Schoolplan Corlaer College Periode 2010 – 2014
Nijkerk, januari 2010
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
1
Inhoudsopgave
I.
Het Corlaer College ......................................................................................... 4
II.
Visie en missie ............................................................................................... 11
III.
Analyse examenresultaten............................................................................. 15
IV.
Jaarplannen ................................................................................................... 15
V.
Specifieke aandachtsgebieden ...................................................................... 16
VI.
Personeelsbeleid ........................................................................................... 18
VII.
Kwaliteitsbeleid .............................................................................................. 20
VIII.
Leermiddelenbeleid........................................................................................ 20
IX.
Financiën ....................................................................................................... 21
X.
Accommodatie ............................................................................................... 22
XI.
Communicatie en PR ..................................................................................... 22
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
2
Inleiding Doel schoolplan Met dit schoolplan wil het Corlaer College voor de komende vier jaar de hoofdlijnen van het beleid weergeven. Het is een intern verantwoordingsdocument waarin de school verantwoording aflegt over het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. De school probeert hierbij inzicht te geven in de gemaakte keuzes en in de gestelde prioriteiten voor het beleid dat binnen de school wordt gevoerd. De school wil met dit document zowel intern als extern aangeven waar zij staat en wat in een periode van vier jaar op verschillende beleidsterreinen nagestreefd wordt.
Opzet schoolplan De kern van het schoolplan bestaat uit drie onderdelen: - onderwijsbeleid - personeelsbeleid - kwaliteitsbeleid Voordat aan deze onderdelen wordt toegekomen, wordt eerst een situatieschets van de school gegeven, gevolgd door een beschrijving van de missie van de school die aan het onderwijsbeleid ten grondslag ligt. De laatste hoofdstukken bevatten informatie over financiën, accommodatie en de communicatie.
Totstandkoming schoolplan Het schoolplan is niet alleen tot stand gekomen als uitvoering van een formele verplichting, maar is vooral het resultaat van werkzaamheden van alle geledingen binnen de school. Als zodanig is het schoolplan een product van de school als geheel. Afhankelijk van de aard van een onderdeel zijn voor dat onderdeel relevante medewerkers betrokken geweest. Na aanlevering van de verschillende inhoudelijke bijdragen heeft de schoolleiding de eindredactie gevoerd.
Rol schoolplan Het risico dat een document als het schoolplan loopt, is dat het als fraai boekwerk op een keurige plek in een degelijke kast komt te staan. De schoolleiding heeft zichzelf de opdracht gegeven om het schoolplan een actieve rol te laten spelen. Het omgaan met het schoolplan dwingt tot een bezinning op de eigen positie waarbij (her)oriëntatie op de visie en missie van de school een belangrijk element vormt. Het schoolplan geeft ook inzicht aan medewerkers over de eigen schoolsituatie en biedt hun een perspectief voor verdere ontwikkeling. Het schoolplan zal de komende vier jaar het toetsingskader zijn voor het nemen van beleidsbeslissingen.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
3
I.
Het Corlaer College
Algemeen Het Corlaer College is een protestants-christelijke school voor voortgezet onderwijs in Nijkerk.
Schoolgegevens Corlaer College bezoekadres: Ds.Kuypersstraat 3, 3863 CA Nijkerk postadres: Postbus 100, 3860 AC Nijkerk tel.: 033 - 2456434 fax: 033 - 2452023 e-mail:
[email protected] website: www.corlaercollege.nl
Scholengroep Het Corlaer College maakt deel uit van de Meerwegen scholengroep. De Meerwegen scholengroep verzorgt voortgezet onderwijs in Amersfoort, Bunschoten-Spakenburg en Nijkerk. De scholengroep bestaat uit vijf scholen en biedt met 600 medewerkers onderwijs aan ruim 5200 leerlingen. De Meerwegen Scholengroep valt onder het bestuur van de Stichting voor ProtestantsChristelijk Voortgezet Onderwijs Eemland (PCVOE). De Meerwegen scholengroep kent een tweehoofdige centrale directie die het onderwijskundig beleid van de diverse vestigingen tracht te coördineren. Voor de uitvoering van bovenschoolse administratieve zaken is een stafbureau in het leven geroepen.
Schoolhistorie Het Corlaer College is voortgekomen uit een drietal plaatselijke scholen: De Meijntscamp, Chr. School voor mavo Gildestein, Chr. School voor technisch onderwijs De Fontein, Chr. School voor lhno Aanvankelijk was dit een school voor vmbo met een driejarige havo/atheneum-onderbouw. In 2002 is gestart met een volwaardige havo/atheneum-opleiding. De eerste leerlingen van deze opleiding hebben in 2007 (havo) en in 2008 (atheneum) examen gedaan.
Onderwijsaanbod Het Corlaer College verzorgt onderwijs voor atheneum, havo en. vmbo Voor het vmbo worden alle richtingen van basisberoepsgerichte leerweg, eventueel met lwoo, tot vmbo-t aangeboden.
Gebouwen Het Corlaer College is gevestigd in twee modern uitgeruste gebouwen. Het atheneum/havo-gebouw dat ontworpen is naar het onderwijsconcept waarbij leerlingen verantwoordelijk gemaakt worden voor het eigen leerproces. In dit gebouw zijn veel ruimtes ingericht voor zelfstudie. Het vmbo-gebouw met heel veel mogelijkheden tot het geven van praktijkonderwijs (werkplekkenstructuur/praktijksimulatie).
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
4
Schoolgrootte De school telt 1366 leerlingen, verspreid over: vmbo : 791 atheneum/havo-onderbouw : 237 atheneum-bovenbouw : 127 havo-bovenbouw : 207 Er werken 178 medewerkers, waarvan 121 docenten met een lesgevende taak.
Schoolorganisatie De organisatiestructuur van het Corlaer College ziet er als volgt uit: • directie (3 leden); 2 leden kerndirectie (rector en plaatsvervangend rector), 1 adjunct-directeur organisatie en beheer; • afdelingsleiders (5 personen): 3 voor de afdelingen vmbo: vmbo-onderbouw leerjaar 1 en 2 (b,k,tl), leerjaar 1 t/m 4 lwoo, bovenbouw (b,k,tl) 2 voor de afdelingen atheneum/havo: leerjaar 1 en 2; leerjaar 3 en hoger. • teamleiders (3 personen ingezet in drie afdelingen ter ondersteuning van de afdelingsleider) • docenten (OP) • onderwijsondersteunend personeel (OOP) De kerndirectie is verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het schoolbeleid en wordt hierin bijgestaan door het niet van de kerndirectie deel uitmakend directielid. Het niet-onderwijzend personeel wordt aangestuurd door een niet van de kerndirectie deel uitmakend directielid. Directie + afdelingsleiders vormen het managementteam (MT). De functie van het MT is vooral een coördinerende. Het onderwijs in de afdelingen wordt vorm gegeven door de docententeams. Elke afdeling kent haar eigen team. Een docent maakt deel uit van het team in welke afdeling de meeste uren verzorgd worden. De afdelingsleider geeft leiding aan het betreffende docententeam.
Positie van de school Het Corlaer College heeft te maken met een omgeving die in veel opzichten volop in beweging is. Om op de verschillende ontwikkelingen adequaat in te spelen, is het van belang om goed zicht hierop te krijgen. De uitkomsten van de omgevingsanalyse kunnen aanleiding zijn om nieuw beleid te formuleren of bestaand beleid bij te stellen. Bij de analyse van de omgeving wordt onderscheid gemaakt tussen de externe en interne omgeving en de sectoromgeving.
