STUDIE 164 OPLEIDINGSPROFIEL Grafisch productieleider Grafisch commercieel kaderlid Grafisch digitaal vormgever
OPLEIDINGSPROFIEL Grafisch productieleider Grafisch commercieel kaderlid Grafisch digitaal vormgever
sector studiegebied opleiding
: grafische technieken : industriële wetenschappen en technologie : grafische bedrijven
Werkgroep beroepsprofielen van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/34 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
INHOUD
1
2
INLEIDING
1
1.1
De kern van het opleidingsprofiel Grafische Bedrijven
1
1.2
Kern per opleidingsprofiel 1.2.1 Grafische productieleiding 1.2.2 Grafisch commercieel beleid 1.2.3 Grafisch digitale vormgeving
1 1 2 2
OPLEIDINGSPROFIELEN
4
2.1
4
Opleidingsprofiel: grafisch digitaal vormgever Functioneel geheel 1: typografische vormgeving voor printproducten Functioneel geheel 2: typografische en grafische vormgeving voor non-printproducten Functioneel geheel 3: algemene drukvoorbereiding Functioneel geheel 4: grondstoffen Functioneel geheel 5: planning ordervoorbereiding – orderbegeleiding Functioneel geheel 6: calculatie Functioneel geheel 7: bedrijfsbeheer Functioneel geheel 8: communicatie
2.2
Opleidingsprofiel: grafisch commercieel kaderlid Functioneel geheel 1: bedrijfsbeleid Functioneel geheel 2: bedrijfsbeheer Functioneel geheel 3: calculatie Functioneel geheel 4: administratieve werkflow
4
7 9 15 18 20 21 22 24 24 25 28 30
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDDRIJVEN
Functioneel geheel 5: planning – ordervoorbereiding – orderbegeleiding Functioneel geheel 6: marketing Functioneel geheel 7: grondstoffen Functioneel geheel 8 grafische technologie Functioneel geheel 9 communicatie 2.3
Opleidingsprofiel: grafische productieleiding Functioneel geheel 1: grafische productietechnologie Functioneel geheel 2: kwaliteitscontrole - milieubeheer Functioneel geheel 3: grondstoffen Functioneel geheel 4: planning Functioneel geheel 5: calculatie Functioneel geheel 6: bedrijfsbeheer Functioneel geheel 7: communicatie
32 34 36 39 47 49
50 58 59 62 64 66 68
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
1
1 INLEIDING
1.1
De kern van het opleidingsprofiel Grafische bedrijven Persoonsvorming In de drie opleidingsprofielen komen volgende sleutelkwalificaties in praktisch dezelfde graad van belangrijkheid voor: resultaatgerichtheid accuratesse planmatig denken kritische ingesteldheid taalvaardigheid zin voor initiatief zin voor samenwerking.
1.2
Kern per opleidingsprofiel
1.2.1
Grafische productieleiding Beroepsgerichte vorming De belangrijkste geclusterde vaardigheden zijn de volgende. De student: kan de esthetiek en de functionaliteit van de diverse soorten drukwerk beoordelen; heeft inzicht in de technische realisatievereisten van de verschillende soorten drukwerk en kan de technische realisatievereisten analyseren en inschatten; heeft inzicht in de basisprincipes, de toepassingsgebieden, de beïnvloedingsfactoren, de werkmethodes van alle grafische productietechnieken en hulptechnologieën: tekstverwerking, beeldverwerking, montage en kopie, druk en afwerking, datacommunicatie; heeft inzicht in de problematiek van een efficiënte werkdoorgang voor de productie van drukwerk (workflow), hij / zij kan een bestaande werkdoorgang analyseren, toepassen en remediëren; heeft inzicht in de eigenschappen van alle grafische grondstoffen; heeft inzicht, voldoende basiskennis en basisvaardigheden in alle elementen die nodig zijn voor productieleiding of technische leiding van een grafisch bedrijf: kwaliteitscontrole en milieubeheer, productieplanning, kostprijsaspecten, ordervoorbereiding en orderbegeleiding, stockbeheer, aankoop van grondstoffen, communicatie, hij / zij kan een productieplanning, ordervoorbereiding en orderbegeleiding, stockbeheer toepassen. Persoonsvorming Volgende sleutelkwalificaties zijn specifiek voor Grafische Productieleiding: problemen onderkennen en oplossen kwaliteitsbewustzijn leergierigheid. -
2
1.2.2
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Grafisch commercieel beleid Beroepsgerichte vorming De belangrijkste geclusterde vaardigheden voor het opleidingsprofiel van grafisch commercieel beleid zijn de volgende. De student: heeft inzicht in het algemeen economisch beleid en in de beleidselementen van een éénmanszaak en een vennootschap; heeft inzicht in handelstechnieken, financieel beheer; heeft inzicht in verkoopstechnieken; heeft inzicht in de kostenstructuur van de verschillende productiefactoren en kan een efficiënte calculatie (voor- en nacalculatie) organiseren en opvolgen; heeft inzicht in alle elementen van een administratieve workflow en kan een efficiënte documentenstroom, een efficiënte informatieverwerking en een goed geïnformatiseerd administratiesysteem organiseren; heeft inzicht in de grafische markt in al zijn onderdelen: drukwerkaankoop, grondstoffen; heeft een voldoende basisinzicht in het grafisch productieproces en in de gebruikte grondstoffen; kan ordervoorbereiding en orderbegeleiding uitvoeren. Persoonsvorming Volgende sleutelkwalificaties zijn specifiek voor Grafisch Commercieel Beleid: commercieel inzicht kunnen omgaan met informatie problemen onderkennen en oplossen leergierigheid.
1.2.3
Grafisch digitale vormgeving Beroepsgerichte vorming De belangrijkste geclusterde vaardigheden zijn de volgende. De student: kan de behoeften van een bedrijf / klant en de doelstellingen van een grafisch product analyseren en een aan deze behoeften verantwoord grafisch ontwerp maken; kan esthetisch en technisch grafische / typografische ontwerpen maken voor alle soorten drukwerken en verpakkingen en kan binnen de toegemeten tijd, de gewenste stijl en het gegeven budget, deze grafische opdracht realiseren; kan een volledig concept ontwerpen voor grafische producten en campagnes waar grafische producten deel van uitmaken, voor printen non-printproducten; heeft inzicht in de technologie en software voor ontwikkeling van nonprintproducten en hij / zij kan deze software toepassen; heeft inzicht in de technische realisatievereisten van een ontwerp en heeft daarom ook voldoende basisinzicht in het grafisch productieproces en alle deeltechnologieën; heeft een basisinzicht in de kostprijsaspecten van een grafisch product;
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
-
kan ordervoorbereiding en orderbegeleiding uitvoeren in creatief gerichte grafische bedrijven; heeft inzicht in alle beleidsaspecten van een éénmansbedrijf.
Persoonsvorming Volgende sleutelkwalificaties zijn specifiek voor Grafisch Digitale Vormgeving: kwaliteitsbewustzijn creativiteit zin voor esthetiek zelfstandigheid commercieel inzicht.
