W
A
A
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
\ 0
Bl.0140435
W gemeente
QoSterhOUt
NOTULEN
van de openbare vergadering van de raad der gemeente Oosterhout, gehouden op woensdag 9 juli 2014, om 18.00 uur, ten stadhuize van Oosterhout.
mr. drs. S.W.Th. Huisman, Burgemeester, voorzitter J.M. Frankevijle, griffier. De raadsleden: mevrouw G. van Alphen-van den Dungen (WD), mevrouw M. Barendregt (SP), mevrouw A.M. Beekers (SP), P. J. Bogerd (GBV), C.J. Driesse (SP), mevrouw M.C.J.A. Dujardin-Rombouts (GB), H.C. van Ginneken (GBV), C.A.M. van Gooi (CDA), A.S. Heesakker (WD), G.A.M.C. Heintjes (WD), mevrouw M.E. Hemmer (D66), W.P.J.M. Hoosemans (GB), B.F.J. Jacobs (CDA), A.P.M. Jespers (GB), A.P.H.M. Kamps (CDA), A.A. Kastelijns (GB), J.E.A. Koumans (SP), PT. de Laat (GB), D.F.J. Melsen (WD), mevrouw G. Nanda-Mangon (D66), C.J. Noltee (GrBr), A. van Opzeeland (PvdA), C. Piena (GB), A.H.K.M. van der Pluijm (GroenLinks), J.J.G.M. de Ridder (WD), mevrouw T.P.M. Roovers-Huijben (CDA), A.P.M. Strack van Schijndel (GBV), M.F. Velds (D66), W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks). Tevens zijn aanwezig als wethouder: mevrouw M. Janse-Witte (GB), J.W.M. Peters (WD), M.P. Vissers (SP), mr. M.P.C. Willemsen (CDA) en mr. P.J. de Ridder, gemeentesecretaris. Afwezig met kennisgeving: R.P. van der Helm (WD), M. Louwerens (GroenLinks). Aldus vastgesteld in de vergadering van
\
MSJÁJ
Voorzitter -~
Raadsgriffier
Notulen raad
09-07-2014
AGENDA
D E E L A: V A S T S T E L L I N G A G E N D A E N V E R S L A G E N
1. Raadsnota Bl.0140333 Definitieve raadsagenda; 2. Raadsnota Bl. 0140 Notulen van de raadsvergadering van 10 juni 2014;
D E E L B: L U S T V A N I N G E K O M E N S T U K K E N
1. Lijst van aan de gemeenteraad geadresseerde brieven; 2. Schrijven van brieven voor gevangenen;
D E E L C : OPINIËRENDE BEHANDELING
1. Raadsnota Bl. 0140159 Zwaaikom, Nota van uitgangspunten;
D E E L D: B E S L U I T V O R M E N D E B E H A N D E L I N G
1. Raadsnota Bl. 0140288 Vaststelling Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind); 2. Raadsnota Bl. 0140268 Rapport Rekenkamer West-Brabant over risicomanagement; 3. Raadsnota Bl. 0140296 Regionale Detailhandelsvisie West-Brabant 2014 - 2020; 4. Raadsnota Bl. 0140249 Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de uitvoering van twee projecten van het Landschapspark De Open Linie; 5. Raadsnota Bl. 0140156 Vaststelling van Bestemmingsplan Vrachelen I Krooneiland, herziening 2, (schoollocatie 't Zandoogje, Vlinderlaan 2); Bespreking brieven lijst ingekomen stukken
a. 14 mei 2014: petitie openingstijden horeca Oosterhout; b. 21 mei 2014: verwijderen status gemeentelijk monument Warandelaan 43; Vragen ex artikel 43 Reglement van Orde over ELD-dossier
N.B. Alle ingediende amendementen verslag.
en moties zijn als bijlagen opgenomen bij het
Notulen raad 09-07-2014/pagina
2 van 47
De voorzitter: "Hartelijk welkom allemaal, de vergadering is geopend. Er is een aantal raadsleden dat net wat later zal komen, waaronder de heer Van Opzeeland die in de file staat. Wij hebben een quorum dus wij kunnen vergaderen. Wij pakken de draad op bij De Zwaaikom, Nota van Uitgangspunten. Wethouder Willemsen komt al naar voren toe met oranje das."
D E E L C : OPINIËRENDE B E H A N D E L I N G
1. Raadsnota Bl. 0140159 Zwaaikom, Nota van Uitgangspunten
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota Bl. 0140159, Zwaaikom, Nota van Uitgangspunten. Het is een opiniërende behandeling. Dus dat betekent dat wij een instantie hebben en dan kan de wethouder, als hij wil, kort nog een paar dingen zeggen en eventueel reageren op moties, mochten die aan de orde zijn. Dan gaan wij beginnen met de heer Melsen van de W D . Gaat uw gang, mijnheer Melsen." De heer Melsen:" Dank u wel, voorzitter. De Nota van Uitgangspunten, een stap verder in de ontwikkeling van De Zwaaikom. De W D heeft de nota bekeken en wil graag enkele suggesties en standpunten meegeven die meegenomen kunnen worden bij de definitieve Nota van Uitgangspunten die wij in oktober in de raad vaststellen. Woningbouw. De afspraken over de ontwikkeling van het eiland dateren uit 2005. De kaders liggen hier grotendeels vast. Voor de wal kunnen we als gemeente zelf de kaders stellen. In de uitgangspunten staat flexibiliteit qua woningbouwtype centraal. We missen in de nota wel mogelijkheden dat bewoners zelf hun omgeving en woning mee vorm kunnen geven. In de nota wordt aangegeven dat dit niet uitgesloten wordt. De W D ziet dit in de nieuwe nota graag krachtiger terug. Wat W D betreft worden de mogelijkheden van CPO oftewel Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, onderzocht en waar mogelijk toegepast, ook voor het eiland. De W D is tevreden dat de basis van het bestemmingsplan flexibiliteit is. Soms kan dit botsen met regels vanuit milieu. Mogelijk kan de Crisis- en Herstelwet hier soelaas bieden omdat plannen niet binnen tien jaar uitvoerbaar hoeven te zijn en er andere milieunormen gelden. We vragen het college dit mee te nemen in de nieuwe versie van de Nota van Uitgangspunten. In de nota wordt voorgesteld om een beeldregieplan op te stellen. De W D wil voorstellen dit niet meer te doen. Laten we het plan zonder welstandstoetsing en beperkende regels ontwikkelen. Wij zijn erg benieuwd naar invulling waarbij kopers en Oosterhout betrokken wordt. Het welstandsvrij bouwen heeft zijn effect, zie bijvoorbeeld de Veekestraat en zou ook op De Zwaaikom toegepast kunnen worden. Dan de locatie Struyk, daar draait het grotendeels om. De W D vindt het jammer dat de woningbouw op het Struyk-terrein niet meegenomen wordt. De reden hiervoor ligt grotendeels bij Struyk zelf. De bestaande fabriek wordt weer positief bestemd. De W D stelt voor om de huidige fabriek zo te bestemmen dat ze hun huidige activiteiten kunnen uitvoeren, maar geen enkele extra ruimte krijgt voor uitbreiding of intensivering van activiteiten. De W D spoort het college aan om een analyse op te stellen van planschade nu woningbouw niet meer mogelijk is. Eventuele uitkomsten hiervan kunnen dan door de raad meegenomen worden in vervolgbeslissingen. De W D stelt het college voor om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat als Struyk later alsnog woningbouw wenst, als de markt er anders voor staat, dit mogelijk is. Dit kan mogelijk ook positief uitpakken voor mogelijke planschade. Dan de kansen voor recreatie. De ontwikkeling
Notulen raad 09-07-2014/pagina
3 van 47
van De Zwaaikom biedt kansen voor de jachthaven. De wens van een mogelijke vijfde steiger wordt meegenomen in de plannen. De W D vindt dit een goede ontwikkeling. Mogelijk kan de steiger verlengd worden zodat er ruimte vrij blijft voor de watertaxi naar Breda, Tilburg en mogelijk Drimmelen. Het is belangrijk dat de verenigingen op het eiland weten waar ze aan toe zijn, ook de watersportverenigingen. Bekijk tijdig de kansen voor de handboogvereniging zodat er duidelijkheid komt. Hetzelfde geldt voor de scouting. Betrek ze actief bij het uitwerken van de plannen en zoek naar mogelijkheden. Een van de laatste punten is het aspect verkeer, onder andere de fietsbrug, parkeren en ontsluiting. De W D is erg tevreden dat de fietsbrug weer opgenomen is in de plannen. Het is een belangrijke verbindende schakel tussen centrum, Zwaaikom en Vrachelen en De Contreie. De aanleg van de brug is een kans om een uniek ontwerp te maken en een icoon toe te voegen. Kijk of dit meegenomen kan worden in uitwerking. De W D hoopt dat uit het onderzoek naar voren komt dat de brug uitvoerbaar is. Over de middelen hoeven wij ons ook geen zorgen te maken, want in de reserve bovenwijks staan hiervoor middelen gereserveerd. Het parkeerbeleid dat gebruikt wordt voor het stedenbouwkundig plan is vastgesteld in 2009 in onze raad. De parkeernormen die hierin zijn opgenomen zijn deels achterhaald. We roepen het college op de parkeernormen te actualiseren. Dit kan betekenen dat er bij een nieuw plan meer parkeerplaatsen nodig zijn, maar dat de wijk zijn ruimtelijk en groen karakter kan krijgen en dat er niet in het groen geparkeerd hoeft te worden. Tot slot wil de W D stil staan bij de verkeersontsluiting. In het plan is opgenomen dat de verkeersontsluiting via de Wilhelminalaan en Koningsdijk plaats gaat vinden. Onder andere de W D heeft bij eerdere plannen gepleit voor ook een noordelijke ontsluiting via Kanaalstraat richting Statendamweg. De weg Wilhelminakanaal-Oost is een prima ontsluitingsweg die nu al veel gebruikt wordt om kruispunt Trommelen te omzeilen. Deze weg hoeft wat de W D betreft niet afgewaardeerd te worden tot 30 km-weg maar kan ook de ontsluiting voor de nieuwe wijk zowel richting Wilhelminalaan maar ook richting noorden vervullen. Daarnaast staan er langs deze noordelijke ontsluiting geen woningen, maar bedrijven. Een prima ontsluiting die extra verkeer door en langs het centrum voorkomt. De W D ziet deze ontsluiting graag terug in de nieuwe Nota van Uitgangspunten. D66 zal zo dadelijk mede namens de W D hierover een motie indienen om deze wens te bekrachtigen. Tot slot, wij hebben de nodige punten en suggesties meegegeven aan het college zodat na het zomerreces een nieuwe versie van de Nota van Uitgangspunten voorgelegd kan worden aan de raad. Tot zover, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Melsen. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mijnheer Noltee, Groen Brabant, ga uw gang." De heer Noltee: "Dank u wel, voorzitter. Heb ik het goed begrepen mijnheer Melsen dat u op Struyk restricties wil toevoegen dat Struyk niet meer uit kan breiden op deze manier? Of is dat zo niet bedoeld?" De heer Melsen: "Dan heeft u precies de spijker op zijn kop geslagen. We moeten terug naar de situatie, we moeten de rechten die hij heeft respecteren, maar ook geen centimeter meer ruimte geven." De heer Noltee: "Naar welke situatie moeten we?" De heer Melsen: "Naar de situatie die in het vorige bestemmingsplan mogelijk is gemaakt en de huidige situatie die er nu is. Want hij zit er feitelijk nog en die situatie moeten wij, hoe dan ook, respecteren."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
4 van 47
De heer Noltee: "Wat bedrijven betreft meet u in twee dagen met twee maten." De heer Melsen: "Nee, voorzitter, wij hebben aangegeven dat De Zwaaikom een belangrijke ontwikkeling is en dat wij het zeer betreuren dat Struyk niet mee wil werken aan woningbouwontwikkeling. Wij vinden het ook steeds belangrijk en goed en eigenlijk is het hetzelfde als gisteren, wij willen Struyk niet uit laten breiden omdat we in de toekomst nog steeds de mogelijkheden open willen houden voor ontwikkeling van woningen." De heer Noltee: "Sorry, nog even herhalen als het kan de laatste twee zinnen." De heer Melsen: "Wat ons betreft gaan wij geen extra ruimte bieden voor Struyk omdat wij zeggen, de situatie die zij hebben die moeten wij handhaven. Wij kunnen dat niet verder laten groeien om juist te voorkomen dat ze daarmee dus een verdere blokkade voor de ontwikkeling van woningen in de toekomst opleveren." De voorzitter: "Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u, mijnheer Melsen. Geef ik graag het woord aan mevrouw Roovers van het CDA. Gaat uw gang, mevrouw Roovers." Mevrouw Roovers: "Dank u wel, voorzitter. Dit project kent ook al enige geschiedenis. Het is niet gelopen zoals gepland. Het duurt al veel langer, de kosten zijn veel hoger. Toch willen wij graag doorpakken omdat de locatie zich ervoor leent, maar niet tegen iedere prijs. Struyk gaan wij dus niet uitkopen. Wel moeten wij proberen, indien het nog mogelijk is, om de provinciale subsidie veilig te stellen ofwel een andere bijdrage te kunnen krijgen. Verder willen wij nog een paar punten van aandacht noemen. Een goede ontsluiting, dat hebben wij altijd gezegd, is enorm belangrijk eigenlijk noodzakelijk om een dergelijk plan te kunnen ontwikkelen. De spreker na mij, zal hier uitvoerig op ingaan. De parkeernorm, zojuist is dit ook al gezegd, hoeft niet strikt gehandhaafd te worden. Daarmee bedoel ik, er kan ook wel gekeken worden of er iets meer mogelijk is. Het is weer een ruimte net buiten het centrum waar het vaak druk is met parkeren. Het is belangrijk om nu al goed op te letten en niet achteraf te constateren dat er misschien wel te weinig parkeergelegenheid is. Ook de fietsbrug, het is voor ons zeer gewenst, maar niet noodzakelijk om deze in de wijk aan te leggen. Als het dus niet haalbaar blijkt, zowel qua hellingshoek, dus technisch, dan wel financieel, dan moet dit niet de ontwikkeling van de wijk tegen gaan staan. Verder werd in antwoorden op de verhelderingsvragen aangegeven dat duurzaamheid niet een van de voorwaarden was. Toch willen wij oproepen om daar nog eens goed naar te kijken wat hier nog mogelijk is. Als laatste willen wij aangeven dat de verhoudingen tussen huur en koop en sociaal, middelduur en duur, dat die misschien wel eerder vastgesteld zijn, maar dat ook daar ontwikkelingen in zijn en dat wij daar niet onze ogen voor moeten sluiten. Tot zover." De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Roovers. Wie wenst, de spreekster, een vraag te stellen? Mijnheer Melsen, W D . " De heer Melsen: "Dank u wel, voorzitter. Ik hoor mevrouw Roovers het hebben over de fietsbrug en dat die niet de plannen voor De Zwaaikom mag verhinderen. Stel dat het blijkt dat het financieel lastig is dat dan heel de wijk niet doorgaat. Bent u ook bereid de kosten voor de fietsbrug uit het Fonds Reserve Bovenwijkse Voorzieningen te halen omdat daarvoor juist middelen beschikbaar zijn die voor grotere projecten zijn dan alleen De Zwaaikom?"
