NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE DISCUSSIE RAAD VAN DE GEMEENTE GEERTRUIDENBERG
Openbare vergadering op donderdag 8 september 2011 aanvang 19.30 uur in het gemeentehuis te Raamsdonksveer.
Voorzittter: Aanwezig met de voorzitter: Keerpunt ’74 PvdA CDA Partij Samenwerking VVD SP GroenLinks Uw Drie Kernen
Burgemeester M.J.A. Meijer
Dhr. Heesters, dhr. P.P.J.M. Voragen, mw. W.J.C. Muis en dhr. I. van Nunen mw. M. de Groot-Platenkamp en dhr. A.L.M. van den Enden Dhr. A.H.M. de Jongh, dhr. A.C. Broeders en dhr. Hooijmaijers Dhr. C. Bouwens en dhr. M.P.C. Hofkens mevr. L.C. Laurijssen-Kerremans en dhr. P. Kok Dhr. P. de Peuter Dhr. K.J.H.A. van Oort en mw. F.W.J. v/d Weerd-van Zoelen Dhr. J. van Brummelen, dhr. H.A. van Strien dhr. J.A.M. Slenders
Griffier:
Mw. K.M.C. Millenaar-Rammelaere
Wethouders:
Dhr. R.P. van den Belt Dhr. A. Smit Mw. A.A.M. Verschuren Dhr. W.J. Quirijnen
Notulen:
Mw. M. van Heel
Afwezig: Uw Drie Kernen Publiek:
Aanwezig
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet een ieder van harte welkom 2. Vaststelling agenda De agenda wordt goedgekeurd en vastgesteld.
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
1
3.
Spreekrecht
4. Vaststellen verslag Discussieraad Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld. 5.
WSG
VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering.” VOORZITTER: “We hebben afgelopen maandag met elkaar gesproken over dat we enige wijzigingen in de agenda zouden aanbrengen en dat betekende dat we de verantwoording die wij wilden geven, het relaas dat we wilden geven omtrent de WSG hedenavond zouden doen. Op verzoek van dhr. De Groot, die wij vanaf deze plaats van harte feliciteren met zijn verjaardag, beginnen wij daar mee. Als we zover zijn, zullen we de vergadering schorsen waarna we de draad weer oppakken en de rest van de agenda trachten af te werken. Ik stel voor de agendapunten die we vandaag niet kunnen behandelen door te schuiven naar de volgende DiscussieRaad. Drie avonden is toch wel de limiet.” VOORZITTER: “Wij hebben de behoefte om met U te praten over de situatie die bestaat in onze gemeente en onze regio rondom de woningcorporatie WSG. Er is veel hierover gepubliceerd, losse berichten. Ook de vraag wat gebeurt er met WSG en wat doet de gemeente in dat dossier. Wij hebben de behoefte om de informatie die wij hebben te delen en de analyse die wij maken ook met U te delen en voor zover dat noodzakelijk is ons te verantwoorden over ons doen en laten in dat dossier. We doen dat doordat ik tijdsgewijs door het dossier heen ga en een verklaring geef over wat wij gedaan en gelaten hebben. Dat kan door informatieverstrekking door overige leden van het college die vanuit hun portefeuille daarmee bemoeienis hebben. Wij kunnen ons voorstellen dat we dat met name doen na mijn verklaring tijdens een debat in twee termijnen. Wij hebben van meet af aan toen wij dachten dat deze zaak zou gaan ontstaan een logboek bijgehouden. Dat logboek hebben wij vanavond voor U ter beschikking gesteld. Dat is uitgedeeld. Dit logboek begint ergens rond maart. Wij hebben een tweede logboek bijgehouden voor een onderwerp wat de laatste weken speciaal Uw interesse heeft, te weten de sportaccommodaties. Ook dat hebben wij U ter beschikking gesteld. De belangrijkste informatie staat in beide logboeken opgenomen. De verfijning van de informatie vindt U in de bijlagen, een stapel van 6 cm en een stapel van 3 cm, qua hoogte dan, en die liggen bij de griffier ter inzage. Als wij als college naar de zaak WSG kijken, kijken wij wat verder dan het begin van dit jaar. In feite is de discussie rondom WSG ontstaan, ook in deze Raad, aangezet door Raadslid Jan van Oort toen het ging over de borgstelling WSW. Dat is de eerste fase. We praten dan over zo’n twee jaar geleden. Daarin merkten we dat WSW scherp zeilde en dat scherpe zeilen soms achteraf gevolgd werd door WSW en dat wij informatie gekregen hebben, ook van beleidsmedewerkers van WSW hier ter plaatse, hoe zij daarmee waren omgegaan en hoe zij daarmee zouden omgaan. Op zich een presentatie die aantoonde dat het een corporatie was die er alles uit haalde wat er in zat. Vervolgens hebben we na die situatie over de borgstelling een debat gehad over de borgstelling voor het derde bastion, november vorig jaar. Scherp, met name omdat het ging over de vraag of ze die borg waard zijn. Ik kijk nog eens naar Jan van Brummelen die tijdens dat debat met name had ingestoken op de eigen vermogenspositie van WSG in relatie tot andere ontwikkelaars en zijn vraagtekens daarbij gezet had of dat wel gezond was. Op zich heeft dat debat en zeker onze inzet voor dat debat ook gewerkt want uiteindelijk bleek dat aan de voorwaarden voor de borgstelling kennelijk niet voldaan kon worden en is er een situatie ontstaan dat WSG ons gezegd heeft die borgstelling niet te willen gebruiken, niet te willen benutten. De oordeelsbrief van de Minister. Nog in december vorig jaar kregen wij de oordeelsbrief van de Minister waarin aangegeven werd dat WSG de A2-status had. Een brief die ons redelijk gerust stelde en die ook een rol speelde in onze beoordeling over de borging omdat het inhield dat er weliswaar enige maatregelen noodzakelijk
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
2
waren en dat er op termijn sprake zou zijn van een levensvatbare en gezonde WSG. We kregen in die voorfase informatie over vertragingen in bouwstart. Het begon altijd volgende maand en een volgende maand schoof nogal eens op. Dat was ook een teken dat de financiering c.q. de aanbesteding van de projecten niet liep zoals het had moeten zijn. We kregen externe signalen en ook dringende externe signalen. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat wethouder Van den Belt en ik op 3 maart 2011 een bezoek gebracht hebben aan Centraal Fonds Volkshuisvesting en daar gesproken hebben met dhr. Jan van de Moolen, directeur van het Centraal Fonds en met dhr. Hesselmans, de accountmanager die WSG onder zijn hoede had. Daar bleek dat de zorgen groot waren en dat de zorgen ook uitgesproken werden en dat er afgesproken werd dat we elkaar op de hoogte zouden houden en ook wij hadden onze zorgen uitgesproken en dat wij in feite daarmee over het hoofd van WSG heen met hun toezichthouder in gesprek zijn geraakt. Vervolgens komen we in volgende fase. We praten dan over 3 maart, we praten dan over een fase die zich met name afspeelt in de maand maart en loopt tot 28 maart toe. Een fase waarin de spanning rondom WSG oploopt. Wij melden daarin het uitblijven van de info over de jaarrekening. Iedere week werd beloofd dat het volgende week zou komen. Wethouder Van den Belt heeft daarin veel activiteiten gestoken om de directeur, bestuurd van WSG daarover te bevragen. Als gevraagd werd wanneer het zou komen, gaf men aan dat het volgende week zou komen. Dat is een situatie die voortdurende. We kregen een mondelinge mededeling dat WSG afzag van een garantie. Gevolgd door een brief van WSG over hetzelfde onderwerp waarin zij aangaven af te zien van de garantie maar toch te willen starten met de bouw, zoals gepland. Ongeveer gelijktijdig verscheen in BN De Stem het artikel met de kop ‘WSG maakt pas op de plaats’, daarmee legitimatie gevend aan de vertragingen die er aan het optreden waren. Op 25 maart informeert het CFV ons college middels een telefoongesprek met wethouder Van den Belt en in de middag een gesprek met wethouder Van den Belt en mij over het feite dat zij vervolgstappen willen gaan nemen in de richting van WSG. Zij spreken daarbij uit dat ze het bestuur willen versterken en dat ze van WSG een maatregelen verwachten. Wij als college, bij monde van de voorzitter, delen die informatie met het Presidium dat dan vrij spoedig plaatsvindt, bijeen geroepen. Op 28 maart treedt Peter Ruigrok aan als interimbestuurder van WSG. Wij naderen dan een onderzoeksfase, een onderzoeksfase waarin zowel WSG op pad gaat om haar portefeuille te analyseren, wat zijn de cashflows en wat zijn de bleeders, om het maar eens in die termen te zeggen en de gemeente voor het punt staat een inventarisatie te maken van haar projecten die zij samen met WSG deelt om vanuit die inventarisatie te bekijken hoe er verder gegaan moet worden in de samenwerking met WSG. Als je kijkt naar wat de WSG doet, passen zij een balanscorrectie toe en dan tel ik het verlies en de balanscorrectie bij elkaar kom en dan is zo’n 63 miljoen. Ze besluiten de grondposities af te bouwen, praten ze over de overdracht van projecten bij de projectdoelen en de klanten worden overgedragen aan een andere leverancier en dan praten ze over heroverweging van projecten, moeten we de projecten wel doen, moeten we ze wel zo doen zoals ze zijn afgesproken. Dat is de analyse die is ontstaan en waarvan U in feite bij monde van de directeur van WSG bent geïnformeerd bij gelegenheid van de publicatie van de jaarrekening. Als wij kijken naar wat we gezien hebben, in die fase, hebben wij 15 projecten gedetecteerd die wij samen met WSG op een of andere wijze hebben lopen, uitlopend van een tweetal woningen aan de Zuidwal, een oude Edah in de Koestraat, de Peuzelaer tot en met Hoge Veer, Riethorst, centrumplan en Heereland en Vesting. Wij hebben ons laten adviseren over hoe met die projecten en met projectaanbieder WSG om te gaan. We hebben dat gedaan in het kader van een strategisch advies. We hebben een volkshuisvestingsdeskundige gevraagd om ons te adviseren: waar liggen onze sterke kanten als wij moeten onderhandelen met WSG en hoe pakken wij dat aan. Wij hebben ons juridisch laten adviseren en wij hebben dat gedaan aan AKD in de vraag van hoe sterk staan we, waar zijn sluitende afspraken over, waar zijn geen sluitende afspraken en hoe brengen wij het een en ander in relatie met WSG ter sprake. We hebben daarna de projecten gerangschikt op maatschappelijke betekenis, juridische hardheid, financiële betekenis en stedenbouwkundige noodzaken. Ik noem zowat criteria die ertoe leiden dat je dan het Hoge Veer bovenaan zet omdat dit weliswaar misschien voor ons niet van financiële grote
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
3
betekenis is maar de maatschappelijke betekenis daar ver bovenuit gaat. Eigenlijk zijn er een viertal projecten die onze hoogste prioriteit moeten hebben: Hoge Veer, Riethorst, centrumplan en Heereland. Wethouder Quirijnen kan U straks duidelijker hierover informeren. Vervolgens hebben we gezegd, kijkende naar WSG, wat is onze doelstelling met de organisatie? Wij hebben ons gefocust op de volkshuisvestelijke functie van WSG. Wij constateerden dat de WSG een aantal functies vervult: een functie van volkshuisvester, de functie van woon-zorgexpert, projectontwikkelaar tot en met recreatiewoningen toe en dat deed in een gebied wat ruimer was dan het oorspronkelijke werkgebied, waartoe je mag rekenen Geertruidenberg en later ook gemeente Roosendaal. Wij willen ons focussen op de volkshuisvestelijke taak in het oorspronkelijke werkgebied. Wij achten dat van belang en dat is ook voor ons van belang want dan is het ook onze corporatie die wij herkennen en die zich ook genesteld heeft in de haarvaten van de Geertruidenbergse samenleving. Wij willen die functie voorop stellen. Wij willen kijken naar de uitvoering van projecten. Wij hebben contracten gesloten met WSG en contracten vertegenwoordigen waarde en die waarde kun je niet zomaar weggeven. We moeten zorgen dat we de bewaking van de borgstelling doen, want daar ligt samen met de Provincie voor ons een belangrijk risico in het hele traject, gezien ook de stakende markten die er zijn. Wij willen gaan als het kan voor de continuïteit van de organisatie, voor de mensen die er werken en die er hun boterham verdienen en kijken of we een eigen lokale corporatie of een eigen lokale entiteit binnen een corporatie overeind kunnen houden. Dat zijn de doelstellingen van de gemeente. We komen vervolgens in de uitvoeringsfase en in de uitvoeringsfase gaat WSG aan de gang om balansverkorting tot stand te brengen. Van die grote uitgedijde portefeuille moeten stukken afgestoten en verkocht worden. Niet alleen omdat de portefeuille te groot is, maar ook omdat in de huidige situatie het genereren van cash om aan de verplichtingen te kunnen voldoen een noodzaak is. U bent daarover geïnformeerd door dhr. Ruigrok. Dat leidt ook tot een investeringsstop en een redelijk absolute investeringsstop. Gewoon bewonersonderhoud wordt nog wel uitgevoerd maar voor het overige heb ik begrepen dat er een bouwplan nog in aanbouw zal worden genomen. Verdere bouwplannen of verdere renovatieplannen zijn op dit moment niet aan de orde omdat simpelweg de cash daarvoor ontbreekt. Als we naar dat proces kijken, hebben wij binnen ons college een taakverdeling en rolverdeling gemaakt. De wethouders Smit en Quirijnen focussen zich op de projecten. Vanuit ruimtelijke ordening en vanuit welzijn en economische zaken en vanuit sport is dat ook hun eerste portefeuillebelang. Wethouder Van den Belt houdt zich bezig met de toekomstvisie voor WSG, het strategisch overleg en de financiën. Ik mag aanschuiven bij het strategisch overleg en wat coördineren tussen de diverse portefeuilles die hierbij betrokken zijn. De toekomstvisie is wel een bijzonder traject omdat dit een traject is waarin WSG zelf een rol speelt, de gemeente een rol speelt, Centraal Fonds een rol speelt, WSW een rol speelt, Binnenlandse Zaken een rol speelt en waarin volstrekte vertrouwelijkheid een werkgroep aan de slag is waarvan wethouder Van den Belt deel uitmaakt om te kijken wat de toekomst van deze woningcorporatie is en wat de toekomst van het bezit is wat deze woningcorporatie beheert en dat doet in een viertal werkopties, beginnend bij een afgeslankte WSG maar zelfstandig, vervolgens een WSG die via het kralenrijgprincipe wordt verbonden aan een aantal andere corporaties en een nieuwe corporatie zou vormen. Een WSG die onderdeel wordt van een grote landelijke koepel of een WSG die een rol speelt als semizelfstandige een rol speelt in een regionale oplossing. Dat zijn de varianten die onderzocht worden en die moeten worden beoordeeld en hun betekenis voor wat betreft de volkshuisvesting, wat betreft de financiën en wat dies meer zij. Wij hebben naast onze inzet voor de projecten, de inzet voor de continuïteit, de inzet voor de toekomst ook gekeken wat het voor ons financieel betekent. Wij hebben besloten onze begroting minder afhankelijk te maken van onze projectenorganisatie. U heeft tijdens eerdere termijnen hiervan al iets gemerkt maar wij zetten dat door in de begroting 2012 zodat het stagneren of doorgaan van projecten niet van het grootst mogelijk belang is voor onze dagelijkse huishouding, dat het verder gesepareerd is. We hebben gekozen om de risico’s die we lopen te beschrijven, te begroten en waar mogelijk ook in ons risicoparagraaf op te nemen danwel voorzieningen voor te treffen zodat we ook wat dat betreft toekomstbestendig bezig zijn. Toekomst die er naar uitziet voor het
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
4
einde van het jaar een definitief verslag te krijgen en dan zullen we weten waar de WSG geland is. We hopen dat we dan ook een basis hebben om te kijken hoe we verder kunnen. We gaan wel met elkaar over project praten maar als je kijkt hoe dat het op dit moment gaat rondom de vermogenspositie dan kan het wel eens zo zijn dat we een fase te vroeg zijn om te oogsten op dat dossier. Dit zou ik rondom dit onderwerp in eerste aanleg willen zeggen, waarbij wij het onderwerp over de sporthallen gesepareerd hebben maar we wilden het algemeen onderwerp daarvan loskoppelen. Bij de sporthallen hebben we dezelfde opzet, in de zin van een feitenrelaas in de vorm van een logboek. Wij kunnen tijdens de volgende termijn daarover praten.” Dhr. DE PEUTER: “Punt van orde. Kunnen we een leespauze krijgen van 10 minuten?” VOORZITTER: “Is hier behoefte aan? Oké. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering.” Eerste Termijn Dhr. VORAGEN: “Ik telde even hoeveel pagina’s het wel niet behelst. U noemt het een logboek, ik noem het bijna een dagboek! Een dagboek en in een dagboek wordt vrij nauwkeurig beschreven hoe iemand zich voelt, wat hij heeft gedaan, wat hij heeft afgesproken. Dat is ook de weergave hier. Ik ben heel erg benieuwd of u ook op 18.2 met dit logboek bent begonnen of dat dit een afspraak is geweest tussen u onderling om dit een maand later bijvoorbeeld op te stellen en terug te grijpen naar uw agenda’s. Ik vind het jammer dat wij dit niet een week eerder gekregen hebben om ons in ieder geval inhoudelijk te kunnen voorbereiden op dit gesprek. Ook dat had in vertrouwelijkheid gekund, diagonaal er doorheen. Als ik een aantal punten hierin zie, schrik ik toch wel enorm. Er zijn dingen ook mogelijk wellicht anders voorgespiegeld. Ik zeg uitdrukkelijk wellicht, voorzitter. En dat dhr. Ruigrok niet blij is dat u op momenten dat het u paste toch enige publiciteit in de vorm van Raadsbrieven heeft verspreid, kan mij dan geen moer schelen. U heeft bepaalde gekozen om uw verantwoordelijkheid te pakken in onze richting. Als ik dit lees, te weinig, en wat dhr. Ruigrok daarvan vindt, vind ik niet aan de orde. Dit is mijn eerste reactie en ik doe straks graag mee met de discussie.” Dhr. VAN BRUMMELEN: “Met dit logboek vinden wij dat wij te laat geïnformeerd zijn. Er zijn forse steken laten vallen en dit is er een van. Als je dat logboek even heel snel scant, wordt er op 3 maart dit jaar, ik ga niet terug naar de tijd van de borgstelling, ik wil me op dit jaar beperken, 3 maart vindt er een vertrouwelijke collegevergadering plaats en daarin wordt besloten dat de gemeenteraad vooralsnog niet geïnformeerd gaat worden. Drie weken later worden wij ‘s-middags gebeld om spoedeisend diezelfde avond nog bij elkaar te komen. U heeft ons toen geïnformeerd over wat er gaande was. Wij hebben ons beeld daarover kunnen vormen. Vanaf die tijd is het allemaal best wel in een stroomversnelling gegaan. Dat heeft u er wel van weerhouden om de Raad blijvend te informeren. Wij zijn dat hele traject niet geïnformeerd, steeds werd ons gezegd, u gaf dit tijdens uw inleiding ook al aan, dat we op het jaarverslag moeten wachten. Het jaarverslag werd gepresenteerd en toen werd geheimhouding opgelegd, ook over een aantal projecten. Als ik dan dat logboek even snel scan, zie ik bijvoorbeeld een voorbeeld van wethouder Quijrijnen meldt dat hij geïnformeerd wordt dat er 28ha van de grond te koop wordt aangeboden aan de huidige pachter. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Gemeentesecretaris Van Oudheusden geeft aan dat WSG niet voldaan heeft aan de toezegging inzake door de WSG gemaakte kosten. Dat is vier maanden geleden. Wij zijn daarover niet geïnformeerd. Daarnaast, ik vind dit een klap op de vuurpijl, wordt er op 31 mei een extern strategisch adviseur aangetrokken voor € 160,00 per uur exclusief reiskosten. Er wordt gesteggeld over de functie-inhoud en uiteindelijk wordt er drie weken later bevestigd dat de externe adviseur een offerte heeft gemaakt en
