SCHOOLPLAN van HET HOGELAND COLLEGE 2012-2015
Inhoud schoolplan 2012-2015 1. Inhoud, Voorwoord en de School 2. Visie en Koers 3. Formatieplan 4. Jaarplan en begroting 5. Interne kwaliteitszorg 6. Zorgplan 7. Zorg havo/vwo 8. Zorg vmbo 9. Dalton 10. Reboundvoorziening 11. Leerwegondersteunend onderwijs 12. TReC en Commercie & Dienstverlening 13. TL-HAVO 14. VWO-PLUS met Latijn 15. Schoolgids
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 1: Voorwoord In artikel 24 van de Wet op het voortgezet onderwijs is aangegeven wat de wettelijke eisen zijn die aan een schoolplan gesteld worden. Enigszins verkort kan de tekst van dit artikel als volgt worden weergegeven. « 1. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid dat binnen de school wordt gevoerd en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid, het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en het beleid met betrekking tot sponsoring. 2. Het onderwijskundig beleid omvat tenminste de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de aanvullende opdrachten van het bevoegd gezag. 3. Het personeelsbeleid omvat de maatregelen met betrekking tot het personeel voorzover die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid. 4. Het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs omvat tenminste op welke wijze het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd en vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn.» Het schoolplan moet tenminste eenmaal in de vier jaar worden vastgesteld. De Medezeggenschapsraad heeft met betrekking tot het schoolplan instemmingsrecht. Het schrijven van een in alle onderdelen geheel samenhangend schoolplan waarin aan alle facetten van het onderwijs voldoende aandacht wordt geschonken is in zijn algemeenheid zeker geen eenvoudige zaak en even zeker zeer tijdrovend. Dat geldt nog sterker wanneer er sprake is – zoals aan Het Hogeland College het geval is – van vier vestigingen met gedeeltelijk verschillende onderwijstypen en een eigen karakter: dalton vmbo-lwoo Wehe-den Hoorn, dalton vmbo-lwoo Uithuizen, vwo-havo Warffum. Daarnaast is er voor vmbo-lwoo nog een afzonderlijk praktijkgebouw in Warffum, dat overigens medio 2012 naar Uithuizen wordt verplaatst. Bij dit alles komt nog dat het onderwijs in het algemeen - en zeker ook binnen Het Hogeland College - volop in beweging is. Het Hogeland College heeft om deze redenen de keuze gemaakt: - het schoolplan grotendeels samen te stellen met gebruikmaking van bestaande, afzonderlijke documenten in de school; - het schoolplan jaarlijks te herzien door opname van nieuwe of gewijzigde notities, beleidsplannen e.d. Op deze manier wordt recht gedaan worden aan de onderwijskundige en andere processen die via allerlei commissies bezig zijn zich te voltrekken en die nog allerlei kenmerken van voortschrijdende veranderingen en aanpassingen vertonen, waarin evaluatie van de ontwikkelingen een belangrijke rol speelt en moet spelen. Het schoolplan geeft op deze manier ook steeds een actueel beeld van alle ontwikkelingen. Voordeel is ook dat elk schooljaar het schoolplan moet worden geëvalueerd en zonodig moet worden bijgesteld. Kern van het aldus opgezette schoolplan is het koersplan van Het Hogeland College Visie en Koers. Het schoolplan 2012-2016 is met in achtneming van bovenstaande uitgangspunten opgebouwd met gebruikmaking van de in de inhoudsopgave genoemde documenten. Deze -4-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
documenten en de jaarlijkse aanpassingen, aanvullingen en wijzigingen erop vinden uiteraard hun weerslag in de Schoolgids voor ouders en leerlingen. Niet in het schoolplan zijn opgenomen reglementen en regelingen. Deze zijn opgenomen in het vademecum van de school.
-5-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De school Het Hogeland College is een brede openbare scholengemeenschap voor atheneum met Latijn, havo, vmbo en lwoo. Het huidige Hogeland College is ontstaan uit een fusie van drie scholen: - Het Hogeland College te Warffum, voorheen rijksscholengemeenschap voor atheneum en havo Het Hogeland, en nog eerder Rijks-H.B.S., gesticht in 1868; - de scholengemeenschap Noord-Groningen in Uithuizen, in 1986 ontstaan uit een fusie van de Alberda-mavo en de Lagere Technische School; - de scholengemeenschap Noordwest-Groningen te Eenrum/Wehe-den Hoorn, in 1976 ontstaan door een fusie tussen de mavo-school in Eenrum en de Lagere Technische School en de School voor LHNO, beide in Wehe-den Hoorn; in 1983 werd ook de School voor LHNO in Warffum in deze scholengemeenschap opgenomen. Sinds 1992 werd het bestuur van Het Hogeland College gevormd door een Openbaar Lichaam ontstaan via een Gemeenschappelijke Regeling tussen de Stichting Bevordering Voortgezet Onderwijs Noord-Groningen en de gemeente Eemsmond. Per 1 januari 2000 is door een bestuurlijke fusie tussen het bestuur van Het Hogeland College en de (gemeentelijke) besturen van het openbaar basisonderwijs in de gemeenten Eemsmond, De Marne en Winsum een nieuw bestuur gevormd, onder de naam Schoolbestuur L & E (Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems). Dit bestuur heeft de uitvoerende leiding gedelegeerd aan een directeur-bestuurder. Voor de secties primair onderwijs en voortgezet onderwijs zijn er sectordirecteuren: voor alle basisscholen: de bovenschoolse directeur, voor het voortgezet onderwijs: de rector van Het Hogeland College.
-6-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015 HET HOGELAND COLLEGE EEN GESLAAGD AVONTUUR HHC ALGEMEEN
Eén scholengemeenschap, drie scholen Vwo, havo, vmbo Het HHC is een scholengemeenschap voor vwo, havo, vmbo en lwoo. In Warffum is de havovwo afdeling, in Wehe-Den Hoorn en Uithuizen zijn de dalton-vmbo afdelingen. Een modern praktijkgebouw voor Techniek en Zorg & Welzijn breed staat in Warffum. In Wehe-den Hoorn is dit schooljaar gestart met de opleiding TReC, voor toerisme, recreatie en cultuur. Aantal leerlingen Met ongeveer 1200 leerlingen zijn we een redelijk grote school. Toch merk je daar in de praktijk weinig van. De leerlingen zijn verdeeld over drie scholen en deze zijn zo georganiseerd, dat ze aansluiten bij wat leerlingen uit die leeftijdsgroep en in die opleiding nodig hebben. De omvang van de scholen is daarbij zo dat bijna iedereen elkaar kent. Als je het naar je zin hebt, leer je beter Persoonlijke vorming Op het HHC willen we dat onze leerlingen goed les krijgen, het er naar hun zin hebben en de school verlaten met een diploma. En, natuurlijk proberen we ze zoveel persoonlijke bagage mee te geven, dat ze, min of meer zelfstandig en volwassen, klaar zijn voor vervolgstudie of werk. Diploma halen Om dat te bereiken moet er een open leef- en leerklimaat op school zijn. Dat gaat niet zomaar, daar moet iedereen zijn bijdrage aan leveren, zowel personeel, als leerlingen als ouders. Gelukkig lukt dat meestal en voelen de meeste leerlingen zich bij ons gewaardeerd en hebben ze het naar hun zin. Daarbij zijn onze overgangs- en examenresultaten uitstekend. Kansen krijgen en je talent ontwikkelen Ontwikkeling Wij vinden dat leerlingen kansen moeten hebben. Immers, niemand weet hoe een twaalfjarige zich precies gaat ontwikkelen. We letten er daarom goed op, dat we leerlingen zo hoog en zo breed mogelijk opleiden en dat ze het niveau halen dat ze aankunnen. Trots We zijn daarbij even trots op een leerling op het vmbo als op een leerling op het vwo. Ook vinden we het belangrijk dat onze leerlingen speciale talenten ontwikkelen. Hiervoor bieden we masterclasses en projecten aan. Ook kunnen leerlingen kiezen voor TL-plus of Vwo-plus. Begeleiding voor iedereen Mentor We stellen hoge eisen, maar we rekenen het ook tot onze taak om onze leerlingen te ondersteunen. Elke leerling heeft daarom een mentor, die hem of haar begeleidt. Een leerling kan met alle vragen en opmerkingen bij zijn mentor terecht en voor de ouders geldt hetzelfde. Begeleiding Verder geven we studiebegeleiding en huiswerkondersteuning in alle leerjaren en afdelingen, waarbij we leerlingen geleidelijk aan wel steeds zelfstandiger laten worden. -7-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Natuurlijk houden we altijd een vinger aan de pols en blijven we extra helpen als een leerling het moeilijk heeft of iets ingewikkeld vindt. Zorg voor iedereen Dyslexie Bij alle leerlingen nemen we in de eerste klas een lees- en spellingtest af. Soms blijkt namelijk dat sommige makkelijk lerende kinderen op de basisschool eventuele dyslexie nog kunnen compenseren. Dit lukt meestal niet meer als ze meer talen moeten leren of grotere stukken tekst moeten bestuderen. Bij wie na de test een vermoeden van dyslexie bestaat, volgt een vervolgtest. Bij vaststelling van dyslexie krijgt de leerling een dyslexiepas met daarop zijn speciale plan van aanpak. Niet-standaard leerlingen Daarnaast hebben we speciale begeleiding voor de ‘niet-standaard-leerlingen’ met bijvoorbeeld ADHD of faalangst. Om deze leerlingen goed te kunnen begeleiden is er vooraf altijd contact met de ouders en als dat nodig is met de basisschool. Een speciale zorgcoördinator zorgt voor deze leerlingen voor een passend van aanpak. Voor sommige wat meer verlegen leerlingen is er bovendien een training van sociale vaardigheden mogelijk. Meer dan les alleen Activiteiten Op onze school is er veel buiten de lessen om te doen. Naast excursies en schoolkampen valt er een hoop te beleven. Van buitenlandse reizen in heel Europa tot de sinterklaasviering, van de creatieve werkweek tot de talentenjacht, van sporttoernooien tot de feestavonden met spectaculaire disco’s, van muziek en toneel tot urban vibes. Iedereen doet mee Veel van onze leerlingen en leraren doen hier graag aan mee en we denken dan ook dat de sfeer op school leuker is dan op een school waar je ‘alleen maar les krijgt’. Onze leerlingen ervaren het HHC daarom als levendig en zeer vertrouwd.
-8-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015 HHC WARFFUM
Een moderne school met een rijke historie Sinds 1868 HHC Warffum bestaat al sinds 1868 en is daarmee een begrip in Noord Groningen. Veel leerlingen uit de wijde omtrek weten de weg naar Warffum te vinden. Anno 2007 biedt de havo-vwo vestiging in Warffum ruimte aan ongeveer 670 leerlingen. Diversiteit De school onderscheidt zich door een grote diversiteit aan activiteiten op intellectueel, cultureel, creatief en sportief gebied. De wijd en zijd bekende Creatieve Werkweek, een tweejaarlijks landelijk uniek evenement, is voor alle leerlingen een hoogtepunt tijdens hun schooltijd in Warffum. Sommigen verkeren in de gelukkige omstandigheid deze drie keer te kunnen meemaken. Er heerst al met al een levendige sfeer waar onze leerlingen en docenten een ruime en enthousiaste bijdrage aan leveren. De leerlingenvereniging ADVENDO vervult hierin eveneens een belangrijke rol Naar HBO en Universiteit Leerlingen die in Warffum hun diploma halen, stromen meestal door naar HBO of universiteit. Het vervolgonderwijs is nauw betrokken bij de opleiding, zodat de leerlingen vroegtijdig kennis kunnen maken met hun eigen toekomst. De onderbouw Tweejarige brugperiode Leerlingen die zich in Warffum aanmelden, kunnen we plaatsen op basis van het advies van de basisschool en de Cito-score. In de eerste twee brugjaren zitten de leerlingen in gemengde havo-vwo klassen. In de derde klas volgt de plaatsing in de havo- of vwo-afdeling. Dit is een min of meer definitieve plaatsing. Als daartoe aanleiding is, kunnen leerlingen echter tijdens en aan het eind van het derde jaar nog switchen van afdeling. In de derde klas bereiden de leerlingen zich samen met hun mentor en de decaan tijdens de SLO (studie- en loopbaanoriëntatie)ook voor op de keuze van het profiel dat ze in de bovenbouw gaan volgen. Balans We proberen bij de lessen een goede balans te vinden tussen de kennis en vaardigheden van een vak, waarbij we tevens aandacht besteden aan de ontwikkeling van zelfstandig werken en leren. In de eerste drie leerjaren zijn daarvoor speciale studielessen. Vanaf klas 3 leggen we steeds meer de verantwoordelijkheid bij de leerlingen zelf om ze voor te bereiden op de bovenbouw. Natuurlijk blijven we ze wel goed volgen. Extra’s in de onderbouw Bij ons behoren tot het basisprogramma ook de vakken Drama en Wereldgodsdiensten, Filosofie&Klassieken. Daarnaast doen wij mee aan het ‘Universum Programma’, om onze vernieuwende activiteiten op het gebied van Bèta en Techniek verder te ontwikkelen. Projecten in de onderbouw Samenhang Bij ons onderwijs vinden we belangrijk dat het aanslaat bij de werkelijkheid zoals onze leerlingen die ervaren en ook dat het voorbereidt op toekomstige leer- en werksituaties. We streven daarbij naar samenhang tussen de diverse vakken en activerende leervormen. Dit
-9-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
doen we onder andere door projecten aan te bieden binnen Talen & Cultuur, Bèta en Mens & Maatschappij. Van Dijk tot dorp In dat kader vind jaarlijks het project ‘Van dijk tot dorp”plaats., waarbij de leerlingen zich verdiepen in in hun eigen opmgeving. Zo maken ze kennis met oude beroepen, ze bouwen een maquette van het waddengebied, ze maken films en houden interviews en ze schilderen portretten van inwoners. Het project mondt uiteindelijk uit in een zelfgemaakte tentoonstelling. Vwo-plus in de onderbouw Inspirerend Deze stroom is bedoeld voor leerlingen met een vwo-advies en een hoge cito-score en van wie we verwachten dat zij na de brugperiode zonder veel inspanning in het vwo terecht zullen komen. Voor hen is de school pas echt inspirerend als er een beroep gedaan wordt op hun intelligentie, creativiteit en zelfstandigheid. Vwo-plus heeft veel overeenkomsten met het gymnasium. Programma De eerste drie leerjaren bestaat het programma uit: Latijn en klassieke culturele vorming, twee uur per week Masterclasses, bijvoorbeeld filosofie, geologie of Chinees (één uur per week per periode). Vwo-plus begeleidingsuur. De vwo-plus activiteiten worden binnen het rooster gepland. De leerlingen zullen daardoor een paar ‘gewone’ lessen zelfstandig moeten doen. Onze ervaring is dat door het begeleidingsuur de leerlingen geen problemen ondervinden bij de ‘gemiste’ lessen. De bovenbouw Profielen In de bovenbouw, de zogenaamde Tweede Fase, volgen de leerlingen voor zowel havo als vwo een profiel, waarin ze uiteindelijk examen zullen doen. Wij bieden alle profielen aan en ook kunnen de leerlingen bij sommige combinaties van vakken een dubbelprofiel volgen. De profielen zijn: cultuur en maatschappij economie en maatschappij natuur en gezondheid natuur en techniek Examen Het accent in de lessen van de bovenbouw ligt op de voorbereiding op de verschillende onderdelen van schoolexamens en het centraal examen. Leerlingen die voor een bepaald vak hulp nodig hebben kunnen extra vakondersteuning krijgen. Vwo-plus in de bovenbouw Voor Vwo-plus leerlingen geldt dat zij examen kunnen doen in Latijn en Klassieke Culturele Vorming. De masterclasses zijn in de bovenbouw niet meer exclusief voor vwo-plus.
-10-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Extra’s in de bovenbouw Vakken Wij bieden het nieuwe vak Natuur, Leven &.Technologie aan. Wiskunde D is er voor leerlingen, die een technische vervolgopleiding willen gaan doen. Ook kunnen de leerlingen bij ons examen doen in Muziek, Drama en Beeldende vorming. Verder geven we voor alle daarin geïnteresseerde leerlingen masterclasses, zoals Debatteren en Biotechnologie. Pre University College Onze leerlingen in de bovenbouw vwo kunnen modules volgen aan de Open Universiteit bij het zogenaamde PUC (Pre University College). De modules kunne meetellen voor de bachelor aan de ‘gewone’ universiteit. Daarnaast werken we samen met de RuG en de Hanzeschool. De profielwerkstukken van onze leerlingen worden mee beoordeeld door bovengenoemde instellingen.
-11-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015 HHC UITHUIZEN
Een begrip in de gemeente Eemsmond Dalton en persoonlijke aandacht HHC Uithuizen trekt leerlingen uit de hele kop van Noord Groningen. Deze Dalton-vestiging voor vmbo-lwoo biedt in een aantrekkelijk en modern schoolgebouw dagelijks aan zo’n kleine 400 leerlingen onderdak. Leerlingen krijgen les in een afwisselend leerklimaat met veel persoonlijke aandacht en een heldere structuur, afgestemd op hun leeftijd en individuele mogelijkheden. Naast de theorielessen zijn er praktijklessen, die worden afgewisseld met culturele, sportieve en internationale activiteiten. Middenin de sameneleving De Anders dan Anders Dagen en de jaarlijkse uitwisseling met Aurich, en de contacten met scholen Náchod en Schmiedefeld vormen hoogtepunten hierin. Daarnaast is er veel aandacht voor ontspannende activiteiten, waarbij docenten en leerlingen op een prettige manier met elkaar optrekken. Leerlingen voelen zich daarom vaak zeer betrokken bij ‘hun’ school, die middenin het dorp en in de samenleving staat. Naar mbo of havo Van leerlingen die in Uithuizen hun diploma halen, stroomt een behoorlijk deel succesvol door naar het havo in Warffum, het overige deel gaat naar het mbo. Zowel met Warffum als met het mbo is er nauwe samenwerking en vanuit school is er goede begeleiding bij de overstap naar het vervolgonderwijs. De onderbouw Tl, kader, basis en lwoo Leerlingen die zich in Uithuizen aanmelden, kunnen we plaatsen op basis van het advies van de basisschool en de Cito-score. In de eerste twee brugjaren zitten de leerlingen bij ons in een tl-plus, een tl-kader, een kader-basis of een lwoo klas. Als blijkt dat een leerling niet op het juiste niveau zit, kan er na overleg van klas worden gewisseld. Kiezen na het tweede jaar In het tweede jaar bereiden de leerlingen zich samen met hun mentor en de decaan voor op de keuze van de sector die ze in de bovenbouw willen gaan volgen. Dan wordt ook duidelijk welke leerweg zij definitief zullen gaan volgen. De leerlingen krijgen hun lessen volgens de Daltonprincipes (zie kader Dalton), een manier van lesgeven waarbij we leerlingen begeleiden naar zelfstandig leren en werken. TL-plus in de onderbouw Zelf invloed op leren Deze aparte klas is bedoeld voor de leerlingen met een tl advies en een overeenkomstige Cito score. Van hen wordt verondersteld dat zij na (of misschien wel tussentijds) het vmbo – tl bijna zeker naar de havo zullen doorstromen. Het zijn leerlingen die ‘theoretisch’ leren leuk vinden, en die meer worden uitgedaagd door theorie dan door praktijk. Zij zoeken met gemak zelfstandig dingen uit en vinden school pas echt leuk worden als ze zelf ‘invloed’ hebben op hun leren.
-12-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Programma De eerste twee leerjaren bestaat het TL-plus uit: Extra Frans, Engels en Beeldende vorming Verdiepingsstof uit tl-havo methodes Afname van toetsen op havo niveau Per jaar drie projectweken met onder andere als thema’s Water, De Buurt in kaart en Afrika De bovenbouw Brede opleiding In de bovenbouw leiden we onze leerlingen breed op, zodat ze na het vmbo nog alle kanten op kunnen. Wel plaatsen we ze bij de overgang van de tweede naar de derde klas in de definitieve leerweg en halverwege de derde klas wordt dan de definitieve sector- en afdelingskeuze gemaakt Leerwegen De leerwegen zijn: Theoretische leerweg, Gemengde leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Basisberoepsgerichte leerweg
sluit aan op mbo niveau 3 en 4 en havo sluit aan op mbo niveau 3 en 4 sluit aan op mbo niveau 3 en 4 sluit aan op mbo niveau 1 en 2
Voor de beroepsgerichte leerwegen kennen we de sectoren: Techniek Motorvoertuigentechniek, Metaaltechniek en Bouwtechniek Zorg&Welzijn Breed Uiterlijke verzorging, Welzijn en Facilitair TL-plus in de bovenbouw Voorbereiding op havo Ook in de bovenbouw blijft er een aparte TL-plus klas, die bedoeld is voor leerlingen van die wij voorbereiden op 4 havo. In de vierde klas kunnen deze leerlingen in zeven en zo mogelijk in acht vakken examen doen. Dit betekent dat zij goed voorbereid zijn op het vervolg in 4 havo. Programma In de bovenbouw bestaat het programma uit: Verdiepingsstof uit tl-havo methodes Afname van toetsen op havo niveau Extra grammatica bij de talen Onderzoeksvaardigheden bij de exacte vakken Elke woensdagmiddag masterclasses in daltontijd Minder daltonuren en daardoor meer huiswerk
-13-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015 HHC WEHE DEN HOORN
Een compacte school met een verassend aanbod Open karakter HHC Wehe den Hoorn is een compacte school met veel persoonlijke aandacht voor elke leerling binnen een heldere structuur. Dagelijks gaan zo’n 150 leerlingen naar deze, pas geheel verbouwde en nieuw ingerichte, Dalton-vestiging in het Marnedorp. De school staat bekend als een open school, waar je als ouder of belangstellende makkelijk even binnenloopt en met eigen ogen kunt waarnemen hoe leerlingen hier in een gevarieerde leeromgeving hun theorie en praktijk afwisselen. Opvallend is de hechte samenwerking tussen docenten, leerlingen en ouders. Activiteiten Bij de organisatie van de vele activiteiten weten ze elkaar snel te vinden. Zo is er de jaarlijkse uitwisseling met een school uit Augustfehn waarbij eendrachtig wordt samengewerkt. Een ander voorbeeld is de Landendag, waarbij ouders zich veelal ontpoppen als gastdocenten bij wie leerlingen en docenten hun talenten kunnen ontwikkelen. Verrassend in Wehe is de nieuwe opleiding TReC, Toerisme, Recreatie en Cultuur. In het schooljaar 2007 – 2008 zijn de eerste brugklassers met deze opleiding gestart. Naar mbo of havo Van leerlingen die in Wehe-den Hoorn hun diploma halen, stroomt een aantal leerlingen succesvol door naar de havo in Warffum, het overige deel gaat naar het mbo. Zowel met Warffum als met het mbo is er nauwe samenwerking en vanuit school is er goede begeleiding bij de overstap naar het vervolgonderwijs. De onderbouw Tl, kader, basis en lwooLeerlingen die zich in Wehe-den Hoorn aanmelden, kunnen we plaatsen op basis van het advies van de basisschool en de Cito-score. In de eerste twee brugjaren zitten de leerlingen bij ons in de TReC-klas met een tl, kader en basisstroom of in een lwoo klas. Als blijkt dat een leerling niet op het juiste niveau zit, kan er na overleg van klas worden gewisseld. Kiezen na het tweede jaar In het tweede jaar bereiden de leerlingen zich samen met hun mentor en de decaan voor op de keuze van de sector die ze in de bovenbouw willen gaan volgen. Dan wordt ook duidelijk welke leerweg zij definitief zullen gaan volgen. De leerlingen krijgen hun lessen volgens de Daltonmethode (zie kader Dalton), een manier van lesgeven waarbij we leerlingen begeleiden naar zelfstandig leren en werken. TReC in de onderbouw Toerisme, recreatie en cultuur Een paar jaar geleden zijn we gestart met een bijzondere opleiding: TReC, Toerisme, Recreatie en Cultuur. Met deze opleiding worden leerlingen voorbereid op een toekomst in de toeristische- recreatieve sector en ze is met name geschikt voor leerlingen die goed met mensen kunnen omgaan, flexibel zijn, organisatietalent hebben en enigszins avontuurlijk en ondernemend zijn ingesteld. Leergebieden Naast de algemene basiskennis die leerlingen moeten verwerven in de onderbouw, is er
-14-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
speciale aandacht voor kennis, vaardigheden en houding op het gebied van toerisme, recreatie en cultuur. In het onderwijskundig concept van deze nieuwe opleiding gaan we uit van het leren in leergebieden. De leergebieden zijn: Talen Mens & Maatschappij, Exact, Mens & Natuur Cultuur, Sport & Techniek Leren op locatie Leerlingen leren in samenhang met de omgeving buiten de school en zullen het geleerde daadwerkelijk in de praktijk kunnen toepassen. Excursies en leren op locatie bij bedrijven en instellingen zal dan ook onderdeel uitmaken van het lesprogramma. Ondernemers en deskundigen op het gebied van TReC worden hier intensief bij betrokken. Een voorbeeld hiervan is de Tocht om de Noord (een groot wandelevenement), waar onze huidige brugklassers en hun docenten actief aan hebben meegewerkt. Elke sector mogelijk na tweede klasOmdat geen enkele twaalfjarige precies weet wat hij later wil, richten we het onderwijs bij TReC zo in, dat leerlingen na de tweede klas nog steeds voor een andere sector kunnen kiezen. Het prettige is dan wel dat deze leerlingen al veel vaardigheden hebben opgedaan die hen ook bij andere sectoren van pas komen. De bovenbouw Brede opleiding In de bovenbouw leiden we onze leerlingen breed op, zodat ze na het vmbo nog alle kanten op kunnen. Wel plaatsen we ze bij de overgang van de tweede naar de derde klas in de definitieve leerweg en halverwege de derde klas wordt dan de definitieve sector- en afdelingskeuze gemaakt. Leerwegen De leerwegen zijn: Theoretische leerweg, sluit aan op mbo niveau 3 en 4 en havo Gemengde leerweg sluit aan op mbo niveau 3 en 4 Kaderberoepsgerichte leerweg sluit aan op mbo niveau 3 en 4 Basisberoepsgerichte leerweg sluit aan op mbo niveau 1en 2 Voor de beroepsgerichte leerwegen (zie ook Praktijkgebouw) kennen we de sectoren: Techniek Motorvoertuigentechniek, Metaaltechniek en Bouwtechniek Zorg&Welzijn Breed Uiterlijke verzorging, Welzijn en Facilitair TreC Toerisme, Recreatie en Cultuur TReC in de bovenbouw Voor kaderleerlingen Na het tweede leerjaar van TReC gaan de leerlingen die voor een kaderberoepsgerichte opleiding kiezen in principe door naar de bovenbouw van de TReC-afdeling. Het lesprogramma is echter zo ingericht dat ook doorstroom naar de derde klas Techniek en Zorg&Welzijn Breed mogelijk blijft.
-15-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Voor tl-leerlingen Voor tl-leerlingen zal TReC geïntegreerd worden in het reguliere lesprogramma en ook blijft doorstroming naar de havo tot de mogelijkheden behoren. Leerlingen die naar de havo willen zullen dan in zeven of acht vakken examen doen. HHC DALTON-ONDERWIJS
We bereiden onze leerlingen goed voor op het vervolgonderwijs en een toekomstig beroep. Zelfstandigheid, samenwerken en omgaan met vrije keuzes zijn hierbij heel belangrijk. Want voor een vervolgstudie moeten leerlingen zelfstandig kunnen werken, maar ook in samenwerking met anderen. Hetzelfde geldt als leerlingen op stage gaan en later een baan hebben. Dalton principes Het onderwijs in Uithuizen en Wehe-den Hoorn bieden we daarom aan volgens de Daltonprincipes: leerlingen leren onder begeleiding van de leraren zelfstandig leren, mét eigen verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor samenwerking.
-16-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015 HHC PRAKTIJKGEBOUW
Leren in de échte praktijk Praktijk wordt een steeds belangrijker onderdeel van het onderwijs, omdat we leerlingen zo goed mogelijk willen voorbereiden op hun toekomstige beroepssituatie. In Uithuizen beschikt het HHC vanaf agustus 2012 over een professioneel praktijkgebouw met moderne faciliteiten voor de afdelingen Zorg & Welzijn en Techniek. Dit wordt nu nog in Warffum verzorgd. In onze beleving is praktijk een heel breed begrip. Het gaat niet alleen om ‘werken met je handen’, maar ook om communiceren, organiseren en samenwerken. Anders gezegd: Leerlingen van het vmbo in Wehe-den Hoorn en Uithuizen krijgen bij ons de gelegenheid om hun kennis, houding en vaardigheden in de praktijk te brengen. Wat je kiest ben je zelf Leerlingen vinden het vaak lastig om te kiezen voor een bepaalde sector of beroep. Wij begrijpen dat heel goed en proberen de leerlingen met zoveel mogelijk onderwerpen en sectoren in aanraking te laten komen, zodat ze hun eigen beeld en mening kunnen vormen. Al in het tweede jaar laten we een leerling kennis maken met de praktijk. Binnen iedere sector geven we oriëntatielessen, waarbij een leerling kan kiezen uit een groot aantal onderwerpen. In het derde jaar gaan de leerlingen aan de slag met praktijkmodulen, waarbij de nadruk ligt op de verdere verdieping in een bepaalde sector. Definitieve keuze Halverwege het derde jaar maakt een leerling een definitieve keuze voor een bepaalde sector. In het vierde jaar bestaat de praktijk uit stages in de ‘echte’ praktijk. Dankzij de oriëntatielessen en praktijkmodulen is een leerling dan goed voorbereid en gemotiveerd. Leerlingen vinden het leuk om in de praktijk te werken. Trots Wij zijn er best trots op dat wij beschikken over zo’n mooie praktijkomgeving, die leerlingen de mogelijkheid geeft om zich optimaal voor te bereiden op hun toekomst. Wij zien dat leerlingen na vier jaar zelfstandiger en zelfbewuster zijn en vol vertrouwen naar het mbo gaan en het daar heel erg goed doen. Een behoorlijke groep stroomt daarna vaak nog door naar het hbo. LWOO Projectklas Voor lwoo leerlingen hebben wij in de eerste twee leerjaren een aparte projectklas. Deze klas is bedoeld voor leerlingen die het vmbo wel aankunnen, maar daarvoor extra ondersteuning nodig hebben. Wij streven bij deze leerlingen naar een vertrouwde omgeving met een heldere structuur. Daarom krijgen ze les van meestal hun ‘eigen meester’ in een kleine groep, waar veel ruimte is voor persoonlijke aandacht. Ook is er remediërende hulp voor de vakken waarbij dit nodig is. Praktisch De lessen zijn bovendien wat praktischer van aard en de leerlingen leren de leerstof ook toepassen in de ‘echte wereld’. De wereld komt de school binnen en onze leerlingen gaan de wereld in. Zo is er bijvoorbeeld een maatschappelijke stage, waarvan wij merken dat die hen zeer aanspreekt.
-17-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Toelating lwooklas Leerlingen komen alleen voor de lwoo klas in aanmerking als ze vanuit het basisonderwijs daarvoor zijn aangemeld en als een speciale daartoe benoemde commissie, de Regionale Verwijzingscommissie een positieve beslissing hierover neemt. De leerkracht van groep 8 bespreekt altijd eerst met de ouders een eventueel lwoo-traject. Voor sommige lwoo leerlingen is het overigens ook mogelijk in een reguliere klas mee te draaien. Leerwerktraject Als een leerling niet in staat zal zijn om het programma van de basisberoepsgerichte leerweg met succes af te sluiten, dan is er de mogelijkheid vanaf het derde leerjaar een leerwerktraject te volgen. Dit is een traject waarbij een leerling een programma volgt op school en in een bedrijf. Wij zullen in zo’n geval vanzelfsprekend overleggen met leerling en ouders en een passend bedrijf uitzoeken. Een leerling die het leerwerktraject succesvol afsluit kan doorstomen naar het mbo niveau 2. HHC MEER INFORMATIE:
www.hogeland.nl Vraag de schoolgids aan:
[email protected] adres en contact informatie van iedere vestiging
-18-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 2: Visie en Koers Voorwoord Waarom zouden kinderen leerlingen van Het Hogeland College willen worden? En waarom willen ze het blijven? De antwoorden op die vragen zijn moeilijk te geven. Zij zijn niet gebaseerd op onderzoek en analyse, maar hebben als grond de beleving van ouders en leerlingen van de school, zoals die voor zover ons bekend in gesprekken naar voren komen: Het Hogeland College is een school met een fijne sfeer, duidelijke regels en degelijk onderwijs. Natuurlijk willen wij dat zo houden. Tegelijkertijd is het niet vanzelfsprekend dat dit zo blijft en wel om de volgende redenen. De eerste reden is, dat het geen uitgangspunt is maar resultaat dat ouders en kinderen zo over de school denken. De school zal er elke keer opnieuw naar moeten streven om dit resultaat te halen. De tweede reden is, dat wij niet weten of de huidige waarden die de school vertegenwoordigt ook voor de toekomst zullen gelden. De laatste reden is, dat er nog teveel basisschoolleerlingen in Noord Groningen wonen, die nog niet voor het Het Hogeland College kiezen. Bovenstaande redenen maken het noodzakelijk dat wij bewust beleid voor de toekomst voeren. Visie en Koers vormt hiervoor het onderliggende beleidsstuk. Cruciaal bij de uitvoering hiervan is, dat er draagvlak is binnen de school of met andere woorden: dat het schoolteam zich in de visie herkent en de gestelde doelen nastreeft. In het schooljaar 2003-2004 heeft de schoolleiding de diverse gremia binnen de school op verschillende manieren en momenten bevraagd over de huidige en toekomstige inhoud van het onderwijs en de manier waarop dit moet worden vormgegeven. Deze toetsing van de opvattingen van de verschillende groeperingen binnen Het Hogeland College en de ontwikkelingen in het onderwijs en de maatschappij vormen de basis voor de uitgangspunten van Visie en koers . De te ontwikkelen afdelingsplannen zullen steeds hieraan worden getoetst. Lineke de Haan, rector
-19-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Uitgangspunten Visie en koers 1. Het Hogeland College wil een veilig en warm klimaat bieden Het Hogeland College is een middelgrote school met betrekkelijk kleine en overzichtelijke vestigingen. In de verschillende vestigingen is er veel aandacht voor het welbevinden van de individuele leerling en de sfeer in de klas. Het Hogeland College wil een school zijn waarin leerlingen, ouders, personeel (en anderen) zich veilig, gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Een school met een goed leefklimaat. Een school waarmee leerlingen zich verbonden voelen en waarbinnen zij zich tevens verbonden voelen met elkaar. Voorwaarden voor leerlingen hierbij zijn: - De relatie moet goed zijn. De leerling moet het gevoel hebben dat anderen met hem willen omgaan en om hem geven. Is dat het geval dan heeft hij het gevoel dat hij kan zijn wie hij is, dat hij zichzelf kan zijn zonder te worden uitgelachen. - De leerling moet zich competent voelen. Hij moet geloof en plezier in het eigen kunnen hebben. - De leerling moet een gevoel van onafhankelijkheid hebben. Hij moet het gevoel hebben dat hij onafhankelijk van anderen iets tot stand kan brengen. Het gevoel van competent zijn wordt erdoor versterkt. De school moet leerlingen het vertrouwen geven om iets zelfstandig tot stand te kunnen brengen. 2. Het Hogeland College wil erkende ongelijkheid op het gebied van leren in een uitdagende en inspirerende omgeving Het onderwijs is er voor de ontwikkeling van de talenten van de leerlingen. Die talenten verschillen nogal, terwijl het onderwijs zich in het algemeen richt op de gemiddelde leerling. Dat betekent dat veel leerlingen niet worden aangesproken op hun niveau. Dit geldt zowel voor de minder getalenteerde en slecht presterende leerling als voor de zeer getalenteerde en goed presterende leerling. Ons onderwijs moet daarom meer rekening houden met de individuele capaciteiten en talenten van de leerlingen. Leerlingen verschillen en het onderwijs moet die verschillen erkennen. - Leerlingen die meer kunnen, moeten meer. Deze leerlingen moeten uitgedaagd worden tot extra vakken, het doen van zelfstandig onderzoek, het verrichten van (buitenschoolse) taken of opdrachten waarmee ze zich kunnen onderscheiden. Daarbij moeten ze de ruimte krijgen om meer eigen keuzes te maken en om zich te profileren. Indien mogelijk moet dat resulteren in aantekening op de cijferlijst of het diploma. - Leerlingen die minder kunnen, krijgen meer hulp, maar moeten ook Deze leerlingen moeten geholpen worden met de aanpak van hun studie en moeten extra begeleiding krijgen bij vakken waarmee ze moeite hebben. Deze leerlingen zullen in het algemeen meer structuur en meer persoonlijke begeleiding van de docent nodig hebben. Ook deze leerlingen moeten echter worden uitgedaagd om hun talenten op hun eigen niveau te ontwikkelen. Alle leerlingen moeten dus eigenlijk uitgedaagd worden tot meedoen en meedenken. Dat gaat tussen twaalf en achttien niet altijd even makkelijk. Leerlingen hebben op die leeftijd vaak vele andere interesses dan school. Vooropgesteld dat leren niet altijd leuk is (of hoeft te zijn), is het wel zo dat het leren een stuk aantrekkelijker en inspirerender wordt als het onderwijs niet alleen zinvol ‘voor later’ is, maar ook voor het ‘nu’ van de leerlingen betekenis -20-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
heeft. De inhoud zou meer moeten voortkomen uit de eigen verwondering over de wereld om hen heen. Leerlingen zouden daarom meer de gelegenheid moeten krijgen eigen keuzes te maken. Keuzes niet alleen met betrekking tot de aanpak (hoe wil ik leren), maar ook met betrekking tot de doelen (wat wil ik leren). Het Hogeland College hoeft niet voor één onderwijsconcept te kiezen om dit doel te realiseren. Uiteindelijk zijn er vele wegen die naar Rome leiden. De school kiest er voor om te differentiëren op individueel leerlingenniveau. Het logische gevolg van dit uitgangspunt is dat er meer individuele studieroutes ontstaan, waarin de leerling binnen bepaalde kaders sturing kan geven aan zijn eigen leerproces. Overigens kan het ook betekenen dat er voor groepen leerlingen andere en afwijkende studieroutes ontwikkeld worden. Het Hogeland College wil dus een school zijn waarin leerlingen zich kunnen en willen onderscheiden en waar ‘anders zijn’ van elkaar wordt gerespecteerd en gestimuleerd. Wat voor het leefklimaat en het leer- en onderwijsklimaat geldt, geldt eveneens voor het werkklimaat. Ook hier moet dus sprake zijn van een veilig en warm klimaat en moet er de mogelijkheid zijn tot onderscheiding en ‘anders zijn’. Dit geldt zowel voor schoolleiding, als docenten als OOP. Om dit te bereiken moeten we binnen de school vanuit een aantal basisprincipes met elkaar werken en omgaan. Als basisprincipes voor het werkklimaat gaan we uit van de professionele cultuur, daarmee tevens het derde uitgangspunt voor Visie en koers . 3. Het Hogeland College wil werken vanuit een professionele cultuur In de professionele cultuur draait het om de te leveren kwaliteit van de professional. Op de kwaliteit van het werk kan en moet de professional worden aangesproken. Daarbij is het gewoon dat medewerkers met elkaar bespreken wat ze op bepaalde gebieden kunnen en wat ze niet kunnen. Dat is mogelijk omdat ervan wordt uitgegaan dat mensen van elkaar verschillen. Die verschillen worden herkend en vooral erkend en benut. Er is sprake van erkende ongelijkheid. De consequentie daarvan is dat niet meer iedereen over van alles moet en hoeft mee te praten en te beslissen. Voor een bepaald onderwerp worden die medewerkers gevraagd mee te denken en te praten die verstand van zaken hebben en/of affiniteit met het onderwerp hebben. Vanuit die opvatting over kwaliteit moeten vervolgens beslissingen worden genomen door degene die de leiding heeft over een bepaald deel of het geheel van de organisatie. Een ander belangrijk uitgangspunt bij het ontwikkelen van een dergelijke cultuur is naast het principe van erkende ongelijkheid, het principe van elkaar aanspreken op het doen en laten. Dus op ons handelen of gedrag, niet op wie we zijn of op wie we verondersteld worden te zijn. Ons gedrag is zicht- en hoorbaar en daarop moeten we elkaar aanspreken. Het gaat immers om de kwaliteit van ons werk en die staat centraal. Kort gezegd komt het erop neer om binnen de uitgangspunten van de professionele cultuur een veilig en warm klimaat en een inspirerende leer- en werkomgeving te creëren voor iedereen binnen de school, waarbij verschillen en talenten worden erkend en benut. Niet
-21-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
alleen voor de leerlingen, maar ook voor de medewerkers. Ook het personeels- en benoemingsbeleid zal hierop gestoeld zijn. 4. Het Hogeland College wil een open school zijn De maatschappij en daarmee het onderwijs zijn voortdurend in beweging. Wil de school aantrekkelijk blijven voor leerlingen van deze tijd en voor leerlingen in de omgeving van de school, dan is het van belang dat zij enerzijds inspeelt op maatschappelijke ontwikkelingen en anderzijds dat zij zich in de samenleving manifesteert. Dit betekent dat trends in de maatschappij als bijvoorbeeld informatisering, internationalisering, individualisering en informalisering invloed zullen hebben op ons onderwijsaanbod en op ons pedagogisch en didactisch handelen. In het algemeen zal de gerichtheid van de school naar buiten toe, zowel voor leerlingen als personeel, groter worden. Contacten en uitwisseling van kennis en vaardigheden met andere onderwijsinstellingen en culturele en maatschappelijk organisaties zullen dan ook toenemen. Hierbinnen zal ook het ‘buitenschools’ leren een plek in gaan nemen. Tot slot Visie en koers doet algemene uitspraken die gelden voor alle afdelingen van Het Hogeland College. Op basis van deze uitspraken zullen de concrete afdelingsplannen worden ontwikkeld, die ieder op hun eigen wijze vorm zullen krijgen. Wel zullen deze plannen steeds worden getoetst aan de uitgangspunten van Visie en koers .
-22-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 3: Bestuursformatieplan 1
Inleiding
2
Managementsamenvatting
3
Ontwikkelingen 3.1 Ontwikkeling leerlingaantallen 3.2 Ontwikkeling gemiddelde personeelslast 3.3 Ontwikkeling personele verplichtingen 3.4 Landelijke en regionale ontwikkelingen
4
Integraal personeelsbeleid 4.1 Toekomstige situatie functiebouwwerk en loopbaanbeleid 4.2 Functiemix
5
Bepaling formatie 5.1 Algemene uitgangspunten 5.2 Normjaartaak en normweektaak 5.3 Functiebouwwerk 5.4 Verlofsituaties 5.5 Vervangingsfonds / Participatiefonds 5.6 Projecten en kwaliteitsimpulsen 5.7 Flexibele formatie
6
Formatie schooljaar 2011-2012 6.1 Eerste bestedingsronde schooljaar 2011-2012 6.2 Tweede bestedingsronde schooljaar 2011-2012 6.3 Lasten formatieve inzet 6.4 Resultaat allocatiemodel 2011-2012
7
Formatie schooljaar 2011-2012 tot en met 2014-2015
Bijlagen: A: Overzicht baten en lasten 2011-2012 B: Formatie overzicht 2011-2012 C: Het Managementmodel Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK)
-23-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
1 Inleiding Schoolbestuur L&E, sector Voortgezet Onderwijs (Het Hogeland College), stelt jaarlijks het formatieplan op. Het formatieplan geeft een verantwoording over de inkomsten en uitgaven op het personele vlak van Schoolbestuur L&E voor de organisatie van haar onderwijs, waarbij het materiële gedeelte eveneens in ogenschouw wordt genomen. Onderhavig plan heeft betrekking op het schooljaar 2011-2012. Daarnaast is een vooruitblik gemaakt op (beleidsmatige) ontwikkelingen voor de komende vier schooljaren. Schoolbestuur L&E is op grond van het gestelde in de CAO, onderdeel formatiebeleid, verplicht tot het opstellen van het meerjarenformatiebeleid voor de komende vier schooljaren. Met het opstellen en vaststellen van dit plan is aan die verplichting voldaan. Bij het ontwikkelen van dit formatiebeleid is rekening gehouden met de CAO Voortgezet Onderwijs 2008/2010. In overeenstemming met de keuzes omtrent planning & control en het gebruik van het INKmanagementmodel (Instituut Nederlandse Kwaliteit) bij Schoolbestuur L&E (zie bijlage C) is in de periode december 2010 tot en met maart 2011 een allocatiemodel ontwikkeld. In dit allocatiemodel wordt het financiële en formatieve resultaat voor schooljaar 2011-2012 berekend. Het allocatiemodel sluit aan bij de begroting 2011. De in de begroting 2011 gemaakte keuzes ten aanzien van de personele en materiële aspecten zijn vertaald (voor 5/12e deel) in het allocatiemodel. In het voorliggende formatieplan zijn de beleidskeuzes in en het resultaat van het allocatiemodel 2011-2012 verwerkt. Het plan is opgesteld aan de hand van het door het ministerie opgelegde landelijke beleid én door het bestuur vastgestelde eigen beleid. De daarbij behorende technische berekeningen voor dit plan zijn op basis van de te verwachten leerlingaantallen en de personele mutaties gemaakt door OSG. Na vaststelling zal dit formatieplan worden aangeboden aan alle betrokkenen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het voorliggende plan op hoofdlijnen een invulling geeft van de formatie planning en overige personele zaken. In de periode mei tot en met september zal, rekening houdend met de op te stellen begroting 2012, een definitieve invulling gegeven worden aan al deze aspecten. Aansluitend zal met de PMR aan de hand van de begroting 2011 een vergelijking gemaakt worden tussen het voorliggende plan en de definitieve invulling en deze zal samen met de begroting worden vastgesteld. Warffum, mei 2011 mevrouw L. G. de Haan, rector Het Hogeland College
-24-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
2 Managementsamenvatting Het formatieplan bevat het gevoerde beleid en de financiële en formatieve doorrekening hiervan voor schooljaar 2011-2012 en de komende vier schooljaren. Enkele aspecten die duidelijk blijken uit het formatieplan: Het begrote resultaat over schooljaar 2011-2012 bedraagt, bij gelijkblijvend beleid, € 428.000 negatief. In dit bedrag zijn reeds de toegestane overschrijdingen verwerkt (€ 321.000). Oplossingsrichtingen om dit tekort terug te dringen liggen in eerste instantie bij het minder aantrekken/inzetten van extern en tijdelijk personeel; Het te verwachten totaal aantal leerlingen voor schooljaar 2011-2012 is 32 lager ten opzichte van schooljaar 2010-2011 (exclusief voortgezet algemeen volwassenonderwijs, vavo). De personele bekostiging neemt hierdoor af. Aangezien de gemaakte prognose voorzichtig is neergezet zal het leerlingaantal naar verwachting iets hoger uitvallen; Vanwege de discussie over de functie en rol van het middenmanagement zal de huidige organisatiestructuur geanalyseerd worden. Dit kan in de komende anderhalf jaar leiden tot een mogelijk gewijzigde organisatiestructuur, die in overleg met het personeel en met instemming van de (P)MR, geïmplementeerd zal worden. Eventuele extra structurele kosten door een gewijzigde organisatiestructuur zijn niet opgenomen in het voorliggende formatieplan; Wijzigingen in de ontwikkeling van het aantal leerlingen hebben invloed op de bekostiging. Dit betekent dat een goede leerlingenprognose zeer gewenst is. In 2011 zal daarom aan een extern bureau een vervolgopdracht worden gegeven om een uitgebreide prognose van het aantal leerlingen te maken; Om bij teruglopende leerlingaantallen aan onze personele verplichtingen te kunnen voldoen is Het Hogeland College terughoudend met het aangaan van (nieuwe) personele verplichtingen, zowel extern als in eigen dienst; Op basis van de leeftijdsopbouw zal de komende 10 jaar circa 45 fte, waarvan 38 fte onderwijzend personeel, uitstromen als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Gezien de bevoegdheden van de uitstromende personeelsleden kan gesteld worden dat het resultaat over schooljaar 2011-2012 niet volledig opgevangen kan worden door natuurlijk verloop (zie tabel 6); De grote uitstroom van personeelsleden in de komende jaren vergt een strategische personeelsplanning die inzichtelijk maakt wanneer welke docenten zullen uitstromen, om zo tijdig goede vervangers te kunnen werven. In het voorjaar van 2011 zal dit in kaart gebracht worden en zal het gesprek met de personeelsleden over de toekomstplannen onderdeel gaan vormen van de gesprekkencyclus. Eveneens worden de mogelijkheden van omscholing naar een vak waarin tekorten voorkomen meegenomen;
-25-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Vanwege de gewijzigde BAPO regelgeving dienen de BAPO lasten opgenomen te worden in de exploitatie. De dotatie aan de BAPO voorziening komt hiermee te vervallen. In 2010 is via een stelselwijziging de reeds opgebouwde voorziening BAPO vrijgevallen; De financiële consequenties van het Actieplan Leerkracht zijn voor het kalenderjaar 2011-2012 opgenomen, zowel in de bekostiging als in de lasten. Op het trekkingsrecht voor docenten is in het formatieplan geanticipeerd door hier een bedrag (€ 80.000) voor te reserveren; De meerjarenprognose begint in 2011-2012 met een negatief resultaat van € 428.000 en eindigt in 2014-2015 met een negatief resultaat van € 1,6 miljoen. Deze afloop wordt gerealiseerd bij vrijwel ongewijzigd beleid. M.a.w. de formatie wordt constant verondersteld, terwijl de totale beschikbare baten jaarlijks dalen. Deze constatering verduidelijkt de noodzaak om bijstellingen te realiseren op de formatieve inzet, welke in de komende periode gepleegd worden; Het geprognosticeerde leerlingaantal daalt van 1167 in schooljaar 2011-2012 naar 1142 in schooljaar 2014-2015.
-26-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3
Ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op zowel interne, als externe personele ontwikkelingen die van invloed zijn op de (personele) beleidskeuzes van Het Hogeland College. 3.1
Ontwikkeling leerlingaantallen
De leerlingaantallen zijn de basis voor de personele en financiële bekostiging. De leerlingaantallen op teldatum 1 oktober zijn dus van belang voor de exploitatiebegroting, de formatieplanning en het meerjarenformatiebeleid. Allereerst zal de ontwikkeling van de gerealiseerde leerlingaantallen gepresenteerd worden. Vervolgens zullen de leerlingprognoses en een analyse op deze cijfers gegeven worden. 3.1.1
Gerealiseerde leerlingaantallen
Het gerealiseerde leerlingaantal aantal op 1 oktober 2010 bedraagt 1212 leerlingen, waaronder 13 vavo. Naast de bekostigingsvariabelen vanuit het ministerie OCW voor 2011, dienen deze aantallen als input voor de personele bekostiging kalenderjaar 2011. Aangezien het aantal leerlingen die het vavo volgen door de jaren heen sterk fluctueert en omdat deze leerlingen nagenoeg budgetneutraal opgenomen worden in het exploitatieresultaat dient er voor een heldere analyse gekeken te worden naar het totaal aantal leerlingen exclusief vavo. In onderstaande tabel is de realisatie van het aantal leerlingen per vestiging opgenomen. Vestiging / teldatum 1 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 oktober Havo-vwo Warffum 654 667 667 681 Vmbo Uithuizen 364 388 364 372 Vmbo Wehe den 149 132 141 165 Hoorn Totaal inclusief vavo 1167 1187 1172 1218 Vavo 5 8 15 20 Totaal exclusief vavo 1162 1179 1157 1198 Tabel 1: Ontwikkeling leerlingaantal per schooljaar per vestiging
2010-2011 692 360 160 1212 13 1199
Voor het schooljaar 2010-2011 is het aantal leerlingen ten opzichte van schooljaar 20092010 stabiel. Het aantal havo-vwo leerlingen in Warffum stijgt ten opzichte van vorig jaar, conform de ontwikkeling die waar te nemen is over de schooljaren 2006-2007 tot en met schooljaar 2010-2011. Ondanks deze ogenschijnlijke positieve ontwikkeling is er een duidelijke trend waarneembaar, namelijk een dalende instroom in het brugjaar havo-vwo. De stijging in het havo-vwo is te danken aan een toename van de zij-instroom, zowel doorstroom vanuit de TL PLUS naar de havo binnen de school als de instroom in havo 4 vanuit andere scholen. De ontwikkeling van het leerlingaantal per vestiging en per schooljaar is in onderstaande grafiek grafisch weergegeven.
-27-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Havo-vwo Warffum
659
649
149
141
132
2006/2007
3.1.2
661 364
2007/2008
2008/2009
Totaal HHC 1199
1198
1157
652
388
364
Vmbo Wehe den Hoorn
1179
1162
Grafiek 1:
Vmbo Uithuizen
372 165 2009/2010
680 359 160 2010/2011
Grafische weergave ontwikkeling leerlingaantal per vestiging per schooljaar (exclusief vavo)
Geprognosticeerde leerlingaantallen
In tabel 2 zijn de geprognosticeerde leerlingaantallen weergegeven. Deze leerlingaantallen zijn gebaseerd op de doorstroom- en uitstroomcijfers van de afgelopen 4 jaar en het verwachte leerlingaantal voor schooljaar 2011-2012, waarbij deze laatste variabele het zwaarst weegt. De prognose van het leerlingaantal voor schooljaar 2011-2012 is gebaseerd op de resultaten van het derde rapport. De uitstroomgegevens zijn gebaseerd op het aantal leerlingen in de examenklassen waarbij is uitgegaan van een gemiddeld slagingspercentage van de afgelopen vijf jaar (vmbo 95%, havo 85% en vwo 90%). De instroomprognoses zijn afkomstig uit het rapport van een extern bureau, dat een analyse van de demografische factoren en de deelnamepercentages maakt. Werkelijk Prognose 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 Havo-vwo Warffum 680 657 654 648 Vmbo Uithuizen 359 352 352 337 Vmbo Wehe den Hoorn 160 158 158 163 Totaal aantal leerlingen 1199 1167 1164 1148 Tabel 2: Geprognosticeerde leerlingaantallen HHC exclusief vavo.
2014-2015 640 331 171 1142
Op basis van dit rekenmodel is te concluderen dat het aantal leerlingen in het vmbo in Uithuizen zal dalen met bijna 8% tot schooljaar 2014-2015 ten opzichte van het schooljaar 2010-2011. Het leerlingaantal in Warffum zal met bijna 6% dalen en in Wehe den Hoorn stijgt het leerlingaantal met bijna 7%. Ondanks de grote zij-instroom in havo 4 is de ontwikkeling van het aantal leerlingen in Warffum dus negatief. De zij-instroom in havo 4 heeft in de afgelopen schooljaren een structureel karakter gekregen. Het is echter onzeker of deze trend zich in de komende jaren door zal zetten vanwege de verzwaarde zij-instroomeisen die gesteld gaan worden. Verder zijn de eventuele effecten van de nieuwbouw en verbouw in Warffum en Uithuizen momenteel moeilijk te voorspellen.
-28-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal leerlingen op de vestigingen is niet alleen de (zij) instroom van het aantal leerlingen relevant, maar tevens de doorstroom en uitstroom. In 2011 zal daarom aan een extern bureau een vervolgopdracht worden gegeven om een uitgebreide prognose van de ontwikkeling van het aantal leerlingen te maken. Hierin worden zaken als het potentieel aan leerlingen in het voedingsgebied en de ontwikkeling van het marktaandeel van Het Hogeland College meegenomen. 3.2
Ontwikkeling gemiddelde personeelslast
De gemiddelde personeelslast (GPL) is gebaseerd op de totale loonkosten gedeeld door de formatieve inzet behorende bij deze loonkosten. In onderstaande tabel is, met een gelijkblijvend personeelsbestand, per functiecategorie de ontwikkeling van de GPL in de komende jaren weergegeven.
DIR OP OOP Tabel 3:
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 100.925 100.948 100.941 100.901 66.815 68.063 69.156 69.848 45.499 45.428 45.364 45.329 Ontwikkeling GPL schooljaar 2011-2012 tot en met schooljaar 2014/2015.
De ontwikkeling van de HHC specifieke GPL geeft aan in hoeverre de gemiddelde loonkosten van directie, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel van Het Hogeland College zullen stijgen of dalen. Opvallend in tabel 3 is de lichte daling van de GPL directie en onderwijsondersteunend personeel. Deze daling heeft te maken met de premiekorting vanuit de belastingdienst die geldt voor organisaties die werknemers van 62 jaar en ouder in dienst hebben (regeling premiekorting oudere werknemers, belastingdienst). De GPL OP stijgt jaarlijks vanwege de schaalinkorting in het kader van het Actieplan LeerKracht en vanwege de periodieken die jaarlijks in augustus plaatsvinden. Een meer dan landelijk gemiddelde stijging van de gemiddelde personeelslast zal leiden tot een tekort op de bekostiging. De personele bekostiging is namelijk ook gebaseerd op een landelijke GPL. In tabel 4 is de landelijke bekostiging GPL per functiegroep voor kalenderjaar 2011 en de verwachte GPL voor kalenderjaar 2012 weergegeven. Hierin is aangesloten bij de meest actuele regelgeving (Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast (GPL) voortgezet onderwijs kalenderjaar 2011, 26 februari 2011).
