leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraden’. Voor welke termijn benoemt de gemeenteraad deze leden? Ik wil daar graag een eindigheid in gezien hebben, dat het niet voor het leven is en een zaak is die de continuïteit van de raad van toezicht waarborgd. Dhr. Slenders Wij hebben behoefte hier een paar opmerkingen over te plaatsen. Sinds augustus 2010 is de Wet Goed Onderwijs en Goed Bestuur voor Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs van kracht. De laatste jaren is er met name in het voortgezet onderwijs al mee gewerkt en zijn er al ervaringsgegevens. Een aantal hiervan wil ik met de raad delen. Een eenhoofdig college van bestuur heeft iets vreemds in zich. Één persoon heeft alle bevoegdheden van het voormalige bestuur. In Griekenland noemde ze dat vroeger een tiran volgens mij, maar die werd na een half jaar verbannen als die het niet goed deed. Vaak zijn het personen die vroeger deel uitmaakten van het management en die de rolwisseling van directie naar bestuur moeilijk vorm konden geven. In de praktijk zijn daar veel voorbeelden van. Ik heb het dan nog niet eens over de hogere kosten want zo’n voormalig bestuur was vaak pro deo en nu komen er dikbetaalde bestuurders voor in de plaats. De kredietcrisis heeft ons gered van een enorme salarisverhoging want veel van die bestuurders waren toen bezig om zich te vergelijken met bestuurders van Shell en dergelijke. De raad van toezicht krijgt ook een vergoeding. Wanneer de raad van toezicht geheel los zou staan van personele banden met de bestuurder, zou een zekere stabiliteit ingebouwd zijn. Als dat niet het geval is, kan dat leiden tot ongewenste situaties, waar ook veel voorbeelden van zijn. In het onderhavige voorstel is een aantal namen genoemd, ik weet niet of het zo is maar het is denkbaar, dat een voormalig hoofd van school alsmede oud-bestuursleden van de scholen die er besproken worden, de onafhankelijkheid is een vraag die ik aan de wethouder wil stellen, is die gegarandeerd? Verder ontbreken een paar dingen. Uit onderzoek naar het werken met Good Governance vielen een paar dingen op; er was bijna nooit een Planning en controllcyclus aanwezig, er was geen integriteitsbeleid, risicomanagement ontbrak. Vorige keer spraken we over Bravoo en de tekorten die ze jaar in jaar uit realiseren, dus risicomanagement zou wel van belang zijn, en het ontbreken van een klokkenluidersregeling. Ik begrijp dat die dingen nog kunnen komen of wellicht in een ander document staan maar ik wilde u er toch op wijzen. Verder was een van de zaken die minimaal waren, er is een vergaderfrequentie van minimaal 4x per jaar en ik las in de statuten dat ze 3x per jaar vergaderen. Dat is echt mager voor een goede controle van het beleid. Wij zouden graag willen weten wat de voordelen van de gewenste bestuursstructuren zijn. Wat wordt de positie van de gemeenteraad? Wat zijn de financiële consequenties?
25
Weth. Smit Meneer Bos, het is een eindige periode die er aan vastzit. Het is zo dat het in de volgende bestuursperiode weer een keer terugkomt. Ik moet even nakijken of dat nu 4 of 5 jaar is. Ik zal dat nog aan u laten weten. De wet die in werking is getreden in augustus 2010, geeft de mogelijkheid om dit model los te laten op Bravoo. Deze zet de gemeenteraad inderdaad wel wat meer op afstand. Die afstand zit hem dan wel in het feit dat als er een ernstige vorm van nalatigheid zit, met name in financiële consequentie, maar dat is niet onbekend binnen het hele onderwijs, hebben wij als raad nog altijd het middel om in te grijpen, om er in ieder geval wel wat van te vinden, dat blijft. Het is wel duidelijk dat wij op wat meer afstand komen te staan dan in de oude situatie. De bestuurder die bevoegd gezag gaat vormen en die verantwoordelijkheid gaat afleggen aan de raad van toezicht, is een externe. Voor zover mij bekend fietsen ze niet bij elkaar langs. Of dat in de toekomst zo is, kan ik niet uitsluiten. Op dit moment is de onafhankelijkheid wat mij en de andere drie gemeenteraden betreft, gewaarborgd. De frequentie van vergaderen. In het advies wordt aangegeven 4x. Bravoo stelt 3x voor. Wij zijn met de andere gemeenteraden wel bezig om het op te krikken naar 4x omdat het duidelijk een adviesvorm is en vervolgens ook omdat wij vinden, zeker in het kader van de financiële cijfers die we recentelijk hebben gezien, hebben we aangegeven dat wij structureel 2x per jaar nog overleg willen hebben met Bravoo. Ook om de formele status van de gemeenteraden goed in te vullen en verslag te doen aan de gemeenteraden. Heel kritisch gekeken naar de laatste financiële cijfers, moet je wel vinden dat wij er wat dichter op blijven zitten. Daarvoor is het nog te vroeg om het model wat zij nu voorstellen zomaar aan te nemen. Wij zullen meenemen dat er een cyclus komt, dat er integriteit komt, want die zijn nog niet meegenomen. Die inspanning gaan wij voor u doen. De Raad besluit het voorstel als een B-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering. Raadsvoorstel 8: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant Dhr. J. van Oort We kunnen elke keer bij dit onderwerp hetzelfde aanhalen; wij vinden het een goede zaak dat er een hoop gemeenschappelijke regelingen samengevoegd worden maar u weet dat wij nogal huiverig staan tegenover de samenwerking zeg maar van de 19 gemeenten. In wezen wordt alles ondergebracht bij die organisatie en daar zijn wij geen voorstander van. Volgens ons staat hier gewoon een nieuw stadsgewest. Dhr. Bouwens U kent ongetwijfeld de voorzichtigheid die Partij Samenwerking regelmatig laat blijken tegenover samenwerkingsverbanden. Met name op het financiële vlak zijn er toch wel wat vragen. Op blz. 5 onder punt 3; wordt gesproken van financiële consequenties en risico’s, die zouden nagenoeg nihil zijn. Als ik daarna in de programmabegroting ga kijken wat nou eigenlijk een samenwerkingsverband inhoudt, wanneer daar sprake van is en of daar financieel belang bij is, meen ik op blz. 45 terug te lezen, dat er bij elk samenwerkingsverband een financieel belang is. Concreet, is er een financieel belang? Zo ja, welke financiële risico’s lopen wij dan? Als ik terugneem blz. 1 van het voorstel waarbij wordt uitgegaan van een conceptfinanciële verordening, worden wij nog wat voorzichtiger. Dit betreft punt 4, de juridische consequenties; er wordt gesproken over de bevoegdheden. Ik zou daar graag een uitputtend lijstje van hebben, wat nu echt de bevoegdheden gaan worden van het nieuwe samenwerkingsverband. Dhr. de Jongh Ik zou ook graag die conceptfinanciële verordening willen inzien. Voor het overige constateer ik hier dat de uitwerking van het concept naar het definitieve voorstel, dat daar uitgebreid aan onze wensen tegemoetgekomen is. Ik constateer een regeling die in elk geval weet hoe de wet van de gemeenschappelijke regelingen in elkaar zit. En, ja, in zijn algemeenheid kan ik dit voorstel van harte steunen. Dhr. Slenders In feite hebben we te maken met de afsluiting van een traject dat reeds langere tijd loopt en we lezen ook met plezier dat onze zienswijze nagenoeg helemaal gehonoreerd is. 26
