STUDIE 43 OPLEIDINGSPROFIEL productontwikkeling
OPLEIDINGSPROFIEL productontwikkeling
sector : productontwikkeling studiegebied : productontwikkeling beroep : productontwikkelaar
Sectorcommissie Hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/32 De leden van de werkgroep opleidingsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD OPLEIDI NGSPROFIEL PRODUCTONTW IKKELING
INHOUD
1
2
3
IDENTIFICATIE
1
1.1
Identificatie
1
1.2
Sectorcommissie productontwikkeling
1
1.3
Ontwikkelingsproces
1
1.4
Legitimatie
1
SITUERING VAN DE OPLEIDING
2
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 Opleidingsaanbod 2.2.2 Aanverwante studiegebieden en opleidingen 2.2.3 Diploma’s 2.2.4 Recente evoluties in aantal diploma’s 2.2.5 Gelijkaardige buitenlandse opleidingen 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod 2.2.8 Infrastructuur 2.2.9 Het aantal studenten 2.2.10 Eerstejaarsstudenten 2.2.11 Reële studieduur 2.2.12 Inhoudelijke profilering
2 2 2 2 3 3 4 4 4 4 5 5 5
HET OPLEIDINGSPROFIEL
6
3.1
Situering
6
3.2
Situering van de opleiding
6
3.3
Beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.3 Dataverzameling & dataverwerking 3.3.4 Analyse 3.3.5 Oriëntatie (deelbepaling) 3.3.6 Programmatie 3.3.7 Ontwerpen 3.3.8 Opvolging 3.3.9 Communicatie
6 6 6 7 8 10 11 12 14 15
3.4
Aanvullende gegevens 3.4.1 Aandeel practicum/theorie 3.4.2 Praktisch werk 3.4.3 Eindwerken 3.4.4 Beroepsondersteunende algemene kennis 3.4.5 Beroepsondersteunende elementen voor specifieke kennis 3.4.6 Elementen van algemeen vormende aard 3.4.7 Samenwerking industrie/stageplaatsen 3.4.8 Opleidingsduur
16 16 16 16 17 17 17 17 17
INHOUD OPLEIDI NGSPROFIEL PRODUCTONTW IKKELING
4
3.5
Sleutelkwalificaties 3.5.1 Profiel van de Licentiaat in de Productontwikkeling
17 17
3.6
De kern van het opleidingsprofiel 3.6.1 Argumentatie van opleidingsprogramma 3.6.2 Argumentatie en benoeming van de kerncompetenties
18 18 18
3.7
Maatschappelijk-culturele vorming
18
DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
21
5
BIBLIOGRAFIE
22
6
MEDEWERKERS
23
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
1
1.1
1
IDENTIFICATIE
Identificatie Licentiaat in de Productontwikkeling. Studiegebied Productontwikkeling. Hoger Onderwijs van Twee Cycli.
1.2
Sectorcommissie Productontwikkeling Deze commissie omvat drie groepen vertegenwoordigers rond de beroepsprofielen Productdesigner, Licentiaat in de Productontwikkeling en Industrieel ingenieur Industrieel Ontwerpen. Hoewel het zoeken naar gemeenschappelijke raakvlakken tussen deze drie profielen niet werd genegeerd, bleek er toch een dusdanig verschil in profiel, dat drie onafhankelijke opleidingsprofielen zich opdrongen. Elke subgroep heeft dan ook onafhankelijk een opleidingsprofiel uitgewerkt.
1.3
Ontwikkelingsproces Op basis van het ontwikkelde beroepsprofiel van de licentiaat in de Productontwikkeling werd door de expert (Chris Baelus) een opleidingsprofiel uitgeschreven, dat voorgelegd werd aan de andere leden van de commissie en aan de vertegenwoordiger van de Sociaal Economische middens. Dit voorstel dient dan verder besproken in de conferentie en eventueel bijgestuurd. De visie die hierbij gevolgd werd, was meer kennis- dan vakgebonden. Er werd dan ook niet geopteerd op basis van het beroepsprofiel een lijst van opleidingsonderdelen voor te leggen, maar het opleidingsprofiel te baseren op kennis en vaardigheden, geclusterd in functionele gehelen. Het komt het onderwijsveld toe dit te implementeren in een aanbod van opleidingsonderdelen.
1.4
Legitimatie Raad voor het Hoger Onderwijs
2
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
2
2.1
SITUERING VAN DE OPLEIDING
Gegevens uit het beroepenveld Uit het beroepsprofiel blijkt dat de licentiaat in de productontwikkeling twee clusters van functies vervult. Enerzijds is hij een ontwerper die creatieve impulsen geeft in diverse fasen van het ontwerpproces, anderzijds is hij een manager die het ontwikkelingsproces kan sturen en beheren. Aanverwante beroepen zijn de productdesigner en de industrieel ingenieur industrieel ontwerpen. Deze beide beroepsprofielen werden eveneens geraadpleegd gedurende het opstellen van het opleidingsprofiel ‘licentiaat in de Productontwikkeling’ Uit de doorlichting van de drie beroepsprofielen is gebleken dat, hoewel er raakvlakken zijn tussen deze drie beroepen zij toch een duidelijk eigen profiel hebben en een eigen opleidingsprofiel zich dan ook opdringt.
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Opleidingsaanbod Het diploma van licentiaat in de Productontwikkeling wordt alleen uitgereikt door Hogeschool Antwerpen, departement Productontwikkeling. De opleiding behoort tot het studiegebied Productontwikkeling (Hoger Onderwijs van Twee Cycli). Ze is uniek in Vlaanderen. De Hogeschool Antwerpen is een Vlaamse Autonome Hogeschool en is ontstaan uit fusie van instellingen uit het Gemeenschapsonderwijs, het Stedelijk Onderwijs en onderwijs ingericht door OCMW’s.
