STUDIE 53 OPLEIDINGSPROFIEL logopedie
OPLEIDINGSPROFIEL logopedie
sector studiegebied opleiding
: : :
gezondheidszorg gezondheidszorg logopedie en audiologie
Werkgroep opleidingsprofielen van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/45 De leden van de werkgroep opleidingsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
INHOUD
VOORWOORD
1
HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING
3
1.1 1.2
1.3
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Opdracht 1.2.3 Doelstelling Ontwikkelingsproces
3 3 3 3
1.4
Legitimatie
3
HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING 2.1
2.2
2.3
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepsstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 2.1.3 Visie Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 2.2.3 Diploma’s en getuigschriften 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie c.q. opleiding 2.2.5 Aantal diploma’s per provincie 2.2.6 Aantal diploma’s per onderwijsnet/inrichtende macht 2.2.7 Aantal diploma’s opgesplitst per geboortejaar en geslacht 2.2.8 Aantal diploma’s per hogeschool 2.2.9 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland 2.2.10 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen 2.2.11 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 2.2.12 Infrastructuur 2.2.13 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding 2.2.14 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding volgens SO-vooropleiding 2.2.15 Reële studieduur 2.2.16 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Verantwoording van de optie c.q. opleiding
HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 3.1 3.2 3.3
3.4 3.5
De exacte benaming van de optie c.q. opleiding De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding Sleutelkwalificaties De kern van het opleidingsprofiel 3.5.1 Karakteriseren van de optie/opleiding 3.5.2 Eventuele verwantschappen met andere
3
4 4 4 4 4 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 9 9 9 9 9 10
11 11 11 11 11 11 23 24 24 24 25
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
1
VOORWOORD
H
et decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse gemeenschap bepaalt in art. 12 par. 1: “voor 1 mei 1998 worden de basisopleidingen en opties getoetst op hun (...) maatschappelijke relevantie, het beroepsprofiel en de inhoudelijke kwaliteit. Op basis van deze evaluatie kan de Vlaamse regering de opleidingen en opties herschikken vanaf 1 oktober 1998”. In uitvoering van deze decretale bepaling heeft de minister van de Vlaamse onderwijsraad verzocht overleg te organiseren inzake beroepsprofielen, opleidingsprofielen en basiscompetenties (brief aan de voorzitter van de Vlor, 22 maart 1995).1 Het opleidingsprofiel2- de tweede fase in het proces - is de vertaling van het beroepsprofiel door het onderwijs naar een aangepaste opleiding. In het hoger onderwijs komt een opleidingsprofiel in twee stappen tot stand: de overheid bepaalde reeds een kwalificatiestructuur, dit is het geheel van studiegebieden, opleidingen en opties, met de daaraan verbonden certificering. Deze kwalificatiestructuur wordt vervolgens door het onderwijsveld, meer bepaald de betrokken hogescholen, in gezamenlijk overleg per optie voorzien van basiscompetenties. De overheid legt de aldus geformuleerde basiscompetenties vast. Inhoudelijk is het aanbod gericht op de professionele vorming, de persoonsvorming en de maatschappelijke integratie.3 De koepelcommissie opleidingsprofielen van de Vlaamse onderwijsraad werd ingeschakeld als coördinerend orgaan bij het opstellen van de opleidingsprofielen. De koepelcommissie heeft sectorcommissies opgericht, waaronder de sectorcommissie ‘gezondheidszorg’. Op haar beurt heeft de sectorcommissie ‘gezondheidszorg’ experten aangesteld per opleiding/optie om de opleidingsprofielen concreet uit te schrijven. De sectorcommissie zal de aangemaakte opleidingsprofielen voorleggen aan de raad hoger onderwijs. Deze zorgt voor legitimering. Het gelegitimeerde opleidingsprofiel wordt als voorstel overgemaakt aan de overheid.
1 2
3
Handleiding voor het schrijven van opleidingsprofielen voor het hogeschoolonderwijs. Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs. 1996. p. 17,7 en 18. ”Opleidingsprofiel” is een generische term. Voor het Hoger Onderwijs verwijst hij naar het profiel voor de kleinste aangeboden entiteit waarvoor een diploma wordt uitgereikt. Dit kan een optie, een opleiding en in een zeldzaam geval een studiegebied zijn. Decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, Memorie van toelichting, deel 2 basisconcept,2.1
2
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
Aan het uitschrijven van het opleidingsprofiel ‘logopedie’ werkten mee: − − − − − −
Chantrain H., Katholieke Vlaamse hogeschool, Antwerpen Corthals P., Hogeschool Gent, departement gezondheidszorg, Vesalius, Gent D’hondt M., Vlaamse vereniging voor logopedisten Gillis M., Katholieke hogeschool voor gezondheidszorg Oost-Vlaanderen, Gent Goossens N., Katholieke Vlaamse hogeschool, Antwerpen (tekstverwerking) Lambers K., Katholieke Vlaamse hogeschool, Antwerpen (expert opleidingsprofiel logopedie) − Peleman M., Katholieke hogeschool voor gezondheidszorg Oost-Vlaanderen, Gent − Verstraete J., Katholieke hogeschool Brugge-Oostende, Brugge Dank aan alle medewerkers voor de goede samenwerking.
3
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofiel Opleidingsprofiel : Sectorcommissie :
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
logopedie gezondheidszorg
Ministerie van onderwijs, de heer Van den Bossche.
1.2.2
Opdracht Opleidingsprofiel aanmaken voor de optie logopedie (opleiding logopedie en audiologie).
1.2.3
Doelstelling Het ontwikkelen van basiscompetenties voor de optie ‘logopedie’. De kloof tussen het arbeidsveld en het onderwijsveld verkleinen door de beroepsactiviteiten te betrekken op vaardigheden.