3
4
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
2 HET OPLEIDINGSPROFIEL
2.1
Opleidingsprofiel Grafisch digitaal vormgever
FUNCTIONEEL GEHEEL 1: typografische vormgeving voor printproducten
Onderdeel 1: T Y P O G R A F I E E N L A Y - O U T
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
1 De student kent de basisregels van typografie en lay-out en kan deze regels toepassen in de verschillende soorten drukwerken
Specifieke kennis
- zin voor esthetiek - kritische ingesteldheid - accuratesse
- conventioneel ontwerpmateriaal - digitaal ontwerpmateriaal voor drukwerk: PC's met software voor typografisch ontwerp
- zin voor samenwerking - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - contactbereidheid
- eigen ontwerpafdeling - conventioneel en digitaal ontwerpmateriaal - ontwerpsoftware
2 De student kan de typografie en lay-out van diverse soorten drukwerken situeren en beoordelen 3 De technische realisatievereisten van de verschillende drukwerksoorten kennen en kunnen beoordelen
- basisregels typografie (4) - basisregels voor lay-out en vormgeving van drukwerk (4) - software voor typografische toepassingen (3) Algemene kennis - typografische esthetica
4 De student heeft inzicht in de verschillende ontwerpstadia en kan deze toeSpecifieke passen kennis 5 De student kent de werking van de ontwerpafdeling van meerdere types grafische bedrijven
- organisatie van een ontwerpafdeling (3) - ontwerptechnieken (3)
Evaluatiecriteria
5
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: G R A F I S C H E V O R M G E V I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
6 De student beheerste de basiskennis van vormgeving en kan deze toepassen in drukwerk
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - zin voor initiatief - zin voor esthetiek - kritische ingesteldheid
7 De student kan vormen analyseren, kan waarnemen en schetsen 8 De student kan, binnen de toegemeten tijd, de gewenste stijl en een gegeven budget van een grafische opdracht realiseren
- vormgeving: materialenkennis, compositie, kleurenleer, technische kleurenleer, werktekening, letterkennis, kalligrafie, stilering, illustratie, 3dobjecten (3) - schetsen en waarnemingstekenen (3)
Evaluatiecriteria
- conventioneel ontwerpmateriaal - digitaal ontwerpmateriaal voor drukwerk: PC's met software voor grafisch ontwerp
Onderdeel 3: O N T W E R P E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
9 De student kan ontwerpen maken voor advertenties en folders
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - zin voor samenwerking - zin voor esthetiek
10 De student kan een huisstijl voor een bedrijf en bijkomende promotieartikelen ontwerpen 11 De student kan alle drukwerken en verpakkingen voor reclamecampagnes ontwerpen 12 De student kan logo's, grafiek en illustratieelementen ontwerpen
- typografische vormgeving: typografische vereisten van alle soorten drukwerk (4) - BIN-normen (3) - grafische vormgeving (3) - reclame (3) - technische vereisten voor de realisatie van alle soorten drukwerk (3)
- conventioneel en digitaal ontwerpmateriaal
Evaluatiecriteria
6
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: C O N C E P T O N T W I K K E L I N G
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
13 De student kan de behoeften van een bedrijf / klant en de doelstelling van een product analyseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor samenwerking - beslissingsvermogen - flexibiliteit - imagobewustzijn - kritische ingesteldheid
- analyse van de klantbehoeften en 14 De student kan een doelstellinontwerp maken dat aan gen van een deze behoeften en doelproduct (3) stellingen beantwoordt - drukwerkconcepten (3) 15 De student kan een vol- - concepten ledig concept voor drukvoor camwerk voor een reclame- of pagnes (3) informatiecampagne uitwerken
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
16 De student kan een concept voor een volledige huisstijl ontwikkelen 17 De student kan het concept maken en de ontwerpen uitvoeren, rekening houdend met de eisen van de klant, aangepast aan de doelgroep, de beperkingen van techniek en budget 18 De student kent de wetgeving voor auteursrechten
Onderdeel 5: P R E S E N T A T I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
19 De student kan een presentatie voor drukwerken, huisstijl of campagnes uitwerken
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor esthetiek
- presentatie van drukwerk, huisstijl en campagnes (3)
- presentatiemateriaal
7
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 2:
typografische vormgeving en grafische vormgeving voor non-printproducten
Onderdeel 1: T Y P O G R A F I S C H E E N G R A F I S C H E V O R M G E V I N G O P B E E L D S C H E R M Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
20 De student kan zijn kennis van de typografie, vormgeving, kleurgebruik e.d. toepassen op een beeldscherm
Specifieke kennis
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - multimediaPC's - audioapparatuur - videoapparatuur - multimediasoftware - internetaansluiting - internet- en browsersoftware
- typografie op beeldscherm (3) - vormgeving op beeldscherm (3)
Onderdeel 2: C O N C E P T O N T W I K K E L I N G V O O R N O N - P R I N T P R O D U C T E N Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
21 De student kan de beSpecifieke hoeften van een bedrijf / kennis klant en de doelstelling van een non-printproduct - analyse van (multimediaproduct, webde klantbesite, product voor elektrohoeften en nisch publiceren) analyse-doelstellinren gen (3) - concepten 22 De student kan een voor multiontwerp maken dat aan mediaprodeze behoeften en doelducten (3) stellingen beantwoordt - concepten voor websi23 De student kan een voltes (3) ledig concept voor een - concepten multimediaproduct uitwervoor proken en een scenario of ducten voor een deelscenario uitwerelektronisch ken publiceren (3) 24 De student kan een concept voor een volledige website ontwikkelen 25 De student kan het concept maken en de ontwerpen uitvoeren, rekening houdend met de eisen van de klant, aangepast aan de doelgroep, de beperkingen van techniek en budget
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - leergierigheid
Evaluatiecriteria
8
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: P R E S E N T A T I E Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
26 De student kan een presentatie voor nonprintproducten uitwerken
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor esthetiek
- presentatie van multimediaproduct, website of ander product van elektronisch publiceren
Evaluatiecriteria
9
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 3: productietechnologie
Onderdeel 1: A L G E M E N E D R U K V O O R B E R E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
27 De student kent de gebruikte technologie en werkmethodes voor pagina-opmaak
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - omgaan met stress
28 De student kent de werking en de mogelijkheden van een grafisch opmaakprogramma 29 De student kent de op de markt zijnde paginaopmaakprogramma's en kan de geschiktheid van deze programma's voor de soorten drukwerk beoordelen 30 De student kent de basisprincipes van fotografische en digitale beeldproductie, kleur en kleurenreproductie 31 De student kent de vereisten en de beïnvloedingsfactoren van goed belichte en goed ontwikkelde films, en kan densiteiten en rasterpercentages meten 32 De student kent de grafische materialen voor beeldverwerking
- kopijvoorbereiding (3) - apparatuurkenmerken en configuraties prepress (2) - vereisten van paginaopmaak (3) - software voor paginaopmaak (3)
- zelfstandigheid - zin voor initiatief
- volledige drukvoorbereidingsapparatuur: PC's met paginaopmaaksoftware, scanner, beeldverwerkingterminal, beeldverwerkingssoftware, kleurprinter, belichter
Specifieke kennis - beeldreproductie: fotografisch en digitaal (2) - beelduitvoer (2) Algemene kennis - toegepaste natuurkunde: lichttheorieen, geometrische optica, optische toestellen (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - zin voor samenwerking
- camera, contactkast, ontwikkelmateriaal
Evaluatiecriteria
10
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: A L G E M E N E D R U K - E N A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
33 De student kent de ver- Specifieke schillende druktechnieken kennis en daarvoor gebruikte drukmethodes, materialen - drukmethoen drukpersen des en druktechnologie34 De student kan van been (2) staande drukwerken her- afwerkingskennen met welke drukmethodes en procédés ze vervaardigd -technologiezijn en (2) 35 De student kent de ver- Algemene schillende afwerkingsmo- kennis gelijkheden voor drukwerk - toegepaste 36 De student kent de monatuurkunde: gelijkheden en de beperhydrostatica, kingen van de druktechhydrodynanieken en kan een gegemica, opperven ontwerp daaraan vlaktespanaanpassen ning en capillariteit, temperatuur en warmteleer
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor samenwerking - veiligheidsen milieubewustzijn
- één- of meerkleurenpersen - drukmethodeschema's - afwerkingsapparatuur - labo natuurkunde
Evaluatiecriteria
11
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: TOEGEPASTE BEELDVERWERKING
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
37 De student kan beelden (zwart-wit en kleur) digitaal reproduceren
Specifieke kennis
38 De student kan grafische kleurenbeeldverwerkingsprogramma’s gebruiken om beeldcorrecties uit te voeren
ATTITUDE
- accuratesse - resultaatgerichtheid - digitale zwart- - leergierigheid wit- en kleurenreproductie, beeldverwerking op computer (3)
- scanner - beeldverwerkingterminal - beeldverwerkingsoftware
Algemene kennis - toegepaste natuurkunde: kleurenleer, colorimetrie, golfverschijnselen (3) 39 De student kan colorimetrie toepassen en kan een color management organiseren 40 De student kan de verschillende niveaus van kleurenproeven beoordelen en de te nemen maatregelen inschatten
Specifieke kennis - color management (3)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - gevoel voor kleuren
- volledige drukvoorbereidingsapparatuur: scanner, beelverwerkingsterminal en software, kleurprinter, belichter, meetapparatuur
Evaluatiecriteria
12
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4 : T O E G E P A S T E I N F O R M A T I C A
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
41 De student kan gegevensbewerking en gegevensbeheer doen door middel van rekenbladenen databaseprogramma's
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatsgerichtheid
42 De student kan de verbinding leggen tussen de gegevens van algemeen beheer en de grafische software