2.2.2
Aanverwante studiegebieden en opleidingen Aanverwante studiegebieden in Vlaanderen zijn het Studiegebied Audiovisuele en Beeldende Kunsten, opleiding Productdesign te Genk (Katholieke Hogeschool) en Industriële Wetenschappen en Technologie, opleiding Industrieel Ingenieur, optie Industrieel Ontwerpen (Autonome Hogeschool West-Vlaanderen, Kortrijk). Beide opleidingen zijn eveneens uniek in Vlaanderen. Raakvlakken (beperkte) kunnen ook gevonden worden met het studiegebied Architectuur waar eveneens artistiek gebonden en theoretische opleidingsonderdelen gecombineerd worden, en de opleidingen Industrieel Ingenieur met hun meer technische inslag. Het beroep van licentiaat in de Productontwikkeling is geen beschermd beroep. De functies die licentiaten in de Productontwikkeling vervullen zijn wel specifiek, maar gezien het polyvalent karakter van de opleiding worden deelfuncties eveneens vervuld in de industrie door personen met andere diploma’s. In Wallonië kunnen beperkte raakvlakken gevonden worden met de opleiding gedoceerd aan het Institut Supérieure de La Cambre Brussel, dat behoort tot het Hoger Artistiek Onderwijs.
2.2.3
Diploma’s Kandidaat in de Productontwikkeling Licentiaat in de Productontwikkeling
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
2.2.4
3
Recente evoluties in het aantal diploma’s Het diploma van licentiaat in de Productontwikkeling wordt slechts sinds het academiejaar 1994-1995 uitgereikt. Tot die datum behoorde de opleiding -net als de huidige opleiding Productdesign - tot het Hoger Kunstonderwijs van de derde graad en werd het diploma van industriële vormgever uitgereikt. Hieronder volgen een aantal cijfers Diploma licentiaat in de Productontwikkeling / Industriële Vormgever 1995-1996 60 Licentiaat in de Productontwikkeling 1994-1995 50 1993-1994 49 Industriële Vormgever 1992-1993 41 1991-1992 39 1990-1991 34 1989-1990 33 1988-1989 22 1987-1988 31 1986-1987 16 1985-1986 16 1985-1986 10 1984-1985 10 1983-1984 11
Sinds het begin der jaren 80 is het aantal gediplomeerden jaarlijks toegenomen. Tussen die periode en heden is het globaal vervijfvoudigd. Ook het aantal vrouwelijke afgestudeerden is jaarlijks toegenomen. Waar in het begin van de jaren 80 de opleiding kon gecatalogiseerd worden als typisch mannelijk is het percentage vrouwen in de opleiding en het aantal vrouwelijke afgestudeerden gestegen tot momenteel ongeveer 30%. Op dit ogenblik is een stabilisatie merkbaar naar zowel het aantal studenten als het aantal studenten dat jaarlijks afstudeert. Het totaal aantal studenten situeert zich op 350, het aantal afgestudeerden schommelt rond de 50. Productontwikkeling is een duidelijke nicheopleiding. Dit wordt ook versterkt door het unieke karakter van de opleiding.
2.2.5
Gelijkaardige buitenlandse opleidingen De opleiding ‘Productontwikkeling’ heeft raakvlakken met de opleiding ‘Ir. Industrieel Ontwerpen’, georganiseerd aan de Faculteit Industrieel Ontwerpen van de Technische Universiteit Delft (Nederland). De studieduur van beide opleidingen is ca. even lang (Nederlands systeem heeft individuele studievoortgang en is daardoor niet strikt aan academiejaren gebonden). Het vakkenpakket is in grote mate vergelijkbaar, in Delft zijn er keuzevakken in het curriculum opgenomen, in Antwerpen is dat niet het geval (tenzij voor het afstudeerontwerp). In Delft kunnen studenten voor deze keuzevakken kiezen uit een ruim pakket, dat toegeleverd wordt door andere technische faculteiten van de T.U. Delft. Met de T.U. Delft is tevens een Erasmusuitwisseling voorzien. Een overeenkomst bestaat met de opleiding ‘Industrial Design Engineering (BSc(Hons)), zoals deze georganiseerd wordt aan de Universiteit van Brunel (thans University of West-London). Deze opleiding beslaat 4 jaar, waarvan 1 semester ‘atelierpraktijk’ en 1 semester ‘industriële stage’. Het programma in Antwerpen bevat vakken uit de humane wetenschappen alsook vakken m.b.t. ontwerpmethodes en management van de productontwikkeling, dewelke in Brunel geheel of grotendeels ontbreken. Het programma in Brunel legt een grotere nadruk op theorie en
4
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
praktijk van elektronica en mechanica. Een aanverwante opleiding vindt men eveneens in de University of Loughborough, waarmee ook een Erasmusuitwisseling plaatsgrijpt. Met opleidingen uit landen als Frankrijk, Italië en Spanje is de vergelijking moeilijker. In deze landen wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen meer technisch en /of wetenschappelijk gerichte en meer vormgevend-artistiek gerichte opleidingen. De opleiding ‘productontwikkeling’, zoals deze aan de Hogeschool Antwerpen georganiseerd wordt, overbrugt dit onderscheid. Voor de meer technisch-wetenschappelijk gerichte opleidingen kan verwezen worden naar het ‘Institut Polytechnique de Sévenans’ en het ‘Institut Supérieur de Design de Valenciennes (Frankrijk), de ‘Universidad Politécnica Valencia’ (Spanje) en de ‘Politecnico di Milano’ (Italië). Voor wat de meer (of uitsluitend) vormgevend-artistieke opleidingen betreft, kan verwezen worden naar de ‘Ecole Nationale Supérieure de Création Industrielle - Les Ateliers’ in Parijs en de ‘Ecole Municipale des Arts Décoratifs’ van Strasbourg (Frankrijk), de ‘Escola de Disseny Elisava’ in Barcelona (Spanje) en de ‘Domus Academy’ in Milaan (Italië). Met betrekking tot verdergezette opleidingen, kan vermeld worden dat afgestudeerden van de opleiding ‘Productontwikkeling’ ‘bijna automatisch’ toegelaten worden tot de opleiding ‘DESS d’Ergonomie et Conception du Produit’ georganiseerd aan de Université de Paris XI (DESS= Diplôme d’Etudes Supérieures Spécialisées’), tot de opleiding ‘Aufbaustudium Kraftfahrzeug-Design’ georganiseerd aan de Fachhochschule für Gestaltung in Pforzheim (Duitsland) en tot de voortgezette opleiding ‘Industrial Design’ georganiseerd aan het Royal College of Art in London.