Bij punt 10; de mogelijkheid blijft bestaan dat de grotere gemeenten de kleinere overheersen, de wijze waarop de zienswijze is overgenomen. Want de voorzitter zal hoogstwaarschijnlijk worden geleverd door een van de grotere gemeenten, zo nemen wij aan. In het regeerakkoord ‘vrijheid en verantwoordelijkheid van de VVD en een andere partij’ lezen wij dat de bestuurlijke drukte moet worden verminderd door een heldere toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Die gemeenschappelijke regeling is geen gemeente, is geen provincie, maar iets er tussenin. Het wordt moeilijk voor een buitenstaander om te zien wat hier nu gebeurd. Vanaf 1 maart 2010 werken de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Oosterhout, Roosendaal en Waterschap Brabantse Delta, samen in een gemeenschappelijke regeling belastingsamenwerking waaruit veel synergievoordelen gehaald worden. Waarom doet de gemeente Geertruidenberg daar niet aan mee? Weth. van den Belt namens burgemeester Meijer Ja, meneer van Oort, ik heb bij u geen vraag kunnen constateren, dank voor de opmerking. Dhr. Bouwens; voorzichtigheid ten aanzien van de samenwerkingsverbanden streeft u na. Ik denk dat het hele proces, wat al enige tijd duurt, dat eigenlijk niet meer is dat een aantal gemeenschappelijke regelingen die er al waren, dat die zoveel mogelijk worden samengevoegd en in één grote gemeenschappelijke regeling uiteindelijk vorm gaan krijgen. Overigens, dat is ook door dhr. de Jongh reeds aangegeven, alle zienswijzen die ook onze raad heeft ingediend, zijn nagenoeg allemaal overgenomen. Er wordt heel serieus naar gekeken en het geeft denk ik ook wel aan dat de intentie van deze samenwerkingsverbanden is om de raden op die manier, daar waar het kan, ook zoveel mogelijk erbij te blijven betrekken. Er zijn regelmatig, 2x per jaar bijeenkomsten waar ook de raadsleden uitgenodigd worden en waarin ook de inbreng vanuit de verschillende raden van de 19 gemeenten, serieus meegenomen wordt. Ik kan alleen maar aangeven en u adviseren daar zoveel mogelijk gebruik van te maken. Niet alleen nu maar ook zeker in de toekomst, mocht deze regeling er ook daadwerkelijk komen. De financiële consequenties en risico’s in relatie tot de programmabegroting; ik kan u verrassing melden, ik ken de begroting nagenoeg uit mijn hoofd maar ik weet niet wat er op blz. 45 staat. Ik ga pogen om de volgende keer precies te weten wat er staat, u krijgt daar een memorie van. De conceptfinanciële verordening komt natuurlijk uw kant op. Dat proberen we zo snel mogelijk te doen. Ook het lijstje met bevoegdheden komt in een memorie terug. Meneer Slenders legt een paar verbanden, afsluiten van een lang traject, dat heb ik net aangegeven. Volgens mij was het eerste voorstel zelfs anders, dat de grote gemeenten nog meer punten konden zetten en inbrengen. Dat is mede dankzij uw zienswijze ook veranderd. Volgens mij is het nu zo dat het 3-3 is en een voorzitter, ja die komt nog steeds van een grotere gemeente. Daar kunnen we denk ik, niet zo heel veel aan doen, die gemeenten hebben daar ook een grotere stem in en zijn daar financieel wat groter in aanwezig. De bedoeling van het samenvoegen van die gemeenschappelijke regelingen is dat er minder bestuurlijke drukte uit voortvloeit. De belastingsamenwerking; dat is een keuze die twee jaar geleden gemaakt is om daar niet aan mee te doen en eerst eens aan te kijken of die samenwerking de juiste vorm krijgt en ook op de juiste manier vorm gegeven wordt. De Raad besluit het voorstel als een A-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering. Raadsvoorstel 9: Beleidskader inhuur derden Dhr. Klaassen Ik snapte dit voorstel niet helemaal. Ik kan de meerwaarde er eigenlijk niet in vinden. Er is gekeken hoe het de afgelopen jaren gewerkt heeft, de inhuur van extern personeel. Men komt dan met nieuwe voorstellen om iets te veranderen. Wat gaan we daar nou mee doen? Wat is de bedoeling van dit voorstel? Dat kan ik er niet uithalen. Er wordt voorgesteld om bijv. het budget inhuur derden van 154.000 op te tellen bij de salarislasten ambtelijk personeel en te vragen dat het college zelf met dat totale budget van bijna 8 miljoen, zelf gaat zorgen dat personele bezetting gegarandeerd wordt en dat het met andere gemeenten opgelost kan worden. Mijn voorstel zou eerder zijn van, die 154.000 schrappen we en los het maar op met je budget van 7,8 miljoen. Dan voorziet het voorstel nog steeds dat als we over projectbasis praten, over nieuwe ontwikkelingen, kan er altijd nog een verzoek aan de raad worden gedaan. U stelt ook voor om in het nieuwe beleidskader, het niet meer zo te doen dat de raad voor extra personeel benaderd moet gaan worden, u zegt dat is niet meer nodig. Als wij moeten gaan bezuinigen hier in de gemeente en als wij ons een taakstelling van 450.000 euro hebben opgelegd, en ook zeggen dat wij dat hier in onze ambtelijke organisatie gaan doen. 27