Notulen raad 09-07-2014/pagina
5 van 47
Mevrouw Roovers: 'Dat ligt er natuurlijk nog al aan wat het financiële plaatje is. Dat weet ik nu nog niet. Dus daar kan ik geen antwoord op geven. Het kan ook nog wel wat betekenen voor de inpassing als blijkt dat ineens het hele plan omgeschoven moet worden omdat de fietsbrug op een andere manier aangelegd moet worden, dan zullen wij daar nog eens goed over na moeten denken." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Hoosemans, Gemeentebelangen en dan mijnheer Noltee." De heer Hoosemans: "Dank u wel, voorzitter. Ik had exact dezelfde vraag als mijnheer Melsen, alleen nog een korte aanvulling erop. Wij spreken al jaren over dit plan en de fietsbrug is de verbinding van de stad met Vrachelen en De Contreie nu. Wilt u dan om die twee redenen die u nu noemt, de hellingshoek die vind ik niet meetellen, maar om de financiën wilt u dan de fietsbrug uit het plan halen?" Mevrouw Roovers: "Ik heb als eerste aangegeven dat wij hem zeker wel wensen, maar ik heb nog geen enkele garantie gezien dat die ook mogelijk is. Ik heb daar zo mijn twijfels over, laat ik het zo zeggen." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Noltee, Groen Brabant." De heer Noltee: "Dank u wel, voorzitter. Over die fietsbrug, er is in het verleden al veel over gezegd. Vanaf 1990 hebben wij daar gelden voor gereserveerd via de inkomsten en de winsten die wij gemaakt hebben op Vrachelen I, II en III. Het zou mij toch verbazen, maar met dit college verbaast mij eigenlijk niets, dat begrijpt u ook wel, maar het zou me toch verbazen als die fietsbrug er uit gefietst wordt, om het maar eens zo te zeggen. Alleen om omstandigheden van een heilinkje meer op minder, of een graadje of twee hoger of lager. Dit kan je met goed fatsoen niet meer verkopen aan de burgers van Oosterhout." Mevrouw Roovers: "Ik spreek namens het CDA en niet namens het college." De heer Noltee: "U maakt toch deel uit van het college, of niet. Bent u sinds gisteravond " Mevrouw Roovers: "Het was vrij duidelijk dat andere coalitiepartners daar zojuist hun mening ook over gegeven hebben. Dus ik spreek namens het CDA. Ik wilde alleen zeggen, als de hellingshoek dusdanig is dat het gebruik minimaal zal zijn of dat er toch veel problemen zijn, dan heeft het geen zin om zo'n brug aan te leggen." De heer Noltee: "Voorzitter, als ik toch nog even mag? Die hellingshoek, dan gaan wij technisch doen, maar sommige ingewijden weten nog dat ik hier ooit in de raad eens aangegeven heb dat als hellingshoeken als die te hoog zijn, van bruggen over het kanaal, dat daar in Zweden voorbeelden van zijn omdat op te lossen en dan bedoel ik voor de burgers. Zodat je heel gemakkelijk toch onder een zware hellingshoek omhoog kan komen. Dus dat kan het probleem niet zijn. Het kost alleen een paar stuivers meer, maar oké." De voorzitter: "Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Hoosemans van Gemeentebelangen."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
6 van 47
De heer Hoosemans: "Dank u wel, voorzitter. Ik dacht heel even, voorzitter, wij gaan de balletjes van mevrouw Van Bruchem gebruiken. Dat was wel een goede keus geweest. Voorzitter, sinds de jaren 90 spreken we hier in deze raad over de planvorming Zwaaikom. Het doel is altijd geweest en dat is het nog steeds om deze belangrijke entree tot de stad een nieuw gezicht te geven. Met deze ontwikkeling wordt letterlijk en figuurlijk een brug geslagen tussen de binnenstad en Vrachelen. Er zijn overeenkomsten gesloten met de GEM, de ontwikkelmaatschappij en er is getracht de locatie Struyk in eigendom te verwerven. Het laatste is ondanks vele pogingen en procedures van onteigening niet gelukt. Voorzitter, Gemeentebelangen heeft tijdens eerdere behandelingen in deze raad aangegeven dat wat ons betreft de stekker uit het project zou mogen worden gehaald. Het heeft inmiddels vele miljoenen gekost aan voorbereidingen en procedures. Wat echter voor ons nog steeds van groot belang is, dat is de verbinding tussen de binnenstad en Vrachelen. Een brug slaan, maar dan ook figuurlijk en meer dan letterlijk. Bouwen op het eiland en de vaste wal en de entree van de stad Oosterhout aan die zijde een nieuw aanzicht geven. De gewijzigde woningbouwmarkt, de economische omstandigheden en het ontbreken van zicht op een start van de realisatie, hebben geleid tot een heroverweging van de oorspronkelijke doelstellingen van het project Zwaaikom. Een overweging waar de fractie van Gemeentebelangen mee kan instemmen. Voor ons ligt de Nota van Uitgangspunten. Een goed en uitgebreid beschreven nota. Vele uitgangspunten en randvoorwaarden gaan opgenomen worden in het Stedenbouwkundig plan. Dit is een belofte die u waar moet gaan maken. De fractie van Gemeentebelangen zal de ontwikkelingen kritisch blijven volgen. De fietsbrug naar Vrachelen en de brugverbinding Koningsdijk is een waardevolle aanvulling in dit gebied. Zorg voor een goede afwikkeling van het verkeer en om die redenen dienen we samen met D66 en de W D een motie in om te onderzoeken wat verkeerstechnisch de mogelijkheden zijn van ontsluitingen via de Statendamweg en van Liedekerkestraat. Tot zover, voorzitter, dank u wel." 4
De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Hoosemans, Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Koumans van de Socialistische Partij. Gaat uw gang." De heer Koumans: "Voorzitter, voor wat betreft de Nota van Uitgangspunten voor de Zwaaikom twee dingen, om maar eens een oud staatsman te citeren. Allereerst, het gegeven dat er nog geen archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. De reden hiervoor is duidelijk, het betreffende gebied is nog niet lang genoeg in bezit van de gemeente. Maar gezien wij als SP grote waarde hechten aan ons cultureel erfgoed, gaan we er van uit dat zo'n onderzoek is voltooid voordat het plan Zwaaikom voor definitieve besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd. Het valt immers niet uit te sluiten dat het plan dan aanpassing behoeft. Ding 2. Dat er een aardig percentage aan sociale woningbouw is gepland voor het gebied Zwaaikom vinden we een goede zaak. Een nog betere zaak vinden we dat er wordt aangegeven dat er ruimte voor aanpassingen is om aan een veranderende vraag naar de diverse woningtypes tegemoet te komen. Recente onderzoeken wijzen namelijk uit dat de behoefte aan sociale huurwoningen de komende jaren sterk zal stijgen. De wetenschap dat het mogelijk is een groter percentage sociale huurwoningen te bouwen dan thans in de nota staat beschreven kunnen wij ten zeerste waarderen. Voorzitter, er op vertrouwende dat het college beide dingen ook van groot belang acht, bij deze de bijdrage van de SP." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Koumans. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mijnheer Van Ginneken, Gezond Burger Verstand. Ga uw gang."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
7 van 47
De heer Van Ginneken: "Voorzitter, bedankt. Mijnheer Koumans, op het eiland is al wel een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Op de vaste wal waarschijnlijk niet, maar dat kan ook niet want dat is helemaal bebouwd. Op het eiland is het een aantal jaren geleden al uitgevoerd." De heer Koumans: "Tijdens het voorlezen van mijn stukje bedenk ik me dat bij het realiseren en veranderen van dit stukje de woorden vaste wal eraf gevallen zijn, die hadden er bij gemoeten. Sorry." De voorzitter: "Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Koumans. Geef ik graag het woord aan mijnheer Strack van Schijndel van Gezond Burger Verstand." De heer Strack van Schiindel: "Dank u wel, voorzitter. In potentie was en is nog steeds De Zwaaikom een plan. In de huidige uitgangspunten zitten echter een paar zaken waar wij vraagtekens of uitroeptekens bij willen zetten. In de eerste plaats de verkeersafwikkeling. Deze mag niet langs de Wilhelminalaan, Lage Molenpolderweg plaatsvinden. Er moet een afwikkeling komen langs de milieustraat richting de Statendamweg. Dat betekent dus dat de brug richting de Loswal een noodzaak is, zoals ook in het plan is opgenomen, maar het betekent ook dat de route naar de Statendamweg in het plan moet worden opgenomen. Voorzitter, 560 woningen op het eiland, vinden wij erg veel. Is dat wel haalbaar? Het lijkt ons, eerlijk gezegd, niet te rijmen met andere uitgangspunten over woonomgeving en leefbaarheid. Je praat met 560 woningen over intensieve bebouwing. De vraag is of die woningen dan wel te verkopen zijn? Wij hebben daar ernstige twijfels bij. Voorzitter, daarom willen wij graag meer duidelijkheid over wat er mogelijk is op het eiland en welke woonwensen wel en niet gerealiseerd kunnen worden in combinatie met het gekozen volume. In de nota wordt gezegd dat de stortplaats vooral voor huishoudelijk afval gebruikt is. Uit betrouwbare bron weten wij echter dat de stortplaats ook is gebruikt voor afval van de Loda fabriek in Breda, lang geleden, voor de verffabriek van Sikkens en voor het afval van ziekenhuizen. Het lijkt ons daarom verstandig om niet alleen bodemonderzoek te doen op plaatsen waar gebouwd gaat worden, maar ook een goed onderzoek te doen naar de risico's die de stortplaats zelf nu nog met zich meebrengt. Het moet voor de toekomstige omwonenden van de stortplaats 100 procent zeker zijn dat dit geen risico's met zich meebrengt. Voorzitter, tenslotte de financiën. Gezond Burger Verstand pleit ervoor om ook op het gebied van financiën transparantie te verschaffen. Wij denken dat het goed is dat ook op dat gebied duidelijk is wat wij van plan zijn." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Strack van Schijndel. Wie wenst een vraag te stellen aan de spreker? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Velds van D66." De heer Velds: "Dank u, voorzitter. Deze Nota van Uitgangspunten aangaande De Zwaaikom is een logisch vervolg op beslissingen van deze gemeenteraad in het verleden. Dat betreft de veranderingen in het totale plan omdat een locatie niet meer in de ontwikkeling meegenomen kan worden. D66 kan ook hier zich in grote lijnen vinden in de voorstellen van het college. In tegenstelling tot de SP, vinden we het wel jammer dat bij dit soort plannen met enige regelmaat weer afgeweken wordt van de in de woonvisie genoemde verhoudingen tussen sociale woningbouw en de vrije sector. De antwoorden waarom dat gebeurt blijven onduidelijk. Afspraken met de projectontwikkelaar, maar de werkelijke vraag is, waarom die afspraken zo gemaakt?
Notulen raad 09-07-201'4/pagina
8 van 47
Deze vraag blijft bij de antwoorden weer onbeantwoord. Misschien kan de wethouder dat toch eens toelichten. Een ander punt dat D66 onderbelicht vindt in de nota is de verkeersafwikkeling. Deze nota is een beetje blijven steken in de uitgangspunten die bij de ontwikkeling van het gehele gebied golden. Toen had D66 voornamelijk kritiek op de eenzijdige ontsluiting via de Wilhelminalaan en de daaraan klevende nadelen voor de Wilhelminalaan zelf, maar ook voor bijvoorbeeld de Lage Molenpolderweg. Nu biedt deze nieuwe ontwikkeling veel meer kans om ook, zoals wij destijds al voorstelden, te ontsluiten via de Statendamweg, Bovensteweg en eventueel Koningsdijk. Al kunnen wij juist daar voorstellen dat er nog bezwaren aan kleven bij de bewoners. Gelukkig laat het college in antwoord op de vragen van D66 al horen dat het inderdaad de bedoeling is om de genoemde ontsluitingsmogelijkheden verder te bekijken. Maar er bestaat de kans dat er nog discussie ontstaat. Om in het vervolg duidelijkheid te scheppen dienen we bij deze opiniërende behandeling samen met Gemeentebelangen, GroenLinks, CDA, GBV en W D toch de volgende motie in. Voorzitter, ik zal alleen het verzoek voorlezen, de overwegingen zijn wel duidelijk. Verzoekt het college, om in de definitieve Nota van Uitgangspunten aan te geven dat ook ontsluitingen richting Statendamweg en eventueel van Liedekerkestraat worden voorzien. Een verkeerskundig onderzoek te laten verrichten naar de gevolgen en noodzakelijke maatregelen om dit in goede orde te laten verlopen. En gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. De motie is ondertekend, krijgt de letter A, wordt vermenigvuldigd en maakt deel uit van de discussie." Motie A op raadsnota Bl. 0140159 van D66, W D , Gemeentebelangen, Gezond Burger Verstand, CDA en GroenLinks in bijlage.
De voorzitter: "Dames en heren, wie wenst de heer Velds een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Van der Zanden van GroenLinks." De heer Van der Zanden:" Voorzitter, uit de beantwoording van de schriftelijke vragen door het college blijkt dat op basis van in het verleden gemaakte afspraken met de grondeigenaren van het eiland de marges erg smal zijn. Dit laat nog maar eens zien wat de risico's zijn bij publiek private samenwerking. Afspraken uit het verleden, kunnen niet aangepast of moeizaam worden aan nieuwe inzichten op het gebied van goedkope woningbouw en duurzaamheid. Verder is dit jaar ook de financiële situatie van dit project verslechterd. In de Jaarrekening 2013 staat aangegeven dat er een bedrag van 4,85 miljoen euro is afgeboekt. Een gevolg van de veranderende omstandigheden. Op zich natuurlijk logisch want de fabriek van Struyk blijft staan dus een deel van de vaste wal kan nu niet meer bebouwd worden. De provincie Noord-Brabant heeft twee subsidies verstrekt. Een subsidie van 1,8 miljoen euro voor de kwaliteitsverbetering van het totale gebied en de bodemsaneringsopgave zonder termijn. Daarnaast is er een subsidie van 3,7 miljoen euro voor het afdekken van een berekend tekort op de grondexploitatie van het project en gekoppeld aan de verwervingen in het gebied, met name het verwerven van de grondeigendommen van de firma Struyk. Het college geeft aan dat er binnenkort een verzoek van de Provincie zal komen om dit terug te storten. Wanneer deze subsidie teruggestort is, zal er sprake zijn van een situatie waarbij er meer kosten zijn gemaakt dan dat er dekking tegenover staat. In een brief gestuurd aan de Provincie op 20 september 2013 geeft het college aan dat het volledig wegvallen van deze subsidie het resultaat zal verslechteren en mogelijk de uiteindelijke realisatie van woningen zal vertragen. Op de vaste wal wordt nog gesproken over de gronden
Notulen raad 09-07-2014/pagina
9 van 47
-10-
van Twickel. Het college geeft aan dat er volgens haar voldoende redenen zijn waardoor Oosterhout toch voor deze subsidie in aanmerking blijft komen. Zij verzoekt de Provincie om een deel van de subsidie te behouden en dan ook te kijken of er nog een termijn verlengd kan worden. Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen geeft het college aan met de Provincie aan het praten te zijn over de mogelijkheden voor een nieuwe subsidieaanvraag. Graag horen wij van de wethouder hoe hij de mogelijkheden inschat voor een succesvolle nieuwe subsidieaanvraag. Moet hierbij dan aan eenzelfde bedrag gedacht worden als de 3,7 miljoen euro of gaat het om een lager bedrag? Wat zijn de gevolgen mocht de Provincie hier niet in mee gaan? Hoe anders komt het financiële plaatje voor dit project er dan uit te zien en wat zijn de gevolgen voor de plannen zoals deze vanavond in de raad besproken worden." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van der Zanden. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. De heer Van Opzeeland is verlost van de file. Gaat uw gang, mijnheer Van Opzeeland." De heer Van Opzeeland: "En de file verlost van de heer Van Opzeeland. Goedenavond voorzitter en collega's van de gemeenteraad, publiek. Voorzitter, in deze opiniërende behandeling van de Nota van Uitgangspunten vraagt u de raad naar haar inbreng op dit plan. De Partij van de Arbeid is blij met deze vraag vanwege de volgende redenen. Het biedt Oosterhout kansen om een nieuwe, krachtige wijk te bouwen. Krachtig in de zin van leefbaarheid, levensfasebestendigheid, diversiteit en betaalbaarheid. Het biedt kansen voor starters om aan een betaalbare woning te komen in een mooi stukje Oosterhout. De Partij van de Arbeid heeft deze nota beken vanuit de volgende criteria: houvast, zichtbaarheid en innovatie. Van hieruit hebben we de goed leesbare nota bekeken en aangevuld. Houvast, maar ook zichtbaarheid, in de betekenis van voorspelbaarheid en betaalbaarheid. Voorspelbaarheid vinden we belangrijk om een antwoord te kunnen geven op de vraag of er gebouwd gaat worden conform de woonwensen. In 2011 is een woonwensen onderzoek uitgevoerd en dat wijst uit dat er behoefte is aan betaalbare starterswoningen. Uit de raadsnota die nu voorligt, lezen we dat hieraan niet, althans niet in voldoende mate, tegemoet zal worden gekomen. Ten eerste omdat in de nota niet wordt genoemd hoe groot de behoefte is, ten tweede omdat het college al op voorhand de ruimte geeft om, weliswaar gemotiveerd, af te kunnen wijken van de percentages uit de woonvisie. Wat de Partij van de Arbeid betreft blijven we, conform woonwensen, sturen op de ontwikkeling van een nieuwe wijk of buurt. Dit komt de leefbaarheid en de diversiteit van Oosterhout ten goede. In dit dossier geven we dus mee dat niet de winstgevendheid, maar de leefbaarheid op de eerste plaats moet staan bij de verdere uitwerking. Betaalbaarheid van woningen is voor ons een vanzelfsprekendheid. Voldoende starterswoningen en betaalbare, middeldure, woningen. We geven mee om niet alleen de focus te hebben op de woonwens, maar ook op de doorstroom op de woningmarkt. Wij willen helder hebben wat het toevoegen van een contingent woningen in De Zwaaikom voor effect heeft op de doorstroming van goedkope naar middeldure woningen en van middeldure naar dure woningen. Zo houden we Oosterhout immers interessant, aantrekkelijk en betaalbaar. Een ander aspect, waarop we de aandacht willen leggen, is de aanwezigheid van verenigingen in het gebied. Bij voorkeur willen we zien dat er een wijk of buurt ontstaat die levendig is. Dat houdt voor ons in dat er geen belemmeringen hoeven te zijn om de handboogschietvereniging te handhaven op het eiland. Dat is goed voor de diversiteit. Kijk maar eens wat Sportpark De Contreie betekent voor de nieuwe wijk de Contreie. Wat ons betreft: handhaven op de huidige locatie. Een ander punt van zorg voor de Partij van de Arbeid is de ontwikkeling van de landzijde van het plangebied. We vragen het college om helderheid en houvast hierin te geven. Met
Notulen raad 09-07-2014/pagina
10 van 47
-11-
