Schoolplan Maris College schoolplan Pagina 1 van 19

SCHOOLPLAN 2015-2019 (Klik op de locatie van uw keuze!)

Schoolplan 2015-2019 Inhoudsopgave 1 2

3 4

5

6

7

8

Inleiding en voorwoord ..................................................................................................2 Schoolgegevens..............................................................................................................3 2.1 School ......................................................................................................................3 2.2 Bestuur.....................................................................................................................3 2.3 Schoolgrootte ...........................................................................................................3 2.4 Positionering van de school ......................................................................................3 2.5 Opleidingsschool Haaglanden ...................................................................................4 Besturingsfilosofie..........................................................................................................5 3.1 Missie en visie van het Maris College........................................................................5 3.2 Leiderschap en strategie...........................................................................................5 Onderwijsbeleid .............................................................................................................7 4.1 Marisbreed beleid ....................................................................................................7 4.2 Ambities ...................................................................................................................7 4.3 Sterke punten/verworvenheden ..............................................................................8 4.4 Ontwikkelpunten (beleidsvoornemens) ....................................................................8 4.5 Relatie met primair onderwijs ................................................................................10 4.6 Leerlingenzorg: mentoraat 3.0 en coaching (specifiek beleidsvoornemen) .............10 4.7 LOB, loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding (specifiek beleidsvoornemen) ...11 4.8 Ouderparticipatie 3.0 (specifiek beleidsvoornemen) ..............................................12 Professionalisering en personeelsbeleid ......................................................................13 5.1 Personeelsbeleid ....................................................................................................13 5.1.1 Ambities ..........................................................................................................13 5.1.2 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................13 5.1.3 Ontwikkelpunten .............................................................................................14 5.2 Professionalisering.................................................................................................14 5.2.1 Ontwikkelingsdoelen Maris College .................................................................15 5.2.2 Persoonlijk ProfessionaliseringsPlan (PPP) .......................................................15 5.2.3 Maris Academie ..............................................................................................15 5.3 Opleidingsschool Haaglanden .................................................................................16 5.4 Startende docenten (inductiefase) .........................................................................16 Kwaliteitszorg...............................................................................................................17 6.1.1 Ambities ..........................................................................................................17 6.1.2 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................17 6.1.3 Ontwikkelpunten .............................................................................................17 6.1.4 Kwaliteitsborging.............................................................................................17 Financieel en materieel beleid (incl. huisvesting) ........................................................18 7.1 Formatieve en materiële begroting ........................................................................18 7.1.1 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................18 7.1.2 Beleidsvoornemens .........................................................................................18 7.1.3 Resultaatverantwoordelijkheid en managementrapportages ..........................18 7.2 Huisvesting .............................................................................................................18 Interne en externe communicatie ................................................................................19 8.1.1 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................19 8.1.2 Ontwikkelpunten .............................................................................................19

Maris College – schoolplan 2015-2019

Pagina 1 van 19

Schoolplan 2015-2019 1 Inleiding en voorwoord Voor u ligt het schoolplan 2015-2019 van het Maris College. Het vorige plan vormde het uitgangspunt voor het nieuwe plan. Met dit schoolplan geeft het Maris College gevolg aan de opdracht die te vinden is in artikel 24 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Het schoolplan bevat verschillende delen: een schoolplan op het niveau van de gehele school en locatieplannen voor de verschillende locaties. Het plan voor de hele school is een kaderplan; het geeft de contouren aan van de beleidsontwikkeling in de nabije toekomst. Binnen die kaders wordt per locatie beschreven hoe deze ontwikkelingen worden vormgegeven, welke prioriteiten men heeft en haalbaar worden geacht. De nieuwste locatie – Maris Waldeck – heeft nog geen eigen locatieplan. Het besluit om Waldeck de komende jaren tot een eigenstandige locatie te ontwikkelen is pas onlangs genomen. Of Maris Waldeck deze status kan bereiken, hangt niet alleen af van de eigen ontwikkeling maar ook van de ontwikkeling van de andere locaties van het Maris College. Het locatieplan van Maris Waldeck zal volgend schooljaar als aanvulling op het voorliggende schoolplan geschreven worden. Wij beschouwen het schoolplan als kerndocument in een cyclisch proces. Aanpassingen in de loop van de periode behoren tot de mogelijkheden.. De schoolgids en het schoolplan zijn beide wettelijk verplichte documenten. Het Maris College geeft jaarlijks een schoolgids uit en stelt iedere vier jaar een schoolplan op.


Pagina 2 van 19

Schoolplan 2015-2019 2 Schoolgegevens 2.1

School

Het Maris College is een school voor algemeen toegankelijk vmbo, havo en vwo onderwijs. Het Maris College is geen scholengroep, maar één school gevestigd op meerdere locaties.

2.2

Bestuur

De scholengroep valt onder het bestuur van de stichting VO Haaglanden. Het bestuur is bevoegd gezag volgens de onderwijswetgeving en dus te allen tijde eindverantwoordelijk. Het bestuur van de Stichting VO Haaglanden (SVOH) functioneert volgens het Raad van Toezicht model, dat wil zeggen het bestuurt op hoofdlijnen. Het bestuur bestaat uit een bestuursmanager en een secretaris, bijgestaan door een bureau managementondersteuning (BMO). Binnen de SVOH wordt gewerkt volgens het concept “resultaatverantwoordelijk werken aan de hand van managementcontracten”. Relatieve, dus binnen de bestuurlijke kaders, functionele autonomie van scholen wordt gestimuleerd. Concreet betekent dit dat wat centraal moet gebeuren of efficiënter kan op centraal niveau, centraal geschiedt en wat decentraal kan, decentraal gebeurt.

2.3

Schoolgrootte

Het Maris College is één school, bestaande uit zes kleinschalige locaties. De keuze voor meerdere kleinschalige locaties is niet toevallig maar passend binnen de schoolvisie “klein, veilig en kansrijk”. Het leerling aantal bedraagt nu: • Maris Belgisch Park 350 leerlingen (700), • Maris Houtrust 410 leerlingen(480), • Maris Bohemen 650 leerlingen (580), • Maris Statenkwartier 320 leerlingen (280), • Maris Waldeck 120 leerlingen (240) en • Maris Kijkduin 250 leerlingen (240). Tussen haakjes is per locatie het streefgetal voor het leerlingaantal in 2019 weergegeven. Voor de toekomst wordt uitgegaan van een gelimiteerde omvang van de diverse locaties. Het totaal aantal leerlingen bedraagt in 2019 naar verwachting tussen 2300 en 2500 leerlingen.

2.4

Positionering van de school

Het Maris College wil één school zijn die zich kenmerkt door een kleinschalige organisatievorm. Ons uitgangspunt is de menselijke maat, met als kernwoorden: “klein, veilig, kansrijk”. Met de keuze voor kleinschalige locaties beogen wij een veilig onderwijsklimaat te creëren waardoor leerlingen hun talenten optimaal kunnen benutten. Op elke locatie biedt het Maris College (minimaal) twee leerwegen aan, waarbij leerlingen uitgedaagd worden het beste uit zichzelf te halen. Maris Belgisch Park havo en vwo, met technasium ; Maris Houtrust (tweetalig) mavo met een havo-onderbouw; Maris College – schoolplan 2015-2019

Pagina 3 van 19

Schoolplan 2015-2019 Maris Bohemen vmbo k/g/t; Maris Statenkwartier vmbo b/k/g; Maris Waldeck vmbo b/k; Maris Kijkduin vmbo b/k/t met lwoo (met een accent op taal). In 2016 wordt het grootste deel van de beroepsgerichte afdelingen binnen het vmbo omgezet naar nieuwe beroepsgerichte profielen. In 2017 volgen de resterende beroepsgerichte afdelingen en programma’s. De verdeling van de nieuwe beroepsgerichte profielen over de verschillende locaties is als volgt: Maris Bohemen: • Economie & Ondernemen, • Management & Lifestyle (Zorg en Welzijn), • Sport, Dienstverlening en Veiligheid (Dienstverlening en Producten), • Produceren, Installeren en Energie. Maris Statenkwartier: • Bouwen, Wonen en Interieur, • Management & Hospitality (Zorg en Welzijn), • Media, Vormgeving en ICT. Maris Waldeck: • Dienstverlening en Producten. Maris Kijkduin: • Dienstverlening en Producten. Geografisch strekt de scholengroep zich uit langs de kust, in het westen van Den Haag. Het Maris College heeft veel nieuwe dan wel gerenoveerde schoolgebouwen. In de periode 2015-2019 wordt de nieuwbouw van Kijkduin (januari 2016) afgerond en wordt begonnen aan de tweede fase van de renovatie van Belgisch Park (augustus 2016).

2.5

Opleidingsschool Haaglanden

Het Maris College participeert binnen de Opleidingsschool Haaglanden (OSH). Aan deze deelname wordt een groot belang gehecht. Allereerst is de opleiding van bekwame docenten sowieso van groot belang. In de tweede plaats is deelname aan de OSH van belang vanwege de impulsen die daarvan uitgaan op de professionalisering binnen het Maris College. Het beleid om ruimhartig stageplekken beschikbaar te stellen heeft – al voor de toetreding tot de OSH – veelvuldig geleid tot het in dienst nemen van jonge, bekwame docenten. Stagiaires worden tijdens hun opleiding gemonitord. Indien zij zich zo ontwikkeld hebben dat zij eventuele vacatures kunnen vervullen, worden zij gelijkmatig over de locaties verdeeld (ingezet). De OSH heeft een positieve invloed gehad op de doorontwikkeling van ons personeelsbeleid, met name op het gebied van professionalisering en deskundigheidsbevordering.


Pagina 4 van 19

Schoolplan 2015-2019 3 Besturingsfilosofie Het bestuur van de Stichting VO Haaglanden bestuurt volgens het Raad van Toezicht model, met een bestuursmanager en een plaatsvervangend bestuursmanager met ondersteuning van een bureau management ondersteuning (BMO). Het bestuur van de Stichting VO Haaglanden bestuurt op basis van het toezichthoudende concept in een 'smalle variant'. Dit houdt in dat beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering bij de schoolleiders (rector dan wel algemeen directeur) ligt. De Raad van Toezicht heeft daartoe zoveel mogelijk bevoegdheden aan de bestuursmanager gemandateerd. Dit is geregeld in het Directiestatuut. De schoolleiders worden op hun beurt actief gestimuleerd -met behoud van de eindverantwoordelijkheid- op schoolniveau taken en bevoegdheden over te dragen aan andere leden van de schoolleiding. Ook dit is geregeld in het Directiestatuut. Het Maris College heeft een algemeen directeur, die de eindverantwoordelijkheid draagt. Hij wordt bijgestaan door een plaatsvervanger. Samen vormen zij de kerndirectie. De locaties Belgisch Park, Houtrust, Bohemen, Statenkwartier en Kijkduin worden geleid door een locatiedirecteur. Maris Waldeck wordt vooralsnog gezien als een locatie in wording. De dagelijkse leiding van Maris Waldeck berust bij twee teamleiders die worden aangestuurd door de kerndirectie. Afhankelijk van het aantal leerlingen en de huisvestingssituatie van het Maris College in het algemeen zou Maris Waldeck in de periode 2015-2019 kunnen uitgroeien tot een zelfstandige locatie met een eigen locatiedirecteur. Op alle niveaus wordt gewerkt volgens het principe ‘resultaat verantwoordelijk werken aan de hand van managementcontracten’.

3.1

Missie en visie van het Maris College

Het Maris College is een school voor vmbo, havo en vwo-onderwijs. De school is gehuisvest in een zestal gerevitaliseerde of nieuwe schoolgebouwen. Het Maris College is geen scholengroep, maar één school gesitueerd op een zestal locaties. Het Maris College is een dynamische school die kennis en kunde ontwikkelt om de sociaalemotionele en cognitieve ontwikkelingen van haar leerlingen te stimuleren. Het Maris College biedt aan elke leerling een veilig pedagogisch klimaat en veel stimulerende uitdagingen om tot optimale individuele ontplooiing te komen. Leerlingen kunnen hun toekomst daardoor op een positieve manier vormgeven. Wij bieden leerlingen een basis om te leren en zich te ontwikkelen. Dit doen wij door een pedagogisch klimaat dat de mogelijkheden biedt om relaties op te bouwen, het zelfvertrouwen te vergroten en vertrouwen in anderen te krijgen. Binding tussen medewerkers, leerlingen en de school is een belangrijke voorwaarde om verwachtingen in prestaties om te zetten. De keuze voor kleinschalige locaties maakt het schoolklimaat klein, veilig en kansrijk. Wij streven in alle gebouwen een aantrekkelijke en veilige leefomgeving na. Zó aantrekkelijk dat leerlingen het tijdens hun lesdag als vanzelfsprekend ervaren binnen de schoolgebouwen te vertoeven.

3.2

Leiderschap en strategie

‘Ik geef verantwoordelijkheid weg en vraag verantwoording terug.’


Pagina 5 van 19

Schoolplan 2015-2019 Op basis van die filosofie streeft het Maris College ernaar bevoegdheden, en daarbij behorende verantwoordelijkheden, zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Uiteraard naar gelang het onderwerp. De resultaatverantwoordelijkheid maakt medewerkers in alle functies aanspreekbaar op hun werkzaamheden. Het vertrouwen dat in leerlingen en medewerkers wordt uitgesproken is bepalend voor de inrichting van de organisatie én de verwachtingen die ieder jegens elkaar heeft. Het Maris College stuurt haar schoolontwikkeling door een planning- en controlecyclus, gebaseerd op resultaatverantwoordelijkheid, vertrouwen en verantwoording afleggen binnen een heldere besluitvormingsstructuur. Dit moet resulteren in een adequate in- en externe communicatie met de belanghebbende doelgroepen. Om onze beleidsvoornemens te realiseren, is een belangrijke taak weggelegd voor de locatiedirecteuren en hun teamleiders. Deze voornemens moeten immers leiden tot een doelgerichte cultuur en werkwijze. Zij moeten passen in de lerende organisatie die wij willen zijn. Deze belangrijke taak van de locatiedirecteuren en hun teamleiders vormt een onderwerp van verantwoording in gesprekken met de kerndirectie.


Pagina 6 van 19

Schoolplan 2015-2019 4 Onderwijsbeleid 4.1

Marisbreed beleid

Wij dagen onze leerlingen uit het beste uit zichzelf te halen. Wij willen dat onze leerlingen praktisch, sociaal en maatschappelijk redzaam zijn. Wij willen het burgerschap van onze leerlingen bevorderen door met hen te werken aan sociale en morele verantwoordelijkheid en door hun betrokkenheid bij de eigen schoolgemeenschap te vergroten. Dit bereiken wij door: • het geloof in eigen kunnen bij leerlingen te stimuleren en hun ambitie aan te wakkeren, • op basis van vertrouwen (ortho)pedagogische en didactische relaties met onze leerlingen aan te gaan, • oog te hebben voor de positie van onze leerlingen in een veranderende samenleving, • leerlingen breed te ondersteunen bij het realiseren van hun doelen, • rekening te houden met de mogelijkheden, hulpvraag, leerstijl, onderwijsbehoefte en eigenheid van iedere leerling, • een veilige en uitdagende leeromgeving te creëren.

4.2

Ambities

Door de ontwikkeling van een breed aansprekend onderwijsaanbod, minimaal twee aansluitende leerwegen, op alle locaties van het Maris College leggen wij een stevig fundament voor een glansrijke schoolcarrière van al onze leerlingen. Op deze wijze beperken wij mogelijke vertraging in de schoolloopbaan en vergroten de kans op een onvertraagde route naar het diploma. Wij willen alle leerlingen binnen de daarvoor gestelde tijd naar een zo hoog mogelijk diploma brengen (lage percentage doublures, hoog onderbouw- en bovenbouwrendement). Om deze onderwijskundige overtuiging binnen de scholengroep te realiseren, hebben wij de volgende ambities: • wij stellen de leerling centraal, • wij erkennen dat onze populatie uit leerlingen bestaat met diverse behoeften en vaardigheden en handelen daar naar, • wij activeren leerlingen het eigen leerproces actief entameert en organiseert, • wij dagen de leerling op elk niveau uit, van vmbo tot vwo, om hun talenten optimaal te benutten, • wij werken samen om met elkaar nog beter onderwijs te ontwikkelen, • wij vervolgen de zoektocht naar de samenhang in lesstof, • wij streven naar een gezonde mix van zinvol onderwijs (wat docenten en de school belangrijk achten voor een goede voorbereiding op vervolgonderwijs en maatschappij) én van betekenisvol onderwijs (waarbij de leerstof waarde en betekenis heeft voor de leerling),


Pagina 7 van 19

Schoolplan 2015-2019 4.3

Sterke punten/verworvenheden

Het Maris College heeft enthousiaste docenten met een goed ontwikkeld didactisch repertoire en met pedagogische vaardigheden. Op de locaties heerst een prettige sfeer, zoals blijkt uit de tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoeken. Kenmerkend voor het onderwijs zijn de woorden “klein”, “veilig” en “kansrijk”. Het onderwijs wordt verzorgd in mooie (ver)nieuw(d)e gebouwen. De nieuwbouw op drie van de vijf locaties en revitalisering van de andere twee locaties maakt dat onderwijs vernieuwingen (vakoverstijgend leren, projectonderwijs, en leren binnen een elektronische leeromgeving) makkelijker toegepast kunnen worden binnen de dagelijkse onderwijspraktijk. De klassen zijn klein en er is een goede ondersteuning. Het onderwijs wordt in een dakpanstructuur op de locaties aangeboden. Het onderwijs ondersteunend personeel is betrokken bij haar werk. Het Maris College biedt kansen om op een gezonde manier toch het uiterste de leerlingen te halen. De organisatie vertoont kenmerken van de klassikale school. Binnen deze werkwijze functioneren school en medewerkers het best. Binnen deze klassikale aanpak speelt het docerend personeel in op de individuele verschillen bij de leerlingen en stimuleert het leerlingen hun talenten te ontwikkelen en tot volle wasdom te laten komen. Binnen het Maris College zijn de volgende zaken goed geregeld: • de kleinschalige manier van onderwijs aanbieden is op alle locaties geborgd; • onderwijs aan de zorgleerlingen wordt in zeer kleine locatie(s) verzorgd; • elke locatie biedt ook onderwijs in een (naast) hogere leerweg aan de leerlingen aan; • samenhang op onderwijskundig en pedagogisch gebied wordt tot stand gebracht door Marisbrede vaksecties; • het programma van toetsing en afsluiting en het programma van toetsing en determinatie is Marisbreed afgestemd; • een goede aansluiting tussen alle leerwegen op de verschillende locaties is gerealiseerd; • de onderwijskwaliteit wordt in de hele scholengroep eenduidig gemeten.

4.4

Ontwikkelpunten (beleidsvoornemens)

Op Maris Belgisch Park wordt het havo/vwo verder ontwikkeld: • Ontwikkeling van de bovenbouw van het vwo, met aandacht voor wetenschapsoriëntatie, voor een leerlijn onderzoeksvaardigheden en voor burgerschapsvorming. • Doorontwikkeling van het technasium: invoering van o&o als examenvak, vergroten van het aandeel meisjes binnen het technasium, aandacht voor informatietechnologie, opbouw van externe contacten (opdrachtgevers en hoger onderwijs). • Ontwikkeling van een alfa/gamma-programma (vooralsnog in de onderbouw) dat gelijk van opzet is met het technasium. Op Maris Houtrust wordt het onderwijsaanbod verder versterkt (richting excellentie), met daarbij aandacht voor: • de doorontwikkeling van het tweetalig mavo; • vergroting van het aandeel meisjes in de techniek; • een prestatiegerichte cultuur: “hoge eisen, hoge verwachtingen”;


Pagina 8 van 19

Schoolplan 2015-2019 doorontwikkeling van het doorstoomtraject richting de havo op Belgisch Park, zowel in de onderbouw middels de eerste en tweede klas havo als in de bovenbouw van het mavo middels de masterclass en middels coaching. Op de locaties Bohemen, Statenkwartier en Kijkduin worden in het kader van de vernieuwing van het vmbo beroepsgerichte profielvakken met bijbehorende beroepsgerichte keuzevakken ingevoerd. Maris Statenkwartier wordt met de samenvoeging van Media & Design opnieuw vormgegeven, uitgaande van een drietal punten: • aanbod van beroepsvoorbereidende onderwijs vanaf het eerste leerjaar waarbij de leerling stapsgewijs kiest voor het beroepsvoorbereidend profielvak waarin het examen wordt afgelegd (eerste leerjaar 3 profielen, tweede leerjaar 2 profielen, derde leerjaar het uiteindelijke profiel); • ontwikkeling van een gemengde leerweg voor de drie profielen; • afstemming van het onderwijs binnen elk van de 3 profielen op het vervolgonderwijs (doorlopende leerlijn). Binnen de dakpanconstructie van het Maris College wordt Maris Waldeck ontwikkeld tot een basis/kader-locatie. Op Maris Kijkduin wordt uitvoering gegeven aan een drietal functies: • leerwegondersteuning voor leerlingen binnen de regio waarbij sprake is van een ernstige taalproblematiek; • zorglocatie van het Maris College; • experticecentrum (kenniscentrum) voor het Maris College op het gebied van leerstoornissen. Voor alle Marislocaties gelden voor de periode 2015-2019 de volgende Marisbrede beleidsvoornemens: • de elektronische leeromgeving van Magister wordt verder benut voor het aanbod van inspirerend en uitdagend onderwijs: in 2019 wordt tenminste 50 procent van de leerstof digitaal aangeboden; • het directe instructiemodel (DIM) blijft het uitgangspunt voor de ideale les binnen het Maris College; • het kennisniveau en de toepassing van RTTI dient met name binnen de avo-vakken minstens te verdubbelen; • docenten geven tijdens hun lessen aan leerlingen individuele feedback, waarbij aandacht wordt geschonken aan ‘leren leren’ en aan leerstrategieën en waardoor het zelfvertrouwen en de ambitie van leerlingen wordt vergroot; • de ontwikkeling en vormgeving van het rekenbeleid heeft in 2014 al geleid tot een zichtbare stijging van het rekenniveau: deze ontwikkeling moet worden doorgezet, waarbij geprobeerd zal worden om in het vmbo een substantieel deel van de leerlingen de rekentoets op niveau 3F te laten afleggen en – indien de rekentoets 3S wordt ingevoerd – zal binnen het havo/vwo geprobeerd worden een substantieel deel van de leerlingen de rekentoets op niveau 3S te laten afleggen. • het gevoerde taalbeleid dient te worden doorontwikkeld naar een volgende fase waarbij meer opbrengstgericht wordt gewerkt, taalbeleid 2.0: onder verantwoordelijkheid van teamleiders worden in de lessen acties uitgevoerd gericht op het verhogen van de taalscores van individuele leerlingen. •


Pagina 9 van 19

Schoolplan 2015-2019 • • •

4.5

blijvende aandacht dient besteed te worden aan de sportieve en muzische vorming van onze leerlingen: met name de sporttoernooien en de Maris Music Awards (vermelding van bijzondere prestaties in het “plusdocument”); vergroting van de medezeggenschap van leerlingen; verdere uitwerking van de brede buurtschool “binnenste buiten”.

Relatie met primair onderwijs

De relatie van het Maris College met het primair onderwijs is van groot belang. Voor het realiseren van een optimaal onderwijsaanbod voor onze leerlingen is uitwisseling van gegevens met het basisonderwijs van belang. Daar hoort ook terugkoppeling van resultaten bij. Een goede relatie met het basisonderwijs is voor het Maris College ook van belang om elk jaar weer een goede aanmelding te realiseren. De keuze voor een keten van kleinschalige locaties brengt met zich mee, dat de aanmelding voor elk van die locaties voldoende constant dient te zien. Een teruglopende aanmelding op een van de schakels in die keten, brengt de hele keten in gevaar. In die zin is het Maris College meer kwetsbaar dan een school van een gelijke omvang die in één of twee gebouwen is gehuisvest. Om de relatie met het primair onderwijs op peil te houden zullen de komende periode de werkzaamheden van de basisonderwijscontactpersonen (BOC-en) geïntensiveerd worden. Onderbouwteamleiders spelen daarbij een rol. Ook projecten zoals het pretechnasium van Belgisch Park en de techniekprojecten van Statenkwartier, zijn de komende periode van belang.

4.6

Leerlingenzorg: mentoraat 3.0 en coaching (specifiek beleidsvoornemen)

Het Maris College integreert leerlingzorg en leerlingbegeleiding met het onderwijsleerproces. Alle docenten zijn dan ook in principe mentor. De mentor is de spil van de leerlingzorg en heeft een centrale plek binnen de zorgstructuur. Het accent binnen ons zorgbeleid ligt op de schoolse zorg: hoe faciliteren wij de leerlingen zodanig dat zij meer gemotiveerd en met meer resultaat leren. In dit ondersteuningsproces speelt de mentor een belangrijke rol. De mentor signaleert wanneer er extra zorg nodig is. Het verzorgen van onderwijs komt niet alleen neer op het geven van instructie, maar ook op het zorgvuldig regisseren van een succesvol leerproces waarbinnen elke leerling wordt uitgedaagd om zijn/haar talenten te ontwikkelen. Aandacht voor het aanleren van leerstrategieën (leerlingen leren hoe ze moeten leren), is een cruciaal onderdeel van dat leerproces. Samenwerking tussen docenten is daarbij van groot belang (informatie uitwisselen over het leren van individuele leerlingen en gezamenlijk een aanpak bedenken om het leren van individuele leerlingen te verbeteren). Binnen deze samenwerking neemt de mentor het voortouw. (Aan de onderwerpen leerstrategieën, leren leren en talentontwikkeling zal de komende periode in het kader van professionalisering de nodige aandacht besteed moeten worden.) Mentoraat 3.0 School en ouders onderhouden contact met elkaar. De mentor neemt het grootste aandeel van deze contacten op zich. Zowel kwantitatief als kwalitatief zijn deze contacten In de loop der jaren veranderd (landelijke trend). Het aantal contacten per leerling neemt toe (kwantitatief) en de aard van de contacten schuift op van “informeren” naar “samenwerken” (kwalitatief). In de paragraaf ouderparticipatie wordt hier verder op ingegaan. Voor wat betreft de Maris College – schoolplan 2015-2019

Pagina 10 van 19

Schoolplan 2015-2019 rol van de mentor moet worden opgemerkt dat het gebruik van sociale media helpt om op een afdoende manier aan zowel die kwantitatieve als kwalitatieve verandering tegemoet te komen. Coaching Bij coaching gaat het niet om de begeleiding van een klas, maar om de begeleiding van een individuele leerling. In de voorgaande periode zijn er met coaching op de locatie Belgisch Park goede resultaten bereikt. De komende periode zal deze vorm van begeleiding ook op andere locaties ingevoerd worden. Deze vorm van coaching kan zich in twee situaties voordoen: • de coaching van individuele leerlingen met een specifieke ambitie (de leerling gaat een inspanningsverplichting aan om zijn/haar ambitie te realiseren en wordt daarbij geholpen door een eigen coach); • een leerling die dreigt uit te vallen, sluit een contract met school: als hij/zij zich ultiem inzet om uitval te voorkomen, dan krijgt hij/zij een coach, anders verlaat hij/zij de school. Afbakening De school als organisatie moet grenzen stellen aan het zorgbeleid: wat behoort tot de taken van de school, wat valt daar buiten? De scheidslijn tussen schoolse zorg en externe zorg dient scherp getrokken te worden. De gedachte dat de school een taak heeft bij de oplossing van externe problemen, is onjuist. De school – en de zorg op school – dient zich te richten op het onderwijsproces. De beste bijdrage die de school kan leveren aan de oplossing van een externe, buiten de school gelegen problematiek van een leerling, is het bieden van een succeservaring op school. Uit zo’n succeservaring kan de leerling veel kracht en zelfvertrouwen putten. Een dergelijke afbakening van het zorgbeleid is ook relevant voor het takenpakket van de zorgcoördinator.

