STUDIE 99 OPLEIDINGSPROFIEL fotografie
OPLEIDINGSPROFIEL fotografie
sector studiegebied opleiding optie
: audiovisuele productie : industriële wetenschappen & technologie : audiovisuele techniek : fotografie
Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/39 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL FOTOGRAFIE
I N H O U D
HOOFDRUBRIEK 1
1
INLEIDING
1.1 1.2 1.3 1.4
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht Ontwikkelingsproces Legitimatie
HOOFDRUBRIEK 2
1 1 1 2
3
SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1
2.1.2 2.1.3 2.1.4
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.2.11 2.2.12 2.2.13
2.3
Algemeen 2.1.1.1 Aantal fotografen en fotohandelaars 2.1.1.2 Situering van de vakfotograaf 2.1.1.3 Onderzoek naar de Vormings- en Opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen 2.1.1.4 Recente studie 2.1.1.5 Werkgelegenheid in het fotobedrijf 2.1.1.6 De Beroepsfotograaf Beroepenstructuur Geraadpleegde bronnen Visie Studiegebied, opleidingen en opties Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Diploma’s en getuigschriften Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de opleiding Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Infrastructuur Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de Opleiding volgens SO-vooropleiding Reële studieduur Globale opbouw van de bestaande lessentabellen Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland
Verantwoording van de opleiding
3 3 3 3 3 6 6 7 7 7 8 8 8 9 10 10 10 11 11 11 12 12 13 13 14 14
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL FOTOGRAFIE
HOOFDRUBRIEK 3
15
HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1 3.2 3.3
De exacte benaming van de opleiding De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 3.3.2 3.3.3
3.4 3.5 3.6 3.7
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen De concrete uitwerking van de vertaalslag Aanvullende gegevens met betrekking tot de opleiding
Sleutelkwalificaties De kern van de opleidingsprofiel De maatschappelijk-culturele vorming Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van de kwalificatiestructuur
HOOFDRUBRIEK 4
15 15 16 16 17 20 20 21 21 22
24
DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
HOOFDRUBRIEK 5
25
BIBLIOGRAFIE
HOOFDRUBRIEK 6
26
MEDEWERKERS
BIJLAGEN
Bijlage 1: KdG – Lessentabel Audiovisuele Techniek optie Fotografie (1C) 1ste jaar – 2de jaar – 3de jaar Bijlage 2: Audiovisuele techniek: optie Fotografie
27 29
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
1
HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofiel Studiegebied: Opleiding: Optie: Sectorcommissie:
1.2
industriële wetenschappen en technologie audiovisuele techniek (1 cyclus) fotografie audiovisuele productie
Opdracht Opdrachtgever Vlor, Overheid Vlaamse Gemeenschap. Opstellen van een Opleidingsprofiel Fotografie afgeleid van het beroepsprofiel met als doelstelling kwaliteitsonderwijs met de nodige basiscompetenties.
1.3
Ontwikkelingsproces Opgesteld volgens handleiding van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Moeilijkheden/problemen −
−
− − −
Bij de aanvang (10-10-95) van dit werk was er nog geen Beroepsprofiel Fotografie bekend. Dit werd opgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers van Fotoscholen en de Vereniging voor Beroepsfotografen en overgemaakt aan de Vlor (24-04-97). Het beroepsprofiel werd onder voorbehoud van de resultaten van het aan het werkveld gevraagde advies goedgekeurd (1997). Door de evolutie in de ‘ technische scholen’ is er geen kwalitatief onderscheid meer te maken wat betreft het niveau, wel verschillen de gelegde accenten tussen de technische en de artistieke scholen (cfr. vergadering Vlor 20-01-1997). De beroepswereld in brede zin wordt eerder bevolkt door afgestudeerden uit het technisch hoger onderwijs. Suggestie: een brug bouwen tussen de twee benaderingen. Alle vertegenwoordigers van de fotoscholen vinden dat de opleidingstijd te kort is: indien het niet mogelijk is de studieduur te verlengen ligt een alternatieve oplossing misschien in het voorzien van een lange(re) stage.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
2
Data vergaderingen: 15-10-1998 05-11-1996: tussentijds overleg − 26-11-1996: vergadering 1 − 07-01-1997: vergadering 2 (audiovisuele opleidingen) − 20-01-1997: bijkomende vergadering − 26-02-1997: audiovisueel − 18-03-1997: vergadering over het Beroepsprofiel − 22-04-1997: vergadering 3 (De vergaderingen die nodig waren voor het opstellen van het Beroepsprofiel worden hier niet vermeld.) − −
Duur van dit ontwikkelingsproces De voorziene duur moest verlengd worden omdat er eerst een Beroepsprofiel moest worden uitgewerkt. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de bijdrage van de Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen. Hierna bleek dat men zou kunnen vertrekken van één Beroepsprofiel en dat er voor de verschillende benaderingen (technisch onderwijs en beeldende kunst) een afzonderlijk Opleidingsprofiel moest worden gemaakt (cfr. vergadering 26-02-1997).
1.4
Legitimatie Raad voor Hoger Onderwijs (RHO).
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
3
HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Algemeen 2.1.1.1 Aantal fotografen en fotohandelaars (gegevens NVB/SERV/Marktselect)1 1992 1994
Vlaanderen 2104
Brussel 614
Wallonië 961
Het Rijk 3679
Nederland
Frankrijk
Totaal
2717
1829
4546
2.1.1.2 Situering van de vakfotograaf De huidige vakfotograaf heeft in de meeste gevallen een zelfstandige fotozaak. De activiteiten liggen voornamelijk in de verkoop van producten en diensten, zoals fotoapparatuur en toebehoren; het ontwikkelen en afdrukken van amateurfilms; reportages en studiowerk.2 ♦ Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen (NVB) Spastraat 8, 1000 Brussel (tel: 02/238 06 70 - fax: 02/230 93 54) Contactpersonen: Nikki Huts (secretaris), Luc Peeters (voorzitter). 2.1.1.3 Onderzoek naar de Vormings- en Opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen ♦ Studie uitgevoerd door het NCMV (zie NVB) (december 1995) Hierin wordt gesteld: “Het beroep van fotograaf heeft de afgelopen jaren inhoudelijk een drastische wijziging ondergaan. De technologische evolutie heeft diepgaand ingegrepen in de uitoefening van het beroep. Bovendien wordt vastgesteld dat het beroep qua uitvoering sterk verschoven is naar gespecialiseerde segmenten. Zo is er o.m. de vaststelling dat de allround beroepsfotograaf heeft plaats gemaakt voor de specialistvakman in één of meerdere onderdelen, met of zonder winkelverkoop. Ook vanwege de productzijde is het aanbod én zeer gevarieerd én zeer gespecialiseerd.. Binnen deze evoluties staat ook de concurrentiele positie van de zelfstandige beroepsfotograaf erg onder druk. Zowel op het vlak van de techniciteit van het beroep als op het vlak van de commercialisering worden zeer hoge eisen gesteld. Dit alles heeft uiteraard gevolgen voor de basisopleiding en de voortgezette vorming”.3