Dan vind ik het een beetje raar dat we dan als raad de vinger van de pols afhalen, dat doe je in wezen. Als we dat doen, raken we het zich er een beetje op kwijt. Ik snap dit voorstel niet. Dhr. Bos Bij het behandelen van dit stuk in onze steunfractie had ik in eerste instantie een stukje overgeslagen in mijn leeswoede. In eerste instantie heb ik toen ook gezegd van joh, dit stuk is belachelijk, hier valt niet mee te werken. Totdat ik net geconfronteerd werd door Louise dat dit stukje er in stond, op dit moment en dat het nu een gewijzigd voorstel is. Ik ben blij toe dat het gewijzigd gaat worden want hier valt inderdaad niet mee te werken. Wat ons betreft vooral doorgaan met dit voorstel. Dhr. J. van Oort Dhr. Klaassen geeft aan dat ie het niet snapt maar hij geeft naderhand toch een uitleg wat de bedoeling is. Het voorstel houdt gewoon in dat wij ons mandaat weggeven. Om over die cijfers te praten heeft voor mij geen enkel nut. Die worden alle jaren al aangeleverd, dat is het budget wat nodig is. Je moet dit stuk koppelen aan het vorige want de samenwerking op dit gebied, de inhuur van die derden. De nieuwe gemeenschappelijke regeling gaat hier straks bepalen wat wij inhuren aan derden. Dhr. Bouwens Een aantal tekstuele vragen Blz 2; wat is ‘het uitbesteden van werkzaamheden via het aannemen van werken’, dat vind ik een hele cryptische. ‘Door het jaar heen ontstaan vacatures die soms moeilijk vulbaar zijn, het vacaturegeld dat daardoor ontstaat, zal daar waar nodig, worden ingezet voor het oplossen van personele knelpunten’. Wat zijn die personele knelpunten? Is dat bedoeld voor vervanging bij ziekte of extra fte’s? Aan het einde van het stuk, staat vlak voor de financiële consequenties; ‘opgemerkt wordt, dat in 2010 al in een viertal situaties, conform het nieuwe beleidskader is gehandeld’. Als ik dat lees, heb ik toch de neiging om aan te sluiten bij de vorige sprekers dat ik toch heel graag zou hebben dat, ik begrijp dat het college een zekere flexibiliteit wil hebben, dat die niet op alle punten gecheckt wil worden. Die willen een budget en dat budget is bedoeld voor personele kosten en of dat nu inhuur derden is of salarislasten, dat is soms niet altijd van belang. Maar die punten 1 t/m 6 zoals die in het begin zoals er dus op dit moment gewerkt wordt, die verantwoording zou ik toch graag ook straks nog ergens terug zien. Dhr. de Jongh Destijds, meneer Bos was daar toen volgens mij ook voorstander van, is dat beleidskader inhuur derden vastgesteld. Dat had ook een bedoeling. Het stond ook in het coalitieprogramma op het moment dat hij van die coalitie deel uit maakte. Daar herinner ik maar even aan. Dat had ook een bepaalde bedoeling. Wat het college mij maar eens duidelijk moet maken, is waarom men dan kennelijk ‘last’ had van dat kader, waarom het niet flexibel genoeg was. Leg dat maar eens uit. Wat hier voorgesteld wordt dan verbeterd het, dan wordt ik ook graag geïnformeerd wanneer en in welke situaties van dat kader afgeweken is in die periode en waarom er van het toen vigerende kader is afgeweken want wij keuren dat eigenlijk met dit voorstel, impliciet goed dat dat gebeurd is. Het is ook een kwestie van rechtmatigheid en als wij hier mee instemmen zijn die handelingen ook automatisch rechtmatig geweest. Dhr. van Strien Ik kan me helemaal aansluiten bij dhr. Bos. Ik snap niet zo goed waarom de raad dat op die manier heeft gedaan. Het wantrouwen druipt er van af. Wat dat betreft lijkt het me voor het Dagelijks bestuur veel handiger werken dat het ook dagelijks kan besturen met die 7,9 miljoen. De taakstelling is helder, die staat in de begroting. Succes. Weth. van den Belt Meneer Klaassen, de meerwaarde; volgens mij had u zelf al het antwoord gegeven. Dhr. Bos en dhr. van Oort wezen u daar op. Laat duidelijk zijn, ik praat hier ook een beetje uit ervaring. Ook ik ben afgelopen jaren geconfronteerd met de beleidskaders die er nu liggen en zonder enige afbreuk te doen aan die beleidskaders, ze zijn helder. Wat je ziet, dat is de afgelopen jaren wel gebleken, dat het in de praktijk gewoon verschrikkelijk moeilijk is om er goed mee te werken. Je loopt toch heel vaak achter de feiten aan om snel te kunnen reageren, om snel 28
knelpunten in de organisatie op te kunnen lossen doordat je naar de raad moet en daar een bepaalde periode voor staat om het besluit van de raad ook daadwerkelijk te kunnen krijgen. Vaak is het dan zo, dat je achter de feiten aan blijft hollen totdat je dus daadwerkelijk het knelpunt wat ontstaat kan oplossen. Vervolgens krijgt de wethouder, toen kon ik dat op een andere manier beoordelen om dat de wethouder dan met een heel groot probleem zat, want die werd door de raad aangesproken dat de zaken die hij beloofd had, niet gerealiseerd konden worden omdat we een vrij kleine organisatie zijn en erg afhankelijk zijn van de ambtenaren. Ook een van de problemen die we daarbij hebben als een kleine organisatie, is dat bepaalde functies binnen deze organisatie, ook afhankelijk zijn van specifieke kennis. Dat maakt het probleem dan alleen maar moeilijker. Vacatures die moeilijk invulbaar zijn, denk aan specifieke functies op RO. Die liggen niet voor het oprapen dat soort mensen. Op het moment dat je daar dan snel op wilt reageren, kom je al snel of op een heel duur bureau uit of je probeert een andere oplossing te vinden. Dhr. van Oort legde een link naar het vorige agendapunt, het staat overigens ook in ons coalitieakkoord, daar staat heel duidelijk omschreven dat wij zullen streven om de inhuurderdenpost, de externe inhuur, zoveel mogelijk terug te brengen qua financiën. Dat doen we door zoveel mogelijk samen te werken met andere gemeenten en te kijken of zij op bepaalde posten experts hebben zitten die eventueel een aantal uren ingezet kunnen worden bij een kleine gemeente zoals wij, met de afspraak dat die inhuur vanuit een andere gemeente ook gebeurt tegen de tarieven die een ambtenaar verdient en niet tegen een tarief wat een extern bureau inbrengt. Het zal niet op alle functies te realiseren zijn maar in het coalitieakkoord geven we aan, dat we toch proberen om voor 75% van de functies dat ook zo te realiseren. Om die ruimte te krijgen moet je flexibel daar op kunnen reageren. Op het moment dat zo’n gemeente zegt van we hebben nu iemand beschikbaar, het past nu binnen de planning die we hebben, en je kunt pas 2 maanden later teruggaan met dat akkoord omdat dan de raad daar een besluit over kan nemen, dan hoef ik u niet uit te leggen hoe moeilijk het is om met de bestaande beleidskaders te moeten en te kunnen werken. Dhr. de Jongh heeft gelijk, op een viertal situaties is wel of niet een besluit op genomen door de raad, maar wat onderaan de streep uiteindelijk geldt, is dat er geen officieel besluit is genomen door de raad op basis