1.3
Ontwikkelingsproces Het opleidingsprofiel werd aangemaakt volgens de DVO-handleiding en is derhalve consistent met de door de DVO gevraagde rubrieken. Vergaderingen: 1. Vergaderingen met de Vlor: 07/11/96 - 28/11/96 - 20/02/97 en 20/03/97 2. Vergaderingen met de verschillende opleidingen logopedie en audiologie en de beroepsvereniging (Vlaamse vereniging voor logopedie): 26/11/96 - 07/01/97 en 25/02/97
1.4
Legitimatie Het opleidingsprofiel dient gelegitimeerd door de raad voor het hoger onderwijs.
4
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepsstructuur 2.1.1.1 Bron − Beroepsprofiel van de logopedist − Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I Het beroep van logopedist kadert binnen het studiegebied gezondheidszorg basisopleidingen van één cyclus: − fysische behandelingen • ergotherapie - kinesitherapie - orthopedie - podologie
− logopedie en audiologie • logopedie - audiologie
− laboratiorium- en voedingstechnologie:
• farmaceutische en biologische technieken- medische laboratoriumtechnologie - voedings- en dieetkunde
− verpleegkunde
• geriatrische verpleegkunde - kinderverpleegkunde - psychiatrische verpleegkunde sociale verpleegkunde - ziekenhuisverpleegkunde
− vroedkunde 2.1.1.2 Aanverwante beroepen Audioloog.
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het opleidingsprofiel werd aangemaakt op basis van één beroepsprofiel. − Beroepsprofiel van de logopedist − Beroepsprofiel van de audioloog werd ingezien
2.1.3
Visie 2.1.3.1 Bron Beroepsprofiel van de logopedist. Uit het ‘beroepsprofiel van de logopedist’ kunnen de volgende elementen aangehaald worden: − Logopedie is een toegepaste gedragswetenschap, die zich richt op het intermenselijk communicatiegedrag, gespecificeerd als volgt. Het is de taak van de logopedist om de communicatie te bevorderen en, waar nodig, te optimaliseren. Dit komt neer op het scheppen van goede basisvoorwaarden voor communicatiegedrag, het begeleiden en bijsturen ervan en het verbeteren of herstellen van afwijkende of gestoorde communicatieprocessen.
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
− −
−
−
5
Dit laatste heeft te maken met de preventie, de diagnostiek en de therapie van problemen op het vlak van de stem, de spraak, het gehoor en de taal (m.i.v. de vaardigheden lezen, schrijven en rekenen, voor zover deze hierop steunen). Deze problemen kunnen voorkomen bij kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Het logopedisch handelen impliceert eveneens de behandeling van orale dysfuncties en het zoeken naar vervangende en ondersteunde communicatie wanneer de voor de hand liggende communicatiekanalen uitgevallen zijn of inefficiënt geworden zijn. (Naar VVL, 05/03/90 en K.B. 20/10/94) Het beroep van logopedist situeert zich in de sector ‘gezondheidszorg’ waarin de medische en paramedische beroepsbeoefenaars werkzaam zijn. Logopedie is een paramedisch beroep. Logopedisten zijn tewerkgesteld in verschillende sectoren of werkvelden. Dit gebeurt op basis van een bediendencontract en/of op zelfstandige basis. De belangrijkste tewerkstellingssectoren momenteel zijn: het gewoon en buitengewoon onderwijs, de centra voor ambulante revalidatie, de ziekenhuizen, de medisch pedagogische instituten (orthopedagogische centra), de rust- en verzorgingstehuizen, de vroeg- en thuisbegeleidingsdiensten en de zelfstandige praktijken. In elk van deze sectoren ontplooien logopedisten een grote verscheidenheid aan logopedische activiteiten. De hoofdactiviteit bestaat uit het verlenen van logopedische zorg door middel van het onderzoeken, behandelen en begeleiden van mensen met communicatiestoornissen. Het beroepsprofiel is fundamenteel stabiel, maar evolueert uiteraard mee met de veranderingen op het brede maatschappelijke vlak. Vandaar dat zich nu reeds trends aftekenen voor de toekomst. • Meer en meer komen allochtone en geriatrische patiënten voor in het bestand van de logopedist. • Kwaliteitscontrole van het logopedisch handelen krijgt meer aandacht. • Tenslotte oefent de vooruitgang op het vlak van informatica en technologie, ook op het terrein van de logopedie, een belangrijke invloed uit.
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties 2.2.2.1 Bron − Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I − Memorie decreet VII, 6 februari 1996 2.2.2.2 Studiegebied gezondheidszorg − Basisopleiding van één cyclus: logopedie en audiologie − Optie: logopedie, leidende tot het diploma van gegradueerde in de logopedie In Vlaanderen zijn er 2 inrichtende machten: autonome hogescholen en privaatrechterlijke hogescholen. Er zijn 4 scholen: − Hogeschool Gent, departement gezondheidszorg (Vesalius), Keramiekstraat 80 - 9000 Gent − Katholieke hogeschool Brugge - Oostende, Maagdenstraat 9 - 8000 Brugge − Katholieke hogeschool voor gezondheidszorg Oost-Vlaanderen, St.-Lievenspoortstraat 143, 9000 Gent − Katholieke Vlaamse hogeschool, Sint Andriesstraat 2 - 2000 Antwerpen
6
2.2.2
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 2.2.2.1 Bron − Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I − Memorie decreet VII, 6 februari 1996 2.2.2.2 Studiegebied: gezondheidszorg − Basisopleiding van één cyclus: logopedie en audiologie − Optie: audiologie, leidende tot het diploma van gegradueerde in de audiologie.
2.2.3
Diploma's en getuigschriften Bron − Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I − K.B. 20/10/94 betreffende de toegang tot het beroep van logopedist In zoverre men hogeschoolonderwijs bedoelt wordt enkel het diploma van gegradueerde in de logopedie aanvaard door de beroepssector.
2.2.4
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de optie c.q. opleiding 2.2.4.1 Bron ‘Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs 1995-1996’, afdeling informatie en documentatie, Koningsstraat 7 - 1000 Brussel (tel.: 02/219.94.36) 2.2.4.2 Studiegebied: gezondheidszorg − Basisopleiding van één cyclus: logopedie en audiologie − Optie: logopedie 2.2.4.3 Nota − Per provincie De opleiding logopedie en audiologie kan gevolgd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, doch niet in de provincies Brabant en Limburg. − Per onderwijsnet De opleiding logopedie en audiologie kan gevolgd worden in één autonome hogeschool en in drie katholieke hogescholen.
