Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool Pagina 1

Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 – 2016

Pagina 1

Inhoudsopgave Schoolplan 2012-2016 0 1

Naam Voorwoord Inleiding

2

Schoolbeschrijving

3

Onderwijskundig beleid

4

Personeelsbeleid

5

Organisatie & beleid

6

Financieel beleid Materieel beleid

7

Kwaliteitsbeleid

Inhoud  Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie + mission statement + streefbeelden 3.2 Visie(s): algemeen en specifiek 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten 3.5 Taal-leesonderwijs; Engelse taal 3.6 Rekenen en Wiskunde 3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie; cultuureducatie 3.9 ICT 3.10 Leertijd 3.11 Pedagogisch Klimaat 3.12 Didactisch Handelen 3.13 Actieve rol van de leerlingen 3.14 Zorg en begeleiding 3.15 Passend onderwijs – Afstemming 3.16 Opbrengstgericht werken 3.17 Opbrengsten 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding 4.3 Beroepshouding 4.4 Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering 4.5 Instrumenten voor personeelsbeleid 4.6 Verzuimbeleid 5.1 Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie 5.2 Structuur (groeperingsvormen) 5.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-Inventarisatie 5.4 Communicatie (intern) 5.5 Communicatie (met externe instanties) 5.6 Communicatie (met ouders) 5.7 Voor- en vroegschoolse educatie 5.8 Buitenschoolse opvang (voor- , tussen- en naschools) 6.1 Lumpsum financiering – ondersteuning 6.2 Externe geldstromen 6.3 Interne geldstromen 6.4 Sponsoring 6.5 Begrotingen 7.0 Kwaliteitszorg + toelichting op indicatoren 7.1 Wet-en regelgeving 7.2 Evaluatie Schoolplan 7.3 Strategisch beleid 7.4 Analyse inspectierapport(en) 7.5 Uitslagen Quick Scan en analyse 7.6 Kwaliteitszorg en ouders + Analyse oudervragenlijst 7.7 Kwaliteitszorg en leerlingen + Analyse leerlingenvragenlijst 7.8 Kwaliteitszorg en leraren + Analyse lerarenvragenlijst 7.9 Het evaluatieplan 7.10 Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) 7.11 Plan van Aanpak (2012-2013) 7.12 Plan van Aanpak (2013-2014) 7.13 Plan van Aanpak (2014-2015) 7.14 Plan van Aanpak (2015-2016)

Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 2

Voorwoord De indeling van het Schoolplan 2012-2016 is afgestemd op het Strategisch beleidsplan van de Stichting Fluvium en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven 2. Periodiek (laten) beoordelen 3. Borgen of verbeteren

Wat beloven we? [zie schoolplan] Doen wij wat we beloven? [hoofdstuk 7.9] Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren? [hoofdstuk 7.10 t/m 7.14]

De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader. Tevens beschrijven in deze inleiding de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld (zie schema) en afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet Bio.

Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijke identiteit (3.3.) Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs (3.5) Rekenen en Wiskunde (3.6) Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7) Actief Burgerschap (3.8) ICT (3.9) Leertijd (3.10) Pedagogisch klimaat (3.11) Didactisch handelen (3.12) Actieve rol leerlingen (3.13) Schoolklimaat (5.3) Zorg en begeleiding (3.14) Passend onderwijs/afstemming (3.15) Opbrengstgericht werken (3.16) Opbrengsten (3.17) Schoolleiding (4.2) Beroepshouding (4.3) Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4) Externe contacten (5.5.) Contacten met ouders (5.6) Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Kwaliteitszorg (7.1) Wet- en regelgeving (7.2)

Afgeleid van de Wet BIO Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Interpersoonlijk competent (1) Vakinhoudelijk competent (3)

Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in reflectie en ontwikkeling (7)

In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. In hoofdstuk 4, Integraal Personeelsbeleid, gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties.


Pagina 3

Hoofdstuk 1 1.1.

Inleiding

Doelen en functie van het schoolplan

Ons schoolplan beschrijft – binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van de Stichting Fluvium – in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (fase „to plan). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten, en daarmee op onze verbeterdoelen (fase „to check) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2012 – 2016. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.

1.2.

Procedures voor het opstellen, vaststellen en levend houden (maken) van het schoolplan

Het schoolplan is door de directie opgesteld in overleg met het team. De teamleden hebben meegedacht over de invulling van de verschillende hoofdstukken, en tevens conceptteksten aangeleverd. De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komende jaar samen vaststellen. Tijdens TV (team) – en/of TVO – vergaderingen (= teamvergadering onderwijskundig) worden momenten ingelast om gezamenlijk te brainstormen en het invullen van verschillende werkbladen en scans behorende bij het WMK-instrument. Het betreft hier vooral het onderwijskundige beleid en de kwaliteitszorg. Verder ontvangen de personeelsgeleding en oudergeleding van de MR conceptteksten voor het Schoolplan 2012 – 2016 ter lezing / beoordeling. In aparte bijeenkomsten werden betreffende teksten besproken, open aanmerkingen zijn meegenomen in de definitieve tekst. Vaststelling van het Schoolplan 2012 – 2016 vindt plaats in een TVO – vergadering en vervolgens in een bijeenkomst van de medezeggenschapsraad. Opgemerkt hierbij wordt dat jaarlijks het activiteitenplan, het jaarverslag, het nascholingsplan en de door het samenwerkingsverband BePO (Betuws Passend Onderwijs) gevraagde documenten door de directie / I.B.-er worden opgesteld, ter goedkeuring worden voorgelegd aan het team, de MR en bevoegd gezag en verzonden naar de inspectie. Door deze jaarlijks terugkerende activiteiten van directie / I.B.-er in samenwerking met het team (TV - en TVO – vergaderingen) willen we ons Schoolplan een levend document laten zijn.

1.3.

Verwijzingen

Ons Schoolplan 2012 – 2016 is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken:            

Schoolgids 2012 – 2013 Strategisch beleid Stichting Fluvium (2011 – 2015) Personeelsbeleidsplan Stichting Fluvium Meerjarenplanning Leermiddelen Document “Professionele cultuur” ICT-beleidsplan Lokhorstschool Zorgplan (voormalig WSNS Tiel e.o. / BePO) Zorgmap Lokhorstschool Groepsmappen Beleidsdocument Individuele leerlijn(-en), ontwikkelingsperspectief Werken met Kwaliteit (Cees Bos) Kwaliteitskaart “doorlopende leerlijnen taal en rekenen”; - suggesties voor bespreking in het team - kennismaken met de referentieniveaus taal en rekenen - inschatting experts


Pagina 4

Hoofdstuk 2 2.1.

Schoolbeschrijving

Gegevens school

Adres: obs R. Lokhorstschool  Ringelesteinstraat 2 4158 CP Deil  0345 – 65 14 48  [email protected]  www.lokhorstschool.nl Brin.nr. 18 NX Bestuur: Onze school wordt, samen met veertien andere openbare basisscholen uit de gemeente Geldermalsen en de gemeente Neerijnen, bestuurd door het bestuur van de Stichting Fluvium. Het bestuur van de Stichting Fluvium  Postbus 173 4190 CD Geldermalsen bezoekadres: Panoven 29 4191 GW Geldermalsen Het bestuur bestaat uit: dhr. C.L.M. Warmerdam (voorzitter) dhr. F.H.M. Burgers (penningmeester) dhr. M. Berendse dhr. J. de Hooge mevr. C. Maas Algemeen directeur: Mevr. A. Burlet p/a Stichting Fluvium  [email protected] Beleidsmedewerkers: mevr.. J. Brentjes (secretariaat) mevr. D. Brouwer (BICT tot 01-01-2013) mevr. I. van Beuzekom (personeel) dhr. J.G. van Brakel (personeel) dhr. R.E. Smit (financiën) p/a Stichting Fluvium  085 – 27 34 660 Inspectie: Inspectie van het Onderwijs, team primair onderwijs, kantoor Utrecht  Postbus 2730 3500 GS Utrecht  0800 – 8051 (gratis)  [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Andere gegevens, zoals de personeelssamenstelling, de namen van directie, groeps- en vakleerkrachten en de situering van onze school in het dorp worden in de schoolgids van de school beschreven. Historie / gebouw: e De Lokhorstschool werd gebouwd in 1958 en bestond toen uit 5 lokalen. In 1974 werd er een 6 lokaal e bijgebouwd. Een kleuterlokaal werd in 1977 gebouwd en een 2 kleuterlokaal stamt uit 1986. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 5

In 1994 werd een noodlokaal geplaatst. Dit lokaal werd in 2003 gerenoveerd en vervangen door 2 lokalen in 2004 (semipermanent). In 2001 werden 2 lokalen (permanent) bijgebouwd. In dit jaar werd op het speelterrein aan de voor- en achterzijde van de school opnieuw ingericht en voorzien van gerenoveerde en nieuwe speeltoestellen. In 2006 werd de nieuwe gemeenschapsruimte “Het hart” gerealiseerd en het negende lokaal geplaatst (semi-permanent) en kwamen er 2 werkruimten; een directiekamer en een kamer voor de Interne Begeleider en werd de fietsenberging / buitenberging (2 x) gerealiseerd. In 2009 werden een tiende en elfde lokaal gebouwd, bestemd voor de buitenschoolse opvang (KRBV – Mikmak) maar waarvan de Lokhorstschool tijdens de schooluren ook gebruik kan / mag maken. Het gebouw heeft, naast 11 leslokalen, een speellokaal, een gemeenschapsruimte, welke o.a. ook dienst doet als overblijfruimte, een personeelskamer / keuken (in 2003 gerenoveerd), 2 magazijnen, 5 toiletruimten (plus een invalidentoilet), een kelder, een zolder en een kast voor de schoonmaakartikelen. Het speellokaal is bedoeld voor de kinderen van groep 1 en 2, maar tijdens de lessen dansante vorming en gemeenschappelijke vieringen wordt er ook door de andere groepen gebruik van gemaakt. In het schooljaar 2002 - 2003 is groot onderhoud uitgevoerd, zijn de stalen kozijnen vervangen door aluminium kozijnen, zijn geluidsisolerende plafonds in het speellokaal en 2 lokalen in het oude gedeelte aangebracht. In de entree van de school en de gang in het oude gedeelte zijn de plafonds vervangen. Op het terrein van de school staat sinds 2001 het gebouw van peuterspeelzaal ‟t Steijntje. De school beschikt over een ruime speelplaats en speelterrein (gras). Het schoolterrein wordt na schooltijd afgesloten.

De schoolgrootte: De Lokhorstschool wordt bezocht door 226 leerlingen (telling 1 oktober 2012). De gewichtenregeling is van toepassing.

2.2.

Kenmerken directie en leraren

De Lokhorstschool wordt geleid door één directieteam. De directeur is Rien Stel, Ronny van Ooijen is adjunct-directeur. De Lokhorstschool heeft 9 groepen. Op dit moment werken 16 leraren in de formatie in vol- en deeltijd. Daarnaast zijn de volgende personen werkzaam; een IB-er, een conciërge, een O.O.P. leraar (administratie), een klassenassistent, leraar RT (1 x aanvullende formatie leerling gebonden financiering), logopedist, een sociaal verpleegkundige en een leraar levensbeschouwelijk onderwijs / GVO.

Specialisme leerkrachten: - magistrum schoolleiders opleiding - interne begeleider - leraar speciaal onderwijs (leiding geven) - onderwijskunde - gedragsspecialisme P.O. - interventies bij gedragsproblemen - speciaal onderwijs - ontwikkelingsvolgmodel jonge kind - dyslexie (protocol o.a.) - ict - certificaat Dalton - leescoördinator basisonderwijs - coaching stagiaires / mentoren - vakspecialist bewegingsonderwijs


1 directielid 1 leraar 1 leraar (gecertificeerd, niet uitvoerend) 1 leraar 1 leraar 2 leraren 3 leraren 1 leraar 3 leraren 8 leraren 2 leraren 2 leraren 2 leraren 1 leraar

Pagina 6

Lokhorstschool: Per (augustus 2012) Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

2.3.

MT

OP 2

2

8 4 3 1 16

deeltijd 5 4 2 1 12

voltijd 5

OOP 2

1

1

6

3

Kenmerken leerlingen

Gewichten. Op onze school is de verhouding van leerlingengewichten 1.00 - 1.25, na aanscherping van de ministeriële regels, ongeveer > 95 - < 5%. Volgens de BAO gewichtenbekostiging (formatiebudget): € 0,00 Leerlingen met hogere gewichten komen op de Lokhorstschool weinig voor. Daarom hebben we hierop geen specifiek beleid geformuleerd. De verwachting is dat er ook in de toekomst weinig allochtone leerlingen zullen instromen. De thuistaal van onze leerlingen is het Nederlands. Uit toetsen ervaringsgegevens blijkt, dat het ontwikkelen van woordenschat en het leesonderwijs steeds nadrukkelijk aandacht behoeven (zie hst. 3.5 Taalbeleid – taalleesonderwijs). Het leerlingenaantal zal volgens de prognose (gemeente Geldermalsen Pronexus B.V. vastgesteld: 24 – 09 – 2012) in de schoolplanperiode fors teruglopen. Teldatum 1 oktober 2012 2013 2014 2015 2016

2.4.

Leerlingenaantal Prognose Pronexus 221 217 202 196 181

Leerlingenaantal werkelijk 219

Leerlingenaantal terugloop -

2 15 6 15

Kenmerken ouders en omgeving

Relatief weinig ouders oefenen een beroep uit waarbij lichamelijke arbeid (fruitteelt) wordt verricht of zijn laag geschoold. Hogere opleidingen (MBO, HBO, universiteit) komen veelvuldiger voor. De landelijke trend, dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is ook bij ons merkbaar. Weinig ouders / verzorgers geven aan dat zij van protestants-christelijk of rooms-katholieke huize zijn. Verreweg het overgrote deel van de ouders / verzorgers geven aan buitenkerkelijk te zijn. Zij hebben geen problemen met het feit, dat de Nederlands Hervormde gemeente Deil en Enspijk verantwoordelijk is voor de lessen levensbeschouwelijk onderwijs op onze school. Voor deze lessen is door de kerkenraad een leraar GVO aangesteld. Alle kinderen (vanaf groep 5) volgen deze lessen. De betrokkenheid van ouders / verzorgers verschilt. We hebben een grote, vaste groep van ouders / verzorgers, die regelmatig de schoolavonden bezoeken en voor hulp bij schoolse activiteiten kunnen worden benaderd, maar er zijn ook ouders / verzorgers die beiden werken. Wanneer er problemen (zoals leren of gedrag) zijn met de kinderen is het onze ervaring dat die in het algemeen goed met betrokken ouders / verzorgers kunnen worden besproken. Ouders / verzorgers zijn meestal bereid om zich in te zetten voor het oplossen ervan. In Deil zijn er, naast de basisschool, weinig voorzieningen op het gebied van onderwijs, zorg, sport, cultuur en recreatie. Kerk, dorpshuis, toneel-, muziek- en speeltuinvereniging en het Oranjecomité hebben vooral een centrale rol bij de organisatie van de verschillende activiteiten in het dorp. In Deil is de peuterspeelzaal “t Steijntje” op het terrein van de Lokhorstschool gehuisvest. De meeste kinderen van onze school hebben op deze peuterspeelzaal gezeten.


Pagina 7

De voor- en naschoolse opvang wordt op 3 dagen in de week verzorgd door de stichting Kinderopvang Rivierenland BV (KRBV) op de locatie van de Lokhorstschool (Mikmak). De tussenschoolse opvang regelt de school zelf. Voor het voortgezet onderwijs gaan de meeste leerlingen naar Geldermalsen of Culemborg. Onze kinderen (groot aantal) bezoeken sportverenigingen in Beesd en Geldermalsen. Op cultureel gebied (museum en theaterbezoek) zijn de inwoners van Deil aangewezen op Tiel, Culemborg, ‟s-Hertogenbosch, Zaltbommel, Leerdam, Beusichem en Geldermalsen. Een beperkt aantal kinderen komen met kunst en cultuur in aanraking. Daarin heeft onze school een duidelijke taak. We werken met een “kunstmenu”, waarbij onze kinderen in een cyclus van twee keer vier jaren alle vormen van cultuureducatie wordt aangeboden. We maken gebruik van het aanbod van “Kultuur Konnekt Tiel”. De kunstmentoren van de scholen openbaar onderwijs in de gemeente Geldermalsen kiezen jaarlijks de discipline waaraan gewerkt wordt. Daarnaast maken we regelmatig gebruik van het aanbod van de Stichting Jan van Nieuwenhuijzen waarbij het theaterbezoek door kinderen wordt gestimuleerd. Deil heeft geen openbare bibliotheek. De inwoners zijn georiënteerd op de openbare bibliotheek in Geldermalsen. In het voorjaar van 2012 hebben we in samenwerking met de bibliotheek Geldermalsen (project “bibliotheek op de basisschool”) de schoolbibliotheek opnieuw ingericht. Twee leraren volgden daartoe de cursus tot leescoördinator “Open Boek”. Hun taak is het uitstippelen van beleid rondom de bibliotheek en voorstellen doen op het gebied van lezen in het algemeen. Onze schoolbibliotheek functioneert, met ondersteuning van ouders, als een “echte” bibliotheek. Kinderen lenen er wekelijks boeken die geregistreerd worden in het Educat-systeem.

2.5.

Prognoses: interne en externe ontwikkelingen.

In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen .

