STUDIE 83 OPLEIDINGSPROFIEL architect-assistentie
OPLEIDINGSPROFIEL architect-assistentie
studiegebied : architectuur opleiding : architect-assistentie sector : architectuur
Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/23 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
I N H O U D
HOOFDRUBRIEK 1
1
INLEIDING
1.1 1.2 1.3 1.4
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht Ontwikkelingsproces Legitimatie
HOOFDRUBRIEK 2
1 1 1 1
2
SITUERING VAN DE OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepswereld 2.1.1
2.1.2 2.1.3
2.2
Beroepenstructuur 2.1.1.1 Private sector 2.1.1.2 Openbare sector 2.1.1.3 Alternatieve tewerkstellingssectoren of werkvelden 2.1.1.4 Gegevens over de functiestructuur Geraadpleegde beroepsprofielen Visie
Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9
Studiegebied, opleidingen en opties Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Diploma’s en getuigschriften Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de opleiding Gelijkaardige diploma’s in het buitenland Geografische spreiding van de beroepsactiviteit in Vlaanderen Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Infrastructuur Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding 2.2.11 Reële studieduur 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland
2.3
Verantwoording van de opleiding
HOOFDRUBRIEK 3
2 2 2 2 2 2 3 3 4 4 4 4 5 5 6 6 6 7 8 8 8 9
11
HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1 3.2
De exacte benaming van de opleiding De globale omschrijving van de opleiding
11 11
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 3.3.2
3.3.3
3.4 3.5
Sleutelkwalificaties De kern van de opleidingsprofiel 3.5.1
3.5.2
3.6
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen De concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.2.1 Context 3.3.2.2 Functionele gehelen Aanvullende gegevens met betrekking tot de opleiding 3.3.3.1 Verhouding praktijk / theorie 3.3.3.2 Aandeel stagetijd 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen
Eventuele verwantschappen met andere opleidingen en opties 3.5.1.1 Verwantschap met de opleidingen binnen hetzelfde Studiegebied 3.5.1.2 Verwantschap met opleidingen in een ander studiegebied Persoonsvorming
De maatschappelijk-culturele vorming
HOOFDRUBRIEK 4
12 12 12 12 13 32 32 32 32 32 33 33 33
34 34 35
36
DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
HOOFDRUBRIEK 5
37
BIBLIOGRAFIE
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
38
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
1
HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofiel Opleidingsprofiel voor de basisopleiding: architect - assistentie Sectorcommissie: architectuur
1.2
Opdracht Uitschrijven van een opleidingsprofiel met doelstellingen, die vergelijkbaar zijn met het ontwikkelde beroepsprofiel, zodat het mogelijk is daaruit een opleidingsprogramma af te leiden, dat beantwoordt aan de doelstellingen van het beroepsveld en dat de mogelijkheid biedt om de accenten eigen aan de doelstellingen van de hogeschool tot hun recht te laten komen en te voldoen aan de visie van art. 10 par. 2 van het hogeschooldecreet van 13 juli 1994.
1.3
Ontwikkelingsproces Vertrekkend uit een vooronderzoek waarin de gegevens van het beroepsprofiel werden verwerkt is het opleidingsprofiel opgesteld. De verwachtingen van het beroepsveld zijn op die manier in dit document opgenomen.
1.4
Legitimatie Raad voor het Hoger Onderwijs
2
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepswereld
2.1.1
Beroepenstructuur (in afwachting van gegevens VDAB) 2.1.1.1 Private sector − − − − − − − −
Architectenbureaus Studiebureaus Bouwondernemingen Afwerkingsbedrijven: keukeninrichtingen, verlichtingsinstallaties, ... Producenten en leveranciers van bouwmaterialen Bedrijven voor nutsvoorzieningen Immobiliënkantoren Bouwcoördinatie
2.1.1.2 Openbare sector Publiekrechterlijke rechtspersonen o.a. Ministeriële, Provinciale, Gemeentelijke en Parastatale Diensten voor: − stedenbouw − nieuwbouwwerken − verbouwingen − onderhoud Door de Federale, Gewestelijke en Lokale Overheden gesubsidieerde instellingen 2.1.1.3 Alternatieve tewerkstellingssectoren of werkvelden − − − −
Zelfstandig aannemer Grafische nijverheid Secretariaatsfunctie Financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen
2.1.1.4 Gegevens over de functiestructuur ♦ − − − − −
Mogelijke startfuncties Private sector Afhankelijk van het bedrijf Openbare sector Op een tekenbureau: adjunct-tekenaar, tekenaar In de uitvoering: adjunct-werkopzichter
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
2.1.2
♦ − − − − −
Mogelijke doorstroomfuncties Private sector Afhankelijk van het bedrijf Openbare sector Op het tekenbureau: tekenaar, hoofdtekenaar In de uitvoering: werkopzichter, adjunct-werkcontroleur, werkcontroleur, eerste werkcontroleur
♦ − − − − − −
Mogelijke finaliteitsfuncties Private sector Afhankelijk van het bedrijf Zelfstandig tekenaar - modelbouwer Openbare sector Op een tekenbureau: hoofdtekenaar In de uitvoering: eerste werkcontroleur
3
Geraadpleegde beroepsprofielen De brochure van de Vlaamse Onderwijsraad: STUDIE 12, Beroepsprofiel, Architectenassistent
2.1.3
Visie Het vertrekpunt is dat de architect-assistent moet opgeleid worden om de architect in alle taken bij te staan behalve het puur creatieve werk, namelijk het ontwerpen. Met de architect-assistent moet de architect een medewerk(st)er krijgen die het architectuurbureau zelfs gedurende een relatief korte periode van afwezigheid van de ontwerper kan dirigeren. Het is daarom erg belangrijk dat de architect-assistent een behoorlijke administratieve vorming heeft en bovendien een degelijk inzicht in bouwwetgeving en ruimtelijke ordening verkregen heeft. De opleiding mag ook de nodige flexibiliteit in de loopbaan van de architectassistent niet beknotten in die zin dat behalve het pure architectenbureauwerk de gediplomeerde ook mogelijkheden heeft om een loopbaan bij de overheid te kiezen of een andere uitweg te zoeken. De studierichting is eigenlijk in een toenmalige meisjesschool gestart. Die situatie is uiteraard achterhaald. We hebben te maken met een gemengde hogeschool. Het blijft nochtans de bedoeling een opleiding te verschaffen die niet alleen de mogelijkheid biedt aan jonge dames om ze te volgen maar werkelijk midden in de bouwwereld een vrouwvriendelijk beroep aanreikt.
4
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties Studiegebied: architectuur Basisopleiding: architect-assistentie
2.2.2
Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Aanverwante basisopleidingen van één cyclus: − Interieurvormgeving − Landschaps- en tuinarchitectuur Aanverwante basisopleidingen van twee cycli − Architectuur − Interieurarchitectuur De opleiding architect-assistentie heeft als doel door haar inhoud de behoefte aan een tussenfunctie tussen enerzijds de creatieve groep in de bouwwereld namelijk de architecten of ingenieurs en anderzijds de uitvoerende groep conducteurs of aannemers op te vullen. − ontwerpers: architecten; ingenieurs; interieurarchitecten; tussenfunctie: architectenassistent(e) − uitvoerders: ingenieurs; conducteurs; aannemers; gegradueerde bouw; bouwvaklui
opdrachtgevers
ontwerpers
bouwheren
arch.-assistenten
uitvoerders
2.2.3
Diploma's en getuigschriften Volgens de oude structuur sprak men van: Artistiek Hoger Onderwijs van het korte type met volledig leerplan architectenassistent. Huidige structuur (bijlage I van het hogeschooldecreet van 13/07/1994) : Studiegebied architectuur, Basisopleiding van één cyclus architect-assistentie, waarvoor de graad van gegradueerde architect-assistent wordt verleend.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
2.2.4
5
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de opleiding acad. jaar aant. stud. aant. stud. aant. stud.
2.2.5
1965-1966
1ste jaar 4
2de jaar 0
1966-1667 1967-1968 1968-1969 1969-1970 1970-1971 1971-1972 1972-1973 1973-1974 1974-1975 1975-1976 1976-1977 1977-1978 1978-1979 1979-1980 1980-1981 1981-1982 1982-1983 1983-1984 1984-1985 1985-1986 1986-1987 1987-1988 1988-1989 1989-1990 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994
12 17 19 36 32 27 29 36 45 42 51 51 48 38 51 36 29 27 28 34 40 35 46 43 57 73 84 93
4 9 13 12 27 27 19 16 22 35 37 33 36 36 32 47 28 20 17 11 17 22 16 23 18 25 32 43
3de jaar
verhouding
aantal gedipl.