7
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
2.2.5
Aantal diploma’s per provincie
Einde academiejr. 1983-1984 1984-1985 1985-1986 1986-1987 1987-1988 1988-1989 1989-1990 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996
2.2.6
1983-1984 1984-1985 1985-1986 1986-1987 1987-1988 1988-1989 1989-1990 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996
Eind ac.jr
J 1 2 3 1 3 2 1
M 36 39 42 41 50 41 39 40 28 30 45
T 37 41 45 42 50 44 41 40 28 30 46 62 67
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
J 2 3 2 1 1 2
J 7 6 6 3 4 2 1 2 1
M 16 20 15 10 12 18 12 15 11 14 19
T 18 23 15 12 13 18 12 15 12 14 21 24 20
M 81 90 82 75 61 64 54 41 56 51 57
T 88 96 88 78 65 66 54 42 56 53 58 71 107
Totaal J 10 11 9 6 5 5 2 1 1 2 4
M 133 149 139 126 123 123 105 96 95 95 121
T 143 160 148 132 128 128 107 97 96 97 125 157 194
Aantal diploma’s per onderwijsnet/inrichtende macht
Einde academiejr.
2.2.7
Antwerpen
Autonome hogescholen J 5 4 1 2 2 1 2 -
M 25 32 31 30 23 26 12 11 16 20 16 28
Katholieke hogescholen
T 30 36 32 32 25 27 12 11 16 22 16 28
J 5 7 8 4 3 4 2 1 1 4 -
M 108 117 108 96 100 97 93 85 79 75 105 129
T 113 124 116 100 103 101 95 86 80 75 109 129
Totaal J 10 11 9 6 5 5 2 1 1 2 4 -
M 133 149 139 126 123 123 105 96 95 95 121 157
T 143 160 148 132 128 128 107 97 96 97 125 157
1977
Totaal
Aantal diploma’s opgesplitst per geboortejaar en geslacht 1967 en voor
1968
1969
1970
1971
1972
1973
J M J M J M J M J M J M J M 1992- 1 - - - - 3 - 6 1 1 - 3 - 4 1993 2 1 3 1993- 1 - - 1 - 1 - - - 2 1 1 1 3 1994 3 1 1994- - 2 - - - - - 3 - 1 - 1 - 4 1995 0 8 1
1974
1975 197 6
J -
M J M J M J M J M - - - - - - - 2 95
T 97
1
7 - - - 2 8 - 1 - 2
12 5 15 7
-
-
- 4 12 1 - - 15 7
8
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
2.2.8
Aantal diploma’s per hogeschool
Einde acad.jr.
Katholieke Vlaamse hogeschool Antwerpen
Katholieke hogeschool BruggeOostende
Katholieke hogeschool voor gezondheidszorg Oost-Vlaanderen
Hogeschool Gent departement gezondheidszorg (Vesalius)
Totaal
28
12
40
16
96
30
14
31
22
97
46
21
42
16
125
62
24
43
28
157
67
20
64
43
194
19911992 19921993 19931994 19941995 19951996
2.2.9
Gelijkaardige opleidingen en diploma's in het buitenland
Land
Titel
België
Gegradueerde in de logopedie
Aantal jaar 3 jaar
Nederland
Licentiaat logopedie en audiologie Gegradueerde + licentiaat logopedie en audiologie Logopedist
4 jaar 3+3 jaar 4 jaar
Duitsland
Spraak- en taaltherapeut Logopäden
4 jaar 3 jaar
Engeland Frankrijk
Speech and language therapist Orthophoniste
4 jaar 4 jaar
Italië
Logopedist
3 jaar
Ierland Finland Zweden Malta Spanje
Speech therapist Speech therapist Speech therapist Logopedist Logopedist
4 jaar 5 jaar 5 jaar 4 jaar 3 jaar
U.S.A.
Speech pathologist
6 jaar
Hoger onderwijs buiten de universiteit (HOBU) Universiteit HOBU + universiteit Hoger beroepsonderwijs (HBO) Universiteit Lehranstalt für logopädie (Fachschule) University or college Université (Faculté de médecine) Universiteit (medische faculteit) University University University University University (Faculté de médecine) University
2.2.10 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Wij baseren ons hier op de gegevens uit de enquête die de Vlaamse vereniging voor logopedisten in 1996 onder haar leden hield. Van de 294 respondenten zijn er 35,4% woonachtig in de provincie Antwerpen. In Oost- en West-Vlaanderen wonen respectievelijk 22,1% en 17,3%. Van de logopedisten woont 12,2% in Vlaams-Brabant en 11,5% zijn afkomstig uit Limburg. Slecht 1% van de logopedisten is woonachtig in Brussel (0,3% woont buiten de Vlaamse regio). Bovendien wordt hier de woonplaats aangegeven. Deze is niet noodzakelijk de plaats waar het beroep van logopedist uitgeoefend wordt.
9
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
Over de geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen zijn ons verder geen gegevens bekend.
2.2.11 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Provincie Antwerpen Brabant Limburg Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
één hogeschool geen hogeschool geen hogeschool twee hogescholen één hogeschool
In het totaal zijn er dus 4 hogescholen met de opleiding logopedie en audiologie, optie logopedie.
2.2.12 Infrastructuur − Goed uitgeruste les- en practicalokalen met audiovisuele ondersteuningsapparatuur. − Het nodige materiaal om vaardigheden, nodig i.f.v. het beroep, te kunnen oefenen (testmateriaal, audiometers, computers, ...). − Bibliotheek met vakliteratuur (boeken en tijdschriften).