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
5
voldoet aan de mondeling gemaakte afspraken. Vakantietijd gaat er overheen. Er werd een presentatie gehouden door de externe adviseur. Er wordt een strafrechtelijk onderzoek gehouden richting de voormalige directeur van WSG. Er vindt advies plaats van AKD. De gemeenteraad wordt niet geïnformeerd. Wij zijn van mening dat de gemeenteraad niet geïnformeerd is vanwege de belangen van WSG en niet die van de gemeente. Als ik dit zo lees, vind ik dat de totale regie van de gemeente weg is. Er zijn bijvoorbeeld geen keuzes gemaakt om van projecten af te komen. Wij moesten zo nodig de samenwerkingsovereenkomsten honoreren. Als een van de partijen zich niet houdt aan de gemaakte afspraken, is in mijn ogen een kleine moeite om er vanaf de andere kant ook vanaf te komen. U sloot uw inleiding, voorzitter, met de woorden: ‘we gaan praten over projecten’. Het stadium van praten is al lang voorbij. We moeten nu eens iets gaan doen.” Dhr. BROEDERS: “Dit kort doorgelezen hebbende, misschien lees ik er over heen, maar ik zou graag willen of dat er nu op dit moment een dringend, huidig, direct financieel risico voor deze gemeente is. Kan WSG met de huidige cashflow zijn verplichtingen voldoen? Hoeveel borgstellingen hebben we nu precies open staan? Ik wil dit graag weten.” Dhr. DE JONGH: “Ik had dit overzicht graag ook eerder gezien en graag wat meer tijd willen hebben om dit goed door te nemen. Ik ben met dhr. Van Brummelen van mening dat wij ons niet door de WSG moeten laten leiden maar dat de belangen van onze gemeente voorop moeten staan. Die belangen verkeren op dit moment in gevaar. Ook maatschappelijke belangen. ik kijk dan niet verder hoe op dit moment de dossiers door WSG worden afgewikkeld van Riethorst Stromenland in Waalwijk maar ook het Hoge Veer in onze gemeente. U zegt, terecht, in uw betoog dat het Hoge Veer voor ons een topprioriteit is, maatschappelijk gezien. Ik merk daar nog niets van. Voorts staan er in het dossier een aantal zaken die ik graag nog nader wil bekijken want daarin staan onthullingen die mij nog niet eerder bekend waren, niet in die mate bekend waren. En dat we feitelijk voorgelogen worden door nationale organisaties, terwijl wij als Raad wel een belangrijke beslissing moeten nemen aangaande een borgstelling. Ik vind dat voorliegen! Ik verwacht van het college op uiterste korte termijn toch een overzicht van de projecten zoals ze er liggen, die we met WSG zouden gaan uitvoeren en de strategie hoe u met die projecten omgaat. Dat is ons belang. Ik voorzie dat als we daar niet sterk op insteken, dat er van al die projecten niets terecht komt. Ik zeg dan keihard, niets terecht komt en dat we voor al die projecten van nul af aan zullen moeten beginnen. Sommige Raadsleden zullen wat minder moeite hebben met een aantal projecten om deze opnieuw te gaan bekijken, bij andere projecten kunnen we dat gewoon niet maken. Ik wijs bijvoorbeeld in de richting van het Hoge Veer. Ik wil het in eerste termijn hierbij houden.” Dhr. BOUWENS: “Ik heb vandaag per mail een uitnodiging gekregen om de cursus snel lezen te volgen. Ik denk dat ik die vandaag wel nodig had! Het betrof een gigantisch aantal pagina’s, 6 cm. Als er een kopie bij de griffier ter inzage ligt, wordt dat een onwerkbare situatie voor deze complete Raad om documenten inhoudelijk te bekijken. Kunnen deze stukken digitaal beschikbaar gesteld worden? Als ik het stuk diagonaal niet snel doorlees, moet ik heel vlug tot de conclusie komen dat ik maar een vraag kan stellen. Wie is hier de regisseur? Anders gezegd, wie bepaalt hier de marsroute? Ik kom onbekende namen tegen, dhr. Van Sas? Ik denk dat ik de vorige sprekers toch wel juist concluderen dat we laat, misschien onvolledig, geïnformeerd zijn. Die maatschappelijke schade die we gaan ondervinden, dat is onze grootste zorg. Hoe moeten we straks daarmee omgaan? Het overzicht financiële risico’s, de borgstellingen is zonder meer iets wat de aandacht van deze Raad moet krijgen. Ik zit met spanning op die papieren te wachten. Waarom heef het CFV zo laat gereageerd? Was er überhaupt controle op dit soort “praktijken”?
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
6
Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Wij zijn ook verrast door de stortvloed aan informatie die nu ineens komt, terwijl we zo vaak en zo graag al veel eerder een kleine opsomming hadden van feitelijkheden, al was het maar een keer per week, als was het maar met een Raadsinformatiebrief. Het lag niet aan de Raad. Wij hebben genoeg gevraagd maar werden iedere keer met een dooddoener weggestuurd, dat we op de jaarrekening moesten wachten. Als ik lees dat er inderdaad, wat dhr. Van Brummelen aanhaalde over Kloosterhoeven, een mededeling 28ha grond wordt aangeboden aan de huidige pachter. Op 31 mei is een dure adviseur gevraagd. Wij weten daar helemaal niets van dat die man of vrouw ingehuurd is voor dit doel. Er staat: op 31 mei hebben we een schriftelijke reactie gehad van WSG met betrekking tot dorpshuis De Haven. Hoezo? Wat was daar mee? Wisten wij als Raad dat er plannen met dorpshuis De Haven afgeketst zouden worden, of dat er een gesprek was tussen de gemeente en WSG? In een keer uit het niets staat er: dorpshuis De Haven per 31 mei. Ik wil graag een opmerking maken over dat besloten wordt op 20.06 dat wethouder Van den Belt namens het college in een vertrouwelijk werkgroep zal gaan participeren. Wij wisten dat niet. Wij concludeerden dat wethouder Van den Belt in een bepaalde vorm toezicht had of ergens in de WSG zat omdat wij een mail kregen van de exploitant van Parkzicht, mijnheer Arendse, die ons er op wees dat de advocaat jurist van WSG van wethouder Van den Belt begrepen had dat de gemeente Parkzicht wilde kopen. Als mijnheer Arendse daarmee komt terwijl er geheimhouding is, begreep ik daar al niets van maar ik wil ik het graag omdraaien, hoe is het mogelijk als onze wethouder participeert in een vertrouwelijke werkgroep dat de jurist van WSG gaat lekken aan een exploitant? Je kunt dan wel zeggen, Piet, dat het niet klopt maar hoe komt hij aan die informatie? Hij wist het wel en ik wist het niet. Dat vind ik zo erg.” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “U verwisselt namen.” VOORZITTER: “Mw. De Groot verwisselt geen namen. De jurist van WSG verwisselt de namen, namelijk wethouder Van den Belt en wethouder Quirijnen. ” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Die jurist heeft helemaal niets te zeggen. Die jurist moet toch weten dat als je in zo’n vertrouwelijk werkgroep zit dat je n iet moet lekken naar partijen waarvan je misschien enorme claims aan je broek kunt verwachten! Dat weet ik nog wel zonder juridische achtergrond. Dat heeft mij ontzettend verbaasd. Toen was ineens de geheimhouding er vanaf. Gelukkig. De motie van de SP kon meteen diezelfde avond op ons bureau gelegd worden. Het klopt niet, dat ik informatie ontvang van iemand die meer weet dan ik als Raadslid. Ik voel me af en toe net zo’n nitwit die de spullen niet leest. Ik probeer dan wel uit te leggen dat ik alles lees maar dat ik het niet krijg. Dan staat er dat er op 22.06 een overleg is geweest over sporthal Parkzicht tussen de heren Quirijen en Smit met ambtelijke ondersteuning over de problematiek. Vervolgens staat er dat dhr. Arendse en WSG geen overeenkomst hebben met betrekking tot Parkzicht. Fijn dat wij dat ook niet wisten! Dan staat er dat WSG overweegt een supermarkt te realiseren in de Veste. Fijn dat ik dat ook niet wist! Dan blijkt dat er verregaande gesprekken zijn met mijn andere werkgever over herontwikkeling van een pand aan dorpshuis De Haven. Dat is misschien wel de informatie die een paar weken eerder kwam over De Haven. De Raad weet dat allemaal niet. Wij weten niet beter dan dat er een bibliotheek komt en dat het allemaal nog uitgekristalliseerd moet worden. Het is werkelijk hele nieuwe informatie en dit wordt zo maar even op ons bureau geworpen. Wij werden als Raad net voor het reces vertrouwelijk geïnformeerd maar eigenlijk hadden wij al weken informatieachterstand en dat neem ik u kwalijk. Je denkt dat je iets nieuws hoort maar het is allemaal al lang oud nieuws voor het college. Wie de regie heeft, maakt mij verder niet zo veel uit. Ik had veel liever gewoon geïnformeerd geweest, ook al was het vertrouwelijk. Er staat ook dat er een strafrechtelijk onderzoek wordt uitgevoerd, ook naar de echtgenote van dhr. Span. Dat is ook nieuws. Wat betreft de binnensport, wij moesten ook in de krant lezen dat wethouder Smit had geopperd om bij Van Drunen een vloer neer te leggen, ik meen voor € 150.000,00, en dan zou daarop getraind kunnen worden, weliswaar geen wedstrijden. Het is allemaal wel mooi en aardig
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
7
maar wij zijn de Raad en waarom moet ik in de krant lezen dat er misschien wel een vloer komt bij een particuliere ondernemer van € 150.000,00. De Raad moet dat toch beslissen?! Wij gaan toch over dat geld. Elke keer weer voel ik me achter de feiten aan rennen. Ik ben dit zo niet gewend. Wij zijn het niet gewend om zo met elkaar om te gaan. Ik wil het niet alleen maar in het negatieve trekken. Het kan ook best wel vanuit enthousiasme zijn of dat je denkt een oplossing te hebben voor iets, maar je moet eerst naar de Raad en dan naar de pers. Eerst naar de Raad en dan overleggen, zeker met particulieren want het is gemeenschapsgeld wat je bij een particulier gaat investeren. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Ik wil heel graag een reactie op het verhaal over de sporthallen en ook over geheimhouding en dergelijke.” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “Punt van orde. Ik hecht er waarde aan, voorzitter, dat mw. De Groot, ze kan daar niets aan doen, aan het begin echt die naamsverwisseling ter berde heeft gebracht. Het is gecorrigeerd door de voorzitter. Het was niet wethouder Van den Belt maar wethouder Quirijnen.” Mw. DE GROOT-PLATENKAMP: “Mijnheer Voragen, er stond wethouder Van den Belt in de mail. Als degene die mij mailt zich vergist, dat is niet de issue. Dhr. VAN OORT: “Het is heel slim om zo’n logboek te maken, vooral als dat aan het begin van zo’n proces gebeurt en dat alles bijgehouden wordt zodat je een overzicht van alle feiten hebt. Bij mij komt wel gelijk de vraag waarom wij dat logboek niet eerder ontvangen hadden en ook niet iedere maand een update gehad, een bijgewerkt logboek, zodat wij ook op de hoogte werden gehouden? Nu moet er vanuit de Raad continue om informatie gevraagd worden en dan krijgen wij eigenlijk bijna geen informatie omdat elke keer gezegd wordt dat we nog niets weten en moeten wachten op dit en op dat. Blijkbaar, als ik dit zo lees, staat er aardig wat bij elkaar geschreven en ook heel verspreid over het hele proces. U wist wel degelijk wat. Wij wisten niet dat er wat aan de hand was. Het had wel eerder naar de Raad gekund. Ik lees een aantal keren dat de rust bewaard moest worden. Op 3 maart staat al dat de WSG geen A-status meer heeft maar dat wordt ook niet veranderd omdat er anders onrust zou ontstaan. Dat is leuk en aardig maar waarvoor hebben we dan die status als het dan niet veranderd wordt wanneer het wel aan de orde zou moeten zijn? We zien een aantal keren dat afspraken niet worden nagekomen vanuit WSG. Waar is dan onze sturende regierol? Ik zie dit een aantal keren terugkomen maar verder geen actie van hoe we er dan voor gaan zorgen hoe die afspraken dan wel nagekomen worden. In juni staat bijvoorbeeld dat zorgprojecten prioriteit hebben voor WSG. Daar blijkt nu dus helemaal niets van met het Hoge Veer onder de rechter omdat WSG niet meer wil gaan bouwen. Ik vraag me af waar we nu staan. Het is nog steeds een zorgelijke situatie, ook over onze projecten. Als we aan het einde van het jaar pas meer duidelijkheid krijgen, hoe moeten we dan als gemeente hiermee verder? Het is nog te vers om er heel diep inhoudelijk op in te gaan. Ik wil het hierbij laten.” Dhr. KOK: “Ik ben er stil van. Ik ben een beetje flabbergasted. Ik ben niet snel stil maar ik ben nu toch echt wel een beetje stil. U heeft mij verrast. Ik had het vertrouwen in het college dat er iets naar buiten zou komen wat hout zou snijden. Ik kom op dit moment alleen maar tot de conclusie dat we de afgelopen maanden als Raad maar ook als college in ons hemd hebben gestaan. Wij zijn ingehaald door media, we zijn ingehaald door met name het financieel dagblad, wat u hier ook schrijft, wat ertoe leidt dat de Raad nu ook daadwerkelijk geïnformeerd wordt. Ik vraag mij af als dat niet gepubliceerd was geworden of wij dan wel geïnformeerd zouden zijn. Ik heb echt mijn twijfels over de gang van zaken. Uw informatieplicht had veel verder moeten gaan dan u nu laat zien. Ik ben teleurgesteld, ik ben boos. Ik moet ook eerlijk zeggen dat mijn vertrouwen een klein beetje geschaad is. Ik wil het graag voor de eerste termijn hierbij laten.” Dhr. DE PEUTER: “Ik wil eerst een korte verklaring voorlezen en daarna zal ik u hierover een aantal vragen stellen. Dat WSG op de rand van een faillissement staat en dat
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
8
daarvan veel mensen de dupe worden, is al erg genoeg. Degene die daaraan schuldig is of in ieder geval eerste verantwoordelijke, is voormalig directeur bestuurder van WSG. Het is geen gevolg van een in 2008 begonnen financiële of economische crisis, in tegendeel dat had een waarschuwing moeten zijn om het beleid om te gooien. Pas op de plaats maken, lees ik in de stukken. Dat zou toen toepasselijk geweest zijn. De grondpositie van WSG was in 2008 al heel fors, ongeveer de helft van de grond die ze nu hebben. Nota bene in de periode 2009-2010 is het grondbezit zelfs verdubbeld. Dat wist overigens het Centraal Fonds Volkshuisvesting een jaar geleden ook. Er zijn toen zeer forse aankopen gedaan terwijl toen iedereen al beter moest weten, zeker de directie van WSG, dat een pas op zijn plaats toch wel het minste was wat verwacht mocht worden. Toen al! Ik beperk me nu tot de grondpositie. In de genoemde periode werden nog diverse projecten opgestart. Het mag duidelijk wie wij als primair verantwoordelijke en schuldig, als je dat woord wilt gebruiken, beschouwen voor het huidige debacle. Zonder iets af te willen doen aan hetgeen gezegd is, dat neemt niet weg dat ook andere medeverantwoordelijk zijn voor wat er gebeurd is. Het Ministerie, het Centraal Fonds, dat wordt ook ik in dit logboek bevestigd, dhr. De Jongh had het net al over leugens, en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw hebben dan misschien geen boter op hun hoofd, nu blijkt dat ze dat dus wel hebben, maar erg alert is men niet geweest. De Raad van Commissarissen was niet deskundig, zat te slapen en/of er was sprake van belangenverstrengeling, want de controle op handel en wandel van de directie waarschijnlijk wel heeft vertroebeld. Hoe is het overigens nog mogelijk, voorzitter, dat twee leden van de Raad van Commissarissen die ook mede verantwoordelijk waren, het afgelopen jaar, daar nog steeds op hun stoel zitten? Toch niet vanwege de enkele honderden euro’s per uur die men ontvangt voor het bijwonen van een vergadering? Echter een speler op het veld van volkshuisvesting probeert nu weg te duiken: het gemeentebestuur van Geertruidenberg. Een gemeentebestuur dat jarenlang achter elk project van Span is aangehobbeld en dat neem ik Span niet kwalijk maar wel het gemeentebestuur. Met gemeentebestuur bedoelen wij B&W en de gemeenteraad, althans de overgrote meerderheid daarvan. Met onderbreking van ongeveer drie jaar heeft Keerpunt ’74 sinds 1997 tot 2010 steeds de wethouder Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geleverd, van John Smits tot Ad van Onzenoort. Wij weten hoe ver die aanhankelijkheid kon gaan. Zo heeft ex-wethouder Smits in 2003 een van de gemeenteraadsleden op een onfatsoenlijke en onoorbare wijze onder druk gezet om voor het Raadsvoorstel, toentertijd, voor de pilot en plan Dongeburgh te stemmen. Zo ver ging het. Het is niet alleen met de kennis van nu maar ook in het verleden hebben wij en GroenLinks er al op gewezen, en van GroenLinks met name Jan van Oort, dat het gemeentebestuur van Geertruidenberg en WSG samen een veel te grote broek aantrokken met het moto ‘ hoe meer, hoe beter’ en zonder de maatschappelijke gevolgen te bekijken of onder ogen te zien. Nog in 2009 stemde vrijwel de complete gemeenteraad in met een garantstelling van 25 miljoen en in 2010 nog eens met een garantstelling van 13 miljoen, waarvan de helft op conto van de gemeente Geertruidenberg, 19 miljoen euro. Ondanks het herhaaldelijk doorvragen, onder andere van mijn kant, kon maar niet uitgelegd worden waarom dit allemaal nodig was terwijl wij er eigenlijk geen enkel risico bij liepen. Voorzitter, de banken wisten natuurlijk het antwoord toen al maar daar is waarschijnlijk niet geïnformeerd door het gemeentebestuur. In 2010 geven we ook nog eens ongeveer € 500.000,00 Rijkssubsidie door plus € 500.000,00, zoals berekend, aan uren en kosten die de gemeente gemaakt heeft, dus eigenlijk 1 miljoen voor Rivierzicht Zuid aan WSG. Hoe staat het daar nu eigenlijk mee? Voorzitter, wij zullen B&W vanavond een aantal vragen stellen. Dat zijn dan de volgende vragen en een paar opmerkingen. De informatie die hier ligt, het is belachelijk dat wij deze nu pas krijgen. Dhr. De Jongh zegt dat soort dingen altijd wat voorzichtiger, maar het is volstrekt uit den boze dat het zo gaat. We hadden dit al veel eerder kunnen krijgen. Dhr. van Oort zegt dit ook. U had het kunnen bijhouden. Wij zijn gewoon niet geïnformeerd. Wij kregen een bijeenkomst op 24 maart en ik weet nog dat ik twee dagen daarvoor schriftelijk vragen had gesteld over hoe het komt dat die borgstelling voor het Koninginnenbastion niet meer nodig was. Twee dagen daarna kregen wij die bijeenkomst en ik vraag me nu af of wij die anders wel gehad zouden
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
9