-29-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Onderwijs ondersteunend GPL Directie Onderwijzend personeel personeel Bekostiging GPL 2011 92.288,50 73.720,02 42.190,82 Bekostiging GPL 2012 92.288,50 74.309,78 42.190,82 Tabel 4: Bekostiging GPL per functiecategorie (bron: Staatscourant nr. 4418: ‘Regeling van de Minister van OCW van 26 februari 2011’). Het vroegtijdig signaleren van verhoudingsgewijze verschillen tussen de bekostiging GPL-en en de HHC specifieke GPL-en biedt de mogelijkheid tot het nemen van aanvullende acties. Hierbij dient vermeld te worden dat in de bekostiging GPL eveneens een gedeelte is opgenomen voor de bekostiging van indirecte loonkosten (scholing, bedrijfsgezondheidszorg, verlof etc.). De bekostiging GPL vanuit het ministerie kan dus niet één op één vergeleken worden met de HHC specifieke GPL. 3.3
Ontwikkeling personele verplichtingen
Om tijdig te kunnen anticiperen op schommelingen in het aantal leerlingen hebben we inzicht in de personele verplichtingen. Het gaat hierbij om zowel de huidige personele verplichtingen als de toekomstige verplichtingen. De personele lasten bedragen namelijk zo’n 80% van de totale lasten. Als gevolg van natuurlijk verloop, vrijwillige werktijdvermindering, inzetten van extern personeel en/of opname van BAPO, kan de omvang van de personele verplichtingen teruglopen. 3.3.1
Opbouw personeelsbestand Het Hogeland College
In onderstaande tabel is de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand weergegeven per functiecategorie en geslacht. Leeftijd 0 - 24 25 - 34 35 - 44 45 - 54 55 - 59 > 59 Totaal Tabel 5:
Mannen Vrouwen Totaal Directie OOP Op 0,00 1,42 1,42 1,42 6,54 6,68 13,22 13,22 8,65 7,75 16,40 3,30 13,10 20,16 10,17 30,34 2,00 6,60 21,74 23,46 7,99 31,45 2,00 3,75 25,70 7,86 6,05 13,91 1,60 12,31 66,68 40,06 106,73 4,00 15,25 87,48 Leeftijdsopbouw personeelsbestand per functiecategorie en geslacht (peildatum 31 december 2010).
Totaal 1,42 13,22 16,40 30,34 31,45 13,91 106,73
Uit tabel 5 is te concluderen dat 43% van de medewerkers ouder is dan 54 jaar (inclusief BAPO), wat een risicofactor is in het personeelsbeleid van HHC. Op de middellange termijn (komende 5 jaar) zijn hierdoor extra kosten voor BAPO verlof te verwachten. In hoofdstuk 3.3.4 zal hier nader op in worden gegaan. Een andere risicofactor die meespeelt bij dit relatief gezien oude personeelsbestand is een mogelijk tekort aan bevoegde docenten in de periode 2015-2020. We hebben daarom inzicht in uitstromende personeelsleden en hun bevoegdheden. In gesprekken met docenten wordt daarom eveneens de mogelijkheden van
-30-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
omscholing naar een vak waarin tekorten voorkomen aangekaart. 3.3.2
Natuurlijk verloop
We hebben inzicht in het natuurlijk verloop binnen onze organisatie, omdat op deze wijze geanticipeerd kan worden op de ontwikkeling van het leerlingaantal genoemd in hoofdstuk 3.1.2. Dit inzicht is eveneens relevant, omdat we gezien de opbouw van het personeelsbestand rekening moeten houden met een mogelijk tekort aan bevoegde docenten. Om een beeld te krijgen hoeveel mensen in de komende jaren waarschijnlijk zullen uitstromen, is in onderstaande tabel de verwachte uitstroom opgenomen. Hierin is een scheiding gemaakt in twee groepen personeelsleden. Voor personeelsleden die voor 1950 geboren zijn, geldt dat zij nog gebruik kunnen maken van de FPU-regeling. De verwachting is dat zij gemiddeld op 63-jarige leeftijd met FPU gaan. Voor de personeelsleden die na 1949 geboren zijn geldt het ABP-keuzepensioen. Hiervoor is de verwachting dat zij op 65-jarige leeftijd uitstromen. Door de wijziging in de pensioenregeling wordt in de jaren 2013 en 2014 geen uitstroom verwacht. Omdat nog onduidelijk is hoe de eventuele verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar zal plaatsvinden, is nog niet gerekend met een leeftijd van 66 of 67 jaar waarop iemand stopt met werken. 2011
2012
2013
2014
2015
Totaal
OP
4,17
3,21
0,00
0,00
4,93
12,31
OOP
0,60
0,00
0,00
0,00
1,00
1,60
DIR
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Totaal
4,77
3,21
0,00
0,00
5,93
13,91
Tabel 6:
Verwachte uitstroom 2011-2015 door natuurlijk verloop
In de komende twee jaar is een uitstroom in het onderwijzend personeel van ruim 7 fte te verwachten. Dit is ruim 8% van het totale bestand onderwijzend personeel op peildatum 31 december 2010. Gezien de daling van het leerlingaantal zal per uitstromend personeelslid gekeken worden naar de mogelijkheden tot invulling van de vrijgevallen formatie. 3.3.3
BAPO
Over de BAPO systematiek is lange tijd onduidelijkheid geweest. In 2010 heeft het Ministerie van OCW eindelijk een richtlijn uitgesproken die de komende jaren gehanteerd gaat worden en die ook verwerkt is in de begroting 2011. Deze richtlijn is de volgende: 1. De voorziening BAPO verdwijnt van de balans en de middelen worden toegevoegd aan de algemene reserve; 2. De dotatie BAPO verdwijnt door deze wijziging; 3. De loonkosten BAPO (zowel regulier als uitgesteld) lopen geheel via de exploitatie. Voor de formatieplanning 2011-2012 heeft dit tot gevolg dat er geen dotatie BAPO meer is opgenomen maar dat de daadwerkelijke kosten van het BAPO-verlof hierin zijn verwerkt. In het najaar 2010 heeft, vanwege de gewijzigde regelgeving, een bestuursbrede inventarisatie plaatsgevonden van de BAPO-lasten voor de komende 5 jaar. Hoofdconclusie uit dit onderzoek is dat de BAPO-lasten hoger zijn dan de 2% lumpsum vergoeding voor
-31-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
BAPO vanuit het ministerie van OCW. Om dit financieel probleem op te vangen is gekozen voor een gefaseerde oplossing, die het (financieel) probleem in een termijn van drie jaar moet oplossen. Uitgangspunt hierbij is dat de jaarlijks opgenomen BAPO rechten en de hierdoor vrijkomende formatie vrijwel niet wordt ingevuld. In de praktijk zal per situatie bekeken worden welke acties ondernomen moeten worden. In onderstaande tabel is de uitwerking van de gefaseerde oplossing weergegeven. 2011 -186.000
Toegestane overschrijding ten laste van het eigen vermogen % BAPO kosten t.l.v. het eigen 75% vermogen gefaseerde oplossing Toegestane overschrijding gefaseerde -139.500 oplossing Verschil/taakstelling bezuiniging 46.500 Omgerekend in fte (GPL € 60.000) 0,77 Tabel 7: Gefaseerde oplossing BAPO
2012 -211.000
2013 -241.000
2014 -286.000
50%
25%
0%
-105.500
-60.250
0
105.500 1,76
180.750 3,02
286.000 4,77
In de berekeningen van het formatieplan 2011-2012 is 5/12e toegestane overschrijding van 2011 opgenomen en 7/12e van de toegestane overschrijding BAPO in 2012. 3.4
Landelijke en regionale ontwikkelingen
3.4.1 Actieplan LeerKracht In 2008 is het Actieplan LeerKracht ingevoerd. Enkele speerpunten uit dit convenant zijn het versterken van het lerarenberoep, het ontwikkelen van meer professionele scholen, het invoeren van een betere beloning voor leraren en werkdrukverlaging. Concrete maatregelen zijn bijvoorbeeld het verkorten van de salarisschalen, het invoeren van een scholingsfonds en het benoemen van meer medewerkers in hogere docentfuncties, de zogenoemde functiedifferentiatie. Met ingang van het jaar 2010 zullen scholen volgens volgens deze landelijke richtlijnen, de zogenaamde functiemix, docenten dienen te benoemen vanuit LB naar LC en LD functies. In oktober 2011 moet de verhouding van het aantal functies (LB, LC en LD) netto landelijk gestegen zijn met 12% LC functies en 1% LD. In 2014 moet dit landelijk 21% LC functies zijn en 11% LD functies. In de groeipercentages is een onderscheid gemaakt tussen scholen binnen de Randstadregio’s en scholen buiten de Randstadregio’s. 3.4.2 Passend Onderwijs In Nederland is de afgelopen jaren een uitgebreid aanbod aan speciale scholen ontstaan voor kinderen die extra zorg nodig hebben vanwege een handicap, stoornis, leer- of gedragsmoeilijkheden. Met het wetsvoorstel Passend Onderwijs zijn alle scholen verplicht om een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling te ontwikkelen en aan te bieden. -32-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Passend Onderwijs staat hierdoor voor maatwerk in het onderwijs. Elk kind en iedere jongere zou onderwijs aangeboden moeten krijgen die aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Dit houdt in dat ieder schoolbestuur de verantwoordelijkheid heeft een passend onderwijszorg-arrangement aan te bieden aan iedere leerling die zich bij een school van dat schoolbestuur aanmeldt of bij een school van dat bestuur is ingeschreven. Mocht een school een bepaald arrangement niet zelf in huis hebben, dan is het noodzakelijk om er voor te zorgen dat, in samenwerking met ander besturen die dit arrangement wel kunnen aanbieden, de betreffende leerling geplaatst kan worden. Aangezien het wetsvoorstel Passend Onderwijs per 1 augustus 2012 in werking treedt heeft het in financieel en formatief opzicht nog geen invloed op schooljaar 2011-2012. De bezuiniging die de minister van OCW heeft aangekondigd voor het Passend Onderwijs wordt echter in 2013 in gang gezet. Het effect van de aangekondigde bezuinigingen op Het Hogeland College is op dit moment onduidelijk. Onderdeel in de discussie in het kader van Passend Onderwijs is eveneens de Leerling Gebonden Financiering (LGF). In de komende periode zal het kabinet een besluit gaan nemen omtrent de LGF. Naar verwachting zal de (her)indicatie voor de betreffende leerlingen strenger worden, waardoor minder leerlingen in aanmerking komen voor deze extra financiering. De effecten van eventuele wijzigingen in de LGF-regelgeving zijn verwerkt in het formatieplan 2011-2012. 3.4.3 Demografische ontwikkeling Gezien het bedieningsgebied van Het Hogeland College kan geconcludeerd worden dat er risico’s ontstaan voor HHC. De schoolorganisatie is namelijk gelegen in een relatief dun bevolkte regio, die echter een groot gebied bestrijkt. Hierdoor zijn schaalvoordelen moeilijk te verkrijgen. Daarnaast blijkt uit de leerlingprognose voor de komende schooljaren dat er een daling in het aantal leerlingen te verwachten is (zie tabel 2). De Rijksbekostiging zal hierdoor dalen, terwijl een aantal vaste kosten constant blijven. De ‘kostprijs’ per leerling zal hierdoor stijgen. Op dit moment worden oplossingsrichtingen onderzocht om deze ontwikkeling te ondervangen. Een ander effect dat meespeelt is de concurrentie van andere scholen in de omgeving en in de stad Groningen. Vanwege het onderscheidend vermogen van de andere scholen, die net als Het Hogeland College sterk insteken op ondermeer onderwijsvernieuwing en onderwijskwaliteit, zou dit kunnen leiden tot verandering in leerlingstromen. Het Hogeland College moet hierdoor blijven investeren in onderwijsvernieuwing en kwaliteit gerelateerd projecten om aantrekkelijk te blijven voor leerlingen.
-33-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4
Integraal personeelsbeleid
In dit hoofdstuk worden twee onderwerpen behandeld die nauw met elkaar verweven zijn. In de eerste plaats wordt het loopbaanbeleid en het toekomstige functiebouwwerk van Het Hogeland College beschreven. Vervolgens wordt de relatie gelegd met de functiemix en de HHC specifieke uitwerking hiervan. 4.1
Toekomstige situatie functiebouwwerk en loopbaanbeleid
Het Hogeland College heeft er voor gekozen stevig in te zetten op de ontwikkeling en implementatie van strategisch HRM/IPB. Deze keuze is gebaseerd op de overtuiging dat de kwaliteit van het onderwijsaanbod aan de leerlingen sterk samenhangt met investeren in de ontwikkeling van de kwaliteiten van de medewerkers: docenten, onderwijsondersteunend personeel en management. Zoals HHC de leerlingen een inspirerende leeromgeving wil bieden, wil het ook een aantrekkelijk werkgever zijn door de individuele mogelijkheden en talenten van alle medewerkers optimaal te benutten. Voor de gewenste ontwikkeling van het Integraal Personeelsbeleid is een aanpak gekozen waarbij vertrouwen in de denkkracht en verantwoordelijkheid van de medewerkers uitgangspunt is. Een groeimodel met actieve betrokkenheid van zoveel mogelijk medewerkers en terugkoppeling van de voortgang aan allen die ervoor gekozen hebben daarbij te zijn en hun inbreng te leveren. In het voorgaande jaar hebben verschillende werkgroepen, bestaande uit medewerkers vanuit OP, OOP en directie, uitgangspunten voor beleid geformuleerd voor de IPB thema’s professionele cultuur, werk, loopbaanbeleid en gesprekkencyclus. Als vijfde thema is kwaliteit benoemd. Er is voor gekozen dit niet als apart thema te behandelen maar uit te werken binnen de vier thema’s. De directie hanteert deze uitgangspunten bij het formuleren van het beleid. 1. Groeien in en binnen de functie In essentie gaat het om het bieden van groeimogelijkheden aan alle medewerkers. Mogelijkheden voor medewerkers om te ontwikkelen binnen de functie en om optimale kwaliteit te leveren. Van beginnend (conciërge, coördinator, administratief medewerker, conrector, docent etc.) naar bekwaam en misschien uiteindelijk excellent of expert. Dat wordt niet aan het toeval overgelaten, daarom spreken we van loopbaanbeleid. Een sleutelrol speelt hierbij de regeling “Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen”, die in 2011 is vastgesteld met een overgangsregeling tot uiterlijk aanvang schooljaar 2013–2014. 2. Groeien naar een andere functie onderscheidend in functies De directie geeft medewerkers zicht op ontwikkelingsmogelijkheden in het functiebouwwerk. Medewerkers worden vroegtijdig geïnformeerd over de mogelijkheden en de vacatureruimte in de komende jaren. Het wordt daarmee aantrekkelijker om docent te worden en te blijven, ook voor universitair opgeleiden, doordat er naast een route richting coördinatie en management ook een carrière binnen het leraarschap is, met meer perspectief op een hogere functie. De percentages van de functiemix, die op het HHC dus beleidsrijk wordt ingevoerd, zijn daarbij een minimumdoelstelling, die in 2014 gehaald moet zijn. Het is gezien het entreerecht te verwachten dat LD functies de eerste jaren niet of
-34-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
nauwelijks in het VMBO terecht zullen komen. 3. Goed werkgeverschap Om op termijn goede kwaliteit te leveren, zeker ook in het vooruitzicht van de verwachte uitstroom van leraren de komende jaren (zie paragraaf 3.3.2), is het van groot belang dat Het Hogeland College als werkgever aantrekkelijk is en blijft. Daarvoor zijn goede werkomstandigheden nodig, een adequate salariëring, maar ook: - de ruimte en mogelijkheden voor professionele ontwikkeling; - inspelen op verschillen, in leeftijd/ levensfase; samenhangend met zorgtaken naar kinderen of ouders etc., er zal steeds meer maatwerk en flexibiliteit van de leiding gevraagd worden; - een stijl van leiderschap die daarbij past en inspireert; - variatie in het werk, flexibilisering van de takenpot, mobiliteit; - extra aandacht voor het binden van nieuwe medewerkers en het anticiperen op langer doorwerkende medewerkers; - uiten van waardering, zowel immaterieel (expliciet uiten van die waardering) alsook materieel. Hierbij worden de mogelijkheden voor beloningsdifferentiatie nader onderzocht. 4.1.1. Organisatiestructuur en formatie directie Meerdere ontwikkelingen in het afgelopen jaar en verwachtingen voor de komende jaren hebben ertoe geleid dat de organisatiestructuur van Het Hogeland college onder de loep wordt genomen. Factoren die hierbij een rol spelen zijn de te verwachten afname van het leerlingenaantal, de bezuinigingen vanuit het ministerie en de daarmee gepaard gaande inzet van directie, OP en OOP. Daarnaast speelt de discussie over de functie en rol van het middenmanagement, mede in het kader van de gesprekkencyclus. De komende anderhalf jaar zal de wijziging van de organisatiestructuur en mogelijk een herverdeling van taken op directie– en stafniveau zijn beslag moeten krijgen. Het spreekt voor zich dat een voorstel hiervoor besproken zal worden met het personeel en voorgelegd zal worden aan de (P)MR. 4.1.2. Functiebouwwerk Het Hogeland College heeft vijf docentfuncties omschreven. De docent LB verzorgt zelfstandig het onderwijs in één of meer vakken waarvoor de docent gekwalificeerd is. Naast de primaire taak van het verzorgen van onderwijs is de docent LB met de uitvoering van andere schooltaken belast en levert de docent LB een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het vakgebied De docent LC is één van de in zijn sector/afdeling beeldbepalende docenten. Deze docent kenmerkt zich als actieve voortrekker en motor van de pedagogisch en/of didactische vernieuwing van het onderwijs. Hij wordt gezien als erkend gezaghebbend docent en vervult zijn voortrekkersrol in relatie tot zijn collega’s in de sector waarin hij werkzaam is. Deze docent vervult t.o.v. andere docenten een seniorrol en kan daar door collega’s en management op worden aangesproken.
-35-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De coördinerend docent LC is in de eerste plaats belast met coördinatie van de werkzaamheden van een groep van docenten. De coördinerend docent LC geeft functioneel leiding en begeleidt andere docenten in hun professionele ontwikkeling. In de tweede plaats verzorgt de coördinerend docent LC een deel van het onderwijsprogramma van de school en kan hij belast zijn met algemene schooltaken. De docent LD kent twee varianten: De docent LD vmbo en de docent LD havo-vwo die zich onderscheiden door het hoge pedagogische en didactische niveau en het intellectuele wetenschappelijke niveau van functioneren. 4.1.3. Bandbreedte formatieplan Jaarlijks zal in het formatieplan een bandbreedte vastgesteld worden met als doel: - Optimale kwaliteit; wat hebben we nodig op de vestigingen? - Het perspectief voor medewerkers zo groot mogelijk te maken. Dat zal ook betekenen dat de verhouding LC/LD per vestiging kan variëren. 4.1.4
Formatie onderwijsondersteunend personeel
De streefformatie administratie, conciërges, technisch ondersteunend personeel en schoonmaak is afhankelijk van het aantal leerlingen in de onderscheiden functies. Vanuit het ministerie werd voor de invoering van de lumpsum het aantal conciërges dat hoort bij een bepaalde schoolgrootte en nevenvestigingen aangegeven. Wanneer dit realiseerbaar blijft binnen de normatieve formatie, de noodzakelijke reserveringen, en wenselijk is met het oog op het onderwijs, blijft bovengenoemde systematiek toegepast. 4.1.5. Fasering en tijdpad Activiteiten in 2011-2012 -
Het natuurlijk verloop bepaalt hoeveel nieuwe functies LC en LD er beschikbaar komen. Ze worden toebedeeld op basis van de overgangsregeling. Alle medewerkers voeren dit jaar een functioneringsgesprek in het kader van de regeling ‘Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen’. Wijzigen van de organisatiestructuur.
Activiteiten vanaf 2012-2013 -
2012-2013: In dit jaar voeren alle medewerkers een beoordelingsgesprek in het kader van de regeling ‘Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen’. Op basis van die beoordelingen krijgt een aantal medewerkers een andere functie aangeboden. Het aantal nieuwe functies wordt bepaald door het streefcijfer per 110-2014.
-36-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
-
2013-2014: Evaluatie van de eerste keer dat de koppeling tussen de gesprekkencyclus en het toekennen van nieuwe functies in de praktijk heeft gewerkt. Eventuele bijstellingen worden gepleegd. Er is nog tot 1-10-2014 tijd om te voldoen aan de minimumeisen.
4.2
Functiemix
4.2.1
Uitgangspunten en beleidskeuzes Het Hogeland College
Voor Het Hogeland College geldt dat in 2014 ten opzichte van de nulmeting van oktober 2008 het aantal LC functies met 10% en het aantal LD functies met 11% moet zijn gegroeid. In 2009 heeft Het Hogeland College een begin gemaakt met in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van de invoering van de functiemix. Aan de hand van de doelstellingen is berekend hoe groot het aandeel van de formatie in de LB, LC en LD functies moet zijn in de controlejaren 2011 en 2014. Tabel 8 geeft weer welke vacatureruimte nog ingevuld diende te worden ten tijde van het opstellen van de tussenmeting in augustus 2010, waarbij rekening is gehouden met natuurlijk verloop. Hierbij dient vermeld te worden dat het ministerie bij het bepalen van de formatie de salarisschaal betrekt in plaats van de functieschaal. Vacature ruimte LB LC LD Totaal Tabel 8:
Tot okt 2011
-6,9478 3,1418 5,3059 1,5000 Vacature ruimte HHC in verband met de functiemix
okt 2011 - okt 2014 -9,9544 9,3719 12,0743 11,4917
Met de toedeling van 3 fte LC en 5,5 fte LD functies in 2010 voldoet Het Hogeland College aan de streefdoelstelling 2011. In september 2011 zal door de sectordirectie gecontroleerd worden of met het dan aanwezige personeelsbestand de doelstellingen in het kader van het functiemix gerealiseerd zijn. Voor het meetmoment in oktober 2014 moet voor augustus 2014 nog circa 6 fte LC en 8 fte LD benoemd worden. Daarnaast worden uiteraard de gevolgen van het natuurlijk verloop weer ingevuld; het zogenaamde volumebehoud. 4.2.2
Proces van besluitvorming
Bij de invoering van de functiemix is er voor gekozen om dit breed binnen Het Hogeland College met docenten en de directie te bespreken. De uitgangspunten en het beleid van de functiemix en de gesprekkencyclus zijn tot stand gekomen binnen het proces van ontwikkeling integraal personeelsbeleid. In november 2010 heeft na instemming van de PMR de besluitvorming plaatsgevonden over de aangepaste beschrijvingen, de docentfuncties en de wijze van toedeling van de LC en LD functies. Door deze besluitvorming heeft Het Hogeland College de eerste stappen kunnen zetten in de uitvoering van de
-37-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
functiemix. 4.2.3
Toedeling van de functies
Het ontstaan van beschikbare functies in het kader van de functiemix wordt vroegtijdig kenbaar gemaakt en gecommuniceerd, niet alleen schriftelijk maar ook in een individueel gesprek. Dat biedt ook de mogelijkheid om maatwerk (waaronder vestigingsspecifieke criteria) te leveren. Hierbij gaat het om een overzicht van de verwachte vacatures in de komende vier jaar, per vestiging en vak. De toedeling van alle functies zal vanaf 2013-2014 gebaseerd zijn op de reguliere beoordelingsprocedure. De basis voor deze beoordelingsprocedure is de regeling ‘Gesprekkencyclus functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ die in januari 2011 is vastgesteld. Voor een benoeming in een LD functie havo-vwo bovenbouw gelden als voorwaarden, de eerstegraads bevoegdheid en het lesgeven in de bovenbouw. Het entreerecht vormt hiervoor de wettelijke basis. De overige eisen vloeien voort uit de functiebeschrijving. Een docent is benoembaar als: - hij of zij in staat wordt geacht aan in ieder geval 60% van de functie-eisen die specifiek gelden voor de LD functie te voldoen en - voor 60% een lesgevende taak heeft. In de op handen zijnde nieuwe CAO VO worden nieuwe voorschriften ten aanzien van entreerecht benoemd. Als de nieuwe afspraken definitief zijn vastgelegd dan zal over de uitvoering hiervan overleg met de (P) MR worden gepleegd. Voor LC functies is er geen afdwingbaar entreerecht van toepassing. Dat betekent dat daarvoor alleen de eisen uit de functiebeschrijving gelden. Een docent is benoembaar als: - hij of zij in staat wordt geacht aan in ieder geval 60% van de LC functie eisen te voldoen en - voor 60% een lesgevende taak heeft. De toedeling van de LD en LC functies zal vanaf 2013-2014 gebaseerd zijn op de reguliere beoordelingsprocedure, omdat de verwachting is dat iedereen voor 1 augustus 2013 minimaal twee gesprekken heeft gehad met als karakter ontwikkeling, voortgang of functioneren, en een beoordelingsgesprek. Tot die tijd is er voor de LD havo/vwo functies, vanwege het entreerecht een overgangsregeling voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013. De algemene leidraad voor de overgangsregeling op Het Hogeland College is het aantal jaren werkervaring in het eerstegraads gebied. De criteria zijn: - Het aantal jaren dat iemand in het bezit is van de eerstegraads bevoegdheid en les heeft gegeven in het eerstegraads gebied. - Bij een gelijk aantal jaren geeft het aantal jaren dat iemand werkzaam is bij het Hogeland College op de vestiging Warffum de doorslag. De docent, benoemd in LD, wordt in de gesprekkencyclus beoordeeld op functioneren op LD niveau.
-38-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4.2.4
Benoemingsprocedure functie
De toekenning van nieuwe functies gebeurt door de directie. Die volgt daarbij het advies van de werkgroep loopbaan, die zegt: ’daar kan het best beoordeeld worden of iemand aan die criteria voldoet’. Het alternatief, een interne procedure waarbij collega’s in een ad hoc selectiecommissie de afweging maken wie de –zeker in het begin beperkt aantal beschikbare functies- krijgen lijkt minder wenselijk: het kan collegiale verhoudingen verstoren en doet een groot beslag op schaarse tijd. Op termijn wordt de toekenning gekoppeld aan de gesprekkencyclus, op basis van de reguliere beoordelingen zoals deze in 2013-2014 is geïmplementeerd. Voor benoemingen van docenten die momenteel nog niet werkzaam zijn binnen Het Hogeland College zal de procedure plaatsvinden conform de huidige werkwijze bij externe werving en selectie van nieuwe docenten. 4.2.5
Procedure gesprekkencyclus
Het Hogeland College wil een kwaliteitsschool zijn met bekwaam en professioneel handelend personeel. De aandacht voor beter onderwijs staat altijd centraal. Om dat te kunnen bereiken wil Het Hogeland College investeren in de ontwikkeling van de kwaliteiten van de medewerkers en de individuele mogelijkheden en talenten van de medewerkers optimaal benutten. De in 2010 voorgestelde regeling ‘Gesprekkencyclus functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ heeft als doel: - Stilstaan bij en erkennen van ieders geleverde bijdrage en kwaliteiten; - Afstemmen van wensen en verwachtingen van de organisatie met die van de medewerker; - Stimuleren en realiseren van voortgaande groei en ontwikkeling van individuele kwaliteiten en vaardigheden; - Beoordelen van de geleverde bijdrage en aanwezige kwaliteiten. In de gesprekken zal ook ruimte zijn voor het welzijn van de medewerker en andere thema’s die vanuit de organisatie of door de medewerker worden aangedragen. De door de directie voorgestelde procedure is in grote lijnen als volgt en zal na de eventuele organisatiewijziging opnieuw door de PMR worden getoetst en vervolgens vastgesteld: - In een cyclus van drie jaar wordt jaarlijks een officieel gesprek gevoerd tussen een medewerker en zijn of haar functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator. Daarbij wordt in de regel deze volgorde gehanteerd: - Jaar 1 : ontwikkelings- /functioneringsgesprek; - Jaar 2 : voortgangsgesprek met (in principe) dezelfde gesprekspartner als in jaar 1; - Jaar 3 : beoordelingsgesprek met (in principe) dezelfde gesprekspartner als in jaar 1 en 2. Als in jaar 1 en 2 de gesprekken zijn gevoerd met de afdelingscoördinator, kan bij dit gesprek ook de conrector worden uitgenodigd. - Als basis voor de gesprekken dient het portfolio. De medewerker is eigenaar van het portfolio en zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud; - De officiële gesprekken in jaar 1 en 2 worden onder gezamenlijke regie van de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator en de medewerker gevoerd, met dien verstande dat de medewerker ervoor zorgt dat de functioneel leidinggevende minimaal drie weken voorafgaand aan het gesprek over zijn of haar portfolio kan beschikken;
-39-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
-
-
-
-
-
De afspraken uit het de officiële gesprekken in jaar 1 en 2 worden in overleg vastgelegd door een van beide gesprekspartners op het daarvoor bestemde formulier en door beiden voorzien van een handtekening voor akkoord. De medewerker zorgt ervoor dat uiterlijk drie weken voordat het beoordelingsgesprek plaatsvindt de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator in het bezit is van zijn of haar portfolio. De leidinggevende formuleert een beoordeling, die in het gesprek aan de medewerker wordt uitgereikt en toegelicht. Een verslag van het beoordelingsgesprek wordt in principe gemaakt door de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of de afdelingscoördinator aan de hand van een beoordelingsformulier en door de gesprekspartners voorzien van een handtekening voor akkoord. In overleg kan het verslag ook worden gemaakt door een neutrale notulist. De beschreven cyclus is de regel. Versnelling door middel van een andere volgorde is mogelijk op basis van argumenten en in overleg. Het initiatief hiertoe kan van beide partijen komen. Afspraken die worden gemaakt over de ontwikkeling van de medewerker (POP) en de resultaten daarvan worden conform de wet BIO opgenomen in het bekwaamheidsdossier. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk (artikel 16.6 CAOVO). Voor het bewaren van de verslagen worden de formele bewaartermijnen gehanteerd.
Overgangsregeling Gelet op het gegeven dat de directie uiterlijk met ingang van het schooljaar 2012-2013 met het voorstel voor een nieuwe organisatiestructuur komt, is er tot die tijd een overgangsregeling overeengekomen. Die overgangsregeling is als boven met uitzondering van het eerste punt. Dat wordt voorlopig: - Gesprek 1: het voortgangs of ontwikkelgesprek, vindt plaats met het aanspreekpunt van het personeelslid, dit kan een coördinator of een conrector zijn. - Gesprek 2: het functioneringsgesprek, vindt naar keuze van de werknemer plaats met de coördinator of de conrector. - Gesprek 3: het beoordelingsgesprek, vindt altijd plaats met de conrector. Op verzoek van de werknemer kan er een derde bij het gesprek aanwezig zijn, bijvoorbeeld de coördinator die gesprekspartner was in de eerste ronde.
-40-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
5
Bepaling formatie
In dit hoofdstuk wordt de toedeling systematiek van de beschikbare formatie voor HHC beschreven. De systematiek wordt beschreven aan de hand van het ontwikkelde allocatiemodel, waarbij alle baten en lasten inzichtelijk zijn gemaakt. In hoofdstuk 6 zal de systematiek specifiek op schooljaar 2011-2012 toegepast worden, waarbij een formatieve en financiële doorrekening wordt gegeven. In dit hoofdstuk zullen eveneens de normtaken, het functiebouwwerk, verlofsituaties, vervanging, kwaliteitsimpulsen en flexibele formatie aan bod komen. 5.1
Algemene uitgangspunten
Het overall uitgangspunt is dat er goed onderwijs moet worden gegeven in een financieel gezonde organisatie. Tussen goed onderwijs en een gezonde financiële situatie zit een spanningsveld waarin (onderwijskundige) beleidskeuzes gemaakt moeten worden, zowel in het primaire als secundaire proces. Om een doorrekening te maken van de beschikbare inkomsten voor het betreffende schooljaar per locatie zijn geprognosticeerde leerlinggegevens noodzakelijk. In april wordt daarom een prognose gemaakt van het aantal leerlingen per afdeling en opleiding, per vakkenpakket en van het aantal groepen voor het nieuwe schooljaar. De prognose van de leerling keuzes vormen input voor twee zaken, namelijk: 1. De planning voor de benodigde leraarlessen en taakformatie. 2. De berekening van de beschikbare formatie in financieel en formatief opzicht. Indien discrepantie optreedt tussen de planning vanuit de leerlingkeuzes en de beschikbare formatie op basis van de financiën zullen er vanuit de directie (beleids)keuzes gemaakt worden die betrekking kunnen hebben op de klassengrootte, de aangeboden vakken, overschrijding in de financiën, bevoegdheden etc. De aprilprognose van het aantal leerlingen en de keuzes die zij maken is dus een bepalende factor in de toewijzing van formatie. Bijstelling in de maanden daarna is noodzakelijk. Er is hierbij continue afstemming tussen het beschikbare budget en de planning van de benodigde leraarlessen en taakformatie. In het allocatiemodel 2011-2012 is inzichtelijk gemaakt welke middelen beschikbaar zijn voor het inzetten van formatie. Op deze wijze wordt in kaart gebracht waar over- en/of onderformatie aanwezig is op basis van de bekostiging. Uiteindelijk zullen door de directie keuzes gemaakt worden in de toedeling van formatie. Het resultaat over schooljaar 2011-2012 wordt via de volgende stappen berekend: 3. Bepalen van het totale beschikbare personele budget door alle personele baten op schooljaar 2011-2012 te begroten (eerste bestedingsronde). De bepaling van het beschikbare personele budget vindt plaats op basis van het leerlingaantal op 1 oktober 2011 (t=0), de bekostigingsvariabelen vanuit het ministerie en de personele budgetten genoemd in de jaarbegroting 2011. Nagegaan wordt wat in 2012 doorloopt en wat niet (5/12e – 7/12e systematiek). 4. Bepalen van de lasten, anders zijnde dan de loonkosten (tweede bestedingsronde).
-41-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Het betreft hier het materiële resultaat, de overige personele lasten (excl. extern personeel regulier zijnde niet vervanging), overhead (welke niet toe te wijzen is aan een locatie), frictieformatie en toegestane overschrijdingen. 5. Berekenen van de inzet voor schooljaar 2011-2012 in formatief en financieel opzicht (prognose). Deze inzet is opgebouwd uit de personele verplichtingen (vaste contracten), het door laten lopen van tijdelijke contracten en het opnemen van regulier extern personeel zijnde niet vervanging conform schooljaar 2010-2011. Het betreft hier dus de loonkosten en formatieve inzet over schooljaar 2011-2012 bij ongewijzigd beleid. 6. Vervolgens kan het resultaat per functiecategorie berekend worden en kan er via bijstellingen gestuurd worden op een dekkende begroting. 5.2
Normjaartaak en normweektaak
Conform de CAO 2008-2010 geldt voor het hele personeel in het onderwijs een normjaartaak van 1659 uur en een normweektaak van 36,86 uur. Elke betrekkingsomvang wordt uitgedrukt in een normbetrekking of een deel daarvan. Bij een werkweek van 36,86 uur worden maximaal 25 lessen van 50 minuten gegeven. Het feitelijk aantal te werken uren per week, is in verband met de 12 weken vakantie per schooljaar, circa 41,5 uur gedurende 40 weken; (1659/(52-12)). Per 1 augustus 2009 heeft iedere docent met een fulltime aanstelling een trekkingsrecht van 24 klokuren. Voor parttimers geldt dit naar rato. De docent is hiermee vrij om de 24 klokuren uit de lessentaak te halen of uit de niet-lestaken en deze uren bij een andere taak te voegen. Het trekkingsrecht geeft dus de mogelijkheid om de ene taak te verlichten door uren te verminderen en deze uren bij een andere taak toe te voegen zodat daar meer ruimte ontstaat. Er bestaat tevens de mogelijkheid om de 24 klokuren uit te laten betalen. Op het trekkingsrecht is in het formatieplan geanticipeerd door hier een bedrag voor te reserveren. Het trekkingsrecht is een individueel recht, wat inhoudt dat de docent zelf kan bepalen hoe en waar het trekkingsrecht wordt ingezet. De invulling van trekkingsrecht door een docent vindt in overleg met de werkgever plaats. Het trekkingsrecht heeft geen invloed op de normjaartaak van 1659 uur. 5.3
Functiebouwwerk
In de onderstaande tabel is per functiecategorie (directie, OP en OOP) het aantal fulltimeequivalent (fte) weergegeven. Hierin is zowel personeel in vaste dienst als personeel met een tijdelijke aanstelling opgenomen.
-42-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Functie Aantal fte 1 1,25 2 0,60 3 0,50 4 5,00 5 1,00 6 3,00 7 1,00 8 1,90 9 1,00 13 3,00 15 1,00 LB 48,55 LB schaal 11 4,35 LB schaal LD 13,00 LC 13,38 LC schaal LD 1,86 LD 6,35 Totaal 106,73 Tabel 9: Functiegebouw Het Hogeland College (peildatum 31 december 2010) In tabel 10 is het aantal vaste verplichtingen fte per docentfunctie opgenomen voor schooljaar 2011-2012 (peildatum 1 augustus 2011). Hierin zijn geen tijdelijke personeelsleden opgenomen. Docent functies Netto fte BAPO fte Bruto fte % van bruto fte OP-LB 37,60 1,14 38,74 51,76% OP-LB/11 3,23 0,62 3,85 5,14% OP-LB/LD 9,61 1,57 11,17 14,93% OP-LC 11,64 1,23 12,87 17,20% OP-LC/LD 1,62 0,24 1,86 2,49% OP-LD 5,77 0,58 6,35 8,48% Totaal 69,46 5,38 74,83 100,00% Tabel 10: OP formatie schooljaar 2011-2012 (peildatum 1 augustus 2011) 5.4
Verlofsituaties
De kosten van betaald ouderschapsverlof komen voor rekening van Het Hogeland College. Per gebeurtenis gaat het hierbij om circa 25% van de loonkosten van de betrokkene. De vergoeding van deze kosten is opgenomen in de bekostiging. Daarnaast kan er sprake zijn van zwangerschapsverlof. Zwangerschapsverlof is budgetneutraal. Eveneens kunnen personeelsleden onbezoldigd verlof opnemen. Het opnemen van dit verlof leidt tot hogere kosten voor Het Hogeland College. Reden hiervoor is dat de vrijkomende formatie vaak ingevuld wordt door een tijdelijke externe, waarover een opslagfactor van 1,536 en btw (19%) over betaald moet worden. Per saldo leidt dit tot hogere kosten. Als laatste soort verlof is er de BAPO. Zie voor nadere informatie hierover paragraaf 3.3.3.
-43-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
5.5
Vervangingsfonds / Participatiefonds
Tegelijk met de komst van de nieuwe bekostigingssystematiek per 1 januari 2006 is ook de regelgeving ten aanzien van de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds (VF) en Participatiefonds (PF) gewijzigd. Tot 1 januari 2006 konden kosten van vervanging gedeclareerd worden bij het Vervangingsfonds en daarvoor droegen schoolbesturen premies af. Mede op basis van historische gegevens omtrent de kosten van vervanging, heeft Het Hogeland College gekozen voor het volledige eigen risicodragerschap per 1 januari 2006. Jaarlijks is in de begroting een bedrag van € 85.000,- opgenomen voor de kosten van vervanging. Na vijf jaar eigen risicodragerschap zal een evaluatie plaatsvinden en zal het budget voor vervanging desgewenst worden aangepast. Een eventuele overschrijding van het begrote bedrag zal ten laste van de personele reserve worden gebracht; een onderschrijding ten gunste van de exploitatie. In 2011 zal de evaluatie van het eigen risicodragerschap plaatsvinden en zal door de sectordirectie onderzocht worden of het rendabeler is om een ziekteverzuimverzekering af te sluiten. 5.6
Projecten en kwaliteitsimpulsen
De toekenning van projecten geschiedt jaarlijks en steeds voor een periode van 12 maanden. In overeenstemming met het geformuleerde beleid in vorige formatieplannen dienen bij het aangaan van dienstverbanden ter invulling van de projectformatie voor bepaalde tijd en/of tijdelijke uitbreidingen de rechtspositionele consequenties helder te zijn. In hoofdstuk 6.1 zijn de projectgelden voor schooljaar 2011-2012 gepresenteerd. 5.7
Flexibele formatie
Het Hogeland College kiest er voor om zoveel mogelijk personeel zelf in dienst te nemen (max. 5% van de formatie). In een beperkt aantal gevallen wordt er echter voor gekozen om personeel niet zelf in dienst te nemen, maar de loonkosten te verlonen via een uitzendbureau. Het betreft hier onder andere personeel dat vervangt wegens ziekte en projectformatie.
-44-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
6
Formatie schooljaar 2011-2012
Hoofdstuk zes behandelt de beschikbare formatie voor schooljaar 2011-2012, gebaseerd op de systematiek beschreven in hoofdstuk vijf. Allereerst komen de personele baten voor het allocatiemodel 2011-2012 aan bod (de eerste bestedingsronde). Vervolgens worden de lasten, anders zijnde dan de loonkosten, omschreven (tweede bestedingsronde). In paragraaf drie worden de loonkosten over schooljaar 2011-2012 behandeld en de laatste paragraaf zal het resultaat vanuit het allocatiemodel 2011-2012 presenteren. 6.1
Eerste bestedingsronde schooljaar 2011-2012
In onderstaande paragraaf zijn de personele baten van Het Hogeland College voor schooljaar 2011-2012 opgenomen. Voor de cijfermatige uitwerking van de bedragen wordt verwezen naar bijlage A. In bijlage B zijn de niet structurele personele baten omgezet in formatie op basis van de HHC specifieke GPL per functiecategorie (zie paragraaf 3.2). In onderstaande tabel zijn de GPL-en per functiecategorie van Het Hogeland College weergegeven. De GPL wordt berekend door de totale loonkosten per functiecategorie te delen door de totale formatie van de desbetreffende functiecategorie. Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel GPL 2011-2012 100.925 66.815 45.499 Tabel 11: GPL Het Hogeland College 2011-2012 per functiecategorie 6.1.1 Personele lumpsum De personele lumpsum vergoeding is gebaseerd op het leerlingaantal van 1 oktober 2011 (prognose), de bekostigingsratio’s, de vaste voet van Het Hogeland College en de meest recente landelijke GPL. In deze laatste variabele is de verwachte stijging in 2012 van de GPL OP met 0,8% opgenomen. Door het leerlingaantal van 1 oktober 2011 (zie tabel 2) op te nemen wordt een t=0 systematiek gehanteerd. Op deze wijze sluit de formatieve inzet over 2011-2012 aan bij het aantal leerlingen in hetzelfde schooljaar. De totale lumpsumvergoeding die opgenomen wordt in het allocatiemodel 2011-2012 is € 7.263.500. Hierin zijn eveneens de uitkeringskosten die Het Hogeland College jaarlijks afdraagt voor de verrekening van de collectieve uitkeringskosten van de gehele sector voortgezet onderwijs opgenomen. 6.1.2 Overige personele baten Het beleidsvoornemen vanuit het ministerie is om de bekostiging van de maatschappelijke stage per 1 augustus 2011 op te nemen in de personele lumpsum (bron: regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs voor de schooljaren 2008–2009 tot en met 2010–2011). De vergoeding voor de maatschappelijke stage voor schooljaar 2011-2012 is gebaseerd op het leerlingaantal van 1 oktober 2010 en op een bedrag van € 60 per leerling. De totale begrote ontvangsten voor maatschappelijke stage 2011-2012 bedraagt € 71.940. Voor Local Identity (Toerisme, Recreatie en Cultuur; TReC) is voor schooljaar 2011-2012 een bate van € 48.000,- opgenomen. Deze bate is opgebouwd uit een deel voor externe formatie -45-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
(€ 30.000) en een deel voor formatie in eigen dienst (€ 18.000). De bate voor Local Identity komt ten gunste van de locatie Wehe den Hoorn. De lasten drukken eveneens op de locatie Wehe den Hoorn. Gezien de onzekerheid in de middelen van de Leerling Gebonden Financiering (LGF) is in het allocatiemodel 2011-2012 aangesloten bij de verwachte kabinetsbezuinigingen. Naar verwachting zal de (her)indicatie voor de betreffende leerlingen strenger worden, waardoor minder leerlingen in aanmerking komen voor deze extra financiering. In het allocatiemodel 2011-2012 is € 150.000 aan doelsubsidies personeel opgenomen. Dit zijn subsidies die ontvangen zijn vanuit het ministerie die rechtstreeks op de balans geplaatst zijn. Voor het project ‘Leerlingen voor leerlingen’ wordt de subsidie uitvoering projectplan Innovatie Impuls onderwijs ontvangen. Deze baten zijn conform de begroting behorende bij de subsidie opgenomen ten behoeve van de locaties Wehe den Hoorn en Uithuizen (zie onderstaande tabel).
Begroting 2011
Bedrag 100.440
Begroting 2012
66.000
Totaal Tabel 12:
Deel 5/12 voor AM 1112 7/12e voor AM 1112 e
Opname in AM 11-12 41.850 38.500
166.440 80.350 Op te nemen baten in het kader van het project Leerlingen van leerlingen
Daarnaast is een bate van € 15.000 uit het Regionaal Samenwerkingsverband Noord-, Oosten West Groningen opgenomen. In het allocatiemodel 2011-2012 is zwangerschapsverlof budgetneutraal opgenomen. Uitgangspunt hierbij is dat de vervangingskosten eveneens als baten ontvangen worden. Voor schooljaar 2011-2012 is eveneens een bate opgenomen voor de lerarenbeurs, een bedrag van € 6.108. Dit bedrag is gebaseerd op de beschikking lerarenbeurs over schooljaar 2010-2011. 6.2
Tweede bestedingsronde schooljaar 2011-2012
In de tweede bestedingsronde worden lasten opgenomen in het allocatiemodel, die niet behoren tot de loonkosten. Het betreft hier het materiële resultaat, de overige personele lasten (excl. extern personeel regulier zijnde niet vervanging), overhead, frictieformatie en toegestane overschrijdingen. Door het opnemen van deze lasten kan er op een dekkende begroting 2011-2012 gestuurd worden. Overige personele lasten De overige personele lasten zijn lasten die bovenschools gedragen worden. Voor schooljaar 2011-2012 is een bedrag van € 533.718 geraamd voor overige personele lasten. In tabel 13 is een uitsplitsing van dit bedrag opgenomen. Vanwege het constant buiten beschouwing laten -46-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
van de vavo leerlingen is de begrote afdracht vavo niet meegenomen. Een bedrag van € 5.000 voor vavo is echter wel meegenomen. Dit heeft te maken met het verwachte tekort op de voltijd en deeltijd vavo leerlingen. Overige personele lasten 2011-2012 Cursuskosten Extern personeel - Local Identity Werving personeel Reis- en verblijfkosten Bedrijfsgezondheidszorg Overige personele kosten - Vavo - Overig Herverdeling personele lasten Onderwijsbureau Deskundigenadvies Dotatie voorziening jubileum Totaal overige personele lasten Tabel 13: Overzicht overige personele lasten 2011-2012
Totaal HHC 60.000 30.000 20.000 23.000 15.000 5.000 60.000 105.718 90.000 100.000 25.000 533.718
Frictieformatie In het allocatiemodel 2011-2012 is 1 fte frictieformatie opgenomen op basis van een GPL OP van € 66.815. Deze frictieformatie kan ingezet worden voor eventuele knelpunten die in de loop van het schooljaar ontstaan. Bij het toedelen van frictieformatie wordt bij voorkeur flexibele formatie ingezet. Overhead Eén van de lasten waaraan alle locaties bijdragen is de overhead. Overhead betekent niet het onderwijsondersteunend personeel (OOP), maar de formatie die niet toegewezen kan worden naar een bepaalde locatie (locatie overstijgende werkzaamheden). In totaal is er in het allocatiemodel 2011-2012 een bedrag van € 528.131 opgenomen. De lasten van de overhead zijn opgenomen onder ‘reguliere formatie’ in bijlage A (financiën) en B (formatie). Materieel resultaat Uitgangspunt in het allocatiemodel 2011-2012 is dat het materieel resultaat meegenomen wordt bij de berekening van de formatie. Hierin is de 5/12e – 7/12e systematiek toegepast, waardoor het begrote resultaat over schooljaar 2011-2012 € 538.841 negatief is. Door het opnemen van het materiële resultaat kan er gestuurd worden op een dekkende begroting. Desalniettemin zal ook blijvend scherp gekeken worden naar bezuinigingsmogelijkheden op het materiële gedeelte. Toegestane overschrijdingen Voor 2011 mag er een toegestane overschrijding BAPO van € 140.000 plaatsvinden. Voor 2012 is dit een bedrag van € 106.000. Voor nadere informatie omtrent de toegestane -47-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
overschrijding BAPO wordt verwezen naar hoofdstuk 3.3.3. Van de toegestane overschrijding BAPO 2011 wordt 5/12e meegenomen en van 2012 7/12e gezien het schooljaar 2011-2012. De totale toegestane overschrijding 2011-2012 bedraagt hierdoor € 119.667. Voor zowel 2011 als 2012 mag er € 139.000 overschreden worden op het Plusprogramma, waarin maatregelen voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs zijn opgenomen. De totale toegestane overschrijding 2011-2012 bedraagt hierdoor € 139.000,-. Voor 2011 mag er een toegestane overschrijding op de voormalige ISK medewerker van € 62.000 plaatsvinden. Deze overschrijding is eveneens toegestaan voor het kalenderjaar 2012. Hierdoor wordt de opgenomen toegestane overschrijding over het schooljaar 20112012 op de ISK medewerker € 62.000. 6.3
Lasten formatieve inzet
Zoals reeds vermeld is voor schooljaar 2011-2012 een gewijzigd alloceringsproces van formatie en financiële middelen gehanteerd. Evenzo heeft er een wijziging plaatsgevonden in de personeel- salarisadministratie. Het is nu mogelijk om voor de vier locaties en voor centraal (overhead) een uitputting op functiecategorie te maken. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de verwachte formatieve inzet (planning) en de ingezette formatie (control). De lonen en salarissen zijn gebaseerd op de gegevens van de begrotingsmodule over het schooljaar 2011-2012. Hierbij is gebruik gemaakt van de actuele gegevens van de database met personeelsgegevens, gebaseerd op de meest actuele salaristabellen, secundaire arbeidsvoorwaarden, CAO ontwikkelingen (o.a. schaalinkorting en periodieken) en 1% loonkosten verhoging voor onvoorziene zaken (risico opvang). Eveneens zijn alle tijdelijke personeelsleden, die tot 1 augustus 2011 in het salarisadministratie systeem staan, doorgetrokken voor het gehele schooljaar 2011-2012. De gegevens zijn verwerkt in bijlage A en B. Het extern personeel regulier (niet zijnde vervanging) over 2011-2012 is conform 2010-2011 opgenomen. Aangezien de kosten van extern personeel per persoon verschilt is er besloten om een ‘extern personeel GPL’ te hanteren. Deze GPL is opgebouwd uit de volgende variabelen: - GPL LB schaal 5 -
Opslagfactor uitzendbureau 0,536
-
Btw (19%)
Uitwerking: € 48.490 x 1,536 x 1,19 = € 88.632 GPL extern personeel. Voor de volledigheid; er is in het allocatiemodel 2011-2012 aangesloten bij de inzet van extern personeel regulier in 2010-2011. Er is dus niet aangesloten bij het begrote bedrag van €330.000 voor regulier extern personeel (niet zijnde vervanging) in de begroting 2011. Daarnaast dient opgemerkt te worden dat extern personeel gebruikt kan worden als ‘sluitstuk’ voor de mogelijke discrepantie tussen de planning voor benodigde leraarlessen en
-48-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
taakformatie op basis van de leerling keuzes en de beschikbare formatie per locatie op basis van de financiën. Zowel de BAPO regulier als de uitgestelde BAPO bekend in het salarisadministratie systeem voor 2011-2012 is verwerkt in de lonen en salarissen. 6.4
Resultaat allocatiemodel 2011-2012
De keuzes gemaakt in bovenstaande paragrafen leiden tot het begrote resultaat voor het allocatiemodel 2011-2012. In onderstaande tabel is het resultaat op hoofdcategorieën weergegeven. Een uitsplitsing van deze bedragen is te vinden in bijlage A.
Personele lumpsum Overige personele baten Subtotaal eerste bestedingsronde Overige personele lasten Frictieformatie Overhead Materieel resultaat Toegestane overschrijdingen Subtotaal tweede bestedingsronde
Totaal HHC 7.263.478 477.019 7.740.497 -533.718 -66.815 -538.841 320.667 -818.707
Totaal beschikbare middelen 2011-2012
6.921.790
Lonen en salarissen Extern personeel Totaal lasten 2011-2012
6.926.106 423.419 7.349.525
Resultaat 2011-2012 Tabel 14: Resultaat allocatiemodel 2011-2012
-427.734
Het resultaat van de begroting over schooljaar 2011-2012 laat een negatief bedrag van € 428.000 zien bij ongewijzigd beleid. In dit resultaat zijn de toegestane overschrijding voor schooljaar 2011-2012 al verwerkt (totaal bedrag van € 320.667). Daarnaast zijn de eventuele extra structurele kosten van de mogelijke wijzigingen in de organisatiestructuur niet opgenomen (zie paragraaf 4.1.1). Gezien het negatieve resultaat is bijstelling noodzakelijk. Het negatieve resultaat betekent dat scherp gekeken zal worden naar de inzet van extern personeel van 0,4 miljoen euro. Hierbij rekening houdend met de planning voor de benodigde leraarlessen en taakformatie op basis van de leerlingkeuzes voor vakken en afdelingen. Indien (financieel) mogelijk zal extern personeel in eigen dienst genomen worden. Het eventueel resterend tekort zal binnen Het Hogeland College opgelost moeten worden, waarbij in eerste instantie wordt gekeken naar personeel waaraan we tijdelijke verplichtingen hebben.
-49-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Eén van de bijstellingen ligt gelegen in de frictieformatie. Voor het schooljaar 2011-2012 zal per augustus 2011 een halve fte van de frictieformatie toebedeeld worden aan bestaande formatie. Het geraamde resultaat wordt hierdoor teruggebracht naar € 394.000 negatief.
