Hurricane Exercise Marine verlaat Driehuis
10|10
Alle Hens
Alle Hens Colofon:
Coverfoto: Mensen veranderen als ze in nood verkeren en moeten vechten voor hun leven. (foto: Peter Bijpost, AVDD) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Hoofdredacteur: LTZ SD 2 OC B. Wijnandts
Mariniers op orkaankracht
Eindredacteur: LTZ 2 OC M.F. van der Maas Aan dit nummer werkten mee: LTZSD 2 OC V.J.G. Strijbosch LTZ 2OC R. de Haas-Biersteker LTZ 2 OC S.L. Bollemeijer Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet: Portaal >
4 Gevechtsinsignes
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected] Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
8
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] E-mail redactieraad:
[email protected] Internet: www.defensie.nl
Verlaten pand
20
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 11 oktober 2010.
Ogen in de lucht
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
23
28 Sport | 29 Logboek | 35 Mensen & Mutaties
Alle Hens | Oktober 2010
2
column
Beeldvorming Terwijl ik dit schrijf genieten we van enkele dagen met mooi nazomers weer. Windstil weer na een maand van veel activiteiten op het gebied van publiekscommunicatie. Op twee manieren hebben we aan de Nederlandse samenleving laten zien wat de marine in huis heeft. Na het grootse Sail Amsterdam 2010 hebben wij ons tijdens de Wereldhavendagen, begin september in Rotterdam, goed gepresenteerd aan het publiek en de civiele maritieme partners. Iets minder zichtbaar maar zeker niet onopgemerkt waren de oefeningen van de MARSOF in Vlaardingen die door de pers goed in beeld zijn gebracht. Via de reportages en beelden op YouTube kan het publiek daar getuige van zijn. De beeldvorming naar buiten is belangrijk voor Defensie. Ondanks de vele bezuinigingen hebben we nog altijd een mooi en goed product te bieden. Daar ben ik trots op en daar kunnen we met z’n allen trots op zijn. Elke dag dragen we weer bij aan de veiligheid van onze omgeving met onze eenheden en het personeel. We doen dat op alle drie de hoofdtaken van defensie. Daarbij zijn zichtbaarheid en bekendheid van de bijdrage die Defensie en de Koninklijke Marine leveren aan de maatschappij noodzakelijk om het draagvlak te behouden dat we nodig hebben.
bijdrage geleverd door de internetdocumentaire Midden in de Marine. In de Alle Hens, op het Intranet en internet en in de Defensiekrant verschijnen regelmatig artikelen over de marine en in de media en in onze contacten met partners komen we goed uit de bus. Daarnaast leveren wij ervaren sprekers op diverse symposia waar onze bijdrage aan Defensie wordt vertolkt. Publiciteitskansen en -bedreigingen
Desondanks denk ik dat wij binnen onze huidige mogelijkheden wat betreft volume en inhoud nog meer kunnen bijdragen aan de beeldvorming van onze omgeving. Te vaak zie ik dat bijzondere activiteiten van onze marine niet worden gecommuniceerd. Wij zijn van nature bescheiden en vinden het normaal om kwaliteit te leveren en dat siert u. Toch moeten we niet schromen meer naar buiten te treden; in goede en in slechte tijden. Daarbij moeten we de volgende zaken in het oog houden. Denk aan onze eenduidige kernboodschap: de marine is voor veiligheid op en vanuit zee. Verder dienen we ervoor te zorgen dat via een goede interne communicatie al het KM-personeel weet en begrijpt wat er speelt en waarom. Daarbij kunnen we ons voordeel doen door vroegtijdig publiciteitskansen en -bedreigingen in te schatten. Proactiviteit is van belang en daar spelen de eenheidscommandanten een essentiële rol. Tot slot moeten we goed gebruik maken van de expertise die we aan boord hebben. Binnenkort hebben we, naast de woordvoerders in Den Haag en de afdeling communicatie in Den Helder, ook een persvoorlichter/communicatieadviseur bij het MARSITCEN, NLMARFOR, het MTC en het FSP Rotterdam. De persvoorlichter Carib blijft gehandhaafd.
Continue dialoog
De huidige relatieve rust die we terugzien in het nazomerweer, zou wel eens de stilte voor het spreekwoordelijke zwaardere weer kunnen zijn wat we tegemoet gaan. In de troonrede van Prinsjesdag heeft de huidige demissionaire regering al maatregelen aangekondigd die alle ambtenaren, ook bij Defensie gaan raken. Komend najaar zal een nieuwe regering waarschijnlijk gedwongen zijn om extra maatregelen te treffen die onvermijdelijk ook Defensie en de Koninklijke Marine zullen treffen. Naast de beeldvorming die we naar buiten neerzetten, is het van belang dat we op de hoogte zijn van het beeld dat onze omgeving van ons heeft. Daartoe moeten we in een continue dialoog zijn met belanghebbenden en belangstellenden in onze omgeving. Dan pas kunnen we werkelijk vaststellen welke behoefte onze omgeving heeft en waar we het beste van meerwaarde kunnen zijn. Hierbij moeten we aansluiten bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van digitale communicatie en sociale netwerken. Deze trends bieden, mits verantwoord toegepast, grote kansen die we als Defensie niet mogen laten liggen. In overleg met de Bestuursstaf zoeken we naar de wijze waarop we hier het beste gebruik van kunnen maken. Het is goed dat we het beeld dat u en ik hebben van onze marine delen met onze omgeving. De beeldvorming over de toegevoegde waarde van de marine vindt natuurlijk plaats door de wijze waarop wij onze taak uitoefenen, maar kan worden versterkt door onze communicatie. Onze arbeidsmarktcommunicatie heeft een goede
Beeldvorming van Defensie is van ons allemaal en door ons allemaal. Het maakt de toegevoegde waarde zichtbaar en draagt bij aan het draagvlak voor Defensie. De komende herfst, met de woelige baren die we kunnen verwachten, is dat extra van belang.
De Commandant Zeestrijdkrachten M.J.M. Borsboom, viceadmiraal 3
Alle Hens | Oktober 2010
OEFENING
Werkelijkheid en oefening in Hurricane Exercise 2010
Ravage, chaos en plunderingen Het is midden in de nacht. Een groep mannen heeft zich verzameld in de Frontstreet van Phillipsburg, Sint Maarten. Ze zijn ontevreden, hebben honger en zijn aan het plunderen geslagen. De orkaan die een paar dagen geleden voorbijraasde heeft veel verwoest, een ravage en chaos achter zich latend. Met dit scenario uit de Hurricane Exercise leren de mariniers van de 32e infanteriecompagnie uit Aruba hoe zij de-escalerend moeten optreden en de rust kunnen herstellen.
Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Peter Bijpost (AVDD)
Geen gemakkelijke klus, want de situatie in Frontstreet wordt steeds grimmiger. Een van de oproerkraaiers draagt zelfs een bijl bij zich en zwaait ermee dreigend in het rond. De pelotons houden het hoofd koel en winnen telkens een stukje van de straat terug door zich in een strakke lijn op te stellen en voorwaarts te gaan, zonder daarbij in een gevecht te raken. Realistische scenario’s
Tijdens de Hurricane Exercise, die elk jaar wordt georganiseerd in het Caraïbisch Gebied, vinden diverse, realistische scenario’s plaats. Zo krijgen de mariniers van de 32e infanteAlle Hens | Oktober 2010
4
riecompagnie de opdracht om shelters te beveiligen, contact te onderhouden met de lokale autoriteiten en - na de gesimuleerde orkaanpassage - de balans op te maken van de schade en benodigde hulpverlening. Tevens zijn zij direct inzetbaar waar nodig, zoals voor het plaatsen van wegversperringen, de beveiliging van objecten en riotcontrol. Daarnaast helpen de mariniers met het ruimen van puin, verlenen ze medische assistentie en worden ze ingezet voor het bewaken van de openbare orde en veiligheid. Werkelijkheid en oefening
Scenario’s die daags voor aanvang van de oefening de werke-
OEFENING
lijkheid benaderden, toen eind augustus de orkaan Earl de BES-eilanden voorbijraasde. Vlak voor de passage van Earl vertrok een gedeelte van het orkaannoodhulpdetachement naar de Bovenwinden en kon direct na de passage assisteren met opruimwerkzaamheden. Hoe was het voor de mariniers om tussen werkelijkheid en oefening te schakelen? “We hebben goede ervaringen opgedaan na Earl”, vertelt de detachementscommandant majoor der mariniers Jan Willem van Dijk. “Lessen die we weer in de oefening hebben meegenomen, zoals de balans opmaken van de schade en het handhaven van het straatverbod.” De detachementscommandant benadrukt dat het altijd nuttig blijft om dit soort scenario’s te beoefenen. “Mariniers zijn goed getraind en kunnen situaties uitstekend inschatten. Toch kunnen we op deze manier de puntjes op de i zetten. Daarbij moeten de standaard vaardigheden ook beoefend worden.” Samenwerking
Terwijl op de achtergrond een marinier een opstandige burger fouilleert en deze met behulp van leden van het Vrijwilligers Korps Sint Maarten naar de shelter begeleidt, vertelt Van Dijk verder over het nut van deze jaarlijkse grootschalige oefening. “Zoals je ziet, zijn ook het Rode Kruis, de brandweer en het Vrijwilligers Korps van Sint Maarten bij deze oefening betrokken. Dat vinden we heel belangrijk. De samenwerking met de lokale organisaties is van groot belang omdat zij de civiele noodhulp uiteindelijk het beste kunnen organiseren. Zij kennen het volk en het land immers het beste. Na de beëindiging van de noodhulp zijn zij verantwoordelijk voor de rehabilitatie en wederopbouw.” Van Dijk, die afgelopen zomer het commando over de compagnie op zich nam, maakt deze orkaanoefening voor het eerst in zijn
op Sint Maarten
5
Alle Hens | Oktober 2010
oefening
functie mee. “Ik heb veel respect voor de lokale hulpdiensten. Na Earl hadden zij hun handen vol aan de opruimwerkzaamheden en het snel weer leefbaar maken van Sint Maarten. En een paar dagen later draaien ze net zo gemotiveerd mee in onze Hurricane Exercise. Zij onderschrijven net als wij het belang van deze oefening.” Sergeant-majoor der mariniers Gerard Romijn is mede-organisator van de oefening en heeft veel contact met de lokale hulpinstanties. Ook hem viel de grote inzet op. “Zij zijn de hele week al bezig en dragen ook nu hun steentje bij. Mede door hen kan deze HUREX zo succesvol verlopen.” Opdringerige omstanders
Zwarte rookpluimen hangen boven Mullet Bay, de ooit prachtige baai van Sint Maarten, maar door orkaan Louis in 1995 omgetoverd in een spookgebied. Een auto staat in brand nadat deze is gecrasht op een schoolbus. Een andere auto is tegen een boom gereden en de inzittende is bekneld geraakt. Ondertussen stromen de omstanders toe en bieden aan te helpen. Het rollenspel heeft grote aandacht bij deze oefening. Van Dijk beaamt dit: “Wat we in de lessen leren, heeft pas effect in de praktijk. Hoe ga je om met nieuwsgieAlle Hens | Oktober 2010
6
oefening
de leuke meisje aan de bar, een compleet ander mens wordt als zij in nood verkeert en moet vechten voor haar kinderen.” Belangrijke spelers
Naast de 32e infanteriecompagnie, schitteren er ook andere belangrijke ‘spelers’ op het HUREX toneel, met een noemenswaardige rol voor de militairen van de Arubaanse Militie (ARUMIL). Zij namen een deel van het rollenspel op zich en waren de aanvulling van de pelotons bij het beteugelen van woelingen. Van Dijk vertelt over zijn plannen met de ARUMIL. “Ze zijn feitelijk mijn vierde peloton en daar wil ik ze ook voor gaan inzetten bij de HUREX van volgend jaar. Ze kennen de Caraïbische cultuur en staan daar een stuk dichterbij dan wij. Zeker voor noodhulp zijn de militairen van de Arubaanse Militie zeer goed inzetbaar. Dat bleek des te meer tijdens de noodhulpoperatie voor Haïti.” Hr.Ms. Pelikaan, tijdens de noodhulpoperatie in Haïti een prominente speler, was nu ook geen bankzitter. Het ondersteuningsvaartuig van het Commandement der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied werd al eerder op weg gestuurd naar de Bovenwindse eilanden in het kader van de harde militaire bijstandsaanvraag als gevolg van orkaan Earl. De snelle inzetbaarheid van het schip werd daarmee nogmaals onderstreept. Toen het schadebeeld op de Bovenwinden bleek mee te vallen veranderde de taak van de Pelikaan weer in ondersteuning bieden tijdens de HUREX. Deployment Bovenwinden
“Hetzelfde leuke meisje aan de bar is compleet iemand anders als zij in nood verkeert” rige en opdringerige omstanders? Dat is iets wat je gewoon moet ervaren.” Sergeant-majoor Romijn doet daar een schepje bovenop: “Ze moeten er bewust van zijn dat hetzelf-
7
Van Dijk vertelt enthousiast over zijn ideeën en deelt zijn gedachten over een mogelijke uitbreiding van de HUREX met een compleet ‘Deployment Bovenwinden’. “Ik zie een HUREX voor me met veel amfibische trainingsmogelijkheden. Een bootpeloton dat strandverkenningen uitvoert, het stationsschip met haar Lynx helikopter en een surivaltraining op Saba met veel bergmarsen.” Of het daar volgend jaar al van komt, durft Van Dijk niet te stellen. Wel gesteld mag worden dat hij terugkijkt op een zeer geslaagde Hurricane Exercise 2010 waarin oefening en realiteit nog nooit zo dicht bij elkaar lagen. AH
Alle Hens | Oktober 2010
ceremonieel
“Mooie waardering voor wie de poort uit is geweest” Het voelt soms als twee verschillende missies. Zo beschrijft sergeant-majoor der mariniers René van der Flier de uitzending van alle militairen naar Afghanistan. Hij is erg blij met de speciale erkenning die hem en in de komende periode vele met hem, krijgen met het Gevechtsinsigne.
Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Fabiënne Wink
Iedereen moet behoorlijk ‘indikken’ om mooi op gelid in de Sportzaal van de Prinses Julianakazerne in Den Haag te passen. 33 militairen hadden 7 september het geluk als eersten in Nederland het Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden te ontvangen dat volgens ministerieel besluit op 12 juni 2009 is ingesteld. In Afghanistan zijn eerder al gevechtinsignes uitgedeeld. Onder deze groep zijn vijf mariniers en twee blauwe collega’s die tussen 2003 en 2008 tijdens missies bij gevechten betrokken zijn geweest.