4.7

LOB, loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding (specifiek beleidsvoornemen)

In het verleden was LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding) vooral gericht op het maken van de juiste studie- en beroepskeuze. Wanneer die keuze gemaakt was, leerde je een beroep en bleef je dat beroep de rest van je loopbaan uitoefenen. Anno 2015 is dat niet meer realistisch. Bedrijven, beroepen en opleidingen veranderen continu, het is aan de werknemer om daarop te reageren en loopbaankeuzes te maken wanneer dat nodig is. Waar het maken van loopbaankeuzes voorheen een momentopname was, is het nu meer ingericht als een doorlopend proces dat steeds bijgestuurd moet worden. Loopbaankeuzes lopen als een rode draad door de gehele loopbaan, en LOB moet ook als een rode draad door de nieuwe beroepsgerichte programma’s van het vmbo gaan lopen. LOB is juist voor de vmbo-leerlingen zo belangrijk, omdat zij al heel vroeg moeten starten met het nadenken over hun loopbaan. Op hun 15e kiezen ze immers al een profiel, en op hun 16e een vervolgopleiding. Omdat er minder tijd is voor het opdoen van loopbaanervaringen en het ontwikkelen van loopbaancompetenties, is het essentieel dat leerlingen hier goed in begeleid worden. De nieuwe structuur van de beroepsgerichte programma’s in kern, beroepsgericht profielvak en beroepsgerichte keuzevakken, worden leerlingen gestimuleerd om te oefenen met loop-


Pagina 11 van 19

Schoolplan 2015-2019 baankeuzes. In deze structuur kiezen leerlingen een beroepsgericht profielvak, de bijbehorende verplichte profielvakken en beroepsgerichte keuzevakken. De school bepaalt welke profielen en beroepsgerichte keuzevakken er aangeboden worden aan de leerlingen, en of de leerlingen ook beroepsgerichte keuzevakken binnen andere profielen mogen kiezen. Zo kunnen leerlingen binnen de grenzen van de school, hun eigen opleiding samenstellen. We kunnen alleen niet verwachten dat leerlingen deze loopbaankeuzes al zelfstandig kunnen maken, daar is begeleiding voor nodig: LOB. Loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding is bedoeld om leerlingen te helpen bij de ontwikkeling van hun loopbaancompetenties. Die competenties bieden handvatten zodat leerlingen op basis daarvan loopbaankeuzes leren maken. Niet alleen voor de tijd die ze op het vmbo doorbrengen, maar juist ook voor hun toekomstige loopbaan. Binnen het examenprogramma van de nieuwe beroepsgerichte profielvakken is sprake van een vijftal loopbaancompetenties die de leerling zich eigen dient te maken: 1. Kwaliteitenreflectie: wat kan ik het best en hoe weet ik dat? 2. Motievenreflectie: waar ga en sta ik voor en waarom dan? 3. Werkexploratie: waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? 4. Loopbaansturing: hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? 5. Netwerken: wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? In het vmbo dient elke leerling zijn eigen loopbaanontwikkeling vast te leggen in een (digitaal) loopbaandossier. Loopbaanontwikkeling, het werken aan het vijftal competenties, dient integraal deel uit te maken van heel het Maris-onderwijsprogramma: vanaf het eerste leerjaar tot en met het programma van toetsing en afsluiting. Flextrajecten en beroepsoriëntatie spelen daarbij een rol. Binnen elke locatie van het Maris College zal aan LOB een eigen, op het onderwijsaanbod van de locatie afgestemde invulling gegeven worden. Tegelijkertijd moet er ook sprake zijn van een Maris-aanpak: eenheid in verscheidenheid.

4.8

Ouderparticipatie 3.0 (specifiek beleidsvoornemen)

Binnen het Maris College streven wij naar nieuwe vormen van ouderparticipatie: niet langer uitsluitend informeren van ouders, maar samen met ouders werken aan de ontwikkeling van onze leerlingen. Ouders betrekken bij deze ontwikkeling door ze een rol te geven in deze ontwikkeling. De mentor is de spil van deze samenwerking tussen ouders en school. Het gebruik van digitale middelen kan de communicatie van de mentor met de ouders vergemakkelijken. Bij deze samenwerking kan gedacht worden aan: • organiseren van een “nieuwjaarsreceptie” in augustus; • veertiendaags mailmoment: hoe gaat het met de klas, hoe gaat het kind/leerling; • ouders een rol geven als coach (niet als politieagent), ouders trainen als coach; • individueel gespreksarrangement: welk contact is op welk moment noodzakelijk voor deze leerling; • startgesprek tussen mentor, leerling en ouder om afspraken te maken. Betrokken ouders zijn tevreden over het schoolconcept en men heeft een positief beeld van de school. Het Maris College maakt gebruik van een uitgekristalliseerde, goed werkende overlegstructuur met ouders: naast een centrale ouderraad kent elke locatie een klankbordgroep. en. Het Maris College wil bouwen aan een vruchtbare relatie met haar ouders en werken in de richting van meer ouderparticipatie in de school. Maris College – schoolplan 2015-2019

Pagina 12 van 19

Schoolplan 2015-2019 5 Professionalisering en personeelsbeleid In de komende periode (2015-2019) willen wij het lerend vermogen van het Maris College vergroten. Alleen daarmee zijn wij in staat de uitdagingen waar we voor staan met succes te realiseren. Het Maris College zal meer een lerende organisatie moeten worden. Dat doen we door de ruimte voor professionalisering te versterken.

5.1

Personeelsbeleid

Wij nemen onze medewerkers serieus en zorgen er voor dat zij als medewerker en mens goed functioneren binnen het Maris College. Instrumenten daarvoor zijn: • een gezellige en stimulerende school, waar een collegiale sfeer heerst, • professionele betrokkenheid op onze leerlingen, • een veilige werkomgeving, • uitdagend en afwisselend werk, • ruimte voor initiatieven en creativiteit, • persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, gerelateerd aan de doelen van de school, • een werkplek waar feedback een onderdeel is van het dagelijks functioneren, • een professionele werkhouding van al het personeel waarbij men elkaar durft aan te spreken op afspraken en beloftes, • scholing en coaching. Wij ontwikkelen het Maris College als een school met teams waarin de kernkwaliteiten van medewerkers (docenten, assistenten, niet onderwijsgevend personeel) centraal staan. 5.1.1 Ambities De medewerkers van het Maris College zijn in staat om de doorontwikkeling die de school voorstaat uit te voeren. Met behoud van verworvenheden, die van oudsher de school tot een betrouwbare school maakten, worden onze medewerkers toegerust om onderwijs te bieden aan onze leerlingen, zodat deze leerlingen, optimaal toegerust, aan hun vervolgopleiding en later aan hun maatschappelijk functioneren kunnen beginnen. Leren van en met elkaar, delen, ontwikkelen, inzetten en beheren van kennis en expertise worden kernactiviteiten binnen onze school. Die activiteiten zijn erop gericht op een eigentijdse manier vorm te geven aan het leren en kennis vergaren door leerlingen. Betekenisvol onderwijs, dat contextgericht is in een krachtige leeromgeving, kan de strijd aan met demotivatie en vervlakking. Wij bieden collega’s een zo goed mogelijk loopbaanperspectief. Dat doen we onder meer door het aanbieden van scholing en opleiding, die passen binnen de doelstelling en visie van het Maris College. 5.1.2 Sterke punten/verworvenheden •

Verspreid over locaties, onderen bovenbouw, bestaan er onderwijsteams, waarbinnen het onderwijs voor een afdeling of sector wordt ontwikkeld. De teams en hun teamleiders zijn zo een sturende factor binnen de onderwijskundige ontwikkeling van de locatie en van het Maris College als geheel.


Pagina 13 van 19

Schoolplan 2015-2019 • • •

• • •

Het werk van een teamleider omvat aspecten van onderwijskundig leiderschap maar ook van personeelsbeleid, onder meer door het voeren van gesprekken rondom functioneren en door het beoordelen van personeelsleden. Er is een uniforme kijkwijzer ontwikkeld zodat op alle Marislocaties teamleiders en locatiedirecteuren op eenduidige wijze tot begeleiding en beoordeling komen van docenten, leraren in opleiding en stagiaires. De gesprekscyclus is goed vormgegeven: o Jaarlijks een prognosegesprek waarin de jaartaak voor het komend schooljaar wordt doorgesproken en de inzet op deskundigheidsbevordering en professionalisering van het afgelopen schooljaar wordt geëvalueerd. o Eens in de twee schooljaren wordt er met elke medewerker een OOG-gesprek gevoerd (aan de hand van diverse vragen lijsten en een persoonlijkontwikkelingsplan). o Eens in de drie schooljaren wordt er met elke medewerker een functioneringsgesprek gevoerd. Coachingstrajecten voor diverse groepen van docenten, zowel voor beginnende/startende docenten als voor zittende docenten. Wij besteden veel aandacht aan het loopbaanperspectief van onze medewerkers. De functiemix ligt op het bijgestelde niveau zoals tussen de verschillende partijen – OCW, VO-raad en vakbonden – is overeengekomen.

5.1.3 Ontwikkelpunten Het Maris College benut optimaal de mogelijkheden om het beroep van leraar aantrekkelijk te laten blijven voor haar personeel. Het wil binnen het takenpakket van het personeel, het professionaliseringsbeleid en functiebeleid diverse mogelijkheden creëren om het personeel een gevarieerd loopbaanperspectief te kunnen beiden. Dit met als doel om talenten, kennis en kwaliteiten onder het personeel aan te spreken en in de school optimaal te kunnen benutten. • Aan het eind van de periode van dit schoolplan zal het aantal LC en LD-functies op het niveau staan zoals in het oorspronkelijke akkoord over de functiemix is afgesproken. • Docenten worden aangemoedigd en gefaciliteerd om een eerstegraadsbevoegdheid of een master te behalen. • Openvallende functies op het niveau van teamleiders en locatiedirecteuren worden bij voorkeur ingevuld met zittend personeel. • Net als bij locatiedirecteuren wordt bij teamleiders het uitgangspunt gehanteerd dat wisseling van locatie een belangrijk stap is binnen de individuele ontwikkeling van de teamleider. • Aan stagiaires, leraren in opleiding en zij-instromers wordt een loopbaanperspectief geboden.

5.2

Professionalisering

Binnen het Maris College hechten wij een groot belang aan professionalisering en aan vergroting van deskundigheid. Activiteiten op dit gebied kunnen rekenen op ondersteuning vanuit de school. De beste resultaten worden bereikt wanneer de docent de eigen persoonlijke


Pagina 14 van 19

Schoolplan 2015-2019 ontwikkeling en employability weet te verbinden met de ontwikkelingsdoelen van het Maris College. 5.2.1 Ontwikkelingsdoelen Maris College Voor komende schooljaren zijn de volgende ontwikkelingsdoelen voor het Maris College vastgesteld. Het is van belang dat op deze gebieden binnen de school de deskundigheid wordt verhoogd. • toetsbeleid en RTTI, • leerstrategieën en leren leren, • ontwikkeling van een leerlijn onderzoeksvaardigheden, • tweetalig onderwijs, • gebruik van de magister-ELO, • vernieuwing van het vmbo: profielvakken en keuzevakken, • vernieuwing van het vmbo: LOB, • vernieuwing van vakken met een nieuw curriculum, • doorontwikkeling van het taalbeleid, • mentoraat 3.0, • specifieke problematiek in het kader van passend onderwijs (zoals AD(H)D, Asperger, et cetera). 5.2.2 Persoonlijk ProfessionaliseringsPlan (PPP) Deskundigheidsbevordering en professionalisering zijn voor de verdere ontwikkeling van het Maris College van groot belang. Vandaar dat vergroting van deskundigheid verwerkt is in de normjaartaak. Elk personeelslid kan 5% van de jaartaak inzetten om de eigen persoonlijke ontwikkeling en employability te vergroten en deze te verbinden met bovenstaande ontwikkelingsdoelen van de school. Een en ander legt hij/zij vast in een eigen persoonlijk professionaliseringsplan (PPP), dat minsten eenmaal in de drie schooljaren bijgesteld moet worden. In het prognosegesprek dat docenten voorafgaand aan het schooljaar met de locatiedirecteur (teamleider) voeren, wordt de inzet van bovengenoemde 5% besproken. In het prognosegesprek komt ook de verbinding van de eigen persoonlijke ontwikkeling en employability te vergroten met de bovenstaande ontwikkelingsdoelen van de school aan de orde. Afhankelijk van het belang van de voorgestelde activiteiten voor de schoolontwikkeling van het Maris College kan de voor deze activiteiten ingezette tijd boven de 5% uitkomen. Voor opleidingen om een eerste of tweede bevoegdheid te behalen of voor het behalen van een master kan (extra) tijd beschikbaar worden gesteld. Professionalisering en vergroting van deskundigheid staan altijd op de agenda van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. 5.2.3 Maris Academie Vijf keer in het schooljaar wordt een Marisbrede scholingsmiddag georganiseerd: de Maris Academie. Uitgangsput voor deze academie is het leren van en met elkaar. Het programma bestaat uit een mix van workshops/ die verzorgd worden door relevante buitenstaanders en die verzorgd worden door eigen personeel.


Pagina 15 van 19

Schoolplan 2015-2019 Met ingang van schooljaar 2015-2016 wordt nadrukkelijk geprobeerd binnen het programma van de Maris Academie ruimte te bieden ontwikkelingsdoelen (van de verschillende locaties) van het Maris College.

5.3

Opleidingsschool Haaglanden

Het Maris College participeert binnen de Opleidingsschool Haaglanden. De Opleidingsschool Haaglanden is een samenwerkingsverband tussen een aantal scholen uit Den Haag, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer en het ICLON van de universiteit Leiden, het SEC van de TU Delft, de Hogeschool Rotterdam en de hogeschool InHolland. Gezamenlijk wordt vormgegeven aan een duale opleiding tot docent. Jaarlijks is er op het Maris College ruimte voor een dertigtal stagiaires. Om aan de begeleiding van deze stagiaires vorm te geven streven wij naar een Begeleider op School (BoS) voor elke locatie van het Maris College. Om te voorzien in voldoende vakcoaches is bepaald dat LC-docenten en LD-docenten altijd de training vakcoach hebben gevolgd.

5.4

Startende docenten (inductiefase)

Startende docenten worden gedurende de eerste drie schooljaren (de zogeheten inductiefase) begeleid. De begeleiding is erop gericht de startende docent te ondersteunen in deze beginfase van het docentschap. Het project waarbinnen deze begeleiding wordt vormgegeven, wordt aangestuurd vanuit het ICLON.


Pagina 16 van 19

Schoolplan 2015-2019 6 Kwaliteitszorg In dit hoofdstuk gaat het vooral om het systeem van kwaliteitszorg. De doel die de verschillende locaties stellen op het gebied van de kwaliteit worden beschreven in de verschillende locatieplannen. 6.1.1 Ambities Het Maris College wil op alle leidinggevende niveaus het overzicht hebben en houden. In een periode van steeds groter wordende roep om externe en horizontale verantwoording is het noodzakelijk de verantwoording op basis van resultaatsafspraken binnen het Maris College te borgen. Dat vraagt om verbetering van de wijze van verantwoorden, intern en extern. Kern van onze ambitie is om op alle niveaus binnen de organisatie onze opdrachten helder te formuleren, de voortgang te monitoren en het resultaatgericht denken te bevorderen. De resultaatsafspraken en de verantwoording daarover worden tussen de opeenvolgende niveaus van de school vastgesteld en nageleefd. Leerlingen, ouders en andere belanghebbenden krijgen informatie en worden ondervraagd over hun ervaringen met het Maris College. 6.1.2 Sterke punten/verworvenheden • • •

Alle locaties scoren voldoende op het overzicht van de meerjarenopbrengsten van de inspectie (Media & Design na een intensief verbetertraject). Verschillende locaties behalen op onderdelen van het opbrengstenoverzicht zelfs de score ‘goed’. Op de tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen, ouders en personeel scoort het Maris College al meerder jaren boven gemiddeld.

6.1.3 Ontwikkelpunten Het Maris College wil werken aan de doorontwikkeling van de kwaliteitszorg. Die kwaliteitszorg moet zijn plaats vinden in de structuur van verantwoording afleggen. Aparte ontwikkelpunten op het gebied van kwaliteitszorg voor de komende periode zijn: • het intensiveren van gesprekken tussen de directie, sectievoorzitters en de individuele teamleden, • het verder ontwikkelen (verbeteren) van het leerlingvolgsysteem (LVS) binnen Magister, • het cyclisch evalueren van het leerstofaanbod, schoolklimaat, zorg en begeleiding, • het streven naar excellentie op verschillende gebieden. 6.1.4 Kwaliteitsborging De belangrijkste activiteit voor de komende periode is de opstelling van een eenduidige kwaliteitsagenda voor alle locaties van het Maris College. In deze agenda worden de jaarlijks terugkerende activiteiten opgenomen die in het kader van de kwaliteitszorg op alle locaties worden uitgevoerd.


Pagina 17 van 19

Schoolplan 2015-2019 7 Financieel en materieel beleid (incl. huisvesting) Het bestuur stelt de algemene beleidskaders vast, met name voor financiën en personeelsbeleid.

7.1

Formatieve en materiële begroting

Met de bezuiniging van 2014 is de begroting van het Maris College weer in evenwicht gebracht. De komende jaren kan er gewerkt worden aan het opbouwen van het weerstandsvermogen naar de norm van 15 procent. De GPL wordt voor het Maris College als geheel berekend. Er volgt toedeling van formatie aan de locaties. Materieel: elke locatie is zelf verantwoordelijk. 7.1.1 Sterke punten/verworvenheden • • •

Tot op heden kunnen alle geplande investeringen uitgevoerd worden. Voor onderwijs en personeelsbeleid zijn voldoende middelen beschikbaar. Tijdens de bezuiniging van 2014 hoefde geen gebruik gemaakt te worden van afvloeiingsregelingen.

7.1.2 Beleidsvoornemens • •

De locatiedirecteuren hebben een grote budgettaire discipline waardoor geen aanspraak op reserves gemaakt hoeft te worden. Aan het einde van de periode van dit schoolplan is het weerstandsvermogen op peil gebracht.

7.1.3 Resultaatverantwoordelijkheid en managementrapportages Alle vestigingen leveren conform een aangeleverd sjabloon hun maraps, met daarin de rapportage over beheersmatige, personeels- en onderwijsprestaties. De schoolleiding heeft greep op de ontwikkelingen door de geïnstitutionaliseerde cyclische rapportage. Er moeten management rapportages komen.

7.2

Huisvesting

Begin 2016 komt de nieuwbouw van Maris Kijkduin gereed. De tweede fase van de revitalisering van Maris Belgisch Park start in 2017. De enige locatie waarvan de huisvesting dan nog niet op orde is, is Maris Waldeck. Het hangt van het toekomstperspectief van deze locatie af, of die locatie grondig aangepakt moet worden, op de huidige plaats of ergens anders,


Pagina 18 van 19

Schoolplan 2015-2019 8 Interne en externe communicatie Wij zijn een professionele organisatie die voor al haar stakeholders, zoals ouders, bedrijven, andere scholen, vervolgopleidingen, de gemeente en overige betrokkenen een betrouwbare samenwerkingspartner wil zijn. Dit bereiken wij door: • open te staan voor ontwikkelingen in de samenleving, • te participeren in het proces van het aanreiken van oplossingen voor scholingsvraagstukken voor onze specifieke doelgroepen, • de school te zien als deel van de maatschappij en direct deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten, • waar mogelijk een bijdrage te leveren aan positieve ontwikkelingen in de samenleving. Door in- en externe communicatie draagt het Maris College haar gedachtegoed uit, legt verbindingen en onderhoudt die en wil zij werven en verantwoorden. Door heldere eenduidige communicatie via nieuwsorganen, de website en andere media wil zij een eenduidig beeld over de school neerzetten. 8.1.1 Sterke punten/verworvenheden • • • • • •

De onderlinge communicatie en betrokkenheid bij het reilen en zeilen van het Maris College is verbeterd. Er is een communicatiefunctionaris met een specifieke functiebeschrijving opgenomen in de organisatie. De informele kant van de kleine organisatie wordt benut – zonder dat de communicatie naar ouders en personeel in het grote geheel in het gedrang komt. Er is een goed functionerende website. Er zijn locatiebulletins die gericht zijn op voor de locatie specifieke communicatie. Er is een goed functionerende Marisbrede ouderraad, naast klankbordgroepen op de verschillende locaties.

8.1.2 Ontwikkelpunten De komende vier jaar zal met name aandacht besteed worden aan de volgende punten: • Het contact tussen mentor en ouders/verzorgers zal ontwikkelen van informeren naar samenwerken waarbij het gebruik van sociale media een belangrijk nieuw middel zal zijn. • Aan de betrokkenheid van leerlingen bij het Maris College zal een grotere impuls gegeven worden: leerlingenraden per locatie, leerlingen inschakelen bij mediation, et cetera.


Pagina 19 van 19

Persoonlijk, innovatief en ambitieus

MARIS

BELGISCH PARK

Locatieplan 2015 – 2019

Locatieplan Belgisch Park 2015-2019

Inhoudsopgave 1

De school ............................................................................................................................. 3

2

De opdracht van de school ................................................................................................... 4

3

2.1

De missie en de visie van de school ............................................................................... 4

2.2

2.De externe en interne ontwikkelingen ........................................................................ 6

De onderwijskundige vormgeving van de school ................................................................. 7 3.1

De onderwijskundige doelen ......................................................................................... 7

3.2

Doorstroom onderbouw ................................................................................................ 8

3.3

Bovenbouw ................................................................................................................... 9

3.4

Technasium ................................................................................................................... 9

3.5

Rekenen ...................................................................................................................... 10

3.6

Taal ............................................................................................................................. 10

3.7

Het onderwijs in de vakken ......................................................................................... 11

3.8

Opbrengstgericht werken ............................................................................................ 12

3.9

De leerlingbegeleiding ................................................................................................. 13

4

Integraal personeelsbeleid ................................................................................................ 15

5

Huisvesting ........................................................................................................................ 16

6

Relationeel beleid .............................................................................................................. 17

7

Kwaliteitszorg .................................................................................................................... 19 7.1

Inrichting van de kwaliteitszorg ................................................................................... 19

Maris Belgisch Park – locatieplan 2015-2019

Pagina 2 van 19


De school Maris Belgisch Park is een school voor openbaar onderwijs. Het Belgisch Park biedt regulier havo en vwo-onderwijs, met het technasium voor beide schooltypen. Het Maris Belgisch Park is één van de zes vestigingen van het Maris College. De locatie bevindt zich in een statige buurt nabij het Westbroekpark. Het gebouw is een monumentaal pand, waarvan het hart in 2013 is gerevitaliseerd. Ons onderwijs is kleinschalig van opzet, de locatie telt maximaal 650 leerlingen. We leiden hen op tot zelfstandig denkende, ondernemende mensen die met zelfvertrouwen, ambitie en een open vizier hun toekomst vorm gaan geven. We doen dit binnen een persoonlijke, veilige omgeving, waarin aandacht en respect voor elkaar centraal staan. Ons onderwijs is realistisch, innoverend en inspirerend. De leerlingen kiezen specifiek voor onze school vanwege onze kleinschalige opzet, de sfeer en ons onderwijsaanbod met het technasium, cultuur & communicatie en de Maris Stromen. Hierdoor komen de leerlingen vanuit de wijde omgeving en van een grote verscheidenheid van basisscholen. Het gevoel van veiligheid, je thuis voelen op school, staat voor onze leerlingen voorop.