Externe omgeving Demografische en geografische factoren De demografische positie van het Corlaer College maakt een stormachtige ontwikkeling door. De school ligt aan de rand van een nieuwbouwwijk aan de westelijke kant van Nijkerk. Enkele kilometers verder naar het westen ligt het gebied waar de stad Amersfoort als Vinex-lokatie forse stadsuitbreiding realiseert. In de afgelopen tien jaar is het weidegebied tussen de oude kern van Nijkerk en de kern van Amersfoort als gevolg van nieuwbouw vrijwel verdwenen. Nijkerk heeft zijn inwoneraantal de laatste jaren als gevolg van de vestiging van nieuwe inwoners vrijwel zien verdubbelen. De Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst is gebouwd voor 50.000 nieuwe bewoners, een aantal dat het totale inwoneraantal van Nijkerk (35.000) ruim overstijgt. Met de snel veranderende bevolkingssamenstelling van de directe omgeving is ook de sociale achtergrond van de leerlingen veranderd.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
5
Leerlingen komen in hoofdzaak nog vooral uit Nijkerk, maar in toenemende mate ook uit omliggende gemeenten, met name uit Amersfoort. Kwamen de leerlingen in het verleden vooral uit een traditioneel protestants-christelijk milieu, nu is er minder sprake van een overheersende invloed van dit milieu. Concurrentie Het Corlaer College heeft te maken met een omgeving waarin concurrentie tussen scholen een grote rol speelt. In Amersfoort en de directe omgeving staan zo’n tien scholen met een, wat schooltypen betreft, vergelijkbaar onderwijsaanbod. Scholen die als directe concurrent van het Corlaer College zijn te beschouwen, zijn: het rooms-katholiek Hooghe Landt College, het openbare Atrium College, het openbare Vathorst College, het vrijgemaakte Guido de Brès, de protestants-christelijke zusterschool Farel College (alle gevestigd in AmersfoortWest), Farel Bunschoten en de protestants-christelijke zusterschool Corderius College. In andere plaatsen dan Amersfoort ondervindt de school concurrentie van het Johannes Fontanus College in Barneveld en van het Nassau-Veluwe College in Harderwijk. Al deze scholen hebben ook leerlingen die uit de directe omgeving van Nijkerk komen. De reden om voor andere scholen dan het Corlaer College te kiezen, zal voor een deel te maken hebben met de denominatie. Daarnaast speelt de beeldvorming met betrekking tot het Corlaer College een rol. Van oudsher was het Corlaer geen school met atheneum/havo-onderwijs. Het Corlaer wordt ten onrechte soms nog gezien als de school waarop vmbo-docenten atheneum/havo-onderwijs geven. Het Corlaer College (atheneum/havo) heeft een duidelijk onderscheidende onderwijsvisie, waarbij in het onderwijskundige proces aan leerlingen grote verantwoordelijkheid wordt toegekend. In dit opzicht is de school anders dan haar concurrenten. Alleen het Vathorst College komt als school die geënt is op de principes van het Nieuwe Leren hier enigszins bij in de buurt. Uit de groei van de aanmelding van nieuwe leerlingen (die zeker in vergelijking met de situatie bij bovengenoemde concurrenten opmerkelijk is), valt op te maken dat de school er de laatste jaren in slaagt de concurrentiepositie te versterken. Sociaal-economische factoren Sociaal-economische factoren zijn voor een school van belang waar deze te maken hebben met de bekostiging naast de lumpsumfinanciering, de inkomensontwikkeling en de koopkracht van leerlingen. Naast de lumpsumbekostiging heeft de school te maken met incidentele projectgelden, middelen gegenereerd uit (of juist afgestaan vanwege) bestuurlijke samenwerking, sponsorgelden, steunstichting, ouderbijdragen. De inkomensontwikkeling is onder andere van belang voor de hoogte van de ouderbijdrage. Ook kan zij van invloed zijn op de woningmarkt. Hierdoor kan de bevolkingssamenstelling, en daarmee ook de leerlingpopulatie veranderen. Ook is de inkomensontwikkeling van belang voor het beleid met betrekking tot (buitenlandse) excursies. De situatie op de arbeidsmarkt en daarmee de mogelijkheid om parttime werk te vinden, is van grote invloed op de mate waarin jongeren schoolwerk prioriteit geven. Op korte termijn over een redelijk inkomen beschikken, wordt vaak hoger gewaardeerd dan het op de lange termijn verkrijgen van een diploma met daaraan gekoppeld financieel perspectief. Hoewel bekostiging door leerlingen van buitenles-activiteiten veelal geen probleem is, wordt deelname daaraan moeilijker door het ontbreken van vrije tijd die veelal ingezet wordt voor betaald werk en daarmee samenhangende bindende afspraken. Technologische factoren Op technologisch gebied, zeker waar het gaat om het beleid met betrekking tot ict, is het Corlaer College uitermate aantrekkelijk voor potentiële scholieren. Voor de atheneum/havoafdeling geldt dat er 1 computerwerkplek per 2 leerlingen is. Het vmbo kent een enigszins
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
6
lagere bezettingsgraad, maar daar wordt duidelijk een inhaalslag gemaakt. Het aantal computers steekt uitermate gunstig af bij het aantal dat op concurrerende scholen voorkomt. Docenten zijn meer dan redelijk geschoold op ict-gebied. In veel lokalen hangen smartboards die uiterst frequent gebruikt worden. Op vakinhoudelijk gebied vinden voorbereidingen plaats om het vak met technologische aspecten, Natuur Leven en Technologie (NLT), op atheneum/havo in te voeren en technologie (breed) in de bovenbouw van de vmbo/gl/tl. Sociaal-maatschappelijke factoren De voorkeur van leerlingen, maar vooral van ouders, om te opteren voor een zo hoog mogelijk schooltype wordt ingegeven door sociaal-maatschappelijke overwegingen. De druk vanuit huis om zo goed mogelijk te presteren is soms onaanvaardbaar hoog. Ter bescherming van leerlingen is een zo goed mogelijke voorbereiding van de schoolkeuze essentieel. In de regio Eemland doen vrijwel alle basisscholen mee met de cito-toets. Ondanks de selecterende werking die aan een cito-toets kan worden toegeschreven, proberen ouders toch hoger in te zetten. Het Corlaer College heeft een intakesysteem ontwikkeld waarbij vrij snel na de aanmelding met ouders in gesprek gegaan wordt om te komen tot een verantwoorde schoolkeuze. Uiteindelijk is het de school die bepaalt tot welke afdeling een leerling wordt toegelaten. Als gevolg van conjuncturele ontwikkelingen kunnen leerlingen in materieel opzicht vaak alles krijgen wat ze hebben willen. Er is een groot scala aan mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding. Het gevolg van deze situatie is dat de school een minder prominente plaats in het leven de leerlingen inneemt. Dit leidt o.a. tot problemen bij het maken van huiswerk. Leerlingen blijken er soms moeilijk van te overtuigen dat er na de tijd op school ook thuis nog iets voor school gedaan moet worden. De veranderende bevolkingssamenstelling van Nijkerk en omgeving heeft geleid tot een ander accent op de godsdienstige identiteit. De oorspronkelijke Nijkerkse bevolking was traditioneel religieus en de schoolbevolking was daar een directe afspiegeling van. Met de veranderingen in Nijkerk als gevolg van een toenemend aantal inwoners dat niet uit Nijkerk afkomstig is en door het uitbreiden van het voedingsgebied naar Amersfoort-Vathorst is de schoolbevolking steeds minder makkelijk onder de noemer traditioneel christelijk te vangen. Het Corlaer College is mede als gevolg van deze sociaal-maatschappelijke omstandigheden een open christelijke school geworden. Van leerlingen wordt verwacht dat zij respectvol omgaan met de uitingen van de protestants-christelijke identiteit en dat zij deelnemen aan dag- en weekopeningen en vieringen. De oorspronkelijk Nijkerkse bevolking heeft vrijwel uitsluitend een beroepsopleiding gevolgd op lager en middelbaar niveau. Bij een recent onderzoek onder ouders werd duidelijk dat slechts een klein percentage hoger opgeleid is (hoger of universitair onderwijs). Voor school doet zich hierdoor de merkwaardige situatie voor dat vrijwel alle atheneum- en havoleerlingen onderwijs volgen op een niveau dat hun ouders zelf niet hebben meegemaakt. Het is voor ouders vaak moeilijk om zich een beeld te vormen van wat er met name bij de atheneum- en havo-afdelingen van de leerlingen verwacht wordt. Met de instroom van leerlingen uit de nieuwe wijken van Nijkerk en Vathorst komt hier snel verandering in. Politieke aspecten Het landelijke politieke klimaat bepaalt in niet geringe mate met welke systeem veranderingen het onderwijs te maken krijgt. Ook in de situatie dat een school geen behoefte zou hebben aan een systeemverandering krijgt zij die opgelegd. Het Corlaer College probeert op creatieve wijze in te spelen op veranderingen als de vernieuwde Tweede Fase, passend onderwijs en de nieuwe onderbouw, in alle afdelingen van de school. Opgelegde veranderingen zijn te zien als kansen waarmee ook voor de dagelijkse onderwijspraktijk innovatief kan worden omgegaan. Een belangrijke door de politiek bepaalde omstandigheid is het financiële budget. Het Corlaer College is er tot nu toe in geslaagd om binnen de grenzen van de haar toegemeten
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
7
middelen te opereren. Al maken die middelen minder mogelijk dan onderwijskundig wenselijk zou zijn. Het Corlaer College heeft naast de landelijke overheid ook te maken met de lokale overheid. In dit opzicht bevindt het Corlaer College zich in een bevoorrechte positie. De school is in Nijkerk de enige brede scholengemeenschap, wat maakt dat er vanuit de lokale overheid voldoende betrokkenheid bij school is. Uit contacten met de lokale overheid blijkt dat de gemeente Nijkerk er trots op is het Corlaer College binnen haar grenzen te hebben.