Hele geweldsspectrum
“Nu alle krijgsmachtdelen tegelijkertijd zijn ingezet, hebben we bewezen dat elke militair, ongeacht krijgsmachtdeel inzetbaar is in het hele geweldsspectrum”, zegt Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm. “Every soldier is a rifleman”, stelt hij nu de rol van de Nederlandse krijgsmacht steeds meer veranderd. Want ook marinemilitairen raken steeds meer betrokken bij landoperaties waar ze blootgesteld worden aan een heel ander geweldsniveau dan ze op zee zouden tegenkomen. “Militairen voelden de behoefte aan erkenning voor diegenen die de dood echt in ogen hebben gekeken tijdens hun missie. Generaal Berlijn heeft daarom het initiatief voor die erkenning ingezet en vandaag introduceren wij het gevechtsinsigne”, opent de CDS het moment van decoratie. “Dit zijn de eerste van de in totaal 4.500 insignes die gaan worden uitgereikt.” Zeer ingenomen
De generaal decoreert persoonlijk vier militairen van alle operationele krijgsmachtdelen. Die van de marine is kapitein-luitenant-ter-zee Peter Blom. In februari vertelde hij in Alle Hens hoe hij gegijzeld is geweest in Soedan, maar al eerder in 2003 heeft hij onder zeer zware omstandigheden in Alle Hens | Oktober 2010
8
ceremonieel
Irak gediend. “Ik was betrokken bij het opzetten van olietransporten, die ik daarna ook begeleid heb in konvooien van Basra naar Bagdad.” Blom heeft daarbij geregeld onder vuur gelegen en zelf ook vuur moeten afgeven. “IED’s, mortieraanvallen. Ik heb toen veelvuldig TIC’s (troops in contact, red.) meegemaakt.” Blom is zeer ingenomen met de erkenning die militairen met dit insigne nu krijgen. “Het is een belangrijke waardering voor militairen die onder zeer moeilijke omstandigheden hebben moeten werken. Zeker voor militairen die in hun dagelijks leven eigenlijk helemaal niet in een gevechtsfunctie zitten, zoals wij bij de vloot.” Een onderscheiding voor gevechtshandelingen in 2003, heeft dat niet lang geduurd? Blom is realistisch: “De procedure neemt veel tijd in beslag, vooral het onderzoek naar het bewijsmateriaal. Daarnaast moest er ook een moment komen om deze gelegenheid krijgsmachtbreed te organiseren. Dat maakt voor mij de ceremonie helemaal compleet.” Een ander bijzonder verhaal komt van een nieuwe collega, die zijn insigne vanaf nu op zijn baaiehemd mag dragen. Er zullen maar weinig matrozen zijn die het gevechtsinsigne gaan krijgen, zeker bij de matrozen OD. Job Meijer staat er bij, maar hij is er wel nuchter onder. “Ik heb tijdens een uitzending in Afghanistan een bermbom van nabij meegemaakt.” Voor zijn missie, destijds nog als soldaat bij de landmacht, werd hij voorgedragen door zijn eenheid. Een bijzondere onderscheiding, maar voor Meijer is de insigne niet onderscheidend. “Het is nieuw en spannend om hem te ontvangen, maar alle andere militairen die in Afghanistan hebben gezeten, hebben ook een zware tijd gehad. Alle andere collega’s hebben hem net zo goed verdiend”, zegt hij. Voor het thuisfront is dat echter anders, moet hij erkennen. “Mijn vader had het er wel zwaar mee toen ik daar zat.” Bewijsvoering
“Er zijn heel veel militairen in Afghanistan geweest, maar veel hebben de meeste tijd alleen op het kamp gezeten”, beschrijft sergeant-majoor der mariniers René van der Flier. “Niet om daar afbreuk aan te doen, overigens. Want zonder hen had9
den we de missie niet kunnen draaien. Maar het voelt gewoon als twee verschillende missies.” Flier heeft de medaille zelf aangevraagd toen de regeling bekend werd. “Dat ging niet zonder slag of stoot. Ik moest bewijsvoering kunnen overleggen en dat was lastig.” Flier was gekoppeld aan de 82nd Airborne van de Amerikanen. “De Amerikanen werken anders dan wij. Als ze ergens een gebied intrekken, zoeken ze altijd contact met de Taliban.” Flier werkte met drie anderen bij deze eenheid. Naast het werk onder zware gevechtsomstandigheden, zat er voor deze mariniers nog een extra complicerende factor bij. “De Amerikanen hebben hele andere Rules of Engagement. Op het moment van vuurcontact, moet je continu afwegen wat je kunt doen. We moesten goedkeuring hebben vanuit Nederland.” Thuisfront
De uitreiking van de insignes was georganiseerd in besloten kring, waarschijnlijk ook vanwege de beschikbare ruimte. Maar Van der Flier was een van de weinigen die toch zijn familie had meegenomen. “Zij hebben alles van nabij meegemaakt”, zegt hij. “Als ik de poort uit was, had ik soms weken geen contact met hen. Dus ook voor hen was het een heel spannende tijd.” Omdat hun levens al gescheiden verliepen door de tijdelijke radiostiltes, maar ook omdat niet elke ervaring thuis vertelt kan worden, vindt Van der Flier dat bij dergelijke ceremonies het thuisfront betrokken moet zijn. “Het is ook super dat de CDS en de operationele commandanten er persoonlijk bij zijn. Dat maakt de ceremonie volledig en geeft blijk van een goede waardering voor die mensen die de poort zijn uitgeweest. De 33 militairen vertegenwoordigen de grote groep militairen die in de periode 2001 tot 2009 betrokken waren bij gevechtshandelingen in Irak en Afghanistan. Toekenning gebeurt met terugwerkende kracht tot 1 juni 2001, de datum waarop het huidige decoratiestelsel werd vastgesteld. De uitreikingsceremonie van 7 september vormde de aftrap van deze toekenningen. Volgende uitreikingen AH vinden plaats bij de eenheden. Alle Hens | Oktober 2010
uit het uniform
Humanitaire hulp verlenen dankzij effectieve KM-opleiding
Bijna zeventig en op missie
“Ik heb de Koninklijke Marine inmiddels twintig jaar geleden verlaten, maar mijn Van Bunningen ging als LTZ2OC de dienst uit.
opleiding is zo effectief geweest dat ik nog steeds volop aan de bak kan. Tijdens mijn
laatste missie voor de stichting Horizon Holland naar Haïti, heb ik ongeveer veertig patiënten per dag geholpen die de middelen om een dokter te betalen niet bijeen konden sprokkelen.” Deze intrigerende uitspraak mailde luitenant-ter-zee 2OC bd Martin Van Bunningen. Tijd om eens nader kennis te maken met de man die op zijn 68e nog op missie gaat.
Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Martin van Bunningen
Met een stel heldere ogen in een gezond bruin gezicht opent Van Bunningen de deur. Dat hij de man er niet naar is om achter de geraniums te zitten, is meteen duidelijk bij binnenkomst. In de huiskamer hangen souvenirs van verre reizen en op tafel ligt een dikke klapper met alle diploma’s die hij tijdens zijn loopbaan bij de Koninklijke Marine heeft gehaald. Hij brandt meteen los. “In 2001 ben ik vrijwilliger geworden bij de Stichting Horizon Holland. Deze stichting houdt zich bezig met medische en maatschappelijke ontwikDankzij zijn algemene medische kennis was hij in staat om veertig patiënten per dag te helpen.
Alle Hens | Oktober 2010
10
kelingshulp. Het doel is om in projectvorm de leefomstandigheden van de plaatselijke bevolking te verbeteren met als voorwaarde dat een lokale organisatie verantwoordelijk is voor de uitvoering van die projecten.” Als lid van een internationaal team is hij al twee keer uitgezonden naar Indonesië, naar de Molukken en Sumatra Meubaloh/Atjeh. Een aantal maanden geleden is hij teruggekomen uit Haïti, waar hij tien weken medische hulp heeft verleend aan de slachtoffers van de aardbeving.
personeel
Voor meer informatie over de activiteiten van Horizon Holland: www. horizonholland.org en voor de hulp die verleend is op Haïti: www. hartvoorhaiti.nl. Voor een polikliniek in Liberia is Van Bunningen op zoek naar een veldhospitaal. Contact:
[email protected].
De aardbeving heeft heel wat verwoestingen achter gelaten.
Ongeschoolde arbeider
“Ik ben in 1959 in dienst gekomen als ziekenverpleger”, gaat Van Bunningen verder. “Tijdens mijn loopbaan heb ik zoveel diploma’s gehaald en ik ben uiteindelijk in 1990 op 49-jarige leeftijd als luitenant-ter-zee 2OC de dienst uitgegaan.” Een ieder zou het er over eens zijn dat dit een mooie carrière is maar toch houdt Van Bunningen er een frustratie aan over. Terwijl hij op zijn lijvige map klopt, vertelt hij. “Geen enkele van deze papieren wordt erkend in de burgermaatschappij. Voor hen ben ik nog steeds een ongeschoolde arbeider, maar wel eentje die als onderofficier spreekuur heeft gedraaid wegens een tekort aan artsen en zeer allround opgeleid is.” Over dat aspect is de vitale zestiger erg positief en dat is de basis geweest van de uitspraak over zijn effectieve opleiding. “In de ouderwetse vakopleiding kreeg je les in elke specialisatie. Zo heb ik in de apotheek gewerkt, geleerd over infectieziekten, onderzoek gedaan in het laboratorium en geleerd te gipsen. Hierdoor ben ik een bruikbare vrijwilliger in een medisch team dat noodhulp komt geven.” Toch is defensie hem wel tegemoet gekomen met een EHBO-diploma. “Een jaar of zes geleden vroeg het Marinemuseum mij om EHBO-les te geven. Omdat ik geen bewijs van kunde kon voorleggen, werd dit door de wetgeving tegen gehouden. Ik mocht toen op basis van mijn eerder opgedane kennis in slechts vijf dagen een erkende opleiding volgen bij de landmacht waardoor ik nu wel een papiertje in handen heb.” Prijs op je hoofd
Van Bunningen kwam in aanraking met Horizon Holland door zijn Molukse ex-vrouw. “Tijdens een familieberaad over het geweld op de Molukken, maakte ik kennis met iemand die al vrijwilliger was. Twee vergaderingen verder en drie weken later zat ik in het vliegtuig. Ik wilde al veel eerder wat doen voor de mensen daar en dit was voor mij de uitgelezen kans.” Uiteindelijk spendeerde hij vier maanden in Indonesië en moest verplicht terugkeren omdat er een prijs op zijn hoofd stond. “Tijdens de Ramadan werd afgekondigd dat wanneer je als moslim een blanke Europeaan doodde, je heilig verklaard werd en 25.000 gulden kon verdienen. Ik heb toen maar besloten om het vliegtuig naar huis te pakken.” 11
Toch weerhield dit hem er niet van om in 2006 na de allesverwoestende tsunami weer naar Indonesië te vertrekken. Dit keer niet om medische noodhulp te verlenen maar om een school op te zetten en maxi-kredieten te verlenen. Door de aardbeving op Haïti begin dit jaar deed de organisatie weer beroep op zijn medische capaciteiten. “In een team van zes personen, vier artsen en twee verpleegkundigen hebben we zeven weken nazorg gedaan.” Niet leven maar overleven
Van Bunningen wordt nog emotioneel als hij over deze tijd op Haïti praat. Hij heeft zijn hart verloren aan dit prachtige land met zijn vrolijke en hartelijke inwoners. “Deze mensen leven niet, ze overleven.” De verwoestingen van de aardbeving waren verschrikkelijk en de zestiger herinnert zich nog een beeld dat veel indruk op hem heeft gemaakt. “Toen we een afgelegen villa binnen kwamen, zagen we een veertigtal kinderen op de stenen grond liggen. Stijf van de vlooien en het vuil en niemand die voor ze zorgde. Uiteindelijk hebben we vijf van dit soort ‘kindertehuizen’ opgerold, de kleintjes schoongemaakt en ondergebracht.” De vrijwilligers van Horizon Holland moeten hun eigen vervoer en onderdak betalen en zijn erg afhankelijk van donaties. “Ik heb al regelmatig de hand kunnen leggen op afgedankte medische materialen van de marine. Jullie zijn een aantal jaar geleden toch overgegaan op dekbedden? Wel, die dekens, daar heb ik er een stuk of wat van op de kop getikt.” Van Bunningen roemt overigens ook giro 555. “Op Haïti heb ik het gestorte geld echt goed terecht zien komen, de mensen zijn daar echt geholpen met de Nederlandse donaties.” De vitale ex-ziekenverpleger is nog lang niet klaar om stil te zitten. “Naast mijn missies houd ik me nog met veel meer dingen bezig zoals het inzamelen van spullen en kleding voor Liberia, Polen en Roemenië.” Eigenlijk wil hij weer naar het buitenland en dan het liefst naar Haïti. “Ik ga met mijn ruime ervaring en mijn EHBO-diploma solliciteren bij de ongevallenpoli op het eiland. Mocht dat niet lukken, dan heb ik nog wel wat pijlen op mijn boog.” H Alle Hens | Oktober 2010
04.00 05.00 06.00 07.00 08.00Doorgaan of stoppen? 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00 22.00 S cheepsjournaal
Twee seariders testen software voor onderwaterrobots
Het succes van een missie is in belangrijke mate afhankelijk van de kennis die men heeft van het operatiegebied. De kenmerken van de omgeving boven water zijn vaak even belangrijk als van wat er zich onderwater bevindt. Maar soms is de beschikbare informatie over de onderwaterwereld niet voldoende om een juiste beslissing te nemen en zijn er extra gegevens nodig.
Tekst en foto’s: Rebecca de Haas-Biersteker en Shannon Bollemeijer
Een glider gaat te water voor de kust van Italië.
LTZ2OC Rebecca de Haas-Biersteker en LTZ2OC Shannon Bollemeijer zijn als Rapid Environmental Assessment Searider gespecialiseerd in hydrografie en meteorologie/oceanografie. In de periode van 22 tot 29 augustus reisden zij af naar Italië om deel te nemen aan de REP10-oefening van het NATO Undersea Research Centre (NURC) in La Spezia. Dit centrum houdt zich bezig met onderzoek op maritiem gebied, onder andere onderzeeboot- en mijnenbestrijding en environmental knowledge and operational effectiveness.