van het beleidskader inhuur derden. Die rechtmatigheid, die moeten we in de gaten houden, dat als u hier mee instemt, dan wordt dat ook daarmee geregeld. Een van de voorbeelden die ik u kan noemen, is de kerntakendiscussie die begin dit jaar voorbereid is. Tijdens de behandeling door de raad waarbij de raad de opdracht heeft gegeven om die kerntakendiscussie voor te bereiden, is door de toenmalig voorzitter aangegeven aan de raad dat dat personele consequenties heeft omdat het de huidige bezetting van het cluster financiën daarvoor niet toereikend is, willen we dat op een goede manier doen. Daarmee heeft de raad dus op dat moment ingestemd van ok, ga daar mee aan de slag maar de raad heeft niet ingestemd conform het beleidskader inhuur derden. Dat is één van die voorbeelden die er nu liggen. Een tweede voorbeeld is bijvoorbeeld bij de ‘zwangerschapsgolf’ die we gehad hebben, ook het beleidskader inhuur derden geeft strikte richtlijnen mbt zwangerschap, daarvoor moet dus naar de raad gegaan worden. Het geeft wel aan hoe moeilijk dat is want dan zou je dus eerst naar de raad moeten gaan, dan ben je twee, drie maanden verder, je loopt dan echt achter de feiten aan. Daarop is dus ook geanticipeerd met betrekking tot de projecten die gedaan moesten worden en dat waren er nogal wat, met name op RO. Meneer Klaassen, u snapt het niet en heeft het over schrappen. Voorheen was het bedrag wat opgenomen werd in de begroting voor inhuur derden meer dan 2 ton. Dit is al teruggebracht naar anderhalve ton. Ik moet ook aangeven dat als we naar de jaarrekening van vorig jaar kijken, dan ziet u dat ook op de totale personeelslasten uiteindelijk en inhuur derden, inhuur derden 14.000 euro en op de totale personeelslasten 297.000 euro niet uitgegeven is. Dus daar wordt heel kritisch op gestuurd door het college. Dat er kritisch op gestuurd wordt, is denk ik, ook mede te danken aan de beleidskaders die het vorige college weg heeft gelegd. Dat heeft een bewustwordingsproces weggelegd, zowel bij het toenmalig college en de toenmalige directie. Ik denk dat wij als college dat stukje bewustwording graag hebben overgenomen en daar ook kritisch op zullen sturen. De verantwoording vindt gewoon plaats via de jaarrekening. U kunt natuurlijk het college er op aanspreken op het moment dat wij de totale personeelslasten overschrijden. Die totale personeelslasten moeten dan wel verruimd worden met de post inhuur derden om calamiteiten ook op te kunnen vangen. Dat is een beetje de strekking van de intentie van dit voorstel. TWEEDE TERMIJN 29
Dhr. Klaassen Ik vond die oude regels juist prima zoals ze er stonden want ik zag het eerst ook niet en dacht van ‘nou dat ziet er mooi uit wat ze willen gaan doen’. Ik benader het op een hele andere manier. Het is die geweldige VVD geweest met een zeer kapitalistisch systeem die er voor heeft gezorgd dat we allemaal bureau’s gaan krijgen en dat mensen allemaal het geld achterna gaan en dat we zoveel moeten gaan betalen. Wat ik nog steeds niet snap, u wil iets meer flexibiliteit hebben en dan zegt u vervolgens van we gaan nu niet meer naar die bureau’s toe, we gaan nu met de gemeenten samen een soort pool van ambtenaren creëren die voor hetzelfde salaris dat gaan doen. Mooi, dan zetten we het extra geld wat we normaal voor derden kwijt waren apart, dat hoeft dan niet meer. Als ik die regels bekijk kun je dat gewoon doen zonder dat je naar de raad gaat want je gaat alleen naar de raad als het niet te realiseren is, als je meer geld nodig hebt om eenzelfde formatie in te kunnen vullen. U noemt het voorbeeld van financiën, dat dat toen aan de raad is gevraagd maar ik kan me voor de rest eigenlijk helemaal geen voorstellen herinneren in de afgelopen vier jaar dat het college bij de gemeenteraad is gekomen om te vragen van we zitten met de handen in het haar, we hebben mensen nodig en extra geld om in te gaan huren. Dat is niet voorgekomen. Dan is het ook geen probleem. Als u vervolgens ook nog zegt dat we zoveel bezuinigingen voor elkaar hebben gekregen met deze huidige regels, waarom gaan we ze dan veranderen? Als u meer flexibiliteit wilt hebben in het kader van die ambtenarenpool, dan zeg ik, pas de huidige regels daar iets op aan maar gooi ze niet allemaal van tafel en doe er eigenlijk niets nieuws voor terug. Dhr. van Oort Ik kan kort zijn. Ik had in 1e termijn al gezegd dat ik het gevaar zie. Wij kunnen controleren met de jaarrekening. Maar de cijfers die wij in de begroting aangeleverd krijgen, worden over een paar jaar bepaald door de regio omdat wij het uit handen geven. Die getallen waar u mee komt worden hier gewoon altijd aangenomen, wij kunnen ze controleren met de jaarrekening maar de getallen presenteert u over een paar jaar in samenspraak met de regio. Dhr. Bouwens Ik kom toch nog terug op het stukje tekst wat ik net voorlas ‘uitbesteden werkzaamheden via het aannemer van werken’ zijn we dan een soort uitzendbureau. Het tweede stukje, ik snap uw motivatie en ik snap de onderbouwing. Ik snap dat flexibel, snel en adequaat wilt werken, daar is niets mis mee. Dat daar een budget voor moet komen is ook niets mis mee maar aan het einde moet een verantwoording liggen en die verantwoording zie ik heel graag volgens die 6 punten die op dit moment nog actueel zijn. Wij willen graag kunnen volgen hoe het met de personele kosten hier gaat. Weth. van den Belt Meneer Klaassen, op het moment dat je gaat inlenen bij de regiogemeenten, waarom moet dat dan zoveel meer kosten. U moet zich wel realiseren dat op het moment dat iemand met zwangerschapsverlof gaat, wij daar niet voor verzekerd zijn, die kosten lopen door. Die hobbel die dan ontstaat, moet je wel opvangen en daar is dat budget dan voor wat op je personeelslasten komt. Het komt er extra op en dat stukje dek je hiermee af. Meneer van Oort, het zou natuurlijk heel raar zijn als de regiogemeenten zouden bepalen wie wij inhuren. We proberen vraaggericht te werken. De vraat ontstaat hier. Wij bepalen de vraag samen met u en de projecten en werkzaamheden die u ons oplegt. De regio regeert daar niet over. We hebben zelf de regie. De vraag mbt de werkzaamheden zal ik via een memorie beantwoorden. De Raad besluit het voorstel als een A-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering.
