az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Afdeling: Palliatieve eenheid Ten Oever
Campus: Reepkaai
Inhoudstafel Het appel van de stervende………………………………………………………………………………………………………………. 5 Welkom……………………………………………………………………………………………………………………………………………..7 1.
Voorstelling van de afdeling .............................................................................................................8 1.1
Opbouw van de afdeling ........................................................................................................ 8
1.2
Doelstelling van de afdeling ................................................................................................... 9
1.3
De Palliatief verpleegkundige……………………………………………………………………………………11
1.4
Bezoekuren van de afdeling ................................................................................................. 12
1.5
Werken op de afdeling......................................................................................................... 12
1.5.1
Werkuren ......................................................................................................................... 12
1.5.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .................................................. 13
1.6
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling ............................... 14
1.6.1
Artsen .............................................................................................................................. 14
1.6.2
Pathologieën…………………………………………………………………………………………………………..……14
1.7 Opnameprocedure………………………………………………………………………………………………………………15 2.
Een dag op de afdeling ...................................................................................................................17
3.
Specifieke informatie......................................................................................................................20
4.
3.1.
Algemene afspraken omtrent het toeren ............................................................................ 20
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling................................................................... 20
Het patiëntendossier ......................................................................................................................21 1
5. Procedures…………………………………………………………………………………………………………………………………25 5.1.
De meest voorkomende onderzoeken ................................................................................ 25
5.2.
De meest voorkomende ingrepen ....................................................................................... 25
5.3.
De meest voorkomende materialen .................................................................................... 25
5.4.
De meest voorkomende technieken.................................................................................... 25
5.5
De meest voorkomende zorgvragen……………………………………………………………………………..…26
6.
Patiëntenvoorlichting .....................................................................................................................27
7.
Communicatie ................................................................................................................................28 7.1.
8.
Telefonie .............................................................................................................................. 28
7.1.1.
Afdelingsgerelateerde afdelingen ................................................................................... 28
7.1.2.
Noodnummers……………………………………………………………………………………………………………28
7.2.
Informatica (IT) .................................................................................................................... 29
7.3.
Buizenpost............................................................................................................................ 29
7.4.
Interne communicatie.......................................................................................................... 30
Personeelsinformatie .....................................................................................................................31 8.1.
Dienstrooster ....................................................................................................................... 31
8.2.
Overuren .............................................................................................................................. 31
8.3.
Verlof.................................................................................................................................... 32
8.4.
Ruilen van shift of verlofdagen ............................................................................................ 33
8.5.
Ziekte.................................................................................................................................... 33
8.6.
Vorming................................................................................................................................ 34
2
8.7. 9.
Functioneringsgesprek ......................................................................................................... 35
Aandachtspunten ...........................................................................................................................36 9.1.
Opvang van patiënt en familie………………………………………………………………….………………………36
9.2.
Identificatie van de patiënt…………………………………………………………………………………………….…36
9.3.
Dagelijkse controle van de apotheek……………………………………………………………………….…….…36
10. Onze vertaling van de palliatieve basisprincipes………………………………………………………………………37 11.
De verschilpunten met een gewone zorgafdeling……………………………………………………………………40
12.
Het verblijf op Ten Oever……………………………………………………………………………………………………..…42 12.1.
De opname zelf……………………………………………………………………………………………………………….42
12.2.
Basisverpleegkundige zorg……………………………………………………………………………………….….…42
12.3.
De zorg voor de familie en omgeving……………………………………………………………………….…….43
12.4.
Einde van het verblijf………………………………………………………………………………………………………44
13. Rouwzorg…………………………………………………………………………………………………………………………………45 14. Aromatherapie…………………………………………………………………………………………………………………………48 15. Nuttige informatiebronnen………………………………………………………………………………………………………52
3
HET APPEL VAN DE STERVENDE 1. Helpt u mij om als een levend mens behandeld te worden tot ik sterf?
2. Krijg ik een kans om te blijven hopen, waarop deze hoop zich dan ook moge richten?
3. Mag ik verwachten verzorgd te worden door hen die kunnen blijven hopen, hoe de toestand ook moge veranderen?
4. Laat u mij toe mijn gevoelens en emoties over mijn eigen dood op mijn manier uit te drukken?
5. Mag ik mee beslissen over mijn verzorging?
6. Mag ik voortdurende medische en verzorgende aandacht verwachten, ook al richt deze aandacht zich niet meer op “genezing” maar op “vertroosting”?
7. Laat u me niet alleen sterven?
8. Helpt u mij om bevrijd te worden van pijn?
9. Zal ik eerlijke antwoorden krijgen op mijn vragen?
10. Kan ik erop rekenen om niet misleid te worden?
4
11. Geeft u mij de kans om geholpen te worden door mijn familie in het aanvaarden van mijn dood?
12. Spant u zich in dat ik in vrede en op een waardige manier kan sterven?
13. Geeft u mij de ruimte om mijn persoonlijkheid te behouden en niet beoordeeld te worden naar mijn beslissingen, die in tegenstelling kunnen zijn tot de overtuiging van anderen?
14. Helpt u mij om mijn religieuze en spirituele ervaringen te bespreken en te verruimen, wat ze ook mogen betekenen voor anderen?
15. Ziet men erop toe dat ik verzorgd word door betrokken, gevoelige en bekwame mensen die mijn noden trachten te begrijpen, en die er enige voldoening in kunnen vinden mij te helpen mijn eigen dood onder ogen te zien?
Dit document is een herwerkte versie van de “rechten van de stervende” die werden opgesteld tijdens een “Workshop voor terminale patiënten en hun verzorgers” (The Terminal Patient and the Helping Person), gehouden te Michigan-USA.
5
Welkom
Het team van de Palliatieve eenheid Ten Oever heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen opdat jij je zo snel mogelijk thuis zou voelen in de groep. Deze brochure bied je een eerste kennismaking met onze eenheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid. We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes.
Voornaamste stelregel: Als je twijfelt, vraag dan hulp ! Doe dit beter te vroeg dan te laat !
6
1.
Voorstelling van de afdeling
1.1.
Opbouw van de afdeling
De palliatieve eenheid “Ten Oever” is gelegen op de campus Reepkaai van het AZ Groeninge Kortrijk. De eenheid is een Sp dienst Palliatieve. De eenheid werd opgericht in september 1998. Het was een initiatief van de toenmalige Kortrijkse ziekenhuizen en het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West -Vlaanderen. Kortrijk telde op dat moment vier afzonderlijke ziekenhuizen : het OLV. Hospitaal, St.Maartensziekenhuis, Kliniek Maria Voorzienigheid en St.Niklaasziekenhuis, met elk een eigen directie en Raad van Bestuur. Ze sloegen de handen in mekaar om samen met het Netwerk Palliatieve zorg Z.W-Vlaanderen een Palliatieve eenheid op te richten voor de regio. Er werd personeel geselecteerd en opgeleid vanuit de verschillende ziekenhuizen. Het project kan gezien worden als een fusie voor de fusie van het AZ Groeninge in 2001. Onze eenheid bestaat uit tien bedden, gespreid over zes één persoonskamers en twee tweepersoonskamers. Ten Oever beschikt over tien bedden op acht kamers. Het zijn ruime kamers die zo huiselijk mogelijk zijn ingericht met, o.a. eigen sanitair, koelkast, televisie, dvd-speler ; indien gewenst kan de patiënt ook persoonlijke zaken meebrengen. De eenheid beschikt eveneens over een living met een kleine keukenhoek, wat een ideale gelegenheid is voor de patiënt of zijn familie om zelf iets te bereiden of met lotgenoten in contact te komen. Er is een badkamer op de eenheid met douche en massagebad, dit biedt voor velen een deugddoende relaxatie. De huiselijke en serene sfeer spelen een belangrijke rol in onze manier van werken. Daarom zijn we ook bewust niet opgenomen als een dienst binnen het grote gebouw van het ziekenhuis. We zullen met de nieuwbouw ook als aparte entiteit blijven bestaan in de campus Reepkaai.
7
1.2.
Doelstelling van de afdeling.
Op de eenheid proberen we een zorgcultuur te evenaren waarbij we het leven zoveel als mogelijk boven de ziekte uittillen via: Enerzijds de ruimte creëren om te leven Symptoomcontrole doel: geen energie op storende symptomen geen energie op zieke lichaam zekerheid dat: er geluisterd wordt naar klachten snel iets gedaan wordt goed opgevolgd wordt de nodige kennis er is Ruimte om bewust te leven In waarheid op weg gaan Op de hoogte zijn van diagnose en prognose als voorwaarde voor waarachtige relaties en ruimtescheppende ontmoetingen tussen: patiënt en familie patiënt en zorgverleners Ruimtescheppend voor patiënt en familie Angst wegnemen
8
zekerheid scheppen: dat alles verloopt zoals het moet lopen dat alle inspanningen gericht zijn op optimale zorg aandacht voor lichamelijke zorg
Anderzijds de ruimte vullen met leven Actieve zorg actieve en inventieve zorg voortdurende en niet aflatende bekommernis in wat het leven voor patiënt en familie nog aangenamer kan maken, wat nog belangrijk is en wat het comfort kan verhogen Geen afwachtende houding Zorg staat niet stil Patiënt als norm gevoel van verwend zijn zich meer mens, minder ziek voelen achterhalen wat hen nog plezier kan doen, hier en nu, vandaag en morgen geen “offers” in functie van gezondheid maar datgene wat de patiënt zelf belangrijk vindt zorg aanpassen aan het ritme van de patiënt
9
1.3.
De Palliatief verpleegkundige
Kwaliteiten * kan goed luisteren
* verdraagzaam
* tactvol
* bedachtzaam
* zorgzaam
* bemiddelaar
* toegewijd
* veelzijdig
* inlevingsvermogen
=> => => => => => => => => => =>
* zelfverzekerd
* geduldig
* inspirerend
* krachtig
* nuchter
* bescheiden
* open
* mild
* evenwichtig
* respectvol
* betrouwbaar * duidelijk * eerlijk
Vaardigheden Duidelijk kunnen uitleggen (terminologie) Interesse tonen voor gevoelens van anderen Problemen bespreekbaar maken Inspelen op wensen/behoeften van anderen Tot de kern van een probleem doordringen Slecht nieuws brengen Samenwerking andere disciplines Omgaan met verschillen tussen mensen
10
1.4.