Alle Hens | Oktober 2010
12
Een van die mogelijkheden om aan die gegevens te komen, is het inzetten van gliders en Autonomous Underwater Vehicles (AUV´s). Gliders zijn kleine vaartuigen die onderwater een sinusvormig pad afleggen met behulp van interne massaverplaatsingen en veranderingen in drijfvermogen. Ze zijn in staat om metingen aan de waterkolom te verrichten. Elke drie uur komen de gliders aan de oppervlakte en geven via een satellietverbinding hun waarnemingen door aan het centrum. Het REP10-experiment in Italië is specifiek opgezet om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden om AUV’s en deze gliders in te zetten. Deze manier van gegevens verzamelen heeft namelijk veel voordelen: het is relatief goedkoop, de (personele) risico’s zijn laag en de kans op detectie is klein.
S cheepsjournaal
Lastige stroming
De glider legt onder water een sinusvormig pad af. Als het aan de oppervlakte komt zendt het data naar het onderzoeksstation.
Wel of niet naar boven?
REP10 staat voor ons in het teken van het testen van ondersteunende programma’s voor het werken met gliders. Om te bepalen of we de gliders kunnen inzetten, maken we gebruik van het Decision Support System (DSS) dat het NURC heeft ontwikkeld. Dit pakket adviseert of de gliders onder de heersende condities door kunnen gaan of niet. Zo niet, dan komen de gliders aan de oppervlakte en kunnen we ze ophalen. Als operationele seariders zijn wij geïnteresseerd in de reden en criteria die het DSS-softwarepakket gebruikt om tot een advies te komen. Daarom zijn wij aan de slag gegaan met het handmatig berekenen van de gliderposities. We hadden hiervoor het historisch profiel van de glider tot onze beschikking met daarin de observaties van de voorgaande uren. Bovendien konden we gebruik maken van verschillende modeluitkomsten voor het bepalen van de meteorologische en oceanografische grootheden, zoals bijvoorbeeld wind en stroming. De gegevens uit deze computermodellen vormen tevens de uitgangscriteria voor het uiteindelijke advies van het DSS, waardoor het mogelijk was dit te vergelijken met onze uitkomsten die gebaseerd zijn op dezelfde modelruns. Handmatig berekenen
Om zelf met een passend advies te komen, hebben wij nauwlettend in de gaten gehouden wat de verwachte meteorologische en oceanografische condities zouden zijn op de berekende posities, waarbij wij gebruik maakten van een limietenvoorschrift. Belangrijk hierbij was het besef dat sommige overschreden limieten door middel van een simpele handeling plotseling binnen de marge konden vallen, zoals de golfhoogte die door een manoeuvre van het schip ineens veel minder hoog zou zijn. Met dit in het achterhoofd kan het advies van een searider dus ineens heel anders uitpakken, terwijl een computerprogramma dit soort handelingen niet kan voorzien. 13
Tijdens de REP10 liepen wij tegen het probleem op dat de exacte positie van de glider zeer moeilijk te voorspellen was door de verschillende stromingen in een waterkolom, laat staan wanneer we dit met de hand moesten berekenen. Verschillende stromingen op verschillende diepten zorgen er namelijk voor dat de glider al zigzaggend steeds andere watersnelheden ondervindt, wat tot gevolg heeft dat de glider van koers raakt en naast het uitgerekende punt terecht komt. Wanneer hij van koers afwijkt, betekent dit dat de glider in andere onderwatercondities terecht kan komen, wat weer in kan houden dat de limieten worden overschreden. Voor ons was het dus een constante uitdaging om de posities zo nauwkeurig mogelijk te benaderen, zodat de meteorologische en oceanografische verwachtingen en daarmee het advies betrouwbaarder zouden zijn. Een ander probleem deed zich voor in het programmeren van de gliders, die namelijk via de satelliet de coördinaten meekrijgen. In een aantal situaties moesten we de glider van route laten veranderen. Dan moeten we de historische informatie ineens anders interpreteren, zoals de koers en snelheid van de glider. Dit vergde voor ons wat meer inspanning bij het berekenen van een nieuwe gemiddelde voorwaartse snelheid, waarmee we de volgende opstuurkoersen moesten berekenen. Helaas liet het DSS het tijdens de REP10 oefening grotendeels afweten door werkzaamheden aan de software. Door het loggen van onze handelingen zijn we wel in staat geweest om een zo nauwkeurig mogelijk uitgangspunt te creëren waarmee het mogelijk was om het DSS achteraf te testen. Het vergelijken van onze uitkomsten met de uitkomsten van het DSS op historische modeldata zou informatie geven over de verschillen tussen het advies van een searider en dat van een computerprogramma. Software rekent snel
Onze ervaring tijdens deze oefening is dat een dergelijk adviserend programma pas echt succesvol is wanneer de juiste mensen het interpreteren. Het DSS is veel sneller in het maken van positieberekeningen dan wanneer je dit met de hand moet doen. Als searider houd je dan meer tijd over voor het analyseren van andere relevante informatie. Bovendien kan het DSS een indicatie geven van mogelijke probleemgebieden in een operatiegebied, die onze aandacht kunnen trekken bij het analyseren van modeldata. Wanneer de overschreden limieten van een operatie bekend zijn, kunnen wij vervolgens een adviserende rol spelen in het verminderen van deze belemmeringen. De REP10 oefening heeft ons in de positie gesteld om als operationeel gebruiker mee te denken in de ontwikkeling van adviesgerichte software. Hierdoor kunnen seariders in de toekomst sneller betrouwbaarder adviezen geven. Voor ons was dit een zeer leerzame week en met onze opgedane kennis kunnen wij tijdens een volgende oefening hopelijk weer een dergelijke rol spelen. H Alle Hens | Oktober 2010
opleiding
Gecombineerd opleiden en werven
Een leerdock op de Kooy “De helikopters staan aan de grond, onder meer door een gebrek aan technisch personeel.” Dat schreef oudstaatssecretaris van Defensie Jack de Vries in april in aan de Tweede Kamer. Een kleine maand later zette Maritiem Vliegkamp de Kooy het leerdock voor aspirant-helikoptermonteurs op. Vanwege verbouwingen voor de NH90 voorlopig niet in de hangaar op het Helderse vliegkamp maar in Gilze-Rijen. Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Archief Dennis Hogenkamp
“Een groot gedeelte van de opleiding helikopteronderhoud bestaat uit praktijklessen. Het is voor de leerlingen veel meer inspirerend om die uren in een echte luchtvaartomgeving door te brengen dan in een praktijklokaal op school”, stelt sergeant-majoor technische dienst vliegtuigtechniek Dennis Hogenkamp. Al een aantal maanden is hij bezig met het opzetten van het leerdock op de Kooy, waar hij aan de slag zal gaan als instructeur, coach en mentor. “We werken dichtbij het operationele theater maar wel afgescheiden van het reguliere onderhoudsproces en met helikopters die niet meer vliegen. Het is dus een dynamische, maar veilige omgeving. Een handelingsfout heeft niet tot gevolg dat een bemanning Alle Hens | Oktober 2010
14
uit de lucht komt vallen. De leerlingen kunnen echter wel zien hoe het er aan toe gaat bij defensie waardoor de kans dat ze na de opleiding kiezen voor een baan bij de baas veel groter is.” Een milieustraat in de hangaar
Technisch vliegtuigpersoneel volgt de basisopleiding bij Fokker, Lufthansa of een Regionaal Opleidingscentrum. Deze opleiding bestaat uit een theoretisch deel en een aanzienlijk praktijkgedeelte. “Als we dit laatste gedeelte als defensie willen verzorgen, worden er duidelijke eisen gesteld”, vertelt Hogenkamp. “Het moet uitgevoerd worden in een daadwer-
opleiding
De Lynx-casco’s gaan op transport naar Gilze-Rijen.
kelijke luchtvaartomgeving met goede opleidingsfaciliteiten en volgens de militaire luchtvaarteisen.” De portocabin met computers en de twee Lynx-casco’s die in de hangaar staan, maken duidelijk dat hieraan voldaan wordt. “We hebben hiernaast ook de beschikking over elektrische schakelpanelen, reservedelen, gereedschap en boekwerken. Omdat we het sleutelen afwisselen met korte theorielessen, is in de portocabin een klaslokaal gecreëerd.” Om verstoring van de operationele processen te voorkomen, moet het leerdock gescheiden worden van de reguliere onderhoudslocaties. “Al onze spullen en ons afval houden we strikt uit elkaar”, aldus de instructeur. Hij toont een verzameling kleurige vuilnisbakken op een rij. “We hebben zelfs onze eigen milieustraat.” Lynx op transport
Het Commando Luchtstrijdkrachten werkte al langer naar tevredenheid met het systeem van het leerdock voor het opleiden van vliegtuigmonteurs. Het DHC besloot ook met dit principe aan de slag te gaan. “Op het opleidingssquadron op vliegbasis Gilze-Rijen is een dock ingericht met een Alouette en drie Bölkow-helikopters”, vertelt Hogenkamp. “Drie instructeurs geven daar de Beroeps Praktijk Vorming en de Externe Praktijk Training. Hiemee ronden de leerlingen het praktisch ge-
Een eigen milieustraat in de hangaar.
deelte van hun basisopleiding tot helikoptermonteur af.” Om ook de maritieme helikopters te voorzien van toekomstige monteurs, richt het DHC ook voor de Kooy een dergelijke leeromgeving in. “Initieel niet in Den Helder, maar ook
Als een leerling een fout maakt, valt er niet meteen een bemanning uit de lucht op Gilze-Rijen. Door de verbouwing van hangaar 1 voor de komst van de NH90 is er nu nog geen plaats. De casco’s van de twee Lynxen zijn op transport gegaan en de komende tijd kunnen we gebruik maken van de faciliteiten in Noord-Brabant. Met zes helikopters in het leerdock, het lesmateriaal en het lokaal hebben we daar een locatie waar menig fase onderhoud jaloers op zou zijn.”
Het CLSK werkt al langer naar tevredenheid met het systeem van het leerdock.
Een wervende werking
De participanten van de leerdocks zijn niet verplicht om na afronding een carrière bij defensie te beginnen. Toch hebben deze opleidingstrajecten een wervende werking. “Een groot aantal leerlingen besluit te blijven en militair te worden”, vertelt de instructeur. “Door zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de organisatie, spelen we hier wel op in tijdens de lessen. De cursisten werken aan kennis en vaardigheden, maar ook aan beroepshouding en motivatie. Ze dienen op tijd te komen, melden zich af en krijgen taakopdrachten waar ze zelf voor verantwoordelijk worden gesteld. Ze zien echter ook dat wij niet de hele dag bevelen lopen te geven maar op een collegiale manier met elkaar omgaan. De praktijk van het werken bij defensie wordt zoveel mogelijk benaderd, waardoor deze opleiding een belangrijke bijdrage levert aan de vorming van de leerling tot competente collega.” Het leerdock voor het vliegkamp de Kooy is op 27 september gestart. Voorlopig lift het mee op het staande dock in Gilze-Rijen maar de verhuizing naar de Noordkop AH staat medio 2011 op het programma. 15
Alle Hens | Oktober 2010
opleiding
“De HDO kun je om een boodschap sturen” Inmiddels is het filmpje van de aanval op de piraten aan boord van ms Taipan honderdduizenden keren bekeken. De hele wereld was getuige van hoe mariniers vanuit de boordehelikopter van Hr.Ms. Tromp de koopvaarder bevrijdden. Onzichtbaar was de persoon die de helikopter naar het schip dirigeerde en de inlichtingen van de waarnemer ontsloot voor de commandocentrale: de helikopter directie officier. “Dit was wel een heel unieke situatie”, zegt korporaal ODOPS Bart Mesman. Vers uit de opleiding tot helikopter directie officier (HDO), kwam hij aan boord van een schip dat direct op missie ging. “Je voelde de spanning in de commandocentrale.” Voor een HDO was dit niet meteen de meest uitdagende inzet, maar het resultaat had grote impact. “Wij voeren aan bakboordzijde van de Taipan en ik liet de helikopter aan stuurboordzijde vliegen. Mijn sergeant had contact met een patrouillevliegtuig en zo hadden we vol zicht op de omgeving.” Dit heeft Mesman nooit tijdens de opleiding geleerd, maar dit zijn juist de dingen die een HDO moet kunnen improviseren. “Dat maakt deze functie, zeker voor een korporaal, heel bijzonder.” Selectief luisteren
In de voortgezette vakopleiding komen korporaals van de operationele dienst al even in aanraking met het werk van de HDO. Wie verder wil moet echter nog een apart traject in. “De korporaals worden gekeurd in het Centrum voor Mens en Luchtvaart in Soesterberg”, legt luitenant-ter-zee 1 Albert De procedures leer je op school, maar in de praktijk improviseer je veel en kom je vaak situaties tegen die je op school niet leert. Volgens Mesman moet een HDO daar een zekere scherpte voor hebben.
Alle Hens | Oktober 2010
Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: archief
Timmers, hoofd Aircontrol op de Operationele School uit. “Daar worden ze getest op zaken als informatie verwerken, interpreteren en selectief luisteren.” De HDO krijgt in zijn werk namelijk te maken met veel informatie uit verschillende stromen met de snelheden die binnen het luchtverkeer gewoon zijn. Vanzelfsprekend is zijn verantwoordelijkheid groot. Hij heeft tenslotte het lot van een helikopter met bemanning in handen. Direct reageren
Sergeant ODOPS Roy Plompen werkt als een van de instructeurs onder Timmers. Hij weet uit eigen ervaring hoe stressvol het werk kan zijn. “Bij Somalië hadden we een helikopter in de lucht die ik naar een contact aan het dirigeren was. Ineens komt er een Chinese helikopter onze sector binnenvliegen, richting dat zelfde contact, zonder IFF (Identification Friend or Foe, red.) of enig radiocontact. Dan moet je direct reageren.” De HDO moet snel een afweging maken. De commandocentrale officier blijft de leiding houden, maar op dit soort momenten is er geen ruimte voor discussie. De HDO moet dan een dwingend advies kunnen geven. “Bij helikopteroperaties is het altijd echt”, zegt Plompen. “Er is altijd een echte kist in de lucht met een echte bemanning aan boord, ook tijdens een oefening.” De opleiding van de HDO duurt acht weken, waarin hij behoorlijk aan zijn staart wordt getrokken. De eerste zes weken bestaat uit een basis van procedures, in de laatste twee weken spitst de opleiding zich toe op de tactische inzet van helikopters. “De opleiding heet moeilijk te zijn”, zegt Timmers, “maar we zijn met een kleine club waardoor je wel heel veel begeleiding krijgt.” Oud-cursist Mesman is het daarmee eens. “Het is een pittige opleiding. Iedereen die hier zit heeft echt voor dit vak gekozen, anders ga je het niet redden.” Wat wel een troost kan bieden volgens Timmers: “De keuring geeft een goede indicatie. Wie daar doorheen komt, haalt de opleiding doorgaans ook wel.