2.2.13 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding (30ste dag na openstelling) Academiejaar 1995-1996
1ste studiejaar
2de studiejaar
3de studiejaar
J 12
J 8
J 5
M 300
T 312
M 195
T 203
M 193
T 198
Totaal J 25
M 688
T 713
2.2.14 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. Opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten Bron Inspectie HO, hogescholen Deze gegevens zijn ons op dit moment onbekend voor wat betreft de totaliteit van de hogescholen.
2.2.15 Reële studieduur Bron Inspectie HO, hogescholen Deze gegevens zijn ons op dit moment onbekend voor wat betreft de totaliteit van de hogescholen.
2.2.16 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Zie 2.2.5.
10
2.3
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
Verantwoording van de optie c.q. opleiding De opleiding logopedie en audiologie, optie logopedie is de enige opleiding die binnen het hogeschoolonderwijs leidt tot het beroep van logopedist. Dit beroep is wettelijk erkend bij K.B. van 20/10/94. Betreffende de wenselijkheid van de opties logopedie/audiologie kunnen de volgende feiten aangehaald worden: − in het decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I, zijn er geen opties logopedie en audiologie apart. Er wordt gesteld dat de opleiding logopedie en audiologie leidt tot het diploma van gegradueerde in de logopedie en audiologie. − in memorie decreet VII van 6 februari 1996 wordt de opleiding logopedie en audiologie gesplitst in twee opties: • Optie logopedie, leidend tot het diploma van gegradueerde in de logopedie; optie audiologie, leidend tot het diploma van gegradueerde in de audiologie. • De fundamentele redenen hiervoor zijn ons onbekend.
11
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
De exacte benaming van de optie c.q. opleiding Studiegebied Optie
3.2
: Gezondheidszorg Basisopleiding logopedie en audiologie : Logopedie
De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding Het doel van deze opleiding kan als volgt worden geformuleerd: het geven van een algemene voorbereiding op het beroep van logopedist ten dienste van de onderscheiden terreinen van de logopedie. De opleiding dient de grondslag te leggen voor het zelfstandig vervullen van de logopedische taken en het vermogen te ontwikkelen om mede vorm te geven aan het beroep van logopedist. De hogeschoolopleiding richt zich op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar.
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Beroepsprofiel van de logopedist.
3.3.2 Functioneel geheel
De concrete uitwerking van de vertaalslag Onderdeel
Basiscompetentie
Vaardigheid
Kennis
Attitude
Contextgegevens
A. Werkomstandigheden − bureel en benodigdheden − algemene communicatiemiddelen (telefoon, fax, antwoordapparaat) − archief en dossierkasten − computer en software − audiovisuele middelen − onderzoeksmateriaal − therapiemateriaal B. Hulpmiddelen
12
Functioneel geheel
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
Onderdeel
1. 1.1. Advies Vooren lichting informatieverstrekking
Vaardigheid 1.1.1. De student kan voorlichting geven aan werkers en studenten in de gezondheidszorg, welzijnszorg en onderwijs over logopedie in het algemeen en over ontstaan en instandhoudende factoren van stoornissen op logopedisch gebied, met als doel preventie en vroegtijdige onderkenning. 1.1.2. De student kan voorlichting geven over het gebruik en de functie van stem, spraak, taal en gehoor bij spreekberoepen. 1.1.3. De student kan voorlichting geven aan hulpvragers en hun omgeving over vraagstellingen ten aanzien van ontstaan en instandhoudende factoren van stoornissen op logopedisch gebied en mogelijkheden tot behandeling.
1.2. Screening
Contextgegevens
Basiscompetentie
1.1.4. De student kan voorlichtingsmateriaal ontwikkelen voor specifieke doelgroepen. 1.2.1. De student kan mogelijke stoornissen op het vlak van stem, spraak, taal en gehoor vroegtijdig opsporen. 1.2.2. De student kan personen screenen die op
Kennis Beroepsspecifieke kennis − eisen waaraan voorlichting op logopedisch gebied moet voldoen (2) − voorlichtingsmethoden, materialen en hulpmiddelen (3) − verschil tussen voorlichting en advies (3) − doel en functie van voorlichting aan individuele personen en/of groepen (2) − factoren waarmee rekening moet gehouden worden bij het formuleren van voorlichting (4) − structuren van de gezondheidszorg (2)
Attitude − accuratesse − assertiviteit − contactbereidheid − imagobewustzijn − kritische ingesteldheid
− voorlichtingsmateriaal
Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedisch handelen (3) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (3) − psychologie (2) − pedagogiek (2) − orthopedagogiek (2)
Beroepsspecifieke kennis − wat screening is (2) − vroegtijdige opsporing van risicogroepen (2) − het proces van screenen van personen m.b.t. Stoornissen bin-
− accuratesse − contactbereidheid − kritische ingesteldheid − resultaatgerichtheid
− screeningsonderzoeken
13
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
verzoek van ouders, leerkrachten, artsen of andere beroepsbeoefenaars worden aangemeld.
1.3. Advies en doorverwijzing
1.3.1. De student kan de verwijzer en/of de gescreende personen en hun omgeving informeren omtrent het resultaat van de screening. 1.3.2. De student kan een advies formuleren voor verder onderzoek. 1.3.3. De student kan personen doorverwijzen naar een arts of andere hulpverlener. 1.3.4. De student kan preventieve maatregelen evalueren. De student kan bovenstaande onderdelen uitvoeren met een verzorgde spraak en een aangepast taalgebruik.
nen het logopedische gebied (4) − observatietechnieken (4) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedisch handelen (3) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (3) − testmethodes en observatiemethodes (3) − psychologie (2) − pedagogiek (2) − orthopedagogiek (2) Beroepsspecifieke kennis − impact van de resultaten van een screening (2) − mogelijke behandelingsvisies (2) − mondeling en schriftelijk formuleren van adviezen op basis van gesignaleerde problemen (4) − verwijzingsprocedures in de gezondheidszorg (4) − procedures en criteria voor het evalueren van resultaten van preventieve maatregelen (2) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedisch handelen (3) − stoornissen binnen het logopedische gebied (3) − testmethodes en observatiemethodes (3) − psychologie (2) − pedagogiek (2) − orthopedagogiek (2) − aangepast gebruik van stem, spraak
− accuratesse − beslissingsvermogen − contactbereidheid − dienstverlenende ingesteldheid − kritische ingesteldheid − resultaatgerichtheid − imagobewustzijn
14
2. Diagnostiek
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
2.1. Analyse van de verwijzing.
2.1.1. De student kan de verwijzing van de behandelende arts, tandarts of andere verwijzende instanties analyseren. 2.1.2. De student kan contact opnemen met de verwijzer bij onduidelijke en/of onvolledige vraagstelling naar logopedische behandeling en/of onderzoek.
