NOTULEN NR. 9 VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN BUSSUM OP DINSDAG 2 november 2010 OM 19.30 uur IN HET GEMEENTEHUIS VAN BUSSUM. Aanwezig: de heren G.H.F. Boekhoff (PvdA) en A.J. Gouka (VVD) (wethouders) de heren M. Barendregt (PvdA), P.C. Barneveld (VVD) en E. Bezoen (VVD), de dames A.C. van den Berg-van Bart (VVD), H.B. Boudewijnse (GroenLinks), de heer S.A. Braamhaar (GroenLinks), mevrouw E.T.M. Groten-Verheijen (PvdA), de heren J.R. Heerschop (CDA) en P. Hoekstra (PvdA), mevrouw J.G. de Jonge-Meijerink (VVD), de heren P.A.M. Kehl (VVD) en J.A.I. de Lange (CDA), mevrouw I.G.G. de Lange (PvdA), de heren H.J.B. Lansink (GroenLinks) en P.W.A. Overdiep (D66), de dames J.M.M. Peeters (PvdA), M.H.J. Potjer-Scholten (VVD), G.N. van Ramshorst (GroenLinks) en M.M. Sluiter (D66), de heren W.A.M. van Waes (CDA) en R. Wallenburg (ChristenUnie), mevrouw J. Wolters-Rougoor (CDA), en de heer J.H.J. Zegering Hadders (VVD) (leden van de raad). Voorzitter: de heer M. Schoenmaker (burgemeester) Griffier: de heer L.A. Wieringa Afwezig: De VOORZITTER opent de vergadering en verzoekt een ogenblik stilte voor overpeinzing of gebed. Hij geeft aan dat alle fracties naar wens op elk programma een reactie kunnen geven en stelt voor dat een eventuele algemene beschouwing in het kader van het programma ‘algemeen bestuur’ wordt gegeven. Algemeen bestuur De heer ZEGERING HADDERS zegt dat het goed is dat deze avond apart is georganiseerd, omdat een aparte algemene begrotingsbeschouwing dit verdient. Zeker nu het theoretisch mogelijk is dat de gemeenteraad voor honderd procent wordt vervangen. De verkiezingsperiode is gestart en hij meent dat het niet eenvoudig is voor de burger nu een stem uit te brengen in deze gemeente. Want de bestuurskracht is groot en de kwaliteit van de individuele raadsleden is hoog. Over de begroting in het algemeen merkt hij op dat sprake is van een flink verschil tussen de geplande werkelijkheid en de werkelijkheid zelf, omdat op het laatst is besloten dat nog het een en ander zal moeten worden uitgevoerd. Dan is het volgens hem goed te constateren dat er ruime voorzieningen zijn en dat altijd prudent het overschot is overgeheveld zodat het jaar dat volgt alsnog het ongeplande kunnen worden gedaan. Als hij naar deze ongeplande zaken kijkt, dan vertegenwoordigen ze opgeteld een flink bedrag. Omdat dit consistent handelen is, voelt zijn fractie zich hierdoor niet beangstigd. Relatief staat de gemeente er goed voor, desondanks wil hij enkele kanttekeningen plaatsen. Het algemeen bestuur heeft nu enkele keren geoefend met het inspraakproces tijdens commissievergaderingen. De VVD-fractie is voorstander als deze aanpak ook in de raad zou worden geïntroduceerd. Met betrekking tot de verbetering van de dienstverlening, denkt hij dat het van belang is vooral naar de deviatie te kijken. Op enkele onderdelen is geconstateerd dat verbetering echt nodig is. Hij vraagt het college in 2011 tenminste die punten waar de gemeente statistisch onderscoort, nader aan te pakken en voorstellen hiertoe aan de raad voor te leggen. De VVD-fractie is expliciet voor samenwerkingsvorming. Ook binnen het vacuüm dat in Den Haag is ontstaan waar het de herindeling in deze regio betreft, is het goed niet stil te blijven zitten waar het samenwerkingsvormen betreft. Diverse gemeenten geven op sommige onderdelen aan dat ze te klein zijn voor het uitvoeren van taken, Bussum kan en wil blijvend de helpende hand bieden. Hij vraagt het college de kosten van het Gewest, GHD, de gezondheidsdienst en de regionale brandweer heel goed in de gaten te houden. Want als naar de cijfers wordt gekeken, is weliswaar sprake van veel prudent beleid, maar is toch bij de brandweer een bovengemiddelde score zichtbaar waar het de uitgaven betreft. Bussum is een millenniumgemeente en de VVD-fractie is voor het stimuleren hiervan. Met name zou zijn fractie geld willen besteden aan het inzichtelijk maken van het dankbare werk dat hiervoor binnen de gemeente wordt verricht. Vanuit de gemeente hoort te het gaan om faciliteren en coördinatie van bekendheid boven het direct subsidiëren. Hij meent dat de website en de krant hiervoor goede instrumenten zijn. In de rapportage heeft hij gelezen dat ofwel de veiligheid toeneemt, ofwel het aantal incidenten afneemt. Enigszins teleurgesteld was hij toen hij vandaag in de krant las dat er weliswaar 1,6 miljoen aangiften zijn gedaan, maar dat er 6,3 miljoen potentiële aangiften te doen zijn. Dit betekent dat 1
feitelijk dus maar in een kwart van de gevallen werkelijk aangifte wordt gedaan. Veiligheid is duidelijk een belangrijk thema. In dat verband bevestigt hij nog eens dat zijn fractie voorstander is van het plaatsen van camera’s. Hij verzoekt het college vanavond te bevestigen dat er een voornemen is camera’s te plaatsen rond het stationsgebied en de Generaal de la Reylaan. De VVD-fractie ziet nog steeds voordelen in de flexibele sluitingstijden, mede geleid door het standpunt van de politie. Hij zou graag zien dat bekeken wordt hoe dit uitpakt, met name of de situatie hierdoor door de politie beter hanteerbaar wordt. Als zou blijken dat het nachtelijk veiligheidsgevoel van de omwonenden hierdoor zou worden aangetast, dan vindt zijn fractie dat van dit voornemen moet worden afgezien. De samenwerking met de boa’s en de flexibele inzet vanuit cafés (mobiele portiers) heeft de steun van de VVD-fractie. Hij ziet graag in de loop van 2011 een rapportage hiervan tegemoet, inclusief interviews met de mobiele portiers. Zijn fractie ondersteunt het voorstel € 1 miljoen uit de algemene reserve te bestemmen voor het project ‘bloeien door snoeien’. Tot slot vraagt hij het college aandacht voor het feit dat veegmachines niet het meest efficiënt opereren tijdens de spits. Hij stelt voor dat de veegmachines tijdens daluren worden ingezet. Mevrouw GROTEN wil kort algemeen ingaan op de begroting, die vrij behoudend van aard is. Haar fractie vindt dit niet verwonderlijk in het licht van de huidige economische crisis en de komende gemeenteraadsverkiezingen. De PvdA-fractie stemt in grote lijnen in met deze begroting. De rode lijn in de begroting is de vooruitblik naar 2011 waar een stap moet worden gezet naar een andere manier van werken. Enerzijds zal de broekriem moeten worden aangetrokken, anderzijds is de lijst met wensen aanzienlijk. Bussum wil bijvoorbeeld duurzamer worden, maar ook de minima helpen door de crisis te komen. Dergelijke doelstellingen vragen oplossingen die niet direct voor de hand liggen. Dat is ook de rode lijn waarmee haar fractie naar de begroting heeft gekeken. Ze vraagt aandacht voor het ruimte maken door minder regels te hanteren en meer creativiteit te betrachten. Ruimte voor de inwoners om dat te kunnen blijven doen wat ze deden of om het op een andere manier te doen. En ruimte voor de medewerkers om de maatregelen goed te kunnen uitvoeren. De PvdA-fractie is er van overtuigd dat als deze raad het lef heeft meer los te laten en het bij kaderstelling te houden, de goede medewerkers die er zijn in staat zullen zijn alle verlangde taken uit te voeren. Te beginnen met dit eerste programma zegt ze dat duidelijk is dat binnen de begrotingssystematiek inmiddels goed gewerkt wordt met doelen, kaders, prestaties en bestuurlijke actiepunten. Ze heeft echter niet de indruk dat het voor de lezer van de begroting duidelijk is wat het bestuur precies wil in 2011. Daarom stelt ze voor dat in de volgende begroting helderder wordt geformuleerd wat de raad wil met deze gemeente. Inhoudelijk betekent dit bijvoorbeeld, kijkend naar internationale samenwerking, dat bijna gedacht kan worden dat het bestaat uit de stedenband en ook nog een beetje ‘millennium’. De PvdA-fractie zou dit willen omdraaien zoals ook al door de VVD-fractie is voorgesteld, en willen kijken hoe de millenniumdoelstellingen behaald kunnen worden met een coördinerende en regisserende rol van de gemeente. Haar fractie verschilt van mening met de VVD waar dit zou betekenen dat alle subsidies hiervoor stopgezet zouden moeten worden, want het is ook voor de organisaties in Bussum belangrijk zich gedragen te voelen. De PvdA-fractie wil wel volgend jaar spreken over de koppeling tussen de stedenband, de internationale samenwerking en de millenniumdoelstelling. Concreet bedoelt ze hiermee dat een stedenband wordt opgebouwd met een stad waar de millenniumdoelstellingen nog te behalen zijn. Over de samenwerking in de regio zegt ze dat ook de PvdA vindt dat Bussum hier vol voorop moet gaan staan. Samenwerking moet worden aangegaan en efficiënter werken is noodzakelijk. De heer BRAAMHAAR vindt het prettig dat er in deze raad, hoewel van tevoren afspraken worden gemaakt, ruimte is voor flexibiliteit wanneer er iets speciaals aan de hand is, zoals deze avond. Speciaal aan deze avond is dat het een begrotingsraad is kort voor de verkiezingen van een nieuwe gemeenteraad en een nieuw college. De GroenLinks-fractie is voorstander van een goede regionale samenwerking. Hij meent dat de ogen niet kunnen worden gesloten voor het feit dat er in ’t Gooi gemeenten zijn die niet meer in staat zijn alle gemeentelijke taken op een ordentelijke wijze uit te voeren. Eerder in discussies over de gemeentelijke herindeling is door alle fracties onderstreept dat het een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is naar elkaar te kijken én elkaar te helpen. Hij hoopt dat de huidige discussie in het Gewest zal leiden tot een meer positieve kijk op de gemeentelijke herindeling. Terugkijkend naar het afgelopen jaar benoemt hij de drie pilots om een thema anders in een commissie te bespreken. Het doel was de inwoners actiever bij het gemeentebeleid te betrekken en hij heeft aan de pilot ‘internationale samenwerking’ in de commissie Bestuur een goed gevoel 2