De voorzitter schorst de vergadering om 23.10. Afgesproken wordt om op dinsdag 12 oktober om 19.00 uur verder te gaan.
VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. Wij constateren dat een aantal Raadsleden niet aanwezig is. Een aantal heeft zich afgemeld. Ik heb gisteren verzuimd mw. Muis afwezig te melden wegens ziekte. Dhr. Heesters, mw. De Groot en dhr. Van Strien hebben zich afgemeld. Raadsvoorstel 10, rapportage subsidies, staat nog open en agendapunt 6 Ontheffingenbesluit Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een opiniërende bespreking. Ik wil voor het laatste 30
voorstellen dat we dit agendapunt doorschuiven naar een meer voltallige Raad. De wethouder heeft hiermee geen moeite.” Dhr. DE JONGH: “Heeft u hiervoor een reden?” VOORZITTER: “Tijd, we zouden om 19.30 uur beginnen over de Begroting 2011 discussiëren en zoals afgesproken zou ik op tijd hiermee willen beginnen. Een opiniërende bespreking met een halve Raad is misschien minder interessant. Dat zijn de enige motieven.” Dhr. VAN NUNEN: “Hebben we ook nog een rondvraag? Ik mis dit op de agenda.” VOORZITTER: “Het staat op de agenda. Heeft U er een probleem mee als het doorschuiven naar het eerstvolgende moment waarop we weer samen komen?” Dhr. VAN BRUMMELEN: “Voorzitter, blijkbaar vinden de andere Raadsleden het niet zo interessant anders waren zij er ongetwijfeld wel geweest. Ik zie de noodzaak er niet van in waarom het doorgeschoven zou moeten worden.” Dhr. DE JONGH: “Er komt bij dat ik over het stuk tevreden was.” VOORZITTER: “Dan wordt dat misschien een hamerslag. Ik begin met Raadsvoorstel 10.” Dhr. VAN BRUMMELEN: “We hebben de notulen van de vorige vergadering ook nog niet vastgesteld.” VOORZITTER: “We zullen daarmee dan eerst beginnen, vaststellen verslag DiscussieRaad 13 en 14 september 2010. Heeft iemand op- en/of aanmerkingen? Hierbij is het verslag vastgesteld. Ik ga over naar Raadsvoorstel 10, rapportage subsidies.” Raadsvoorstel 10: Rapportage subsidies Dhr. BOS: Het aantal weigeringen, Stichting ReaggeFèr staat er twee keer in. Is er twee geweigerd of is dat een omissie in de tekst? Dhr. K. VAN OORT: We zien dat er veel subsidies verleend zijn. Is de wethouder tevreden over de wijze waarop het gebeurd? Uit de lijst met de afgewezen subsidies blijkt dat de subsidieaanvraag van ReaggeFèr geweigerd is. De gemeenteraad heeft de later de subsidie alsnog toegekend. Hoe kijkt de wethouder tegen het eventueel verstrekken van subsidies aan evenementen en festivals? Deze dragen ook bij aan samenlevingsopbouw, cultuur en vaak ook jeugdbeleid. Dhr. VERSCHUREN: Wat betreft het bijgevoegde overzicht verleende subsidies, onder sport staat Nederlandse Sportalliancy. Ik heb gegooled om na te gaan wat dit precies inhoudt. Wat heeft de Nederlandse Sportalliancy de afgelopen vier, vijf jaar voor onze gemeente kunnen betekenen? Onder cultuur en kunst staat een bedrag van € 143.000,00. Waarom is deze subsidie zo hoog? Het is voor het centrum van de kunsten van Amadeus, een muziekschool. Ik heb uitgezocht wat dit nu precies inhoudt. Ik wil weten waarom die subsidie zo hoog is en waar de kosten nu inzitten. Is het ongeveer bekend hoeveel leden of leerlingen van het centrum gebruik maken? De subsidies die lager dan € 10.000,00 zijn worden aangemerkt als budgetsubsidie. Klopt dit? Dhr. HOOIJMAIJERS: ReaggeFèr staat er twee keer op, hoe zit dat? Wat heeft u van tevoren afgesproken om uit te geven aan subsidies en is dit ook verwezenlijkt? Er zijn twee verordeningen. Kunt u mij zeggen welke subsidie op welke basis uitgegeven is? Er is een verordening uit 2005 en een uit 2009. Welke subsidie valt onder welke verordening? Wethouder SMIT: ReaggeFèr staat er inderdaad twee keer op. Het is twee keer geweigerd, zoals GroenLinks aangeeft is er naderhand door de Raad alsnog gevoteerd. Het is uiteindelijk wel uitgekeerd. 31
Wij vinden het wel nodig om het op deze manier neer te zetten. Dit ook omdat de verordening die door de Raad aangenomen is in 2009 ons dit voorgeschreven heeft. Als je kijkt naar of we tevreden zijn over het toekennen van subsidies, in feite ga ik hier niet over. Ik voer het beleid uit aan de hand van de verordening die opgesteld is. Mochten er twijfels zijn, wordt het stuk voorgelegd aan het college en wordt het ter kennisname aan de Raad aangeboden. Het zijn subsidieaanvragen waarbij je in een spagaat zit, valt het net binnen of net buiten de verordening. De Raad kan hierover dan altijd nog iets vinden of vragen over stellen. Ik vind het heel moeilijk U aan te geven, nu ik vijf maanden op weg ben, of ik nu blij met de verordening ben. Op dit moment is dat nog iets te veel gevraagd. Ik