16
opleiding
Zelfreflectie
Tijdens een boarding door de UIM blijft de helikopter in positie hangen. De HDO verbindt helikopter en commandocentrale met elkaar.
Deelnemer en leraar geven beide aan dat de kleinschaligheid van de opleiding erg prettig is. Theorie en praktijk wisselen elkaar op een lesdag goed af en er is duidelijk sprake van tweerichtingsverkeer. Mesman: “De instructeurs reageren heel positief op feedback van de cursisten. Na elke trainingsessie volgt een evaluatie.” Plompen vult hem aan: “We werken niet met een vast programma, maar we luisteren zoveel mogelijk naar wat de kandidaat zelf wil of nodig heeft. ‘Wat vind ik wel en wat niet goed gaan en waar moet nog meer aan geschaafd worden.’ Daar letten we op.” Het is belangrijk dat de HDO in spé zijn kwaliteiten goed leert in te schatten, want straks aan boord is hij de enige in zijn vak. Zelfreflectie moet hij sowieso beheersen. De HDO-opleiding heeft de laatste jaren een beetje een dip gekend. De Operationele School kan in principe zes studenten opleiden per kwartaal, maar het afgelopen jaar was er maar één klas gevuld, ook nog deels met buitenlandse cursisten. Timmers wijt dit aan de verminderde vliegbewegingen die er aan boord zijn. “Er is niet meer standaard een helikopter aan boord en met het uitfaseren van de Lynx, raakt het werk van de HDO een beetje uit beeld. Ik verwacht dat met de komst van de NH90 het aantal vliegbewegingen gaat aantrekken.” Hij put zijn hoop uit de Maritieme Visie 2030, waarin beschreven staat dat boordhelikopters een essentiële rol zullen blijven spelen bij kustwachttaken, maritieme veiligheidsoperaties of het vergroten van een voetprint bij expeditionaire operaties in kust- en riviergebieden.
aircontrollers als vraagbaak op hele gebied van luchtvaart, maar tot hun verrassing ook algemene vragen over allerlei soorten oorlogvoering. Timmers ziet hier een verband met de mentaliteit die bij een aircontroller hoort: “Wat voor vraag iemand ook heeft, we laten hem niet zonder antwoord zitten. Als we het niet weten, zoeken we het op. Een HDO’er kun je om een boodschap sturen.” Zeker sinds het opheffen van de MLD merkt de afdeling dat mensen zoekende zijn als er een vraag is met betrekking tot luchtvaart. Adjudant onderofficier ODOPS Erik Leibbrand, chef van de afdeling, denkt dat dat komt omdat veel kennis van de MLD naar zijn afdeling is gegaan. “We hebben zelfs vragen gehad van de kustwacht, ook van de Nederlandse Antillen. Omdat de Kooy nu van de Luchtmacht is en er daar andere regels gelden, komen die vragen hier. Na even puzzelen op internet en het speuren in boekwerken, draaien wij uiteindelijk zelfs lessen voor de kustwacht.” De opleidingseenheid heeft daarnaast een functie als kenniscentrum en de instructeurs gaan mee met vliegveiligheidsaudits of leveren mensen voor Seatrain. Dan zijn ze er niet alleen voor de boordvliegploeg, maar trainen en toetsen ze ook de brug. Timmers: “We willen hele scheepsteams ontwikkelen. Eigenlijk is deze opleiding daarom erg aanbevolen voor wachtofficieren om bij hen meer helicopter awareness te ontwikkelen. F-16’s aansturen
Lessen voor de kustwacht
Aan de andere kant staat de onderafdeling Aircontrol naar eigen zeggen niet langs de zijlijn. Op de school fungeren de
Zit er een beetje een toekomst in het HDO-schap? De zelf jonge sergeant Plompen beschrijft een traject van HDO waarna je je kunt specialiseren in onderzeebootbestrijding en uiteindelijk assistent commando centrale officier wordt. “Maar je kunt ook de airwarfare-hoek in duiken, waarna je eerst fightercontroller wordt.” Dan kun je bijvoorbeeld terecht op AOCS Nieuw-Milligen waar je F-16’s aanstuurt. Daarnaast is er op stafniveau veel behoefte aan onderofficieren met een airwarfare-achtergrond. Timmers bevestigt de voorsprong die de HDO heeft: “De vaardigheden om fighter controller te worden, heb je als HDO al. We merken dat de gemiddelde HDO opvalt in Nieuw-Milligen.” Mesman ziet het wel zitten, maar heeft geen haast. “Ik ben net een jaar bezig. Eerst maar even meer ervaring opdoen. Maar uiteindelijk zou ik wel als fightercontroller verder willen.” De HDO’s van de Koninklijke Marine vormen een hechte club. De afdeling heeft een jaarlijkse terugkomdag in het leven geroepen voor alle HDO’s, waarop de procedures worden aangescherpt, maar ook voor het sociale samenzijn en het uitwisselen van kennis. “Iedereen weet van elkaar waar ze geplaatst zijn. Er is een enorme teamgeest. Als iemand uitvalt, is het geen probleem om een vervanger te vinden”, aldus Plompen. “Voor alle HDO’s durf ik mijn handen in het vuur te steken.” AH
17
Alle Hens | Oktober 2010
oefeningen
Zweeds geweld op Hr.Ms. Rotterdam Hr.Ms. Rotterdam is aan het opwerken om na haar onderhoudsperiode weer volledig operationeel inzetbaar te worden. Een belangrijke oefening in de tactische fase speelde zich af in Zweden. In Stockholm zijn troepen aan boord gekomen, bestaande uit ruim honderd manschappen en zes CB-90 vaartuigen. Deze eenheden zijn van het 1st Marine Regiment. Het schip organiseerde een VIP-dag. De gasten werden aan boord gebracht met een hovercraft, de Griffon 8100TD, ware het niet dat de zeegang op dat moment de overstap belette. Op de achtergrond zijn de snelle aanvalsboten van de Zweedse marine de CB-90’s te zien. Foto: Raymond Gieling
Alle Hens | Oktober 2010
18
oefening
19
Alle Hens | Oktober 2010
wonen en werken
Afscheid van het
missiehuis
Het begon in de kweekschool voor de Zeevaart in Leiden. En nu heeft de Sociaal Medische Dienst de oude school voor missionarissen in Driehuis ingeruild voor een ander schoolgebouw, de oude KMTS op Marine Etablissement Amsterdam. Vier officieren kijken terug op hun tijd als commandant van het monumentale pand.
Tekst en foto’s: Barry
Wijnandts
“Ouders vrezen contact met drugspatiënten.” Het dorpje Driehuis onder de rook van IJmuiden wilde aanvankelijk niets weten van de revalidanten die vanuit de oude vestiging in Leiden naar de nieuwe locatie zouden komen in 1973. In 1948 werd de dienst opgericht om de vele oorlogsslachtoffers van de politionele acties in Nederlands-Indië op een centrale locatie bij elkaar te brengen. In de jaren erna nam het aantal oorlogsslachtoffers af en het aantal verkeerslachtoffers toe. Kapitein-ter-zee bd Frans van Strien was de eerste commandant van de SMD op de nieuwe locatie. Op 30 november 1973 kwam hij in het oude missiehuis van de Paters van het HeiligNog eenmaal laat de laatste commandant de gasten genieten van de historische voorgevel. Dan gaat de vlag voorgoed neer.
Alle Hens | Oktober 2010
20
hart. “Er waren destijds de nodige strubbelingen tussen de artsen, het verplegend personeel en de burgermedewerkers. Ik wilde daar een goede lijn in zetten”, vertelt hij. Zijn eerstvolgende uitdaging bleek echter niet intern, maar extern. De bevolking van Driehuis vreesde de komst van alcoholisten en drugsverslaafden in hun dorp. “Ik heb daarom een rondleiding verzorgd voor burgemeester, wethouders en de bevolking, om te laten zien dat hun angst onterecht was.” Bij de SMD werden mensen geplaatst die meer dan zes weken niet ingezet konden worden op hun werkplek. Dat kon een medische oorzaak hebben, maar ook een psychische of sociale reden.
wonen en werken
De kapel is omgebouwd naar sportzaal. De ruimte tussen het bakstenen plafond en het pannendak was een van de vele verborgen plekken van het monumentale pand. (foto: archief Alle Hens)
Weg terug
Om intern de boel te stroomlijnen gaf Van Strien de leiding over de militairen aan de eerste officier en de hoofdarts kreeg zeggenschap over de patiënten. Op die manier verwierf de SMD zijn plek in de marine, zeker nadat bleek dat steeds meer patiënten hun weg terugvonden naar de zeemacht. Als hoogtepunt vormde voor Van Strien een inspectie door de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht, niemand minder dan prins Bernhard zelve. Voor hem betekende dit moment dat de SMD een volwaardige eenheid vormde van de Koninklijke Marine. “Daar stond ik voor”, zegt hij ferm. Voor luitenant-kolonel der mariniers bd Jan Ruigrok was de kazerne de laatste mogelijkheid om een commando te voeren. Hij had een hele geschiedenis in de personele hoek, zodat de functie hem op het lijf geschreven was. “Ik kwam uit Parera als commandant. Personeel en personele begeleiding heeft altijd mijn interesse gehad.” Ruigrok zag zich geconfronteerd met vreselijk trieste zaken en een van de dingen die hij hier geleerd heeft, was om afstand te nemen en de ellende niet mee naar huis nemen. Ondanks dat hij begrip had voor de operationele eenheden, stoorde hij zich toch ook aan het imago van de SMD geplaatsten. “Wij probeerden altijd een oplossing te zoeken. Liefst binnen de marine, soms ook er buiten”, stelt hij. “Helaas vonden de eenheden toch vaak dat ze met een probleem werden opgezadeld als iemand moest re-integreren.” Ruigrok heeft ook bijzondere herinneringen aan deze plaatsing. “Een marinier op parade commandant met zijn dochtertje op de arm omdat hij geen oppas kon regelen. Dat maakte je alleen hier mee.” Zelfredzaamheid
In de tweede helft van de jaren negentig werd luitenant-terzee 1 Peter van Ingen commandant. Hij kijkt met veel plezier terug op die periode. “Er viel nog zoveel te regelen”, herinnert hij terwijl hij vanuit het bedrijfsrestaurant om zich heen kijkt. “Alles om me heen komt ongeveer uit die tijd”, merkt 21
Van Ingen op. Niet dat alles maar aangekocht werd overigens, want zelfredzaamheid loopt als een rode draad door de geschiedenis van de kazerne heen. En dat maakt hem emotioneel betrokken bij het oude missiehuis. De bomen die geplant zijn op de parkeerplaats, de begroeiing op de bunker, zelfs die bankjes voor het Broederhuis komen uit die periode. “De patiënten die hier aan het revalideren zijn, zijn natuurlijk niet de hele dag met hun bewegingsoefeningen bezig”, vertelt hij. “Dus daarnaast hadden ze heel veel tijd om allerlei initiatieven op te nemen met elkaar. Samen met de Dienst Vastgoed Defensie of de Rijksgebouwendienst die daar gevoel bij had, was er van alles mogelijk. Zij leverden de materialen en de patiënten zorgen voor de verbetering en onderhoud van hun eigen kazerne.” Juist dat deel dat tussen professionele hulpverlening en collegialiteit ligt, sprak Van Ingen erg aan bij deze plaatsing. “Ik herinner me iemand die een scootmobiel had, maar klein woonde, zodat deze altijd buiten moest staan. Dan kwam hier het idee om met een paar man wat hout te halen en een schuurtje voor die scootmobiel in de tuin van deze man te bouwen. Het is niet heel professioneel, maar wel heel eigen en praktisch.” Volgens Van Ingen konden de geplaatsten veel improviseren, zoals ze dat in de marinetraditie zijn bijgebracht. “Dat doet de mensen goed.” Veldpost
Terwijl Van Ingen richting de sportzaal in de oude kapel loopt, overdenkt hij de intrinsieke waarde van zo’n historisch pand. “Dit is gebouwd net na de Eerste Wereldoorlog, toen er kennelijk veel behoefte bij mensen ontstond om iets met zingeving en liefdadigheid te doen. Veel van dit soort gemeenschappen waren toen op zoek naar een geschikte locatie.” Van Ingen vertelt dat broeders soms incognito de dorpen en steden afgingen om locaties te inspecteren. Als ze zouden worden herkend als missionaris, dan schoot de prijs omhoog. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw bezet door de Duitsers. Die maakten er een commandopost van voor de Schnellboote in IJmuiden. Dat leverde met de verbouwing eind jaren tachtig nog een bijzondere verrassing op. “Achter de lambrisering in de Longroom kwamen tot onze grote verbazing veldpostbrieven van Duitse militairen te voorschijn”, herinnert Ruigrok zich ineens. “Die zijn naar de traditiekamer van de gemeente Velsen gegaan.” Van Ingen heeft zelf niet zo’n spectaculaire vondst gedaan, maar de charme van een historisch gebouw geeft voor hem al genoeg materiaal. “Ik heb mensen rondgeleid tussen het dak van de kapel, dat gemetseld baksteen is en het pannendak. Daar zit een kleine ruimte met looppaden tussen, zodat men vroeger de lampen in de kapel kon laten zakken.” Maar ook weet hij nog te vertellen dat mensen bij hem kwamen met een gerucht dat iemand op zijn sterfbed heeft gesproken over een geheime gang tussen het missiehuis en de bunkers Alle Hens | Oktober 2010
“Iemand heeft op zijn sterfbed gesproken over een geheime gang tussen het missiehuis en de bunkers van de Atlantikwal” van de Atlantikwal. “Het zou heel goed kunnen, we hebben wel eens Duitse stafkaarten gezien waarop twee keer zoveel bunkers stonden, dan op de Nederlandse. Deels onder het zand.” Hij spoorde echter niet aan dat mensen in de kelders op zoek gingen naar holtes achter muren. Van Ingen heeft het vijftigjarige jubileum van de SMD meegemaakt en is daarvoor in de historie gedoken. “We kenden altijd al een cyclus van opheffen of aanhouden. Elke keer dat er weer sprake was van opheffen, was er wel een directeur personeel die gegronde argumenten had om de kazerne open te houden. Met de nieuwe CZSK-organisatie werd duidelijk dat het doek hier definitief zou vallen.” Het vertrek van de GGZ op de eerste verdieping, trok al een heel stuk van het leven weg op de kazerne, zodat de laatste bewoners gingen uitkijken naar nieuwe huisvesting. Investeringen
De laatste commandant, luitenant-ter-zee 1 Marion van Kouteren, had de taak om de kazerne beetje bij beetje te sluiten. “Het was moeilijk om mensen nog te overtuigen dat we open waren”, geeft ze toe. “We zouden al veel eerder sluiten, maar dat werd maar uitgesteld. Ondertussen werd er niet meer geïnvesteerd, terwijl er nog steeds mensen moesten leven en Alle commandanten krijgen een letter van het naambord van de opgeheven eenheid mee. De oudste commandant, KLTZ bd Van Strien neemt de eerste in ontvangst.
