2013
Alle Hens
Special | Marine 525 jaar
column
Colofon: Coverfoto: Het 18e eeuwse Zweedse schip Göteborg en Hr.Ms. Holland afgemeerd in de Nieuwe Haven in Den Helder. (Foto: René Cornielje) Uitgave: Deze Alle Hens special is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend. De samenstellers hebben getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Mochten er desondanks beelden zijn gebruikt waarop u meent rechten te hebben, dan vernemen wij dat graag. Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Met medewerking van: LTZ1KMR Ewold de Bruijne
4
Het jaar 2013 is een bijzonder jaar voor de Koninklijke Marine. We staan stil bij ons 525-jarig bestaan waarvan 200 jaar Koninklijk. Een rijke maritieme geschiedenis met een eeuwenlange inzet voor veiligheid op en vanuit zee, voor de Nederlandse handel, welvaart en het Koninkrijk.
Wat is een admiraliteitsstad?
Lay-out: Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk: OBT B.V., Den Haag Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 | 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl
De Koninklijke Marine: 525 jaar innovatief
De marine door de jaren heen
7 21e eeuw: maritieme eeuw
14 Nieuw materieel bij de KM
En verder: 10 Fotospread | 12 Inzet Koninklijke Marine
Alle Hens | special
2
17
Verleden, heden, toekomst In deze speciale editie van Alle Hens leest u over het verleden, het heden en de toekomst van de Koninklijke Marine. Onze geschiedenis toont aan dat Nederland groot is geworden door de overzeese handel. Met een wereldhaven als Rotterdam heeft ons land ook vandaag de dag haar sterke economische positie te danken aan de maritieme im- en export. De 21e eeuw belooft een maritieme eeuw te worden, waarin de vrije handel over zee essentieel is en waarin de delfstoffen op de zeebodem onmisbaar zullen zijn. Nu reeds vindt een groot deel van de energie, eindproducten, halffabricaten en grondstoffen hun weg naar Europa over zee.
schouders en koersen dwars door de storm. Er ligt immers genoeg werk voor ons. We moeten de Noordzee vrijmaken van explosieven uit de beide wereldoorlogen. We gaan het gevecht aan met piraten en bestrijden criminaliteit op zee, zoals drugs- en mensenhandel. De zeebodem moet in kaart gebracht worden. We moeten een eventuele terroristische dreiging de kop in kunnen drukken. En we moeten een bijdrage leveren aan het bevorderen van de internationale rechtsorde en het vrijhouden van handelsroutes over zee. Toekomst Als commandant van de marine ben ik trots op de mensen en middelen die ik nu tot mijn beschikking heb. Daarmee zijn we in bondgenootschappelijk verband afdoende toegerust voor onze huidige taken. Maar of we daarmee opgewassen zijn tegen de maritieme dreigingen in de komende eeuw, valt te bezien. We moeten daarom blijven investeren in een innovatieve marine. Daarbij kijken we niet alleen naar efficiëntie, maar ook naar slagkracht waarmee we zijn opgewassen tegen mogelijke tegenstanders in een wereld die er niet veiliger op wordt. Als handelsnatie heeft ons land een adequate marine nodig om samen met andere onderdelen binnen de Nederlandse krijgsmacht ook in de toekomst borg te kunnen staan voor onze welvaart en ons welzijn.
De Koninklijke Marine heeft in de maritieme geschiedenis en de groei van Nederland altijd een wezenlijke rol gespeeld. Reeds in de 14e eeuw werden koopvaardijschepen begeleid door gewapende schepen om hun vracht veilig van A naar B te brengen. Tijdens onze huidige anti-piraterijmissies zorgen we er ook voor dat de vrije handel op zee doorgang kan vinden. Mochten in de toekomst grote schepen met olie en gas onverhoopt niet langer veilig rond Afrika of door de Straat van Hormuz kunnen varen, dan loopt de toevoer van onze broodnodige energie spaak. Uiteindelijk zou dan bij ons letterlijk zo maar het licht uit kunnen gaan. Hand in hand Kenmerkend voor de geschiedenis van de marine is dat de zeemacht is ontstaan vanuit een noodzakelijke behoefte aan bescherming van onze Nederlandse welvaart. Handel en marine gingen altijd hand in hand, waardoor in tijden van economische tegenwind ook werd bezuinigd op de vloot. Daarom hebben we onze mensen en middelen altijd op innovatieve wijze moeten inzetten. Om zo efficiënt mogelijk te opereren, maar ook om onze diensten zo effectief mogelijk in te zetten. De financiële situatie dwong ons steeds te vernieuwen en te innoveren. Dat hebben we gedaan, dat doen we nu en dat zullen we in de toekomst ook doen.
Gepaste wijze We zullen ons jubileum vieren op een manier die aansluit bij deze tijd van bezuinigingen. De grote publieksmanifestaties zijn gekoppeld aan bestaande evenementen waarvoor reeds geld was gereserveerd. Ook in de admiraliteitssteden en in de marinesteden, waarmee de Koninklijke Marine al sinds oudsher een bijzondere band heeft, vinden festiviteiten plaats waarin het jubileum van de marine prima past. Veere, Delft, Middelburg, Vlissingen, Rotterdam, Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Dokkum en Harlingen spelen immers een belangrijke rol in onze geschiedenis.