2.2.6
Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten De licentiaat in de Productontwikkeling is werkzaam in gans België. Vijf tot tien procent waagt jaarlijks de stap naar het buitenland.
2.2.7
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod De opleiding Productontwikkeling wordt enkel aangeboden in Antwerpen. De studentenpopulatie wordt gerecruteerd over gans Vlaanderen en in beperkte mate Nederland. De instroom uit Wallonië of andere landen is beperkt tot enkelingen.
2.2.8
Infrastructuur De opleiding in de Productontwikkeling is een polyvalente opleiding waar wetenschappelijke disciplines naast artistiekgebonden opleidingsonderdelen en ontwerpgerelateerde vakken worden aangeboden. De opleiding beschikt dan ook over een waaier aan faciliteiten, gaande van labo’s CAD, fotografie, grafische vormgeving tot een labo modelbouw. Een gespecialiseerde bibliotheek naar productontwikkeling is eveneens beschikbaar. Tevens wordt een wetenschappelijk labo uitgebouwd waar onderzoek naar innovatie en productontwikkeling wordt verricht.
2.2.9
Het aantal studenten Het aantal studenten is sinds de jaren 80 continu gestegen van ongeveer 50 in 1980 tot momenteel 350 studenten. De eerste kandidatuur omvat gemiddeld 120 studenten, de andere jaren schommelen tussen de 50 en 60 studenten.
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
5
2.2.10 Eerstejaarsstudenten Het zware theoretische opleidingspakket gecombineerd met arbeidsintensieve praktische opleidingsonderdelen schrikt studenten uit minder wetenschappelijke richtingen af. De instroomgegevens worden hieronder geschetst. Wetenschappen-Wiskunde Latijn-Wiskunde Wetenschappen Talen-Wiskunde Economie-Wiskunde Architectuurvorming Andere HO Zittenblijvers
20% 15% 15% 15% 10% 10% 5% 3% 7%
2.2.11 Reële studieduur De opleiding omvat een tweejarige kandidaatscyclus en een driejarige licentiecyclus. 80% van de afgestudeerden behaalt een diploma na vijf jaar opleiding.
2.2.12 Inhoudelijke profilering De opleiding Productontwikkeling behoort tot het Hoger Onderwijs van Twee Cycli. Het heeft in Vlaanderen met de opleiding Productdesign (Hoger Onderwijs Twee Cycli, studiegebied Audiovisuele en Beeldende Kunst) en met de opleiding Industrieel Ingenieur Industrieel Ontwerpen (Kortrijk) raakvlakken. In het buitenland vindt men raakvlakken met de TU Delft (Ingenieur Industrieel Ontwerpen), waarmee trouwens een Erasmusuitwisseling plaatsgrijpt, de Hogeschool Den Haag (niveau equivalent aan Vlaamse één-cyclusopleidingen) met een beroepsgerichte aanpak, en de Academie Eindhoven, met een meer artistiek gerichte designopleiding.
6
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
3
3.1
HET OPLEIDINGSPROFIEL
Situering Hoger Onderwijs 2 cycli. Studiegebied Productontwikkeling. Licentiaat in de Productontwikkeling.
3.2
Situering van de opleiding Opleiding tot licentiaat in de Productontwikkeling die hem in staat moet stellen de organisatorische taken en de ontwerpactiviteiten uit te voeren die leiden tot productvoorstellen. (zie ook beroepsprofiel)
3.3
Beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het omschreven opleidingsprofiel productontwikkeling beoogt een brede, algemene opleiding, en is vertaald vanuit het globale beroepsprofiel, dat meerdere beroepsfuncties omvat. Bij het opstellen van het opleidingsprofiel werden de verschillende professionele profielen samengebracht door ze te relateren tot de flow van het productinnovatieproces. Dat leidde tot een opdeling in organisatorische/sturende taken en ontwerpgerelateerde taken die werden samengebracht volgens de voorgestelde typefuncties. Deze werkwijze beoogt een volledige inventarisatie van professionele activiteiten, gerelateerd tot de productontwikkeling.
3.3.2
De concrete uitwerking van de vertaalslag Clustering van de geselecteerde taken tot functionele gehelen. Het productontwikkelingsproces kan opgedeeld worden in verschillende fasen waarbinnen op elk niveau gelijkaardige functies worden gesitueerd. Deze functionele gehelen worden naargelang de fase waarin het project zich bevindt, specifiek ingevuld. Ze werden geënt op de typefuncties van het beroepsprofiel en zijn samengebracht in volgende functionele gehelen: − Dataverzameling en -verwerking − Analyse − Oriëntatie (doelbepaling) − Programmatie (werkwijzebepaling) − Ontwerpen (uitvoering) − Opvolging (kwaliteitsborging gerelateerd tot doel, werkwijze en uitvoering) − Communicatie (ontwerpcommunicatie, interne & externe communicatie) Informatieverzameling, verwerking en analyse behoren tot eenzelfde fase in de productontwikkeling, zijn conditioneel voor het bepalen van de objectieven, doch omwille van de overzichtelijkheid werden ze als afzonderlijke functionele gehelen gerangschikt.