probeer me er wel zoveel mogelijk aan te houden. De verordening van 2009 beslecht niet heel 2009 omdat het tussentijds ingevoerd is. De Nederlandse Sportalliancy heeft hier als organisatie, ze doen wel iets meer richting scholen, een subsidie aangevraagd. Het heeft te maken met het traject kennismaking van scholen met sporten. Zij zitten hier ook wel eens tussen in om dit te stimuleren. Subsidiekosten Amadeus. Amadeus is een structurele subsidie. Dit is een van die organisaties die boven het bedrag van € 20.000,00 zit waarop wij dit jaar gekort hebben, hetgeen in de begroting terug te vinden is. Het is een vaststaand gegeven. Ik ben wel voornemens te kijken of de subsidie die wij aan Amadeus toekennen past in de tand des tijd. Dit betekent dat hierop nieuw beleid geschreven moet worden en dat heeft tijd nodig. Het heeft de komende periode aandacht. Het is een groot bedrag ten opzichte van het aantal kinderen die er gebruik van maakt. Dit is mij ook opgevallen. Hierop dient beleid geschreven te worden. Het dient herijkt te worden om hiermee iets te willen. U constateert terecht dat het een groot bedrag is. In de tijd zal dit onder de loep genomen moeten worden of dit nog steeds past binnen hetgeen wij willen. Dit zal nog een keer aan de Raad voorgelegd gaan worden. Mijnheer Hooijmaijers, Uw vraag heb ik ook al beantwoord met betrekking tot de verordening 2009. Dit is hetgeen wat gehanteerd wordt op dit moment. De verordening van 2005 is passé bij het aannemen van de verordening van 2009. Dit is ook hetgeen waarop wij ons op dit moment op richten. Een van die voortvloeisels hieruit is deze verantwoording afleggen. Budgetsubsidies, € 10.000,00, dit zijn de kleinere subsidies die niet altijd structureel vastgelegd worden. TWEEDE TERMIJN Dhr. BOS: Wellicht hoort het niet in deze rapportage thuis maar ik heb me afgevraagd of de bijdrage die wij aan Haïti gegeven hebben onder subsidies valt of onder een andere post? We hebben € 1,00 per inwoner toegekend aan de rampspoed die in Haïti heeft plaatsgevonden. Of heeft dit in 2010 plaatsgevonden? Wethouder SMIT Dit is niet uit de subsidiepot verstrekt. Dhr. VERSCHUREN: Ik wil nog even terugkomen op de Nederlandse Sportalliency, u zegt dat dit met school te maken heeft. Ik heb het idee dat u niet precies weet wat zij de afgelopen vier, vijf jaren gedaan hebben. Het is een bedrag van € 5.000,00. Als ze dan toch niets doen, is het misschien iets om het er uit te halen? Dhr. HOOIJMAIJERS: Mijn vragen zijn eigenlijk niet helemaal beantwoord. Wordt er van tevoren een pot samengesteld van subsidies die we als college gaan verstrekken en is daar aan voldaan? Of is er meer of minder uitgegeven? Ik zou ook willen weten welke bedragen er onder de oude subsidieverordening uitgegeven zijn en welke onder de nieuwe. Er zijn twee subsidieverordeningen. Wethouder SMIT: Ik wilde niet onduidelijk overkomen, mijnheer Verschuren, maar zijn verschillende trajecten waarbij kinderen in de gelegenheid worden gesteld en gestimuleerd vanuit de scholen om kennis te maken met verschillende soorten sporten. In één van die onderdelen zit ook de Nederlandse Sportalliency die zich daarvoor inzet. Dit kan zijn in een traject zoals met NKS, Nederlandse Katholieke Sportfederatie, en er is ook traject vanuit zonder enige geloofsovertuiging, de Nederlandse Sportalliency, zij stellen kinderen staat om kennis te 32
maken met verschillende sport. Daarvoor worden boekjes uitgegeven, worden er kennismakingsbijeenkomsten georganiseerd. Daarin zit het verhaal waarin de Nederlandse Sportalliency. Dhr. VERSCHUREN: Gebeurt dit ook daadwerkelijk? Wethouder SMIT: Ja, in 2009 is dit gebeurd. De gelden zijn op die manier besteed, kennismaking met sport vanuit scholen. Die subsidie is € 15.000,00, dit is een vaste pot. Ik weet op dit moment niet of deze subsidie weer opnieuw aangevraagd is. In 2009 is het gebeurd zoals ik het nu aangegeven heb. De subsidiepot, aan de hand de verordening van 2009 worden er gelden uitgekeerd. De andere pot die hierin ook vermeld staat, de grotere subsidies, de subsidiabele bedragen die ook in de begroting terugkomen zijn al eerder vastgesteld en zijn ook gecontinueerd in de verordening van 2009. Dit geldt voor Amadeus en het ouderenbeleid. Op die manier is het gecontinueerd en is het overgeheveld van de verordening van 2005 naar de verordening van 2009. Het wordt nog steeds gedaan op de manier zoals van 2005 maar het valt wel onder de verordening van 2009. Mijnheer Bos, Haïti valt hier niet onder. De Raad heeft het op een andere manier gevoteerd, uit onvoorzien. De Raad besluit het voorstel als een B-stuk te agenderen voor de Raadsvergadering.