man/vrouw 0/ 4
4/12 15/11 20/12 26/22 32/27 41/13 37/11 39/13 45/22 43/34 57/31 61/23 55/39 53/21 55/28 57/26 41/16 27/20 30/15 33/12 37/18 35/22 24/38 30/36 39/36 48/50 53/63 64/72
opmerking
enkel meisjesschool 4 9 12 10 24 24 14 10 17 29 33 24 33 33 26 40 21 16 15 15 17 22 15 23 18 24 31 42
Gelijkaardige diploma's in het buitenland Wij zijn er tot op heden niet in gelukt perfect gelijkaardige studies te vinden in het buitenland. Wij bedoelen daarmee vergelijkbaar in de zin van de studies in ons land die aanleiding geven tot het diploma van architect-assistent en de studies die men in het buitenland doet om architect-assistent te worden. Nochtans bestaat er een vrij goed vergelijkbare opleiding in het Franstalige landsgedeelte en in Finland. (In afwachting van meer gegevens van Inspectie Hoger Onderwijs en Administratie Hoger Onderwijs)
6
2.2.6
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
Geografische spreiding van de beroepsactiviteit in Vlaanderen Volgens het SERV is de omvang van de werkgelegenheid in de bouwsector sterk verbonden met het belang van het centrum. Brussel, Antwerpen en Gent scoren het hoogste. Toch kan opgemerkt worden dat ook kleinere centra, zoals Zele, Ieper, Waregem, Zwijndrecht, in verhouding ook een belangrijke bouwsector herbergen De evolutie 1981-1994, die op het Vlaamse niveau vrij gering is, kent toch op het terrein grote verschillen. Zo is een globale toename vast te stellen in het noordoosten van Vlaanderen. Ongetwijfeld hangt dit ook samen met de in deze regio uitgesproken suburbanisatie en de sterkere aangroei van de bevolking. Het omgekeerde geldt in meer perifere landelijke regio's zoals de Westhoek waar een afname van de bouwsector vastgesteld wordt. Verder kunnen nog belangrijker groeicijfers genoteerd worden op de as KortrijkRoeselare-Brugge en op de as Kortrijk-Waregem-Oudenaarde-Deinze-Gent-ZeleKlein-Brabant. Tabel van het SERV van de 12 belangrijkste bouwgemeenten gemeente Brussel Antwerpen Gent Hasselt Kortrijk Brugge Beveren Aalst Zele Ieper Heist-op-den-berg Mechelen Waregem Sint-Niklaas Genk Zwijndrecht Geel
2.2.7
mannen 18904 9472 5604 2558 2275 2223 1555 1275 1297 1105 1051 1027 1008 1031 995 972 954
Vrouwen 1270 569 241 116 81 91 59 82 40 39 37 50 54 26 48 61 50
totaal 20174 10041 5845 2674 2356 2314 1614 1357 1337 1144 1088 1077 1062 1057 1043 1033 1004
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen De enig hogeschool die deze opleiding in Vlaanderen aanbiedt is : V.A.H. West - Vlaanderen Departement Simon Stevin Rijselstraat 5 8200 (Sint-Michiels) Brugge
2.2.8
saldo 81-94 -4777 -1696 337 569 225 -1294 -343 33 214 -298 -28 11 11 -237 58 -282 272
Infrastructuur − − − −
Een tekenzaal of tekenzalen een ruimte voor maquettebouw Tekentafels met tekenuitrusting Bijbehorende stoelen
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
7
− Apparatuur voor planafdruk en afwerking planafdruk − Een mediatheek (in de tekenzaal) van technische documentatie van bouwmaterialen en hun verwerkingsmogelijkheden (voor onmiddellijk gebruik van de studenten) − Computers die een krachtig tekenprogramma kunnen sturen − De nodige licenties op een in de architecten- en bouwwereld courant gebruikt tekenprogramma − Print- en plotapparatuur − De nodige software voor: • tekstverwerking • rekenbladen • database • opstellen van bestekken • berekenen isolatie- , warmte- en vochthuishouding − De gebruikelijke audiovisuele middelen − Een lokaal met een permanente tentoonstelling van monsters van bouwmaterialen − Een ruimte om te schetsen − De uitrusting voor de topografische opmetingen: • baakstokken (jalons) en jalonniveaus • stalen meetbanden en meetpennen • prisma's en schietstokken • waterpasinstrumenten • laserwaterpasapparaat • theodoliet − Een mediatheek (met ter plaatse vrij en voor het ontlenen gecontroleerd gebruik van de studenten) die in grote lijnen omvat: • Wetenschappelijke en artistieke werken over architectuur • Standaardwerken uit de bouwtechniek • Een uitgebalanceerd gamma van technische en wetenschappelijke tijdschriften uit de architectuur- en de bouwwereld • De Belgische (NBN) en Europese (EN) normen met betrekking tot de bouwactiviteiten. • Algemene- , type-, en bijzondere bestekken. • Diskettes of CD-roms met bestekteksten. • Videocassettes
2.2.9
Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding academiejaar
aantal studen- Academiejaar aantal studenten ten
1965-1966 1966-1967 1967-1968 1968-1969 1969-1970 1970-1971 1971-1972 1972-1973 1973-1974 1974-1975
4 16 26 32 48 59 54 48 52 67
1975-1976 1976-1977 1977-1978 1978-1979 1979-1980 1980-1981 1981-1982 1982-1983 1983-1984 1984-1985
67 77 88 84 74 83 83 57 47 45
1985-1986
45
1996-1997
204
academiejaar
aantal studenten
1986-1987 1987-1988 1988-1989 1989-1990 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996
55 57 62 66 75 98 116 136 146 180
8
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten in de optie c.q. opleiding SO-voorbereiding, ervaring HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten verhouding mannelijk / vrouwelijk directe overgang uit het secundair onderwijs – op leeftijd – uit ASO – uit TSO – uit BSO – uit KSO met ervaring in het HO
60% / 40% 49 % 27 % 30 % 52 % 3% 15 % 51 %
gegevens uit doorlichtingsverslag academiejaar 1994-1995
2.2.11 Reële studieduur − 3 academiejaren − of het behalen van 180 studiepunten te verdelen over verschillende studiejaren
2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Er is altijd over gewaakt dat de architect-assistent zich kon onderscheiden op vier essentiële vlakken in het bouwproces, dat hij(zij) voldoende administratieve kwaliteiten had en daarenboven kon bogen op een gedegen artistieke basis. Binnen het bouwproces vermelden we − − − −
medewerking aan voorontwerp medewerking aan ontwerp medewerking in de uitvoering medewerking aan de oplevering
Op het administratieve vlak − − − − − −
Communicatieve vaardigheden Bouwwetgeving en wetgeving stedenbouw Bedrijfsbeheer Kantoororganisatie en tekstverwerking de gewone administratieve taken van een studiebureau de specifieke administratie van een bouwproject
Op artistiek vlak − − − − −
Esthetica Kleurenleer Vormstudie Schetsen Geschiedenis van de architectuur
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
2.3
9
Verantwoording van de opleiding De opleiding is ontstaan in de toenmalige Rijkstechnische meisjesschool te Brugge. Er bestond een afdeling secretariaat van waaruit enkele meisjes terechtkwamen in enkele architectenbureaus in de omgeving van de stad. De werkgevers-architecten van deze meisjes drukten hun tevredenheid uit over inzet en de bekwaamheid van die jonge dames maar vroegen terzelfdertijd of het niet mogelijk was binnen hun opleiding te voorzien in een summiere tekenopleiding. Uit dit idee is de afdeling architect-assistentie gestart en was het eerste jaar enkel toegankelijk voor meisjes. Gunstig voor de evolutie was dat vanaf het volgende schooljaar ook jongens in de meisjesschool mochten inschrijven en er kwam vaart in de afdeling. De opleiding bestond aanvankelijk voornamelijk in Architectuurtekenen, de basistechnologie, een wat meer administratief gericht gedeelte en een nog vrij omvangrijk pakket aan talen. De laatste jaren heeft de opleiding een nieuwe wending ondergaan. De intrede van de computer in het teken- en schrijfwerk was reeds opgevangen. Wanneer de studieduur van twee op drie jaar werd gebracht, vond men de mogelijkheid om een reeds lang gekoesterde vervollediging van de opleiding door te voeren. Er kwam meer ruimte voor het Architectuurtekenen zodat een volwaardige CADopleiding kon ingepast worden. De evolutie van de bouwmethodes en de nieuwe bouwfysische eisen kregen nu aandacht door de vakken Bouwfysica en Technische Uitrustingstechnieken in te voeren. De technische onderlegdheid van de studenten kreeg nog een extra steun in de vakken Sterkteleer & Stabiliteit en Topografie. Een winstpunt was ongetwijfeld het invoeren van de stage. Deze vernieuwingen ondersteunen het nog altijd centrale gedeelte van de opleiding namelijk het tekenwerk dat onderverdeeld is in Architectuurtekenen aangevuld met Maquettebouw en Geïntegreerd Computertekenen, Vormstudie & Schetsen en Wetenschappelijk Tekenen & Computergestuurd Architectuurtekenen. Door de onderwijsactiviteiten Constructieleer en Materialenleer krijgt het tekenwerk een wetenschappelijk gefundeerde basis. Een grondslag die ook een flinke ondersteuning is voor de uitwerking van een bestek en een metingsstaat. Dit laatste behoort tot één van de belangrijkste bezigheden van de architect-assistent en krijgt aldus een belangrijke behandeling in de opleiding. Het is in de bestekstudie dat men een combinatie van technische bagage en communicatieve vaardigheden nodig heeft mogelijks gekoppeld aan een tekstverwerkingsprogramma om tot een sluitend document te komen. Het is belangrijk dat de opleiding zich niet enkel richt naar het lezen en interpreteren van een bestek maar er een punt van maakt dat de architectassistent een lastenkohier kan opmaken.