STERKE KANTEN SCHOOL

ZWAKKE KANTEN SCHOOL

    

 Onvoldoende professionele cultuur m.b.t. vergaderingen  Omgaan met werkdruk (time management)  ICT  Geen 2-talig (Engels) onderwijs  (nog) Geen benoeming in LB – functie

Systeem / structuur van de leerlingenzorg De implementatie van de 1-zorgroute Goede resultaten Kwalitatief goede en ervaren leraren Implementatie opbrengstgericht werken (1zorgroute)  Goed pedagogisch klimaat

KANSEN

BEDREIGINGEN

 Nadrukkelijke integratie voor informatietechnologie  De school als Opleidingsschool in samenwerking met Fontys Pabo Den Bosch  Samenwerking met BSO  Werken met referentieniveaus  Passend Onderwijs

 Bezuinigingen door de overheid, bijv. op Passend Onderwijs  Toenemende werkdruk in het onderwijs  Terugloop leerlingenaantal  Ziekteverzuim verwachtingen

Enkele ontwikkelingen nader toegelicht: 1. Nadrukkelijke integratie voor informatietechnologie In de leefwereld van jongeren neemt ICT een steeds belangrijkere plaats in. Onder kinderen van zes tot elf jaar is het gebruik van internet enorm toegenomen. In de leefomgeving van de digitale generatie is ICT Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 8

vanzelfsprekend. Deze generatie, die opgroeit met instant messaging, chat, e-mail en games, bevolkt inmiddels de scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs en zo ook onze school. De instroom van de digitale generatie in het onderwijs stelt leraren nadrukkelijk voor de vraag welke rol ICT in hun onderwijs zou moeten vervullen willen zij aansluiting kunnen vinden bij de leerlingen van deze generatie. Het antwoord op de vraag kent twee uitersten. Het ene uiterste is dat ICT in het onderwijs niets anders is dan een eigentijds hulpmiddel dat ingezet kan worden ter vervanging van traditionele onderwijsmaterialen. Volgens het andere uiterste is ICT een strategisch instrument voor transformatie en integraal herontwerp van het onderwijs. Bij gebruik van ICT als vervangend hulpmiddel wordt bijvoorbeeld de traditionele wandplaat niet langer in het lokaal ophangen, maar maakt plaats voor een beamer of digitaal schoolbord. Deze inzet van ICT past goed binnen een van oudsher bekende manier van onderwijs geven waarin de leraar klassikaal informatie overdraagt aan leerlingen. Met ICT als strategisch instrument voor transformatie van het onderwijs worden nieuwe vormen van leren ondersteund die zonder ICT niet of nauwelijks te realiseren zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor vormen van leren waarbij de nadruk ligt op samenwerking en communicatie. In plaats van beschikbare oplossingen als kennis door de leraar aangereikt te krijgen, gaan leerlingen actief met behulp van ICT-toepassingen op zoek naar oplossingen en creëren op die manier kennis. Voor al het personeel van de stichting Fluvium zal, in samenwerking met Heutink (Heutink Academie), een elektronische leeromgeving worden gecreëerd; e-learning. In het schooljaar 2012 – 2013 zal de module “Meldcode kindermishandeling” door alle personeelsleden van de stichting, van de Lokhorstschool, worden gevolgd. Omdat het een wettelijke verplichting is om het personeel te scholen in het onderwerp en om de eerste ervaringen met e-learning op te doen. E-learning wordt op stichtingniveau aangestuurd door een werkgroep van directeuren uit het MT. Op onze school zullen we beide vormen van ICT-gebruik in de komende jaren gaan invoeren. Daartoe heeft het bestuur van de stichting Fluvium een beleidsnotitie (bovenschools ICT – beleidsplan 2008) opgesteld die voor onze school richtinggevend is. 2. Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2012 wordt de Zorgplicht ingevoerd. Met de invoering van Passend onderwijs verdwijnen de leerling gebonden financiering (LGF, als in 2014 de regeling ingaat; tot die tijd blijft LGF mogelijk) en de landelijke indicatiestelling voor het (voortgezet)speciaal onderwijs. Scholen worden verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die zich aanmelden: op de eigen school of op een andere school. De volgende zaken zullen hiervoor worden geregeld: Aanmelding gaat schriftelijk gebeuren. Scholen kunnen kiezen voor een centraal aanmeldpunt, maar dit wordt geen verplichting. Ouders kunnen aangeven dat zij vinden, dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Daarnaast kan informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, of het onderwijskundig rapport van de vorige school, of eigen verzamelde informatie, de basis vormen om vast te stellen of een leerling extra ondersteuning nodig heeft, Het bevoegd gezag besluit binnen 8 weken over toelating. Indien een leerling niet kan worden toegelaten omdat dit een onevenredige belasting van de school zou betekenen of vanwege andere factoren die toelating in de weg staan (denominatieve aspecten, een wachtlijst in verband met het capaciteitsbeleid en het Inrichtingsbesluit WVO), moet zij ervoor zorgen dat de leerling elders wordt geplaatst. Bij elke toelatingsbeslissing is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte van toepassing. De uiteindelijke beslissing tot toelating ligt bij het bevoegd gezag, Verwijdering van leerlingen van de school kan niet plaatsvinden voordat er een andere school bereid is gevonden het onderwijs aan die leerling te verzorgen, Plaatsing in het (v)so, al dan niet rechtstreeks, gebeurt via het samenwerkingsverband, Scholen stellen een onderwijszorgprofiel op, waarin wordt opgenomen welke basis- en gespecialiseerde zorg de school kan bieden. Een vertaling van het onderwijszorgprofiel wordt opgenomen in de schoolgids. Het handelingsplan wordt vervangen door het ontwikkelingsperspectief, waarin zo nodig ook wordt benoemd welke opvoeden opgroeiondersteuning geboden wordt. Het ontwikkelingsperspectief wordt na overleg met de ouders vastgesteld. Met de ouders vindt periodiek overleg plaats over de vorderingen en de begeleiding. Naast de invoering van de zorgplicht worden ook de samenwerkingsverbanden gewijzigd. Om de zorgplicht waar te kunnen maken, moeten scholen met elkaar samenwerken. Wettelijk worden onder andere de volgende zaken geregeld:  Er komt een vaste, geografisch afgebakende, regionale indeling van samenwerkingsverbanden, die in zowel het primair onderwijs als voortgezet onderwijs gelijk is. (V)so-scholen in de clusters 3 en 4 nemen daaraan deel, Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 9

 De taken van het samenwerkingsverband worden uitgebreid,  De pcl en rvc voor het primair onderwijs verdwijnen, de pcl en rvc voor het Iwoo en praktijkonderwijs blijven vooralsnog bestaan, Tenslotte gaat de inspectie de 'geboden zorg' meenemen in de kwaliteitsbeoordeling. De inspectie ontwikkelt hiervoor een risicomodel en een toezichtkader om de meerwaarde van het gegeven onderwijs te kunnen bepalen op basis van het individuele ontwikkelingsperspectief van de leerling. De inspectie zal ook toezicht gaan houden op de uitvoering van de taken van de samenwerkingsverbanden op basis van zeven indicatoren: - Thuiszitters en voortijdige schoolverlaters, - Opbrengsten, resultaten van het onderwijs aan het einde van de onderwijsperiode, - Doorstroming, - Eerdere inspectieoordelen over kwaliteitsprofielen van de betrokken scholen als geheel en de planmatigheid van hun zorg en systeem van leerlingenzorg, - Bestuurskracht bevoegde gezagsorganen, verdeling van de zorgmiddelen, - De deskundigheid op het gebied van zorg van de leraar en - Signalen van gebrekkig functioneren. Er komt een verplichting voor besturen/scholen om problemen die niet uitsluitend het onderwijs betreffen vroegtijdig te signaleren. Per 1 januari 2013 zullen de nieuwe samenwerkingsverbanden zijn gevormd. In augustus 2014 zal ook de bekostiging (v)so worden ingevoerd. 3. Referentieniveaus Scholen zijn sinds 1 augustus 2010 wettelijk verplicht, “Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen”, de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen. In de referentieniveaus is beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. Dit in tegenstelling tot de meer globale kerndoelen, waarin alleen de eisen voor het aanbod in het onderwijs zijn vastgelegd. Werken met referentieniveaus vormt een belangrijk hulpmiddel om het opbrengstgericht werken in de praktijk succesvol te realiseren. Met de referentieniveaus kun je doelen vaststellen en leerprestaties van individuele kinderen meten, volgen en waar nodig bijsturen. De referentieniveaus maken duidelijk naar welk doel toegewerkt moet worden. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen twee moeilijkheidsgraden, te weten het fundamentele niveau (1F) en het (hogere) streefniveau (1S). De referentieniveaus geven een concrete beschrijving van het te bereiken beheersingsniveau op de verschillende domeinen die ook in de kerndoelen vervat zitten. Voor taal betreft het de domeinen: - Mondelinge Taalvaardigheid - Lezen - Schrijven - Begrippenlijst en taalverzorging Voor rekenen: - Getallen - Verhoudingen - Meten en meetkunde - Verbanden De school streeft ernaar dat alle leerlingen naar een zo hoog mogelijk eindniveau worden gebracht. De referentieniveaus voor rekenen zitten al vervat in onze nieuwe rekenmethode Pluspunt. In een teamvoorlichting zijn de referentieniveaus met de fundamentele doelen en de streefdoelen besproken. Tevens is aandacht besteedt aan hoe de methode hiermee omgaat en de vertaling daarvan naar het handelen in de klas. De methode Taal Actief biedt in groep 7 en 8 aandacht aan alle domeinen. Uitgezocht dient te worden welke domeinen hierbij wellicht ondervertegenwoordigd zijn en extra aandacht behoeven. Als school zijn we ons het laatste jaar steeds verder aan het oriënteren op de referentieniveaus. Dit komt terug in de gesprekken (o.a. ten aanzien van de 1-zorgroute) over leerlingen en bij de invoering van de verschillende vakgebieden in de 1-zorgroute.


Pagina 10

We gaan de komende jaren verder met ons oriënteren op de referentieniveaus voor Taal en Rekenen. Daarbij maken we gebruik van de Kwaliteitskaarten van School aan Zet en de website www.taalenrekenen.nl die we willen gebruiken bij een teambespreking ten aanzien van de referentieniveaus.

4. Bezuinigingen Door eerdere bezuinigingen hebben scholen sinds 1 augustus 2010 167 miljoen op jaarbasis minder te besteden dan vorig jaar. Met personele consequenties tot gevolg. Als de politiek verder gaat bezuinigen op het primair onderwijs heeft dat gevolgen voor de kinderen en voor de Nederlandse ambities om bij de internationale top te behoren. Enkele voorbeelden waarmee scholen te maken krijgen: Kinderen mogen naar de basisschool zodra zij vier jaar zijn. De scholen in het primair onderwijs hebben dus te maken met een instroom gedurende het schooljaar. Met ingang van 1 augustus 2011 financiert het Rijk niet meer de groei van leerlingen per school. De overheid wil hiermee 46 miljoen bezuinigen. Voor een school met een grote toeloop van vierjarigen betekent deze bezuiniging dat ze niet altijd in de loop van het jaar een nieuwe klas kan vormen. De bestaande kleuterklassen van de betreffende school moeten dan groter worden. In onze regio hebben we de komende jaren te maken met krimp en is de oude groeiregeling niet van toepassing. De bezuinigingen op het speciaal onderwijs van 31 miljoen zijn al ingeboekt. Per saldo betekent dit een bezuiniging per leerling, omdat er zich wel meer leerlingen aandienen die extra zorg en aandacht nodig hebben. Indien het speciaal onderwijs deze leerlingen opneemt, moeten zij met dezelfde financiële middelen meer leerlingen opleiden. Echter als zij de leerlingen niet zouden opnemen, ligt het probleem bij het reguliere basisonderwijs. Deze scholen zijn nog niet toegerust om deze leerlingen op te vangen. We lopen daarom het risico dat er extra druk op leraren komt te staan en dat andere leerlingen hiervan nadeel ondervinden. 5. Krimp van het leerlingenaantal Tussen 2010 en 2015 krimpt in Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg het aantal leerlingen van basisscholen naar verwachting met ongeveer twaalf procent. Landelijk ligt het gemiddelde waarschijnlijk op zeven procent. Deze krimp is regionaal gebonden. Uit de cijfers blijkt dat ons leerlingaantal flink zal dalen. Daling van het leerlingenaantal kan zorgen voor toenemende problemen voor onze school. Omdat de rijksbijdrage afneemt leidt dat bijvoorbeeld tot het vergroten van de groepsgrootte en tot een vermindering van het aantal groepen. Hiermee komt de onderwijskwaliteit onder druk te staan. Ontwikkelingen bieden zowel kansen als bedreigingen. Kansen benutten we om kwaliteit te vergroten. Nadelige gevolgen van ontwikkelingen willen we, binnen onze mogelijkheden, beperken om de rust en stabiliteit van ons onderwijs te waarborgen.


Pagina 11

3.1.

De missie van de school

Fluvium: Wij willen een fundamentele bijdrage leveren aan de ontwikkeling van elk kind

3.1.1

Missie van onze school

De Lokhorstschool is een openbare basisschool. Onze school geeft actief vorm aan de wezenskenmerken, die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die wezenskenmerken zijn: - open toegankelijkheid: onze school is voor alle leerlingen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing; - actieve pluriformiteit: onze school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden; - non-discriminatie: onze school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel, zonder op dit punt onderscheid te maken, benoembaar is. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept adaptief (passend) onderwijs (zie hoofdstuk 3.2.1.4 en 3.2.2). Onze school staat open voor alle leerlingen van 4 tot en met 12 jaar die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passend vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we m.n. de vakken Taal en Rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede)opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers (actief burgerschap). Openbare school zijn houdt in, dat ieder kind welkom is. Als openbare basisschool in Deil vinden we het belangrijk de specifieke geborgenheid die school biedt te behouden en te combineren met kwalitatief goed onderwijs. We hechten veel waarde aan een prettig leer- en werkklimaat voor zowel de kinderen, leraren als ouders / verzorgers. Normen en waarden, zoals respect voor elkaar en goede omgangsvormen, zijn voor ons van grote betekenis. Vanuit een ordelijk en rustig schoolklimaat, waar ieder kind zich veilig voelt, streven we naar een zo hoog mogelijk onderwijsniveau. We maken hierbij gebruik van moderne methoden, die aansluiten bij de kerndoelen van het basisonderwijs.

3.1.2

Slogan en kernwaarden

Onze slogan is:

DE LOKHORSTSCHOOL voor geborgenheid en kwaliteit

Onze kernwaarden zijn:     

leerlingen op een goede wijze met anderen leren omgaan (geborgenheid); leerlingen ontwikkelen naar hun mogelijkheden (kwaliteit); basisvaardigheden (kennis en vaardigheden) ontwikkelen (kwaliteit); leerlingen voorbereiden op het vervolgonderwijs / de maatschappij (kwaliteit); ruime aandacht voor culturele ontwikkeling (kwaliteit).


Pagina 12

3.1.3

Streefbeelden

Voor de komende vier jaar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: 1.

Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling (M1) Op onze school is er sprake van adaptief (passend) onderwijs (M2) Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling (M3) Onze school heeft aandacht voor de individuele leerling (M4) Op onze school tonen de leerlingen een actieve, motiverende werkhouding (M5); Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt (M5). Onze school bevordert de creatieve ontwikkeling bij de leerlingen (M6)

2. 3. 4. 5. 6. 7.

3.1.4

Missiebeleid

Om de missie van de school levend te houden hanteren we het volgende beleid: 1. Missie, slogan en kernwaarden komen in de laatste TVO – vergadering van het schooljaar aan de orde; 2. Visie en missie zijn opgenomen in de Schoolgids; 3. Visie en missie wordt opgenomen in de bekwaamheidsdossiers en de kernwaarden komen terug in de Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP); 4. De slogan als kop- of voettekst bij het logo bij alle externe en interne post.

3.2.

De visie(s) van de school

3.2.1.

Algemeen

In het hoofdstuk “de visie van de school”doen we een aantal uitspraken over wat onze school eigen maakt en / of waar we naar streven, uitspraken die sturing geven aan ons handelen en de organisatie ervan. Ook zijn opmerkingen meegenomen uit het “Strategisch beleidsplan 2011 – 2015”van de Stichting Fluvium waarnaar wordt verwezen.

3.2.1.1.

Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen)

Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:     

interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen (= directe instructie model) kinderen zelfstandig (samen) laten werken

3.2.2.

Specifiek

3.2.2.1

Onderwijskundig concept

Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve en de sociaal / emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: 1. Motiveren voor de leertaak: daar waar kan relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen; 2. Dialogisch onderwijzen: leerlingen laten meedenken en meedoen (interactie); 3. Zorgen voor afwisselende werkvormen (variatie); Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 13

4. Stimuleren van eigen initiatief en creativiteit: leerlingen (begeleid) zelf zaken laten ontdekken; 5. Begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, zelf sturen gekoppeld aan taakbewustzijn (kinderen laten werken naar vermogen); 6. Een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als regels, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn; 7. Opbrengst gericht onderwijs. We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn: -

3.3

De leertijd wordt effectief besteed; Het leren van de leerlingen staat centraal; De leraren hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken; Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht; Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof); Leraren zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen; De vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd (CITO-LOVS); De communicatie (interactie) tussen de leraar en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend; Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leraar wordt onderkend.