Huidige rol Wij zijn trots op de rol die we voor Nederland spelen en op ons internationale aanzien: klein maar fijn. Alle reden dus om dit jaar onze 525e verjaardag te vieren. Maar vanwege de bezuinigingen op Defensie heeft dit jubileum ook een andere kant. Nadat we vorig jaar vijf schepen uit de vaart hebben gehaald, moeten we nu gedwongen mensen laten gaan. Dat geeft een wrange bijsmaak. Maar wij marinemensen laten het hoofd niet hangen, wij rechten onze
Ik hoop dat u dit blad met plezier zult lezen. Het toont de historische maar ook sprankelende band tussen u en ons, Nederland en haar marine. Als u dit blad uit heeft, is het wellicht ook leuk om aan familie, vrienden of kennissen te geven.
Volg vice-admiraal Borsboom op Twitter: @vadmborsboom 3
Alle Hens | special
V erleden
V erleden
De marine sinds de 14e eeuw
Geschiedenis Nederland en marine nauw verbonden Nederland beschikt reeds 525 jaar over een marine die een belangrijke bijdrage heeft geleverd bij de ontwikkeling van ons land naar de overzeese handelsnatie en de maritieme kenniseconomie die we nu zijn. Hand in hand hebben Nederland en de marine stappen gezet naar het begin van de 21e eeuw, waarin de maritieme ontwikkelingen weer een strategische rol beloven te gaan spelen.
Tekst: Ewold de Bruijne | Illustraties: Nederlands Instituut voor Militaire Historie
14e eeuw
16e eeuw
Naar structurele bescherming van de handelsvloot
De geuzenvloot in de opstand tegen Spanje
Koopvaarders en vissers gaan in konvooi –grote groepen- varen, het liefst voorzien van scheepsgeschut of zelfs begeleid door schepen die daarvoor zijn omgebouwd en extra bemand. In 1356 wordt voor het eerst melding gemaakt van een admiraal in de Nederlanden (Vlaanderen): Jacob Buuc voert een vloot aan om Antwerpen te veroveren. De handel over zee krijgt zo kans zich te ontwikkelen. In Nederland wint de handel in stapelproducten aan betekenis zoals wol uit Schotland en hout uit Scandinavië.
Deze eeuw wordt gekenmerkt door de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spaanse onderdrukking. De Spaanse Armada komt naar Noord-Europa om de katholieke eenheid te herstellen: 130 schepen met 30.000 koppen aan boord. De platbodems van Parma, die met 16.000 man in de havens van Nieuwpoort en Duinkerken zouden inschepen, kunnen niet uitvaren door een blokkade van Hollandse en Zeeuwse eskaders. De slagorde van de Armada wordt verbroken en het grootste deel van de Spaanse schepen wordt langs de Engelse kust opgejaagd.
15e eeuw De permanent marineorganisatie krijgt invloed op de bredere samenleving
De met de koopvaardij vervlochten marines van de verschillende Nederlandse steden en gewesten hebben lokaal grote invloed op handel over water, belastingheffing, rechtspraak, stedelijke ontwikkeling en openbaar bestuur. Zij komen hiermee nu samen tot een.
De vrijheidsstrijd van de Nederlanders baant de weg vrij voor de Gouden Eeuw waarin de mondiale maritieme heerschappij van Nederland tot een hoogtepunt zal komen. Zeeslag bij Reimerswaal.
De (handels-)oorlogen met Engeland worden voor een belangrijk deel op zee uitgevochten. De Britten waren begonnen met de bouw van speciale oorlogsschepen maar de Hollanders wisten deze tijdelijke achterstand
snel in te halen. De tijd van Johan de Witt, Michiel de Ruyter en Maarten Harpertsz Tromp is er één van grote economische bloei in de Nederlandse steden, mede te danken aan de krachtige heerschappij ter zee. Links: Witte C. De With werd als bevelhebber van de vloot in 1647 door de StatenGeneraal naar Brazilië gezonden. Rechts: De slag bij Nyborg
18e eeuw Willem III overlijdt in 1703 kinderloos. Een krachtige opvolger ontbreekt. In tegenstelling tot bondgenoot Engeland heeft de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden echter nauwelijks wat over op maritiem gebied: geen handelwinsten, geen koloniën. Markten en routes worden door Engelse of Franse schepen bediend. De omvang van de Nederlandse oorlogsvloot wordt in de periode tot 1750 vrijwel gehalveerd. De Vierde Engelse Oorlog breekt uit en de Republiek is niet in staat de Engelsen te weerstaan. Het vredesverdrag dat in 1784 wordt gesloten betekent dat de VOC haar specerijenmonopolie verliest, waardoor het niet meer mogelijk blijkt zich zelfstandig in Azië te handhaven. Boven: Reddingsactie van de Piet Hein bij de brik Ajax. Links onder: Het schegbeeld, bijgenaamd de Loden Verrader, toegeschreven aan de geëxplodeerde Alphen. Rechts onder: Café Caprillis. Op de verpakking het verhaal van de geëxplodeerde Alphen (met foutief jaartal).
Maximiliaan van Habsburg vaardigt de Ordonnantie op de Admiraliteit uit in 1488.
Alle Hens | special
De Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie worden opgericht. Zij rusten hun schepen uit met eigen bewapening. De marineorganisatie lijdt in eerste instantie een kwijnend bestaan. De StatenGeneraal verwachten geen oorlog meer en menen met 40 relatief kleine konvooischepen de zeer grote handelsvloot te kunnen beschermen. Ten tijde van de Eerste Engelse Oorlog (1652 – 1654) beschikken de Nederlandse admiraliteiten over een beperkt aantal schepen. Nadat de Nederlandse vloot het heeft moeten afleggen tegen de Engelsen, wordt besloten echte oorlogsschepen te bouwen.
