Schoolplan
College De Brink 2012-2016
Aantrekkelijk, Uitdagend en Betekenisvol onderwijs
2
SCHOOLPLAN 2012-2016
Inhoudsopgave Inleiding
Stand van zaken Missie en visie Doel
Hoofdstuk 1:
Algemene gegevens van de school Grootte, leerlingpopulatie, positionering Wat biedt College De Brink? Hoe bieden we dit onderwijs aan? Hoe zit het met de grootte van de school? Zorgstructuur
8 8 8 8 9 10
Hoofdstuk 2:
SWOT/ stand van zaken huidig schoolplan Wat gaat goed? Maatschappelijk ondernemerschap Wat moet beter? Conclusie Waarom deze drie kernpunten? GSF-keurmerk
11 12 14 14 15 15 16
Hoofdstuk 3: 3.1 3.2
Onderwijskundig beleid College De Brink in 2016 Ouder- en leerlingparticipatie Maatschappelijk ondernemen Betekenisvol leren Visie op betekenisvol leren Hoe ziet betekenisvol leren eruit in de praktijk? Maatschappelijk ondernemen Leren van de leerling Stand van zaken Doel Aanpak Betekenisvol leren van de leerlingen Hoe werken we aan het leren leren van de leerlingen? Kunst & cultuurprofiel Doel Stand van zaken Waar staan we in 2016? Aanpak
18 18 18 18 19 19 19 20 20 21 21 21 22 22 23 23 23 23 23
6 6 6 7
SCHOOLPLAN 2012-2016
3
4
3.3
Betekenisvol leren voor het personeel Hoe ziet betekenisvol leren eruit voor het personeel? Opleiden in de School Deskundigheidsbevordering Verbindend leiderschap Doel Bestuursakkoord Stand van zaken Waar staan we in 2016? Aanpak
24 24 24 25 26 26 27 27 28 28
Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5:
Organisatie/ kwaliteit Stand van zaken Passend Onderwijs Regeling prestatiebox Doel De inrichting van kwaliteitszorg Aanpak Waar staan we in 2016? ICT-beleid Visie Stand van zaken Doel Waar staan we in 2016? Aanpak
29 29 29 30 31 31 31 32 33 33 33 34 34 34
Hoofdstuk 6:
Financiën & Beheer Stand van zaken Doel Aanpak Waar staan we in 2016?
35 35 35 35 36
SCHOOLPLAN 2012-2016
Verwijzingen 1. Kerndoelen 2. Toelatings-, bevorderings- en verwijderingsbeleid 3. Doorstroom van leerlingen 4. Decanaat en relatie met vervolgonderwijs 5. Taalbeleid 6. Voorzieningen leerlinggebonden budgetleerlingen 7. LO 8. Beschikbaarstelling lesmateriaal (kosteloos) 9. Doorlopende leerlijnen 10. Nulmeting College De Brink 2012 kwantitatieve streefdoelen 2016 11. DEF-diagnose, de school als maatschappelijke onderneming, mei 2012 12. Tabel 10: Matrix kwaliteitszorgactiviteiten College De Brink
37 37 37 37 37 37 37 37 37 38 38 40 40
Tabellen Tabel 1: Leerlingenprognoses 2012/2013 t/m 2015/2016 Tabel 2: Bezetting leerwegen Tabel 3: Aantallen starters en studenten Tabel 4: Het spinnenweb domein onderwijs College De Brink in 2011 en 2012 Tabel 5: Kwaliteitsprofiel domein onderwijs 2012 Tabel 6: Het spinnenweb van het domein onderwijs College De Brink in 2016 Tabel 7: Nulmeting en streefdoelen lerende organisatie en omgaan met verschillen Tabel 8: Nulmeting en streefdoelen opbrengstgericht werken Tabel 9: Nulmeting en streefdoelen totaal Tabel 10: Matrix kwaliteitszorgactiviteiten College De Brink
9 10 14 16 17 18 27 30 39 40
SCHOOLPLAN 2012-2016
5
Inleiding Het schrijven van een schoolplan is een opdracht vanuit de wet op het onderwijs, gericht op een gedegen kwaliteitsbewaking van het onderwijs dat we onze leerlingen bieden. College De Brink hecht grote waarde aan het invullen van deze opdracht. Stand van zaken In het schooljaar 2011-2012 zijn in het kader van het nieuw op te stellen schoolplan 2012-2016 met interne en externe stakeholders zgn. ronde tafelgesprekken gevoerd. Daarnaast zijn leerlingen en docenten geënquêteerd (okt. 2011), heeft de inspectie een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd (dec. 2011) in het kader van het traject van intensief toezicht betreffende de vmbo-t afdeling en heeft een collegiale visitatie door de GSF plaatsgevonden (maart 2012). Vanuit het Bestuursakkoord (VO-raad, maart 2012) hebben wij in samenspraak met een aan de school gekoppeld expert (School aan Zet) een nulmeting uitgevoerd. Vanuit die nulmeting zijn diverse streefdoelen vastgesteld. De uitkomsten van al deze
activiteiten geven een goed beeld van de stand van zaken op College De Brink op dit moment. De nulmeting en de SWOT analyse (hoofdstuk 2) maken o.a. ook duidelijk dat College De Brink een ondernemende, vitale en ambitieuze school is en altijd leerlinggericht wil aansluiten bij de laatste ontwikkelingen. We zullen verder gaan op de ingeslagen onderwijskundige weg en we blijven gedreven en betrokken werken aan aantrekkelijk, uitdagend en betekenisvol onderwijs. De leerlingen krijgen veel keuzemogelijkheden geboden en het leren wordt benaderd vanuit de werkelijkheid “leren door doen” in simulaties en buiten de school door praktijkstages. De Vakcolleges en de participatie in het project “Het Hart van Laren” zijn hier goede voorbeelden van. Missie en visie De missie geeft inzicht in de vraag: Waarom bestaat College De Brink? Als onderdeel van de Gooise Scholen Federatie hebben we dit als volgt geformuleerd:
We willen toekomstgericht onderwijs verzorgen, zodat leerlingen goed voorbereid zijn op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en een actieve deelname in het maatschappelijk leven. De beroepsopleidingen vormen de basis van onze visie, die vertelt wat we willen bereiken, namelijk:
“Leerlingen middels vakgericht onderwijs opleiden tot gekwalificeerde vakmensen”. De koers die we hierbij varen behelst vooral de manier hoe wij dat willen bereiken. De onderwijskundige koers van College De Brink blijft de komende jaren onveranderd. Wij bieden aantrekkelijk, uitda-
6
SCHOOLPLAN 2012-2016
gend en betekenisvol onderwijs aan onze leerlingen onder het motto: “College De Brink AUB”. Ons onderwijskundig concept is daarbij gericht op de verbinding van de vakinhoud met zeven kernvaardigheden (zelfstandigheid, plannen, samenwerken, vakkennis, toepassen, zelfvertrouwen en reflectie). College De Brink is onderscheidend in het brede onderwijsaanbod met daarin de Vakcolleges en de gehanteerde onderwijsvorm (de grote mate waarin met de handen wordt gewerkt). Dit is vaak doorslaggevend voor de schoolkeuze. Uit een onderzoek naar keuzemotieven van leerlingen, uitgevoerd door bureau Kock in 2011, komt dit ook duidelijk naar voren. Andere keuzemotieven voor College De Brink zijn de goede sfeer en het aantrekkelijke schoolgebouw op een mooie locatie. Doel De komende jaren ligt de nadruk op het leren door de leerling en het didactisch handelen van docenten dat nodig is om onze leerlingen te laten leren. De leeromgeving richten we zodanig in, dat het leren van onze leerlingen zo optimaal mogelijk gaat.
Focussen is dan het motto voor de komende jaren. Op 10 april 2012 hebben we op een studiedag voor het personeel met elkaar gesproken over de ambities en plannen voor de komende jaren. Met als titel “de collectieve ambitie 2012-2016” hebben we met elkaar vastgesteld om ons de komende jaren te focussen op en te werken aan drie thema’s, te weten:
1. Het leren van de leerling 2. Professionele schoolcultuur 3. Opbrengstgericht werken
SCHOOLPLAN 2012-2016
7
Hoofdstuk 1:
Algemene gegevens van de school • Leerjaar 1 en 2 met oriëntatie op de beroepsopleidingen, waaronder de Vakcolleges • Leerjaar 3 en 4 met beroepsopleidingen op alle niveaus
Grootte, leerlingpopulatie, positionering College De Brink is een regionale scholengemeenschap voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). De leerlingen komen uit het Gooi en omstreken. De school staat in het hart van Laren, maar heeft een sterk regionale functie. Voor leerlingen uit de hele omgeving is College De Brink goed bereikbaar. De scholengemeenschap telt ongeveer 960 leerlingen en 135 personeelsleden. College De Brink werkt binnen de Gooise Scholen Federatie samen met De Fontein en het Goois Lyceum in Bussum, het Casparus en het Vechtstede College in Weesp, Huizermaat in Huizen, het A. Roland Holst College en de Gooise Praktijkschool in Hilversum. Wat biedt College De Brink? Het onderwijsaanbod laat zich als volgt samenvatten: • We hebben het breedste aanbod van beroepsopleidingen in de regio • Beroepsopleidingen op basisniveau, kaderniveau en gemengd-theoretisch niveau
8
SCHOOLPLAN 2012-2016
De school biedt de volgende beroepsopleidingen In de sector Economie kennen we de afdelingen handel & administratie (commerciële dienstverlening) en consumptief (horeca, toerisme en voeding); in de sector Zorg en Welzijn de afdeling zorg & welzijn breed en in de sector Techniek de afdelingen bouwtechniek, instalektro, voertuigen (mobiliteit) en grafimedia. Daarnaast kennen we de Vakcolleges Techniek en Mens & Dienstverlenen. Hoe bieden we dit onderwijs aan? De koers die we hierbij varen is gebaseerd op aantrekkelijk, uitdagend en betekenisvol onderwijs (College De Brink A. U. B.). Dit uit zich als volgt. We stellen het talent van de leerlingen centraal, leggen de nadruk op wat zij wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Hierbij leveren we maatwerk en komen we tegemoet aan diverse leerstijlen. Dit doen we onder meer door gebruik te maken van studieplanners en te werken met leerpleinen (lwoo en kunst & cultuur).
Daarnaast komen de Vakcolleges en de Praktische Sector Oriëntatie tegemoet aan het praktisch (al doende) willen leren van onze leerlingen. In de bovenbouw leren de leerlingen via werkpleksimulatie en veel buitenschoolsleren. Via de Vakcolleges bieden we een uitstekend traject voor onze leerlingen die gericht zijn op ‘leren door doen’. De samenwerking met het regionale bedrijfsleven en het mbo-college maken een zesjarig traject mogelijk, dat tegemoet komt aan het opleiden van onze leerlingen tot een gekwalificeerde vakman of vakvrouw.