Sectorale omgeving Onder de sectorale omgeving van de school verstaan we alle relaties die de school heeft met andere onderwijsinstellingen (basisscholen, vervolgonderwijs) en met organisaties die een relatie met het onderwijs hebben (onderwijsbegeleidingsdiensten, besturen). Basisscholen Het Corlaer College onderhoudt nauwe banden met de p.c.-basisscholen in Nijkerk en Amersfoort-Vathorst. Het gaat hierbij om uitwisseling van informatie m.b.t. leerlingen, werving, toelatingsbeleid, continuïteit in begeleiding. Aansluitend op de beslissing tot plaatsing vindt tussen leraren van de basisschool en mentoren van het eerste leerjaar de zogenaamde ‘warme overdracht’ plaats. Hierbij wordt informatie doorgegeven die m.n. voor de sociaal-emotionele begeleiding van belang is. Tweemaal per jaar worden leerkrachten van deze basisscholen op het Corlaer College uitgenodigd voor het uitwisselen van informatie. Daarnaast volgen verschillende leerlingen van het Corlaer College hun maatschappelijke stage op deze basisscholen. Ook geven leerlingen van de school computerles aan groep 8 van deze scholen. In 2009 is gestart met een project waarbij gemotiveerde leerlingen van groep 8 van de basisschool gedurende twee maanden wekelijks een aantal speciaal voor hen opgezette lessen in toekomstige vakken krijgen. De belangstelling voor het volgen van deze lessen blijkt erg groot te zijn. Per p.c.basisschool worden alle leerlingen van groep acht een keer een ochtend op school uitgenodigd om uitgebreid voorgelicht te worden over het onderwijs op het Corlaer College. Het beleid is erop gericht deze contacten te intensiveren en uit te breiden naar andere dan p.c.-basisscholen. Het is inmiddels niet meer zo dat de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs van te voren vast staat. Ouders en leerlingen maken steeds vaker vergelijkingen tussen scholen voordat er voor een bepaalde school gekozen wordt. Voortgezet onderwijs Van de tien andere scholen voor voortgezet onderwijs wordt uitsluitend formeel en informeel contact onderhouden met de zusterscholen die ook deel uitmaken van de Meerwegen scholengroep. Dit contact vindt allereerst plaats op directieniveau. Om de veertien dagen vindt er overleg plaats tussen de gezamenlijke directies van de scholen en de tweehoofdige centrale directie van de Meerwegen scholengroep. Gespreksonderwerpen zijn vooral de financiën, de formatie, het personeels- en het kwaliteitsbeleid. Binnen de door de Meerwegen scholengroep opgestelde kaders heeft elke school de ruimte om eigen onderwijsbeleid te voeren. De onderlinge verschillen zijn in dit opzicht dan ook erg groot. Met betrekking tot leerlingenzorg zijn er diverse samenwerkingsverbanden waarbij contacten bestaan met alle scholen van voortgezet onderwijs van de Noord-West Veluwe. Op het gebied van scholing bestaat er samenwerking door middel van het kweekvijvertraject. Hierbij wordt docenten die geïnteresseerd zijn in een managementfunctie een hierop gerichte scholing aangeboden. Met alle andere scholen voor voortgezet onderwijs zijn afspraken gemaakt over de werving. Jaarlijks vinden er onderwijsmarkten plaats waarop alle scholen zich presenteren. Er liggen afspraken over de wijze waarop reclame voor de eigen school gemaakt kan worden.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
8
Speciaal en middelbaar beroepsonderwijs Het Corlaer College kent een samenwerkingsverband met een ook tot de Meerwegen scholengroep behorende school voor speciaal onderwijs: Accent. Deze school is gevestigd op de campus van het Corlaer College, wat bevorderlijk is voor het onderlinge contact. Er wordt op schoolleiders- en afdelingsniveau contact onderhouden met ROC-ASA, de school voor middelbaar beroepsonderwijs. Naar het zich laat aanzien zal deze school binnen afzienbare tijd een vestiging hebben vlakbij het Corlaer College waardoor de contacten geïntensiveerd zullen worden. Een functionaris in school is belast met het voorbereiden van deze intensivering. Universiteit en hoger beroepsonderwijs De laatste jaren is er sprake van een toename van de contacten tussen Corlaer College enerzijds en universiteit/hbo anderzijds. Getalenteerde leerlingen in de Tweede Fase krijgen de mogelijkheid om enkele dagdelen per week te studeren aan de Universiteit van Utrecht en Windesheim. Van die mogelijkheid wordt in toenemende mate gebruik gemaakt. Via het stagetraject onderhoudt de school contact met Hogeschool Windesheim in Zwolle. Over de invulling van de stage wordt tussen school en stagecoördinator overlegd. De ervaring leert dat nogal wat stagiaires uiteindelijk Corlaerdocenten worden. Op gebied van de voorlichting omtrent het vervolgonderwijs wordt door de decanen van Corlaer regelmatig een beroep gedaan op functionarissen van universiteit /hbo om informatie over de opleiding te geven. Ondersteuning en samenwerking De noodzaak in te spelen op de veranderende samenleving zal de komende jaren steeds groter worden. Om deze uitdaging aan te kunnen, zal het Corlaer College, ook al bevindt zij zich in de situatie van een school waar eigentijds onderwijs gegeven wordt, voortdurend over haar eigen grenzen heen moeten kijken. De school heeft enige ervaring opgedaan in het aangaan van een structureel samenwerkingsverband met een pedagogisch centrum. Inmiddels is de school ervan overtuigd dat het de voorkeur verdient om voor specifieke aangelegenheden specifieke ondersteuning in te roepen. Hierbij is de koppeling met één pedagogisch centrum losgelaten en wordt gekeken waar voor de school de beste ondersteuning te vinden is. Voor specifieke zorgaangelegenheden wordt met diverse maatschappelijke partners samengewerkt. Voor het vmbo bestaan er intensieve contacten met de Bedrijvenkring Hoevelaken-Nijkerk (BHN). Het belangrijkste doel van dit contact is het verkrijgen van voldoende stageplaatsen. Daarnaast wordt voor ondersteuning bij incidentele projecten contact onderhouden met de Rotary Nijkerk. De school wordt bij een specifiek project (Expeditie Corlaer) op wetenschappelijk niveau gemonitord door het bureau Oberon. Met betrekking tot de rebound- en time-out-klassen bestaat samenwerking met andere scholen uit het gebied van Noord-West Veluwe.