Met grote verliezen teruggeslagen
Gezicht Op Hoorn van H.C. Vroom 1622
Maximiliaan van Habsburg voorziet in 1488 door de uitvaardiging van de Ordonnantie op de Admiraliteit voor de eerste keer in een permanente organisatie voor alle Nederlandse zeezaken door instelling van een Raad van Admiraliteit.
17e eeuw De Gouden Eeuw
4
5
Alle Hens | special
V erleden
V erleden
19e eeuw
20e eeuw
Back to our roots
De industriële revolutie in de marinescheepsbouw
De Wereldoorlogen
Tien historische admiraliteitssteden
Het stoomschip doet z’n intrede en houten schepen maken plaats voor staal. "Nederlandse Stoombootmaatschappij Feyenoord wordt opgericht in Rotterdam en later de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen in Amsterdam. De bedrijven verzorgen opleidingen voor marine-ingenieurs en marineofficieren. In 1842 wordt in Delft de Polytechnische Academie opgericht, centrum van techniek en wetenschap met een belangrijke maritieme component. Hiervoor was er buiten de marine geen scheepsbouwkundig onderwijs in Nederland. De marine levert tot 1901 de leerkrachten in de vakken scheepsbouw en scheepstekenen. In 1875 richten de marine-ingenieur B.J. Tideman en Arie Smit de maatschappij De Schelde op te Vlissingen. De werf dient onder meer om de gierende werkeloosheid in Vlissingen na de sluiting van de Rijkswerf in 1868 op te vangen.
De technologische revolutie die is ingezet met de industriële revolutie wordt door de Koninklijke Marine aan het begin van de 20e eeuw met kracht voortgezet. In 1905 wordt de eerste onderzeeboot in dienst gesteld. In 1917 zien we de oprichting van de Marineluchtvaartdienst. Hollandsche Signaalapparaten in Hengelo ontwikkelt mede ten bate van de marine technologie die aan de wieg staat van de eerste radarsystemen. De Tweede Wereldoorlog eist een zware tol van de Nederlandse marine die met de geallieerde bondgenoten mee blijft vechten in Europa en in Azië. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de gedecimeerde Nederlandse vloot aangevuld met vooral voormalige Amerikaanse en Britse schepen.
afzonderlijke admiraliteiten ontstaan: de Maze (Zuid-Holland), met de zetel in Rotterdam en het Noorderkwartier, waar de admiraliteit afwisselend in Hoorn en Enkhuizen vergaderde. Samenvoeging van de verschillende admiraliteiten werd eeuwenlang door de verschillende gewesten tegengehouden. Maar er zijn ook voorgangers geweest en sommige admiraliteiten hebben hun zetel een keer verplaatst.. Daarom zijn er tien plaatsen die wij ‘admiraliteitsstad’ noemen: Veere, Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Delft, Amsterdam, Dokkum, Harlingen, Hoorn en Enkhuizen.
Tekst: Ewold de Bruijne
Op 8 januari 1488 vaardigde Maximiliaan van Habsburg, keizer van het Duitse Rijk en heer der Nederlanden, de Ordonnantie op de Admiraliteit uit. Sindsdien beschikten de Nederlanden over een formele, permanente organisatie van de zeestrijdkrachten. Het Zeeuwse Veere was van 1488 tot 1560 de zetel van deze eerste admiraliteit en mede daardoor de belangrijkste vlootbasis van de Nederlanden. Veere wordt daarom wel de ‘bakermat van de Nederlandse zeemacht’ genoemd.
Delft Delft was slechts korte tijd admiraliteitsstad, namelijk toen Willem van Oranje er in 1573 voor de eerste (en laatste) keer een raad ter Admiraliteit van Holland samenriep. Hij deed dat in een vergeefse poging de zeemacht van de opstandige gewesten te reguleren en centraliseren. Omdat de Spanjaarden nog de strook land van Haarlem tot Amsterdam bezetten, was het gewest Holland nog in tweeën gedeeld. De steden van het noordelijk deel weigerden daarom bestuurlijk samen te werken met hun zuidelijke wederhelft. Zo ontstonden er twee admiraliteiten in Holland: de Maze en het Noorderkwartier.
De marine is voortdurend actief met het aanjagen en implementeren van technologische vernieuwingen. De Koninklijke Marine levert ondernemers af die zich storten op de grootschalige scheepsbouw, maar ook op tal van andere industriële en handelsactiviteiten. Ook in het technisch onderwijs in Nederland neemt de Koninklijke Marine een vooraanstaande positie in. Boven: De Sirius van de Gouvernements Marine in Ambon.
Boven: De kanonneerboot Hr.Ms. Flores.
Onder: Grafmonument van luitenant-admiraal jonkheer Jan H. van Kinsbergen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Onder: Logo van het NAVO Seasparrow-project (geleide wapen).
De drang naar innovatie van de Koninklijk Marine heeft op meerdere gebieden zeer belangrijk bijgedragen aan de ontwikkeling van de kenniseconomie in Nederland. Verderop in deze special kunt u meer lezen over de ontwikkelingen in de 21e eeuw. 6
Zeeland, Amsterdam en Friesland hadden ieder hun eigen marineorganisatie. In Holland waren in 1573 twee
Veere
De belangrijkste bijdrage van de Koninklijke marine in de 20e eeuw is het volharden in de strijd om de vrijheid van Nederland en de veiligheid op zee tijdens twee bloedige Wereldoorlogen. Daarnaast heeft de Marine niet alleen de scheepsbouw in Nederland enorm gestimuleerd, maar ook de ontwikkeling van nieuwe communicatiemiddelen, sensoren (radar, sonar, 3-D radar) en defensieve wapensystemen (onderzeeboten, de Goalkeeper, ...).