overgehouden. Hij hoopt dat de nieuwe raad deze andere stijl van overlegvoeren verder zal onderzoeken. Begin 2011 zal de gemeentelijke website zijn vernieuwd teneinde de communicatie met de inwoners te verbeteren. Hij vraagt hoe deze verbetering onderzocht zal worden en of bij dit proces ook het burgerpanel zal worden betrokken. Ter afsluiting zegt hij zijn eerste termijn bij de behandeling van het drieluik op 8 juli 2010 te hebben afgesloten met de woorden: ‘Je moet eerst snoeien om iets te laten bloeien.’ Hij verduidelijkt dit te hebben gezegd om te benadrukken dat bezuinigingen niet per definitie negatief hoeven te zijn, maar ook kunnen bijdragen tot een goed inhoudelijk debat. In de huidige begroting leest hij dat het college met de voorbereiding voor de bezuinigingen is gestart onder de noemer ‘bloeien door snoeien’. Hij vraagt de voorzitter of hij hiermee hetzelfde bedoelt. Tijdens het uitspreken van de regeringsverklaring gebruikte de minister-president de slogan ‘Eerst snoeien, dan groeien’. Hij vraagt of de voorzitter het met hem eens is dat in deze context groeien iets anders is dan bloeien. Mevrouw WOLTERS neemt ook een korte aanloop tot dit programma. Ze zegt dat Bussum een gevarieerde bevolkingssamenstelling heeft waarvoor veel voorzieningen beschikbaar zijn. Juist vanwege deze voorzieningen, de diverse instellingen en het winkelaanbod wordt Bussum in de regio geprezen. Dit betekent dat nieuwe woningbouwmogelijkheden moeten worden gerealiseerd en dat bestaande bebouwing moet worden benut. In de afgelopen periode 2006-2010 is er veel geïnvesteerd en gerealiseerd, wat heeft bijgedragen tot goed wonen in Bussum en het tot stand brengen van sociale cohesie. Voor de komende jaren is nog niet zeker of investeringen op deze schaal wederom mogelijk zijn. Daarom denkt ze dat deze jaren consoliderende jaren zullen zijn. De begroting 2011 zal een uitgangspunt voor de nieuwe raad zijn en haar fractie meent dat dit het moment en de plek is het college om alle ambtelijke ondersteuning te danken voor de verrichte werkzaamheden. Juist ook omdat in deze verlengde raadsperiode ook de zaken zijn uitgevoerd en afgerond uit de portefeuille die sinds januari is overgenomen van wethouder Schoon. Hoewel de impulsen die de gemeente kan geven aan organisaties die zich met internationalisering bezighouden beperkt zijn, ziet haar fractie toch het belang dit te doen omdat het uitwerking heeft op de bekendmaking hiervan aan de inwoners van de gemeente. Over de stedenband zegt ze dat het goed is hierover de discussie aan te gaan en vast te stellen hoe lang en op welke wijze de gemeente dit na 2011 nog wil doen. Grotere acties horen wat het CDA betreft bij de bewoners zelf thuis. De nieuwe vergaderstijl die enkele keren is toegepast bij een commissievergadering verdient volgens haar zeker verdere uitwerking; ook ziet ze voordeel door te kijken naar voorbeelden die in andere gemeenten worden uitgevoerd. Mevrouw SLUITER zegt deze laatste begrotingsvergadering voor haar aan te grijpen om op sommige thema’s uitspraken te doen die verder reiken dan het einde van deze raadsperiode. Inhoudelijk sluit ze aan bij de VVD, de PvdA en het CDA betreffende de zorgvuldigheid van de beleidskeuzen die nu gemaakt gaan worden, nu de fusie algemeen beschouwd wordt als niet de panacee voor de oplossing. Ze vindt dat Bussum het aan haar stand als fatsoenlijke gemeente verplicht is te zorgen dat op een nette manier kan worden voortgegaan; en dat hulp wordt gevraagd en geboden waar dit nodig is. Bij eerdere uitspraken over het Gewest kan haar fractie zich aansluiten, waarbij ze de behoefte aan een goede regiovisie onderstreept. Enige zorg spreekt ze uit over de bijkomende taken die de gemeente mogelijk krijgt, zonder dat er geld aan wordt toegevoegd. Hier is in de begroting al een voorschot op genomen, waarmee wordt aangegeven dat kaders worden gesteld en dat geld wordt uitgegeven daar waar het nu nodig en nuttig is. Ze sluit af met de opmerking dat geld zou moeten terechtkomen daar waarvoor het bedoeld is, wat specifieke aandacht voor de kerntaken verlangt. Ze stelt voor dat met elkaar wordt afgesproken dat op fatsoenlijke wijze de noodzakelijke bezuinigingen worden doorgevoerd, zonder in eufemismen te spreken als ‘kaasschaaf’ en ‘snoeien’. De heer ZEGERING HADDERS merkt op de woorden van de heer Braamhaar te ondersteunen. Mevrouw SLUITER zegt niet van eufemismen te houden en vindt dat helder zou moeten worden gesproken over ‘wat je wilt en wat je kan’. De heer WALLENBURG noemt dat er een nette begroting is gepresenteerd, conform de verplichting hiertoe. Aan de andere kant zijn over drie weken de verkiezingen en is dit voor 95% een 3
standaardbegroting met enkele highlights, waardoor dit vooral een verkiezingsbegroting is. In de lokale heffingen bijvoorbeeld ziet hij een grote nullijn naar voren komen. Gezien de te verwachten bezuinigingen vindt hij dit opvallend, omdat er meer drastische maatregelen nodig zullen zijn als mocht blijken dat de geplande bezuinigingen onvoldoende zijn. Daarom adviseert hij het nieuwe college direct na het aantreden meer inhoud en kleur aan deze begroting te geven. Verder vindt hij de fietsenstalling bij het station opmerkelijk en een heel goed initiatief. Daarnaast noemt hij de bewaakte fietsenstalling, cameratoezicht en de mobiele portier. Het nieuwe initiatief ondernemersfonds mag wat hem betreft direct opnieuw in discussie worden gebracht. Hij pleit ervoor, dat als het na twee jaar wordt geëvalueerd, de afspraken tot die tijd worden gehouden zoals ze zijn. Dat als er bijvoorbeeld over Sinterklaaskosten wordt gesproken, daar niet tussendoor op moet worden beknibbeld. Als laatste punt spreekt hij een waarschuwing uit te letten op de onttrekking aan de reserves. Achterin het document wordt gesteld dat in 2010 € 3,4 miljoen aan de reserves wordt onttrokken; hij wijst erop dat dit ongeveer hetzelfde bedrag is als wat er moet worden bezuinigd. In 2011 zal ongeveer € 2 miljoen worden onttrokken. De begroting is wel sluitend, maar alleen dankzij het interen op de reserves. Dit is voor de ChristenUnie een punt van zorg en hij meent dat direct na de verkiezingen gewerkt moet worden aan maatregelen om deze reeks aan onttrekkingen te stoppen en ervoor te zorgen dat niet die groepen extra worden belast die nu al in de knel zitten. De heer DE LANGE zegt over de Sinterklaasintocht dat de ChristenUnie in de commissie heeft beweerd dat hiervoor het verlaagd budget voldoende zou zijn. Hij vraagt de heer Wallenburg of hij nu van mening is veranderd. De heer WALLENBURG antwoordt dat als het in het geheel wordt gezien, het moet worden samengeharkt met het ondernemersfonds. Dan vindt hij, omdat er geen succes is geboekt met het direct evalueren van het ondernemersfonds, dat voor de jaren 2010-2011 de huidige stand van zaken gehandhaafd moet worden. Na de evaluatie vindt hij dat dan kan worden overgegaan naar het verlaagde budget. De VOORZITTER zegt in het algemeen dat deze begroting een behoudende begroting is, mede gezien de bezuinigingen die zijn aangekondigd richting de gemeenten. Bij sommige posten is al zichtbaar dat bezuinigingen al zijn doorgevoerd. Een van de belangrijkste opgaven voor de nieuwe raad is volgens hem hoe hiermee om te gaan, zodat de perspectiefnota die volgend jaar zal worden opgesteld goed richting