Interne omgeving Imago bij leerlingen en medewerkers Om het voorgestane onderwijskundige beleid uit te kunnen voeren is het een noodzakelijke voorwaarde dat daarvoor breed draagvlak bestaat bij de medewerkers. Door de medewerkers zo veel mogelijk te betrekken bij de opstelling van het onderwijskundige beleid wordt dit draagvlak verkregen. Het onderwijskundig beleid zoals dat verwoord is in visiedocumenten (zie hoofdstuk II) is bij de oprichting van de atheneum/havo-afdeling vastgelegd, en in de jaren daarna geactualiseerd zonder dat het ingrijpend veranderd is. Bij de werving van nieuwe medewerkers wordt nadrukkelijk het onderwijskundig beleid onder de aandacht gebracht en van nieuw te benoemen medewerkers wordt verwacht dat zij zich niet alleen aan dit beleid committeren, maar daar ook een duidelijk aandeel in hebben. De Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
9
actualisatie van het onderwijskundig beleid vindt vooral plaats door middel van de door afdelingsleiders opgestelde jaarplannen. Deze jaarplannen komen tot stand in nauw overleg met de docenten van de betreffende afdeling. Bij het in praktijk brengen van de onderwijskundige visie heeft de atheneum/havo-afdeling een voortrekkersrol gespeeld. De atheneum/havo-afdeling kon ongehinderd door traditie en al jaren aan school verbonden medewerkers een nieuwe visie in praktijk brengen. De vmboafdeling verkeerde in de situatie van een bestaande school met een in tientallen jaren opgebouwde schoolcultuur. Het succes van onderwijsvernieuwing bij de atheneum/havoheeft op de vmbo-afdeling een stimulerende invloed gehad. Dat het werkklimaat voor medewerkers als positief wordt ervaren, blijkt uit het uiterst geringe personeelsverloop. Er zijn nauwelijks medewerkers die naar een vergelijkbare baan op een andere school overstappen. Uit tevredenheidonderzoeken onder leerlingen en ouders blijkt dat de school zowel bij leerlingen als ouders goed scoort. Bij het ontstaan van de nieuwe atheneum/havo-afdeling was er commentaar op de deugdelijkheid van de organisatie. Na enkele jaren bleken de kinderziektes overwonnen, en wordt daar nauwelijks nog op gereageerd. Dat leerlingen de school positief waarderen blijkt uit: • het geringe aantal uit de les gestuurden; • het nauwelijks voorkomen van te laat komen; • een gering aantal spijbelaars; • het vrijwel niet voorkomen van schorsingen; • het sporadisch voorkomen van onderlinge conflicten, vechtpartijen e.d.; • het vrijwel afwezig zijn van rotzooi in de school. Uit gesprekken met leerlingen komt naar voren dat zij over het algemeen trots zijn op hun school.
Examenresultaten Dat de school bij zowel leerlingen als ouders goed bekend staat, kan voor een deel verklaard worden door de steeds gunstiger wordende examenresultaten die het Corlaer College de laatste jaren kent. Een overzicht van het aantal geslaagden per jaar is opgenomen als bijlage. (Bijlage 1)
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
10
II.
Visie en missie
Visie De visie van het Corlaer College is als volgt geformuleerd: Het Corlaer College wil de leerling laten ervaren dat deze deel uitmaakt van een gemeenschap, geleid vanuit een christelijke levensvisie, waarin de leerling qua intelligentie en persoonlijke vorming tot zijn of haar recht kan komen en leert om het begrip “medemens” vorm en inhoud te geven. De school wil de leerling daarin begeleiden met als doel dat de leerling aan adequaat vervolgonderwijs kan deelnemen of een voor hem of haar passende plaats in de maatschappij kan verwerven. Op basis van deze visie gaan we uit van de individuele leerling die voor zijn persoonlijke ontwikkeling een doorlopende leerlijn volgt. De leerling deelt deze persoonlijke ontwikkeling met leerlingen van dezelfde leeftijd en met ongeveer dezelfde mogelijkheden binnen een scholengemeenschap die “leren en leven voor en met elkaar” op zinvolle wijze met elkaar verbindt. Het leren binnen contexten die voor de leerling relevant zijn, brengt deze binding aan. De hulp en begeleiding die de medewerkers een leerling hierbij geven, zijn gericht op het bevorderen van de verantwoordelijkheid voor en de zelfstandigheid in zijn leren. Hierdoor zal de persoonlijke betrokkenheid van de leerling bij zijn leren en bij zijn schoolgemeenschap toenemen. In de loop van de tijd is er naast de algemene visie voor heel Corlaer ook een specifieke a/hvisie ontwikkeld. Hierbij ligt het accent op betekenisvol onderwijs en het verwerven van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Voor betekenisvol onderwijs wordt de inhoud c.q. kennis en expertise zowel binnen als buiten de directe leefomgeving van de school gevonden. Beide accenten zijn terug te vinden in de speerpunten internationalisering en culturele vorming. Internationalisering van het Corlaer College geeft de leerlingen en docenten de gelegenheid om verder te kijken dan de eigen landsgrenzen. Het opent vele nieuwe mogelijkheden om onderwijs op een dynamische wijze gestalte te geven. Naast kennismaking met nieuwe culturen wereldwijd blijkt dat er ook een uitgebreide en waardevolle heroriëntatie op de eigen cultuur in de ruimste zin van het woord plaatsvindt. Bovendien ontstaan door de in het kader van internationalisering gelegde contacten allerlei situaties waarin functioneel in een moderne vreemde taal wordt gecommuniceerd.
Missie Centraal in ons onderwijs staat de leerling in relatie (onderlinge verbondenheid met) tot zijn omgeving, medeleerlingen, docenten en andere medewerkers van de school. Kernactiviteit van de school is het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs waarbij de leerling met zijn capaciteiten (talenten) het uitgangspunt is. Leerlingen helpen om die talenten te ontdekken, te ontwikkelen en te leren gebruiken, op zowel het cognitieve als het sociaal-emotionele vlak, vormt het doel van ons onderwijs. Naast de aandacht voor het individuele, ervaren leerlingen aandacht voor de ander en voor de samenleving vanuit een betrokken en kritische houding. De missie van het Corlaer College is kernachtig verwoord. Het Corlaer College biedt eigentijds onderwijs voor nieuwsgierige leerlingen onder het motto: samen voorbereid op de toekomst.