Alle Hens | special
Nederland kende vanaf 1597 vijf verschillende admiraliteiten die door de zeegewesten zelf werden bestuurd.
De banden van de marine met Delft werden in 1842 weer aangehaald door de oprichting van de Polytechnische Academie, een voorloper van de huidige TU Delft. Hiermee werd onder meer tegemoet gekomen aan de behoefte aan technisch onderwijs en de professionaliseringsdrang bij de Koninklijke Marine. Tot ca. 1900 werd het scheepsbouwkundig onderwijs aan deze school, het enige scheepsbouwonderwijs in Nederland, verzorgd door leerkrachten afkomstig van de marine.
7
Alle Hens | special
V erleden
V erleden
Middelburg
Hoorn
In 1574 werd in Middelburg, dat zich dat jaar bij de Opstand had aangesloten, een Provinciale Raad opgericht, die tevens de admiraliteitstaken uitvoerde. In 1597 werd een aparte admiraliteit voor Zeeland ingesteld, maar die werd toch bemand door de leden van de Provinciale Raad. In de stad had de admiraliteit faciliteiten voor de uitrusting, het onderhoud, de bevoorrading en de bouw van oorlogsschepen. Vlissingen zou echter al snel de belangrijkste werf en vlootbasis worden. Middelburg ziet met het opheffen van de Zeeuwse admiraliteit in 1795 het admiraliteitscollege vertrekken.
De Admiraliteit van het Noorderkwartier werd in 1573 tegelijk met die van de Maze opgericht. Vanaf 1597 zetelde de raad om beurten in Hoorn en Enkhuizen. Tot het midden van de achttiende eeuw werden in Hoorn nog linieschepen gebouwd, maar gaandeweg liet de admiraliteit de bouw daarvan steeds meer over aan de Amsterdamse werf. In de achttiende eeuw verzandde de haven van Hoorn, waardoor de handelsschepen door voeren naar Amsterdam of naar Zaandam. Ook voor de marine werd de haven minder aantrekkelijk. In 1830 werd Hoorn, toen nog alleen sloepenwerf, door de marine als werflocatie en marinehaven opgeheven.
Vlissingen
Enkhuizen
In 1576-1577 is het prijzenhof van Middelburg korte tijd verplaatst naar Vlissingen en werd Raad ter Admiraliteit genoemd. Alle overige zeezaken bleven echter onder het beheer van de Provinciale Raad in Middelburg. Later bevond zich in Vlissingen de werf van aanbouw van de Zeeuwse admiraliteit en werd de stad de voornaamste vlootbasis van Zeeland. In 1814 vestigde de Nederlandse zeemacht er het Marine Etablissement Vlissingen, een scheepswerf voor nieuwbouw, reparatie en uitrusting van marineschepen, die in 1868 weer werd gesloten. In 1875 werd de Koninklijke Maatschappij De Schelde (KMS) opgericht, het tegenwoordige Damen Schelde Naval Shipbuilding. Van 1914 tot 1924 deed Vlissingen ook dienst als onderzeebootbasis. Ook voor de mijnendienst was de stad een tijdlang de thuisbasis.
Om in de Sint Pietershaven bij de admiraliteitswerf te komen, moesten de marineschepen door de Rommelhaven, de Nieuwe Haven, de Kuipershaven en het Oorgat, een traject met drie bruggen en twee bochten van negentig graden, wat voor marinedoeleinden bezwaarlijk was. Eind 17de eeuw raakte Enkhuizen ook economisch in verval. De oorlogen met Engeland, het verzanden van de havenmond en de concentratie van handel op Amsterdam, zorgden ervoor dat Enkhuizen veel marineactiviteiten kwijt raakte. Enkhuizen werd tegelijk met Hoorn in 1830 als marinelocatie opgegeven.
Rotterdam Rotterdam werd admiraliteitsstad in 1573, toen de Admiraliteit van Zuid-Holland, of ‘de Maze’, werd opgericht. De admiraliteit had een flinke werf van aanbouw op het Reuzeneiland, die door de grote bedrijvigheid van koopvaardij en visserij in de nauwe grachten echter “zeer onvry” bevonden werd. Daarom fungeerde Hellevoetsluis aan de monding van het Haringvliet voor de Maze als werf van uitrusting, reparatie en conservatie. Na 1795 ging de Rotterdamse werf verder als Landswerf en daarna Rijkswerf, maar werd in 1850 gesloten. Hellevoetsluis is tot 1933 als marinebasis in gebruik gebleven. Vanaf 1862 is Rotterdam ook dé locatie waar mariniers hun loopbaan bij het korps beginnen. In 1940 werden alle voormalige admiraliteitsgebouwen en de toenmalige Marinierskazerne door het Duitse bombardement vernietigd. Van 1946 tot 1962 diende de Waalhaven als basis voor de onderzeedienst.
