STUDIE 71 OPLEIDINGSPROFIEL scheepswerktuigkunde
OPLEIDINGSPROFIEL scheepswerktuigkundige
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
metaal – elektriciteit - kunststoffen industriële wetenschappen en technologie elektromechanica scheepswerktuigkundige officier scheepswerktuigkundige
Sectorcommissie Hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/10 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDE
I N H O U D
HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht Ontwikkelingsproces Legitimatie
HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPLEIDING 2.1
2.2
2.3
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 2.1.3 Visie Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 2.2.3 Diploma’s en getuigschriften 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie c.q. opleiding 2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteit in Vlaanderen 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 2.2.8 Infrastructuur 2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding 2.2.11 Reële studieduur 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Verantwoording van de opleiding
HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 3.1 3.2
3.3
3.4 3.5 3.6
Exacte benaming van de optie c.q. opleiding De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding 3.2.1 Algemene opleidingsdoelstelling 3.2.2 Het opleidingsprofiel Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie Sleutelkwalificaties De kern van het opleidingsprofiel Maatschappelijk-culturele vorming
1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 5 5 5 5 5 5 6 6
7 7 7 7 7 8 8 8 11 12 13 13
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDE
HOOFDRUBRIEK 4: DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKT OPLEIDINGSPROFIEL
14
HOOFDRUBRIEK 5: BIBLIOGRAFIE
15
HOOFDRUBRIEK 6: MEDEWERKERS
16
BIJLAGEN
17
Bijlage 1: Brief van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
17
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
1
H O O F D R U B R I E K 1 : INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofie0l Studiegebied : Industriële Wetenschappen en Technologie Graduaat Scheepswerktuigkunde - hogeschoolopleiding van 1 cyclus. In het Hogeschooldecreet van juli 1994 is de opleiding geïdentificeerd als Optie scheepswerktuigkunde van de Basisopleiding elektromechanica - hogeschoolopleiding van 1 cyclus. De experts zijn echter van mening dat, aan de hand van dit dossier, een aparte basisopleiding scheepswerktuigkunde een betere oplossing is. In wat volgt zal de gewenste terminologie en indeling gebruikt worden.
1.2
Opdracht VLOR, Sectorcommissie metaal, elektriciteit en kunststoffen.
1.3
Ontwikkelingsproces Tot 1993 werd het opleidingsprofiel van de officieren scheepswerktuigkundigen vastgelegd door de Wet op het maritiem onderwijs van 1956. In 1993 werd door de Hoge Raad voor het Maritiem Onderwijs de opdracht gegeven voor de reorganisatie van de opleiding tot officier scheepswerktuigkundige. In opdracht van de Dienst Onderwijsontwikkeling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, kwam op 26 december 1993 het “Beroepsprofiel, vastgelegd ter voorbereiding van het programmaontwerp voor de opleiding tot officieren scheepswerktuigkundigen” tot stand. Dit document werd voorgelegd aan de sociale partners, en de reacties werden samen met de Dienst voor Onderwijsontwikkeling geëvalueerd. Dit liet toe een nieuw opleidingsprofiel op te stellen en de nieuwe opleiding te starten met ingang van het academiejaar 1995-1996. Ten gevolge van de recent vastgelegde Standards on training and watch keeping 95, opgelegd door de IMO (International Maritime Organization), diende het programma onlangs aangepast te worden aan bijkomende veiligheidsregels.
1.4
Legitimatie Raad voor Hoger Onderwijs.
2
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
H O O F D R U B R I E K 2 : SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur Na de minimaal vereiste beroepservaring zal de afgestudeerde de functie vervullen van wachtoverste. In deze hoedanigheid kan hij tijdelijk belast worden met de bewaking van de volledige technische installatie aan boord. Hierna groeit de kandidaat door tot officier werktuigkundige 2e klas (=adjunct hoofdwerktuigkundige) en tenslotte hoofdwerktuigkundige, waarbij hij hoofdverantwoordelijke is voor de technische installaties aan boord van het schip.
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen. Beroepsprofiel vastgelegd ter voorbereiding van het programmaontwerp voor de opleiding tot officieren scheepswerktuigkundigen.
