Avicenna College Schoolplan 2015-2019
Op weg naar excellent, ambitieus, islamitisch voortgezet onderwijs, Rotterdam, september 2015
Schoolplan 2015-2019 Scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs Avicenna College voor VWO, HAVO, mavo en vbo BRIN-nummer 30WH Bevoegd gezag Stichting voor Islamitisch Voortgezet Onderwijs in Rotterdam e.o. Bestuursnummer 42696
pag. 2
Inhoud Voorwoord ............................................................................................................................. 4 1. Algemeen beeld Avicenna College .................................................................................... 5 2. Missie en visie ................................................................................................................... 6 2.1 Missie .......................................................................................................................... 6 2.2 Visie ............................................................................................................................. 7 2.3 Schoolbeeld ................................................................................................................. 9 3. Islamitische identiteit ......................................................................................................... 9 3.1 Identiteit in de praktijk .................................................................................................10 3.2 Identiteitscommissie ....................................................................................................11 4. Kwaliteitszorg ...................................................................................................................11 5. Onderwijs beleid ...............................................................................................................12 5.1. Formele eisen ............................................................................................................13 5.2. Beginsituatie, toetsing en didactiek ............................................................................13 6. Pedagogisch klimaat ........................................................................................................15 7. Extra les, examentraining, RT en zomerschool.................................................................17 8. Ouderbetrokkenheid .........................................................................................................17 9. Samenwerkingsrelaties ....................................................................................................17 10. PR, communicatie en zichtbaarheid ...............................................................................18 11. I.C.T. ..............................................................................................................................18 12. Stages ............................................................................................................................18 13. Stroomlijning van de ondersteunende dienst ..................................................................18 14. Vormgeving van het nieuwe VMBO ................................................................................19 15. Profilering van HAVO/VWO ............................................................................................19 16. Personeelsbeleid ............................................................................................................20 17. Leerlingzorg....................................................................................................................20 17.1 Overzicht leerlingbegeleiding ....................................................................................21 17.3 SMW-begeleiding ......................................................................................................22 17.4 Faalangstreductietraining en sociale vaardigheidstraining ........................................22 17.5 Remedial teaching ....................................................................................................22 17.5.1 LWOO ................................................................................................................22 17.5.2 Dyslexie ..............................................................................................................23 17.5.3 RT Speerpunten .................................................................................................23 17.5.4 Dyscalculie .........................................................................................................23 17.5.5 Pestprotocol .......................................................................................................24 18. Financieel beleid ............................................................................................................24 19. Aanpak / activiteiten overzicht komende plan periode ....................................................24
pag. 3
Voorwoord Het Avicenna College is gestart op 1 augustus 2014. Bij de start van het Avicenna College hebben het management en medewerkers zich de vraag gesteld: welke school willen wij zijn en wat zouden de speerpunten van ons beleid moeten zijn. De volgende ambitie en beschrijving van de school is daarbij uitgesproken: het Avicenna College is een school voor excellent, ambitieus islamitisch voortgezet onderwijs. Inmiddels is een jaar verstreken en zijn onze ambities gegroeid. Het managementteam is verschillende malen bijeengekomen om de wensen die leefden onder ouders, leerlingen en personeel in zo concreet mogelijke ambities en doelstellingen te formuleren. In het schoolplan vindt u deze ambities en doelstellingen die de school zich stelt voor de komende vier schooljaren. Deze ambities sluiten aan bij de ambities van het Rotterdamse Onderwijsbeleid, zoals deze zijn vastgelegd in Leren Loont! We zetten in op hogere onderwijsresultaten en het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Maar ook op andere terreinen, zoals zorg en identiteit, hebben we verdergaande ambities. Het schoolplan geeft richting aan het onderwijskundig-, personeels- en kwaliteitszorgbeleid. Het schoolplan zal leidraad zijn voor de schooljaarplannen, waarin per schooljaar wordt gewerkt aan de realisatie van onze ambities.
pag. 4
1. Algemeen beeld Avicenna College Het Avicenna College is een brede scholengemeenschap met een islamitische signatuur, die de volgende onderwijssoorten aanbiedt: VMBO Leerwegondersteunend Onderwijs VMBO Basisberoepsgerichte Leerweg VMBO Kaderberoepsgerichte Leerweg VMBO Theoretische Leerweg HAVO VWO Atheneum Het VMBO is gevestigd op de locatie aan de Putsebocht 21 te Rotterdam. De afdelingen HAVO en VWO Atheneum zijn gehuisvest op de locatie aan Schere 47 te Rotterdam. Organisatiestructuur Het Avicenna college (Stichting SIVOR) kent een Raad van Toezicht model en een college van bestuur. De samenstelling is als volgt: Raad van Toezicht: De heer M.B.M. Talbi - voorzitter De heer C. Gerdan - vicevoorzitter De heer R. Van de Berg - lid De heer M. Dijkstra - lid De heer H. Gogus - lid College van Bestuur De heer W.P. Littooij – voorzitter Directie Het Avicenna College beschikt over twee vestigingen en meerdere afdelingen. De leiding van de scholengemeenschap is in handen van de directeur. Zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in het managementstatuut. Managementteam Op de afzonderlijke vestigingen hebben teamleiders gemandateerde bevoegdheden en zijn zij het aanspreekpunt voor het personeel. De directeur is hoofd van het managementteam, bestaande uit de teamleiders onder/bovenbouw van elk van de locaties, aangevuld met de hoofdadministrateur. Op grond van de ‘Wet Evenredige Vertegenwoordiging van Vrouwen in het Onderwijs’ dient de school een substantieel aantal vrouwen in leidingfuncties in stand te houden. Op het Avicenna College is de helft van de onderwijs teamleiders vrouw. Samenstelling: De heer R. Troost – directeur Mevrouw N. Boutahar – teamleider onderbouw HAVO/VWO Mevrouw C. Essanoussi - teamleider bovenbouw HAVO/VWO De heer T. Narçiceği, teamleider onderbouw VMBO De heer M.Y.D.J.M. Griep, teamleider bovenbouw VMBO De heer C. Acharki, teamleider bedrijfsvoering
pag. 5
Overzicht van personeelsleden bij de aanvang het cursusjaar 2015. Het aantal personeelsleden is 71 bij aanvang van het nieuwe schooljaar 2015 2016. Personeel: Het personeelsbestand op het Avicenna College per 01 augustus 2015 ziet er als volgt uit: Functie OOP OP Docent LB Docent LC Docent LD Mannen Vrouwen Putsebocht Schere
Aantal Fté 14,73 38,35 20,38 11,53 6,45 42 27 28,23 13,95
Overzicht van het aantal leerlingen per opleiding: Locatie Putsebocht VMBO 1 VMBO 2 VMBO 3 VMBO 4 Locatie Schere HAVO/VWO 1 HAVO/VWO 2 HAVO/VWO 3 HAVO 4 HAVO 5 VWO 4 VWO 5 VWO 6 VAVO leerlingen
104 leerlingen 85 leerlingen 114 leerlingen 110 leerlingen
48 leerlingen 18 leerlingen 24 leerlingen 25 leerlingen 30 leerlingen 4 leerlingen 3 leerlingen 14 leerlingen 2 leerlingen
2. Missie en visie 2.1 Missie Het Avicenna college heeft de volgende Missie geformuleerd: “Het Avicenna College organiseert excellent, ambitieus, islamitisch voortgezet onderwijs waarin leerlingen hun geloof kunnen beleven en optimaal worden toegerust om een succesvol deelnemer te worden aan de Nederlandse samenleving”.
pag. 6
2.2 Visie We zetten in op de ontwikkeling van de kwaliteit van de school, de kwaliteit van het onderwijsproces, opbrengst en de ontwikkeling van de kwaliteit van de leraren. De verbetering van de zorg in het kader van passend onderwijs en aansluiting op de jeugdhulpverlening. De vergroting van de ouderbetrokkenheid met als doel dat het Avicenna college in toenemende mate een school van de islamitische gemeenschap wordt. Maar bovenal zetten wij in op de wens dat Avicenna college een school is waar leerlingen zich veilig voelen, graag aanwezig zijn en leren. Een school die hen helpt de goede keuzes te maken voor hun toekomst en die ervoor zorgt dat zij een succesvolle deelnemer kunnen worden aan de samenleving . Om dit te kunnen bereiken, voldoet de school met haar onderwijs aan de hierna volgende beschrijving: 1.
Het Avicenna College en het onderwijs voldoen tenminste aan de eisen, gesteld door de wetgever en de Inspectie voor het Onderwijs.
2.