Alle Hens | Oktober 2010
22
werken. Dat was nu en dan wel eens een flinke strijd, om bijvoorbeeld toch nog bedden te kunnen vervangen. Of als er dan geen bedden meer kwamen, op zijn minst matrassen. Maar de nieuwe matrassen van de marine passen natuurlijk niet in de oude bedden”, vertelt ze over de uitdagingen waar zij zich de laatste jaren voor gesteld zag. Jammer dat de boel gaat sluiten? De oudste commandant, Van Strien, vindt van niet. “De organisatie veranderd, de marine is veel kleiner geworden. Dan moet je mee. Och, het is ook niet de eerste eenheid die ik uit dienst heb gesteld.” Bij Van Ingen spelen iets meer sentimenten: “Zo’n gebouw in stand houden is niet echt realistisch, maar het is wel jammer. Veel mensen zullen positieve gedachten hebben bij dit gebouw en er zitten zoveel herinneringen in allerlei kleine dingetjes.” Commandant Van Kouteren kijkt met de gasten ook nog een keer rond op het terrein. “Het monumentale aanzicht, omringd door het Brevierlaantje met haar 85 jaar oude linden. De fraaie sportkerk en de kolossale bunker in de voortuin omringd door kastanjebomen. Een afscheid van een vertrouwde plek met mooie herinneringen.” Dan gaat de vlag voor de laatste keer neer. H
oefening
Een rij militaire voertuigen staat half in de berm geparkeerd. Af en toe rijden ze weer een paar honderd meter verder. Ergens ver weg klinkt een straaljager. Het passerende oudere stel met hun caravan zal de relatie niet leggen, maar zij hebben er geen idee van dat de vlieger hoog boven hen ze al lang gezien heeft. Met de Fire Support Teams van de Maritime Joint Effect Battery in konvooi op weg naar de volgende serials. Tekst en foto’s: Barry Wijnandts
Vuursteun
van alle kanten 23
Alle Hens | Oktober 2010
oefening
Bij rijden in konvooi levert een vliegtuig extra ogen in het voorterrein op.
De oefening Purple Windmill combineert jaarlijks eenheden van land-, lucht- en zeestrijdkrachten om gezamenlijk op te trekken in militaire operaties. De grondgebonden eenheden hebben bepaalde taken en luchteenheden zorgen dat zij die kunnen uitvoeren. Vandaag gaat het om een konvooi van Borger in Drenthe naar Coevorden, dat vanuit verschillende posities belaagd wordt door de vijand. Majoor Geoffrey Rellum is commandant van de Maritime Joint Effect Battery. Hij begeleidt in de oefening twee fire support teams (FST’s) “Een team bestaat uit zes man”, legt hij uit, terwijl over de radio berichten tussen konvooi, vliegtuig en Forward Air Controller (FAC) heen en weer vliegen. “Er is een commandant (kapitein), twee man voor luchtsteun, twee man voor grondgebonden vuursteun en een korporaal verbindelaar om de boel aan elkaar te knopen.” Rellum beschrijft hiermee de nog jonge opzet van een fire support team, dat het Korps Mariniers ongeveer twee jaar geleden heeft geïntroduceerd. “Dit jaar werken we tijdens Purple Windmill voor het eerst met inzet van verschillende gronden luchtgebonden vuursteunelementen in één oefening, samen met landmachteenheden.” Vijandige activiteit
Het konvooi rijdt traag door de landerijen en bossen en komt zo nu en dan tot een halt. Over de radio vraagt een FAC luchtsteun aan. Het konvooi moet een boerderij passeren, waar mogelijk vijandige activiteiten aan de gang zijn. In de verte ruist een straaljager voorbij. Nauwelijks opmerkenswaardig, maar even later heeft het fire support team een compleet overzicht van wat er enkele honderden meters voor ze aan de Vanuit de cockpit is een vijandige schutter te identificeren tussen andere burgers doordat zijn warme loop oplicht in het infraroodbeeld. Essentiële informatie die de achtervolging door de grondtroepen een stuk eenvoudiger maakt. (foto: archief)
Alle Hens | Oktober 2010
24
hand is. Ze besluiten het doel uit te schakelen. Nadat de F-16 ‘splash’ terugkoppelt, komt hij nog een keer in de lucht om de schade op te nemen. Dan vervolgt het konvooi weer zijn weg. “Je ziet daar die bosrand”, wijst Rellum aan. “Dat is een ideale plek voor een hinderlaag. Als je daar in gaat, kun je met de voertuigen alleen maar voor- of achteruit.” Die mogelijkheid houdt zelfs op als een van de voertuigen in het midden wordt uitgeschakeld door een explosief of een schutter. “En met crossmotoren ben je zo verdwenen, dan pak je ze niet meer.” Tenzij er een vliegtuig boven hangt. “Een F-16 ziet veel met zijn sensoren. Bijvoorbeeld als er iemand rondloopt met een wapen dat nog warm is van een schot.” Overigens is fixed wing gebonden aan zijn snelheid. Rellum werkt mogelijk nog liever met helikopters. “Vanuit Afghanistan weten we dat als er een Apache in de lucht hangt, het gewoon rustig blijft.” Complexere situatie
Splash. In airtalk betekent het dat een bom is gegooid en de impact heeft plaatsgevonden. Bij grondgebonden vuursteun, zoals door een mortierpeloton, betekent het dat het nog vijf seconden duurt voor impact. Dat legt kapitein der mariniers Dave van Dijk uit, een van de fire support team commandanten. “Zo betekent bij ons ‘contact’ dat we vuurcontact hebben, bij vliegers betekent dat ze een bepaald object in zicht hebben.” Dat zijn zaken die een FST commandant goed tussen zijn oren moet hebben, maar volgens van Dijk pik je dat snel op. Zijn tegenhanger van het andere team, kapitein der mariniers Rob IJsseldijk bevestigt dat en vult aan dat hun werk weliswaar hele complexe situaties mogelijk maakt, maar het voor de grondcommandant veel eenvoudiger wordt. “Wij geven advies over beschikbare wapensystemen, realiseren de inzet ervan en deconflicteren de aanwezige gevechtseenheden. Daardoor heeft de grondcommandant veel meer assets tot zijn beschikking.” Hij kan bijvoorbeeld kiezen om tegelijk een mortieraanval en een luchtaanval op een doel uit te laten voeren. “Wij zorgen dan dat het vliegtuig niet in de baan van de granaat komt”, legt
oefening
De FAC’er is uitgerust met allerhande middelen om doelen aan te wijzen voor vliegtuigen.
Van Dijk uit. “Of dat de luchtaanval stopt als de mortieren beginnen te vuren.” Maar ook letten de FST-commandanten er op dat de eigen troepen niet te dicht bij zitten om nadelig effect te hebben van de ingezette wapens. Als het moet, zit in een FST ook een man die maritieme vuursteun kan aanvragen. IJsseldijk: “Je moet het zo zien: de grondcommandant speelt golf en wij zijn zijn caddy. Wij bieden een keuze uit verschillende clubs en tees. Hij moet uiteindelijk de keuze maken.” Weliswaar is het hier de caddy die de meeste kennis bezit en uit ervaring weten de FST-commandanten dat de grondcommandant doorgaans hun advies volgt. “Maar die heeft behalve een doel ook zijn eigen tactisch belang en kan daarom wel eens voor een andere keuze gaan. Bovendien moet hij achter de risico’s staan die een bepaald soort vuursteun met zich meebrengt. Aan ons om dat risico uit te leggen”, aldus Van Dijk. Deconflicteren
“Ik ben nu een jaar FAC”, vertelt eerste luitenant der mariniers Michael de Beer, “en het mooie van dit werk is de variatie. Het is altijd uitdagend om met vliegtuigen te werken.” Als de Air Liaison Officer (ALO) een vliegtuig naar hem toestuurt, dan zorgt hij voor de aansturing van het vliegtuig. Niet alleen moet hij het doel aanwijzen, ook hij moet deconflicterend kunnen optreden, zoals in dit geval. Een F-16 en een civiel toestel met waarnemingsapparatuur zitten in de sector. “We hebben daarvoor verschillende radiosets om met iedereen in het veld in verbinding te staan. Daarnaast gebruiken we een digitale kaart waarop we coördinaten kunnen uitzetten om bijvoorbeeld GPS-geleide bommen af te kunnen werpen.” Een belangrijk stuk gereedschap voor de FAC is een laptop, waarmee real-time videobeelden vanuit een helikopter of F-16 kunnen worden vertoond via het zogenaamde ROVER 25
systeem (remotely operated video enhanced receiver). Als het betreffende vliegtuig daartoe technisch ook is uitgerust. “Je kunt dan meekijken met het vliegtuig, zodat je duidelijk kunt maken wat je bedoelt. Desnoods kun je de vlieger vragen om even ergens anders te kijken.” Voor de FAC is dit een enorm voordeel, omdat het vanuit het veld lastig is om voor te stellen hoe de wereld er vanuit de lucht uitziet. “Alle FAC’s hebben een NAVO-gestandaardiseerde opleiding gevolgd. De eisen zijn behoorlijk hoog, maar je weet dan wel dat iedereen daar internationaal aan voldoet en over hetzelfde praat”, verzekert De Beer. Losse elementen
In Purple Windmill zijn veel ervaringen van fire support teams uit operaties in Afghanistan meegenomen. Het is in oefeningen als deze dat een grondcommandant beschikt over een volledig FST. Rellum: “In het tijdperk voor de komst van FST’s zag je in Afghanistan vooral dat losse vuursteunelementen werden gekoppeld aan een eenheid. Tegenwoordig is het anders, de ervaring leert dat het voordeel biedt als je met een team van zes man bent dat alles kan, in plaats van losse elementen die alleen grondgebonden of alleen luchtgebonden (vuur)steun kunnen aanvragen.” De grote uitdaging volgt echter nog. Hoe opereren de FST’s in stedelijk gebied? Rellum: “Daar kun je niet goed zien of je met combattanten te maken hebt of niet en de kans op bijkomende schade is veel groter.” Een grondcommandant moet dan heel goed nadenken over welk wapen hij inzet en hoe precies die op het doel kan komen. “De werkwijze en groepering van een FST zijn erop toegespitst om juist in dit soort lastige situaties te komen tot praktische, veilige oplossingen voor de grondcommandant.” H Alle Hens | Oktober 2010
L angszij bij
Voertuigexperts met een blauw hart
De landmacht
in Den Helder
Van de Centrale Werkplaats Transportmaterieel naar het Marine Transport en Onderhoudsbedrijf of de Marinevervoersdienst naar het Materieel Logistiek Peloton van het Commando Landstrijdkrachten. Wie nu nog niet het spoor bijster is, moet werkzaam zijn bij deze bijzondere landmachteenheid in het hart van de marinestad. De voertuigexperts zijn vaak van naam veranderd. Wat echter altijd hetzelfde is gebleven, is de dienstverlening aan de klant.
Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Rob van der Linden Rob van der Linden is de enige burgercommandant van een landmachteenheid.
Voor de marinemedewerkers in Den Helder staat de Bassingracht gelijk aan voertuigen. Wie daar nou precies zitten en wat ze met de voertuigen doen is echter een vraagteken. Dat een landmachteenheid een groot gedeelte van het complex in beslag neemt, is voor de meesten een verrassing. “We zitten hier al sinds na de oorlog”, vertelt de commandant, burgermedewerker Rob van der Linden. “We waren altijd een marineonderdeel, hebben een tijd onder de paraplu van de Defensie Vervoers- en Verkeersorganisatie (DVVO) gewerkt en zijn tien jaar geleden door een reorganisatie landmachtpersoneel geworden. We vallen nu onder de 310 Herstelcompagnie van het Operationeel Ondersteuningscommando “Alles wat rijdt en een kenteken heeft, kunnen wij onderhouden”, aldus de commandant.