zal geven aan de begroting voor 2012, welke gekenmerkt zal worden door verdere bezuinigingen. Ook voor het volgende jaar is al gekeken naar mogelijkheden voor kostenreductie binnen de eigen organisatie. Door verdere efficiëntie in het bedrijfsproces kunnen mogelijk medewerkers voor andere taken worden ingezet. Aan zo’n omslag zitten evenwel ook kosten en deze zijn voorlopig geraamd op € 1 miljoen. Deze weg lijkt in enige mate op de maatregelen die in 1995 zijn doorgevoerd onder de noemer ‘Buigen om Bussum’. Dit keer heeft de wethouder Financiën de slogan ‘Bloeien door snoeien’ bedacht. Wethouder BOEKHOFF vult aan dat met deze behoudende begroting wordt voortgebouwd op wat bij de perspectiefnota al aan de orde was gesteld. In de inleiding is aandacht besteed aan die zaken die afwijken van wat in het voorjaar al is besproken. Enkele onderwerpen hebben tot tegenvallers geleid, zoals de ontvangst van minder geld in het gemeentefonds, het verder aframen van de Wmo-gelden en tegenvallende cijfers van de bijstand. Tezamen goed voor een negatief getal van ruim € 1,7 miljoen. Dit is nog op te vangen met een sluitende begroting tot gevolg. Het is correct wat de heer Zegering Hadders naar voren bracht, dat de gemeente er goed voor staat, zowel wat betreft de reservepositie als de (nog steeds lage) lasten naar de inwoners. Buiten deze punten zijn er nog onzekerheden waar zeker rekening mee moet worden gehouden. Na het aantreden van het nieuwe kabinet zal een bestuursakkoord worden gesloten tussen de VNG en het nieuwe kabinet. In dat akkoord zal worden afgesproken hoe het rijk en de gemeenten de komende jaren met elkaar zullen omgaan. Het uitgangspunt ‘Samen de trap op, samen de trap af’ is gedurende de economische crisis bevroren, dus het is nog de vraag waar de gemeenten weer ‘op de trap’ zullen belanden. Hij verwacht dat dit bestuursakkoord rond december gereed zal zijn. Een tweede onzekerheid heeft te maken met het overhevelen van extra taken naar de gemeenten. Dit betreffen taken op het gebied van de jeugdzorg en op het gebied van de AWBZ. Hoeveel geld aan deze taken wordt gekoppeld is nog alleszins onzeker. Een derde onzekerheid is nog lastiger, want dit zijn de indirecte gevolgen van bezuinigingen. Als voorbeeld noemt hij de geplande bezuinigingen op de 4
sociale werkplaatsen (Wsw), want dit kan weer gevolgen hebben voor cliënten die bij de gemeenten terugkeren. Deze onzekerheden zijn nog niet in de begroting verwerkt, wat mede de terughoudendheid van het college heeft bepaald met betrekking tot deze begroting. Helder is dat bezuinigingen onvermijdelijk zijn. Vanaf het begin van dit jaar wordt al gewerkt aan de voorbereidingen hiervan. Tot slot zegt hij dat ook al naar de externe partners wordt gekeken. Er is al gevraagd aan het Gewest en aan de Veiligheidsregio met bezuinigingsscenario’s te komen van 5%, 10%, of zelfs nog meer, zodat gesproken kan worden over wat reëel is en wat niet. De VOORZITTER reageert op vragen over het thema algemeen bestuur. Diverse vragen zijn gesteld over de uitgevoerde pilots in de commissies. Hij vat samen dat dit is gedaan om te onderzoeken of de afstand tussen de politiek en de inwoners verkleind zou kunnen worden. Hij stelt dat het aan de nieuwe raad is om op grond van de opgedane ervaringen hier verder vorm aan te geven. Hij geeft aan zelf enthousiast te zijn geraakt over deze aanpak, hoewel het duidelijk is dat diverse spelregels geformuleerd zullen moeten worden. Zoals bijvoorbeeld dat voor deelnemende inwoners helder moet zijn wat nog kan worden beïnvloed en wat niet. De suggestie om in andere gemeenten te gaan kijken spreekt hem aan. De nieuw te vormen groep raadscommissievoorzitters zal hier volgend jaar over kunnen besluiten. De samenwerking met het Gewest zal zeker volgend jaar onderwerp van gesprek zijn. Hij geeft aan dat op dit moment vanuit het Gewest een herijkingsproces is gestart. Alle gemeenten hebben een vertegenwoordiger in de groep die hierover overleg voert. In maart 2011 zal deze overleggroep hierover rapporteren. Tegelijk is de kwestie rond de herindeling nog actueel. Het college zal alert blijven op ontwikkelingen in Den Haag en wat minister Donner hiermee wil gaan doen. Over de stedenband zegt hij dat in de commissie al is gezegd dat deze voor volgend jaar nog een programma kent, maar dan wel één met een laag profiel. Hoewel de bezuiniging in Tsjechië nog ernstiger lijkt dan hier, is ook vanuit die kant aangegeven de stedenband op een of andere manier in stand te willen houden. Volgend jaar lijkt een goed jaar om hier nader over van gedachten te wisselen. Dan ook zal er hier in de raad over gesproken kunnen worden, waarvoor de suggestie van het CDA wellicht een uitgangspunt kan zijn. Hij geeft aan dat de samenhang met de millenniumdoelstelling reëel is. Tijdens de commissie bespreking is geconstateerd dat Bussum wel millenniumgemeente is, maar dat er nog weinig extra activiteiten in dat kader plaatsvinden. Een van de meer concrete zaken die zal worden uitgevoerd, is dat het beschikbare budget in ieder geval voor volgend jaar benut zal worden om organisaties die plannen hebben op dit vlak bij elkaar te brengen in een overlegplatform. Ook via de website zal hier nadere aandacht aan worden besteed. Over de website en het daarmee samenhangende burgerpanel zegt hij dat de vernieuwde website in januari 2011 operationeel zal zijn. Hij heeft er alle vertrouwen in dat de waardering van de website bij een volgende klantvriendelijkheidpeiling hoger zal zijn. Mevrouw SLUITER vraagt de voorzitter naar de mening van het college om te komen tot een regiovisie, gezien het feit dat de fusie niet is doorgegaan. De VOORZITTER antwoordt dat het niet-doorgaan van de fusie nog zeker geen feit is. Mevrouw SLUITER onderkent dat, maar meent dat het wel belangrijk is voorbereid te zijn voor het geval dat het wel een feit wordt. Anders loopt men achter op de feiten aan. Als de regio een samenhangende visie heeft over taken, bevoegdheden, samenwerking en schaalgrootte, dan kan hier direct naartoe worden gewerkt indien het noodzakelijk wordt. Daarom vindt haar fractie het van belang dat Bussum initiatief neemt hierin. De VOORZITTER antwoordt dat dergelijke initiatieven al in gang zijn gezet. In de regio is hierover al gesproken en Bussum is hier direct bij betrokken gewest. Dit is precies ook waar hij eerder over sprak (het herijkingproces) en het rapport hierover wordt in maart volgend jaar verwacht. Openbare orde en veiligheid Mevrouw WOLTERS zegt hierover dat dit primair een taak van de gemeente is, maar dat ook inwoners, ouders, scholen en verenigingen hier een bijdrage aan kunnen leveren. Een grotere veiligheid kan worden bereikt door maatregelen, controle en handhaving van de regels. Het CDA is
5
voorstander van een stevig veiligheids- en handhavingsbeleid. In het voorjaar zijn controles in de wijken uitgevoerd en haar fractie juicht dit toe. De invoering van de boa’s vindt ze positief, maar ook het inschakelen van burgers, het toepassen van sms-alerts. Ze acht het mogelijk dat er nog meer zaken zijn die een goede bijdrage kunnen leveren, ze noemt vernieuwing van technieken, burgers die zelf materiaal inzamelen, meer inbraakpreventie, de toepassing van DNA-spray. Inmiddels is in Naarden een politiepost gerealiseerd. Bij de opening hiervan heeft de heer Van de Beld ook opgeroepen zaken te melden om op die manier materiaal te verzamelen op grond waarvan de politie haar werk kan doen. Een ander punt van belang is de planning van evenementen. Het lijkt haar fractie zinvol dat hierover duidelijk met de politie wordt gecommuniceerd zodat de politie hier met de capaciteitinzet rekening mee kan houden. Een ander punt van belang vindt ze de brandweer. Hoewel sprake is van regionalisering, wil ze de zorg uitspreken voor het behoud van de vrijwilligers, met name ook omdat deze vrijwilligers plezier aan deze werkzaamheden ontlenen. Ze geeft aan dat de CDA-fractie heel tevreden is met het opnemen van het cameratoezicht in de begroting. Hoewel het in de pers lijkt of het cameratoezicht direct is gekoppeld aan de flexibele sluitingstijden, is dit geenszins zeker en ze vindt het van belang dit hier te benadrukken. De heer BRAAMHAAR spreekt steun uit voor de proef met het cameratoezicht. Met betrekking tot de proef met mobiele portiers vraagt hij waarom voor een periode van drie maanden is gekozen en niet voor een periode van zes maanden. Hij vindt drie maanden vrij kort en meent verder dat het ook zinvol is de proef richting de zomer uit te strekken, omdat gebleken is dat de overlast