Levensbeschouwelijke identiteit

Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie zien tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden), actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteedt de school beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing. Onze ambities zijn: 1. We besteden aandacht aan levensbeschouwing bij andere vakken (integraal); 2. We besteden expliciet aandacht aan geestelijke stromingen en gebruiken “Leefwereld” als bronnenboek; 3. We besteden gericht aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarbij het accent ligt op omgaan met jezelf, de ander en de omgeving); 4. We besteden gericht aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie; 5. We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving; 6. Vanaf groep 6 werken we uit en met het blad Sam-Sam; 7. Op school besteden we structureel aandacht aan religieuze feesten. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie ook hoofdstuk 7.7, „Het Evaluatieplan‟. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)   

De komende jaren pakken we een aantal „kwaliteitskaarten in ontwikkeling‟ aan. Ook de kwaliteitskaart „Levensbeschouwelijke identiteit‟ moet in gezamenlijk overleg door het team worden opgepakt om de ambities breed gedragen te krijgen. Als we kijken naar de aard van het „leerstofaanbod‟ in het kader van Actief Burgerschap, zien we, dat er in veel gevallen sprake is van aansluiting bij het lesprogramma, een structureel karakter en gemeenschapsbelang. Zaken als relatie met de wereld buiten school, aansluiting bij buitenschoolse ervaringen en interesses van de leerlingen en uitnodigen tot zelfstandige aanpak komen veel minder uit de verf. Omdat die aspecten o.i. onlosmakelijk verbonden zijn met het bevorderen van Actief Burgerschap, zal de komende jaren daaraan invulling moeten worden gegeven.

Zie verder hoofdstuk 7.10, „Kwaliteitsprofiel‟, en hoofdstuk 7.11 t/m 7.12, „Plan van Aanpak‟. De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) .


Pagina 14

3.4

Leerstofaanbod

Op onze school gebruiken we eigentijdse methoden die voldoen aan de kerndoelen. De methoden worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld (op een kwaliteitskaart): 1. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht); 2. We gebruiken voor Nederlandse taal en Rekenen / wiskunde methodegebonden toetsen (zie overzicht); 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn; 4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen; 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling; 6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap; 7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT; 8. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs; 9. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs; 10. De scholen hanteren een toetskalender; 11. De scholen hebben een leerlingvolgsysteem (landelijk genormeerde, valide en betrouwbare toetsen) voor de belangrijkste vak- en vormingsgebieden voor alle groepen; 12. Op team- en organisatieniveau zijn afspraken gemaakt over het gebruik van de toetsinstrumenten. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het Evaluatieplan. Leerstofaanbod is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Ontwikkelen van de kwaliteitskaart;  Door de Inspectie van het Onderwijs werd ons gewezen op het ontbreken van de definiëring en vastlegging van het aanbod in de groepen 1 en 2 i.v.m. voldoende aansluiting van het meer ontwikkelingsgerichte aanbod van groep 1 en 2 op het meer programmagerichte aanbod in groep 3;  Daar waar geen methode wordt gevolgd, heeft de school niet altijd de leerinhouden in leerlijnen met tussendoelen beschreven;  Het structureel gebruik van ICT vinden we nog onvoldoende;  De school heeft (nog) niet voldoende materialen en beredeneerd aanbod voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen;  Een paar methoden zijn dringend aan vernieuwing toe, omdat ze verouderd zijn dan wel niet bevallen in de praktijk. We moeten ons goed oriënteren op het aanbod zeker in relatie tot onze teamontwikkelplannen; Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak). Het stappenplan “na afname (Cito) toetsen” is te vinden op het netwerk in de map Leerlingenzorg – CITO – LOVS evaluatievragen. De volgende twee tabellen laten zien 1. Welke methode we voor welk vakgebied gebruiken; 2. Welke methode volgens een meerjaren investeringsbegroting (en een richtbedrag t.a.v. de investering) aan de beurt is voor vervanging op basis van de door Fluvium opgestelde normering, dat een methode in 8 jaar wordt afgeschreven.


Pagina 15

Schema Vakken – Methodes – Toetsinstrumenten Vak

Methodes

Toetsinstrumenten

Taal

Schatkist Veilig Leren Lezen Taal Actief

KIJK observatie instrument (groep 1 / 2) CITO - Taal voor kleuters (groep 2) Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Spelling

Taal Actief Veilig Leren Lezen

Methodegebonden toetsen (groep 4 t/m 8) CITO – SVS (groep 3 t/m 8) CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Lezen

Schatkist Goed Gelezen Estafette Veilig Leren Lezen

CITO – DMT CITO – AVI Protocol Leesproblemen – Dyslexie Methodegebonden toetsen Herfstsignalering (groep 3) VLL Checklist leesproblemen Indiv. toets kennis van grafemen VLL VLL signalering (protocol) CITO – lezen met begrip (groep 3 en 4) CITO – begrijpend lezen (M5 t/m E8) CITO – woordenschat (M4 t/m E8) CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Rekenen / wiskunde

Schatkist Pluspunt Maatwerk

KIJK (groep 1 / 2) CITO – ordenen (groep 2) Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – Rekenen / wiskunde M3 t/m E8 CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Schrijven

Pennenstreken

KIJK (groep 1 / 2)

Engels

Take it easy

Methodegebonden toetsen (groep 7 en 8)

Geschiedenis

Brandaan

Methodegebonden toetsen (groep 5 t/m 8) CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Geestelijke stromingen Geschiedenis

Observatie en eigen werkmap vanaf groep 5 Methodegebonden toetsen vanaf groep 5 CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Maatschappelijke verhoudingen staatsinrichting

Observatie Methodegebonden toetsen hoofdstuk staatinrichting

Actief burgerschap

Aardrijkskunde

Idee (groep 1 /2 ) Geobas (groep 1 t/m 4) De wereld dichtbij (groep 5 t/m 8)

Methodegebonden toetsen vanaf groep 5 CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Natuuronderwijs waaronder milieu, techniek en gezond gedrag Verkeer

Idee (groep 1/ 2) Natuurlijk (groep 3 t/m 8)

Methodegebonden toetsen vanaf groep 3 CITO – entreetoets (groep 7) CITO – eindtoets

Wijzer door het Verkeer

Methodegebonden toetsen vanaf groep 5

Sociaal-emotionele ontwikkeling Bewegingsonderwijs

Kinderen en hun sociale talenten Observatie

Beeldende vorming

Basislessen Bewegingsonderwijs in de basisschool Laat maar zien

Muzikale vorming

Eigenwijs

Observatie

Dramatische vorming Dansante vorming

Beoordeling van werkstukken (technisch en creatief)

Observatie Moet je doen


Observatie

Pagina 16

Schema Overzicht m.b.t. methodevervanging

3.5

Methode Taal (Taal Actief 3) Spelling (Taal Actief 3) Lezen (Veilig Leren Lezen)

Invoering 2009

Vervangen 2016

2009

2016

2009

2016

(Estafette)

2010

2017

Goed Gelezen Rekenen / wiskunde (Pluspunt 3) Schrijven (Pennenstreken) Engels (Take it easy) Geschiedenis (Brandaan) Geestelijke stromingen (Leefwereld) Maatschappelijke verhoudingen – staatsinrichting Actief burgerschap Aardrijkskunde (Geobas) (De wereld dichtbij) Natuuronderwijs (Natuurlijk) Verkeer (Wijzer door het Verkeer) Sociaal-emotionele ontwikkeling (Kinderen en hun sociale talenten) Bewegingsonderwijs (Basislessen) Beeldende vorming (Laat maar zien) Muzikale vorming (Eigenwijs) Dramatische vorming Dansante vorming (Moet je doen)

2004

2013

2010

2017

2009

2016

2010

2017

2009

2016

2011

2018

Geïntegreerd in Brandaan

Geïntegreerd in Brandaan 2003

2013

2004

2013

2009

2016

2007

2014

2010

2018

2012

2019

2004

2003

Taal-leesonderwijs

Het vakgebied Nederlandse taal krijgt – op basis van de leerlingenpopulatie – veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Vanaf groep 1 (feitelijk vanaf de peuterspeelzaal) werken we met goede methodes (zie Leerstofaanbod). Het leesplezier van de leerlingen wordt bevorderd o.a. door de moderne schoolbibliotheek en het voorlezen. Vanaf groep 3 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van spreekbeurten en het schrijven van verhalen en / of maken van werkstukken. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 17

We werken bij lezen en spelling met groepsplannen om passend onderwijs te realiseren. Onze ambities zijn : 1. Onze school beschikt over een up-to-date taalbeleidsplan 2. In ons team heeft een leraar de specifieke LB – functie van taalcoördinator en van leescoördinator; 3. De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs (met veel differentiatiemogelijkheden): Instap Schatkist - Schatkist 4. De school beschikt over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen 5. De school besteedt meer tijd aan taal- en woordenschatonderwijs dan de gemiddelde school 6. Het rooster verheldert voldoende welke taalonderdelen wanneer aan bod komen 7. De school geeft technisch lezen in alle groepen (t/m groep 8) 8. De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs 9. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd d.m.v. estafettelezen en tutorlezen. 10. De school beschikt over een Protocol Dyslexie. 11. In groep 2 worden de kinderen gescreend door de logopediste 12. We laten de kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals de kinderboekenweek, het voorleesontbijt, de poëziewedstrijd, regionale literatuur wedstrijd, etc. 13. Ouders worden betrokken bij de taalontwikkeling van hun kind(eren), o.a. in de groepsoverzichten van de 1-zorgroute 14. We gebruiken CITO – toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen 15. De leraren werken bij lezen en spelling met groepsplannen (HGW) Engelse taal Momenteel wordt Engelse taal aangeboden in groep 7/8. De komende schoolplanperiode willen we gebruiken om onze visie m.b.t. Engelse taal uit te werken en ons te verdiepen over het aanbod van de Engelse taal. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Opstellen taalbeleidsplan  Ontwikkelen visie m.b.t. Engelse taal  Oriëntatie op de referentiekaders Taal  Invoeren LB – functie taalcoördinator en leescoördinator

3.6

Rekenen en Wiskunde

Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt, dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden, en dat dit bij steeds meer leerlingen leidt tot problemen. Daarom richt het automatiseren zich op kale sommen (om de basisvaardigheden goed in te slijpen). W e gebruiken moderne methodes vanaf groep 1 (Schatkist, Pluspunt) en CITO – toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. We werken bij rekenen met groepsplannen en groepsoverzichten om passend onderwijs te realiseren. De leraren hebben zich uitgebreid geprofessionaliseerd m.b.t. het werken met compacten. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

We beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen (en Schatkist) De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde (rooster) Het groepsplan vermeldt de aandacht die besteed wordt aan automatiseren We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het CITO – LOVS Per groep hebben we voor de CITO – toetsen normen vastgesteld We gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten) 9. De leraren stemmen – indien noodzakelijk – de didactiek af op de groep 10. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsplannen (HGW) Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 18

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Oriëntatie op de referentiekaders Rekenen  Invoeren LB – functie rekencoördinator

3.7

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps(groepsleraar, IB-er en directeur) en de consultatiegesprekken besproken (groepsleraar en IB-er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (zie rooster) 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling (SCOL) 4. We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan) 5. We houden bij hoeveel IHP‟s en GHP‟s er per jaar in een groep uitgevoerd worden 6. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 7. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens het consultatiegesprek 8. De leerlingen vullen vanaf groep 5 om de twee jaar een vragenlijst in 9. We koppelen de sociaal-emotionele ontwikkeling aan godsdienstonderwijs en actief burgerschap Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Het LOVS voor sociaal emotionele ontwikkeling (SCOL) vervangen  Het stellen van een normering m.b.t. uitval / actie

3.8

Actief burgerschap en sociale cohesie

Actief burgerschap zien we niet als een apart werkveld op school, maar geïntegreerd in de geschiedenismethode “Brandaan” en in ons dagelijks handelen bij de lessen en projecten. Actief burgerschap is deel van de pedagogische opdracht van de school. Dat houdt ook in dat we niet kunnen volstaan met het aanbieden van louter kennis uit de schoolvakken die zich daarvoor lenen. Daarmee hangt samen het probleem dat Actief burgerschap niet op de traditionele manier te beoordelen is d.m.v. toetsen en/of werkstukken. Met onze bevordering van Actief burgerschap willen wij kennis, vaardigheden / competenties, houdingen en waarden ontwikkelen die leerlingen in staat stellen als actieve, mondige en geïnformeerde burgers te participeren in onze democratische samenleving, binnen een internationale context. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4.

De school laat de leerlingen kennismaken met de diversiteit in de samenleving; De school besteedt aandacht aan de bevordering van sociale competenties; De school bevordert de actieve deelname aan en betrokkenheid bij de samenleving; De school draagt de basiswaarden over die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat en bevordert dat de leerlingen deze toepassen; 5. De school is een „oefenplaats‟; 6. De school brengt burgerschap en integratie zelf in de praktijk; 7. De school besteedt structureel aandacht aan de aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen.


Pagina 19

1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. 2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratisch denken en handelen inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema‟s te verwoorden 3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn binnen onze samenleving en die gericht zijn op samenwerking. 4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Onze pijlers zijn de basiswaarden, te weten:  vrijheid van meningsuiting  gelijkwaardigheid  begrip voor anderen  verdraagzaamheid  autonomie  afwijzen van onverdraagzaamheid  afwijzen van discriminatie Cultuureducatie Naast de cognitieve ontwikkeling vinden we de culturele ontwikkeling belangrijk. We willen de kinderen breed ontwikkelen en daarom zijn de cognitieve, creatieve en culturele aspecten van wezenlijk belang. Daar is ons onderwijsaanbod op afgestemd. In ons cultuurbeleidsplan is dit verder uitgewerkt. (educatieve uitstapjes, (school en regionaal) voorleeskampioen, KBW, boekbesprekingen, spreekbeurten, schoolontbijt, musical, sportactiviteiten, kinderpostzegels, aandacht voor culturele feesten, kunstprojecten van Kultuur Konnekt, relatie met ouders, plaatselijke harmonie en sportverenigingen, gastdocenten en thematische activiteiten al dan niet in samenwerking met derden – externen) Beoordeling De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten  Ontwikkelen van de kwaliteitskaart.  Ontwikkeling nieuw cultuurbeleidsplan

3.9

ICT

ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICT–kennis en –vaardigheden. Daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT – middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICT-programma‟s en de bijbehorende software.

Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord De leerlingen kunnen werken met Word, Excel en PowerPoint (aan het eind van de basisschoolperiode) De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out De leerlingen zijn vertrouwd met Internet De leraren geven opdrachten die het gebruik van het internet stimuleren We beschikken over een internet- en privacyprotocol De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en – vaardigheden De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Vergroten vaardigheden leerkrachten  Ontwikkelen nieuw ICT-beleidsplan met o.a. een internetprotocol  Verbeteren hardware Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 20

3.10

Leertijd

Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland Leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster Leraren plannen extra tijd voor taal en lezen (gelet op de behoeften van onze populatie) Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Verbeteren van variatie in leertijd van de individuele leerlingen conform de onderwijsbehoeften m.b.t. de instructie en verwerking (binnen de 1-zorgroute)  Inplannen van extra tijd en aandacht voor taal en lezen op schoolniveau.

3.11

Pedagogisch Klimaat

Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: zij streven ernaar hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities, waarbij we het volgende van belang vinden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De leraren zorgen voor een ordelijke klas De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen De leraren bieden de leerlingen structuur De leraren zorgen voor veiligheid De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken De leraren leren de leerlingen zelfstandig (samen) werken De leraren geven de leerlingen eigen verantwoordelijkheid

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Aandacht houden voor ordelijke klas/school  Verbeteren functionele leeromgeving met veel aandacht voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden  Afspraken/ regels borgen en evalueren

3.12

Didactisch handelen

Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken.