2.1.3
Visie Het onderwijs wordt enkel gericht op het vormen van scheepsofficieren, nagenoeg onmiddellijk inzetbaar aan boord van schepen. Uitgebreide simulatortrainingen en stages aan boord van schepen moeten dit mogelijk maken. De grote autonomie van het schip eist een uitermate polyvalente kennis. Daarnaast worden ook een theoretische en een praktische kennis vereist van veiligheidsprocedures, brandbestrijding, reddingsoperaties en medische verzorging, volgens de modaliteiten voorgeschreven door de IMO. Gezien het internationale karakter van de arbeidsmarkt voor zeevarende officieren, wat de concurrentie voor functies met lagere scholingseisen zeer hard maakt, is het noodzakelijk de studenten ook te vormen voor hoogtechnologische schepen, zoals gastankers, chemicaliëntankers en ro-roschepen. Voor de permanente evaluatie van het zeevaartonderwijs werd door de Wet op het Zeevaartonderwijs van 1985 de Hoge Raad voor het Maritiem Hoger Onderwijs opgericht, waarin zowel de onderwijsinstelling(en), de werkgevers, de sociale partners en de overheid vertegenwoordigd zijn.
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties Studiegebied : Basisopleiding :
Industriële Wetenschappen en Technologie. Graduaat Scheepswerktuigkunde - 1 cyclus.
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
2.2.2
3
Aanverwante studiegebieden, opleidingen en opties − Basisopleiding mechanica (+opties) - 1 cyclus − Basisopleiding elektromechanica (+opties) - 1 cyclus / 2 cycli − Basisopleiding elektriciteit (+opties) - 1 cyclus / 2 cycli
2.2.3
Diploma’s en getuigschriften Gegradueerde in de scheepswerktuigkunde.
2.2.4
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie c.q. opleiding Vermits de nieuwe opleiding pas gestart is, zijn de eerste afgestudeerden pas te verwachten op het einde van het academiejaar 1997-1998.
2.2.5
Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland Bron Eindrapport van de Werkgroep "Opleiding Zeevarenden" binnen het Ministerie van Verkeerswezen, Bestuur van het Zeewezen en de binnenvaart. 18/06/90. Naargelang het land zijn er 3 basisconcepten: − Een volledige polyvalentie van de opleiding: dezelfde studie leidt zowel naar de functie van kapitein ter lange omvaart als tot deze van hoofdwerktuigkundige (bv. Frankrijk). − Een gedeeltelijke polyvalentie van de opleiding: een gemeenschappelijke studie leidt tot de brevetten van wachtoverste en 3e luitenant ter lange omvaart; om verder door te groeien tot kapitein ter lange omvaart en hoofdwerktuigkundige worden de studies gescheiden. − Een monovalente opleiding: de opleidingen van nautisch officier en officier scheepswerktuigkundige wordt volledig gescheiden. Voor deze optie werd gekozen door de Hoge raad voor het Maritiem Onderwijs op nadrukkelijk verzoek van de werkgevers. De volgende overzichten geven aan welke studies leiden tot het brevet van hoofdwerktuigkundige. Vandaar de vermenging studies met stages en beroepservaring. Frankrijk
Nederland
toegangsvoorwaarde: baccalaureaat 4 jaar studie 60 maanden beroepservaring, gespreid over beide oriëntaties polytechnische graad volledig polyvalent toegangsvoorwaarde: volledige middenschool (12 jaar studie) 3 jaar studie 60 maanden ervaring, te spreiden over beide disciplines gedeeltelijke polyvalentie: ofwel kapitein en een certificaat wachtoverste machinekamer ofwel hoofdwerktuigkundige en een certificaat wachtoverste brug gegroepeerd in 4 nautische instituten
4
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
Duitsland
Italië
Gr o o t - B r i t t a n n i ë
D e n e ma r k e n
Polen
Rusland
Japan
Verenigde staten