in de warmere periode groter is dan gedurende de wintermaanden. Aansluitend vraagt hij of ook is overwogen naast deze proef ook een proef te houden met flexibele sluitingstijden. Over het regionaal veiligheidshuis merkt hij op dat de voorzitter heeft aangegeven dat het de bedoeling is dat dit na een jaar zal worden ingebed in bestaande overlegstructuren. Hij vraagt of dit betekent dat het budgetneutraal zal plaatsvinden. Omdat ook zijn fractie veiligheidsbeleving erg belangrijk vindt, dringt hij erop aan wel de kosten in de hand te houden. De afgelopen jaren is zichtbaar geworden dat niet alleen de kosten van de brandweer zijn gestegen, maar ook die van de Veiligheidsregio. De voorzitter geeft aan het tegengaan van overschrijdingen een belangrijk aandachtspunt te vinden. Hij wil weten waarom het college niet helder zegt dat geen overschrijdingen plaats zullen vinden. Mevrouw GROTEN zegt dat al herhaaldelijk is gesproken over de situatie in de horeca. De PvdAfractie is voorstander van cameratoezicht, niet vanwege het middel op zich maar vanuit de uiteindelijke preventieve werking die ervan uitgaat. Juist dus om het gevoel van veiligheid te kunnen vergroten door de feitelijke veiligheid te vergroten. Ze heeft moeite met het veelvuldig toepassen van een ‘proef’. De proef met flexibele sluitingstijden bijvoorbeeld is goed uitgevoerd en had wat haar fractie betreft omgezet kunnen worden in een definitieve situatie, mits de overlast voor de omwonenden verminderd zou zijn. Dit was niet het geval en daarmee is deze optie van de baan. Dat zal wel het geval zijn als hier mobiele portiers aan zouden worden toegevoegd. Nu hiervoor bij alle partijen bereidheid aanwezig is, ziet de PvdA-fractie geen noodzaak tot nieuwe proeven en stelt voor tot uitvoering over te gaan. Van het punt Keurmerk veilig wonen uit de perspectiefnota wil ze zien of dit gerealiseerd is in de begroting 2011. Voor de PvdA-fractie is het een belangrijk punt omdat met het verbeteren van de feitelijke veiligheid ook het gevoel van veiligheid verbetert. Tijdens de bespreking van de perspectiefnota is geargumenteerd dat als de gemeente medewerking zou verlenen de bewoners de verbetering zelf kunnen doorvoeren. De PvdA-fractie heeft destijds betoogd dat de gemeente ook zelf een stap moet zetten en ze heeft het college gevraagd dit in deze begroting te verwerken. Tot haar teleurstelling is dit niet gebeurd. Ze hoopt dat hier in 2011 verandering in wordt gebracht en voelt zich hierin gesteund door het feit dat dit onderwerp in het verkiezingsprogramma van diverse partijen is opgenomen. De VOORZITTER constateert brede steun voor het werken met cameratoezicht om zodoende de veiligheid rondom het horecagebied te verbeteren. Hij geeft aan dat het college dit liever niet zou doen, maar dat het onvermijdelijk lijkt. Dit komt met name omdat het erg druk is in de Bussumse horeca; daarnaast is de afgelopen maanden een kleine verschuiving waargenomen van de overlast van het gebied rondom de Koperen Kraan naar het gebied Stationsweg/Generaal de la Reylaan. Met name omdat op laatstgenoemde plek op sommige tijden nauwelijks nog autoverkeer mogelijk is, is besloten op die locatie cameratoezicht toe te passen en te gaan werken met mobiele portiers. Iedere 6
week wordt de situatie in beide gebieden met de politie besproken en worden trends in de gaten gehouden. De camera’s zullen er vanaf einde januari hangen en voordien zal de raad een verordening moeten aannemen waarin het gebied is aangewezen. Met de mobiele portiers wordt al dit weekeinde gestart. Met ‘mobiel’ wordt hier bedoeld, dat de portiers niet gekoppeld zijn aan een specifiek café, maar door het gebied lopen en op die manier eventuele onrust die ontstaat op te lossen. Deze portiers zullen nauw samenwerken met de boa’s die in een ruimer gebied erom heen aanwezig zullen zijn. Deze inzet is gepland voor drie maanden, omdat er voor die periode geld voor beschikbaar is. Hij gaat ervan uit dat de duur uiteindelijk langer zal zijn, maar de vraag moet beantwoord worden wie de kosten zal dragen. In januari vindt hierover een overleg plaats met de ondernemers die deze kosten uiteindelijk grotendeels zullen moeten dragen. Als dit geregeld is en in januari de camera’s zijn toegevoegd, is het opnieuw tijd te gaan spreken over de flexibele sluitingstijden, wat vooral ook een wens van de horecaondernemers is. Omdat daar weerstand tegen is vanuit de omwonenden zal hier zorgvuldig over nagedacht moeten worden. Beslist ook relevant is de vraag of de enige discotheek/nachtclub van Bussum, die nu al tot 04.00 uur open mag blijven, dezelfde rechten zal krijgen. Ingaand op opmerkingen over de brandweer zegt hij dat de regionalisering van de brandweer op zich een goede operatie is geweest. Negen korpsen zijn organisatorisch samengevoegd tot één korps waardoor een belangrijke efficiencyslag is gemaakt. Helaas blijft de regelgeving toenemen waardoor de brandweer regelmatig met nieuwe uitgaven bij de gemeenten aanklopt. Daarom is voorgesteld de begroting van de brandweer nauwgezet in de gaten te houden, zonder direct een uitgavenstop in te stellen omdat het immers soms om verplichtingen gaat waar de brandweer geen keuze in heeft. Tegelijkertijd heeft ook de brandweer de opdracht van de gemeenten gekregen te gaan rekenen aan scenario’s om 5 of 10% minder kosten te gaan maken. Dit maakt volgens hem wel een heroverweging noodzakelijk van de lijst voorwaarden waarover niet mocht worden gesproken om de regionalisering te laten slagen. De brandweer heeft al aangegeven dat als hier aan moet blijven worden voldaan, de voorgestelde bezuinigingspercentages niet haalbaar zijn. Hoewel het veiligheidshuis een belangrijke ontwikkeling is, hebben inmiddels bijna alle gemeenten in het Gooi de vraag opgeworpen of het reëel is dat dit ook weer extra geld kost. Geopperd is het in te bedden in de bestaande overlegstructuur. Hierop is geantwoord dat dit niet kan. Waarna de gemeenten hebben aangegeven maar voor een jaar geld toe te zeggen, om vervolgens te onderzoeken of er werkelijk meerwaarde is aan deze structuur. Daarom is deze bijdrage ook voor één jaar in de begroting van Bussum opgenomen. De heer HEERSCHOP haakt in op het antwoord over de brandweer en zegt dat het gaat om de veiligheid van de bewoners. Hij brengt naar voren dat er binnen de gemeente Bussum geen ladderwagen meer is en dat de uitruktijd van Hilversum naar Bussum minimaal vijftien minuten bedraagt. Volgens hem is het beter een voertuig beschikbaar te hebben voor Naarden en Bussum, want dat draagt bij wel bij aan de veiligheid van de inwoners. De VOORZITTER erkent het gemis van de ladderwagen voor het korps in Bussum. Er waren er vier beschikbaar in de regio, waar er drie waren afgekeurd. De wagen in Bussum is door deze afkeuring tijdelijk uit dienst en de goedgekeurde wagens die er wel zijn, staan inderdaad in Hilversum en Huizen. Hiermee wordt nog wel voldaan aan de responsietijd die wettelijk verplicht is, maar het is evident dat de ladderwagen in Bussum wordt gemist. Er wordt hard aan gewerkt, ook door hemzelf, om ervoor te zorgen dat de ladderwagen weer terugkeert. Het is een lastig punt omdat de leverancier en de brandweerdienst andere opvattingen hebben over de mate van geschiktheid van de ladderwagen. Wat betreft de responsietijd wordt gewerkt aan maatregelen om deze te terug te brengen. Dat is lastig en ook de spoorlijn die door de gemeente ligt, draagt hier niet positief aan bij. Ondanks deze feiten, is de inzet en het enthousiasme van het korps nog steeds hoog. Verkeer en vervoer Mevrouw SLUITER heeft tot haar grote genoegen twee goede voorzetten bij dit programmaonderdeel gezien waardoor de komende jaren veel tot stand wordt gebracht. Het gaat om de uitvoering van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) dat in 2005 is vastgesteld. Ze gaat ervan uit dat het college een overdrachtsdossier zal hebben voor dit belangrijke plan, dat volgens haar nodig aan vernieuwing en herijking toe is. Het tweede punt betreft het voorschot dat wordt genomen op een meer duurzame manier van omgaan met het onderhoud van wegen, met het bestrijden van gladheid, met het bestrijden van onkruid en met het bieden van openbare verlichting. Enigszins verdrietig wordt ze van de zin op pagina 8: ‘…De resultaten rechtvaardigen een nieuwe afweging in de keuze voor onkruidbestrijding op verharding.’ Al 7