6. Ontheffingenbesluit Wet ruimtelijke ordening. Opiniërende bespreking VOORZITTER: De wethouder wil eerst hierop een toelichting geven. Wethouder QUIRIJNEN: Ik wil hierop wel een toelichting geven maar het stuk spreekt voor zichzelf. In het kader van de WABO is er een aantal zaken die vergunningvrij worden. Men moet bij de winkel goed weten hoe dit in elkaar steekt, vandaar dat deze beleidsregels opgesteld zijn zodat men in het Frontoffice precies weet wat de mogelijkheden zijn, wat wel en wat niet kan, zonder dat de afdeling RO daarmee belast gaat worden. U heeft ook kunnen lezen dat als er een omgevingsvergunning aangevraagd wordt, de gemeente binnen 8 weken uitsluitsel moet geven. Men mag dit met 6 weken verlengen maar als er dan nog geen antwoord is richting de burger, wordt het van rechtswege verleend, die vergunning. Vandaar dat we dit beleid opgesteld hebben zodat het vanaf het begin af aan duidelijk was wat wel en wat niet mag. Dhr. J. VAN OORT: Ik wilde dat we dit per mail gekregen hadden. Het zat bij de stukken maar ik had het nog niet gezien. Ik wil het wel eerst graag nog even doornemen want ik vind het wel belangrijk. Het zal altijd een A-stuk moeten worden want ik wil er eerst nog even naar kijken. VOORZITTER: Het is een opiniërend stuk en geen Raadsvoorstel. De griffier geeft aan dat het ongeveer vier weken geleden per mail naar U gestuurd is. Dhr. VAN OORT: Het kan ook dat de mail het niet accepteert, als de mailbox vol zit of zo. VOORZITTER: Dat is een probleem wat bij Uzelf ligt. Dhr. VAN DEN ENDEN: De wethouder heeft het al gezegd, het stuk spreekt voor zichzelf. Er zijn duidelijke regels vastgesteld. Je moet wel in de gaten houden wanneer je wat evalueert naar aanleiding van zaken die zich voorgedaan hebben om te kijken of het aangepast moet worden, als dat nodig is.
33
Dhr. DE JONGH: Gezien de geringe animo om het woord te nemen, kan de wethouder daaruit concluderen dat het een goed stuk is! Het heeft inderdaad vier weken in een van de mappen ter inzage gelegen en die liggen er ook niet voor niets. Ik kan mij er in vinden. Wethouder QUIRIJNEN: Mijnheer Van den Enden vraagt om een evaluatie. Uiteraard, na een half jaar of eerder, want als blijkt dat iets niet goed loopt, grijpen we eerder in. We zullen U van de uitkomst op de hoogte brengen. VOORZITTER: We hebben uitvoerig hierover beraadslaagd. Ik dank de wethouder voor zijn bijdrage. 7. Rondvraag Dhr. K. VAN OORT: Vorige maand heb ik tijdens de rondvraag gevraagd naar het gebied tussen het eerste bastion en de Donge. De wethouder heeft daarop toen geantwoord dat het gebied vanuit de projectontwikkelaar aan de gemeente overgedragen zou worden. Hoe staat het daar nu mee? Dit zou eind september gebeuren. Wat gaan wij daarmee doen als dat eenmaal in ons bezit is? Laten we daar de vrije natuur er op los, ecologisch beheer of kiezen we voor een strak kader? Dhr. VAN DEN ENDEN: Rivierzicht Zuid begint bewoonbaar te worden. Er staan daar aardige woonhuizen maar er staat ook nog ergens een oud stulpje, de villa, tussen in en dat begint aardig te verloederen, heb ik van omwonenden begrepen. De villa is niet van ons. De omwonenden vragen wanneer hier iets aan gedaan wordt. Jongeren kruipen er in. In eerste instantie was het bewoond door een soort krakersorganisatie. Dhr. VERSCHUREN: Het IJsplein op het Heereplein gaat het wel of niet door, het zou eventueel verplaatst worden. Ik wil graag weten wat hiervan de status is. Ik wil mijn zorg uitspreken want na de binnensportverenigingen zijn nu ook de scholen aan de beurt bij dhr. Arendse. Zij hebben ook een verhoging gekregen van, naar horen zeggen, € 47.000,00 naar € 100.000,00 om te kunnen sporten. De Peuzelaer is daarvan ook een onderdeel. Het is een particulier maar het raakt wel de gemeenschap. Wij hebben ook de taak om de voorzien in een fasciliteit. Vandaar mijn bezorgdheid. Dhr. DE JONGH: De geluiden van dhr. Verschuren heb ik ook gehoord. Ik spreek hierover ook mijn bezorgdheid uit. Het zijn verhogingen die niet acceptabel zijn. Dhr. VAN NUNEN: Misschien hebben jullie het gelezen, wij hebben vorige week als Keerpunt ’74 een stuk over de Peuzelaer en de prijzen van Arendse in de Langstraat gezet. Dit baart ons ook enorm veel zorgen, zeker omdat de Peuzelaer al flink de dupe van eigenlijk alles op dat gebied geworden is. Wat is de stand van zaken omtrent de Peuzelaer? Met name ook met betrekking tot de sporthal maar ook tot renovatie of eventuele nieuwbouw. Wat betreft het maaibeleid wat op dit moment gevoerd wordt, dit is uiterst belabberd. Wordt dat dit jaar nog geëvalueerd, wordt er nog naar gekeken in hoeverre het verbeterd kan worden? Wethouder QUIRIJNEN: De eerste vraag over het bastion, ik neem dat het Oranjebastion bedoeld wordt. Op het moment dat de bouwwerkzaamheden overal klaar zijn, zal het een ecologisch gebied worden. Er wordt op dit moment een opname gedaan en bij het Oranjebastion wil men die kant al zoveel mogelijk gaan inrichten. Wat betreft het stulpje in Rivierzicht Zuid, er is een conflict tussen Bouwfonds en WSG. WSG zou het kopen en zou het in de verhuur brengen of te koop aanbieden. Wij spreken regelmatig hierover tijdens de vergaderingen die daarover gaan en wij dringen er op aan om het zo snel mogelijk op te knappen. Wij kunnen als gemeente niet meer doen. Het is een kwestie van WSG met Bouwfonds.