-50-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
7
Formatie schooljaar 2011-2012 tot en met 2014-2015
Om zicht te krijgen op de formatieplanning in de komende jaren is de systematiek van allocering toegepast voor de komende vier schooljaren. In het voorliggende bestuursformatieplan betreft het de schooljaren 2011-2012 tot en met schooljaar 20142015. De formatieplanning 2011-2015 is gebaseerd op de geprognosticeerde leerlingaantallen (zie hoofdstuk 3.1.2), de ontwikkelingen in het personeelsbestand (zie hoofdstuk 3.3 en 4.2) en de overige op dit moment bekende gegevens. In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven. 2013 1148 -1,37%
2014 1142 -0,52%
Baten Personele lumpsum Maatschappelijke stage Local Identity Doelsubsidies personeel Leerling gebonden financiering Subsidie uitvoering projectplan InnovatieImpuls Onderwijs RSNOWG Compensatie zwangerschapsverlof Lerarenbeurs
2011-2012 2012-2013 2013-2014 7.263.478 7.274.801 7.205.505 71.940 70.020 69.840 48.000 20.000 150.000 68.693 51.145 51.145 51.145
2014-2015 7.172.301 68.880
80.350 15.000 54.476 6.108
56.667
30.167
6.667
55.902 6.108
57.324 6.108
58.572 6.108
Subtotaal eerste bestedingsronde
7.740.497
7.603.336
7.420.089
7.363.674
Overige personele lasten Frictieformatie Overhead Materieel tekort Toegestane overschrijding BAPO Toegestane overschrijding ISK medewerker Toegestane overschrijding Plusprogramma
-533.718 -66.815 0 -538.841 119.667
-556.218 -68.063 0 -643.412 79.167
-543.718 -69.156 0 -758.418 25.000
-543.718 -69.848 0 -784.523
62.000
62.000
25.833
139.000
109.833
89.000
89.000
Subtotaal tweede bestedingsronde
-818.707 -1.016.692 -1.231.459
-1.309.088
Leerlingaantal 1 okt Procentuele daling leerlingaantal
Beschikbare baten
2011 1167
6.921.790
2012 1164 -0,26%
6.586.644
6.188.631
51.145
6.054.585
-51-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Personele lasten formatieve inzet
2011-2012 2012-2013 2013-2014
2014-2015
Directie OP V OP T OOP
504.625 5.135.257 636.324 649.899
504.742 5.260.301 647.419 648.832
504.703 5.367.843 670.561 647.859
504.506 5.420.665 694.714 647.549
Subtotaal personeel eigen dienst
6.926.106
7.061.293
7.190.966
7.267.434
294.419 85.000 44.000 423.419
294.419 85.000 44.000 423.419
294.419 85.000 44.000 423.419
294.419 85.000 44.000 423.419
7.349.525
7.484.712
7.614.385
7.690.853
-427.735 -898.069 -1.425.754 Resultaat meerjarenbegroting bij ongewijzigd beleid
-1.636.268
Extern OP (regulier zijnde niet vervanging) Extern OP zijnde vervanging Extern OOP regulier Subtotaal extern personeel Totaal personele lasten Resultaat Tabel 15:
Het exploitatieresultaat loopt van € 428.000 negatief voor schooljaar 2011-2012 naar € 1.636.000 negatief voor schooljaar 2014-2015. Deze afloop wordt gerealiseerd bij vrijwel ongewijzigd beleid. M.a.w. de formatie wordt constant verondersteld, terwijl de totale beschikbare baten jaarlijks dalen. Uit de negatieve resultaten spreekt de noodzaak om bijstellingen te gaan realiseren. Met name op het personele gebied zal bijsturing plaatsvinden, omdat dit de grootste kostenpost is van de organisatie. Een aantal zaken is verantwoordelijk voor het oplopen van het negatieve exploitatie resultaat. Ten eerste vindt er in de komende jaren een daling plaats in het geprognosticeerde leerlingaantal. Deze daling uit zich in een lagere personele lumpsum en lagere baten voor de maatschappelijke stage. De daling van de personele bekostiging houdt in dat het personele component van de exploitatie eveneens dient te dalen. In bovenstaande meerjarenbegroting is de formatieve inzet constant gehouden, waardoor de personele baten en de personele lasten (met name de loonkosten) steeds meer uit elkaar gaan lopen. Voor schooljaar 20122013 is een lichte stijging in de personele lumpsum waar te nemen. De lagere personele bekostiging, vanwege het leerlingaantal, wordt in dit schooljaar gecompenseerd door een hogere bekostiging GPL OP (in het kader van het Actieplan LeerKracht). Voor de jaren erna compenseert de hogere bekostiging GPL de daling in het leerlingaantal niet. Hierbij de kanttekening gemaakt dat tegenover de hogere GPL OP ook hogere personele lasten staan vanwege de schaalinkorting en de functiemix (Actieplan LeerKracht). Ten tweede zijn in meerjarig perspectief jaarlijks minder personele subsidies beschikbaar om de uitgaven te dekken, waardoor de exploitatieresultaten dalen. Ook deze conclusie noopt tot maatregelen op het personele vlak.
-52-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Een ander belangrijk component die van invloed is op de exploitatieresultaten is de huisvestingssituatie van Het Hogeland College. Gezien een aantal onzekerheden in deze situatie is een aantal voorlopige aannames gedaan in de meerjarenbegroting. Zodra de nieuw- en verbouwbouwplannen zijn gerealiseerd kunnen in meerjarig perspectief betrouwbaardere bedragen opgenomen worden.
-53-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage A:
Overzicht baten en lasten 2011-2012
Baten en lasten 2011-2012 DIR Personele lumpsum Maatschappelijke stage Local Identity (TReC) Doelsubsidies personeel Leerling gebonden financiering Subsidie uitvoering projectplan InnovatieImpuls Onderwijs RSNOG Baten zwangerschapsverlof Lerarenbeurs Subtotaal eerste bestedingsronde
821.368
HHC Totaal OP V OP T 5.886.035
OOP
FLEX
556.075 71.940 48.000 150.000 51.145
821.368
Overige personele lasten Frictieformatie Overhead Materieel resultaat Toegestane overschrijding BAPO Toegestane overschrijding Plusprogramma Toegestane overschrijding ISK medewerker Subtotaal tweede bestedingsronde
-115.141
Totaal baten beschikbaar voor formatie
706.227
80.350 15.000 54.476 6.108 5.886.035 477.019
556.075
-56.961
-438.193 -66.815
-38.563
-58.180
-441.273 111.953
-39.388 7.714
139.000 62.000 -633.328
5.252.707 477.019
-70.238
485.837
-54-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Personele lasten formatieve inzet DIR Reguliere formatie BAPO regulier BAPO uitgesteld Subtotaal reguliere lasten Maatschappelijke stage Taal- en Rekenbeleid Integraal personeelsbeleid Local Identity (TReC) Krachtig meesterschap Comenius RSNOG Leerlingen voor leerlingen Leerling gebonden financiering Subtotaal project lasten
504.625
504.625
HHC Totaal OP V OP T 4.210.574 461.063 325.622 6.690 4.542.886 461.063
6.959
4.532
57 3.453
8.111
FLEX
627.003 22.896
338.419
649.899
338.419
5.970 44.662 61.101
Vervanging van ziekte Vervanging van zwangerschap (WAZO) Vervanging van betaald ouderschapsverlof Vervanging van onbetaald ouderschapsverlof Vervanging van spaarverlof Vervanging van regeling eerste jaars docenten Vervanging van onbetaald verlof Vervanging van studieverlof Vervanging vanwege trekkingsrecht Subtotaal vervangingslasten Coördinatie afdeling Coördinatie stages Coördinatie zorg Decanaat Coach Coördinatie onderwijs Rooster Coördinatie kunst ICT LWOO LIO begeleiding
OOP
7.540 20.182 85.000 54.476
14.379 3.726
51.546 13.080 137.208 191.318 5.287 56.162 58.302 41.765 36.456 21.422 7.051 5.732 27.349 10.718
85.000
7.503
-55-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Uitbetaling trekkingsrecht Trekkingsrecht begroot Subtotaal overige lasten
69.708 531.270
10.368 17.871
Totale lasten lonen en salarissen
504.625
5.135.257 636.324
649.899
423.419
Beschikbare baten Totale lasten lonen en salarissen
706.227 504.625
485.837 649.899
423.419
Verschil
201.602
5.252.707 477.019 5.135.257 636.324 117.450 159.305
-164.062 -423.419
-56-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage B:
Formatie overzicht 2011-2012
Formatie 2011-2012
HHC Totaal DIR OP V OP T OOP FLEX
Personele lumpsum 8,90 79,12 Maatschappelijke stage Local Identity (TReC) Doelsubsidies personeel Leerling gebonden financiering Subsidie uitvoering projectplan InnovatieImpuls Onderwijs RSNOG Baten zwangerschapsverlof Lerarenbeurs Subtotaal eerste bestedingsronde 8,90 79,12
13,18 1,08 0,72 2,25 0,77 1,20 0,22 0,82 0,09 7,14 13,18
Overige personele lasten Frictieformatie Overhead Materieel resultaat Toegestane overschrijding BAPO Toegestane overschrijding Plusprogramma Toegestane overschrijding ISK medewerker Subtotaal tweede bestedingsronde
-0,58 -6,60 1,68 2,08 0,93 -0,58 -2,92
-0,87 0,17
Beschikbare formatie
8,32 76,20
7,14 12,48
-1,00
-0,70
-57-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Formatieve inzet DIR Reguliere formatie BAPO regulier BAPO uitgesteld Subtotaal reguliere inzet Maatschappelijke stage Taal- en Rekenbeleid Integraal personeelsbeleid Local Identity (TReC) Krachtig meesterschap Comenius RSNOG Leerlingen voor leerlingen Leerling gebonden financiering Subtotaal project formatie
HHC Totaal OP V OP T
5,00 61,87 5,53 0,14 5,00 67,53
0,08
OOP
FLEX
8,82 13,19 0,77
3,92
8,82 13,95
3,92
0,08 0,12
0,04 0,08 0,64 0,84
Vervanging van ziekte Vervanging van zwangerschap (WAZO) Vervanging van betaald ouderschapsverlof Vervanging van onbetaald ouderschapsverlof Vervanging van spaarverlof Vervanging van regeling eerste jaars docenten Vervanging van onbetaald verlof Vervanging van studieverlof Vervanging vanwege trekkingsrecht Subtotaal vervanging formatie
0,12 0,32 0,96 0,94 0,32 0,08 0,87 0,24 2,45
Coördinatie afdeling Coördinatie stages Coördinatie zorg Decanaat Coach Coördinatie onderwijs Rooster Coördinatie kunst ICT LWOO LIO begeleiding
2,66 0,08 0,76 0,79 0,52 0,47 0,32 0,08 0,08 0,40 0,14
Uitbetaling trekkingsrecht Subtotaal overige formatie
6,30
0,96
0,12
0,12
-58-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Totale formatieve inzet
5,00 74,67 11,71 13,95
4,88
Beschikbare formatie Totale formatieve inzet Verschil
8,32 76,20 7,14 12,48 5,00 74,67 11,71 13,95 3,32 1,52 -4,57 -1,47
4,88 -4,88
-59-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage C:
Het Managementmodel Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK)
Als methodiek voor het formuleren van een heldere visie op de organisatie heeft het INK een managementmodel ontwikkeld. Het eerste deel ‘Organisatie’ omvat de interne, beheersbare factoren: Leiderschap, Strategie & Beleid, Medewerkers, Middelen en Processen. Voor het tweede deel ‘Resultaat’ zijn als outputfactoren benoemd: Waardering door medewerkers, Waardering door leerlingen en ouders, Waardering door gemeenten en als laatste - als een soort overkoepelende outputfactor - Eindresultaten. personeelmanagement
waardering
beleid & strategie
waardering leerlingen
leiderschap middelenmanagement
organisatie
medewerkers
management van processen
eindresultaten waardering gemeenten
resultaat
Resultaten Wanneer een organisatie uitstekend presteert of ‘excelleert’ op deze gebieden, zijn de resultaten daarvan ‘zichtbaar’ binnen de vier velden die samen de ‘resultaten’-kant van het INK-model vormen. Aan de hand van deze velden wordt geïnventariseerd wat we meten, welke doelen er zijn gesteld, hoe we de prestatie van de organisatie vergelijken met die van anderen en daarbij het monitoren van de meetresultaten. Waardering door medewerkers Aan de basis van het succes van de organisatie staat medewerkerstevredenheid. Immers, medewerkers bepalen hoe er met het onderwijs wordt omgegaan, hoe de lessen worden uitgevoerd, hoe efficiënt en effectief de organisatie met haar middelen omgaat en uiteindelijk hoe tevreden de leerlingen, docenten en gemeenten zijn. Waardering door leerlingen Klanttevredenheid is de cruciale factor. Er zal onderzocht moeten worden wat de achterliggende behoeften van de (potentiële) leerling zijn en niet alleen naar datgene wat de leerling zegt te willen. Uitkomsten van klanttevredenheidsmetingen zijn bij uitstek het vertrekpunt voor verbeteracties. En continue verbetering leidt uiteindelijk tot excellentie. Naast afnemerstevredenheid is ook de tevredenheid van leveranciers een bepalende factor voor het resultaat van de organisatie. Immers, een groot deel van het ondernemingsresultaat wordt verdiend aan de inkoopzijde. Waardering door de gemeenten De maatschappelijke rol van organisaties wordt steeds belangrijker. Het Schoolbestuur L&E heeft niet alleen met leerlingen te maken, maar ook in toenemende mate met de
-60-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
gemeenten en de samenleving. Een tweede aspect van ‘waardering door de maatschappij’ is de maatschappelijke rol of functie die de organisatie vervult.
Eindresultaten Uiteindelijk leidt al het voorgaande tot een eindresultaat: de mate waarin de realisatie van de organisatiedoelstellingen wordt bereikt. Hierin worden zowel de kwalitatieve, onderwijskundige en personele processen beschreven en beoordeeld. Uiteraard zijn ook de financiële resultaten beschreven en beoordeeld.
-61-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 4 : Jaarplan en Begroting Het Hogeland College 2012 1.
Strategie en beleid Het Hogeland College
2.
Ontwikkeling leerlingaantallen
3.
Speerpunten 2012
4.
Management en besturing
5.
Personeel
6.
Middelen
7.
Investeringsprogramma onderwijskwaliteit 2012 t/m 2015
8.
Kaders en uitgangspunten begroting 2012
9.
Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016
10.
Risicoparagraaf
11.
Bestuursbesluit
Bijlagen: A Het Managementmodel Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) B Specificatie exploitatiebegroting 2012 C Technische toelichting exploitatiebegroting 2012 D Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 bij ongewijzigd beleid E Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 onverdicht F IPB – loopbaanbeleid en (toekomstig) functiebouwwerk G Functiemix
-62-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Inleiding Onze school vormt bij de onderwijsvoorzieningen voor het voortgezet onderwijs een belangrijke spilfunctie voor de leerlingen in de kop van Noord Groningen. Wij willen aan hen kwalitatief goed onderwijs bieden in een uitdagende en inspirerende leeromgeving. Om deze hoofddoelstelling te bewerkstelligen hebben we in het onderliggende jaarplan beleidskeuzes en plannen opgenomen die deze doelstelling ondersteunen. Om onze resultaten van het onderwijs te behouden en waarnodig te verbeteren, zetten we het komende jaar sterk in op de dialoog over onze opbrengsten en op het taal en rekenbewustzijn van zowel leerlingen als docenten. De tevredenheidonderzoeken, de opbrengstenkaarten van de inspectie en de eigen cohort onderzoeken zijn instrumenten waaruit we de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit afleiden. Uit de analyses van deze instrumenten vormen we vervolgacties, voeren we deze vervolgacties uit en analyseren vervolgens weer de resultaten. Met andere woorden, een continu proces van kwaliteitsverbetering. Goed leiderschap en docentschap is van cruciaal belang bij het behouden en verbeteren van de opbrengsten van onderwijs. Voor het jaar 2012 ligt het accent daarom op leren. Wij willen groeien naar een lerende organisatie, waarbij het de normaalste zaak van de wereld is om te reflecteren op het eigen handelen met behulp van feedback van collega’s, leerlingen en leidinggevenden. Door deze lerende attitude groeit onze professionaliteit en die draagt uiteindelijk bij aan een verbetering van de (onderwijskundige) opbrengsten. In ons integraal personeelsbeleid zetten we daarom in op motivatie, teamgeest en professionele attitude. Het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs dient plaats te vinden binnen een financieel gezonde organisatie, waarbij efficiënt gebruik wordt gemaakt van de middelen. Met name het gebruik van ICT en de huisvestingsplannen vormen voor 2012 speerpunten die hier aan bijdragen. Bovengenoemde zaken vormen de kernfocus van het komende jaar, waarbij per vestiging verschillende accenten worden gelegd. In de begroting 2012 zijn de financiële consequenties hiervan verwerkt, waarbij rekening gehouden is met de ontwikkeling van het eigen vermogen van Het Hogeland College. Hierbij presenteren wij het jaarplan en de begroting 2012 van Het Hogeland College. Namens Het Hogeland College, Sectordirecteur Voortgezet Onderwijs Rector van Het Hogeland College, Mevrouw L.G. de Haan
-63-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Strategie en beleid Het Hogeland College Wat willen wij – Visie en Koers In onze Visie en Koers hebben we een viertal centrale thema’s geformuleerd waaruit we willen werken. Wij willen: - kwalitatief goed onderwijs in een uitdagende en inspirerende omgeving, op basis van erkende ongelijkheid; - een veilig en warm klimaat bieden; - een open school zijn; - werken vanuit een professionele cultuur. De focus in 2012 zal liggen op het behouden en verbeteren van de opbrengsten. De voorwaarden hierbij zijn motivatie, teamgeest en professioneel gedrag. Wij willen groeien naar een lerende organisatie, waarbij het de normaalste zaak van de wereld is om te reflecteren op het eigen handelen met behulp van feedback van collega’s, leerlingen en leidinggevenden. Strategische doelstellingen De inhoudelijke speerpunten voor het komende jaar zijn gekoppeld aan de strategische doelen die vastgesteld zijn in de Visie en Koers van Het Hogeland College. De tien strategische doelstellingen waar wij naar streven luiden als volgt: 1. Wij willen een school zijn waar leerlingen, ouders en personeel zich gekend en erkend voelen. 2. Wij willen een school zijn die het onderwijs stoelt op de kernbegrippen: cultureel, intellectueel, technologisch en ondernemend. 3. Wij willen een school zijn die individueel talent maximaal uitdaagt. 4. Wij willen een school zijn die zich richt op individuele leerling, studie- en loopbaanbegeleiding. 5. Wij willen een school zijn die de nieuwste ICT-toepassingen en communicatiemogelijkheden inzet. 6. Wij willen een school zijn met een uitstekend imago in de hele regio. 7. Wij willen een school zijn met bij ons onderwijs passende huisvesting en moderne faciliteiten. 8. Wij willen een school zijn die zich richt op de buitenwereld en wij willen omgekeerd ook deze buitenwereld in onze school halen. 9. Nadere samenwerking zoeken binnen de onderwijskolom met scholen voor primair onderwijs en scholen die vervolgopleidingen aanbieden. 10. Wij willen een kwaliteitsschool zijn met bekwaam en professioneel handelend personeel. Om de strategische doelstellingen na te streven werken we vanuit onderstaande besturingsmodel. Vanuit dit model wordt duidelijk dat er een ‘getrapte’ ‘leiding/sturing’ is: de directeurbestuurder aan de rector, de rector aan de conrectoren, de conrectoren aan de coördinatoren, de conrector en coördinatoren aan docenten en onderwijsondersteunend personeel, en de docenten aan de leerlingen. Van belang hierbij is congruent en consistent gedrag, dat gebaseerd is op de vier kernwaarden uit Visie en Koers.
-64-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bestuursvisie Sturing door directeurbestuurder / rector
Pedagogische doelen Onderwijskundige en didactische doelen Verbinding met de maatschappij Professionele medewerkers
Visie en Koers Veilig en warm klimaat Kwalitatief goed en uitdagend onderwijs Open school Professionele cultuur
Onderwijs resultaten leerlingen
Strategie managementteam rector en conrectoren
Strategie per vestiging Conrectoren en coördinatoren
Activiteitenplan per vestiging door de teams
Uitvoering docenten, OOP en leerlingen
Leren en verbeteren
Figuur 1:
Model besturingsfilosofie Het Hogeland College
Ontwikkeling leerlingaantallen Onze school vormt een spilfunctie voor de leerlingen in de kop van Noord Groningen. Wij bieden onderwijs op alle niveaus dat bereikbaar en dichtbij is. Dat willen wij graag zo houden, hoewel dat lastiger wordt in een gebied dat gekenmerkt wordt door krimp. Het is daarom van belang om zicht te houden op de ontwikkeling van de leerlingaantallen. Wanneer het aantal leerlingen wijzigt leidt dit tot een daling of stijging in de personele en materiële inkomsten. Hoe minder leerlingen, hoe minder brood op de plank en hoe minder keuze. Om aantrekkelijk te blijven en om goed onderwijs te blijven bieden maken wij, in samenwerking met de sector Primair Onderwijs, in 2012 een start met de ontwikkeling van een markt- en onderwijsstrategie. Ontwikkeling gerealiseerde leerlingaantallen In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de leerlingaantallen voor schooljaar 2007-2008 tot en met schooljaar 2011-2012 opgenomen.
-65-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Vestiging / teldatum 1 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 oktober Havo-vwo Warffum 667 667 681 692 693 Vmbo Uithuizen 388 364 372 360 354 Vmbo Wehe den Hoorn 132 141 165 160 161 Totaal inclusief vavo 1187 1172 1218 1212 1208 Vavo 8 15 20 13 14 Totaal exclusief vavo 1179 1157 1198 1199 1194 Tabel 1: Ontwikkeling leerlingaantal HHC schooljaar 2007-2008 t/m schooljaar 20112012 Op teldatum 1 oktober 2011 is het leerlingaantal bij Het Hogeland College 1208 leerlingen, waaronder 14 vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) leerlingen. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het aantal vavo leerlingen sterk fluctueert. Aangezien deze leerlingen vrijwel budgetneutraal opgenomen in de exploitatiebegroting dient voor een heldere analyse gekeken te worden naar het totaal aantal leerlingen exclusief vavo. Het totaal aantal leerlingen blijft door de jaren heen redelijk stabiel. Kijken we naar de specifieke vestigingen dan is een aantal trends waar te nemen. Het aantal leerlingen op de vmbo afdelingen is stabiel, waarbij het dalende leerlingaantal in Uithuizen wordt gecompenseerd door het stijgende aantal leerlingen in Wehe den Hoorn. Het aantal leerlingen in Warffum is per schooljaar 2010-2011 gestegen. Deze stijging in het havo/vwo wordt veroorzaakt door een toename van de zij-instroom, zowel vanuit de TL plus vanuit onze eigen school als vanuit de instroom in havo 4 vanuit andere scholen. In onderstaande tabellen is de ontwikkeling weergegeven van de instroom brugjaar en de zij-instroom havo 4. Instroom naar brugjaar Instroom leerlingen vanuit 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 basisonderwijs vmb havo vmb havo vmb havo vmb havo vmb havo o / o / o / o / o / vwo vwo vwo vwo vwo Openbaar 86 72 76 83 86 72 76 83 71 64 onderwijs Protestants/christel 30 47 36 28 30 47 36 28 49 41 ijk/ Katholiek onderwijs Neutrale 5 4 3 0 5 4 3 0 6 1 basisschool Speciaal onderwijs 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 Totaal per stroming 121 123 115 111 121 123 115 111 129 106 Totaal per jaar 224 226 234 206 235 Tabel 2: Instroom leerlingen vanuit basisonderwijs per stroming en per schooljaar
-66-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Uit bovenstaande cijfers valt te concluderen dat de totale instroom van 2011-2012 een stijging vertoont ten opzichte van het vorige schooljaar. Vanuit het bijzonder onderwijs hebben we dit schooljaar ten opzichte van het vorige schooljaar verhoudingsgewijs meer leerlingen binnengehaald dan vanuit het openbaar onderwijs. Zij instroom naar havo 4 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Interne zij11 7 15 17 21 instroom Externe zij8 11 12 18 17 instroom Totaal zij19 18 27 35 38 instroom Tabel 3: Interne – en externe instroom 2006-2007 tot en met 2011-2012
2011-2012 20 21 41
De totale zij-instroom in havo 4 blijft vanaf 2006-2007 tot en met 2011-2012 stijgen. De interne zij-instroom (doorstroom) vanuit vmbo 4 laat sinds 2006-2007 een duidelijk stijgende lijn zien. De externe zij-instroom vanuit andere scholen (vmbo 4 en havo 3) stijgt in de afgelopen jaren. Ontwikkeling geprognosticeerde leerlingaantallen Het voedingsgebied van onze school kenmerkt zich door een terugloop in de bevolkingsaantallen. Het effect van deze terugloop is vooralsnog alleen duidelijk zichtbaar in de dalende leerlingaantallen in het basisonderwijs. Leerlingprognoses van het Planning Verband Groningen (PVG) bevestigen deze terugloop. In tabel 4 zijn de geprognosticeerde leerlingaantallen voor schooljaar 2012-2013 t/m schooljaar 2015-2016 weergegeven. Werkelijk Prognose 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 Havo-vwo Warffum 681 686 683 677 Vmbo Uithuizen 352 350 337 331 Vmbo Wehe den Hoorn 161 167 174 183 Totaal aantal leerlingen 1194 1203 1194 1191 Tabel 4: Geprognosticeerde leerlingaantallen HHC exclusief vavo.
2015/2016 671 313 179 1163
Bovenstaande leerlingaantallen zijn gebaseerd op de doorstroom- en uitstroomcijfers van de afgelopen 4 jaar en het leerlingaantal op teldatum 1 oktober 2011, waarbij deze laatste variabele het zwaarst meetelt. De uitstroom is gebaseerd op het aantal leerlingen in de examenklassen waarbij is uitgegaan van een gemiddeld slagingspercentage van de afgelopen vijf jaar. De instroomprognoses zijn afkomstig uit de rapportage van een hiervoor verricht onderzoek. Op basis van deze rekensystematiek leiden we af dat het totaal aantal leerlingen bij ongewijzigd beleid in schooljaar 2015-2016 met 2,6% afneemt ten opzichte van schooljaar
-67-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
2011-2012. Het leerlingaantal in Wehe den Hoorn stijgt met ruim 11% tot schooljaar 20152016 ten opzichte van het schooljaar 2011-2012, terwijl het leerlingaantal in het vmbo in Uithuizen naar verwachting met 11% zal dalen. Het leerlingaantal in Warffum daalt met 1,5% tot schooljaar 2015-2016 ten opzichte van schooljaar 2011-2012. Wij onderkennen de bovenstaande ontwikkeling en houden daarom zicht op de ontwikkelingen van de leerlingen door jaarlijks de leerlingprognoses te updaten en de instroom te analyseren. In 2012 wordt daarnaast aan een bureau opdracht gegeven om een analyse van het voedingsgebied te maken, waarbij het effect van de nieuwbouw situatie op de leerlingenstromen eveneens betrokken wordt in de analyse. Hierin worden zaken als het potentieel aan leerlingen in het voedingsgebied en de ontwikkeling van het marktaandeel van Het Hogeland College meegenomen. Speerpunten 2012 Voor het jaar 2012 hebben we op basis van onze Visie en Koers en de Strategische doelstellingen en vanuit de evaluaties van ons onderwijs de speerpunten voor 2012 geformuleerd. Daaraan zijn toegevoegd de speerpunten die vanuit de wettelijke regelgeving door ons gerealiseerd moeten worden. In dit hoofdstuk komen eerst de HHC brede speerpunten aan de orde, die gelden voor alle vestigingen. Daarna worden de vestiging specifieke speerpunten besproken en waar nodig vindt een aanvulling plaats op de HHC brede speerpunten. Voor de uitvoering en realisatie van deze speerpunten is het van belang dat ze 'leven' bij de medewerkers. De speerpunten moeten gedragen worden door de medewerkers die ze gaan uitvoeren. Het moeten zaken zijn die er toe doen en waarvan we verwachten dat ze direct of indirect bijdragen aan de kwaliteit van ons onderwijs aan onze leerlingen. Hierdoor worden werkplezier, verantwoordelijkheid en kwaliteit aan elkaar gekoppeld. Voor de monitoring en de realisatie van de activiteiten vindt op verschillende plekken terugkoppeling plaats: in het directieoverleg, het coördinatoren overleg en in het teamoverleg. Hierbij speelt specifieke aandacht voor de communicatie tussen de verschillende lagen in de organisatie een belangrijke rol. Het Hogeland College schoolbrede speerpunten 2012 3.1.1 Onderwijs Onderwijs – Taal en rekenen Om het taal en rekenonderwijs te verbeteren en daarmee de kwaliteit van het totale onderwijs worden in dit jaar diverse activiteiten uitgevoerd. Belangrijk hierbij is de ontwikkeling van taal- en rekenbewustheid bij alle docenten en de integratie hiervan in de eigen lessen en het eigen vakgebied. De HHC brede activiteiten op het gebied van taal en rekenen zijn: De doorlopende leerlijnen binnen de vakken en de vakken onderling verbeteren; Binnen de vestigingen werken met de referentieniveaus; -68-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De scores van de leerlingen op taal en rekenen analyseren; Bijspijker- en verrijkingsactiviteiten op alle vestigingen om zodoende het niveau van zwakke leerlingen te verhogen en de excellente leerlingen uit te dagen; Scholing en intervisie voor docenten om een grotere taal- en rekenbewustzijn binnen hun lessen te bewerkstelligen.
Onderwijs – Leerlingenzorg Bij de leerlingenzorg staat het principe van de erkende ongelijkheid voorop, zowel bij het algemene zorgbeleid als bij de individuele zorg en begeleiding. Naast het eigen beleid op het gebied van leerlingenzorg is het landelijk verplicht om te voldoen aan Passend Onderwijs. Passend Onderwijs betekent maatwerk in het onderwijs, waarbij elk kind onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. De invoering van Passend Onderwijs is echter nog omhuld met onzekerheden. Met name heerst onzekerheid ten aanzien (van de herverdeling) van de financieringstromen en de bestuurlijke organisatie. Dit zal in de loop van 2012 waarschijnlijk zijn beslag vinden. In het voorjaar van 2012 gaan we, in samenspraak met de sector Primair Onderwijs, ons oriënteren op de rol die we kunnen en gaan spelen in de Samenwerkingsverbanden. In 2012 vindt eveneens de communicatie van ons zorgprofiel naar ouders en scholen plaats. Naast de samenwerking over Passend Onderwijs, wordt met de sector Primair Onderwijs ook de samenwerking geïntensiveerd ten aanzien van de plusklas met hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast werken we aan de verbetering van de doorstroom van leerlingen vanuit het PO naar het HHC en het verbeteren van de doorlopende leerlijnen vanuit het PO naar het voortgezet onderwijs.
De HHC brede zorg activiteiten zijn:
De overgang van Magister als Leerling-administratiesysteem naar Magister als Leerlingvolgsysteem, waarin zijn opgenomen zaken als afspraken, handelingsplannen, testen etc.; De pilot Kurzweill (dyslexie en dyscalculie beleid) uitvoeren en evalueren; De samenwerking met het Primair Onderwijs intensiveren op de onderwerpen: doorlopende leerlijn, plusklas en doorstroom van leerlingen; Het jeugd en veiligheidsplan opstellen en vaststellen.
De HHC brede activiteiten op het gebied van Passend Onderwijs zijn:
Het zorgprofiel van Het Hogeland College vastleggen en communiceren naar ouders en scholen; Beleid maken op de consequenties van het wetsvoorstel Passend Onderwijs op de L&E organisatie; De scholingsbehoeften van docenten in kaart brengen. Onderwijs – Maatschappelijke stage -69-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Per augustus 2011 zijn de leerlingen van klas 1 verplicht om in hun schoolloopbaan een maatschappelijke stage te doorlopen. Het doel van de maatschappelijke stage is om de jongeren te stimuleren tot actief burgerschap en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid en besef voor waarden en normen. In 2010 hebben we het projectplan Maatschappelijke stage vastgesteld en per augustus 2011 is de maatschappelijke stage op een sobere, maar kwalitatief goede wijze ingevoerd in klas 1. De ervaringen die in schooljaar 2011-2012 worden opgedaan nemen we mee als input voor de invoering van de maatschappelijke stage in klas 2. Via het leerlingvolgsysteem Magister worden de leerlingen gevolgd in de uitvoer van de maatschappelijke stage. De HHC brede activiteiten op het gebied van maatschappelijke stage zijn: De invoering van de maatschappelijke stage in klas 1; Op grond van de ervaringen van de maatschappelijke stage in klas 1, per augustus starten met de maatschappelijke stage in klas 2; Het projectplan Maatschappelijke stage op basis van de evaluaties (eventueel) aanpassen; De administratie rondom de maatschappelijke stage (in Magister) inregelen.
Onderwijs – ICT We hebben de richtinggevende uitspraak gedaan dat Het Hogeland College voorop wil lopen op ICT gebied en nieuwe ontwikkelingen en dat die zo goed mogelijk geïntegreerd worden in onze onderwijsconcepten. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat goed gebruik van ICT toepassingen en de mogelijkheden ervan een positieve bijdrage kunnen leveren aan het leer- en werkklimaat en hiermee aan de leerresultaten van leerlingen. Eén van de mogelijkheden is het principe van vier-in-balans-plus. Het principe van Vier-in-balans is een evenwichtige inzet van 4 bouwstenen: visie, kennis, digitale leermiddelen en infrastructuur. Dit betekent dat er geen standaardoplossing is voor bijv. de infrastructuur waarover scholen zouden moeten beschikken of de vereiste deskundigheid van leraren. Keuzes zijn onderling van elkaar afhankelijk. De afstemming tussen de bouwstenen van Vier-in-balans is een belangrijke verklaring voor het al dan niet behalen van rendement uit ict in onderwijssituaties. De zienswijze dat er naast de beschikbaarheid van bouwstenen voor succesvol gebruik van ict tegelijkertijd ook sprake dient te zijn van leiderschap en samenwerking, wordt kortweg aangeduid met Vier-in-balansplus. Met samenwerking wordt hier bedoeld het delen van kennis en materialen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. De nieuw- en verbouw biedt bij uitstek de mogelijkheid om ICT toepassingen verder te gaan integreren in ons onderwijs. In het voorjaar van 2012 wordt het projectplan ICT daarom definitief vastgesteld en gaat uitvoer gegeven worden aan dit projectplan. In dit proces zijn de docenten nadrukkelijk betrokken, aangezien zij voornamelijk gebruik gaan maken van de mogelijkheden van ICT binnen de lessen De HHC brede activiteiten op het gebied van ICT zijn:
-70-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Het in het voorjaar van 2012 vaststellen van het projectplan ICT en een start maken in de uitvoering hiervan; De uitgaven op het gebied van ICT monitoren en evalueren.
Onderwijs – Kwaliteitsbeleid Wij willen aan leerlingen zo goed mogelijk kwalitatief onderwijs bieden in een uitdagende en inspirerende omgeving, waarbij de leerling de kans wordt geboden om zo goed mogelijk gebruik te maken van zijn/haar talenten. Deze kernwaarde is niet alleen van toepassing op onze leerlingen, maar geldt ook voor onze personeelsleden. Zij vormen één van de belangrijke factoren van schoolsucces van onze leerlingen. Wij zullen bij het borgen van de kwaliteit sterk inzetten op de dialoog over de onderwijskundige resultaten in alle afdelingen van onze school (zie figuur 1). Onderlegger van deze dialoog vormen de opbrengstenkaart van de inspectie en de analyse van de resultaten van het jaarlijkse cohort onderzoek en het tevredenheidonderzoek. De cyclus hiervan is opgenomen in het kwaliteitshandboek. De HHC brede activiteiten op het gebied van kwaliteitsbeleid zijn: Het kwaliteitshandboek actualiseren en vaststellen; Geformaliseerd overleg over de resultaten uit de cohort- en IDU analyses in alle afdelingen (gekoppeld aan het tevredenheidonderzoek) van de organisatie en vervolgstappen formuleren; Het leerrendement van de doorgestroomde 4 TL leerlingen naar 4 havo verbeteren.
3.1.2 Leiderschap Leiderschap– Lerende organisatie Met goed leiderschap staat of valt de organisatie. Onder leiderschap verstaan we de houding en het gedrag van alle leidinggevenden binnen onze organisatie die een richtinggevende verantwoordelijkheid hebben voor het personeel binnen de organisatie. Zij hebben een voorbeeldrol en zijn de sleutelfiguren die mede maken dat de school goed functioneert. Het organiseren en het (onder) houden van de dialoog binnen alle geledingen is daarom van essentieel belang. Dit creëert een cultuur binnen de organisatie waarbij aandacht is voor ontwikkeling en verbetering. Daarbij wordt het accent in 2012 gelegd op de dialoog over de opbrengsten, de motivatie, de teamgeest en de professionele attitude. Met het oog op bovenstaande zal ook de organisatiestructuur onder de loep genomen worden. De HHC brede activiteiten op het gebied van leiderschap en organisatie zijn: Training on the job door en voor leidinggevenden organiseren, waarbij feedback geven en ontvangen een belangrijk aandachtspunt is; De (individuele) leerlijnen van de directie en de coördinatoren uitvoeren en evalueren; Schoolbreed gestructureerd directie en coördinatoren overleg. 3.1.3 Personeel
-71-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Personeel- lerende organisatie Wij willen een lerende organisatie zijn waarbij reflectie op het eigen handelen en resultaatgericht werken wordt nagestreefd. De schoolleiding heeft hierbij een ondersteunende en sturende taak, waarbij de docent zich binnen de gegeven kaders kan ontplooien en ontwikkelen. Deze ontwikkeling van docenten kan zowel plaatsvinden binnen het klaslokaal (on the job) als in een context buiten het klaslokaal (off the job) en zowel individueel als in teams. Hierbij willen we dat verbinding bestaat tussen de schooldoelen, de individuele kwaliteiten en de persoonlijke ontwikkeling van docenten. Op basis hiervan zal een scholingsplan worden opgesteld. De HHC brede activiteiten op het gebied van de lerende organisatie zijn: Het concept ‘teamleren’ verder ontwikkelen; Ervaring opdoen met training on the job; Training van docenten op het gebied van zelfreflectie en feedback als onderdeel van de professionele cultuur; Opstellen en uitvoeren scholingsplan 2012.
3.1.4 Middelen We streven ernaar om goed onderwijs te geven in een financieel gezonde organisatie. Gezien de externe en interne ontwikkelingen komt er steeds meer druk op de exploitatie te staan. Diverse ontwikkelingen komen op ons af zoals de afname van het potentiële aantal leerlingen in het voedingsgebied en het mogelijk overheidsbeleid wat betreft de bekostiging. Voorbeelden van dit overheidsbeleid zijn: Effecten van de gewijzigde BAPO regeling op de exploitatieresultaten; Onzekerheid ten aanzien van middelen uit het samenwerkingsverband; Onzekerheid ten aanzien van de LGF bekostiging; Niet dekkende vergoeding vanuit het ministerie voor de CAO; Verwachte ophoging van de GPL OP in 2012 met 0,89% vanwege maatregelen uit het Actieplan Leerkracht (functiemix en inkorting salarisschalen); Geen volledige compensatie van de functiemix en de inkorting van de salarislijnen. In 2012 speelt een aantal zaken in ons middelenmanagement. Meerjarenbegroting De meerjarenraming laat zien dat een daling in de lasten noodzakelijk is. De discussie ten aanzien van de inzet van middelen, het aanbod van vakken, de groepsgrootte, urentabellen, taakbeleid en de daaraan verbonden inzet van leiding, docenten en onderwijsondersteunend personeel staat daarom in 2012 hoog op de agenda.
-72-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
(Digitale) communicatie Eén van de andere speerpunten voor 2012 is het opstellen van een communicatieplan. Dit communicatieplan omvat zowel afspraken over digitale communicatie naar externen (met name leerlingen en ouders) als de ontwikkeling van de nieuwe huisstijl. In 2012 wordt eveneens de nieuwe website gelanceerd, waarop informatie te vinden is voor ouders en (potentiële) leerlingen en andere belanghebbenden. Schoolboeken en ICT Een punt van discussie sinds een aantal jaren zijn de schoolboeken. Sinds het schooljaar 2009-2010 worden schoolboeken gratis verstrekt aan de leerlingen. Hiervoor ontvangen we een vergoeding van het ministerie. Conform de regelgeving dient een Europees aanbestedingstraject voor de schoolboeken gevolgd te worden. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van huisvesting en de integratie van ICT binnen de onderwijsconcepten hebben we besloten deze aanbesteding te koppelen aan de nieuwbouw. Als het projectplan ICT in het voorjaar van 2012 is vastgesteld bestaat er meer duidelijkheid over de plek van ICT en het digitale leermateriaal binnen onze school. In 2012 kan dan vervolgens de Europese aanbesteding van de schoolboeken en de digitale content plaatsvinden. De HHC brede activiteiten op het gebied van middelen zijn: Ontwikkelen nieuwe huisstijl van Het Hogeland College in lijn met de huisstijl van Schoolbestuur L&E; Ontwikkelen nieuwe website; Opstellen communicatieplan inclusief afspraken over digitale communicatie zowel intern als extern; Aanbesteding van de schoolboeken en de digitale content; Continu updaten financiële gevolgen huisvestingsplannen; De nieuwbouw in Uithuizen en Warffum realiseren; Per augustus 2012 starten met de vernieuwing van het praktijkgebouw in Warffum. De realisatie is voorjaar 2013.
-73-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3.1.5 Interne organisatie Organisatie – (Optimaliseren) organisatie In 2012 wordt de interne organisatie van de ondersteunende processen onder de loep genomen. Gezien de noodzakelijke bijstellingen op het financieel vlak (zie hoofdstuk meerjarenbegroting) kijken we hierbij naar de inrichting L&E breed en naar de processen binnen de organisatie. Doel is te komen tot een proceshandboek administratieve organisatie & interne controle. Hierbij zal ook de samenwerking met het Primair Onderwijs L&E gezocht worden. De HHC brede activiteiten op het gebied van interne organisatie zijn: Verbeteren inrichting administratieve ondersteuning; Inrichten van het proceshandboek administratieve organisatie & interne controle; Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerking L&E breed en met de staforganisatie van L&E Primair Onderwijs.
Speerpunten 2012 per vestiging In de onderstaande paragrafen zijn per vestiging de speerpunten opgenomen. De speerpunten per vestiging zijn aanvullend op de HHC brede plannen die genoemd zijn in de voorgaande paragrafen. Speerpunten 2012 Warffum De intrek in de nieuwbouw per augustus 2012 is één van de belangrijkste mijlpalen op organisatorisch gebied. Het gebouw wordt op een dusdanige wijze ingericht dat deze ondersteunend is aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Een leer- en werkvriendelijke ingerichte omgeving draagt daar in onze overtuiging aan bij. In augustus 2012 zal gestart worden met de verbouwing en vernieuwing van het praktijkgebouw in Warffum ten behoeve van havo en vwo. De realisatie hiervan vindt plaats in het voorjaar van 2013. De (ingeschatte) financiële effecten van de huisvestingssituatie zijn verwerkt in de exploitatiebegroting 2012 en in de meerjarenbegroting. In 2012 ligt de focus op een aantal thema’s die voortvloeien uit de evaluatie van de opbrengsten van ons onderwijs. Thema's daarbij zijn taal en rekenen, het havo onderwijs en de examenresultaten in het vwo. Hierbij richten we ons niet alleen op de zwakke leerlingen, maar ook op meer uitdaging en verrijking voor de excellente leerlingen. Verder zetten we in op professionalisering, waarbij het concept teamleren en intervisie een belangrijke rol spelen. ICT is een ander thema waarop in 2012 stevig ingezet gaat worden. Met name de scholing van docenten en het gebruik van ICT toepassingen binnen de les wordt bevorderd. In de onderstaande paragraaf worden de, voornamelijk kwalitatieve, speerpunten voor 2012
-74-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
neergezet. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de onderwijskundige speerpunten en de overige speerpunten. Onderwijs Speerpunt
Activiteiten Participeren in het netwerk ‘doorlopende leerlijn’, om er voor te zorgen dat de doorlopende leerlijnen binnen de vakken en de vakken onderling verbeterd worden;
De scores van de leerlingen op taal en rekenen analyseren en Taal en rekenen (eventuele) vervolgstappen formuleren en in gang zetten; Bijspijker en verrijkingsactiviteiten voor leerlingen om op deze wijze leerlingen te ondersteunen en uit te dagen; Scholing van docenten om ze meer taal- en rekenbewust te laten worden. In havo 3 het programma ‘Havisten Competent’ invoeren om zodoende de resultaten van de havo 4 leerlingen te verbeteren; Het programma ‘Havisten Competent’ evalueren; Het onderwijsprogramma havo 3 op havo 4 aansluiten en vice versa;
Onderwijs resultaten
Het onderwijsprogramma van TL plus te laten aansluiten op het programma van havo 4; Vastleggen van het onderwijsprogramma voor de onderbouw havo en vwo; De determinatie in de eerste drie jaren verbeteren; Formuleren van de criteria voor de profielkeuze; Terugbrengen van het verschil tussen het SE-cijfer en het CE-cijfer voor de moderne vreemde talen en waar zich dit verder voordoet; Opbrengsten vwo in kaart brengen.
Bèta programma
Oriëntatie op de nieuwe bèta vakken.
Professionalisering
Is scholing aangeboden of gevraagd op basis van de inhoud van de persoonlijke ontwikkelingsplannen.
-75-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Overige speerpunten Speerpunt
Activiteiten Elke docent heeft een gesprek conform de gesprekkencyclus gevoerd; Training gespreksvoering voor de directie en de coördinatoren;
IPB
Dialoog tussen leidinggevenden en docenten over het taakbeleid en werkverdeling; Formeel en gestructureerd de taken van docenten vaststellen. Elke docent heeft een individueel scholingsplan opgesteld, dat is gebaseerd op de pop gesprekken, de opbrengsten, de functietaken en de toebedeelde functies in het kader van de functiemix.
Nieuwbouw
Realiseren nieuwbouw van het hoofdgebouw en per augustus 2012 intrek in het nieuwe gebouw; Starten met de vernieuwing van het praktijkgebouw. Verbeteren van de inrichting en aansturing op de vestiging.
Organisatie structuur en leiderschap
Mentoraat en decanaat Leerlingenparticipatie
De dagelijkse organisatie verbeteren (dagroosters, absenties, te laat komen etc.); De interne communicatie binnen de vestiging verbeteren; De lessentabellen en programma’s van toetsing en afsluiting onderzoeken en eventueel opnieuw vaststellen. De rol van het mentoraat versterken; Een jaarplan ontwikkelen voor mentorlessen; Vaststellen beleidsdocument voor Oriëntatie op studie en beroep (OSB). De leerling-participatie bij (beleidsmatige) ontwikkelingen in de school vergroten; Opzetten klankbordgroepen van leerlingen.
Speerpunten 2012 Uithuizen Het komende jaar staat voor Uithuizen in het teken van de bouwactiviteiten. In de zomervakantie 2012 vindt de intrek in het nieuwe gebouw plaats. De (ingeschatte) financiële effecten van de huisvestingssituatie zijn verwerkt in de exploitatiebegroting 2012 en in de meerjarenbegroting. Aan het taal en rekenbeleid wordt in 2012 stevig getrokken. Zo wordt de stuurgroep nieuw leven ingeblazen, wordt het werken met het Vaardighedenboek ingevoerd, vind scholing van docenten plaats en worden de resultaten over de afgelopen jaren op taal en rekenen geanalyseerd. Bij de activiteiten die in 2012 op het programma staan staat het leren van en leren met
-76-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
elkaar (teamleren) voorop. Door het concept teamleren wordt leren binnen het team vanzelfsprekend, wat continue ontwikkeling en professionalisering bewerkstelligt. In de teamleren-bijeenkomsten komt onder andere de verbetering van de organisatie van het Dalton onderwijs naar voren. In 2012 wordt het Daltononderwijs verbeterd door het gebruik van kijkwijzers, flexibiliteit in de keuze van de Dalton uren en het teamleren. Verder vindt de inrichting en werken met het Leerlingvolgsysteem Magister plaats, worden de internationaliseringactiviteiten verder ontwikkeld en wordt Techniek breed in klas 3 ingevoerd. In de onderstaande paragraaf worden de, voornamelijk kwalitatieve, speerpunten voor 2012 neergezet. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de onderwijskundige speerpunten en de overige speerpunten. Onderwijs Speerpunt Dalton visitatie
Activiteiten De Dalton didactiek binnen de lessen verbeteren; De organisatie van het Daltononderwijs verbeteren. Aan de hand van de referentieniveaus, de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen opstellen; De scores van de leerlingen op taal en rekenen analyseren en (eventuele) vervolgstappen formuleren en in gang zetten;
Uitvoeren pilot waarbij een aantal docenten het leerlingvolgsysteem Taal en rekenen Magister gebruiken om de vorderingen per leerling te kunnen volgen; Bijspijker en verrijkingsactiviteiten voor leerlingen om op deze wijze de taal en rekenzwakke en excellente leerlingen te ondersteunen; Scholing van docenten om ze meer taal- en rekenbewust te laten worden; Afnemen van reken- en taaltoetsen. Leerlingen voor Uitvoeren jaarplan Leerlingen voor Leerlingen. Leerlingen Toetsen / beoordelen
Normering PTA toetsen van klas 3 & 4.
Techniek breed
Realiseren techniek breed voor klas 3.
Internationalisering
TL Plus
Afronden Comenius project; Opstarten nieuw project ten aanzien van internationalisering; Voortzetten contacten met Westrhauderfehn. Op basis van de analyse het gehele TL Plus programma aanpassen op het gebied van projecten en aanbod van vakken; Opstellen PR programma ten aanzien van de TL Plus.
-77-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Speerpunt
Activiteiten Verbeteren aansluiting TL plus en havo 4 en realiseren van een warme overdracht; Evaluatie afgelopen vier jaar TL plus en eventuele bijstelling onderwijsprogramma;
Onderwijs resultaten
Nader onderzoek doen naar en de dialoog voeren over de dalende trend van de resultaten voor de exacte vakken; Nader onderzoek naar en de dialoog over het rendement van de onderbouw; Terugbrengen van het verschil tussen het SE-cijfer en het CE-cijfer naar maximaal 0,5 voor vakken waarbij dat nu hoger is. Wiskunde is hierbij speerpunt; Verbeteren determinatie van de onderbouw naar de bovenbouw; Toepassen criteria voor het volgen van een 7e en 8e vak.
Overige speerpunten Speerpunt
Activiteiten Is scholing aangeboden of gevraagd op basis van de inhoud van de persoonlijke ontwikkelingsplannen en de toebedeelde functies in het kader van de functiemix. Scholingsaanbod voor docenten rond vier thema’s: (1) Taal en rekenen, (2) ICT, (3)Teamleren / Dalton en (4) TL Plus;
IPB
Elke docent heeft een gesprek conform de gesprekkencyclus gevoerd; Meeloopmomenten voor docenten (intervestiging); Thematische gezamenlijke studiedagen met de vmbo afdelingen; Dialoog tussen leidinggevenden en docenten over het taakbeleid en werkverdeling; Formeel en gestructureerd de taken van docenten vaststellen. Regelen ICT ondersteuning op de vestiging;
ICT
Trainingen voor docenten in het gebruik van de active boards (de 2 e cyclus); Invoering Mediawijsheid lessen; Invoering van het leerlingvolgsysteem Magister voor tenminste klas 1.
Nieuwbouw
Realiseren nieuw- en verbouw van het huidige gebouw en de nieuwbouw van de techniekhal; Per augustus 2012 intrek in de nieuwe gebouwen.
-78-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Speerpunt Organisatie structuur en leiderschap Leerlingen participatie
Activiteiten Interne communicatie binnen de vestiging verbeteren; De lessentabellen onderzoeken en eventueel opnieuw vaststellen. Het concept ‘peermediation’ verder ontwikkelen; Klankbordgroepen van leerlingen opzetten; Activiteiten uitvoeren door leerlingen van de activiteiten commissie.
Speerpunten 2012 Wehe den Hoorn In Wehe-den Hoorn zal in 2012 de focus liggen op de Dalton visitatie. Eén maal in de vijf jaar wordt namelijk onderzocht of ons onderwijs nog wel voldoet aan de Dalton eisen. Evenals op de andere vestigingen krijgt het taal- en rekenbeleid een prominente plaats binnen de activiteiten die we ontplooien in 2012. Het stimuleren en aanboren van de taal en reken vaardigheden van leerlingen draagt bij aan hun (sociaal-emotionele) ontwikkeling en op deze wijze worden de kansen op het zo goed mogelijk inzetten van ieders talenten vergroot. In 2012 wordt bijvoorbeeld het werken met het Vaardighedenboek ingevoerd, vind scholing van docenten plaats, worden aan de hand van de referentieniveaus de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen opgesteld en worden de resultaten over de afgelopen jaren op taal en rekenen geanalyseerd. Naast de aandacht voor het primaire proces wordt ook ingezet op scholing van docenten in relatie tot dit primaire proces. Deze scholing vindt plaats rond een viertal thema’s: (1) Taal en rekenen, (2) ICT, (3)Teamleren / Dalton en (4) TL. Via deze scholing willen we onze docenten zich laten ontwikkelen en professionaliseren, wat zal bijdragen aan de resultaten van onze leerlingen. Onderwijs Speerpunt Dalton visitatie
Activiteiten Ontwikkelen kijkwijzers aan de hand van de Dalton pijlers; Het teamleren verder ontwikkelen. Aan de hand van de referentieniveaus, de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen opstellen;
Taal en rekenen
De scores van de leerlingen op taal en rekenen analyseren en (eventuele) vervolgstappen formuleren en in gang zetten; Werken met het Vaardighedenboek door alle docenten; Afnemen reken- en taaltoetsen; Scholing van docenten om ze meer taal- en rekenbewust te laten worden.
-79-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Speerpunt Toetsen / beoordelen Leerling portfolio
Activiteiten Normering PTA toetsen van klas 3 & 4. Heroriëntatie op het gebruik van de leerling portfolio’s; Bewustwording van het eigen leren bij leerlingen vergroten door middel van het werken met een portfolio.
Leerlingen voor Uitvoeren jaarplan Leerlingen voor Leerlingen. Leerlingen Techniek breed Realiseren techniek breed voor klas 3. Onderwijs resultaten Local Identity
Verbeteren determinatie van de onderbouw naar de bovenbouw. Het projectplan Local Identity uitvoeren en de opbrengsten vaststellen; Besluit nemen over het bestaansrecht van de stichting.
Overige speerpunten Speerpunt
Activiteiten Is scholing aangeboden of gevraagd op basis van de inhoud van de persoonlijke ontwikkelingsplannen en de toebedeelde functies in het kader van de functiemix. Scholingsaanbod voor docenten rond vier thema’s: (1) Taal en rekenen, (2) ICT, (3)Teamleren / Dalton en (4) TL Plus;
IPB
Elke docent heeft een gesprek conform de gesprekkencyclus gevoerd; Meeloopmomenten voor docenten (intervestiging); Thematische gezamenlijke studiedagen met de vmbo afdelingen; Dialoog tussen leidinggevenden en docenten over het taakbeleid en werkverdeling; Formeel en gestructureerd de taken van docenten vaststellen. Regelen ICT ondersteuning op de vestiging;
ICT
Trainingen voor docenten in het gebruik van de active boards (de 2 e cyclus).
-80-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4. Management en besturing 4.1.
Schoolleiding en ondersteuning
De schoolleiding van Het Hogeland College bestaat uit een rector en vier conrectoren en is belast met het geven van leiding aan de school en de beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Per schooljaar 2011-2012 is de functie van conrector bovenbouw locatie Warffum ingevuld met een vaste dienstbetrekking. De rector heeft de algehele leiding en is verantwoordelijk voor de strategische beleidsvoering en voor het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid. De conrectoren geven integraal leiding aan hun vestiging of afdeling. De conrectoren hebben naast deze integrale verantwoordelijkheid allen een of meer beleidsportefeuilles. Hierbij worden de volgende portefeuilles onderscheiden: - Personeelsbeheer - Onderwijszaken havo-vwo - ICT - Onderwijszaken vmbo - Kwaliteitsbeleid Op de verschillende locaties is tevens een aantal docenten werkzaam die coördinerende werkzaamheden verrichten met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken. De directie wordt ondersteund door medewerkers op het gebied van financiën, personeel, secretariële zaken, administratieve zaken en eventueel (adhoc) andere ondersteuning. De HHC brede activiteiten op het gebied van schoolleiding en ondersteuning zijn: Vaststellen van de organisatiestructuur; Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerking L&E breed en met de staforganisatie van L&E Primair Onderwijs. 4.2. Communicatie Binnen Het Hogeland College vindt tussen alle geledingen communicatie plaats. De communicatie omtrent het Integraal Personeelsbeleid en de nieuwbouwplannen zijn goede voorbeelden van de verbeterde interne communicatie waarbij personeelsleden intensief betrokken waren bij het voorbereiden van het beleid. Met name de dialoog in de organisatie met de focus op onderwijskwaliteit en leeropbrengsten is erg belangrijk binnen Het Hogeland College. Deze dialoog beoogt een sterke verbinding tussen bestuur, rector, conrectoren, coördinatoren, mentoren, teams en medezeggenschap, met uiteindelijk zicht op de kwaliteit van de school, de ambities, resultaten, bedrijfsvoering en de optimalisatie van voorgaande zaken. Zoals reeds aangegeven in de HHC brede plannen (hoofdstuk 3.1.4) wordt in 2012 de omgang met externe digitale communicatie onderzocht. Het communiceren met zowel horizontale (ouders/verzorgers, (P) MR, samenwerkingspartners) als verticale belanghebbenden (Ministerie van OC&W, CFI) is erg belangrijk omdat we aan hen verantwoording dienen af te leggen over de vervulling van de maatschappelijke opdracht.
-81-
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De HHC brede activiteiten op het gebied van communicatie zijn: Dialoog in en tussen alle afdelingen van de organisatie over het behouden en verbeteren van de (onderwijs) opbrengsten; Opstellen communicatieplan inclusief afspraken over digitale communicatie zowel intern als extern.
4.3. Planning en control Door het strak neerzetten van de planning en control cyclus creëren we meer transparantie en duidelijkheid over de uit te voeren taken en wie, wanneer, welke rol daarin heeft. Hierdoor kan, in combinatie met het financieel beleid, tijdig worden ingespeeld op interne en externe ontwikkeling en kan beter gestuurd worden op de resultaten. Instrumenten van de gehanteerde planning en control cyclus bij Het Hogeland College zijn onder andere Visie en Koers, het jaarplan en begroting, de meerjarenbegroting, integrale managementrapportages en het jaarverslag met jaarrekening. De planvorming en daarmee samenhangende personele en financiële consequenties komen tot stand in de vestigingen in dialoog tussen de directie, coördinatoren en teams. Ter versterking van de planning en control cyclus wordt in 2012 door Schoolbestuur L&E breed een proceshandboek administratieve organisatie & interne controle opgesteld (zie hoofdstuk 3.1.5). Het proceshandboek bevat een beschrijving van de kritische bedrijfsprocessen. De HHC brede activiteiten op het gebied van de planning en control zijn: Inrichten van het proceshandboek administratieve organisatie & interne controle.