Bezoekuren van de afdeling
Op een palliatieve eenheid wordt alles gedaan opdat de patiënt zich comfortabel zou voelen. De hele sfeer op de afdeling speelt daarbij een belangrijke rol: er is meer huiselijkheid, minder drukte en de regels zijn beperkt. Er zijn geen vaste bezoekuren. De familie kan helpen bij de verzorging en zo nodig op de afdeling overnachten.
1.5.
Werken op de afdeling
1.5.1.
Werkuren
De verschillende shiften zijn: Vroegdienst V: 6u30 – 15u Dagdienst D1: 8u – 16u30 D2: 10u – 19u (1u middagpauze) Do: 7u30 – 12u30, 15u30 – 19u30 Dv: 8u – 16u30 Avonddienst A: 13u15 – 21u Nachtdienst N: 20u45 – 6u45 We streven ernaar om dagelijks een minimum bezetting te hebben van 2V, 1D1, 1D2, 2A en 1Dv. Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleegkunde, dus met patiëntentoewijzing conform een evenredige werklast.
11
1.5.2.
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen
- Zorgmanager zorggroep
Naam: Lode Pottie Tel.: 056/636045 E-mail:
[email protected]
- Hoofdverpleegkundige
Naam: Ann Derycke Tel.: 056/632930 E-mail:
[email protected]
12
- Weekendverantwoordelijke
Naam: Sylvie Callens Tel.: 056/632930 E-mail:
[email protected]
- Weekendverantwoordelijke
Naam: Vivianne Ducoulombier Tel.: 056/632930 E-mail:
[email protected]
13
- Referentieverpleegkundigen Hef en til: Marijke Depraetere Informatica: Sylvie Callens Ziekenhuishygiëne: Delphine Deruytter Materiaal: Vivianne Ducoulombier Dienst zingeving:Marijke Depraetere, Sabine Kimpe Apotheek: Lut Vanhecke Wondzorg: Vivianne Ducoulombier Pijn: Sylvie Callens
- Werkgroepen: Opsmuk: Trui Van Boxstael, Brita Adens, Vivianne Ducoulombier, Marijke Nolf, Sylvie Callens, Marie-Helene Depuydt Feestcomité: Brita Adens, Hélène Brie, Ann Derycke, Trui Van Boxstael Bemoedigingsmoment: Martine Bloes, Johan Mayeur, Marijke Nolf, Marijke Depraetere, Trui Van Boxstael, Ann Derycke, Lut Vanhecke, Steven Coucke, Kris Lemiegre - Verantwoordelijke voor de vrijwilligers: Kris Lemiegre - Stagementoren Sylvie Callens Marijke Depraetere - Logistieke assistente Marie-Helene Depuydt Sofie Den Turck
14
1.6.
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling
1.6.1.
Artsen
Naam: Dhr. A. Boel Tel.: 056/633041 E-mail:
[email protected]
1.6.2.
Pathologieën
Op Ten Oever worden patiënten opgenomen: - die ongeneeslijk ziek zijn - waarbij een curatieve behandeling niet meer mogelijk is
- die een beperkte levensverwachting hebben (meestal niet langer dan 3 maanden, tenzij er gegronde redenen zijn) - met een complexe problematiek zowel op fysisch, psychisch, psycho-sociaal of spiritueel vlak - om de behandeling van pijn en andere ongemakken op punt te stellen - om de zorgverleners of mantelzorgers thuis te helpen als zij de zorg even niet meer aankunnen
15
1.7.
Opnameprocedure
Patiënten komen op de afdeling terecht vanuit verschillende settings. Meestal gebeurt er in eerste instantie een telefonische aanvraag vanuit de thuissituatie, of vanuit het ziekenhuis. In de thuissituatie kan dit zijn door de patiënt zelf of door zijn familie. De aanvraag kan ook vanuit het Palliatief netwerk, door de huisarts of andere hulpverleners gebeuren. Als de aanvraag vanuit het ziekenhuis gebeurt, dan is dit meestal door het palliatief supportteam, de verpleegkundigen, de sociale dienst of de behandelende arts van de afdeling. Deze aanvraag gaat het liefst gepaard met een bezoek met een rondleiding op de eenheid. De opnameaanvraag wordt bevestigd met het invullen van het opnamedossier (zie bijlage) door de behandelende arts. - Een opname kan doorgaan, nadat er een schriftelijk aanvraagdossier op de P.E. is. De verantwoordelijke arts neemt steeds de eindbeslissing of een patiënt kan opgenomen worden. Een aanvraagdossier dient steeds volledig ingevuld te zijn met een medisch, sociaal en verpleegkundig luik. - Als patiënten, begeleid door de Palliatieve thuiszorg, owv plaatsgebrek op de eenheid, in het ziekenhuis moeten opgenomen worden, zal het PST de hoogdringendheid van opname op Ten Oever inschatten en desnoods voorrang geven op patiënten die reeds uit het ziekenhuis worden gevolgd. - Patiënten die door het PST in samenspraak met een specialist (binnen AZ Groeninge) verwezen worden naar de P.E. worden naar dringendheid gerangschikt door de collega’s van het PST. - Bij aanvragen vanuit de thuiszorg, door huisartsen of andere zorgverleners, wordt voorgesteld om de Palliatieve thuiszorg in te schakelen. Deze aanvragen krijgen niet evident voorrang. - Opname-aanvragen vanuit andere ziekenhuizen, worden chronologisch ingepast op de wachtlijst, volgens datum aankomst aanvraagdossier. - Als de levensverwachting van de patiënt heel kort is, oordeelt de doorverwijzende verpleegkundige of arts, of een opname op de P.E. nog zinvol/wenselijk en/of de transfer verantwoord is. - Een patiënt die reeds een kamer in een rusthuis heeft en toch op Ten Oever wordt opgenomen wordt wel steeds gevraagd om de kamer in het RVT niet op te zeggen. Retour naar rusthuis kan indien de patiënt er nog niet aan toe is om op de eenheid opgenomen te blijven, m.a.w. indien de levensverwachting langer dan drie maanden is, het rusthuis voor de patiënt een “thuis” is. Het PNW kan steeds ingeschakeld worden om de patiënt in het rusthuis te ondersteunen.
16
- Patiënten kunnen normaal gezien nooit in het weekend opgenomen worden. - Spoedopnames (zonder aanvraagdossier) kunnen niet. - Bij de verwijzende instanties (vooral PTZ en PST) wordt zoveel mogelijk gestimuleerd om voor patiënten, waarvan vermoed wordt dat ze in de toekomst op de P.E. zullen opgenomen worden, een preventief dossier op te maken, zodat een opname, als de vraag komt, zo snel mogelijk kan geregeld worden. - Bij een reeds geplande opname en een tweede dringende opname op dezelfde dag, wordt bekeken of 2 opnames mogelijk zijn, cf bestaffing, en worden de opnames overdag verspreid. - Bij veel vrije bedden, een goede bestaffing en een wachtlijst kunnen 2 opnames op 1 dag overwogen worden. - 2 patiënten worden niet op een gemeenschappelijke kamer gelegd wanneer ze kiezen voor een kamer alleen, enkel bij goedkeuring van de patiënt wordt dit wel gedaan. Tevens in afwachting van een kamer alleen kunnen er twee patiënten samen gelegd worden. - Er zijn aparte criteria tot opname van een echtpaar op Ten Oever: Wanneer een patiënt wordt opgenomen op een éénpersoonskamer kan de partner bij de patiënt overnachten indien hij/zij dit wenst. Met het opnemen van een zorgbehoevend partner zijn we voorzichtig vanuit het oogpunt dat een bed innemen voor, en zorg geven aan een niet-palliatieve patiënt betekent dat we over één bed minder beschikken. De lengte van de wachtlijst en het al of niet ter beschikking hebben van een gemeenschappelijke kamer speelt hierin zeker een rol. We maken ook steeds de afweging of de voordelen van een gemeenschappelijke opname de nadelen ervan overstijgen. Een belangrijke factor hierin is ook de te verwachten prognose. Het moet bovendien ook op voorhand duidelijk zijn waar de zorgbehoevende partner naar toe kan na het overlijden van de palliatieve patiënt. De opname van een zorgbehoevende partner zal dus steeds individueel bekeken worden. Het is de verantwoordelijk arts die de eindbeslissing neemt.
Deze, weliswaar mondeling afgesproken criteria, zijn een leidraad. Bij alle opnameaanvragen primeert eigenlijk de aanvraag die het meest dringend is en de complexiteit van de situatie. We mogen zeker niet uit het oog verliezen dat Palliatieve een individuele zorg is, die altijd individueel moet bekeken worden. Het gezond verstand moet primeren.
17
2.
