NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Oosterhout, gehouden op maandag 13 juni 2016, om 19.30 uur, ten stadhuize van Oosterhout.
De heer mr. drs. S.W.Th. Huisman, burgemeester, voorzitter De heer dr. E.C.A. Kaarsemaker, griffier
De raadsleden: de heer J.P. Alkema (CDA), mevrouw G. van Alphen-van den Dungen (VVD), mevrouw M. Barendregt (SP), mevrouw A.M. Beekers (SP), P. J. Bogerd (GBV), C.J. Driesse (SP), mevrouw M.C.J.A. Dujardin-Rombouts (GB), H.C. van Ginneken (GBV). mevrouw M.C.J.A. Dujardin-Rombouts (GB), H.C. van Ginneken (GBV), A.S. Heesakker (VVD), G.A.M.C. Heintjes (VVD), mevrouw M.E. Hemmer (D66), W.P.J.M. Hoosemans (GB), B.F.J. Jacobs (CDA), A.P.M. Jespers (GB), A.P.H.M. Kamps (CDA), A.A. Kastelijns (GB), J.E.A. Koumans (SP), P.T. de Laat (GB), M. Louwerens (GroenLinks), D.F.J. Melsen (VVD), mevrouw G. NandaMangon (D66), C.J. Noltee (GrBr), A. van Opzeeland (PvdA), J.W.M. Peters (VVD), C. Piena (GB) , A.H.K.M. van der Pluijm (GroenLinks), J.J.G.M. de Ridder (VVD), mevrouw T.P.M. Roovers-Huijben (CDA), A.P.M. Strack van Schijndel (GBV), M.F. Velds (D66), W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks).
Tevens zijn aanwezig als wethouder: wethouder mevrouw M. Janse-Witte (GB), R.P. van der Helm (VVD), M.P. Vissers (SP), mr. M.P.C. Willemsen (CDA) en mr. P.J. de Ridder, gemeentesecretaris.
Afwezig met kennisgeving: M. Louwerens (GroenLinks).
Aldus vastgesteld in de vergadering van
Voorzitter
Raadsgriffier
Notulen raad 13-06-2016
AGENDA
DEEL A: VASTSTELLING AGENDA 1. BI.0160240 Definitieve raadsagenda DEEL B: BESLUITVORMENDE BEHANDELING 1. Raadsnota BI.0160211 Jaarverslag en jaarrekening 2015 1. Raadsnota BI.0160205 Saldobestemming jaarrekening 2015 2. Raadsnota BI.0160214 1e Concernrapportage 2016 3. Raadsnota BI.0160235 Perspectiefnota 2017 4. Raadsnota BI.0160232 Ontwerpbegrotingen verbonden partijen 2017
N.B. Alle ingediende amendementen en moties zijn als bijlagen opgenomen
Notulen raad 13-06-2016 pagina 2 van 53
De voorzitter: “Dames en heren, welkom allemaal. Ingediende moties en amendementen die deel uitmaken van de vergadering: Nr. 2A1
Amendement of motie Amendement
2A2
Amendement
4A1
Amendement
4A2 4M1a 4M1b 4M2 4M3 4M4
Amendement Motie Motie Motie Motie Motie
4M5
Motie
5A1
Amendement
Onderwerp
Indiener(s)
Saldobestemming/bestemmingsreser ve sociaal domein
GroenLinks Partij van de Arbeid Groen Brabant Saldobestemming/ restylen CDA activiteitencentra VVD SP Gemeentebelangen Perspectiefnota/welstandsvrij bouwen VVD Gemeentebelangen Partij van de Arbeid D66 Perspectiefnota/55-plussers CDA Perspectiefnota/duurzaamheid D66 Perspectiefnota/duurzaamheid GroenLinks Perspectiefnota/sociale wijkteams D66 Perspectiefnota/Stichting Leergeld D66 Perspectiefnota /brandweerkazerne CDA Den Hout Perspectiefnota /bezuinigingen GroenLinks D66 Partij van de Arbeid Ontwerpbegrotingen verbonden VVD partijen 2017/ reserves en Gemeentebelangen jaarrekeningresultaten SP
De heer Van der Zanden: “Voorzitter, geachte raadsleden, beste mensen op de publieke tribune en luisteraars thuis. De auditcommissie is de afgelopen weken 2 keer bij elkaar geweest, onder andere om de financieel-technische aspecten van de jaarrekening te bespreken met de accountant en met de wethouder. Als voorzitter van de auditcommissie mag ik u daarover een beknopte terugkoppeling geven, mede namens de andere leden: mevrouw Van Alphen en de heren Alkema en Strack van Schijndel. Zoals u wellicht weet, vergadert de auditcommissie 4 tot 5 keer per jaar over diverse financieel-technische ontwikkelingen binnen de gemeente Oosterhout. De commissie kijkt daarbij niet naar beleidsinhoudelijke, politieke aspecten, die zijn aan de gemeenteraad. In het najaar is de nieuwe accountant, BDO, bij ons langs geweest voor een kennismakingsgesprek en om de controlewerkzaamheden te bespreken. Van de nieuwe accountant hebben wij een positief beeld gekregen. De accountant stelt zich constructief op, zowel naar de organisatie als naar de gemeenteraad, en de blik van deze accountant is breder dan alleen de techniek. Wij hebben de indruk dat er ook gekeken wordt naar zogenaamde ‘soft controls’ en menselijk gedrag, en dat sprake is van een helpende houding bij de accountant. Een zorg is wel het verloop onder het personeel van de accountant; ons gesprek over de jaarrekening hadden wij met andere medewerkers van BDO dan de personen waarmee wij in september hadden kennisgemaakt. Wij zullen ontwikkelingen rond de controlewerkzaamheden ook de komende tijd in de gaten blijven houden. Begin dit
Notulen raad 13-06-2016 pagina 3 van 53
jaar hebben wij de financieel-technische aspecten van het treasurystatuut, de beleidsnota risicomanagement, de nota reserves en voorzieningen en de management letter besproken. U heeft ons positieve advies ten aanzien van de eerste drie documenten bij de raadsbehandeling betrokken. En nu zijn de 1e concernrapportage en de jaarrekening aan de orde, inclusief het verslag van bevindingen van de accountant. Uit de accountantscontrole en onze eigen bevindingen, mede naar aanleiding van de met de accountant en portefeuillehouder gevoerde gesprekken, komt een positief beeld naar voren van de interne beheersing en van de financiële situatie van de gemeente Oosterhout. De auditcommissie adviseert dan ook positief over de financieel-technische aspecten van zowel de jaarrekening 2015, voor zover die er nu ligt, als de 1e concernrapportage. Wel doen wij de volgende aanbevelingen: Evalueer het beheers- en controleproces binnen het sociaal domein en kom met verbetermaatregelen c.q. maak nieuwe afspraken met betrokken externe partijen om vertraging in het vervolg te vermijden. Op de vertraging dit jaar, die door externe factoren is veroorzaakt, kom ik dadelijk nog even terug; Neem in de interimcontrole expliciet mee of aan de eisen van de vennootschapsbelasting wordt voldaan, in het bijzonder rond samenwerkingsverbanden; Zorg voor specifiekere en duidelijkere toelichtingen bij beleidsbeslissingen in het licht van de financieringspositie van Oosterhout, zodat de financiële consequenties (bijv. voor de schuldquote) scherper in beeld komen; Maak stappen bij de digitalisering van de workflow rond inkoopfacturen, zodat de interne beheersing hiervan verbetert en de accountant hier minder controle-uren aan hoeft te besteden; Bekijk, samen met de accountant, bij de interimcontrole de treasuryfunctie – met name ook de betekenis en gevolgen van de wijze waarop deze momenteel wordt ingevuld; Neem de raad expliciet mee bij de implementatie van de wijzigingen van het BBV, inclusief de introductie van verplicht op te nemen beleidsindicatoren, de introductie van nieuwe kengetallen en de nieuwe indeling in taakvelden. Deze aanbevelingen zijn inmiddels in het raadsbesluit over de jaarrekening opgenomen. Dit besluit kunt u pas op 19 juli nemen, doordat, zoals bekend, de controlewerkzaamheden nog in de afrondende fase zitten. Dit valt buiten de invloedssfeer van gemeente Oosterhout. De vertraging is ontstaan, naar de auditcommissie heeft begrepen, doordat de zogenaamde ‘controlepiramide’ door de beroepsgroep van de accountants nog niet was goedgekeurd. Er was een stapeling afgesproken om overlap van werkzaamheden te minimaliseren. Nu dit niet kon doorgaan, hebben accountants van opdrachtgevende instanties een deel van het werk van de accountants bij de uitvoerende instanties en organisaties moeten overdoen, waardoor de opleveringstermijnen te krap zijn geworden. Dit probleem speelt overigens bij verreweg de meeste gemeenten. Over het eindresultaat van de controle. Het kan zijn dat de omvang van de onzekerheden zodanig blijft, dat de accountant geen goedkeurende verklaring kan geven. Ook daarin is Oosterhout bepaald niet uniek. De auditcommissie heeft hierover met de accountant gesproken en heeft niet het beeld dat hier eventueel politiek-inhoudelijke zaken spelen. Ook de toezichthouder, de provincie, is van de gang van zaken op de hoogte. De raad kan vanavond en donderdag de jaarrekening dus gewoon bespreken, en naar verwachting op 19 juli zonder verdere bespreking een besluit nemen. Tot slot gaat onze dank uit naar de concerncontroller en zijn mensen die dit jaar onder lastige omstandigheden, gezien de ontwikkelingen rond het sociaal domein, en met een nieuwe accountant, prima werk hebben geleverd. Dank u wel voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van der Zanden. Wenst iemand de voorzitter of een van de andere leden, mevrouw Van Alphen, de heer Alkema, mijnheer Strack van Schijndel een vraag te stellen? Mijnheer Noltee, Groen Brabant.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 4 van 53
De heer Noltee: “Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, u had het er ergens over dat wij de accountant wat meer werk uit handen moeten nemen. Waarom zouden wij dat doen, hij wordt toch betaald door de gemeente Oosterhout?” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, ik neem aan dat mijnheer Noltee punt vier bedoelde over de digitalisering van de workflow rondom inkoopfacturen. Kijk, een accountant moet kunnen controleren of alles rechtmatig is. Het systeem is nu op een dusdanige manier ingericht dat de accountant nog veel handwerk daar moet verrichten. Er zijn mogelijkheden om het dusdanig in te richten dat het uiteindelijk met een druk op de knop er uit kan komen. Er zijn ook al gemeenten waar dat het geval is. Dat is inderdaad een aanbeveling richting de interne organisatie om te kijken wat daar de mogelijkheden van zijn.” De heer Noltee: “Nee, ik dacht eerst dat u meer naar de raad verwees. Maar ik begrijp nu dat u naar de interne organisatie verwijst daarin.” De voorzitter: “Precies, dank u wel. Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw uiteenzetting, mijnheer Van der Zanden en voor het goede werk dat u en de overige leden van de commissie hebben verricht. Dames en heren, wij gaan nu over tot de inhoudelijke behandeling van de jaarstukken, saldobestemming, 1e concernrapportage, waarmee de lopende Begroting 2016 wordt gewijzigd. De Perspectiefnota dat zijn de kaders waarmee de begroting voor 2017 wordt opgesteld en de zienswijzen op de begrotingen van de diverse gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Oosterhout participeert. De fracties geven in maximaal tien minuten hun visie op de jaarstukken en de concernrapportage of in maximaal twintig minuten indien zij deze stukken tezamen met de Perspectiefnota en de zienswijzen in een bijdrage wensen te behandelen. Daarna kunnen zoals gebruikelijk korte toelichtende vragen worden gesteld en is debat uiteraard toegestaan. Dames en heren, wij beginnen met Gemeentebelangen, mijnheer Hoosemans.” De heer Hoosemans: “Voorzitter, dank u wel. De fractie van Gemeentebelangen kiest voor een bijdrage over alle onderwerpen van de te handelen dossiers. Gemeentebelangen is een groepering die dicht bij de burger staat en elke maand die burger op straat ontmoet en in gesprek gaat. Bij GB op straat stellen elke maand een andere vraag aan het winkelende publiek. Deze keer was dat, wat kan er beter in Oosterhout. Geen verrassende uitkomsten voor ons kwamen daaruit naar voren. Meer leven in de binnenstad, niks kan er beter, ik ben tevreden als inwoner, gratis parkeren. Een greep uit de vele antwoorden. Goede investeringen de afgelopen periode, Turnhal EOC, TSC, De Bussel, De Contreie, Warande, etc. Complimenten hiervoor. Voorzitter, de fractie van Gemeenbelangen gaat een aantal onderwerpen benoemen die we zelf hebben opgeschreven in ons verkiezingsprogramma en die vertaald zijn in het coalitieakkoord. Economie. Een belangrijk onderwerp voor een stad als Oosterhout die links en rechts moet opboksen tegen twee grote broers, Tilburg en Breda. Houdt onze stad sterk en investeer in de economie. Een boodschap aan onze portefeuillehouder economie, versterk de bedrijventerreinen, zorg voor goede en veilige ontsluitingen, ga aan de slag met de ontwikkeling van Heidehoef ( het eerste bedrijf heeft zich reeds gevestigd) en Everdenberg (maak er geen dozenschuiverij van, steek in op werkgelegenheid) Een sterke economie heeft zijn doorwerking in vele facetten, wonen recreëren en winkelen. Vooral dat eerste, wonen is een belangrijk gegeven. Een goed initiatief om bij de Provincie aan te kloppen voor een extra contigent woningen, blijf dat volhouden. Kijk bij de verdeling van de woningen naar de kerkdorpen. Dorst komt ruimschoots aan zijn trekken, maar Den Hout en Oosteind lopen achter. Bruisende binnenstad. Voorzitter, we hebben
Notulen raad 13-06-2016 pagina 5 van 53
hier in dit huis al een aantal keren gesproken over de “Bruisende Binnenstad”. We hebben tijdens het laatste en voorlaatste debat de handen niet op elkaar gekregen voor de door ons voorgestelde maatregelen in de binnenstad. Voorzitter, nogmaals gezegd, ga aan de slag met de binnenstad, kom met een goed onderbouwd en sterk plan, zet een stip aan de horizon, schroom niet om professionals in te huren. De fractie van Gemeentebelangen heeft er geld voor over, maar wel alleen dan als er een goed en gedegen plan aan ten grondslag ligt, zoals eerder gezegd met een stip aan de horizon. Betrek hierbij de ondernemers, de vastgoedeigenaren, de marktkooplui, organisatoren van evenementen etc. Kom desnoods, mocht dat nodig blijken met een leegstandsverordening. Schroom niet om ruilverkaveling toe passen om te bereiken dat we een compact kernwinkelgebied krijgen met sterke aanloopstraten. Veiligheid en Openbare ruimte. Veiligheid is een groot goed en dat moeten we koesteren. Veiligheid is niet altijd meetbaar, het is vaak subjectief. We lezen en horen dat de Nationale Politie de doelstelling van 1 wijkagent op 5000 inwoners niet heeft gehaald. De wijkagent hoort zich in de haarvaten van de samenleving te bevinden. Vraag aan de portefeuillehouder, hoe staat Oosterhout er voor. De kwaliteit van de openbare ruimte laat op bepaalde plaatsen te wensen over, zo wordt in Oosteind al jaren een probleem ervaren met de Provinciale weg, geen trottoir, slecht wegdek en slechte of minder goede straatverlichting in het buitengebied. Ook in verschillende woonbuurten zou de openbare ruimte een opknapbeurt kunnen gebruiken. Kwaliteit en veiligheid gaan hand in hand. Ons motto is blijf investeren in de kwaliteit van de openbare ruimte, want dat leidt tot meer kosten in de toekomst. Geen bezuinigingen op de budgetten. Onderhoud in stad en kerkdorpen goed monitoren en aanpakken wanneer dat nodig is. Zie de kerkdorpen als een volwaardige partner en zorg dat er een stevig leef- en woonklimaat blijft bestaan. Saldobestemming jaarrekening 2015. We houden 5.2 miljoen over, waarvan we 1.7 miljoen in de reserve sociaal domein storten. In deze reserve was al uit eigen middelen een bedrag van 3.6 miljoen gestort, dus totaal een bedrag van 5.3 miljoen. De keuze is gemaakt om deze reserve te behouden op een hoogte van 5.3 miljoen en de rest van het saldo te investeren in projecten. Voorzitter, met twee investeringen heeft de fractie van Gemeentebelangen wat moeite. De eerste is de investering in de activiteitencentra van € 410.000. Op zich staan we hier positief tegenover maar zien graag een verdere onderbouwing van de rol van deze investering voor de doorontwikkeling van de WMO. De tweede is de investering van € 500.000 in de Brandweerkazerne De Hout, ook hiervoor zien we graag meer onderbouwing. Gezamenlijk met andere partijen gaan we hierover een amendement indienen om deze beide voorgestelde investeringen toe te voegen aan de reserve en het college te verzoeken met goed onderbouwde en gemotiveerde voorstellen naar de raad te komen; de fractie van het CDA zal deze amendementen indienen. Voorzitter, tot slot de investering van € 350.000 in het gebouw de Pannenhoef. Wat de fractie van Gemeentebelangen betreft nog een onzekere investering, gelet op de grote investeringen in het Frencken College. Het bestuur van het Frencken heeft een toezegging gedaan dat de nieuwbouw toegankelijk wordt voor het sociaal, maatschappelijk belang. Wij wachten op de behandeling van de cultuurnota en daarop volgend de nota m.b.t.de Pannenhoef en zullen dan een definitief besluit hierover nemen. Voorzitter, samenvattend; het gaat goed met Oosterhout, goede investeringen de afgelopen periode, economie aanjagen en versterken, Bruisende Binnenstad, een stip aan de horizon, Veiligheid en Openbare Ruimte en saldobestemming Jaarrekening 2015.” De voorzitter: “Dank u wel, voor uw goede voorzitterschap. Ik kreeg zojuist te horen dat er geen vragen waren. Dan moet u mij niet op het verkeerde been zetten.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 6 van 53
De heer Hoosemans: “Dat was op mijn vraag, niet op uw vraag.” De voorzitter: “Wij beginnen met de heer Van Ginneken, Gezond Burger Verstand.” De heer Van Ginneken: “Voorzitter, ik had een vraagje aan mijnheer Hoosemans over de brandweerkazerne Den Hout. Begrijp ik het goed, wilt u geen brandweerkazerne of wilt u het uitstellen?” De heer Hoosemans: “Mijnheer Van Ginneken, wij willen best een brandweerkazerne op Den Hout. Zoals u weet is er vorig jaar 250.000 euro voor gereserveerd voor de brandweerkazerne Den Hout. Nu staat er in de Perspectiefnota nogmaals een bedrag van 250.000 euro voor de brandweerkazerne Den Hout. Dan komen wij totaal op een half miljoen euro. Om dat met een regel in de Perspectiefnota te zetten, vinden wij te mager. Daarom hebben wij gezegd van, wacht even met die investering. Kom met een goed onderbouwd plan. Dat wij ook zekerheid hebben dat die brandweer ook in de komende jaren in Den Hout gevestigd blijft.” De heer Van Ginneken: “Mag ik daar even een aanvulling op doen? Vorig jaar heeft de portefeuillehouder toegezegd dat de brandweerkazerne eind 2016 gerealiseerd zou zijn. Als u nu een onderzoek gaat doen, wanneer is dan die kazerne gerealiseerd? De nood is heel hoog, dat weet u ook.” De heer Hoosemans: “Ik heb niet gezegd dat er een onderzoek moet komen. Ik heb gezegd dat het college, de portefeuillehouder, met een goed onderbouwde nota moet komen naar de raad. Dan kan in september dan kan die bij de raad zijn.” De heer Van Ginneken: “Dan krijg je van dit jaar nooit meer die kazerne gerealiseerd.” De heer Hoosemans: “Nou, als de besluitvorming heeft plaatsgevonden, dan kan alles snel gaan. Maar ik he uit de cijfers begrepen dat de nood niet zo hoog is, mijnheer Van Ginneken.” De heer Van Ginneken: “Dan had ik ook nog een vraagje over, ik hoorde u zeggen, een goede en veilige ontsluiting van bedrijventerreinen. Recent is er een veilige ontsluiting van een bedrijventerrein teniet gedaan door een onveilige situatie te creëren in 2017 of 2018. Hoe rijmt u dat?” De heer Hoosemans: “Welke ontsluiting bedoelt u?” De heer Van Ginneken: “Ik bedoel de ontsluiting bij De Bromtol.” De heer Hoosemans: “Daar hebben wij hier in de raad over gedebatteerd, de vorige raadsvergadering. Daar is een besluit overgenomen om daar werkzaamheden te gaan doen om Weststad beter te ontsluiten en een tweede ontsluiting komt erbij ter hoogte van de omleiding van de Stelvenseweg.” De heer Van Ginneken: “Dat is geen goede en veilige ontsluiting.” De heer Hoosemans: “U weet net zo goed als ik, als u de stukken gelezen heeft, er wordt nog onderzoek gedaan naar een derde ontsluiting van Weststad, aan welke kant of aan welke zijde dat die zou moeten komen en wat dat kost aan investeringen en aan inbreng.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 7 van 53
De heer Van Ginneken: “Dan was de vorige nota van verdubbeling van de rotonde was ook overbodig.” De voorzitter: “Ik grijp even in. U heeft het over twee verschillende onderwerpen, denk ik. U heeft het over een extra ontsluiting met het oog op de veiligheid van Weststad. Mijnheer Van Ginneken heeft het over de rotonde ten behoeve van de doorstroom. Dat is inmiddels wel duidelijk denk ik. Had u nog andere vragen, mijnheer Van Ginneken?’ De heer Van Ginneken: “Over de binnenstad. Waarom is Gemeentebelangen niet meegegaan in de verlaging van de parkeerkosten als je zoveel met de binnenstad op hebt? Als u wekelijks of maandelijks in de binnenstad vertegenwoordigd bent, dan heeft u ook kunnen horen wat de wensen van de burgers waren.” De heer Hoosemans: “Dan heeft u slecht geluisterd, mijnheer Van Ginneken. Want Gemeentebelangen heeft meerdere malen voorgesteld om de parkeertarieven drastisch te verlagen en niet alleen met dat ene dubbeltje. Kijkt u de notulen er maar eens goed op na.” De voorzitter: “Dank u wel. Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, ik heb twee vragen over twee verschillende onderwerpen. De eerste is de binnenstad, de tweede is het sociaal domein. Bij de binnenstad hebt u aangegeven dat u als Gemeentebelangen als er een gedegen plan is daar geld in wilt stoppen. De gemeente heeft daar natuurlijk verantwoordelijkheid in, maar ook de winkeliers. Wat verwacht Gemeentebelangen van de winkeliers om de binnenstad weer aantrekkelijk te maken? Dat is de eerste vraag. De tweede vraag, u gaf aan dat 3,5 miljoen euro die nu in de Bestemmingsreserve sociaal domein zit, komt uit eigen middelen van de gemeente. Daar maak ik uit op dat u daar niet uit zorggelden bedoelt. Maar dan heb ik toch een vraag. Uit het Jaarrekeningresultaat 2014 was er een kleine miljoen euro over op de WMO, die is in die reserve gestopt. Dan zitten er toch in die 3,5 miljoen euro zorggelden? Om even dit als voorbeeld te noemen.” De heer Hoosemans: “Op uw eerste vraag met betrekking tot die 3,2 miljoen euro. Dat is dat er 2,2 miljoen euro komt uit de WWB, de Wet werk en bijstand. Dan zult u zeggen dat is de Participatiewet, dat is ook een soort van zorggeld. Die opmerking zal ik van u dan nog wel krijgen, of de vraag. Dat andere, die 900.000 euro die komen inderdaad uit zorggelden en die zijn daaraan toegevoegd. Als je dan nu de optelsom maakt, dan komen wij aan 5,3 miljoen euro. Met betrekking tot de binnenstad. Ja, u heeft, als u een goed oor heeft, dan hoort u mij ook zeggen dat ook de winkeliers, de ondernemers, de vastgoedeigenaren, de marktkooplui, iedereen moet in beweging komen. Dit is geen spelletje van de gemeente alleen. Alleen als wij het gezamenlijk gaan doen, wij pakken het gezamenlijk op en er komt een goed plan met een stip aan de horizon, met professionals die dat aansturen, die weten hoe dat moet, dan heeft Gemeentebelangen daar geld voor over.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, ik zal over die Bestemmingsreserve sociaal domein in mijn bijdrage op ingaan. Want het is volgens mij volledig zorggeld. Toch even nog over de binnenstad. U hebt het over een gedegen plan en dan wilt u geld geven. Betekent dat dus ook dat er commitment moet zijn voor Gemeentebelangen
Notulen raad 13-06-2016 pagina 8 van 53
van de winkeliers om zich vast te leggen op bepaalde afspraken en dat daar het geven van geld vanuit de gemeente een noodzakelijke voorwaarde voor is?” De heer Hoosemans: “Gemeentebelangen loopt niet vooruit op besluitvorming daaromtrent. Wij willen eerst dat gedegen plan goed bestuderen. Dan zullen wij daar een besluit over nemen.” De heer Van Opzeeland: “Mag ik daar een vervolgvraag op stellen, voorzitter.” De voorzitter: “Gaat uw gang, mijnheer Van Opzeeland.” De heer Van Opzeeland: “Dan ga ik u toch even meenemen naar vorig jaar, de Perspectiefnota. Toen hebben wij u de vraag gesteld van, wat gaat u nu doen om de stad beter te maken. Uw letterlijk antwoord was toen, wij geven nu het college de gelegenheid om met voorstellen te komen, hier staan wij met de Perspectiefnota, in november hebben wij de begroting voor ons liggen. Dan verwachten wij van het college en dat heb ik ook gezegd in mijn bijdrage, dan verwacht ik van het college voorstellen, een tussentijds rapport wat ons gaat bereiken, wat er met de binnenstad gaat gebeuren. Dit is een duidelijke boodschap in de richting van het college. Dit is uw antwoord op de vraag, waar wilt u naar toe met het centrum. Wij zijn nu een jaar verder, met de begroting anderhalf jaar verder. Er is niets gebeurd. Ik kan mij voorstellen dat uw geduld een beetje op is met de binnenstad en de ontwikkelingen ervan en ook wat het college laat zien in deze. Dus opnieuw dezelfde uitspraken doen, vind ik niet zo sterk. Wat vindt u daar zelf van?” De heer Hoosemans: “Ik denk dat hetgeen wat ik nu zeg toch wat sterker is als wat ik toen gezegd heb. Ik heb het ook met wat krachtigere woorden gezegd, dat het college nu echt aan de slag moet en niet nog eens een jaar door moet blijven modderen.” De heer Van Opzeeland: “Dat zei u vorig jaar ook. Toen gebruikte u ook stevige woorden." De heer Hoosemans: “Nee, ik heb het vorige jaar op een nog wat andere toon gezegd. Ik heb ze toen meer de kans gegeven om het gezamenlijk te doen. Maar nu ligt er echt een dwang onder van, college ga aan de slag met de andere mensen.” De heer Van Opzeeland: “Welke dwang dan, behalve stevige woorden?” De heer Hoosemans: “Wat wij hier nu uitspreken.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Van Opzeeland. Mijnheer Noltee, u wilt ook een vraag stellen. Gaat uw gang.” De heer Noltee: “Toch even inhakend op het probleem van de binnenstad. Gemeentebelangen die kwam met duidelijke woorden daarover. U heeft professionals, als ik het goed begrepen heb, u weet professionals die weten hoe het moet. Hoe kan het dan dat in andere gemeenten men het niet weet hoe het moet? U komt nu ineens, wij hebben profs die van de hoed en de rand weten en die alles oplossen voor Oosterhout. Of heb ik dat verkeerd begrepen?” De heer Hoosemans: “Ik heb niet gezegd dat ik professionals heb. Ik heb ook niet gezegd dat de fractie van Gemeentebelangen professionals heeft. Ik heb gezegd,
Notulen raad 13-06-2016 pagina 9 van 53