Pagina 21

Zelfstandigheid van de leerlingen willen we bevorderen door hen zelf verantwoordelijk te (leren) zijn voor hun werk / gedrag / etc. Van samenwerken leren onze kinderen respect voor elkaar, verantwoordelijkheid voor de ander en zichzelf te hebben, een positieve attitude ontwikkelen, rekening houden met elkaar, zelfsturend vermogen e.d. Om dit te kunnen is het nodig zelfstandig te kunnen werken (dus zelf oplossingen te zoeken wanneer je iets niet weet, kunnen doorweken, kunnen omgaan met uitgestelde aandacht ed.) Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig en samen De leraren bieden ondersteuning en hulp (vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren De leraren zorgen voor differentiatie in de leerstof De leraren zorgen voor differentiatie in tempo De leraren zorgen voor differentiatie naar onderwijsbehoeften

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Vergroten samenwerkend (coöperatief) leren  Borgen van het zelfstandig werken  Tegemoet komen aan leerlingenbehoefte: o.a. stof/tempodifferentiatie  Levendig houden van directe instructiemodel

3.13

Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen

Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend, dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent, dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer ondersteuning / begeleiding nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen De leerlingen werken met weektaken De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) De taken bevatten keuze-opdrachten De leraren laten de leerlingen – waar mogelijk – samenwerken en elkaar ondersteunen De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen De leraren bieden de leerlingen een rijke leeromgeving

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Optimaliseren van het werken met weektaken

3.14

Zorg en begeleiding

We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau? Wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt extra zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, maken we gebruik van ParnasSys en het CITO-LVS, met name de analyses. Leerlingen met een Eof D-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een A-plus-score komen in aanmerking voor


Pagina 22

extra zorg. De centrale persoon bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende en ondersteunende taak. In ons zorgaanbod krijgen we adviezen van een aan onze school verbonden orthopedagoog en tevens kunnen we gebruik maken van de faciliteiten die het samenwerkingsverband ons biedt. Tot slot kunnen we ook een beroep doen op de combinatie van zorginstellingen in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De leraren kennen de leerlingen De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na De intern begeleider coördineert, begeleidt leraren en ondersteunt de zorg en begeleiding

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Documenteren/optimaliseren verleende zorg door leerkrachten  Optimaliseren ouderbetrokkenheid bij opstellen en uitvoeren extra zorgactiviteiten  Evalueren effecten van de aangeboden extra zorg  Beleid maken voor leerlingen die doubleren of versnellen  Beleid maken voor meer- en hoogbegaafde leerlingen  Invoering en implementatie van ParnasSys

3.15

Passend onderwijs (afstemming) [HGW – 1-zorgroute]

Op onze school geven we passend onderwijs: onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laten we ieder kind toe, maar soms is het beter als een kind elders geplaatst wordt. Om een dergelijke beslissing te nemen, hebben we een onderwijszorgprofiel opgesteld. Dit profiel verheldert welke zorg we wel en welke zorg we niet kunnen bieden, en welke leerlingen met een bepaalde handicap door ons opgevangen kunnen worden. Voor kinderen met deze specifieke leer-, gedrags- en onderwijsbehoeften, wordt, indien ze op onze school worden geplaatst, een ontwikkelingsprofiel opgesteld. Passend onderwijs (onderwijs op maat / adaptief onderwijs) gestalte in de klas, doordat de leraren hun handelen afstemmen op de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Ze werken handelinsggericht. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

de leraren volgen regelmatig de ontwikkeling van de leerlingen de leraren signaleren specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen de leraren benoemen de specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen de leraren clusteren leerlingen met een vergelijkbare onderwijsbehoeften de leraren stellen een groepsplan op m.b.v deze gegevens de leraren voeren het groepsplan adequaat uit de leraren stemmen instructie en verwerking af op de clusters (leerlingen) de leraren stemmen hun aanbod af op de clusters (leerlingen)

We zorgen verder voor afstemming door een jaarlijkse overdracht van leerlingen te houden en door een goede samenwerking met voorschoolse instanties en scholen voor het VO. We werken veel samen met peuterspeelzaal “Het Steyntje”, waarvan we ook overdrachtsformulieren ontvangen. Deze worden bewaard in de digitale dossiers van de leerling. Indien nodig is er overleg tussen de leidsters van de peuterspeelzaal en de leerkracht(en) van groep 1 en 2. Verder ontvangen we leerlingen


Pagina 23

van kinderdagverblijven. Het streven is dat gegevens digitaal worden overgedragen. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven hebben afstemming hierover. Aan het eind van het schooljaar dragen leerkrachten zorg voor de overdracht van alle leerlingen aan een nieuwe leerkracht. Voor de zorgleerlingen zijn er specifieke overdrachtsformulieren waarop bijzonderheden en/of afspraken met ouders vermeld kunnen worden en er wordt gebruik gemaakt van een algemeen overzicht van de groep waar bijzonderheden t.a.v. de leerlingen worden vermeld. In groep 8 worden de leerlingen voorbereid op het vervolgonderwijs en is er na de CITO-eindtoets veel aandacht voor deze overstap. De leraren van groep 8 onderhouden regelmatig contacten met het VO en zorgen voor de overdracht van relevante gegevens. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de onderwijskundige rapporten zoals deze door het VO in het samenwerkingsverband regio rivierenland zijn opgesteld. Door het VO worden we geïnformeerd over de prestaties van onze leerlingen in het vervolgonderwijs. Deze gegevens worden door ons gebruikt om ons onderwijs, procedures en aanbod af te stemmen en/of aan te passen indien nodig en te evalueren. We bewaren de schoolresultaten van de uitstroomleerlingen in het document “Functioneren in het vervolgonderwijs” en gebruiken deze voor het maken van trendanalyses.

Onderwijsbehoeften van de leerlingen We werken op school volgens de principes van het handelingsgericht werken (HGW), waarbij het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behoeften van iedere leerling. De centrale vraag hierbij is: Wat vraagt het kind aan ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Deze kindkenmerken worden vertaald naar onderwijsbehoeften. We brengen deze onderwijsbehoeften van onze leerlingen in kaart aan de hand van de volgende onderdelen: Dit kind heeft:  een instructie nodig die …..  opdrachten nodig die …..  (leer)activiteiten nodig die ………….  feedback nodig die …..  groepsgenoten nodig die……………  een leerkracht nodig die …….  extra nodig dat ……………. De afstemming van ons onderwijsaanbod en de onderwijsbehoeften van de leerlingen krijgt vorm in de 1zorgroute, waarbij de uitgangspunten van het handelingsgericht werken verwerkt zijn. Deze uitgangspunten zijn: 1.De basis‐ en onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leraar of ouders staan centraal; 2. De werkwijze is systematisch en transparant; 3. De werkwijze is doelgericht en adviezen zijn haalbaar; 4. Er wordt gewerkt vanuit een transactioneel referentiekader; 5. Alle betrokkenen werken constructief samen; 6. Positieve aspecten van alle betrokkenen zijn van groot belang; 7. Er wordt oplossingsgericht gewerkt; 8. Het handelen van de leraar is van doorslaggevend belang. De onderwijsbehoeften van alle leerlingen worden vertaald in pedagogische en didactische doelen en bepalen samen met de gegevens uit observaties, gesprekken met de leerlingen (en ouders), de toetsgegevens, het handelen van de leraren in de klas. Dit alles staat beschreven in de groepsoverzichten die weer het uitgangspunt vormen voor het opstellen van de groepsplannen (de organisatie in de klas) waarin beschreven staat: - welke leerlingen in welke subgroep (basisgroep – verlengde instructiegroep – plusgroep) zitten, - wat de (specifieke) doelen zijn die de komende periode worden nagestreefd (per subgroep), - welke leerstof en/of materialen hierbij worden gebruikt, - welke werkvormen worden gehanteerd en hoe de instructie en begeleiding wordt vormgegeven, - hoe de leerkracht dit organiseert in zijn/haar groep en - hoe er wordt geëvalueerd. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 24

We hebben het handelingsgericht werken met behulp van de 1-zorgroute voor de vakgebieden rekenen, technisch lezen en spelling ingezet. Afspraken die gaandeweg worden gemaakt aan de hand van de verschillende gesprekken, klassenbezoeken en ervaringen, worden opgenomen in de zorgdocumenten op het netwerk. In de structuur van de 1-zorgroute zitten verschillende overlegmomenten verwerkt, zoals de groepsbesprekingen, de klassenbezoeken, de consultatiegesprekken, stuurgroepvergaderingen, waarin alle betrokkenen een belangrijke inbreng in hebben en van waaruit we met het team komen tot schoolbrede, door iedereen gedragen afspraken. Zie “Plan van Aanpak”.

Beleid meer begaafde leerlingen (hoogbegaafden) Wij werken voor de basisvakken rekenen, lezen en spelling volgens de structuur van de 1-zorgroute. Binnen deze structuur is het mogelijk ook de kinderen die meer- dan wel hoogbegaafd zijn voldoende uitdaging te bieden daar waar zij dit nodig hebben. Kinderen moeten hun plek in de plusgroep verdienen door: 1. goede resultaten te behalen op de methodegebonden toetsen (meer dan 85 %) 2. over meerdere achtereenvolgende toetsmomenten bij de CITO (hoge) A-scores behalen, 3. voldoende vooruitgang in vaardigheidsscore laten zien, 4. een goede werkhouding en motivatie laten zien. Er zijn schoolbrede afspraken ten aanzien van de aanpak van de kinderen in de plusgroep en er worden specifieke materialen ingezet voor deze groep leerlingen. Onze moderne methoden komen steeds meer en beter tegemoet aan de specifieke onderwijsbehoeften die deze groep kinderen heeft. Voor de kleine groep leerlingen die hoogbegaafd zijn, een IQ >135 hebben, wordt de stof gecompact en worden er externe materialen ingezet, waarbij het niet zozeer gaat om meer van hetzelfde, als wel om stof met een (uitdagende) meerwaarde. Dit wordt opgenomen in de groepsplannen en overzichten. We maken gebruik van het SIDI-R protocol en hebben vragen uit de vragenlijst voor ouders verwerkt in onze vragenlijsten voor ouders als leerlingen worden aangemeld, om zo vroegtijdig te onderkennen of er mogelijk sprake is van (meer)begaafdheid. Ons uitgangspunt is om deze leerlingen binnen de eigen groep voldoende uitdaging (verdieping en verrijking) te bieden en we zijn terughoudend ten aanzien van versnellen. Indien er na eerdere maatregelen en gesprekken toch gedacht wordt aan versnellen, maken we gebruik van de “Versnellingswenselijkheidslijst” die samen met ouders wordt ingevuld en waarmee we kunnen garanderen dat beslissingen onderbouwd en gefundeerd worden genomen in overleg met ouders (en mogelijk kind)

Het ontwikkelingsperspectief Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen (en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test en/of op basis van drie voorafgaande CITO – toetsuitslagen. We geven een OPP niet te vroeg (vanaf groep 6), maar ook niet te laat. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO – perspectief (eventuele later vast te stellen). Verder wordt er vermeld wat voor de leerling belemmerende en wat de protectieve factoren zijn en hoe de leraar de gestelde doelen gaat realiseren. Bij het bepalen van de doelen wordt gebruik gemaakt van de referentiekaders taal en rekenen. Een OPP wordt twee keer per jaar geëvalueerd (IB-er, leraar, ouders). In beginsel proberen we OPP‟s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een eigen leerlijn en daarmee een OPP.

Beleid m.b.t. langdurig zieken Het is onze wettelijke plicht voor elke leerling, ook als hij of zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. De verantwoordelijkheid ligt altijd bij de school waar de leerling staat ingeschreven. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 25

Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, vinden wij belangrijk, omdat de zieke leerling dan bezig blijft met de toekomst en leerachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast vinden we het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leraar; sociaal-emotioneel isolement moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij de onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen kunnen / willen wij gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis, zijn dat de consulenten van de educatieve diensten aldaar; voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van bijvoorbeeld de onderwijsbegeleidingsdienst (Marant). De consulenten kunnen de school helpen bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan voor de zieke leerling. Voorts geven de consulenten informatie over de mogelijke gevolgen van de ziekte, medicatie of behandeling op leren en gedrag. Ten slotte kan de consulent in beperkte mate het onderwijs aan de zieke leerling verzorgen. De afspraken over onze handelwijze zijn de volgende: Korte ziekte of ongeval: -

De contacten met leerling en ouders worden onderhouden door de groepsleraar; De groepsleraar informeert de IB-er en de directeur (zonodig andere leraren die les geven aan deze leerling); Groepsleraar en IB-er stellen een plan van aanpak op; De groepsleraar heeft voortdurend overleg met de IB-er over het gezamenlijk opgestelde handelingsplan; Bij een te verwachten langere ziekteperiode en het niet of niet volledig naar school kunnen gaan kan de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen worden ingeschakeld door groepsleraar en IB-er(s); De groepsleraar bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging van de ondersteuning aan IB-er, directeur en overige leraren.

Langdurige ziekte, chronische ziekte of opname in het ziekenhuis: -

-

Er is sprake van langdurige ziekte, wanneer een kind langer dan twee weken ziek is: De groepsleraar onderneemt actie naar de ouders en onderhoudt het contact met ouders en leerling; De groepsleraar informeert IB-er, directeur en overige leraren over de situatie en later over de voortgang; De groepsleraar neemt in overleg met de IB-er contact op met de consulent onderwijsbegeleiding zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst of van een educatieve voorziening met de vraag om begeleiding van leraar en leerling; De groepsleraar bepaalt met de IB-er welk schoolwerk van belang is voor de zieke leerling (handelingsplan); De groepsleraar bespreekt (in overleg met leerling en ouders) de situatie in de groep en stimuleert klasgenoten contacten te blijven onderhouden; De groepsleraar bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging van de ondersteuning door de consulent aan alle teamleden.

3.16

Opbrengstgericht werken

Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore op de CITO – toetsen. Per CITO – toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie: Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld op basis van eerder behaalde resultaten, waarbij we ernaar streven de lat hoog te leggen. We beschikken over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB-er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: (1) (2) (3) (4)

Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen Meer automatiseren Differentiatie aanpassen


Pagina 26

De schoolleiding en de IB-er voeren klassenconsultaties uit (standaard voor iedere leraar 3x per jaar overleg met de IB-er) om te observeren, of het de leraar lukt om de geplande interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Daarnaast worden collegiale consultaties ingezet en kan de schoolbegeleider (orthopedagoog) worden geraadpleegd. Om de resultaten van de leerlingen in kaart te brengen en te volgen om tijdig te kunnen ingrijpen indien nodig, maken we gebruik van het CITO Leerlingvolgsysteem. Jaarlijks wordt er een toetskalender opgesteld waarin staat aangegeven wanneer welke toetsen dienen te worden afgenomen. In de consultatiegesprekken en de gesprekken rondom de 1-zorgroute worden de resultaten van de toetsen besproken en wordt gekeken welke interventies nodig zijn voor welke leerlingen. Er is hiervoor een stappenplan opgesteld, wat nog weer bijgesteld en aangepast dient te worden aan de laatste ontwikkelingen en afspraken binnen ons onderwijs. Daarnaast gebruiken we het CITO-LVS om ons onderwijs middels trendanalyses te volgen.

3.17

Opbrengsten (van het onderwijs)

Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven hoge opbrengsten na m.b.t. met name Taal / Spelling, Rekenen en Lezen. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities daarbij zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (o.a. op grond van hun kenmerken) (m.n. Rekenen, Taal en Spelling); 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken en voorgaande prestaties) (m.n. Rekenen, Taal en Spelling); 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken); 4. Leerlingen ontwikkelen zich optimaal binnen hun mogelijkheden; 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar; 6. De leerlingen krijgen de passende adviezen voor vervolgonderwijs; 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs. Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar …. a. Overzicht scores eindtoetsen b. Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling c. Overzicht tussentoetsen (kerntoetsen) d. Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte e. Overzicht kengetallen doorstroming f. Overzicht kengetallen adviezen VO g. Overzicht kengetallen functioneren VO Onze kengetallen geven we jaarlijks weer in een apart katern (c.q. het jaarverslag). Dit katern is een bijlage bij ons jaarverslag. Het katern bevat ons beleid m.b.t. de bovenstaande thema‟s, de kengetallen over de laatste drie of vijf jaar, een diagnose en een analyse van de uitslagen en de voorgenomen verbeterpunten. Tevens vullen we jaarlijks een vragenlijst van de inspectie in. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door de directie m.b.v. de Schooldiagnose (WMK-PO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Verbeteren ouderbetrokkenheid bij de ontwikkeling eigen kind  Ervaring opdoen om een OPP te maken en toe te passen.  Uitwerken ontwikkeling van het onderwijszorgprofiel  Voortgang werken met 1-zorgroute  Beleid (meer)hoogbegaafde leerlingen


Pagina 27

Hoofdstuk 4

Integraal personeelsbeleid

Het integraal personeelsbeleid van onze school is afgeleid van het IPB-beleid op bovenschools niveau (IPBplan van de stichting Fluvium). Ons schoolbeleid is daarvan afgeleid.

4.1.

Onze organisatorische doelen

We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. Taken, functies, specialisme 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw LA-leraren LB-leraren Aantal IB-ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Opleiding schoolleider ICT-specialisten Onderwijsassistenten Taalspecialisten Leesspecialisten Rekenspecialisten Stagecoördinator Gedragsspecialisten

Huidige situatie 2011-2012 20 5 – 15 14 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 2

Gewenste situatie 2012-2016 20 5 – 15 9 5 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2

De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (2012 – 2016) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de functioneringsgesprekken.

Beleid m.b.t. LA- en LB-functies [de functiemix] De functiemix zien we als een impuls om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. In het schooljaar 2012 – 2013 zullen 3 leraren worden benoemd in een LB – functie. Dat is voor de functie van:  Bouwcoördinator (2 x)  Stagecoördinator Om in aanmerking te komen voor de LB – functie moet aan een drietal eisen worden voldaan:  Een afgeronde HBO – plus opleiding of EVC‟s;;  Een positieve beoordeling;  Een inhoudelijke functiebeschrijving (een balans tussen de landelijke voorbeeld functiebeschrijvingen en schoolspecifieke behoefte). In het Schoolplan 2008 – 2012 was opgenomen, dat de school na de planperiode zou beschikken over een:  Taalspecialist;  Leesspecialist;  Rekenspecialist. Dat elke school beschikt over bovengenoemde specialisten is opgenomen in het bovenschools beleidsplan van de stichting Fluvium. Deze invulling is niet gerealiseerd, omdat er binnen het team geen belangstelling voor was. Daarnaast is een deel van het team van mening, dat de invoering van LB – functies zal leiden tot vergroting van de leerlingenaantallen in de groepen en nadelig is voor de groepsformatie (formatieplan). In de komende planperiode wil de school voldoen aan de wettelijke verplichting om 40% van de personeelsleden te benoemen in de LB – functie.

4.2.

De schoolleiding

De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en de adjunct-directeur van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 28

Daarnaast vindt de schoolleiding met name het onderwijskundig leiderschap van belang. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze daar waar nodig en noodzakelijk rekening houdt met verschillen tussen leraren. In de schoolplanperiode 2012 – 2016 zullen de bouwcoördinatoren in belangrijke mate worden betrokken bij het organisatorisch en onderwijskundig beleid van de school. De directie neemt deel aan collegiale intervisie in samenwerking met de besturen openbaar onderwijs Leerplein 055 in Apeldoorn en stichting SCHOOL in Lelystad. . Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

De schoolleiding ontwikkelt (innovatief) beleid op grond van strategische keuzes; De schoolleiding kan beleid operationaliseren en implementeren; De schoolleiding geeft teamleden voldoende ruimte; De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen; De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team; De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat; De schoolleiding stimuleert eigen initiatieven van teamleden; De schoolleiding ondersteunt teamleden in voldoende mate; De schoolleiding heeft vertrouwen in het kunnen van de teamleden; De schoolleiding heeft voldoende delegerend / coördinerend vermogen; De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zeken adequaat.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door de directie (Schooldiagnose WMK-PO)

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) 

Bouwcoördinatoren (in LB – functie) betrekken bij het organisatorisch en onderswijskundig beleid van de school.