Een dag op de afdeling 06u30-06u45 06u45-11u30
Vroegdienst: 06u30 – 15u00 Overdracht nachtdienst naar vroegdienst Apotheekbriefjes binnenbrengen Verzorgingskarretjes klaarzetten Gordijnen openen, lichten aan gang/living Medicatie 8u controleren en klaarzetten/toedienen Overdracht naar onderhouds-en keukenpersoneel Ontbijtplateaus klaarmaken Op maandag eventueel overdracht van weekend naar dagverantwoordelijke Verzorging van toegewezen patiënten Bevragen van menu volgende dag Opruimen kamers/badkamer/utility Bediening van soep
11u30-12u00 12u00-15u00
Medicatie van 12u controleren en klaarzetten/toedienen middagpauze Vanaf 12u opdienen/afruimen van middagmaal Patiënten installeren voor middagrust Patiënten en familie ondersteunen
13u00-…
Overdracht naar avonddienst Verslag schrijven en dossiers invullen
12u45-13u00 13u00-… na de overdracht
Avonddienst: 12u45 – 21u00 Helpen bij het installeren van de patiënten voor de middagrust overdracht Opdienen en afruimen van koffie/thee/ijsjes…
18
Apotheek afhalen en wegbergen (taak van een D2 als die er is) Living nakijken op koffie…voor bezoekers Patiënten installeren en WH geven Patiënten en familie ondersteunen Avondmaal voorbereiden (vb. oven verwarmen) Medicatie 15u/16u/18u/20u controleren, klaarzetten en toedienen Eventueel nog kamers opruimen Avondmaal opdienen Zelf avondmaal nemen: pauze van 15’ liefst voor 18.00u Patiënten avondverzorging geven (tijdstip kan wisselen naargelang behoefte patiënt, werkdruk…) Installeren voor de nacht, laatste wisselhouding Patiënten en familie ondersteunen Dienst klaarmaken voor de nacht (lichten, gordijnen, afwasmachine…)
20u45-21u00
Dossiers invullen, verslag schrijven Overdracht naar nachtverpleegkundige
19
20u45-21u00 21u00-06u00
Nachtdienst: 20u45-06u45 Begroeting van de avondcollega’s en overdracht Buitendeuren sluiten van living, inkom en parking nadat de avondcollega’s weggegaan zijn Na overdracht de toer doen en erop letten dat nachtlichtjes branden bij de mensen die het wensen en dat de veiligheid van de patiënten verzekerd is Nazicht keuken: vaat vullen of ledigen, plateau’s klaarzetten ontbijt volgende dag Nazicht living/utility/linnenkamer/bureau Medicatie voor de volgende dag klaarzetten misschien best voor 24u zodat je daar zeker mee rond bent voor het geval er iets dringends tussenkomt/zo nodig medicatie bestellen Toer van 24u,2u,4u: nazicht pampers en de nodige zorg geven en daarna fiches invullen en eventueel nieuwe fiches aanmaken Specifieke opdrachten: op maandag: bestellen intraveneuze medicatie, alle medicatie om in te spuiten en Durogésic t.e.m. vrijdag maar wel rekening houdend met de toestand van de patiënt/op dinsdag: nazicht stock medicatie en bevestigen op plank verpleging/ op donderdag: bestellen medicatie per os t.e.m. volgende week vrijdag maar wel rekening houdend met de toestand van de patiënt + bestellen intraveneuze medicatie, alle medicatie om in te spuiten en Durogésic t.e.m. maandag/dagelijks glucose-meter updaten
Toer 06u00 06u30-06u45
Rond 5u30 de buitendeuren openen Laatste nazicht van alle patiënten Begroeting van ochtendcollega’s en overdracht geven
20
3.
Specifieke informatie
3.1.
Algemene afspraken omtrent het toeren
Dr Boel (of zijn vervangend arts) heeft vaste tijdstippen om te toeren op de afdeling; op maandagmorgen, woensdagmorgen en vrijdagnamiddag komt hij d’office langs op de afdeling. Daarbij worden alle patiënten individueel besproken en kan de behandeling desgewenst aangepast of bijgestuurd worden. Daarna gaat de arts meestal nog eens bij de patiënt langs op de kamer. Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken Op woensdagmorgen is er een multidisciplinaire patiëntenbespreking. Dit is een uitgebreide patiëntenbespreking, in aanwezigheid van de arts, hoofdverpleegkundige, verantwoordelijke verpleegkundige, psychologe, sociaal verpleegkundige en pastor. Er wordt hierbij een inventarisatie opgemaakt van de bestaande problemen bij de patiënt. Er wordt in team gezocht naar een oplossing of de meest geschikte benadering.
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling
TLC
Tender Loving Care
M+
Morfine
WH
Wisselhouding
BB
Bedbad
NPO
Niets per os
PO
Per os
SC
Subcutaan
IM
Intramusculair
IV
Intraveneus
TTS
Transdermaal 21
PAC
Port-a-cath
RK
Rooms-Katholiek
PST
Palliatief Support Team
NPZ
Netwerk Palliatieve Zorg
RT
Rectaal Toucher
OH
Onrusthekkens
4.
Het patiëntendossier
Het dossier wil informatie verlenen betreffende het zorgplan, pijn-en symptoomcontrole, psychosociale en spirituele gegevens, actuele en potentiële problemen, aandachtspunten en de dagelijkse observaties. Het dossier is een overzichtelijk werkinstrument dat de mogelijkheid biedt om tot een evaluatie te komen van de totale begeleiding. Het “goed” invullen van het dossier draagt bij tot de continuïteit van de zorgverlening. Het patiëntendossier bestaat uit: 1. Het voorblad: Het voorblad is een recto verso blad en bevat alle vaste gegevens. Het is de bedoeling om dit bij opname zoveel als mogelijk in te vullen en verder gedurende het verblijf aan te vullen. 2. Het medicatieblad: Hierop wordt alle medicatie genoteerd. Er wordt een onderverdeling gemaakt volgens de toedieningswijze: per os of rectaal, transdermaal, IV, IM, SC, infuus. Medicatie in de vorm van comprimés wordt in het blauw genoteerd, siropen in het groen en de pijnmedicatie in het rood. We proberen ook steeds de startdatum in te vullen.
22
De medicatie die mag toegediend worden in acute situaties wordt genoteerd onder de rubriek “staande orders”. De toe te dienen medicatie wordt telkens genoteerd in de kolom van het toedieningsuur, met de vermelding van de voorgeschreven dosis. Bij toediening wordt ze geparafeerd door de verpleegkundige, bij niet-inname wordt ze omcirkeld. 3. Zorgenblad 1: Het zorgenblad 1 laat een beschrijving van de nodige zorgen toe. 1)Hygiëne: * Welke zorgen, bedbad, lavabo, bad, douche. Daartoe dien je ook een score in te vullen aan de hand van verpleegkundige hulp die nodig is tot een goede zorg. * Bij dit item zijn ook volgende zorgen toegekend: mondzorg, dagkledij, GVO, communicatie (gehoorapparaat, bril, lenzen, papier, pc, bord, braille) 2)Mobiliteit: * Installeren: bijv. geriatrische zetel, zelfzorg, begeleiding 1 vpk, 2 vpk, lift. * Verplaatsen: met begeleiding, volledige hulp, lift. 3)Uitscheiding: * Er wordt bijgeschreven wanneer een bepaalde zorg wordt/werd uitgevoerd bijv. urinezak vernieuwen wekelijks op donderdag. 4) Voeding: * Eet de patiënt op zijn kamer of in de living. Is er hulp nodig, zijn er slikstoornissen, indikken vocht nodig,… Het zorgplan 1 heeft eveneens een schema terug van decubitus preventie. De nortonscore wordt hierbij minimum 1 maal per week bepaald en o.a. opgegeven als we een alternating matras aanbrengen bij de patiënt. Bij het item wisselhouding noteren we dagelijks, op het respectievelijke uur van het geven van de wisselhouding. De bedoeling is minimum om de 4u wisselhouding te geven. 23
4. Zorgenblad 2: Dit omvat o.a. een heel belangrijk item, namelijk opvang emoties. We noteren hier of het gaat om een basis ondersteuning, een gerichte ondersteuning, of een emotioneel crisis begeleiden. Onze actie bestaat dan ook meestal uit het aanbrengen van aanwezigheid, rust, kalmte, moed, in waarheid omgaan. We moeten ook duidelijk angst, droefheid, agressie, euforie erkennen en bespreekbaar stellen naar patiënt en/of familie. Op de keerzijde vinden we wondzorg 2 waar de al dan niet aanwezige wonden en hun bijhorende verzorging kunnen uitgeschreven worden. Deze worden dan tevens dagelijks geëvalueerd. 5. Het blad met probleemomschrijving (individueel zorgplan blad): Dit blad is een probleemoplossende denk-en werkmethode, m.a.w. een logisch raamwerk, een soort stramien waarop het verpleegkundig handelen kan worden gebaseerd voor deskundige hulpverlening. Deze probleemomschrijving wordt gehanteerd en geëvalueerd tijdens de patiëntenbespreking op maandag. Doel van deze fase is het kunnen identificeren van zowel aanwezige (actuele) als nietaanwezige (potentiële) problemen, een verantwoorde keuze kunnen maken tussen verschillende mogelijke interventies en het kunnen evalueren van het verwachte, al dan niet bereikte resultaat. Het wordt ingevuld door de verantwoordelijke verpleegkundige bij het begin van de opname en ten laatste tegen de eerste patiëntenbespreking. Het plannen van de actie is het uitwerken welke actie men kiest voor “welk probleem”. Acties moeten duidelijk omschreven worden. Aan de keerzijde van dit blad noteren we onze observaties i.v.m. parameters zoals urine, stoelgang en doen we tevens aan symptoomcontrole (ongemakken zoals pijn, nausea, braken, verwardheid, worden geobserveerd en krijgen een score toegekend van 0 tot 4 – 0=niet aanwezig, 1=licht aanwezig, 2= matig aanwezig, 3=sterk aanwezig, 4= ondraaglijk aanwezig). Het effect van de pijnmedicatie moet hierop terug te vinden zijn. Deze effectmeting is noodzakelijk waarddor iedereen een duidelijk overzicht krijgt betreffende de uitwerking van de medicatie. Aan de hand van deze informatie kan Dr Boel op een gerichte wijze de medicatie aanpassen teneinde het comfort van de patiënt te verhogen.
24
6. Het blad verslag: Hierop noteert de dagdienst (in het blauw) en de nachtdienst (in het groen) de observaties en/of gevoelens van de patiënt en zijn omgeving. Antwoord op acute vragen van de nachtdienst worden beantwoord in het rood. We streven zoveel mogelijk naar kernachtige verslaggeving. Deze wordt voorgelezen op de momenten van overdracht: het nachtverslag tijdens de overdracht om 6u30 en om 13u15, het dagverslag tijdens de overdracht om 13u15 en 20u45. De bladen verslag worden losbladig aangevuld. Verslagen ouder dan één week worden verzameld in de dossierlade. 7. Het blad psycho-sociaal verslag: Hierop worden de observaties of informatie aangaande de psycho-sociale toestand of begeleiding van de patiënt genoteerd.