toegangsvoorwaarde: volledige middelbare opleiding (12 jaar studie) monovalente studie van 3 jaar sinds 1989 gedeeltelijk polyvalente opleiding over 4 jaar 48 maanden ervaring het toe te kennen diploma stond nog niet vast Toegangsvoorwaarde: middenschool (9 tot 10 jaren studie) 2 jaar algemene opleiding, 3 jaar nautische opleiding 48 maanden ervaring geen diploma Monovalent 36 nautische instituten volledige middelbare opleiding (12 jaar studie) een modulair systeem: door verschillende modules te volgen kan de kandidaat zijn bevoegdheid uitbreiden Monovalent instituut maakt deel uit van een maritieme universiteit Toegangsvoorwaarde: volledige aspirant-zeeman kwalificaties: eerst ervaring op zee vooraleer toegelaten te worden 3 jaar studie 24 maanden ervaring geen diploma voor zover geweten Monovalent volledige middelbare studies (12 jaar) vijf jaar studie met tussenin korte periodes op zee universitair diploma Monovalent twee instituten Toegangsvoorwaarde: volledige middelbare studies (12 jaar) 5 tot 5,5 jaren studie met korte periodes op zee tussenin universitair diploma Monovalent vier instellingen (St-Petersburg, Odessa, Vladivostok, Novorosysk) Toegangsvoorwaarde: volledige secundaire opleiding (12 jaren studie) 4 tot 4,5 jaren studie praktische ervaring op schoolschepen gedeeltelijk polyvalent universitair diploma verschillende scholen en 2 maritieme universiteiten Toegangsvoorwaarde: volledige secundaire opleiding (12 jaren studie) 4 jaren studie er bestaan zowel monovalente als polyvalente opleidingen
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
5
2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen − Op schepen. − In havens en bij toeleveringsbedrijven voor de scheepvaart. − Over heel Vlaanderen voor wat betreft de carrière na de maritieme loopbaan.
2.2.7
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen De opleiding wordt enkel verstrekt aan de Hogere Zeevaartschool te Antwerpen.
2.2.8
Infrastructuur De opleiding situeert zich volledig in de gebouwen van de Hogere Zeevaartschool te Antwerpen. De uitrusting bevat, naast de klassieke uitrusting op gebied van chemie, elektromechanica en regeltechniek, een aantal kapitaalintensieve specifieke elementen, zoals reddingssloepen en -vlot, veiligheidsuitrusting en uitgebreide simulatoren. Verder zijn contracten afgesloten met bedrijven en rederijen voor gerichte stages.
2.2.9
Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie − In het 1e jaar: 58 studenten. − In het 2e jaar: 17 studenten.
2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie volgens SO -vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten In het 1e jaar − Alle studenten zijn van het mannelijke geslacht gemiddelde leeftijd: 23 jaar bij inschrijving. − Belgische studenten komen voor 75% uit het TSO. Voorafgaandelijke hogere studies zijn meestal niet bekend. − Buitenlandse studenten, hoofdzakelijk uit Marokko, zijn ouder, hebben alle een baccalaureaat gehaald, meestal in een technische richting, ze hebben in nagenoeg alle gevallen eerder hogere studies gedaan, meestal universitair, maar zijn daar slechts gedeeltelijk geslaagd. In het 2e jaar − Alle studenten zijn van het mannelijke geslacht, gemiddelde leeftijd: 23 jaar bij inschrijving. − Belgische studenten komen voor 75% uit het TSO. Voorafgaandelijke hogere studies zijn waarschijnlijk, maar niet bekend. − Buitenlandse studenten, hoofdzakelijk uit Marokko, zijn ouder, en hebben in nagenoeg alle gevallen eerder hogere studies gedaan, meestal universitair. Meestal zijn ze daar gedeeltelijk geslaagd. Er zijn geen gegevens bekend over degenen die vorig jaar niet geslaagd zijn in het 1e graduaat. Het 3e jaar wordt pas in 1997-1998 opgestart.
2.2.11 Reële studieduur 3 jaar voltijdse studie.
6
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Maritieme opleidingen in het buitenland kunnen sterk gediversifieerd zijn naar inhoud en niveau, in functie van de schepen waarvoor opgeleid wordt. We vinden lagere opleidingen: − voor kleinere schepen (om de bemanningskost te drukken) − voor eenvoudige schepen (bulk-carriers) − voor schepen die, door enkel op korte trajecten te varen, binnen zeer korte tijd kunnen genieten van bijkomende assistentie Gezien de relatief hoge kostprijs van de Belgische bemanningsleden, moeten zij een hogere opleiding genieten om inzetbaar te zijn op meer gesofistikeerde schepen (gastankers, chemicaliëntankers,...) en zo hun meerkost verantwoord te maken.
