Notulen van de Particuliere Synode Utrecht gehouden op donderdag 21 juni 2012 te Mijdrecht 1. Opening. Namens de samenroepende kerk van Mijdrecht opent ds. G.A. Heek de vergadering op christelijke wijze. Hij leest Romeinen 1: 1-17 en staat er bij stil dat we ons gezondenen mogen weten als mensen die werken in de naam van Jezus Christus. Paulus maakt duidelijk dat Christus de reddende kracht is voor ieder die in Hem gelooft. Daarna gaat ds. Heek voor in gebed. 2. Onderzoek van de geloofsbrieven. Uit onderzoek van de geloofsbrieven en navraag daarnaar blijken de drie classes wettig vertegenwoordigd te zijn. De classis Amersfoort is vertegenwoordigd door ds. K. Beiboer, ds. R.Th. de Boer, br. A. Bolks, ds. A. Buursema, br. A.M.P. Jonker, br. B. Spoelstra. De classis Hilversum is vertegenwoordigd door br. C. Bouma, ds. B.C. Buitendijk, br. J.W. Draijer, ds. M.K. Drost, ds. H. Hoksbergen, br. Tj. Oosterhuis, De classis Utrecht is vertegenwoordigd door ds. G.A. Heek, ds. J.P. Kruiger, br. G.J. Kruizinga, br. W.J. Schouten, ds. W. van Veelen, br. A.A.M. Wilschut. 3. Constituering van de vergadering. De vergadering wordt geconstitueerd. 4. Samenstelling van het moderamen. In het moderamen nemen plaats ds. G.A. Heek als preses, ds. H. Hoksbergen als scriba en ds. R.Th. de Boer als assessor. 5. Vaststelling van de agenda. De agenda wordt vastgesteld en de zaken worden afgehandeld conform dit verslag. 6. Zaken, voortvloeiende uit de acte van de vorige vergadering. a. Acta van de PS van 25 juni 2011. De tekst van deze acta wordt ongewijzigd vastgesteld. b. De afgevaardigden ds. R. ter Beek en br. P. Mars naar de generale synode van Harderwijk schrijven over besluiten van de synode die van belang zijn voor de PS. Een aantal besluiten die de bijzondere aandacht van de kerken verdienen, heeft de generale synode zelf al op een rij gezet. Van belang voor de PS is vooral de besluitvorming over de kerkorde, die nog niet is afgerond. De PS Utrecht benoemd ds Ter Beek en br Mars in een deputaatschap met de volgende opdracht: breng voor de PS van 2013 in beeld wat de effecten zijn voor de PS van de definitieve besluiten van de GS Harderwijk 2011 ten aanzien van de positie en taken van de PS zoals vastgelegd in de nieuwe kerkorde en de adviezen over de afvaardiging van de PS naar de GS. En die de PS 2013 indien nodig met een concreet voorstel voor de implementatie van deze besluiten en adviezen in de PS Utrecht.
7. Ingekomen stukken voor zover deze niet vallen onder agendapunt 10. Geen 8. Voorstellen van de kerken en classes van het ressort Geen 9. Instructies Geen 10. Rapporten van deputaten en controlerapporten 10a. Rapport van de deputaat-curator Theologische Universiteit (zij bijlage) Er wordt kort stilgestaan bij de verandering die zich aan de TU voltrekken of mogelijkerwijs gaan voltrekken. De plannen zijn ambitieus. Deputaat Buitendijk benadrukt dat het voortbestaan van de universiteit niet afhankelijk is van de nu geschetste plannen.
1
10b. Rapport van de quaestor (zie bijlage) De vergadering stemt in met het voorstel om de acta van de PS in het vervolg niet meer te drukken maar alleen nog digitaal te verspreiden, met dien verstande dat in het archief wel een papieren exemplaar aanwezig dient te zijn. Wat de inhoud van het rapport betreft, wordt geconstateerd dat de financiële buffer momenteel wel erg groot is. De quaestor zal gevraagd worden hoe deze omlaag te brengen. 10c. Dovenwerk Leusden, jaarverslag (zie bijlage) Van het verslag wordt onder dankzegging voor het verrichte werk kennisgenomen. 10d. Deputaten voor artikel 49 KO (zie bijlage) Van het verslag wordt onder dankzegging voor het verrichte werk kennisgenomen. De kanttekening wordt gemaakt dat de VSE op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor de emeritaatsvoorziening van emeriti-predikanten; de verantwoordelijkheid daarvoor ligt geheel bij de kerkenraad van de betrokken predikant. 10f. Rapportage deputaten financieel ZEHK (Zending, Evangelisatie en Hulpbehoevende Kerken) (zie bijlage) Vanuit de vergadering wordt dankbaarheid en instemming uitgesproken met het rapport. Er is meer duidelijkheid en evenwichtigheid gekomen in de quota per classis voor ZEHK. De vergadering stemt in met het volgende voorstel van deputaten: De Particuliere Synode zal in ieder geval jaarlijks de quotumontwikkeling in haar ressort op de agenda te plaatsen en wel als volgt: • De ontwikkeling van de totale quota (per classis) kan langs de lijnen van bovenstaande conclusies besproken worden. • Ook de verschillende quota bedragen per classis voor de zending binnenland en buitenland kunnen dan tegen het licht gehouden worden. • Daarbij kunnen de specifieke adviezen van het Deputaatschap Geïntegreerde Visie en Beleid als richtlijnen dienen om de diverse deelquota te beoordelen: MU, Artikel 11, UMA, ICF. • Eveneens kunnen de algemene adviezen van het Deputaatschap Geïntegreerde Visie en Beleid dan meegenomen worden. 10g. Rapportage Utrecht Mission (zie bijlagen) In de bespreking over de situatie in Congo komt naar voren dat ondanks veel onzekerheid er vertrouwen is in het opbouwen van een goede relatie met de URCC. De vergadering neemt op advies van de zendingsdeputaten de volgende besluiten: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
conform eerdere goedkeuring en besluitvorming de samenwerking te continueren en geleidelijk verder uit te breiden met: • de URCC in DR Congo – bijlage 1 • het CMP in Kinshasa (zending onder Pygmeeën) – bijlage 2 • de PCU in Oeganda – bijlage 3 de tijdelijke ondersteuning van projecten in India met ingang van 2012 af te bouwen – bijlage 4 akkoord te gaan met verdere samenwerking op projectbasis met FE/TLT en zo mogelijk met Fateb in Bangui, ondersteunend aan onze programma’s – bijlage 5 akkoord te gaan met continuering van het (tijdelijke) fonds Utrechtse Missionaire Wereldwerkers van in totaal € 100.000 – bijlage 6 UM décharge te verlenen voor het gevoerde beleid in 2011 en de jaarrekening 2011, annex accountantsverklaring te accepteren – bijlage 8 en separate financiële bijlage de begroting 2012 en meerjarenbegroting 2012-2016 goed te keuren – bijlage 8 en separate financiële bijlage het quotum 2012 vast te stellen op € 15 per ziel voor de classes Utrecht en Amersfoort en € 20 per ziel voor de classis Hilversum (gemiddelde PS ressort € 17,50) en voor het quotum 2013 en 2014 voorlopig eveneens deze bedragen te hanteren – bijlage 8
2
10h. Rapportage deputaten art. 11 KO (zie bijlagen) In de bespreking wordt stilgestaan bij de onderscheiden verantwoordelijkheden van de classicale en provinciale deputaten. De assessor had hierin de leiding omdat de gemeente van Mijdrecht een steunvragende gemeente is. Op advies van de deputaten neemt de vergadering de volgende besluiten: 1. De PS keurt het gevoerde beleid goed en verleent Dep. 11 KO PS decharge. 2. De PS accepteert het teruggeven van de opdracht tot het benoemen van een predikant in het deputaatschap. 3. De PS stelt het quotum 2013, net als over 2012, vast op € 6 per ziel. 4. De PS gaat akkoord met de bijgevoegde versie van het ‘Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO’. 10i Rapportage UMA (Utrechtse Missionaire Arbeid onder moslims) ter informatie (zie bijlagen) Van het rapport wordt met dankbaarheid kennisgenomen. De jaarrekening 2011 wordt vastgesteld. Gememoreerd wordt de beroepbaarstelling van br. Henk Bouma. Aan het bestuur van de stichting wordt meegegeven alert te zijn op het voortdurend informeren van de gemeenten in de classes Amersfoort en Hilversum, die wat verder van het werk in Utrecht af staan. We hebben nog een quotum vastgesteld. (volgens het advies van dep financieel) 11. Appelzaken (zie vertrouwelijke acta) 12. Benoeming en voordracht deputaten De vergadering doet de volgende benoemingen: Classis Amersfoort Archiefbewarende kerk: Archivaris: Quaestor: Art 11 KO: Art 31 KO: Art 49 KO: Zending/UZD: Dovenwerk:
Amersfoort-Oost E.B. den Otter; ds. A. Kamer (sec) S.A. Ungersma H. Rompelman ds. J. Beekhuis ds. G. Gunnink, ds. R.Th. de Boer Tj. De Vries de kerk te Leusden
Classis Utrecht Art. 11 KO: Art. 49 KO: Zending: Art. 31 KO:
Diaconale deputaten:
primus: J. Bovendeur (Houten); secundus: G. Kleingeld (Houten). ds. G.A. Heek; ds. J.P. Kruiger. ds. W. van Veelen, Loenen-Abcoude; R.T. Blok, Driebergen-R.; zr. W.G. Oosterhuis, Utrecht (C). Br. E.N. Bouwman te Houten, primus; secundus: L.H. Olde, Doorn. Br. Bouwman wil echter pas benoemd worden als de "zaak Dubbink" is afgehandeld. Anders moet hij aan twee kanten van de tafel gaan zitten. L.F. van Veen, Houten.
Classis Hilversum Art. 11 KO: Art. 31 KO: Art 49 KO: Curator TU:
ds. M.J.C. Blok en br. W van Twillert ds. J.H. Smit, ds. W. Scherff, sec. ds. H. Pathuis ds. Poutsma, ds. Blok uit Spakenburg en ds. Schreuder ds. B.C. Buitendijk, sec. ds. R. ter Beek
13. Censuur naar art. 48 KO Wordt geen gebruik van gemaakt.
3
14. Rondvraag De deputaat-scriba wordt gevraagd of via de website van de gkv meer en actuele informatie over onze ps kan worden doorgegeven, zoals bepaalde regelingen en acta. 15. Aanwijzing roepende kerk voor de volgende synode De volgende PS zal worden samengeroepen door de kerk van Amersfoort-Hoogland. 16.Vaststelling van de acta en het kort verslag Wordt toevertrouwd aan de leden van het moderamen. 17 Sluiting naar art. 29 KO Ds. Hoksbergen gaat voor in dankgebed, waarna de preses de vergadering sluit.
H. Hoksbergen, scriba
4
VOORLOPIGE AGENDA PARTICULIERE SYNODE UTRECHT op donderdag 21 juni 2012, aanvang 19.30 uur in de Gereformeerde kerk te Mijdrecht
1. Opening namens de samenroepende kerk Mijdrecht, naar art. 29 KO. 2. Onderzoek van de geloofsbrieven namens de samenroepende kerk. 3. Constituering van de vergadering. 4. Samenstelling van een moderamen a. Bestaande uit: ds. G. Heek, preses; ds. H. Hoksbergen, scriba I en ds. C. Beiboer, assessor 5. Vaststelling van de agenda. 6. Zaken, voortvloeiende uit de acta van de vorige vergadering(en). a. Acta van de PS gehouden op 25 juni 2011. b. Deputaatschap Generale Synode van 2011 7. Ingekomen stukken, voor zover niet vallende onder 10. 8.
Voorstellen van de kerken en classes van het ressort.
9. Instructies. 10. Rapporten van deputaten en de controlerapporten. a. Deputaat-curator T.U. b. Rapportage Quaestor
De PS Utrecht van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012 besluit: de acta van de PS in het vervolg niet meer te drukken, maar alleen nog digitaal te verspreiden. Grond: de voordelen van het drukken van een (zeer kleine) oplage van de acta staan in geen verhouding tot de kosten (643, 02 Euro). c.
Dovenwerk Leusden jaarverslag
d. Deputaten art. 49 K.O. e.
Deputaten voor Appèlzaken
f.
Rapportage deputaten financieel ZEHK
g. Rapportage Utrecht Mission h. Rapportage deputaten art. 11 K.O i.
Rapportage UMA ter informatie
11. Appèlzaken. a. Dubbink b. De Hoog c. Van Baardewijk en Van Pijkeren 12. Benoeming en voordracht deputaten. 13. Censuur naar art. 48 K.O. 14. Rondvraag. 15.
Aanwijzing van de samenroepende kerk voor de volgende synode, eventueel met opdracht tot het bijeenroepen van een buitengewone synode: Amersfoort-Hoogland.
16. Vaststelling van de acta en het kort verslag. 17. Sluiting naar art. 29 K.O.
Afgevaardigden PS Utrecht 21.06.2012
ds. K.
Beiboer
[email protected]
ds. R.Th. de
Boer
Leusden
br.
A.
Bolks
Amersfoort-Vathorst
[email protected]
br.
C.
Bouma
Bussum-Huizen
[email protected]
ds. B.C.
Buitendijk
Bunschoten -Oost
[email protected]
ds. A.
Buursema
Amersfoort-West
[email protected]
br.
Draijer
Hilversum
[email protected]
ds. M.K.
Drost
Bunschoten-West
[email protected]
ds. G.A.
Heek
Mijdrecht
[email protected]
ds. H.
Hoksbergen
Spakenburg-Zuid
[email protected] assessor
br.
Jonker
Amersfoort
[email protected]
ds. J.P.
Kruiger
Oud Zuilen
[email protected]
br.
G.J.
Kruizinga
Utrecht
[email protected]
br.
Tj.
Oosterhuis
Hilversum
[email protected]
br.
W.J.
Schouten
Mijdrecht
[email protected]
br.
B.
Spoelstra
Amersfoort-Oost
[email protected]
Veelen
Loenen a/d Vecht
[email protected]
Wilschut
Houten
[email protected]
J.W.
A.M.P.
ds. W. br.
A.A.M.
van
[email protected]
sec. van Boersma
preses
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Harderwijk 2011 Bijlage (beetje aangepast door RtB en PM) bij de brief van de Generale Synode Harderwijk 2011 dd nov 2011 aan de
kerkenraden van de Gereformeerde Kerken in Nederland
BESLUITEN VAN DE GENERALE SYNODE HARDERWIJK 2011 ook voor u van belang
nieuwe liederen en formulieren 1. Evenals tijdens voorgaande synodes zijn ook nu weer enkele gezangen uit het Liedboek voor de Kerken vrijgegeven voor gebruik in de kerken. Het betreft hier een selectie “in eerste lezing”: naar aanleiding van ontvangen reacties kan een volgende synode besluiten om een lied weer van de lijst af te voeren. (H5, art. 46 besluit 2,3) Voor de gezangen die de GS Zwolle-Zuid 2008 in eerste lezing had vrijgegeven, bleek dat laatste overigens niet nodig: alle liederen doorstonden ook de “tweede lezing”. Dat geldt eveneens voor de gezangen die in 2008 uit andere bundels waren geselecteerd. 2.
De deputaten voor kerkmuziek krijgen de ruimte om opnieuw een beperkt aantal Opwekkingsliederen aan te bevelen bij de kerken, voor gebruik bij bijzondere gelegenheden. (H5, art. 46 besluit 5) 3. De Psalmen voor Nu worden minder geschikt geacht voor de gemeentezang; daarom geen selectie, wel een handreiking. (H5, art. 46 besluit 6) 4. Onze kerken hebben zich aangesloten bij de stichting die werkt aan een geheel nieuwe versie van het Liedboek . Op termijn kan dat gevolgen hebben voor de uitgave van ons eigen Gereformeerd Kerkboek. Rond de volgende generale synode moet hier meer duidelijkheid over komen. (H5, art 46 besluit 4) 5. De GS Zwolle-Zuid 2008 gaf een groot aantal hertaalde liturgische formulieren vrij voor gebruik in de kerken: het zgn. ‘groene boekje’. Naar aanleiding van de ontvangen reacties zijn deze opnieuw nagekeken, en nu definitief vastgesteld. De versie van het ‘groene boekje’ is daarmee buiten gebruik gesteld. Wel kunt u de formulieren van het Gereformeerd Kerkboek blijven gebruiken, zolang er nog geen nieuw Kerkboek is verschenen. (H5, art. 44 besluit 3/bijlage 5.3) 6. Een hertaling van het huwelijksformulier en enkele formulieren voor de kerkelijke tucht ontbraken nog in de rij. Daarin is nu voorzien; reacties zijn welkom. 7. De vraag is trouwens hoe de kerken met al deze formulieren omgaan. Deputaten hebben opdracht om daar onderzoek naar te doen. (H5, art. 44 besluit 3/bijlage 5.3) 8. Ook is er een volledig nieuw voorbedengebed geschreven, met een andere opzet dan voorheen. Laat u verrassen! (H5, art. 44 besluit 4/bijlage 5.3)
1
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Harderwijk 2011 inspraak! 9. U kunt uw reactie geven op de gezangen uit het Liedboek die in eerste lezing zijn vrijgegeven; zo ook op het huwelijksformulier en de beide formulieren voor de kerkelijke tucht. Verder kunt u bezwaar indienen tegen de tekst van bepaalde Opwekkingsliederen of Psalmen voor Nu. Voor dit alles kunt u terecht bij een nieuw deputaatschap: “liturgie en kerkmuziek”, een samenvoeging van de oude deputaatschappen “Eredienst” en “Kerkmuziek”. (H5, art. 47) (...)
ter attentie De generale synode heeft een reeks besluiten genomen waarmee u niet direct aan de slag hoeft, maar waar u in bepaalde situaties toch wel rekening mee dient te houden. 11. Wanneer u wilt collecteren voor de stichting “Evangelie & Moslims”, is het goed om te weten dat onze kerken langs deze weg jaarlijks minimaal € 45.000,-- willen opbrengen. (H5, art. 56 besluit 5)
12. Wanneer u een predikant uit de CGK wilt horen, kunt u hem zonder problemen uitnodigen om voor te gaan in een GKv-dienst, mits zijn kerkenraad dat toestaat. Het omgekeerde kan ook: dat uw predikant wordt uitgenodigd om voor te gaan in de CGK. (H7, art. 78 besluit 1) 13. Wanneer u het contact met een CGK uit uw omgeving wilt versterken, kunt u daarvoor gebruik maken van de nota “Katholiciteit en Eenheid”. (H7, art. 78 besluit 1/bijl. 7.3) 14. Wanneer u overgaat tot vaste vormen van samenwerking (kanselruil, gemeenschappelijke avondmaalsviering) willen de deputaten kerkelijke eenheid daarover graag geïnformeerd worden. (H7, art. 78 besluit 3) 15. Wanneer u gesprekken hebt met een plaatselijke NGK, kunt u daarbij voortbouwen op de nota’s over “doop, Heilige Geest, kerk en avondmaal” en “hermeneutische uitgangspunten”. (H7, art. 79/bijlage 7.4, 7.5) 16. Wanneer u werkt aan de vorming van één samenwerkingsgemeente, kunt u gebruik maken van de documenten van de DOE-groep, met name hun model voor de vorming van een samenwerkingsgemeente en hun handreiking voor het ontvangen van gasten aan het avondmaal. (H7, art. 84/bijlage 7.6) 17. Wanneer u een officiële uitnodiging ontvangt voor een bijzondere gebeurtenis in een andere kerkgemeenschap, kunt u zelf beslissen of u daar op in wilt gaan. De beperkingen die hiervoor tot dusver golden, zijn opgeheven. (H8, art. 95) 18. Wanneer iemand uit uw gemeente zich laat overdopen, is het goed om voor uw reactie daarop kennis te nemen van wat de generale synode heeft uitgesproken in antwoord op een vraag vanuit de PS Gelderland. (H2, art. 19) 19. Wanneer u advies wilt van de Raad van Advies huwelijk & echtscheiding, zal deze van u meer informatie vragen dan voorheen het geval was: de Adviesraad wil namelijk ook het standpunt van de betrokken gemeenteleden weten. (H3, art. 34)
2
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Harderwijk 2011 20. Wanneer in uw gemeente zich doven of slechthorenden bevinden, is het belangrijk om te weten dat deputaten studeren op andere mogelijkheden om deze broeders of zusters binnen de kerk te laten integreren, waarbij ze verder kijken dan alleen de eigen plaatselijke gemeente. (H5, art. 60/bijlage 5.8) 21. Wanneer uw diakenen advies vragen van het Diaconaal Steunpunt, is het handig om te weten hoe binnen het betrokken deputaatschap over “het ambt van diaken” wordt gedacht: zie hun notitie daarover. (H5, art. 58, besluit 8/bijlage 5.8) 22. Wanneer u zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de landelijke quota, is het goed om kennis te nemen van het rapport “Dragelijke Lasten” dat deputaten financiën & beheer hebben opgesteld. De aanbevelingen in dat rapport zijn door de synode overgenomen. (Beleidsrapport F&B aan GS Harderwijk 2011, bijlage 6/ www.gkv.nl/financien-en-beheer/318/, bijlage 9.2 en 9.3) 23. Wanneer u het voornemen hebt om revisie te vragen van een synodebesluit, is het aan te bevelen om nog eens na te kijken wat de GS Zwolle-Zuid 2008 daarover heeft geregeld (Acta, art. 16). Tijdens de laatste synode bleken veel kerken hier geen rekening mee te hebben gehouden, wat de synode noodzaakte tot het treffen van enkele noodmaatregelen. (H3, art. 20) 24. Wanneer u overweegt om bij de generale synode in beroep te gaan tegen een besluit van de particuliere synode, willen de generale deputaten appelzaken uw beroepsschrift graag zowel digitaal als schriftelijk ontvangen, het laatste bovendien in zevenvoud. (H4, art. 38/bijlage 4.1) 25. Wanneer u op de classis wordt geconfronteerd met het verzoek tot verlenging van verleend preekconsent, zult u merken dat de voorwaarden voor die verlenging nu steviger zijn geformuleerd. (H3, art. 22/bijlage 3.1) 26. Wanneer u binnen de particuliere synode niet uitkomt met de onderlinge steunverlening naar art. 11 KO, kunt u een beroep doen op de landelijke kas. De voorwaarden daarvoor zijn echter aangescherpt, om onnodig rondpompen van geld te voorkomen. (H9, art. 103)
27.
Ook het piramidale systeem is vereenvoudigd: konden kerken die steun ontvangen voor een Gemeentestichtingsproject voorheen vrijstelling krijgen van hun eigen bijdragen aan de landelijke kas, die uitzondering is nu voorbij. (H9, art. 103) 28. Verder attenderen we u op de besluiten rond het nieuwe deputaatschap probleembehandeling, voorheen dienst & recht. De taken van dat laatste deputaatschap zijn voor een belangrijk deel overgedragen aan het Steunpunt KerkenWerk (SKW). Wat blijft is een deputaatschap dat kan bemiddelen bij vastgelopen situaties rond een predikant. Maar voorkomen is beter: vandaar dat uw aandacht wordt gevraagd voor mobiliteit, bijscholing en mentoraat. Mocht het tot een losmaking komen, dan zullen deputaten met u meedenken over een passende financiële regeling. (H3, art. 31 besluit 6/bijlage 3.2)
interessante ontwikkelingen Er is op landelijk niveau veel gaande wat uw aandacht verdient. We noemen een aantal ontwikkelingen, die ooit voor u van belang kunnen zijn.
3
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Harderwijk 2011 29. Veel publiciteit is er geweest rond het deputaatschap M/V in de kerk. De synode heeft niet zomaar een nieuwe studieopdracht gegeven, maar wil dat er over enkele jaren concrete voorstellen liggen, waarmee knopen kunnen worden doorgehakt. (H3, art. 29,30) 30. Op verzoek van de PS Friesland wordt er onderzoek gedaan naar de diverse samenlevingsvormen van man en vrouw die door de overheid worden toegestaan. Zijn hier mogelijkheden om meer recht te doen aan het Bijbels huwelijk? (H2, art. 17) 31. Op de voortgezette zitting van de synode in 2012 zal ook gesproken worden over de noodzaak om de Theologische Universiteit te versterken. (H6, art. 66) 32. In het kader van de herziening van de kerkorde kijkt een speciale commissie uit de synode naar de effecten van de voorstellen op de bestuurskracht van het kerkverband. Wat zijn bijvoorbeeld de consequenties als de particuliere synode zou worden afgeschaft? (H3, art. 26) 33. Het deputaatschap RTV heeft zich een nieuwe naam laten aanmeten: mediazaken. De snelle ontwikkelingen op dit gebied dagen hen uit tot een bredere blik. (H6, art. 64) 34. De deputaten die het seksueel misbruik in kerkelijke relaties moeten tegengaan, komen met een handreiking voor kerkenraden die preventief te werk willen gaan. (H3, art. 36) 35. Het deputaatschap administratieve ondersteuning gaat na of we voor de generale synode niet op zoek moeten naar een vaste vergaderplaats. (H9, art. 97) 36. Tot slot: kijkt u eens in de lijst van kerkelijke contacten in het buitenland. Het was feest op de synode, toen we de zusterkerkrelatie konden bevestigen met de kerken in Oostenrijk en Zwitserland. (H7, art. 87)
4
Aan de particuliere synode Utrecht juni 2012 Amersfoort Beste broeders, De p.s. Utrecht 2011 heeft twee van haar afgevaardigden naar de Generale Synode in Harderwijk, Piet Mars en mij, gevraagd uit de generale synode zaken te melden die van belang zijn voor de p.s. Met dit bericht en bijbehorende bijlagen willen we daaraan voldoen. De generale synode zelf heeft een brief naar de kerken gestuurd met in een bijlage een aantal zaken die de aandacht van de kerken verdienen. Die bijlage sturen we een beetje aangepast mee ter kennisname. Het origineel is te vinden op www.gkv.nl/synodebesluiten/584/. Daarnaast kunnen we zeggen dat er voor de particuliere synode belangrijke beslissingen zullen vallen bij het herzien van de Kerkorde. Maar dat proces loopt nog. Op de zitting van vrijdag 1 juni was een bespreking gewijd aan de bestuurlijke effecten van het laten vervallen van de particuliere synode in de nieuwe kerkorde. Een commissie had met het oog op deze bespreking een soort Sterkte-Zwakte-Kansen-Valkuilen-analyse uitgevoerd. Toen er gestemd werd over de vraag of de particuliere synode moest blijven dan wel verdwijnen, staakten de stemmen: 18 voor en 18 tegen. We vermoeden dat dit zal betekenen dat de particuliere synode zal blijven, maar dat er wel gestreefd zal worden naar (1) vermindering van het aantal p.s.-ressorten, en (2) een beperking van de p.s.-taken. De synode komt van 11-14 september a.s. nog bij elkaar om de concept-kerkorde vast te stellen. Bij het eerste punt spelen twee wensen. De eerste: om per afvaardiging naar de generale synode ongeveer evenveel kerkleden te vertegenwoordigen (nu varieert dat tussen 6.000 en 30.000). De tweede: om het aantal afgevaardigden naar een generale synode te beperken (nu 9 maal 4 = 36), zodat er een meer werkbare vergadering ontstaat. De synodecommissie Bestuurlijke Effecten heeft behalve bovengenoemde SWOT-analyse als een soort restproduct een aantal tips en verbeterpunten voor de functioneren van het kerkverband verzameld uit wat er vanuit de praktijk over is gezegd. Hieruit geven wij de volgende coupure door over het verhogen van de competentie van de afvaardigingen: "Belangrijk is om het voorsorteren van de afgevaardigden veel meer tijd te geven. Daarbij moet dan ook bekeken worden of de af te vaardigen broeders zittende ouderlingen moeten zijn. Waarom die eis? Een ouderling die in zijn ambtelijke rustperiode zit kan toch net zo goed afgevaardigd worden? Een tweede zaak die bekeken kan worden is de uniciteit van afvaardiging. Nu wordt per synode het hele blok afgevaardigden nieuw benoemd.