Alle Hens | Oktober 2010
26
Land maar hebben dankzij een dienstverleningsovereenkomst de marine als grootste klant.” Van der Linden begint te lachen. “Om het nog moeilijker te maken, voeg ik er ook aan toe dat het peloton uit negenentwintig burgers bestaat.” Antihernia reparatiestraat
“Wij onderhouden hier alles wat vier wielen en een kentekenplaat heeft”, vervolgt de commandant. “Behalve de voertuigen die op een uitbestedingcontract staan. Die verliezen we niet uit het oog want daarvoor zijn we wel intermediair. We praten overigens niet over personenwagens maar over het lichte en zware materieel waar defensie mee rondrijdt. Denk hierbij aan Landrovers, aanhangwagens, rupsvoertuigen of trucks maar ook mobiele kranen.” Hiertoe is het complex op de Bassingracht ingericht als een moderne garage, wat blijkt als de commandant later de antihernia doorsmeerstraat in het keuring- en diagnose teststation laat zien. “De vloer van deze straat kan bewegen zodat mensen van alle lengtes onder de voertuigen kunnen werken zonder last van hun nek te krijgen.” Even later loopt hij naar de spuitcabine in waar een kale Band Vagen (BV206) van het Korps Mariniers op een nieuw verflaagje staat te wachten na een polyesterschadereparatie. Door de groene verf heen piepen witte vlekken. “Zo zie je maar hoe lang je met voertuigen kan doen als je ze goed onderhoudt”, aldus van der Linden. “Die witte verf die door het schuren naar boven is gekomen, stamt nog uit de tijd dat de BV’s naar Cambodja zijn geweest en nu rijden ze nog steeds.”
langszij bij
Draaien, lassen, schade herstellen, plaat-, constructie-, zeilof timmerwerk plus de bijbehorende administratie en het goederenbeheer. Als nagenoeg autonoom bedrijf heeft het peloton de uitspraak ‘keep them rolling’ hoog in het vaandel. Werkplaats om de hoek
De aard van de voertuigen die het Materieels Logistiek Peloton onderhoudt, maken duidelijk dat het Korps Mariniers hun grootste klant is. Is de geografische ligging van de groep experts in de Noordkop dan niet vreemd? “Nee”, antwoordt van der Linden. “De mariniers zijn al van oudsher een trouwe klant en wij ondersteunen hen al lang met het inzetgereed maken van hun materieel.” Het korps is dan wel een grote klant, het is niet de enige. Het peloton werkt ook vaak voor de Defensie Materieel Organisatie en het Marinebedrijf. “We hebben de rol van werkplaats om de hoek. Als er een kanon van een schip gehaald moet worden met een kraan die om de een of andere reden niet meer rijdt, dan wil je niet helemaal naar Heerhugowaard of Alkmaar want daarmee verlies je een hoop tijd en geld. De expertise is in Den Helder aanwezig. Wij hebben een reparatietruck en vakspecialisten en zijn zo ter plaatse om de kraan weer functionerend te krijgen.” Daarnaast verzorgen de monteurs ook het materieel van de Kooy, wat bewijst dat de hele krijgsmacht onder hun dienstverlening valt.
Naast onderhouden, ontplooien de automonteurs nog andere activiteiten. “Onze hulp wordt ook gevraagd bij modificatieprojecten”, aldus de commandant. “Wij hebben in het verleden de winterisatie van de DAF-trucks gedaan. Als de grote, groene trucks imperials en trappetjes hebben, wil dat zeggen dat ze bij ons geweest zijn om klaargestoomd te worden voor inzet in winterse gebieden. Ook hebben wij onderhoud gegeven aan de Vikings die naar Tsjaad zijn gestuurd en hebben de converters voor hun communicatieapparatuur ingebouwd.” Hiernaast leidt het peloton specialisten op, die later eventueel een werkplek aangeboden krijgen. “Een aantal jaar geleden kampten wij erg met vergrijzing in ons personeelsbestand en hadden we een gemiddelde leeftijd van zevenenveertig”, vertelt Van der Linden. “We hebben gelukkig wat jonge gasten kunnen aantrekken en hebben nu een gezonde mix. Het zijn allemaal burgers, maar er lopen wel wat ex-militairen tussen. Zo hebben we nu een oud-marinier sleutelen aan de voertuigen waar hij zelf in heeft rondgereden.” Toen het schietterrein Botgat een aantal jaar geleden gesloten werd, stond er in de krant dat de landmacht Den Helder verlaten heeft. Het Materieel Logistiek Peloton is stil maar doeltreffend nog steeds aanwezig. “We zijn groen, maar met een blauw hart”, concludeert de comAH mandant.
We vallen onder het Operationeel Ondersteuningscommando Land, met de marine als grootste klant Als oud-marinier sleutelen aan de voertuigen waar je vroeger mee gereden hebt, is wel bijzonder.
27
Alle Hens | Oktober 2010
SPORT
23 | 10
30 | 08
Tweede Kyokushin Budokai Krijgsmacht-Kampioenschappen De Tweede KBK-Kampioenschappen op zaterdag 23 oktober in Sassenheim beloven een aantal spannende wedstrijden op te leveren. Kyokushin is de zwaarste karatevorm. Er zijn drie gewichtsklassen (-70kg, -80kg en 80+kg). Vooral de Deense luitenant Kristoffer Breindal, die in 2009 als eerste eindigde bij de zwaargewichten, zal zijn titel flink moeten verdedigen. Dit jaar worden meer deelnemers uit binnen- en buitenland verwacht. Nieuw dit jaar is de delegatie uit Litouwen. Het aantal vrouwen dat meedoet is toegenomen. De deelnemers zijn allemaal actief dienende militairen of veteranen die kyokushin karate of een andere vechtsport beoefenen. Aanvang: 12.30 uur. Locatie: Sportcentrum Stichting Wasbeek Sport en Recreatie. Adres: Van Alkemadelaan 12, 2171 DH in Sassenheim. Toegangskaarten: € 7,50 aan de kassa op de dag van het kampioenschap of € 5 bij online reservering via www.kbk-karate.nl
Van Rijn haalt persoonlijk record op triatlon LTZ1 Harald van Rijn heeft voor de derde maal deelgenomen aan de hele triatlon in Almere (www.upc-hollandtriathlon.nl). Dit jaar stonden er ruim 300 deelnemers aan de start voor deze wedstrijd over de klassieke afstand: 3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en 42,2 km lopen. Het weer speelt altijd een belangrijke rol tijdens een wedstrijd die bijna de hele dag duurt, maar gelukkig was deze zaterdag de minst slechte dag van die week. Met lichte spierpijn kijkt Van Rijn terug op een goede wedstrijd, alhoewel alles zwaar ging. “Het zwemmen in het Gooimeer was koud, tijdens het fietsen heeft het hard geregend (en was het koud) en het lopen is altijd zwaar nadat je lang hard gefietst hebt.” Van Rijn werd uiteindelijk twaalfde in een nieuw persoonlijk record van 9:15:15. “Dit was iets minder snel dan ik had gehoopt, maar gezien de omstandigheden van de dag was dit het beste wat er in zat.” Voor Van Rijn was dit een goede voorbereiding op het WK triatlon op Hawaï, waar hij voor de tweede maal voor is gekwalificeerd. Op 9 oktober zal hij op de Big Island wederom starten in de moeder aller triatlons, de Iron Man. Van over de hele wereld komen zo’n 1800 triatleten naar Hawaï om daar in de hitte te strijden voor de WK titel. Andere collega’s die hebben deelgenomen in Almere waren Irene Kinnegim (bestuurstaf, ex-off KM), winnares bij de vrouwen in 9:29:38, MAJ Jeffrey van Horn (KMAR, ex-MARNS), 24 plaats in 9:34:26, SGTMARNALG Maurits Heikoop, 55e plaats in 10:07:20 en SMJRMARNALG Adri de Rooij, 121 plaats in 11:08:10.
Sportkalender 06|10: 15|10: 13|10: 03|11:
NMK OPEN MT OPEN
sport
Oriënteren individueel Klein terrein Veldvoetbal D + V Mariniersloop Indoor Klimmen
KL Ermelo KL LBO ‘t Harde VGKAZ VGKAZ Rotterdam KLu Klimhal Eindhoven
Uitslagen: OMK beachvolleybal: 1. LMG; 2. DHC 1;. 3. LTK; 4. Erfprins NMK/OMK inschrijven via intranet: inschrijvensport.intranet.mindef.nl
Alle Hens | Oktober 2010
28
LOGBOEK
06 | 07
Wat heeft plasticsoep met defensie te maken? Veiligheid en milieu worden steeds belangrijker binnen defensie en alle medewerkers komen direct of indirect in aanraking met regels en wetten op dit gebied. Van het scheiden van afval tot het opslaan van gevaarlijke stoffen, maar ook de vergunningverleningen voor oefeningen op defensieterreinen. Toch zijn lang niet alle medewerkers zich bewust van de impact die dit vakgebied heeft op de dagelijkse werkzaamheden. Op 6 en 7 oktober organiseert het CZSK op het terrein van het Facilitair Steunpunt de Nieuwe Haven in Den Helder de Defensie Veiligheid- en Milieudagen. Iedereen die werkzaam is in het vakgebied is uitgenodigd, maar ook voor geïnteresseerden daar buiten is een afwisselend programma opgesteld. Woensdag 6 oktober staat in het teken van Veiligheid. De themadiscussies richten zich op het veiligheidsbewustzijn en op het veilig ontwerpen van schepen. Aan boord van Hr.
Ms. Johan de Witt wordt uitleg gegeven over communicatie en gehoorbescherming en de opslag van gevaarlijke stoffen. Op 7 oktober wordt onder leiding van Bas Haring aandacht besteed aan milieu. Hier wordt het antwoord gegeven op wat plasticsoep is en komen de themadiscussies ‘Duurzaamheid en Defensie’ en ‘Defensie en Natuur’ aan de orde. Deze dag wordt afgesloten met een interactief cabaretprogramma. Voor meer informatie: Portaal KM > Bedrijfsvoering > Arbo en milieu > Veiligheid en milieudagen 2010.
30 | 08
Hr.ms. Snellius pikt paaltjes op Hr.Ms. Snellius heeft 53 kubieke meter hout met een totaal nat gewicht van 34 ton uit de Noordzee gevist op verzoek van de kustwacht. Na de melding dat het vrachtschip Sally in de nacht een gedeelte van haar deklading was verloren vroeg het kustwachtcentrum Hr.Ms. Snellius te helpen met het bergen. De Sally had deze verloren op 90 kilometer ten westen van Camperduin. Het kustwachtvliegtuig deed eerst onderzoek naar de situatie van het schip en om de verloren pakketten hout te lokaliseren. De volgende middag deed de kustwacht het verzoek aan Hr.Ms. Snellius om te assisteren bij het bergen van ronddrijvende bundels hout. De bundels waren ondertussen in zuidelijke richting gedreven en begaven zich in de aanlooproute van Rotterdam. De Snellius pikte het hout op en leverde haar lading af in Scheveningen, waar Rijkswaterstaat de zaak verder heeft afgehandeld. Volgens de kustwacht is het onzeker of alle bundels zijn opgevist omdat men niet wist om hoeveel hout de koopvaarder verloren heeft. Ook zijn van een aantal bundels de metalen banden losgeraakt waardoor er veel losse balken ronddrijven.
10 | 09
Veertien adelborsten hebben baret verdiend
Na een tactische oefening van twee weken kregen veertien van de vijfentwintig adelborsten voor de mariniers hun baret in het Verscholen Dorp bij Nunspeet. De ceremonie werd afgesloten met de uitreiking van een oorlam en een toast op het Korps Mariniers.
De baretuitreiking is de ceremonie aan het einde van fase 2 van de Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers (POTOM) waarbij de adelborsten die aan de opleidingsdoelstellingen voldoen hun felbegeerde baret krijgen uitgereikt. Zij hebben dan aange29
toond dat ze tot op geweergroepsniveau beschikken over de juiste kennis, vaardigheden en houding. Voor de adelborsten is er geen tijd om lang van dit moment na te genieten. Vanaf maandag 13 september begon fase 3 van de POTOM waarbij de cursisten worden opgeleid tot op pelotonsniveau. Tijdens de baretuitreiking stonden de mariniers stil bij de geschiedenis van het Verscholen Dorp. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze locatie een geheim dorp in de bossen van Nunspeet. Het dorp werd in 1943 gesticht voor het onderbrengen van onderduikers en het bestond uit primitieve hutten die half ondergronds waren geplaatst. Eind 1944 ontdekten de Duitsers het dorp. In de tussenliggende periode heeft het dorp onderdak verschaft aan ruim 200 onderduikers. Op de originele locatie van het Verscholen Dorp heeft Staatsbosbeheer drie hutten nagebouwd ter herinnering aan dit indrukwekkende oorlogsdrama. Alle Hens | Oktober 2010
LOGBOEK
10 | 09
Laatste oefeningen voor ernstinzet Eén melding van een schip of telefoontje van het hoofdkwartier zet alles in werking: een koopvaardijschip heeft Hr.Ms. Amsterdam om hulp gevraagd omdat een skiff vol gewapende piraten haar belaagd. Hr.Ms. Amsterdam gaat onmiddellijk over naar alert state red, de schutters komen op post achter de vele MAG’s en .50-mitrailleurs. De helikopter gaat direct airborne. Deze legt de 20 mijl in korte tijd af en houdt de piraten aan, nadat hij een aanval heeft afgeweerd. Hierna gaat het boardingteam van de Amsterdam met de Rhib naar de skiff om de piraten veilig te stellen. De marine levert met het Fast Combat Support Ship Hr.Ms. Amsterdam een veelzijdige speler binnen het EU-verband van schepen dat zich bezighoudt met de antipiraterijmissie Atalanta. De voorbereidingen zijn al gestart tijdens de reis in juni en juli naar de Verenigde Staten en Canada, waarbij het schip deelnam aan de grootschalige internationale oefening Halcyon. De bemanning heeft zich tijdens de transit verder bekwaamd in het opereren met de boordhelikopter en het boardingteam van de Unit Interventie Mariniers.