kom met een goed gedegen plan, met een stip aan de horizon en huur daar professionals voor in. Dat heb ik gezegd. Als je naar de bijeenkomst bent geweest van de rondgang door de binnenstad, daar was zo’n soort professional aanwezig. Hij had verstand van zaken. Hij sprak daarover. Dat zijn professionals die wij hier nodig hebben. Daar hebben wij geld voor over, mijnheer Noltee.” De heer Noltee: “Het is geen wet van Meden en Perzen dat die professional het bij het goede eind heeft.” De heer Hoosemans: “Er zal een traject aan vooraf gaan met wat mij betreft een assessment en meerdere gesprekken om te kijken of wij de juiste man binnen halen, of vrouw.” De heer Noltee: “Oké, nu mijn vragen, voorzitter. Twee vraagjes, een over de economie. U had het erover dat u eigenlijk geen dozenschuiverij meer tolereert. Klopt dat wat ik zeg? Dat is dan voor nieuwe bedrijventerreinen zoals Everdenberg.” De heer Hoosemans: “Inderdaad ik heb gezegd van, maak er geen dozenschuiverij van.” De heer Noltee: “Dat is ongeveer hetzelfde.” De heer Hoosemans: “Want wij hebben al zoveel van datzelfde. Dat is een oproep aan het college, met name naar de portefeuillehouder Economie, kijk eens goed naar de invulling van onze industrieterreinen. Want wij hebben er niet zoveel meer. Wij hebben Heidehoef en wij hebben nog Everdenberg. Kijk goed hoe daar het meeste werkgelegenheid voor onze stad uitgehaald kan worden. Dat bedoel ik daarmee.” De heer Noltee: “Ik waardeer dat ten zeerste. Waarschijnlijk omdat u toch eigenlijk alles wat Groen Brabant daarin afgelopen vijftien over gezegd heeft, dat dat toch wel op waarheid berust, over die dozenschuiverij. Dan de woningbouw. U had het over Dorst. Dat is goed terechtgekomen met z’n 200 nieuwe woningen. Maar Den Hout en Oosteind lopen achter. Als u, om een voorbeeld te noemen, in Oosteind op hetzelfde level wilt komen als in Dorst, waar gaat u dan bouwen in Oosteind?” De heer Hoosemans: “Mijnheer Noltee, dat weet u net zo goed als ik, dat Oosteind niet op hetzelfde level komt als Dorst. Dorst heeft 2.500 inwoners. Oosteind heeft naar schatting 800 tot 900 inwoners. Den Hout heeft er iets meer. Dus het verschil is er dan wel, ook in het aantal woningen. Er is ook verschil in behoefte aan het aantal woningen. Dus in dat perspectief moet je dat dan zien. Maar ik wil aangeven dat er bij de verdeling van de woningen, en als wij een extra contingent krijgen van 300, waar onze portefeuillehouder zich sterk voor maakt bij de Provincie, dat wij dan de kerkdorpen zeker niet moeten vergeten. Dan op de eerste plaats Den Hout en Oosteind. Dat is mijn uitspraak van, Dorst is al aan zijn trekken gekomen met ruim 200 woningen.” De heer Noltee: “Met dat level bedoel ik natuurlijk in verhouding genomen. U zegt, Dorst heeft 2.500 inwoners, Oosteind 1.500. 200 nieuwe woningen in Dost, dan zou ik zeggen dan moet Oosteind toch wel tussen de 750, 100 woningen krijgen. Dan nog zou ik graag van u weten waar u die wilt bouwen?” De heer Hoosemans: “Ik weet niet waar u die 750 woningen vandaan haalt dan voor Oosteind, als Dorst er 200 heeft op 2.500 inwoners. Hoe komt u dan op 750
Notulen raad 13-06-2016 pagina 10 van 53
woningen voor Oosteind? Die berekening mag u mij even voorleggen. Oh 150, ja, daar zal onderzoek naar gedaan moeten worden. Dus wij zullen goed moeten kijken waar ruimte is op Oosteind. Wij hebben nog plannen liggen. Dat weet u, de sprong over de A27. Wie weet komt dat op een moment dichterbij, je weet het maar nooit. Maar daar hebben wij het hier nu niet over.” De heer Noltee: “Dus Gemeentebelangen is niet bang om straks die sprong over de A27 eventueel te maken.” De heer Hoosemans: “Als dat nodig mocht zijn en de behoefte is daar aanwezig en de nood is hoog, dan zal Gemeentebelangen daar in dat debat heel duidelijk aangeven wat wij daar mee willen.” De voorzitter: “Dank u wel. Mijnheer Van Opzeeland, u had daarstraks al aansluitend een vraag gesteld. Heeft u nog andere vragen? Gaat uw gang.” De heer Van Opzeeland: “Even nog een vervolgvraag over het sociale domein. U noemt het bedrag van 5,3 miljoen euro. U geeft daar geen onderbouwing bij. Ik ben wel benieuwd omdat namelijk in het coalitieakkoord en nu in deze Perspectiefnota, er ook een beetje gegoocheld wordt met woorden. In het coalitieakkoord stond, niemand staat in de kou. In de Perspectiefnota staat nu, de reserve sociaal domein moet op een adequaat niveau blijven of gehouden worden. Ik ben benieuwd wat uw uitleg is bij de woorden, adequaat niveau, als het daar om gaat. Geef daar eens wat beeld en geluid aan wat dat voor u is?” De heer Hoosemans: “Kijk wij weten allemaal dat bij hulp in het huishouden dat daar Oosterhout een pas op de plaats heeft gemaakt. Vandaar ook dat er een reserve opgebouwd is, wanneer de rechter, in dit geval de Raad van Beroep, daar een uitspraak over zou doen. Dat is nu gedaan, die uitspraak die kennen wij. Nu moeten wij wel zorgen dat er adequaat en daar bedoel ik mee, onze fractie bedoelt daarmee, dat die mensen die de hulp bij het huishouden nodig hebben, dat wij die dat ook moeten geven. Daar hebben wij die reserve voor opgebouwd, die op dit moment met de toevoeging van die 1,7 miljoen euro staat op 5.3 miljoen euro. Dat is een behoorlijk bedrag. Ik denk dat wij daar die adequate zorg mee kunnen geven.” De heer Van Opzeeland: “Ik hoorde u net zeggen over de hulp bij het huishouden, daar ben ik het ook mee eens, over dat gedeelte. Dat is een stukje onzekerheid van de wetgeving van nu. Maar als je kijkt naar de ontwikkeling van het sociale domein, dan hebben wij het afgelopen jaar vooral een transitieperiode achter de rug. Het college erkent ook, wij zijn nog niet zover dat de transformatie al gerealiseerd is. Dus dat vraag nogal wat om nu de stap te maken naar de transformatie. Als je kijkt naar de wijkteams. In de Perspectiefnota staat ook dat op dit moment de bedrijfsvoering langzamerhand op orde begint te komen, maar er nog niet helemaal is. Wachtlijsten lopen ook op. Er staat ook in dat het onzeker is wat het Rijk gaat doen met uitkeringen in het Gemeentefonds. Er staat nog niet iets in, die vraag hebben wij wel gesteld, maar nog niet helemaal een antwoord op gekregen, wij gaan straks hercontracteren met de huidige zorgaanbieders. Dus dat zijn nogal wat risico’s. Maar denkt u dat die allemaal passen binnen die 5,3 miljoen euro? Of zegt u van, nu, er zou eigenlijk toch wat meer ruimte moeten zijn?” De heer Hoosemans: “Voor mij, zoals ik het nu kan inschatten, en ook in gesprekken met deskundigen die er toch iets meer van weten, is voor ons, de fractie van Gemeentebelangen, 5,3 miljoen euro, is voor ons op dit moment voldoende.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 11 van 53
De heer Van der Zanden: “Voorzitter, mag ik een aanvullende vraag stellen? Er wordt inderdaad in het coalitieakkoord aangegeven dat niemand in de kou mag komen te staan. Mocht nu in de toekomst blijken dat die 5,3 miljoen euro niet voldoende is. Is Gemeentebelangen dan bereid om geld uit de vrije reserve te halen voor zorg, jeugdzorg?” De heer Hoosemans: “Dan blijven wij bij het uitgangspunt, zoals ook onze wethouder dat altijd gezegd heeft, er komt niemand in de kou te staan.” De heer Van der Zanden: “Dat is geen antwoord op de vraag.” De heer Hoosemans: “Ja, dat is wel een antwoord op uw vraag.” De heer Van der Zanden: “Dus dan is Gemeentebelangen bereid om geld uit de vrije reserve te halen voor de zorg.” De heer Hoosemans: “Mijn antwoord daarop is, net als onze wethouder zegt en onze fractie altijd zegt, wij laten niemand in de kou staan. Als het nodig is dan…….” De heer Van der Zanden: “U zegt niet expliciet dat u dat wil. Dus dan wordt het inderdaad een woordenspel.” De voorzitter: “Daar sluiten wij het ook even mee af. Mijnheer Van Opzeeland.” De heer Van Opzeeland: “Ik was nog aan het vragen stellen. Inderdaad daarop aanhakend, dat zat ook onder mijn vraag. Wat u nu stelt, is dat de gemeente eigenlijk alleen zijn wettelijke taken uitvoert. De wettelijke taken, datgene waar hij wettelijk toe verplicht is, dat toppen wij af met een reserve van 5,3 miljoen euro. Dat is eigenlijk wat u zegt. Ik zie u knikken. Ik neem aan dat u het met mij eens bent dat dat uw stelling is? Oké.” De voorzitter: “Als dat het was, dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Hoosemans. Geef ik graag het woord aan de heer Melsen van de VVD. Gaat auw gang, mijnheer Melsen. ” De heer Melsen: “Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, twee jaar. We zijn twee jaar onderweg deze bestuursperiode. In 2014 is een ambitieus coalitieakkoord gesloten voor Oosterhout, met Oosterhout. De verbinding zoeken en versterken met de stad, maatschappelijke partners, verenigingen, burgers en ondernemers. Een akkoord met duidelijke keuzes en ambities waar Oosterhout mee vooruit kan: goede voorzieningen voor de toekomst, een sterke economie, goede sociale voorzieningen en een stad in beweging. Zowel college als raad hebben de afgelopen twee jaar niet stil gezeten. Wat dat betreft is het stadsbestuur goed op stoom. Het varen in de mist, zoals wel eens over de transities is gezegd, is grotendeels voorbij. De 171 beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord zijn grotendeels omgezet in resultaten, de kerndossiers zijn voortvarend opgepakt en in de perspectiefnota staan voor de komende twee jaar, met een doorkijk voor de periode daarna, de belangrijkste speerpunten. De VVD is trots op de resultaten en kijkt met enthousiasme naar de aankomende twee jaar. In onze bijdrage willen we eerst stil staan bij het jaarverslag 2015 om vervolgens onze visie te geven op de perspectiefnota. Jaarverslag 2015. De doelen die bij de begroting 2015 zijn vastgesteld zijn grotendeels behaald. Oosterhout is weer een aantal toonaangevende voorzieningen rijker: een nieuwe
Notulen raad 13-06-2016 pagina 12 van 53
Bussel, bibliotheek, H19 en zwembad De Warande. Complimenten voor de uitvoering die goed binnen de financiële kaders is gebleven. 2015 is ook het jaar van de transities. Een hele opgave, maar ook hier is een kentering zichtbaar. Begin van het jaar stond vooral in het teken van een goede overdracht van taken, zonder dat mensen in de kou zouden staan. De sociale wijkteams zorgen voor de verbinding en we kunnen constateren dat na een wat moeizame start, ook deze teams meer en betere verbindingen leggen. De VVD vraagt het college om in 2016 dit te blijven monitoren zodat de teams de transitie naar meer zelfredzaamheid en maatwerk goed ondersteunen. De jaarrekening kent een positief resultaat van circa 7 miljoen euro. Het college heeft in het jaarverslag duidelijk uiteengezet dat het om incidenteel geld gaat. De noodzaak voor ombuigingen en keuzes in de periode tot de begroting is noodzakelijk. Daarover later meer. Voor enkele concrete projecten wordt geld beschikbaar gesteld en reserves worden versterkt. De VVD zou wel graag een apart voorstel tegemoet zien voor de restyling van de activiteitencentra. Het gaat om een forse impuls en wij zien graag meer onderbouwing zodat wij kunnen toetsen of er voor belangrijke groepen gebruikers een verbetering zal zijn. Specifiek vragen wij om een onderbouwing voor activiteitencentrum Dommelbergen in relatie tot de ontwikkelingen in het gebied. Voor een deel van de middelen wordt voorgesteld om deze te labelen voor 2017 en verder. Dit is uitgewerkt in de perspectiefnota. De VVD vindt het belangrijk om de voorzieningen bij de tijd te zetten en fors te investeren in openbare ruimte en wegen. Zie het als het investeren in je eigen huis. De fundering en de stenen heb je in het verleden gekocht, maar het verfwerk, de CV en de tuin vragen regelmatig onderhoud. Als er sprake is van groot onderhoud moet je kijken of je werk met werk kunt maken. Dit zodat je nog lang in je huis kunt blijven wonen: een uitbouw, maar misschien ook die zonnepanelen op het dak zodat je energiekosten op termijn lager worden. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van uitbouwen, nieuwbouwen en verbouwen van onze voorzieningen. Nu komt het aan op het bij de tijd houden, goed onderhoud plegen en partijen met elkaar verbinden zodat voorzieningen een belangrijke rol blijven vervullen in de samenleving. De voorstellen van het college passen in deze lijn. Denk hierbij aan de investeringen in schoolgebouwen, openbare ruimte, kleedaccommodaties en de Bromtol. Maar ook aan de reservering voor het stadhuis en de Pannehoef. Wat de Pannehoef betreft is het aan de verenigingen en het productiehuis om verder invulling te geven aan de functie. We zijn blij met de initiatieven die er ontstaan en de verenigingen die aan de slag willen. Een update van de Pannehoef is nodig en kunnen we dan ook ondersteunen. We kiezen daarbij wel voor een middenscenario gelet op de financiële keuzes, maar ook vooral omdat de kracht niet in de stenen, maar in het verbinden van partijen ligt. We kijken daarbij ook vooruit en zien interessante kansen liggen voor het gebied met de Mariakerk en de Zwaaikom. Een upgrade van de Pannehoef kan de kansen voor stedelijke ontwikkeling hier verder versterken. We vragen het college wel om richting de begroting de verdubbeling van het budget voor de brandweerkazerne in Den Hout nog eens kritisch te bezien en de plannen toekomstbestendig nader uit te werken. Perspectiefnota. In de perspectiefnota is aangegeven welke ambities en projecten er de komende jaren opgepakt worden. Voordat we in gaan op de aandachtspunten per programma, eerst het financieel kader. Financieel kader. Met voorliggende perspectiefnota is er een uitdaging voor zowel raad als college in de periode tot de begroting. We vragen het college om de mogelijkheden voor ombuigingen helder in zicht te brengen en dit overzicht met de raad te bespreken zodat richtinggevende uitspraken gedaan kunnen worden over de ombuigingen. Een quickscan nut – offer in relatie tot de kerntaak van de gemeente als het ware. Pak de opties uit operatie stofkam er nog eens bij, bekijk dubbelingen in het sociaal domein, de hoogte van subsidies in relatie tot de doelen, kostendekkendheid leges en regeldruk om alvast enkele punten te noemen. De
Notulen raad 13-06-2016 pagina 13 van 53
praktijk van afgelopen periode van anticyclisch opereren was een goede. Maar die goede basis moeten we ook zien te behouden. De komende jaren zullen we moeten werken aan een overschot om zodoende de stadsschuld af te gaan lossen. We zijn op een kantelpunt aangekomen waarbij het nu, na een periode van fors investeren, aankomt om sparen voor onderhoud en verbetering van bestaande voorzieningen. Als er financieel geen ruimte is, dan zullen we ambities moeten bijstellen of even niets doen. Dat is iets anders dan stil zitten en niks doen, maar wel realistisch zijn zodat de lasten voor burgers en ondernemers niet fors stijgen. Een kleine overheid die krachtig de dingen oppakt, die ze op moet pakken. Verbindend bestuur. In de inleiding van de perspectiefnota staat een visie op langere termijn als speerpunt opgenomen. De VVD hecht veel waarde aan de toekomstvisie. Niet als blauwdruk, maar als richting voor toekomstige keuzes en ontwikkelingen. Zoals in de perspectiefnota staat kun je zelf kansen creëren en ontwikkelingen uitlokken in plaats van reageren op hetgeen ons overkomt. De VVD ziet een duidelijke parallel met de Omgevingsvisie en vraagt aandacht voor een slimme koppeling. Er is al veel beleid en het komt na de analyse van de huidige kracht van Oosterhout aan op het inventariseren van huidig beleid, tegenstrijdigheden in beleid in beeld brengen en het schrappen van oud beleid. Niet het huidige beleid met de nietmachine aan elkaar nieten, maar keuzes maken samen met de stad en de gemeenteraad. Het voorstel om met scenario’s te werken is erg sterk. De VVD vindt dat de toekomstvisie en omgevingsvisie, in combinatie met de omgevingswet extra bestuurlijke aandacht verdient. Regionale samenwerking. Op de agenda vandaag staan ook de begrotingen van de verbonden partijen. Voor wat betreft de Omgevingsdienst vragen wij, naast het financieel op orde brengen van de dienst, aandacht voor kwaliteit van de dienstverlening. De nieuwe omgevingswet komt er aan en zal zeker voor de omgevingsdienst de nodige impact hebben. We kunnen ons in de zienswijzen in het raadsvoorstel vinden en willen onze complimenten geven over de gezamenlijke voorbereiding van zienswijzen. Zo kunnen we krachtig sturen. De VVD stuurt sterk op punt 5 van de nota verbonden partijen: geen reserves en positieve resultaten terug naar deelnemers. Dus geen verdere versterking van de reserves van de GGD of losse projecten van de RWB van de positieve resultaten. De verbonden partijen vormen als het ware één geheel. De overschotten en tekorten komen uiteindelijk bij de Oosterhoutse belastingbetaler terecht. We ondersteunen het college in deze graag met een algemene zienswijze over het terug laten vloeien van de positieve resultaten die dit onderschrijft. In de tweede termijn dienen wij hiervoor een amendement in. Sociaal domein. Het jaar 2017, zal net als dit jaar in het teken staan van doorontwikkeling in het sociaal domein. De taken en verantwoordelijkheden zijn verschoven en de effecten worden duidelijker. Er is extra geld beschikbaar voor innovatie in de jeugdzorg. De VVD ziet het sociaal domein integraal en koppelt hier sport en cultuur aan. Vanuit deze beleidsvelden kunnen jongeren, maar ook ouderen gestimuleerd worden te participeren en hun eigen kracht te versterken. In de perspectiefnota staat dat investeren in sport leidt tot minder investeren in sociale voorzieningen. Ook in de sportnota wordt deze koppeling gelegd. Kunt u aangeven hoe u dit gaat monitoren en gaat versterken? Zo is ook aangegeven dat sportsubsidies meer gericht worden op het maatschappelijk rendement. Kunt u aangeven hoe u dit voor zich ziet en wanneer we voorstellen kunnen verwachten? Voor het domein veiligheid zijn wij benieuwd of er een evaluatie van cameratoezicht gepland is in 2017. De mogelijkheden voor flexibel cameratoezicht zijn verruimd en we zijn benieuwd of dit in Oosterhout ook ingezet kan worden om overlast en onveiligheid aan te pakken. Wij vragen het college ook om een evaluatie van het BIBOB-beleid. Hoe wordt invulling gegeven aan risicosturen, wat zijn de resultaten tot nu toe en is de extra inzet van middelen nog nodig of kan het aan andere veiligheidsmaatregelen besteed worden. Werkgelegenheid en economie. Om de
Notulen raad 13-06-2016 pagina 14 van 53
economische positie te versterken van Oosterhout wordt een Agenda Economie opgesteld. De VVD ziet deze nota graag tegemoet. Wat de VVD betreft met adagium: minder nota, meer actie. Een sterk uitvoeringsprogramma samen met de betrokken partijen waarbij gekeken wordt naar de synergie: regio en lokaal. Voor de binnenstad verwachten wij in de tweede helft 2016 en 2017 actie. De visies zijn gevormd, het komt nu aan op uitvoeren van de projecten en professioneel stadsmanagement. Zo ook voor de Heuvel. De ondernemers hebben een visie gevormd, een van de bomen op de Heuvel zal binnenkort vervangen worden, dus tijd voor een concreet plan. Wij horen graag van de wethouder of in 2017 er een concreet plan kan liggen zodat de herinrichting snel kan gebeuren? Een aantrekkelijke Heuvel versterkt de binnenstad met winkelen, horeca en beleving. De levendige gemeente. Voor 2017 staat de uitvoering van het integraal huisvestingsplan op de rol. Ook hier geldt: er wordt geïnvesteerd in de toekomst. Er liggen kansen om schoolgebouwen breder in te zetten. Datzelfde geldt voor schoolpleinen en speeltuinen. Bij de nieuwe visie op buiten spelen kan hier aandacht voor zijn. Binnenkort stelt de raad de kaders voor het sportaccommodatiebeleid en de cultuurnota vast. In 2017 kan voortvarend aan de slag gegaan worden met de uitvoering. Het project Brede Buurt loopt nu al een tijd. We zien graag in 2017 een evaluatie hiervan, ook in relatie tot de rol die OiB en de combifunctionarissen vervullen. Het is van belang om de diverse acties vanuit het sociaal domein, sport en cultuur goed aan elkaar te koppelen met het oog op integrale resultaten en doelmatige inzet van middelen. Ruimte en ontwikkeling. Vanaf dit jaar is er extra geld voor onderhoud van de openbare ruimte en wegen. We begrijpen dat niet voor alles geld is, maar vragen om binnen het project 30-kmzones de omgeving Pionier en de Houtse Heuvel op te pakken. Wat opvalt bij het JOR is dat al enkele jaren niet al het beschikbare geld uitgegeven wordt doordat projecten niet doorgaan of vertraagd zijn. Is het mogelijk om wat meer projecten op te nemen in de wetenschap dat niet alles 100% gerealiseerd wordt? In 2016 stelt de gemeenteraad het nieuwe Waterplan vast. Er is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het rioolstelsel en niet zonder resultaat. Ook tijdens een forse regenbui houdt iedereen droge voeten. In het kader van de hoogte van de rioolheffing zien we graag een onderzoek naar de ombuiging op de ambtelijke organisatie aangezien het aantal grootschalige projecten terugloopt. Voor 2017 staat het mobiliteitsplan op de rol. Voor de VVD is het investeren in een bereikbare stad geen luxe, maar noodzaak voor een sterke economie en goed bereikbare stad. We vragen het college bij het opstellen van de perspectiefnota 2018 als de contouren van het nieuwe beleid zichtbaar worden te analyseren wat de noodzakelijke middelen zijn. De VVD is erg te spreken over de aandacht voor de omgevingswet in de perspectiefnota. Een belangrijke wet die na de transities grote impact zal hebben voor de manier van werken: meer interactief, minder regels en meer ruimte. We kunnen komend jaar al een hoop doen vooruitlopend op de nieuwe wet zoals flitsvergunningen. De VVD zal bij de behandeling van de APV een voorstel doen om de APV sterk te dereguleren. Welstand hebben we vereenvoudigd dus een voorstel om € 30.000 vrij te maken om alle beeldbepalende panden te inventariseren voor het welstandsbeleid zien wij niet zitten. In tweede termijn dienen wij hiervoor een amendement in. Wat wonen betreft, blijft de focus op bouwen liggen. De VVD is erg te spreken over de inzet voor 300 extra woningen bovenop de voorraad. Voor goede projecten moet flexibel gekeken worden naar de woningbouwplanning. De discussie over woningbouw op locatie Zandoogje maar ook voor andere kleinschalige locaties hebben we eerder al gevoerd. We vragen het college ook om snel werk te maken van de visie voor Arkendonk en omgeving. Voorzitter, ik kom tot een afronding. De VVD is ziet een perspectiefnota met veel ambitie. Het komt nu aan op keuzes maken en een begroting in balans. De VVD gaat er voor.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 15 van 53
De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Melsen. Wie wenst, mijnheer Melsen, een vraag te stellen? Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid, gaat uw gang.’ De heer Van Opzeeland: “Dank u wel, voorzitter. Ik ga even door met u over de voorgestelde koppeling van de beleidsterreinen. Ik vind het wel mooi dat nu de discussie gaat over het sociaal domein en die 5,3 miljoen euro. Dat is nu even opnieuw, want dit is niet de eerste keer dat u met dit soort signalen komt. Koppelen is nu het woord, zo lijkt het. Ik zou u eigenlijk willen uitnodigen om het, samen met mij of met de raad samen, eens bij elkaar te gaan zitten van goh, welk initiatief zouden wij kunnen nemen als raad om die koppeling ook echt te maken. Want u vraagt om een evaluatie. Dan weet ik meestal wel wat de uitkomst is. Alles is goed, als het maar voor minder geld kan. Dus ik zou het initiatief naar de raad willen halen, om te kijken van, hoe kunnen wij nu rondom dat gezondheidsthema, dat zorgthema, hoe kunnen wij nu slimme koppelingen gaan maken? Want wij blijven er maar een beetje om heen draaien deze afgelopen jaren, al een jaar of zes, denk ik, inmiddels. Hoe zou u daar tegenover staan, het initiatief om als raad wat meer naar ons zelf toe te trekken?” De heer Melsen: “Een interessante gedachte, mijnheer Van Opzeeland. Ik herken ook uw punten die u aangeeft van, wij hebben het hier niet voor het eerst over. Maar goed, wij hebben de Cultuurnota de komende maand op de rol staan, die concepten hebben wij ook al gezien. Daar staat ook het nodige in over die combinaties maken. Laten wij in dat kader die discussie daar verder over voeren. Als u initiatieven heeft, dan sluiten wij graag aan om daar eens naar te kijken.” De heer Van Opzeeland: “Nee, u draait het nu weer naar mij toe. Dat vind ik ook prima. Ik wil dat initiatief best nemen. Maar het gaat er natuurlijk om, als wij stukje bij stukje al die terreinen afhandelen, dan hebben wij bij sport straks een beetje minder, bij sociaal domein een beetje minder en bij cultuur wat minder. Dat zou zo maar kunnen zijn. Het gaat er mij om, voordat wij aan dat soort nota’s toekomen, eerst eens met elkaar vaststellen, wat voor kaders zien wij dan? Hoe ziet u dan die koppeling op die beleidsterreinen. Ik vind het een uitstekend punt. Maar ik zou er wel werk van willen maken.” De heer Melsen: “Voorzitter, wij hebben de Sportnota 2013 vastgesteld. Daar zat een eerste aanzet in om die combinaties te maken, bijvoorbeeld subsidies voor sportverenigingen die gehandicapte teams hebben. Verenigingen die ouderen actief meenemen. Dat zijn beginpunten van de richting die wij onderschrijven. Daar vragen wij ook om het subsidiebeleid nog eens goed tegen het licht te houden. Van hoe kunnen wij dat soort initiatieven verder stimuleren. Wij geloven in de kracht in de samenleving. Wij geloven niet in het bovenaan opleggen van allerlei initiatieven van je moet en je zal. Maar je moet kijken wat voor prikkels je in kunt bouwen om dat gedrag te krijgen wat zoal u als ik graag willen.” De heer Van Opzeeland: “Volgens mij zijn wij het daarover eens. Volgens rest ons, met een blik naar de griffier met de vraag, kunt u ons helpen daarin? Dan nog een andere vraag, over de upgrading van de activiteitencentra. U zei en het was mij niet helemaal duidelijk wat u daarmee bedoelde. Wij willen dat het voor de belangrijke groepen een verbetering is. Ik zou u willen vragen, wat vindt u dan de belangrijke groepen daarin?” De heer Melsen: “Ik bedoel daar belangrijke groepen gebruikers in. Dat is dat het niet gaat zitten in het ophangen van nieuwe gordijntjes en wat nieuwe stoelen neerzetten.