2.2. Anamnese
2.2.1. De student kan relevante anamnesegegevens ten behoeve van de in te stellen behandeling verzamelen. 2.2.2. De student kan relevante gegevens van andere hulpverleners omtrent de hulpvrager verzamelen. 2.2.3. De student kan relevante anamnesegegevens schriftelijk registreren.
en taal (4) − gesprekstechnieken (4) Beroepsspecifieke kennis − gegevens die in een verwijzing naar een logopedist moeten worden vermeld (2) − procedures bij onduidelijke of onvolledige verwijzing naar de logopedist (4) − terminologie die door andere verwijzers wordt gebruikt (2) Algemeen ondersteunende kennis − kennis van de gezondheidszorg (2) − medische wetenschappen: terminologie (3) − psychologie: terminologie (3) Beroepsspecifieke kennis − procedures en technieken voor het afnemen van een anamnese (4) − factoren waarmee men rekening moet houden bij het afnemen van een anamnese (4) − ordening, interpretatie en beoordeling van relevante gegevens (4) − rapporteren van relevante gegevens (4) − methodiek van het logopedisch handelen: interview, observatietechnieken, gesprekstechnieken (4) Algemeen ondersteunende basis − onderzoeksmethodes (3) − psychologie (2)
− beslissingsvermogen − contactbereidheid − kritische ingesteldheid
− beslissingsvermogen − contactbereidheid − empathie − imagobewustzijn − kritische ingesteldheid − resultaatgerichtheid
− vragenlijsten en observatielijsten i.f.v. anamnese
15
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
2.3. Onderzoek
2.3.1. De
student kan het onderzoeksinstrumentarium i.v.m.
De stem, de spraak, de taal, het gehoor en de orale functies hanteren, teneinde gegevens te verzamelen die relevant zijn voor de voorwaarden, het gedrag en de stoornissen omtrent communicatie en oraal functioneren. 2.3.2. De student kan de verzamelde gegevens ordenen en interpreteren. 2.3.3. De student kan de verzamelde gegevens registreren en rapporteren.
2.4. Diagnose
2.4.1. De student kan een logopedische diagnose stellen en deze formuleren tegen de achtergrond van de hulpvraag 2.4.2. De student kan de conclusies uit de diagnose schriftelijk en mondeling registreren en rapporteren. De student kan bovenstaande onderdelen uitvoeren met een verzorgde spraak en een aangepast
− pedagogiek (2) Beroepsspecifieke kennis − soort meetinstrumenten die in het logopedisch onderzoek kunnen worden gebruikt (4)
− accuratesse − beslissingsvermogen − kritische ingesteldheid − leergierigheid − resultaatgerichtheid
− gegevens die door middel v/h hanteren van deze meetinstrumenten worden verzameld (4) − factoren waarmee men rekening moet houden bij het hanteren van deze meetinstrumenten (4) − principes die gebruikt kunnen worden voor het ordenen en interpreteren van de gegevens (4) − registreren en rapporteren van onderzoeksgegevens (4) − spraak-, taal- en gehoorstoornissen (4) Algemeen ondersteunende kennis − testmethodes (4) − statistiek (3) Beroepsspecifieke kennis − methodiek van het logopedisch handelen (4) − normale en afwijkende processen en functies binnen het logopedisch gebied (4) − procedures, technieken en criteria die gebruikt kunnen worden voor het analyseren, het interpreteren, het evalueren en het rapporteren van onderzoeksgegevens voor een logopedische
− onderzoeksinstrumenten − observatielijsten − onderzoeksen testmateriaal − ondersteunende softwaretoepassingen en randapparatuur
− accuratesse − beslissingsvermogen − contactbereidheid − empathie − kritische ingesteldheid − imagobewustzijn
− onderzoeksinstrumenten − observatielijsten − onderzoeksen testmateriaal − ondersteunende softwaretoepassingen en randapparatuur
16
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
taalgebruik.
3. Behandeling
3.1. Analyse van behandelingsmogelijkheden.
3.1.1. De student kan overwegen of de relevante voorwaarden aanwezig zijn tot het gebruik van orale functies en/of mogelijkheden tot communicatie. 3.1.2. De student kan overwegen welke biologische en psychosociale factoren van invloed zijn op de behandelingsmogelijkheden. 3.1.3. De student kan overwegen welke logopedische methoden en hulpmiddelen toegepast kunnen worden.
diagnose (4) − het kenmerkende van een logopedische differentiaaldiagnose (4) − elementen die moeten gerapporteerd worden (4) Algemeen ondersteunde kennis − testmethodes (4) − informatica: tekstverwerking (3) − aangepast gebruik van stem, spraak en taal (4) − gesprekstechnieken (4) Beroepsspecifieke kennis − procedures voor het bepalen van de mogelijkheden van de patiënt in relatie tot het te behalen resultaat (4) − factoren waarmee rekening moet gehouden worden bij het bepalen van de mogelijkheden tot gebruik van orale functies en tot communicatie (4) − kennis van logopedische methoden en hulpmiddelen om orale dysfuncties en communicatiestoornissen te behandelen (4) − factoren waarmee rekening gehouden moet worden bij het bepalen van de te kiezen hulpmiddelen en behandelingsmogelijkheden (4) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedisch handelen (4) − stoornissen binnen het logope-
− accuratesse − flexibiliteit − kritische ingesteldheid
17
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
3.2. Planning
3.2.1. De student kan het hoofddoel en de subdoelstellingen van de behandeling bepalen. 3.2.2. De student kan over het behandelplan rapporteren en overleggen met de verwijzer. 3.2.3. De student kan het behandelplan overleggen met de hulpvrager en omgeving.