1 2 3
Gegevens bekomen via NVB. Uit: “De Vakfotograaf van het jaar 2000”. Studie van de NVB (p. 1). NCMV. Onderzoek naar de vormings- en opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen. December 1995, p1
4
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
♦ In dezelfde studie licht men het begrip ‘attitude’ toe aan de hand van de volgende tekst: “De vormings- en opleidingsbehoeften van de genoemde sectoren omvatten deels een reeks vereisten waaraan de zelfstandige ondernemer en KMO globaal onderhevig zijn, en deels een reeks vereisten welke specifiek tot de kenmerken van het beroep behoren. Naarmate de dimensie van de onderneming kleiner is, worden beide meer met mekaar verweven. Omwille van de complexiteit van het ondernemen en het verwachte adaptatieniveau speelt de ondernemer als persoon hierin een bijzonder belangrijke rol. In de literatuur hanteert men daartoe het begrip ‘attitude’. A. De Block (Nationaal Comité - 1975) vermeldt hierin het belang van doorzettingsvermogen, belangstelling en inzicht gekoppeld aan een gevoel voor relativiteit en aanpassingsvermogen. Bovendien stelt de auteur de noodzaak voor beslissingsvermogen, zin voor productiviteit en nauwkeurigheid. Deze attitude wordt vervolledigd met een gerichtheid op handelen en gebruik van informatiebronnen. Aangezien in een KMO het ondernemingshoofd de centrale figuur is van het bedrijf hangt het welslagen van de onderneming derhalve in zeer sterke mate af van zijn/ haar persoonlijke kwaliteiten (Profiel van de geslaagde ondernemer in de KMO NIVVM - 1983). Het belang dat gehecht wordt aan de kwaliteiten van de ondernemer als persoon vindt men ook terug in diverse pleidooien voor een 'totaal ondernemerschap'. Het betreft hier de compilatie van de algemene kennis (het beheer, de algemene ontwikkeling, de attitude...) en de beroepskennis, in relatie tot een omgeving (klanten, concurrentie, technologie...) die voortdurend in beweging is. Deze voortdurende beweging houdt in dat een profiel van de ondernemer nooit af is”.4 ♦ Uit dezelfde studie willen wij ook de volgende conclusies vermelden: “Uit de identificatie van de steekproef (n = 251) blijkt dat deze zowel naar leeftijd van de ondervraagden als naar datum van vestiging erg jong is. Zo is 39% jonger dan 35 jaar en 31% gevestigd sedert 1990. Deze structuur laat toe een relatief recente reflex te noteren in verband met opleiding en permanente vorming. (...) Nog uit de identificatie blijkt dat de meerderheid bestaat uit zeer kleinschalige ondernemingen, waarbij 70% geen personeel tewerkstelt. (...) Daarnaast is er de vaststelling dat 23% deze activiteit van beroepsfotograaf uitoefent in bijberoep. De specificiteit van het beroep blijkt verder uit het feit dat 31% de bedrijfswereld als cliënteel heeft en 69% zich richt tot de particulier. Ongeveer 36% van de ondervraagden hebben zich meteen na de opleiding als beroepsfotograaf gevestigd. Nog eens 31% was in een of andere zin actief in de rand van het beroep van beroepsfotograaf. Toch zal men noteren dat 23% voordien in een andere vakrichting actief was. Voorts stelt het onderzoek dat 6 op 10 ondervraagden van huis uit niet vertrouwd zijn met het zelfstandig beroep en zelfs 8 op 10 van huis uit niet vertrouwd zijn met het beroep van fotograaf. In deze context behoeft het weinig verwondering dat 3 op 4 ondervraagden zelf en alleen zijn gestart als beroepsfotograaf. De hoogst genoten basisopleiding ligt erg hoog. Meer dan 1 op 2 ondervraagden voltooiden minstens het niveau hoger onderwijs. Deze opleiding vormt daarbij de voornaamste basisopleiding, gevolgd door het hoger secundair technisch beroeps (20%), het hoger secundair algemeen vormend (10%) en het secundair kunstonderwijs (9%).
4
NCMV. Onderzoek naar de vormings- en opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen. December 1995, p 12
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
5
(...) Overeenkomstig de eigen genoten gemiddeld vrij hoge basisopleiding spreken de ondervraagden ook hun voorkeur uit voor een dergelijke vorming. Bijna 1 op 2 beveelt een niveau hoger onderwijs aan. Nog eens 37% vernoemt het kunstonderwijs. De leertijd en de ondernemersopleiding worden door 15 à 20% aanbevolen. (...) Bevraagd naar de gewenste veranderingen in de opleiding spreekt men vooral over praktijkgebonden thema's: opvoeren van de stage (69%), meer praktijklessen (50%) en een betere uitrusting van het atelier (47%). Verder wordt geopteerd voor een langere duurtijd van de opleiding (36%), betere lessen (35%) en betere lesgevers (35%). (...) Onder de aan te scherpen technische bekwaamheden wordt vooral melding gemaakt van kostprijsberekening (55%), financieel beheer (47%) en verkoopskunde (44%), gevolgd door markt- en klantenkennis (38%), management (34%) en verder boekhouding, werken met personeel, wetgeving en technologie, telkens voor 20 à 25%. (...) Naar aan te scherpen algemene bekwaamheden heeft men het vooral over markt- en klantenkennis (51%), gevolgd door juridische en fiscale kunde (34%) en het aanleren tot zelfstandig handelen (29%). (...) De voornaamste motieven tot de beroepskeuze zijn het eigen baas zijn (50%) en voldoening vinden in het werk (47%), gevolgd door het in praktijk brengen van de opleiding of de hobby (37%), het persoonlijk contact (33%) en het leveren van goede diensten en producten (29%). (...) Als belangrijkste wijzigingen in het beroep erkent men de toegenomen concurrentie (56%), de prijsdumpingen (45%) en de toegenomen technologie (44%), gevolgd door de specialisaties (30%) en de grote investeringen (23%). Met het kunstonderwijs als opleiding erkent men sterker de toegenomen concurrentie, de technologie en de specialisaties. De toegenomen concurrentie en de prijsdumpingen komen sterker dan gemiddeld tot uiting bij degenen met hogere opleiding, de ondervraagden ouder dan 35 jaar en degenen met de particulier als klant. De beroepsfotografen met de bedrijfswereld als klant hebben het meer over de toegenomen technologie en de specialisaties. (...) De einddoelstelling van een opleiding moet zoveel mogelijk aansluiten op de noden van het fotografisch bedrijfsleven. Alhoewel fotografie nog steeds ambachtelijke en artistieke vereisten stelt, is deze beroepssector ook zeker geëvolueerd naar een echte industrie. Dit betekent ook dat de afgestudeerden in meerdere deelsectoren kunnen terechtkomen, m.n. in de beroepsfotografie, de fotohandel en de fotolaboratoria. Ook in nevensectoren als de reprografische branche is werkgelegenheid voor deze afgestudeerden. Ook als zelfstandig ondernemer komt men terecht in één van deze branches. De basisopleiding staat dus voor de uitdaging om een voorbereiding op een breed scala aan beroepsuitoefeningsmogelijkheden te bieden”.5 Aangezien deze interessante studie gericht is op de opleiding kunnen deze gegevens ook gebruikt worden in het volgende onderdeel: 2.2 Gegevens uit de onderwijswereld.