Notulen raad 13-06-2016 pagina 16 van 53
Het moet meer zijn dan dat. Dat wij moeten kijken van welke gebruikers zijn er nu in de activiteitencentra en wat voor vragen hebben zij om die activiteitencentra beter toegankelijk te maken voor die doelgroepen. Er is bijvoorbeeld een onderzoek geweest naar mensen met een psychische aandoening, die hebben ook speciaal gevraagd om bepaalde dingen bij de inrichting. Dat soort voorbeelden, daar zijn wij naar op zoek. Als er wensen zijn, kijk dan of je die mee kan nemen.” De heer Van Opzeeland: “Bent u bereid om het initiatief daarvoor ook echt bij die groepen neer te leggen? Daar vraag ik naar, want er zijn genoeg mensen, rondom die activiteitencentra, in buurten, in gemeenschappen die wij hier hebben in Oosterhout, die zeggen, wij willen er best wat van maken. Wij zouden ook meer willen betekenen. Dus wat mij betreft zou het initiatief daar ook naar toe kunnen naar die groepen. Maar bent u bereid om dat ook te doen?” De heer Melsen: “Voorzitter, in een van de amendementen die voorligt, daar staat ook in overleg met de gebruikers. Dus ook daar weer de kracht in de samenleving zoeken. Zijn de initiatieven er, college pak ze op en ga ermee aan de slag. Dus een antwoord, weer ja.” De voorzitter: “Dank u wel. Gaan wij door naar mijnheer Piena, Gemeentebelangen.” De heer Piena: “Voorzitter, dank u wel. Mijnheer Melsen, heeft net antwoord gegeven op een vraag van mijnheer Van Opzeeland. Dat ging over het maatschappelijk rendement van subsidies aan sportverenigingen. Eigenlijk heeft hij al mijn vraag daarmee beantwoord.” De voorzitter: “Dank u wel. Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, mijnheer Melsen had het over de bezuinigingsvoorstellen die nog opgesteld moeten worden naar aanleiding van de begroting. U had het erover dat dat naar de raad zou moeten komen. Bedoelt u dan dat wij als raad bijvoorbeeld in de raadsvergadering van september daar een soort opiniërende discussie over zouden moeten voeren, om het college dan een aantal kaders, richtlijnen, gedachten mee te geven die het college dan in de begroting kan verwerken?” De heer Melsen: “Voorzitter, ik heb ook uw motie gezien, die sluit heel erg aan op onze gedachten. Ik wil me nog niet vastpinnen op september of iets. Ik vraag het college om daar straks in eerste termijn op terug te komen. Om in ieder geval een vorm, hoe wij het dan gaan inrichten dat is stap twee, te kiezen om het gesprek aan te gaan. Want wij zijn het met u eens dat het een belangrijke opgave is om dat gat van die miljoenen in ieder geval dicht te fietsen en daarmee niet te wachten tot erin november een dicht getimmerd voorstel ligt.” De voorzitter: “Dank u wel. Mevrouw Dujardin, Gemeentebelangen, gaat uw gang.” Mevrouw Dujardin: “U had het in uw bijdrage ook over de Pannehoef. Daarin werd ik getriggerd omdat u de Mariakerk en de Zwaaikom er bij noemde. Zou u nog even aan kunnen geven in wat voor context u die koppeling zag?” De heer Melsen: “Jazeker, de Pannehoef dat is een belangrijke voorziening, een bijzonder gebouw. Het is ook een gemeentelijk monument bovendien. De Mariakerk die komt leeg te staan. De Zwaaikom, de wijkontwikkeling is er daar ook een van. Kijk
Notulen raad 13-06-2016 pagina 17 van 53
vooral of je die verbindingen kunt maken, die stedelijke ontwikkeling op de kaart kunt zetten. Daarmee zeggen wij niet dat de Pannehoef voor eeuwig een Huis voor Cultuur moet zijn. Maar het kan zijn dat daar onderdelen inzitten die goed draaien, die wij kunnen laten lopen. Zijn er ondernemers die bijvoorbeeld een ruimte willen huren, dan moet daar ruimte voor kunnen zijn. Dus op die manier het wat breder bekijken. De Mariakerk die je in kunt zetten, naar dat hele cluster.” Mevrouw Dujardin: “Ik had begrepen dat de Mariakerk een beetje die taak verloren had op het culturele gebied en dat het gesloten zou worden.” De heer Melsen: “Dat klopt, de kerk wordt aan de erediensten onttrokken. Ook de parochie, zoals ik begrepen heb, zal de kerk af gaan stoten. Dat is misschien een bijzondere kans om te kijken of er ondernemers zijn of andere maatschappelijke partijen die daar iets mee willen. Het pand is mooi opgeknapt. Goed, wij hebben eerder al gepleit voor een Kerkvisie, dat het college eens kijkt van, wat voor mogelijkheden zien wij samen met het parochiebestuur als eigenaar, samen met andere maatschappelijke partners, om dat gebied die draai te geven die het kan gebruiken.” De voorzitter: “Dank u wel. Mijnheer Van Ginneken, Gezond Burger Verstand, gaat uw gang.” De heer Van Ginneken: “Voorzitter, bedankt. Ik heb een vraag aan mijnheer Melsen over de brandweerkazerne op Den Hout. Vindt u een bedrag van 500.000 euro hoog of te hoog voor aankoop gronden, nieuwbouw, verbouw, inrichting van de kazerne, vindt u dat te hoog? De tweede vraag is, waarom gaat u voor vertraging zorgen, terwijl u ook weet dat het pand nu al niet aan de Arbo eisen voldoet?” De heer Melsen: “Voorzitter, wat betreft de brandweerkazerne Den Hout, vinden wij het bedrag te hoog? Ja, dan vind ik dat je het wel ergens mee moet kunnen vergelijken. Vorig jaar hebben wij het bedrag op 250.000 euro vastgesteld. Nu zien wij een bedrag van 500.000 euro totaal staan, als je er 250.000 euro extra er voor uit trekt. Daar zien wij een beweging in. Wij willen gewoon kunnen zien wat voor scenario’s zijn er. Bijvoorbeeld, zit de brandweerkazerne op de juiste plaats? Of kan het op een andere plaats goedkoper? Of is er een andere partij waar je ruimte kunt huren? Dus kijk vooral naar dat soort mogelijkheden. Wij vinden het nu te vroeg om te zeggen van, trek 500.000 euro uit. Wij vragen het college, net zoals mijnheer Hoosemans zojuist heeft gedaan, kom met een goed plan om te kijken naar een locatie voor de brandweerkazerne in Den Hout. Wij vinden het nu te snel gaan om de kosten in een keer te verdubbelen.” De heer Van Ginneken: “Dus met andere woorden, u doet de toezegging van vorig jaar gewoon teniet.” De heer Melsen: “Voorzitter, ik heb die toezegging niet gedaan dat die brandweerkazerne in 2016 operationeel moet zijn. Wij hebben op dit moment een brandweerkazerne. Hij voldoet misschien niet aan de eisen. Maar ook hier weer toekomstbestendigheid, als je nu een beslissing neemt om de boel te schilderen en een steentje te verleggen en het blijkt over drie jaar toch weer niet te voldoen, dan moeten wij toch ons zelf schamen, zou ik me voorstellen. Dus dan denk ik, wij kunnen beter goed onderzoek doen. Kijken naar wat de afspraken zijn en hoe wij dit het beste in kunnen vullen. Het gaat nu te snel om te zeggen, wij trekken daar 500.000 euro voor uit.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 18 van 53
De voorzitter: “Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Melsen. Geef ik het woord aan mevrouw Roovers van het CDA Gaat uw gang, mevrouw Roovers.” Mevrouw Roovers: “Dank u wel, voorzitter. De fractie van het CDA zal de saldobestemming jaarrekening en de perspectiefnota tegelijk behandelen. We hebben geen opmerkingen over de jaarrekening. Saldobestemming jaarrekeningresultaat. We zijn blij dat een groot deel van het overschot naar de bestemmingsreserve sociaal domein en de vrije reserve gaat. De komende jaren blijven de onzekerheden op het sociaal domein bestaan en daarom zien wij het nut in van het ophogen van de reserve voor het sociaal domein. Ook de wat terughoudende insteek van het bestemmen van het jaarrekeningresultaat bevalt het CDA. Alleen bestemmen wat echt dit jaar nog moet gebeuren en de rest toevoegen aan de vrije reserve en in de P&C cyclus verder behandelen. Toch wil het CDA hier een amendement indienen wat betreft de herinrichting van de activiteitencentra. Door dit nu uit de saldobestemming te halen zal het waarschijnlijk pas na het zomerreces aan de orde kunnen komen, maar we achten het als CDA belangrijk genoeg om hiervoor een goede onderbouwing in een raadsnota te willen zien. Voor ons is van belang dat de investeringen vooral ten goede komen aan een verbetering van de functie van de activiteitencentra, met name op het gebied van de preventieve zorg van het nieuwe WMO beleid. In Den Hout moet er een nieuwe brandweerkazerne gebouwd gaan worden omdat de nieuwe brandweerwagens niet in het huidige gebouw passen. Vanwege grondaankopen en bestemmingsplanwijzigingen zal dit enige tijd in beslag gaan nemen. Het Spreidings- en dekkingsplan van de Veiligheidsregio loopt tot 2019 en dan hebben we geen enkele toezegging dat de brandweerkazerne in Den Hout operationeel blijft. Daarom dienen wij de volgende motie in. Perspectiefnota. We kunnen ons vinden in de grote lijnen van de perspectiefnota; er is invulling geven aan de afspraken in het coalitieakkoord, de raadsbesluiten van de afgelopen jaren of invulling gegeven aan de wetgeving die op ons afgekomen is. Wij zijn trots op het enthousiasme van ons college, maar de fractie van het CDA ziet daarin wel een gevaar. De kans op voordelen bij aanbestedingen wordt steeds kleiner en als we anticyclisch willen begroten moeten we nu een zuinigere tendens inzetten. Vóór de begroting moeten er bezuinigingen aan ons worden voorgelegd, want de begroting is nu niet structureel sluitend en daar kunnen we niet achter staan. Verbindend bestuur. Om meer te bereiken met ‘verbindend bestuur’ lijkt het ons zinnig nog eens goed te kijken naar de rol en de verwachtingspatronen van de verschillende partners; het college, de gemeenteraad en de burgers. Momenteel wordt er vooral ingezet op de verbetering van de communicatie en dat lijkt niet voldoende voor de burgers die echt mee willen beslissen. Lang niet alle besluiten lenen zich voor een volledige aanpak van ‘verbindend bestuur’. Bestemmingsplannen moeten nu eenmaal door de raad worden vastgesteld, maar uitvoeringszaken zoals de inrichting van de openbare ruimte of een speeltuin kan wel aan burgers worden uitbesteed. Ook de eigen rol van de gemeenteraad hierin zouden we graag verder willen uitwerken. Het recente overleg over verbetering van de democratische controle van de samenwerkingsverbanden heeft goede voorstellen opgeleverd. Het lijkt ons van belang op de ingeslagen weg verder te gaan en tevens te bezien of er mogelijkheden zijn om de deelname aan een samenwerkingsverband gemakkelijker opzegbaar te maken, met het doel eenvoudiger verbetering van beleid af te dwingen. Sociaal domein. Vooralsnog is de fractie van het CDA redelijk tevreden over de stand van zaken in het sociaal domein. We hebben kennis en informatie in huis. De basis is gelegd, maar we mogen onze ogen niet sluiten voor wat er nog te verbeteren is. Door rechtelijke uitspraken zal hier en daar wat moeten worden bijgestuurd of
Notulen raad 13-06-2016 pagina 19 van 53
gecompenseerd. We wachten hiervoor de voorstellen van het college af. De jeugdzorg zal het komende jaar van transitie naar transformatie moeten gaan. Best spannend voor een dergelijke kwetsbare groep. Wij zien dit met vertrouwen tegemoet. Wat betreft de WAVA. Samen met de andere gemeenten hebben wij in het verleden besloten vooralsnog met de WAVA verder door te gaan in de zorg voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Later in het jaar komen wij er nog uitgebreid over te spreken. Graag zouden wij zien dat WAVA zo spoedig mogelijk de zorg voor nieuw beschut werk, ook voor de gemeente Oosterhout, kan gaan verzorgen. Het Sociaal wijkteam moet nog verder doorontwikkeld worden en daarom vragen wij het college; blijf voortdurend de prestaties, bereikbaarheid en wachttijden monitoren en houd ons op de hoogte. We hebben begrepen dat er een beter beeld is van de mantelzorgers in onze gemeente doordat de gemeente het mantelzorgcompliment dit keer zelf uitgereikt heeft. Probeer deze mensen in beeld te houden en te achterhalen hoe wij hen goed kunnen ondersteunen bij het vele werk dat zij doen. Dit geldt ook voor alle andere vrijwilligers die in onze gemeente actief zijn. Werkgelegenheid en economie. In 2014 zijn we de raadsperiode begonnen met werk, werk, werk. Gelukkig begint nu eindelijk de economie aan te trekken en lijkt het voor een aantal groepen wat gemakkelijker te worden. Maar nog niet voor iedereen. Meerdere malen hebben we aandacht gevraagd voor de groep 55 plussers. Toch zien we nog altijd geen beleid voor deze groep; worden zij geacht als mantelzorgers of vrijwilligers te functioneren, moeten ze blijven solliciteren? Of gaan we hier kansen benutten? We vragen om een integraal beleid voor een bepaalde groep mensen; te denken valt bijvoorbeeld aan bijscholing, huisvesting enz. Een andere naam voor deze groep mensen mag ook, want we willen geen keiharde leeftijdsgrens trekken. We vragen het college om dit beleid uiterlijk met de begroting aan ons te presenteren en daarom dienen we het amendement 55 plussers in. De visie van het winkelcentrum Arkendonk laat wat ons betreft lang op zich wachten. De leegstand is daar inmiddels fors en de kans op verpaupering groot. Kijk wat de buurtbewoners en de ondernemers nodig hebben en presenteer ons de mogelijkheden. In aansluiting daarop. Het is algemeen bekend dat ons kent ons werkt. Als bedrijven mensen bij een vereniging kennen zijn ze eerder geneigd iets te sponseren en als een burger iemand bij een bedrijf kent zijn ze eerder geneigd de opdracht daar weg te leggen. Dus zorg dat de bedrijven weten wat er leeft in Oosterhout en andersom dat de burgers weten welke bedrijven Oosterhout rijk is. De levendige gemeente. Onderwijshuisvesting hebben we afgelopen maand behandeld en de komende jaren zal het Frencken weer bij de tijd gezet gaan worden. We hebben hierbij gevraagd of de huisvesting voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden. Cultuur komt komende maand uitgebreid aan de orde met de cultuurnota en als we spreken over al dan niet investeren in de nieuwe Pannehoef. Sportaccommodatiebeleid komt ook komende maand aan de orde, maar daarvoor houden we onze adem al in want al voor we het beleid gepresenteerd krijgen lijken er alweer ad hoc zaken op de raad af te komen omdat de budgetten niet voldoende zijn. Wij zijn geen voorstander van ad hoc oplossingen, maar wel van goede sportvoorzieningen en de preventieve werking die hiervan uitgaat, sfeer, kennismaking, gezondheid enz. Ruimte en ontwikkeling. Binnenkort wordt er meer duidelijk over de 380kv lijn. Dit zal positief of negatief heel veel impact hebben op de gemeente Oosterhout. In elk scenario zal hij ergens door de gemeente komen, maar het ene scenario heeft behoorlijk wat meer impact dan het andere. Dit jaar zal het Mobiliteitsplan naar de raad komen. Ondanks dat hier al een aantal projecten concreet benoemd zijn zullen ook hier nog keuzes gemaakt moeten worden. We willen het plan breed beoordelen, dus betrek hier ook de aanpak van de priobuurten, de nota buiten spelen, een fietsplan en het JOR bij. Wij voorzien ook tekorten bij de Nota buitenspelen. Wij vinden buitenspelen heel belangrijk maar we kunnen pas een beslissing maken als we de verschillende scenario’s voor hebben
Notulen raad 13-06-2016 pagina 20 van 53
liggen. Eerder heeft de fractie van het CDA al aangekaart dat de gemeente wat ons betreft een voorbeeldfunctie heeft op het gebied van duurzaamheid. Dit zien we inmiddels terug in de woonvisie, maar ook op andere gebieden mag er wat ons betreft gekeken worden naar duurzame oplossing met minder fossiele brandstoffen. Middelen. We hebben de afgelopen maanden met regelmaat een kijkje achter de schermen mogen nemen bij diverse afdelingen. In het begin van ons betoog hebben we het college opgeroepen om voor de begroting met bezuinigingen te komen. Wij denken dat dit niet op de werkvloer te halen is, hooguit op de inhuur van derden. Vorig jaar bij de saldobestemming jaarrekening hebben we extra gelden aan de activiteitensubsidies toegekend omdat er meer activiteiten georganiseerd worden dan dat er beschikbare middelen waren. Er worden steeds meer verenigingen en initiatieven naar deze subsidiepot verwezen omdat we iedereen gelijk willen trekken en andere middelen niet meer beschikbaar zijn. De regels voor deze subsidie worden steeds strenger omdat het plafond snel bereikt wordt. De kleine en startende initiatieven komen hierdoor niet meer aan bod. Wij zien graag een herijking van het subsidiebeleid tegemoet waarbij ook kleine en startende initiatieven aan bod kunnen komen. Dus niet alleen het plafond is bespreekbaar maar vooral de verdeling. Afsluiting. Wij willen graag afsluiten met onze complementen uit de spreken naar het college maar ook zeker niet in de laatste plaats aan de ambtenaren. De ambtelijke inzet om alle vragen te beantwoorden heeft ons erg geholpen in het traject van het beoordelen van alle stukken. Onze dank hiervoor. Tot zover onze bijdrage”. De voorzitter: “Dank u wel, mevrouw Roovers. Wie wenst, mevrouw Roovers, een vraag te stellen? Mijnheer Velds, D66, gaat uw gang.” De heer Velds: “Dank u wel, voorzitter. Ik begin zo langzamerhand in de gaten te krijgen dat de brandweerkazerne Den Hout een hoofdpunt van deze Perspectiefnota begint te worden. Nu er ook nog gevraagd wordt om hem na 2019 nog in stand te houden, begin ik mij af te vragen waarom dat zo nodig moet? Want de brandweerkazerne aan de Statendamweg die ligt, naar mijn idee, dichterbij Den Hout dan bij Oosterheide. Zouden wij dan ook niet een brandweerkazerne in Oosterheide bij moeten bouwen? Maar om het serieus te houden. Ik zie het belang niet zo. Ik denk dat de brandweerkazerne aan de Statendamweg ruim voldoende is om ook Den Hout te voorzien. Maar kunt u eens uitleggen waarom dat niet zo is?” Mevrouw Roovers: “Het Spreidings- en dekkingsplan loopt vanaf 2015, volgens mij, tot 2019. Toen is er aangetoond voor Den Hout de nut en noodzaak van die kazerne. Wij willen vooral voorkomen dat wij nu een lang traject gaan starten met grond aankopen en wijziging van het bestemmingsplan. Dat is echt niet in een paar maanden gerealiseerd. Dus dat het ook dit jaar niet uitgevoerd kan worden. Als blijkt in 2019 in een nieuw Spreidings- en dekkingsplan dat die kazerne niet meer operationeel hoeft te zijn, dan zitten wij met het gebouw. Want de Veiligheidsregio gaat over de mensen. Maar wij zitten met een splinternieuwe kazerne, die niet meer operationeel is. Dat is vooral ons zorgenpunt.” De heer Velds: “Maar trek ik dan de verkeerde conclusie dat je in dat perspectief niet af zou moeten wegen of je daar überhaupt nieuw bouwt?” Mevrouw Roovers: “In principe gaat daar de Veiligheidsregio over, het Spreidings- en dekkingsplan, daar gaan wij als gemeente niet over.” De heer Velds: “Ik zeg niet dat de vraag alleen bij ons ligt, maar in principe gewoon de vraag op tafel komt, zou je daar nog nieuw moeten bouwen?”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 21 van 53
Mevrouw Roovers: “Dat is dus eigenlijk het besluit.” De heer Velds: “In de richting van de Veiligheidsregio kan je dat voorstellen.” Mevrouw Roovers: “Ik denk dat wij nu met deze motie die vraag bij de Veiligheidsregio weggelegd hebben van, wacht niet tot 2019. Wij willen daar een nieuwe kazerne wegzetten. Wij moeten dan een gedegen onderbouwing hebben voor wij 500.000 euro uit kunnen geven.” De heer Velds: “Als u het zo bedoelt, dan ben ik het helemaal met u eens.” De heer Hoosemans: ”Voorzitter, bij interruptie. Ik hoor mijnheer Velds, een juiste uitspraak doen. Een juiste onderbouwing voor een rapport om te komen tot een goed besluit om een nieuwe kazerne te bouwen. Ik zie mevrouw Roovers instemmend knikken. Dan mag ik ook aan u vragen om uw motie aan te passen, in die zin dat dat onderbouwend rapport daar in het verzoek erbij komt.” Mevrouw Roovers: “Wij gaan ons best doen om dit voor donderdag voor elkaar te krijgen.” De voorzitter: “Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid, gaat uw gang.” De heer Van Opzeeland: “Dank u wel, voorzitter. Even over het sociale domein. Dat is een punt waar het CDA een aantal hele heldere uitspraken gedaan heeft, bij monde van de heer Kamps. Dat ging om twee dingen. Stuur op kwaliteit, dat was de eerste. De tweede was, wees gul. De eerste vraag die ik stel is, weet u nog wat het doel is van de WMO?” Mevrouw Roovers: “Stel er de tweede vraag maar achteraan dan behandel ik ze in een keer.” De heer Van Opzeeland: “Kijk, het doel van de WMO, zo staat het beschreven, dat is om te zorgen dat de ondersteuning aangepast wordt aan de eisen van deze tijd. Wens van mensen om zolang mogelijk thuis te wonen, om daarop in te spelen. Te zorgen dat mensen regie over hun leven houden en niet eenzaam zijn. Bent u het met ons eens dat er op dit moment geen beeld hebben van de kwaliteit dan wel het kwaliteitsniveau van in ieder geval de WMO en ook niet in de andere onderdelen van het sociaal domein?” Mevrouw Roovers: “Dat ben ik niet volledig met u eens. Ik denk dat wij…” De heer Van Opzeeland: “Welke gegevens heeft u dan wel die wij niet hebben?” Mevrouw Roovers: “Ik weet niet welke gegevens u heeft, die u niet heeft en die wij wel hebben.” De heer Van Opzeeland: “Als ik kijk….” Mevrouw Roovers: “Zou ik even uit mogen praten. Wij hebben informatieavonden gehad. Wij hebben stukken toegestuurd gekregen waar wij toch een beeld hebben gehad van wat er hier in huis gedaan is en wat er andere plaatsen in Oosterhout gedaan is. Wij hebben ook verhalen gehoord van mensen die gebruik maken van