Voorstelbaar is om de afvaardiging voor twee synodes te laten gelden bijv. als volgt: benoeming synode 2014: een derde uit synodeleden 2011, twee derde nieuw; benoeming synode 2017: een derde uit synodeleden 2014, een derde uit synodeleden 2011, een derde nieuw; benoeming synode 2020: een derde uit synodeleden 2017, een derde uit synodeleden 2014, een derde nieuw etc., en zodanig geselecteerd dat niemand meer dan twee synodes hoeft te zitten. Zo zit op elke synode een derde nieuw, een derde met kennis van de vorige synode en een derde met kennis van de voor-vorige synode. Uiteraard zijn andere varianten denkbaar." Met meer tijd nemen om de afgevaardigden naar de generale synode voor te sorteren wordt bedoeld, dat een particuliere synode haar afgevaardigden een jaar eerder kan aanwijzen dan tot nu toe gebruikelijk zodat zij zich rustig kunnen inwerken in de gedurende dat jaar vol lopende agenda van de generale synode en de bijbehorende stukken. De vraag hoe u deze zaken zou moeten behandelen willen we niet beantwoorden. Maar we zouden ons kunnen indenken dat het vooral van belang is t.z.t. te kijken naar de effecten van de nieuwe kerkorde op omvang en agenda van de synode. Goede vergadering gewenst, Ruud ter Beek, mede namens Piet Mars Soest 035-5885380 (privé) 06-45658082 (werk)
THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT RAPPORT VOOR DE PARTICULIERE SYNODE UTRECHT 2012 (over de periode juni 2011 t/m juni 2012) Inleiding Dit rapport verschijnt terwijl de GS Harderwijk 2011 in vervolgzittingen zaken rond de TU bespreekt, zoals de internationalisering en de locatie van de TU. Daarop zal in dit rapport verder niet worden ingegaan, omdat deze zaken het Curatorium nauwelijks regardeert. Het Curatorium bestaat nu uit elf leden, van wie er negen zijn benoemd op voordracht van de respectieve Particuliere Synoden. Het Curatorium vergadert in de regel in aanwezigheid van de rector. In de verslagperiode was dit prof. dr. M. te Velde. Zorg voor het confessionele en wetenschappelijke karakter In de lijn van het besluit, dat het Curatorium in 2010 heeft genomen om zijn taak om zorg uit te oefenen over het gereformeerd en confessioneel karakter en de kwaliteit van het onderzoek en het onderwijs aan de TU op een aangepaste wijze uit te gaan voeren, en de aandacht niet langer te richten op de individuele docenten en AIO’s en hun colleges, heeft het Curatorium ingezet op groepsgewijze contactoefening met de vier Onderzoeksgroepen en van daaruit bezien hoe het werk van elk van de docenten en AIO’s fungeert binnen het geheel van elk van de drie primaire processen. Daaraan hebben we in de verslagperiode nader invulling gegeven. Via de leiders van de Onderzoeksgroepen, Bibliologie, Ecclesiologie, Practische Theologie en Systematische Theologie, hebben wij ons op de hoogte laten stellen van hun programma’s m.h.o. op onderwijs, onderzoek en kennisuitwisseling/dienstverlening. De curatoren hebben zich verdeeld in vier groepen, die kennis hebben van de programma’s van de hun toegewezen Onderzoeksgroep, waarbij zij letten op de inhoud, beoogde publicaties, de vorderingen, het nut in relatie tot de doelstelling van de TU en het rendement ervan. In januari hebben de vier curatorengroepen in een plenaire vergadering hun bevindingen met elkaar gedeeld. Ook hebben ze aangegeven waar zij verdere verheldering zouden willen ontvangen, stimulansen zouden willen geven en/of correctie zouden willen voorstellen. Met de winst van deze vergadering hebben de curatorengroepen één of meer colleges bezocht van de bij de hun toegewezen Onderzoeksgroep behorende docenten en AIO’s. Daarna werd bij hen een werkbezoek gebracht. Tijdens deze bezoeken is aan de volgende punten aandacht besteed: - de werkzaamheden en ontwikkeling van de docent of AIO in zijn wetenschappelijke studies - idem in het onderwijs dat hij geeft - idem in zijn relatie met en werk in de kerken en extern Tijdens dit werkbezoek kon desgewenst ook gesproken worden over de huiselijke omstandigheden van de docenten, maar daarover hoeft niet meer gerapporteerd te worden, zoals dat voorheen wel het geval was. Over deze gesprekken werd gerapporteerd en doorgesproken in de maart-vergadering van het curatorium. Daar werd duidelijk dat er nog een stap gezet moest worden ten aanzien van onze nieuwe werkwijze. Curatoren moeten de studiegids grondig doornemen, het onderwijsconcept daaruit helder krijgen en zich afvragen hoe het staat met de confessionele identiteit en 1
kwaliteit. Curatoren moeten thuis raken in de systematiek van een studie. Weten waarom het een wel onderwezen wordt en het andere niet. Of waarom het een meer gewicht krijgt dan het andere. Dan kan het onderwijs goed geëvalueerd worden, op een soortgelijke wijze als het onderzoek. Curatoren namen zich voor per onderzoeksgroep een nota aan te zullen leveren over a. het gereformeerd karakter, b. de knelpunten en c. te geven stimulansen m.b.t. het onderwijs, het onderzoek en kerkelijke dienstverlening van docenten. Daarnaast zijn de curricula van Kampen vergeleken met die van Apeldoorn, de VU (HHK, Baptisten- en Doopsgezindenseminarie), de PThU en Heverlee (EFTA) Daaruit werd in grote lijnen duidelijk dat het studieprogramma van de TUK zich kan meten met dat van andere faculteiten en dat er in Kampen sprake is van een aantrekkelijk aanbod. Bijwoning en beoordeling van afstudeervoordrachten en promoties Gedurende de afgelopen verslagperiode hebben curatoren ook aandacht gegeven aan afstudeervoordrachten en promoties die onder de hun toegewezen leerstoelen vallen. Zij ontvangen de afstudeerscripties en dissertaties daarvoor van te voren en wonen de eindbeoordeling daarvan bij. Zij beoordelen voor zichzelf deze scripties en dissertaties in relatie tot de doelstelling van de TU en op hun gereformeerd karakter en wetenschappelijk niveau. Zij bespreken hun bevindingen in de eerstvolgende vergadering van het curatorium. Curatoren mochten dankbaar vaststellen dat het onderwijs en het onderzoek aan de TU Schriftgetrouw, confessioneel en over het algemeen van goed wetenschappelijk niveau is. Na het vorige rapport aan de PS Utrecht 2011 vonden twee promoties plaats: 1. Dr. C. van Dusseldorp, Preken tussen de verhalen. Een homiletische doordenking van normativiteit, promotor C.J. de Ruijter. 2. Dr. G.R. de Graaf, De wereld wordt omgekeerd. Culturele interactie tussen de vrijgemaaktgereformeerde zendelingen en zendingswerkers en de Papoea’s van Boven Digoel (19561995), promotor G. Harinck. Verschillende curatoren namen ook deel aan de studiedag over Homoseksualiteit en het Symposium over 450 jaar Nederlandse geloofsbelijdenis. Verhouding Curatorium-RvT. Intensief is doorgedacht en doorgesproken over de taken en verantwoordelijkheden van het Curatorium, met als startpunt een interne notitie over deze materie. Zijn we niet een overbodige instantie geworden, alleen in stand gehouden om de band met de PS. en zo met de kerken zichtbaar tot uitdrukking te brengen? De GS benoemt ons wel, maar vervolgens mogen we niet zelf aan de GS rapporteren. Dat moet via de RvT. Zouden we naar enkel een RvT (zoals voorheen het brede curatorium werd genoemd) moeten, of naar een RvT waaronder een commissie van theologen hangt die zich op verzoek van de RvT verdiept in het gereformeerde karakter van een zaak? We zijn ons er van bewust dat bij het opzetten van de huidige bestuursstructuur al gewaarschuwd is voor de onduidelijke positie van het curatorium. Toen is al een ‘weeffout’ voorzien: de complicerende factor van ‘twee kapiteins op een schip. Een extra complicerende factor is dat de TU ook een werkveldcommissie heeft ingesteld. Wettelijk mogen in zo’n commissie geen theologen zitten die aan deze TU opgeleid zijn. Parallel aan onze gedachtewisseling benoemde de RvT de adviescommissie Schutte/Kruse inzake de opdrachten van de GS. Met hen besprak het moderamen de knelpunten en de beoogde nieuwe manier van werken. De gedachten gaan uit naar de volgende constructie: de
2
leden van het curatorium worden benoemd door de GS op voordracht van de RvT. Daarbij wordt gedacht aan 4 broeders die werkzaam zijn in de theologie en 2 wetenschappers die werkzaam zijn aan een andere Universiteit. Het zal vooral moeten gaan om toezien op de gereformeerde identiteit en de confessionele koers van wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en kerkelijke dienstverlening. Het curatorium voert geen gesprekken met individuele docenten. De RvT accordeert een door het curatorium opgesteld verslag aan de Generale Synode. Benoeming Prof. dr. G. Kwakkel is met ingang van volgend seizoen voor 50% aan de TU verbonden. De andere 50% werkt hij aan de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence. In haar zitting van 2 juni 2012 heeft de GS Harderwijk dr. Koert van Bekkum benoemd tot Universitair Docent aan de TU. Hij krijgt een leeropdracht in de bibliologie, speciaal in de vakken van het Oude Testament. Aan deze benoeming is een zorgvuldig traject voorafgegaan, waarin curatoren zijn betrokken. GS Harderwijk 2011/2012 De RvT heeft ambitieuze plannen voorgelegd aan de GS Harderwijk, daartoe uitgedaagd door deze GS. Zo wordt voorgesteld om onderzoek te doen naar een eventueel vertrek uit Kampen naar een universiteitsstad in Nederland en wordt ingezet op internationalisering van de TU. De GS Harderwijk bespreekt deze voorstellen medio juni. Emeriti docenten Het Curatorium heeft ook door middel van bezoeken contact met een aantal emeriti docenten gehouden. Verder is schriftelijk en door het bijwonen van de begrafenis betrokkenheid betoond bij het sterven van Professor J. Kamphuis en Prof. Dr. C. Trimp. Studenten Voor het jaar 2011-2012 staat het volgende aantal studenten ingeschreven (tussen haakjes het aantal nieuwe inschrijvingen: Bachelor: 55 (14), Master (algemeen): 29 (22), Master (predikant): 21 (7), Pre-Master: 8 (5), Artikel 8: 9 (2) . Totaal 93 studenten. Tenslotte De kerken, vertegenwoordigd in de GS Harderwijk 2011, hebben veel te bespreken rond de TU. Intussen konden onderwijs, onderzoek en dienstverlening goede voortgang vinden. Dank aan de Heer van de kerk.
3
Aan de Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in het ressort Utrecht p/a Mevr. E.E. Bos Ringweg Randenbroek 12A 3816 CG Amersfoort Amersfoort, 15 mei 2012 Geachte broeders, Hierbij doe ik u toekomen het financiële overzicht over 2011 en de inschatting voor 2012 e.v. A. Financieel overzicht 2011
__________ €
Saldo ING Bank per 1 januari 2011 Bij: Ontvangsten - Rente
__________ € 3.817,83 9,30 __________ 3.827,13
Af:
Uitgaven - Kosten archiefvernietiging - Druk- en verzendkosten Acta 2011 - Kosten betalingsverkeer
48,79 643,02 37,23 __________ 729,04 __________
Saldo ING Bank per 31 december 2011 (Betaalrekening € 2.448,84, Spaarrekening € 649,25)
3.098,09 ==========
NB: De kosten van de Acta ad € 643,02 zijn betaald op 6-1-2012. B. Begroting/quotum 2012 e.v. Gegeven het uitgavenpatroon in de afgelopen jaren zullen na de ontvangen quota in 2010 ad € 3.306,20 de geldmiddelen naar verwachting voor een paar jaar nog voldoende zijn. In 2012 zal, evenals in 2011, derhalve geen quotum aan de classes worden gevraagd. Met broedergroet, S.A. Ungersma, quaestor Brucknerstraat 3 3816 LX Amersfoort Tel. 033-4751388
PS Utrecht 21 juni 2012 Jaarverslag 2011-2012 van de dovencommissie Leusden. Geachte synodeleden van de Particuliere Synode van Utrecht 2012. In de periode die achter ons ligt mochten we in onze regio weer maandelijks aangepaste diensten voor doven of slechthorenden organiseren. Ds. Tj. Van Dijk is in de meeste van deze diensten voorgegaan. De diensten konden woordelijk gevolgd worden op de beamer, en alle tekst werd vertaald naar gebarentaal, door onze vaste tolk, mw. Maria Groen. In verband met de belastbaarheid van onze dovenpredikant zijn er een aantal diensten uitgevallen. Het aandeel van de commissie bij de aanpassingen van de diensten is kleiner geworden. Iedere gemeente heeft nu goede beamteams, waardoor we het aanwijzen bij de power-pointpresentatie nu bij die beamteams kunnen leggen. De commissie bestaat op dit moment uit 4 leden van de GKV-leusden: br. J.J.Arnold, voorzitter. zr. T. Pleiter, secretaris br. J.J.Wallert, penningmeester. zr. M. Spakman uit Hoevelaken. Het aantal bezoekers van de diensten is zeer gering. Van de 2 trouwe bezoekers kregen wij een schrijven dat ze komen omdat wij de diensten voor hun aanpassen, maar zij hebben de voorkeur de erediensten in hun eigen gemeente te volgen. De commissie heeft een aantal stappen genomen: - Alle kerkeraden zijn gevraagd aan te geven wie uit hun gemeente tot de doelgroep van doven en slechthorenden hoort. Deze inventarisatie heeft ons bevestigd dat we op de hoogte zijn van onze doelgroep. - Samen met Tjerk van Dijk hebben we een vragenlijst opgesteld voor doven en slechthorenden waarin we hun behoefte peilen aan aanpassingen/ begeleiding betreffende pastorale zorg - We hebben een kleine 20 doven per e-mail onze vragenlijst toegestuurd - Na een aantal herinneringen is de respons N=1 (van ons commissie lid M. Spakman) - De commissie heeft naar aanleiding hiervan voorstellen/ aanbevelingen geformuleerd. De doelstelling was om deze met ds. Tjerk van Dijk te bespreken. Hierna met de kerkeraad van Leusden, om daarna als voorstel/ aanbeveling naar de PS-Utrecht 2012 gaan. Door het tijdelijk uitvallen van Tjerk van Dijk moeten we dit nog een jaar uitstellen. Naast de organisatie van de aangepaste diensten heeft de dovencommissie Leusden en rol mogen spelen in de landelijke jaarlijkse kerstfeestviering. Wij bidden dat ds van Dijk weer spoedig de volle vitaliteit zal hebben om zijn werk voor onze dove broeders en zusters te doen. Wij willen hem daarbij optimale tot steun zijn. Met broedergroet. Namens de dovencommissie, Hans Arnold, voorzitter dcLeusden.
Deputaten art. 49 P.S., p/a M.J.C. Blok, Kon. Wilhelminastraat 10, 3751 DD Bunschoten- Spakenburg.
Aan de vergadering van de Particuliere Synode Utrecht, bijeen te komen DV op 21 juni 2012.
Geachte broeders, Hier volgt een korte rapportage van onze werkzaamheden in het afgelopen jaar. Deputaten zijn in de periode sinds de vorige Particuliere Synode betrokken geweest bij de emeritaten van de predikanten C. van den Berg, J.B. Wilmink (voor 40%), A.O. Reitsema, Joh. De Wolf, H. Hidding en J.J. Poutsma. In alle gevallen kon positief geadviseerd worden inzake de opgestelde financiele regelingen voor deze predikanten. Soms was er discussie over de regelingen (bijv. over indexering, neveninkomsten, verhuiskosten enz.). Deputaten willen benadrukken dat de kerkenraden (en niet alleen de VSE) verantwoordelijk zijn voor de emeritaatsgelden die de emeriti-predikanten ontvangen. Deputaten zijn dankbaar voor de trouwe dienst van bovengenoemde predikanten. Opvallend detail: Vier van bovenstaande predikanten zijn/waren lid van ons deputaatschap... Het BSO van br. Sjoerd Heij vond plaats op 15 september 2011. Deputaten konden positief adviseren. Er was een voorstel van de classis Utrecht om voor br. Henk Bouma (UMA) het BSO en LTO in elkaar te schuiven. Dit in verband met zijn bijzondere positie. Deputaten zijn hiermee akkoord gegaan. Het examen vindt plaats DV op 18 juni 2012. We bidden voor onze mede-deputaat, ds. O.W. Bouwsma, die ernstig ziek is. Zegene God hem en zijn vrouw en kinderen. U een gezegende vergadering toewensend, teken ik met hartelijke broedergroet namens deputaten,
M.J.C. Blok
Bunschoten-Spakenburg, 06 juni 2012.
GEREFORMEERDE KERKEN (Vrijgemaakt)
PARTICULIERE SYNODE UTRECHT
Deputaten Financieel Zending, Evangelisatie en Hulpbehoevende kerken
V E R S L A G K E R K E L IJ K J A A R 2011 - 2012
Namens • classis Hilversum: • classis Amersfoort: • classis Utrecht:
ds. J.J. Schreuder uit Spakenburg (samenroeper) P. Mars uit Leusden F.H. Koster uit Houten
18 mei 2012
Inhoudsopgave
Samenvatting en Conclusies .......................................... 3 Verzoek en advies .................................................................. 4
Artikel 11 KO (Hulpbehoevende kerken)........................ 5 Mission Utrecht .............................................................. 7 UMA (Moslimwerk Kanaleneiland) ................................ 9 ICF Amersfoort /Grace Church - Oase ............................ 9
BIJLAGE Particulier Synode UTRECHT juni 2011 ........... 10
Deputaten Financieel ZEHK
2
GKv Particuliere Synode Utrecht
Samenvatting en Conclusies De quota van PS Utrecht zijn per saldo niet verder gestegen, hetgeen blijkt uit onderstaande tabel. De daling van €.39,34 (2011) naar €.33,80 (2012) was het gevolg van een daling van het artikel 11 quotum, een daling van het zendingsquotum en nagenoeg constante quota voor het werk onder moslims in Utrecht en voor ICF/Grace in Amersfoort.
Quota zijn gewogen met ledenaantallen van de drie classes. Oorspronkelijk was een zendingsquotum van €.23 door de PS 2011 vastgesteld. Het quotum voor de Zending kon op voorstel van Utrecht Mission teruggebracht worden tot €.17,50 in 2012 en constant gehouden worden in de jaren 2013-2015 waarna voor 2016 een geringe stijging naar €.18,50 (en geleidelijk verder) wordt becijferd. De verdeling over de classes is voor 2012 als volgt.
Vier kanttekeningen zijn hierbij op z’n plaats: 1. de quota liggen veelal nog steeds hoger dan in eerdere jaren (2009 en eerder) 2. het zendingsquotum (€.17,50 in 2012) is voor het eerst ‘scheef’ verdeeld in 2012: de classis Hilversum betaalt €.20 per ziel, de beide andere classes €.15. Dit laatste vanwege de quota voor ‘zending binnenland’ in de classes Amersfoort en Utrecht. 3. UMA is een gewogen quotum: Utrecht betaalt in 2012 €.12,00, Hilversum: €.7,00 en Amersfoort: €.2,00 per gemeentelid. Amersfoort betaalt minder dan in 2011 vanwege haar ICF werk. Hilversum draagt meer bij aan de zending in binnenland en buitenland teneinde de totaalquota per classis op het zelfde niveau van €.33 - €.34 te brengen. 4. ICF / Grace Church - Oase wordt middels een quotum van €.10 per ziel in de classis Amersfoort opgebracht.
Deputaten Financieel ZEHK
3
GKv Particuliere Synode Utrecht
Conclusies • Er is duidelijk voortgang gemaakt met het beter beheersbaar maken van de processen met betrekking tot de quotering. Deputaten Financieel hebben in het algemeen goede contacten gehad met Utrecht Mission (UM), Art.11, UMA, ICF en adviezen gegeven. • Tot 2011 waren er 2 deputaatschappen voor art.11: een classicaal Utrechts deputaatschap en een deputaatschap voor het particulier ressort. Dit veroorzaakte dubbelingen in personele bezetting en werkzaamheden. Het huidige, inmiddels ‘gefuseerde’ PS/classicale deputaatschap artikel 11 heeft duidelijke stappen gezet om de quota beter te onderbouwen en ‘grip’ te krijgen op het gehele proces. • Verdere daling van het totale regionale quotum zal op korte termijn gerealiseerd kunnen worden door een lager art.11 quotum in de toekomst (circa €.4,-), een (maximaal) constant MU ‘gewogen’ quotum (circa €.18) en lichtdalende ‘gewogen’ quota voor zendingswerk binnenland (bijv. €.5 Utrecht, €.3 Amersfoort). Totaal komt het PS quotum dan uit op circa €.30. • Een lager totaalquotum zou op langere termijn bereikt kunnen worden door de eerdere gegeven adviezen van Deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid verder te implementeren. Deze werden in juni 2011 door de PS Utrecht en daarvoor door de drie classes onderschreven (zie de bijlage) Verzoek en advies Deputaten Financieel van de PS Utrecht vragen decharge voor het kerkelijk jaar 2011/2012. De ingeslagen richting is ons ziens de goede. De diverse deputaatschappen hebben hun eigen verantwoordelijkheid daarin genomen. Het komende seizoen willen we gebruiken om: • met de diverse gremia in gesprek te blijven over onze uitgangspunten; • tot een verdere beheersing en vermindering van kosten te komen; • ons werk af te bouwen en de PS met een voorstel te dienen hoe na eventuele opheffing van Deputaten Financieel in 2013 de (wisselende) PS vertegenwoordigers de quota ontwikkeling kunnen managen en het niveau kunnen verdelen naar de drie classes toe. Wij adviseren de Particuliere Synode in ieder geval jaarlijks de quotumontwikkeling in haar ressort op de agenda te plaatsen en wel als volgt: • De ontwikkeling van de totale quota (per classis) kan langs de lijnen van bovenstaande conclusies besproken te worden. • Ook de verschillende quota bedragen per classis voor de zending binnenland en buitenland kunnen dan tegen het licht gehouden worden. • Daarbij kunnen de specifieke adviezen van het Deputaatschap Geïntegreerde Visie en Beleid als richtlijnen dienen om de diverse deelquota te beoordelen: MU, Artikel 11, UMA, ICF. • Eveneens kunnen de algemene adviezen van het Deputaatschap Geïntegreerde Visie en Beleid dan meegenomen worden.
Deputaten Financieel ZEHK
4
GKv Particuliere Synode Utrecht
Artikel 11 KO (Hulpbehoevende kerken)
Overzicht quota ontwikkeling 2007-2012 artikel 11 hulpbehoevende kerken
Verdere daling in twee stappen Een volgende stap zou moeten zijn om naar het gemiddelde niveau van de afgelopen jaren (vanaf 2007) terug te keren (€.5,00). Een gewenst niveau valt ons inziens af te leiden uit het rapport van de deputaten art.11 KO zelf: advies 2012 van de classis Utrecht aan de Particuliere Synode, 23 januari 2012. Daarin staat dat volgens de landelijke regels de volgende bedragen zouden moeten worden gehanteerd. • Mijdrecht: €.22.000 (i.p.v. vastgesteld voor 2012: €.29.000); • Loenen-Abcoude: €.30.000 (i.p.v. €.37.000); • Leidsche Rijn: €.12.000 (i.p.v.€.26.000). Deze bedragen vloeien voort uit correcties uit hoofde van revitaliseringsverbouwing (LR), dotaties voorzieningen en saldocorrecties door de deputaten over 2010/2011. Totaal zou dat €.64.000 zijn (i.p.v. de vastgestelde €.92.000 en de gevraagde €.128.000 voor 2012). Uitgaande van die €.64.000 zou het quotum €.3,80 bedragen even afgezien van reserveringen. Kortom er zou in twee stappen van een jaar naar zo’n €.4.00 toegewerkt kunnen worden. Gespreksverslag Deputaten Financieel met Deputaten KO 11 van de PS Utrecht op 23 november 2011 • Het deputaatschap maakt een zeer goede indruk. Er is financiële deskundigheid, er wordt aan structuur gewerkt en er is duidelijkheid over de richting die in de regeling is opgenomen. In de vacature Blok is (nog) niet voorzien. Er zou iemand in het deputaatschap moeten komen met “pastoraal gevoel”. Geadviseerd om het deputaatschap niet uit te breiden. Pastorale inbreng is niet nodig, er moet een regeling worden uitgevoerd. • Er is goed contact met de deputaten van de classis. Het gevoel is aanwezig dat de classis de deputaten niet serieus neemt. Als er voorstellen komen gaat de vergadering toch de eigen weg.
Deputaten Financieel ZEHK
5
GKv Particuliere Synode Utrecht
•
•
•
Geadviseerd om na te gaan of er niet één deputaatschap kan komen. Er is geen getrapte financiering, de rekening komt bij de PS waarom dan een dubbel gezelschap? Het rapport over de financiering en de besluiten toegelicht. De PS heeft voorstellen integraal overgenomen en dat betekent dat er een strakke uitvoering van KO 11 moet komen. Dat wil niet zeggen dat er projecten worden afgebouwd, er moet kritisch worden gekeken en knelpunten worden benoemd. Deputaten geven een toelichting op de huidige aanpak. Momenteel worden de cijfers in beeld gebracht. Er wordt naar exploitaties en begrotingen van de kerken gekeken. Een financiële analyse moet duidelijkheid geven over wat de feiten zijn en of de voorwaarden kunnen worden ingevuld. Inmiddels blijkt wel dat: o Er nooit naar balansposities is gekeken. Er is een kerk met een groot banksaldo wat ieder jaar toeneemt… o Er nooit is gekeken naar de realisatie van de cijfers. Wat te doen met overschotten…? o Er nooit kritisch naar exploitaties is gekeken. Waarom is er ruimte voor een koster…waarom gaan verbouwingen rechtstreeks de exploitatie in, in plaats t.l.v. voorzieningen? o Hoe zit het met de VVB ? Er wordt niet aan de norm voldaan. o Hoe zit het met de beloningen, wordt SKW gevolgd ? Voor 2012 is inmiddels €.128.000 aangevraagd. Op basis van analyse zal hier verder naar worden gekeken. Als er kerken zijn waar nieuwe situaties ontstaan kan er niet zomaar tot nieuwe invulling worden over gegaan. Bijvoorbeeld Loenen, kerkelijk werker vertrekt…
Per saldo goed overleg. De deputaten zitten er goed in. Wij moeten de analyse afwachten.
Deputaten Financieel ZEHK
6
GKv Particuliere Synode Utrecht
Mission Utrecht Gespreksverslag Deputaten Financieel & Mission Utrecht (15 december 2011) •
•
•
•
•
•
•
PS heeft z'n goedkeuring gehecht aan de lijn van MU. Ook aan het nu door deputaten MU gehanteerde quotum 2012. We hebben er de vinger bij gelegd dat het heel mooi zou zijn als we konden blijven bij € 22,45 i.p.v. € 23. Dat betekent ‘ronde’ bedragen per classis. We hebben een aantal suggesties gedaan hoe een (lichte) daling bewerkstelligd zou kunnen worden: Niet gebruikte gelden van fonds wereldwerkers laten terugvloeien in de algemene reserve en/of gewoon de algemene reserve naar beneden bijstellen. Discussie ontstond n.a.v. onze opmerking dat het quotum in elk geval een totaalquotum is ('gewogen quotum'), dat per classis ongelijk is, rekening houdend met het totaal van de uitgaven art 11, UMA, projecten Amersfoort en Zending (buitenland). Wij hebben aangegeven dat we uitgaan van besluiten van de PS (juni 2011) over geïntegreerde visie en beleid en daarover geen discussie beginnen. De penningmeester heeft beloofd dat hij met ons contact opneemt voordat hij een brief over de quota 2012 naar de kerken stuurt. (Dat gebeurt pas in de loop van het jaar: gelden komen ook laat binnen) UM laat de quota volgens de meerjarenraming in de periode 2013-2015 oplopen naar € 24. We hebben aangegeven dat we het op prijs zouden stellen als het quotum voorlopig contant blijft (€1 verlaging door India eerder af te bouwen en/of de reserves te verlagen en/of het fonds wereldwerkers niet op te souperen). De penningmeester zei toe alvorens vaststelling voor latere jaren plaatsvindt met ons te overleggen. We hebben aangegeven dat we 'wel wat aankijken' tegen de nog steeds erg hoge reserve (2011 nog altijd ruim 6 ton!). Overigens is wel voorzien in afbouw naar 140.000 in 2015. We hebben kort gepraat over het nauwer betrekken van de plaatselijke kerken (kerkenraden en Zending & Hulpverlening commissies) bij de besluitvorming. Dit ligt wat MU betreft even stil, in afwachting van landelijk beraad. We hebben ook nog genoemd dat het heel mooi kan werken als speciale projecten worden geadopteerd door plaatselijke kerk(led)en. Dit kan betrokkenheid op het grondvlak sterk verhogen. Tenslotte ook onze waardering genoemd voor werk dat gedaan wordt aan voorlichting (w.o. het organiseren van zendingszondagen).
Het overleg was verhelderend. Inmiddels ontving het deputaatschap in mei een reactie van UM. Belangrijkste lijnen daarin zijn wat betreft de financiën: • Het quotum over 2012 kan verlaagd worden van €.23 (door PS in 2011 goedgekeurd) naar €.17,50 in 2012 en constant gehouden worden over de jaren 2013-2015. Daarna zal een lichte stijging optreden naar €.18,50 in 2016. • Redenen:
Deputaten Financieel ZEHK
7
GKv Particuliere Synode Utrecht
o meevallende uitgaven in Afrika, India en bij het Fonds Wereldzending werkers. Dit betekent een verdeling per classis die als volgt luidt: Amersfoort €.15,00, Hilversum €.20,00 en Utrecht €.15,00 o De vermogenspositie is zeer gunstig (ruim €.800.000) en er werd een legaat van bijna €.100.000 ontvangen. Daarom zal het door UM gewenste quotum niveau van circa €.18,00 gehandhaafd worden gedurende de periode 2013-2016. De Deputaten Financieel zijn verheugd dat zich een gunstige financiële ontwikkeling voordoet. Ze kan zich dan ook goed vinden in de geschetste ontwikkelingen en voorstellen. Ook de Deputaten Financieel opteerden voor een stabiele quotum ontwikkeling de komende jaren.
Deputaten Financieel ZEHK
8
GKv Particuliere Synode Utrecht
UMA (Moslimwerk Kanaleneiland) Voor de UMA gold in 2011 een quotum van €.13,50 voor de classis Utrecht en van €.4,50 voor de beide andere classes. Het ‘gewogen’ quotum wordt in 2012 nagenoeg constant gehouden ten opzichte van 2011, waarbij de regel dat de classes Amersfoort en Hilversum een derde betalen (aanvullen) van het quotum van de classis Utrecht niet gehandhaafd wordt. De verdeling is voor 2012 als volgt: Amersfoort €.2,00, Hilversum €.7,00 en Utrecht €.10,00. Amersfoort draagt relatief minder bij vanwege ICF, Hilversum relatief meer voor zending binnenland (en buitenland) teneinde de totale quota per classis gelijk te trekken (€.33 - €.34) 28 juni 2012 is er opnieuw contact met UMA om het beleid verder door te spreken en kennis te maken met het werk dat daar plaats vindt. Ook zal op die datum verder gesproken worden over de lange termijn quotumontwikkeling en het nauwer betrekken van kerkelijke gemeentes en gemeenteleden bij het werk van de UMA. UMA is op weg naar een zelfstandige gemeente op Kanaleneiland. Henk Bouma wordt dan gemeentepredikant.
ICF Amersfoort /Grace Church - Oase De instituering van ICF Amersfoort tot (een) zelfstandige gemeente(n) wordt voorbereid, maar zal vermoedelijk nog wel wat tijd vragen. Enerzijds omdat in de turbulente opbouwfase een krachtige bestuurlijke leiding van een Bestuursraad, bestuurlijk toezicht van de Raad van Toezicht en pastorale en kerkrechtelijke begeleiding en toezicht van de BC gewenst is. Anderzijds omdat de realisering van de relatie van de gemeente tot twee kerkverbanden en de regeling van een eigen status als zendingskerk nog verder overleg vraagt binnen de beide kerkverbanden. Eglise Basileia (EB) benaderde ons in 2009 met het verzoek een deelgemeente van ICF Amersfoort te mogen worden; vanaf oktober 2009 voert de Raad van Oudsten verkennende gesprekken met EB. De RvO heeft dit steeds met de BC afgestemd. Nu onlangs (eind 2011) de plaatselijke GKV en NGK elkaar erkend hebben als kerk en uitgesproken hebben dat de belijdende leden wederzijds welkom zijn aan elkaars avondmaalstafels, is het tijd na te denken op welke manier de beide Nederlands gereformeerde kerken alsnog kunnen participeren in het ICF-project. In 2012 willen we hierover spreken. De exploitatie 2011 sluit af met een negatief saldo ad €.24.841. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere doorbelasting vanuit de classisadministratie van personele kosten met betrekking tot de predikant. Dit betekent dat ICF in 2011 voor een bedrag van €.24.841 inteert op haar beschikbare reserves, welke eind 2011 nog €.38.734 bedragen. Het quotum blijft gehandhaafd. Voor 2012 wordt een sluitende exploitatie verwacht. Fondswerving blijft aandacht houden. Belangrijk is dat uitbreiding van activiteiten vanuit de extra giften worden gefinancierd.