name door aan te geven wat dit betekent voor de bestaande straten in het gebied. Door de ontwikkeling van het eiland krijgt de omgeving van De Zwaaikom een echte boost. Kijk of er mogelijkheden zijn om het opknappen van de bestaande wijk parallel kan worden opgepakt. Als die er zijn, benut ze dan zeker. Dit zou een mooie manier zijn om werk met werk te maken. Innovatie willen we in hetzelfde perspectief plaatsen als duurzaamheid. Wij moedigen het college aan om de ingeslagen weg van duurzaam bouwen vast te houden en te verbeteren waar dit kan. Als aanvulling op de nota willen we het college meegeven een aantal doelstellingen te formuleren ten aanzien van de duurzaamheid. De nota spreekt nu vooral over ambities. Dat zijn twee verschillende woorden. Ambitie is een wensbeeld, een doel is iets wat je wilt realiseren. We willen dat het college hierin helder is en doelstellingen formuleert. Wellicht kunnen de eerder gegeven adviezen van met name de fractie van Groen Brabant helpen deze doelstellingen ook te noemen en ook te gaan halen. De Partij van de Arbeid zou het een prachtige vinden dat wij daar op die plek de eerste energie neutrale wijk of buurt bouwen in Oosterhout. Voorzitter, wij hebben de nota beoordeeld op de aspecten houvast, zichtbaarheid en innovatie. Wij hebben een aantal aanbevelingen gedaan die we graag terugzien in de verdere uitwerking." De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Opzeeland. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Noltee van de fractie Groen Brabant." De heer Noltee: "Dank u wel, voorzitter. De gewijzigde woningbouwmarkt, de economische omstandigheden en het ontbreken van zicht op een start van de realisatie hebben geleid tot een heroverweging van de oorspronkelijke doelstellingen van het project Zwaaikom. U vraagt ons nu deze Nota van Uitgangspunten opiniërend te behandelen. Daarbij geeft het college aan, dat duurzaamheid een belangrijk thema voor stedelijke ontwikkelingen is. Want duurzaamheid is zegt u, het creëren van een gebouwde omgeving met een zo hoog mogelijke kwaliteit en tegelijk een zo laag mogelijke milieubelasting. Om de mate van duurzaamheid van een plan of een gebouw te toetsen maakt de gemeente gebruik van de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR). Echter in de overeenkomst met de GEM van 2005 zijn geen afspraken over duurzaamheid opgenomen. Er is dus nog steeds niets vastgesteld in vigerend beleid en dat is iets om over na te denken. Als doekje voor het bloeden willen de ontwikkelende partijen van het eiland wel meedenken over bijvoorbeeld zongericht verkavelen. Volgens Groen Brabant zou er over duurzaam op een heel ander level gedacht moeten worden als in dit voorstel. Er moet gedacht worden in echte oplossingen, probeer goed te zijn in plaats van minder slecht. Want duurzaam is pas echt duurzaam als het effectief is. De rest is bijzaak. Innovatie is hierbij de sleutel tot een duurzaam producerende en consumerende samenleving. Groen Brabant vindt dat we verder moeten denken dan de standaard duurzaamheid die het college voorstaat. Want als je een gebouw effectief duurzaam maakt kun je iets aan de prijs doen, zeg 1 procent. Daar boven op komt dat het pand over 15 jaar, 15 procent meer waard is. Dat is goed voor de kopers, dan krijg je woningen wel gefinancierd zonder dat je in moet leveren op te veel luxe. Ook rekening houden met de totale hoeveelheid primaire energie die een bouwmateriaal verbruikt in zijn hele levenscyclus is een onmisbare stap in de richting van effectief duurzaam bouwen. Zo krijg je pas echt zicht op de volledige energiekosten van een woning. Want vergis je niet de bouwsector gebruikt 42 procent van alle eindige grondstoffen. Hier ligt dus een enorme kans voor een duurzame oplossing. Naar onze mening wordt het hoog tijd dat Oosterhout zijn laatste bouwplaatsen effectief gaat benutten. Dan nog een paar dingen, voorzitter. Wij zijn op de eerste plaats, maar dat heb ik in het verleden al dikwijls genoeg gezegd, er geen voorstander van om Struyk op deze manier in de
Notulen raad 09-07-2014/pagina
11 van 47
-12-
houtgreep te houden. Restrictie voor Struyk ruikt of riekt naar machtspolitiek, die ik van de W D niet gewend ben op dit soort dossiers, dat heb ik gisteren wel wat anders gehoord naar ondernemers toe. De verkeersontwikkeling moet volgens mij nader onderzocht worden. Ik vind het amendement of de motie van de partijen op zich wel goed, maar het gaat niet ver genoeg. Er wordt nu maar een richting op gewezen, althans wat ik nu snel heb gelezen, waarin wij iets zouden moeten onderzoeken. Ik denk dat er een totaal nieuw onderzoek moet komen met 500 woningen en straks de 250 woningen op het MPO terrein wat allemaal richting stad moet. Ik bedoel, als wij doorgaan zoals het nu is, dan denk ik dat de stoplichten bij Trommelen nog een groter probleem gaan worden. Dan heb ik toch nog iets, de stortplaats. Daar werd door GBV over gesproken. Ik ben het er voor een gedeelte mee eens. Ik vind, wij zijn er nog een eind vanaf voordat wij de eerste paal gaan slaan, dat wij toch moeten gaan kijken naar een nieuwe manier, en die nieuwe manieren zijn er in de loop der jaren gekomen natuurlijk. Want toen wij het stortplaatsonderzoek hebben ontwikkeld toen waren die zaken er niet. Nu kan je ter plaatse zo'n stort opruimen, dat kost een paar centen natuurlijk. Opruimen niet effectief inpakken, maar opruimen ter plaatse daar zijn technieken voor. Dan ben je er vanaf. De opengevallen ruimte kun je dan gebruiken voor woningbouw als het nodig is of anders voor andere doeleinden. Ik denk en daar moet ik GBV gelijk in geven, datje van de stortplaats af moet. Want het risico is natuurlijk veel te groot, niemand weet exact wat daar ooit is gestort en wat ermee kan gebeuren nog. Ik dank u." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Noltee. Mijnheer Velds wenst de spreker een vraag te stellen, D66." De heer Velds: "Voorzitter, mijnheer Noltee, sprak over de motie die ingediend is dat die wat te beperkt zou zijn. Ik weet niet of het aan mij of aan u ligt, maar het is in ieder geval de bedoeling van de motie om een verkeersonderzoek met gevolgen en maatregelen. Het is logisch, in mijn ogen logisch, dat dat over het hele gebied en de hele afwikkeling gaat." De heer Noltee: "Ik dacht er uit te lezen alleen voor welke straten?" De heer Velds: "Nee, dat is in ieder geval niet de bedoeling. Zoals ik het lees staat dat er ook niet." De heer Noltee: "Zoals ik het lees moet ik er dat uit begrijpen en dan vind ik het jammer, wantje moet, zoals u het nu zegt, het over het hele gebied doen. Dan kan ik ermee akkoord gaan." De heer Velds: "Dan is dat misverstand uit de wereld." De voorzitter: "Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Noltee. Geef ik het woord aan wethouder Willemsen." Wethouder Willemsen: "Voorzitter, dank u wel. Ja, een lange historie dit dossier. Het is al verscheidene keren gezegd. Ik wil het overigens kort houden want het is een opiniërende behandeling. Daar hebben wij bewust voor gekozen omdat er een heroverweging heeft plaatsgevonden ten aanzien van dit dossier, om eerst opiniërend richting uw raad te gaan. Over twee dagen starten wij met de inspraakprocedure. Dan gaan wij de bewoners actief benaderen om mee te praten over deze uitgangspunten. Dan hebben wij zowel uw reactie als de reactie van de bewoners, die willen wij gaan beoordelen zoals je ook zienswijzen bekijkt. Ik stel
Notulen raad 09-07-2014/pagina
12 van 47
-13-
voor, ik kijk even naar de heer Van der Zanden en de heer Velds, u heeft erg concrete vragen gesteld dat wij die ook meenemen in de inspraakreactie, onze reactie daarop. Dat we de concreet gestelde vragen dat wij daar op die manier ook antwoord op geven, dan heeft u het gehele overzicht voordat wij naar de definitieve vaststelling, besluitvorming van deze uitgangspunten gaan. Dus ik doe er een stapje tussenin, gecombineerd met de inspraakreactie. De concreet hier gestelde vragen die worden dan beantwoord. Er zijn ook een aantal suggesties gedaan, die worden dan ook gegroepeerd en meegenomen in de besluitvormende fase. Er zijn een paar belangrijke dingen gezegd ook over de verkeersontsluiting. Mijnheer Noltee, die gaf terecht aan en dat is bevestigd ook dat dat de bedoeling van de motie is om te kijken naar het gehele gebied de verkeersontsluiting. Zeker ook als je kijkt naar het MPO PDM terrein en de belastbaarheid het knooppunt, kruispunt Trommelen, dat moeten wij allemaal meenemen. Collega Mark Vissers, daar zal ik mee in overleg treden. Niet alleen over de verkeerstechnische aspecten, maar toch ook zeker over de duurzaamheidsvoorstellen die hier zijn gedaan. Tot zover, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Willemsen. Dan hebben wij hiermee de opiniërende behandeling van Zwaaikom, Nota van Uitgangspunten gehad. Mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Oh, het is niet zo dat wij nog een tweede termijntje doen. Ik had dan moeten interrumperen. Want ik heb iets niet goed begrepen." De voorzitter: "Dan stelt u toch nog even een vraag." De heer Noltee: "Dat gaat over die suggesties die gedaan zijn. In het verleden bij een opiniërende vergadering werd daar bewust of onbewust aan voorbij gegaan als wij het voorstel kregen. Wij kunnen er nu vanuit gaan dat suggesties meegenomen worden en als ze niet bruikbaar zijn dat dat aangegeven wordt?" Wethouder Willemsen: "Voorzitter, als ik mag? Inderdaad, er zijn diverse suggesties gedaan. Ik vind dat wij daar mee aan de slag moeten en richting u terug moeten koppelen of het haalbaar is of niet haalbaar." De voorzitter: "Ja? Oké." De heer Melsen: "Voorzitter, er is nog een motie, moet daar niet over gestemd worden?" De voorzitter: 'Ach, neem mij niet kwalijk. Dat komt dat er ook geen besluit ligt. Het college heeft de motie overgenomen. Hij wordt gewoon meegenomen. Als er geen behoefte is aan stemming, dan is dat bij deze geregeld." De heer Noltee: "Hij wordt gewoon meegenomen die motie." De voorzitter: "Hij wordt overgenomen." De heer Noltee: "Wordt overgenomen, met dien verstande dat het over het hele gebied gaat en niet zoals dat hier staat alleen Liedekerkestraat en Statendamweg." De voorzitter: "Nee, het hele gebied. Dank u wel. Opgelost.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
13 van 47
-14-
D E E L D: B E S L U I T V O R M E N D E B E H A N D E L I N G
2. Raadsnota Bl. 0140268 Rapport Rekenkamer West-Brabant over risicomanagement
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota Bl. 0140268, Rapport Rekenkamer West-Brabant over risicomanagement. Wij hebben twee sprekers en wij beginnen met de Heintjes van de W D . Wethouder Peters komt naar voren. Ga uw gang, mijnheer Heintjes." De heer Heintjes: "Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de onderzoekers, die de Rekenkamer heeft ingeschakeld voor het onderzoek risicomanagement bij de gemeente Oosterhout, geven de gemeente een duidelijk compliment. Oosterhout loopt in de kopgroep voor wat betreft het risicomanagement. Het risicomanagement in Oosterhout is volgens de Rekenkamer vooral praktisch van aard, verankerd in de cultuur en werkwijze. De Rekenkamer concludeert vervolgens dat verbetering mogelijk is. Een bijna universele waarheid, voorzitter, maar laten we de aanbevelingen van de Rekenkamer wel in perspectief blijven zien. Risicomanagement is heel belangrijk, maar mag geen doel in zichzelf worden. Voorzitter, doorgaan op de ingeslagen weg en werkende weg aanvullende stappen zetten is voor onze fractie de best begaanbare weg. De in het coalitieakkoord geschetste herijking van de Nota Reserve en Voorzieningen biedt in deze kansen. Om de verdere ontwikkeling van risicomanagement daadwerkelijk vorm te geven dient de fractie van de W D , samen met de fracties van Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid daarom het volgende amendement in. Ik beperk me dan tot het besluit. Met dien verstande vast te stellen dat het besluit luidt: Het rapport van de Rekenkamer West-Brabant Risicomanagement voor kennisgeving aan te Nemen. Het college uit te nodigen de aanbevelingen van de Rekenkamer te betrekken bij de herijking van de Nota Reserves en Voorzieningen en/of de Planningen Controlcyclus. En gaan over tot de orde van de dag." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Heintjes. Het amendement is ondertekend. Krijgt de letter A. Maakt deel uit van de discussie, wordt vermenigvuldigd." Amendement A op raadsnota Bl. 0140268 van de W D , Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid in bijlage.
De voorzitter: "Dat was uw bijdrage? Ik zag een vraag van mijnheer Noltee van Groen Brabant, zag ik dat goed? Mijnheer Van der Zanden ook. Mijnheer Noltee, ga uw gang." De heer Noltee: "Mijnheer Heintjes, ik heb die motie natuurlijk nog niet gelezen. Ik vraag u heel simpelweg wat is nu het verschil tussen het besluit van dit voorstel en de dictie van uw motie, welk verschil is er nu?" De heer Heintjes: "Er zitten twee verschillen in, voorzitter. Een, wij nemen de nota voor kennisgeving aan, of dit rapport. Het volkomen onderschrijven biedt geen enkele mogelijkheid voor nuancering. Dat gaat ons te ver. Want het rapport is heel lovend over dat wat er binnen de gemeente Oosterhout gebeurt en vervolgens krijg je een aantal passages in de nota waarvan wij zeggen dat sluit niet aan bij de concludering
Notulen raad 09-07-2014/pagina
14 van 47
-15-
die de Rekenkamer eerder heeft gedaan, of de onderzoekers. Twee, bij het besluit in het preadvies, daar wordt helemaal geen concreet vervolg geschetst voor de aanpak. Wij noemen in ieder geval heel duidelijk een concreet actiepunt bij het college wat ze aan kunnen grijpen om het risicomanagement verder te verbeteren." De heer Noltee: "Volgens mijn gevoel en mijn gevoel laat mij nooit zo vaak in de steek, moet ik zeggen dat deze motie mij de gedachte geeft, min of meer, een motie van wantrouwen naar de Rekenkamer. U zegt nee, maar ik krijg dat gevoel bij die motie. Dus probeert u dat mij nu eens te ontnemen. Nu weet ik toevallig uit het verleden dat de W D nooit zo'n voorstander is geweest van de Rekenkamer. Dat weet u waarschijnlijk ook nog wel. Met mijn gevoel erbij, krijg ik een heel raar beeld." De heer Heintjes: "Voorzitter, negatieve gevoelens richting Rekenkamer schuilen hier niet achter. Alleen een aantal van ons en ikzelf persoonlijk ook, hebben nadrukkelijk de ervaring dat als je van en dan praat ik even terug over een kwaliteitsmanagementsysteem, als je daar de papieren werkelijkheid op loslaat, dan gaat alle kwaliteitsgevoel binnen een organisatie makkelijk verloren. Datzelfde zie je hier. Op het moment dat het goed functioneert. In de praktijk werkt en in cultuur en werkwijze is verankerd, dan moetje dat proces niet verstoren door daar gedwongen een formalisering op los te laten. Dan moet je systemen zijn gang laten gaan en de kans geven om zich te ontwikkelen. Dat wordt hierdoor of doorkruist omdat het gedwongen wordt en vervolgens, wij zitten al in de goede richting. Het is makkelijk om te zeggen je krijgt een 8,5, maar je kunt ook naar een 10. Laat de organisatie die gelijkheid krijgen om zich richting díe 10 te ontwikkelen en pak daarvoor bepaalde en de bestaande structuren en de bestaande ontwikkelingen om in die richting te groeien." De heer Noltee: "Meestal is het toch zo als er geen druk achter iets zit en iets heeft een 8,5, laten we het even zo houden en er zit verder geen druk achter, dan gaat het niet omhoog en blijft het niet hetzelfde, maar dan gaat het heel langzaam achteruit. Dat is mijn ervaring op alle gebied. Niet alleen in deze gemeenteraad, maar ook voorheen toen ik nog wat ander werk verrichtte in deze gemeenschap." De heer Heintjes: "Voorzitter, wij zijn zo ver gekomen, althans de gemeente is zo ver gekomen, omdat ook zonder druk, omdat de organisatie daar schijnbaar rijp voor was en de organisatie dat wilde. Ze zitten nu in een kopgroep zonder dat er enige druk was. Waarom zou je dat proces niet zo kunnen voortzetten? Dat moet je niet doorkruisen, voorzitter. Goede ontwikkelingen moet je hun gang laten gaan." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Van der Zanden, had ook nog een vraag, GroenLinks." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, het is nu eigenlijk zo wat een vervolgvraag geworden op de discussie die mijnheer Heintjes met mijnheer Noltee had. De Rekenkamer concludeert inderdaad dat in de praktijk dingen al best goed lopen. Dan lijkt het mij toch juist belangrijk dat als het in de praktijk goed loopt dat wij dat wel degelijk vast gaan leggen. Want mensen kunnen op een gegeven moment, om wat voor reden dan ook, vertrekken, nieuwe mensen komen, wisseling van de wacht. Want anders krijgen wij denk ik toch de situatie dat er een heleboel kennis in hoofden van mensen zit, die niet is weggelegd. Er gaat iemand weg, krijgt een andere functie en dan is die informatie ook voor een flink deel weg. Dat lijkt mij toch juist dat in een ingewikkelde samenleving als het om een complexe materie gaat, dat wij het juist wel formeel moeten vastleggen om het te borgen."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
15 van 47
-16-
De heer Heintjes: "Voorzitter, de W D zegt niet dat er niet geborgd moet worden. Ze zegt alleen van, laat dat de organische weg volgen en ga daar niet apart maatregelen op loslaten. Laat het z'n gang gaan en neem dat mee bij de verdere ontwikkelingen binnen de gemeente. Dat noemen wij heel concreet, wat in het coalitieakkoord ook al genoemd is, de herijking van de Nota Reserves en Voorzieningen. Bij herijking bij de planning- en controlcyclus. Doe dat niet apart. Bovendien het besluit van het preadvies zegt niet dat er eerder, later of snel iets moet gebeuren, dat zegt er helemaal niets over. Het zegt alleen van, neem de conclusies aan en onderschrijf die." De heer Van der Zanden: "Dan blijf ik het, voorzitter, toch opmerkelijk vinden. Want dit is volgens mij voor de eerste keer, sinds dat de Rekenkamer er is, dat er nu een motie komt, een amendement, sorry, een amendement komt om in feite de conclusies niet over te nemen, maar voor kennisgeving aan te nemen. Ik heb toch zoiets van als het over risico's gaat dan vind ik toch ook de formele vastlegging wel van belang en moeten wij niet alleen naar de werkelijkheid kijken." De heer Heintjes: "Voorzitter, ik heb geloof ik niet gezegd dat de formele vastlegging niet zou hoeven te gebeuren. Alleen zeg ik van, geef het een kans en ontwikkel dat werkende weg." De heer Van der Zanden: "Toch nog even dan, het wordt nu bijna een soort woordenspelletje. Dan kunt u toch gewoon dit amendement van tafel houden en gewoon het rapport van de Rekenkamer onderschrijven?" De heer Heintjes: "Voorzitter, zoals ik al zei in eerste instantie, niet volkomen onderschrijven. Daar zit voor ons in ieder geval een angel. Ten tweede, willen wij graag het college aansporen om hier nog eens een keer serieus naar te kijken." De vicevoorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Van Gooi, CDA." De heer Van Gooi: "Dank u wel, voorzitter. In navolging van de vorige sprekers. Met uw amendement zwakt u het besluit af wat er nu voorligt. Dat begrijp ik niet, maar daar verschillen wij van mening. Daarnaast en dat vind ik wel een goed punt, vraagt u wel dat dit vervolgens opgevolgd wordt in aanbevelingen en verdere uitwerkingen in de nota. Iets klopt er niet in uw redenering. Ik kom er niet achter." De heer Heintjes: "Voorzitter, wij vinden het rapport van de Rekenkamer een waardevol rapport. Wij onderschrijven de conclusies niet volkomen. Zien daar punten van aandacht in waar de organisatie zijn voordeel mee kan doen. Wij zeggen tegen het college van, neem dat nu over, althans ga daarmee aan de slag op het moment datje de Nota Reserves en Voorzieningen gaat herijken. Daarmee zetje in ieder geval een punt in de agenda. Want wij duiden naar de Nota Reserves en Voorzieningen. Als wij het besluit uit het preadvies overnemen dan blijft het zweven." De heer Van Gooi: "Met alle respect, voorzitter, als wij punt 2 aanhouden in het amendement dat ben ik helemaal met u eens. Punt 1 daar zwakt u het besluit af." De heer Heintjes: "In die zin ja, dat wij het niet volkomen overnemen. Want daar gaat voor ons elke nuancering, ja die ontbreekt daar. Wij kunnen de redenering van de Rekenkamer niet altijd volgen. Als ze eerst lovend zijn, een aantal veren steken en
