Geschiedenisles
Gemeente van Christus,
Intro
Waar ga je heen als je om een goed advies verlegen zit? Iedereen kent dat wel, een situatie waarin je het gevoel hebt dat je eigen kennis tekort schiet. Je voelt je niet opgewassen tegen de vraag waar je voor staat.
Het beste wat je dan kunt doen het inroepen van hulp van anderen. Je zou een goede vriend of vriendin kunnen vragen om advies. Je zou ook kunnen denken aan je ouders die meer levenswijsheid hebben dan je zelf in huis hebt.
In het zakenleven zijn er bedrijven die zich speciaal hierop toeleggen. Ze leggen zich toe op het geven van advies. Ze geven je advies over de opbouw van je organisatie, ze geven je advies over reclame en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.
In onze schriftlezing gaat het over mensen die bij een profeet aankloppen om raad. En in de bijbel is dat helemaal geen vreemd idee, om God te betrekken bij de problemen van het leven.
Ik kan het u nog sterker vertellen. God neemt het mensen ook wel eens kwalijk als ze bij jan en alleman aankloppen om advies te krijgen en hem overslaan. Zo niet deze mannen, ze hebben besloten advies te gaan vragen bij de profeet die spreekt namens God.
Ze zoeken hulp bij een hemels adviesbureau in de veronderstelling dat dit bureau wel altijd open zal zijn want ze weten dat degene die zoekt zal vinden en dat degene die klopt zal worden opgedaan.
Maar vandaag gaat die deur niet open, vandaag wordt de gezochte raad niet gevonden. Want als de vertegenwoordigers van Israël plaatsnemen tegenover de profeet krijgt de profeet het volgende ingefluisterd:
Mensenkind, zeg tegen de vertegenwoordigers van mijn volk: dit zegt God de HERE, komen jullie mij raadplegen? Zo waar ik leef: ik zal me beslist niet door jullie laten raadplegen.
Geschiedenisles
In plaats van advies krijgen de vertegenwoordigers van het volk een lesje geschiedenis, want als je de geschiedenis bekijkt begrijp je wel waarom de HERE zich hier niet door zijn volk laat raadplegen.
De geschiedenis helpt ons om te begrijpen hoe het er vandaag de dag voorstaat. Een poosje terug is daar een uitgebreide discussie over gevoerd. Uiteindelijk is er toen een lijst samengesteld met daarin de allerbelangrijkste gebeurtenissen op een rijtje.
Een canon van de geschiedenis van Nederland. Die begint bij de Hunebedden, Willem van Oranje komt erin voor, Michiel de Ruyter, maar ook een donkere bladzijden als de slavenhandel en de tweede wereldoorlog.
De geschiedenis begint niet pas als we geboren worden. Al lang voordat wij geboren werden woonden er mensen in Nederland. En zo is dat ook als het gaat om geloven. Wij zijn niet de eerste mensen die geloven.
X is niet het eerste kind dat wordt gedoopt, voor dat x werd gedoopt zijn jullie zelf gedoopt en voordat jullie werden gedoopt zijn jullie ouders gedoopt en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.
De relatie tussen God en mensen is niet van vandaag of gisteren, de relatie tussen en mensen kent een geschiedenis en daarom krijgen de vertegenwoordigers van Israël vandaag geschiedenisles.
Het perspectief
Nu zullen die mannen ook wel het een en ander hebben geweten over de geschiedenis van Israël. Maar het verschil tussen dat wat ze al weten van de geschiedenis van hun volk en dat wat ze nu horen is het perspectief.
Zij hebben over de geschiedenis tussen de HERE en gehoord vanuit het perspectief van hun voorouders, vanuit het perspectief van mensen, ze hebben gehoord wat mensen zoal ervaren hebben van God.
En dat kan helemaal geen kwaad, als ouders en grootouders aan kinderen vertellen wat zij hebben meegemaakt als het gaat over God, als ze vertellen wie de HERE is voor hen is, maar het blijft een menselijk perspectief op de geschiedenis tussen God en mensen.
Wat de vertegenwoordigers van het volk nu te horen krijgen is de andere kant van het verhaal. Het gaat er nu even niet om wat hun ouders en hun grootouders en al die andere voorouders hebben beleeft.