3.3. Behandeling
3.3.1. De student kan de juiste methoden en hulpmiddelen kiezen en op systematische
disch gebied (4) − medische wetenschappen (2) − psychologie (2) − (ortho)pedagogiek (2) Beroepsspecifieke kennis − procedures en technieken voor het bepalen van het doel van de logopedische behandeling (4) − factoren waarmee rekening gehouden moet worden bij het bepalen van de doelen voor logopedische behandeling (4) − behandelingsdoelen vertalen in operationele termen (4) − rapportagetechnieken (4) − gesprekstechnieken (4) − kennis van terminologie die door andere verwijzers wordt gebruikt (2) − weten met wie of welke instanties over het opgestelde behandelplan moet worden gecommuniceerd (2) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedisch handelen (4) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − medische wetenschappen (2) − exacte wetenschappen (toegepast) (3) − psychologie (3) − (ortho)pedagogiek (3) Beroepsspecifieke kennis − behandelingsmethoden (4) − procedures voor
− accuratesse − assertiviteit − beslissingsvermogen − contactbereidheid − dienstverlenende ingesteldheid − empathie − kritische ingesteldheid − loyauteit − resultaatgerichtheid − zin voor samenwerking
− accuratesse − assertiviteit − beslissingsvermogen − contactbereid-
− therapiemateriaal, aangepast aan de specifieke
18
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
wijze toepassen om de stoornis op logopedisch gebied te kunnen beïnvloeden. 3.3.2. De student kan informatie verstrekken omtrent het doel, methoden en hulpmiddelen, en het verloop van de behandeling. 3.3.3. De student kan instructies geven bij de uitvoering van de diverse aspecten / oefeningen van de gekozen methoden en i.v.m. het omgaan met hulpmiddelen. 3.3.4. De student kan nagaan of de hulpvrager en zijn omgeving de instructies opvolgen. 3.3.5. De student kan mogelijkheden verschaffen aan de hulpvrager en zijn omgeving om de transfer in de praktijk toe te passen. 3.3.6. De student kan de verwijzer en het behandelteam informeren omtrent het verloop van de behandeling. 3.3.7. De student kan het behandelplan tijdens de uitvoeringsfase bijstellen indien nodig. 3.3.8. De student kan de systematische afbouw en nazorg integreren in de logopedische behandeling. 3.3.9. De student
het toepassen van gekozen methoden voor het behandelen van stoornissen op logopedisch gebied (4) − procedures en technieken voor het geven van informatie in het kader van de toe te passen behandelingsmethoden (4) − procedures en toepassingen voor het geven van instructies in het kader van de toe te passen behandelingsmethoden (4) − gesprekstechnieken (4) − rapportagetechnieken (4) − procedures en technieken voor het bewaken van de manier waarop de hulpvrager en zijn omgeving de gegeven instructies op logopedisch gebied opvolgen (4) − procedures en technieken voor het regelen van de beëindiging van een logopedische behandeling (4) − kennis van de ethische en deontologische code (4) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedische handelen (4) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − medische wetenschappen (3) − psychologie (3) − (orthopedagogiek (3) − linguïstiek (3)
heid − dienstverlenende ingesteldheid − doorzettingsvermogen − empathie − flexibiliteit − imagobewustzijn − kritische ingesteldheid − loyauteit − resultaatgerichtheid − zelfstandigheid − zin voor initiatief − zin voor samenwerking
stoornissen uit het logopedisch domein − didactische hulpmiddelen − technische hulpmiddelen − specifieke therapieprogramma’s − therapeutische, didactische softwaretoepassingen en randapparatuur
19
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
3.4. Evaluatie
kan de doelstellingen, het verloop en het resultaat van de behandeling registreren en rapporteren. 3.4.1. De student kan de diagnose, de inhoud en de opbouw van het behandelplan, de behandeling zelf evalueren. 3.4.2. De student kan het effect van de behandeling evalueren. 3.4.3. De student kan het resultaat van de behandeling rapporteren aan de verwijzer, betalende instanties en/of andere betrokkenen. De student kan bovenstaande onderdelen uitvoeren met een verzorgde spraak en een aangepast taalgebruik.
4. Samenwerking
4.1. Medewerking
4.1.1. De student kan zich aanpassen aan de structuur van de organisatie, met name als het gaat om hiërarchische lijnen, beslissingen, bevoegdheden en uitvoeringsverantwoordelijkheden.
Beroepsspecifieke kennis − procedures en technieken voor het evalueren van het behandelingsproces (4) − procedures en technieken voor het evalueren van de resultaten van de behandeling (4) − gesprekstechnieken (4) − rapportagetechnieken (4) − kennis van ethische en deontologische code (4) Algemeen ondersteunende kennis − methodiek van het logopedische handelen (4) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − medische wetenschappen (3) − psychologie (3) − (otho)pedagogiek (3) − aangepast gebruik van stem, spraak en taal (4) − gesprekstechnieken (4) − Structuur en werking van sociale zekerheid, onderwijs en verhouding tussen deze instanties en eigen werkgever (3) − Organigram van de tewerkstellende instelling en eigen plaats erin (4)
− accuratesse − beslissingsvermogen − contactbereidheid − dienstverlenende ingesteldheid − empathie − kritische ingesteldheid − zin voor samenwerking − imagobewustzijn
− evaluatielijsten en onderzoeken − audiovisuele hulpmiddelen
Ad 4: − zin voor samenwerking (19) − contactbereidheid (4)
− lokaal voor team- en stafvergaderingen archief
20
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
4.2. Samenwerking
4.2.1. De student kent de grenzen van de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van de logopedist. 4.2.2 De student kan zich houden aan afspraken omtrent het handelen op verwijzing. 4.2.3. De student kan in zijn handelen rekening houden met het beroepsgeheim. 4.2.4. De student kan ook andere teamleden / medewerkers informatie en instructies geven omtrent onderzoek, plan, verloop en resultaat van de behandeling.