5
NCMV. Onderzoek naar de vormings- en opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen. December 1995. p 77-85.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
6
2.1.1.4 Recente studie In een recente sectorstudie ‘Het fotobedrijf’, uitgevoerd door het VIZO (Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen), vinden we de volgende gegevens: ♦ Aantal verkooppunten in de fotodetailhandel volgens GfK Het marktonderzoeksbureau GfK heeft begin 1997 een nieuwe structuuranalyse laten uitvoeren voor de fotodetailhandel. GfK neemt enkel verkooppunten in beschouwing die een volledig assortiment fotoproducten verkopen en daar minstens 60% van hun totale omzet uit halen. Evolutie van het aantal verkooppunten in de fotodetailhandel Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest Totaal
1988 630 304 152 1 086
1990 553 307 163 1 023 -6%
1993 548 315 169 1 032 +1%
1997 650 305 119 1 074 +4%
97-93 +19% -3% -30%
Op 1 januari 1997 telde de totale Belgische markt volgens Agfa-Gevaert 2.940 zaakvoerders in de fotodetailhandelszaken en de zaken gespecialiseerd in beroepsfotografie. Het bepalen van het exact aantal fotodetailhandelaars en het aantal beroepsfotografen is bijna onmogelijk omdat de begrippen ‘beroepsfotograaf’ en ‘fotodetailhandelaar’ vaak worden verward. Ten eerste laten sommige fotodetailhandelaars zich als beroepsfotograaf registreren in het handelsregister en vice versa. Daarnaast is er een belangrijk percentage van de fotobedrijven gemengd. Dit wil zeggen dat de ondernemingen in kwestie zowel aan beroepsfotografie doen als een detailhandelsactiviteit hebben.6 2.1.1.5 Werkgelegenheid in het fotobedrijf Voor het weergeven van de werkgelegenheid in het fotobedrijf baseert de studie van het VIZO zich op de gegevens die beschikbaar zijn voor de ‘kleinhandelszaken in optische en fotografische artikelen’ (NACEBEL-code 52.485) en de ‘fotostudio’s en overige fotografische activiteiten’ (NACEBEL-code 74.811). Aantal werkgevers
Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Totaal
NACEBEL-code 52.485 1995 1996 103 110 421 449 258 258 782 817
NACEBEL-code 78.411 1995 1996 35 35 105 105 35 29 175 169
NACEBEL-code 52.485 1995 1996 443 425 941 1018 546 557 1930 2000
NACEBEL-code 78.411 1995 1996 96 83 337 343 79 87 512 513
Totaal 1995 138 526 293 957
%
1996 145 554 287 986
96/95 +5% +5% -2% +3%
Aantal werknemers
Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Totaal 6
VIZO. Sectorstudie “Het fotobedrijf”. 1998. p 9-11.
Totaal 1995 539 1278 625 2442
% 1996 508 1361 644 2513
96/95 -6% +6% +3% +3%
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
7
De NACEBEL-code 52.485 bevat naast de kleinhandelszaken in fotografische artikelen ook de kleinhandelszaken in optische artikelen. In de vorige eeuw werden fotografische producten dikwijls verkocht bij opticiens. Ondanks het feit dat de oorsprong van deze erfenis uit het verleden reeds lang achter ons ligt, is het nog altijd niet mogelijk deze code op te splitsen.7 2.1.1.6 De Beroepsfotograaf Naast de fotodetailhandelaar is er ook nog de beroepsfotograaf, die niet hoofdzakelijk leeft van de verkoop van toestellen en films of van het verlenen van service (Ontwikkeling & Afwerking). De beroepsfotograaf is actief in de audiovisuele sector en de sector van de beeldende kunst. Een aantal specialisaties kunnen worden onderscheiden (zie 2.11). De markt voor beroepsfotografie - zo blijkt uit een vergelijking met andere landen beschikt nog over een enorm marktpotentieel. Marketing speelt een zeer belangrijke rol in de bedrijfsvoering van de beroepsfotograaf.8 Over het aantal actieve beroepsfotografen en de werkgelegenheid vonden wij geen recente gegevens. Een studie hierover dringt zich op.
2.1.2
Beroepenstructuur − − − − − − − − − −
2.1.3
Geraadpleegde bronnen − − − − −
7 8
Algemeen Fotograaf (polyvalent) Portretfotograaf Reclamefotograaf / Setfotograaf / Foodfotograaf Persfotograaf Modefotograaf Industrieel Fotograaf / Architectuurfotograaf Fotolaborant / Reprograaf Video-operator Bewerker digitale beelden Andere: Medisch Fotograaf, Finishingfotograaf/Kwaliteitscontroleur, Handelsvertegenwoordiger Fotografische Producten en Diensten
Indeling in het beroepenveld volgens Handleiding ‘Simona’ deel II Gegevensbeheer Hulpdatabank ‘Beroepscodes’ (VDAB), Brussel, 1995 Beroepsprofiel Fotografie Onderzoek naar vormings- en opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen NCMV. December 1995 VIZO. Sectorstudie ‘Het fotobedrijf’, 1998
VIZO. Sectorstudie “Het fotobedrijf”. 1998. p 14-15. Ibidem. p 54-55.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
8
2.1.4
Visie De ‘artistieke en ambachtelijke opname’ zal in de toekomst nog steeds moeten gemaakt worden, de manier waarop en de verwerking ondergaan belangrijke technische veranderingen. Ook op een steeds toenemende en veranderende beeldcultuur moet het fotografieonderwijs inspelen. Onder andere om deze redenen kan men in de Audiovisuele Technieken niet zonder de culturele component. Door de opkomst van het digitale tijdperk kan men het beroep van Fotograaf niet meer beperken tot louter chemische fotografie. De rol van de fotografische film zal in de zeer nabije toekomst afnemen ten voordele van de digitale fotografie. De audiovisuele sector wordt een steeds meer complex geheel van verschillende activiteiten en specialismen. Het samengaan van al deze elementen: het ontwerpen, het maken van foto’s, van videobeelden, het integreren van klank, DTP, de sterk opkomende multimediatoepassingen, Internet, de convergentie van fotografie en druk (pre-press) enz.. vraagt om een groeiende polyvalentie en flexibiliteit. Het oude, enge begrip van ‘de Fotograaf’ moet dan ook herzien worden en opnieuw gesitueerd in een ruimere context. Al deze elementen wijzen erop dat de verschillende hogere opleidingen zouden moeten uitgebreid worden. Om te vermijden dat men zich zou beperken tot een ‘ad hoc’ beleid, moet er een aangepaste toekomstvisie ontwikkeld worden. Omwille van hun bekwaamheid adequaat te kunnen omgaan met beelden die geënt zijn op de realiteit, zijn de fotografen die zowel technisch als esthetisch gevormd zijn goed geplaatst om ‘Beeldeducatie’ in toepassing te brengen (en dit zowel in het onderwijs als in een algemeen ruim kader).