Alle Hens | special
De Amsterdamse viermaster De Hollandse Tuyn en andere schepen bij het binnenvaren van het IJ na terugkeer uit Brazilie
Harlingen
Dokkum De Friese Admiraliteit, opgericht in 1597, werd aanvankelijk gehuisvest in het oude raadhuis van Dokkum. In 1618 verhuisde de organisatie naar ‘Het Admiraliteitshuis’. In de haven waren de voorzieningen aanwezig die de Friese Admiraliteit nodig achtte voor de twee oorlogsschepen die de Wadden onder controle moesten houden. De stad ontbeerde echter een grote werf en magazijnen, terwijl het Dokkumerdiep aan verzanding onderhevig was. Al in 1603 werd een eerste voorstel gedaan om de admiraliteit naar Harlingen te verhuizen. Dat vond in 1645 daadwerkelijk doorgang.
In 1580 was de haven van Harlingen uitgediept en in 1600 werd de Zuiderhaven aangelegd. Al lang voor de verhuizing naar Harlingen in 1645 werden er schepen voor de Friese admiraliteit gebouwd en uitgerust. Bijna twee eeuwen lang was Harlingen een marinestad met uitgebreide walvoorzieningen en scheepsbouwfaciliteiten. In de 18de eeuw had de admiraliteit veel last van de economische crisis in Friesland, maar tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) werd de werf nog van één tot vier hellingen uitgebreid. Toch bleef de admiraliteit armlastig en al in de Bataafs-Franse Tijd (1795-1813) werden de faciliteiten van de hand gedaan.
Amsterdam De Amsterdamse admiraliteitsraad, opgericht in 1584, zetelde in een voornaam pand op de Oudezijds Voorburgwal. De werf lag achtereenvolgens op het eiland Uilenburg, het eiland Rapenburg en werd tenslotte in 1655 geheel nieuw ingericht op het oostelijk eiland Kattenburg. Door de Oostzeehandel, de Levanthandel, de VOC, de WIC en de stapelmarkt ontpopte Amsterdam zich in de 17de eeuw tot financieel en commercieel centrum van Europa. Gedurende de 17de en de 18de eeuw was de Amsterdamse admiraliteit de rijkste van het land en leverde de meeste schepen. Ook in de 19de eeuw was het etablissement de belangrijkste bouwwerf van de Koninklijke Marine. Na de sluiting van de Rijkswerf te Vlissingen in 1868 bleef de Rijkswerf te Amsterdam als enige werf van aanbouw van de Koninklijke Marine over. In 1915 sloot ook de Amsterdamse werf zijn poorten, waarna de nieuwbouw geheel bij de particuliere scheepsbouw werd ondergebracht. Het werfterrein op Kattenburg bleef voor de Koninklijke Marine behouden als Marine-etablissement.
8
9
Alle Hens | special
De Koninklijke Marine Sinds 525 jaar beschikt Nederland over een georganiseerde zeemacht. We zijn trots op dat jubileum en staan er daarom bij stil. Ons land is groot geworden door de overzeese handel en ook vandaag de dag heeft Nederland haar sterke economische positie te danken aan de maritieme in- en export. Met haar grote diversiteit aan taken staat de Koninklijke Marine ervoor om deze positie te verdedigen. Voor veiligheid op en vanuit zee, zo wijd de wereld strekt.
Alle Hens | special
10
11
Alle Hens | special
H eden
H eden
Operaties van de Koninklijke Marine
Wereldwijd voor veiligheid op en vanuit zee Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s archief
Kunduz In het Afghaanse Kunduz garanderen de mannen van het Korps Mariniers de veiligheid van de politietrainers van de Koninklijke Marechaussee. Het Korps Mariniers is een expeditionaire eenheid die al aan diverse landmissie hebben deelgenomen, van crisisbeheersing- tot humanitaire operaties.
Anti-piraterijoperaties Piraterij is een keiharde business geworden waar miljoenen in omgaan. Het vormt een serieuze bedreiging voor de wereldwijde handel op zee maar ook voor de stabiliteit in bepaalde regio’s. De Koninklijke Marine levert sinds 2008 een belangrijke maritiem, militaire bijdrage aan de internationale piraterijbestrijding.
Defensie Duikgroep De primaire taak van deze groep is het uitvoeren van duikoperaties en het ruimen van explosieven. Daarnaast levert ze met drie teams overige operationele duiktaken. Het Very Shallow Water duikteam ondersteunt amfibische operaties door gebieden vrij te maken van mijnen en andere obstakels. Het Diepduikteam heeft zich gespecialiseerd in diepduikoperaties en er is nog een bergings- en reconstructieteam.
Caribisch Gebied In het Caribisch Gebied mengt de Koninklijke Marine zich constant in de strijd tegen illegale praktijken op zee. Denk hierbij aan wapen- en mensensmokkel maar als voornaamste aan transporten van drugs. Daarnaast ondersteunt de marine de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied. De voornaamste taken richten zich op dienstverlening: nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, search and rescue en rampenbestrijding en daarnaast bestrijding van smokkel.
Alle Hens | special
Mijnendienst Er ligt nog een groot aantal explosieven uit de Tweede Wereldoorlog op de bodem van de Noordzee. Omdat beroepsvissers met hun netten over de zeebodem gaan, komt daar wel eens een explosief in. Dit kan mensenlevens kosten. De mijnendienst zorgt ervoor dat de zeebodem zo schoon mogelijk wordt door de explosieven op te sporen en op een veilige plaats te laten ontploffen. 12
13
Alle Hens | special
T oekomst
T oekomst
Veiligheid op en vanuit zee
De marine in de 21e eeuw
De marine werkt als een geintegreerd geheel van vlooteenheden en mariniers.