Het onderwijs is zoveel als mogelijk onderwijs op maat. Het gaat erom het talent van de leerling maximaal te ontplooien. Het motto om krachtige leeromgeving te kunnen organiseren is; ‘ken je klas’’. Analyse vindt plaats van wat de leerling kan en te leren heeft op cognitief, emotioneel en sociaal niveau. Doelstellingen worden bepaald over wat de (groep van) leerling(en) kan bereiken aan het einde van het schooljaar en de opleiding. Differentiatie naar niveau en tempo vindt plaats in de klas. De mentor begeleidt en bewaakt de voortgang van het leren in samenwerking met de vakdocenten. Er vindt genormeerde toetsing plaats (RTTI). De inzichten over de resultaten van de leerlingen leiden, waar nodig, tot aanpassing van de begeleiding van de leerling. Avicenna College heeft beleid ontwikkeld om taalachterstand en rekenachterstanden in een vroeg stadium te ontdekken en weg te werken. Remedial Teachers zijn aangesteld om extra les, veelal op individueel niveau, te geven in de vakken rekenen / wiskunde, Nederlands en Engels. Het Avicenna College organiseert in de onderbouw huiswerkklassen, huiswerktoezicht en extra lessen in de kernvakken voor de kinderen die dat nodig hebben. In de bovenbouw wordt extra bijscholing en examentraining aangeboden. In de zomervakantie wordt de zomerschool georganiseerd om het aantal zittenblijvers te minimaliseren. Het examenresultaat van de leerlingen bevindt zich boven de 90 % geslaagd. De afdelingen hebben een plan per eind september waarin de opbrengst van het voorgaande schooljaar wordt geanalyseerd en verbeteracties worden benoemd . De afdelingen hebben een heldere opvatting over hoe de leerlingen naar dit resultaat te brengen. Het aantal zittenblijvers bedraagt nooit meer dan 1 per klas leerlingen. In het onderwijs worden overstijgende (metacognitieve) vaardigheden als zelfstandig werken, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen en dragen voor de eigen ontwikkeling en reflecteren op het eigen gedrag gestimuleerd. De school heeft een visie op LOB geïmplementeerd. De leerling wordt voorbereid op de keuze van een vervolgopleiding en de keuze van een beroep zoveel mogelijk passend bij ambitie en talent. Het Avicenna College organiseert rolmodelbijeenkomsten. In deze bijeenkomsten gaat het om de vraag welke keuzes succesvolle mensen hebben gemaakt om maatschappelijk succesvol te worden.
pag. 7
3.
Onze leerlingen voelen zich veilig en vertrouwd in hun school omgeving. De leerlingen worden gestimuleerd invloed te willen hebben op het beleid van de school en deel te nemen aan de leerlingraad en de medezeggenschapsraad.
4.
Het islamitische karakter van de school wordt zichtbaar vormgegeven in de school. De school heeft een notitie identiteit waarin wordt beschreven hoe de identiteit wordt vormgegeven en een identiteitscommissie die het beleid in samenspraak met het schoolmanagement implementeert, de naleving toetst en waar nodig bijstelt.
5.
Het Avicenna College stimuleert leerlingen gezond te leven/eten, aan sport te doen en te kiezen voor lessen in culturele vorming.
6.
Het Avicenna College hecht eraan samenwerkingsrelaties aan te gaan met de omgeving en zich te verantwoorden over de kwaliteit van het onderwijs proces en de bereikte resultaten. Met het MBO wordt samenwerking gezocht op doorlopende leerlijnen economie, techniek en zorg. Met de islamitische basisscholen wordt samengewerkt op het niveau van warme overdracht en doorlopende leerlijnen begrijpend lezen, rekenen en identiteit. In toenemende mate zal overleg plaatsvinden met de moskeeën m.b.t. opvoeding en pedagogische thema’s. Met het project Nationaal Programma Rotterdam Zuid is samenwerking over de plek en de profilering van de school in Rotterdam binnen het Rotterdamse onderwijsbeleid. In toenemende mate zullen werkgevers worden betrokken bij de school en invloed hebben op het beroepsgerichte curriculum. Samenwerking wordt gezocht met de Rotterdamse scholen op management niveau (Children’s zone, onderwijstafel, Fokor, e.d.) en door docenten (intervisie, uitwisseling e.d.)
7.
Het Avicenna College informeert en betrekt de ouders bij de opvoeding. Dit gebeurt via de Medezeggenschapsraad en de ouderraad. De school geeft een nieuwsbrief uit en organiseert ouderochtenden en ouderavonden. Avicenna college is een school met een bijzondere signatuur. Het is essentieel voor de school verankering in de gemeenschap te bewerkstelligen. De school moet een school worden die als een school voor bijzonder onderwijs gedragen wordt door de ouders.
8.
Het Avicenna College is een school waar medewerkers zich veilig voelen, graag werken en zich kunnen ontplooien. De school streeft naar een populatie medewerkers bestaand uit 80% moslims en 20% niet moslims. De leraren zijn bekwaam en bevoegd. Naast het feit dat het goede leraren zijn hebben en voelen zij de opdracht een extra inspanning te willen verrichten om de leerlingen op een succesvolle manier deel te laten nemen aan de Nederlandse samenleving. Op het Avicenna College wordt de gesprekscyclus vorm gegeven. Alle medewerkers hebben inzicht in hun normjaartaak. Er is een opleidingsplan voor medewerkers. Er is een functiebouwwerk en de functiemix is ingevoerd. Het Avicenna college wil de medewerkers als professionals maximaal invloed geven in de opbouw en het functioneren van de school. Het beleid en de uitwerking van beleid wordt vormgegeven in werkgroepen waar de medewerkers invloed hebben. Werkgroep identiteit, PR, onderwijsontwikkeling, opbrengst en examinering. Met name zal in de komende periode de rol van de vakgroep voorzitters als inhoudelijke professional meer gestalte en invloed moeten krijgen.
pag. 8
9.
Het Avicenna College heeft een zorgplan met daarin de visie op zorg en begeleiding. De medewerkers die de Zorgstructuur en visie vorm geven zijn aanwezig. De contacten die noodzakelijk zijn om de visie vorm te geven zijn gemaakt en operationeel.
10.
Het Avicenna College zal de kwaliteitszorg rond het onderwijs in de komende periode verder uitbouwen en borgen. Het gaat hierbij om het werken met een PDCA cyclus, een jaarkalender en het WMK model wordt geïmplementeerd. Metingen worden verricht m.b.t. de kwaliteit van het onderwijsproces, tevredenheid van de belanghebbenden en opbrengst.
11.
Het Avicenna College heeft bij aanvang van het schooljaar 2015-2016, 600 leerlingen. De school wil binnen de planperiode groeien naar een school van 1000 leerlingen. Dit is noodzakelijk om een op termijn levensvatbare en financieel gezonde school te houden. Daarbij zal een andere / betere onderwijslocatie worden gezocht. Verhuisd zal worden uiterlijk januari 2017. Het bestuur heeft de ambitie uitgesproken onderwijs te willen verzorgen op een tweede locatie in Rotterdam en in andere plaatsen binnen Nederland. In de plan periode zal duidelijk worden in welke steden islamitisch VO kan worden gestart onder de vlag van Avicenna college.
2.3 Schoolbeeld Het Avicenna College is de enige VO in Nederland op Islamitische grondslag. Het vormgeven van de uitgangspunten en de profilering van de school is zonder succesvolle precedenten. Het Avicenna College kiest ervoor om zich te profileren enerzijds ‘old school’, als een wijkschool die cursussen Nederlands, Turks en Arabisch aanbiedt en huiswerkbegeleiding biedt. Het Avicenna College als een veilige, fatsoenlijk en nette school. De drie kernwaarden rust, reinheid en regelmaat kunnen hierin worden herkend. Daarnaast kiezen we ervoor om ‘new school’ te zijn, een school die past binnen de moderne Rotterdamse realiteit. De kernvraag hierbij is: hoe worden de leerlingen van het Avicenna College opgeleid en uitgerust voor de huidige maatschappij? Hoe leiden en voeden wij hen op tot zelfstandige jonge islamitische burgers met een positief zelfbeeld die succesvol kunnen opereren in de Rotterdamse/Nederlandse samenleving? Zaken als emancipatie en participatie zijn hierbij aan de orde. In samenwerking ook met de ouders, moskeeën en andere partijen die in dit verband van invloed zijn. Het Avicenna College zal zich willen ontwikkelen tot kenniscentrum, met kennis en kunde van de islam, islamitische cultuur, onderwijs, didactiek en pedagogiek en opvoeding. Een centrum waar onderzoek gedaan wordt door de Universiteit en de Hogeschool. Een centrum waar het voor studenten van universiteit en hoge school het interessant is om stage te lopen. Dit kenniscentrum kan dienstbaar zijn aan moslims, andersgelovigen en de Nederlandse samenleving. Het Avicenna College wil een volstrekt transparante school zijn waar iedereen welkom is, een school die van toegevoegde waarde is voor de Nederlandse samenleving. In dit schoolplan worden de ambities en de missie/ visie nader uitgewerkt voor de periode 2015 – 2019. Verdere concretisering vindt plaats in een activiteiten plan per schooljaar.
