VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2011-2012
NR. 3
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 16 mei 2012
INHOUD Blz. I. VRAGEN VAN DE RAADSLEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE COLLEGELEDEN A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 56,3) Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting ...........................................................................................
2
Brigitte Grouwels, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium ........................................................................... 54 Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken ................................................................................... 72 REGISTER ............................................................................................ 91
2
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
I.
VRAGEN VAN DE RAADSLEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE COLLEGELEDEN
A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 58,3) GUY VANHENGEL, COLLEGEVOOZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, VORMING EN BEGROTING Vraag nr.26 van 18 januari 2012 van mevrouw Greet Van Linter Onderwijs: Samenwerking tussen Nederlandstalige cultuur en Nederlandstalig onderwijs De VGC speelt een belangrijke rol als informatieverstrekker in Brussel. Tal van brochures en folders trachten een zo duidelijk mogelijk beeld te scheppen van wat er leeft en beweegt in het Brusselse verenigingsleven, in de gemeenschapscentra, in de administratie, in het onderwijs en de bibliotheken, op cultureel vlak, ... Welke informatie op papier (brochures, folders,) verspreidde de VGC in 2009, 2010 en 2011? Graag een overzicht per uitgegeven publicatie: a. korte inhoud; b. doel en doelgroep; c. werd het doel en doelgroep bereikt; d. juiste oplage; e. juiste kostprijs: met opsplitsing in 1) kost ontwikkeling; 2) kost drukwerk en 3) kost eventuele verspreiding/verzending); f. eenmalige of meermalige publicatie; g. drukkerij die de publicatie afleverde; h. op basis van welke gunningsprocedures (openbare of beperkte aanbesteding of algemene of beperkte offerteaanvraag of de onderhandelingsprocedure met of zonder bekendmaking) werd de publicatie toegewezen; i. wie nam de gunningsbeslissing; j. op basis van welke gunningscriteria; k. wanneer werd de beslissing genomen. Antwoord De Vlaamse Gemeenschapscommissie wil dankzij een kwaliteitsvol, dynamisch en effectief communicatiebeleid haar eigen zichtbaarheid en herkenbaarheid versterken bij de brede stadsgemeenschap. De burgers duidelijk, correct en consequent informeren over de eigen VGC-producten, –diensten en – initiatieven maakt deel uit van dat communicatiebeleid. De communicatie wordt zo gevoerd dat het zeer diverse publiek, op een laagdrempelige en open manier, gemakkelijk de weg vindt naar het aanbod van de VGC. De brochures die de VGC verspreidt, vormen één specifiek kanaal waarlangs de burgers geïnformeerd worden over haar initiatieven. Het succes van een campagne kan niet alleen uit het drukwerk worden afgeleid. Dit drukwerk moet in combinatie gezien worden met advertenties en digitale communicatie. Als antwoord op de vraag, vindt men in de bijgevoegde bijlagen (zie bijlage 1) een overzicht van brochures, folders en affiches, waarvan de leidend ambtenaar de verantwoordelijke uitgever is, die uitgegeven werden in de periode 2009-2010-2011 en waarvan het merendeel van de kosten terug te vinden is in de begroting 2009-2010-2011. De verzendingskost werd enkel opgenomen indien uitbesteed. De publicaties werden per begroVLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
3
tingsjaar, per beleidsdomein gerangschikt. Voor elke publicatie werd zo volledig mogelijk geantwoord. Vraag nr.27 van 18 januari 2012 van mevrouw Elke Roex Divers: Waarnemerschap van het College in vzw’s De VGC heeft met een aantal vzw’s convenanten gesloten, zoals met de CAW’s, het Seniorencentrum, de BWR en JES vzw. Er zijn nog convenanten in de maak met o.a. het vzw Brussel Overleg Thuiszorg en met de vzw het Neerhof. In de bijlage van het verslag van de Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van 6 december 2011 vindt men enkele convenanten terug. In de ‘overige bepalingen, waarnemerschap’ van de convenanten staat telkens dat in de stuurgroep, algemene vergadering en/of raad van bestuur van de vzw een vertegenwoordiger van het bevoegde collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie moet worden aanvaard als waarnemer zonder stemrecht. Met welke vzw’s heeft het College een convenant afgesloten? Graag een overzicht van de start- en einddatum van deze convenanten. In hoeveel gevallen en met welke vzw’s is er een waarnemerschap ingeschreven voor de VGC? Wat is daarvoor de reden? Hoeveel waarnemers zijn er voorzien in de verschillende convenanten? Welke collegeleden hebben waarnemers aangeduid? Wie zijn de waarnemers en wat is hun beroepsactiviteit? Zijn er nog andere vzw’s – zonder convenant – in welke de VGC een waarnemerschap/lid van de raad van bestuur heeft? Wat is daarvoor de reden? Om hoeveel waarnemers gaat het? Welke collegeleden hebben waarnemers aangeduid? Wie zijn de waarnemers en wat is hun beroepsactiviteit? Antwoord Het waarnemerschap van de VGC bij vzw’s heeft de volgende doelstellingen: – de opvolging van de aangegane contractuele verbintenissen waarborgen; – informatie verkrijgen met betrekking tot de werking en financiële documenten van de vzw; – een onmiddellijk klankbord vormen voor de vzw. Zoals in de convenanten en overeenkomsten expliciet is opgenomen, verhindert of beperkt het waarnemerschap van de VGC op generlei wijze de bevoegdheid van de VGC om verantwoording te vragen aan de raad van bestuur van de vzw indien zou blijken dat de werking van de vzw in belangrijke mate afwijkt van de aangegane afspraken in het kader van de subsidiëring. Op de volgende pagina vindt men een overzicht van alle convenanten (en conventies) met of zonder waarnemerschap en van andere overeenkomsten met waarnemerschap tussen de VGC en vzw’s, voor de beleidsdomeinen Cultuur, Jeugd en Sport, Onderwijs en Vorming, Welzijn, Gezondheid en Gezin en inzake Senioren en Media.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
1 personeelslid van de administratie 1 personeelslid van de administratie
Convenant vzw Jeugdhuis Trefcentrum “Y” onbepaalde duur Ja: artikel 4 vanaf 1 mei 2008
Convenant Art Basics for Children vzw
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Convenant vzw Vlaamse Dienst Speelplein- onbepaalde duur Ja: artikel 11 werk vanaf de ondertekening op 22 mei 2008
onbepaalde duur Ja: artikel 4 vanaf de ondertekening op 8 mei 2008
1 personeelslid van de administratie
onbepaalde duur Ja: artikel 17 vanaf 1 januari 2008
Convenant vzw JES (voor de jeugdwerkopdracht)
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
onbepaalde duur Ja: artikel 13 vanaf 18 juli 2008
1 personeelslid van de administratie
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Waarnemerschap Hoeveel waarne- Wie duidt de ingeschreven, zo ja: in mers waarnemer(s) aan welk artikel
Convenant vzw Buurtsport Brussel
Startdatum en einddatum of duur
4 november 2011 Ja: bepaald in artikel - eind 14 2015
Naam van de vzw en de eventuele doelstelling van de samenwerking
Convenant Brussels Kunstenoverleg
Benaming
CJS (Bruno DE LILLE)
Liesbet Meyns, Adjunct van de directeur
Anne Mariën, Adjunct van de directeur
Anne Mariën, Adjunct van de directeur
Neal Raes, Adjunct van de directeur
An Van Buggenhout, Adjunct van de directeur
Pascal Vandelanoitte, Adjunct van de directeur
Naam en beroepsactiviteit van de waarnemer(s)
Opmerkingen
Overzicht van alle convenanten (en conventies) met of zonder waarnemerschap en van andere overeenkomsten met vzw’s met waarnemerschap voor de beleidsdomeinen CJS, OV en WGG en inzake Senioren en Media
4 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
1 januari 2011 – 31 december 2015 1 januari 2011 – 31 december 2015 onbepaalde duur Ja: artikel 2 vanaf de ondertekening op 24 november 1995
Convenant vzw D’BROEJ
Convenant vzw Foyer
Conventie
Ja: artikel 15
Ja: artikel 15
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
onbepaalde duur Neen vanaf 01 januari 2002
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Rinck 10.03.2013
Convenant vzw Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek
vzw Villa Montald-Roodebeekcentrum
1 januari 2011 – 31 december 2015
Convenant vzw Buurtwerk Chambéry
Ja: artikel 15
1 januari 2012 – 30 juni 2013
Ja: artikel 16
onbepaalde duur Ja: artikel 16 vanaf de ondertekening op 31 mei 2007
Convenant vzw Het Neerhof
Convenant vzw Gemeenschapscentrum Ten Noey (voor jeugdcentrum Aximax)
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen directeur CJS
Algemeen direc3 personeelsteur CJS leden van de administratie: 1 van Jeugddienst, 1 van Sportdienst en 1 van ‘dienst Gemeenschapscentra’)
Katrijn Pauwels, Adjunct van de directeur
Anne Mariën, Adjunct van de directeur
Bert Bijloos, Adjunct van de directeur
Bart De Vlamynck, Deskundige
Bart De Vlamynck, Deskundige
Neal Raes, Adjunct van de directeur
Neal Raes (Jeugd), Jonas Vanhelmont (Sport), 1 aan te duiden (Entiteit GC)
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
5
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Markten 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Maalbeek 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Elzenhof
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Everna
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Zeyp 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Linde 10.03.2013
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Katrien Dobbelaere, Adjunct van de directeur
Mark Rooman, Entiteitsverantwoordelijke
Katrien Dobbelaere, Adjunct van de directeur
Matthias Dusesoi, Adjunct van de directeur
Matthias Dusesoi, Adjunct van de directeur
Katrijn Pauwels, Adjunct van de directeur
6 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Platoo 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Essegem
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Nekkersdal
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Den Dam
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Kriekelaar 10.03.2013
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Vonneke Beeker, Adjunct van de directeur
Walter Salender, Adjunct van de directeur
Katrijn Pauwels, Adjunct van de directeur
Els Van Malderen, Cultuurfunctionaris
Els Van Malderen, Cultuurfunctionaris
Katrijn Pauwels, Adjunct van de directeur
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
7
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010 Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Pianofabriek 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Vaartkapoen 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Ten Noey
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Op-Weule
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Kontakt
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum De 10.03.2009 – Kroon 10.03.2013
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Domien Delputte, Cultuurfunctionaris
Domien Delputte, Cultuurfunctionaris
Vonneke Beeker, Adjunct van de directeur
Domien Delputte, Cultuurfunctionaris
Katrien Dobbelaere, Adjunct van de directeur
Walter Salender, Adjunct van de directeur
8 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
onbepaalde duur Ja: artikel 3 vanaf 18 oktober 2007
Overeenkomst
vzw Vlaams Huis voor Amateurkunsten in Brussel (Zinnema)
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Wabo
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Ten Weyngaert
Ja: artikel 5 + delegatie naar EGC bij CB 20092010-0315 van 24-06-2010
10.03.2009 – 10.03.2013
Convenant Vzw Gemeenschapscentrum Candelaershuys
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
1 personeelslid van de administratie
Algemeen directeur CJS
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Verantwoordelijke Entiteit Gemeenschapscentra
Ruth Muylle, Adjunct van de directeur
Walter Salender, Adjunct van de directeur
Mark Rooman, Entiteitsverantwoordelijke
Marjolein Roelandt, Deskundige
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
9
Overeenkomst
1 januari 2012 – 31 december 2012 Collegebesluit 20092010-0001
onbepaalde duur vanaf 24 december 1994
vzw Centrum voor Basiseducatie Brusselleer
Conventie
onbepaalde duur vanaf 15 juni 2006 1 juli 2011 – 30 juni 2012
vzw BROSO
Conventie
Ja: artikel 13
Ja: artikel 13
AV: vertegenwoordiger van de administratie + RvB: vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
1 vertegenwoordiger van de administratie
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
Waarnemerschap Hoeveel waarne- Wie duidt de ingeschreven, zo ja: in mers waarnemer(s) aan welk artikel
onbepaalde duur Niet ingeschreven vanaf 23 april 2009
Overeenkomst
vzw GREEN (MOS)
Naam van de vzw en de eventu- Startdatum en ele doelstelling van de sameneinddatum of werking duur
Conventie
Benaming
OV (Guy VANHENGEL)
Alexandra De Nil, Adjunct van de directeur
Bart Vandecasteele, Adjunct van de directeur
Naam en beroepsactiviteit van de waarnemer(s)
Vertegenwoordiger VGC: Veronique Carrewyn, Tim Beernaert en Kristof D’Exelle als effectief lid AV/RvB
Opmerkingen
10 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
vzw Tracé Brussel
vzw SIT
Overeenkomst
Overeenkomst
1 januari 2012 – 31 december 2012
1 januari 2012 – 31 december 2012
1 januari 2012 – 31 december 2012 Collegebesluit 08/36
vzw BruCoVo
Overeenkomst
onbepaalde duur vanaf 13 mei 2004 1 januari 2012 – 31 december 2012 Collegebesluit 05/403
vzw Huis van het Nederlands Brussel
Overeenkomst
Conventie
Ja: artikel 13
1 vertegenwoordiger van de administratie
1 vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
1 vertegenwoordiger van de administratie
Ja: artikel 13
Ja: artikel 13
1 vertegenwoordiger van de administratie en/ of 1 vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
Ja: artikel 14
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
Mattias Franssens, Adjunct van de directeur
Christel Verhasselt, Adjunctkabinetschef; in de praktijk: Isabelle Linclau, Adjunct van de directeur
Alexandra De Nil, Adjunct van de directeur
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
Alexandra De Nil, Adjunct van de directeur
Algemeen directeur Onderwijs en Vorming
overeenkomst ligt voor op college februari. Maar de bepalingen over het waarnemerschap zijn dezelfde als in de vorige jaren.
Eddy Lefaible en Katrien Dedobbeleer (CVO Elishout) als effectief lid RvB
Vertegenwoordiger VGC: Christel Verhasselt als effectief lid AV/RvB
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
11
vzw Triptiek (operationele vzw vanaf 22 februari 1995 van de 3 Brusselse CLB’s samen)
Geen
1 januari 2011 – 31 december 2015
Convenant vzw Centrum Algemeen Welzijnswerk Archipel
Startdatum en einddatum of duur
1 januari 2011 – 31 december 2015
Naam van de vzw en de eventuele doelstelling van de samenwerking
Convenant vzw Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
Benaming
WGG (Brigitte GROUWELS)
vzw Bru-taal
Overeenkomst
Ja: artikel 15
Ja: artikel 16
1 vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
1 vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
Het bevoegde Collegelid
Het bevoegde Collegelid
Waarnemerschap Hoeveel waarne- Wie duidt de ingeschreven, zo ja: in mers waarnemer(s) aan welk artikel
Kristof D’Exelle, Attaché of Mathieu Voets, Algemeen directeur
Git Ceulemans, Adjunctkabinetschef of Mathieu Voets, Algemeen directeur
Naam en beroepsactiviteit van de waarnemer(s)
Opmerkingen
Benjamine Hofman/Daniël Deblock (vanuit VGC-CLB) als effectief lid AV/ RvB
overeenkomst nog in de maak (wordt beslist voorjaar 2012)
12 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Ja: artikel 16
Ja: artikel 14
1 januari 2011 – 31 december 2015
Convenant vzw JES (straathoekwerk)
Convenant vzw Brussels Overleg Thuiszorg 1 januari 2012 – 31 december 2015
Ja: artikel 15
Ja: artikel 15
1 januari 2011 – 31 december 2015
Convenant vzw Het Punt – Steunpunt voor 1 januari 2011 Vrijwilligerswerk Brussel – 31 december 2015
Convenant vzw Centrum Algemeen Welzijnswerk Mozaïek
2: Vertegenwoordiger van het bevoegde collegelid en vertegenwoordiger van de administratie
Vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid in de Stuurgroep Straathoekwerk
Vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
1 vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid
Het bevoegde collegelid
Het bevoegde Collegelid
Het bevoegde Collegelid
Het bevoegde Collegelid
Veerle Huwé, Attaché en Christine Jacobs, Adjunct van de directeur
Kristof D’Exelle, Attaché en/of Mathieu Voets, Algemeen directeur
Kristof D’Exelle, Attaché en/of Kim Herremans, Adjunct van de directeur
David Vits, Adviseur of Mathieu Voets, Algemeen directeur
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
13
vzw Huis voor Gezondheid
Ja: artikel 14
1 vertegenwoordiger van de administratie
Vzw Opvoeden in Brussel
1 januari 2012 – 31 december 2012
2: Vertegenwoordiger van het bevoegde Collegelid en vertegenwoordiger van de administratie
2: De Vlaamse Gemeenschap en de VGC kunnen vertegenwoordiging aanduiden
Overeenkomst
Ja: artikel 14
Ja: artikel 20
1 lid aangeduid door de VGC
1 januari 2012 – 31 december 2015
1 januari 2011 – 31 december 2015
Uitvoering Vlaams Expertisecentrum integratie- Migratie en integratie – vzw decreet Kruispunt Migratie-Integratie
Samenwer- Vzw Regionaal Integratiecenkingsover- trum Foyer eenkomst
Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de VGC en vzw Huis voor Gezondheid Veerle Huwé, Attaché en Janna Moonens, Adjunct van de directeur
Geen effectieve aanwezigheid - Participatie aan de ‘beleidsstuurgroep
Het bevoegde Collegelid
Antoinette Huysmans, Entiteitsverantwoordelijke
Het College van de Janna VGC Moonens, Adjunct van de directeur
Het bevoegde Collegelid
De Vlaamse Gemeenschap en de VGC; verder niet gespecificeerd
14 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Naam van de vzw en de eventuele doelstelling van de samenwerking
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE -
Brussel Deze Week
Geen
Startdatum en einddatum of duur
1 januari 2007 - 31 december 2009; werd niet verlengd of vernieuwd; waarnemerschap wordt toch verder uitgevoerd
Naam van de vzw en de eventuele doelstelling van de samenwerking
Algemeen directeur CJS en Algemeen directeur WGG
-
Ja: artikel 12
Afwisselend Erik Hulsbosch, Deskundigecoördinator en Manu Cremers, Adjunct van de directeur
Naam en beroepsactiviteit van de waarnemer(s)
Benny Martin, Adjunct van de directeur CJS en Mathieu Voets, Algemeen directeur WGG
Naam en beroepsactiviteit van de waarnemer(s)
Opmerkingen
Opmerkingen
Dit dient u na te vragen bij het kabinet-Grouwels. Tijdens de vorige legislatuur was Pascal Wiliquet waarnemer vanuit het toen bevoegde kabinet-Vanhengel.
1
Waarnemerschap Hoeveel waarne- Wie duidt de ingeschreven, zo ja: in mers waarnemer(s) aan welk artikel
2 personeelsleden van de administratie
Waarnemerschap Hoeveel waarne- Wie duidt de ingeschreven, zo ja: in mers waarnemer(s) aan welk artikel
onbepaalde duur Ja: artikel 2 vanaf 28 mei 2009
Startdatum en einddatum of duur
Convenant Tvbrussel vzw
Benaming
Media (Brigitte GROUWELS)
Convenant vzw Seniorencentrum
Benaming
Senioren (Bruno DE LILLE en Brigitte GROUWELS)
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
15
16
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Vraag nr.28 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Tienerzwangerschappen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs Regelmatig verneemt men via de media dat het aantal tienerzwangerschappen blijft stijgen. Voor schoolplichtige leerlingen is het combineren van het moederschap/vaderschap en het schoollopen vaak een moeilijke opgave. Hoeveel leerplichtige jongeren zijn jaarlijks betrokken partij bij een zwangerschap als moeder of als vader in het Brussels Nederlandstalig onderwijs? Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel dit cijfer opsplitsen voor de laatste 5 jaar? En naar m/v verhouding? Bestaat er een algemene richtlijn naar de scholen met betrekking tot het omgaan met jeugdzwangerschappen? Wat zijn de belangrijkste elementen hiervan? Op welke ondersteuning kunnen tienerouders in Brussel beroep doen? Welke maatregelen bestaan er om de combinatie school/ouderschap te omkaderen, zodat de zorg voor het kind het afronden van het schooljaar/behalen van een diploma niet in de weg staat? Voorziet de VGC in de Brusselse Nederlandstalige scholen preventiecampagnes rond tienerzwangerschappen? Antwoord Collegevoorzitter Guy Vanhengel beschikt niet over exacte cijfers over het aantal tienerzwangerschappen die zich voordoen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Via het CLB van de VGC vernam hij wel dat tienerzwangerschappen zich in Brussel frequenter situeren binnen scholen voor Deeltijds Onderwijs en binnen Persoonlijke Ontwikkelingstrajecten dan binnen het gewoon voltijds onderwijs. Er bestaat geen algemene richtlijn over het omgaan met jeugdzwangerschappen, hoewel veel scholen een zelfde principe hanteren. Als iemand van de school op de hoogte is van een zwangerschap van een leerling, dan wordt de leerling ingelicht dat het CLB altijd gecontacteerd mag worden voor vragen, bedenkingen, problemen... Leerlingbegeleiders van de scholen zelf nemen hierbij eveneens een rol op en verwijzen voor meer specifieke informatie door naar het CLB. Het CLB kan indien gewenst de leerling ook doorverwijzen naar andere hulpverlenende instanties. Met de school wordt in overleg gekeken op welke manier de verdere schoolloopbaan voor het zwangere meisje wordt ingevuld. Op sommige scholen wordt de regeling ‘afwezigheid om persoonlijke redenen (code P)’ ook toegepast om school te combineren met het moederschap. In Brussel kunnen tienerouders eveneens terecht in de vele organisaties van de reguliere hulpverlening: het CAW, de opvoedingswinkel, etc. Voor specifieke groepen (alleenstaanden, precair verblijf) zijn er ook plaatsen in het Centrum voor Integrale Gezinszorg ‘De Vogelzang’ in Sint- Pieters-Woluwe. De centra voor integrale gezinszorg (CIG) bieden hulp aan gezinnen en gezinsleden met ernstige opvoedingsproblemen en hebben een specifiek begeleidingsaanbod voor tienerouders. De hulpverlening bestaat uit intensieve opvoedingshulp en gezinszorg en grijpt in op dieperliggende problemen.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
17
Er bestaan een aantal maatregelen om de combinatie school/tienerouderschap te ondersteunen: – De erkende gesubsidieerde kinderdagverblijven moeten 20 % van hun plaatsen voorbehouden aan voorrangsgroepen, waaronder tienerouders. – Op de school zelf gebeurt de omkadering via gesprekken met de leerling, in samenspraak met het CLB en leerlingbegeleiders. De verwachtingen en inschattingen van de leerlingen worden verkend en indien wenselijk wordt samen op zoek gegaan naar mogelijke oplossingen op korte en lange termijn. Verder kan ook gezocht worden om het netwerk van de jongere in te schakelen. In theorie is elke school verplicht te werken met de leerlingen rond de vakoverschrijdende eindtermen (VOET): ‘1.9 leerlingen nemen voorzorgsmaatregelen tegen risicovol lichamelijk contact’ en 3.7 ‘leerlingen bespreken opvattingen over medische, psychische, en sociale aspecten van samenlevingsvormen, veilig vrijen, gezinsplanning, zwangerschap en zwangerschapsafbreking. ‘ (zie ook ‘Relationele en seksuele vorming. Handboek voor secundair onderwijs’ van Sensoa). De wijze waarop de Brusselse scholen werken rond (de preventie van) tienerzwangerschappen kan verschillen: d.m.v. projectweek, filmbezoek, klassikaal in een bepaald vak, bezinningsdagen, met hulp van externe organisaties, etc. In Brussel kunnen scholen (OKAN, BuSO en BSO) bijvoorbeeld een beroep doen op de preventiewerkers van CAW Mozaïek om vormingen naar de doelgroep te begeleiden of om leerkrachten te ondersteunen bij het aanpakken van het thema. Vraag nr.29 van 16 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aantal studenten verpleegkunde De opleidingen verpleegkunde zitten in de lift. Cijfers tonen dit aan. Niettemin blijft zich een tekort manifesteren aan medisch, paramedische en verpleegkundig personeel. Daarom is het van groot belang dat voldoende studenten blijven kiezen voor een opleiding van verpleegkundige. Is de instroom van studenten in de richtingen verpleegkunde (bachelor / HBO) de laatste jaren vergroot? Graag een overzicht van het aantal inschrijvingen in de Brusselse opleidingen verpleegkunde voor het schooljaar 2011-2012, opgesplitst per onderwijsinstelling. Graag een overzicht van het aantal afgestudeerden in de Brusselse opleidingen verpleegkunde voor het schooljaar 2010-2011, opgesplitst per onderwijsinstelling en afstudeergebied (ziekenhuisverpleegkunde, kinderverpleegkunde, sociale verpleegkunde, geriatrische en psychiatrische verpleegkunde). Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel dit cijfermateriaal telkens opsplitsen naar geslacht m/v? Kan hij het cijfermateriaal eveneens opsplitsen naar herkomst (gedomicilieerd in het Brussels of Vlaams Gewest?) Antwoord Uit de gegevens van de bacheloropleiding verpleegkunde, op basis van de Datawarehouse Hoger Onderwijs van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, blijkt dat het aantal studenten in de bacheloropleiding in Brussel de laatste jaren stijgt van 299 in 2008
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
18
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
naar 435 in 2011. Het aantal jongens stijgt van 74 in 2010 naar 92 in 2011. Het aantal meisjes stijgt van 321 in 2010 naar 343 in 2011. De gegevens volgens domicilie zijn niet beschikbaar voor de bacheloropleiding verpleegkunde. Voor de HBO-opleiding zien we het aantal studenten dalen van 149 in 2010 naar 136 in 2011. Het aandeel jongens en meisjes blijft gelijk. Het aandeel Brusselse HBO-studenten stijgt licht van 22% in 2009 naar 24% in 2011. Het aantal afgestudeerden met een bachelor diploma stijgt van 73 in 2008 naar 84 in 2011. Ook het aantal en aandeel afgestudeerde jongens stijgt van 6 in 2008 naar 14 in 2010. Het aantal meisjes stijgt van 67 in 2008 naar 70 in 2010, maar hun relatief aandeel daalt in dezelfde periode. Binnen de HBO5 verpleegkunde wordt het diploma van gegradueerde uitgereikt, na het geslaagd zijn voor alle modules van de opleiding verpleegkunde. Het diploma van gegradueerde in de verpleegkunde vervangt het vroegere diploma in de verpleegkunde. In 2009 werden er 33 diploma’s afgeleverd (diploma secundair + graduaat); in 2010 waren dit er 27 (graduaat). Hieronder worden de cijfergegevens van de bacheloropleiding verpleegkunde, op basis van de Datawarehouse Hoger Onderwijs van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, weergegeven. Voor de leerlingenaantallen van de HBO5 opleiding verpleegkunde wordt gebruik gemaakt van de leerlingendatabank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor verder informatie wordt verwezen naar de bevoegde minister van Onderwijs. 1) Het aantal inschrijvingen met diplomacontract in de Brusselse bachelor opleiding verpleegkunde per onderwijsinstelling en geslacht: 20082009 Erasmushogeschool Brussel HUB-EHSAL Totaal
20092010
214
222
85 299
75 297
2010-2011 Man Vrouw 54 184
Tot. 238
2011-2012* Man Vrouw Tot. 60 198 258
20 137 157 32 145 177 74 321 395 92 343 435 (18,7%) (81,3%) (100%) (21,1%) (78,9%) (100%)
*Deze cijfers zijn nog niet definitief (geverifieerd) Het aantal inschrijvingen in de Brusselse HBO5 opleiding verpleegkunde per onderwijsinstelling, geslacht en domicilie: Onderwijsinstelling Paramedisch Instituut – Jette Sint-GuidoInstituut Totaal Geslacht Aantal Meisjes (%) Aantal Jongens (%) Domicilie Aantal in BHG (%)
2009-2010 2010-2011 44 46
2011-2012* 42
89
103
94
133 112 (84%) 21 (16%) 29 (22%)
149 128 (86%) 21 (14%) 34 (23%)
136 117 (86%) 19 (14%) 33 (24%)
*Deze cijfers zijn nog niet definitief (geverifieerd) VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
19
2) Het aantal afgestudeerden in de Brusselse bachelor opleiding verpleegkunde per onderwijsinstelling: 2008-2009 Man
Erasmushogeschool Brussel HUBEHSAL Totaal (%)
Vrouw
2009-2010 Tot.
Man
Vrouw
2010-2011 Tot.
Man
Vrouw
Tot.
4
50
54
5
57
62
13
50
63
2
17
19
2
14
16
1
20
21
6 (8,2%)
67 (91,8%)
73 (100%)
2 (2,6%)
71 (97,4%)
78 (100%)
14 (16,7%)
70 84 (83,3%) (100%)
Het aantal afgestudeerden in de Brusselse HBO5 opleiding verpleegkunde: 2009-2010 2010-2011 HBO5 verpleegDiploma secundair 9 NVT kunde Diploma gegradueerde 24 27 Vraag nr.30 van 16 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aantal leerlingen verzorging Het tekort aan medisch, paramedisch en verpleegkundig personeel is een oud zeer. Landelijk en zelfs Europees raken zorgberoepen maar moeilijk ingevuld. Daarom is het van groot belang dat voldoende studenten blijven kiezen voor een opleiding van verzorgende. Is de instroom van studenten in de richtingen verzorging (m.i.v. “kinderzorg” en “thuisen bejaardenzorg/zorgkundige”, “gezondheid- en welzijnswetenschappen”, “jeugd- en gehandicaptenzorg” in BSO/TSO) de laatste jaren vergroot? Graag een overzicht van het aantal inschrijvingen in de Brusselse opleidingen verzorging voor het schooljaar 20112012, opgesplitst per onderwijsinstelling. Graag een overzicht van het aantal afgestudeerden in de Brusselse opleidingen verzorging voor het schooljaar 2010-2011, opgesplitst per onderwijsinstelling en afstudeerrichting. Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel dit cijfermateriaal telkens opsplitsen naar geslacht m/v? Kan hij het cijfermateriaal eveneens opsplitsen naar herkomst (gedomicilieerd in het Brussels of Vlaams Gewest?) Antwoord Uit de gegevens van de leerlingendatabank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, blijkt dat het aantal leerlingen stijgt van 543 leerlingen in 2009 naar 608 leerlingen in 2011. Het aantal jongens stijgt van 77 in 2009 naar 87 in 2011. Het aandeel jongens blijft gelijk (14%). Het aantal meisjes stijgt van 466 in 2009, naar 521 in 2011. Verder zien we een toename van het aantal leerlingen uit het Brussels hoofdstedelijk gewest van 425 naar 477.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
20
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
In het overzicht (zie bijlage2) vindt men voor de richting verzorging. Cijfergegevens op basis van de leerlingendatabank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming en dit voor de schooljaren 2009 - 2011. Het diploma secundair onderwijs wordt uitgereikt na het geslaagd zijn voor alle modules van de opleiding verpleegkunde, indien de cursist in het bezit is van het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs, en het diploma van secundair onderwijs nog niet bezit. Tot het schooljaar 2008-2009 konden leerlingen in de 4de graad verpleegkunde het diploma van secundair onderwijs behalen vooraleer alle modules van de opleiding doorlopen waren. Dit is nu niet meer mogelijk. Op basis van de cijfers zien we het aantal afgestudeerden stijgen van 82 in 2009 naar 91 in 2010. Voor verder informatie wordt verwezen naar de bevoegde minister van Onderwijs. Vraag nr.31 van 20 februari 2012 van mevrouw Greet Van Linter Divers: Gebruik dienstwagens door de directieraad van de VGC Graag had mevrouw Greet Van Linter van collegevoorzitter Guy Vanhengel een antwoord gekregen op volgende vragen over het eventuele gebruik van dienstwagens door de directieraad (de leidend ambtenaar en de 3 algemene directeurs van de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport, de algemene directie Onderwijs en Vorming en de algemene directie Welzijn, Gezondheid en Gezin) van de VGC: Kunnen voornoemde 4 personen gebruik maken van een dienstwagen? Zo ja, wat zijn de gebruiksmodaliteiten? Is het gebruik van een dienstwagen statutair voorzien? Zo neen, op welke basis wordt het gebruik dan voorzien? Moeten de voornoemde personen in geval van gebruik voor privédoeleinden dit fiscaal aangeven? Wat is van elke auto het merk, het type, het bouwjaar, de cilinderinhoud, de uitstoot g/km CO2, de Euro-norm en het brandstoftype? Welke voertuigen zijn eigendom en welke worden geleased (begin en einde leasingcontract)? In geval van eigendom: aankoopprijs - in geval van leasing: het maandelijks leasingbedrag per voertuig? Hoeveel km legt elk voertuig jaarlijks af ? Wat is de kostprijs op jaarbasis van elke wagen? Antwoord Enkel de leidend ambtenaar van de VGC-administratie beschikt over een dienstwagen. Het gebruik van een dienstwagen is ook opgenomen in de arbeidsovereenkomst van de mandaatfunctie van de leidend ambtenaar. Deze dienstwagen kan zowel voor professionele als privédoeleinden worden gebruikt. In het laatste geval betreft het een voordeel in natura, waardoor het betrokken personeelslid dit dient op te nemen in zijn belastingsaangifte. VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
21
In casu betreft het een personenwagen van het merk Audi en type A6. Deze dieselwagen, met Euronorm 5, heeft een cilinderinhoud van 1.968 cm3 en een CO2-uitstoot van 129 gr/ km. De nieuwe wagen werd voor het eerst in verkeer gesteld in 2011, jaar waarin ook het nieuwe leasingcontract van start ging. Dit contract loopt van 7 september 2011 tot 6 september 2015 en gaat uit van 200.000 km voor de duur van het contract (48 maanden). Het maandelijkse leasingbedrag bedraagt 812,30 euro. In dit bedrag zit BTW (21%) vervat alsook de ‘operationele’ kosten zoals herstellingen, onderhoud, banden, vervangwagen, verzekering en pechverhelping in binnen- en buitenland. Op jaarbasis betekent dit een kost van 9.747,6 euro. Vraag nr.32 van 20 februari 2012 van mevrouw Greet Van Linter Divers: Dienstwagens van de VGC-administratie in het algemeen Graag had mevrouw Greet Van Linter van collegevoorzitter Guy Vanhengel een antwoord gekregen op volgende vragen over de dienstwagens van de VGC-administratie in het algemeen: Welke dienstwagens heeft de VGC-administratie in gebruik? Wie maakt er van deze voertuigen gebruik? Wat is van elke auto het merk, het type, het bouwjaar, de cilinderinhoud, de uitstoot g/km CO2, de Euro-norm en het brandstoftype? Welke voertuigen zijn eigendom en welke worden geleased (begin en einde leasingcontract)? In geval van eigendom: aankoopprijs - in geval van leasing: het maandelijks leasingbedrag per voertuig? Hoeveel km legt elk voertuig jaarlijks af ? Wat is de kostprijs op jaarbasis van elke wagen? Antwoord In volgende tabel vindt men, naast het aantal dienstwagens dat in gebruik is binnen de VGC- administratie, ook de dienst/persoon die van deze voertuigen gebruik maakt, het gemiddeld aantal kilometers en de kostprijs op jaarbasis. Ook de aankoopprijs werd opgenomen. In diezelfde tabel vindt men de gegevens met betrekking tot de uitstoot van de voertuigen, dit is terug te vinden in de kolom emissiestandaard. De ecoscore, eveneens opgenomen in de tabel, meet de milieuprestaties van een voortuig rekening houdend met uitstoot, luchtvervuiling en geluidsoverlast en wordt toegekend tussen 0 en 100. Hoe dichter een voertuig de 100 benadert, hoe milieuvriendelijker. Een score lager dan 50 wordt als zeer milieuonvriendelijk beschouwd. Voertuigen met een score van meer dan 70 zijn dan weer milieuvriendelijk.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
22
Tot slot wijst de collegevoorzitter erop dat momenteel 2 wagens worden geleased, het betreft: – IVECO vrachtwagen (tijdelijke vervangwagen) Aanvang: 5 jan. 2011 Eind: 31 mei 2012 Kostprijs: 1.550 euro/maand – AUDI A6 Aanvang: 9 sept.2011 Eind: 10 sept.2015 Kostprijs: 889.77 euro/maand 9RHUWXLJW\SH VRRUW
$GPLQLVWUDWLHKXLV7HFKQRORJLHVWUDDW 6RRUW %RXZMDDU LQKRXG
HPLVVLH
3HXJHRW%LSSHU
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
3HXJHRW%LSSHU
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
5HQDXOW0DVWHU
JURWHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
5HQDXOW0DVWHU
JURWHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
)RUG7UDQVLW
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
)RUG7UDQVLW
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
)RUG7UDQVLW
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
)RUG7UDQVLW
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
HXUR
1LVVDQ$WOHRQ
YUDFKWZDJHQ
'LHVHO
FF
,YHFR
JHKXXUGH EHVWHOZDJHQ
'LHVHO
FF
3HXJHRW%LSSHU
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
3HXJHRW%LSSHU 3HXJHRW
*HEUXLN
JHGHHOG GLHQVWYRHUWXLJ JHGHHOG GLHQVWYRHUWXLJ
(FRVFRUH
NRVWSULMV DDQNRRSSULM NP VSHU MDDU RS V MDDUEDVLV
XLWOHHQDDQGHUGHQ YHUYRHUVSRUWHQ VSHOPDWHULDDO
IDFLOLW\VFKLOGHUV IDFLOLW\ HOHNWULFLWHLW IDFLOLW\ VFKULMQZHUNHULM
HXUR
IDFLOLW\ DOJERXZZHUNHQ IDFLOLW\ XLWOHHQGLHQVW
QYW
HXUR
XLWOHHQGLHQVW IDFLOLW\
QYW
$GPLQLVWUDWLHKXLV5HQDLVVDQFH
'LHVHO
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
SHUVRQHQZDJHQ
SHUVRQHQZDJHQ SHUVRQHQZDJHQ $XGL$7'L'3OHDVLQJ )RUG&RXULHU
3HXJHRW
NOHLQHEHVWHOZDJHQ
FF
HXUR
'LHVHO
FF
HXUR
HVWDIHWWH JHGHHOG GLHQVWYRHUWXLJ
%HQ]LQH
FF
HXUR
GLHQVWYRHUWXLJ
'LHVHO
FF
HXUR
GLHQVWYRHUWXLJ
'LHVHO
HXUR
'LHVHO
YRHUWXLJ/$ YHUYRHUVSRUWHQ VSHOPDWHULDDO
FF
HXUR
Vraag nr.33 van 20 februari 2012 van mevrouw Greet Van Linter Onderwijs: Het zich in Brussel domiciliëren van studenten De VGC doet belangrijke inspanningen om Brussel als studentenstad te promoten. Graag had mevrouw Greet Van Linter van collegevoorzitter Guy Vanhengel een antwoord gekregen of er eigenlijk cijfers bekend zijn over het juiste aantal studenten dat zich na hun studie ook effectief in Brussel domicilieert. Antwoord Tussen 1999-2000 en 2004-2005 is de studentenpopulatie in het Brusselse hoofdstedelijke gewest geleidelijk aan gedaald. Tussen 2004-2005 en 2008-2009 kon de dalende trend
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
23
gestopt worden, om vanaf 2009-2010 weer omgebogen te worden in positieve zin. Brussel is in 2012 veruit de grootste studentenstad met een populatie van 76.399 studenten, waarvan er 23.261 studeren aan een Nederlandstalige instellingen van het hogeronderwijs. Ter vegelijking, Gent klokt af op 63.234 studenten, Leuven op 39.449 en Antwerpen op 37.599. Aangezien gegevens over de plaats van domicilie van studenten niet worden opgenomen in het rijksregister, bestaan er dus geen exacte cijfers. De statistieken die er wel zijn, beschrijven de algemene instroom van studenten vanuit Vlaanderen of Wallonië naar Brussel, maar hieruit kan niets worden opgemaakt over de verhuisbeweging van studenten na hun studies of domiciliëring tijdens de studies. Deze vraag werd ook voorgelegd aan de gedelegeerd bestuurder van Br(ik (het oude ‘Quartier Latin’), dat ondermeer Vlaamse studenten helpt op het gebied van huisvesting in Brussel en aan een medewerker van ‘wonen in Brussel’, dat Brussel promoot als woonstad. Het is inderdaad zo dat er belangrijke inspanningen gebeuren om Brussel als studentenstad te promoten, wat zich wellicht vertaalt in het aantal studenten. Ongeveer 5.000 Nederlandstalige studenten in Brussel zijn in een kot van Br(ik gehuisvest en 1.500 in een kamer van de VUB of de Erasmushogeschool Brussel. Dit betekent ongeveer 30% van de totale studentenpopulatie van de Nederlandstalige instellingen. In vergelijking met andere studentensteden zoals Gent en Leuven, waar ongeveer een op twee of zelfs drie op vijf op kot gaat, is dat laag. Het aantal kotstudenten in Brussel is wel aan het stijgen. Studeren, en vooral op kot gaan, is volgens Br(ik zeker een drempelverlager voor jongeren uit Vlaanderen om de piste ‘wonen in Brussel’ te overwegen. Vraag nr.34 van 21 februari 2012 van mevrouw Greet Van Linter Divers: Stand van zaken van het surveyonderzoek van de Meet- en Weetcel over de aantrekkelijkheid van Brussel als leefstad voor gezinnen en ouderen, en over de kwaliteit van het voorzieningenaanbod Een van de beleidsopties van de VGC is het aantrekkelijk maken van Brussel als leefstad voor (Nederlandstalige) gezinnen met kinderen en voor ouderen. Tevens is de VGC voortdurend bezorgd over de tevredenheid van de gebruikers inzake de kwaliteit van het voorzieningenaanbod. De visitatiecommissie stedenfonds 2011 besteedt in haar rapport ruime aandacht aan die tevredenheid en de doelstelling die de VGC met stedenfondsmiddelen wenst te behalen. Het voornoemde rapport stelt dat er geen gegevens beschikbaar zijn om dit te staven. “De Meet- en Weetcel, werkt prioritair aan een surveyonderzoek om deze informatie te verzamelen.”