Pagina 3 van 19


De opdracht van de school 2.1

De missie en de visie van de school

Het Maris College heeft als uitgangspunt klein, veilig en kansrijk. De school heeft kleine locaties langs de kust van Den Haag en biedt een veilige leeromgeving waarbij iedereen elkaar kent. Leerlingen krijgen kansen om zich te ontplooien doordat er doorgroei- mogelijkheden zijn. Op iedere locatie worden twee niveaus aangeboden. Maris Belgisch Park is de locatie voor havo en vwo onderwijs. We bereiden leerlingen voor op een vervolgopleiding die kansen biedt op de veranderende arbeidsmarkt. We bieden onderwijs aan in een persoonlijke en kleinschalige omgeving die realistisch en innoverend is. Na hun opleiding op Maris Belgisch Park gaan leerlingen met een zelfverzekerde houding de maatschappij in, waarin ze durven te verkennen en ondernemen. Met het technasium heeft Belgisch Park een onderwijsconcept wat onderscheidend is binnen het Haags onderwijs en mogelijkheden biedt voor innovatie in de school. De kernwoorden persoonlijk, innovatief en ambitieus omschrijven het onderwijs op deze locatie. Aan de hand van deze kernwoorden komt naar voren waar Maris Belgisch Park voor staat. Persoonlijk Een leerling van Belgisch Park moet zich thuis voelen op school en zichzelf kunnen zijn. Het groepsproces is erg belangrijk, met ruimte voor individuele verschillen. Duidelijke regels, die breed gedragen worden, helpen mee aan een positief pedagogisch klimaat. Rust en orde zijn belangrijk voor de sfeer in de school. De docent voelt zich verbonden met de leerling en daagt deze uit om maximaal te presteren. De docent maakt het verschil en stelt de leerling centraal binnen het leerproces. De leerling leert discussiëren, argumenteren en conclusies trekken. Zelf leren nadenken is belangrijk en dit wordt veelvuldig gestimuleerd. De leerling staat centraal binnen het leerproces, de rol van de docent is daarbij cruciaal. De authenticiteit van de docent is dan belangrijk. In een collegiale sfeer zet het team gezamenlijk de route uit waarbij eigen autoriteit en kwaliteit gezien worden en er gesproken wordt in een gezamenlijke taal over leren. Aan de samenhang in aanpak door de docenten hechten we grote waarde, hierdoor kan meer worden bereikt bij de leerling. De rol van de mentor/coach is het begeleiden van de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en het begeleiden van het groepsproces. De mentor/coach helpt bij het stellen van doelen en reflecteert met de leerlingen op de eigen ontwikkeling en prestaties. Daarnaast is er veelvuldig contact tussen de mentor/coach en het thuisfront, formeel en informeel. Het doel van dit contact is een goede samenwerking tussen school, leerling en het thuisfront. Door de kleinschalige opzet van de school kunnen we snel signaleren en de leerlingenbegeleiding kan hier adequaat op inspelen. Steunuren bieden leerlingen de mogelijkheid voor extra Maris Belgisch Park – locatieplan 2015-2019

Pagina 4 van 19


hulp en ondersteuning bij een vak. Magister wordt gebruikt als leerlingvolgsysteem ter ondersteuning van de leerlingbegeleiding. Innovatief De wereld verandert snel en dat vraagt om een flexibele instelling van zowel leerlingen als docenten. We zetten in op het ontwikkelen van talenten. We vragen van onze docenten om verschillende onderwijsstijlen te gebruiken, waardoor die talenten kunnen worden ontdekt en ontwikkeld. Dit maatwerk door differentiatie zorgt voor inspiratie, verbazing en uitdaging, waarbij wij actief lerende leerlingen willen zien in de les. Met het technasium heeft Maris Belgisch Park een innovatief concept waarbij het bedrijfsleven, diverse instanties en de school samenwerken. Dit concept komt naar voren in het vak Onderzoek & Ontwerpen (O&O)en wordt de komende jaren verder ontwikkeld in onder andere het vak Cultuur & Communicatie (C&C). Voor het vak Onderzoek & Ontwerpen, maar ook voor andere vakken, krijgen leerlingen concrete en realistische vraagstukken voorgelegd die zij gezamenlijk bestuderen en waar zij oplossingen voor zoeken. Ze maken kennis met de wereld van morgen. Leerlingen worden in de les uitgedaagd om het maximale uit zichzelf te halen en docenten krijgen de ruimte om hun eigen vak zo in te richten dat het aansluit bij de leerling en de doelen van het vak. Vaardigheden als samenwerken, presenteren en creatief, probleemoplossend en kritisch denken worden aangeleerd en geoefend. In alle vakken worden leerlingen geprikkeld en gestimuleerd om kritisch te denken en vragen te stellen. Ook samenwerken en presenteren zijn vaardigheden die centraal staan in ons onderwijs. Het verwerven van kennis en het kunnen construeren, delen en creëren van kennis is belangrijk voor de leerling. Ook aan het omgaan met de diverse media en ICT-hulmiddelen besteden we aandacht. Ambitieus Maris Belgisch Park heeft veel ambities voor de komende jaren. Onze positie binnen het Haagse onderwijs willen we versterken, met als doel een excellente school te zijn voor havo en vwo met een duidelijke eigen signatuur. De komende jaren staan in het teken van het verder ontwikkelen van het technasium, de inhoudelijke lesprogramma’s van de algemene vakken en het inhoud geven aan het vak Cultuur & Communicatie en de Maris Stromen. Gedreven docenten maken van Maris Belgisch Park een succes. Als regisseur van het leerproces wordt die gedrevenheid overgedragen op de leerling. Zo wordt de leerling ervan doordrongen dat op Maris Belgisch Park een belangrijke basis gelegd wordt voor de verdere studie en loopbaan. Maris Belgisch Park: een inspirerende werken leeromgeving, met een positieve sfeer waar kwaliteit voorop staat.


Pagina 5 van 19


2.2

2.De externe en interne ontwikkelingen

Extern: Vanuit het politieke en maatschappelijke debat komen er een aantal ontwikkelingen op de school af, waaronder actief burgerschap, sociale integratie en passend onderwijs. Ook zijn de ontwikkelingen van de naburige scholen zaken waar het Maris Belgisch Park rekening mee houdt. De vraag naar meer leerlingen met een diploma van een technische opleiding biedt het Maris Belgisch Park met het unieke technasiumconcept kansen voor de toekomst. Intern: De komende jaren zal onder andere vanwege de uithuizing van Maris Media & Design en de opbouw van het vwo het aantal leerlingen groeien. Deze aanwas van leerlingen en ook de ontwikkeling van het technasium hebben consequenties voor de organisatie en het gebouw. Het docententeam zal worden uitgebreid. De bezettingsgraad van de lokalen wordt groter. Het schoolgebouw moet verder gerevitaliseerd worden zodat het gebouw toegerust is op ons onderwijsconcept, onder andere modernisering van de technasium werkplaats en ICT-voorzieningen.


Pagina 6 van 19


De onderwijskundige vormgeving van de school 3.1

De onderwijskundige doelen

Onderbouw In de onderbouw leggen we het fundament voor de bovenbouw. Naast theoretische kennis richten wij ons op de kennis, competenties en onderzoeks- en studievaardigheden die een leerling nodig heeft om zijn eigen leergedrag te controleren en aan te sturen. Het gaat om vaardigheden als het oriënteren op een taak, doelen stellen, plannen, jezelf monitoren, het resultaat evalueren en reflecteren op het eigen handelen. Leerlingen moeten zelfstandig kunnen werken en leren met als doel meer eigen verantwoordelijkheid leren dragen. Daarnaast is taalvaardigheid van groot belang, bij alle vakken is hier aandacht voor. Het aanbod van vakken is breed in de onderbouw, zodoende maken de leerlingen kennis met veel verschillende leergebieden en kunnen ze een gerichte keuze maken voor een profiel in de bovenbouw. Tijdens de lessen Onderzoek & Ontwerpen en Cultuur & Communicatie wordt op een projectmatige manier gewerkt, waarin de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen centraal staat. Bij de algemeen vormende vakken staat differentiatie voorop en wordt gewerkt met activerende werkvormen om zodoende diverse leerstijlen te ontwikkelen, nieuwsgierigheid te prikkelen en motivatie te behouden. Doelen Versterking activerende didactiek en differentiatie

2015-2016 Gemeenschappelijke taal tussen docenten door werken in PLG’s (aan thema’s)

2016-2017 X

2017-2018 X

2018-2019 X

Cultuur & Communicatie Cultuur & Communicatie (C&C) is een vak voor communicatief en cultureel ingestelde leerlingen. Bij het vak C&C leren leerlingen volgens de onderwijsmethodiek en didactiek van Onderzoek &Ontwerpen (onderzoeks-) vaardigheden. Deze vaardigheden kunnen ze toepassen bij andere schoolvakken (vakoverstijgend) en later bij vakken in de bovenbouw en bij vervolgstudies op het HBO of de universiteit. Denk hierbij aan vaardigheden als enquêteren, interviewen, debatteren, presenteren, schrijven, redigeren, analyseren, doelgroeponderzoek uitvoeren en data verwerken (in grafieken en diagrammen). Maar ook vaardigheden als reclamescripts schrijven, filmen en werken met InDesign en PhotoShop passeren de revue. De leerlingen passen de geleerde vaardigheden toe in projecten waarbij opdrachtgevers als Muzee Scheveningen, Stichting Future of Peace en Kunstcentrum Stroom de leerlingen uitdagen een maatschappelijk gerelateerd ‘probleem’ op te lossen. Denk hierbij aan een verbeterplan voor een betere leefomgeving of een presentatie over onderzoek naar internationale organisaties in Den Haag en hun rol in


Pagina 7 van 19


hun streven naar een veilige wereld (‘Vrede en Recht’). Leerlingen werken aan de projecten op school en op locatie bij de verschillende instellingen en opdrachtgevers. Doelen Ontwikkeling beleid en uitvoering C & C

2015-2016 2016-2017 Leerlijn onderX zoeks- en studievaardigheden ontwikkelen en uitvoeren

2017-2018 X

2018-2019 X

In klas 1 en 2 worden alle leerlingen in het vak C&C onderwezen. Aan het eind van klas 2 maken de leerlingen een keuze of ze verder gaan met Onderzoek & Ontwerpen of met het vak C&C aangevuld met Film & Fotografie. Vanaf schooljaar 2017-2018 wordt het vak C&C gekoppeld met een stroom naar keuze. Dit vak sluit aan bij de maatschappij-profielen in de bovenbouw. Maris Stromen In de brugklas maken leerlingen kennis met de Maris Stromen muziek – theater – film & fotografie – ICT. Ze krijgen ieder kwartaal vier uur les in een stroom, ze gaan intensief aan de slag en werken aan presentaties. Het is een interessante manier om talenten te ontdekken en verder te ontplooien. Aan het eind van de brugklas maken de leerlingen een keuze voor de stroom die ze in de tweede en derde klas willen blijven volgen. Naast lessen op school worden er excursies georganiseerd die samenhangen met de Maris Stromen. Door de vakken in een blok aan te bieden en niet maar een enkele les per week, zullen we meer diepgang bereiken. In klas 2 en 3 zullen de stromen samen tot een gezamenlijk eindproduct komen. Doelen Ontwikkeling beleid en uitvoering Maris Stromen

3.2

2015-2016 Ontwikkelen materiaal en uitvoeren lessen leerjaar 1

2016-2017 Evalueren en bijstellen materiaal leerjaar 1

2017-2018 Evalueren en bijstellen materiaal leerjaar 2

Ontwikkelen materiaal leerjaar 2

Ontwikkelen materiaal leerjaar 3

2018-2019 Evalueren en bijstellen materiaal leerjaar

Doorstroom onderbouw

Op basis van het advies van de basisschool én het kennismakingsgesprek met de nieuwe leerling en diens ouders bepalen we in welk type onderwijs een leerling het best kan starten. Na de zorgvuldige plaatsing zijn er nog twee jaar om de leerling op zijn juiste niveau te krijgen. Uiteraard streven we er naar dat een leerling zonder doubleren de bovenbouw van het gekozen onderwijstype haalt. De norm om 93% van de leerlingen onvertraagd van klas 1 naar klas 4 te laten


Pagina 8 van 19


gaan willen we in 2017 realiseren.

3.3

Bovenbouw

In de bovenbouw – havo 4-5 en vwo 4-5-6 – kiezen de leerlingen uit vier profielen: • Economie & maatschappij • Cultuur & maatschappij • Natuur en gezondheid (technasium) • Natuur en techniek (technasium) De profielen bieden een goede aansluiting op het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. We ontwikkelen een studie- en beroepskeuze programma waardoor leerlingen de nodige informatie krijgen over mogelijke vervolgopleidingen. We bieden examentraining en tussentijdse resultaatmetingen zodat we leerlingen individueel kunnen sturen op persoonlijke hiaten. Iedere leerling heeft een coach die hem of haar stimuleert, helpt om doelen te stellen en die ook te halen en zo ondersteuning biedt bij het leerproces. Leerlingen zelf verantwoordelijk maken is het doel. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zal voor het eerst een klas 4 vwo starten, de eerste klas die ook eindexamen gaat doen op Maris Belgisch Park in het vwo. Het PTA voor het vwo start in klas 5. Het PTA voor het havo start in klas 4. Doelen Ontwikkeling en uitvoering Thema Burgerschap

3.4

2015-2016

2016-2017

2017-2018 Opnemen in leerlijn alle relevante vakken

2018-2019

Technasium

Deze opleiding is uniek in de Haagse regio en bij uitstek bedoeld voor jongens en meisjes die nieuwsgierig en creatief zijn en graag samenwerken. Centraal staan 'denken en doen'. Tot en met het tweede leerjaar krijgen alle leerlingen het vak Onderzoek & Ontwerpen (O&O) dat speciaal is ontwikkeld voor het technasium. Na klas 2 is het een keuzevak. Bedrijven en instellingen dragen realistische (technologische) vraagstukken aan uit de zeven werelden van de bèta-techniek. Leerlingen werken in projecten samen om deze vraagstukken te onderzoeken en op te lossen. Op school, maar ook op de werkvloer van het bedrijf doen leerlingeninspiratie en ervaring op en ontdekken ze welke competenties van belang zijn. De opleiding biedt jongens en nadrukkelijk ook meisjes unieke mogelijkheden hun talenten te ontplooien. In de bovenbouw is het vak O&O opgenomen in de profielen Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. Het vak O&O wordt afgesloten met een meesterproef waarin de leerling zelfstandig een technologisch vraagstuk oplost.


Pagina 9 van 19


Doelen Ontwikkeling Portfolio O&O Programma O & O voldoen aan de door de stichting gestelde eisen / het concept implementeren binnen de bèta vakken

3.5

2015-2016 Mogelijkheden portfolio’s bekijken Pilot examenjaar ‘Meesterproef’

2016-2017 X

2017-2018 X

2018-2019 X

Evalueren nieuwe opzet bovenbouw en ‘Meesterproef’ en evt. bijstellen

Evalueren en bijstellen

X

Rekenen

Het rekenbeleid richt zich vanaf het eerste leerjaar op het ontwikkelen van rekenvaardigheden, het inhalen van rekenachterstanden en het omgaan met ernstige rekenwiskunde problemen en dyscalculie met als doel dat alle leerlingen het minimale referentieniveau voor rekenen behalen in het schooljaar 2017-2018. In het jaar voorafgaand aan het eindexamen krijgen de leerlingen al de kans rekenen af te sluiten. Hierdoor kunnen de leerlingen die het nog niet gehaald hebben in het examenjaar extra aandacht krijgen. In schooljaar 2014 - 2015 moet het cijfer dat voor de rekentoets is behaald, op de cijferlijst behorend bij het diploma worden vermeld. Het cijfer speelt echter nog geen rol bij de vraag of de leerling is geslaagd of gezakt. Vanaf het examenjaar 2016 doet de rekentoets wel mee bij het bepalen van de uitslag: vanaf dat jaar moet de rekentoets met een voldoende afgesloten worden. Jaarlijks wordt bepaald welk vaardigheidsniveau voldoende is. Dat vaardigheidsniveau stijgt elk jaar tot het jaar 2020. Vanaf dat jaar wordt de rekentoets beoordeeld met een cijfer en is rekenen opgenomen in de kernvakkenregel. Zowel in de onder- als bovenbouw hebben leerlingen rekenlessen. Als leerlingen achterstanden hebben, moeten zij rex-uren volgen (rekenen extra), zodat zij bijgespijkerd worden tot het vereiste referentieniveau.

3.6

Taal

Net als voor rekenen wordt er vanaf het eerste leerjaar toegewerkt naar een referentieniveau dat leerlingen moeten halen tijdens hun eindexamen. Er wordt geen aparte toets voor afgelegd, maar het wordt wel vastgesteld in het examen Nederlands. Ook voor taal zijn extra uren uitgetrokken voor leerlingen die achterblijven bij het vereiste referentieniveau: de tex-uren (taal extra). Bijzondere aandacht zal er worden gegeven aan het formele taalgebruik, het stellen van onderzoeksvragen, het schrijven en argumentatieleer. Dit komt terug bij alle vakken ter voorbereiding op het HBO en WO. Doelen Taalbeleid ontwikkelen en uitvoeren:

2015-2016 Faciliteren taalcoördinator en dyslexiecoach,


2016-2017 X

2017-2018 X

2018-2019 X

Pagina 10 van 19


-

3.7

Formeel taalgebruik Onderzoeksvragen Schrijven Argumentatieleer

die eerder genoemde punten in de onderbouw doorvoert.

Het onderwijs in de vakken

Alle vakken werken met een leerplan, geschreven vanuit de kerndoelen en eindtermen van het vak. Vanuit de visie van de school worden de doelen en de inhoud van het ‘leren’ per vak omschreven. Het leerplan van een vak vormt de basis voor een studiewijzer per periode. Afstemming van de verschillende leerplannen is van belang voor een duidelijke spreiding van leeractiviteiten en het spreken van een gezamenlijke taal over het leren. Tot en met klas 3 havo / 4 vwo vindt toetsing plaats in de les en zijn er in januari en juni toetsweken. Voor de leerlingen die werken met een programma van toetsing en afsluiting zijn er schoolexamenweken en kunnen tussendoor voortgangstoetsen worden gegeven. De gecoördineerde toetsen in januari en juni worden volgens het RTTI-model gemaakt. R staat voor reproductie, T1 voor toepassen in een bekende situatie, T2 voor toepassen in een onbekende situatie en I voor inzicht. RTTI is een middel om scherp en transparant de vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen. RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en ondersteunt de determinatie in de onderbouw. Ook zorgt het voor valide en betrouwbare toetsen. De reguliere toetsen worden door de week gespreid en worden in een speciaal rooster opgenomen Hierdoor hebben leerlingen maximaal twee toetsen per dag en krijgen zij niet twee vergelijkbare vakken op een dag. Doelen Leerplannen en programma’s afstemmen en uitvoeren Model RTTI verder implementeren

2015-2016 Onderzoeken mogelijkheid studiewijzer Als thema binnen PLG bespreken


2016-2017 Invoeren gebruik studiewijzer

2017-2018

2018-2019

Pagina 11 van 19


3.8

Opbrengstgericht werken

Opbrengst gericht werken is een belangrijk speerpunt van Maris Belgisch Park. Er wordt gewerkt aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen. Door de leervorderingen van leerlingen systematisch te volgen hebben we zicht op mogelijkheden voor verbetering. Gegevens vanuit de lessen, maar ook uit de diataaltoetsen en het citovolgsysteem worden geanalyseerd en omgezet in concrete plannen. Docenten stemmen de leerdoelen, leerinhouden en instructie af op de beginsituatie en leerresultaten van de leerling. Tevens geven de docenten gerichte feedback om zodoende leerprestaties te verbeteren. Docenten signaleren cognitieve verschillen tussen leerlingen en kunnen hier op een adequate wijze mee omgaan. Om op een excellente manier vorm te geven aan opbrengstgericht werken wordt het versterken van vaardigheden van de leerkracht meegenomen in het integraal personeelsbeleid. Op vaste momenten krijgen de docenten scholing om zich deze vaardigheden eigen te maken. Doelen Systematisch werken aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen Percentage onvertraagde doorstroom verbeteren naar 95%

2015-2016 O.a. door gerichte feedback en differentiatie

2016-2017

2017-2018

2018-2019

87,78% Onderbouwresultaten analyseren en repareren d.m.v. trex en steunuren

90%

93%

95%

Verhoging van het gemiddelde CE- cijfer naar 6,4

6,06 Resultaten analyseren en plan opstellen Invoering Rexuren Versterking inhoud rekenles.

6,2

6,35

6,4

70% geslaagden in voor-examenjaar 100% geslaagden in examenjaar H5 een 5,25

80% geslaagden in voor-examenjaar 100% geslaagden in examenjaar H5 en V6 een 5,5 4%

90% geslaagden in voor-examenjaar 100% geslaagden in examenjaar H5 en V6 een 5,75 3%

Slagingspercentage Rekentoets verhogen

Gemiddeld cijfer rekentoets Terugdringen onderbouw absenteïsme van 6% naar 3%

H5 een 5 5,5% Verzuimcoördinator Versterking rol mentor (3.0)


5%

Pagina 12 van 19


Terugdringen bovenbouw absenteïsme van 8% naar 5%

3.9

Analyseren 10%norm 7% Verzuim coördinator Versterking rol mentor (3.0) Analyseren 10%norm

6%

5,5%

5%

De leerlingbegeleiding

Leerlingbegeleiding maakt integraal deel uit van de onderwijsorganisatie en is erop gericht alle leerlingen te ondersteunen bij het succesvol afronden van hun schoolloopbaan. De zorgcoördinator heeft een ondersteunende en coördinerende rol. In de onderbouw is de mentor de belangrijke spil in de zorg rond leerlingen. Leerlingen kunnen bij de mentor terecht met vragen en opmerkingen, die klassikaal maar ook individueel besproken kunnen worden. Ook besteedt de mentor veel aandacht aan het groepsproces. In de bovenbouw hebben leerlingen naast hun mentor een coach die hen begeleidt en stimuleert het beste uit zichzelf te halen, door het voeren van coachingsgesprekken Mentoraat 3.0 Ontwikkelpunt voor de komende jaren is de intensivering van het contact tussen school en ouders om hierdoor de ouders meer verantwoording te geven voor het leerproces en prestaties van hun kind. Dyslexie De dyslexiecoach ondersteunt leerlingen met dyslexie en zorgt dat bij het docententeam bekend is welke leerlingen in de les gebruik maken van hulpmiddelen en extra tijd moeten krijgen voor proefwerken en examens. Verzuim Verzuim wordt nauwkeurig bijgehouden. Verzuimpreventie wordt in nauw overleg met de mentoren uitgevoerd. De zorgcoördinator heeft contact met leerplicht en de schoolarts. Decanaat De decaan is verantwoordelijk voor de oriëntatie op studie en beroep en besteedt aandacht aan de profielkeuze van leerlingen. De decaan geeft voorlichting aan leerlingen en ouders en ondersteunt de mentoren. Huiswerkbegeleiding Huiswerkbegeleiding is tegen betaling mogelijk op school en wordt verzorgd door het Haags Studiepunt.


Pagina 13 van 19


Steun- en excellentie-uren Leerlingen die extra aandacht nodig hebben voor een bepaald vak kunnen dit krijgen tijdens de steunuren. Deze steunuren worden in de regel aan het begin of eind van de dag aangeboden. Leerlingen kunnen zich zelf aanmelden voor het steunuur, of kunnen naar aanleiding van de docentenvergadering verplicht worden om deel te nemen. Het Maris Belgisch Park streeft naar een ambitieuze leercultuur, waarin speciale aandacht is voor topprestaties van de beste leerlingen. Op het Belgisch park wordt gewerkt met excellentieuren. Deze uren zijn bedoeld voor leerlingen die zich verder willen verdiepen in een bepaald vak, zoals in wiskunde door mee te doen aan de Wiskunde Olympiade. Doelen Passend onderwijs

Verdere ontwikkeling en uitvoering steunuren Verdere ontwikkeling en uitvoering excellentieuren Versterken inzet coaching

2015-2016 Evalueren basiszorg en groepsarrangement en bijstellen

2016-2017

2017-2018

2018-2019

Evalueren en bijstellen Evalueren en bijstellen

Uitvoeren volgens plan


Pagina 14 van 19


Integraal personeelsbeleid De kennis en bekwaamheden van de medewerkers worden op de geformuleerde doelen van de onderwijsinstelling afgestemd. Het onderwijsteam moet niet alleen bekwaam zijn, maar ook bekwaam blijven. De directie stelt het team in de gelegenheid zijn bekwaamheid te onderhouden. Het beleid van het Maris College wordt hierbij gevolgd. Het Maris College wil IPB vormgeven door middel van personeelsbeleid, van formatie- en taakbeleid en scholingsbeleid. Het Belgisch Park-beleid wordt bepaald aan de hand van het schoolplan en de doelstellingen. Met docenten worden de volgende gesprekken gevoerd: • normjaartaakgesprek; • op ontwikkeling gericht gesprek (o.o.g.); • beoordelingsgesprek. Wensen en behoeften van de individuele medewerker op het gebied van deskundigheidsbevordering worden zichtbaar gemaakt. Op Maris Belgisch Park heeft iedere docent een bekwaamheidsdossier waarin de volgende punten zijn opgenomen: • een overzicht van welke competenties beheerst worden; • een overzicht van welke competenties aandacht vragen; • afspraken rond het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Doelen 2015-2016 Inzet professionele leerge- Opzet professiomeenschap nele leergemeen-schap. Train de trainers


2016-2017

2017-2018

2018-2019

Pagina 15 van 19


Huisvesting In de zomer/najaar van 2013 is binnen Maris Belgisch Park de eerste fase van een ingrijpende verbouwing uitgevoerd. De leer- en werkomgeving voor leerlingen en docenten is verbeterd en dit heeft mede geleid tot een grotere toestroom van nieuwe leerlingen. Ontwikkelpunten Het gebouw moet worden aangepast om op termijn 650 leerlingen te kunnen huisvesten. Zo zullen er een aantal ruimtes, die nu voor andere doeleinden worden ingezet, worden omgebouwd tot lokalen. Meer leerlingen kunnen aannemen en grotere klassen formeren is cruciaal in tijden van bezuinigingen in het onderwijs. Daarnaast moet in de hele school de sanitaire voorzieningen worden gemoderniseerd. In alle verouderde lokalen moeten betere ICT-voorzieningen worden aangelegd en er moet klimaatbeheersing worden geïnstalleerd. Belgisch Park moet, conform de eisen van de Stichting Technasium, binnen afzienbare tijd beschikken over een technasium werkplaats. Beleidsvoornemens We streven ernaar de tweede fase van de verbouwing in schooljaar 2015-2016 te laten aanvangen. In augustus 2015 vertrekt de opleiding Media & Design uit het gebouw en dat geeft de gelegenheid te renoveren zonder uithuizing. Het aantal leerlingen dat in 2015-2016 op school zit, geeft nog de gelegenheid om zonder uithuizing te renoveren. In een later stadium zullen we door het toegenomen aantal leerlingen naar een tijdelijke behuizing moeten, wat extra zware kosten met zich meebrengt. Doelen Verbouwing tweede fase (klimaatbeheersing/sanitaire voorzieningen/ICT) Verbouwing Technasium werkplaats

2015-2016 Uitwerken plan verbouwing

2016-2017 Realisatie verbouwing

Uitwerken plan verbouwing

Realisatie verbouwing


2017-2018

2018-2019

Pagina 16 van 19


Relationeel beleid Onder relationeel beleid verstaan we het organiseren van een zo effectief mogelijke communicatie en samenwerking, zodat er optimaal contact ontstaat tussen management, het team, ouderraad, (toekomstige) ouders en leerlingen. Ook gezagdragers zoals gemeente, inspectie, centrale directie, nevenvestigingen, bedrijven, omwonenden en de media horen tot de relaties. Intern met leerlingen De communicatie met leerlingen gebeurt via diverse kanalen. Bij lesuitval van het eerste uur ontvangen ze een sms-bericht. In de Magisterapp worden roosterwijzigingen opgenomen die ze kunnen raadplegen. Daarnaast kunnen ze in de app hun cijfers zien en het huiswerk. Uiteraard maken we ook gebruik van email om de leerlingen op belangrijke zaken te attenderen. In het schoolgebouw hangen beeldschermen met een lichtkrant waarop mededelingen verschijnen. Intern met het team Er is wekelijks managementoverleg. Belangrijke zaken worden meteen gecommuniceerd met het volledige team. Iedere eerste dinsdag na een vakantie wordt een gebouwteamvergadering gehouden met het voltallige personeel. Alle speerpunten voor de daarop volgende periode worden besproken. Tijdens deze vergadering heeft ook het MR-lid de gelegenheid om verslag te doen van de MR-vergadering Extern met ouders De school brengt ouders en leerlingen op de hoogte van wat op school van belang is om leerlingen goed te laten presteren. Ouders en leerlingen brengen de school op de hoogte van zaken die het functioneren van leerlingen beïnvloeden. Samenwerking in een vroeg stadium is hierbij van groot belang. Ouders ontvangen brieven per mail en deze brieven worden ook op de website geplaatst, zodat ze via diverse kanalen kennis kunnen nemen van belangrijke mededelingen. Op de website staat informatie over de locatie, de schoolgids en de jaarplanning. Voorafgaand aan de vakanties krijgen de ouders een nieuwsbrief over de afgelopen periode en met een vooruitblik naar de daarop volgende periode. Voor alle klassen worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd waarop ouders worden geïnformeerd over uiteenlopende onderwerpen, bijvoorbeeld keuzemogelijkheden, uitleg over het PTA, of informatie over reizen en kennismakingsdagen. Daarnaast is er veelvuldig contact tussen ouders en mentoren, teamleiders, directie, absentenadministratie en docenten. Het front-office is sterk betrokken bij de school. Naast de ouderraad waarin vertegenwoordigers van alle locaties zitten, worden er vier keer per jaar klankbordavonden georganiseerd. Tijdens zo’n avond kunnen ouders met de locatiedirecteur en vaak ook met teamleiders op informele wijze van gedachten wisselen over het wel wee van de locatie.