De stelling in de introductie toont meteen de rol en de relevantie van de Koninklijke Marine in de 21e eeuw aan. Wat betekenen de zeestrijdkrachten voor Nederland, Europa en de wereld? In de afgelopen jaren is het maritieme toneel van karakter veranderd. In de 20e eeuw, zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog en daarna ook tijdens de Koude Oorlog, stonden vooral grote vloten tegenover elkaar. Nu, aan het begin van de 21e eeuw, wordt de wereld vooral geconfronteerd met risico’s als gevolg van smokkel en misdaad. In dat opzicht lijkt de huidige tijd juist op de 19e eeuw.
“De wereldwijde vraag naar energie neemt toe. De zoektocht naar andere en schonere energiebronnen groeit. Liquefied Natural Gas is zo’n energiebron van de toekomst. Dit vloeibare aardgas komt uit landen als Indonesië, Qatar en Maleisië. Pijpleidingen zijn duur of zouden instabiele gebieden moeten doorkruisen. Daarom wordt het gas in grote, gespecialiseerde tankers naar Europa verscheept. Als zij niet langer veilig langs de Hoorn van Afrika kunnen varen en om het enorme continent heen moeten gaan, loopt de toevoer van het gas vertraging op. Uiteindelijk zou dan bij ons zo maar elke dag het licht even uit kunnen gaan.”
Tekst: Maartje van der Maas |
Onze mannen en vrouwen moeten snel kunnen schakelen van functie, maar ook van operatie
Foto’s: Audiovisuele Dienst Defensie
Ook toen richtten de marines zich meer op het ondersteunen van handel en diplomatie en het bestrijden van misdaad dan op het bevechten van elkaar. Het verschil met die tijd is echter dat de landen nu veel afhankelijker van elkaar zijn geworden. Een financiële crisis in de Verenigde Staten veroorzaakt schokgolven in Europa. Nederland mag dan een klein land zijn, het staat wel midden in de wereld. Onze welvaart, veiligheid en stabiliteit worden beïnvloed door ontwikkelingen op het wereldtoneel. Als marine moeten we dus dààr optreden waar onze belangen, en die van onze bondgenoten, in het gedrang komen. Juist op dat gebied kan de marine het verschil maken.
Foto linker pagina: Hr.Ms. Maassluis sleept een smokkelschip tijdens de grensbewakingsoperatie FRONTEX.
Alle Hens |special
14
Zwart geld Neem het voorbeeld van antipiraterij. De ogen zijn het eerst gericht op de veilige doorvaart van scheepvaart. Maar vrije handelsstromen betekenen meer dan alleen open routes en knooppunten. Ook de brongebieden van grondstoffen en de overslaghavens van halffabricaten en eindproducten moeten toegankelijk en veilig zijn. Alleen zo is een werkende economie gegarandeerd. En dat is waar het indirecte en minstens zo schadelijke effect van piraterij zich manifesteert. Achter de piraten die in kleine bootjes koopvaarders kapen, gaat een netwerk van georganiseerde misdaad schuil. Het geld dat deze misdadigers 15
verdienen met de afkoopsommen voor de gijzelaars, ‘investeren’ ze in de economieën van landen zoals Kenia of Tanzania. Dit zwarte geld verspreidt zich vervolgens als een virus in een witte economie. Deze landen, die hun handel door de dreiging van piraterij nabij hun wateren al zien gehinderd, worden dan ook van binnenuit nog eens hard geraakt. Hun ontwikkeling staat stil. En dat raakt dan weer de landen die voor in- en uitvoer afhankelijk zijn van in dit geval Kenia en Tanzania, namelijk vrijwel het hele Grote Meren-gebied in Centraal Afrika. Zo breidt het schadelijke effect van piraterij zich uit over de hele regio. En ook deze regio is voor de handel en veiligheid voor Nederland van groot belang. Vrije zee Zeventig procent van de wereld bestaat uit zeeën en oceanen. Van een groot deel daarvan maken we gebruik als transportroute, bron van voedsel en grondstoffen of ter recreatie. Dit enorme gebied is voor iedereen vrij. Ondanks dat er regels zijn afgesproken, bestaat er geen ‘zeepolitie’ die toezicht houdt of de handhaving van de regels verzorgt. Kwaadwillenden profiteren daarvan. Smokkel van drugs, wapens en mensen, roof van grondstoffen, het dumpen van afval en zelfs hand- en spandiensten voor en relaties met terroristennetwerken en fundamentalistische groepen zijn voorbeelden. Dit gebeurt in de wateren rondom Somalië, maar ook in het Caribische Gebied en langs de Europese Zuidgrenzen. Die misdaadacties beperken zich echter niet tot de zee alleen. Achter de acties gaan organisaties schuil, vaak gehuisvest in landen met een zwak bestuur. Zij hebben een ontwrichtend effect op de bevolking en op het land. Conflicten en crises Dit is de context waarin wij als marine in actie komen. Bij voorkeur om conflicten en crises te voorkomen, maar ook om verdere uitbreiding van misdadige acties te voorkomen en uiteindelijk, als andere mogelijkheden niet werken, in te grijpen. Dat bereiken we door aanwezig te zijn, desnoods continu. Pas dan krijgen we zicht op een gebied, kunnen we anderen ondersteunen en kunnen we in opdracht van de politiek reageren als meer actie nodig is. Onze aanwezigheid in het Caribisch Gebied, op de Noordzee en als deel van de permanente NAVO-eskaders zijn hiervan voorbeelden. Dit stelt eisen aan onze eenheden: snel ter plaatse kunnen zijn, flexibel inzetbaar en voor langere periodes onafhankelijk in optreden en opereren. Alle Hens | special
T oekomst
T oekomst
Humanitaire hulpverlening na de aardbeving op Haïti.