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties ♦ Volgens het Decreet9 Studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie Basisopleiding van één cyclus − audiovisuele techniek assistentie beeld-geluid-montage cinematografie fotografie
9
Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, bijlage I.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
9
Studiegebied Audiovisuele en Beeldende kunst Basisopleidingen van twee cycli − audiovisuele kunst animatie medium −
beeldende kunst driedimensionale vormgeving fotografie grafische en reclamevormgeving mode-, textiel- en toneelkostuumontwerpen restauratie vrije kunsten
−
productdesign
♦ Volgens Inrichtende Macht Hogeschool Antwerpen
−
Departement Audiovisuele en Beeldende Kunst (2 cycli) Mutsaertstraat 31, 2000 Antwerpen tel: 03/232 41 61 - fax: 03/232 81 17 verantwoordelijke: Jan Carlier −
Hogeschool Sint-Lukas Beeldende Kunsten afdeling Fotografie (2 cycli) Paleizenstraat 70, 1030 Schaarbeek - Brussel tel: 02/217 05 89 - fax: 02/219 02 41 verantwoordelijke: Hugo Bal
−
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Departement Technologie NARAFI Audiovisuele Techniek – Fotografie (1 cyclus) Victor Rousseaulaan 75, 1190 Vorst - Brussel tel: 02/340 10 20 - fax: 02/340 10 21 verantwoordelijken: Erik Heyndrickx, Jan Devijver
−
Hogeschool Gent Departement Academie Vakgroep Fotografie (2 cycli) Jozef Kluyskensstraat 6, 9000 Gent tel: 09/266 08 80 - fax: 09/266 08 01 verantwoordelijke: Julien Vandevelde
−
Karel de Grote Hogeschool Departement IWT opleiding Audiovisuele Techniek optie Fotografie (1 cyclus) Louis Frarynlaan 30, 2050 Antwerpen tel: 03/219 26 72 - fax: 03/219 26 72 verantwoordelijke: André Gijsels
−
Katholieke Hogeschool Limburg Departement Audiovisuele en Beeldende Kunst - Optie Fotografie (2 cycli) Weg naar As 50, 3600 Genk tel: 089/30 08 50 - fax: 089/30 08 59 verantwoordelijke: Paul Schepers
2.2.2
Aanverwante studiegebieden, opleidingen en opties10 − − −
10
Opleiding Grafische Bedrijven in het studiegebied Industriële Wetenschappen en technologie Studiegebied Architectuur Studiegebied Productontwikkeling
Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, bijlage I.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
10
2.2.3
Diploma’s en getuigschriften11 −
2.2.4
Gegradueerde in de Audiovisuele Techniek/optie Fotografie (1 cyclus)
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de opleiding Aantal gediplomeerden van 83-84 tot 97-9812 Technicum / AntwerNARAFI/Brussel pen Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens 1983-1984 21 10 13 7 34 1984-1985 14 8 14 6 28 1985-1986 24 12 8 10 32 1986-1987 17 3 17 7 34 1987-1988 17 6 20 4 37 1988-1989 1 1 2 3 Omschakeling van een 2-jarige opleiding naar een 3-jarige opleiding 1989-1990 11 11 fotografie 11 beeldvorming 22 12 22 1990-1991 8 16 22 6 20 1991-1992 11 8 10 11 21 1992-1993 9 12 11 8 20 1993-1994 10 6 15 9 25 Karel de Grote W&K 1994-1995 11 7 8 13 19 1995-1996 11 14 17 11 28 1996-1997 11 11 8 13 19 1997-1998 8 16 8 14 16
2.2.5
Totaal Meisjes 17 14 22 10 10 1
Totaal 51 42 54 44 47 4
11 12 22 19 20 15
22 34 42 40 40 40
20 25 24 30
39 53 43 46
Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland Er zijn op dit ogenblik in ‘W&K’ en ‘Karel de Grote’ uitwisselingsprojecten (Erasmus, Socrates en Leonardo) met: − Nottingham Trent University, Burton Street, Nottingham NG1 4 BU, GrootBrittanië − Bournemouth & Poole College of Art & Design, Wallisdown, Poole, Dorset BH12 5HH, Groot-Brittanië − Dun Laoghaire Institute of Art Design & Technology (DLIADT), DLIADT, Carraiglea Park, Kill Avenue, Dun Laoghaire, Co Dublin, Ireland − Dublin Institute of Technology (DIT), Dublin Institute of Technology, Fitzwilliam House 30, Upper Pembroke St., Dublin 2, Ireland − Instituto Politécnico do Porto, Rua Dr. Roberto Frias, P-4200 Porto, Portugal De uitwisseling betreft studenten, docenten en programma’s.
11 12
Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, bijlage I. “Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995-1996”, aangevuld met eigen gegevens.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
2.2.6
11
Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Branche code en omschrijving 3730 4930 6190 6540 9830 9831 9839
fabrikant fotomateriaal & optische instrumenten foto en filmlabo Groothandel foto en optische artikelen Kleinhandel idem Fotograafreportage Fotografische studio Fotografisch atelier
Aantallen en spreiding per provincie13 Aantal Code 3730 4930 6190 6540 9830 9831 9839 Totalen
2.2.7
− − −
FR 23 118 212 486 305 605 80 1829
Spreiding per provincie Antw. 12 18 128 203 194 188 33 776
Bra. 26 94 206 294 286 442 56 1404
Lim 1 7 22 63 99 58 12 262
O-VL 10 7 52 102 188 211 30 600
W-VL 6 8 32 90 166 183 40 525
Antwerpen (2) (1 cyclus + 2 cycli) Brussel (2) (1 cyclus + 2 cycli) Gent (1) (2 cycli) Genk (1) (2 cycli)
Infrastructuur − − − − − − − − − −
13
taalrol
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen −
2.2.8
Totaal 60 180 511 1049 113 1420 213 4546
Spreiding NL 37 62 299 563 808 815 133 2717
studio’s, uitgerust met TC, flitsinstallaties (halogeen: KdG) donkere kamer (kleur- en ZW.-labs: vergroters, ontwikkelmachines, ook in schaal) afwerkingsruimten/lab verwerkingstechniek klaslokalen multimedialab lab DTP (KdG) atelier tekenen / zeefdruk (KdG) lab video (KdG) leslokalen media ter ondersteuning van de cursussen
Bron: NVB/Marktselect (1994).
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
12
2.2.9
Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding Van 1990 tot 1996-1997 was het eerste jaar Fotografie gemeenschappelijk met het eerste jaar Film in het NARAFI. KdGf 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996 1996-1997 1997-1998
1ste jaar 45 50 37 56 42 49 51 52
69 75 67 70
NARAFI 2de jaar 28 28 32 25 34 23 26 30
Tot. NARAFI 3de jaar 21 23 27 25 23 30 21 25
94 101 96 106 99 102 98 107
2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten14 SO-vooropleiding Studiegebied HOBU IWT IWT IWT IWT IWT
Opleiding HOBU AV techn. AV techn. AV techn. AV techn. AV techn.
Gevolgde onderwijsvorm Algemeen Beroeps Buitenlands Kunst secundair Technisch
Som studenten 61 3 1 3 46
totaal
114
Voor 1996-1997 beschikken wij ook nog over de gegevens voor het NARAFI15 % 59,9% 41,1%
SO-vooropleiding Algemeen Technisch
Indeling in generatiestudenten en niet-generatiestudenten Studiegebied HOBU IWT
Optie fotografie opleiding HOBU generatiestud. audivisuele techn. 65
niet-gen. Stud. 49
totaal 114
Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van de generatiestudenten Studiegebied HOBU IWT
14 15
Optie fotografie opleiding HOBU onderwijsniveau vorig jaar audiovisuele techn. gewoon secundair andere
Statistische gegevens Dienst voor Onderwijsontwikkeling (registratie op 1.2.1996). Gegevens verzameld door bibliothecaris John Devos, NARAFI.