Tabel 1: Leerlingenprognoses 2012/2013 t/m 2015/2016
prognose vestiging Jaar lln instroom instroom uitstroom totaal J1 overig (vorig sch jr) 2012/2013 961 215 20 253 2013/2014 957 229 20 247 2014/2015 959 229 20 253 2015/2016 955 229 20 250
Het profiel van de school bestaat uit de volgende elementen: • We leiden de leerlingen op tot een gekwalificeerde vakman of vakvrouw • College De Brink is een school waar je een vak leert • Leerlingen van College De Brink leren vooral door te doen • Er is veel aandacht voor de beroepshouding, beroepsvaardigheden en beroepstrots • De school heeft een stevige verbintenis met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven Hoe zit het met de grootte van de school? Het totale leerlingenaantal zal de komende vier jaar volgens de prognose van de schoolleiding licht dalen. Dit aantal is inclusief de leerlingen in het VM2-traject (Horeca) en de ca. twintig jaarlijks te verwachten zij-instromers. Een nadere analyse maakt duidelijk dat de basisgeneratie van drie van de belangrijkste gemeenten uit ons voedingsgebied (schooljaar 2011-2012: Huizen 300 ll, Hilversum 202 ll, Baarn 98 ll en Bussum 70 ll) zowel voor de langere als de korte termijn stabiel blijft. Uitzondering bij deze genoemde gemeenten is Huizen, waar tot 2015/2016 de situatie stabiel blijft, maar daarna zal teruggelopen. Wel is te zien dat het aantal aanmeldingen vanuit de gemeente Huizen de laatste vier jaar is gedaald van 81 naar 65 leerlingen.
De bezetting van de basisberoepsgerichte leerweg is de laatste jaren toegenomen. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door de groei van het aantal LWOO geïndiceerde leerlingen. In drie jaar is deze
SCHOOLPLAN 2012-2016
9
leerlingenpopulatie gegroeid van 388 naar nu 444 leerlingen. Dit is 46% van de totale leerlingpopulatie. De komende vijf jaar groeit deze leerlingpopulatie
volgens de prognoses nog verder door naar 524 leerlingen in 2016. 55% van de totale leerlingpopulatie zal dan bestaan uit LWOO geïndiceerde leerlingen.
Tabel 2: Bezetting leerwegen
BEZETTING LEERWEGEN IN %
80
60
63
60 53
52
48
38
37
40
32
20
32
15
■ Basisberoepsgerichte leerweg ■ Kaderberoepsgerichte leerweg ■ Gemengd/theoretische leerweg
29
15 10
8
8
0 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
Zorgstructuur De leerlingenzorg op College De Brink wordt gecoördineerd door het zorgteam, bestaande uit leerlingbegeleiders, een maatschappelijk werker, remedial teachers, een schoolpsycholoog, een schoolarts en een orthopedagoog. Het doel van dit zorgteam is om voortijdige schooluitval te voorkomen en om leerlingen die tegenslagen ondervinden toch met succes naar een diploma te begeleiden. De mentor kan een leerling met cognitieve problemen of met sociaal-emotionele problemen aanmelden. Door het zorgteam wordt intern passende hulp geboden door middel van een handelingsplan. Dit handelingsplan vormt de basis voor deze hulp. Bij het opstellen worden ook de mentor en de ouders betrokken. Het
10
SCHOOLPLAN 2012-2016
zorgteam kan ook leerlingen op de agenda van het zorgafstemmingsteam plaatsen. Van hieruit kan externe hulpverlening worden ingeschakeld. De school bereidt zich voor op de invoering van passend onderwijs. De komende jaren staat binnen het zorgteam de aanpak via professionele momenten centraal. Deze aanpak kenmerkt zich door heldere afspraken en duidelijke lijnen tussen de diverse leerlingbegeleiders in het proces van leerlingbegeleiding. Docenten, mentoren, teamleiders en leden van het zorgteam hebben hierin hun eigen verantwoordelijkheden. Professionele momenten staan ook voor professionele reflectie, zodat de betrokkenen goed zicht hebben op wat er in de begeleiding gebeurt, met wel effect en welk succes.
Hoofdstuk 2:
SWOT/ stand van zaken huidig schoolplan
Als vervolg op het vorige schoolplan is in de aanloop naar dit nieuwe plan een reeks van activiteiten georganiseerd. Met alle belangrijke stakeholders hebben we rondetafelgesprekken gevoerd. Ouders, leerlingenraad, docententeams, basisscholen, vervolgonderwijs en bedrijfsleven hebben zich kunnen uitspreken over ons onderwijs en onze plannen. Vragenlijsten onder ouders, leerlingen en personeel zijn uitgezet. Het toetsingskader van de inspectie, alsook het bijzonder waardevolle
visitatierapport van de in 2012 gehouden interne GSF-visitatie gaven gezamenlijk een duidelijk beeld over College De Brink. Op basis daarvan hebben we de hieronder beschreven SWOT analyse gemaakt. De SWOT analyse maakt duidelijk dat College De Brink een ondernemende, vitale en ambitieuze school is, leerlinggericht en altijd aansluitend bij de laatste ontwikkelingen. We gaan verder op de ingeslagen onderwijskundige weg en we blijven gedreven en betrokken werken aan aantrekkelijk, uitdagend en betekenisvol onderwijs. De hierboven genoemde activiteiten, die de aanloop vormden naar het nieuwe schoolplan hebben een directe relatie met het huidige schoolplan 2008 – 2012. De hierin genoemde ambities en doelen zijn in de diverse gesprekken met interne en externe stakeholders geëvalueerd. Dit heeft geleid tot het nieuwe schoolplan voor de periode 2012-2016 zoals in de volgende hoofdstukken beschreven. Hieronder wordt de SWOT analyse 2012 van College De Brink in trefwoorden weergegeven.
Sterk Trots en verantwoordelijkheid Duidelijke onderwijsvisie en koers Goed imago Ondernemerschap Intensieve contacten werkveld Duidelijke structuur
De leerling staat centraal Breed opleidingenaanbod Opleidingsschool Veilig leef- en leerklimaat Naar buiten gericht Talentontwikkeling
Zwak Te hoog percentage lesuitval Lage opbrengsten Zwakke positie secties Onvoldoende aandacht voor cognitieve leerachterstanden Pedagogisch-didactisch verschil OB-BB Onvoldoende evaluatie effecten lln. zorg
Hoog ziekteverzuim personeel Onvoldoende ICT toepassingen Onvoldoende gebruik lln. volgsysteem Onvoldoende feedback aan lln. Overvolle overlegkalender Onvoldoende evaluatie en reflectie
SCHOOLPLAN 2012-2016
11
Kansen Vakgericht onderwijs (Vakcolleges) Verbinding onderwijs - samenleving Doorlopende leerlijnen (OB-BB-MBO; VM2/4) Opbrengstgericht werken Differentiatie Taal- en rekenbeleid PM denken lln. zorg
Leerling- en ouderparticipatie Cultuur van elkaar aanspreken Supervisie, intervisie en teamteaching Herwaardering vaksecties Standaard goede (AUB) les Gesprekscyclus
Bedreigingen Daling leerlingaantal Zwaardere exameneisen/PTA-regeling Tekort bekwaam personeel Passend Onderwijs (Te) hoog percentage LWOO lln.
Imago VMBO Vergrijzing docentkorps Afhankelijkheid ICT Nieuwbouw concurrentie
Wat gaat goed? Op dit moment kunnen we stellen dat we onze visie waarmaken; College De Brink leidt leerlingen op tot gekwalificeerde vakmensen middels vakgericht onderwijs. We bieden de leerlingen een duidelijke structuur, een veilig klimaat en een kansrijke leeromgeving. De leerling staat op College De Brink echt centraal. Dit realiseren we door vooral te benadrukken wat leerlingen wel kunnen: leerlingen laten ontdekken
waar ze goed in zijn opdat zij meer zelfvertrouwen krijgen. Onze leerlingen leren actief en zelfstandig en we houden rekening met verschillen. Het “AUB concept” is vooral in de praktijklessen terug te zien. Een goed voorbeeld hiervan zien we in de lesactiviteiten rond het project Hart van Laren, waarbij leerlingen van grafimedia het ontwerp hebben verzorgd van de horeca-uitingen en de leerlingen van consumptief in de catering zijn ingezet. Dit is leren midden in de maatschappij. Ten aanzien van het leerstofaanbod, de toetsen en examinering in de bovenbouw heeft College De Brink een kwaliteitslag gemaakt. Er zijn kaders opgesteld voor verbetering (uniformering) van de Programma’s voor Toetsing en Afsluiting (PTA’s) voor de theorie vakken in de bovenbouw. Daarbij is een systeem ingesteld, waarbij alle docenten binnen een sectie dezelfde deeltoets afnemen over dezelfde lesstof in dezelfde periode.
12
SCHOOLPLAN 2012-2016
M.b.t. de kwaliteit van het onderwijsleerproces kan gesteld worden dat het pedagogisch klimaat en klassenmanagement op orde zijn, waarbij docenten de leerlingen in staat stellen om in behoorlijke mate zelfstandig te werken. Over het algemeen wordt duidelijk uitleg gegeven en zijn leerlingen aan het werk in een gemoedelijke sfeer. Er kan nog wel een kwaliteitslag gemaakt worden in de taakgerichtheid en effectiviteit van de onderwijstijd. Differentiatie krijgt vooral vorm door het grote aanbod aan keuzemogelijkheden en het werken op verschillende niveaus (basis/kader). Als leerlingen voor een vak meer aankunnen, krijgen ze het vak op een hoger niveau aangeboden. Met name in de Plazalessen wordt ook in enige mate gedifferentieerd in verwerkingsopdrachten en tempo. Evaluatie met de diverse stakeholders levert een positief beeld over het schoolklimaat op College De Brink. De school komt prettig en ordelijk over en er wordt een respectvolle aanspreektoon gehanteerd, tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en leerlingen. De schoolregels zijn duidelijk en worden niet ter discussie gesteld. Onder de medewerkers heerst een grote mate van collegialiteit, samen zetten ze zich in om een prettig en veilig schoolklimaat te creëren en om leerlingen een fijne schooltijd te bezorgen. Daar slagen zij goed in; leerlingen voelen zich ‘iemand’, ervaren dat ze ‘iets kunnen’ en worden actief betrokken bij de school. Leerlingen waarderen de persoonlijke aandacht die ze op College De Brink krijgen en ze
vinden het een leuke school. Dit zien we ook terug in de resultaten van de leerlingenenquête; de leerlingen geven de school een 7,8 voor het gevoel van veiligheid en een 7,1 voor de sfeer en de respectvolle behandeling. Ook hun mentoren geven ze een 7,8. De medewerkers van College De Brink kenmerken zich door een groot verantwoordelijkheidsgevoel, en zijn in die zin ook gericht op leren en verbeteren. Bij elkaar in de les kijken is op College De Brink ook heel gewoon. Aandacht voor professionalisering heeft wel een wat vrijblijvend karakter, het is aan de medewerker zelf om daarmee aan de slag te gaan. Docenten constateren zelf redelijk grote onderlinge verschillen, maar het is niet duidelijk wanneer en op welke vlakken het de bedoeling cq. geoorloofd is om elkaar daarop aan te spreken. College De Brink heeft zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld als opleidingsschool. De samenwerking met de hogescholen is geïntensiveerd. Het aantal studenten dat jaarlijks het werkplekleren op College De Brink doet is gestegen.