Wat is de exacte inhoud van het surveyonderzoek? Welke indicatoren zijn juist het onderwerp van het onderzoek en welke gegevens zullen worden onderzocht? Wanneer is dat onderzoek voleindigd?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
24
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
In welke mate is dit onderzoek bepalend voor het huidige beleid van de VGC? Antwoord Het surveyonderzoek kadert binnen de uitgezette lijnen van de beleidsovereenkomst Stedenfonds II. Daarin heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich geëngageerd om 3 maatschappelijke effecten of evoluties in kaart te brengen en op te volgen. Eén van deze maatschappelijke effecten werd als volgt bepaald: ”het Brussels hoofdstedelijk gewest is aantrekkelijk als leefstad voor jonge (Nederlandstalige) gezinnen met kinderen en ouderen.” Dit maatschappelijk effect werd vervolgens ook opgesplitst in 2 indicatoren: – Perceptie van Brussel als leefstad voor Nederlandstalige gezinnen of taalgemengde gezinnen met jonge kinderen, voor studenten en voor ouderen – Tevredenheid bij gebruikers over de kwaliteit van het voorzieningenaanbod Het is de eerste indicator, met name de perceptie van Brussel als leefstad, die door het surveyonderzoek onderzocht wordt. Het is een breed gedefinieerde indicator, die werd meetbaar gemaakt door de ontwikkeling en uitvoering van een grootschalig onderzoeksproject door de Meet-en Weetcel. Hieruit is een meetinstrument ontwikkeld in de vorm van een sociaal-wetenschappelijke vragenlijst die werd afgenomen bij een steekproef van 8.500 Brusselaars, door professionele enquêteurs. Dit –grootschalige- veldwerk werd aanbesteed aan en uitgevoerd door het marktonderzoeksbureau TNS Dimarso. De ontwikkeling van dit meetinstrument hield maximaal rekening met de vergelijkbaarheid met andere meetinstrumenten, in de eerste plaats de stadsmonitor Vlaanderen en internationale meetinstrumenten, met steeds aandacht voor aanpassing aan de Brusselse eigenheid waar dat nodig was. De wetenschappelijke toets en de ijking van het instrument werd steeds bewaakt door de Meet-en Weetcel en leidde tot de ontwikkeling van een op maat van Brussel ontwikkelde ‘Brusselmonitor’. De inhoud van het onderzoek, en concreet de vragenlijst, geeft invulling aan de volgende grote gemeten thematische bouwblokken en gegevens die zullen onderzocht worden: In een eerste themablok gaat het over de sociaal-demografische achtergrond en de persoonskenmerken van de ondervraagde Brusselaars: een verzameling aan gegevens die te maken hebben met de gezondheid, financieel-economische situatie, nationaliteit, gezinssituatie, etnisch-culturele achtergrond, opleiding, taalgebruik … De dagelijkse realiteit van wonen en de woonomgeving van de mensen vormt een tweede themablok: het gaat om vragen in verband met de tevredenheid over de eigen wijk, de tevredenheid over Brussel als ruimer geheel, over de huisvesting en kwaliteit en betaalbaarheid van de huisvesting. Ook de tevredenheid over de netheid en de uitstraling van de wijk en van Brussel kwamen hierin aan bod. Maar evengoed de sociale contacten in de wijk en het gevoel van verbondenheid werd bevraagd, net zoals de mate waarin men zich veilig voelt. Een ander en belangrijk themablok is de focus op de tevredenheid over het aanbod en het gebruik van de voorzieningen en de tevredenheid over de spreiding ervan bij de burger. De aandacht wordt gericht op het brede aanbod aan o.a. scholen, kinderopvang, sportmogelijkheden, culturele voorzieningen, jeugdaanbod, zorgvoorzieningen… VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
25
Zoals ook in andere steden het geval is bij de stadsmonitor Vlaanderen, werd in een ander themablok onderzocht hoeveel vertrouwen de burger heeft in de medemens en in de ‘overheid’ en in welke mate de Brusselaar zich geïnformeerd voelt door de overheden. Ook de actieve betrokkenheid van de Brusselaar bij inspraak en politiek wordt in kaart gebracht. Het veldwerk is afgerond sinds februari 2012. De Meet-en Wetcel is momenteel de kwaliteitschecks aan het uitvoeren om de eindproducten, de gegevensbestanden die kunnen geanalyseerd worden, te kunnen consolideren. Verwacht wordt dat de eerste resultaten van de beschrijvende analyses vrijgegeven worden tegen het einde van 2012. Wel is al duidelijk dat 2.643 Brusselaars een interview hebben laten afnemen, wat ruim boven de beoogde 2.500 interviews ligt. Dit onderzoek zal alleszins inzicht verschaffen in de maatschappelijke realiteit waar het beleid op ingrijpt. Dat ontbrak ons tot op heden. Het is geen rechtstreekse evaluatie van VGC-beleid en het door de VGC ingerichte aanbod, aangezien het gaat om een bevolkingsbrede steekproef die werd bevraagd (en niet enkel de VGC gebruikers). Maar het stelt ons zeker meer en beter in staat om het beleid dat we nu voeren mee te onderbouwen en de band met de Brusselaar en zijn perceptie op het leven in Brussel in al zijn aspecten nauwer aan te halen. Omdat het een bevolkingsbrede blik is, krijgen we ook beter zicht op de aantrekkelijkheid van Brussel en de plaats die wij als VGC daar in innemen. Vraag nr.35 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Uitwisseling van deskundigheid tussen het Onderwijscentrum Brussel en de lerarenopleiding Het Onderwijscentrum Brussel wil de kansen van alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vergroten, namelijk de kansen om vanuit hun sociale, culturele, talige diversiteit de eindtermen te behalen. Dit gebeurt via ondersteuning en scholing van schoolteams. Het Onderwijscentrum Brussel werkt voor het basisonderwijs functioneel samen met Voorrangsbeleid Brussel. Volgens de VGC Beleidsnota 2009-2014 Onderwijs en Vorming wordt de werking van het OCB verder uitgebouwd, “zodat het kan uitgroeien tot het Huis van het Onderwijs waar elke leerkracht, ouder en geïnteresseerde terecht kan met zijn vragen over taal, taalvaardigheid, diversiteit en betrokkenheid van ouders en de buurt.” (Stuk 418 (2009-2010) – Nr. 1) Volgens deze beleidsnota is het belangrijk om initiatieven op te zetten die de uitwisseling van deskundigheid tussen het Onderwijscentrum Brussel en de lerarenopleidingen mogelijk maken (Stuk 418 (2009-2010) – Nr. 1, p. 26). Welke initiatieven zijn in dit verband reeds opgezet? Wanneer? Hoe werden of worden deze geëvalueerd? Met welk resultaat? Antwoord Eén van de opdrachten van het Onderwijscentrum Brussel is de uitwisseling van deskundigheid en ervaring met diverse lerarenopleidingen (Erasmushogeschool, Ehsal, KATHO, KHBO, Groep-T). Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) werkt met deze lerarenopleidingen samen op verschillende manieren: punctueel, projectmatig, als gastspreker, onthaal en vraaggestuurde ondersteuning van studenten.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
26
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Enkele concrete voorbeelden: – Een éénmalige vormingssessie op het vlak van ouderbetrokkenheid en Brede School ter voorbereiding van een stage in een Brusselse school; – Enkele sessies over “schooltaal en thuistaal”, geïntegreerd in een module van een lerarenopleiding (als gastspreker); – Praktijkverhalen uit de Brusselse meertalige kleuterklas ter voorbereiding van een GOK-stage. Het Onderwijscentrum Brussel heeft bovendien een uitgebreide Dienst Leermiddelen en Documentatie, en organiseert naast haar reguliere werking in de scholen, de Zomerschool en de Lenteschool alsook Klas in de Media, Samen naar School, het Platform Brede School Brussel en is actief in andere projecten. In het kader van de oprichting van Brede School-projecten, werd binnen het OCB het Platform Brede School Brussel opgericht, met als doel de deskundigheidsbevordering en de kwaliteitsbewaking van Brede School in Brussel te bewaken. De vraag van de scholen naar ondersteuning groeit nog steeds. Het OCB staat in voor een permanente kritische evaluatie en bijsturing, zowel intern als met de partners. De evaluatie maakt integraal deel uit van de werking van het OCB. Collegevoorzitter Guy Vanhengel stelt dat het doel van de oprichting van het OCB in 2008 bereikt is: het aanbod is geoptimaliseerd. Het Onderwijscentrum Brussel biedt bijzonder kwaliteitsvolle ondersteuning op het vlak van taalbeleid, taalvaardigheidsonderwijs, diversiteit, ouder- en buurtbetrokkenheid en dat alles op maat van de Brusselse scholen. Het Onderwijscentrum Brussel is het expertisecentrum bij uitstek geworden wat betreft onderwijs in een grootstedelijke en meertalige context. Vraag nr.36 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Evaluatie van de projecten van het Onderwijscentrum Brussel Het Onderwijscentrum Brussel wil de kansen van alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vergroten, namelijk de kansen om vanuit hun sociale, culturele, talige diversiteit de eindtermen te behalen. Dit gebeurt via ondersteuning en scholing van schoolteams. Het Onderwijscentrum Brussel werkt voor het basisonderwijs functioneel samen met Voorrangsbeleid Brussel. Volgens de VGC Beleidsnota 2009-2014 Onderwijs en Vorming wordt de werking van het OCB verder uitgebouwd, “zodat het kan uitgroeien tot het Huis van het Onderwijs waar elke leerkracht, ouder en geïnteresseerde terecht kan met zijn vragen over taal, taalvaardigheid, diversiteit en betrokkenheid van ouders en de buurt.” (Stuk 418 (2009-2010) – Nr. 1) De werking van het OCB kwam reeds ter sprake bij de bespreking van de begroting 2012 (Ontwerp van Verordening tot vaststelling van de begroting voor het dienstjaar 2012 – verslag namens de Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media Stuk 5 (2011-2012) – Nr. 2). Toenmalig collegelid Jean-Luc Vanraes gaf daar mee dat voor alle projecten binnen het OCB (bv Zomerschool, Klas in de Media) jaarlijks een evaluatierapport wordt opgemaakt met actiepunten voor het volgende werkjaar.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
27
Van welke projecten binnen het OCB werd in 2009, 2010, 2011 een evaluatierapport gemaakt? Welke waren, per project en per jaar, de actiepunten? Hoe werden deze actiepunten concreet uitgevoerd? Antwoord De Zomerschool In 2011 werd voor de zesde keer op rij door de VGC, in de schoot van het Onderwijscentrum Brussel, de Zomerschool georganiseerd. De Brusselse Zomerschool richt zich op anderstalige nieuwkomers van 6-12 jaar die maximum twee schooljaren in het Nederlandstalig onderwijs ingeschreven zijn. Vanaf 2007 werd een uitbreiding voorzien naar anderstalige taalzwakke kinderen. Het is de bedoeling om de taalvaardigheid Nederlands van de anderstalige nieuwkomers te verhogen. Dit gebeurt door hen een ruime waaier aan boeiende en uitdagende activiteiten in het Nederlands, onder deskundige begeleiding, aan te bieden. Het project wil prioritair een intensieve begeleiding aanbieden aan de doelgroep tijdens de zomervakantie met oog voor kwantiteit én kwaliteit. Bovendien wil de Zomerschool de integratie van de anderstalige nieuwkomer in de stad en de samenleving versterken evenals zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de kinderen stimuleren. Enkele kenmerken: – maximum capaciteit: 100 deelnemers (129 inschrijvingen) – duur: 4 opeenvolgende weken, met een dagaanbod van 9u tot 16u – samenwerking met de VGC-Jeugddienst: locatie AXIMAX, speelpleinwerking in de namiddag – samenwerking met Ten Nude (basisschool): ter beschikking stellen van lokalen en speelplaats – ouderaanbod: wekelijks vormingsmoment Bij de laatste editie van de Zomerschool (2011) waren er 129 inschrijvingen, met 22 nationaliteiten, uit 35 verschillende scholen en 16 gemeenten. Positieve factoren: evolutie in taalvaardigheid, zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en positief zelfbeeld van de deelnemende kinderen, ouderactiviteiten, deskundigheid vrijwilligers, samenwerking Aximax, sterk animatorenteam in de namiddag, ondersteuning door Onderwijscentrum Brussel. Aandachtspunten: bereik van de doelgroep, informatiedoorstroming in scholen, opkomst ouders bij specifiek aanbod, tolkouders, toegankelijkheid VGC-communicatiedragers, teamwissels na 2 weken, capaciteit Aximax. In 2012 zal de Zomerschool plaatsvinden op de campus Nieuwland, waar de capaciteit groter is. De Lenteschool In 2012 werd voor de derde keer de Lenteschool georganiseerd in de schoot van het Onderwijscentrum Brussel. De Brusselse Lenteschool richt zich op anderstalige nieuwkomers van 6-12 jaar die maximum twee schooljaren in het Nederlandstalig onderwijs ingeschreven zijn. Het is de bedoeling om de taalvaardigheid Nederlands van de anders-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
28
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
talige nieuwkomers te verhogen. Dit gebeurt door hen een ruime waaier aan boeiende en uitdagende activiteiten aan te bieden onder deskundige begeleiding. Het project wil prioritair een intensieve begeleiding aanbieden aan de doelgroep tijdens de krokusvakantie met oog voor kwantiteit én kwaliteit. Enkele kenmerken: – maximum capaciteit: 40 deelnemers (32 inschrijvingen) – duur: 1 week, met een dagaanbod van 9u tot 16u – samenwerking met de VGC-Sportdienst voor het sportaanbod in de namiddag – samenwerking met Brede School Nieuwland, Zaveldal: ter beschikking stellen van klaslokalen, sportzaal en speelplaats De Lenteschool 2012 telde 32 inschrijvingen, met 12 verschillende nationaliteiten, uit 13 verschillende scholen en 13 gemeenten. Positieve factoren: bereik van de doelgroep, de vooruitgang bij de kinderen op talig en sociaal vlak, enthousiasme van ouders en kinderen, sport als namiddagaanbod, deskundige begeleiding van de vrijwilligers, centrale locatie. Aandachtspunten: informatiedoorstroming in scholen, meer talige beweegactiviteiten, werving van vrijwilligers voor een dergelijk korte periode. Klas in de Media Momenteel loopt de derde editie van dit crossmediaal samenwerkingsproject tussen het Onderwijscentrum Brussel en de Brusselse Nederlandstalige media (tvbrussel, FM Brussel, Brussel Deze Week en www.brusselnieuws.be). Het project laat leerlingen uit het vierde, vijfde of zesde leerjaar basisonderwijs kennismaken met de media. Dit gebeurt enerzijds door een plaatsbezoek van deelnemende scholen aan de redacties, maar anderzijds ook door een educatief project in de klas uit te werken dat zich vertaalt in publicaties in de media (tv, krant, radio) en een aparte website: www.klasindemedia.be. Uit de evaluatie van voorgaand jaar blijkt dat dit algemeen positief wordt ervaren. Positieve factoren: huidige aanpak, ‘vraag van de week’, aandacht voor functionele taalvaardigheid Nederlands, betrokkenheid van ouders, implementatie en ondersteuning van projectmatig werken. Aandachtspunten: contact tussen scholen, te grote keuzemogelijkheid voor scholen, aantrekkelijkheid mediacorner voor ouders. Samen naar School Het project ‘Samen naar School in de Buurt’ informeert ouders over Nederlandstalig onderwijs in Brussel en begeleidt hen bij het maken van een schoolkeuze voor hun kind. Het initiatief is ontstaan in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek en de VGC heeft dit enerzijds gecombineerd met haar eigen initiatieven hierrond en anderzijds in de schoot van het Onderwijscentrum Brussel uitgebreid naar andere gemeenten in Brussel (vanaf 2011).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
29
Het traject start met een informatieavond over het onderwijs in Brussel, waarbij ook de activiteiten en de deelnemende scholen worden voorgesteld. Nadien kunnen de ouders via schoolbezoeken kennismaken met scholen in de buurt. Op de terugkomavond hebben ze de mogelijkheid om met andere ouders ervaringen en ideeën uit te wisselen en zo hun schoolkeuze te maken. Het project promoot het vinden van een kwaliteitsvolle school in de buurt en beoogt zo een sociale, culturele en talige mix binnen de leerlingenpopulatie. Dit jaar schreven 116 ouders zich in voor de activiteiten. We bereikten 44 scholen uit 10 verschillende gemeenten. Grotere bekendheid bij ouders en scholen moet op termijn leiden tot een weloverwogen schoolkeuze bij alle Nederlandstalige ouders in Brussel. Vraag nr.37 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Werking van het Onderwijscentrum Brussel Het Onderwijscentrum Brussel wil de kansen van alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vergroten, namelijk de kansen om vanuit hun sociale, culturele, talige diversiteit de eindtermen te behalen. Dit gebeurt via ondersteuning en scholing van schoolteams. Het Onderwijscentrum Brussel werkt voor het basisonderwijs functioneel samen met Voorrangsbeleid Brussel. Volgens de VGC Beleidsnota 2009-2014 Onderwijs en Vorming wordt de werking van het OCB verder uitgebouwd, “zodat het kan uitgroeien tot het Huis van het Onderwijs waar elke leerkracht, ouder en geïnteresseerde terecht kan met zijn vragen over taal, taalvaardigheid, diversiteit en betrokkenheid van ouders en de buurt.” (Stuk 418 (2009-2010) – Nr. 1) De werking van het OCB kwam reeds ter sprake bij de bespreking van de begroting 2012 (Ontwerp van Verordening tot vaststelling van de begroting voor het dienstjaar 2012 – verslag namens de Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media Stuk 5 (2011-2012) – Nr. 2). Toenmalig bevoegd collegelid Jean-Luc Vanraes verklaarde daar dat alle ondersteuningstrajecten van het OCB uitgeschreven worden in een SMART geformuleerd actieplan. Het actieplan wordt zowel tussentijds als op het einde van het traject geëvalueerd en besproken met de school. Hoeveel en welke scholen worden ondersteund door dergelijk actieplan? Welk is, per begeleide school, de globale evaluatie van dit actieplan? In welke scholen leidde dit actieplan tot het verwachte resultaat? In welke scholen leidde dit actieplan niet tot het verwachte resultaat? Wat is hiervoor de verklaring? Tijdens de hoorzitting over de Beleidsaanbevelingen voor de ondersteuning van het Brussels Nederlandstalig onderwijs van 15 maart 2011 (Stuk 447 (2010-2011) – Nr. 1) verklaarde mevrouw Magda Deckers, bijzonder opdrachthouder voor het Nederlandstalig onderwijs te Brussel: “bij de discussies over de toekomstige structurele éénmaking van VBB-OCB werd beslist de wetenschappelijke evaluatie tijdelijk te schrappen uit de begrotingen. Dit “tijdelijk” duurt ondertussen al 3 jaar. Men kan zich niet permitteren om zonder wetenschappelijke ondersteuning en zonder vinger aan de pols qua resultaten verder te werken.”
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
30
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Is intussen tegemoet gekomen aan deze bekommernis? Zo ja, elke wetenschappelijke evaluaties hebben reeds plaatsgevonden of zijn intussen gepland en begroot? Zo neen, waarom niet? Antwoord In 2008 werd het Onderwijscentrum Brussel opgericht. Alle onderwijsondersteunings- initiatieven die door de VGC werden gefinancierd of gesubsidieerd, werden toen geïntegreerd in één structuur binnen de entiteit ‘Onderwijscentrum Brussel’ (OCB). Het ging hierbij over Taalvaart, BITS2, de vzw Nascholingscentrum Brussels Hoofdstedelijk Gewest inclusief het Leermiddelencentrum en de vzw Schoolopbouwwerk Brussel. Bedoeling was om de efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit van hun verschillende werkingen te optimaliseren. Het doel van de oprichting van het OCB is bereikt: het aanbod is geoptimaliseerd. Het Onderwijscentrum Brussel biedt bijzonder kwaliteitsvolle ondersteuning op het vlak van taalbeleid, taalvaardigheidsonderwijs, diversiteit, ouder- en buurtbetrokkenheid en dat alles op maat van de Brusselse scholen. Het OCB is het expertisecentrum bij uitstek geworden wat betreft onderwijs in een grootstedelijke en meertalige context. Het OCB begeleidt samen met vzw Voorrangsbeleid Brussel (VBB) 95 scholen (exclusief vestigingsplaatsen) van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs. VBB neemt 40 gewone basisscholen voor haar rekening. Daarnaast heeft het OCB ook een aanbod in het secundair onderwijs, eveneens met ondersteuning en vorming. Dit schooljaar worden er 11 scholen ondersteund. Alle trajecten op de scholen gebeuren op basis van een SMART opgesteld actieplan dat tussentijds en op het einde van het schooljaar wordt geëvalueerd in overleg met de school. De resultaten zijn belangrijk voor de interne werking, maar worden niet vrijgegeven, dit ook op uitdrukkelijke vraag van de scholen Bij de ondersteuningstrajecten op scholen is het telkens belangrijk om opnieuw evenwicht te zoeken tussen vraag-en-aanbodgestuurd werken. Op basis van de resultaten van het actieplan wordt met de school al dan niet verder gewerkt in functie van nieuwe doelstellingen. Wat het wetenschappelijk onderzoek door VBB betreft, werd in het jaarlijks protocol tussen het OCB en het VBB opgenomen dat er geen engagementen aangegaan kunnen worden die verder lopen dan de duur van het protocol (1 jaar) en de jaarlijkse verlengingen. Voor wat de toekomst brengt, verwijst collegevoorzitter Guy Vanhengel naar de talennota van juli 2011 van de Vlaamse Gemeenschap en de plannen van de Vlaamse Regering met het VBB en vzw BROSO. Desalniettemin heeft het Onderwijscentrum Brussel enkele wetenschappelijke acties opgestart (bv. Onderzoek naar ouderbetrokkenheid in het secundair onderwijs door Steunpunt Diversiteit en Leren) en zal het OCB dat blijven doen. Twee medewerkers werden recentelijk aangeworven voor wetenschappelijke ondersteuning. Vraag nr.38 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Personeelsbestand bij het Onderwijscentrum Brussel en bij Voorrangsbeleid Brussel Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) wil de kansen van alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vergroten, namelijk de kansen om vanuit hun sociale, culturele, talige diversiteit de eindtermen te behalen. Dit gebeurt via ondersteuning en scholing van schoolteams.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
31
Voorrangsbeleid Brussel vzw (VBB) ondersteunt netoverschrijdend basisscholen op het gebied van taalvaardigheidsonderwijs, efficiënt omgaan met diversiteit en differentiatie, samenwerken met ouders en samenwerken met andere onderwijspartners. Hoofddoel is het vergroten van de professionaliteit van leerkrachten met het oog op het verkleinen van de leer- en ontwikkelingsachterstanden van leerlingen. De directies krijgen ondersteuning over hun rol als leider en vernieuwingsbegeleider op hun school. Vanaf 2009 werd de functionele samenwerking tussen OCB en VBB een duidelijk en zichtbaar feit. OCB en VBB kwamen sindsdien tot een volledige afstemming wat inhoud en strategie betreft. Hoeveel ondersteuners zijn er tewerkgesteld bij het OCB (VTE)? Hoeveel ondersteuners zijn er tewerkgesteld bij het VBB (VTE)? Antwoord Samen met vzw Voorrangsbeleid Brussel (VBB) heeft het Onderwijscentrum Brussel OCB een volledig geïntegreerde werking voor basisscholen, zowel wat ondersteuning op school als vorming betreft. In het huidige schooljaar 2011-2012 ondersteunt het Onderwijscentrum Brussel samen met vzw Voorrangsbeleid Brussel 95 scholen (exclusief vestigingsplaatsen) van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs. Daarnaast heeft het OCB ook een aanbod in het secundair onderwijs, eveneens met ondersteuning en vorming. Dit schooljaar worden er 11 secundaire scholen ondersteund. In het Onderwijscentrum Brussel is er een personeelsbestand van 63 VTE’s (na begrotingswijziging 1&A 2012). VBB stelt volgens haar jaarverslag 20 VTE’s te werk. Voor wat de toekomst brengt, verwijst collegevoorzitter Guy Vanhengel naar de talennota van juli 2011 van de Vlaamse Gemeenschap en de plannen van de Vlaamse Regering met het VBB en vzw BROSO. Vraag nr.39 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Samenwerking of fusie van het Onderwijscentrum Brussel met andere onderwijsactoren Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) wil de kansen van alle kinderen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vergroten, namelijk de kansen om vanuit hun sociale, culturele, talige diversiteit de eindtermen te behalen. Dit gebeurt via ondersteuning en scholing van schoolteams. Voorrangsbeleid Brussel vzw (VBB) ondersteunt netoverschrijdend basisscholen op het gebied van taalvaardigheidsonderwijs, efficiënt omgaan met diversiteit en differentiatie, samenwerken met ouders en samenwerken met andere onderwijspartners. Hoofddoel is het vergroten van de professionaliteit van leerkrachten met het oog op het verkleinen van de leer- en ontwikkelingsachterstanden van leerlingen. De directies krijgen ondersteuning over hun rol als leider en vernieuwingsbegeleider op hun school. Vanaf 2009 werd de functionele samenwerking tussen OCB en VBB een duidelijk en zichtbaar feit. OCB en VBB hebben sindsdien de inhoudelijke werking en strategie volledig op elkaar afgestemd.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
32
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Tijdens de hoorzitting over de Beleidsaanbevelingen voor de ondersteuning van het Brussels Nederlandstalig onderwijs van 15 maart 2011 (Stuk 447 (2010-2011) – Nr. 1) was mevrouw Magda Deckers, bijzonder opdrachthouder voor het Nederlandstalig onderwijs te Brussel, van mening “dat een fusie tussen VBB en OCB goed is”, maar geen garantie biedt in gelijkgerichtheid. Gelijkgerichtheid ontstaat doordat mensen samenwerken, hun visie op elkaar afstemmen en dezelfde strategie houden. Ze “zegt ja tegen een toekomstige fusie, maar ze weet niet onder welke vorm”. De entiteitsverantwoordelijke OCB, de heer Piet Vervaecke, benadrukte dat OCB en VBB momenteel zeer goed samenwerken en stelde ook: “Misschien is het wel goed om deze samenwerking in de toekomst wat meer structuur te geven om te vrijwaren dat de functionele samenwerking voor het basisonderwijs op dezelfde manier kan blijven verdergezet en verdiept worden.” Tijdens de gedachtewisseling over de Conceptnota “Samen taalgrenzen verleggen” op 3 januari 2012 zei Vlaams minister Pascal Smet dan weer: “Ik zou graag van het Onderwijscentrum Brussel, het VBB en het BROSO, één nieuwe vzw maken die door de koepels, het Go! en de overheid wordt aangestuurd. Ik ben daar vragende partij voor, maar bij de VGC houden ze het Onderwijscentrum graag als een onderdeel van de VGC. De samenvoeging blijft een streefdoel, maar is vooralsnog niet gelukt. Ik heb dan maar besloten het VBB en het BROSO samen te voegen. Ik hoop dat het OCB hier ooit bij zal horen.” (Stuk 1346 (20112012) – Nr. 3) Heeft Vlaams minister Pascal Smet aan de VGC reeds officieel de vraag gesteld tot de fusie van het VBB en het OCB? Zo ja, wanneer? Wat was het antwoord van de VGC? Klopt het dat de VGC bezwaar heeft tegen een fusie van het VBB en het OCB? Zo ja, waarom? Heeft de VGC reeds initiatieven genomen om de samenwerking tussen beide instanties reeds op een andere manier te “verdiepen” of “structureler” te maken? Hoe? Antwoord Collegevoorzitter Guy Vanhengel verwijst naar de talennota van 22 juli 2011 ‘Conceptnota Samen taalgrenzen verleggen’ voor de aangekondigde plannen de Vlaamse Regering. Hierin staat het volgende: “Wij willen VBB en BROSO in één structuur samenbrengen om te zorgen dat de aanpak in het secundair onderwijs een verlengstuk van de aanpak in het basisonderwijs wordt. De nieuwe vzw krijgt een dubbele opdracht: 1. Een expertise- en vormingsopdracht rond onderwijs in een meertalige context. Hierin wordt ook de expertise opgenomen van de vzw Werkgroep Immigratie rond het omgaan met thuistalen en het betrekken van niet-Nederlandstalige ouders bij het schoolgebeuren, talensensibilisering en talenportfolio. Die expertise- en vormingsopdracht geldt voor het hele Vlaamse onderwijs, maar prioritair voor Brussel, Antwerpen en Gent. 2. Een begeleidingsopdracht ten aanzien van Brusselse scholen, waarin het uitwerken en implementeren van een talenbeleid, de implementatie van taalvaardigheidsonderwijs, het invoeren van talenportfolio’s en omgang met diversiteit basisingrediënten zijn. Beide opdrachten worden wetenschappelijk begeleid.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
33
De nieuwe vzw moet zorgen voor eenheid van beleid: een volgehouden visie op Nederlandstalig onderwijs in een meertalige omgeving van de onthaalklas in de kleuterschool tot en met de eerste graad van het secundair onderwijs. Dat impliceert: – eenheid van aansturing: één huisvesting, één personeelsbeleid, één zakelijk beleid; – een één-op-één-relatie met de scholen; – een structurele inspraak van en samenspraak met de netten; – autonome en onafhankelijke werking; – efficiënt en flexibel. In de nieuwe vzw zijn de Vlaamse Gemeenschap en de netten als gelijkwaardige partners vertegenwoordigd. Met de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt een convenant afgesloten waarbij de schoolbegeleiders van het OCB functioneel samenwerken met de nieuwe vzw.” In 2008 werd het Onderwijscentrum Brussel opgericht. Alle onderwijsondersteuningsinitiatieven die volledig door de VGC gefinancierd of gesubsidieerd werden, werkten samen naar een integratie in één structuur. Het ging hierbij over: Taalvaart, BITS2, de vzw Nascholingscentrum Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inclusief het Leermiddelencentrum en de vzw Schoolopbouwwerk Brussel. Bedoeling was om de efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit van hun verschillende werkingen te optimaliseren. De VGC heeft er voor geopteerd om het statuut van alle personeelsleden bij deze operatie te uniformiseren en het OCB verder uit te bouwen als een operationele entiteit binnen de VGC. Sinds een aantal jaar is er een functionele samenwerking met vzw VBB om een gelijkgerichte visie en aanpak uit te bouwen. Deze samenwerking is structureel van aard en kan in de toekomst worden verder gezet. Vraag nr.40 van 24 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aanwerving extra leerkrachten in het Nederlandstalig basisonderwijs te Brussel Medio februari gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet over de invoering van een, op socio-economische leerlingenkenmerken gebaseerd, geïntegreerd omkaderingssysteem, waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt als het lager onderwijs. Extra investeringen moeten zorgen voor kleinere klassen en meer gemengde scholen. Het is bovendien de bedoeling om vanaf september 2012 zo’n 1.300 extra leerkrachten in het basisonderwijs in te zetten. Extra leerkrachten aantrekken en kleinere kleuterklassen zijn een goede zaak maar momenteel zijn er te weinig leerkrachten om die plannen daadwerkelijk waar te maken. Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel ondervindt vandaag reeds grote moeilijkheden om vacatures in het basisonderwijs in te vullen. Wat zijn de gevolgen van het nieuwe omkaderingssysteem voor de basisscholen van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel? Zijn er reeds gegevens voorhanden m.b.t. het aantal extra onderwijzers die aan de Brusselse scholen zullen worden toegekend? Welke verschuivingen inzake middelen en personeel brengt het nieuw omkaderingssysteem teweeg? Welke scholen zullen extra lestijden krijgen en komen aldus in aanmerking om extra personeel aan te werven? Zijn er scholen die minder omkadering zullen krijgen?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
34
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Antwoord Navraag bij de Vlaamse Gemeenschap leert dat het nieuwe omkaderingsmechanisme voor het gewoon basisonderwijs, voor de eerste keer principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2011, voor Brussel de volgende implicaties zou hebben: – Het totaal aantal lestijden voor Brussel stijgt met 8,7%. Concreet betekent dit een stijging met 3.680 lestijden, dit komt neer op 3.680/24 = 153 ambten. – De leerling/leerkracht ratio in Brussel daalt van 14,5 naar 13,3. – 99 scholen in Brussel winnen, 20 scholen verliezen lestijden in Brussel, 1 school blijft status-quo in Brussel. Het College plaatst grote kanttekeningen bij de cijfers: deze zijn gebaseerd op de gegevens voor het schooljaar 2010 – 2011. Op dat moment was de capaciteitsuitbreiding in een aantal scholen nog niet op gang gekomen, terwijl daarnaast nog verschuivingen in leerkrachtenteams konden plaatsvinden. Vraag nr.41 van 27 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gefinancierde projecten inzake capaciteitsuitbreiding van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel De VGC heeft een regierol inzake de capaciteitsuitbreiding in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De VGC diende daarvoor 23 dossiers in bij de Vlaamse Gemeenschap, met een totale investeringskost van meer dan 70 miljoen euro (antwoord van Jean-Luc Vanraes op een vraag van raadslid Greet Van Linter, Stuk 453 (2010-2011) – Nr. 1, p. 15). Uiteindelijk werden in mei 2011 9 projecten weerhouden inzake basisonderwijs. Binnen de Vlaamse Regering werd een bijkomend budget van 26 miljoen euro vrijgemaakt voor de capaciteitsaanpak, waarvan 18 miljoen euro in Brussel. Vanuit de VGC wordt er bijkomend nog 2,5 miljoen euro ingebracht (Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen in het Vlaams Parlement, vergadering van 05/05/2011). 8 miljoen euro gaat naar de 9 projecten in het basisonderwijs en 10 miljoen euro naar een tiende project: een nijverheidstechnische secundaire school in Anderlecht. Door de eerste 9 projecten is er in 2011 reeds een capaciteitswinst van 390 plaatsen gerealiseerd (http:// jeanlucvanraes.be/2011/11/extra-uitbreidingsronde-in-nederlandstalig-basisonderwijsbrussel/; 9 november 2011). Eens volledig ontwikkeld zouden de 10 projecten nog eens 1.410 extra plaatsen moeten creëren, wat neerkomt op een totaal van meer dan 1.800 extra plaatsen. Vlaams minister Pascal Smet geeft mee dat 2,5 miljoen van de VGC komt (Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen van 5 mei 2011). Op de ministerraad van 29 oktober 2011 keurde de Brusselse Regering dan weer verschillende projecten goed met betrekking tot de uitbreiding van het Brusselse basisonderwijs. De VGC kreeg van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest een eenmalige injectie van 2.450.000 euro. Zeven Nederlandstalige projecten kregen hierdoor extra geld. Hoeveel van deze 2.450.000 euro gaat naar projecten die tevens op de lijst staan van door de Vlaamse Gemeenschap te financieren projecten? Welke projecten? Welke andere projecten worden gefinancierd met deze 2.450.000 euro? Werden deze andere projecten ook ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap (AGIOn,…)? Zo ja, waarom werden deze geweigerd?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
35
Wat is de stand van zake aangaande elk van de bovengenoemde dossiers? Antwoord Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lanceerde in mei 2011 een oproep voor een éénmalige subsidiëring van scholen voor onmiddellijke capaciteitsuitbreiding tegen 1 september 2012. Ook hier nam de VGC haar regierol voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs op voor de selectie en de opvolging van de projecten. Acht Nederlandstalige projecten werden ingediend, de VGC selecteerde daar zeven van in november 2011. De doorslaggevende criteria bij deze beslissing waren: – De realiseerbaarheid van de capaciteitsuitbreiding op korte termijn (september 2012); – Voorkomen op de lijst ‘capaciteitsuitbreiding’, die in juli 2011 bij de Vlaamse Gemeenschap werd ingediend in functie van AGIOn-financiering; – Het sluitend karakter van het financiële kostenplaatje van het project; – De geografische spreiding van de weerhouden projecten (Nederlandstalig en Franstalig) over de verschillende gemeenten; – Een gepaste verdeling van de middelen tussen de verschillende netten. Deze 7 projecten zullen resulteren in 951 extra plaatsen, waarvan 270 op 1 september 2012. De stand van zaken van deze dossiers is als volgt: – Op de Heilig-Hartschool in Jette zijn tijdelijke klassen al in gebruik, in afwachting van de definitieve capaciteitsuitbreiding en klassen. – In de Sint-Jozefsschool in Watermaal-Bosvoorde zijn de renovatiewerken aan de gang. Bij de overige scholen (Kleine Geuzen in Jette, ’t Klavertjevier in Brussel, St-Lukas in Schaarbeek, St-Niklaasinstituut in Anderlecht en Kristus-Koning Assumpta in NederOver-Heembeek) gaat het om grotere verbouw- of nieuwbouwdossiers. Hier lopen de aanbestedingsprocedures. Sommige van deze verbouwingsdossiers zullen afgerond zijn tegen september 2012; in de andere gevallen zal de uitbreiding tijdelijk gerealiseerd worden in tijdelijke klaslokalen. Er is regelmatig overleg tussen de VGC administratie en de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de dossiers op te volgen. Vraag nr.42 van 27 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Selectie van de uitbreidingsprojecten voor het Nederlandstalig onderwijs te Brussel De VGC heeft een regierol inzake de capaciteitsuitbreiding in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De VGC diende daarvoor 23 dossiers in bij de Vlaamse Gemeenschap, met een totale investeringskost van meer dan 70 miljoen euro (antwoord van Jean-Luc Vanraes op een vraag van raadslid Greet Van Linter, Stuk 453 (2010-2011) – Nr. 1, p. 15). Uiteindelijk werden in mei 2011 9 projecten weerhouden inzake basisonderwijs. Binnen de Vlaamse Regering werd een bijkomend budget van 26 miljoen euro vrijgemaakt voor de capaciteitsaanpak, waarvan 18 miljoen euro in Brussel. Vanuit de VGC wordt er bijkomend nog 2,5 miljoen euro ingebracht (Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen in het Vlaams Parlement, vergadering van 05/05/2011).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
36
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
