1
Liturgie: Votum, zegengroet, gezongen amen Zingen Psalm 95 : 1, 3 Gebed Lezen Romeinen 1 : 8-16 Zingen Gezang 23 Tekst HC Zondag 36b Preek Zingen Psalm 19 : 3, 4 Geloofsbelijdenis Zingen Opwekking 347 Gebed Collecte 1. Zending 2. Kerk Zingen Gezang 165 Zegen Gemeente van Christus Dus geen beelden als boeken der leken. Wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? Het gaat om een tweedeling die vooral in de Roomse Kerk bekend is. Het gewone kerklid is een leek. Iemand die een ambt bekleedt is een geestelijke. In de tijd waarin de HC werd geschreven konden velen niet lezen. Om hen toch de Bijbel te leren kennen nam de pastoor hen mee de kerk in en wandelde langs de beelden die er stonden. Hij legde uit wie Petrus was en Maria met kind en vertelde het verhaal. De HC moet daar niets van weten. De vorige week stonden we er bij stil dat beelden van God niet kunnen. Beelden van mensen enz. mogen wel, maar gebruik ze niet om God ermee te vereren. Wat is het nadeel van een beeld? Het staat stil, is dood en verandert niet. De HC zet daar de levende verkondiging van Gods Woord tegenover, dood tegenover leven. Een beeld is inderdaad onveranderlijk, zelfs vaak een denkbeeld. Een leraar is bijv. dom, hij kan geen lesgeven, is saai, of een dominee. Dat verandert zo maar niet. Je weet voor de les al dat het saai gaat worden, of voor de preek. Dat wordt het dan ook, omdat je de man geen kans geeft. Je beeld van hem is bepalend. Knappe man die het beeld dat over hem bestaat te boven kan komen! Daartegen over de levende verkondiging van Gods Woord. Gods Woord is het boek waaruit God wil onderwijzen. Niet door beelden als andere boeken, boeken voor de leken. Uit welk boek onderwijs je? Dat is de vraag van de HC. Niet dus uit een boek van steen en hout, een beeld, maar uit het boek van God. De HC richt zich tegen de vervanging. In die tijd hadden de gewone mensen geen Bijbel in huis. Als ze al konden lezen was die in het Latijn geschreven, Bijbels in de eigen taal waren zeldzaam. Je hoefde ook niet zelf Bijbel te lezen. Dat deden de geestelijken wel voor je. Je moest doen wat meneer pastoor zei. Dat wijst de HC af. Niet 1 boek, ook niet het mooiste beeld, kan de Bijbel vervangen. Daarmee is het gebruiken van platen, afbeeldingen, beamerbeelden of standbeelden niet verboden. Als je die gebruikt om het onderwijs van Gods Woord te verduidelijken of te versterken is het heel waardevol. We zijn vandaag met elkaar zoals dat heet visueel ingesteld, we leren vooral door kijken. Het is goed als het onderwijs ook in de kerk daar rekening mee houdt.
2
God onderwijst door de levende verkondiging van Zijn Woord. “Levend”, want zijn Woord is leven. In Joh. 1 lezen we dat in het Woord leven was en het leven is het licht voor de mensen. GODS WOORD IS LEVEND I Er zijn heel wat boeken op de wereld. Sommigen mensen lezen graag. Geen boek is te dik, anderen houden het liever bij stripverhalen of de ondertiteling bij een film. Er is 1 boek dat ongelooflijk bijzonder is: de Bijbel. Het oudste en bekendste boek ter wereld, omdat het zo’n bijzonder boek is. Ik wil met u een paar teksten langslopen die aangeven hoe bijzonder het boek de Bijbel is. Hebreeën 4:12 12 Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden. Ik hoef daar niet veel over te zeggen: Gods Woord is ontdekkend. Het zet je soms met een schok stil waar je mee bezig bent. Een Bijbeltekst kan je treffen: ik wist niet waar ik mee bezig was tot ik de Bijbel las en moest erkennen hoe ik vast zat in verkeerde gedachten. Een gedachtegang in de Bijbel laat soms haarfijn zien waar mensen mee bezig zijn en hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Soms komt de wetenschap bijv. als het gaat over opvoeding na lange studie tot een conclusie die al duizenden jaren in de Bijbel stond Jesaja 55:10v. 10 Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – 11 zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied. Gods Woord lezen we hier, doet altijd wat. Je kunt een stuk van de Bijbel aan iemand voorhouden en denken dat het afglijdt als water van een eend die uit het water stapt. Het zal altijd iets doen, bekering of geloof. Je doet heel wat als je iets uit de Bijbel aanhaalt. 2 Timoteüs 3:16v. 16 Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, 17 zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.