10
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
De belangrijke administratieve opleiding in de architect-assistentie wordt geschraagd door de onderwijsactiviteiten Communicatieve Vaardigheden & Vakterminologie, Kantoororganisatie & Tekstverwerking, Bedrijfsbeheer. Daarenboven krijgt de onderwijsactiviteit Bouwwetgeving en Wetgeving Stedenbouw ruime aandacht waardoor de opleiding zich onderscheid van andere opleidingen op hetzelfde niveau. Het is tevens vanuit het oogpunt van de steeds individualistischer wordende maatschappij, waarbij de mensen minder verdraagzaam worden en uit het zich voordoen van steeds maar meer geschillen die steeds minder in onderlinge overeenkomst kunnen bijgelegd worden, dat de bouwwetgeving een toenemende aandacht krijgt. Met de onderwijsactiviteiten Esthetica & Kleurenleer en Geschiedenis van de Architectuur zit in de opleiding ook een gedegen esthetische vorming verweven. Het blijft de bedoeling dat de architect-assistent de naaste medewerker zal zijn van de architect. Hij zal weliswaar niet zelfstandig moeten ontwerpen (zuiver creatief werk is voorbehouden aan de architect) maar hij zal wel actief meewerken aan het ontwerp. Concreet houdt dit in dat de architect-assistent op basis van summiere gegevens (richtlijnen, ruwe schetsen) en onder begeleiding bepaalde basisideeën zal moeten uitwerken. Het uitgewerkte voorontwerp moet aan de visie van de architect beantwoorden. Hierbij moet de architect-assistent blijk geven van een zekere affiniteit voor de esthetische facetten die de architect in zijn ontwerp wil belichamen. Het vervullen van een dergelijke taak impliceert een voldoende dosis aan kunstzinnige creativiteit. Het praktisch uitvoeren van de tekeningen, de maquettes, ..., veronderstelt een artistiek gerichte tekenvaardigheid en verfijnde smaak met betrekking tot de presentatie van tekeningen, maquettes,... Ook bij het technisch op punt stellen van het ontwerp komt het esthetische aan bod. Inderdaad aan de constructie stelt men niet alleen functionele en bouwfysische eisen maar ook kunstzinnige. De constructiematerialen en -onderdelen vormen het medium, de vormtaal van de architectuur. Bij de technische oplossing van de constructie is bij de keuze van een oplossing in vele gevallen het kunstzinnige een determinerende factor. Alleen een kunstzinnig ontwikkelde medewerker kan dergelijke taak tot een goed einde brengen. De opleiding, in de meisjesschool ontstaan, is blijven de aandacht van de vrouwelijke studenten genieten. Met een verhouding mannelijke/vrouwelijke bevolking van gemiddeld 60/40 % is wel degelijk van een geslachtsevenwicht sprake. De opleiding heeft die situatie niet altijd echt in de hand maar het is een blijvend streven om een vrouwvriendelijke opleiding in stand te houden. Er zijn nauwelijks beroepen in de bouwwereld (en elders ook weinig) waar een dergelijk evenwicht zowel in de opleiding als in de reële werksituatie aanwezig is.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
11
HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
De exacte benaming van de opleiding Architect - assistentie.
3.2
De globale omschrijving van de opleiding De architect-assistent moet als directe medewerker van de architect, op het zuiver creatieve aspect na, autonoom kunnen functioneren. Tijdens de opleiding worden de noodzakelijke technische kennis en vaardigheden, aangevuld met administratieve en esthetische vorming, bijgebracht. Het spreekt vanzelf dat de informatica niet uit de totaalopleiding is weg te denken. Tijdens het derde en laatste jaar loopt de student een stage buiten de hogeschool. De opgedane kennis en vaardigheden moeten dan getoetst worden aan de praktijk. De architect-assistent is direct betrokken bij de opdracht van de architect. Hij moet de volgende taken op zich kunnen nemen: − taken tijdens de ontwerpfase (o.a. opmetingen en schetsvoorstellingen; optekenen van bestaande toestanden; uitwerken van het voorontwerp aan de hand van het schetsontwerp en de door de architect opgemaakte voorstudie en genomen opties; het opmaken van een kostenraming; bijwonen van besprekingen met de opdrachtgever(s) en noteren van de besproken punten en besluiten; samenstellen van het bouwdossier; inwinnen van de nodige inlichtingen en verzamelen van de nodige gegevens; invullen van de administratieve bescheiden; contacten met de overheidsdiensten; uitwerken en/of leiding geven bij het uitwerken van de uitvoeringsplannen en -documenten; opmaken van constructie- en detailplannen; uitwerken en voorstellen van bepaalde constructieve oplossingen; opstellen van bestek en meetstaat; bijwonen of leiden van besprekingen over de materie; synthetiseren en formuleren van de besluiten en opmerkingen) − taken tijdens de uitvoeringsfase (o.a. assistentie of desgevallend leiden van de aanbestedingsprocedure; controle der inschrijvingen en toewijzingsformaliteiten; assistentie of vertegenwoordiging van de architect op de werkvergaderingen en assisteren bij de controle der werken; opstellen van de vorderingsstaten; briefwisseling met betrekking tot de diverse aspecten van de uitvoering met de opdrachtgever(s) en de aannemer(s)) − taken tijdens de oplevering (o.a. assistentie bij en opstellen van de processenverbaal van de voorlopige en definitieve oplevering der werken)
12
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
− naast de voornaamste taak van eerste en belangrijkste medewerker van de architect, kan de architect-assistent eveneens een loopbaan uitbouwen in verschillende overheidsdiensten (o.a. Ministerie van Openbare Werken, dienst der Gebouwen, gemeentelijke of provinciale technische diensten, parastatale instellingen, Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of plaatselijke huisvestingsmaatschappijen, privé-bouwondernemingen, bij producenten van bouwmaterialen, prefabbedrijven, bij hypotheekinstellingen als deskundige) − algemene administratieve taken (o.a. communiceren, corresponderen, klasseren van documenten en uitvoeren van allerlei administratieve taken die tot het regelmatige werk op een architecten-, studie- of aannemerskantoor behoren)
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van relevante beroepsprofielen Wij zijn slechts in kennis van één beroepsprofiel met betrekking tot de basisopleiding architect-assistentie.
3.3.2
De concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.2.1 Context ♦ Formulering in overleg met werkgroep 001 In het kantoor 002 Aan de tekentafel 003 Met een computer 004 Op een bouwterrein 005 Met meetinstrumenten 006 Met klein gereedschap 007 In vergadering 008 In dagwerksysteem 009 In ploegensysteem ♦ Formulering conform aan het beroepsprofiel 01 In een bureau zittend aan een tafel 02 In een bureau zittend voor een computer 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren 06 Binnen rechtstaand schetsen op een schetsplank 07 Buiten rechtstaand schetsen op een schetsplank 08 Buiten rechtstaand observeren 09 Binnen rechtstaand observeren 10 Binnen, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan 11 Buiten, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan 12 Buiten met gerei zoals spade, schop en... werken 13 Rechtstaande diverse werkzaamheden verrichten
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
13
3.3.2.2 Functionele gehelen ONDERDELEN 1
Medewerking tijdens de voorstudie
2
Coördinatie en controle van de uitvoering
3
4
Functioneel geheel 1 Medewerking tijdens de voorstudie
Rapportering van een terreinverkenning Opmeting van terreinen en bestaande constructies Uitwerking van voorontwerpplannen Realisering van een vormmaquette Tekening van een voorontwerpperspectief Uitwerking van de voorlopige raming Uitwerking uitvoeringsplannen Verwezenlijking van een presentatiemaquette Tekening van details Opstelling van een bijzonder bestek Opmaking en opvolging van een bouwaanvraagdossier Begeleiding van de organisatie van de aanbesteding Becijfering en beschrijving van een gemene muurovername Uitoefening van toezicht op de uitvoering van het bouwwerk Nazicht van de facturen van de aannemer Medewerking bij de procedure van de voorlopige aanvaarding Verwerking van de definitieve aanvaarding
(001 - 008) (009 - 018) (019 - 035) (036 - 039) (040 - 042) (043 - 048) (048 - 061) (062 - 066) (067 - 074) (075 - 087) (088 - 094) (095 - 105)
18 Afhandeling van het dagelijks kantoorwerk 19 Uitvoering van het meer beroepsgericht kantoorwerk
(164 - 180) (181 - 190)
12 13 14
Verwerking van de procedure rond het einde van het bouwcontract Administratieve verwerkingen op het kantoor
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
15 16 17
Onderdeel 01 Rap-
portering van een terreinverkenning
Taken
Vaardigheden 001 In de mogelijkheid zijn een elementair grondonderzoek uit te voeren. 002 Sonderingsverslagen begrijpend lezen. 003 Achterhalen welke funderingssystemen men eventueel toepaste op bouwwerken in de omgeving. 004 Inlichtingen inwinnen omtrent de bouwgrond en voornamelijk uitzien naar de verborgen gebreken. 005 Direct onderzoek uitvoeren op de aan de perceelsgrens palende constructies. 006 Schetsmatig de omgeving opnemen. 007 Detailschetsen opmaken.
Basiscompetentie Kennis – Weten welke elementen belangrijk zijn in de rapportering. – Op de hoogte zijn van de elementen die tot een elementair grondonderzoek behoren. – Een omgevingsanalyse kennen. – Verschillende waarnemingstechnieken beheersen. – Over noties beschikken in verband met wetenschappelijk bouwbiologisch terrein- en bodemonderzoek. – Een elementaire kennis hebben van de wettelijke beperkingen (erfdienstbaarheden) die op een terrein kunnen rusten.
(106 - 115) (116 - 137) (138 - 148)
(149 - 156) (157 - 163)
Context Attitude – Zo zorgvuldig mogelijk de taak uitvoeren gezien het belang ervan voor het gunstig verloop van de verdere bouwconstructie. – Geen enkele inlichting over het hoofd zien. – Discreet en tactvol tewerkgaan, zo dat geen verstoring van de nabuurschap ontstaat. – Duidelijk aanvoelen dat, indien in deze fase een fout gemaakt wordt, die quasi onherstelbaar is met betrekking tot het ongestoord behoud van het bouwwerk. – Voeling houden met het ruimtelijk gebeuren en afstanden en afmetingen naar proportie inschatten.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 008 In dagwerksysteem – 009 In ploegensysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel.