Pagina 17 van 19


Extern met toeleverende (basis)scholen en nieuwe leerlingen We hebben goede relaties met de (basis)scholen waarvan onze leerlingen komen. De contacten met de basisscholen worden onderhouden door de aangestelde basisschool contactpersonen (BOC) en de teamleiders. De teamleiders hebben tevens contact met de aanleverende VO-scholen. We organiseren ieder jaar ‘Kom Maris Kijken’: een middag die leerlingen van basisscholen de gelegenheid biedt, kennis te maken met het Maris College. ‘Kom Maris Kijken’ op Belgisch Park is vooral gericht op wat er op deze locatie gebeurt. Uiteraard organiseren we een informatieavond en een open huis om ouders en leerlingen van groep 8 een beeld van onze school te geven. Daarnaast bieden we leerlingen van groep 7 en 8 de mogelijkheid om alvast een kijkje in de keuken van de school te nemen. Het pretechnasium wordt bezocht door delen van klassen van basisscholen. Voor het Technasium Atelier en het Stroom Atelier kunnen individuele leerlingen zichzelf aanmelden. Tijdens BOVO-uitwisselingsmarkten informeren docenten van groep 8 en docenten van onze school elkaar. Ontwikkelpunten De school wil voor het einde van het schooljaar 2014-2015 een communicatieen profileringsplan opstellen voor de komende jaren. In dit plan wordt onder meer een matrix opgenomen van de wijze van communicatie met de verschillende doelgroepen. Ook plannen voor de volgende speerpunten worden hier in uitgewerkt: • De communicatie tussen docenten en leerlingen kan beter. Hiervoor worden voorstellen gedaan in het communicatieplan. Verbetering is mogelijk in de feedback – mondeling en schriftelijk. Tevens wordt de rol van de coach in dit plan helder omschreven. • De komende jaren wil Belgisch Park groeien in leerlingaantallen. Ook het aantrekken van meer meisjes is een speerpunt. Belangrijk zijn hierbij de toeleverende scholen, ouders en leerlingen. Ook media, zoals krant, lokale radio en t.v. zijn hierbij doelgroepen. • De school wil meer gebruik maken van sociale media. Hiervoor wordt een ontwikkeltraject vastgesteld. • De contacten met toeleverende scholen kan worden geïntensiveerd door de rol van BOC’en te verstevigen. Ook dit wordt in het profileringsplan beschreven. Doelen Ontwikkelen communicatieen profileringsplan (mentoraat 3.0)

2015-2016 Plan uitvoeren (o.a. periodiek overleg ouders en mentor/themaavonden)


2016-2017 Plan evalueren en bijstellen

2017-2018 X

2018-2019 X

Pagina 18 van 19


Kwaliteitszorg 7.1

Inrichting van de kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg is het bewaken van de kwaliteit van alle aspecten van het onderwijs en het nemen van maatregelen om deze kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren. Uitgangspunten zijn: • •

de schoolleiding geeft op adequate manier onderwijskundig (inhoudelijk) en organisatorisch leiding en bezit voldoende relationele en sociale vaardigheden. de leraren zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat dat ondersteunend en uitdagend is. Zij geven op effectieve manier onderwijs en volgen de leerlingen systematisch en zorgen voor specifieke begeleiding bij problemen.

Sterke punten/ verworvenheden Maris Belgisch Park volgt het kwaliteitszorgsysteem van het Maris College. Schoolbrede instrumenten zoals Magister (leerlingen) en Magna View (docenten) worden daarvoor gebruikt. Jaarlijkse evaluaties vinden plaats aan de hand van zelfevaluatie en de vijf criteria gesteld in het onderwijsresultatenmodel. Leerlingen, ouders en medewerkers worden tweejaarlijks in tevredenheidsenquêtes bevraagd. De directie is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg. De onderwijsteams borgen de kwaliteitszorg binnen de school. Ontwikkelpunten Het locatieplan is leidend voor het formuleren van ontwikkelen verbeterpunten. De ontwikkelen verbeterpunten die volgen uit de verschillende beleidsterreinen worden SMART*-geformuleerd en uitgewerkt volgens de PDCA-cyclus** van Deming en zijn terug te vinden in de meerjarenplanning voor de periode 2015-2019. Doelen Ontwikkeling en uitvoering cyclisch proces voor alle beleidsterreinen (PDCA-cyclus en SMART) Tevredenheidsmetingen: Team /ouders/scholen/leerlingen incl. veiligheid

2015-2016 Directie en docenten kennen en werken volgens PDCA-cyclus en SMART uitwerken activiteiten

2016-2017 Evaluatie werkwijze

2017-2018 Aanstellen Kwaliteitszorg-coördinator

2018-2019

Tevredenheidsmeting leerlingen, ouders en docenten

Analyse uitkomst metingen en speerpunten verwerken in schoolplan

Tevredenheidsmeting: Leerlingen, ouders en docenten

Analyse uitkomst metingen en speerpunten verwerken in schoolplan


Pagina 19 van 19



Pagina 20 van 19

TOP-MAVO: Toonaangevend OpleidingsPerspectief

MARIS

HOUTRUST


Locatieplan Houtrust 2015-2019

Inhoudsopgave 1

2

3

4 5

Schoolgegevens..............................................................................................................2 1.1 School .......................................................................................................................2 1.2 Bestuur .....................................................................................................................2 1.3 Schoolgrootte ...........................................................................................................2 1.4 Organisatie ...............................................................................................................2 1.5 Positionering van de school ......................................................................................2 Onderwijsbeleid .............................................................................................................4 2.1 Locatiebreed beleid ..................................................................................................4 Ambities ............................................................................................................4 Sterke punten/verworvenheden .......................................................................4 Ontwikkelpunten ...............................................................................................5 Opbrengstenoordeel en ambities ......................................................................7 2.2 Onderbouw mavo/havo ............................................................................................7 Ambities ............................................................................................................8 Sterke punten/verworvenheden .......................................................................8 Ontwikkelpunten ...............................................................................................8 2.3 Onderbouw tweetalig mavo......................................................................................9 Ambities ............................................................................................................9 Sterke punten/verworvenheden .......................................................................9 Ontwikkelpunten ...............................................................................................9 2.4 Bovenbouw mavo ...................................................................................................10 Ambities ..........................................................................................................10 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................10 Ontwikkelpunten .............................................................................................10 2.5 Leerlingenzorg (van zorg naar coach) ......................................................................11 Ambities ..........................................................................................................11 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................11 Ontwikkelpunten .............................................................................................11 2.6 Taalbeleid ...............................................................................................................12 Ambities ..........................................................................................................12 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................12 Ontwikkelpunten .............................................................................................12 Kwaliteitszorg...............................................................................................................15 Ambities ..........................................................................................................15 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................15 Ontwikkelpunten .............................................................................................15 Huisvesting ...................................................................................................................17 Knelpunten ......................................................................................................17 Plannen ...........................................................................................................17 Interne en externe communicatie ................................................................................18 Ambities ..........................................................................................................18 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................18 Ontwikkelpunten .............................................................................................18

Maris Houtrust – locatieplan 2015-2019

Pagina 1 van 19


1 Schoolgegevens 1.1 School Maris Houtrust is onderdeel van Het Maris College.

1.2 Bestuur Het Maris College valt onder bestuur van VO Haaglanden.

1.3 Schoolgrootte Maris Houtrust telt momenteel zo’n 450 leerlingen en zal op termijn groeien naar 500 leerlingen. De school zal bestaan uit: • Leerjaar 1: 1 x T-mavo, 1 x havo, 1 x mavo/havo en 2 tot 3 mavo klassen. • Leerjaar 2: 1 x T-mavo, 2 x havo en 2 tot 3 mavo klassen. • Leerjaar 3: 4 x mavo klassen • Leerjaar 4: 4 x mavo klassen Om het bovenstaande te bereiken moeten er jaarlijks 130 nieuwe brugklassers instromen. Hoewel 130 nieuwe leerlingen een belangrijk autonoom streefcijfer is en we actief aan werving doen/zullen gaan doen, is de hypothese, dat een kwalitatief goede school ook leerlingen zal aantrekken. Dit principe vervult zichzelf wanneer wij streven naar een optimaal onderwijsleerproces. Na de brugklas mavo/havo zal er worden gekeken welke leerlingen er kunnen instromen in klas 2 havo. Na de 2e klas havo worden leerlingen bij voldoende resultaat op havo-niveau doorgeschakeld naar Maris Belgisch Park. Als het havo-niveau niet bereikt wordt dan stromen de leerlingen door naar 3 mavo en kunnen na het behalen van hun diploma alsnog instromen in havo 4.

1.4 Organisatie De organisatie bestaat uit een locatiedirecteur, een teamleider onderbouw, een teamleider bovenbouw, een onderen een bovenbouwteam van docenten en beheerspersoneel t.w. een conciërge, kantinemedewerkster en administratief personeel.

1.5 Positionering van de school Maris Houtrust wil de komende jaren zich profileren als TOP-Mavo, waarbij we leerlingen een toonaangevend opleidingsperspectief bieden. Wij zijn een mavo die leerlingen met ambitie ook een havo perspectief bieden. Onze locatie wil dat bereiken door duidelijk te profileren welke onderwijsprogramma’s we aanbieden en hoe die op elkaar aansluiten of aansluiten op een vervolgopleiding. Daarnaast formuleren we ijkpunten en doelen waardoor we kunnen meten wanneer we het etiket ‘excellente school’ van betekenis hebben voorzien. Bij de TOP-Mavo hoort ook een zelfsturend team. Dat betekent dat we het onderwijsleerproces op structurele wijze analyseren, evalueren en indien nodig, bijstellen volgens onderstaande PDCA-cyclus. Alleen op deze wijze kunnen we onze doelen bereiken. Maris Houtrust – locatieplan 2015-2019

Pagina 2 van 19


Binnen onze flex-programma’s dagen wij leerlingen uit om hun talenten te ontdekken en daarin te excelleren. Tevens bieden wij tweetalig onderwijs in de mavo aan om zo leerlingen meer kansen te bieden in een steeds internationaler wordende arbeidsmarkt. Het eerste deel van deze alinea geldt evenzeer voor het personeel van de locatie Houtrust. Wij vinden het belangrijk dat collega’s hun talenten ontdekken en/of zich daarvan bewust zijn en dat de collega’s die talenten ook optimaal (kunnen) benutten. Gelukkig is het team heel goed op weg om zelfsturend te worden. Er is genoeg draagkracht en draagvlak om de geoptimaliseerde doelen te realiseren. Wij willen voor iedere partner (leerlingen, ouders, onszelf) een transparante organisatie zijn. Leerlingen zijn actief en betrokken en dat willen wij ook bereiken met ouders en collega’s. Op welke wijze we bovenstaande doelen gaan bereiken, staat in dit plan beschreven.


Pagina 3 van 19


2 Onderwijsbeleid 2.1 Locatiebreed beleid Maris Houtrust richt zich op leerlingen met een mavo en mavo/havo advies. Leerlingen die aan het einde van klas 2 havo een voldoende resultaat behalen kunnen doorstromen naar 3 havo op locatie Belgisch Park. Wij bieden ook tweetalig onderwijs in de mavo aan. In deze speciaal samengestelde klassen bieden wij leerlingen meer kansen op de steeds internationaler wordende arbeidsmarkt. De leerlingen krijgen 70% van de lessen in het Engels aangeboden. In de onderbouw volgen de leerlingen Flex-vakken om zo te ontdekken waar hun talenten liggen. In de bovenbouw kiezen de leerlingen een Flex-vak als 7e examenvak. Samengevat werken we aan de optimalisering van de volgende opleidingen: • Tweetalige Mavo • Havo klas 1 en 2 met doorstroom naar 3 havo op BP • Mavo/havo brugklas met doorstroom naar 2 havo of 2 mavo • Mavo klas 3 en 4 (MTL) gericht op uitstroom naar het MBO • Mavo klas 3 en 4 met Masterclass (HTL) gericht op doorstroom naar 4 havo

T-MAVO Tweetalig mavo

HAVO

Twee eerste leerjaren havo

MAVO/ HAVO

MAVO

MTL mbo gerichte TL HTL havo gerichte TL

Brugklas

Ambities Maris Houtrust moet de komende jaren uitgroeien tot een TOP-Mavo waarbij we de leerlingen een toonaangevend opleidingsperspectief bieden. De school is aantrekkelijk voor leerlingen met een mavo-advies en mavo/havo-advies. Op twee manieren kunnen havo-leerlingen hun ambities waarmaken op Houtrust: de eerste is dat ze via havo 1 en 2 kunnen doorstromen naar havo 3 op BP. De tweede is, dat leerlingen na het behalen van hun mavodiploma alsnog havo 4 kunnen gaan doen. In de Masterclass (extra uren) bereiden we deze groep optimaal voor op de overstap naar 4 havo, doormiddel van een verrijkingsprogramma in de kernvakken: Nederlands, Engels en wiskunde. Dit beleid richt zich vooral op de opstroom van leerlingen. Naast het voorgaande zal het overige deel van de leerlingen na het behalen van hun mavodiploma doorstromen naar een opleiding in het ROC. Door een goede loopbaan oriëntatie willen wij de leerlingen goed voorbereiden op hun keuze van een opleiding in het ROC. De eindexamenresultaten blijven op peil of worden beter. Op Maris Houtrust wordt kwalitatief goed lesgegeven. Sterke punten/verworvenheden • • •

Maris Houtrust heeft voor de meeste vakken een steun uur waar leerlingen naar toe kunnen. Huiswerk begeleiding door Haags Studiepunt Alle medewerkers zijn bereid zich verder te ontwikkelen.


Pagina 4 van 19


• • • •

Op Maris Houtrust is het pedagogisch / didactisch klimaat vormgegeven rond de vijf rollen van de docent en dat resulteert in een aansprekend en motiverende wijze van lesgeven voor de leerlingen. Er wordt lesgegeven via het direct instructiemodel. Flex-vakken waar leerlingen hun talent kunnen ontdekken De eindexamenresultaten zijn voldoende

Ontwikkelpunten De onderstaande punten zijn voor het grootste gedeelte gericht op het versterken en zichtbaar maken van al ingezet beleid. Relatief nieuwe punten zijn: differentiatie binnen de les, een herkenbare Marisles volgens het directe instructiemodeI, activerende didactiek, ontwikkeling en toetsen volgens de RTTI-methode, verbeteren rendement onderen bovenbouw. WAT Ontwikkeling van het pedagogisch en didactisch repertoire van de docenten om voldoende met verschillen bij leerlingen om te kunnen gaan (macroniveau) Er wordt recht gedaan aan overeenkomsten en verschillen tussen leerlingen door differentiatie binnen de les (microniveau) Er is een herkenbare Marisles volgens het direct instructiemodel Er wordt gestuurd op actief betrokken leerlingen in de les Ontwikkeling van toetsen volgens de RTTI methode Leerlingbesprekingen mede n.a.v. deze toetsen, toepassen OMZA Structureren en vastleggen van afspraken en acties van de leerlingbespreking. Ontwikkeling doorlopende leerlijn rekenen zodat leerlingen hun

TOELICHTING Binnen de les differentiëren (ihk van langzame leerders, gemiddeld en excellent); toepassen op instructie en verwerking binnen les

EIGENAAR / PLANNING Vakdocenten (schoolleiding bekijkt naleving ingezet beleid met Kijkwijzer)

Schoolleiding bekijkt naleving ingezet beleid met Kijkwijzer) Leerlingen hebben acSchoolleiding bekijkt naletieve en afwisselende ving ingezet beleid met werkvormen Kijkwijzer) Docenten zijn voor het Ingezet 2013-training jan. grootste gedeelte opge- 2014;alle vakken onderleid. Huidige trainingen bouw RTTI-toets; vergavia Maris Academie en dering. vlg. RTTI deskundigheidsbevordering binnen teamoverleg Zie ook RTTI; Ingezet aug. 2014 Teamleiders

SCHOLING

Iedere docent kent het DI en past het toe

Met rekenprogramma Got It!


Er is een sectie rekenen opgezet; er is een Maris-

Maris Academie RTTI nieuw personeel

Maris Academie

Pagina 5 van 19


WAT rekentoets op 2F kunnen halen.

Collegiale lesbezoeken en intervisie om kwaliteit van de lessen te verbeteren Het rendement onderen bovenbouw wordt verbeterd. In 2019 treven we er naar dat 97% onvertraagd zal doorstromen. Zaken ‘rond’ de school worden actief en positief opgepakt

Ouders krijgen direct feedback, Verbeteren externe communicatie

TOELICHTING Volgen van resultaten op micro en macro-niveau Koppelen aan Rex-lessen Doel = collega’s leren van elkaar, bespreken een casus en reflecteren op eigen functioneren Voor alle onderdelen van het opbrengstenoordeel geldt dat we streven om uit te komen op de bovenwaarde van de grenswaarde. Het gaat hier om: de letterlijke ruimte rond de school (steegje, bos, omgeving, andere scholen bij LO) EN het gevoel/beeldvorming dat/die we zelf uitdragen

Ouders hebben het gevoel dat zij snel geholpen worden


EIGENAAR / PLANNING brede afname rekentoetsen onderbouw (v.a. aug. 2014) Rekendocenten stemmen af met Rex-docent Taak geven aan collega om dit op te zetten; rekening mee houden in jaarplanning en de jaartaak

SCHOLING Rekencursus “Het oplossen van talige rekenopgaven”

BOS op locatie

Jaarlijks bijhouden en evalueren van cijfers en dan bijstellen. Door het MT wordt dit besproken met de vakdocenten Intensief contact met schoolwijkagent door locatiedirecteur, conciërge is zichtbaar rond de school, mentoren bespreken gedrag rond de school preventief, positieve pers zoals T-mavo, MMA, studiereizen, onderhoud website Beleid ingezet aug. 2014 Ouders worden door receptionistes al inhoudelijk te woord gestaan of direct doorverbonden, terugbelafspraken worden gemaakt en nagekomen, schoolleiding handelt zaken snel af en stelt ouders hiervan in kennis (of laat weten er nog mee bezig te zijn), idem geldt voor mentoren/vakdocenten. Belangrijke info wordt verstuurd per mail aan ouders, op de website staan de algemene brieven en roosters Beleid ingezet v.a. aug. 2014

Pagina 6 van 19


Opbrengstenoordeel en ambities Na analyse van de gegevens van de opbrengstenkaarten, kunnen heldere streefdoelen ontwikkeld worden. Zeker als we dat afzetten tegen het predicaat TOP-Mavo. Onderdeel Onderwijspositie t.o.v. advies po Onderbouwsnelheid Rendement bovenbouw Gem. Cijfer eindexamen SE-CSE

Berekeningen 2014 (2011, 2012, 2013) Voldoende Nog onvoldoende Stijgende lijn (zit tussen grenswaarde) Goed (zit boven de grenswaarde) Stijgende lijn (qua resultaat)

Onderdeel Onderwijspositie t.o.v. advies po Onderbouwsnelheid Rendement bovenbouw Gem. Cijfer eindexamen SE-CSE

Score 2013 -0.19 86,43 87,98 6,35 0,14

Norm voldoende -0,24 93,77 83,92 6,03 vasthouden

Norm goed 91,12 6,34

De voorlopige cijfers in 2014 laten nieuwe feiten zien. Met name de rendementen bovenbouw zijn heel erg ingezakt. Dat zal veel invloed hebben op de kwaliteitskaart. Het is dus zaak dit weer op orde te krijgen en de andere onderdelen stabiel te houden. Klas juli 2014 1 2 3

Doublure 7% 14% 13%

Afstroom/weg 1% 10% 7%

Totaal 8% 24% 20% (landelijk = 7%)

Het gemiddelde cijfer CSE in 2014, ligt op 6,45 daar waar het landelijk gemiddelde 6,4 is. Veruit de meeste vakken zitten op of boven het gemiddelde. De vakken economie en kunstvakken II (drama) zitten ruim boven hun landelijk gemiddelde en halen het totale gemiddelde erg op. De vakken waarbij een winst te behalen valt, staan hieronder genoemd. Vak en resultaat 2014 Duits Frans Kunstvakken II tekenen Scheikunde (nask II)

Gem CSE 6,2 6,11 6,42 6.17

landelijk 6,3 6,6 6,5 6,4

2.2 Onderbouw mavo/havo Door de contacten met het basis onderwijs te intensiveren streven wij er naar om zo de instroom te vergroten en de leerlingen op het juiste niveau te plaatsen. Wij willen helder communiceren welk onderwijs wij op de locatie verzorgen. Tevens willen wij ons meer etaleren met de Flex-vakken waarin leerlingen hun talenten ontdekken. Het beleid is er op gericht om leerlingen zo hoog mogelijk te laten uitstromen zonder vertraging.


Pagina 7 van 19


Ambities De leerlingen die in de brugklas worden geplaatst intensief begeleiden zodat zij onvertraagd de 3e klas halen. In de brugklas maken we een verdeling van T-Mavo, Havo, Mavo/Havo en Mavo klassen. Wij willen de betrokkenheid van ouders vergroten zodat zij medeverantwoordelijk worden voor het leerproces van hun kind en ouders handreikingen bieden hoe zij het beste hun kind kunnen begeleiden met hun schoolwerk. Voor leerlingen die meer begeleiding nodig hebben om succesvol over te gaan willen wij een contractcoach instellen. De contractcoach (een docent) begeleidt de leerling en zijn of haar ouders. Hiervoor zal een selectie plaatsvinden en ouders en leerlingen komen voor een intakegesprek voor dit begeleidingstraject. Sterke punten/verworvenheden • •

Een 2-jarig mentoraat. Betrokken mentoren Ontwikkelpunten

WAT

Magister intensief gebruiken als leerlingvolgsysteem door alle docenten. Leerlingen verantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces. Ouderbetrokkenheid vergroten om zo een medeverantwoordelijkheid te creëren. Intensiveren van en de terugkoppeling naar het basisonderwijs door de aan onze locatie verbonden Basisonderwijs Contactpersoon (BOC). Overleg tussen Flex-docenten om leerlingen een nog betere keuze voor hun Flex-vak te laten maken. Rapportvergadering en leerlingbespreking via RTTI model om zo de uitval te beperken Inzet steunuren optimaliseren en vanuit rapportbesprekingen input hiervoor.

TOELICHTING

Alle contacten worden in het logboek gezet door de mentoren Zelfstandigheid, studieplanning

EIGENAAR / PLAN-

Doorlopend door docenten. Teamleiders zien hier op toe. Docenten en mentoren in mentorles

Mentorschap 3.0

Schoolleiding en mentoren

Een warme relatie onderhouden met de basisschool

Vanaf 2015; start eind schooljaar 2014; meer Boc’ers op de locatie aanstellen, Boc’ers goed inwerken

Twee tot drie keer per jaar een overlegmoment

Vanaf augustus 2015 in planning opnemen Flex-docenten

Tevens OMZA-model invoeren

Teamleiders sturen dit aan vanaf 2015

Als leerlingen hiervoor in aanmerking komen zal dit

Mentoren en teamleiders


SCHOLING

Maris Academie Masterclass motivatie Maris Academie Masterclass mentorschap 3.0

Pagina 8 van 19


WAT

TOELICHTING

door de mentor aan ouders worden gecommuniceerd. Een contractcoach begeleidt een leerling en ouders intensief en is aanspreekpunt. Ouders en leerling ondertekenen een contract.