2.3
Verantwoording van de opleiding − De opleiding bestrijkt een veel bredere waaier van specialiteiten dan de gelijkaardige opleidingen. − De opleiding behandeld op een zeer diepgaande wijze de specifieke uitrusting van een schip. − Binnen elk van deze specialiteiten is de nadruk gelegd op bediening, onderhoud, eerste interventie en veiligheid, waarbij de aspecten ontwerp en productie nagenoeg worden weggelaten. − Wegens de autonomie van de schepen moeten de afgestudeerden zeer snel na de studies autonoom kunnen werken, wat de opleiding zeer praktijkgericht maakt. − De functie van officier scheepswerktuigkundige kan enkel worden uitgeoefend indien de betrokkene in het bezit is van een brevet, toegekend door de Zeevaartinspectie, hiertoe gemandateerd door de IMO (International Maritime Organization). Om dit brevet te bekomen moet de vooropleiding voldoen aan de eisen van de STCW (Standards on training and watch keeping), opgesteld en regelmatig bijgewerkt door de IMO. Hiertoe is een permanente evaluatiemogelijkheid van de opleiding nodig in samenwerking met Zeevaartinspectie. Op deze evaluaties moet de opleiding snel kunnen inspelen. − De opleiding vereist specifieke en dure opleidingsinstrumenten, zoals reddingssloepen, realistische training op het vlak van brandbestrijding en andere veiligheidsmaatregelen, organisatie van stages aan boord van zeeschepen. − Om sociale redenen duurt de loopbaan van een officier scheepswerktuigkundige gemiddeld 10 jaar (met sterke afwijkingen). Deze ervaren scheepswerktuigkundigen vormen echter een onvervangbaar aanbod op de arbeidsmarkt voor de toeleveringsbedrijven aan de scheepvaart (rederijen, herstellingsbedrijven, verzekeringsmaatschappijen, bevoorradingsbedrijven in brandstoffen e.d.).
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
7
HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
Exacte benaming van de optie c.q. opleiding Gegradueerde in de scheepswerktuigkunde.
3.2
De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding Opleiding tot officier scheepswerktuigkundige.
3.2.1
Algemene opleidingsdoelstelling De opleiding heeft tot doel de vorming van officieren scheepswerktuigkundigen.
3.2.2
Het opleidingsprofiel 3.2.2.1 De wetenschappelijke vorming Wiskunde, statistiek, fysica en chemie moeten de nodige basis bezorgen voor de studie van technische vakken. Chemie sluit bovendien sterk aan bij de studie van veiligheidsaspecten voor schip en lading. Informatica heeft tot doel de nodige basiskennis mee te geven aangaande de moderne hulpmiddelen in de burotica en aangaande de studie van de automatisering. 3.2.2.2 De technologische vorming De technologische vorming is gericht op parate kennis aangaande de scheepsuitrusting. Hiertoe is zeer brede waaier van technische bagage vereist: thermische machines (stoomketels, stoomturbines, scheepsdieselmotoren, ontziltingsinstallaties, koelinstallaties), compressoren en pompen, automatisering en elektronica, elektriciteitsproduktie, -verdeling en elektromotoren. Ook het onderhoud van de dekuitrusting (voor laden, lossen, anker- en liergerij) behoren tot de verantwoordelijkheid van de scheepswerktuigkundige. Werking, bediening, onderhoud, herstelling en foutendiagnose komen aan bod. De brede inzetbaarheid aan boord vereist ook een praktische kennis van lassen en andere werkplaatstechnieken. Bijzondere aandacht, gekoppeld aan intensieve training, wordt geschonken aan veiligheidsapparatuur en de daarbijhorende procedures (bij brand, aanvaring,...). 3.2.2.3 De algemene vorming en persoonlijkheidsvorming Grote nadruk wordt gelegd op individueel werk bij oefeningen. Een stageperiode van 4 weken in het laatste jaar moet de student een duidelijk beeld geven van het leven aan boord van een handelsschip. Milieubewustzijn wordt benadrukt. Ook een praktische medische kennis wordt meegegeven om voorzien te zijn op ziekten en ongevallen op zee. Juridische basiskennis met betrekking tot de zeevarende en tot het schip wordt meegegeven.