8 miljoen euro gaat naar de 9 projecten in het basisonderwijs en 10 miljoen euro naar een tiende project: een nijverheidstechnische secundaire school in Anderlecht. Door de eerste negen projecten is er in 2011 reeds een capaciteitswinst van 390 plaatsen gerealiseerd (http://jeanlucvanraes.be/2011/11/extra-uitbreidingsronde-in-nederlandstalig-basisonderwijs-brussel/; 9 november 2011). Eens volledig ontwikkeld zouden de 10 projecten nog eens 1.410 extra plaatsen moeten creëren, wat neerkomt op een totaal van meer dan 1.800 extra plaatsen. Vlaams minister Pascal Smet gaf volgende toelichting over de selectie: “de criteria die we hanteren, zijn de volgende. Zijn de projecten realistisch op het vlak van timing, financiering en financiële randvoorwaarden?” (Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen van 5 mei 2011). Welke projecten werden niet aanvaard door de Vlaamse Gemeenschap? Op welke van de aangehaalde criteria scoorden deze niet-aanvaarde projecten niet goed? Op de website van de vorige collegevoorzitter, de heer Jean-Luc Vanraes, las men: “In samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap werden daartoe in een eerste ronde 10 projecten weerhouden. In september 2011 leverden deze projecten al bijna 400 plaatsen op in het Nederlandstalig basisonderwijs. Eens in volle ontplooiing zouden de 10 projecten nog eens 1.410 extra plaatsen moeten creëren, wat neerkomt op een totaal van meer dan 2.000 extra plaatsen.” (http://jeanlucvanraes.be/2011/11/extra-uitbreidingsronde-in-nederlandstaligbasisonderwijs-brussel/; 9 november 2011). Vlaams minister Pascal Smet had het niet over 2000 maar over 1800 extra plaatsen. Hoe verklaart men dit verschil? Jean-Luc Vanraes, toen als collegelid bevoegd voor onderwijs, bevestigde dat er liefst 70 Brusselse dossiers op de wachtlijsten van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) staan: 59 voor het gesubsidieerd vrij onderwijs (VGO) en 11 voor het gesubsidieerd officieel onderwijs (OGO) (Schriftelijke Vraag nr. 2 van 11 oktober 2011 van VGC-raadslid Greet Van Linter – Onderwijs: aantal steunaanvragen op de wachtlijst voor de bouw van schoolgebouwen in Brussel). Vallen al de aangehaalde 23 ingediende dossiers onder de bij AGIOn ingediende 70 Brusselse dossiers? Welke niet? Antwoord De gesprekken tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap over extra investeringen in capaciteitsuitbreiding in het Brussels Nederlandstalig basisonderwijs, werden reeds opgestart in 2010. In een eerste fase, in mei 2011, werden 10 projecten verzameld omwille van de mogelijkheid tot capaciteitsuitbreiding in het basisonderwijs op korte termijn en de (financiële) realiseerbaarheid. De 10 projecten zijn: – Sint-Joris Nieuwland, Brussel Stad – Kleurdoos, Brussel Stad – ’t Plant’Zoentje, Laken – Sint-Pieterscollege, Laken
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
– – -
37
Lutgardisschool, Etterbeek Papageno, Evere Unesco, Koekelberg Muziekladder, Schaarbeek Gemeentelijke Basisschool, Schaarbeek Nellie Melba, Anderlecht
Op te merken valt dat de reguliere wachtlijst infrastructuurwerken van AGIOn - voor het vrij en officieel gesubsidieerd onderwijs – vooral aanvragen voor subsidiëring van renovaties en verbeteringswerken bevat. Het GO! heeft een eigen financieringskanaal en uitvoeringsprocedure. De opstart van deze projecten tegen 1 september 2011 is gerealiseerd, behalve voor de Nellie Melba, waarbij de capaciteitsuitbreiding start op 1 september 2012. De volwaardige uitbouw tot volledige basisscholen is eveneens in uitvoering. Voor 2 van deze dossiers (Muziekladder en Papageno) moeten nog extra middelen worden voorzien vanuit de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast financiert de Vlaamse Gemeenschap een secundaire nijverheidstechnische school in Anderlecht. Het exacte aantal extra plaatsen in het basisonderwijs voor het schooljaar 2012-2013 kan pas vastgesteld worden na 1 september 2012, maar men gaat er van uit dat opgestarte onthaalklasjes, eerste kleuterklassen en eerste leerjaren een normale uitrol hebben. Op termijn moet deze fase ongeveer 1.820 extra plaatsen opleveren in het basisonderwijs. Deze plaatsen komen bovenop de 367 extra plaatsen die in 2010 al via inbreiding van bestaande schoolgebouwen werden gecreëerd. In een tweede fase, in juli 2011, werd door de VGC een lijst met 23 projecten ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap, na bespreking op de Taskforce Capaciteit Brussel. Tot op heden heeft de Vlaamse Gemeenschap hiervan geen projecten geselecteerd voor subsidiëring. Vraag nr.43 van 27 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Planning en uitvoering van de capaciteitsuitbreiding van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel De VGC heeft een regierol inzake de capaciteitsuitbreiding in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De VGC diende daarvoor 23 dossiers in bij de Vlaamse Gemeenschap, met een totale investeringskost van meer dan 70 miljoen euro (antwoord van Jean-Luc Vanraes op een vraag van raadslid Greet Van Linter, Stuk 453 (2010-2011) – Nr. 1, p. 15). Uiteindelijk werden in mei 2011 9 projecten weerhouden inzake basisonderwijs. Binnen de Vlaamse Regering werd een bijkomend budget van 26 miljoen euro vrijgemaakt voor de capaciteitsaanpak, waarvan 18 miljoen euro in Brussel. Vanuit de VGC wordt er bijkomend nog 2,5 miljoen euro ingebracht (Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen in het Vlaams Parlement, vergadering van 05/05/2011). 8 miljoen euro gaat naar de 9 projecten in het basisonderwijs en 10 miljoen euro naar een tiende project: een nijverheidstechnische secundaire school in Anderlecht. Door de eerste negen projecten is er in 2011 reeds een capaciteitswinst van 390 plaatsen gerealiseerd (http://jeanlucvanraes.be/2011/11/extra-uitbreidingsronde-in-nederlandstalig-basisonderVLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
38
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
wijs-brussel/; 9 november 2011). Eens volledig ontwikkeld zouden de 10 projecten nog eens 1.410 extra plaatsen moeten creëren, wat neerkomt op een totaal van meer dan 1.800 extra plaatsen. In de bijlage bij het verslag van de Commissie voor Onderwijs en Vorming van de Raad van de VGC staat een overzicht van de geplande uitbreidingen tegen september 2012 (Stuk 453 (2010-2011) – Nr. 1, p. 23). Zijn er projecten die met vertraging te kampen hebben? Welke projecten? Hoe zijn deze vertragingen te verklaren? Hoeveel bijkomende plaatsen plant men tegen september 2012? Antwoord In een eerste fase, in mei 2011, werden tien projecten verzameld omwille van de mogelijkheid tot capaciteitsuitbreiding in het basisonderwijs op korte termijn en de (financiële) realiseerbaarheid. De 10 projecten van het basisonderwijs zijn: – Sint-Joris Nieuwland, Brussel Stad – Kleurdoos, Brussel Stad – ’t Plant’Zoentje, Laken – Sint-Pieterscollege, Laken – Lutgardisschool, Etterbeek – Papageno, Evere – Unesco, Koekelberg – Muziekladder, Schaarbeek – Gemeentelijke Basisschool, Schaarbeek – Nellie Melba, Anderlecht De opstart van deze projecten tegen 1 september 2011 is gerealiseerd, behalve voor de Nellie Melba, waarbij de capaciteitsuitbreiding start op 1 september 2012. De volwaardige uitbouw tot volledige basisscholen is eveneens in uitvoering. Voor twee van deze dossiers (Muziekladder en Papageno) moeten nog extra middelen worden voorzien vanuit de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast financiert de Vlaamse Gemeenschap een secundaire nijverheidstechnische school in Anderlecht. Het exacte aantal extra plaatsen in het basisonderwijs voor het schooljaar 2012-2013 kan pas vastgesteld worden na 1 september 2012, maar men gaat er van uit dat opgestarte onthaalklasjes, eerste kleuterklassen en eerste leerjaren een normale uitrol hebben. Op termijn moet deze fase ongeveer 1.820 extra plaatsen opleveren in het basisonderwijs. Deze plaatsen komen bovenop de 367 extra plaatsen die in 2010 al via inbreiding van bestaande schoolgebouwen werden gecreëerd. In een tweede fase, in juli 2011, werd door de VGC een lijst met 23 andere projecten voor het basisonderwijs ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap, na bespreking op de Taskforce Capaciteit Brussel. Tot op heden heeft de Vlaamse Gemeenschap hiervan geen projecten geselecteerd voor subsidiëring.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
39
Vraag nr.44 van 1 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Divers: Woontours van Brukselbinnenstebuiten/ Wonen in Brussel Brukselbinnenstebuiten organiseert in samenwerking met ‘Wonen in Brussel’ verschillende woontours. De campagne wil mensen aanzetten om in Brussel te komen wonen. Hoeveel deelnemers heeft collegevoorzitter Guy Vanhengel in 2011 ontvangen op deze woontours? Welke tours trekt het meeste aantal deelnemers? Wat is het aandeel Brusselaars en het aandeel mensen buiten Brussel die aan deze tours deelnemen. Kan men dat cijfer opsplitsen per provincie? Wat is de uitkomst van het evaluatieformulier dat na de woontours aan de deelnemers werd voorgelegd: – Hoeveel procent zegt naar Brussel te willen verhuizen? – Hoeveel procent wil in Brussel verhuizen? – Hoeveel procent twijfelt nog? – Hoeveel procent wil niet naar Brussel verhuizen of heeft niet geantwoord? Antwoord Brussel promoten als woon-, werk-, leef- en werkstad staat hoog op de agenda van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ook in 2012 wil de VGC dankzij de woontours mensen wegwijs maken in de complexe en uitgebreide woonmaterie en hen wijzen op de ongekende mogelijkheden van wonen in Brussel. Kiezen voor een leven in de stad, is vaak kiezen voor een woonplaats dichtbij het werk, en voor een rijk en gevarieerd aanbod aan voorzieningen. Op basis van het inschrijvingsregister deelt collegevoorzitter Guy Vanhengel mee dat er in 2011 307 inschrijvingen waren voor de woontours, waaronder 184 unieke deelnemers. De populairste woontour was woontour 2, waarbij deelnemers het zuidoostelijke deel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, nl. de gemeenten Elsene, Etterbeek, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde, Ukkel, Vorst en Sint-Gillis verkennen. In de schriftelijke vraag peilt mevrouw Bianca Debaets eveneens naar cijfers over de geografische afkomst van de deelnemers en naar de uitkomst van het evaluatieformulier. Voor de antwoorden op deze vragen dienen de evaluatieformulieren van de deelnemers aan de woontours als informatiebron. Graag wenst de collegevoorzitter hierbij de kanttekening te maken dat de cijfers uit de antwoorden eerder indicaties zijn dan statistisch correcte gegevens. Het aantal ingevulde evaluatieformulieren ligt immers altijd lager dan het aantal deelnemers. De percentages komen ook niet altijd op 100 %, omdat niet alle vragen worden ingevuld. Bovendien nemen sommige deelnemers deel als toeristen, wat hun antwoorden beïnvloedt en het beeld kan vertekenen. Met deze opmerkingen in het achterhoofd, deelt de collegevoorzitter mee, op basis van de evaluatieformulieren, dat in 2011 41% van de respondenten afkomstig was uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 19% uit Vlaams-Brabant, 14% uit Oost-Vlaanderen, 9,5% uit
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
40
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Antwerpen, 6% uit West-Vlaanderen en 5% uit Limburg. De rest, met name, 5,5% kwam uit Wallonië of uit het buitenland. Aan de hand van de evaluatieformulieren meldde 28,5% van de respondenten te willen verhuizen naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 33,5% van de respondenten gaf aan binnen Brussel te willen verhuizen, 28,5% twijfelde nog over een verhuis. 4% van de respondenten wilde niet naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verhuizen. 5,5% wilde niet binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verhuizen of gaf geen antwoord. Vraag nr.45 van 2 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Implementatie van de campagne “Ik haat lezen” in het Brussels Nederlandstalig onderwijs De campagne “Ik haat lezen” wil luisterboeken onder de aandacht brengen van jongeren met dyslexie. De campagne is een initiatief van de departementen Onderwijs en Cultuur van de Vlaamse overheid, de Luisterpuntbibliotheek en ADIBib, en werd recentelijk gelanceerd. De Luisterpuntbibliotheek is een bibliotheek voor mensen met leesproblemen, ADIBib stelt digitale versies van schoolboeken ter beschikking aan leerlingen met ernstige lees- en schrijfproblemen. Bedoeling is nu dat deze schoolboeken beter bekend worden bij het doelpubliek van jongeren met dyslexie. Hoe wordt de campagne “Ik haat lezen” geïmplementeerd in de scholen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel? Plant collegevoorzitter Guy Vanhengel andere campagnes om luisterboeken te promoten bij jongeren met dyslexie? Werkt de VGC nog andere instrumenten uit om taal en literatuur onder de aandacht te brengen bij jongeren met dyslexie? Antwoord Zoals mevrouw Bianca Debaets aangeeft, is het ‘Ik haat lezen’-project een initiatief van de departementen Onderwijs en Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap, de Luisterpuntbibliotheek en het overlegorgaan van de bibliotheken (ADBib). Brusselse Nederlandstalige scholen kunnen eveneens gebruik maken van dit aanbod. De communicatie rond dit project gebeurde onder meer via SchoolDirect en Lerarendirect, 2 nieuwsbrieven die gericht zijn op schoolteams van het Vlaamse onderwijs, inclusief het Brussels Nederlandstalig onderwijs. De Brusselse luisterpuntbibliotheek bevestigt dat de scholen uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs, maar ook individuele gebruikers, gebruik kunnen maken van de diensten van de Luisterpuntbibliotheek. Het Streekgericht Bibliotheekbeleid Brussel (SBB), in de schoot van de VGC, heeft in Brusselse Nederlandstalige bibliotheken een ‘Daisymeubel = luisterpuntmeubel’ geplaatst, waar het publiek kennis kan maken met luisterboeken. Het SBB zal de komende maanden via vorming en ervaringsuitwisseling de Brusselse bibliotheken stimuleren om de scholen in hun werkgebied kennis te laten maken met de Daisyspeler en met het aanbod.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
41
Voor meer informatie over dit project kan men eveneens terecht bij Vlaams minister pascal Smet,bevoegd voor onderwijs. Vraag nr.46 van 2 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Verschillen in geslachtsgebonden leerresultaten In antwoord op schriftelijke vraag nr. 50 van 6 september 2010 deelde de collegevoorzitter mee dat – over 5 jaar beschouwd – meisjes ten opzichte van jongens gemiddeld 4,7% meer een A-attest behalen. Het verschil tussen jongens en meisjes lijkt op vlak van leerresultaten in de loop van 2004-2009 wel constant te zijn gebleven. In opvolging van dit antwoord had mevrouw Bianca Debaets graag voor de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 volgende informatie gevraagd: Hoeveel C-attesten werden er aan jongens uitgereikt, dit voor alle jaren en alle onderwijsvormen in het Nederlandstalig Secundair Onderwijs in Brussel? Hoe verhoudt het aantal uitgereikte C-attesten zich tegenover het aantal A- en B-attesten (in absolute cijfers en percentage)? Hoeveel C-attesten werden er aan meisjes uitgereikt, dit voor alle jaren en alle onderwijsvormen van het Nederlandstalig Secundair Onderwijs in Brussel? Hoe verhoudt het aantal uitgereikte C-attesten zich tegenover het aantal A- en B-attesten (in absolute cijfers en percentage)? Indien de verschillen in geslachtsgebonden leerresultaten de laatste schooljaren significant zijn toegenomen, aan welke factoren is deze evolutie volgens collegevoorzitter Guy Vanhengel te wijten? Antwoord De toekenning van een oriënteringsattest A, B of C is het gevolg van de beslissing van de klassenraad. De klassenraad beslist autonoom of en in welke mate de leerling de leerplandoelstellingen heeft bereikt. Uit de cijfers van de Datawarehouse van de Vlaamse Gemeenschap ( cfr. Tabel 1 en 2) blijkt het volgende: – Binnen het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs werden er in het schooljaar 2009-2010 aan jongens 738 (12,2%) C-attesten uitgedeeld en in 2010-2011, 618 (10,2%). In het schooljaar 2009-2010 werden er 557 (8,2%) C-attesten aan meisjes uitgedeeld en in 2010-2011, 414 (6,1%). Het aantal en aandeel C-attesten liggen voor beide schooljaren hoger voor jongens dan voor meisjes. – Het aantal en het aandeel C-attesten gaan zowel bij de jongens als bij de meisjes in het schooljaar 2010-2011 in dalende lijn (ongeveer -2% t.o.v. het voorafgaandelijk schooljaar) en zijn gedaald tot het laagste punt (1.032 of 8,1%) in de periode vanaf 2007. – De geslachtsgebonden verschillen zijn terug te vinden in alle onderwijsvormen (1ste graad, ASO, BSO, KSO, TSO). Deze zijn zowel voor jongens als meisjes het hoogst binnen het BSO, gevolgd door het KSO en TSO. Het aandeel C-attesten is steeds veruit het laagst voor meisjes in het ASO (bv. 4,7% in het schooljaar 2010-2011). Wat de oorzaken van de geslachtsgebonden leerresultaten betreft, zijn onderzoekers de mening toegedaan dat jongens, naast allochtone jongeren en jongeren die afkomstig zijn uit een lager sociaal economisch milieu, kwetsbare groepen zijn in het secundair onder-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
42
wijs. Zij blijven vaker zitten, wijken vaker af van een ‘normaal’ traject en verlaten ook beduidend vaker de schoolbanken zonder enige vorm van kwalificatie (Duquet, 2005). Het meer agressieve, stoere machogedrag vind je vaak terug in de populaire jongenscultuur, gedrag dat haaks staat op de verwachtingen van de school. Naast machohoudingen, agressie en politiek incorrecte houdingen speelt ook de thuissituatie een rol in het leergedrag van leerlingen. Maar jongens blijken niet slechter te presteren omdat er minder mannelijke leerkrachten zijn op school. (Derks, 2006) Of de overheid meer aandacht zou moeten hebben voor die tegengestelde verwachtingen waaraan jongeren en vooral jongens moeten voldoen en voor de stimulatie van een participatief schoolklimaat, voor meer informatie over maatregelen kan men terecht bij Vlaams minister bevoegd voor onderwijs, de heer Pascal Smet. Tabel 1: Evolutie aantal attesten volgens geslacht in de eerste, tweede en derde graad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de schooljaren 2007 – 2010 2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
M
V
T
M
V
T
M
V
T
M
V
T
1ste graad
2346
2331
4677
2254
2350
4604
2260
2421
4681
2299
2334
4633
A-attest
1730
1828
3558
1605
1864
3469
1693
1925
3618
1785
1880
3665
B-attest
378
375
753
378
324
702
333
320
653
340
341
681
C-attest
238
127
365
271
159
430
233
175
408
174
113
287
geen attest
1
1
3
3
1
1
2
ASO
2174
2466
4640
2200
2458
4658
2200
2495
4695
2162
2550
4712
A-attest
1758
2095
3853
1781
2046
3827
1782
2122
3904
1766
2205
3971
B-attest
195
238
433
195
242
437
187
232
419
221
224
445
C-attest
221
133
354
224
167
391
228
140
368
175
121
296
geen attest
0
0
0
0
3
3
3
1
4
0
0
0
BSO
702
792
1494
719
831
1550
721
810
1531
744
813
1557
A-attest
547
669
1216
557
682
1239
560
653
1213
561
687
1248
B-attest
19
22
41
22
22
44
17
28
45
21
16
37
C-attest
133
101
234
140
127
267
144
129
273
162
110
272
geen attest
3
0
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
KSO
239
328
567
253
352
605
244
346
590
227
343
570
A-attest
178
279
457
191
296
487
180
290
470
171
301
472
B-attest
8
9
17
11
21
32
20
13
33
14
18
32
C-attest
52
39
91
50
35
85
43
43
86
42
24
66
geen attest
1
1
2
1
0
1
1
0
1
0
0
0
TSO
585
702
1287
614
732
1346
629
717
1346
614
700
1314
A-attest
453
559
1012
463
606
1069
476
585
1061
480
607
1087
B-attest
71
76
147
64
76
140
63
62
125
69
47
116
C-attest
61
67
128
87
50
137
90
70
160
65
46
111
geen attest
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
6046
6619
12665
6040
6723
12763
6054
6789
12843
6046
6740
12786
A-attest
4666
5430
10096
4597
5494
10091
4691
5575
10266
4763
5680
10443
B-attest
671
720
1391
670
685
1355
620
655
1275
665
646
1311
C-attest
705
467
1172
772
538
1310
738
557
1295
618
414
1032
geen attest
4
2
6
1
6
7
5
2
7
0
0
0
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
43
Vraag nr.47 van 2 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aantal internaatsleerlingen binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel In navolging van de schriftelijke vraag nr. 8 van 17 januari 2011 (cf. Bulletin Vragen en Antwoorden dd. 1 maart 2011) had mevrouw Bianca Debaets graag een actualisering gekregen van het aantal leerlingen dat verblijft in één van de Nederlandstalige internaten in Brussel. Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel voor de internaten van de scholen waarvan de VGC inrichtende macht is, tevens meedelen wat de woonplaats is van de internaatsleerlingen (domicilie opgesplitst per provincie)? Antwoord Navraag bij de verschillende internaatsinstellingen in Brussel geeft ons deze niet-geverifieerde gegevens: In totaal verblijven er 473 internaatsleerlingen binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. (cfr. tabel 1). Voor de scholen waarvan de VGC inrichtende macht is, kan de herkomst bepaald worden. (cfr. tabel 2). Tabel 1: aantal leerlingen in Nederlandstalige internaten in Brussel voor maart 2012 Nederlandstalige Internaten Brussel De Ark De Rijtak De Tuinen Don Bosco Elishout Kunsthumaniora Brussel Kasterlinden Koninklijk Instituut Woluwe* Medisch Pedagogisch Instituut (Heemschool) Tehuis voor kinderen van foorreizigers en schippers TOTAAL
Aantal leerlingen maart 2012 12 10 33 42 29 83 25 85 57 97 473
*Het Orthopedagogisch Centrum Koninklijk Instituut Woluwe beschikt over een internaat, gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
44
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Tabel 2: aantal leerlingen voor de internaten van Elishout en Kasterlinden volgens woonplaats (gewest/provincie) Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Waals-Brabant TOTAAL
Elishout 13
Kasterlinden 1
8 1 3 4 0 29
14 0 1 8 1 25
Vraag nr.48 van 6 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Kristal Klaar Sinds enkele jaren bundelen de vzw Brosella en de Kunsthumaniora Brussel hun krachten om samen vorm te geven aan Kristal Klaar, een leerling-leermeesterproject waarbij een podium wordt geboden aan jonge, talentvolle leerlingen van de richting klassieke muziek en jazz. Voor leerlingen biedt Kristal Klaar een mooie kans om eens voor een ander publiek te spelen dan hun ouders, vrienden en kennissen. Intussen is Kristal Klaar aan zijn vierde seizoen begonnen. Op 1 maart 2012 vond er nog een concert plaats, maar intussen is bekend geraakt dat de continuïteit van de werking in het gedrang komt wegens financiële problemen. Die financiële moeilijkheden zijn onder meer te wijten aan het gegeven dat Kristal Klaar zowel onder de bevoegdheid valt van Onderwijs als onder Cultuur. Hierdoor dreigt Kristal Klaar voor subsidiëring tussen 2 stoelen te vallen. In het begin kreeg Kristal Klaar nog een impulssubsidie van 15.000 euro vanuit de Vlaamse Gemeenschap. Intussen is de VGC overgestapt op structurele subsidies voor de vzw “Vrienden van Brosella” van 2.000 euro per jaar. Volgens een artikel in Brussel Deze Week zou de VGC intussen beloofd hebben om extra subsidies vrij te maken. Vraag is of dit zal volstaan om de goede werking van het muziekproject ook naar de toekomst toe te garanderen. Tijdens de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van 6 maart 2012 verklaarde VGC-Collegelid Bruno De Lille dat er gesprekken aan de gang zijn tussen Kristal Klaar enerzijds en het kabinet van collegevoorzitter Guy Vanhengel anderzijds. Wat is de stand van zaken van het overleg met Kristal Klaar, o.a. wat de financiële uitdagingen betreft? Welke engagementen is collegevoorzitter Guy Vanhengel daarbij aangegaan? Hoe wil hij de toekomst van Kristal Klaar veilig stellen? Antwoord De subsidie aan Brosella voor het evenement ‘Kristal Klaar’ werd reeds met 2.500 euro verhoogd door het VGC-beleidsdomein Cultuur.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
45
‘Kristal Klaar’ is een kunsteducatief project in het kader van het ‘leerling-leermeester project’. Om een juiste afweging te maken van de situatie en de noden, heeft de collegevoorzitter de administratie gevraagd een advies uit te brengen over een eventuele tussenkomst vanuit het VGC-beleidsdomein Onderwijs. Dat advies wacht collegevoorzitter Guy Vanhengel af om een beslissing ter zake te nemen. Hij zal niet nalaten de raadsleden op de hoogte te houden. Vraag nr.49 van 8 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Infrastructurele uitdagingen binnen het Nederlandstalig Deeltijds Kunstonderwijs in Brussel In antwoord op vraag nr.547 van Vlaams Parlementslid Paul Delva duidde Vlaams minister Pascal Smet, bevoegd voor Onderwijs, een aantal knelpunten aan inzake de infrastructuur van de Brusselse kunstacademies. In zijn antwoord benadrukte Vlaams minister Pascal Smet dat de situatie op vlak van infrastructuur in Brussel gemiddeld minder goed is dan in Vlaanderen. Dit zou eveneens blijken uit een nota die – via de VGC – door het netoverschrijdende samenwerkingsforum van het Nederlandstalige Deeltijds Kunst Onderwijs aan Vlaams minister Pascal Smet werd bezorgd. Minister Pascal Smet liet alvast weten om naar de toekomst “bereid te zijn om samen met de VGC naar oplossingen te zoeken voor de infrastructuurproblemen van de Brusselse academies.” Hoe evalueert collegevoorzitter Guy Vanhengel de toestand van de infrastructuur van de Nederlandstalige Brusselse kunstacademies? Bestaat er een oplijsting van de infrastructurele knelpunten per academie? Wat zijn de grootste knelpunten? Is er een update voorhanden van het document dat door het netoverschrijdende samenwerkingsforum van het Nederlandstalige DKO werd verstrekt en uit 2007 dateert? Heeft hij de Brusselse gemeentebesturen reeds gewezen op hun verantwoordelijkheden en plichten ten aanzien van de (Nederlandstalige) kunstacademies, dit o.a. inzake infrastructurele noden? Welke nieuwe investeringen of projecten heeft hij beslist rond de infrastructurele noden van het Nederlandstalig DKO in Brussel? In hoeverre beschouwt hij de infrastructuurproblematiek als prioritair en aansluitend bij doelstelling 1.4.7. die hij formuleerde in de Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2009-2014 om de inhaaloperatie van het renoveren en (ver)bouwen van scholen verder te zetten? Welk budget voorziet de VGC voor het deeltijds kunstonderwijs, dit sinds 2009? Hoe wordt dit budget verdeeld over de verschillende academies? Heeft collegevoorzitter Guy Vanhengel reeds overleg gehad met Vlaams minister Pascal Smet, bevoegd voor Onderwijs, inzake de infrastructuurproblematiek van het Nederlandstalig DKO in Brussel? Het samenwerkingsforum DKO Brussel lanceerde in 2011 het voorstel om het bestuur van de academies te centraliseren bij de VGC. “De VGC heeft een beter overzicht en kan beter bepalen wat goed is voor heel Brussel”, liet Dirk Baeten - voormalig voorzitter van het samenwerkingsforum - optekenen in een interview (cf. Brussel Deze Week 23 juni 2011). Hoe evalueert collegevoorzitter Guy Vanhengel dit voorstel? Heeft hij hierover al gesprekken opgestart met de muziekacademies? Welke mogelijke (bestuurlijke) knelpunten worden er vastgesteld?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
46
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Welke visie werd ontwikkeld rond het voortbestaan van een laagdrempelig en kwalitatief Nederlandstalig deeltijds kunstonderwijs in Brussel? Hoe verzekert men dat de leerlingen in Brussel zullen kunnen genieten van een voldoende groot aanbod? Antwoord Eerste en vooral wil collegevoorzitter Guy Vanhengel erop wijzen dat elke inrichtende macht geacht wordt haar verantwoordelijkheid op te nemen voor elke onderwijsinstelling onder haar hoede. Bij overleg met lokale besturen en de inrichtende machten van de academies, wordt dan ook door de VGC telkens op het belang van de juiste omkadering en van goede infrastructuur gewezen. In 2007 stelde het samenwerkingsforum Deeltijds Kunstonderwijs Brussel (DKO Brussel) een rapport op over de infrastructurele knelpunten van de academies in Brussel. Vele Nederlandstalige academies kampen met onaangepaste lokalen en een algemeen verouderde infrastructuur. Er is geen update van het rapport dat het samenwerkingsforum DKO in 2007 samenstelde, maar collegevoorzitter Guy Vanhengel weet dat de noden zeker niet zijn afgenomen. De VGC kan in deze slechts aanvullend optreden. De oprichting van bijkomende filialen en/of richtingen en de verantwoordelijkheid over de infrastructuur ligt finaal bij de Vlaamse Gemeenschap. De gesprekken over de infrastructuurproblematiek van het DKO en over de rol van de VGC in het samenwerkingsforum DKO Brussel werden inmiddels opgestart, zowel met de vertegenwoordigers van het forum als met de bevoegde Vlaamse minister. Het is de bedoeling om op korte termijn te komen tot een haalbaar, gedragen voorstel tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. De VGC levert daarnaast bijkomende inspanningen voor het Nederlandstalig Deeltijds Kunstonderwijs in Brussel. De VGC heeft de maatregelen ter ondersteuning van de uitrusting en infrastructuur van zowel het technisch als het beroepsonderwijs uitgebreid naar het Deeltijds Kunstonderwijs in het Brussels Nederlandstalig onderwijs en dit voor het eerst in het schooljaar 2011-2012. De investeringssubsidies voor uitrustingsmaterialen voor de Nederlandstalige DKO-scholen in Brussel voor het schooljaar 2011-2012 liepen op tot 135.722 euro. De VGC kent al jaren subsidies toe voor het Nederlandstalig Deeltijds Kunstonderwijs. In 2009 was 143.000 euro begroot, 140.000 euro in 2010, 145.000 euro in 2011 en in 2012 is 140.000 euro begroot. De verdeling van de middelen gebeurt op aanvraag conform de huidige subsidiereglementering. De VGC investeert daarnaast heel wat middelen in de pre-academielessen in het Nederlandstalig DKO omdat de instapleeftijd in de Franstalige academies (toch al zeker tot 2014) lager ligt dan in Vlaanderen. Zou de VGC dat niet doen, dan zou er geen evenwaardig Nederlandstalig DKO-aanbod in Brussel zijn.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
47
Vraag nr.50 van 8 maart 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Welkomstpakket voor eerstejaarsstudenten te Brussel Het rapport van de Visitatiecommissie Stedenfonds 2011 “Met beperkte middelen het verschil maken” werd besproken in de plenaire vergadering van 17 februari 2012. De collegevoorzitter verklaarde dat de VGC bijzondere aandacht wil besteden aan de doelgroep van de studenten. Meer bepaald zou denken aan een specifiek welkomstpakket voor eerstejaarsstudenten. Dit lijkt N-VA een goed idee. Een soortgelijk initiatief bestaat trouwens reeds voor de nieuwe Nederlandstalige Brusselaars. Werd dit idee reeds besproken binnen de VGC-administratie en binnen het VGC-College? Zo ja, wat werd beslist? Hoe zou zo’n welkomstpakket er uit zien? Hoeveel zou dit kosten? Zou dit welkomstpakket reeds verdeeld kunnen worden in september 2012 n.a.v. de opening van het nieuw academiejaar? Antwoord Binnen een interne werkgroep studentencommunicatie van de VGC administratie werd het welkomstpakket reeds besproken. Het is de bedoeling om aan te sluiten bij het welkomstpakket dat de vzw Br(ik (het oude ‘Quartier Latin’) ontwikkelt voor de eerstejaarsstudenten. De VGC brengt voor het academiejaar 2012-2013 enkele informatiedragers en een nuttig gadget uit die via verschillende kanalen zullen worden verdeeld. Dit past in een groter campagne initiatief van de VGC om studenten de weg te tonen naar Brussel-studentenstad, zowel naar studiemogelijkheden als naar het studeren-leven-wonen in Brussel. Vanuit de VGC wordt een budgetraming van 10.000 euro gehanteerd voor de ontwikkeling van bijkomende informatiedragers, een extra druk van 5.000 exemplaren van de Stadsmus wordt geraamd op 6.800 euro. Vraag nr.51 van 9 maart 2012 van mevrouw Elke Van den Brandt Onderwijs: Levering voorrangsbewijs De voorrangsgroep Nederlandstaligen moeten binnen een periode van 7 dagen een taalbewijs leveren. Graag had mevrouw Elke Van den Brandt geweten hoeveel mensen er ingeschreven waren, maar niet binnen de termijn hun bewijs hebben kunnen leveren? Op welke manier verloopt de verdere procedure voor hen? Is er de mogelijkheid tot heraanmelding?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
48
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Antwoord Het Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs Brussel (LOP Brussel BaO) organiseerde ook voor het schooljaar 2012-2013 een aantal inschrijvingsrondes, met ondersteuning vanuit de VGC. Hierover werd via een website en via info vergaderingen gecommuniceerd met ouders die belangstelling toonden om hun kind voor het eerst in te schrijven in het Brusselse Nederlandstalige basisonderwijs. Van 1 november 2011 tot en met 31 december 2011 werden ouders aangemoedigd om de scholen te bezoeken. Van 9 januari 2012 tot en met 27 januari 2012 konden de ouders de broers en zusjes van reeds schoolgaande kinderen inschrijven. Van 1 februari 2012 tot en met 29 februari 2012 kon men kinderen aanmelden op www. inschrijveninbrussel.be. Het moment waarop dit gebeurde in deze periode speelt geen rol bij de toewijzing. Het was voor ouders mogelijk om aan te geven of hun kind voldeed aan de voorrangsregels, namelijk tot 55% voor Thuistaal Nederlands (TN) en tot 30% Gelijke Onderwijskansen (GOK). Indien ouders aangaven om te voldoen aan de GOK-criteria of indien zij beweerden over een vereist studiebewijs van de Nederlandse taal te beschikken, moesten zij de nodige documenten binnenbrengen bij het LOP Brussel BaO. De uiterste (post)datum voor het aanleveren van de nodige documenten was 7 maart 2012, 7 dagen na het afsluiten van de aanmeldingsperiode. Indien ouders 7 dagen na de datum van aanmelden de vereiste documenten niet hadden aangeleverd, werden zij 3 maal verwittigd per telefoon door de helpdesk. Na 29 februari 2012 werden, naast de telefoonoproepen, ook nog 3 keer e-mails verstuurd naar alle ouders die een e-mailadres hadden ingevuld bij de aanmelding, maar nog geen correcte documenten hadden aangeleverd. De ouders die na deze 3 telefoons en/of 3 e-mails geen documenten hadden binnengebracht bij het LOP Brussel BaO, werden niet behandeld als voorrangsgroep (GOK en/of TN). Dit wil zeggen dat hun aanmelding niet werd behandeld met een voorrangsregel, maar die aanmelding werd wel degelijk aanvaard en opgenomen in de berekening van de toewijzing van de plaatsen in de opgegeven scholen – in de zogenaamde ‘rangordemotor’ – waar het kind kan worden ingeschreven. In totaal, over alle leerjaren heen, gaven ouders voor 2326 aangemelde leerlingen aan dat zij voldeden aan de vereisten om te horen bij de voorrangsgroep TN. Zij werden allen gecontroleerd en/of gecontacteerd. Voor 1526 aangemelde kinderen werd een geldig studiebewijs alsook een bewijs van verwantschap met het kind binnengebracht. Voor 800 aangemelde kinderen was dit niet het geval. De aanmelding van deze 800 kinderen werd aanvaard en opgenomen in de rangordemotor, maar niet behandeld als voorrangsgroep TN. Ouders gaven in totaal, over alle leerjaren heen, voor 1942 aangemelde leerlingen aan dat zij voldeden aan de GOK-criteria. Zij werden allen gecontroleerd en/of gecontacteerd. Voor 1559 aangemelde kinderen was de controle positief. Voor 383 werd geen vereist
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
49
document binnengebracht. De aanmelding van deze 383 kinderen werd aanvaard en opgenomen in de rangordemotor, maar niet behandeld als voorrangsgroep GOK. Van 22 mei tot en met 31 augustus 2012 loopt de inschrijvingsronde voor de resterende of vrijgekomen plaatsen. Vraag nr.52 van 12 maart 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Divers: Toekennen van de opdracht voor het ontwerp van de Gouden Ketjes Op donderdag 24 mei 2012 worden de Gouden Ketjes voor de vijfde keer uitgereikt. De Gouden Ketjes zijn de tweejaarlijkse prijzen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Hiermee beloont de VGC organisaties, instellingen of verenigingen die baanbrekend werk verrichten in Brussel. Het thema van dit jaar is ‘Muren slopen, bruggen slaan!’. De prijzen gaan naar uitzonderlijke samenwerkingsverbanden tussen de verschillende beleidsdomeinen: cultuur, jeugd, sport, onderwijs, vorming, welzijn, gezondheid of gezin. Naast een geldprijs, ontvangen de winnaars in elke categorie ook een beeldje van het ‘Gouden Ketje’. De opdracht voor het ontwerp van het beeldje werd dit jaar toegekend aan keramist Hugo Meert. Welke kunstenaars komen allemaal in aanmerking voor het ontwerpen van het Gouden Ketje? Hoe worden deze kunstenaars geselecteerd? Op basis van welke criteria wordt de opdracht voor het ontwerp van het Gouden Ketje beeld toegewezen aan een bepaalde kunstenaar? Golden deze criteria ook voor de afgelopen edities? Welk bedrag wordt er voor het ontwerp en vervaardiging van de beeldjes uitgetrokken? Is dit bedrag gewijzigd doorheen de afgelopen jaren? Is het de bedoeling om elk jaar een nieuwe ontwerpopdracht voor het beeldje uit te schrijven? Antwoord Dit jaar vindt de vijfde editie van de Gouden Ketjes plaats, zowel qua programma als qua trofee wordt er dit jaar extra ingezet op kwaliteit en originaliteit. Voor het vinden van een kunstenaar die een vernieuwende, aantrekkelijke en mooie trofee zou kunnen maken, vroeg de dienst Communicatie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voorstellen aan de dienst Kunsten van de VGC. Vanuit de dienst Kunsten werd gezocht naar een kunstenaar die een creatie kon maken die heel toegankelijk is voor een divers publiek en een grote aandacht heeft voor een hedendaags ontwerp. Daarbij werd gedacht aan een trofee uit keramiek, aangezien dit een materiaal is dat zich sterk leent voor prijsuitreikingen. Vanuit dit idee ontstond het voorstel van keramist Hugo Meert. Op vraag van het kabinet Guy Vanhengel werden bijkomend de kunstenaars Karin Rooms, Tjerrie Verhellen en Patrick Crombé gecontacteerd. Er werd overwogen om de opdracht aan een kunstschool of academie te geven, maar dit leek een complexer en trager proces te worden, met minder zekerheid op kwaliteit.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
50
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Bij het toekennen van de opdracht werden 2 criteria gehanteerd: 1. het werk moest gerealiseerd worden binnen het vooropgestelde budget van 3000 euro; 2. een voorstel van ontwerp. Alle gecontacteerde kunstenaars konden werken binnen het voorgestelde budget. Hugo Meert, Karin Rooms en Patrick Crombé dienden elk een voorstel in. De administratie vond het voorstel van Hugo Meert het sterkst. Daarnaast zit Hugo Meert in de databank van Design Vlaanderen, wat een garantie voor kwaliteit is. Het is de eerste editie dat er met een kunstenaar wordt samen gewerkt. Deze criteria golden andere jaren dus niet. Kunstenaar Hugo Meert zal de opdracht uitvoeren voor 2077,6 euro( 1960 euro + 6% btw). Voor dit bedrag zal hij in het totaal drie trofeeën vervaardigen. Voor de Gouden Ketjes 2010 werden foto’s en oorkondes gekozen als trofee. Het ging toen over vier foto’s, telkens in 3 exemplaren en om 4 oorkondes. De totale kostprijs hiervan was 3993 euro ( 3300 euro + 21% btw). Tijdens de 3 eerste edities van de Gouden Ketjes, ontvingen de winnaars een plexi Gouden Ketje als trofee. De 4 exemplaren van de plexi trofee kostten op dat moment 1210 euro (1000 euro + 21% btw). Voor de vijfde editie van de Gouden Ketjes wordt er voor het eerst met een kunstenaar samengewerkt. Deze keuze zal deel uitmaken van de evaluatie, waarna zal worden beslist of er voor volgende edities een zelfde werkwijze zal worden gehanteerd. Vraag nr.53 van 14 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Ongekwalificeerde uitstroom in het Nederlandstalig TSO/BSO in Brussel Tijdens de plenaire zitting van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van 9 maart 2012 deelde collegevoorzitter Guy Vanhengel mee dat – overeenkomstig de februaritelling 2012 – er 1.268 leerlingen in het TSO en 1.730 leerlingen in het BSO schoollopen. Een onderzoek dat de VGC enkele jaren gelden liet uitvoeren, toonde dan weer aan dat er binnen het TSO minder leerlingen starten en er meer eindigen. Dit is wellicht mede te wijten aan het feit dat zich een instroom manifesteert van ASO-leerlingen die – na het behalen van een B- of C-attest – overschakelen naar een richting binnen het TSO of BSO. De vraag stelt zich wat het vervolgtraject is van deze leerlingen, en – meer algemeen – hoeveel leerlingen een schoolloopbaan binnen het TSO en BSO met goed gevolg kunnen beëindigen. Tijdens de zitting van 9 maart deelde de collegevoorzitter mee deze slaagpercentages te zullen verstrekken. Hoeveel leerlingen verlieten de laatste 5 jaar een TSO/BSO-richting zonder diploma van het hoger secundair onderwijs? Is het mogelijk dit cijfer binnen TSO/BSO op te splitsen volgens de richtingen met een grote leerlingenpopulatie (TSO: handel, personenzorg, toerisme enerzijds, en nijverheidstechnische richtingen anderzijds; BSO: handel, personenzorg, voeding, lichaamsverzorging, mechanica en elektriciteit)? Hoe verhoudt dit cijfer zich tegenover het aantal leerlingen dat in TSO/BSO wel een diploma hoger secundair onderwijs behaalde (in percentage en in absolute cijfers)? Hoeveel van deze ongekwalificeerd uitstromende leerlingen zijn het secundair onderwijs begonnen in een ASO-richting? M.a.w. hoeveel van deze jongeren zijn tijdens hun schoolloopbaan – o.a. ingevolge een B- of C- attest - van onderwijsvorm veranderd?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