Ontwikkelingen In antwoord op veranderende “maatschappelijke” tendensen in de samenleving is in 2002 door de schoolleiding van het Corlaer College besloten tot een nieuw onderwijsconcept voor (in eerste instantie) de nieuw op te zetten atheneum/havo-afdeling dat meer aansluit bij de veranderende samenleving en daarmee bij de veranderende leerling. Het nieuwe onderwijsconcept werd ingegeven door de volgende tendensen. Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
11
Tendensen (willekeurige volgorde): 1. Afname van de intrinsieke motivatie van leerlingen als gevolg van toenemende welvaart en het grote aanbod van activiteiten waaronder de vanzelfsprekendheid van het hebben van betaalde baantjes. 2. Verdergaande individualisering noodzaakt ons ook om het gemeenschappelijke dat er natuurlijk nog wel is, goed te benoemen. Mensen zoeken ook nieuwe verbanden. Ontstaan van nieuwe “virtuele” netwerken van vrienden, collega’s, klasgenoten. Daarnaast organiseren mensen zich steeds vaker op “items” en niet meer in vanzelfsprekende verbanden. 3. Er is sprake van een voortgaande secularisatie en van verdere totstandkoming van een pluriforme, multiculturele samenleving. Het is niet vanzelfsprekend meer dat leerlingen een gemeenschappelijke christelijke achtergrond hebben. 4. De betekenis van de school is aan verandering onderhevig. De invloed van thuis op de opvoeding neemt af. De sociaalpedagogische functie van de school neemt toe. (De school als “herstelwerkplaats” voor de maatschappij). De betekenis van de school als kennisinstituut lijkt af te nemen. 5. De ontwikkeling van de technologie heeft op bijna alle gebieden verstrekkende gevolgen. We leven in een kennismaatschappij waarin het individu centraal staat en waarin door de komst van massamedia kennis breed toegankelijk is geworden voor iedereen, zodat het van groot belang is dat mensen weten waar informatie te vinden is, en dat ze zich bewust zijn van het feit dat ze selectief met die informatie moeten omgaan. 6. De noodzaak van “een leven lang leren” wordt steeds duidelijker. 7. De opkomst van de jeugd-/weekendcultuur. 8. Een toenemend aantal jongeren komt sociaal en emotioneel in de knel. 9. Veiligheid op school wordt een steeds belangrijker item.
Gevolgen voor de inrichting van het onderwijs Inspelend op deze ontwikkelingen is in 2002 een nieuw onderwijsconcept geschreven voor een atheneum/havo-afdeling als aanvulling op het onderwijsaanbod van het Corlaer College. De onderwijsontwikkeling die binnen de atheneum/havo-afdeling op gang is gekomen, heeft mede een bijdrage geleverd aan de verdere onderwijsontwikkeling binnen het vmbo. Er is in dit verband geen sprake geweest van autonome processen, wel is de mate van verandering en met name het tempo van ontwikkeling tussen de twee afdelingen verschillend. Dit heeft te maken met de uitgangspositie van de ingezette onderwijskundige ontwikkelingen. Door een nieuw gebouw afgestemd op het onderwijsconcept en een andere cultuur als gevolg van de opbouw van een nieuw team dat bewust gekozen heeft voor een bepaald concept, verloopt de onderwijsontwikkeling in de atheneum/havo-afdelingen anders dan in de vmboafdelingen.
Onderwijsprofiel Het Corlaer College stelt bij zijn handelen de leerling centraal. In concreto betekent dit het uitgaan c.q. centraal stellen van: 1. Het zelfstandig leervermogen van de jongeren en het ontwikkelen van dat vermogen. De school werkt in haar onderwijs bewust en planmatig aan het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen wat betreft hun leervermogen. De pedagogisch-didactische benadering dient hier dan ook specifiek op gericht te worden. Het aanleren van algemene vakspecifieke c.q. beroepsgerichte vaardigheden zal een grote rol spelen in het zelfstandig(er) maken van leerlingen gedurende de hele schoolloopbaan. 2. De eigen verantwoordelijkheid van jongeren voor en de inbreng bij het leerproces en bij de organisatie van de school. De leerlingen leren reflecteren op hun handelen. Zij leren zien dat hun handelen invloed heeft op hun schoolleven en leren waar nodig dat handelen aan te passen. Het
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
12
3.
4.
5.
6.
7.
reflecteren van leerlingen is een vanzelfsprekend onderdeel van de begeleiding. Het doel hiervan is te komen tot zelfwerkzaamheid en probleemoplossend leren. Het afstemmen van het onderwijsleerproces op leervermogen, ontwikkelingsproces, ambities en leefwereld van leerlingen. Het Corlaer College maakt werk van een goede brede determinatie. Daartoe wordt niet alleen naar cognitieve maar ook naar de sociale, de emotionele en de persoonlijkheidsontwikkeling gekeken. Het Corlaer College gebruikt hiervoor het kwaliteitensysteem. Bovendien wil de school de goede zorgstructuur verder versterken. De school wil voor elke leerling op zijn/haar niveau een uitdaging bieden. Het optimaliseren van de aansluiting met het basisonderwijs en het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt. Het Corlaer College ziet zichzelf als een schakel tussen basisonderwijs en vervolgopleidingen. Dat betekent: • dat er vanwege de determinatie een goed zicht moet zijn op de in-, door- en uitstroom. Dit leidt tot beleid dat tot doel heeft het onderwijsproces te optimaliseren. • dat de begeleiding van leerlingen zich richt op het maken van goede keuzes voor het vervolg van de schoolloopbaan. • dat er werkbare verbanden worden aangegaan met andere (onderwijs)instellingen en het bedrijfsleven waardoor de school een naar buiten gericht gezicht krijgt en de leerling zo goed mogelijk wordt voorbereid op zijn vervolgstudie. Het bijdragen aan een brede vorming van de jongeren, zodat zij de kans krijgen hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en te benutten. Naast het verplichte curriculum geeft het Corlaer College leerlingen de kans om zich breed, cultureel en maatschappelijk te vormen. Daartoe biedt zij de leerlingen de mogelijkheid om naast de reguliere lessen deel te nemen aan (internationaliserings)projecten, culturele voorstellingen, tentoonstellingen, workshops, etc. De school werkt daartoe samen met culturele / maatschappelijke verenigingen en instellingen. Het bijdragen aan de sociale en maatschappelijke vorming zodat jongeren worden voorbereid op de samenleving waarin zij hun plaats moeten vinden en waar zij op een kritische manier naar moeten kijken. De gedragsvaardigheden krijgen op het Corlaer College veel aandacht. Hieronder vallen samenwerken, presenteren, debatteren, integer handelen, zorgvuldig handelen en plichtsbetrachting. Daarnaast wordt aandacht besteed aan arbeidsgerichte aspecten en vaardigheden. De aandacht voor vaardigheden moet er voor zorgen dat de jongeren later stevig in de maatschappij staan. We proberen jongeren kritisch te laten nadenken over de wereld die hen omringt. Een positief-kritische houding waarin respect voor de anderen doorklinkt, moet ervoor zorgen dat de leerlingen van het Corlaer College in de toekomst een waardevolle bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren. Het aanbieden van regulier onderwijs over vrijwel de gehele breedte. Het Corlaer College is een school voor voortgezet onderwijs van atheneum t/m lwoo en voor alle leerlingen uit het voedingsgebied.
Doelstellingen Aan de visie en het onderwijsprofiel is een aantal onderwijskundige doelstellingen te ontlenen die praktische handreikingen bieden voor de pedagogisch-didactisch aanpak. In 2014 dienen deze voor het gehele Corlaer College te zijn gerealiseerd. Het gaat hierbij om de volgende vijf doelstellingen: 1. De gehele ontwikkeling van de leerling dient centraal te staan in het Corlaer College: de leerling als opgroeiende mens; de leerling als nieuwsgierige leerling; de ontdekkende leerling; het gaat om zijn/haar cognitieve ontwikkeling maar ook om de sociaalemotionele, culturele, ethisch - religieuze en fysieke ontwikkeling van de leerling. Het gaat om “heel de mens”, de leerling begeleiden naar “dat je mag worden wie je bent”. De Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
13
2.
3.
4.