25
5.
Procedures
5.1.
De meest voorkomende onderzoeken
Op een palliatieve eenheid wordt er geen therapeutische behandeling meer ingesteld, enkel en alleen comforttherapie of palliatieve behandeling dit in grote tegenstelling met het acute ziekenhuis waar men tot aan de dood doorgaat met hardnekkige therapieën en onderzoeken.
5.2.
De meest voorkomende ingrepen
Gebeuren slechts uitzonderlijk en dan altijd in het kader van een optimale pijn-en comforttherapie.
5.3.
De meest voorkomende materialen -
5.4.
Subcutane pijnpompen (graseby) Intraveneuze pijnpompen (asena) Repose-matrassen Anti-decubitusmatrassen (Esri) Aspiratie-materiaal
De meest voorkomende technieken -
Subcutane pijnpomp plaatsen Inspuitingen subcutaan, intramusculair, intraveneus Centrale catheter plaatsen Blaassondage Maagsondage Ascitespunctie Zuurstoftherapie Aspiratie Ademhalingstechnieken en kinesitherapie (door een kinesist) Technieken in het kader van het uiterlijk welbevinden van de patiënt: hand-en voetverzorging, haarverzorging, massages
26
5.5.
De meest voorkomende zorgvragen
Globaal kunnen we stellen dat er drie soorten vragen aan bod kunnen komen bij een palliatieve patiënt: 1) Vragen op lichamelijk vlak (buitenkant): wat heb ik? wat is de uitslag van het onderzoek? Het gaat om objectief vast te stellen zaken. 2) Vragen m.b.t. beleving, verwerking (binnenkant): angst, onzekerheid, ontreddering: hoe verwerk ik dat nieuws? hoe pak ik de ziekte aan? hoe reageren mijn partner en kinderen? Het gaat vooral om gevoelens en beleving. 3) Diepere vragen naar betekenis en zin: waarom lig ik hier? waarom ik? Het is niet onze taak een pasklaar antwoord te geven maar vooral door onze aanwezigheid het antwoord te zijn: hoe benader ik de zieke? hoe ga ik met hem om? hoe ben ik hem nabij? zijn mijn optreden en aanwezigheid bevrijdend of juist bedreigend? is mijn optreden zakelijk, koel, nuchter en gevoelloos of juist warm en meelevend? ben ik de ander zo nabij dat ik door mijn aanwezigheid een sfeer kan scheppen waardoor de ander zich veilig kan voelen om zijn gevoelens en vragen te uiten?
27
kan ik hem de ruimte bieden waarin hij zichzelf mag zijn? ben ik als verpleegkundige bereid een klaagmuur te zijn om uiteindelijk een steunmuur te worden? Het gaat niet over extra tijd maar wel over de manier van aanwezig zijn! Verlenen van zorg aan lichaam en ziel wanneer de dood nabij is, vereist zoveel meer dan elementaire lichamelijke verzorging (voeden en wassen) en onderzoeken en procedures bieden. Het gaat om het creëren van een liefdevolle atmosfeer waarin zowel de patiënt als de familie zich welkom en getroost voelen en zij veilig hun kwetsbaarheid kunnen tonen.
6.
Patiëntenvoorlichting
Het is belangrijk dat de patiënten en hun familie goed zijn ingelicht over hoe het er op een Palliatieve eenheid aan toe gaat. Wanneer een opname overwogen wordt, is het daarom goed dat de patiënt (of iemand uit zijn naaste omgeving) eerst eens een bezoek brengt aan de eenheid. Zo kan men kennismaken met de eenheid en kunnen wij ingaan op eventuele vragen of onduidelijkheden. Daarnaast beschikken wij ook over een eigen folder en een DVD.
28
7.
Communicatie
7.1.
Telefonie
7.1.1.
Afdelingsgerelateerde nummers
- Artsen: Dr Boel 3041 Dr Budiharto 3043 Dr Hooft 3052 - Kris Lemiegre (sociaal vpk) 6861 - Netwerk Palliatieve Zorg 6950 - Palliatief Support Team: Heidi 6930 Wim 6935 Kathleen 6933 Liselot 6932 Inge 6932 - Mortuarium campus Reepkaai 6970 - Receptie campus Reepkaai 6240 - Centrale opnameplanning 6250 - Technische dienst campus Reepkaai 5728/5700 - Dienst zingeving en spiritualiteit: Liva Nollet 6806 Donaat Dumon: 6804 Centraal wachtnummer: 0474/890232 - Moreel consulent: Paul D’Haene 6810 - Apotheek 5032 (wacht weekend 9333) - Helpdesk informatica 6640 - Call Center 6363
7.1.2.
Noodnummers - Brand - Interne MUG - Security
9977 9999 9966
29
7.2.
Informatica (IT)
Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’ s en een laptop. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik:
7.3.
EPD (= elektronisch patiëntendossier) Cyberlab (elektronisch labovoorschrift) Intranet
Buizenpost
De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen kunnen gespaard worden. Dit kan zijn: labostalen, onderzoeksaanvragen, formulieren voor de receptie, … De lijst met nummers bevindt zich aan de buizenpost. Enkele aandachtspunten hierbij:
Hulzen goed sluiten voor het verzenden Maximum 1 kg per huls Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming Alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje) Nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar (ontvanger niet altijd gekend)
30
7.4.
Interne communicatie
Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar:
Opnamemap aanvraagdossiers patiënten (effectief en preventief) Rode map met patiëntentoewijzing Nieuwsbrieven Verslagen werkoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen Boek verlofaanvragen Verschillende proceduremappen Lijst met contactgegevens personeel Twee infoborden in bureau en vergaderzaal: algemene informatie ziekenhuisgerelateerd + varia: overlijdensberichten, interne en externe bijscholingen,… Patiëntenoverdracht bij aanvang van iedere shift Intranet: ziekenhuisbreed
31
8.
Personeelsinformatie
8.1.
Dienstrooster Op onze afdeling werken we met een 8-wekensysteem (= roulement) dat telkenmale terugkomt. Er wordt gewerkt in 4u, 6u, 8u of in combinatie. Tijdens het weekend wordt steeds in 8u gewerkt. Het dienstrooster moet een evenwichtige spreiding van de bestaffing en continuïteit garanderen. Het wordt opgemaakt conform de arbeidswet waarvan de belangrijkste punten zijn: Minstens 11 uur tussen 2 opeenvolgende shiften; Een ononderbroken rust van minstens 35 uur binnen de 6 dagen volgend op een werkweekend; Maximaal 50 uren per week presteren. Bij de opmaak van het dienstrooster wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met individuele noden. Het dienstrooster wordt in principe jaarlijks in september herschikt naargelang de nood. Voor de verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand. Als basis voor het uurrooster wordt het dienstrooster gebruikt. Bij het opmaken wordt rekening gehouden met geplande of aangevraagde afwezigheden etc. Om de continuïteit op dienst te verzekeren zijn dus aanpassingen per maand noodzakelijk. Ook de arbeidswet moet gerespecteerd blijven. 7 FTE overdag is de minimumbestaffing op weekdagen. 6 FTE overdag is de minimumbestaffing op WE en feestdagen. Indien bij het opmaken van het uurrrooster een vrije dag uit het dienstrooster wordt omgezet in een werkdag, wordt het betrokken personeelslid zoveel mogelijk vooraf gecontacteerd. Wijziging van uurshift wordt niet vooraf meegedeeld behalve indien het een nachtdienst betreft.
32
8.2.
Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opgenomen in de PEP-registratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
8.3.
Verlof De algemene richtlijnen binnen AZ Groeninge worden toegepast. Verder gelden de vroeger gemaakte afspraken: Voor wie recht heeft op een fulltime verlof van 200u, geldt dat: min.7 dagen opgenomen worden voor eind juni waarvan min.3 dagen voor eind maart max. 5 dagen verlof overblijven na eind september (uitgezonderd hoofdverlof na september) Voor wie recht heeft op een 3/4de verlof van 150 u, geldt dat: min. 42u opgenomen worden voor eind juni waarvan min. 18u voor eind maart max.30u verlof overblijven na eind september (uitgezonderd id) Voor wie recht heeft op een ½ verlof van 100 u, geldt dat: min. 28u opgenomen worden voor eind juni waarvan min. 12u voor eind maart max. 20u verlof overblijven na eind september (uitgezonderd id) Voor andere jobtimes en nachtdiensten, gelden dezelfde verhoudingen. Indienen verlofplanning: vlgs richtlijn AZGroeninge. Bij gebrek aan een planning van de verlofdagen (die voor eind maart en eind juni opgenomen moeten worden), worden de verlofdagen ingevuld à rato van 1 BV/maand volgens jobtime. 33
Alle verlof dient opgenomen te worden voor 15/12 (uitgezonderd voor de fulltimers die tussen kerst en Nieuwjaar nog max 1 BV mogen plannen) In juli en augustus is een ononderbroken afwezigheid van 21 à 23 dagen het maximum. Indien de weekendbestaffing in juli en augustus moeilijk te regelen valt, kan aan de ¾ diensten die slechts 3 op 8 WE’s werken,gevraagd worden om een weekend extra te werken. De recup van dit extra gewerkte weekend wordt op een weekdag gezet, tenzij er een weekend van overbestaffing zou volgen. Afspraak schoolvakanties (krokus-,paas-,herfstvakantie):???
Mogelijk voorstel: maximum 50% van wat je in die vakantie op weekdagen moet werken met een limiet van 2 dagen (korte vakantie) en 3 dagen (paasvakantie), (uitgezonderd indien dit ook het hoofdverlof is) Wie meer dagen wenst vrij te zijn , zoekt wisselaar Vb: -iemand moet in de paasvakantie 8 weekdagen werken- hij kan maximaal slechts 3 dagen BV opnemen, -Iemand moet in de krokusvakantie slechts 2 weekdagen werken- hij kan slechts 1 BV opnemen (50%)
8.4.