3. Islamitische identiteit
pag. 9
Het Avicenna Collega is een school op islamitische grondslag. De invulling van deze grondslag is gebaseerd op de bewijsvoering van de Koran en de Soenna. In de opvoeding en in de praktijk van elke dag worden wij geïnspireerd en geleid door de woorden van de profeet. Wij streven ernaar, om het islamitisch karakter van onze school op pedagogisch en didactische wijze tot uitdrukking te laten komen. Het gaat dan om de manier waarop wij met de leerlingen omgaan en de wijze waarop we de leerstof aanbieden, een eenheid te laten vormen. Hierbij zijn we ons steeds bewust van de context waarin moslims en islamitische scholen zich in Nederland bevinden. Het islamitisch karakter van het Avicenna College leidt tot onderwijs dat: Leerlingen ondersteunt bij de participatie en emancipatie in de Nederlandse samenleving met behoud van de eigen islamitische identiteit. Persoonlijke ontwikkeling op alle terreinen stimuleert. Persoonlijke talenten ontplooit en kwaliteiten ten volste benut. Zelfvertrouwen van de leerlingen vergroot. Ruimte biedt voor innovatie en dynamiek maar ook voor creativiteit, recreatie en ontspanning. Leerlingen leert omgaan met ervaringen van succes en falen, van geluk gemis, van vreugde en verdriet, op school en daarbuiten. Leerlingen leert zich te vormen naar het perfecte karakter van de profeet. Mohammed, door vredig te zijn, liefdevol, geweldloos, goed naar alle mensen toe ongeacht hun afkomst, religie, cultuur, geaardheid. Leerlingen vanuit hun eigen talenten en kwaliteiten leert te werken aan een humane, solidaire en duurzame samenleving. Het verwerven van kennis is een verplichting binnen de islam. Kennis kan een grotere mate van bewustwording en een gezonde en rustige ontwikkeling van de leerlingen bevorderen. Emancipatie en integratie worden gestimuleerd doordat de school een Nederlandse school is die de onderwijsdoelstellingen moet behalen zoals elke andere Nederlandse school. Om dat te kunnen staat de school middenin de Nederlandse samenleving. De school hecht eraan dat de leerlingen ook kennis nemen van zaken die binnen de islamitische traditie minder belicht worden. Zij zullen immers om moeten kunnen gaan met andersdenkenden of leefwijzen die zij voor zichzelf niet kiezen of conflicteren met eigen opvattingen. Vanuit de veiligheid van de school worden de leerlingen voorbereid op de multiculturele Rotterdamse samenleving. Met name de lessen burgerschap & maatschappijleer, maar ook Nederlands spelen hierbij een rol. De leerlingen van het Avicenna College worden uitgedaagd om na te denken over wat het betekent om moslim te zijn in Nederland en hoe zij met hun achtergrond een positieve bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse samenleving. Dit betekent dat de school enerzijds zelfbewustwording door verdieping van de identiteit organiseert en dat anderzijds het directe contact wordt georganiseerd met die Rotterdamse samenleving door middel het leggen van contacten, bezoeken en deelname aan buitenschoolse activiteiten of dat de maatschappij wordt binnengehaald in de school. Dit alles met als doel volwaardige deelname aan de Nederlandse samenleving.
3.1 Identiteit in de praktijk De identiteit wordt in de dagelijkse gang van zaken op school zichtbaar. Ter illustratie onderstaande, niet-limitatieve opsomming: Godsdienst: tijdens het vak godsdienst leren de kinderen de basis van de islam. Turks & Arabisch: de vakken Turks en Arabisch bieden jongeren de kans om hun moedertaal beter te kunnen beheersen.
pag. 10
Gescheiden gym- & zwemlessen: sportactiviteiten worden gescheiden gehouden. Zo houden wij rekening met de gevoeligheden tussen jongens en meisjes. Themaweken: tijdens deze weken worden verschillende thema's extra belicht binnen de hele school. Vakoverstijgend islamitisch onderwijs: ook bij vakken als biologie en maatschappijleer wordt rekening gehouden met de islamitische identiteit. Hadith van de week: iedere week krijgen de jongeren een authentieke profetische overlevering mee via Facebook, de website en school. Kledingvoorschriften: zowel voor jongens als voor meisjes gelden kledingvoorschriften. Adhan: iedere grote pauze wordt door een leerling de oproep tot het gebed voorgelezen. Gebedsruimtes: de school beschikt over gebedsruimtes waar leerlingen hun gebed kunnen uitvoeren. Ramadanprogramma: voor de Ramadan is een apart rooster opgesteld. Tijdens de Ramadan worden er verschillende programma's georganiseerd voor de leerlingen. Islam en wetenschap. Alle vakgroepen besteden in hun curriculum aandacht aan inzichten in de wetenschap die zijn ontleend aan het werk van islamitische geleerden.
3.2 Identiteitscommissie Om deze ambities te bereiken, zullen de regels van de islam in praktijk moeten worden gebracht om de identiteit van de school te bewaken. Hiertoe is door de Identiteitscommissie een notitie ontwikkeld, met daarin beleidskaders met betrekking tot de ontwikkeling en de implementatie van de identiteit op het Avicenna College. Deze notitie gaat uitgebreid in op de islamitische waarden en normen, de schoolregels, de regels met betrekking tot de veiligheid op school en wenselijk gedrag. Met dit transparante en helder geformuleerde document, tonen wij aan waar wij als school mee bezig zijn en hoe wij toewerken naar al het goede waar de mens van nature naar streeft. De islamitische identiteit is aanhoudend onderwerp van zorg van de Identiteitscommissie. De Identiteitscommissie waarborgt de islamitische culturele en religieuze identiteit binnen de school. Zij adviseert het management in voorkomende gevallen.
4. Kwaliteitszorg Het Avicenna College staat voor onderwijs van hoge kwaliteit. Het door de minister gestelde kader in het waarderingskader Voortgezet Onderwijs is leidend, maar is tevens een minimum. Leerlingen en ouders kunnen op het Avicenna College rekenen op een ontwikkeling naar excellent onderwijs waarbij hun talent maximaal wordt onderkend en ontwikkeld. Leerlingen van het Avicenna College worden gefaciliteerd en gestimuleerd om het maximale uit zichzelf te halen. Om te komen tot de juiste kwaliteitscriteria, stellen we ons telkenmale de vraag wat we belangrijk vinden, wat succesfactoren zijn van ons onderwijs en welke effecten de lessen sorteren. De school werkt met een PDCA cyclus en een jaarkalender. Dat betekent dat de school stuurt met plannen en doelstellingen, deze plannen uitvoert, evalueert en het plan / beleid bijstelt waar nodig. De school komt daarmee in een cyclus van constante kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de bedrijfsvoering. De belangrijke gebeurtenissen van het jaar zijn in kaart gebracht en weergegeven op een jaarkalender. Deze jaarkalender is uitgangspunt voor het MT en de sturing van activiteiten op de school. De school verricht metingen m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs proces en opbrengst.
pag. 11
De school onderzoekt de ouder-, leerling-, en medewerkerstevredenheid. De uitkomsten van metingen en onderzoeken worden serieus genomen. De onderwijskwaliteit wordt ook voortdurend verbeterd, bewaakt en geborgd door gebruik te maken van RTTI. Het model meet de voortgang van het leerproces door middel van genormeerde toetsing. Dit geeft vervolgens informatie niet alleen over de hoogte van het cijfer maar ook over de achterliggende reden voor het halen van het cijfer. Daarmee wordt duidelijk wat er in de klas moet gebeuren om de resultaten van de leerling te kunnen verhogen (zie verder bij de paragraaf over onderwijs). Om alle ingezette kwaliteitszorg instrumenten tot een integraal systeem te maken zal op het Avicenna College worden gewerkt met het kwaliteitssysteem WMK-VO. Het kwaliteitssysteem van het Avicenna College zal gebaseerd zijn op de volgende uitgangspunten: Management en medewerkers van het Avicenna college zijn continue bezig met definiëring, verbetering en borging van de kwaliteit van het onderwijs. Zij willen weten wat de kwaliteit is van het onderwijsproces, meten de resultaten en zijn bereid werkwijzen en methoden waar nodig aan te passen en te verbeteren om tot verhoging van onderwijs opbrengst te komen. Het kwaliteitszorg systeem stimuleert de eigen verantwoordelijkheid van alle medewerkers en leerlingen. Het kwaliteitszorgsysteem daagt uit tot continue kwaliteitsverbetering, het gaat om talent ontwikkeling van de leerling en maar ook van de medewerker. De medewerker wordt uitgedaagd aan te geven wat zij nodig heeft om maximaal te kunnen presteren als professional. Het kwaliteitssysteem helpt de school een professionele ‘lerende organisatie’ te zijn waar het kennen van de eisen die de omgeving stelt en het inspelen op verandering en verbetering van zelfsprekend is. Het kwaliteitszorg systeem zal bewerkstelligen dat de organisatie planmatig zal worden aangestuurd en zich horizontaal (naar de stakeholders) en verticaal (naar bestuur en RvT) kan verantwoorden in een cyclisch proces. WMK-VO is gericht op de beleidsterreinen die relevant zijn voor kwaliteitszorg, afgeleid van het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij is een aantal specifieke beleidsterreinen opgenomen, waaronder het contact met de omgeving, functie- en taakdifferentiatiebeleid, het functioneren en de samenstelling van het onderwijzend personeel. WMK-VO gaat uit van de systematiek PDCA-cyclus. .