hebben. Voorzitter, tijdens het laatste Presidium heb ik bijvoorbeeld ook gevraagd naar wat het college wist over het Hoge Veer, de gang van zaken daarover. Het is mij wel duidelijk geworden. Je moet het er echt uitwringen bij deze voorzitter dat het college wel wist wat er ongeveer aan zat te komen. Misschien dan niet formeel maar feitelijk wel. Ik onderschrijf tevens het verzoek van dhr. Bouwens om de risico-inventarisatie digitaal ter beschikking te stellen. Als je bang bent voor verspreiding omdat het onder geheimhouding moet, dan begrijp ik dat. En als u bang bent dat het makkelijk verspreid zal worden naar derden dan zou u ook uw kopie beschikbaar moeten stellen aan Raadsfracties die dat willen. We hebben overigens dat zo afgesproken in het Reglement van Orde. Voorzitter, uit het stuk blijkt dat vrijwel alle belangrijke projecten, Hoge Veer, Peuzelaer, Riethorst, dorpshuis De Haven, Heereland, ik zie daar nog niet gebouwd worden, het opknappen, renoveren van Zoutmanstraat en omgeving, dit gaat allemaal voorlopig niet door of door een andere corporatie of een andere bouwer, maar wie weten we niet. Dorpshuis De Haven lijkt nu dan met behulp van de Rabobank geregeld te gaan worden. Dat was voor mij ook nieuws terwijl u het al lang wist. Op pagina 1 van het logboek wordt gezegd, de brief van 29 november 2010, van het Centraal Fonds, waarin de A-status aan WSG is toegekend dekt niet de feitelijke situatie. Hiervoor is bewust gekozen om geen onrust te laten ontstaan met als doel WSG te laten voortbestaan. Voorzitter, dat is inderdaad wat dhr. De Jongh zegt, we worden gewoon voor de gek gehouden. Het officiële brief van het Centraal Fonds Volkshuisvesting c.q. het Ministerie, zij vertegenwoordigen ze, c.q. de Minister. Dit is iets voor onze Kamerfractie. Inderdaad, leugenachtig. Dat bevestigt wat wij al dachten, CFV en overheidsinstanties die boven ons gesteld zijn, doen ook maar wat en schromen niet om de boel voor de gek te houden. Voorzitter, op 3 maart was er een vertrouwelijke collegevergadering, ik las het ook. Drie weken later worden wij geïnformeerd. Waarom gebeurt dat niet binnen een paar dagen daarna? Er wordt prioriteit gelegd bij de ontwikkeling van onder andere van buurthuis De Haven. Waarom prioriteit dorpshuis De Haven? Ik kan me voorstellen dat je denkt aan een supermarkt in Geertruidenberg of de Riethorst, voor zover wij daarop grip hebben. Ik begrijp het wel, dorpshuis De Haven is van de gemeente maar dan nog. Zoveel haast heeft dat voor mij niet. Het budget voor de deskundige, dhr. Sas, komt uit een bepaald potje. Ik denk dat het college dat strikt formeel mag maar waarom zijn wij daarover niet geïnformeerd? Sporthal De Veste, op 28 juni, onder die datum wordt het in dit stuk genoemd, wordt vermeld volgens WSG is wel sprake van een overeenkomst tussen WSG en Arendse maar WSG overweegt of op in die locatie, De Veste, een supermarkt voor de kern Geertruidenberg gerealiseerd kan worden. Mooi, wij hadden 14 dagen daarna een bijeenkomst in het stadhuis in Geertruidenberg en toen is daarover niets medegedeeld terwijl men dat toen al wist. Dat is raar en als u zegt dat u dat vergeten bent dan accepteer ik dat niet. Kunt u wel een indicatie geven van wat wij in totaal ondergrens en bovengrens aan financieel risico lopen en ook wat voor schade wij eventueel leiden? Bij het Hoge Veer is een rechtszaak geweest maar er komt natuurlijk wel een vervolg want het Hoge Veer leidt ook schade. Ik wil ook weten of u daar ook naar gekeken bij het inventariseren van de risico’s.” VOORZITTER: “Ik stel voor de vergadering voor enkele ogenblikken te schoren zodat het college zich kan voorbereiden op de beantwoording.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. U bent geïnformeerd zoals U zich geïnformeerd voelt. We hadden er dichter op willen zitten. Toch hebben we als college getracht, en heeft ook de WSG getracht, U te informeren, maar mogelijk is dat achteraf te weinig geweest. Ik zeg dat omdat wij ook, toen we aan dit traject begonnen, zelf als college het gevoel hadden dat dit een politiek en verantwoordingsmatig gezien een belangrijk traject was en is. Buiten crisissituaties hebben we nog nooit logboeken bijgehouden en toch hebben we op 18 februari hiervan gezegd een logboek bij te moten houden omdat dit een lange sleep gaat worden en omdat wij ons daarvoor zullen moeten verantwoorden en dat zullen wij dan ook minutieus willen doen. Dat is de reden we toen
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
10
al en niet achteraf reconstruerend, wat een van U mogelijk veronderstelde, begonnen zijn met het logboek en vandaar dat U ook zo gedetailleerd wordt zoals nu. Als we dat hadden samengevat, was dat op een andere manier geweest. Wij hebben met de billen bloot willen komen en laten zien wat wij per dag, per week in dit dossier ervaren hebben. Als we daar naar kijken, is een belangrijk moment het moment dat wethouder Van den Belt en ik met CFV gesproken hebben. Als dat gesprek niet vertrouwelijk was gebleken, had dat niet plaats gevonden. Wij waren weliswaar degenen die contact zochten met het CFV, maar vertrouwelijkheid die werd afgesproken voor het voeren van het gesprek, vertrouwelijkheid die te maken had met de gevoeligheid van de materie en ook van het feit dat wij op de hoogte waren en bijvoorbeeld in die fase de directeur bestuurder nog steeds op zijn plek zat en nog niet op de hoogte was van de overwegingen die er bij CFV waren. Dat is een uitgebreid gesprek geweest waarin ook gesproken hebben over met name de gouvernantsituatie. Een aantal van U wijst daarop, toezicht op de corporatie en de wijze waarop dat geregeld was, verstrengeling met andere belangen die daarin zaten. Als dan nu gekeken wordt naar de huidige gouvernance dan is dat een situatie waarin nog 2 Commissarissen vanuit het verleden zitten en dat zijn Commissarissen waarbij geen verstrengeling van belangen van klant en Commissaris door elkaar heen lopen. Wij hebben U van 03.03 tot 25.03 niet geïnformeerd maar op 25.03 toen de conclusies getrokken werden uit datgene wat op 03.03 besproken was en wat geleid heeft tot het ingrijpen van CFV hebben wij U op 25.03, de dag waarop het naar buiten kwam, gerapporteerd. Dat was de eerste gelegenheid waarop dat het kon en wij hebben dat ook open en ruiterlijk met U gedeeld. Tussentijds stuurden wij U op 17.03 een brief rondom de borgstelling. Ook daar waren wij open over. Op 24.03 vond er een extra Presidiumvergadering plaats waarin U werd geïnformeerd en waarin U werd gezegd dat U die informatie kon delen met Uw fractiegenoten. Met betrekking tot geheimhouding en opheffing daarvan correspondeerden wij U daarover op 29.03. Op 30.03 hebben wij ook weer met U contact gehad over dit onderwerp. Dan wordt het even wat stiller. Op 19 mei wordt er een informatiebrief naar de Raad verzonden. Op 30.06 wordt er een vertrouwelijk deel van de Raadsvergadering gesproken. Op 14.07 is er een besloten Presidiumvergadering geweest en tussentijds wordt U geïnformeerd door WSG over de jaarrekening. In die periode liggend tussen 3 maart en half juli zijn dat zo de momenten waarop U geïnformeerd over een aantal aspecten van het hele dossier. Vervolgens komt er in juli een periode waarin wij vakantie hebben, althans waar het dossier zich niet ontwikkeld op de manier dat het steeds om reacties en acties in Uw richting vraagt. Vervolgens gaan wij naar september en een van de eerste dingen die wij doen is een informatieavond die gepland was door de WSG te worden gegeven naar voren halen en zeggen dat wij ons als college gaan verantwoorden, ook mede ingegeven door publicaties die bijvoorbeeld in het Financieel Dagblad hebben gestaan. Laat ik hierover ook eerlijk zijn, wij wensten dat in perspectief te kunnen plaatsen en met name de uitsmijter onder het artikel heeft mij daarin persoonlijk wel getriggerd. Kan het meer? Kan het anders? Ik begrijp dat het onhandig is dat U een stuk tijdens de vergadering krijgt. Vandaag is daar de laatste hand aan gelegd en wij vonden het noodzakelijk om het U voor de Discussieraad aan te bieden. We hadden het natuurlijk kunnen nasturen maar dat vonden wij niet de methode om U te informeren. Het is wat ons betreft ook niet het laatste moment dat wij hierover kunnen debatteren. Als U daarover een ander moment nodig heeft, dan kiezen wij dat. Wij wilden U die informatie geven op dit moment omdat het op dit moment ook dienstig is. Waar U naar informeert is een aantal dingen waarvan U zegt dat U dat en dat niet geweten had, mw. De Groot noemt een aantal punten. Ik meld de wijze van ontwikkelen van het dorpshuis. Er zijn partners afgevallen en er zijn partners bij gekomen. Dat komt dan in een bepaalde versnelling. Ook in een andere situatie zou U dat niet geweten hebben, pas dan geweten hebben als wij overeenstemming hadden bereikt met de betreffende partner, U niet onbekend mw. De Groot, gezegd hadden dat we samen een plan hadden. In het proces zoals het nu loopt komen we op dit moment daarmee naar buiten terwijl het plan nog niet gereed is. Dat is geen zaak van dit college, dat is in alle tijden zo gegaan. Als het gaat om de zaak rondom 28ha landbouwgrond, dat was landbouwgrond en blijft landbouwgrond maar het heeft alleen een andere eigenaar gekregen. Signant is het naar de, in relatie tot de
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
11
balans van de WSG maar met die grond gebeurt verder niets. Daar gebeurt hetzelfde mee als wat er mee gebeurt is. Uw informatie rondom sporthal De Veste, interessante gedachte van de WSG maar niet gestoeld om op een ruimtelijke visie, laat staan op een bestemmingsplan en door ons als een van de luchtballonnen genoteerd maar daarmee niet geabsorbeerd of niet tot onderwerp van beleid gemaakt. Het had ook geen zin om dat te melden tijdens de avond in Geertruidenberg omdat wij geen idee hadden om voorstellen in die richting aan U voor te leggen. Het staat hier wel maar het staat hier ongewogen. In die zin krijgt U die informatie enerzijds soms van grote relevantie en anderzijds slechts ter illustratie want de gesprekken hebben plaats gevonden. Nog een punt en dit is een belangrijk punt wat ik door de diverse bijdragen heen hoor, waar gaat het nu om? Gaat het om de belangen van WSG of gaat het om de belangen van de gemeente? Er is in hoge mate naar de parallelliteit gezocht. Gezegd, wij zien voor de taak van de WSG als volkshuisvester een maatschappelijke taak in onze gemeente. Daar moeten belangen gelijk kunnen lopen. Wij hebben ook voor die belangen gekozen. Bijvoorbeeld toen het ging om de uitpontsituatie van de Ravelijn waarbij de restanten aan een derde belegger verkocht zouden worden, hebben wij aangegeven dat onze voorkeur uit zou gaan dat het naar de corporatie zou gaan. Daarmee hebben we gestaan voor de belangen van de huurders. De huurders in dit geval. Als het gaat om de belangen rondom onze projecten, hebben wij besloten onze projecten nog niet weg te geven. Projecten vertegenwoordigen waarde. Ik noem U bijvoorbeeld de supermarkt Heereland. Ik weet dat wij bepaalde fracties hier een genoegen zouden doen als wij afstand zouden doen van die verplaatsing. Dat zou politiek op enige bijval kunnen rekenen. De vraag is alleen of dat je dit in deze fase doen. wethouder Quirijnen zal straks er op ingaan dat ons gevraagd is met name dat soort dingen integraal te behandelen want die verplaatsing vertegenwoordigt waarde. Dat betekent dat je daar naar kijkt in de zin van wat voor ons van belang is en wat van belang is voor onze begroting en voor ons exploitatieresultaat en wat van belang is voor onze gemeenschap. Wij hebben er zo naar willen kijken en het belang van de gemeenschap voorop willen stellen. Daarna naar het belang van de gemeente Geertruidenberg gekeken en vervolgens gekeken naar wat we konden doen aan de continuïteit van de WSG, wetende dat dit dan in een andere vorm zou zijn dan de WSG die wij kennen. Ik geef nu het woord aan wethouder Van den Belt als het gaat om financiële zaken en de strategische werkgroep zoals die bestaat.” Wethouder VAN DEN BELT: “De WSG is in een ernstige situatie. De WSG heeft ons allen laten schrikken en zeker ook het college. Toen wij de signalen kregen, hebben wij zelf het initiatief genomen om maar het CFV te gaan en bij het CFV opheldering te vragen over een aantal onderwerpen die voor ons belangrijk waren en die wij constateerden. Uiteindelijk heeft dat geleid dat het, zoals U bekend is, de WSG in zodanige problemen zit dat ondertussen het eigen vermogen is afgeslankt met 63 miljoen en er nog maar enkele miljoenen eigen vermogen over blijft. De situatie is zo erg dat als dit niet snel opgelost gaat worden, WSG wel eens in een saneringstraject zou kunnen komen wat bijzonder nadelig zou zijn voor alle huurders. Ik denk dat we als college geprobeerd hebben om zo veel mogelijk onze maatschappelijke verantwoordelijkheid daarin te nemen en geprobeerd hebben om op een manier toch met CFV, WSW en Binnenlandse Zaken aan tafel te komen om onze belangen daarin zoveel mogelijk veilig te stellen. Dat dit gelukt is, blijkt uit het feit zowel de WSW, Binnenlandse Zaken die daarin een regie heeft, en het CFV bereid zijn geweest om iemand van de gemeente, in dit geval mijzelf, ook aan te laten schuiven bij de werkgroep, een werkgroep die bezig is met het onderzoeken van de mogelijkheden om de continuïteit van de WSG te waarborgen. De burgemeester heeft U al aangegeven welke oplossingsrichtingen daarin uitgewerkt gaan worden. Ik kan u zeggen dat dit een heel traject is. Een traject waarin heel voorzichtig gemanoeuvreerd moet worden omdat er allerlei partijen bij betrokken zijn. Op het moment dat je in zo’n werkgroep zit en je moet daarin ook nog een keer de belangen van de gemeente proberen te verdedigen, op tafel te leggen, dan is dat niet makkelijk omdat die werkgroep zich heel erg focust op maar een doel en dat is de continuïteit van de volkshuisvestelijke mogelijkheden. Ik denk ook dat juist door het voor elkaar krijgen dat we bij die werkgroep mogen aanschuiven het ook een signaal is dat we als college
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
12
hebben geprobeerd om in ieder geval regie te blijven behouden. In hoeverre heb je regie? Blijf praten. WSG is natuurlijk een woningbouwcorporatie waarin wij een partij zijn die een verhouding met de WSG hebben. Wij hebben geen toezichthoudelijke taak, we kunnen niet naar WSG gaan en daar toezicht houden, we kunnen alleen maar vragen om de jaarrekening en vervolgens sturen wij op die informatie die de landelijke instanties waar de landelijke instanties hun taak in hebben. Denk aan het CFV en WSW. Op het moment dat CFV ons een signaal geeft dat het een A2-status is en wij hebben de bestuurder opdracht gegeven om een aantal veranderingen door te voeren voor de komende jaren om in ieder geval die A2-status vast te houden, is dat voor ons op dat moment geen signaal in combinatie met de jaarrekening 2009 om daar ernstig ongerust over te worden. We zijn ongerust geworden van alle signalen die daar omheen hingen. Dat heeft geleid tot in ieder geval het initiatief en de regie die wij daarin namen om et CFV uiteindelijk aan tafel te gaan zitten. Er zijn wat specifieke vragen gesteld ten aanzien van de financiële situatie. In de bijlagen die ter inzage liggen, of deze digitaal beschikbaar worden gesteld moet de voorzitter op antwoorden, zit ook de risicoinventarisatie in, financieel gezien dus wat welke projecten opleveren en eventueel niet zouden kunnen opleveren. Ten aanzien van de risico’s op de borg, wij hebben een borg, de borg van 25 miljoen, waarin wij voor de helft en samen met de Provincie garant staan. Daarin zit een contraborg van 25 miljoen als recht op eerste hypotheek. Wij hebben in ieder geval voor elkaar gekregen, ondanks deze moeilijke situatie, wij daar een bijverband op hebben kunnen krijgen, een extra contraborg en die contraborg is opgehoogd naar 40 miljoen en daarmee hopen we de risico’s op die borg op de projecten waarop die 25 miljoen gericht zijn, die qua risico verder af te kunnen nemen. Als U aan mij vraagt wat de risico’s zijn die we straks in de begroting willen gaan afdekken, heb ik U al eerder aangegeven dat we proberen om de structurele risico’s, die vertalen zich toch met name in tijd, uren die anders voort blijven bestaan en op die projecten blijven schrijven, we die vanaf 2012, in tegenstelling tot de Kadernota waarin we dat vanaf 2015 wilden doen, naar voren getrokken en dat daar de structurele risico’s uit zijn en we hebben de risicoparagraaf aangepast en we gaan U in principe bij de begroting voorleggen om ook een voorziening te treffen van ruim 2 miljoen. We zijn nog aan het doorrekenen wat dat betekent voor de vermogenspositie. We moeten dat in de gaten houden. Dit is wel het voorstel wat via de begroting naar U toekomt. Dat betekent niet dat 2 miljoen exact een bedrag is wat U op verschillende projecten kunt plakken. Er zijn ook risico’s waarin we proberen kosten af te dekken. We zullen ook een positie moeten innemen waarin we ook kosten moeten gaan maken. Wat betreft hetgeen gezegd is over dhr. Sas, een onbekende naam, hoe kan dit? De Raad was niet geïnformeerd. Het valt binnen het budget. Wij hebben daarvoor een budget om externe inhuur te doen bij bepaalde probleemgevallen. En dat is hier ook gebeurt. Via de tussenrapportage hebben we nog een keer extra budget voor gevraagd. U had daarvan enigszins al een signaal gekregen en dat budget is gevraagd voor juridische en specialistische ondersteuning. Mw. De Groot, ik wil terugkomen op Uw mail. Ik heb dit tot mijn grote verbazing ook gezien, de mail van dhr. Arendse. Ik was zelf enorm verrast, want ik kan U garanderen dat in de werkgroep waarin ik plaats neem, absoluut niet gesproken wordt over individuele projecten, laat staan de sporthal. Zoals U ook verder in het logboek zal zien, ben ik niet direct betrokken bij het project de sporthal. Ik heb dat nagevraagd bij WSG, hoe kan het dat de jurist mijn naam noemt? Dat is ook toegegeven, hij heeft zich vergist. Hij heeft blijkbaar in de organisatie bij de WSG gehoord dat mijn naam verbonden is aan die werkgroep en heeft uiteindelijk de namen van wethouder Quirijnen en wethouder Smit door elkaar gehaald. Hij dacht dat ik wethouder Quirijnen was. Ik kan hier verder niets mee. Dit is verder aan die jurist. Ik hoop dat U zich kunt voorstellen dat die naam verkeerd is. Wat betreft de borgstelling van die 25 miljoen, mijnheer De Peuter, ik wil dat U hierbij stil staat dat het een stimuleringsmaatregel was. Die borg is ook gegeven om juist een aantal jaren geleden te stimuleren dat die projecten ook sneller van de grond kwamen. Misschien moeten we daar nu wel wat blijer om zijn want dat soort projecten zitten in zodanig fase dat de risico’s daar beduidend minder zijn. Indicatie financiële risico’s, ik heb dit zojuist aangegeven. U kunt dit ook een keer in de bijlagen zien.”