Het gaat er nu om hoe God tegen die geschiedenis aankijkt. Wat ziet God als hij kijkt naar de geschiedenis? Bepaalde dingen uit dit hoofdstuk zullen we herkennen als we vaker in de kerk komen en iets weten van het geloof.
Het gaat in dit hoofdstuk bijvoorbeeld hierover dat de HERE zijn volk uit Egypte heeft bevrijdt. We lezen dat hij gezegd heeft: ik ben de HERE jullie God. We lezen dat hij zijn volk gezegd heeft geen afgoden te dienen.
Afgoderij
Als we vaker in de kerk komen en iets weten van het geloof zijn dat bekende woorden. De verrassing komt als het gaat over daden van zijn volk. Want wat ik nog nooit heb gelezen in mijn bijbel is dat Israël in Egypte al andere goden diende.
Blijkbaar was men onder de indruk van die goden en als je een keer op vakantie bent geweest in het oude Egypte dan kan je jezelf daar iets bij voorstellen. De goden van de volken rond Israël, ze leken een garantie voor succes en geluk.
En de arme slaven in Egypte vergaapten zich aan dat succes en aan dat geluk, en de goden die aan dat succes en dat geluk verbonden waren. Ze werden erdoor gefascineerd, en dat begrijpen wij wel, we kunnen ons daar alles bij voorstellen.
Maar als we meekijken vanuit dat andere perspectief, vanuit het perspectief van een goede God die zijn volk een land van melk en honing wil geven… Vanuit dat perspectief is het gefascineerd zijn door andere goden toppunt van ondankbaarheid.
Want het mag dan zo wezen dat men in Egypte succesvol lijkt maar dat is wel over de ruggen gegaan van slaven. Israël moest zelf de rekening van het succes van Egypte betalen, maar wat doen ze als de HERE hen wil bevrijden?
Ze gaan doodleuk de goden van datzelfde Egypte dienen, dat is een klap in het gezicht van hem die hen wil bevrijden. En daar gaan ze mee door in de woestijn. Zelfs in het beloofde land houden ze er niet mee op.
Het lijkt wel alsof het vreemdgaan met andere goden de mensen in het bloed zit. Het lijkt er wel op alsof die hang naar andere goden erfelijk is. Want het komt iedere generatie weer opnieuw terug.
De sabbat
Dat is het eerste wat we zien als we meekijken met God. Het dienen van andere goden. Het tweede wat opvalt in dit hoofdstuk is dat het zo vaak gaat over de sabbat. Vanuit de hemel wordt daar nauwkeurig op gelet.
Of de sabbat wel wordt gevierd, want het is niet om het even wat je met de sabbat doet. De sabbat heeft alles te maken met de bevrijding van het slavenvolk uit Egypte. Israël heeft in Egypte hard moeten werken.
Maar van dat slavenjuk heeft de HERE zijn volk bevrijdt en om dat nooit te vergeten is er één dag in de week gekomen waarop er niet gewerkt wordt. Er is één dag in de week waarop we niet werken om te vieren dat er een God is die voor ons zorgt.
De zondag is voor Israel een soort Bevrijdingsdag en inmiddels is dat een goede gewoonte geworden die weid is verspreid. Ook niet gelovige medelanders hebben op zondag vrij om uit te rusten van een week werken.
We rusten uit om er op maandag weer fris tegenaan te gaan. Maar dat is nu precies het punt van verschil want daar is de sabbat helemaal niet voor gegeven. De sabbat is geen dag vrij om er in de week weer tegenaan te gaan.
De sabbat is een dag waarop we iets te vieren hebben. Op zondag is het feest en daarom aten we bij mij thuis vroeger altijd taart. Dat lijkt me misschien iets om mee te nemen voor doopouders.
Maak van de zondag een feest, want als er mensen zijn die reden hebben om feest te vieren dan zijn wij het wel. Wij hebben een God die uit het diensthuis uitleidt. Op zondag moet er even niets want op zondag hebben we iets te vieren.
In dit hoofdstuk is de sabbat ontzettend belangrijk want aan de viering van de sabbat kan je zien of een volk de daden van God weet te waarderen. Dat zou je ook door kunnen trekken naar de zondag.
In feite is dat ook een dag waarop we iets te vieren hebben. Een lied zegt het heel mooi: wees gegroet gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis, bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is.