Notulen raad 09-07-2014/pagina
16 van 47
-17-
vervolgens zeggen van, ja, jongens er moet wel het een en ander gebeuren. Want zo kan het niet verder. Nu chargeer ik wat." De heer Van Gooi: "U chargeert zeker, dank u wel." De voorzitter:" Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Heintjes. Geef ik graag het woord aan mevrouw Hemmer van D66." Mevrouw Hemmer: "Dank u wel, voorzitter. D66 heeft kennis genomen van het rapport van de Rekenkamer en is tevreden. Het is goed om te zien dat de gemeente haar weerstandvermogen op orde heeft en de risico's zoveel mogelijk in kaart. Complimenten zijn dan ook op z'n plaats. Onze interesse ligt vooral bij de zachte kant van het risicomanagement. Zoals u weet is een van onze speerpunten bestuurlijke vernieuwing en daarmee ook cultuurverandering in het ambtelijk apparaat. Uit dit rapport blijkt dat er inderdaad een cultuurverandering aan de hand is. Vooral uit het feit dat er gesproken wordt over het beheren van risico's in plaats van beheersen, maar ook hoe dat risico's in kaart gebracht worden en onderdeel zijn geworden van de dagelijkse structuur. Hoe een organisatie met risico omgaat, bepaalt voor een groot deel zijn ondernemerskracht. Het beheersen van risico's leidt tot meer regels en bureaucratie. Terwijl een organisatie dat risico als onderdeel ziet van de bedrijfsvoering, zoals hier duidelijk aan de hand is, flexibel is op het inspringen op risico's en meer mogelijkheden heeft tot ondernemen, leren en ontwikkelen. De aanbeveling om risicomanagement meer te verankeren om het een duurzaam onderdeel te maken van de organisatie, ondersteunen wij dan ook van harte. Wij zijn blij om te lezen dat het college deze intentie ook heeft, om te zorgen dat deze cultuur niet alleen aan enkele personen hangt. Wij, dringen er op aan dat dit op korte termijn vorm gegeven wordt, maar wel met de kanttekening dat het geen bureaucratische brei moet worden, maar meer vorm heeft in de bestaande structuren, zoals visie en functieomschrijving, die aangegeven zijn in het rapport. Het mag duidelijk zijn dat wij de motie van de W D daarom ook niet steunen. Tot zover, dank u wel voor uw aandacht." De voorzitter: "Dit was uw maidenspeech." Applaus. De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Hemmer. Graag een reactie van het college, wethouder Peters." Wethouder Peters: "Voorzitter, ik heb het gevoel dat wij het veel meer met elkaar eens zijn dan dat uit het debat van zojuist zou blijken. Toch ben ik blij met de nuance die in het amendement van de W D in het hele proces wordt aangebracht. Dat heeft te maken met het volgende. Wij zijn natuurlijk buitengewoon geïnteresseerd in het oordeel van de Rekenkamer. Wij zullen ons voordeel doen met alle suggesties en aanbevelingen die gedaan zijn. Dat zit in de aard van het ambtelijk apparaat en dat blijkt ook uit het feit dat wij complimenten hebben gekregen voor de wijze waarop dat risicobeheer in praktijk wordt gebracht. Dus daar hoeft u geen enkele zorgen over te hebben. Wat er in het rapport ook staat dat is de aanbeveling om het risicomanagement vast te leggen in een nota, die vast te stellen in het college en vervolgens in de raad. U moet zich dan voorstellen wat dat betekent, want de Rekenkamer heeft aangegeven dat risicomanagement dat is niet alleen financieel risicomanagement, nee dat is risicomanagement over de volle breedte. Dus wat heb je voor maatregelen getroffen om er voor te zorgen dat je je doelstellingen in brede
Notulen raad 09-07-2014/pagina
17 van 47
-18-
zin ook zult halen en dat de risico's die daar in optreden dat je die baas blijft. Dat is een immense opgave. U moet zich voorstellen datje dat in een nota gaat vatten, die gaat vaststellen met elkaar, terwijl intussen de wereld doordraait en wij op allerlei fronten moeten zorgen dat de zaak draait. Dat er wordt gewerkt aan een nieuwe begroting, straks een Perspectiefnota. Wij hebben afgesproken half 2015 dat er een nieuwe nota komt waarin de reserves bij de tijd worden gezet, alle reserves, de financiële risico's, de risicoratio. Dus het hele verhaal wat zo belangrijk is voor een verantwoorde toekomst dat wij dat grondig gaan ijken met elkaar. Je moet dan niet een tussenstap in willen bouwen waarin je, terwijl je in een film zit eerst alles stopzet om een foto te gaan bekijken met elkaar. Dat is de reden waarom ik blij ben met de nuance die door het amendement wordt aangebracht. Ik denk dat de praktijk die wij tegemoet gaan met elkaar dat die helemaal conform de aanbevelingen van de Rekenkamer en de wensen van uw raad zijn. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Peters. Tweede instantie, wie? Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks, ga uw gang." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, wat ik nog toch eventjes wil zeggen, het begint nu bijna op een soort een, tweetje te lijken. Want het is gewoon zo, voorzitter, in de raadsvergadering van 25 oktober 2005, daar is besloten hoe wij de Rekenkamerfunctie gaan regelen. Daar was een partij tegen en dat was de W D . " De voorzitter: "Andere vragenstellers nog? Mijnheer Noltee, Groen Brabant en dan mijnheer Heintjes. Sorry, ik zag mijnheer Noltee eerder." De heer Noltee: "Voorzitter, ik moet mijnheer Van der Zanden gelijk geven daarin. Het valt mij eigenlijk op dat voor hetzelfde geldt voor datgene dat de wethouder hier aan dat ding aangeeft. Dat had hij ook in het besluit kunnen zitten min of meer. Ik bedoel, dus die een, twee dat is natuurlijk zo, maar u had het ook beter in kunnen vullen en het ons als raad kunnen vragen datgene wat u nu aangeeft. Wij hadden dan misschien wel ja gezegd. Maar ja, dat is een andere manier van dingen bekijken als dat u doet." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Heintjes, W D . " De heer Heintjes: "Voorzitter, mijnheer Noltee spreekt van 'n een, tweetje. Daar heeft mijnheer Van der Zanden het ook over. Toch even een punt van orde. Het voorstel wat voorligt dat is van de hand van de griffier. Dat de heer Peters de verantwoording en de beantwoording op zich neemt dat is een ander verhaal. Dus dat van 'n een, tweetje dat is in ieder geval toch met een tussenstap." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, bij interruptie. Ik had het over 'n een, tweetje tussen de heer Heintjes en wethouder Peters." De heer Heintjes: "Ja, dat zeg ik dus. Daar zit dus een stap tussen, want daar zit de griffier tussen. Want die heeft op het preadvies gereageerd." De heer Velds: "Voorzitter, als ik zo vrij mag zijn? Daar zit de griffier natuurlijk helemaal niet tussen. U hebt 'n een, tweetje met de wethouder. Dat is juist omdat de griffier het stuk geschreven heeft."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
18 van 47
-19-
De heer Van der Zanden: "Het is altijd al zo dat wij stukken krijgen van de griffier als er een rapport is van de Rekenkamer. Dan staat er altijd in om het volledig te onderschrijven." De heer Noltee: "Dualisme heeft de W D nooit hoog in het vaandel gehad. Ook bij andere coalitiepartijen, waar iedere week de wethouder bij de vergaderingen zit van de fracties. Het is een en al een, tweetjes." De heer Hoosemans: "Voorzitter, mag ik daarop reageren? Dat voordeel heb je als je wat grotere fracties hebt en een wethouder die betrokken is." De heer Noltee: "Dualisme hoort zo niet te zijn, dat weet u ook wel. Dat moet u ook weten, maar u kan niet anders want u moet afstemmen." De voorzitter: "Ik geef het laatste woord aan de heer Heintjes." De heer Heintjes: "Voorzitter, onze bijdrage is eerlijk ingegeven uit de zorg die wij hebben gezien in de praktijk bij andere organisaties, dan praten wij niet over risicomanagement, maar over kwaliteitssystemen. Dat als je de zaken dicht regelt, dat je de zaak dood slaat. Dat is waar wij bang voor zijn. Er ligt geen enkele relatie met een voor of tegen voor wat betreft het onderdeel Rekenkamer. Wij beoordelen het rapport zoals het hier voorligt op z'n merites, zoals dat zo mooi heet schijnbaar in deze zaal. Dan komen wij tot een andere conclusie dan in het preadvies is verwoord. Vandaar onze bijdrage, vandaar ons amendement en dat staat." De voorzitter: "Dank u wel. Wethouder Peters, tweede termijn indien daar behoefte aan is? Ga uw gang." Wethouder Peters: "Ja, hoogstens nog even onderstrepen dat wat mijnheer Noltee aangeeft van, goh dan had het college het toch anders op kunnen schrijven in het besluit. Dat wat voorligt is dus geen voorstel van het college." De voorzitter: "Dank u wel. Wij hebben gediscussieerd in twee instanties. Dat betekent dat wij overgaan tot besluitvorming. Wij beginnen met het amendement. Wenst iemand daar een stemverklaring over af te leggen? Mijnheer Driesse, Socialistische Partij." De heer Driesse: "Geen stemverklaring, voorzitter, ik zou graag even vijf minuutjes willen schorsen." De voorzitter: "Wij schorsen de vergadering voor vijf minuten." SCHORSING
De voorzitter: "Als u allemaal wilt gaan zitten, kunnen wij doorgaan met de vergadering. Als iedereen wilt gaan zitten, alstublieft. Dan is de vergadering heropend. Dan geef ik het woord aan degene die de schorsing heeft aangevraagd, mijnheer Driesse, Socialistische Partij, ga uw gang." De heer Driesse: "Dank u wel, voorzitter. Wij zijn eruit. Dus wat ons betreft kan het amendement in stemming worden gebracht."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
19 van 47
-20-
De voorzitter: "Dank u wel. Zijn wij toe aan stemverklaringen. Ik begin aan de kant van D66. Stemverklaringen? SP, mijnheer Driesse, ga uw gang." De heer Driesse:" Wij zullen dit amendement steunen, mijnheer de voorzitter, alhoewel wij het voor een deel overbodig vinden. Aan de andere kant staat e niets in waar wij ons niet achter zouden kunnen scharen. Dus wij zullen het amendement steunen." De voorzitter: "Ik kijk het rijtje verder af voor stemverklaringen. Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, wij zullen het amendement niet steunen. Als het amendement wordt aangenomen, dan zullen wij tegen de nota stemmen omdat het rapport van de Rekenkamer behoorlijk afgewaardeerd wordt." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Noltee, Groen Brabant." De heer Noltee: "Voor ons idem dito, voorzitter. Ik ben altijd kort." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Strack van Schijndel, Gezond Burger Verstand." De heer Strack van Schijndel: "Voorzitter, dank u wel. Wij zijn het niet eens met wat mijnheer Van der Zanden zegt. Dit is een goede manier om juist zo'n Rekenkamerrapport serieus te nemen. Sterker nog, ik denk, dat als je met de mensen van de Rekenkamer hierover praat dat ze zeggen dat dit een goede manier is om de aanbevelingen te interpreteren en daar op een goede manier mee om te gaan. Dus wij vinden deze nuance goed en zullen ook instemmen met het amendement." De voorzitter: "Dank u wel. Anderen nog? Niet? Dan gaan wij nu stemmen over het amendement risicomanagement van W D , Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid. Wie voor het amendement, handen op, alstublieft? Dat zijn de fracties van de Partij van de Arbeid, Socialistische Partij, W D , Gezond Burger Verstand en Gemeentebelangen. Tegen? De fracties van D66, Groen Brabant, CDA en GroenLinks. Het amendement is aangenomen met 19 stemmen voor en 10 stemmen tegen. Dan het voorstel zelve. Wie voor het voorstel zelve, handen op, alstublieft? Dat zijn de fracties van D66, Partij van de Arbeid, Socialistische Partij, W D , CDA, Gezond Burger Verstand en Gemeentebelangen. Tegen zijn? De fracties van GroenLinks en Groen Brabant. Het voorstel is aangenomen met 26 stemmen voor en 3 stemmen tegen. Wethouder Peters bedankt." Amendement A op raadsnota Bl. 0140268 van de W D , Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid is aangenomen met de stemmen tegen van: D66 (3), Groen Brabant (1), CDA (4), GroenLinks (2). Raadsnota Bl. 0140268 is aangenomen met de stemmen tegen van: GroenLinks (2) en Groen Brabant (1).
3. Raadsnota Bl. 0140296 Regionale Detailhandelsvisie West-Brabant 2014 - 2020
Notulen raad 09-07-2014/ pagina 20 van 47
-21-
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota Bl. 0140296, Regionale Detailhandelsvisie West-Brabant 2014 - 2020. Wethouder Willemsen is reeds onderweg. Wij hebben een vijftal sprekers en wij beginnen met de heer De Laat van Gemeentebelangen. Gaat uw gang." De heer De Laat: "Dank u wel, voorzitter. Highlights Regionale Detailhandelsvisie 2014 - 2020. In de bijeenkomst Regio West Brabant kwam men tot de conclusie dat er te veel verkoop vierkante meter vloeroppervlakte is. Dat dit door de laatste jaren van recessie ook nog eens veelal leeg staat komt de winkelcentra in zijn verkoopcijfers en uitstraling niet ten goede. Een voorstel voor het maken van vijf grote winkelcentra in de plaatsen Bergen op Zoom, Roosendaal, Etten-Leur, Breda en Oosterhout, kan een stap in de goede richting zijn. Dit kan ook de goedkeuring van Gemeentebelangen dragen. Deze mogen kwalitatief groeien maar, dat mag dan niet ten koste gaan van eikaars ontwikkeling. Een goed voorbeeld van negatieve ontwikkeling voor Breda en zowel de omliggende gemeenten zou zijn het realiseren van de Lange Stallen. Bij de andere tussenliggende gebieden zouden er dan winkels moeten zijn die veelal de dagelijkse behoeften voorzien. Voor de grote aankopen zou men dat dan bij de eerder genoemde vijf aangegeven gebieden moeten zijn. De woonboulevards zouden nog steeds toegestaan mogen worden, ook uitbreiding, maar dan, wel onder voorwaarden. In Breda moet deze een minimum omvang van 10.000 m2 vloeroppervlakte hebben, bij de andere vier plaatsen mag dat vanaf 5.000 m2. De vijf gemeenten zouden dan wel goed moeten samenwerken alvorens men nieuwe ontwikkelingen toestaat. Zoals volgens de provinciale Verordening Ruimte is voorgeschreven, het bestemmingsplan en de afspraken welke zijn gemaakt in het Regionaal Ruimtelijk Overleg/ De ondersteuning van een Regionaal Expert Team Detailhandel samen met vertegenwoordigers van de ondernemers kan een goede zaak zijn. Voorzitter, voor Oosterhout is het ook zaak dat er snel een plaatselijke visie wordt ontwikkeld. Gemeentebelangen zal dan zeker middels positieve inbreng de vinger op de zere plekken leggen. Wij hopen voor Oosterhout dat u daar een positieve beantwoording op heeft. Wij horen dat graag van u. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer De Laat. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Heesakker van de W D . Ga uw gang." De heer Heesakker: "Dank u wel, voorzitter. Het is duidelijk, de ontwikkelingen in de detailhandel gaan snel. Een integrale aanpak op lokaal niveau is noodzakelijk om samen met ondernemers, consumenten en overheid te zorgen voor een goed winkelaanbod. De noodzaak van een goede samenwerking is in Oosterhout dan ook niet voor niets opgenomen in het coalitieakkoord. We spreken vanavond over een visie op detailhandel op bovenlokaal niveau. De W D wil graag stilstaan bij enkele punten. De W D vindt het van belang het onderwerp inderdaad regionaal op te pakken. Zeker grootschalige detailhandel kan een effect hebben op binnensteden en woonboulevards. Een belangrijk onderwerp om regionaal af te stemmen wat ons betreft. De W D kan de reactie van het college onderschrijven. Het is goed dat het Regionaal Expertteam Detailhandel adviseert en het bestuur beslist over advies. Precies zoals het hoort. Het Regionaal Expertteam Detailhandel dient zich, wat de W D betreft, te focussen op de grootschalige detailhandelsontwikkelingen. Het afstemmen van koopzondagen, openingstijden en evenementen kunnen gemeenten prima zelf. Dit is nadrukkelijk een lokale bevoegdheid, maar gezamenlijk kijken of afstemming kan plaatsvinden is natuurlijk goed. Het blijft echter wel lokaal maatwerk. Kleinschaligere detailhandelsontwikkelingen manifesteren zich lokaal, dus een lokale
Notulen raad 09-07-2014/pagina
21 van 47
-22-
aanpak is daarbij noodzakelijk. Wij willen er wel op wijzen dat het team niet te zwaar georganiseerd moet worden. De taken zijn duidelijk geformuleerd en voor wat de W D betreft moet het hierbij blijven. De W D vindt dat gemeenten zich, na vaststelling van de visie, aan de kaders moeten houden, maar dat er tegelijkertijd wel ruimte moet zijn voor afwijkingen. Dat laatste dat zou tegenstrijdig opgevat kunnen worden, maar maatwerk, na advies van de Regio West-Brabant, kan soms helpen om de aantrekkelijkheid van een winkelkern te vergroten. De dynamiek van deze tijd vraagt hier om. De visie voorziet hier trouwens wel in dus dat is ook geen probleem. Dan de effecten voor Oosterhout. De W D vindt het net als het college van groot belang om in te zetten op een compacte winkelstad. Voor het centrum van Oosterhout zijn er dan ook enkele ontwikkelingen waar het college mee aan de slag kan. We vragen het college werk te maken van dubbelbestemmingen in het centrum en het gebied eromheen, zodat winkels gemakkelijk een andere functie kunnen krijgen. Flexibiliteit is het antwoord. Daarmee wordt voorkomen dat winkelruimte leeg komt te staan of nieuwe detailhandel zich vestigt op minder gewenste plaatsen in plaats van in de winkelstad of op de meubelboulevard. Om een compacte winkelstad te behouden is het noodzakelijk nieuwe ontwikkelingen daar te concentreren. De W D is geen voorstander van bijvoorbeeld nieuwe detailhandel op de hoek Keiweg, Ridderstraat. We vragen het college dit plan te herzien in het kader van de detailhandelsvisie en de ambitie van een compacte binnenstad met detailhandel in het kernwinkelgebied. Een bijzonder punt van aandacht is de woonboulevard. Het is van belang dat het college samen met de eigenaar van woonboulevard kijkt hoe de boulevard aantrekkelijk kan blijven. Het clusteren van detailhandel kan zorgen voor een aantrekkelijke woonboulevard. Zo kan gewerkt worden aan een aantrekkelijke woonboulevard, kan leegstand aangepakt worden en kan de entree van de stad verbeterd worden. In de detailhandelsvisie wordt verder ingegaan op beleid voor internetwinkels en afhaalpunten. Niet onbelangrijk in deze tijd. Op dit moment heeft Oosterhout hier geen beleid voor. We vragen het college om beleid voor internetwinkels en afhaalpunten te formuleren en waar nodig vast te leggen in bestemmingsplannen. Zo weet iedereen wat de spelregels zijn en wordt versnippering van detailhandel voorkomen Samenvattend, ik probeer af te ronden, de W D kan zich vinden in de reactie van het college aan de Regio West-Brabant op de Regionale Detailhandelsvisie 2014 - 2020. De kaders moeten duidelijk zijn, maar er moet ruimte voor maatwerk blijven bestaan. Daarnaast moet voorop staan dat kleinschaligere detailhandelsontwikkelingen om een lokale aanpak vragen. Het Regionaal Expertteam Detailhandel dient zich, wat de W D betreft, te focussen op de grootschalige detailhandelsontwikkelingen. Tot zo ver." De voorzitter: "Dit was uw maidenspeech." Applaus. De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Heesakker. Graag geef ik het woord aan de heer Driesse van de Socialistische Partij." De heer Driesse: "Dank u wel, voorzitter. Deze door de RWB ontwikkelde visie is gebaseerd op een rapport van Bureau BRO. De fractie van de SP hoopt dat dit rapport niet al teveel geld gekost heeft. Want aan het intrappen van open deuren moetje niet veel geld willen verspillen. Eigenlijk is dat wat hier het geval is. Wij noemen het verspilling. De kerncijfers leggen het probleem bloot, maar om die kerncijfers te verzamelen heb je naar wij menen geen extern bureau nodig. Dat zouden de eigen ambtenaren toch ook wel moeten kunnen? Dan heb je de kerncijfers en dan komen er fantastische aanbevelingen. Ik citeer er twee dingen uit