8
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Deze opleiding beperkt zich tot het beroepsprofiel van de officieren scheepswerktuigkundigen.
3.3.2
De concrete uitwerking van de vertaalslag Heel wat taken zijn vereist door de STCW (Standards on training and watch keeping), opgelegd door de IMO (International Maritime Organization), een werkgroep van de UNO. Omwille van de veiligheid en de zeer beperkte trainingsmogelijkheden na de studies (het aantal officieren scheepswerktuigkundigen aan boord van een schip is beperkt tot 2 of 3 en de werklast hoog), moet de opleiding zeer sterk aanleunen bij de beroepstaken.
Functioneel geheel Bedrijfsbeleid
Organisatie
Onderdeel
Vaardigheid (de student ...)
Kennis
Attitude
Uitwerken onderhoudsplanning op lange termijn
kan een nderhoudsplanning per reis maken
−werkplaatstechniek −scheepstechniek −veiligheid
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid
−cursus
Samenstelling voorraden
kan op een logische wijze voorraden vastleggen en opvolgen
−voorraadbeheer −informatica
−accuratesse −kritische ingesteldheid −beslissingsvermogen
−cursus −labo
Kostenberekening en –verantwoording
kan een schatting maken van de onderhoudskosten
−kostenbeheer
−accuratesse −kritische ingesteldheid
−cursus
Plannen van de activiteiten
kan een inschatting maken van de nodige tijd, het nodige personeel, de nodige wisselstukken en de nodige veiligheidsvoorzieningen voor activiteiten kan de wettelijk vereiste documenten bijwerken vereist door haveninstanties op het vlak van de machinekameruitrusting en de milieuvoorzieningen. kan de werkingstoestand van de verschillende onderdelen analyseren aan de hand van de gemeten grootheden en de periodieke inspecties.
−werkplaatstechniek −technisch tekenen −veiligheid
−accuratesse −beslissingsvermogen −doorzettingsvermogen −kritische ingesteldheid −leergierigheid
−cursus −labo
−milieureglementering scheepstechniek en –administratie.
−accuratesse −beslissingsvermogen
−cursus
grondige kennis van de scheepsuitrusting.
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid, −leergierigheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid −zin voor initiatief
−cursussen −labo’s −simulatoroefeningen −stages
kan aan de hand van de werkingsgegevens en aan het uiterlijk van defecte onderdelen de juiste schadeoorzaak
grondige kennis van de scheepsuitrusting
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −leergierigheid
−cursussen −labo’s −simulatoroefe-
Scheepsadministratie
Diagnosestelling
Beoordelen van de bedrijfstoestand aan de hand van werkingsparameters.
Beoordeling van schadegevallen door analyse van de schadehistoriek en de gedemonteerde
Context
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
Functioneel geheel
Onderhoud
Herstelling
Onderdeel
toestellen.
vastleggen
Toepassen van de gebruikelijke onderhoudsprocedures
Aanpassen van de onderhoudsprocedures aan de omstandigheden (bedrijfsomstandigheden, beschikbaar materiaal)
is in staat het onderhoud te verrichten, in de mate waarin dit verwacht wordt van het varend personeel heeft een basiskennis van de onderhoudsprocedures, uit te voeren door onderaannemers kan indien nodig binnen aanvaardbare grenzen afwijken van de voorgeschreven procedures, indien de omstandigheden dit vereisen
Analyse van de beschikbare gegevens tekeningen, instructiemateriaal)
Kennis
Attitude
Context
−resultaatgerichtheid −zelfstandigheid −zin voor initiatief
ningen −stages
Grondige kennis van de scheepsuitrus-ting
−accuratesse −kritische ingesteldheid −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −stages
Scheepsbouw, grote laswerken en schilderwerken, grondige kennis van de scheepsuitrusting. Grondige kennis van de scheepsuitrusting, materialenkennis, kennis van veiligheidsaspecten, sterkteleer.
−accuratesse −contactbereidheid −leergierigheid
−lessen −labo’s −stages
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −zelfstandigheid −doorzettingsvermogen
−lessen −labo’s −stages
kan de beschikbare gegevens (instructieboeken, tekeningen,…) analyseren ter voorbereiding van werken
Technisch tekenen, Engels, grondige kennis van de scheepsuitrusting.