vanaf 1991 wordt niet meer chemisch onkruid bestreden en nu lijkt de deur weer te worden opengezet voor een onprettige, milieuonvriendelijke en niet duurzame manier van onkruidbestrijding. Ze pleit namens haar fractie voor een hieraan tegengestelde onkruidbestrijding. Kort onderzoek naar gladheidbestrijding heeft haar geleerd dat er veel meer mogelijkheden zijn om gladheid te bestrijden dan alleen maar het preventieve zoutstrooien. Ze vraagt het college of hier al alternatieven voor zijn voorgesteld. Over het beleidsplan openbare verlichting zegt ze dat haar fractie hier al zes jaar lang aandacht voor heeft gevraagd. De ontwikkelingen voor duurzame verlichting gaan nu gelukkig heel snel. Rest voor haar de aandacht voor verbetering van veiligheid door verlichting. Op basis van lichtsterkte onderzoek kan een plan worden gemaakt waar het beter is meer dan wel minder verlichting toe te passen. Ze vraagt het college hier kort op in te gaan. De heer HOEKSTRA sluit zich hier van harte bij aan en zegt dat zijn fractie genoemde plannen vooral wil en zal beoordelen op het criterium van duurzaamheid. De heer VAN WAES zegt dat herhaaldelijk over veiligheid is gesproken, dat de laatste jaren veel is geïnvesteerd in duurzame veiligheid door het herinrichten van gebieden, maar dat hij in de beschouwingen helaas het punt verkeersveiligheid mist. Mogelijk dat Bussum al als verkeersveilig genoeg wordt beschouwd, toch meent hij dat hierop nog goed gescoord kan worden in relatie tot andere gemeenten. Het lijkt hem goed hier metingen in te verrichten en dit ook met de bewoners en daarbuiten als promotie te gebruiken. Mevrouw SLUITER wil weten of het CDA met deze accentuering een medestander is in het kijken naar de toekomst van een vernieuwd GVP. De heer VAN WAES benadrukt de verkeersveiligheid in de programma’s twee en drie te missen en hij vraagt het college hierop te reageren. Zijn fractie is tevreden met het budget dat wordt voorgesteld en met de toelichting van de wethouder. Expliciet is hij tevreden over het feit dat de liften in 2011 worden gerealiseerd en dat de Ceintuurbaan in 2011 wordt heringericht. Hij geeft aan dat het CDA inspanning levert om contact te leggen met de provincie over het verdiept spoor en hij hoopt dat de andere fracties dit ook doen. Het voorstel om het fietsparkeren bij het station uit te breiden juicht hij toe. Hij vraagt de wethouder of mogelijk het voorgenomen besluit kan worden verdeeld over beide stations, omdat de situatie in Bussum-Zuid heel rommelig is. De heer BARNEVELD geeft aan ook tevreden te zijn met de toezeggingen voor de Ceintuurbaan en de liften. Enige zorg heeft zijn fractie bij de aan te leggen parkeergelegenheid nabij de Veldweg. In verband met het oponthoud bij de voortgang, hoopt hij dat dit project in 2011 zo snel mogelijk weer zal worden voortgezet. Als laatste zegt hij dat zijn fractie graag zou zien dat de parkeernota 2005-2014 wordt vernieuwd. In de evaluatie in 2010 is naar voren getreden dat de gemeente op basis van de geldende parkeernota geen nieuw beleid kan maken. Terwijl nieuw beleid juist zou kunnen leiden tot oplossingen voor parkeren in de schilgebieden. Mevrouw SLUITER vraagt of de heer Barneveld een nota met een looptijd tot 2014 wil vervangen, terwijl een eventuele beleidswijziging ook middels een motie kan worden doorgevoerd. De heer BARNEVELD zegt dat tengevolge van de evaluatie een aantal voorstellen aan het college is gedaan. Het college heeft aangegeven dat binnen de bestaande parkeernota geen ruimte is voor nieuw beleid. Hij zou graag zien dat ruimte wordt gemaakt voor beleid waarmee deze voorstellen kunnen worden uitgevoerd. Of dat middels een motie gaat of middels het vervangen van de nota, is wat hem betreft niet belangrijk. Mevrouw SLUITER nodigt hem in dat geval uit met steun van haar fractie initiatief te nemen om als raad een wijziging in de nota aan te brengen. Ze is hoe dan ook verheugd dat de VVD-fractie ook inziet dat verandering gewenst is. De heer LANSINK zegt dat zijn fractie in grote lijnen de inhoud van dit programma kan ondersteunen. Voor de toekomst noemt hij de volgende aandachtspunten. Allereerst het realiseren van eenrichtingverkeer in de Herenstraat, want de situatie op dit moment in deze smalle straat is nog steeds te onveilig. Dit kan mogelijk leiden tot het begin van de nog steeds door zijn fractie gewenste 8
centrumring, zodat het meeste gemotoriseerde verkeer om het centrum kan worden geleid. En dan nog de autovrije Brinklaan. Zijn fractie wil dit nog steeds gerealiseerd zien, of tenminste de uitvoering van de proef hiermee. Dan noemt hij het eerste gedeelte van de Kapelstraat dat ook autovrij zou moeten worden, zodat deze straat nog gezelliger kan worden; met meer ontplooiingsmogelijkheden voor horecaondernemers. Als dit alles een feit is en veel auto’s uit het centrum geweerd kunnen worden, is een volgend aandachtspunt het realiseren van meer en betere fietsparkeerplaatsen, met name bij de stations. De voorgestelde onkruidbestrijding op harde ondergrond is voor GroenLinks niet nodig, omdat het nauwelijks voordeel heeft. Als het college dit toch wil doen, vindt zijn fractie dit akkoord, tenzij wordt teruggekeerd naar het gebruik van gif. Wethouder BOEKHOFF antwoordt betreffende het GVVP dat het college nog niet naar vernieuwing kijkt, omdat op dit moment vooral aandacht wordt gegeven aan de uitvoering ervan. Omdat nog belangrijke zaken vanuit het GVVP moeten worden uitgevoerd, zoals de Westereng en de Ceintuurbaan. Over de opmerking van de heer Van Waes betreffende de verkeersveiligheid zegt hij dat als sprake is van herinrichtingen, hier altijd argumenten worden bijgevoegd voortkomend uit overwegingen van verkeersveiligheid. Meer praktisch gezien worden ten behoeve van een inschatting van feitelijke veiligheid verkeerstellingen gehouden en worden ongevalcijfers bijgehouden. Waar het over onkruidbestrijding en duurzaamheid gaat, is beslist geen sprake van terugkeer naar chemische middelen. Bedoeld is dat bezig zijn met duurzaamheid soms ook andere verschijningsvormen kent; zolang borstelmachines nog niet op water rijden, is efficiënter of zelfs minder gebruik hiervan ook een bijdrage aan het voeren van duurzaamheidsbeleid. De suggestie om een deel van de geplande fietsenstallingen voor station Naarden-Bussum bij station Bussum- Zuid uit te voeren, is weliswaar begrijpelijk maar niet mogelijk omdat het hier om een afgebakend project gaat waar de gemeente Bussum 10% aan bijdraagt. Behalve dit feit is het zo dat de kwestie met fietsparkeren is, dat er niet snel een einde aan zal komen. Het plaatsen van meer fietsklemmen leidt meestal tot een grotere toename van fietsen, wat betekent dat elke paar jaar uitbreiding gewenst is. De heer KEHL merkt over de onkruidbestrijding op dat toepassing van schoonmaakazijn leidt tot afsterven van het onkruid zonder verdere belasting van het grondwater. Mevrouw VAN RAMSHORST zegt over de vergaderorde dat enige bekorting van spreektijd gewenst is, nu er al een uur en drie kwartier is gesproken over slechts drie van de twaalf programmaonderdelen. Wethouder BOEKHOFF heeft de indruk dat er overeenstemming is binnen de raad dat niet moet worden teruggekeerd naar oude methoden voor onkruidbestrijding. Economische zaken De heer DE LANGE merkt op dat de programmapunten 4, 5, 6, 7, 8 en 9 betrekking hebben op het welzijnsbudget. Nu de bezuinigingen op dit vlak nog niet bekend zijn, en het budget nog moet worden vastgesteld, is er volgens hem voldoende ruimte om volgend jaar de gestelde doelen te behalen. Hij keert terug naar het punt over de Sinterklaaskosten en herhaalt hier het CDA-voorstel dat eerder in de commissie is gedaan, om € 2.500 extra ter beschikking te stellen voor een goede ontvangst van Sinterklaas. Hij roept de andere fracties op dit voorstel te steunen. Het CDA vindt het jammer dat geen pilot is gevonden om de nieuwe vergaderwijze binnen de commissie Welzijn te introduceren. Mevrouw BOUDEWIJNSE zegt zich zorgen te maken over de bezwaren die bij ondernemers zijn ontstaan na de instelling van het ondernemersfonds en de heffing van de reclamebelasting. GroenLinks dringt aan op een goede evaluatie van deze reclamebelasting, zodat kan worden bekeken of deze regeling moet worden aangepast. Haar fractie is blij met het kopje ‘duurzaamheid’ in dit programma, echter niet met de toelichting die erbij is vermeld. Ze hoopt dat de raad in het komende jaar enige concrete informatie zal ontvangen over de activiteiten die ontwikkeld gaan worden. Zoals het er nu staat, is het vooral een loze kreet. Op pagina 35 waar het gaat over de centrumvoorziening, wordt gemeld dat de positie van het centrumgebied om diverse redenen onder druk staat. Als eerste factor om concurrerend te blijven, wordt gesteld dat bereikbaarheid van groot belang is. De fractie van GroenLinks ziet dit vooral als een 9