- rekenblad en database (3) - software voor rekenbladen en database (3) Algemene kennis - bedrijfsbeheer: statistische analyse (2) - calculatie (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - zin voor initiatief
- PC's met rekenblad en databasesoftware - drukmehodeschema's of videomateriaal
Evaluatiecriteria
13
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 5: T O E G E P A S T E D R U K - E N A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
43 De student kent de inzetbaarheid en de mogelijkheden van flexo-, diepdruk en zeefdruk en heeft inzicht in de respectievelijk gebruikte druktechnologie
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - beslissingsvermogen - omgaan met stress
44 De student kan offsetpersconcepten beoordelen naar capaciteit en inzetbaarheid 45 De student kan de offsetplaatsoorten naar werkingsprincipe en toepassing verklaren 46 De student heeft inzicht in de deelprocessen van het offsetprocédé en de basisopstelling van de personderdelen 47 De student heeft inzicht in de verschillende drukwerkveredelingstechnieken en kan de juiste toepassingen voor de verschillende soorten drukwerken aanduiden 48 De student kan voor elk drukwerk de passende afwerkingstechnieken bepalen en voor eventuele afwerkingsproblematiek een oplossing voorstellen
- flexodiepdruk en zeefdruktechnologie (2) - vellenoffsettechnologie (2) - rotatieperstechnologie (2)
- vellenoffsetpersen - drukmethodeschema's of videomateriaal
Algemene kennis - toegepaste mechanica: overbrengingsmechanismen, basispneumatica, basishydraulica, cilinderafwikkeling (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid
Specifieke kennis - methodes en technieken voor drukwerkveredeling (2) - afwerkingstechnologie (3)
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- diverse afwerkingsapparaten
Evaluatiecriteria
14
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 6: N O N - P R I N T P R O D U C T I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
49 De student heeft inzicht in de opbouw van een multimediaproduct
- technische werkvoorbereiding voor multimediaproduct (3) - multimediasoftware (3) - storyboard, script, root (3)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor esthetiek - gevoel voor kleuren - kritische ingesteldheid
- multimediaPC's - multimediasoftware
- internettechnologie (2) - internettoepassingen: www. e.a. (3) - browser (3) - HTML (3) - Java-programmeertaal (3)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor esthetiek - gevoel voor kleuren - kritische ingesteldheid
- internetaansluiting met bijhorende voorzieningen - browser - PC's voor internet- of intranettoepassingen
50 De student kan een scenario of een deelscenario opstellen voor een multimediaproduct 51 De student kan een multimediaproduct samenstellen met behulp van multimediasoftware, authoringsoftware e.d. 52 De student heeft inzicht in de opbouw van een website 53 De student heeft inzicht in de opbouw, de informatie- en vormgevingsvereisten van internetpagina's 54 De student kent de beginselen van HTML en kan HTML toepassen 55 De student kan een integratieprogrammeertaal toepassen of kan een integratieprogramma gebruiken in websites
Evaluatiecriteria
15
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 4: grondstoffen
Onderdeel 1: A P P A R A T U U R E N G E B R U I K E R S I N T E R F A C E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
56 De student heeft een algemeen inzicht in de werking van een computer en de componenten van een computersysteem
Specifieke kennis
- flexibiliteit
57 De student kan de capaciteit van de hardwareelementen van een computer en randapparatuur beoordelen en het belang voor grafische toepassingen inschatten 58 De student kan vlot werken met de verschillende grafische gebruikersinterfaces
- Finder Macintosh (3) - Windows (3) Algemene kennis - algemene - leergierigheid informatica: - zin voor initicomponenten atief van een computersysteem (2) - hardware- en softwarekenmerken en markt (3)
- WindowsPC's en Macintosh-PC's met besturingssystemen en gebruikersinterfaces - diverse soorten randapparatuur bij prepressystemen en systemen voor nonprintproductie
Evaluatiecriteria
16
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: G R O N D S T O F F E N : P A P I E R E N K U N S T S T O F F E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
59 De student heeft inzicht Specifieke in de chemische proceskennis sen en wetmatigheden die in het grafische produc- elektrochetieproces voorkomen mie, fotochemische 60 De student kent de verprocessen, schillende kunststoffen, chemie van die als drukdrager kunnen de drukdradienen en hij kent de bager (2) siseigenschappen en de toepassingen van deze Algemene drukdragers kennis 61 De student heeft inzicht in de papierfabricatie 62 De student kan de basispapieren herkennen en kan verschillen tussen natuur- en gestreken papier vaststellen 63 De student kent de belangrijkste papiereigenschappen en de invloed ervan op de verwerkingsprocédés
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - leergierigheid
- labo vooronderzoek relatie papier / inkt - grafische meetapparatuur
- toegepaste scheikunde: minerale scheikunde, koolstofchemie (2) Specifieke kennis - papierfabricage (1) - soorten papier en papiereigenschappen
- kritische ingesteldheid
- schema's papierfabricage - diverse papiercatalogie
Onderdeel 3: K W A L I T E I T S O N D E R Z O E K : P A P I E R
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
64 De student kan een schema opstellen om een rechtsgeldige montername door te voeren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - doorzettingsvermogen
65 De student kan een kwaliteitsonderzoek en voor de productie noodzakelijke testen op grondstoffen uitvoeren
- kwaliteitsonderzoek op grondstoffen (3) Algemene kennis - basisbegrippen fysica (2) - wiskunde en statistiek (3)
- labo grondstoffen met meet- en onderzoeksapparatuur
Evaluatiecriteria
17
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: G R O N D S T O F F E N : I N K T E N Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
66 De student kan het verband leggen tussen de samenstelling van een drukinkt, de gebruikte pers en de bedrukte drager
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
67 De student kan aan de hand van een wiskundig model het inktverbruik berekenen
Evaluatiecriteria
- labo grondstoffen
- drukinkten: samenstelling en kenmerken (2) - toegepaste chemie van het offsetprocédé (2)
Onderdeel 5: C O N T R O L E O P G R O N D S T O F F E N Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
68 De student kan de ingangscontrole op grondstoffen organiseren en de beginselen van de kwaliteitscontrole toepassen
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - doorzettingsvermogen
69 De student kan de kwaliteit van een drukwerk beoordelen met moderne meetapparatuur en hij kan druktechnische proeven uitvoeren
- kwaliteitsonderzoek en testen op grondstoffen (3)
- labo grondstoffen
Evaluatiecriteria
18
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 5: planning ordervoorbereiding - orderbegeleiding
Onderdeel 1: T E C H N I S C H E W E R K V O O R B E R E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
70 De student kan de vereisten om een bepaald drukwerk te maken volledig analyseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- elementen van techni71 De student kan alle elesche werkmenten van de technische voorbereiding ordervoorbereiding toe(3) passen op een uit te voeren drukwerk
Evaluatiecriteria
- gevalstudies van technische werkvoorbereiding
72 De student kan de administratieve lancering van een order perfect uitvoeren Onderdeel 2: O R D E R B E G E L E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
73 De student kan de basisprincipes van administratieve en praktische orderbegeleiding toepassen
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - omgaan met stress - contactbereidheid
74 De student kan een orderformulier opstellen en evalueren 75 De student kan een afgewerkt product (print of non-printproduct) beoordelen op de geldende kwaliteitsnormen
- orderbegeleiding (3) - orderformulieren (3)
- diverse orderformulieren
Evaluatiecriteria
19
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: P R O D U C T I E P L A N N I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
76 De student kan een methodiek voor een productieplanning opstellen en de planning organiseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
77 De student kan een order in de productieplanning opnemen en de timing organiseren
- methodiek voor productieplanning (3) Algemene kennis - bedrijfsbeheer: planningstechnieken (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - omgaan met stress
- planningsborden en/of planningssoftware
Evaluatiecriteria
20
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 6: calculatie
Onderdeel 1: C A L C U L A T I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
78 De student kan een uur- Specifieke kostprijs opstellen van alle kennis kostenplaatsen in een drukkerij - uurkostprijsberekening volgens de 79 De student kan de kostsysteem van prijs van een drukwerk Febelgra (3) calculeren en de nodige - variaties op variaties daarop berekekostprijsbenen rekening 80 De student heeft inzicht in de organisatie van de voor- en nacalculatie
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - flexibiliteit - beslissingsvermogen - zelfstandigheid - zin voor initiatief
- calculatieprogramma
Algemene kennis - bedrijfsbeheer: algemene bedrijfscalculatie (2)
Onderdeel 2: O F F E R T E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
81 De student kan een bestaand drukwerk of een te ontwerpen drukwerk of non-printproduct ontleden en daaruit de technische gegevens halen om een offertebrief op te stellen en een calculatie te berekenen
Specifieke kennis
- accuratesse
82 De student kan offertes opstellen en analyseren
- offertes (7)
- gevalstudies met offertes
Evaluatiecriteria
21
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 7: bedrijfsbeheer
Onderdeel 1: A L G E M E E N B E D R I J F S B E H E E R
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
83 De student heeft inzicht in de structuur en de beleidselementen van een eenmanszaak
Algemene kennis
- zelfstandigheid - zin voor initiatief
84 De student heeft inzicht in de commerciële en financiële politiek van een bedrijf
- bedrijfseconomie (2) - handelstechnieken (2)
Evaluatiecriteria
- gevalstudie(s) minionderneming
Onderdeel 2: R E C L A M E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
85 De student heeft inzicht in de betekenis en de invloed van reclame
- reclame (2)
- verbeelding
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
Onderdeel 3: M A R K E T I N G
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