34
Dhr. BOS: Ik heb een vraag betreffende Rivierzicht Zuid, de aanlanding van de Burgemeester Letschertbrug op de oever aan de zuidzijde. Daar zijn momenteel parkeerplaatsen in aanleg en daarom loopt de damwandconstructie met een betonnen balk er over heen. Het is een hoogte van ongeveer 50 centimeter. Daar staat geen enkele hek er om heen en als daar kinderen spelen, vallen zij 4,5 meter de diepte in en in het water waar een halve meter staat en dat zou dan betekenen waarschijnlijk een dode of in ieder geval een zwaargewonde. Wat gaat daar gebeuren om de veiligheid te waarborgen. 90 centimeter is een minimale hoogte als beveiligingsvoorziening. Ik hoop dat er op hele korte termijn iets gaat gebeuren. Ik hoor graag van het college wat en wanneer er gaat gebeuren. Wethouder QUIRIJNEN: Zodra de aanleg klaar is, staat er ook een leuning. Die is daar voorzien en die leuning wordt volgens de veiligheidsnormen geplaatst. Dhr. BOS: Kunt u er dan voor zorgen dat er op voorhand tijdelijke bouwhekken geplaatst worden? Het is nu een toegankelijk gebied geworden vanaf het fietspad maar ook vanuit het voetpad wat daarop aansluit in de richting van de Bergse brug. Wethouder QUIRIJNEN: Ik zal dit meenemen naar het overleg. Wethouder SMIT: Wat betreft de Peuzelaer, tijdens het structurele overleg met WSG hebben we aangegeven dat het Raadsbesluit wat door deze Raad genomen is uitgevoerd moet worden. Dit betekent nieuwbouw van de Peuzelaer. Wij steken daar op in. Wij hebben wel enigszins de verwachting dat er over 1,5 jaar volledige nieuwbouw zou kunnen staan. Ik ben hierin voorzichtig want ik zou het niet met vette letters willen opdrukken want we kennen allemaal de positie en situatie op dit moment. Er zijn meerdere dingen binnen onze wereld aan de hand door allerlei financiële middelen pas veilig gesteld zijn op het moment dat het nodig is. Dit kan het komende jaar best nog wel eens veranderen. Ik wil U dit wel alvast meegeven omdat de Peuzelaer een precair onderwerp is. Vervolgens word ik met enige verbazing geconfronteerd met het feit dat de facturen voor het gebruik van de Veste, 1/3 derde sporthal, door de kinderen van de Peuzelaer verhoogd zijn van € 4.000,00 naar € 30.000,00. Een kleine correctie op het stuk wat in de Langstraat stond want daarin stonden andere getallen vermeld. Het gaat om het beeld wat geschapen is en dat is absoluut niet goed. Ik heb het recentelijk aan deze Raad geïnformeerd dat wij een goed gesprek gehad hebben met de binnensportverenigingen en met dhr. Arendse. Ik was in de veronderstelling dat je dit ook kon doortrekken naar het gebruik van de scholen. Helaas dacht mijnheer Arendse hier anders over. Vervolgens hebben wij ook kennis genomen van het verhaal wat in de Langstraat stond over die € 40.000,00 en € 100.000,00 betreffende het Dongemondcollege. Ik heb me niet opnieuw in die discussie gemengd omdat ik een keuze in mijn wil maken en ik had geen behoefte om direct met dhr. Arendse aan tafel te gaan zitten. Wij hebben naar alternatieven gezocht. Door middel van de alternatieven en medewerking van de Biekorf en ’t Schrijverke is het nu in ieder geval weer in orde gemaakt dat de kinderen zometeen terug naar sporthal De Veste kunnen met dien verstande dat het ook maar 10% omhoog gaat. Ik heb vanmiddag kennis mogen nemen van het feit dat het Dongemondcollege überhaupt zijn contract bij Arendse opgezegd heeft en dat zij van Van Drunen gebruik gaan maken. Aan de ene kant ben ik hiermee wel blij omdat de monopolypositie hiermee misschien wel doorbroken is maar aan de andere kant heeft het ook een keerzijde want wij willen wat met de sporthallen en daarvoor hebben wij WSG nodig. We zitten in een spagaat. Ik heb gedacht namens het college op deze manier te handelen. De resultaten zijn bekend. Wat betreft het IJsplein, wij hebben vanochtend tijdens het college hierover gesproken. Het college was voornemens om de vergunning vandaag namens de burgemeester in het college te bespreken, het zou gesitueerd worden op het Heereplein en het zou op die manier uitgevoerd worden, ware het niet dat de organisatie van het IJsplein duidelijk gemaakt heeft geen gebruik te willen maken van deze vergunning. Wij hebben dit middels een brief gecommuniceerd richting de organisatie van het IJsplein nadat er duidelijk een bestuursrechtelijke uitspraak geweest is omtrent de vorige manier van organiseren en dan met name in relatie tot de marktkooplui, die enigszins bezwaar maakten tegen het hoe het altijd georganiseerd is. Het IJsplein is niet opgenomen binnen de 35
marktverordening en ook niet binnen de evenementennota. Eigenlijk had ik verwacht dat na de uitspraak aan de bestuursrechtelijke kant dat men het initiatief had genomen om dit aan te passen. Dat is niet gebeurd. Als je dat afzet tegenover de rechtelijke uitspraak die toch redelijk duidelijk is, kun je niet de indruk wegnemen dat als er een aantal mensen, marktlieden, een paar ondernemers, bezwaar gaan indienen wel eens gehonoreerd zou kunnen worden. De organisatie, vrijwilligers, die iets voor hebben om dit evenement voor de kinderen binnen onze gemeente te organiseren neemt dan een groot risico en dat risico willen zij niet lopen. Met pijn in hart kan ik dit wel onderschrijven. Ik baal er wel van dat een feest wat voor kinderen is, binnen deze gemeente, nu weer om zeep geholpen wordt terwijl wij kijken naar de leefbaarheid binnen onze gemeente. Je hebt een aantal vrijwilligers en die doen wat, ze kunnen wat en nu zijn er drie of vier mensen die dit alles, met alle respect, verstieren. Wat is wijsheid in deze, zegt U het maar. Andere locaties zijn ook onderzocht. Dhr. BOUWENS: Ik wil de wethouder vragen op de locaties te reageren, in hoeverre zijn deze besproken? VOORZITTER: Er komt een memorie van antwoord. Wethouder VERSCHUREN: Wat betreft het maaibeleid, U zegt dat dit belabberd is. Wij werken dit jaar met beheersbestekken op kwaliteitsniveau van het onderhoud van groen. Op heel veel plaatsen gaat het goed. Op sommige plaatsen gaat het niet goed. U krijgt aan het einde van het seizoen een evaluatie hierover, over de gehele gemeente. Aan de hand daarvan kunnen we bezien waar we moeten bijsturen. U krijgt hierop een antwoord. VOORZITTER: Ik dank u allen voor uw bijdrage aan deze vergadering en sluit hierbij de vergadering. De voorzitter sluit de vergadering. Vastgesteld op 8 november 2010
De griffier,
De voorzitter,
36