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
13
Wethouder QUIRIJNEN: “Het college heeft aan het begin van alle problemen het ambtelijk apparaat de opdracht gegeven om een risico-inventarisatie te laten maken. Daarna hebben we besloten om die risico-inventarisatie voor te leggen aan mijnheer Sas, een volkshuisvestelijke deskundige en die heeft dat samen met die ambtenaren nog eens helemaal doorgenomen en heeft daaraan een advies verbonden. Daarnaast zijn door AKD alle overeenkomsten doorgenomen op hun juridische houdbaarheid en uiteindelijk is er door het college een advies geformuleerd om hoe we in de onderhandelingen moeten naar WSG. De adviezen die dhr. Sas gegeven heeft en die van AKD gekomen zijn, zijn eigenlijk overgenomen door het college. Dat houdt in dat wij van plan zijn om de WSG te houden aan alle rechtsgeldige overeenkomsten. Projecten waar geen overeenkomst onder ligt toch te proberen om daar zoveel mogelijk uit te halen en dan met name bij de Riethorst. De projecten met rechtsgeldige overeenkomsten staan opgenomen in een bijlage, dat is onder andere Heereland, Koninginnnebastion en het Hoge Veer. Markt 4240 in Geertruidenberg ook. De andere projecten die wij hebben, soms zijn er intentieovereenkomsten maar die zijn dan niet getekend of er is helemaal niets. Wij hebben afgesproken dat we gaan proberen om in onderhandelingen met WSG die overeenkomsten gestand te doen en of zodanig te onderhandelen dat ze wellicht aangepast kunnen worden en in een andere vorm terecht kunnen komen. Willen ze bijvoorbeeld bepaalde projecten overdoen naar andere corporaties dan moeten ze met ons daarover in overleg. Wij hebben gisteren een brief uit laten gaan naar WSG waarin we dringend vragen om op zeer korte termijn, liefst deze week of volgende week, ambtelijk overleg te starten om te inventariseren wat de WSG met de projecten wil. Als die inventarisatie achter de rug is, gaan wij bestuurlijk, dat doen wethouder Smit en ondergetekende, samen bestuurlijk onderhandelen met WSG. Waarom heeft dat zolang geduurd? Dit omdat ook WSG heel veel tijd heeft gestoken in het inventariseren van die projecten. Wij waren niet de enige, er zijn ook projecten buiten onze gemeente. Zij hebben daarvoor heel veel tijd nodig gehad om dat goed in beeld te krijgen. Het tweede advies was om het integraal aan te pakken, houdt de overeenkomsten zolang mogelijk bij elkaar zodat je een integraal pakket onderhandelt. Je hoort dat ook in de omgeving, in Breda of Oosterhout zijn al projecten door WSG afgestoten maar dat zijn projecten die overgenomen zijn door de daar opererende corporaties. Wij hebben daarop geen zeggenschap. Ik wil U wel echt benadrukken dat wij onze zorg uitgesproken hebben dat het niet zo moet zijn dat wij straks aan de achterste mem hangen! We moeten nu gaan onderhandelen over onze projecten. Een van de projecten hebben ze al medegedeeld en dat is het project de Vlieger, op dit moment zijn 15 woningen van de 28 verkocht. Er is al redelijk veel geld ingestoken en op het moment dat ze dit project gaan oppikken, krijgen ze een dusdanige cashflow dat ze dit project waarschijnlijk kunnen afmaken, budgettair neutraal en dat gaan ze hoogstwaarschijnlijk doen. Wat betreft de stimuleringssubsidie van € 500.000,00, U heeft in het geding kunnen horen dat een van de argumenten van WSG was dat ze een subsidie kwijt zouden raken als ze onder de huurtoeslaggrens de woningen zouden moeten verhuren. Dat is een stimuleringssubsidie die gegeven is, die door het Ministerie gegeven is, om woningen te produceren boven die grens. Ze blijven door deze uitspraak onder die grens en moeten ze die subsidie terugbetalen en dat is € 291.000,00 voor blok 2. Daar ligt een overeenkomst onder dat ze dat zullen doen. Mijnheer De Peuter had het over de Zoutmanstraat, dat was een onderdeel van het project De Riethorst. Dat wordt niet meer meegenomen. Wat betreft het maatschappelijk belang, wij hebben contacten, dat zijn redelijk goede contacten, met dhr. Konings van het Hoge Veer waarin we als college gezegd hebben dat we gaan afspreken om zoveel mogelijk proberen gezamenlijk op te trekken om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid voor die groep mensen ook proberen zo goed mogelijk waar te maken. Wij hebben ook contact gezocht met de Riethorst, mw. Teeuwissen van de Raad van Bestuur, en zij heeft medegedeeld dat zij een intentieovereenkomst hebben om nieuwbouw van de Riethorst te realiseren. Wij hebben onze plicht gedaan om bestemmingsplanmatig het een en ander te regelen. De overeenkomst van de Riethorst is indertijd nooit getekend als ook de planschadeovereenkomst niet.”
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
14
Wethouder SMIT: “Ik zal me beperken tot het onderwerp de sporthal. Toen wij voor de eerste keer op 22 juni hiermee geconfronteerd werden, hebben wij U vervolgens op 14 juli, 3 weken nadien, gemeld wat ons misschien wel stond te wachten. Is dat lang? Op het moment dat wij de eerste keer in gesprek komen, en er wordt ons uitermate op het hart gedrukt dat wij tafel kunnen komen zitten maar wel met vertrouwelijkheid, dan nemen wij dat mee naar het college en ga je dat vertrouwen niet beschamen. Wij hebben toen wel de druk bij WSG opgevoerd dat dit dusdanig van politiek belang was dat wij op 14 juli gezegd hebben dat wij U het zullen melden. Zo geschiedde. Vervolgens hebben wij altijd gekozen bij de oplossingsgerichtheid te denken en de drie varianten voor onszelf te bekijken. Parkzicht open houden, in welke vorm dan ook. Dat kan drie maanden zijn, dat zijn door de motie die aangenomen is vanuit GroenLinks tijdens de Kadernota, maar het kan ook zijn middel van een langere periode. Wij hebben meteen bij WSG aangegeven dat wij als optie zien om tijd te kopen, tijd te krijgen, naar een goede tijdelijke oplossing en om ons drie maanden het beheer te geven als exploitant op Parkzicht en dan wel onder de constructie van pappen en nat houden. Er is altijd nog wel een overeenkomt tussen WSG en Arendse waarvan U ook op de hoogte hebben gesteld dat wij daar niet tussenin willen gaan zitten. Wij hebben afgesproken dat dit eerst opgelost zou moeten worden alvorens wij aan tafel kunnen gaan. Op de dag van vandaag hebben daarop nog geen antwoord gekregen. Een andere oplossing waaraan wij dachten, was een tijdelijke oplossing. Zoals U inmiddels bekend is, hebben wij de beschikking over een sportvloer, wij hebben daar een optie op. Waar gaat het nu landen en hoe gaat dit nu vorm krijgen zonder dat wij straks geconfronteerd worden met een juridische slag? Ook wij als gemeente moeten een goed voorbeeld zoals wij dat ook van onze burgers verlangen. We zitten met zijn allen niet te wachten op een tweede edah-verhaal. Voor de meeste Raadsleden die al wat langer in de Raad zitten, is dit wel bekend. Een andere oplossing was een semi-oplossing, een lapmiddel, kijken waardoor je ook ruimte zou kunnen realiseren binnen de Veste. Dat is een mogelijkheid geweest bij Van Drunen. Op het moment dat de binnensportverenigingen ook het water aan de lippen zien staan, nog steeds, hebben wij er voor gekozen, in ieder geval bij monde van mijzelf, een mogelijke oplossing met hun te delen zodat we weten en wisten dat mocht er ruimte zijn, is het een beperkte ruimte maar dan creëren we in ieder geval wel ruimte. Wij hebben ook tegen de verenigingen gezegd dat dit een van de mogelijke oplossingen is. Indicatief is daar een geldbedrag op los gelaten, € 150.000,00. Neemt U van dit college ook aan dat we echt niet een commerciële instelling, laat duidelijk zijn dat Van Drunen ons echt goed gezind zou zijn geweest en ook de binnensporters netjes ontvangen en oplossingsgericht denken in het belang, het maatschappelijke belang wat we met zijn allen hebben voor de binnensporters, zo oplossingsgericht mogelijk te denken. Ik wil een compliment geven aan Van Drunen zoals zij heel snel daarop ingespeeld hebben, door in ieder geval enige mogelijkheid te hebben om ruimte te bieden aan Uw en onze binnensporters. Die € 150.000,00 is puur indicatief geweest, maar, U weet dit ook van onze wethouder Financiën, er zal ook wat naar de gemeente terug moeten komen. Het is niet eenzijdig, liefde komt van twee kanten, ook al is het een goede oplossing. Vervolgens krijgt U de mail van Arendse, wethouder Van den Belt heeft al aangegeven dat er sprake is van een naamsverwisseling en ik heb dit ook nog telefonisch met dhr. Arendse, voordat U de mail kreeg, besproken dat dit absoluut niet de bedoeling geweest is dat wethouder Van den Belt aanwezig is geweest maar dat of ik of wethouder Quirijnen bedoeld moet zijn geweest. Die informatie was bij dhr. Arendse bekend alvorens hij die mail stuurde. Anderzijds, er wordt ook nog gesproken dat ik niet aanwezig geweest zou zijn bij Van Drunen. We hadden die avond Raadsvergadering en ik ben daar om 19.00 uur geweest en om 19.15 was ik weg want U stond op mij te wachten. Helaas had ik die avond een vrije avond want de Seniorenverordening kwam pas later aan bod. Dit om een indicatie te geven van hoe het een en ander wordt weergegeven. Mw. De Groot spreekt over het dorpshuis. Het is niet anders dan in voorgaande besturen, wij hebben er voor gekozen, wij weten dat er belangstelling is maar het advies, het juridisch advies wat er is, ook met betrekking tot dorpshuis De Haven, behandel het samen met WSG integraal. Wij gaan ook niet de krenten uit de pap pakken vanwege het maatschappelijk belang en gemeenschappelijk belang om alle projecten zo goed mogelijk te verdedigen. Wij kiezen
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
15
voor de strategie zoals die juridisch geadviseerd is: integrale benadering ook voor dorpshuis De Haven. Is dan de kans aanwezig dat iemand afhaakt? Ja, maar dat zien we dan straks wel. In het gemeenschap belang een integrale benadering. Wat mij ook intrigeert in wat U zegt, ik krijg het gevoel dat er al dingen worden besproken en besloten alvorens wij hier aan tafel zitten. Het is niet zoveel anders dan in het verleden, mw. De Groot. Als ik nu nog naar Parkzicht rij, zie ik daar staan ‘hier komt een jongerencentrum’, ‘hier komt een zwembad’. Dat is nooit in de Raad besproken, maar het staat er wel. Tot zover.” VOORZITTER: “U heeft ook gevraagd om de informatie zoals we die ter inzage leggen ook anders ter beschikking te stellen. Dat lijkt mij doenlijk. Het kost even wat tijd om dit in pdf-formaat te brengen en om er voor te zorgen dat U dit middels een CD of iets dergelijks ter beschikking krijgt. We gaan dat doen want met 19 personen in 1 ordner kijken, lijkt ons ook een tamelijk ondoenlijke situatie.” Tweede Termijn Dhr. VORAGEN: “Voorzitter, wij zullen ons verdiepen in het pdf-bestand wat naar ons toe gaat komen. Ook dan zullen we dieper op de materie kunnen ingaan. U heeft ons geïnformeerd zoals u geïnformeerd heeft, dat was uw inleiding. U heeft aangegeven dat het mogelijk misschien iets beter kon. Achteraf moet ik toch zeggen, dit nog heel vers tot ons te hebben gekregen, dat we mogelijk op een aantal punten te weinig of niet geïnformeerd zijn terwijl we daar wel kennis van hadden moeten nemen op dat moment. U had namelijk gesprekken gevoerd die afwijken van een ingezet beleid ten aanzien van volkshuisvesting. We moeten ook constateren dat u toch wel heel veel personen, uw medewerkers maar ook daar buiten, door WSG, uw medewerkers in vertrouwen op de hoogte brengt, ik tel er zeker al 10, dat WSG land te koop aanbiedt, overigens ook anderen, en dat op dat punt de Raad, in ieder geval de fractievoorzitters door u echt te weinig zijn geïnformeerd. Ik ben blij met uw uitleg op dit moment. Ik ben content met de verklaring van wethouder Van den Belt. U zegt dat u de belangen van de gemeente en WSG gelijk op heeft willen laten gaan. Ik ga dan toch terug naar pagina 1 waarin op 3 maart 2011 staat dat de CFV bespreekt op korte termijn met WSW de situatie van WSG. Wij hadden daarvan kont willen hebben, dat de informatie de lading niet dekt, de Astatus is gegeven. Hier is sprake van desinformatie. U bent verkeerd geïnformeerd maar waarom staat deze zin daar zo? Ik heb niet voor niets gevraagd of dit logboek een reconstructie achteraf is of heeft u het inderdaad vanaf 18.02 bijgehouden? Als dat zo is, had u op 3 maart de wetenschap dat CFV onder ministeriele verantwoordelijkheid u foutieve informatie heeft verstrekt. U had daar toch iets mee moeten doen. De gemeenteraad moet stappen ondernemen richting CFV en het Ministerie. Voorzitter, ik ga dit bespreken met collega’s. De risico’s en de contraborging zijn ons goed uitgelegd. Ik moet dit nog wel op mij laten inwerken, of er toch niet een financieel restrisico blijft. Wethouder Quirijnen geeft aan dat hij eergisteren heeft verzocht in overleg te kunnen treden met WSG en dat er een ambtelijk overleg moet starten over de lokale projecten. Die zijn nota bene al een aantal maanden min of meer al voor het voetlicht gekomen, waaronder de Haven de Rabobank. Ik vind dat rijkelijk laat. Als je zegt dat je niet aan de achterste mem wilt hangen, veroorzaak je dat wel als je twee dagen geleden pas een indringend verzoek naar WSG hebt gestuurd. We moeten uit uw woorden concluderen, voorzitter, dat het terugbetalen van € 291.000,00, de wethouder heeft dit aangegeven omdat ze onder de subsidiegrens zijn gebleven vordert het Ministerie dit bedrag terug en heeft dit eerste prioriteit en is dat bedrag overgemaakt door deze armlastige WSG. Ik moet het op dit moment hierbij laten. De rol van de CFV is voor ons op dit moment niet het laatste woord wat wij hierover uitspreken.” Dhr. VAN BRUMMELEN: “Ik word met de minuut triester gestemd. Ik had ook kunnen beginnen met het was moeilijk om de ogen droog te houden tijdens diverse betogen. U gaf aan dat u getracht heeft ons zo goed mogelijk te informeren, het zou onhandig geweest zijn, we moeten projecten niet weggeven, we hebben gestreefd naar parallelliteit. Voorzitter, we moeten constateren dat te weinig, niet of heel selectief
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
16