Totaal 60 5
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
13
Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van niet-generatiestudenten16 Studiegebied HOBU IWT
Optie fotografie opleiding HOBU onderwijsniveau vorig jaar audiovisuele techn. gewoon secundair andere Hobu Universitair onderwijs
Totaal 1 1 42 5
Voor het NARAFI beschikken wij nog over de volgende gegevens17 96-97
Rechtstreeks HSO 41,1%
Ander HO 39,3%
7de jaar 1,8%
Bis NARAFI 16,1%
gewerkt 1,8%
Geslacht KdG 1ste jaar 1994-1995 1995-1996 1996-1997 1997-1998
NARAFI
Totaal
Totaal
M
V
M
V
M
V
30 36 29 21
39 39 38 49
22 25 26 27
20 24 25 25
52 61 55 48
59 63 63 74
111 124 118 122
Studieresultaten Zie ook: 2.2.4. Academiejaar 1983-1984 1984-1985 1985-1986 1986-1987 1987-1988 1988-1989 1989-1990 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996 1996-1997 1997-1998
Aantal diploma’s M 34 28 32 34 37 3 11 20 21 20 25 19 28 19 16
V 17 14 22 10 10 1 11 22 19 20 15 20 25 24 30
Totaal 51 42 54 44 47 4 22 42 40 40 40 39 53 43 46
2.2.11 Reële studieduur De reële studieduur bedraagt zowel in het NARAFI (Hogeschool voor Wetenschap & Kunst) als in het Technicum (Hogeschool Karel de Grote) 3 jaar.
2.2.12 Globale opbouw van de bestaande lessentabellen Zie bijlagen.
16 17
Statistische gegevens Dienst voor Onderwijsontwikkeling (registratie op 1.02.1996). Gegevens verzameld door bibliothecaris John Devos, NARAFI.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
14
2.2.13 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland In oktober 97 bezocht Jan Devijver de uitgewisselde studenten in Nottingham en informeerde zich over de benadering aldaar. “Fotografie wordt gezien als een belangrijke component van de Westerse cultuur, die kan gebruikt worden voor het communiceren van zowel feiten als ideeën. In het eerste jaar geeft men een introductie tot de Fotografie: representatie, contemporaine fotografen, geschiedenis. In het tweede jaar behandelt men Documentaire en Kunstfotografie, theorieën betreffende representatie, modernisme en postmodernisme. Het derde jaar dient voor specialisatie en het maken van een eindwerk18”. In grote lijnen is deze studie vergelijkbaar met deze van het NARAFI (W&K) en TECHNICUM (Karel de Grote), er zijn nochtans verschillen: er wordt in Nottingham meer gepraat over de foto’s en er worden er minder gerealiseerd. De technische kwaliteit is geen prioriteit zoals in het NARAFI (W&K) en TECHNICUM (Karel de Grote). Het aantal contacturen van de docenten ligt beduidend lager (10 uur tegenover 23 uur in het NARAFI/Karel de Grote: 16-18 uur). De studenten uit Nottingham vinden dat er in het NARAFI keihard en in groter volume gewerkt wordt. Wat het aantal lectoren betreft is er ook een spectaculair verschil: 25 tegenover 5 in het NARAFI.19
2.3
Verantwoording van de opleiding Deze opleiding is nodig omwille van de vraag uit de beroepenwereld en de noden van het fotografisch bedrijfsleven. We verwijzen hierbij naar de opmerkingen en conclusies uit de studie NCMV (NVB) uit 1995. Zie ook 2.1.3 Visie. Een andere reden is dat er, in deze veranderende maatschappij waar het beeld een steeds grotere plaats inneemt, dringend nood is aan meer Beeldeducatie. Een goede aanzet hiervoor is zeker het Fotografieonderwijs en aanverwante opleidingen.
18 19
Prospectus Nottingham Trent University. 1997. P. 80. Werkbezoek Jan Devijver aan de Nottingham Trent University (26/30.10.1997).
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
15
HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
De exacte benaming van de opleiding Audiovisuele Technieken optie Fotografie.
3.2
De globale omschrijving van de opleiding Het doel van de opleiding Fotografie (Audiovisuele Techniek) is het vormen van jonge mensen voor het beroep. De werkvelden van dit beroep zijn - zoals hierboven reeds herhaaldelijk werd aangestipt - zeer uitgebreid, zodat in de opleiding gewerkt wordt met een algemene en gedegen basisopleiding, waarop de verschillende specialisaties kunnen geënt worden. Hiertoe wordt gestreefd naar een algemene kennis en een op het beroep gerichte gespecialiseerde kennis, vervolledigd met aanvullende kennis die van toepassing is in het professionele en bedrijfsleven. Ook in de technische opleidingen wordt de creativiteit gestimuleerd, daar een foto realiseren niet kan gereduceerd worden tot enkel en alleen de technische realisatie ervan. Om dit mogelijk te maken is de opleiding voor een groot deel praktisch gericht. De studenten leren: − opnametechniek (kleinbeeld, middenformaat en technische camera) − belichtingstechniek − zwart-wit en kleurverwerkingstechniek De praktische oefeningen bestrijken gedurende de drie jaar het hele gamma van fotografische disciplines (portret, studio, reportage, pers, industrieel, architectuur,...). Er wordt gestart met een algemene basisopleiding (observeren, opname, studie van het licht, kennis van het materiaal, laboratorium, ...). In het TECHNICUM (Karel de Grote) beoefent men in het eerste jaar uitsluitend zwartwitfotografie, terwijl in het NARAFI (W&K) vanaf het begin met zwart-wit en kleur wordt gewerkt. In het TECHNICUM wordt ook in de opleiding Fotografie aandacht besteed aan video. Alle cursussen starten met de basisbegrippen en sluiten aan op de kennis van het secundair onderwijs. Een greep uit het aanbod: fysica, scheikunde, sensitometrie (de leer van de filmgevoeligheid), elektriciteit, elektronica en technologie van de fotografie. Daarbij komt nog algemene culturele vorming: kunstesthetische ontleding en beeldcompositie. Voor het maken van een goede foto is er een noodzakelijk samenspel van creativiteit, techniek en inhoud. Er zijn ook taalvakken en een seminarie in communicatieve vaardigheid.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
16
Naast de chemische fotografie wordt steeds meer aandacht besteed aan de digitale beeldbewerking, een van de meest toekomstgerichte technieken. De studenten maken kennis met de toepassingen van de fotografie in wetenschap, industrie en druknijverheid. De realisatie van een zelfgekozen eindwerk bewijst de creativiteit en de beheersing van de techniek: hier kunnen de studenten zich reeds specialiseren naar het beroep toe. Onze filosofie is de studenten zoveel mogelijk een degelijke technische bagage mee te geven, zodat van hier uit - naar de voorkeur en belangstelling van elk - een creatieve bovenbouw kan volgen. Ervaren leraars geven de studenten individuele begeleiding. In de loop van de studieduur verwerven de studenten: kennis, beroepsvaardigheden, attitudes en contextgegevens.
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Bij het opstarten van dit werkstuk bleek dat er geen Beroepsprofiel voorhanden was. Daarom werd dan ook eerst een Beroepsprofiel opgesteld. Dit werd besproken in enkele vergaderingen op de Vlaamse Onderwijsraad en er werd contact gezocht met de beroepswereld. Een ideale (en enige?) gesprekspartner bleek de Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen, waar reeds heel wat studiemateriaal voorhanden was. Met dit studiemateriaal en na een reeks gesprekken - ook met beroepsfotografen - kwam dan de tekst van het Beroepsprofiel tot stand (1997). De vertegenwoordigers van Fotografieopleidingen Beeldende Kunsten konden zich niet altijd terugvinden in de teksten, daarom werd besloten voor de twee richtingen verder te werken via verschillende Opleidingsprofielen. Hierna kunnen we trachten een gemeenschappelijke lijn te vinden. Ook werd afgesproken de teksten van het Beroepsprofiel te toetsen aan reacties uit de beroepswereld zelf. De enige reactie die ons bereikte kwam van fotograaf Johan Van Becelaere, die voorstelt een aanpassing door te voeren naar Brits model: er wordt gewerkt met verschillende niveaus. Basisopleiding + stage − −
toegang tot het beroep prijsbarema 1 (laagste)
Fellow in photography − −
na 1 prijs of 2 nominaties (door een onafhankelijke jury) de fotograaf wordt betaald volgens barema 2
Master in photography − −
na ervaring, prijzen barema 3
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
17
Senior Master in photography − −
na 3 prijzen barema 4
Verder gaan zijn opmerkingen over dumpingprijzen, het niet naleven van de wet op auteursrecht, een strengere aanpak voor de toegang tot het beroep. De markt heeft volgens hem ook nood aan een duidelijker beeld via een erkenning van specialisaties, analoog aan de verschillende medische specialismen waarvan de beoefenaars allemaal met dokter aangesproken worden. Het begrip fotograaf dekt dus ook vele ladingen.20 Wij vinden dit wel interessante denksporen maar menen dat een doorgedreven hervorming volgens dit model niet eenvoudig te realiseren zal zijn.