14
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
008 De bijzonder-
– 04.Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 06 Binnen rechtstaand schetsen op een schetsplank.
heden van het rapport verduidelijken in een bondig maar technisch verantwoord document. 009 Bestaande en te verbouwen gebouwen opmeten. 010 Vaststellen en
rapporteren van technische gebreken in bestaande gebouwen
02 Opme-
ting van terreinen en bestaande constructies
001 Vlot omgaan
002
003
004
005
006
007
008
met meetband, baakstokken en prisma's. Het resultaat van de opmeting schetsmatig maar conventioneel weergeven. Met een waterpasinstrument de hoogtepeilen op het terrein nemen Een voor iedere vakman leesbare schets van een bestaand gebouw maken. Voldoende en doelmatige maatvoering aanbrengen. Inzicht in de structuur van het gebouw verwerven. De toestand van goed zichtbare en onzichtbare gebreken goed opnemen. Belangrijke en ondergeschikte elementen on-
– De lengtemeting op het terrein beheersen. – De waterpassing op het terrein zonodig toepassen. – De kleine kartering kennen. – De meetmethode in bestaande gebouwen beheersen. – De controle op de haaksheid consequent uitvoeren. – De belangrijke detailelementen in het gebouw onderkennen. – Peilen in de gebouwen opnemen.
– Grote zin voor nauwkeurigheid, ook met betrekking tot schijnbaar ruw werk, blijven aan de dag leggen. – Een eigen controlesysteem inbouwen. – Overtuigd zijn dat fouten hier eigenlijk niet te tolereren zijn. – Voldoende motivatie opbrengen om ook bij tegenvallende weersomstandigheden door te zetten. – Zich vindingrijkheid tonen bij het zoeken naar oplossingen voor problematische meetomstandigheden die niet in het "boekje" staan.
– 07 Buiten rechtstaand schetsen op een schetsplank. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen rechtstaand observeren. – 12 Buiten met gerei zoals spade, schop enz. werken. Formulering in overleg met werkgroep – 004 Op een bouwterrein – 005 Met meetinstrumenten – 006 Met klein gereedschap – 008 In dagwerksysteem – 009 In ploegensysteem Formulering volgens het beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 06 Binnen rechtstaand schetsen op een schetsplank. – 07 Buiten rechtstaand
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
15
derscheiden
03 Uitwer-
king van voorontwerpplannen
001 Het potloodte-
002 003 004
005
kenen beheersen. Het inkttekenen. Beheersen Vlot CADwerk maken. De nodige maataanduidingen op de juiste plaats noteren. Conventionele aanduidingen aanbrengen.
006 Van de rudi-
mentaire ontwerpschets van de architect een getrouwe voorontwerptekening maken met respect voor essentiële kenmerken. 007 De stedenbouwkundige voorschriften analyseren en toepassen.
008 Het vooront-
werp meer aanschouwelijk voorstellen door gebruik van rasters en films. 009 Het voorontwerp op esthetische wijze met omgevingssimulatie opsmukken om
– De elementen die principieel deel uitmaken van het voorontwerp onderscheiden. – De gebruikelijke schalen kennen. – De conventionele aanduidingen gebruiken. – Op de hoogte zijn van de gebruikelijke lijndiktes.
– De nodige zorg besteden aan de plannen. – Steeds in het oog houden dat het werk ook van een zeker commercieel nut kan zijn. – De zaken zo voorstellen dat ze zowel door de vakman als door de leek (mogelijke toekomstige bouwheer) kunnen begrepen worden.
– De hulpmiddelen als rasters en films en hun toepassingsmogelijkheden kennen inclusief hun beperkingen. – De schetsontwerpmethode van de architect kennen. – De verschillende presentatietechnieken beheersen. – De ruimtelijke condities in acht nemen. – Rekening houden met de toegankelijkheid voor gehandicapten. – De elementen van het brandvoorkomingsbeleid zoals compartimentering, evacuatie en blusmiddelen voorzien.
– De presentatietechnieken zo aanwenden dat ze de leesbaarheid van het plan voor de leek bevorderen. – Reeds de uitvoeringsmogelijkheid of verschillende uitvoeringsmogelijkheden in het oog houden. – Rekening houden met mogelijke wijzigingen van de bouwheer.
– Samen met de architect, de wensen van de bouwheer respecteren en ze boven eigen inzichten plaatsen. – Werken in het belang van de esthetiek van het gebouw. – Met de architect en de ingenieur vlot samenwerken.
schetsen op een schetsplank. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen rechtstaand observeren. – 11 Buiten, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan. Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem
Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij
16
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
010
011
012
013
014
015
016
017
018
04 Reali-
satie van een maquette
001
een meer driedimentionaal effect te ontwikkelen. De verschillende presentatietechnieken aanwenden. De voorontwerptekening enerzijds zo getrouw mogelijk opmaken, dat daaruit gemakkelijk een ontwerptekening kan voortvloeien; anderzijds zo eenvoudig houden, dat ze voor de leek leesbaar blijft. Reeds aandacht besteden aan de stabiliteit van het gebouw Desnoods elementaire stabiliteits- of sterkteberekeningen uitvoeren of inlichtingen inwinnen bij een ingenieur. Rekening houden met de esthetiek van het gebouw De esthetische betrachtingen van de architect inschatten en verwerken. De nodige ruimte voor de technische uitrusting van het gebouw voorzien. De wettelijke bepalingen op de toegankelijkheid voor gehandicapten toepassen. De elementen van de brandvoorkoming inlassen. De meest geschikte materialen voor de maquette in kwestie kiezen.
een tekentafel. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren.
– De bestaande materialen voor het maken van een vormmaquette kennen. – Op de hoogte zijn van de bevestigingsmiddelen – De gebruikelijke schalen. – De nuttige en/of noodzakelijke omgevingselementen kennen. – Weten met welk doel de vormmaquette gemaakt wordt. – Een maquette "lezen".
– Het doel van de maquette niet uit het oog verliezen. – Nauwkeurig werken – Van het analysewerk geen eliminatiewerk maken met de bedoeling moeilijkheden te ontwijken. – Zich ervan bewust zijn dat de keuze van de maquettematerialen van zeer groot belang is. – Steeds indachtig blijven dat netheid van uitzonderlijk belang is – De getrouwheid, met respect voor de schaal, aan het ontwerp respecteren. – Het model t.o.v. de realiteit relativeren.
– De bestaande materialen voor het maken van een vormmaquette kennen.
– Het doel van de maquette niet uit het oog verliezen. – Nauwkeurig werken.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
002 De analyse
maken van hetgeen belangrijk is in het bouwwerk voor de voorstelling in de maquette en hetgeen ondergeschikt is en in functie van de schaal kan weggelaten worden 003 De analyse van de omgeving maken met betrekking tot de bruikbare en onmisbare elementen voor de voorstelling 004 Een nette verwezenlijking maken 05 Teke-
ning van een voorontwerpperspectief
001 De perspec-
002
003 004
005
006
06 Uitwer-
king van de voorlopige raming
001
002
tieftechnieken onder de knie hebben. Het potloodtekenen beheersen. Het inkttekenen beheersen. Dergelijke taak computergestuurd uitwerken. Het essentiële van het bijkomstige onderscheiden en alleen de belangrijke zaken in betreffend geval in het perspectief opnemen. De opsmuk van het perspectief in het kader van de reële omgeving met zin voor essentie uitvoeren. Vlot oppervlaktes en volumes kunnen berekenen. Zo nodig de lokalen voor verschillende gebruiksdoeleinden kunnen onderscheiden en waar nood-
17
– Op de hoogte zijn van de bevestigingsmiddelen – De gebruikelijke schalen. – De nuttige en/of noodzakelijke omgevingselementen kennen. – Weten met welk doel de vormmaquette gemaakt wordt. – Een maquette "lezen".
– Van het analysewerk geen eliminatiewerk maken met de bedoeling moeilijkheden te ontwijken. – Zich ervan bewust zijn dat de keuze van de maquettematerialen van zeer groot belang is. – Steeds indachtig blijven dat netheid van uitzonderlijk belang is. – De getrouwheid, met respect voor de schaal, aan het ontwerp respecteren. – Het model t.o.v. de realiteit relativeren.
– 002 Aan de tekentafel. – 006 Met klein gereedschap. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem.
– De perspectiefmethodes kennen. – Op de hoogte zijn van de conventionele voorstellingen. – De gebruikelijke schalen kennen. – Hoofdzaken en bijkomstigheden onderscheiden. – Interpretatie van schetsen.
– Het perspectief getrouw aan het voorontwerp weergeven. – De zin om iets op een toch wel kunstzinnige wijze voor te stellen, aan de dag leggen. – De tijd met mate besteden, rekening houdend met het doel en de bestemming van de tekening en het gegeven dat het nog slechts een voorontwerp betreft.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem.
– Zin voor nauwkeurigheid en analyse. – Indachtig zijn dat een klant misschien op basis van dergelijke gegevens reeds vormen van financiële akkoorden zal sluiten. – De gevolgen van een foute voorlopi-
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan een tekentafel – 003 Met een computer. – 008 In dagwerksysteem.
– De formules van de oppervlakteen volumeberekening beheersen. – De vuistregels van de voorlopige raming kennen. – De bronnen van de omrekenings-
Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel.
Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 08 Buiten rechtstaand observeren.
18
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
zakelijk afzonderlijk berekenen. 003 Omrekeningen kunnen doen via opgevraagde of opgegeven coëfficienten. 004 Met rekenbladen op computer omgaan. 005 Projectfiches uit het archief interpreteren.
coëfficiënten weten.
ge raming voor de bouwheer onderkennen.
Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel.