SCHOOLPLAN 2012-2016
13
Tabel 3: aantallen starters en studenten Schooljaar Starters Totaal Gecoacht
Studenten Voor 2e jaar
HU
HvA
Overige
Betaald
2002-2003
22 22 12 8 2
2
2003-2004
16 16
9 12 6 5
1
6
2004-2005
13 13
6 17 8 4
5
6
2005-2006
17 17
2 29
2006-2007
17 11
4 31 15 8
8
9
2007-2008
19 14
3 35 15 11
9
10
2008-2009
21 11
8 28 17 4
7
8
9 10 10
7
2009-2010
8 4 0 36 27 7
2 10
2010-2011
7 6 3 44 25 17
2
9
9 3 56 22 18 16
0
2011-2012
16
In de afgelopen jaren is de schoolopleider VELONgeregistreerd, verkreeg de school het Keurmerk Opleidingsschool van de Hogeschool Utrecht Instituut Archimedes en is de school binnen het kader van de GSF geaccrediteerd door de NVAO. Maatschappelijk ondernemerschap In onze samenwerking met bedrijfsleven en het regionale mbo neemt maatschappelijk ondernemen een belangrijk rol in. We hebben bewust gekozen voor een structurele betrokkenheid, input en dialoog van en met interne en externe belanghebbenden. We stoppen veel energie in de samenwerking met deze partners. Het renoveren van een ‘opleidingswoning’ door onze leerlingen samen met leerlingen van het mbo is hiervan een mooi voorbeeld. Zoals ook het VM2-traject van de afdeling consumptief een uitstekend voorbeeld is van het afstemmen van leerstof en het samenwerken met het mbo.
14
Totaal
SCHOOLPLAN 2012-2016
Wat moet beter? Uit reacties van ouders blijkt dat ons streven om lesuitval te beperken onvoldoende resultaat heeft. Nog te veel lessen vallen uit door ziekte of om organisatorische redenen. Er is een hoog, overigens niet werk gerelateerd, ziekteverzuim onder het personeel. Er is de laatste jaren te weinig overleg geweest binnen de vaksecties, waardoor een verschil is ontstaan in de didactische aanpak bij onderbouw en bovenbouw. Daarbij geven we niet voldoende feedback aan de leerlingen over de door hen gele-
verde prestaties. Er is te veel aandacht geweest voor sociaal emotionele problematiek en te weinig voor cognitieve leerachterstanden. Daarnaast zijn de kwantitatieve gegevens van interne doorstroom en examencijfers niet goed genoeg. Het verschil tussen schoolexamencijfer en centraal schriftelijk is te groot. Bovendien signaleren we dit te laat. In de avo-lessen is de toepassing van het AUBconcept wisselend. Dit komt o.a. doordat te veel aandacht besteed wordt aan een uniforme onderwijskundige inrichting. Er zou meer gekeken moeten worden naar het leren door leerlingen en het didactisch handelen van docenten dat nodig is om leerlingen te laten leren. In de onderbouw vormt het toetsbeleid nog een zorgpunt. In de vaksecties moet een betere aansluiting tussen onderbouw en bovenbouw tot stand komen. Een overvolle overlegkalender aangaande organisatorische zaken blokkeert een zinvolle deelname aan de vergaderingen met meer onderwijskundige inhoud en bijeenkomsten die door teams, secties en werkgroepen worden belegd. ICT toepassingen en het leerlingvolgsysteem zijn onvoldoende benut. De interne betrokkenheid bij het maatschappelijk ondernemen is een aandachtspunt voor de toekomst. Vooral de afstemming met docenten is belangrijk om samen te kijken hoe het onderwijs beter kan aansluiten bij maatschappelijke behoeftes en welke rol de docenten daarin kunnen spelen. In onze samenwerking met de hogescholen willen we de opleidingsschool nog meer diepgang geven. Aandacht voor praktijkonderzoek door studenten is in het licht van het werken aan de academische opleidingsschool een voornaam punt. Conclusie De SWOT-analyse is op een speciale studiebijeen-
komst van het gehele personeel besproken. Vanuit deze studiedag en gebaseerd op al het voorafgaande zijn de belangrijkste richtdoelen voor de komende jaren geformuleerd:
1. Het leren van de leerling 2. Professionele schoolcultuur 3. Opbrengstgericht werken Waarom deze drie kernpunten? Het leren van de leerling gebeurt in de klas. Daar moeten we de grootste kwaliteit tonen. Daarom willen we een gedegen standaard ontwikkelen van wat een goede les is. Nu hebben we nog onvoldoende zicht op hoe we een hoog leerrendement kunnen bereiken. We willen een professionele schoolcultuur, waarin sterk en gevarieerd didactisch handelen leidt tot een optimale leersituatie. We zijn nu geconfronteerd met te lage opbrengsten van ons lesgeven. Daarom moeten we in ons onderwijsleerproces bewuster nagaan wat deze opbrengsten zijn, zodat we stabielere resultaten bereiken. Nu zijn er nog te veel fluctuaties hierin en we kijken onvoldoende cyclisch terug op wat we doen. De komende jaren gaan we opbrengsten en ontwikkelingen stelselmatig evalueren om het rendement van ons onderwijs goed op orde te krijgen. De doelen in dit schoolplan zijn opbrengstgericht en het eigenaarschap is gedragen door het personeel. Centraal in ons aandachtsveld staat dan ook het ontwikkelen van optimaal vormgegeven lessen (wat is een goede AUB-les? We onderzoeken dit via kijkwijzers) en een nadere uitwerking van gedifferentieerd lesgeven als belangrijke uiting van ons didactisch handelen. De verbinding van de vakkennis aan de kernvaardigheden levert een bijdrage aan het opbrengstgericht werken. Hierbij kijken SCHOOLPLAN 2012-2016
15
we nadrukkelijk niet alleen naar getallen, maar proberen we het maximale te halen uit leerlingen door een goed onderbouwde procesborging en het optimaal omgaan met verschillen tussen leerlingen (passend onderwijs). College De Brink etaleert zich hiermee als een lerende organisatie, waarbij een ieder zich leerbaar en kwetsbaar opstelt en gericht is op het bevorderen van maximale prestaties, waardoor op elk leerniveau een vorm van excellent presteren ontstaat. Via intervisie en coaching on the job willen we het primaire proces zo veel mogelijk ondersteunen. Excellente leraren hebben hierbij een belangrijk rol, door als voorbeeld (good practice) te dienen voor de andere collega’s. De schoolleiding geeft hieraan vorm door verbindend leiderschap. Het personeel van College De Brink zet stevig in op de relatie in plaats van op resultaat alleen; didactiek van taal en rekenen krijgt een voorname plaats en de vaksecties krijgen meer ruimte voor het ontwikkelen van de vakkennis, die verbonden is aan de kernvaardigheden van de leerlingen. GSF-keurmerk In 2009-2010 is het GSF-keurmerk voor het domein onderwijs ontwikkeld. Dit keurmerk draagt, evenals de interne visitaties, bij aan het kwaliteitszorgsysteem van de scholen. Voor een achttal vastgestelde
16
SCHOOLPLAN 2012-2016
kwaliteitsindicatoren op een schaal van 1 t/m 3 is aan de hand van beslisregels een waardering gegeven. 1 betekent “in ontwikkeling”, 2 is “op niveau” en 3 is “boven niveau”. In januari 2011 is voor het eerst voor het domein onderwijs een kwaliteitsprofiel voor College De Brink opgesteld. In maart 2012 hebben we het kwaliteitsprofiel geactualiseerd. De scores zijn gevisualiseerd in een zgn. “spinnenweb”. In de tabel hieronder worden de scores van zowel 2011 (kleur: turkoois) als 2012 (kleur: roze) weergegeven. De indicatoren “tevredenheid ouders” en “tevredenheid leerlingen” werden in 2011 gewaardeerd met score 3 en worden nu in 2012 met score 2 gewaardeerd. De waardering van de indicator “leeromgeving” is van score 2 naar score 3 gegaan. Tabel 4: Het spinnenweb domein onderwijs College De Brink in 2011 en 2012
De waarderingen in 2011 en 2012 zijn tot stand gekomen aan de hand van de uitkomsten van een aantal (verantwoordings-)documenten, zoals uit Vensters voor Verantwoording, inspectierapporten, audits, GSF visitatie en enquêtes. In tabel 5, het kwaliteitsprofiel van 2012, worden deze documenten in de kolom “bevinding” weer-
gegeven, een nadere precisering van de gebruikte documenten. We zien dat onze kwantitatieve opbrengsten onder de maat zijn, vanwege een onvoldoende oordeel voor de gemengd-theoretische leerweg. Inmiddels zijn de resultaten van deze leerweg de laatste twee jaar verbeterd, waardoor de opbrengsten van deze leerweg in de loop van 2012 weer voldoende zijn. De tevredenheid van ouders en leerlingen is, onder
meer door onvrede over te grote lesuitval, een onrustige activiteitenplanning en een steeds hoger verwachtingspatroon van ouders, in 2012 terug gelopen in vergelijking met 2011. De conclusies uit het GSF visitatierapport hebben mede geleid tot de focus op de drie eerder genoemde hoofddoelen (leren van de leerling, professionele schoolcultuur en opbrengstgericht werken).