5. Onderwijs beleid Het Avicenna College staat voor excellent, ambitieus, islamitisch voortgezet onderwijs: Het Avicenna College haalt het maximale uit iedere leerling, cognitief, sociaal en emotioneel. Stimuleert sportieve en culturele vorming. Er is sprake van maximale talentontwikkeling. Het Avicenna College is een school met een excellent georganiseerd onderwijsproces, met hoge onderwijsresultaten/ examenresultaten (90 % of hoger) en nauwelijks zittenblijvers (max. 1 op de 20). Het Avicenna college behoort in juli 2017 tot de drie beste scholen van Rotterdam. Het Avicenna College biedt een goede onderwijskundige en inhoudelijke aansluiting op het basisonderwijs en hoger onderwijs (doorgaande leerlijn). Het Avicenna College is continu bezig met het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Ouders, leerlingen en medewerkers dragen daarin bij aan de school en haar ontwikkeling.
pag. 12
Het Avicenna College wil een school zijn die het vertrouwen heeft van de islamitische achterban, participeert in de Rotterdamse samenleving, van toegevoegde waarde is voor die samenleving en die zich kan verklaren, verantwoorden en legitimeren naar de Rotterdamse samenleving. Ambities in het onderwijsbeleid Het onderwijs laten zich met de volgende doelstellingen beschrijven, de school heeft daarbij een aantal ambities:
5.1. Formele eisen De school en het onderwijs voldoen tenminste aan de aan de formele eisen, gesteld door de wetgever en de Inspectie voor het Onderwijs. Het waarderingskader van de inspectie voor het Voortgezet onderwijs is voor het Avicenna college de minimale beschrijving van de onderwijs kwaliteit. Het schoolmanagement stuurt op het kader. De medewerkers kennen en gebruiken het kader bij de vormgeving van het onderwijs.
5.2. Beginsituatie, toetsing en didactiek Het onderwijs is zoveel als mogelijk onderwijs op maat. Het niveau van de leerling, de beginsituatie, wordt bepaald / geanalyseerd, door de vakdocent (Nederlands, Engels en Wiskunde) met daarvoor ontworpen instrumentarium (b.v. Cito-Vas). Een bepaling vindt vervolgens plaats (formulering van een doelstelling) over wat voor de leerling haalbaar en bereikbaar is. Waar wenselijk wordt een handelingsplan gemaakt waar beschreven wordt hoe de doelstelling met de leerling / groep leerlingen zal worden behaald. Er vindt onderwijskundige differentiatie plaats in de klas, op het niveau en het tempo van het kind. In dit proces speelt het model RTTI een belangrijke rol. Het gaat hierbij om het inzicht in hoe de leerling scoort op het kunnen reproduceren van kennis, het toepassen van kennis en het hebben van inzicht in situaties. Door gebruik te maken van deze taxonomie en de bijbehorende inzichten over genormeerde toetsing krijgen we veel inzicht in de ontwikkeling van de leerling en de vraag bij welk soort aanpak, manier van les krijgen, hij/ zij het best gebaat is. Het geeft handvatten om in de klas te differentiëren. Op grond van het RTTI-model worden genormeerde, valide, betrouwbare toetsen ontwikkeld voor alle vakken. Hiermee wordt niet alleen in beeld gebracht hoe hoog (of laag) een leerling scoort op de toets, maar ook waar het cijfer door veroorzaakt wordt. De achterliggende taxonomie (de duiding van de soort kennis of vaardigheid) geeft inzicht in de oorzaak van de onvoldoende scores van de leerling: wordt de onvoldoende veroorzaakt door bijvoorbeeld een gebrek aan kennis, of inzicht of het niet kunnen toepassen? Vervolgens kan naar aanleiding van dit inzicht de aanpak in de klas worden afgestemd. De kinderen krijgen daarmee de kennis aangereikt dan wel de mogelijkheid te oefenen met toepassingen. Onderwijs op maat wordt hiermee in toenemende mate mogelijk. In het onderwijs worden overstijgende (metacognitieve) vaardigheden als zelfstandig werken, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen en dragen voor de eigen ontwikkeling en reflecteren op het eigen gedrag gestimuleerd. Het gaat hier om vaardigheden die naar onze overtuiging, naast inhoudelijke kennis van zaken, in grote mate het succes in het latere (werkzame) leven bepalen. In de onderwijssituatie zullen dus momenten moeten worden ingebouwd waar de leerlingen deze vaardigheden kunnen leren. De ideale les Het Avicenna College heeft gekozen voor een standaard in de uitvoering van de lessen, de ideale les, waarbij iedere les in ieder geval een aantal elementen bevat zoals:
pag. 13
Opening met recitatie Inleiding op het te behandelen onderwerp Instructie Differentiatie Verwerking Reflectie Huiswerk opgeven Afsluiting
In september 2014 is het model ‘de ideale les’ ingevoerd op school. De kwaliteit van de differentiatie en het kiezen van de didactische werkvormen daarbij zal komend jaar worden vormgegeven. De school organiseert regelmatig rolmodelbijeenkomsten. Maatschappelijk succesvolle rolmodellen vertellen over de weg naar succes, doorzettingsvermogen en participatie in de Nederlandse samenleving. Met name het maken van keuzes, goede keuzes komt daarbij aan de orde. De leerlingen krijgen daarmee een perspectief aangereikt over wat er met een geslaagde schoolcarrière mogelijk is. De rol modellen worden benaderd uit de Marokkaanse en Turkse achterban. Loopbaanoriëntatie en Begeleiding: LOB Leerlingen beëindigen hun schoolloopbaan met een diploma, maar in vrijwel alle gevallen is dit diploma een stap in de totale leerloopbaan die leerlingen gedurende hun leven doorlopen. Alle leerlingen kiezen, na het behalen van het diploma op Avicenna College voor een vervolgopleiding. Met de invoering van het vernieuwd VMBO vanaf het schooljaar 2016-2017 heeft LOB een plek gekregen in het kerndeel van de nieuwe examens beroepsgerichte vakken. De doelstelling is dat de leerling; Kan reflecteren op de eigen kwaliteiten en de eigen motieven. Zich goed kan oriënteren op de arbeidsmarkt. Weet hoe gewerkt moet worden aan het maken van de juiste keuzes op weg naar de goede opleiding of baan de leerling. Weet op welke wijze hij/zij het best kan netwerken. Om dit alles te borgen werkt aan een digitaal talentportfolio. In het schooljaar 2014-2015 heeft het Avicenna College gewerkt aan het opzetten van een programma waaraan zij volledig voldoet aan de overheidseisen. Er is samenwerking gestart met diverse instanties, bliksemstages en sollicitatietrainingen uitgevoerd en is een methode aangeschaft waarmee leerlingen uit de leerjaren 2, 3 en 4 van het VMBO door het gebruik van een werkboek en een online omgeving kunnen werken aan een digitaal talentportfolio dat volledig voldoet aan de overheidseisen. In de komende periode zal LOB als vak in het curriculum van VMBO, HAVO en VWO verder worden ontwikkeld. Onderwijsprogramma Jong ondernemen Binnen de afdeling Economie van VMBO, is gestart met het project Jong ondernemen met de volgende uitgangspunten: Veel aandacht voor (sociale) competenties, leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor de eigen opleiding. Aansluiting bij landelijk programma Jong Ondernemen en Vecon Business school Leerlingen. Richten een bedrijf op en krijgen een bedrijfscoach. Vaste groep docenten die verantwoordelijk is / lesgeeft aan / mentor is van deze groep leerlingen. BBL en KBL door elkaar, mogelijkheid voor leerlingen om ook GL te doen.
pag. 14
Stimulering van talenten / leerstijlen. Vakoverstijgende samenwerking, docenten werken samen en maken samen een programma. Intensieve begeleiding leerlingen, veel natuurlijke en geplande reflectiemomenten. Het onderwijs wordt aantrekkelijker, de motivatie van de leerlingen wordt verhoogd en de opbrengsten worden verhoogd.
Het project is gestart in begin schooljaar 2014-2015. Een enthousiast team heeft het programma voorbereid en voert het programma uit. Maandelijks worden de ervaringen gedeeld in de werkgroep onder leiding van de teamleider. De doelstelling s dat het project inzichten zal opleveren die de ingrediënten zijn voor de onderwijs visie. Vanuit het project wordt de kennis gedeeld met de andere docenten zodat er leerrendement door de hele school ontstaat. De rol van de Mentor De mentor is een belangrijke functionaris voor de leerling en de ouder en informatiebron voor de schoolleiding om het beleid te kunnen bijsturen. Een mentor map is gemaakt waarin staat beschreven wat de taken van de mentor zijn en eenduidigheid te bereiken in het functioneren van de mentor op het Avicenna college. De mentor zal een effectievere rol kunnen spelen dan nu het geval is. De rol van de vakgroepen en de vakgroep voorzitter De vakgroep speelt een grote rol bij de ontwikkeling van het onderwijs, de vakdidaktiek en toetsing van het onderwijs. De vakgroepen worden aangestuurd en verantwoorden zich via een vakgroepwerkplan. Daarin staat beschreven wat de doelstellingen van het komende jaar zijn, wat het budget is, de studiewijzer, PTA, PTO, enz.