geïnformeerd is. Het belang van de gemeenschap, zo zei wethouder Van den Belt, en het belang van de gemeente stond voorop in volkshuisvestelijke zin. Hij gaf aan dat bij de borg van 25 miljoen er een bijverband is en opgehoogd is naar 40 miljoen. Ik zou graag willen weten waar die 15 miljoen aanvullende zekerheid nu ineens vandaan komt. Het was vanuit de jaarcijfers van WSG mij niet duidelijk of ze nog ergens zekerheid hadden, als ze die wel zouden hebben, zou dat door een andere financieer ingepikt zijn. Wethouder Van den Belt gaf een heel mooi betoog over de ernstige situatie van WSG. Hij heeft daarin gelijk maar hij zuigt daar wel de gemeente in mee. Op het moment dat hij twee miljoen voorzieningen gaat toepassen in de begroting voor 2012, zijn wij in een keer 50% van ons weerstandsvermogen kwijt. Ik kan me van zijn kant best voorstellen dat hij zegt blij te zijn dat ze mochten aanschuiven bij de werkgroep van de WSG maar hij zat daar wel namens de gemeente. Niet zo zeer om de WSG overeind te houden als wel de belangen van de gemeente overeind te houden en te verdedigen. De verantwoordelijke wethouder Ruimtelijke Ordening, dhr. Quirijnen, brevet van onvermogen. Hij heeft een brief doen laten uitgaan waarin hij dringend vraagt dat, bestuurlijk onderhandelen, proberen te onderhandelen, beloftes gestand doen, het is allemaal zo wollig. Er moet een keer daadkracht getoond worden. Hij geeft aan, pak het integraal aan. Integraal aanpakken wil hetzelfde zeggen als helemaal niets doen. Geen zeggenschap over projecten die buiten onze gemeente plaatsvinden. Wij weten dat niet. Wij zijn niet daarover geïnformeerd. Er wordt een concreet verhaal opgehangen over project de Vlieger, 15 van de 20 koopwoningen zijn verkocht en dat genereert voldoende cashflow. Hoogstwaarschijnlijk gaat men dat project wel doen. Hij denkt dat hij het meeste gehad heeft. Dat is een zwakke verdediging van het college in zijn algemeenheid. Wij zijn hier voor de gek gehouden. Op het moment dat ik dit logboek lees en ik zie dat op 3 maart bekend wordt dat de A-status van WSG toereikend is maar niet de feitelijke situatie dekt, mijnheer Voragen refereerde daar ook al aan, hiervoor is bewust gekozen om geen onrust te laten ontstaan met als doel de WSG te laten voortbestaan. Wij hebben eind maart, wij zijn de SP en Uw Drie Kernen, vragen gesteld over de borgstelling van de WSG. Vraag 4 was, indien niet aan de voorwaarde is voldaan is het college dan bereidt om deze mogelijkheid aan te grijpen om te voorkomen dat er goedgekeurde bouwplannen worden uitgevoerd. Het college antwoordt dat, voorgaande is voor het college geen aanleiding om deze mogelijkheid aan te grijpen om te voorkomen dat er goedgekeurde bouwplannen worden uitgevoerd. WSG heeft aangegeven deze zeker te willen realiseren zoals afgesproken in de samenwerkingsovereenkomst voor deelgebied De Vesting. U gaat er nog steeds vanuit dat men dit doet terwijl u al 26 dagen wist dat de brief van CFV waarbij de A2-status werd toegekend een onfeitelijke situatie was en die bewust zo gecreëerd is met het doel om de WSG voort te laten bestaan. In het logboek staat ook een strafrechtelijk onderzoek. Ik heb begrepen dat er een forensisch onderzoek door PWC, Price Waterhouse Coopers, wordt uitgevoerd en er zou ook een onderzoek opgestart zijn door de IOD. Kunt u dat bevestigen?” Dhr. BROEDERS: “Ik hoorde wethouder Smit tijdens zijn eerste termijn spreken over de sport. Ik kreeg toen wat vragen. Ik ga er vanuit dat wij dit nog bespreken, dit agendapunt. Ik zal zo direct hier dan verder op terugkomen.” VOORZITTER: “Ik stel U voor dit separaat te bespreken.” Dhr. DE JONGH: “U heeft een gesprek met CFV gehad en door het CFV is vertrouwelijkheid opgeleid, zij zijn begrijpelijk ook wel de eerste aanzet tot 25 maart. Ik krijg het gevoel dat het CFV vertrouwelijkheid heeft opgelegd omdat ze zelf haar werk niet gedaan heeft en omdat ze gewoonweg de zaak belazerd hebben. Ik neem het die instantie hoogst kwalijk dat ze ons hier een voorstel laten behandelen voor een borgstelling van 13 miljoen, waarbij en de Provincie en de gemeente risico lopen op basis van verkeerde gegevens. Als ik dan mijnheer Van der Moolen met een onmetelijk grote schuurdeur voor een organisatie, als hij spreekt namens een organisatie die zo haar werk doet, te keer hoor gaan in het Financieel Dagblad van deze week, neem ik dat hoog op. Ik vind dat wij als gemeente, als Raad de Minister van ons ongenoegen hieromtrent
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
17
duidelijk moeten informeren en ook de volksvertegenwoordiging, want zo kan het er in dit land niet naar toe gaan. Wat is dan de verantwoordelijkheid en het verantwoordelijkheidsbesef van zo’n organisatie? Ik ben echt heel boos hierover. Voor het overige valt het niet mee om kort nadat je dit relaas gelezen hebt de emotie niet de overhand te geven en feitelijk en goed doordacht er op te reageren. Ik zou dat in een later stadium nog eens nadrukkelijker over willen doen. In het kort alvast een paar reacties. Het is wel verstandig geweest om juridisch advies te vragen. Het is ook verstandig dat u in die groep zit die over de toekomst van WSG gaat nadenken, maar gezien wat ik zojuist geconstateerd heb vanuit andere organisaties eerder het inlossen van een schuld is dan dat we het als een gunst moeten gaan beschouwen. Het wordt wel tijd dat we duidelijk onze strategie gaan bepalen en uitvoeren om te kijken met het belang van de gemeenschap voorop hoe we hier uit komen. Dat u daarin parallelliteit betracht, parallelliteit in acht neemt voor wat betreft zowel de gemeente als WSG kan ik me iets bij indenken. Zojuist is de opmerking, u kunt niet en de kool en de geit sparen. Meestal betekent die opmerking dat je de geit een klap moet geven om de kool te sparen. Dat zou ik toch niet doen want dan raakt de geit in paniek en dan vertrapt hij die kool en dan heb je daar ook niets aan. In die zin kan ik uw opstelling wel begrijpen. Ga in elk geval snel aan de slag met die materie en houdt ons stap voor stap op de hoogte. Zit in het dossier wat u voor u heeft liggen ook het advies van AKD van 26 augustus bij? Ik wil daarvan wel kennis nemen, op enigerlei wijze.” Dhr. BOUWENS: “Dit lezende en dit horende, de vorige sprekers horende, wordt het een heel moeilijk verhaal. Het begin inderdaad op pagina 1 met de gewraakte brief met letterlijk daarin de tekst ‘dekt niet de feitelijke situatie, bewust gekozen’. Het verhaal van dhr. De Jongh is glashelder. Hier ligt een taak van Raad en college. Minister en volksvertegenwoordiging moeten ingeseind worden. Bewust gekozen, mij is op dit moment nog niet duidelijk wie hier bewust gekozen heeft. Mij valt ook op dat de gemeente een speelbal geworden is in dit hele traject. Aan de ene kant wordt er ergens toch wel met zorgvuldigheid gewerkt. Ook door het college, ze laat met enige regelmaat ook wel steken vallen, met name in de inrichting van het informeren van de Raad. De informatie die nu tot ons komt, is dusdanig uitgebreid dat we op vrij korte termijn daarover geen gedetailleerde vragen kunnen stellen. Wethouder Van den Belt heeft gesproken over een contraborging. Dit was voor mij nieuw. U heeft geprobeerd het uit te leggen. Dhr. Van Brummelen heeft het al verwoord, er zit een gat in van 15 miljoen. Heeft naar het gevoel of mening van het college het CFV gefaald in hun toezicht? Wat betreft die parallelliteit, ik noem het een zorgvuldigheid maar die is wel ten koste gegaan van. Recent heeft iemand mij gezegd dat ik naar de toekomst moet kijken. Voorlopig zie ik nog even geen toekomst, niet in de zin van de marsroute waar ik naar vroeg. Ik heb een heel groot en lang verhaal maar tegelijkertijd hoor ik niet echt een marsroute. Ik mis dit ten zeerste.” Dhr. VAN DEN ENDEN: “De PvdA wil het betoog wat dhr. De Jongh gehouden heeft van harte ondersteunen. Ook wij zitten op diezelfde lijn. U zegt in uw betoog dat je geïnformeerd bent zoals je je geïnformeerd voelt te zijn, of te worden, het had ook anders gekund. Het is meestal dat het anders had gekund. Als je ziet dat er toch in zo’n gewichtige zaak waar gemeente en WSG de hoofdrolspelers in zijn en waar vooral de gemeente misschien de dupe van kan worden, is het ook zaak om de Raad te informeren en voldoende te informeren. Als je ziet dat er hier 9 A4-tjes liggen van 30 maart tot en met 29 mei, is het voor de Raad twee maanden stil geweest. Wij hebben hier wel 4 A4jtes als informatielijst waarop staat dat het een en ander gebeurd is. Wethouder Van den Belt kan dan wel zeggen dat dhr. Sas onder budget valt, maar met name in dit soort problematieken en dit soort kwesties moet je handelen binnen het normale reguliere. Het is raadzaam om dan toch gebruik te maken en de Raad te informeren zodat je niet achteraf daarover vragen kan krijgen. Wat betreft de naamsverwisseling, het gaat ons er met name om dat de jurist niet behoort te lekken. Het gaat ons niet zo zeer om de naamsverwisseling, het gaat om het feit dat daar een jurist zit die een naam naar buiten brengt maar hij heeft helemaal geen naam naar buiten te brengen. Wethouder Quirijnen,
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
18
de opmerking die u maakt over de Riethorst is ons voorbij geschoten. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de Riethorst? Wethouder Smit, u zegt dat u niet tussen WSG en Arendse wil gaan zitten, maar op 28.6 staat aangegeven dat er volgens WSG helemaal geen overeenkomst tussen Arendse en WSG is. Graag verduidelijking hierover. U haalt ook het jongerencentrum en het zwembad aan. Het jongerencentrum was bekend bij de Raad, de Raad heeft hierover informatie gehad dat dit een aanbod van dhr. Arendse was. De Raad was daar wel degelijk bij betrokken geweest maar daar was verder geen uitvoering aan gegeven. Wat betreft het zwembad, dat was niet des gemeentes maar iets tussen WSG en dhr. Arendse.” Dhr. VAN OORT: “Aan het begin van uw termijn geeft u aan dat de Raad op een aantal momenten geïnformeerd is. U neemt ons mee door dit logboek en geeft aan dat we wel degelijk een aantal momenten gehad hebben. Als je naar die momenten gaat kijken, zijn die momenten totaal niet in detail en dan ga je je bijna afvragen, zoals dhr. Van Brummelen het al zei, of we dan selectief geïnformeerd zijn omdat ook nog iets aan de gemeenteraad gemeld moet worden zodat men weer even verder kan. Daarnaast geeft u aan bij dorpshuis De Haven dat het niet de normale gang van zaken is om overeenkomsten of over veranderingen de Raad te informeren. Dan zit er misschien wel iets structureels fout in die informatieoverdracht naar de gemeenteraad. Wethouder Van den Belt geeft aan geprobeerd te hebben regie te behouden. We kunnen hieruit misschien wel concluderen dat dit niet helemaal gelukt is. Hij maakt de rekensom A2status plus jaarrekening 2009 is geen signaal. Als je die jaarrekening van 2009 zag waar de schulden vele malen hoger waren dan bijvoorbeeld de huuropbrengsten. Als dat dan signaal is voor de toekomst van de WSG, dan weet ik het niet. In de Kadernota vroegen wij ook aan het college wat de risico’s waren van alle miljoen borgstelling die we aan de WSG hadden. Het antwoord was toen dat de risico’s bijna nihil waren en krijgen we te horen dat we een voorziening zouden moeten treffen om risico’s op te moeten vangen en dat het nog niet zeker is wat dit voor onze vermogenspositie betekent. Ik kan dit niet helemaal stromen met elkaar. Ik heb best vertrouwen in het college dat ze daarin goed gehandeld hebben de afgelopen tijd maar ons er een beetje bij betrekken zou toch wel beter zijn. Wat moeten we nu doen als gemeenteraad? Hoe gaan we hier als Raad mee om? We hebben vager en andere onderwerpen ook gehad, sorry, sorry, we hadden U dat moeten geven, U dit moeten geven. Het houdt een keer op. Ik ga nadenken over wanneer dat dit nu is. Of dat dit nu het geval zou moeten zijn of niet. Ik wil aansluiten bij de woorden van dhr. Voragen, dhr. De Jongh en dhr. Bouwens over het CFV. Deze heeft ook wel steken laten vallen en wij moeten als gemeenteraad krachtig een signaal daarover afgeven.” Dhr. KOK: “Ik word met het moment verdrietiger en bozer. Laat ik niet weer in herhaling treden, ook al is dat de kracht. Als ik luister naar het feitencomplex zoals dhr. Van Brummelen zojuist omschreef, het zijn echt feiten. Het is schokkend als het gaat over de informatieplicht die u heeft als college. Dat is iets waar ik heel lastig overheen kan stappen. Als we het hebben over het vertrouwen in de politiek dan is dit het moment om uit te spreken dat we daar zelf voor gezorgd hebben, naar de buitenwereld, dat het vertrouwen nog verder gezakt is. Als ik kijk naar het dossier Parkzicht en ik kijk weer naar de informatieplicht, dan vind ik ook dat we daar niet op de juiste manier geïnformeerd zijn of geconsulteerd want in het Presidium hebben wij namelijk nadrukkelijk gezegd dat er geen enkele manier van, de schijn van, concurrentievervalsing zou moeten kunnen ontstaan als gemeente zijnde, ondanks de goede wil van deze wethouder. Laten we dat ook voorop stellen, het maatschappelijk belang voor onze binnensporters is aanwezig en willen we ook voor gaan. Er is ook een risico. We hebben deze wethouder ook aangegeven dat die schijn niet zou moeten ontstaan. Vervolgens lezen wij in de krant wat een idee zou kunnen zijn om het probleem van de binnensporters, hoe gewenst ook, opgelost zou kunnen worden door te investeren bij Van Drunen. Ook daar vind ik dat er een fout begaan is. We hebben het specifiek aangegeven, we hebben het specifiek nog vastgelegd in de notulen daarvan en toch gebeurt het. Ik vind dat erg kwalijk. Ik hoorde net het samenspel om tot een oplossing te
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
19
komen met WSG. Het parallel laten lopen hebben we ook al een paar keer gehoord. Dat is de intentie geweest van onze burgemeester. Ik kan me daarbij iets voorstellen, vanuit het maatschappelijk belang. Wat wethouder Van den Belt zojuist ook terecht opmerkte, is dat wij een van de private partijen zijn waarmee WSG een contract heeft. We zijn niet anders dan de ander. Als we dan bedenken dat we het hebben over daadkracht, mijnheer Van Brummelen, dan is dat terecht. Daadkracht moet nu toch echt gaan gebeuren. Multidisciplineel zal dan de oplossing moeten zijn volgens wethouder Quirijnen maar verknoping van allerlei zaken aan elkaar zorgt ook voor een domino-effect. Wetende dat wij een van die partijen zijn, die niets meer of minder dan een ander voor de WSG is, pak dan iets uit die mand zet je tanden er in en ga dan door tot het bittere einde. U moet ons dan meenemen in die afweging in die prioritering van wat dat dan zou moeten zijn. Terecht wat dhr. Bouwens zegt, dat lijstje staat op papier maar er is nog niets naar buiten gegaan. We gaan overleggen, dat is wat het resultaat is op dit moment. Ik begrijp de ernst en de moeilijkheid maar wij zijn een van die partijen. Ik sluit me aan bij hetgeen dhr. De Jongh gezegd heeft. Misschien oordelen we nu wat emotioneel en het is goed als we ons terugtrekken, ik heb die behoefte ook echt, om ons te concentreren op feiten en met elkaar eerlijk een debat te voeren over waar we naar toe moeten en dat puur vanuit maatschappelijk belang. De VVD heeft ook echt geen behoefte aan politieke arena’s. We moeten naar resultaten toe. Ik ben zeker bereid om daar het beste beentje voor te zetten. We hebben wel even tijd nodig om op juiste gegevens tot conclusies te komen. Ik verwacht ook van het college, gezien dit feitencomplex wat u nu voor legt, alle logboeken, dat wij elke punt en elke komma, figuurlijk, ook vanaf nu voorgelegd krijgen. Ik wil onderdeel uitmaken van de discussies. Ik wil kunnen meebeslissen, ik wil de belangen kunnen afwegen. Dat is iets wat ik heel nadrukkelijk wil zeggen. Als laatste, dit is een emotionele opmerking maar dekt wel de lading, we hebben morgen een Raadsuitje en ik vind het lastig om dit morgen met elkaar te doen.” Dhr. DE PEUTER: “Ik vind het niet lastig, maar ik ben er ook niet bij! Voorzitter, de speelbal van heel dit gebeuren zijn natuurlijk de burgers. Bewoners van het Hoge Veer, van de aanleunwoningen, schoolkinderen van de Peuzelaer, bewoners van de Riethorst en bewoners van de Zoutmanstraat en omgeving, want daar was ook al jaren aan beloofd dat ze alles zouden gaan opknappen wat voorlopig niet meer gebeurt. Na het eerste en tweede rondje kun je intussen al een beetje merken dat de politieke stellingnames al betrokken worden. De ene wethouder spaart iets meer dan de andere wethouder en valt de een wat meer aan dan de ander. Ik wil volledigheidshalve er wel bij zeggen, voorzitter, dat dit niet alleen formeel maar ook feitelijk het college geheel verantwoordelijk is wat hier gebeurt. Er is zelfs een taakverdeling afgesproken. Wat betreft die werkgroep, vertrouwelijke werkgroep die onderzoekt doet naar de WSG, voorzitter, ik vraag me af of het wel zo handig is dat we daarin een wethouder hebben zitten. Ik vraag me af of je daar niet in een of andere fuik terecht komt of armklem of hoe je het ook noemt, en je op een gegeven moment niet meer vrij kunt handelen en vrij kunt uiten. Daarover moet maar eens nagedacht worden. voorzitter, u begon te zeggen U, de Raad, bent geïnformeerd zoals U zich geïnformeerd voelt. Dat klopt. Dat is te weinig geweest. Daarmee lijkt het alsof u iets af wilt doen aan de ratio van datgene ook gezegd is, ik geloof niet dat het puur emotioneel is, er zijn gewoon feiten die je kunt aantonen, als is het maar de brief van 29 november, die weliswaar niet door dit college geschreven is maar wel bewust niets over medegedeeld is aan de gemeenteraad. Ik kan dit inderdaad niet naar het college toeschuiven maar het college heeft niets daarover medegedeeld in maart. Op 3 maart wisten ze het al. Volledigheidshalve zou ik toch wel heel precies willen weten, de zinsnede ‘hiervoor is bewust gekozen’, ‘dekt niet de feitelijke situatie’, ‘om geen onrust te laten ontstaan met als doel WSG te laten voortbestaan’. Ik begrijp dat dit aan de orde is geweest op 3 maart tijdens het gesprek met CFV, dhr. Van der Moolen en dhr. Hesselman. Ik moet het zo begrijpen dat zij in dat gesprek tegen het college, of afvaardiging van het college, gezegd hebben dat die Astatus in werkelijk niet het geval is, want feitelijk ligt het allemaal heel anders maar we hebben dat zo maar gedaan. Ik wil precies weten hoe dat dit gegaan is tijdens dat gesprek. Hoe is dat gezegd? Ik ben wel voornemens, als het zo is zoals ik het begrijp en