Contractcoach

EIGENAAR / PLAN-

Uitwerking door de schoolleiding in 2015

Streefdoelen doorstroom naar de bovenbouw Klas juli 2014 Doublure Afstroom/weg 1 2

7% 14%

SCHOLING

1% 10%

Totaal 8% 24%

Streefdoel 3% 5%

2.3 Onderbouw tweetalig mavo De T-MAVO is in het schooljaar 2013-2014 van start gegaan met 19 leerlingen, en in 20142015 is er een nieuwe groep begonnen van eveneens 19 leerlingen. Om de tweede-taal verwerving zo goed mogelijk te laten verlopen wordt er in de onderbouw bewust sterk ingezet op de Engelse taal: 70 % van de gegeven lessen is in het Engels. De volgende vakken worden in het Engels gegeven: Aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde, biologie, beeldende vorming, gymnastiek en Engels. Ambities Om te voorkomen dat klassen erg klein worden moet de instroom groter zijn. Hier ligt een taak voor PR: doelgerichte PR en meer samenwerking met basisscholen is noodzakelijk. De opleiding zal in de komende jaren verder ontwikkeld worden. Sterke punten/verworvenheden • •

Sterk mentoraat Intensieve ouderbetrokkenheid bij T-mavo Ontwikkelpunten

WAT PR-activiteiten zoals folders, filmpjes en uitnodigingen naar basisscholen Contacten met tweetalige ROC-afdelingen leggen voor voorlichting aan t-mavo leerling

TOELICHTING

EIGENAAR / PLANNING Coördinator t-mavo Aug 2015

Tweetalige vervolgopleidingen in kaart brengen

Decaan


SCHOLING

Pagina 9 van 19


Bezoek aan en van basisscholen met “Language Village” Verbeteren eigen taalniveau van docenten tot C2 (mondeling en schriftelijk) Faciliteren en inroosteren uren wereldburgerschap (EIO) Ontwikkeling en bijstelling van het curriculum

Taaldorp activiteiten

Team t-mavo Aug 2015 Team t-mavo 2015-2019

Ieder leerjaar WB-uren in lessentabel

Directie Aug 2015

Zowel lesinhoud als deskundigheid van docenten

T-mavo team doorlopend

Maris Academie 3 x Angliatraining

Maris Academie 2 x Clilltraining

2.4 Bovenbouw mavo In de bovenbouw starten de leerlingen met hun examenpakket. Leerlingen kiezen in de 3e klas nog twee sectoren om zo lang mogelijk de keuze voor een specifieke sector uit te stellen. Aan het einde van de 3e klas laat de leerling 1 sector vallen. Daarnaast kiest de leerling een Flex-vak als zevende examenvak. De bovenbouw is ingedeeld in de volgende twee stromen: • MTL is de mavo-opleiding die gericht is op doorstroom naar het mbo. • HTL is de mavo-opleiding die gericht is op doorstroom naar de vierde klas havo op Maris Belgisch Park. Deze stroom is bedoeld voor leerlingen die door hun studiehouding laten zien dat zij havo-onderwijs aankunnen na de mavo. Speciaal voor deze leerlingen is er vanaf het derde leerjaar de Masterclass waarin zij extra lessen aangeboden krijgen. Ambities De route van 4 mavo naar 4 havo willen wij stimuleren bij leerlingen. Hiervoor zal er een Masterclass worden opgezet. De leerlingen krijgen in de derde klas drie periodes één uur per week extra les in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. In de vierde wordt dat opgevoerd naar twee uur extra les per week. Deze vakken zijn erg belangrijk om in het havo goed te kunnen presteren en om het verschil tussen mavo en havo goed te kunnen overbruggen. Daarnaast is het natuurlijk een goede manier om de leerlingen ook voor te bereiden op het eindexamen mavo. Sterke punten/verworvenheden • •

Goede eindexamenresultaten. Oudertevredenheid Ontwikkelpunten

WAT Ontwikkeling doorlopende leerlijn rekenen.

TOELICHTING Voor leerlingen die een ruime voldoende op 2F hebben uitdagen om de 3F toets te doen.


EIGENAAR / PLANNING Rekendocenten Aug 2015 10% van de leerlingen

SCHOLING Maris Academie Rekencursus “Talige rekenopgaven”

Pagina 10 van 19


Ontwikkeling van het LOB programma

LOB dossier aanleggen per leerling

Decaan en mentoren Aug 2015

De doorstroom naar de havo na het behalen van het mavo diploma (Masterclass)

Docenten werven Lessenserie opzetten Einddoel formuleren In rooster inpassen

Streefdoelen eindexamencijfers Frans en Scheikunde

Vakwerkplannen bespreken met schoolleiding; nulmetingen houden begin examenjaar, verbeterplan maken, risicoleerlingen examen in beeld brengen en hiervoor inspanningen verrichten

Schoolleiding maakt randvoorwaarden, docenten voeren uit Start lessen: per. 2 20152016 Vakwerkplan en verbeterplan mei 2015 Nulmeting: okt. 2015 1meting januari 2016 Streefcijfer eindexamen 2016: Frans: 6,5; verschil SE-CSE < 0,5 Scheikunde: 6,4

Decaan schoolt mentoren hierin

2.5 Leerlingenzorg (van zorg naar coach) De vestiging Maris Houtrust vindt dat leerlingenzorg geïntegreerd moet zijn in het onderwijsleerproces. De mentor vervult hierin de centrale rol en wordt hierin structureel ondersteund door de teamleiders en de zorgcoördinator. Mentoren begeleiden de leerlingen intensief om zo de schoolloopbaan succesvol te laten verlopen. Ambities Wij willen de ouderbetrokkenheid vergoten met het doel dat ouders medeverantwoordelijk zijn voor het leerproces van hun kind. De komende jaren willen wij mentorschap 3.0 invoeren en ouders handreikingen bieden hoe zij hun kind het beste kunnen begeleiden en ondersteunen bij hun schoolwerk. Daarnaast willen wij de samenwerking tussen de locaties op het gebied van expertise ontwikkeling voor de zorg bevorderen. Sterke punten/verworvenheden • •

2 jarig mentoraat Mentoren hebben regelmatig contact met ouders Ontwikkelpunten

WAT De mentor zet een mailgroep op en betrekt de ouders hiermee persoonlijk Opzetten mentorschap 3.0 Ouderbetrokkenheid vergroten

TOELICHTING Mentoren sturen 1 keer per periode een algemene mail over het wel en wee van de klas Mentoren scholen


EIGENAAR / PLANNING Mentoren

SCHOLING

Directie / teamleiders 2015-2016

Maris Academie Masterclass Mentoraat 3.0

Pagina 11 van 19


Structureel overleg zorgcoördinator en mentor

Inroosteren overlegmomenten

Zorgcoördinator Aug 2015

2.6 Taalbeleid Taalbeleid is aanvankelijk Marisbreed opgezet, maar voor de komende jaren is een locatiespecifiek taalbeleid efficiënter. Het onderliggend beleid bestaat uit de algemene, landelijke eisen. Deze hebben we vertaald in een uitvoeringsbeleid op de vestiging. Ze krijgt het taalbeleid voor iedere vakdocent handen en voeten. Ook is voorzien in een cyclische kwaliteitsbewaking. Omdat dit laatste nog niet verankerd is in het huidige onderwijsleerproces, zal de totale beschrijving vallen onder het kopje ‘ontwikkelpunten’. Dit kopje zal de kern zijn van de beschrijving en de doelen van de komende jaren. Ambities De ambitie van de locatie is om alle leerlingen op het taalniveau 2F te brengen op het moment dat zij eindexamen doen. Daarnaast zullen de leerlingen van de Masterclass aan het einde van de vierde klas op weg zijn naar 3F. Sterke punten/verworvenheden Geconstateerd is, dat het team, met name de sectie Nederlands op de locatie, zich bewust is van taalbeleid evenals de uitvoering ervan. Hierbij doelen we op het eindniveau (2F) en de manier om daar te komen. In de sectie Nederlands wordt hier regelmatig aandacht aan besteed en er worden ook besluiten genomen. Tegelijkertijd gebruiken de leden van de sectie Nederlands ook de uitkomsten van de VAS-toetsen en de diataaltoetsen om prestaties en doelen bij te stellen. Ook worden deze uitkomsten in het gehele team besproken en aan de mentoren ter hand gesteld, zodat deze met ouders besproken kunnen worden. Daarnaast is waar te nemen, dat zwakke lezers, verwezen worden naar de TEX-lessen als het gaat om begrijpend lezen of naar de steunlessen voor Nederlands. Er wordt daarnaast soms gewerkt met vaktaallijsten voor een bepaald vak. In de onderbouw zijn de leerlingen verplicht een leesboek mee te nemen en dat wordt ook gecontroleerd. De conclusie is, dat er al veel gebeurd, maar geconstateerd kan worden, dat er nog winstpunten te behalen zijn op de onderstaande punten. De winstpunten hebben betrekking op het inhoudelijk toepassen van het taalbeleid, dan wel de systematiek en/of de kwaliteitsbewakingscyclus. Het grootste winstpunt wordt echter behaald als iedere docent dit beleid toepast. Ontwikkelpunten De onderstaande punten zijn vooral gericht op het versterken en zichtbaar maken van al ingezet beleid. Daarnaast betreft de opzet van de Masterclass ook nieuw beleid. Naast het verhogen van prestaties van taalzwakke leerlingen, is met de Masterclass ook het uitbouwen van excellentie geborgd.


Pagina 12 van 19


WAT Iedere docent kent het taalbeleidsplan Iedere docent kan de scores van de VAS- en diataaltoetsen interpreteren Iedere docent kan inspanningen toepassen om leerlingen met taalzwakte te helpen

Leerlingen die moeite met taal hebben, worden verwezen naar de TEX-lessen Van de leerlingen die TEXlessen of steunlessen volgen, wordt het rendement gemeten van deze lessen, m.a.w. helpt de extra inspanning?

TOELICHTING Verspreiden als onderdeel loc. plan en tijdens de teamvergadering apart Nagaan wie dat nog niet kan; evt. studie-uur met toelichting hierover Nagaan wie dat nog niet kan; evt. studie-uur met toelichting hierover

EIGENAAR/PLANNING Schoolleiding 2015

Gebeurt al, maar systematisch lijsten bijhouden, nagaan of iedere leerling daar ook zit Diataaluitslagen voor deze leerlingen apart interpreteren

Zorgcoördinator (geeft ook de lessen in 2015)

Schoolleiding/taalambassadeur. 2015 Schoolleiding/taalambassadeur. Sectie Nederlands 2015

Eind schooljaar 2015 Zorgcoördinator, teamleiding, ass. Sectie Nederlands

Alle vakdocenten hebben een lijst (per leerjaar) van vaktermen bij hun vak

Nvt; na overleg in sectie Ma- Alle docenten; eind schoolrisbreed jaar 2015 Docenten denken na over de vorm

Inpassen in DI-model Is gebeurd aanvang schooljaar 2015-2016

Van VAS-toetsen (aangaande taal) en diataaltoetsen zijn micro- en macro-analyses gemaakt

Per leerling is inzichtelijk gemaakt waar de leerling op dat moment staat. Hierdoor worden eventuele inspanningen concreet gemaakt. Macro-analyses kunnen gemaakt worden per leerjaar en per team. Op deze manier worden trends inzichtelijk.

Na iedere afname worden deze analyse gemaakt door de taalamb. en besproken met de teamleider, waarna afgesproken wanneer de docenten op de hoogte worden gebracht. 1e keer op deze manier: na eerstvolgende afname diataal en VAS. In team-of gebouwteamvergadering door taalambassadeur Schoolleiding bewaakt dat dit gebeurt. Bij overgangsvergadering taalaspect meenemen, zodat bij start schooljaar 2015-2016 de TEX-lessen gevuld zijn. Zorgcoördinator deelt leerlingen in bij TEX. Mentoren zorgen dat lln. bij vakdocenten de steunlessen volgen. Docent

Deze vaktaalwoorden komen tijdens de lessen herkenbaar aan de orde

Deze analyses worden kenbaar gemaakt tijdens teamen/of gebouwoverleg

Naar aanleiding van deze analyses worden het beleid, en/of de inspanningen bijgesteld

Leerlingen worden ingedeeld bij Tex-lessen of steunlessen. Daarnaast wordt bekeken hoe


Pagina 13 van 19


WAT

TOELICHTING

Op weg naar niveau 3F tijdens Masterclass

Leerlingen in de derde krijgen 1 semester 1 uur extra Nederlands. (gericht op havo 4) Leerlingen in de vierde krijgen 1 semester 2 uur extra Nederlands (gericht op havo 4) Daarnaast kunnen deze leerlingen een uur TEX-les per week volgen om hun woordenschat/leesvaardigheid) te vergroten/verhogen

deze leerlingen in de regulieren lessen adequaat te helpen. Als er trends worden waargenomen, dan overleg in MT. Van leerlingen wordt bijgehouden hoe de voortgang m.b.t. hun taalniveau is (bij de nieuwe toetsronde)


EIGENAAR/PLANNING

brengt ouders op de hoogte dmv brief (mail). Adequaat helpen tijdens les inpassen binnen DI: 2015-2016 Schoolleiding stelt zo nodig beleid bij. Inzichtelijk wordt of de inspanningen helpen en hieruit volgen nieuwe acties. Opzetten en invullen masterclass Nederlands. Opzetten en invullen TEX-les 3F. Aanzet en randvoorwaarden: schoolleiding Uitvoering: sectie Nederlands 2015-2016 e.v.

Pagina 14 van 19


3 Kwaliteitszorg Ambities We pakken de door de inspectie noodzakelijke geachte verbeteringen planmatig aan . Op Maris Houtrust geven alle docenten via het directe instructiemodel hun lessen vorm zodat er voor leerlingen een herkenbare Maris Houtrust les is. Iedereen werkt aan de verbetering van de lessen Sterke punten/verworvenheden • • • •

Rapportage aan de ouders via internet. Alle docenten zijn bekend met het directe instructiemodel, docenten worden hier ook op beoordeeld. Betrokken docenten en mentoren die goed op de hoogte zijn van het functioneren van hun mentorleerling Het DI wordt goed gebruikt maar nog niet overal Ontwikkelpunten

WAT Eenduidig benutten en gebruiken van Magister. Eenduidig interpreteren en toepassen huisregels van de school Het onderwijsaanbod transparant maken en de kwaliteit van de toetsing borgen via RTTI Intensiever contact onderhouden met ouders (mentorschap 3.0) Intervisie bijeenkomsten opzetten Collegiale lesbezoeken

Resultaten verhogen d.m.v. streefdoelen per examenvak (welk gemiddelde wil je behalen?) Planmatige analyse van scores diataal en citovolgsysteem, zowel op leerlingniveau als maconiveau (per klas, per jaarlaag) Nulmeting aan het begin van het schooljaar voor

TOELICHTING Via vaste items het logboek invullen Eenduidige uitvoering komt leerlingen ten goede Uitwerken van de verschillende stromen

EIGENAAR/PLANNING Teamleiders zien hier op toe Aug 215 Iedereen

Vergroten ouderbetrokkenheid

Mentoren

Directie/vaksecties Aug 2015 Maris Academie Masterclass mentorschap 3.0 Maris Academie PLG Maris Academie PLG

BOS op locatie (AKN) GND en BRG hebben hiermee al een start gemaakt. Dit moet verder worden opgepakt Jaarlijks met de vakdocent de behaalde doelen doornemen en evalueren. PDCA-cyclus


SCHOLING

Directie/teamleiders


Coördinator op locatie (BGN)

1-meting in januari voor elk examenvak

Pagina 15 van 19


WAT examenklassen, voor elk examenvak Planmatige analyse van de steunlessen en TEXen REX-lessen om de vraag te beantwoorden: helpt de extra ondersteuning? De lesbezoeken van de schoolleiding ook gebruiken om te kijken of het beleid is geland in de organisatie Absenties van leerlingen terugdringen. Plannen en doelen uit dit locatieplan voeren we ook uit (plus evaluatie en bijstelling)

TOELICHTING

EIGENAAR/PLANNING

SCHOLING

Parallel inroosteren

RT’er samen met teamleiders


Al ingezet beleid verder uitbouwen Locatieplan is bekend bij iedereen, is herkenbaar en uitvoerbaar. De volgorde van de voornemens is duidelijk evenals de gewenste doelen.


Teamleiders en mentoren De schoolleiding neemt hierin het voortouw, stelt de randvoorwaarden en verzorgt de planning. Iedere Houtrustdocent voelt zich verantwoordelijk en voelt zich ook gehoord over een (naar zij/haar idee) optimale uitvoering van de plannen

Pagina 16 van 19


4 Huisvesting Knelpunten Het gebouw van Maris Houtrust is in 2009 in gebruik genomen. Het huidig aantal leerlingen van 450 op Houtrust is te laag voor de capaciteit van het gebouw. Het is zaak dat we de komende jaren groeien naar een leerlingaantal van 500. Plannen Door een heldere communicatie en intensieve samenwerking met het basisonderwijs proberen wij hiermee de instroom te vergroten.


Pagina 17 van 19


5 Interne en externe communicatie Ambities We maken duidelijk dat er op Houtrust verschillende stromen zijn t.w.: • Tweetalig mavo • Havo klas 1 en 2 • Mavo/Havo brugklas • Mavo • Route 4 mavo – 4 havo via Masterclass Daarnaast werken we met ouderbetrokkenheid nieuwe stijl, waarin ouders meer betrokken worden bij het leerproces van hun kind. Sterke punten/verworvenheden • •

Goede contacten met ouders en ouderraad; Contacten met basisscholen via de BOC’ers Ontwikkelpunten

WAT Accepteren en geven van feedback, kwetsbare opstelling Een meer formele besluitvormingsstructuur inrichten, met name voor het mentoroverleg en leerlingbespreking. Ouderklankbordgroep Ouderbetrokkenheid (samen werken aan resultaten). Marisfoon Meer BOC’ers aanstellen vanuit de locatie

TOELICHTING

EIGENAAR/PLANNING Allen

Meer tijd in de jaarplanning op dinsdag inruimen

Directie/teamleiders Aug 2015

Structureel overleg Communicatie naar buiten

Directie Directie / mentoren

Maandelijks informatieblad voor ouders BOC’ers onderhouden persoonlijk contact met basisscholen

Directie


Directie

Pagina 18 van 19



Pagina 19 van 19

Maris Bohemen daagt je uit

MARIS

BOHEMEN


Locatieplan Bohemen 2015 - 2019

Inhoudsopgave 1 2

3

4

5

6

Inleiding / voorwoord .........................................................................................2 Schoolgegevens .................................................................................................3 2.1 School ...................................................................................................................... 3 2.2 Bestuur..................................................................................................................... 3 2.3 Schoolgrootte / locatiegrootte ................................................................................. 3 2.4 Organisatie ............................................................................................................... 3 2.5 Positionering van de school / de locatie ................................................................... 4 Onderwijsbeleid ..................................................................................................5 3.1 Onderbouw .............................................................................................................. 5 3.2 Taal- en rekenbeleid ................................................................................................. 5 3.3 Aanscherpen toetsbeleid .......................................................................................... 5 3.4 Verbetering keuzeproces .......................................................................................... 6 3.5 Relatie PO – VO ........................................................................................................ 6 3.6 Digitalisering ............................................................................................................ 7 3.7 Doorstroom Onderbouw .......................................................................................... 7 3.8 Bovenbouw .............................................................................................................. 7 3.9 Loopbaanoriëntatie (LOB) ........................................................................................ 8 3.10 Digitalisering ............................................................................................................ 8 3.11 Taal- en rekenbeleid ................................................................................................. 8 3.12 Examenresultaten .................................................................................................... 9 3.13 Leerlingenzorg ........................................................................................................ 10 Kwaliteitszorg ...................................................................................................12 4.1.1 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................12 4.1.2 Ontwikkelpunten .............................................................................................12 4.1.3 Beleidsvoornemens .........................................................................................12 Financieel en materieel beleid (inclusief huisvesting) ..................................13 5.1.1 Sterke punten/verworvenheden .....................................................................13 5.1.2 Ontwikkelpunten .............................................................................................13 5.1.3 Beleidsvoornemens .........................................................................................13 Interne en externe communicatie....................................................................14 6.1 Intern (leerlingen) .................................................................................................. 14 6.2 Extern (ouders) ....................................................................................................... 14

Maris Bohemen – locatieplan 2015 - 2019

Pagina 1 van 15


Inleiding / voorwoord Maris Bohemen heeft voor 2015 – 2019 een aantal belangrijke speerpunten, te weten: 1. Loopbaanoriëntatie (LOB) van klas 1 t/m klas 4 vormgeven. 2. Leerlingbegeleiding met het accent op coaching in plaats van op zorg. 3. Het taal- en rekenbeleid aanpakken. Alle leerlingen op het gewenste en/of naar een hoger niveau brengen. 4. De vernieuwing van het vmbo optimaliseren door heldere en realiseerbare keuzes te maken, uitgaand van prioriteiten als: • Interesse en aanleg • Vervolgopleiding • Maatschappelijke relevantie • Werkgelegenheid in de regio 5. Het starten van een zogenaamde ‘masterclass vmbo’. Om zover te komen wordt gekeken naar de intrinsieke motivatie van de leerlingen. Om leerlingen uit te dagen kunnen zij enkele vakken op een hoger niveau afsluiten. Hiervoor is een mentaliteitsverandering nodig bij leerlingen, docenten en ouders. Voor de docenten zou dit onder andere door een training/cursus kunnen, ouders moeten nog meer bij het leerproces van kind betrokken worden, mentoren kunnen hun leerlingen door coaching motiveren en de school gaat ook huiswerkbegeleiding aanbieden. • We gaan leerlingen in staat stellen om bepaalde AVO-vakken op een hoger niveau te volgen. • Het aantal leerlingen dat in aanmerking komt voor een masterclass in klas 2 / 3 wordt geïnventariseerd. • Het MT doet navraag, c.q. onderzoek op andere scholen die al met een masterclass werken. • Naast de 3 TL-klassen start een GL-(gemengde leerweg) klas. In de volgende hoofdstukken worden deze speerpunten nader toegelicht.


Pagina 2 van 15


Schoolgegevens School Maris Bohemen is onderdeel van Het Maris College.

Bestuur Het Maris College valt onder bestuur van VO Haaglanden.

Schoolgrootte / locatiegrootte Onderbouw - we streven naar: 6 x 1e klas (1TL / 2KGT / 3K) 6 x 2e klas (idem), 25 leerlingen per klas. Evt. met een geleidelijke afbouw naar 5 x 1e klas en 5x 2e klas in de aanloop naar 2020 toe. Bovenbouw – we streven naar: 1x Management & Lifestyle 1x Economie & Ondernemen 1x Sport Dienstverlening & Veiligheid 1x Techniek 2x Theoretische Leerweg

totaal: 25 x 2 = 50 leerlingen totaal: 25 x 2 = 50 totaal: 25 x 2 = 50 totaal: 25 x 2 = 50 totaal: 50 x 2 = 100

Organisatie Maris Bohemen is nu nog de hoofdvestiging van de scholengroep en biedt daarom ook plaats aan: • de kerndirectie, te weten de algemeen directeur en de plaatsvervangend algemeen directeur, • de centrale financiële en personeelsadministratie, • kern ICT. Maris Bohemen, de locatie: • de locatiedirecteur, • 5 teamleiders, (2 x onderbouw, 1x TL/SD&V, 1x E&O/Techniek, 1x M&L). • vaste onderwijsteams voor verbetering overleg en structuur + aandacht voor leerlingen. • ondersteunend team opgesplitst in twee groepen, te weten: o Onderwijs ondersteunend personeel zoals de conciërge, front & backoffice en kantinepersoneel, o Niet lesgevend ondersteunend personeel zoals zorgcoördinatoren en onderwijsassistenten.


Pagina 3 van 15


Positionering van de school / de locatie Maris Bohemen is een moderne vmbo-school die leerlingen optimaal de kans biedt om zich zowel op kader- als op (G)TL-niveau te onderscheiden. In Den Haag staat de school zeer goed aangeschreven en de aanmelding van nieuwe leerlingen verloopt al jaren boven verwachting. De school streeft ernaar om blijvend goede contacten te onderhouden met basisscholen. Daarbij is het toelatingsbeleid van groot belang. Dit wordt dan ook jaarlijks geëvalueerd, aangescherpt en naar de laatste inzichten vernieuwd. Door goed te screenen en leerlingen juist te plaatsen, moet in de komende jaren het aantal leerlingen dat blijft zitten of afstroomt teruggebracht worden naar een minimum. Op Maris Bohemen willen we leerlingen optimaal voorbereiden op elke gewenste doorstroommogelijkheid. Dat kan doorstroom in de richting van het MBO betekenen maar leerlingen die de ambitie hebben om door te stromen naar de havo zullen daartoe ook gestimuleerd en in de gelegenheid worden gesteld. Binnen Maris Bohemen bevorderen we in de komende jaren de prestatiegerichte cultuur. Daardoor hopen we dat de ambitie van leerlingen om het hoogst haalbare te bereiken, vergroot wordt. Het eerste streven is dan ook om in de komende vier jaren de resultaten te brengen van voldoende naar goed en van goed naar excellent.


Pagina 4 van 15


Onderwijsbeleid Onderbouw Op Maris Bohemen krijgen leerlingen de kans zich te onderscheiden op kader- en (g) tl-niveau. Na een uitgebreide screening worden leerlingen in de onderbouw in een theoretische leerweg-klas (tl-), een kader-gemengd- theoretische leerweg-klas (kgt-) of een kaderberoepsgerichte leerweg-klas (kader-) geplaatst. Tijdens de eerste twee leerjaren behouden de leerlingen dezelfde mentor. Zij worden zo nauwlettend gevolgd, waardoor het juiste niveau bij de overgang van klas één naar twee of klas twee naar drie definitief wordt vastgesteld. In de zogenaamde kgt-klassen krijgen de leerlingen toetsen zowel op tl- als op kaderniveau.