7
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
Communicatie vinden we terug in elk van de functionele gehelen maar is omwille van de overzichtelijkheid als een autonoom geheel aangeduid. De context- gegevens worden overwegend bepaald door deze functiecluster. Functioneel geheel Onderdeel Vaardigheid Kennis Attitude (per onderdeel) Context (per onderdeel)
3.3.3
Dataverzameling & dataverwerking Gerelateerd tot sociaal-maatschappelijke trends, marktgegevens, bedrijfsgegevens, gebruikersspecificaties, wetten en normen, processen, systemen, producten, componenten, materialen en ontwerpvoorstellen. 3.3.3.1 Opzoeken data kan database / internet raadplegen kan literatuuronderzoek uitvoeren kan bedrijfspublicaties, jaarver- − kennis van catalogeersystemen slagen raadplegen − kennis van domeinspecifieke terminologie kan tabellen en modellen gebrui- − kennis van fysische / economische grootheden ken − kennis van fysiologie en antropometrie − kennis van statistiek kan octrooien en patentonderzoek uitvoeren kan normen en wettelijke bepakennis van wetgeving en industrieel eigendomsrecht lingen opzoeken kennis van keuringsproceaccuratesse, kunnen dures omgaan met informatie, doorzettingsvermogen, PC, WWW-aansluiting, kennisinstellingen
3.3.3.2 Een enquête opstellen en uitvoeren Interviews afnemen Contacten leggen kan een vragenmet kenniscentra lijst opstellen en innovatiecentra
kennis onderzoeksmethoden kennis psychologie
accuratesse, contactbereidheid, receptieve taalvaardigheid, kunnen omgaan met informatie, empathie
3.3.3.3 Een experiment/simulatie opstellen en uitvoeren kan kwantitatieve / kwalitatieve parameters omschrijven kan werkhypothese opstellen kan maatschalen vast- − kennis opbouw accuratesse, resulstellen en proefopstelmodellen (mathe- taatgericht, planmaling bepalen tig denken, kunnen matische, iconiomgaan met inforsche,...) matie, − kennis van meetinstrumenten − kennis dataregistratie
meetinfrastructuur , datasheet, datacollectie, labofaciliteiten, modelbouwfaciliteiten
8
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
3.3.3.4 Observaties uitvoeren bezoeken van beurzen, tentoonstellingen, ... kan omgevingsobservatie uitvoeren (sociaal, economisch, fysisch) kan gebruikersobservatie uitvoeren (labo-veldonderzoek) kan bedrijven, processen, − kennis van registratie- accuratesse, conproducten observeren technieken (data-sheet, tactbereidheid, taalvaardigheid, video, foto, ...) kunnen omgaan met − kennis onderzoekstechnieken, psycholo- informatie gie.
usability-lab, registratieappa-ratuur, data-opslag, ...
3.3.3.5 Organisatie Brainstormsessie kan creatieve denktechnieken toepassen
3.3.3.6 Dataverwerking kan data inventariseren, ordenen en structureren kan kwaliteits- en rele− kennis van datavantiewaarde vaststellen verwerkingssysen data selecteren temen / informatica − domeinspecifieke kennis − kennis statistiek
3.3.4
accuratesse, doorzettingsvermogen, kunnen omgaan met informatie,
PC / database, verslagen, eindrapporten
Analyse Gerelateerd tot sociaal-maatschappelijke trends, marktgegevens, bedrijfsgegevens, gebruikersspecificaties, processen, systemen, producten, componenten, ontwerpvoorstellen. Bij sommige items worden de vaardigheden omschreven als ‘het kunnen toepassen van een specifieke methode’ (Bvb. waardeanalyse), daarmee wordt echter het objectief van die techniek bedoeld. 3.3.4.1 Analyse van trends kan demografische evoluties detecteren en interpreteren kan culturele verschillen detecteren en interpreteren kan sociaal – maatschappelijke trends detecteren en interpreteren kan socio-economische trends detecteren en interpreteren kan waarden en normen detecteren en interpreteren kan behoeftepatronen detecteren en interpreteren kan technologische evoluties detecteren en interpreteren kan stijlveranderingen detecteren en interpreteren kan een visie vormen gerela− kennis van socioloteerd tot de maatschappelijke gische en filosoficontext sche stromingen − kennis historiek en stromingen − kennis actualiteit − kennis cultuurdynamiek en ontwerpmethoden − domeingerelateerde kennis − kennis van sta-
abstract denken, creativiteit, empathie
9
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
tistiek − kennis creatieve denktechnieken
3.3.4.2 Marktanalyse kan een structureel marktonderzoek sturen / uitvoeren kan markttrends detecteren en interpreteren kan een trendbreuk identificeren kan een marktsegment en het marktpotentieel bepalen kan een concurrentieonderzoek sturen / uitvoeren kan trends in aankoopgedrag identificeren kan een vergelijkend onderzoek − kennis bedrijfseconomie uitvoeren − kennis distributie − kennis marktonderzoek
commercieel inzicht, werkplan kunnen maken
3.3.4.3 Analyse van bedrijfsgegevens kan een interne analyse (SWOT) sturen / uitvoeren kernexpertise) kan de kostenstructuur van een bedrijf / proces analyseren kan een gevoeligheidsanalyse (rentabiliteit) sturen / uitvoeren kan een portfolioanalyse uitvoeren (bedrijfskansen) kan een corporate-identity-analyse sturen / uitvoeren kan make- or buy analyse sturen − kennis bedrijfsbeheer commercieel inzicht, / uitvoeren abstract denken, planma− kennis marketingbeleid tig werken, imagobewust− kennis financieeleconomisch management zijn, inzicht in arbeidsorganisaties − kennismanagement productontwikkeling
3.3.4.4 Probleemanalyse kan een criticaliteitsonderzoek uitvoeren kan een probleembreak down structuur opstellen kan een brainstormsessie organiseren kan het probleem onderkennen en toewijzen (forward planning) kan een schema opstellen van de probleemhouders kan oorzaak probleem aanduiden (backward planning) kan het probleem afbakenen en problemen onderkennen, − kennis creatieve en vertalen in objectieven creativiteit, leergierigheid logische denktechnieken − kennis ontwerpmethoden − multidisciplinaire kennis
3.3.4.5 Multidisciplinaire product- en systeemanalyse kan een functieanalyse uitvoeren kan een waardeanalyse uitvoeren kan de verschillende klantenniveau’s aanduiden kan een product breakdown structure (technologieboom) opstellen kan een price breakdown structure opstellen kan een gebruiksanalyse uitvoeren (ergonomisch onderzoek / taakanalyse / werkpostanalyse) kan de gebruikersinterface evalueren kan het milieu-impact vaststellen (Life-Cycle-Analyse sturen) kan een vormesthetische analyse uitvoeren kan het corporate image vaststellen
10
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
kan een thermische / structurele analyse sturen / uitvoeren (FMEA)
− kennis van ontwerpmethoden − kennis van cognitieve- en systeemergonomie, antropometrie − kennis natuurkunde, mechanica − kennis materiaalkunde en materiaalverwerking − kennis vormleer, kleurenleer en productgrafiek − kennis marketing, marktonderzoek − kennis van de systeemleer
commercieel inzicht, zin voor esthetiek, kritische ingesteldheid, kwaliteitsbewustzijn, veiligheidsen milieubewustzijn
3.3.4.6 Procesanalyse (gerelateerd tot productieprocessen en ontwerpproces) kan een proces schematiseren (flowchart) kan een morfologische analyse uitvoeren kan de kritische parameters identificeren kan project / proces performance analyseren kostenstructuur opbouwen − kennis projectmanagement − kennis innovatiemanagement − kennis technologische, bedrijfskundige,... processen