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
20
de meeste het hier begrijpen, dan zal ik Kamervragen daarover laten stellen. Dat ligt voor de hand. Ik wil helder hebben hoe dat dit nu precies zit. Voorzitter, de huidige twee leden die nog meegedaan hebben tijdens de afgelopen periode in de Raad van Commissarissen, mogelijk deden zij niet aan belangenverstrengeling of de schijn van, maar zij zijn ook al die jaren verantwoordelijk geweest en zij hebben niet goed gecontroleerd. Ik begrijp nog steeds niet waarom zij daar zitten. Dat is ook een collegiale aangelegenheid. Zij hadden ook allang vervangen moeten worden. De informatie die in de brief van 29 november stond was inderdaad cruciale informatie. Je gaat je nu afvragen of je nog brieven van hogere overheden, als je die krijgt, blindelings op kunt vertrouwen. Blijkbaar gaat dat nogal makkelijk. Wat betreft de borgstelling, toen deze beide aan de orde waren, of in ieder geval de eerste borgstelling van 25 miljoen, uitdrukkelijk doorgevraagd of we wel of geen risico’s liepen. We liepen helemaal geen risico’s. Ik begrijp nog steeds niet waarom die borgstelling toen afgegeven moest worden. Het college heeft daarop ook nu nog en toen geen antwoord op gegeven. Intussen weten we wel waardoor dat dit komt, dat die borgstelling nodig was. Ik begrijp niet waarom dit indertijd niet nader onderzocht was. Voorzitter, ik heb toen al gezegd vertrouwen is goed, controle is beter. Wat dat betreft, als ik de beantwoording van het college goed begrijp, ook door WSG voor het lapje gehouden want als de subsidie nu terug moet omdat men een deel of een groot deel van de huizen onder de huursubsidiegrens moet bouwen, dan is dat niet nieuw. Dat lag vast in de afspraken met het Hoge Veer. De rechter heeft hierover iets bepaald en een termijn aan gekoppeld van drie jaar is wel nieuw maar de uitleg van de huidige situatie, van de overeenkomst die ik zelf ook niet ken, maar het is niet nieuw dat die woningen onder de huurprijsgrens verhuurd gingen worden. Waarom is voor dat deel dan überhaupt die stimuleringssubsidie aangevraagd door WSG? Ik zou toch graag willen dat u eens uitzocht wat dan precies bij die aanvraag, ik heb dat niet meer paraat, over ingevuld en opgegeven is. Het moet dan toch iets anders geweest zijn dan het bouwen van woningen onder de huursubsidiegrens en niet datgene wat met het Hoge Veer afgesproken was. Voorzitter, nieuwbouw Riethorst, dat zal ook wel heel lang op zich laten wachten. Dhr. Staal moet zich maar eens afvragen of zijn positie nu nog wel handhaafbaar is. Het lijkt mij lastig om nu met krachtige argumenten, met kracht te opereren tegen WSG voor schade die men eventueel daardoor leidt. Dhr. Staal is daar niet de aangewezen persoon voor. De Vlieger wordt waarschijnlijk gebouwd. Dat waren geen woningwetwoningen, dus of deze nu wel of niet gebouwd gaan worden daarmee heb ik geen probleem. Alles bij elkaar nemend, datgene wat het college op tafel legt en de verantwoording die tot nu toe gegeven is, de informatie die ook bewust niet verstrekt is, want dat is in het college zo afgesproken, leent zich toch wel voor een motie van wantrouwen. Ik zal hierover nadenken want ik doe dit niet zo vaak. Het is echt wel voor speciale gelegenheden.” VOORZITTER: “Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.” -----------------------------VOORZITTER: “Ik heropen de vergadering. U heeft toegespitst op een aantal onderwerpen tijdens de tweede termijn gereageerd. Dat maakt ook duidelijk dat U het verhaal niet in de volle breedte nogmaals heeft willen bespreken. Het maakt ook wel duidelijk dat dit niet het laatste gesprek over dit onderwerp is, in die zin dat U heeft aangegeven daar ook nog een keer met ons over te willen debatteren maar ook heeft aangegeven meegenomen te willen worden naar de toekomst van dit dossier. Het lijkt mij goed dat wij de vergadering die wij vandaag hebben afhechten door hierover nog een keer te debatteren om de punten op de i te zetten maar dat we dat ook koppelen aan een bijeenkomst dan in beslotenheid om met elkaar te spreken over hoe we met projecten omgaan en hoe gaan we naar de toekomst, waar zit de waarde en waar zit het wisselgeld. Als het gaat om de informatieverstrekking….” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “Voorzitter, ik heb een zin niet compleet gehoord. U wilt een overleg over de strategie in beslotenheid?”
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
21
VOORZITTER: “Ja, dat heb ik gezegd omdat ik denk dat je een onderhandelingssituatie niet in openbaarheid kunt voorbereiden. U gaat daarover. Ik ga dit met U in het Presidium bespreken. Ik geeft dit op voorhand omdat ik vind dat het elementen zijn die U in discussie heeft gebracht. Mijnheer Kok heeft zelfs iedere punt en komma genoemd. Dat lijkt mij niet helemaal passen in de scheiding tussen college en Raad, maar laten we praten over welke punt en welke komma. Als het gaat om die informatiestrekking merk ik dat zaken die wij als college going concern normaal tot onze taak rekenen ook normaal zijn afgedaan terwijl U ze nu in het perspectief van dit dossier plaatst. Dat is een andere type benadering. Ik denk dat U daarin gelijk heeft maar dat we dat ons gaandeweg hadden moeten realiseren en dan wordt zo’n zaak rondom de Haven wel belangrijk en worden andere zaken ook belangrijk die normaal tot de voorbereidende taak van het college behoren maar nu signalen, symptomen zijn uit dit dossier die U zou willen weten. Zo wil ik daar naar kijken. Wij moeten met elkaar afspraken hierover maken hoe we daarmee omgaan. Dat betekent dat we op een andere manier moeten gaan informeren en dat dit een dossier wordt waar U eigenlijk wekelijks of tweewekelijks een update moet hebben wat er rondom WSG gebeurt en als wij de notulen door de machine halen en het woord WSG …..” Dhr. VORAGEN interrumpeert: “Dit stuk is een openbaar stuk. Hierin staan dingen waaronder de Haven, strategie. Ik wil nader door u geïnformeerd worden voordat ik met u mee zou willen gaan in een besloten vergadering.” VOORZITTER: “We zullen dat ook doen. Het Presidium lijkt mij de juiste plek om dat te doen. Als je praat over bedragen en deals die je zou willen sluiten, dan zijn dat zaken waarvan ik denk dat als wij die in het openbaar voorbereiden en WSG kan ze in het geheim voorbereiden, staan wij met 3-0 achter voordat we aan de wedstrijd beginnen. Dat wilt U ook niet. Ik wil open naar U zijn en achteraf transparant naar buiten. U krijgt 19 onderhandelaars met U mee en WSG komt met zijn tweeën dan heb ik wel een probleem. Niet alleen met het vinden van een ruimte maar ook om met 1 mond te spreken. U vindt mij aan Uw zijde als het gaat om U meer te betrekken bij die strategiebepaling en U meer te betrekken bij dat dossier, ook in de zin dat wij de gevoeligheid van details misschien niet geschat hebben op de waarde waarop U ze nu schat. Ik sluit me dan aan bij U bent geïnformeerd zoals U zich geïnformeerd voelt. U voelt zich op dat punt onvoldoende geïnformeerd. Wij moeten dan een tandje bijzetten. Tandje bij is voor wielrenners waarschijnlijk een tandje te weinig maar daarover moeten we afspraken maken. De brief van het CFV, deze heeft een betekenis gehad tussen 3 maart en 25 maart. Er gebeurde in die tijd een paar dingen, er gebeurde dat de borgstelling niet werd geabsorbeerd door WSG, dat is medio maart gebeurt. Toen speelde het geen rol meer. En toen 25 maart duidelijk werd welke situatie er was, was het absoluut duidelijk dat in weerwil van de brief van de Minister en het oordeel van het CFV er een andere situatie was ontstaan. Een A2-corporatie zou nooit met die maatregelen te maken krijgen die toen door het CFV over WSG werd uitgestrooid. Overigens ben ik het met een ieder eens dat je over die status, dat soort ratings, helder moet zijn.” Dhr. DE JONGH interrumpeert: “Het gaat mij met die brief toch om iets anders.” VOORZITTER: “Ik kom hier nog op.” Dhr. VAN BRUMMELEN interrumpeert: “Voorzitter, u noemt de datum van de brief van de borgstelling in maart maar het is gedateerd op 28 februari. Dat u het vervolgens naar ons doorstuurt op 17 maart toont maar weer eens aan dat u selectief met informatie bent omgegaan.”
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
22
VOORZITTER: “Ik kijk even of dat ik dat met U eens ben, mijnheer Van Brummelen. Op 28 februari komt er een mondelinge mededeling die op 1 maart bij ons binnen komt. Vervolgens krijgen wij op 2 maart informatie.” Dhr. VAN BRUMMELEN interrumpeert: “U krijgt informatie maar wij krijgen dat op 17 maart.” VOORZITTER: “Dat komt omdat wij daarover een advies hebben laten maken en wij dat advies hebben gekregen. Ik zal dit nog verder voor u nagaan hoe dat dit gegaan is. We laten het in ieder geval niet wachten tot 25 maart. Wij informeren U tussentijds. Wat betreft het CFV, je moet op dat soort ratings kunnen vertrouwen. Dat geldt niet alleen voor ons, dat geldt ook voor anderen die in business zijn met WSG of een andere corporatie. Je kunt dat niet opportunistisch vaststellen, zoals dat kennelijk hier gebeurd is. Ik was ook geprikkeld op dat punt doordat ik gezegd heb tegen de journalist van het Financieel Dagblad, ik vind dat je op berekeningen van het CFV moet kunnen vertrouwen. De uitsmijter van de directeur van het CFV, burgemeester Meijer had beter kunnen weten. Beter dan zijn brieven is wel lastig en dat beter weten ontstond pas op 3 maart. Dit voor wat betreft het CFV. Als U dat wilt, zullen wij een brief aan de Minister voorbereiden.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Voorzitter, even voor de duidelijkheid. De brief van 29 november waarin de A-status enzovoorts, als ik het goed begrijp had er moeten staan bijvoorbeeld een lagere status, in die brief. Oké, men heeft dus bewust de boel misleid?” VOORZITTER: “Men heeft iets anders opgeschreven dan dat.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “U kiest zelf het woord bewust…hiervoor is bewust gekozen.” VOORZITTER: “Dat begrijp ik. De positie van de wethouder in de werkgroep. Hij zal misschien zelf hierover nog iets zeggen maar laat ik er een ding van zeggen. Het mag duidelijk zijn dat wij behoefte hebben aan een WSG of rechtsopvolger die voldoende body heeft om projecten te kunnen uitvoeren. Wat ook de waarde van de uitspraak van de voorzieningenrechter is. Hij maakt wel duidelijk dat kennelijk niet de staat waarin je verkeert in surseance of faillissement, maar gewoon het feit dat je onvoldoende vermogen hebt om aan de toetsingscriteria voldoen kennelijk voor de rechter onvoldoende reden is om te zeggen dat ze het niet kunnen. Als wij in die situatie blijven, hebben wij een verdomd moeilijke onderhandelingspositie. Dat betekent dat het streven naar een rechtsopvolger die voldoende body heeft, voldoende vermogen heeft, om voor ons een partner te zijn van groot belang is. Alleen daarom al acht ik de aanwezigheid van wethouder Van den Belt in die commissie van belang.” Dhr. KOK: “Ik begrijp dat u dat zegt en dat we zouden moeten wachten totdat er wellicht een partner is die de financiële positie wel met zich mee kan brengen en het voordeel voor ons zou kunnen zijn in de onderhandelingspositie. We moeten dan wel realiseren dat ons belang op dit moment wel wordt uitgekleed. In de tussentijd moeten we daar wel iets mee doen.” VOORZITTER: “Ik heb U net gezegd dat wij met elkaar over de strategie moeten praten. Daar hoort dit bij. Hoe lang kun je wachten? Wat is de juridische positie ondanks deze uitspraak? Wat vinden andere rechters en de voorzieningenrechter hier van? Enzovoorts, enzovoorts. Dat is iets wat wij met U moeten delen, niet op dit moment maar op een ander moment. CFV. Mijnheer Van Brummelen, U kunt niet de kool en de geit sparen. Dat is ook door dhr. De Jongh bevestigd, die ik verdenk van meer agrarische kennis op dit punt dan U. Je probeert wel te schipperen omdat je vindt dat er meerdere belangen zijn die je wilt dienen. At the end of the day gaat het om de gemeenschap Geertruidenberg en daarvan afgeleid de gemeente Geertruidenberg. Wij gaan daar voor,
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
23
in volkshuisvestelijk zin en in voorzieningen zin. We zullen dat moeten bewijzen. Het onderzoek IOD. Waar wij met de onderzoeken erop wijzen, is het tweede artikel wat in het Financieel Dagblad heeft gestaan. Daar duit ook de IOD op. Ik heb van dhr. Ruigrok begrepen dat de IOD die een afsplitsing is, een onderdeel is van de oude VROMinspectie, dat die niet in het geding is, thans niet in het geding is en dat dit een eigen interpretatie is van dhr. Verbraken, de journalist van het Financieel Dagblad. AKD advies, 26.08, we hadden oorspronkelijk het collegevoorstel er in zitten wat daarop gebaseerd is maar we zullen het advies bijvoegen. CFV gefaald in toezicht, ik weet dit niet mijnheer Bouwens. Ik weet niet of ze gefaald hebben in het toezicht, ik denk dat er keuzes gemaakt zijn in de resultaten van het toezicht. Dat is misschien nog wel veel erger.” Dhr. BOUWENS interrumpeert: “Ik dacht toch dat ik heel helder de vraag had weggelegd, die bewuste keuze door wie is die gemaakt? Mij is dat nog niet helder.” VOORZITTER: “Wat U in ons logboek vindt, is geen letterlijk citaat. Het is een interpretatie van het gesprek wat we gevoerd hebben en wat de keuze van het CFV is. Dat is de enige die kan kiezen.” Dhr. SLENDERS interrumpeert: “Voorzitter, de kans bestaat dat de ontkend wordt, dat we het verkeerd begrepen hebben?” VOORZITTER: “Dat is een alsdan vraag waarop ik niet inga.” Wethouder VAN DEN BELT: “Ik heb best wel veel gemaakt in mijn misschien wel korte carrière. Ik kan U toch wel vanuit mijn hart zeggen dat het dossier WSG waarmee wij geconfronteerd werden, worden en nog steeds zijn, is iets wat ik enorm moeilijk vind en wat ook absoluut niet makkelijk is. Dat heeft vooral te maken, ik heb dit zojuist geprobeerd weg te leggen, dat er een krachtveld bezig is waarin iedereen opereert en waarin ook heel veel belanghebbenden zijn en wij zijn er daar één van, maar wel een belangrijke mijnheer Kok omdat WSG namelijk in ons werkdomein zit. Wij zijn de gemeente die binnen dat werkdomein ook gelieerd is aan WSG als gemeentelijke oprichting, start, enzovoorts. Dat maakt het nog moeilijker want dat betekent ook dat de projecten van WSG ook met name hier, wij zijn een hele grote stakeholder daarin. Dat heeft juist zo veel waarde waarom je moet proberen om op een toch diplomatieke manier om aan tafel te komen, daar waar uiteindelijk de keuzes gemaakt gaan worden voor de toekomst. Dat is ons wel gelukt, om deel te mogen nemen aan die werkgroep. Dat wordt niet zomaar gedaan. Wij hebben in ieder geval de eerste mogelijkheden om straks mee te gaan denken over wat de oplossing voor de toekomst is en wat ons belang en onze rol daarin is. Dat het moeilijk is, wordt ook bepaald door de hele situatie. We zaten er vrij vroeg op. In het begin van het jaar zaten we waarschijnlijk te vroeg bij het CFV aan tafel. Ze schrokken misschien wel een beetje dat wij aan tafel kwamen zitten. We waren misschien wel te vroeg. Je ziet ook dat er een hele periode was, de burgemeester heeft dat ook met zijn eerste verklaring proberen aan te geven door het in stukken te hakken, dat met name dat beginstuk een situatie van verkenning was. Ook door het CFV. Wat is de werkelijke situatie bij WSG? Wat is daar nu aan de hand? Datgene wat er aan de hand was, werd onderzocht in relatie tot het bekend maken van de jaarrekening. Toen werd pas bekend wat daar werkelijk aan de hand was. Hoe diep de problemen er liggen. Ik kan U garanderen, met de huidige situatie van de WSG, gebeurt er geen één project. Er gebeurt gewoon niets. Ze hebben geen geld. Wij kunnen met zijn allen daarover wel blijven debatteren maar dat is de situatie. Dat is de situatie waarmee wij te maken hebben. In die periode heeft WSG ook met ons niet willen praten over projecten. Wij hebben geprobeerd om die periode niet stil te zitten, met hun in gesprek te blijven, ook met het CFV in gesprek te blijven en ons voor te bereiden door juridisch, strategisch advies in te winnen. Dat hebben wij gedaan. Vervolgens, na die jaarrekening, ergens in juli, zijn wij pas voor het eerst aan oplossingsgerichte mogelijkheden aan het denken. Vanaf 1 september heeft WSG gezegd dat ze zover zijn om met ons te gaan praten en te gaan inventariseren wat de situatie van onze projecten is. Op 30 juni was de werkgroep