Tabel 5: Kwaliteitsprofiel domein onderwijs 2012
Indicator Bevinding
Score
1
Visie op onderwijs
• GSF visitatierapport (maart 2012) • Rapport schoolverbetering i.k.v. vmbo Ambitie Bètatechniek (zomer 2010) • Schoolplan 2008 - 2012
3
2
Leeromgeving
• GSF visitatierapport (maart 2012)
3
3
Kwalitatieve opbrengsten
• GSF visitatierapport (maart 2012)
2
4
Kwantitatieve opbrengsten
• Inspectierapport kwaliteitsonderzoek vmbo-gt (nov. 2010/dec. 2011)
1
5
Tevredenheid leerlingen
• Vensters voor Verantwoording (dec. 2011: cijfer 6,9)
2
6
Tevredenheid ouders
• Vensters voor Verantwoording (dec. 2011: cijfer 6,9)
2
7
Tevredenheid vervolgonderwijs/arbeidsmarkt
• Ronde tafelgesprekken (dec. 2011 en jan. 2012) • Rapport schoolverbetering i.k.v. vmbo Ambitie Bètatechniek (zomer 2010) • Samenwerkingsverbanden: ROCvA, bedrijfsleven, opleidingsbedrijven
8
Relatie met ouders
• Deelscores enquête tevredenheid ouders (dec. 2011) • Rondetafelgesprek ouderraad (nov. 2011)
3
2
SCHOOLPLAN 2012-2016
17
Hoofdstuk 3:
Onderwijskundig beleid Ons onderwijskundig beleid richt zich de komende jaren op doorontwikkelen, verdiepen en borgen van de reeds in gang gezette ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 staan vanuit de regelgeving een elftal deelparagrafen. Voor de in deze paragrafen te behandelen onderwerpen verwijzen we naar diverse andere publicaties, zoals de schoolgids, de jaargids, de website en het laatste hoofdstuk (verwijzingen) van
dit schoolplan. Wij richten ons in dit hoofdstuk met name op het betekenisvol leren van leerlingen en personeel en de wijze waarop we hier de komende jaren invulling aan willen geven. Tabel 6: Het spinnenweb van het domein onderwijs
18
SCHOOLPLAN 2012-2016
College De Brink in 2016 Ons onderwijskundig beleid relateren we aan de ambities, zoals verwoord in dit spinnenweb: opbrengsten en tevredenheid willen we verhogen. Ouder- en leerlingparticipatie Ons onderwijskundig beleid is erop gericht om alles uit de leerling te halen. Dit willen we doen in nauwe relatie met de samenleving en ook met de oudergeleding. Onze ouderraad vormt een positief kritische spreekbuis. In de komende jaren willen we de ouderparticipatie bij het onderwijskundig leerproces vergroten. In de driehoek samenleving, ouders en school staat de leerling centraal. Via speciale vergaderingen met ouders en via vragenlijsten vergroten we de directe invloed van de oudergeleding. Eenzelfde slag willen we slaan m.b.t. de leerlingengeleding. Nauwere betrokkenheid van onze leerlingenraad, zodat ook zij een meer directe invloed hebben op het onderwijskundig beleid is hierbij het streven. Maatschappelijk ondernemen In het verlengde van deze samenwerking met ouders en leerlingen ligt onze nauwe betrokkenheid bij het regionale bedrijfsleven en het mbo, ook wel genoemd maatschappelijk ondernemen. De school ziet samenwerking op basis van wederzijdse belangen en het realiseren van duurzaam leren als een belangrijke uitdaging, gezien onze leerlingenpopulatie. Om dit te realiseren, kiezen we bewust voor een sterke interne en externe betrokkenheid bij de strategievorming. Met name dit laatste punt wordt herkend door de belanghebbenden en sterk positief gewaardeerd. Ook de activiteiten van de school rond de samenwerking en het duurzaam (of betekenisvol) leren worden gewaardeerd door de interne en externe partners.
3.1
Betekenisvol leren Visie op betekenisvol leren Onze leerlingen leren het beste door te doen. De verbinding tussen hoofd, hart en handen is voor ons leerlingenpotentieel van groot belang. Daarom
willen we de belangrijke kennis verbinden met zeven kernvaardigheden (samenwerken, reflecteren, plannen, zelfstandigheid, vakkennis, toepassen en zelfvertrouwen). Het motiveert jongeren om op deze wijze te leren. Hoe doen we dat op College De Brink? Leerlingen krijgen studiewijzers en weekplanners. Leerlingen leren via werkpleksimulatie en buitenschools leren. Voorbeelden hiervan zien we in de praktijklessen van de Vakcolleges Techniek en Mens & Dienstverlenen. Het samen werken van vmbo- en mbo-leerlingen bouwtechniek aan de renovatie van een echt pand. Het verzorgen van de catering door onze leerlingen consumptief of het ontwerpen van door de gemeente Laren gebruikte verkeersborden
door onze leerlingen grafimedia. We werken dit verder uit in de volgende paragrafen. Binnen het zesjarig programma van het Vakcollege Mens & Dienstverlenen gaan we het nieuwe examenprogramma SDV (sport, dienstverlenen en veiligheid) invoeren, waarmee doorlopende leerlijnen richting mbo gegarandeerd zijn. Een logisch gevolg van het voorgaande is onze focus voor 2016 op de drie hoofddoelstellingen. Het leren van de leerling moet betekenisvol zijn. Daarvoor is een professionele schoolcultuur nodig waarin opbrengstgericht werken gemeengoed is. We richten de komende jaren onze aandacht meer op het leren door leerlingen en het didactisch handelen van docenten dat nodig is om leerlingen te laten leren. Motivatie en interesse van leerlingen neemt toe als de lessen betekenisvoller zijn en de leerlingen kunnen laten zien waar ze goed in zijn. Hoe ziet betekenisvol leren eruit in de praktijk? Betekenisvol leren op College De Brink is inherent aan het geboden onderwijs. De diverse vakopleidingen krijgen vorm en inhoud via een uitgebreide werkplekkenstructuur in de diverse beroepsafdelingen. Het buitenschools leren heeft een belangrijke plaats in het onderwijs en het maatschappelijk
SCHOOLPLAN 2012-2016
19
ondernemen krijgt volop vorm in trajecten en projecten die we de leerlingen bieden. Het is de bedoeling dat de theorievakken ondersteunend zijn aan de praktijk. Onze leerlingen zijn visueel ingestelde doeners, die via werkpleksimulatie en buitenschools leren het meest effectief leren.
Maatschappelijk ondernemen Een aansprekend voorbeeld hiervan is het project Hart van Laren, waarin leerlingen van diverse afdelingen directe beroepservaring opdoen in bestaande maatschappelijke contexten. Ook onze Vakcolleges (Techniek en Mens & Dienstverlenen) zijn een prima voorbeeld van dit onderwijsidee. Bedrijfsleven en school komen zo bij elkaar. Het renoveren van huurwoningen of het meedraaien in een zorginstelling voorkomt vroegtijdig schoolverlaten, omdat leerlingen een beter beeld hebben van wat het mbo of het latere beroep te bieden heeft. Dit alles leidt tot de gezamenlijk vastgestelde ambities om ons de komende jaren te richten op de drie hoofdonderwerpen: het leren van de leerling, een professionele schoolcultuur en opbrengstgericht werken. Onze missie en visie (vakgericht maatwerk) vormen via de koers (AUB-onderwijs) de basis voor ons
20
SCHOOLPLAN 2012-2016
onderwijsconcept (verbinding vakinhoud en vaardigheden, dus niet beperken tot kennisoverdracht), wat we in verschillende vormen (leerplein of klas) kunnen aanbieden. Leren van de leerling Wij willen de komende jaren systematisch werken aan het maximaliseren van de prestaties van de leerlingen. Maar hoe weet en meet je dat je er alles uit hebt gehaald? Naast opbrengstgericht werken komt de focus te liggen op het leren van de leerling. We gaan de leeromgeving zodanig inrichten dat het leren van leerlingen zo optimaal mogelijk wordt gemaakt. Daarbij moet de taakgerichte werksfeer worden verbeterd. In ons streven naar een zo optimaal mogelijke leeromgeving en het leren van onze leerlingen te versterken gaan we de volgende activiteiten uitvoeren: • een standaard ontwikkelen van een goede (AUB) les; vervolgens zal een kijkwijzer worden ontwikkeld om in het kader van de gesprekscyclus en coaching/intervisie (van collega’s) een les te kunnen observeren; • in het kader van omgaan met verschillen tussen leerlingen moet de leerstof worden afgestemd op de ontwikkeling van de (individuele) leerling; differentiëren wordt al toegepast in de praktijkvakken, maar nog onvoldoende in de theorievakken; intervisie/coaching/scholing zullen worden ingezet om docenten hiermee vertrouwder en vaardiger te maken. Het realiseren van een doorlopende pedagogisch-didactische leerlijn tussen onderbouw en bovenbouw is nodig om onze leerlingen met dezelfde vaardigheden te laten werken, mede als voorbereiding op het competentiegerichte leren in het mbo. Hierin brengen we de leerling via begeleid leren naar
zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk werken. Zo zal ook de uniformiteit in het toetsbeleid, die in de bovenbouw in 2012 is gerealiseerd, doorgetrokken worden naar de onderbouw. Doorontwikkeling van de kwaliteit van de toetsen is ook een doel. De rol van de toetsing moet gekoppeld worden aan het leren van leerlingen en het feedback geven van leerlingen, zodat toetsing (tevens) ontwikkelingsgericht wordt. Stand van zaken De laatste jaren zijn er binnen de school diverse leerpleinen ontwikkeld. Een leerplein is één van de vormen van ons onderwijsconcept. Ook in andere settings moet dit concept van verbinden van kennis aan vaardigheden toegepast worden. Dit is nu nog onvoldoende het geval. In de bovenbouw van de afdeling techniek bieden we de algemeen vormende vakken aan via het leerpleinconcept. Hierdoor komt de integratie avovakken en beroepsvakken wat minder tot zijn recht. De komende jaren zal het concept dan ook aangepast worden om deze ambitie te realiseren. Ook in de lwoo-klassen van onderbouw is een leerpleinformule ingevoerd. Daarnaast kennen we het kunst&cultuurproject, waarbij de creatieve vakken in de onderbouw in een leerpleinvorm aangeboden worden. Naast een ruime aandacht voor buitenschools leren en het leren via een werkplekkenstructuur kennen we nu nog geen standaard voor een goede les. Op dit moment hebben de meeste docenten nog moeite met het differentiëren en het omgaan met de grote verschillen binnen een klas. Doel Leerlingen zijn voorbereid op hun toekomstige deelname aan de maatschappij. We leiden ze via be-
tekenisvol onderwijs op tot vaklui die hun vakkennis hebben gekoppeld aan zeven kernvaardigheden (samenwerken, reflecteren, plannen, zelfstandigheid, vakkennis, toepassen en zelfvertrouwen). Daarbij hanteren we een goed gedefinieerde onderwijsvisie en onderwijsconcept, met de daarbij behorende vormen, waarin de visie en het concept tot uiting komen.
Waar staan we in 2016? • Betekenisvol leren vindt plaats via werkplek simulatie en buitenschools leren • We werken met een eenduidig voor iedereen herkenbaar onderwijsconcept (verbinding van kennis met zeven kernvaardigheden) • We werken volgens een doorlopende pedagogisch-didactische leerlijn Aanpak In de teams, secties en met ondersteuning van de stuurgroep onderwijs geven we de gezamenlijke ambitie verder vorm. De verbinding van kennis aan vaardigheden heeft in onze pedagogisch-didactische leerlijn een belangrijke plek om betekenisvol leren mogelijk te maken. De jaarlijkse activiteitenplannen met SMART-geformuleerde doelen en activiteiten zijn de basis voor de hieruit af te leiden team- en sectieplannen. Deze zullen cyclisch geëvalueerd worden. Vaksecties krijgen de opdracht om SCHOOLPLAN 2012-2016
21
heldere didactische leerlijnen te formuleren voor de leerjaren 1 tot en met 4. In het traject naar meer aantrekkelijk, uitdagend en vooral betekenisvol onderwijs is een belangrijke rol weggelegd voor de Stuurgroep Onderwijs. Bij het uitwerken van de ideeën over een optimale AUB-les en het nastreven van opbrengstgericht werken via verder doorgevoerde differentiatie binnen de klas hebben de leden van de stuurgroep een initiërende en begeleidende rol.