3.3.5
Oriëntatie (doelbepaling) Deze functie-eenheid volgt rechtstreeks uit de conclusies van de uitgevoerde analyses en vertaalt die in strategische, tactische en operationele objectieven van de productontwikkeling. Het vraagt naast analytische vaardigheden tevens een creatieve en intuïtieve attitude daar het de meerwaarde van het productbeleid, het systeem, het concept of het product pro-actief vastlegt. Het zijn op zich creatieve activiteiten die de objectieven van de volgende fase vaststellen. 3.3.5.1 Productstrategie bepalen kan veranderingsvectoren vertalen in een scenario kan technologische en sociaal-maatschappelijke trends linken kan vanuit de bedrijfsstrategie een productbeleid bepalen kan alternatieve beleidsformuleringen genereren kan prospectief denken commercieel inzicht, inzicht in − kennis van bedrijfsbeleid arbeidsorganisaties, creativi− kennis van markt teit − kennis maatschappelijke factoren
3.3.5.2 Zoekveld afbakenen kan doelvindingsmatrix, product market scope opstellen kan een zoekveldstructuur opstellen kan de selectiecriteria opstellen kan doelgroepen identificeren kan probleem-oriënterende technieken toepassen
11
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
3.3.5.3 Productkandidaat aanduiden (= objectiefontwikkeling) kan technologieboom uitwerken kan het innovatieniveau bepalen kan een nieuwe technologie karakteriseren kan kritische factoren identificeren kan de selectiecriteria vaststellen kan hypothesen formuleren − kennis van markt − kennis van technologie, van materialen en processen
creativiteit, beslissingsvermogen, kritische ingesteldheid
3.3.5.4 Projectscope bepalen (zie programmatie) 3.3.5.5 Systeem- en productspecificaties vastleggen (PVE) kan de requirements en de functionele specificaties omschrijven kan de productalternatieven en producttypes vastleggen kan de karakteristieken en attributen vastleggen kan onderscheid maken tussen kwantitatieve en kwalitatieve eisen kan het PVE operationeel en toegankelijk maken kan de wegingsfactoren, performance levels bepalen kan acceptatietest opstellen kan de emotionele en esthetische − kennis van normen, specificaties opstellen wetten − multidisciplinaire kennis (grootheden) − kennis van ontwerpmethoden
beslissingsvermogen, kritisch ingesteld, creativiteit, kunnen omgaan met informatie, resultaatgericht
3.3.5.6 Marketingstrategie bepalen/onderbouwen kan de marketingmix bepalen kan corporate identity bepalen kan specificaties marktontwikkeling uitschrijven
3.3.6
Programmatie (werkwijzebepaling) Dit functioneel geheel is gerelateerd tot het innovatiemanagement, de gebruikte ontwerpstrategieën, de projectorganisatie en de kwaliteitszorg. Het volgt uit de in oriëntatie omschreven objectieven en vraagt veelal een methodische aanpak. 3.3.6.1 Innovatiemanagement Strategische planning R&D Productplanning Projectmanage− kan de innovatiebement hoefte vaststellen − kan projectproposals uitschrijven − kan een werkorganisatie en procedures opstellen − kan ontwikkelplan opstellen − kan het ontwerpproces faseren (sequentieel / concurrent)
− kennis operationeel management − kennis van strategisch management − kennis van human resources − kennis van planningsmethoden − kennis datamanagement − kennis financieel management
− abstract denken, beslissingsvermogen, commercieel inzicht, contactbereidheid, werkplan kunnen opmaken − flexibiliteit, inzicht in werkorganisaties, kwaliteitsbewust − planmatig denken, resultaatgericht, zelfstandigheid, ver-
12
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
− kan een planning opstellen (milestones) − kan tijd en kostprijs beheersen − kan tactische en operationele beslissingen nemen − kan een PO proces op een efficiënte en effectieve wijze sturen − kan documentatie en informatie formaliseren − kan MIS (Management Information System) opzetten − kan een kwaliteitshandboek opstellen − kan een gebruikersonderzoek opstellen − kan een offerte opstellen
antwoordelijkheidszin, zin voor samenwerking
3.3.6.2 Organisatie ontwerpafdeling 3.3.6.3 Advies
3.3.7
Ontwerpen (uitvoering) 3.3.7.1 Genereren van productkandidaten kan opportuniteit (product / attribuut, functionele markt) aanduiden kan zoekveldhiërarchieën opstellen kan creatieve productideeën aanbrengen kan analoge functie-invullingen / werkingsprincipen identificeren kan analoge materiaal en bewerkingsmethoden identificeren kan marktsegmenten identificeren kan problem shooting kan probleemgebied afbakenen kan scenario’s uitschrijven kan creatieve technieken toepassen ( associaties, metaforen) kan nieuwe karakteristieken en features definiëren kan prospectief, pro-actief den− kennis van marktonder- flexibiliteit, kritisch ingeken steld, resultaatgericht, zoek creativiteit, leergierigheid, − kennis van fysische problemen onderkennen processen en oplossen. − kennis van materiaal, verwerkingstechnieken − kennis creatieve (groeps) technieken
3.3.7.2 Identificatie ontwerpprobleem (development item)
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
13
3.3.7.3 Uitvoeren system-design kan gerelateerde beslissingsgebieden identificeren kan het systeem identificeren kan een hydraulisch, pneumatisch, electronisch princiepsschema uitwerken kan een mechanisme uittekenen kan functies en features identificeren en transfereren kan relevante parameters selecteren kan de criticaliteit van de ontwerpproblemen bepalen kan tolerantie bepalen kan concepten afwegen (trade-off) kan modellen, breadboards opbouwen kan een kostenraming abstract denken, creativiteit, − kennis van ontwerpmethomaken problemen onderkennen dologie − kennis van systeemleer − projectgerelateerde kennis − kennis morfologische methode − kennis van thermische dynamica − kennis van sterkteleer, mechanica
3.3.7.4 Genereren van productconcepten & detailontwerp kan een productarchitectuur ontwikkelen kan concept gebruikersinterface ontwikkelen kan een materiaalselectie maken kan een ergonomisch concept uitwerken kan een vormconcept ontwikkelen kan een corporate product concept ontwikkelen kan de vervaardigingstechnieken bepalen kan de sleutelonderdelen omschrijven kan het montage- / assemblageschema bepalen kan het verpakkingsconcept ontwikkelen kan een kleurconcept ontwikkelen kan een onderhoudsprocedure omschrijven kan milieuvriendelijk ontwerpen kan de bedrijfszekerheid optimaliseren kan oppervlaktestructuren definiëren. kan productgrafiek ontwerpen kan esthetische modellen opbouwen kan styling, harmonie en verhoudingen optimaliseren kan productietekeningen maken kan productiespecifica− kennis van ontwerp− creativiteit, ties bepalen technieken flexibiliteit, imagobewust− kennis morfologische zijn, kritisch methode ingesteld − kennis van materiaaleigenschappen, processen − kwaliteitsbewust, leerbe− kennis van onderdelen, kwaam, omcomponenten gaan met − kennis van verbinstress, probledingstechnieken men onderken− kennis van ergonomie nen en oplos− kennis van vormleer sen, zelfstan− kennis van productgradigheid fiek
CAD werkpost, modelbouwatelier, ...