6. Pedagogisch klimaat Onze leerlingen voelen zich veilig en vertrouwd in de school omgeving. Veel aandacht wordt geschonken aan gedrag dat behoort tot, dan wel bijdraagt aan een veilig pedagogisch klimaat. Daarbij zijn heldere schoolregels geformuleerd. De vormgeving van de islamitische identiteit speelt hierbij ook een rol. Hierbij doen we een groot beroep op de leerkrachten: vier op de vijf leraren op school zijn moslim. Zij zijn herkenbaar voor de leerlingen in het geloof en normen en waarden, hebben een voorbeeldfunctie en kunnen onwenselijk gedrag duiden vanuit de Koran. De leerlingen worden in het kader van de lessen burgerschap / maatschappij leer / godsdienst uitgenodigd te discussiëren en een opvatting te ontwikkelen over wat het betekent als Moslim in de Nederlandse samenleving te participeren. Enerzijds gaat dat om aansluiting zoeken, kennen van de Nederlandse normen en waarden en het kennen van opvattingen die niet noodzakelijkerwijs door de Islam worden omarmt en anderzijds gaat het om het kunnen vormgeven van de islamitische cultuur. De spanning die daar in kan zitten is onderwerp van gesprek. Het debat wordt hierbij gezocht met leerlingen van andere scholen (b.v. Wartburg College). Daarbij is ook aan de orde orthodoxe, puriteinse geloofsbeleving, radicalisering en de ware geweldloze interpretatie van de Koran. De doelstelling hierbij is dat er van onze school geen enkele leerling verloren gaat door radicalisering of gewelddadige Jihad. De school stimuleert leerlingen gezond te leven, aan sport te doen en te kiezen voor cultuur. De combinatie tussen leren en bewegen is een krachtige combinatie. Het gaat hierbij, naast fysieke activiteit, ook om organisatorische vaardigheden, sociale vaardigheden en vergroting van de weerbaarheid. Leidinggeven aan de groep en elkaar motiveren en stimuleren. De
pag. 15
sporten die worden aangeboden zijn: voetbal, zwemmen, boksen en taekwondo. De leerlingen worden in staat gesteld om niet alleen een diploma op school te halen maar gelijktijdig een bepaald niveau te halen in de beheersing van de sport in de vier tot zes jaar dat ze op school zitten. Ook kunnen leerlingen kiezen voor activiteiten in de sfeer van kunst en beeldende vorming. Succesvol zijn in het leven zonder creatief te denken is ondenkbaar. Wij bieden verschillende disciplines aan om de leerlingen hiermee in aanraking te brengen met bijvoorbeeld film maken en monteren. We bezoeken musea, galeries en geven workshops. Hierbij worden rolmodellen uitgenodigd uit de schrijverswereld, modewereld en het toneel. Workshops kunnen worden gevolgd over: dichten, ontwerptalent (sneakers en kleding), drama en film, games en apps. De leerlingen worden uitgenodigd deel te nemen aan de leerling raad en medezeggenschap. Een goed lopende leerling raad waar vanuit de leerlingen daadwerkelijk meedenken over de kwaliteit van het onderwijs en de school, achten wij van groot belang voor de vorming van de leerling.
pag. 16
7. Extra les, examentraining, RT en zomerschool De school heeft taal- en rekenbeleid geformuleerd waarin een analyse en aanpak van taalachterstanden (begrijpend lezen, woordenschat) en rekenachterstanden wordt beschreven. Een hulpaanbod wordt gegenereerd door de inzet van Remedial Teaching, het programma muiswerk, en het posterproject. Daarnaast heeft de school een remedial teacher voor het vak rekenen en het vak Engels. Voor de kinderen die dat nodig hebben, organiseert de school huiswerkklassen waar begeleiding bij het maken van huiswerk wordt geboden. Waar nodig worden studievaardigheden aangeleerd en wordt bijles gegeven in de kernvakken. Tijdens de vakanties kunnen leerlingen in de examenklassen deelnemen aan een extra les aanbod en examentraining. In de grote vakantie vindt de zomerschool plaats voor kinderen die met een extra inspanning (extra school gedurende twee weken) i.p.v. te blijven zitten over kunnen gaan.
8. Ouderbetrokkenheid De school informeert, betrekt de ouders bij de school. Essentieel in de opvoeding en de schoolcarrière van onze leerlingen is de samenwerking met de ouders. De school heeft een visie op ouderbetrokkenheid en mentorschap geïmplementeerd. De mentor heeft een sleutelrol in het contact met de ouders en maakt afspraken met de ouders. Ouders hebben zitting in de medezeggenschapsraad en de ouderraad. De ouders kunnen hun kinderen volgen via het leerlingvolgsysteem Magister. Ouders weten dat ze een rol hebben in de ondersteuning en stimulering van hun kind om naar school te gaan en daar prestaties te leveren. Waar ouders dat nodig hebben, worden activiteiten aangeboden in het omgaan met Magister, huiswerkbegeleiding en Nederlands. De school zal ook in toenemende mate eisen stellen aan de betrokkenheid van de ouders. Ouders zijn nog te weinig betrokken bij de school. Het gaat hier immers om een school met een bijzondere denominatie. Ouders zullen de school en haar uitgangpunten en opvattingen als gemeenschap moeten gaan dragen.
9. Samenwerkingsrelaties De school hecht eraan samenwerkingsrelaties aan te gaan met de omgeving en stakeholders. Effectieve samenwerking wordt gezocht met collega-scholen waarbij supervisie / intervisie wordt gevraagd. Ook wordt deelgenomen aan projecten met hulpverleningsinstanties, politie, Children’s Zone e.d. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs in Rotterdam Zuid participeren in een Children’s Zone. Doelstelling is om de onderwijsresultaten van Rotterdam Zuid in 2020 op het stedelijk gemiddelde te brengen en in 2030 op het landelijk gemiddelde. Hiertoe worden extra lessen gegeven op de scholen, vindt er afstemming plaats met ouders als partners in de opvoeding, en wordt met andere organisaties in de wijk een zinvolle dagbesteding en ontwikkeling voor de kinderen tot stand gebracht. De verschillende leefwerelden van een kind (thuis, school en daar buiten) worden zodanig ondersteund dat het kind maximaal kan presteren. Van groot belang is ook de samenwerkingsrelatie met de islamitische basisscholen op het niveau van warme overdracht en een doorlopende leerlijnen identiteit, begrijpend lezen, rekenen en Engels. Regelmatig worden bijeenkomsten georganiseerd met de islamitische pag. 17
basisscholen met als doel de samenwerking te verbeteren en de overgang van de kinderen naar het Avicenna College te vergemakkelijken. De school investeert sinds de oprichting onophoudelijk in nauwe contacten met islamitische basisscholen. In samenwerking met de basisscholen zal huiswerkbegeleiding worden aangeboden in de vakken Engels, Nederlands en Wiskunde. Daarnaast zullen symposia kunnen worden georganiseerd rondom een centraal thema zoals faalangst, ouderbetrokkenheid en de warme overdracht. Het Avicenna College beoogt hiermee de binding met de potentiele leerlingen en ouders te versterken. Met het MBO en HBO wordt samenwerking gezocht op doorlopende leerlijnen economie, techniek en zorg. Het Avicenna College werkt mee aan een Rotterdams project waarin onderzocht wordt welke vaardigheden de leerlingen moeten beheersen om hun slagingskans op het HBO te vergroten. In toenemende mate zullen werkgevers betrokken worden bij de ontwikkeling en vormgeving van het onderwijs.
10. PR, communicatie en zichtbaarheid De school heeft een PR commissie. Deze commissie beheert de website, Facebook, open dagen en de contacten naar de islamitische basisscholen. Moskeebezoeken worden georganiseerd met als doel het naamsbekendheid en het vertrouwen in de school te vergroten. Tijdens de moskeebezoeken gaat het over vormgeving van het onderwijs en de identiteit, huiswerkbegeleiding, ouderbetrokkenheid, etc. De commissie doet voorstellen aan het management over de verbetering van de kwaliteit van de interne en externe communicatie.
11. I.C.T. Het Avicenna College werkt aan een integraal ICT-beleid. De mogelijkheden van ICT voor het onderwijs zijn groot. ICT wordt ingezet bij de vormgeving van het onderwijs, voor de communicatie met leerlingen, ouders en andere belanghebbenden en in het dagelijks werk van de medewerkers van de school. Er moet onderzocht worden welke mogelijkheden ICT biedt voor (de ambities van) Avicenna.