Een AUB-les heeft de hierna genoemde kenmerken. • Lessen hebben een duidelijke structuur, waarbij begin en einde herkenbaar zijn. • Leerlingen krijgen studiewijzers, weekplanners en naar niveau beschreven lesbrieven. • De lessen hebben een dynamische opbouw, met veelvuldig afgewisselde werkvormen. • De lesinhoud is afgestemd op de belevingswereld
3.2
Betekenisvol leren van de leerlingen In de voor ons liggende periode ontwikkelen we de AUB-lessen zodanig dat onze leerlingen hiermee optimaal onderwijs geboden krijgen. Dit levert de volgende focus:
Focus: “Het leren van de leerling” • standaard ontwikkelen van een goede (AUB) les • leerstof afstemmen op ontwikkeling lln. (omgaan met verschillen; differentiëren) • het aanleren van zeven kernvaardigheden • aansluiten op de leefwereld van de leerlingen • (meer) aandacht voor cognitieve kant onderwijs • verbeteren taakgerichte werksfeer in de klas Hoe werken we aan het leren leren van de leerlingen? Vanuit de studiedag op 10 april 2012 hebben we een reeks van kenmerken beschreven van een goede les. Deze kenmerken vormen de basis van de standaard, die we in de komende jaren nader vorm geven.
22
SCHOOLPLAN 2012-2016
van de leerling en sluit aan bij de leerstijl, niveau en voorkennis gericht op het aanleren van de belangrijkste vaardigheden (samenwerken, plannen, presenteren, zelfstandigheid). • Integratie van avo-vakken en beroepsgerichte vakken. • Via leerpleinen en in ‘standaard’ klassituaties werken we aan de ontwikkeling van de vaardigheden van de leerlingen. Differentiatie is hierbij een sleutelwoord. Leerlingen willen graag erkenning, het is van belang om goed contact te maken (begroeten, ontvangst, wederzijds respect, vertrouwen en veiligheid) en positieve feedback en complimenten te geven. • Tijdens de les vormen uitgestelde aandacht en het geven van verantwoordelijkheid een bijdrage aan de groei van de leerling.
Kunst & cultuurprofiel Binnen ons onderwijs besteden we veel aandacht aan kunst en cultuur. Het is belangrijk dat de aandacht binnen de lessen vergroot wordt, omdat dit een belangrijke bijdrage levert aan de opleiding en vorming van de leerling. De creatieve kant van onze leerlingen is vaak nog te veel onderbelicht. Via de lessen drama, muziek, handvaardigheid en tekenen laten we leerlingen met specifiek talenten ontwikkelen door in te spelen op hun visuele intelligentie en door praktische opdrachten (leren door doen). Op deze manier kunnen onze leerlingen zich beter ontwikkelen tot vakmensen. Het kunst & cultuurprofiel bieden we aan in nauwe samenwerking met de Gooise muziekschool en het regionale mbo, zodat doorlopende leerlijnen ook in deze richting gewaarborgd zijn naast de specifieke vakopleiding. Doel Meer maatwerk voor de leerling, gericht op diens leerstijl, door verdergaande differentiatie toe te passen in de klas. De leercultuur op College De Brink kent voor zowel de leerlingen als de docenten een diepgaande uitdaging om kennis en vaardigheden met elkaar te verbinden. Het verschil in onderwijskundige aanpak en leerresultaten tussen onderbouw en bovenbouw willen we verkleinen. We doen dit via een versterkte aanpak vanuit de vaksecties en door begeleiding van de leerlingen naar grotere zelfstandigheid door diverse werkvormen te hanteren.
Stand van zaken Er is een aanmerkelijk verschil tussen praktijklessen en theorielessen en een te grote kloof tussen onderbouw en bovenbouw. Leerlingen hebben te maken met een grote diversiteit aan doceerstijlen. Het “AUB concept” is vooral in de praktijklessen terug te zien, in de avo-lessen is dit beeld wisselend.
Waar staan we in 2016? • We weten wat een goede lesaanpak is, wat een standaard goede AUB-les is. • We werken met kijkwijzers om de aanpak in de klas te evalueren. • We werken met studiewijzers om de leerlingen zo veel mogelijk structuur te bieden. • Leerlingen kunnen beter zelfstandig werken, samenwerken en plannen • Het differentiëren als werkvorm om de leerstof optimaal af te stemmen op de ontwikkeling van de leerling schoolbreed toegepast • De cognitieve kant van het onderwijs vormt het uitgangspunt • Beroepsgerichte vakken en avo-vakken zijn meer geïntegreerd • Er heerst een taakgerichte werksfeer in de klas Aanpak Onze voornemens vertalen we in diverse plannen van aanpak. Zowel de teams als de vaksecties gaan hiermee nader aan de slag. Per team en per sectie beschrijven we dan de activiteiten die we de komende jaren gaan ondernemen. Daarnaast zullen studiedagen hierbij aanvullend van dienst zijn. We zijn hierbij geholpen door de inbreng van de hogescholen en de ondersteuning vanuit het project ‘School aan Zet’, een initiatief van de VO-raad om scholen te helpen bij het ontwikkelen en realiseren van beleidsplannen in het kader van het Bestuursakkoord. SCHOOLPLAN 2012-2016
23
3.3
Betekenisvol leren voor het personeel Focus:“Professionele schoolcultuur” • Cultuur van elkaar aanspreken • Versterken didactisch repertoire docenten • Systematisch werken aan het leren van docenten en schoolleiding • Gesprekscyclus, bekwaamheid, intervisie, teamteaching, • omgaan met verschillen, differentiëren, opbrengstgericht werken Hoe ziet betekenisvol leren eruit voor het personeel? De komende jaren willen we de lerende cultuur op College De Brink doorontwikkelen. Een cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van docenten en leidinggevenden. De kennis die in de school zelf zit, zullen we meer gaan inzetten voor coaching, intervisie en training van en met elkaar. De ambitie van de school is om het onderwijs betekenisvoller te maken voor leerlingen. Dit betekent dat we docenten goed toerusten om deze ambitie te realiseren. In het bijzonder het didactisch handelen krijgt hierbij aandacht. Daarnaast ontwikkelen we een cultuur van zelfreflectie en het geven van feedback aan leerlingen. Opleiden in de School M.b.t. de ontwikkeling en kwaliteit van de “opleidingsschool” onderscheiden we drie domeinen of aandachtsgebieden, namelijk: 1. leren - van studenten/werkplekleren en van zittend personeel
24
SCHOOLPLAN 2012-2016
2. begeleiden - professionalisering - werkbegeleiders en opleidingsteam 3. organiseren - verankering opleidingsschool binnen de schoolorganisatie Bij de inbedding van de opleidingsschool in het HRM-beleid vormen de schoolopleiders de structurele verbinding tussen de beleidsontwikkelende gremia en de ontwikkelingen op de werkvloer. We hebben de focus op drie speerpunten, die tot verankering van de opleidingsschool binnen College De Brink moeten leiden: • Stageplaatsen/stagiaires ook koppelen aan de infrastructuur/ schoolorganisatie – aan teams of secties in plaats van alleen aan individuele docenten • Leerwerktaken verbinden met onderwijsvernieuwing en schoolontwikkeling, waarbij extra aandacht voor onderzoeksprojecten van studenten • Professionalisering verbinden met HRM-beleid, CDB als lerende organisatie In het kader van de ontwikkeling van de GSF als opleidingsschool willen we verschillende onderzoeksopdrachten aanbieden aan studenten in de school, in samenwerking met de hogescholen en universiteiten. Daarnaast willen we studenten enthousiasmeren voor ontwikkelgroepen en een
opleidingsplan beschrijven voor het personeel (o.a. scholing klassenmanagement en differentiëren in de klas, alsook scholing van de schoolopleiders, coaches en werkplekbegeleiders continueren).
De activiteiten vanuit de GSF-academie zijn hierbij een prima aanvulling. GSF-breed gaat het personeel van en met elkaar leren. Deskundigheidsbevordering (Professionalisering) Het didactisch handelen van de leerkracht in de klas bepaalt het uiteindelijke effect van het onderwijs in grote mate. De komende jaren zetten we in op een versterking van de didactische vaardigheden van het personeel. Daarbij streven we naar de volgende kenmerken: • De lessen vertonen een duidelijke opbouw • De leerkrachten geven een duidelijke uitleg van de leerstof en de opdrachten • De leerkrachten gaan regelmatig na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen • De leerkrachten stimuleren de leerlingen actief mee te doen • De leerkrachten hanteren binnen de les werkvormen die de leerlingen activeren • De leerlingen tonen een grote mate van betrokkenheid
• De leerkrachten maken gebruik van concrete en voor leerlingen herkenbare situaties en ervaringen en geven toepassingsgerichte opdrachten • De leerkrachten geven expliciet les in leerstrategieën • De leerkrachten houden bij de instructie rekening met niveauverschillen tussen leerlingen • De leerkrachten houden bij de verwerking rekening met niveauverschillen tussen leerlingen • De leerkrachten houden in hun taalgebruik rekening met extra behoeften van leerlingen op taalgebied (allochtone leerlingen, leerlingen met taalachterstand) De gesprekscyclus is een goed instrument om zicht te krijgen op waar docenten in hun ontwikkeling staan en wat er voor nodig is om de volgende stappen te zetten. De komende jaren versterken we het gebruik van dit instrument en we bouwen het verder uit (naar oop en leidinggevenden), zodat in 2016 alle docenten en leidinggevenden voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en systematisch werken aan bekwaamheidsonderhoud.