Notulen raad 09-07-20141'pagina
22 van 47
-23-
die mij het meest in het oog sprongen. Een heldere en stevige sturing van de overheid en samenwerking tussen overheden en marktpartijen is van groot belang. Dat klopt. Dat hadden wij ook wel zelf bedacht kunnen krijgen. De volgende, heldere profilering naar koopmotief is gekoppeld aan gemak en beleving is essentieel. Fantastisch, maar wat moeten wij daarmee? Zo wemelt dit rapport van de vage kreten die heel mooi klinken, maar feitelijk alleen bladvulling zijn om een vermoedelijk niet onaanzienlijke factuur enige body te geven. Even afwijkend van mijn bijdrage. In de raadskamer, in de raadsledenkamer, ligt een boekje van MKB Nederland. Wie het gelezen heeft zal waarschijnlijk met mij tot de conclusie komen dat er eigenlijk hetzelfde in staat als in het rapport van BRO, maar dat boekje was kosteloos. Enige aanbevelingen waar wij wel iets mee kunnen, is de instelling van een Regionaal Expertteam Detailhandel. Dat vinden wij een prima idee, maar ook daarvoor geldt, dat hadden wij toch ook wel zelf kunnen bedenken. Goed, ik ga er vanuit dat dit Expertteam dan op enig moment aan de slag gaat. Laat het dan maar gelijk beginnen met de essentie. De winkelleegstand bedraagt nu 9,8 procent van de totale vloeroppervlakte. Dat is meer dan 129.000 m2. Dat is sinds 2009 met 58 procent gestegen. Dan moet er nog 95.000 m2 bij komen, leder weldenkend mens begrijpt dan toch datje daar nog eens heel goed over zou moeten nadenken. Dat terwijl wij ons hier in Oosterhout maar zorgen maken over de vraag hoe wij ons centrum aantrekkelijk kunnen houden en leegstand kunnen voorkomen. Goed, de fractie van de SP vindt de instelling van het Expertteam een prima idee en geeft de Oosterhoutse vertegenwoordiger daarin dan maar graag ook maar een beetje onze denkrichting mee. Samenwerken en regionaal afstemmen vinden wij prima, maar Oosterhout is niet gesticht om nu de problemen van Etten-Leur op te lossen. Ik noem Etten-Leur als willekeurig voorbeeld overigens. Het is een beetje dezelfde lijn die ook de gemeente Bergen op Zoom in haar reactie aan de RWB gegeven heeft. Als je je eigen winkelcentrum aantrekkelijk wilt houden c.q. nog aantrekkelijker wilt maken, vertaalt leegstand tegengaan, dan staat het de ontwikkeling van grootschalige perifere winkelcentra daar behoorlijk haaks op. Juist dan is regionale afstemming dus tamelijk essentieel, maar laat Oosterhout wel absoluut zelf beslissen over haar eigen centrum. Laat de RWB zich vooral ook niet gaan bemoeien met onze koopzondagen. Dan zou ik onze plaatselijke vertegenwoordiger in dat Expertteam ook mee willen geven, om dan ook maar gelijk het grootste probleem te benoemen waar ondernemers, maar vooral startende ondernemers tegen aanlopen, dat is simpelweg de hoogte van de huurprijzen en het feit dat projectontwikkelaars gelijk met vijfjarencontracten willen werken in plaats van de wettelijk ook toegestane tweejarencontracten. Daar ligt dus, naar wij menen, een taak om met name de projectontwikkelaars duidelijk te maken dat leegstand voorkomen kan worden c.q. dat huurvolume kan toenemen als er wat aan de huurprijzen gedaan wordt. De vijfjarenhuurtermijn schrikt een heleboel ondernemers, die plannen hebben in die richting, behoorlijk af. Ze zullen dan minder kopschuw worden. Met als gevolg weer minder leegstand en als gevolg daarvan weer een aanzuigende werking voor ons centrum etc. etc. etc. Dan is iedereen weer gelukkig. Voorzitter, er lijkt voldoende draagvlak voor deze visie. Wat wij ook heel belangrijk vinden is dat zij ook wordt meegedragen door de MKB. Dat is toch niet geheel onbelangrijk in dit kader, zou je zeggen. Alleen Moerdijk was tegen, maar dat tegenstemmen is ingegeven door de zorg over grootschalige initiatieven. Dat is een zorg die wij ook delen en zoals zojuist gezegd, juist dan is regionale afstemming essentieel. Gezien het grote draagvlak zal het houden aan de afspraken, zoals de gemeente Oosterhout heeft voorgesteld, naar wij hopen gladjes verlopen. Dank u wel, voorzitter."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
23 van 47
-24-
De voorzitter: "Dank u wel. Wenst iemand, de spreker, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Driesse. Geef ik graag mevrouw Hemmer van D66 het woord. Gaat uw gang." Mevrouw Hemmer: "Dank u wel, voorzitter. Over het rapport Regionale Detailhandelsvisie is D66 voor het grootste deel goed te spreken. Vooral het betrekken van de plaatselijke detailhandel is wat ons betreft een belangrijk stuk. Waarvoor waardering. Er is een alinea die ons zorgen baart, namelijk de volgende. In de visie wordt een voorstel gedaan om de uitvoering van het voorgestane beleid te doen ondersteunen door een te vormen Regionaal Expertteam Detailhandel, RETD, bestaande uit een beperkte ambtelijke vertegenwoordiging van regiogemeenten en de Provincie, een vertegenwoordiging van ondernemers in de regio en externe deskundigen. Tot het taakgebied behoren onder andere het stimuleren en organiseren van het delen van kennis en het maken van gezamenlijke afspraken over onderwerpen als koopzondagen, openingstijden, evenementen, het voorbereiden van het onderwerp detailhandel voor het Regionaal Ruimtelijk Overleg, RRO, en het toetsen van nieuwe detailhandelsinitiatieven vanaf een bepaalde omvang aan onder meer de uitgangspunten die aan de onderhavige Regionale Detailhandelsvisie ten grondslag liggen. Einde citaat. Gelukkig lezen wij verderop in het stuk dat u als college geen voorstander bent om deze taken op ambtelijk niveau uit te voeren, maar dit meer als een taak ziet op bestuurlijk niveau. D66 is het daar volledig mee eens. Sterker nog, wij zijn tegen de invoering van een dergelijk orgaan omdat deze voor een nieuwe uitbreiding van het RWB zorgt en het nog maar de vraag is wat het kan opleveren. Wij zijn bang dat dit weer een eigen entiteit wordt die zichzelf straks in stand houdt qua taken, maar wel betaald moet worden. Daarom dienen wij het volgende amendement in dat wij graag een zin toevoegen aan het huidige stuk. Voorzitter, vindt u het goed dat ik het hele amendement lees, want ik heb maar een klein stuk? Overwegende dat, er in de visie staat dat er voorgesteld wordt een Regionaal Expert Team Detailhandel op te zetten. Het creëren van nieuwe entiteiten gekoppeld aan het RWB niet gewenst is om te voorkomen dat het RWB een steeds groter groeiende entiteit wordt. De portefeuille houdende wethouders genoemde zaken rondom regionale detailhandel prima met elkaar en betreffende ambtenaren kunnen afstemmen. De focus moet liggen op samenwerking met de lokale detailhandel en niet zozeer op bovenlokaal niveau. Het middel om een nieuwe entiteit in het leven te roepen leidt tot extra kosten terwijl tot op heden de voordelen volstrekt onduidelijk zijn. Besluit, de reactie van het college aan het RBW op de Regionale Detailhandelsvisie 2014 - 2020 te bevestigen, met dien verstande dat het gestelde onder de tweede dot van de kanttekeningen als volgt wordt gewijzigd. Wij zien de toetsing van de in de visie gedefinieerde grotere nieuwe detailhandelsontwikkelingen op hun aanvaardbaarheid, overigens eerder als een onderwerp voor bestuurlijke afstemming, dan dat dit door een ambtelijk adviesteam wordt afgedaan. Daarom vinden wij het onwenselijk dat een dergelijk adviesteam opgezet wordt en zullen wij daar ook niet akkoord mee gaan. Daarnaast geldt, dat wij onder nieuwe ontwikkelingen, uitdrukkelijk alle initiatieven verstaan, waarover nog geen concreet besluit tot realisering is genomen. De vraag of de voorgestane ontwikkeling nu wel of niet in een vastgesteld bestemmingsplan is opgenomen, vinden wij in dit kader niet relevant. En gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Hemmer. Het amendement krijgt de letter A, is ondertekend, gaat deel uitmaken van de discussie en zal worden vermenigvuldigd." Amendement A op raadsnota Bl. 0140296 van D66 in bijlage.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
24 van 47
-25-
De voorzitter: "Dat was uw bijdrage?" Mevrouw Hemmer: "Bijna." De voorzitter: "Gaat u verder." Mevrouw Hemmer: "Dank u wel. Wij gaan er vanuit dat zowel de raad als het college inziet dat wij tegen uitbreiding van dit soort organen een duidelijke visie moeten neerzetten om te voorkomen dat wij er geen grip meer op hebben. Wij doen de aanbeveling dat u voor de visie stemt met inachtneming van dit amendement. Dank u wel voor uw aandacht." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Hemmer. Wenst iemand, de spreekster, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan GroenLinks, mijnheer Van der Zanden, ga uw gang." De heer Van der Zanden:" Voorzitter, GroenLinks leest in de Regionale Detailhandelsvisie dat er een toename van leegstand is van gemiddeld 58 procent. Dit ten opzichte van 2009. De totale leegstand in de regio is bijna 130.000 m2. Tegelijk lees ik dat er een uitbreidingsbehoefte is van bijna 100.000 m2, waarvan 85.000 hard. Dit vooral ten bate van grootschalig winkelaanbod. In de toekomst zouden er op diverse plaatsen in de regio zogenaamde afhaalpunten voor internetshoppers gerealiseerd moeten worden. GroenLinks acht het van belang als deze afhaalpunten zo dicht als mogelijk gesitueerd worden bij huidige winkelgebieden. Op deze manier zouden deze internetshoppers nog verleid kunnen worden om overige winkels in zo'n gebied te bezoeken. Dit is niet aan de orde als deze afhaalpunten op een industrieterrein gevestigd zouden worden. Er zou bij deze afhaalpunten wellicht meer ingezet kunnen worden op een Cross-Channel strategie. Zoals u weet, voorzitter, is dit een combinatie van e-shop en een winkel zoals we die op andere plaatsen tegen kunnen komen. Verder, voorzitter, lezen wij dat er vraag blijft naar goed gesitueerde winkelruimte. Voorzitter, gezien de leegstand in met name de Arendshof denkt GroenLinks dat deze vraag aan Oosterhout voorbij gaat. Wij wachten dan ook met belangstelling de resultaten van uw onderzoek met betrekking tot het versterken van de binnenstad af, waar detailhandel een onderdeel van uit maakt. Voorzitter, wij denken dat het van belang is dat als de vraag naar winkelruimte weer aantrekt er eerst gekeken gaat worden naar de inpassing in de huidige situatie, alvorens er eventueel nieuwe locaties ontwikkeld gaan worden. Voorzitter, dan tot slot, het amendement van D66 is ons uit het hart gegrepen. Zoals u weet is GroenLinks altijd kritisch geweest over de regionale samenwerking in WestBrabant. Nu hebben wij enige tijd geleden de bestuurscommissies afgeschaft. Je moet altijd alert blijven bij dit soort regionale samenwerkingsverbanden. Want inderdaad het lijkt nu als of er weer een bestuurscommissie via de achterdeur naar binnenkomt. Dus dat amendement dat kunnen wij van harte ondersteunen. Als daar dingen afgestemd moeten worden dan kan dat prima via een portefeuillehoudersoverleg. Voorzitter, tot zover de bijdrage van GroenLinks." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van der Zanden. Wenst iemand de spreker een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan wethouder Willemsen." Wethouder Willemsen: "Dank u wel, voorzitter. Heel eventjes de kaders schetsen. De Provincie die constateert al een paar jaar dat het gemiddeld aantal meters, winkelvloeroppervlak per 1.000 inwoners in Noord-Brabant, meer is dan het landelijk
Notulen raad 09-07-2014/pagina
25 van 47
-26-
gemiddelde. Zoals u weet is de provincie onderverdeeld in regio's. Wij maken deel uit van de regio West-Brabant. De regio West-Brabant die onderscheidt zich in NoordBrabant, in de provincie, ook nog eens als toppertje wat betreft het aantal vierkante meters winkelvloeroppervlak per 1.000 inwoners, iets van 1.850 ten opzicht van 1600 zoveel. Dus de Provincie constateerde een paar jaar geleden al dat er echt iets moest gebeuren. Daar zijn wij het, denk ik, allemaal over eens. Een van de middelen om het op te kunnen lossen is dat er daadwerkelijk afspraken worden gemaakt en dat verdere grootschalige ontwikkelingen in ieder geval in de regio, dat daar ook goed naar gekeken wordt en afspraken over worden gemaakt. Voor het juiste kader is het wel zo dat de Provincie ruimtelijke ordeningsmiddelen heeft om ontwikkelingen tegen te gaan. Wij kunnen bijvoorbeeld geen ontwikkelingen, mijnheer De Laat, Achter De Lange Stallen in Breda tegengaan, maar de Provincie die kan dat wel. De Provincie die neemt de uitkomst van het overleg in een bepaalde regio mee in haar afweging of dat ze wel of geen reactieve aanwijzingen, zoals wij gisteren ook in het kader van het Bestemmingsplan Buitengebied erover hebben gehad, dat de Provincie dat als ultimum remedium, laatste redmiddel, kan gaan doen. Maar het klimaat is wel gelukkig wel zodanig in de regio West-Brabant. Dat een ieder onderschrijft dat er iets moet gebeuren en dat wij ook ontwikkelingen, mijnheer Heesakker, grootschalige ontwikkelingen inderdaad met elkaar af moeten gaan stemmen. Wij hebben geen bestuurscommissies meer, mijnheer Van der Zanden, dat klopt, maar wij hebben natuurlijk wel portefeuillehoudersoverleg. Men heeft mij gevraagd in West-Brabant de verbinding te gaan vormen tussen Provincie en de regio West-Brabant op het gebied van detailhandel en daar heeft het college in toegestemd dat ik dat ga doen. Dus wat dat betreft is het allemaal best wel dichtbij en blijven wij dicht op de bal spelen, om een term te gebruiken die vanavond aan de orde is. Dat geeft direct ook gelegenheid om die functie op te pakken en ons gelijk te verstaan, direct te verstaan met Breda, mijnheer De Laat. Om inderdaad over die grootschalige, beoogde grootschalige ontwikkeling in Breda, Achter De Lange Stallen, te gaan praten. Dat hebben wij ook aangegeven in het zogenaamde BOEL-overleg. Het overleg wat wij over Ruimtelijke Ordening, Economie en Wonen hebben met de gemeenten Breda, Etten-Leur en Oosterhout. Daar hebben wij in het eerste overleg in deze nieuwe periode al afgesproken dat wij die ontwikkeling echt aan de orde gaan stellen. Zoals ik ook een afspraak heb gemaakt met collega Verbraak van Roosendaal. Want het schijnt zo te zijn dat het Outlet Center Rosada dat ze dat willen gaan verdubbelen. Dat waren zij al van plan in 2006 toen het bestemmingsplan daar ook op geënt is geraakt, maar jullie hebben gelijk als je zegt, als er nog geen sprake is van een spade in de grond, dan zouden wij daar toch nog iets over moeten kunnen vinden. Vanuit die reden, ga ik, vanuit die nieuwe functie, praten met Roosendaal om te kijken of het inderdaad allemaal wel zo noodzakelijk is en of het inderdaad allemaal zo onomkeerbaar is als dat ze nu doen blijken. Regionaal Expert Team daar kom ik zo direct nog over. Lokale Visie Oosterhout, mijnheer De Laat, u noemde het al. Er is inderdaad behoefte aan. Daar waar wij constateren dat er problemen zijn in de regio, kunnen wij ook constateren dat er zeker ook problemen zijn in onze binnenstad. Wij zijn bezig om met alle belanghebbende partijen en dan moetje denken aan de winkeliers, de vastgoedeigenaren, de consumenten die wij er ook in willen betrekken en een overkoepelende organisatie zoals MKB om samen een visie te gaan ontwikkelen op de binnenstad in Oosterhout waar detailhandel een belangrijk onderdeel van uit maakt. Binnen die visie willen wij ook aandacht schenken, mijnheer Van der Zanden en mijnheer Heesakker, aan het internet winkelen. Ik ben het in ieder geval met u eens dat afhaalpunten dichtbij het winkelcentrum gevonden moeten worden en niet op bedrijventerreinen omdat je zo de zogenaamde Cross-Channel gedachte, mijnheer Van der Zanden, ook echt uit kan gaan voeren. Want dat is waarschijnlijk de toekomst van het winkelen. De combinatie tussen fysiek en internet winkelen. Als je
Notulen raad 09-07-2014/pagina
26 van 47
-27-
dan zorgt dat afhaalpunten dichtbij de fysieke winkels zijn, dan hebben de fysieke winkels daar wellicht ook voordeel van. Goed, mijnheer Heesakker, heeft het over grootschalig ontwikkelen in het Regionaal Expert Team. Mevrouw Hemmer, u spreekt zich heel duidelijk uit. Eigenlijk als ik uw amendement bekijk dan voldoet dat toch wel aan de reactie van het college zoals wij die al richting RWB hebben doen toekomen. U bent erin geslaagd om zaken te combineren. Wij vinden ook dat de RWB niet uitgebreid moet worden met nog meer organen. Daar zijn wij het helemaal over eens. Wij denken ook dat dat in het portefeuillehoudersoverleg opgelost moet kunnen worden. Dus wat dat betreft zou ons dat sterken om dit krachtiger neer te zetten binnen het RWB. Overigens, dat was ik vergeten bij de kaders te stellen. De actie van de gemeenteraad van Oosterhout om dit vanavond op de agenda te zetten, heeft er toe geleid dat er binnen het RWB een stapje terug is gedaan en dat alle gemeenten het op de raadsagenda gaan zetten. Dus ja, alle gemeenteraden binnen de RWB zullen hier nog over komen te spreken. Wij hebben al wel afgesproken dat de vertraging die hierdoor optreedt er niet toe mag leiden dat er een vertraging in het proces optreedt. Want wij gaan wel door met de uitvoeringsagenda die uit deze visie voort zal gaan vloeien. Deze uitvoeringsagenda die is natuurlijk veel belangrijker, mijnheer Driesse, daar heeft u gelijk in. Want hier en daar worden open deuren ingetrapt. Dat ben ik wel met u eens. Op de uitvoeringsagenda daar moeten wij ons op toespitsen en daar wil ik ook richting u in ieder geval heel duidelijk in zijn en die wil ik ook u doen toekomen, die uitvoeringsagenda, evenals inderdaad de Oosterhoutse Visie. Waar wij deze zomer voor benutten om tal van gesprekken te voeren en om daar vorm aan te geven. Dus, voorzitter, het amendement ligt wat ons betreft in de lijn van de acties die het college al heeft genomen. Dank u wel." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Willemsen. Tweede instantie. Ga uw gang, mijnheer De Ridder." J
4
De heer De Ridder: "Ik ben niet de woordvoerder, maar ik wilde vragen aan..." De voorzitter: "ledereen mag vragen stellen, dus u ook." De heer De Ridder: "Ik wil de vraag stellen aan de wethouder, zit er enige muziek in, in de contacten tussen u, de gemeente, en de vastgoedeigenaren? Want daar moet het heil wel vandaan komen, denk ik." De voorzitter: "Dank u wel. Anderen in tweede instantie? Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid." De heer Van Opzeeland: "Dank u wel, voorzitter. Misschien even een aanvulling op het verhaal van de wethouder. Oosterhout gaat een aantal kanttekeningen meegeven richting het RWB. Wat ik me afvraag, wat wordt dan de status van die kanttekening? Met iets andere woorden, levert dat Oosterhout een stukje doorzettingsmacht dan ook op wanneer we zo kritisch kunnen gaan worden over uitbreidingsplannen zoals u in het voorbeeld noemde bijvoorbeeld in Roosendaal." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Heesakker, W D . " De heer Heesakker: "Twee puntjes. Ik zou graag van het college willen weten of het idee van de Keiweg I Ridderstraat meegenomen gaat worden in de Lokale Visie. Een ander punt, wij vonden het verhaal van de wethouder zeer duidelijk. De toevoeging van mevrouw Hemmer, door middel van het amendement kunnen wij absoluut snappen en sluit aan bij ons eigen verhaal en die willen wij graag steunen."