Notulen raad 13-06-2016 pagina 22 van 53
voorzieningen. Wij zijn het wel met u eens dat nog niet alles in beeld is. Dat zijn wij zeker met u eens.” De heer Van Opzeeland: “Goed, wij hadden vorige week inderdaad die vragenmarkt gehad. Daar is ook gevraagd van, hoe staan wij nu? Daar zijn op dit moment voor ons nog geen echte kwaliteitscriteria, kwaliteitsgegevens beschikbaar, waar wij als raad kunnen aflezen van, hoe staat het nu in het sociale domein. Wij hebben ook hier de keuze gemaakt om niet zelf te gaan monitoren nog. Dus wij weten op dit moment niets. En toch bent u het met het college eens dat wij de reserve sociale domein kunnen terugbrengen naar een voor u adequaat niveau 5,3 miljoen euro. Waar is dat op gebaseerd wat u betreft?” Mevrouw Roovers: “Dat het eerste wil ik toch wel even iets nuanceren. Wij weten eigenlijk niets, ja is niet waar. Er zijn zaken in de zorg die niet in cijfertjes of kolommetjes te vatten zijn. Daarom is het zo moeilijk om het te monitoren. Ook met name op het privacy beleid. Je kunt niet zomaar zeggen, nodig die mensen uit die hier gebruik van maken. Want zo werkt het nu eenmaal niet in de zorg. Wij hebben met de fractie en ook met de ambtenaren die de stukken opgesteld hebben, hebben wij een inschatting gemaakt van de risico’s in het sociale domein die wij op ons af zien komen. Daarmee denken wij dat de reserve ruim voldoende zal moeten zijn.” De voorzitter: “Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Mijnheer Van Ginneken, Gezond Burger Verstand, gaat uw gang.” De heer Van Ginneken: “Voorzitter, bedankt. Ja, ik had ook nog een vraagje over de motie, het vierde bolletje. Hoe komt u erbij dat er een risico is dat bij het nieuwe Spreidings- en dekkingsplan het sluiten van de brandweerkazerne Den Hout aan de orde is? Er is pas, als ik het goed begrepen heb, een nieuwe brandweerauto besteld en dan praat u nu over sluiten. Waar baseert u dat op?” Mevrouw Roovers: “Die brandweerauto kan eenvoudig naar een andere kazerne. Dus dat is geen garantie dat die kazerne blijft bestaan. Het gaat er ons vooral om, wij willen een langere uitspraak dan 2019. Als daar een goede onderbouwing met een nota voor die kazerne bij moet, helemaal prima wat ons betreft.” De heer Van Ginneken: “Dat was de vraag niet. Waar baseert u het op dat na 2019 de brandweerkazerne eventueel gesloten gaat worden?” Mevrouw Roovers: “Ik denk dat ik hem anders insteek. Wij hebben geen garantie dat hij open blijft. Wij gaan nu een lang traject inzetten zonder enige garantie dat het gebouw operationeel blijft. Dat is rare idee van de Veiligheidsregio. Zij bepalen en wij mogen het gebouw bouwen. Dan is het gebouw van ons, maar dan hebben wij er niet zoveel meer aan.” De heer Van Ginneken: “Dan heb ik nog een vraagje over de 380Kv lijn. Waar zou hij volgens u de meeste impact hebben in Oosterhout?” Mevrouw Roovers: “Zuid.” De voorzitter: ‘Dank u wel. Ik kijk rond. Dat waren de vragen? Dames en heren, wij gaan schorsen tot 21.05 uur.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 23 van 53
SCHORSING
De voorzitter: “Dames en heren, iedereen is gezeten zie ik. De vergadering is heropend. Wij gaan door met de Socialistische Partij, in de persoon van de heer Driesse. Gaat uw gang, mijnheer Driesse.” De heer Driesse: “Dank u wel, voorzitter. In de eerste plaats willen wij de opstellers van de Perspectiefnota een compliment maken. Wat je ook van de inhoud mag vinden: het is in ieder geval een overzichtelijk stuk, dat makkelijk leest. De Perspectiefnota begint met een inleiding waarin wordt uitgenodigd over Oosterhout op de langere termijn na te denken. En dat vinden we wel een aardige uitdaging. Van nadenken over de toekomst is nog niemand slechter geworden. In de Perspectiefnota wordt slechts aangegeven, dat er voorstellen zullen komen m.b.t. het te volgen proces. Het college licht zelfs geen tipje van de sluier op waar zelf aan gedacht wordt. Wij zullen dat hier wel al een beetje doen, daar is het immers een Perspectiefnota voor. Perspectief wijst immers naar de toekomst. Nadenken over de toekomst van Oosterhout houdt in nadenken over de maatschappij in het algemeen. Geen stad staat op zich zelf, alles maakt deel uit van een groter geheel. Oosterhout is geen geïsoleerd eiland, dus betekent een visie op Oosterhout het hebben van een maatschappij visie in het algemeen. En de maatschappij, dat zijn we zelf , dus is de uitnodiging van het college simpel vertaald deze: denk eens na over hoe we met elkaar om dienen te gaan. En dat geldt dan voor burgers onderling, maar ook over de relatie burgers/overheid. En dat vinden we eigenlijk veel belangrijker dan steggelen over geld. Je kunt met een perfect sluitende begroting een rottige maatschappij creëren. Dus de primaire vraag wordt dan: hoe gaan we met elkaar om en hoe willen we in de toekomst met elkaar omgaan en dan pas de vraag: wat kost dat en hoe gaan we dat betalen. Dus eerst de immateriële en dan pas de materiele kant. De ideale maatschappij bestaat niet, Utopia bestaat niet en zal ook nooit bestaan. Thomas More heeft zijn Utopia ook nooit geschreven met de bedoeling dat in de praktijk toe te passen. Maar een aantal fundamentele normen een waarden zijn wel degelijk in de praktijk toepasbaar. De SP staat voor een maatschappij, waarin we respect hebben voor elkaar en voor al wat leeft, waarin we erkennen, dat alle mensen gelijkwaardig zijn en daar ook naar handelen, waarin iedereen bestaanszekerheid heeft, waarin we in vrijheid mee kunnen beslissen over de inrichting van de samenleving en wederom met respect voor de gelijke rechten van anderen kunnen streven naar zelfontplooiing en last but not least waarin we diegenen die op welk vlak dan ook in het gedrang komen de helpende hand reiken. En omdat dat niet bij iedereen voldoende in het DNA zit is het de taak van de overheid het goede voorbeeld te geven en daar waar nodig dat te organiseren. En deze fundamentele uitgangspunten, die misschien een wat hoog abstractieniveau hebben laten zich zeer wel in concrete maatregelen vertalen. En dat is dan een visie en geen scenario. In de Perspectiefnota wordt een tegenstelling tussen visie en scenario gesuggereerd, die er naar onze mening niet is. Een scenario kun je immers pas bedenken als je een visie hebt. Dit was het meer algemene gedeelte, dan nu een wat concretere visie op de diverse programma’s. Verbindend bestuur. Vermoedelijk is er niemand in deze zaal die nut en noodzaak van verbindend bestuur in twijfel zal trekken. Burgerparticipatie in welke vorm dan ook is belangrijk in het kader van de veranderende relatie overheid/burger, voor het creëren van zo veel mogelijk draagvlak en het zou zonde zijn niet te profiteren van de kennis en kunde van een ieder die nou toevallig geen raadslid, wethouder of ambtenaar is. Burgerparticipatie is dermate populair dat het bijna ongepast is om er kritiek op te hebben. En toch doen we dat en wel in de vorm van een waarschuwing. Het is mensen namelijk eigen
Notulen raad 13-06-2016 pagina 24 van 53
vooral te preken voor eigen parochie. Dat is geen kritiek, het is een constatering. Maar wij als Raad dienen het totaaloverzicht te hebben en te bewaren. En dat kan er toe leiden, dat wel eens nee verkocht moet worden als burgers met ideeën, voorstellen, initiatieven komen. Een goed voorbeeld hiervan is de recente Bromtol discussie. Er zijn toen voorstellen gelanceerd die onbetaalbaar waren en het is onze taak ook voor die aspecten oog te hebben en die mee te wegen. Ofwel: burgerparticipatie is goed, heel goed zelfs, maar het mag niet zo zijn, dat dus de burger per definitie altijd zijn/haar zin krijgt. En daarin moeten wij als Raad samen met diezelfde burgers een goed evenwicht in zien te vinden. En daarin ligt een uitdaging voor de toekomst. Sociaal domein. De doelstellingen als geformuleerd in de Perspectiefnota zijn wat algemeen geformuleerd, maar in zijn algemeenheid wel juist. Transitie jeugdzorg: na het implementatiejaar 2015 is het nu zaak - om de heer Kamps maar eens te citeren- het schip op koers te houden. Maar niet alleen dat, het moet ook een beetje door varen. Uit de informatieavond vorige week ontstaat toch wel het beeld, dat er nog de nodige plooien zijn glad te strijken. Dat is wederom geen kritiek maar een constatering. Van aanvang af was immers duidelijk, dat een dergelijk omvangrijk proces niet zonder kleurscheuren in gang gezet zou kunnen worden. Om die reden kunnen wij er ons in vinden 500.000 euro extra in een bestemmingsreserve jeugd te storten, maar er alleen maar geld in pompen is niet voldoende. In de Perspectiefnota wordt de vraag opgeworpen: maken we het echt efficiënter en goedkoper? Dat is toch weer denken in termen van geld. De centrale vraag zou moeten zijn: maken we het echt beter? Maar de wil is er en we willen het proces de tijd gunnen om zich te zetten. Transitie AWBZ: hier springt uiteraard de WMO en dan vooral de HBH. Alhoewel in de Oosterhoutse zaak nog niet tot in hoogste instantie beslist is heeft de CRvB in andere uitspraken al de richting aangegeven. Goed, dat het college op basis hiervan al heeft besloten tot aanpassingen van het huidige beleid te komen en niet de uitspraak in de eigen rechtszaak af te wachten. Ook een geruststellende gedachte, dat we in de reserve Sociaal domein een behoorlijke buffer hebben om dit op te vangen. Sociale wijkteams: wat echt niet acceptabel is zijn de oplopende wachttijden. Je kunt het niet maken om tegen mensen die hulp en ondersteuning zoeken zeggen: sorry, maar u staat onder aan de lijst. Dus gaarne absolute prioriteit om dit op te lossen. En met enige schrik moeten we lezen dat de bedrijfsvoering nog steeds niet op orde is. We verwachten niet, dat alles van aanvang af op rolletjes zou lopen maar na meer dan een jaar de bedrijfsvoering nog niet op orde hebben stemt ons niet gelukkig. Dus ook hier ligt een absolute prioriteit. Participatiewet: het meest prangende vraagstuk wat we nog niet opgelost hebben is de participatievoorziening beschut werk. En dat in relatie tot WAVA. Wat ons betref is de voorziening beschut werk bij WAVA onder brengen is meest logische keuze en wat ons betreft zo snel mogelijk. De mensen die voor beschut werk in aanmerking komen zitten immers al veel te lang in de wachtkamer. Voorts moet helaas geconstateerd worden, dat onze voorspelling is uitgekomen. We lopen behoorlijk achter wat betreft de banen afspraak. Nu is dat niet direct iets waar je als gemeente heel erg op kunt sturen, dus het is geen kritiek, maar we spreken wel de hoop uit, dat een maximale inspanning wordt geleverd om werkgevers te activeren. Veiligheid: we hebben al vaker aandacht gevraagd voor de positie van de wijkagent. Steeds waren sussende woorden ons deel, maar we zijn er nog steeds niet gerust op. Dus graag een toezegging van de portefeuillehouder, dat de 80% norm gehaald wordt. 3. Werkgelegenheid en economie. Het belang van werkgelegenheid behoeft geen nadere toelichting. Het stimuleren vaneen goed ondernemersklimaat is in dat kader essentieel. Dat geld voor de bedrijventerreinen maar zeker ook voor de binnenstad. We hebben al veel en uitgebreid gediscussieerd over de bruisende binnenstad. We betreuren nog steeds, dat in de raad geen meerderheid bestond om tot een leegstandsverordening te komen, maar wellicht is er op enig moment sprake van
Notulen raad 13-06-2016 pagina 25 van 53
voortschrijdend inzicht. Een bruisende binnenstad is en blijft een primaire verantwoordelijkheid van de ondernemers. De aantrekkelijkheid van het winkelcentrum kan alleen door ondernemers worden verhoogd. Dat betekent niet dat we als gemeente achterover mogen leunen onder het motto: je doet je best maar. We hebben onze stimulerende en ondersteunende rol al opgepakt en het is goed dat te blijven doen. Er is al genoeg over gepraat dus geen woorden maar daden moet hier het motto zijn. Die daden zijn dan gelegen in het uitvoeringsprogramma. En om genoemde stimulerende en ondersteunende rol mogelijk te maken mag er wat ons betreft een prijskaartje aan hangen. We hebben het al eerder gezegd: wij zijn geen voorstander van het met publiek geld financieren van private winsten, maar een bruisende binnenstad is ook een publiek belang, dus maken we hier een uitzondering zonder uiteraard carte blanche te geven. En bij werkgelegenheid kijken we ook naar toerisme. Een omgeving als die van Oosterhout is weinig steden gegeven, dus daar liggen absoluut kansen. De levendige gemeente. Onderwijs, cultuur, sport zijn essentieel voor een zich zelf respecterende samenleving. Ze bevorderen de zelf ontplooiing van het individu en zijn van belang voor de zo noodzakelijke sociale cohesie. Niet geheel onlogisch dus, dat wij onderwijs, sport en cultuur een warm hart toedragen. Met betrekking tot onderwijs: we hebben recent het IHP vastgesteld. Voor wat betreft het Frencken College zetten we wel vraagtekens bij nut en noodzaak van een verbetering van de aansluiting richting Lukwelpark. Nut en noodzaak is ons vooralsnog niet geheel duidelijk, dus we hopen daar aanstaande donderdag wat meer over te horen. Met betrekking tot cultuur: we keken met spanning uit naar de cultuurnota en hebben er al kennis van kunnen nemen. Gezien het voorbereidingstraject waren de verwachtingen eerlijk gezegd hooggespannen. Een eerste globale kennisneming leert dat er bepaald zinvolle dingen in staan, maar we komen er in juli in detail over te spreken. Als je het over cultuur hebt heb je het bijna automatisch over de Pannehoef. De discussie emmert maar door en er moeten zo onderhand maar eens keuzes gemaakt worden. Ons motto is: doe het niet of doe het goed. Als er dan uiteindelijk voor gekozen is het pand niet te verkopen brengt dat op z’n minst de verplichting mee het dan ook in een zodanige staat te doen zijn dat het aan haar doel beantwoordt. Sport: we hebben al opiniërend over het sportaccommodatiebeleid gesproken. Als je A zegt moet je ook B zeggen, dus als je zegt dat je sport belangrijk vindt moet je als gemeente ook je verantwoordelijkheid nemen t.a.v. de kleedaccommodaties. En over al dan niet kunstgrasvelden komen was vast nog wel te spreken. Tijdwaarneming Warande: dit laten we nog even open. Er zijn voors en tegens. Ruimte en ontwikkeling. Vorig jaar is het budget voor onderhoud in de buurten opgehoogd. En daar waren wij wel blij mee. Het liefst zouden we dat extra budget nog verder opgehoogd zien, maar dat zou van weinig realiteitszin getuigen, dus dat gaan we dan ook niet vragen. Maar dat geeft wel aan hoe wij hierin staan. Everdenberg: de SP was niet direct de grootste supporter van Everdenberg omdat we vonden, dat eerst de resterende ruimte op de bestaande industrieterreinen moesten worden benut, maar de realiteit heeft ons ingehaald. Nu de Raad eenmaal A gezegd heeft volgt B en de rest van het alfabet. Verkeer: we hebben recent twee tamelijk gordiaanse knopen doorgehakt: Bromtol en N629. Links om of rechtsom: het is goed, dat achter deze al zo lang slepende kwesties nu eens en vooral een punt is gezet. En het gegeven, dat de Bromtol uiteindelijk duurder uitvalt dan bij de eerdere plannen is de prijs die je betaalt voor democratie. Dan zien we onder het hoofd “Beleidsvoornemens” iets over de OMWB staan. Dat is natuurlijk niet echt een beleidsvoornemen, maar meer een beleidsnoodzaak omdat we nu eenmaal meedoen aan de OMWB. Of we dat nu leuk vinden of niet. Hetzelfde geldt in iets mindere mate voor de implementatie van de Omgevingswet. Die komt er gewoon en dus moet je daar als gemeente mee aan de slag. En alhoewel we geen grote fan zijn van inhuur van externen is dit een dermate omvangrijke klus met zoveel
Notulen raad 13-06-2016 pagina 26 van 53
haken en ogen, dat wij bij de noodzaak van inhuur van externen ons wel iets kunnen voorstellen. Hetzelfde geld voor het 380 KV dossier. Ook dat is gigantisch gecompliceerde materie, waarbij we als Oosterhout alleen maar profijt kunnen hebben van inhuur van de broodnodige expertise. Nieuw stadhuis: het is goed, dat wat dit onderwerp betreft verder wordt gekeken dan alleen de huidige locatie. Maar links om of rechts om: er zal iets gedaan moeten worden. Je geeft als gemeente een slecht voorbeeld als je als handhaver van regels je zelf niet een rits regels houdt. En dat geldt ook voor duurzaamheid, waar het huidige gemeentehuis ok niet direct een schoolvoorbeeld van is. Ik noemde even duurzaamheid. We zijn hier al tamelijk duidelijk over geweest bij de bespreking van de woonvisie. We hebben waardering voor de uitgesproken ambities m.b.t. duurzaamheid maar willen wel kritisch zijn om ervoor te waken dat het niet alleen bij woorden blijft. Dan denken we gelijk aan de duurzaamheidslening, die er nog niet is maar wat ons betreft wel gaat komen. Dan iets over financiën: in de eerste versie van dit stuk stond dat we blij zijn eindelijk eens van Attero af te zijn. Niet dus. Het risico blijft. Helaas, want vrijval van de reserve zou welkom zijn. Verder vroegen wij ons af hoe het is gesteld met dividend Brabant Water. Het zou toch wel plezant zijn als straks bij het opstellen van de begroting de portefeuillehouder er melding van kan maken dat er langs die weg een zeer welkom bedrag is binnen gekomen. En mocht dat niet het geval zijn, dan horen we toch graag dat de portefeuillehouder er boven opzit. Vervolgens dient geconstateerd te worden, dat het college niet op vakantie kan want er moet voor de begroting nog zo’n miljoen aan bezuinigingen c.q. ombuigingen gevonden worden. Enigszins eufemistisch wordt dat een niet geringe opgave genoemd. Het is iets meer dan dat, want impopulaire maatregelen voorstellen is nooit leuk. En wat ook bedacht wordt: ombuigingen/bezuinigingen worden doorgaans niet erg gewaardeerd. Wat ons betreft is alles bespreekbaar behalve bezuinigen op sociaal domein. Ik zeg dit ook met het oog op de jaarrekening ( pag. 98): “Als blijkt, dat die budgetten - bedoeld worden: rijksgelden –niet toereikend zijn zal het beleid moeten worden aangepast”. Het is misschien een beetje flauw om het steeds te blijven herhalen, maar de afspraak dat we Oosterhouters niet in de kou laten staan staat nog steeds. Mocht er derhalve een aanpassing van beleid nodig zijn dan altijd binnen die bandbreedte. En met deze constatering sluiten wij onze bijdrage af. De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Driesse. Wenst iemand, de heer Driesse, een vraag te stellen? We beginnen met de heer Alkema van D66, sorry mijnheer Velds. Anderen nog? Mijnheer Alkema, mijnheer Strack van Schijndel. Gaat uw gang, mijnheer Velds.” De heer Velds: “Voorzitter, mijnheer Driesse die houdt op met de reserves sociaal domein. Ik vind dat wel interessant. Hij voelt kennelijk wat nattigheid. Hij begint heel voorzichtig van zijn tekst af te wijken. Voelt u zich daar echt prettig bij om geld wat eigenlijk voor het sociaal domein bedoeld was, wat vanuit Den Haag als WMO gelden deze kant op is gestuurd, dat u zegt van, doe die eerst maar in de vrije reserve. Mocht het dan echt verkeerd gaan, dan halen wij het wel weer uit die vrije reserve. Met het risico dat het dan in middels ergens anders voor gebruikt is. Dat risico loopt u wel. Want het is ook al aangegeven dat die gelden namelijk nodig zijn om een aantal zaken uit te voeren. Dus u loopt wel degelijk het risico dat het op is. Zou het dan niet veel verstandiger zijn en zeker voor een partij als de SP, om dat geld toch maar in die sociale reserve te gooien?” De heer Driesse: “U begon uw vraag, voelt u me daar prettig bij. Laat ik het anders formuleren, ik heb daar geen moeite mee. Kijk, wij hebben de afgelopen jaren de reserves van het sociaal domein al behoorlijk opgehoogd omdat wij toch wel aan
Notulen raad 13-06-2016 pagina 27 van 53