politieke bewering en niet als een onderbouwde toelichting op mogelijke maatregelen ten gunste van de concurrerendheid. De opgesomde maatregelen hebben alle betrekking op de kwaliteit van de openbare ruimte. Ze vraagt het college naar een toelichting op het verband tussen de kwaliteit van de openbare ruimte en de bereikbaarheid. De heer OVERDIEP verwijst naar de tabel op pagina 33 en citeert als te bereiken prestatie de ‘uitrol van de digitale infrastructuur’. Hij is benieuwd wat hiermee wordt bedoeld en vraagt om uitleg. Op zich is deze prestatie wel aanleiding voor zijn fractie om voor het vierde achtereenvolgende jaar te pleiten voor de uitrol van de toepassing van glasvezel. Het zou hem verheugen als medio 2011 een notitie van het college zou verschijnen waarin een visie wordt gegeven op de nota ‘Breed aan het net, gemeenten aan zet’, wat in maart van dit jaar door het ministerie van Economische Zaken is uitgebracht. In reactie op de alinea over de centrumvoorziening waar vooral wordt ingegaan op de concurrentie van de winkelkernen van Hilversum en Huizen, zegt hij dat het juist aantrekkelijk zou zijn als het college vanuit enige visie iets zou willen aangeven over de concurrentie vanuit Almere. De heer BARENDREGT ondersteunt het pleidooi van de heer Wallenburg inzake de reclamebelasting in het geheel niet. Pas recent is dit besluit genomen en het zou van zwalkend beleid getuigen als hier nu weer van zou worden afgezien. Bovendien is het onderdeel van het genomen besluit om een proefperiode van twee jaar te nemen en een goede evaluatie uit te voeren. Zijn fractie stelt dat deze evaluatie bij voorkeur zo snel mogelijk in 2012 moet worden uitgevoerd, omdat dan én een heel jaar geëvalueerd kan worden én er nog ruim voldoende tijd in 2012 overblijft om eventueel het beleid te herzien. Hij is wel voorstander van het wegwerken van de weeffout in dit besluit in 2011. De PvdA vindt het voorstel om de aanslag te combineren met de andere belastingaanslagen valide, maar wil het college wel op het hart drukken dat goed gecommuniceerd wordt dat de voordelen hiervan geheel ten goede komen aan de ondernemers. Met betrekking tot de Sinterklaaskosten deelt hij het voorstel het beleid niet te veranderen. Echter, de afgelopen jaren is het tekort hiervan steeds uit de reserve aangezuiverd en hij vindt dat deze aanzuivering nu heel goed uit het ondernemersfonds kan worden gedaan. Daarom steunt zijn fractie nu het college op dit punt. Wethouder BOEKHOFF zegt dat het inderdaad zo is dat met de ondernemersvereniging is afgesproken dat een soort nullijn wordt gehanteerd met datgene wat de gemeente al besteedde bij het begin van het ondernemersfonds anderhalf jaar geleden. Met betrekking tot de Sinterklaaskosten is het inderdaad zoals de heer Barendregt heeft gezegd, dat de afgelopen jaren sprake is geweest van een aanzuivering. Zoals met de ondernemersvereniging is afgesproken bij het aangaan van de reclamebelasting en het ondernemersfonds, is hier niet aan afgedaan. De gecombineerde aanslag heeft voordelen van efficiëntie en van de mogelijkheid tot gespreid betalen. Deze voordelen zullen zeker in de bijlage worden vermeld. Aansluiten bij de door de heer Overdiep genoemde nota heeft zeker zijn steun en hij verwacht dat dit in 2011 in regionaal verband nadere uitwerking zal krijgen. Wat betreft de concurrentiepositie van Almere zegt hij dat deze vergelijkbaar is met Hilversum, omdat het winkelcentrum in deze plaatsen zich kenmerkt door een verzameling van de grotere winkelketens. Het is terecht opgemerkt dat de invulling van ‘duurzaamheid’ nog redelijk beperkt is. Vanuit de duurzaamheidscafés is begin dit jaar een platform maatschappelijk ondernemen ontstaan. Dit platform is voortvarend van start gegaan en heeft zich gericht op het ‘meet and match dinner', waar ondernemers samenkwamen met bijvoorbeeld sport- en vrijwilligersorganisaties om tot allerlei vormen van uitruil te komen. Over de relatie tussen bereikbaarheid en kwaliteit van openbare ruimte zegt hij dat de Nieuwe Brink hier een goed voorbeeld van is, waar diverse vormen van bereikbaarheid mogelijk zijn. Met het uitvoeren van een goede evaluatie van het ondernemersfonds is hij het volkomen eens. In de commissie is al besproken dat deze evaluatie in ieder geval zal moeten ingaan op de kosten (reclamebelasting) en de opbrengsten (de voordelen die de ondernemers ervan hebben gehad). De heer OVERDIEP vraagt hoe gecommuniceerd zal worden over de voornemens van digitalisering. Wethouder BOEKHOFF antwoordt dat gewerkt wordt aan het binnenbrengen van glasvezel vanuit de regio. Zodra dit een feit is, zal hij de raad hiervan op de hoogte brengen.
10
De heer WALLENBURG komt terug op het gezamenlijk innen van de belastingen en vraagt of de wethouder kan aangeven hoeveel het zal schelen als dit in één keer wordt gedaan. Wethouder BOEKHOFF geeft aan hier geen concreet antwoord op te kunnen geven. Er is sprake van € 48.000 perceptiekosten en daarvan is gezegd dat dit niet zomaar wordt ingehouden, maar dat de werkelijke kosten die de gemeente heeft uit te geven, zullen worden ingehouden. Dit betreft ook de kosten van het afdoen van bezwaren en allerlei andere zaken. De schatting op basis van andere gemeenten is € 48.000. Het is evident dat het efficiënter is als deze aanslag met het grote pakket meegaat. Onderwijs De heer OVERDIEP merkt op dat het gebruiken van 36-letterwoorden zoals ‘onderwijsachterstandbeleidsperiode’ op pagina 39 niet bijdraagt aan de begrijpelijkheid van de begroting voor de inwoners en ondernemers. Hij zou graag zien dat meer aandacht wordt besteed aan het feit dat de begroting ook een communicatiemiddel is. De heer DE LANGE wil weten of de rijksgelden die voor de scholen via de gemeente beschikbaar waren ook in de toekomst verwacht mogen worden. Wethouder GOUKA vindt het spijtig dat de gemeente met het 36-letterwoord zo tekort is geschoten. Als er ondernemers zijn die op pagina 39 uitkomen, dan is dat inderdaad even schrikken. Voor scholen zijn geen specifieke rijksgelden. Hij legt uit dat de gemeente een algemene uitkering krijgt en dat blijft ongewijzigd. Kunst en cultuur Mevrouw VAN RAMSHORST wil weten of het mogelijk is toch een keer de inventarisatie te maken welke ‘hutten van de kolonie Walden' zich nog op Bussums grondgebied bevinden en of het vervolgens mogelijk is dat stukje cultureel erfgoed te beschermen. Ze zou zo graag zien dat de gemeente Bussum zich hier voor zou inspannen. Mevrouw VAN DEN BERG merkt op, vanuit de gedachte dat bezuinigingen in 2011 onvermijdelijk zijn, dat veel verenigingen jarenlang automatisch subsidie ontvingen en het nu verdienen door de gemeente gealarmeerd te worden dat deze vanzelfsprekendheid volgend jaar voorbij kan zijn. Tevens zou kunnen worden aangegeven waar een bezuiniging op ieders begroting verwacht kan worden. De heer OVERDIEP zegt vooral zorg te hebben over de gemeenschappelijke bibliotheek met de gemeente Naarden. Hij roept het college op in het overleg met de gemeente Naarden naar voren te brengen dat het in het belang van de bevolking van beide gemeenten is, om ervoor te zorgen dat de bibliotheekvoorziening op het huidige peil gehandhaafd wordt. De VOORZITTER geeft aan dat het contact over de bibliotheek is opgenomen en zal worden onderhouden. Hij onderkent het belang om het bibliotheekwerk op goed niveau te houden. Wethouder GOUKA vindt het sympathiek om de hut van Van Eeden te gaan beschermen. De vraag die gesteld moet worden, is waarom dat nu moet en waarom het hier moet. De hut of hutten worden volgens hem heel goed onderhouden en is er geen reële angst voor afbraak. Zelfs het Frederik van Eeden-genootschap heeft hem nooit benaderd met een vrees voor verlies van de hutten. Binnenkort zal hij een inventarisatie aan de raad voorleggen van beeldbepalende panden. Hij suggereert deze kwestie dan aan te kaarten, mochten de hutten niet op die lijst voorkomen. Mevrouw VAN RAMSHORST neemt deze suggestie over. De VOORZITTER reageert met sympathie op de opmerking van mevrouw Van den Berg. Sport en recreatie Mevrouw BOUDEWIJNSE zegt dat het haar opviel dat bij de algemene doelen in het schema op pagina 45 gesproken wordt over stimulering van sportbeoefening door bepaalde groepen en dat op pagina 46 bij de nadere uitleg over diverse groepen wordt gesproken. Ze wil weten wat hier nu precies mee wordt bedoeld. Volgens haar fractie gaat het om specifieke doelgroepen in dit beleid.