Taal- en rekenbeleid Vanaf de brugklas wordt vastgesteld op welk niveau de leerlingen op zowel taal- als rekengebied instromen. Aan de hand van bijgaande matrix tonen we naar welk niveau we onze leerlingen willen brengen. Iedere klas heeft een rekenles. Leerlingen met een achterstand, gemeten met signaleringsinstrumenten (CITO VAS, Diataal en overige proces- en productgegevens), krijgen ondersteuning in de vorm van extra taal- en rekenlessen. In alle lessen wordt het rekenen taalbeleid gevolgd. We leggen meer nadruk op het taalbeleid door het gebruik van de taalkaart tijdens alle lessen. Elke docent is taaldocent en moet dit ook bewijzen (zie punten Kijkwijzer). Het MT voert hier actief beleid op. Tijdens lesbezoeken wordt taal- en rekenbeleid een speerpunt. We ondersteunen elkaar hierin en stellen meer eisen aan docenten. Formats en strategieën in rekenen taalonderwijs moeten overeenkomen bij de verschillende vakken en docenten. Het doel bij rekenen en taal is eind leerjaar 1 alle leerlingen op naar 2F (laag) en eind leerjaar 2 op weg naar 2F (hoog) of 2F.

2016 2017 2018 2019

< 2F (aangepaste toets) 10% 10% 10% 5%

2F

3F

90% 80% 70% 65%

0% 10% 20% 30%

Aanscherpen toetsbeleid Door het gebruik van de Diataal- en VAS-toetsen kan al in een vroeg stadium worden vastgesteld op welk niveau leerlingen instromen. Van daaruit wordt naar het gewenste niveau gewerkt. Het streven is om met gebruik van de Diataal toetsen de groei per leerling en per klas jaarlijks in beeld te brengen. Daarnaast geven de RTTI-toetsen, die geleidelijk in de onderbouw zijn ingevoerd, meer inzicht in het niveau van de leerling.


Pagina 5 van 15


Verbetering keuzeproces In de komende jaren wordt loopbaanoriëntatie (LOB) vanaf de brugklas ingevoerd en speelt gedurende de gehele schoolloopbaan van de leerling een rol. LOB klas 1  Mentorlessen aanpassen    

Aanleggen van digitaal portfolio, digitaal met Qompas Kennismaken met vernieuwing binnen vmbo door aangepaste flexlessen Ouderbetrokkenheid verbeteren TSO-lessen betrekken bij LOB LOB klas 2

Keuzeproces helder begeleiden tijdens mentorlessen Voorlichtingsavond voor ouders in maart Opbouw van een digitaal portfolio Ouderbetrokkenheid, bv. door ouders zelf de BIT-test af te laten nemen zodat zij aan kunnen geven waar hun kind goed in is.  Spots on Jobs bezoeken  Good practices (oud-leerlingen uitnodigen/ouders over hun beroep laten vertellen)    

 Bezoek aan alle afdelingen met voorlichting over het totale vakkenpakket  Format voor warme overdracht van de mentor (onder andere in Magister)  PSO-week

Relatie PO – VO De inzet van basisonderwijs contactpersonen is van grote waarde en blijft een speerpunt voor de komende jaren. Daarnaast onderhouden zowel deze mensen, als de teamleiders onderbouw nauw contact met zoveel mogelijk basisscholen door het geven van voorlichting en advies in de maanden voorafgaand aan de werving. Maris Bohemen neemt deel aan de BoVo-bijeenkomsten. In november vindt altijd een zorgvuldige terugkoppeling van de resultaten en het functioneren van onze brugklasleerlingen plaats en in juni worden de nieuwe leerlingen uitgebreid besproken. De organisatie van kennismakingsbijeenkomsten voor de leerlingen van groep 8 van diverse basisscholen is een vast gegeven in het schooljaar. Alle docenten van Maris Bohemen, zowel van de onder- als de bovenbouw, zijn doordrongen van het belang van deze bijeenkomsten voor de werving van nieuwe leerlingen. Het draaiboek voor deze bijeenkomsten staat nu als een huis, maar zal voortdurende geactualiseerd worden. Tot slot is het van belang om het vak Techniek al onder de aandacht van basisschoolleerlingen te brengen. Docenten van Maris Bohemen kunnen hier een belangrijke rol in spelen door voorlichting en introductielessen te verzorgen. Andersom kunnen wij MBO-docenten uitnodigen om onze leerlingen te motiveren voor Techniek als vervolgopleiding.


Pagina 6 van 15


Digitalisering Doel: In de hele onderbouw wordt gebruik gemaakt van het smartboard als instrument om de leerstof te visualiseren en inzichtelijker te maken. Van klas 1 tot en met 4 wordt een digitaal portfolio aangelegd. We willen binnen de beroepsgerichte vakken digitaliseren naar voorbeeld van Management & Lifestyle. Ook willen we graag binnen de AVO-vakken meer digitaliseren. Daarvoor formeren we een werkgroep, waarin de verschillende vakken vertegenwoordigd zijn, onder leiding van Patricia Themps. Er zijn nog wat problemen met de verbinding tussen de ELO en het digitale programma, daar moet dus serieus aandacht voor zijn als we met meerdere vakken op die manier gaan werken. Het gaat hier om een grote kostenbesparing, dus deze digitalisering is van groot belang. Doel: Binnen de komende vier jaren in nauw overleg met de andere locaties een plan van aanpak op dit gebied voltooien.

Doorstroom Onderbouw Het belangrijkste ontwikkelpunt voor de doorstroom onderbouw is het rendement van de onderbouw van onvoldoende naar voldoende tillen, het aantal afstromende leerlingen dus sterk terugdringen. Score Onderdeel

2011

2012

Onderwijspositie t.o.v. advies po Onderbouwsnelheid

98,19

96,15

Norm 2013

voldoende

- 0.17

-0,24

95,02

92,81

goed

In de komende jaren zal telkens een analyse van het probleem gemaakt worden aan de hand waarvan een plan van aanpak opgesteld wordt. Onderwijspositie t.o.v. advies po 2013 - 0,17 2014 - 0,17 2015 ≤ - 0,17 2016 ≤ - 0,17 2017 ≤ - 0,17 2018 ≤ - 0,17

2013 2014 2015 2016 2017 2018

Onderbouwsnelheid 95,02 96 97 98 ≥ 98 ≥ 98

Bovenbouw De vernieuwing van het vmbo zal in de komende jaren gestalte krijgen. Dit gebeurt naar voorbeeld van onze afdeling Management & Lifestyle waar al twee jaar een pilot draait en wordt gewerkt met een digitale lesmethode en werkpleksimulaties.


Pagina 7 van 15


Loopbaanoriëntatie (LOB) Doel: LOB loopt als een rode draad door het examenprogramma ( 3e en 4e leerjaar). Een leerling moet in staat zijn om zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven. Hij doet dit door de volgende loopbaancompetenties na te lopen: LOB klas 3 + 4  Kwaliteitenreflectie (wat kan ik het beste en hoe weet ik dat)  Motievenreflectie (waar ga en sta ik voor en waarom)  Werkexploratie (waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom)  Loopbaansturing (hoe bereik ik mijn doel en waarom zo)  Netwerken (wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen) Om aan deze competenties te werken maakt de leerling o.a. gebruik van:  Portfoliogesprekken  Het digitale loopbaandossier dat vanaf de brugklas wordt bijgehouden: de leerling houdt doorlopend een portfolio bij waar hij al mee gestart is in de onderbouw (zie verbetering keuzeproces onderbouw).  Bezoeken aan Spots on Jobs  Bezoek aan een ROC  Opdrachten van www.Bekijkjetoekomstnu.nl

Digitalisering Doel: In de komende jaren onderzoeken of digitalisering breder vorm kan krijgen. Behoort vervanging van de (leer-)boeken tot de mogelijkheden? Bij Management & Lifestyle is hier al sprake van en het is de bedoeling om te onderzoeken of dit voor alle vakken mogelijk is. • we zullen een werkgroep samenstellen om digitalisering bij de AVO-vakken mogelijk te maken; • gebruik van VO-Content en de mogelijkheden daarvan zal nader onderzocht worden; • op het gebied van digitalisering zal de werkgroep de opdracht krijgen om een plan van aanpak voor de komende 4 jaar te maken. In ieder geval wordt voor alle vakken het smartboard gebruikt om de leerstof te visualiseren en inzichtelijker te maken.

Taal- en rekenbeleid Iedere klas heeft een rekenles. Leerlingen met een achterstand, gemeten met signaleringsinstrumenten (CITO VAS, Diataal en overige proces- en productgegevens), krijgen ondersteuning in de vorm van extra taal- en rekenlessen. In alle lessen wordt het rekenen taalbeleid gevolgd. We leggen meer nadruk op het taalbeleid door het gebruik van de taalkaart tijdens alle lessen. Elke docent is taaldocent en moet dit ook bewijzen (zie punten Kijkwijzer). Het MT voert


Pagina 8 van 15


hier actief beleid op. Tijdens lesbezoeken wordt taal- en rekenbeleid een speerpunt. We ondersteunen elkaar hierin en stellen meer eisen aan docenten. Formats en strategieën in rekenen taalonderwijs moeten overeenkomen bij de verschillende vakken en docenten. De excellente leerlingen worden uitgedaagd hun taal- en rekenvaardigheden te vergroten, door ze de mogelijkheid te bieden te werken op niveau 3F. Deze leerlingen kunnen als tutor leerlingen in de onderbouw ondersteunen.

Examenresultaten vmbo kader Onderdeel 2011

Score 2012

Onderwijspositie t.o.v. advies po

2013

Norm voldoende

- 0,17

- 0,24

goed

Onderbouwsnelheid

98,19

96,15

95,02

92,81

Rendement bovenbouw

91,10

88,07

88,00

82,81

91,34

6,31

6,40

6,07

6,36

- 0,06

- 0,09

Gem. Cijfer eindexamen SE-CSE

0,13

vasthouden

Het gemiddelde cijfer CSE vmbo Kader in 2014, ligt op 6,20 daar waar het landelijk gemiddelde 6,30 is. De vakken Engels, wiskunde en biologie zitten boven het gemiddelde. Het vak Duits zit ruim boven hun landelijk gemiddelde (7,30) en haalt het totale gemiddelde op. De vakken waarbij een winst te behalen valt, staan hieronder genoemd. Vak en resultaat 2014

Gem CSE

landelijk

Nederlands

5,98

6,2

Aardrijkskunde

5,87

6,1

Economie

5,41

6,2

Natuur/scheikunde (nask I)

5,91

6,2

vmbo (g)t Score Onderdeel Onderwijspositie t.o.v. advies po

2011

Onderbouwsnelheid

98,19

Rendement bovenbouw

98,78

Gem. Cijfer eindexamen SE-CSE

0,27

2012

Norm 2013

voldoende

goed

- 0,17

- 0,24

96,15

95,02

92,81

96,15

95,02

80,74

87,94

6,06

6,14

5,92

6,23

0,38

0,25

Het gemiddelde cijfer CSE vmbo Kader in 2014, ligt op 6,47 daar waar het landelijk gemiddelde 6,40 is. De vakken Nederlands, wiskunde zitten boven het gemiddelde. Het vak Duits


Pagina 9 van 15


(7,10), biologie (6,99) en geschiedenis (6,69) zit ruim boven hun landelijk gemiddelde en halen het totale gemiddelde op. De vakken waarbij een winst te behalen valt, staan hieronder genoemd: Vak en resultaat 2014

Gem CSE

landelijk

Engels

6,52

6,7

Aardrijkskunde

6,17

6,2

Economie

6,08

6,2

Frans

6,15

6,6

Natuur/scheikunde (nask I)

6,10

6,3

Doel: Binnen de termijn van dit locatieplan zijn de resultaten op kaderniveau van voldoende naar goed getild en stabiliseren minstens op dat niveau. De volgende stap zal zijn de resultaten naar excellent te tillen.

Leerlingenzorg Op Maris Bohemen heeft de zorg voor leerlingen zich vooral geconcentreerd op het welbevinden van leerlingen op school. Leerlingen met problemen (van allerlei aard) zijn altijd sterk begeleid op maatschappelijk vlak. Het leerproces werd daarbij nog wel eens uit het oog verloren. De zorg op Maris Bohemen richt zich in de komende jaren vooral op het coachen van leerlingen. We hebben oog voor leerlingen met problemen, maar de zorg voor hen gebeurt door middel van coaching tijdens het leerproces. Leerlingen en ouders worden meer verantwoordelijk gemaakt voor het leerproces van het kind. Belangrijk daarbij is de driehoek leerling – ouders – school. De werkzaamheden van de zorgcoördinator zijn hier op gericht en deze geeft invulling aan de taken. Mentoraat 3.0 zal hier een belangrijke rol in spelen. Vanaf de start van schooljaar 2015 2016 gaat Maris Bohemen concreet volgens de volgende stappen te werk. 1. Starten met een nieuwjaarsreceptie in augustus. 2. Een startgesprek aan het begin van het schooljaar met ouders, leerling en mentor. 3. De mentor maakt een individueel gespreksarrangement. Op basis van de ontwikkelingsbehoefte van de leerling maken school, ouders en leerling afspraken over de vorm en de frequentie van het contact met elkaar. 4. Er is minimaal om de 14 dagen contact tussen mentor en ouders. Hierbij moet men denken aan een groepsmail en/of een memo per klas met een cc daarvan naar de teamleider. 5. Maandelijks overleg tussen mentor en zorgcoördinator. Maris Bohemen kan voor Mentoraat 3.0 voor het hele Maris College een voortrekkersrol vervullen. Onder het mentoraat valt ook het terugdringen van het absenteïsme, het te laat komen en het voorkomen van verwijderingen uit de klas. Uit bijgaand overzicht zien we dat er over de afgelopen drie schooljaren genomen, sprake is van een oplopend percentage van het algehele verzuim. Daarnaast baart het aantal leerlingen dat te laat komt en verwijderd is, met name in het 2e leerjaar, zorg. Maris Bohemen – locatieplan 2015 - 2019

Pagina 10 van 15


Studie B_1ALG B_2ALG B_3GTL B_3KBL B_4GTL B_4KBL

11/12 11/12 11/12 11/12 Geoor- Ongeoor- Aantal Verwijloofd loofd te laat deringen 3,0% 0,1% 242 34 4,3% 0,2% 331 65 4,4% 0,1% 64 7 4,0% 0,3% 212 53 4,6% 0,2% 79 16 5,1% 0,4% 362 61

12/13 12/13 12/13 12/13 Geoor- Ongeoor- Aantal Verwijloofd loofd te laat deringen 3,2% 0,1% 347 133 4,4% 0,3% 359 151 3,8% 0,2% 116 21 4,7% 0,3% 497 116 5,9% 0,2% 66 2 5,5% 0,3% 335 77

13/14 13/14 13/14 13/14 Geoor- Ongeoor- Aantal Verwijloofd te laat deringen loofd 4,1% 0,3% 274 97 5,6% 0,2% 401 198 3,7% 0,1% 89 25 5,5% 0,3% 276 48 8,5% 0,6% 90 10 7,0% 0,5% 301 47

(Tabel: jaarlijks terugdringen absenteïsme )

In de komende schooljaren zal het team van Maris Bohemen er naar streven het absenteïsme op alle punten en over alle leerjaren omlaag te brengen om daarna het lage absenteïsme te stabiliseren (zie tabel). Om dit resultaat te bereiken zullen de overzichten regelmatig voor het personeel gepubliceerd worden en daarnaast zal per klas een vorm van beloning ingesteld worden. studie B_1ALG B_2ALG B_3GTL B_3KBL B_4GTL B_4KBL

GL 3,0% 3,5% 4,0% 4,5% 3,0% 3,0%

2015/2016 OL TL 0,2% 200 0,2% 200 0,1% 250 0,2% 300 0,1% 85 0,1% 100

V 60 60 50 75 10 20

GL 2,5% 3,0% 3,0% 4,0% 3,0% 3,0%


2016/2017 OL TL 0,1% 150 0,1% 150 0,1% 125 0,1% 150 0,1% 75 0,1% 85

V 40 40 40 60 10 20

GL 2,0% 2,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0%

2017/2018 OL TL 0,1% 100 0,1% 120 0,1% 100 0,1% 125 0,1% 75 0,1% 85

V 30 25 25 40 10 10

Pagina 11 van 15


Kwaliteitszorg 4.1.1 Sterke punten/verworvenheden • • •

Doelgerichte opbouw van de lessen, c.q. toepassing van het direct instructiemodel. Extra zorg met behulp van remedial teaching en coaching is uitstekend in orde. Professionalisering- en verbeteractiviteiten door de Maris Academie.

4.1.2 Ontwikkelpunten • • • • • •

Het rendement onderbouw is al drie jaar onvoldoende: problemen analyseren en een plan van aanpak maken. Streven naar actievere betrokkenheid van leerlingen bij de les. Feedback geven aan leerlingen op hun leerproces. (leren leren) Complimenten geven aan leerlingen. Talent ontwikkeling Kwaliteit als aandachtspunt op de jaarlijkse agenda: onder de aandacht bij het hele team.

4.1.3 Beleidsvoornemens • • •

Rendement onderbouw analyseren en verbeteren. Examenresultaten in specifieke vakken. Borgen kwaliteit van de lessen door lesbezoek MT.


Pagina 12 van 15


Financieel en materieel beleid (inclusief huisvesting) 5.1.1 Sterke punten/verworvenheden • •

Inrichting van alle beroepsvoorbereidende afdelingen als zelfstandige leerpleinen. Daardoor ontstaan veel mogelijkheden voor de nieuwe vorm van onderwijs in het vmbo, zonder dat dit veel (financiële) aanpassingen vraagt. Het specifieke karakter van de afdeling Management & Lifestyle is voorbeeld voor de nieuwe inrichting van het vmbo, ook voor de andere beroepsafdelingen.

5.1.2 Ontwikkelpunten De keuze voor ‘Produceren Installaties & Energie bij Techniek en de aanpassingen die dit vraagt. • Inpassing van technologie in het techniekprogramma. • Duidelijkheid betreffende het te volgen programma bij Economie & Ondernemen. • Sport Dienstverlening & Veiligheid binnen ‘Dienstverlening & Producten’ een eigen gezicht geven door inpassing van de huidige onderwijsvormen. Bovengenoemde ontwikkelpunten hebben consequenties voor de toekomstige inrichting van de lokalen op Maris Bohemen. •

5.1.3 Beleidsvoornemens •

Vormgeven aan de nieuwe onderwijsprofielen en keuzevakken.


Pagina 13 van 15


Interne en externe communicatie Intern (leerlingen) Het team van Maris Bohemen heeft de ambitie om bij de leerlingen het democratisch besef te versterken. Dat willen we vooral bewerkstelligen door: • De positie van de leerlingenraad te versterken. Wat houdt leerlingen van Maris Bohemen bezig. Hoe kunnen we via de leerlingenraad de communicatie tussen team en leerlingen beter laten verlopen. Welke rol kunnen bovenbouwleerlingen spelen in het vormingsproces van onderbouwleerlingen. Daarbij kun je onder meer denken aan de keuzes die onderbouwleerlingen moeten maken in het 3e leerjaar. • Het jaarlijks opleiden van mediators. Leerlingen die elkaar coachen. Zij smoren beginnende ruzies in de kiem en maken elkaar duidelijk welke invloed uitgaat van verkeerd gebruik van social media. • De schoolkrant. Het streven hierbij is om steeds enthousiaste leerlingen in te zetten om de schoolkrant frequent te laten verschijnen en deze krant vooral te gebruiken als schriftelijke spreekbuis voor leerlingen. Zo kan de schoolkrant ook ingezet worden om aan meisjes duidelijk te maken dat een keuze voor Techniek een goede keuze kan zijn. Meisjes die nu die richting volgen, kunnen dat met beelden en verhalen duidelijk maken aan de andere leerlingen op school. Mogelijk enthousiasmeren ze op die manier meer tweedejaars meisjes die nog over hun keuze twijfelen.

Extern (ouders) In het kader van Mentoraat 3.0 worden ouders vanaf het begin van elk schooljaar meer betrokken bij het reilen en zeilen van hun kind op Maris Bohemen. Met ingang van schooljaar 2015-2016 starten we met welkomstreceptie in augustus voor alle ouders van onze brugklassen. Daarnaast worden de volgende activiteiten ter bevordering van de communicatie met ouders verbeterd of in gang gezet. • We betrekken ouders meer bij klassen waar een stroef lopend leerproces gaande is of waar sprake is van veel pestgedrag. Dit doen we door het organiseren van extra ouderavonden waar ouders het hele docententeam van de klas kunnen spreken en kennis kunnen maken met elkaar. De uitvoering van zo’n avond vereist een nauwkeurig samengesteld draaiboek. • We organiseren vier maal per jaar een klankbordbijeenkomst voor ouders. Zij krijgen inspraak en bepalen mede de agenda. • We halen ouders in de school en betrekken hen bij de organisatie, bijvoorbeeld in de mediatheek, of om voorlichting over hun beroep te geven. Binnen LOB is hier mogelijk een rol voor de decaan of de beroepsgerichte docent weggelegd. • Tot slot wil het team van Maris Bohemen in de komende jaren de kwaliteit en de frequentie van de nieuwsbrief voor ouders aanscherpen en opvoeren. Zie pagina 12, waar gesproken wordt over een 14-daagse groepsmail aan ouders.


Pagina 14 van 15



Pagina 15 van 15

Samen sterk

MARIS

STATENKWARTIER Locatieplan 2015-2019

Locatieplan Statenkwartier 2015-2019

Inhoudsopgave 1

2

Locatiegegevens. .................................................................................................................. 2 1.1

Grootte van de locatie ................................................................................................... 2

1.2

Organisatie .................................................................................................................... 2

1.3

Positionering van de locatie........................................................................................... 2

Onderwijsbeleid ................................................................................................................... 4 2.1

Onderbouw ................................................................................................................... 4

2.2

Ambities ........................................................................................................................ 4

2.3

Sterke punten/verworvenheden ................................................................................... 4

2.4

Ontwikkelpunten ........................................................................................................... 4

2.5

Bovenbouw ................................................................................................................... 5

2.6

Rekenonderwijs op Statenkwartier. ............................................................................... 5

2.7

Ambities ........................................................................................................................ 6

2.8

Sterke punten/verworvenheden ................................................................................... 6

2.9


2.10 Leerlingenzorg (van zorg naar coach) ............................................................................ 7 2.11 Taalbeleid ...................................................................................................................... 7 2.12 RTTI ............................................................................................................................... 8 2.13 Digitalisering, ELO. ......................................................................................................... 8 3

4

Kwaliteitszorg ....................................................................................................................... 9 3.1

Sterke punten/ verworvenheden ................................................................................... 9

3.2


Huisvesting ......................................................................................................................... 10 4.1

5

Knelpunten en plannen ............................................................................................... 10

Interne en externe communicatie ...................................................................................... 11 5.1

Ambities ...................................................................................................................... 11

5.2

Sterke punten/ verworvenheden ................................................................................. 11

5.3

Ontwikkelpunten ......................................................................................................... 11

Maris Statenkwartier – locatieplan 2015-2019

Pagina 1 van 11


1 Locatiegegevens. 1.1

Grootte van de locatie

Op Maris Statenkwartier zitten op dit ogenblik 270 leerlingen. Het streven is dit aantal uit te bouwen naar maximaal 320/330 leerlingen. Deze toename kan geschieden door bij de huidige twee afstudeerrichtingen Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Management en Hospitality (Zorg & Welzijn) een derde toe te voegen: de opleiding Media, Design en ICT (MVI). Die derde afstudeerrichting komt voort uit de “fusie” van Maris Statenkwartier met Maris Media en Design. Media en Design komt 1 augustus 2015 over uit de locatie Belgisch Park en neemt voorlopig zijn eigen BRIN-nummer mee. In 2019 zitten er in elk schooljaar vier klassen met daarin leerlingen van de drie afstudeerrichtingen. Het aantal leerlingen per afstudeerrichting kan per leerjaar verschillen. Gezien de grootte van de lokalen in dit monumentale pand zijn de klassen niet groter dan 21 leerlingen voor de bovenbouwklassen Media en Design wordt dat tijdelijk 24 tot 2018. We krijgen acht onderbouw en acht bovenbouw klassen. In augustus 2015 zijn door de samenkomst zeventien klassen op Statenkwartier gehuisvest. Zes daarvan zijn eindexamenklassen. Streven is om in augustus 2017 met vijftien klassen een betere verdeling te hebben. Door de aanname van drie klassen in leerjaar 1 in 2015 zijn er in 2017 dan drie derdejaarsgroepen en is er ruimte voor instroom. In augustus 2019 staan er voor elk leerjaar vier klassen geprognosticeerd met daarin 21/22 leerlingen, gezien de grootte van de lokalen.

1.2

Organisatie

De organisatie wordt geleid door een leiding bestaande uit een locatiedirecteur gesteund door twee teamleiders: een teamleider bovenbouw en een teamleider onderbouw. Het onderwijzend personeel zit in dat team, waar ze het merendeel van de lessen geven. Streven is om alle docenten zowel in de onder-als de bouwenbouw les te laten geven (verticaal). Dit bevordert een betere doorstroom van onder- naar bovenbouw en voorkomt Eilandvorming. Het onderwijsondersteunend personeel wordt deels door de locatie, deels centraal aangestuurd. De conciërge, klassenassistent en de front-office worden door de locatiedirecteur aangestuurd. De zorgcoördinator, ICT-ondersteuning en backoffice zowel centraal als op de locatie.