51
Hoeveel van de vroegtijdige schoolverlaters zijn jongens? Hoe verhoudt dit cijfer zich tegenover het aantal meisjes dat uit het hoger TSO/BSO ongekwalificeerd uitstroomt (in absolute cijfers en in percentage)? Is er ook zicht op eventuele verschillen met de ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen? Antwoord Zowel op Vlaams niveau (pact 2020) als op Europees niveau (EU2020) werden er de voorbije jaren streefdoelen gesteld met betrekking tot het verlagen van het aantal vroegtijdige schoolverlaters. Vlaanderen wil met een halvering naar 4,3% tegen 2020 beter doen dan de EU2020 doelstellingen (10%). 31 mei 2011 werd er een intern seminarie georganiseerd door het Ministerie van Onderwijs en Vorming over de ‘kenmerken, oorzaken, gevolgen en aanpak van vroegtijdig schoolverlaten vanuit een Vlaams en Europees kader’. In het verslag vindt men een overzicht van de huidige kennisbasis rond vroegtijdig schoolverlaten. In eerste instantie dient Vlaanderen/ Brussel te werken aan een goede databank, met actuele gegevens waardoor een real-time opvolging van vroegtijdig schoolverlaten mogelijk wordt. Iets wat de VGC alleen maar zou toejuichen mocht de Vlaamse Gemeenschap dit opzetten. De algemene directie Onderwijs en Vorming van de VGC heeft bij de stafdienst Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap cijfers opgevraagd. Deze administratie verstrekt al enkele jaren ruwe datagegevens aan het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (SSL) die deze analyseert en rapporteert. De indicator van het SSL is gebaseerd op geaggregeerde populatiegegevens, wat de betrouwbaarheid ervan verhoogt. Volgens de SSL-indicator ligt het aandeel vroegtijdige schoolverlaters op 12,4% en kent het bovendien een stijgend verloop (Van Landeghem G., & Van Damme, J., 2011). Vooralsnog worden deze gegevens niet op regionaal niveau verwerkt. Regionale cijfergegevens geeft de collegevoorzitter op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Deze EAK-gegevens worden, ondermeer door de foutenmarge van de steekproef, eerder als indicatief beschouwd. (Lamote, C., 2011; Conze, S., 2011) (zie tabel in bijlage3). Volgens de indicator van de EAK worden personen met een leeftijd van 18 tot 24 jaar die geen diploma hoger secundair onderwijs hebben behaald en geen enkele vorm van onderwijs of vorming meer volgen, gedefinieerd als vroegtijdige schoolverlaters. Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters bedraagt in 2010 in België 11,9%. Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters is hoger bij jongens dan bij meisjes. In 2010 bedraagt het aandeel vroegtijdige schoolverlaters bij jongens 13,8% en bij meisjes 10%. (cfr. tabel 1) De verschillen tussen de Gewesten zijn eveneens frappant. Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters ligt voor de jaren 2005 tot 2010 het hoogst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Nederlandstalig + Franstalig onderwijs). (cfr. tabel 2) Bestaand onderzoek toont aan dat het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten steeds de beste resultaten oplevert (Lamote, C., 2011). Het aanpakken van vroegtijdig schoolverlaten begint al van bij de start van het basisonderwijs, met een inzetten op deelname aan het kleuteronderwijs. Binnen dit preventieve kader pleit de Europese Commissie even-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
52
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
eens voor een sterke taalondersteuning van taalzwakke leerlingen. Onderzoek wijst uit dat wanneer de voertaal thuis overwegend niet-Nederlands is, 60% het diploma van secundair onderwijs behaalt, en 20% geen enkele vorm van kwalificatie behaalt. Wanneer de voertaal wel Nederlands is, behaalt 83,5% het diploma van secundair onderwijs en 7% verlaat de schoolbanken zonder enige kwalificatie (Douterlungne, ea., 2001). Naast de inspanningen van de Vlaamse Gemeenschap, zet de VGC in op flankerend onderwijsbeleid om ongekwalificeerde uitstroom te voorkomen. Met het ondersteunen van time-out projecten, spijbelcoachprojecten, Jump-naar-Werk, het deeltijds onderwijs en studiekeuzebegeleiding, draagt de VGC bij tot het terugdringen van de ongekwalificeerde uitstroom. Voor meer informatie kan men terecht bij de heer Pascal Smet, Vlaams minister bevoegd voor onderwijs. Vraag nr.54 van 15 maart 2012 van de heer Johan Demol Onderwijs: Het ophanden zijnde spijbelactieplan van de Vlaamse minister van Onderwijs Pascal Smet Gent, Antwerpen en Brussel kennen het hoogste percentage spijbelaars in het Nederlandstalig Onderwijs. In Gent wordt er verhoudingsgewijs meer gespijbeld dan in Antwerpen of Brussel. Van de 3 grote steden heeft Gent het hoogste percentage spijbelaars. Hoewel Antwerpen in absolute aantallen de meeste jongeren heeft die aan schoolverzuim doen, liggen de door hun gespijbelde uren in verhouding tot de heel schoolbevolking lager dan die in Gent. In het Nederlandstalig onderwijs van het Brussels hoofdstedelijk gewest ligt het percentage het laagst voor het lager onderwijs, maar voor het secundair onderwijs scoort Antwerpen het best, al liggen de cijfers heel dicht bij elkaar. Het gaat om hardnekkig spijbelen, dat wil zeggen: jongeren die meer dan 30 halve dagen per schooljaar ongewettigd afwezig zijn. Wat wel duidelijk blijkt: hardnekkig spijbelen is vooral een probleem van het (deeltijds) beroepsonderwijs (BSO en DBSO, tegenwoordig Centra Leren en Werken). In het ASO is het nagenoeg onbestaande. De tweede vaststelling: spijbelen neemt toe met de leeftijd. Om het probleem aan te pakken kondigde Vlaams minister van Onderwijs, de heer Pascal Smet, een spijbelactie aan. De minister liet immers weten dat hij de laatste hand legt aan een actieplan “grensoverschrijdend gedrag”, ruimer dan spijbelen dus. Is er met de Vlaamse minister overleg geweest over dit actieplan m.b.t. de Nederlandstalige scholen in Brussel? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, zal dit nog plaatsvinden? Werd er in het actieplan rekening gehouden met de specifieke situatie van de Nederlandstalige scholen in Brussel? Antwoord Het spijbelactieplan zou besproken worden in de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement op 29 maart 2012. Deze vergadering werd echter uitgesteld tot 19 april 2012.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
53
In het ontwerp van het plan is een afzonderlijk luik opgenomen over de aanpak van schoolverzuim in Brussel. Twee doelstellingen worden naar voor geschoven: – De leerplichtcontrole in Brussel efficiënter en doeltreffender maken in functie van het realiseren van een sluitend systeem voor Brussel. – Een specifieke aanpak ontwikkelen voor de spijbelproblematiek en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag in de Nederlandstalige Brusselse scholen. In acties zou dat zich vertalen in een verderzetting van alle projecten die nu lopen ter preventie van schoolverzuim. Er worden echter ook 2 nieuwe acties aangekondigd: – In overleg met de lokale partners (scholen, CLB, parketcriminologen, politie, CBJ) biedt de Vlaams minister voor Onderwijs in 2011-2012 ondersteuning bij de uitbouw van een lokaal spijbelplan voor de Nederlandstalige scholen in Brussel. – Afspraken maken met met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met de Vlaamse en met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over hun rol bij het voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag in Brussel. In afwachting van deze plannen, investeert de VGC in het terugdringen van het schoolverzuim. Dat gebeurt via o.a. de campagnes als ‘Alle dagen naar school’, door het ondersteunen van leerkrachten en een positief schoolklimaat, het voeren van een doelgroepenbeleid voor kleuters, deeltijds leerplichtigen en kinderen in residentiële hulpverlening en door projecten op maat bij ernstige problemen zoals Time-out Brussel. Daarnaast werkt collegevoorzitter Guy Vanhengel samen in de Brusselse Regering, om binnen de bevoegdheden van het BHG (Veiligheid & Preventie) en van de Lokale Politiezones, tot een verbetering te komen van het bestrijden van spijbelen, door projecten tegen spijbelen te ondersteunen en de werking van meldpunten van de Lokale Politie en de contacten met de scholen, te versterken. Dit thema maakt ook deel uit van de besprekingen die worden gevoerd in het kader van de gewestelijke taskforce Onderwijs. Vraag nr.55 van 15 maart 2012 van de heer Paul De Ridder Onderwijs: Nederlandstalige kleuterschool Prinses Paola in Sint-Lambrechts-Woluwe De Prinses Paolaschool in Sint-Lambrechts-Woluwe is een gemengde basisschool die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs: het is een gemeenteschool. Het gemeentebestuur van Sint-Lambrechts-Woluwe is inrichtende macht (schoolbestuur) van deze school. Dergelijke school wordt deels door de gemeente, deels door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd. Op niveau van het schoolbestuur zou het fout lopen in het betreffende schooltje. Zo mag Dopido, een educatief tijdschrift voor de onthaalklas en de eerste kleuterklas, formeel niet besteld worden van het schoolbestuur. Daarnaast mag per klas maar voor 800 euro educatief materiaal aangekocht worden. Regelmatig wordt de bestelling door de gemeente echter aangepast. Dingen worden geschrapt, andere vervangen door goedkopere alternatieven. Bovendien wordt er niet voor 800 euro geleverd en worden dus middelen van de Vlaamse gemeenschap achtergehouden. Welke bevoegdheid heeft een gemeentebestuur terzake?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
54
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Is collegevoorzitter Guy Vanhengel op de hoogte van de feiten? Werd hij reeds gecontacteerd door schoolbestuur, leerkrachten, ouders, oudervereniging, … Vindt hij dit problematisch? Zo ja, heeft hij hier reeds initiatief in genomen om te bemiddelen? Is hij dat van plan? Heeft de collegevoorzitter weet van andere Nederlandstalige gemeentescholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die te maken hebben met “pesterijen” van gemeentebesturen? Welke scholen? Antwoord Voor gemeentescholen zijn gemeentebesturen de inrichtende macht. Dat impliceert dat de gemeentebesturen verantwoordelijk zijn voor het geboden onderwijs. De directie is de uitvoerder van het beleid van die inrichtende macht. Bij navraag blijkt dat de betrokken directie van de Prinses Paolaschool in Sint-Lambrechts-Woluwe niet op de hoogte is van de problemen die worden aangehaald. BRIGITTE GROUWELS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN, MEDIA EN PATRIMONIUM Vraag nr.11 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Gezondheid: Darmkankerscreening voor Vlamingen – toepassing in Brussel Vanaf 2014 organiseert de Vlaamse overheid een grootschalige darmkankerscreening. Dit liet Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen weten in een persbericht dd. 3 februari 2012. Jaarlijks krijgen meer dan 5.000 Vlamingen de diagnose darmkanker. Daarmee is het de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen en de derde meest voorkomende kanker bij mannen. Bij een goed screeningsprogramma kan het sterftecijfer met 20% dalen (400 sterfgevallen vermijden). De Vlaamse overheid plant dit bevolkingsonderzoek vanaf 2014. Tot dan zal de praktische organisatie van het bevolkingsonderzoek voorbereid worden: het ontwikkelen van de uitnodigings- en sensibiliseringsmaterialen, het leggen van contacten met partners die de organisatie van het bevolkingsonderzoek op zich zullen nemen, en het onderzoeken van manieren om de kwaliteit van het aangeboden bevolkingsonderzoek te garanderen. Hoe zal deze screening in het Brussels hoofdstedelijk gewest plaatsvinden? Hoe zal een dergelijk bevolkingsonderzoek in Brussel gepland worden? Heeft collegelid Brigitte Grouwels al contact gezocht met de bevoegde Vlaamse minister voor een mogelijke uitvoering van deze screening in Brussel? Is hierover al overlegd met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC)? Is er op dat moment de opportuniteit aan bod gekomen om voor de hele bevolking in het Brussels hoofdstedelijk gewest een darmkankerscreening te organiseren, via een samenwerkingsakkoord (cfr. borstkankerscreening)? Welke afspraken of beslissingen zijn er al voortgekomen uit deze gesprekken? Zo neen, plant het bevoegde collegelid overleg? Indien er geen samenwerkingsakkoord mogelijk is tussen de Gemeenschappen, welke alternatieven zijn mogelijk om deze screening ingang te doen vinden in Brussel?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
55
Bevestigt collegelid Brigitte Grouwels dat ze alle mogelijke pistes grondig zal onderzoeken om deze screening zo goed mogelijk toe te passen in Brussel, zodat ook de Vlamingen woonachtig in het Brussels hoofdstedelijk gewest kunnen “genieten” van deze screening? Tegen wanneer voorziet ze een oplossing voor het Brussels hoofdstedelijk gewest? Antwoord De Franse Gemeenschap organiseert nu reeds in Wallonië en Brussel een systematisch bevolkingsonderzoek naar colonrectale kanker. Dat screeningsprogramma richt zich naar personen tussen 50-74 jaar in Wallonië en Brussel en verloopt via 3 sporen waarbij de huisarts hoeksteen van het opsporingsprogramma is: spoor 1: uitnodiging via het Referentiecentrum; spoor 2: initiatief van de huisarts; spoor 3: op vraag van de personen zelf. De Franse Gemeenschap koos voor de Hemoccult®-test d.i. de guaiacvariant van de FOBT die 3 staalafnames veronderstelt. Na een gunstige evaluatie van een proefproject in de regio Antwerpen, uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen, meldde Vlaams minister van Volksgezondheid, Jo Vandeurzen, op 4 februari 2012 dat de Vlaamse overheid vanaf 2014 een grootschalig bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker in Vlaanderen én Brussel zal organiseren. Het programma moet zich richten naar volwassenen tussen de 50 en 74 jaar. Vlaanderen koos voor de immunochemische fecaal occult bloedtest (iFOBT) waarbij 1 afname volstaat. Dergelijk preventiebeleid valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. In overleg met de Vlaamse overheid wordt uitgeklaard hoe dit onderzoek in Brussel uitgevoerd zal worden. Het spreekt voor zich dat collegelid Brigitte Grouwels alle mogelijke pistes verkent om deze screening in Brussel zodanig toe te passen dat de Brusselse Nederlandstaligen kunnen deelnemen aan het onderzoek. De mogelijkheid en opportuniteit van een samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap en/of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt daarbij verder onderzocht. Vraag nr.12 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Gezondheid: Toepassing van het Vlaamse dementieplan in Brussel De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, stelde in 2010 het dementieplan “Naar een dementievriendelijk Vlaanderen (2010-2014)” voor. Door de vergrijzing van de bevolking stijgt ook het aantal mensen met dementie. De minister gaf daarbij aan een campagne uit te werken die dementie meer bespreekbaar wil maken en mantelzorgers beter wil ondersteunen. Ook al is Brussel het “jongste” gewest, toch laat ook de vergrijzing zich hier voelen. In welke mate werd de VGC betrokken bij de opmaak van het dementieplan en bij de uitwerking ervan?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
56
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Komt er een aparte campagne voor Brussel of wordt Brussel meegenomen in de campagne die voor Vlaanderen wordt uitgewerkt? Welke partners worden hierbij betrokken? Welke middelen worden hiervoor vrijgemaakt? Antwoord De VGC werd niet rechtstreeks betrokken bij de opmaak en uitwerking van het Dementieplan Vlaanderen. Aandacht voor de specifieke doelgroep in het Brussels hoofdstedelijk gewest werd wel gegarandeerd via andere kanalen. – in het Expertisecentrum Dementie (ECD) Vlaanderen, betrokken bij de opmaak van het Dementieplan Vlaanderen, wordt Brussel vertegenwoordigd door het Brussels Regionaal Expertisecentrum BrOes (ingebed in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Brussel). – er werd advies gevraagd aan de zogenaamde werkgroep ‘captains of dementia’ met Brusselse deelnemers van de VUB en de CM. – de uitvoering tenslotte van dit Dementieplan Vlaanderen ligt in handen van een werkgroep met stakeholders actief in Vlaanderen én Brussel (Vlaamse Alzheimerliga, Familiehulp, OKRA, Koning Boudewijn Stichting,…). Wat de beeldvormingscampagne rond het thema dementie betreft, deelt collegelid Brigitte Grouwels mee dat de Vlaamse Gemeenschap een werkgroep oprichtte ter voorbereiding van de opstart. Hierin zetelen vertegenwoordigers van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP), de Vlaamse ouderenraad, de Koning Boudewijnstichting de Vlaamse Alzheimerliga, en ECD Vlaanderen. Het resultaat hiervan, de campagne ‘Vergeet dementie, onthou mens’ draait hoofdzakelijk rond de website www.vergeetdementie.be en heeft als hoofddoel om het heersende beeld over dementie bij te stellen tot een beeld waarin de mens meer centraal staat. Het gaat om een online campagneplatform met informatie- en communicatietools (zoals logo’s, foto’s, folders, kant-en-klare presentaties). Aangezien het gaat om een online campagne, werd er geen aparte campagne voor Brussel uitgewerkt. Alle geïnteresseerde Brusselse organisaties kunnen met dit materiaal aan de slag gaan. Expertisecentrum BrOes ondersteunt de verspreiding van de campagne in Brussel. Deze campagne is slechts een begin. Vanaf volgend jaar worden organisaties die werken rond dementie uitgenodigd een engagementsverklaring te ondertekenen om een meer genuanceerde beeldvorming over dementie uit te dragen. Bij het charter zal voor elk type organisatie of vereniging een stappenplan horen: concrete tips of stappen om het engagement of de principes uit het charter te verwezenlijken. De verdere uitvoering van de campagne vanaf 2012 werd overgedragen aan het ECD Vlaanderen. In de nieuwe convenant die met het expertisecentrum afgesloten wordt, en waarin hun opdrachten beschreven staan, wordt door Vlaanderen voor het ECD Vlaanderen 297.525 euro voorzien voor 2012. 100.000 euro van dit totale bedrag is voorbehouden voor de communicatiestrategie genuanceerde beeldvorming die meer omvat dan de campagne “vergeet dementie, onthou mens”. Deze communicatiestrategie omvat 2 luiken:
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
57
opmaak stappenplannen met de stakeholders dementie en resultatenmeting van het effect van de strategie. Vraag nr.13 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Welzijn: interfamiliaal geweld Geweld in de privé-sfeer is de meest omvangrijke geweldvorm in onze samenleving. Onlangs kwam het onderwerp nog uitgebreid in de pers naar aanleiding van eergerelateerd familiaal geweld. Hoeveel vaststellingen van interfamiliaal geweld werden er sinds 2008 aangegeven bij de CAW’s, Vertrouwenartsencentrum, politie en andere actoren? Hoeveel procent kan gedefinieerd worden als eergerelateerd geweld? Is er de laatste jaren een groot verschil in de cijfergegevens omtrent interfamiliaal geweld vast te stellen? Zo ja, hoe kan dit verklaard worden? Kan collegelid Brigitte Grouwels een opsomming geven van alle huidige initiatieven om het interfamiliaal geweld te beperken? Worden er specifieke preventieve acties uitgewerkt naar mensen met een allochtone achtergrond? Welke partners worden daarbij betrokken? Antwoord Met betrekking tot de vraag naar het aantal vaststellingen van interfamiliaal geweld sinds 2008 geeft collegelid Brigitte Grouwels volgende cijfers: CAW Mozaïek splitste de cijfers uit voor de verschillende vormen van intrafamiliaal geweld die bij hen gemeld werden. CAW Mozaïek geeft aan dat er geen grote evoluties bij deze cijfers zijn vast te stellen op 2 uitzonderingen na. Stalking kende tussen 2009 en 2010 een verdriedubbeling van het aantal meldingen, en tussen 2010 en 2011 ruim een verdubbeling. Eergerelateerd geweld evolueerde van 3,61 % van het totaal aantal meldingen van interfamiliaal geweld in 2008, naar 8,88 % van het totaal aantal meldingen in 2011. In 2008, 2009, 2010 en 2011 waren er volgens de rapporten van CAW Archipel respectievelijk 28, 34, 28 en 16 aanmeldingen van interfamiliaal geweld. Hoeveel van die feiten eergerelateerd geweld betreffen kon niet worden meegedeeld. CAW Archipel heeft ook geen verklaring voor de plotse daling van het aantal meldingen tussen 2010 en 2011. Het Vertrouwensartsencentrum / Vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK) krijgt per jaar ongeveer 300 meldingen van kindermishandeling of partnergeweld waar kinderen getuige van zijn in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Daarbij zijn ongeveer 500 slachtoffers betrokken. Partnergeweld waar kinderen getuige van zijn is een kleine minderheid (5 %). Meldingen van eergerelateerd geweld in de strikte zin van het woord zijn eerder zeldzaam bij het VK (1 %). Wanneer een ruimere definitie van eergerelateerd geweld wordt gehanteerd, is het aantal hoger, 3 à 4 %. De stijging van de meldingen over de verschillende jaren schrijven zij toe aan het feit dat zij de regio beter bereiken. Het aantal meldingen verhoogt met andere woorden ingevolge de sensibiliseringscampagnes.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
58
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Wat betreft de preventieve activiteiten: – Alle hulpverleners van de CAW’s volgen een basis- en vervolgopleiding interfamiliaal geweld. Hier wordt gefocust op herkenning van geweld, crisisopvang en het installeren van veiligheid en begeleidingswerk. Door hulpverleners extra alert te maken voor signalen van interfamiliaal geweld wordt getracht om deze vorm van geweld in een vroeg stadium te detecteren en zo erger te voorkomen. – De preventiewerkers van CAW Mozaïek hebben een vormingspakket sociale en relationele vorming ontwikkeld. Deze vorming wordt gegeven in Brusselse scholen en aan andere groepen die de vraag stellen. – Vorig jaar groeide een samenwerking tussen CAW Mozaïek en ITER (centrum voor daderhulp / ingebed in CAW Archipel). De doelstelling van deze samenwerking is voorkomen dat grensoverschrijdend gedrag zich herhaalt. – Beide CAW’s bieden hulpverlening aan koppels, bijvoorbeeld via scheidingsbemiddeling. Op deze manier wordt getracht het risico op partnergeweld te voorkomen en te verminderen. – De VGC Adviesraad Gezondheid organiseerde de werkgroep ‘Vechtscheidingen, echtscheidingsbemiddeling en psychisch geweld’. Uit deze bijeenkomsten bleek vooral de nood aan informatie over bestaande begeleidingsdiensten en hun aanbod naar volwassenen en kinderen rond het thema scheiding. CAW Mozaïek kreeg de opdracht een scheidingswijzer uit te werken die verspreid werd naar de mogelijke partners in het Brussels hoofdstedelijk gewest (huisartsen, CLB, Kind&Gezin, politie,….). De scheidingswijzer geeft een volledig overzicht van organisaties die Nederlandstalige hulpverlening aanbieden aan partners , ouders en kinderen in scheidingssituaties in Brussel. – In 2011 werd bij de Koning Boudewijnstichting een projectaanvraag ingediend om het thema scheiding en migratie verder uit te diepen. De volgende doelstellingen werden geformuleerd: de deskundigheid, kennis en competenties van hulpverleners verhogen voor het begeleiden van huwelijksmigranten in scheidingssituaties. Het versterken van het netwerk in het kader van het thema huwelijksmigratie was een bijkomende doelstelling. Op dit ogenblik wordt een folder uitgewerkt in verschillende talen die de bemiddeling in familiezaken beter bekend zal maken bij huwelijksmigranten in scheidingssituaties en bij organisaties die hiermee in aanraking komen. – Dit jaar startte CAW Archipel in samenwerking met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling met het Meldpunt ‘Misbruik, Geweld en Kindermishandeling’. Situaties van interfamiliaal geweld vallen ook onder de doelgroep van het meldpunt. Dit meldpunt biedt geen hulpverlening, maar verkent de vragen van burgers, geeft indien nodig informatie en advies en doet indien nodig een doorverwijzing naar de juiste hulpverleningsinstantie. – De Werkgroep Preventie Partnergeweld (CAW Archipel, CAW Delta, CAW Mozaïek, CAW Vilvoorde) organiseerde in de periode 2010-2011 vijf initiatieven voor de doelgroep huisartsen in de regio Brussel-Halle-Vilvoorde. – Basisopleiding partnergeweld voor huisartsenkringen – Aanschrijven huisartsenkringen met een aanbod voor een opleiding partnergeweld – Een artikelenreeks rond partnergeweld in de Huisartsenkrant – Een sensibiliseringsfilm rond partnergeweld – Een webpagina (www.caw.be/huisarts) – Het Vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK) heeft niet de opdracht preventieve activiteiten te ontwikkelen. Sensibilisering behoort wel tot zijn taken. Tijdens sensibiliseringscampagnes maken zij anderen bewust van verontrustende signalen en geven ze vorming over hoe de situatie het best kan aangepakt worden.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
59
Vraag nr.14 van 27 februari 2012 van mevrouw Elke Van den Brandt Welzijn: Doorstroom vanuit het BUSO naar volwassenenopvang Uit het onderzoek ‘personen met een handicap in het BHG: een situatieanalyse’ blijkt dat de doorstroom van buitengewoon onderwijs naar de volwassenenopvang voor personen met een handicap vaak erg moeizaam verloopt. Hoeveel procent van de kinderen die de BUSO-opleiding afrondt, stroomt door naar de volwassenenopvang binnen de sector van personen met een handicap? Wat doen de personen die geen plek vinden in de volwassenenopvang? Welk percentage blijft verder school lopen bij gebrek aan alternatief ? Is er voldoende overbruggingszorg en -expertise aanwezig in de scholen? Wat zijn de belangrijkste knelpunten voor de doorstroom van BUSO naar volwassenenopvang? Antwoord Het is moeilijk om kwantitatief in kaart te brengen hoeveel percent van de kinderen die een BUSO opleiding afrondt, doorstroomt naar volwassenenopvang binnen de sector personen met een handicap. Er zijn hierover noch bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), noch via de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ) volledige cijfers beschikbaar. Ook bestaat er geen actueel onderzoek over dit onderwerp. Bovendien stelt de vraag naar een specifieke ondersteuning binnen de sector personen met een handicap zich ook niet automatisch bij alle leerlingen die een of andere BUSO-opleiding afronden. De nood aan een specifieke ondersteuning vanuit de sector personen met een handicap wordt vaak pas vastgesteld enige tijd nadat de leerlingen reeds het BUSOonderwijs hebben verlaten. Binnen het BUSO zijn er afhankelijk van de opleidingsvorm al dan niet problemen met de doorstroom naar de volwassenenopvang. De problemen situeren zich voornamelijk in opleidingsvorm 1 (deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu). Op basis van de februari telling 2012 van de VGC blijken er in de Brusselse Nederlandstalige BUSO-scholen 149 leerlingen in opleidingsvorm 1 te vertoeven verspreid over de volgende scholen: – Cardijnschool: 33 leerlingen – Heemschool: 65 leerlingen – Koninklijk Instituut Woluwe: 51 leerlingen Volgens de Heemschool wordt er voor ongeveer 20 % van de leerlingen die 21 jaar worden een verlengingsaanvraag ingediend (via de CABO-commissie / verlenging maximaal tot 23 jaar) om een langer verblijf op de school mogelijk te maken. Volgens de Cardijnschool en Koninklijk Instituut Woluwe gaat het ongeveer over 50 % van hun respectieve leerlingen. Het gevolg hiervan is dat de minst zelfredzame leerlingen langer op school blijven tot er een plaats wordt gevonden. Deze leerlingen worden na een tijd schoolmoe en evolueren niet langer. Ook voor de scholen zorgt de beperkte doorstroom voor een ‘flessenhals’. Die meeste leerlingen die nadien geen plek vinden, worden thuis opgevangen, en dit is volgens
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
60
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
de verschillende betrokken schooldirecties niet ideaal voor zowel de leerlingen als hun ouders. De overbruggingszorg wordt opgenomen door de CLB’s in overleg met de zorgcoördinatoren van de scholen. De paramedische omkadering van de scholen is niet voldoende om deze overbruggingszorg te organiseren. Een aantal scholen stellen een leerkracht of paramedicus vrij voor enkele lesuren die als ‘Individueel Transitiecoach’ fungeren. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld een stage lopen in een dagcentrum of kennis maken met de verschillende opvangmogelijkheden. Het knelpunt voor de doorstroom van BUSO naar volwassenenopvang is het beperkte aanbod aan dagcentra in Brussel. Bovendien zijn de wachttijden in de volwassenenopvang langer zodra de zorgvraag groter wordt. Vraag nr.15 van 6 maart 2012 van mevrouw Greet Van Linter Gezondheid: Resultaat van het onderzoek van de Vlaamse Zorginspectie naar Seniorencare 24 Op 12 oktober 2011 ondervroeg mevrouw Greet Van Linter collegelid Brigitte Grouwels over de mogelijke thuiszorg in Brussel door buitenlandse bedrijven. Collegelid Brigitte Grouwels stelde toen dat er “minstens één buitenlandse thuiszorgorganisatie actief is in Vlaanderen en Brussel. De naam van deze organisatie is Seniorcare 24. Volgens Seniorcare 24 verloopt haar volledige werking strikt volgens de bestaande wet- en regelgeving en is er ook geen enkel probleem met arbeidsvergunningen. Ook zouden de betrokken ouderen tevreden zijn over de geboden dienstverlening. De Vlaamse zorginspectie is dit momenteel, op expliciete vraag van Vlaams minister Jo Vandeurzen, aan het onderzoeken en zal collegelid Brigitte Grouwels op de hoogte houden van eventuele ontwikkelingen.” Heeft de Vlaamse Zorginspectie ondertussen haar onderzoek afgerond? Zo ja, wat zijn de resultaten en de gevolgen van het onderzoek? Zo neen, waarom werd het onderzoek nog niet beëindigd? Antwoord De Vlaamse Zorginspectie heeft op 12 oktober 2011 haar onderzoek afgerond. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat: “Gelet op de beschrijving van het mogelijke dagschema en de omschrijving van de diensten door de dienstverleners in de dienstverleningsovereenkomst kan worden aangenomen dat de inwonende zorgverleners taken verrichten zoals die worden omschreven in artikel 4 van het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening van 18/07/2008.” Op dit moment voldoet Seniorcare24 dus niet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de uitvoeringsbesluiten van het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening. Het Agentschap Zorg en Gezondheid heeft Seniorcare24 op 20 maart 2012 schriftelijk op de hoogte gesteld van de ingebrekestelling. De organisatie heeft nu een termijn van 2 maanden om zich met de regelgeving in orde te stellen. Tot op heden heeft het Agentschap nog geen reactie ontvangen van Seniorcare24.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
61
Seniorcare24 moet nu aantonen dat het personeel dat door haar tewerkgesteld wordt, voldoet aan alle decretale kwalificatievereisten. Wanneer de in het buitenland behaalde diploma’s van haar werknemers niet door de Vlaamse overheid kunnen erkend worden, moet Seniorcare24 de gelijkschakeling van deze diploma’s of conformiteitsattesten aanvragen. De eventuele verworven competenties moeten aangetoond worden. Bedrijven die thuiszorg willen aanbieden, moeten hun verzorgend personeel ook verplicht aanmelden bij het Agentschap Zorg en Gezondheid. Enkel wanneer aan alle decretale voorwaarden voldaan is, kunnen zij een erkenningsnummer krijgen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid heeft geen aanwijzingen dat Seniorcare24 ook in Brussel haar diensten aanbied. Het Agentschap heeft op dit ogenblik enkel weet van gezinnen uit de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant die een beroep doen op de diensten van Seniorcare24. Vraag nr.16 van 6 maart 2012 van mevrouw Greet Van Linter Divers: aantal taalklachten bij het Vlaams Meldpunt Taalklachten Graag had mevrouw Greet Van Linter van collegelid Brigitte Grouwels, bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium, een antwoord vernomen over het aantal taalklachten bij het Vlaams Meldpunt Taalklachten i.v.m. een ziekenhuis of een dienst 100 in Brussel: Graag een gedetailleerd overzicht van het soort taalklacht. Graag voornoemde cijfers opgesplitst per ziekenhuis, per dienst 100 en of de klacht al dan niet juridisch terecht was. Welke adviezen werden aan de klager verleend? In welke mate werden er bij welke instanties officieel klacht ingediend door de klager of door de Vlaamse overheid? Welke instanties heeft de Vlaamse overheid aan de hand van deze taalklachten en -overtredingen aangeschreven? Wat was de reactie op dit schrijven? Antwoord Met betrekking tot de vraag over het aantal taalklachten bij het Vlaams Meldpunt Taalklachten, maakt collegelid Brigitte Grouwels volgende resultaten over. In 2011 werden 33 klachten in verband met een ziekenhuis of een dienst 1000 in Brussel ingediend via het Vlaams Meldpunt Taalklachten.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
62
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Overzicht per soort klacht Klacht over de taalkennis van de verpleging
13
Klacht over de taalkennis van de arts
7
Klacht over het taalgebruik van de administratie
4
Klacht over de taalkennis algemeen (arts/verpleging)
4
Klacht over de taalkennis van het onthaalpersoneel
4
Andere klachten
1
TOTAAL
33
Klachten per ziekenhuis Europa-Ziekenhuizen - St Elisabeth
7
UVC Brugmann - Site Victor Horta
5
UZ St-Luc
5
Erasmus Ziekenhuis
2
UZ Brussel
2
Chirec - Park Leopold
2
Kliniek Sint-Jan
2
Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola
1
Centre Hospitalier Valida - Ziekenhuis Albert Laurent
1
UVC Brugmann - Site Paul Brien
1
Cheric - Edith Cavell
1
Chirec - Basiliek-Ziekenhuis
1
UMC Sint-Pieter - Site Sint-Pieter
1
Iris Ziekenhuizen Zuid - Site Joseph Bracops
1
Iris Ziekenhuizen Zuid - Site Molière Longchamp
1
TOTAAL
33
6 klachten hadden betrekking op een MUG-dienst of dienst 100. Van de 10 klachten die werden ingediend over een openbaar ziekenhuis, kunnen er 9 als terecht worden beoordeeld. Van de 23 klachten over andere ziekenhuizen of diensten 100/ MUG, zijn er 4 die als juridisch terecht kunnen worden gezien. Hierbij is het belangrijk te weten dat het Vlaams Meldpunt Taalklachten zelf geen controlerende heeft bevoegdheid ten aanzien van de ziekenhuizen of de diensten 100. De vraag of een klacht terecht is, wordt beoordeeld vanuit het standpunt van het Meldpunt. Dit is geen garantie dat de officiële toezichtinstanties de klacht als dusdanig ook zouden beoordelen. Voor de adviesverlening aan de klager, wordt in eerste instantie nagegaan of de betrokkene al klacht had ingediend bij het ziekenhuis zelf, en in tweede lijn, bij de ombudsdienst van het ziekenhuis. Het is immers belangrijk om te weten of het ziekenhuis zelf een standpunt heeft ingenomen over een incident. In de gevallen waarbij er geen juridische middelen zijn (geen openbare sector – taalwetgeving niet van toepassing), eindigt de procedure t.a.v. de klager vaak hier. In de gevallen waarbij de taalwetgeving wel overtreden zou kunnen zijn, werd de betrokkene op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en bij de hiërarchisch bevoegde ministers. Ondersteuning werd aangeboden.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
63
In 5 gevallen gaf de betrokkene aan klacht in te dienen bij een officiële instantie. De Vlaamse overheid dient zelf geen klachten in, gezien zij geen rechtstreeks betrokken partij is. Haar rol beperkt zich tot het ondersteunen van de indieners van de klachten. Hoewel ieder incident uiteraard er één te veel is, wil de Vlaamse overheid vooral de systematische problemen aankaarten. Het is dan ook noodzakelijk om eerst voldoende klachten te verzamelen. Het is de bedoeling om na ongeveer een jaar werking een eerste dossier samen te stellen met een overzicht van de klachten, om dit dan te kunnen bespreken met enerzijds de betrokken beleidsmakers (federaal en GGC-niveau) en anderzijds de betrokken ziekenhuizen. Daarbij zal uiteraard een verschillende aanpak worden nagestreefd ten aanzien van de ziekenhuizen die onderworpen zijn aan de taalwetgeving en de andere ziekenhuizen. Daarnaast zijn momenteel ook al contacten tussen het Vlaams Meldpunt Taalklachten en instanties die ziekenhuizen ondersteunen in hun taalbeleid (zoals het Huis van het Nederlands en het Huis voor Gezondheid) om na te gaan of bepaalde incidenten in overeenstemming zijn met het beeld van deze ziekenhuizen en of er eventuele reeds specifieke acties lopen of in voorbereiding zijn. Vraag nr.17 van 13 maart 2012 van mevrouw Greet Van Linter Welzijn: Onthaalpunten in het Lokaal Sociaal Beleidsplan De VGC sloot in november 2010 een overeenkomst af met de Vlaamse Gemeenschap om het decreet Lokaal Sociaal Beleid verder uit te werken in het Brussel. In dit kader wil de VGC inzetten op een maximale dienstverlening via netwerkvorming en een kwalitatief onthaal. De VGC beoogt zo een situatie waar de hulpvrager op een laagdrempelige manier zijn weg moet kunnen vinden in het welzijnsdoolhof. Bovendien zou ook de kwaliteit, de efficiëntie en de effectiviteit van het aanbod stijgen door een netwerk van laagdrempelige onthaalpunten. Welke onthaalpunten zijn sinds 1 januari 2012 actief ? Welke bestaande lokale diensten werden in het netwerk van onthaalpunten ingeschakeld/geïncorpereerd? Waar zijn ze gevestigd? Hoe is zo’n onthaalpunt concreet georganiseerd en welke informatie/hulp verstrekt het? Welke concrete taken moeten de onthaalpunten uitvoeren? Wat is het organogram per onthaalpunt? Wat werd hiervan al voorzien? Welke (reclame)campagne in het kader van het verhogen van de zichtbaarheid en de herkenbaarheid van de onthaalpunten werd gevoerd? Werd er een herkenbaar logo uitgewerkt? In hoeverre werd het in de begroting voorziene budget van 245.000 euro reeds gebruikt? Antwoord De lokale dienstencentra werden gekozen om als eersten onthaalpunten uit te bouwen. Er zijn momenteel 12 onthaalpunten actief (door Vlaanderen erkende dienstencentra) en 5 gedeeltelijk actief (opstartende dienstencentra) in Brussel-Stad, Schaarbeek, Evere, Ganshoren, Etterbeek, Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Agatha-Berchem, Ukkel, Jette, Sint-Pieters-Woluwe en Oudergem. De keuze voor lokale dienstencentra als onthaalpunt is gebaseerd op een specifieke opdracht voor lokale dienstencnetra in het woonzorgdecreet:
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
64
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
“Alle Brusselse lokale dienstencentra hebben de opdracht om tijdens hun openingsuren een ‘permanent aanspreekpunt’ te zijn (Bijlage VI, Hfdst III, afdeling I, art.5, C, 4° van het Vlaams Woonzorgdecreet van 13 maart 2009). “ Vanuit deze opdracht hebben de lokale dienstencentra toegezegd mee te werken rond het concept onthaalpunten. De dienstencentra hebben zich in hun overeenkomst ten aanzien van de VGC verbonden als onthaalpunt te fungeren. De centrumleiders en medewerkers van de dienstencentra zijn op de hoogte van de invulling van de onthaalfunctie via een vorming en omdat het concept ervan in overleg met de sector werd uitgewerkt. Momenteel is ook in overeenkomsten met andere organisaties de samenwerking in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid reeds opgenomen. Het betreft onder meer de vzw Nasci, vzw D’Broej en het straathoekwerk van JES vzw. Op de Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid wordt besproken welke andere partner(s) kunnen worden aangesproken om als onthaalpunt te fungeren. Zo wordt het netwerk stapsgewijs verder uitgebouwd. Onthaalpunten Lokaal Sociaal Beleid hebben conform het VGC-Lokaal Sociaal Beleidsplan de volgende opdrachten: – Informeren, verduidelijken en advies geven; – Verwijzen, indien nodig, naar organisaties die verder kunnen helpen; – Inspelen op vragen over sociale dienst-, en hulpverlening, wonen, werk, gezondheid, opvoeding, jongeren, senioren, armoede, vergrijzing,…; – Zoeken naar de de meest praktische en realistische aanpak; – Signaalfunctie naar professionele partners. Er zijn 2 niveau’s van onthaal in de dienstencentra / onthaalpunten, eerst natuurlijk het aanspreekpunt conform de bepalingen van het woonzorgdecreet. Het aanspreekpunt wordt bemand door medewerkers die werden aangeduid om op dat moment het onthaal te verzorgen, door vrijwilligers en vaak ook door de centrumleider. Afhankelijk van de situatie kan de medewerker die aangeduid is voor het onthaal op dat moment ook belast zijn met andere taken. Indien de aanspreekmedewerker niet direct een antwoord kan geven, vraagverheldering nodig is en in een aantal andere gevallen wordt de hulpvrager ten tweede doorverwezen naar een gespecialiseerde onthaalmedewerker die de oriëntatie en doorverwijsfunctie opneemt. Het gaat hier in hoofdzaak om de centrumleiders zelf. Deze medewerkers gespecialiseerde onthaalmedewerkers zijn enkel op vaste momenten of op afspraak beschikbaar voor de oriëntatie en doorverwijzing. Het gesprek gaat door in een gesprekslokaal waar de privacy gegarandeerd wordt en de oriëntatie en doorverwijzing gebeurt zo snel mogelijk. De taken van het onthaalpunt worden opgenomen door medewerkers die deze samen met hun al bestaande takenpakket uitvoeren. Er is bijgevolg geen specifiek organogram voor een onthaalpunt. De VGC zette in 2011 wat Lokaal Sociaal Beleid betreft voornamelijk in op de voorbereiding van de opstart van de onthaalpunten in de lokale dienstencentra. Acties ter bevordering van de zichtbaarheid en de herkenbaarheid en een herkenbaar logo zijn er momenteel nog niet maar worden voorbereid door het beleid en de Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid, ook conform het VGC-Lokaal Sociaal Beleidsplan.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
65
De 245.000 euro tenslotte, voorzien op de begrotingspost 60003/332-01 Subsidies voor Lokaal Sociaal Beleid werden door het VGC-College op 29 maart 2012. toegekend aan CAW Mozaïek en CAW Archipel voor hun specifieke opdrachten in het kader van Lokaal Sociaal Beleid. Vraag nr.18 van 16 maart 2012 van mevrouw Greet Van Linter Welzijn: Uitbouw van de woonzorgzones te Brussel Het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad heeft een groot gebrek aan Vlaams erkende voorzieningen voor senioren. De Vlaamse Regering engageerde zich om een inhaaloperatie te realiseren voor het aanbod aan zorgvoorzieningen voor senioren en zwaar zorgbehoevenden in de hoofdstad. Om een gefaseerde en systematische aanpak te garanderen, werd een Masterplan Woonzorgzones Brussel ontwikkeld. Een inhoudelijke en financiële strategie werd uitgewerkt voor de ontwikkeling van woonzorgzones. Het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad werd ingedeeld in 33 woonzorgzones. Dit Masterplan kreeg op 23 november 2007 de goedkeuring van de Vlaamse Regering. Voor de verdere uitwerking is een Algemeen Zorgstrategisch Koepelplan uitgewerkt voor de periode 2008-2012. Dit plan werd positief geadviseerd door de Commissie Zorgstrategie en goedgekeurd door de minister bevoegd voor Welzijn op 24 december 2008. Het plan stimuleert de bouw van rusthuizen en andere zorgvoorzieningen voor ouderen of zwaar zorgbehoevenden. En elke nieuw woonzorgproject dat subsidies aanvraagt bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), kan naar het plan verwijzen voor een verkorte aanvraag. Wat is op dit moment de stand van zaken wat betreft hoger genoemd Masterplan. Wat werd er concreet reeds gerealiseerd in welk dienstjaar en wat staat er nog gepland voor de dienstjaren 2013 en 2014? Waar staat de strategische planner aangesteld voor de operationalisering van de prioritaire woonzorgzones in Brussel op dit moment wat betreft de hem toegekende opdracht? Wat werd concreet gerealiseerd in welk dienstjaar en wat staat nog gepland voor de dienstjaren 2013 en 2014? Graag een overzicht wat betreft: – het opsporen van mogelijke initiatiefnemers en privé-partners; – het stimuleren van samenwerkingen met het oog op een gecoördineerd netwerk van bestaande diensten en voorzieningen voor thuiszorg en residentiële zorg; – het uittekenen van de werking van de woonzorgzones en het definiëren en invullen van infrastructurele lacunes. Het Masterplan voorziet ook een financiële en strategische ontwikkeling van de woonzone-infrastructuur. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds kleinere eenvoudige projecten, die geen PPS structuur behoeven en anderzijds grotere complexe projecten, die bij voorkleur via PPS structuur worden ontwikkeld. Wat werd dienaangaande concreet reeds gerealiseerd in welk dienstjaar en wat staat nog gepland voor de dienstjaren 2013 en 2014?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
66
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Wat werd via het Vlaams Brusselfonds voorzien en wat werd effectief toegekend? Wat werd via VIPA aangevraagd en wat werd effectief toegekend? De bevoegde minister stelde o.a. in zijn verklaring omtrent dit Masterplan dat het de bedoeling is om met de hier toebereide OCMW’s en lokale besturen samen te werken voor de concrete uitbouw van de woonzorgzones. Graag vernam mevrouw Greet Van Linter welke initiatieven werden genomen om de lokale besturen uit te nodigen en in welk dienstjaar? Welke lokale besturen reageerden op dit verzoek tot samenwerking en wat was hun standpunt dienaangaande? De programmatie Vlaamse Overheid raamt de zorg- en gezondheidsbehoeften in Vlaanderen. Het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt als één regio beschouwd. De programmatie wordt opgedeeld in residentiële zorg en thuiszorg. De cijfers voor Brussel (raadplegen via www.zorgengezondheid.be) zijn bijzonder laag. Wat heeft Vlaanderen in concreto gedaan voor de Vlamingen in Brussel om dit in overeenstemming te brengen met de effectieve vraag naar deze vormen van hulpverlening in het veld? Graag een overzicht hiervan waaruit kan worden tegengesproken dat Vlamingen in hun eigen hoofdstad niet kunnen genieten van dezelfde kwaliteitsvolle bejaardenzorg als in Vlaanderen. Wat heeft de Vlaamse Overheid gepland in deze aangelegenheid voor de periode 2013 tot 2014. Indien niets, wat was hiervoor de motivatie? Antwoord Ziehier de stand van zaken in de uitwerking Masterplan en Algemeen Zorgstrategisch Koepelplan (AZK), gekoppeld aan de opgesomde projecten die in AZK werden naar voor geschoven. – Neder-Over-Heembeek / Woonzorgcentrum Overbron / vzw De Overbron: uitbreiding met 15 woongelegenheden: plannen uitgetekend, stedenbouwkundige vergunning aangevraagd. Het VIPA-dossier wordt opgestart. – Neder-Over-Heembeek / Pieter & Pauwel / vzw ADO Icarus: Een gezamenlijke ontwikkeling van gemeenschapscentrum, bibliotheek, lokaal dienstencentrum, dagverzorgingscentrum en een ADL-centrale. Het dagverzorgingscentrum en de ADL-centrale hebben reeds een voorafgaande vergunning verkregen van de Vlaamse Gemeenschap. De plannen worden momenteel uitgetekend. – Evere / Woonzorgcentrum Clivia / vzw Sint-Jozef: Een voorafgaande vergunning van de Vlaamse Gemeenschap voor 30 bedden en 22 serviceflats. Ook de VIPA-financiering en stedenbouwkundige vergunning werd verkregen. Bouwwerken starten na zomerreces. – Evere / Lokaal Dienstencentrum Aksent Evere / vzw Aksent: Op dezelfde site als het Woonzorgcentrum Clivia. Het dienstencentrum werd reeds erkend en kreeg tevens een positief advies van VIPA. De toezegging van VIPA-subsidiering wordt nog voor de zomer verwacht. – Anderlecht / Bergensesteenweg / vzw Solidariteit voor het Gezin: Op een site op de Bergensesteenweg (Potiez-Deman site) zal vzw Solidariteit een woonzorgcentrum uitbouwen met 105 woongelegenheden, 25 aanleunwoningen, een dagverzorgingscentrum met
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
–
–
–
–
–
–
–
–
67
10 verblijfseenheden, 6 woongelegenheden kortverblijf, en een kinderdagverblijf. De voorafgaande vergunningen werden aangevraagd en verkregen. Aan de gemeente werd toestemming gevraagd om op de deze site bovenstaand programma te mogen uitbouwen. De plannen worden uitgetekend. Indien positief antwoord wordt de gelichte optie omgezet in aankoop. Er wordt intussen ook gewerkt aan het VIPA-dossier. Sint-Jans-Molenbeek / Aanleunwoningen / vzw De Lork: er werden 11 aanleunwoningen door vzw De Lork ontwikkeld in de Begijnenstraat waar ouderen en personen met een handicap samen gehuisvest zijn. Dit project is voltooid. Sint-Jans-Molenbeek / Lokaal Dienstencentrum Vaartkapoen / vzw De Welvaartkapoen: Op het gelijkvloers van hetzelfde pand in de Begijnenstraat als het project van vzw De Lork wordt in een tweede fase de herlocalisatie van het lokaal dienstencentrum De Vaartkapoen voorbereid. De stedenbouwkundige vergunning hiervoor werd verkregen. Het financieel-technisch plan werd op 17/04/12 nog eens met de mensen van VIPA overlopen en wordt de komende dagen ingediend. Sint-Jans-Molenbeek / Nursingunit / vzw Zonnelied: In de Begijnenstraat werd door de vzw Zonnelied (met VGC-investeringsmiddelen) een bouwgrond aangekocht voor de uitbouw van de nursingunit voor 30 personen met een handicap. Vooraan op deze site zullen ook nog een 10-tal aanleunwoningen worden gebouwd. De stedenbouwkundige vergunning werd verkregen. De VIPA-subsidies werden toegezegd. Koekelberg / KUB-site /vzw Sint Vincentius: De vzw Sint Vincentius die van de Vlaamse Gemeenschap op de locatie van de KUB-site een voorafgaande vergunning heeft verkregen voor de uitbating van 174 woonzorggelegenheden, 10 verblijfseenheden kortverblijf en 60 assistentiewoningen heeft momenteel een optie om eigendom te verwerven op de KUB-site. De verschillende betrokken partners (HUB, Gemeente Koekelberg, vzw Sint Vincentius…) hebben na onderhandeling akkoorden bereikt over de precieze inplanting van de woonzorgvoorzieningen, de sporthal, een Franstalige school en woningen op de oude KUB-site. De formaliteiten van de verkoop van de KUB-site door de HUB worden momenteel behandeld. Jette / woonzorgcentrum Parkresidentie / vzw Parkresidentie: Aangezien een uitbreiding van de Parkresidentie niet op de huidige locatie kan, werd een andere site gevonden in de Odon Warlandlaan, waarbij naast het reeds erkende lokaal dienstencentrum en serviceflatresidentie ook een uitbreiding met een woonzorgcentrum van 90 woongelegenheden zal worden ontwikkeld. De plannen worden momenteel uitgetekend. Oudergem / Lutgardissite / vzw Zoniënzorg: Hier wordt een lokaal dienstencentrum (vzw Zoniënzorg), een dagverzorgingscentrum en aanleunwoningen ontwikkeld, samen met een herlocalisatie van het jeugdhuis, de Chiro en het kinderdagverblijf. Dit project is een PPS-constructie. De overeenkomst met de promotor wordt op 24 april 2012 ondertekend. De plannen worden momenteel uitgetekend en zullen tegen de zomervakantie worden ingediend. Het VIPA-dossier wordt opgestart. Brussel / Dagverzorgingscentrum Terranova / vzw Sint Vincentius: De uitbouw van het dagverzorgingscentrum Terranova werd ondertussen gerealiseerd. Het dagverzorgingscentrum ging van start in september 2010 en is erkend voor een capaciteit van 15 verblijfseenheden. Sint-Agatha-Berchem / Lokaal Dienstencentrum Ellips en Dagverzorgingscentrum Tram 82 vzw lokaal dienstencentrum Ellips en vzw Zonneweelde. Zowel het lokaal dienstencentrum als het dagverzorgingscentrum vonden onderdak in de gebouwen van het woonzorgcentrum Arcus in Sint-Agatha-Berchem. Beiden gingen van start in het najaar van 2010. Het lokaal dienstencentrum doorloopt momenteel de procedure om een erkenning te verkrijgen van de Vlaamse Gemeenschap. Het dagverzorgingscentrum is erkend door de Vlaamse Gemeenschap voor 15 verblijfseenheden.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
68
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
– Vorst / Woonzorgcentrum Bellevue / nv Home Ingendael: In Vorst werd het nieuwe door de Vlaamse Gemeenschap erkende Woonzorgcentrum Bellevue uitgebouwd met een erkenning voor 153 woongelegenheden. – Vorst / Lokaal Dienstencentrum Utopia / vzw Het Anker & vzw Forum: de site van het co-housingsproject Brutopia werken de twee door de Vlaamse Gemeenschap erkende lokale dienstencentra Het Anker en Forum aan de opstart van het nieuw lokaal dienstencentrum Utopia. Opstart van het dienstencentrum is voorzien in het voorjaar 2013. – Sint Gillis / Dagverzorgingscentrum voor personen met een visuele handicap / vzw De Brailleliga: De Brailleliga werkt momenteel aan de uitbouw van een dagverzorgingscentrum specifiek toegespitst op personen met een visuele handicap. De Vlaamse Gemeenschap verleende een voorafgaande vergunning en de plannen worden momenteel uitgewerkt. Het gedetailleerde overzicht van de toegezegde middelen vanuit het Vlaams Brusselfonds, vanuit VIPA en vanuit de VGC per project wordt op dit ogenblik geactualiseerd . Wat samenwerkingen met lokale besturen en OCMW’s rond de uitbouw van de woonzorgzones betreft laat collegelid Brigitte Grouwels het volgende weten: – Brussel / Pieter en Pauwel: contacten met de dienst stadseigendommen van de Stad Brussel rond de grond voor het Pieter en Pauwel-project verlopen zeer constructief. – Koekelberg / vzw Sint Vincentius: samen met de gemeente werden de afspraken gemaakt aangaande de invulling van de KUB-site. – Oudergem / Sint Lutgardis: gesprekken met de gemeente verliepen vlot; openheid bij OCMW-voorzitter aangaande vraag om initiatiefnemer te zijn voor dagverzorgingscentrum. Nog geen beslissing gevallen. – Sint-Gillis: gesprekken met schepenen om in lokalen van de gemeente een woonzorginitiatief te ontwikkelen liepen op niets uit. – Ganshoren: contacten met burgemeester aangaande ontwikkeling van project op grond van gemeente. De Vlaamse Gemeenschap heeft de woonzorgprogrammatie voor het Brussels hoofdstedelijk gewest opgesplitst in 2 delen: prioritaire zones en niet-prioritaire zones. Hierdoor is een meer evenwichtigere verdeling naar de gemeenten met de meeste Nederlandstaligen haalbaar. Brussel wordt in de Vlaamse programmatie evenwaardig bediend als de andere Vlaamse gemeenten en steden, behalve wat het aantal rusthuisplaatsen betreft. Daar krijgt Brussel maar 1/3 van de Vlaamse programmatie voor eenzelfde socio-demografisch gebied. Dit heeft te maken met het feit dat Brussel volgens Vlaamse normen reeds een overaanbod aan rusthuisplaatsen telt. Deze maatregelen zorgen ervoor dat in Brussel andere mogelijkheden moeten gezocht worden: bv. inzetten op alternatieve woonformules voor ouderen. Tenslotte zal de Vlaamse Gemeenschap haar verdere woonzorgbeleid in het Brussels hoofdstedelijk gewest verder uitwerken onder andere op basis van de beleidsaanbevelingen die op de Staten-generaal Woonzorg Brussel van 13 december 2012 zullen worden geformuleerd. De inhoudelijke voorbereiding van deze Staten-generaal is momenteel lopend. Vraag nr.19 van 19 maart 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Welzijn: Flexibilisering van de kinderopvang Tijdens de plenaire zitting van 9 maart 2012 gaf collegelid Brigitte Grouwels aan dat de Vlaamse Gemeenschap inzake kinderopvang streeft naar een behoeftedekkend aanbod,
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
69
hetgeen perspectief biedt op bijkomende opvang. Naast de capaciteitsuitbreiding, vormt echter ook de flexibilisering van kinderopvang voor ons een absolute prioriteit. Helaas wordt hieraan naar onze mening te weinig aandacht besteed in het kader van de besprekingen over het nieuwe decreet kinderopvang voor baby’s en peuters. Het aanbod van kinderopvang tijdens het weekend enerzijds en van thuisopvang ’s avonds en voor zieke kinderen anderzijds is nagenoeg onbestaande. Nochtans werken lang niet alle ouders in een vast patroon gedurende de reguliere kantooruren. Zij werken in onregelmatige diensten, ’s avonds, ’s nachts en ’s ochtends vroeg, of zij willen afspraken kunnen plannen op wisselende dagen. In Nederland heeft men al tal van onderzoeken gewijd aan dit thema en stelt men financiering ter beschikking voor extra openingsuren van de kinderdagverblijven. Het zou opportuun zijn om ook bij ons na te gaan hoe flexibele opvang het best georganiseerd kan worden en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de kwaliteit van de opvang. De vraag naar flexibele kinderopvang in onze 24-uurseconomie neemt namelijk alsmaar toe. Wordt er in de besprekingen in het kader van het nieuwe decreet kinderopvang ook aandacht besteed aan de flexibilisering van de kinderopvang? Indien ja, welke belangrijkste bezorgheden of opmerkingen worden hierover naar voor geschoven? Plant collegelid Brigitte Grouwels maatregelen om de kinderopvang te flexibiliseren? Indien ja, hoe zal ze deze bewerkstelligen? Antwoord Het tekort aan Nederlandstalige kinderopvang in Brussel is algemeen en geldt zowel voor het basisaanbod als voor de flexibele opvang. Voor beiden is (gefaseerde) uitbreiding nodig en/of wenselijk. Zeker in tijden van budgettaire schaarste moet(en) daarbij (een) prioriteit(en) worden gesteld. In dit verband kan er op worden gewezen dat uit het SEIN-onderzoek (Universiteit Hasselt, 2001) is gebleken dat ouders vooral een iets langere openingstijd van de kinderopvang verwachten. De behoefte is het grootst op weekdagen na 18 uur. Ook op zaterdagen blijkt er een behoefte te bestaan. Recent onderzoek (Cartografie van de Nederlandstalige Brusselse kinderopvang, UGent, 2006) komt, specifiek voor Brussel, tot een gelijkaardig besluit. In 2007 lanceerde de Vlaamse Regering een actieplan flexibele en occasionele opvang. In dat kader werden toen in Brussel 190 urenpakketten en 6 ploegplaatsen toegekend verspreid over 5 gesubsidieerde voorzieningen. Geen enkel zelfstandig initiatief heeft hiervoor een aanvraag ingediend. Opvang aanbieden op vroege of late uren of op zaterdag is meer dan een eenvoudige uitbreiding van gewone opvangtijden. De voorziening moet zich daar als geheel op (her) organiseren en het aanbod en/of de infrastructuur aanpassen. Vanzelfsprekend is ook de financiële leefbaarheid (bezetting) belangrijk en is, specifiek voor Brussel, veiligheid een bijzonder aandachtspunt. Het decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters voorziet in de mogelijkheid om bijkomende subsidie te ontvangen voor kinderopvang met flexi-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
70
bele openingstijden. De Vlaamse Regering legt de programmatieregels vast en bepaalt de nadere regels voor die subsidie. Eventuele acties van de VGC om de kinderopvang te flexibiliseren sluiten bij voorkeur aan bij de (toekomstige) Vlaamse regelgeving. Indien op Vlaams niveau budget wordt vrijgemaakt voor uitbreiding van de flexibele kinderopvang, zal de VGC zich inzetten voor een maximale aanwending in Brussel. Vraag nr.20 van 19 maart 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Welzijn: Uitbreiding van de zelfstandige kinderopvang Tijdens de plenaire zitting van 9 maart 2012 gaf collegelid Brigitte Grouwels aan dat het Vlaamse beleid in de toekomst meer de nadruk zal leggen op de uitbreiding van de zelfstandige kinderopvang, ons inziens een zeer belangrijk beleidspunt. Het aandeel van zelfstandige onthaalouders met een attest van toezicht van Kind&Gezin zit namelijk in een dalende lijn. Tegelijkertijd is de nood aan extra plaatsen in de kinderdagverblijven en scholen in Brussel erg groot. Daarenboven weegt de zelfstandige kinderopvang financieel veel minder zwaar op het beleid dan de klassiek gesubsidieerde kinderopvang. De oproepen voor het opstarten van zelfstandige kinderopvang in Brussel hebben in het verleden niets opgeleverd. Blijkbaar is het in Brussel nog altijd niet interessant genoeg om zich in te schrijven in het Vlaamse beleid. Dit beleid voorziet namelijk een toelage wanneer een zelfstandige kinderopvang rekening houdt met onder andere de inkomsten van de ouders. Collegelid Brigitte Grouwels gaf tijdens de plenaire zitting aan dat ze verwacht dat de voorwaarden waarin zelfstandige kinderopvang zich zal kunnen ontwikkelen, zullen verbeteren. Op welke manier zullen de voorwaarden voor het opstarten van een zelfstandige kinderopvang in de toekomst verbeteren? Om welke voorwaarden gaat het precies? Welke inspanningen leverde de VGC in het verleden al in het kader van de uitbreiding van de zelfstandige kinderopvang (al dan niet deels betoelaagd) in Brussel? Welke bijkomende maatregelen en/of acties liggen nog op tafel? Wanneer en onder welke vorm werden in het verleden oproepen gelanceerd voor het opstarten van zelfstandige kinderopvang in Brussel? Antwoord Het decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters wil vanuit een coherente visie toewerken naar een geordend en transparant kinderopvanglandschap, die aanbieders van kinderopvang toelaat te werken binnen een leefbaar en organisatorisch duidelijk kader. Daarbij staan onder meer volgende basisprincipes voorop1: – het mogelijk maken van een duurzaam en stabiel opvangaanbod met voldoende ruimte voor ondernemerschap; – op een gelijke en correct verantwoorde wijze subsidies toekennen die op een gelijke wijze toegankelijk zijn voor alle vergunde kinderopvang; – dit alles binnen een voor de Vlaamse overheid betaalbaar systeem. Dit betekent het voorzien van een financieel groeipad over de komende jaren; 1
Zie: Vlaams Parlement, 2011-2012, Stuk 1395/1, pp. 8-9.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
71
– het nieuwe regelgevend kader betekent een vereenvoudiging, harmonisering en transparantie van de regelgeving en de organisatie van de Vlaamse kinderopvang; – er worden eenvormige vergunningsvoorwaarden geformuleerd die noodzakelijk, evenredig en gelijk zijn. De verdere uitwerking van de in het decreet bepaalde doelstellingen, beginselen, voorwaarden en bijhorende financiering maakt voorwerp uit van uitvoeringsbesluiten. Hierover wordt later dit jaar meer duidelijkheid verwacht, met inbegrip van de (belangrijke) overgangsbepalingen. Specifiek voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad mag worden aangenomen dat onder andere de bepalingen met betrekking tot taalkennis en -gebruik van belang zullen zijn, meer in het bijzonder voor de zelfstandige kinderopvang. Het betreft de artikelen 6, §1, 4° (vergunning) en 7, tweede lid (subsidiëring). Verwacht wordt dat veel Franstalige voorzieningen met een attest van toezicht bij Kind&Gezin niet zullen voldoen en zullen overgaan naar ONE. In functie daarvan, en met de bedoeling om zo weinig mogelijk betaalbare en kwaliteitsvolle aanbod verloren te laten gaan, bereiden beide agentschappen een transitieplan voor. De VGC geeft in haar ondersteuning van voorzieningen prioriteit aan Nederlandstalige en betaalbare kinderopvang. Naast erkende en gesubsidieerde voorzieningen en de kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs, komen daarbij ook zelfstandige voorzieningen die (willen) werken met het systeem van de inkomensgerelateerde ouderbijdragen in beeld. Zo heeft de VGC beslist om haar vormingsprogramma open te stellen voor deze voorzieningen. De VGC is ook een samenwerking aangegaan met “Voorzet”, de door Kind&Gezin gecreeerde ondersteuningsstructuur voor zelfstandige kinderopvang in de Vlaamse Gemeenschap (Brussel inbegrepen). Potentiële starters die zich kenbaar maken aan de VGC worden actief toegeleid naar dit aanbod. In samenwerking met “Voorzet” organiseerde de VGC in 2011 twee informatiemomenten, een eerste over de uitbreiding van inkomensgerelateerde kinderopvang (oproep van Kind&Gezin) en een tweede over het nieuwe decreet. Overeenkomstig de Vlaamse regelgeving (VIPA) geeft de VGC op dit ogenblik geen investeringssubsidies aan zelfstandige voorzieningen, met uitzondering van de kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs. In het kader van het nieuwe decreet zal dit mogelijks worden herbekeken voor zelfstandige kinderopvang met inkomensgerelateerde ouderbijdragen. De VGC geeft evenmin opstartsubsidie (Stedenfonds) en/of aanvullende subsidie voor werking en/of personeel in het kader van capaciteitsuitbreiding. In het kader van het nieuwe decreet zal dit mogelijks worden herbekeken voor zelfstandige kinderopvang met inkomensgerelateerde ouderbijdragen. Zelfstandige opvang is in principe niet geprogrammeerd en maakt bijgevolg geen voorwerp uit van programmatie. Voor de subsidiëring zelfstandige kinderopvang met inkomensgerelateerde ouderbijdragen is er sinds 2011 wel een programmatie. Hiervoor werd, wat het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad betreft, door Kind&Gezin voorlopig slechts één oproep gelanceerd.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
72
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
BRUNO DE LILLE, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN AMBTENARENZAKEN Vraag nr.17 van 1 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Divers: Woontours van Brukselbinnenstebuiten/ Wonen in Brussel Brukselbinnenstebuiten organiseert in samenwerking met ‘Wonen in Brussel’ verschillende woontours. De campagne wil mensen aanzetten om in Brussel te komen wonen. Hoeveel deelnemers heeft collegelid Bruno De Lille in 2011 ontvangen op deze woontours? Welke tours trekt het meeste aantal deelnemers? Wat is het aandeel Brusselaars en het aandeel deelnemers van buiten Brussel aan deze tours deelnemen. Kan men dat cijfer opsplitsen per provincie? Wat is de uitkomst van het evaluatieformulier dat na de woontours aan de deelnemers werd voorgelegd: – Hoeveel procent zegt naar Brussel te willen verhuizen? – Hoeveel procent wil in Brussel verhuizen? – Hoeveel procent twijfelt nog? – Hoeveel procent wil niet naar Brussel verhuizen of heeft niet geantwoord? Antwoord Deze vraag behoort niet tot het bevoegdheidsdomein van collegelid Bruno De Lille. Vraag nr.18 van 13 februari 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Cultuur: De gevolgen van de financiële crisis voor de Nederlandstalige culturele verenigingen in Brussel De financiële crisis laat zich de jongste jaren ook meer en meer voelen in de culturele sector. Voor Open Vld is het echter belangrijk dat de rijke verscheidenheid aan Nederlandstalige verenigingen in Brussel behouden blijft. Zo bevindt bijvoorbeeld vzw Korei zich momenteel in een precaire financiële situatie. De culturele vereniging is nochtans doorheen de jaren uitgegroeid tot een vaste waarde in het Brussels cultureel veld. Ze staat bekend voor haar kwaliteitsvolle stadsrondleidingen vertrekkende vanuit een cultuurhistorische context en verschilt hierin duidelijk van andere verenigingen, zoals Brukselbinnenstebuiten. De uitgebreide lijst van vaste partners waarmee vzw Korei samenwerkt, bewijst de sterke reputatie en positie die de vzw de afgelopen 18 jaar heeft uitgebouwd. Korei organiseert gemiddeld bijna 700 rondleidingen per jaar en bereikt hierdoor een groot en divers publiek. In de context van de financiële crisis worden nu echter meer rondleidingen van een korte tijdsduur aangevraagd, bv. één à anderhalf uur in plaats van een halve dag. Bovendien beschikken de onderwijsinstellingen, die anno 2011 de belangrijke doelgroep zijn geworden van Korei, over beperkte middelen voor educatieve uitstappen. De vergrijzing van verenigingen zoals Zilveren Passer, Koperen Passer en Markant heeft eveneens geleid tot een verminderde vraag vanuit deze hoek. Daarnaast is de concurrentie met andere organisaties erg groot.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
73
Om hun ambassadeursrol voor Brussel naar Vlaanderen en vice versa te kunnen blijven waarborgen, heeft vzw Korei nood aan een structurele subsidie. De in 2011 verhoogde toelage van 14.000 euro op jaarbasis schiet helaas tekort. Vanwege zijn precaire situatie is Korei verplicht om meer en meer projectsubsidies aan te vragen, hetgeen financiële onzekerheid en erg veel administratief werk met zich meebrengt dat allemaal gedragen moet worden door 1 bediende. Deze bediende, die zich al 18 jaar lang inzet voor de vzw, werd recent vanwege de financieel onhoudbare situatie zelfs ontslagen. Vzw Korei is één van de Nederlandstalige verenigingen in Brussel die al jaren schitterend werk levert. De vzw heeft heel wat plannen voor 2012 op stapel staan. Naast het behoud van hun huidig kwaliteitsvol aanbod, wilt de vzw onder meer een aantal nieuwe projecten opstellen (bv. rond de Belgische architect Willy Van der Meeren), plant ze nieuwe samenwerkingsverbanden met het oog op het bekendmaken van de archieven in Brussel en wilt ze werken aan meer visibiliteit en aan de verwerving van een nog sterkere positie in het Brussels cultureel veld. De uitwerking van het ambitieuze programma voor 2012 vereist echter opheldering rond de onduidelijke financiële situatie waarin vzw Korei zich momenteel bevindt. Wat kan de VGC betekenen voor de Nederlandstalige culturele verenigingen in Brussel opdat zij de financiële crisis zullen kunnen overleven? Welke criteria hanteert de VGC om een structurele subsidie toe te kennen aan culturele verenigingen? Heeft collegelid Bruno De Lille kennis genomen van de precaire situatie waarin vzw Korei zich bevindt? Welke maatregelen heeft hij reeds genomen in dit dossier? Zijn er plannen om vzw Korei in de toekomst structureel te ondersteunen? Antwoord De Vlaamse Gemeenschapscommissie ondersteunt de verenigingen waar mogelijk en noodzakelijk, maar doet dit natuurlijk binnen de marges van de door de Raad goedgekeurde begroting en het regelgevend kader. Zowel binnen de sociaal-culturele sector als binnen de kunstensector houdt collegelid Bruno De Lille zijn engagement aan, daar waar andere overheden besparen in de subsidies aan deze kwetsbare sectoren. Hij merkt dan ook dat hij hiermee ingaat tegen de Belgische en Europese trend waarbij de culturele sector het in tijden van laagconjunctuur moet ontgelden. Het is in dit verband ook belangrijk aan te stippen dat de VGC zelf, net als vele Brusselse culturele organisaties, afhankelijk is van dotaties en subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. Hij streeft in zijn beleid naar een evenwicht tussen de noden, noodzakelijke correcties en zijn eigen beleidsambities met betrekking tot bv. een Brusseltoets binnen de werkingen. Onder de ruime noemer cultuur vallen verschillende sectoren en dus ook talrijke soorten organisaties. Wat de vraag betreft, over welke criteria gehanteerd worden om tot een structurele subsidie te komen, worden die criteria gehanteerd die opgenomen zijn binnen de desbetreffende verordeningen of reglementen. Een beperkt aantal organisaties vinden een structurele basis voor hun financiering in een nominatim vermelding in de begroting van de VGC. Wat specifiek de werking van vzw Korei betreft, de vragen en behoeften van deze vereniging zijn wel degelijk bekend. Om een grondige analyse te kunnen maken en mogelijke oplossingen te onderzoeken, vond er in het voorjaar 2011 al een gesprek plaats met de vzw
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
74
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
dat uiteindelijk geleid heeft tot een verhoging van de middelen. Op 6 maart 2011 volgde er een opvolgingsoverleg met de VGC-administratie. Het is belangrijk aan te stippen dat in het College van december 2011 ook een bijkomende projectsubsidie van 8.000 euro voor de genoemde vzw werd toegekend voor het project Horta 2011. Vraag nr.19 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Cultuur: Project Boekbaby’s Onderzoek naar cultuurparticipatie heeft uitgewezen dat vroege kennismaking met cultuur in de familiale omgeving de beste garantie biedt op levenslange culturele belangstelling. Sinds 2005 organiseren Locus (het steunpunt Lokaal Cultuurbeleid) en Stichting Lezen daartoe het project Boekbaby’s. Boekbaby’s is een project dat heel jonge kinderen vertrouwd maakt met boeken en ouders wil stimuleren om voor hun jongste kind voor te lezen. Kinderen die al vroeg kennismaken met boeken zijn immers taalvaardiger, lezen sneller, zijn vaker lid van de bibliotheek en... ze rekenen zelfs beter. Boekbaby’s wil alle kinderen maximale kansen geven om zich intellectueel, maar ook emotioneel en sociaal te ontplooien. Boekbaby’s wil ouders met hun kleine kinderen laten genieten van boeken. In de praktijk wil men ouders van baby’s en peuters regelmatig een boekenpakket met informatie over voorlezen en de bibliotheek cadeau doen. Zo kan Boekbaby’s ouders aanmoedigen om hun kinderen zo vroeg mogelijk boekjes en de bibliotheek te laten ontdekken. Is de VGC betrokken bij de uitwerking van dit project? Worden hiervoor vanuit de VGC middelen vrijgemaakt? Welke partners worden hierbij betrokken? Kan collegelid Bruno De Lille meedelen welke gemeenten op het project ingetekend hebben? Heeft hij zicht op het aantal gezinnen dat hiermee werd bereikt? Hoe wordt dit project geëvalueerd? Antwoord Sinds 2006 subsidieert de VGC vanuit Welzijn, Entiteit Gezin, het project ‘Kennismaking Nederlands in Brusselse Consultatiebureaus van Kind&Gezin’. Het Huis van het Nederlands Brussel kreeg vanuit de Entiteit de opdracht hiervoor een begeleidingsmodel uit te werken. De doelstelling van het project is ouders te informeren zodat ze voor zichzelf en voor hun kinderen een overwogen keuze kunnen maken voor het Nederlands in functie van de schoolkeuze voor hun kind en het al dan niet zelf Nederlands leren. Het werken rond babyboekjes is een van de ingezette acties. De werking kadert binnen ‘Boekbaby’s’, de verzamelnaam waaronder alle leesbevorderende projecten voor kinderen van 0 tot 3 jaar vallen. Niet alle jonge ouders zijn vertrouwd met voorlezen of zijn zich bewust van het nut van babyboekjes voor de taalstimulering van hun kinderen. In 2008 stapte het Streekgericht Bibliotheekbeleid Brussel (SBB), in nauw overleg met de Entiteit Gezin, mee in het project. Gelet op de bereikte doelgroep in de consultatiebureaus werd beslist om niet de vaste koers te volgen die Stichting Lezen voorstelt (nl. het gratis verspreiden van informatiebrochures en cadeauboekjes aan ouders van 6- en 15-maanden oude kinderen), maar om te kiezen voor een betekenisvolle samenwerking waarbij jonge
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
75
ouders zo persoonlijk mogelijk benaderd worden met de boodschap ‘jong (lezen) is oud gedaan’. De samenwerking van de Brusselse bibliotheken en het SBB ziet er als volgt uit: – Het SBB stelt voor elk consultatiebureau een boekenpakket van ongeveer 60 baby-, peuter- en kleuterboekjes ter beschikking (onder de vorm van een langdurige wisselcollectie). – Deze collectie is bestemd voor intern gebruik binnen het consultatiebureau: de vrijwilligers van het consultatiebureau werken met de boekjes en brengen zo aan ouders de boodschap over dat jonge kinderen gebaat zijn met veel verschillende taalprikkels, o.a. vanuit boeken. – In de gesprekken die de vrijwilligers en de regioverpleegkundige voeren met de ouders, wordt bovendien expliciet verwezen naar de lokale bibliotheek en het aanbod baby- en peuterboekjes aldaar. – In de bibliotheken van alle gemeenten waar de samenwerking loopt, is een volwaardige collectie baby- en peuterboekjes aanwezig. – De gemeentelijke bibliotheek is het lokale aanspreekpunt voor vragen over de boekencollectie en gebruiksuggesties. – Samen met de Entiteit Gezin zorgt het SBB voor aangepaste vorming van de bibliotheekmedewerkers. – Het SBB staat mee in voor de bovenlokale opvolging, samen met de Entiteit Gezin en het Huis van het Nederlands. In 2011 plaatst de VGC, Entiteit Gezin, in elk consultatiebureau een specifiek hiervoor ontworpen boekmeubel om het boekenpakket te bewaren en op een aantrekkelijke manier voor te stellen aan ouders en kinderen. In 2010 werd een proeftraject gestart om Boekbaby’s ook binnen de Brusselse Kinderdagverblijven een plaats te geven. Opnieuw werd gekeken naar mogelijkheden om samen te werken met Entiteit Gezin. Omdat boekjes een vertrouwd fenomeen zijn in de dagelijkse werking van een kinderdagverblijf, kon ditmaal het concept van Stichting Lezen wel behouden blijven. In 3 ‘testgemeenten’ (Evere, Schaarbeek en Sint-Pieters-Woluwe) kregen ouders van 15-maanden oude kinderen in het kinderdagverblijf een bon die ze in de plaatselijke bibliotheek konden inwisselen tegen een boekenpakketje. Doel van de test is te achterhalen of dit traject effectief tot een publieksverbreding leidt. In de loop van het voorjaar 2012 worden de resultaten van dit proeftraject tegen het licht gehouden. Voor de begeleiding van de consultatiebureaus vanuit de entiteit Gezin: 1 HT à 30.000 euro per jaar vanaf 2006 (VGC-opdracht aan Huis van het Nederlands Brussel). Jeroen ‘Joenes’ Verschueren ontwierp een handig boekmeubel voor de consultatiebureaus, dat meteen een boekenhoekje markeert en afbakent. Het opleidingsproject ‘Klimop’ van vzw Atelier Groot Eiland zorgde voor de realisatie van 22 meubels. Kostprijs van het boekmeubel: 10.224,50 euro (ontwerp + realisatie van 22 boekmeubels) In 2011 besteedde het SBB ongeveer 3.500 euro aan dit project (aankoop baby- en peuterboekjes, promotie).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