14
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
− kennis van kleurenleer − zin voor samenwerking, − kennis van productsezin voor esthemantiek tiek − kennis van thermische dynamica − kennis van sterkteleer, mechanica − kennis softwareontwikkeling
3.3.8
Opvolging (kwaliteitsborging gerelateerd tot doel, werkwijze en uitvoering) Omschrijft elke evaluatie en selectie procedure gedurende het volledige proces. Het gaat na in hoeverre de objectieven gehaald worden. 3.3.8.1 Evaluatie en selectie van productkandidaten Evaluatie en selectie van systeemontwerpen Evaluatie en verificatie van productconcepten
kan een haalbaarheidsstudie uitvoeren kan een beslissingsboom opstellen kan weegfactoren hanteren en een keuzematrix opstellen kan voorstellen afwegen t.o.v. de objectieven kan een price breakdown opstellen kan modellen en simulaties hanteren als verificatie (thermische, ergonomische, structurele en kinematische) kan een esthetisch vormmodel opbouwen kan consumententests uitvoeren kan markttesten uitvoeren kan een acceptatietest opstellen en uitvoeren kan keuringstesten uitvoeren en evalueren kan FMEA uitvoeren en opvolgen
3.3.8.2 Evaluatie van het projectmanagement kan een contract beheren en opvolgen (offerte- en orderbevestiging) kan de vooropgestelde kwaliteitsnormen evalueren kan een testplanning opstellen kan checklists toepassen kan periodiek het budget controleren kan het project performance evalueren kan de projectoverdracht en de nazorg uitvoeren kan een voortgangcontrole uitvoeren kan (go - no/go)stopcriteria hanteren kan prioriteiten vastleggen ( tijd, personeel, financieel) kan communicatiestoornissen (barrière bij po) identificeren kan een evaluatieforum leiden kan een interne audit uitvoeren gerelateerd tot systeem, afdeling, product, procedure, probleem waarbij normen, procedures en documentatie worden geëvalueerd kan een vendor rating system hanteren ( kwaliteit toeleveranciers) kan een wijzigingsbeheer kennis van project / finan- abstract denken, beslisopstellen (documentatie) cieel management singsvermogen, commercieel inzicht, contactbereidheid, werkplan kunnen opmaken,
15
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
kennis van werkorganisaties, teambuilding
3.3.9
Communicatie (interne & externe) 3.3.9.1 Ontwerpcommunicatie kan informatie ordenen, klasseren kan informatie visualiseren (schema’s, matrix, ...) kan informatie vastleggen (foto, film, ...) kan meetstaten opstellen kan een dossier, contract opstellen kan een project, een onderneming voorstellen kan een ontwerpprobleem visualiseren, schematiseren kan snelle ideeschetsen maken kan vormstudies, zichtmodellen maken kan presentatietekeningen maken kan technische schetsen uitvoeren kan CAD tekeningen uitwerken kan assemblagetekeningen, bedradingsschema’s, ... uitwerken kan antropometrische modellen uitwerken kan verslagen opstellen kan productgrafiek uitwerken kan een breadboard, verificatiemodel uitwerken kan een prototype voorbereiden kan technische uitvoeringsplannen uittekenen kan presentatiemateriaal aanmaken kan een kleurenkaart opstellen kan mondeling presenteren kan een productopname maken / sturen kan een eindrapport opstellen
3.3.9.2 Interne communicatie (projectgerelateerd) kan projectfiches, standaarddocumenten opstellen kan vergaderingen, creatieve sessies leiden kan technische documentatie opstellen kan meetings organiseren kan interne informatietransfert optimaliseren kan verslagen opmaken kan einddossier opmaken kan een kwaliteitshandboek opstellen kan jaarverslag opmaken
3.3.9.3 Communicatie naar de eindgebruiker toe kan folders opmaken kan servicemanuals opmaken kan bedrijfscatalogus opstellen kan een handleiding opstellen kan een corporate identity manual opstellen
flexibiliteit, inzicht in werkorganisaties, kwaliteitsbewust, planmatig denken, resultaatgericht, zelfstandigheid, verantwoordelijkheidszin, zin voor samenwerking
16
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
kan een productpresentatie opstellen kan een product-, project, bedrijfsfolder aanmaken. kan een logo ontwikkelen kan een verpakking ontwikkelen kan verpakkingsgrafiek ontwikkelen / sturen kennis van typografie kennis van kleurenleer kennis van grafiek kennis van mondeling rapporteren kennis van schriftelijk rapporteren kennis van vormleer kennis van schets- en tekentechnieken kennis van CAD kennis van tekstverwerking kennis van rapid prototyping kennis van modelbouwtechnieken kennis van prototypebouw kennis van vormleer kennis van materialen kennis van fotografie / video / elektronische beeldverwerking
3.4
Aanvullende gegevens
3.4.1
Aandeel practicum / theorie Het aandeel van de ontwerpopdrachten dient gradueel te stijgen over de 5 studiejaren. De toetsing van de eindtermen gerelateerd tot kennis, de implementatie van kennis en methodiek dient te kaderen binnen de ontwerpopdrachten. Daarom dienen ontwerpopdrachten een breed platform te bieden aan theoretische opleidingsonderdelen, onderricht in de methodologie en onderricht in ontwerpvaardigheden en projectmanagement. Het practicum garandeert de integratie en implementatie van kennis en vaardigheden. De studiebelasting in relatie tot de kernvaardigheden van de licentiaat in de Productontwikkeling dient minimaal 30 studiepunten te omvatten ( 50%)
3.4.2
Praktisch werk Het praktisch werk, atelierwerk dient zich te relateren tot modelbouw, die onderbouwend is aan het ontwerpproces. Het dient zich toe te leggen op verificaties (breadboarding, proefopstellingen, rapid prototyping) , productpresentaties (vormverificaties) en in beperkte mate op prototypebouw.