3.3.2
De concrete uitwerking van de vertaalslag
Functioneel Onderdeel geheel 1 Maatschap- 1.1 Onderzoek pijkritisch denken
1.2 Analyse 2 Voorbereiden
2.1 Analyseren
2.2 Communiceren
3 Ontwerpen
3.1 Scheppen
3.2 Onderzoe20
Vaardigheid − de student informeert zich
Basiscompetentie Kennis
− de student analyseert
mens- en wereldbeeld − de student is op de hoogte van bestaande communicatievormen − de student kent het bronnenmateriaal en weet dit te vinden en te gebruiken − de student kan zich voorbereiden en informeren voor het opstarten van een project − de student kan een analyse opbouwen en conclusies maken − hij kan communiceren met de opdrachtgever en − de student kan doelstellingen ervan formuleren en concreet maken
Contextgegevens − algemene culturele kennis en informatie − markt- en productkennis
− kritische
ingesteldheid
Algemeen ondersteunende kennis − research bronnenmateriaal
− kritische
ingesteldheid − resultaatgerichtheid
− hardware en
software
− catalogi,
productinformatie
beroepsspecifieke kennis − productkennis − ontwerpen − omzetten naar beeld − vakterminologie
Beroepsspecifieke kennis − productkennis − inzicht in functioneren van de media
algemeen ondersteunende kennis − bedrijfsbeheer en bedrijfsinzicht − de student moet Beroepsspecifieke kunnen analyseren en kennis − vormgeving synthetiseren − hij kan een ontwerp of − planning voorstudie maken algemeen ondersteunende kennis − taalbeheersing − hij kan de boodschap Beroepsspecifieke
Reactie van Johan Van Becelaere. Mei 1997.
Attitude − kritische ingesteldheid
− kritische
ingesteldheid − resultaatgerichtheid − creativiteit − beslissingsvermogen − kritische
− hardware
en software
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
18
ken
3.3 Informeren
van een audiovisueel product bepalen en concretiseren − hij kan inhoudselementen verwerken tot een beeld
− de student gebruikt
informatie bij het oplossen van problemen
3.4 Overleggen
− hij moet dialogeren
met de opdrachtgever
4 Budgetteren
4.1 Informeren
− de student kan een
efficiënte planning binnen het beschikbare budget maken − hij kan kosten ramen en rekening houden met de juridische aspecten i.v.m. zijn werk
4.2 Beheren
− de student kan tijd en
budget beheren en financieel verantwoordelijk zijn voor middelen en mensen
5 Produceren 5.1 Plannen
− de student kan de
uitvoering plannen in tijd, ruimte en middelen
5.2 Organise-
ren
− de student kan de
nodige afspraken maken en naar oplos-
kennisingesteldheid − ontwerp- en pro− resultaatgeductkennis richtheid − inzicht in functione- − beslissingsren van de media vermogen − zin voor algemeen ondersteuinitiatief nende kennis − taalbeheersing − contactbereidberoepsspecifieke kennis – productkenheid − kritische nis− communicatieve ingesteldheid− leergierigheid vaardigheden − resultaatgealgemeen ondersteurichtheid nende kennis − bronnenonderzoek − concept omzetten − assertiviteit − contactbereidnaar beeld − beeld kunnen heid − dienstverlenenbespreken de ingesteldheid − resultaatgerichtheid − zin voor initiatief− zin voor samenwerking − accuratesse beroepsspecifieke − beslissingsverkennis − productkennis mogen − doorzettingsalgemeen ondersteuvermogen − empathie nende kennis − boekhouding − flexibiliteit − loyauteit − omgaan met werkdruk en stress − resultaatgerichtheid − veiligheid en milieukennis − accuratesse beroepsspecifieke − beslissingsverkennis − productkennis mogen − doorzettingsalgemeen ondersteuvermogen − empathie nende kennis − boekhouding − flexibiliteit − loyauteit − omgaan met werkdruk en stress − resultaatgerichtheid − veiligheid en milieukennis − accuratesse beroepsspecifieke − beslissingsverkennis − productkennis mogen − resultaatgerichtheid − doorzettingsberoepsspecifieke kennis vermogen − productkennis − flexibiliteit
− hardware
en software
− commu-
nicatiemiddelen − hard- en software
− commu-
nicatiemiddelen − hard- en software
− hard- en
software
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
19
singen zoeken binnen het budget
− omgaan met
werkdruk
− resultaatge-
richtheid
6 Realiseren
6.1 Visualise-
ren
− de student brengt
verschillende elementen samen (volgens ontwerp)
Beroepsspecifieke kennis − beeldvormgeving en tweedimensionale vormtaal − inzicht in het functioneren van de media- belichtingsen verlichtingstoepassingen − beeldtaal en – grammatica algemene ondersteunende kennis − optische toepassingen, lenzenstelsels en implicaties ervan, verlichtingstechniek
6.2 Communi-
ceren
6.3 Regisseren
− de student kan com-
municeren met alle betrokkenen
− hij kan de beelden en
de modellen regisseren in functie van het concept
Beroepsspecifieke kennis − productkennis − beeldvormgeving − sensitometrische kennis − kleurenleer − digitale technieken algemeen ondersteunende kennis − taalkennis Beroepsspecifieke kennis − beeldvormgeving − technologische kennis
− accuratesse − zin voor esthe-
tiek − doorzettingsvermogen − empathie − flexibiliteit − imagobewustzijn − kritische ingesteldheid − leergierigheid − omgaan met stress
− hardware
en software − communicatiemiddelen − beeldopnamemateriaal − belichtingsmateriaal
− resultaatge-
richtheid
− zelfstandigheid − veiligheids- en
milieubewustzijn − beslissingsvermogen − dienstverlenende ingesteldheid − empathie − flexibiliteit
− beslissingsver-
mogen
− zin voor esthe-
tiek
− omgaan met
stress
− resultaatge-
richtheid
6.4 Realiseren
en verwerken
− de student kan zorgen
− beroepsspecifieke
voor opname en ontkennis wikkeling (negatief en − productkennis − sensitometrische afdruk/digitaal) toepassingen − colorimetrie − belichtingstechniek − verlichtingstechniek − geluidscontext − postproductietoepassingen − afwerking en presen-tatie − leidinggeven aan het model − documentaire technie-ken algemene ondersteunen-de kennis − culturele kennis − maatschappelijke ach-tergrond
− dienstverlenen-
de ingesteldheid − empathie − flexibiliteit − accuratesse − beslissingsvermogen − kritische ingesteldheid − resultaatgericht-heid − zin voor esthetiek
− opname-
en verwerkingsmiddelen, evt. projectiemodaliteiten − meetinstrumenten − laboratoria − hardware en software − handboeken − handleidingen
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
20
7 Evalueren
7.1 Oordelen
7.2 Opvolgen
8 Beheren
en verbeteren 8.1 Factureren
− de student kan con-
beroepsspecifieke troleren of de voorop- kennis − evaluatie naar gestelde doelstelling bereikt is (in overleg budget, doelgroep met de opdrachtgever) en esthetische en psychologische inhoud en impact
steldheid − resultaatgerichtheid − beslissingsvermogen − zin voor esthetiek
− visualise-
ringmiddelen
− hij kan de nodige
correcties aanbrengen
− de student kan factu-
ren maken 8.2 Boekhou− de student kan boekden houden − de student kan inven8.3 Inventarisetariseren ren
3.3.3
− accuratesse − kritische inge-
beroepsspecifieke kennis − boekhouding − fiscaliteit − marketing
− zin voor initia-
− commutiefnicatie− resultaatgemiddelen − hard- en richtheid − contactbereidsoftware heid − accuratesse − kunnen omgaan met informatie
Aanvullende gegevens met betrekking tot de opleiding Verhouding praktijk/theorie Deze verhouding bedraagt ongeveer 60/40. In het eerste jaar is er meer theorie dan praktijk, maar naar het derde jaar toe wordt de verhouding omgekeerd. Aandeel stagetijd Het is niet eenvoudig leerrijke en interessante stages te vinden. Vereist zijn flexibiliteit en aanpassingsvermogen aan bv. niet-vaste uren en dagen. Een stageplaats in een groot bedrijf waar een aaneensluitende periode van bv. veertien dagen kan ge-werkt worden is eerder een uitzondering.