Ruilen van shift of verlofdagen Aanvragen voor uurshift wijziging (Bvb vroegdienst aanvragen als je avond hebt) worden niet weerhouden, uitgezonderd bij verplichte bijscholingen. Onderlinge wissels worden geregeld in samenspraak met de hoofdverpleegkundige/dagverantwoordelijke, die ervoor zorgt dat de continuïteit op dienst behouden blijft. Er moet ook een formulier van ‘onderling akkoord’ door beide wisselaars ondertekend worden.
34
8.5.
Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige. Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
8.6.
Vorming
Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. Wie houder is van een bijzondere beroepstitel intensieve zorgen & spoedgevallenzorg dient 15 uur per kalenderjaar te volgen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden.De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Hij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt. De gehele procedure rond opleiding vindt U terug in het procedureboek. 35
8.7.
Functioneringsgesprek
Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het functioneringsgesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder makkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
36
9.
Aandachtspunten
9.1.
Opvang van patiënt en familie
Een opname op de palliatieve eenheid gaat gepaard met heel veel emoties en gevoelens: angst, onzekerheid, onrust, verdriet, opstandigheid, kwaad zijn, … Verpleegkundigen op onze afdeling dienen veel aandacht te besteden aan dit aspect van de zorgverlening en moeten op een professionele manier kunnen omgang met deze gevoelens. Hiervoor kunnen we beroep doen op de ondersteuning van een multidisciplinair team zoals psychologe, sociaal verpleegkundige, dienst zingeving en spiritualiteit, … Natuurlijk is het heel belangrijk dat we in moeilijke situaties ook kunnen terugvallen op de steun van de collega’ s.
9.2.
Identificatie van de patiënt
De patiënt draagt steeds een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal een nieuw bandje aangevraagd worden.
9.3.
Dagelijkse controle van de apotheek
Dagelijkse controle apotheek - controle of de meegegeven medicatie klopt met het medicatievoorschrift - de medicatie wegsteken ofwel in de reserve ofwel in het persoonlijk medicatiebakje van de patiënt Wekelijkse controle stock medicatie - elke dinsdag van de week controleert de nachtdienst de stock en wordt alles genoteerd op de daarvoor bestemde stocklijst. De ingevulde lijst wordt dan nog eens nagekeken door de hoofdverpleegkundige. - indien er tekorten zijn die de nachtverpleegkundige zelf kan achterhalen, dan mag zij deze tekorten wegwerken. - indien er tekorten zijn die de nachtverpleegkundige niet kan achterhalen, dan wordt dit gemeld aan de hoofdverpleegkundige.
37
10.
Onze vertaling van de Palliatieve basisprincipes
Wij streven ernaar om de basisprincipes van palliatieve zorg te hanteren in onze zorgverlening. 1.Palliatieve zorg als actieve totaalzorg Vaak hebben mensen het idee dat palliatieve zorg zeer berustend, passief is. Dat er behalve het wachten op de dood en het toedienen van de allernoodzakelijkste zorg, eigenlijk niets meer kan gedaan worden… Iedere keer opnieuw is het een uitdaging om de tijd die nog rest bij een palliatieve patiënt zo zinvol mogelijk in te vullen. En dat is niet altijd zo evident… . Vaak worden we als hulpverlener geconfronteerd met veel fysische en psychische beperkingen. Een goede pijn-en symptoomcontrole is van primordiaal belang. Op onze eenheid vertrekken we niet alleen vanuit de medische pathologie : het accent ligt vooral op de totale zorg voor de mens, de zorg is meer “zieke” gericht dan “ziekte” gericht. De patiënt ontvangt er een actieve totaal-zorg met als hoofddoel zijn levenskwaliteit te optimaliseren. Tevens wordt er heel veel aandacht gegeven aan de opvang en begeleiding van familieleden en naastbestaanden: zij worden maximaal ingeschakeld in de directe zorg. Indien gewenst kunnen zij blijven overnachten op de eenheid. Op de eenheid hanteren we een verzorgingsmodel waarbij de ziekte zoveel als mogelijk inspraak en beslissingsrecht krijgt toegewezen. Vandaar dat er geen vaste tijdstippen zijn voor verzorging,maaltijden, bezoek,… . Het toepassen van een dergelijk zorgmodel impliceert dat er meer tijd, geduld en aandacht van het personeel moet zijn. Vandaar dat de eenheid een hogere personeelsbezetting kent. Zo is er meer tijd voor het uitvoeren van de zorg en kan de zorg soepeler en individueel aangepast verlopen. De fysische, psychische, sociale en spirituele lagen van het mens-zijn, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een patiënt wordt niet goed verzorgd wanneer hij alleen maar lichamelijke zorg krijgt, hoe professioneel die ook wordt toegediend. Eén van de meest terugkerende problemen, wanneer pijn en andere fysische ongemakken op punt zijn gesteld, is het verlies van zelfstandigheid. Het vergt veel creativiteit, vindingrijkheid, een groot empathisch vermogen, maar vooral tijd, om dan samen met de patiënt en zijn directe omgeving te zoeken hoe met die toenemende afhankelijkheid kan worden omgegaan… . Het is belangrijk dat we beseffen dat blijvend hulp moeten krijgen nooit went, dat het altijd een inbreuk blijft op de privacy en het zelfwaarde gevoel van een mens. 38
Een dergelijke benadering vraagt veel tijd. Daarom is het jammer dat sommige patiënten te kort op de afdeling verblijven, en dat ze vaak te laat worden doorverwezen. Een verblijf van een aantal weken tot een paar maanden geeft aan de patiënt, zijn naastbestaanden en aan het team optimale kansen om van die tijd nog een zinvolle tijd te maken. Als de patiënt nog niet stervend is, kan hij samen met familie en vrienden nog wat genieten van mooie momenten. Er is dan ook nog tijd om af te ronden, de balans op te maken, bepaalde zaken af te werken: hetzij relationeel, financieel of spiritueel. Verblijft de patiënt te lang op de eenheid dan heeft dit ook nadelen. Voor de patiënt zelf is het confronterend om zoveel mede patiënten te zien sterven. Tenslotte gaat het binnen palliatieve zorg meestal niet om grootse dingen: heel vaak zijn het de kleine dingen die voor de patiënt heel belangrijk zijn: het kunnen uitslapen, niet wakker gemaakt worden om 6u30 voor het plaatsen van een thermometer, het tijdstip van de maaltijd zelf kunnen kiezen, gewassen worden wanneer en als je het wilt, bezoek op alle mogelijke tijdstippen van de dag, je huisdier terug op de kamer hebben: dit zijn maar enkele voorbeelden van kleine dingen die voor een patiënt o zo belangrijk zijn.
2. De dood bespreekbaar stellen Een opname op de eenheid kan alleen wanneer de patiënt op de hoogte is dat hij uitbehandeld is en niet meer kan genezen. In waarheid omgaan met de patiënt hoeft niet perse te betekenen dat je de zieke constant confronteert met het onafwendbare van de nakende dood. Respect voor de draagkracht van een patiënt is hierbij essentieel. In realiteit is het zo dat niet alle patiënten op de hoogte zijn van hun toestand. Maar uit ervaring hebben we geleerd dat wie terminaal ziek is zelf zeer goed aanvoelt dat er iets fundamenteels fout gaat, zelfs al heeft hij de waarheidsmededeling nog niet gekregen. Het niet in waarheid omgaan met de zieke ondermijnt de vertrouwensrelatie, en precies dat vertrouwen is essentieel om goede zorg te kunnen verlenen. Het bewust afscheid kunnen nemen is ook belangrijk voor het rouwproces van de naastbestaanden. Weten dat alles gezegd is wat moest gezegd worden, beseffen dat er ruimte was om te bedanken voor wat goed was, om vergiffenis te vragen of te geven, is van fundamenteel belang.
39
Uiteraard kan dit niet altijd, of is het een bewuste keuze van de patiënt en/of de familie om de nakende dood niet bespreekbaar te stellen. En ook dat is goed… . Het blijft de patiënt die aangeeft wat kan en wat niet.
3. Het leven niet verkorten maar ook niet verlengen Palliatieve zorg wil leven toevoegen aan de dagen, geen dagen aan het leven. Medicatie wordt alleen toegediend in functie van pijn-en symptoomcontrole, om zodoende de kwaliteit van leven te optimaliseren. In samenspraak met de patiënt en wanneer medicatie en/of totaalzorg ontoereikend zijn, kan er palliatieve sedatie worden opgestart om zodoende bepaalde refractaire symptomen te bestrijden. Parenterale voeding wordt niet opgestart, en wanneer aanwezig bij opname, meestal afgebouwd na het geven van informatie en in overleg met de patiënt. Binnen Ten Oever kan euthanasie wanneer een aantal voorwaarden zijn vervuld, los van de wettelijke bepalingen. Wel weigeren wij ons te profileren als een centrum voor euthanasie. Maar wanneer wij ervan overtuigd zijn dat alles in het werk werd gesteld om goede palliatieve zorg te bieden, en wij er niet in slagen om het lijden van de patiënt (fysisch,psychisch of spiritueel) te verhelpen, kan euthanasie een keuze zijn (uiteraard met in achtneming van alle wettelijke bepalingen).
4. Palliatieve zorg als team-work Palliatieve zorg is zo veelomvattend en vergt zo veel verschillende inzichten, dat niemand in staat is om die zorg als solist aan te bieden. Goede zorg kan alleen geboden worden door een multidisciplinair team. We werken met een multidisciplinair team met verpleegkundigen, pastor, sociaal werker, psychologe en kinesist. Het team wordt aangevuld met vrijwilligers van het Netwerk Palliatieve zorg die hiertoe een speciale opleiding kregen.
40
11.