Deputaten Financieel ZEHK
9
GKv Particuliere Synode Utrecht
BIJLAGE Particulier Synode UTRECHT juni 2011
PARTICULIERE SYNODE VAN UTRECHT Secretaris: Eline E. Bos, Ringweg Randenbroek 12-A, 3816 CG Amersfoort
[email protected] 033 472 2541 Deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid Ds. J.J. Schreuder Br. P. Mars Br. K. Koster Amersfoort, 8 juli 2011 Betreft: concept besluittekst Geïntegreerde Visie en Beleid ZEHK mei 2011 Geachte broeder, predikant, De Particuliere Synode Utrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2011, heeft kennis genomen van de concept besluittekst Geïntegreerde Visie en Beleid ZEHK (mei 2011) en stemt in met het volgende. A ALGEMEEN 1. Verantwoordelijkheid voor projecten zal zo dicht mogelijk bij de plaatselijke gemeenten worden neergelegd. 2. Op PS niveau wordt alleen ter hand genomen wat niet plaatselijk of classicaal kan worden afgehandeld. 3. Voor wat op PS niveau moet worden afgehandeld zal de PS zo veel mogelijk volstaan met toetsen of betrokkenen zich aan afspraken hebben gehouden. 4. De instantie die verantwoordelijk is voor een project zoals hier boven genoemd, behoort er op toe te zien dat maximaal gewerkt wordt aan betrokkenheid van de plaatselijke gemeente en van gemeenteleden. B UMA 5. UMA zal gelden als project van de classis Utrecht. De PS benoemt geen nieuwe ‘deputaten’ uit de andere classes. De classis Utrecht neemt de beslissingen en draagt de volledige verantwoordelijkheid. Wat de betrokkenheid van de PS op financieel gebied betreft, gelden de algemene voorwaarden die hier onder worden geformuleerd. 6. UMA behoort zich in te spannen om het beroep op financiële steun van de PS te verminderen, doordat ook op andere wijze fondsen worden geworven. C ICF / GRACE CHURCH
Deputaten Financieel ZEHK
10
GKv Particuliere Synode Utrecht
7. ICF / Grace Church is een project van de classis Amersfoort en blijft dat. Het wordt in het kader van deze opzet op dezelfde wijze behandeld als UMA. De financiering wordt mee gewogen in het totale plaatje van de quota van de PS. D ARTIKEL 11 KO 8. Binnen de PS zal de landelijke regeling gaan gelden. Aan deputaten art. 11 KO in de classis Utrecht wordt gevraagd om de overgang van de bestaande regeling naar de landelijke regeling te organiseren. (Vgl. hoofdstuk IV van het rapport Geïntegreerde Visie en Beleid). 9. Aandachtspunt de komende tijd zal zijn of steun kan worden verlaagd, dan wel afgebouwd, wanneer de betreffende gemeente zich niet ontwikkelt als was verwacht / gehoopt zoals bijvoorbeeld beschreven in een visieplan. 10. Waar op dit moment oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van financiering in het kader van artikel 11 KO buiten de door de GS opgestelde criteria voor het verstrekken van ondersteuning zal worden gezocht naar alternatieve financiering en daarmee naar afbouw van de verantwoordelijkheid van de PS. E ZENDING 11. Binnen de PS ondersteunen alle kerken zendingswerk in het buitenland, zoals dat behartigd wordt door Utrechtse Zendingsdeputaten. 12. Aan Utrechtse Zendingsdeputaten wordt gevraagd er voor te zorgen dat de plaatselijke kerken (weer) meer betrokken worden bij het werk van Zending & Hulpverlening (vgl. wat hierover staat in hoofdstuk VIII van het rapport). 13. Zendingsactiviteiten in het binnenland mogen niet ten koste gaan van die in het buitenland. 14. Voor het zendingswerk wordt het quotum aan een maximum gebonden (met aanpassing aan inflatie). F ALGEMEEN GELDENDE VOORWAARDEN 15. Van elke project waar de PS financieel direct of indirect bij betrokken is zal de PS nagaan of aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (vgl. hoofdstuk VII van het rapport): a. Het project is zo plat mogelijk georganiseerd. b. Betrokkenheid van de plaatselijke kerken en van de afzonderlijke gemeenteleden moet zijn geregeld en daadwerkelijk vorm hebben gekregen. c. Eigen fondswerving (collectes, donateurs) is mede basis van de financiering, afhankelijk van het typte project. d. Voor elk project wordt voor een bepaalde (beperkte) periode een toezegging gedaan (alleen steun in het kader van art. 11 KO vormt hier een uitzondering). e. Er wordt geen bijdrage geleverd aan vermogensvorming. f. Er wordt gerapporteerd volgens afgesproken voorwaarden. g. Verzoeken om steun zijn niet ontvankelijk als de steun te laat wordt aangevraagd, vragen niet beantwoord worden, rapportage uitblijft, of afspraken niet worden gehouden. h. De PS zal over een nieuw project pas een besluit nemen als het in de betreffende classis goed is besproken en vervolgens goed is afgestemd met de andere classes binnen de PS. i. Het totale quotum dat gevraagd wordt van leden binnen de PS voor zending binnenland, buitenland, hulpbehoevende kerken en dergelijke, zal voor ieder gelijk
Deputaten Financieel ZEHK
11
GKv Particuliere Synode Utrecht
zijn en maximaal € 39,00 per lid bedragen (met aanpassing aan inflatie). De invulling van de quota kan wel per classis verschillend zijn. G DEPUTATEN FINANCIEEL 16. De PS benoemt debutanten financieel om a. waar nodig de verschillende instanties te helpen om bovenstaande besluiten te effectueren en evt. knelpunten te helpen oplossen; b. de volgende PS te informeren of de verschillende instanties hebben gewerkt binnen de op PS niveau afgesproken financiële kaders; c. de volgende PS advies te geven wat betreft de verdeling van de verschillende quota die voor de komende tijd gevraagd worden over de verschillende doelen en per classis; d. de PS advies te geven in het geval er een aanvraag is voor een nieuw project, dat gebruik wil maken van een classicaal / PS – quotum. 17. Voor de eerste twee jaar worden degenen die hun werk hebben gedaan in het deputaatschap ‘Geïntegreerde Visie en Beleid’ benoemd als deputaten financieel van de PS. De PS Utrecht benoemt als deputaten ds. Schreuder, br. Mars en br. Koster. H QUOTA 2012 18. De PS zal middels de Deputaten Financieel toewerken naar de situatie zoals geschetst in tabel voor 2012 zoals opgenomen in het concept besluittekst, eenzelfde quotum per classis van €. 41,00 per lid en de erbij behorende verdeling naar de classes toe. Het afbouwbedrag van €.2,00 per lid zal daarbij als overgangsmechanisme dienen. Als aandachtspunt wordt meegegeven om bovengenoemde te communiceren als afgevaardigde van de classis. Namens de Particuliere Synode Utrecht wil ik u danken voor al het verrichte werk en wens u Gods zegen toe bij de voortzetting van deze taak!
Hoogachtend, Namens PS Utrecht E.E. Bos, secr. PS Utrecht C.C. Classis Amersfoort, Utrecht en Hilversum Deputaten art. 11 K.O.
Deputaten Financieel ZEHK
12
GKv Particuliere Synode Utrecht
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Utrecht Mission voorheen Utrechtse Zendings deputaten
ingesteld door Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt [ressort Utrecht]
Jaarrekening 2011 en Meerjarenverkenning 2012-2016 Nijkerk, Mei 2012
mei 2012 1 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Bladzijde Inhoudsopgave Jaarrekening Inleiding Balans per 31-12-2011 Inkomsten en Uitgaven 2011 Toelichting op de Balans Toelichting op Inkomsten en Uitgaven Toelichting Uitgaven Partnerkerken en Programma´s Buitenland Meerjarenverkenning Inleiding en Uitgangspunten Inkomsten en Uitgaven 2012-2016 Kasstromen & Vermogensontwikkeling 2012-2016
2
3 4 5 6 7 8 9 10 11
mei 2012 2 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Voor U ligt de Jaarrekening 2011 van de Utrechtse Zendingsdeputaten ('UZD'). Utrecht Mission is gericht op de missionaire activiteiten namens de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, samenwerkend binnen het ressort Utrecht van Particuliere Synode ('GKV Utrecht'). In het afgelopen jaar mochten we in financieel opzicht we Gods rijke zegen ervaren in de uitvoering van onze activiteiten. Alle gemeenten hebben voor 2011 aan hun verplichtingen kunnen voldoen, terwijl ook door de ontvangst van een legaat extra mogelijkheden zijn gegeven. De uitgaven zijn achtergebleven ten opzichte van de begroting, maar wel mocht ruimhartig worden bijgedragen in de projecten en initiatieven die in de afgelopen jaren mochten worden ontwikkeld en uitgebouwd. In communicatie en beleidsvorming richting onze buitenlandse partners in DR Congo (URCC en CMP) en Uganda (PCU) is sprake van een intensieve samenwerking met De Verre Naasten. De bijdragen aan de buitenlandse partners zijn in 2011 behoedzaam en stap voor stap opgebouwd. Conform de beleidsuitgangspunten geformuleerd naar aanleiding van de evaluatie Breetvelt in 2009. Onze ondersteuning van de programma's van DVN met haar (kerkelijke) partners in India is van tijdelijke aard. De bijdragen van DVN aan haar partners zijn in 2011 beperkter dan oorspronkelijke plannen. Ook onze bijdrage is lager dan begroot. Naast onze bijdragen aan de buitenlandse partners zijn bijdragen gegeven aan ondermeer 3*M (voor steun aan uitzendingen in Congo en Mali) , Timothy Leadership Training (voorheen Formation Excelsis, voor het organiseren van een modulaire training voor kerkelijke leiders, de internationale cursus van DVN en de TU (voornamelijk reiskosten van deelnemers van onze partners) en een onderzoek van ds. Thijs Blok (inzake initiatie riten in DR Congo). De financiële omvang van de projecten in Afrika is momenteel nog bescheiden. Eind 2011 heeft de UM besloten alle gezamelijke projecten van DVN en UM samen in DR Congo en Uganda, voor het jaar 2011 voor 75% voor haar rekening te nemen in plaats van de 'gebruikelijke' 50% (impact € 50.388). De uitgaven in Nederland zijn voornamelijk gericht op het onderhouden van contacten met onze partners (werkbezoek en ontvangsten), communicatie en voorlichting naar kerken en commissie's (waaronder Naast/) en organisatorische steun aan DVN. Een beperkt deel zijn de bestuurskosten van UM zelf. Extra kosten zijn gemaakt voor ondermeer een voorlichtingsfilm inzake Uganda. De totale uitgaven van de UZD zijn beperkt gebleven tot € 394.124 (vorig jaar € 330.375), in vergelijking met een begroting van € 493.200 (onderschrijding € 99.076 ). De inkomsten uit quota € 364.386 zijn in lijn met de begroting € 363.000. Van 28 kerken mochten wij het quotum in 2011 ontvangen. Op basis van de reguliere inkomsten en uitgaven daalt het beschikbare vermogen met € 18.651 tot € 710.622 (vorig jaar € 729.273). In oktober 2011 mochten wij een legaat ontvangen van een gemeentelid van Nijkerk Oost voor een bedrag van€ 97.188. Op basis hiervan is het totale vermogen gestegen tot € 807.810. De verschillen ten opzichte van de begroting zijn als volgt te verklaren: Meer inkomsten (Quota en giften) 1.636 Exclusief afboeking niet ontvangen bijdragen 2009 Minder rente-inkomsten 163Bankkosten enigszins toegenomen 1.473 Meer inkomsten versus begroting Minder uitgaven tbv URCC 46.680 Lagere uitgaven URCC, doch 2011 75% tlv UZD Bijdrage UM 75% ipv 50% tbv Pygmeen 5.54710% lagere uitgaven CMP, doch 2011 75% tlv UZD Bijdrage UM 75% ipv 50% tbv PCU 3.35830% lagere uitgaven PCU, doch 2011 75% tlv UZD Meer Overige bijdragen en projecten 14.299Met name cursus FE, Internationale cursus Lagere bijdrage India 39.612 Minder uitgaven DVN; € 149.388 ipv € 189.000 Lagere bijdrage UMWW 28.556 Minder en lagere aanvragen dan begroot Minder kosten in Nederland 7.432 Lagere bijdrage aan DVN dan begroot 99.076 Minder uitgaven versus begroting 100.549 Saldo -/- € 18.651 in plaats van -/- € 119.200 Legaat gemeentelid Nijkerk Oost 2011
97.188 197.737
Saldo + € 78.537 in plaats van -/- € 119.200
Nijkerk, mei 2012
mei 2012 3 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Balans per 31-12-2011 Aktiva Materiele vaste aktiva
31-12-2011 -
Vorderingen Bijdrage Kerken Overige Vorderingen Vlottende vorderingen
40.931 9.025 49.956
Passiva 31-12-2010 Bestemmingsreserve Res. Voorbereiding & Repatriëring Res. Utr. Mission. Wereldwerkers Reserves 85.693 11.286 Bestemming Legaat 96.979 Algemene Reserve ('EV') Eigen vermogen en reserve DVN (Programma's en kosten) Crediteuren Te Betalen Investeringsverplichting Kortlopende Schulden
Bank&Giro saldi Spaarrekeningen Termijndeposito's Liquide Middelen
18.584 786.188 804.772
23.523 655.012 678.534
Totaal Aktiva
854.728
775.513 Totaal Passiva
Werkkapitaal : Vlottende vorderingen minus kortlopende schulden Verhouding Eigen vermogen ('EV')/ Totaal vermogen ('TV') Verhouding (EV+reserve)/TV Verhouding (EV+reserve) versus jaarlijkse uitgaven
31-12-2011 90.000 50.000 88.556 228.556
31-12-2010 90.000 50.000 100.000 240.000
97.188 482.066 807.810
489.273 729.273
35.755 4.325 3.299 3.539 46.918
1.983 6.225 34.494 3.539 46.240
854.728
775.513
31-12-2011 31-12-2010 3.038 50.739 56% 63% 95% 94% 49% 45%
Waarderingsgrondslagen Algemeen Vreemde Valuta Activa en Passiva in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen historische aankoopkoers. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiele vaste activa De materiele vaste activa zijn gewaardeerd op aanschaffingswaarden verminderd met afschrijvingen, welke zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, onderscheiden naar de soort activa. De afschrijvingen bedragen een vast percentage van de aanschafwaarde, per categorie bepaald. Bij aanschaf van (materiële) vaste activa worden de afschrijvingen volledig genomen in het jaar van aanschaf indien de activa niet op naam gesteld kan worden van een rechtspersoon van UM of DVN in het buitenland.
mei 2012 4 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Overzicht van Inkomsten en Uitgaven 2011 Werkelijk 2011 364.386 97.188 250 461.824
Bijdrage Kerken (Quota) Bijzondere Inkomsten Overige Inkomsten (Giften) Totaal Inkomsten Totale uitgaven in Congo Ten laste van DVN Ten laste van UZD Oriëntatie Partnerkerken Afrika Oriëntatie Theologische opleidingen Projecten en overige uitgaven Afrika
133.156 33.289-
Personeelskosten
Saldo financiering Mutatie vermogen & reserve
Saldo
192.000 48.00080.081 28.516 11.750
204.000
149.388
189.000
167.000
329.912
393.000
287.347
22.500
60.200 493.200
43.028 330.375
10.837 78.537
11.000 119.200-
11.224 11.920
-
40.000
11.444
280.000
-
52.768 394.124
-
-
-
40.000
-
144.000 70.000 38.000 28.000
-
11.444
-
Begroting 2012 288.750 288.750
200 331.070
-
Projecten-bijdragen Utrechtse Missionaire Wereldwerkers Organisatie kosten (in Nederland) Totale Uitgaven
Reserve Voorbereiding & Repatriëring UMWW Onttrekkingen aan reserve
Werkelijk 2010 330.870
80.081 99.867 51.358 6.063 23.236
Ondersteuning DVN in India Totaal Uitgaven Partnerkerken en Programma´s Buitenland
UMWW Toevoegingen aan reserve
Begroting 2011 363.000 363.000
60.200 362.700 11.000 62.950-
-
22.500
-
11.444
40.000
-
22.500
89.981
79.200-
11.920
40.450-
Waarderingsgrondslagen Grondslagen voor het overzicht van Inkomsten en Uitgaven Het saldo van het overzicht van Inkomsten en Uitgaven wordt bepaald door de som van de vastgestelde quota en giften minus de kosten en andere lasten over het jaar. De quota worden verantwoord in het jaar waarin het is vastgesteld door de PS Utrecht. De giften worden verantwoord in het jaar waarin zij worden ontvangen. Legaten worden verantwoord in het jaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De kosten en andere uitgaven worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermeldde waarderingssgrondslagen en worden (zoveel mogelijk) toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
mei 2012 5 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Toelichting op de Balans (Bezittingen)
31-12-2011 40.931
31-12-2010 85.693
11%
26%
31-12-2011 9.025
31-12-2010 11.286
31-12-2011 16.084 2.500 527.188 259.000 804.772
31-12-2010 22.562 960 405.000 250.012 678.534
31-12-2011 90.000 90.000
31-12-2010 90.000 90.000
Voor bereiding 50.000
31-12-2011 50.000
31-12-2010 50.000
50.000
50.000
50.000
Saldo per 1 januari Fonds Utrechtse Missionaire Wereldwerkers (besluit PS 2010) Dotatie Fonds Utr. Missionaire Wereldwerkers Bestedingen Projecten Utrechtse Missionaire Wereldwerkers Saldo per 31 december
100.000 11.444 88.556
100.000 100.000
Totaal voorzieningen
228.556
240.000
Algemene reserve Stand per 1 januari Saldo Inkomsten en uitgaven lopende boekjaar (inclusief mutatie reserves, exclusief legaat) Legaat Nijkerk Oost Stand per 31 december
489.273 7.20797.188 579.254
477.353 11.920 489.273
Totaal Eigen vermogen & Voorzieningen
807.810
729.273
31-12-2011
31-12-2010
35.755 1.750 5.874
1.983 1.500 4.725 34.494 3.539 46.240
Bijdrage Kerken Betreft nog te ontvangen quota voorgaande jaren Per heden nog open : 2009 € 18.535 (2 gemeenten) ; 2010 € 0 ; 2011 € 22.396 (2 gemeenten) In percentage van totaal quota
Overige Vorderingen
Te ontvangen rente
Liquide Middelen
Postbank/ING Rabobank Postbank Spaarrekening(en) Rabobank Spaarrekening
Toelichting op de Balans (Vermogen en Schulden) Liquiditeiten, overbrugging 1-ste 6 maanden Bestemmingsreserve Voorzieningen inzake: Voorbereiding, Repatriëring en Wagenpark Saldo per 1 januari Toevoegingen Onttrekkingen Saldo per 31 december
Kortlopende schulden De Verre Naasten
Bijdrage UZD Voorschotten
Accountantskosten Nog te betalen Overig Nog te betalen afwikkeling Uitgezondenen Uitgaven verplichting inzake ontvangen Legaat H'sum 2006 (deels Motoculteur) Totaal Kortlopende Schulden
285.755 250.000-
3.539 46.918
mei 2012 6 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Toelichting op Overzicht Inkomsten en Uitgaven 2011
Inkomsten Bijdrage Kerken Zielental Quotum per lid Bijzondere inkomsten Overige Giften Totaal Inkomsten
Werkelijk 2011 364.386 16.563 22,00
Begroting 2011 363.000 16.500 22,00
97.188 250 461.824
Werkelijk 2010 330.870 16.544 20,00
363.000
Begroting 2012 288.750 16.500 17,50
200 331.070
288.750
Qouta conform waarderingsgrondslagen opgenomen in het jaar waarin de bijdrage is vastgesteld door de PS Utrecht, dit onafhankelijk van de daadwerkelijk ontvangen bedragen. Zielental in begroting wijkt enigszins af van aantallen in handboek.
Kosten in Nederland Kosten Commissie (inclusief accountant) Afschrijvingskosten Zendingsblad Kosten voorlichting DVN-dag Bijdrage organisatie DVN Evaluatie Kosten ontvangst bezoekers Kosten werkbezoek Overige kosten / onvoorzien Totaal Kosten in Nederland Waarvan kosten beheer en administratie Eigen fondswerving Beheer en administratie
4.271
4.200
20.074 5.314
22.200 5.000 11.800 6.500 6.500 4.000 60.200
10.000 2.410 10.699 52.768
5,2% 1,2%
19.041 4.271
5,6% 1,2%
20.400 4.200
4.676 520 20.072 1.879 1.500 3.000 2.536
4.200 22.200 5.000 11.800 6.500 6.500 4.000 60.200
6.437 2.408 43.028
5,0% 1,6%
16.463 5.196
7,1% 1,5%
20.400 4.200
Onttrekkingen aan reserve Voorbereiding, repatriëring, wagenpark
-
-
-
-
Projecten Utr. Mission. Wereldwerkers Onttrokken aan reserves
11.444 11.444
40.000 40.000
-
22.500 22.500
mei 2012 7 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Toelichting Uitgaven Partnerkerken en Programma´s Buitenland DR Congo URCC Organisatorische bijdragen Theologische opleiding en vorming Projecten Overig en Algemeen Bijdrage DVN Totaal PCK / MEPPA (Pygmeeën) AANDEEL UZD Organisatorische bijdragen Theologische opleiding en vorming Projecten Overig en Algemeen Bijdrage DVN Totaal Oeganda PCU AANDEEL UZD Organisatorische bijdragen Projecten Bijdrage Personele inzet DVN Overig en Algemeen Bijdrage DVN
Overige projecten en bijdragen Timothy Leadership Training (FE) Fateb (2011 : bijdrage B.v/d Toren) 3 * M (Miel Mortel & Nouvelle G.) Internationale Cursus (Afrika & India) Overig en Algemeen
Werkelijk 2011 95.154 8.135 1.138 26.10778.320
18.765 9.965 7.18221.547
51.358 51.358
46.680
Begroting 2011 74.000 36.000 10.000 5.000
Werkelijk 2010 45.741 28.432
125.000
75.939
8.000
4.142
16.000
16.000
4.142
8.000 8.000 8.00024.000
35.000 5.000 8.000
24.190
48.000
28.516
7.500
-
1.766
4.000 4.000 5.547-
4.326
Begroting 2012 130.000 10.000 10.000 10.000 40.000120.000
80.000 10.000 3.333 23.33370.000
5.180 883 10.000 9.236 4.000 29.299
7.500 15.000
1.750 11.750
13.000 25.000 10.000 5.000 13.000 66.000
Totaal Projecten en Programma's in Afrika (samen met DVN)
180.524
204.000
120.347
280.000
Steun Projecten en Programma's van DVN in India
149.388
189.000
167.000
Totaal Uitgaven Partnerkerken en Programma´s Buitenland
329.912
393.000
287.347
10.000
-
280.000
mei 2012 8 van 11
Utrecht Mission
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Inleiding Meerjaren begroting 2012-2016 In de twee voorgaande jaarrekeningen (2009 en 2010) is aangegeven dat sprake was van een overgangsjaar. In 2011 mochten we de samenwerking en ondersteuning van onze buitenlandse partners en programma's verder ontwikkelen, maar de financiele doorwerking naar de toekomst is niet eenvoudig en eenduidig. De Particuliere Synode heeft zowel in 2010 als in 2011 het beleid onderschreven dat de samenwerking behoedzaam en stap voor stap moet worden ontwikkeld en de (financiële) steun zodanig moet worden opgebouwd dat zal voorkomen zal worden dat de geldelijke bijdrage (te) dominant gaat worden in de besluitvorming. Omdat sprake was (en is) van een ruim vermogen om onze uitgaven vorm te geven is toen besloten tot: - in een periode van circa 4 jaar samen met de Afrikaanse partners stap voor stap groeien tot een verantwoord jaarbudget; - gedurende 3 jaar (en vervolgens geleidelijke afbouw) teun aan DVN programma's gericht op partnerkerken in India; - stimuleren missionaire initiatieven van Utrechtse kerkleden middels een steunfonds; - gezien de financiële ontwikkelingen quotum 2011 € 22, voor 2012 voorlopig € 23 en nadere besluitvorming over toekomstige ontwikkelingen. In 2011, en het begin van 2012, is sprake van de volgende ontwikkelingen: - onze uitgaven zijn in globaal in lijn met de inkomsten, maar blijven achter bij de begroting. - de (beperkte) institutionele kracht van onze partners bevestigen de noodzaak om de ontwikkeling van de samenwerking niet te overhaasten, hoewel de nood en behoeften groot zijn (ook in financiële zin) ! - een legaat van een gemeentelid van Nijkerk Oost mocht worden ontvangen ad € 97.188. - de deputaten Financieel Beheer van de PS verzoeken het quotum te differentieren naar € 20 voor classis Utrecht en Amersfoort en € 25 voor classis Hilversum, dat is gemiddeld € 22,45 per gemeentelid. - onze bijdrage voor India is niet meer noodzakelijk: 'De kerken van het Zuiden' en classis Dordrecht nemen over. Uitgangspunt in ons beleid met de buitenlandse partners is dat geld niet, of in elk geval zo min mogelijk, sturend en bepalend moet zijn in de samenwerking. In ons meerjarenbeleid willen we qua uitgaven groeien naar een nivo wat langdurig zou kunnen worden gehandhaafd. Op termijn is het gewenst dat inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht komen. Op basis van het quotum van € 22,45 per gemeentelid (het door deputaten Financieel Beheer berekende maximum 'gewogen' quotum en 16.500 gemeenteleden) kan worden berekend dat op (middel)lange termijn de bijdrage vanuit UM mag oplopen tot circa € 370.000, exclusief bijzondere projecten en giften. Momenteel is sprake van relatief lage uitgaven, en zijn de reserves van UM opgelopen tot bijna € 808.000 (inclusief het legaat van € 97.300), terwijl uitgangspunt in de MJV van 2011 was een daling tot € 609.000. De meerjarenverkenning is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, gebaseerd op een verlaging van het 'gewogen' quotum, gedurende een 4-tal jaren, waarna vervolgens deze jaarlijks gaat toenemen tot € 22,50. De uitgaven groeien in de eerste 4-jaren geleidelijk naar € 400.000 (exclusief projectmatige besteding van het legaat en UMWW). Het vermogen van UM zal dan in de loop van de komende jaren geleidelijk afnemen, zowel door besteding van het legaat als structureel hogere uitgaven in vergelijking met de inkomsten. Om speficieke projecten dichter bij de kerken te brengen willen we een beperkt geldstroom stimuleren naast de quota, waarbij kerken worden gekoppeld aan een aansprekend project van onze partners. Op basis van de concrete uitwerking van de MJV in de begroting 2012 kan worden volstaan met een 'gewogen' quotum van € 17,50, concreet voor de classis Amersfoort en Utrecht € 15,00 en classis Hilversum € 20.00.