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −leergierigheid −zin voor initiatief
−lessen −labo’s −stages
Demontage
is in staat de verschillende machineonderdelen te demonteren, gebruik makend van de beschikbare uitrusting.
Werkplaatstechniek
−accuratesse −kritische ingesteldheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid.
−labo’s −stages
Bijwerken of vervangen van beschadigde onderdelen.
kan indien mogelijk bepaalde beschadigde onderdelen herstellen, rekening houdend met de beschikbare middelen en toleranties kan na controle of herstelling apparaten terug monteren volgens de voorschriften
Technisch tekenen, werkplaatstechnieken
−accuratesse −kritische ingesteldheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −stages
Grondige kennis van de scheepsuitrusting, werkplaatstechniek
−accuratesse −kritische ingesteldheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
Afstellen
kan toestellen na aankoop of herstelling terug afstellen.
Grondige kennis van de scheepsuitrusting, werkplaatstechniek
−accuratesse −kritische ingesteldheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
Her-inbedrijfstellen
kan toestellen na aankoop of herstelling terug opstarten, rekening houdend met de mogelijke risico’s voor de uitrusting en op het gebied van de veiligheid. kan supervisie uitoefenen op de verschillende energiesystemen
Grondige kennis van de scheepsuitrusting, werkplaatstechniek, veiligheid
−accuratesse −kritische ingesteldheid −resultaatgerichtheid −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
Grondige kennis van de energiesystemen (dieselinstallatie, stoominstallatie,
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
Assemblage
Controle
Vaardigheid (de student ...)
9
van de verschillende energiesystemen
10
Functioneel geheel
Assemblage Interventie
Samenwerking
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
Onderdeel
Vaardigheid (de student ...)
Kennis
Attitude
Context
elektrisch net, koelinstallatie, ontzilting) automatisatie en meettechniek, elektronica, pneumatica.
−zelfstandigheid
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
van de controlesystemen
kan de goede werking nagaan van de meet- en controletoestellen en eventueel bijstellingen verrichten.
van de veiligheidsvoorzieningen
kent de werking van de verschillende veiligheidsvoorzieningen en weet ze op het gepaste ogenblik aan te wenden.
scheepsveiligheid en scheepstechniek (blus- en evacuatieapparatuur)
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress −zelfstandigheid
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
Kent de noodprocedures bij defecten aan energiesystemen en controlesystemen
grondige kennis van de scheepsuitrusting, scheepsveiligheid.
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress −zelfstandigheid −doorzettingsvermogen
−lessen −labo’s −simulatoren −stages
bij lokale noodsituaties (brand, rompschade)
heeft een theoretische en praktische kennis van de handelswijze in geval van brand en aanvaring
grondige kennis van de scheepsuitrusting, scheepsveiligheid.
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress −zelfstandigheid −doorzettingsvermogen
−lessen −labo’s −simulatoren −stages aan boord en bij gespecialiseerde bedrijven
Bij ongevallen (EHBO)
kan eerste hulp bieden bij ongevallen (kwetsuren of breuken, brandwonden, verstikking en intoxicatie
maritieme geneeskunde
−accuratesse −beslissingsvermogen −kritische ingesteldheid −omgaan met stress −zelfstandigheid −doorzettingsvermogen
−lessen −labo’s −stages
Met ondergeschikten, dikwijls van andere taal en cultuur
kan een samenwerking uitstippelen bij werkzaamheden
Engels, communicatie
−assertiviteit, −contactbereidheid −dienstverlenende −ingesteldheid −loyauteit −omgaan met stress −zin voor samenwerking
−lessen −labo’s
24-urensamenwerking met de andere leden van de staf
is in staat tot normaal sociaal contact in een gesloten samenleving
Engels, communicatie
−assertiviteit, −contactbereidheid −dienstverlenende ingesteldheid −loyauteit −omgaan met stress
−stage aan boord
zie typefunctie herstellen bij uitvallen van technische voorzieningen uitwerken en toepassen van noodoplossingen.
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
Functioneel geheel
Onderdeel
Vaardigheid (de student ...)
11
Kennis
Attitude
Context
−zin voor samenwerking
Communicatie
met onderaannemers
kan een samenwerking uitstippelen bij werkzaamheden met onderaannemers, en kan supervisie uitoefenen.