De verschilpunten met een gewone zorgafdeling
Het stervensproces is te vergelijken met het geboorteproces, steeds is het uniek. Sterven op een palliatieve eenheid is totaal verschillend van sterven in het acute ziekenhuis omdat je nu éénmaal een SP-dienst van maximaal 10 bedden niet kan vergelijken met een acute dienst van maximaal 40 bedden. Enkele items die dit beamen: -
-
-
-
-
-
Op een PE wordt het sterven benoemd terwijl op een gewone dienst eerder het sterven verzwegen wordt, plots wordt men in een aparte kamer getrokken en als men geluk heeft is er familie aanwezig die voor zorg en omringing kan instaan. Sterven op PE wil niet noodzakelijkerwijze zeggen dat men continu “handjes vasthoudt” maar men gaat mee in het tempo van de patiënt. Sommige patiënten willen alleen zijn en het sterven alleen verwerken, anderen zijn blij dat ze erover kunnen praten en dat ze indien nodig ondersteuning kunnen krijgen. Op een PE wordt er in waarheid omgegaan, in het tempo van de patiënt en zijn familie en wordt er rekening gehouden met de draagkracht van de betrokkenen. De waarheid wordt nooit als een steen voor zijn ogen geworpen maar wordt met mondjesmaat toegediend zodat de patiënt tijd krijgt om het te verwerken en om zich aan te passen aan de steeds wisselende omstandigheden. Op een PE wordt er naar het sterven toegegroeid en wordt er rekening gehouden met de filosofische overtuiging van de patiënt. De ziekenzalving, indien gewenst, wordt niet in extremis toegediend maar wordt door de patiënt en zijn familie voorbereid uiteraard indien er voldoende tijd beschikbaar is. Meestal zien we dat dit voor de patiënt en zijn familie een zekere rust geeft. Op een PE wordt er tijd gemaakt om mee te gaan op het ritme van de patiënt, het wil niet zeggen dat ze omdat ze op een PE liggen de verschillende fases zoals ontkenning, marchanderen, agressie, depressie en aanvaarding ook niet meer meemaken, heel dikwijls zien we dat ook de patiënten bij ons hardnekkig in de ontkenning blijven steken. Op een PE wordt er overwegend gestopt met vochttoediening indien de patiënt zelf niet meer kan slikken, dit biedt het grote voordeel dat de patiënt minder belast wordt door overmatige vochttoediening. Op een PE wordt er geen enkele therapeutische behandeling meer ingesteld, enkel en alleen comforttherapie of palliatieve behandeling die in grote tegenstelling met het acute ziekenhuis waar men tot aan de dood doorgaat met hardnekkige therapieën en onderzoeken. Op een PE wordt geprobeerd een adequate pijntherapie te geven en worden de pijnscores nauwlettend opgevolgd, heel vaak zien we dat een terminale patiënt in het acute ziekenhuis geen juiste pijnbehandeling krijgt. Op een PE krijgen we de tijd om ons empathisch op te stellen met de patiënt, we kennen zijn leefwereld redelijk goed waardoor het ook eenvoudiger is om ons zo op te stellen. Op een PE kan het er ook hectisch aan toe gaan maar meestal hebben we de luxe om over tijd te beschikken om energie te steken in omgang met de patiënten. 41
-
-
Op een PE gaan we meet met de dagindeling van de patiënt in de mate van het mogelijke, dwz geen vaste tijdstippen van maaltijden toedienen, van bedbaden geven,… Op een PE zijn we meer vertrouwd met het toedienen van zorg op mondjesmaat waardoor we de krachten van de patiënt kunnen doseren want meestal is de hoofdklacht van een kankerpatiënt extreme moeheid. Op een PE hebben we meer ruimte om bezig te zijn met de familie van de patiënt, bij ons wordt er niet hals over kop afscheid genomen van de overledene, integendeel hier gaan we mee met het tempo van de naaste familie. We nemen de tijd om af te ronden, er wordt nooit halsoverkop naar het mortuarium gegaan of in zeven haasten alle spullen van de overledene bijeengeraapt om ze dan zo vlug als mogelijk aan de nabestaanden af te geven. Op een PE kunnen we de tijd nemen om de kleine ongemakken van de patiënt te zien en erop in te spelen zoals een droge mond, een mond vol korstjes of slijm, een adequaat opvolgen van de stoelgang (meestal obstipatie door het toedienen van morfine)….. Op een PE kan men rekening houden met de terminale onrust van de patiënt zonder dat hij daarom noodzakelijkerwijze wordt plat gespoten, wel is het soms nodig om palliatieve sedatie toe te dienen in extreme gevallen van terminale onrust wanneer andere middelen niet meer helpen. Fixatie van een patiënt wordt enkel toegestaan bij hoge noodzaak.
-
Op een PE wordt de familie zoveel als mogelijk betrokken in de zorg van de patiënt, indien de familie dit wenst natuurlijk. Zo wordt er steeds aangeboden om te helpen bij de lijktooi of indien dit hen te moeilijk valt mogen ze steeds aanwezig blijven tijdens het toedienen van de laatste zorg. Er wordt ook steeds navraag gedaan op welke wijze de overledene opgebaard moet worden.
-
Op een PE wordt er gestreefd om leven toe te voegen aan de dagen, er hangt geen ziekelijke sentimentaliteit, integendeel elk moment om iets te vieren wordt met beide handen aangenomen zoals bv. een verjaardag van patiënt of familielid, en communiefeest van een van de kinderen, het bezoek van zijn lievelingsdier, gezamenlijk ontbijt op een zon- of feestdag…
42
12.
Het verblijf op ten Oever
12.1.
De opname zelf
Tijdens de opname probeert de verantwoordelijke verpleegkundige, de patiënt en zijn begeleidende familie zo goed mogelijk te onthalen en te informeren. Ze neemt hierbij zeker voldoende tijd. Daarom wordt een opname het best in de voormiddag gepland. Zowel de patiënt als de familie krijgen dan voldoende tijd om zich aan te passen. Men moet er zich van bewust zijn dat het eerste contact en de eerste indrukken bepalend zijn voor de rest van het verblijf.
12.2.
Basisverpleegkundige zorg
Op de eenheid streven we ernaar om een zo goed mogelijke zorg te geven. Een goede fysieke zorg is hierbij heel belangrijk. Zorg wordt toegediend op maat: de patiënt bepaalt in de mate van het mogelijke wanneer hij verzorgd wordt. Ook wat er precies moet gebeuren, gebeurt in overleg met de patiënt. Zo kan een patiënt evengoed in de namiddag verzorgd worden, of helemaal niet indien dit zijn wens is. Uiteraard moeten hierbij soms compromissen worden gesloten tussen het wenselijke en het haalbare. We hebben aandacht voor de eigenheid van de patiënt: haartooi, nagels, kledij,… Indien gewenst kan er een bad genomen worden. Het hydro massage bad wordt door veel mensen als zeer ontspannend ervaren. In gans het proces is respect voor de intimiteit van de patiënt een sleutelbegrip. Wij moeten er ons van bewust zijn dat we binnendringen in het meest persoonlijke van de patiënt, namelijk zijn lichaam. De leefwereld van een palliatieve patiënt wordt vaak beperkt tot wat zich afspeelt in en rond zijn lichaam. Belangrijk is ook dat we aandacht hebben voor de autonomie van de patiënt. Wat hij zelf kan en wil doen moet hij ook zelf kunnen doen. Wat de maaltijden betreft, wordt er zoveel mogelijk gevraagd aan de zieke wanneer, wat en waar hij wenst te eten. De maaltijden worden met zorg voor detail opgediend en we houden zoveel mogelijk rekening met individuele wensen.
43
De maaltijden komen van de centrale keuken, en worden op het door de patiënt gewenste tijdstip opgediend, ofwel vervangen door iets anders, waar de patiënt op dat moment meer zin in heeft. Op onze afdeling is er een voorraad aan ijsjes, yoghurt, pudding, kleine bereidingen,… Mede dankzij onze vrijwilligers kunnen we de zieken een “extra” aanbieden. Naast de fysieke zorgen, hebben we respect voor het psychisch aspect van zijn bestaan. We laten de zieke zichzelf zijn en proberen aan te voelen waar hij behoefte aan heeft en wat op dat moment belangrijk is. We maken vooral tijd om te luisteren, veel eerder dan te spreken. We hebben aandacht voor zijn angsten, verdriet en zorgen en laten dit ook uitspreken. We leven met hem mee zonder daarom te vervallen in medelijden. We proberen de zieke te respecteren in de manier waarop hij zijn ziek zijn wil/kan dragen. Zieken die wensen alleen gelaten te worden, laten we zoveel mogelijk alleen. We proberen aanwezig te zijn als de nood bestaat. Dit kan ook een “stille aanwezigheid” zijn. De mensen worden “au sérieux” genomen, wat eigenlijk één van onze belangrijkste aandachtspunten is. We gaan in waarheid om met de zieke. We hebben aandacht voor zijn zorgen en vragen en proberen hieraan tegemoet te komen. Het is vaak een kwestie van aanvoelen, wat wenst de patiënt te weten, wat wenst hij uiteindelijk te horen. Vooral op het einde van het leven wordt een balans opgemaakt, soms komt veel verdriet naar boven dat moet gehoord worden. Als zorgverleners blijven we wie we zijn, wij weten ook niet alles en dat durven wij ook toegeven. We proberen de interesses van de patiënt te kennen en daaraan tegemoet te komen. Vrijwilligers hebben hier een belangrijke taak. Ze gaan soms wandelen met de zieken, luisteren naar muziek, kijken video, lezen voor, spelen gezelschapsspelletjes, zorgen voor tijdschriften. De zorgen aan de patiënt zijn vooral “zieke”-gericht en niet “ziekte”-gericht.
12.3.