Nijkerk, mei 2012
mei 2012 9 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
Meerjarenverkenning Overzicht van Inkomsten en Uitgaven 2011
Quotum per gemeentelid Bijdrage Kerken (Quota) Overige Inkomsten Totaal Inkomsten
Uitgaven in Afrika Besteding Legaat samenwerkend met DVN Uitgaven in India ondersteuning van DVN Personeelslasten Organisatiekosten (NL) Uitgaven Fonds MWW-ers Totale Uitgaven Saldo financiering Mutatie
Meerjarenbegroting 2012-2016
Werkelijk Begroting 2011 2011 € 22 € 22 364.386 363.000 97.438 461.824 363.000
180.524
204.000
149.388
189.000
52.768 11.444 394.124
60.200 40.000 493.200
10.837 78.537
11.000 119.200-
Begroting 2012 17,50 288.750 288.750
Begroting 2013 17,50 288.750 5.000 293.750
Begroting 2014 17,50 288.750 10.000 298.750
Begroting 2015 17,50 288.750 15.000 303.750
Begroting 2016 18,50 305.250 15.000 320.250
280.000
300.000
320.000 50.000
340.000 50.000
360.000
-
60.200 22.500 362.700
-
60.000 25.000 385.000
10.950 63.000-
9.250 82.000-
-
-
60.000 25.000 455.000
60.000 15.000 465.000
8.250 148.000-
6.250 155.000-
-
60.000 420.000 4.250 95.500-
Utr. MW.-ers Toevoegingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Utr. MW.-ers Onttrekkingen reserves
11.444 11.444
40.000 40.000
22.500 22.500
25.000 25.000
25.000 25.000
15.000 15.000
-
Saldo (∆ eigen vermogen)
89.981
79.200-
40.500-
57.000-
123.000-
140.000-
95.500-
2014 358.754 156.056 514.810 151.353
2015 218.754 141.056 359.810 72.103
Stand per 31-12Eigen vermogen Reserve´s Totaal
2010 489.273 240.000 729.273
2011 579.254 228.556 807.810
2012 538.754 206.056 744.810
2013 481.754 181.056 662.810 300.353
2016 123.254 141.056 264.310
mei 2012 10 van 11
Jaarrekening 2011 Meerjarenverkenning 2012-2016
Utrecht Mission
197.737-
744.810
362.457
363.457
287.707
Meerjarenverkenning Prognose Kasstromen 2011 - 2015
Totale Inkomsten Totale Uitgaven Saldo Financiering Saldo Afschrijvingen Investeringen ∆ Werkkapitaal
∆ Liquide Middelen Liquide Middelen 1-1 Liquide Middelen 31-12
Werkelijk 2011 461.824 394.124 10.837 78.537 47.701
126.238 678.534 804.772
Prognose 2011 363.000 493.200 11.000 119.200-
119.200735.431 616.231
Prognose 2012 288.750 362.700 10.950 63.000-
63.000804.772 741.772
Prognose 2013 293.750 385.000 9.250 82.000-
82.000741.772 659.772
Prognose 2014 298.750 455.000 8.250 148.000-
148.000659.772 511.772
Prognose 2015 303.750 465.000 6.250 155.000-
155.000511.772 356.772
Prognose 2016 320.250 420.000 4.250 95.500-
95.500356.772 261.272
Prognose Balans 2011 - 2016
Balans Vaste Aktiva Vlottende Aktiva Liquide Middelen Totaal activa Kortlopende schulden EV & Reserve Totaal passiva EV Reserve EV / EV & Reserve
Werkelijk 2011 49.956 804.772 854.728
Prognose 2012 49.956 741.772 791.728
Prognose 2013 49.956 659.772 709.728
Prognose 2014 49.956 511.772 561.728
Prognose 2015 49.956 356.772 406.728
Prognose 2016 49.956 261.272 311.228
46.918 807.810 854.728
46.918 744.810 791.728
46.918 662.810 709.728
46.918 514.810 561.728
46.918 359.810 406.728
46.918 264.310 311.228
579.254 228.556 72%
538.754 206.056 72%
481.754 181.056 73%
358.754 156.056 70%
218.754 141.056 61%
123.254 141.056 47%
mei 2012 11 van 11
Utrecht Mission / Zendingsdeputaten van de Particuliere Synode in het ressort Utrecht Utrecht, 20 mei 2012 Aan: Betreft:
de Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in het ressort Utrecht, bijeen op 21 juni 2012 te Mijdrecht Jaarverslag 2011 van Utrecht Mission
Geachte broeders, In onze jaarlijkse rapportage doen wij verslag van: -
Samenwerking met de United Reformed Church in DR Congo (URCC) Ondersteuning zendingswerk onder Pygmeeën in DR Congo door ‘Mission Pygmée’ (CMP) Samenwerking met de Presbyterian Church of Uganda (PCU) Franstalige theologische toerusting – FE/TLT en FATEB Afbouw tijdelijke ondersteuning Indiase presbyteriaanse kerken Project Utrechtse Missionaire Wereldwerkers (UMWW) 3XM Samenwerking met De Verre Naasten De financiën, vervat in de jaarrekening 2011, incl. externe accountantsverklaring, alsmede de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2012-2016 en bijbehorende quotavoorstellen Voorlichtingsactiviteiten van Utrecht Mission Voorstellen bezetting Utrecht Mission
Met veel enthousiasme en liefde voor Christus’ kerk hebben we het afgelopen jaar ons ingezet voor onze broeders en zusters aan de andere kant van de wereld. We zijn God dankbaar voor het vele werk dat we, samen met onze lokale partners, hebben kunnen verzetten. Het werk is beslist niet gemakkelijk en stelt ons voor complexe vraagstukken. Dit bepaalt ons telkens opnieuw bij onze afhankelijkheid van God. We bidden dat deze rapportage een bijdrage mag zijn aan de groei van Gods kerk in de wereld en de komst van zijn Rijk – tot eer van Hem! We kunnen u melden dat het zendingswerk dat we mogen ondersteunen hoe langer hoe meer een duidelijke focus en profiel krijgt. Utrecht Mission wil, in samenwerking met DVN, kerken in CentraalAfrika ondersteunen met het oog op evangelisatie, kerkplanting, gemeenteopbouw en theologische training. Evangelieverkondiging, toerusting en training van kerkleiders en christenen – daar ligt onze focus. We geloven dat het Evangelie van Jezus Christus het verschil kan maken in landen die aan corruptie en nepotisme kapot gaan. Vanuit deze visie ondersteunen we de projecten in DR Congo, Uganda en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het gaat om christenen die onder vaak zeer moeilijke omstandigheden Christus willen volgen. Zoals u weet hebben we sinds 2010 tijdelijk steun gegeven aan projecten van DVN in India. De afgelopen tijd hebben we helderheid gekregen over de kerkelijke inbedding van deze projecten. De kerken van het Zuiden zullen financieel een groot deel voor hun rekening nemen. Ook de classis
Dordrecht heeft aangegeven daarin te willen participeren. Dit betekent concreet dat onze bijdrage niet meer nodig is. In overleg met DVN hebben we onze steun aan India daarom afgebouwd. Dit geeft ons de ruimte om ons nu volledig te richten op onze Afrikaanse partners. In deze rapportage doen we ook verslag van het financiële beleid. Al jaren heeft Utrecht Mission de beschikking over een groot financieel vermogen. We vinden het uiterst belangrijk dat de ontvangen gelden ook daadwerkelijk gebruikt worden voor het doel waarvoor ze geschonken zijn. In onderhavig verslag doen we voorstellen om dit vermogen op een verantwoorde manier terug te brengen. We hopen dat de afgevaardigden vanuit de kerken, in vergadering bijeen, ons enthousiasme delen. We verzoeken u daarom ruimhartig in te stemmen met het gevoerde beleid. Daarnaast vragen we uw gebed voor onze Afrikaanse broeders en zusters, maar bovenal voor hen die nog niet met het Evangelie bereikt zijn. In de bijlagen treft u (jaar)verslagen aan van de verschillende projecten en andere informatie betreffende Utrecht Mission. Utrecht Mission vraagt de PS Utrecht als volgt te besluiten: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
conform eerdere goedkeuring en besluitvorming de samenwerking te continueren en geleidelijk verder uit te breiden met: • de URCC in DR Congo – bijlage 1 • het CMP in Kinshasa (zending onder Pygmeeën) – bijlage 2 • de PCU in Oeganda– bijlage 3 de tijdelijke ondersteuning van projecten in India met ingang van 2012 af te bouwen – bijlage 4 akkoord te gaan met verdere samenwerking op projectbasis met FE/TLT en zo mogelijk met Fateb in Bangui, ondersteunend aan onze programma’s – bijlage 5 akkoord te gaan met continuering van het (tijdelijke) fonds Utrechtse Missionaire Wereldwerkers van in totaal € 100.000 – bijlage 6 UM décharge te verlenen voor het gevoerde beleid in 2011 en de jaarrekening 2011, annex accountantsverklaring te accepteren – bijlage 8 en separate financiële bijlage de begroting 2012 en meerjarenbegroting 2012-2016 goed te keuren – bijlage 8 en separate financiële bijlage het quotum 2012 vast te stellen op € 15 per ziel voor de classes Utrecht en Amersfoort en € 20 per ziel voor de classis Hilversum (gemiddelde PS ressort € 17,50) en voor het quotum 2013 en 2014 voorlopig eveneens deze bedragen te hanteren – bijlage 8
Wij vragen God om u bij te staan in de besluitvorming en om wijsheid voor uw en ons werk. Namens Utrecht Mission, Ds. Wouter T. van Veelen, voorzitter
Bijlagen: 11
Zr. Wibbina Oosterhuis, secretaris
Bijlage 1 United Reformed Church in Congo (URCC) DR Congo is een van de armste landen ter wereld (maar niet aan grondstoffen!), kent een zeer bloedig verleden en wordt nog steeds geteisterd door conflicten, ziekten en verkrachtingen. We zijn blij en God dankbaar dat de Utrechtse kerken de URCC mogen ondersteunen om in Congo het evangelie van Jezus Christus uit te dragen en de kerk op te bouwen. Bij de breuk binnen de ERCC in 2008 zijn deze jonge kerken bijna alles kwijtgeraakt. Het jaar 2011 stond in het teken van intensivering van de contacten tussen UM/DVN en de URCC. Sinds april van dat jaar is er een zusterkerkrelatie tussen GKv en URCC. Toen is ook geconcludeerd dat er voldoende basis is om de samenwerking verder uit te bouwen. In de afgelopen periode is veel gesproken over de wederzijdse visies en beleidsuitgangspunten en door de URCC ingediende projectvoorstellen. In 2012 zal er meer helderheid komen over de mate van beleids’overlap’ van URCC en UM/DVN, die de grond geeft voor partnerschap. Werkbezoeken In november hebben afgevaardigden van UM/DVN een werkbezoek gebracht aan de URCC dat in Kenia (Nairobi) plaatsvond. Daar is teruggekeken op anderhalf jaar hernieuwde samenwerking. Er is vooruitgang in de URCC en de kerk groeit aanzienlijk. De URCC is actief in het westen, midden en zuiden van DR Congo, maar door kerkplanting inmiddels ook in het oosten (Kisangani en Goma). De URCC heeft de droom om in heel Congo gereformeerde kerken te stichten. Een prachtig streven, maar in een land zo groot als West-Europa is dat een enorme opgave die ook veel kosten met zich meebrengt. Duidelijk werd dat de keuzes en verwachtingen van beide partijen soms verschillend zijn. De Congolezen en Nederlanders willen blijven samenwerken en trouw zijn in de relatie. Dit is officieel bekrachtigd in een verklaring, met een annex van geleerde lessen. Naast dankbaarheid aan God wordt erkend dat samenwerken niet vanzelf gaat. Er zijn in het verleden fouten gemaakt en daarvan willen we leren. Aan Nederlandse kant moeten wij niet paternalistisch zijn, de URCC moet verantwoordelijkheid nemen en zelf problemen oplossen. In april 2012 is er weer een bezoek gebracht aan de URCC. Het was een goed bezoek waarbij visies en standpunten verder zijn verhelderd. Ook kon dankbaar worden vastgesteld dat er progressie zit in rapportage en andere leerpunten voor de URCC. Er is een nieuw concept ‘accord de coöperation’ tussen URCC en UM/DVN opgesteld. Het zal worden getekend als het financieel beheerssysteem (en bankrekening op naam van de kerk) alsmede de rapportage op orde zijn. De URCC heeft de volgende prioriteiten aangegeven: 1) kerkbouw, 2) evangelisatie, 3) theologische training, 4) transportmiddelen en 5) faciliteren van vergaderingen van het CEN. Daarnaast wordt gewerkt aan ‘capacity building’ (o.a. primary en secundary schools, training voor specifieke jobs) en development projects. Diverse projectvoorstellen zijn met een plan van aanpak en begroting ingediend bij UM/DVN. Naarmate de dingen concreter werden kwamen ook probleempunten aan het licht. Zo is voor ons niet altijd helder hoe vanuit de visie van de URCC de projectkeuze plaatsvindt. De URCC zal de zaken zo moeten structureren dat zij niet blijvend afhankelijk zijn van externe fondsen. Een van onze uitgangspunten is dat steunverlening complementair is aan eigen inspanningen en bijdragen van locale kerken. Het is zeer positief dat in de plannen en budget 2012 van de URCC eigen bijdragen zijn verwerkt. Het ‘ownership’ van de projecten ligt bij de URCC. Die is vrij haar eigen keuzes te maken. UM/DVN heeft een adviserende rol en is vrij te beslissen omtrent financiering van projecten. In het algemeen is de institutionele kracht nog niet sterk. We hebben daarmee geduld en bieden hulp. Het is belangrijk wederzijdse verwachtingen transparant te maken en elkaar regelmatig te ontmoeten om de samenwerking verder vorm te geven. Op korte termijn willen UM en DVN met Breetvelt, die
eerder de samenwerking met de ERCC heeft geëvalueerd, nagaan of we met de URCC op het goede spoor zitten met de wijze van hulpverlening. Dit is ook aan de URCC gemeld. Comité Executif National (CEN) Het CEN is trapsgewijs gekozen via classes en PS en heeft een uitvoerende taak tussen generale synodes in. Zij fungeert ook als representant naar de overheid. De 9 leden zijn missionair-gedreven mensen die de kerk willen dienen. Het comité onderhoudt de contacten met de buitenlandse partners. De CEN leden bezoeken met enige regelmaat de locale kerken en hebben in 2011 een Carrefour Théologique georganiseerd in Mbuji Mayi om predikanten en ambtsdragers te trainen. De URCC wil graag een eigen gereformeerde theologische hogeschool. In Lubumbashi is men bezig een bijbelschool op te zetten. Verder zijn de CEN leden druk om de institutionalisering van de kerk verder vorm te geven. In november 2011 is in Lubumbashi de eerste van een reeks cursussen gegeven door Thimothy Leaderships Training/FE om ambtsdragers van de URCC en van andere denominaties te trainen (het eerste onderwerp was ‘Caring for God’s people’). Deze cursussen lopen tot 2013. De CEN heeft een campagne opgestart om – ondanks de schrijnende situatie in Congo – te bevorderen dat locaal (meer) contributie wordt betaald aan de kerk. Activiteiten op locaal niveau Preken gebeurt door predikanten en lerend ouderlingen (er zijn nu 26 predikanten op iets meer dan 200 gemeenten). Het werk van kerkenraden wil men beter structureren. Het ontbreekt de leden soms aan tijd omdat primair moet worden voorzien in het levensonderhoud. Dit probleem doet zich ook voor bij afvaardiging naar meerdere vergaderingen. Met fysieke menskracht en eigen materialen (o.a. zelf gebakken stenen) worden op diverse plaatsen kerken gebouwd, zoals in Kolwezi. Het CEN draagt soms bij. Het terrein en kerkgebouw van Kananga, waar in juli 2012 de eerste GS van de URCC wordt gehouden, zijn overwegend door het CEN betaald. Er lopen diverse kerkplantingsprojecten. Er zijn in de gemeenten mannen-, vrouwen- en kindergroepen actief waar specifieke onderwerpen worden behandeld en activiteiten plaatsvinden. Christelijke werkethiek staat hoog op de agenda. Sterk zijn de kerken in ‘outreach’ activiteiten, o.m. op het sociale vlak. Er zijn projecten voor straatkinderen en alfabetisatie-programma’s die tevens dienen om het evangelie uit te dragen. Jongeren ontvangen (bijbel)training, waarbij ook filmmateriaal van 3xM wordt gebruikt. Er wordt aan bewustwording gewerkt op het vlak van HIV/aids vanuit christelijk perspectief. Gezien de grote armoede worden inkomen-genererende activiteiten gestimuleerd (‘piggeries’, houden van kippen, naaien ed.). Het verdiende inkomen gaat deels naar het gezin en deels naar de kerk. In drie regio’s wordt de christelijke boodschap per radio uitgezonden. Een belangrijk uitgangspunt van UM/DVN is dat de gegeven steun aan de basis ten goede komt. De URCC zal meer expliciet maken wat de resultaten van de hulpverlening zijn op ‘grass root level’. Overige onderwerpen De financiële ondersteuning van studenten die in Bangui (CAR) hebben gestudeerd, met inbegrip van reïntegratie in Congo, is in 2011 nog korte tijd voortgezet en daarna afgerond. Naast een relatie met de GKv heeft de URCC contacten met gereformeerde kerken in Z-Afrika en NAmerika. Soms is er een vorm van samenwerking met andere denominaties om een bepaald project te realiseren. Ook zijn er contacten met kerken in bijv. Burundi, Nigeria en Kenia. De URCC beseft de noodzaak om op zoek te gaan naar meer partners/donors , vanuit Afrika of elders. Mede door het diversificatiebeleid is ons budget voor de URCC veel beperkter dan voorheen. Vermeldenswaard is nog de verspreiding van een positief-christelijk manifest vanuit de kerk van Kananga tijdens de recente politieke onrust in Congo als gevolg van de presidentsverkiezingen.
Bijlage 2 Zending onder Pygmeeën vanuit de Presbyteriaanse kerk van Kinshasa, gesteund door Utrecht Mission en De Verre Naasten In de vorige rapportage aan de PS Utrecht konden we meedelen dat we goede contacten hebben met Mission Pygmée au Congo (CMP). Het CMP gaat uit van de Communauté Presbytérienne de Kinshasa (CPK) en verricht zendingswerk onder de Pygmeeën in DR Congo. Inmiddels zijn, dankzij financiële steun van Utrecht Mission, zes zgn. ‘zendingsreizen’ gemaakt (sinds eind 2010) naar de gebieden waar Pygmeeën leven in de provincies Equateur en Bandundu. In april/mei 2012 zijn opnieuw reizen gemaakt. Het werk van de CMP onder de Pygmeeën is in 2002 gestart met behulp van een missionaris van de PCUSA. Deze trok zich echter spoedig terug, waardoor het werk stil kwam te liggen. Vervolgens heeft ds. Bram Krol het project gesteund, maar hij had verder ook geen middelen. Hij heeft o.a. De Verre Naasten op de nood en de mogelijkheden voor werk onder de Pygmeeën, een gediscrimineerde bevolkingsgroep, geattendeerd. Utrecht Mission heeft dit project, samen met De Verre Naasten, opgepakt, wat heeft geresulteerd in constante steun vanaf 2010. De CMP heeft vier missieterreinen onder de Pygmeeën. Drie in Equateur en één in Bandundu. De verantwoordelijken voor de provincies, predikanten met een behoorlijke theologische opleiding, wonen in Kinshasa en gaan op missie naar Equateur en Bandundu. In Mbandaka (Equateur) en Inongo (Bandundu) pikken ze twee pygmee-evangelisten op (met pasteurs-opleiding) waarmee ze vervolgens de dorpen bezoeken. In de dorpen treffen ze pygmee-evangelisten of -catechisten. Er is niet een evangelist in elk dorp, maar wel een catechist. In een groter dorp is wel een evangelist. De pasteurs-evangelisten uit Kinshasa nemen goederen mee die in Kinshasa zijn ingezameld en ingekocht: zout, kleren, gereedschap. De evangelisten proberen hiermee in te spelen op de noden die er zijn bij de Pygmeeën. Er worden pastorale bezoeken gebracht, er wordt gebeden voor zieken (délivrance) en allerlei andere moeiten. Er wordt gepreekt en het avondmaal en de doop worden bediend. De verantwoordelijke van Mbandaka leert de Pygmeeën ook methodes aan voor landbouw en veeteelt. Er zijn frequent contacten vanuit Nederland met het CMP. Ook de rapportages vanuit DR Congo zien er goed uit. Mp3-spelers Een bijzonder project is het uitzetten van mp-3-spelers, Sabers genaamd, waarop het Nieuwe Testament is te beluisteren. Hierdoor zijn de bewoners van de Pygmee-dorpen, die voor een groot deel analfabeet zijn, in de gelegenheid de Evangeliën en de Nieuwtestamentische brieven te beluisteren. Het NT is meerstemmig ingesproken met bekende wijzen uit het cantique (zangboek) als achtergrondmuziek. De Sabers worden twee à drie keer per week beluisterd. In de meeste gemeentes is daar een vaste tijd voor, bijv. van 7-9 uur ’s morgens of na het oefenen van het koor. Er worden dan vaak een aantal hoofdstukken uit de Bijbel beluisterd. De inhoud wordt uitgelegd door de catechist. De Sabers worden ook ingezet tijdens de kerkdiensten. De evangelist laat dan een bijbelgedeelte horen waar hij vervolgens over preekt. Er wordt nu aan gewerkt dat ook de vijf boeken van Mozes worden opgenomen en in audio beschikbaar komen voor de Pygmeeën. Er zijn tot nu toe 100 Sabers gedistribueerd. Het Saber-project wordt uitgevoerd i.s.m. Trans World Radio (TWR). Training Naast het financieren van de zendingsreizen en de aanschaf en distributie van de Sabers, is het de bedoeling mee te werken aan de training van evangelisten. Timothy Leadership Training (TLT),
waarin ook De Verre Naasten participeert, heeft hiervoor programma’s ontwikkeld. Het plan is dat ds. Bram Beute in september, samen met een Congolese docent, een cursus gaat geven met als onderwerp ‘Lire la Bible’. Aan deze cursus kunnen ook cursisten uit andere kerken deelnemen. Tijdens de cursus zal bekeken worden hoe het vervolg zal zijn. Werkbezoek Henk Prins (DVN) en Tjerk de Vries (UM) hebben eind maart 2012 een werkbezoek gebracht aan DR Congo om met de leiding van CMP te overleggen en afspraken te maken. Een jaar eerder voerden ds. Wouter van Veelen (namens UM) en Rinse Posthuma (namens TWR) overleg.
Bijlage 3 Presbyterian Church of Uganda (PCU) Samen met De Verre Naasten heeft Utrecht Mission het afgelopen jaar geïnvesteerd in de PCU. De samenwerking, die daarvoor al was ingezet, kon worden uitgebreid en mocht zichtbaar worden in o.a. ondersteuning vanuit Nederland op het gebied van onderwijs (Westminster Theological College/ Seminary). De PCU heeft eigen beleid ontwikkeld en heeft dat samengevat in een strategisch plan voor de komende jaren. De kern heeft zij als volgt samengevat: “Our Passion is to know Him. Our Priority is to live Him. Our Purpose is to share Him”. De PCU is zeer missionair-gedreven en hecht grote waarde aan ‘outreach’ activiteiten naar de omgeving om de liefde van Christus zichtbaar te maken. Op een aantal terreinen geven de Utrechtse kerken ondersteuning. Dit geldt bijv. het vrouwenwerk waar cursussen worden gegeven over relaties, over praktische zaken als hygiëne en hoe je een huishoudboekje beheert. Daarnaast wordt bijgedragen aan training van vrouwen voor taken in de gemeente rondom diaconaat. Ook wordt (zondag)schoolonderwijs voor de kinderen gesteund. Vanuit een aantal plaatselijke kerken zijn projecten opgezet, gestart met microkrediet, om mensen te helpen die in kleine dorpen op het platteland wonen. Het wordt hen o.a. mogelijk gemaakt om eigen groenten te verbouwen en/of eigen dieren te houden. Vanuit de leiding van de PCU is er grote betrokkenheid op de jeugd van de kerk. Door middel van speciale (landelijke) jeugdconferenties worden jongeren bepaald bij de thema’s in hun leven. Sinds twee jaar kent de PCU een landelijk secretariaat, hier worden vele zaken gecoördineerd. Rev. Fred Kabenge is hiervoor verantwoordelijk en hij is ook de contactpersoon voor UM/DVN. Er wordt naar gestreefd om één keer per jaar een werkbezoek te brengen aan Oeganda.
Bijlage 4 Financiële steun aan DVN-programma’s in India Zoals bekend heeft Utrecht Mission sinds 2010 tijdelijk steun gegeven aan projecten van DVN in India. Voor 2011 heeft UM aan DVN toegezegd het begrote programma in India voor 50% mee te financieren, exclusief Emmanuel Hospital Association (gezondheidszorg) en het gedeelte van de Reformed Presbyterian Churches N-E India dat medegefinancierd wordt door overheidsbijdragen (MFS). De maximum bijdrage vanuit UM is voor 2011 begroot op € 189.000 (excl. € 3.000, specifieke bijdrage noodhulp). Door het 'instappen' van de kerken van het Zuiden was niet meer onze volledige bijdrage noodzakelijk. Daarom zijn nog de volgende projecten gefinancierd: - een trainingsprogramma voor evangelisten/voorgangers van de Presbyterian Free Churches Council (PFCC Nepal/het gebied in Noord-India rond Kalimpong). - een extra bijdrage aan Himalayan Evangelical Fellowship (HEF); dit betreft de evangelisatiepoot van de PFCC. De afgelopen tijd hebben we helderheid gekregen over de kerkelijke inbedding van de projecten in India. De kerken van het Zuiden zullen financieel een groot deel voor hun rekening nemen. Ook de classis Dordrecht heeft aangegeven daarin te willen participeren. Dit betekent concreet dat onze bijdrage niet meer nodig is. In overleg met DVN hebben we onze steun aan India, ingaande 2012, daarom afgebouwd. Dit geeft ons de ruimte om ons nu volledig te richten op onze Afrikaanse partners.
Bijlage 5 Franstalige theologische toerusting 1. Formation Excelsis/ Timothy Leadership Training Institute De afgelopen jaren is er een contact ontstaan tussen DVN, UM en de organisatie TLT (Timothy Leadership Training Institute). Deze organisatie heeft als missie voorgangers, evangelisten en kerkleiders te trainen in het werken aan gezonde en sterke christelijke gemeenschappen. Middels kortdurende trainingen worden voorgangers, evangelisten en kerkleiders op verzoek van een lokale kerk opgeleid om op hun beurt weer anderen op te leiden, volgens het principe van 2 Tim.2:2 (‘train de trainer’). Er wordt in overleg met de cursisten een trainingstraject opgezet, waarbij het de bedoeling is dat de trainingen steeds meer gedragen worden door de deelnemers zelf, ook financieel. Deelnemers schrijven aan het eind van iedere training persoonlijke actieplannen, waarmee ze in hun eigen gemeenten aan de slag gaan. Tussen de trainingen door bemoedigen de cursisten elkaar. Het onderwijs is Bijbels, gereformeerd en praktijkgericht. De organisatie past in de visie van UM om theologisch onderwijs aan de basis te ondersteunen. Het is een relatief goedkope en uiterst effectieve vorm van theologisch onderwijs. In november 2011 heeft TLT een eerste training georganiseerd in Lubumbashi, DR Congo. Gastkerk was een plaatselijke URCC-gemeente, maar er waren ook deelnemers vanuit de presbyteriaanse, anglicaanse, lutheraanse, evangelische en pinksterkerken. Trainers waren ds. Thijs Blok en Harold Kallemeyn (TLT), regionaal directeur voor Francofoon Afrika. De module “Caring for God’s people” werd grondig bestudeerd. Na afloop werden actieplannen opgesteld om de geleerde lessen in eigen gemeente in praktijk te brengen. Op de daaropvolgende training worden de actieplannen besproken en geëvalueerd. De deelnemers waren razend enthousiast. De organisator van de TLT-groep in Lubumbashi, br. Mande Lenge, rapporteerde onlangs dat er in de gemeenten van twee kerkleiders sprake was van een geweldige groei. In maart 2012 heeft een vervolgtraining plaatsgevonden, “Christian Stewardship”. Inmiddels hebben we, in overleg met alle betrokkenen, een traject van nog eens 4 trainingen uitgezet (t/m 2013). Momenteel wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een soortgelijk traject uit te zetten in Kinshasa, i.s.m. het CMP, om de evangelisten die onder de Pygmeeën werken toe te rusten. Mogelijk wordt in september 2012 de eerste training gestart. www.timothyleadershiptraining.org/ 2. Faculté de Théologie Evangélique de Bangui (FATEB) FATEB betreft een bijbelgetrouwe theologische universiteit in Bangui (CAR). Er bestaat grote behoefte aan ondersteuning op het terrein van de academische organisatie en financiële administratie. Afgelopen jaar hebben we, in overleg met DVN, onderzocht welke bijdrage we kunnen leveren. Inmiddels hebben we via de decaan van de Faculteit, Dr. Nupanga Weanzana, twee steunaanvragen ontvangen. In de eerste steunaanvraag wordt verzocht om een docent Oude Testament en/of Missiologie. Deze persoon zal tevens verantwoordelijk zijn voor het aanvragen van accreditatie van de Faculteit bij de Association of Evangelicals in Africa (AEA). De tweede steunaanvraag betreft een financieel directeur, die verantwoordelijk is voor het opzetten van een goed functionerende financiële administratie. In beide gevallen is het de bedoeling dat er een Afrikaan wordt opgeleid om de functie op termijn te vervullen. Naar aanleiding van de twee voorstellen hadden we een afspraak gemaakt met Nupanga, in mei van dit jaar. Helaas moest Nupanga dit bezoek aan Nederland annuleren. Over het algemeen verlopen de
contacten met de heer Nupanga moeizaam, vanwege o.a. gezondheidsproblemen en extreem hoge werkdruk. Daardoor zijn we minder ver gekomen dan we hadden gehoopt. We streven ernaar op korte termijn meer duidelijkheid te verkrijgen over de wenselijkheid en haalbaarheid om FATEB financieel en/of personeel te ondersteunen. Naast deze verkennende contacten hebben we het afgelopen jaar een werkbezoek van Dr. Benno van den Toren, die enkele jaren in Bangui heeft gedoceerd, mogelijk gemaakt. Hij heeft in december 2011 enkele weken ethiek gedoceerd. Ook heeft hij, op ons verzoek, gerapporteerd over het reilen en zeilen van de Faculteit. In mei zal Benno opnieuw naar Bangui gaan om de lessen apologetiek te verzorgen. www.fateb.net
Bijlage 6 Utrechtse Missionaire Wereld Werkers Sinds de mogelijkheid is gecreëerd dat gemeenteleden uit de kerken in de PS Utrecht een beroep kunnen doen op het fonds Utrechtse Missionaire Wereld Werkers (UMWW) zijn er 6 aanvragen behandeld en goedgekeurd. De aanvragen kwamen uit de gemeenten Amersfoort-Hoogland, Hilversum, Amersfoort-West, Utrecht Noord-West, Houten en Nijkerk-Oost. Het betrof missionaire wereldwerkers die voor korte of voor lange(re) tijd missionair of diaconaal aan het werk zijn in Brazilië, Bangla Desh, Zambia, Nepal, Malawi en Lesotho. Iedere werker heeft een grote betrokkenheid bij de eigen kerkelijke gemeente door middel van een Thuisfront Commissie. Zij houden de achterban op de hoogte via blogs, nieuwsbrieven en persoonlijke websites of via facebook. Er worden gebedsbrieven rondgestuurd en als men terugkeert of op verlof is dan wordt voorlichting gegeven over hun werk. Dit gebeurt in de eigen gemeente maar ook in andere gemeenten binnen de PS Utrecht. De missionaire wereldwerkers zijn allen verbonden aan of uitgezonden door een zendingsorganisatie als Wycliff Bijbel Vertalers, Liebenzell Mission, Youth for Christ e.a. Mede door deze werkers ontstaat er grote betrokkenheid van de thuisgemeente bij zending en ontwikkelingswerk in het buitenland.
Bijlage 7 Steun aan 3xM Utrecht Mission heeft in 2011 een financiële bijdrage verstrekt aan 3xM. Deze Nederlandse organisatie faciliteert de productie van christelijke televisie in ‘moeilijke gebieden’. Voor francofoon Afrika werkt zij samen met o.m. Africa Christian Television (ACT). ACT brengt het Evangelie via dit medium in de Franstalige landen in Afrika. In deze landen hebben totaal 44 miljoen mensen toegang tot televisie. In samenwerking met 3xM is een tv-studio gebouwd in Abidjan, economisch een belangrijke stad in Ivoorkust. De programma's van ACT worden in meerdere West-Afrikaanse landen uitgezonden, waaronder Benin, Centraal Afrikaanse Republiek, DR Congo, Ivoorkust, Mali en Togo. Belangrijk zijn de programmaseries 'Nouvelle Génération' en ‘Miel Mortel’(dodelijke honing) over de hiv/aids problematiek in Afrika. Deze thematiek wordt behandeld vanuit christelijk perspectief. De programma’s hebben een grote invloed en leiden vaak ook tot gedragsverandering. ‘Miel Mortel’ wordt ook al jaren op dvd gebruikt in DR Congo. Er zijn plannen om 3xM structureel te steunen bij het maken van evangeliserende en voorlichtende programma’s.