5.
leerling ontdekt wat hij/zij kan en wie hij/zij is in verbondenheid c.q relatie met medeleerlingen, docenten en andere medewerkers. In dit verband zijn de speerpunten internationalisering en culturele vorming te noemen. Het leerproces: “leren door doen”, de leerling leert in een betekenisvolle context; de leeromgeving heeft een directe verbinding met de dagelijkse praktijk, er is sprake van samenhang in de lesstof. Gedeelde verantwoordelijkheid. Leerlingen krijgen, onder begeleiding, meer keuzevrijheid in het indelen van hun tijd en de werkzaamheden die ze verrichten (zelfstandig werken). Dit gebeurt binnen een duidelijke structuur en er is sprake van een opbouw in de mate van verantwoordelijkheid. Hierbij hoort zelf keuzes maken, doelen stellen, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen. De leerling is mede-eigenaar van zijn / haar eigen leerproces. De docent treedt coachend op en heeft meerdere rollen. Een meer flexibel en gevarieerd onderwijsaanbod waarbij wordt ingespeeld op verschillen in interesse, tempo, leerstijlen en (meervoudige) intelligentie. Onderwijs wordt dus iets meer vraaggericht, waardoor beter kan worden ingespeeld op verschillen tussen leerlingen. Daarbij zijn er echter beperkingen. Het onderwijs dient zo te zijn vormgegeven dat keuzes van leerlingen steeds binnen een kader van te bereiken competenties worden gemaakt. Met andere woorden, niet iedere leerling doet inhoudelijk hetzelfde, maar wel werkt iedere leerling minstens aan duidelijk geformuleerde competenties. Belangrijk is ook dat differentiatie en het zelf kunnen maken van keuzes een samenspel zal zijn tussen de leerlingen en de leden van het begeleidende team. Centraal staat de relatie leerling – docent/medewerker. Een goed onderwijskundig klimaat c.q sfeer is essentieel. Leerlingen dienen zich veilig te voelen, er moet betrokkenheid en duidelijkheid (structuur) en aansturing zijn. Kortom: leerlingen moet gekend en erkend worden (betrokkenheid ervaren).
Einddoel c.q. resultaat De inrichting c.q. vormgeving van het onderwijs conform de vijf onderwijskundige doelstellingen moet uiteindelijk tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs leiden dat aansluit op de veranderende eisen van deze tijd. Concreet betekent dit dat we leerlingen meer willen meegeven dan alleen een diploma bestaande uit cijfers tot stand gekomen door schoolonderzoek en centraal schriftelijk eindexamen. Leerlingen van het Corlaer College verlaten de school met een diploma, zicht op hun kwaliteiten, een portfolio dat zicht geeft op hun competenties en een talenportfolio dat een beeld geeft van de ontwikkelde taalvaardigheid bij de MVT.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
14
III.
Analyse examenresultaten
Hoewel de examenresultaten, zoals eerder is aangegeven, (inmiddels) erg gunstig zijn, blijft het nodig om na te gaan in hoeverre zij nog verbeterd kunnen worden. Jaarlijks wordt van deze resultaten een analyse gemaakt en worden daar zo nodig beleidsaanpassingen op gebaseerd. In eerste instantie zullen deze zichtbaar zijn in de diverse jaarplannen. De analyse van de examenresultaten van het jaar 2009 is opgenomen als bijlage. (Bijlage 2)
IV. Jaarplannen De onderwijskundige uitgangspunten worden jaarlijks geactualiseerd en geconcretiseerd in de jaarplannen. Met het jaarplan geeft de afdelingsleider weer wat in het aankomende cursusjaar voor zijn/haar afdeling de prioriteiten zijn en via welke planning deze prioriteiten in de praktijk gerealiseerd worden. De jaarplannen worden in overleg met de betreffende teams opgesteld, voorgelegd aan het Managementteam en daar uiteindelijk als beleidsstuk voor de aanvang van het betreffende cursusjaar vastgesteld. De jaarplannen worden halverwege het cursusjaar waarop zij betrekking hebben geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. (Bijlage 3)
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
15
V. Specifieke aandachtsgebieden 1. Leerlingenzorg Zorgplan/Zorgstructuur Een van de pijlers waaraan het Corlaer College zijn bestaansrecht ontleent, is de zorg voor leerlingen. De acties die plaatsvinden in het kader van de leerlingenzorg staan beschreven in het Zorgplan, en worden uitgevoerd door zowel interne medewerkers als externe instanties. Op het Corlaer College is sprake van een zorgstructuur die ontwikkeld is vanuit de vmboafdeling. Inmiddels is de school uitgebreid met een volwaardige atheneum/havo-afdeling, waar de organisatie van de zorg nog onvoldoende op afgestemd was. Vanuit de zorgoptiek deden zich situaties voor waarbij het accent per afdeling verschillend lag. Dit waren omstandigheden die aanleiding gaven om in het cursusjaar 2009/2010 de Zorgstructuur aan te passen. Het Zorgplan en de Zorgstructuur zijn als bijlage opgenomen (Bijlage 4)
2. Cultuur Cultuur als speerpunt Cultuur is een van de speerpunten van het onderwijsbeleid op Corlaer. De doelstelling van ons Cultuurbeleid is: Leerlingen zodanig actief en passief in aanraking laten komen met uitingen van kunst en cultuur dat zij er (later) zelfstandig op een zinvolle manier mee om kunnen gaan. Leerlingen die onderwijs op het Corlaer College volgen, moeten meer dan op andere scholen met cultuur te maken krijgen. Deze grotere aandacht voor cultuur wordt zichtbaar: • in het onderwijsprogramma; • in het niet-lesprogramma; • in de inrichting van de school(omgeving); • in de communicatie. Voorwaarde voor een goede inbedding van het cultuurbeleid in de dagelijkse onderwijspraktijk is niet alleen een organisatie die hierop is afgestemd, maar ook een verankering in de beleving van de medewerkers. De notitie met betrekking tot het cultuurbeleid op het Corlaer College is opgenomen als bijlage (Bijlage 5).
3. ICT ICT als kernkwaliteit Met de verhouding één figuratie op twee leerlingen laat het Corlaer College zien dat het een school is die probeert aan te sluiten bij nieuwe technologische ontwikkelingen. Bij lessen wordt gebruik gemaakt van digitaal materiaal. Zonder computer zou de zelfstudie niet plaats kunnen vinden. Leerlingen en docenten werken met een Electronische Leer Omgeving. Omdat het werkterrein m.b.t. ICT volop in beweging is, is de huidige situatie geen eindstadium. Vandaar dat er voor de periode vanaf 2009 een beleidsplan ontwikkeld is. Het beleidsplan ICT is als bijlage opgenomen (Bijlage 6).
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
16
4. Internationalisering Internationalisering is een van de speerpunten van het onderwijskundig beleid van het Corlaer College. De specifiek op internationalisering betrekking hebbende doelstellingen van dit beleid houden verband met wat het Corlaer College de leerling als extra’s wil aanbieden: • kennismaking met de cultuur wereldwijd, en heroriëntatie op de eigen cultuur; • vaardigheid in de moderne vreemde talen; • leren samenwerken met andere culturen; • leren organiseren; • aanpassen in een andere samenleving. In het beleidsplan Internationalisering wordt dieper op deze doelstellingen ingegaan en wordt aangegeven hoe die bereikt worden. Het beleidsplan Internationalisering is opgenomen als bijlage (Bijlage 7).