1.3

Positionering van de locatie

Maris Statenkwartier is bij uitstek de vestiging die gekenmerkt wordt door de kernwoorden Klein, Veilig en Kansrijk en heeft een leerling populatie, die een afspiegeling is van de inwoners van Den Haag. Leerlingen met een KBL en een BBL-advies en een beroepsgerichte instelling zijn welkom op deze school. Door de komst van leerlingen Media en Design komt er op Statenkwartier meer Kader en Gemengde Leerweg leerlingen binnen in augustus 2015. Daar borduren we op voort. Maris Statenkwartier – locatieplan 2015-2019

Pagina 2 van 11


In augustus 2015 is de verdeling KBL-GL ten opzichte van BBL 50% -50%. De aanmelding in voorjaar 2015 geeft aan dat dit aan het veranderen is. Er is 70% KBL-GL en 30% BBL aanmelding voor klas 1. In augustus 2017 streven we naar 60% KBL/GL en 40% BBL. In augustus 2019 hebben we dan 70% KBL/GL en nog 30% BBL leerlingen op onze vestiging. Door de komst van GL-leerlingen en het daarbij behorende onderwijs is er een stimulans en uitdaging het aantal KBL./GL leerlingen te verhogen. Expertise van onze zusterlocatie Maris Houtrust wordt sterk gewaardeerd en gebruikt. Het pedagogisch en didactische klimaat op school wordt vormgegeven door het lesgeven volgens het Directe Instructie Model. Tevens wordt de nadruk gelegd op de differentiatie, betrokken en actieve leerlingen en het taalbeleid. Dit alles resulteert in een aansprekende en motiverende wijze van lesgeven door personeel dat erg betrokken en vertrouwd is bij dit soort leerlingen. Het Directe Instructie Model en de daarbij horende 5 rollen van de leraar (bedacht en beschreven door Martie Slooter) vormen de rode draad de komende jaren. De docent gaat gevormd worden tot gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter van de lessen. Omdat er per augustus 2015 een vernieuwd onderwijsteam les gaat geven op Maris Statenkwartier, beginnen we direct met de training van het personeel. CPS- Martie Slooter leidt deze trainingen in de cursus 2015-2016. Per cursusjaar wordt geëvalueerd en bekeken of er nog vervolgstappen op deze training moet komen.


Pagina 3 van 11


2 Onderwijsbeleid 2.1

Onderbouw

Met ingang van schooljaar 2015-2016 worden op de deze locatie drie opleidingen aangeboden. In de kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg Media, Design en ICT (MVI); in de kader/gl en basisberoepsgerichte leerweg Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Management en Hospitality (verzorging), samengesteld uit de sectoren Economie en Zorg & Welzijn. Door de contacten met het basisonderwijs te intensiveren streven wij er naar om die leerlingen, met name op kaderniveau, voor ons soort onderwijs te interesseren.

2.2

Ambities

In het sectieoverleg van de hele school ontwikkelen we vaksectieplannen, gericht op doorlopende leerlijnen van klas één tot en met vier. Gestandaardiseerde toetsen en andere beoordelingsinstrumenten krijgen een plaats. Vaksecties stellen gezamenlijk de normering vast. De leerlingen stromen naadloos door naar de gewenste sector binnen de scholengroep. Waarbij het Statenkwartier steeds intensiever gaat samenwerken met Maris Houtrust. De huidige projectplannen en het klassenrooster groeien uit en resulteren in meer samenhang binnen vakken. Dit mondt weer uit in leergebieden waarin de 58 kerndoelen als uitgangspunt dienen.

2.3

Sterke punten/verworvenheden • • •

2.4

Op Maris Statenkwartier zijn uren RT beschikbaar voor rekenen en taal. We noemen deze uren REX/TEX ( dit betekent rekenen-extra, taal-extra) Ook is er een schoolpsycholoog een aantal dagen op de vestiging werkzaam. Steunuren bij de AVO vakken na schooltijd in de onderbouw. Het aanbieden van drie stromingen al in het eerste leerjaar, zodat leerlingen tot een betere en verantwoorde keuze komen voor klas 3.

Ontwikkelpunten • • • • • • • •

Magister zal de komende jaren verder geoptimaliseerd worden als leerlingvolgsysteem. We structureren de mentor inzet beter. Ontwikkeling en verbetering van de relatie met toeleverende basisscholen. Betere organisatie van de overleglijnen binnen de school. Intensiveren van en de terugkoppeling naar het basisonderwijs door de aan onze locatie verbonden Basisonderwijs Contactpersoon (BOCCEN). Ontwikkelen van een digitaal leerlingvolgsysteem. Vormgeven aan het keuzeproces van klas 1 naar klas 2, en van klas 2 naar klas 3. Dit kan via PSO en LOB. Intensivering van de samenwerking met bedrijven d.m.v. gastlessen en bedrijfsbezoeken.


Pagina 4 van 11


Ontwikkelen van omgangsvormen, onder meer sociale weerbaarheid, bij de leerlingen. In de lessen en via externen (bureau 1622). Berekeningen van de Inspectie, gebaseerd op de jaren 2011-2013, geven voor de Onderwijspositie t.o.v. advies PO voor het Media en Design een score van -0,17 (voldoende is -0,26). Diezelfde berekening voor Maris Statenkwartier levert een score op van 0,34 (voldoende is -0,24). We streven er naar dat in augustus 2017, 2 jaar na de samenvoeging, de score voor de nieuwe lichting rond de 0,27 is gekomen, boven de norm voldoende. Ook bij de Onderbouwsnelheid scoort Media en Design op dit moment onder de norm (87 om 92) Statenkwartier zit daar boven (94 om 93). Streven is om in augustus 2017 met de nieuwe combinatie Statenkwartier op 95 te zitten in de nieuwe berekening van de Inspectie. •

2.5

Bovenbouw

We bieden leerlingen een breed programma in de vorm van het intersectorale programma Management en Hospitality (verzorging), waarmee zij breed kunnen uitstromen naar het MBO. Dit programma biedt een uitgestelde keuze die voorkomt dat leerlingen te vroeg kiezen voor één speciale afdeling en daarmee misschien een negatieve keuze maken. Ook bieden wij via het Vakcollege een betere doorstroom in een technische sector. Vanaf het schooljaar 2015-2016 zal er voor deze richting geen nieuwe lichting worden gestart in verband met de bovenstaande veranderingen. Wel bieden we Bouw, Wonen en Interieur (BWI) aan bij Techniek Breed. Tenslotte vervolgen wij voor de reeds gevormde klassen van het Media & Design het programma MVI aan in de oude vorm, zoals deze nu bestaat. Leerlingen die in 2015 aangemeld worden, volgen het vernieuwde examenprogramma. De berekening van het Bovenbouwsucces door de Inspectie vraagt van de “nieuwe” school een inspanning. De gestelde normscore van 84 moet in 2019 gehaald zijn. In augustus 2017 moet 81/82 haalbaar zijn. Indien de afstudeerrichting van Media, Design en ICT in augustus 2017 nog niet volgens BRINnummer ondergebracht is bij Maris Statenkwartier worden de examenklassen MVI apart beoordeeld bij de Examencijfers/ Verschil SE-CE. Het KBL zit bij de examencijfers tussen de norm voldoende en goed in en ze voldoen aan de norm bij SE-CE. Dit moet zo blijven tot 2019. De GL zit bij de examencijfers onder de norm voldoende, maar voldoen wel bij SE-CE. Streven is de examencijfers GL van 5,97 (in 2014) in 2017 op 6,1 te hebben en in 2019 op 6,2. Het Statenkwartier zit bij Basis en Kader al tussen voldoende en goed in. Dit moet tot 2017 zeker te handhaven zijn, evenals de gemiddelde CE-score. De hoop is dat de hele school in 2017 onder één BRIN-nummer valt. Dan kunnen we 3 afstudeerrichtingen zich aan elkaar optrekken en een goede score voor zowel Examencijfers (verwachting, BBL 6,8 , KBL 6,6 en GL 6,1 ) als bij SE-CE alle 3 een voldoende score afleveren.

2.6

Rekenonderwijs op Statenkwartier.

In 2014 is door 2 docenten van het Maris College een Beleidsplan Rekenen opgesteld, breed gedragen door de vaksecties wiskunde / rekenen. In dit Beleidsplan staat duidelijk de visie op het Maris Statenkwartier – locatieplan 2015-2019

Pagina 5 van 11


rekenbeleid, de planning en de praktische knelpunten vermeld. Het plan is de ruggengraat voor de komende 4 jaar. Op Statenkwartier was er geen echte rekendocent en rekenambassadeur. De wiskundedocenten deden het er in hun lessen bij. Men gaf aan dezelfde klas wiskunde en rekenen. Daardoor liepen de 2 vakken helaas in elkaar over. Te weinig tijd om het wiskunde af te krijgen dan gebruikte men het uur van de rekenles. Met ingang van augustus 2014 is het lesgeven aan dezelfde klas van wiskunde en rekenen losgekoppeld. Een docent geeft niet meer én wiskunde én rekenen aan dezelfde klas. Dit bevordert het niveau van het rekenonderwijs wat langzaam vooruit gaat. Statenkwartier moet op zoek naar een echte rekendocent die sturing kan geven aan de andere rekendocenten. Erg belangrijk nu het rekentoets cijfer bepalend gaat geworden als slagingscriteria in de 4e klas. Die persoon hebben we nog niet. En de wiskundedocenten op Statenkwartier doen het rekenen erbij en hebben niet voldoende affiniteit met het vak. Daarom scoren wij als school landelijk hoger bij wiskunde dan bij rekenen. Het streven is de toch al hoge scores voor de Rekentoetsen 2F ten opzichte van het landelijk gemiddelde vast te houden en zelfs te verhogen tot een 6,0. • VMBO basis in 2014 een gemiddelde score van 5,65, moet in 2017 een score van 5,80 en in 2019 6,0 kunnen halen. • VMBO kader in 2014 een gemiddelde score van 5,80, moet in 2017 een score van 5,90 en in 2019 6,0 kunnen halen. • VMBO G van Media en Design heeft in 2014 een gemiddelde score van 6,45. Een hoge score. Handhaving in 2017 en 2019 van deze score zal al een hele prestatie zijn.

2.7

Ambities

In het schooljaar 2011-2012 is het intersectorale programma Management & Hospitality (Verzorging) en het programma techniek breed (BWI) verder ontwikkeld. Hiervoor willen wij ook de samenwerking zoeken met bedrijven in de buurt. Het programma moet voor leerlingen een uitdagende leeromgeving bieden waarbij de beroepstrots zal worden gestimuleerd. De ambitie is om de vernieuwde examenprogramma’s voor alle drie de beroepsrichtingen beter vorm te gaan geven, hiervoor programma’s te schrijven met betrekking tot de profielen keuzevakken, de praktijklokalen aan te passen aan de nieuwe exameneisen en tevens het onderwijzend personeel hierop voor te bereiden. Hierbij zal onderzocht moeten worden of deze groep docenten voor bepaalde vlakken bij- of herscholing nodig heeft. Het streven is meer uit de leerlingen te gaan halen dan de “zesjes cultuur” die er nu is. Leerlingen die potentie hebben of willen hebben worden uitgedaagd op een hoger niveau hun vakken te volgen. Zo zou de school op een KBL/GL niveau kunnen komen, met leerlingen die een wat lager basisschooladvies hebben gekregen.

2.8

Sterke punten/verworvenheden •

In de bovenbouw van Maris Statenkwartier is nu al een uitgestelde keuze mogelijk. Tevens is er een uitgestelde keuze binnen de leerwegen BBL en KBL/GL tot het einde van leerjaar 2. Ook na klas 3 is er nog gelegenheid te switchen tussen KBL/GL en BBL.


Pagina 6 van 11


• •

2.9

Maris Statenkwartier is aangesloten bij het platform vmbo intersectoraal, het platform techniek breed, het platform Grafimedia. Goede eindexamenresultaten.

Ontwikkelpunten • • • • • • • • • •

2.10

Schrijven van modules voor het nieuwe examenprogramma MVI, BWI en Verzorging. Intensiveren van de stages en stageperiodes; Ontwikkeling restant leerjaren voor het Vakcollege in nauw overleg met het ROC Mondriaan. Ontwikkeling doorlopende leerlijn taal en rekenen. Leerlingen begeleiden zodat zij een positieve keuze voor een afdeling maken en daardoor meer slagingskans hebben. Meer samenhang creëren tussen de avo-vakken en het beroepsgerichte vak (vakoverstijgend werken) Stages maken integraal onderdeel uit van het hele onderwijsprogramma. Leerlingen met potentie uitdagen vakken van of het gehele pakket gemengde leerweg te gaan volgen. We proberen via up-streamen de leerlingen te stimuleren er meer uit te halen dan de 6jes cultuur, die er nu heerst. Daarvoor wordt tijd vrij gemaakt voor een leerling-coach en start de naschoolse leerling opvang en huiswerkbegeleiding in augustus 2017. De zorgcoördinator participeert mee in dit project en is de spil in de communicatie.

Leerlingenzorg (van zorg naar coach)

Meer ouderbetrokkenheid via Magister. De notitie Mentor 3.0. Deze notitie dient als uitgangspunt voor de veranderingen die bij een mentor moeten plaatsvinden om structurele zorg te bieden nu het passend onderwijs ingevoerd gaat worden.

2.11

Taalbeleid

Verkorte lesbezoeken docenten, buiten schema directie om. Dit ter controle van onder andere het taalbeleid, betrokken en actieve leerlingen, direct instructie model en differentiatie. Leerlingen actief gebruik te laten maken van de taalkaart. Cito toetsen en VAS toetsen Oefenen digitale examens, begrijpend lezen vergroten door secties te koppelen en gezamenlijk plan van aanpak te maken. Dit alles om de leerlingen taalvaardiger te maken, zodat het eindexamen begrijpelijker wordt voor deze taalzwakke leerlingen.


Pagina 7 van 11


2.12

RTTI

Door het actief gebruiken van de RTTI in de toetsen zal er anders gekeken worden naar de resultaten van de leerlingen. Bij rapportvergaderingen zal de RTTI de rode draad worden, te beginnen in 2015. Zo krijg je een betere doorlopende leerlijn tussen onderbouw en bovenbouw en van bovenbouw naar MBO. Veel sneller moet een leerling op de juiste plek terechtkomen. De kwaliteit van de determinatie zal toenemen. In 2017 zal 75% en in 2019 zal 80% van de toetsen volgens het RTTI- model moeten zijn.

2.13

Digitalisering, ELO.

Het onderwijs wordt steeds meer gedigitaliseerd. Uitgevers brengen steeds meer methoden op de markt waarbij digitalisering een must is. Bij de AVO-vakken moet nu al minstens één lesuur per week gebruik worden gemaakt van het computerlokaal. Dit zal uitgebouwd moeten worden naar meer lesuren per vak per week. De rekenvaardigheid is op Maris al gelinkt aan de digitale modules van het programma Got it. Ook ELO gaat een steeds prominentere plaats innemen bij de lessen. Vooral bij de Beroepsgerichte vakken, maar ook al bij sommige AVO-vakken. Leerlingen krijgen hun leerstof via Magister aangeboden, met een tijdslimiet erbij. Ze maken de opdrachten en sturen hun werk digitaal aan de docent. Die kijkt het na en bespreekt het gemaakte werk met de individuele leerling. Bij de Beroepsgerichte vakken moet ELO uitgebouwd worden. Bij de AVO-vakken via sectiesturing op gang gebracht worden via VO-content.


Pagina 8 van 11


3 Kwaliteitszorg 3.1

Sterke punten/ verworvenheden • • • • • • • •

3.2

Rapportage wat betreft de behaalde cijfers en aanwezigheid aan de ouders via magister. Op het Statenkwartier stellen we ouders direct telefonisch op de hoogte op het moment dat hun kind afwezig wordt gemeld. Het verschil in resultaat per vak tussen schoolexamen (SE) en centraal schriftelijk examen (CE) is niet groter dan 0,25. Evaluatie van de schoolontwikkelingen in een vergadering aan het einde van het schooljaar, naar aanleiding Inspectierapporten. Tevredenheidsenquêtes voor ouders, personeel en leerlingen. (tweejaarlijks via SVOH) Gesprekken met de leerwerkbedrijven en het vervolgonderwijs. Drie maal per jaar in de avond een klankbordgroep moment voor de ouders. Gesprekscyclus met docenten en OOP. Voor de avo vakken wordt na schooltijd steunles aan de leerlingen gegeven.

Ontwikkelpunten

Op het Statenkwartier streven we ernaar om: • Het onderwijsaanbod transparant te maken en de kwaliteit van de toetsing te borgen. • De ouderbetrokkenheid-ouderparticipatie te verhogen door actieve deelname van ouders in de schoolorganisatie. • Alle toetsen onderen bovenbouw worden binnen de scholengroep door meerdere docenten opgesteld vanuit RTTI en op basis van RTTI beoordeeld. • De rapportvergaderingen vanuit het model van RTTI te houden. • Een cyclus Evalueren en Bijstellen Onderwijsontwikkeling in te voeren. • Vanuit een direct instructiemodel les geven door alle docenten. • Determinatie (via RTTI) • Doorbreken “zesjescultuur” en streven naar Excellentie. (zie punt 3.3.2 en 3.3.4)


Pagina 9 van 11


4 Huisvesting 4.1

Knelpunten en plannen

De locatie Statenkwartier is gehuisvest in een monumentaal vooroorlogs pand. Is 5 jaar geleden geheel gerenoveerd en heeft een aantrekkelijke uitstraling voor leerlingen, personeel en ouders. Toch zijn er knelpunten: • De lokalen zijn vrij klein van grootte. • Hierdoor kunnen er maximaal 22 leerlingen in een lokaal. • Onderhoud is een forse investeringspost bij een gebouw dat al meer dan een eeuw oud is. Om deze knelpunten om te zetten in verbeterpunten wordt op het schoolplein een nieuwe kantine gebouwd. De vrijgekomen ruimte van de huidige inpandige kantine wordt omgebouwd tot 2 grote, multifunctionele lokalen, zodat de school aan inpandige ruimte fors wint. Tevens zullen door de komst van de afdeling Grafimedia bestaande lokalen aangepast moeten worden, zeker voor het nieuwe beroepsgerichte vak. Ook voor de afdelingen Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Management en Hospitality (verzorging) moeten er vanaf augustus 2017, wanneer het vernieuwde VMBO Beroepsgerichte vak start, aanpassingen aan de lokalen gedaan worden. Welke dat zijn moet blijven als de keuzevakken in 2016 bekend zijn. Veel theorielokalen zullen ook geschikt moeten worden gemaakt voor het aankomend digitale onderwijs. Dit omdat het Centraal eindexamen zowel voor Kader- als Basisleerlingen al enige jaren flexibel Digitaal wordt afgenomen, is oefening in de klassensituatie een pré.


Pagina 10 van 11


5 Interne en externe communicatie 5.1

Ambities

We maken duidelijk aan het primair onderwijs, het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven dat Statenkwartier zich ontwikkelt tot een vmbo kader-tl locatie met drie beroepsrichtingen.

5.2

Sterke punten/ verworvenheden • • • • • • • • • • • • •

5.3

Goede contacten met ouders en de ouderraad. Mentoren hebben contact met ouders via de e-mail. Mentoren hebben contact met leerlingen via Social Media. Vakdocenten hebben contact met ouders via de e-mail. De Memo vanuit het management team welke regelmatig naar het voltallige team wordt gemaild. Het bord in de docentenkamer waarop de afwezigheid van collega’s wordt aangegeven en de lopende zaken van de dag. Goede contacten met het primair onderwijs. Brieven aan de ouders worden aan de leerling meegegeven en door de mentor gemaild. Het personeel van het Staten krijgt ook een jaarplanning van alleen het Statenkwartier met daarin de Maris-breed planning verwerkt. Magister wordt eenduidig gehanteerd en gebruikt. Periodiek leerlingoverleg tussen mentoren en zorgcoördinator. De rol van de zorgcoördinator t.o.v. de mentor. Mentor krijgt “zeeffunctie”en handelt kleine zaken zelf af. Periodieke bespreking over behalen leerdoelen van de klas tussen mentoren en teamleider.

Ontwikkelpunten

Op het Statenkwartier streven we ernaar om: • Een meer formelere besluitvormingsstructuur in te richten, met name voor de leerlingbespreking. • Intervisie momenten te creëren voor mentoren en docenten van hetzelfde leerjaar. • Informatie en communicatie over de drie beroepsrichtingen richting het primair onderwijs te organiseren. • De mentor een aantal maal per periode een mail stuurt aan ouders met daarin omschreven wat er op het moment tijdens de mentorlessen besproken wordt. Ontwikkelpunt professionalisering: • Mentoren worden getraind in professioneel communiceren met ouders via de mail en in persoonlijke gesprekken.


Pagina 11 van 11

Excellent in 2020

MARIS KIJKDUIN

Locatieplan 2015-2019

Locatieplan Kijkduin 2015-2019

Inhoudsopgave 1 2

3

4 5 6

7

Inleiding .............................................................................................................................2 Schoolgegevens Maris Kijkduin ........................................................................................3 2.1 School ..........................................................................................................................3 2.2 Bestuur.........................................................................................................................3 2.3 Schoolgrootte ...............................................................................................................3 2.4 Organisatie ...................................................................................................................3 2.5 Positionering van de school ..........................................................................................3 Onderwijsbeleid .................................................................................................................4 3.1 Onderbouw ..................................................................................................................4 3.2 Taal- en rekenbeleid .....................................................................................................5 3.3 Taal ..............................................................................................................................5 3.3.1 Ontwikkelpunten ...................................................................................................6 3.4 Rekenen .......................................................................................................................6 3.4.1 Ontwikkelpunten ...................................................................................................6 3.5 RTTI ..............................................................................................................................7 3.5.1 Ontwikkelpunten ...................................................................................................7 3.6 Bovenbouw ..................................................................................................................7 3.7 Opstroom door differentiatie .......................................................................................7 3.8 Doorstroom klas 3 naar klas 4.......................................................................................7 3.9 Bovenbouwsucces ........................................................................................................8 3.10 Examencijfers ...........................................................................................................8 3.11 Verschil SE-CE ...........................................................................................................9 3.11.1 Ontwikkelpunten bovenbouw ...............................................................................9 3.12 Leerlingenzorg: van zorg naar coaching.....................................................................9 3.12.1 Ontwikkelpunten .................................................................................................10 Kwaliteitszorg...................................................................................................................11 4.1 Sterke punten .............................................................................................................11 4.2 Ontwikkelpunten en ambitie ......................................................................................11 Huisvesting .......................................................................................................................12 Communicatie ..................................................................................................................13 6.1 Intern – docenten .......................................................................................................13 6.2 Intern – leerlingen ......................................................................................................13 6.3 Intern – ouders ...........................................................................................................13 6.4 Extern .........................................................................................................................13 Management matrix ........................................................................................................15

Maris Kijkduin – locatieplan 2015-2019

Pagina 1 van 17


Inleiding Maris Kijkduin is de zorglocatie van het Maris College. Onze school telt zes locaties in het westen van Den Haag, die onderwijs bieden voor vwo, havo en vmbo. Maris Kijkduin biedt vmbo-onderwijs aan leerlingen die ook leerwegondersteuning (LWOO) nodig hebben. Naast goed onderwijs aan onze leerlingen hebben we voor de periode 2015 -2019 de volgende speerpunten waar we ons voor gaan inzetten: 1. Taal- en rekenbeleid. We gaan onze expertise op taalondersteuning uitbreiden. Er komen steeds meer leerlingen die naast taalproblematiek ook problemen met rekenen hebben. We bereiden de leerlingen voor op de taal- en rekentoets en zorgen dat zij daarvoor het gewenste referentieniveau halen. 2. Zorg voor leerlingen. Onze leerlingen hebben naast taalachterstanden, ook vaak andere problemen zoals ADHD, faalangst, of aandoeningen uit het autismespectrum. We gaan docenten van Kijkduin opleiden en hen ook als ambulant begeleiders inzetten op de andere locaties van het Maris College. Een gebonden weektaak wordt ingezet om overleg en ontwikkeling te bevorderen. 3. Het ontwikkelen van de beroepsopleiding Dienstverlening & Producten, een nieuw vmboprogramma voor de kader- en basisberoepsgerichte leerweg. 4. Gedifferentieerd onderwijs in de bovenbouw


Pagina 2 van 17


Schoolgegevens Maris Kijkduin School De zorglocatie Maris Kijkduin is onderdeel van het Maris College.

Bestuur Het Maris College valt onder bestuur van VO Haaglanden.

Schoolgrootte Op Maris Kijkduin school zitten 240 á 260 leerlingen. De klassen zijn klein met maximaal 15 leerlingen. We nemen jaarlijks 60 leerlingen aan. Vier eerste klassen en vier tweede klassen van elk 15 leerlingen. De derde k l a s : vier groepen van 15 leerlingen De vierde klassen: vier groepen 15 leerlingen. Daarnaast is er instroom van zorgleerlingen van andere locaties van het Maris College en een enkele leerling van buiten de school.

Organisatie De organisatie bestaat uit een locatiedirecteur, twee teamleiders, het onderwijsteam en onderwijs ondersteunend personeel.

Positionering van de school Maris Kijkduin is bij uitstek de vestiging waarvoor de kernwoorden klein, veilig en kansrijk opgaan en dat willen we versterken en benadrukken. De locatie is uitgegroeid tot een taalexpertisecentrum voor Den Haag en omstreken. Veel basisscholen verwijzen hun leerlingen met taalproblemen naar onze school. We bieden vmbo-onderwijs in de theoretische leerweg (tl) en de kader- en basisberoepsgerichte leerweg (kbl/bbl). In de beroepsgerichte leerwegen wordt vanaf schooljaar 206-2017 het programma Dienstverlening & Producten gegeven. De locatie heeft een belangrijke rol als zorglocatie voor de andere vestigingen binnen de school. We richten een team van specialisten op, die ambulante ondersteuning op de andere locaties kunnen geven. Op deze manier willen we ervoor zorgen dat leerlingen zo veel mogelijk op hun eigen locatie kunnen blijven en toch adequaat worden geholpen.