006 Inschatten wat
07 Uitwer-
king uitvoringsplannen
001
002 003 004
005
006
007
008
009
010
011
012
al of niet tot de opdracht of tot het budget hoort. Het potloodtekenen beheersen. Het inkttekenen beheersen. Vlot CADwerk maken. De nodige maataanduidingen op de juiste plaats aanbrengen. Conventionele aanduidingen plaatsen. Van een voorontwerptekening een volledige ontwerptekening maken. Een afwerking met rasters en films aanbrengen om de aanschouwelijkheid te verbeteren. Perfect slagschaduw en eigen schaduw integreren. Een zinvol ruimtegebruik voorzien. Een aanvaardbare productiviteit ontwikkelen. Een hoge graad van zelfstandigheid bereiken. Inlichtingen uit technische documentaties
– 009 In ploegensysteem.
– De inhoudelijke bestanddelen kennen. – De gebruikelijke schalen weten. – De gebruikelijke lijndiktes aanwenden. – De conventionele voorstellingen gebruiken. – De verschillende tekeninstrumenten beheersen. – De hulpmiddelen als rasters en films inlassen. – Software tekenpakketten kennen. – Logische opbouw van de bouwelementen respecteren. – Relevant en verantwoord materiaalverbruik nastreven. – Normalisaties opzoeken.
– De nauwkeurigheid hoog inschatten. – De nodige zorg besteden aan de plannen. – Zich bewust blijven van de uitvoeringsmogelijkheid of -mogelijkheden. – Streven naar een zo volledig mogelijke tekening zonder te overladen. – De zin voor gunstige ruimtelijke condities ontwikkelen. – Zich soepel opstellen t.o.v. wijzigingen. – Gemakkelijk leiding aanvaarden. – Vlot in een team evolueren. – Niet opzien tegen een monotoon voorkomend werk. – Voor ogen houden dat er eigenlijk aan een "kunstwerk" gewerkt wordt.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
19
inwinnen. 013 Informatie bij
014
015
016
017
018
019
specialisten eventueel schriftelijk, telefonisch of per fax opvragen. In overeenstemming met de normalisatie werken. Rekening houden met standaardafmetingen van sommige bouwmaterialen. Tekenen in functie van de uitvoeringsmogelijkheden. Rekening houden met de bouwfysische problemen. De wetten van de stabiliteit respecteren. Stabiliteits- en sterkteberekeningen van de ingenieur kunnen begrijpen en de gegevens in de tekeningen overbrengen.
020 Rekening
021
08 Verwe-
zenlijking van een presentatiemaquette
001
002
003
004
houden met de esthetische principes. De voorzieningen voor de technische uitrusting van het gebouw samen met deskundigen en specialisten inlassen. Het toepassen van de verschillende constructiemogelijkheden. Een techniek kiezen die het meest aangewezen is in functie van het beoogde doel. Vertrouwd zijn met de lijmtechnieken. Het planlezen
– De gebruikelijke schalen hanteren. – De verschillende mogelijke materialen kiezen. – De aan de materialen aangepaste technieken gebruiken. – Op de hoogte zijn van de omgevingselementen.
– Zin hebben voor uiterste nauwkeurigheid. – Een getrouwe weergave nastreven. – Gevoelig zijn voor de esthetiek van het gebouw en de maquette. – Zich bewust zijn van het belang van de maquette materialenkeuze. – Niet uit het oog
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 006 Met klein gereedschap – 008 In dagwerksysteem – 009 In ploegensysteem Formulering volgens be-
20
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
beheersen. 005 Een omge-
006
007
09 Teke-
ning van details
001
002 003
004
005
006
007
008
009
010
011
vingsstudie maken en kunnen gebruiken. Een nette realisatie verwezenlijken. Analyseren zonder aan de eigenheid van het gebouw en de maquette te schaden. Het potloodtekenen beheersen. Het inkttekenen beheersen. Vlot met een CADprogramma omgaan. De nodige maataanduidingen op de juiste plaats aanbrengen. De probleempunten in een uitvoeringstekening weten aan te duiden en daarvan de details maken. De details, vertrekkend van een uitvoeringstekening of van opmetingen op het bouwwerk, kunnen uitwerken. Een aanvaardbare productiviteit bereiken. Een hoge graad van zelfstandigheid ontwikkelen. Inlichtingen uit technische documentaties inwinnen. Informatie bij specialisten eventueel schriftelijk, telefonisch of per fax opvragen. De vigerende normalisatie opzoeken en toepassen.
012 Rekening
– De bestanddelen van een detailtekening kennen. – Alle onderdelen van de constructieleer beheersen. – De gebruikelijke schalen toepassen. – De gebruikelijke lijndiktes aanwenden. – De conventionele voorstellingen gebruiken. – De verschillende tekeninstrumenten hanteren. – De hulpmiddelen als rasters en films inlassen. – De courante software tekenpakketten besturen.
verliezen dat men hierbij toch een klein "kunstwerkje" maakt.
roepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel.
– De nauwkeurigheid hoog inschatten. – De nodige zorg besteden aan de details. – De uitvoeringsmogelijkheden voor ogen houden. – Rekening houden met de principes van de architect. – Streven naar een zo volledig mogelijke tekening zonder die te overladen. – Zich soepel opstellen tegenover wijzigingen. – Gemakkelijk leiding aanvaarden. – Vlot in een team evolueren. – Niet opzien tegen een monotoon voorkomend werk.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 008 In dagwerksysteem – 009 In ploegensysteem Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
013
014
015
016
017
018
019
020
10 Opstel-
001
ling van een bijzonder bestek 002
003
houden met standaardafmetingen van sommige bouwmaterialen. Tekenen in functie van de uitvoeringsmogelijkheden. Rekening houden met de bouwfysische problemen Stabiliteits- en sterkteberekeningen van de ingenieur kunnen begrijpen en de essentiële gegevens in de tekening overbrengen. Voor elementair berekeningswerk zelfstandig kunnen ingrijpen. De gegevens voor de technische uitrusting van het gebouw opzoeken en verwerken. Over voldoende ruimtelijk inzicht beschikken om details op een uitvoerbare manier te tekenen Traditionele detailoplossingen kunnen vertalen naar een hedendaags detail. De details aanpassen in functie van het gewenste uitzicht van het gebouw. Dactylografisch werk met behoorlijke snelheid aankunnen. Met een software tekstverwerkingspakket omgaan. Zich van rekenbladen kunnen bedienen.
21
– De relatie tussen en de verantwoordelijkheden van de personen betrokken bij het bouwproces kennen. – De vigerende wetgeving en reglementering inzake aanbestedingen en offerteaanvragen
– Zich bij de opstelling van een bijzonder bestek voortdurend realiseren dat de basis van een bouwcontract d.w.z. een wettelijke overeenkomst tussen twee partijen gemaakt wordt. – Streven naar een nauwkeurige en
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 003 Met een computer – 008 In dagwerksysteem – 009 In ploegensysteem
22
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
004 Het planlezen
grondig beheersen. 005 De bestanddelen nodig voor het bijzonder bestek kunnen halen uit een algemeen bestek. 006 Technische bepalingen van de typebestekken kunnen transponeren op het bijzonder bestek. 007 Inlichtingen uit technische documentatie inwinnen. 008 Omgaan met
009
010
011
012
013
014
015
016
11 Opma-
king en
001
rechtstreekse en onrechtstreekse beïnvloeding door de bouwhandel. De standaardmeetmethode kunnen toepassen. Overleg plegen om een uitvoeringstermijn vast te leggen. Boetes of schadeloosstellingen voor laattijdige uitvoering inlassen. De wijze van borgstelling bepalen. De praktische regelingen in verband met de borgsom beschrijven. De modaliteiten voor het einde van de opdracht bepalen Regelingen inzake bijzondere omstandigheden (vb. vondsten) behandelen. Elementair taalgebruik behoorlijk schrijven. De bouwaanvraagformulie-
kennen. – De samenstellende delen met hun specifiek doel en functie van een bijzonder bestek beheersen. – De algemene en de type bestekken waarnaar men kan verwijzen gebruiken. – De inhoud van de standaardmeetmethode toepassen. – Grondige kennis van de materialen in het algemeen hebben.
onberispelijke beschrijving van de materialen en de wijze van hun verwerking. – Een betrouwbare meetstaat pogen op te stellen (ook in het geval dat de verantwoordelijkheid bij een andere partij ligt) en het belang van een duidelijke meetcode beseffen. – Het nastreven van een volstrekte volledigheid – Details in het oog houden.
– De verwerkingswijzen van de materialen toepassen. – Het doel en de formule van de prijsherziening kennen.
– Ontwikkelen van een deontologische houding – Het belang van de bouwheer laten primeren. – Discretie bewaren tegenover derden. – Vrije concurrentie toelaten door in het bijzonder bestek meerdere gelijkwaardige producten toe te laten en minderwaardige producten uit te sluiten.
Formulering volgens beroepsprofiel – In een bureau zittend aan een tafel. – In een bureau zittend voor een computer. – In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren.
– Weten welke stukken tot het
– Zin hebben voor een onberispelijk
Formulering in overleg met
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
opvolging van een bouwaanvraagdossier
ren invullen. 002 Inlichtingen in-
003
004
005
006
007
12 Begelei-
winnen bij de betrokken instanties nopens plaatselijke reglementeringen. Een globaalwaarde kunnen bepalen. Signaleren wanneer iets met de procedure, fout of vertraagd loopt. Reproduceren van het precieze aantal exemplaren dat van ieder stuk bij de aanvraag in dat concrete geval nodig is. De nodige foto’s aan het dossier toevoegen. De bouwaanvraag eigenlijk compleet administratief afhandelen
001 Eventuele
ding van de organisatie van een aanbesteding
contacten leggen met aannemers met het oog op een beperkte aanbesteding. 002 Coördinatie en
003
004
005
006
controle van de uitvoering. Een bekendmaking van een openbare aanbesteding. kunnen verzorgen De aankondiging van een aanbesteding of offerteaanvraag verwerken. De leiding van een openbare zitting van een aanbesteding kunnen assisteren. Een verslag van de zitting
23
bouwaanvraagdossier behoren. – De instanties waartoe men zich moet wenden, kennen. – De procedure van het verlenen van de bouwvergunning of verkavelingsvergunning beheersen. – Op de hoogte zijn van de algemeen vigerende wetgeving. – De wetgeving op de overheidsopdrachten kennen. – De normen in verband met de globale Kwaarde toepassen.
dossier. – De volledigheid nastreven. – Correcte toepassing van de wetgeving laten gebeuren.