Bijlage 8 Rapportage financiële beleid Utrecht Mission In het afgelopen jaar mochten we in financieel opzicht de rijke zegen van God ervaren bij de uitvoering van onze activiteiten. Alle gemeenten in het particuliere ressort Utrecht hebben voor 2011 aan hun verplichtingen kunnen voldoen, terwijl ook door de ontvangst van een legaat extra mogelijkheden zijn verkregen. In de separate bijlage treft u de Jaarrekening 2011 aan van de Utrechtse zendingsdeputaten. Daarin is tevens een herziene meerjarenverkenning opgenomen. De uitgaven zijn achtergebleven bij de begroting, maar wel mocht ruimhartig worden bijgedragen in de projecten en initiatieven die in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld en uitgebouwd. In communicatie en beleidsvorming richting onze buitenlandse partners in DR Congo (URCC en CMP) en in Uganda (PCU) is sprake van een intensieve samenwerking met De Verre Naasten. De bijdragen aan de buitenlandse partners zijn in 2011 behoedzaam en stap voor stap uitgebreid, conform de beleidsuitgangspunten geformuleerd naar aanleiding van de evaluatie Breetvelt in 2009. Onze ondersteuning van de programma's van DVN met haar (kerkelijke) partners in India is van tijdelijke aard. De bijdragen van DVN aan haar partners zijn in 2011 beperkter dan in de oorspronkelijke plannen was voorzien. Ook onze bijdrage is lager dan begroot. Elders in deze notitie kunt u lezen dat, ingaande 2012, steun vanuit UM aan de programma’s in India niet meer nodig is. Naast onze bijdragen aan de buitenlandse partners zijn bijdragen gegeven aan o.m. 3XM voor steun aan TV uitzendingen in West-Afrikaanse landen en Timothy Leadership Training (voorheen Formation Excelsis) voor het organiseren van een modulaire training voor kerkelijke leiders. Daarnaast is bijgedragen aan de internationale cursus van DVN en de TU (voornamelijk reiskosten van deelnemers van onze partners) en aan een onderzoek van ds. Thijs Blok (inzake initiatie riten in DR Congo). De financiële omvang van de projecten in Afrika is momenteel nog bescheiden. Eind 2011 heeft UM besloten de uitgaven van alle gezamenlijke projecten van DVN en UM in DR Congo en Uganda, voor het jaar 2011, voor 75% voor haar rekening te nemen in plaats van de 'gebruikelijke' 50% (met een impact van € 50.388). De uitgaven in Nederland zijn voornamelijk gericht op het onderhouden van contacten met onze buitenlandse partners (werkbezoeken en ontvangsten), communicatie en voorlichting naar kerken en commissies (waaronder het blad Naast/) en organisatorische steun aan DVN. Een beperkt deel betreft bestuurskosten van UM zelf. Extra kosten zijn gemaakt voor o.m. een voorlichtingsfilm inzake Uganda. De totale uitgaven van UM zijn beperkt gebleven tot € 394.124 (vorig jaar € 330.375), ten opzichte van een begroting van € 493.200 (onderschrijding € 99.076 ). De inkomsten uit quota (€ 364.386) zijn in lijn met de begroting ad € 363.000. Van 28 kerken mochten wij het quotum in 2011 ontvangen. Gezien de ontwikkeling van de reguliere inkomsten en uitgaven is het beschikbare vermogen gedaald met € 18.651 tot € 710.622 (vorig jaar € 729.273). In oktober 2011 mochten wij een legaat ontvangen van een gemeentelid van Nijkerk-Oost voor een bedrag van € 97.188. Op basis hiervan is het totale vermogen gestegen tot € 807.810.
In de twee voorgaande jaarrekeningen (2009 en 2010) is aangegeven dat sprake was van een overgangsjaar. In 2011 mochten we de samenwerking en ondersteuning van onze buitenlandse partners en programma's verder ontwikkelen, maar de financiële doorwerking naar de toekomst is niet eenvoudig en eenduidig. De Particuliere Synode heeft zowel in 2010 als in 2011 het beleid onderschreven dat de samenwerking met de partners behoedzaam en stap voor stap zal worden ontwikkeld. Daarbij zal de (financiële) steun zodanig moeten worden opgebouwd dat voorkomen wordt dat de geldelijke bijdrage (te) dominant gaat worden in de besluitvorming. Omdat sprake was (en is) van een ruim vermogen om onze uitgaven vorm te geven is toen besloten tot: in een periode van ca. 4 jaar samen met de Afrikaanse partners stap voor stap groeien naar een verantwoord jaarbudget; gedurende 3 jaar (en vervolgens geleidelijke afbouw) steun geven aan DVN programma's gericht op partnerkerken in India; stimuleren van missionaire initiatieven van Utrechtse kerkleden middels een steunfonds; gezien de financiële ontwikkelingen het quotum 2011 vast te stellen op € 22, dat voor 2012 voorlopig op € 23 en nadere besluitvorming voor de jaren daarna. In 2011 (en het begin van 2012) is sprake van de volgende ontwikkelingen: onze uitgaven zijn globaal in lijn met de inkomsten, maar blijven achter bij de begroting; de (beperkte) institutionele kracht van onze partners bevestigt de noodzaak om de ontwikkeling van de samenwerking niet te overhaasten, hoewel de nood en behoeften groot zijn (ook in financiële zin); een legaat van een gemeentelid van Nijkerk Oost mocht worden ontvangen ad € 97.188.; de deputaten Financieel Beheer van de PS verzoeken het quotum te differentiëren naar € 20 voor de classes Utrecht en Amersfoort en € 25 voor classis Hilversum, dat is gemiddeld in het PS ressort € 22,45 per gemeentelid; onze bijdrage voor India is niet meer noodzakelijk: de kerken van het ‘Zuiden’ en de classis Dordrecht gaan de financiering en betrokkenheid overnemen. Uitgangspunt in ons beleid met de buitenlandse partners is dat ‘geld’ niet, of in elk geval zo min mogelijk, sturend en bepalend moet zijn in de samenwerking. In ons meerjarenbeleid willen we qua uitgaven groeien naar een niveau dat langdurig kan worden gehandhaafd. Op termijn is het gewenst dat inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht komen. Op basis van het quotum van € 22,45 per gemeentelid (het door deputaten Financieel Beheer berekende maximum 'gewogen' quotum en 16.500 gemeenteleden) kan worden berekend dat op (middel)lange termijn de bijdrage van UM mag oplopen tot circa € 370.000, exclusief bijzondere projecten en giften. Momenteel is sprake van relatief lage uitgaven en zijn de reserves van UM opgelopen tot bijna € 808.000 (inclusief het legaat van € 97.300), terwijl uitgangspunt in de MJV van 2011 was een daling tot € 609.000. De meerjarenverkenning is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, gebaseerd op een verlaging van het 'gewogen' quotum gedurende een 4-tal jaren, waarna vervolgens deze jaarlijks gaat toenemen tot € 22,50. De uitgaven groeien in de eerste 4 jaren geleidelijk naar € 400.000 (excl. projectmatige besteding van het legaat en UMWW). Het vermogen van UM zal dan in de loop van de komende jaren geleidelijk afnemen, zowel door structureel hogere uitgaven in vergelijking met de inkomsten en besteding van het legaat als door verlaging van het quotum.
Op basis van de concrete uitwerking van de MJV in de begroting 2012 kan worden volstaan met een 'gewogen' quotum van € 17,50, concreet voor de classes Amersfoort en Utrecht € 15,00 en voor de classis Hilversum € 20,00. Om specifieke projecten dichter bij de kerken te brengen en betrokkenheid te vergroten willen we een beperkte geldstroom stimuleren naast de quota, waarbij locale kerken worden gekoppeld aan een aansprekend project van onze partners. De uitgaven ten behoeve van de Afrikaanse partners nemen geleidelijk toe en worden voor 75% gedragen door Utrecht Mission en voor 25% door DVN. Op langere termijn kan deze verhouding worden herzien. In onderstaande grafieken wordt voor de periode van 2006 tot 2011 en 2012 tot 2020 een beeld gegeven van de ontwikkeling van de totale uitgaven, de totale inkomsten, het quotum en de reserves van UM.
Overzicht uitgaven 2006 - 2020 600,0 Personeel UMWW Overig (met DVN) India (DVN)
500,0
Afrika (projecten&legaat) Afrika (DVN/UM) NL 400,0
300,0
200,0
100,0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Overzicht Inkomsten 2006 - 2020 Inkomsten 550,0
500,0
-
Quota
Overig *
Rente
450,0 97,2 400,0
Legaat 24,3
15,0 15,0
350,0
15,0 486,0
0,2
497,9
15,0
0,2
15,0
300,0 369,4
5,0
10,0
15,0
364,8
250,0 317,2
330,9 288,8
288,8
288,8
288,8
2012
2013
2014
2015
305,3
321,8
338,3
354,8
371,3
200,0
150,0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2016
2017
2018
2019
2020
Overzicht Quotum 2006 - 2020 Quotum ontwikkeling 2006-2020 30
25
20
15 27
28
22
21
10
20 18
17,50
17,50
17,50
17,50
2012
2013
2014
2015
18,50
19,50
20,50
21,50
22,50
5
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2016
2017
2018
2019
2020
Ontwikkeling inkomsten, uitgaven en reserves UM 2006 - 2012 Vermogen
807,8 800,0 717,2
699,8 666,4 628,7
729,1
Vermogen per 1-1 Inkomsten
744,8
Uitgaven Saldo
662,8
647,9
600,0 509,8
400,0
354,8 279,3 219,6 175,7
200,0
147,9
71,1
78,7
69,3 11,9
2006
18,5200733,4-2008 2009
2010
2011
2012 2013 2014 63,082,0-
2015
153,0-
11,627,92016 2017 201843,9-2019 2020 59,875,5-
155,0-
200,0-
PM:
Zie ook de u separaat toegezonden uitgebreide financiële bijlagen inzake de jaarrekening 2011 en de MJV 2012-2016.
Bijlage 9 Voorlichting In 2011 kreeg onze commissie een nieuwe naam en een nieuw logo. Een bijzonder jaar voor ons dus qua voorlichting en communicatie. Er stonden daarin steeds twee begrippen centraal: ‘herkenbaar’ en ‘begrijpelijk’ – want de mensen moeten snappen wie we zijn en wat we doen. Via de nieuwsbrief van Utrecht Mission houden we gemeenten, predikanten en kerkenraden op de hoogte van alle ontwikkelingen. Maar er werden in 2011 ook speciale diensten georganiseerd in twintig gemeenten, waarin er speciale aandacht was voor het zendingswerk wereldwijd. En in april 2011 maakte onze Congolese partner ds. Kabongo van de URCC jong en oud enthousiast tijdens zijn bezoek aan Nederland. Hij ging voor in vier kerkdiensten, bezocht drie scholen en ook een jongerenbijeenkomst. Met feestdagen en speciale gelegenheden hebben we ook regelmatig aandacht gevraagd in de kerken voor onze medechristenen in Midden-Afrika, door middel van voorbede, dankzegging, powerpoint presentaties en met het overbrengen van groeten van onze buitenlandse partners. Als tastbaar symbool voor de band tussen de Afrikaanse en de Utrechtse kerken heeft Utrecht Mission in het voorjaar van 2012 aan iedere gemeente in het ressort Utrecht een schilderij geschonken van een Congolese kunstenaar. Dit cadeau is in de gemeenten enthousiast ontvangen. Utrecht Mission richt zich niet alleen op gemeenteleden in het algemeen, maar ook op de lokale zendingscommissies in de kerken, die zendingszondagen organiseren en hun best doen om hun medegemeenteleden enthousiast te maken voor de zending. In 2011 hebben we bijvoorbeeld twee bijeenkomsten georganiseerd voor alle zendingscommissies waarin zij werden bijgepraat over de ontwikkeling van de buitenlandse projecten. Daar zijn ook ideeën uitgewisseld hoe we de achterban beter kunnen informeren en enthousiasmeren. In 2012 zullen er weer twee avonden voor de zendingscommissies worden georganiseerd. Voor 2012 ligt de focus van de voorlichting op het werk in Midden-Afrika. We willen het werk meer een gezicht geven door persoonlijke boodschappen van buitenlandse partners, bezoeken van de partners aan de kerken en door iedereen goed op de hoogte te houden van wat er allemaal gebeurt. Ons streven is om in elke gemeente een zendingszondag te organiseren. Daarnaast willen we ook beter inzicht geven in de financiën, bijvoorbeeld door het financiële jaarverslag openbaar beschikbaar te maken. Ook in 2012 brengen wij het missionaire werk in Afrika weer dichtbij!
Bijlage 10 Organisatie en structuur 1. Landelijke reorganisatie Zoals aan de vorige PS gemeld, wordt op landelijk niveau nagedacht over een nieuwe organisatiestructuur voor het werk van zending, hulpverlening en training binnen de gereformeerde kerken in Nederland. De eigen plannen die UM daartoe had geformuleerd (in opdracht van de PS Utrecht, zie vorige rapportage) hebben we derhalve moeten parkeren. Inmiddels draaien we mee in het landelijk overleg om samen met DVN, Zendende Instanties en andere betrokkenen te komen tot een heldere en adequate structuur voor het werk van zending en hulpverlening. Het doel is om binnen dezelfde beleidskaders als kerken aan de slag te gaan en het zendingswerk dichter bij de locale kerken te brengen. Momenteel is een werkgroep bezig met een intentieverklaring om helder te krijgen waar we gezamenlijk naartoe willen. Helaas kunnen we hier nog weinig concreets over melden. We wachten de landelijke ontwikkelingen af en zullen onze bijdrage leveren. 2. Samenwerking met DVN UM werkt met veel plezier en voldoening samen met DVN. Samen met br. Henk Prins, programmamedewerker bij DVN, pakken de verschillende sub-commissies binnen UM (Congo, Uganda, theologische training etc.) het werk op. De samenwerking verloopt in goede harmonie. Op dit moment hebben we overigens, mede vanwege de genoemde landelijke reorganisatie, (nog) geen samenwerkingsovereenkomst getekend. Wel zijn er afspraken gemaakt ten aanzien van taakverdeling, financiële bijdragen, begroting en meerjarenverkenning. Voor 2012 en de komende jaren wordt uitgegaan van een verdeling van de kostenbijdrage voor onze partners in Afrika van 75% UM en 25% DVN. Deze verdeling houdt mede verband met de gewenste reductie van ons vermogen. Voorts werken we volgens het Generaal Beleid voor ZHT van onze kerken. Namens DVN woont Henk Prins onze vergaderingen bij.
Bijlage 11 Voorstellen voor bezetting Utrecht Mission Afgelopen jaar hebben we afscheid genomen van onze secretaresse zr. W. de Rijke-Jonkman. Sinds juni 2011 heeft zr. W. Oosterhuis de functie van secretaresse overgenomen. Verder hebben de zrs. E. Caen en W. Beukers om persoonlijke redenen te kennen gegeven het commissiewerk te willen beëindigen. Momenteel zijn we bezig vervanging te vinden. Onze penningmeester, br. W. de Haan, heeft toegezegd in elk geval nog een jaar aan te blijven. De samenstelling en timing van aftreden van de leden van Utrecht Mission is per juni 2012 als volgt: Classis
Naam
Functie
Amersfoort Hilversum Hilversum Utrecht Utrecht Utrecht
Tj. S. de Vries G. Bril W.J.H. de Haan R.T. Blok W. Oosterhuis Ds. W.T. van Veelen
Lid Lid Penningmeester Lid (plv. voorzitter) Secretaresse Voorzitter
Jaar van aftreden 2014 2015 2012 2014 2016 2016
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Classis Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland p/a mevr. H. Bouhuis, deputaat scriba Briljantlaan 307 3523 CD Utrecht
[email protected] /
[email protected]
Betreft:
H. Rompelman penningmeester Jeneverbes 17 3823 CE AMERSFOORT 033 - 4569059
[email protected]
Advies ondersteuning hulpbehoevende kerken 2012
Amersfoort, 23 januari 2012
Geachte broeders, Voor het jaar 2012 zijn door drie gemeenten in de classis Utrecht verzoeken om ondersteuning op grond van artikel 11 KO gedaan. Het betreft, evenals in voorgaande jaren, de gemeenten van Leidsche Rijn, Loenen-Abcoude en Mijdrecht. Middels deze brief willen wij u informeren over het advies dat deputaten artikel 11 KO van de classis Utrecht, in samenspraak met de deputaten artikel 11 KO PS, u daarin verstrekken. Wij beseffen dat de doorlooptijd tussen het aanvragen van de ondersteuning en dit advies lang is. Dit heeft echter alles te maken met de communicatie die wij hierover hebben gevoerd met de betrokken hulpbehoevende kerken en de wijze waarop wij deze aanvragen (inhoudelijk) hebben beoordeeld. Samenwerking deputaten artikel 11 KO classis en deputaten artikel 11 KO PS Afgelopen jaar heeft voor de deputaten in het teken gestaan van herbezinning op de opdrachten die door de classis, respectievelijk de Particuliere Synode zijn verstrekt. Eén van de uitkomsten van deze herbezinning is dat de deputaten van de classis hun voorstel aan de classis doen in samenspraak met de deputaten van de PS. Een belangrijke reden hiervoor is dat de besluitvorming door de classis en het verzoek om het opleggen van een quotum aan de kerken in het ressort van de Particuliere Synode door de deputaten artikel 11 van PS wordt getoetst. In het kader van efficiëntie en het voorkomen van discussies achteraf hebben deputaten besloten het voorstel aan de classis gezamenlijk te verwoorden. Maximale omvang te verlenen ondersteuning De PS heeft in 2011 besloten dat het quotum 2012 per ziel op € 6 gesteld wordt. Dat betekent dat er maximaal circa € 100.000 beschikbaar is voor hulpverlening aan hulpbehoevende kerken. Een eventueel hogere toekenning zal in principe door de classis zelf gedragen dienen te worden. Bij de beoordeling van de verzoeken om ondersteuning is hiermee rekening gehouden.
Uitgangspunten beoordeling hulpaanvragen Op advies van de deputaten artikel 11 GS heeft de Generale Synode een regeling vastgesteld waarin de voorwaarden voor ondersteuning van een Particuliere Synode worden beschreven. Onderdeel hiervan is dat de betreffende PS zelf deze regeling implementeert in de eigen regeling, conform de Generale regeling, voor ondersteuning van hulpbehoevende kerken. Pagina 1 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
PS Utrecht heeft deze regeling nog niet formeel geaccordeerd, maar heeft wel ingestemd met het voorstel van deputaten om voor het jaar 2012 conform de concept regeling te werken. Een van de opgenomen voorwaarden luidt dat er geen steun wordt verleend aan kerken die beschikken over vrij besteedbaar vermogen. Een andere is dat de betreffende kerk niet meer liquide middelen aanhoudt dan 20% van de begrote jaaruitgaven. Deze beide voorwaarden hebben wij sterk laten meewegen bij het opstellen van ons advies. Uit de door aangeleverde informatie is ons gebleken dat de drie gemeenten over vrij besteedbare vermogens beschikken, mede als gevolg van het hebben van circa € 200.000 aan liquide middelen per eind 2011. Bij het beoordelen van de aanvragen hebben wij een aantal vaste uitgangspunten gehanteerd, die wij hieronder willen toelichten. Groot onderhoud en verbouwingen komen in principe niet in aanmerking voor ondersteuning op grond van artikel 11 KO. Een acceptabel bedrag aan jaarlijks onderhoud kan middels de exploitatie ten laste van de ondersteuning worden gebracht, maar het meerdere dient op een andere wijze (bijvoorbeeld bancair of via leningen van gemeenteleden) te worden gefinancierd. De jaarlijkse kosten van rente en aflossing kunnen binnen het redelijke ten laste van de exploitatie worden gebracht. Dotaties aan onderhoudsvoorzieningen kunnen naar redelijkheid ten laste van de exploitatie worden gebracht. Het is echter niet de bedoeling dat de ondersteuning wordt gebruikt om te sparen voor toekomstige uitgaven die, op grond van het vorige punt, niet in aanmerking komen voor ondersteuning. Eventuele overschotten van voorgaande jaren worden betrokken bij de beoordeling van de hulpaanvraag. Toepassing van bovenstaande kan leiden tot onwenselijke situaties, vandaar dat in het voorstel voor toekenning van hulpverlening voor 2012 hier minder hard aan vastgehouden is. Cijfermatige weergave advies ten aanzien van de verzoeken om ondersteuning De door de kerken aangevraagde ondersteuning bedraagt € 128.000 en is als volgt opgebouwd: Leidsche Rijn € 50.000 Loenen-Abcoude 44.000 Mijdrecht 34.000 ———————— € 128.000 ════════ Wij hebben deze verzoeken beoordeeld aan de hand van bovengenoemde criteria. Ons advies is voorgelegd aan de kerken met het verzoek daarop te reageren. De kerken van Loenen-Abcoude en Mijdrecht hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Namens Mijdrecht heeft br. Schouten een schriftelijke en mondelinge reactie gegeven, namens Loenen-Abcoude heeft br. Kolbeek een schriftelijke reactie gegeven (hij was niet in de gelegenheid dit ook mondeling te doen). Van de gemeente Leidsche Rijn hebben wij in het geheel geen reactie ontvangen op het advies dat wij hebben voorgelegd. Wij hebben naar aanleiding van de reacties van Mijdrecht en Loenen-Abcoude ons advies inhoudelijk aangepast en ten aanzien van de omvang van de te verlenen ondersteuning naar boven bijgesteld.
Pagina 2 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Leidsche Rijn Aangevraagd voor 2012 Hierop wordt gecorrigeerd de kosten van de revitaliseringsverbouwing 1 Het verwachte saldo van 2011 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens 2 Het gecorrigeerd saldo van 2010 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens € 20.000 3. Dit overschot wordt voor 50% meegenomen Afgerond
€ 50.000 24.000 ———————— € 26.000 -
4.000
-
10.000 ———————— € 12.000 ════════
Rekening houdend met het feit dat de gemeente Leidsche Rijn in voorgaande jaren een batig saldo had en een positieve kasstroom uit de exploitatie, stellen wij de classis voor een ondersteuning te verlenen ter grootte van € 26.000. Loenen-Abcoude Aangevraagd voor 2012 Hierop wordt gecorrigeerd de dotatie aan de voorziening Het gecorrigeerd saldo van 2011 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens 4 Het gecorrigeerd saldo van 2010 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens € 12.500 5. Dit overschot wordt voor 50% meegenomen Afgerond
€ 44.000 5.000 ———————— € 39.000 -
2.800
-
6.250 ———————— € 30.000 ════════
Rekening houdend met het feit dat de gemeente Loenen in voorgaande jaren een batig saldo had en een positieve kasstroom uit de exploitatie, stellen wij de classis voor een ondersteuning te verlenen ter grootte van € 37.000.
Enerzijds schatten wij deze verbouwing(kosten) in als prematuur wegens het ontbreken van duidelijkheid omtrent het toekomstig gebruik van de kerk, anderzijds wordt een dergelijke verbouwing niet gefinancierd via de exploitatie. De noodzakelijke onderhoudskosten hebben wij voor deze aanvraag buiten beschouwing gelaten. 2 Wij zijn hierbij uitgegaan van de door u aangeleverde inschatting voor het jaar 2011. 3 Voor 2010 resteert een batig saldo van circa € 20.000. Echter, uit de balans blijkt dat dit bedrag ten gunste van de voorziening is gebracht. Dit overschot is opgebouwd middels ondersteuning en wordt derhalve als overschot beschouwd. 4 Voor 2011 resteert een tekort van circa € 2.200. Echter, € 5.000 ziet op een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Wanneer deze wordt gecorrigeerd op het tekort, resteert € 2.800 positief. 5 Voor 2010 resteert een batig saldo van circa € 7.500. Echter, € 5.000 ziet op een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Wanneer deze wordt gecorrigeerd op het batig saldo, resteert € 12.500 positief. 1
Pagina 3 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Mijdrecht Aangevraagd voor 2012 Hierop wordt gecorrigeerd de bovenmatige dotatie aan de voorziening
€ 34.000 5.000 ———————— € 29.000
Het gecorrigeerd saldo van 2011 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens 6 Het gecorrigeerd saldo van 2010 bedraagt op basis van de bij ons bekende gegevens € 8.000 negatief 7. Dit tekort wordt niet alsnog aangezuiverd
-
7.000
-
0 ———————— € 22.000 ════════
Afgerond
Uit de toelichting van broeder Schouten op 18 januari hebben wij begrepen dat een jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening ad € 1.000 gebaseerd is op de meerjaren onderhoudsbegroting. Rekening houdend met het feit dat de gemeente Mijdrecht in voorgaande jaar een batig saldo had en een positieve kasstroom uit de exploitatie, stellen wij de classis voor een ondersteuning te verlenen ter grootte van € 29.000. Bij de beoordeling van alle drie de verzoeken hebben wij rekening gehouden met het feit dat de naar verwachting aanwezige liquiditeiten voldoende moeten zijn om deze verlaging te dragen. Dit laatste wordt tevens mogelijk gemaakt door het eerder overmaken van de termijnen van de ondersteuning. Recapitulatie Leidsche Rijn Loenen-Abcoude Mijdrecht
Aanvraag € 50.000 44.000 34.000 ———————— € 128.000 ════════
Advies € 26.000 37.000 29.000 ———————— € 92.000 ════════
Verschil € 24.000 7.000 5.000 ———————— € 36.000 ════════
Op basis van het door de Particuliere Synode vastgestelde quotum van € 6 per ziel is er ongeveer € 100.000 beschikbaar. Het totaal van de door ons geadviseerde hulpverlening bedraagt € 92.000. Het verschil ad € 8.000 zal door de deputaten worden gebruikt om eenmalig dotatie te doen aan de reserves van deputaten artikel 11 PS. De verwachte reserve zal daarmee uitkomen op ongeveer 20% van de jaarlijkse ondersteuning. Deze buffer is bestemd voor acute hulpverlening en, waar mogelijk, voor het opvangen van toenemende hulpaanvragen zonder directe verhoging van het quotum dat wordt opgelegd aan de kerken in het ressort.
Voor 2011 resteert een saldo van circa € 0. Echter, € 8.000 ziet op een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Wanneer het bovenmatige wordt gecorrigeerd op het saldo, resteert € 7.000 positief. 7 Voor 2010 resteert een tekort van circa € 10.500. Echter, € 3.500 ziet op een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Wanneer het bovenmatige wordt gecorrigeerd op het tekort, resteert € 8.000 negatief. 6
Pagina 4 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Pro memorie Als deputaten hebben wij de financiële positie van de drie gemeenten beoordeeld aan de hand van de door de gemeenten aangeleverde jaarrekeningen en mondelinge/schriftelijke toelichtingen. Een aantal bevindingen willen wij u, mede in het kader van de afweging van ons advies, graag meegeven. 1. De gemeenten beschikken over het algemeen over liquiditeiten. Per 31 december 2011 bedragen deze (naar verwachting) in totaal ruim € 200.000. Loenen-Abcoude heeft circa € 13.000, Mijdrecht circa € 70.000 en Leidsche Rijn circa € 130.000 (inclusief het fonds betreffende Maarssen). De gemeenten geven aan deze liquiditeiten nodig te hebben, enerzijds voor het opvangen van de niet gelijkmatige uitbetaling van de ondersteuning en anderzijds voor toekomstige uitgaven (veelal onderhoud). Ten aanzien van het eerste geldt dat de ondersteuning op dit moment gelijkmatig over het jaar wordt overgemaakt, derhalve is deze bufferfunctie niet langer nodig. Ten aanzien van het tweede zijn deputaten van mening dat het niet in de geest van artikel 11 is dat hulpbehoevende kerken sparen op basis van ondersteuning die door andere kerken soms van de spaarrekening gehaald moet worden. Jaarlijks terugkerende kosten kunnen ten laste van de voorziening worden gebracht, maar het is, naar de mening van de deputaten, niet de bedoeling dat uitgaven met een meerjarig nut (in)direct ten laste van de exploitatie worden gebracht. Wij verwijzen in dit kader naar hetgeen hierboven is opgemerkt onder de uitgangspunten. 2. Zoals uit bovenstaande voetnoten blijkt, hebben de gemeenten over de afgelopen jaren met behulp van de ondersteuning door de overige gemeenten in het ressort van de PS (gemiddeld gesproken) een financieel gezonde exploitatie gehad. In meerdere jaren was er zelf sprake van een overschot. Deze overschotten zijn echter, voor zover ons bekend, nooit onderdeel geweest van de beoordeling van de hulpaanvragen in de jaren daarna. Bij de beoordeling van de aanvragen hebben wij hiermee wel (in enige mate) rekening gehouden.. 3. De ontvangen financiële informatie van de gemeenten kan in onze optiek verbeterd worden ten aanzien van tijdigheid van opmaken en aanleveren, volledigheid van de opgenomen informatie en met name juistheid van de opgenomen informatie. Het analyseren van de informatie heeft daardoor vertraging opgelopen en een gedegen inhoudelijke beoordeling van de aanvragen was daardoor niet eenvoudig. Wij hebben daar dit jaar geen zwaartepunt van gemaakt en zijn coulant omgegaan met deze, in onze ogen, tekortkomingen. Voor de komende jaren willen wij echter in samenspraak met de betreffende gemeenten hier verbetering in aanbrengen. De kerken is reeds nadrukkelijk verzocht hun financiële verantwoording over 2011 voor 1 mei 2012 aan ons toe te doen komen 4. De gemeente Leidsche Rijn heeft een fonds van ongeveer € 87.000 dat in 2012 vrij valt. Dit fonds, is naar wij begrijpen, voortgekomen uit de opheffing van de gemeente Maarssen. Op dit moment is er met dit bedrag nog geen rekening gehouden, anders dan bij de beoordeling van de aanwezige liquiditeiten. Deputaten zullen nog in overleg treden met Leidsche Rijn om de voorwaarden van het fonds te bespreken. Waar nodig zullen wij hierop bij u terugkomen met een advies. Communicatie met de Particuliere Synode Deze rapportage zal worden toegezonden aan de PS. Waar nodig zullen wij deze rapportage aanvullen met de door u in uw vergadering gemaakte opmerkingen en/of besluiten voor zover deze afwijken van ons advies.
Pagina 5 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Afsluiting Wij gaan er vanuit dat we u hiermee voldoende hebben geïnformeerd en wij vertrouwen erop dat wij met bovenstaand voorstel recht doen aan zowel de verzoeken om ondersteuning, als de draagkracht binnen het ressort van de Particuliere Synode van Utrecht. Met broedergroet, deputaten artikel 11 KO classis Utrecht
Jacob Bovendeur Gert Kleinveld
deputaten artikel 11 KO PS Utrecht
Henk Rompelman Wouter van Twillert
Pagina 6 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
- CONCEPT Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO Considerans De Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 heeft een landelijk deputaatschap voor aanvullende steun hulpbehoevende kerken (GS11) ingesteld met de bedoeling om particuliere synoden, die niet geheel zelfstandig in staat zijn de hulpbehoevende kerken in haar ressort te ondersteunen, daarin bij te staan. De GS heeft in de instructie van GS11 vastgelegd, dat de financiële draagkracht van de particuliere synode die aanvullende steun aanvraagt dient te worden beoordeeld. Dat gebeurt aan de hand van door de GS opgestelde criteria. Onderdeel van deze criteria is dat de particuliere synode (PS) zelf een reglement opstelt met criteria die voldoen aan de regeling zoals deze door GS11 wordt gehanteerd en dat de PS deze criteria ook hanteert bij het beoordelen van de aanvragen om hulp door de classes binnen het ressort. Uitgangspunt voor het hanteren van criteria is het evenwicht (NBG billijkheid, gelijkheid) waarover Paulus in dit verband schrijft in 2 Kor 8:12-15: 12
Als u bereid bent mee te doen, wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet hebt, maar van wat u hebt. Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn. 14 Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen. Zo is er evenwicht, 15zoals ook geschreven staat: ‘Hij die meer had, had niet te veel; hij die minder had, had niet te weinig.’ 13
Criteria Doel van ondersteuning 1.