-82-
4.4 Budgettering, budgetverantwoordelijkheid en budgetbewaking Ter aanvulling en aanscherping van de bevoegdhedenmatrix (mandaatlijst bij het directiestatuut) zijn in onderstaande tabel expliciet de competenties van het management van Schoolbestuur L&E uitgewerkt. Functionaris 1 Toezichthouders
Bevoegdheden Goedkeuring op basis van de statuten van de stichting 2 Schoolbestuur Volledig bevoegd; (directeur-bestuurder) Besluiten binnen begrotingen. 3 Sectordirectie VO/PO Beslissingsvrijheid tot € 10.000 binnen de begroting
4 Conrectoren VO
Paraferen voor specifieke (neven) vestigingsuitgaven, waar zij met instemming van de rector mee annex geweest zijn 5 Adjunctsectordirectie Paraferen voor specifieke uitgaven, PO waar zij met instemming van de sectordirecteur mee annex geweest zijn 6 Locatiedirecteuren PO Kosten betreffende leerlingafhankelijke uitgaven van de jaarlijkse goedgekeurde begroting, met de daarin goedgekeurde budgetten Tabel 5: Procuratieschema
Procuratie Volledig binnen begrotingen. a. opdrachten tot € 25.000 b. opdrachten > € 25.000 samen met 2 Als onder bevoegdheden
Als onder bevoegdheden Als onder bevoegdheden
Opmerkingen: a. In principe beoordeelt en tekent de locatiedirecteur/conrector eerst, vervolgens de sectordirecteur, vervolgens de directeurbestuurder; b. Wijzigingen ten opzichte van bestaande bevoegdheden en procuratie dienen schriftelijk te worden vastgelegd; c. Beslissingsbevoegdheid binnen de goedgekeurde begroting met inachtneming van de in deze tabel genoemde bedragen; d. Namens het bestuur is bevoegd te tekenen ‘de directeur-bestuurder’. In geval van afwezigheid van één van de conrectoren/locatiedirecteuren tekent de sectordirecteur. In geval van afwezigheid van de sectordirecteuren tekent de directeurbestuurder. * Bij het niet juist volgen van het procuratieschema retourneert het administratiekantoor de ingezonden facturen naar de betrokkenen. Vastgesteld d.d. 10 februari 2011.
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
5. Personeel In dit hoofdstuk worden ontwikkelingen en beleidskeuzes omtrent personeel beschreven. De in dit hoofdstuk genoemde aspecten zijn aanvullend op de in hoofdstuk 3 genoemde speerpunten ten aanzien van personeelsmanagement. 5.1 Personeel- Integraal personeelsbeleid In 2009 is Het Hogeland College gestart met de voorbereiding van het invoeren van een integraal personeelsbeleid, gericht op drie ontwikkelingslijnen: Ontwikkeling en inrichten van het integraal personeelsbeleid; Personeelsontwikkeling, gericht op individuele en teamontwikkeling voor zowel docenten, management als onderwijs ondersteunend personeel als vervolg op de professionalisering-activiteiten zoals hierboven benoemd; Het ontwikkelen, vastleggen en consequent uitvoeren van de personeelsinstrumenten en spelregels, zoals het functiebouwwerk, de benoemingen van docenten volgens het Convenant Leerkrachten en de uitgangspunten voor de verdere professionalisering van docenten. Bovenstaande ontwikkelingslijnen zijn gericht op het neerzetten van het principe ‘de juiste persoon, op de juiste plek, op de juiste tijd’, ook wel strategisch HRM genoemd. We hebben dit ingezet met werkgroepen (loopbaan, gesprekkencyclus, werk en professionele cultuur) om een breed draagvlak te krijgen en in samenwerking met de (P)MR. Juist op het gebied van personeelsbeleid is goede en professionele medezeggenschap een voorwaarde. In 2012 zal de vormgeving van de medezeggenschap daarom een speerpunt zijn. In 2012 wordt het integraal personeelsbeleid verder vormgegeven. Onderdeel van het integraal personeelsbeleid is de taakdifferentiatie, ook wel de functiemix genoemd. Dit jaar vindt evaluatie plaats van de eerste ronde functiemix. Een ander onderdeel van het integraal personeelsbeleid vormt de gesprekkencyclus. In 2011 is gestart met de uitvoer van de gesprekkencyclus voor het onderwijzend personeel, waarbij elke docent jaarlijks in een driejaarlijkse cyclus een officieel gesprek voert met zijn/haar leidinggevende. In 2012 wordt de gesprekkencyclus voortgezet. Dit jaar wordt eveneens de gesprekkencyclus voor het onderwijs ondersteund personeel ingevoerd. In 2012 worden de adviezen van de werkgroep Professionele Cultuur verder uitgewerkt en zal naar aanleiding van de werkgroep Werk het taakbeleid opnieuw aan de orde worden gesteld. De HHC brede activiteiten op het gebied van integraal personeelsbeleid zijn: Starten met de gesprekkencyclus voor het onderwijs ondersteunend personeel; Evaluatie van de eerste ronde van de gesprekkencyclus OP en directie; Scholing aanbieden of gevraagd op basis van deze gesprekken; De tweede ronde van de gesprekkencyclus uitvoeren; De eerste ronde functiemix en –toedeling evalueren; Oriëntatie op taakbeleid; Advies van de werkgroepen Professionele Cultuur en Werk verder uitwerken;
24
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
5.2
Heldere procedures en werkafspraken met de (P)MR formuleren en vastleggen. Strategische personeelsplanning
5.2.1 Personeelsbestand In onderstaand schema is de leeftijdsopbouw per functiecategorie weergegeven per 1 augustus 2011. Uit het schema blijkt dat 42% ouder is dan 54 jaar (inclusief BAPO). Dit betekent dat de komende jaren een groot aantal medewerkers zal uitstromen. Ons personeelsbeleid is er op gericht om bevoegde en bekwame medewerkers te werven die passen binnen de onderwijscultuur van onze school, de doelstellingen van onze school onderschrijven en de doelen willen behalen. Dit sluit aan bij de ontwikkelingen op het gebied van integraal personeelsbeleid met betrekking tot het principe ‘juiste persoon, op de juiste plek, op de juiste tijd’. Verder wordt naar een evenwichtige verdeling binnen het personeelsbestand over de diverse generaties gestreefd. Dir
0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 ≥60 Totaal: Tabel 6:
Oop
Op Totaal % 1,94 1,94 2% 1,00 12,64 13,64 13% 1,00 3,10 13,97 18,07 17% 2,00 6,60 19,76 28,36 26% 2,00 2,75 22,26 27,01 25% 3,00 15,27 18,27 17% 5,00 16,45 85,84 107,29 100% Personeelsbestand opbouw op peildatum 1 augustus 2011 (bruto factoren)
5.2.2 Natuurlijk verloop Inzicht in natuurlijk verloop is noodzakelijk. Op deze wijze kan namelijk geanticipeerd worden op de ontwikkeling van het leerlingenaantal, genoemd in hoofdstuk 2. Hierbij is het van belang in te spelen op twee belangrijke ontwikkelingen, enerzijds wat de gevolgen van het verwachte afnemende aantal leerlingen zijn en anderzijds het verwachte natuurlijk verloop op basis van het personeelsbestand van 2012. Om een beeld te krijgen van hoeveel mensen in de komende jaren waarschijnlijk zullen uitstromen, is in onderstaande tabel de verwachte uitstroom vanwege natuurlijk verloop opgenomen. Hierin is een scheiding gemaakt in twee groepen personeelsleden. Voor personeelsleden die voor 1950 geboren zijn geldt dat zij nog gebruik kunnen maken van de FPU-regeling. De verwachting is dat zij gemiddeld op 63-jarige leeftijd met FPU gaan. Voor de personeelsleden die na 1949 geboren zijn geldt het ABP-keuzepensioen. Hiervoor is de verwachting dat zij op 65-jarige leeftijd uitstromen.
OP OOP DIR Totaal Tabel 7:
2012 2013 2014 2015 0,58 6,04 0,00 4,88 0,00 0,00 0,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,58 6,04 0,00 5,88 Verwachte uitstroom 2012-2016 door natuurlijk verloop
2016 7,24 1,00 0,00 8,24
In de komende twee jaar is door natuurlijk verloop een uitstroom in het onderwijzend
25
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
personeel van zo’n 6,5 fte te verwachten. Gezien de daling van het leerlingaantal en de meerjaren exploitatie zal per vertrekkend personeelslid terughoudend gekeken worden naar de mogelijkheden tot invulling van de vrijgevallen formatie. De HHC brede activiteiten op het gebied van natuurlijk verloop zijn in 2012: Bij de gesprekkencyclus met de personeelsleden van 56 jaar en ouder spreken over hun toekomstplannen om te bepalen hoe de toekomstige formatie wordt ingevuld. 5.3 Extern personeel voor vervanging Met het vervallen van het Vervangingsfonds voor het voortgezet onderwijs per 1 januari 2006 heeft Het Hogeland College er voor gekozen om eigenrisicodrager te worden voor de kosten van vervanging. In de begrotingen van de afgelopen vijf jaar is een constant bedrag van € 85.000 begroot inzake ziektevervangingskosten. Onder en overschrijding werden verrekend met de personele reserves op de balans. Ter voorbereiding op de begroting 2012 heeft volgens afspraak een onderzoek naar de ziektevervangingskosten in de afgelopen vijf jaar plaatsgevonden. In onderstaande tabel zijn de resultaten terug te vinden. Jaar 2006 2007 2008 2009 2010
Totaal vervangingskosten 18.180 49.539 21.769 77.870 231.857
Kosten begroot 85.000 85.000 85.000 85.000 85.000
Verschil 66.820 35.461 63.231 7.130 -146.857
Totaal 399.215 425.000 25.785 Tabel 8: Begrote ziektevervangingskosten versus gerealiseerde ziektevervangingskosten Een aantal conclusies is getrokken uit het onderzoek: - De gemiddelde gerealiseerde ziektevervangingskosten overstijgen niet de jaarlijks begrote € 85.000; - In 2010 is een forse overschrijding op de post ziektevervanging waar te nemen, vanwege langdurig zieken; - Het weegt voor Het Hogeland College niet op om een verzuimverzekering af te gaan sluiten, in plaats van het dragen van het eigen risico zoals in de huidige situatie; - Voor de begroting 2012 is het vijfjaarlijkse gemiddelde opgenomen, waarbij het laatste jaar (prognose 2011) het zwaarst weegt. Dit leidt tot een bedrag van € 99.500. Voor de begroting 2013 zal opnieuw het vijfjarig gemiddelde berekend worden. 5.4 Extern personeel We kiezen er in een aantal gevallen voor om personeel niet zelf in dienst te nemen maar de loonkosten te verlonen via een uitzendbureau. Het betreft hier onder andere personeel voor wie nog niet bekend is of er blijvend voldoende ruimte is in de formatie en docenten zonder bevoegdheid. Gezien het feit dat er sprake is van een krimpend voedingsgebied hanteren we een flexibele formatie van 5 tot 7%. Dit beleid is mede gericht op de werkgelegenheid van personeel in vaste dienst. Extern personeel is duur. Daarom wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om externen toch in eigen dienst te nemen.
26
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
27
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De HHC brede activiteiten op het gebied van extern personeel zijn in 2012: Voor de formatieplanning 2012-2013 wordt onderzocht wat de (financiële) mogelijkheden zijn om personeel in eigen dienst te nemen in plaats van via een uitzendbureau. 5.5 Scholing Voor de (na)scholing 2012 is € 70.000 begroot. Het scholingsbeleid is gebaseerd op de tien strategische doelstellingen en de door Stichting Beroepskwaliteit Leraren vastgestelde competenties en maakt deel uit van het Integraal Personeelsbeleid. Nascholing heeft betrekking op schoolbrede, groepsgerichte of individuele ontwikkeling. De individuele ontwikkeling is hierbij gekoppeld aan de schoolplannen. Naast de mogelijkheden die we als school bieden kunnen leraren ook éénmaal in hun loopbaan een beroep doen op scholingsfonds ‘De Lerarenbeurs’ van het ministerie van OC&W. Dit fonds stelt leraren in de gelegenheid om zich om te scholen naar een hoger kwalificatieniveau. In 2012 maken 2 docenten gebruik van deze Lerarenbeurs. De HHC brede activiteiten op het gebied van scholing zijn: Het nascholingsplan 2012-2013 vaststellen. 5.6 Deskundigenadvies Ter ondersteuning van het management van Het Hogeland College zal in 2012 een beroep worden gedaan op externe krachten (begroot € 80.000). Er bestaat de wens om ondersteuning in te huren onder andere bij de verdere ontwikkeling van Personeelsbeleid, ICT, PR en Huisvesting. 5.7 Onttrekking personele reserve ISK De Internationale Schakelklas (ISK) is in de loop van 2005 gesloten. De resterende leerlingen zijn verdeeld over de andere locaties of zijn inmiddels vertrokken. De opgebouwde reserve ISK is komen te vervallen in de algemene reserve. Voor 2012 is een bedrag begroot van € 62.000. Deze komen ten laste van de algemene reserve en is een toegestane overschrijding vanuit het bestuur. 5.8 Verzuimcijfers In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van zowel het landelijke verzuimcijfer als de verzuimpercentages van Het Hogeland College opgenomen.
28
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Ontwikkeling verzuimpercentages 8,00% Verzuimpercentage
7,00% 6,00% 5,00% 4,00%
Landelijke VO Zv1
3,00%
L&E VO Zv1
2,00%
L&E VO Zv2
1,00% 0,00% 2006
2007
2008
2009
2010
Jaar
Grafiek 1: Ontwikkeling verzuimpercentage (bron landelijke cijfers: ‘Nota: Werken in het onderwijs 2012’) Zv1 geeft het verzuimpercentage inclusief verzuim langer dan een jaar weer, terwijl Zv2 het verzuimpercentage exclusief verzuim langer dan een jaar behelst. Beleid en acties ten aanzien van (ziekte)verzuim De school streeft er naar om het verzuimpercentage zo laag mogelijk te houden. Bij melding van verzuim wordt door de leidinggevende de procedure gevolgd van direct telefonisch contact met de betrokken medewerker en – bij langer durend of herhalend verzuim – een of meerdere persoonlijke gesprekken. Ook bij de jaarlijkse gesprekkencyclus is dit een onderwerp van aandacht. Bij langdurig verzuim worden de stappen volgens de Wet poortwachter gevolgd. In overleg met de bedrijfsarts wordt steeds gewerkt aan een spoedige (stapsgewijze) re-integratie.
29
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
6. Middelen 6.1 BAPO In 2010 heeft het ministerie van OC&W de regelgeving omtrent de BAPO (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) gewijzigd. Vanaf verslagjaar 2010 dienen de BAPO lasten verwerkt te worden als periodelasten, waarbij geen sprake meer is van opbouw van een voorziening. Vanwege deze gewijzigde regelgeving is onderzocht wat de (financiële) effecten van deze gewijzigde BAPO regelgeving zijn. Hiervoor is een inventarisatie gedaan naar de verwachte deelname aan de BAPO regeling. Uit het onderzoek blijkt dat de BAPO baten (2% van de personele lumpsum) niet toereikend zijn voor de BAPO lasten. Om dit (financiële) probleem op te lossen is door de schoolleiding gekozen voor een gefaseerde oplossing, waarbij het financiële probleem in 3 jaar tijd wordt opgelost. In onderstaande tabel is de gefaseerde oplossing weergegeven. 2010 -310.000
Saldo BAPO baten en lasten % BAPO kosten t.l.v. het eigen vermogen, gefaseerde oplossing Toegestane overschrijding -310.000 gefaseerde oplossing Verschil/taakstelling bezuiniging Omgerekend in fte (GPL € 60.000) 0,00 Tabel 9: Oplossingsrichting BAPO
2011 -186.000 75%
2012 -211.000 50%
2013 -241.000 25%
2014 -286.000 0%
-139.500
-105.500
-60.250
0
46.500 0,77
105.500 1,76
180.750 3,02
286.000 4,77
In 2011 heeft actualisatie van de BAPO notitie plaatsgevonden. De BAPO situatie bij de sector Voortgezet Onderwijs is in 2012 afwijkend van de situatie zoals deze in 2010 was berekend. Het deelnamepercentage aan de BAPO is namelijk hoger in 2012 dan op basis van de historie werd verwacht: ongeveer € 81.000. Door deze stijging wordt het exploitatieresultaat negatiever. 6.2 Huisvestingsplanning en groot onderhoud Om het planmatig onderhoud aan de gebouwen te kunnen financieren is er een jaarlijkse toevoeging aan de voorziening onderhoud noodzakelijk, de dotatie. Op basis van de overzichten van de bureaus voor onderhoudsbeheer is per 2012 een dotatie van € 150.000 opgenomen. Ten aanzien van de financiële afwikkeling van de huisvestingsplannen is een werkgroep opgericht. Tijdens het opstellen van de begroting 2012 is nog geen precieze helderheid over de te maken kosten en de effectuering van de kosten in de exploitatie. 6.3 Ontwikkeling nieuwbouw/verbouw Warffum en Uithuizen Het kabinet heeft besloten de verantwoordelijkheid voor de voorziening aanpassing en onderhoud gebouw in het Voortgezet Onderwijs per 1 januari 2005 over te hevelen van gemeenten naar schoolbesturen. Concreet betekent dit dat vanaf 1 januari 2005 de schoolbesturen in het Voortgezet Onderwijs zelf verantwoordelijk zijn voor alle aanpassingen en onderhoud aan de gebouwen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en eerste inrichting. Met de gemeente Eemsmond zijn afspraken gemaakt rondom de financiering van de nieuw – en verbouw in Uithuizen en Warffum. De gemeente financiert 8,8 miljoen euro en de eigen
30
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
bijdrage bedraagt naar verwachting 4,5 miljoen euro. Zie pagina 36 voor de effectuering van de eigen bijdrage in de begroting 2012. 6.4 Investeringsbegroting 2012 De investeringsbegroting 2012 geeft op de eerste plaats een beeld van de benodigde investeringen van Het Hogeland College en hiermee dus tevens een beeld van de behoefte aan vermogen. In onderstaande tabel zijn de investeringen in 2012 en de daarbij behorende afschrijvingen per jaar opgenomen.
20 30 35 45 50 60
Activatype Gebouwen Meubilair en stoffering Inventaris en apparatuur (duurzame apparatuur) Machines en installaties OLP Hardware (ICT)
Tabel 10:
Investering 2012 800 331.652
Afschrijving % 2,50% 6,67%
Afschrijving per jaar 20 22.110
33.474 82.356 16.681 147.330
20% 10% 12.5% 20%
6.695 8.236 2.085 29.466 68.612
Investeringen en bijbehorende afschrijvingen 2012
Bovenstaande investeringen zijn opgebouwd uit de investeringen in de nieuw- en verbouw (5,5 ton) en de investeringen van de vaksecties. In de begroting 2012 is rekening gehouden met de investeringen door een half afschrijvingstermijn op te nemen. Investeringsprogramma onderwijskwaliteit 2012 t/m 2015
31
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
7. Investeringsprogramma onderwijskwaliteit 2012 t/m 2015 Om onze onderwijskwaliteit te behouden en te verbeteren investeren we extra in het onderwijs. Deze extra investeringen zijn opgenomen in de speerpunten voor het komende jaar (en jaren). In het onderstaande overzicht presenteren we het investeringsprogramma kwaliteit 2012 t/m 2015.
Baten Kwaliteitsimpuls VO Local Identity Projectsubsidie Leerlingen voor Leerlingen Totaal baten Lasten Verdere ontwikkeling personeelsbeleid en instrumenten Daltononderwijs/TL plus (4000)* Kwaliteitsimpuls VO: - Taal en rekenen - Havisten competent - Aansluiting TL - havo - Verbetering onderwijs opbrengsten - Krachtig Meesterschap - Local Identity Leerlingen voor Leerlingen Totaal lasten Saldo baten-lasten Tabel 11: Investeringsprogramma HHC
2012
2013
2014
2015
67.994 55.641 66.000 189.635
62.452 0 50.000 112.452
62.920 0 8.000 70.920
62.452 0 0 62.452
20.000
20.000
20.000
20.000
166.994
131.452 131.920 131.452
55.641 66.000 328.635
50.000 8.000 0 201.452 159.920 151.452
-139.000
-89.000 -89.000 -89.000
20.000
* (Een deel van) de lasten zit in de personele formatie
32
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
8. Kaders en uitgangspunten begroting 2012 Dit hoofdstuk geeft in hoofdlijnen de begroting 2012 en de gemaakte uitgangspunten in deze begroting weer. De geraamde bedragen zijn gebaseerd op de integrale managementrapportage tot en met augustus 2011, de jaarrekening 2010, de lopende contracten, de bekostiging vanuit het ministerie, beleidskeuzes en de in dit jaarplan genoemde speerpunten. Eveneens is de verhouding personeel/materieel berekend. 8.1
Samenvatting begroting 2012
Bate n 3.1 3.2 3.5
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
9.291.348 72.045 53.526
9.286.444 15.000 48.900
9.195.340 8.750 45.928
Totaal baten
9.416.919
9.350.344
9.250.018
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
8.257.704 191.289 518.775 1.274.664
7.800.558 184.206 593.539 1.188.240
7.828.618 187.628 618.200 1.140.840
Totaal lasten
10.242.432
9.766.543
9.775.285
Saldo baten en lasten
-825.513
-416.199
-525.267
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
Financiële baten en lasten
0
0
0
Resultaat
-825.513
-416.199
-525.267
Toegestane overschrijdingen - BAPO regeling - ISK medewerker - Plusprogramma
139.500 62.000 138.940
105.500 62.000 139.000
Subtotaal toegestane overschrijdingen
340.440
306.500
-75.759
-218.767
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Resultaat incl. toegestane overschrijdingen
-825.513
33
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Deel eigen bijdrage in de nieuw- en verbouw Resultaat na eigen bijdrage en excl. toegestane overschrijdingen Tabel 12: Samenvatting begroting 2012
3.550.000
-4.075.267
Uit de begroting 2012 blijkt een negatief exploitatieresultaat van € 525.267. In dit resultaat zit een aantal uitgaven waarvoor in voorgaande jaren een reserve is opgebouwd (BAPO, ISK) of die een niet structureel karakter hebben. Het gaat hierbij om de volgende, niet structurele, zaken: - De wijziging in de regelgeving voor de verwerking van de BAPO maakt dat in 2012 een extra bedrag is opgenomen van € 105.500. - Ten laste van de personele reserve komt een bedrag van € 62.000 (verplichting vanuit de voormalige Internationale Schakelklas (ISK); - De kosten van het plusprogramma ad € 139.000 zijn in deze begroting verwerkt. Rekening houdende met bovenstaande is een gecorrigeerd exploitatieresultaat van € 218.767 te berekenen. In het hierboven genoemde exploitatieresultaat is nog geen rekening gehouden met de eigen bijdrage in de nieuw- en verbouw die in 2012 in één keer ten laste worden gelegd van het eigen vermogen. Dit bedraagt 3,55 miljoen euro (zie toelichting pagina 36). Het exploitatieresultaat exclusief toegestane overschrijdingen bedraagt over 2012 dan € 4.075.267 negatief. 8.2 Uitgangspunten exploitatiebegroting 2012 Uitgangspunten baten De basis voor de berekening van de baten 2012 zijn de leerlingaantallen op 1 oktober 2011 en de bekostigingsvariabelen volgens de laatste publicaties. Daarnaast zijn aanvullende baten opgenomen zoals verhuur en projectsubsidies. Personeel De directe loonkosten zijn gebaseerd op de personele verplichtingen voor de eerste zeven maanden van 2012, de verwachte formatieve inzet voor schooljaar 2012-2013 (laatste vijf maanden 2012) en aanvullende prognoses zoals de functiemix en trekkingsrecht. Eveneens is per augustus 2012 een taakstelling van 3 fte opgenomen, wat een effect heeft op de personele loonkosten begroting van € 76.263. In 2013 heeft deze taakstelling een effect van € 183.000. De berekeningssystematiek BegrotingsInformatie maakt gebruik van de actuele gegevens van de database met personeelsgegevens, gebaseerd op de meest actuele salaristabellen, secundaire arbeidsvoorwaarden en CAO ontwikkelingen. Naast de salarislasten zijn er nog aanvullende personele lasten. Hierbij gaat het om uitgaven voor nascholing, kosten voor bedrijfsgezondheidszorg (WGA premie), kosten inhuur extern personeel en overige projecten.
34
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Materieel Investeringen worden gepleegd op basis van de investeringsbegroting opgenomen in tabel 10. De investeringsbegroting vormt een integraal onderdeel van de door het bestuur vast te stellen begroting. Eventuele investeringen in 2012 buiten de vastgestelde begroting worden aangevraagd bij het bestuur. Gebouwenbeheer In het kader van de nieuw- en verbouwplannen wordt alleen strikt noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Inventarisbeheer In 2005 is de gehele inventaris van Het Hogeland College geïnventariseerd. Nieuwe aanschaffingen worden direct als activa geregistreerd binnen de boekhouding en de afschrijvingslasten zijn opgenomen in de exploitatie. De inventarisatie heeft geleid tot: Inventarisbeheer en investeringsplanning op Het Hogeland College met behulp van Winventaris; Activaregistratie met behulp van FIS2000; Jaarlijks actuele investeringsbegroting en afschrijvingsplan. In 2007 is er boekhoud technisch aansluiting verkregen tussen het activabeheer, waarvoor Winventaris wordt gebruikt, en de activaregistratie opgenomen in de boekhouding, FIS2000. In 2012 zijn de volgende afschrijvingstermijnen van toepassing. Soort actief Gebouwen Meubilair Duurzame apparatuur ICT Leermiddelen Tabel 13: Afschrijvingstermijnen per actief 8.3
Afschrijvingstermijn 40 jaar 15 jaar 5 jaar 5 jaar 8 jaar
Percentage 2,5% 6,67% 20% 20% 12,5%
Verhouding Personeel/Materieel 2010 (jr)
2011
2012
PERSONEEL Totaal personele baten Totaal personele lasten Saldo personeel
7.971.089 8.257.704 -286.614
7.937.709 7.800.558 137.151
7.812.531 7.828.618 -16.087
MATERIEEL Totaal materiële baten Totaal materiële lasten Saldo materieel
1.445.830 1.984.729 -538.899
1.412.635 1.965.985 -553.350
1.437.487 1.946.668 -509.180
35
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Saldo baten en lasten -825.513 -416.199 Tabel 14: Begroting 2012 verhouding personeel/ materieel
-525.267
36
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
9.
Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016
In dit hoofdstuk presenteren we de meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 van onze school. Paragraaf 1 geeft samenvattend de verdichte meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 weer. In bijlage E is de onverdichte meerjarenbegroting opgenomen conform de EFJ richtlijnen. In paragraaf 2 geven we aan welke uitgangspunten en beleidskeuzes opgenomen zijn. In de laatste paragraaf behandelen we het effect van de meerjaren exploitatiebegrotingen op het vermogen van Schoolbestuur L&E. 9.1 Samenvatting meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 In de meerjarenbegroting bij ongewijzigd beleid is een jaarlijks dalend exploitatieresultaat te zien tot € 782.000 in 2016 (zie bijlage D). Dit is de situatie bij een gelijkblijvende context (inclusief de 3 fte taakstelling per augustus 2012), waarbij aan de lasten kant niet geanticipeerd wordt op de ontwikkeling in het leerlingaantal (zie tabel 4). Vanzelfsprekend leidt deze meerjarenbegroting naar sturing op met name de lasten kant. Hierbij rekening houdend met ons uitgangspunt dat kwalitatief goed onderwijs gegeven dient te worden binnen een financieel gezonde organisatie. De kwaliteit zal zeker onder druk komen te staan bij het creëren van oplossingsrichtingen. Op het personele vlak wordt gestuurd op minder formatieve inzet, waarbij er rekening gehouden moet worden met het feit dat grotere vestigingen hun middelen efficiënter kunnen alloceren, dan kleinere vestigingen. Daarnaast zal op het materiële gedeelte gestuurd worden door sober en efficiënt middelen in te zetten. Een aantal genoemde speerpunten in de voorgaande hoofdstukken dragen op termijn bij aan de efficiëntere inzet van middelen. Punten die hier aan bij kunnen dragen zijn een eventuele wijziging in de organisatiestructuur en samenwerking met het Primair Onderwijs bij de administratieve processen, het invoeren van techniek breed, een hogere groepsgrootte, minder vrijheid in de vakkenkeuze. Deze maatregelen zullen uiteindelijk leiden tot minder personele inzet. Effectuering van deze voornemens in financiën is nog niet mogelijk. Steeds opnieuw zal gekeken worden naar de goede balans tussen een gezonde financiële situatie en kwaliteit goed onderwijs. Het beleidsuitgangspunt dat we hierbij hanteren is dat gestuurd moet worden op een sluitende begroting, waarbij de ontwikkeling van het eigen vermogen in ogenschouw wordt genomen. Voor de financiële positionering dienen we dus de exploitatieresultaten te koppelen aan de balanspositie van de organisatie en hiermee ook aan het weerstandsvermogen. Een weerstandsvermogen van ongeveer 35% zou alle risico’s binnen het HHC op zowel de lange als de korte termijn moeten kunnen dekken (situatie na de nieuwbouw). In 2012 zullen we opnieuw een risico inventarisatie en analyse gaan uitvoeren. Op basis van de bevindingen uit deze analyse zullen we ons standpunt ten aanzien van het weerstandsvermogen eventueel herformuleren. Om aan te geven wat voor effecten bovenstaande beleidsuitgangspunten hebben zijn in onderstaande tabel de taakstellingen opgenomen die noodzakelijk zijn om in de komende jaren te sturen op een sluitende begroting.
37
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Taakstellingen cumulatief Energielasten Leerlingafhankelijke lasten
2013 33.602 -6.741
2014 33.602 -139
2015 33.602 2.061
2016 33.602 22.601
Totaal materiele taakstelling
26.861
33.463
35.663
56.203
Personele lasten Totaal personele taakstellingen
180.997 180.997
463.112 516.436 463.112 516.436
726.679 726.679
Totaal taakstellingen 207.858 496.575 552.099 Tabel 15: Cumulatieve taakstellingen meerjarenbegroting 2012 t/m 2016
782.882
We verwachten dat na de nieuw- en verbouw een besparing op de energielasten van € 33.602 optreedt. Deze besparing hebben we daarom verwerkt in de meerjarenbegroting bij gewijzigd beleid. Een aantal posten in onze begroting is leerlingafhankelijk. Deze posten laten we daarom ook fluctueren op basis van de ontwikkeling van het leerlingaantal (zie tabel 4). De ‘sluitpost’ om te sturen op een sluitende meerjarenbegroting is met name de personele component. Hierbij de kanttekening dat op het materiële gedeelte sober en efficiënt middelen ingezet (zullen) worden, wat effect zal hebben op de kwaliteit in alle lagen van de organisatie. Op de personele component zal zowel gekeken worden naar de directe loonkosten (personeel in eigen dienst en externen) als naar de indirecte loonkosten. In onderstaande tabel is de jaarlijkse taakstelling op het personele vlak omgezet in formatie op basis van de gemiddelde personele last (GPL) OP schaal LB van ongeveer € 61.000. 2013 2014 Formatieve taakstelling per jaar -2,97 -4,62 Tabel 16: Formatieve taakstelling per jaar
2015 -0,87
2016 -3,45
Bovenstaande taakstellingen leiden tot de volgende meerjarenbegroting. Baten 2012 2013 2014 2015 3.1 (Rijks)bijdragen OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten
Totaal baten Lasten 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten
2016 8.890.00 9.184.000 9.171.000 9.096.000 9.050.000 0 20.000 0 0 0 0 46.000 52.000 52.000 52.000 52.000 8.942.00 9.250.000 9.223.000 9.148.000 9.102.000 0 2012
2013
2014
2015
2016 7.141.00 7.829.000 7.592.000 7.381.000 7.342.000 0 188.000 201.000 161.000 125.000 98.000 618.000 585.000 585.000 585.000 585.000
38
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4.4 Overige instellingslasten
1.118.00 1.141.000 1.148.000 1.141.000 1.139.000 0
Totaal lasten
8.942.00 9.776.000 9.526.000 9.268.000 9.191.000 0
Saldo baten en lasten
-526.000
-303.000
-120.000
-89.000
0
Financieel resultaat
0
0
0
0
0
Exploitatieresultaat
-526.000
-303.000
-120.000
-89.000
0
Toegestane overschrijdingen - BAPO regeling - ISK medewerker - Plusprogramma
106.000 62.000 139.000
60.000 62.000 89.000
0 0 89.000
0 0 89.000
0 0 0
Subtotaal toegestane overschrijdingen
307.000
211.000
89.000
89.000
0
Resultaat (incl. toegestane overschrijdingen)
-219.000
-92.000
-31.000
0
0
Deel eigen bijdrage in de nieuw- en verbouw 3.550.000 0 0 0 Resultaat na eigen bijdrage en excl. toegestane overschrijdingen 4.076.000 -92.000 -31.000 0 Tabel 17: Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 bij gewijzigd beleid
0
0
In zowel 2013 als in 2014 is het exploitatieresultaat inclusief de toegestane overschrijding negatief. Redenen van dit negatieve resultaat zijn: - de geleidelijke afbouw van de keuzevakken en de extra's; - de beperkte mogelijkheid tot wijziging in de toedeling van de lessen aan vakdocenten. De hierbij behorende personele verplichtingen zijn in 2013 1,5 fte en in 2014 0,5 fte niet weg te bezuinigen formatie. 9.2 Uitgangspunten Uitgangspunten baten Op basis van de in tabel 4 opgenomen leerlingaantallen zijn de baten in meerjarig perspectief berekend. Op basis van deze leerlingaantallen is in een aantal gevallen de ontwikkeling van de lasten opgenomen. De bekostigingsvariabelen voor de personele en materiële budgetten vanuit het ministerie van OC&W zijn gebaseerd op de meest recent vrijgegeven publicaties.
39
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De VO raad verwacht in de komende jaren stijgingen in de GPL OP in het kader van het Actieplan LeerKracht van Nederland. Deze verwachte stijgingen zijn opgenomen in de geraamde personele lumpsum (zie onderstaande tabel). 2012 2013 Stijging GPL OP 0,89% 0,88% Tabel 18: Procentuele stijgingen GPL OP
2014 1,22%
2015 0,24%
2016 0,24%
Voor een aantal baten hebben we de volgende uitgangspunten opgenomen: - De LGF baten dalen per 2013 met 75% vanwege de invoering van Passend Onderwijs; - De subsidie voor Local Identity loopt per 2013 af; - De subsidie voor het project Leerlingen voor Leerlingen loopt jaarlijks af; - Gezien de onzekerheden m.b.t. de invoering van Passend Onderwijs is vanuit het samenwerkingsverband per augustus 2012 geen bate meer opgenomen; - De lerarenbeurs is per 2013 niet meer opgenomen. Uitgangspunten personele lasten De directe loonkosten zijn opgenomen conform de formatieve inzet van kalenderjaar 2012, de uitgangspunten uit de loonkostenbegroting van 2012, de ontwikkeling van de lasten vanwege de functiemix en de salarislijn inkorting en de opgenomen taakstellingen zoals verwoord in de voorgaande paragraaf. Voor het berekenen van de salariskosten is gebruik gemaakt van de berekeningssystematiek BegrotingsInformatie (BI). BI maakt gebruik van de actuele gegevens van de database met personeelsgegevens, gebaseerd op de meest actuele salaristabellen, secundaire arbeidsvoorwaarden en CAO ontwikkelingen. Uitgangspunten materiële lasten De nieuw- en verbouwactiviteiten in Warffum en Uithuizen hebben effect op de exploitatieresultaten en de balanspositie van onze school. Van de 4,5 miljoen euro eigen bijdrage wordt € 400.000 ontrokken aan de onderhoudsvoorziening, wordt 5,5 ton geactiveerd op de balans die zodoende als jaarlijkse afschrijving in de exploitatie terechtkomt en het overige deel (3,55 miljoen euro) wordt in één keer ten laste gelegd van het eigen vermogen via het opnemen van deze lasten in 2012. In de ontwikkeling van het weerstandsvermogen (zie volgende paragraaf) is deze opname te volgen. De huisvestingslasten zijn constant gehouden aan de begroting 2012. Met uitzondering van de energielasten. Deze dalen per 2013 vanwege de energiebesparing die de nieuwbouw gaat opleveren. De overige instellingslasten zijn verdeeld in de volgende drie categorieën: - Administratie en beheer - Inventaris en apparatuur - Overige instellingslasten Uitgangspunt in deze lasten is dat zij in meerjarig perspectief fluctueren op basis van de
40
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
procentuele daling of stijging van het aantal leerlingen ten opzichte van het basisjaar (zie tabel 4). Uitzonderingen hierop zijn (1) bijdrage onderwijsbureau (2) telefoon-/faxkosten en (3) deskundigenadvies. Deze lasten zijn constant verondersteld aan 2012. Toegestane overschrijdingen Vanuit het bestuur is een aantal toegestane overschrijdingen vastgesteld. Deze toegestane overschrijdingen gelden voor uitgaven waarvoor in voorgaande jaren een reserve is opgebouwd en voor niet structurele uitgaven. Het betreffen de toegestane overschrijdingen op de BAPO (zie paragraaf 6.1), de ISK medewerker (zie paragraaf 5.7) en het plusprogramma (zie hoofdstuk 7). 9.3 Weerstandvermogen In de risicoanalyse 2008 is de jaarlijkse reservebuffer vastgesteld, onderverdeeld in de algemene reserve en de bestemmingsreserve. De conclusie uit de risicoanalyse is dat de algemene reserve van Het Hogeland College 25% van de jaarlijkse exploitatie (totale baten) dient te bedragen; een weerstandsvermogen van 25%. Daarnaast bleek het aanleggen van een bestemmingsreserve van omstreeks 65% van de jaarlijkse totale baten gewenst. Deze reserve dient om de aankomende jaren verbeteringen te kunnen realiseren ten gunste van de kwaliteit van het onderwijs. De bestemmingsreserve is op te splitsen in een nieuwbouw/herprofilering (55%), onderwijs/omgeving (5%) en een personeelscomponent (5%). Gezien de ontwikkelingen die wij tegemoet zien zijn wij van mening dat een weerstandsvermogen van zo’n 35% (na de nieuw- en verbouw) meer op zijn plaats is dan 25%. In 2012 zullen we daarom opnieuw een risico inventarisatie en analyse gaan uitvoeren. Op basis van de bevindingen uit deze analyse zullen we ons standpunt ten aanzien van het weerstandsvermogen eventueel herformuleren. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het weerstandsvermogen weergegeven.
Eigen vermogen Resultaat Eigen vermogen (ultimo)
2010
2011 8.947 -416
2012 8.530 -4.075
2013 4.455 -303
2014 4.152 -120
2015 4.033 -89
2016 3.944 0
8.947
8.530
4.455
4.152
4.033
3.944
3.944
Baten 9.420 9.354 9.254 9.227 9.152 9.106 8.946 Weerstandsvermogen 95,0% 91,2% 48,1% 45,0% 44,1% 43,3% 44,1% Tabel 19: Ontwikkeling weerstandsvermogen bij ongewijzigd en gewijzigd beleid Gerelateerd aan het minimaal vereiste weerstandspercentage (35%) kunnen we concluderen dat bij gewijzigd beleid het weerstandsvermogen toereikend is om de ingeschatte risico’s op korte en (middel)lange termijn op te vangen. De meerjarenbegroting bij gewijzigd beleid presenteren we onverdicht in bijlage E.
41
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
10
Risicoparagraaf
Uit de in 2008 uitgevoerde risicobeoordeling blijkt we een hoger risicoprofiel heeft dan gemiddeld. De staat van de gebouwen (hoewel deze bij de gereedkoming van de nieuwbouw in 2013 een andere status zal hebben), de demografische situatie van de regio, de opbouw van het personeelsbestand en onderwijskundige wijzigingen vormen de belangrijkste risico’s. Daarnaast zijn de risico’s van belang die voortkomen uit: de onzekerheid met betrekking tot benodigde financiële middelen en de invloed van de concurrentie. Ten opzichte van de gemaakt risicobeoordeling in 2008 zijn er twee belangrijke risico’s bijgekomen. Ten eerste laat het aantal potentiële leerlingen in het voedingsgebied van onze school voor de komende jaren een dalende trend zien. De aanwas van nieuwe leerlingen zal waarschijnlijk niet voldoende zijn om de uitstromende aantallen te compenseren. Door de verwachte daling van het aantal leerlingen zal eveneens de bekostiging vanuit het Rijk afnemen en zal de exploitatie onder druk komen te staan. Ten tweede heeft het ministerie van OC&W aangekondigd te gaan bezuinigen op het onderwijs. Op de verwachte bezuinigingen op Passend Onderwijs en de Leerling Gebonden Financiering is in de meerjarenbegroting geanticipeerd. 10.1 Externe ontwikkelingen Een aantal externe ontwikkelingen is van belang in relatie tot de risico’s binnen onze organisatie. In onderstaande paragraaf zijn puntsgewijs de ontwikkelingen opgenomen. Demografische situatie Gezien de ligging van de school in een relatief dun bevolkte regio brengt dit grote risico’s met zich mee. Een onderzoeksbureau heeft de ontwikkeling van het voedingsgebied van Het Hogeland College (gemeenten Eemsmond, De Marne en Winsum) in kaart gebracht. Deze ontwikkeling is in grafiek 2 weergegeven. Ontwikkeling voedingsgebied volgens prognose - index 2010 140 130
2010 = waarde 100
120 110 100 90
Eemsmond
80
De Marne
70
Winsum
60 50 40
Grafiek 2: Ontwikkeling voedingsgebieden (gebaseerd op bevolkingsprognose van de Provincie Groningen) De geschetste ontwikkeling van het voedingsgebied laat zien dat op termijn vooral het
42
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
potentieel aan leerlingen in de gemeenten Winsum en Eemsmond afneemt. In tabel 4 zijn de geprognosticeerde leerlingaantallen tot en met schooljaar 2015-2016 voor Het Hogeland College doorberekend. Concurrentiepositie Het Hogeland College ondervindt de effecten van concurrentie van andere scholen in de omgeving en in de stad Groningen. Deze profileren zich evenals Het hogeland College dat doet door ondermeer onderwijsvernieuwing en onderwijskwaliteit. Dit risico is van invloed op de onderscheidende waarde van de vernieuwende projecten van Het Hogeland College en daarmee de aantrekkelijkheid voor leerlingen. Om de concurrentiepositie te versterken zullen de huidige onderwijs- en organisatieontwikkelingen doorgezet worden. De verwachting is dat de nieuw- en verbouw in Uithuizen en Warffum een positief effect heeft op de leerlingaantallen. Ook zal gezocht worden naar een intensievere samenwerking met het primair onderwijs, zowel binnen het eigen bestuur als andere schoolbesturen. In 2012 wordt, in samenwerking met de sector Primair Onderwijs, een start gemaakt met de ontwikkeling van een markt- en onderwijsstrategie. Vermindering overheidsbijdragen Met het oog op de huidige economische situatie heeft de overheid besloten om ook te bezuinigen op het onderwijs. Zo is ingezet op een bezuiniging van 300 miljoen euro op Passend Onderwijs en zal naar verwachting ook minder middelen voor de Leerling Gebonden Financiering beschikbaar zijn. Daarnaast blijkt in vrijwel de gehele sector de materiële bekostiging onvoldoende te zijn om de bestaansmissie van het voortgezet onderwijs naar behoren te kunnen uitvoeren. Om te sturen op een dekkende begroting worden de negatieve resultaten op materieel gebied namelijk ingebracht op het personele gedeelte. Kortweg houdt het resultaat hiervan in dat er minder ‘handen’ in en voor de klas beschikbaar zijn. 10.2 Interne ontwikkelingen Een aantal interne ontwikkelingen speelt een rol in de hantering van risico’s binnen onze organisatie. In onderstaande paragraaf zijn puntsgewijs deze ontwikkelingen opgenomen. Staat gebouwen, inventaris en ICT middelen Als belangrijkste risico gold in 2008 de staat van gebouwen, inventaris en ICT middelen. De ambitie die spreekt uit de onderwijsvernieuwende en de ICT projecten was lastig realiseerbaar in een verouderd gebouw met verouderde inventaris en ICT infrastructuur. Daarnaast is dit risico van invloed op het onderwijsproces en de materiële exploitatie. Dit risico is bij Het Hogeland College in een ander licht komen te staan gezien de huidige nieuw- en verbouw en is deels beheerst door alvast te zorgen voor een betere ICTinfrastructuur die meegenomen wordt in de nieuwbouw. In 2013 zal bij de gereedkoming van de nieuwbouw dit risico een andere status krijgen. Personeelsbestand In paragraaf 5.2 is reeds geconcludeerd dat de gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand relatief hoog is. Op middellange termijn brengt dit naar verwachting extra kosten voor BAPO met zich mee en wellicht een toename van het ziekteverzuim, zoals
43
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
we die het afgelopen jaar al zagen. Een tweede risico dat zich aandient met de huidige opbouw van het personeelsbestand is de uitstroom verwachting. In de komende twee jaar zal ongeveer 8% van het onderwijzend personeel via natuurlijk verloop uitstromen. In de komende periode worden daarom gesprekken met deze groep gevoerd en met personeelsleden van 56 jaar en ouder om te bepalen hoe de toekomstige formatie wordt ingevuld. Onderwijsvernieuwingen We willen als scholengemeenschap voorop lopen op zowel onderwijskundig als ICT gebied en nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen zo goed mogelijk integreren in onze onderwijsconcepten. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat dit een positieve bijdrage kan leveren aan het leer- en werkklimaat en hiermee aan de leerresultaten van leerlingen. Eveneens kan dit onze concurrentiepositie verstevigen. De financiële druk op de exploitatie die deze ontwikkeling met zich meebrengt, zorgt voor een verhoogd financieel risico. Verhoging verantwoordingsplicht Vanuit het ministerie wordt de druk op schoolbesturen vergroot door hogere eisen te stellen aan de verantwoording. Er komt een sterkere nadruk op de verantwoording van de leerresultaten en de financiën. Hierdoor wordt de plan- en werkdruk van de directie verhoogd, waardoor de focus op het primaire proces in het gedrang kan komen. Mede in dit licht wordt in 2012 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een eventuele wijziging van de organisatiestructuur.
44
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
11
Bestuursbesluit
De directeur-bestuurder heeft in de vergadering van 17 november 2011 het voornemen uitgesproken om het jaarplan en de begroting 2012, waaronder de jaarschijf 2012 van de investeringsbegroting, voor het Voortgezet Onderwijs vast te stellen. De toezichthoudende bestuursleden van Schoolbestuur L&E hebben het jaarplan en de begroting 2012 Voortgezet Onderwijs goedgekeurd in de vergadering van ………………… . Namens de toezichthoudende bestuursleden, de heer mr. G.A.F.P. Giunta d'Albani voorzitter
De directeur-bestuurder heeft het jaarplan en de begroting 2012, waaronder de jaarschijf 2012 van de investeringsbegroting, voor het Voortgezet Onderwijs vastgesteld in de vergadering van ………………… en machtigt hierbij: de sectordirectie Voortgezet Onderwijs als budgethouder tot exploiteren van de scholen binnen de in de begroting 2012, op grootboekrekeningniveau, aangegeven bedragen. Namens Schoolbestuur L&E, de heer M.C.J. Visser directeur-bestuurder a.i.
45
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage A:
Het Managementmodel Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK)
Als methodiek voor het formuleren van een heldere visie op de organisatie heeft het INK een managementmodel ontwikkeld. Het eerste deel ‘Organisatie’ omvat de interne, beheersbare factoren: Leiderschap, Strategie & Beleid, Medewerkers, Middelen en Processen. Voor het tweede deel ‘Resultaat’ zijn als outputfactoren benoemd: Waardering door medewerkers, Waardering door leerlingen en ouders, Waardering door gemeenten en als laatste - als een soort overkoepelende outputfactor - Eindresultaten. personeelmanagement
waardering
beleid & strategie
waardering leerlingen
leiderschap middelenmanagement
organisatie
medewerkers
management van processen
waardering gemeenten
eindresultaten
resultaat
Resultaten Wanneer een organisatie uitstekend presteert of ‘excelleert’ op deze gebieden, zijn de resultaten daarvan ‘zichtbaar’ binnen de vier velden die samen de ‘resultaten’-kant van het INK-model vormen. Aan de hand van deze velden wordt geïnventariseerd wat we meten, welke doelen er zijn gesteld, hoe we de prestatie van de organisatie vergelijken met die van anderen en daarbij het monitoren van de meetresultaten. Waardering door medewerkers Aan de basis van het succes van de organisatie staat medewerkerstevredenheid. Immers, medewerkers bepalen hoe er met het onderwijs wordt omgegaan, hoe de lessen worden uitgevoerd, hoe efficiënt en effectief de organisatie met haar middelen omgaat en uiteindelijk hoe tevreden de leerlingen, docenten en gemeenten zijn. Waardering door leerlingen Klanttevredenheid is de cruciale factor. Er zal onderzocht moeten worden wat de achterliggende behoeften van de (potentiële) leerling zijn en niet alleen naar datgene wat de leerling zegt te willen. Uitkomsten van klanttevredenheidsmetingen zijn bij uitstek het vertrekpunt voor verbeteracties. En continue verbetering leidt uiteindelijk tot excellentie. Naast afnemerstevredenheid is ook de tevredenheid van leveranciers een bepalende factor voor het resultaat van de organisatie. Immers, een groot deel van het ondernemingsresultaat wordt verdiend aan de inkoopzijde. Waardering door de gemeenten De maatschappelijke rol van organisaties wordt steeds belangrijker. Het Schoolbestuur L&E heeft niet alleen met leerlingen te maken, maar ook in toenemende mate met de gemeenten en de samenleving. Een tweede aspect van ‘waardering door de maatschappij’ is de maatschappelijke rol of functie die de organisatie vervult.
46
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Eindresultaten Uiteindelijk leidt al het voorgaande tot een eindresultaat: de mate waarin de realisatie van de organisatiedoelstellingen wordt bereikt. Hierin worden zowel de kwalitatieve, onderwijskundige en personele processen beschreven en beoordeeld. Uiteraard zijn ook de financiële resultaten beschreven en beoordeeld.
47
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage B:
Specificatie exploitatiebegroting 2012
Personele baten
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
8000 Vergoeding personele lasten 8050 Leerling gebonden financiering personele LS 3.1.1 . Rijksbijdrage OCW
7.550.54 5 102.492 7.653.03 7
7.448.59 2 89.000 7.537.59 2
7.490.79 1 52.436 7.543.22 7
3.1.2 8090 8092 3.1.2
Overige subsidies OCW Overige personele vergoedingen geoormerkt Overige personele subsidies Overige subsidies OCW
0 253.457 253.457
120.318 264.799 385.117
121.641 138.913 260.554
Rijksbijdragen
7.906.49 4
7.922.70 9
7.803.78 1
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdragen 8094 personeel 3.2.2 Overige overheidsbijdragen
64.595 64.595
15.000 15.000
8.750 8.750
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
64.595
15.000
8.750
Totaal personele baten
7.971.08 9
7.937.70 9
7.812.53 1
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
4.1.1 Lonen en salarissen
5.780.03 7 562.969 743.952 7.086.95 8
6.712.30 4 0 0 6.712.30 4
6.833.60 0 0 0 6.833.60 0
4.1.2 4020 4040 4050 4060
72.193 726.020 8.161 15.436
60.000 615.000 20.000 23.000
70.000 539.400 10.000 23.000
3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdrage OCW
3.1
Personele lasten 4.1
Personeelslasten
4.1.1 Lonen en salarissen 4000 Salariskosten 4001 Sociale lasten 4002 Pensioenlasten
Overige personele lasten Cursuskosten Extern personeel Werving personeel Reis- en verblijfkosten
48
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4070 4090 4095 4150 4750
Bedrijfsgezondheidszorg Overige personele kosten Herverdeling personele lasten Schoonmaakpersoneel Dotatie voorziening jubileum
4.1.2 4.1.3 8010 4.1.3
Overige personele lasten Uitkeringen Uitkeringen Uitkeringen
4.1
Totaal Personeelslasten Resultaat personele baten en lasten
27.128 125.831 190.000 69.426 466 1.234.66 1
15.000 99.000 190.000 56.254 25.000 1.103.25 4
40.000 80.000 190.000 61.218 15.000 1.028.61 8
-63.915 -63.915
-15.000 -15.000
-33.600 -33.600
8.257.70 4 -286.614
7.800.55 8 137.151
7.828.61 8 -16.087
49
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Materiële baten
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Vergoeding materiële lasten
993.910
974.077
Rijksbijdrage OCW
993.910
974.077
1.003.18 7 1.003.18 7
Overige materiële subsidies
390.944
389.658
388.372
Overige subsidies OCW
390.944
389.658
388.372
3.1
Rijksbijdragen
1.384.85 4
1.363.73 5
1.391.55 9
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdragen materieel
7.450
0
0
Overige overheidsbijdragen
7.450
0
0
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
7.450
0
0
3.5
Overige baten
Verhuuropbrengsten
10.806
3.500
3.500
Verhuur
10.806
3.500
3.500
Ouderbijdragen Ouderbijdragen/lesgelden
38.607
41.300
38.328
3.1 3.1. 1 810 0 3.1. 1 3.1. 2 819 2 3.1. 2
3.2. 2 819 4 3.2. 2
3.5. 1 870 0 3.5. 1
3.5. 5 872
Begroot 2012
Rijksbijdragen
Rijksbijdrage OCW
Overige subsidies OCW
Verhuur
50
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
0 3.5. 5 3.5. 6 877 0 879 0 3.5. 6 3.5
Ouderbijdragen
38.607
41.300
38.328
Bijdragen van derden
0
4.100
4.100
Overige baten
4.114
0
0
Overige
4.114
4.100
4.100
Overige baten
53.526
48.900
45.928
Totaal materiële baten
1.445.83 0
1.412.63 5
1.437.48 7
Overige
51
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Materiële lasten
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
4.2 4.2.2 4921 4931 4936 4946 4961 4.2.2
Afschrijvingen Materiële vaste activa Afschrijvingskosten gebouwen Afschrijvingskosten meubilair Afschrijvingskosten inventaris en apparatuur Afschrijvingskosten machines en installaties Afschrijvingskosten hardware Materiële vaste activa
4.903 45.171 56.063 1.500 83.651 191.289
4.904 44.458 60.321 1.500 73.023 184.206
4.913 53.938 52.847 5.618 70.311 187.628
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
191.289
184.206
187.628
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 Huur 4170 Betaalde huren 4.3.1 Huur
45.246 45.246
49.000 49.000
49.000 49.000
4.3.3 4100 4700 4.3.3
Onderhoud Klein onderhoud Dotatie onderhoudsvoorziening Onderhoud
29.412 70.171 99.583
51.239 100.000 151.239
30.000 150.000 180.000
4.3.4 4140 4142 4.3.4
Energie en water Energiekosten Water Energie en water
199.399 3.754 203.153
211.000 3.900 214.900
212.200 4.300 216.500
4.3.5 4151 4159 4.3.5
Schoonmaakkosten Schoonmaakbedrijf Overige schoonmaakkosten Schoonmaakkosten
125.545 4.763 130.308
131.000 4.900 135.900
129.700 5.000 134.700
4.3.6 Heffingen 4160 Publiekrechtelijke heffingen 4.3.6 Heffingen
17.169 17.169
18.000 18.000
18.000 18.000
4.3.7 Overige 4130 Tuinonderhoud 4.3.7 Overige
23.317 23.317
24.500 24.500
20.000 20.000
4.3
518.775
593.539
618.200
Huisvestingslasten
52
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
4.4
Overige lasten
4.4.1 4230 4300 4320 4325 4330 4335 4415 4420 4.4.1
Administratie- en beheerslasten Reproductiekosten Bijdrage onderwijsbureau Telefoon-/faxkosten Drukwerk Portikosten Kantoorbenodigdheden Deskundigenadvies Planmatig onderhoudsbeheer Administratie- en beheerslasten
42.901 132.567 15.893 14.118 13.997 5.672 208.372 17.642 451.162
55.000 130.000 18.700 16.000 15.000 6.000 100.000 15.000 355.700
55.000 130.000 18.700 16.000 15.000 6.000 80.000 15.000 335.700
4.4.2 4200 4210 4211 4212 4214 4219 4220 4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Leer- en hulpmiddelen Kleine inventarisaanschaffingen ICT hardware ICT software Licenties Overige ICT kosten Mediatheek/bibliotheek Inventaris, apparatuur en leermiddelen
527.713 15.112 23.300 4.401 59.516 8.068 30.568 668.678
521.740 22.000 20.000 6.000 65.000 7.000 30.000 671.740
503.340 20.000 21.000 6.000 67.000 7.000 30.000 654.340
4.4.4 4250 4260 4270 4400 4430 4440 4445 4450 4530 4582 4590 eind
Overige Kabeltelevisie / overige rechten Abonnementen/tijdschriften/vakliteratuur Vervoersmiddelen Contributies bestuurlijke organisaties Representatiekosten Medezeggenschapsraad/ondernemingsraad PR & Marketing Overige verzekeringen Testen en toetsen Leerlingen vervoer overige Overige onderwijskosten Overige
790 5.480 8.574 19.143 25.515 2.064 43.766 1.370 12.410 24.953 10.760 154.824
800 4.000 7.500 20.000 32.000 3.000 50.000 1.500 12.000 26.000 4.000 160.800
800 4.000 7.500 20.000 20.000 3.000 50.000 1.500 14.000 26.000 4.000 150.800
4.4
Overige lasten
1.274.664
1.188.240
1.140.840
Totaal materiële lasten
1.984.729
1.965.985
1.946.668
Resultaat materiële baten en lasten
-538.899
-553.350
-509.180
Resultaat baten en lasten
-825.513
-416.199
-525.267
53
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Financiële baten
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
5.1 Rentebaten 8600 Rente banken 5.1 Rentebaten
3.377 3.377
4.000 4.000
4.000 4.000
5.1
3.377
4.000
4.000
Werkelijk 2010
Begroot 2011
Begroot 2012
5.5 Rentelasten 4600 Rentekosten 5.5 Rentelasten
3.377 3.377
4.000 4.000
4.000 4.000
5
Totaal financiële lasten
3.377
4.000
4.000
Totaal resultaat Toegestane overschrijdingen - BAPO regeling - ISK medewerker - Plusprogramma
-825.513
-416.199
-525.267
5
Financiële baten en lasten
Totaal financiële baten
Financiële lasten 5
Financiële baten en lasten
Subtotaal toegestane overschrijdingen Resultaat incl. toegestane overschrijdingen
-825.513
139.500 62.000 138.940
105.500 62.000 139.000
340.440
306.500
-75.759
-218.767
54
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage C:
Technische toelichting exploitatiebegroting 2012
Personele baten 3.1.1 Rijksbijdrage OCW 8000 Vergoeding personele lasten: Het betreft hier de personele lumpsum welke gebaseerd is op het aantal leerlingen per 26 oktober 2011 (zie onderstaande tabel), de ratio’s en de bekostiging GPL-en. Leerlingaantal 1 okt. 2011 Havo-vwo Warffum Vmbo Uithuizen Vmbo Wehe den Hoorn Totaal
Regulier 681 264 128 1073
Lwoo 0 88 33 121
Vavo 12 2 0 14
Totaal 693 354 161 1208
Eén van de andere bekostigingsvariabelen zijn de GPL-en. De VO raad verwacht voor de GPL OP in 2012 een stijging van 0,89%, vanwege het Actieplan LeerKracht van Nederland. Deze stijging is opgenomen in de geraamde personele lumpsum voor 2012. 2012 Directie OP OOP
Landelijke GPL 92.827 74.810 42.437
De personele lumpsum voor 2012 bedraagt € 7.490.791. In dit bedrag zijn de uitkeringskosten al verrekend (€ 62.396). 8050 Leerling gebonden financiering (LGF) personele LS: Deze bekostiging is bedoeld om leerlingen met een handicap met een extra financiering deel te laten nemen aan het reguliere onderwijs. Het budget LFG is voor 2012 begroot op € 52.436. Dit bedrag is gebaseerd op 20 LGF leerlingen in schooljaar 2011-2012 (14 ‘regulier’ en 6 LWOO) en 18 LGF leerlingen in schooljaar 2012-2013 (13 ‘regulier’ en 5 LWOO). 3.1.2 Overige subsidies OCW 8090 Overige personele vergoedingen geoormerkt: Het betreft hier de subsidies Local Identity en uitvoering projectplan Innovatie Impuls onderwijs. De gelden van Local Identity zijn o.a. bedoeld voor het werken aan de ondernemende kwaliteiten van leerlingen door samenwerking met lokale ondernemers. Voor het laatste jaar 2012 betreft het hier een bedrag van € 55.641. Voor het project ‘Leerlingen voor leerlingen’ wordt de subsidie uitvoering projectplan Innovatie Impuls onderwijs ontvangen. Het bedrag voor 2012 bedraagt € 66.000. Dit bedrag is opgebouwd uit € 33.000 voor de vestiging Wehe den Hoorn en € 33.000 voor de vestiging Uithuizen.