Maar daar blijft het niet bij. De marine staat voor veiligheid òp maar ook vànuit zee. We moeten in staat zijn om vanuit zee snel tot interventie over te gaan, bijvoorbeeld om een evacuatie uit te voeren of bijstand te verlenen na een ramp. Ook kunnen we bijdragen aan de normalisatie van een regio als het zich herstelt na een crisis. De inzet van onze marinierseenheden in Afghanistan, Tsjaad en Irak zijn daarvan recente voorbeelden. Onze kracht rust erin dat we op zee opereren en van daaruit ondersteuning kunnen bieden op het land.
Ondanks dat er regels zijn afgesproken, bestaat er geen ‘zeepolitie’ Comprehensive approach Maritiem optreden is meer dan marine-optreden. Dus opereren we met eenheden van de landmacht, de luchtmacht en de marechaussee. Maar het is ook interdepartementaal: met personeel en middelen van andere ministeries. Ook op en vanuit zee geldt de zogenoemde comprehensive approach. Hierbij spreekt een evacuatie of humanitaire assistentie vanuit zee direct tot de verbeelding, maar in maritieme capaciteitsopbouw ligt een mooie en dankbare taak weggelegd. Het trainen van collega’s uit landen in instabiele regio’s, het versterken van het besef van het maritiem belang en het verFoto links onder: Zo sta je brood te bakken, zo ben je schutter op de brug.
beteren van de infrastructuur dragen bij aan een regionale capaciteit om het recht ook op zee af te dwingen. Als geïntegreerd team van vloot en mariniers zijn wij in staat om verschillende partijen van zowel andere krijgsmachtdelen als andere departementen te vervoeren en een platform te bieden voor diverse activiteiten, van het trainen in varen met en onderhouden van kleine vaartuigen tot het opzetten van onderhoudsschema’s. En uiteindelijk zelfs tot ondersteuning van operaties in regionale wateren. Neem de Golf van Guinee. Daar vindt piraterij plaats en smokkel van drugs, wapens en zelfs mensen. Ook maken buitenlandse visserschepen grote vangsten die niet altijd netjes worden gerapporteerd. Daar kan gerichte assistentie bij de opbouw van capaciteiten leiden tot een sterkere stabiliteit en veiligheid. Personeel maakt het verschil Dit vraagt wel iets van het personeel. De mannen en vrouwen van de Koninklijke Marine moeten snel kunnen schakelen van functie, maar ook van operatie. De ene dag sta je nog als .50 schutter op post bij een counter drugs-actie, de volgende dag geef je uitleg aan een Afrikaanse collega. Zo patrouilleer je met een landingsvaartuig voor een piratenkamp, vervolgens lever je goederen af op het strand van een door een natuurramp geraakt land. De flexibiliteit en onafhankelijkheid die we van onze vaar- en voertuigen eisen, gelden dan ook als eisen voor ons personeel. Het zorgt voor de uitdaging, het is ook iets wat niet zomaar van zelf komt. De unieke capaciteiten van de Koninklijke Marine, zowel materieel als personeel, kunnen niet ontbreken in het huidige klimaat waarin alle landen als radertjes in elkaar grijpen en eenzijdige dreiging is vervangen door meervoudige risico’s. Het maritieme optreden, samen met partners, kan dan het verschil maken: om zo wijd de wereld strekt veiligheid op en vanuit zee te bieden. Want dat er ook komende eeuw nog genoeg werk voor de marine op de plank ligt, dat is wel duidelijk!
Het nieuwe materieel van de Koninklijke Marine
Blik op de toekomst Aan het begin van de 21e eeuw wordt de wereld geconfronteerd met risico’s als gevolg van terrorisme, smokkel en misdaad. Onze welvaart, veiligheid en stabiliteit worden beïnvloed door ontwikkelingen op het wereldtoneel. Als marine moeten we daar optreden waar onze belangen, en die van onze bondgenoten, in het gedrang komen. Juist op dat gebied kan het verschil gemaakt worden. En daarvoor heeft de marine goed materieel en slagkracht nodig.
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: AVDD
Het Joint Support Ship: de Karel Doorman De Koninklijke Marine heeft weinig capaciteit voor transport van groot materieel over zee. Daarnaast is er ook meer behoefte aan ruimte voor helikopteroperaties en bevoorrading op zee. Dat is de kracht van het Joint Support Ship: het is een tanker maar kan ook een grote hoeveelheid materieel voor operaties op land en in de lucht meenemen.
Foto rechts onder: Niet alleen veiligheid op zee maar ook vanuit zee.