Door de PS verstrekte ondersteuning is bedoeld voor het meefinancieren van traktementen van predikanten in ‘gewone’ dienst.
Particuliere synode 2.
De PS heeft een deputaatschap artikel 11 KO (PS11) ingesteld voor aanvullende steun hulpbehoevende kerken, bestaande uit ten minste drie en maximaal vijf leden. PS11 benoemt in onderling overleg een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De PS kan besluiten dat één lid predikant in het ressort dient te zijn. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen worden herbenoemd.
3.
PS 11 kan de PS gevraagd en ongevraagd voorzien van advies over zaken aangaande artikel 11.
4.
Adviezen worden, als regel, niet verstrekt zonder dat hierover overleg is gevoerd met betrokkenen.
5.
Van de adviezen van PS11 wordt slechts op basis van gegronde redenen afgeweken. De deputaten worden hiervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld.
Pagina 1 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
6.
Aanvragen om steun dienen bij PS11 te worden ingediend door de classis waaronder de hulpbehoevende kerk ressorteert. Aanvragen worden slechts in behandeling genomen indien de classis en de ingediende aanvraag voldoen aan de daaraan te stellen eisen.
7.
PS11 beoordeelt steunaanvragen en heeft de bevoegdheid om ondersteuning door de PS toe te kennen. Deze toekenning heeft een voorlopig karakter en zal ter informatie worden meegedeeld aan de PS.
8.
Vaststelling van de ondersteuning vindt plaats op de vergadering van de PS volgend op het jaar waarover de steun is toegekend.
9.
Besluitvorming over de vaststelling kan slechts plaatsvinden na advies van PS11, welk advies gebaseerd dient te zijn op de verantwoording van de steunvragende classis. Deze verantwoording dient uiterlijk 1 mei te worden toegezonden aan PS11.
10. De PS11 ziet erop toe dat eventueel teveel ontvangen steun na afsluiten van het boekjaar wordt gerestitueerd aan PS of verrekend in het volgende boekjaar. 11. De PS krijgt zijn middelen door het opleggen van een quotum aan de kerken in het ressort. Omtrent de hoogte van het quotum zal PS11 jaarlijks een advies uitbrengen, gebaseerd op de te verlenen steun en rekening houdend met hetgeen hierover door GS11 is vastgesteld. 12. De penningmeester van PS11 zal de kerken in het ressort informeren over de hoogte van het vastgestelde quotum en zorg dragen voor de inning daarvan. 13. De particuliere synode kan, op advies van PS11, besluiten tot fondsvorming ter egalisatie van lasten voor de kerken in het ressort. Het op basis hiervan gevormde fonds mag echter niet meer bedragen dan 40% van de verwachte jaarlijkse ondersteuning. 14. Verzoeken om steun van de classes zullen door PS11 worden beoordeeld en voorzien van een advies worden aangeboden aan de PS. Bij de beoordeling van verzoeken zal PS11 zich laten leiden door hetgeen is gesteld onder Classis en Kerken. 15. PS11 kan, ter onderbouwing van het eigen advies, besluiten tot het kennisnemen van steunaanvragen van kerken die ten grondslag liggen aan de steunaanvraag van de classis. De classis zal hiervoor voor elke aanvraag een dossier aanhouden, waarin ten minste zijn opgenomen de stukken behorende bij de aanvraag, de overwegingen en het advies van het deputaatschap en het besluit van de classis. 16. Toegekende steun wordt door de penningmeester van PS11 overgemaakt aan de kerken waaraan door de classes steun is toegekend. 17. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, zal de PS een beslissing nemen, na horen van betrokkenen en overweging van alle relevante argumenten. PS11 zal hierin een adviserende rol hebben. 18. PS11 brengt jaarlijks verslag uit aan de PS, op basis waarvan de PS zal besluiten tot het verlenen van decharge. Ten behoeve hiervan zal PS een controle van de boeken (laten) uitvoeren.
Pagina 2 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Classis 19. De classes in het ressort dienen de criteria in dit reglement te verwerken in de eigen reglementen en toe te passen bij de behandeling van de verzoeken om ondersteuning van de kerken. 20. De classes kunnen besluiten tot het instellen van een eigen deputaatschap aanvullende steun hulpbehoevende kerken. Voor het classicale deputaatschap zullen dezelfde bevoegdheden en plichten gelden als voor PS11. 21. De classis zal elke aanvraag om ondersteuning door hulpbehoevende kerken toetsen op basis van de criteria van, en met behulp van het format zoals dat is opgesteld door, de deputaten PS11. 22. De classis verkrijgt haar middelen uit een classicaal quotum dat zij jaarlijks bepaalt. De hoogte van dit quotum zal als regel niet meer bedragen dan € 2,25 per ziel. 23. De classes komen voor aanvullende steun in aanmerking, tenzij haar deputaten een reserve hebben voor de ondersteuning van hulpbehoevende kerken die groter is dan 20% van de verwachte jaarlijkse ondersteuning die zij zelf opbrengen. 24. Besluitvorming omtrent ondersteuning van kerken door de classis vindt plaats in de laatste vergadering voorafgaand aan het jaar waarvoor de ondersteuning wordt aangevraagd. PS11 wordt zo spoedig mogelijk van de uitkomsten in kennis gesteld. 25. Vaststelling van de toegekende ondersteuning van kerken door de classis vindt plaats in de tweede vergadering volgend op het jaar waarover de ondersteuning is verleend. PS11 wordt zo spoedig mogelijk van de uitkomsten in kennis gesteld. 26. Besluiten die van invloed zijn op de aanvraag voor steun, dan wel toekomstige aanvragen, zullen door de steunaanvragende classis slechts genomen worden na overleg met en toestemming van PS11. 27. Classicale deputaten dragen zorg voor het uitbetalen van toegekende steun aan de kerk waaraan de steun is toegekend. 28. De classis ziet er op toe dat deputaten jaarlijks verslag uitbrengen en de classis verleent op basis van de uitgevoerde kascontrole decharge voor het gevoerde beleid. 29. De classis ziet erop toe, dat bij het opheffen of samenvoegen van gemeenten die tot voor kort steun ontvingen een redelijk deel van de opbrengst van de afwikkeling ten goede komt aan de classis, die eerder steun verleende, bijvoorbeeld door terugbetaling van de laatste vier jaren ondersteuning.
Pagina 3 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Kerken 30. Steunaanvragen van hulpbehoevende kerken dienen te worden ingediend bij de classis waaronder de kerk ressorteert. 31. Een steunvragende kerk dient het uiterste te doen om een combinatie aan te gaan met een zusterkerk, dan wel om een predikant te vinden die in deeltijd kan en wil werken. 32. Een steunvragende kerk dient te voldoen aan een redelijke eigen inspanningsverplichting, gemeten aan een normbedrag. Voor dat normbedrag wordt uitgegaan van de totale opbrengst van de vaste vrijwillige bijdragen en de collecten (maar niet die voor de diaconie) gedeeld door het aantal belijdende leden. Voor de cijfers wordt uitgegaan van een publicatie van het Steunpunt Kerkenwerk, Cijfers en feiten, die regelmatig verschijnt. Dit normbedrag wordt elk jaar door GS11 vastgesteld en ter kennis gebracht van de deputaatschappen. Voor het jaar 2010 heeft GS11 het normbedrag vastgesteld op € 515 per belijdend lid. 33. Een steunvragende kerk dient traktementen en vergoedingen te betalen volgens de geldende tabellen van het Steunpunt Kerkenwerk, tenzij een kerkenraad zwaarwichtige redenen heeft om daarvan af te wijken, waarvoor goedkeuring van de classis aanwezig dient te zijn. 34. Een steunvragende kerk dient de toegekende ondersteuning niet toe te voegen aan bestaande reserves of te gebruiken voor het vormen van nieuwe reserves, met uitzondering van een redelijk bedrag voor groot onderhoud. Daarbij zal de jaarlijkse aflossing van hypotheken niet meer bedragen dan 4% van de hoofdsom. 35. Een steunvragende kerk dient niet te beschikken over vrij besteedbaar vermogen, waarbij geoormerkte fondsen buiten beschouwing worden gelaten. 36. Een steunvragende kerk zal als regel over niet meer liquide middelen beschikken dan 20% van de begrote jaaruitgaven. 37. Een steunvragende kerk zal als regel gebruik maken van de mogelijkheid dat een deel van haar onbezwaarde bezit aan onroerend goed (pastorie en/of kosterwoning) kan worden belast met een hypothecaire lening. Van dit financieringsmodel mogen de toekomstige lasten in het jaarbudget worden meegenomen. 38. Aanvragen voor steun dienen uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de vergadering waarin de classis tot besluitvorming overgaat te worden ingediend. Bij het indienen van aanvragen zal gebruik worden gemaakt van het format zoals dat is vastgesteld door PS11. 39. Besluiten die van invloed zijn op de aanvraag voor steun, dan wel toekomstige aanvragen, zullen door de steunaanvragende kerk slechts genomen worden na overleg met en toestemming van deputaten artikel 11 van de classis waaronder de kerk ressorteert. 40. De steunaanvragende kerk zal volledige openheid van zaken geven aan deputaten artikel 11, zowel op classicaal, particulier als generaal niveau.
Pagina 4 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Specifieke bepalingen 41. In afwijking van bovenstaande geldt binnen PS Utrecht de volgende werkwijze: a. steunvragende kerken dienen een verzoek tot ondersteuning in bij de classis waaronder zij b. c. d. e.
vallen; op gezamenlijk advies van deputaten artikel 11 van de classis en de deputaten artikel 11 van de PS neemt de classis een besluit omtrent toekenning van de gevraagde ondersteuning; deputaten artikel 11 PS dragen jaarlijks zorg voor de rapportage hierover aan de PS; PS Utrecht legt een quotum op aan alle kerken binnen het ressort van de PS, zonder dat hieraan voorafgaand door de classes een quotum is opgebracht; deputaten artikel 11 PS dragen zorg voor inning van het quotum en uitbetaling van de ondersteuning. Overgangsbepalingen
42. In geval er reeds sprake is van ondersteuning van kerken en/of classes op basis van eerdere besluitvorming van de PS, geldt dat hierbij gemaakte afspraken voorgaan op hetgeen in dit reglement is opgenomen indien toepassing van het reglement onredelijk bezwarend zou zijn voor de betreffende kerk en/of classis. 43. PS, classes en kerken zullen zich inspannen om gemaakte afspraken aan te passen aan hetgeen in dit reglement is opgenomen en een overgangsperiode zo kort mogelijk te houden.
Pagina 5 van 6
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Toelichtingen Dit reglement is geschreven om te komen tot een zorgvuldige en evenwichtige behandeling van verzoeken om steunverlening. Zoals beschreven door GS11, kent steunverlening een getrapte werkwijze. Steun wordt primair verleend door de omliggende kerken verenigd in een classis. Mocht een classis hierbij onvoldoende draagkrachtig zijn, dan dragen de andere classes binnen het particuliere ressort bij. Deze ondersteuning dient echter wel gelimiteerd te worden tot het doel waarvoor de ondersteuning bestemd is. In dit kader is een belangrijke plek ingeruimd voor de deputaten. Zij dienen aanvragen te toetsen en de vergadering waardoor zij zijn aangesteld te dienen met advies. Deputaten hebben hiervoor tijd nodig. Tijd om overleg te plegen met de indieners van de aanvraag en eventueel de betrokken kerken. Tijd om de vergadering tijdig te informeren. Het delegeren van bevoegdheden aan deputaten betekent dat de adviezen van deputaten serieus genomen moeten worden. Adviezen komen zorgvuldig tot stand, in overleg met betrokkenen. Het niet overnemen van deze adviezen kan dan ook uitsluitend plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. De getrapte werkwijze betekent eveneens dat PS11 steun uitbetalen aan de classis waaraan steun is toegekend en dat classicale deputaten zorg dragen voor uitbetaling van steun die door de classis is toegekend. Op deze wijze wordt recht gedaan aan de verantwoordelijkheden die behoren bij de toekenning van steun en wordt voorkomen dat steun al te lichtvaardig wordt toegekend. Bovenstaande regeling dient te allen tijde gelezen te worden in het licht van het doel waarvoor deze is opgesteld: het ondersteunen van de bediening van Gods Woord. Deputaten en vergaderingen zullen vanuit die gedachte deze regeling moeten toepassen.
Pagina 6 van 6
Balans per 31 december 2011 (31 december 2010)
Actief
31-12-2011
Te ontvangen quota Te ontvangen diverse Liquide middelen
31-12-2010
0,00 124,23
5.359,00 0,00
19.160,43
13.685,17
19.284,66
19.044,17
19.465,48
19.044,17
0,00 19,18
0,00 0,00
19.484,66
19.044,17
Passief Reserves Te betalen ondersteuning Te betalen diverse
Staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011
Ontvangen quota Te ontvangen quota
118.389,70 0,00 118.389,70 124,23 0,00 118.513,93
Bankrente Diversen
Verleende ondersteuning Te verlenen ondersteuning
118.000,00 0,00 118.000,00 92,62 0,00
Bankkosten Diversen
118.092,62 Batig saldo, toe te voegen aan reserve
421,31
Verleende ondersteuning over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011
Toezegging Loenen-Abcoude Mijdrecht (Veenhartkerk) Leidsche Rijn
44.000,00 44.000,00 30.000,00 118.000,00
Werkelijk 44.000,00 44.000,00 30.000,00 118.000,00
Verschil 0,00 0,00 0,00 0,00
Pagina 1 van 2
Specificatie te ontvangen quota per 31 december 2011
Quotum Amersfoort-Centrum Amersfoort-De Horsten Amersfoort-Emiclaer Amersfoort-Hoogland Amersfoort-Nieuwland Amersfoort-Oost
Ontvangen
Verschil
3.653,65 3.074,50 3.432,00 3.396,25 5.326,75 3.603,60
3.653,65 3.074,50 3.432,00 3.396,25 5.326,75 3.603,60
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
4.525,95 5.341,05 1.994,85 5.955,95 10.031,45 1.144,00 1.394,25 1.322,75 1.787,50
4.525,95 5.341,05 1.994,85 5.955,95 10.031,45 1.144,00 1.394,25 1.322,75 1.787,50
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hilversum
2.988,70
2.988,70
0,00
Houten
4.297,15
4.297,15
0,00
Leidsche Rijn Leusden
1.151,15 6.249,10
1.151,15 6.249,10
0,00 0,00
643,50 743,60 1.394,25 3.646,50 4.754,75 1.716,00 11.182,60 14.893,45 2.180,75 4.661,80 1.901,90
643,50 743,60 1.394,25 3.646,50 4.754,75 1.716,00 11.182,60 14.893,45 2.180,75 4.661,80 1.901,90
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
118.389,70
118.389,70
0,00
Amersfoort-Vathorst Amersfoort-West Amersfoort-Zuid Bunschoten-Oost Bunschoten-west Bussum-Huizen De Bilt-Bilthoven Driebergen-Rijsenburg Eemdijk
Loenen-Abcoude Mijdrecht Nieuwegein Nijkerk-Oost Nijkerk-West Soest-Baarn Spakenburg-Noord Spakenburg-Zuid Utrecht-Centrum Utrecht-Noord/West Zeist
100%
Pagina 2 van 2
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland p/a mevr. E.E. Bos Ringweg Randenbroek 12A 3816 CG AMERSFOORT
[email protected]
Betreft:
Deputaten art. 11 KO PS Utrecht
Rapportage en voorstellen tot besluit
Bunschoten, 10 mei 2012
Geachte broeders, Ten behoeve van de vergadering van de Particuliere Synode (PS) op D.V. 21 juni 2012 treft u bijgaand aan de rapportage van deputaten artikel 11 KO PS Utrecht (hierna: Dep. 11 KO PS) over het afgelopen seizoen. In dit rapport gaan wij in op het verleende mandaat (§1), vervolgens zullen wij in §2 stil staan bij de bemensing van het deputaatschap. In §3 treft u aan hoe de communicatie is verlopen, gevolgd door de steunaanvragen (§4) en het overleg met deputaten Financieel (§5). In §6 wordt verwezen naar de bijlagen van het reglement en tot slot worden de voorstellen tot besluit weergegeven (§7). Als bijlagen hebben wij bijgevoegd (1) het concept ‘Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO’ en (2) het ‘Advies ondersteuning hulpbehoevende kerken 2012’ zoals dat is toegezonden aan de classis Utrecht. § 1. Mandaat In de vergadering van 13 juli 2011 heeft de PS ons mandaat verleend om te werken op basis van het concept-reglement. Op basis hiervan hebben wij onze communicatie met de hulpbehoevende kerken, classis deputaten en deputaten Financieel verder voortgezet. Tevens is ons mandaat gegeven om in plaats van ds. M.J.C. Blok (Nijkerk-West) een predikant in het deputaatschap te benoemen. § 2. Bemensing deputaatschap In 2011/2012 zijn wij er niet in geslaagd om een opvolger voor ds. M.J.C. Blok te vinden om de plaats van predikant in te vullen. Er zijn meerdere predikanten benaderd, maar deze predikanten waren helaas niet beschikbaar om het deputaatschap verder te completeren. Wij hebben de vrijmoedigheid genomen niet verder te zoeken naar een predikant als lid van het deputaatschap en stellen de vergadering voor om de vacature op dit moment niet in te vullen. In vervolg hierop stellen wij voor om de predikantsplaats in het deputaatschap optioneel te maken. Het concept-reglement omschrijft dit als ‘de PS kan besluiten dat één lid predikant in het ressort dient te zijn’. Hiermee blijft het in de vrijheid van de vergadering om een predikant als deputaat te benoemen, zonder dat hiermee een reglementaire verplichting ontstaat.
Pagina 1 van 3
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
§ 3. Communicatie In het afgelopen jaar is de communicatie met de verschillende hulpbehoevende kerken gecontinueerd en zijn de steunaanvragen ontvangen en besproken. Afgelopen jaar heeft voor de deputaten in het teken gestaan van herbezinning op de opdrachten die door de Particuliere Synode zijn verstrekt. Eén van de uitkomsten van deze herbezinning is dat de deputaten van de classis hun voorstel aan de classis doen in samenspraak met de deputaten van de PS. Een belangrijke reden hiervoor is dat de besluitvorming door de classis en het verzoek om het opleggen van een quotum aan de kerken in het ressort van de Particuliere Synode door de deputaten artikel 11 van PS worden getoetst. In het kader van efficiëntie en het voorkomen van discussies achteraf hebben deputaten besloten het voorstel aan de classis gezamenlijk te verwoorden. Deze werkwijze is door betrokkenen als prettig ervaren. Daarnaast zijn wij druk doende te komen tot een jaarplanning die als hulpmiddel kan dienen bij het indienen en behandelen van steunaanvragen. § 4. Steunaanvragen hulpbehoevende kerken Vorig jaar is een start gemaakt met de inhoudelijke beoordeling van aanvragen op basis van de criteria zoals deze zijn opgenomen in het concept-reglement. Ook uit de conclusie van het rapport ZEHK kwam naar voren dat op basis van de door deputaten GS 11 opgestelde criteria moet worden nagegaan of de steunaanvragen passen in het kader van artikel 11 KO. Bij de beoordeling van de steunaanvragen hebben wij een aantal vaste uitgangspunten gehanteerd die u in de bijlage (‘Advies ondersteuning hulpbehoevende kerken 2012’ zoals toegezonden aan de classis Utrecht) kunt terug vinden. In het algemeen kan worden gesteld dat ondersteuning ziet op jaarlijkse kosten en dat rekening wordt gehouden met eventuele overschotten uit voorgaande jaren. Aangezien toepassing van de bovenstaande belangrijkste uitgangspunten tot onwenselijke situaties kan leiden, hebben de deputaten (classis en PS) in het voorstel voor toekenning van hulpverlening voor het jaar 2012 hiermee rekening gehouden en enige souplesse toegepast aan de voorgeschreven criteria. Daarnaast heeft de PS in 2011 besloten dat het quotum voor het jaar 2012 € 6 per ziel bedraagt. Dat betekent dat er maximaal circa € 100.000 beschikbaar is voor hulpverlening aan hulpbehoevende kerken. Dit heeft geleid tot de onderstaande steunbedragen:
Leidsche Rijn Loenen-Abcoude Mijdrecht Totaal
Aangevraagd € 50.000 € 44.000 € 34.000 € 128.000
€ € € €
Toegekend 26.000 37.000 29.000 92.000
Hierbij merken wij op dat de classis het gezamenlijk advies van de classisdeputaten en de PS-deputaten volledig heeft overgenomen. Dit advies is besproken in de vergadering van de classis Utrecht op 16 februari jl. Hierbij waren beide deputaatschappen middels een afvaardiging aanwezig. Leidsche Rijn heeft aangegeven dat zij de communicatie wat te snel vond gaan. Als deputaten hebben wij aangegeven dat wij het daar niet mee eens waren: de communicatie was misschien wat kordaat, maar zeker niet te snel. Loenen-Abcoude en Mijdrecht waren erg tevreden, ondanks dat niet het volledige steunbedrag kon worden verleend.
Pagina 2 van 3
Particuliere Synode van het ressort Utrecht van de Gereformeerde Kerken in Nederland Deputaten artikel 11 KO
§ 5. Deputaten Financieel In het afgelopen seizoen hebben wij overleg gehad met het deputaatschap Financieel, waarbij broeder P. Mars als vertegenwoordiger één van onze vergaderingen heeft bijgewoond. Dit overleg werd door beide partijen als zeer positief ervaren. Ook in de toekomst zal de communicatie op deze wijze waar nodig worden voortgezet. § 6. Reglement In de bijlage treft u een voorstel aan voor het ‘Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO’, zoals dat op grond van de richtlijnen van de GS is opgesteld. Op de PS vergadering van juni 2011 heeft u reeds kennis genomen van een eerste concept versie. Graag willen wij onderstaand de wijzigingen alsmede de belangrijkste punten uit het reglement voor u weergeven: -
-
-
In artikel 2 is nu opgenomen dat het deputaatschap bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden. Hiermee wordt het mogelijk het aantal deputaten uit te breiden wanneer hier behoefte aan is. Verder is afgezien van het verplichte lidmaatschap van een predikant. Onze ervaring is dat het niet makkelijk is predikanten beschikbaar te vinden voor deze taak. Onze inschatting is daarnaast dat het geen noodzaak is een predikant in dit deputaatschap te benoemen. Immers, beleid wordt verwoord tijdens de vergaderingen van de PS en het deputaatschap heeft op basis hiervan een voornamelijk uitvoerende taak. Wij hebben een aanvullend artikel opgenomen (artikel 41) waarin wordt ingegaan op de huidige praktijk. Uitgangspunt voor het reglement is de regeling zoals deze is vastgesteld door de GS 2011. De werkwijze binnen het ressort van de PS Utrecht wijkt hier, procedureel, van af. Ter voorkoming van vragen lijkt het ons goed deze werkwijze te legitimeren. Mocht op een later moment de generale procedure wenselijker zijn, dan volstaat het dit artikel uit het reglement te verwijderen. In het reglement is opgenomen dat wij, als deputaten, op basis van het reglement de bevoegheid hebben te beslissen over steunaanvragen. Hiermee wordt voorkomen dat steunvragende kerken (dan wel classes) tot halverwege het jaar in onzekerheid verkeren over de hoogte van de ondersteuning. De PS stelt achteraf, op basis van advies door de deputaten, de steunverlening vast en behoudt daarmee de verantwoordelijkheid.
§ 7. Voorstellen tot besluit 1. 2. 3. 4.
De PS keurt het gevoerde beleid goed en verleent Dep. 11 KO PS decharge. De PS accepteert het teruggeven van de opdracht tot het benoemen van een predikant in het deputaatschap. De PS stelt het quotum 2013, net als over 2012, vast op € 6 per ziel. De PS gaat akkoord met de bijgevoegde versie van het ‘Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO’.
Indien de vergadering overigens van mening is (zie ook artikel 2 van reglement) dat een predikant noodzakelijk is in de bemensing van Dep. 11 KO PS dan vragen wij u deze te benoemen in uw vergadering. Met broedergroet, Deputaten artikel 11 KO PS Utrecht Namens deze, Wouter van Twillert (secretaris) Bijlagen: 1. concept ‘Reglement aanvullende steun hulpbehoevende kerken op basis van artikel 11 KO’ 2. ‘Advies ondersteuning hulpbehoevende kerken 2012’ zoals toegezonden aan de classis Utrecht.
Pagina 3 van 3
Jaarrekening UMA 2011 Balans Balans UMA Jaarrekening 2011 Activa
Debiteuren Bank
Totaal Activa
31-12-2010 31-12-2011 Passiva € 25.752 € 30.811 Eigen Vermogen € 88.846 € 107.092 EV UMA giften EV UMA Kerkelijke bijdragen EV UMA Landbouwproject
31-12-2010 31-12-2011 € 105.380 € 130.412
€ 10.996 € 13.435 € 94.384 € 109.523 € - € 7.454
Vreemd vermogen
€
9.217 €
7.491
Nog te betalen bedragen Crediteuren Vooruitbetaalde bedragen Voorziening debiteuren Kruisposten
€ € € €
5.451 292 1.000 2.475
3.638 57 1.000 2.655 141
€ 114.598 € 137.903 Totaal Passiva
€ € € € €
€ 114.598 € 137.903
Activa Debiteuren Het debiteurensaldo van de UMA is gestegen. Hoewel er in 2011 een aantal achterstallige betalingen zijn ontvangen, is er ook weer achterstalligheid ontstaan. Hiervan is in 2012 reeds een kwart binnengekomen. Over het resterende is contact gezocht. Van 2 gemeenten staat nog een vordering open over 2009. Zie Voorziening Debiteuren. Bank Het banksaldo van UMA is in 2011 gestegen van € 88.846 naar € 107.092.
Passiva Eigen Vermogen Het Eigen Vermogen van de UMA bestaat uit drie componenten (afgezien van het beginsaldo 2009): 1. De grootste component wordt gevormd door de in de PS-Utrecht afgesproken bijdragen van de kerken in de 3 Classes minus de kosten die zijn gemaakt voor de daarvoor afgesproken activiteiten. Dit Eigenvermogen dient voor het opvangen van een aantal risico’s. Voorbeelden hiervan zijn de risico’s die samenhangen met het werkgeverschap, eventuele verlaging van de toekomstige inkomsten als gevolg van dalende ledenaantallen bij de aangesloten kerken en onzekerheid rond de ontwikkeling van de kosten bij het verder uitbreiden van de missionaire werkzaamheden. 2. Hierna de component van de giften ten behoeve van het Landbouwproject o.l.v. br. H. IJmker. De giften hiervoor zijn € 7.454 meer dan de kosten. Het is uiteraard nog niet
bekend of deze lijn zich voortzet, maar er zal wel overleg plaatsvinden over de (wellicht positieve) gevolgen hiervan voor het project. 3. De kleinste component wordt gevormd door de ontvangen giften van particulieren t.b.v. het werk van br. en zr. Bouma (€ 2.439). Deze giften zullen worden ingezet om missionaire projecten te ondersteunen die liggen binnen de doelstellingen van de Stichting UMA. Het totale Eigen Vermogen (ook wel weerstandsvermogen) van UMA is in 2011 gestegen met € 23.690. Dit weerstandsvermogen is bestemd, zoals onder 1. Genoemd, voor het opvangen van de diverse risico’s. Deze risico’s zijn in 2011 toegenomen met het in dienst nemen van een 3e medewerker. Nog te betalen bedragen De loonbelasting voor december wordt standaard in januari 2012 afgedragen. Een deel van een factuur van het Pensioenfonds is in 2012 betaald. Crediteuren Dit bedrag van € 57 betreft een rekening van de bank voor het betalingsverkeer. Deze rekening is eind december ontvangen en in 2012 betaald. Vooruitbetaalde bedragen Dit betreft een voorschot van de Kerk Utrecht Centrum wat verrekend had moeten worden met het quotum. Met de voormalige penningmeester is afgesproken dit bedrag in 2010 met de quota te verrekenen. In 2010 is dit echter niet gedaan en in 2011 ook niet. Het zal nu zeker in 2012 worden afgewikkeld. Voorziening Debiteuren De gemeente van Eemdijk had aanvankelijk aangegeven haar quotum voor zowel 2009 als 2010 voorlopig niet te betalen. Inmiddels zijn er betalingen gedaan over 2010 en 2011. Over 2009 nog niet. Dit laatste geldt ook voor de gemeente Loenen-Abcoude. Het bestuur zal deze gemeenten aanspreken deze betalingen alsnog te doen. Voorlopig zijn de bedragen hiervan in voorziening genomen.
Verlies- en winstrekening Lasten Lasten Salaris incl. werkgeverslasten Onkosten Overige kosten Administratiekosten Pensioenpremies Activiteiten UMA Kosten voorziening debiteuren Toevoegen aan EV giften Toevoegen aan EV landbouw Toevoegen aan EV Kerkelijke bijdragen Totaal
€ € € €
Baten 99.295 26.962 2.439 54
€
128.750
Verlies en winstrekening Stichting UMA 2009
€ € € € € € € € € € €
79.488 247 57 417 12.559 10.772 180
Opbrengst bijdrage kerk Giften landbouwproject Giften Particulieren Rente opbrengsten
2.439 7.454 15.138 128.750 Totaal
Werkgeverslasten Dit betreft de werkgeverslasten (salaris en loonbelasting) voor de werknemers van de Stichting UMA. Onkosten Dit betreft de kosten van de Kamer van Koophandel en het betalingsverkeer bij de bank. Overige kosten Dit betreft ad hoc bankkosten, o.a. buitenlands betalingsverkeer a.g.v. een gift uit de USA. Administratiekosten De loon- en salarisadministratie is door de Stichting UMA uitbesteed aan een Administratiekantoor. In 2009 zijn de overige activiteiten ondergebracht bij de penningmeester. In 2012 zal worden bekeken of de rol van het administratiekantoor kan worden uitgebreid. Pensioenpremies Sinds 2009 heeft de Stichting UMA voor de werknemers pensioen geregeld. Activiteiten UMA Dit betreft de gedeclareerde kosten en de betaalde voorschotten, waarover separaat in een overzicht verantwoording is afgelegd. Kosten voorziening debiteuren Het betreft de reservering van een bedrag voor het mogelijk niet kunnen innen van de vordering over 2009 op de kerken van Eemdijk en Loenen-Abcoude.