Notulen raad 09-07-2014/'pagina
27 van 47
-28-
De voorzitter: "Dank u wel. Ik kijk verder rond. Mijnheer De Laat, Gemeentebelangen." De heer De Laat: "Voorzitter, dank u wel. Graag zou ik de voorzitter willen bedanken dat hij toegeeft dat hij de zomer gaat benutten om de Oosterhoutse toestand te gaan bekijken. Want wij zien daar nog weieens wat misstanden in wel of niet mogen vestigen. Dus wij zijn heel erg blij dat hij dat gaat doen. Ik heb alleen net even een vraagje gesteld over de detailhandel aan de Keiweg en de Ridderstraat. Kunnen wij daar een toelichting van krijgen? Want ik kon het eigenlijk niet goed begrijpen, u had het over de Poort van Oosterhout?" De voorzitter; "Mijnheer Heesakker, gaat uw gang." De heer Heesakker: "Wij hebben het over het stukje Dreamland. Er ligt een plan nog steeds voor waarin daar nog steeds winkelruimtetoepassing zou zijn, 1.000 m2 uit mijn hoofd gezegd. Het lijkt ons zeer wenselijk om dat pand, als er zich detailhandel aandient, juist niet daar te laten plaatsvinden, maar op de plekken in het kerncentrum gebied waar het misschien beter op z'n plaats is." De heer De Laat: "Nee, dan begrijpen wij elkaar goed. Het is vaak door de medestanders gezegd dat het een te groot punt daar is. Dus dan begrijpen wij elkaar goed, dank u wel daarvoor. Dan heb ik nog een vraag aan de SP over de twee jaar huur waar u, u zegt nee, maar, over een tweejarig huurcontract in plaats van een vijfjarig huurcontract, wat ziet u daar voor voordelen in? Het heeft natuurlijk ook zijn nadeel. Want als je iets voor twee jaar huurt ga je het niet zo inrichten als dat je het voor vijfjaar huurt. Dus ik denk dat het een hele sobere winkel wordt waar ook weinig verkoop in zal plaatsvinden." De heer Driesse: "Wettelijk is het zo, bij huur van bedrijfsruimten, datje kunt kiezen tussen twee jaar of vijfjaar. De verdere details zal ik u besparen. Wat ons gebleken is uit gesprekken met de diverse ondernemers c.q. ondernemers die voornemens zijn om te starten dat zij heel erg bang zijn, financieel gezien om zich voor vijfjaar vast te leggen. Bij de huur van een bedrijfsruimte is het namelijk zo dat de huurbescherming naar twee kanten gaat en je er heel moeilijk tussentijds vanaf kunt komen. Wat dus ons gebleken is dat veel ondernemers, die voornemens zijn om iets te beginnen, heel erg bang zijn om zich voor vijfjaar vast te leggen. Dus zouden willen opteren voor een termijn van twee jaar." De voorzitter: "Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Mevrouw Hemmer, D66." Mevrouw Hemmer: "Ik ben even benieuwd, er zijn nu een aantal kanttekeningen geplaats, of het college voor de Detailhandelsvisie stemt als de kanttekeningen niet meegenomen worden?" De voorzitter: "Dank u wel. Andere vragen nog? Niet? Wethouder Willemsen, tweede instantie." Wethouder Willemsen: "Even naar mevrouw Hemmer, deze procedure wordt niet voor niets gevoerd dat het teruggaat naar de betreffende gemeenten die dan hun kanttekening kunnen maken. Daar gaan wij dan, met die kanttekeningen in de hand, verder over praten om het definitief vast te stellen. Dat als eerste. Mijnheer De Ridder, zit er muziek in het contact met de vastgoedeigenaren? Ja, maar nog
Notulen raad 09-07-2014/pagina
28 van 47
-29-
onvoldoende vind ik. Af en toe wordt er een vals toontje geblazen, maar er is redelijk veel contact. Toevallig vandaag nog contact gehad met de VECO, Vereniging Eigenaren Commercieel Onroerend Goed. Wij proberen toch ook nog veel meer contact te krijgen met de eigenaar, de enige eigenaar van Arendshof II, Altera Vastgoed, dat valt niet mee. De tijd is gekomen dat ik mijn auto pak en zelf daar naar het hoofdkantoor rijdt. Want dat is echt nodig. Er heeft zich al een positieve ontwikkeling daar voorgedaan, dat schoenhandel De Laat daar uiteindelijk toch een ander huurcontract heeft gekregen. Ik zie bij andere eigenaren echt bewegingen dat ze bijvoorbeeld omzetafhankelijke huren gaan doen, maar een zorgenkindje is toch Arendshof II, waar best wel veel leegstand is. Dat contact dat moeten wij intensiveren en dat zal niet met de nodige muziek gepaard gaan in het begin, mijnheer De Ridder. De status, Partij van de Arbeid, mijnheer Van Opzeeland, van de kanttekening dat heb ik mevrouw Hemmer zojuist al uitgelegd. U zegt ook nog van wat kunt u bijvoorbeeld doen aan zo'n ontwikkelingen Achter De Lange Stallen of een verdubbeling van Rosada in Roosendaal? Daar kunnen wij, als gemeente hebben wij daar geen zeggenschap over, een gemeente bepaalt zelf het bestemmingsplan, maar wij spreken hierbij af dat de regio er met elkaar over in gesprek moet gaan, dat de regio een mening over mag hebben. Deze mening komt terecht bij de gedeputeerde Ruimtelijke Ordening van de Provincie en die heeft wel doorzettingsmacht uiteindelijk. Daar hebben wij ook al mee afgesproken en dat hebben wij ook aangegeven in onze reactie, doe er dan ook echt iets mee." De heer Van Opzeeland: "Wat was het antwoord daarop, op die vraag?" Wethouder Willemsen: "Wat?" De heer Van Opzeeland: "Nou, met andere woorden wat is het beeld van de Provincie hierbij? Zijn zij bereid om het ook te doen?" Wethouder Willemsen: "Dat ligt puur aan de reacties. Zij hebben die macht. Wij zullen ook benadrukken dat zij die moeten gebruiken. Sterker nog, dat hebben wij ook nu in onze reactie al aangegeven. Nog sterker is, dat wij zeggen wij willen dat niet tot de regio West-Brabant beperken, nee, wij willen ook een mening kunnen hebben over wat er bij de buurgemeenten, die niet deel uitmaken van de regio West-Brabant, gebeurt zoals Midden-Brabant, Dongen, waar ook nog steeds een ontwikkeling op stapel staat bij Cranenbroek, die wij absoluut in Oosterhout ongewenst vinden. Dat hebben wij al een paar keer duidelijk gemaakt. Dat zullen wij duidelijk blijven maken. Maar goed, daar zit uiteindelijk de doorzettingsmacht. Heel eventjes, mijnheer De Laat, die had het erover dat wij de zomer zullen gebruiken. Dat zullen wij inderdaad doen. Er is ook nog gesproken over de ontwikkeling Keiweg I Ridderstraat. Daar zijn wij druk mee doende. Ik ben blij dat u hier al een mening verkondigt, volgens mij in meerderheid, die tegemoet komt ook aan de mening van het college. Dat zullen wij in elk geval meenemen in het proces. Want zeker in de aanloopstraten, als je in staat bent om meters te saneren, dan moetje dat niet nu doen. Dat doen wij niet actief omdat we dan weer tegen vervelende consequenties aanlopen. Op het moment dat wij er iets aan kunnen doen, dan moeten wij dat zeker ook doen. Dank u wel, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Willemsen. Wij hebben gediscussieerd in twee instanties. Wij gaan over tot besluitvorming. Wij beginnen met het amendement van D66. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen en zo ja dan ook eventueel over het voorstel zelve indien aan de orde? Niemand een stemverklaring? Gaan wij stemmen bij handopsteken. Wie is voor het amendement van D66? Dank u wel. Wie
Notulen raad 09-07-2014/pagina
29 van 47
-30-
tegen? Voor hebben gestemd alle fracties behalve de SP. Het amendement is aangenomen met 25 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Dan het voorstel zelve. Stemmen bij handopsteken. Wie voor? Aangenomen met algemene stemmen. Dank u wel, wethouder Willemsen." Amendement A op raadsnota Bl. 0140296 van D66, Partij van de Arbeid en Gemeentebelangen is aangenomen met de stemmen tegen van: S P (4). Raadsnota BI. 0140296 is met algemene stemmen aangenomen.
4. Raadsnota Bl. 0140249 Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de uitvoering van twee projecten van het Landschapspark De Open Linie
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota Bl. 0140296, voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de uitvoering van twee projecten van het Landschapspark De Open Linie. Mevrouw Roovers van het CDA wenst het woord te voeren. Komt u naar voren. Wethouder Vissers treedt aan. Gaat uw gang, mevrouw Roovers." Mevrouw Roovers: "Dank u wel, voorzitter. In de afgelopen periode hebben wij een groot plan uitgewerkt. Daar zitten veel diverse deelprojecten bij met de daarbij behorende kosten. De eerste schetsen zijn uit 2007, maar er zijn nogal wat nieuwe inzichten gekomen in de loop der tijd. Een ding was van het begin af aan duidelijk. De meeste moeite zat bij de flessenhals en ook bij ons zit die nu nog. Begin dit jaar kwam er een heel ander voorstel naar de raad. Nu dit voorstel komt, met name om het gebied te verfraaien en dat zal het ook zeker zijn. Het zou een opwaardering voor het gebied betekenen. Maar wij hebben toch heel veel moeite met de risico's die wij nog steeds verwachten met de saneringskosten. Wij willen graag een duidelijke uitspraak van de portefeuillehouder waar het geld vandaan komt als de begrote kosten voor de sanering niet voldoen? Het is ook slechts een beperkte locatie. Deze zal, volgens de verhelderingsvragen, in de loop der tijd overgedaan worden aan Natuurmonumenten. Wij willen graag van de portefeuillehouder weten of er hier dan beperkingen in gebruik en wat kunnen zij hier verder nog aan veranderen? Wij gaan het nu inrichten en zij gaan dat nu, later, in gebruik nemen. Als laatste willen wij graag vragen, het was ons niet duidelijk, GroenLinks stelde daar ook al verhelderingsvragen over, hoe gaat het nu ingericht worden? Wij geven nu een budget voor aanlegkosten. Er zijn twee foto's getoond. Daar zeggen wij van, daar kunnen wij niet zo heel erg veel mee. Er werd gezegd, de natuur mag z'n gang gaan. Dat klinkt heel vrij. Aan de andere kant staat er, wij moeten gebruik maken van het plantseizoen 2014 - 2015. Dat klinkt weer dat er ergens is gepland staat. Wij zouden graag willen weten wat er nu exact gaat gebeuren. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Roovers. Wie wenst, de spreekster, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Wethouder Vissers, ga uw gang." Wethouder Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Drie vragen, de eerste vraag, waar komt het geld vandaan als de saneringskosten tegenvallen? Nu, dat gaat uw raad dan besluiten waar dat geld dan vandaan komt. Want wij hebben dat niet gereserveerd. Wij zijn er eigenlijk redelijk van overtuigd dat die saneringskosten niet tegen zullen
Notulen raad 09-07-2014/pagina
30 van 47
-31-
vallen, maar er is geen reservepotje gecreëerd. Dat betekent dat op het moment dat er daadwerkelijk extra geld nodig is, dat ik hier met hangende pootjes en een voorstel terugkom bij de raad om uw toestemming te vragen om extra geld uit te geven. Dat is een. Daarbij echter wel de opmerking dat wij niet verwachten dat dat zich zal voordoen. Wij hebben het gevoel dat wij een redelijk goed beeld hebben op de sanering en de kosten die daar uit kunnen voortvloeien. De tweede vraag, wat er straks nog voor vrijheid is in het gebied om te gebruiken, begreep ik? Nu, dat zal niet zo heel veel zijn. Want het gebied is een smalle overgangsstrook tussen twee grotere stukken EHS. Het lijkt mij niet wenselijk om daar veel voetgangers te laten oversteken of wat dan ook. Ik denk echt dat het een stukje bufferzone is die vooral gebruikt zal worden, wat u zelf al zei, het gebied te verfraaien en waar op een centrale plaats iets meer wild over zal kunnen steken. Dat stukje daar wordt geen recreatiestukje of iets dergelijks. De derde vraag, hoe het wordt ingericht? De reden dat wij willen aansluiten bij het plantseizoen is niet om te planten, maar omdat planten in het plantseizoen goed groeien. Het is echt de bedoeling dat daar de toplaag gaat worden afgegraven en wordt vervangen door een humusrijke grond. Daarna krijgt de natuur dus inderdaad de ruimte om zichzelf te ontwikkelen en zal dat gebied vanzelf groen worden. Wij gaan daar niet uitgebreid plantjes zetten." De voorzitter: "Dank u wel. Tweede instantie? Ja, mevrouw Roovers?" Mevrouw Roovers: "Eigenlijk een korte aanvullende vraag. Op het eerste punt gaf u aan dat de saneringskosten naar uw inzicht goed ingeschat zijn en dat u anders terugkomt. Betekent dat dan dat alles op dat moment stilgelegd wordt?" De voorzitter: "Andere vragenstellers nog?" Wethouder Vissers: "Dat is een aardige vraag. Ik kan u daar niet zo op voorhand het antwoord opgeven. Het lijkt mij wel dat ik toch wel heel erg veel risico loop als ik dat werk laat doorgaan en ondertussen geen dekking heb budgettair. Dus het lijkt mij bijna onvermijdelijk dat, op het moment dat er meerkosten zijn die wij niet voorzien hebben, dat het dan inderdaad even stil komt te liggen tot er een besluit komt van de raad." De voorzitter: "Dank u wel. Wij hebben gediscussieerd in twee instanties. Heeft er iemand behoefte aan stemming over dit voorstel? Niet? Aangenomen met algemene stemmen. Dank u wel, wethouder Vissers." Raadsnota BI. 0140249 is met algemene stemmen aangenomen.
5. Raadsnota Bl. 0140156 Vaststelling van Bestemmingsplan Vrachelen I Krooneiland, herziening 2 (schoollocatie 't Zandoogje, Vlinderlaan 2)
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota Bl. 0140156, vaststelling van Bestemmingsplan Vrachelen I Krooneiland, herziening 2, schoollocatie 't Zandoogje, Vlinderlaan 2. Wij hebben een vijftal sprekers en wij beginnen met de heer Melsen van de W D . " De heer Melsen: "Dank u wel, voorzitter. Een hamerstuk, vastleggen van de huidige situatie, het huidig gebouw positief bestemmen. Zijn we er dan? Nee, de W D vindt
Notulen raad 09-07-2014/pagina
31 van 47
-32-
van niet. De vaststelling van het bestemmingsplan voor schoollocatie het Zandoogje, gaat over iets anders. Willen wij als gemeenteraad de dependance voor onderwijs en maatschappelijke doeleinden aan het Zandoogje behouden, of willen we anders? Voorzitter, januari vorig jaar stelde de gemeenteraad het nieuwe bestemmingsplan voor de Contreie vast. De W D heeft toen gesteld dat het Zandoogje geen permanente oplossing is voor onderwijs in Vrachelen en De Contreie. Ik verwoordde dit als volgt, wij hechten veel waarde aan goede schoolvoorzieningen waar ook andere voorzieningen een plek kunnen vinden, de school als spil in de wijk. De mogelijkheid voor een schooldependance in De Contreie moest open blijven. Met een motie mede ingediend door de Partij van de Arbeid is dit onderstreept. Dit standpunt is door een meerderheid van de Gemeenteraad overgenomen. In dezelfde vergadering gaf de W D aan dat de locatie voor het Zandoogje beschikbaar moet blijven voor woningbouw. De mogelijkheid van een dubbele bestemming hebben wij toen al aangegeven. De W D vindt het jammer dat de rechtstreekse bestemming niet mogelijk is gemaakt. De W D begrijpt wel dat de dependance positief bestemd moet worden, de periode van vijfjaar is immers voorbij, maar vindt dat als een schoolvoorziening in De Contreie nodig blijkt, deze er zo snel mogelijk heen verplaatst moet worden. Het Zandoogje is er voor de W D enkel voor de tijdelijkheid. De locatie van het Zandoogje is niet bedoeld om alles, verenigingen en dergelijke wat tijdelijk onderdak nodig heeft, te huisvesten. Wij zien dit liever in andere gebouwen zoals de centrale voorziening in De Contreie. Woningen op het Zandoogje, bijvoorbeeld starterswoningen zoals eerder voorzien, moeten mogelijk blijven en gelijk gebouwd kunnen worden als de dependance naar De Contreie verhuisd kan worden of als deze niet meer nodig blijkt. De W D dient dan ook samen met Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Partij van de Arbeid een amendement in om de voorziene bestemming te verruimen zodat de woonbestemming, zoals nu in het plan opgenomen, gehandhaafd blijft. Gelijk het besluit, voorzitter? 1.De verbeelding wordt als volgt gewijzigd. De bestemming Maatschappelijk wordt gewijzigd in Gemengd. Het voorziene bouwblok voor de bestemming Maatschappelijk wordt geschrapt en vervangen door een bouwblok met de grootte van het vigerende bouwblok wonen, dat aan de oostzijde wordt vergroot zodanig dat het in het ontwerp van dit plan opgenomen bouwblok voor de bestemming Maatschappelijk geheel opgenomen is. 3. binnen het nieuwe bouwvlak Gemengd wordt de aanduiding Wonen opgenomen. 4, de aanduiding gestapeld wordt opgenomen ter plaatse van het bouwblok met de bestemming Gemengd. 5. de opgenomen maximale goot- en bouwhoogte op de verbeelding wordt gewijzigd in 13 m en 16 m. Dan 2, artikel 4 van de regels wordt vervangen door het artikel Gemengd dat gebaseerd is op het voorgestelde artikel Maatschappelijk, waarbij de regels uit het huidige artikel Wonen in geïntegreerd worden. Punt 3, artikel 11.2 WRO-zone wijzigingsgebied wordt geschrapt in de regels en de WRO-zone -wijzigingsgebied van de verbeelding wordt verwijderd. Punt 4,Het bestemmingsplan inclusief toelichting tekstueel aan te passen c.q. aan te vullen op basis van voornoemde besluiten. Punt 5, het college op te dragen om ten gevolge van deze gewijzigde vaststelling van dit bestemmingsplan op basis van artikel 76, lid 2, onder b, van de Wet geluidhinder hogere waarden maximaal toelaatbare geluidsbelasting vast te stellen voor deze ontwikkeling. En gaan over tot de orde van de dag." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Melsen. Het amendement krijgt de letter A, is getekend, maakt deel uit van de discussie en wordt vermenigvuldigd." Amendement A op raadsnota Bl. 0140156 van W D , Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Partij van de Arbeid in bijlage.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
32 van 47
-33-
De heer Melsen: "Voorzitter, met het amendement regelen wij eigenlijk heel simpel gezegd dat wij de bestemming wonen en de bestemming maatschappelijke doeleinden onderwijs mogelijk houden en dat is met dit lang tekstuele amendement wordt dat, als wij dat aannemen, hier verankerd. Dat willen wij hier bereiken. Tot zover, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel. Wenst iemand, mijnheer Melsen, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan mevrouw Roovers van het CDA." Mevrouw Roovers: "Wij zien af van onze eerste termijn." De voorzitter: "Dank u wel. Dan mijnheer Velds van D66." De heer Velds: "Voorzitter, dat kunnen wij voor de vlotheid ook doen. Want wij hebben niets toe te voegen aan het betoog van de W D . " De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid. Hij komt naar voren. Gaat uw gang." De heer Van Opzeeland: "Dank u wel, voorzitter. We zullen onze bijdrage over dit onderwerp kort houden, maar vinden het wel degelijk van belang en wel om de volgende redenen. Helderheid over de bestemming Zandoogje, maar ook de visie op ontwikkeling van wijken en buurten. Wij hadden grote moeite om te snappen waarom deze herziening, die nu voorligt, echt noodzakelijk is. Er was immers geen wettelijke aanleiding om het huidige bestemmingsplan te wijzigen. Het momentum, vlak voor de verkiezingen, vonden we ook een bijzondere. Waarom zo'n haast? Welke redenen, anders dan een schoolbestemming veilig stellen, zijn er nog meer? We zijn van mening dat het college ons de verkeerde kant op stuurt door nu voor te stellen in te stemmen met de wijziging om de woonbestemming te laten vallen op deze locatie. Zoals u zelf al schrijft, is er tijdens de behandeling van het bestemmingsplan De Contreie, de mogelijkheid geschapen om verplaatsing van het Zandoogje mogelijk te maken. Dit impliceert voor ons dat de geplande en voorziene woningbouw aan het Zandoogje mogelijk moet blijven. We zien deze aanpassing dan ook als een poging om dit voor langere tijd niet mogelijk te maken dan wel drastisch te wijzigen. Het handhaven van de bestemming zou recht doen aan de discussie die we eerder voerden over de school als spil in de wijk. De ambitie om scholen door te ontwikkelen tot spil in de wijk, hebben wij nog altijd en wij houden ons dan ook vast aan het voornemen uit het coalitieakkoord. Om hierin tegemoet te komen dienen wij mede een amendement in. Collega Melsen heeft dit al voorgelezen. Liever zien we een brede discussie in de raad waar en hoe we scholen laten door ontwikkelen tot spil van de wijk. Wat ons ook is bijgebleven van de discussie over het bestemmingsplan De Contreie is de helderheid en de vasthoudendheid om een onderscheidend gebouw in de vorm van een appartementencomplex neer te zetten bij de entree van een wijk of buurt. Wanneer het college van plan is hier bij de Vlindervallei vanaf te wijken dan horen wij dit graag en zien dan tevens een herziening van het bestemmingsplan de Contreie tegemoet. We zijn bereid om samen met u te zoeken naar oplossingen voor de toenemende behoefte aan betaalbare appartementen. Een laatste punt is het gebruik van de locatie 't Zandoogje. Wat ons betreft blijft dit exclusief school en gaan we dit niet vermengen met andere soorten van gebruik. Wanneer er niet genoeg klassen zijn om het Zandoogje te vullen dan zien wij liever dat de units die er nu staan verdwijnen. Daar waar een dergelijke ruimte nodig is, bijvoorbeeld als tijdelijke locatie voor een maatschappelijke voorziening als Bock,