12. Stages Avicenna college wil voor de eigen leerlingen stages organiseren en studenten van HBO en universiteit de gelegenheid geven bij ons stage te lopen. Het Avicenna College zal beleid ontwikkelen op de onderdelen stagebegeleiding en stagecoördinatie en zal een besluit nemen over de vraag: willen wij een opleidingsschool zijn?
13. Stroomlijning van de ondersteunende dienst Naast de organisatie van het onderwijs wil Avicenna college ook de ondersteunende diensten en het niet onderwijsgevende personeel op een effectieve manier organiseren. In het jaar 2014 – 2015 is door een extern bureau een onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoe dit te doen. De conclusies van dat rapport zijn besproken met het MT en het bestuur.
pag. 18
In het seizoen 2015 – 2016 zullen de conclusies geïmplementeerd worden. Dit betekent dat de medewerkers van de dienst onder 1 leidinggevende komen te vallen in de vorm van een teamleider ondersteunende dienst. De activiteiten m.b.t. de personele en financiële administratie zullen worden uitbesteed naar een administratie kantoor.
14. Vormgeving van het nieuwe VMBO De beroepsgerichte programma’s in het VMBO moeten worden vereenvoudigd, verduidelijkt en geactualiseerd. In de sectoren Economie, Techniek, Zorg & Welzijn, Groen/Landbouw en Intersectoraal, zullen landelijk nieuwe examenprogramma’s worden gemaakt. In deze programma’s wordt vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding. De nieuwe programma’s zullen straks aansluiten op actuele ontwikkelingen in de (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het MBO. De bedoeling is dat in 2018 alle leerlingen in het VMBO beroepsgerichte VMBO-examens nieuwe stijl afleggen. Het aantal examenprogramma’s moet doelmatig en organiseerbaar zijn. De beroepsgerichte programma’s zijn het fundament van de beroepskolom: in het VMBO leggen leerlingen de basis voor het mbo. De loopbaan Oriëntatie- en Begeleiding (LOB) wordt verankerd in alle beroepsgerichte programma’s. De sector kent een gemeenschappelijk beroepsgericht deel: het beroepsgerichte profielvak. Hierin worden de belangrijkste competenties, vaardigheden, houdingen en kennis van de beroepspraktijk weerspiegeld. Daarnaast kent elke sector beroepsgerichte keuzevakken. De keuzevakken bieden mogelijkheden voor verbreding en verdieping en houden in sterke mate rekening met verschillen tussen leerlingen, met individuele voorkeuren en met regiokenmerken. In de examenprogramma’s worden de verschillen tussen de leerwegen in het VMBO duidelijk benoemd. In de indeling in domeinen en kwalificatiestructuur wordt gestroomlijnd met het mbo, zodat het beroepsgerichte examen VMBO als eerste proeve van bekwaamheid van het VMBO kan worden gezien. Het Avicenna heeft inmiddels de keuze gemaakt voor welke profielen opgeleid zal gaan worden. In het seizoen 2015 – 2016 zullen de opleiding ontworpen worden. Daarbij zal de vertaling worden gemaakt naar de inrichting van het nieuw te betrekken pand.
15. Profilering van HAVO/VWO De afdeling HAVO /VWO is op dit moment te klein om zich zelf te kunnen bekostigen. De afdeling moet groeien. Om dit te bewerkstelligen zullen de resultaten van de afdeling optimaal moeten zijn en aantrekkelijk voor potentiele leerlingen en ouders. Vervolgens zal de afdeling onder de doelgroep geprofileerd moeten worden. Inmiddels is een aanvang gemaakt met de analyse van resultaten en de inzet van verbeteracties, het ontwikkelen van facultatieve vakken als leiderschapskwaliteiten, wetenschap, sport en voor de bovenbouw pre-universiteit activiteiten.
pag. 19
16. Personeelsbeleid Binnen de school wordt de gesprekscyclus vorm gegeven. De teamleiders verrichten klassenbezoeken in het kader van de gesprekscyclus en verkrijgen daarmee een duidelijk beeld van de kwaliteit van het onderwijs. Elke medewerker krijgt een functioneringsgesprek en voor het einde van het jaar een beoordeling. Op grond van de gesprekken kunnen door de medewerker of het management scholingsbehoeften of scholingsnoodzaak worden geformuleerd. Per jaar wordt in dit verband een scholingsplan gemaakt. Uitgangspunten voor de scholing en professionalisering voor de komende jaren zijn in ieder geval: De doelstellingen van de organisatie en van de locatie zijn leidend voor de invulling van de scholingsplannen. Docenten dienen te voldoen aan de bevoegdheids- en bekwaamheidseisen. Relevante ontwikkelingen in de omgeving zijn mede bepalend voor de richting waarin scholing en professionalisering plaatsvinden. De professional is zelf primair verantwoordelijk voor zijn loopbaan en professionele ontwikkeling. Verantwoording achteraf vindt plaats in gesprekken met de teamleider. Het MT van de locatie is eindverantwoordelijk voor de invulling van een lokaal scholingsplan, de directie is eindverantwoordelijk voor de invulling van een centraal scholingsplan. Bij de inhoudelijke uitwerking van de plannen en toedeling van scholingsmiddelen aan medewerkers geldt een prioriteitsstelling. Scholing gericht op het halen van de bevoegdheid. Scholing voortvloeiend uit organisatie, locatie- en teamdoelstellingen en persoonlijke scholingsbehoefte. Scholing gericht op de ontwikkeling van de verschillende rollen van docenten in het kader van het onderwijs. Na de formulering van de gewenste opleidingen worden scholingsbureaus benaderd voor het uitbrengen van offerte rond de scholingsvraag. Na de keuze voor een bureau kan uitvoering plaats vinden. Het Avicenna College wil intervisie intern, visitatie, het leren van elkaar bevorderen. Binnen de vakgroepen zullen hiervoor initiatieven worden genomen. Alle medewerkers hebben inzicht in hun normjaartaak. Hierover worden gesprekken gevoerd met de teamleider. In de normjaartaak is een indeling gemaakt: lesgevende taken (met ruimte voor voor- en nazorg), taken of deelname aan werkgroepen die een doelstelling hebben gerelateerd aan de opbouw van de school, ruimte voor vergaderingen en overleg en deskundigheidsbevordering. De aard van de normjaartaak is dat er over en weer helderheid wordt verschaft over de inzet van de medewerker. De functiemix gebaseerd op cao afspraken zal in de plan periode worden ingevoerd.
17. Leerlingzorg De school heeft een visie op zorg en leerling begeleiding beschreven in het zorgplan. Intern zijn de nodige functionarissen benoemd en extern zijn de nodige samenwerkingsrelaties aangegaan om het zorgplan uit te kunnen voeren. De zorgcoördinator stuurt het zorgteam aan. Het zorgplan wordt uitgevoerd, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. In het kader van passend onderwijs is het van belang de onderwijszorgbehoefte van leerlingen goed in beeld te brengen en hierop aan te sluiten via
pag. 20
een handelingsgerichte aanpak. Hiertoe heeft het zorgteam gekozen voor een zorgstructuur, waarin op het gebied van onderwijsondersteuning langs drie lijnen wordt gewerkt. Eerste lijn Tot de eerste zorg die docenten aan leerlingen kunnen bieden, rekenen wij goed onderwijs, en goede en uitdagende lessen. Hierbij is sprake van een wisselwerking. Onderwijs dat aansluit bij de leerbehoeften van de leerling, zorgt voor welbevinden. Wanneer een leerling opvalt qua prestaties, gedrag, motivatie, aanwezigheid, sociaal-emotioneel functioneren, etc. brengt de mentor deze leerling in tijdens de voortgangsbespreking. Dit is het eerste vangnet, waarbij de mentoren hun bevindingen bespreken op het gebied van de basale zaken. Als de problematiek te zwaar is kan de mentor de leerling aanmelden bij de leerlingbespreking, vanuit deze bespreking wordt gekeken of een leerling behoefte heeft aan specifieke begeleiding. Deze besprekingen vinden elke zes weken plaats. Tweede lijn Als een leerling meer steun nodig heeft dan vanuit de eerste lijn geboden kan worden, dan kan een beroep worden gedaan op extra ondersteuning door deskundigen in en om de school. Ook bij handelingsverlegenheid van de mentor of vakdocent kunnen experts worden ingeschakeld. Deze extra ondersteuning staat in het teken van het onderwijs en is gericht op het behalen van onderwijsdoelen. Het zorgteam van de school houdt zich voor een groot gedeelte bezig met curatieve leerlingbegeleiding en houdt, onder leiding van de teamleider zorg, wekelijks een intern zorgoverleg (IZO). Daarnaast wordt steeds sterker ingestoken op een preventieve manier van werken en in dit kader op het versterken en ondersteunen van de mentoren en vakdocenten bij het signaleren en begeleiden van ondersteuningsbehoeften van de leerling. Het zorgteam onderhoudt contact met de derde lijn, is betrokken bij het opstellen van handelingsplannen, het terugdringen van verzuim, het aanvragen van plaatsing op een boven schoolse voorziening, het aanvragen van indicaties voor LWOO, het afnemen van testen en toetsen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied en een warme overdracht. Tevens adviseert het zorgteam de schoolleiding over het te ontwikkelen zorgbeleid. Derde lijn Mocht inzet van externe deskundigheid nodig zijn dan wordt gebruik gemaakt van het netwerk van de school dat o.a. via het zorg- en adviesteam/schoolondersteuningsteam samenkomt. Dit team komt één keer in de zes weken bijeen en houdt, onder leiding van de teamleider zorg, een SOT-vergadering. De ondersteuning vanuit de derde lijn is meestal curatief van aard. In sommige gevallen zal de leerling (of diens ouders) direct vanuit de tweede lijn naar een externe deskundige worden verwezen voor ondersteuning, maar in principe vervult het zorg- en adviesteam/schoolondersteuningsteam van de school de poort naar deze derde lijn zorg. In de toekomst wil het Avicenna College zich meer richten op preventieve inzet van externe partners. Hierbij valt te denken aan een spreekuur voor de leerplichtambtenaar, vroege signalering door de schoolverpleegkundige, consultatie van externe netwerkpartners en nauwe samenwerking met wijkteams. Bij alle vormen van overleg wordt de samenwerking met de leerling zelf en de ouders zoveel mogelijk opgezocht.