De zorg voor de familie en omgeving
Als team willen we zeker ook klaarstaan voor diegenen die belangrijk zijn voor de zieke: familie, vrienden,… Er mag gesteld worden dat 50% van onze tijd en aandacht naar de patiënt gaan, en de andere 50% naar de directe omgeving van de patiënt. We proberen hen zoveel mogelijk te betrekken bij de verzorging, indien de patiënt hiermee akkoord gaat en de familie het aankan. Er wordt veel aandacht besteed aan het respecteren van de privacy van de patiënt. Eigenlijk proberen we de zieke ‘terug te geven’ aan wie hem het meest nabij is. Tijdens een ziekteproces zie je heel dikwijls hoe de familie ‘afgesneden’ wordt van de zieke, of hoe de praktische 44
zorg zo veel energie vergde dat er geen normaal contact meer mogelijk was. Als medewerkers willen wij in de kantlijn staan en hulp bieden wanneer de patiënt of familie ons nodig hebben. Het is onze bedoeling dat de zieke en familie zich thuis voelen! Palliatieve zorg betekent aandacht voor het leven. Het is niet ongewoon dat het kleinste alibi wordt gebruikt om iets te vieren: een verjaardag, het bezoek van een kleinkind dat veraf woont,… Een eenheid palliatieve zorg is zeker geen oord van alleen maar kommer en kwel.
12.4.
Einde van het verblijf
Het overlijden De meeste patiënten overlijden op de eenheid. Sommigen kunnen nog voor een langere of korte periode naar huis. Bij het overlijden wordt er veel aandacht besteed aan de familie. Zij zijn het uiteindelijk die het rouwproces moeten doormaken. Indien de familie dit wenst, mogen zij helpen bij de opbaring. Ook hier houden we zoveel mogelijk rekening met de wensen van de familie: kledij, houding, al of niet een gebed,… Er wordt zeker voldoende tijd gegeven om afscheid te nemen van de overledene, het liefst op de kamer. De overledene kan opgebaard worden in het mortuarium van het ziekenhuis of in een funerarium naar keuze. De familie blijft steeds welkom op de eenheid voor een gesprek ter ondersteuning. Wanneer na verloop van tijd blijkt dat iemand blijft vastzitten in een rouwproces waardoor zijn normaal functioneren wordt belemmerd, dan wordt hij/zij de raad gegeven contact op te nemen met het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen. Een daartoe opgeleid iemand kan dan verder ondersteuning aanbieden. Ongeveer een maand na het overlijden wordt de familie uitgenodigd op een bemoedigingsmoment. Met een aangepaste tekst en een stukje muziek denken we terug aan de overledene, en wordt de gelegenheid geboden om hun verhaal en verdriet met ons te delen. De familie krijgt een blijk van herdenking 1 jaar na overlijden.
45
Terug naar huis of rusthuis Sommige patiënten komen tijdelijk naar de palliatieve eenheid, ter ontlasting van de thuissituatie of voor de op puntstelling van medicatie voor pijn of andere ongemakken. Bij het ontslag wordt er in overleg met alle betrokkenen gezorgd voor een zo goed mogelijke omkadering. Het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen speelt hierbij een belangrijke rol. Indien zij nog geen partner in de zorg waren, wordt hun werking voorgesteld aan de familie. Verwijzing Het komt voor dat de gezondheidstoestand van de patiënt zich stabiliseert en een verblijf op Ten Oever niet langer aangewezen is. Als de patiënt niet meer naar zijn vroegere verblijfplaats terug kan, wordt er in samenspraak met de sociaal verpleegkundige, patiënt en familie uitgekeken naar een aangepast verblijf. Niettegenstaande een zorgvuldige intakeprocedure, worden we soms geconfronteerd met opnames van patiënten waarvoor de palliatieve eenheid niet de geschikte of een voorbarige verblijfplaats is. Ook voor deze patiënten wordt er uitgekeken naar een aangepast verblijf.
13.
Rouwzorg
De bemoedigingsmomenten Het organiseren van een bemoedigingsmoment is sinds 1999 een traditie in “Ten Oever”. Een aantal maanden na de dood van een geliefde willen wij de kans bieden aan nabestaanden van overleden patiënten om samen met lotgenoten, personeelsleden en vrijwilligers even de tijd te nemen om stil te staan bij het verdriet, de onmacht en het gemis die zij ervaren. Het bemoedigingsmoment bestaat uit 2 delen: een formeel en een informeel gedeelte. Tijdens het formele moment wordt de overledene herdacht zoals wij hem/haar gekend hebben met muziek en aangepaste teksten. Zo wordt er voor iedere overledene een tekst voorgelezen, opgesteld door iemand van het personeel. Heel vaak wordt in deze tekst ook de familie geëerd voor de nabijheid aan hun familielid op het laatste stukje weg. Soms is het een pijnlijke confrontatie met het gemis, het verlies. Maar tegelijkertijd creëert het de kans om gevoelens te bespreken en zo wat rust te vinden.
46
Vaak is het ook een “ventilatiemoment”: vragen kunnen nog gesteld worden, anekdotes worden opgehaald, onduidelijkheden worden verhelderd… In het herdenken en eren van de overledene, in het erkennen van diep verdriet, zit de basis voor het terugvinden van draagkracht en levensmoed. Het bemoedigingsmoment is pluralistisch opgevat: er is ruimte voor iedere religieuze of levensbeschouwelijke opvatting. Daardoor wordt het, zowel door gelovigen als niet-gelovigen als zinvol ervaren. Ongemerkt zijn er een aantal rituelen ontstaan, die steeds terugkomen en door de deelnemers als zinvol worden ervaren: de symboliek van het licht, het voorlezen van de persoonlijke teksten… De deelnemers krijgen ook de kans om zelf actief iets in te brengen: het meebrengen van muziek, het voorlezen van een tekst… Het formele gedeelte van het “ontmoetingsmoment” duurt slechts een uur, maar steeds weer valt op hoe vlug er een gevoel van “gemeenschap” ontstaat. Ook voor het personeel en de vrijwilligers van de afdeling kan het ontmoetingsmoment een afronding zijn van een intense samenwerking: in de laatste levensdagen worden soms zeer intense momenten gedeeld. Na het overlijden is er geen contact meer met de familie, het ontmoetingsmoment biedt de kans om de familie nog eens terug te zien en afscheid te nemen. De organisatie van de bemoedigingsmomenten gebeurt door een aantal personeelsleden die zich hiervoor engageren. Zij zorgen voor het versturen van de uitnodiging, het samenstellen van de teksten, het zoeken naar gepaste muziek, het klaarzetten van de zaal. Op de avond zelf wordt er beroep gedaan op personeel en vrijwilligers om de familieleden op te vangen en te helpen bij het informele moment. Er wordt gevraagd aan ieder personeelslid om minimaal éénmaal per jaar deel te nemen aan een bemoedigingsmoment. Het bemoedigingsmoment is een waardevol en eigenlijk onmisbaar onderdeel geworden van de zorg die geboden wordt op Ten Oever. De tijd die hierin wordt geïnvesteerd wordt dan ook effectief beschouwd als werktijd.
47
Hoe gaat dit nu concreet in zijn werk? Het doel van deze bemoedigingsmomenten is familieleden, vrienden… van de overleden patiënten uitnodigen, ongeveer 6 weken na overlijden om nog eens stil te staan bij de herinnering aan de overleden patiënt, om tot rust te komen bij wat muziek, teksten, symbolen… maar vooral om de “rouwenden” te ontmoeten en hun de kans te geven hun “verhaal” te vertellen. Direct na het overlijden wordt een tekstje gemaakt over de “manier van overlijden” door de persoon die hierbij aanwezig was. Daar staat vooral in hoe de persoon gestorven is, in het bijzijn van wie… en heeft het hoofdzakelijk tot doel de afwezige collega’s en vrijwilligers informatie te geven over het stervensgebeuren. Deze tekst wordt dan in de vergaderzaal gezet. Enkele dagen later, liefst niet langer dan 1 week na overlijden, wordt dan door een verpleegkundige of vrijwilliger die de persoon goed gekend heeft en zich daartoe geroepen voelt een tekst geschreven die niet gaat over het overlijden maar wel over het karakter, de eigenheden, anekdotes… van de persoon gedurende zijn/haar verblijf op de eenheid. Deze tekst wordt dan netjes op een kaartje overgeschreven door de mensen van de werkgroep en het wordt dan afgegeven aan de familie tijdens het bemoedigingsmoment. Dit kaartje heeft dus een erg sentimentele en gevoelige waarde voor de familie. We proberen ook zoveel als mogelijk de overlijdensberichten te beantwoorden. Alle “documenten” van de overledene worden zorgvuldig in een mapje bewaard per patiënt en worden bijgehouden in een grotere klasseur die in de kast in de vergaderzaal zit. Dit omvat o.a. het geschrevene overlijdenstekstje, het tekstje voor op het kaartje van het bemoedigingsmoment, het overlijdensbericht, eventuele bedankingskaartjes… Een jaar na overlijden wordt er nog een herdenkingskaartje gestuurd naar de contactpersoon van de overledene. Vandaar het grote belang van het noteren van het juiste adres + relatie tot de patiënt in het schrift van opname en/of dossier van de patiënt. Er wordt een lijst bijgehouden van alle overledenen, hun contactpersonen + adres + telefoonnummers en die lijst wordt dan gebruikt om de nabestaanden uit te nodigen voor het bemoedigingsmoment. Er wordt eveneens een lijst bijgehouden met daarop de naam van de overledene, zijn kamernummer en zijn overlijdensdatum en met een open plaats voor degene die zich geroepen voelt om het tekstje voor het bemoedigingsmoment te schrijven. Die lijst “wie schrijft een tekstje voor” hangt steeds uit op het prikbord en wordt steeds aangevuld door de collega die het overlijden meemaakt zodat er niemand vergeten wordt. Na elk bemoedigingsmoment starten we een nieuwe lijst. 48
We nodigen de contactpersonen van de overledenen uit via een uitnodigingsbrief die een 2-tal weken voor het bemoedingingsmoment wordt verstuurd. Vanaf dan ligt de “uitnodigingslijst” op de desk en vragen we aan de verpleegkundige die een telefoon krijgt voor aanwezigheid van familie op het bemoedigingsmoment dat ook op die lijst aan te duiden zodat alle misverstanden kunnen uitgesloten worden. De mensen verantwoordelijk voor het bemoedigingsmoment komen 1 uur voor het begin samen om alles klaar te zetten en om afspraken te kunnen maken omtrent de teksten zodat alles vlot verloopt. Wij krijgen meestal hulp van vrijwilligers wat zeer interessant is vooral voor de opvang van de families na het eerste deel van het bemoedigingsmoment, dus tijdens de babbel met de koffie.