3
Het is niet voor niets dat de Bijbel zoveel uitwerkt. Dat komt omdat God zelfs iedere tekst uit de Bijbel heeft ingegeven. Mensen schreven, zoals zij dat wilden, maar in hun hart en hoofd werkte de Geest zodat er op papier kwam te staan wat Hij wilde. Zo’n Woord doet wat, het is in staat om verkeerde ideeën tegen te gaan, om mensen tot een goede manier van leven te brengen. Het zorgt er ook voor dat wie God dient zijn taak aankan. Als je je daarbij laat leiden door de Bijbel kun je in het leven aan wat je aan moet kunnen, kun je doen wat God je wil laten doen: Zijn taak voor jou, u Romeinen 1:15 16 Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. Dat is de tekst die we ook hebben gelezen. Dat is het doel van de Bijbel: mensen te redden. Alle soorten: Joden en Grieken, we zouden zeggen: Nederlanders en buitenlanders, uit het westen of uit de 3e wereld, mensen die veel hebben geleerd en wie niet kan lezen of schrijven. God kan hen allemaal redden door de Bijbel. I. GODS WOORD, DE BIJBEL IS GODS KRACHT II Daar kun je dan wel jaloers op worden. Je zegt tegen een leerling: je moet gewoon je best doen, anders haal je nooit je diploma. Welke leerling zegt dan: u heeft gelijk, dat ga ik vanaf nu doen. Je zegt tegen je kind: je moet daar en daar niet naar toe gaan, want dat is niet goed voor je. Welk kind zegt dan: dank u wel, daar ga ik nooit meer heen. Je zegt tegen een lid van onze gemeente: God vindt het fijn als je ’s middags ook er voor Hem bent in de kerk. Welke br. of zr. zegt dan: op mij kun je rekenen, ik ben er de volgende keer. Wat zijn wij met onze woorden machteloos. Wie luistert er als je iemand de goede weg wijst? Je doet het voor zijn bestwil. Het is echt goed voor hem of haar. Luisteren, ho maar. Wel piepen als het te laat is. Ook al kom je met de Bijbel, dan gaan ze nog hun eigen weg. Kloppen de teksten wel die we hierboven noemden? Paulus dankt in Rom. 1:8 God “omdat er in de hele wereld over uw geloof gesproken wordt”. De gemeente in Rome bestond enkele tientallen jaren. Er ging zo’n roep vanuit dat het wereldwijd bekend werd: zelfs in de hoofdstad van het Romeinse wereldrijk is een christelijke kerk ontstaan. Nog geen 40 jaar nadat Christus smadelijk aan het kruis stierf moet de hele wereld ontdekken dat Christus leeft, dat duizenden mensen Hem volgen en eren en voor Hem hun leven op het spel zetten, zich laten doodmartelen in Zijn Naam. Je ziet mensen veranderen door het Evangelie. Een islamitische asielzoeker leerde Christus kennen. Zijn vrouw zat nog in het verre islamitische land. Hij durfde het haar niet te zeggen, want dan zou ze wellicht van hem afgenomen worden, ook zijn kinderen. Zoals vaker had hij wel bijna dagelijks contact met zijn vrouw via de telefoon, viber, skype. Zijn vrouw vond dat hij diepgaand veranderde: wat is er toch met jou? Ze genoot van zijn liefdevolle houding, zijn respect, zijn aandacht, zijn voorzichtigheid. Ze wilde weten waardoor hij zo veranderd was. Het hoge woord kwam er uit: ik ben christen geworden. Zijn vrouw: maar dan wil ik dat ook! De kracht van Gods Woord. Een jonge Nederlandse vent, wel geïnteresseerd in het christelijk geloof: als je maar niet denkt dat ik braaf kerklid ga worden en naar de kerk zal gaan! We kregen de kans hem gewoon het evangelie te vertellen. Zijn stoere taal klonk steeds minder overtuigend, plots kwam hij met het verzoek om cat. te mogen volgen, kan ik ook wat betalen aan de kerk, hoe kan ik lid worden? Ik had er eerst een hard hoofd in, dat wordt nooit wat. De kracht van Gods Woord. Ze vragen op cat.: mensen willen wel in de Bijbel geloven, maar ze
4
kunnen het niet, wat kan ik voor hen doen? We lezen art. 5 NGB: de waarheid van Gods Woord ga je geloven als je serieus in de Bijbel leest. Ja maar, dat is toch onzin: moet je dan serieus in het boek gaan lezen, wat je soms raar en ongelooflijk vind? Doe het maar en je zult merken wat er met je gebeurt. Waarom gebeurt dat dan niet overal? Want de ervaring dat je met de Bijbel aan kunt komen en dat men er toch niet naar luistert zullen velen van ons kennen. Laten we eens nagaan hoe dat werkt? Het is een proces en vaak van strijd. Er is ook een duivel die de leugenaar vanaf het begin heet (Joh. 8:44) en de waarheid van de Bijbel bestrijdt. Je spreekt het woord. Men luistert niet. Toch keert dat woord niet krachteloos terug. Denk aan eens aan de gelijkenis van de 2 zonen: Matteüs 21:28-30. 