JAARVERSLAG 2011
STICHTING UMA
Inleiding Dit is het derde jaarverslag van Stichting UMA (Utrechtse Missionaire Arbeid onder moslims). Op 20 januari 2009 is Stichting UMA opgericht door deputaten van het deputaatschap Utrechtse Missionaire Arbeid en zijn de statuten bij de notaris vastgelegd. De classis Utrecht van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) heeft op 4 december 2008 besloten tot oprichting van Stichting UMA en genoemd deputaatschap de opdracht gegeven deze stichting op te richten en tevens het bestuur van deze stichting te vormen. Tevens heeft de classis toen de statuten goedgekeurd. Doel In de statuten (art. 2) is opgenomen dat de stichting ten doel heeft het opzetten en beheren van projecten van missionaire en diaconale aard in de ruimste zin van het woord. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door het aanstellen van een missionair kerkelijk werker, het leggen van contacten met moslims en moslimorganisaties, het toerusten van de (leden van de) gereformeerde kerken in de regio Utrecht. Korte voorgeschiedenis In de classis Utrecht heeft een drietal kerken (Utrecht (Centrum), Utrecht-Noord/West en Houten) zich vanaf eind 2005 bezig gehouden met het onderzoeken van de noodzaak en de mogelijkheden van missionair werk onder moslims in de stad Utrecht. Op de classisvergadering van 24 mei 2007 lag het rapport “Evangelisatie onder moslims in Utrecht fase 2” ter tafel. De conclusie van dit rapport was: het werk onder moslims in Utrecht is nodig, evenals de toerusting van de leden van de kerken om met moslims om te gaan. Een missionair werker zou eind 2007 in dienst genomen kunnen worden. De classis van 24 mei 2007 heeft uitgesproken, onder hartelijke overname van de intentie van het rapport, dat het noodzakelijk is dat er in de stad Utrecht onder moslims gewerkt gaat worden ter verbreiding van het evangelie van Jezus Christus. En verder dat de leden van de gemeenten toerusting moeten ontvangen in het omgaan met en het benaderen van moslims. De voorbereidende commissie is van zijn oriënterende en voorbereidende taak ontheven. Wel is een aantal commissieleden door de classis verzocht om in een deputaatschap van de classis zitting te nemen om: 1. binnen het particulier ressort Utrecht draagvlak te creëren voor het moslimwerk in Utrecht (de classis dacht bijvoorbeeld aan het communiceren van het belang van het werk, het aanbieden van informatie voor kerkbladen (over cursussen e.d.), en presentaties in gemeenten en op classes); 2. een financiële basis te leggen onder het moslimwerk in Utrecht door toezeggingen van andere classes of de Particuliere Synode te verwerven of door fondsen te werven; 3. na het zeker stellen van de financiële basis te komen tot de aanstelling van een moslimwerker; 4. samen met de moslimwerker te komen tot een relevante taakomschrijving. Deputaatschap/bestuur Stichting UMA De deputaten in de huidige samenstelling vormen ook het bestuur van Stichting UMA. Het deputaatschap behartigt de contractuele zaken van de kerkelijk missionair werker en de financiën. Verantwoording van de werkzaamheden van het deputaatschap vindt plaats door middel van verslaggeving aan de classis Utrecht en de PS Utrecht.
Het deputaatschap heeft in 2011 weinig vergaderd. Het vinden van nieuwe bestuursleden na het aftreden van onder meer de voorzitter bleek erg moeilijk. In 2011 bestond het deputaatschap uit de volgende leden: Br. Wim van der Graaf, Houten, voorzitter (afgetreden 1 juni 2011) Br. Anne Klein, Utrecht (Centrum), secretaris Ds. Jan Peter Kruiger, Utrecht-Noord/West, lid Br. Arjan Wattel, Zeist, penningmeester (afgetreden 1 september 2011) Zr. Mea Leppink-de Rijke, penningmeester (aangetreden 1 september 2011, afgetreden 1 januari 2012 vanwege a.s. verhuizing) Het adres van het deputaatschap is Van der Mondestraat 99, 3515 BD, Utrecht, 030-2735495,
[email protected]. Werkzaamheden kerkelijk missionair werk Op 1 juni 2009 is br. Henk Bouma als kerkelijk missionair werker in dienst van UMA getreden. Zijn eerste jaar (tot juni 2010) heeft onder andere in het teken van kennismaking met de gemeenten en van opleiding gestaan. Hij heeft in de zomer van 2010 de studie Master of Theology in Glasgow succesvol afgerond. Op 1 juni 2010 is Henks tijdelijke aanstelling omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd, dit op basis van een zeer positief beoordelingsgesprek in het voorjaar van 2010. Vanaf 2010 is het werk steeds beter op gang gekomen en dat heeft zich voortgezet in 2011. Sinds 2010 woont de familie Bouma in een eigen woning op de Van Kleffenslaan op Kanaleneiland Noord. Nu ze in een woning in plaats van een flat wonen, hebben ze veel inloop van Turkse en Marokkaanse buren en mensen van de christelijke gemeenschap. Veel van dit werk is relationeel; een aantal avonden per week proberen ze moslim buren en vrienden uit te nodigen. Ze ontmoetten een aantal Marokkaanse families tenminste een keer per twee weken uitgebreid. Er zijn ook veel korte huisbezoekjes, vaak is dit om te helpen met een administratief probleem zoals een parkeerboete, of advocaat De vriendschappen groeien, en er is toenemende gelegenheid om diep te praten. Er is ook goed contact met een aantal Turkse families en moslimgezinnen van andere etniciteiten. Er zijn in toenemende mate intensieve relaties met buren rondom activiteiten zoals de vrouwenavond, natuurclub en koekjesbakavonden. Verschillende andere mensen van de kerk zijn hier ook bij betrokken. Steeds meer mensen komen spontaan even langs, zodat het bij Henk en Elmarie thuis vaak een komen en gaan is van mensen. Ze netwerken veel met mensen die soortgelijk werk doen in binnen- en buitenland. Met name stichting Evangelie en Moslims is een goede bron van kennis en ervaring dichtbij. Het afgelopen jaar heeft ook de nodige moeiten gebracht, met name doordat een vrouw uit de wijk een hetze tegen het werk begon, waarbij ze pers en internet op allerlei manieren betrok. De relatie met deze moslimvrouw is na een jaar nog niet veel verbeterd, maar de commotie die zij veroorzaakte heeft wel geleid tot positieve aandacht voor het werk van hoger opgeleide Nederlandse moslims. De facebookpagina ´Kanaleneiland´ die Henk Bouma beheert is vaak een platform voor discussie in de buurt rond het geloof. In 2011 heeft Henk Bouma ook meer aandacht geschonken aan het intensiveren van de christelijke gemeenschap op Kanaleneiland, onder de naam Huis van Vrede (zie ook verder in dit Jaarverslag). Steeds meer christenen op Kanaleneiland zijn intensief betrokken bij hun
buren die in deze wijk vaak moslims blijken te zijn. Henk probeert christenen bij te staan in die relaties. Elmarie Bouma, Henks vrouw, is intensief bij het vrouwenwerk onder moslimvrouwen betrokken. Met ingang van 1 juli 2010 is zij daarom ook, voor 12 uur per week, met een uitloop tot maximaal 20 uur per week, in dienst getreden bij Stichting UMA. De vrouwenavonden vinden maandelijks plaats op twee locaties, een daarvan is in het huis van de familie Bouma. Elmarie is hier nauw bij betrokken. Ze helpt met de voorbereidingen van de avond en bezoekt wekelijks een aantal mensen, ze doet dit als onderdeel van een groter team van christenen van verschillende achtergronden. Er worden verhalen uit de Bijbel besproken, er wordt geknutseld en gegeten. Handwerkmiddagen zijn maandelijks, er komen ongeveer 6 vrouwen. Elmarie bereidt dit voor en is gastvrouw. Elke donderdag is er een taalklas voor mannen. Frea van Wolfswinkel, een lid van de GKv van Utrecht (Centrum), geeft les, geholpen door Hayat (een stagiaire van de bewonersvereniging waarvan Henk Bouma voorzitter is), Anton van Wijck en Henk. Er komen ongeveer 10 mannen van Turkse, Irakese, Syrische, Sudanese en Somalische afkomst. Henk preekte gedurende het afgelopen jaar ongeveer 3 à 4 keer per maand in verschillende kerken in de buurt en in Utrecht. Hierbij probeert hij telkens het werk onder moslims kort onder de aandacht te brengen. Hij spreekt ook regelmatig op kleinere bijeenkomsten over islam. Op 1 maart 2011 is Henk IJmker in dienst getreden als missionair werker bij Stichting UMA, voor 16 uur per week. Henk IJmker woont in Houten en is lid van de Protestantse Gemeente te Houten (PGH), die deel uitmaakt van de PKN. Hij onderschrijft de doelstellingen van UMA volledig. Het werk van Henk, onder andere in de stadslandbouw, wordt ondersteund door een eigen achterban. Overeenkomstig de beschikbare middelen die door de achterban aan hem zijn toegezegd, zullen in overleg tussen hem en Stichting UMA de contracturen worden verhoogd of verlaagd. Bij Henk is in de loop van de tijd het verlangen weer zendingswerk te doen gegroeid. Hij heeft met zijn vrouw van 1983 tot 1991 in Nepal gewerkt als landbouwkundige. Omdat daar naar teruggaan geen optie was, zocht hij het dichterbij. Als kind heeft hij op Kanaleneiland (toen nog Rozeneiland geheten) gewoond. Henk IJmker werkt aan contacten op het gebied van stadslandbouw en is ook betrokken bij de voedselbank. Een combinatie van metterdaad helpen en daardoor getuigen van de liefde van God voor de mensen die Hem nog niet kennen, past bij Henk. Gesprekken over het geloof spelen daarin een belangrijke rol. Daden en woorden zijn beide gericht op het uitdragen van de goede boodschap van en over Jezus. Het fijne van het werken met financiële ondersteuning door een vriendenkring vindt Henk dat er zo ook een grotere groep van biddende mensen achter dit werk gaat staan. Hij schrijft regelmatig nieuwsbrieven om het meeleven en het gebed gaande te houden. Visie op kerkelijk missionair werk onder moslims in Utrecht Op verzoek van deputaten UMA is in het kader van het lange termijn werkplan door br. Bouma nagedacht over de visie op kerkelijk missionair werk onder moslims in Utrecht. Die visie is vervolgens met vele individuen en partijen besproken. Bijvoorbeeld met de medewerkers van OOG, met br. Cees Rentier van E&M, met het deputaatschap UMA (en de deputaten PS), met de kerkenraden van Utrecht (Centrum) en Utrecht-Noord/West en met br.
Mees te Velde, hoogleraar aan de TU Kampen. Uiteraard hebben deputaten UMA zich er ook nadrukkelijk over gebogen. Stichting UMA wil moslims bereiken met het evangelie. Het overgrote deel van de Nederlandse moslims, Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, is geconcentreerd in een beperkt aantal Utrechtse wijken: Lombok, Hoograven-Zuid, gedeeltes van Zuilen en in grotere mate Overvecht en Kanaleneiland. In de meeste van deze wijken ligt het percentage Turken en Marokkanen tussen 10 en hooguit 40%. In Kanaleneiland ligt dit percentage veel hoger, namelijk tussen 50 en 60%. Op Kanaleneiland wonen veel actieve kerkleden. Een aantal leden van met name de kerk van Utrecht (Centrum) is al een tijd lang actief met het leggen van relaties met moslims in de wijk. Contacten worden gelegd via een aantal diaconale projecten, zoals de voedselbank. Hieruit is voortgekomen dat een groep christelijke vrouwen maandelijks met een aantal moslimvrouwen samenkomt voor Bijbelstudie. Christenen van verschillende kerken en organisaties werken hierbij samen. De bestaande contacten tussen kerkleden en moslims op Kanaleneiland zijn de meest ontwikkelde in Utrecht. Het ligt om de combinatie van deze redenen voor de hand het werk onder moslims te concentreren op Kanaleneiland. Kanaleneiland valt kerkelijk onder de gemeente van Utrecht (Centrum). Het kerkgebouw van deze gemeente ligt in de wijk Tolsteeg, zo´n 2 à 3 kilometer verwijderd van Kanaleneiland. Het meeste sociale verkeer van moslims, zeker van de armere bevolkingsgroep zoals die op Kanaleneiland te vinden is, vindt in de eigen buurt plaats. Veelal beschikt men ook niet over eigen vervoer, zoals fietsen of auto´s. Een echte noodzaak om naar een andere buurt te gaan ontbreekt en alle bussen gaan via het centraal station van de ene wijk naar de andere. Kortom, een kerk op enkele kilometers afstand is een locatie waar deze mensen niet komen. Het ligt daarom voor de hand een verkenning te houden over het beginnen met vormen van samenkomsten op Kanaleneiland. Die samenkomsten zouden wel moeten uitgaan van de kerk van Utrecht (Centrum) en geïntegreerd moeten zijn binnen die kerkgemeenschap. Kerkdiensten zoals wij die kennen zijn niet aantrekkelijk voor moslims die het evangelie leren kennen. Ze zullen deze dus ook niet druk gaan bezoeken. Dat wil niet zeggen dat er geen belangstelling is voor het evangelie en voor de kerk als gemeenschap. De praktijk heeft verder uitgewezen dat maaltijden en andere sociale samenkomsten een goede manier zijn om groepen moslims en christenen bij elkaar te brengen. Vanuit de start van samenkomsten rond maaltijden en diaconale activiteiten zou langzaam verder gebouwd kunnen worden. Een leidende rol van br. Henk Bouma, die op Kanaleneiland woont, in dit werk is logisch. Vanuit deze visie hebben deputaten UMA, mede op basis van besluiten van de classis en de PS, met een delegatie van de kerkenraad van Utrecht (Centrum) en een vertegenwoordiger van de kerkenraad van Utrecht-Noord/West verder nagedacht over het starten met vormen van samenkomsten op Kanaleneiland. Eerste gedachtevorming daarover is besproken met de gemeente van Utrecht (Centrum) in een gemeentevergadering op 8 november 2010. De gemeente heeft ingestemd met de volgende voorstellen: 1) Aansluitend bij het werk van God op Kanaleneiland – als kerkenraad – contact opnemen met betrokken kerken en andere organisaties waaronder de CGK, de Rank, de Triomfatorkerk, Youth for Christ en Stichting de Hand om te bespreken genoemde samenkomsten samen te beleggen, dit op basis van schrift en belijdenis.
2) Voortbouwend op wat God geeft in de uitkomsten van dit overleg toe te werken naar samenkomsten – zoals hierboven uitgewerkt – op Kanaleneiland. In december 2010 en in 2011 hebben vervolgens gesprekken met de genoemde kerken en organisaties of vertegenwoordigers daarvan plaatsgevonden. Niet bij alle partijen heeft dit onderwerp hun grootste prioriteit. Dit heeft soms te maken met het gegeven dat weinig leden van deze kerken bij dit werk zijn betrokken, soms ook met andere onderwerpen die in de genoemde kerken meer tijd en aandacht vragen dan het werk onder moslims. Alle partijen staan overigens wel achter het verder nadenken over het starten met samenkomsten op Kanaleneiland. Op Kanaleneiland is rondom de missionair werker een pastoraal en diaconaal team gevormd, belast met de organisatie van zowel de woordverkondiging en pastoraat als de hulpverlening (diaconaat). Dit pastoraal team bestaat uit Henk Bouma (tevens ouderling in Utrecht (Centrum) met een speciale opdracht, namelijk het werk onder moslims op Kanaleneiland), 2 ouderlingen en 2 diakenen uit Utrecht (Centrum), die vrijgesteld zijn voor het werk op Kanaleneiland, en Henk IJmker. Dit pastoraal en diaconaal team is in 2011 onder meer betrokken geweest bij het voorbereiden van het starten van eigen samenkomsten op Kanaleneiland, onder de naam Huis van Vrede. Begin april 2011 zijn ca. 35 mensen die op Kanaleneiland wonen met elkaar op kamp geweest. Naast een flink aantal leden van huiskringen en wijken op Kanaleneiland vanuit de kerk van Utrecht (Centrum) hebben o.a. ook een moslimgezin en een boeddhist deelgenomen aan het kamp. De deelnemers kijken met blijdschap terug op dit weekeinde, waarin een voorafspiegeling te zien was van een nieuwe geloofsgemeenschap op Kanaleneiland. Binnen de groep van ca. 20 mensen die er op dat weekeinde verder over gesproken heeft bestaat consensus dat het goed zou zijn te starten met een vorm van samenkomsten op Kanaleneiland en deze wekelijks te laten plaatsvinden op zondag. Wekelijks, want bijvoorbeeld eens in de maand is veel te beperkt om gemeenschap te kunnen vormen met elkaar en zichtbaar te zijn naar buiten en lastig te onthouden voor mensen die (nog) niet regelmatig willen komen. De samenkomst kan rondom een maaltijd worden opgezet (of rondom de koffie) en kan naast eten bestaan uit een overdenking, zingen en gebed. Er leeft binnen deze groep een brede overtuiging dat het goed is vanaf de start van de samenkomsten zo snel mogelijk aan gemeenschapsvorming te werken op Kanaleneiland en gemeenteleden en kerkenraadsleden die hier bij betrokken zijn vrij te maken voor dit werk. Vanwege het gegeven dat andere kerken en organisaties op Kanaleneiland nog niet direct willen aanhaken bij deze gemeenschapsvorming (zie hiervoor), zal de gemeenschap in eerste instantie voor een groot deel uit GKv-leden bestaan. We moeten ons echter realiseren dat de gemeenschap geen ´eigendom´ van de GKv is. Op basis van schrift en belijdenis zullen samenkomsten belegd worden, met andere kerken en organisaties zal verder worden gesproken over hun (eventuele) rol daarin. Op de langere termijn zou deze gemeenschapsvorming ook gevolgen kunnen hebben voor de positie van Stichting UMA en, daaruit voortvloeiend, voor de positie van classis en PS ten opzichte van deze gemeenschap en Stichting UMA. Het is de bedoeling in het voorjaar van 2012 met deze samenkomsten te beginnen, rond een maaltijd. Over de precieze vormgeving van de samenkomsten is in de loop van 2011 verder nagedacht.
Werkgroep Het is van groot belang dat de kerkelijk missionair werker op een goede manier terzijde wordt gestaan. Henk Bouma wordt in zijn werk ondersteund door een werkgroep. De werkgroep wordt aangestuurd door de kerkelijk missionair werker en staat onder zijn verantwoordelijkheid en geeft praktisch vorm en inhoud aan het missionair werk onder moslims. Enkele voormalige deputaten zijn lid van deze werkgroep geworden. De werkgroep bestaat onder meer uit leden van de gemeenten van Utrecht (Centrum) en UtrechtNoord/West. Afstemming met classes Amersfoort en Hilversum De PS heeft in 2008 als deputaten benoemd zr. Folkers-Weeda namens de classis Hilversum, en ds. Buursema en ds. Waterval namens de classis Amersfoort. De PS heeft op 3 juni 2010 onder meer het volgende besloten: deputaten op te dragen de PS van juni 2011 te dienen met een rapportage waarin duidelijk wordt gemaakt wat de consequenties zijn van de besluiten van de classis van december 2010 inzake de onder Visie naar voren gebrachte aandachtspunten voor de opdracht van Stichting UMA en de relatie van deze stichting met de kerk van Utrecht (Centrum) en de andere kerken in classis en PS. Op 19 april 2011 hebben deputaten UMA de huidige situatie, de visie op de langere termijn en de financiën met de deputaten vanuit PS besproken. Laatstgenoemden hebben daarbij ingestemd met de stukken en de besluiten zoals die voorgelegen hebben op de vergadering van de PS van 30 juni 2011. De PS heeft op één punt een afwijkend besluit genomen van de conceptbesluiten zoals die door de classis (namens Stichting UMA) waren voorgelegd, en dat betreft de hoogte en de verdeling van de quota over de 3 betrokken classes. Voor de classis Amersfoort is het quotum voor het jaar 2012 vastgesteld op € 2,-- per ziel, voor de classis Hilversum op € 7,-- per ziel en voor de classis Utrecht op € 12,-- per ziel. De achtergrond voor dit afwijkende besluit wordt gevormd door de besluitvorming over de voorstellen van de in 2010 benoemde deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid. De aanstelling van deze deputaten heeft onder andere te maken met de steeds hoger wordende quotumdruk in onze kerken landelijk, en in het bijzonder in de PS Utrecht. Deze toenemende quotumdruk wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door bijzondere projecten zoals UMA. Op basis van de voorstellen van deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid zijn door de PS de volgende besluiten genomen die een relatie hebben met het werk van Stichting UMA: Verantwoordelijkheid voor projecten zal zo dicht mogelijk bij de plaatselijke gemeenten worden neergelegd. Op PS niveau wordt alleen ter hand genomen wat niet plaatselijk of classicaal kan worden afgehandeld. Voor wat op PS niveau moet worden afgehandeld zal de PS zo veel mogelijk volstaan met toetsen of betrokkenen zich aan afspraken hebben gehouden. De instantie die verantwoordelijk is voor een project zoals hierboven genoemd, behoort er op toe te zien dat maximaal gewerkt wordt aan betrokkenheid van de plaatselijke gemeente en van gemeenteleden. UMA zal gelden als project van de classis Utrecht. De PS benoemt geen nieuwe ´deputaten´ uit de andere classes. De classis Utrecht neemt de beslissingen en draagt de volledige verantwoordelijkheid. Wat de betrokkenheid van de PS op financieel gebied betreft, gelden de algemene voorwaarden die hier onder worden geformuleerd. UMA behoort zich in te spannen om het beroep op financiële steun van de PS te verminderen, doordat ook op andere wijze fondsen worden geworven.
Van elk project waar de PS financieel direct of indirect bij betrokken is, zal de PS nagaan of aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. Het project is zo plat mogelijk georganiseerd. b. Betrokkenheid van de plaatselijke kerken en van de afzonderlijke gemeenteleden moet zijn geregeld en daadwerkelijk vorm hebben gekregen. c. Eigen fondswerving (collectes, donateurs) is mede basis van de financiering, afhankelijk van het type project. d. Voor elk project wordt voor een bepaalde (beperkte) periode een toezegging gedaan. e. Er wordt geen bijdrage geleverd aan vermogensvorming. f. Er wordt gerapporteerd volgens afgesproken voorwaarden. g. Verzoeken om steun zijn niet ontvankelijk als de steun te laat wordt aangevraagd, vragen niet beantwoord worden, rapportage uitblijft, of afspraken niet worden gehouden. h. De PS zal over een nieuw project pas een besluit nemen als het in de betreffende classis goed is besproken en vervolgens goed is afgestemd met de andere classes binnen de PS. i. Het totale quotum dat gevraagd wordt van leden binnen de PS voor zending binnenland, buitenland, hulpbehoevende kerken en dergelijke, zal voor ieder gelijk zijn en maximaal € 39,00 per lid bedragen (met aanpassing aan inflatie). De invulling van de quota kan wel per classis verschillend zijn. De PS benoemt deputaten financieel om a. waar nodig de verschillende instanties te helpen om bovenstaande besluiten te effectueren en evt. knelpunten te helpen oplossen; b. de volgende PS te informeren of de verschillende instanties hebben gewerkt binnen de op PS niveau afgesproken kaders; c. de volgende PS advies te geven wat betreft de verdeling van de verschillende quota die voor de komende tijd gevraagd worden over de verschillende doelen en per classis; d. de PS advies te geven in het geval er een aanvraag is voor een nieuw project, dat gebruik wil maken van een classicaal/PS-quotum. De PS zal middels de Deputaten Financieel toewerken naar de situatie zoals geschetst in de tabel voor 2012 zoals opgenomen in de conceptbesluittekst, eenzelfde quotum per classis van € 41,00 per lid en de erbij behorende verdeling naar de classes toe. Het afbouwbedrag van € 2,00 per lid zal daarbij als overgangsmechanisme dienen. Financiën Op de classis van 19 mei 2011 is door deputaten een voorstel voor de begroting 2012 en een doorzicht voor de jaren daarna gepresenteerd. Duidelijk was dat een financiële bijdrage vanuit de classes Amersfoort en Hilversum voor het financieel gezond houden van het werk van essentieel belang is. De classis Utrecht is te klein om alleen dit werk draaiende te kunnen houden. Deputaten zijn nog steeds dankbaar en blij dat de PS in 2008 in de gronden voor de toen genomen besluiten onder meer heeft aangegeven graag te willen investeren in de toekomst om onszelf en onze kinderen te leren het evangelie van Christus voor te leven en te verwoorden tegenover onze steeds mondiger wordende moslim naaste. Ook zijn deputaten dankbaar dat de PS toen heeft uitgesproken dat het in de rede ligt dat de classis Utrecht zich tot de PS Utrecht wendt met de vraag om de resterende kosten, die de classis niet alleen kon dragen, door de classes Amersfoort en Hilversum te laten opbrengen.
De hoogte van de quota voor 2012 is door de PS vastgesteld zoals hierboven weergegeven. Afsluiting Als bestuur van Stichting UMA zien we ook op het jaar 2011 terug met grote dankbaarheid aan onze hemelse Vader. We zijn blij dat we Henk IJmker als missionair werker hebben kunnen aanstellen. We zien voortdurende groei in het werk en een toenemend aantal contacten, ook met moslims, vooral op Kanaleneiland. We zijn verheugd dat we met diverse kerken en organisaties samen verder hebben mogen nadenken over samenkomsten op Kanaleneiland. Wij zien hoe Henk en Elmarie Bouma, Henk IJmker en veel andere mensen, gedreven door Gods Geest, veel liefde voor moslims tonen, vanuit de bewogenheid van Jezus Christus. Die Geest inspireert ook anderen, waaronder ons, om die gezindheid te tonen aan moslims en het mooie werk voort te zetten. We bidden dat de Drieënige God, Vader, Zoon en Geest, ons aller werk ook in de komende periode met zijn zegen mag vervullen. Namens het bestuur van Stichting UMA, Anne Klein, secretaris
Meerjarenraming UMA 2012 - 2016 2012 Werkgeverslasten Missionair werkers Bruto Salaris Pensioenregeling o.b.v. Kerkelijk Werker Vergoeding overwerk (incl. geschreven uren) Reservering vakantiegeld Vergoeding zorgvezekering Totale Werkgeverslasten Onkostenvergoeding Onkosten, geëxtrapoleerd op basis van eerste kwartaal Vergoeding telefoon/internet/onderweg Overige Reiskosten
78.030 12.144 1.873 5.523 4.544
4.529 999 79
Overige kosten Administratiekosten KvK
8.895 5.202 2.341 1.717 18.000 17.799
1.699 24
5.833
4.902 1.081 86 5.949
6.069
9.255 5.412 2.435 1.786
PM
9.440 5.520 2.484 1.822
PM
36.878
119.643
4.806 1.060 84
9.073 5.306 2.388 1.751
1.733 25
91.425 14.229 2.195 6.471 5.324 114.997
4.712 1.039 82 5.718
2016
87.874 13.676 2.109 6.220 5.117 110.531
4.620 1.019 81
8.721 5.100 2.295 1.683
2015
84.462 13.145 2.027 5.978 4.919 106.239
5.606
Totaal exploitatiekosten UMA
2014
81.182 12.635 1.949 5.746 4.728 102.114
Totale onkostenvergoeding Projectactiviteiten UMA Kosten verbonden met activiteiten Publiciteit Oriëntatie reizen Kosten landbouw activiteiten Kosten huisvesting Huis van Vrede
2013
PM
18.518
1.768 25
18.888
1.803 26
19.266
1.839 26
Exploitatie kerkelijke kosten
Totale lasten Kosten Kerkelijk Qutoum Ontvangen Giften particulieren Giften Henk Ijmker Overige giften Te verwachte opbrengsten
Verwacht exploitatieverschil
Inflatiepercentage Verwachte stijging a.g.v. arbeidsvoorwaarden
1.723
1.758
1.793
1.829
1.865
127.243 101.704 810 24.000
150.594 101.704 810 24.000
136.675 101.704 810 24.000
141.664 101.704 810 24.000
146.843 101.704,00 810,00 24.000,00
126.514
126.514
126.514
126.514
126.514,00
-729
-24.080
-10.161
-15.150
-20.329,34
Aan:
PS Utrecht
Utrecht, 7 juni 2012 Broeders in de Here, In aanvulling op de voortgangsrapportage aan de classis Utrecht van 2 mei jl., die u ter kennisneming hebt ontvangen, willen we u verzoeken voor het jaar 2013 een quotum vast te stellen voor het werk van UMA, gebaseerd op de meerjarenraming voor de periode 20122016. Deputaten zijn nog steeds dankbaar en blij dat de PS in 2008 in de gronden voor de toen genomen besluiten onder meer heeft aangegeven graag te willen investeren in de toekomst om onszelf en onze kinderen te leren het evangelie van Christus voor te leven en te verwoorden tegenover onze steeds mondiger wordende moslim naaste. In de jaren daarna heeft de PS steeds ook financiële ondersteuning aan dit werk willen bieden. De PS van 30 juni 2011 heeft op één punt een afwijkend besluit genomen van de conceptbesluiten zoals die door de classis (namens Stichting UMA) waren voorgelegd, en dat betreft de hoogte en de verdeling van de quota over de 3 betrokken classes. Voor de classis Amersfoort is het quotum voor het jaar 2012 vastgesteld op € 2,-- per ziel, voor de classis Hilversum op € 7,-- per ziel en voor de classis Utrecht op € 12,-- per ziel. We verzoeken de PS het volgende te besluiten: - Het quotum voor het jaar 2013 vast te stellen op € 2,-- per ziel voor de classis Amersfoort, op € 7,-- per ziel voor de classis Hilversum en op € 12,-- per ziel voor de classis Utrecht. Een en ander conform de besluiten van de classis Utrecht van 24 mei jl. Voor de achtergronden van dit verzoek verwijzen we u graag naar de stukken die we aan de classis hebben verzonden. Uit die stukken blijkt ook dat UMA, de Rehobothkerk en Huis van Vrede aan het eind van 2012 een eerste evaluatie willen houden van Huis van Vrede en eind 2013 een definitieve evaluatie. Daarna zal ook besloten worden hoe met Huis van Vrede verder gegaan zal worden. Eind 2013 (en in eerste aanleg eind dit jaar) ontstaat ook meer duidelijkheid over de financiële consequenties en kunnen ook voorstellen worden gedaan aan de classis over de financiering. De besluiten die daarover worden genomen bepalen ook mede de quota die voor de periode na 2013 door de classis Utrecht en de PS vastgesteld zullen worden. We willen daar nu nog niet op vooruitlopen. In de meerjarenraming is daarom vooralsnog met een continuering van de huidige financieringsstromen gerekend (quota, giften, achterban Henk IJmker). UMA is zich zeer bewust van de noodzaak dat de meest betrokken partijen ook in financiële zin het meest (gaan) bijdragen. Op 28 juni a.s. spreken wij hier nader over met deputaten financieel van de PS.