86 De student heeft inzicht in de basisbeginselen van marketing, aangevuld met verkooptechnieken
- marketing (2)
- zin voor initiatief
- gevalstudies voor marketing
Onderdeel 4: W E T G E V I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
87 De student kent de rechten en de plichten van werknemer en de zelfstandige ondernemer
Algemene kennis
- leergierigheid
- wetgeving
Evaluatiecriteria
22
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 8: communicatie
Onderdeel 1: V E R B A L E C O M M U N I C A T I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
88 De student is tot goede verbale communicatie in staat: mondeling (telefoongesprek, sollicitatiegesprek) en schriftelijk (handelscorrespondentie)
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
- communicatietechnieken (4) - vreemde talen (3)
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
Onderdeel 2: V E R S L A G G E V I N G E N R A P P O R T E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
89 De student kan goede verslagen en rapporten voor de bedrijfsleiding opstellen
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - flexibiliteit
- rapporteren (3)
- praktische oefeningen
90 De student kan een efficiënte verslaggeving in een bedrijf organiseren
Onderdeel 3: V E R G A D E R I N G E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
91 De student kent de vereisten van een goede en efficiënte vergadering en kan vergaderingen organiseren en leiden
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
- vergadertechnieken (3)
- vergadersituaties
Evaluatiecriteria
23
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: V R E E M D E T A L E N K E N N I S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
92 De student kan in het Frans, Engels en Duits een grafische presentatie verzorgen
Specifieke kennis
- contactbereidheid - leergierigheid
- specifieke grafische terminologie in vreemde talen Algemene kennis - vreemde talen
- grafische artikels in gespecialiseerde publicaties - presentaties
Evaluatiecriteria
24
2.2
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Opleidingsprofiel Grafisch commercieel kaderlid
FUNCTIONEEL GEHEEL 1: bedrijfsbeleid
Onderdeel 1: A L G E M E E N B E D R I J F S B E L E I D
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
1 De student heeft inzicht in Algemene het algemeen economisch kennis gebeuren - economie (2) 2 De student heeft inzicht in - handelstechde beleidselementen van nieken (2) een eenmanszaak en een vennootschap 3 De student kent de aandelenstructuur van een bedrijf
ATTITUDE - leergierigheid
- financieel beheer (3) - handelstechnieken (3)
4 De student kent de juridische verplichtingen van een grafisch bedrijf 5 De student heeft inzicht in - handelstechde binnen- en buitenlandnieken (3) se handel en de daaraan - financiële verbonden formaliteiten wiskunde (3)
- accuratesse
6 De student heeft inzicht in - financieel bede waarde van kapitaal en heer (3) aflossing van leningen
- resultaatgerichtheid
7 De student kent de financieringsvormen
- idem (3)
8 De student kan de financieringsbehoefte van een grafisch bedrijf berekenen en tot ratio-analyse overgaan
- idem (3)
- gevalstudie van een reeel grafisch bedrijf
Evaluatiecriteria
25
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 2: bedrijfsbeheer
Onderdeel 1: B E D R I J F S C A L C U L A T I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
9 De student heeft inzicht in Specifieke de uitbouw van de koskennis tenstructuur van de verschillende productiefacto- - bedrijfscalren culatie (2) - kostprijstech10 De student kent de vernieken: direct schillende kostprijstechcosting, full nieken costing, activity based 11 De student heeft inzicht costing (3) in de selectie van investeringen, voorraadbeheer Algemene en loonberekening kennis 12 De student heeft inzicht in de relatie met kapitaalleveranciers
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid
- gevalstudies van bedrijfscalculatie
- kapitaalmarkt (2)
Onderdeel 2: V E R S C H I L L E N A N A L Y S E STATISTISCHE ANALYSE KOSTEN- EN OPBRENGSTENANALYSE
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
13 De student kan een analyse van offertes uitvoeren
Algemene kennis
14 De student kan een verschillenanalyse uitvoeren 15 De student kan een statistische analyse uitvoeren 16 De student kan een kosten- en opbrengstenanalyse uitvoeren 17 De student kan de resultaten van de analyse verwerken in het beheer
ATTITUDE
- wiskunde: statistiek (3) Specifieke kennis - verschillenanalyse, statistische analyse, kosten- en opbrengstenanalyse (3)
- accuratesse - resultaatgerichtheid
Evaluatiecriteria
26
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3 : B U D G E T T E R I N G
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
18 De student kan een budget opstellen
Specifieke kennis
- accuratesse - beslissingsvermogen - zelfstandigheid
- budgetteren voor een grafisch bedrijf (3)
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
Onderdeel 4: B O E K H O U D I N G Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
19 De student heeft een algemeen inzicht in de enkelvoudige en de dubbele boekhouding van een bedrijf, resultatenberekening en balans
Algemene kennis
- accuratesse
- beginseleen van boekhouding
Onderdeel 5: S T O C K B E H E E R Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
20 De student kan een politiek van stockbeheer opstellen en een methodiek voor supervisie van stockbeheer voorstellen
Specifieke kennis
- accuratesse
21 De student kan stockbeheer uitvoeren of praktisch organiseren, en hij kan de gegevens van stokbeheer analyseren en het stockbeheer optimaliseren
- elementen van grafisch stockbeheer (3)
- zin voor initiatief - zin voor samenwerking
- gevalstudies van stockbeheer
Algemene kennis - bedrijfsbeheer: methodes voor stockbeheer (3)
Onderdeel 6: W E T G E V I N G Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
22 De student kent de rechten en de plichten van werknemer en de ondernemer
Algemene kennis - wetgeving (2)
- leergierigheid
Evaluatiecriteria
27
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 7: H A N D E L S T E C H N I E K E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
23 De student kent de betalingstechnieken voor binnen- en buitenland
Algemene kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
24 De student kent de nodige stappen die moeten ondernomen voorden voor import en export en kan deze organiseren
- handelstechnieken (2)
- gevalstudies van calculatie - calculatieprogramma
Evaluatiecriteria
28
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 3: calculatie
Onderdeel 1: C A L C U L A T I E M E T H O D E S E N C A L C U L A T I E S O F T W A R E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
25 De student kan een uur- Specifieke kostprijs opstellen van alle kennis kostenplaatsen in een drukkerij - calculatiemethodes (3) 26 De student kan de kost- - uurkostsysprijs van een drukwerk teem volgens calculeren en de nodige het systeem variaties daarop berekevan Febelgra nen (3) - variaties op 27 De student kan de bekostprijsbestaande calculatiesoftwarekening (3) re evalueren in functie - calculavan de eigen bedrijfsnotiesoftware den (3)
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - flexibiliteit - beslissingsvermogen - zin voor initiatief
Algemene kennis - algemene bedrijfscalculatie (3)
Onderdeel 2: V O O R - E N N A C A L C U L A T I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
28 De student heeft inzicht in de organisatie van de voor- en nacalculatie en kan voorcalculatie uitvoeren
Specifieke kennis
- kritische ingesteldheid
29 De student kan een nacalculatie interpreteren en de nodige maatregelen stellen
- problemen van voor- en nacalculatie (3)
29
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: V E R S C H I L L E N A N A L Y S E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
30 De student kan een verschillenanalyse maken
Specifieke kennis
- accuratesse
31 De student kent de tijdregistratietechnieken en de normeringen en kan deze gegevens implementeren
- uitvoeren van verschillenanalyse (3)
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
- resultaatgerichtheid
Onderdeel 4: O F F E R T E - A A N V R A G E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
32 De student kan een bestaand drukwerk ontleden en daaruit de technische gegevens halen om een offertebrief op te stellen en een calculatie te berekenen
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - beslissingsvermogen
33 De student kan contracten opstellen, en sluitende formulieren opstellen (offertebon, orderbevestiging e.d.)
- grafische technologie (3) - technische werkvoorbereiding (3) - offerteformulieren en contracten (3)
- gevalstudies van technische werkvoorbereiding met bestaande drukwerken - diverse orderformulieren
30
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 4: administratieve workflow
Onderdeel 1: A D M I N I S T R A T I E V E M E T H O D E S
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
34 De student heeft inzicht in de methodes om een administratief systeem te organiseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor initiatief
35 De student kan een goede administratieve workflow organiseren
- administratiemethodes (3) - administratieve workflow (3)
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
36 De student kan maatregelen voorstellen voor optimalisering van de algemene administratieve workflow
Onderdeel 2: D O C U M E N T E N F L O W
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
37 De student kent alle documenten die nodig zijn voor de administratieve workflow en kan deze documenten optimaal aanpassen aan de bedrijfsnoden
Specifieke kennis
- leergierigheid
- documenten voor administratieve workflow: offertebon, productiefiche, leveringsbon, snijfiche e.a. (3)
- diverse sets voorbeelden van documenten voor alle bedrijfstypes
31
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: I N F O R M A T I C A S Y S T E E M V O O R A D M I N I S T R A T I E V E W O R K F L O W
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
38 De student kent de vereisten van een goed informaticasysteem voor administratieve workflow en kan een passend systeem ontwerpen voor een specifiek bedrijf
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - beslissingsvermogen
39 De student kan de nodige hardware en sofware hiervoor inschatten 40 De student kan een van de hiervoor gangbare softwarepakketten gebruiken 41 De student kan het informaticasysteem beheren en kan het systeembeheer van een administratief netwerk uitvoeren
- toegepaste informatica: systeembeheer, rekenblad, databases (3) - gangbaar softwarepakket: CERM, IBS, Graphisoft, Gamsys of ander (3)