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
24
voor het eerst bijeengekomen en dat was toen puur een snuffelbijeenkomst over de situatie en waar we staan. Op 14 juli was er een tweede bijeenkomst en vanaf 1 september, tweewekelijks, komt de werkgroep bij elkaar en dan wordt er pas concreet gewerkt aan de vier oplossingsrichtingen, niet scenario’s. Die oplossingsrichtingen, U kunt zich wel voorstellen dat die enorm belangrijk zijn om straks te gaan bepalen wat voor vermogen er straks zit in de WSG die de continuïteit wel of niet kan waarborgen, met welke partner of niet, welke samenwerking en welke projecten kunnen daarin dan geborgen worden? Daarin gaan wij natuurlijk strategische maken. Natuurlijk gaan wij daar ook aan tafel zitten, op twee terreinen vanuit de werkgroep waarbij ik probeer bij Binnenlandse Zaken steeds een tikje te geven van let Geertruidenberg is er ook nog, wij hebben ook nog projecten. De collega-wethouders die langs de andere kant WSG zelfs bestoken met de vraag hoe wij die projecten verder gaan oppakken en wat onze juridische positie daarin is. Dat is de situatie die er nu is.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Dhr. Ruigrok is natuurlijk ook een onderhandelaar, hij is daarvoor ingehuurd. Wat denkt u dat u nog aan serieuze informatie in die werkgroep gaat krijgen binnenkort als wij aan de slag gaan met WSG over de belangen die gemeente Geertruidenberg heeft?” Wethouder VAN DEN BELT: “In die werkgroep wordt in ieder geval elke oplossingsrichting helemaal doorgerekend. U kunt zich voorstellen dat je wel met iemand kunt samenwerken maar wat voor effect heeft dat op het moment dat jij een partner opneemt die er financieel zo slecht voor staat dat je zelf onderuit kunt gaan. Dat is niet zo eenvoudig. Dat zal in die groep goed bekeken gaan worden. Wat voor informatie daar verder over tafel gaat, kan ik nu inhoudelijk niet op ingaan. Dat heeft ook niet zoveel zin.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Alles hangt samen met de wijze waarop gesaneerd wordt, financieel. Bij het maken voor de keuzes voor de toekomst zult u op dat terrein informatie krijgen die WSG zou kunnen schaden. Begrijpt u wat ik bedoel?” Wethouder VAN DEN BELT: “Dat is wat er dan ook wel of niet over tafel gaat en waar wij op dat moment mee aan de slag gaan.” VOORZITTER: “Dat is ook de reden dat we pogen tot een scheiding te komen van die strategische inhoud van de projecten. Dat is lastig, dat ben ik met U eens. Het is wel de enige methode waarop je nog mee kunt doen. Ik heb U aangegeven met welke doelstelling want een sterke partner is lastig maar is wel de enige mogelijkheid om geldkostende projecten te absorberen.” Dhr. SLENDERS interrumpeert: “Is het niet zo dat wanneer je in zo’n werkgroep gaat zitten dat je compromitteert en dat je daardoor minder slagkracht hebt, minder spankracht om op te treden tegen de WSG. Je zit natuurlijk met die club aan tafel om samen problemen op te lossen. Al die partners proberen natuurlijk allemaal buiten schot te blijven. Dat is het spel.” Wethouder VAN DEN BELT: “U begrijpt mij dan toch nog steeds verkeerd. Ik ben dan niet duidelijk geweest. De situatie is niet in een status waarin je je moet opstellen tegen de WSG in de zin van ga nu de oorlog maar aan maar het is een oorlog die je niet kunt winnen want er is niets. De oorlog die je aangaat is veel meer een diplomatiek overleg in die werkgroep naar de oplossingsrichtingen.” Dhr. KOK interrumpeert: “Ik begrijp wat u zegt wethouder Van den Belt. Als we het hebben over voorsorteren had dit eerder kunnen gebeuren tenzij u een goed argument heeft waarom projecten niet van onze gemeente in het vizier zijn gekomen maar wel contreien en slotjes en onder andere ook de Ravelijn overgenomen zijn door Thuisvester.
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
25
Dat is blijkbaar ook voorgesorteerd door een derde partij. In dat lijstje stonden wij niet. Dat is inmiddels wel afgerond.” Wethouder VAN DEN BELT: “Wat U ook in de krant heeft kunnen lezen is dat er een probleem op langere termijn is, continuïteit maar er is ook een korte termijnprobleem en dat is de huidige liquiditeitspositie. Die wil men gaan oplossen door 150 miljoen aan projecten op korte termijn af te stoten. Daar is 50 miljoen aan projecten die overgedragen worden aan andere corporaties. Daar ligt ook de focus. Wat je ziet, is dat buiten het werkdomein van WSG is de afgelopen jaren zo groot geworden dat je daar vraagtekens bij kan zetten. Dat coöperaties die actief zijn in hun werkdomein en daar projecten hebben dat die nu geïnteresseerd zijn om die 50 miljoen waarschijnlijk wel in te vullen door projecten over te nemen. Het probleem dat wij hebben, is dat WSG hier het werkdomein heeft. Dat maakt het even lastig om die verhouding zo weg te zetten dat bijvoorbeeld Thuisvester de contreien wel interesse toont en hier wat minder. Overigens, de Ravelijn is een voorbeeld waarin Thuisvester ook gewoon geopereerd heeft en het project heeft overgenomen. Daar waar het kan, gebeurt dat ook. Uw vraag hiermee hopelijk genoeg beantwoord te hebben. Nogmaals, de situatie zoals die is waarin we geopereerd hebben, is toch een traject waarin ik U wil vragen om als U straks die logboek leest heel goed in Uw beeld neemt dat daarin verschillende stappen zitten. Met name die eerste stap is een stap die veel meer te maken had met het in beeld brengen van de situatie. Daarin moest je opereren op basis van vertrouwelijkheid. U kunt zich voorstellen als dat soort zaken te vroeg naar buiten gingen, worden alle partijen die daarbij betrokken zijn geschaad en ook de positie van WSG wordt dan nog meer geschaad als dat die nu al is. Dat is het enige wat ik U vraag. Ik durf in ieder geval als wethouder, ik denk dat ik ook namens het college spreek, wij hebben met het logboek vanaf 28 februari, vanaf de start, hebben wij heel bewust gezegd, wij gaan dit gedetailleerd vastleggen zodat we exact weten wat we aan het doen zijn, zodat we zelf daar continue op terug kunnen pakken. Wat is er besproken, wat is er gedaan. Dat is met alle oprechtheid gedaan. Met alle oprechtheid. Ik vind dat U nota daarvan moet nemen.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Voorzitter, de wethouder krijgt niet meer gelijk als je harder roept.” VOORZITTER: “Nee mijnheer De Peuter, maar ik denk dat de wethouder wil benadrukken dat het college in haar wetenschap dat ze een crisis aan het managen waren, dingen heeft willen vastleggen in de volle overtuiging dat we ons voluit willen verantwoorden voor de Raad. Als het een normaal dossier was geweest, hadden we een groot aantal van die details niet gehad. Wij zijn blij dat we ze hebben want dat betekent dat we ons voluit kunnen verantwoorden en ook kunnen laten zien waar wij afwegingen hebben gemaakt die U misschien anders gemaakt zou hebben. Dat is het risico van je verantwoorden.” Wethouder VAN DEN BELT: “Ik had nog een vraag van dhr. Van Oort van GroenLinks, Uw vraag had betrekking op de A2-status met jaarrekening 2009 die toen besproken is. U had het over de huurinkomsten. Ik heb me daarop voorbereid want ik verwachtte die vraag. Ik heb de notulen van de Discussieraad uitgedraaid en het is ook precies zo zoals ik het in mijn geheugen had. Op vragen van Uw collega, mijnheer Van Oort, dhr. Jan van Oort, waarin hij suggereerde dat in de jaarrekening 2009 door de inkomsten en de uitgaven dat er niet voldoende body was, cashflow, om vanuit de huurinkomsten positief te draaien. Daarin noemde hij met name dat de rentelasten 30 miljoen hoger waren. Hij vergat daarbij te noemen dat er ook rentebaten waren. Ik heb hem gewezen op basis van de jaarrekening 2009 dat de rentelasten 30 miljoen waren, de rentebaten 8 miljoen, dat hij die vergeten was, en uiteindelijk heb je dan 22 miljoen over. De huuropbrengsten zijn inderdaad 32 miljoen en dat zou betekenen dat we positief 10 miljoen over zouden houden. Kijk je naar de bedrijfskosten dan zit er een post afschrijving in. Afschrijving is cashflow en deze zijn ongeveer 6,5 miljoen en blijft er bedrijfskosten 9 miljoen over en zet dat tegenover die 10 miljoen opbrengst, opbrengst min rentebaten en dan hou je een
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
26
positief resultaat over. Dat is wat er gezegd is en dat is basis geweest van de jaarcijfers 2009. Deze zijn toen besproken.” Dhr. VAN OORT interrumpeert: “Volgens mij was toen de intentie om aan te geven dat niet het hele rekensommetje afmakend maar als je de huuropbrengsten tegenover de rente die betaald wordt over de leningen, puur om aan te geven dat het daar al ergens niet goed gaat of om aan te geven dat die schuldenlast best wel hoog is bij WSG.” Wethouder VAN DEN BELT: “Dat klopt, maar U heeft toen gezegd, Uw collega, dat een feit was dat dit een negatieve cashflow gaf. Ik heb daar toen op gereageerd. Nogmaals, op basis van de jaarcijfers 2009. Ik citeerde hier uit de jaarcijfers 2009. Dat in combinatie met de brief van de Minister over A2 was onze informatie. Meer hadden wij niet en meer had U ook niet.” Dhr. VAN BRUMMELEN interrumpeert: “Ik heb nog een vraag uitstaan bij wethouder Van den Belt over het bijverband naar 40 miljoen.” Wethouder VAN DEN BELT: “Die 25 miljoen had betrekking op De Werff en de Keizer. Wij hebben dat nu uitgebreid met een recht op eerste hypotheek plus een opstal van de Vlieger en de villa. Wij hebben het uitgebreid met de andere gebouwen die ook in dat projectplan zitten.” Dhr. VAN BRUMMELEN interrumpeert: “Dat is 15 miljoen?” Wethouder VAN DEN BELT: “Uiteindelijk heeft dat nu een waarde van zo’n 40 miljoen. De Werff en de Vlieger gaan gebouwd worden.” VOORZITTER: “Wij zullen dit voor U specificeren.” Wethouder QUIRIJNEN: “Wethouder Van den Belt heeft U zojuist verteld over de werkgroepbijeenkomst op 1 september. Op diezelfde dag is dhr. Ruigrok met dhr. Kuijten en dhr. Van Nistelt bij het voltallig college geweest en heeft daar de stand van zaken aan het college verteld en heeft ook gezegd dat hij wilde praten. Het was voor de eerste keer dat hij dat wilde, ondanks een aantal verzoeken die wij gedaan hebben om over de projecten te praten heeft hij op 1 september gezegd dat hij een overleg met ons wil om over de projecten en de mogelijkheden te praten. Als U dan in acht neemt dat wij gisteren, dat was 6 september, de brief uit hebben laten gaan naar WSG met het uitdrukkelijke verzoek om snel in overleg te komen over de projecten en dat het ambtelijk wordt voorbereid is een normale gang van zaken. Het zat ook in het advies van en AKD en van dhr. Sas. Wij zijn daar vrij snel op ingesprongen.” Dhr. VAN BRUMMELEN interrumpeert: “In het logboek lees ik dat op 28 maart een aantal ambtenaren wordt geïnformeerd omdat ze nodig zijn om een inventarisatie te kunnen opstellen. Ambtelijke werkgroep komt dagelijks kort bijeen. Dat is dus al vijf maanden gelden. Zojuist gaf wethouder Quirijnen aan dat er onlangs een begin gemaakt was met de inventarisatie van de projecten. Dat zou dan toch vijf maanden geleden moeten zijn.” Wethouder QUIRIJNEN: “Wij hebben in het begin bij het ontstaan van de problemen hebben wij direct de ambtenaren bij elkaar geroepen en een inventarisatie laten maken. Daarna hebben wij daarover juridisch advies gevraagd bij AKD en volkshuisvestelijk advies en strategisch advies van dhr. Sas. Op 1 september, dat is een andere werkgroep dan waarin wethouder Van den Belt zit, is in de werkgroep aangegeven dat men met Geertruidenberg over de projecten wil gaan praten. Hij is in de middag hier geweest en daarna hebben wij snel geschakeld en gezegd dat we een brief zullen versturen en zo snel mogelijk ambtelijk voorbereiden zodat we het dan bestuurlijk kunnen gaan oppakken. Mijnheer Van den Enden had iets over de Riethorst, de stand van zaken. Ik heb van mw. Teeuwissen begrepen dat ze een intentieovereenkomst hebben dat ze
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
27
binnen nu en vier of vijf jaar starten met de bouw. De WSG heeft wel ervoor gezorgd dat binnen de Riethorst een aantal verbouwingen hebben plaatsgevonden zodat de schrijnende situatie die er was voor een groot deel opgeheven is. Mw. Teeuwissen gaf gelijk aan van als zij zegt dat dit voor haar de uiterste termijn is en dan moet er echt met nieuwbouw gestart worden ander is het niet acceptabel. Mijnheer De Peuter, wat betreft de stimuleringssubsidie. In eerste instantie is voor blok 1 en 2 er niet vanuit gegaan dat WSG deze zou kopen voor de uitwijk van de mensen van het Hoge Veer. Op grond daarvan, ik zal dit nog nagaan in het aanvraagformulier en U daarvan op de hoogte stellen.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Het is het college toch wel bekend dat er een overeenkomst was tussen Hoge Veer en WSG? Wat daarin stond? En als u niet weet wat daarin stond kunt u dat lezen in het vonnis van de rechtbank. Daarin stond dat een aantal woningen verhuurd zouden worden waarvan de huurprijs onder huurtoeslaggrens ligt. Dat was toch bekend? Ik wil graag dat u onderzoekt of die aanvraag van WSG voor die stimuleringssubsidie correct gedaan is op basis van correcte gegevens anders zou die stimuleringssubsidie niet gegeven zijn.” Wethouder QUIRIJNEN: “Ik zal dit voor U uitzoeken. Mijn informatie is dat die subsidieaanvraag eerder was dan de overeenkomst WSG – Hoge Veer.” Wethouder SMIT: “De antwoorden die gegeven zijn, zijn antwoorden op sportgerelateerde vragen aan de hand van de sporthal. Spreken we vanavond nog over de binnensport?” VOORZITTER: “Er is een aantal mensen die zich tijdens de tweede termijn onthouden hebben van die bijdrage, waaronder dhr. Broeders. Ik stel voor dat we eerst, voordat we met sport verder gaan, daarvoor een rondje aan de Raad geven.” Dhr. DE PEUTER interrumpeert: “Ik zou graag willen weten of u mij kunt vertellen wie is of zijn nu feitelijk en politiek verantwoordelijk voor dit dossier waarover wij zojuist gesproken hebben?” VOORZITTER: “Ik heb dat in mijn verhaal verteld. Er zijn vanuit de projecten verschillende verantwoordelijken. U heeft wethouder Quirijnen gehoord, wethouder Smit gehoord. Toen de zaak in crisis kwam, hebben wij geconstateerd dat daar een belangrijk strategisch en financieel belang bij kwam en zijn wij in feite als volledig college daarvoor gaan staan en hebben wij de taken verdeeld. Wethouder Van den Belt doet strategie en financiën, wethouder Smit doet zijn projecten in de welzijnssfeer en wethouder Quirijnen doet de projecten in de ruimtelijke ordeningssfeer. Wij hebben dat verdeeld. Het is iedere week onderwerp van gesprek en daarom krijgt U ook zo’n dik logboek. Het is nog niet voldoende besproken. We hebben de afspraak gemaakt dat we in het Presidium terugkomen over hoe we dit dossier gaan afhechten. Akkoord. Ik stel voor dat we voor hetgeen nog niet aan de orde geweest is nog een snel rondje doen rondom de sporthallen zodat wethouder Smit zich op dat punt kan verantwoorden en U een doorkijk kan geven wat er mogelijk nog te verwachten is in dit dossier.” Dhr. BROEDERS: “Ik zal het kort houden. Ik vind de sport vrij belangrijk en ik denk dat we nu moeten proberen de slag te slaan. Het wordt aangegeven. Het college heeft ons over het algemeen goed geïnformeerd. Het is alleen vrij teleurstellend dat we uit de krant bepaalde zaken hebben moeten halen die vertrouwelijk waren. Het is wel een grote omissie dat wij dat hebben mogen vernemen, vooral uw initiatieven om de binnensportverenigingen met een nieuwe vloer onder te brengen bij Van Drunen, een blaashal. Ik begrijp het, dit zijn opties die u wilt uitzoeken. Wat mij verbaast, WSG geeft aan dat er geen geld meer is en dat er niets maar aan Parkzicht gedaan wordt. Parkzicht wordt gesloten. In september wil Arendse eisen dat dit nog niet definitief gesloten wordt. Dit is nog niet door WSG geaccepteerd en het tijdelijk open houden van de sporthal blijft