17.1 Overzicht leerlingbegeleiding De onderwijszorgbehoeften van leerlingen worden in beeld gebracht en in het overzicht leerlingbegeleiding opgenomen. Hierin staan alle leerlingen die begeleid worden door de verschillende tweedelijns functionarissen. Het gaat o.a. om leerlingen die;
pag. 21
Begeleiding hebben gekregen, of nog steeds krijgen, vanuit de zorgteamleden; als SMW. Leerlingbegeleiding, RT en SE trainer. Begeleiding hebben gekregen, of nog steeds krijgen, vanuit externe hulpverlenende instanties; als CJG en Leerplicht. Binnen het SOT besproken zijn/worden. Verwijderd, geschorst en/of op OOVR geplaatst zijn.
Binnen het Avicenna College zijn drie leerlingbegeleiders werkzaam. De leerlingbegeleiding is een laagdrempelige en preventieve vorm van hulpverlening. Qua begeleiding uit dit zich in een kort contact met de leerlingen, dagelijkse gesprekken met hen voeren om te peilen waar ze zitten in hun emoties en hierop inspelen naar gelang de ingeschatte zorgbehoefte. Korte lijnen met ouders en mentoren. Er is veel energie geïnvesteerd in het opbouwen van goede contacten en het creëren van een vertrouwensband met de leerlingen, vanuit die ondergrond gaat het begeleiden effectiever. Deze preventieve aanpak voorkomt escaleren van eventuele beginnende problematiek. Wanneer er toch sprake is van zorgzame ontwikkelingen, worden leerlingen altijd opgeschaald naar SMW of CJG voor intensievere hulpverlening. De leerlingbegeleiders wonen de voortgangsbesprekingen, leerling besprekingen, de vergaderingen van IZO, SOT en het Zorgoverleg bij.
17.3 SMW-begeleiding Het schoolmaatschappelijk werk is een kortdurende vorm van hulpverlening. Bij schoolmaatschappelijk werk kan een leerling aangemeld worden voor verschillende problematieken, zoals sociaal-emotionele problemen, functioneringsproblemen, problemen in de thuissituatie, gezondheidsproblemen, gedragsproblemen, een verstoorde relatie met docenten, ouders, mentor, enz. Na een aanmelding vindt er een gesprek plaats waarbij de schoolmaatschappelijk werker samen met leerling de hulpvraag in kaart brengt. Hierna volgt een aantal gesprekken met leerling en/of met ouders en wordt het probleem verholpen of wordt er doorverwezen naar andere hulpverlenende instanties. De SMW’er woont de leerling besprekingen bij, als ook de vergaderingen van IZO, SOT en het Zorgoverleg.
17.4 Faalangstreductietraining en sociale vaardigheidstraining Het Avicenna College hecht eraan leerlingen te stimuleren sociaal zelfredzaam te zijn, weerbaar te zijn en goed te kunnen omgaan met de medemens. Om deze vaardigheden te trainen hebben leerlingen de mogelijkheid om, op individueel niveau, een faalangstreductietraining of sociale vaardigheidstraining te volgen. Deze trainingen worden ingekocht en uitgevoerd door hiertoe opgeleide externe trainers. De aanmelding en selectie hiervoor verloopt via het zorgteam van de school.
17.5 Remedial teaching 17.5.1 LWOO Voor iedere leerling met een LWOO-indicatie wordt door de remedial teacher, in samenwerking met de leerling en ouders en onder toeziend oog van de teamleider zorg, een (individueel) handelingsplan opgesteld. Dit plan fungeert als leidraad voor het handelen van de docent en als sturings- en planningsinstrument voor de ontwikkeling en de te behalen resultaten van de leerling. Evaluatie van de handelingsplannen vindt aan het eind van iedere rapportperiode plaats met de leerling en ouders en tijdens de leerlingbespreking van de eerste lijn.
pag. 22
Leerlingen die geen LWOO-indicatie hebben, maar wel hinder ondervinden door een taalen/of rekenachterstand en op basis daarvan begeleiding van de remedial teacher nodig hebben, krijgen eveneens een individueel handelingsplan. Dit handelingsplan wordt iedere rapportperiode geëvalueerd. Voor clusters leerlingen met een relatief kleine achterstand op het gebied van taal en/of rekenen wordt een groepshandelingsplan opgesteld. De RT-ers wonen de leerling besprekingen bij, alsmede de vergaderingen van IZO, SOT, het Zorgoverleg en de Werkgroep Taalbeleid. De RT-ers houden van alle geïndiceerde leerlingen een wekelijks logboek bij. Voor alle leerlingen die naar het OOVR zijn gegaan is er een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) geschreven. De RT-ers begeleiden de leerlingen (in overleg met de mentoren) voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Zij remediëren voor Nederlands middels Muiswerk (dit in aansluiting op het Taalbeleid), voor Engels middels de kennis van de RT-er met lesbevoegdheid voor Engels, voor Wiskunde middels “Hulp bij leerproblemen: Rekenen en Wiskunde”. Andere methoden die worden gebruikt zijn: “Hulp bij leerproblemen: Nederlands en Spelling” en “Hulp bij leerproblemen: Engels”. 17.5.2 Dyslexie De RT-ers hebben zich verdiept in het landelijke Dyslexie Protocol voor Voortgezet Onderwijs, het Zorgplan van het Avicenna College en informatie van andere scholen. De uitwerking hiervan hebben zij vervat in vier documenten, te weten: Dyslexieprotocol en Dyslexiebeleid Dyslexieprotocol schoolvoorbeeld Tips om de dyslectische leerling met kleine aanpassingen te helpen Tips voor talendocenten Deze documenten zijn aan alle docenten toegezonden om deze direct te kunnen gebruiken in de klas, in de diverse vakgroepen en ter verrijking van hun eigen kennis op dit gebied. De RT-ers hebben voor alle leerlingen die als dyslectisch aangemerkt staan dyslexiepassen gemaakt. Om de signalering van dyslexie te kunnen verbeteren, wordt met regelmaat op studiedagen een presentatie gegeven over dyslexie. In overleg met de psycholoog hebben de RT-ers een stappenplan gemaakt voor dyslexiescreening en, indien nodig, verder onderzoek ter voorbereiding op doorverwijzing naar de psycholoog. Voor de dyslexiescreening wordt gewerkt met twee instrumenten, te weten: Het zinnendictee “Het wonderlijke weer”, afgenomen door de docenten Nederlands, en De stilleestoets “Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?”, afgenomen door de RT-ers. Verder onderzoek doen de RT-ers middels Muiswerk “Nederlands en Dyslexie”. Indien nodig nemen zij ook aanvullende testen af. Het Dyslexieprotocol van het Avicenna College is hierop aangepast. 17.5.3 RT Speerpunten De RT-ers hebben sinds de start van het Avicenna College in 2014 veel gedaan aan dyslexie en het uitwerken van het dyslexieprotocol. Voor de komende planperiode is het hun streven om te werken aan zowel het dyscalculie- als het pestprotocol. 17.5.4 Dyscalculie De RT-ers hebben in samenwerking met de rekencoördinator het dyscalculieprotocol aangepast. Zij zullen werken met het Landelijk protocol ERWD (ernstige reken- en wiskundeproblemen en dyscalculie). De RT-ers zullen tijdens hun begeleiding aan leerlingen en volgens het protocol ERWD de ontwikkelingen volgen. Er worden toetsen afgenomen, diagnostische gesprekken gevoerd, volgens het drieslagmodel gehandeld en remediëring
pag. 23
aangeboden op basis van datgene wat de leerling nodig heeft. Hiermee kan worden achterhaald of en welke leerlingen (al dan niet ernstige) moeite hebben met rekenen en wiskunde en/of lijden aan dyscalculie. 17.5.5 Pestprotocol Het Avicenna College ziet het als haar taak om leerlingen een veilig pedagogisch klimaat te bieden. Hierbinnen wordt pestgedrag als onacceptabel ervaren. Binnen het zorgteam hebben functionarissen een cursus ‘anti-pestcoördinator’ gevolgd. Zij zullen het pestprotocol herzien en waar nodig aanvullen. Zowel de leerlingbegeleider, als de remedial teacher zullen de collega’s van school en de leerlingen helpen het pestgedrag op school op een adequate manier aan te pakken. Het Avicenna College zal op deze manier voldoen aan de nieuwe antipestwet.