Beroepshouding – professionele cultuur

4.3

Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school (zie hst. 3.1.1.) Zich collegiaal opstellen en streven naar een positieve werkomgeving Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar Met anderen kunnen en willen samenwerken Hun werk met anderen bespreken Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten Genomen besluiten loyaal uitvoeren Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen Beschikken over reflectieve vaardigheden

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quick Scan (WMKPO) Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Het organiseren van momenten van reflectie  Werken in een professionele cultuur, waarbij teamleden elkaar kunnen en willen aanspreken op hun professioneel handelen

4.4.

Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering)

Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de ambities per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld (in de geest van de wet BIO) en de afspraken zijn omgezet in criteria (zie ook het voorwoord). Deze criteria staan op Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 29

competentielijstjes. Onze school vindt de volgende competenties (competentieset) richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Gericht op kwaliteit Vakmatige beheersing Effectief gebruik van de leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Zorg voor leerlingen Opbrengstgericht Professionele instelling Communicatie Omgang met ICT Handelen vanuit de openbare identiteit

We zetten de volgende instrumenten in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de criteria op de competentielijsten. In alle instrumenten staan daarom de gekozen competenties met de daarbij behorende criteria (onze competentieset) centraal.

4.5

Instrumenten voor personeelsbeleid

Onze school hanteert diverse instrumenten voor haar (integraal) personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen (in de gewenste richting). De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor, dat de leraren (medewerkers) de geformuleerde ambities steeds beter gaan beheersen. Onze instrumenten voor personeelsbeleid zijn:

4.5.1

Beleid m.b.t. stagiaires

Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren in de ontwikkeling van aankomende leerkrachten. Daarom bieden wij stagiaires van de Fontys PABO in Den Bosch de gelegenheid om ervaring op te doen. Onze school is een overeenkomst met de opleidingsschool aangegaan, waarbij de intentie is uitgesproken, dat alle leraren in overleg een stagiaire of LIO-er in de klas willen begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt in overleg met de PABO bepaald. Mogelijke stagiaires (LIO-ers altijd) worden uitgenodigd voor een gesprek met een lid van de directie en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn worden nadere afspraken gemaakt. De begeleiding van de studenten wordt gedaan door de betreffende groepsleraar (onze leraren volgen scholing op de opleidingsschool), de stagecoördinator van onze school, de bovenschoolse stagecoördinator en een stagebegeleider van de opleidingsschool (intervisie, mentorenoverleg, e.d.). Bij aanvang van de stageperiode ontvangen de studenten het Lokhorstschool stage protocol. Met dit protocol geven wij duidelijkheid geven over wat wij van de studenten verwachten en wat zij van ons mogen verwachten. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel.

4.5.2

Werving en selectie

We gaan bij werving en selectie uit van de kaders in het IPB – plan. Daarnaast is de competentieset die wij hanteren van belang voor de werving en selectie. Sollicitanten ontvangen de competentieset en geven eventueel een proefles waaruit blijkt wat er wel en / of niet beheerst wordt. Bij het sollicitatiegesprek houden we een criteriumgericht interview dat gebaseerd is op onze competenties en criteria. De sollicitanten moeten de mate van beheersing kunnen aantonen (via bijvoorbeeld het bekwaamheidsdossier en / of portfolio)

4.5.3

Introductie en begeleiding

Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor voert het introductiebeleid (begeleidingsplan) uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competentieset. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de ambities van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competentieset). Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 30

We maken gebruik van de “Starterskit nieuwe leraren” van de stichting Fluvium.

4.5.4

Taakbeleid

Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn onderverdeeld in lesgevende taken, groepstaken en deskundigheidsbevordering (zie voor de uitwerking de normjaartaak). Elk jaar wordt er bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport en spelactiviteiten goed verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over deskundigheidsbevordering. De normjaartaak (1659 uur) onder taakbeleid verdelen we als volgt: a. lesgevende taken (930 uur bij een werktijdfactor 1,0); b. niet lesgebonden taken (563 uur bij een werktijdfactor 1,0); voorbereiden, correctie, bijwonen van team- en onderwijskundige vergaderingen (10 x per jaar ingeroosterd), contacten met ouders, onderwijsactiviteiten en evenementen. Een leerkracht is verplicht de teamvergadering bij te wonen op zijn / haar werkdagen en is altijd verplicht de Overgadering bij te wonen. In de school is een lijst samengesteld met individuele taken met daaraan gekoppeld een tijdsindicatie waarbinnen de taken uitgevoerd kunnen worden en een beschrijving van de inhoud van de taken. De verdeling van de individuele taken vindt plaats op de eerste teamvergadering van het nieuwe schooljaar, waarbij rekening wordt gehouden met de werktijdfactor van elke leerkracht. c. deskundigheidsbevordering (166 uur bij een werktijdfactor 1,0); daaronder vallen: teamgerichte deskundigheidsbevordering (adaptief onderwijs) (50%), studiemiddagen (2x per jaar ingeroosterd), informatie bijeenkomsten, individuele scholing, bijhouden vakliteratuur, schrijven van POP (45%) en 5% vrij in te vullen.

4.5.5

Collegiale consultatie

Collega‟s komen binnen de bouw bij elkaar in de klas om van elkaar te leren. Ook wordt op deze manier gekeken of de opgestelde ambities (c.q. de competenties en criteria) worden waargemaakt. Voor degene die een collegiale consultatie uitvoert, moet de groep opgevangen worden. In bouwvergaderingen wordt een rooster opgesteld voor deze consultaties. Per jaar wordt beslist welk vakgebied in ieder geval prioriteit krijgt en hoe vaak collegiale consultaties plaatsvinden.

4.5.6

Klassenbezoek

De directie en de IBer leggen jaarlijks bij ieder teamlid drie keer een klassenbezoek af in het kader van de 1 zorgroute. Dit is ter ondersteuning, op hulpvraag / ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van elk klassenbezoek volgt (standaard) een feedbackgesprek. Tijdens het schooljaar wordt een functioneringsgesprek gepland, waarbij de resultaten van de klassenbezoeken worden meegenomen.

4.5.7

Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP)

Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is gebaseerd op onze competentieset. Een werknemer scoort zichzelf op de competenties, voert een doelstellingen-gesprek en vult daarna het POP (volgens format) in. De uitvoer van het POP wordt geobserveerd bij het klassenbezoek door de directeur (1x per jaar) ter voorbereiding op het functioneringsgesprek, waar de voortgang aan de orde komt.. In het beoordelingsgesprek wordt door de directie een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde wordt geobserveerd tijdens de klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het functioneringsgesprek. In het beoordelingsgsesprek wordt door de directie een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde POP‟s.

4.5.8

Het bekwaamheidsdossier

Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: -

Afschriften van dipoma‟s en certificaten De missie en visie(s) van de school De competentieset De gescoorde competentielijstjes


Pagina 31

-

De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen

In de planperiode 2012 – 2016 willen we gaan experimenteren met een portfolio, als bijlage bij het bekwaamheidsdossier. In het portfolio verzamelt de werknemer „bewijzen‟ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.

4.5.9

Functioneringsgesprekken

De directie voert jaarlijks een voortgangs- / functioneringsgesprek met alle teamleden. We beschikken over een regeling functioneringsgesprekken (zie bijlage). Tijdens het functioneringsgesprek staat het POP van de medewerker (met daarin de competentieset) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: het functioneren in de groep, werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, en mobiliteit.

4.5.10

Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering)

Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen –zie hoofdstuk 4.1 – en / of de competentieset en / of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering.

Gevolgde teamscholing 2008 - 2012 Jaar Thema

Organisatie

2007-2008 2008-2009 2009-2010

Slimpuls Slimpuls Marant e.d.

2010-2011 2011-2012

Hoogbegaafdheid Hoogbegaafdheid 1 – zorgroute (handelings- en opbrengstgericht Werken) 1 – zorgroute (handelings- en opbrengstgericht Werken) 1 – zorgroute (handelings- en opbrengstgericht Werken)

Marant e.d. Marant e.d.

Gevolgde persoonlijke scholing 2008 - 2012 Thema Organisatie Bewegingsonderwijs Master bekwaam leidinggeven Dyslexieprotocol Psychopathologie Interventies bij gedragsproblemen Cursus leescoördinator Coaching stagiaires / mentoren Opbrengstgericht Werken (competentiekringen)

Hogeschool Domstad Utrecht Hogeschool Utrecht SWV Tiel e.o. Hogeschool Utrecht Hogeschool Utrecht Stichting Lezen Fontys PABO Den Bosch NSA (Nederlandse Schoolleiders Academie)

Aantal medewerkers 1 1 8 1 2 2 1 1

Specifieke expertise van het team: - magistrum schoolleiders opleiding - master startbekwaam leidinggeven - interne begeleider - remedial teaching - onderwijskunde - ADHD PDD - gedragsspecialisme P.O. - interventies bij gedragsproblemen - psychopathologie (2) - speciaal onderwijs - ontwikkelingsvolgmodel jonge kind - dyslexie (protocol o.a.) - ict - certificaat Dalton Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

1 directielid 1 leraar 2 leraren 1 leraar 1 leraar 1 leraar 2 leraren 2 leraren 1 leraar 1 leraar 3 leraren 8 leraren 2 leraren 2 leraren Pagina 32

- bewegingsonderwijs - leescoördinator - stage coördinator

4.5.11

1 leraar 2 leraren 1 leraar

Intervisie

De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (4 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een bouwcoördinator de dagelijkse praktijk. Ook wordt er tijdens de intervisie aandacht besteed aan de voortgang van het POP.

4.5.12

Teambuilding

Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (zie hoofdstuk 5, Interne communicatie) waarin we met elkaar overleggen over thema‟s die inhoudelijk en / of organisatorisch van belang zijn voor de school en de leraren. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing. Ieder jaar volgt het team – naast de individuele scholing – samen een aantal cursussen. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. We drinken ‟s morgens zoveel mogelijk gezamenlijk koffie en thee en nemen dan (kort) zaken door die van belang zijn voor de school en de leraren (ochtendbriefing). We gebruiken door de weeks ook de lunch zoveel mogelijk gezamenlijk. Ook dan is er tijd voor meer informeel overleg. De school organiseert een gezellig samenzijn met de Kerst en een afsluiting aan het eind van het schooljaar. Daarnaast organiseren een aantal teamleden (zij noemen zich “de personeelsvereniging Lokhorstschool”) een personeelsuitje ergens in het jaar.

4.5.13

Beoordelingsgesprekken

Onze school beschikt over een regeling beoordelingsgesprekken (zie bijlage). De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming en als onderdeel in de procedure naar een benoeming in een LB – functie. Ook wordt er 1 x per 4 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Bij dit beoordelingsgesprek wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag t.o.v. collega‟s en ouders, en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld.

4.6

Verzuimbeleid

Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de (adjunct) directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de (adjunct) directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arbo-arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de directeur. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim wordt de Arbo-arts ingeschakeld, in overleg met de personeelsconsulent. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de directie. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collega‟s, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt, worden er huisbezoeken afgelegd. Regelmatig wordt een kaart of bloemetje gestuurd namens het team. Stichting Fluvium beschikt over het instrument:  Arbobeleid. Procedure bij ziekte personeel. Bij ziekte meldt een personeelslid zich zo spoedig mogelijk telefonisch bij de directie. De directie vraagt na:  Wat de medewerker mankeert;  Geeft gevoelsreflecties;  Hoe lang verwacht wordt dat de ziekte duurt;  Welk werk er in de klas gedaan kan worden, door de vervang(st)er of door collega‟s;  Wanneer en waar het volgende contact plaatsvindt;  De melding wordt doorgegeven aan het bestuursbureau van Fluvium (via stafbureau aan de ARBOdienst;  In de agenda van de directie wordt ingevuld wie er ingevallen heeft en wanneer; Daarna belt de directie een vervanger. De directie meldt het personeelslid ziek bij het bestuursbureau van Fluvium. Zij geven de melding door aan de Arbodienst. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 33

Indien geen vervanging gevonden kan worden, dan wordt de groep verdeeld over de andere groepen. Dit doen we de eerste dag, zodat de directie alsnog tijd heeft om voor vervanging te zorgen. Wordt ook in tweede instantie geen vervanging gevonden, dan kan een groep naar huis gestuurd worden. De kinderen krijgen een briefje mee naar huis. Duurt de afwezigheid nog langer, dan worden groepen bij toerbeurt naar huis gestuurd. De directie houdt bij kortdurende afwezigheid regelmatig contact met het afwezige personeelslid. Bij langdurige afwezigheid, wordt het contact wekelijks onderhouden. Een kaartje / attentie voor de afwezige leerkracht zal namens de collega‟s en groep worden verzorgd. Beoordeling Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.10)  Structureel gebruik van de competentiesets  Planmatig werken aan de gesprekkencyclus  Introductie en begeleiding van startende leraren


Pagina 34

Hoofdstuk 5

Organisatie en beleid

5.1. Organisatiestructuur en – cultuur Onze school valt onder de Stichting Fluvium waaronder in totaal vijftien openbare basisscholen vallen. Er is een bovenschoolse directeur voor het algemeen belang van de scholen. Onze scholen worden aangestuurd door een directeur en een adjunct-directeur. Voor de positie en besturingsfilosofie van het bestuur verwijzen we naar “Het belang van stromen” Strategisch beleidsplan 2011 – 2015 van de stichting Fluvium. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid. De directie wordt bijgestaan door de intern begeleider (IB-er), twee bouwcoördinatoren (voor de onder- en de bovenbouw) en een coördinator ICT (O.O.P.). Het MT wordt gevormd door de beide directieleden. Aan onze school is een MR verbonden. De MR van de Lokhorstschool bestaat uit 6 leden, 3 uit de geleding personeel en 3 uit de geleding ouders. Twee leden zijn tevens lid van de GMR. Taken, rechten en plichten worden uitgevoerd volgens de wet op de medezeggenschap primair onderwijs en staan ook beschreven in het statuut GMR. Onze school heeft ook een OR (oudervereniging) en bestaat uit 7 leden. De organisatiestructuur, rechten en plichten van de OR staan beschreven in het “statuut oudervereniging Lokhorstschool”. De activiteiten van de OR staan ook vermeld in onze schoolgids. De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de ontwikkeling van de leraren tot nog betere leraren. Daartoe legt de directie, samen met de I.B.-er drie keer per jaar klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. En de directie is, naast de groepsleraren en de I.B.-er, bij alle groepsbesprekingen aanwezig. De directie heeft de intentie om beleid te formuleren m.b.t. collegiale consultatie. Dit om leraren van elkaar te laten leren. Een voorwaarde voor onze onderwijsontwikkeling is een professionele cultuur in de school, waarin kwaliteit leidend is. De kern van de professionele cultuur zit in het uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is als mens, maar als professional niet iedereen gelijk is: zogenoemde 'erkende ongelijkheid'. Hiermee onderkennen wij, dat ieders kwaliteiten op een verschillend vlak liggen. Kenmerken van een professionele cultuur zijn wat ons betreft:        

het maken van teamafspraken medewerkers die elkaar aanspreken op hun professioneel gedrag; niet iedereen overal over laten meepraten; erkende ongelijkheid; beslissers in plaats van besluitvormingsprocedures; 'niet mopperen maar opperen'; minder vergaderingen, meer werkbijeenkomsten; voorbeeldgedrag laten zien.

5.2. Structuur (groeperingsvormen) Op onze school werken we met leerstofjaarklassen. Dit kan doorbroken worden indien nodig, doordat lesroosters zodanig op elkaar worden afgestemd, dat leerlingen in een andere groep b.v. de rekenlessen kunnen volgen, zodat ze op hun eigen niveau kunnen rekenen. We werken op de Lokhorstschool met 9 groepen (afhankelijk van het formatiebudget, dit kan dus per jaar veranderen). De groepen 1 en 2 vormen altijd een combinatie. Enkele voordelen die wij hierin zien:  In een combinatiegroep kan goed tegemoet gekomen worden aan de niveauverschillen tussen de kinderen. (er kan makkelijk een stapje terug of vooruit gedaan worden als kinderen daaraan behoefte hebben)  Op sociaal emotioneel gebied hebben kinderen steun aan elkaar, ze vervullen verschillende sociale rollen waarin ze leren omgaan met elkaar en de ander.  Kinderen leren zelf verantwoordelijk te zijn voor hun gedrag en zijn betrokken bij elkaar, Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 35

 

Kinderen leren van elkaar en ondersteunen elkaar hierbij. Doordat kinderen gedurende hun hele kleutertijd in dezelfde groep blijven, is het volgen van de ontwikkeling gemakkelijker. De leerkracht leert het kind goed kennen en kan op het juiste moment de juiste materialen aanbieden,

Op onze school hebben we 2 combinatiegroepen 1 en 2. De groepen 3 t/m 8 zijn in principe enkelvoudige groepen, zolang dit binnen het formatiebudget te realiseren is. Afhankelijk van de leerlingenaantallen is het niet uit te sluiten, dat combinatiegroepen geformeerd moeten worden. Bij de samenstelling van de combinaties houden we dan vooral rekening met de leerlingenaantallen. In een enkel geval worden de leerlingen, die binnen een bepaald vakgebied een individuele leerlijn volgen, voor de instructie in een andere groep geplaatst. Binnen de 1-zorgroute rekenen, technisch lezen en spelling wordt beschreven hoe er instructie wordt gegeven, wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn en hoe daaraan wordt tegemoet gekomen. Afspraken die hierover worden gemaakt zijn terug te vinden op het netwerk in de map “Leerlingenzorg”. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, die (op delen) de aangeboden leerstof niet kunnen volgen, wordt een Ontwikkelingsperspectief opgesteld. In principe gebeurt dit op zijn vroegst als een leerling in groep 6 zit. Hoe we het een en ander organiseren en wat de resultaten zijn is te vinden in het beleidsplan “Opbrengsten”. Specifieke afspraken zijn te vinden op het netwerk van de school in de map “Leerlingenzorg”.