– Het onderscheid tussen een aanbesteding en een offerteaanvraag kennen.
– Zin voor correctheid. – Absolute discretie aan de dag leggen. – De rechtvaardigheid en de wet voorop zetten. – Zin voor volstrekte nauwkeurigheid. – Onbevooroordeeld handelen.
– De aard van de aanbestedingen onderscheiden. – De te volgen procedures naleven. – De vigerende wetgeving beheersen. – De rechten van de aannemer en van de bouwheer kennen. – De plichten van de aannemer en van de bouwheer kennen. – De rol en rechtspositie van de onderaannemer onderscheiden.
werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 003 Met een computer. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren.
24
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
007
008
009
010
011
012
2 Coördinatie
en controle van de uitvoering
13 Becijfe-
ring en beschrijving van een gemene muurovername.
001
002
003
004 005
006
007
008
009
010
van de aanbesteding opmaken. Een beperkte aanbesteding organiseren. Een verslag van de zitting van de aanbesteding opmaken. De aanbestedingsformulieren controleren. De verbetering van de aanbesteding toepassen. De aannemer voorstellen die de uitvoering kan toegewezen krijgen. Het aanvangsbevel overmaken. Een informeel contact met de oorspronkelijke eigenaar leggen. De constructiemethodes onderscheiden. De aangewende materialen herkennen. Het opmeten van de situatie. De opgemeten gegevens in tekening brengen. De berekening van de hoeveelheden. De waarde van de over te nemen muur rekening houdend met de vetustiteit bepalen. Het opstellen van het procesverbaal van de overname. Het verzorgen van de facturatie. Het overmaken van het dossier bij de Registratie der Domeinen
– De modaliteiten van de muurovername volgen. – De procedure van de muurovername respecteren. – De richtprijzen of bronnen van de richtprijzen opzoeken. – De gebruikelijke meetmethode bij de muurovername aanwenden. – De conventionele voorstellingen van de overnametekeningen gebruiken. – De vereiste afmetingen van de documenten toevoegen. – De te respecteren termijnen opvolgen. – De vigerende wetgeving kennen. – De gebruikelijke regels in verband met de vetusteit aanwenden.
– Tactvol contact nemen met de eigenaar muuroverlater. – Nauwkeurige meting en verdere afhandeling. – Volstrekte eerlijkheid. – Absolute discretie. – Samenwerking met andere deskundigen aanvaarden. – Een volkomen betrouwvolle en stipte afhandeling. – Steeds in het oog houden dat men eigenlijk met notarieel werk bezig is.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 04 Binnen zit-tend, staand of wandelend,
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
14 Uitoefe-
ning van toezicht op de uitvoering van het bouwwerk
001 Het planlezen
002
003
004
005
006
007
008
vlot onder de knie hebben. Het bijzonder bestek begrijpend lezen en de essentiële elementen memoriseren. Gemakkelijk de link leggen van het bijzonder bestek naar het algemeen of het type bestek en omgekeerd. Inzicht in de opeenvolging van de uitvoeringspraktijk verwerven. Een planning kunnen lezen en herzien. Bij de coördinatie van de werken rekening houden met de technische uitrusting van het gebouw. Een dagboek van de werken bijhouden. Inschatten of een dag, vol-
25
– Het bouwdossier beheersen: *plannen *bestekken *voorschriften – De gedragsregels van de goede nabuurschap naleven. – De constructiemethodes – De eigenschappen, eisen en normen waaraan de materialen moeten voldoen controleren. – De geschikte uitvoeringsmethode of uitvoeringsmethodes nazien. – De plichten van de aannemer kennen. – De plichten van de bouwheer kennen. – De reglementering naar de onderaannemers toe onderscheiden. – De wetgeving op de overheidsopdrachten toepassen.
– De zin voor nauwkeurigheid, bij een op het eerste zicht eerder ruwer werk, niet uit het oog verliezen. – Goede contacten met de partners onderhouden. – Streven naar een harmonieuze samenwerking met de aannemers. – Overeenstemming tussen enerzijds de plannen en de bestekken en anderzijds de uitvoering bewerken. – Schendingen van de nabuurschap trachten te voorkomen. – De stedenbouwkundige aspecten ook naar de geest laten toepassen.
met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen rechtstaand observeren. – 11 Buiten, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan. Formulering in overleg met werkgroep – 001 Op een kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel.
26
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
gens de weersomstandigheden of andere problemen, al of niet als een verletdag mag beschouwd worden. 009 Nauwkeurig bijhouden van de op het bouwwerk geleverde materialen. 010 De kwaliteit van de materialen inschatten of vergelijken. 011 Bij twijfel over de kwaliteit van de materialen proeven laten uitvoeren 012 Als regel de
013
014
015
016
017
018
019
020
voorgeschreven proeven aanvragen. Uitvoeringstekeningen van de aannemers controleren en zo nodig verbeteren. De werkzaamheden van de aannemers beoordelen. Kleine uitvoeringsdetails ter plaatse kunnen schetsen om uitvoeringsmethodes te verduidelijken of te argumenteren. Uitgevoerde werken opmeten op het werk of van het plan. Een vorderingsstaat van uitgevoerde werken opstellen. Bij de leiding van een werkvergadering assisteren. De verslaggeving van de werkvergadering verzorgen. Wijzigingen in
– 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 06 Binnen rechtstaand schetsen op een schetsplank. – 07 Buiten rechtstaand schetsen op een schetsplank. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen rechtstaand observeren. – 11 Buiten, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
021
022
023
15 Nazicht
van de facturen van de aannemer
001
002
003
004
005
de uitvoering overmaken naar het tekenbureau of zelf de wijzigingen aan de plannen doorvoeren. Om praktische redenen doorgevoerde wijzigingen tijdens de uitvoering opmeten en in tekening brengen. Op de gepaste wijze omgaan met onderaannemers rekening houdend met hun rechtspositie in die situatie. Een proces verbaal van plaatsbeschrijving opmaken. De vorderingsstaat van de aannemer begrijpend lezen. De berekening van de hoeveelheden nazien. De nodige opmetingen op het plan uitvoeren. De metingen die enkel op het bouwwerk kunnen gebeuren ter plaatse opnemen. De uitgevoerde hoeveelheden rekenkundig verwerken.
006 De verwerking
van eenheidsprijzen en hoeveelheden controleren. 007 De herzieningsformule eventueel toepassen. 008 De BTWregeling behandelen. 009 De regeling rond de borgsom verifice-
27
– Het algemeen bestek kennen. – Het type bestek beheersen. – Het bijzonder bestek memoriseren. – De uitvoeringsplannen kennen. – Weten wat het bouwcontract inhoudt. – De wijzigingen aan het bouwwerk ten opzichte van de uitvoeringsplannen kennen. – De notulen van de werkgaderingen naslaan. – De inhoud van het dagboek der werken bestuderen. – De opgemaakte werkbonnen controleren. – De vormgeving van de vordeingsstaat aanhouden. – De herzieningsformule inlassen. – Op de hoogte zijn van de regeling van de
– Zin voor bijzondere nauwkeurigheid aankweken. – Zich inzetten om geen enkel detail over het hoofd te zien. – Zich in elk bouwdossier afzonderlijk volledig inwerken. – Absolute eerlijkheid nastreven. – Volledige discretie in acht nemen. – Een zelfcontrole inbouwen om zo mogelijk elke vergissing pogen uit te sluiten.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem.
– Zonder in het nadeel van de aannemer te werken de adviseur van de bouwheer blijven.
Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 11 Buiten, gebo-gen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend
28
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
ren. 010 Boetes wegens
vertraging inlassen of premies toekennen. 011 Toegestane kortingen indachtig blijven. 012 De bevindingen aan de bouwheer overmaken. 3 Verwerking
van de procedure rond het einde van het bouwcontract
16 Mede-
werking bij de procedure van de voorlopige aanvaarding
001 Verschillen
002
003
004
005
006
007
tussen de uitvoeringsplannen en het werkelijk uitgevoerde opmerken. Controlerende opmetingen doen. Zichtbare fouten of afwijken in het procesverbaal notuleren. Het complete procesverbaal opstellen. De eindrekening opmaken of controleren. Rekening houden met de afspraken omtrent de borgsom. Eventueel een resterend bedrag innen.
borgtocht. – De overeenkomst nopens boetes of premies respecteren. – De overeengekomen eenheidsprijzen of forfaitaire prijzen toepassen. – De vigerende fiscale wetgeving kennen. – De uitvoeringsplannen kennen. – De detailtekeningen raadplegen. – De goedgekeurde wijzigingen gebruiken. – Het algemeen bestek beheersen. – Rekening houden met het gebruikte type bestek. – Het bijzonder bestek memoriseren. – De notulen van de werkvergaderingen raadplegen. – De aantekeningen in het dagboek van de werken doornemen. – De correspondentie omtrent het betrokken project lezen. – De genormaliseerde voorschriften van de materialen kennen. – De gebruikelijke goede uitvoeringsmethodes kennen. – De nauwkeurigheidseisen en toleranties natrekken. – De initiatiefnemer kennen. – Op de hoogte zijn van de stilzwijgende voorlopige aanvaarding en de gevolgen ervan. – De juridische
ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan. – 12 Buiten met gerei zoals spade, schop en... werken.