Basis op zee Het schip beschikt over capaciteiten voor bevoorrading, opslag, transport, laden en lossen, over voorzieningen voor medische, technische en logistieke ondersteuning, maar ook over accommodatie voor de bemanning en voor evaAlle Hens | special
16
17
cués. Het krijgt een benedendeks transportdek om zwaar materieel zoals pantserhouwitsers of Chinook-helikopters te vervoeren. Het schip kan ook fungeren als helikopterbasis. Daarvoor zijn er twee landingsplaatsen en biedt de hangaar van het schip plaats aan twee van helikopters met gespreide rotorbladen of zes helikopters met gevouwen rotorbladen. Daarnaast kan het ook onafhankelijk van havenfaciliteiten laden en lossen. Hierdoor hoeven ondersteunende eenheden en middelen niet meer op het land gestationeerd te worden. Het schip kan ook zelfstandig noodhulp verlenen in verafgelegen gebieden. De laad- en losmiddelen van de Karel Doorman bestaan uit een roll on-roll off laadklep voor zware Alle Hens |special
T oekomst
T oekomst
voertuigen aan de stuurboordzijde, een laadplek voor landingsvaartuigen en een laadkraan. Zware ladingen kunnen met een lift worden verplaatst van het rij- naar het helikopterdek en omgekeerd. Aan boord is ook een hospitaalcomplex met twee operatiekamers, een high care-afdeling, een röntgenruimte, behandelkamers en een ziekenboeg. Grootste schip De Karel Doorman wordt in 2015 in de vaart genomen en is dan het grootste schip van de marine: 204,7 meter lang. 28 meter langer en 10.000 ton zwaarder dan het huidige grootste schip Hr.Ms. Johan de Witt. Het Joint Support Ship is dan overigens niet alleen het langste, maar ook het hoogste schip van de marine: 49,63 meter hoog, zo'n 5 meter hoger dan Hr.Ms. Johan de Witt.
De marine richt zich op het ondersteunen van handel en diplomatie en het bestrijden van misdaad
Het Oceangoing Patrol Vessel: de Hollandklasse
De Fast Raiding Interception and Special Forces Craft: de FRISC
De hoofdtaken van deze schepen liggen alleen ‘laag in het geweldsspectrum’. Ze liggen op het gebied van de kustwacht, zowel in Nederland als in het Caribisch Gebied inclusief search and rescue en rampenbestrijding. Anderzijds voeren de OPV’s zich op maritieme veiligheidstaken, zoals beveiliging tegen piraterij, evacuaties en humanitaire hulpverlening. De schepen dienen als platform voor de NH90 en hebben capaciteit voor twee Fast Raiding Interception and Special Forces Crafts (FRISCS). Naast een vaste bemanning van maximaal vijftig personen, kunnen de patrouilleschepen veertig opstappers accommoderen.
De Boston Whalers en de Landing Craft Rubber Motorised van het Korps Mariniers moesten vervangen worden. Met de komst van de patrouilleschepen van de Hollandklasse werd er ook gezocht naar een geschikt vaartuig om in de OPV mee te nemen voor het uitvoeren van boardings. Uit de mix van eisen die deze operationele scenario’s met zich meebrengen is de FRISC geboren.
Schip van het Jaar Tijdens het Maritime Awards Gala 2012 werd de Hollandklasse uitgeroepen tot Schip van het Jaar. Deze prestigieuze prijs van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied is voor het meest innovatieve schip, ontworpen en grotendeels gebouwd in Nederland. Dit vanwege het baanbrekende ontwerp op het gebied van veiligheid en milieu en vanwege het feit dat de bemanning slechts 50 personen telt.
Verschillende versies De boot wordt straks geleverd in verschillende versies. Een raiding-type voor het Korps Mariniers, waarmee we een geweergroep op het strand kunnen afzetten en weer ophalen zodat zij een operatie kunnen uitvoeren. Aan boord van de nieuwe patrouilleschepen van de Hollandklasse komt een interceptor-versie en de Maritime Special forces Operators en de Unit Interventie Mariniers nemen het boarding-type in gebruik. Dit wijde spectrum aan inzetmogelijkheden was de leidende gedachte bij de ontwikkeling van het vaartuig.
De NATO Helicopter 90 DeNH90 is aangeschaft ter vervanging van de Lynx SH-14D maritieme helikopter en de AB-412-reddingshelikopter. Bij Defensie gaan twee versies van deze hypermoderne helikopter vliegen. De NATO Frigate Helicopter (NFH) die op Maritiem Vliegkamp de Kooy in Den Helder wordt gestationeerd en de Tactical Transport Helicopter (TTH) die vanaf vliegbasis Gilze-Rijen gaan opereren. De NFH De maritieme versie van de helikopter is primair bedoeld voor onderzeebootbestrijding maar de NFH is ook geschikt voor oppervlakte oorlogvoering, search and rescue en kan ondersteuning verlenen in anti-piraterijoperaties of de taken in het Caribisch Gebied. Ook kan de helikopter beperkt worden ingezet bij luchtverdediging , bevoorrading van schepen en troepentransport. De TTH Deze helikopter is ontworpen voor het transport van 20 militairen of meer dan 2.500 kg aan vracht. Ook zijn de toestellen geschikt voor search and rescue. Andere mogelijke taken zijn medische evacuaties, speciale operaties, electronic warfare, vliegende commandopost of parachuting.
Alle Hens | special
18
19
Alle Hens | special
Zorg dat je online komt! Deel uw marineverhalen met de rest van Nederland Heeft u mooie verhalen over uw marinetijd? Wij willen ze graag hebben. Speciaal voor het jubileumjaar is een platform www.marine525.nl ontwikkeld, waar u door middel van foto’s, video’s en verhalen kennis kunt maken met de belangrijkste punten uit de marinehistorie, de grootste zeehelden en de evenementen die we dit jaar organiseren. Een geschiedenisboek, maar dan vele malen interactiever, mooier en spannender.
We willen samen met u gedurende het jubileumjaar het historische verhaal van 525 jaar marine compleet maken. Via dit unieke platform kunt ook u namelijk uw marineverhaal delen met de rest van Nederland. Heeft u een mooi verhaal met foto’s of video’s? Stuur het naar ons in en word onderdeel van de marinehistorie. Samen maken we het verhaal compleet. Kijk dus gelijk op www.marine525.nl en doe mee!