Alsof dat geen reden is om feest te vieren. Maar als we vanuit de hemel meekijken zien we dat er op het feest van de opstanding wordt gediscussieerd over allerlei regeltjes. Wat mag er wel en wat mag er niet op zondag?
Inmiddels zijn we aan die regeltjes wel zo ongeveer voorbij maar of de zondag daarmee nou zoveel feestelijker is geworden? De vertegenwoordigers van Israel krijgen geschiedenisles waarbij er twee dingen uit springen:
het dienen van andere goden en het niet om weten te gaan met de sabbat, en dat is niet het manco van een enkele generatie, maar iedere generatie gaat opnieuw de fout in.
De naam
Je zou je af kunnen vragen waarom God er niet mee gestopt is. Waarom zet hij er geen punt achter? Waarom is er vanmorgen weer een kind gedoopt? Weet God het dan niet dat negen van de tien gedoopte kinderen niets meer met hem te maken willen hebben?
Waarom zet hij er geen punt achter, waarom gaat hij ook vanmorgen toch weer door?Het antwoord op deze vraag kunt u lezen in vers negen, vers veertien, vers tweeëntwintig en vers vierenveertig. Het argument van god om toch door te gaan is zijn naam.
Ik heb dat woordje naam in de liturgie onderstreept. Misschien is dat wel een leuke opdracht voor de kinderen. Als jullie nu eens tellen hoe vaak het woordje naam voorkomt in de liturgie dan kom ik daar aan het einde van de dienst op terug.
In het Bijbelgedeelte gaat het steeds weer over de naam van God. En met de naam gaat het over de manier waarop hij bekend staat. Er zijn bij ons nog wel gezegden die daaraan herinneren.
Je kunt een goede naam hebben in het dorp maar ook een slechte naam. God gaat steeds weer opnieuw verder met zijn volk omdat zijn naam schade zou lijden als hij dat niet zou doen.
Ik moet u eerlijk bekennen dat ik dit eerste niet begreep want doet het volk die naam dan geen schade aan. Israël staat wel bekend als het volk van God maar moet je zien wat ze doen, ze maken bepaald geen goede reclame voor hun Here.
Precies hetzelfde zou van christenen kunnen zeggen. Als je wel bekend staat als zijnde een christen maar hem niet volgt… Je zou zeggen dat zoiets zijn terugslag heeft op de manier waarop andere mensen naar God kijken.
Maar God zegt, ook al is dat dan zo dat ze niet in mijn wegen gaan, als ik hen laat vallen doet dat mijn naam meer schade aan dan als ik met hen verder ga en daarom ga ik toch verder.
Genade
Het doet me denken aan een verhaal wat ik pas las over een geestelijk verzorgster in een ziekenhuis. Ze had een gesprek met een moslim over de verschillen en de overeenkomsten die er waren tussen het christelijk geloof en de islam.
Het was de moslim opgevallen dat moslim jongeren wachten met serieus gelovig zijn omdat ze eerst nog willen genieten van het leven. Volgens hem deden christelijke leeftijdsgenoten daar volop aan mee maar zeiden ze tegelijkertijd dat ze gelovig waren.
Leven als ieder ander en toch geloven, dat kan alleen maar als de God waarin je gelooft een God is die vergeeft en daarmee hebben we denk ik het punt te pakken waar het hier om gaat. God wil inderdaad bekend staan als de God die genadig is en barmhartig.
God wil bekend staan als de God die vergeeft en daarom laat hij zijn volk niet gaan. Israël is op die manier tegen wil en dank een verwijzing naar de genadige God en zo is dat ook met christenen die niet christelijk leven.
Ze maken duidelijk dat er een God is die vergeeft. Dat klinkt nu heel koel en berekenend, als een rekensom, de voors en tegens worden op een rijtje gezet en na wat plussen en minnen blijkt het rendabeler toch maar door te gaan.
Het is spannend
Ondertussen gaat het wel heftig toe. God heeft in de woestijn op het punt gestaan zijn woede over het volk uit te storten. Het is wel degelijk spannend ook al hebben wij dat dan niet altijd in de gaten.
Het doet me een beetje denken aan de voice of Holland. Misschien kent u het wel. Een programma waar verschillende kandidaten in langs komen om te laten horen wat ze muzikaal in huis hebben.