− (ideale) samenstelling team en bijdrage van elk lid tot algemeen handelingsplan (3) − grensgebieden en overlappingen bij multidisciplinaire aanpak en modus operandi ter plekke (3) − inhoud en motief van deontologische regels (4) − voldoende vakjargon, wetenschappelijke terminologie en kent voorkennis van anderen omtrent de eigen discipline (3)
− loyauteit (12) − beslissingsvermogen (3)
Algemeen ondersteunende kennis − recht (2) − deontologie (2)
4.2.5. De student kan relevante informatie van andere disciplines opvragen.
5. Beheer.
5.1. Praktijkbeheer
4.2.6. De student kan constructief deelnemen aan teambesprekingen. 5.1.1. De student kan de planning en administratie omtrent afspraken met de hulpvrager verzorgen. 5.1.2. De student kan onderzoeksgegevens en van het plan, en het resultaat en het verloop van de behandeling in een databestand van het patiëntendossier verwerken. 5.1.3. De student kan het jaarverslag van de logopediepraktijk/-afdeling maken.
Beroepsspecifieke kennis − doel, inhoud en middelen van de afspraakplanning (4) − verschillen tussen jaarverslag voor een afdeling en jaarverslag voor eigen praktijk (2) − inhoud, middelen en doel van een jaarverslag (2) − arbeids- en beroepsspecifieke wetgeving (3) − inhoud, doel en middelen omtrent management (2)
− accuratesse − assertiviteit − beslissingsvermogen − contactbereidheid − dienstverlenende ingesteldheid − empathie − flexibiliteit − verantwoordelijkheidszin − kunnen omgaan met informatie − doorzettingsvermogen − inzichten in de arbeidsorganisatie
− locatie en materialen − management en documentbeheer − aangepast softwareprogram-ma’s en randapparatuur
21
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
5.1.4. De student kent de wettelijke bepalingen en regelgeving omtrent zijn arbeidssituatie. 5.1.5. De student kan het management van de eigen bedrijfsvoering bewaken.
5.2. Documentbeheer m.b.t. het beroep
6. Research
6.1. Signalering
6.2. Uitvoering
5.2.1. De student kan een documentatiesysteem m.b.t. literatuur over gegevens en ontwikkelingen binnen het eigen beroep maken en gebruiken.
Algemeen ondersteunende kennis − deontologie (2) − informatica (3) − organisatie gezondheidszorg (sociaal recht) (2)
Beroepsspecifieke kennis − inhoud, middel en doel van communicatiesystemen (3)
6.1.1. De student kan theoretische en praktische onderwerpen binnen het logopedische vakgebied, die in aanmerking komen voor nader onderzoek signaleren.
Algemeen ondersteunende kennis − informatica (3) − beginselen wetenschappelijk onderzoek (2) Beroepsspecifieke kennis − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − recente ontwikkelingen op logopedisch vlak (3)
6.2.1. De student kan zelfstandig of in samenwerking met andere logope-
Algemeen ondersteunende kennis − beginselen wetenschappelijk onderzoek (2) − medische wetenschappen (2) − psychologie (2) − (otho)pedagogiek (2) − linguïstiek (2) − statistiek (3) − akoestiek (2) − Beroepsspecifieke kennis − doel, inhoud en middelen van
− kritische ingesteldheid − kwaliteitsbewustzijn − loyauteit − creativiteit − imagobewustzijn − omgaan met stress − planmatig denken − problemen onderkennen en kunnen oplossen − zin voor initiatief − zin voor samenwerking − accuratesse − kritische ingesteldheid − kunnen omgaan met informatie − zelfstandigheid
− archief − aangepaste software en randapparatuur
− abstract denken − kritische ingesteldheid − problemen onderkennen en oplossen − zin voor initiatief
− vakliteratuur − aangepaste softwareprogramma’s en randapparatuur
− abstract denken − accuratesse − assertiviteit
− locatie en materialen voor onder-
22
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
disten onderzoek uitvoeren in het logopedische vakgebied. 6.2.2. De student kan participeren in multidisciplinair onderzoek waar logopedische aspecten deel van uitmaken. 6.2.3. De student kan bijdragen leveren aan onderzoek gericht op wetenschappelijke kennisontwikkeling t.b.v. gezondheidszorg, welzijnszorg, onderwijs en bedrijfsleven. 6.2.4. De student kan onderzoeksresultaten presenteren d.m.v. publicaties in vaktijdschriften, deelname aan symposia, e.d.