zagen komen, met al die rechtszaken die er liepen over de hulp bij het huishouden, dat het misschien iets duurder zou kunnen uitpakken dan als wat wij gedacht hadden. Dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant van het verhaal is, de gelden die wij over hebben die vanuit Den Haag hier naar toegestuurd zijn voor het sociaal domein, dat wij daarop overhouden dat is toch het resultaat van beleid wat wij hier met z’n allen hebben vastgesteld. Dus daar kunnen wij niet over klagen. Je kunt niet zeggen dat wij het niet goed gedaan hebben omdat wij geld over hebben. Nee, dat beleid hebben wij met z’n allen vastgesteld. Het resultaat daarvan is dat wij geld overhouden. Goed, een gedeelte daarvan gaat naar het sociaal domein. Dan praat je over 5,5 miljoen euro. Wij wachten de voorstellen van het college af op het gebied van de herziening van de WMO. Maar 5,5 miljoen euro is toch wel een bedrag waar je heel iets aardigs smee kunt doen. Nogmaals, mocht dat niet genoeg zijn, dan spreken wij de vrije reserve aan. Als u zegt van, ja maar, dan is die vrije reserve misschien al op, hebben wij voor iets anders gebruikt. Ik wil er toch op wijzen, mijnheer Velds, dat wij als raad het budgetrecht hebben. Dus wij bepalen waar het geld naar toe gaat.” De heer Velds: “Voorzitter, die redenering begrijp ik wel. Maar juist van een partij, zoals ik daarnet al zei, juist van een partij als de SP, zou ik juist de omgekeerde redenering verwachten. Ik stel die gelden zeker binnen die reserve sociaal domein en vervolgens als dan naderhand blijkt dat dat geld overblijft, dan kan ik alsnog beslissen om dat naar de vrije reserve over te brengen. In plaats van deze volgorde, wij nemen het risico, want dat sluit u duidelijk niet uit dat er toch tekorten op zouden kunnen treden. Dan neemt u het risico dat het geld er niet is om het aan te vullen.” De heer Melsen: “Voorzitter, bij interruptie, als het mag? Ik heb een vraag aan mijnheer Velds. Ik was bij de sjabloonvragenmarkt en toen hebben wij het gehad over de reservevorming voor het stadhuis. Toen pleitte u ervoor om geen reserves aan te leggen. Want wij konden het toch wel uit de vrije reserve halen. Nu hoor ik u de hele tijd een heel sterk pleidooi houden van, er moet een hekje omheen staan. Het moet gelabeld zijn. Het moet veilig zijn. Heeft u dan geen vertrouwen in de raad dat wij die middelen uitgeven als het nodig is? Of ziet u het stadhuis toch echt van, het maakt toch niet uit wat het kost, laat het maar lekker in de vrije reserve zitten?” De heer Velds: “Ik vind de bouw van het stadhuis niet te vergelijken met het sociaal domein. Daar kijk ik echt heel anders tegenaan. Dat u er zo over denkt, dat verbaast me niet. Maar dat de SP er zo over denkt, dat verbaast mij wel.” De heer Melsen: “Nee, maar u draait nu om de vraag heen. Want waarom vindt u het dan nodig om überhaupt reserves te labelen als u zegt van, de raad die kan het toch anders besteden. Want u maakt zich zorgen dat mensen in de kou komen te staan. Daar zijn duidelijke afspraken over gemaakt in het coalitieakkoord. Dus waar maakt u zich zorgen over? Bent u bang dat als het hekje er niet omheen staat dat wij het geld er niet aan uitgeven?” De heer Velds: “Dat zou het probleem kunnen zijn, uiteindelijk, dat u het gebruikt om de Bromtol te betalen bijvoorbeeld. Dat is een. Maar het is ook zo dat dit geld eigenlijk duidelijk gelabeld uit Den Haag komt. Het is ook zo geweest dat er kennelijk al gemeenten gewaarschuwd zijn door Van Rijn dat zij dat geld daar ook voor moeten gebruiken. Oosterhout hoort daar nog niet bij, voor zover ik weet ten minste niet. Maar dat zou dus ook kunnen gaan gebeuren. Als je dan dus je gelden die daarvoor uit Den haag ter beschikking worden gesteld labelt, lijkt mij dat veel veiliger. Dan zeg
Notulen raad 13-06-2016 pagina 28 van 53
ik, dat u daar als VVD wat anders over denkt, dat verbaast mij niet. Maar dat de SP daar zo over denkt, verbaast mij wel.” De heer Melsen: “Ik denk dat dat weinig verbazing is, voorzitter. Want zowel SP als VVD hebben een handtekening onder een sterk coalitieakkoord staan waar deze uitspraak duidelijk in staat. Dat u daar misschien geen vertrouwen in heeft of geen vertrouwen in de rest van de raad, dat is dan voor uw rekening. Maar ik kan u bij deze toezeggen dat die afspraak nog spijkerhard daar staat en dat er geen mensen in de kou komen te staan.” De heer Velds: “Dat sluit de heer Driesse niet uit als hij zegt van, er zouden toch gelden nog nodig kunnen zijn. Het gewoon logisch is dat het geld dan weg kan zijn.” De voorzitter: “Dan laten wij de heer Driesse even zelf aan het woord over wat hij zegt en vindt.” De heer Driesse: “Wat mijnheer Melsen naar voren brengt dat is eigenlijk precies waar het om gaat. Kijk, mijnheer Velds, wij staan voor goede zorg. Dat mag duidelijk zijn. Daar zal niemand in deze zaal een andere visie over hebben. Nogmaals, wij hebben straks een reserve sociaal domein van 5,3 miljoen euro. Daar kun je heel wat smee doen. Wij als raad, nogmaals, hebben het budgetrecht. Als u bang bent dat het college de vrije reserve zo gaat uitputten dat er straks geen ruimte meer is voor sociaal beleid, dan, als wij het nog niet gedaan hebben, zult u wel aan de bel trekken. Wat mijnheer Melsen ook zegt,….” De heer Van Opzeeland: “Bij interruptie, voorzitter. U blijft herhalen. U zit in een coalitie die inderdaad heeft gezegd, niemand blijft in de kou staan. Dat klopt. Maar diezelfde coalitie zegt ook, wij gaan niet opplussen op rijksbijdragen. Wij doen alleen de wettelijke taken. Ik heb dezelfde vraag net gesteld aan de fractie van Gemeentebelangen, die hebben dat beaamd. Dus u zit in een coalitie die zegt, wij doen het allemaal minimaal. Pas als het echt niet anders kan dan zullen wij bij plussen. Wij hebben hier natuurlijk eerder met elkaar discussies gevoerd, als je staat voor zorg en als je staat voor die transformatie in de zorg, als je ruimte wilt geven en innovatie, als je mensen inderdaad echt niet in de kou laat staan, heb je meer nodig dan misschien alleen het geld wat uit Den Haag komt. U zegt nu, in navolging op de drie coalitiepartijen, wij doen het wel met hetgeen wat uit Den Haag komt en meer niet. Dat zegt u.” De heer Driesse: “Nee, sorry, mijnheer Van Opzeeland, dan hebt u mij niet goed begrepen.” De heer Van Opzeeland: “Ik citeer uit wat er in het coalitieakkoord staat.” De heer Driesse: “Hoe duidelijk moet ik het uitleggen. Het coalitieakkoord zegt, ik herhaal het nog maar een keer, wij laten Oosterhouters niet in de kou staan. Als dat uitgangspunt gerealiseerd moet worden met een budget wat hoger is dan wat wij uit Den Haag krijgen, dan zal er worden bij geplust uit het sociaal domein. Als dat ook nog niet voldoende is, dan zal er worden bij geplust uit de vrije reserve. Zo simpel is het. Daar kan ik geen letter aan veranderen.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, toch eventjes om daar even op door te gaan. Landelijk heeft de SP een heel duidelijk standpunt. Zorggelden moeten gelabeld worden en niet aan andere dingen besteed worden. Er gaat nu per saldo van die 5,2
Notulen raad 13-06-2016 pagina 29 van 53
miljoen euro is 1,7 miljoen euro voor het sociaal domein bestemd en 3,5 miljoen euro dus niet. Die 3,5 miljoen euro gaat in de vrije reserve en kan overal aan besteed worden. Hoe kan de SP dan garanderen dat die 3,5 miljoen euro, die dus niet voor de zorg gereserveerd wordt, niet aan andere dingen besteed gaat worden?” De heer Driesse: “Dat garanderen wij niet alleen, mijnheer Van der Zanden, daar bent uzelf ook bij betrokken. Want zoals ik al zei, wij als raad hebben budgetrecht. Als het college met voorstellen komt die de vrije reserve zo gaat uitputten dat er de dreiging ontstaat dat het sociaal domein onder druk komt te staan, dan trekken wij aan de bel.” De heer Van der Zanden: “Weet u wat nu het probleem is?” De heer Driesse: “Nee, wacht even, u…..” De heer Van der Zanden: “Weet u wat het probleem is? Oppositie plus SP hebben geen meerderheid in de raad.” De heer Piena: “Voorzitter, bij interruptie. Voor mijnheer Van der Zanden, de handtekening van Gemeentebelangen staat ook onder het coalitieakkoord. Wij stemmen volledig in met het antwoord wat de heer Driesse net gegeven heeft. Er komt niemand in de kou te staan. Uit welk potje het geld uiteindelijk moet komen, is volgens mij niet zo relevant als de oplossing juist is.” De heer Noltee: “Voorzitter, als ik toch even mag. Wat let dan die partijen die dat nu allemaal zo aangeven om vanavond nog, van mijn part donderdag na het antwoord van de wethouder, met een motie of een amendement te komen om dat zo op te schrijven? Want laten wij wel zijn, zoals de uitslag van de burgerrechter nu voorligt, kunnen wij gewoon niets anders als gemeente Oosterhout om bij te passen. Toch zeer zeker het geld wat wij nu over hebben gehouden om dat in te zetten.” De heer Hoosemans: “Voorzitter, mag ik reageren op de heer Noltee? Wij hebben wat dat betreft, mijnheer Noltee, het volledige vertrouwen in het zittende college.” De heer Noltee: “Het college doet toch verder niets? Het college traineert de zaak maar door in een brief te schrijven, wij moeten alles uitzoeken. Dat kan misschien nog wel een jaar, driekwart jaar, wie weet nog wel een jaar duren.” De heer Hoosemans: “Toch blijven wij, voorzitter, met uw toestemming? Toch blijven wij het college daarin steunen. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat dat goed gaat komen. Mijnheer Driesse heeft het al gezegd. Mijnheer Piena heeft het gezegd. Het staat duidelijk opgeschreven in het coalitieakkoord. Wij laten niemand in de kou staan. Wij zullen er voor zorgen dat het op een goede manier wordt ingevuld.” De heer Noltee: “Wat stelt dat voor als je al driekwart jaar in de kou zit? Sommige mensen die die huishoudelijke hulp niet betaald krijgen, er zijn er meer dan genoeg….” De heer Hoosemans: “Wij hebben het nu over de Perspectiefnota……” De heer Noltee: “……die dat eigenlijk niet kunnen hebben en die laat u in de kou staan. U kunt wel 80 keer zeggen, wij laten ze niet in de kou staan, maar het gebeurt gewoon.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 30 van 53
De voorzitter: “Mijnheer Hoosemans, en dan sluiten wij dit onderwerp af.” De heer Hoosemans: “Mijnheer Noltee, wij hebben het hierover de Perspectiefnota. Daar worden voorstellen gedaan die een vertaling krijgen in de begroting. Het is een doorkijk naar de toekomst. Wij kijken niet terug naar het verleden. Wij gaan het oplossen met de reserves die wij nu gaan vaststellen. Ik ben ervan overtuigd en ik heb er vertrouwen in, nogmaals, in het college wat hier zit, die dat op een goede manier gaat oplossen.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, kijk op deze manier kunnen wij natuurlijk elke discussie doodslaan door te zeggen van, wij hebben vertrouwen in het college.” De voorzitter: “Dan was voor u het laatste woord over dit onderwerp. Ik ga terug naar mijnheer Velds en vraag of hij nog andere vragen had aan mijnheer Driesse? Dank u wel. Dan ga ik door naar mijnheer Alkema van het CDA, ga uw gang.” De heer Alkema: “Voorzitter, ik heb een vraag aan mijnheer Driesse en dat lijkt een beetje een academische. U begint uw betoog met ….tussen materiële en immateriële doelen. Dan zegt u, wij moeten niet altijd aan geld denken als wij onze doelen stellen. Volgens mij is dat niet tussen materiële en immateriële, maar meer tussen kost geld of het kost geen geld. Maar vervolgens heeft u het bijna vijftien minuten lang over linken tussen geld en activiteiten Mijn vraag aan u zou zijn, als u nu in het sociaal domein kijkt en je kijkt bijvoorbeeld naar het 55+ amendement dat het CDA heeft ingediend, of u kijkt naar het economische domein, de werkgelegenheid, kunt u mij dan een voorbeeld geven van een materieel of immaterieel doel, dat u daar zou kunnen stellen, zonder dat dat geld kost en dat wel in de perspectiefnota had gekund? Ik zou het wel kunnen, maar kunt u het ook?” De heer Driesse: “Als de vraag is, kan het nu al in de Perspectiefnota? Dan is het antwoord nee, want zover zijn wij nog niet. Wat ik heb proberen aan te geven is dat wij eerst moeten nadenken over de rol in z’n algemeenheid, tussen burgers onderling en overheid, burger. Wat mij dus triggerde in de Perspectiefnota is met name het sociaal domein, dat de vraag gesteld werd kan het efficiënter en goedkoper? Dat is typisch een voorbeeld waarvan ik denk, het is een manier van denken die ik graag omgekeerd zou willen zien. Ik pleit ervoor dat je het omdraait. Goed, wat willen wij en vervolgens wat kost dat? Daar stond, wat kost het en wat kunnen wij daarvan doen? Dat is een andere manier van denken. Ik pleit ervoor om het om te draaien.” De heer Alkema: “Dan zou ik u willen uitdagen om dat daadwerkelijk te gaan doen en dus ook in uw betoog te zeggen, bijvoorbeeld als het over de arbeidsmarkt gaat of over het sociaal domein om immateriële doelen, materiële doelen zonder geld er bij te betrekken.” De heer Driesse: “Ik zei ook al, het is absoluut een uitdaging. Ik vind het ook heel leuk dat het college deze vraag neerlegt bij zichzelf en ook bij ons. Daar ligt voor ons allemaal een taak om daar serieus mee aan de slag te gaan. Dat is leuk.” De voorzitter: “Dank u wel. Gaan wij door naar mijnheer Strack van Schijndel, van Gezond Burger Verstand.” De heer Strack van Schijndel: “Dank u wel, voorzitter. Immateriële en materiële. Mijnheer Driesse is daar echt heel goed in. Ook als het gaat over burgerparticipatie,
Notulen raad 13-06-2016 pagina 31 van 53
over verbindend bestuur. Ik heb eigenlijk twee vragen daarover. Preken voor eigen parochie dat is misschien met uitzondering van mijnheer Kamps, is dat misschien een beetje een negatieve kreet. Kunt u uitleggen wat u daarmee bedoelt? U zegt dat de Bromtol, die duurder uit is gevallen, dat is nu eenmaal de prijs van de democratie. Ik kan het niet anders interpreteren dan dat de SP zegt, ja, die burgerparticipatie daar heb je eigenlijk niets aan. Maar dat zie ik misschien verkeerd? Ik zie u nee schudden.” De heer Driesse: “Ik knik ja en ik schud nee omdat uw vraag beide componenten betreft, mijnheer Strack van Schijndel. Kijk, ik noem twee voorbeelden. De discussie over de Hoogstraat, de afsluiting daarvan….” De heer Strack van Schijndel: “Mag ik het even beperken tot de situatie bij de Bromtol. Want u zegt nogal wat. U zegt gewoon dat er gekozen is voor een oplossing die duurder uitpakt, maar dat is nu eenmaal de prijs van de democratie. Ik vind het niet chique om dan uit te gaan wijken naar een ander voorbeeld.” De voorzitter: “Ik geef mijnheer Driesse graag de ruimte om te antwoorden zoals hij wil. Ga uw gang, mijnheer Driesse.” De heer Driesse: “De situatie rond de Bromtol, mijnheer Strack van Schijndel, was niet wezenlijk anders dan de situatie bij de Hoogstraat. Bij de Hoogstraat was het Oosteind wat fel protesteerde tegen de afsluiting van de Hoogstraat. Dat begrijp ik ook. Dat bedoel ik dus met het preken voor eigen parochie. Je komt op voor je eigen belang. Dat mag. Daar is helemaal niets mis mee. Hetzelfde zag je bij de Bromtol. Als ik zeg, ja, er kwamen initiatieven die duurder uitpakten. Denkend dus aan het alternatief om een viaduct aan te leggen over het kanaal en dan via de Statenweg een ontsluiting te maken. Dat dermate duur is dat wij dat als gemeente niet kunnen op hoesten. Dat bedoel ik dus met te zeggen van, men komt op voor het eigen belang. Prima, niets mis mee. Maar er hangt een prijskaartje aan. Wij moeten dat prijskaartje wel in de gaten houden. De prijs voor de democratie, daar bedoel ik mee, en dat is dan weer juist een compliment aan burgerparticipatie, dat het eerdere voorstel van het college, de totale afsluiting van de Stelvenseweg, veel goedkoper was. Dat was een oplossing die volledig uit de reserve infrastructurele werken bekostigd zou kunnen worden. Juist omdat het college burgerparticipatie serieus genomen heeft, is dat voorstel teruggetrokken. Dat bedoelde ik met de prijs van de democratie.” De voorzitter: “Dank u wel. Dan ga ik nu door naar mijnheer Van Opzeeland van de Partij van de Arbeid.” De heer Van Opzeeland: “Eigenlijk een vervolgvraag op wat mijnheer Strack van Schijndel net vroeg. U doet het voorkomen, ik blijf ook hangen op die woorden, ik ken u als iemand die normaal gesproken heel zorgvuldig kiest. Het voelt een beetje alsof je op die manier tegen burgerparticipatie aankijkt alsof je daarmee ook winnaars en verliezers creëert. Dat kan volgens mij niet uw bedoeling zijn geweest, dat zie ik ook aan u. Zou ik u mogen uitdagen en daar wil ik best ook iets in helpen, om dat proces zoals dat gegaan is omdat eens met elkaar te evalueren? Het hoeft niet alleen de Bromtol te zijn, het mag ook op andere plaatsen, bijvoorbeeld de Hoogstraat. Misschien ging dat juist wel heel goed. Maar vooral het proces, want er was een bedoeling om samen met alle belanghebbenden te komen tot een beste oplossing. Dat je het uiteindelijk niet over een prijskaartje hebt, die snap ik, maar het gaat om dat proces. Hoe betrek je die gemeenschap, voordat je tot een besluit komt, maar
Notulen raad 13-06-2016 pagina 32 van 53
ook vooral hoe zet je ze weg, nadat je het besluit genomen hebt? Wat mij steekt is dat daar de hele gemeenschap weg is als verliezers. Zowel in woorden die in de raadzaal zijn gevallen als daar buiten. Daar maak ik wel bezwaar tegen.” De heer Driesse: “Om met het begin te beginnen, mijnheer Van Opzeeland, ik neem uw uitnodiging graag aan. Ik zei net ook al, er ligt een uitdaging voor de toekomst. Dan zou het niet erg consequent zijn als je die uitdaging niet aan zou willen gaan, dus graag. Wat het laatste betreft, verliezers, dat is nu juist precies wat ik bedoel. Zowel bij de Hoogstraat, als bij de Bromtol heb ik geluiden gehoord van, ja, wij worden niet gehoord. Men is wel gehoord. Alleen het college en de raad hebben uiteindelijk anders beslist. Dat gevoel van ongenoegen, we worden niet gehoord, dat moet op de een of andere manier weggehaald worden. Dat burgers, ook als zij hun zin niet krijgen, toch in ieder geval de zekerheid en het idee hebben dat zij serieus genomen zijn. Dat bedoelde ik daarmee.” De voorzitter: ‘Dank u wel. Dan heb ik nog staan mijnheer Melsen, VVD.” De heer Melsen: “Ook over het thema verbindend bestuur. Maar ik wil het een keer los zien van alle voorbeelden. Maar meer over de informatieavond die geweest is, of de inspraakavond over verbindend bestuur, waar welgeteld vier burgers op afgekomen zijn. Mijn vraag is, hoe ziet u dat voor zich dat dat verbindend bestuur dat dat beter tot z’n recht kan komen dan wat er nu met een traditionele informatieavond, waar welgeteld vier burgers op af komen, verbeterd kan worden?” De heer Driesse: “Ik moet u tot mijn schande bekennen, mijnheer Melsen, dat ik er zelf ook niet was op die avond. Ik hoor u zeggen, er zijn maar vier burgers aanwezig geweest. Ja, dat is dan kennelijk een voorbeeld dat het nog niet voldoende leeft. Als u mij nu concrete maatregelen vraagt van, hoe kun je dat verbeteren, want dat is eigenlijk wat u vraagt. Dan moet ik u op dit moment het antwoord schuldig blijven. Maar ik vind het, wat ik ook tegen mijnheer Van Opzeeland zeg, wel zeker de moeite waard om daarover na te denken, over hoe gaan wij die beide processen, hoe gaan wij dat zodanig vormgeven dat wij vooruit kunnen.” De heer Alkema: “Voorzitter, mag ik hier bij interruptie iets over zeggen? Ik was bij die bijeenkomst. Het was inderdaad een treurige bijeenkomst in dat zwembad met die paar semiburgers, erg betrokken wat hierin de gemeente gebeurt. Maar diezelfde week was ik bij de opening van het speelplaatsje in mijn wijk. Waar ik als buurtbewoner altijd betrokken was bij het onderhoud van de tuin van de vrije school, waar nu huizen staan met een nieuw speelplaatsje, ontwikkeld door iemand die in die nieuwe huizen is komen wonen met zijn kinderen. Ontwikkeld samen met al die buurtbewoners en de ambtenaar die het hier organiseerde, hebben wij de tekeningen bekeken en op waarde ingeschat. Het is geopend door de wethouder die door z’n moeder werd opgewacht aan het eind van de glijbaan. Ik vond het een prachtig staaltje van verbindend bestuur. Dat bestaat dus ook. Dus als wij willen kijken naar hoe moet het beter, dan moeten wij kijken naar concrete doelen die in een buurt wel degelijk gehaald kunnen worden door deelname van mensen die daar betrokken bij zijn en graag aan meedoen.” De heer Driesse: “Ik zou zeggen, mijnheer Alkema, met deze ervaring, welkom in de club.” De voorzitter: “Had u nog andere vragen, mijnheer Melsen? Niet? Mijnheer Van der Zanden, had u nog een vraag?”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 33 van 53