De juryleden zitten met de rug naar de kandidaten en als ze iemand goed genoeg vinden moeten ze op een knop drukken. Je ziet ze soms twijfelen. Dan zweeft hun hand boven de knop zonder dat de kandidaat het ziet.
Voor de kijkers thuis maakt dit het programma spannend. Maar zo is het hier dus ook. De hand van God zweeft regelmatig boven de knop. Niet om zijn volk erin te stemmen maar om het erbuiten te zetten.
Zo spannend is het als je het bekijkt vanuit het andere perspectief. Zo spannend is het al je het bekijkt vanuit het perspectief van God en met dat perspectief op de geschiedenis worden de vertegenwoordigers van Israel geconfronteerd.
Ze worden geconfronteerd met een God die pijn lijdt, ze worden geconfronteerd met een goed die bij tijden woedend is, ze worden geconfronteerd met een hand die regelmatig boven de knop zweeft.
Ingrijpen
Ze zien die hand zweven boven de knop, ze zien hem niet alleen zweven ze zien hem ook vallen, want de maat is vol, God is er helemaal klaar mee. Moet ik mij door jullie laten raadplegen, volk van Israël?
Zo waar ik leef, ik zal mij beslist niet door jullie laten raadplegen! Dacht je nu echt dat ik me erbij neerleg dat jullie zondaren zijn? Dacht nu echt dat ik er ooit aan zou kunnen wennen dat jullie andere goden dienen?
Dacht je nu echt dat ik jullie in ballingschap laat gaan omdat ik aan jullie wensen toe wil geven? Dacht je nu echt dat je zomaar kunt worden als de volken die goden van hout en steen vereren?
Dacht je nu echt dat je kunt leven alsof je niet bij Christus hoort terwijl je wel gedoopt bent? Zo makkelijk als jullie denken dat het gaat, zo makkelijk gaat het niet. Je kunt niet zomaar doen alsof je niet bij het uitverkoren volk zou horen.
Je kunt niet zomaar doen alsof je niet gedoopt bent. Ik zal er zelf voor zorgen dat er verschil blijft. Zo waar ik leef, spreek God, de HERE, ik zal jullie koning zijn, een koning die met sterke hand en opgeheven arm zijn toorn over jullie uitstort.
Uit de landen waarover jullie verstrooid zijn, uit de volken waartussen jullie wonen zal ik je bijeenbrengen en wegvoeren. Ik zal jullie opnieuw de woestijn inbrengen en daar zullen we een gesprek voeren onder vier ogen.
Ik zal je onder mijn herdersstaf laten doorgaan. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat jullie je houden aan de verplichtingen van het verbond.
De herder
God neemt het heft in eigen hand. Hij staat op om herder te zijn van zijn volk. Als een herder ’s avonds thuis komt en zijn schapen binnen de omheining brengt, zet hij zijn staf soms schuin in de poort zodat er maar één schaap tegelijk door kan.
De schapen gaan één voor één de schaapskooi in en alle schapen waar iets mee aan de hand is worden apart gehouden. Nou, op die manier laat de HERE de kinderen van het verbond onder zijn herdersstaf door gaan.
Er vindt een schifting plaats en misschien zien we daar vandaag de dag wel iets van om ons heen. Misschien kan je het wel zo zeggen dat het leven zelf die herdersstaf is waar we onderdoor moeten gaan.
Het leven zelf met haar vreugden en zorgen is het examen dat wij allemaal leven. God laat ons onder de herdersstaf van zijn verbond doorgaan want hij is een God die graag vergeeft maar hij vergeeft ons niet om ons in onze zonden te laten.
Als hij ons vergeeft dan bekeert hij ons ook. Dan gaan onze afgoden eraan en gaan wij opnieuw de sabbat vieren. Het feest van de bevrijding. Dan wordt de zondag de mooiste dag van de week. Een dag waarop wij rusten van al ons werken.
Ja, inderdaad we mogen rusten van al ons werken, maar er is meer want op zondag is het feest, op zondag vieren we het feit dat we gedoopt zijn en dat we bij Christus mogen horen, of is dat soms geen feest waart?
En bij dat feest hoort muziek, het zingen van Gods lof, we zingen Gods lof en rusten uit, van onze bozen werken om te leven van het werk van Jezus Christus die aan het kruis gezegd heeft: het is volbracht.
Amen