5.3. Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid) Wij vinden het belangrijk, dat onze scholen een veilige en verzorgde omgeving zijn voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze scholen staan open voor ouders. We proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) zijn: Ambities: 1. De school ziet er verzorgd uit; 2. De school is een veilige school; 3. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om; 4. Ouders ontvangen maandelijks een nieuwsbrief / kalender; 5. De school organiseert jaarlijks twee ouderavonden (informatieavond groepen en een ouderpanelavond); 6. Ouders participeren bij diverse activiteiten; 7. De school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar. Beoordeling (zie hst 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team. Het schoolklimaat wordt door ouders en leerlingen beoordeeld via de vragenlijsten (WMK-PO) Verbeterpunten (zie hst 7.10)  Ontwikkelen van een registratieformulier voor de registratie van incidenten;  Inzetten van de vragenlijsten (leerlingen, ouders, leerkrachten). Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak).

5.3.2.

Sociale Veiligheid

Onze school hecht veel belang aan een veilig schoolklimaat, omdat leerlingen en leraren beter zullen presteren en de ouders de school gemakkelijker kunnen vinden. Ons beleid is gericht op preventie. Toch kunnen incidenten voorkomen. Deze worden door ons geregistreerd. We onderscheiden de volgende incidenten: - fysiek geweld - verbaal geweld - intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld - intimidatie en/of bedreiging met verbaal geweld - intimidatie en/of bedreiging via sms, msn, e-mail of internet - pesten, treiteren - seksueel misbruik Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 36

-

seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling diefstal heling (religieus) extremisme

De registratie vindt plaats door de groepsleerkracht. Er wordt alleen geregistreerd (afspraken / gespreksformulier in het leerlingendossier) als er actie wordt ondernomen. Incidenten worden altijd gemeld bij de schoolleiding. De geregistreerde (verzamelde) incidenten worden jaarlijks gebruikt voor het opstellen van een trendanalyse. In overleg worden verbeterpunten vastgesteld. De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. plein-regels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. Incidenteel wordt er aan een groep een sociale training (de vreedzame school) gegeven. De school beschikt daarnaast over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (“Kinderen en hun sociale talenten”). De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag. Binnen ons preventiebeleid is sprake van: - de inzet van de methode „Kinderen en hun sociale talenten‟; - inzet van “No-Blame” aanpak - LOVS instrument “SCOL” - inbreng van de leerlingen bij het opstellen van de gedragsregels; - pleinwacht voor en na schooltijd en tijdens de pauze; - snel ingrijpen bij problemen; - geordend de school binnengaan en weer verlaten; - het benoemen positief gedrag; - het stimuleren van de samenwerking; - het ontwikkelen van activiteiten gericht op Actief Burgerschap. Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leraar. Als zaken niet opgelost kunnen worden wordt de (adjunct) directeur betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten (de school beschikt over een protocol: ouders ontvangen een brief). De school beschikt over een klachtenregeling (zie Schoolgids, hst. Klachten), een externe klachtencommissie en een externe vertrouwenspersoon. De school beschikt niet over een specifieke veiligheidscoördinator. In de Schoolgids worden ouders uitgebreid geïnformeerd over aspecten van sociale veiligheid. Onze school beschikt over in totaal 5 opgeleide BHV-ers. In geval van klachten wordt gehandeld volgens de geldende klachtenregeling, zo nodig aangevuld met het protocol toelating en verwijdering van leerlingen van stichting Fluvium. De ouders worden hierover geïnformeerd via de Schoolgids. Om te controleren of leerlingen en leraren zich echt sociaal veilig voelen, bevraagt de school leerlingen, ouders en leraren 1 x per twee jaar m.b.t. het aspect Sociale Veiligheid. Daarvoor worden de vragenlijsten Sociale veiligheid (WMK-PO) gebruikt. Daarnaast wordt ieder kind jaarlijks 2 x gescoord ten aanzien van sociale vaardigheden (LVS SCOL). De uitslagen worden door de leraren besproken met de IB-er en op basis van de resultaten worden handelingsplannen opgesteld (IHP of GHP). Beoordeling (zie Evaluatieplan hoofdstuk 7.9) De school neemt 1 x per vier jaar vragenlijsten (ouders, leerlingen en leraren af). Zie het plan van aanpak 2012-2016. Tevens wordt jaarlijks een analyse opgesteld op basis van de incidentenregistratie. Jaarlijks wordt 2 x het LVS SCOL ingevuld. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  Ontwikkelen en inzetten van een registratieformulier voor de registratie van incidenten;  Inzetten van de vragenlijsten (leerlingen, ouders en leerkrachten) van de WMKPO.

5.3.3

Risico-Inventariatie (RIE)


Pagina 37

De school beschikt over een calamiteitenplan, jaarlijks worden ontruimings- en inruimingsoefeningen gehouden. Indien nodig wordt de alarmmap (calamiteitenplan) aangepast door de directie of door een leerkracht belast met deze specifieke taak. Elke vier jaar wordt een „Risico-Inventarisatie en Evaluatie‟ gemaakt. De laatste RI&E is afgenomen in 2011. De Arbo-dienst neemt deze voor alle Fluviumscholen voor haar rekening. Naar aanleiding van de RI&E wordt elk jaar een plan van aanpak met verbeterpunten opgesteld. Actiepunten zijn:  Afsluiting van de schoonmaakkast  Leuning aanbrengen bij de keldertrap De buitenspeeltoestellen van onze school worden jaarlijks gecontroleerd door de firma Speeltopveilig Nederland bv (Donker bv). De gemeente Geldermalsen heeft daartoe onderhoudscontracten afgesloten. Op de school is een incidentenregistratie voor het gebruik van en onderhoud aan de speeltoestellen. Elk jaar bezoekt de gemeentelijke brandweer de school om te controleren en met het doel een gebruiksvergunning voor het gebouw af te gegeven. De firma Berki voert in opdracht van de stichting Fluvium de jaarlijkse controle en onderhoud uit op de brandblusmiddelen in de school.

5.3.4

Arbobeleid

Onze school heeft met ArboUnie een Arbo-contract afgesloten. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de arbeidsdeskundige – eventueel in overleg met de bedrijfsarts – een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de personeelsconsulent in het Sociaal Medisch Overleg. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. We beschikken over een registratieformulier voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een calamiteitenplan aanwezig.

5.4. De interne communicatie Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. De verschillende vergadertypen zijn op schoolniveau, bestuursniveau en bovenschools niveau. We beginnen in schooljaar 2012 – 2013 met het invoeren van een andere structuur en zijn voornemens te gaan werken met verschillende leerteams. Hiervoor zullen afspraken en frequenties van de verschillende vergadertypen opnieuw vastgesteld worden. We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: agenda, notulen / besluitenlijst, opbrengsten, postvakken, memobord (flipover / white board), e-mail. Wat betreft communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk:  Zaken worden op de juiste plaats besproken;  Vergaderingen worden goed voorbereid;  Op vergaderingen is sprake van actieve deelname van alle deelnemers;  De directie en IB-er zorgen voor coöperatieve werkvormen die betrokkenheid van de deelnemers bevorderen  In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf;  We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen;  Kritiek gaat bij ons altijd gepaard met suggesties voor verbetering; Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 38

 

Er is sprake van haal- en brengplicht; Vergaderingen starten en eindigen op tijd.

Vergadering

Frequentie

1 2 3 4 5 6 7 8 9

Reguliere teamvergaderingen Onderwijsinhoudelijke vergaderingen (waaronder studiedagen) Bouwvergaderingen Groepsbesprekingen (1-zorgroute) Werkoverleg duopartners Ouderraadsvergaderingen Medezeggenschapsraadsvergaderingen GMR vergaderingen Consultatiegesprekken IB + leerkracht

20 x per jaar 10 x per jaar 5 x per jaar 4 x per jaar

10 11 12 13

PCB gesprekken Overdracht van de groep eind van het jaar MT vergaderingen Fluvium IB clusterbijeenkomsten

6 x per jaar 6 x per jaar 6 x per jaar 3 x per jaar met de individuele leraren 3 x per jaar 1 x per jaar 10 x per jaar 8 x per jaar

Beoordeling: De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team (zie hoofdstuk 7.7; het evaluatieplan). Verbeterpunten:  

Herstructurering van de vergaderingen Zorgen dat agenda‟s van vergaderingen ruim van tevoren beschikbaar zijn i.v.m. voorbereidingstijd voor leraren Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak).

5.5. De communicatie met externe instanties We onderhouden externe contacten, omdat onze school onderdeel uitmaakt van de maatschappij. We hebben te maken met in- en uitstroom van leerlingen, maken onderdeel uit van diverse samenwerkingsverbanden, we halen expertise van externe contacten binnen onze organisatie om onze kennis en vaardigheden te vergroten, voor advies van deskundigen, voor het volgen van scholing e.d. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Het is onze ambitie om gereguleerde contacten te onderhouden met:

Divers

Zorggerelateerd

1

Stichting Fluvium, directeurenoverleg (10 x per jaar) en kwartaalrapportage (4 x per jaar)

1

2

Inspectie van het inspectierooster)

2

3

Schoolleverancier (Heutink incidenteel)

3

4

Gemeente Geldermalsen, leerplicht ambtenaar, afdeling Grondgebied (incidenteel) Arbodienst / Arbo Unie (incidenteel) Stichting peuterspeelzalen (‟t Steijntje in Deil)

4

7

BSO (Kinderopvang West-Betuwe bv)

7

8

Bibliotheek Geldermalsen, schoolbibliotheek, wisselcollectie, schoolbezoek, themakisten Eduart kunstmenu, Kultuurkonnekt, overleg kunstmentoren Schoolleverancier (Heutink) jaarbestelling,

5 6

9 10

onderwijs


(volgens

5 6

Schoolbegeleidingsdienst (Marant educatieve diensten) scholing, clb, leerlingenzorg (incidenteel) Samenwerkingsverband SWV BePO, clusteroverleg, zorgplan, werkplan, pcl, netwerk interne begeleiding REC‟s, scholen voor SO (o.a. Auris) i.v.m. rugzaklerlingen Bureau Jeugdzorg (incidenteel)

Centrum Jeugd en Gezin - Geldermalsen Voortgezet onderwijs in de regio, Lingeborgh Geldermalsen, KWC, Lek & Linge Culemborg) GGD Rivierenland Tiel logopedie,sociaal verpleegkundige, schoolarts

Pagina 39

voorlichting methoden en materialen Sportverenigingen, sportdag Rhelico Fontys PABO Den Bosch (opleidingsschool) Pedagogische Academie, Hogescholen, ROC stageplaatsen (incidenteel) Bureau Halt voorlichting, projecten EHBO Geldermalsen opleiding jeugd EHBO -A Schoonmaak Dick de Bruin (MB) i.v.m. schoolschoonmaak Jan Hol personenvervoer, leerlingen vervoer schoolreizen Nederlands Hervormde kerk Deil, lessen GVO Scholen voor voortgezet onderwijs en collega basisscholen binnen ons samenwerkingsverband

11 12 13 14 15 16 17 18 19

Beoordeling: De externe contacten worden 1 x per vier jaar door de directie en het team beoordeeld (zie hoofdstuk 7.7; het evaluatieplan). Verbeterpunten: De contacten met de peuterspeelzaal: 

2 x per jaar overleg peuterspeelzaalleidsters en groepsleraren kleuterbouw;

Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak).

5.6. De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn: Onze ambities (zie kwaliteitskaart) zijn (gescoord in oktober 2010): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten; Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders; Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken; Ouders worden betrokken bij (extra) zorg; Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs; Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind; Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie.

Beoordeling De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Verbeterpunten  

inzetten van vragenlijst voor ouders; gebruik protocol tien-minuten-gesprekken.

Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)

Begeleiding naar VO-scholen Kinderen en ouders worden op de volgende wijze op het VO voorbereid: - afname van de CITO Entreetoets in de periode mei – juni van het schooljaar; - de resultaten van de CITO Entreetoets worden door de groepsleraar met de kinderen besproken; - een schriftelijke weergave van de CITO Entreetoets resultaten worden meegegeven: - directie en I.B.-er worden op de hoogte gesteld van de resultaten CITO Entreetoets;


Pagina 40

-

-

-

de groepsleraar belt ouders direct na bekendmaking van de resultaten en geeft, indien daar behoefte aan is, een nadere toelichting / uitleg; a.d.h.v. de CITO Entreetoets resultaten wordt door de groepsleraar (in overleg met de I.B.-er) een verwachting uitgesproken betreffende de het instroomniveau op het VO en opgetekend in het overzichtsformulier “Functioneren in het VO”; de resultaten van de CITO Entreetoets zijn onderdeel van de overdracht van groep 7 naar groep 8 (eind schooljaar); e tijdens de informatie avond voor groep 8 (3 week nieuwe schooljaar) wordt de begeleiding van kinderen en ouders besproken; in januari, voorafgaand aan de CITO Eindtoets Basisonderwijs, houden de groepsleraren adviesgesprekken met kinderen en ouders en wordt op nieuw een verwachting uitgesproken; de referentieniveaus gaan op termijn een rol spelen bij de advisering, zodra daar duidelijkheid over is gegeven; school neemt deel aan de CITO Eindtoets Basisonderwijs in de geplande periode (tot nu is dat februari van het schooljaar); de school gaat met de kinderen van groep 8 op bezoek bij de scholen voor VO (open lesdagen / onderwijsmarkt) in de regio (Geldermalsen, Culemborg, Gorinchem, Leerdam); de resultaten van de CITO Eindtoets Basisonderwijs worden door de groepsleraar met de kinderen besproken; directie en I.B.-er worden op de hoogte gesteld van de resultaten CITO Eindtoets Basisonderwijs; de groepsleraar belt ouders direct na bekendmaking van de resultaten en geeft, indien daar behoefte aan is, een nadere toelichting / uitleg; ouders zijn zelf verantwoordelijk voor aanmelding bij de school van VO; de groepsleraar voert met de brugklascoördinator van elke school voor VO regelmatig gesprekken over de aanmelding en voortgang van de leerlingen op de school voor VO; de CITO Eindtoets Basisschool resultaten worden opgenomen in het overzicht “Functioneren in het VO”; de school ontvangt tussentijds en aan het eind van ieder schooljaar de resultaten van de “oudleerlingen” op de school van VO; de doorstroom resultaten worden voor een periode van drie schooljaren in een overzicht opgetekend; analyse van de doorstroom gegevens (trendanalyse) wordt gebruikt voor de evaluatie van de advisering naar het VO in het algemeen.

Mochten er aanwijzingen of redenen zijn om aan te nemen, dat de eindtoets niet volgens verwachting door de leerling (-en) is gemaakt, dan kan bij het CITO een tweede (digitale) eindtoets worden afgenomen als “second opinion”. Leerlingen met een score < 530 worden op de VO scholen VMBO opnieuw gescreend. Op basis van de uitslag van die screening worden de leerlingen binnen het VMBO geplaatst. In incidentele gevallen kan het voorkomen dat leerlingen niet deelnemen aan de CITO-eindtoets. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders en IB-er. Alternatieven zijn een Drempelonderzoek en een NIO. Verbeterpunt:  Beleid opstellen over geen deelname aan de CITO-eindtoets (incidenteel)

5.7. Voor- en vroegschoolse educatie (wet OKE) Onze school betrekt leerlingen van de peuterspeelzaal naast onze school, peuterspeelzaal “Het Steyntje”, en daarnaast nog van andere peuterspeelzalen / kinderdagverblijven buiten het dorp. Met “Het Steyntje” onderhouden we contacten in de zin van incidenteel overleg tussen de leerkrachten van de onderbouw en die van het Steyntje, en er wordt gebruik gemaakt van overdrachtsformulieren, die digitaal worden aangeleverd. Er is een goede relatie met de peuterspeelzaal, en het is makkelijk even bij elkaar naar binnen te lopen. Contacten met andere instanties van Voorschoolse Educatie beperken zich tot incidentele, telefonische contacten en het ontvangen van overdrachtsformulieren indien deze door betreffende instantie worden gebruikt. Onze ambities voor wat betreft de relatie voorschool / vroegschool zijn: 1. Het optimaliseren en intensiveren van de bestaande contacten 2. We beschikken over gezamenlijk (gericht) ouderbeleid 3. We beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod (wat) 4. Er is in alle gevallen sprake van een warme overdracht 5. De opbrengsten zijn van voldoende niveau Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 41

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)



niet

5.8. Buitenschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 hebben de scholen / schoolbesturen de plicht om buitenschoolse opvang (BSO bestaat uit voor (VSO)- en naschoolse opvang (NSO)) te organiseren indien door ouders wordt aangegeven dat daaraan behoefte bestaat. De Lokhorstschool heeft voor het makelaarsmodel gekozen; de opvang wordt geregeld via een bestaande kinderopvanginstelling en de school treedt op als makelaar. Kinderopvang Rivierenland BV regelt de kinderopvang voor onze school. Aan kinderopvang zijn strenge regels verbonden met betrekking tot veiligheid (Wet Kinderopvang). Ouders hebben te maken met een onafhankelijke instelling, professionele begeleiding van gediplomeerde leidsters (10 kinderen op 1 leidster) en ruime opvangtijden (VSO vanaf 7:30 uur en NSO tot 18:00). In de schoolvakanties wordt opvang gegarandeerd. Sinds het schooljaar 2008 – 2009 is de naschoolse opvang “MIKMAK” in o.b.s. Lokhorstschool gehuisvest op maandag- (start in augustus 2011 met een groep van 30 kinderen), dinsdag- en donderdagmiddag (op beide dagen 40 kinderen). In juni 2009 heeft de naschoolse opvang “MIKMAK” twee nieuwe lokalen in gebruik kunnen nemen. De afspraak is, dat, tijdens de lesuren, de lokalen ook door de school gebruikt kunnen worden voor groepsactiviteiten. De tussenschoolse opvang regelt de school zelf m.b.v. (vrijwillige) ouders.