3.4.3
Eindwerken Worden bij voorkeur in samenwerking met een externe partner uitgewerkt maar blijven de pedagogische verantwoordelijkheid van de opleiding. Objectieven en werkwijze worden vastgesteld door de opleiding. zie bijlage: samenwerking met het departement PO
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
3.4.4
17
Beroepsondersteunende algemene kennis Vormt steeds de basis van beroepsgerelateerde specifieke kennis. Vb. vectorenleer / cinematica, fysiologie / ergonomie, psychologie / omgevingspsychologie.
3.4.5
Beroepsondersteunende elementen voor specifieke kennis Deze opleidingsonderdelen dienen geregeld getoetst aan hun relevantie. De technologie en marktgerelateerde onderdelen vereisen een regelmatige update. De implementatie in het proces is essentieel.
3.4.6
Elementen van algemeen vormende aard Zijn er vooral op gericht de ruime sociaal-maatschappelijke context waarbinnen de productontwikkeling zich afspeelt in te schatten. Ze zijn tevens persoonlijkheids- en visievormend en onderbouwen het kritische profiel van de licentiaat in de productontwikkeling. Ze onderbouwen het prospectieve en globaal denken, zijn belangrijk bij de invulling van de eerste fase in het innovatieproces en onderlijnen het ethische referentiekader. Ze onderbouwen vaardigheden die de transfermogelijkheden naar andere ontwikkelingsdomeinen vergroten.
3.4.7
Samenwerking industrie/stageplaatsen Naast de conditionele samenwerking op het vlak van afstudeerprojecten is er nood aan casematige kennisoverdracht. Die kan optimaal door professionelen een platform aan te bieden binnen het opleidingspakket. Experts gerelateerd tot de verschillende kennisgebieden, de praktijk van de productontwikkeling en aanverwante disciplines kunnen binnen de context van seminaries, workshops en gastlezingen de verschillende factoren aanduiden die de organisatie van productinnovatie bepalen. Stageplaatsen als onderdeel van de opleiding kunnen enkel, omwille van de moeilijk controleerbare kennistransfer additioneel buiten het opleidingsprogramma, gestimuleerd worden. Onderzoeksprogramma’s, dienstverlening voor derden en bedrijfsgerelateerde pedagogische opdrachten dienen gestimuleerd te worden teneinde een praktijkrelevante opleiding te garanderen.
3.4.8
Opleidingsduur Globale opleiding zoals door de overheid is bepaald: 5 jaar (2 kandidaturen, 3 licenties) Omwille van de hoge studiebelasting (Europese referentie), het aandeel practicum in de opleiding, de samenwerking met externe partners tijdens het afstuderen en het brede kennisprofiel is 5 jaar haalbaar. Optimalisatie van de opleiding zal kwaliteitsverhogend werken maar weinig impact hebben op de studieduur.
3.5
Sleutelkwalificaties
3.5.1
Profiel van de Licentiaat in de Productontwikkeling De Licentiaat in de Productontwikkeling is inzetbaar in elke fase van de ontwikkeling. De taken zijn opsplitsbaar in twee clusters die verschillende vaardigheden en beroepshoudingen vereisen:
18
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
Activiteiten gerelateerd tot de ontwerpactiviteit, de Lic PO als ontwerper. Verder aangeduid met de O van ontwerper (Ontwerper van systemen en subsystemen, Ontwikkeling van productkandidaten, ...). Activiteiten gerelateerd tot de organisatie en sturing van de productontwikkeling én het ontwerpproces daarbinnen. De Lic PO als manager van productinnovatie, verder aangeduid met MPO, management van de productontwikkeling. (Project manager, Manager ontwerpafdeling, New Products Manager, Adviseur, Kwaliteitsmanager) Het is deze tweeledigheid die de inzetbaarheid en de basiscompetentie van de Licentiaat in de PO bepaalt. Omwille van het dubbelprofiel van de Licentiaat in de PO worden attitude en sleutelkwalificaties gerelateerd tot O en MPO. Attitude Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Contactbereidheid Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Kritisch ingesteld Leergierig Resultaatgericht Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid Zin voor esthetiek Zin voor initiatief Zin voor samenwerking
O 4 3 3 2 2 3 4 4 4 3 4 4 2 2 4 2 2
MPO 4 4 4 4 4 3 1 4 2 4 2 4 4 4 1 4 4
Zie ook punt 3.6
3.6
De kern van het opleidingsprofiel
3.6.1
Argumentatie van opleidingsprogramma De productontwikkeling is een integraal proces waarbij een planmatige en methodische benadering essentieel zijn. De kwaliteit van de ontwikkeling wordt in belangrijke mate bepaald door de ontwikkelsnelheid en de ontwikkelkost. Het efficient sturen van het project en een permanente opvolging is noodzakelijk om de gestelde objectieven te halen. Productinnovatie is een bedrijfsactiviteit en dient dus te kaderen binnen het productbeleid van een onderneming. De bedrijfseconomische benadering is essentieel. Multidisciplinaire, concentrische benadering beoogt een optimale doorstroming van het fasemodel. Creativiteit en probleemoplossend vermogen dienen centraal te staan in de opleiding, doch dienen op een gerichte manier te worden ingezet. De basisvaardigheden van de ontwerper zijn conditioneel.