3.4
Sleutelkwalificaties Bij het opstellen van dit opleidingsprofiel is uitgegaan van de gegevens uit het Beroepsprofiel Fotografie. 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Abstract denken Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Commercieel inzicht Contactbereidheid Creativiteit Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Een werkplan kunnen maken Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Inzicht in de arbeidsorganisatie
3 ✗
2
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
1
0
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
3.5
Kritische ingesteldheid Kunnen omgaan met informatie Kwaliteitsbewustzijn Leergierigheid- en bekwaamheid Loyauteit Omgaan met stress Planmatig denken Problemen onderkennen en oplossen Taalvaardigheid Resultaatgerichtheid Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid en zelfvertrouwen Zin voor initiatief Zin voor samenwerking Zin voor esthetiek
21
4 ✗
3
2
1
0
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
De kern van het opleidingsprofiel Eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingen Er bestaat een duidelijke verwantschap met alle visueel gerichte en artistieke opleidingen. Aangezien film is gebaseerd op een opeenvolging van fotografische beelden mag ook hier het verband duidelijk zijn. In de opleiding Fotografie (Audiovisuele Techniek, 1 cyclus) ligt een eerste accent op een gedegen technische onderbouw. Hierop wordt een bovenbouw, die voor elk individu anders kan zijn, mogelijk. Persoonsvorming De afgestudeerde in de audiovisuele techniek beschikt over kennis en inzicht in: − het verbaal, niet-verbaal, beeldend, communicatie- en/of artistiek proces − de socioculturele onderbouw van het mediatiek en/of artistiek gebeuren − technieken van audiovisuele procédés − analytische methoden om bovengenoemde uitdrukkingsvormen te duiden − economische en juridische aspecten van het mediatiek en/of artistiek gebeuren − sociologische, ethische en psychologische impact van de fotografische processen, ook in een bredere context Hij moet in staat zijn nieuwe evoluties te volgen en zich erin bij te scholen.
3.6
De maatschappelijk-culturele vorming “Niet degene die niet kan lezen en schrijven, maar degene die niets van de fotografie weet, zo is wel eens opgemerkt, zal de analfabeet van de toekomst zijn. Maar moet een fotograaf die zijn eigen foto’s niet kan ontcijferen, niet evenzeer als een analfabeet worden beschouwd?”21
21
Benjamin (Walter). Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid. Kleine geschiedenis van de fotografie. SUN. Nijmegen. 1996, p. 75
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
22
“Walter Benjamin geeft een grote maatschappelijke taak mee aan de fotografen door ze de nazaten van de auguren en de haruspices te noemen”22, stelt Willem Elias in zijn bespreking van de geschiedenis van de filosofie van de fotografie. Fotografie bekleedt een belangrijke positie in de huidige massale beeldcultuur. Ook beginnende fotografen helpen mee dit cultuurgoed binnen ieders bereik te brengen. Zij moeten op de hoogte zijn van de betekenis, de kracht en de impact van het medium. Afgestudeerden in de Fotografie dienen naast de technologische kennis een analytische en kritische ingesteldheid te bezitten ten overstaan van wat er gebeurt in de wereld in het algemeen en in een culturele context in het bijzonder. Een brede culturele basis en belangstelling is noodzakelijk. Esthetische visie is fundamenteel. We leiden fotografen op om assertief te zijn en beslissingen te kunnen nemen. Omgaan met stress en zelfstandig werken zijn nodig, naast zin voor samenwerking, loyauteit en punctualiteit.
3.7
Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van de kwalificatiestructuur De huidige opleiding audiovisuele techniek is in haar vorm uniek in het Vlaamse onderwijslandschap. Twee scholen voorzien in de reële nood: NARAFI (Hogeschool voor Wetenschap & Kunst) en TECHNICUM (Karel de Grote Hogeschool). Zij bedienen studenten uit het hele Vlaamse land. Een brede praktische opleiding beoogt een evenwicht tussen techniek, creativiteit en inhoudelijke waarden. Een maatschappelijk-culturele onderbouw is een van de noodzakelijke pijlers. De aard van de vorming zorgt voor een onmiddellijke inzetbaarheid van de afgestudeerde. Historisch gezien horen wij thuis in een technische richting. Door jarenlange ervaring, bijscholing en een niet aflatende inspanning is duidelijk geworden dat de opleiding Fotografie niet kan of mag gereduceerd worden tot het zuiver technische aspect alleen. Hoe kan men trouwens in het audiovisuele gebied een technisch volmaakt product afleveren zonder de esthetische, maatschappelijke en culturele context erbij te betrekken? De geschiedenis biedt voorbeelden genoeg van genres en media die hun oorspronkelijke functie en betekenis achter zich hebben gelaten.23 Samengevat dringen volgende wijzigingen zich op − −
−
22 23
Er is dringend nood aan een uitbreiding van de mogelijkheden (studieduur, financiële en technische middelen) De snelle veranderingen in het vakgebied nopen tot een doorgedreven reeks aanpassingen, gebaseerd op een verantwoorde visie, zodat we voorlopers kunnen blijven en niet genoodzaakt zouden worden achterhoedegevechten te leveren. We verwijzen hier ook nogmaals naar de resultaten van de bevraging door de NVB (Vormings- en Opleidingsbehoeften) zoals vermeld op p. 5. Welke ver-
Elias (W.). Pioniers van de filosofie van de fotografie. VUB. Brussel. 1997, p 16 Vlasselaers (J.) en Baetens (J.). Handboek culturele studies. Acco. Leuven. 1996, p 54
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
−
23
beteringen wensen de beroepsfotografen : opvoeren van de stage (69%), meer praktijklessen (50%), een betere uitrusting van het atelier (47%), een langere duurtijd van de opleiding (36%), betere lessen (35%) en betere lesgevers (35%). Wij blijven ons ook vragen stellen over de zin van de verschillende behandeling wat de personeelsomkadering betreft voor de opleiding Fotografie Audiovisuele Technieken en Fotografie Beeldende Kunst (coëfficiënt 1,2 en 3).