Met broedergroet namens deputaten UMA, A.W. Klein, secretaris
Aan: P/a
classis Utrecht mevr. H. Bouhuis Briljantlaan 307 3523 CD Utrecht
Betreft: werk deputaten Utrechtse Missionaire Arbeid (UMA)
Utrecht, 2 mei 2012 Broeders in de Here, Door middel van deze rapportage stellen wij, als deputaten, u op de hoogte van de ontwikkelingen in het kerkelijk missionair werk onder moslims in de stad Utrecht. Daarnaast doen we u enkele voorstellen tot besluit toekomen in deze rapportage. De rapportage is door deputaten voorbereid in overleg met enkele broeders uit het pastoraal team van Huis van Vrede en de voorzitter van de kerkenraad van de Rehobothkerk, met name daar waar het de financiën betreft. We verzoeken u de rapportage te bespreken, de begroting goed te keuren en onder meer een besluit te nemen over het quotum voor het jaar 2013. Allereerst bespreken we de visie voor de langere termijn. I
Visie
Per 1 juni 2009 is br. Henk Bouma aan de slag gegaan als kerkelijk missionair werker voor Stichting UMA. Hij heeft daarbij een werkopdracht meegekregen. Op verzoek van deputaten UMA is in het kader van het lange termijn werkplan door br. Bouma nagedacht over de visie op kerkelijk missionair werk onder moslims in Utrecht. Die visie is vervolgens met vele individuen en partijen besproken. Door middel van de voortgangsrapportage in 2010 hebben we de belangrijkste onderdelen van deze visie ook met de PS gedeeld. We vatten dit nog even kort samen. Stichting UMA wil moslims bereiken met het evangelie. In de wijk Kanaleneiland ligt het percentage Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond veel hoger dan in andere Utrechtse wijken, namelijk tussen 50 en 60%. Op Kanaleneiland wonen veel actieve kerkleden. Een aantal leden van met name de kerk van Utrecht (Centrum) is al een tijd lang actief met het leggen van relaties met moslims in de wijk. Contacten worden gelegd via een aantal diaconale projecten, zoals de voedselbank. Hieruit is voortgekomen dat een groep christelijke vrouwen maandelijks met een aantal moslimvrouwen samenkomt voor Bijbelstudie. Christenen van verschillende kerken en organisaties werken hierbij samen. De bestaande contacten tussen kerkleden en moslims op Kanaleneiland zijn de meest ontwikkelde in Utrecht. Het ligt om de combinatie van deze redenen voor de hand het werk onder moslims te concentreren op Kanaleneiland. Kanaleneiland valt kerkelijk onder de gemeente van Utrecht (Centrum). Het kerkgebouw van deze gemeente ligt in de wijk Tolsteeg, zo´n 2 à 3 kilometer verwijderd van Kanaleneiland.
Vanuit deze visie hebben deputaten UMA, mede op basis van besluiten van de classis en de PS, met een delegatie van de kerkenraad van Utrecht (Centrum) en een vertegenwoordiger van de kerkenraad van Utrecht-Noord/West verder nagedacht over het starten met vormen van samenkomsten op Kanaleneiland. Eerste gedachtevorming daarover is besproken met de gemeente van Utrecht (Centrum) in een gemeentevergadering op 8 november 2010. De gemeente heeft ingestemd met de volgende voorstellen: 1) Aansluitend bij het werk van God op Kanaleneiland – als kerkenraad – contact opnemen met betrokken kerken en andere organisaties waaronder de CGK, de Rank, de Triomfatorkerk, Youth for Christ en Stichting de Hand om te bespreken genoemde samenkomsten samen te beleggen, dit op basis van schrift en belijdenis. 2) Voortbouwend op wat God geeft in de uitkomsten van dit overleg toe te werken naar samenkomsten – zoals hierboven uitgewerkt – op Kanaleneiland. In december 2010 en in 2011 hebben vervolgens gesprekken met de genoemde kerken en organisaties of vertegenwoordigers daarvan plaatsgevonden. Niet bij alle partijen heeft dit onderwerp hun grootste prioriteit. Dit heeft soms te maken met het gegeven dat weinig leden van deze kerken bij dit werk zijn betrokken, soms ook met andere onderwerpen die in de genoemde kerken meer tijd en aandacht vragen dan het werk onder moslims. Alle partijen staan overigens wel achter het verder nadenken over het starten met samenkomsten op Kanaleneiland. Over de precieze vormgeving van de samenkomsten is in de loop van 2011 en 2012 verder nagedacht. Op 22 april 2012 is een begin gemaakt met deze samenkomsten, rond een maaltijd. In de statuten (art. 2) van UMA is opgenomen dat de stichting ten doel heeft het opzetten en beheren van projecten van missionaire en diaconale aard in de ruimste zin van het woord. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door het aanstellen van een missionair kerkelijk werker, het leggen van contacten met moslims en moslimorganisaties, het toerusten van de (leden van de) gereformeerde kerken in de regio Utrecht. Nu de pilot op Kanaleneiland van start is gegaan en er weer sprake is van een stabieler bestuur van UMA dan in het afgelopen jaar, zullen deputaten UMA de komende tijd benutten om na te denken over de vraag wat UMA in het kader van de doelstelling verder gaat doen. Wat gaat toerusting verder inhouden? Komen er meer van dergelijke pilots, of gaat UMA wat anders doen? II
Huidige stand van zaken
Missionair werkers Behalve Henk Bouma (fulltime) zijn ook zijn vrouw Elmarie (12 uur in de week, met een flexibel gedeelte tot een maximum van 20 uur) en Henk IJmker (16 uur, gefinancierd vanuit een eigen achterban) als missionair werkers in dienst van Stichting UMA. Predikantschap Henk Bouma Henk Bouma heeft zich in de zomer van 2011 tot de TU Kampen gericht, ondersteund door een brief van deputaten UMA, met de vraag welke verdere opleiding hij daar nog zou moeten volgen om voor het predikantschap in onze kerken in aanmerking te komen. Het antwoord dat in februari 2012 van de TU volgde was verrassend positief: verdere opleiding is in hun ogen niet nodig, Henk kan zich voor een classicaal examen tot de classis wenden. Hij heeft dat classicaal examen inmiddels aangevraagd bij de betreffende deputaten.
Henk Bouma zou vervolgens graag door de kerk van Utrecht (Centrum) beroepen willen worden. Maar dan wel als predikant met een bijzondere opdracht: het verrichten van missionair werk en het toerusten van de gemeenten en de leden daarvan in de PS Utrecht in de ontmoeting van gemeenteleden met moslimnaasten. Desgevraagd heeft Henk Bouma aangegeven dat zijn huidige werk voor ca. 20% bestaat uit het werk voor de wekelijkse samenkomsten op Kanaleneiland onder de naam Huis van Vrede en voor ca. 80% bestaat uit algemeen missionair werk en toerusting in de classis en de PS. Henk IJmker, die veel met Henk Bouma samenwerkt, deelt deze inschatting van de tijdsverdeling. Samenstelling deputaatschap Het deputaatschap bestaat sinds januari 2012 uit de volgende leden: Br. Anne Klein, Utrecht (Centrum), secretaris Ds. Jan Peter Kruiger, Utrecht-Noord/West, lid Zr. Erlinda van de Riet-van Pijkeren, Utrecht-Noord/West, lid Br.Bram den Uijl, Loenen-Abcoude, penningmeester Er vinden gesprekken plaats met een mogelijke nieuwe voorzitter. Het deputaatschap vergadert gemiddeld eens in de zes weken. Het adres van het deputaatschap is Van der Mondestraat 99, 3515 BD, Utrecht, 030-2735495,
[email protected]. Afstemming met classes Amersfoort en Hilversum De PS van 30 juni 2011 heeft op één punt een afwijkend besluit genomen van de conceptbesluiten zoals die door de classis (namens Stichting UMA) waren voorgelegd, en dat betreft de hoogte en de verdeling van de quota over de 3 betrokken classes. Voor de classis Amersfoort is het quotum voor het jaar 2012 vastgesteld op € 2,-- per ziel, voor de classis Hilversum op € 7,-- per ziel en voor de classis Utrecht op € 12,-- per ziel. De achtergrond voor dit afwijkende besluit wordt gevormd door de besluitvorming over de voorstellen van de in 2010 benoemde deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid. De aanstelling van deze deputaten heeft onder andere te maken met de steeds hoger wordende quotumdruk in onze kerken landelijk, en in het bijzonder in de PS Utrecht. Deze toenemende quotumdruk wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door bijzondere projecten zoals UMA. Op basis van de voorstellen van deputaten Geïntegreerde Visie en Beleid zijn door de PS onder meer de volgende besluiten genomen die een relatie hebben met het werk van Stichting UMA: Verantwoordelijkheid voor projecten zal zo dicht mogelijk bij de plaatselijke gemeenten worden neergelegd. Op PS niveau wordt alleen ter hand genomen wat niet plaatselijk of classicaal kan worden afgehandeld. Voor wat op PS niveau moet worden afgehandeld zal de PS zo veel mogelijk volstaan met toetsen of betrokkenen zich aan afspraken hebben gehouden. De instantie die verantwoordelijk is voor een project zoals hierboven genoemd, behoort er op toe te zien dat maximaal gewerkt wordt aan betrokkenheid van de plaatselijke gemeente en van gemeenteleden. UMA zal gelden als project van de classis Utrecht. De PS benoemt geen nieuwe ´deputaten´ uit de andere classes. De classis Utrecht neemt de beslissingen en draagt de volledige verantwoordelijkheid. Wat de betrokkenheid van de PS op financieel gebied betreft, gelden de algemene voorwaarden die zijn geformuleerd.
UMA behoort zich in te spannen om het beroep op financiële steun van de PS te verminderen, doordat ook op andere wijze fondsen worden geworven. De PS benoemt deputaten financieel om a. waar nodig de verschillende instanties te helpen om bovenstaande besluiten te effectueren en evt. knelpunten te helpen oplossen; b. de volgende PS te informeren of de verschillende instanties hebben gewerkt binnen de op PS niveau afgesproken kaders; c. de volgende PS advies te geven wat betreft de verdeling van de verschillende quota die voor de komende tijd gevraagd worden over de verschillende doelen en per classis; d. de PS advies te geven in het geval er een aanvraag is voor een nieuw project, dat gebruik wil maken van een classicaal/PS-quotum.
Deputaten financieel van de PS hebben deputaten UMA in het najaar van 2011 benaderd om een gesprek over deze besluiten te hebben en over de manier waarop deputaten UMA daar invulling aan denken te geven. De weinige (en deels tijdelijke) deputaten UMA hebben verzocht op dat moment nog geen gesprek te hebben, maar dit pas in de loop van 2012 te doen plaatsvinden. Wel zijn enkele vragen van deputaten financieel op 30 december 2011 van een uitgebreid antwoord voorzien (zie bijlage). Op 28 juni 2012 zal nu een gesprek plaatsvinden tussen deputaten UMA, kerkelijk missionair werker Henk Bouma en deputaten financieel. De bedoeling van dat gesprek is ook te bevorderen dat deputaten financieel een goed beeld hebben van wat door Stichting UMA en de kerkelijk missionair werkers wordt gedaan. Financiën We leggen u een conceptbegroting voor 2013 en een voorlopige meerjarenraming voor de jaren 2014-2016 voor. Daarin is met een aantal uitgangspunten rekening gehouden: Financiering van het werk van Henk IJmker door zijn eigen achterban (dat is vanaf het begin zo geweest en blijft zo). Financiering van de kosten van Huis van Vrede en de salariskosten van Henk en Elmarie Bouma in 2013 door UMA (lees: classis en PS). Dit vanuit de overweging dat Huis van Vrede een experiment is voor 18 maanden (tot eind 2013), dat vervolgens geëvalueerd zal worden. Pas na die evaluatie wordt duidelijk hoe het verder gaat met Huis van Vrede en valt een besluit over al dan niet continueren. Dat is ook het moment om de relatie, onder andere in financiële zin, met UMA en de Rehobothkerk te bekijken en mogelijk te veranderen. Op dat moment is een besluit over een andere verdeling van de financiering van de kosten opportuun, niet nu. In de Rehobothkerk is de begroting 2012 pas op 21 mei jl. besproken. Met de gemeente is nog niet gepraat over de begroting 2013. De Rehobothkerk (of dochtergemeente Huis van Vrede) nu belasten met een deel van de financiering van de kosten van Huis van Vrede (inclusief een percentage van de salarissen van Henk en Elmarie Bouma) betekent dat een groot gat geslagen wordt in de nog op te stellen begroting voor 2013 van de Rehobothkerk. De classis zou dan of een probleem veroorzaken bij de Rehobothkerk, of een hulpbehoevende kerk (Huis van Vrede) creëren. Een weerstandsvermogen van stichting UMA dat ongeveer de omvang heeft van de jaarsalarissen van Henk en Elmarie Bouma inclusief de kosten voor hun pensioenregeling is geen luxe, maar noodzaak. Het eigen vermogen ligt daar nu boven, en zou dus kunnen dalen. De quota kunnen daarom gelijk blijven.
De meerjarenbegroting voor UMA zoals deze er nu ligt is geëxtrapoleerd vanuit de meerjarenraming die in 2011 is gemaakt. We zijn niet uitgegaan van de werkelijke kosten in 2011 en het extrapoleren daarvan, want het is erg onzeker of de kosten zo laag blijven als ze toen geweest zijn. In dat jaar is bijvoorbeeld nog geen ruimte voor samenkomsten gehuurd, iets dat nu sinds kort wel wekelijks gebeurt. En onduidelijk is nog wat de kosten van de definitief te huren ruimte zullen zijn.Tegelijk spreekt UMA de bereidheid uit, mochten de kosten structureel lager uitvallen, om quota aan de kerken terug te betalen. Die bereidheid heeft UMA overigens ook in 2011 al uitgesproken. Toegroeien naar een situatie waarin de meest betrokken cirkels uit het PR-plan (zie de bijlage) ook in financieel opzicht het meest bijdragen. Blijvende financiering (in ieder geval tot en met 2016) van het werk van Stichting UMA door classis Utrecht en PS Utrecht. Bij de quota zal rekening worden gehouden met de verhouding van de totale kosten/financiering tussen Stichting UMA en Utrecht (Centrum), uitgezonderd de kosten van Henk IJmker die nu al anderszins gefinancierd wordt.
Het is belangrijk dat een beeld ontstaat over de verhouding in het eindplaatje (qua verantwoordelijkheden en financiën) tussen UMA (classis en PS), Huis van Vrede en de Rehobothkerk. Dat beeld is nu nog niet helder, en mede afhankelijk van de evaluatie van Huis van Vrede. In financieel opzicht ontstaan twee problemen. Het eerste is een frictieprobleem voor de Rehobothkerk: op het moment dat de leden van deze gemeente die zich aansluiten bij Huis van Vrede in financieel opzicht niet meer bijdragen voor de Rehobothkerk (bijvoorbeeld omdat hun VVB-opbrengst nodig is om Huis van Vrede te bekostigen), lopen de inkomsten van de Rehobothkerk terug, terwijl de uitgaven nauwelijks dalen. Een groot deel van de kosten bestaat namelijk uit vaste lasten (predikant, gebouwen), die niet (direct) afhankelijk zijn van het aantal leden, zeker niet als dat met zo´n 10 à 15% daalt. Het tweede betreft de zaalhuur voor de samenkomsten en (een deel van) de salarissen van Henk en Elmarie Bouma. Als Huis van Vrede dat moet bekostigen, met 30 à 40 leden, is dat niet op te brengen en ontstaat een hulpbehoevende gemeente. Wanneer Huis van Vrede (voorlopig) een deelgemeente van de Rehobothkerk blijft, en de moederkerk erop zal worden aangekeken, ontstaat hetzelfde probleem en wordt de Rehobothkerk wellicht een hulpbehoevende gemeente, dan wel zal de VVB per lid erg hoog moeten worden. UMA is een classisproject en dus is het belangrijk dat de classis meedenkt over de oplossing van deze twee problemen. Veel hangt af van de uitkomsten van de evaluatie na 18 maanden van Huis van Vrede. Het lijkt echter verstandig een tussentijdse eerste evaluatie sneller te houden, aan het eind van het jaar 2012. Dan is Huis van Vrede circa 8 maanden onderweg en moet een eerste beeld gevormd kunnen worden. Gezien de financiële problematiek en het mogelijk ontstaan van een hulpbehoevende kerk (of kerken) lijkt het ons verstandig niet alleen met de deputaten financieel van de PS te spreken, maar ook met deputaten art. 11 van de classis.
Voorstellen tot besluit De classis Utrecht, in vergadering bijeen op 24 mei 2012, besluit 1) 2) 3)
4) 5) 6)
7)
8)
met blijdschap kennis te nemen van de start van de samenkomsten die op Kanaleneiland plaatsvinden; het werk dat gebeurd is en nog te doen is, met name het eerstkomende jaar, op te dragen aan de Here en zijn genade; de begroting van Stichting UMA voor het jaar 2013 en de voorlopige meerjarenraming voor de jaren 2014-2016 goed te keuren, waarbij de effectuering afhankelijk is van het verkrijgen van voldoende inkomsten om de totale begroting te dekken; voor 2013 voor de classis Utrecht een quotum van € 12,00 per ziel vast te stellen voor Stichting UMA; de PS te verzoeken voor de classes Amersfoort en Hilversum een quotum van respectievelijk € 2,00 en € 7,00 per ziel vast te stellen voor Stichting UMA; deputaten UMA, het pastoraal team van Huis van Vrede en de kerkenraad van de Rehobothkerk te verzoeken in de loop van 2012 het gesprek aan te gaan met deputaten art. 11 van de classis; deputaten UMA, het pastoraal team van Huis van Vrede en de kerkenraad van de Rehobothkerk op te dragen aan het eind van 2012 een eerste tussentijdse evaluatie van Huis van Vrede te houden, de uitkomsten daarvan en voorstellen voor het vervolg te presenteren op de classis van februari 2013; deputaten UMA, het pastoraal team van Huis van Vrede en de kerkenraad van de Rehobothkerk te vragen in de onder 7) genoemde voorstellen duidelijk te maken hoe wordt toegewerkt naar een situatie waarin de meest betrokken cirkels uit het PR-plan van UMA ook in financieel opzicht het meest bijdragen. Dit met de bedoeling dat Huis van Vrede ook financieel zo veel mogelijk zelfvoorzienend kan worden.
Gronden: 1) In april 2012 kon gestart worden met het beleggen van wekelijkse samenkomsten op Kanaleneiland, onder de naam Huis van Vrede. 2) Ook voor het verdere werk blijven we afhankelijk van Gods zegen. 3) Evenals voor het jaar 2012 is de classis Utrecht voor het jaar 2013 niet in staat de begrote kosten alleen te dragen. Wel draagt de classis Utrecht opnieuw substantieel bij. Het ligt daarom ook voor 2013 in de rede dat de classis Utrecht zich tot de PS wendt met de vraag om de resterende kosten door de classes Amersfoort en Hilversum te laten opbrengen (Acta GS Leeuwarden, art. 81 besluit 2 ad 3). 4) De effectuering van de goedkeuring van de classis Utrecht van de begroting van Stichting UMA voor 2013 is afhankelijk van het verkrijgen van voldoende inkomsten om de totale begroting te dekken. Verder heeft de classis Utrecht voor 2013 een quotum van € 12,00 per ziel vastgesteld voor Stichting UMA. Op basis van het in het Handboek 2012 genoemde aantal leden van de classis Utrecht is dat maximaal € 33.384 ,-- (2.782 x € 12,00). Blijft over om de totale begrote kosten te dekken: € 92.400,--. Uitgaande van de leden van de classes Amersfoort en Hilversum in het Handboek 2012 (respectievelijk 5.670 en 8.140) en van de handhaving van de quota op het bestaande niveau (€ 2,-- per ziel in de classis Amersfoort en € 7,-- per ziel in de classis Hilversum) levert dit € 68.320,-- op. Dat betekent een tekort voor UMA van € 24.080,-- over 2013. Gegeven de buffer die UMA de laatste jaren heeft opgebouwd
is dit eenmalige grote tekort geen probleem. Over de financiering van de kosten in de jaren na 2013 moet nagedacht worden bij de evaluatie van Huis van Vrede. 5) UMA is een classisproject en dus is het belangrijk dat de classis meedenkt over de oplossing van de geschetste problemen. Een gesprek met deputaten art. 11 om de problematiek van een mogelijke hulpbehoevende kerk verder scherp te krijgen, en het presenteren van een eerste evaluatie van Huis van Vrede aan de classis met voorstellen voor het vervolg helpen de classis om haar verantwoordelijkheid in deze waar te maken. 6) Het is de bedoeling dat Huis van Vrede zo veel mogelijk op eigen benen kan staan, mocht de evaluatie aanleiding geven om door te gaan. Dan is het ook zaak om duidelijk te maken hoe daar ook in financiële zin aan gewerkt wordt, vanuit de cirkels die in het PR-plan van UMA worden onderscheiden.
Met broedergroet namens deputaten UMA, A.W. Klein, secretaris
Bijlage (aan PS Deputaten Financieel verstuurd op 30 december 2011) “Beantwoording opmerkingen en vragen PS Deputaten Financieel Dank en zegen Om te beginnen willen we jullie bedanken voor de complimenten over de inzet, het verrichte werk en de ´frisse´ website. Jullie wensen ons Gods zegen toe en ook wij belijden dat we daar geheel afhankelijk van zijn. Betrokkenheid Verder wijzen jullie ons op de relevante teksten uit de besluitvorming op de laatstgehouden PS (30 juni 2011). Allereerst de volgende tekst: “De instantie die verantwoordelijk is voor een project zoals hier boven genoemd, behoort er op toe te zien dat maximaal gewerkt wordt aan betrokkenheid van de plaatselijke gemeente en van gemeenteleden.” Bij onze reactie hierop willen we ten eerste aangeven dat het hier om een classisproject gaat. UMA is ontstaan uit een droom van een drietal predikanten uit de classis, en is niet alleen iets voor de stad Utrecht. Ondertussen is het werk zich wel steeds meer gaan concentreren op Kanaleneiland, althans voor wat betreft de meeste contacten die er zijn met moslims en andere niet-christenen. Tegelijk vindt toerusting, voornamelijk door Henk Bouma, nog steeds plaats op grotere schaal dan alleen daar en wordt de hele PS daarin betrokken. Henk Bouma heeft een jaarwerkplan voor het jaar 2012 geschreven. Daarin staat over het stimuleren van visie voor missionair werk binnen de kerken in Utrecht het volgende geschreven: “Het doel is om de visie voor missionair werk onder moslims zo breed mogelijk binnen de kerken te laten ontstaan. Dit is met name Henk Bouma´s taak. Het gevaar dat dit werk alleen door een aantal enthousiastelingen wordt opgepakt of dat het bij Kanaleneiland hoort, wordt hierbij in het oog gehouden. Op de volgende manieren zal dit worden vormgegeven: Maandelijks preken in tenminste een van beide gemeentes. Regelmatige update door verschillende betrokkenen in de kerk van Utrecht (Centrum). Regelmatige stukjes door UMA-vrijwilligers in kerkbladen. Jaarlijkse (of twee keer per jaar) organisatie van een ´evenement´ door de werkgroep, zoals de ´doe-het-samen-markt´. Regelmatig spreken op huiskringen en bij andere bijeenkomsten. Netwerken en gastvrijheid stimuleren in beide gemeentes. Betrekken van vrijwilligers uit andere delen van Utrecht bij het werk op Kanaleneiland om zo de visie voor dit werk over andere buurten te verspreiden.” Het afgelopen jaar is ook een eerste PR-plan voor Stichting UMA gemaakt, over (online) communicatie en fondsenwerving. In dat PR-plan worden in cirkels diverse doelgroepen voor het werk van UMA onderscheiden. Stichting UMA vormt de centrale cirkel. Mensen uit de wijk Kanaleneiland staan het dichtst bij het werk en zijn de volgende cirkel. Daarbinnen worden dan onderscheiden: christenen, moslims en andere wijkbewoners. De lokale kerken vormen de volgende cirkel. Daarna volgen de regionaal betrokken kerken (classis), de niet-regionaal betrokken kerken (o.a. de PS), christelijk Nederland, moslim Nederland en Nederland in het algemeen.
Hoe centraler de cirkel, hoe hoger de mate van (veronderstelde) betrokkenheid. De bedoeling is met name de doelgroepen christenen in de wijk en de lokale kerken met gebruik van diverse middelen intensiever bij het werk betrokken te laten zijn. Dat kan als donateur, maar ook als vrijwilliger, of beide. Middelen die we op korte termijn onder andere denken in te zetten zijn e-mailnieuwsbrieven, kaarten, de website, donatieformulieren. Sommige van deze middelen gebruiken we nu ook al. Op de middellange termijn gaat het onder meer over het uitwerken van een plan om jongere doelgroepen te bereiken en te betrekken via activiteiten en sociale netwerken. Op een beveiligd gedeelte van de website kan inzicht in donaties en de bestemming van het geld worden geboden en de mogelijkheid het donatiebedrag aan te passen. Verder zal dan gewerkt worden aan het uitbouwen en onderhouden van bestaande contacten binnen de doelgroepen regionale en niet-regionale betrokken kerken, bijvoorbeeld via de websites van de betreffende kerken en door middel van sociale netwerken. Uit het feit dat we voornemens zijn in 2012 een uitvoerig PR-plan te maken mogen jullie afleiden dat we nog hebben te groeien in het werken aan betrokkenheid van de diverse doelgroepen, en daarbinnen ook zeker aan die van de plaatselijke gemeenten en gemeenteleden. We zijn ons daarvan bewust, maar een stevige bodem is naar ons idee inmiddels wel gelegd. Daar moet, kan en zal verder op gebouwd worden. Werven andere financiële middelen Een volgende tekst waar jullie op wijzen is deze: “UMA behoort zich in te spannen om het beroep op financiële steun van de PS te verminderen, doordat ook op andere wijze fondsen worden geworven.” Zoals jullie zelf al aangeven wordt het werk van Henk IJmker in financieel opzicht geheel gedragen door zijn eigen achterban. In totaal wordt daarmee al voor 20% van het budget in andere inkomsten voorzien dan vanuit door de PS-kerken opgebracht quotum. Doordat we het quotum tot 2015 constant houden in onze meerjarenraming neemt in relatieve zin ons beroep op middelen vanuit de PS al af (er van uitgaande dat sprake zal zijn van inflatie en dat die bij andere projecten gecompenseerd wordt). Daarbij gaan we er overigens vanuit dat de inflatie jaarlijks tot 2% beperkt blijft. De afgelopen jaren hebben we een noodzakelijke buffer (weerstandsvermogen) opgebouwd voor (on)verwachte dingen, zoals langdurige ziekte, het huren van een ruimte voor eventuele samenkomsten en een structurele daling van het ledenaantal in de GKv. Die buffer is er nu, en hoeft niet verder uitgebouwd te worden. Maar het beschikken over een zekere reserve is naar onze mening wel nodig, en geen overbodige luxe. Het eigen vermogen van UMA lag eind 2010 ongeveer op het niveau van de jaarlijkse (verwachte) uitgaven. De totale quotumopbrengst zal in 2012 ca. € 2.000,-- hoger zijn dan wij geraamd hadden in onze meerjarenraming. Uiteraard zullen we rekening houden met de andere verdeling van quota over de classes, die hebben we in beeld. Maar dit geringe verschil kan natuurlijk niet dienen om “eerdere en forsere tekorten acceptabel” te laten zijn. Onze exploitatie is voor de periode 2011-2015 resultaat neutraal. In de eerste jaren zijn de inkomsten wat hoger dan de uitgaven, in de latere jaren is dat precies andersom. Jullie vragen ons of het mogelijk is aan te geven hoe groot het opgebouwde weerstandsvermogen is en of we het kunnen toedelen aan ziekte medewerkers, daling
ledenaantal GKv en eventuele samenkomsten. In onze meerjarenraming hebben we voorgesteld deze risico´s in de komende tijd te kwantificeren. Doordat we de laatste tijd nogal wat wisseling van de wacht hebben gehad voor wat betreft de penningmeesters (per 1 januari a.s. begint de derde penningmeester in een half jaar tijd), zijn we aan die kwantificering nog niet toegekomen. Henk Bouma gaat in zijn werkplan uit van een bedrag aan huur voor een ruimte voor de samenkomsten van € 18.000,-- op jaarbasis. Dit bedrag is evenwel niet op een concreet aanbod gebaseerd en vooral gerelateerd aan wat voor vergelijkbare ruimtes in dat gebied wordt gevraagd. Nu we hopelijk in 2012 in wat stabieler vaarwater zijn beland voor personele wisselingen in het bestuur (ook voor wat betreft de penningmeester) stellen we jullie voor in de loop van 2012 alsnog met de gevraagde kwantificering te komen. We hebben in 2009 een beroep op andere binnenlandse en buitenlandse fondsen gedaan, maar dat heeft weinig tot niets opgeleverd. Wel kregen we veel afwijzingen, naast positieve reacties (maar niet in financiële zin). Aan het werven van donateurs en mensen die op vrijwillige basis of tegen kostprijs bijdragen aan UMA willen leveren wordt gewerkt, zoals ook mag blijken uit de reactie op het eerste punt, over betrokkenheid. Tegelijk staat dat nog in de kinderschoenen en is nog veel groei nodig, maar ook mogelijk in onze ogen. Collectes worden regelmatig gehouden, ook om de betrokkenheid te bevorderen. De opbrengsten daarvan worden tot nu toe (in ieder geval in Utrecht (Centrum)) benut om het quotum deels van te betalen. Het houden van collectes voor deelprojecten komt wellicht de betrokkenheid ten goede, maar zal of betekenen dat het quotum op andere wijze binnengehaald moet worden, of dat andere diaconale doelen in het gedrang komen (vaak ook quota). We hopen en verwachten in 2012 te kunnen starten met aparte samenkomsten op Kanaleneiland elke zondag. Eén van de consequenties daarvan, op termijn, zal ook zijn het financieel uiteengroeien van Utrecht (Centrum) en de (nu nog) wijkgemeente Kanaleneiland. Deze wijkgemeente zal hopelijk op termijn financieel zelfstandig worden. Maar dan spreken we echt over de lange termijn. Voorlopig gaat het om 30 à 40 leden, en die zijn financieel niet in staat een groot deel van de kosten van UMA (bijvoorbeeld salarissen, bijvoorbeeld het huren van een ruimte) te dekken. Uiteraard mag van deze groep de grootste betrokkenheid, ook in financiële zin, verwacht worden. Maar aangezien de groep als geheel (nog) klein is, kan dit vooralsnog slechts een zeer beperkt deel van de begroting van UMA dekken. De kerk van Utrecht (Centrum) is bezig de financiële situatie van deze kleine hulpbehoevende (wijk)gemeente in beeld te brengen, evenals de consequenties voor de (op termijn) overblijvende gemeente van Utrecht (Centrum). Tussen UMA en de kerk van Utrecht (Centrum) zal hier in 2012 vervolgoverleg over plaatshebben. Tot slot We hopen en verwachten met bovenstaande informatie jullie vragen en opmerkingen op dit moment van een bevredigend antwoord te hebben voorzien. Voor vervolgvragen en gesprek staan we altijd open. Met broedergroet, namens deputaten UMA, Anne Klein, secretaris”