18. Financieel beleid Het onderdeel financiën en financieel beleid wordt uitgebreid uitgewerkt in de beleidsrijke meerjarenbegroting. In de bijlage vindt u de meerjarenbegroting.
19. Aanpak / activiteiten overzicht komende plan periode Op grond van de hiervoor beschreven doelen en ambities kunnen de volgende zaken worden benoemd die aangepakt, ontwikkeld en uitgevoerd zullen worden in de planperiode. Identiteit De identiteitscommissie zal in samenwerking met het management van de school verder zorgdragen voor de implementatie van de identiteitsnotitie. Het inrichten van de school naar aanleiding van de opgestelde Islamitische uitgangspunten en regelgeving. De vakgroepen zullen het thema ‘Islam en wetenschap’ binnen het curriculum vormgeven. De school zal kennis ontwikkelen over hoe om te gaan met jongeren die radicaliseren en daar een adviserende rol spelen naar de Rotterdamse en Nederlandse beleidsmakers. De identiteitscommissie zal een lessencyclus ontwerpen voor de medewerkers over kennis van de Islam. Kwaliteitszorg In de plan periode zal het WMK- VO model en het RTTI model in zijn volle compleetheid zijn ingevoerd. De school heeft een PDCA cyclus en is in staat zich horizontaal en verticaal te verantwoorden naar de belanghebbenden. De school heeft het kwaliteitszorg systeem geborgd. Onderwijs In de komende planperiode zal verder gewerkt worden aan het blijven voldoen aan de formele eisen die inspectie en wetgever stellen aan het onderwijs. Regelmatig zal in dit verband het waarderingskader VO op de agenda van het MT, de teams en de vakgroepen staan. In de komende plan periode zal verder worden gewerkt aan de implementatie van de ideale les, de vormgeving van onderwijs op maat en de implementatie van RTTI. Vanuit de gedachte ‘ken je klas’ vindt analyse plaats van de stand van zaken, worden handelingsplannen gemaakt die de beoogde aanpak beschrijven, worden doelen geformuleerd voor de klas of de leerling (stip op de horizon), wordt gemeten hoe de voortgang van het leren is (genormeerde toetsen) en wordt in de klas gedifferentieerd (tempo, niveau, RTTI) les gegeven.
pag. 24
Binnen elk team/vakgroep ontstaat een opvatting en van de vormgeving van het onderwijs in metacognitieve vaardigheden, (zelfstandig werken, samenwerken, reflecteren, plannen enz.) In dit verband zal ook de invoering van LOB een rol spelen. Eenmaal per maand zal de school een rolmodel bijeenkomst organiseren. Het project jong ondernemen worden geëvalueerd en hierbij zal worden bepaald in welke mate het project doorloopt en wat welke inzichten van toepassing worden gemaakt voor de onderwijsvisie van de school. In september 2015 wordt de ‘mentormap’ ingevoerd. In deze map worden de taken beschreven van de mentor. We bereiken hiermee een standaardisatie in het werk van de mentoren en verdere professionalisering. In de ontwikkeling van het onderwijs zullen de vakgroepen een grotere professionelere rol gaan spelen. Elke vakgroep heeft een vakgroep plan. In dit plan staat een beschrijving van de doelen, de begroting, scholingsbehoeften, (een verwijzing naar) PTA, PTO, Studiewijzers enz. In het schooljaar 2015 – 2016 zal het VMBO gereorganiseerd worden en daarmee voldoen aan de nieuwe wetgeving. Inmiddels zijn de keuzes gemaakt voor de profielen. De uitwerking zal verder ter hand worden genomen door een projectgroep. Voor de afdeling VWO/HAVO zal de instroom moeten verbeteren naar het niveau dat de afdeling zich zelf kan betalen. Daartoe zal een plan worden gemaakt om het onderwijs maximaal aantrekkelijk te maken in het proces. Het resultaat / de opbrengst zal boven de 90 % liggen en de profilering van de afdeling zal optimaal zijn. Uiterlijk december 2017 zal het Avicenna college verhuizen naar een andere locatie. Een stuurgroep en werkgroepen zullen dit proces planmatig begeleiden en vormgeven. Pedagogisch klimaat In de komende periode zal verder worden gewerkt aan de verbetering van het pedagogisch klimaat. Het gaat hierbij om het volgen en handhaven van de schoolregels, met name om het op een respectvolle, fatsoenlijke manier van met elkaar omgaan. Het betreft de relatie die de leerlingen onderling hebben, maar ook de relatie die de leerlingen hebben met de leraar. Personeel De school werkt met een opleidingsplan voor de medewerkers van de school. Met daarin de te volgen opleidingen, momenten van intervisie en visitatie en samenwerking met andere scholen. In 2015 wordt de functiemix ingevoerd. Naar aanleiding van de in het medewerkers tevredenheidsonderzoek gesignaleerde hoge werkdruk zal een (tijdelijke) werkgroep bestaande uit medewerkers en de directie een analyse hiertoe plegen en maatregelen treffen zodat de werkdruk voor de medewerkers aanvaardbaar zal zijn. Zorg Het zorgteam zal de implementatie van de zorgstructuur verder planmatig ter hand nemen en komen tot verregaande borging van deze structuur. Een opvatting zal worden gemaakt over de maximale draagkracht in het kader van passend onderwijs. Wat is de maximale samenstelling van de klas, de maximale zwaarte daarin die we kunnen hebben. Een onderscheid zal daarin gemaakt worden tussen psychiatrische problematiek en meer psychologische problematiek.
pag. 25
Extra les voor de leerlingen In de komende planperiode zal verder worden gewerkt vermindering van taalachterstand bij leerlingen door de effectieve inzet van taalbeleid en rekenbeleid. Ook de extra scholing, huiswerkbegeleiding, zomerschool en examentraining zal verder worden geprofessionaliseerd. Ouderbetrokkenheid Het verhogen van de ouderbetrokkenheid zal een belangrijk thema zijn in de komende periode. De ouderbetrokkenheid zal formeel tot uitdrukking komen in een goed functionerende MR en ouderraad. Daarnaast zal de betrokkenheid van de ouders naar de school moeten worden vergroot. Avicenna is een school met een bijzondere signatuur die gedragen, zal moeten gaan worden door de ouders. Relatie met de omgeving In de komende periode zal in kaart gebracht worden wat het professioneel netwerk van ede school zal zijn moeten zijn en vervolgens zal geïnvesteerd worden in het verder inrichten en verbeteren van externe samenwerkingsrelaties. PR commissie In de plan periode zal de PR commissie de communicatie naar de achterban en belanghebbenden verder professionaliseren. Een PR plan zal hieraan ten grondslag liggen. Stages, begeleiding en coördinatie Avicenna college wil voor de eigen leerlingen stages organiseren en studenten van HBO en universiteit de gelegenheid geven bij ons stage te lopen. Het Avicenna College zal beleid ontwikkelen op de onderdelen stagebegeleiding en stagecoördinatie en zal een besluit nemen over de vraag: willen wij een opleidingsschool zijn? Reorganisatie van de ondersteunende dienst Naast de organisatie van het onderwijs wil Avicenna college ook de ondersteunende diensten en het niet onderwijsgevende personeel op een effectieve manier organiseren. In het jaar 2014 – 2015 is door een extern bureau een onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoe dit te doen. De conclusies van dat rapport zijn besproken met het MT en het bestuur. In het seizoen 2015 – 2016 zullen de conclusies geïmplementeerd worden. Dit betekent dat de medewerkers van de dienst onder 1 leidinggevende komen te vallen in de vorm van een teamleider ondersteunende dienst. De activiteiten m.b.t. de personele en financiële administratie zullen worden uitbesteed naar een administratie kantoor. Financiën De planperiode zal worden begroot in een meerjarenbegroting die beleidsrijk vormgegeven zal worden. De begroting is gebaseerd op een leerling stijging naar 1000 bij de start van schooljaar 2017. Maandelijks zal een uitputting van de begroting voorhanden zijn voor het MT en de MR. Binnen de begroting kan de ontwikkeling per opleiding gelezen worden. Binnen de begroting wordt ruimte gemaakt voor een budget voor de vakgroepen. De medezeggenschap Avicenna college heeft uiterlijk december 2015 een goed functionerende MR met een planning die is afgestemd op de planning van het MT, met de daarbij behorende overleg momenten. In het jaarplan 2015 – 2016 worden bovenstaande zaken concreet uitgewerkt. MT en medewerkers Avicenna college, september 2015
pag. 26