76
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
2011 begeleidingsopdracht Huis van het Nederlands Brussel (Entiteit Gezin) – recurrent realisatie boekmeubel (Entiteit Gezin) -eenmalig aankoop boeken en promotie (Directie CJS) –jaarlijks in functie van de noden TOTAAL
€ 30.000,00 € 10.224,50 € 3.500,00 € 43.724,50
Een deskundige – SBB-medewerker staat mee in voor de organisatie en ondersteuning van het project. De bibliotheken uit de onderstaande gemeenten stapten tot nu in het project. Op termijn komen alle gemeenten met een consultatiebureau aan bod. – Bib Anderlecht (2 consultatiebureaus) – Bib Elsene (1 consultatiebureau) – Bib Etterbeek (1 consultatiebureau) – Bib Jette (1 consultatiebureau) – Bib Schaarbeek (2 consultatiebureaus) – Bib Sint-Agatha-Berchem (1 consultatiebureau) – Bib Muntpunt (1 consultatiebureau) De samenwerking is een win-win voor alle partijen: het heel brede ouderpubliek dat het consultatiebureau bezoekt, maakt op een bijzonder relevante manier kennis met baby- en peuterboekjes, en daarmee ook met het bestaan van de bibliotheek. De cijfers m.b.t. het aantal bezoekers van de betrokken consultatiebureaus zijn niet in ons bezit omdat deze worden geïnventariseerd door Kind&Gezin. In totaal werken op dit moment 7 bibliotheken mee en 9 van de 22 consultatiebureaus. Het basisontwerp met de beschikbare opties van Jeroen Verschuren werd door het Huis van het Nederlands afgetoetst in de consultatiebureaus zelf en besproken met de organiserende besturen op de VGC ad-hocwerkgoep consultatiebureaus van 2 augustus 2011. Alle organiserende besturen spraken zich ervoor uit prioritair werk te willen maken van een boekenhoekje in de consultatiebureaus. Het project inclusief boekmeubel werd op 19 november 2011 aan de vrijwilligers van de Brusselse consultatiebureaus voorgesteld, tijdens de jaarlijkse Ontmoetingsdag van de Entiteit Gezin, in samenwerking met het SBB en het Huis van het Nederlands. Het gebruik van de collecties baby- en peuterboekjes wordt permanent opgevolgd binnen de samenwerking ‘Groeien in Taal’, door de verantwoordelijken binnen de Entiteit Gezin en binnen het SBB, samen met de contactpersoon van het Huis van het Nederlands. De werkgroep Preventieve Gezinsondersteuning (vóór december 2011 de ad-hoc werkgroep consultatiebureaus) van de Entiteit Gezin evalueert de werking van ‘Groeien in taal’. Het Streekgericht Bibliotheekbeleid ervaart de samenwerking met de verschillende partners in dit project als bijzonder positief: – in het consultatiebureau komen ouders op een heel concrete manier in contact met boekjes voor de allerkleinsten;
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
77
– het gebruik van de boekjes is gekaderd binnen een bredere context van taalstimulering: jonge ouders worden gesensibiliseerd om hun kind zoveel mogelijk verschillende taalimpulsen te geven; – het consultatiebureau is een bijzondere ‘open’ plek, waar vele culturen samenkomen; ook veel ouders voor wie de stap naar de plaatselijke bibliotheek niet evident is; – de vrijwilligers van het consultatiebureau nemen de rol op van doorverwijzers naar de openbare bibliotheek; – de bibliotheek maakt een lokale partner deelachtig aan haar leesbevorderende opdracht; – en er ontstaat een interessante wisselwerking tussen het lokale consultatiebureau en de bibliotheek. Vraag nr.20 van 13 februari 2012 van mevrouw Bianca Debaets Cultuur: Culturele uitstappen van jongeren zonder verblijfsvergunning Indien een school of andere organisatie, die de verantwoordelijkheid draagt over de haar toegewezen leerlingen zonder verblijfsvergunning, leerlingen laat deelnemen aan buitenlandse extramurosactiviteiten kunnen er zich ernstige juridische problemen voordoen bij eventuele grenscontrole. Maar ook culturele verenigingen organiseren steeds vaker kampen en andere activiteiten in het buitenland. Is collegelid Bruno De Lille op de hoogte van het bovenvermelde probleem, gelet op de relatief grote aanwezigheid van kinderen zonder verblijfsgunning in het Brussels hoofdstedelijk gewest? Hoe kan een vereniging in het culturele veld op de hoogte zijn van het statuut van elk van haar leden enerzijds en de consequenties van de deelname van een minderjarige zonder geldig verblijfsstatuut aan een buitenlandse activiteit anderzijds? Werd hierover overleg gepleegd met de verenigingen en/of werden ze ingelicht m.b.t. deze problematiek en de mogelijke gevolgen? Antwoord Op jaarbasis worden in de Brusselse vrijetijdssector slechts een beperkt aantal buitenlandse kampen en andere buitenlandse activiteiten georganiseerd. De VGC-administratie heeft weet van 2 sportorganisaties en 6 jeugd- en jongerenbewegingen die het afgelopen jaar een buitenlandse activiteit organiseerden. Vanuit de sector werden met betrekking tot de gestelde problematiek geen problemen of negatieve ervaringen gemeld. Het verblijfsstatuut van de leden kan de vereniging enkel kennen door dit statuut bij het lid of de voogd op te vragen. De verschillende jeugdwerkorganisaties worden door enkele instanties attent gemaakt op de consequenties van een eventuele deelname van minderjarigen zonder geldig verblijfstatuut aan hun activiteiten. Men informeert deze organisaties zowel over de consequenties voor hun totale werking als meer in het bijzonder de valkuilen bij de organisatie van een buitenlandse activiteit. In de eerste plaats worden de jeugdwerkorganisaties ondersteund door een hoofdstedelijk verbond of steunpunt dat door de VGC erkend wordt. Verder wordt vanuit de Vlaamse
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
78
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Gemeenschap – Afdeling Jeugd - de vzw JINT gesubsidieerd. Die vzw heeft ondermeer een begeleidingsopdracht ter ondersteuning van groepen met buitenlandse plannen en projecten. Naast individuele ondersteuning heeft JINT ook een website met alle noodzakelijke informatie voor jongeren en jongerengroepen die info zoeken over projecten in het buitenland. Deze website kan men vinden op www.gostrange.be. Om hen op weg te helpen met alle administratieve verplichtingen is er ook de website www.kamiel.info. Voor informatie inzake paspoorten, visa enz. kan men daar een link terugvinden naar specifieke informatie die de bevoegde instanties van de federale overheid hierover geven. De verenigingen worden vanuit verschillende invalshoeken geïnformeerd m.b.t. deze problematiek en de mogelijke gevolgen. Vraag nr.21 van 21 februari 2012 van de heer Paul De Ridder Ambtenarenzaken: Personeelsverloop in de 22 gemeenschapscentra De VGC is via de entiteit Gemeenschapscentra mee verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van de 22 gemeenschapscentra. Het blijkt niet altijd gemakkelijk te zijn om voor alle vacatures geschikt personeel te vinden. Bovendien stelt men vast dat de aangeworven personeelsleden niet altijd een band ontwikkelen met de plaatselijke gemeenschap. Vaak verlaten zij na relatief korte tijd het gemeenschapscentrum om elders te gaan werken. Op die manier komt de continuïteit van de werking in het gedrang. De volgende vragen gelden allen voor de 22 gemeenschapscentra en voor elk jaar sinds de start van dit College (en telkens sinds 2009): Hoeveel personeelsleden zijn er in dienst, per gemeenschapscentrum en sinds 2009? Hoeveel vacatures staan er open, per gemeenschapscentrum en sinds 2009? Hoeveel personeelsleden werden aangeworven, per gemeenschapscentrum en sinds 2009? Hoeveel personeelsleden vertrokken vrijwillig, per gemeenschapscentrum en sinds 2009? Hoeveel personeelsleden werden ontslagen, per gemeenschapscentrum en sinds 2009? Antwoord Zoals in elke organisatie is een personeelsformatie een dynamisch gegeven en wijzigt de in-, door- en uitstroom voortdurend en zelfs dagelijks. Een gedetailleerde historiek van elke personeelsbeweging per dag/jaar (inclusief de reden van vertrek) is onmogelijk om bij te houden gezien de hoeveelheid bewegingen die er zich binnen de globale VGC voordoen. Toch kunnen enkele cijfers een globaal beeld geven van het kader. Het personeelsbestand van eind 2009 bestond uit volgende formatie: 32 A (A/B), 17.5 B, 39.5 D en 95.14 D
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
79
In 2010 consolideerde het College de toenmalige de ‘AS IS’-situatie via een collegenota als startformatie. De geconsolideerde formatie zag er als volgt uit: 33 A (A/B), 17.5 B, 40.5 C, 95.14 D De startformatie werd ondertussen aangevuld met 2 voltijdse functies C met loonsubsidiëring vanuit sociale maribel + 2 voltijdse functies C via bij begroting gecompenseerde middelen ter uitbreiding van de formatie, waardoor de huidige formatie er als volgt uit ziet: 33 A (A/B), 17.5 B, 44.5 C, 95.14 D Een overzicht van open vacatures en aanwervingen is vrijwel onmogelijk op te stellen, gezien dit telkens slechts een momentopname is die door uiteenlopende redenen voortdurend wijzigt. Hoewel de Directie Personeel en HRM de personeelsbewegingen archiveert, is het bijzonder moeilijk detailinformatie te geven per gemeenschapscentrum. Sommige personeelsleden hebben het gemeenschapscentrum als standplaats, anderen de administratie en zijn op zending in een gemeenschapscentrum. Verschillende gemeenschapscentra hebben personeelsleden buiten formatie ter beschikking die niet meegerekend worden in de archivering van de formatiebewegingen. Het is dus onmogelijk een historisch beeld te geven van de formatie. Een vergelijking maken tussen verschillende momenten en verschillende jaartallen is onbegonnen werk gezien de voortdurende personeelsbewegingen (elke week/maand is anders) en gezien de voortdurend wijzigende personeelsinvullingen. De personeelsformatie van de entiteit Gemeenschapscentra wordt als één geheel beschouwd en aldus ingezet. Een globale behandeling van een personeelsformatie-inbeweging biedt permanent opportuniteiten door gedeeltelijke verlofvormen, interne mobiliteit,… uit verschillende centra samen te voegen en met deze herschikkingen tijdelijke noden binnen een bepaald centrum op te vangen. Deze werkwijze komt de individuele centra ten goede. Een kwantitatieve opdeling van personeelsformaties per centrum staat een flexibiliteit in de weg die noodzakelijk is om accuraat te kunnen omspringen met verschillende noden in de individuele centra. De formatie bevat 3 soorten formatieplaatsen: vaste aanwervingen, tijdelijke aanwervingen en de overgenomen Gesco-statuten. Globaal is er onder de vaste contractuelen van de VGC nauwelijks sprake van uitstroom uit de organisatie. Eenzelfde fenomeen is terug te vinden bij de vaste contractuelen in de gemeenschapscentra. De gemeenschapscentra tellen wel een reëel aantal tijdelijke contracten waar meer verloop op te tekenen is. Tijdelijke aanstellingen zijn nooit een intentie op zich. Dit statuut overbrugt een periode van formatie-hertekening, van rekrutering uit bestaande reserves, van organisatie van nieuwe examens, gehele of gedeeltelijke loopbaanonderbreking,… maar mag de draagkracht van een organisatie niet aantasten. De reden waarom vacatures een bepaalde termijn openstaan heeft te maken met verschillende factoren, zoals de procedure of de externe omstandigheden (vb. geen geschikte kandidaten te vinden, waardoor een nieuwe oproep gelanceerd moet worden).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
80
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Redenen van het verloop onder de tijdelijke aanstellingen zijn: heroriëntatie, het tijdelijke statuut, onvoldoende functioneren en niet verlengen van het contract. Een recent gestarte inhaalbeweging om een groot deel tijdelijke functies open te stellen voor vaste aanstelling moet dit verloop ook tegengaan. Enkele redenen die een natuurlijke beweging teweeg brengen onder de vast aangestelden binnen het personeelsbestand van de VGC: – Mogelijkheid tot horizontale doorstroming via de interne mobiliteit. – Bevorderingskansen via vergelijkende loopbaanexamens. – De algemene trend op de arbeidsmarkt dat mensen steeds meer kiezen voor allerhande vormen van loopbaanonderbreking. Hierdoor kan de vrijgekomen functie slechts tijdelijk ingevuld worden. – Specifieke context bij gesco-tewerkstelling van dienst- (technische ondersteuning, poets en klusjes) en lijnfuncties (administratieve ondersteuning). Om een duurzame aanwerving te verzekeren waarbij nieuwe personeelsleden een band met de plaatselijke gemeenschap kunnen ontwikkelen, wordt er zoveel mogelijk afstemming gecreëerd tussen de lokale noden en dynamieken in de gemeenschapscentra en anderzijds de achtergrond of ambities van sollicitanten: – Bij de opmaak van de functieprofielen hebben lokale centrumverantwoordelijken inspraak. – Vóór het selectiegesprek is er overleg tussen de lokale centrumverantwoordelijken en de administratie over noden en verwachtingen. – Vóór het selectiegesprek kan er advies ingewonnen worden bij de stafmedewerkers entiteit die door hun ervaringen met de centra zicht hebben op de situatie op het terrein. – Tijdens de gesprekken wordt specifiek bevraagd op kennis van en voeling met de lokale context. – Bij de selectiegesprekken voor functies van niveau A wordt een lokaal vrijwilligerbestuurder als jurylid uitgenodigd. – Als laatste stap van de selectieprocedure presenteert de gekozen kandidaat zich aan de centrumverantwoordelijken die een finale controle doet. In de hierboven opgesomde argumenten werd aangegeven dat er meerdere redenen bestaan waardoor personeelsleden vroegtijdig beslissen om in de organisatie van functie te veranderen of om de organisatie te verlaten. Dit gebeurt vaak buiten de wil van de organisatie om. Maar uiteraard wordt er bij elke aanwerving gestreefd naar een zo groot mogelijke duurzaamheid bij aanwerving en een zo klein mogelijk verloop. Zoals bij aanvang gesteld blijft instroom, doorstroom en uitstroom een natuurlijk proces. Wegens de complexiteit van de vraag m.b.t. de specifieke cijfers personeel kan er momenteel geen antwoord gegeven worden. De administratie heeft meer tijd nodig om deze informatie correct te vergaren en te bundelen. Collegelid Bruno De Lille zal dan ook ten gepaste tijde terug komen op de vraag met de opgelijste cijfers. Vraag nr.22 van 1 maart 2012 van mevrouw Brigitte De Pauw Cultuur: Website van de Brusselse gemeenschapscentra De 22 Brusselse gemeenschapscentra hebben elk hun eigen webstek. Er zijn verschillen in beheer. Welke websites worden centraal beheerd? Wat houdt dit beheer precies in?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
81
Wie bepaalt de inhoud van deze websites? Kan het collegelid voor elk van de centraal beheerde websteks een overzicht geven van: a. het aantal bezoekers (unieke en in totaal) in 2011; b. het aantal bezoekers (unieke en in totaal) in 2010; c. het aantal bezoekers (unieke en in totaal) in 2009. Indien er ook cijfers beschikbaar zijn van de niet-centraal beheerde websites, graag hiervan een overzicht. Wordt er samengewerkt met de centrale diensten van de VGC inzake het informaticabeleid? Zo ja, op welk vlak? Zo neen, waarom niet? Antwoord De 22 Brusselse gemeenschapscentra hebben elk hun eigen webstek. Er zijn verschillen in beheer. Binnen de entiteit gemeenschapscentra bestaan 23 websites. Er zijn de 22 individuele websites van de verschillende gemeenschapscentra en daarnaast is er de koepelwebsite www. gemeenschapscentra.be. Binnen de 22 individuele websites bestaan er momenteel twee soorten: – de typewebsites (15): http://dekroon.vgc.be; http://vaartkapoen.vgc.be, http://everna. be; http://tenweyngaert.vgc.be; http://derinck.vgc.be; http://dekriekelaar.vgc.be; http:// tennoey.vgc.be; http://delinde.vgc.be; http://heembeek-mutsaard.vgc.be; http://deplatoo.vgc.be; http://demaalbeek.vgc.be; http://elzenhof.vgc.be; http://www.wabo.be; http://dendam.vgc.be; http://kontakt.vgc.be – de niet-typewebsite (7): http://www.pianofabriek.be; http://www.dezeyp.be; http://www. essegem.be; www.demarkten.be; http://www.candelaershuys.be; http://nekkersdal.vgc. be; http://op-weule.vgc.be De typewebsites draaien op een zelfde technisch platform, eigendom van de VGC. De niet-typewebsites zijn ontwikkeld (en worden technisch beheerd) door externe firma’s of uitzonderlijk door het centrum zelf. De 22 individuele websites (type- en niet-typewebsites) staan inhoudelijk volledig in beheer van het centrum zelf. Ieder gemeenschapscentrum doet zelf de webredactie en bepaalt de inhoud van hun webstek. De koepelwebsite www.gemeenschapscentra.be wordt inhoudelijk centraal beheerd door medewerkers communicatie van de staf entiteit gemeenschapscentra. In de toekomst: Eind 2010 is een inhoudelijk onderzoek gestart naar een vernieuwing van de 22 websites + de koepelwebsite. Bij het onderzoek waren de centra heel nauw betrokken door middel van een stuurgroep en werden verschillende doelgroepen van de centra ondervraagd (ouders, jongeren, vrijwilligers-bestuurders, verenigingen, …). Dit onderzoek is eind 2011 afgerond en in februari 2012 is de technische ontwikkeling van start gegaan.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
82
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
De bedoeling is om in de toekomst alle 22 websites + de koepelwebsite te laten draaien op een nieuw technisch platform (uitgewerkt in Drupal), naast nieuwe portaalsites van Jeugd en Onderwijs. Het inhoudelijk beheer van de individuele websites blijft lokaal door de gemeenschapscentra gebeuren. Huidige situatie: Onder ‘beheer’ valt een technisch en een inhoudelijk luik. Alle typewebsites zijn opgebouwd volgens een zelfde technisch stramien. Het technisch platform zorgt voor gebruiksvriendelijkheid, een herkenbaarheid over de gemeenschapscentra en een technische ondersteuning (beheer) door de dienst Communicatie van de VGC. De niet-typewebsites worden, in de meeste gevallen, technisch beheerd door externe firma’s (aan de hand van contracten met de individuele gemeenschapscentra), uitzonderlijk door het gemeenschapscentrum zelf. De koepelwebsite www.gemeenschapscentra.be draait op het zelfde platform als de typewebsites en wordt dus technisch ook beheerd door Communicatie van de VGC. In de toekomst: Het principe van beheer zal hetzelfde blijven als bij de huidige typewebsites: de gemeenschapscentra bepalen zelf inhoudelijk wat er op hun websites komt. Het technische beheer van de 22 websites zal door Communicatie en IT van de VGC gebeuren. Voor de koepelwebsite zal het inhoudelijk beheer door medewerkers op de staf entiteit gemeenschapscentra verzorgd worden, het technisch beheer door Communicatie en IT. Huidige situatie: De inhoud van de koepelwebsite www.gemeenschapscentra.be wordt voor een groot deel gehaald uit 2 centrale databanken: de culturele- en cursusdatabank. De invoer van deze databanken gebeurt door de 22 gemeenschapscentra, het technisch beheer door IT van de VGC. De input in de databanken door elk gemeenschapscentrum met een typewebsite wordt ook vertaald naar de individuele websites. Met andere woorden, wat ze invoeren, verschijnt ook op hun individuele website. Daarnaast bepalen de 22 gemeenschapscentra (type- en niet-typewebsites) zelf inhoudelijk alle pagina’s van hun websites. De overige pagina’s van de koepelwebsite www.gemeenschapscentra.be zijn statisch of worden in samenspraak met de centra ingevuld, via overlegplatformen zoals de scholencommissie, overlegplatform programmatoren en de maandelijkse bijeenkomst stafmedewerkers Communicatie, Informatie en onthaal. In de toekomst: Bij de toekomstige websites van de gemeenschapscentra zal de inhoud ook deels door de databanken worden aangemaakt en deels door webredactie. In beide gevallen beslist elk centrum voor zich wat er op komt en wat niet.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
83
Voor de koepelwebsite zal ook een stuk via de databanken getoond worden en een ander stuk via webredactie door medewerkers op de staf entiteit, deels in samenspraak met verschillende overlegfora bij de gemeenschapscentra. Conclusie: Alles samen beschouwd zullen de gemeenschapscentra er in de toekomst op vooruit gaan: Er komt een platform, een technisch beheer en een helpdesk voor de 22 websites, maar inhoudelijk blijven de centra zelf verantwoordelijk voor het beheer en de redactie. Voor elk van de centraal beheerde websteks wordt een overzicht gegeven van: a. Het aantal bezoekers (uniek en in totaal) in 2011 Bezoekersaantal www. gemeenschapscentra.be 1 jan 2011 - 31 dec 2011 Totaal uniek 16.443 9.985 b. Het aantal bezoekers (uniek en in totaal) in 2010 Bezoekersaantal www. gemeenschapscentra.be 1 jan 2010 - 31 dec 2010 Totaal uniek 14.591 8.929 c. Het aantal bezoekers (uniek en in totaal) in 2009 Bezoekersaantal www. gemeenschapscentra.be 1 jan 2009 - 31 dec 2009 Totaal uniek 15.778 9.833 In de huidige situatie hebben we een zeer gefragmenteerd beeld op de statistieken van de websites van de gemeenschapscentra. Slechts enkele (type- en niet-type) websites hebben een analytisch programma toegevoegd aan hun webpagina’s. Van de gemeenschapscentra die statistieken hebben, zijn sommige onvolledig omdat ze bijvoorbeeld pas in 2010 zijn geïnstalleerd, of heeft het analytisch programma onvoldoende factoren in kaart bracht. In de toekomst zal dit probleem verholpen zijn omdat alle websites op het nieuwe technische platform een analytisch programma krijgen. Een overzicht van de rapporten die volledig zijn (2009 – 2011) Ten Noey: Bezoekersaantal http://tennoey.vgc.be 1 jan 2009 - 31 dec 2011 Totaal uniek 13.365 8.006
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
84
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Een overzicht van rapporten die niet volledig zijn: De Linde: Bezoekersaantal http://delinde.vgc.be 1 nov 2009 - 31 dec 2011 Totaal uniek 13.332 5.821 Everna: Bezoekersaantal http://everna.vgc.be 1 nov 2009 - 31 dec 2011 Totaal uniek 12.549 7.907 De Zeyp: Bezoekersaantal http://www.dezeyp.be 1 dec 2009 - 31 dec 2011 Totaal uniek 27.237 16.198 De Vaartkapoen: Bezoekersaantal http://vaartkapoen.vgc.be 1 nov 2011 - 31 dec 2011 Totaal uniek 3.264 2.543 Wabo: Bezoekersaantal http://www.wabo.be 1 april 2011 - 31 dec 2011 Totaal uniek 6.585 3.386 De Kroon: Bezoekersaantal http://dekroon.vgc.be 1 april 2011 - 31 dec 2011 Totaal uniek 5.882 2.932 De Pianofabriek (totaal aantal bezoekers): 2009: 22.343 2010: 69.072 2011: 65.768 Essegem (indicatief): Sinds 2005: 40.000 totaal aantal bezoekers op de homepagina
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
85
Een overzicht van de websites die geen statistieken hebben: – De Kriekelaar – Den Dam – De Platoo – De Rinck – Heembeek-mutsaard – Kontakt – Ten Weyngaert – Nekkersdal – De Maalbeek – Elzenhof – Op-Weule – Candelaershuys – De Markten Sinds 2005 is er een structurele ondersteuning van de Gemeenschapscentra door de Dienst ICT van de VGC. Er is een algemene standaard afgesproken voor de 22 centra wat betreft hardware (pc’s, servers, routers, …) en software (Microsoft Windows, Office, Adobe Indesign (voor grafisch werk) en ProAcc (boekhouding),... De aankoop van hardware gebeurde door de Dienst ICT op budget van de VGC. De aankoop van software gebeurde op het budget van de gemeenschapscentra zelf. Elk staf en lijnpersoneelslid van een GC beschikt over een PC. Er is een ondersteuning door de Helpdesk van de VGC voor technische problemen (telefonisch en on site). De Helpdesk staat tevens in voor het vervangen van pc’s, servers, updates van software ed. In 2012 wordt een nieuw informaticaplan opgesteld voor de komende 5 jaar. Er wordt hiervoor rekening gehouden met de nieuwe technologische ontwikkelingen en de vraag van het werkveld om meer flexibel te kunnen werken (databeheer, online platformen, …). Dit informaticaplan wordt opgesteld in nauw overleg tussen de Entiteit Gemeenschapscentra en de Dienst ICT. De Dienst ICT is eveneens betrokken als partner en adviseur in andere ICT-dossiers die de Gemeenschapscentra aanbelangen: – Het plannings- en registratieprogramma voor de centra (Yesplan); – De ontwikkeling van de portaalsites; – De toekomstige opmaak van de aanbesteding voor ‘Ticketing en deelnemerbeheer’. Vraag nr.23 van 6 maart 2012 van de heer Dominiek Lootens-Stael Cultuur: Nederlandstalige jeugdbewegingen Naar aanleiding van een recente doorlichting door de Raad van Europa van het Vlaamse jeugdbeleid is gebleken dat de Brusselse jeugdbewegingen het zeer goed doen, maar dat ze niet zo goed scoren wanneer het er op aankomt om Vlaamse en migrantenjongeren samen te brengen.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
86
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Vlaams minister Pascal Smet stelt daarom voor om het probleem aan te pakken door een jeugdbeweging specifiek voor allochtone jongeren op te richten. Dit zou de toegang voor jongeren onder migranten vergemakkelijken. Een soort aparte jeugdbeweging dus. In Brussel is, zoals bekend, het aandeel allochtonen binnen de groep jongeren niet gering. Het blijkt ook niet gemakkelijk voor de jeugdbewegingen in de hoofdstad om leden te werven. Zo werkten scouts & gidsen en de chiro van Sint-Jans-Molenbeek in maart 2011 voor eventjes samen om de zoektocht naar leden in te zetten. Het feit dat daarbij de nadruk werd gelegd op het feit dat deelname aan jeugdbeweging bevorderlijk werkt voor de kennis van het Nederlands en het aanleren van sociale vaardigheden, duidt er ook op dat vooral de allochtone deelname werd geviseerd…. En dus tot nog toe zou ontbreken. Ook in Brussel, zo laten dergelijke berichten vermoeden, zou het niet zo goed gaan met de deelname van allochtone jongeren aan de jeugdbeweging. Nu staat de oplossing geopperd door Vlaams minister Pascal Smet natuurlijk haaks op wat collegelid Bruno De Lille, gewoonlijk tot vervelens toe, ophangt als ideaal beeld over de multiculturele samenleving waarin we allen zouden dienen op in te gaan. Het inrichten van een afzonderlijke jeugdbeweging voor allochtonen bevordert niet de integratie, maar werkt in tegendeel een beetje ‘apartheid’ in de hand. Het begint met halal voedsel in de scholen, dan komen er aparte jeugdbewegingen en , indien men de lijn helemaal zou doortrekken, eindigt het met de invoering van elementen uit de sharia in ons rechtssysteem. De heer Dominiek Lootens-Stael wil graag van collegelid Bruno De Lille vernemen hoe de situatie er voor staat in Brussel. Stelt hij ook hier vast dat de allochtone jongeren moeilijk de weg naar de jeugdbeweging vinden? Bestaan er cijfers over? In welke mate ziet het College, met zoals Vlaams minister Pascal Smet, heil in een formule waarbij allochtone en autochtone jongeren zouden worden ondergebracht in afzonderlijke jeugdbewegingen binnen eenzelfde overkoepelende organisatie? En hoe combineert het collegelid dat met het grote multicultureel verenigende ideaal dat hij anders zo hoog in het vaandel voert? Antwoord Het raadslid verwijst in zijn vraag naar de onderzoekers van de Raad van Europa die stellen dat het jeugdwerk in België er niet in slaagt autochtone en allochtone jongeren bijeen te brengen. Collegelid Bruno De Lille kan deze conclusies volgen maar stelt wel vragen bij alle standpunten die her en der naar boven komen. Statistische gegevens over het aandeel allochtone jongeren binnen het Brusselse Nederlandstalige jeugdwerk over de jaren heen, zijn niet beschikbaar. Collegelid Bruno De Lille is geen voorstander voor de oprichting van een allochtone jeugdbeweging, zeker vanuit een Brusselse context bekeken. Een beleidskeuze voor autochtoon jeugdwerk en allochtoon jeugdwerk lijkt hem in de Brusselse demografische context niet wenselijk. Wie zal er zich binnen het Brussel van de toekomst, een multiculturele stad bij uitstek, verwant voelen met een autochtone of allochtone jeugdvereniging? In Brussel leven meer dan 150 nationaliteiten samen, met heel wat jongeren die echte zinnekes zijn. Met pakweg een Marokkaanse mama en een Vlaamse vader.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
87
Organisaties en verenigingen die van onderuit groeien en een draagvlak voor het verenigen van jongeren betekenen, krijgen van collegelid Bruno De Lille weliswaar alle steun. De wil van jongeren om engagement op te nemen ten opzichte van anderen verdient steeds alle steun. Collegelid Bruno De Lille wil echter niet vanuit de overheid zeggen wie zich waarbij moet aansluiten. Dat is een bijzonder gevaarlijke tendens. De verdienste van de laatste decennia is net dat men de sectoren jeugd en cultuur ontzuild hebben. Laat nu niet – omdat men een doelgroep moeilijker kan bereiken – snel een nieuwe breuklijn en zuil creëren. Laat staan binnen Brussel, een stadsgewest waarover momenteel al voldoende in termen van breuklijnen gesproken wordt. De toekomst ligt volgens het collegelid eerder in een evolutie van het bestaande jeugdwerkbeleid dan in de revolutie. Een noodzakelijke evolutie die de demografie van Brussel volgt en daarop inspeelt. Men bereikt te weinig zogenaamde allochtone jongeren. Daar moet men iets aan doen. Maar het antwoord ligt niet in een systeem dat kiest voor segregatie. Het antwoord ligt wel in een inclusieve aanpak. Vergelijk het met het Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerk. Die zijn al sinds een paar jaar aan het samenwerken. Daar komt het op aan: vanuit de overheid een aanbod op maat van de jongeren en de Brusselse realiteit aanbieden. Die Brusselse realiteit is niet evident. En onze Brusselse jongeren zijn niet eenduidig in het ene of het andere hokje te duwen. Leven in een grootstad wil net zeggen dat je leert omgaan met verschillen en de andere opzoekt. Grootstadskinderen hebben een gelaagde identiteit. Maar het zijn eerst en vooral ook allemaal Brusselse jongeren. Is dat evident? Nee. Is het een feit dat ons jeugdwerk extra inspanningen moet leveren om met die complexiteit om te gaan? Ja. Maar het is niet omdat een inclusieve benadering niet vlot verloopt dat het daarom de verkeerde weg is. Er zijn trouwens voorbeelden in Brussel, om bv. het BINT-project van de Chiro te noemen, die sterk inzetten op het betrekken van allochtone jongeren bij het jeugdwerk. Een open en kamerloze samenleving blijft voor het collegelid alleszins het na te streven doel. In plaats van wilde, segregistische plannen te lanceren moeten we de bestaande inspanningen – en die zijn er in Brussel – met inclusie als uitgangspunt nemen om lessen te leren en te blijven inzetten op een maatschappij waar niet apartheid maar wel samenzijn de toon zet. Vraag nr.24 van 9 maart 2012 van mevrouw Bianca Debaets Cultuur: Kortinggids Tijdens de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van 7 maart 2012 vermeldde collegelid Bruno De Lille in een antwoord op de vraag rond de vzw Rap op stap een “kortinggids” waarin een aantal initiatieven wordt opgelijst waarbij (kans)arme jongeren van een korting kunnen genieten voor allerhande activiteiten. Van wie gaat dit initiatief uit? Met welke partners wordt hiervoor samengewerkt? Sinds wanneer bestaat de gids? Welk concreet objectief beoogt deze gids? Wat is de oplage van deze gids? Voor welke doelgroep is het bedoeld? Op welke manier wordt hij verspreid? Op welke sectoren is de gids van toepassing? Met welke middelen wordt deze gids gefinancierd?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
88
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Antwoord De VGC heeft zich ingeschreven in het participatiedecreet. Voor de uitwerking van de afsprakennota die de VGC hierover afsloot met de Vlaamse Gemeenschap werd een stuurgroep door de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport opgericht, met een vertegenwoordiging vanuit de verschillende beleidsdomeinen en een aantal deskundigen. Tijdens de verschillende stuurgroepvergaderingen werden ondermeer de verschillende knelpunten of drempels besproken die het reguliere jeugd- en sportaanbod minder toegankelijk maken voor kinderen en jongeren in armoede. Eén van deze drempels houdt verband met de kostprijs van het aanbod. Er bestaan heel wat kortingssystemen die rechtstreeks door verenigingen worden gegeven of via een derde betalerregeling. Geregeld worden er door verenigingen vragen gesteld over wie welke korting geeft. De algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport deed daarom een voorstel om al deze kortingsmogelijkheden in een brochure te bundelen. Voor de realisatie van de gids wordt samengewerkt met de vzw Brusselse Welzijnsraad. De gids werd nog nooit eerder uitgegeven. Een eerste uitgave is voorzien in de maand juni. Met de gids wil men alle mogelijke kortingen in kaart brengen die betrekking hebben op het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren. Het gaat enerzijds over de kortingen die verenigingen en organisaties zelf voorzien maar eveneens de kortingen die bij externe organisaties kunnen aangevraagd worden (OCMW, mutualiteiten, fiscale aftrekbaarheid) of instrumenten die het verkrijgen van kortingen vergemakkelijken (OMNIO, SNS-pas, Leerlingenkaart, CJP). De gids is in de eerste plaats bedoeld voor verenigingen (cultuur, jeugd, sport) die geregeld geconfronteerd worden met vragen van ouders die op zoek zijn naar een betaalbaar aanbod en voor toeleiders naar het bestaande aanbod. Er is een oplage voorzien van 2000 exemplaren en zal eveneens een plaats krijgen in de jeugdportaalsite van de VGC. De gids heeft in de eerste plaats betrekking op het reguliere vrijetijdsaanbod. De financiering van de gids gebeurt met middelen op artikel 550/124-48 ‘diverse technische kosten’. Vraag nr.25 van 15 maart 2012 van de heer Paul De Ridder Patrimonium: Depotonderzoek door de VUB Recent werd het debat over de huisvestingsproblemen waarmee het AMVB geconfronteerd wordt gevoerd(plenaire vergadering van de Raad van de VGC op 17 februari 2011). Collegelid Bruno De Lille verklaarde toen alle mogelijke denksporen te overwegen en bereid te zijn met de VUB te spreken zoals collega René Coppens had voorgesteld. Hij stond ook open voor andere mogelijkheden. “Het depotonderzoek over de archieven van de VGC zelf loopt af in maart. We zullen de resultaten daarvan zeker bekijken als we de mogelijkheden gaan onderzoeken of het AMVB ondergebracht kan worden op een gemeenschappelijke site met andere instellingen.” Tot dit depotonderzoek werd beslist op 27 januari 2011.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
89
Het depotonderzoek omvat onder meer een doorlichting en inventaris van de noden wat betreft inventarisatie en behoud- en beheerbeleid in Nederlandstalige cultureel erfgoedorganisaties; het formuleren van toekomstscenario’s voor een regionaal depotbeleid voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, met inbegrip van mogelijke concrete depotoplossingen (waaronder centraal depot, netwerking van gedecentraliseerde depots, en/of complementariteit van gedecentraliseerde depots met bestaande lokale en regionale depots). Voormeld onderzoek zou 10 maanden in beslag nemen. Het depotonderzoek aangaande de archieven van de VGC zou aflopen in maart 2011. Welke toekomstscenario’s voor een depotbeleid werden geformuleerd en als optimaal naar voor geschoven? Welke conclusies trekt collegelid Bruno De Lille uit dit onderzoek en wanneer worden die uitgevoerd? Is er intussen duidelijkheid over bijkomende lokalen en opslagruimte voor het AMVB? Antwoord Het depotonderzoek, uitgevoerd door de VUB, maakt deel uit van het depotbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). De uitbouw van een regionaal depotbeleid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was een bijkomende opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Deze opdracht werd ingeschreven in het addendum bij het cultureel-erfgoedconvenant 2007-2011 dat de VGC met de Vlaamse Gemeenschap afsloot. Het depotonderzoek peilde naar de noden, behoeften en wensen op het vlak van depotbeleid bij Brusselse archieven die het Vlaams geheugen documenteren tussen 1850 en 1980. Het doel van dit onderzoek is het opstellen van aanbevelingen en voorstellen waarop de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich kan baseren om concrete beleidskeuzes te maken in de eerstvolgende jaren. Dit onderzoek bevindt zich momenteel in de afsluitende fase, en heeft geleid naar een aantal voorlopige conclusies. In het algemeen werden volgende ideeën beschreven: 1. Optimaliseren van bestaande netwerken en samenwerking stimuleren: Het bestaande platform van het archievenoverleg dat de erfgoedcel al enkele jaren organiseert, is een geschikt instrument om netwerken te optimaliseren en verdere samenwerking te initiëren. 2. Gemeenschappelijke expertise verwerven: Er schuilt binnen de individuele instellingen een waardevolle expertise waarop de VGC momenteel geen globaal zicht heeft. Een expertisekaart bijvoorbeeld kan die kennis verhogen, waarna die kennis opnieuw in het netwerk kan worden ingebracht en gevaloriseerd. 3. Kwaliteitsvolle depotwerking bevorderen: Door vorming, advies op maat enz. kan de depotwerking in de erfgoedinstellingen aan kwaliteit winnen. 4. Digitalisering: Digitalisering is een belangrijk aandachtspunt in het depotbeleid. De VGC volgt de ontwikkelingen in het digitale landschap op de voet door deel te nemen aan het platform voor Digitale Duurzame Toegankelijkheid Vlaanderen. Samen met het AMVB worden daarnaast gesprekken aangegaan in de verkenning naar een digitaal depot.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
90
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Verdere conclusies kunnen er momenteel nog niet getrokken worden omdat we eerst de finale resultaten van de studie willen afwachten zodat er de juiste keuzes gemaakt worden binnen een realistisch tijdspad. De huisvesting van het AMVB blijft een aandachtspunt in het erfgoedbeleid van de VGC. Een beperkt aantal pistes wordt momenteel onderzocht. Het idee van de Luisterpuntbibliotheek in Laken is voorlopig als meest concrete piste stilgelegd, omdat de definitieve standpuntbepaling bij de Vlaamse Gemeenschap nog niet afgerond is, o.a. omwille van een onderzoek naar het beheer van infrastructuur. Na afloop daarvan kunnen er nieuwe stappen ondernomen worden. De VGC blijft mogelijke andere oplossingen zoeken. Het AMVB onderhandelt in tussentijd zelf over een regeling met de eigenaar van het gebouw aan de Arduinkaai, om de huurlast te stabiliseren in afwachting van een eventuele verhuis naar een andere locatie.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
91
REGISTER Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz.