De heer Van der Zanden: “Voorzitter, ik had nog een vraag. Dat gaat over het sociaal domein, maar niet meer over de financiële kant van de zaak. Mijnheer Driesse gaf eigenlijk aan van, blijkbaar is er een beleid ingezet wat in die zin goed is, wat past binnen de middelen die wij van het Rijk gekregen hebben. Als ik het even vrij vertaal. Nu heeft staatssecretaris Van Rijn op een gegeven moment gezegd en ik citeer het even. Wethouders en raadsleden in gemeenten die veel minder uitgeven dan vooraf ingeschat, die zouden nog eens goed bij zichzelf te rade moeten gaan en de vraag moeten beantwoorden, zijn wij zuinig of zijn wij eigenlijk een beetje te zuinig? Dus eigenlijk aan mijnheer Driesse de vraag, zijn wij zuinig geweest bij het sociaal domein of zijn wij te zuinig geweest?” De heer Driesse: “U gebruikt terecht de term wij, mijnheer Van der Zanden. Want dat beleid hebben wij vastgesteld. Dus als er sprake is van zuinig of te zuinig, dan zijn wij daar met z’n allen verantwoordelijk voor. U net zo goed als ik.” De heer Van der Zanden: “Dan is mijn tweede vraag, zou u dan het beleid aan willen passen omdat wij nu toch wel kunnen zeggen dat het te zuinig is? Dat is dan de vervolgvraag.” De heer Driesse: “Op het gebied van de WMO komen ook verbetervoorstellen van het college en die wachten wij graag af.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Driesse van de SP. Ik geef graag het woord aan de heer Van Ginneken van Gezond Burger Verstand. Dat is in de praktijk de heer Strack van Schijndel, komt u naar voren. Gaat uw gang, mijnheer Strack van Schijndel.” De heer Strack van Schijndel: “Ja, ik zou zeggen voor wie het verschil niet weet. Dat is mijnheer Van Ginneken. Voorzitter, we staan halverwege de regeertermijn van dit college. En mooi moment om te kijken waar we staan. Laten we dat doen door langs de programma's te gaar, maar niet na eerst te zeggen dat wij van Gezond Burger Verstand de perspectiefnota een helder verhaal vinden. Verbindend Bestuur. Verbindend Bestuur, voorzitter. Voor het college en voor Gezond Burger Verstand een belangrijk programma. Dit is op de lange termijn een van de pijlers van succesvol gemeentebestuur. Over de resultaten in dit programma is Gezond Burger Verstand in het geheel niet tevreden. Met meerdere dossiers heeft het college mooie kansen laten lopen om belanghebbenden op een effectieve manier te betrekken bij het proces. Daardoor is er vertraging ontstaan, is de gekozen oplossing van mindere kwaliteit en is het draagvlak minder dan het kunnen zijn. Voorzitter, er zijn mensen die het mooi vinden als een college wordt teruggefloten, zoals bij het Zandoogje en bij de Bromtol het geval is geweest. Dat is toch het beste bewijs dat het democratisch proces goed functioneert? Voorzitter, het enige positieve daaraan is dat er een noodrem is die tegenwoordig wel functioneert. Als het gaat om verbindend bestuur zijn dit voorbeelden van hoe het niet moet. Volgens Gezond Burger Verstand betekent verbindend bestuur in dergelijke dossiers een voorstel in samenspraak met de belanghebbende burgers en bedrijven tot stand komt en dat alle partijen zich er in kunnen vinden Als zo'n voorstel dan in de raad komt, is het een hamerstuk, voorzitter. Voorzitter, we nemen een voorbeeld: de Bromtol. Het is toch echt zo dat er een voorstel lag waarvan een week voor de besluitvorming duidelijk werd dat er grote praktische bezwaren waren en dat er geen draagvlak voor was. Voorzitter, het voorstel van het college was gewoon slecht en dit was niet gebeurd als college de eigen goede voornemens op het gebied van verbind bestuur had nageleefd. De
Notulen raad 13-06-2016 pagina 34 van 53
herkansing, voorzitter, heeft het college het geen haar beter gedaan. Ja, er is een nieuw voorstel gekomen, waarin met de belangrijkste bezwaren rekening werd gehouden. Ja, er zijn informatieavonden georganiseerd. Informatieavonden, voorzitter, dus de belanghebbende burgers is de gelegenheid geboden om technocratie aan te horen. En, voorzitter, als het advies van deskundigen het zwaarst weegt, voorzitter, loopt verbindend bestuur risico's. Als mogelijke vertraging in de spits voor kantoorpersoneel in 2030 moet worden voorkomen door nu schoolkinderen om te laten rijden, voorzitter, dan krijgt verbindend bestuur een dikke min als daar niet op een constructieve manier met de belanghebbenden over wordt gepraat. Het college mist op dit moment gewoon de vaardigheden om op zo'n dossier verbindend bestuur in de praktijk te brengen. Dat vinden we zorgelijk, voorzitter. Het college heeft immers heldere doelstellingen en moet hierin een voortrekkersrol nemen. We zien het niet gebeuren, voorzitter en we maken ons daar zorgen over. Sociaal domein. Het Sociaal domein, voorzitter. Een beetje terug naar de structuren van vroeger. Niet meer de overheid die voor je zorgt, maar zoveel mogelijk de steun die je nodig hebt zoeken in je eigen directe omgeving. Dat vinden wij geen slechte ontwikkeling, voorzitter. Maar, voorzitter, Gezond Burger Verstand is daarom in het geheel niet blij met het 'ver SP'en' van het sociaal beleid op het gebied van de maatschappelijke zorg en. Steeds meer is de inkomenspositie van mensen bepalend voor waar ze recht op hebben. We hebben als Gezond Burger Verstand ingestemd met het beleid van het college na toezegging van de wethouder dat mensen die het nodig hebben hulp in de huishouding krijgen. We zijn blij met de uitspraak van de rechter dat huishoudelijke hulp onder de WMO moet vallen. We willen af van de directe koppeling met inkomen. De uitspraak van de SP dat het minimabeleid zoals dat in februari is vastgesteld aantoont dat we niemand in de kou laten staan, is voor Gezond Burger Verstand een gruwel, voorzitter. Dit SP-beleid is contraproductief en staat het realiseren van de eigen doelstellingen in de weg. Het zorgt voor een verslechtering van de maatschappelijke in Oosterhout. Niet alleen op korte termijn, maar vooral ook op de lange termijn. Het beleid van het college moet er op gericht zijn in alle lagen van de bevolking de eigen mentale, sociale en lichamelijke kracht optimaal te benutten. Doen alsof alleen arme mensen hulpbehoevend zijn of mensen pas helpen als ze arm geworden zijn, is ronduit slecht beleid. Het betekent niet alleen een verkilling van de rol van de gemeente, maar het zorgt voor verkeerde prikkels en betekent op de lange termijn ook hogere kosten voor de gemeente. Voorzitter, de jeugdzorg is een zorg van ons allen. We willen dat onze kinderen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen, maar we willen ook dat ze zich aan regels houden. Dat blijkt in de praktijk soms een lastige combinatie. En ingrijpen kan pas nadat de rechter daar een uitspraak over heeft gedaan. Maar je wilt veel eerder kunnen bijsturen. Daar wordt aan gewerkt en we blijven graag op de hoogte van de ontwikkelingen. We gunnen onze kinderen het beste en willen dat het ze aan niets ontbreekt, maar ze moeten later als ze zelf volwassen zijn wel hun eigen broek op kunnen houden. Zelf geld verdienen en hun kinderen weer geven wat zij weer nodig hebben. Dat blijkt in de praktijk soms een lastige combinatie. Wat gaan we als gemeente doen om ervoor te zorgen dat jongeren niet alleen kantoorbaantjes ambiëren, maar ook de handen uit de mouwen willen steken en met de laarzen in de modder willen staan. Hier gaan we iets mee moeten, voorzitter. Veiligheid, voorzitter. Zijn kwetsbare mensen veilig in onze gemeente? We hopen en verwachten van wel, maar de risico's worden groter naarmate ouderen langer thuis blijven wonen en criminelen geraffineerder en scrupulozer worden (nieuw woord). Voorzitter, Gezond Burger Verstand wil als het om veiligheid gaat en zeker als het om veiligheid van kwetsbare mensen in onze samenleving, dichter op de t zitten. Gezond Burger Verstand wil dat de speerpunten in het veiligheidsbeleid van de gemeente duidelijker naar voren komen en dat we frequenter inzicht krijgen in de resultaten. De genoemde indicatoren zouden goed
Notulen raad 13-06-2016 pagina 35 van 53
kunnen zijn, maar we willen zien welke indicatoren horen bij de speerpunten en hoe daar mee wordt omgegaan. Voorzitter, voor zover wij weten, is jeugdveiligheid nog steeds speerpunt in Oosterhout. We zien graag hoe zich dat ontwikkelt. Daarnaast wordt nu meer aandacht geschonken aan de veiligheid van ouderen en andere kwetsbare groepen. We zien graag de speerpunten terug in indicatoren. Werkgelegenheid en Economie. Dan Werkgelegenheid en Economie. Voorzitter, Gezond Burger Verstand wil hier focus en actie. We hebben het er al eerder over gehad. De planning is nu dat de Agenda Economie in juli moet worden vastgesteld. Daarna komt er een uitvoeringsagenda. Blijkbaar is onze vraag om die uitvoeringsagenda in de agenda zelf op te nemen niet gehonoreerd. Voorzitter, focus en actie. Als dat in de beleidvorming al zo'n probleem is, hoe moet dat dan straks met de uitvoering. We vinden het treurig, voorzitter. Zoals de Bruisende Binnenstad. Het is natuurlijk onzinnig te denken dat de ijsbaan zo veel geld kan opleveren dat hij zich volgend jaar zelf kan bedruipen. Hoezo moet er nu nog binnenstadmanagement opgetuigd gaan worden. Wanneer gaat dat management iets opleveren en wat? En hoe gaan we het resultaat meten? U denkt toch niet, voorzitter, dat Gezond Burger Verstand daar blij van wordt. Gezond Burger Verstand ziet leegstand in de binnenstad, voorzitter. Waarom hebben we daar geen cijfers van? Weet het college niet hoe het daar mee staat wil het die cijfers maar liever voor zich houden. Gezond Burger Verstand ziet een gedemotiveerde binnenstad, voorzitter. Waarom krijgen we dat niet in beeld. Gezond Burger Verstand wil heel graag weter hoe de ondernemers in de binnenstad de huidige situatie ervaren en hoe ze de toekomst zien. De trend in het ondernemersvertrouwen in de binnenstad, voorzitter. Voorzitter, we missen nog steeds de focus en actie als het gaat om de binnenstad. De Oosterhoutse ondernemers, voorzitter. We vragen ons nog steeds af of het thuisvoordeel van Oosterhoutse ondernemers op een goede manier wordt meegenomen bij het gunnen van werk. Wij vinden dat belangrijk, voorzitter. De voordelen voor de gemeente als je werk gunt aan lokale ondernemers moete meewegen. Voordelen op het gebied van werkgelegenheid, op het gebied van kennis van de lokale situatie en ook op het gebied van betrokkenheid. Volgen ons zijn dat nog steeds factoren die niet worden meegewogen bij de keuze. De levendige gemeente. Voorzitter, zoals u weet, is Gezond Burger Verstand een voorstander van decentrale voorzieningen. Sport en cultuur dicht bij de mensen, in de wijken. Daarom steunen we het beleid op dit gebied. Ruimte en Ontwikkeling. Voorzitter, Ruimte en Ontwikkeling, en dan eerst maar 'ns de openbare ruimte. We willen met elkaar schone, hele en veilige buurten waarin het aantrekkelijk om te wonen. En niet alleen wanneer een huis of een wijk net nieuw is, voorzitter, maar ook dertig jaar later. En daar zitten we met een paar uitdagingen. In Dommelbergen en Oosterheide hebben we te maken met buurten die dreigen te verpauperen. Dat is ook weer iets wat wij van Gezond Burger Verstand signaleren en waarvan we vinden dat dat gemonitord moet worden. Oftewel, we willen een indicator waar per wijk of buurt kunnen zien hoe de stand van za is. Wij vinden het belangrijker dat we per wijk weten hoe die ervoor staat, zodat we knelpunten kunnen aanpakken, dan dat we weten hoe Oosterhout het di vergeleken met andere gemeenten. Mobiliteit, voorzitter. Gezond Burger Verstand vindt net als het college mobiliteit en een goede ontsluiting van wijken en bedrijventerreinen belangrijk. We maken ons daarbij zorgen over de ontsluiting van de nieuwe wijk op het voormalig PDM terrein. Daar dreigt een probleem te ontstaan. We vragen het college hierin strak in te staan, maar die maatregelen die nodig zijn voor een duurzame oplossing. Voorzitter, tenslotte de 380 kV leiding. We zijn het er over eens dat het plan om deze bovengronds vlak langs Oosterheide te laten lopen zeer slecht is. We vragen het college om ook rekening te houden met de belangen van de gemeente, met name de kerkdorpen Den Hout en Oosteind, bij de andere trajecten, hebben sterk de indruk dat de inzet van het college eenzijdig gericht is op het
Notulen raad 13-06-2016 pagina 36 van 53
voorkomen van het voorgestelde zuidelijke traject. Dat vindt Gezond Burger Verstand geen goede zaak. Saldobestemming. Voorzitter, Gezond Burger Verstand vindt ook dat het leeuwendeel van het saldo naar de vrije reserve gaat. We zijn er geen voorstander van dat bij voorbaat gekozen wordt. Flexibiliteit is hier ook belangrijk. Het aantal posten 'onvoorzien' is fors. Het restylen van de activiteitencentra valt hier natuurlijk wel, in negatieve zin, op. Gezond Burger Verstand vraagt zich wat visie en plan zijn waar deze investering in past. We hebben hier graag meer duidelijkheid over en leven daarom enthousiast mee met de partijen die daar om vragen. De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Strack van Schijndel. Wie wenst, mijnheer Strack van Schijndel, een vraag te stellen? Ik zag als eerste mijnheer Melsen, mijnheer Driesse, mijnheer Hoosemans. Mijnheer Melsen, VVD, gaat uw gang.” De heer Melsen: “Dank u wel, voorzitter. Ik wil met het sociaal domein beginnen en beginnen om een compliment te geven aan de fractie van Gezond Burger Verstand met betrekking tot de aandacht voor mensen met een hoger inkomen die ook zorg nodig hebben. Volgens mij zijn wij het eens, mensen die zorg nodig moeten zorg krijgen. Als iemand toevallig wat meer geld heeft om een winterjas te veroorloven, betekent dat nog steeds dat hij in de kou kan staan. Nu ben ik wel benieuwd naar concrete voorstellen die u heeft om dit punt aan te pakken. Want u signaleert het als een probleem. Ik heb vandaag een onderzoek gelezen waarin juist gekeken werd naar de eigen bijdrage en het zorg mijden. Wat signaleert u of heeft u in uw achterban meegekregen als een probleem dat de eigen bijdrage hier te hoog zou zijn vanwege het inkomensafhankelijk beleid wat er zou zijn?” De heer Strack van Schijndel: “Dat is wel erg gedetailleerd natuurlijk. Het gaat ons om het algemene principe. Dat is iets wat bij de WMO wel speelt. Dat is dat mensen die hulp nodig hebben, die hulp krijgen. Je ziet nu een verandering de verkeerde kant op. Hoe wij die details moeten invullen, misschien is het een goed idee om daar eens een keertje goed over te praten met elkaar.” De heer Melsen: “Dat lijkt mij een goed voorstel. Misschien dat mijnheer Van Opzeeland ook graag wil helpen. Want hij heeft vaak goede ideeën, heb ik gemerkt.” De heer Van Opzeeland: “Dat laatste klopt, maar u richt uw vraag heel duidelijk, namelijk vanuit de inkomenspolitiek. Dat betekent dat vermogen voor u onbespreekbaar lijkt. Er is een grote groep met een groot inkomen, maar ook met een groot vermogen. Dus wat ons betreft, maar goed dat is ook een begrenzing van de oplossingsrichting, gaat het en over inkomen en over vermogen. Dan gaan wij daarbij de oplossingen zoeken, prima.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Melsen. Geef ik graag het woord aan de heer Driesse van de SP.” De heer Strack van Schijndel: “Mag ik hier een klein puntje aan toevoegen? Er wordt nu toch weer een beetje over geld gepraat. Voor sommige problemen is geld geen oplossing.” De heer Van Opzeeland: “Met alle respect, waarom denkt u dat de VVD die vraag stelt aan u?” De voorzitter: “Dank u wel. Dan gaan wij door naar mijnheer Driesse van de SP. Ga uw gang, mijnheer Driesse.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 37 van 53
De heer Driesse: “Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Strack van Schijndel, ik hoorde u in het begin van uw betoog zeggen dat het SP beleid contraproductief zou zijn. Mijn eerste vraag is, ik mag toch bij u bekend veronderstellen dat wij hierover collegebeleid praten en niet over het beleid van afzonderlijke partijen? Dat is mijn eerste vraag. Mijn tweede vraag, sluit daarop aan. Ik nodig u graag uit om nader uit te leggen waarom het collegebeleid contraproductief zou zijn. Mijn derde vraag is en u mag ze allemaal in die volgorde beantwoorden, als het allemaal zo contraproductief en zo slecht is zoals u het doet voor komen, wilt u dan de raad eens meenemen in de voorstellen die uw partij gedaan heeft om het, in plaats van contraproductief om te buigen naar productief.” De heer Strack van Schijndel: “Kijk wij hadden het natuurlijk over het collegebeleid. Volgens mij is daar geen onduidelijkheid over. Wij noemden dat het ver-SP- en van het beleid omdat dat naar ons idee een duidelijk signatuur van de SP draagt. Maar het gaat natuurlijk om het collegebeleid.” De voorzitter: “Dank u wel. Dan heb ik nog mijnheer Hoosemans.” De heer Driesse: “Sorry, mijnheer de voorzitter. Dat was mijn eerste vraag nog maar.” De voorzitter: “Excuses, mijnheer Driesse, u had er drie gesteld.” De heer Driesse: “Ik heb op vraag twee en drie nog geen antwoord.” De voorzitter: “Excuus. Gaat uw gang.” De heer Strack van Schijndel: “Wat was uw tweede vraag ook al weer?” De voorzitter: “Ik had al het gevoel dat u dacht dat u ze allemaal in een keer beantwoord had.” De heer Driesse: “Mijn tweede vraag was wat er zo contraproductief is aan het SP beleid? De derde vraag is, welke voorstellen heeft u gedaan om dat dan om te buigen naar een productief beleid?” De heer Strack van Schijndel: “Wat er contraproductief aan is, is dat er verkeerde prikkels ontstaan. Mensen die wel hulp nodig hebben, maar niet in aanmerking komen voor hulp omdat ze teveel verdienen of teveel vermogen hebben, die worden niet geholpen. Zij komen daardoor gedwongen in een situatie waarin zij die hulp wel nodig hebben. Er zit een hefboomwerking in zelfredzaamheid. Mensen die graag zelfredzaam willen zijn, dat ook proberen en die met een beetje steun dat ook kunt laten zijn. Daarmee bespaar je kosten voor de gemeenschap. Want als je ze een klein beetje hulp ontneemt, vallen zij terug in een situatie waarin ze veel duurder worden voor de gemeenschap. Wat doe je om dat te voorkomen? Dat is natuurlijk heel simpel. Dat voorkom je door op een andere manier met die hulp om te gaan. Als blijkt dat mensen hulp nodig hebben, via het sociale wijkteam of via wat voor kanalen dan ook en er wordt op een creatieve manier gekeken hoe die hulp geboden kan worden, dat dan de financiële kant van de zaak een minder belangrijke rol speelt. Wat ik zei over het minimabeleid, dat gaat eigenlijk alleen maar over geld, zoals dat een paar maanden geleden is vastgesteld. Dat zegt eigenlijk alles. Als dat het beleid
Notulen raad 13-06-2016 pagina 38 van 53
is waardoor gezorgd wordt dat mensen niet in de kou komen te staan in Oosterhout, dan is dat een heel kil beleid.” De heer Van der Zanden: “Voorzitter, ik heb toch het idee dat mijnheer Strack van Schijndel toch wat verkeerde opvattingen heeft van wat socialisme inhoudt. Dat ten eerste. Ten tweede heb ik niet het idee als ik nu naar het beleid van het college kijk dat binnen nu en een of twee jaar in Oosterhout de socialistische samenleving gerealiseerd gaat worden. Ik denk dat de heer Strack van Schijndel zich dan ook weer niet heel veel zorgen hoeft te maken.” De heer Strack van Schijndel: “Kijk, mijnheer Van der Zanden de socialistische partijen, die willen maar al te graag aan mensen in Oosterhout en niet alleen in Oosterhout, het idee geven dat zij diegenen zijn die sociaal zijn. Dat is natuurlijk niet zo.” De voorzitter: “Dank u wel.” Mevrouw Beekers: “Voorzitter, even bij interruptie. Nu heb ik nog steeds geen voorstellen gehoord van Gezond Burger Verstand over hoe zij het dan wel willen. Dat is tja, wat moet je er van zeggen?” De voorzitter: “Ja?” De heer Strack van Schijndel: “Dat klopt.” De voorzitter: “Dat is dan helder. Dank u wel. Gaan wij door naar mijnheer Hoosemans van Gemeentebelangen.” De heer Hoosemans: “Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Strack van Schijndel die begint zijn betoog met complimenten te geven over de Perspectiefnota die voorligt. Ik dacht, nu dan komt er ook een heel positief verhaal een keer vanuit Gezond Burger Verstand. Ik hoor alleen maar negatieve dingen. Ik hoor u zeggen, verbindend bestuur, daar bent u niet tevreden over. Ze komen niet met oplossingen. De Bromtol slecht voorstel, verbindend bestuur vergeten, niet toegepast. Het college mist vaardigheden. Dan zou ik u toch dezelfde vraag willen stellen als eerdere raadsleden gedaan hebben hier in deze zaal. Wanneer wordt u als Gezond Burger Verstand nu weleens actief? Wanneer komt u nu weleens met voorstellen die daar iets mee doen? Laat u dan eens horen. U zegt ook in uw betoog, positieve saldobestemming. Daar zijn wij het wel mee eens. Daar zitten een aantal voorstellen in. Daar bent u het ook wel mee eens. Aan de andere kant komt u met een voorstel om nog eens een keer een werkgroepje te maken. Nu, wij zijn net bezig om de werkdruk van de raad wat terug te dringen. Dat vind ik dan ook niet goed. Als laatste vraag, de bruisende binnenstad. Heeft u daar als Gezond Burger Verstand, heeft u daar dan ook geld voor over als wij met een gedegen plan komen, met een stevig plan, ik heb het eerder gezegd, een stip aan de horizon en met professionals, dat wij ook echt stappen gaan maken. Dat wil ik van u weten.” De heer Strack van Schijndel: “Om met het laatste te beginnen. Dat kan ik natuurlijk het makkelijkste onthouden. Kijk, wij hebben natuurlijk eerder al gezegd dat wij dat willen. Dat wij daartoe bereid zijn om daar stevig op in te zetten. Misschien kunt u zich dat nog herinneren? Wij vinden dat de gemeente best het voortouw mag nemen en ook een eerste stap mag doen in die binnenstad. Er wordt dan vervolgens altijd gekeken naar de ondernemers en naar verhuurders dat die ook mee moeten doen.