Notulen raad 09-07-2014/pagina
33 van 47
-34-
EHBO of iets dergelijks dan moedigen we het college aan om hier leegstaand gemeentelijk vastgoed voor te benutten. Zodoende brengen we de maatschappelijke relevantie van leegstand omhoog en zorgen we tegelijk dat een stuk overcapaciteit in onderwijshuisvesting verdwijnt. Voorzitter, de nota in zijn huidige vorm kan niet rekenen op onze steun. Met het amendement wat wij ingediend hebben samen met de W D , als dat aangenomen wordt dan wel. We willen veilig gesteld zien dat woningbouw aan het Zandoogje mogelijk blijft. Tegelijk willen we een stap zetten om te voorkomen dat het Zandoogje de functie krijgt van wissellocatie voor allerlei andere activiteiten dan schoolactiviteiten. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van Opzeeland. Wenst iemand, mijnheer Van Opzeeland, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik het woord aan wethouder Willemsen." Wethouder Willemsen: "Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Van Opzeeland, schoolbestemming veilig stellen, inderdaad, klopt. Een andere reden ligt er niet aan ten grondslag, niet om andere zaken te frustreren of iets dergelijks. Wij zijn het dan ook eens met het amendement. Dat klinkt vreemd. Want ja, waarom zou je het dan niet zo voorgesteld hebben aan de raad? Op het moment dat wij als college hier een nota over kregen, lagen er verschillende ambtelijke adviezen of het wel of niet mogelijk was. Gezien het verschil in die adviezen hebben wij de veilige weg gekozen en gezegd van, die schoolbestemming dat moet nu gebeuren. De wijzigingsbevoegdheid die er nu instaat in het voorstel die gebruiken wij dan op het moment dat de school verdwijnt en wij toch weer naar woningbouw toegaan. Daarna hebben zich wat ontwikkelingen voorgedaan, onder andere dat de ambtenaren er nog eens goed naar gekeken hebben en bleek het wel te kunnen die dubbele bestemming, die nu wordt voorgesteld. Dus ik heb geen enkele reden om ervoor te gaan liggen. Sterker nog, het maakt het alleen maar makkelijker. Nogmaals, verschillende ambtelijke adviezen, dit amendement is ambtelijk en juridisch geheel getoetst begrijp ik, is goedgekeurd. Ja, prima, akkoord zo. De rest van uw bijdrage, mijnheer Van Opzeeland, als het voldoet aan de bestemming, dat weet u, dan kan dit college bepaalde besluiten nemen, nog wel." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Willemsen. Iemand een tweede instantie? Niet? Gaan wij over tot besluitvorming. Amendement wordt uitgedeeld. Heeft iemand behoefte aan een stemverklaring? Niemand? Ik wacht tot het amendement uitgedeeld is. Dames en heren, iedereen heeft nu het amendement van W D , Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Partij van de Arbeid. Graag handen op wie voor? Dat zijn alle fracties behalve Groen Brabant als ik het goed zie. Wie is tegen?" De heer Noltee: "Ik lees hier in het besluit." De voorzitter: "Sorry, sorry, tijdens de besluitronde wordt dit wel heel erg lastig. Excuus." De heer Noltee: "Ja, maar het wordt rondgedeeld. Ik weet niet eens wat er in staat. Nu lees ik onder 5 iets en daar mag ik niet eens iets over vragen. Sorry hoor, ik kan het niet meer volgen." De voorzitter: "Dit is een lastige positie, dat ben ik met u eens, maar wij zitten nu halverwege in..."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
34 van 47
-35-
De heer Van der Zanden: "Voorzitter, even een punt van orde. Het is volgens mij wel gebruikelijk dat wij moties en amendementen op papier krijgen en dan even de tijd moeten krijgen om ze even tot ons te kunnen nemen." De voorzitter: "Dan gaan wij dat nu doen, goed idee. U krijgt de tijd om het even door te nemen. Misschien ziet u nog meer dingen, mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Ik kan er vlug in zijn. Wat mij op viel dat was een vraag aan de wethouder, die weet ervan of aan de indieners, onder 5 van het besluit, de opgenomen maximale goot- en bouwhoogte op de verbeelding wordt gewijzigd in 13 meter en 16 meter. Mijn vraag is, wat waren de voorgenomen bouwhoogtes daarin?" Wethouder Willemsen: "Dat is conform het vigerend bestemmingsplan. Dat is geheel een op een overgenomen." De heer Noltee: "Wordt gewijzigd staat hierin." Wethouder Willemsen: "Het voorstel wordt gewijzigd, maar...." De heer Noltee: "Nee, nee, de opgenomen maximale goot- en bouwhoogte op de verbeelding wordt gewijzigd." De heer Melsen: "Voorzitter, daar kan ik even duidelijk in zijn." De voorzitter: "Mijnheer Melsen, gaat uw gang." De heer Melsen: "Dank u wel. Het voorstel van het college was om geen goot- en bouwhoogte op te nemen omdat die woonbestemming niet rechtstreeks meer mogelijk was. Wij willen die woonbestemming weer opnemen en daarom moeten wij die aantallen bijvoorbeeld ook gestapeld opnemen en de goot- en bouwhoogte. Als wij dat niet zouden doen dan zou er geen limiet aan zijn. Dus wij hebben gewoon de oude bestemming weer opgenomen." De heer Noltee: "De gangbare bestemming, het is niet hoger of niet lager geworden?" De heer Melsen: "Nee." De heer Noltee: "Dat was de vraag. Het lijkt mij logisch dat je zo'n vraag zou moeten kunnen stellen." De voorzitter: "Ja, dat heeft u nu ook kunnen doen. Anderen nog vragen naar aanleiding van het amendement? Niet? Dan gaan wij nog een keer stemmen bij handopsteken. Wie is voor dit amendement? Aangenomen met algemene stemmen. Dan het voorstel zelve, heeft iemand behoefte voor stemming daarvoor? Niet? Ook met algemene stemmen aangenomen. Wethouder Willemsen, bedankt." Amendement A op raadsnota Bl. 0140156 van W D , Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Partij van de Arbeid is met algemene stemmen aangenomen. Raadsnota BI. 0140156 is met algemene stemmen aangenomen.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
35 van 47
-36-
Bespreking brieven Lijst Ingekomen Stukken
a. Brief petitie openingstijden horeca Oosterhout
De voorzitter: "Wij komen aan bij het onderdeel bespreking brieven Lijst Ingekomen Stukken, punt a, petitie openingstijden horeca Oosterhout. Een aantal fracties heeft aangegeven daar iets over te willen zeggen. Wij beginnen met de heer De Laat van Gemeentebelangen." De heer Hoosemans: "Voorzitter, u gaat zelf dit behandelen?" De voorzitter: "Ja, goed dat u het zegt." De heer De Laat: "Voorzitter, verzoek sluitingstijden vrijdag en zaterdag tot 4.00 uur. Voor ons ligt het verzoek van Farid Bicane om zijn horecazaak genaamd Club Sweet, gevestigd in de Klappeijstraat in Oosterhout, vrijdag en zaterdag tot 4.00 uur open te houden. Om zijn verzoek kracht bij te zetten heeft hij ongeveer 1.013 handtekeningen bijgevoegd als zijnde voorstanders onder de jeugdige bezoekers. Ook wordt de aandacht gevestigd naar vergelijkpunten in en rondom Oosterhout, waar de Oosterhoutse jeugd zou verblijven, daar men in Oosterhout maar tot 3.00 uur geopend zou mogen zijn. In onze beleving zijn in onze omgeving de horecagelegenheden ook tot 3.00 uur geopend. Als er door de Oosterhoutse bevolking nieuwe initiatieven worden aangedragen om ons leef- en verblijfsklimaat te verbeteren, dan denken wij als Gemeentebelangen graag mee, zo ook in dit verzoek. Alleen missen wij iets terug in de aanvraag, namelijk de meningen van de collega's uit de Klappeijstraat, de handhavers c.q. de politie en zeker niet te vergeten de bewoners van het centrum. Waarbij ik u misschien onnodig mag herinneren aan een door CBO Centrumbewoners - Oosterhout op 6 mei 2014 ingezonden zienswijze op bovenstaand verzoek. Kortom, Gemeentebelangen wacht graag de uitkomsten van die onderzoeken af. Wij zullen die afwegen om vervolgens tot een besluit te komen. Dit alles zal nog eens worden toegelicht in de motie welke wij samen met de W D zullen indienen. Tot zover." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer De Laat. Vragen aan mijnheer De Laat? Geen vragen? Dan geef ik het woord aan de heer Heesakker van de fractie W D . Gaat uw gang." De heer Heesakker: "Voorzitter, dank u wel. De heer De Laat heeft al een aantal heel terechte punten genoemd en ik ga er nog een aantal aan toevoegen. De petitie die een Oosterhoutse ondernemer recent aangeboden heeft aan de burgemeester om het onderwerp horeca sluitingstijden aan de kaak te stellen, kan in basis rekenen op de belangstelling van de W D . De W D biedt graag ruimte aan ondernemers en vindt dat beleid en regelgeving hierbij geen onnodige belemmering dienen te vormen. Wij zijn van mening dat een gezonde en aantrekkelijke horeca belangrijk is voor een levendig en aantrekkelijk Oosterhout. De betreffende ondernemer geeft aan dat veranderende behoeften van bezoekers van de Oosterhoutse horeca en andere ontwikkelingen vragen om extra ruimte binnen de horeca. Hier kunnen wij ons best heel ver in vinden, maar de W D vindt dat er tevens genoeg aandacht moet zijn voor thema's als leefbaarheid en veiligheid. Een eventuele verruiming van openingstijden binnen de Oosterhoutse horeca zou hier zomaar gevolgen voor kunnen hebben. Het
Notulen raad 09-07-2014/pagina
36 van 47
-37-
onderwerp vraagt dan ook om een zorgvuldige behandeling en bestuurlijke uitwerking. Die zorgvuldigheid dient wat ons betreft gewaarborgd te worden door het in te richten proces als vervolg op de petitie die is aangeboden. Ik pak graag even terug naar het coalitieakkoord, daar wordt ruim aandacht geschonken aan het onderwerp verbindend bestuur. Door burgers, ondernemers, organisaties en verenigingen van meet af aan bij beleidsontwikkeling en -uitvoering te betrekken, kunnen we op veel terreinen winst boeken. Door de inbreng van betrokkenen worden de gemeentelijke plannen vaak beter, er komt aanzienlijk meer draagvlak voor gemeentelijk beleid en partijen zijn ook bereid mee te werken aan de uitvoering. De W D vraagt het college dan ook om een proces in te richten waarbij de verschillende betrokkenen, zoals bewoners, ondernemers en politie, mijnheer De Laat noemde het al eventjes, hun input kunnen leveren en met elkaar de mogelijkheid krijgen om te zoeken naar de ruimte die geboden kan worden. Eventuele barrières dienen bespreekbaar gemaakt te worden en gezamenlijk moet gezocht kunnen worden naar oplossingen. Het is daarbij wel van belang dat het proces zich niet beperkt tot een aantal woordvoerders of belangengroepen met een beperkt bereik onder hun achterban. Wij zijn van mening dat de initiatiefnemer, in dit geval de horeca ondernemer, een belangrijke rol en verantwoordelijkheid moet krijgen bij het zoeken naar een reële balans tussen de levendigheid en de leefbaarheid. Het geschetste proces dient uit te monden in een reëel en volledig beeld van de te bieden ruimte en de hieraan verbonden knelpunten en dient de raad te steunen in het maken van een uiteindelijke afweging. Omdat de sleutel tot succes in het proces besloten ligt vragen wij het college om na het afronden van het participatieproces de raad in oktober te informeren over het verloop van het proces en de uitkomsten. Op basis van het verkregen beeld kan het college de raad vervolgens een voorstel doen tot het al dan niet verruimen van de sluitingstijden van de horeca. De W D dient dan ook samen met Partij van de Arbeid, GroenLinks, D66, CDA en Gemeentebelangen de volgende motie in. Ik zal alleen eventjes het verzoek op lezen. Vorm te geven aan een proces waarbij in nauwe samenwerking met de initiatiefnemer de verschillende betrokkenen, waaronder horeca ondernemers en bewoners, gezamenlijk komen tot een helder beeld van de mogelijkheden voor een verruiming van de sluitingstijden. Na afronding van het participatieve proces en voorafgaand aan het opstellen van een voorstel, de raad in oktober te informeren over het verloop van het proces en de uitkomsten. Op basis van het verkregen beeld over te gaan tot een in de behandeling van de APV verwerkt voorstel voor het al dan niet verruimen van de sluitingstijden van de horeca. En gaan over tot de orde van de dag. Dat was het." De vicevoorzitter: "Dank u wel. Vragen aan mijnheer Heesakker? Geen vragen? De motie is ondertekend en gedagtekend, maakt deel uit van de beraadslagingen." Motie petitie openingstijden horeca Oosterhout van de W D , Partij van de Arbeid, GroenLinks, D66, CDA en Gemeentebelangen in bijlage.
De vicevoorzitter: "Dan nodig ik uit de heer Jacobs van de fractie van het CDA. Mijnheer Jacobs, gaat uw gang." De heer Jacobs: "Hartelijk dank, voorzitter. Het centrum van Oosterhout is van én voor alle Oosterhouters. In de petitie zien we terug dat een substantieel deel van de doelgroep pleit voor andere of wellicht langere openingstijden. Het CDA staat hier in de basis niet negatief tegenover. Wel moeten de verschillende belangen, die van bezoekers, ondernemers en bewoners in het centrum naast elkaar kunnen blijven bestaan. De voorliggende petitie ziet het CDA dan ook vooral als een indicatie om de openingstijden tegen het licht te houden. De horeca zoekt momenteel, als gevolg van
Notulen raad 09-07-2014/pagina
37 van 47
-38-
de woelige economische tijden, naar mogelijkheden om economisch rendabel te blijven. Tegelijkertijd ontwikkelt ook het verwachtingspatroon en de wens van de bezoekers zich. Dit is mede ingegeven door de recente aanpassing van de alcoholleeftijd. Maar laten we ook de ondernemers van met name de snelle hap niet vergeten. Uit een persoonlijk gesprek bleek dat ten minste één van hen al veel langer de wens koestert om net iets langer open te blijven dan de cafés. Voor het CDA is het belangrijk dat de diverse belangen worden afgewogen. Enerzijds is er het economisch belang, anderzijds zijn er aspecten als veiligheid en overlast. In een maatschappij waar participeren steeds meer het sleutelwoord is, kunnen wij ons vinden in de motie, op initiatief van de W D , die de ruimte biedt aan de initiatiefnemer van de petitie om een proactief proces in te richten om de mogelijkheden en onmogelijkheden inzichtelijk te krijgen. Tot zover mijn bijdrage." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Jacobs, dit was uw maidenspeech." Applaus. De vicevoorzitter: "Dan geef ik vervolgens het woord aan de heer Driesse, fractie SP." De heer Driesse: "Als u mij toestaat, voorzitter, zou ik graag mijn bijdrage willen omruilen voor een stemverklaring." De vicevoorzitter: "Dat mag u." De heer Driesse: "Dat dacht ik wel." De vicevoorzitter: "Dan geef ik vervolgens het woord aan de heer Velds van de fractie D66." De heer Velds: "Voorzitter, mijn bijdrage is ongeveer zo kort als een stemverklaring, dus ik blijf maar even zitten. D66 heeft samen met de W D verzocht om dit agendapunt op de agenda te zetten. De reden daarvoor is voor ons het feit dat we al sinds lang voorstander zijn van vrije sluitingstijden. Juist deze petitie was en is een goede aanleiding om die discussie na een aantal jaren weer eens te voeren. De tijden veranderen namelijk. Maar, voorzitter, D66 wil dit natuurlijk ook zorgvuldig doen. Vandaar dat we samen met andere partijen hiertoe een motie indienen. Wij hebben verder niets toe te voegen aan het betoog van de W D . " De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. Geef ik het woord aan burgemeester Huisman." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, er zit een hele duidelijke rode draad in de bijdrage van alle fracties. Er ligt een verzoek, dat verzoek willen wij serieus bekeken hebben. Doe dat onderzoek college en betrek daarbij alle partijen, de horecaondernemers als geheel, de bewoners. Denk ook aan de politie hebben meerderen van u gezegd. Dat wordt ook nog eens voorgesteld in deze motie petitie horeca sluitingstijden. De afgelopen maanden hebben wij al diverse gesprekken gevoerd met de horeca omdat, naar het zich laat aanzien, daar meer overeenstemming gaat bestaan over wat men gezamenlijk zou willen en waar men zich ook gezamenlijk in kan vinden. Dat is natuurlijk heel belangrijk. Als dat zo is, dan komt dat ook formeel tot ons. Waar wij als college mee doende zijn dat is ook hetgeen wat in die motie staat, is zeggen van, wij doorlopen het proces. Eerst overleg
Notulen raad 09-07-2014/pagina
38 van 47
-39-
met de horeca tot echt duidelijk is wat precies breed gedragen wordt. Dan uiteraard met de bewoners. Het advies van de politie vinden wij ook heel belangrijk. Stel datje overgaat tot verruiming van sluitingstijden is daar ook politiecapaciteit voor nodig. Dat moet ook goed afgestemd worden. Dan komen wij uiteraard met een voorstel bij u. Mijnheer Heesakker sprak van oktober. Dat zal het inderdaad wel worden. Want de komende vijf, zes weken is er de vakantie. Je moet natuurlijk nooit zaken als, ja het heet geen inspraak, maar in elk geval het overleg en consulteren van partijen, moet je natuurlijk niet doen tijdens schoolvakanties. Dus wat het college voor ogen heeft, in september komt er een APV wijziging, een APV herziening moet ik zeggen, waar een aantal zaken in staan waar dit dus niet in staat. Later in het jaar, maar in elk geval voor de feestdagen in december, krijgt u een voorstel. Zoals de motie hier ligt zeggen wij, ja, zo zijn wij al aan het werk. Wij zien de motie als een steuntje in de rug en die kunnen wij overnemen. Dank u wel." De vicevoorzitter: "Dank u wel. Vragen aan mijnheer Huisman? Geen vragen? Mijnheer Heesakker, gaat uw gang." De heer Heesakker: "Een kleine opmerking. Ik had aandacht geschonken aan het onderwerp verbindend bestuur. Wat u net noemt, de gemeente gaat gesprekken aan met verschillende betrokkenen, met ondernemers, met bewoners en met bijvoorbeeld politie. Dat komt bij mij over als zijnde drie losse gesprekken en u bundelt daar de uitkomsten van. Wat ikzelf bij verbindend bestuur meer voor me zag was, dat gesprekken gingen plaatsvinden met partijen bij elkaar en waar ook interactie zou gaan plaatsvinden. Heb ik dat verkeerd opgevat of zit ik in de goede richting?" De vicevoorzitter: "Mijnheer Huisman." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Dat zou een mogelijkheid zijn, ja." De vicevoorzitter: "Een kort, maar krachtig antwoord. Verder nog behoefte aan een tweede termijn? Geen behoefte aan een tweede termijn? Wilt u dat er gestemd wordt over de motie, de burgemeester heeft de motie overgenomen? Dan breng ik nu de motie in stemming. Wie is voor de motie? De motie wordt voltallig gesteund, dan is hij bij deze aangenomen." Motie petitie openingstijden horeca Oosterhout van de W D is met algemene stemmen aangenomen.