– In de eerste plaats de bouwheer adviseren. – De uitgevoerde werken minutieus controleren. – Een eerlijk procesverbaal opmaken. – Alle opmerkingen uit het procesverbaal opvolgen. – Met de gevolgen van de voorlopige aanvaarding voor de verschillende partijen rekening houden. – Volstrekte betrouwbaarheid nastreven. – Waar het mogelijk en verantwoord is, helpen bij het sluiten van een compromis. – De toch wel uiterst belangrijke taak met de gepaste nederigheid tot stand brengen. – Er zich bewust van zijn dat de architect hier verantwoordelijkheid draagt voor alle gestelde daden.
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. – 009 In ploegensysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01. In een bureau zittend aan een tafel. – 02. In een bureau zittend voor een computer. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
29
gevolgen van de verschillende vormen van oplevering inschatten.
17 Verwer-
001 Nagaan of de
king van de definitieve aanvaarding
002
003
004
005
006
007
008
opmerkingen van het procesverbaal van de voorlopige aanvaarding in orde gebracht zijn. Een procesverbaal van definitieve aanvaarding opstellen. Een eindrekening maken of controleren. Het einde van de borgstelling verwerken. In probleemgevallen zich laten bijstaan door andere deskundigen. Eventueel (in overleg met de architect) een scheidsrechterlijke beslissing voorstellen. Aanwezig zijn bij een mogelijk scheidsrechterlijk onderzoek. Bij onmogelijkheid tot enige overeenkomst de architect voorstellen de gerechtelijke procedure via de bouwheer in te schakelen
– De uitvoeringsplannen kennen. – De detailtekeningen raadplegen. – De goedgekeurde wijzigingen gebruiken. – Het algemeen bestek beheersen. – Rekening houden met het type bestek. – Het bijzonder bestek memoriseren. – De notulen van de werkvergaderingen raadplegen. – De aantekeningen in het dagboek van de werken doornemen. – De correspondentie omtrent het betrokken project lezen. – De genormaliseerde voorschriften van de materialen kennen. – Het procesverbaal van de voorlopige aanvaarding – De gebruikelijke goede uitvoeringsmethodes kennen. – Weten welke de nauwkeurigheidseisen en toleranties zijn. – De initiatiefnemer kennen. – De termijn tussen de voorlopige en de
rechtstaand observeren.
– In de eerste plaats de bouwheer adviseren en bijstaan. – De uitgevoerde werken ter verbetering van de opgemerkte fouten in het procesverbaal van voorlopige aanvaarding minutieus controleren. – Een eerlijk procesverbaal opmaken. – Met de gevolgen van de definitieve aanvaarding voor de verschillende partijen rekening houden. – Volstrekte betrouwbaarheid nastreven. – Waar het mogelijk en verantwoord is, helpen bij het sluiten van een compromis. – De toch wel uiterst belangrijke taak met de gepaste nederigheid tot stand brengen.
– 11 Buiten, gebogen of rechtop, gehurkt of op de knieën zittend ofwel op een ladder staand met meetinstrumenten omgaan. Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetinstrumenten. – 006 Met klein gereedschap. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 08 Buiten rechtstaand observeren. – 09 Binnen rechtstaand observeren
30
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
4 Admini-
stratieve verwerkingen op het kantoor
18 Afhan-
deling van het dagelijks kantoorwerk
001 Vlot met een
tekstverwerker omgaan. 002 Zich van een elektronisch rekenblad kunnen bedienen. 003 De correspondentie, hetzij van algemene aard, hetzij van het typisch architectenwerk, verzorgen. 004 Het klassement
005
006 007 008 009
0010
19 Uitvoe-
ring van het meer be-
van correspondentie en technische documentatie in goede orde houden. Doeltreffend en voorkomend telefoneren. Faxen versturen. Documenten fotokopiëren. Planafdrukken maken. Lay-out van documenten voor klanten en aannemers verzorgen. Diverse personen ontvangen.
001 Controlelijsten
van bouwaanvragen opstellen. 002 Verzamelen
definitieve aanvaarding – De gevolgen van de definitieve aanvaarding voor de betrokken partijen – De stilzwijgende definitieve aanvaarding en de gevolgen ervan – De wetgeving omtrent de tienjarige aansprakelijkheid – Mogelijke gevolgen van fraude – Machineschrift beheersen. – De correspondentiebladschikking van het bureau aannemen. – Een veel toegepast tekstverwerkingsprogramma gebruiken. – Met een elektronisch rekenblad omgaan. – Een database aanwenden. – Het gebruikelijk klasseringssysteem van de architect (vb. SfB) toepassen. – De principes van de boekhouding kennen. – Het factureren verzorgen. – Over noties van sociale wetgeving beschikken
– Machineschrift beheersen. – De correspondentiebladschikking van
– Een hoge graad van zelfstandigheid bereiken. – Ook zonder directe controle functioneren. – Het gevoel zelfstandig te werken, met respect voor de huisstijl, willen bereiken. – Erg ordelijk zijn. – Aandacht hebben voor een eigen verzorgde verschijning. – Correcte omgang met om het even welke kantoorbezoeker nastreven. – Een passende omgangstaal hanteren. – Eigenlijk ook een stuk meewerken aan de public relations van het bedrijf.
– Zin voor orde. – Onmiddellijk anticiperen en uitstel zwichten. – Van volledige en
Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor. – 003 Met een computer. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. – 05 Buiten zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren. Formulering in overleg met werkgroep – 001 In het kantoor.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
roepsgericht katoorwerk
003
004
005
006
007
008
009
van de stedenbouwkundige inlichtingen. Afwijkingen van de stedenbouwkundige voorschriften ordenen. Een schema (als een genre werkplanning) van de af te leggen werkbezoeken en afgelegde werkbezoeken opstellen. Inlichtingen, over een materiaal of werkwijze, bij verschillende bedrijven ingewonnen, in vergelijkende tabellen opstellen. Wapeningsborderellen opstellen of controleren. Plannen uitgewerkt door adviserende bureaus voor technieken vergelijken met de oorspronkelijke uitvoeringsplannen. Controlestaten van de gewijzigde plannen opmaken en de recente documenten naar de betrokken aannemers doorspelen. Dossiers met bevestigende correspondentie over telefonische of persoonlijke contacten vervolledigen.
010 Door middel
van een mailing inlichtingen over een materiaal of een technisch probleem inwinnen.
31
het bedrijf toepassen. – Een veel toegepast tekstverwerkingsprogramma gebruiken. – Met een elektronisch rekenblad omgaan. – Een database aanwenden – Het gebruikelijk klasseringssysteem van de architect (vb. SfB-systeem) toepassen. – Werkdocumenten behandelen.
up-to-date dossiers een erezaak maken. – Erg nauwgezet werken. – Complete documenten nastreven. – Niet uit het oog verliezen wat het zou kosten indien een aannemer bijvoorbeeld één dag zou werken volgens een vervallen document.
– 002 Aan de tekentafel. – 003 Met een computer. – 004 Op een bouwterrein. – 005 Met meetintrumenten. – 007 In vergadering. – 008 In dagwerksysteem. Formulering volgens beroepsprofiel – 01 In een bureau zittend aan een tafel. – 02 In een bureau zittend voor een computer. – 03 In een bureau zittend of staand bij een tekentafel. – 04 Binnen zittend, staand of wandelend, met één of meerdere personen converseren
32
3.3.3
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
Aanvullende gegevens met betrekking tot de opleiding 3.3.3.1 Verhouding praktijk/theorie
Opleidingsonderdelen Administratieve opleiding Vakcultuur Basistechnologie Tekenen Gespecialiseerde technieken Stage Totalen Totaal aantal uren Gemiddeld aantal uren per studiejaar
Binnen de inrichting
Buiten de inrichting
Totaal praktijk % Theorie %
Tot. uren 300
Praktijk 190
Theo -rie 110
P%/T % 63/37
Tot. uren 355
Praktijk 194
Theo -rie 161
P%/T % 55/45
100 400
40 110
60 290
40/60 28/72
160 780
50 220
110 560
31/69 28/72
35/65 28/72
900 250
625 125
275 125
69/31 50/50
1110 460
1050 230
60 230
95/05 50/50
83/17 50/50
1950
1090
860
56/44
525 475 3390 2219 5340
50 1171
90/10 65/35
90/10 62/38
59/41
1780
3.3.3.2 Aandeel stagetijd Om de overgang tussen school en beroepswereld op te vangen en om de verworven kennis te toetsen aan de beroepspraktijk is minimum 10% van de studiebelastingstijd voorbehouden aan een stageperiode in een praktijksituatie. 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen Medewerking tijdens de voorstudie Coördinatie en controle van de uitvoering Verwerking van de procedure rond het einde van het bouwcontract Administratieve verwerking op het kantoor
3.4
56 % 18 % 17 % 9%
Sleutelkwalificaties Sleutelkwalificaties Abstract denken Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Commercieel inzicht Contactbereidheid Creativiteit Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Een werkplan kunnen maken Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Inzicht in de arbeidsorganisatie
Frequentie (%) 88 99 84 87 60 90 93 95 91 93 88 99 90 81
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
Sleutelkwalificaties Kritische ingesteldheid Kunnen omgaan met informatie Kwaliteitsbewustzijn Leerbekwaamheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Planmatig denken Problemen onderkennen en oplossen
33
Frequentie (%) 86 96 99 99 99 99 99 99 99
Productieve taalvaardigheid MVT
1
Productieve taalvaardigheid Moedertaal
97
Receptieve taalvaardigheid Moedertaal
96
Receptieve taalvaardigheid MVT
10
Resultaatgerichtheid
100
Solidariteit
84
Veiligheid- en milieubewustzijn
65
Verantwoordelijkheidszin
100
Zelfstandigheid
94
Zelfvertrouwen
94
Zin voor initiatief
100
Zin voor samenwerking
100
Zin voor esthetiek
96
3.5
De kern van het opleidingsprofiel
3.5.1
Eventuele verwantschappen met andere opleidingen en opties 3.5.1.1 Verwantschap met de opleidingen binnen hetzelfde studiegebied Met Interieurvormgeving beperkt zich de verwantschap tot de esthetische vorming en de vaardigheid van het tekenen en maquettebouw. Er zijn raakpunten wat betreft de constructie- en de materialenleer. Met Landschaps- en tuinarchitectuur beperkt zich de verwantschap ook tot de esthetische vorming, mogelijks de topografie en de vaardigheid van het tekenen. Raakpunten zijn er gedeeltelijk ook op gebied van constructie- en materialenleer. Met Architectuur is de verwantschap enigszins uitgebreider. Behalve wat het onderdeel ontwerpen betreft (dat niet in de opleiding architect-assistentie voorkomt), liggen zowat overal verwantschappen en raakpunten. In het kort kan men stellen dat de architect-assistent meer een praktische opleiding krijgt terwijl de Architect een meer doorgedreven esthetische en een meer wetenschappelijke vorming krijgt. Met de Interieurarchitect ligt de verwantschap ook in een deel esthetische vorming en in een gelijkheid van denkpatroon omtrent de ruimtelijke condities in een gebouw en de detaillering van de constructie met het oog op de afwerking.