55
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
56
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
8092 Overige personele subsidies: Het betreft hier onder andere de maatschappelijke stage (€59.565). De subsidie voor 2012 is gebaseerd op 7 maanden van het schooljaar 2011-2012 en 5 maanden van het schooljaar 2012-2013. De subsidie per schooljaar is gebaseerd op een t-1 systematiek. Het leerlingaantal op 1 oktober 2011 dient als input voor de bekostiging van schooljaar 2012-2013. Het bedrag per leerling bedraagt € 60 en alleen de leerlingen in de eerste vier leerjaren worden bekostigd. In het schooljaar 2011-2012 maken een tweetal personen gebruik van de lerarenbeurs. Het bedrag van € 11.635 is opgebouwd uit 2 maal € 5.817,60. De gelden van de subsidie Kwaliteitimpuls zijn bedoeld voor de in de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs genoemde beleidsprioriteiten en ambities, in het bijzonder taal en rekenen. Deze subsidie wordt structureel voortgezet. Het Hogeland College volgt hierbij een t-1 systematiek. Voor 2012 is hier daarom een bedrag van € 67.713 beschikbaar (€ 56,17 per leerling maal het leerlingaantal op 1 okt. 2010, waarbij de vavo leerlingen voor de helft meegerekend worden). 3.2.2 Overige overheidsbijdragen 8094 Overige overheidsbijdragen personeel: Het betreft hier de bate van het Regionaal Samenwerkingsverband Noord-, Oost- en West Groningen (RSNOWG), € 8.750. Gezien de onzekerheden m.b.t. de datum van invoering van Passend Onderwijs (schoolleiders via de Evaluatie- en adviescommissie Passend Onderwijs en de onderwijsbond hebben voor uitstel gepleit) is 7/12 van schooljaar 2011-2012 opgenomen. 4.1. Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4000 Salariskosten: De totale loonkosten voor de begroting 2012 bedragen € 6.833.600. In onderstaande tabel is een uitsplitsing per categorie weergegeven. Loonkosten OP OOP DIR Vervanging BAPO Reguliere lonen en salarissen
Begroting 2012 5.267.396 572.738 505.518 36.593 451.355 6.833.600
In de salariskosten op grootboekrekeningnummer 4000 zijn de kosten voor ziektevervanging en schoonmaakpersoneel niet meegenomen. Deze zijn terug te vinden onder respectievelijk 4040 en 4150.
57
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4.1.2. Overige personele lasten Als overige personele lasten zijn begroot: 4020 Cursuskosten 4040 Extern personeel Waaronder: OOP OP Ziektevervanging Zwangerschapsverlof Local Identity Detachering
€ 70.000 € 539.400 € 44.000 € 317.000 € 99.500 € 33.600 € 6.400 € 38.900
De ziektevervanging door extern of intern personeel is als volgt berekend:
2007 2008 2009 2010 2011
Vervangingskosten
Weging
49.539 21.769 77.870 231.857 108.000
1 1 1 1 2
Opname in begr. 2012 99.506 4050 Werving personeel 4060 Reis- en verblijfskosten 4070 Bedrijfsgezondheidszorg 4090 Overige personele kosten Waaronder: Afdracht vavo leerlingen Overig 4095 Herverdeling personele lasten (afdracht ABB) 4150 Schoonmaakpersoneel 4750 Dotatie voorziening jubileum Totaal
€ €
10.000 23.000 € 40.000 € 80.000 € 46.700 € 33.300 € 190.000 € 61.218 € 15.000 + €1.028.618
4.1.3 Uitkeringen Voor 2012 wordt een vergoeding vanuit het UWV voor zwangerschapsverlof begroot van 33.600. Dit bedrag is gebaseerd op 2 fte voor 4 maanden met loonkosten per persoon van € 4.200 (€3.000 maal factor 1,4 vanwege werkgeverslasten). Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de totale personele lasten. In de personele lasten zijn de lasten van deze personen ook opgenomen, dus in die zin wordt zwangerschapsverlof budgetneutraal opgenomen. Aangezien de vervangingskosten wel aanwezig zullen zijn (indien vervangen wordt) is op extern personeel (grootboeknummer 4040) eveneens € 33.600 opgenomen.
58
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Materiële baten 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdrage OCW 8100 Vergoeding materiële lasten: Het totale bedrag aan materiële instandhouding bedraagt voor 2012 € 1.003.187. In onderstaande tabel is de opbouw van het bedrag weergegeven.
Leerling afhankelijk gedeelte Vast bedrag per school Nevenvestiging met spreidingsnoodzaak Vast bedrag normatieve ruimtebehoefte Totaal bekostiging exploitatiekosten
2012 941.099 16.607 30.321 15.161 1.003.187
Het bedrag is gebaseerd op de leerlingtelling van 26-10-2011 (incl. de vavo leerlingen die voor de helft bekostigd worden), het vaste bedrag per school, het vaste bedrag voor normatieve ruimtebehoefte, het aantal nevenvestigingen en de leerlingafhankelijke bedragen voor (1) onderhoud gebouw en terrein (2) schoonmaak en (3) overige exploitatie. 3.1.2 Overige subsidies OCW 8192 Overige materiële subsidies: Dit is de vergoeding die wordt ontvangen in verband met het gratis verstrekken van schoolboeken aan leerlingen, totaal € 388.372. Het bedrag per leerling is €321,50, waarbij de vavo leerlingen volledig bekostigd worden. 3.5 Overige baten Onder overige baten vallen de verhuuropbrengsten, de ouderbijdragen en de bijdragen van derden. Voor de verhuuropbrengsten is een bedrag van € 3.500 geraamd. Voor de ouderbijdragen is een bedrag geraamd van € 38.328. Dit bedrag is gebaseerd op € 32 per leerling, het aantal leerlingen in schooljaar 2011-2012 en het geprognosticeerde aantal leerlingen in schooljaar 2012-2013. De vavo leerlingen dragen geen € 32 af. De bijdragen van derden bedraagt over 2012 € 4.100 en is gebaseerd op de bijdrage in de afschrijvingslasten door de ouderraad van de afgelopen jaren.
59
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Materiële lasten 4.2. Afschrijvingen 4.2.2. Materiële vaste activa De totale afschrijvinglasten bedragen € 187.628 en bestaan uit vijf activatypen. 4921 Afschrijvingskosten gebouwen 4931 Afschrijvingskosten meubilair 4936 Afschrijvingskosten inventaris en apparatuur 4946 Afschrijvingskosten machines en installaties 4961 Afschrijvingskosten hardware
€ € €
4.913 53.938 52.847
€
5.618
€
70.311
De afschrijvinglasten komen voort uit het berekenen van de lasten van de huidige activa uit FAC en de verwachte afschrijvingslasten m.b.t. de investeringen tijdens de nieuw- en verbouw. Van deze investeringen tijdens de nieuw- en verbouw is voor een half jaar afschrijvingslasten meegenomen. 4.3. Huisvestingslasten De totale huisvestinglasten zijn begroot op € 618.200. Onderdeel van deze lasten zijn onder andere; te betalen huur, kosten onderhoud, energie en water, heffingen, schoonmaakkosten, tuinonderhoud en dotatie onderhoudsvoorziening. De dotatie onderhoudsvoorziening is op dit moment geraamd op €150.000. Dit is op basis van de meerjaren onderhoudsplanning (MOP) van Wehe den Hoorn, opgesteld door Syplon, en de MOP van Scope voor de vestigingen Warffum en Uithuizen. 4.4 Overige lasten De overige lasten bestaan uit kosten voor administratie en beheer, inventaris, apparatuur en leermiddelen en overige lasten (totaal € 1.140.840). Op deze onderdelen is respectievelijk € 335.700, € 654.340 en € 150.800 begroot.
60
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage D:
Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 bij ongewijzigd beleid
Baten
2012
3.1 (Rijks)bijdragen OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten
9.184.000 9.171.000 9.096.000 9.050.000 8.890.000 20.000 0 0 0 0 46.000 52.000 52.000 52.000 52.000
Totaal baten
2013
2014
2015
2016
9.250.000 9.223.000 9.148.000 9.102.000 8.942.000
Lasten
2012
2013
2014
2015
2016
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
7.829.000 188.000 618.000 1.141.000
7.774.000 201.000 618.000 1.141.000
7.845.000 161.000 618.000 1.141.000
7.858.000 125.000 618.000 1.141.000
7.867.000 98.000 618.000 1.141.000
Totaal lasten
9.776.000 9.734.000 9.765.000 9.742.000 9.724.000
Saldo baten en lasten
-526.000
-511.000
-617.000
-640.000
-782.000
Financieel resultaat
0
0
0
0
0
Exploitatieresultaat
-526.000
-511.000
-617.000
-640.000
-782.000
Toegestane overschrijdingen - BAPO regeling 106.000 - ISK medewerker 62.000 - Plusprogramma 139.000
60.000 62.000 89.000
0 0 89.000
0 0 89.000
0 0 0
Subtotaal toegestane overschrijdingen
307.000
211.000
89.000
89.000
0
Resultaat (incl. toegestane overschrijdingen)
-219.000
-300.000
-528.000
-551.000
-782.000
Deel eigen bijdrage in de nieuw- en verbouw
3.550.000
Resultaat na eigen bijdrage en excl. toegestane overschrijdingen
4.076.000 -511.000
-617.000
-640.000
-782.000
61
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage E:
Meerjarenbegroting 2012 t/m 2016 onverdicht
Baten 3.1 (Rijks)bijdragen OCW Normatieve rijksbijdrage Overige subsidies OCW Totaal (Rijks)bijdragen OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten Ouderbijdragen/lesgelden Verhuuropbrengsten Detachering personeel Overige baten Totaal Overige baten
Totaal baten Lasten 4.1 Personele lasten Lonen en salarissen Overige personele lasten Uitkeringen Totaal personele lasten 4.2 Afschrijvingen Afschrijving machines en inst. Afschrijving gebouwen Afschrijving inventaris en app. Afschrijving meubilair Afschrijving hardware Totaal afschrijvingslasten 4.3 Huisvestingslasten Huur Dotatie onderhoudsvoorziening
2012
2013
2014
2015
2016
8.380.53 8.546.414 8.607.164 8.577.287 8.536.378 2 637.291 563.898 519.192 513.309 509.704 8.890.23 9.183.705 9.171.062 9.096.479 9.049.687 6
20.385
0
0
0
0
20.385
0
0
0
0
38.328 3.500 0 4.100 45.928
38.376 10.000 0 4.100 52.476
38.168 10.000 0 4.100 52.268
37.739 10.000 0 4.100 51.839
37.739 10.000 0 4.100 51.839
8.942.07 9.250.018 9.223.538 9.148.747 9.101.526 5 2012
2013
2014
2015
2016
6.145.78 6.833.600 6.597.916 6.387.157 6.346.846 9 1.028.618 995.018 995.018 995.018 995.018 -33.600 0 0 0 0 7.140.80 7.828.618 7.592.934 7.382.174 7.341.863 6
5.618 4.913 52.847 53.938 70.311 187.628
9.736 4.923 37.083 63.361 86.086 201.189
9.736 4.923 30.034 55.766 60.041 160.501
9.736 4.923 15.768 54.655 40.203 125.286
8.486 4.923 7.209 45.140 32.674 98.431
49.000
49.000
49.000
49.000
49.000
150.000
150.000
150.000
150.000
150.000
62
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten 4.4 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris, apparatuur Overige instellingslasten
30.000 216.500 134.700 18.000 20.000 618.200
30.000 182.898 134.700 18.000 20.000 584.598
30.000 182.898 134.700 18.000 20.000 584.598
30.000 182.898 134.700 18.000 20.000 584.598
335.700 654.340 150.800
336.637 659.215 151.730
335.839 654.340 150.800
335.574 652.715 150.490
30.000 182.898 134.700 18.000 20.000 584.598
Totaal ov. instellingslasten
333.093 637.548 147.597 1.118.23 1.140.840 1.147.581 1.140.979 1.138.779 9
Totaal lasten
8.942.07 9.775.285 9.526.302 9.268.252 9.190.525 5
Saldo baten en lasten
-525.267
-302.765
-119.505
-89.000
0
63
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Baten en Lasten (vervolg) 5.1 Financiële baten Rentebaten Overige financiële baten Totaal financiële baten
2012
2013
2014
2015
2016
4.000 0 4.000
4.000 0 4.000
4.000 0 4.000
4.000 0 4.000
4.000 0 4.000
4.000 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
Totaal financiële lasten
4.000
4.000
4.000
4.000
4.000
Saldo financiële baten en lasten
0
0
0
0
0
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
-525.267
-302.765
-119.505
-89.000
0
Exploitatieresultaat
-525.267
-302.765
-119.505
-89.000
0
Toegestane overschrijdingen - BAPO regeling - ISK medewerker - Plusprogramma
105.500 62.000 139.000
60.250 62.000 89.000
0 89.000
0 0 89.000
0 0 0
Subtotaal toegestane overschrijdingen
306.500
211.250
89.000
89.000
0
Resultaat incl. toegestane overschrijdingen
-218.767
-91.515
-30.505
0
0
Deel eigen bijdrage in de nieuw- en verbouw
3.550.000 0
0
0
0
-30.505
0
0
5.2 Financiële lasten Rentelasten Overige financiële lasten
Resultaat na eigen bijdrage en excl. toegestane overschrijdingen 4.075.267 -91.515
64
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage F:
IPB – loopbaanbeleid en (toekomstig) functiebouwwerk
F1 Toekomstige situatie functiebouwwerk en loopbaanbeleid Het Hogeland College heeft er voor gekozen stevig in te zetten op de ontwikkeling en implementatie van strategisch HRM/IPB. Deze keuze is gebaseerd op de overtuiging dat de kwaliteit van het onderwijsaanbod aan de leerlingen sterk samenhangt met investeren in de ontwikkeling van de kwaliteiten van de medewerkers: docenten, onderwijsondersteunend personeel en management. Zoals HHC de leerlingen een inspirerende leeromgeving wil bieden, wil het ook een aantrekkelijk werkgever zijn door de individuele mogelijkheden en talenten van alle medewerkers optimaal te benutten. Voor de gewenste ontwikkeling van het Integraal Personeelsbeleid is een aanpak gekozen waarbij vertrouwen in de denkkracht en verantwoordelijkheid van de medewerkers uitgangspunt is. Een groeimodel met actieve betrokkenheid van zoveel mogelijk medewerkers en terugkoppeling van de voortgang aan allen die ervoor gekozen hebben daarbij te zijn en hun inbreng te leveren. In het voorgaande jaar hebben verschillende werkgroepen, bestaande uit medewerkers vanuit OP, OOP en directie, uitgangspunten voor beleid geformuleerd voor de IPB thema’s professionele cultuur, werk, loopbaanbeleid en gesprekkencyclus. Als vijfde thema is kwaliteit benoemd. Er is voor gekozen dit niet als apart thema te behandelen maar uit te werken binnen de vier thema’s. De directie hanteert deze uitgangspunten bij het formuleren van het beleid. 1. Groeien in en binnen de functie In essentie gaat het om het bieden van groeimogelijkheden aan alle medewerkers. Mogelijkheden voor medewerkers om te ontwikkelen binnen de functie en om optimale kwaliteit te leveren. Van beginnend (conciërge, coördinator, administratief medewerker, conrector, docent etc.) naar bekwaam en misschien uiteindelijk excellent of expert. Dat wordt niet aan het toeval overgelaten, daarom spreken we van loopbaanbeleid. Een sleutelrol speelt hierbij de regeling “Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen”, die in 2011 is vastgesteld met een overgangsregeling tot uiterlijk aanvang schooljaar 2013–2014. 2. Groeien naar een andere functie onderscheidend in functies De directie geeft medewerkers zicht op ontwikkelingsmogelijkheden in het functiebouwwerk. Medewerkers worden vroegtijdig geïnformeerd over de mogelijkheden en de vacatureruimte in de komende jaren. Het wordt daarmee aantrekkelijker om docent te worden en te blijven, ook voor universitair opgeleiden, doordat er naast een route richting coördinatie en management ook een carrière binnen het leraarschap is, met meer perspectief op een hogere functie. De percentages van de functiemix, die op het HHC dus beleidsrijk wordt ingevoerd, zijn daarbij een minimumdoelstelling, die in 2014 gehaald moet zijn. Het is gezien het entreerecht te verwachten dat LD functies de eerste jaren niet of nauwelijks in het VMBO terecht zullen komen. 3. Goed werkgeverschap Om op termijn goede kwaliteit te leveren, zeker ook in het vooruitzicht van de verwachte uitstroom van leraren de komende jaren, is het van groot belang dat Het Hogeland College als werkgever aantrekkelijk is en blijft. Daarvoor zijn goede werkomstandigheden nodig, een
65
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
adequate salariëring, maar ook: - de ruimte en mogelijkheden voor professionele ontwikkeling; - inspelen op verschillen, in leeftijd/ levensfase; samenhangend met zorgtaken naar kinderen of ouders etc., er zal steeds meer maatwerk en flexibiliteit van de leiding gevraagd worden; - een stijl van leiderschap die daarbij past en inspireert; - variatie in het werk, flexibilisering van de takenpot, mobiliteit; - extra aandacht voor het binden van nieuwe medewerkers en het anticiperen op langer doorwerkende medewerkers; - uiten van waardering, zowel immaterieel (expliciet uiten van die waardering) alsook materieel. Hierbij worden de mogelijkheden voor beloningsdifferentiatie nader onderzocht. F2
Organisatiestructuur en formatie directie
Meerdere ontwikkelingen in het afgelopen jaar en verwachtingen voor de komende jaren hebben ertoe geleid dat de organisatiestructuur van Het Hogeland college onder de loep wordt genomen. Factoren die hierbij een rol spelen zijn de te verwachten afname van het leerlingenaantal, de bezuinigingen vanuit het ministerie en de daarmee gepaard gaande inzet van directie, OP en OOP. Daarnaast speelt de discussie over de functie en rol van het middenmanagement, mede in het kader van de gesprekkencyclus. Het komende jaar zal een mogelijke wijziging van de organisatiestructuur en mogelijk een herverdeling van taken op directie– en stafniveau zijn beslag moeten krijgen. Het spreekt voor zich dat een voorstel hiervoor besproken zal worden met het personeel en voorgelegd zal worden aan de (P)MR. F3
Functiebouwwerk
Het Hogeland College heeft vijf docentfuncties omschreven. De docent LB verzorgt zelfstandig het onderwijs in één of meer vakken waarvoor de docent gekwalificeerd is. Naast de primaire taak van het verzorgen van onderwijs is de docent LB met de uitvoering van andere schooltaken belast en levert de docent LB een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het vakgebied
De docent LC is één van de in zijn sector/afdeling beeldbepalende docenten. Deze docent kenmerkt zich als actieve voortrekker en motor van de pedagogisch en/of didactische vernieuwing van het onderwijs. Hij wordt gezien als erkend gezaghebbend docent en vervult zijn voortrekkersrol in relatie tot zijn collega’s in de sector waarin hij werkzaam is. Deze docent vervult t.o.v. andere docenten een seniorrol en kan daar door collega’s en management op worden aangesproken.
De coördinerend docent LC is in de eerste plaats belast met coördinatie van de werkzaamheden van een groep van docenten. De coördinerend docent LC geeft functioneel leiding en begeleidt andere docenten in hun professionele ontwikkeling. In de tweede plaats verzorgt de coördinerend docent LC een deel van het onderwijsprogramma van de school en kan hij belast zijn met algemene schooltaken.
66
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
F4
De docent LD kent twee varianten: De docent LD vmbo en de docent LD havo-vwo die zich onderscheiden door het hoge pedagogische en didactische niveau en het intellectuele wetenschappelijke niveau van functioneren. Bandbreedte formatieplan
Jaarlijks zal in het formatieplan een bandbreedte vastgesteld worden met als doel: Optimale kwaliteit; wat hebben we nodig op de vestigingen? Het perspectief voor medewerkers zo groot mogelijk te maken. Dat zal ook betekenen dat de verhouding LC/LD per vestiging kan variëren. F5
Formatie onderwijsondersteunend personeel
De streefformatie administratie, conciërges, technisch ondersteunend personeel en schoonmaak is afhankelijk van het aantal leerlingen in de onderscheiden functies. Vanuit het ministerie werd voor de invoering van de lumpsum het aantal conciërges dat hoort bij een bepaalde schoolgrootte en nevenvestigingen aangegeven. Wanneer dit realiseerbaar blijft binnen de normatieve formatie, de noodzakelijke reserveringen, en wenselijk is met het oog op het onderwijs, blijft bovengenoemde systematiek toegepast. F6
Fasering en tijdpad
Activiteiten in 2011-2012 Het natuurlijk verloop bepaalt hoeveel nieuwe functies LC en LD er beschikbaar komen. Ze worden toebedeeld op basis van de overgangsregeling. Alle medewerkers voeren dit jaar een functioneringsgesprek in het kader van de regeling ‘Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen’. Eventueel wijzigen van de organisatiestructuur. Activiteiten vanaf 2012-2013 2012-2013: In dit jaar voeren alle medewerkers een beoordelingsgesprek in het kader van de regeling ‘Gesprekkencyclus ontwikkelen, functioneren en beoordelen’. Op basis van die beoordelingen krijgt een aantal medewerkers een andere functie aangeboden. Het aantal nieuwe functies wordt bepaald door het streefcijfer per 1-10-2014. 2013-2014: Evaluatie van de eerste keer dat de koppeling tussen de gesprekkencyclus en het toekennen van nieuwe functies in de praktijk heeft gewerkt. Eventuele bijstellingen worden gepleegd. Er is nog tot 1-10-2014 tijd om te voldoen aan de minimumeisen.
67
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bijlage G: G1
Functiemix
Uitgangspunten en beleidskeuzes Het Hogeland College
Voor Het Hogeland College geldt dat in 2014 ten opzichte van de nulmeting van oktober 2008 het aantal LC functies met 10% en het aantal LD functies met 11% moet zijn gegroeid. In 2009 heeft Het Hogeland College een begin gemaakt met in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van de invoering van de functiemix. Aan de hand van de doelstellingen is berekend hoe groot het aandeel van de formatie in de LB, LC en LD functies moet zijn in de controlejaren 2011 en 2014. Hierbij dient vermeld te worden dat het ministerie bij het bepalen van de formatie de salarisschaal betrekt in plaats van de functieschaal. In september 2011 hebben we op basis van de formatie per 1 augustus 2011 gecontroleerd of met het dan aanwezige personeelsbestand de doelstellingen in het kader van het functiemix gerealiseerd zijn. Dit bleek voor de LC functie nog niet voldoende het geval te zijn vanwege wijzigingen in de formatie per augustus 2011. De sollicitatieprocedure voor het toedelen van de benodigde formatie in de LC functie is daarom opengesteld en de functies zullen met terugwerkende kracht per 1 augustus worden toegedeeld. Voor het meetmoment in oktober 2014 berekenen we aan de hand van de doelstellingen hoe groot het aandeel van de formatie in de LB, LC en LD functies voor dat controlejaar moet zijn. Daarnaast worden uiteraard de gevolgen van het natuurlijk verloop weer ingevuld; het zogenaamde volumebehoud. G2
Proces van besluitvorming
Bij de invoering van de functiemix is er voor gekozen om dit breed binnen Het Hogeland College met docenten en de directie te bespreken. De uitgangspunten en het beleid van de functiemix en de gesprekkencyclus zijn tot stand gekomen binnen het proces van ontwikkeling integraal personeelsbeleid. In november 2010 heeft na instemming van de PMR de besluitvorming plaatsgevonden over de aangepaste beschrijvingen, de docentfuncties en de wijze van toedeling van de LC en LD functies. Door deze besluitvorming heeft Het Hogeland College de eerste stappen kunnen zetten in de uitvoering van de functiemix. G3
Toedeling van de functies
Het ontstaan van beschikbare functies in het kader van de functiemix wordt vroegtijdig kenbaar gemaakt en gecommuniceerd, niet alleen schriftelijk maar ook in een individueel gesprek. Dat biedt ook de mogelijkheid om maatwerk (waaronder vestigingsspecifieke criteria) te leveren. Hierbij gaat het om een overzicht van de verwachte vacatures in de komende vier jaar, per vestiging en vak. De toedeling van alle functies zal vanaf 2013-2014 gebaseerd zijn op de reguliere beoordelingsprocedure. De basis voor deze beoordelingsprocedure is de regeling ‘Gesprekkencyclus functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ die in januari 2011 is vastgesteld. Voor een benoeming in een LD functie havovwo bovenbouw gelden als voorwaarden, de eerstegraads bevoegdheid en het lesgeven in
68
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
de bovenbouw. Het entreerecht vormt hiervoor de wettelijke basis. De overige eisen vloeien voort uit de functiebeschrijving. Een docent is benoembaar als: hij of zij in staat wordt geacht aan in ieder geval 60% van de functie-eisen die specifiek gelden voor de LD functie te voldoen en voor 60% een lesgevende taak heeft. In de nieuwe CAO VO zijn nieuwe voorschriften ten aanzien van entreerecht benoemd. Over de uitvoering van de afspraken zal overleg met de (P) MR worden gepleegd. Deze afspraken kunnen consequenties hebben voor het eerder vastgelegde beleid. Voor LC functies is er geen afdwingbaar entreerecht van toepassing. Dat betekent dat daarvoor alleen de eisen uit de functiebeschrijving gelden. Een docent is benoembaar als: hij of zij in staat wordt geacht aan in ieder geval 60% van de LC functie eisen te voldoen en voor 60% een lesgevende taak heeft. De toedeling van de LD en LC functies zal vanaf 2013-2014 gebaseerd zijn op de reguliere beoordelingsprocedure, omdat de verwachting is dat iedereen voor 1 augustus 2013 minimaal twee gesprekken heeft gehad met als karakter ontwikkeling, voortgang of functioneren, en een beoordelingsgesprek. Tot die tijd is er voor de LD havo/vwo functies, vanwege het entreerecht een overgangsregeling voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013. De algemene leidraad voor de overgangsregeling op Het Hogeland College is het aantal jaren werkervaring in het eerstegraads gebied. De criteria zijn: Het aantal jaren dat iemand in het bezit is van de eerstegraads bevoegdheid en les heeft gegeven in het eerstegraads gebied. Bij een gelijk aantal jaren geeft het aantal jaren dat iemand werkzaam is bij het Hogeland College op de vestiging Warffum de doorslag. De docent, benoemd in LD, wordt in de gesprekkencyclus beoordeeld op functioneren op LD niveau. G4
Benoemingsprocedure functie
De toekenning van nieuwe functies gebeurt door de directie. Die volgt daarbij het advies van de werkgroep loopbaan, die zegt: ’daar kan het best beoordeeld worden of iemand aan die criteria voldoet’. Het alternatief, een interne procedure waarbij collega’s in een ad hoc selectiecommissie de afweging maken wie de –zeker in het begin beperkt aantal beschikbare functies- krijgen lijkt minder wenselijk: het kan collegiale verhoudingen verstoren en doet een groot beslag op schaarse tijd. Op termijn wordt de toekenning gekoppeld aan de gesprekkencyclus, op basis van de reguliere beoordelingen zoals deze in 2013-2014 is geïmplementeerd. Voor benoemingen van docenten die momenteel nog niet werkzaam zijn binnen Het Hogeland College zal de procedure plaatsvinden conform de huidige werkwijze bij externe werving en selectie van nieuwe docenten.
69
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
G5
Procedure gesprekkencyclus
Het Hogeland College wil een kwaliteitsschool zijn met bekwaam en professioneel handelend personeel. De aandacht voor beter onderwijs staat altijd centraal. Om dat te kunnen bereiken wil Het Hogeland College investeren in de ontwikkeling van de kwaliteiten van de medewerkers en de individuele mogelijkheden en talenten van de medewerkers optimaal benutten. De in 2010 voorgestelde regeling ‘Gesprekkencyclus functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ heeft als doel: Stilstaan bij en erkennen van ieders geleverde bijdrage en kwaliteiten; Afstemmen van wensen en verwachtingen van de organisatie met die van de medewerker; Stimuleren en realiseren van voortgaande groei en ontwikkeling van individuele kwaliteiten en vaardigheden; Beoordelen van de geleverde bijdrage en aanwezige kwaliteiten. In de gesprekken zal ook ruimte zijn voor het welzijn van de medewerker en andere thema’s die vanuit de organisatie of door de medewerker worden aangedragen. De door de directie voorgestelde procedure is in grote lijnen als volgt en zal na een eventuele organisatiewijziging opnieuw door de PMR worden getoetst en vervolgens vastgesteld: In een cyclus van drie jaar wordt jaarlijks een officieel gesprek gevoerd tussen een medewerker en zijn of haar functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator. Daarbij wordt in de regel deze volgorde gehanteerd: Jaar 1 : ontwikkelings- /functioneringsgesprek; Jaar 2 : voortgangsgesprek met (in principe) dezelfde gesprekspartner als in jaar 1; Jaar 3 : beoordelingsgesprek met (in principe) dezelfde gesprekspartner als in jaar 1 en 2. Als in jaar 1 en 2 de gesprekken zijn gevoerd met de afdelingscoördinator, kan bij dit gesprek ook de conrector worden uitgenodigd. Als basis voor de gesprekken dient het portfolio. De medewerker is eigenaar van het portfolio en zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud; De officiële gesprekken in jaar 1 en 2 worden onder gezamenlijke regie van de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator en de medewerker gevoerd, met dien verstande dat de medewerker ervoor zorgt dat de functioneel leidinggevende minimaal drie weken voorafgaand aan het gesprek over zijn of haar portfolio kan beschikken; De afspraken uit het de officiële gesprekken in jaar 1 en 2 worden in overleg vastgelegd door een van beide gesprekspartners op het daarvoor bestemde formulier en door beiden voorzien van een handtekening voor akkoord. De medewerker zorgt ervoor dat uiterlijk drie weken voordat het beoordelingsgesprek plaatsvindt de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of afdelingscoördinator in het bezit is van zijn of haar portfolio. De leidinggevende formuleert een beoordeling, die in het gesprek aan de medewerker wordt uitgereikt en toegelicht. Een verslag van het beoordelingsgesprek wordt in principe gemaakt door de functioneel leidinggevende, zijnde de rector, conrector of de afdelingscoördinator aan de hand van een beoordelingsformulier en door de gesprekspartners voorzien van een handtekening voor akkoord. In overleg kan het verslag ook worden gemaakt door een neutrale notulist. De beschreven cyclus is de regel. Versnelling door middel van een andere volgorde is mogelijk op basis van argumenten en in overleg. Het initiatief hiertoe kan van beide partijen komen.
70
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Afspraken die worden gemaakt over de ontwikkeling van de medewerker (POP) en de resultaten daarvan worden conform de wet BIO opgenomen in het bekwaamheidsdossier. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk (artikel 16.6 CAO-VO). Voor het bewaren van de verslagen worden de formele bewaartermijnen gehanteerd. Overgangsregeling Gelet op het gegeven dat de directie uiterlijk met ingang van het schooljaar 2012-2013 met het voorstel voor een eventueel nieuwe organisatiestructuur komt, is er tot die tijd een overgangsregeling overeengekomen. Die overgangsregeling is als boven met uitzondering van het eerste punt. Dat wordt voorlopig: Gesprek 1: het voortgangs of ontwikkelgesprek, vindt plaats met het aanspreekpunt van het personeelslid, dit kan een coördinator of een conrector zijn. Gesprek 2: het functioneringsgesprek, vindt naar keuze van de werknemer plaats met de coördinator of de conrector. Gesprek 3: het beoordelingsgesprek, vindt altijd plaats met de conrector. Op verzoek van de werknemer kan er een derde bij het gesprek aanwezig zijn, bijvoorbeeld de coördinator die gesprekspartner was in de eerste ronde.
71
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 5: Interne kwaliteitszorg Inleiding Interne kwaliteitszorg betreft de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het bestuur, c.q. de schoolleiding, is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op school. In eerste instantie gaat het onder meer om het verzamelen van gegevens over de kwaliteit van het onderwijs, bijvoorbeeld door de leerresultaten in beeld te brengen of door ouders en leerlingen te enquêteren over de sterke en zwakke punten in het onderwijs. Ook gaat het om een beschrijving van de maatregelen die de school neemt om de kwaliteit van de school te verbeteren. In het jaarplan is aangegeven dat de school werkt volgens het INK model. Ook de jaarlijkse beleidscyclus staat daarin vermeld. In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd voor het gevoerde beleid. Kwaliteitszorginstrumenten Het Hogeland College Hieronder volgt een beschrijving van de kwaliteitszorginstrumenten waarmee de school meet of de nagestreefde kwaliteit gehaald wordt. Sommige van deze instrumenten zijn nog in ontwikkeling. Aan de hand van deze kwaliteitsmetingen stelt de school haar beleid bij. Resultaatgebeid Waardering door personeel
Instrument Personeeltevredenheidsonderzoek Enquete gesprekkencyclus
Waardering door klanten
Klanttevredenheid bij leerlingen Enquête Panels Klanttevredenheid bij ouders Enquête Panels
Frequentie
Uitvoerenden
Status
2 jaarlijks jaarlijks
Extern bureau Leidinggevend e
Actief Actief
2 jaarlijks 2 jaarlijks
Extern bureau Directie
Actief In ontwikkeling
2 Jaarlijks
Extern bureau
Actief
2 jaarlijks
Directie
In ontwikkeling
Klanttevredenheid afnemend scholenveld Waardering door maatschappij
Niet actief
Waardering toeleverende scholen Enquête
4 Jaarlijks
Extern bureau
Actief
Onderzoek onder oud-leerlingen Enquête
4 Jaarlijks
Extern bureau
In ontwikkeling
Inspectie
Actief
Uitvoerenden Conrectoren
Status Actief
Integraal inspectietoezicht
Resultaatgebied Eindresultaten en opbrengsten
Instrument Examenresultaten Percentage geslaagden Resultaten per vak en per docent Verschil SE-CE per vak en docent Vergelijking landelijke resultaten
Frequentie Jaarlijks in september
72
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Eindresultaten en opbrengsten
Rapportcijfers Percentage voldoenden per vak en docent Gemiddelde cijfer Spreiding cijfers Overgang Percentage bevorderden Percentage doorstromers Afdelings- en profielkeuze
Elke periode
Coördinatoren die rapporteren aan conrector
Actief
Actief Jaarlijks in september
Coördinatoren die rapporteren aan conrector
Kwaliteitskaart
Actief Jaarlijks
Resultaten in-, door- en uitstroom Jaarlijks Jaaroverzicht klachtencommissie
Inspectie/ Directie Inspectie/ Directie
Actief
Rector
Actief
Rector Rector
Actief
Jaarlijks Ziekteverzuimpercentages Kwartaal Financiële eindresultaten kwartaal
Beleid, planning en kwaliteitsbepaling op Het Hogeland College Volgens onderstaand model wil Het Hogeland College haar beleidscyclus vormgeven. Meerjaren Beleidsplan MJP Vanuit een beschrijving van de missie, de visie, succesbepalende factoren worden doelstellingen of kaders geformuleerd met een meerjarenperspectief. Dit is vastgelegd in Visie en Koers. Vervolgens worden de doelen gericht op alle organisatiegebieden van het INK-model (personeelsmanagement, beleid en strategie, middelenmanagement en management van processen). De keuze van de visie en de koers, succesbepalende factoren en prestatie-indicatoren komt tot stand op basis van: 1. Omgevingsanalyse (wat komt er de komende jaren op ons af?) 2. Behoeften en wensen van interne en externe klanten 3. Prestaties en behaalde resultaten in voorgaande jaren 4. Positiebepaling 5. Zelfevaluatie 6. Rapportage inspectie De visie en succesbepalende factoren komen tot stand op basis van een raadpleging van het gehele personeel en een groep ouders en leerlingen. Verantwoordelijk voor het MJP is de rector. De doelstelling en/of kaders stelt de rector op na raadpleging van de conrectoren. De duur van dit plan is 4 jaar. Meerjaren Afdelings Plan MAP De conrectoren stellen voor hun eigen vestiging een Meerjaren Afdelings Plan op. In dit plan worden de doelen per vestiging gekozen. De doelstellingen moeten een relatie hebben met
73
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
visie en succesbepalende factoren uit het MJP. Verantwoordelijk is de conrector. De geldigheidsduur van dit plan is eveneens 4 jaar. Jaarplannen voor de school en per afdeling De jaarplannen voor de school en per afdeling vormen samen het Jaarplan van het Hogeland College. Het jaarplan en de meerjarenplannen zijn als aparte bijlage opgenomen in het schoolplan.
74
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 6: Schoolplan Het Hogeland College 2012-2015 Het hieronder beschreven Zorgplan is in bewerking en wordt opnieuw vastgesteld in april 2012. Inhoudsopgave 0. 1. 2.
3.
Voorwoord Visie en beleidsuitgangspunten t.a.v. zorg en leerlingbegeleiding Beleid ten aanzien van zorg 2.1. Algemeen 2.2. Beleid aanmelding van leerlingen 2.2.1. Aanmeldingsprocedure 2.2.2. Aanvraag beschikking LWOO (eventueel PRO) 2.2.3. Indicatiecriteria LWOO/PRO 2.2.4. Plaatsingsbeslissing en plaatsingscriteria 2.3. Beleid informatievoorziening van leerlingen en ouders 2.4. Beleid dyslexie 2.5. Beleid (langdurig) zieke leerlingen 2.6. Beleid opvang allochtone (NT-2) leerlingen 2.7. Beleid hoogbegaafde leerlingen 2.8. Beleid nascholing/deskundigheidsbevordering op leerlingenzorg 2.9. Beleid Wet Leerlinggebonden Financiering (LGF) 2.10. Beleid op Passend Onderwijs Het zorgsysteem 3.1. Zorgstructuren 3.1.1. Intern 3.1.1.1. Mentoraat/leerlingbegeleiding 3.1.1.2. Leerlingbesprekingen/rapportbesprekingen 3.1.1.3. Het Zorgteam 3.1.1.4. Het Zorg Advies Team (ZAT) 3.1.1.5. Dossiervorming 3.1.1.5.1. Leerling-dossier 3.1.1.5.2. Leerlingvolgsysteem 3.1.1.5.3. Handelingsplan 3.1.1.5.3.1. Algemeen hp voor PRO/LWOO- leerlingen 3.1.1.5.3.2. Hp voor LGF-leerlingen 3.1.1.5.3.3. Specifiek deelhandelingsplan bij incidentele gevallen 3.1.1.5.3.4. Groepshandelingsplan 3.1.1.5.4. Portfolio 3.1.1.6. Onderzoeken na plaatsing 3.1.1.7. Decanaat 3.1.1.8. Rapporten 3.1.1.9. Oudercontacten 3.1.1.9.1. Huisbezoek 3.1.1.9.2. Oudergespreksavonden 3.1.1.9.3. Overige oudercontacten 3.1.2. Extern
75
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3.1.2.1. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) 3.1.2.2. Regionaal Samenwerkingsverband (SWV RSNOG) 3.1.2.3. Regionale Verwijzings Commissie (RVC) 3.1.2.4. Regionaal Netwerk Passend Onderwijs 3.2. Zorgvarianten 3.2.1. Intern 3.2.1.1. Ondersteuningslessen/extra hulp 3.2.1.2. Projectklas LWOO 3.2.1.3. Huiswerkbegeleiding 3.2.1.4. Begeleiding voor dyslectische leerlingen 3.2.1.5. Begeleiding op sociale en emotionele aspecten 3.2.1.5.1. Leefstijl 3.2.1.5.2. SOVA-trainingen 3.2.1.6. Voorzieningen LGF-leerlingen 3.2.1.7. Opvang voor allochtone leerlingen 3.2.1.8. Interne rebound 3.2.2. Extern 3.2.2.1. Reboundvoorziening Onstaheerd 3.2.2.2. Herstart 3.2.2.3. Op de Rails 3.2.2.4. Crisisopvang 3.2.2.5. OPDC 3.2.2.6. REC’s 3.2.2.7. Sociaal-psychologische begeleiding 3.2.2.8. Ambulante begeleiding/inzet onderwijsassistentie vanuit REC 3.3. Betrokkenen bij de leerlingbegeleiding en hun taken t.a.v. leerlingenzorg 3.4. Intern 3.4.1.1. Docent 3.4.1.2. Mentor 3.4.1.3. Zorgcoördinator 3.4.1.4. Leerlingbegeleider 3.4.1.5. Remedial Teacher 3.4.1.6. Schoolleiding/directie 3.4.1.7. Conciërge 3.4.1.8. Administratie 3.4.1.9. Schoolarts 3.4.1.9.1. Orthopedagoog/psycholoog 3.4.1.9.2. Vertrouwenspersoon klachten en intimidatie 3.4.1.9.3. Studieadviseur/decaan 3.4.2. Extern 3.4.2.1. Leerplichtambtenaar 3.4.2.2. Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) 3.4.2.3. ROC (MBO) 3.4.2.4. Bureau Jeugdzorg 3.4.2.5. GGZ: Lentis/Jonx 3.4.2.6. GGD 3.4.2.7. Politie
76
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4.
3.4.2.8. Openbaar Ministerie 3.4.2.9. HALT 3.4.2.9.1. Raad voor de Kinderbescherming (RvK) 3.4.2.9.2. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 3.4.2.9.3. Algemeen Maatschappelijk Werk 3.4.2.9.4. UWV WERKbedrijf 3.4.2.9.5. UWV Beleidsvoornemens 4.1. Veranderdoelen 4.2. Jaarplan 2009 – 2010 LIJST MET AFKORTINGEN: BIJLAGEN:
77
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Voorwoord In dit zorgplan geven we een verantwoording van de zorg op Het Hogeland College in de breedste zin van het woord. Dit zorgplan geldt voor alle afdelingen van Het Hogeland College; voor zover afdelingen een afdelingsspecifieke invulling kennen, wordt dit uitgewerkt in een afdelingsspecifiek deelzorgplan. Documenten die te maken hebben met aspecten van de leerlingenzorg worden als bijlage aan dit document toegevoegd. Het zorgplan kan gezien worden als verantwoordings- en planningsdocument naar alle betrokkenen (ouders, docenten, directie en inspectie). Het bevat een beschrijving van de huidige situatie en de beleidsvoornemens. De route van vaststelling: het concept zorgplan wordt door de zorgcoördinatoren aan de directie voorgelegd. De directie bespreekt het concept met de docententeams en vraagt instemming aan de MR, vervolgens stelt het bestuur het zorgplan voor vier jaren vast. In de schoolgids en op de website staat een verwijzing naar het zorgplan, zodat ook ouders kennis kunnen nemen van de inhoud van dit plan. Jaarlijks wordt het voor 1 december geactualiseerd en komen er eventueel aanvullingen. Een keer in de 4 jaar kan het zorgplan worden herzien. Een afschrift wordt jaarlijks voor 1 februari gezonden aan de directeur van het Samenwerkingsverband RSNOG.
78
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
1.Visie en beleidsuitgangspunten ten aanzien van zorg en leerlingbegeleiding Om de leerlingen optimale ontwikkelings- en doorstromingsmogelijkheden te bieden is een goede opvang en begeleiding van de leerlingen van groot belang. In grote lijnen kunnen op Het Hogeland College drie vormen van leerlingenbegeleiding onderscheiden worden: In het algemeen de begeleiding van het leerproces van de leerling. De persoonlijke en sociale begeleiding van de leerling en de klas. De begeleiding bij de verschillende keuzes die de leerling in de loop van zijn schoolloopbaan moet maken. In de eerste klas is de begeleiding in bepaalde opzichten het meest intensief, omdat de leerlingen na de basisschool moeten wennen aan hun nieuwe omgeving, een nieuwe groep, nieuwe vakken, nieuwe (en meer) leraren, enz.. Voor onze vmbo vestigingen is een 40-minuten rooster van toepassing. Dit roostermodel maakt extra zorg voor leerlingenbegeleiding en mentoraat mogelijk en biedt ruimte voor het werken aan taken, opdrachten en huiswerk. Voor de havo/vwo vestiging is een 60-minuten rooster van toepassing. Binnen dit model zijn de mentoruren in het rooster opgenomen. De extra zorg (RT, individuele counseling, SOVA, enz.) wordt buiten het rooster georganiseerd. In het koersplan Visie en Koers 2008 van Het Hogeland College is vastgelegd dat de school er naar wil streven dat het actief en zelfstandig leren en werken zoveel mogelijk plaatsvindt op school. Uitgangspunt hierbij is dat leerlingen ‘gesloten’ werkdagen hebben, zonder lesuitval. Dit wordt in het koersplan samengevat in de zin: ‘Schooltijd is werktijd’. Daarmee wordt vooral bedoeld dat de tijd die de leerlingen op school doorbrengen, zo effectief mogelijk benut moet worden. Daar hoort bij dat zij taken en huiswerk tijdens Daltonuren onder begeleiding op school kunnen maken, hoewel dit overigens niet betekent dat zij helemaal geen huiswerk meer hebben. Er zal altijd wel iets over blijven om thuis te doen. Voor de havo/vwo afdeling geldt dat de leerling thuis aan de voorbereiding van overhoringen (SO’s, proefwerken en examens) tijd dient te besteden. Sommige leerlingen kunnen het niveau van het vmbo wel aan, maar hebben extra ondersteuning nodig. Voor hen is er het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Met extra steun in het LWOO kan de leerling dan toch een diploma halen. Voor sommige leerlingen die iets meer mogelijkheden hebben is er op het vmbo tl+ en op havo/vwo vwo+. De leerlingen die tl+ volgen gaan dieper op de leerstof in en hebben per leerjaar een aantal projecten extra waardoor ze beter voorbereid worden op de overstap naar havo4. Bovendien kunnen leerlingen van 4tl+ examen doen in 8 vakken in plaats van 6 of 7 vakken. Leerlingen op vwo+ krijgen als extra vakken Latijn, Klassieke en Culturele Vorming en masterclasses aangeboden en doen in deze vakken eindexamen.
79
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
2. Beleid ten aanzien van zorg 2.1. Algemeen Doel: Daar waar nodig de leerling de zorg te bieden die hij nodig heeft om op school optimaal te kunnen functioneren. De leerlingenzorg richt zich op de zorg voor de gehele leerling. In de eerste plaats gaat het om het sociaal-emotioneel functioneren (persoonlijkheidsontwikkeling). Dit is immers een voorwaarde voor een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij (redzaamheid). Bovendien willen we de leerling zo optimaal mogelijk voorbereiden op het examen en de vervolgopleiding. Dit wordt bereikt middels een gerichte begeleiding van de leerling op cognitief-, didactisch- en sociaal-emotioneel gebied. 2.2.
Beleid ten aanzien van aanmelding van leerlingen
2.2.1. Aanmeldingsprocedure In het najaar worden voorlichtingsrondes op diverse basisscholen in het voedingsgebied gehouden. Op de vmbo-vestigingen worden open lessen georganiseerd voorafgaand op de Open Avonden. De Open Avonden worden steeds georganiseerd in de maand januari. De aanmelding van leerlingen dient jaarlijks te geschieden voor 1 april, LWOO-leerlingen dienen voor 16 februari te worden aangemeld. De ouders melden de leerlingen aan via een HHC aanmeldingsformulier (zie bijlage 3.1.). Ze kunnen dit zelf doen op de laatste woensdagmiddag in maart of dit centraal via de basisschool laten doen. Op het aanmeldingsformulier kruisen de ouders de afdeling en de vestiging aan. De administratie verwerkt de aanmelding en zorgt er voor dat de vestiging een kopie van het aanmeldingsformulier krijgt. De basisschool stuurt het onderwijskundig rapport (zie bijlage 3.2.) van de leerling en de uitslag van de CITO-eindtoets op naar de vestiging van aanmelding. Bij de aanmelding ondertekenen de ouders ook een formulier voor toestemming dossiervorming (zie bijlage 3.3.). 2.2.2. Aanvraag beschikking LWOO (eventueel PrO) Er wordt van de basisscholen verwacht dat zij de didactische gegevens aanleveren van de toetsen die zijn goedgekeurd voor de aanlevering bij de RVC. De toetsgegevens zijn opgenomen bij het onderwijskundig rapport (eventuele bijlagen LVS zijn ook toegestaan). Met de gegevens uit het onderwijskundig rapport wordt besloten tot verder cognitief- en sociaal-emotioneel onderzoek. Leerlingen die voor LWOO worden aangemeld en leerlingen met een CITO-score van 520 en lager ondergaan deze aanvullende onderzoeken. De onderzoeken vinden plaats op een van de basisscholen, waarna de testgegevens door de orthopedagoog worden verwerkt tot een rapport en advies richting de zorgcoördinator. Deze adviezen worden besproken, waarna de zorgcoördinator na overleg met de schoolleiding besluit tot: Het aanbieden van deze leerling aan de PCL met het verzoek tot plaatsing in het LWOO. Het niet aanbieden aan de PCL i.v.m. een te lage score, waardoor PrO een betere optie is. In dat geval gaat een vertegenwoordiger van het HHC naar de aanmeldende school en naar de ouders om het testrapport te bespreken.
80
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Het niet aanbieden aan de PCL i.v.m. een dermate hoge score, dat de leerling niet in aanmerking komt voor LWOO. In dat geval gaat een vertegenwoordiger van het HHC naar de aanmeldende school en naar de ouders om het testrapport te bespreken. Leerlingen die aangemeld worden bij de PCL, worden in de PCL door de zorgcoördinator besproken. De PCL adviseert de RVC op basis van aangeleverd testmateriaal. Aan de RVC wordt aangeboden het Aanmeldingformulier voor LWOO (wordt jaarlijks vastgesteld door het Ministerie van OC en W (zie bijlage 3.4)), het Onderwijskundig Rapport en aanvullend testmateriaal. Een afschrift van het aanmeldingsformulier RVC gaat altijd naar de ouders. In uitzonderingsgevallen wordt er van sommige leerlingen een PrO beschikking aangevraagd en wordt de leerling geplaatst in het vmbo met LWOO. Dit gebeurt op grond van de mogelijkheden die het kind heeft (is gebleken uit het onderwijskundig rapport van het bao of uit intelligentieonderzoek). Hier is altijd mondeling overleg over met de basisschool en de ouders. In die gevallen dat de RVC afwijkend beschikt op de vraag van het HHC, wordt altijd contact met de ouders opgenomen. De RVC bericht het HHC over de beschikking die zij per leerling afgeeft. De ouders en de school van herkomst krijgen een kopie van de beschikking. 2.2.3. Indicatiecriteria LWOO/PrO De indicatiecriteria voor de toelaatbaarheid tot LWOO/PrO worden jaarlijks gepubliceerd in de toelatingsbrochure van het RSNOG en volgen hieronder: Toelaatbaarheid voor het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO): Het intelligentieniveau ligt tussen de 75-80 t/m 90. En uit het didactisch profiel blijkt dat er achterstanden zijn tussen 25% en 50% t.o.v. de Didactische Leeftijd op twee of meer domeinen van de schoolse vaardigheden (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen / wiskunde). Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen en/of inzichtelijk rekenen / wiskunde zijn. Bij een intelligentieniveau van 91 t/m 120 is toelaatbaarheid voor LWOO mogelijk als naast het eerder genoemd didactisch profiel sprake is van emotionele- of gedragsproblematiek. De problematiek moet aangetoond zijn middels recent psychologisch of psychiatrisch onderzoek. Toelaatbaarheid voor het praktijkonderwijs (PrO): Het intelligentieniveau is minimaal 55 en maximaal 75-80. En uit het didactisch profiel blijkt dat er leerachterstanden zijn van 50% t.o.v. de Didactische Leeftijd op twee of meer domeinen van schoolse vaardigheden. Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen en/of inzichtelijk rekenen / wiskunde zijn. 2.2.4. Plaatsingsbeslissing en plaatsingscriteria De leerlingen die aangemeld worden voor havo/vwo in Warffum worden zoveel mogelijk op basis van woonplaats ingedeeld in een van de brugklassen.