De voorzitter: "Dank u wel, vicevoorzitter." b. Brief verwijderen status gemeentelijke monument Warandelaan 43.
De voorzitter: "Komen wij bij het laatste agendapunt, onderdeel b van de op de agenda gezette Ingekomen Stukken. Wethouder Willemsen, schuift aan. Daarvoor hebben wij een spreker. Het onderwerp, dames en heren, is de brief van 21 mei 2014. Graag aandacht ook voor dit laatste punt, het verwijderen van de status van gemeentelijke monument Warandelaan 43. Het woord wordt gevoerd door de heer Van Ginneken van Gezond Burger Verstand. Gaat uw gang." De heer Van Ginneken: "Voorzitter, bedankt. Voorzitter, naar aanleiding van de brief over het monument pand Warandelaan 43. Er was niets wat de gemeente kon
Notulen raad 09-07-2014/pagina
39 van 47
-40-
bewegen de status van het gemeentelijk monument van het pand Warandelaan 43 af te halen tot het moment dat de wethouder eind februari een bezoekje bracht aan de familie Van Steenbergen. Wij lezen in de eigen notitie, eind februari heeft de wethouder samen met de afdelingsmanager en de beleidsmedewerker Monumenten en Archeologie op verzoek van de verkoopmakelaar het object bezocht. De makelaar voerde aan dat er sprake was van achterstallig onderhoud aan het pand. Dat het pand moeilijk dan wel niet uit te breiden of te verbouwen is. De wethouder is van mening dat het inderdaad rechtvaardig is de status van gemeentelijk monument van het pand te verwijderen. Zo gaat dat in Oosterhout. Alle adviezen van ambtenaren en de commissies worden in een keer aan de kant geschoven als de makelaar en de familie een kopje koffie drinken met de wethouder. Dan hebben wij in de voorschriften van het bestemmingsplan daar staat in dat wonen onder andere bestemd is voor de instandhouding en bescherming van gemeentelijke monumenten. Verder staat er in het Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid nergens iets geregeld dat het college zelf mag beslissen omtrent de opheffing van de status gemeentelijk monument. Het zou dan een bevoegdheid van de raad zijn. Als het anders is dan hoor ik dat graag van de wethouder. Kijk om de schijn van vriendjespolitiek te vermijden, verzoeken wij u dan ook om de Gemeentelijke Monumentenverordening aan te passen zodanig dat er in komt te staan bij welk bedrag, in verhouding van de waarde van het object, het verantwoord is om, zoals de wethouder verklaarde, de status van gemeentelijk monument te verwijderen. Wij gaan er vanuit dat de status terecht op het object is gelegd. Want als wij daaraan gaan twijfelen, dan zouden wij alle objecten opnieuw moeten gaan beoordelen. Het zou niet zo moeten zijn dat wij aan de deskundigheid van de deskundigen moeten gaan twijfelen. Kijk, als de aanpassing van de Gemeentelijke Monumentenverordening hier ligt, zijn wij best genegen om met u mee te denken om de status van gemeentelijk monument van het pand te verwijderen als blijkt dat het past binnen de nieuwe uitgangspunten. Kijk, voorzitter, het gaat erover, hier wordt de status monument er afgehaald. Terwijl bij anderen de status erop ligt en zelfs de kleur binnen van de schoorsteen en de deuren bepaald worden. Deze mensen kunnen dus niets. Hier, omdat de waarde bij verkoop minder wordt, wordt de status er afgehaald. Dat kan geen argument zijn om dat zo te doen. Dus vandaar onze reactie op deze brief." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van Ginneken. Wenst iemand, mijnheer Van Ginneken, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik het woord aan wethouder Willemsen." Wethouder Willemsen: "Dank u wel, voorzitter. Voor alle duidelijkheid, mijnheer Van Ginneken, een wethouder bepaalt hier helemaal niets, het college doet dat. Het college doet dat omdat in de Erfgoedverordening, die door uw raad is vastgesteld op 25 januari 2012, staat over gemeentelijke monumenten, hoofdstuk 2 artikel 3 de aanwijzing, het college kan al dan niet op de aanvraag van een aanvraag van een belanghebbende een monument aanwijzen als gemeentelijk monument. In artikel 6 staat, het college kan de aanwijzing al dan niet op verzoek van de belanghebbende intrekken. Dus een college verantwoordelijkheid, zo is dat door uw raad, op 25 januari 2012 middels die verordening, bepaald. Wat de inhoud betreft van deze casus wil ik graag verwijzen naar de vragen die GroenLinks heeft gesteld hierover en de antwoorden die deze week door het college daarop gegeven zijn. Dank u wel." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Willemsen. Tweede instantie? Niet? Dank u wel, wethouder Willemsen. Dan zijn wij gekomen aan het einde van de vergadering. Ik wens iedereen wel thuis en een spannende, maar vruchtvolle avond toe. De vergadering is gesloten."
Notulen raad 09-07-2014/pagina
40 van 47
-41-
Motie A op raadsnota Bl. 0140159 Van D66, W D , CDA, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Gemeentebelangen
Ondergetekenden M.F. Velds, D.F.J. Melsen, T.P.M Roovers-Hu ij ben, W.J. van der Zanden, H. van Ginneken en W.P J.M Hoosemans raadsleden van de gemeente Oosterhout, dienen met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout, de volgende motie in: De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 9 juli 2014 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot agendapunt Bl.0140159 Nota van Uitgangspunten Zwaaikom; Overwegende dat, »
« « » « «
»
in de Nota van Uitgangspunten over De Zwaaikom bij autoverkeer de focus vooral is gericht op het voorkomen van sluipverkeer tussen de Wilhelminalaan en de Statendamweg; volgens de Nota van Uitgangspunten de ontsluiting van De Zwaaikom nog steeds voornamelijk via de Wilhelminalaan lijkt te worden voorzien; in antwoorden op vragen van D66 wordt geantwoord dat het de bedoeling is De Zwaaikom ook te ontsluiten via Kanaalstraat en Koningsdijk; daarbij logischerwijs afgezien wordt van een knip in de Koningsdijk; aanpassingen worden voorzien bij aansluitingen op Statendamweg en van Liedekerkestraat; het gewenst is om een tweede ontsluiting te realiseren zodat de verkeerstoename op de Koningsdijk, Wilhelminalaan, kruispunt Trommelen en Lage Molenpolderweg beperkt is en het verkeer gespreid wordt; een verkeersontsluiting via Kanaalstraat naar de Statendamweg minder verkeersoverlast veroorzaakt omdat er hoofdzakelijk bedrijven gevestigd zijn.
Verzoekt het college, «
«
om in de definitieve Nota van uitgangspunten aan te geven dat ook ontsluitingen richting Statendamweg en eventueel van Liedekerkestraat worden voorzien; een verkeerskundig onderzoek te laten verrichten naar de gevolgen en noodzakelijke maatregelen om dit in goede orde te laten verlopen.
En gaan over tot de orde van de dag. w.g. M.F. Velds, D66. D.F.J. Melsen, W D . T.P.M Roovers-Huijben, CDA. W.J. van der Zanden, GroenLinks. H. van Ginneken, Gezond Burger Verstand. W.P J.M Hoosemans, Gemeentebelangen.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
41 van 47
-42-
Amendement A. op raadsnota Bl. 0140268 van W D , Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid.
Ondergetekenden, G.A.M.C. Heintjes, C. Piena en A. van Opzeeland, raadsleden van de gemeente Oosterhout voor respectievelijk de fracties van W D , Gemeentebelangen en Partij van de Arbeid, dienen met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout het volgende amendement in: De raad van de gemeente Oosterhout in vergadering bijeen op 9 juli 2014 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot raadsnota Bl. 0140268, Rapport Rekenkamer West-Brabant over Risicomanagement; Overwegende dat: » » » » « » « « »
de Rekenkamer concludeert dat het risicomanagementsysteem voldoet aan de eisen die het BBV stelt; de onderzoekers van de Rekenkamer Oosterhout in de kopgroep plaatsen als het gaat om risicomanagement; de rekenkamer vaststelt dat het beleid zich ontwikkelt in de richting van integraal en geïntegreerd risicomanagement; het risicomanagement is verankerd in de cultuur en werkwijze van de organisatie; de aanbevelingen van de Rekenkamer sterk gericht zijn op de formele vastlegging; het van belang is daaraan aandacht te besteden, maar dat geen doel in zich mag worden; het college dat belang onderschrijft, gezien haar reactie op het rapport; het college blijkens het coalitieakkoord voornemens is de nota reserves en voorzieningen te herijken; dit bij uitstek kansen biedt om stappen in de verdere integratie van het risicomanagement te zetten.
Besluit: De raadsnota Bl. 0140268, 'Rapport Rekenkamer West-Brabant over Risicomanagement' vast te stellen met dien verstande dat het besluit luidt: « «
het rapport van de Rekenkamer West-Brabant 'Risicomanagement' voor kennisgeving aan te nemen; het college uit te nodigen de aanbevelingen van de Rekenkamer te betrekken bij de herijking van de Nota Reserves en Voorzieningen (en/of Planning en Controlcyclus).
En gaan over tot de orde van de dag. w.g. G.A.M.C. Heintjes, W D . C. Piena, Gemeentebelangen. A. van Opzeeland, Partij van de Arbeid.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
42 van 47
-43-
Amendement A op raadsnota Bl. 0140296 Van GroenLinks
Ondergetekende M.E. Hemmer, D66, raadslid voor de gemeente Oosterhout, dient met verwijzing naar artikel 36 van het Regelement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout het volgende amendement in: De raad van de gemeente Oosterhout in vergadering bijeen op 9 juli 2014 en gehoord hebbende de beraadslagingen over agendapunt 0140296 Regionale Detailhandelsvisie West Brabant 2014 - 2020; Overwegende dat: » » » « «
er in de visie staat dat er voorgesteld wordt een Regionaal Expert Team Detailhandel op te zetten; het creëren van nieuwe entiteiten gekoppeld aan het RWB niet gewenst is om te voorkomen dat het RWB een steeds groter groeiende entiteit wordt; de portefeuille houdende wethouders genoemde zaken rondom regionale detailhandel prima met elkaar en betreffende ambtenaren kunnen afstemmen; de focus moet liggen op samenwerking met de lokale detailhandel en niet zozeer op bovenlokaal niveau; het middel om een nieuwe entiteit in het leven te roepen leidt tot extra kosten terwijl tot op heden de voordelen volstrekt onduidelijk zijn.
Besluit: De reactie van het college aan het RBW op de Regionale Detailhandelsvisie 20142020 te bevestigen, met dien verstande dat het gestelde onder de tweede dot van de kanttekeningen als volgt wordt gewijzigd: Wij zien de toetsing van de in de visie gedefinieerde grotere nieuwe detailhandelsontwikkelingen op hun aanvaardbaarheid, overigens eerder als een onderwerp voor bestuurlijke afstemming, dan dat dit door een ambtelijk adviesteam wordt afgedaan. Daarom vinden wij het onwenselijk dat een dergelijk adviesteam opgezet wordt en zullen wij daar ook niet akkoord mee gaan. Daarnaast geldt, dat wij onder "nieuwe" ontwikkelingen, uitdrukkelijk alle initiatieven verstaan, waarover nog geen concreet besluit tot realisering is genomen. De vraag of de voorgestane ontwikkeling nu wel of niet in een vastgesteld bestemmingsplan is opgenomen, vinden wij in dit kader niet relevant. En gaat over tot de orde van de dag. w.g. M.E. Hemmer, D66.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
43 van 47
-44-
Amendement A op raadsnota Bl. 0140156 van W D , Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand, Partij van de Arbeid
Ondergetekenden, D.F.J. Melsen, W.P.J.M. Hoosemans, M.F. Velds, W.J.W.A. van der Zanden, H.C. van Ginneken en A. van Opzeeland, raadsleden van de gemeente Oosterhout voor de respectievelijk de fracties van W D , Gemeentebelangen, D66, GroenLinks, Gezond Burger Verstand en Partij van de Arbeid dienen met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout het volgende amendement in: De raad van de gemeente Oosterhout in vergadering bijeen op 9 juli 2014 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot raadsnota Bl. 0140156, Vaststelling van Bestemmingsplan Vrachelen/Krooneiland, herziening 2 (schoollocatie 't Zandoogje, Vlinderlaan 2); Overwegende dat: « »
» »
»
»
in het vigerend bestemmingsplan Vrachelen/Krooneiland voor het gebied Vlinderlaan 2 e.o. de bestemming 'Wonen' met aanduiding 'gestapeld' is toegekend; het gewenst is deze locatie beschikbaar te houden voor woningbouw en dat met het schrappen van de directe bestemming er later grond kan zijn voor planschade indien het plangebied ontwikkeld wordt met woningbouw zoals nu reeds bestemd; de schoollocatie aan het Zandoogje een tijdelijk karakter heeft en het in de toekomst mogelijk is dat deze schoollocatie verplaatst wordt naar de Contreie overeenkomstig de aangenomen motie van 22 januari 2013; het noodzakelijk is een passende bestemming te regelen voor het schoolgebouw voor educatief en cultureel gebruik (maatschappelijk) vanwege het verlopen van de vijfjaarstermijn voor een tijdelijke bouwvergunning; het gewenst is dat zodra de schoollocatie aan het Zandoogje verplaatst dan wel niet meer noodzakelijk is, woningbouw op de locatie mogelijk moet zijn voor de afronding van Vrachelen; bij een combinatie van de vigerende woonbestemming en een maatschappelijke bestemming de huidige rechten gerespecteerd worden en het schoolgebouw legaal bestemd is.
Besluit: De raadsnota Bl. 0140156, vaststelling van Bestemmingsplan Vrachelen/Krooneiland, herziening 2 (schoollocatie 't Zandoogje, Vlinderlaan 2) vast te stellen met dien verstande dat: De verbeelding wordt als volgt gewijzigd: « «
de bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in 'Gemengd'; het voorziene bouwblok voor de bestemming 'Maatschappelijk' wordt geschrapt en vervangen door een bouwblok met de grootte van het vigerende bouwblok 'wonen', dat aan de oostzijde wordt vergroot zodanig dat het in het ontwerp van dit plan opgenomen bouwblok voor de bestemming 'Maatschappelijk' geheel opgenomen is;
Notulen raad 09-07-2014/pagina
44 van 47
-45-
» « « »
« « »
binnen het nieuwe bouwvlak 'Gemengd' wordt de aanduiding 'Wonen' opgenomen; de aanduiding 'gestapeld' wordt opgenomen ter plaatse van het bouwblok met de bestemming 'Gemengd'. de opgenomen maximale goot- en bouwhoogte op de verbeelding wordt gewijzigd in '13 m' en'16 m'. artikel 4 van de regels wordt vervangen door het artikel 'Gemengd' dat gebaseerd is op het voorgestelde artikel 'Maatschappelijk' waarbij de regels uit het huidige artikel 'Wonen' in geïntegreerd worden. artikel 11.2 WRO-zone - wijzigingsgebied wordt geschrapt in de regels en de 'WRO-zone - wijzigingsgebied' van de verbeelding wordt verwijderd. het bestemmingsplan inclusief toelichting tekstueel aan te passen c.q. aan te vullen op basis van voornoemde besluiten. het college op te dragen om ten gevolge van deze gewijzigde vaststelling van dit bestemmingsplan op basis van artikel 76, lid 2, onder b, van de Wet geluidhinder hogere waarden maximaal toelaatbare geluidsbelasting vast te stellen voor deze ontwikkeling.
En gaan over tot de orde van de dag. w.g. D.F.J. Melsen, W D . W.P.J.M. Hoosemans, Gemeentebelangen. M.F. Velds, D66. W.J.W.A. van der Zanden, GroenLinks. H.C. van Ginneken, Gezond Burger Verstand. A. van Opzeeland, Partij van de Arbeid.
Notulen raad 09-07-201'4/'pagina
45 van 47
-46-
Motie petitie openingstijden horeca van W D , Gemeentebelangen, CDA, D66, GroenLinks en Partij van de Arbeid.
Ondergetekenden, A.S. Heesakker, P.T. de Laat, B.F.J. Jacobs, M.E. Hemmer, A.H.K.M. van der Pluijm en A. van Opzeeland, raadsleden van de gemeente Oosterhout voor respectievelijk de fracties van W D , Gemeentebelangen, CDA, D66, GroenLinks en Partij van de Arbeid, dienen met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout met betrekking tot de petitie 'Horecasluitingstijden' de volgende motie in: De raad van de gemeente Oosterhout in vergadering bijeen op 9 juli 2014; Overwegende dat: « wij ruimte willen bieden aan ondernemerschap; » beleid en regelgeving hierbij geen onnodige belemmering dienen te vormen; « een gezonde en aantrekkelijke horeca belangrijk is voor een levendig en aantrekkelijk Oosterhout; » een Oosterhoutse horecaondernemer onze raad middels een petitie heeft gevraagd de horecaondernemers meer ruimte te bieden door een aanpassing van de sluitingstijden; « veranderende behoeften van bezoekers en een bredere ontwikkeling binnen de horeca deze ruimte vragen; » hierbij ook aandacht dient te zijn voor de leefbaarheid; « dit ondernemersinitiatief dan ook vraagt om een zorgvuldige nadere behandeling en bestuurlijke uitwerking; « deze zorgvuldigheid zich temeer richt op een proces waarbij de verschillende betrokkenen, zoals bewoners en ondernemers, hun input kunnen leveren en met elkaar zoeken naar de ruimte die geboden kan worden; » dit proces zich niet mag beperken tot een aantal woordvoerders of belangengroepen met een beperkt bereik onder hun achterban, maar een breder bereik dient te kennen; « de initiatiefnemer hierbij ook een belangrijke rol en verantwoordelijkheid krijgt in de zoektocht naar een reële balans tussen de levendigheid en de leefbaarheid; » den reëel en volledig beeld van de te bieden ruimte en hieraan verbonden knelpunten ons steunt in het maken van een uiteindelijke afweging. Verzoekt het college: «
«
«
vorm te geven aan een proces waarbij in nauwe samenwerking met de initiatiefnemer de verschillende betrokkenen, waaronder horecaondernemers en bewoners, gezamenlijk komen tot een helder beeld van de mogelijkheden voor een verruiming van de sluitingstijden; na afronding van het participatieve proces en voorafgaand aan het opstellen van een voorstel, de raad in oktober te informeren over het verloop van het proces en de uitkomsten; op basis van het verkregen beeld over te gaan tot een in de behandeling van de APV verwerkt voorstel voor het al dan niet verruimen van de sluitingstijden van de horeca.
En gaan over tot de orde van de dag.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
46 van 47
-47-
w.g. A. S. Heesakker, W D . P.T. de Laat, Gemeentebelangen. B. F.J. Jacobs, CDA. M.E. Hemmer, D66, A.H.K.M. van der Pluijm, GroenLinks A. van Opzeeland, Partij van de Arbeid.
Notulen raad 09-07-2014/pagina
47 van 47