28 Wat denkt u van het volgende? Iemand had twee zonen. Hij zei tegen de een: “Jongen, ga vandaag in de wijngaard aan het werk.” 29 De zoon antwoordde: “Ik wil niet,” maar later bedacht hij zich en ging alsnog. 30 Tegen de ander zei de man precies hetzelfde. Die antwoordde: “Ja, vader,” maar ging niet. Het woord doet wel wat: direct, maar later rooft de boze het zaad weg (de gelijkenis van de zaaier Mat. 13) en de zoon ging niet. Hoe vaak gaat het als de 1 e zoon: je hoort ‘nee’, later werkt het Woord toch door. Spreek het woord, Gods Geest werkt er door en doet wat volgens Hem goed is: gehoorzaamheid, vroeg of laat, bekering, misschien maak je het nog mee, misschien niet. Of het roept direkt bekering op, maar het kan zaad in dunne aarde zijn (Mat. 13). Het doet altijd zijn werk. De eigen verantwoordelijkheid van de mens speelt ook een rol: er staat: de 2 e zoon bedacht zich. Het Woord kan je later tot denken brengen en tot bekering, wie weet hoeveel later. Wanhoop nooit. Het woord is een kracht die redden wil (Rom. 1:16). Wij getuigen, Gods Geest overtuigt, Hij doet dat door het Woord dat wij spreken. Neem je rol op je in dat proces. Paulus zegt in 1 Cor. 3 dat hij, Apollos en de andere apostelen het Woord brengen en God geeft de groei, Hij laat het woord doen wat Hij wil. Als je per se niet wilt kan het een doodslucht ten dode zijn, zal wie vuil is er nog vuiler door worden. Wij spreken het Woord, uit en over de Bijbel en geven dat door. God doet er mee wat naar Zijn mening goed is. Hij kan een overtuigd bestrijder in een ogenblik tot een draai van 180 graden brengen (Paulus Hand. 9), hoe machteloos wij ons ook voelen: Gods Woord is wel een kracht! II.ONZE WOORDEN ZIJN MACHTELOOS III Stel je nu eens voor dat wie, als ik voor de 25e keer in de deze preek het woord Bijbel gebruik, wie dan als 1e op de knop drukt, een splinternieuwe rode Ferrari krijgt! Of dat je dan (ik sta bijv. in de gevangenis te preken) direkt wordt vrijgelaten! Hoe zou je dan luisteren? Bij een preek zitten we er toch vaak anders bij… De 3e zin horen we pas, want eerst moet het onvermijdelijke snoepje ingenomen worden. We worstelen met slaperigheid, we zijn eigenlijk nog vol van ons werk, onze zorgen en kunnen onze aandacht niet geven, we zijn razend benieuwd welke berichten we binnen kregen, we moeten nog even iets aan elkaar vertellen, we weten al wie er voor gaat en dat wordt toch niks…. De preek is de levende verkondiging van Gods Woord waardoor God wil onderwijzen. In de preek komt Christus. Hoe zouden we geluisterd hebben als we erbij waren in de velden van Galilea? Christus is terug in de hemel, maar in de preek
5
komt Hij Zelf naar je toe. Je krijgt meer dan een rode Ferrari, je krijgt wel vrijlating. Ontmoet Hem. Dat vraagt wel inspanning. Afgelopen dinsdag was ik op de nieuwjaarsreceptie van de koning, om u en alle gereformeerde te vertegenwoordigen. Na de officiële momenten begaf hij zich onder de aanwezige genodigden. Dat waren er honderden. Ik dacht, ik wil die koning wel eens even spreken. Dus ik nam afscheid van mijn gesprekspartner en schuifelde onopvallend naar voren tot in de nabijheid van zijne majesteit en hare majesteit en nog een paar majesteiten. Het kostte wat moeite, maar toen stond ik in zijn kringetje. Toch wel leuk. Beperkt voorbeeld natuurlijk, maar hier in de kerk komt Christus naar je toe, wil je Hem ontmoeten? Wil je Zijn liefde zien, Zijn warmte, Zijn barmhartigheid en wijsheid? Als de Bijbel alleen maar wordt voorgelezen en je zoekt Jezus in de Bijbel dan is Hij je nabij. Je kunt de levende ontmoeten, je kunt door Hem steeds meer een levend christen worden, stromen van levend water kunnen uit jou stromen door de levende verkondiging, de verkondiging van de levende die leven geeft (Joh. 7). Iedere kerkdienst een geweldige ervaring, als je het gelooft dat de levende hier Zich komt melden, jou wil ontmoeten, hoe gebrekkig de preek ook is, Christus maakt er gebruik van als Zijn Woord wordt verkondigd, als dat echt maar Zijn Woord is, dat geldt natuurlijk wel. Je krijgt bij de 25ekeer dat Zijn Naam valt niet een rode Ferrari, je krijgt Hem Zelf. Heb je dat wel eens meegemaakt? Amen.