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
24
HOOFDRUBRIEK 4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
Dit opleidingsprofiel is een basisdocument: − voor de hogescholen bij de formulering van hun opleidingsprogramma. − voor de werkgroep die de bestaande kwalificatiestructuur moet herijken − studenten en toekomstige studenten Dit opleidingsprofiel is een instrument voor: de visitatiecommissie Hoger Onderwijs − hogescholen en docenten − de navorming − de kwaliteitscontrole −
Informatie- en oriëntatiecentra (zoals PMS-centra) kunnen er gebruik van maken. Verder kan het Opleidingsprofiel aan personeelsverantwoordelijken in organisaties een beter inzicht geven in de professionele en algemene vorming van kandidaat-werknemers en een inspirerend document zijn voor het ontwerpen van bedrijfsopleidingen.
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
25
HOOFDRUBRIEK 5 BIBLIOGRAFIE
♦ BENJAMIN (Walter). Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid. Kleine geschiedenis van de fotografie. SUN. Nijmegen. 1996. 134 p. ♦ Beroepsprofiel FOTOGRAFIE (1997). ♦ Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, bijlage I. ♦ DVO. Handleiding voor het schrijven van opleidingsprofielen voor het hogeschoolonderwijs. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs. Brussel. 1996. 72 p. ♦ ELIAS (W.). Pioniers van de filosofie van de fotografie. VUB. Brussel. 1997. 74 p. ♦ Gegevensbeheer Hulpdatabank Beroepscodes 01-01-1995 (VDAB). ♦ Gegevens bekomen via NVB/Marktselect (1994). ♦ Gegevens verzameld door bibliothecaris John Devos, NARAFI (W&K). ♦ Indeling in het beroepenveld volgens Handleiding Simona deel II. ♦ NCMV. Onderzoek naar vormings- en opleidingsbehoeften voor de Beroepsfotografen. December 1995. ♦ NVB. De Vakfotograaf van het jaar 2000. Studie van de NVB. 1997. ♦ Prospectus Nottingham Trent University. 1997. ♦ Reactie van Johan Van Becelaere (02/ 721 17 97). Mei 1997. ♦ Statistische gegevens Dienst voor Onderwijsontwikkeling (registratie op 01-02-1996). ♦ Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995-1996. ♦ VIZO. Sectorstudie Het fotobedrijf. 1998. 63 p. ♦ VLASSELAERS (J.) en BAETENS (J.).Handboek culturele studies. Acco. Leuven. 1996. 213 p. ♦ Werkbezoek Jan Devijver aan de Nottingham Trent University (26/30-10-1997).
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
26
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
Dit Opleidingsprofiel Fotografie werd - volgens de richtlijnen van de Vlaamse Onderwijsraad - samengesteld door: ♦
Jan DEVIJVER (NARAFI, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst)
♦
André GIJSELS (TECHNICUM, Karel de Grote Hogeschool)
Werkten mee aan het verzamelen van informatie: ♦
John DEVOS (NARAFI, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst)
♦
Erik HEYNDRICKX (NARAFI, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst)
♦
Nikki HUTS (Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen)
♦
Linda TIELEMANS (OHP, NARAFI, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst)
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
27
BIJLAGE 1
KdG – Lessentabel Audiovisuele Techniek optie Fotografie (1C): 1ste jaar Lestijden – studiepunten – wegingcoëfficiënt – onderwijsvorm – examenvorm VAK
C
Wijsbegeerte 0,66 Frans 0,66 Engels 0,66 Duits 0,66 Scheikunde 0,66 Kunst en cultuur 1 Beeldcompostie/beeldtaal 1 Belichtingstechniek 0,66 Sensitometrie 1 Fototechnologie 2 Audiovisuele beeldtechno- 1,5 logie Videotechnieken 2 Marktstudie 1 Informatica 1 Beeldverwerking 3,5 Fototechnieken 6 Totaal 23,96
S
W
Onderwijsvorm
3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4
1 1 1 1 1 1 1 1 2 3 2
Hoorcollege Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/taken Hoorcollege/oefeningen Hoorcollege Hoorcollege/oefeningen
5 3 3 5 9 60
3 1 1 3 7 30
Practicum Hoorcollege Hoorcollege/practicum Hoorcollege/practicum Practicum
Examenvorm Part. Juni 2de zit M M M Pp P Ss Pp P Mm Pp P Mm Ss S Mm Mm M Mo P P P So So So S S S S S M Sp Sp Sp P S Mo Pt P
P S Mo Pt P
O S Mo Pt -
KdG – Lessentabel Audiovisuele Techniek optie Fotografie (1C): 2de jaar Lestijden – studiepunten – wegingcoëfficiënt – onderwijsvorm – examenvorm VAK Wijsbegeerte Frans Engels Duits Fotoscheikunde Geschiedenis van de fotografie Beeldcompostie/beeldtaal Kleurtechnologie Videotechnieken Foto-optica Informatica Beeldverwerking Fototechnieken Totaal
C
S
W
Onderwijsvorm
0,66 0,66 0,66 0,66 0,66 1
3 3 3 3 3 4
1 1 1 1 1 1
Hoorcollege Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege Hoorcollege/klassegesprek
1 1 3,5 0,66 1 3,5 9 23,96
4 4 6 3 3 6 15 60
1 2 3 1 1 3 13 30
Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/taak Practicum Hoorcollege/oefeningen Hoorcollege/practicum Hoorcollege/practicum Practicum
Examenvorm Part. Juni 2de zit M M M Pp Pp Mm Pp Pp Mm Pp Pp Mm S M M Mm Mm Mo P M P S Mo Mp P
P M P M Mo Mp P
P M O M Mo Po -
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
28
KdG – Lessentabel Audiovisuele Techniek optie Fotografie (1C): 3de jaar Lestijden – studiepunten – wegingcoëfficiënt – onderwijsvorm – examenvorm VAK Wijsbegeerte Frans Engels Duits Geschiedenis van de fotografie Beeldcompostie/beeldtaal Kleurtechnologie Videotechnieken Marktstudie Informatica Bedrijfsbeheer:recht Beeldverwerking Fototechnieken Eindwerken Totaal
C
S
W
Onderwijsvorm
0,66 0,66 0,66 0,66 1
3 3 3 3 4
1 1 1 1 1
Hoorcollege Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege/klassegesprek
1 1 3 0,66 1 0,66 3 8 2 23,96
4 4 5 3 3 3 5 10 7 60
1 2 3 1 1 1 3 8 5 30
Hoorcollege/klassegesprek Hoorcollege Practicum Hoorcollege/oefeningen Hoorcollege/practicum Hoorcollege/oefeningen Hoorcollege/practicum Practicum Practicum/scriptie
Examenvorm Part. Juni 2de zit M M M Pp Pp Mm Pp Pp Mm Pp Pp Mm M M Mo P M P M Mo Ms Mp P
P M P M Mo Ms Mp P V
P M O M Mo Ms Mo V
OPLEIDINGSPROFIE L FOTOGRAFIE
29
BIJLAGE 2
Audiovisuele techniek: optie Fotografie Kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden bij de Vlor.