11
Bij de in hetzelfde schema genoemde prestaties is nu nog de combinatiefunctie opgenomen. Bekend is dat deze gaat verdwijnen. Daarom suggereert ze de komende raad om mee te nemen dat de gemeente kan onderzoeken of het mogelijk is sportbeoefening bij de buitenschoolse opvang onder te brengen. In 2011 zal de nota Speelplaatsen worden herzien. Haar fractie meent dat dit hard nodig is en is hier verheugd over. Ze pleit met nadruk dat het niet alleen zal moeten gaan om speelplaatsen voor kleine kinderen, maar ook voor de 12+ kinderen. Ze meent dat de opgroeiende jeugd niet alleen ad hoc aandacht moet krijgen, maar ook ruimte hoort te krijgen in het beleid. De heer DE LANGE constateert dat sportbeoefening in Bussum de afgelopen jaren is gegroeid en vindt dat een goede ontwikkeling. Als in de toekomst bezuinigingen niet aan kleine verengingen voorbij zullen gaan, is het belangrijk ook het competitieverband in de gaten te houden. Want als kleine verenigingen zouden wegvallen, blijven er op een gegeven moment weinig tegenstanders over. De ontwikkelingen in Bussum-Zuid staan wel op de begroting, maar zijn nog niet gerealiseerd. Hij hoopt niet dat deze ontwikkeling door eerder gemaakte VVD-opmerkingen zal worden stopgezet, want het zal een belangrijke bijdrage zijn aan de mogelijkheden binnen Bussum te (blijven) sporten. Mevrouw VAN DEN BERG maakt voor dit programma dezelfde opmerking als het vorige programma. Ze benadrukt dat het haar er niet om gaat dat alle verenigingen geen subsidie meer zouden krijgen. Ze zou graag zien dat de verenigingen gewaarschuwd worden dat de automatische prijscompensatie en wellicht de automatische voortzetting van de subsidie volgend jaar in gevaar kunnen zijn. De heer BARENDREGT heeft betreffende de speelplaatsen eerder zorg voor de jongere dan voor de oudere jeugd. Hij verwacht dat het college zal aangeven dat beide leeftijdsgroepen aandacht verdienen. Bij het actualiseren van het speelplaatsenplan pleit hij ervoor dat actief zal worden gekeken welke mogelijkheden er zijn bij bestaande speelplaatsen, met name bij de scholen. Als voordelen noemt hij dat de bestemming al bepaald is en dat het goedkoper zal zijn dan nieuwe aanleg. Als nadeel noemt hij de kans op vandalisme die kan toenemen. Zijn fractie meent dat deze optie in elk geval interessant genoeg is om te onderzoeken. De heer OVERDIEP noemt de discussie over het mogelijk verleggen van één van de velden van de Gooise Hockeyclub, waarvoor de gemeente met Stichting Natuurmonumenten zal moeten overleggen. Hij wil weten of hier volgend jaar een bestuurlijke actie verwacht mag worden. Wethouder BOEKHOFF geeft aan dat genoemde suggesties voor de toekomst zullen worden meegenomen. In antwoord op de vraag van mevrouw Boudewijnse zegt hij dat het om bepaalde groepen gaat in de sportnota. Over de uitbreiding van de Gooise Hockeyclub zegt hij de afgelopen maanden in gesprek met alle betrokken partijen naar voren te hebben gebracht dat de hockeyclub er graag een extra veld bij zou willen hebben. Zorg en welzijn De heer DE LANGE zou graag zien dat de wethouder dit jaar nog Grand Café De Heul zou kunnen openen. Dat zou een mooie afronding zijn voor het vele werk dat hij voor De Heul heeft verricht. Mevrouw VAN RAMSHORST zegt dat tijdens een recente discussie tussen de diverse politieke partijen, georganiseerd door de Ouderenbond, naar voren is gekomen dat het contact van de gemeente met de Seniorenraad de afgelopen periode niet optimaal is geweest. Ze roept het college op hier verbetering in aan te brengen, zeker omdat de Seniorenraad een groot deel van de inwoners van Bussum vertegenwoordigt. De heer BARENDREGT spreekt een compliment uit over de uitstekende invoering van de Wmo in de afgelopen vier jaar. Het is in zijn ogen nu tijd voor het maken van vervolgslagen, met name richting de vraaggestuurde ondersteuning. Dit betekent dat de behoeften van de inwoners centraal staan en niet dat waar inwoners formeel recht op hebben of dat wat de gemeente ‘in de aanbieding heeft’. Hij heeft de indruk dat het college hier inderdaad werk van gaat maken, waarbij het voor zijn fractie van belang is dat bureaucratie zal verdwijnen en dat de regels die tussen inwoners en voorzieningen in staan, zullen verdwijnen. Hij onderkent dat moed vereist is om regels los te laten. Hij noemt als voorbeeld de verhoogde toiletpot en stelt de vraag of het nodig is dat hiervoor een bureaucratisch traject moet
12
worden ingezet. Het is volgens hem evident dat zo’n voorziening niet wordt aangevraagd als er geen noodzaak toe is. Hij merkt op de gemeente wat behoudend te hebben gevonden met betrekking tot de verordening. Enerzijds kan hij het begrijpen in het licht van al het nieuws dat aan de orde is geweest. Anderzijds staat deze houding enigszins haaks op de met de Wmo beoogde decentralisatie. Wat opvalt is dat de meeste gemeenten zijn gaan werken met de modelverordening van de VNG, terwijl toch ook juist gewerkt had moeten worden met lokale variëteit, kennis en expertise. Al diverse jaren constateert hij dat grand café De Heul leegstaat en vraagt hij hier aandacht voor. Dit jaar is hij hier vooral verbaasd over omdat het college in de begroting 2010 expliciet geld hiervoor heeft gevraagd, te weten € 90.000 voor De Wijzer en De Heul. Hij spoort de wethouder aan ervoor te zorgen dat er dit jaar met dit geld in ieder geval iets wordt gedaan. De heer OVERDIEP heeft op basis van de behandeling van dit programma de indruk dat het college de prioriteiten genoemd op pagina 7 (het ruimtegebruik in Bussum en de aandacht voor de Bussumse samenleving) van plaats zou moeten wisselen. Wethouder GOUKA is tevreden dat de meerderheid van de raad positief reageert op de behaalde resultaten. Met de Seniorenraad heeft hij enkele weken nog gesproken en de relatie met deze raad is buitengewoon goed. Hij geeft aan het meest verbaasd te zijn over het betoog van de heer Barendregt. In Nederland is het zo geregeld dat wordt getracht, los van vraagsturing, de rechten van mensen te waarborgen in een verordening. Grosso modo zijn de mensen gelijk in Nederland, mede daarom is vanuit de VNG besloten een centrale verordening op te stellen die per gemeente naar wens kan worden geamendeerd. Om dan te menen dat met creativiteit een eigen verordening kan worden opgesteld, is volgens hem buiten de orde. Moed en lef zal hij zeker niet afwijzen, maar de bewering dat mensen op eigen initiatief en los van enige regelgeving een verhoogde toiletpot moeten kunnen ontvangen ziet hij als een typische zachte PvdA-opmerking. Hij vindt het een armoedig, niet onderbouwd standpunt dat hij zeker niet drie weken voor de verkiezingen in regelgeving zou willen omzetten. Eerder is op zo’n zelfde wijze de kinderopvang in Nederland neergezet, met als gevolg dat de rekening honderden miljoenen euro hoger uitkwam dan verwacht. Ook begrijpt de PvdA blijkbaar niet hoe met geld moet worden omgegaan. Voor wijkcentra is een structureel bedrag opgenomen van € 90.000 waarvan € 70.000 voor De Heul. Het geeft geen pas daarvan nu te roepen dat het voor het einde van het jaar moet worden opgemaakt. Dit is niet de wijze waarop Bussum bestuurd wordt. Betreffende De Heul is in de besluitenlijst te zien dat genoemd bedrag structureel beschikbaar is gesteld zodat Versa nu kan zorgen dat het grand café gerealiseerd kan worden. De heer BARENDREGT vindt het jammer dat de wethouder enigszins gepikeerd reageert op zijn suggesties. Hij herkent zich niet in de woorden van de heer Gouka. Hij heeft met name willen betogen dat de komende maanden met de nieuwe Wmo de vraaggestuurde ondersteuning goed zal worden vormgegeven, een standpunt dat volgens hem door alle fracties zou moeten kunnen worden onderschreven. Werk en inkomen De heer HEERSCHOP complimenteert wethouder Boekhoff dat hij alle jaren het beroep op het Noodfonds Bussum heeft gehonoreerd. De heer BARENDREGT brengt in dat de vier grootste gemeenten van Nederland onlangs het initiatief hebben gestart minima collectief groene energie te laten inkopen. Dit is én goedkoper (ongeveer € 130 per jaar) én stimuleert de aanschaf van groene energie. Het grootste voordeel van dit initiatief is dat andere gemeenten kunnen aansluiten. Daarom dient hij een motie in om deze aansluiting tot stand te brengen. Motie collectieve inkoop groene energie voor minima De gemeenteraad van Bussum, in vergadering bijeen op dinsdag 2 november, Overwegende dat − Energiekosten een grote kostenpost is voor minima − De G4 gemeenten (Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) een initiatief zijn gestart dat minima in staat stelt collectief groene energie in te kopen − Deelnemende minima op deze manier tot € 130 per jaar op hun energierekening kunnen besparen − Ook andere gemeenten bij dit initiatief mogen aansluiten − De gemeente Bussum in 2011 haar minimabeleid evalueert
13
Concludeert dat − Het G4 initiatief een effectieve bijdrage levert aan de bestrijding van armoede − Het initiatief bovendien een bijdrage levert aan reductie van CO2 uitstoot door het bevorderen van groene energie Verzoekt het college − Aansluiting te zoeken bij het bovenstaande initiatief − In het kader van de evaluatie minimabeleid op zoek te gaan naar vergelijkbare initiatieven van collectieve inkoop door minima En gaat over tot de orde van de dag
Mevrouw SLUITER merkt op dat dit soort inkooporganisaties al bestaan en wil weten of dit dan een specifieke aanpak is op basis van een bestaand model. Als hiervoor zou worden gekozen, stelt ze zich voor dat er ook ambtelijke uren aan besteed moeten worden om het uit te voeren. Ze wil weten of dit correct is. Verder wil ze weten waarom groene energie niet gewoon vanuit de gemeente aan de inwoners wordt aangeboden. Dan kan worden besloten over te gaan op groene energie en kan een tender worden uitgeschreven. De heer BARENDREGT antwoordt de eerste vragen bevestigend. In antwoord op de derde vraag zegt hij dat dit juridisch bezwaarlijk is. De gemeente mag wel bemiddelend optreden, maar mag niet aan de gehele gemeente een keuze opdringen. De heer ZEGERING HADDERS merkt op dat eerder is geconstateerd dat hopelijk de € 48.000 van de lokale heffing minder zal worden door een gezamenlijke heffing. Hij zegt er weinig voor te voelen in een organisatie van grotere gemeenten terecht te komen, waar andere salarisklassen gelden dan in Bussum. Hij meent dat dit eerst nader onderzocht moet worden voordat hierover besloten wordt. Het zal niet voor het eerst zijn dat iets dat goedkoop en voordelig lijkt, achteraf duurder blijkt te zijn dan bijvoorbeeld de doelgroep direct een geldbedrag te geven. Mevrouw WOLTERS heeft moeite met het feit dat van de gemeente wordt verwacht belangstellenden te vinden en met het dwingende karakter dat akkoord moet worden gegaan met automatische incasso en dat moet worden meegewerkt met een onderzoek naar energiebesparingmethoden. Vanuit deze gegevens is haar fractie niet direct enthousiast om deze motie te ondersteunen. De heer BRAAMHAAR vindt het een positief initiatief, maar hij kan de reikwijdte van de gevolgen niet overzien. Verder meent hij dat als over ‘de doelgroep’ wordt gesproken, op zijn minst de cliëntenraad om advies mag worden gevraagd. Ook hij vindt het nu te vroeg om hier over te besluiten. Mevrouw SLUITER adviseert de PvdA-fractie wel de discussie over dit punt gaande te houden, maar de raad nog niet om besluitvorming te vragen. De heer BARENDREGT zegt dat zijn fractie besluit de motie aan te houden. Natuur en milieu De heer LANSINK zegt blij te zijn met de toenemende aandacht voor duurzaamheid en milieu en complimenteert het college met alle genomen acties hierin. Dit betekent niet dat zijn fractie meent dat nu gerust kan worden. Het motto blijft wat zijn fractie betreft: ‘Op naar de top-tien van duurzaamste gemeenten van Nederland’. De heer VAN WAES is tevreden over alle initiatieven, hoewel de uitvoering ervan nog moet worden afgewacht. De gemeente treedt (in)direct op als opdrachtgever bij bouw binnen de gemeente. Als voorbeeld noemt hij het Goois Lyceum waar recentelijk is besloten tot aanpassing van de huisvesting. Hij vraagt of de gemeente invloed kan uitoefenen om ervoor te zorgen dat deze aanpassing zo duurzaam mogelijk zal plaatsvinden. Mevrouw SLUITER zegt een toezegging te missen die zou aansluiten bij pagina 62 waar staat geschreven ‘streven naar een hoogwaardig woon- en leefmilieu, flora en fauna’. Eerder is afgesproken dat de monumentale bomeninventarisatie zou worden uitgevoerd. Ze heeft hem in de begroting niet teruggevonden en meent dat het in het gedeelte op deze pagina op zijn plaats zou zijn.