81
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
De conrector onderbouw en de coördinator onderbouw gaan de gegevens na en lichten de mentoren verder in over belangrijke gegevens van de nieuwe leerlingen. De leerlingen die aangemeld worden voor het vmbo worden gescreend door de coördinator onderbouw en de zorgcoördinator en in principe geplaatst op basis van advies basisschool. Daarbij speelt ook de Cito-score en de wens van de ouders een rol. De brede toelatingscommissie, bestaande uit 3 directeuren (c.q. leerkrachten groep 8) van basisscholen en de coördinator onderbouw en zorgcoördinator plaatsen de leerlingen definitief in de juiste klas. Leerlingen met een LWOO- of PrO-beschikking worden op grond van hun leerachterstanden en gedragskenmerken en het advies van de basisschool ingedeeld in de projectklas of in een reguliere klas. De gegevens van de leerlingen komen na plaatsing in de juiste klas en na de kennismakingsavond in handen van de mentor. De zorgcoördinator maakt een dossieranalyse op basis van de gegevens uit het onderwijskundig rapport en de verdere testen en de mentor maakt aan de hand hiervan een handelingsplan. Voor leerlingen met een LWOO- of PrO-beschikking moet altijd een handelingsplan worden opgesteld. De zorgcoördinator is eindverantwoordelijk voor de zorg aan de leerlingen en bewaakt de voortgang. 2.3. Beleid ten aanzien van de informatievoorziening van leerlingen en ouders Na voorlichtingsrondes op de basisscholen en open avonden op de verschillende vestigingen melden de ouders hun zoon/dochter aan op Het Hogeland College. Nadat de gegevens van de leerlingen zijn verwerkt worden de nieuwe leerling en de ouders uitgenodigd voor een van de kennismakingsavonden in juni. Daar wordt de klassenindeling bekend gemaakt en de leerling (door de mentor) en de ouders worden bekend gemaakt met de dagelijkse gang op school. De leerlingen worden door hun mentor bijgepraat. Ook wordt die avond de nieuwe schoolgids uitgereikt, waarin de belangrijkste regels en procedures vermeld staan. In de zomervakantie krijgen de leerlingen en de ouders een brief thuis met nog aanvullend nieuws over de start en het nieuwe schooljaar. Aan het begin van het schooljaar in de maanden september en oktober zijn er voorlichtingsavonden voor ouders voor de verschillende klassen door de mentoren van de klassen. Zowel voor de leerlingen als voor de ouders is de mentor de spil in het contact tussen school en thuis. Bovendien verschijnt een aantal keren per jaar een ouderbulletin waarin de schoolleiding wetenswaardigheden vermeldt die hebben plaats gevonden en ouders alvast wijst op zaken die de komende periode gaan spelen. Tijdens het schooljaar wordt een aantal voorlichtingsavonden voor ouders georganiseerd over het kiezen van vakkenpakketten en PTA’s en over zorgonderwerpen (dyslexie, autisme spectrum stoornissen, zoals PDDnos, e.d.). De rapporten worden vier keer per schooljaar door de mentor aan de leerlingen uitgereikt. De rapporten van de eerste klassen en klas 2tl+ in Uithuizen worden twee keer per jaar door de mentor, in een persoonlijk gesprek met ouders en leerling, aan de leerling overhandigd. Na afloop van de eerste, tweede en derde periode zijn er oudergespreksavonden, waarin de
82
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
ouders een gesprek van 10 minuten kunnen hebben met maximaal 3 docenten op de vmbo afdelingen en op de havo/vwo afdeling met een niet gelimiteerd aantal docenten. 2.4. Beleid ten aanzien van dyslexie Leerlingen die gediagnosticeerd zijn als dyslectische leerling komen in aanmerking voor extra specifieke hulp. De diagnose kan al gesteld zijn op de basisschool, waarbij een verklaring kan worden overlegd. Alle dyslectische leerlingen worden in het bezit gesteld van een dyslexiepas (zie bijlage 3.5.) waarin hun rechten staan, maar ook hun plichten. Alle 1e klassers worden gescreend op dyslexie in de eerste maanden van het nieuwe schooljaar (zie dyslexiebeleidsplan – bijlage 1.9). Voor leerlingen die na testen door een onderzoeksbureau in aanmerking komen voor een dyslexieverklaring moeten de ouders de helft van de onderzoekskosten betalen aan school. Dyslectische leerlingen op het havo/vwo kunnen remedial teaching krijgen in de eerste twee brugklassen van een RT’er. Op het vmbo is er een leerlingbegeleider speciaal belast met dyslexie, die geen remedial teaching geeft maar een aantal keren met alle dyslectische leerlingen per leerjaar spreekt en daarbij gebruik maakt van het principe “lotgenoten – bondgenoten”. Dyslectische leerlingen kunnen altijd (op indicatie) gebruik maken van een daisy-speler of een laptop. 2.5. Beleid ten aanzien van (langdurig) zieke leerlingen Ziekte is in de eerste plaats erg vervelend voor het kind zelf en zijn/haar ouders. Maar de gevolgen voor het leerproces kunnen ook ernstig zijn. De wet “Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen” regelt de voortgang van onderwijs tijdens langdurige ziekte van leerlingen. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs, ook als de leerling door ziekte lange tijd geen lessen kan volgen. In overleg met de ouders zal de school onderwijs verzorgen tijdens de ziekteperiode. Deze onderwijszorg is erop gericht dat de leerling ook tijdens de ziekteperiode betrokken blijft bij het leerproces. Hiermee wordt bereikt dat: Een leerachterstand wordt voorkomen Het kind actief blijft Het kind niet in een isolement terecht komt en betrokken blijft bij de school De school betrokken blijft bij de leerling Bij langdurige ziekte kan de school een beroep doen op gespecialiseerde consulenten van Cedin. Zij ondersteunen de school, ouders en leerlingen. De consulenten zijn bereikbaar via Cedin, afdeling Onderwijs aan zieke leerlingen, telefoon 088-0200300. Daarnaast kan bij langdurige ziekte van een leerling de schoolarts worden ingeschakeld. De werkwijze van de consulenten (langdurig) zieke leerlingen van het Cedin: Ondersteuning aan scholen: Coördinatie en afstemming van het onderwijs thuis, op school of in een regionaal ziekenhuis Adviseren over de inzet van communicatiemiddelen (laptop,computer,webchair)
83
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Adviseren van leerkrachten Informeren van leerkrachten over ziekten en behandelmethoden en de effecten daarvan op het leerproces Samen met de leerkracht een plan van aanpak opstellen Aanreiken van relevante kennis en literatuur Ondersteuning aan de zieke leerling: Het organiseren van het onderwijs aan het ziekbed thuis of in een regionaal ziekenhuis Ondersteuning aan de ouders: Advies en informatie over de voortgang van het onderwijs. Aan de ondersteuning door een consulent zieke leerlingen zijn voor school en ouders geen kosten verbonden. 2.6. Beleid ten aanzien van opvang allochtone (NT-2) leerlingen Er zijn 2 categorieën allochtone leerlingen: de nieuwkomers en leerlingen die al langer in Nederland verblijven. Allochtone kinderen moeten Nederlands in voldoende mate beheersen anders wordt niet overgegaan tot plaatsing. Komen deze leerlingen tussentijds binnen, dan proberen we tijdens de intake er zo goed mogelijk achter te komen waar en hoe we extra hulp in moeten zetten. Er wordt steeds info gevraagd van de school van herkomst. Daarna vinden er regelmatig gesprekken plaats over welbevinden van leerlingen en klas. 2.7. Beleid hoogbegaafde leerlingen Het HHC hanteert de volgende omschrijving bij (hoog)begaafdheid. Kenmerken: Hoge intellectuele vermogens: intelligentie gemeten met een prestatie- of intelligentietest en meestal uitgedrukt met een intelligentiequotiënt van meer dan 130. Taakgerichtheid en volharding (motivatie): doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen. Creatief vermogen: het vermogen om op een originele en vindingrijke wijze oplossingen te bedenken. Als een kind één of meerdere van deze kenmerken heeft, hoeft dit niet automatisch te betekenen dat hij/zij (hoog)begaafd is. Naast de genoemde drie aanlegfactoren zijn nog een drietal omgevingsfactoren die van invloed zijn op het tot uiting komen van (hoog)begaafdheid. Deze factoren hebben betrekking op de invloed van gezin, school en vrienden (de omgeving) op de ontwikkeling van (hoog)begaafd gedrag. Het beleid toegespitst op (hoog)begaafde leerlingen maakt integraal onderdeel uit van het algemene schoolbeleid. Er kunnen aanvullingen op het reguliere curriculum gemaakt worden. (Hoog-) Begaafde leerlingen kunnen werken met een portfolio om eigen leertrajecten en vorderingen zichtbaar te maken (zie verder bijlage 1.11).
84
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
2.8. Beleid ten aanzien van nascholing / deskundigheidsbevordering op leerlingenzorg Er worden voor alle docenten regelmatig studiedagen en/of studiemiddagen aangeboden. Deze bijeenkomsten hebben een verplicht karakter. Op het vmbo in Wehe is men de laatste jaren bezig met een nieuwe onderwijsrichting, TREC. Hiervoor schrijven de docenten programma’s en wordt ook de didactiek aangepast. Op het vmbo in Uithuizen is men voor het 2e jaar bezig met “teamleren”, waarbij collega’s elkaar door intervisie proberen te stimuleren tot een grotere professionaliteit zoals neergelegd in onze Dalton visie. Op de havo/vwo afdeling wordt door middel van intervisiegroepen en de ontwikkeling van een individueel portfolio de professionalisering van de docent bevorderd. Verder hebben alle docenten een aantal uren voor zelfstudie binnen hun normjaartaak. Docenten zullen zich blijvend algemeen moeten professionaliseren, maar ook zullen ze zich verder binnen de leerlingenzorg moeten professionaliseren. Vanuit het samenwerkingsverband RSNOG worden regelmatig scholingsbijeenkomsten georganiseerd over allerlei gebieden binnen de leerlingenzorg. Dit zijn bijeenkomsten voor de zorgcoördinator en voor andere docenten. Startende docenten hebben volgens de CAO recht op 20% reductie op hun lesgevende taak gedurende het eerste jaar. Startende docenten worden gecoacht door een docentcoach. Ook zijn er regelmatig gesprekken met startende docenten. Voor iedereen binnen de school wordt getracht met intervisie en regelmatige functioneringsgesprekken voor leerling en leerkracht een zo gezond mogelijk schoolklimaat te creëren. 2.9. Beleid ten aanzien van de Wet Leerlinggebonden Financiering (LGF) Sinds 1 augustus 2002 kunnen scholen voor voortgezet onderwijs onder bepaalde voorwaarden ook leerlingen plaatsen met een REC-indicatie (Regionaal Expertise Centrum). Dit zijn leerlingen die op een of andere manier extra steun behoeven, omdat zij visueel, communicatief of auditief gehandicapt zijn, lichamelijk of verstandelijk gehandicapt of omdat zij bepaalde gedragsstoornissen vertonen. Een Commissie van Indicatie (CvI) bepaalt of leerlingen in aanmerking komen voor een RECindicatie. Wanneer dit het geval is, geeft de CvI vervolgens een indicatie af die toegang biedt tot onderwijs vallend onder een REC. De ouders hebben dan de keus om hun kind aan te melden bij een REC-school of bij een reguliere school met leerling-gebonden financiering (LGF). Leerling-gebonden financiering houdt in dat er extra financiële middelen worden uitgekeerd aan de school die de school zal inzetten voor de optimale begeleiding van de leerling: de zogenaamde rugzak. Op basis daarvan kunnen de ouders een verzoek bij de directie indienen om hun kind op onze school te plaatsen. Ook kan er vanuit school initiatief richting ouders worden getoond om indicatiestelling aan te vragen. Onder bepaalde voorwaarden kan een leerling met REC-indicatie geplaatst worden: - Er wordt een contract opgesteld tussen school, ouders en REC, waarin een begeleidingsplan wordt opgesteld en wordt aangegeven wat van ieder van de partijen wordt verwacht. Daarnaast is het een wettelijke verplichting dat de school een handelingsplan opstelt. In het handelingsplan geeft de school aan wat de school voor de leerling betekent. De ouders ondertekenen het handelingsplan.
85
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
-
-
-
-
-
-
-
De ouders van de leerling zullen moeten meewerken en inzage geven in het leerlingendossier of de handelingsplannen. De ouders moeten ermee akkoord gaan dat in voorkomende gevallen rapportage ingezien wordt over de verleende hulpverlening, zoals van Bureau Jeugdzorg, LentisJonx en/of Algemeen Maatschappelijk Werk. De ouders moeten ermee akkoord gaan dat in voorkomende gevallen medische of psychiatrische rapportage ingezien wordt. De school moet hulp kunnen ontvangen van een ambulant begeleider vanuit een REC-instelling. De school moet in staat zijn om middelen aan te schaffen of te lenen, waarmee de geïndiceerde leerling kan worden begeleid. Een deel van de aan te schaffen middelen kan uit de beschikbare rugzak komen. Indien nodig moet de school aanspraak kunnen maken op de financiële middelen die vanuit het RSNOG of de woongemeente beschikbaar zijn. De zorg voor en het onderwijs aan andere leerlingen mag niet belemmerd worden doordat de begeleiding van de leerling met REC-indicatie teveel zorg, tijd en energie vergt. De veiligheid van personeel en andere leerlingen mag niet in gevaar komen door de plaatsing van de REC-geïndiceerde leerling. De taakbelasting van het onderwijzend personeel moet berekend zijn op de toelating van de REC-geïndiceerde leerling. Het personeel moet competent en in staat zijn om de REC-geïndiceerde leerling te kunnen begeleiden. Het personeel moet in staat zijn om op de juiste wijze met de voor de leerling opgestelde handelingsplannen om te gaan en de doelstellingen om te zetten in concrete evalueerbare activiteiten. De school moet beschikken over functionarissen die voldoende competent zijn om specifiek met deze leerling en zijn/haar ouders gesprekken te voeren, situaties te analyseren en op het juiste moment te kunnen doorverwijzen naar interne of externe deskundigen. De leerling moet veiligheid en geborgenheid geboden kunnen worden en net als bij andere leerlingen moet de zelfstandigheid kunnen worden bevorderd. De REC-geïndiceerde leerlingen komen uit ten hoogste één of twee van de hierboven gemelde categorieën, tenzij de hulpvraag zodanig is, dat de toelating van leerlingen uit meer categorieën mogelijk is, omdat er veel overeenkomsten in hulpvraag zijn. Per leerjaar wordt bepaald hoeveel geïndiceerde leerlingen kunnen worden geplaatst.
Uitgangspunt van de school: Leerlingen met een REC-indicatie verdienen de uiterste zorg. De school wil bezien welke mogelijkheden deze leerlingen geboden kunnen worden, welke extra hulp er beschikbaar is en op basis van alle gegevens samen met ouders, leerling en REC besluiten tot al of niet plaatsen. 2.10. Beleid op Passend Onderwijs Er zal met collega’s gereflecteerd worden op de zorgbehoeften van kinderen en met elkaar zal worden nagegaan of er mogelijkheden zijn om de grenzen aan de zorg op te rekken. Niet alleen op schoolniveau, maar ook binnen het samenwerkingsverband RSNOG wordt het
86
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
beleid verder uitgewerkt. Binnen het RSNOG wordt ook gekeken naar regionalisering van de Rec’s. Verder zal er toegewerkt worden naar een integrale indicatiestelling voor alle kinderen met zorgbehoeften in PO, VO en SO.
87
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3. Het zorgsysteem 3.1. Zorgstructuren STROOMSCHEMA ZORG HHC Fase 0: De mentor / docent geeft les en komt tegemoet aan specifieke instructie- en/of zorgbehoefte van leerlingen
Fase 1:
Fase 2:
Leerlingbespreking (rapportbespreking)
Bespreking Zorgteam
Fase 3:
Bespreking ZAT (ZorgAdviesTeam)
Fase 4:
Verwijzing extern (o.a. rol PCL)
Wanneer er bij een leerling sprake is van problemen, zoals gedragsproblemen, psychische of psychiatrische problemen, leerproblemen of ontwikkelingsstoornissen, problemen thuis, verzuimproblemen en schoolkeuzeproblemen, wordt dat gesignaleerd door de mentor/vakdocent of vertrouwenspersoon. Hierbij maakt de mentor/vakdocent of vertrouwenspersoon gebruik van een niet-pluislijst (zie bijlage 3.6.). In eerste instantie probeert de mentor eventuele problemen zelf op te lossen bijvoorbeeld door middel van leerlingbegeleiding/leerling-oudergesprekken. Wanneer de mentor er zelf niet meer uitkomt (met redenen omkleed: aard of zwaarte van de problematiek, het neemt teveel tijd in beslag) brengt hij/zij de leerling in in een leerlingbespreking of doet hij/zij een beroep op het intern zorgteam (zorgcoördinator en leerlingbegeleiders). De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de doorverwijzing naar zorgstructuren binnen de school: bij leerproblemen krijgt de leerling extra ondersteuning. Bij sociaal-emotionele problemen kan er gebruik gemaakt worden van extra hulp bv. in de vorm van een training sociale weerbaarheid. Wanneer er leerlingen worden doorverwezen naar de voornoemde interne zorgstructuren worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld door de zorgcoördinator en wordt er een handelingsplan (zie bijlage 3.7) opgesteld, dat in het leerlingendossier wordt opgenomen. Als de zorg binnen de school niet meer toereikend is, wordt het kind ingebracht in het ZAT en via het ZAT wordt eventueel externe hulp ingeschakeld of vindt doorverwijzing plaats.
88
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3.1.1. Intern 3.1.1.1. Mentoraat / leerlingbegeleiding Elke klas heeft een mentor die voor leerlingen en ouders het eerste aanspreekpunt is. De mentor is ook het eerste aanspreekpunt voor leerlingbegeleiding. De mentor overlegt met de vakdocent en de leerling. Op de vmbo afdeling hebben de leerlingen in principe twee Daltonuren per dag op hun rooster staan. Zij kunnen, als extra service, in die tijd samen met de mentor bekijken waar de leerling extra hulp voor een bepaald vak of vakgebied kan krijgen. Mocht blijken dat die hulp niet voldoende is, dan wordt de leerling bij de zorgcoördinator aangemeld voor specifiekere zorg, en deze probeert de leerling te koppelen aan een leerlingbegeleider, nadat de hulpvraag duidelijk is gesteld door de mentor. De mentor voert met zijn klas ook groepsgesprekken en individuele gesprekken (correctief en preventief). Ook voert de mentor de gesprekken met de ouders. De mentor heeft 1,5 klokuren per week voor begeleiding van zijn klas en een aantal uren uit de algemene taaktijd. Met het ‘mentorhulpje’ (zie bijlage 3.9.) en de ‘Niet-pluislijst’ (zie bijlage 3.6.) kunnen resultaten en welbevinden van de leerlingen worden geëvalueerd en kunnen leerlingen preventief aangemeld worden bij de zorgcoördinator om na toestemming van de ouders te worden besproken in het Zorg Advies Team. 3.1.1.2. Leerlingenbesprekingen / rapportbesprekingen Voor de klassen in de onder- en bovenbouw van het vmbo waarin veel zorgleerlingen zitten worden 4 keer per jaar leerlingen besproken. Daarnaast zijn er voor alle klassen 4 keer per jaar rapportbesprekingen. In de eerste leerlingenbespreking worden alle leerlingen besproken, in de daarop volgende alleen de “probleem” leerlingen. De mentor bespreekt daar met alle leerkrachten van de klas en één van de coördinatoren de leerlingen die door een van de betrokkenen wordt aangemeld. De coördinator draagt zorg voor de verslaglegging. De bedoeling van de leerlingenbesprekingen is om het welbevinden van de leerlingen in beeld te krijgen. Indien nodig neemt de mentor contact met thuis op. De mentor bespreekt alle leerlingen uit zijn klas ook tijdens rapportbesprekingen (4 keer per jaar); de nadruk ligt dan op de cijfers en de prestaties. De rapportbesprekingen worden steeds gehouden aan het eind van een periode, waarbij aan het einde van de vierde periode de overgang wordt besproken. Alle vakdocenten die lesgeven aan de klas zijn hierbij aanwezig. 3.1.1.3. Het Zorgteam Het zorgteam bestaat uit de zorgcoördinator en de leerlingbegeleiders en het komt één keer in de twee weken bijeen. Het zorgteam bespreekt alle PrO/LWOO leerlingen twee keer per jaar aan de hand van de handelingsplannen. Daarnaast kunnen overige leerlingen door de mentor via de leerlingenbesprekingen aangemeld worden. Er wordt gewerkt aan de hand van een vooraf gemailde agenda. Van de besproken leerlingen wordt een verslag gemaakt door de zorgcoördinator. Het verslag wordt gemaild naar de leden van het zorgteam en de schoolleiding. De zorgcoördinator archiveert de verslagen.
89
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Indien nodig neemt de zorgcoördinator contact op met de ouders. In het zorgteam worden ook beleidszaken ten aanzien van zorg besproken indien dat gewenst wordt geacht. 3.1.1.4. Het Zorg Advies Team (ZAT) Er zijn binnen het HHC 2 Zorg Advies Teams, te weten ZAT Uithuizen/Warffum en ZAT Wehe den Hoorn. Doel Het tot stand brengen van korte lijnen tussen de school en de externe zorgstructuren. Werkwijze - uitwisseling beleid van school en instanties - informatieverstrekking over personele wisselingen bij scholen en instanties - inbrengen en bespreken van leerlingen (en hun gezinnen) die extra begeleiding (in de school) of hulp nodig hebben - afspraken maken over begeleiding door de school en/of externe zorgstructuren - indien nodig zorgen voor een goede doorverwijzing - op aanvraag van de school is er een terugkoppeling van de externe zorgstructuur naar de school. Overlegfrequentie 6 keer per schooljaar Betrokkenen - zorgcoördinator HHC Uithuizen/zorgcoördinator HHC Warffum en coördinator Wehe - schoolarts (GGD Groningen) - psychotherapeut (Lentis/Jonx) - jeugdhulpverlener (Jeugdzorg Groningen – bureau jeugdhulpverlening) - jeugdagent (Regiopolitie Groningen) - leerplichtambtenaar - maatschappelijk werk gemeente Eemsmond (alleen Uithuizen/Warffum) - jongerenwerk gemeente Eemsmond (alleen Uithuizen/Warffum) - voorzitter (Cedin Drachten) - ambulant begeleider Renn4 (op afroep). Voorbereiding Twee weken van te voren verzendt de voorzitter de agenda en wordt gevraagd om nieuw aan te melden leerlingen één week van te voren middels het aanmeldformulier (zie bijlage 3.10), die door de zorgcoördinator op grond van de vragen van de mentor of het zorgteam wordt ingevuld, te retourneren. De voorzitter verzendt de bespreeklijst en de aanmeldingsformulieren naar alle deelnemers. Vooraf wordt ouders om toestemming gevraagd om de leerling te mogen bespreken. Als ouders weigeren wordt de leerling als dat noodzakelijk wordt geacht anoniem ingebracht en besproken. De voorzitter vermeldt de afspraken op de bespreeklijst, die direct na de vergadering naar alle deelnemers wordt gezonden. De zorgcoördinator houdt op het aanmeldingsformulier van de leerling de afspraken bij en bespreekt die eventueel met ouders, leerling en mentor.
90
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Situaties waarin het ZAT wordt ingeschakeld - Er sprake is van schoolverzuim (3 achtereenvolgende dagen of 1/8 deel in 4 weken) of te laat komen (11 keer of meer): melding aan de leerplichtambtenaar; - Er sprake is van voortijdig schoolverlaten: melding aan het RMC Noord Groningen; - Er behoefte is aan hulp bij het opstellen van bij de gesignaleerde problematiek passende behandelingsdoelstellingen/aanpak; - Bij de evaluatie van het handelingsplan blijkt dat de beoogde handelingsdoelstellingen niet gehaald worden; - De leerling betrokken raakt bij een ernstig incident waardoor een onhoudbare situatie ontstaat; - De ouders en/of de leerling niet of heel moeizaam willen meewerken; - De leerling (met redenen omkleed) doorverwezen moet worden naar een externe zorgstructuur. 3.1.1.5. Dossiervorming 3.1.1.5.1. Leerling-dossier In het leerling-dossier zijn opgenomen o.a. leerlingengegevens, het onderwijskundig rapport povo, aanvraag LWOO/PrO, dyslexie gegevens, uitstuurbrieven, eventuele correspondentie met derden en thuis. De leerling-dossiers van de vmbo leerlingen zitten in een afsluitbare dossierkast op de kamer van de coördinatoren. De dossiers van de havo/vwo leerlingen zitten in een dossierkast bij de conrector onderbouw. Gelet op de privacy worden de leerling-dossiers niet meegenomen naar huis. De dossiers blijven op school en worden na bestudering direct terug geplaatst in de kast. Naast een papieren dossier is er ook een digitaal leerling-dossier (Magister) waarin op dit moment alleen de administratiegegevens, de cijfers en de absenties worden vermeld. De directie van Het Hogeland College verleent de navolgende personen toestemming de leerlingendossiers die zijn aangelegd van de lwoo-leerlingen in te zien, aan te vullen, te gebruiken en te transporteren:
de leden van de schoolleiding de coördinatoren en plaatsvervangende coördinatoren van de afdeling de leden van het zorgteam van de afdeling de leden van de regionale verwijzingscommissie en de leden van de permanente commissie leerlingenzorg van het Samenwerkingsverband vo/vso Eemsmond de administratief medewerker van de afdeling
Het beheer van de dossiers is opgedragen aan de zorgcoördinatoren, diens plaatsvervangers en de administratief medewerker van de afdeling. 3.1.1.5.2. Leerlingvolgsysteem Dit wordt deels opgebouwd via Magister door het bijhouden van de leervorderingen middels de cijfers van de toetsen. Ook de verslagen van de leerlingbesprekingen, bespreking zorgteam en ZAT en de handelingsplannen maken deel uit van het LVS.
91
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3.1.1.5.3. Handelingsplan 3.1.1.5.3.1. Algemeen handelingsplan voor PrO/LWOO-leerlingen Alle leerlingen met een LWOO of PrO-beschikking hebben een handelingsplan (zie bijlage 3.7.), dat door de mentor wordt opgesteld eventueel met ondersteuning van de leden van het zorgteam. Het handelingsplan wordt minimaal twee keer per jaar besproken in de leerling-bespreking en na bespreking bijgesteld door de mentor. Het handelingsplan wordt gedurende de hele schoolloopbaan van de leerling toegepast. Het handelingsplan dient na bespreking ondertekend te worden door de ouders. 3.1.1.5.3.2. Handelingsplan voor LGF-leerlingen Voor het opstellen van een handelingsplan wordt hetzelfde handelingsplan gebruikt als voor de begeleiding van PrO/LWOO-leerlingen. De school is verantwoordelijk voor het handelingsplan; daarnaast wordt in overleg tussen school en REC een begeleidingsplan opgesteld, waarin de bijdrage van de Ambulant Begeleider (AB’er) wordt beschreven. Er geldt verder dezelfde procedure als bij de handelingsplannen van PrO/LWOO-leerlingen. 3.1.1.5.3.3. Specifiek deelhandelingsplan bij incidentele gevallen Op het moment dat voor een leerling kortdurende intensieve begeleiding gewenst is, wordt gebruik gemaakt van een handelingsplan als hierboven is beschreven. 3.1.1.5.3.4. Groepshandelingsplan Een groepshandelingsplan (zie bijlage 3.8.) wordt veel gebruikt in de projectklassen. Hierin geeft de mentor aan op welke punten de nadruk ligt gedurende een bepaalde periode. 3.1.1.5.4. Portfolio Op dit moment wordt het portfolio gebruikt voor de tl+ leerlingen en voor de TRECleerlingen in Wehe en binnen het HB-beleid (zie bijlage 1.11). 3.1.1.6. Onderzoeken na plaatsing Dit gebeurt incidenteel na bespreking van een leerling in een leerling-bespreking of in het zorgteam. Er wordt dan een extern bureau ingehuurd om de onderzoeken te doen. Het kan gaan om een psychologisch onderzoek, een algeheel didactisch onderzoek of een toegespitst dyslexieonderzoek voor 1e klas leerlingen. In bepaalde gevallen wordt een financiële bijdrage van de ouders gevraagd. 3.1.1.7. Decanaat Op de havo/vwo afdeling begeleiden decanen de leerlingen bij het maken van zelfstandige keuzes voor studiepakketten en vervolgopleidingen. Daarnaast zijn het tweedelijns functionarissen die docenten en mentoren adviseren en ondersteunen bij de begeleiding van leerlingen. Het persoonlijk contact met de leerling blijft een essentieel onderdeel van het werk van de decaan. Elke klas heeft een mentor, een vraagbaak, als eerstelijns functionaris. Decanen adviseren de leerling niet meer, maar zetten de leerling aan om op eigen kracht een keuze te maken. In deze vernieuwing van de hoogste klassen van de havo en het vwo wordt de leerlingen
92
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
zelfstandigheid bijgebracht. Zo efficiënt mogelijk lesstof opnemen en verwerken (leren leren), hun tijd goed indelen om alles op tijd af te krijgen (leren werken) en weloverwogen keuzes maken (leren kiezen). Dus ook een opleiding kiezen. Op de vmbo afdelingen zijn de decanen eerstelijns functionarissen. Zij begeleiden de leerlingen bij het maken van keuzes. Dit gaat zowel om keuzes binnen de school (bv. leerweg- of sectorkeuze) als voor keuzes die verband houden met de vervolgopleidingen. 3.1.1.8. Rapporten De leerlingen krijgen vier keer per jaar een rapport (zie bijlage 3.11.) mee naar huis. Het schooljaar is verdeeld in vier periodes van ongeveer 9 weken. Na afloop van iedere periode krijgt de leerling een cijferrapport mee naar huis. Aan het eind van het schooljaar krijgt de leerling het vierde rapport mee naar huis, daarin staat ook het overgangsrapport (rapport 5). Het overgangsrapport is het doorlopend gemiddelde van alle cijfers dat schooljaar. De examenklassen krijgen twee keer per jaar hun rapport mee, waarin te zien is wat hun cijfers zijn voor het schoolexamen (SE). 3.1.1.9.
Oudercontacten
3.1.1.9.1. Huisbezoek Structureel worden er op Het Hogeland College geen huisbezoeken afgelegd. In incidentele gevallen brengt een mentor of een coördinator wel bezoeken aan huis. 3.1.1.9.2. Oudergespreksavonden Drie keer per jaar, na het eerste, tweede en derde rapport, worden er oudergespreksavonden gehouden waar ouders 10-minuten gesprekken kunnen voeren met de mentor en/of maximaal 3 vakdocenten. De ouders worden hier schriftelijk voor uitgenodigd in de week dat ook de rapporten aan de leerlingen worden meegegeven. Voor de havo/vwo afdeling geldt er geen limiet. 3.1.1.9.3. Overige oudercontacten De mentor is steeds het eerste aanspreekpunt voor de ouders. De ouders kunnen altijd met vragen en problemen terecht bij de mentor. Ook is de mentor de eerst aangewezene om contact met de ouders op te nemen als er op school iets is. De ouders kunnen altijd contact opnemen met de mentor, de coördinatoren of de schoolleiding. Ook kunnen er altijd afspraken gemaakt worden om met elkaar te praten. 3.1.2. Extern 3.1.2.1. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Naam: PCL Postadres: Postbus 4 9900 AA Appingedam Bezoekadres: Pastorieweg 2 9901 CF Appingedam Telefoonnummer: 0596 – 68 12 40 Emailadres:
[email protected] Werkgebied: Noord Groningen
93
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Doel De PCL is een adviesorgaan voor VO scholen ten behoeve van de toelaatbaarheid van leerlingen tot het praktijkonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs. Taken: Wanneer een VO school een aanvraag voor indicatiestelling in wil dienen bij de RVC (Regionale Verwijzingscommissie), beoordeelt de PCL het door de basisschool ingevulde onderwijskundig rapport en de aanvulling van de VO school op volledigheid en juistheid. Verder geeft de PCL advies voor aanmelding bij de Doorstart of de eigen rebound of bij de REC (Regionale Expertise Centra). Contactpersoon van school: Contactpersoon van PCL: Contactvorm:
W. Slob G. Teerling Ad hoc, nl. telefonisch en via email
3.1.2.2. Regionaal Samenwerkingsverband (SWV RSNOG) Het samenwerkingsverband werkt aan de algemene doelstelling om zoveel mogelijk leerlingen voor wie vaststaat dat een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden een adequaat onderwijsaanbod te bieden. De scholen in het samenwerkingsverband hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor leerlingen die speciale zorg behoeven. Alle scholen zetten zich gezamenlijk in om het onderwijsaanbod zodanig te organiseren dat zo weinig mogelijk leerlingen verwezen hoeven te worden naar scholen buiten het samenwerkingsverband. De zorgcoördinator bezoekt het werkoverleg van SWV 2.02 om gezamenlijk met de andere scholen het bestuur te adviseren en afspraken te maken. Ook worden daar de regelingen die betrekking hebben op de schoolzorg en de bredere zorg gezamenlijk kort gesloten. Het werkoverleg komt ongeveer 6 keer per jaar bijeen. De zorgcoördinator maakt ook deel uit van de werkgroep zorg van het RSNOG. Dit overleg maakt afspraken en informeert elkaar over schooloverstijgende zaken. De werkgroep zorg komt ongeveer 8 keer per jaar bijeen. Een van de conrectoren heeft zitting in het Algemeen Bestuur van het RSNOG. Het RSNOG financiert tevens schoolspecifieke begeleiding gericht op de optimalisering van de zorgstructuren en de actualisering van het schoolzorgplan. 3.1.2.3. Regionale Verwijzings Commissie (RVC) De RVC is een onafhankelijke commissie die door middel van een indicatiestelling bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor praktijkonderwijs dan wel leerwegondersteunend onderwijs. Wanneer een leerling in de ogen van de VO school gebaat is bij leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs kan de school een aanvraag voor indicatiestelling indienen bij de RVC. Voordat de school besluit om zo’n aanvraag in te dienen, moet zij hierover overleggen met de ouders van de leerling. Als de school daadwerkelijk een aanvraag indient, ontvangen de
94
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
ouders hiervan een afschrift. Scholen kunnen de aanvraag voor indicatiestelling alleen bij de RVC indienen als: - de leerling vanuit het primair of (voortgezet) speciaal onderwijs instroomt in het eerste leerjaar. - de leerling vanuit het 1e leerjaar vmbo alsnog voor LWOO in aanmerking komt. Bij vreemdelingen (nieuwkomers) mag de aanvraag voor indicatiestelling pas worden ingediend ná het schooljaar waarin de vreemdeling voor het eerst is meegenomen in de leerlingentelling. 3.1.2.4. Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Onze school maakt via het Bestuur van het RSNOG deel uit van het Regionale Netwerk Passend Onderwijs Noord, Oost en West Groningen, dat qua omvang dekkend is voor de provincie Groningen, met uitzondering van de stad Groningen. Het is een interzuilair samenwerkingsverband waarin besturen participeren van primair onderwijs, voortgezet onderwijs (inclusief HAVO/VWO) en speciaal onderwijs (REC’s) met in totaal ongeveer 50.000 leerlingen. Het Regionale Netwerk is opgedeeld in zeven subregio’s. Het doel van het netwerk is om een passend onderwijszorgaanbod te realiseren voor alle leerlingen in de regio. Er zitten geen leerlingen zonder onderwijsaanbod meer thuis en er staan geen leerlingen meer op wachtlijsten voor plaatsingen in speciale onderwijsvoorzieningen. Net als elke school zal ook onze school voldoen aan de zorgplicht: “Ons schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid een passend onderwijszorgarrangement aan te bieden aan iedere leerling die zich bij onze school aanmeldt. Als onze school het zorgarrangement niet zelf in huis heeft, zal ons schoolbestuur in samenwerking met besturen die dit arrangement wel kunnen aanbieden zorgen dat de leerling dat onderwijsarrangement wel krijgt.” Het netwerk wil garant staan voor een gevarieerd aanbod van onderwijszorgarrangementen, zo thuisnabij mogelijk voor alle leerlingen binnen het netwerk. Daartoe stimuleert het netwerk een kwalitatieve en kwantitatieve basiszorg op elke school. Ingezet wordt op het vergroten van de handelingsbekwaamheid van leerkrachten om de leerlingenzorg in de dagelijkse praktijk goed vorm te geven. Aanvullende onderwijsvoorzieningen worden zo veel mogelijk per regio aangeboden en waar nodig op netwerk- op provinciaal niveau en afgestemd op de jeugdzorg in de regio. De netwerken passend onderwijs in de provincie werken samen aan de inrichting van een centrale indicatiestelling voor zorgleerlingen (1-loket voor indicatiestelling in het onderwijs en zo mogelijk integrale indicering met de jeugdzorg volgens het principe 1 kind-1 plan) met decentrale uitvoering in de subregio’s. Het Regionale Netwerk wil voorzien in een onafhankelijke ondersteuning van individuele ouders bij het maken van schoolkeuzes, het aanvragen van een indicatie en bij eventuele schoolconflicten. 3.2.
Zorgvarianten
3.2.1.
Intern
3.2.1.1. Ondersteuningslessen / extra hulp Aan de hand van het Onderwijskundig Rapport en de aanvullende testen worden handelingsplannen opgesteld waarmee gewerkt gaat worden. Dit geldt alleen voor de vmbo afdeling. Dit kan hulp zijn op een speciaal leergebied, maar kan ook hulp zijn op het gebied
95
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
van planning en ordening. Ook wordt er hulp geboden bij sociaal-emotionele problemen. De ondersteuningslessen en ook de extra hulp geschiedt individueel of in kleine groepjes, voornamelijk tijdens Daltonuren. Op een overzichtslijst is steeds te zien welke leerlingen op welke leergebieden extra ondersteuning krijgen. Het zorgteam, op voorspraak van de mentor of op advies van de leerlingenbespreking, besluit of een leerling extra hulp krijgt. Tijdens evaluaties van het zorgteam wordt bekeken of het handelingsplan wordt bijgesteld of dat er tijdelijk of definitief wordt gestopt. Iedere leerlingbegeleider houdt acties en programma’s en resultaten van zijn leerlingen bij. Hij evalueert regelmatig en stelt waar nodig bij. 3.2.1.2. Projectklas LWOO De projectklas LWOO is een klas met voornamelijk leerlingen met een beschikking leerwegondersteunend onderwijs en bestaat uit maximaal 15 leerlingen. Deze klas heeft de beschikking over een eigen klaslokaal, waarin bijna alle lessen plaatsvinden. Deze klas heeft een kleine groep leerkrachten die les geeft aan deze leerlingen. Er wordt zeer gestructureerd gewerkt en de schoolboeken en schriften blijven in de klas. Iedere leerling heeft een eigen kratje waarin z’n schoolbenodigdheden zitten. Er vindt dus niet ieder uur lokaalwisseling plaats. Ook worden er regelmatig projecten uitgevoerd. De projectklas geldt voor de leerjaren 1 en 2. In de 2e klas worden de leerlingen voorbereid op de overgang naar de derde klas met de modules en andere organisatorische zaken van het Praktijkgebouw in Warffum, waar de praktijklessen plaats vinden. 3.2.1.3. Huiswerkbegeleiding Voor het vmbo wordt specifieke huiswerkbegeleiding niet geboden, omdat er op het HHC volgens de Dalton principes wordt gewerkt, dat houdt in dat leerlingen vrij zelfstandig leren plannen en werken om hun taken tijdig af te maken. Hierbij heeft de mentor een belangrijke rol. Het 3e en het 6e uur zijn Daltonuren, waarbij de klas het 3e uur bij een vaste docent zit en de leerling het 6e uur voor een periode van 4-6 weken een keuze maakt voor een vakdocent, al of niet in overleg met de mentor. Voor LWOO leerlingen worden taken vrij eenvoudig gehouden. In de eerste klas wordt gewerkt met een éénwekelijkse, in de tweede klas met een tweewekelijkse taak en in de derde klas met een driewekelijkse taak. In de Daltonuren is steeds begeleiding. Leerlingen die ‘verwezen’ worden voor extra hulp krijgen de speciale aandacht meestal in een Daltonuur. Op de havo/vwo afdeling wordt in het 1e, 2e en 3e leerjaar vanaf lesblok 2 huiswerkbegeleiding aangeboden. In de eerste klas tweemaal per week en in de tweede en derde klas eenmaal per week. Indicatie voor en verwijzing van de leerling naar de huiswerkbegeleidingsklas vindt plaats door de mentor in overleg met de leerling en de ouders/verzorgers. In het overleg wordt benadrukt dat huiswerkbegeleiding geen bijles of vakondersteuning is. Dit wordt op de havo/vwo afdeling afzonderlijk georganiseerd.
96
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3.2.1.4. Begeleiding voor dyslectische leerlingen Alle dyslectische leerlingen hebben een dyslexiepas waarin hun rechten staan, maar ook hun plichten. Leerlingen die een dyslexieverklaring hebben komen in aanmerking voor extra tijd bij proefwerken en examens. Ook komen ze als groep een keer per maand bij elkaar om als ‘lot- en bondgenoten’ met elkaar te praten over hun problematiek. (zie bijlage 1.9.) Op de havo/vwo afdeling worden de leerlingen met een dyslexieverklaring in de eerste klas wekelijks begeleid door de remedial teacher. 3.2.1.5. Begeleiding op sociale en emotionele aspecten Op de vmbo afdeling worden leerlingen in individuele gevallen door een aantal leerlingbegeleiders getraind in sociale vaardigheid en weerbaarheid. Er wordt hiermee gestopt als de leerling zich, volgens de direct betrokkenen, in de groep weer redelijk kan handhaven. Op de havo/vwo afdeling kunnen leerlingen met sociale en emotionele problematiek kortdurende begeleiding krijgen door leerlingbegeleiders. (zie bijlage 1.9.) 3.2.1.5.1. Leefstijl In de onderbouw van het vmbo wordt gewerkt met de methode ‘Leefstijl’ waarin sociale vaardigheden aan de orde komen in klassenverband. 3.2.1.5.2. SOVA-trainingen Op alle vestigingen is er een aantal docenten die sociale vaardigheidstraining geven. In ieder geval wordt het eerste halfjaar een SOVA-training gegeven in de 1e projectklas, in het tweede halfjaar wordt een SOVA-training gegeven aan een groepje 1e en 2e klassers, die door hun mentoren of ouders zijn voorgedragen. Er wordt gewerkt met de methode ‘Mag ik meedoen?’. 3.2.1.6. Voorzieningen “Rugzak”-leerlingen Leerlingen met een indicering REC2, REC3 of RENN4 krijgen standaard 1 uur per week extra (LWOO-leerlingen 0,5 uur per week) begeleiding van de mentor of een leerlingbegeleider. Ook wordt de ambulant begeleider ingezet voor de contacten met de ouders en advisering van de leerkrachten. Als leerlingen met een rugzak worden aangemeld vanuit het basisonderwijs vindt er een overdracht plaats van AB’er bao naar AB’er vo. Regulier vinden er drie keer per jaar gesprekken plaats tussen ouders, leerling, leerlingbegeleider en AB’er. Hierbij wordt ook het handelingsplan bijgesteld en geëvalueerd. 3.2.1.7. Opvang voor allochtone leerlingen (nieuwkomers) Allochtone leerlingen, bij wie geconstateerd wordt dat de beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende is om de lessen te kunnen volgen, krijgen extra taalonderwijs. De lessen worden gegeven door leerlingbegeleiders. Er wordt vooral ingezet op extra begeleiding van het begrijpend lezen. 3.2.2. Extern 3.2.2.1. Reboundvoorziening “Onstaheerd” Het Hogeland College en de Groene School hebben besloten om in gezamenlijkheid een
97
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
reboundvoorziening op te zetten op de zorgboerderij “Onstaheerd” in Sauwerd. De keuze voor een reboundvoorziening op een boerderij betekent dat de leerling de mogelijkheid krijgt om in een vertrouwde kleinschalige omgeving buiten de school onder professionele begeleiding te werken aan een terugkeer naar de school. De rebound is een opvang voor leerlingen die tijdelijk niet binnen de school zijn te handhaven en die binnen een afgebakende periode de kans krijgen te werken aan een terugkeer naar school. Het besluit tot plaatsing van een leerling wordt door de school genomen in overleg tussen directie en zorgcoördinator. Voor de registratie van het reboundtraject wordt gebruik gemaakt van de formulieren van het LCOJ (zie bijlage 3.12.). Voor de plaatsing in de rebound wordt tussen de school en de leerling/ouders een contract opgesteld. Het programma dat een leerling in de rebound krijgt aangeboden, bestaat uit een aantal vaste onderdelen (trajectblokken): 1 Kennismaking en introductie 2 Werken in de praktijk 3 Leren in de praktijk 4 Terugkeer naar school 5 Einde reboundtraject De begeleiding op de rebound gebeurt door een praktijkbegeleider (namens de Onstaheerd), een reboundbegeleider en twee trajectbegeleiders (namens de Groene School en het Hogeland College). Tussen HHC en Groene School is afgesproken om leerlingen die buiten de boot dreigen te vallen over te plaatsen van HHC naar Groene School en omgekeerd. 3.2.2.2. Herstart In Nederland geldt een leerplicht voor kinderen tussen de 5 en 16 jaar. Toch zijn er altijd kinderen die om uiteenlopende redenen niet naar school gaan en thuiszitten. Gedragsproblemen op school en een moeilijke thuissituatie zijn factoren die vaak een rol spelen. Hoewel er verschillende vormen van toezicht zijn (onder andere door de school en de leerplichtambtenaar) is het voor sommige kinderen niet mogelijk een oplossing te vinden. Herstart geeft ze weer een kans. De leerlingen volgen een intensief programma van maximaal13 weken en leren weer naar school te gaan. Herstart is er voor leerlingen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Het gaat om leerlingen die minstens vier weken thuiszitten zonder uitzicht op plaatsing op een school. Deze leerlingen hebben geen indicatie voor speciaal onderwijs en voor hen loopt op het moment van aanmelding voor Herstart ook geen indicatietraject. De leerplichtambtenaar is verantwoordelijk voor verwijzing naar Herstart. 3.2.2.3. Op de Rails Sommige leerlingen vertonen gedragsproblemen op school. Hierdoor kunnen conflicten ontstaan tussen de leerling, de school en/of medeleerlingen. Daarom gaat het niet goed met ze op school. Leerlingen in deze situatie hoeven niet direct naar het speciaal onderwijs. Wel hebben zij extra begeleiding nodig. Een tijdelijke plaatsing in een tussenvoorziening kan dan
98
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
een oplossing zijn. Het project Op de Rails is er speciaal voor leerlingen die structurele gedragsproblemen vertonen, maar waarbij geen sprake is van een geclassificeerde stoornis. Leerlingen die hiervoor in aanmerking komen gaan naar het regulier onderwijs, maar hebben meer zorg nodig dan de huidige school kan bieden. Project Op de Rails is ervoor om leerlingen die dreigen te ontsporen weer op de rails te zetten. Tussenvoorziening Groningen heeft plek voor 15 leerlingen. Er zijn een groepsleerkracht, een onderwijsassistent, een intern begeleider, een gedragsdeskundige en een schoolmaatschappelijk werker aan verbonden. De leerling krijgt een aangepast onderwijsprogramma dat veel persoonlijke begeleiding biedt. Er wordt gewerkt met duidelijke regels en afspraken. Verblijf in de tussenvoorziening duurt maximaal één jaar, maar kan ook een paar maanden duren. Voor sommige leerlingen kan blijken dat speciaal onderwijs beter bij hen past, maar het doel van de tussenvoorziening is heel duidelijk: terugkeer naar de school van herkomst. De school blijft verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs; de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. De conrector en de zorgcoördinator zijn verantwoordelijk voor aanmelding bij Op de Rails. 3.2.2.4. Crisisopvang Als leerlingen in crisisopvang worden geplaatst zal door de mentor of de zorgcoördinator contact gehouden worden met de begeleiders aldaar. Ook zal worden bekeken wat de beste oplossing voor de schoolsituatie is, alles op basis van zeer zorgvuldige afspraken. 3.2.2.5. OPDC Op dit moment is er binnen het RSNOG geen OPDC beschikbaar. Wanneer er leerlingen geplaatst moeten worden binnen een OPDC is plaatsing op De Wilgenborg in Groningen een optie. 3.2.2.6. REC’s De scholen voor speciaal onderwijs zijn ingedeeld in zogenoemde ‘clusters’ afhankelijk van de specifieke deskundigheid die nodig is voor het onderwijs aan kinderen met een bepaalde stoornis of beperking. De scholen zijn als volgt ingedeeld: Cluster 1: Scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn Scholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen Cluster 2: Scholen voor kinderen die doof zijn Scholen voor kinderen die slechthorend zijn (SH) Scholen voor meervoudig gehandicapte dove of slechthorende kinderen Scholen voor kinderen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden (ESM) Cluster 3: Scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK)
99
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Scholen voor meervoudig gehandicapte zeer moeilijk lerende kinderen (laag functionerend) Scholen voor langdurig zieke kinderen met somatische problematiek (LZK) Scholen voor kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen) Scholen voor meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap (tyltylscholen) Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. (Renn4) Scholen voor langdurig zieke kinderen met psychiatrische problematiek (LZK) 3.2.2.7. Sociaal-psychologische begeleiding (via Accare, JGZ, enz.) Indien leerlingen sociaal-psychologische begeleiding nodig hebben, worden zij verwezen naar externe instanties. Te denken valt aan Bureau Jeugdzorg en Lentis Jonx. Deze verwijzing kan gaan via schoolarts, maatschappelijk werk of via het Zorg Advies Team. 3.2.2.8. Ambulante begeleiding/inzet onderwijsassistentie vanuit REC Het doel van de Ambulante Begeleiding is dat de indicatie van de leerling niet wordt verlengd en het reguliere onderwijs zo te professionaliseren dat zij zelf de onderwijszorg kan bieden die cluster4 leerlingen nodig hebben. Dit doel van de rugzakbegeleiding en het uitgangspunt bij het formuleren van de collectieve ambities van Renn4 (‘Ieder kind heeft recht op onderwijs en kan en wil zich ontwikkelen/leren’), leiden tot de volgende beschrijving van de kerntaak van een ambulant begeleider van Renn4: ‘Het optimaliseren en professionaliseren van de reguliere onderwijsomgeving waarbinnen een leerling met een cluster4 indicatie functioneert, gericht op het realiseren van het toekomstperspectief van de leerling en daarmee een optimale plaats in de samenleving’. 3.3. 3.3.1.
Betrokkenen bij de leerlingbegeleiding en hun taken t.a.v. van leerlingenzorg Intern
3.3.1.1. Docent De docent geeft zijn lessen waarin hij/zij bevoegd is en helpt leerlingen tijdens de reguliere lessen. Ook zal hij leerlingen begeleiden bij de reguliere daltonuren en bij de keuzedaltonuren. Bovendien kunnen leerlingen altijd buiten de lessen bij de vakdocenten terecht. Ook heeft de docent een signalerende functie. 3.3.1.2. Mentor De mentor is de leerkracht die voor leerlingen en ouders het eerste aanspreekpunt is. De mentor volgt de leerprestaties en het welbevinden van de leerling op de voet. Ook adviseert hij de leerling en stuurt de keuzes t.a.v. de inplanning van de daltonkeuzeuren. De mentor is verantwoordelijk voor het schrijven van een handelingsplan (indien van toepassing). 3.3.1.3. Zorgcoördinator De zorgcoördinator is belast met de praktische leiding van de dagelijkse gang van zaken in de school voor wat betreft de zorgleerlingen en alle daarmee samenhangende contacten met
100
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
leerlingen en ouders. Hij is in eerste instantie verantwoordelijk voor de kwaliteit van het handelen van Het Hogeland College ten aanzien van het LWOO op zijn afdeling. Hij werkt daartoe nauw samen met de andere coördinatoren en informeert en overlegt steeds (met) de afdelingsconrector. Hij maakt deel uit van de staf van de afdeling.
Specifieke taken: Afhandeling van de aanmeldingen voor LWOO: o.a. het verzamelen van de benodigde gegevens, het organiseren van de testen, het verzorgen van de aanmelding bij de PCL (RVC) en de afhandeling ervan, het feedback geven naar basisscholen en ouders. Het beheer van de leerlingendossiers Toezicht op het uitvoeren van werkzaamheden van en overleg met mentoren van de basisberoepsgerichte leerweg-klassen en met de mentoren van andere klassen voorzover het leerlingen met LWOO betreft. Aansturen van het mentoraat. Het onderhouden van contacten met externe instanties en vertegenwoordiger van de afdeling zijn in overlegorganen als bv. ZorgAdviesTeam en Samenwerkingsverband vo/vso Noord en Oost-Groningen. Afhandeling van probleemgevallen van leerlingen (gedrag, absenteïsme, resultaten, ziekte, e.d.) Wekelijks verzuimmeldingen doen aan de leerplichtambtenaar Voortijdige schoolverlaters en ‘risicoleerlingen’ na 1 maand melden bij het RMC Het mee uitdragen van de gekozen daltonwerkwijze in de school en in het bijzonder in het LWOO Het uitdragen van het ingezette zorgbeleid (collega’s, ouders, basisschool) Als eindverantwoordelijke het ondersteunen van mentoren bij het maken van handelingsplannen voor zorgleerlingen. Het verantwoordelijk zijn voor en het bijhouden van het zorgplan. Het organiseren van en het toezicht houden op de extra ondersteuning van zorgleerlingen Regelmatig overleg met de docenten van de zorgklassen Het bezoeken van de contactscholen (de leden van de p.r.commissie, de coördinatoren en de conrectoren onderhouden regelmatig contacten met hun basisscholen) Hij coördineert, stimuleert en enthousiasmeert het LWOO-team o.a. ten aanzien van de pedagogische en onderwijskundige invulling. Hij is verantwoordelijk voor de evaluatie van de ingezette zorg en middelen o.a. naar derden. Hij is samen met de coördinator onderbouw verantwoordelijk voor de toelating van nieuwe leerlingen op de vmbo vestigingen. Hij maakt deel uit van de staf van de afdeling.
De zorgcoördinator op de havo/vwo afdeling is in eerste instantie verantwoordelijk voor de kwaliteit van de leerlingbegeleiding op zijn afdeling. Hij werkt daartoe nauw samen met de andere coördinatoren en informeert en overlegt steeds met de conrector onderbouw. Hij maakt deel uit van de staf van de afdeling. Voorts is hij voorzitter van het afdelingszorgteamoverleg, waaraan de leerlingbegeleiders, remedial teacher,
101
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
vertrouwenspersonen en begeleiders SOVA- en faalangst cursus deelnemen. 3.3.1.4. Leerlingbegeleider De leerlingbegeleiders op het vmbo hebben een aantal klokuren per week beschikbaar voor individuele hulp of hulp aan kleine groepjes. De hulp wordt geboden aan de hand van opgemaakte handelingsplannen naar aanleiding van de gemaakte testen. De leerlingbegeleiders op de vmbo afdeling maken ook deel uit van het zorgteam, dat een keer per 14 dagen vergadert. De taken van de leerlingbegeleider op de havo/vwo afdeling zijn de volgende: - Wekelijkse begeleiding van de leerling; hulp bij zijn problematiek Begeleiding vindt plaats voor/na schooltijd, voor een heel schooljaar betekent dit circa 40 contactmomenten. - Maakt samen met de zorgcoördinator een handelingswijzer a.d.h.v. het handelingsplan - Informeert docenten over de problematiek van de leerling en bespreekt de handelingswijzer tijdens een bijeenkomst in het begin van het schooljaar - Bereidt o.l.v. de zorgcoördinator een voorlichtingsles voor over de problematiek van de leerling - Verzorgt voorlichtingsles in mentoruur met de leerling over zijn problematiek - Informeert mentor en docenten geregeld over de begeleiding - Houdt ook de vorderingen van de leerling in de gaten - Fungeert als individueel ‘mentor’/coach van de leerling - Is contactpersoon voor de ouders - Voert samen met de ambulant begeleider drie gesprekken met de ouders, nl.: begin schooljaar: bespreking HP dat gemaakt wordt a.d.h.v. info basisschool (of evaluatie 0809) Handtekening ouders herfst midden schooljaar: evaluatie eerste HP en vaststelling nieuw HP eind schooljaar: evaluatie tweede HP - Kan wekelijks de ambulant begeleider spreken voor advies (consultatie kan ook via email) - Voert voor de rapportvergaderingen een gesprek met de mentor over de leersituatie van de leerling. (m.b.v een Quickscan) Is aanwezig bij leerlingbespreking en rapportvergadering van de klas van zijn/haar leerling - Heeft overlegbijeenkomsten met de andere leerlingbegeleiders o.l.v. de zorgcoördinator Voor de taak staat een lesvermindering van 0,8 lesuren. Dit komt overeen met 66,4 minuten per week gedurende 40 weken. 3.3.1.5. Remedial teacher Remedial Teaching (RT) voor havo/vwo wil zeggen dat er hulp wordt verleend aan leerlingen die (pedagogisch/didactische) hulp nodig hebben. Dit zijn vaak kinderen die door een bepaalde leer- en of gedragsprobleem/stoornis op een lager dan gemiddeld niveau functioneren maar er kan ook RT gegeven worden aan leerlingen die hoger dan het gemiddelde presteren, ook zij kunnen de extra aandacht en zorg gebruiken. De meest bekende leerstoornis is dyslexie. 3.3.1.6. Schoolleiding / directie De afdelingsconrector is zeer betrokken bij het wel en wee van de leerlingen en komt
102
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
meestal in beeld wanneer er grote problemen thuis of op school zijn. Bij procedures rond disciplinaire maatregelen als schorsing en verwijdering is de directie eindverantwoordelijk. 3.3.1.7. Conciërge De conciërge heeft een signalerende functie, hij hoort en ziet veel. Ook vangt de conciërge zieke leerlingen op en zorgt er eventueel voor dat ze thuis komen. De conciërge neemt het eerste uur van de dag de absenten op en verwerkt de “te laat komers” in Magister. 3.3.1.8. Administratie De administratie houdt de absentie bij van de leerlingen aan de hand van de absentenbriefjes van de docenten. Wanneer de leerlingen ongeoorloofd afwezig waren, krijgt de mentor een uitdraai met het verzoek om na te gaan waarom betreffende leerling afwezig was. Dit wordt teruggerapporteerd aan de administratie. De zorgcoördinator krijgt wekelijks een uitdraai van de absenten en bekijkt wie hij volgens de regels aan moet melden bij de leerplichtambtenaar 3.3.1.9. Schoolarts De schoolarts heeft maandelijks op donderdagmorgen 1,5 uur spreekuur voor leerlingen. Leerlingen kunnen daar vrijwillig heen gaan, maar kunnen ook door mentoren of coördinatoren naar het spreekuur verwezen worden. Vaak is er daarna nog tijd om met de mentor of de zorgcoördinator de zaken even na te bespreken. Als dit niet lukt, volgt vaak telefonisch overleg. Ook kan op ieder gewenst moment telefonisch met de schoolarts contact worden opgenomen door de zorgcoördinator. 3.3.1.10. Orthopedagoog / psycholoog Op de vmbo-vestigingen is geen orthopedagoog aanwezig, maar deze wordt ingehuurd als dat nodig is. Het testen van nieuwe leerlingen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de orthopedagoog. Ook wordt de orthopedagoog ingehuurd om de motivaties te schrijven voor het aanvragen van beschikkingen LWOO/PrO. Op de havo/vwo afdeling worden de functies remedial teacher en zorgcoördinator vervuld door respectievelijk een orthopedagoog en een klinisch psycholoog. Vanuit hun disciplines ondersteunen zij kortdurend leerlingen die aangemeld zijn voor, maar in afwachting van externe professionele orthopedagogische en/of psychologische hulp. 3.3.1.11. Vertrouwenspersoon klachten en intimidatie Op de vestigingen zijn een aantal docenten die als vertrouwenspersoon bekend zijn bij alle leerlingen en docenten. Zij spreken met de leerling en overleggen vervolgens met de personen die volgens het protocol ingeschakeld dienen te worden. Ook overleggen zij daarover met de schoolarts. 3.3.1.12. Studieadviseur / decaan Op de alle afdelingen zijn decanen aanwezig die de leerlingen adviseren en begeleiden in
103
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
hun keuzes. - De decaan begeleidt bij de keuze voor een sector, een profiel en voor een vervolgopleiding. - Hij levert materiaal aan dat gebruikt wordt voor het maken van keuzes van leerlingen. - Hij geeft voorlichting over vervolgopleidingen. - De mentoren worden door de decaan voorzien van materiaal en op de hoogte gebracht van de verschillende activiteiten die te maken hebben met beroepskeuze en keuze van een vervolgopleiding. - Hij adviseert de schoolleiding in zaken die van belang zijn voor het maken van een verantwoorde keuze voor een sector, profiel en/of vervolgopleiding. - Hij informeert de schoolleiding over ontwikkelingen op het gebied van LOB en draagt zorg voor een adequate informatievoorziening en gegevensopslag. (havo/vwo afdeling). - Hij is verantwoordelijk voor de diplomakaarten en het informeren van de gemeente over de registratie van de bij een ROC aangemelde leerlingen (vmbo afdeling). 3.3.2.