Pagina 42

Hoofdstuk 6

Financieel beleid

Hoofdstuk 6.1

Lumpsum financiering – ondersteuning

De gehele administratie van de stichting fluvium wordt uitbesteed aan de onderwijs servicegroep (OSG) in Arnhem. De personele inkomsten- en uitgaven worden bovenschools gebudgetteerd en gecontroleerd. Dit geldt ook voor een aantal andere budgetten: - Preventief onderhoud - Tuinonderhoud - Schoonmaak - Medenzeggenschap - WA verzekering - ICT (inclusief kennisnet) - Uitgaven voor administratie, beheer en bestuur - Personeel deel gehandicapte leerlingen (rugzakje) Tot het schoolbudget behoren: - Electriciteit, verwarming en water - Publiekrechtelijke heffingen - Uitgaven voor tussenschoolse opvang (scholing) - Uitgaven bedrijfsgezondheidszorg (BGZ) - Dienstreizen - Onderhoud, vervanging en vernieuwing meubilair - Onderhoud, vervanging en vernieuwing van het onderwijs leer pakket (OLP) - Meerjaarlijkse kosten - Jaarlijkse kosten - NOAT (OLP) - Materieel deel leerlingen Leerling Gebonden Financiering (rugzakje) Voor het schoolbudget stelt de directie jaarlijks een begroting op op basis van de lumpsumvergoedingen openbaar basisonderwijs. De begroting wordt aangeboden aan het stichtingsbestuur. Maandelijks ontvangt de schoolleiding van het bestuursbureau een terugkoppeling van de werkelijke uitgaven ten opzichte van de begroting, zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien er sprake is van budgetoverschrijding. Bij grote investeringen, zoals meubilair, vindt extra overleg plaats tussen de directeur en controller van stichting Fluvium. Vanuit het ministerie worden er regelmatig subsidies verstrekt. Deze kunnen geoormerkt of niet geoormerkt zijn. Voor de eerste groep dient de subsidie besteed te worden aan het doel dat er voor staat. Bij het niet besteden van de subsidie dient deze te worden terug betaald aan het ministerie. De tweede groep vervalt bij niet besteding tot het eigen vermogen van de stichting. Het is aan de schoolleiding om de subsidies in te zetten voor de eigen school.

Hoofdstuk 6.2

Externe geldstromen

Kasstroom De kleine kas wordt gebruikt voor kleine contante uitgaven. De verantwoordingsstaten worden periodiek ingestuurd naar het administratiekantoor. Het bestuursbureau ontvangt een kopie van de ingestuurde kasverantwoording.

Schoolbank De schoolbank wordt gebruikt voor kleine niet gefactureerde uitgaven. De verantwoordingsstaten worden periodiek ingestuurd naar het administratiekantoor. Het bestuursbureau ontvangt een kopie van de ingestuurde bankverantwoording.

Crediteurenbetalingen De facturen met betrekking tot het schoolbudget worden door de directie voorzien van een blokstempel met daarop het schoolnummer, de financiële stroom, eventueel projectnummer en de grootboekrekeningnummer(s), waarop de uitgave geboekt moet worden. De factuur wordt tevens voor akkoord getekend. Periodiek worden de facturen op een geleidestaat gezet en ingestuurd naar het Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 43

administratiekantoor. Deze zorgt voor de administratieve verwerking en de betaling ten laste van de algemene bankrekening van de stichting. Het bestuursbureau ontvangt een kopie van de ingestuurde geleidestaat.

Declaratie Regelmatig worden voorgeschoten kosten gedeclareerd op een speciaal declaratieformulier. Deze wordt ingestuurd naar het administratiekantoor. Het bestuursbureau ontvangt een kopie van de declaratie. Het administratiekantoor zorgt voor betaling.

Prestatieboxgelden De school maakt gebruik van de prestatieboxgelden. Hiervoor stelt de school een plan van aanpak op en dient dit in bij de algemeen directeur van de stichting Fluvium. De toegekende gelden worden ingezet voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (2012 Spellingonderwijs in de 1 – zorgroute).

Hoofdstuk 6.3

Interne geldstromen

Kruisposten Regelmatig wordt de schoolbank belast om de kleine kas aan te vullen.

Hoofdstuk 6.4

Sponsoring

Onze school maakt incidenteel gebruik van sponsors. Met ons onderwijsleerpakket mogen we niet afhankelijk zijn van eventuele sponsorbedragen. Sponsorgelden willen we voor extra activiteiten / materialen gebruiken.

Hoofdstuk 6.5

Begrotingen

Voor de wijze van begroten verwijzen wij u naar hoofdstuk 6.1.


Pagina 44

Hoofdstuk 7 7.0

Kwaliteitsbeleid

Kwaliteitszorg

Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan, hoofdstuk 7.9) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze ze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn: 1. We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie schoolplan) 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden (zie hoofdstuk 7.9) 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren (zie evaluatieplan) 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen 10. We werken in een traject “opbrengstgericht werken” samen (intervisiegroepen) met scholen van de besturen “Leerplein 055” in Apeldoorn en “Openbaar Onderwijs Lelystad”. Om te bepalen of verbeterdoelen behaald worden, moeten de verbeterdoelen in het jaarplan helder, aanvaardbaar en aanvaard zijn. Daarnaast is jaarlijkse evaluatie van belang om te bepalen of onze verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Als kwaliteit gaat over de mate waarin wij erin slagen onze ambities te bereiken, gaat kwaliteitszorg om de zorg voor die kwaliteit. Hoe zorgen wij ervoor dat de gestelde doelen worden bereikt? Hoe lukt het ons om kwalitatief goed onderwijs te blijven verzorgen? Wil de zorg voor kwaliteit tot kwaliteitszorg worden, dan is permanent, systematische aandacht voor het bepalen, bewaken en verbeteren van die kwaliteit nodig. Dat betekent voor de leerkrachten een op leren gerichte cultuur enerzijds en een systematische aanpak anderzijds. Daarbij dient de focus van het kwaliteitsbeleid de leerprocessen en leeropbrengsten in het primair proces te zijn. Daar ligt de kerntaak van onze school! Het cyclisch proces van kwaliteitszorg is onderdeel van een kwaliteitszorgsysteem en kent de fasen van “PLAN – DO – CHECK – ACT”. In vier stappen uitgezet:

Stap 1 Kwaliteit bespreken, ambities vaststellen en beschrijven (PLAN) Stap 2

Ambities realiseren (DO)

Stap 3 Kwaliteit beoordelen / evalueren, leerpunten vaststellen, borgen (CHECK) Stap 4

Eventueel ambities bijstellen (ACT)

Wij zijn van mening dat de leraren een substantiële rol in kwaliteitszorg moeten vervullen. Het is immers de leerkracht die daadwerkelijk invulling geeft aan kwaliteit in de dagelijkse lespraktijk: het primaire proces.


Pagina 45

Bovendien is het van groot belang dat het proces van kwaliteitszorg door alle teamleden gedragen wordt. We streven naar draagvlak en draagkracht, want kwaliteitszorg doe we samen! Dit kan alleen in een schoolcultuur die gericht is op samenwerken en die kenmerken heeft als heldere communicatie, flexibel inspelen op ontwikkelingen, open staan voor hulp, elkaar ondersteunen, gebruik maken van elkaars kwaliteiten, zelfbewustheid en ondernemerschap. De consequentie van dit alles is dat wij in de komende jaren een koppeling maken tussen kwaliteitszorg en Integraal Personeelsbeleid (IPB). Daardoor borgen wij onze kwaliteit. Kort samengevat willen wij met kwaliteitszorg: De kwaliteit van ons onderwijs onderhouden en voortdurende verbeteren. Daarbij: - Doen we wat we zeggen - Doen we de goede dingen - Zeggen we de goede dingen - Leggen we daarover verantwoording af Beoordeling. Onze kwaliteitszorg wordt 1 x per jaar tijdens een teamvergadering door de teamleden besproken en wordt beoordeeld op basis van inventarisatie of de gewenste resultaten zijn bereikt overeenkomstig de gestelde normen. De directie verbindt daaraan in overleg consequenties voor de voortgang. Alle in het Schoolplan 2012 - 2016 vermelde ambities worden eenmaal in de vier jaar beoordeeld door team en directie. Zie hiervoor het hoofdstuk over het evaluatieplan (7.7). Verbeterpunten. Naar aanleiding van bovenstaand lijstje met ambities noemen we de volgende verbeterpunten: -

Het borgen van behaalde kwaliteit verdient aandacht door jaarlijks gebruik te gaan maken van een verslagsformulier kwaliteitszorg; De rapportage over de gerealiseerde kwaliteit richting ouders moet meer inzichtelijk.

We verwijzen hier naar de hoofdstukken 7.10, „Kwaliteitsprofiel‟, en 7.11 t/m 7.12, „Plan van Aanpak‟.

7.1

Wet- en regelgeving

De Schoolgids komt jaarlijks uit en moet voor 1 augustus bij de inspectie zijn Met instemming van de medezeggenschapsraad. In de Schoolgids moeten de lestijden / urentabel vermeld staan. Daarnaast ook de schooltijden en in de jaarplanning mogen de groepen 3 t/m 8 maximaal 7 weken van 4 dagen school hebben. Het Schoolplan wordt 1 x per vier jaar gemaakt. Het moet ter goedkeuring (instemming) worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad en de algemeen directeur van de stichting Fluvium. Het zorgplan van het Samenwerkingsverband moet jaarlijks voor 1 mei bij de inspectie binnen zijn.

7.2

Evaluatie Schoolplan

Het schoolplan wikkelen we af via (vier) jaarplannen en (vier) jaarverslagen. Jaarlijks wordt samen met het team (en MR) het oude jaarplan geëvalueerd en het nieuwe jaarplan besproken (vastgesteld). Op basis van de besprekingen wordt het jaarverslag vastgesteld. Zie notulen evaluatievergaderingen.

7.3

Strategisch beleid

De Stichting Fluvium heeft strategisch beleid geformuleerd voor de jaren 2011 – 2015 (zie bijlage). Voor ons zijn de volgende centrale doelstellingen van belang:

Beleidsterreinen

Aandachtspunten [centrale doelstellingen]

1

Onderwijs

Passende zorg en onderwijs voor elke leerling

2

Organisatie

Sterke positie in 2015

3

Profiel en imago

Trots op wie we zijn


Pagina 46

4

Personeel

Ruimte voor ambitie, talent en competenties

5

Huisvesting

Passende onderwijsgebouwen

6

Financiën

Eerst kiezen dan delen

7.4

Analyse inspectierapport

Inspectiebezoek Lokhorstschool. 3 februari 2011. Vierjaarlijks kwaliteitsonderzoek. Conclusies:  De kwaliteit van het onderwijs is op orde (nauwelijks tekortkomingen).  De kwaliteitszorg is gedegen van opzet en uitvoering en vormt het fundament waarop de onderwijskwaliteit gebouwd is.  De planmatigheid waarmee de school werkt aan verdere verbeteringen en borging van bereikte kwaliteit springen er boven uit. De directie toont hierbij sterk onderwijskundig leiderschap.  De kwaliteit kan versterkt worden door een beroep te doen op zgn. “kritische vrienden”. In het traject “opbrengst gericht werken” is een samenwerking aangegaan het scholen uit de stichting “Leerplein 055” uit Apeldoorn en de stichting “Openbaar Onderwijs Lelystad” (intervisiegroep).  De leerlingenzorg kent geen zwakke plekken. Verbeterpunt  het opstellen van een ontwikkelingsperspectief met eind- en tussendoelen en daarop afgestemd leerstofaanbod voor één leerling in groep 8. Bovengenoemd verbeterpunt is in de Schoolplanperiode 2008 – 2012 gerealiseerd.

7.5

Analyse Quick Scan

De Quick Scan (WMK-PO) is conform onze meerjarenplanning (zie schoolplan 2008 - 2012) afgenomen in genoemde planperiode. Het aantal deelnemers bedroeg gemiddeld 22 leraren (responspercentage: tussen 50 – 70 %). De Quick Scan is afgenomen op zowel de Lokhorstschool als De Minzerie in de Schoolplanperiode 2008 – 2012. Beoordeeld zijn: Uitleg over de score WMK-PO: vierpuntschaal; 0 = helemaal mee oneens, 4 = helemaal mee eens; gemiddelde hoger dan 3.00 dan geen verbeterpunt, daaronder bespreekpunt of actiepunt en dat zijn dan de genoemde verbeterpunten.

Beleidsterrein

Score

Beroepshouding Externe contacten Interne communicatie 10-minuten gesprekken Didactisch handelen Actieve / zelfstandige rol van leerlingen Rekenen en wiskunde Kwaliteitszorg Tijd (team) Zorg–begeleiding (team) (+ toetsinstrumenten) ICT (team) Schoolklimaat (team) Tijd (directie) Zorg-begeleiding (directie) + toetsinstrumenten ICT (directie) Schoolklimaat (directie) IPB

3,34 2,79 2,91 3,43 3,21 3,04 3,70 3,34 3,21 3,63 2,73 3,63 3,53 3,39 2,85 3,39 2,77


Pagina 47

7.6

Analyse oudervragenlijst

De Vragenlijst Ouders (WMK-PO) is conform onze meerjarenplanning (zie schoolplan 2008 - 2012) afgenomen in genoemde planperiode. Het aantal deelnemers bedroeg gemiddeld 63 ouders (responspercentage: 36 % - voldoende). Beoordeeld zijn:

Beleidsterrein

Score

Kwaliteitszorg Aanbod Tijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming Actieve rol leerlingen Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten IPB

2,46 2,82 2,75 3,21 3,28 3,31 3,21 3,02 2,31 2,49 2,47

Eindcijfer

2,72

Verbeterpunten   

Betere informatie over de onderwerpen kwaliteitszorg en zorg en begeleiding (speciale pagina op de website invoeren) Betere communicatie met ouders (invoering van het ouderpanel) Betrokkenheid ouders vergroten (klassenouders, interactieve website pagina van de MR)

Bovengenoemde verbeterpunten zijn in de Schoolplanperiode 2008 – 2012 gerealiseerd.

Analyse sociale vragenlijst ouders Beleidsterrein

Score

Algemeen (1) Algemeen (2) Incidenten Acties

3,62 3,33 3,07 3,03

Eindcijfer

3,26

Verbeterpunten

 

Aandacht voor veilig internetgebruik door leerlingen Ouders meer invloed laten hebben op schoolbeleid


7.7

Analyse vragenlijst leerlingen

De vragenlijst voor Leerlingen (WMK-PO) is nog niet afgenomen .

Beleidsterrein Kwaliteitszorg Aanbod Tijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Schoolklimaat Zorg en begeleiding Sociale veiligheid Incidenten Eindcijfer

Score


Pagina 48

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)  (…)

Analyse sociale vragenlijst leerlingen Beleidsterrein

Score

Algemeen (1) Algemeen (2) Incidenten

3,30 3,43 3,31

Eindcijfer

3,35

Verbeterpunten  

Aandacht voor veilig internetgebruik Regelmatig aan de orde stellen van de schoolregels (communicatie)


7.8

Analyse vragenlijst leraren(zie ook 5.3.3: RI&E)

De vragenlijst voor Leraren (NIET WMK-PO maar eigen vragenlijst) is afgenomen in 2010 als onderdeel van de opleiding “Starbekwaam leidinggeven” van een van de collega‟s en er is daarbij specifieke beoordelingsnormering gehanteerd (vierpuntsschaal), welke niet te vergelijken is met de vierpuntsschaal van WMK-PO. De vragenlijst is gescoord door alle leraren. De leraren zijn gemiddeld genomen tevreden over de school. De volgende aspecten zijn beoordeeld:

Beleidsterrein

Score

schoolgebouw Schoolklimaat Pedagogisch klimaat Leerstofaanbod + -middelen Werkklimaat Primaire arbeidsvoorwaarden Secundaire arbeidsvoorwaarden Loopbaanmanagement Interne communicatie Externe communicatie Management

2,90 2,80 3,00 3,00 2,90 2,80 2,90

Eindcijfer

2,88

2,80 2,60 3,00 3,00

Verbeterpunten  Aandacht voor een betere hygiëne in de school  Duidelijke schoolregels  Mogelijkheden voor leerlingen die meer kunnen  Beter benutten van ICT  Werkdruk verminderen  Ontspanningsmogelijkheden tijdens de (middag) pauze  Parttime werken  Vastleggen afspraken en besluiten  Effectiviteit van vergaderen  Invloed van ouders op het schoolbeleid  Omgaan met klachten van ouders  Schoolplan meer leidend als beleidsdocument  Coachingsvaardigheden van de directeur (cursus coaching in 2012 – 2013) Bovengenoemde verbeterpunten zijn in de Schoolplanperiode 2008 – 2012 gerealiseerd. Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 49

Analyse sociale vragenlijst leraren Beleidsterrein

Score

Algemeen Incidenten

3,65 3,77

Eindcijfer

3,71

Er zijn geen verbeterpunten geformuleerd.

Hoofdstuk 7.9

Het evaluatieplan

In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de MR en de ouders.