14
Mevrouw DE JONGE merkt op dat het haar is opgevallen dat de onderuitputting bij de groenvoorziening inmiddels is opgeheven. Dit verheugt haar, want ze vindt het belangrijk dat het gemeentelijk groen er netjes en verzorgd uitziet. Op pagina 66 staat dat € 250.000 wordt gereserveerd voor Bussum Bewust om in enkele jaren te besteden. Ze vraagt of dit geld niet beter aan speciale subsidies voor bijvoorbeeld geisers kan worden besteed, dan aan Bussum Bewust-cafés en dergelijke. Wethouder BOEKHOFF zegt in antwoord op de heer Van Waes dat juist daarvoor de nota Duurzaam bouwen is opgesteld. De toezegging waar mevrouw Sluiter naar verwijst is correct. Als deze niet bij de toezeggingen is opgenomen, dan zegt hij het bij deze nogmaals toe en geldt de vermelding in de notulen als bevestiging hiervan. Met betrekking tot het bedrag van € 250.000 zegt hij dat het de bedoeling is dit geld in de loop van enkele jaren te investeren in projecten waar ook andere partijen in zullen investeren zodat per saldo een groter in duurzaamheid te investeren vermogen wordt gegenereerd. Ruimtelijke inrichting De heer VAN WAES wil over dit programma weten wat de status is van de geplande inventarisatie van de pleinen in het centrum. Ook heeft hij niet in de begroting kunnen terugvinden wanneer de herinrichting van de Veerstraat zal plaatsvinden. Wethouder BOEKHOFF licht toe dat in ieder geval gewerkt gaat worden aan het Wilhelminaplantsoen. Wethouder GOUKA zegt dat aan de Veerstraat niets zal worden gedaan. Wethouder BOEKHOFF vult aan dat in Bussum de ene actie vaak leidt tot een andere. Het Wilhelminaplantsoen is ook een belangrijke fietsroute die verder gaat in de Veerstraat. Op het moment dat het Wilhelminaplantsoen anders wordt ingericht, heeft dit ook consequenties voor de inrichting van de Veerstraat. De heer VAN WAES concludeert hieruit dat de Veerstraat dus ook volgend jaar aan de orde zal zijn. Wethouder GOUKA zegt dat het ook afhangt van de collegeonderhandelingen, want het gaat hier om kostbare ingrepen in de openbare ruimte. Hij zal dit dus zeker niet willen bevestigen. Ook de CDAfractie spreekt over ‘snoeien’ en daarbij hoort niet een grote uitgave ten behoeve van de herinrichting van de Veerstraat. Mevrouw DE JONGE merkt op dat bij de bouwplannen jaarlijks ongeveer € 1 miljoen wordt uitgegeven. Ze vraagt wat dit precies inhoudt. Bij de bestemmingsplannen blijft een vrij hoog bedrag staan. Inmiddels zijn vijf van de zes plannen gereed, ze kan zich niet voorstellen dat dit hoge bedrag bij het ene overgebleven plan hoort. Wethouder GOUKA legt uit dat het genoemde bedrag van € 1 miljoen voor een groot deel onder de noemer ‘algemene kosten’ valt. Er is een complete afdeling Ruimtelijke inrichting die moet kunnen blijven functioneren. Hetzelfde geldt voor de bestemmingsplannen. Daar is sprake van én ambtelijke kosten en kosten voor het verkrijgen van adviezen en uren van externe partijen. Deze kosten zullen eerder stijgen dan dalen, want dankzij de Wabo wordt er nu gewerkt met postzegelbestemmingsplannen. Wijziging hiervan is vaker aan de orde dan wijzigingen van grotere bestemmingsplannen vroeger, met hogere algemene kosten als consequentie. Volkshuisvesting De heer VAN WAES brengt naar voren dat het CDA de laatste tijd regelmatig heeft aangedrongen op het realiseren van goedkope woningen voor jongeren en anderen die daar behoefte aan hebben. Hoewel de resultaten goed zijn, blijft zijn fractie hier aandacht voor vragen. Recentelijk is nog gesproken over de inventarisatie van leegstand binnen de gemeente. Het verbaast hem dat de wethouder tijdens de commissiebehandeling heeft aangegeven dat niets met bestuurlijke dwang wordt gedaan, terwijl deze aanpak nu wel in de begroting wordt genoemd. Hij vraagt of dit betekent dat de wethouder dit instrument toch wil gaan toepassen. Bij de goedkeuring van de plannen van het MOB-terrein heeft zijn fractie aangedrongen op een compensatie hiervoor ergens binnen de gemeente. Tot op heden heeft het CDA hier nog niet 15
voldoende draagvlak voor gekregen. Hij acht het nu mogelijk, met perspectief richting 2011, dat wellicht toch compensatie kan worden gevonden in goedkope woningen voor de komende periode. Wethouder GOUKA onderkent de rol die de CDA-fractie heeft gespeeld in het bouwen van woningen voor speciale doelgroepen. Betreffende de bestuurlijke dwang citeert hij wat in de verordening staat: ‘bij ongewenste leegstand kan zonodig gebruik worden gemaakt van bestuurlijke dwang’. In de commissie heeft hij al uiteengezet dat dit niet betekent dat dit de oplossing voor elk probleem is. Een eigenaar kan niet zomaar gedwongen worden op korte termijn zijn pand te verhuren. De heer OVERDIEP leest op pagina 91 een aantal voorstellen dat zowel een gedifferentieerd parkeertarief als parkeerduur zou bestaan. Dit komt volgens hem niet overeen met de conclusies uit de evaluatie over de parkeernota, waarin met name naar meer eenheid werd nagestreefd. Hij vraagt een nadere toelichting. Wethouder BOEKHOFF antwoordt dat dit is opgesteld op basis van diversiteit. In de commissie is het idee besproken om met een parkeerkaartje van de ene locatie ook op een andere te kunnen parkeren. De voorstellen op pagina 91 zijn gebaseerd op het huidige beleid. De heer VAN WAES voelt zich verplicht te noemen dat het CDA er naar streeft de waardering van de WOZ-waarde transparanter te laten plaatsvinden, uiteraard in overleg met de wethouder. Zijn fractie zal hierop blijven aandringen totdat deze transparantie bereikt zal zijn. De heer OVERDIEP vindt de vermelding op pagina 127 van 70 subsidievragende instellingen in relatie tot een subsidiebedrag van € 2,02 miljoen enigszins misleidend, omdat 66% van dit bedrag naar één uitvoeringsorganisatie gaat. Deze weergave biedt te weinig transparantie om greep op de bestaande relaties te behouden, zoals in dit in de notitie ‘Grip op financiële relaties’ van de Rekenkamercommissie in 2007 naar voren is gebracht. De heer ZEGERING HADDERS wil weten of het bedrag voor onderhoud van het zwembad in het genoemde bedrag van € 1,4 miljoen is opgenomen. Wethouder BOEKHOFF bevestigt dat het groot onderhoud van het zwembad in genoemd bedrag is opgenomen. Tegen de heer Van Waes zegt hij dat de WOZ uitermate transparant is én tegelijk heel lastig is. Met name bij een lage verkoop worden veel variabelen meegenomen, wat de WOZ transparant maakt maar ook heel ingewikkeld. In de commissie is al voorgesteld goed te kijken naar de bezwaren die zijn gemaakt en op basis daarvan te gaan kijken of aanpassingen nodig zijn. 1.
VASTSTELLEN BESTUURSRAPPORTAGE 2010-2 (RV2010-082, AB10.01042)
Conform, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 2.
VASTSTELLEN PROGRAMMABEGROTING 2011 (RV2010-079, AB10.01020)
Conform, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De VOORZITTER dankt allen voor inbreng en aanwezigheid en sluit de vergadering om 22.30 uur. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 21010 van de gemeente Bussum,
De voorzitter,
de griffier,
16