De laatste jaren heeft het accent gelegen op teamontwikkeling. Daardoor zijn de vaksecties in de organisatiestructuur tussen wal en schip terechtgekomen. Om tot een adequate afstemming te SCHOOLPLAN 2012-2016
25
komen tussen onderbouw en bovenbouw gaan we de vaksecties beter in de organisatie positioneren. Teams en vaksecties zullen met elkaar verbonden moeten worden. Aangezien ieder lid van de schoolleiding, naast het teamleiderschap, één of meerdere vaksecties ‘onder zijn hoede’ heeft, vraagt dat om een specifieke manier van leidinggeven. Het antwoord is verbindend leiderschap. De komende jaren gaan we de schoolleiding hierin bekwamen middels scholings- en ontwikkeltrajecten. Tijdens de studiedag van 10 april 2012 is vastgesteld dat we gaan werken met wederzijds lesbezoek en intervisie (met koppels en in normjaartaak), met kijkwijzers om te bepalen wat een goede AUB-les is,
met meer verticaal ingerichte teams een stabiele time-out voorziening en nadrukkelijke inzet van ict, computers, elo enz. Verbindend leiderschap Verbindend leiderschap is nodig om betekenisvol leren te realiseren. Het ontwikkelt diversiteit en kundigheid en is gericht op een actieve houding naar de omgeving en op visieontwikkeling en blijvende resultaten op lange termijn. Leidinggevenden
26
SCHOOLPLAN 2012-2016
zorgen voor verbinding tussen leerlingen, binnen teams en met de maatschappij. De teams en de vaksecties krijgen ruimte om te functioneren als leergemeenschap: een ontmoetingsplaats waar medewerkers betekenisvol kunnen leren. Leidinggevenden stimuleren en inspireren de medewerkers, sturen projecten aan en stellen schoolbrede activiteitenplannen, teamplannen en verbeterplannen op. De leidinggevenden leggen verantwoording af over de resultaten, informeren en communiceren, coachen en stellen de juiste vragen, geven feedback, zijn de verbindende schakel tussen ouders, docenten en leerlingen en optimaliseren interne samenwerking. Het geven van het goede voorbeeld is hierbij inherent aan de totale opdracht. Het gaat daarbij om plannen (plennen) en organiseren, alsook de onderwijskundige ontwikkeling verbinden met de teams. De leidinggevenden dragen de onderwijskundige visie en het concept uit. De vaardigheden van onze leidinggevenden gaan we sterker ontwikkelen. Meer aandacht voor het individu binnen het geheel. Zij geven richting, bieden ruimte en vragen resultaten zonder de realiteit uit het oog te verliezen. De verbinding tussen leerlingen, teams en maatschappij vertalen we in concreet gedrag. Hierbij gaat het om betrokkenheid en diversiteit, gebaseerd op maatwerk. Doel We willen het didactisch repertoire van de docenten versterken, zodat omgaan met verschillen, differentiëren en opbrengstgericht werken voor het hele personeel gemeengoed is. We zien College De Brink daarbij als lerende organisatie met het kenmerk dat het personeel in staat is tot evaluatie en elkaar feedback geven.
Bestuursakkoord In de komende jaren wil het kabinet de kwaliteit van het voortgezet onderwijs, en daarmee de prestaties van leerlingen, naar een hoger niveau brengen. In de actieplannen “Leraar 2020” en “Beter Presteren” staan de ambities nader omschreven. De VO-sector ondersteunt deze ambitie volop en dit heeft geleid tot een Bestuursakkoord 2012 – 2015 waarin afspraken zijn gemaakt over de zichtbare resultaten die scholen de komende drie jaar gaan boeken om de noodzakelijke kwaliteitsslag te realiseren. De hierna volgende tabel en de tabel in hoofdstuk vier zijn hier onderdeel van.
Stand van zaken Aandacht voor professionalisering heeft nu nog een wat vrijblijvend karakter. De ontwikkeling van een goede les kan er dadelijk voor zorgen dat er verschillende professionaliseringsbehoeften gaan
Tabel 7: Nulmeting en streefdoelen lerende organisatie en omgaan met verschillen Thema’s
Nulmeting 2012 CDB
Streefdoelen 2016
Lerende organisatie % docenten van wie bekwaam- heidsdossier wordt bijgehouden 40%
% docenten van wie bekwaamheidsdossier wordt bijgehouden 100%
% docenten dat minimaal 1x p.j. een formeel gesprek heeft 80%
% docenten dat minimaal 1x p.j. een formeel gesprek heeft 100%
% beginnende docenten dat tevreden is over de begeleiding 80%
% beginnende docenten dat tevreden is over de begeleiding 100%
% schoolleiders dat voldoet aan bekwaamheidseisen 50%
% schoolleiders dat voldoet aan bekwaamheidseisen 100%
Omgaan met verschillen % docenten die met verschillen kunnen omgaan 60%
% docenten die met verschillen kunnen omgaan 100%
% docenten die leerstof afstemt op ontwikkeling van leerling 40%
% docenten die leerstof afstemt op ontwikkeling van leerling 100%
SCHOOLPLAN 2012-2016
27
Waar staan we in 2016? • College De Brink kent een cultuur waarin we elkaar aanspreken op geleverde kwaliteit en prestaties • We kennen heldere prestatieafspraken met teams en secties over de kwaliteit van de leeropbrengsten en het onderwijsleerproces • Er bestaat een duidelijke rol- en taakverdeling tussen teams en secties • Het didactisch handelen docenten is meetbaar versterkt • We werken systematisch aan het leren van docenten en schoolleiding • De gesprekscyclus kent een toetsbare en bevredigende frequentie, • Intervisie en teamteaching leren ons om te gaan met verschillen, te differentiëren, en opbrengstgericht te werken • 100% van de docenten kan omgaan met verschillen bij leerlingen en stemt de leerstof af op de ontwikkeling van de leerling • 100% van de docenten heeft een digitaal bekwaamheidsdossier en ook minimaal 1x een formeel gesprek per jaar • 100% van de beginnende leraren is tevreden over de begeleiding en 100% van de schoolleiding voldoet aan de bekwaamheidseisen
ontstaan. Uiteindelijk (in 2016) zullen docenten in staat moeten zijn om het onderwijs af te stemmen op verschillen binnen de klas (differentiëren) en zal er opbrengstgericht gewerkt worden. Op dit moment heeft 40% van de docenten een (digitaal) bekwaamheidsdossier en heeft 80% van de docenten minimaal een maal per jaar een formeel gesprek. 80% van de startende leraren is tevreden over de directe begeleiding en 50% van de teamleiders voldoet aan de hiertoe gestelde bekwaamheidseisen. 60% van de docenten achten we in staat om te gaan met verschillen en 40% van de docenten
28
SCHOOLPLAN 2012-2016
stemt de leerstof gericht af op de ontwikkeling van de individuele leerling. Aanpak We ontwikkelen de komende jaren diverse interne en (binnen de GSF) externe leergemeenschappen, waarbij we nadrukkelijk als personeel van en met elkaar kunnen leren. Docenten met een bepaalde expertise fungeren hierbij als voorbeeld voor de collega’s. De komende jaren, vooral vanuit Opleiden in de School en de GSF academie, worden verschillende relevante professionaliseringstrajecten aangeboden om het personeel vakinhoudelijk en pedagogisch/ didactisch goed toe te rusten en op het vereiste niveau te brengen. Ook gaan we trajecten opzetten om gedegen onderzoek te kunnen doen. Het leren van de medewerker krijgt nader vorm door de GSF-academie, die door het leren van en aan elkaar aansluit bij de ambities die we hebben met het Opleiden in de school. Intervisie, coaching en scholing zijn hierbij kernbegrippen. Ook de gesprekkencyclus en het doen van tevredenheidspeilingen onder het personeel dragen hiertoe bij.
Hoofdstuk 4:
Organisatie/ kwaliteit Focus: “Opbrengstgericht werken” • Systematisch werken aan maximaliseren prestaties lln. • Jaarlijkse evaluatie van leerling-resultaten • Regelmatig evalueren onderwijsleerproces • Planmatig werken aan verbeteractiviteiten • Doorontwikkeling kwaliteit en rol van toetsing • Nagaan impact en effecten van in gang gezette ontwikkelingen
Het versterken van het opbrengstgericht werken moet een belangrijke focus worden voor de komende jaren in alle geledingen van de school: waar werken we naartoe / waar willen én kunnen we met onze leerlingen uitkomen? Samen met vaksecties en docenten zullen de resultaten geanalyseerd moeten worden, zullen verbeteracties geïnitieerd moeten worden en de effecten geëvalueerd moeten worden. Ook de docenten uit de onderbouw zullen bij de rendementsproblematiek betrokken worden, bijvoorbeeld door het aannameen determinatiebeleid nog verdere aan te scherpen. Stand van zaken Op vrijwel alle scholen in Nederland wordt in meer of mindere mate gewerkt aan kwaliteitszorg. Alleen valt hierbij wel op dat het voor de meesten een probleem blijft om de kwaliteit van leeropbrengsten en van onderwijsleerprocessen systematisch te bepalen, te bewaken en te verbeteren. Natuurlijk worden er veel verbeteringen gerealiseerd. Zo ook op College De Brink. Echter, nog voordat de verbeteracties goed en wel geëvalueerd en geborgd zijn, worden ze alweer opgevolgd door volgende. Systematisch werken aan onderwijskwaliteit is dan ook een must. In de kwaliteitsnota, beschrijven we hoe College
De Brink het kwaliteitsbeleid heeft ingericht, welke instrumenten (cyclisch) ingezet worden en hoe de pdca cyclus is ingericht (zie ook het hoofdstuk verwijzingen achterin). Passend Onderwijs Het centrale uitgangspunt van Passend Onderwijs is maatwerk voor ieder kind vanuit een dekkend netwerk van zorgvoorzieningen in de regio. Een inventarisatie heeft geleerd dat op College De Brink al veel leerlingen met een grote diversiteit aan complexe leer- en sociaal-emotionele stoornissen het onderwijs volgen. Tevens bestaat de leerlingenpopulatie in 2012 voor ongeveer 46% uit leerlingen met leerwegondersteuning (LWOO-indicatie). Op dit moment wordt in belangrijke mate gewerkt met groepshande-
lingsplannen. Voor deze leerlingen moeten echter individuele handelingsplannen worden opgesteld en vertaald naar de klas. De toename van het aantal zorgleerlingen vormt de komende jaren een aandachtspunt, met name in relatie tot het totaal aantal aanmeldingen en de onderwijsbehoefte van SCHOOLPLAN 2012-2016
29
dit type leerlingen. Er zal dan ook vooral aandacht besteed moeten worden aan de vaardigheden van het zittende personeel in relatie tot het gewenste onderwijs ondersteuningsprofiel van de school. De toegenomen leerlingzorg vraagt tevens om herijking van de interne zorgstructuur. Inmiddels is besloten om het zgn. “PM model” m.i.v. het schooljaar 2012-2013 toe te passen. Dit model van vier Professionele Momenten (kortweg PM) ordent de zorgbegeleidingsstructuur waarin routes helder met elkaar worden afgesproken en duidelijk wordt wanneer wie “aan zet” is. De uitrol van dit model gaat gepaard met scholing en begeleiding van docenten, het zorgteam en de schoolleiding.