Hoofdstuk Beleidsterreinen [zie WMK] (t.b.v. kwaliteitszorg) 7.0 3.4 3.10 3.11 3.12 3.15 3.13 5.3 3.14 3.17 4.4 5.6 5.4 5.5 6 7.1 4.3 4.2 3.3 3.8 3.8 3.9 3.5 3.6 3.6 3.6 - 3.16 3.15 3.15 – 3.16 3.17

Kwaliteitszorg Aanbod (leerstofaanbod) Tijd (leertijd) Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming Actieve en zelfstandige rol leerlingen Schoolklimaat Zorg en begeleiding (+ toetsinstrumenten) Opbrengsten Integraal personeelsbeleid Contacten met ouders Interne communicatie Externe contacten Inzet van middelen Schooladministratie en schoolprocedures (weten regelgeving) Beroepshouding Schoolleiding Levensbeschouwelijke identiteit Kwaliteitszorg Actief Burgerschap Aanbod Actief Burgerschap Informatie- en communicatietechnologie Taalleesonderwijs Rekenen en wiskunde Automatiseren Rekenen en wiskunde Opbrengstgericht werken Rekenen en wiskunde Handelingsgericht werken in de groep Handelingsgericht op schoolniveau Wetenschap en techniek


Mei Mei Mei Mei 2013 2014 2015 2016 x x x x x x x x x x x

x

x

x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x 8

8

x 8

9

Pagina 50

Planning vragenlijsten Jaar

Maand

1 2 3

Vragenlijst Ouders Vragenlijst Leraren Vragenlijst Leerlingen

2015 2014 2015

Mei Mei Mei

1 2 3

SV Vragenlijst Ouders SV Vragenlijst Leraren SV Vragenlijst Leerlingen

2014 2015 2014

Mei Mei Mei

1

Opbrengstgericht werken

2013

Februari


Pagina 51

Kwaliteitsprofiel – Onze verbeterpunten

Hoofdstuk 7.10 Beleidsterrein Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)

Verbeterpunten 

 

Leerstofaanbod (3.4)



   

De komende jaren pakken we een aantal „kwaliteitskaarten in ontwikkeling‟ aan. Ook de kwaliteitskaart „Levensbeschouwelijke identiteit‟ moet in gezamenlijk overleg door het team worden opgepakt om de ambities breed gedragen te krijgen. Als we kijken naar de aard van het „leerstofaanbod‟ in het kader van Actief Burgerschap, zien we, dat er in veel gevallen sprake is van aansluiting bij het lesprogramma, een structureel karakter en gemeenschapsbelang. Zaken als relatie met de wereld buiten school, aansluiting bij buitenschoolse ervaringen en interesses van de leerlingen en uitnodigen tot zelfstandige aanpak komen veel minder uit de verf. Omdat die aspecten o.i. onlosmakelijk verbonden zijn met het bevorderen van Actief Burgerschap, zal de komende jaren daaraan invulling moeten worden gegeven. Door de Inspectie van het Onderwijs werd ons gewezen op het ontbreken van de definiëring en vastlegging van het aanbod in de groepen 1 en 2 i.v.m. voldoende aansluiting van het meer ontwikkelingsgerichte aanbod van groep 1 en 2 op het meer programmagerichte aanbod in groep 3; Daar waar geen methode wordt gevolgd, heeft de school niet altijd de leerinhouden in leerlijnen met tussendoelen beschreven; Het structureel gebruik van ICT vinden we nog onvoldoende; De school heeft (nog) niet voldoende materialen en beredeneerd aanbod voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen; Een paar methoden zijn dringend aan vernieuwing toe, omdat ze wat verouderd zijn dan wel niet bevallen in de praktijk. We moeten ons goed oriënteren op het aanbod zeker in relatie tot onze teamontwikkelplannen;

Taalleesonderwijs (3.5)

   

Opstellen taalbeleidsplan Ontwikkelen visie m.b.t. Engelse taal Oriëntatie op de referentiekaders Taal Invoeren LB – functie taalcoördinator en leescoördinator

Rekenen en wiskunde (3.6)

 

Oriëntatie op de referentiekaders Rekenen Invoeren LB – functie rekencoördinator

Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7)



Het LOVS voor sociaal emotionele ontwikkeling (SCOL) vervangen of scholing in gebruik van SCOL volgen

Actief Burgerschap (3.8)



Ontwikkeling nieuw cultuurbeleidsplan

ICT (3.9)

  

Vergroten vaardigheden leerkrachten Ontwikkelen nieuw ICT-beleidsplan met o.a. een internetprotocol Verbeteren hardware

Leertijd (3.10)

 

Verbeteren van variatie in leertijd individuele leerlingen conform de onderwijsbehoeften m.b.t. de instructie en verwerking (binnen de 1zorgroute) Inplannen van extra tijd en aandacht voor taal en lezen op schoolniveau.

Pedagogisch klimaat (3.11)

  

Aandacht houden voor ordelijke klas/school Verbeteren functionele leeromgeving met veel aandacht voor taal en lezen Afspraken/ regels borgen en evalueren

Didactisch handelen (3.12)

  

Vergroten samenwerkend (coöperatief) leren Tegemoet komen aan leerlingenbehoefte: o.a. stof- / tempodifferentiatie Levendig houden van directe instructiemodel

Actieve rol leerlingen (3.13)



Optimaliseren van het werken met dag- / weektaken


Pagina 52



Schoolklimaat (5.3)



Zorg en begeleiding (3.14)

 

Ontwikkelen en inzetten van een registratieformulier voor de registratie van incidenten; Inzetten van de vragenlijsten (leerlingen, ouders en leerkrachten) van de WMKPO.

   

Documenteren/optimaliseren verleende zorg door leerkrachten Optimaliseren ouderbetrokkenheid bij opstellen en uitvoeren extra zorgactiviteiten Evalueren effecten van de aangeboden extra zorg Beleid maken voor leerlingen die doubleren of versnellen Beleid maken voor meer- en hoogbegaafde leerlingen Invoering en implementatie van ParnasSys

Passend onderwijs Afstemming (3.15)

    

Voortgang werken met 1-zorgroute Updaten groepsplannen in november, maart, juli (overdracht) Beleid opstellen meer- en hoogbegaafde leerlingen Ervaringen uitbouwen met het maken en toe te passen van een O.O.P. Uitwerken onderwijszorgprofiel

Opbrengstgericht werken (3.16)

     

Doelen stellen en optimaliseren genoemde interventies in de klas: Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) waarbij scores structureel onder het gewenste niveau blijven Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen Differentiatie aanpassen op leerstof Extra ondersteuning door materialen of extra handen Doelen stellen aan de hand van de vaardigheidsscore

Opbrengsten (3.17)

   

Verbeteren ouderbetrokkenheid bij de ontwikkeling eigen kind Ervaring opdoen om een OPP te maken en toe te passen. Uitwerken ontwikkeling van het onderwijszorgprofiel Voortgang werken met 1-zorgroute

IPB (4.1.)

  

Invoering van de LB-functie onderbouwcoördinator Invoering van de LB-functie bovenbouwcoördinator Invoering van de LB-functie stage-coördinator

Schoolleiding (4.2)



Bouwcoördinatoren (in LB – functie) betrekken bij het organisatorisch en onderswijskundig beleid van de school. Volgen van een cursus coaching door de directeur

 Beroepshouding (4.3)

 

Het organiseren van momenten van reflectie Werken in een professionele cultuur, waarbij teamleden elkaar kunnen en willen aanspreken op hun professioneel handelen

Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid



Competentieset structureel gebruiken/toepassen instrumenten personeelsbeleid Gesprekkencyclus planmatig invoeren en uitvoeren Werken aan teambuilding/samenwerking

  Interne communicatie (5.4)

 

Externe contacten (5.5.)



Herstructurering van de vergaderingen Zorgen dat agenda‟s van vergaderingen ruim van tevoren beschikbaar zijn i.v.m. voorbereidingstijd voor leraren 2 x per jaar overleg peuterspeelzaalleidsters en groepsleraren kleuterbouw;

Contacten met ouders (5.6)



inzettenvan vragenlijst voor ouders

Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Kwaliteitszorg (7.0)



Het borgen van behaalde kwaliteit verdient aandacht door jaarlijks gebruik te


Pagina 53

gaan maken van een verslagformulier kwaliteitszorg De rapportage over de gerealiseerde kwaliteit richting ouders moet meer inzichtelijk



Plan van Aanpak 2012 – 2016 Het schoolontwikkelplan Jaar 2012 – 2013

Hoofdstuk 7.11

01

02 03 04

Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)




Oriëntatie op en keuze van methode aardrijkskunde

X



Oriëntatie op en keuze van methode begrijpend en studerend lezen

X



Oriëntatie op referentiekaders taal

X



Oriëntatie op referentiekaders rekenen

X



Op- en vaststellen protocol internetgebruik Verbeteren van de hardware / vernieuwing netwerk

Taalleesonderwijs (3.5) Rekenen en wiskunde (3.6) ICT (3.9)



05

Pedagogisch klimaat (3.11)

 

06

Didactisch handelen (3.12)

 

07




07

Opbrengsten (3.17)

 

1e

2e

X

Afspraken en regels borgen en evalueren Aandacht houden voor ordelijke klas / school Tegemoetkomen aan leerlingbehoefte: o.a. stof- / tempodifferentiatie Levendig houden van directe instructiemodel Invoering en implementatie ParnasSys

X

X

X

Ervaringen opdoen om een O.O.P. te maken en toe te passen Voortgang bepalen 1-zorgroute

X

X

Herstructureren van vergaderingen Agenda‟s op tijd beschikbaar i.v.m. voorbereidingstijd leraren

X X

08

Interne communicatie (5.4)

 

09

IPB (4.1)

10

Schoolleiding

Benoeming in LB-functie van:  Onderbouwcoördinator  Bovenbouwcoördinator  Stage-coördinator Cursus coaching door de directeur

11

Kwaliteitszorg

Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9  pedagogisch handelen


Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Werkgroep leraren Adviseur Heutink Teamvergaderingen € 8000,Werkgroep leraren Adviseur Heutink Teamvergaderingen € 12000,Voorlichting Teamvergaderingen Voorlichting Teamvergaderingen (G)MR Teamvergaderingen Werkgroep ICT BICT-er Fluvium Actacom Kosten: bovenschools Werkgroep Teamvergaderingen

X X X

X

X

X

X

X

Teamvergaderingen Klassenbezoeken Teamvergaderingen Werkgroep ICT BICT-er Fluvium Teamvergaderingen IB-er Teamvergaderingen MT Fluvium Teamvergaderingen (G)MR Directie Teamvergaderingen

Directie Team MR Collega-directeur Samenwerking besturen Fluvium / SCHOOL Lelystad en Leerplein 055 Apeldoorn Kosten: bovenschools Evaluatiedagdeel

Pagina 54

 

didactisch handelen zorg en begeleiding (+ toetsinstrumenten)  integraal personeelsbeleid  schooladministratie en schoolprocedures  taalleesonderwijs  wetenschap en techniek  opbrengsten vragenlijsten:  opbrengstgericht werken Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2012 – 2016 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling (M1) Op onze school is er sprake van adaptief (passend) onderwijs (M2) Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling (M3) Onze school heeft aandacht voor de individuele leerling (M4) Op onze school tonen de leerlingen een actieve, motiverende coöperatieve werkhouding (M5); Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt (M5). Onze school bevordert de creatieve ontwikkeling bij de leerlingen (M6)


Pagina 55

Het schoolontwikkelplan Jaar 2013 – 2014

Hoofdstuk 7.12 Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

1e

2e

01

Actief burgerschap (3.8)



Ontwikkeling nieuw cultuurbeleidsplan

X

X

02




Oriëntatie op en keuze van methode natuur, wetenschap en techniek

X

X

03

Taalleesonderwijs (3.5)



Oriëntatie op invoering taal- en of leescoördinator in LB schaal

X

X

04

ICT (3.9)



Ontwikkeling beleidsplan

X

X

ICT werkgroep Teamvergaderingen

05

Leertijd (3.10)



Verbeteren van variatie in leertijd individuele leerlingen conform de onderwijsbehoeften m.b.t. instructie en verwerking (binnen de 1-zorgroute) Inplannen extra tijd en aandacht voor taal en lezen op schoolniveau Verbeteren functionele leeromgeving met veel aandacht voor taal en lezen Vergroten samenwerkend (coöperatief leren Optimaliseren van het werken met dagen weektaken

X

Teamvergaderingen

 06 07 08

09

Pedagogisch klimaat (3.11) Didactisch handelen (3.12) Actieve en zelfstandige rol leerlingen (3.13) Zorg en begeleiding (3.14)

 

Schoolleiding (4.2)

11

Kwaliteitszorg

nieuw

ICT

X

Teamvergaderingen

X

Teamvergaderingen

X

X

X

X

Vervolg invoering en implementatie ParnasSys

X

X

Documenteren en optimaliseren verleende zorg door leraren  Optimaliseren ouderbetrokkenheid bij opstellen en uitvoeren extra zorgactiviteiten  Bouwcoördinatoren (LB – functie) betrekken bij organisatorisch en onderwijskundig beleid Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9  aanbod  afstemming  actieve en zelfstandige rol leerlingen  contacten met ouders  interne communicatie  beroepshouding  handelingsgericht werken op schoolniveau  opbrengsten vragenlijsten:  vragenlijst voor leraren  sv vragenlijst ouders  sv vragenlijst leerlingen

X

Werkgroep ICT BICT-er Fluvium Teamvergaderingen IB-er Teamvergaderingen

X

Directie Bouwcoördinatoren

X

Evaluatiedagdeel

  

10

van

Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Directie Coördinatoren cultuur Kultuurkonnekt Teamvergaderingen Werkgroep leraren Adviseur Heutink Teamvergaderingen € 10000,Teamvergaderingen MR Marant e.d.


Voorlichting Teamvergaderingen Teamvergaderingen

X

X

Pagina 56

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2012-2016 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.



Pagina 57


Hoofdstuk 7.13

01

Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

1e

2e




Oriëntatie op en keuze van methode sociaal emotionele ontwikkeling (vervanging)

X

X



Oriëntatie op en keuze van leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling (vervanging)

X

Werkgroep leraren Adviseur heutink Teamvergaderingen € 3000,Directie Teamvergaderingen MR Teamvergaderingen MR Marant e.d. Onderbouwoverleg – IB-er Teamvergaderingen

X

Teamvergaderingen

X

Samenwerkingsverband BePO Directie – IB-er teamvergaderingen Teamvergaderingen

X

Marant e.d. Teamvergaderingen

X X

Gesprekkencyclus Klassenbezoeken

X

Directie Ouders MR

X

Evaluatiedagdeel

02

Taalleessonderwijs (3.5)



Opstellen van een taalbeleidsplan

X

X

03

Rekenen en wiskunde (3.5)



Oriëntatie op invoering coördinator rekenen in LB schaal

X

X

04


 

Beleid formuleren voor herfstleerlingen Beleid formuleren voor leerlingen die doubleren of versnellen Beleid formuleren voor meer – en hoogbegaafde leerlingen Opstellen en uitwerken van het onderwijszorgprofiel

X

Organiseren van momenten van reflectie Werken in een professionele cultuur Werken aan teambuilding / samenwerking Competentiesets structureel gebruiken Toepassen instrumenten personeelsbeleid Inzetten vragenlijst voor ouders

X

 05

Passend onderwijs Afstemming (3.15)



06

Beroepshouding (4.3)



07

Professionalisering IPB (4.4)

   

08

Contacten ouders (5.6)

09

Kwaliteitszorg

met



Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9  kwaliteitszorg  schoolklimaat  schoolleiding  kwaliteitszorg actief burgerschap  aanbod actief burgerschap  handelingsgericht werken in de groep  wetenschap en techniek  opbrengsten vragenlijsten:  vragenlijst ouders  vragenlijst leerlingen  sv vragenlijst leraren

Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Werkgroep leraren Adviseur Heutink Teamvergaderingen € 5000,-

X

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool 2012 - 2016

Pagina 58

evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2012 – 2016 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.



Pagina 59


Hoofdstuk 7.14 Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

1e

2e

01




Oriëntatie op en keuze van methode Taal

X

X

02

Taalleessonderwijs (3.5)



Ontwikkelen van een visie op Engelse taal

X

X

03

Schoolklimaat (5.3)



X

X

Teamvergaderingen

04

Passend onderwijs Afstemming (3.15) Externe contacten (5.5)



Ontwikkelen en inzetten van een registratieformulier van incidenten Implementatie onderwijszorgprofiel

X

Teamvergaderingen MR Peuterspeelzaalleidsters Leraren kleuterbouw Onderbouwcoördinator

X

Evaluatiedagdeel

05

06

Kwaliteitszorg



Verbeteren overleg peuterspeelzaalleidsters en groepsleraren kleuterbouw + bouwcoördinator onderbouw Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9  tijd (leertijd)  externe contacten  inzet van middelen  levensbeschouwelijke identiteit  ICT  rekenen en wiskunde  automatiseren bij rekenen en wiskunde  opbrengstgericht werken bij rekenen en wiskunde  opbrengsten

X

Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Werkgroep leraren Adviseur Heutink Teamvergaderingen € 20000,Voorlichting Teamvergaderingen MR

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2012 – 2016 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.



Pagina 60

FORMULIER 'INSTEMMING MET SCHOOLPLAN'

FORMULIER "Instemming met schoolplan"

School:

o.b.s. R. Lokhorstschool

Adres:

Ringelesteinstraat 2

Postcode/plaats:

4158 CP DEIL

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------VERKLARING

Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het

van 2012 tot 2016 geldende schoolplan van deze school.

Namens de MR,


________________________

plaats

________________________

datum

________________________

handtekening

________________________

naam

________________________

functie

Pagina 61

FORMULIER 'VASTSTELLING VAN SCHOOLPLAN'

FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"

School:

o.b.s. R. Lokhorstschool

Adres:

Ringelesteinstraat 2

Postcode/plaats:

4158 CP DEIL

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------

VERKLARING

Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het

van 2012 tot 2016 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.

Namens het bevoegd gezag,

________________________ plaats

________________________ datum

________________________ handtekening

________________________ naam

________________________ functie


Pagina 62

Schoolplan o.b.s. Lokhorstschool Pagina 1

Recommend Documents