Notulen raad 13-06-2016 pagina 39 van 53
Wij vinden het geen slecht idee. Wij vinden het een goed idee als de gemeente daar een eerste stap in doet. Dat mag ook wat kosten. Wanneer komt Gezond Burger Verstand in actie? Bij de Bromtol hebben wij echt geprobeerd dat proces beter te laten lopen vanuit Gezond Burger Verstand en vanuit Den Hout uiteraard. U zult het toch met mij eens zijn dat dat proces heel slecht gegaan is. De belanghebbende partijen dat zijn eigenlijk de bedrijven op Weststad en de Houtse bevolking, dat waren op enig moment de meest heldere belangengroeperingen. Die hadden daar natuurlijk met elkaar en de gemeente goed uitgekomen. Dan krijg je misschien een situatie waar een oplossing uit rolt die niet de eerste favoriete oplossing van een van de partijen is, maar die gewoon gedragen wordt. Zoals het nu gegaan is, is het echt goed waardeloos eigenlijk.” De heer Hoosemans: “Ik ben het niet met u eens dat u zegt dat u een grote rol gespeeld heeft in het hele proces van de Bromtol. Dat ben ik niet met u eens.” De heer Strack van Schijndel: “Dat zeg ik ook niet. Maar wij hebben wel een poging gedaan. Dat is niet gelukt.” De heer Hoosemans: “Dat is al een heel klein beginnetje. Maar net zei u als antwoord van mevrouw Beekers, dat klopt, dat er geen initiatieven waren. Dat is dan een voorzichtige vooruitgang. Als u dat zo voortzet dan wordt u nog eens een goede partij in deze raad. Dan blijft u niet altijd negatief. Maar ik heb van u nog steeds geen antwoord gekregen. Bent u bereid om geld in die binnenstad te stoppen, want u schuift het toch weer naar de gemeente, u laat die anderen toch weer een beetje aan de zijkant staan, hoeveel geld zou u daarvoor over willen hebben? Doe nu eens een uitspraak. Laat eens een keer iets horen.” De heer Strack van Schijndel: “Wat wilt u dan horen, hoeveel? Dat hangt toch van de plannen af?” De heer Hoosemans: “Ik wil van u horen hoeveel geld dat u daarvoor over heeft? Als u zegt ik heb daar tien euro voor over, nu, dan kunnen wij goed zaken met u doen. U wilt wel iedereen aansporen dat de gemeente in beweging moet komen. Maar dan moet er ook geld komen. Maar ook de ondernemers moeten in beweging komen, de vastgoedeigenaren moeten in beweging komen, iedereen moet in beweging komen. Wat heeft u daar dan als raadslid, als fractie van het Gezond Burger Verstand voor over?” De heer Strack van Schijndel: “Wij hebben gezegd er is een soort van patstelling in de binnenstad. Dat constateren wij. De gemeente vindt dat de ondernemers en de verhuurders ook iets moeten doen. Daardoor staat het eigenlijk stil. Wij hebben bij de behandeling van dit onderwerp duidelijk gezegd, wij vinden het een goed idee als de gemeente daar een eerste stap in zet om dat te doorbreken. Dat mag geld kosten. Ja, hoeveel? Dat lijkt mij op dit moment niet zo’n interessante vraag om te beantwoorden. Maar serieus geld mag dat, wat ons betreft, kosten.” De heer Hoosemans: “U draait een beetje om de pot heen. Maar het is voldoende zo. Als er voorstellen komen, dan komen wij er bij u op terug. Dank u wel.” De voorzitter: “Dank u wel. Als dit alle vragenstellers waren?” De heer Strack van Schijndel: “Mag ik nog even ingaan op mijnheer Hoosemans. Dat wij geen voorstellen hebben, want ik had met mijnheer Melsen al een afspraak om
Notulen raad 13-06-2016 pagina 40 van 53
daar eens over te praten, dus ik denk dat dat voldoende is. Dus als mevrouw Beekers dan nu voorstellen wilt, dat klopt, die gaat u nu niet krijgen. De uitnodiging om daarover te praten…” Mevrouw Beekers: “Voorzitter, bij interruptie. Ik heb nog nooit voorstellen van Gezond Burger Verstand gezien.” De heer Melsen: “Mijnheer Strack van Schijndel, moet ook weer niet een te links clubje worden, zou ik zeggen.” De voorzitter: “Goed, hartelijk dank voor uw bijdrage mijnheer Strack van Schijndel. Wij schorsen de vergadering voor een kopje koffie, kopje thee tot 22.30 uur.” SCHORSING
De voorzitter: “De vergadering is heropend. Ik geef graag het woord aan mevrouw Hemmer van D66. Gaat uw gang, mevrouw Hemmer.” Mevrouw Hemmer: “Dank u wel, voorzitter. Jaarrekening. Voorzitter, allereerst de jaarrekening. Behalve het gegeven dat onze schuldpositie enorm oploopt is onze financiële positie in zijn algeheel verslechterd. D66 vindt dit een erg belangrijk punt en merkt dat niemand zich daar echt druk om maakt. Natuurlijk staat er vastgoed tegenover en natuurlijk is investeren altijd heel gewoon geweest. Echter de ervaring heeft geleerd dat investeren niet altijd snel geld oplevert, ook niet als dat in huizen of grond is gebeurd. In 2 jaar tijd een verdubbeling van de schuld is voor ons dan ook niet iets om gemakkelijk over heen te stappen. We houden al jaren geld over maar bijzonder genoeg is er voor dat geld alweer een nieuwe bestemming voordat dit überhaupt kenbaar is gemaakt. Graag zouden we zien dat u in 2017 met een mogelijk overschot anders omgaat zodat de raad niet stemt voor de nieuwe projecten die alweer bedacht zijn, maar stemt voor het feit of we dat geld in nieuwe dingen zouden moeten investeren of misschien moeten gebruiken om een deel van onze schuld af te lossen. Investeringen in zinloze projecten zoals de nu voorgestelde oplossing van de Bromtol vinden wij vooral geld weggooien en we zien graag dat het college de komende jaren meer behoudend omgaat met de portemonnee van de burger. In dat kader vragen wij ons ook af: hoe staat het met de verkoop van gemeentelijk vastgoed? Verder willen we nog even reageren op de commotie die ontstaan is rondom de overschotten van de zorg. Verstandig van de wethouder om hierop te reageren in de weekkrant. Het vertrouwen dat de burger in ons heeft groeit met communicatie over dit soort onderwerpen. Wij hebben er niet zoveel moeite mee om de 900.000 euro die nog niet gelabeld zijn toch te labelen als hiermee de burger gerustgesteld wordt. Gezien de ontwikkelingen rondom de HHZ zal het toch wel nodig zijn om deze reserve aan te spreken komende jaren. Dan de perspectiefnota. Voorzitter, Als eerste de Pannenhoef. We hebben aangegeven dat het college het 2e kwartaal van 2015 met een gedegen plan moeten komen als het gaat om de Pannenhoef en nog steeds staan we te klungelen. Wij zijn er klaar mee. We hebben geen enkele illusie dat de Pannenhoef uiteindelijk nog goed gaat komen. Wij pleiten voor geen geld meer voor de Pannenhoef en kijken naar andere mogelijkheden voor verengingen en stichtingen die daar zitten. We begrijpen de bezwaren die gemaakt worden waarbij verenigingen in de Pannenhoef een mooie zaal en podium ter beschikking hebben maar stellen voor om in het subsidiecontract van de Bussel voorwaarden op te nemen om zo hier verenigingen toch een betaalbaar podium te
Notulen raad 13-06-2016 pagina 41 van 53
geven. Als het gaat om de kosten die uitgetrokken worden voor het gemeentehuis: Kunt u in deze afwegingen ook meenemen of er een balieservicepunt in de stad moet komen? Wij zien dat graag in het winkelcentrum. Goed voor de binnenstad en tegen het stoffige weggestopte imago van de gemeente. Over de binnenstad verder het volgende: goed dat het uw aandacht heeft en er veel tijd en geld geïnvesteerd wordt, wij zijn daar een groot voorstander van. Echter, nu wordt het ook tijd dat ondernemers in beweging gaan komen. We gaan ervan uit dat de nieuwe stadsmanager hierin een aanjager en verbinder is. Anders hebben wij er wel moeite mee dat er op deze manier iedere keer geld van de gemeente tegenaan gaat terwijl de ondernemers uiteindelijk het echte verschil moeten maken. Zij zijn de binnenstad. Het door u voorgestelde rioolrecht 80/20 zijn wij blij mee zoals u weet en ondersteunen wij van harte. Nog een compleet ander punt. In Oosterhout bevinden zich geen camperplaatsen. Sowieso is er erg weinig aandacht voor toerisme. Wij zouden dit punt graag terug zien in de begroting. De afgelopen jaren zijn er veel grote uitgaven geweest rondom de hoofdinfrastructuur van Oosterhout. Als het gaat om infrastructuur zouden we graag zien dat u aandacht meer verschuift naar de verbetering van wijken. We weten dat u bezig bent met de priobuurten maar we merken ook dat het vaak lang duurt voordat een buurt aan de beurt is en echt helemaal aangepakt wordt. Over infrastructuur gesproken; D66 is een groot voorstander van snelfietspaden Op provinciaal zijn een aantal gemeenten aan het praten hierover, heeft dit uw aandacht? En, we noemen het toch nog maar een keer. Er is geen enkele focus op ambtelijke samenwerking tussen gemeenten. Wij weten dat u dit niet ziet zitten maar kunnen het punt moeilijk loslaten in de hoop dat er een keer iets mee gebeurt. Ten slotte de 2 belangrijkste punten die opgenomen zouden moeten worden in de begroting 2017: Allereerst: Extra geld uittrekken voor Stichting leergeld en de sociale wijkteams. Dit omdat voorkomen beter is dan genezen. Beide organisaties zitten aan de voorkant van de problematiek die we tegenkomen in het sociaal domein. Stichting Leergeld is de belangrijkste en meest efficiënte organisatie als het gaat om meekomen in het onderwijs. En het sociale wijkteam is de belangrijkste organisatie als het gaat om signalering. De sociale wijkteams kampen met wachttijden. Hierdoor lopen problemen onnodig op en moeten mensen onnodig lang wachten op doorverwijzen. Wij vinden dat beide organisatie kost wat het kost hun werk goed moeten kunnen doen omdat mensen tijdig geholpen moeten worden en het ons op de langere termijn veel geld bespaart. We dienen daarvoor de volgende moties in. En het laatste maar voor ons wel meest heikele punt: Maak van duurzaamheid prioriteit! Er is veel te weinig ambitie op dit vlak van het college. Uiteraard is er met de wijk de contreien een mooie stap gemaakt in het verduurzamen van toekomstige woningen. Maar met in het achterhoofd 0 op de meter zijn we er nog lang niet als het om de rest van Oosterhout gaat. Wij vinden dat een nieuwe begroting een passage moet bevatten waarin duidelijk wordt dat Oosterhout zich de toekomst van onze kinderen aantrekt, vooral als het gaat om milieuproblematiek. Of gaan we tegen onze kinderen zeggen: ‘ o sorry we wisten niet dat het zo’n groot probleem zou worden”? Is dat niet vreselijk naïef, gezien alle informatie die er voorhanden is over deze thema’s? Een paar oplaadpunten voor elektrische auto’s, het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed en energiezuinig bouwen, (wat eigenlijk gewoon de standaard is), dat kan wat ons betreft veel ambitieuzer. Om aan te geven dat u het belangrijk vindt zouden we graag zien dat u een start maakt met de volgende 3 punten in de begroting 2017: Voorlichting en stimuleren van het besparen op energie en het gebruiken van groene stroom en hierin zelf ook het voorbeeld geven. Stimuleren lokaal voedsel omdat er wereldwijd enorm veel vervuild wordt met het rondreizen van alle voedsel Stimuleren van het gebruik van Bio-plastic maar ook als gemeente zelf in inkoopbeleid inbouwen. Tot zover.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 42 van 53
De voorzitter: “Dank u wel, mevrouw Hemmer. Wie wenst, mevrouw Hemmer een vraag te stellen? Niemand? Geef ik graag het woord aan de heer Van der Zanden van GroenLinks. Gaat uw gang, mijnheer Van der Zanden.” De heer Van der Zanden: “Dank u wel. Voorzitter, financieel Voorzitter, de perspectiefnota zoals deze nu voorligt is in financieel opzicht een bijzondere nota. Uit deze perspectiefnota blijkt namelijk op een drietal manieren, dat de financiële positie van de gemeente Oosterhout steeds meer onder druk komt staan. Oplopende schulden. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in allerlei grote projecten zoals het nieuwe zwembad aan de Warande, de verbouwing van de Bussel, de bouw van een nieuwe parkeergarage en verder natuurlijk de bouwplannen in de Contreie. Hierdoor lopen de schulden van de gemeente Oosterhout sinds een aantal jaren al behoorlijk op. Zolang de rente laag is, is geld lenen goedkoop. Wanneer de rente echter weer gaat stijgen, zullen de kosten van het lenen van geld ook gaan stijgen. Deze stijgende schulden zijn voor de GroenLinks fractie een punt van bijzondere aandacht. Wij horen dan ook graag van de wethouder hoe het college met dit punt van zorg om wil gaan. Perspectiefnota is niet structureel sluitend. Het college levert dit jaar een perspectiefnota aan, die structureel niet sluitend is. Er zal nog een bedrag van rond de €1 miljoen aan bezuinigingen gevonden moeten worden, voordat de begroting 2017 in november 2016 door de gemeenteraad vastgesteld kan worden. In deze Perspectiefnota geeft het college niet aan om wat voor soort bezuinigingen het hier gaat. Indien dit pas bij de begroting 2017 duidelijk gaat worden, kan de raad feitelijk geen invloed uitoefenen in de keuzes die hier gemaakt worden door het college, omdat er dan ineens een kant en klaar voorstel ligt. In de vragenronde is aangegeven dat er voor de zomervakantie een overzicht met bezuinigingen opgesteld zal zijn. Naar de mening van de GroenLinks fractie dient dit overzicht aan de gemeenteraad verstrekt te worden om hier vervolgens in een opiniërende vergadering over te praten. Op deze manier heeft de gemeente daadwerkelijk invloed op de bezuinigingen die in de begroting 2017 voorgesteld zullen gaan worden. Is het college bereid dit overzicht aan de gemeenteraad te verstrekken? Indien nodig zal GroenLinks hierover in tweede termijn een motie indienen. Reservepositie. De reserves van de gemeente Oosterhout lopen al een aantal jaren terug. Enerzijds komt dit door de grote investeringen van de afgelopen jaren. Anderzijds door het opdrogen van een belangrijke inkomstenbron, die we in het verleden als gemeente hadden. Namelijk, die inkomsten uit de verkoop van gronden. Bij het onderdeel in mijn bijdrage dat gaat over de zorggelden en de Bromtolrotonde (ook wel zorgrotonde genoemd), zal ik op dit punt nader ingaan. Duurzaamheid. Op het gebied van duurzaamheid pleit GroenLinks al vele jaren voor een CO2-neutrale gemeente. Iets CO2-neutraal maken betekent in feite dat je niet meer bijdraagt aan klimaatverandering. Dat er dus eigenlijk geen uitstoot van broeikasgassen meer is. Dat kleine beetje uitstoot dat onvermijdelijk overblijft, moet gecompenseerd worden. Ambitieus is dat zeker, maar GroenLinks vindt dat zo'n stip aan de horizon nodig is om van Oosterhout een duurzame gemeente te maken. Er zijn in Nederland veel gemeentes die voor bijvoorbeeld 2030 of 2045 CO2-neutraal willen zijn. Of die gemeentes dat gaan halen, is maar de vraag maar dat ze er alles aan doen, is een feit. Neem onze buurgemeente Breda als voorbeeld: Die plaatst veel openbare oplaadpunten voor elektrische auto's en gaat alle gemeentelijke gebouwen voorzien van zonnepanelen. Alleen maar om voor 2045 volledig CO2-neutraal te worden. Deze gemeente wil haar inwoners bovendien het goede voorbeeld geven. Zo is het duidelijk, dat de eerste stap naar een CO2-neutrale gemeente vooral een gedragsverandering is. Niet meer denken in losse projecten die toevallig langskomen, zoals het duurzamer maken van een stadhuis. Nee. Alles wat mogelijk
Notulen raad 13-06-2016 pagina 43 van 53
is om zo min mogelijk broeikasgassen uit te stoten ook echt doen en hopen dat je inwoners het goede voorbeeld volgen. En wat duurzaam lijkt te zijn, is het niet altijd. Zo geeft de gemeente al vele jaren aan uitsluitend te werken met groene stroom. Dit is in feite grijze stroom die een groen laagje verf krijgt door 'Garanties van Oorsprong' voor (met name) waterkracht in te kopen in landen in Noord-Europa. Sjoemelstroom is dan ook een betere benaming. De elektriciteit die de gemeente Oosterhout op deze manier gebruikt voor bijvoorbeeld straatverlichting, verkeerslichten en het eigen pand is dus officieel wel groen maar in feite gaat er geen enkele prikkel vanuit om meer duurzame energie te produceren in Nederland. Dit omdat er in Scandinavië een enorm overschot is aan waterkracht en er niet wordt geïnvesteerd in groene energie in Nederland. Voorzitter, op de planning staat dat er vanuit het college een visie op duurzaamheid richting de gemeenteraad gaat komen. Naar de mening van GroenLinks moet in deze visie het streven naar een CO2-neutrale gemeente centraal staan. En dat betekent elk jaar minder CO2 om zo naar CO-2 neutraliteit toe te werken. Wij horen graag de reactie van het college hierop. Indien nodig zal GroenLinks hierover in de tweede termijn een motie indienen. Gemeenschappelijke Regelingen. Voorzitter, de afgelopen tijd heeft met name de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant behoorlijk in de belangstelling gestaan vanwege de grote problemen die daar spelen. Dit jaar heeft het college niet alleen bij de Omgevingsdienst maar ook bij andere Gemeenschappelijke Regelingen een zeer uitgebreide reactie opgesteld, over de begroting. Voor GroenLinks is dat een goede zaak. Het verleden heeft geleerd dat we als gemeente Oosterhout zeer duidelijk onze op- en aanmerkingen richting dit soort Gemeenschappelijke Regelingen moeten geven om hier enige invloed op te krijgen. Bij de Omgevingsdienst Midden- en WestBrabant wil GroenLinks nogmaals benadrukken dat het van groot belang is, dat die gemeentes die hun afspraken in financiële zin niet zijn nagekomen, hierop aangesproken worden. Het mag niet de gemeente Oosterhout zijn, die hier vervolgens gedeeltelijk voor op gaat draaien. Bij de kwestie van deze oude hypotheken moet de burgemeester als lid van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst wat GroenLinks betreft geen millimeter toegeven. Voorzitter, half mei heeft er een artikel in BN De Stem gestaan over de Belastingsamenwerking West-Brabant. Het ging over het vertrek van de directeur van deze Belastingsamenwerking omdat er onder zijn leiding van alles misgegaan zou zijn. In het artikel werd ook melding gemaakt van een bedrag dat deze directeur heeft meegekregen. Wij horen graag een reactie van het college over de problemen, die er nu bij deze Belastingsamenwerking spelen. Kunnen we hier als raad tegenvallers verwachten? En welk bedrag heeft deze directeur meegekregen? Bruisende Binnenstad. Voorzitter, GroenLinks blijft zich ernstig zorgen maken over de situatie in de Oosterhoutse Binnenstad. Allereerst schiet het maar niet op met de aanstelling van een nieuwe centrummanager. Kan het college aangeven wanneer de nieuwe centrummanager gaat beginnen? Het college geeft aan dat de Oosterhoutse ondernemers hebben aangegeven dat zij het financieel moeilijk hebben en dat er derhalve geen draagvlak is voor het leveren van een hogere financiële bijdrage aan de binnenstad. De afgelopen jaren is bij de fractie van GroenLinks in elk geval het beeld ontstaan van winkeliers die vooral klagen. Regelmatig werd in BN De Stem vanuit de hoek van de winkeliers vermeld dat de parkeertarieven in Oosterhout toch wel erg hoog zijn. Nu wordt de editie Oosterhout niet alleen in Oosterhout verspreid maar ook in een aantal omliggende plaatsen. Op deze manier maak je nu niet echt reclame voor de Oosterhoutse Binnenstad. Verder heeft Winkelstad Oosterhout in een brief in oktober 2015 aangegeven dat ze hun uiterste best gaat doen om de winkels gelijk open te laten gaan inclusief op koopavonden. Hiervan is niets terecht gekomen. GroenLinks onderschrijft dat de gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de Oosterhoutse Binnenstad. Maar dan
Notulen raad 13-06-2016 pagina 44 van 53
mag van de winkeliers ook wat verwacht worden. Kan het college aangeven welke inspanningen zijn van de winkeliers verwacht in het kader van de Bruisende Binnenstad? Zwembad de Warande. Het Gehandicapten Platform Oosterhout heeft na de opening van het Zwembad de Warande aandacht gevraagd voor de temperatuur van het doelgroepenbad. Een temperatuur van 32 graden i.p.v. 30 graden op bepaalde tijdstippen maakt het doelgroepenbad voor meer mensen toegankelijk. Wethouder Janse heeft aangegeven hier aanvullend onderzoek naar te gaan doen en dit onderzoek in de loop van juli 2016 af te ronden. GroenLinks hoort graag van de wethouder wat de stand van zaken is betreffende dit onderzoek? Zorggelden en de bromtol. Op pagina 5 van de Perspectiefnota 2017 merkt het college het volgende op: "Oosterhout heeft behoefte aan een nieuw “verdienmodel”. Na de voltooiing van De Contreie en Everdenberg-Oost zijn er geen (grote) inkomsten uit grondverkopen meer te verwachten. Inkomsten waarmee tot in het recente verleden altijd investeringen in voorzieningen (De Bussel, De Warande, sportaccommodaties) zijn gefinancierd." Het college maakt hier een juiste opmerking. Aan de huidige manier van het financieren van grote projecten gaat een einde komen. Het is daarom interessant om eens te kijken wat er de afgelopen jaren nu eigenlijk gebeurd is met de overschotten van de gemeente Oosterhout. In 2013 was het overschot op wat nu het Sociaal Domein is € 2,4 miljoen. Wanneer de bestemmingsreserve Sociaal Domein in het leven geroepen wordt op voorstel van GroenLinks, wordt hier € 2.1 miljoen in gestopt. Begrotingstechnisch gezien ging het hier om geld uit een oude reserve om tegenvallers bij de Wet Werk en Bijstand op te vangen. Tot zover is het dus keurig netjes in orde. In 2014 was het overschot op wat nu het Sociaal Domein is € 2,3 miljoen. GroenLinks en D66 dienen een amendement in om dit volledige overschot in de Bestemmingsreserve Sociaal Domein te stoppen. Er gaat uiteindelijk niet meer dan een kleine € 1 miljoen in deze reserve. € 1,3 miljoen verdwijnt in de algemene pot. In 2015 was het overschot op wat nu het Sociaal Domein is € 5,2 miljoen. Het college stelt voor om € 1,7 miljoen te reserveren voor het Sociaal Domein. Het restant, € 3,5 miljoen verdwijnt in de algemene pot. Zowel in 2014 en in 2015 gaat er dus geld dat niet uitgegeven is aan zorg en participatie naar de algemene pot. Uit deze perspectiefnota blijkt dat het college dit geld hard nodig heeft. De algemene pot (Vrije Reserve) waaruit grote projecten betaald kunnen worden, is aan het leeglopen. Het college krijgt in de komende jaren echter te maken met een aantal grote uitgaven zoals: De reconstructie van de Bromtol. Er is een speciaal potje voor dit soort projecten, maar dat potje dreigt leeg te raken. Daardoor moet het college een greep in de Vrije Reserve doen om de reconstructie van de Bromtol te kunnen betalen. De discussie rondom de toekomst van het stadhuis. In de perspectiefnota geeft het college aan dat hieraan minimaal kosten van € 11,5 miljoen verbonden zijn. Onafhankelijk van wat er hierover beslist gaat worden. Het probleem is echter dat het benodigde geld hiervoor nog niet gereserveerd is. Dat moet de komende jaren gebeuren. Het college begint er mee om dit jaar € 1,5 miljoen voor het stadhuis apart te zetten. Voorzitter, voor GroenLinks is het patroon duidelijk. De inkomstenstroom van de gemeente Oosterhout om grote projecten zoals een Bromtol en Stadhuis te financieren droogt op. Het college geeft aan dat er een nieuw "verdienmodel" moet gaan komen. wat dat "verdienmodel" inhoudt hebben we in 2014 en 2015 kunnen zien. Gelden die over zijn uit de zorg worden in de algemene pot gestopt. Op deze manier kan het college dan een Bromtol en een nieuw stadhuis financieren. Voorzitter, GroenLinks heeft altijd al het standpunt gehad dat gelden die over zijn van de zorg, niet in de algemene pot gestort mogen worden. Wij zullen daarom net als in 2014 een voorstel indienen om het volledige overschot van € 5,2 miljoen dat over is op het Sociaal Domein te reserveren. Naar de mening van GroenLinks hebben we dit geld hard nodig. De komende jaren zullen de bezuinigingen op zorg vanuit het Rijk nog verder oplopen. Daarnaast zal de
Notulen raad 13-06-2016 pagina 45 van 53
gemeente Oosterhout het beleid met betrekking tot Hulp bij het Huishouden aan moeten gaan passen en ook dat zal geld gaan kosten. Kan de wethouder aangeven hoe dit geregeld gaat worden en waar het geld vandaan gehaald gaat worden? Wanneer we als gemeente zorggelden gaan besteden aan het verbouwen van rotondes en het vertimmeren van een Stadhuis dan zal dat ook in Den Haag bekend worden. En als veel gemeenten dit doen, geven we naar Den Haag het signaal af, dat we eigenlijk nog wel met minder geld uitkunnen bij de zorg. Het gevolg daarvan? Nog minder geld vanuit het Rijk en nog meer bezuinigingen. Voorzitter, ik kom tot een afronding. GroenLinks gaat voor goede zorg in Oosterhout en niet voor zorgrotondes. Dit zijn rotondes die met zorggeld verbouwd worden. Op het moment dat er keer op keer geld over is m.b.t. de zorg zullen we als gemeente moeten gaan nadenken of er niet te sterk bezuinigd is in plaats van de overschotten op de zorg te zien als het nieuwe potje waaruit we allerlei grote projecten kunnen betalen.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Van der Zanden, Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Van Opzeeland van de Partij van de Arbeid. Gaat uw gang, mijnheer Van Opzeeland.” De heer Van Opzeeland: “Dank u wel, voorzitter. Perspectiefnota 2017. Halverwege de bestuursperiode, voorzitter, presenteert u ons een perspectiefnota met daarin de terugblik op de eerste twee jaren en de kaders voor de begroting 2017. De terugblik op de eerste twee jaren gaat met name over de ontwikkeling van het sociale domein. Om precies te zijn: De financiële ontwikkeling in het sociale domein. Alles wat u in dit korte stukje schrijft gaat over geld, geld en nog eens geld. U sluit vervolgens af met de woorden dat de reserve in het sociaal domein op een adequaat niveau gehouden moet worden. Zonder ook maar een indicatie te geven wat dit adequaat niveau dan wel in zou houden. Deze opening van de perspectiefnota slaat de spijker op zijn kop: Het sociaal domein gaat blijkbaar niet over kwaliteit van zorg en niet over de bereikbaarheid van de zorg en al helemaal niet over innovatie in de zorg. De lokale media voelen dit feilloos aan en leggen de vinger op de zere plek. De reactie van het college en coalitie, bij monde van de heer van de Helm en de heer Kamps, is navenant en in 5 woorden samen te vatten: 'U ziet het allemaal verkeerd'. Voorzitter, dit kan toch niet waar zijn? En toch, het is waar. En het lijkt chronisch te worden. Ik kom hier later nog op terug. Allereerst de blik op de toekomst: Oosterhout na deze bestuursperiode. U meldt, net als in 2016, dat het van belang is om samen met partners na te gaan denken over de toekomst op langere termijn. Dat momentum is er nu voorzitter. Immers, de economie trekt aan, de werkgelegenheid begint dankzij een sterk landelijk beleid voorzichtig te groeien. Het momentum zal gebruikt moeten worden om regie te houden op de ontwikkeling van Oosterhout. De Stadsvisie stamt uit 2000 en de visie op Oosterhout Familiestad dateert uit 2006. We verwachten van u dat er eerst een uitgebreide evaluatie komt van beide richtinggevende documenten voordat er een nieuw plan ligt. Kunt u aangeven wanneer hier mee gestart gaat worden en hoe dit proces vorm krijgt? U schrijft ook dat Oosterhout behoefte heeft aan een nieuw verdienmodel. Dat is helder maar wat is daarin de denkrichting? Zoals het de laatste jaren is gegaan, lijkt het dat de zorg de nieuwe melkkoe aan het worden is. Investeren in steen en asfalt uit overschotten in het sociale domein kan en mag wat ons betreft de oplossing niet zijn. Wat dan wel? Innovatieve Stadsontwikkeling door op strategische plekken slim te blijven ontwikkelen. Het eerste voorbeeld hiervan hebben we bijna letterlijk in handen: Het gemeentehuis zelf. Waarom bestuur, organisatie en publieksfunctie in één gebouw? Vult u zelf maar verder in. Dan voorzitter, het sociale domein. Het is jammer om achteraf gelijk te krijgen en te merken dat de zelfstandige monitoring van de raad niet van de grond