Op 4 september heeft Hr.Ms. Amsterdam in Souda Bay, Kreta, de laatste olie geladen zodat zij maximaal geladen het operatiegebied ingaat. In Souda Bay lag ook Hr.Ms. Zeven Provinciën die het operatiegebied net had
11 | 09
Korps collecteert in Doorn Zes mariniers van het Mariniers Trainings Commando (MTC) hebben maandag 6 tot en met vrijdag 11 september gecollecteerd in Doorn voor het KWF Kankerbestrijdingsfonds. Deze mariniers kwamen uit diversen compagnieën van het Eerste en Tweede Ma-
Alle Hens | Oktober 2010
riniersbataljon. De mariniers bestreken hoofdzakelijk de buitengebieden en afgelegen huizen. Vanwege de afstanden die ze moesten afleggen, gebruikten de collectanten de mountainbikes van bureau Sport van de kazerne. De bevolking van Doorn reageerde verrast en zeer positief om mariniers als collectant aan de deur te zien. Ze schonken dan ook ruimhartig. Bij het schrijven van dit bericht was het exacte bedrag nog niet bekend maar volgens de coördinatrice van het KWF wogen de bussen bij inlevering behoorlijk zwaar. Bij één woning werd zelfs een bedrag van 80 euro opgehaald. Hier was toevallig een feest aan de gang en de collectanten wisten dit uit te buiten. De belangrijkste drijfveer voor de mariniers was dat zij allemaal wel iemand kenden die kanker heeft en dat zij graag bereid waren om geld in te zamelen voor onderzoek, opleiding en voorlichting. 30
verlaten om zich bij het NAVO Eskader SNMG2 te voegen dat in de Middellandse Zee opereert in het kader van operation Ocean Shield. Naast extra munitie, .50 geweren en een detaineepakket nam de bevoorrader ook de helikopter met vluchteenheid en onderhoudspakket van de De Zeven Provinciën over. De Amsterdam zette daarnaast een whaler (witte polyester boot met inwendige motor) af die de Koninklijke Marine aan het Griekse NATO Centre of Excellence for boarding operations schonk. Hr.Ms. Johan de Witt legde beslag op de whaler tijdens haar deelname aan de EUoperatie Atalanta. Het operatiegebied van de piraten wordt steeds groter. De marineschepen moeten steeds verder uit de kust opereren en dan is een groter uithoudingsvermogen voor de schepen van belang. Hr.Ms. Amsterdam kan de schepen op zee voorzien van olie, voeding en water. Uiteraard is het Fast Combat Support Ship zelf ook volledig uitgerust om piraten te detecteren, te achtervolgen en aan te houden. Rondom het schip zijn een twaalftal MAG’s en .50-mitrailleurs geplaatst die afhankelijk van de mate van dreiging allemaal of gedeeltelijk 24 uur per dag bemand worden. Onder CTF 465 zal Hr.Ms. Amsterdam multidisciplinaire speler meedraaien.
LOGBOEK
08 | 09
Van Ghent viert iftar De Johan de Witt-zaal van de Van Ghentkazerne in Rotterdam was dit jaar de plaats voor de vijfde Defensie Iftar. Iftar is een maaltijd die moslims tijdens de ramadan na zonsondergang nuttigen. Ruim honderd moslim en niet-moslim defensiemedewerkers werden ontvangen door het CZSK, dat dit jaar gastheer was. Een gevarieerd programma waarin religie, informatie, amusement en een rijke maaltijd aan bod kwamen, schiep de gelegenheid voor bezinning, respect en saamhorigheid. De Defensie Iftar begon op bijzondere wijze. Na de introductie van dagvoorzitter Yamani Ilse Timmer, opende de veertienjarige Ali Riza Yaman uit Rotterdam met een Koranrecitatie. De recitatie was voor aanwezigen in het Arabisch en Nederlands te volgen op een scherm. Na het welkom door de comman-
dant van de Van Ghentkazerne, KOLMARNS Ruud Hardenbol, volgde een minuut stilte voor gesneuvelde militairen. Het informatieve deel van de avond werd verzorgd door GENMAJMARNS Ton van Ede en opperwachtmeester Mohammed Amia van de Koninklijke Marechaussee. Van Ede: “Ramadan is een periode met extra aandacht voor onder andere bezinning, zelfbeheersing, discipline en het inleven in andere die het moeilijker hebben in onze samenleving. Dat zijn waarden die voor ons allemaal bij defensie relevant zijn.” Hij beschreef welke regelingen defensie voor moslims heeft getroffen, waaronder het aanstellen van twee imams, beschikbaarheid van halal-maaltijden en richtlijnen voor de feestdagen. Opperwachtmeester Amia becommentarieerde de woorden van de generaal: “Er is eigenlijk
niets wat bij defensie voor moslims niet goed is geregeld, behalve dat het eten wel wat lekkerder mag worden bereid.” De aanwezigen werden vermaakt met een humoristisch en prikkelend optreden van de stand-up comedian Samir Fighil. Na de oproep tot gebed door de krijgsmachtimam Suat Aydin, werd de iftar naar traditie begonnen met dadels en melk. De overige gerechten waren dit jaar Indiaas.
02 | 09
Breed overleg tegen drugshandel in Afrika
Een informele bijeenkomst in Den Helder met als onderwerp ‘counter drugs en Afrika’ die het CZSK organiseerde, is een belangrijk succes gebleken op het gebied van drugsbestrijding in Afrika. De bijeenkomst ging over de vooraanstaande rol die met name westelijk Afrika speelt in de overslag van drugs uit Midden- en Zuid-Amerika op weg naar Europa. De bijeenkomst was een gezamenlijk initiatief vanuit Bestuursondersteuning (staf CZSK) en de directie Veiligheidsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Behalve deze partijen waren ook de MIVD, de dienst Internationale Politiesamenwerking van het KLPD, de liaisonofficier van het KLPD bij het Maritime Analysis and Operations Centre Narcotics en collegae van de Koninklijke Marechaussee
aanwezig. Doelstelling was het delen van informatie, het (nog) beter samenwerken en het waar mogelijk gezamenlijk definiëren van een plan van aanpak. Het succes van de bijeenkomst bleek uit de hoge opkomst en uit de tijd die nodig was om alle beschikbare informatie en ideeën te delen. Een volgend overleg zal plaatsvinden vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken. Bij de uitvoering van nagenoeg al haar taken werkt het CZSK samen met een grote verscheidenheid aan nationale en internationale partners. Zo heeft de bijeenkomst onder andere geleerd dat kennis van drugsbestrijding en ervaring opgedaan in de Caraïben ook kan worden gebruikt op en rondom Westelijk Afrika. Afrika is een continent groter dan Europa, Noord-Amerika en 31
Rusland samen. Tel hierbij de grote verscheidenheid aan problematieken als piraterij, illegale visserij en migratie, drugs en terrorisme op en het is niet verrassend dat hier een complexe, uitdagende situatie heerst die niet alleen haar effect heeft op het continent zelf maar ook op Europa. Mede om die reden is het CZSK op en rondom Afrika al meerdere jaren actief in oefeningen, operaties, capaciteitsopbouw en andere projecten. Concreet recente voorbeelden zijn deelname aan het Wereldvoedselprogramma, het African Partnership Program, deelname aan EU-operatie Atalanta en de NAVO-operatie Ocean Shield, de inzet van de mijnenjagers in Frontex tegen illegale migratie vanuit Afrika naar Europa, Flintlock (SF-oefening gecombineerd met capaciteitsopbouw) en de eind dit jaar geplande oefening Emerald Move. Kenmerkend voor al deze activiteiten is dat altijd sprake is van internationale samenwerking en in veel gevallen ook van capaciteitsopbouw. Samenwerking vindt behalve internationaal ook nationaal plaats zoals tijdens de APS-reis van Hr.Ms. Johan de Witt waarbij de marine intensief samenwerkte met onder andere Nederlandse en lokale non-gouvernementele organisaties. Een andere vorm van nationale samenwerking is interdepartementale samenwerking, waarvan deze bijeenkomst een goed voorbeeld is. Alle Hens | Oktober 2010
LOGBOEK
01 | 09
Boddaertgroep op bivak
“Ja sjarmant!” antwoordt een klein meisje op de vraag of iedereen begrepen heeft wat instructeur bij de instroomopleiding van de SMVBO, SGTMARNALG Marcel Luinge zei. Vijftien kinderen tussen de zes en vijftien jaar die in de dagbehandeling zitten bij de jeugdzorginstelling Parlan Den Helder, een van de landelijke Boddeartcentra, mochten zich een dagje militair wanen in het Dijkgatbos bij Den Oever. Coördinator bij de SMVBO, SGTTDE Niels Busker en begeleidster Marijke van Geen organiseerden de dag voor de kinderen die volgens Van Geen niet vaak de kans krijgen om een leuk uitje te ma-
ken. “Deze kinderen hebben sociaal emotionele problemen, gedragsstoornissen als ADHD en autisme en komen vaak uit een moeilijke thuissituatie”, legt ze verder uit. “Doordat ze bij ons in de dagbehandeling zitten, maken we het mogelijk dat de kinderen thuis kunnen blijven wonen.” De een doet zijn uiterste best, de ander probeert zich zo stoer mogelijk te houden tegenover de sergeant van de mariniers, maar interessant en spannend vinden ze het allemaal. “Ik ben heus niet bang voor de sergeant, hoor!” fluistert er een tegen zijn vriendje. Busker: “Thuis hebben we het vaak over Marijkes en mijn pupillen. Zo is dit idee eigenlijk ontstaan. Hier en daar zijn er namelijk best overeenkomsten met sommige van hen, maar ook in hoe we er mee omgaan.” De gedragswetenschapper en de coördinator merken dat structuur bieden het belangrijkst is. “Het disciplinaire zijn wij echter niet gewend”, zegt Geen, die met haar collega’s ook duidelijk moeten wennen aan de militaire aanpak. Naast een middagje bivak, waarin de kinde-
26 | 08
OMAG-avond Korps Mariniers
ren volledig afgecamoufleerd een boscross aflegden, hebben ze een bezoek gebracht aan Hr.Ms. Tromp en werden aan het eind van de dag getrakteerd op patat en een aandenken. Nog weken na deze middag bleken de kinderen vol te zitten van deze dag, kreeg Busker te horen vanuit Parlan. 05 | 09
Sportproef op Olympisch niveau De Tweede Bootcompagnie van het Amfibisch Gevechtsteunbataljon heeft voor de afname van de jaarlijks terugkerende Defensie Conditie Proef (DCP) een bijzondere locatie uitgekozen: het voormalige Olympisch stadion van Stockholm uit 1912. Vooralsnog dienden gekwalificeerde sportinstructeurs de DCP centraal in Nederland af te nemen. De Bootcompagnie is voor haar werkzaamheden gekoppeld aan Hr.Ms. Rotterdam en neemt momenteel met het moederschip deel aan oefening Brighter Skies in Zweden. Om toch tijdig de test af te kunnen ronden is de eenheid bij een havenbezoek aan Stockholm op zoek gegaan naar een alternatieve locatie. In alles ademt dit stadion nog de nostalgische sfeer uit van weleer. Alle deelnemende mariniers waren behoorlijk geïmponeerd door de unieke aanblik van dit gebouw. Het heeft misschien uiteindelijk bijgedragen aan de testresultaten van de Tweede Bootcompagnie. Iedereen binnen de eenheid haalde de DCP ruim binnen de gestelde eisen. 14 | 12
Korps Mariniers 345 jaar
Voor de achtste keer hebben actief- en postactieve officieren ex-schepeling van het Korps Mariniers de jaarlijkse Officier met Arbeids Gelaat-avond (OMAG) gevierd in de Longroom van de van Braam Houckgeest Kazerne te Doorn. Onder het genot van een drankje en een hapje haalden de oex’en oude verhalen en anekdotes op. Om verzekerd te zijn dat ook in de toekomst dit unieke concept beAlle Hens | Oktober 2010
houden blijft, boden ze een plaquette aan de Chief Of Staff Mariniers Trainings Commando, LKOLMARNS Willem Briggen, met de tekst: “I.v.m. het beschikbaar stellen van de Longroom aan de officieren ex- schepelingen van het Korps Mariniers, zodat de komende 100 jaar, deze jaarlijkse enerverende officier met arbeid gelaat (OMAG) avond, in de VBHKAZ gewaarborgd blijft.” 32
Vorige maand deed de Alle Hens melding van de lustrumviering van het Korps Mariniers op 11 december. De contactgegevens bleken echter niet voor iedereen duidelijk. Bent u oud-marinier en wilt u het defilé op de Coolsingel en/of de lustrumviering in Ahoy bijwonen? Meldt u dan aan bij Jan Boone, telnr.: 06 54311093 of mail: j.h.boone@ chello.nl. Bent u actief dienend marinier en wilt u de lustrumviering bijwonen? Meldt u dan aan bij KAPTMARNS De Jong, telnr.: DSN 213 556 of mail:
[email protected]. Toegang voor actief dienende mariniers is gratis.
LOGBOEK
WieWatWaar 11 | 06 Tijdens de diploma-uitreiking bij het Amerikaanse Naval War College in Newport, Rhode Island heeft KLTZ Henk Warnar de eerste prijs in de Robert E. Bateman’s international essay award contest gekregen voor zijn essay The intuitive Commander and his Operational Planning Group. Hij kreeg deze uit handen van de president van het college RADM Phil Wisecup.
heid 5 is na afronding van haar deployement in Souda Bay (Kreta) geëmbarkeerd aan boord van Hr.Ms. Amsterdam en neemt momenteel deel aan de EU anti-piraterij operatie Atalanta.
26 | 08
25 | 08
LTZ2OC Michael Zwollo heeft zijn duizendste deklanding gemaakt op het helikopterdek van Hr.Ms. De Zeven Provinciën tijdens de transit vanuit de Golf van Aden. Hr.Ms. De Zeven Provinciën heeft vanaf 30 juni in deze regio geopereerd in operatie Ocean Shield. De Lynx boordhelikopter Bugs Bunny is veel ingezet voor patrouilles en verkenningsvluchten. De vlieger maakte zijn eerste deklanding op 24 mei 2007. In november 2008 heeft hij zich als boordvlieger gekwalificeerd. De boordhelikopter en de vluchteen-
Amerikaanse Meritorious Service Medal ontvangen vanwege zijn verdienstelijke inspanningen tijdens zijn uitzending in Kabul van augustus 2009 tot januari 2010. Hij gaf leiding aan de Afghan National Army Division, Force Integration and Training Directorate (CJ7), onderdeel van de staf van de NAVO Trainingsmissie in Afghanistan / Combined Security Transition Command Afghanistan.
10 | 09
CDRE André van Koningsbrugge is onderscheiden tot Ridder in de Orde van OranjeNassau met de Zwaarden. Demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop reikte de onderscheiding uit tijdens zijn afscheidsreceptie op de Prinses Julianakazerne in Den Haag ter gelegenheid van zijn Functioneel Leeftijdontslag. Hij kreeg de onderscheiding onder andere voor zijn langdurig excellerende werkwijze op het gebied van sensor- en wapentechnologie en kennisontwikkeling binnen defensie, de DMO en de Nederlandse defensie-industrie.
“Ik heb ruim twee jaar het commando gevoerd over dit fantastische schip. Ik zag en zie dit als een enorm voorrecht. Het schip heeft pas twee jaar na de indienststelling, de status operationeel gereed bereikt en heeft haar eerste ernstmissie afgerond.” Met deze woorden droeg KTZ Ben Bekkering het commando over Hr.Ms. Johan de Witt over aan KTZ Robert Bauer. Eind oktober vertrekt Hr.Ms. Johan de Witt en haar bemanning voor deelname aan de oefening Emerald Move 2010.