14.
Aromatherapie
Oorsprong De aromatherapie zoals die tegenwoordig wordt beoefend, heeft wortels in de oudheid, toen aromatische kruiden en essences als genees-en schoonheidsmiddelen, als parfum en ook als reukoffers gebruikt werden. Vandaag de dag is aromatherapie nog steeds in ontwikkeling. De wijze waarop kruiden werden klaargemaakt in bv. het oude Egypte, werd door de eeuwen heen verbeterd en verfijnd. De telers van de 21ste eeuw halen de etherische oliën uit bladeren, bloemen, twijgen, vruchten en wortels van diverse planten. Ze moeten de plant op het juiste moment oogsten om een maximale opbrengst te verkrijgen. De oliën worden gewonnen door distillatie, uitpersing of extractie. Ze komen uit alle delen van de wereld. De invloed van aroma op de mens in het algemeen Veel etherische oliën hebben een gunstige invloed op bepaalde lichamelijke aandoeningen. Aromatherapie kan ook helpen om geestelijke en emotionele problemen bij te sturen of te beïnvloeden. Al verhelpen ze de kwaal niet, ze geven toch verlichting.
49
Wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat etherische oliën op verschillende manieren in het bloed kunnen terechtkomen. 1) Door rechtstreekse opname: inname via de mond. Deze manier wordt op de eenheid niet toegepast. 2) Via de huid: massages, wondverzorging, baden, kompressen en verbanden. 3) Via de luchtwegen: op deze manier is er niet alleen een goede invloed op de luchtwegen, maar werken de etherische oliën ook op de emoties en gevoelens. In de jachtige wereld waarin we leven speelt aromatherapie een steeds grotere rol. Het gebruik van etherische oliën thuis, in zieken-en verzorgingstehuizen, op school, vliegveld en werkplek neemt sterk toe. In moderne gebouwen met centrale verwarming en airco die vaak droge lucht met zich meebrengt en ziektekiemen kan bevatten, kunnen etherische oliën een ontsmettende werking hebben. De invloed van aroma op de Palliatieve Eenheid De belangrijkste betrachting is komfortzorg! Etherische oliën worden op de palliatieve eenheid hoofdzakelijk aangewend om een gevoel van welbehagen te creëren. Zwaar zieke en terminale mensen kunnen door het aanbieden van etherische oliën nog genieten en een zekere rust vinden, wanneer andere ontspanningsmogelijkheden zoals muziek beluisteren, lezen enTV kijken geen soelaas meer bieden of als te belastend worden ervaren. Het vinden van de juiste geur speelt hierbij een belangrijke rol. De geur die door de patiënt als aangenaam wordt ervaren, zal over het algemeen de juiste keuze zijn. Aangename geuren roepen ook aangename herinneringen op die rustgevend kunnen zijn. De juiste geur bij de juiste persoon kan op verschillende manieren aangeboden worden: 1) verdampen: door gebruik van enkele druppels etherische olie op een aromasteentje of aromastreamer. 2) massage: hierbij wordt de etherische olie opgelost in een draagolie zoals amandelolie. 3) baden: de etherische olie wordt hier opgelost in een neutrale badolie, zuivere honing (bio), soms in volle melk, alvorens in het badwater te worden gebracht. Zoniet blijft de etherische olie op het water drijven, kunnen zich huidirritaties voordoen en wordt de etherische olie minder geabsorbeerd. Naast komfortzorg kan aromatherapie ook zorgen dat een zeker therapeutisch effect bekomen wordt. Hierbij wordt meer de nadruk gelegd op de specifieke eigenschappen van een bepaalde etherische olie zoals bv. jeukbestrijding en of wondheling. Ook bij het behandelen van droge en broze huid kunnen de juiste etherische oliën zeer nuttig zijn.
50
We mogen niet uit het oog verliezen dat terminaal zieke patiënten doorgaans gevoeliger zijn voor zintuiglijke indrukken dan gezonde mensen. Ook de geurindrukken worden scherper waargenomen zodat een kleine dosis etherische olie reeds voldoende kan zijn. Palliatieve patiënten zijn zeer gevoelig voor geurtrillingen; veel gevoeliger dan de omgeving merkt. Ze zijn zeer ontvankelijk voor de geurtaal. We gaan dus het best zeer subtiel om met de hoeveelheden etherische olie die we gebruiken. Enkele praktische voorbeelden van aromatherapie op de Palliatieve Eenheid -
-
-
-
Op de palliatieve eenheid wordt bij geurhinder etherische olie gebruikt in plaats van spuitbussen die ook lekker ruiken, maar meestal een chemische inhoud hebben. Meestal gebruiken we hier lemongrass dat een frisse citroenachtige geur afgeeft en ook een ontsmettende werking heeft. Ook pompelmoes of lavendel zijn hiervoor uitstekend geschikt. Bij heel onaangename en moeilijk weg te werken geurhinder is eucalyptus een topper. Op stomazakjes of een slecht ruikend verband helpt één druppel lavendel zeer goed. Veel oudere mensen of patiënten die in het verleden radiotherapie ondergingen, hebben last van een droge, schilferachtige huid met jeuk. Een goede olie hiervoor is een mengeling van amandelolie met enkele druppels lavendel en geranium. De huid hiermee inwrijven of masseren wordt als aangenaam ervaren en na enkele dagen bekomt men reeds een goed resultaat. Sterke jeukklachten kunnen behandeld worden met aloë vera gel die enkele druppels atlasceder en enkele druppels pepermunt bevat. Eén enkele maal kan dit irritatie veroorzaken, maar meestal bekom je een verkoelend en jeukstillend effect. Kleine doorligwonden of ontstoken wondjes kunnen behandeld worden met een zuivere natuurhoning (bio) met etherische olie van lavendel en Tea Tree. Hiermee hebben we al meerdere gunstige resultaten bekomen. Bijna iedereen kent het effect van Eucalyptus bij verkoudheden. Verdampen van deze etherische olie kan als het ware de luchtwegen openzetten. Ook groene den en ravintsara helpen hierbij. Bij keel-en oorpijn helpt een druppel cajeput die ter hoogt van de keel of achter het oor ingewreven wordt. Gevallen van dyspnoe worden geholpen door het verdampen van spijklavendel of lavendin en witte spar. Deze etherische oliën brengen rust en verlichting. Psychische onrust, angst en nervositas kunnen benaderd worden met Australisch sandelhout of zoete sinaas. Lavendin en bergamot zijn hier ook op hun plaats. Roos kan ook verlichting brengen, maar is eerder een dure etherische olie en niet iedereen geniet ervan. Hoofdzaak is hier het vinden van de juiste geur die de patiënt onbewust linkt aan goede herinneringen uit het verleden. Ook een bad of een massage met één van deze etherische oliën kunnen rust en ontspanning brengen. Slaapproblemen, vooral inslaapproblemen, worden thans opgevangen door het gebruik van combavablad in verdamping. Hiermee werden al gunstige resultaten geboekt, vaak in combinatie met geneesmiddelen. 51
-
Bij misselijkheid kan één druppel pepermunt, zeeden, citroen of eucalyptus radiata aangebracht worden op zakdoek, mouw of hoofdkussen. Toepassingen bij het baden: een ontspannend bad met zoete sinaas, lavandin en geranium wordt meestal als heel aangenaam ervaren. een opwekkend bad met lavendin, geranium en rozemarijn of sandelhout heeft ook al zijn diensten bewezen. Belangrijk om te onthouden is dat citrussen irritaties kunnen uitlokken bij het baden, en dat het gebruik van munt een sterk verkoelend effect tot gevolg heeft. Deze etherische oliën worden dus best vermeden bij het baden.
Niet onbelangrijk om te weten is dat men steeds voorzichtig moet blijven en het gebruiken we nooit meer dan zes druppels op een aromasteen. Meestal is één druppel op hoofdkussen, mouw of zakdoek reeds voldoende. gebruikt aantal druppels etherische olie sterk moet bewaken. Zo Bereidingen worden best gemaakt door verpleegkundigen die opleiding aromatherapie volgen en daarvoor over een bepaalde deskundigheid terzake beschikken. Etherische oliën hebben de reputatie erg duur te zijn, maar dit hangt van verschillende factoren af. Zo wordt 15 ml etherische olie van roos gemaakt uit ongeveer 30.000 rozen. Dit is dan ook één van de duurste oliën. Erg goedkope etherische oliën zijn zelden betrouwbaar. Meestal gaat het om synthetisch vervaardigde geurmakers; wat hen totaal ongeschikt maakt voor aromatherapie. Ze missen de “levenskracht” die een etherische olie in zich heeft en brengen meestal hoofdpijn, irritaties of allergieën teweeg. Wees dus voorzichtig. Tenslotte Goed om weten is ook dat het gebruik van etherische oliën niet alleen door de patiënt als aangenaam wordt ervaren, maar dat het tevens een ondersteunende en behaaglijke kracht uitstraalt naar familie en zorgverlener. De familie kan betrokken worden in de keuze van de etherische olie; bv. als de patiënt zelf niet meer in staat is om een eigen keuze te maken. De etherische olie van roos kan de stervende helpen om “los te laten”, maar kan bij de familie emotie en verdriet opwekken… het begin van het verwerkingsproces. Het is daarom nuttig de familie op voorhand in te lichten dat het gebruik van roos het hart beroert… ook dat van de betrokkenen.
52
15.
Nuttige informatiebronnen
-
Website van de Federatie Palliatieve Zorg Wemmel Website van het Palliatief Netwerk Zuid-West-Vlaanderen Website AZ-Groeninge Oncodagboek via intranet AZ-Groeninge
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
53