5. Sport Naast de gebruikelijke aandacht die sport in het kader van het vak l.o. krijgt, heeft het Corlaer College geconstateerd dat er een groep leerlingen is die meer aan sport wil doen dan tot nu geboden werd. Bij vooral een groep vmbo-leerlingen blijkt die behoefte te bestaan. Dit was de reden om z.g. sport-profielklassen op te zetten. Voor leerlingen die in de sport-profielklas geplaatst worden geldt dat zij 6 uur in de week sport krijgen. In het aangeboden curriculum komen specifiek voor leerlingen relevante elementen aan de orde. Voor de beleidsnotitie met betrekking tot de sport-profielklassen wordt verwezen naar bijlage 8. Voor alle leerlingen van het Corlaer College die behoefte hebben aan meer sport dan de gebruikelijke lo-uren, bestaat de mogelijkheid deel te nemen aan de vrijdagmiddagactiviteiten die voor een groot deel ook in het teken van sport staan.
6. Maatschappelijke stage Voordat de maatschappelijke stage als verplicht onderdeel bij scholen voor voortgezet onderwijs werd ingevoerd is op het Corlaer College het belang van deze activiteit onderkend. Vanaf 2007 is de invoering hiervan voorbereid. In het cursus jaar 2008-2009 is de maatschappelijke stage als verplicht onderdeel voor alle leerlingen daadwerkelijk ingevoerd. Het doel van de maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met én een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving. We noemen dit ook vrijwilligerswerk. De stage moet zinvol zijn. Voor de leerling, die merkt dat zijn inzet ertoe doet. Maar ook voor de samenleving die merkt dat er leuke dingen gebeuren. De f-jes worden door een jongere van de school begeleid, er komt een feest in de wijk, het netwerkcafé in het zorgcentrum wordt bemenst. Een historisch monument wordt opgeknapt, de bibliotheek krijgt extra handjes. De samenleving is wat je er met elkaar van maakt. De beleidsnotitie met betrekking tot de invoering van de maatschappelijke stage is opgenomen als bijlage 9.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
17
VI.
Personeelsbeleid
Als onderdeel van de Meerwegen Scholengroep moet het Corlaer College voor het personeelsbeleid opereren binnen de kaders die voor heel Meerwegen zijn opgesteld. Kernpunten van het Meerwegenbeleid zijn vastgesteld in de volgende notitie.
Personeelsbeleid Meerwegen Scholengroep Inleiding De Meerwegen scholengroep is er om onderwijs te geven. Het belangrijkste ‘kapitaal’ daarbij wordt gevormd door de medewerkers van de scholengroep. In het personeelsbeleid optimaliseren wij de inzet van dat kapitaal. Door goed personeelsbeleid willen wij een aantrekkelijke werkgever zijn voor voldoende en goed toegerust personeel dat zich thuis voelt in de organisatie. Personeel dat zijn talent ontwikkelt en beschikbaar stelt om het doel van de organisatie, het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan onze leerlingen, te verbeteren. Samenhang en kwaliteit De afgelopen jaren is er veel gebeurd in het kader van het formuleren en implementeren van diverse aspecten van het personeelsbeleid. Te denken valt aan de wet Beroepen In het Onderwijs (BIO), bekwaamheidsdossier, Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP-gesprekken), functionerings- en beoordelingsgesprekken, functiemix en in het verlengde hiervan de implementatie van in eerste instantie Keiwijzer en op termijn Keimaat. De komende jaren zullen we ons met name richten op de samenhang en transparantie van het beleid, verdere implementatie van het beleid en het verbeteren van de kwaliteit door het consequent hanteren van de PDCA-cyclus. Transparant en effectief Het personeelsbeleid van de Meerwegen scholengroep moet voor alle betrokkenen overzichtelijk en toegankelijk zijn. Er moet een helder onderscheid gemaakt worden tussen beleid en uitvoeringsregels. In het kader van de PDCA-cyclus moet regelmatig getoetst worden in hoeverre het beleid en/of de uitvoeringsregels de gestelde doelen ondersteunen. Het geformuleerde beleid maakt duidelijk wat centraal beleid is en wat de centrale kaders zijn van het personeelsbeleid van de vestigingen. Risico’s Welke risico’s lopen we als scholengroep waardoor we de door ons gestelde doelen op het gebied van personeel niet kunnen bereiken? • Beschikbaarheid gekwalificeerd onderwijspersoneel – competenties; het risico dat onvoldoende gekwalificeerd personeel met de vereiste competenties kan worden aangetrokken om onderwijstaken te verrichten. • Kwaliteit en kwantiteit van het management; het risico dat de kwaliteit van het management binnen de Meerwegen scholengroep onvoldoende is. Centraal – decentraal personeelsbeleid: het risico dat er rechtsongelijkheid ontstaat door de decentrale invulling van centraal beleid. De concrete maatregelen om de kans op deze risico’s te verkleinen dan wel de gevolgen te beperken worden verder uitgewerkt in het jaarplan 2010. Wat betekent dit? 1. Bevoegd en bekwaam personeel is cruciaal om kwalitatief goed onderwijs te kunnen garanderen. De Meerwegen scholengroep speelt hier op in door een eigentijds en aantrekkelijk pakket van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden te bieden. Daarnaast zullen er maatregelen worden getroffen om knelpunten die zich voor (gaan) doen (o.a. de grijze golf) het hoofd te kunnen bieden. Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
18
2. Een andere vorm om pro-actief in te kunnen spelen op veranderingen in het aanbod en de vraag naar personeel, is het introduceren van een goedlopende meerjaren personeelsplanning. Personeelsplanning is erop gericht de vraag naar personeel voortdurend te laten aansluiten op het aanbod, zowel wat betreft de kwantiteit als de kwaliteit van personeel. 3. Opleiden in de school: dit houdt in dat opleidingsvormen worden gekozen waarbij de opleiding van een leraar steeds meer plaatsvindt op de school in plaats van op de lerarenopleiding. Er zal worden onderzocht in hoeverre dit binnen de Meerwegen scholengroep toegepast kan worden en op welke scholen. Wanneer zijn wij tevreden? • Als 90% van het personeel bevoegd is en 100% bekwaam (meetinstrument nog te bepalen) • Als de opbouw van het personeelsbestand op de scholen evenwichtig is (qua m/v verdeling, leeftijden, aantal dienstjaren etc.).