Evaluatiecriteria
- administratieve computersystemen - software voor administratief beheer - databasesoftware
Algemene kennis - algemene informatica: hardware en software (4)
- leergierigheid - doorzettingsvermogen
42 De student kan een database voor de administratie structureren en onderhouden
Onderdeel 4: O P D R A C H T E N D O S S I E R S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
43 De student kan het bijhouden en opvolgen van de opdrachtendossiers organiseren qua correcte behandeling door interne verkoop, productie en transport
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- opdrachtendossiers (3)
Evaluatiecriteria
32
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 5: planning - ordervoorbereiding - orderbegeleiding
Onderdeel 1: P L A N N I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
44 De student kan een methodiek voor een productieplanning opstellen en de planning organiseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
45 De student kan een order in de productieplanning opnemen en de timing organiseren
- elementen van technische werkvoorbereiding (3) - papierreservatie en/of aankoop
Evaluatiecriteria
- gevalstudies van technische werkvoorbereiding
Onderdeel 2: T E C H N I S C H E W E R K V O O R B E R E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
46 De student kan de vereisten om een bepaald drukwerk te maken volledig analyseren
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid
- orderbegeleiding (3) 47 De student kan alle ele- - orderformumenten van de technische lieren (3) ordervoorbereiding toepassen op een uit te voeren drukwerk 48 De student kan de administratieve lancering van een order perfect uitvoeren
- omgaan met stress - contactbereidheid
- diverse reeksen orderformulieren
Evaluatiecriteria
33
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: O R D E R B E G E L E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
49 De student kan de basisprincipes van administratieve en praktische orderbegeleiding toepassen
Specifieke kennis
- flexibiliteit - leergierigheid
-methodiek voor productieplanning (3)
- leergierigheid - zin voor initiatief
50 De student kan een orderfomulier opstellen en evalueren
Algemene kennis - algemene informaticacomponenten van een computersysteem (2) - harware- en softwarekenmerken en markt (3) - bedrijfsbeheer: planningstechnieken (3)
- WindowsPC's en Macintosh-PC's met besturingssystemen en gebruikersinterfaces - diverse soorten randapparatuur bij prepressystemen
Evaluatiecriteria
34
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 6: marktonderzoek
Onderdeel 1: M A R K E T I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
51 De student kan een omgevingsanalyse maken
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - doorzettingsvermogen - kritische ingesteldheid - zin voor initiatief - leergierigheid
52 De student kan de markt - markt van de voor drukwerkaankoop drukanalyseren werkaankoop (2) 53 De student heeft inzicht Algemene in de prospectie van kennis nieuwe klanten en het leggen van contacten - marketing (3)
Evaluatiecriteria
- gevalstudies voor marketing
Onderdeel 2: RECLAME
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
54 De student heeft inzicht in de manier waarop de klant / consument beïnvloed worden door de reclame
Specifieke kennis
- zin voor initiatief
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
- reclame (2)
Onderdeel 3: V E R K O O P T E C H N I E K E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
55 De student heeft inzicht in verkooptechnieken
Algemene kennis
56 De student kan wervingsinitiatieven voorstellen en uitwerken
- verkooptechnieken
- contactbereidheid - verbeelding - dienstverlenende ingesteldheid
57 De student kan prospectie bij nieuwe klanten uitvoeren en een beperkte wervingscampagne organiseren 58 De student kent de elementen van de organisatie van een goede klantenservice
35
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: O F F E R T E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
59 De student kan de ingediende offertes evalueren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
De student kan aankoopoffertes opstellen
- offertes
- gevalstudies voor offertes
Evaluatiecriteria
36
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 7: grondstoffen
Onderdeel 1: A P P A R A T U U R E N G E B R U I K E R S I N T E R F A C E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
60 De student heeft een algemeen inzicht in de werking van een computer en de componenten van een computersysteem
Specifieke kennis
- flexibiliteit - leergierigheid
61 De student kan de capaciteit van de hardwareelementen van een computer en randapparatuur beoordelen en het belang voor grafische toepassingen inschatten 62 De student kan vlot werken met de verschillende grafische gebruikersinterfaces
- Finder Macintosh (3) - Windows (3) Algemene kennis - algemene informatica: componenten van een computersysteem (2) - hardware- en softwarekenmerken en markt (3)
- leergierigheid - zin voor initiatief
- WindowsPC’s en Macintosh-PC’s met besturingssystemen en gebruikersinterfaces - diverse soorten randapparatuur bij prepresssystemen
Evaluatiecriteria
37
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: G R O N D S T O F F E N : P A P I E R E N A N D E R E D R U K D R A G E R S Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
63 De student heeft inzicht Specifieke in de chemische proceskennis sen en wetmatigheden die in het grafisch productie- fotochemiproces voorkomen sche processen, chemie van de drukdrager (2)
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - leergierigheid
- labo drukdragerchemie
Algemene kennis - labo grondstoffen
- toegepaste scheikunde: minerale scheikunde, koolstofchemie (2) 64 De student heeft inzicht in de papierfabricatie
Specifieke kennis
65 De student kan de basispapieren herkennen en kan verschillende tussen natuur- en gestreken papier vaststellen 66 De student kent de belangrijkste papiereigenschappen en de invloed ervan op de verwerkingsprocédés
- papierfabricage (1) - soorten papier en papiereigenschappen (3)
- kritische ingesteldheid - leergierigheid - resultaatgerichtheid
- schema’s papierfabricage - diverse papiercatalogi
Onderdeel 3: K W A L I T E I T S O N D E R Z O E K : P A P I E R Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
ATTITUDE
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - doorzettingsvermogen
67 De student kan een schema opstellen om een rechtsgeldige monstername door te voeren 68 De student kan een kwaliteitsonderzoek en voor de productie noodzakelijke testen op grondstoffen uitvoeren
- kwaliteitsonderzoek op grondstoffen (3) Algemene kennis - basisbegrippen fysica (2) - wiskunde en statistiek (3)
- labo grondstoffen met meet- en onderzoeksapparatuur
Evaluatiecriteria
38
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: G R O N D S T O F F E N : I N K T E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
69 De student kan het verband leggen tussen de samenstelling van een drukinkt, de gebruikte pers en de bedrukte drager
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
70 De student kan aan de hand van een wiskundig model het inktverbruik berekenen
Evaluatiecriteria
- labo grondstoffen
- drukinkten: samenstelling en kenmerken (2) Algemene kennis - organische chemie (2) - polymeerchemie (2)
Onderdeel 5: C O N T R O L E O P G R O N D S T O F F E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
71 De student kan de ingangscontrole op grondstoffen organiseren en de beginselen van de kwaliteitscontrole toepassen
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - doorzettingsvermogen
72 De student kan de kwaliteit van een drukwerk beoordelen met moderne meetapparatuur en hij kan druktechnische proeven uitvoeren
- kwaliteitsonderzoek en testen op grondstoffen (3)
- labo grondstoffen
Evaluatiecriteria
39
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 8: grafische technologie
Onderdeel 1: B E O O R D E L E N E N L A Y - O U T E N E L E M E N T E N V A N G R A F I S C H E VORMGEVING
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
73 De student kan de typografie en lay-out van diverse soorten drukwerk situeren en beoordelen
Specifieke kennis
- zin voor esthetiek - kritische ingesteldheid - accuratesse
74 De technische realisatievereisten van de verschillende drukwerksoorten kennen en kunnen beoordelen
- basisregels typografie (4) - basisregels voor lay-out en eenvoudige vormgeving (4) - software voor typografische toepassingen (3)
- conventioneel ontwerpmateriaal - digitaal ontwerpmateriaal: PC’s met software voor typografisch ontwerp
Algemene kennis 75 De student heeft inzicht in de verschillende ontwerpstadia en kan deze toepassen 76 De student kent de werking van de ontwerpafdeling van meerdere types grafische bedrijven
- typografische esthetica (2) Specifieke kennis - organisatie van een ontwerpafdeling (3) - ontwerptechnieken (3)
- zin voor samenwerking - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - contactbereidheid
- eigen ontwerpafdeling - conventioneel en digitaal ontwerpmateriaal - ontwerpsoftware
Evaluatiecriteria
40
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: A L G E M E N E D R U K V O O R B E R E I D I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
77 De student kent de gebruikte technologie en werkmethodes voor paginaopmaak
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - omgaan met stress - zin voor initiatief
78 De student kent de werking en de mogelijkheden van een grafisch opmaakprogramma 79 De student kent de op de markt zijnde paginaopmaakprogramma’s en kan de geschiktheid van deze programma’s voor de soorten drukwerk beoordelen 80 De student kent de basisprincipes van fotografische en digitale beeldproductie, kleur en kleurenreproductie
- kopijvoorbereiding (3) - apparatuurkenmerken en configuratie prepress (2) - vereisten van paginaopmaak (3) - software voor paginaopmaak (3) Specifieke kennis - beeldreproductie: fotografisch en digitaal (2) - beelduitvoer (2)
81 De student kent de vereisten en de beïnvloedingsfactoren van goed belichte en goed ontwikAlgemene kelde films, en kan denkennis siteiten en rasterpercentages meten in functie van - toegepaste de toegepaste druktechnatuurkunde: niek en drukdrager lichttheorieen, geometri82 De student kent de grasche optica, fische materialen voor optische toebeeldverwerking stellen (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - zin voor samenwerking
- drukvoorbereidingsafdeling met prepressapparatuur: scanner, PC’s; printer belichter - prepresssoftware
- conventionele beeldreproductieapparatuur - digitale beeldreproductieapparatuur - labo toegepaste natuurkunde (?)