Engels, communicatie
−assertiviteit, −contactbereidheid −loyauteit −omgaan met stress −zin voor samenwerking
−cursussen
met een ver verwijderde technische staf
kan bondig en accuraat schriftelijk en mondeling communiceren binnen het bedrijf, met aanwending van de vereiste assertiviteit kan bondig en accuraat schriftelijk en mondeling gegevens overbrengen naar meerderen en ondergeschikten.
Communicatie
−assertiviteit −contactbereidheid, −loyauteit −omgaan met stress −zin voor samenwerking
−cursussen
Communicatie
−accuratesse −assertiviteit, −contactbereidheid −loyauteit −omgaan met stress −zin voor samenwerking
−cursus
kan bondig en accuraat schriftelijk en mondeling communiceren met personeel van toeleveringsbedrijven en werven, rekening houdend met de contractuele verplichtingen van de onderaannemers.
Communicatie, Engels, scheepsrecht
−accuratesse −assertiviteit −contactbereidheid −loyauteit −omgaan met stress −zin voor samenwerking
−cursus
Rapporteren naar de verschillende niveaus
Communicatie met toeleveraars, werven
3.3.3
Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie Verhouding praktijk/theorie: 0,9/1. Aandeel stagetijd: 4,3% aan boord van schepen, 8,7% op simulatoren. Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen Bedrijfsbeleid Organisatie Diagnosestelling Onderhoud Herstelling Controle Assemblage Interventie Samenwerking Communicatie
1% 2% 15% 8% 9% 12% 3% 15% 5% 1%
12
3.4
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
Sleutelkwalificaties De sleutelkwalificaties zijn vergezeld van een cijfer, aangevend wat het belang hiervan is. Dit cijfer houdt zowel rekening met de frequentie van de vermeldingen in bovenstaande tabel, als met het gewicht van de verschillende vaardigheden, waarop de kwalificaties betrekking hebben. Abstract denken Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Commercieel inzicht Contactbereidheid Creativiteit Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Een werkplan kunnen maken Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Inzicht in de arbeidsorganisatie Kritische ingesteldheid Kunnen omgaan met informatie Kwaliteitsbewustzijn Leerbekwaamheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Planmatig denken Problemen onderkennen en oplossen Productieve taalvaardigheid MVT Productieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid MVT Resultaatgerichtheid Solidariteit Veiligheids- en milieubewustzijn Verantwoordelijkheidszin Zelfstandigheid Zelfvertrouwen Zin voor initiatief Zin voor samenwerking Zin voor esthetiek
2 9 1 7 1 1 3 1 2 2 1 1 0 1 8 1 1 4 4 1 6 4 3 1 1 1 1 4 1 5 7 8 5 3 1 0
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
3.5
13
De kern van het opleidingsprofiel En eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingen: zie 2.3 Verantwoording van de opleiding. Persoonsvorming Vooral de noodzaak om zelfstandig te werken, ook in noodsituaties, is primordiaal.
3.6
Maatschappelijk-culturele vorming Er worden belangrijke inspanningen geleverd op het vlak van milieubewustwording. De multiculturele samenstelling van het studentenaanbod, evenals van de werkomgeving tijdens de stageperiodes en in het latere beroepsleven, dragen sterk bij tot de maatschappelijk-culturele vorming.
14
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
H O O F D R U B R I E K 4 : DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
♦ VLOR. ♦ Hogere Zeevaartschool. ♦ Toeleveringsbedrijven. ♦ Cursisten. ♦ Overheid.
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
15
H O O F D R U B R I E K 5 : BIBLIOGRAFIE
♦ Beroepsprofiel van de officier scheepswerktuigkundige. ♦ Handleiding voor het schrijven van opleidingsprofielen voor het hogeschoolonderwijs. ♦ STCW 95: STCW Convention, STCW Code, uitgegeven door de IMO, London 1996. ♦ Eindrapport van de Werkgroep "Opleiding Zeevarenden" binnen het Ministerie van Verkeerswezen, Bestuur van het Zeewezen en de binnenvaart, 18/06/90.
16
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
H O O F D S T U K 6 : MEDEWERKERS
♦ J. De Mot ♦ W. Schillemans
OPLEIDINGSPROFIEL SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
BIJLAGE 1
Brief van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
17