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
19
De basiskennis voor deze multidisciplinaire benadering dient in het opleidingsprofiel zorgvuldig te worden bewaakt. De implementatie van deze kennis tijdens de ontwikkeling is het objectief. De maatschappelijke context, waardepatronen en behoeften bepalen het referentiekader van productontwikkeling. Aandacht voor deze vectoren verhoogt de inzetbaarheid tijdens de doelvindingsfase.
3.6.2
Argumentatie en benoeming van de kerncompetenties Het potentieel van de licentiaat in de productontwikkeling kan aangeduid worden door zijn belangrijkste kerncompetenties: ♦ Creatief en probleemoplossend Innovatie vraagt bij uitstek creatieve vaardigheden bij het onderkennen van opportuniteiten en productkandidaten en bij de vertaling ervan in systemen of producten. ♦ Flexibel Het ondernemingsklimaat, de internationale markt en de technologie veranderen snel en permanent. Ze vragen een participatie en een flexibiliteit van de ondernemingen. Naast een geografische flexibiliteit zal ook een veel grotere flexibiliteit gevraagd worden naar werktijden en engagement. De impact op de taalvaardigheid is evident. Flexibiliteit van denken is uiteraard ook essentieel bij het creatief ontwikkelen. ♦ Leergierig Productontwikkeling start bij een kritische bevraging van het probleem en is erop gericht eerst inzicht te verwerven en dan het objectief uit te zetten. Het vraagt een leergierige attitude. Tevens dient men zich door de constante en snelle technologische en sociaalmaatschappelijke evoluties en door de uitgesproken creatieve aard van het proces, permanent bij te scholen. ♦ Gebruikersgericht Door de steeds hogere kwaliteitsvereisten die de klant aan producten, systemen of diensten stelt, is het nodig zich reeds in een zeer vroeg stadium van de ontwikkeling te laten leiden door de verwachtingen en vragen van de potentiële klant. Deze klantgedreven benadering illustreert de verschuiving van product naar proces, van individueel naar participerend. ♦ Planmatig/kwaliteitsgericht In het beroepsprofiel wordt de nood aan een methodische en planmatige aanpak omstandig geargumenteerd. De uiteindelijke kwaliteit van het product wordt in grote mate bepaald door de effectiviteit en de efficiëntie van het proces. ♦ Pro-actief/prospectief Door de snelle evoluties (sociaal-maatschappelijk en technologisch) en de steeds kortere ontwikkeltijd is het concurrentieel belangrijk de veranderingsvectoren te detecteren en te vertalen naar nieuwe opportuniteiten.
20
3.7
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
Maatschappelijk -culturele vorming Het integreren van historische en cultuurgerelateerde parameters in het opleidingsprofiel wordt geargumenteerd in 3.5. Filosofische benadering helpt bij het onderkennen van de verschillende ontwerpparadigma’s en het ontdekken van het persoonlijke referentiekader en het potentieel van de aspirant productontwikkeling
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
Zie Beroepsprofiel Productontwikkelaar.
21
22
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
5
BIBLIOGRAFIE
♦ Prof.Dr. J. Eekels, ir. W.A. Poelman, Industriële Productontwikkeling, lemma 1995. ♦ Jan Buijs, R. Valkenburg, Integrale productontwikkeling, lemma, 1996 ir. Y.G.M. Beerepoot, ir. Leentvaar-Leistra, consument en productkwaliteit, Kluwer, 1991 ♦ Decadt, P. Delagaye, Kwaliteitsgids voor kleine en middelgrote bedrijven, Wolters Leuven, 1994 ♦ Ward and Angus, Electronic Productdesign, Chapman & Hall, 1996 ♦ Jones, Design methods, Van Nostrand Reinhold, 1992 ♦ Ulrich & Eppinger, Productdesign and development, Mc Graw Hill, 1995 ♦ N.F.M. Roozenburg, J. Eekels, Productontwerpen, structuur en methoden, Lemma, 1995 ♦ Thomas Mitchell, Redefining Designing, Van Nostrand Reeinhold, 1993 ♦ J.P Deschamps, P.R. Nayak, Productgiganten,Arthur D Little, 1995 ♦ Nigel Cross, Engineering Design methods, Wiley, 1994 ♦ de Noblet, Industrial Design, Flammarion, 1993 ♦ Verhaert, De praktijk van de productontwikkeling, 1995 ♦ Cornelis, Management van de productontwikkeling, 1996 ♦ Baelus, Raamwerk van de productontwikkeling, 1996 ♦ Antonides, Consumentengedrag, Lemma ♦ Lumsdaine, Creative Problem solving, McGraw-Hill ♦ Christiaans, Creativity in Design, Lemma ♦ Urban, J. Hauser, Design and Marketing of new products, Prentice Hall ♦ Aitonurmi, Design as corporate strategy, UIAH, 1995 ♦ Pahl,, W. Beitz, Engineering design, The Design Council ♦ Merle Crawford, New Products management, ♦ Ullman, The mechanical Design Proces, Mc Graw Hill ♦ Sanders, Mc Cormick, Human factors in engineering design, Kendal / Hunt ♦ Dumas, A Practical Guide te usability testing, Ablec publishers. ♦ Muller, Vormgeven, ordening en betekenisgeving, Lemma. ♦ Kerzner, Projectmanagement, Van Nostrand Reinhold ♦ Th. G. Abrahamsen, Kwaliteitsmanagement, Teleac ♦ Stewart Bray, Total Innovation, Pitman Publishing ♦ Drs.M.R.M. Crul, Milieugerichte Productontwikkeling in de praktijk, Promise, 1994 ♦ H.H. Van der Kroonenberg, Methodisch ontwerpen, Educaboek, 1992
OPLEIDINGSPROFIE L PRODUCTONTW IKKELING
6
MEDEWERKERS
♦ Chris Baelus, docent Hogeschool Antwerpen, expert ♦ Mic Billet, docent Hogeschool Antwerpen ♦ Rudy Derdelinckx, departementshoofd Hogeschool Antwerpen ♦ Paul Verhaert, docent Hogeschool Antwerpen, Verhaert Design & Development
23