Regeling prestatiebox De regeling prestatiebox stelt geld voor scholen beschikbaar om aan de slag te gaan met de prestatiedoelen. Wij zijn vooruitlopend op deze regeling dit schooljaar al begonnen met voorbereidingen o.a. door ons in maart 2012 aan te melden voor de eerste tranche van het nieuwe programma School aan Zet. Het programma dat kosteloos is en gefinancierd wordt door het ministerie van OCW, gaat ons helpen om de ambities te vertalen naar de praktijk binnen College De Brink. Het programma biedt kennis, ondersteuning en inspiratie om direct mee aan de slag te gaan. Tijdens het eerste ambitiegesprek hebben we op hoofdlijnen onze uitgangspositie bepaald (nulme-
Tabel 8: Nulmeting en streefdoelen opbrengstgericht werken Thema’s
Nulmeting 2012 CDB
Opbrengstgericht % docenten dat OGW werkt werken 30% Aantal criteria van OGW waaraan de school voldoet 2 Kernvakken Gem. CE cijfer NE, EN en Wis 6,2 Betatechniek % lln. dat kiest voor de techniek 30% % vmbo-gl/tl dat kiest voor nask 50% Excellentie % geslaagden alle leerwegen 96% (landelijk 94%) % lln. dat in meer vakken ex. doet 5% % lln. dat examen doet in een vak op een hoger niveau 30%
30
SCHOOLPLAN 2012-2016
Streefdoelen 2016 % docenten dat OGW werkt 100% Aantal criteria van OGW waaraan de school voldoet 7 Stijging gem. CE cijfer NE, EN, Wis 0,2 % lln. dat kiest voor de techniek 40% % vmbo-gl/tl dat kiest voor nask 60% % geslaagden alle leerwegen 98% % lln. dat in meer vakken ex. doet 10% % lln. dat examen doet in een vak op een hoger niveau 40%
ting; waar staat de school nu op de indicatoren uit het Bestuursakkoord) en kwalitatieve en kwantitatieve streefdoelen geformuleerd voor 2016. Dit zal nader uitgewerkt worden in een plan van aanpak. Deze extra opdracht zal worden uitgevoerd door de medewerker kwaliteitszorg en gefinancierd uit de prestatieboxgelden. Ook zal een deel van de prestatieboxgelden ingezet worden voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties. In het kader van de aandacht binnen het landelijk onderwijsbeleid voor kernvakken als taal en rekenen is zowel voor taal als voor rekenen een project- beleidsgroep ingesteld. College De Brink krijgt steeds meer leerlingen binnen met steeds grotere leerachterstanden, leerlingen die taal- en rekenzwak zijn. Voor de komende schooljaren zal het taal- en rekenbeleidsplan verder ontwikkeld worden met aandacht voor PDCA. In de onderbouw is in de lessentabel meer aandacht en ruimte voor taal en rekenen.
malen per jaar. Die frequentie staat in de matrix (in het laatste hoofdstuk verwijzingen) aangegeven. De inrichting, uitvoering en de evaluatie van de kwaliteitszorg vindt onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de schoolleiding plaats. Hierbij wordt zij voor een aantal ontwikkelings- en uitvoeringstaken ondersteund door een medewerker kwaliteitszorg. Aanpak Een meer gedetailleerde beschrijving van de uit te voeren acties beschrijven we in onze jaarlijkse activiteitenplannen en jaarplannen. Het aanstellen van een medewerker kwaliteitszorg, nader toegelicht in de kwaliteitsmatrix opgenomen in het laatste hoofdstuk, moet mede bijdragen aan de uitvoering van de cyclische voornemens en de jaarlijkse, tweejaarlijkse en vierjaarlijkse evaluatiemomenten.
Doel Kwaliteitsbeleid zonder verbeteracties is ondenkbaar. Opbrengstgericht werken vereist verbeterplannen, die helderheid bieden over wat er moet gebeuren. Verbeteracties zijn integraal onderdeel van het schoolplan en de daarop gebaseerde jaarlijkse activiteitenplannen. Evalueren en planmatig werken is hierbij richtinggevend. De inrichting van kwaliteitszorg Er zijn twee belangrijke hulpmiddelen om het kwaliteitsbeleid vorm te geven. Een kwaliteitszorgmatrix, die een periode van vier jaar beslaat, gekoppeld aan de cyclus die geldt voor het schoolplan. Daarbinnen vinden sommige activiteiten elke twee jaar plaats, andere elk jaar en weer andere meerdere SCHOOLPLAN 2012-2016
31
Waar staan we in 2016? • • • • • • • •
We werken systematisch aan maximale leerlingprestaties We evalueren de resultaten van de leerlingen jaarlijks We evalueren regelmatig het onderwijsleerproces We werken planmatig aan verbeteractiviteiten We controleren de ontwikkeling van de kwaliteit en de rol van de toetsing hierbij Om opbrengstgericht werken te optimaliseren maken we gebruik van verbeterplannen Het percentage docenten dat opbrengstgericht werkt is 100% en de school voldoet aan zeven criteria van opbrengstgericht werken. Het gemiddeld CE cijfer voor Nederlands, Engels en Wiskunde is met 0,2 gestegen en 40% van de leerlingen kiest voor techniek. • Het streefpercentage voor slagen voor het eindexamen is 98%. • Het percentage leerlingen dat in meer vakken examen doet is met 10% gestegen en 40% van de leerlingen doet op een hoger niveau examen in een vak.
32
SCHOOLPLAN 2012-2016
Hoofdstuk 5: ICT-beleid
Visie De inzet van informaticatechnologie is in onze visie geheel gericht op het ondersteunen van het betekenisvol leren voor leerlingen en personeel. Dit betekent dat we onze toepassingen op ict-gebied koppelen aan het lesgeven in de klas, dat mede met behulp van de informatica beter tegemoet komt aan ons leren. Het is dan een middel om meer inhoud en vorm te geven aan het leren van de leerling. Stand van zaken ICT speelt op College De Brink een belangrijke rol. Alle theorielokalen zijn inmiddels voorzien van interactieve schoolborden. Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt van digitaal lesmateriaal. Het iPad-project in schooljaar 2011-2012 is een experiment, dat een goed voorbeeld is van meer ICT-toepassingen in ons onderwijs. De afdeling Horeca van College De Brink en uitgeverij Edu’Actief zijn samen een project gestart met een interactief e-book op de iPad voor Sociale hygiëne. Door de uitrol van een nieuw leerling-informatiesysteem zijn er meer mogelijkheden om ouders en leerlingen direct te informeren voor belangrijke zaken. Absentie, cijfers en huiswerk zijn digitaal 24 uur per dag beschikbaar voor zowel leerling als ouder. Leerlingen krijgen in het eerste leerjaar informatica, dit om een goede basiskennis aan te leren om het gebruik met de computer makkelijker te laten verlopen. Het percentage personeelsleden dat naar voldoening gebruik maakt van de beschikbare ict-toepassingen is nu nog beperkt.
Om het gebruik van de active boards verder te stimuleren en er in het gebruik meer uit te kunnen halen, is het programma Active Inspire Professional op de pc’s van de docentenwerkplek geïnstalleerd. Docenten zullen door een ervaren collega getraind worden in het optimale gebruik van dit programma. Het doel van de inzet van de ELO op College De Brink is om de leerlingen tijdens hun opleiding beter te kunnen begeleiden. We hebben een aantal concrete ambities geformuleerd om het gebruik van de ELO verder te stimuleren. Zo zullen leerlingen in de ELO werken met diagnostische toetsen, waarbij ze direct het resultaat in de vorm van een score kunnen zien. Daarnaast zullen docenten leerlingen beter informeren d.m.v. de mededelingen optie, de leerlingen samen werkstukken laten maken via de project optie en de leerlingen elkaar laten helpen via de openvraagbaak. Tevens zullen de leerlingen in staat gesteld worden om bij ziekte vanuit thuis de studie bij te houden.
SCHOOLPLAN 2012-2016
33
Doel • ICT aansluiten op leefwereld leerlingen. • Huiswerk, absentie en cijfers digitaal beschikbaar voor ouders en leerlingen. • Onderzoek naar meer gebruik van I-pads in de les. • Inzet van programma’s als Active Inspire en de ELO. • Honderd procent van de docenten maakt gebruik van de ELO en active boards.
Waar staan we in 2016? • Alle docenten maken gebruik van ict toepassingen om goede lessen te ontwikkelen en in de lessen toe te passen. • We zien in de school volop gebruik van digitale schoolborden in de lessen. • Leerlingen werken met I-pads en of laptops aan hun opdrachten. • De elektronische leeromgeving (ELO) wordt door alle docenten ingezet in het onderwijsleerproces.
Aanpak Het credo om van en met elkaar te leren is ook hier van toepassing. Ervaren collega’s instrueren en ondersteunen andere personeelsleden hierin. De GSF-academie is hierin aanvullend van waarde. Voor docenten zullen activiteiten en faciliteiten
34
SCHOOLPLAN 2012-2016
worden georganiseerd om samen vaksites voor de leergebieden in de onderbouw te ontwikkelen, om meer informatie binnen de school te delen, om multimedia hulpmiddelen toe te passen in de les en om interactieve lesprogramma’s toe te passen.
Hoofdstuk 6:
Financiën & Beheer College De Brink voert een consistent financieel beleid dat er op gericht is om jaarlijks een kostendekkende exploitatie te realiseren waarbij de onderwijsvoorzieningen in stand blijven op het niveau zoals dat nu is. Stand van zaken In de afgelopen twee jaar, hebben we een negatief exploitatiesaldo om weten te buigen naar een nagenoeg kostendekkende exploitatie. Er zijn de nodige maatregen genomen om de financiële positie te verbeteren. Voor de komende jaren zal dit financiële beleid worden voortgezet. De reservepositie van College De Brink is flink gedaald door de negatieve exploitatiesaldi in de afgelopen jaren. Dit zal in de komende jaren weer worden opgebouwd. Om de randvoorwaarden voor het onderwijs up-to-date te houden hebben we een meerjaren investeringsbegroting. Dit betreft uitgaven voor groot onderhoud en investeringen in machines en apparatuur. Hiermee is van 2012 – 2016 een bedrag gemoeid van € 634.000. Uitgangspunt is dat leerlingen in de praktijklessen worden opgeleid volgens de huidige stand van kennis en techniek van de beroepspraktijk. Voor de gebouwen en installaties hebben wij een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP). Aan onderhoud besteden we in de jaren 2012 – 2016 € 300.000. Dit is voldoende (begroting extern bedrijf) om het voorzieningenniveau op orde te houden.