Evaluatiecriteria
41
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: A L G E M E N E D R U K - E N A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
83 De student kent de ver- Specifieke schillende druktechnieken kennis en daarvoor gebruikte drukmethodes, materialen - drukmethoen drukpersen des en druktechnologie84 De student kan van been (2) - afwerkingstaande drukwerken herkennen met welke drukmethodes en procédés ze vervaardigd –technolozijn gieën (2) 85 De student kent de ver- Algemene kennis schillende afwerkingmogelijkheden voor drukwerk - toegepaste natuurkunde: hydrostatica, hydrodynamica, oppervlaktespanning en capillariteit, temperatuur en warmteleer (2) - toegepaste chemie (2)
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor samenwerking - veiligheidsen milieubewustzijn
- één- en meerkleurenpersen - drukmethodeschema’s - afwerkingsapparatuur
Evaluatiecriteria
42
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: E L E K T R O N I S C H E B E E L D V E R W E R K I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
86 De student begrijpt de elektronica die van toepassing is bij de beeldinvoer, beelduitvoer en beeldverwerking
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - doorzettingsvermogen
- fotoelektrische componen87 De student kan de techten: fotobuizen, fotonieken, toegepast in beeldverwerkingapparadiode, fototuur kwalitatief en kwantransistor, titatief inschatten CCD (3) - signaalver88 De student kent de werking bij beeldcoderingstechnieken scanners (3) en beeldformaten - beeldcodering, beeldformaten (3) Algemene kennis - elektronica: beginselen halfgeleiderfysica, halfgeleidercomponenten (2)
- scanner - beeldverwerkingterminal - beeldverwerkingsoftware
Evaluatiecriteria
43
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 5: T O E G E P A S T E B E E L D V E R W E R K I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
89 De student kan beelden (zwart-wit en kleur) digitaal reproduceren 90 De student kan grafische kleurenbeeldverwerkingsprogramma’s gebruiken om beeldcorrecties uit te voeren 91 De student kan colorimetrie toepassen en kan een color management organiseren 92 De student kan de verschillende niveaus van kleurenproeven beoordelen en de te nemen maatregelen inschatten
Specifieke kennis
Evaluatiecriteria
ATTITUDE
- accuratesse - resultaatgerichtheid - digitale zwart- - leergierigheid wit- en kleurenreproductie, beeldverwerking op computer (3)
- scanner - beeldverwerkingterminal - beeldverwerkingsoftware
Algemene kennis - toegepaste natuurkunde: kleurenleer, colorimetrie, golfverschijnselen (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid
Specifieke kennis - color management (3)
- volledige drukvoorbereidingsapparatuur: scanner, beeldverwerkingterminal, kleurprinter, belichter
Onderdeel 6: E L E K T R O N I S C H E M O N T A G E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
93 De student kent de beginselen van conventionele grootmontage voor één- en meerkleurendrukwerk
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
94 De student kan digitale grootmontage uitvoeren
- conventionele grootmontage (3) - digitale grootmontage (3)
- materiaal voor manuele grootmontage - PC met impositiesoftware
Evaluatiecriteria
44
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 7: T O E G E P A S T E I N F O R M A T I C A
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
95 De student kan gegevensbewerking en gegevensbeheer doen door middel van rekenbladen en databaseprogramma’s
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
96 De student kan de verbinding leggen tussen de gegevens van algemeen beheer en de grafische software
- rekenblad en database (3) - software voor rekenbladen en databases (3) Algemene kennis - bedrijfsbeheer: statistische analyse (2) - calculatie (2)
Evaluatiecriteria
- PC’s met rekenblad en databaseprogramma’s
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - zin voor initiatief
Onderdeel 8: T O E G E P A S T E D A T A C O M M U N I C A T I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
97 De student kent de beginselen van datacommunicatietoepassingen en kan die omzetten in reële vereisten voor een LAN
Specifieke kennis
- zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid
98 De student kan de noden van een prepressafdeling omzetten in een netwerkconfiguratie 99 De student kan een oplossing uitwerken voor de interne of externe datacommunicatie van een grafisch bedrijf
- beginselen toegepaste datacommunicatie (2) - netwerken (3) - ethernet, intranet (3) - externe datacommunicatie: PSTN, ISDN, WANtechnologieen, internet (3)
- ethernetnetwerk met prepressapparatuur - modem of andere middelen voor externe datacommunicatie - internetaansluiting
Evaluatiecriteria
45
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 9: P R E P R E S S - S Y S T E E M T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
100 De student kan een prepressconfiguratie voor de verschillende grafische bedrijfstypes uitwerken met de passende componenten en met een passende netwerkopbouw en vereisten voor interne en externe datacommunicatie
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid
- configuraties voor prepressapparatuur (3) - servertechnologie (3)
Evaluatiecriteria
- volledige afdeling drukvoorbereiding met alle noodzakelijke prepressapparatuur
Algemene kennis - algemene informatica: computerhardware en randapparatuur, besturingssoftware en gebruikersinterfaces (3)
WORKFLOW MANAGEMENT
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
101 De student kent de software en de middelen voor workflowmanagement
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid - omgaan met stress
- werkdoorloop bij drukvoor102 De student kan een bereiding (2) foutieve workflow verbete- - workren en oplossingen voorflowsoftware stellen voor verbetering in (2) software, hardware en - gevalstudies configuratie (2)
- deelsoftware of volledige software voor workflowmanagement
Evaluatiecriteria
46
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 10: T O E G E P A S T E D R U K - E N A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
103 De student kent de inzetbaarheid en de mogelijkheden van flexo-, diepdruk en zeefdruk en heeft inzicht in de respectievelijk gebruikte druktechnologie
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - beslissingsvermogen - omgaan met stress
104 De student kan offsetpersconcepten beoordelen naar capaciteit en inzetbaarheid 105 De student kan de offsetplaatsoorten naar werkingsprincipe en toepassing verklaren
- flexo-, diepdruk- en zeefdruktechnologie (2) - vellenoffsettechnologie (2) - rotatieperstechnologie (2)
- vellenoffsetpersen - drukmethodeschema’s of videomateriaal
Algemene kennis
106 De student heeft inzicht - toegepaste in de deelprocessen van mechanica: het offsetprocédé en de overbrenbasisopstelling van de gingsmechapersonderdelen nismen, basispneumati107 De student kan fouten ca, basishytijdens het drukproces draulica, civaststellen, evalueren en linderafwikoorzaken aanduiden keling (2) 108 De student heeft inzicht in de verschillende drukSpecifieke werkveredelingstechniekennis ken en kan de juiste toepassingen voor de ver- methodes en schillende soorten druktechnieken werken aanduiden voor drukwerkverede109 De student kan zelfling (2) standig een drukwerkopdracht realiseren van - practicum grootmontage, plaatkopie vellenoffsettot afgewerkt product met druk (3) een minimale kwaliteitsnorm - afwerkingstechnologie 110 De student kan voor (2) elk drukwerk de passende afwerkingstechnieken bepalen en voor eventuele afwerkingsproblematiek een oplossing voorstellen
- studiebezoeken - drukmethodeschema’s of videomateriaal
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- één- of meerkleurenoffsetpersen met bijhorende randapparatuur - diverse afwerkingsapparaten
Evaluatiecriteria
47
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 9: communicatie
Onderdeel 1: V E R B A L E C O M M U N I C A T I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
111 De student is tot goede gesproken communicatie in staat: mondeling (telefoongesprek, sollicitatiegesprek) en schriftelijk (handelscorrespondentie)
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
- communicatietechnieken (4) - talen (3)
Evaluatiecriteria
- praktische oefeningen
Onderdeel 2: R A P P O R T E R E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
112 De student kan goede verslagen en rapporten voor de bedrijfsleiding opstellen
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
113 De student kan een efficiënte verslaggeving in een bedrijf organiseren
- communicatietechnieken (4) - talen (3)
Evaluatiecriteria
- praktische oefeningen
Onderdeel 3: V E R G A D E R T E C H N I E K E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
114 De student kent de Algemene vereisten van een goede kennis en efficiënte verslaggeving en kan vergaderin- vergadergen organiseren en leiden technieken (3)
ATTITUDE - contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
- vergadersituaties
Evaluatiecriteria
48
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: V R E E M D E T A L E N K E N N I S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
115 De student kan in het Frans, Engels en Duits een grafische presentatie verzorgen
Specifieke kennis
- contactbereidheid - leergierigheid
- specifieke grafische terminologie in vreemde talen Algemene kennis - vreemde talen
- grafische artikels in gespecialiseerde publicaties
Evaluatiecriteria
49
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
2.3
Opleidingsprofiel productieleiding
FUNCTIONEEL GEHEEL 1: grafische productietechnologie
Onderdeel 1: B E O O R D E L E N L A Y - O U T E N E L E M E N T E N V A N G R A F I S C H E V O R M GEVING
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
1 De student kan de typografie en lay-out van diverse soorten drukwerken situeren en beoordelen
Specifieke kennis
- zin voor esthetiek - kritische ingesteldheid - accuratesse
2 De technische realisatievereisten van de verschillende drukwerksoorten kennen en kunnen beoordelen
- basisregels typografie (4) - basisregels voor lay-out en eenvoudige vormgeving (4) - software voor typografische toepassingen (3)
- conventioneel ontwerpmateriaal - digitaal ontwerpmateriaal: PC’s met software voor typografisch ontwerp
Algemene kennis - typografische 3 De student heeft inzicht in esthetica (2) de verschillende ontwerpstadia en kan deze toeSpecifieke passen kennis 4 De student kent de werking van de ontwerpafde- - organisatie ling van meerdere types van een ontgrafische bedrijven werpafdeling (3) - ontwerptechnieken (3)
- zin voor samenwerking - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - contactbereidheid
- eigen ontwerpafdeling - conventioneel en digitaal ontwerpmateriaal - ontwerpsoftware
Evaluatiecriteria
50
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: A L G E M E N E D R U K V O O R B E R E I D I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
5 De student kent de gebruikte technologie en werkmethodes voor paginaopmaak