Pagina 3 van 17


Onderwijsbeleid Onderbouw Leerlingen die zich bij ons aanmelden hebben een vmbo-advies met LWOO. Een aanmeldingscommissie, die bestaat uit teamleider onderbouw, -bovenbouw, zorgcoördinator en locatiedirecteur, oordeelt of een leerling bij ons plaatsbaar is op basis van het onderwijskundig rapport. Daaruit moet blijken of we met ons zorgaanbod deze leerling verder op weg kunnen helpen. Het gaat in principe om taalachterstanden opgelopen in het basisonderwijs. Er komen ook meer leerlingen met rekenproblematiek. Ook hierin gaan we een slag slaan. Het blijkt dat steeds meer leerlingen met een ingewikkeldere problematiek zich bij ons aanmelden. We zullen dan ook onze kennis hiervan moeten vergroten. In het eerste leerjaar komen alle leerlingen in een basis/kaderklas. Deze klassen hebben een mentor, die meerdere vakken geeft. Hierdoor is de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs niet te abrupt. In de tweede klas krijgen zij een andere mentor. Een leerling die van de basisschool komt met achterstanden en eventueel met sociaal emotionele problemen vraagt een andere vorm van aandacht, dan leerlingen die zich moeten voorbereiden op de overgang naar een examenklas. In principe blijven leerlingen niet zitten. Leerlingen krijgen onderwijs op hun niveau. Deze niveaus kunnen per vak verschillen. Volgens het opbrengstenoordeel van de Inspectie is de doorstroomsnelheid van de onderbouw naar de bovenbouw voldoende. De norm voor een voldoende score 1 is voor onze school 93,66. In 2013 scoorden wij 99,65, dat is een score van bijna 100%. Onze ambitie is om in de periode 2015-2019 vergelijkbare resultaten te behalen. 2013 99,65

Onderbouwsnelheid: ambitie voor periode 2015-2019 2014 2015 2016 2017 2018 99,65 99,65 99,65 99,65

2019 99,65

In het tweede leerjaar ontstaan één kgt-klas en drie bk-klassen. Aan het eind van de onderbouw (tweede leerjaar) wordt bekeken of een leerling naar de derde klas basis, kader of tl gaat. Veel leerlingen komen in het derde leerjaar op een hoger niveau uit dan het advies van de basisschool waarmee zij bij ons zijn binnen gekomen. De norm voor een voldoende score 2 is voor onze school -0,24. In 2013 scoorden wij -0,03. Het is onze ambitie deze goede score in de periode 2015-2019 vast te houden. 2013 -0,03

Onderwijspositie t.o.v. advies BO: ambitie voor periode 2015-2019 2014 2015 2016 2017 2018 -0,03 -0,03 -0,03 -0,03

2019 -0,03

De landelijke norm wordt per school aangepast rekening houdend met het aantal leerlingen afkomstig uit probleemcummilatiegebieden, het aantal leerlingen met een lwoo-indicatie en het aantal leerlingen met een rugzakje. 2 De landelijke norm wordt per school aangepast rekening houdend met het aantal leerlingen afkomstig uit probleemcummilatiegebieden, het aantal leerlingen met een lwoo-indicatie en het aantal leerlingen met een rugzakje. 1


Pagina 4 van 17


Taal- en rekenbeleid Leerlingen in de onderbouw worden regelmatig getoetst met behulp van de CITO VAS-toetsen en Diataal om hun niveau in kaart te brengen. De resultaten voor rekenen en taal worden door de taal- en de rekencoördinatoren, de teamleider, mentor en RT’er geanalyseerd en er wordt zo nodig een handelingsplan opgesteld. Tijdens de vier rapportvergaderingen per schooljaar worden de ontwikkelingen besproken. De VAS-toetsen spelen een belangrijk rol in de determinatie: het bepalen op welk vmbo-niveau een leerling in de bovenbouw aan het examen kan beginnen. Leerlingen die zwak zijn in taal en rekenen krijgen extra ondersteuning tijdens de taalextra en rekenextra uren (Tex- en Rex-uren). Hierin worden hun achterstanden weggewerkt en wordt toegewerkt naar het vereiste referentieniveau dat zij bij hun eindexamen moeten halen.

Taal Taal is prominent aanwezig in het rooster. Er staan acht uren taal waarin veel aandacht wordt geschonken aan nieuwsbegrip en woordenschat en iedere dag lezen leerlingen een half uur. Ze maken bij alle vakken gebruik van de speciaal ontwikkelde taalkaart. Iedere zes weken bezoeken leerlingen de bibliotheek. Dyslectische leerlingen worden ondersteund volgens het dyslexieprotocol, en kunnen gebruik maken van de speciale hulpmiddelen als daysiespeler en Sprint. Een lesuur wordt besteed aan taal creatief. Tevens is er een uur taalextra voor iedere klas. Ons uitgangspunt is dat iedere docent ook taaldocent is en daarom komt taal prominent op de vergaderagenda. De taalcoördinator gaat hierin actief begeleiden. Ze bezoekt drie maal per jaar alle docenten Nederlands en maakt gebruik van de Taalkijkwijzer. Na afloop bespreekt ze haar bevindingen met de betreffende teamleider. Eens per jaar is er overleg met de locatiedirecteur. Intervisie is een belangrijk onderdeel van de agenda. De taalambassadeur op Maris Kijkduin is tevens RT’er Zij gaat zich inzetten voor taal- en rekenextra (Tex en Rex). Haar expertise op het gebied van dyslexie en dyscalculie is van grote waarde. Zij gaat zich meer richten op de individuele leerling en op kleine groepjes met een hulpvraag. Op basis van deze contacten adviseert zij tijdens rapportvergaderingen en leerlingbesprekingen. In 2020 bereiken alle leerlingen in klas 4 niveau 2F. Twintig procent van de TL-leerlingen komt uit op 3F. Toetsinstrument Diataal leent zich om cijfermatige doelen te stellen voor de komende jaren.

tekst

woord

tekst

woord

tekst

woord

tekst

woord

tekst

woord

woord

6670

6670

57,7 78,3

66

78,3

70

78,3

70

78,3

75

78,3

75

78,3

7680

7680

73

76

88

80

88

80

88

85

88

85

88

tekst

woord

KB & BB TL

tekst

Scores Diataal (tekst en woord): derde klas 2014 en ambitie voor 2015 - 2019 Land 2014 2014 K 2015 K 2016 K 2017 K 2018 K 2019 K

88


Pagina 5 van 17


3.3.1 Ontwikkelpunten •

• • •

Diataal wordt ingezet met als doel de voortgang in de taalontwikkeling te volgen tot op het niveau van referentiekader 2F/3F. De resultaten worden in de teamvergadering besproken. Samen met de taalambassadeur wordt een individueel- of groepsplan ontwikkelt. Dit wordt driemaal per jaar geëvalueerd. Een hogere woordenschat heeft een positief effect op het begrijpend lezen. De resultaten tonen het tegendeel. Dit wordt het komend jaar door de taapontwikkelgroep onderzocht en een plan voor gemaakt. De taalcoördinator draagt zorg voor structurele controle en ondersteuning in het taalbeleid. Ze ontwikkelt een Taal Kijkwijzer. In de nieuwbouw worden de contacten met verzorgingshuis Tabitah weer aangehaald en worden activiteiten als voorlezen voor ouderen en de succesvolle voordrachtmiddagen weer opgepakt.

Rekenen De rekenresultaten van Maris Kijkduin waren in het verleden slecht. Dat heeft mede te maken met de talige rekenvraagstukken die voor onze leerlingen voor een extra probleem, zorgen. In schooljaar 2015-2016 moet een leerling tenminste een 4,5 behalen. Ieder jaar wordt de eis met een kwart punt verhoogd. Uiteindelijk zal in 2020 tenminste een 5,5 (afgerond een 6) moeten worden behaald. Dit jaar heeft 10 procent van de leerlingen een voldoende behaald. We streven naar een jaarlijkse stijging van 20 procent meer voldoendes. In 2020 scoort 90 procent van de leerlingen op het niveau van het landelijk gemiddelde. Dit bereiken we door wekelijkse rekenlessen en REX uren voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. We gebruiken daarvoor digitale rekenmethode Got it! 3.4.1 Ontwikkelpunten • •

• •

Scholing rekendocent(en). Er komt een speciaal rekenlokaal in het nieuwe schoolgebouw aan de Landréstraat, waarin computers staan voor het rekenprogramma Got it!, waar posters hangen met uitleg over bijvoorbeeld het metriekstelsel, breuken, verhoudingen, getallen. En waar rekenondersteunende materialen klaar liggen. De rekencoördinator bevordert de samenwerking tussen de docenten. De rekencoördinator overlegt drie keer per jaar met de docenten en RT’er en brengt verslag uit aan de teamleider. Resultaten Rekentoets-2F in 2014 en ambitie 2015 t/m 2019 Land 2014 2014 2015 2016 BBL 5,27 4,92 5 5,25 KBL 5,53 5,2 5 5,25 TL 5,84 4,75 5 5,25


2017 5,5 5,5 5,5

2018 5,75 5,75 5,75

2019 6 6 6

Pagina 6 van 17


RTTI In de onderbouw worden twee maal per jaar gecoördineerde proefwerken gegeven volgens het RTTI-model: R=reproductie, T1= Toepassing in een bekende situatie, T2= toepassing in een onbekende situatie, I=inzicht, reflectie, verbanden en wetmatigheden aanbrengen. RTTI wordt voor alle vakken ingezet en speelt een prominente rol in de rapportvergaderingen. Binnen de secties wordt getoetst of ze voldoen aan de eisen. De teamleider controleert of dit zo is en geeft feedback. Na de proefwerkweek worden de toetsen geëvalueerd door de docenten met de teamleider en waarnodig bijgesteld. 3.5.1 Ontwikkelpunten •

In schooljaar 2015-2016 gaan alle docenten, die nog geen RTTI-training hebben gevolgd een digitale cursus volgen.

Bovenbouw Vanaf schooljaar 2016-2017 wordt op Maris Kijkduin het nieuwe beroepsgerichte programma Dienstverlening & Producten aangeboden. De theoretische vakken blijven Nederlands, Engels, wiskunde en economie. Dienstverlening & Producten zal een grote stagecomponent krijgen. Er bestaat (nog) geen docentenopleiding voor dit programma. We starten met de docenten die tot 2016 de praktijkvakken van het beroepsgerichte programma DTC gaven, maar we moeten investeren in kennis. Daartoe zijn al contacten gelegd met lerarenopleidingen. Ook voor docenten die uit het basisonderwijs afkomstig zijn, wordt onderzocht hoe zij op korte termijn hun bevoegdheid kunnen halen.

Opstroom door differentiatie We willen onze leerlingen uitdagen vakken op en zo hoog mogelijk niveau te volgen. Het komt voor dat een bbl-leerling bijvoorbeeld heel goed presteert in Engels. Die krijgt de mogelijkheid dat vak op kaderniveau te volgen en er ook examen in af te leggen. We starten in schooljaar 2015-2016 met het vak Engels en willen dat de komende vier jaar uitbreiden met de vakken Nederlands, economie en wiskunde. Op de manier willen we excellentie stimuleren.

Doorstroom klas 3 naar klas 4 Om de doorstroom van klas 3 naar klas 4 te bevorderen, gaan we na klas 2 de drie leerwegen apart aanbieden. Een leerling moet in de vier theorievakken tenminste voldoende voor dat niveau presteren. Is dat niet zo, zal deze leerling op een lager niveau instromen en de mogelijkheid krijgen om een of twee vakken in een hogere leerweg af te ronden. Dit vraagt voor de leerkracht extra kennis en motivatie om te differentiëren. Als de kennis hierover nog niet voldoende is, zullen leerkrachten zich hierin moeten bekwamen. De ambitie is dat uiterlijk in 2019 alle docenten van Kijkduin gedifferentieerd les kunnen geven.


Pagina 7 van 17


Bovenbouwsucces Het bovenbouwsucces is het percentage leerlingen dat in een keer het diploma halen, dat wil zeggen zonder te doubleren in het derde leerjaar en zonder voor het examen te zakken in het vierde leerjaar. Voor ons BBL is de norm voor een voldoende 3 score 83,69 en de norm voor een goede score 91,96. In 2013 was onze score in BBL 84,09, een score net boven voldoende. Voor ons KBL zijn geen kengetallen bekend. Die zullen er wel zijn wanneer de inspectie de resultaten over 2014 publiceert. Voor ons TL is de norm voor een voldoende score 81,23 en de norm voor een goede score 88,43. In 2013 was onze score in TL 83,87, wel een score boven voldoende maar nog geen score goed. Het is onze ambitie om binnen alle drie de leerwegen toe te groeien naar een positie halverwege tussen voldoende en goed.

BBL KBL TL

2013 84,09

Bovenbouwsucces: ambitie voor periode 2015-2019 2014 2015 2016 2017 ?? 84,18 85,1 86,2

83,87

??

84,1

84,36

84,59

2018 87,1

2019 88

84,8

85

Examencijfers In de jaren 2012, 2013 en2014 zijn al onze eindexamenkandidaten geslaagd. Bovendien kwam een derde van de tl-kandidaten in de brugklas op school met een kbl- of bbl-advies. Een mooi resultaat. Toch is het percentage geslaagden niet het enige gegeven dat in de gaten gehouden moet worden. Voor de inspectie is het gemiddeld examencijfer van groter belang. De norm voor een voldoende score 4 is voor ons TL 5,8; de norm goed is voor ons TL 6,11. In 2013 en 2014 scoorden we met ons TL boven de norm voor goed! De normen voor onze BBL en KBL zijn op dit moment nog niet bekend en worden later aan het locatieplan toegevoegd.

BBL KBL TL

2013 7,17 6,53 6,22

Examencijfers: ambitie voor periode 2015-2019 2014 2015 2016 2017 6,81 5,81 6,27 6,2 6,2 6,2

2018

2019

6,2

6,2

De landelijke norm wordt per school aangepast rekening houdend met het aantal leerlingen afkomstig uit probleemcummilatiegebieden, het aantal leerlingen met een lwoo-indicatie en het aantal leerlingen met een rugzakje. 4 De landelijke norm wordt per school aangepast rekening houdend met het aantal leerlingen afkomstig uit probleemcummilatiegebieden, het aantal leerlingen met een lwoo-indicatie en het aantal leerlingen met een rugzakje. 3


Pagina 8 van 17


Verschil SE-CE Het verschil tussen SE en CE is de laatste twee jaar gemidddeld over alle vakken keurig binnen de norm gebleven. De situatie verschilt echter sterk als er naar de afzonderlijke vakken gekeken wordt. De schoolleiding bespreekt dit met de verantwoordelijke docenten, op basis van de analyse van Wolf. Het verschil tussen SE en CE moet voor elk vak worden teruggebracht tot minder dan 0,5.

BBL KBL TL

2013 -0,79 -0,19 0,29

Verschil SE-CE: ambitie voor periode 2015-2019 2014 2015 2016 2017 -0,36 0,45 0,32 6,2 6,2 6,2

2018

2019

6,2

6,2

De examenresultaten worden ook op basis van Wolf en de rapportages uit Vensters geanalyseerd. Binnen het sectieoverleg krijgt dit onderwerp een vaste plek op de agenda. 3.11.1 Ontwikkelpunten bovenbouw • • •

Opleiding docenten voor Dienstverlening & Producten. Magister aanpassen voor gedifferentieerde examens. Structurele analyse examenresultaten

Leerlingenzorg: van zorg naar coaching Kijkduin is de zorglocatie van Maris. De leerlingen die zich aanmelden hebben in principe allemaal een LWOO indicatie. Deze is vooral gericht op taalproblematiek en in toenemende mate ook op rekenproblemen. In het zorgplan van het Maris College staat beschreven welke zorg we wel en niet kunnen bieden en,voor welke zorg extra ondersteuning nodig is. De zorg is in de eerste plaats gericht op het ondersteunen van het leerproces van onze leerlingen. Maar door de het invoeren van de Wet op het passend onderwijs, zullen we ons moeten verdiepen in meer dan taal- en rekenproblematiek. Wij gaan de komende jaren docenten scholen in specifieke specialismen, namelijk: ADHD, weerbaarheid, agressieregulatie en autisme. De getrainde docenten zullen niet alleen als coach op Kijkduin werken, maar ook worden ingezet op de andere Marislocaties. Op die manier heeft een leerling meer kans op de eigen locatie te blijven. De zorgcoördinator, die drie dagdelen per week op Maris Kijkduin werkt, is de spin in het web. Er komt een vast uur in de week voor de leerlingbesprekingen. Tijdens dat uur kan er een onderen een bovenbouwklas worden besproken. Elke klas komt zo vijf keer per jaar aan de beurt. Per leerling wordt het ontwikkelplan besproken/bijgesteld. Hierbij zijn ook de teamleider, zorgcoördinator en RT’er aanwezig. Tevens creëren we ruimte in het rooster voor overleg tussen teamleider en mentor en tussen zorgcoördinator en mentor. In het rooster staat een steunuur. Leerlingen kunnen met een hulpvraag naar een docent. Tijdens dit uur zijn alle vakdocenten aanwezig.


Pagina 9 van 17


3.12.1 Ontwikkelpunten • • • •

Het is van groot belang extra kennis in huis te halen op gebied van zorg en coaching. Dit gebeurt binnen de Maris Academie, maar ook daar buiten. Deze kennis wordt binnen Kijkduin gedeeld. Dit gebeurt tijdens de teamvergaderingen. De pestcoördinator speelt een activerende rol om pesten zo veel mogelijk te voorkomen. We ontwikkelen een mentormap met informatie over de locatie, waaronder de vastgestelde procedures, over zaken die leerlingen aangaan en over passend onderwijs. Er wordt een op Maris Kijkduin gericht zorgplan opgesteld.


Pagina 10 van 17


Kwaliteitszorg Sterke punten • • • • • • • •

Het imago van Maris Kijkduin is positief. Meer leerlingen dan we kunnen plaatsen willen jaarlijks een plaats op deze locatie krijgen. Het team is een goede mix van mannen en vrouwen en van jong en oud. We hebben een hecht team van betrokken docenten. We hebben drie jaar achter elkaar 100 procent geslaagde examenkandidaten. Laag ziekteverzuim docenten. Een vakcoach is actief in de begeleiding van stagiaires en nieuwe docenten. Team Kijkduin kent werkgroepen die de ontwikkeling van zorg, taal, rekenen, D&P onderbouw en D&P bovenbouw onder hun hoede nemen. Het schoolplan is leidend.

Ontwikkelpunten en ambitie • • • • • • • • • •

In 2016 zijn vrijwel alle aspirant-docenten klaar met hun studie. Het streven is om alleen nog bevoegde docenten aan te nemen voor ten minste o,8 fte. Over vier jaar kent Maris Kijkduin een gebonden weektaak. Docenten zijn dagelijks van 07.45 – 16.30 uur op school aanwezig. Dit doen we om de communicatie onderling en met ouders te verbeteren. Meer docenten worden opgeleid als vakcoach. Dit is een voorwaarde om naar een LC- of LD-functie te solliciteren. Intervisie gaat een belangrijke rol spelen en wordt aangestuurd door de teamleiders. In het MT worden de sessies geëvalueerd. Het locatieplan is bekend bij de medewerkers en aan het eind van ieder schooljaar wordt het geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Dit werkt alleen als iedereen het plan onderschrijft en uitvoert. Dit proces wordt aangestuurd door de locatiedirecteur en de teamleiders. Toetsen volgens het RTTI-model wordt de standaard. Alle docenten zijn binnen een jaar geschoold in het RTTI-model. Alle docenten kunnen werken volgend het direct- instructiemodel. Alle docenten kunnen gedifferentieerd lesgeven.


Pagina 11 van 17


Huisvesting In augustus 2015-2016 komen de onderbouw en de bovenbouw van Maris Kijkduin samen in het tijdelijke onderkomen aan de Stokroosstraat. Daardoor kunnen ze zich gezamenlijk voorbereiden op de verhuizing naar het nieuwe gebouw dat naar verwachting in januari 2016 in gebruik zal worden genomen. In de Landréstraat verrijst een prachtig nieuw gebouw, met alle faciliteiten die modern onderwijs mogelijk maken.


Pagina 12 van 17


Communicatie Intern – docenten • •

Wekelijks wordt tijdens het eerste uur op de dinsdag een onderen een bovenbouwklas besproken. Hiervan wordt verslag gedaan in Magister We streven naar een vast moment waarop mentoren en zorgcoördinator overleg hebben.

Intern – leerlingen •

•

Onze leerlingenraad komt vijf maal per jaar bijeen om zaken die op de locatie spelen door te nemen. Hierin zitten de klassenvertegenwoordigers. Voor onderwerpen die de hele school aangaan hebben de voorzitters van de leerlingenraden overleg met de algemeen directeur. Denk aan enquêtes over zaken die de leerlingen aangaan, gebruik mobiele telefoons, maar ook over de organisatie van het eindfeest. Leerlingen uit de leerlingenraad worden geschoold in vergadertechniek en communicatie. Hierin speelt Centrum 16/22 een rol.

Intern – ouders Het Maris College gaat Mentoraat 3.0 invoeren. Naast de reguliere contactmomenten, zoals tafeltjesavonden, informatieavonden, incidentele huisbezoeken, oudercontactavonden, willen we hiermee een kwalitatieve slag slaan in de communicatie met ouders. Zo gaan we aan het begin van ieder schooljaar een startgesprek organiseren met ouders, leerling en mentor. Tijdens dit gesprek wordt een aantal contactmomenten vastgelegd. Aan het begin van het schooljaar organiseren we een ‘nieuwjaarsreceptie’. Ouders, leerlingen en mentoren kunnen dan op informele wijze kennis maken met elkaar. Dit zal een positief effect hebben op de contacten gedurende het schooljaar. Met deze nieuwe manier van werken bevorderen we de ouderbetrokkenheid en maken hen medeverantwoordelijk voor het onderwijsproces. • Ouders worden voor iedere vakantie geïnformeerd over het wel en wee op school. • Algemene brieven worden via de mail aan ouders gestuurd en op de website geplaatst. • Over locatiezaken wordt vier maal per jaar gesproken binnen de ouderklankbordgroep. • In de ouderraad worden onderwerpen besproken, die het Maris College als geheel aangaan. Hier is de algemeen directeur bij aanwezig. • Bijzondere gebeurtenissen van Maris Kijkduin op locatie worden op de website geplaatst. De locatiedirecteur overlegt hierover met de medewerker communicatie.

Extern • • •

We voeren (on)regelmatig overleg met buurtinstellingen, waaronder VVE’s, Tabitha, bibliotheek, gemeente en politie. Op de locatie zijn twee basisschoolcontactpersonen (BOC’en) die contacten onderhouden met scholen uit de buurt en met het speciaal onderwijs. Zij hebben overleg met de BOC’ers van de andere Maris locaties. Twee maal per jaar speken de mentoren van Maris Kijkduin met docenten van de basisscholen waar onze leerlingen van afkomstig zijn.


Pagina 13 van 17


•

We nemen deel aan het platform Dienstverlening & Producten.


Pagina 14 van 17


Management matrix Onderwerp

Aansturing

Uitvoering

Evaluaties

Mentor 3.0

Teamleiders

Mentoren

Eind ieder schooljaar

Vakinhoudelijk overleg

Teamleiders

Wakdocenten


D&P in de onderbouw

Teamleider onderbouw

Werkgroep

Eind ieder schooljaar met bovenbouw

D&P in de bovenbouw

Teamleider bovenbouw

Team D&P

Eind ieder schooljaar met onderbouw

Excellent in bovenbouw

Teamleider bovenbouw

Vakdocenten in bovenbouw

2016: En; 2017 ook NE; 2018 ook wi; 2019 ook ec

Ambulante begeleiding

Locatiedirecteur

Specialisten in ADHD, weerbaarheid, agressie reg. training, autisme

Start in 2016, na opleiding, ieder jaar evalueren

Pesten op school

Locatiedirecteur

Pestcoördinator


Mentormap

Zorgcoördinator en teamleiders

Mentoren en zoco


Zorgplan

Locatiedirecteur

Team zorg


Leerlingbesprekingen

Teamleiders

Docenten, 5x per jaar, dinsdag 1e uur

Tijdens laatste bespreking ieder schooljaar

Taalondersteuning

Taalcoördinator

Taaldocenten

3x per jaar met teamleiders, 1x per jaar met locatiedirecteur

Taalkijkwijzer

Locatiedirecteur

taalcoördinator

Start in 20015, daarna ieder jaar mee in de evaluatie met locatiedirecteur

Remeadial teaching in taal en rekenen

Locatiedirecteur

Taalambassadeur/RT’er

3x per jaar met locatiedirecteur

Taalontwikkeling Kijkduin

Locatiedirecteur

Team taal

3x per jaar met locatiedirecteur

Deskundigheidsbevordering rekendocenten

Locatiedirecteur

Rekendocenten en coördinator

In 2017 zijn alle docenten bekwaam. Eind ieder schooljaar

Vast vaklokaal

Locatiedirecteur

rekendocenten

Gerealiseerd in 2016, nieuwbouw

Rekenen als kernvak

Locatiedirecteur

Reken docenten en team rekenen, waaronder docenten economie en wiskunde

Ieder schooljaar een half punt hoger gemiddelde. In 2020 een 6. Tenminste 80% van de leerlingen. Evaluatie ieder schooljaar.


Pagina 15 van 17


Onderwerp

Aansturing

Uitvoering

Evaluaties

Het gebruik van Magister

Locatiedirecteur

Alle personeelsleden


Ontwikkeling RTTI

Teamleiders

Alle theoridocenten, die nog niet bekwaam zijn met RTTI

Evaluatie 2016, in 2017 is iedereen bekwaam

Collegiale lesbezoeken, intervisie

Teamleiders

Alle docenten

In 2016 wordt er mee gestart, in 2017 is het gemeengoed. Eind schooljaar evaluatie

Vakcoaches

Teamleiders

Docenten die de cursus hebben gedaan

Ieder jaar komen er 2 vakcoaches bij. In 2020 zijn er 8 op locatie. Eind van ieder jaar evaluatie.

Locatieplan is leidend

Locatie directeur, algemeen directeur

Alle medewerkers


Klankbordgroep ouders, 4x per jaar, tenminste 10 ouders

Locatie directeur en temleiders

Ouders

4x perjaar

Professionaliseren leerlingenraad

Locatiedirecteur

Leerlingen

6x per jaar

Actief gebruik website

Locatiedirecteur

Alle personeelsleden, Pr medewerkster Maris

Iedere 2 weken moet info van Kijkduin ververst worden


Pagina 16 van 17



Pagina 17 van 17

Schoolplan Maris College schoolplan Pagina 1 van 19

Recommend Documents