34
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
3.5.1.2 Verwantschap met opleidingen in een ander studiegebied. In het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie vinden we enkele opleidingen met verwantschappen aan architect-assistentie. Nemen we eerst de opleidingen van één cyclus De basisopleiding Bouw heeft verschillende raakpunten: − De optie Bouw vertoont op gebied van constructie- en materialenleer erg veel verwantschap. Verder treft men nog gemeenschappelijke kenmerken aan in vakken als bestek, tekenen, sterkteleer en topografie al verschillen de respectievelijke opleidingen grondig van elkaar. − De optie Vastgoed vertoont ook nog verwantschappen al ligt die opleiding dan toch grondig anders dan die van Architect-assistentie. We geven weer als meest rakende vakken: constructieleer en materialenleer. Met verder in mindere mate tekenen en nog in een lagere trap sterkteleer, topografie, bouwfysica en technische uitrusting van gebouwen. Vervolgen we met de opleidingen van twee cycli De basisopleiding Bouwkunde vertoont zowel in haar optie Bouwkunde als in de optie Landmeten verwantschappen met de Architect-assistentie. De raakpunten bevinden zich vooral op het vlak van de Constructie- en de Materialenleer. In mindere mate het Tekenen en dan nog in een lagere graad in Sterkteleer, Bouwfysica, Topografie en Technische uitrusting van gebouwen zijn er gemeenschappelijke items.
3.5.2
Persoonsvorming De basisopleiding architect-assistentie betracht in de vorming van het individu een medewerker te vormen met een hoge graad van accuratesse die beslissingen niet uit de weg gaat. Aangezien hij(/zij) vaak een schakel is hetzij tussen de architect en de bouwheer, hetzij tussen de architect en de uitvoerders, richt de opleiding zich naar een contactbereidheid die zich met de nodige assertiviteit en met een dosis loyauteit op een eenvoudige wijze kan manifesteren. De architect-assistent wordt zich bewust gemaakt van zijn dienstverlenende taak die met veel creativiteit en doorzettingsvermogen maar flexibel kan uitgevoerd worden. Het zal hem(/haar) duidelijk zijn dat de nodige kritische ingesteldheid geen kwaad kan en dat een kwaliteitsstreven via leergierigheid en het steeds herbronnen noodzakelijk is. De student(e) architect-assistent wordt al geconfronteerd met de onvermijdelijkheid van het planmatig denken, het steeds weer vaststellen van problemen en het onmiddellijk daaraan gekoppelde zoeken naar een oplossing die een resultaat oplevert dat kan geconfronteerd worden met de belangen van de architect, de aannemer en de bouwheer.
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
35
De opleiding schenkt een zeer grote aandacht aan het vermogen om samen te werken. Dat kan onder een groep gelijken in rang zijn of onder een meerdere of met een ondergeschikte. De waarde van de solidariteit komt tot uiting binnen het veiligheidsaspect in de bouwnijverheid en met het oog op het resultaat van een gezamenlijk werken aan een project. Dat het esthetisch aspect van zijn (/haar) beroep een aparte plaats inneemt, wordt aan de kandidaten duidelijk gesteld. Dit zowel in het voortdurend streven naar het esthetische in de persoonlijke inbreng en naar het vertalen van de ethische bedoelingen van de Architect.
3.6
De maatschappelijk-culturele vorming Onder meer door onderwijsactiviteiten als bouwwetgeving en wetgeving stedenbouw ontstaat bij de kandidaat een belangstelling voor de Ruimtelijke Ordening, een door de kennis van de reglementering eigen kijk op het milieu- en afvalprobleem. Via bijvoorbeeld de geschiedenis van de architectuur komt de jonge architectenassistent(e) in aanraking met het bouwkundig kunstpatrimonium en de vertakkingen naar andere kunstvormen. Door de bestudering van de esthetica komen de kandidaten in aanraking met meer gevormde inzichten in verband met bouwkunst, architectuur, vormgeving, ruimtelijke condities en kleurharmonie. Op de jaarlijkse meerdaagse buitenlandse studiereizen worden de kandidaten geconfronteerd met de nieuwste tendensen in de hedendaagse architectuur. Die architectuur wordt op die reizen ook geconfronteerd met belangrijke gebouwen en stromingen uit de architectuurgeschiedenis en gerelateerd aan gelijktijdige ontwikkelingen in de cultuur en in het algemeen maatschappelijk beeld. Uit leervakken als constructieleer en materialenleer kan een attitude ontstaan van het telkens zoeken naar de meest aangewezen kwaliteit en de interessantste uitvoeringsmethode volgens het probleem van het moment in een heel brede context van o.a. esthetiek, milieu, vigerende reglementering, kostprijs, wensen van de bouwheer... Dank zij tekenwerk wordt student(e) voortdurend geconfronteerd met de vragen : − is hetgeen ik teken juist? − is het voor anderen leesbaar? − is het door iemand te controleren? − is het door een collega verder af te werken? − is het door een vakman uit te voeren? − is het voor de klant betaalbaar? − is het esthetisch verantwoord? − is het reglementair haalbaar? Dit zijn voortdurende oefening van zelfkritiek die uitmonden in een spontaan toepassen van maatschappelijk gebonden waarden.
36
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
HOOFDRUBRIEK 4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
♦ Publiekrechterlijke rechtspersonen: o.a. Ministeries, Provincies, gemeenten ♦ Inspecties ♦ Universiteiten ♦ Hogescholen ♦ PMS-centra ♦ Secundair onderwijs ♦ Lectoren ♦ Studenten ♦ Sociale partners ♦ Bij het bouwproces betrokken architecten, adviseurs en vaklui
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
HOOFDRUBRIEK 5 BIBLIOGRAFIE
Brochures ♦ D.V.O. ♦ Vlor
37
38
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
Medewerkers van de V.a.h. West-Vlaanderen - Departement Simon Stevin Rijselstraat 5. 8200 Brugge ♦ Van Dale Riet Lic. Pol.-soc. (departementshoofd) Jagersstraat 43, 8200 Brugge, tel. (050) 38 08 80 ♦ Galle Valère Industrieel Ingenieur (Diensthoofd - supervisie) Barrièrestraat 7, 8200 Brugge, tel. (050) 38 29 12 ♦ Claeys Yvan Lector - Architect Grote Moerstraat 57, 8200 Brugge, tel. (050) 31 34 79 ♦ De Jaegher Rudy Lector - Architect Generaal Lemanlaan 72, 8310 Assebroek - Brugge tel. (050) 37 32 81- fax. (050) 37 32 81 ♦ Dupon Ann Lector - Lic. Wisk.-Info. Hogeweg 111, 8200 Brugge, tel. (050) 31 79 08 ♦ Geeroms Bartel Lector - Architect Driesstraat 74, 8700 Tielt, tel. (075) 57 49 74 - fax. (051) 40 76 22 ♦ Gryson Partick Lector - Architect Burg. J. Cardonstraat 23, 9070 Destelbergen tel. (09) 228 80 16 - fax. (09) 228 44 10 ♦ Jacobs Marc Lector - Architect Koningin Elisabethlaan 73, 8000 Brugge tel. (050) 33 97 37 - fax. (050) 34 67 37
OPLEIDINGSPROFIEL ARCHITECT-ASSISTENTIE
♦ Mertens Nico A. Lector - Ingenieur-Architect Gulden Vlieslaan 67, 8000 Brugge tel. (050) 33 24 33 - fax. (050) 33 33 86 ♦ Olivier Eddy Lector - Architect Park de Rode Poort 72, 8200 Brugge tel. (050) 39 39 51 - fax. (050) 39 39 51 ♦ Scherpereel Hendrik Lector - Architect Beisbroekdreef 16, 8490 Varsenare, tel. (050) 38 71 66 ♦ Scherpereel Pieter-Jan Lector - Architect Beisbroekdreef 16, 8490 Varsenare, tel. (050) 38 71 66 ♦ Streuve Jean Lector - Ing. Bouwkunde (Opleidingscoördinator) Boudewijnlaan 48, 8020 Oostkamp, tel. (050) 82 30 45 ♦ van Helvoort Rob Lector - Ingenieur-Architect J. Sabbestraat 44, 8560 Gullegem tel. (056) 42 49 51 - fax. (056) 42 49 48
39