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - omgaan met stress - zin voor initiatief
- drukvoorbereidingsafdeling met prepressapparatuur: PC’s met paginaopmaakprogramma, scanner, PC’s, printer, belichter - prepresssoftware
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid - zin voor samenwerking - veiligheidsen milieubewustzijn
- conventionele beeldreproductieapparatuur - digitale beeldreproductieapparatuur - labo grondstoffen
- kopijvoorbereiding (3) 6 De student kent de wer- apparatuurking en de mogelijkheden kenmerken van een grafisch open configuramaakprogramma ties prepress (2) 7 De student kent de op de - vereisten van markt zijnde paginaoppaginaopmaakprogramma’s en kan maak (3) de geschiktheid van deze - software voor programma’s voor de paginaopsoorten drukwerk beoormaak (3) delen 8 De student kent de basisprincipes van fotografische en digitale beeldproductie, kleur en kleurenreproductie
Specifieke kennis - beeldreproductie: fotografisch en digitaal (2) - beelduitvoer (2)
9 De student kent de vereisten en de beïnvloedingsfactoren van goed belichte en goed ontwikkelde films, en kan denAlgemene siteiten en rasterpercenkennis tages meten in functie van de toegepaste druktech- toegepaste niek en drukdrager natuurkunde: lichttheorie10 De student kent de graen, geometrifische materialen voor sche optica, beeldverwerking optische toestellen (2)
Evaluatiecriteria
51
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: A L G E M E N E D R U K - E N A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
11 De student kent de ver- Specifieke schillende druktechnieken kennis en daarvoor gebruikte drukmethodes, materialen - drukmethoen drukpersen des en druktechnologie12 De student kan van been (2) - afwerkingstaande drukwerken herkennen met welke drukmethodes en procédés ze vervaardigd -technologiezijn en (2) 13 De student kent de ver- Algemene schillende afwerkingsmo- kennis gelijkheden voor drukwerk - toegepaste natuurkunde: hydrostatica, hydrodynamica, oppervlaktespanning en capillariteit en warmteleer (2) - toegepaste chemie (2)
ATTITUDE - accuratesse - resultaatgerichtheid - zin voor samenwerking - veiligheidsen milieubewustzijn
- één- en meerkleurenpersen - drukmethodeschema’s - afwerkingsapparatuur
- labo natuurkunde
Evaluatiecriteria
52
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: E L E K T R O N I S C H E B E E L D V E R W E R K I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
14 De student kent de technische principes met betrekking tot de beeldinvoer, beelduitvoer en beeldverwerking
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - doorzettingsvermogen
- fotoelektrische componen15 De student kan de techten: fotobuinieken, toegepast in zen, fotodiobeeldverwerkingsappade, fototranratuur kwalitatief en sistor, CCD kwantitatief inschatten (3) - signaalver16 De student kent de werking bij beeldcoderingstechnieken scanners (3) en beeldformaten - beeldcodering, beeld17 De student kent dataformaten (3) compressie en raster- datacomtechnologie pressie (3) - rastertechnologie (3) Algemene kennis - elektronica: beginselen halfgeleiderfysica, halfgeleidercomponenten (2)
- scanner - beeldverwerkingterminal - beeldverwerkingsoftware
Evaluatiecriteria
53
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 5: T O E G E P A S T E B E E L D V E R W E R K I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
18 De student kan beelden (zwart-wit en kleur) digitaal reproduceren
Specifieke kennis
19 De student kan grafische kleurenbeeldverwerkingsprogramma’s gebruiken om beeldcorrecties uit te voeren
Evaluatiecriteria
ATTITUDE
- accuratesse - resultaatgerichtheid - digitale zwart- - leergierigheid wit- en kleurenreproductie, beeldverwerking op computer (3)
- scanner - beeldverwerkingterminal - beeldverwerkingssoftware
Algemene kennis
20 De student kan colorimetrie toepassen en kan een color management organiseren 21 De student kan de verschillende niveaus van kleurenproeven beoordelen en de te nemen maatregelen inschatten
- toegepaste natuurkunde: kleurenleer,colorimetrie, golfver- accuratesse schijnselen - resultaatge(2) richtheid - gevoel voor Specifieke kleuren kennis - color management (3)
- volledige drukvoorbereidingsapparatuur: scanner, beeldverwerkingterminal, kleurprinter, belichter
Onderdeel 6: T O E G E P A S T E T E K S T V E R W E R K I N G S P R O B L E M A T I E K
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
22 De student kan de codestructuur van externe teksten analyseren en de eruit voortvloeiende problemen voor de paginaopmaak oplossen
Specifieke kennis
- flexibiliteit - doorzettingsvermogen - zelfstandigheid - zin voor initiatief
23 De student kan een bedrijfsstrategie voor vreemde tekstinvoer ontwikkelen
- tekstfilters en conversieprogramma’s (3) - conversatiestrategie (3)
- WindowsPC’s en Macintosh-PC’s - tekstfilters en conversieprogramma
Evaluatiecriteria
54
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 7: E L E K T R O N I S C H E M O N T A G E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
24 De student kent de beginselen van conventionele grootmontage voor één- en meerkleurendruk
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
25 De student heeft inzicht in digitale grootmontage
- conventionele grootmontage (3) - digitale grootmontage (2)
Evaluatiecriteria
- materiaal voor manuele grootmontage - PC met impositiesoftware
Onderdeel 8: T O E G E P A S T E I N F O R M A T I C A
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
26 De student kan gegevensbewerking en gegevensbeheer doen door middel van rekenbladenen databaseprogramma’s
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
27 De student kan de verbinding leggen tussen de gegevens van algemeen beheer en de grafische software
- rekenblad en database (3) - software voor rekenbladen en databases (3) - netwerkbeheer (3)
28 De student kan netwerkbeheer toepassen
Algemene kennis - bedrijfsbeheer: statistische analyse (2) - calculatie (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid - zin voor initiatief
- PC’s met rekenbladen databaseprogramma’s
Evaluatiecriteria
55
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 9: T O E G E P A S T E D A T A C O M M U N I C A T I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
29 De student kent de beginselen van datacommunicatietoepassingen en kan die omzetten in reële vereisten voor een LAN
Specifieke kennis
- zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid
30 De student kan de noden van een prepressafdeling omzetten in een netwerkconfiguratie 31 De student kan een oplossing uitwerken voor de interne of externe datacommunicatienoden van een grafisch bedrijf
- beginselen toegepaste datacommunicatie (2) - netwerken (3) - ethernet, intranet (3) - externe datacommunicatie: PSTN, ISDN, WANtechnologieen, internet (3)
Evaluatiecriteria
- ethernetnetwerk met prepressapparatuur - modem of andere middelen voor externe datacommunicatie - internetaansluiting
Onderdeel 10: P R E P R E S S - S Y S T E E M T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
32 De student kan een prepress-configuratie voor de verschillende grafische bedrijfstypes uitwerken met de passende componenten en met een passende netwerkopbouw en vereisten voor interne en externe datacommunicatie
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid
33 De student kan de dataflow organiseren
Algemene kennis
- configuratie voor prepressapparatuur (3) - servertechnologie (3)
- algemene informatica: computerhardware en randapparatuur, besturingssoftware en gebruikersinterfaces (3)
- volledige afdeling drukvoorbereiding met alle noodzakelijke prepressapparatuur
Evaluatiecriteria
56
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
WORKFLOW MANAGEMENT
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
34 De student kent de software en de middelen voor workflowmanagement
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - zin voor initiatief - zin voor samenwerking - leergierigheid - omgaan met stress
35 De student kan een foutieve workflow verbeteren en oplossingen voorstellen voor verbetering in software, hardware en configuratie
- werkdoorloop bij drukvoorbereiding (3) - workflowsoftware (2) - gevalstudies (2)
- deelsoftware of volledige software voor workflowmanagement
Evaluatiecriteria
57
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 11: T O E G E P A S T E D R U K - A F W E R K I N G S T E C H N O L O G I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
36 De student kent de inzetbaarheid en de mogelijkheden van flexo-, diepdruk en zeefdruk en heeft inzicht in de respectievelijk gebruikte druktechnologie
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - beslissingsvermogen - omgaan met stress
37 De student kan offsetpersconcepten beoordelen naar capaciteit en inzetbaarheid 38 De student kan de offsetplaatsoorten naar werkingsprincipe en toepassing verklaren 39 De student heeft inzicht in de deelprocessen van het offsetprocédé en de basisopstelling van de personderdelen 40 De student kan fouten tijdens het drukproces vaststellen, evalueren en oorzaken aanduiden 41 De student heeft inzicht in de verschillende drukwerkveredelingstechnieken en kan de juiste toepassingen voor de verschillende soorten drukwerken aanduiden 42 De student kan zelfstandig een drukwerkopdracht realiseren van grootmontage, plaatkopie tot afgewerkt product met een minimale kwaliteitsnorm 43 De student kan voor elk drukwerk de passende afwerkingstechnieken bepalen en voor eventuele afwerkingsproblematiek een oplossing voorstellen
- flexo-, diepdruk- en zeefdruktechnologie (2) - vellenoffsettechnologie (2) - rotatieperstechnologie (2)
- drukmethodeschema’s of videomateriaal
- vellenoffsetpersen - drukmethodeschema’s of videomateriaal
Algemene kennis - toegepaste mechanica: overbrengingsmechanismen, basispneumatica, basishydraulica, cilinderafwikkeling (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid
Specifieke kennis - methodes en technieken voor drukwerkveredeling (2) - practicum vellenoffsetdruk (3)
- afwerkingstechnologie (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - zelfstandigheid
- één- en meerkleurenoffsetpersen met bijhorende randapparatuur - diverse afwerkingsapparaten
Evaluatiecriteria
58
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 2: kwaliteitscontrole milieubeheer
Onderdeel 1: K W A L I T E I T S C O N T R O L E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
44 De student heeft op een technisch-praktisch niveau inzicht in de kwaliteitsproblematiek bij het realiseren van een volledig drukwerk
Specifieke kennis
45 De student kan passende kwaliteitscontroleprocedures opstellen 46 De student kan een kwaliteitsbewaking en beoordeling voor drukwerk voorstellen
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - labo vooronderzoek relatie papier/inkt - grafische meetapparatuur
- kwaliteitsbegrippen in de grafische industrie (2) - invloedsfactoren voor kwaliteit (2) - factoren van kwaliteitsbewaking