6.3. Evaluatie
6.3.1. De student kan wetenschappelijke onderzoeksliteratuur kritisch evalueren. 6.3.2. De student kan eigen onderzoekswerk kritisch evalueren en bijsturen
wetenschappelijk onderzoek (3) − opbouw van een wetenschappelijke presentatie (4) − mondelinge / schriftelijke expressievaardigheid (4) Algemeen ondersteunende kennis − beginselen wetenschappelijk onderzoek (3) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − medische wetenschappen (2) − psychologie (2) − (otho)pedagogiek (2) − linguïstiek (2) − statistiek (3) − akoestiek (2) − presentatietechnieken (4) − literatuurstudies
Beroepsspecifieke kennis − doel, inhoud en middelen van wetenschappelijk onderzoek (4) Algemeen ondersteunende kennis − beginselen wetenschappelijk onderzoek (2) − stoornissen binnen het logopedisch gebied (4) − medische wetenschappen (2) − psychologie (2) − (otho)pedagogiek (2) − linguïstiek (2) − statistiek (3) − akoestiek (2) − literatuurstudies
− beslissingsvermogen − contactbereidheid − creativiteit − doorzettingsvermogen − flexibiliteit − kwaliteitsbewustzijn − kritische ingesteldheid − planmatig denken − problemen onderkennen en oplossen − resultaatgerichtheid − verantwoordelijkheidszin − zelfstandigheid − zelfvertrouwen − zin voor esthetiek − zin voor initiatief − zin voor samenwerking − flexibiliteit − kritische ingesteldheid − loyauteit − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − zin voor samenwerking
zoekopzet − audiovisuele hulpmiddelen − aangepaste softwareprogramma’s en randapparatuur
− vakliteratuur
23
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
3.3.3
Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding 3.3.3.1 Het onderwijsprogramma De hieronder geformuleerde voorstellen voor wat betreft het onderwijsprogramma zijn louter indicatief en hebben geenszins de bedoeling een belemmering te vormen bij het uitwerken van een concreet programma. onderwijsactiviteiten met betrekking tot logopedie en audiologie ondersteunende wetenschappen algemeen vormende onderwijsactiviteiten Eindwerk Stage
66% 33% theorie en 33% praktijk 30% 4% studiebelasting van 375 uren effectieve stagetijd 600 uren (K.B. van 20/10/94)
3.3.3.2 Globale opleidingsduur De opleiding logopedie en audiologie behoort tot het hogeschoolonderwijs van één cyclus en duurt op dit ogenblik 3 jaar. 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen De opleidingsduur per functioneel geheel is als dusdanig niet te formuleren gezien het wenselijk is per stoornisgebied onderwijs te geven. Per stoornisgebied komen dan de verschillende functionele gehelen aan bod: advies en informatieverstrekking, diagnose, behandeling, samenwerking en research. Research en beheer kunnen ook afzonderlijk in de opleiding aan bod komen. De opleidingsduur hiervan moet evenwel in de totaliteit bekeken worden. 3.3.3.4 Opleidingsniveau Binnen de ‘Europese structuur van de opleidingsniveaus zoals bepaald in artikel 2, lid 2 van het besluit van de Europese raad van 16 juli 1985 inzake de vergelijkbaarheid van getuigschriften tussen lidstaten van de Europese gemeenschap’ menen wij dat de optie logopedie zich situeert op niveau 5.
24
3.4
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
sleutelkwalificaties Nooit Abstract denken Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Commercieel inzicht Contactbereidheid Creativiteit Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Een werkplan kunnen maken Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Inzicht in de arbeidsorganisatie Kritische ingesteldheid Kunnen omgaan met informatie Kwaliteitsbewustzijn Leerbekwaamheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Planmatig denken Problemen onderkennen en oplossen Productieve taalvaardigheid mvt Productieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid mvt Resultaatgerichtheid Solidariteit Veiligheids- en milieubewustzijn Verantwoordelijkheidszin Zelfstandigheid Zelfvertrouwen Zin voor initiatief Zin voor samenwerking Zin voor esthetiek
3.5
De kern van het opleidingsprofiel
3.5.1
Karakteriseren van de optie / opleiding
Zelden
Regelmatig
Veel
Zeer veel ✗ ✗ ✗ ✗
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
Een logopedist dient advies- en informatieverstrekking te kunnen geven. Dat betekent dat een student bij het beëindigen van de studies aan verschillende populaties voorlichting kan geven. Hij/zij kan stoornissen op gebied van stem, spraak, taal en gehoor screenen, informatie geven en doorverwijzen naar andere instanties indien nodig.
OPLEIDINGSPROFIEL LOGOPEDIE
25
Op gebied van diagnostiek is het o.m. van belang een verwijzing te kunnen analyseren, anamnesegegevens te kunnen verzamelen, onderzoek te kunnen doen i.v.m. stem, spraak, taal en gehoor, en aldus tot een juiste diagnose te kunnen komen. Hiervoor is het kunnen selecteren van de gepaste onderzoeken, het kunnen correct uitvoeren, interpreteren, de juiste besluiten kunnen trekken en rapporteren essentieel. Op vlak van behandeling moet een student de verschillende behandelmogelijkheden, methodes en technieken leren kennen en toepassen, telkens in functie van de problematiek binnen het logopedisch gebied. Hij moet een behandelplan kunnen opstellen, rekening houdend met meerdere factoren. Een student dient behandelingen te kunnen uitvoeren, aangepast aan de hulpvrager en rekening houdend met de totale persoon van de hulpvrager. Evaluatie en rapporteren van behandelingen is evident. Wat samenwerking betreft leert een student te werken binnen een organisatie die hulpverlening verstrekt. In teamverband is hij bereid op gepaste wijze informatie door te geven en op te vragen. Beheer houdt in dat een student alle nodige administratieve gegevens over de hulpvrager en de hulpverlening op ordentelijke wijze kan verwerken. Daarnaast is het nuttig over een documentatiesysteem op het vlak van literatuur te beschikken. Op vlak van research is een student in staat nuttige onderwerpen binnen het logopedisch vakgebied te signaleren, zelfstandig onderzoek uit te voeren of hieraan mee te werken en kritisch te evalueren. Tijdens de opleiding streeft men ernaar de student een verzorgd spraak- en taalgebruik te leren toepassen. Deze vaardigheid is vanzelfsprekend bij advies- en informatieverstrekking, diagnose en behandeling.
3.5.2
Eventuele verwantschappen met andere Sedert het memorie decreet VII, 6 februari 1996, wordt de opleiding logopedie en audiologie opgesplitst in twee opties: de optie logopedie en de optie audiologie. In de optie logopedie komt de brede waaier van spraak, taal en gehoor aan bod. In de optie audiologie worden de klinische audiologie, de protheseaanpassing en de gehoorrevalidatie diepgaand uitgewerkt. Gemeenschappelijk voor beide opties is de algemeen ondersteunende kennis: medische wetenschappen, exacte wetenschappen, psychologie, (ortho)pedagogiek en linguïstiek. Een aantal elementen uit de stem-, spraak- en taalpathologie behoren tot de gemeenschappelijke basis. De methodologie op vlak van advies en informatieverstrekking, diagnostiek en behandeling zijn gelijk. In beide opties is samenwerking, beheer en research een noodzaak.