31 | 08
KTZ Bart Escher, waarnemend souschef van het ressort Zeesystemen DMO, heeft een
Uit de West 09 | 09
Westschip helpt bij oliebrand Bij een brand in een opslagtank van de Bonaire Petrolium Cooperation (BOPEC) is Hr.Ms. Zuiderkruis ingezet om bijstand te verlenen. De bevoorrader hield volgens het ministerie van Defensie met haar eigen brandblussysteem het lokale brandblussysteem van BOPEC op druk en leverde schuimvaten. Twee ploegen van de technische dienst van Hr.Ms. Zuiderkruis hebben daarbij gewerkt aan het brandblussysteem van de Bonaire Petroleum Corporation. De AS355 Kustwachthelikopter heeft foto’s genomen van de locatie om zo een goed omgevingsbeeld te krijgen voor de lokale autoriteiten.
De brand bleek veroorzaakt te zijn door blikseminslag in een opslagtank voor nafta aan de noordoostkant van Bonaire. De geschatte inhoud was 1 miljoen liter. Voordat het verzoek tot bijstand kwam, voerde Hr.Ms. Zuiderkruis voor de kust van Curaçao patrouilles uit voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba. Het schip heeft de Superrhib van de Kustwacht voorzien van brandstof, zodat deze door kon gaan met de patrouilles. Elf bemanningsleden zijn aan land gegaan om in de buurt van de brand schuim bij te vullen, brandblussystemen te repareren en aanwezige sleepboten te ontladen. “Deze ac-
33
foto: Sajid O’Niel, KWNA&A
tie bewijst het nut van onze aanwezigheid”, zei de commandant van het schip, KLTZ Herman de Groot. “Dit soort operaties, daar zijn wij van”, voegde hij toe.
Alle Hens | Oktober 2010
LOGBOEK
Veteranennieuws
Reünies MKS 61/3. Inlichtingen via jansen-edwin@ hetnet.nl. telnr.:06 12870405 of male@ casema.nl telnr.: 06 53364465.
maken op gironummer 9478611 t.n.v. Reünisten Matrozen Kapel. Pas na ontvangst van betaling is de reservering definitief. U kunt de kaarten afhalen bij de ingang van de zaal. Ook te reserveren via:
[email protected] of
[email protected]
06 | 11
18 | 11
05 | 11
Jaarconcert reünisten Matrozenkapel. Locatie: Zalen- en Partycentrum De Til, Breestraat 1, 3381 GS Giessenburg. Aanvang 19.30 uur. Muziek uit de oude doos, toen de diensplicht nog niet was opgeschort en de leden van de RMK nog als dienstplichtige of beroeps het uniform met ere droegen. Kosten: € 3,50. Gelieve het totaalbedrag over te 22 | 10
Fakkeltocht Monument voor Vredesoperaties
Op vrijdag 22 oktober zal voor de derde maal de herdenking plaatsvinden bij het Monument voor Vredesoperaties in Stadspark Hattem te Roermond. We zullen dan stilstaan bij de mensen die tijdens vredesoperaties omgekomen zijn en wier namen op de plaquettes staan vermeld. Het Veteraneninstituut, de Stichting Landelijke Thuisfronten en de Geestelijke Verzorging bij de krijgsmacht willen die dag nabestaanden en direct betrokkenen een kans geven elkaar te ontmoeten in een informele sfeer. Vanaf 17.30 uur staat een broodmaaltijd klaar. Om 19.00 uur starten
Correcties: Drie keer is scheepsrecht: de achternaam van de doopster van Hr.Ms. Zeeleeuw is vorige maand wederom fout gecorrigeerd in Alle Hens. Het moest zijn mevrouw Brainich von Brainich Felth. Ten onrechte is vorige maand opgenomen in de Mensen & Mutaties SGTODV A. de Boer. Er werkt binnen de marine niemand met deze naam. Alle Hens | Oktober 2010
FLO-commissie Verbindings-dienst KM. Locatie: De Witte Raaf, Nieuwe Haven, Den Helder. Kosten € 10,00. Belangstellenden wordt verzocht het verschuldigde bedrag over te maken op: giro 5459748 t.n.v. Commissie Verbindingsdienst KM, Boterzwin 3627, 1788 WL Den Helder. Uiteraard mag er ook aan de zaal betaald worden. Verdere in-
we met een korte bezinningsbijeenkomst in de Kapel van ’t Zand, om daarna in een fakkeltocht naar het monument te gaan. Na een bloemengroet bestaat de mogelijkheid in het Generaal Spoorpaviljoen na te praten. Nabestaanden en direct betrokken kunnen zich aanmelden bij:
[email protected] of per post: Aalmoezenier Lieshout, Veteraneninstituut, Postbus 125, 3940 AC Doorn. Meer informatie volgt na aanmelding.
Geschiedenis van de MLD Aan de hand van MLD-materiaal, foto’s, verhalen, werkomstandigheden, belevenissen van oudgedienden, nabestaanden en actiefdienend personeel heeft Peter Korbee een boek uitgebracht waarbij de mens een centrale plaats inneemt bij het negentigjarig bestaan van de MLD. Het boek vertelt het volledige verhaal. Achthonderd foto’s geven een volledig overzicht van hoe het vroeger was en hoe de MLD zich aan de tijd heeft aangepast in de negentig jaar van haar bestaan. 90 Jaar Marineluchtvaartdienst, een unieke periode van de marineluchtvaart. Het boek is voorzien van een voorwoord door oud-CZSK LGENMARNS Rob Zuiderwijk en een nawoord door C-DHC, commodore Theo ten Haaf. Het boek is verkrijgbaar bij de traditiekamer MLD MVK De Kooy, WZZ-shop Vlb. Gilze-Rijen en is te bestellen door een bedrag van € 39,50 (incl. verzending en verpakking) over te maken op giro 2567434 t.n.v. Korbeepromotie: MLD te Rijnsburg, o.v.v. boek 90 jaar MLD en uw postadres. 34
lichtingen: LTZ2 D. Venema, telnr.: 0223 655365, LTZ2OC bd C. Wouters, telnr.: 0223 645117 of AOOODVB A. Kreukniet telnr.: 0223 658178/ DSN 209 58178, of op de site van de FLO-Commissie: www.bravozulu.nl.
25 | 11
Oudduikers Koninklijke Marine. Locatie: Bassingrachtzaal, gebouw IJsduiker (voormalig Mijnendienstcomplex). Aanvang 13:00 uur. Kosten € 12.50 voor een hapje en een drankje. Voor meer informatie: Andre Holman 06 51644928 of Christo Janse 06 51010186. Opgave bij
[email protected] of
[email protected].
In memoriam Aan het roer die avond stond het hart en scheepte maan en bossen bij zich in en zeilend over spiegeling van al wat het geleden had voer het met wind en schemering om boeg en tuig voorbij de laatste stad
Alex Hoekstra 14 JULI 1963 – 8 JULI 2010 Naast het sterke thuisfront wat voor Alex het fundament is geweest, was de Marine voor hem de omgeving waar hij veel van zijn kennis en vaardigheden in kwijt kon. Zonder overbodige woorden, in gewoon “Zijn” wie hij was, sprak hij altijd met bijzonder veel respect en waardering over zijn collega’s en leidinggevenden. Aan al die collega’s, medewerkers van de Marine die op welke wijze dan ook met ons hebben meegeleefd in de dagen na Alex zijn overlijden en met zoveel respect afscheid van mijn maatje en gabber, onze super papa hebben genomen, willen we oprecht “dank jullie wel” zeggen dat jullie er voor ons zijn geweest.
Henny Hoekstra Kayleigh Leandro
mutaties
officieren
Dienstverlaters KTZ H.J. Noordanus, KOLMARNS G.R. Vollema, KLTZ W. Imthorn, KLTZ K.E. Kat, LTZ 1 R.J. Hendriksen, LTZA 2 OC W.A. Ceelie, LTZE 2 OC M.A. Groenevelt.
AOOODND D. Harting, AOOODVB R.J. Lether, AOOODVB H.W.G.M. Schutte, AOOWDE E. Smit, AOOMARNALG R.J. Veltkamp, AOOBDSD PG.J. Willemsen, AOOMARNALG R.R. van Zijtveld, SMJRWDE H.E. Anakotta, SMJRWDS LDG. Borst, SMJRLDA D.L. Bosman, SMJRODND J. Duvekot, SMJRTDW H.J. Knol, SMJRMARNALG M. Kramer, SMJRMARNALG A.V. Langmár, SMJRMARNVB M.R.T. Libert, SMJRODVB B. Lourens, SMJRWDS E.M. Miedema, SMJRODND S.A. Reijerse, SMJRODND B.M. Salazar Jimenez, SMJRODOPS R.B. Veldhuizen, SMJRLDGD M.M.W.H.J. Willemsen, SGTLDA O.P. Achterberg, SGTMARNALG K.J.M. op de Beke, SGTMARNALG J.J.P. Böhmermann, SGTODVB S.J. Buitendijk, SGTMARNALG A.C. de Gram, SGTMARNALG R.J. Hartgers, SGTMARNALG J.H. van der Hek, SGTMARNALG J. van Kampen, SGTLDA N.J.J. Meester, SGTMARNALG E. Meijering, SGTODND P. Mihoglu, SGTBDAV R. Mol, SGTMARNALG D. Roose, SGTTDW D. Ruybroek, SGTMARNALG C. Schouten, SGTMARNALG V.P. Versluis, SGTMARNALG J.W.P. Versteeg, SGTODVB C. Vijzelaar, SGTWDS J.F. Vink, SGTMARNALG GM. Wissink.
Bevorderingen AOOBDSD M.C. van Amsterdam, AOOTDE J.R. Brinkman, AOOODOPS R. Cruiming,
Dienstverlaters AOOODOPS E.C.J. Bokhorst, AOOTDE A. van Esch, AOOMARNALG A.M. Hulsker, AOOMARNALG R.H.B. Mentink, AOOODVB J.W. Peeters,
Bevorderingen KTZA E.P.J. Schelkers KLTZ W.A. Barten KLTZT D. van den Bosch KLTZ D. van der Neut KLTZ VLAM J.J.M. Post KLTZ H.J.F. Toebast KLTZA M.R. Veenendaal MAJMARNS F.W. Amsterdam LTZA 1 R. Botman MAJMARNS B. de Groot MAJMARNS J.W. van den Ham LTZ 1 J.K.J. Hekker LTZE 1 S. Mallon LTZT 1 Q.P.J. van Rooden LTZA 1 N.W.P. van Swelm LTZ 2 OC R.G. Abell LTZ 2 OC I.I. van der Bijl KAPTMARNS K.D. Budde LTZA 2 OC A.J. Damsma LTZA 2 OC A.C. Flens LTZ 2 OC J. van Groningen LTZA 2 OC S.A.M. Gunneweg LTZ 2 OC I.R. ter Horst KAPTMARNS A. Klompmaker LTZA 2 OC H.J.M. van der Meijden LTZ 2 OC L.D. Veerman LTZ 2 OC M.C. Vis LTZ 2 C.R. Broers LTZT 2 F.T.M. Hutten ELNTMARNS R. Rijff LTZT 2 R. Wouters.
AOOMARNALG S.F.M. Wisman, SMJRMARNALG D. Best, SMJRWDE B.J.A. van Hees, SMJRODVB C.B. Lammers, SMJRODOPS G. Melissant, SMJRMARNALG S. Postuma, SMJRODOPS A.J. Spee, SMJRTDW W.M. Verkuijl, SMJRWDV P. Zijlstra, SMJRMARNALG J.P. van Zwolgen, SGTODOPS J.E. Groenevelt, SGTTDW L.G.J. Platenkamp, SGTODOPS R.A. Prent, KPLODVB M.J. Boons, KPLWDS B. de Bruin, KPLLDGD E.J.J. Eltink, KPLMARNALG G.W. Fries, KPLMARNALG O. Lankhaar, KPLODOPS S. Munnik, KPLTDW C.J. Naaktgeboren, KPLLDV G.J. Niemans, KPLWDS C.D.R.A. Nijhuis, KPLWDV A.P.C. Verdegaal, KPLWDS Y.C. Verwij.
MARN 3 ALG L. Dinzey, MATR 3 ODVB G. van Gogh, MARN 3 J.P.G.M. van den Heuvel, MARN 3 N.J.J. Kalaidji, MARN 3 A. Koelewijn, MARN 3 ALG B. Nibourg, MARN 3 D. Oosterlaken, MARN 3 I. Poesse, MATR 3 OD S. Romkes, MARN 3 ALG M. van Roon, MARN 3 M.M. Rottier, MARN 3 G. Trninic, MARN 3 ALG O.D. van Wijk.
onderofficieren Dienstverlaters MARN 1 ALG T. Bahlman, MARN 1 ALG E.J. Everts, MATR 1 LDV E.G. Foran, MARN 1 ALG T.S. Graveland, MATR 1 LDA SJG. van der Helm, MATR 1 ODOPS J. Kamsteeg, MATR 1 OD L. Kastelein, MATR 1 BDMTD J.C. Kloosterman, MARN 1 ALG K.F. Külci, MATR 1 LDV B.A. Mombarg, ADBT J.B. de Punder, MARN 1 VB F.R. van Remmerden, MARN 1 ALG D. van Schijndel, MATR 1 ODVB J. Stam, MARN 1 ALG D. Wijnen, MATR 1 OD D. Willmes, MATR 1 BDWSR R.G. Wolsink, MATR 1 LDV E.J.W. Zandjans, MATR 2 OD R. Koetze, MATR 2 LDV J. Leentvaar, MARN 3 ALG J. Brandsen,
Bevorderingen C.G.J. Dijkhuizen, 11, M.J. Huiskamp, 7, T.E.L. Wilman, 7, M. Bakker, 5, J. Hansen, 5, M. Fredriks, 5, A.M.E. van Zutphen, 5, R.A. Venema, 5, J. Willemse, 5, D. Koningstein, 4.
Dienstverlaters J.O. van Oeveren, H. Nentjes, K. Soenessardien, J. Been.
manschappen burgers 35
In memoriam SGTLDGB P.A.G. Schoenmaker.
Alle Hens | Oktober 2010
SUBS
DE JONGERENCLUB VAN DE MARINE
Alle Hens | Oktober 2010
36
WWW.SUBS.NL