Extern
3.3.2.1. Leerplichtambtenaar Naam: Mw.M.van Berkel
Mw.K.v.d.Berg
Postadres:
Postbus 11 Postbus 11 Postbus 10 9980 AA Uithuizen 9965 ZG Leens 9950 AA Winsum Bezoekadres: Hoofdstraat West 1 9981 AA Uithuizen Telefoonnumme 0595 – 43 75 55 0595-570307 0595-447777 r: Faxnummer: 0596 – 43 76 66 Karin.vandenberg@demarne k.vandenberg@win .nl sum.nl Werkgebied: gemeente Gemeente De Marne/Winsum Eemsmond Doelgroep: Leerlingen die leerplichtig zijn en verzuimen. Ook leerlingen die meer dan 11 keer te laat komen worden gemeld bij de leerplichtambtenaar en komen dan in aanmerking voor een HALT-afdoening. Leerlingen zijn volledig leerplichtig vanaf hun 5e levensjaar tot het einde van het schooljaar waarin ze 16 worden. Jongeren die in het schooljaar waarin zij 17 jaar worden, willen werken en leren, vallen onder de partiele leerplicht. Zij zijn verplicht om twee dagen per week naar school te gaan en mogen drie dagen werken. Er kan sprake zijn van een leerwerkovereenkomst. De jongere moet dan een dag per week naar school en mag vier dagen werken. Bovenleerplichtigen zijn aan het begin van het schooljaar 17 jaar of ouder. Taken: Leerlingen die wegblijven van school oproepen voor een gesprek. Dit kan er voor zorgen dat een leerling terug gaat naar dezelfde of een andere school. Lukt dit niet dan kan de leerplichtambtenaar ervoor moeten zorgen dat een jongere gaat werken in combinatie met onderwijs.
104
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Indien nodig kan een leerplichtambtenaar een bureau jeugdhulpverlening inschakelen. Wanneer het nodig is kan de leerplichtambtenaar proces- verbaal opmaken tegen een leerplichtige jongere of ouders ervan. Aanmelding: Leerlingen die verzuimen moeten worden gemeld door de school bij het verzuimportaal van de IB-groep. Contactpersoon vanuit de school: Contactpersoon vanuit leerplicht: Contactvorm:
W. Slob, H.Veldman Mw.M.van Berkel, mw.K.van den Berg Alle meldingen gebeuren via het verzuimportaal van de IB-groep. Structureel via ZAT 6 keer per schooljaar Andere leerplichtambtenaren: Gemeente Loppersum: mw.P.Struijs, tel: 0596 – 57 52 75 3.3.2.2. Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Naam: RMC Noord Groningen Postadres: Bezoekadres: Telefoonnummer Faxnummer: Werkgebied:
Postbus 20000 9930 PA Delfzijl Barklaan 6 9934 JT Delfzijl 0596 – 63 52 76 0596 – 63 07 12 Noord Groningen (gemeenten: Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer, Winsum)
Doelgroep: Het RMC richt zich op Voortijdig Schoolverlaters. Onder Voortijdig Schoolverlaters worden leerlingen zonder startkwalificatie verstaan: die het onderwijs aan de school waaraan zij zijn ingeschreven gedurende een aaneengesloten periode van tenminste een maand of een door een bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgen. die niet meer aan een school zijn ingeschreven en evenmin zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in de wet educatie en beroepsonderwijs dan wel aan een school of instelling als bedoeld in de Wet op expertisecentra. Een leerling heeft een startkwalificatie met een diploma van HAVO of VWO en met een diploma van BBL en BOL op niveau 2. Taken: De opdracht van het RMC is het in beeld brengen van voortijdige schoolverlaters door zorg te dragen voor de coördinatie van een sluitende aanpak. Daarnaast werkt het RMC aan het realiseren van een dekkende en effectieve samenwerking tussen instellingen (scholen, leerplichtambtenaren, jeugdhulpverlening, CWI, WIW) gericht op terug- of doorgeleiding van de voortijdig schoolverlater naar regulier onderwijs of werk-leertrajecten. Wanneer een leerplichtige, partieel leerplichtige of niet-meer leerplichtige leerling een maand geen onderwijs meer volgt zonder geldige reden, in- of uitgeschreven wordt bij een
105
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
onderwijsinstelling of verwijderd wordt, moet dit aan de RMC-coördinator gemeld worden. Dit kan rechtstreeks door de school, door de leerplichtambtenaar of door een administratieve melding. Het RMC is na melding verantwoordelijk voor een goede herplaatsing van de leerling. In samenwerking met de leerling, de ouders, de scholen en betrokken instanties wordt gekeken waar de leerling het beste naar toe kan en in welke constructie (regulier onderwijs of werken en leren, combinatie met zorg etc.). Het RMC brengt de school op de hoogte wat er met de leerling is gebeurd. RMC-trajectbegeleiding Taakomschrijving ten aanzien van de zorg binnen de school uitvoering van de herplaatsing directe zorg en hulp aan jongere en gezinnen met complexe problematiek terugkoppeling naar de school RMC-coördinator Taakomschrijving ten aanzien van de zorg binnen de school aansturing herplaatsing leerlingen terugkoppeling naar de school van leerlingen die niet door de RMC-trajectbegeleidster zijn herplaatst het realiseren en onderhouden van de samenwerking tussen de betrokkenen instanties zodat melding en herplaatsing van leerlingen zo vlot mogelijk kunnen verlopen. Contactpersoon van school: Contactpersoon van RMC: Contactvorm:
W. Slob, H.Veldman Tel.0596-639115 Ad hoc, nl. telefonisch
3.3.2.3. ROC (MBO) Het Hogeland College heeft een convenant gesloten met het ROC. Dit convenant beoogt een doorgaande lijn te creëren voor leerlingen uit het vmbo naar het ROC. Aan het eind van het schooljaar na het examen overlegt de decaan van het vmbo een lijst met schoolverlaters aan het RMC teneinde te voorkomen dat leerlingen na de zomervakantie geen vorm van vervolgonderwijs hebben. 3.3.2.4. Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg Groningen, regio Noord/Oost Naam: Postadres:
Bezoekadres:
Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) afdeling de Toegang Noord/Oost Regiokantoor Winschoten: Regiokantoor Delfzijl: Postbus 80 Ringoven 1 9670 AB Winschoten 9934 LG Delfzijl Nassaustraat 26 Ringoven 1 9671 BW Winschoten 9934 LG Delfzijl
106
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Werkgebied regiokantoor:
Telefoonnummer: BJZ Groningen, regio Noord/Oost afdeling de Toegang
Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Winschoten
Appingedam, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum
0597 – 45 11 11 Werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur
0597 – 45 11 11 Voordeur Werkdagen van 13.00 uur tot 17.00 uur Faxnummer en website 0597 – 45 11 22 en www.bjzgroningen.nl Contactpersoon BJZ: Mw. Mirjam Herder Contactpersoon vanuit de Dhr.W.Slob – Uithuizen school (per lokatie): Dhr.G.Tokaya - Warffum Bureau Jeugdzorg Groningen, regio Centraal/West Naam: Postadres:
Bezoekadres:
Werkgebied regiokantoor:
Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) afdeling de Toegang Centraal/West Regiokantoor Regiokantoor Groningen: Hoogezand: Postbus 1203 Hoofdstraat 33a 9701 BE 9601 EA Groningen Hoogezand Waterloolaan 1 Hoofdstraat 33a 9701 BE 9601 EA Groningen Hoogezand Groningen en HoogezandHaren Sappemeer en Slochteren
Regiokantoor Leek: Lindensteinlaan 44 9351 KG Leek
Lindensteinlaan 44 9351 KG Leek Bedum, De Marne, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer, Winsum, Zuidhorn
Telefoonnummer: BJZ Groningen, regio 050 – 523 92 00 Centraal/West Werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur afdeling de Toegang 050 – 523 92 00 Voordeur Werkdagen van 13.00 uur tot 17.00 uur Faxnummer en 050 – 523 93 72 en www.bjzgroningen.nl website Contactpersoon BJZ: Mw. M.Mulderij Contactpersoon Dhr.H.Veldman vanuit de school (per lokatie): Doelgroep: Bureau Jeugdzorg is bedoeld voor vragen van ouders en kinderen die te maken hebben met
107
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
ernstige problemen rond opgroeien en opvoeden. De leeftijdgrens voor de kinderen is tot 18 jaar en men moet in de provincie Groningen woonachtig zijn. Het gaat altijd om situaties die zó chronisch, ernstig of complex zijn, dat ouders met hulp van de lokale jeugdzorg (algemeen maatschappelijk werk, consultatiebureaus, schoolartsen en dergelijke) niet meer verder komen met het oplossen van de problemen. Het Bureau Jeugdzorg is de centrale toegangspoort voor alle vormen van jeugdzorg in de provincie Groningen. Bureau Jeugdzorg (BJZ) heeft verschillende afdelingen. De afdelingen zijn: de Toegang, Jeugdreclassering, Jeugdbescherming en AMK (advies en meldpunt kindermishandeling). Medewerkers van de Toegang nemen deel aan de ZorgAdviesTeams (ZAT). Taken: Bureau Jeugdzorg (afdeling de Toegang) heeft een aansluitende taak met voorliggende voorzieningen. In dit kader neemt BJZ deel aan het ZAT. De mensen uit de praktijk zoals het onderwijzend personeel en de jeugdarts van de GGD brengen leerlingen in het ZAT naar voren waarvan zij verwachten dat deze extra zorg nodig hebben. De vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg binnen het ZAT kan op basis van de geconstateerde problemen inschatten of Bureau Jeugdzorg iets voor de leerling kan betekenen. De vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg binnen het ZAT is voor de school het eerste aanspreekpunt met Bureau Jeugdzorg. Hulpverleners van Bureau Jeugdzorg geven advies, informatie, verwijzen door en bieden nog in een enkel geval kortdurende hulp. Bureau Jeugdzorg verleent hulp in crisissituaties, zowel binnen als buiten kantoortijden. Zoals gezegd is Bureau Jeugdzorg de centrale toegangspoort voor alle geïndiceerde vormen van jeugdzorg in de provincie Groningen. Samen met ouders en jongere maakt een hulpverlener van BJZ een analyse van de problemen. Op grond van deze analyse wordt een indicatiebesluit opgesteld. Een indicatiebesluit geeft ouders en jongeren recht op geïndiceerde (jeugd)zorg. Het afgeven van indicatiebesluiten is een belangrijke taak van BJZ. Onder geïndiceerde hulp valt o.a ouderbegeleiding, bepaalde vormen van gespecialiseerde gezinshulp, intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling, ‘plaatsing’ in dagbehandelingcentra, plaatsing in een pleeggezin, een tehuis of kamertrainingsproject. Als er een indicatiebesluit wordt afgegeven dan treedt een hulpverlener van BJZ op als casemanager. De casemanager zorgt er voor dat de hulp wordt aangevraagd en beschikbaar blijft. Samen met ouders en jongere bekijkt een casemanager of de doelen uit het hulpverleningsplan worden behaald. Aanmeldingsprocedure: Scholen kunnen leerlingen middels het ZAT in beeld brengen bij bureaus jeugdhulpverlening of door ze telefonisch voor te leggen. Telefonische aanmeldingen gaan via de Voordeur van BJZ. Er kan altijd contact opgenomen worden met de Voordeur voor consultatie. Omdat hulpverlening op vrijwillige basis gebeurt is het het beste dat jongeren en ouders zelf contact opnemen met de Voordeur. Als dat niet lukt of wanneer ouders en jongere dit moeilijk vinden dan kan bijvoorbeeld de school contact opnemen met BJZ. BJZ kan pas iets doen als ouders en jongere op de hoogte zijn van het contact van school met BJZ. Als BJZ
108
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
geïntroduceerd is en er is toestemming, dan neemt BJZ contact op met ouders of jongere. Overleg met de Voordeur is altijd mogelijk. Met een Voordeurmedewerker kan ook besproken worden op welke manier er hulp geïntroduceerd kan worden en als er ernstige zorgen zijn over de opvoedingssituatie of veiligheid van kinderen, wat dan de beste weg is om deze problemen op te lossen. Terugkoppelingswijze: Op verzoek van de school kan er informatie over stand van zaken ten aanzien van de hulpverlening verkregen worden, mits de ouders en leerling hiermee hebben ingestemd. Op grond van privacyreglementen kan niet alle informatie teruggekoppeld worden. Alleen informatie die nodig is voor een goede schoolgang van en leerling. Deze informatie kan gegeven worden aan leerkracht, mentor c.q leerlingbegeleider. Als er een case manager van BJZ is dan is deze eerstverantwoordelijk voor het informeren van het netwerk. De vertegenwoordiger van BJZ in een ZAT kan ook informatie geven voorzover dat dan nog nodig is. Hij kan in ieder geval het onderlinge contact bevorderen. Contactpersoon van school: Contactpersoon van de Linie: Contactvorm:
W. Slob / G.Tokaya H.Veldman Mw. M.Herder Mw.M.Mulderij Ad hoc, nl. telefonisch. Structureel via ZAT 6 keer per schooljaar.
3.3.2.5. GGZ: LentisJonx Naam: GGZ Delfzijl Postadres: Bezoekadres: Telefoonnummer: Faxnummer:
Postbus 281 9930 AG Delfzijl Jachtlaan 52 9934 JD Delfzijl 0596 – 64 91 91 0596 – 64 92 00
GGZ Groningen Zuid Postbus 86 9700 AB Groningen
050-5223223
[email protected]
Doelgroep: Leerlingen die (licht) psychosociale problemen of psychiatrische problemen hebben of dreigen te ontwikkelen. Dit soort problemen kunnen veroorzaakt worden door: faalangst, depressieve gevoelens, agressie, eetproblemen, ADHD, seksueel misbruik of vluchteling zijn etc. Taken: Allereerst heeft de GGZ de taak om deel te nemen aan het ZAT van de school. Samen met de GGD en bureau jeugdzorg speelt de GGZ een belangrijke rol binnen het ZAT. Er wordt bekeken bij welke extra zorg een leerling het meest gebaat is. De GGZ brengt haar expertise in op het gebied van de geestelijke gezondheidzorg. Verder probeert de GGZ te voorkomen dat leerlingen psychosociale of psychiatrische problemen ontwikkelen. Door binnen de school projecten aan te bieden aan zowel docenten, leerlingbegeleiders en ander onderwijzend personeel als aan de leerlingen zelf.
109
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Aanmeldingswijze: Leerlingen worden voornamelijk via het ZAT van de school doorverwezen naar de hulpverleners bij de GGZ. Daarnaast kunnen leerlingen( buiten de school om) via huisartsen doorverwezen worden naar de GGZ. Terugkoppelingswijze: Aan verschillende mensen van de school kan informatie teruggekoppeld worden over handelingen die zijn verricht door de GGZ om de leerling te helpen. Het verdient de voorkeur dit te doen aan de contactpersoon van de school in het ZAT. De teruggekoppelde informatie kan gaan over: de verwijzing, het intakegesprek, de behandeling of de rol die school zelf vanuit haar interne zorgstructuur of middels de leerlingbegeleider voor de leerling zou kunnen betekenen. Contactpersoon van school: Contactpersoon van GGZ: Contactvorm:
3.3.2.6. GGD Naam: Postadres: Bezoekadres: Telefoonnummer: Faxnummer: Werkgebied:
W. Slob / G.Tokaya H.Veldman E. Blom W.van Wijk Ad hoc, nl. telefonisch. Structureel via ZAT 6 keer per schooljaar.
Jeugdarts van GGD Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen Hanzeplein 120, Groningen 050-367400 050-367401 Provincie Groningen
Doelgroep: Alle jeugdigen van 0 tot 19 jaar en hun ouders. Daarnaast richt de GGD zich op scholen en gemeenten. Ook individuen en groepen met gezondheidsproblemen en risico’s op gezondheidsproblemen krijgen aandacht van de GGD. Taken: Binnen de scholen ziet de GGD met hulp van een jeugdarts toe op de gezondheid van de leerlingen. Allereerst doordat de jeugdarts van de GGD deelneemt aan het ZAT van de school. Samen met de jeugdzorg en GGZ probeert de jeugdarts van de GGD door deelname aan het ZAT te bevorderen dat leerlingen snel en adequaat aan extra hulp komen. De jeugdarts brengt zijn expertise in op het vlak van gezondheid. De gezondheid van de leerlingen wordt tevens middels een open spreekuur op de school in de gaten gehouden. Hierdoor kunnen gezondheidsproblemen van leerlingen in beeld komen. De jeugdarts kan een belangrijke rol vervullen om leerlingen met gezondheidsproblemen te motiveren hulp te accepteren. Deze hulp wordt dan verleend door bureaus jeugdhulpverlening of door de GGZ- jeugd.
110
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Het beleid van de GGD schrijft voor dat er in de Voortgezet Onderwijs periode van een leerling in ieder geval 2 verplichte contactmomenten zijn. Namelijk als een leerling 13 en 15 is. Binnen de school zou de GGD de volgende taken kunnen verrichten: Adviseren en begeleiden bij de uitvoering van het ‘Algemene Schoolgezondheidsbeleid’. Dit zou in kunnen houden dat het onderwijzend personeel door de GGD geschoold wordt om beter te kunnen signaleren wanneer een leerling gezondheidproblemen heeft. De GGD kan binnen de school tevens projectgewijs informatie aan leerlingen verschaffen over thema’s als: pesten, alcohol en roken, etc. Aanmeldingswijze: De jeugdarts kan op de hoogte komen van gezondheidsproblemen bij leerlingen doordat onderwijzend personeel dit bij de leerling hebben gesignaleerd. Zij brengen de jeugdarts hier van op de hoogte door deze rechtstreeks te benaderen of door de leerling in te brengen binnen het ZAT van de school waar de jeugdarts deel van uitmaakt. Terugkoppelingswijze: Informatie over verleende zorg aan een leerling kan worden teruggekoppeld aan mentor, leerkracht, etc., mits ouders hier toestemming voor hebben verleend. Deze informatie kan gaan over datgene wat van belang is voor het leerproces. Contactpersoon van school: Contactpersoon van GGD: Contactvorm:
3.3.2.7. Politie Naam Adres Telefoonnummer algemeen Werkgebied:
W. Slob, G.Tokaya, H.Veldman Mw. M. Vuijk Ad hoc, nl. telefonisch en via bezoek op school. Structureel via ZAT 6 keer per schooljaar.
Regiopolitie Groningen Basiseenheid Uithuizen Postbus 588 9700 AN Groningen 0900-8844
Regiopolitie Groningen Basiseenheid Zuidhorn Postbus 588 9700 AN Groningen 050-5872200
gemeente Eemsmond, Loppersum, Bedum, Ten Boer
Gemeente DE Marne, Winsum, Zuidhorn
Doelgroep: Leerlingen die te maken hebben gehad met een misdrijf. Leerlingen kunnen slachtoffer, getuige, medeplichtig of dader zijn van een misdrijf. Er kan onder andere sprake van een misdrijf zijn bij: drugsoverlast, vandalisme, (seksuele) intimidatie, discriminatie, bedreiging en alcoholgebruik. Taken: Leerlingen die te maken hebben gehad met een misdrijf uitnodigen op het bureau. Dit kan
111
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
zijn voor het doen van aangifte en/ of om gehoord te worden. Als een leerling (mede)schuldig wordt geacht aan een gepleegde misdaad kan de leerling daarvoor op verschillende manieren worden gestraft. Bijvoorbeeld door de leerling door te verwijzen naar Halt om daar een ‘taakstraf’ te vervullen. In veel scholen is door middel van het ‘Convenant Jeugd en Veiligheid‘ (zie bijlage 1.8.) schriftelijk vastgelegd hoe school en politie samen moeten werken om te voorkomen dat leerlingen met misdrijven te maken krijgen. Op basis van dit ‘Convenant’ kan de politie de volgende taken in en om de school vervullen: voorlichting verzorgen op de school, overleggen met coördinatoren en leerlingbegeleiders over leerlingen op de school, helpen bij het schrijven van beleid van de scholen en toezicht houden om de school. Aanmeldingwijze: De leerling kan op verschillende manieren bij de politie in beeld komen. Doordat de leerling door bijvoorbeeld medeleerlingen, ouders of docenten is aangegeven, zichzelf heeft aangegeven of via de Raad van Kinderbescherming doorverwezen is naar de politie. Contactpersoon van de school: Contactpersoon van politie: Contactvorm:
3.3.2.8. Openbaar Ministerie Naam: Postadres: Telefoonnummer:
W. Slob, G.Tokaya H.Veldman A. Puister J.Werners Ad hoc, nl. telefonisch en via bezoek op school. Structureel ZAT 6 keer per schooljaar
Openbaar Ministerie (OM) Postbus 577 9700 AN Groningen 050-3166166
Doelgroep: Leerlingen die worden verdacht van het plegen van een strafbaar feit, kunnen met het Openbaar Ministerie (OM) te maken krijgen. Er kan onder andere sprake zijn van een strafbaar feit bij: inbraak, mishandeling of drugshandel. Het is tevens een laatst mogelijke noodgreep om leerlingen te verplichten hun leerplicht te vervullen. Taken: Het OM is de enige instantie in Nederland die leerlingen voor de rechter kan brengen. Het komt niet vaak voor dat leerlingen daadwerkelijk voor de rechter komen. Leerlingen kunnen na het plegen van een strafbaar feit namelijk kiezen: of naar het Haltbureau of naar de officier van justitie van het OM. Een leerling die zich niet aan de Halt-afspraken houdt, die vaker misdrijven pleegt of die ernstige delicten pleegt komt wel bij de officier van justitie terecht. De officier van justitie klaagt een leerling in naam van de samenleving aan bij de rechtbank. De rechter bepaalt of de leerling strafbaar is en zo ja welke straf deze opgelegd krijgt. 3.3.2.9. HALT Naam:
Bureau Halt
112
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Postadres: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres: Werkgebied:
Postbus 1489 9701 BL Groningen 050-3138165 050-3140580
[email protected] Provincie Groningen
Doelgroep: Leerlingen die via politie doorverwezen zijn naar Halt. De school kan leerlingen niet rechtstreeks doorverwijzen naar Halt Taken: Taken die Halt vervult zijn allereerst het vinden van een geschikte taakstraf voor leerlingen die via de politie bij Halt zijn terechtgekomen of via de leerplichtambtenaar in het geval van meer dan 11 keer te laat komen. In de regel bestaat de Halt-afdoening uit een aantal uren werken, zo mogelijk zelf de aangerichte schade herstellen of vergoeden van (een deel van) de schade, of een leeropdracht. De werk- of leerstraf wordt meestal in het weekeinde of in de schoolvakanties uitgevoerd. Het voordeel van Halt is dat de jongere geen strafblad krijgt, omdat de straf buiten justitie om wordt geregeld. Meer algemene taken die Halt in en om de school kan verrichten zijn: het geven van voorlichting en activiteiten in het kader van de ‘Gezonde en Veilige school’. Aanmeldingswijze: Scholen kunnen leerlingen niet rechtstreeks verwijzen naar Halt. Jongeren die zij verdenken van crimineel gedrag kunnen bij politie worden gemeld. Terugkoppelingwijze: Er wordt vanuit Halt geen informatie teruggekoppeld aan de school over bijvoorbeeld de verrichte taakstraf van een leerling. Contactpersoon van school: Contactpersoon van Halt: Contactvorm:
W. Slob, G.Tokaya, H.Veldman P. Elmont Ad hoc
3.3.2.10. Raad voor de Kinderbescherming (RvK) Naam Raad voor de kinderbescherming Postadres: Bezoekadres: Telefoonnummer: Faxnummer: Werkgebied:
Postbus 328 9700 AH Groningen Cascadeplein 6 9726 AD Groningen 050-7512000 050-7512010 Provincie Groningen en Drenthe
113
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Doelgroep: Leerlingen waarvan wordt vermoed dat ze in hun ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd doordat zich problemen in de thuissituatie voordoen. Bijvoorbeeld doordat ouders zijn gescheiden of er sprake van verwaarlozing is etc. Taken: De Raad voor de Kinderbescherming stelt een onderzoek in naar de situatie van een aangemelde leerling. Dit kan er toe leiden dat de situatie van de leerling aan de kinderrechter wordt voorgelegd. De rechter kan beslissen dat een leerling een ondertoezichtstelling krijgt (OTS). Dit houdt in dat een gezinsvoogd toeziet op de situatie van de leerling. In uiterste gevallen kan ontheffing of ontzegging uit de ouderlijke macht van de ouders van de leerling volgen. De Raad voor de Kinderbescherming zoekt uit welke vorm van hulp het beste is voor leerling en ouders, en zorgt ervoor dat die hulp op gang komt. De Raad voor de Kinderbescherming verleent deze hulp niet zelf. Aanmeldingswijze: Iedereen kan een leerling waarvan verwacht wordt dat deze in ontwikkeling of opvoeding wordt bedreigd aanmelden. Niet rechtstreeks bij de Raad voor de Kinderbescherming, maar indirect via het AMK of de bureaus jeugdhulpverlening. Terugkoppelingswijze: Scholen worden niet op de hoogte gebracht van de bevindingen van een onderzoek naar de situatie van een leerling. Het contact met de school is er op gericht informatie ten behoeve van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming te verkrijgen. Contactpersoon van de school: W. Slob, G.M. Tokaya, H.Veldman Contactpersoon Raad v d Kinderbescherming: Contactvorm: Ad hoc, nl. telefonisch
3.3.2.11. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Naam: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Adres: Waterloolaan 1 9725 BE Groningen Telefoonnummer: (050) 5239239 Faxnummer: (050) 5239370 Doelgroep: Met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling kan contact worden opgenomen door iedereen die vragen heeft over mishandeling, vermoedens van kindermishandeling wil bespreken of zelf met kindermishandeling te maken heeft. Taken: Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling onderzoekt vermoedens van kindermishandeling. Dit onderzoek moet uitwijzen of er daadwerkelijk sprake van kindermishandeling is en zo ja bij welke hulp de leerling dan het meest gebaat is. Deze hulp
114
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
kan verschaft worden door instanties als hulpverleningsbureaus of de GGz. Vaak biedt vrijwillige hulpverlening uitkomst, maar soms kan veiligheid van de leerling alleen geboden worden door een kinderbeschermingsregel uitgesproken door de kinderrechter. Aanmeldwijze: Iedereen, dus ook docenten en ander onderwijzend personeel die in zijn omgeving kindermishandeling ziet, hoort of vermoedt kan bellen naar het algemene aanmeldnummer. Naam en adres van de ‘aanmelder’ worden niet bekend gemaakt aan het gezin van het kind, als deze dat niet wil. Naam en telefoonnummer van de ‘ aanmelder’ kunnen door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling later gebruikt worden om deze te kunnen benaderen als er nog vragen zijn. Alleen als de situatie van de leerling aan de kinderrechter wordt voorgelegd kan het voorkomen dat de naam van de ‘aanmelder’ toch bekend wordt. Contactpersoon van de school: Contactpersoon AMK: Contactvorm:
W. Slob, H.Veldman Ad hoc, telefonisch
3.3.2.12. Algemeen Maatschappelijk Werk Naam: Mw. M. Geurink Postadres: Bezoekadres: Telefoonnummer: Faxnummer: Werkgebied:
Postbus 11 9980 AA Uithuizen Hoofdstraat West 1 9981 AA Uithuizen 0595 – 43 75 55 0596 – 43 76 66 Gemeente Eemsmond
Noordersingel 1 9934 AK Delfzijl
Gemeente De Marne
Doelgroep: Alle burgers die aangetast zijn in hun zelfredzaamheid door psychosociale problemen. In de volgende gevallen zou gesproken kunnen worden van psychosociale problematiek: relatieproblemen, psychische problemen of materiële problemen, etc. Taken: Bijdragen aan de zelfredzaamheid van mensen. Door mensen in hun directe leef- en woonomgeving professionele hulp van maatschappelijk werkers aan te bieden. Deze maatschappelijk werkers kunnen de psychosociale zelfredzaamheid van mensen op verschillende manieren bevorderen. Bijvoorbeeld door begeleiding, behandeling of doorverwijzing naar gespecialiseerde zorg. Andere meer algemene manieren waarop zelfredzaamheid van burgers door het Maatschappelijk Werk geprobeerd wordt te bevorderen is middels open spreekuren, het geven van informatie en advies, bieden van crisishulp, bereikbaar zijn buiten kantooruren en door ‘schuldhulpverlening’. Het Algemeen Maatschappelijk Werk zou door de school ingeschakeld kunnen worden om leerlingen met psychosociale problemen binnen de school hulp te bieden.
115
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Aanmeldingswijze: Burgers kunnen zichzelf telefonisch aanmelden en een afspraak maken voor een gesprek. Contactpersoon vanuit de school: Contactpersoon vanuit Maatsch.Werk Contactvorm:
3.3.2.13. UWV WERKbedrijf Naam: Postadres: Telefoonnummer: Faxnummer:
W. Slob, G.M. Tokaya Mw. M. Geurink
H.Veldman
Ad hoc, nl. telefonisch
UWV WERKbedrijf Ubbo J.Mansholtplein 2 9951 BX Winsum 0595-789600 0595-789601
Doelgroep: Leerlingen die informatie en advies nodig hebben over alles rond werk en inkomen. Dit zullen alleen leerlingen zijn die een alternatief traject naar een startkwalificatie volgen. Dit traject bestaat dan uit een combinatie van werken en leren. Taken: Het CWI moet zo veel mogelijk voorkomen dat mensen een beroep doen op een uitkering. Wie toch op een uitkering is aangewezen, moet via het centrum zo snel mogelijk een baan vinden. 3.3.2.14. UWV Naam: Postadres: Telefoonnummer: Faxnummer:
UWV Ubbo J.Mansholtplein 2 9951 BX Winsum 0595-789600 0595-789601
UWV verzorgt werknemersverzekeringen, zoals de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), de Wet op de ArbeidsOngeschiktheidsverzekering (WAO), Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ), de Werkloosheidswet (WW) en de Ziektewet. Samen met de gemeenten vormt UWV de “keten voor werk en inkomen”. UWV heeft vier aandachtsgebieden: Werk – het aan het werk houden of helpen van de klant, in nauwe samenwerking met de gemeenten; Sociaal-medische zaken – het beoordelen van ziekte en arbeidsongeschiktheid volgens eenduidige criteria; Uitkeren – het snel en correct verzorgen van uitkeringen, wanneer werk niet of niet direct mogelijk is;
116
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Gegevensdiensten – er voor zorgen dat de klant nog maar één keer gegevens over werk en inkomen aan de overheid hoeft te geven.
Als zelfstandig bestuursorgaan valt UWV onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. UWV-consulenten kunnen voorlichting geven aan vierde klassen TL over rechtspositie, solliciteren en vakantiewerk.
117
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4. Beleidsvoornemens De beleidsvoornemens komen voort uit enerzijds de evaluatie van het beleid in het schooljaar 2008-2009 en 2009-2010 en anderzijds het inspelen op nieuwe ontwikkelingen en vragen vanuit leerlingen, ouders, docenten en betrokken instanties. In het volgende is een overzicht aan te treffen van de beleidsvoornemens voor het schooljaar 2010-2011. 4.1.
Veranderdoelen
-
4.1.1. Gestructureerde opzet leerlingbespreking o een leerlingbespreking wordt gehouden rond specifieke problemen met betrekking tot leerling-zorg en begeleiding (de ZoCo dient als sensor voor dit soort problemen alert te zijn en leerkrachten selectief te vragen dit soort zorgleerlingen en zorgsituaties in te brengen in de bespreking); o er wordt tijdens de leerlingbespreking niet getornd aan de bespreektijd (onder het motto: beter één goed, dan tien slecht); o met een beperkt aantal bespreekgevallen per leerlingbespreking al een enorme bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van het voornaamste doel: het verbeteren en op peil houden van het pedagogisch klimaat; o alle leerkrachten zoveel mogelijk aanwezig zijn bij dit soort besprekingen, dus niet opsplitsen in laag-, afdelings- en/of sectieoverleg; o bespreekpunten kunnen leiden tot aanpassing of vaststelling van schoolbeleid op het gebied van: adaptief onderwijs, interactievaardigheden van leerkrachten, veiligheid in de school/klas, klassenregels, pestprotocollen, antidiscriminatieprotocollen, omgaan met ruzies, spanningen in de school, communicatie met leerlingen/ouders/collega's derden, inschakeling zorgstructuren (ZAT, schoolarts, REC, RENN4 …) etc. o dossiervorming ten behoeve van de leerlingbespreking, inrichten digitaal volgsysteem, ontwikkelen handelingsgerichte plannen. Hierbij kan ook gedacht worden aan TeleTop waarin een zorgforum is ingericht voor mededelingen, plaatsen van vragen en onderlinge informatieuitwisseling.
-
4.1.2. Standaardiseren leerlingendossier aan de hand van een vaste inhoudsopgave o Het aanmaken van digitale stramien voor de individuele leerlingdossiers in zoverre die al niet aanwezig is Magister (Zie hierna) o Inrichten vanuit het dossier van een volgsysteem waarin een signalering is opgenomen met betrekking tot absenties, resultaten en zorgaangelegenheden o Het invoegen in het leerlingendossier van handelingsplannen en handelingswijzers o Het invoegen in het leerlingdossier van de samenvattingen en conclusies uit GGZ onderzoek, psychologisch onderzoek, enz. die relevant zijn voor het schoolwerk van de leerling
-
4.1.3. Leerlingenvolgsysteem in Magister o De LVS functie in Magister uitbouwen en aanpassen aan de volgsystematiek op het HHC o De toegankelijkheid en gebruik (aanpassingsrecht, gebruiksrecht) protocolleren
118
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
-
4.1.4. Uitwerken dyscalculiebeleid o Bij gerede vermoedens vanuit het basisonderwijs van dyscalculie het organiseren van een vooronderzoek “dyscalculie” door RT o Doorverwijzing naar onderzoeksinstituut voor definitieve vaststelling van dyscalculie o Omschrijving van hoe te handelen bij vermeende dyscalculie (zie tijdtabel). o Omschrijving van maatregelen na vastgestelde dyscalculie (zie tijdtabel). o Omschrijving van facilitering en ondersteunende middelen ter compensatie van de stoornis.
-
4.1.5. Invoeren faciliteietenpas o Ter vervanging van de dyslexiepas komt er een faciliteitenpas. De faciliteitenpas is er voor alle leerlingen die op grond van hun beperking recht hebben op extra voorzieningen. o De toegepaste voorzieningen dienen in een handelingsplan te worden onderbouwd en naar aanleiding van dit plan ten minste twee keer per jaar geëvalueerd (Bij de rapportbespreking van het tweede en van het vierde rapport)
-
4.1.6. Uitwerken beleid Passend Onderwijs o Uitwerken toelating leerlingen met een leerstoornis, gedragsstoornis en/of andere beperking o Uitwerken tussentijdse evaluatiemomenten o Inrichten extern vangnet, opbouwen relatienetwerk met speciaal onderwijs
-
4.1.7. Heroriëntatie LOB o Loopbaanbegeleiding zal op alle drie vestigingen verdere ontwikkeling behoeven o De rollen van decanen, mentoren en externe betrokkenen bij de ontwikkeling van het Loopbaan beleid wordt in kaart gebracht en opnieuw beschreven
-
4.1.8. Convenant Jeugd en Veiligheid op schoolniveau o In overleg met alle betrokken partners zal verder inhoud worden gegeven aan het veiligheidsbeleid in en om school.
-
4.1.9. Verder ontwikkelen tl+ en vwo+ o Ten behoeve van leerlingen met mogelijkheden extra stof te verwerken een passend onderwijsaanbod creëeren o Ontwikkeling portefolio voor TL+ en VWO+ leerlingen o Ontwikkelen van beloningssystematiek voor voldoende afgesloten activiteiten buiten het regulier onderwijsprogramma (bijzondere stages, studiereizen, bezoek congressen en deelname aan scholieren competities, zoals Robotica Challenge, Debatcompetitie Op Weg Naar Het Lagerhuis, Organisatie Bijzondere Toeristische Evenementen)
119
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
4.2
Jaarplan 2010 - 2011
4.2.1. Gestructureerde opzet leerlingbespreking Waarom:
Op het Hogeland College vinden diverse leerlingbesprekingen op verschillende momenten in het schooljaar plaats. De belangrijkste vormen de rapportbesprekingen. De resultaten van deze besprekingen worden door de mentor en de voorzitter/secretaris van de rapportvergadering vastgelegd en het proces wordt daarmee administratief verankerd. Daarnaast vinden dagelijks leerlingbesprekingen c.q. overleg over individuele leerlingen en/of klassen plaats tussen docenten en coördinatoren, tussen mentoren en vakdocenten en zijn er vele andere overlegsituaties over leerlingen en klassen tussen docenten, staf en ook externe deskundigen (schoolarts, maatschappelijk werk, ambulant begeleiders, e.d.) Voor het planjaar 2010-2011 staat verdere structurering van dergelijke besprekingen op het programma om de afstemming en communicatie over de leerling te bevorderen. Nog te vaak is onhelder wie met wie over welke leerling heeft overlegd en is de informatie niet breed met de organisatie gedeeld. Het inzicht in de resultaten van dergelijke besprekingen dient verbetering. Dit is niet een proces dat in een planjaar gerealiseerd kan worden
Wie:
Laag/Afdelings-Coördinator ondersteund door de ZoCo initieert de nieuwe opzet van de Leerlingbespreking en mentoren ondersteunen uitvoering
Wanneer:
Startdatum Blok IV 2009-2010 voor planvorming. Operationeel van eerste LeerlingBespreking Nieuwe Stijl Blok I 2010-2011
Opbrengst:
Betere informatievoorziening binnen de organisatie over leerlingen. Afstemming en ordening van de diverse overleggen over leerlingen. Betere vastlegging van de resultaten van de Leerlingbespreking.
Verantwoordelijkheden; Operationeel is de Laag/Afdelings-Coördinator verantwoordelijk en beleidsmatig het gremium van conrectoren 4.2.2. Standaardiseren leerlingendossier aan de hand van een vaste inhoudsopgave Waarom:
Het leerlingendossier bestaat veelal uit diverse losse formulieren (hard-copy). Niet elk dossier bevat dezelfde informatie omdat basisscholen de verstrekking van informatie (nog) niet gestandaardiseerd hebben. Ook de informatie tussen scholen voor voortgezet onderwijs en tussen hulpverleningsintanties is niet
120
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
gestandaardiseerd. Om per dossier “the wholes in the bucket” te kunnen registreren is een vaste inhoudsopgave onontbeerlijk.
Een digitaal stramien voor de inhoudsopgave van het individuele leerlingdossier in Magister zal het realiseren van dit veranderdoel vergemakkelijken. Om beter het begeleidingsproces van de leerling te kunnen volgen is het invoegen van handelingsplannen en handelingswijzers noodzakelijk. Daarbij woordt tevens gedacht aan het invoegen in het leerlingdossier van de samenvattingen en conclusies uit GGZ onderzoek, psychologisch onderzoek, enz. die relevant zijn voor het schoolwerk van de leerling
Wie:
Conrector met portefeuille zorg (voorzitter), conrector met portefeuille digitale informatievoorzieningen, ZoCo, de werkgroep Digitale Leerling Volgsysteem
Wanneer:
Augustus 2010. Komt maandelijks bijelkaar. (Voorlopige planning: December 2010 draaien van pilot. Augustus 2011 evaluatie pilot. Oktober 2011 invoering eerste fase. Juni 2012 invoering instellingsbreed.)
Opbrengst:
Pilot digitale leerlingdossier met doelmatige inhoudsopgave op 5 december 2010
Verantwoordelijkheden; Wordt door de directie vastgesteld 4.1.3. Leerlingenvolgsysteem in Magister Waarom:
Het HHC werkt met Magister van Schoolmaster. In Magister zit de mogelijkheid van het inrichten van een Leerlingvolgsysteem. Na de eerste technische invoering kan in de praktijk getoetst worden hoe een en ander werkt (Fase 1). Dan volgt de Fase 2: Wat doen wij dan met deze gegevens? Het blijkt dat na technische invoering er een fase aanbreekt met praktische vragen zoals: Hoe richt je het systeem verder in? Wie gaat het bijhouden? Wie krijgt er allemaal met het LVS te maken, en op welke manier? Welke opties van Magister willen we eigenlijk gebruiken? Daarna volgt weer een fase (Fase 3) met nadenken over de consequenties van het nieuwe LVS. Dan draait het veelal om vragen als: Hoe gaan wij onze zorgstructuur zodanig inrichten dat we de leerlingen goed begeleiden? Hoe zorgen we ervoor dat de juiste personen op het juiste moment worden ingeschakeld?
121
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Welke standaarden willen we gebruiken in de school? Tot slot blijkt dat, zodra gegevens zijn ingevoerd, dat er hele concrete vragen ontstaan over: Als we het kwadrantmodel gebruiken, hoe doen we dat? Hoe maak je vervolgens een goed handelingsplan (en wie doet dat)? Verandert ook de leerlingbespreking?
Kortom, het invoeren van een leerlingvolgsysteem gaat natuurlijk over het bijhouden van gegevens over leerlingen, maar het blijkt vooral een stap in het optimaliseren van uw leerlingzorg. Wie:
STUURGROEP: Conrector met portefeuille zorg (voorzitter)/conrector met portefeuille digitale informatievoorzieningen (van de diverse vestigingen), De Coördinatoren Uithuizen, Wehe en Warffum, de ZoCo’s, de werkgroep Digitale Leerling Volgsysteem, waaraan de Leerlingenadministratie, ICT en een afspiegeling van docenten/mentoren. WERKGROEP: De ZoCo’s, de werkgroep Digitale Leerling Volgsysteem, waaraan de Leerlingenadministratie, ICT en een afspiegeling van docenten/mentoren.
Wanneer:
Start 5 december 2010. Rector installeert de groepen in die maand en geeft startsein.
Opbrengst:
Geautomatiseerde Leerlingvolsysteem in 2011 in de drie vestigingen. Opbrengst wordt december 2012 geëvalueerd en groepen worden ontbonden.
Verantwoordelijkheden; Wordt door de directie vastgesteld
4.1.4. Uitwerken dyscalculiebeleid Waarom:
Wanneer een kind een rekenstoornis heeft is het logisch dat de leerling op school problemen heeft met rekenen of wiskunde. Daarnaast zijn er nog veel meer onderdelen of vakken op school die erg lastig kunnen zijn voor een leerling met een rekenstoornis, omdat bij meerdere vakken gebruik wordt gemaakt van getallen en berekeningen. Bij economie kan de leerling problemen krijgen met de berekeningen die moeten worden uitgevoerd en kan het erg lastig zijn om de cijfers juist onder elkaar te schrijven.
122
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Bij geschiedenis kan het lastig zijn om de jaartallen goed te onthouden en verschillende historische gebeurtenissen goed weer te geven op een getallenas. Bij aardrijkskunde kunnen schaalberekeningen problemen opleveren. Bij natuurkunde en scheikunde kunnen er problemen zijn bij het werken met formules en het juist uitvoeren van de berekeningen.
Het Dyscalculiebeleid HHC is nadrukkelijk bedoeld voor verdere implementatie van protocollen, interventies, compenserende middelen en het aansluiten op het Dyslexieplan van het HHC Wie:
De ZoCo’s van de vestigingen, de RT’ers doe voorstel aan directie. Directie stelt vast.
Wanneer:
Start januari 2009.
Opbrengst:
Schooljaar 2009-2010 wordt afgesloten met een dyscalculiebeleid als uitbreiding van het Dyslexiebeleid.
Verantwoordelijkheden; Wordt door de directie vastgesteld
4.1.5. Invoeren faciliteitenpas Waarom:
Voor leerlingen met dyslexie bestaat al een faciliteitenpas. Ook leerlingen met een gedragsprobleem zijn gebaat met extra voorzieningen als het werken met een laptop, toetstijdverlenging, enzovoort. Het is zinvol te werken met een voorzieningen- of faciliteitenpas voor alle leerlingen die op grond van een verklaring van een deskundige (GGZ Psycholoog, GGZ Orthopedagoog, medisch specialist) De toegepaste voorzieningen dienen in een handelingsplan te worden onderbouwd en naar aanleiding van dit plan ten minste twee keer per jaar geëvalueerd (Bij de rapportbespreking van het tweede en van het vierde rapport)
Wie:
ZoCo’s alle vestigingen in samenwerking met RT’ers en externe deskundigen
123
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Wanneer:
Medio 2010
Opbrengst:
Schooljaar 2010-2011 invoering Faciliteitenpas HHC
Verantwoordelijkheden; Wordt door de directie vastgesteld
4.1.6. Uitwerken beleid Passend Onderwijs Waarom:
Voor leerlingen met een (onderwijs)beperking moet goed en passend onderwijs worden gezocht. Er zijn verschillende routes en mogelijkheden. Er zijn verschillende onderwijsmogelijkheden voor leerlingen met een beperking en/of (leer)problemen in de voortgezet onderwijsleeftijd. Afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling en de wensen van de ouders komen zij in aanmerking voor:
de ‘gewone’ middelbare school, waar de leerling eventueel extra ondersteuning krijgt; leerwegondersteunend onderwijs (lwoo): bedoeld voor leerlingen die met extra ondersteuning het vmbo-diploma kunnen halen; praktijkonderwijs (pro), gericht op de groep leerlingen voor wie het niet mogelijk is een vmbo-diploma te halen. Het praktijkonderwijs bereidt leerlingen direkt voor op de regionale arbeidsmarkt; het voortgezet speciaal onderwijs; een 'gewone' middelbare school, maar met een ‘rugzakje’. Daarnaast bestaan er zogenaamde 'time out' voorzieningen, voor leerlingen die vanwege gedragsproblematiek tijdelijk geen onderwijs op hun eigen school kunnen volgen of die geen onderwijs meer volgen:
Wie
Herstart, Op de rails, Rebound. Er wordt gewacht met het instellen van een werkgroep die het vigerende beleid uit te breiden als het Ministerie met nieuwe richtlijnen en een vast stramien komt.
4.1.7. Heroriëntatie LOB Waarom:
LOB helpt leerlingen bij keuzes op de korte termijn zoals sector, profiel, pakket en vervolgopleiding. Het ontwikkelen van loopbaancompetenties maakt deel uit van LOB in het voortgezet onderwijs. LOB is een belangrijk middel om voortijdig schooluitval te voorkomen en talenten bij leerlingen op het spoor te komen. Zo’n middel vraagt een LOB visie die past bij de school. Het HHC is toe aan een heroriëntatie van het
124
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
vigerende LOB. Wie:
Conrector Uithuizen, decanen van de vestigingen
Wanneer:
Start in Blok IV van schooljaar 2009-2010
Opbrengst:
Heroriëntatie LOB najaar 2010. Implementatie 2011-2012
4.1.8. Convenant Jeugd en Veiligheid op schoolniveau Waarom:
In het beleidsplan van de provincie ‘Welzijn en Zorg’ 2001-2004 is ‘Jeugd en Veiligheid’ een speerpunt. Onderdeel van ‘Jeugd en Veiligheid’ is onder andere dat gemeenten worden gestimuleerd op dit terrein beleid te maken en te komen tot actieplannen ‘Jeugd en Veiligheid’. In steeds meer gemeenten gebeurt dit met ondersteuning van het CMO (Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen, voorheen POZW). Als één van de actiepunten staat verder genoemd: provinciale inkleuring geven aan de landelijke campagne ‘Jongeren, School en Veiligheid’ op scholen in het voortgezet onderwijs in de provincie Groningen. Het CMO heeft de opdracht gekregen dit nader uit te werken. Het HHC zal zich dienen te oriënteren op deze ontwikkelingen.
Wie:
Conrectoren met de coördinatoren
Wanneer:
Start in Blok IV van schooljaar 2009-2010
Opbrengst:
Aansluiting van het HHC bij de beleidsontwikkelingen. Implementatie 20112012
125
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Lijst met afkortingen 1. AB-er 2. ADHD 3. AMK 4. AMW 5. AOC 6. AVL 7. DVL 8. Bao 9. Bb 10. Bbl 11. Bk 12. Bol 13. Cedin 14. CPS 15. CFI 16. CITO 17. CvI 18. CWI 19. GGD 20. Halt 21. HAVO 22. HHC 23. ISK 24. Kgt 25. Kwt 26. LGF 27. LPA 28. LVS 29. LWOO 30. MBO 31. MEE
32. Min. O&W 33. MR 34. MRT 35. NIGZ 36. NT-2 37. OM 38. OWR 39. OWR-VO 40. PCL 41. PO 42. POP
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
= = = = = = = = = = =
Ambulant begeleider Attention Deficit Hyperactivity Disorder Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemeen Maatschappelijk Werk Agrarisch Opleiding Centrum Apeldoornse Vragenlijst Docenten Vragenlijst Basisonderwijs Basisberoeps basisberoepsbegeleidende leerweg basis / kader beroepsopleidende leerweg Centrum Educatieve Dienstverlening Christelijk Pedagogisch Centrum Centrale Financiën Instellingen Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling Commissie voor Indicatiestelling Centrum Werk en Inkomen Groningse Gezondheids Dienst Het ALTernatief Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Het Hogeland College Internationale Schakelklas kader / gemengd / theoretisch keuze werktijd Leerling Gebonden Financiering LeerPlicht Ambtenaar LeerlingVolgSysteem Leerweg Ondersteunend Onderwijs Middelbaar Beroeps Onderwijs Centrale basisvoorziening voor (maatschappelijke) ondersteuning van mensen met een handicap, langdurige beperking of chronische ziekte Ministerie van Onderwijs en Wetenschap MedezeggenschapsRaad Motorische Remedial Teaching Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie Nederlands als Tweede Taal Openbaar Ministerie OnderWijskundig Rapport OnderWijskundig Rapport Voortgezet Onderwijs Permanente Commissie Leerlingenzorg Primair Onderwijs Persoonlijk Ontwikkelings Plan
126
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
43. PrO 44. REC 45. RMC 46. RSNOWG
= = = =
47. RT 48. RVC 49. RvK 50. SLO 51. SWV 52. VMBO 53. VNN 54. VO 55. VSO 56. VWO 57. WIW 58. WPR 59. ZAT 60. ZT
= = = = = = = = = = = = = =
PraktijkOnderwijs Regionale Expertise Centra Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Regionaal Samenwerkingsverband Noord, Oost en West Groningen Remedial Teaching Regionale Verwijzings Commissie Raad voor de Kinderbescherming Stichting Leergang Onderwijs Samenwerkingsverband Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Verslavingszorg Noord Nederland Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet Inschakeling Werkzoekenden Wet Persoons Registratie ZorgAdvies Team Zorgteam
127
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 7: Zorg op havo/vwo AANMELDING Maart tot zomervakantie
Voor de eerste lesdag
Eerste schoolweken
Basisscholen vullen voor de aangemelde leerlingen een advies- en rapportageformulier in. Naar aanleiding van deze formulieren vinden er gesprekken plaats tussen de conrector of coördinator onderbouw en de leerkracht en of IB-er van de basisschool. In geval van leerlingen die extra zorg behoeven,bijv. leerlingen met ADHD of PDD-NOS etc., nodigt de conrector onderbouw en de coördinator zorg de ouders en de leerling uit voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt besproken waar de leerling behoefte aan heeft en wat de school kan bieden. Er wordt steeds gezocht naar passende maatregelen: zorg op maat. In een aantal gevallen zal er naar aanleiding van het gesprek met de ouders een gesprek met een externe hulpverlener plaatsvinden. Opm.: bij een aantal leerlingen die extra zorg nodig hebben vinden de gesprekken met basisschool en ouders al voor de aanmelding plaats. Het voordeel hiervan is dat zowel school als ouders kunnen bekijken wat de mogelijkheden zijn. Leerlingen met een dyslexieverklaring worden vlak voor de zomervakantie uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst op het HHC. Voor de eerste schooldag krijgen de mentoren van de eerste klassen de informatie over de nieuwe leerlingen. (de mentoren van de overige klassen ontvangen eveneens een informatiemap) Voor de eerste schooldag worden de docenten van de nieuwe leerlingen die speciale zorg behoeven mondeling geïnformeerd. In één van de eerste schoolweken krijgen de docenten een overzicht van de leerlingen die extra zorg behoeven en de met deze leerlingen gemaakte afspraken hierover.