Aanpak Om een kostendekkende exploitatie te realiseren zal de komende jaren een hele uitdaging zijn. Van de totale baten wordt ongeveer 80% besteed aan personele lasten. Dit percentage zal de komende jaren stijgen. De loonkosten zullen de komende jaren toenemen door de inkorting van de carrièrelijnen (CAO) en de functiemix terwijl wij uitgaan van de nullijn v.w.b. de personele en materiële bekostiging. Ook hebben wij de taak om de komende jaren een weerstandsvermogen (reserve) op te bouwen van € 387.000 om onvoorziene risico’s het hoofd te kunnen bieden. Te denken valt aan de daling van het leerlingaantal (meer dan voorzien) of CAO afspraken tussen werkgevers en werknemers die niet door de overheid bekostigd worden. Op dit moment hebben wij geen financiële reserve. In de begroting wordt de aankomende jaren financiële ruimte gemaakt om het weerstandsvermogen op te bouwen. De hoogte van het weerstandsvermogen is bepaald in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement. De financiële ruimte wordt gevonden in de efficiëntere inzet van personeel, natuurlijk verloop en verjonging van het personeelsbestand.
Doel • De voorzieningen (investeringen) in de praktijklessen groeien mee met de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. • Gebouwen en inventaris in hoge staat houden. • Een jaarlijkse kostendekkende exploitatie. • De opbouw van een weerstandsvermogen van € 387.000 in de komende vier jaar. SCHOOLPLAN 2012-2016
35
Waar staan we in 2016? De bedrijfsvoering heeft tot resultaat geleid, dat over de afgelopen vier jaar met een positief exploitatiesaldo wordt afgesloten waardoor we een reserve hebben opgebouwd ter grote van het benodigde weerstandsvermogen. Er is niet bezuinigd op de onderwijsvoorzieningen. Deze zijn modern en op het niveau dat we gewend zijn en aansluitend op de recente ontwikkelingen in het vakgebied, waardoor leerlingen goed voorbereid worden op hun vervolgopleiding.
36
SCHOOLPLAN 2012-2016
Verwijzingen 1. Kerndoelen Sectoren, afdelingen, onderwijsuren. Zie hiervoor onze website. 2. Toelatings-, bevorderings- en verwijderingsbeleid Zie hiervoor onze speciale folders: Informatiefolder Basisscholen en Folder zij-instromers (2012). Tevens verwijzen we naar de doorstroomrichtlijnen en uit ons Zorgplan (paragrafen 4.1 en 4.2): de stappenplannen schorsing en verwijdering 3. Doorstroom van leerlingen Zie hiervoor IDU-gegevens en leerlingvolgtrajecten 4. Decanaat en relatie met vervolgonderwijs Zie doorstroomrichtlijnen en het Schoolplan decanaat 5. Taalbeleid Een deel van de prestatiebox zal ingezet worden voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties. Zowel voor taal als voor rekenen is een beleidsgroep ingesteld. Voor de komende schooljaren zal het taalbeleidsplan verder ontwikkeld worden met aandacht voor PDCA. Voor deze periode staat ‘taalbeleid in je klas’ centraal. De taalgroep focust op uitbreiding docentvaardigheden middels taalwerkplaatsen en intervisie, optimale samenwerking taalcoach – vakleerkracht/praktijkdocent, het vak Nederlands zal meer en meer worden geleerd binnen de context van vakken, leergebieden en projectmatig onderwijs, evaluaties, zoals de taalwerkplaats, TaalTomTom en voortgang & toetsing. 6. Voorzieningen leerlinggebonden budgetleerlingen Specifieke leerbehoeften en langdurig zieken; zie Zorgplan versie 2011, paragraaf 1.3 7. LO Eisen, kerndoelen en examenprogramma’s zoals beschreven in de landelijke richtlijnen. 8. Beschikbaarstelling lesmateriaal (kosteloos) Zie schoolgids Op College De Brink bestaat geen vrijwillige ouderbijdrage voor lesmateriaal, wel vragen wij een bijdrage voor aanvullende diensten als excursies, kleding en gereedschappen. Deze bijdrage verschilt per leerjaar en per afdeling (van veertig tot driehonderd vijfentachtig euro per jaar). Een compleet overzicht van de vrijwillige ouderbijdragen is terug te vinden op de website van Vensters voor Verantwoording, onder ‘bedrijfsvoering - schoolkosten’.
SCHOOLPLAN 2012-2016
37
9. Doorlopende leerlijnen Voor een goede aansluiting op het mbo, havo en de arbeidsmarkt bestaan er verschillende convenanten met het regionale mbo (Hilversum), afspraken met betrekking tot de Vakcolleges. Ook afspraken rond de Programma’s van Toetsing en afsluiting dragen hiertoe bij, de vaksecties hebben hierin het voortouw. Onderwijs zoals in het VM2 traject aangeboden willen we in overleg met het mbo blijven bieden, wellicht aangevuld met VM3 en M4 trajecten. 10. Nulmeting College De Brink 2012 kwantitatieve streefdoelen 2016 Via het traject dat College De Brink de komende jaren volgt binnen het actieplan ‘School aan Zet’ (Bestuursakkoord) ontwikkelen we vanuit het schoolplan nader uitgewerkte stappenplannen. We omschrijven hierin waar we willen staan in 2016 (zie ook hoofdstuk 3) en we zorgen voor een verbinding van alle activiteiten, waarbij we voor alles gericht zijn op het leren van de leerling.
38
SCHOOLPLAN 2012-2016
Tabel 9: Nulmeting en streefdoelen totaal Thema’s
Nulmeting 2012 CDB
Opbrengstgericht % docenten dat OGW werkt Werken 30% Aantal criteria van OGW waaraan de school voldoet 2 Lerende organisatie % docenten van wie bekwaam- heidsdossier wordt bijgehouden 40% % docenten dat minimaal 1x p.j. een formeel gesprek heeft 80% % beginnende docenten dat tevreden is over de begeleiding 80% % schoolleiders dat voldoet aan bekwaamheidseisen 50% Omgaan met verschillen % docenten die met verschillen kunnen omgaan 60% % docenten die leerstof afstemt op ontwikkeling van leerling 40% Kernvakken Gem. CE cijfer NE, EN en Wis 6,2 Betatechniek % lln. dat kiest voor de techniek 30% % vmbo-gl/tl dat kiest voor nask 50% Excellentie % geslaagden alle leerwegen 96% (landelijk 94%) % lln. dat in meer vakken ex. doet 5% % lln. dat examen doet in een vak op een hoger niveau 30%
Streefdoelen 2016 % docenten dat OGW werkt 100% Aantal criteria van OGW waaraan de school voldoet 7 % docenten van wie bekwaamheidsdossier wordt bijgehouden 100% % docenten dat minimaal 1x p.j. een formeel gesprek heeft 100% % beginnende docenten dat tevreden is over de begeleiding 100% % schoolleiders dat voldoet aan bekwaamheidseisen 100% % docenten die met verschillen kunnen omgaan 100% % docenten die leerstof afstemt op ontwikkeling van leerling 100% Stijging gem. CE cijfer NE, EN, Wis 0,2 % lln. dat kiest voor de techniek 40% % vmbo-gl/tl dat kiest voor nask 60% % geslaagden alle leerwegen 98% % lln. dat in meer vakken ex. doet 10% % lln. dat examen doet in een vak op een hoger niveau 40%
SCHOOLPLAN 2012-2016
39
11. DEF-diagnose, de school als maatschappelijke onderneming, Mei 2012 , Uitgevoerd door: Het Zijlstra Center for Public Control & Governance Vrije Universiteit. 12. Tabel 10: Matrix kwaliteitszorgactiviteiten College De Brink
Jaarlijks
40
Wat Hoe
Wanneer
Wie
Opbrengsten
Data analyse: opbrengstenkaart inspectie IDU-gegevens Verschil SE-CE Overleg met secties Bilateralen (ook met teamleiders)
Begin schooljaar (IDU) Halverwege schooljaar (opbrengstenkaart) Eind schooljaar (examenresultaten) Eind schooljaar Elk kwartaal
Schoolleiding
Directie CvB, Directie
Ontwikkeling lln. aantallen
Analyse lln. instroom Rapport lln. prognoses Jaarverslag intake-proces
Oktober November Eind schooljaar
Directie Bureau Kock Intakecommissie
Schoolklimaat
Vragenlijsten ouders, lln., docenten (Vensters v.V.)
Einde schooljaar
Medewerker kwaliteitszorg
Pedagogisch Vragenlijsten ouders, lln., Einde schooljaar en didactisch docenten (Vensters v.V.) handelen Observaties Panelgesprekken
Medewerker kwaliteitszorg
Leerprocessen Registratie en analyse Elk kwartaal Rapport- en leerling- besprekingen Observaties en intervisie
Teamleiders en docenten
Examen- en toetsbeleid
Secties Examensecretaris Docenten
SCHOOLPLAN 2012-2016
Opstellen PTA Jaarverslag examens CITO lln. volgsysteem
Eind schooljaar Eind schooljaar Leerjaar 1, 2 en 3
Jaarlijks (vervolg) Wat Hoe
Wanneer
Wie
Bedrijfsvoering: Ziekteverzuim Onderwijstijd Lesuitval Planning
Maandelijks Wekelijks Wekelijks Eind schooljaar
P&O, Schoolleiding Schoolleiding Schoolleiding Directie
Registratie en analyse Registratie en analyse Registratie en analyse Opstellen jaarrooster
Financiële Q rapportages Elk kwartaal resultaten Jaarplan GSF kadernotitie April
Directie
Activiteitenplan
Schoolleiding
Afgeleide van Schoolplan
Eind schooljaar
F&B
Tweejaarlijks Wat Hoe
Wanneer
Wie
Leerlingenzorg
Vragenlijst ouders, lln., Jaar 2 en 4 (begin jaar) docenten en externen Zorgplan Jaar 1 en 3 (begin jaar)
Medewerker Kwaliteitszorg Zorgteam
Gesprekscyclus
Plannings-, voortgangs- en Jaar 2 en 4 beoordelingsgesprekken
Teamleiders
Waardering Vragenlijsten Jaar 2 en 4 (begin jaar) Medewerker toeleverende Panelgesprekken kwaliteitszorg en afnemende Basisschoolcontactteam Docenten scholen Waardering oud-leerlingen
Vragenlijsten
Jaar 2 en 4 (begin jaar)
Medewerker kwaliteitszorg
SCHOOLPLAN 2012-2016
41
Vierjaarlijks Wat Hoe
Wanneer
Wie
Schoolplan
Jaar 4 (eind jaar)
Schoolleiding
Zelfevaluatie Vragenlijsten ouders, lln., docenten en externe stakeholders Ronde tafelgesprekken
Contextevaluatie Data analyse Jaar 4 (begin jaar) (kwaliteit scholen, zorgstructuur, lln. populatie etc.) Curriculum Evaluatieformat Jaar 4 (begin jaar) Tevredenheid Medewerkers tevreden- personeel heidsonderzoek Visie en Vragenlijsten leiderschap Functioneringsgesprekken Audits GSF visitatie
42
SCHOOLPLAN 2012-2016
Schoolleiding
Secties
Jaar 4 (maart)
P&O
Jaar 4 (eind jaar)
Medewerker kwaliteitszorg, Directie, CvB Critical friends, P&O
SCHOOLPLAN 2012-2016
43