47 De student kan na beoordeling van kleurproeven, proeven, blauwdrukken een verantwoord ‘goed voor druk’ geven
Onderdeel 2: M I L I E U B E H E E R
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
48 De student heeft inzicht in de milieuproblematiek van de grafische industrie
Specifieke kennis
49 De student kan eenvoudige procedures voor het milieubeheer van een grafisch bedrijf opstellen
- milieuwetgeving van toepassing op de grafische industrie (1)
ATTITUDE
Evaluatiecriteria
59
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 3: grondstoffen
Onderdeel 1: A P P A R A T U U R E N G E B R U I K E R S I N T E R F A C E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
50 De student heeft een algemeen inzicht in de werking van een computer en de componenten van een computersysteem
Specifieke kennis
51 De student kan de capaciteit van de hardwareelementen van een computer en randapparatuur beoordelen en het belang voor grafische toepassingen inschatten 52 De student kan vlot werken met de verschillende grafische gebruikersinterfaces
- Finder Macintosh (3) - Windows (3) - netwerkbeheer (3) Algemene kennis - algemene informatica: componenten van een computersysteem (2) - hardware- en softwarekenmerken en markt (3)
ATTITUDE - WindowsPC’s en Macintosh-PC’s met besturingssystemen en gebruikersinterfaces - diverse soorten randapparatuur bij prepress-systemen
Evaluatiecriteria
60
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 2: G R O N D S T O F F E N : P A P I E R E N A N D E R E D R U K D R A G E R S
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
53 De student heeft inzicht Specifieke in de chemische proceskennis sen en wetmatigheden die in het grafische produc- elektrochetieproces voorkomen mie, fotochemische processen, chemie van de drukdrager (2) Algemene kennis
54 De student heeft inzicht in de papierfabricatie
- toegepaste scheikunde: minerale scheikunde, koolstofchemie (2) Specifieke kennis
55 De student kan de basispapieren herkennen en kan verschillen tussen natuur- en gestreken papier vaststellen 56 De student kent de belangrijkste papiereigenschappen en de invloed ervan op de verwerkingsprocédés
- papierfabricage (1) - soorten papier en papiereigenschappen (3)
Evaluatiecriteria
ATTITUDE - labo grondstoffen drukdragers
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- labo grondstoffen
- accuratesse - resultaatgerichtheid - imagobewustzijn - kritische ingesteldheid - doorzettingsvermogen
- schema’s papierfabricage
- diverse papiercatalogi
Onderdeel 3: K W A L I T E I T S O N D E R Z O E K : P A P I E R
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
ATTITUDE
57 De student kan een Specifieke schema opstellen om een kennis rechtsgeldige monstername door te voeren - kwaliteitsonderzoek op grondstoffen 58 De student kan een (3) kwaliteitsonderzoek en voor de productie noodzakelijke testen op grondstoffen uitvoeren
- labo grondstoffen met meet- en onderzoeksapparatuur
Algemene kennis - basisbegrippen fysica (2) - wiskunde en statistiek (3)
- kritische ingesteldheid - zin voor samenwerking
Evaluatiecriteria
61
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: G R O N D S T O F F E N : I N K T E N , F Y S I C O - C H E M I E T I J D E N S H E T D R U K K E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
59 De student kan het verband leggen tussen de samenstelling van een drukinkt, de gebruikte pers en de bedrukte drager
Specifieke kennis - drukinkten: samenstelling en kenmerken (2)
- flexibiliteit
60 De student kan aan de hand van een wiskundig model het inktverbruik berekenen 61 De student kan de fundamenten van het offsetprocédé begrijpen en heeft inzicht in het belang van de vochtinstellingen
Evaluatiecriteria
- labo grondstoffen
- toegepaste chemie van het offsetprocédé (2) Algemene kennis - organische chemie (2) - polymeer chemie (2)
- leergierigheid - zin voor initiatief
Onderdeel 5: C O N T R O L E O P G R O N D S T O F F E N
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
62 De student kan de ingangscontrole op grondstoffen organiseren en de beginselen van de kwaliteitscontrole toepassen
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - leergierigheid
63 De student kan de kwaliteit van een drukwerk beoordelen met moderne meetapparatuur en hij kan druktechnische proeven uitvoeren
- kwaliteitsonderzoek en testen op grondstoffen
- labo grondstoffen
Evaluatiecriteria
62
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 4: planning
Onderdeel 1: T E C H N I S C H E W E R K V O O R B E R E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
64 De student kan de vereisten om een bepaald drukwerk te maken volledig analyseren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
- elementen van techni65 De student kan alle elesche werkmenten van de technische voorbereiordervoorbereiding toeding (3) passen op een uit te voeren drukwerk
Evaluatiecriteria
- gevalstudies van technische werkvoorbereiding
66 De student kan de administratieve lancering van een order perfect uitvoeren Onderdeel 2: O R D E R B E G E L E I D I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
67 De student kan de basisprincipes van administratieve en prakti sche orderbegeleiding toepassen
Specifieke kennis
- resultaatgerichtheid - omgaan met stress - contactbereidheid
68 De student kan een orderformulier opstellen en evalueren
- orderbegeleiding (3) - orderformuleren (3)
- diverse orderformulieren
Evaluatiecriteria
63
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: P R O D U C T I E P L A N N I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
69 De student kan een methodiek voor een productieplanning opstellen en de planning organise ren
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid
70 De student kan een order in de productieplanning opnemen en de timing organiseren
- methodiek voor productieplanning (3) Algemene kennis - bedrijfsbeheer: plan ningstechnieken (2)
- accuratesse - resultaatgerichtheid - omgaan met stress
- planningborden en/of planningsoftware
Evaluatiecriteria
64
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 5: calculatie
Onderdeel 1: C A L C U L A T I E M E T H O D E ( S )
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
71 De student kan een uurkostprijs opstellen van alle kostenplaatsen in een drukkerij
Specifieke kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - flexibiliteit - beslissingsvermogen - zelfstandigheid - zin voor initiatief - zin voor orde en netheid
72 De student kan een bestaand drukwerk ontleden en daaruit de technische gegevens halen om een offertebrief op te stellen en een calculatie te berekenen 73 De student kan de kostprijs van een drukwerk calculeren en de nodige variaties daarop berekenen
- uurkostprijsberekening volgens het systeem van Febelgra (3) - variaties op kostprijsberekening (3)
Evaluatiecriteria
- calculatieprogramma
Algemene kennis - bedrijfsbeheer: algemene bedrijfscalculatie (2)
74 De student heeft inzicht in de organisatie van de voor- en nacalculatie
Onderdeel 2: V E R S C H I L L E N A N A L Y S E
Basiscompetenties VAARDIGHEID
Context KENNIS
75 De student kan besluiten Specifieke trekken uit de verschillen- kennis analyse en de nodige maatregelen voorstellen - verschillenanalyse (3)
ATTITUDE
Evaluatiecriteria
65
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: A D M I N I S T R A T I E V E W O R K F L O W E N O F F E R T E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
76 De student heeft inzicht in de administratieve workflow
Specifieke kennis
- zin voor initiatief
- software voor administratieve workflow
- accuratesse
- gevalstudies met verkoopen aankoopoffertes
77 De student kan maatregelen voorstellen voor optimalisering van de administratieve workflow in de productieafdeling 78 De student kan bestelbonnen, aankoop- en verkoopoffertes evalueren
- administratieve workflow (2)
- offertes opstellen en analyseren (3)
Evaluatiecriteria
66
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 6: bedrijfsbeheer
Onderdeel 1: V E R W E R K E N V A N A N A L Y S E S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
79 De student heeft inzicht in de uitbouw van de kostenstructuur van de verschillende productiefactoren
Algemene kennis
- accuratesse - resultaatgerichtheid - kritische ingesteldheid
80 De student heeft inzicht in statistische analyse 81 De student heeft inzicht in de kosten- en opbrengstenanalyse 82 De student heeft inzicht in de kostprijssystemen 83 De student heeft inzicht in de basisbeginselen van marketing, aangevuld met verkooptechnieken
- kostenstructuren (2) - statistische analyse (2) - kosten- en opbrengstenanalyse (2) - bedrijfskostprijssystemen (1)
Evaluatiecriteria
- gevalstudies voor bedrijfscalculatie
- marketing (2)
Onderdeel 2: S T O C K B E H E E R Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
84 De student kan stockbeheer uitvoeren
Specifieke kennis
- accuratesse
- elementen van grafisch stockbeheer (3) Algemene kennis - bedrijfsbeheer: methodes stockbeheer (3)
- resultaatgerichtheid - zin voor initiatief
- gevalstudies voor stockbeheer
Evaluatiecriteria
67
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 3: W E T G E V I N G
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
85 De student kent de rechten en plichten van werknemer en ondernemer
Algemene kennis
- leergierigheid
- wetgeving (2)
Evaluatiecriteria
68
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
FUNCTIONEEL GEHEEL 7: communicatie
Onderdeel 1: V E R B A L E C O M M U N I C A T I E
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
86 De student is tot goede verbale communicatie in staat: mondeling (telefoongesprek, sollicitatiegesprek) en schriftelijk (handelscorrespondentie)
Algemene kennis
- contactbereidheid - empathie
Evaluatiecriteria
- praktische oefeningen
- communicatietechnieken (4) - talen (3)
Onderdeel 2: V E R S L A G G E V I N G E N R A P P O R T E R I N G
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
87 De student kan goede verslagen en rapporten voor de bedrijfsleiding opstellen
Algemene kennis
- zin voor samenwerking - flexibiliteit
88 De student kan een efficiënte verslaggeving in een bedrijf organiseren
Context
Evaluatiecriteria
Context
Evaluatiecriteria
- communicatietechnieken (4) - talen (3)
Onderdeel 3: V E R G A D E R I N G E N
Basiscompetenties VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
89 De student kent de vereisten van een goede en efficiënte vergadering en kan vergaderingen organiseren en leiden
Algemene kennis
- contactbereidheid - zin voor samenwerking - empathie - flexibiliteit
- vergadertechnieken
- vergadersituaties
69
OPLEIDINGSPROFIEL GRAFISCHE BEDRIJVEN
Onderdeel 4: V R E E M D E T A L E N K E N N I S
Basiscompetenties
Context
VAARDIGHEID
KENNIS
ATTITUDE
90 De student kan in het Frans, Engels en Duits een grafische presentatie verzorgen
Specifieke kennis
- contactbereidheid - leergierigheid
- specifieke grafische terminologie in vreemde talen Algemene kennis - vreemde talen
- grafische artikels in gespecialiseerde publicaties - presentaties
Evaluatiecriteria