Guy Vanhengel, voorzitter van het College bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting 26
18.01.2012 Greet Van Linter
27 28
18.01.2012 Elke Roex 13.02.2012 Bianca Debaets
29 30 31 32
16.02.2012 16.02.2012 20.02.2012 20.02.2012
33 34
20.02.2012 Greet Van Linter 21.02.2012 Greet Van Linter
Bianca Debaets Bianca Debaets Greet Van Linter Greet Van Linter
35
21.02.2012 Paul De Ridder
36
21.02.2012 Paul De Ridder
37 38
21.02.2012 Paul De Ridder 21.02.2012 Paul De Ridder
39
21.02.2012 Paul De Ridder
40
24.02.2012 Bianca Debaets
41
27.02.2012 Paul De Ridder
42
27.02.2012 Paul De Ridder
43
27.02.2012 Paul De Ridder
44
01.03.2012 Bianca Debaets
45
02.03.2012 Bianca Debaets
46 47
02.03.2012 Bianca Debaets 02.03.2012 Bianca Debaets
48 49
06.03.2012 Bianca Debaets 08.03.2012 Bianca Debaets
50
08.03.2012 Paul De Ridder
Onderwijs: Samenwerking tussen Nederlandstalige cultuur en Nederlandstalig onderwijs.............................................. Divers: Waarnemerschap van het College in vzw’s ............. Onderwijs: Tienerzwangerschappen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs .................................................. Onderwijs: Aantal studenten verpleegkunde....................... Onderwijs: Aantal leerlingen verzorging ............................. Divers: Gebruik dienstwagens door de directieraad van de VGC . Divers: Dienstwagens van de VGC-administratie in het algemeen ............................................................................. Onderwijs: Het zich in Brussel domiciliëren van studenten .. Divers: Stand van zaken van het surveyonderzoek van de Meeten Weetcel over de aantrekkelijkheid van Brussel als leefstad voorgezinnenenouderen,enoverdekwaliteitvanhetvoorzieningenaanbod .......................................................................... Onderwijs: Uitwisseling van deskundigheid tussen het Onderwijscentrum Brussel en de lerarenopleiding .............. Onderwijs: Evaluatie van de projecten van het Onderwijscentrum Brussel .................................................................. Onderwijs: Werking van het Onderwijscentrum Brussel ..... Onderwijs: Personeelsbestand bij het Onderwijscentrum Brussel en bij Voorrangsbeleid Brussel ............................... Onderwijs: Samenwerking of fusie van het Onderwijscentrum Brussel met andere onderwijsactoren.................... Onderwijs: Aanwerving extra leerkrachten in het Nederlandstalig basisonderwijs te Brussel .......................... Onderwijs: Door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gefinancierde projecten inzake capaciteitsuitbreiding van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel .................................. Onderwijs: Selectie van de uitbreidingsprojecten voor het Nederlandstalig onderwijs te Brussel .................................. Onderwijs: Planning en uitvoering van de capaciteitsuitbreiding van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel ............. Divers: Woontours van Brukselbinnenstebuiten/Wonen in Brussel ................................................................................ Onderwijs: Implementatie van de campagne “Ik haat lezen” in het Brussels Nederlandstalig onderwijs .......................... Onderwijs: Verschillen in geslachtsgebonden leerresultaten .. Onderwijs: Aantal internaatsleerlingen binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel .................................. Onderwijs: Kristal Klaar .................................................... Onderwijs: Infrastructurele uitdagingen binnen het Nederlandstalig Deeltijds Kunstonderwijs in Brussel ......... Onderwijs: Welkomstpakket voor eerstejaarsstudenten te Brussel ............................................................................
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
2 3 16 17 19 20 21 22
23 25 26 29 30 31 33
34 35 37 39 40 41 43 44 45 47
92 51 52 53 54 55
09.03.2012 09.03.2012 14.03.2012 15.03.2012 15.03.2012
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 1 mei 2012
Elke Van den Brandt Elke Van den Brandt Bianca Debaets Johan Demol Paul De Ridder
Onderwijs: Levering voorrangsbewijs.................................. Divers: Toekennen van de opdracht voor het ontwerp van de Gouden Ketjes................................................................ Onderwijs: Ongekwalificeerde uitstroom in het Nederlandstalig TSO/BSO in Brussel.................................. Onderwijs: Het ophanden zijnde spijbelactieplan van de Vlaamse minister van Onderwijs Pascal Smet...................... Onderwijs: Nederlandstalige kleuterschool Prinses Paola in Sint-Lambrechts-Woluwe....................................................
47 49 50 52 53
Brigitte Grouwels, lid van het College, bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrionium 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
13.02.2012 13.02.2012 13.02.2012 27.02.2012 06.03.2012 06.03.2012 13.03.2012 16.03.2012 19.03.2012 19.03.2012
Bianca Debaets Bianca Debaets Bianca Debaets Elke Van den Brandt Greet Van Linter Greet Van Linter Greet Van Linter Greet Van Linter Carla Dejonghe Carla Dejonghe
Gezondheid: Darmkankerscreening voor Vlamingen – toepassing in Brussel............................................................ Gezondheid: Toepassing van het Vlaamse dementieplan in Brussel............................................................................ Welzijn: interfamiliaal geweld............................................... Welzijn: Doorstroom vanuit het BUSO naar volwassenenopvang................................................................................. Gezondheid: Resultaat van het onderzoek van de Vlaamse Zorginspectie naar Seniorencare 24....................................... Divers: aantal taalklachten bij het Vlaams Meldpunt Taalklachten........................................................................ Welzijn: Onthaalpunten in het Lokaal Sociaal Beleidsplan..... Welzijn: Uitbouw van de woonzorgzones te Brussel............. Welzijn: Flexibilisering van de kinderopvang....................... Welzijn: Uitbreiding van de zelfstandige kinderopvang........
54 57 59 59 60 61 63 65 68 70
Bruno De Lille, lid van het College bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken 17 18 19 20 21 22 23 24 25
01.02.2012 13.02.2012 13.02.2012 13.02.2012 21.02.2012 01.03.2012 06.03.2012 09.03.2012 15.03.2012
Bianca Debaets Carla Dejonghe Bianca Debaets Bianca Debaets Paul De Ridder Brigitte De Pauw Dominiek Lootens-Stael Bianca Debaets Paul De Ridder
Divers: Woontours van Brukselbinnenstebuiten/ Wonen in Brussel............................................................................. Cultuur: De gevolgen van de financiële crisis voor de Nederlandstalige culturele verenigingen in Brussel............... Cultuur: Project Boekbaby’s................................................. Cultuur: Culturele uitstappen van jongeren zonder verblijfsvergunning............................................................... Ambtenarenzaken: Personeelsverloop in de 22 gemeenschapscentra......................................................................... Cultuur: Website van de Brusselse gemeenschapscentra....... Cultuur: Nederlandstalige jeugdbewegingen........................ Cultuur: Kortinggids............................................................ Patrimonium: Depotonderzoek door de VUB......................
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
72 72 74 77 78 80 85 87 88
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
93
BIJLAGE 1 Overzicht drukwerk begroting 2009-2010 Cultuur, Jeugd en Sport. Sport Brochure sportgids – meermalige publicatie korte inhoud: Nederlandstalig sportaanbod per doelgroep (clubs, lessenreeksen), jeugdsportkampen,sportkalender, sportinitiatieven, Brusselse sportcentra, nuttige adressen,… doelgroep: mensen op zoek naar een Nederlandstalig sportaanbod in Brussel doel: mensen aanzetten tot sporten door informatie te verstrekken Werd het doel en de doelgroep bereikt? De sportgids is een publicatie die vaak aangevraagd wordt. Hoeveel mensen door de sportgids effectief aan sport doen, is moeilijk meetbaar. oplage: 10000 brochures kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 5167 euro leverancier ontwikkeling: Short Cut gunningprocedure ontwikkeling: beperkte offerteaanvraag gunningcriteria ontwikkeling: uitwerking basisconcept en dienstverlening en prijs gunningbeslissing ontwikkeling: gemachtigd ambtenaar kostprijs druk: 8199 euro drukker: Enschede gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-06-17 voor de druk Folder aangepaste bewegingsdag – meermalige sportdag korte inhoud: aankondiging sportdag doelgroep: volwassenen met een ernstige verstandelijke handicap doel: zoveel mogelijk volwassenen met een ernstige verstandelijke handicap aan het sporten brengen Werd het doel en de doelgroep bereikt? Aangezien de sportdagen steeds snel volzet zijn, gaan we er van uit dat doel en doelgroep bereikt zijn. oplage: 1600 folders, 60 affiches kostprijs verspreiding: intern
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
94
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
kostprijs ontwikkeling: 617 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 256 euro drukker: Boone Roosens gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling Voorjaar 2010 voor de druk
Folder badmintontornooi – meermalig evenement korte inhoud: aankondiging badmintontornooi voor recreanten in Etterbeek doelgroep: + 16 jaar / badmintonliefhebber doel: zoveel mogelijk deelnemers Werd het doel en de doelgroep bereikt? We hebben gemerkt dat folder niet het ideale communicatiekanaal is en daarom hebben we besloten om in 2011 geen folder meer te maken. oplage: 1200 folders, kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 678 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 614 euro drukker: Goekint Graphics gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-05-06 voor de druk Folder bijscholingen 2010 – meermalige folder korte inhoud: aankondiging bijscholingen (inhoud) doelgroep: sportleerkrachten, sportlesgevers, initiators, onderwijzers, kleuterleidsters,… doel: zoveel mogelijk deelnemers (kwaliteitsverhoging / veiligheid / op de hoogte blijven van nieuwe sporttendensen) Werd het doel en de doelgroep bereikt?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
95
Aangezien de bijscholingen steeds zijn kunnen doorgaan (voldoende deelnemers) gaan we er van uit dat de folders hun werk hebben gedaan. We hebben echter wel besloten om in 2011 geen folders meer te laten drukken omdat er tegenwoordig andere efficiëntere en goedkopere kanalen voor deze doelgroep zijn (o.a. e-mail). oplage: 4850 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 756 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 642 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-03-24 voor de druk Folder Buitengewoon Sportief Brussel – meermalige folder korte inhoud: aankondiging sportdag doelgroep: jongeren (+ 12 jaar) en volwassenen met een lichte verstandelijke handicap doel: zoveel mogelijk volwassenen met een lichte verstandelijke handicap aan het sporten brengen Werd het doel en de doelgroep bereikt? In 2009 kende deze sportdag een succes, doch in 2010 niet. Sportdag vond toen op een zondag plaats. Waarschijnlijk ligt dit aan het feit dat het een zondag was en niet aan het communicatiemiddel (folder). oplage: 1000 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 327 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 256 euro drukker: Goekint Graphics gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
96
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
2010 voor de druk Folder bijscholing Hoger redder – meermalige folder korte inhoud: inhoud bijscholing (reddings- en reanimatietechnieken…) doelgroep: personen in het bezit van ‘Hoger Redder’-diploma (verplichte jaarlijkse bijscholing) doel: zoveel mogelijk deelnemers Werd het doel en de doelgroep bereikt? Aangezien de bijscholingen steeds zijn kunnen doorgaan (voldoende deelnemers) gaan we er van uit dat de folders hun werk hebben gedaan. We hebben echter wel besloten om in 2011 geen folders meer te laten drukken omdat er tegenwoordig andere efficiëntere en goedkopere kanalen voor deze doelgroep zijn (o.a. e-mail). oplage: 4000 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 545 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 446 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-02-04 voor de druk
Folder Sportdag Aangepast Sporten – meermalige folder korte inhoud: aankondiging sportdag doelgroep: volwassenen met een matige verstandelijke handicap doel: zoveel mogelijk volwassenen met een matige verstandelijke handicap aan het sporten brengen Werd het doel en de doelgroep bereikt? Aangezien de sportdagen steeds snel volzet zijn, gaan we er van uit dat doel en doelgroep bereikt zijn. oplage: 1500 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 327 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning)
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
97
kostprijs druk: 308 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-09-06 voor de druk Folder aanbod E. Hiel – meermalige folder korte inhoud: aankondiging sportaanbod E. Hiel doelgroep: kinderen van 2,5 tot 18 jaar en volwassenen doel: zoveel mogelijk inschrijvingen voor de nieuwe lessenreeksen Werd het doel en de doelgroep bereikt? Vermits we een nieuwe sportlocatie hadden in Schaarbeek, vonden we het nodig om folders van het aanbod te maken en deze ook o.a. naar de buurtbewoners en scholen te verspreiden. We denken dat we met dit middel onze doelgroep gedeeltelijk bereiken. oplage: 5000 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 399 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 500 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-01-08 voor de druk Folder aanbod HUB/ Koekelberg – meermalige folder korte inhoud: aankondiging sportaanbod HUB/Koekelberg doelgroep: kinderen van 2,5 tot 18 jaar en volwassenen doel: zoveel mogelijk inschrijvingen voor de nieuwe lessenreeksen Werd het doel en de doelgroep bereikt? Aangezien de geplande activiteiten voldoende deelnemers hadden, gaan we er van uit dat folder een goed middel was. oplage: 5000 folders kostprijs verspreiding: intern
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
98
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
kostprijs ontwikkeling: 472 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 700 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2009-09-06 voor de druk Brochure G-sport - nieuw korte inhoud: Nederlandstalig sportaanbod voor personen met een handicap in VlaamsBrabant en Brussel doelgroep: mensen die op zoek zijn naar een Nederlandstalig sportaanbod voor personen met een handicap in Brussel en Vlaams-Brabant + ook doorverwijzers doel: personen met een handicap aanzetten tot sporten door informatie te verstrekken Werd het doel en de doelgroep bereikt? De G- sportbrochure is vanaf de eerste editie goed onthaald. Zeker de doorverwijzers vinden het een handig instrument. oplage: 5000 brochures kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 889 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 1118 euro drukker: via provincie gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling Folder G-lessenreeksen - nieuw korte inhoud: aankondiging G-lessenreeksen doelgroep: kinderen en jongeren van 7 tot 18 jaar met een verstandelijke handicap en/ of licht motorische handicap doel: regelmatige sportbeoefening voor personen met een handicap
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
99
Werd het doel en de doelgroep bereikt? De lessenreeksen hebben voldoende deelnemers om te kunnen doorgaan, maar er mogen er meer zijn. Doelgroep is moeilijk bereikbaar. oplage: 2400 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 399 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 300 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-11-30 voor de druk
Folder/affiche badminton - meermalig korte inhoud: aankondiging lessenreeksen badminton in de HUB en in HealthCity doelgroep: + 8 jaar doel: zoveel mogelijk deelnemers
Werd het doel en de doelgroep bereikt? Folders hebben er in de beginjaren voor gezorgd dat er deelnemers waren. Aangezien de deelnemers jaarlijks terug komen hebben we vanaf 2011 geen folders meer laten drukken, maar enkel affiches. oplage: 2000 folders, 65 affiches kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 557 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 460 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-10-21 voor de druk
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
100
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Folder/affiche sportacademie 2010 – meermalige folder korte inhoud: aankondiging sportacademie op verschillende plaatsen in Brussel doelgroep: kinderen vanaf 3 jaar, jongeren, volwassenen, personen met een handicap doel: zoveel mogelijk deelnemers Werd het doel en de doelgroep bereikt? Folders /affiches hebben er in de beginjaren voor gezorgd dat er deelnemers waren. De lijvige folder heeft intussen plaats geruimd voor een flyer omdat er doorverwezen wordt naar de website. Sportacademie is al enkele jaren volzet. Promotie zal dus wel goed zijn, of formule slaat aan. oplage: 2300 folders en 270 affiches kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 653 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 802 EUR drukker: Poot/ Enschede gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-10-21 voor de druk Folder/ affiche zwemweek – meermalige activiteit korte inhoud: programma van verschillende deelnemende gemeenten / zwembaden / clubs doelgroep: vooral gezinnen / zowel trouwe als nieuwe zwembadbezoeker doel: zoveel mogelijk deelnemers Werd het doel en de doelgroep bereikt? Evenement heeft steeds volk gelokt. oplage: 20000 folders en 350 affiches kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 557 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 1532 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
101
gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-09-06 voor de druk Folder tandemtochten - nieuw korte inhoud: algemene informatie en data tochten doelgroep: slechtzienden, blinden en personen die niet in staat zijn om zelfstandig te fietsen + toeleiders (instellingen/scholen type 6) doel: voldoende deelnemers om de geplande tochten te kunnen laten doorgaan Werd het doel en de doelgroep bereikt? Aangezien de tochten zijn kunnen doorgaan, veronderstellen we dat promotie zijn werk heeft gedaan. oplage: 1300 folders kostprijs ontwikkeling: 748 euro kostprijs verspreiding: intern leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 2000 EUR drukker: Enschede gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010 voor de druk Folder mountainbiken – meermalige folder korte inhoud: algemene informatie rond aanvraag mountainbiketochten doelgroep: groepen (scholen, bedrijven, jeugdverenigingen, vrienden, …) doel: zoveel mogelijk personen laten fietsen Werd het doel en de doelgroep bereikt? Er zijn regelmatig aanvragen geweest. oplage: 2500 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 666 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning)
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
102
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 256 euro drukker: Boone Roosens gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010 voor de druk
Kaft met dienstverleningsfiches - bijdruk korte inhoud: de dienstverlening van de VGC-sportdienst doelgroep: scholen, sportclubs, GC, sportorganisaties, gemeenten doel: informatie geven over dienstverlening VGC-sportdienst Werd het doel en de doelgroep bereikt? We hopen dat dit een nuttig instrument is. Aangezien er een groot verloop is binnen de GC, de scholen… vonden we het noodzakelijk om een kaft te maken die dan een vaste plaats krijgt in de bibliotheek van de school, GC…. We hebben voor aparte fiches geopteerd, omdat we deze gemakkelijk kunnen vervangen indien er wijzigingen zijn. oplage: 1300 brochures kostprijs verspreiding: intern kostprijs druk: 2000 euro drukker: Enschede gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling
Kaarten visualisatie sportgids- nieuw korte inhoud: het sportaanbod per gemeente in kaart brengen (tot 16 jaar) doelgroep: scholen, toeleiders en kansarmen doel: zoveel mogelijk personen helpen een geschikt sportaanbod in de buurt te vinden Werd het doel en de doelgroep bereikt? Uit een bevraging bleek dat de sportgids niet voor alle doelgroepen even toegankelijk was. Vandaar dat we kaarten hebben ontworpen waarop activiteiten zichtbaar zijn (plaats, soort sportaanbod, nabijheid van openbaar vervoer…). Er zijn al vele positieve reacties gekomen op deze kaarten. Ook op vrijetijdsbeurzen is het een handig middel om te laten tonen wat er waar is.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
103
oplage: 630 (map) brochures kostprijs ontwikkeling: 4937 euro kostprijs verspreiding: intern leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 2451 euro drukker: Print marketing gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-12-13 voor de druk
Folder Fit en Beweeg –nieuwe campagne korte inhoud: aankondiging data en locatie fitheidstesten / hertesten + Fit & Beweeglessenreeksen Het sportaanbod per gemeente in kaart brengen (tot 16 jaar) doelgroep: iedere Brusselaar (vanaf 16 jaar) die wil weten hoe het met zijn conditie gesteld is en die zijn conditie nog wil verbeteren doel: zoveel mogelijk deelnemers + verbetering conditie Werd het doel en de doelgroep bereikt? De fitheidstesten waren volzet (beperkt aantal plaatsen), doch de lessenreeksen hadden meer deelnemers aan gekund. oplage: 4500 folders kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 666 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 839 euro drukker: Geers Offset gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-03-04 voor de druk
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
104
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Fit en Beweeggids 2010 - nieuw korte inhoud: fit en beweegtips, het belang van beweging, info om conditie te verbeteren, informatie rond gezonde voeding, interessante adressen doelgroep: iedere Brusselaar (vanaf 16 jaar) die zijn conditie nog wil verbeteren en gezonder wil gaan leven doel: zoveel mogelijk mensen aansporen om te bewegen en gezonder te leven Werd het doel en de doelgroep bereikt? Niet echt meetbaar oplage: 2000 brochures kostprijs verspreiding: intern kostprijs ontwikkeling: 1343 euro leverancier ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningprocedure ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningcriteria ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) gunningbeslissing ontwikkeling: zie bij sportgids 2010 (1 globale gunning) kostprijs druk: 1798 euro drukker: Poot gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk prijs gunningbeslissing druk gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-10-19 voor de ontwikkeling 2010-03-18 voor de druk Sport, jeugd en entiteit gemeenschapscentra Vrijetijdscampagne – najaar 2010 Inhoud: 5 brochures (Agenda 22, Talent Mix, Vakantiegids, Jeugdgids, Sportgids) worden gezamenlijk aangekondigd en gepromoot doel: de Nederlandstalige en anderstalige Brusselaars met interesse in het Nederlandstalig vrijetijdsaanbod. doel: de bekendheid van de producten te promoten, aanvragen van de brochures of raadplegen van de website genereren Werd het doel en de doelgroep bereikt? Uit de evaluatie blijkt dat er nood is aan grootschaligere campagne. oplage: 16700 folders, 1400 affiches kostprijs ontwikkeling: 2952 euro (onderdeel van een globale opdracht) leverancier ontwikkeling: Cibe gunningprocedure: beperkte offerteaanvraag gunningcriteria: kwaliteit dienstverlening en kostprijs kostprijs verspreiding: 1633 euro leverancier verspreiding: Rapid Affichage en ArtePub gunningcriteria: kostprijs en aanbod
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
105
kostprijs druk: 629 euro drukker: Swinnen Printing gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs gunningbeslissingen: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-20-01 voor de ontwikkeling 2010-08-04 voor de druk juli-augustus 2010 voor de verspreiding Vrijetijdscampagne – voorjaar 2011 korte inhoud: 5 brochures (Agenda 22, Talent Mix, Vakantiegids, Jeugdgids, Sportgids) worden gezamenlijk aangekondigd en gepromoot doel: de Nederlandstalige en anderstalige Brusselaars met interesse in het Nederlandstalig vrijetijdsaanbod. doel: de bekendheid van de producten te promoten, aanvragen van de brochures of raadplegen van de website genereren Werd het doel en de doelgroep bereikt? De eerste resultaten zijn bescheiden, maar bemoedigend. Er is wel meer samenwerking en overleg nodig. oplage: 16700 folders, 1400 affiches kostprijs verspreiding: 3170 euro leverancier verspreiding: Rapid Affichage gunningcriteria: kostprijs en aanbod kostprijs druk: 672 euro drukker: Swinnen Printing gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs gunningbeslissingen: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-20-01 voor de ontwikkeling 2010-08-10 voor de druk december 2010 voor de verspreiding
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
106
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Overzicht drukwerk begroting 2009 Cultuur, Jeugd en Sport. Algemeen cultuurbeleid
Cultuurwaardebon - meermalig Folder ‘Beleef Brussel met de cultuurwaardebon ‘ - algemeen : korte inhoud: Deze folder omvat de aanvraagprocedure voor cultuurwaardebons, een paar eenvoudige regels, een lijst met meer dan 70 culturele instellingen waar men de bon kan gebruiken en een aanvraagformulier. doelgroep: De algemene folder is bedoeld voor iedereen met domicilie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de randgemeenten van Brussel : Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Hoeilaart, Kraainem, Linkebeek, Machelen, Meise, Merchtem, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezenbeek-Oppem en Zaventem. doel: bestelling van bons door deze doelgroep voor cultuurevenementen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Het doel en de doelgroep werden bereikt. oplage: 32000 voor 3 folders (algemeen, studenten, NT2) kostprijs: 6616 euro, intern (verspreiding) leverancier: Kunstmaan gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: technische en artistieke specificiteit gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-07-14 Folder ‘Beleef Brussel met de cultuurwaardebon ‘ - studenten : korte inhoud: Ook deze folder omvat de aanvraagprocedure voor cultuurwaardebons, een paar eenvoudige regels, een lijst met meer dan 70 culturele instellingen waar men de bon kan gebruiken en een aanvraagformulier. doelgroep: De studentenfolder is bedoeld voor alle studenten van de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten van Brussel. doel: bestelling van bons door deze doelgroep voor cultuurevenementen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Het doel en de doelgroep werden bereikt. oplage: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning)
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
107
kostprijs: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning), intern (verspreiding) leverancier: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningprocedure: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningcriteria: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningsbeslissing: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) Wanneer werd de beslissing genomen? zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) Folder ‘Beleef Brussel met de cultuurwaardebon ‘ - NT2 : korte inhoud: Hierin wordt uitgelegd wat cultuurwaardebons zijn, wie de cultuurwaardebons krijgt, waar je cultuurwaardebons kan krijgen en waar je de bons kan gebruiken. Daarnaast vindt u ook een aanvraagformulier. doelgroep: Onze algemene folder werd in een eenvoudig Nederlands voor anderstaligen aangemaakt. De NT2 folder is het resultaat. Deze folder is bedoeld voor de NT2-cursisten. doel: bestelling van bons door deze doelgroep voor cultuurevenementen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Het doel en de doelgroep werden bereikt. oplage: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) kostprijs: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning), intern (verspreiding) leverancier: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningprocedure: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningcriteria: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) gunningsbeslissing: zie bij folder ‘beleef Brussel met de cultuurwaardebon’ – algemeen (1 globale gunning) Entiteit gemeenschapscentra Agenda 22 – najaar 2009 en voorjaar 2010- 2 maal per jaar korte inhoud: een thematisch ingedeelde brochure met het cultuurprogramma van de 22 Brusselse gemeenschapscentra. Hierin wordt het complete culturele aanbod van de 22 gemeenschapscentra gebundeld: muziekconcerten, tentoonstellingen, filmvoorstellingen, theatervoorstellingen, familievoorstellingen, literatuur, culturele evenementen,… doelgroep: Nederlandstalige Brusselaars en iedereen die op zoek is naar vrijetijdsbesteding in het Nederlands.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
108
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
doelstelling: via deze publicatie het culturele aanbod van de 22 gemeenschapscentra promotioneel ondersteunen en beter bekend maken bij de potentiële gebruikers. Hierbij wordt het programma van de individuele centra extra promotioneel ondersteund. Door deze gemeenschappelijke publicatie willen we ook via dit concrete aanbod de naambekendheid van de gemeenschapscentra vergroten. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Ruime verspreiding als bijlage bij BDW bij alle abonnees. En daarnaast ook de ruime distributie via de gemeenschapscentra en bibliotheken en andere belangrijke infopunten in Brussel en de Rand. Verder geen concreet zicht op het behaalde effect. oplage: 70000 brochures per editie kostprijs ontwikkeling NJ 2009 en VJ 2010: 5740 euro leverancier ontwikkeling: Meer wit gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria ontwikkeling: prijs, kwaliteit, leveringstermijn gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-07-08 kostprijs verspreiding NJ 2009 en VJ 2010: 2335 euro leverancier verspreiding: Aeolus gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria verspreiding: prijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar kostprijs druk NJ 2009: 12.181 euro drukker: Roularta Printing gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk: kostprijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-07-06 kostprijs druk VJ 2010: 11844 euro drukker: Roularta Printing gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk: kostprijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-12-18 Ronja de Roversdochter – familievoorstelling – eerste in een reeks zomerevents korte inhoud: promotie voor Ronja de Roversdochter, een familievoorstelling die de 22 Brusselse gemeenschapscentra in Belgische première in augustus 2009 naar het Zoniënwoud brachten. Ronja speelde 17 keer van 10 tot en met 30 augustus aan een open plek naast de Koningsvijvers. De voorstelling is een openlucht theaterproductie over een vriendschap tussen een roversdochter en een roverszoon. Een wonderlijke vertelling gebaseerd op het boek van de Zweedse kinderboekschrijfster Astrid Lindgren. Ronja de Roversdochter werd gespeeld door een 35-koppige ploeg waarvan de hoofdrollen Birk en Ronja beurtelings ingevuld werden door vier kinderen die na audities geselecteerd
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
109
werden. Gemiddeld stonden een zeventiental acteurs op scène wat een erg grote cast en in het jeugdtheater een uniek gegeven is. doelgroep: Brussels publiek (scholen, speelpleinen, kinderwerkingen, jeugdateliers, jeugdbewegingen), Brusselse (Nederlandstalige) gezinnen, gezinnen uit de omgeving van Groenendaal (Vlaams- Brabant) en uit Vlaanderen. Omdat het initiatief uitging van de commissie Scholenwerking, werden de 160 basisscholen van Brussel uitgenodigd om te komen kijken. Voor wie Ronja deze zomer miste, was er in het najaar de schoolvoorstelling ‘Alleen op de wereld’. doel: De 22 gemeenschapscentra haalden deze voorstelling naar Brussel om kinderen van speelpleinen en families in de zomermaanden kwaliteitsvol jeugdtheater aan te bieden en ze op een andere manier het bos te laten kennen. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Er werden ruim 2000 tickets verkocht waarvan 540 werden gereserveerd voor de speelpleinen. Uitvoerige promotie en een sterk product waren de reden dat alle voorstellingen reeds voor aanvang uitverkocht waren. De kinderen van de Brusselse scholen werden goed bereikt via de plaatselijke programmatoren. De kinderen van de Brusselse speelpleinen en kinderwerkingen kregen de kans om gratis de voorstelling bij te wonen. Twaalf speelpleinen boekten een dagje Ronja, samen goed voor 540 kinderen. Hierdoor werd een mix aan doelgroepen bereikt, die een mooie weerspiegeling was van de Brusselse context. Ronja de Roversdochter heeft een gat in het Brusselse aanbod blootgelegd: er is in Brussel een vraag naar cultuur voor kinderen tijdens de zomermaanden. Het project Ronja kan op die manier een aanzet vormen tot de uitbouw van een groter cultuuraanbod voor de Brusselse kinderen tijdens de vakantieperiodes. Er werd naambekendheid van de 22 gemeenschapscentra gegenereerd. Het publiek kwam met ruim 50% voornamelijk uit het Brussel Hoofdstedelijk Gewest gevolgd door de provincie Antwerpen, de bakermat van het gezelschap. Maar er was ook een grote opkomst uit Limburg, West- en Oost-Vlaanderen. Tal van programmatoren en collega’s uit de cultuur-, jeugd-, onderwijs- en mediasector zagen de voorstelling wat de netwerking in Brussel en omstreken, maar ook in Vlaanderen een boost gaf. kostprijs : intern (ontwikkeling), 1444 euro (druk) leverancier: De Wrikker gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria verspreiding: prijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? Mei 2009 kostprijs verspreiding flyers Ronja De Roversdochter: 664 euro leverancier verspreiding: Brussel Deze Week gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria verspreiding: prijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-07-06
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
110
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Erfgoed Erfgoedbrochure – erfgoeddag 26 april 2009 – meermalig evenement korte inhoud: Op deze dag krijgen musea, archieven, verenigingen, particulieren, gemeenten,… kortom alle erfgoedbewaarders de kans om hun erfgoed in de kijker te zetten. Thema dit jaar is ‘Uit vriendschap’. De brochure vertelt u alles over het uitgebreide programma. Op het vlak van communicatie zorgt de erfgoedcel voor een brochure met het Brusselse programma en promotie via de Brusselse media. Voor de editie van 2009 ontwikkelt ze een specifieke doelgroepenwerking. Omdat dit jaar “vriendschap” in de kijker staat, is er voor kinderen vanaf 8 jaar een leuk boekje. Voor de anderstaligen die Nederlands leren worden een aantal activiteiten uit het programma extra belicht. Dit laatste gebeurt in samenwerking met het Huis van het Nederlands. doelgroep: We beogen het grote publiek uit Brussel en de Rand. doel: De Brusselse activiteiten in het kader van de Erfgoeddag extra in de kijker zetten en het publiek informeren over de Brusselse erfgoed en de erfgoedinstellingen. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Meer dan 10 000 mensen kwamen naar de Brusselse erfgoeddag. Vooral gezinnen met kinderen werden bereikt. oplage: 59000 brochures, 500 flyers kostprijs ontwikkeling en verspreiding: 4114 euro, intern en Faro (verspreiding) leverancier ontwikkeling: extern gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: grafisch- en vertaaluitvoering kostprijs druk: 5166 euro drukker: Roularta Printing gunningsprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria druk: technische specificiteit gunningbeslissing druk: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-03-11 voor de ontwikkeling 2009-03-31 voor de druk Turken op de meridiaan – brochure in een reeks korte inhoud: De Week van de Smaak heeft in 2009 als gastland Turkije. De erfgoedcel gaat in brengt ene publicatie uit met het culinair erfgoed van de Turkse gemeenschap rond de as Haachtsesteenweg – Middaglijnstraat. De publicatie is de eerste in de reeks rond culinaire tradities in combinatie met migratieverhalen. De brochure werd gekoppeld aan wandelingen en workshops in Sint –Joost-ten-Node (ism Ten Noey) De publicatie werd gratis verspreid aan de deelnemers van de wandeling, aan de medewerkers aan het project Stemmen uit Babel, aan contacten van de Erfgoedcel en op aanvraag via de website of nieuwsbrief. doelgroep: De brochure mikt op een breed publiek. De erfgoedcel betrekt ook mensen uit de gemeenschappen bij de wandeling.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