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
28
een optie. Bij wie moet WSG die kosten dan gaan verhalen als ze het zelf niet gaan doen? Ik denk dat wij dat zouden moeten gaan betalen. Er zullen ook wel voorstellen in die richting gemaakt worden. Wie gaat dat betalen? Wanneer denkt u met een Raadsvoorstel te komen wat hier onder moet gaan liggen? Wat we dan ook gaan realiseren, dat gaat tijd kosten. U geeft twee optie. Ik wil nog een derde optie aandragen, op korte termijn ook wel makkelijk te realiseren, trainen bij het Dongemondcollege voor de binnensportverenigingen. Daar staan sportvoorzieningen die in zeer slechte staat verkeren, dat ontkennen we niet. Het Dongemondcollege is bereid daar aan mee te werken als ze dit probleem op korte termijn kunnen oplossen. Dat is ook een stuk goedkoper. Er moet dan wel in overleg getreden worden met de binnensportverenigingen of zij daar een optie in zien. Wij hebben altijd nog de Veste nodig om wedstrijden te spelen. Ik wil u vragen dit mee te nemen in combinatie met een lange termijnoplossing. Alleen aan een korte termijnoplossing in het Raadsvoorstel is een pleister voor het bloeden. We moeten toch naar een lange termijnoplossing toe.” Dhr. VAN OORT: “Dezelfde strekking als de woorden van dhr. Broeders. De informatievoorziening naar de Raad is in dit dossier een stuk beter. Het ging afgelopen weken misschien wat fout maar we moeten de wethouder enige onderhandelingsruimte kunnen bieden of een soort van vrije ruimte om ideeën te bedenken. Die moeten dan misschien niet zo in de krant belanden. Ik wil hem die ruimte wel geven. Als er een goed plan gevormd is, zien we wel een Raadsvoorstel tegemoet komen voor een financiële onderbouwing.” Dhr. KOK: “Ik vind GroenLinks in deze situatie wel iets milder dan ik het zou willen doen. Wij hebben nadrukkelijk in het Presidium met elkaar afgesproken dat actie pas vanuit ons college ondernomen zou worden op het moment dat er of duidelijkheid bestaat, feitelijk dat overeenkomst tussen WSG en Arendse ontbonden zou zijn, of dat er sprake zou zijn van een bereidheidsverklaring om gezamenlijk tot een oplossing te komen en tot die tijd er eigenlijk niets naar buiten zou gaan. Tot onze stomme verbazing gebeurt dat wel ondanks de goede bedoelingen maar daarmee hangt ons wel iets boven het hoofd. Je ziet ook dat WSG, als Arendse, hun strategie wijzigen en dat zou consequenties kunnen hebben. Dat is nu precies wat ik bedoel. Ook daar hadden wij als Presidium heel snel bij elkaar kunnen komen om te kijken wat de juiste stappen zouden kunnen zijn om wethouder Smit te kunnen helpen in zijn aanvalsplan om die binnensporters te helpen. Wij doen het daar toch voor. Ook hier is duidelijk sprake van nalatigheid.” Dhr. DE PEUTER: “Voorzitter, twee dingen. Op welke termijn komt de wethouder met een voorstel? Tot nu toe was het steeds, er komt een nota in het najaar. Het moet toch wel sneller. Ik heb een vraag gesteld over de geheimhouding. Gaat u nog steeds de Raad voorstellen om, dit dossier, de geheimhouding te laten bekrachtigen die u opgelegd heeft?” Dhr. VORAGEN: “Ik heb de behoefte om ons standpunt duidelijk te maken. Eindstation is sporten bij het Dongemondcollege. Dat is de insteek. De noodverbanden die wij moeten gaan leggen in verband met een situatie tussen WSG en Arendse die is ontstaan en waarvan de binnensporters de dupe van zijn, moet er een zijn van financieel kaliber die de tijdelijkheid onderstreept. Dat betekent dat er naar een veilige oplossing gezocht moet worden maar ook naar een goedkope oplossing. Er worden allerlei bedragen genoemd en ik wil ze graag onderbouwd zien. In ieder geval van Van Drunen en Parkzicht.” VOORZITTER: “Als het gaat om de vraag van de informatieverstrekking en de openbaarheid, mijnheer De Peuter, afgelopen maandag heb ik dit al gezegd en U heeft mij dat nog gevraagd dat wij geen voorstel zouden doen om de geheimhouding te betrachten. Dit had alles te maken met het feit dat in feite de informatie dienstig diende te zijn om het proces te kunnen voeren en dat derden op de hoogte moesten komen en ook de reden dat de wethouder die informatie moest gebruiken. Ik heb U daar toen over
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
29
geïnformeerd en ik dacht dat het de status had die wij toen afgesproken hadden en ik zie dat dhr. Van Oort dat zo opgepikt heeft.” Wethouder SMIT: “Als je de hele avond beluistert en weet welke mogelijkheden WSG dit jaar niet meer heeft en je gaat nog even terug naar de subsidiabele bedragen, het gesprek wat we met de sportverenigingen gehad hebben met firma Arendse aan tafel in de Veste en je weet wat toen gezegd is tegen de wetenschap die wij nu hebben, hoop ik dat U ook een klein beetje begrip heeft in wat voor een lastige positie wij als college hebben gezeten en nog steeds zitten. Want ook dit is een onderdeel wat echt uitermate lastig is om het goed en oplossingsgericht te behandelen. Op 22 juni zijn wij geïnformeerd dat de mogelijkheid bestond dat… Op 14 juli, drie weken nadien, hebben wij U als Presidium geïnformeerd. Wij hebben toen met elkaar afgesproken. Ik had de behoefte omdat ik enige irritatie proefde bij de VVD dit weg te nemen. Variant twee sporten bij een andere exploitant en ik citeer ‘binnen de gemeentegrenzen is geen exploitant die alle binnensportverenigingen ruimte kan bieden.’ Wij als college hebben op 14 juli al gesteld, aan U, dat al die verenigingen niet in een sporthal kunnen. Recentelijk, afgelopen week, is dat nogmaals bevestigd. Potentiële hoofdexploitant zou moeten investeren in een vloer en kleedaccommodatie. Gemeente moet gaan interveniëren tussen binnensportverenigingen, potentiële hoofdexploitant en overige aanbiedingen van sportruimte. Daarnaast wil het college niet treden in de rechtsverhouding, waaraan U refereert, tussen WSG en Arendse en deze variant is vanwege de onduidelijkheid en de onzekere situatie momenteel te precair. Tot aan het moment dat wij opnieuw door WSG geïnformeerd werden, 29 augustus, hebben wij niets maar dan ook niets gedaan, conform hetgeen in de verslaglegging van het Presidium. Vervolgens zijn wij na 29 augustus gaan acteren. Oplossingsgericht gaan denken. We hebben dat, omdat het water aan de lippen van de binnensportverenigingen stond, met ze gedeeld, de zorg weg te nemen en ook aangegeven hoe wij er in zitten. Dat is niet veel anders dan de varianten die wij tijdens het Presidium besproken hebben op 14 juli, wetende dat WSG geen euro had om te willen investeren. Wie gaat er nu wel in Parkzicht investeren? ER is nog steeds een verhouding, rechtsverhouding, tussen WSG en Arendse. U citeert terecht, zoals dhr. Van den Enden doet, uit de verslagen dat er geen contract onder ligt, geen papieren verhouding maar er is wel een juridische verhouding omdat er over en weer huurtermijn betaald zijn. Dat geeft de positie dat er sprake van een verbintenis is. Op het moment dat wij geïnformeerd zijn, hebben wij die gesprekken gevoerd met de verenigingen. Nogmaals, ook daar staat het water aan de lippen. Wij hebben onze zorgen gedeeld en gemeend iets te moeten laten zien waarmee wij bezig zijn, oplossinggericht denken, zorg wegnemen. Probeer je te verbeelden in de binnensporters die in oktober aan de slag moeten met de competitie, en in mijn enthousiasme heb ik datgene medegedeeld. Als U zegt dat daarop vertrouwelijkheid staat, mijn oprechte excuses, maar echt oplossingsgericht gedacht. Die maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben wij met hun willen delen. Hoe staan wij er op dit moment voor? Dinsdag breng ik een stuk in het college en dat zou de oplossing moeten zijn. Op het moment dat het college daarmee akkoord gaat, zullen wij zo snel mogelijk naar U terugkomen want het is niet twee voor het twaalf, het is tien over twaalf. Wij proberen zo snel mogelijk daarin te acteren.’ VOORZITTER: “Ik wil vermelden dat de informatie die destijds op 14 juli naar U toe gekomen is, U ook toekwam op het moment dat wij zeiden, we zitten in een zodanig moeilijke situatie, het kan zijn dat wij Uw Raad nodig hebben in de vakantie. Het was ook een ordeaanleiding om dat met U te bespreken en dat hadden we meer moeten hebben.” Tweede Termijn Dhr. BROEDERS: “Het enige waarop ik nog wel een reactie wil hebben, ik weet dat het dinsdag komt maar het is niet een aangedragen derde optie. Het is wel heel erg kort dag maar het is wel een optie. Ik wil dat dit misschien nog wel meegenomen kan worden. Sporten bij het Dongemondcollege.”
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
30
Dhr. DE JONGH: “We worden regelmatig om geheimhouding gevraagd over een aantal zaken. Op zich ben ik ook best bereid om als u dat nodig vindt, me daaraan te houden. Ik heb me daar ook altijd aan gehouden. Het kan niet zo zijn dat wij geheimhouding betrachten en dat het hele spul op straat ligt om wat voor reden dan ook. Waarschuw dan dat u mensen gaat informeren en hoe u ze gaat informeren want dan kunnen wij daar in elk geval ook op anticiperen. Vertel ons ook dan wat u gaat vertellen want zo heeft geheimhouding ook geen zin. Als wij vandaag geheimhouding opgelegd krijgen en morgen vindt u het nodig om met iemand te gaan praten en die brengt het dan op straat, ik heb het meer meegemaakt, het is niet alleen in dit dossier, ik heb eerder meegemaakt dat er op het moment dat de stempel vertrouwelijk erop gezet werd men in het café zat te bepraten hoe de zaken lagen en dat ik dat op mijn biljartclub te horen kreeg. Degene die dat gehoord heeft, kan ik dat niet kwalijk nemen. Als er geheimhouding is, moet dat ook betracht worden.” Dhr. KOK: “In het verlengde van hetgeen dhr. De Jongh gezegd heeft. Ik wil graag nog reageren op hetgeen wethouder Smit gezegd heeft. Hij heeft inderdaad een mooi verhaal met allemaal goede redenen en allemaal in het voordeel van de binnensport. Dat respecteer ik ook. Er is expliciet gezegd door het Presidium en het is expliciet nog eens een keer tijdens het laatste Presidium bevestigd, eind augustus, dat die concurrentieverhouding, concurrentievervalsing, staatssteun en dat soort juridische risico’s altijd voorkomen moeten worden. We willen die schijn ook niet wekken. Als u dan een stap zou willen nemen, moest u terug komen en dat zou dan onder andere gebaseerd zijn op het feit of de overeenkomst met Arendse en WSG ontbonden zou zijn of dat er andere afspraken zijn om een volgende stap te kunnen maken. U heeft dat verzuimd. U kunt dan wel een mooi verhaal hebben en al is het niet in het voordeel van de binnensport en dat reken ik u aan. Dat ook gezegd hebbende.” Wethouder SMIT: “Mijnheer Broeders, alle varianten en mogelijkheden staan zeker op ons netvlies, ook het Dongemondcollege. Het Dongemondcollege is bereid om eventueel mee te werken, indien nodig, om ruimtes beschikbaar te stellen. Het is eigenlijk al treurig dat een aantal verenigingen, lokale verenigingen, Uw en onze verenigingen, al buiten de gemeente aan het sporten zijn. Het is in beeld en indien nodig gaan wij daar naar handelen en acteren. De bereidheid van het Dongemondcollege is absoluut aanwezig. Mijnheer De Jongh, ik ben het absoluut met U eens.” Dhr. DE JONGH interrumpeert: “Welke afspraken maken wij hierover? Ik wil voortaan bij geheimhoudingsverzoeken een overzicht van de mensen aan wie de informatie wordt verstrekt en een overzicht van de mensen waaraan u denkt informatie over te verstrekken. En ook wil ik dan weten wat het tijdspad is na de openbaarheid.” Dhr. BOUWENS interrumpeert: “Het probleem van geheimhouding ligt er wel in op het moment dat er private partijen op welke manier dan ook in het spel meespelen. Je kunt die op geen moment geheimhouding opleggen. Je kunt ze hoogstens vragen om een zekere mate van zorgvuldigheid….” VOORZITTER: “Ik kom hierop terug.” Wethouder SMIT: “Hoe er mee om te gaan en afspraken voor de toekomst laat ik graag aan de voorzitter over, gezien zijn ervaring en kundigheid komen we best tot een passende oplossing. Ik worstel er zelf ook mee. Ik zie na afloop iets ontstaan wat je absoluut niet wil vanuit je oprechtheid. Mijnheer Kok, ik heb geen mooi verhaal, ik heb een triest verhaal. Dat trieste verhaal gaat ons en Uw binnensporters aan. Wij als college doen ons uiterste best om dat op te lossen. Tegen de wind in, tegen de stroom in maar wij proberen wel ons best te doen voor de binnensporters.” Dhr. KOK: “Dit is nu precies het mooie verhaal waarbij ik me graag wil aansluiten. Wij als Raad zijn nog steeds de baas en u heeft iets overschreden wat nadrukkelijk door de Raad
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
31
gezegd is. Ik wil graag dat u dat erkent. Natuurlijk moeten we naar een oplossing kijken en dat zo snel mogelijk proberen te doen. Dit was een cruciaal punt waarover ik echt zorgen heb en waarover ik vooraf niet geïnformeerd ben over de juridische consequenties van de stappen die u heeft genomen.” VOORZITTER: “Mijnheer Kok, U moet straks het eindvoorstel van het college beoordelen en dan vragen of dat voldoet aan de voorwaarden die wij mogen stellen en die met U besproken zijn.” Dhr. KOK interrumpeert: “Voorzitter, ik had graag vooraf geïnformeerd willen worden. Dat was de afspraak en dat wil ik voor de toekomst ook graag gegarandeerd hebben.” Wethouder SMIT: “Ik blijf het een triest verhaal vinden. Ik heb zojuist aangegeven wat ik er van vindt. Ik ga dit niet herhalen. Ik heb in al mijn oprechtheid gehandeld, oplossingsgerichts met dat in stand genomen wat tijdens het Presidium besproken is. Als de indruk is ontstaan zoals die is ontstaan, heb ik gezegd wat ik er van vind. Meer kan ik er niet aan doen. Ik vind het een triest verhaal maar wij proberen oplossingsgericht te denken, voor Uw en onze binnensporters.” VOORZITTER: “De bottom line is zo min mogelijk geheimhouding. Ik heb zojuist een situatie genoemd waarvan ik dacht dat wij daarmee iets moeten. Zo min mogelijk geheimhouding dan heb je ook zo min mogelijk last van je verhaal. Ik ben daar schaars in om van U dat te vragen en zo mogelijk zal ik daar nog schaarser worden. De andere kant van de medaille is als je zo min mogelijk geheimhouding wil vragen, wil de Raad ook zo min mogelijk belasten met geheime informatie. Daar zit wel eens een wringpuntje. Wij moeten daar samen aan uitkomen. Ik ben het wel met dhr. De Jongh eens, als je het oplegt, dient het ook gehandhaafd te worden. Als het niet gehandhaafd wordt, is het billenkoek! Ik sluit het debat over dit punt. Ik hoop U na dinsdag nader te kunnen informeren over dit onderwerp.” VOORZITTER: “Ik stel U voor het Raadsvoorstel Strategische Agenda Regio West Brabant een A-stuk te maken. Ik stel U voor de punten 8 en 9 van de agenda te verdagen naar een volgend Discussieraad. Ik stel U voor Geertruidenberg Kom, te kijken of dat U een inzage kunt krijgen en eventuele opmerkingen daarover kunt maken. Een soort inloopbijeenkomst? Is dat mogelijk?” Wethouder QUIRIJNEN: “Ik ben daar altijd toe bereid.” Dhr. KOK interrumpeert: “Ik ben het daar niet mee eens.” VOORZITTER: “Dat kan. Ik zeg dat het kan en dan bedoel ik dat het mag. Ik stel U voor dat niet te doen. Ik geef U de kans om volgende keer het vragenuurtje te gebruiken om wat slimme vragen over dit onderwerp te stellen. Mag ik dit als suggestie meegeven? De meerderheid zegt niets en is het dus niet met U eens.” 6. Rondvraag Van dit agendapunt wordt geen gebruik gemaakt.
7. Sluiting De voorzitter dankt een ieder en sluit de vergadering.
Verslag DiscussieRaad d.d. 08.09.2011
32