Corlaer-specifiek personeelsbeleid Binnen de kaders die opgesteld zijn voor de gehele Meerwegen Scholengroep heeft het Corlaer College een aanvullend personeelsbeleid ontwikkeld. Uitgangspunt hierbij is dat medewerkers worden ingezet op grond van kwaliteit en affiniteit en indien nodig collectief of individueel geschoold worden om schooldoelstellingen te laten aansluiten bij/op individuele doelstellingen c.q. talenten. Het aanvullende beleid komt tot uiting in: het benoemingsbeleid, scholingsbeleid en het specifieke taakbeleid. Het benoemingsbeleid Bij benoeming van nieuwe docenten wordt naast de algemeen geldende en de voor Meerwegen opgestelde criteria ook nagegaan in hoeverre kandidaten een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van het onderwijsconcept waar Corlaer (binnen de verschillende afdelingen) nadrukkelijk voor gekozen heeft. Van nieuwe docenten wordt niet alleen verwacht dat zij binnen dit concept werken, maar ook dat zij bereid zijn mee te werken aan het verder vorm en inhoud geven van dit concept. Na benoeming is er voor nieuwe docenten een verplicht specifiek begeleidingstraject. Het scholingsbeleid De scholing van medewerkers is op het Corlaer College nadrukkelijk gerelateerd aan het voorgestane onderwijsconcept. Algemene niet-specifieke scholing is ondergeschikt aan de scholing waar vanuit de onderwijspraktijk van de school behoefte aan is. Individuele scholingsverzoeken van medewerkers worden vrijwel altijd gehonoreerd en afhankelijk van de mate waarin deze voor school relevant zijn ook gefaciliteerd. Voor een school in opbouw als het Corlaer College is het scholingsbeleid essentieel. Het biedt de mogelijkheid medewerkers aan de school te binden. Onbevoegden en onderbevoegden krijgen de mogelijkheid om hun bevoegdheid op korte termijn te behalen. Daarnaast biedt scholing doorstroommogelijkheden waardoor de continuïteit van de school op alle niveaus, ook in de toekomst, gewaarborgd is. Specifiek taakbeleid Onder specifiek taakbeleid verstaan we dat we bij de inzet van medewerkers nadrukkelijk rekening houden met kennis, ervaring en mogelijkheden. Levensfase, specifieke omstandigheden, functiedifferentiatie het zijn allemaal factoren waar we rekening mee houden. Gezien het brede aanbod van de school en de vele verschillende functies proberen we, voor zover dat mogelijk is, medewerkers zoveel mogelijk in hun “kracht” in te zetten. Daarnaast biedt het taakbeleid (tijd) dat voor een groot deel door de afdeling zelf kan worden ingezet en toegedeeld de mogelijkheid om medewerkers op kwaliteit en affiniteit in te zetten. Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
19
VII. Kwaliteitsbeleid Kwaliteitszorg is sinds ongeveer 10 jaar een belangrijk aandachtspunt voor de school. Aanvankelijk werd op verschillende terreinen aan kwaliteitszorg gedaan zonder dat er sprake was van een geïntegreerd, samenhangend systeem. Er werden verschillende onderzoeken uitgevoerd om na te gaan hoe de geleverde kwaliteit werd ervaren, er werd geëvalueerd en bijgesteld. In de loop van de tijd is er in het kwaliteitsbeleid meer samenhang en structuur gekomen. Inmiddels is er sprake van een uitgekristalliseerd systeem. Als bijlage is een beschrijving van het kwaliteitsbeleid opgenomen waarin wordt beschreven wat er binnen het Corlaer College wordt nagestreefd met kwaliteitszorg. Daarnaast wordt een beeld geschetst van de huidige situatie met betrekking tot het kwaliteitsysteem. Dit wordt gedaan aan de hand van de PDCA-cyclus.(Bijlage 10)
VIII. Leermiddelenbeleid Omdat de onderwijspraktijk op het Corlaer College afwijkt van wat gebruikelijk is, is op school de situatie ontstaan dat de bestaande leermiddelen onvoldoende geschikt zijn voor het beoogde onderwijs. Vanaf de start van de volwaardige atheneum/havo-afdeling in 2002 is begonnen met de ontwikkeling van eigen specifiek Corlaermateriaal. Reagerend op een oproep vanuit het ministerie heeft de school een bijdrage geleverd aan het door het ministerie opgezette project omtrent leermiddelenbeleid In het kader van dit project is een beleidsnotitie geschreven. In dit document wordt het voorgenomen leermiddelenbeleid van het Corlaer College beschreven. De relatie met de onderwijskundige visie van de school wordt aangegeven evenals de relaties met het ICT-beleid, het financiële beleid en het personeelsbeleid. Daarnaast wordt een tijdpad neergezet voor het opstarten en het ontwikkelen van het leermiddelenbeleid. Met behulp van dit document zal vanaf het cursusjaar 2009 – 2010 een start worden gemaakt met de ontwikkeling van o.a. digitale leermiddelen. Jaarlijks zal de voortgang geëvalueerd worden en zal het plan zo nodig aangepast worden aan de stand van zaken. Deze beleidsnotitie is opgenomen als bijlage 11.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
20
IX. Financiën Als onderdeel van de Meerwegen Scholengroep moet het Corlaer College voor het financiële beleid opereren binnen de kaders die voor heel Meerwegen zijn opgesteld. Kernpunten van het Meerwegenbeleid zijn: - een evenredige verdeling van de financiële middelen over de diverse scholen; - een evenredig aandeel van alle scholen in de bekostiging van de centrale administratie; - het in stand houden van verantwoorde reserves; - op een specifieke school betrekking hebbende subsidies worden aan die specifieke school toegekend; - voor de Meerwegen Scholengroep wordt gewerkt met een meerjarenbegroting die een periode van vier jaar omvat. Voor een overzicht van de binnen Meerwegen gehanteerde financiële kaders wordt verwezen naar de hieromtrent opgestelde Meerwegennotitie die als bijlage 12 is opgenomen.
Corlaer-specifiek financieelbeleid De schoolleiding van het Corlaer College doet er alles aan om binnen de financiële kaders van de Meerwegen Scholengroep te blijven al is dat voor een nog niet volgroeide school, met het breedste onderwijsaanbod binnen de Meerwegen Scholengroep, geen eenvoudige opgave. Twee aspecten spelen hierbij een rol, te weten de omvang van de atheneum/havoafdeling (met nam de bovenbouw) welke nog te gering is, en de werkplekkenstructuur (WPS) in de bovenbouw van de technische afdelingen van het vmbo. Door het geringe aantal leerlingen in deze afdelingen staat de formatie en daarmee de structuur onder druk. Tot 2013 maakt het Corlaer gebruik van een “winterplan”. Dit dekt voor een deel het tekort in de atheneum/havo-afdeling. Wil het Corlaer College een innovatieve school blijven dan zal de school op zoek moeten naar structurele extra inkomsten.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
21
X.
Accommodatie
De leerlingenpopulatie van het Corlaer College maakt op dit moment een forse groei door. De omstandigheden die hieraan ten grondslag liggen zijn: - het onderwijsconcept, - de uiterst positieve examenresultaten, - de stadsuitbreidingen van zowel Nijkerk als Amersfoort. Het Corlaer College beschikt over twee goed geoutilleerde gebouwen: een vmbo-gebouw en een atheneum/havo-gebouw. Het laatste gebouw is ontworpen met als bedoeling het voorgestane onderwijs te realiseren. Het gebouw voldoet aan de gestelde eisen. Het vmbogebouw wordt inmiddels voor het beoogde onderwijs geschikt gemaakt. Hoewel beide gebouwen te kwalificeren zijn als hoogwaardig, bestaat er toch een probleem. Met name het atheneum/havo-gebouw heeft een te geringe capaciteit om alle leerlingen op te kunnen vangen. Er moet dan ook uitgeweken worden naar andere ruimtes, wat de realisering van het voorgestane onderwijsconcept onder druk zet. Het athenum/havo-gebouw heeft de capaciteit om ruim zeshonderd leerlingen onder te brengen. Om tegemoet te komen aan de ontstane behoefte zou het gebouw fors uitgebreid moeten worden. Als eerste stap in de richting van deze uitbreiding is een beleidsnotitie geschreven die als bijlage 13 is opgenomen.
XI.
Communicatie en PR
Ook bij in principe niet-commerciële instituten als scholen begint het besef door te dringen dat aandacht voor communicatie en public relations essentieel is voor het voortbestaan van de organisatie. Het communicatiebeleid is gericht op het zodanig hanteren van informatie dat betrokkenheid bij de school vergroot wordt. Bij communicatie stelt de school zich actief op, niet alleen om signalen af te geven, maar ook om deze te ontvangen. De school is zich er nadrukkelijk van bewust dat een goede communicatie essentieel is voor haar functioneren. Met het PR-beleid beoogt de school een goede naamsbekendheid te verkrijgen. Gestreefd wordt om een beeld neer te zetten dat overeenkomt met de werkelijkheid. De PR richt zich op de omgeving van de school, met name basisscholen, toekomstige leerlingen en hun ouders. Via contacten met de lokale pers wordt ook geprobeerd een ruimer verspreidingsgebied te bereiken. Om bewust en actief om te gaan met communicatie en PR, zijn de verschillende aspecten van deze terreinen in beeld gebracht en wordt nagegaan in hoeverre de bestaande middelen aan de doelstelling van de school voldoen. De betreffende notitie is opgenomen als bijlage 14.
Schoolplancorlaercollege2009-2014clajan20-01-10
22