128
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
SOCIAAL-EMOTIONELE BEGELEIDING Signalering van Leerlingen zullen veelal met hun mentor over hun problemen problemen spreken, maar zijn vrij om iemand anders in vertrouwen te nemen. Dit kan een andere docent zijn, maar evengoed de kantinebeheerster. De mentor, coördinator en conrector van de onderbouw worden altijd op de hoogte gebracht. De mentor, coördinator, conrector worden door andere personeelsleden of door de ouders ingelicht als zij vermoeden dat een leerling sociaal-emotionele zorg nodig heeft. De mentor maakt gebruik van de “Niet-pluislijst” om het probleem in kaart te brengen. De verschillende mentorenteams bespreken leerlingen of specifieke problemen in het mentorenoverleg. Tijdens de vergaderingen over een klas worden leerlingen besproken. Hulp bij de problemen Gesprekken met mentor/coördinator/conrector. Klassengesprekken onder leiding van de mentor. Alle klassen hebben een mentoruur op het rooster. Gesprekken met de schoolarts: dit kan zowel op afspraak, als onaangekondigd tijdens het maandelijkse open spreekuur op school. Op school zijn twee docenten die een cursus sociale vaardigheden kunnen verzorgen. Deze cursus is bedoeld voor leerlingen die het fijn zouden vinden om te leren hoe ze, bijvoorbeeld als ze verlegen zijn, makkelijker kunnen omgaan met anderen. Specifieke hulp in de vorm van hulp bij faalangst of bijvoorbeeld rouwverwerking wordt door de mentor of een van de andere docenten gegeven, of indien nodig doorverwezen naar externe instanties. Zorgadviesteam (ZAT) De zorgcoördinator maakt deel uit van het een zorgadviesteam Eemsmond (ZAT). Eén maal in de zes weken komt deze bijeen en biedt de mogelijkheid leerlingen al dan niet anoniem te bespreken. Buiten deze bijeenkomsten om is het ook steeds mogelijk advies in te winnen bij de leden van het ZAT. Deelnemers aan het ZAT van Het Hogeland College zijn: Zorgcoördinator VMBO en HAVO/VWO Schoolarts van Het Hogeland College namens de GGD Groningen Leerplichtambtenaar van de Gemeente Eemsmond Maatschappelijk werkster van de Gemeente Eemsmond Jeugdagent van de Regiopolitie Ambulant begeleider RENN 4 Medewerker van Lentis Groningen Voorzitter vanuit CEDIN Drachten
129
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
BEGELEIDING LEERPROCES Studielessen
Huiswerkbegeleiding in de onderbouw
Remedial teaching
De studielessen worden verzorgd door de mentor van de klas. De lessen worden in de eerste klas gedurende het eerste halfjaar twee keer in de week gegeven. In klas twee worden de vaardigheden herhaald. In deze lessen leren de leerlingen studeren: zelfstandig leren werken, leren plannen, motivatie en concentratie, een tekst leren, een toets maken, woordjes leren, je zelfvertrouwen vergroten, een spreekbeurt houden, een werkstuk maken, enz. komen aan de orde. Leerlingen van de eerste klas kunnen twee middagen in de week onder begeleiding van een deskundige hun huiswerk maken, waarbij ze zonodig vakgerichte adviezen kunnen krijgen. De studiebegeleider sluit zoveel mogelijk aan bij de studieadviezen die in de studielessen worden gegeven en maakt in overleg met de leerling ook een huiswerkplanning voor de korte en langere termijn. In de tweede en derde klas is er huiswerkbegeleiding op één middag in de week. Ook wordt er tutorbegeleiding voor wiskunde en Engels gegeven door bovenbouwleerlingen. Een veel voorkomend leerprobleem is dyslexie. Meestal is dit probleem al vastgesteld op de basisschool, maar soms wordt de dyslexie of een vermoeden daarvan pas vastgesteld op het voortgezet onderwijs. Dit komt omdat sommige makkelijk lerende kinderen op de basisschool hun dyslexie nog kunnen compenseren, maar dit lukt meestal niet meer als ze meerdere talen moeten leren en grotere stukken tekst moeten verwerken. Wij nemen daarom bij alle leerlingen een centrale lees- en spellingstoets af in het brugjaar. Een aantal leerlingen wordt op grond hiervan verder getoetst door de Remedial teacher. Leerlingen bij wie na afname een ernstig vermoeden van dyslexie bestaat, worden (in overleg met en na toestemming van de ouders), aangemeld voor een extern vervolgonderzoek bij een gespecialiseerd bureau, dat de eventuele dyslexie kan vaststellen en een daarbij behorende verklaring kan afgeven. Leerlingen die definitief gediagnosticeerd zijn als dyslectische leerling komen in aanmerking voor specifieke hulp. Voor elke leerling komt er een eigen plan van aanpak. In het algemeen krijgen dyslectische leerlingen extra tijd bij proefwerken en examens en daarnaast kunnen ze gebruikmaken van grootschrift. Ook werken deze leerlingen steeds meer met compenserende hulpmiddelen als Daisy-roms (boeken worden voorgelezen). Leerlingen die andere leer- en hulpmiddelen nodig hebben voor hun dyslectische problematiek worden daarin zoveel mogelijk door onze school begeleid en
130
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
opgevangen. De leerlingen ontvangen een dyslexiekaart waarop de verleende faciliteiten worden aangegeven. In de brugklas krijgen de dyslectische leerlingen vanaf de kerstvakantie wekelijks hulp. Deze remediale hulp wordt door de aan school verbonden remedial teacher gegeven in groepjes van 3 of 4 leerlingen. In het tweede leerjaar en hoger wordt de hulp veelal periodiek en individueel gegeven. Vanaf de vierde klas wordt uitgebreid aandacht besteed aan de faciliteiten die de dyslectische leerlingen kunnen gebruiken tijdens (school)examens.
Studiebegeleiding bovenbouw
Voor de bovenbouw wordt er voor de vakken Engels, Frans, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en economie extra ondersteuning gegeven door vakdocenten.
Specifieke hulp
Voor leerlingen met een handicap, waarvoor de reguliere zorgstructuur onvoldoende is, kan in overleg met de ouders leerlinggebonden financiering worden aangevraagd. Dit zogenaamde rugzakje biedt de school de mogelijkheid de leerling wekelijks individueel te begeleiden. Daarnaast zorgt het Regionaal Expertise Centrum voor de ambulante begeleiding. De intern begeleider van de school en de ambulant begeleider maken samen met de ouders een plan van aanpak. Dit plan wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Ook slechtziende leerlingen komen in aanmerking voor extra financiering. De ambulante begeleiding wordt verzorg door Visio Onderwijsinstelling Noord. Omdat deze leerlingen vaak behoefte hebben aan extra hulpmiddelen, worden de gelden voor hen ook hiervoor gebruikt. De school kan dan zorgen voor een laptop, een digitaal woordenboek e.d.
KEUZEBEGELEIDING Keuzebegeleidingslessen
Profielkeuze project
Leerlingen krijgen vanaf klas twee hulp bij de keuzes die zij gedurende hun schoolloopbaan moeten maken tijdens de keuzebegeleidingslessen. De lessen worden gegeven door mentoren en decanen aan de hand van de methode Optie. In klas twee vindt de keuze tussen Havo en Atheneum plaats. In klas drie de profielkeuze en vanaf klas vier de keuze voor een vervolgstudie. In klas drie wordt er naast de keuzebegeleidingslessen een project georganiseerd die in het teken staat van de profielkeuze.
131
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 8: Zorg op het vmbo AANMELDING Vóór 15 februari alleen voor LWOO leerlingen 15 februari – 1 mei
Voor potentiële LWOO-leerlingen nemen de basisscholen didactische toetsen af en vullen het OWR uitgebreid in.
HHC regelt verdere toetsing IQ en sociaal-emotionele toetsing.
1 maart zomervakantie
De zorgcoördinator werkt de gegevens verder uit en bespreekt de leerlingen in de PCL en doet vervolgens een aanmelding bij de RVC. De testgegevens en de aanmelding bij de RVC worden met de basisschool en de ouders besproken.
Maart tot zomervakantie
Basisscholen vullen voor de aangemelde leerlingen een advies- en rapportageformulier in. Naar aanleiding van deze formulieren vinden er gesprekken plaats tussen de coördinator onderbouw en de leerkracht en of IB-er van de basisschool. In geval van leerlingen die extra zorg behoeven, bijv. leerlingen met ADHD of PDD-NOS etc. nodigt de zorgcoördinator de ouders en de leerling uit voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt besproken waar de leerling behoefte aan heeft en wat de school kan bieden. Er wordt steeds gezocht naar passende maatregelen: zorg op maat. In een aantal gevallen zal er naar aanleiding van het gesprek met de ouders een gesprek met een externe hulpverlener plaatsvinden. Opm.: bij een aantal leerlingen die extra zorg nodig hebben vinden de gesprekken met basisschool en ouders al voor de aanmelding plaats. Het voordeel hiervan is dat zowel school als ouders kunnen bekijken wat de mogelijkheden zijn. Voor LWOO-leerlingen zijn er dossier-analyses waarmee een aanzet tot handelingsplannen worden gemaakt. Voor de eerste schooldag krijgen de mentoren van de eerste klassen de informatie over de nieuwe leerlingen. (de mentoren van de overige klassen ontvangen eveneens een informatiemap) Voor de eerste schooldag worden de docenten van de nieuwe leerlingen die speciale zorg behoeven mondeling geïnformeerd.
Voor de eerste lesdag
Eerste schoolweken
In één van de eerste schoolweken krijgen de docenten een overzicht van de leerlingen die extra zorg behoeven en de met deze leerlingen gemaakte afspraken hierover.
132
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
SOCIAAL-EMOTIONELE BEGELEIDING Signalering van Leerlingen zullen veelal met hun mentor over hun problemen problemen spreken, maar zijn vrij om iemand anders in vertrouwen te nemen. Dit kan een andere docent zijn, maar evengoed de kantinebeheerster. De mentor, zorgcoördinator en coördinator onder(boven)bouw worden altijd op de hoogte gebracht. De mentor en zorgcoördinator worden door andere personeelsleden of door de ouders ingelicht als zij vermoeden dat een leerling sociaal-emotionele zorg nodig heeft. De mentor maakt gebruik van de “Niet-pluislijst” om het probleem in kaart te brengen. Tijdens de rapportvergaderingen en leerlingenbesprekingen over een klas worden leerlingen besproken. Hulp bij de problemen
Zorgadviesteam (ZAT)
Gesprekken met mentor/zorgcoördinator/coördinator onder(boven)bouw. Klassengesprekken onder leiding van de mentor. Alle klassen hebben een mentoruur op het rooster. Gesprekken met de schoolarts: dit kan zowel op afspraak, als onaangekondigd tijdens het maandelijkse open spreekuur op school. Specifieke hulp in de vorm van hulp bij faalangst, bij sociale vaardigheden, bij rouwverwerking wordt door de mentor of een van de andere docenten gegeven, of indien nodig doorverwezen naar externe instanties. De zorgcoördinator maakt deel uit van het een zorgadviesteam Eemsmond (ZAT). Eén maal in de zes weken komt deze bijeen en biedt de mogelijkheid leerlingen al dan niet anoniem te bespreken. Buiten deze bijeenkomsten om is het ook steeds mogelijk advies in te winnen bij de leden van het ZAT. Deelnemers aan het ZAT van Het Hogeland College zijn: Zorgcoördinator VMBO en HAVO/VWO Schoolarts van Het Hogeland College namens de GGD Groningen Leerplichtambtenaar van de Gemeente Eemsmond Maatschappelijk werkster van de Gemeente Eemsmond Jeugdagent van de Regiopolitie Ambulant begeleider RENN 4 Medewerker van Lentis Groningen Voorzitter vanuit CEDIN Drachten
133
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
BEGELEIDING LEERPROCES Studielessen
Huiswerkbegeleiding
Remedial Teaching
De studielessen worden verzorgd door de mentor van de klas. De lessen worden in de eerste en de tweede klas een keer in de week gegeven tijdens een studielesdaltonuur . In deze lessen leren de leerlingen studeren: uit het hoofd leren, uittreksels maken, proefwerk leren, leren plannen, leerstijlen, studiegewoontes, enz. komen aan de orde. Leerlingen kunnen in de Daltonuren aan hun huiswerk werken. In de 3e uren Dalton zijn de klassen ingedeeld bij een vaste leraar. In de 6e uren Dalton kunnen de leerlingen kiezen om voor een bepaald vak aan het werk te gaan. In deze lessen kan door vakdocenten extra hulp worden gegeven. Een veel voorkomend leerprobleem is dyslexie. Meestal is dit probleem al vastgesteld op de basisschool, maar soms wordt de dyslexie of een vermoeden daarvan pas vastgesteld op het voortgezet onderwijs. Dit komt omdat sommige makkelijk lerende kinderen op de basisschool hun dyslexie nog kunnen compenseren, maar dit lukt meestal niet meer als ze meerdere talen moeten leren en grotere stukken tekst moeten verwerken. Wij nemen daarom bij alle leerlingen een centrale lees- en spellingstoets af in het brugjaar. Een aantal leerlingen wordt op grond hiervan verder getoetst door de Remedial teacher. Leerlingen bij wie na afname een ernstig vermoeden van dyslexie bestaat, worden (in overleg met en na toestemming van de ouders), aangemeld voor een extern vervolgonderzoek bij een gespecialiseerd bureau, dat de eventuele dyslexie kan vaststellen en een daarbij behorende verklaring kan afgeven. Leerlingen die definitief gediagnosticeerd zijn als dyslectische leerling komen in aanmerking voor specifieke hulp. Voor elke leerling komt er een eigen plan van aanpak. In het algemeen krijgen dyslectische leerlingen extra tijd bij proefwerken en examens en daarnaast kunnen ze gebruikmaken van grootschrift. Ook werken deze leerlingen steeds meer met compenserende hulpmiddelen als Daisy-roms (boeken worden voorgelezen). Leerlingen die andere leer- en hulpmiddelen nodig hebben voor hun dyslectische problematiek worden daarin zoveel mogelijk door onze school begeleid en opgevangen. De leerlingen ontvangen een dyslexiekaart waarop de verleende faciliteiten worden aangegeven. In de brugklas krijgen de dyslectische leerlingen vanaf de kerstvakantie wekelijks hulp. Deze remediale hulp wordt door de aan school verbonden remedial teacher gegeven in groepjes van 3 of 4 leerlingen. In het tweede leerjaar en hoger wordt de hulp veelal periodiek en individueel gegeven. Vanaf de derde klas wordt uitgebreid aandacht besteed aan de
134
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Extra ondersteuning
Specifieke hulp
KEUZEBEGELEIDING Keuzebegeleidingslessen
faciliteiten die de dyslectische leerlingen kunnen gebruiken tijdens (school)examens. Alle leerlingen kunnen in het 6e Daltonuur in aanmerking komen voor extra hulp. Dit kan door een eigen keuze, maar kan ook verplicht worden door een vakdocent of de mentor. Lwoo-leerlingen komen als dat nodig mocht zijn altijd in aanmerking voor extra ondersteuning. Als dit niet mogelijk is in de Daltonuren, dan wordt de leerling aangemeld bij de zorgcoördinator, die vervolgens de leerling bij een docent met extra zorgtaken in deelt. Voor deze leerlingen moet vervolgens ook een handelingsplan worden gemaakt. Hierbij gaan we uit van de dossiersanalyses die van deze leerlingen gemaakt zijn. Dit plan moet minimaal 2 keer per jaar worden geëvalueerd. Het is ook mogelijk in de zorgklassen om met groepshandelingsplannen te werken. De mentor zorgt er dan voor om dit plan te schrijven. Deze handelingsplannen worden ook in het zorgteam besproken. Voor leerlingen met een handicap, waarvoor de reguliere zorgstructuur onvoldoende is, kan in overleg met de ouders leerlinggebonden financiering worden aangevraagd. Dit zogenaamde rugzakje biedt de school de mogelijkheid de leerling wekelijks individueel te begeleiden. Daarnaast zorgt het Regionaal Expertise Centrum voor de ambulante begeleiding. De intern begeleider van de school en de ambulant begeleider maken samen met de ouders een plan van aanpak. Dit plan wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Ook slechtziende leerlingen komen in aanmerking voor extra financiering. De ambulante begeleiding wordt verzorg door Visio Onderwijsinstelling Noord. Omdat deze leerlingen vaak behoefte hebben aan extra hulpmiddelen, worden de gelden voor hen ook hiervoor gebruikt. De school kan dan zorgen voor een laptop, een digitaal woordenboek e.d.
Leerlingen krijgen vanaf klas een hulp bij de keuzes die zij gedurende hun schoolloopbaan moeten maken tijdens de lessen PSO. De lessen worden gegeven door docenten en decanen aan de hand van de methode Optietraject. In klas twee vindt de keuze tussen de verschillende leerwegen plaats. In klas drie Theoretische leerweg kiezen de leerlingen hun vakkenpakket en de leerlingen uit de Kader- en Basisberoepsgerichte Leerweg kiezen hun beroepsprofiel.
135
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 9: - Dalton Waarom Dalton? Op de VMBO-vestigingen hebben we bewust voor de dalton werkwijze gekozen, omdat we in de zienswijzen, ervaringen en toepassingen van Helen Parkhurst een absolute meerwaarde zien op pedagogisch en didactisch gebied. De ontwikkeling bij leerlingen op het gebied van zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid is daarbij een groot goed. Leerlingen hebben vrijheid nodig voor hun persoonlijke (individuele) ontplooiing. Dit betekent natuurlijk niet “Vrijheid blijheid”. De leerling moet ook leren verantwoord om te gaan met de eigen vrijheid en de beperkingen ervan kunnen accepteren. Verantwoordelijkheid en vrijheid horen dus bij elkaar. Leerlingen leren optimaal als ze zelf actief betrokken zijn bij de vormgeving van het leerproces. Zelf actief problemen oplossen leert leerlingen zelfstandig nadenken en een beter begrip krijgen. Ze leren zo creatief te denken en te handelen. Dit is een belangrijke vaardigheid in een steeds complexer wordende wereld. In het dagelijks leven moet een mens samenwerken met andere mensen, die hij niet zelf heeft gekozen. Het leren samenwerken begint al op school. Binnen het daltononderwijs speelt samenwerken een belangrijke rol. Leerlingen wordt geleerd doelen te bereiken door samenwerking. Ook komt deze samenwerking terug in het contact tussen de school en de ouders. Het daltononderwijs is juist voor de ontwikkeling VMBO-leerlingen van groot belang, omdat het vervolgonderwijs van hen verwacht dat ze ondernemende deelnemers zijn. Het credo ‘mensen zonder angst’ is daarbij een achterliggende gedachte. “Mensen die nergens tegenop zien. Ze zijn handig, vaardig, bijdehand, ervaren, wereldwijs, proactief en vooruitdenkend. Het zijn ondernemende mensen” (Piet van der Ploeg, Het Dalton Plan). Organisatie / Daltonuren Het schooljaar is verdeeld in vier perioden, afgesloten met een rapport. De leerstof voor de lessen, de daltonuren en het huiswerk zijn opgetekend in de daltontaken (Bijlage B). Bij de praktijkvakken te Warffum wordt er gewerkt met daltontaken in de vorm van modules. Het 40 minutenrooster blijft in principe hetzelfde als in het afgelopen jaar. De spreiding is als volgt: 2 lessen van 40 of blok van 80 minuten gevolgd door het eerste daltonuur van 40 minuten 2 lessen van 40 of blok van 80 minuten gevolgd door het tweede daltonuur van 40 minuten Na het tweede daltonuur lessen van 40 minuten of lesblokken van 80 minuten Het onderzoek naar de mogelijkheid voor langere lessen is afgrond. De voorlopige conclusie is dat de invoering van een 60 minutenrooster te veel negatieve gevolgen heeft, bijv. voor vakken die twee lesuren per week hebben. Er zijn per dag twee daltonuren. Het eerste daltonuur (= het derde uur op het rooster) is in een vast lokaal bij een vaste docent, in veel gevallen de mentor. Het tweede daltonuur (= het zesde uur op het rooster) is een keuze-uur voor de leerlingen. De leerlingen kunnen / moeten zelf intekenen via de ELO (nu nog Teletop, wordt Magister). Ze hebben daarin de vrije hand maar, waar nodig, vindt er sturing plaats door de mentor of vakdocent. In het eerste daltonuur worden dit soort zaken vaak tussen mentor en leerlingen besproken.
136
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Verder zijn er in het rooster mentoruren opgenomen. In dat uur wordt er ook regelmatig aandacht besteed aan planning en het hoe en waarom van onze dalton werkwijze. De leerlingen werken in de daltonuren aan hun daltontaken. Dat hoeft niet de taak te zijn van het vak van de begeleidende docent. Ze mogen ook aan andere taken werken. Dit geldt niet voor de leerlingen die door de mentor of de vakleerkracht gestuurd zijn. Deze leerlingen werken aan het opgegeven vak en krijgen extra aandacht van de leerkracht. In de stilteruimte mogen geen vragen gesteld worden aan de begeleider. Er wordt niet onderling overlegd en er is geen geloop. Stelregel: Stil is stil. Werken en samenwerken mag op een geluidsniveau (fluisterniveau) waarbij men anderen niet stoort. Dit kan zichtbaar gemaakt worden met volume-knoppen op het activbord. De daltontaak. De daltontaak bevat per hoofdstuk / leerstofeenheid: de leerstof, de aanwijzingen, studietips, de planning van werk, de toetsen en ook keuzeopdrachten. Het geven van een beknopt totaaloverzicht van de leerstof voor de lopende periode is wenselijk. De taken geven juist de gelegenheid om deze extra informatie te bieden. De leerlingen kunnen de taken dan nog beter gebruiken om de leerstof goed aan te pakken en eventueel al vooruit te werken. Een structureel onderdeel van de taken zijn de keuzeonderdelen. Deze bieden mogelijkheden tot samenwerken, kiezen en differentie. De taken van de tweede klas LWOO en de basisberoepsgerichte leerweg zullen meer structuur en meer aanwijzingen hebben dan die van de andere leerwegen. Naast de daltontaken wordt er geen huiswerk opgegeven. De leerlingen hebben steeds de taak en de vorige taak in hun daltonmap. In de map zit ook altijd de Cijferkaart (het DT-overzicht), de Kaart voor opmerkingen en de Keuzekaart. De leerkracht De leerkracht heeft als algemene taak de leerling bij het betrokken vak te begeleiden bij het leren actief en zelfstandig te werken en het leren verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen leerproces. De vakleerkracht geeft voorts in de taak aan wat er per week (periode) in totaliteit voor zijn vak moet gebeuren en is de vakspecifieke begeleider. Wanneer de vakdocent aanmerkingen heeft op de uitvoering van de taken of op de prestaties van de leerling dan maakt hij daarvan een notitie op de Kaart voor opmerkingen. Op deze kaart kan de vakdocent ook aangeven dat hij de leerling verplicht in zijn daltonuur te komen. Komt het met een leerling voor het vak niet goed, dan seint hij de mentor in. Aan te bevelen is dat de leerling die steeds de taak bij de hand heeft. Alles staat of valt met een rustige, veilige en ordelijke werksfeer in de les waarbij de leerlingen goed weten wat er moet gebeuren. Het mentoraat. De mentor begeleidt de leerlingen bij het leren plannen het maken van keuzes voor het tweede daltonuur. De begeleiding van de planning dient een voortdurend aandachtspunt te zijn in alle klassen, maar in het bijzonder in de eerste klas. Vandaar dat in de eerste twee weken van het schooljaar hier speciale aandacht wordt besteed. In de vaste daltonuren besteedt de mentor ook aandacht aan het bewustmaken van dalton. De mentor houdt de prestaties van de leerlingen in de gaten en bespreekt die met de leerlingen en zonodig met ouders, en overlegt met de vakleerkracht. De intensiteit van deze coaching zal per leerling sterk verschillen. Er is speciale aandacht
137
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
voor leerlingen die (langer of vaak) ziek zijn. Er is speciale aandacht voor de sfeer in de klas en het sociaal-emotionele welbevinden van de leerling. De mentoruren Elke mentor heeft dus, in principe, een daltonuur waarin hij zijn klas heeft. Op grond van de gegevens op de Kaart voor opmerkingen en/of de Cijferkaart en overige informatie (bijv. de absentie) gaat de mentor in gesprek met de betreffende. De leerling krijgt bijv. het advies tijdelijk daltonlessen voor een bepaald vak te volgen. Een enkele leerling heeft voor een vak veel en langdurig ondersteuning nodig. In een dergelijk geval is het noodzakelijk een globaal handelingsplan op te stellen. Hierin is te lezen welke activiteiten de leerkracht en de leerling hebben gedaan en welk resultaat dit heeft gehad. In het mentoruur kunnen de leerlingen ook het Mentorhulpje invullen. Vanzelfsprekend kunnen leerlingen in dit uur ook gewoon aan hun taken werken, terwijl de mentor met zijn of haar begeleidingstaken bezig is. De mentoruren in het rooster worden ook gebruikt om met de klas/groep algemene of klas specifieke schoolzaken te bespreken. Je kunt ook individueel of in groepjes vorderingen, werkhouding enz. doornemen. Verder kan het ook voorkomen dat een mentor zijn klas zo nu en dan aan het werk wil zien om te observeren, of te diagnosticeren, waarbij het mentoruur voor de leerlingen het karakter van een extra daltonuur krijgt. De mentor geeft aan waar dit uur is geplaatst De cijferkaart De cijferkaart zit voor in de map. Het is een overzicht voor de leerling, de ouders en de mentor. Het is een continue rapportage; je weet elke week hoe de leerling er voor staat. Het is een wezenlijk instrument in de begeleiding van de leerling. Wanneer de leerlingen een cijfer terugkrijgen, wordt dit meteen op de kaart genoteerd. De leerlingen hebben de Cijferkaart altijd bij zich. De kaart zit in de map met daltontaken. Voor de examenkandidaten van leerjaar 3 en 4 is er het periodieke DT-overzicht. Er wordt naar gestreefd om maandelijks computeruitdraaien beschikbaar te hebben. Kaart voor opmerkingen De Kaart voor opmerkingen zit voor in de map. Deze kaart is een belangrijke informatiebron voor mentor en ouders. Op deze kaart die door leerling, ouders en mentor wordt gelezen kun de volgende zaken aangetekend worden: Positieve ontwikkelingen / prestaties / bijzonderheden Aanmerkingen op de uitvoering van de taak of taakonderdelen Opmerkingen over het functioneren van de leerling gekoppeld aan de uitvoering van de taak Opmerkingen over het presteren van de leerling Door mentor of vakleerkracht genomen maatregelen bijv. verplichte verwijzing naar bepaalde daltonuren.
138
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 10: Reboundvoorziening 1. Inleiding De Groene School in Winsum (AOC Terra) en Het Hogeland College in Uithuizen en Wehe den Hoorn hebben het initiatief genomen tot het opzetten van een reboundvoorziening op Welkomboerderij ‘de Onstaheerd’ in Sauwerd. In dit bedrijfsplan wordt de opzet en organisatie van de reboundvoorziening beschreven. 2. Achtergrond en doel van de rebound Per 15 november 2006 worden scholen in het VO geacht een voorziening te hebben getroffen voor de opvang van leerlingen die tijdelijk niet binnen de school zijn te handhaven en die binnen een afgebakende periode de kans krijgen geboden te werken aan een terugkeer naar school. Deze reboundvoorziening vormt een onderdeel van het groter geheel van maatregelen waarmee voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen en de zorg aan leerlingen wordt geoptimaliseerd. In het onderwijs is een grote behoefte gebleken aan voorzieningen voor intensieve begeleiding en opvang voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen. Hierdoor krijgen leerlingen (en dus ook de school) de mogelijkheid om buiten de reguliere onderwijssetting op adem te komen. Doordat leerlingen tijdelijk uit de school worden gehaald, heeft dit onmiddellijk positieve effecten in de school. In deze periode wordt ingezet op gedragsverandering, herstel van de gezagsverhoudingen, verbetering van de leerattitude en het inhalen van lesachterstanden. Daarnaast worden eventuele aanvullende maatregelen genomen, bijvoorbeeld de inzet van jeugdzorg. Tevens kan tijdens deze periode bekeken worden welke vervolgtraject het meest geëigend is (diagnosticering). De reboundvoorzieningen moeten tijdelijk zijn voor de leerling; doel is om leerlingen terug te geleiden naar het reguliere onderwijs. 1. Ten eerste gaat de reboundvoorziening uit van herstel van gezagsverhoudingen en discipline. Kern is dat de leerling niet alleen een periode wordt geboden om af te koelen. De reboundvoorziening vraagt een actieve houding van de leerling. Er is geen sprake van uitval, maar van een tweede kans die de leerling ook daadwerkelijk moet aangrijpen: gedragsverandering en inzet op leerprestaties. Plaatsing in een reboundvoorziening is een belangrijk signaal voor de leerling dat er grenzen zijn overtreden. Verandering van gedrag is noodzakelijk. 2. Door voor reboundvoorzieningen structureel middelen beschikbaar te stellen aan de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs, wordt een structurele basis geschapen voor de opvang van de groep gedragsmoeilijke leerlingen. 3. De samenwerkingsverbanden zijn op dit moment al verplicht om jaarlijks een zogenaamd zorgplan op te stellen. Met de verstrekking van middelen voor de reboundvoorzieningen wordt tevens de verplichting opgelegd om in dit zorgplan, aansluitend bij de regionale behoeften, de inrichting van de reboundvoorziening en de procedure van verwijzing van leerlingen op te nemen.
139
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
3. Ontwikkelingen binnen het RSNOWG In iedere regio wordt binnen een samenwerkingsverband van scholen in het VO samengewerkt aan het ontwikkelen, waarborgen en verbeteren van de zorgstructuur en de veiligheid in de onderwijsregio, zodat voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen en een doorlopende leerlijn wordt gestimuleerd. Vanuit het regionaal samenwerkingsverband kunnen scholen ervoor kiezen om in gezamenlijkheid te komen tot een reboundvoorziening. Het Hogeland College en de Groene School participeren in het regionaal samenwerkingsverband Noord- en Oost Groningen (RSNOG). In het voorjaar van 2006 is het idee ontstaan om een reboundvoorziening in eigen beheer op te zetten. Dit heeft als voordeel dat het aanbod optimaal afgestemd kan worden op de zorgvraag van de betreffende leerling. Een eigen reboundvoorziening heeft bovendien als voordeel dat het in de eigen regio kan worden opgezet. Tot op heden maken de beide scholen gebruik van soortgelijke voorzieningen in Delfzijl en Groningen. 4. Gekozen opzet Het Hogeland College en de Groene School hebben na overleg besloten om in gezamenlijkheid een reboundvoorziening op te zetten in de eigen regio. Bij het inventariseren van de mogelijkheden bleek dat er in eigen regio een boerderij te zijn die zich aan het oriënteren was op de mogelijkheden om de agrarische activiteiten te combineren met het aanbieden van zorg aan kwetsbare doelgroepen in de samenleving. In gesprekken tussen de scholen en de boerderij bleek dat er mogelijkheden waren om de beide ontwikkelingen bij elkaar te brengen. Na overleg is besloten vanuit een ontwikkelingsgerichte benadering de reboundvoorziening op te zetten op de Onstaheerd in Sauwerd. De keuze voor een reboundvoorziening op een boerderij betekent dat de leerling de mogelijkheid krijgt om in een vertrouwde, kleinschalige omgeving buiten de school onder professionele begeleiding kan werken aan een terugkeer naar de school. 5. Doelgroep In de meest ruime omschrijving van het begrip is rebound bedoeld voor leerlingen die het leer- en leefklimaat in de school in gevaar brengen. De mate waarin het leer- en leefklimaat in het geding is, kan sterk variëren. Tijdens de voorbereiding is uitvoerig gesproken over een algemene omschrijving van de doelgroep en over concrete criteria voor toelating tot rebound. Gebleken is dat het zeer lastig is om objectieve criteria te formuleren die toegang verlenen tot rebound. De betrokkenen hebben aangegeven dat iedere leerling in iedere situatie anders is en dat om die reden een standaard aanpak vaak ongeschikt is. Wat door alle betrokkenen zeer duidelijk als voorwaarde is benoemd, is dat rebound bij voorkeur een preventieve functie moet hebben. Problemen met leerlingen moeten tijdig worden gesignaleerd en de school moet proactief handelen om te voorkomen dat situaties escaleren. 6. Procedure van toeleiding Juist vanuit het oogpunt van preventie is er een duidelijke behoefte aan ‘standaardisering’ van het (interne) zorgtraject dat voorafgaat aan eventuele plaatsing in de rebound. Dat vraagt om: - Inzicht in de opbouw van de interne zorgstructuur - Elkaar (tijdig) aanspreken op verantwoordelijkheden - Het beschikbaar hebben, delen en terugkoppelen van de juiste informatie
140
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
- Werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid, in het belang van de leerling De bovengenoemde punten hebben geleid tot de ontwikkeling van een ‘schema interne zorgstructuur’. In dit schema staat concreet beschreven: - Uit welke fasen de interne zorg bestaat (regulier onderwijs, standaardzorg, maatwerkzorg) - Welke stappen er in de interne zorgstructuur zitten (instroom, doorstroom, terugstroom en uitstroom) - Welke overlegvormen en medewerkers een rol spelen in de interne zorgstructuur Het schema is ontwikkeld voor alle medewerkers in het onderwijs die direct of indirect betrokken (kunnen) zijn bij de zorg van de leerling. Het schema is bedoeld om de medewerkers bewust te maken van de eigen verantwoordelijkheid en de voorwaarden voor een preventieve aanpak. Het schema gaat uit van de huidige zorgstructuur. Het is goed denkbaar dat het schema jaarlijks op onderdelen bijgesteld wordt, op basis van de wenselijke zorgstructuur (onder invloed van beleid, gewijzigde wet- en regelgeving, samenwerking met externe partijen, etc.). In de bijlage is een voorbeeld van het schema te vinden, inclusief een complete beschrijving. 7. Plaatsing in de rebound Het besluit tot plaatsing van een leerling wordt door de school genomen in het overleg van de trajectbeoordeling. Jaarlijks wordt in overleg met de reboundvoorziening afgesproken hoeveel leerlingen in het komende schooljaar geplaatst kunnen worden. De duur van het reboundtraject kan variëren van 1 week tot maximaal 12 weken. In theorie is het mogelijk dat een leerling gedurende een jaar meer dan 1 traject in de rebound wordt aangeboden. Voor de registratie van het reboundtraject (aanmelding, toestemming, registratie en evaluatie) wordt gebruik gemaakt van de formulieren die vanuit het LCOJ beschikbaar zijn gesteld. Voor plaatsing in de rebound wordt tussen de school en de leerling een contract afgesloten. De ouders/verzorgers van de leerling dienen toestemming te geven tot plaatsing in de rebound. De aanleverende school informeert de reboundvoorziening vooraf over de plaatsing van een leerling , waarbij informatie wordt verschaft over de achtergrond en de specifieke problematiek van de leerling. Voordat de leerling daadwerkelijk met het reboundtraject start, vindt er een kennismakingsbijeenkomst plaats. De ouders/verzorgers van de leerling kunnen hierbij aanwezig zijn. 8. Programma in de rebound Het programma dat een leerling in rebound krijgt aangeboden, bestaat uit een aantal vaste onderdelen (trajectblokken): 1. Kennismaking en introductie 2. Werken in de praktijk 3. Leren in de praktijk 4. Terugkeer naar school 5. Einde reboundtraject
141
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Ieder trajectblok bestaat uit een vaste weekindeling die op maat kan worden ingevuld met specifieke activiteiten (praktijk, sociale vaardigheden, theorie, etc.). Het programma op de rebound duurt dagelijks van 09.00 – 15.00 uur. De leerlingen hebben de mogelijkheid om ’s ochtend tot een half uur voor aanvang van het programma aanwezig te zijn op de reboundvoorziening. In de bijlage is een voorbeeld van het programma te vinden, inclusief een beschrijving per trajectblok. Het programma geldt in het eerste jaar als leidraad en zal na afloop jaarlijks geëvalueerd en zonodig aangepast worden. 9. Begeleiding in de rebound Het programma gaat uit van een begeleiding door een praktijkbegeleider (namens de reboundvoorziening) een reboundbegeleider en de trajectbegeleider (beiden namens de scholen). 9.1. Praktijkbegeleider (namens de reboundvoorziening) Vanuit de reboundvoorziening is een begeleider beschikbaar die binnen het reboundtraject de praktijkonderdelen uit het programma verzorgt. De praktijkbegeleider beoordeelt in overleg met de reboundbegeleider welke praktijkactiviteiten door de leerlingen mogen worden uigevoerd. 9.2. Reboundbegeleider (namens de beide scholen) Vanuit de beide scholen wordt een reboundbegeleider aangetrokken die binnen het reboundtraject de sociale vaardigheden en de theorieonderdelen verzorgt. De reboundbegeleider is de contactpersoon richting de beide scholen en tevens verantwoordelijk voor de invulling van het reboundtraject. De reboundbegeleider legt verantwoording af aan de trajectbegeleider en is tevens verantwoordelijk voor de terugkoppeling richting de beide scholen. 9.3. Trajectbegeleider (namens de beide scholen) De trajectbegeleider coördineert het zorgtraject als geheel en draagt (in samenwerking met de zorgcoördinator) zorg voor de afstemming binnen het onderwijs en met de externe zorgpartners. In het programma is vastgelegd op welke momenten de inzet van de praktijkbegeleider, de reboundbegeleider en de trajectbegeleider wordt gevraagd. In overleg kan van dit programma worden afgeweken. 10. Organisatie van de rebound 10.1. Samenwerkingsvorm De samenwerking tussen de reboundvoorziening en de beide scholen wordt contractueel vastgelegd. Jaarlijks vindt overleg en evaluatie plaats tussen de scholen en de reboundvoorziening. In het eerste jaar zal dit overleg halfjaarlijks plaatsvinden. Een van de scholen wordt aangesteld als formele contractpartner van de reboundvoorziening. 10.2. Dagelijkse aansturing De dagelijkse aansturing van de rebound vindt plaats tussen de praktijkbegeleider en de reboundbegeleider, in samenwerking met de trajectbegeleider. Wekelijks wordt de voortgang besproken van individuele leerlingen en het proces van de onderlinge samenwerking. 10.3. Externe partners Indien de betrokkenheid van externe zorgpartners gewenst is, draagt de trajectbegeleider (in samenwerking met de reboundbegeleider) zorg voor afstemming en overleg.
142
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
11. Voorzieningen op/rond de rebound Op de reboundvoorziening wordt een niet-schoolse sfeer nagestreefd. De boerderij is een omgeving waar rust en ruimte wordt benadrukt. 11.1. Centrale ruimte Op de reboundvoorziening is een centrale ruimte ingericht waar leerlingen kunnen verblijven, werken aan bepaalde opdrachten en ontspannen. 11.2. Boerderij Leerlingen krijgen de mogelijkheid om in opdracht activiteiten uit te voeren op de boerderij. Binnen bepaalde grenzen kunnen leerlingen zelf aangeven welke activiteiten ze willen uitvoeren (dierverzorging, techniek, gewassen, hygiëne, verkoop producten, etc.) 11.3. Vervoer De leerlingen kunnen voor het vervoer van en naar de reboundvoorziening gebruik maken van het openbaar vervoer. Vanuit de richting Uithuizen/Winsum kan gebruik worden gemaakt van de treinverbinding richting Winsum. In Winsum kunnen de leerlingen overstappen op de bus richting Sauwerd/Groningen. Vanaf de bushalte is het ongeveer 5 minuten lopen naar de reboundvoorziening. Vanuit de richting Groningen kunnen leerlingen gebruik maken van de bus- of treinverbinding richting Winsum en uitstappen in Sauwerd. Tijdens het kennismakingsbezoek van de leerling aan de rebound zal vanuit de school voor vervoer worden gezorgd. Voor leerlingen/ouders met beperkte financiële mogelijkheden wordt onderzocht of het mogelijk is om aanspraak te maken op een schoolfonds. 11.4. Kleding Vanuit de reboundvoorziening wordt werkkleding en schoeisel beschikbaar gesteld. 12. Financiering Begroting wordt toegevoegd
143
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 11: Leerweg Ondersteunend Onderwijs Zie voor het lwoo ook het Zorgplan Structuur De zorgleerlingen zijn leerlingen van wie verwacht wordt dat zij met extra ondersteuning (extra zorg) het vmbo afsluiten met een diploma binnen de toegestane verblijfsduur. In het algemeen zullen deze leerlingen de basisberoepsgerichte leerweg en in bijzondere gevallen de kaderberoepsgerichte leerweg volgen. De keuze voor deze leerwegen valt aan het eind van het tweede leerjaar De leerjaren één en twee vormen het voortraject voor de leerwegen. Het Hogeland College kiest in het vmbo in de eerste leerjaren voor homogene en dakpan klassen. De beschikbare formatie van de vestiging bepaalt het aantal te vormen klassen en groepen. Onder de voorwaarde van beschikbare formatie worden de lwoo-leerlingen in een aparte klas geplaatst. Deze klas omvat hooguit 16 leerlingen. Is (nog) een aparte klas niet haalbaar, dan wordt de klas waarin de lwoo-leerlingen komen zo klein mogelijk gehouden. De toelating en plaatsing De leerlingen die aangemeld worden door de basisschool als potentiële lwoo’ers, komen in de toelatingsprocedure die via de pcl (permanente commissie leerlingenzorg) en rvc (regionale verwijzingscommissie) loopt. De basisschool levert het onderwijskundig rapport en het HHC laat de leerlingen testen. De ouders dienen hun toestemming hiervoor te geven. Als leerlingen een Cito-score hebben van 520 of lager en niet als zodanig zijn aangemeld voor lwoo, zullen de basisscholen dringend gevraagd worden deze leerlingen toch te laten meedoen aan de HHC-testen. De regel is dus: leerlingen met een CITO – score van 520 of minder worden getest. De rol van de toelatingscommissie van de vestiging blijft de volgende: Op grond van de verzamelde informatie kent de commissie een code toe aan elke leerling: 1 theoretische leerweg (mavo) 2 gemengde lweg/kaderberoepsgericht (mavo/vbo) 3 kadergericht/basisberoepsgericht 4 basisberoepsgericht ,extra zorg, lwoo-aanvraag ondersteunend 5 afgewezen De coördinator onderbouw en de zorgcoördinator maken op grond van de codering door de toelatingscie een voorstel voor de indeling in klassen. Het werken met lwoo-leerlingen In principe vindt het onderwijsleerproces, de begeleiding ervan en de aandacht voor de leerlingen in de klas en in het mentoruur plaats. De extra formatie voor zorg zit immers in de klassen- (groepen-)verkleining. Verder is er van elke zorgleerling een handelingsplan, opgesteld onder verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator. Aan de docenten die lesgeven aan deze groepen worden hoge pedagogische en didactische eisen gesteld: de leerlingen verschillen sterk in tempo, niveau, gedrag etc. waardoor je bij de cognitieve vakken moet individualiseren en dit goed moet organiseren. Werken uit een boek betekent dan ook heel vaak: bijspijkerstof en extra oefenstof achter de hand hebben.
144
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Leerlingen doorlopen in meerdere of mindere mate een individueel programma. In daltonuren kan gestuurd worden in de richting van gerichte aandacht van vakleerkrachten. Extra zorg/aandacht Dit is er in de vorm van remedial teaching, bijles, counselinggesprekken. Hoe bereikt deze zorg de leerlingen? Deze begeleiding, uitgedrukt in taaktijd, kan na afloop van de lessen van de leerling(en). Op tijden dat er daltonuren in het rooster gepland staan, wordt de leerkracht die de extra ondersteuning geeft ook neergezet. De zorgleerlingen kunnen deze kiezen of ze worden erheen gestuurd. Ook wordt de extra-zorg begeleider voor een aantal uren in het rooster gepland als de lwoo-groep of –groepen les hebben. De inzet is dan flexibel gedacht: 2 leraren op één groep, één als de lesgever, de ander als extra ondersteuning aan bepaalde leerlingen gevend in of buiten de klas. Het lwoo-team Er wordt naar gestreefd om het aantal docenten dat lesgeeft aan deze groepen zo klein mogelijk te houden. Denkend vanuit leergebieden ontwikkelt het team onderwijsprogramma’s die minder theoretisch gericht zijn en veel doe-opdrachten bevatten, dit alles binnen de kaders van dalton. Bestaande methoden kunnen best vertrekpunt zijn. Het team overlegt regelmatig over leerlingen en over de aanpak. De incident –methode en intervisie zijn voor het laatste adequate methodes. Zorgcoördinator We geven hier een globale puntsgewijze taakomschrijving van deze functie. Hij regelt en organiseert de toelating tot de lwoo : contact met basisscholen, binnen halen van de onderwijskundige rapporten, toestemming ouders en aanvraag ouders etc., testafspraken met Compaz, terugrapportage van testen. Hij is lid van de toelatingscommissie van de afdeling en lid van het platformoverleg met de gemeente. Hij coördineert, stimuleert en enthousiasmeert het lwoo-team o.a. ten aanzien van de pedagogische en onderwijskundige invulling en hij coördineert het lwoomentoraat. Hij is verantwoordelijk voor de evaluatie van de ingezette zorg en middelen o.a. naar derden. Bovenstaande taken vinden uitvoering uiteraard in nauw overleg met de afdelingsleiding. Rol van de mentor De rol verschilt niet principieel van die in andere groepen. Wel is er meer sturing o.a. door de betrokkenheid bij de handelingsplannen. Ook met betrekking tot de daltontaken zal er hier intensiever gecoacht worden. In het algemeen zijn er meer contactmomenten met zowel leerlingen als ouders. De mentor is de structuuraangever en --bewaker. Zorgleerlingen, sterk verschillend. De inzet van zorg en extra zorg moet een inzet van mensen en middelen op maat zijn. Hieronder wagen we ons aan een inventarisatie van de problemen die we zullen
145
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
tegenkomen: Leerlingen met forse leerachterstanden- over de hele linie of partieel ( een gebied, een vak of onderdeel ervan) met taalachterstanden dyslexie of ander disfunctioneren zwakke algemene schoolse vaardigheden (de vaardigheden om je in onze schoolcultuur te handhaven) sociaal emotionele problemen andere culturele achtergronden (autochtoon en allochtoon) gedragsproblemen Dit vereist een gedifferentieerde aanpak, echter ingebed in een sociale klassenstructuur van veiligheid en wederzijds respect. We zien ‘Leefstijl’, naast andere activiteiten, als een middel om de zorgleerlingen de sociale tools aan te reiken, nodig voor het creëren van de goede werk- en omgangssfeer. In de beginfase van het cursusjaar zal hiervoor (extra) ruimte moeten zijn. De individuele problematiek van de leerlingen wordt aangepakt via de individuele handelingsplannen. Handelingsplannen Vanuit de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het Samenwerkingsverband vo/vso is het voorgeschreven dat er gewerkt en geëvalueerd wordt aan de hand van een handelingsplan. Voor het HHC is de basis hiervan de gegevens aangeleverd door de basisscholen, de testgegevens van de toelating en de eigen ervaringen in de eerste weken. Start met de leerlingen ‘blanco’ en laat hen succeservaringen opdoen ! Bij de aanvang van het schooljaar dienen de mentoren en betrokken docenten wel (uiteraard vertrouwelijk-) te beschikken over een samenvatting van de verzamelde gegevens, mede om gerichter te kunnen observeren en bij te springen, maar zonder de werking van de leerling te herinneren aan zijn ‘het niet kunnen en/of willen verleden.’ Succesbeleving is essentieel!! Bij de aanvang van het schooljaar krijgen die leerlingen die direct steun nodig hebben deze natuurlijk wel meteen. (remedial teaching, reteaching etc. op aangeven van de basisschool of van Compaz) In de week voorafgaand aan de herfstvakantie vullen de leraren en mentoren de handelingsplannen verder in. In de contacten coördinator, mentor en leraar vindt daarna regelmatige bijstelling van de handelingsplannen plaats. Aan het eind van het schooljaar vindt er de evaluatie plaats, ook naar het Samenwerkingsverband. Het format voor de info-overdracht moet ontwikkeld worden. Werving teamleden Voorafgaand aan de lessenverdeling zal gevraagd worden wie belangstelling heeft voor het geven van een belangrijk deel van zijn lessen in (een) zorgklas(sen). Het is een uitdaging om op de bovengeschetste manier invulling te geven aan het lwoo. Het voorstel is om hiervoor meer taaktijd in te ruimen gedurende de ontwikkelfase: alle lessen in lwoo, 4 u lessen vermindering
146
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
16 - 21 lessen 10 –15 lessen
3 u lessenvermindering 2 u lessenvermindering
De inzet van collega’s blijft uiteraard bepaald door de afdelingsleiding c.q.. de rector. Wanneer er onvoldoende belangstelling is, zal (voor de overige lessen) de lessenverdeling volgens de gebruikelijke procedure verlopen. Bovenstaande wordt uiteraard begrensd door het formatiebudget. Toerusting Vergroting van de pedagogische en didactische vaardigheden door intervisie en de incidentbenadering Scholing indien deze nodig blijkt te zijn . Eventueel een mini-cursus vanuit het O.P.D.C. (lom-docenten). Materiaal: goed afstemmen tussen de beide nevenvestigingen (cd-romprogramma’s etc.) via de zorgcoördinatoren. Last but not least: School, ouders en p.r. De ouders dienen goed geïnformeerd te worden over hoe op school met hun kinderen gewerkt wordt. Dit kan in de vorm van ouder-info-avond. Ook het op de hoogte houden van de ouders van vorderingen en ontwikkelingen van hun kind dient adequaat te gebeuren. In de p.r. wordt ook het verhaal over de werkwijze goed meegenomen. Bijzondere aandacht wordt er besteed aan het informeren van de basisscholen
147
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 12: TReC en Commercie & Dienstverlening TReC in de onderbouw In augustus 2007 zijn we gestart met een bijzondere opleiding: TReC, Toerisme, Recreatie en Cultuur. Met deze opleiding worden leerlingen voorbereid op een toekomst in de toeristische- recreatieve sector en ze is met name geschikt voor leerlingen die goed met mensen kunnen omgaan, flexibel zijn, organisatietalent hebben en enigszins avontuurlijk en ondernemend zijn ingesteld. Naast de algemene basiskennis die leerlingen moeten verwerven in de onderbouw, is er speciale aandacht voor kennis, vaardigheden en houding op het gebied van toerisme, recreatie en cultuur. In het onderwijskundig concept van deze nieuwe opleiding gaan we uit van het leren in leergebieden. De leergebieden zijn: Talen Mens & Maatschappij, Exact, Mens & Natuur Cultuur, Sport & Techniek Leerlingen leren in samenhang met de omgeving buiten de school en zullen het geleerde daadwerkelijk in de praktijk kunnen toepassen. Excursies en leren op locatie bij bedrijven en instellingen zal dan ook onderdeel uitmaken van het lesprogramma. Ondernemers en deskundigen op het gebied van TReC worden hier intensief bij betrokken. Een voorbeeld hiervan is de Tocht om de Noord (een groot wandelevenement), waar onze huidige brugklassers en hun docenten actief aan hebben meegewerkt. Omdat geen enkele twaalfjarige precies weet wat hij later wil, richten we het onderwijs bij TReC zo in, dat leerlingen na de tweede klas nog steeds voor een andere sector kunnen kiezen. Het prettige is dan wel dat deze leerlingen al veel vaardigheden hebben opgedaan die hen ook bij andere sectoren van pas komen. TReC in de bovenbouw Na het tweede leerjaar van TReC gaan de leerlingen die voor een kader- of basisberoepspsgerichte opleiding kiezen in principe door naar de bovenbouw van de TReCafdeling, waar de leerlingen hun vmbo diploma kunne halen onder het Intersectorale programma Commercie & Dienstverlening. De school heeft via een regionaal arrangement de licentie hiervoor binnengehaald. Het lesprogramma is echter ook zo ingericht dat doorstroom naar de derde klas Techniek en Zorg&Welzijn Breed mogelijk blijft. Voor tl-leerlingen zal TReC geïntegreerd worden in het reguliere lesprogramma en ook blijft doorstroming naar de havo tot de mogelijkheden behoren. Leerlingen die naar de havo willen zullen dan in zeven of acht vakken examen doen.
148
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 13: TL-HAVO Voor welke leerlingen is TL-HAVO bedoeld? De TL-HAVO klas is bedoeld voor de ‘goede’ TL leerlingen die na het vmbo (of misschien wel tussentijds) bijna zeker naar de havo zullen doorstromen. Zij worden meer uitgedaagd door theorie dan door praktijk, het zijn leerlingen die ‘theoretisch’ leren leuk vinden. Zij vinden het daarbij inspirerend als er een beroep wordt gedaan op zowel hun kennis als op hun vaardigheden. Voor hen is het leren daarom uitdagend als zij ook af en toe projectmatig kunnen werken. Zij zoeken met gemak zelfstandig dingen uit en zij vinden school pas echt leuk worden als ze zelf ‘invloed’ hebben op hun leerprogramma. De opzet van TL-Havo De onderbouw Deze aparte klas is bedoeld voor de leerlingen met een tl advies en een overeenkomstige Cito score. Van hen wordt verondersteld dat zij na (of misschien wel tussentijds) het vmbo – tl bijna zeker naar de havo zullen doorstromen. Het zijn leerlingen die ‘theoretisch’ leren leuk vinden, en die meer worden uitgedaagd door theorie dan door praktijk. Zij zoeken met gemak zelfstandig dingen uit en vinden school pas echt leuk worden als ze zelf ‘invloed’ hebben op hun leren. De eerste twee leerjaren bestaat het TL-Havo uit: Extra Frans, Engels en Beeldende vorming Verdiepingsstof uit tl-havo methodes Afname van toetsen op havo niveau Per jaar drie projectweken met onder andere als thema’s Water, De Buurt in kaart en Afrika De bovenbouw Ook in de bovenbouw blijft er een aparte TL-Havo klas, die bedoeld is voor leerlingen van die wij voorbereiden op 4 havo. In de bovenbouw bestaat het programma uit: Verdiepingsstof uit tl-havo methodes Afname van toetsen op havo niveau Extra grammatica bij de talen Onderzoeksvaardigheden bij de exacte vakken Elke woensdagmiddag masterclasses in daltontijd Minder daltonuren en daardoor meer huiswerk In de vierde klas kunnen deze leerlingen in zeven en zo mogelijk in acht vakken examen doen. Dit betekent dat zij goed voorbereid zijn op het vervolg in 4 havo. Aanmelding voor TL-Havo Leerlingen die een TL advies hebben en denken geschikt te zijn voor TL-Havo kunnen dit aangeven op hun aanmeldingsformulier. Ook de basisschool zullen we hierover raadplegen. Samen met de andere TL-Havo-ers en hun ouders worden de leerlingen vervolgens uitgenodigd voor een ‘intake-avond’ in juni. We geven dan nadere informatie over TL-Havo en natuurlijk is er veel ruimte om vragen te stellen. Pas na die avond besluiten leerling, ouders en school of er een definitieve aanmelding volgt voor TL-Havo.
149
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 14: VWO-PLUS met Latijn Voor welke leerlingen is VWO-PLUS bedoeld? VWO-PLUS is bedoeld voor leerlingen van wie je al weet of vermoedt dat zij na de brugperiode zonder veel inspanning in het atheneum terecht zullen komen. Zij zijn in alle mogelijke onderwerpen geïnteresseerd en steeds op zoek naar antwoorden op de vele vragen die ze hebben. Vaak hebben ze ook eigen ideeën over hoe je dingen kunt aanpakken en houden ze ervan als van te voren niet alles vastligt. Voor hen is de school pas echt inspirerend als er een beroep gedaan wordt op hun intelligentie, creativiteit en zelfstandigheid. De opzet van VWO-PLUS VWO-PLUS doorbreekt niet het klassenverband, de activiteiten worden binnen het rooster gepland. VWO-PLUS bestaat niet uit ‘meer van hetzelfde’. Het is immers niet bedoeld om leerlingen ‘íjveriger’ te maken. Het gaat erom hun extra’s te bieden, die hen uitdagen. In brugjaar 1 bestaat VWO-PLUS uit: Latijn en klassiek culturele vorming, twee uur per week. Masterclasses, één uur per week per periode (een schooljaar kent vier periodes). Er is bijvoorbeeld een masterclass filosofie of heelal. Aan een masterclass zijn ook opdrachten verbonden als zelf op onderzoek uitgaan of een presentatie houden. VWO-PLUS begeleidingsuur. Omdat de VWO-PLUS activiteiten binnen het rooster worden gepland, zullen de leerlingen een paar ‘gewone’ lessen zelfstandig moeten doen. In het begeleidingsuur kunnen zij dit met de VWO-PLUS begeleider plannen en eventuele VWO-PLUS activiteiten bespreken. Voortzetting in hogere leerjaren: In de tweede en derde klas wordt VWO-PLUS op dezelfde manier voortgezet als in de eerste brugklas. Uiteindelijk is het de bedoeling dat voor VWO-PLUS leerlingen het vak Latijn eindexamenvak wordt. Ook het vak Klassieke Culturele Vorming zal dan een plek vinden in de vernieuwde tweede fase. Inmiddels slaat vwo-plus zo aan dat leerlingen die voor deze groep op school kwamen inmiddels deelnemn aan het Pre University College, een samenwerkingsverband van de Open Universiteit met het Hogeland college en het Praedinius gymnasium. Leerlingen kunne via het behalen van modules voor bepaalde studievakken al punten halen voor hun bachelorstudie aan de universiteit. Aanmelding voor VWO-PLUS Leerlingen die een vwo advies hebben en denken geschikt te zijn voor VWO-PLUS kunnen dit aangeven op hun aanmeldingsformulier. Ook de basisschool zullen we hierover raadplegen. Samen met de andere VWO-PLUSers en hun ouders worden de leerlingen vervolgens uitgenodigd voor een ‘intake-avond’ in mei. We geven dan nadere informatie over VWO-PLUS en natuurlijk is er veel ruimte om vragen te stellen. Pas na die avond besluiten leerling, ouders en school of er een definitieve aanmelding volgt voor VWO-PLUS.
150
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
Hoofdstuk 15: De schoolgids De meest recente schoolgids is in pdf bijgevoegd.
151
Schoolplan van Het Hogeland College 2012 - 2015
152