Notulen raad 13-06-2016 pagina 46 van 53
lijkt te komen. Het is aan ons eigen handelen als raad te danken dat een initiatief hierin van de PvdA niet is omgezet in actie. Dan hadden we, beter dan nu, geweten hoe de zorg zich, op inhoud, heeft ontwikkeld. Nu weten we slechts hoe het er financieel voorstaat en verdedigen de commissieleden Kamps en van der Helm in het Weekblad Oosterhout hartstochtelijk het collegebeleid. Dit was toch niet de bedoeling collega raadsleden? Of worden we, als een stel kikkers in een pan, langzaam gaar gekookt. We zijn in 2015 gestart met de transitie van het sociaal domein. Van de WMO en Jeugdzorg wisten we hoe dit proces eruit zag, van de Participatiewet niet. Daarin is niets veranderd tot nu toe. Het eerste jaar, 2015, was een transitiejaar. De tarnsformatie volgt daarna. Als raad weten we op dit moment niet of de zorg echt dichterbij mensen is gekomen. We weten niet of de zorg beter is geworden. We weten ook niet welke innovatie er plaats heeft gevonden of plaats kan vinden. Ik zal dit toelichten voorzitter: Als PvdA zijn we verbonden met mensen die zorg verlenen en zorg ontvangen. Wij merken dat wachtlijsten oplopen, de bedrijfsvoering niet volledig op orde is en dat de werkdruk hoog is en blijft. Eerder al hebben we de vraag gesteld of drie sociale wijkteams voldoende zijn. Wat ons betreft komt er snel een vierde bij. Wij vragen ons ook af hoe de opbouw van het gewenste netwerk met scholen, huisartsen, wijkzuster, GGZ, GGD etc. verloopt. We hebben het vermoeden dat de aandacht nu vooral ligt op het verlenen van hulp aan zorgvragers en dat er structureel te weinig aandacht is voor het versterken van het zo nodige netwerk. Wij denken ook dat een deel van de zorggelden ongebruikt blijft omdat mensen niet weten welke regelingen er allemaal zijn. Wij krijgen ook signalen dat er een groeiende groep mensen is die uit schaamte of onwetendheid geen aanspraak maakt op zorg. Wij hebben op dit moment nog geen idee hoe het rijk gaat reageren nu ook landelijk blijkt dat er grote overschotten zijn in het sociale domein. Het risico op een lagere uitkering in het gemeentefonds, een klemmend beroep op goed toepassen van begrotingsregels of zelfs terugstorten is aanwezig. En dan kennen we het antwoord van deze coalitie: Wij plussen niet bij op de rijksbijdragen. Een ander fenomeen is het hercontracteren in de zorg. Wij sluiten niet uit dat de marktwerking in de zorg prijsopdrijvend werkt. Als laatste kunnen we nog de onzekerheid bij de hulp in de huishouding noemen. Wij sluiten niet uit zijn bang dat dit niet het laatste onderdeel uit de zorg is waarin zorgvragers in het gelijk worden gesteld. In tegenstelling tot het collegevoorstel zien wij geen reden om de overschotten in het sociale domein af te romen. Hiervoor hebben we zes belangrijke argumenten genoemd: Als raad hebben we nog geen eigen beeld van de huidige stand van de transitie. Als raad hebben we nog geen eigen beeld van de Transformatie in het sociale domein. Welke stip aan de horizon gaan we als raad zetten? Rijksbijdrage en marktwerking zijn risico's voor de financiering van het sociale domein. We hebben als raad geen beeld hoe innovatie in het sociale domein vorm gaat krijgen. Onzekerheden over juridische procedures zoals bij Hulp in de Huishouding. Begrotingsregels zijn leidend voor de allocatie van middelen. Op basis van dit alles stellen we dat de budgetten in het sociale domein geoormerkt moeten blijven voor dit sociale domein. Een amendement hiervoor is reeds ingediend door collega van der Zanden. Dan, voorzitter, verbindend bestuur. Dit is inmiddels een molensteen om de nek van dit college. We zijn ruim twee jaar onderweg en de feiten liegen er niet om. Drie, of waren het er vier, mensen zijn op 6 juni afgekomen op de uitnodiging om zienswijzen te delen over de nota verbindend bestuur. De drie, of vier, zijn stuk voor stuk mensen die al verbonden zijn aan de lokale politiek. Als u op deze manier door wilt gaat, stop er dan maar mee. Voor een deel snappen wij het ook wel. Burgerparticipatie laat zich immers niet leiden door plannen. Dat groeit organisch. Wat nodig is, is juiste aandacht en geduld. En die juiste aandacht, voorzitter, dat lijkt het probleem. Echte en oprechte aandacht moet van binnenuit komen. Vanuit bestuurders, vanuit raadsleden, vanuit ambtenaren en vanuit partners van de
Notulen raad 13-06-2016 pagina 47 van 53
gemeente. En dat lijkt het dieper liggende probleem te zijn. We halen de Bromtol er nog maar eens bij. Dit proces is wat ons betreft exemplarisch. Je kunt het eens zijn of niet eens zijn met de uitkomst van de Bromtol discussie. Politiek gezien is daar niets mis mee en kan ik mee leven. Maar om dan vervolgens een complete gemeenschap, die jarenlang heeft geïnvesteerd in verbinding in het dorp en verbinding zocht met tegenstanders van hun standpunt weg te zetten als verliezers omdat zij hun zin niet krijgen gaat wat ons betreft te ver, voorzitter. Het punt is, voorzitter, dat we zullen moeten leren van dit soort fouten, Wat verbindend bestuur betreft, komt het er wat ons op aan om eerst de dieper liggende grondoorzaken op te sporen. Waarom lukt het niet? Als we dit weten, kunnen we gericht verder. En dan kom ik terug op wat ik in het begin zei: Hoe kunnen we de vijf woorden "U ziet het allemaal verkeerd' omkeren in 5 woorden uit het hart van het verbindend bestuur: Hoe kunnen wij U helpen? De ontwikkeling van de Stad voorzitter. In hoofdstuk 4 van de perspectiefnota zijn de uitgangspunten voor de begroting 2017 - 2020 opgenomen. Ook hier gaat het om geld, geld en nog een geld. Voor de één logisch, voor ons niet. Immers waar het in eerste instantie om gaat is watje wilt met de stad. En dat beperkt zich tot voornemens. Vervolgens is de begroting dichtgetimmerd met financiële kaders die niet inspireren tot nadenken. Tussentijdse tekorten moeten worden gedekt uit de reserves, nieuwe initiatieven mogen budgetneutraal, structureel investeringsniveau deze heb ik nooit begrepen overigens - niet hoger dan 4,3 mio en aan doelen waar gemeente een doeluitkering voor ontvangt wordt niet meer dan dat uitgegeven. Ga er maar aanstaan, voorzitter. Het heeft veel weg van een escape room zonder vluchtcode. Onze escape zou zijn dat de begroting als eerste uitgangspunt 'samenleving' heeft, als tweede uitgangspunt 'participatie' als derde uitgangspunt 'kwaliteit van de stad' en als vierde 'efficiënt'. En dan ook in die volgorde, voorzitter. Wanneer we kijken naar het stadshart voorzitter dan kunnen we ook hier helaas niet anders concluderen dan dat het niet op wil schieten. Het momentum om anticyclisch te investeren lijkt weg te zijn. Immers, de economie trekt aan, waar gaan de mensen straks hun geld uitgeven en waaraan? Wij blijven pleiten voor een echte doorbraak en niet blijven fröbelen in de marge. Citymanagement is prima zolang je weet wat de City in jouw folder te bieden heeft en waar jouw City zich in onderscheidt van anderen. Met alle respect: Nieuwe tegels en bloembakken gaan het verschil niet maken. Dit hoofdpijndossier zal echt anders aangepakt moeten worden dan tot nu toe is gedaan en ook hier is de vraag wanneer u dat echt gaat doen? Wordt het de nieuwe verkiezingsleus van onze wethouder of komt er eindelijk echt actie? Er liggen twee grote uitdagingen op dit gebied: Arendshof en Arkendonk. Leg hier de uitgangspunten 'samenleving, participatie, kwaliteit en efficiëntie' eens tegen aan en maak zo een echte start met de doorontwikkeling van Oosterhout. Als laatste staan we kort stil bij werkgelegenheid en duurzaamheid. Als het om werkgelegenheid gaat, vragen we ons af hoe effectief de investeringen, tariefsverlaging en de ontwikkelde netwerken zijn: Leveren die genoeg werkgelegenheid op om te kunne spreken van een doorbraak? Waaraan kunnen we dit aflezen? Hoe maakt u dit zichtbaar? Wij willen immers zien of impulsen die we geven leiden tot meer banen, meer werkgelegenheid. Plannen zijn er genoeg gemaakt. Nu de resultaten nog. Als het gaat om duurzaamheid, voorzitter, dan vragen wij ons af waar de toegezegde nota blijft. Het tweede kwartaal van 2016 is bijna om en we zien nog geen resultaat van de gedane toezegging. Aangezien er in de Perspectiefnota opnieuw niet wordt gesproken over duurzaamheid vragen wij ons af wat er in Oosterhout terecht gaat komen van landelijke ambities en doelen. We zien dit somber in voorzitter. Hoe ziet u dat zelf? Voorzitter, Wij hebben een aantal aanbevelingen voor de perspectiefnota. Een amendement en een motie zijn aangekondigd. Tenslotte willen we u een korte beschouwing meegeven voor de komende maanden: Het lijkt erop alsof u al bezig bent met de verkiezingsfolders van 2018. U kiest ervoor om uit te stralen dat er stevig
Notulen raad 13-06-2016 pagina 48 van 53
is geïnvesteerd in de stad en dat niemand in de kou staat. Wij geven u graag mee om de komende maanden tot aan de begroting hier resultaten aan te koppelen en voor het opstellen van de begroting na te denken over de ontwikkeling van de Oosterhoutse samenleving, de samenwerking met de Oosterhoutse gemeenschap, de kwaliteit van de Oosterhout en de betaalbaarheid hiervan. In die volgorde voorzitter.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Van Opzeeland. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mijnheer Alkema en dan mijnheer Van der Zanden. Mijnheer Alkema, CDA, gaat uw gang.” De heer Alkema: “Dank u wel, voorzitter. U noemde in het begin een economische groei die nu aantrekt. U koppelt daar een heleboel positieve dingen aan. Dan zegt u, wij kunnen weer het een en ander doen. Dan hecht u ook nog eens een keertje aan het nationale beleid van deze regering. Ik begrijp niet zo goed waarom. Oh wacht, ik begrijp het wel. Maar u weet ook, denk ik, dat bijvoorbeeld die economische groei dat dat een hele betrekkelijke is. U weet ook dat die werkgelegenheid bij een groeiende beroepsbevolking, als gevolg van vooruitschuiven van de AOW leeftijd en als gevolg van dingen van vrouwen in participatie in het werken, dat die groei van werkgelegenheid maar heel betrekkelijk is, omdat die zich vertaalt in parttime banen. In mensen die ZZP op de deur timmeren, terwijl ze eigenlijk helemaal geen werk hebben. Niet uitkeringsgerechtigden, die moeten leven van hun partners inkomen. Waar u het over heeft dat is eigenlijk een schijnwerkelijkheid. Het is niet echt. U zult het in de Oosterhoutse context, zult u zien dat het aantal mensen dat beroep zal doen op de bijstand alleen maar gaat groeien de komende jaren. U zult zien dat het aantal niet uitkeringsgerechtigden alleen maar gaat groeien de komende jaren. Waar is uw beleid? Wat gaat u daarmee doen in plaats van iets te verdelen wat er niet is? De heer Van Opzeeland: “Een goede en terechte vraag. Als eerste, het feit is dat de werkgelegenheid stijgt. Het Centraal Planbureau laat dat ook zien. Daar kunnen wij ons, wat dat betreft, aan meten. Dat is een feit.” De heer Alkema: “Sorry, mag ik even interrumperen. De werkgelegenheid stijgt?” De heer Van Opzeeland: “Er komen meer banen bij.” De heer Alkema: “Wat meten ze? Ze meten het aantal banen. Maar het aantal totale uren, dat gewerkt wordt, wordt niet gemeten. Dan zult u tot de verrassende ontdekking komen dat de hoeveelheid werk niet gestegen is.” De heer Van Opzeeland: “Het aantal banen stijgt. Dat is een feit. Daar houden wij ons graag aan vast. Het herstel, hoewel het voorzichtig is, dat is ingezet. De boodschap die ik net uitgestraald heb, is dat je zult moeten kiezen op het moment om hem ook echt vast te pakken. De boodschap die ik ook gaf en waar u het niet over heeft is, hoe gaan wij nu hier in Oosterhout zien hoe die werkgelegenheid gaat stijgen? Er liggen plannen genoeg klaar. Er worden netwerken gebouwd etc., maar de toename van banen dat blijft, wat mij betreft, nog wat onzichtbaar en wellicht ook wat achter. Daar gaat het echt om in mijn bijdrage.” De heer Alkema: “Ik constateer dat u echt een te optimistisch beeld heeft van wat er gaande is. Maar dat is mijn opvatting.”
Notulen raad 13-06-2016 pagina 49 van 53
De heer Van Opzeeland: “Ja maar goed, dan kunnen wij elkaar daarin helpen. Want volgens mij is de bijdrage van het CDA begonnen met werk, werk, werk. Hoe gaan wij het dan voor elkaar krijgen om nog meer werk te scheppen en dat ook verder te stimuleren? Met goede aandacht, goede impulsen, anderen, denk ik, of aanvullend op wat er nu ligt.” De voorzitter: Dank u wel.” De heer Alkema: “Sorry, even nog aanvullend. Werk, werk, werk, prachtig. Maar wat doen wij met de mensen die geen werk hebben?” De heer Van Opzeeland: “Volgens mij vraagt u terecht aandacht voor de groep die het moeilijk heeft die 55+. Want dat is heel goed en dat kan ik alleen maar ondersteunen. Maar wij zullen elkaar moeten helpen hier in deze raad, als raad om mee te denken en mee te sturen om daar een goede impuls aan te geven. U maakt onderdeel uit van de coalitie, dus u heeft daar meer invloed op dan dat ik dat heb. Kom op, zou ik zeggen.” De voorzitter: “Goed zo. Dank u wel. Dan wil mijnheer van der Zanden nog een vraag stellen aan mijnheer Van Opzeeland.” De heer Van der Zanden: “Mijnheer Van Opzeeland heeft hele terechte opmerkingen gemaakt over de Nota verbindend bestuur, die natuurlijk een belangrijk punt is van deze coalitie. Nu is het zo, wij hebben de belangrijkste raadsvergadering van het jaar, de Perspectiefnota. Wat is de indruk die u nu heeft over de manier waarop de coalitiepartijen vanavond met de oppositie de verbinding proberen te maken?” De heer Van Opzeeland: “Kijk, er was in mei 2014 een eerste vergadering hier met elkaar aan tafel. Toen ging het heel erg over wat voor raad willen wij zijn. Hoe gaan wij aankijken tegen deze komende ook wel lastige periode? Het geld raakt op. Er zijn veel wensen. Wij willen handen en voeten geven aan burgerparticipatie en wij willen verbindend zijn. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat daar wethouder Vissers neergezet werd als, Mark je krijgt het erg druk. Dat wordt dus ook waar. Wat ook waar wordt, is dat er hier in de raad toch blijkbaar heel erg veel last is van blinde reflexen. Op het moment dat je wat kritisch bent over het gevoerde coalitiebeleid of dat je met aanvullingen komt, dat de ruimte maar heel beperkt is. Dus als het gaat om echt verbinding maken op gevoelsniveau, dan valt het mij een beetje tegen, om het maar zo te zeggen. Ik had er meer van verwacht. Ik ben vorige week door mijnheer Kamps gecomplimenteerd dat ik best wel met veel ideeën kom. Nu ook door mijnheer Melsen net nog. Ik doe mijn uiterste best om die verbinding te maken. Maar ik kan het blijkbaar ook niet. Blijkbaar doe ik iets verkeerd misschien wel.” De voorzitter: “Dank u wel. Ik dank u voor uw bijdrage. Geef ik het woord aan de heer Noltee van de fractie Groen Brabant. Graag aandacht voor de heer Noltee. Ik weet dat het laat is. Graag aandacht.” De heer Noltee: Dank u wel, voorzitter. Groen Brabant wil inhoudelijk reageren op de Perspectieven nota 2017. Hierin geeft het college aan wat globaal de bedoeling is voor het komende jaar, en wil tevens de fracties gelegenheid geven met eigen ideeën en accenten te komen. Deze raadsparticipatie stelt Groen Brabant op prijs, en past binnen onze gedachte van goed bestuur. Groen Brabant hoopt dat het College en de meerderheid van de fracties ons ondersteunen. Wij gaan er vanuit en vertrouwen erop dat eventuele financiële gevolgen in de begroting wordt meegenomen.
Notulen raad 13-06-2016 pagina 50 van 53
Voorzitter, Oosterhout is geen voorstander van het uitbreiden van het aantal windmolens op Oosterhouts grondgebied. Echter de positieve financiële consequenties die aanzienlijk zijn is ook het College niet ontgaan. Volgens Groen Brabant is het ongewenst dat het college windmolens wil plaatsen om een inkomstenstroom met SDE+ op gang te brengen ten koste van consumenten. In diverse landen is gebleken dat het subsidiëren van windmolens onwerkbaar en onhoudbaar is. De stroomtarieven voor consumenten worden door die subsidies zo’n 50% hoger. Dat is voor grote groepen minder draagkrachtige burgers voldoende om in energiearmoede te belanden. Wij willen u er aan herinneren dat er geen denken aan is dat hernieuwbaar, (wind en zon) fossiel en kerngestookte centrales ooit kan vervangen, omdat beide inferieure technieken zijn. (wind is uitontwikkeld, en zon staat in de kinderschoenen, maar is nog altijd weer- en seizoensafhankelijk, net als wind). U blijft vasthouden aan de gedachte dat Brabant Water dividend zou moeten uitkeren, dit terwijl u de aandelen om niet heeft verkregen. Oosterhout wil die opbrengst inzetten voor verlaging van de rioolheffing. U vergeet daarbij te vertellen dat Brabant Water ofwel de prijs voor water zal moeten verhogen ofwel minder onderhoud aan het leidingwerk zal kunnen uitvoeren, met alle gevolgen van dien. Het zou u college sieren als u zou kiezen voor een bedrijfsvoering zonder winstoogmerk. Maar als u toch moet kiezen tussen dividend of lagere tarieven voor onze inwoners, adviseren wij u te kiezen voor lagere tarieven. 75% of meer van de hoeveelheid neerslag die op het groen in de stad valt hoeft niet op een andere wijze te worden verwerkt, bijvoorbeeld afgevoerd te worden via het riool. Hiermee kan de rioolheffing geminimaliseerd worden. Ook gezonde wortelstelsels van bomen en struiken gekoppeld aan voldoende omzetting van organisch materiaal in de bodem, hebben een positief effect op de capaciteit van bodems om water te bufferen. Hiermee is ook winst te boeken door goede groeiplaatsen voor bomen en struiken te creëren. Verder kunnen we zorgen dat de bodem in parken en straten waarin bomen en struiken groeien niet verdicht wordt, door voldoende organisch materiaal toe te voegen. Compost daarvoor is in grote aantallen op de werf aanwezig. Vergroting van de bedekkingsgraad door bomen en struiken in de stad wordt ook beschouwd als een belangrijk hulpmiddel om het zogenoemde warmte- eiland effect te verminderen. In verband met het afschaffen van welstandsregels en toetsing is de welstandsnota gewijzigd en wordt in de welstandsvrije stad een excessenregeling gehanteerd. Een regeling die als hij juist wordt uitgevoerd voor iedereen kostenverhogend en zinloos is, ook voor de gemeente. Met de kans dat er in het uiterste geval nieuwbouw gesloopt gaat worden. Dat bij welstandsvrij bouwen nu de kans bestaat dat de cultuurhistorische waarden van bepaalde panden alsmede de kwaliteit van de omgeving verloren zal gaan, neemt de VVD ook op de koop toe. (geen toetsing meer). Voorzitter, het tweemaal per jaar maaien van kruidenrijke vegetaties en bermen zal een aanzienlijke verbetering van de netheid maar ook een verbetering van de ecologische kwaliteiten opleveren aldus het college. Daar blijft het wat betreft ecologische kwaliteiten in Oosterhout bij. Wat de bijen en voornamelijk de solitaire betreft, letterlijk maar ook figuurlijk. Groen Brabant ziet dit als een wake up call omdat vanaf 1 januari 2017 de nieuwe Wet Natuurbescherming wordt ingevoerd. Provincies en gemeenten gaan deze wet samen uitvoeren. Dit betekent dus dat zij meer verantwoordelijkheden krijgen en dat houdt in dat er ook beleid dient te worden gevoerd op deze onderwerpen. In Oosterhout staat het biodiversiteit beleid nog in de kinderschoenen, zie de afgelopen kaalslag in de wijken vanwege bezuinigingen. Wij hebben zodoende geen stevige basis in het gemeentelijk beleid. Ook deze perspectiefnota gaat daaraan voorbij, tenzij u een maal maaien meer per jaar onder de noemer biodiversiteitbeleid wilt scharen. Het wordt tijd dat u hier wat aan gaat doen. De Centrale Raad van Beroep heeft in mei jl. uitspraak gedaan over Huishoudelijke Hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Notulen raad 13-06-2016 pagina 51 van 53
Beslist is dat Huishoudelijke hulp onder de WMO 2015 valt. Aanspraken op Huishoudelijke hulp die zijn toegekend onder de tot 1 januari 2015 geldende oude WMO blijven ook daarna gelden. Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaken een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraken geen hoger beroep instellen. Voorzitter, Oosterhout weet dat ze fout zit, en dat het beleid moet worden aangepast, maar geeft aan dat het nog maanden zal duren voordat het college zich over een nieuw voorstel kan buigen. Volgens Groen Brabant zou de gemeente er naar moeten streven om wijzigingen per juli aanstaande door te voeren. Dat is weliswaar zeer ambitieus maar naar verluidt, hard nodig, middelen voor uitvoering zijn er genoeg. Wat is uw antwoord hierop? Voor de zoveelste keer in al die jaren duikt weer in de discussie over de toekomst van het stadhuis, het nadenken over een integrale herontwikkeling van het gebied Slotjesveld op. De dollartekens flitsen bij het college weer in de ogen bij het in beeld brengen van de verdienmogelijkheden van een dergelijke herontwikkeling. Gevaarlijk, want mijnheer de voorzitter op basis van onderzoeksresultaten lijkt het waarschijnlijk dat de omvangrijke leegstand van winkels en kantoren in Nederland niet alleen is veroorzaakt door toedoen van private partijen maar ook door het commerciële gedrag van lokale overheden. Dit kan ten koste gaan van de publieke taak van gemeenten om vanuit het algemeen belang van een goede ruimtelijke ordening een afweging te maken van alle ruimtelijke relevante belangen. Bent u het met Groen Brabant eens dat dit op het Slotjesveld ook weer niet moet gebeuren, het Slotjesveld moet op een of andere manier groen ingericht worden, zoals eerder is afgesproken. Voor de bruisende binnenstad geeft het college in 2016 tot 2018, 800.000 euro uit. Dit onder meer om leegloop van winkels in de binnenstad te stoppen. Groen Brabant hoopt dat het daarbij blijft. Het is verder aan de winkeliers zelf. Zondagen zijn de dagen geworden voor het funshoppen, terwijl de drukte op zaterdag juist afneemt. Bovendien geeft het winkelend publiek op koopzondagen beduidend meer uit, laat landelijk onderzoek weten. Dus open die deuren op zondag. Ruimere openingstijden in de weekenden betekenen echter niet dat winkeliers hun deuren door de week langer gesloten kunnen houden. Want door internet beginnen mensen eraan te wennen dat ze elk moment van de dag kunnen winkelen, Als een klant voor een gesloten deur staat, ben je hem sowieso kwijt. In Baronie verband heeft u afgesproken dat aanvullend op het opvangen van 70 alleenstaande minderjarige vluchtelingen in het voormalige UWV gebouw, er een aanvullend locatie onderzoek wordt verricht om te komen tot een AZC voor 300 vluchtelingen voor een duur van 5 tot eventueel 10 jaar. U start met de inventarisatie van alle mogelijke gronden in Oosterhout en de kerkdorpen aangezien er geen gebouwen beschikbaar zijn voor de opvang van 300 asielzoekers. U wilt ook een oproep aan de inwoners, bedrijven en organisaties van Oosterhout doen, om gronden aan te bieden. Omdat de gemeenteraad geen interesse in een referenda of peiling heeft om burgers bij beleid te betrekken, en dat burgerparticipatie ofwel deelname van burgers aan de publieke zaak een papieren tijger is, wil ik u het volgende voorhouden. Wij mogen er vanuit gaan dat deze locaties aan een Multi criteria-analyse (MCA) worden onderworpen. Hiervan is Maatschappelijke uitvoerbaarheid de voornaamste, met als uitgangspunt of er, draagvlak voor de komst van het AZC is te verwachten, of zal een AZC juist op verzet bij omwonenden en/of andere belanghebbenden stuiten. Ook criteria als Sociale veiligheid, waaronder zichtbaarheid, eenduidigheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid vallen. Landschappelijke en stedenbouwkundige inpasbaarheid spelen een rol, ook milieu waarin aspecten die ook in een bestemmingsplan aan bod komen en mede de haalbaarheid daarvan bepalen. Maar ook Verkeersveiligheid en de Planologische uitvoerbaarheid (past het binnen de omgevingsverordening) spelen een voorname rol. En wat denkt u van de economische uitvoerbaarheid (saneringskosten bijvoorbeeld, of kosten voor inperking van milieuhinder enz.). Graag
Notulen raad 13-06-2016 pagina 52 van 53
uw antwoord hierop. Het ‘milieuvraagstuk’ is vooral een kwestie van perceptie. Het grote misverstand is dat er geen sprake is van een energie- of klimaatprobleem. Door uitsluitend te focussen op de negatieve gevolgen van de CO2-uitstoot - een probleem gecreëerd door mensen - reduceren we duurzaamheid tot een gewetenskwestie, waarbij we ons bijna schuldig voelen dat we op deze planeet leven. Je kunt immers alleen CO2-neutraal zijn, als je niet bestaat.” Er valt niets te winnen met holle frasen. We spreken over energy efficiency, maar het gaat niet zo zeer om efficiency, maar om effectiviteit: wat is het beste dat we kunnen doen en hoe doen we dit zo goed mogelijk? Tot zover.” De voorzitter: “Dank u wel, mijnheer Noltee. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Dames en heren, wij zijn gekomen aan het einde van de eerste termijn waarin de raad gesproken heeft. Donderdag om 19.30 uur gaan wij verder met het antwoord van het college en de tweede instantie. De vergadering is geschorst tot donderdag 19.30 uur. Iedereen wel thuis.” SCHORSING
Notulen raad 13-06-2016 pagina 53 van 53