111
doel: via dit initiatief focust de erfgoedcel op een bepaalde wijk om die vanuit culinaire en migratie-achtergrond op een positieve manier in beeld te brengen. Op die manier willen we een breed publiek laten kennis maken met de culturele rijkdom van Brussel aan de hand van de eetcultuur. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Dit project rond interculturaliteit en het culinair erfgoed van de verschillende gemeenschappen zorgen dat die gemeenschappen ook een grote betrokkenheid hebben. Via rondleidingen, die dan ook locaties van de geïnterviewden bezoeken, worden de brochures verspreid. oplage: 500 exemplaren kostprijs ontwikkeling, druk en verspreiding: 4167,30 euro, intern en Faro (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Tonk Design gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: prijs Wanneer werd de beslissing genomen? oktober 2009 Speelpleinen Slurfvakantie 2010 – jaarlijkse publicatie korte inhoud: De brochure bestaat uit een voorstelling van de speelpleinen en busophaalpunten, enkele spelregels en wetenswaardigheden, een uitscheurbare inschrijvingsfiche met overschrijvingsformulier, een vakantiekalender en informatie over de deelnameprijzen. doelgroep: ouders doel: alle informatie bezorgen over de VGC-speelpleinen tijdens de paas-, zomer- en kerstvakantie. Werd het doel en doelgroep bereikt? Ja. De speelpleinen waren meteen volzet, dus ouders waren op de hoogte van de werking en de inschrijfperiode. Ze wisten waar ze terecht konden met hun vragen. oplage: 18300 brochures kostprijs: 4.770 euro, intern (verspreiding) leverancier: Boone-Roosens gunningprocedure onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria : prijs, kwaliteit gunningcriteria: prijs, kwaliteit, leveringstermijn gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-12-11 Animatorenfolder 2010 – meermalige folder korte inhoud: Nieuwe animatoren krijgen vanaf dit jaar een vouwfoldertje. In het foldertje zelf staan de contactgegevens van de VGC Speelpleindienst en een aantal sfeerbeelden. Het foldertje wordt gevuld met een aantal fiches, die de praktische informatie geven over
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
112
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
de manier van inschrijven, de plaats, tijdstippen en vergoedingen van de speelpleinwerking in 2010. doelgroep: De VGC Speelpleinwerking doet een beroep op jongeren om zich in te zetten als animator op het speelplein. Deze folder is bedoeld voor nieuwe animatoren. doel: Nieuwe (hoofd)animatoren voor de VGC speelpleinen rekruteren door hen alle info over de speelpleinwerking (inschrijving, vergoeding, contactgegevens, …) te bezorgen. Werd het doel en doelgroep bereikt? Ja. Er werden voldoende (hoofd)animatoren gevonden om alle plaatsen op de verschillende speelpleinen in te vullen. oplage: 7000 brochures kostprijs: 5194 euro, intern (verspreiding) leverancier: Boone-Roosens gunningprocedure onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria : prijs, kwaliteit gunningcriteria: prijs, kwaliteit, leveringstermijn gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-12-11 Jeugd Jeugdgids Brussel “Ketj’up” – meermalig, maar niet jaarlijks korte inhoud: Alle informatie voor jongeren (vrije tijd, onderwijs, welzijn, overheden) in Brussel. Deze gids is een update en herwerking van de versie van 2007. De realisatie van deze gids is opgenomen in het jeugdwerkbeleidsplan 2006-2010. doelgroep: jongeren en intermediairen die met jongeren in contact komen. doel: kinderen, jongeren (en hun ouders) en intermediairen die met jongeren in contact komen wegwijs maken in het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in Brussel aan de hand van contactgegevens van en informatie over jeugdwerk, cultuurcentra, … Een antwoord voorzien bij vragen over school, werk, relaties, gezin via een overzicht van diensten die jongeren advies of begeleiding kunnen bieden. Werd het doel en de doelgroep bereikt? De jeugdgids wordt positief onthaald bij jeugdwerkers en studenten. Uit het onderzoek naar vrije tijd van kinderen en jongeren uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs blijkt echter dat de bekendheid van deze gids nog ondermaats is. Na analyse van de communicatieproducten in het kader van het jeugdportaal lijkt het interessant om nog steeds de mogelijkheid te bieden om de jeugdgids online te downloaden, maar om ook de informatie uit de jeugdgids in digitale vorm aan te bieden zodat deze gemakkelijker te updaten en te doorzoeken is. oplage: 35000 brochures kostprijs ontwikkeling en verspreiding: 13078 euro, intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Cayman gunningprocedure ontwikkeling: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria ontwikkeling: prijs / kwaliteit gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
113
kostprijs druk: 13.000 euro drukker: Geers Offset gunningprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningscriteria druk: prijs / kwaliteit gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-07-20 voor de ontwikkeling 2009-12-18 voor de druk Sport Campagne Stadskriebels – meermalig evenement korte inhoud: aankondiging Stadskriebels doelgroep: iedereen: verenigingen, gezinnen, buurtbewoners, kansarmen, personen met een handicap,… uit Brussel en Vlaams-Brabant doel: zoveel mogelijk deelnemers Werd het doel en de doelgroep bereikt? We vinden dat folders en affiche naast andere communicatiekanalen zeker hun waarde hebben. oplage: 40000 folders, 2100 affiches kostprijs ontwikkeling, druk en verspreiding: 18187 euro, aangevuld met interne verspreiding leverancier ontwikkeling, druk en verspreiding: Short Cut gunningprocedure: beperkte offerteaanvraag gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: creatieve, esthetische en functionele kenmerken van ontwerpen, drukwerk en informatiedragers en de prijs Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-11-19 Sport en jeugd Vakantiegids “Zoek hier je Vakantieplezier” – meermalige publicatie – Paas- en zomervakantie 2010 korte inhoud: Nederlandstalig vakantieaanbod in Brussel per leeftijdsgroep en binnen elke leeftijdgroep alfabetisch per gemeente doelgroep: Jeugd tussen 2,5 en 18 jaar op zoek naar een Nederlandstalig vakantieaanbod in Brussel (Pasen en zomer 2010) doel: Het uitgebreide activiteitenaanbod tijdens de schoolvakanties (van de VGC jeugden sportdienst, van culturele centra, musea, jeugdorganisaties en sportverenigingen) voor iedereen van de kleuterschool, de lagere school of het secundair onderwijs bundelen per gemeente in Brussel. Ouders en hun kinderen hierin wegwijs maken door een aanduiding van de leeftijdscategorie en via icoontjes die aangeven aan over welk soort activiteit het gaat.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
114
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Werd het doel en de doelgroep bereikt? De vakantiegids wordt op grote oplage gedrukt en verspreid naar alle kinderen uit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Uit het onderzoek naar vrije tijd van kinderen en jongeren uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs blijkt echter dat de bekendheid van deze gids ondermaats is. Er kunnen vragen gesteld worden over de verspreiding en de rol van de intermediairen (leerkrachten, schooldirecties) in deze. In het kader van de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan werden vragen gesteld bij de opbouw van deze brochure. Het verder zetten en de opbouw van de vakantiegids, en eventuele online toepassing, vormt momenteel een onderdeel van analyse van de communicatieproducten in het kader van het jeugdportaal. oplage: 35000 brochures kostprijs ontwikkeling en verspreiding: 2384 euro, intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Shortcut gunningprocedure ontwikkeling: Beperkte offerteaanvraag gunningcriteria ontwikkeling : kwaliteit van uitwerking basisconcept, kwaliteit dienstverlening en kostprijs gunningsbeslissing: ontwikkeling gemachtigd ambtenaar kostprijs druk: 10672 euro drukker: Arte Print gunningprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningscriteria druk: prijs gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-11-05 voor de druk 2009-10-19 voor de ontwikkeling
Vakantiegids “Zoek hier je Vakantieplezier” – meermalige publicatie – herfstvakantie en co 2009 korte inhoud: Nederlandstalig vakantieaanbod in Brussel per leeftijdsgroep en binnen elke leeftijdgroep alfabetisch per gemeente doelgroep: Jeugd tussen 2,5 en 18 jaar op zoek naar een Nederlandstalig vakantieaanbod in Brussel doel: Het uitgebreide activiteitenaanbod tijdens de schoolvakanties (van de VGC jeugden sportdienst, van culturele centra, musea, jeugdorganisaties en sportverenigingen) voor iedereen van de kleuterschool, de lagere school of het secundair onderwijs bundelen per gemeente in Brussel. Ouders en hun kinderen hierin wegwijs maken door een aanduiding van de leeftijdscategorie en via icoontjes die aangeven aan over welk soort activiteit het gaat. Werd het doel en de doelgroep bereikt? De vakantiegids wordt op grote oplage gedrukt en verspreid naar alle kinderen uit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Uit het onderzoek naar vrije tijd van kinderen en jongeren uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs blijkt echter dat de bekendheid van deze gids ondermaats is. Er kunnen vragen gesteld worden over de verspreiding en de rol van de intermediairen (leerkrachten, schooldirecties) in deze. In het kader van de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan werden vragen gesteld bij de opbouw van deze brochure. Het verder zetten en de opbouw van de vakantiegids, en
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
115
eventuele online toepassing, vormt momenteel een onderdeel van analyse van de communicatieproducten in het kader van het jeugdportaal. oplage: 35000 brochures kostprijs ontwikkeling en verspreiding: 2384 euro, intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Shortcut gunningcriteria ontwikkeling : kwaliteit van uitwerking basisconcept, kwaliteit dienstverlening en kostprijs gunningsbeslissing: ontwikkeling gemachtigd ambtenaar kostprijs druk: 7251 euro drukker: Geers Offset gunningprocedure druk: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningscriteria druk: prijs gunningsbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2008-12-17 voor de gunning Najaar 2009 voor de druk Sport, jeugd en Entiteit Gemeenschapscentra Vrijetijdscampagne – voorjaar 2010 Inhoud: 5 brochures (Agenda 22, Talent Mix, Vakantiegids, Jeugdgids, Sportgids) worden gezamenlijk aangekondigd en gepromoot. Doelgroep: De Nederlandstalige en anderstalige Brusselaars met interesse in het Nederlandstalig vrijetijdsaanbod. Doel: de bekendheid van de producten te promoten, aanvragen van de brochures of raadplegen van de website genereren. Werd het doel en de doelgroep bereikt? De eerste resultaten zijn bescheiden, maar bemoedigend. Er is wel meer samenwerking en overleg nodig. oplage: 5000 folders/postkaarten, 500 affiches kostprijs ontwikkeling: 2952 euro (onderdeel van een globale opdracht) leverancier ontwikkeling: Cibe gunningprocedure: beperkte offerteaanvraag gunningcriteria: kwaliteit vormgeving en kostprijs kostprijs druk: 1273 euro drukker: Poot gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs gunningbeslissingen: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-20-01 voor de ontwikkeling 2010-08-04 voor de druk
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
116
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Onderwijs en vorming Studiekeuzebeurs 2010 – meermalig evenement korte inhoud: al enkele jaren legt de VGC sterk de nadruk op het technisch en beroepsonderwijs. Met de campagne en de studiekeuzebeurs wil zij het TSO en BSO in een positief daglicht plaatsen. De campagne focust ook op de talrijke mogelijkheden die de richtingen in het TSO en BSO aan jongeren bieden. De keuze voor het technisch en beroepsonderwijs is een evenwaardige keuze aan andere onderwijsvormen en is een positieve keuze. De beurs laat jongeren dan weer op een speelse wijze kennismaken met de verscheidenheid. De roadshow, voor het eerst ingevoerd bij de editie 2009, moet toelaten dat jongeren nadenken over hun studiekeuze en alle mogelijkheden die het onderwijs rijk is. De roadshow trekt langs de basisscholen om leerlingen aan te zetten tot het nadenken van wat zij aan talenten bezitten, wat zij willen en kunnen doen. Studiekeuze is een bewuste keuze. Dit onderdeel van de campagne is een meer diepgaand individueel traject. De beurs zelf vond plaats van dinsdag 9 tot en met vrijdag 12 februari 2010. Op de beurs staan alle afstudeerrichtingen. Een verhaal doorheen de verschillende standen moet de leerlingen aanzetten om aan de doeactiviteiten deel te nemen. De standen staan zo opgesteld dat er een grote interactiviteit tussen standhouder en bezoekers kan plaatsvinden. De vakmansroute, in samenwerking met UNIZO, voor of na een bezoek aan de beurs, moet de leerlingen de blik op Brussel en de verschillende zelfstandigen in de binnenstad openen. De bedrijfsbezoeken na afloop van de beurs zorgen dan weer voor een beeld van de kant van de bedrijven. doelgroep: leerlingen uit het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs en uit de 1ste graad van het secundair onderwijs in Brussel en de brede Rand, hun leerkrachten en hun ouders. doel nadruk van de campagne is te komen liggen op het maken van een goede studiekeuze. Informeren van leerlingen, leerkrachten en ouders over het maken van een studiekeuze. De focus van de campagne ligt op het TSO en BSO. Werd het doel en de doelgroep bereikt? De campagne TSO/BSO is een beleidsoptie en wordt voortgezet. De stijgende leerlingenaantallen illustreren het belang van een dergelijke campagne omtrent het maken van een studiekeuze en omtrent de promotie van het TSO/BSO. oplage: 10100 brochure/map/draaiboek, 317 affiches, 8100 uitnodigingen kostprijs ontwikkeling, druk en verspreiding: 29012 euro. Daarnaast zorgde de VGC zelf ook nog voor verspreiding leverancier ontwikkeling, druk en verspreiding: Change Designers gunningprocedures: algemene offerteaanvraag gunningbeslissing: College gunningcriteria: strategie, mediamix, kostprijs per medium, visualisering, organisatie beurs, communicatie met ouders, samenwerking met beroepssectoren Wanneer werd de beslissing genomen? 2008-07-18 – eerste gunning 2009-09-25 – verlenging
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
117
Gids Basisonderwijs 2010-2011 – meermalige publicatie korte inhoud: adressen van alle Brusselse basisscholen (gewoon en buitengewoon), instellingen kinderopvang, internaten en academies, met algemene informatie over andere onderwijsinstanties doelgroep: ouders met kinderen die een basisschool, een internaat of een academie zoeken in Brussel, volwassenen die een academie zoeken in Brussel, eenieder die interesse heeft in het basisonderwijs in Brussel doel: informeren van het onderwijsaanbod in Brussel Werd het doel en de doelgroep bereikt? De gids wordt positief onthaald. Naar een volgende editie wordt de gids geoptimaliseerd: zo wordt de gids gebruiksvriendelijker door te werken met kaarten en een hergroepering van scholen. oplage: 5000 kostprijs ontwikkelingen druk: 629 euro kostprijs verspreiding: intern leverancier ontwikkeling en druk: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningprocedures: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningbeslissing: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningcriteria: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) Wanneer werd de beslissing genomen? zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning)
Gids Secundair onderwijs 2010-2011 – meermalige publicatie korte inhoud: adressen van alle Brusselse secundaire scholen (gewoon en buitengewoon), alle studierichtingen met telkens de schoolinstelling(en), met algemene informatie over de centra voor doelgroep: ouders met kinderen die een secundaire school in Brussel, eenieder die interesse heeft in het secundair onderwijs in Brussel en het volwassenenonderwijs. Het hoger onderwijs komt kort aan bod. doel: informeren van het onderwijsaanbod in Brussel Werd het doel en doelgroep bereikt? De gids wordt positief onthaald. oplage: 22.600 kostprijs ontwikkelingen druk: 5953 euro kostprijs verspreiding: intern leverancier ontwikkeling en druk: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningprocedures: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningbeslissing: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) gunningcriteria: zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning) Wanneer werd de beslissing genomen? zie bij studiekeuzebeurs (1 globale gunning)
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
118
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Welzijn, gezondheid en gezin Brussel rookvrij – meermalige campagne korte inhoud: rookvrije dag doelgroep: algemene bevolking doel: deelname rookvrije dag Werd het doel en de doelgroep bereikt? 33.133 personen deden mee oplage: 7500 flyers en 2500 affiches kostprijs: 11.800 euro (ontwikkeling), 8474 (druk), intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling en druk: Shortcut gunningprocedures: beperkte offerteaanvraag gunningbeslissing: Collegelid gunningcriteria: kwaliteit van concept, creatie en dienstverlening, creativiteit van het voorstel Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-02-25 Infomoment Impulsfonds voor het Migrantenbeleid 2009 – meermalige folder korte inhoud: Op initiatief van de federale regering is in 1991 een Fonds voor het Migrantenbeleid opgericht dat bestemd is voor steun aan projecten die een gunstig kader bieden voor de maatschappelijke integratie van personen van vreemde oorsprong, de preventie van discriminatie en de interculturele dialoog. De coördinatie van dit fonds wordt opgenomen door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Voor de Nederlandstalige Brusselse projectindieners is de VGC verantwoordelijk voor de selectieen opvolgingsprocedure. Hieruit vloeit een taak voort rond informatievoorziening naar alle potentiële projectindieners. Er wordt een folder gedrukt met het programma van het infomoment, een situering van het Impulsfonds, een inschrijvingsstrookje en contactgegevens voor meer informatie. doelgroep: Alle gemeenten, OCMW’s en verenigingen met rechtspersoonlijkheid of erkend door een openbare overheid, de publieke of private instellingen, zij het op individuele basis, zij het in partnership met een openbare overheid, en werkzaam in één of meer van de prioritaire actiezones in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. doel: Geïnteresseerde organisaties en instellingen informeren over de prioriteiten, procedure en beoordelingscriteria van het Impulsfonds. Werd het doel en de doelgroep bereikt? Op het VGC-infomoment waren 40 aanwezigen. Er was zowel ruimte voor toelichting als vraagstelling. Alle gestelde vragen werden geregistreerd. oplage: 1800 verspreidingskost: intern ontwikkeling: intern drukker: reprografie VGC
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
119
Logo-aanbod lager onderwijs – meermalige brochure korte inhoud: Logo-aanbod onderwijs doelgroep: Lager onderwijs Brussel doel: info-update Werd het doel en de doelgroep bereikt? Het aanbod is bekend. oplage: 250 verspreidingskost: intern ontwikkeling: intern drukker: reprogafie VGC Logo-aanbod secundair onderwijs – meermalige brochure korte inhoud: Logo-aanbod onderwijs doelgroep: secundair onderwijs Brussel doel: info-update Werd het doel en de doelgroep bereikt? Het aanbod is bekend. oplage: 90 verspreidingskost: intern ontwikkeling: VGC drukker: reprografie VGC Vrijwilligersverzekering - meermalig korte inhoud: Sedert 1 juli 2007 biedt de Federale overheid, in samenwerking met de provincies en de VGC een gratis vrijwilligersverzekering aan. Op 19 juli 2006 werd de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers gewijzigd. Volgens deze nieuwe wet worden verenigingen die met vrijwilligers werken (sedert 1 januari 2007) aansprakelijk gesteld voor de schade die de vrijwilligers veroorzaken en worden ze tegelijk verplicht om hiervoor een verzekering te nemen. Deze nieuwe aansprakelijkheidsregeling en verzekeringsplicht geldt enkel voor vrijwilligersorganisaties met rechtspersoonlijkheid en voor feitelijke verenigingen die deel uitmaken van een koepel of die personeel te werk stellen. De gratis vrijwilligersverzekering is echter ook bedoeld om vrijwilligers die actief zijn in een feitelijke vereniging, los van een koepel, zonder personeel, die niet door de nieuwe wet beschermd worden, dekking te bieden. De verzekering biedt bij voorrang dekking voor occasionele en tijdelijke activiteiten van verenigingen. Bedoeling is om de gratis vrijwilligersverzekering meer bekendheid te geven in Brussel en dit op een blijvende basis. doelgroep: bepaalde vzw’s (maatschappelijke zetel in Brussel, band kunnen aantonen met het Nederlandstalige circuit, niet ingericht worden door een openbaar bestuur). En feitelijke verenigingen (verantwoordelijke gedomicilieerd in Brussel, band kunnen aantonen met het Nederlandstalige circuit, niet ingericht door een openbaar bestuur) : Zij zijn eigenlijk in eerste instantie de doelgroep van de verzekering, aangezien veel vzw’s zelf al een verzekering voor hun vrijwilligers hebben.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
120
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
doel: grotere bekendheid van de verzekering in Brussel, met als belangrijkste doelgroep de feitelijke verenigingen. Werd het doel en de doelgroep bereikt? In 2009 (svz. Op 11/12/2009) deden 31 organisaties in Brussel een beroep op deze verzekering. Ze verzekerden in totaal 1212 vrijwilligersdagen. De gratis vrijwilligersverzekering kent minder succes in Brussel dan in Vlaanderen. oplage: 1500 verspreidingskost: intern ontwikkeling: intern ontwikkeling: VGC drukker: reprografie VGC Diensten Leidend Ambtenaar Communicatie Gouden Ketjes 2009– meermalig evenement korte inhoud: Organisaties aanzetten om een dossier in te dienen voor de Gouden Ketjes. doelgroep: Organisaties actief in het Brusselse gewest. doel: Zoveel mogelijk ingediende dossiers. Werd het doel en doelgroep bereikt? 100 organisaties dienden een dossier in. Is een goed resultaat. oplage: 90100 folders/uitnodigingen, 5500 affiches kostprijs: 3818 euro (ontwikkeling), 10260 euro (druk), 6864 euro (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Megaluna gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningbeslissing: College gunningcriteria: prijs, kwaliteit van het creatief voorstel, kwaliteit van de voorgestelde bijkomende communicatie-acties, kwaliteit van de dienstverlening Wanneer werd de beslissing genomen? 2008-12-17 en 2009-01-22 Gouden Ketjes 2010 – meermalig evenement korte inhoud: Organisaties aanzetten om een dossier in te dienen voor de Gouden Ketjes. doelgroep: Scholen, organisaties en verenigingen actief in Brussel. doel: Organisaties en verenigingen uit te nodigen om een dossier in te dienen en mee te dingen naar een Gouden Ket. Thema voor 2010 is “Jong Brussel”. Werd het doel en de doelgroep bereikt? We ontvingen 75 dossiers. Aangezien gelijkaardige inspanningen werden geleverd qua promotie tegenover voorgaande jaren, kan het minder aantal dossiers liggen aan een soort moeheid om een dossier in te dienen of het thema.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
121
oplage: 6200 folders, 5000 uitnodigingen, 3200 brieven, 3200 inschrijvingsformulieren, 800 toegangskaarten kostprijs: 3811, 5 (ontwikkeling), 10260 (druk), intern (verspreiding) leverancier: Megaluna gunningprocedure: beperkte offerteaanvraag gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: prijs, kwaliteit van het creatief voorstel, kwaliteit van de voorgestelde bijkomende communicatie-acties, kwaliteit van de dienstverlening Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-12-22 Folder Woontours 2010 – meermalige folder korte inhoud: In de folder worden de nieuwe woontours van 2009 voorgesteld. Het gaat om een schema met de 15 data, praktische informatie, uitleg over het verloop van een woontours en een woordje over Wonen in Brussel in het algemeen. doelgroep: Deze folder is vooral gericht op de Vlaamse pendelaar die elke dag in Brussel komt werken, op studenten, of op Brusselaars die in Brussel een nieuwe woning zoeken. doel: deelnemers genereren en de dienstverlening van Wonen in Brussel verder bekend maken Werd het doel en de doelgroep bereikt? Ja oplage: 40000 kostprijs: 1633 euro (ontwikkeling) , 2565 euro (druk), 3397 euro (verzending: verschillende kleine onderaannemers) leverancier ontwikkeling: Shortcut Advertising drukker: Boone Roosens gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor ontwikkeling, druk en verspreiding. gunningsbeslissingen: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: prijs, strategie, creatief concept en dienstverlening (ontwikkeling), kostprijs (druk) en (aanbod) voor de verspreiding. Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-12-01 Talent Mix – NJ 2009 en VJ 2010- meermalige publicatie korte inhoud: Talent Mix biedt een halfjaarlijks overzicht van het Brusselse cursusaanbod. doelgroep: De Nederlandskundige Brusselaars waarbij ook meer specifiek aandacht wordt besteedt aan de Nederlandssprekende allochtone Brusselaars. doel: de bekendheid van het Brusselse vormingsaanbod voor volwassenen vergroten; bijdragen tot een positief imago van de Brusselse vormingssector bij allochtone en autochtone Brusselaars. Werd het doel en de doelgroep bereikt?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
122
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
De brochure is een gekend product. De oplage moest in het najaar verhoogd worden met 1000 exemplaren. NJ 2009 oplage: 10600 brochures kostprijs: 10793 euro (ontwikkeling), 10443 euro (druk), intern (verzending) leverancier ontwikkeling: Big Bazart drukker: Geers Offset gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria:prijs
Wanneer werd de beslissing genomen? Juni 2009
VJ 2010 oplage: 9600 brochures kostprijs: 7575 euro (ontwikkeling), 10443 euro (druk), intern (verzending) leverancier ontwikkeling: Change Designers drukker: Swinnen Printing gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar gunningcriteria: technische en artistieke kwaliteit (ontwikkeling) en prijs (druk) Wanneer werd de beslissing genomen? november 2009
20 jaar VGC –éénmalige acitiviteit korte inhoud: De folder nodigt mensen uit naar de Opendeurdag in de Raad op 3 april 2009 en het feest op het Muntplein op 4 april 2009. Het volledige programma staat beschreven samen met een korte voorstelling van VGC in 3 talen (NL, FR, ENG). doelgroep: Vlamingen in Brussel, personen geïnteresseerd in het Nederlandstalige circuit, toevallige passanten op het feest, gezinnen. doel: veel volk op de opendeurdag, veel volk op het feest, mensen informeren of VGC.
Werd het doel en doelgroep bereikt? We ervaren de promotie als geslaagd, veel verschillende kanalen zijn gebruikt. Zowel de opendeurdag in de Raad als het feest trok veel volk. We denken dat het maximum uit de promotie uitgehaald is. oplage: 90000 flyers, 3000 affiches kostprijs ontwikkeling: 2239 euro leverancier ontwikkeling: Shortcut Advertising gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: creatief ontwerp, kostprijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-01-20
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
123
kostprijs druk: 4095 euro leverancier druk: Arteprint en Antilope gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-03 kostprijs verzending: 1089 euro leverancier: Brussel Deze Week gunningprocedure: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs, technische specificiteit gunningbeslissing: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-02 Jaarverslag 2008 – meermalige publicatie korte inhoud: De kern van het jaarverslag bestaat uit beleidsinformatie en info over de operationele werking van de administratie. De interne werking van de VGC-administratie wordt enkel behandeld voor zover ze relevant is voor de kerninformatie. Het jaarverslag bespreekt de nieuwe elementen van het jaar zelf (capita selecta) en toont de evolutie in de tijd voor enkele belangrijke parameters en indicatoren (het referentiejaar in een meerjarenperspectief). doelgroep (en doelstellingen): de burger. Die burger kan vanuit 2 perspectieven in de VGC geïnteresseerd zijn: als (politieke) bepaler van het beleid en als gebruiker van het aanbod. Het jaarverslag moet de burger informeren en sensibiliseren over deze zaken. In ondergeschikte orde is de professionele omgeving van de administratie van de VGC (de stakeholders) ook een doelgroep. Voor hen is het jaarverslag een middel om op een systematische wijze geïnformeerd te blijven over de belangrijke evoluties van de VGC en haar administratie. bijkomende doelstelling: bijdragen tot de corporate profilering van de VGC, PR-instrument. Werd het doel en de doelgroep bereikt? We kregen verschillende positieve reacties op het jaarverslag: zowel vorm als inhoud werden geapprecieerd. oplage: 2000 kostprijs: 3606 euro (ontwikkeling), 4023 euro (druk), intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Shortcut Advertising drukker: Arteprint gunningprocedures: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gunningcriteria: kostprijs gunningbeslissingen: gemachtigd ambtenaar Wanneer werd de beslissing genomen? 2009-03-02 voor de ontwikkeling 2009-05-14 voor de druk
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
124
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Stedelijk beleid Stadspiratie – éénmalige folder korte inhoud: Stadspiratie was een stadscongres over stedelijk netwerken, waarbij een aantal dynamische netwerken aan bod kwamen met aandacht voor hun ontstaan, opzet, impact en hun betekenis voor de samenleving en voor de overheid. Doel: Als VGC mee het debat voeren over de stad, en vanuit een open houding nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen een plaats te geven in het discours van de VGC. De centrale vragen bij het congres waren: welke maatschappelijke netwerken groeien in het Brusselse en wat is hun betekenis voor de politiek en de organisatie van de overheid in het algemeen en de VGC als kleine stedelijke overheid in het bijzonder? doelgroep: VGC- werkveld, beleidsmakers Werd het doel en de doelgroep bereikt? ja oplage: 300 (flyers/uitnodiging) kostprijs: 16.528 euro (ontwikkeling), 1.307 euro (druk), intern (verspreiding) leverancier ontwikkeling: Megaluna drukker: Print Marketing gunningprocedures: beperkte offerte-aanvraag (ontwikkeling) en onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (druk) gunningbeslissing: gemachtigde ambtenaar Gunningcriteria: kwaliteit van het creatief concept en de vormgeving, kostprijs en kwaliteit van de dienstverlening Wanneer werd de beslissing genomen? In augustus 2009
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
6 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
6 TSO Sociale en technische wetenschappen
7 BSO Kinderzorg
7 BSO Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige 12
27
6 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
Totaal
6 BSO Verzorging
116
6
22
23
5 TSO Sociale en technische wetenschappen
5 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
24
6 BSO Organisatiehulp
5 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
6
4 TSO Sociale en technische wetenschappen
4 BSO Verzorging-voeding
6
5 BSO Organisatiehulp
3 BSO Verzorging-voeding
5 BSO Verzorging
Don Bosco Technisch Instituut
14
Imelda-Instituut
3 TSO Sociale en technische wetenschappen
Tabel: Schooljaar 2009-2010 - Studiegebied Personenzorg (voltijds gewoon secundair onderwijs; registratiedatum 1/2/2010; leerlingen geteld in alle vestigingsplaatsen op grondgebied van het BHG)
BIJLAGE 2 Koninklijk Atheneum SchaarbeekEvere 51
6
10
17
6
12
Koninklijk Atheneum Toverfluit 51
5
5
12
13
16
Koninklijk Technisch Atheneum Jette 147
8
14
3
3
15
6
5
18
12
26
12
25
Koninklijk Technisch Atheneum Sint-Agatha-Berchem-Anderlecht 25
3
6
8
8
Sint-Guido-Instituut 141
12
7
5
14
1
13
12
1
16
16
14
30
91
Totaal 543
25
27
9
27
8
47
1
28
23
18
65
1
58
69
46
M 11
77
4
3
2
2
1
10
5
2
5
1
11
6
14
V 80
466
21
27
6
25
8
45
18
18
16
60
47
63
32
84
Aantal dat in BHG woont 425
17
19
6
7
5
38
1
24
8
12
57
1
45
61
40
82
22
17
9
26
8
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
125
Eind-studiebewijzen
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE 13
7 TSO Tandartsassistentie
Totaal
6 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
7 BSO Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige
6 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
6 BSO Organisatiehulp
6 BSO Verzorging
6 TSO Sociale en technische wetenschappen
5
5 TSO Sociale en technische wetenschappen
7 BSO Kinderzorg
5 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
5 BSO Verzorging
5 BSO Organisatiehulp
5 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
6
4 TSO Sociale en technische wetenschappen
113
16
22
22
18
23
12
2
3 TSO Sociale en technische wetenschappen
Imelda-Instituut
4 BSO Verzorging-voeding
Don Bosco Technisch Instituut
3 BSO Verzorging-voeding
Tabel: Schooljaar 2010-2011 - Studiegebied Personenzorg (voltijds gewoon secundair onderwijs; registratiedatum 1/2/2011; leerlingen geteld in alle vestigingsplaatsen op grondgebied van het BHG) Koninklijk Atheneum SchaarbeekEvere 52
9
12
8
9
14
Koninklijk Atheneum Toverfluit 56
7
7
13
12
17
Koninklijk Technisch Atheneum Jette 150
5
8
9
5
4
11
8
3
25
11
21
18
22
Koninklijk Technisch Atheneum Sint-Agatha-Berchem-Anderlecht 36
7
8
11
10
Sint-Guido-Instituut 131
3
8
5
12
2
15
15
7
13
25
10
16
Totaal 551
5
18
26
21
22
9
49
2
35
18
18
69
7
53
78
42
79
M
73
1
7
5
2
1
12
3
1
2
3
12
5
11
8
5
18
25
14
17
9
47
1
23
15
17
67
4
41
73
31
71
478
V
Aantal dat in BHG woont 440
2
13
21
16
7
7
43
2
21
6
14
57
6
42
72
37
74
91
17
23
21
21
9
126 Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
Eind-studiebewijzen
5 25
6 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
6 TSO Sociale en technische wetenschappen
7 BSO Kinderzorg
7 BSO Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige
Totaal
5 TSO Jeugd- en gehandicaptenzorg
6 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
5 TSO Gezondheids- en welzijnswetenschappen
5 BSO Verzorging
6 BSO Verzorging
5 BSO Organisatiehulp
7
10
4 TSO Sociale en technische wetenschappen
4 BSO Verzorging-voeding
6 BSO Organisatiehulp
3
5 TSO Sociale en technische wetenschappen
3 TSO Sociale en technische wetenschappen
D o n B o s c o Te c h n i s c h Instituut
3 BSO Verzorging-voeding
Schooljaar 2011-2012 - Studiegebied Personenzorg (voltijds gewoon secundair onderwijs; registratiedatum 1/2/2012; leerlingen geteld in alle vestigingsplaatsen op grondgebied van het BHG)
Imelda-Instituut
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE 107
20
16
21
20
15
15
Ko n i n k l i j k A t h e n e u m Schaarbeek-Evere 46
7
5
8
12
14
Ko n i n k l i j k A t h e n e u m Toverfluit 60
7
9
17
8
19
Ko n i n k l i j k Te c h n i s c h Atheneum Jette 175
10
13
8
2
25
8
6
23
22
21
20
17
Ko n i n k l i j k Te c h n i s c h Atheneum Sint-AgathaBerchem-Anderlecht 35
8
11
8
8
Sint-Guido-Instituut 160
6
5
7
14
5
11
18
11
15
16
20
32
Totaal 608
23
25
33
16
9
61
5
36
20
17
77
11
62
65
58
90
M
87
2
1
8
2
1
1
9
7
4
6
12
7
17
10
V
521
21
24
25
14
9
60
4
27
13
13
71
11
50
58
41
80
Aantal dat in BHG woont 477
18
17
19
4
5
48
4
27
4
14
69
10
49
56
48
85
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
127
128
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 16 mei 2012
BIJLAGE 3
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE