Schoolplan OBS ANLOO

Schoolplan 2011-2015 OBS ANLOO

Schoolgegevens Openbare basisschool Anloo Kerkbrink 2 9467 PH Anloo Tel: 0592-272079 Website: www.anloo.picto.nl e-mail: [email protected]

Woord vooraf Schoolplanperiode Dit schoolplan bestrijkt de periode 2011-2015. Het geeft het beleid weer dat we willen voeren, en maakt duidelijk welke keuzes we daarin maken. Totstandkoming van dit schoolplan Dit schoolplan is opgesteld door de directie, in samenspraak met het team en het bevoegd gezag, de stichting PrimAH. Het bevoegd gezag heeft een format opgesteld dat gehanteerd diende te worden bij het opstellen van het plan. Na het opstellen van het schoolplan is het plan op 23 juli 2011 voor vaststelling aangeboden aan het bevoegd gezag. Het plan is op 5 juli 2011besproken met de medezeggenschapsraad. Evaluatie en voortgang van de uitvoering Jaarlijks wordt de voortgang geëvalueerd en worden de beleidsvoornemens voor het komend schooljaar vastgesteld. Het schoolplan dient als leidraad en daar waar nodig wordt de planning bijgesteld. Aan het einde van de schoolplanperiode wordt het geheel geëvalueerd. Inbedding in het kwaliteitszorgsysteem Dit schoolplan staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een integrale en cyclische aanpak van schoolontwikkeling die door alle scholen van Stichting PrimAH wordt gevolgd. In ons schoolprofiel hebben we geschetst wat voor school we willen zijn. Dat hebben we voor alle domeinen van het INK-model vertaald in kritische succesfactoren voor onze schoolontwikkeling, en deze uitgewerkt in indicatoren en doelstellingen. Tijdens de zelfevaluatie (bijlage 1) hebben we vastgesteld waar we nu staan met betrekking tot deze indicatoren en doelstellingen, en daarop is dit schoolplan gebaseerd. Bij de uitvoering van dit schoolplan wordt de schoolontwikkeling met actieplannen planmatig tot stand gebracht en borgt de bereikte resultaten, waarmee de vierjarige cyclus van Plan/Do/Check/Act afronden en weer aan een nieuwe cyclus kunnen beginnen. PrimAH Alert Voor alle scholen van de stichting zijn de indicatoren voor schoolontwikkeling opgenomen in de PrimAH Alert (zie ook Hoofdstuk 7), waarmee de scholen en het bevoegd gezag de ontwikkelingen steeds kunnen monitoren. Iedere school heeft hier toegang toe en kan de status van een doelstelling aanpassen als er wat is bereikt, en de relevante borgingsdocumenten uploaden. Hiermee wordt bereikt dat ontwikkelingen inzichtelijk en geborgd zijn, en dat steeds een actueel overzicht van de stand van zaken beschikbaar is. Op deze manier is ook de zelfevaluatie tot stand gekomen. Dit systeem is toegankelijk voor de directies (voor wat betreft hun eigen school) en voor het bevoegd gezag, dat alle scholen op deze manier kan volgen.

A. Hadderingh Directeur

Schoolplan 2011-2015 – OBS Anloo © Cadenza Onderwijsconsult – 2011

3

A.

Inhoud

Inleiding: typering van de school ............................................................................. 6 1 Visie en beleid ................................................................................................... 8 1.1 Visie............................................................................................................. 8 1.2 Beleidsvorming ............................................................................................ 11 1.3 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 13 2 Leiderschap en management ........................................................................... 14 2.1 Leiderschap................................................................................................. 14 2.2 Management ............................................................................................... 16 2.3 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 16 3 Personeel ......................................................................................................... 18 3.1 Integraal personeelsbeleid (IPB) .................................................................... 18 3.2 Instrumenten personeelsbeheer, -zorg en –sturing .......................................... 19 3.3 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 20 4 Cultuur en klimaat ........................................................................................... 22 4.1 Schoolcultuur .............................................................................................. 22 4.2 Cultuur voor medewerkers ............................................................................ 25 4.3 Cultuur voor leerlingen ................................................................................. 28 4.4 Cultuur voor ouders ..................................................................................... 28 4.5 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 31 5 Middelen en voorzieningen .............................................................................. 32 5.1 Huisvesting en uitrusting .............................................................................. 32 5.2 Financiën .................................................................................................... 33 5.3 Meerjarenonderhoudsplan gebouw ................................................................. 34 5.4 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 35 6 Management van onderwijs- en ondersteunende processen ............................ 36 6.1 Visie op ontwikkeling en onderwijs ................................................................. 36 6.2 Resultaat- en opbrengstgericht werken ........................................................... 38 6.3 Pedagogische huisstijl .................................................................................. 40 6.4 Didactisch ontwerp ...................................................................................... 40 6.5 Leerstofaanbod ............................................................................................ 42 6.6 Differentiatie ............................................................................................... 45 6.7 Leerlingenzorg............................................................................................. 46 6.8 Passend onderwijs/Implementatie 1-zorgroute ................................................ 48 6.9 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs ...................................................... 51 6.10 Lesroosters ................................................................................................. 52 6.11 Management van ondersteunende processen................................................... 53 6.12 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 56 7 Resultaatgebieden ........................................................................................... 58 7.1 Opbrengstgerichte cultuur............................................................................. 58 7.2 Waardering door de ouders, personeel, leerlingen en inspectie .......................... 58 7.3 Resultaten en opbrengsten ........................................................................... 59 7.4 Beleidslijn en indicatoren .............................................................................. 59 Bijlage 1 Zelfevaluatie ...................................................................................... 61 Bijlage 2 Beleidsvoornemens 2011-2015 ......................................................... 64 Bijlage 3 Schoolprofiel ..................................................................................... 68 Bijlage 4 Kerndoelen PO (2006) en leerstofaanbod .......................................... 71 1 Nederlands ................................................................................................. 71 2 Engels ........................................................................................................ 73 3 Rekenen/wiskunde ....................................................................................... 74 4 Oriëntatie op jezelf en de wereld ................................................................... 75 5 Kunstzinnige oriëntatie ................................................................................. 77


4

6 Bewegingsonderwijs ..................................................................................... 78 Bijlage 5 Lesroosters ........................................................................................ 79


5

Inleiding: typering van de school De Openbare Basisschool Anloo is een dorpsschool met een streekfunctie. Vanaf 1985 bezoeken de leerlingen uit Anderen onze school en vanaf 1993 ook de leerlingen uit Gasteren. Onze school valt onder het bestuur van de stichting PrimAH en is één van de vijftien openbare basisscholen in Aa en Hunze. Leerling- en ouderpopulatie Onze school wordt bezocht door leerlingen uit de dorpen Anderen, Anloo en Gasteren. De school heeft hierdoor een ‘streekfunctie’. De ouder bevolking van onze school is zeer gemêleerd en bestaat zowel uit ambachtslieden als wel uit academisch opgeleide ouders. Op de teldatum van 1 oktober 2010 bezoeken 92 leerlingen de OBS Anloo. Zij zijn verdeeld over 4 combinatiegroepen, waarbij de groepsgrootte fluctueert tussen 21 en 33. Wij hebben geen voordeel van leerlingen met gewichten en hebben drie rugzakleerlingen, voor wie we extra formatie en middelen krijgen. De uitstroom naar type onderwijs in 2009-2010 is vermeld in het jaarverslag. Het leerlingaantal loopt terug door vermindering van het aantal geboorten in het voedingsgebied Anderen, Gasteren en Anloo en zal in de toekomst een nog iets verdere terugloop laten zien. Onze school De OBS Anloo is een openbare school met een veilige leeromgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontplooien. Het is een school waar de leerling, de leerkracht en de ouder samen met plezier naar toe gaan, waar we respectvol naast elkaar staan en werken en accepteren dat zich verschillen voordoen. In het schoolprofiel (bijlage 3) staat voor ieder domein van het INK-model uitgewerkt hoe we dit proberen te bereiken. De ontwikkelingen in de maatschappij wordt van ons als school gevraagd om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Kennismaking met leeftijdsgenoten zien wij als een eerste stap. Burgerschapsvorming zien wij niet als een apart vak, maar als een vanzelfsprekend onderdeel in ons onderwijs. We willen tijdens het lesgeven de kinderen uitdagen en leren na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. De uitgangspunten van de school zijn:     

De school is bestemd voor kinderen vanaf 4 jaar. De school is zo georganiseerd dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneengesloten jaren de school kunnen doorlopen. De school stelt zich o.a. ten doel de kerndoelen te realiseren door gebruik van moderne en gestructureerde lesmethoden. Het onderwijs is zo georganiseerd dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het onderwijs is afgestemd op de ontwikkeling van de kinderen.


6

  

De school gaat er vanuit dat de kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving. De school draagt bij aan de ontwikkeling van leerlingen met aandacht voor levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden De school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing.

Samenstelling team Er werken acht parttime leerkrachten, een IB’er, een ICt’er, een directeur, een administratieve kracht en een ouder/vrijwilliger als conciërge. Binnen het taakbeleid is er ruimte voor coördinerende taken, bijvoorbeeld voor: • • • • •

Leescoördinator Coördinator Kunstmenu Bedrijfshulpverleners ICT’er (+ schaduw-ict’er) IB’er (+ schaduw IB’er)

Bevoegd gezag OBS Anloo valt onder het bevoegd gezag van de stichting PrimAH. Het bestuur vormt het bevoegd gezag van alle scholen van de Stichting PrimAH, zijnde alle 15 openbare basisscholen in de gemeente Aa en Hunze. Taken en verantwoordelijkheden van bestuur en toezicht zijn helder gescheiden. Daarbij is de betrokkenheid van leerlingen en ouders uitdrukkelijk gewaarborgd. Het bovenschools management wordt gevormd door de algemeen directeur, Saakje Berkenbosch. Zij geeft leiding aan de gehele organisatie van de Stichting. In het managementstatuut is vastgelegd welke taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag zijn gemandateerd aan de algemeen directeur. Ze wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een stafbureau.


7

1

Visie en beleid Wij staan voor kwalitatief goed onderwijs. Hart voor kinderen en hart voor personeel. Werken op basis van vertrouwen.

1.1

Visie

De doelstellingen van de school worden bepaald door het wettelijk kader waarbinnen de school opereert, en de eigen visie van de school met betrekking tot identiteit, ontwikkeling van kinderen, zorg en begeleiding, pedagogisch concept, didactisch concept en het bevorderen van zelfstandigheid, contacten met ouders en ICT.

1.1.1

Wettelijk kader en kerndoelen

De visie en doelstellingen van de school zijn grotendeels bepaald door de Wet op het Primair Onderwijs en de vastgestelde kerndoelen. Belangrijk is hierbij dat:  

  

Alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen; Het onderwijs gericht is op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling van de leerlingen, maar ook op de ontwikkeling van de creativiteit, noodzakelijke kennis, sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden; Ervan uitgegaan wordt dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; Het onderwijs gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; Dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.

1.1.2

Identiteit

De obs Anloo moet een veilige, prettige leeromgeving zijn, met duidelijke en directe instructie op niveau voor elk kind. We willen kwaliteit leveren op het gebied van onderwijs en buitenschoolse activiteiten. Samen zorgen we voor een goede interactie tussen ouders, leerlingen en leerkrachten. De OBS Anloo kan het best gekenschetst worden als de samenwerkende school:   

Samenwerken slaat hier op het feit dat je als individu ook een sociaal wezen bent, dat altijd anderen om zich heen nodig heeft om optimaal te kunnen functioneren Samenwerken slaat op het samenwerken van kinderen, leerkrachten en ouders. Samenwerken slaat op de op onze school aanwezige sfeer van werken, waarin kinderen van 4 t/m 12 jaar samen activiteiten ontplooien.


8

1.1.3

Ontwikkeling van kinderen

We willen de school zo inrichten dat een continu ontwikkelingsproces bij de kinderen wordt bewerkstelligd. Dit geldt voor alle aspecten: de verstandelijke, emotionele, sociale, motorische en creatieve ontwikkeling. Samen met de ouders proberen we een bijdrage te leveren aan het functioneren van elk kind op zijn/haar niveau. Daarbij houden we rekening met de geaardheid van de kinderen, verschil in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Het kan voorkomen dat na overleg met de ouders besloten wordt de leertijd te verlengen. 1.1.4

Zorg en begeleiding (Geen visie en beleid)

Door een goede zorg structuur waarborgen we dat alle leerlingen op onze school zich op hun nieveau kunnen ontwikkelen. Aan de hand van toetsen bepalen we het niveau. Na de periodieke methode onafhankelijke toetsing vinden groeps- en leerlingbesprekingen plaats. Daarna worden indien nodig handelingsplannen opgesteld. Deze plannen sluiten zo veel mogelijk aan bij het niveau van positieve screening, d.w.z. ze sluiten aan bij wat het kind wel kan. Op deze wijze bieden we onze leelringen een maximale ontplooiing. De Eggolijst gebruiken we om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. We hanteren het protocol ‘leesproblemen en dyslexie’ om problemen op het gebied van lezen zo vroeg mogelijk in kaart te brengen. De school beschikt over een goed leerlingvolgsysteem. 1.1.5

Pedagogische huisstijl

Wij hechten veel waarde aan een goed schoolklimaat, waarbij het samenwerken een belangrijk uitgangspunt is. Dat klimaat wordt grotendeels bepaald door de omgang met elkaar, maar ook door het plezier waarmee gewerkt wordt en de inrichting van de lokalen. De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor het goed kunnen functioneren in de maatschappij. Wij streven naar een vriendelijk en veilig klimaat met orde, rust en regelmaat, want pas als een kind zich veilig voelt, kan het zich optimaal ontwikkelen en verantwoord omgaan met verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. We bewerkstelligen dit door o.a. te werken aan een goede sfeer in de groepen en het werken met duidelijke dagen weektaken. De leerlingen werken met vrijheid in gebondenheid, zelfstandig binnen de blokuren. Ook normen en waarden spelen hierbij een grote rol. We hanteren een zorgsysteem dat elk kind de kans biedt zijn eigen mogelijkheden in emotionele balans te ontwikkelen. Zo nemen ook ‘rugzakleerlingen’ een geaccepteerde plaats in binnen onze school. Belangrijk bij een goed klimaat zijn tevens de contacten en de omgang met ouders. Ouders moeten laagdrempelig de school kunnen binnenstappen als zij behoefte hebben aan contact/overleg. 1.1.6

Didactisch concept: bevordering zelfstandigheid

Door het geven van instructie volgens het Directe Instructie Model (DIM), door goed klassenmanagement, door het maken van trendanalyses van de toetsgegevens en met oog voor het welbevinden van onze leerlingen willen we dat onze leerlingen het maximale van hun kunnen bereiken, respectvol met elkaar omgaan, vertrouwen in zich zelf, elkaar en hun toekomst hebben.


9

We vinden op onze school een goede sociaal-emotionele ontwikkeling een voorwaarde voor een goede evenwichtige ontwikkeling van onze leerlingen. Daarom beginnen we o.a. een aantal ochtenden met een kring waarin de leerlingen de dingen die hen erg bezighouden, kunnen delen met hun medeleerlingen en hun leerkracht. We hechten veel waarde aan:  

De ontwikkeling van het besef van normen en waarden, en stellen die o.a. Regelmatig aan de orde in de kring Het samen opstellen en evalueren van klassen- en schoolregels en omgangsvormen tussen leerlingen, leerkrachten en ouders ( hanteren van het pestprotocol)

We stimuleren het verantwoordelijk zijn voor jezelf, maar ook voor anderen o.a. door kinderen te laten samenwerken in heterogene groepen (creatieve middag, projecten, vieringen) en samenspelen in de gezamenlijke pauzes (4-12 jarigen). Niet alleen de eindtermen, maar ook de kunstzinnige, culturele en creatieve ontwikkeling zijn belangrijke facetten van ons basispakket. Het zelf vinden van oplossingen voor vragen of problemen wordt benadrukt. Zelfstandig werken en samenwerken zijn daarbij belangrijk. Binnen een duidelijke structuur van dagen weektaken worden leerlingen uitgedaagd en gestimuleerd zelf op zoek te gaan naar antwoorden en zelf verantwoordelijk te zijn voor hun prestaties. 1.1.7

Contacten met ouders

Het bevorderen van de ouderbetrokkenheid blijft onze aandacht houden. Een goed contact tussen school en ouders komt zeker het kind ten goede. De school en de ouders hebben in deze een inspanningsverplichting en het is goed van elkaar te weten wat wel en niet van je verwacht wordt. Geregelde contacten tussen ouders en school, in welke vorm dan ook bevorderen de goede wisselwerking tussen beide partijen. Informatie naar ouders en inspraak door ouders over het gevoerde beleid zijn voor ons belangrijke zaken. We willen de ouders goed informeren ( informatie avonden, ouderavond, schoolgids, nieuwsbrief, prikborden, website e.d.) over het te voeren beleid. De personeelsvergadering en de medezeggenschapsraad worden nauw betrokken bij de besluitvorming over diverse onderwerpen. Zo proberen we te bereiken dat het beleid van de school wordt uitgedragen en ondersteund door de ouders. 1.1.8

ICT

We willen de ontwikkelingen met betrekking tot de informatie- en communicatietechnologie gaan niet aan onze school voorbij laten gaan. Computers vormen dan ook een steeds verder groeiend onderdeel van onze school. Het werken met de computer valt uiteen in de volgende onderdelen: • • •

Oefenen Zorgverbreding Computervaardigheden


10

• Ontspanning We willen de komende jaren extra investeren in de aanschaf van twee extra digitale schoolborden en extra computers in de groepen.

1.2

Beleidsvorming

1.2.1

Managementmodel

De kwaliteitszorg is bij ons cyclisch van aard. Schematisch weergegeven werken we als volgt:

Ver b et er p lan n en Sch o o lp lan

Be zin n in g

Ev aluat ie

Plan n in g

Wer ken vo lg en s u it vo er in g sd o cu m en t en : • Han d leid in g IPB • Han d leid in g zo r g st r u ct u u r • Han d leid in g On d er w ijs • Han d leid in g kw alit eit szo r g

Uit v oe r in g

Qu ick scan kw alit eit sd o cu m en t en Zelf evalu at ier ap p o r t Sch o o lg id s

Bijg est eld e ver b et er p lan n en Be zin n in g

Evalu at iever slag en ver b et er p lan n en Evalu at iever slag en u it vo er in g sd o cu m en t en Evalu at iever slag en r esu lt at en en o p b r en g st en Jaar ver slag

Ev alu at ie

Plan n in g

Uit v o e r in g

Bijg est eld e u it vo er in g sd o cu m en t en

Om zo concreet mogelijk over de kwaliteitszorgcyclus te kunnen praten, koppelen wij er relevante schooldocumenten aan. Binnen ons systeem van cyclische en integrale kwaliteitszorg is gekozen voor het INK-model. Een sterk punt van het model is, dat het helpt om de samenhang tussen de processen inzichtelijk en logisch te beschrijven. We zijn proactief en alert ten aanzien van het beoordelen van de kwaliteit van ons onderwijs. We bepalen vooraf nog nadrukkelijker onze koers en gaan na of we onze (onderwijs)doelstellingen hebben bereikt (evidence based), op leerling-, groeps-, school- en bovenschools niveau.


11

PrimAH Alert Samen met Cadenza Onderwijsconsult is een Early Warning System ontwikkeld, genaamd PrimAH Alert, dat gekoppeld is aan onze cyclische en integrale kwaliteitszorg. PrimAH Alert is opgebouwd uit: 

  



Harde indicatoren voor kwaliteit; aan de hand van uitgebreid (wetenschappelijk) onderzoek binnen het primair onderwijs zijn deze indicatoren opgesteld en komen grotendeels voort uit het wettelijk toezichtskader. De kritische succesfactoren van de doelstellingen van het strategisch en managementbeleidsplan van Stichting PrimAH. Succesfactoren die van belang zijn om ‘in control’ te blijven. Succesfactoren waarop de schooldirecteuren hebben aangegeven beoordeeld te willen worden als het gaat om verantwoording afleggen over de kwaliteit van hun scholen (dit aan de hand van hun schoolplan/actieplannen). De onderdelen van het INK model.

PrimAH Alert waarschuwt ons als school en ons bestuur op tijd voor terugval in prestaties van onze school en leerlingen. PrimAH Alert focust op opbrengsten in de breedste zin van het woord, dus meer dan alleen de indicatoren vanuit de Wet op Onderwijstoezicht. Met behulp van PrimAH Alert bewaken we of onze school de gewenste kwaliteit realiseert en bewaakt het bevoegd gezag de kwaliteit van alle PrimAH scholen. 1.2.2

Omgevings- en toekomstgerichtheid

De school heeft te maken met allerlei ontwikkelingen, die deels vanuit de overheid komen, zoals Passend Onderwijs en het inspectietoezicht, en deels vanuit de eigen omgeving van de school, zoals de ontwikkelingen met betrekking tot WSNS en tot de ouders. Passend Onderwijs We vinden dat Passend Onderwijs zo veel mogelijk op school en in de klas moet worden vormgegeven. Voor het doorvoeren van Passend Onderwijs hanteren we de uitgangspunten van de 1-Zorgroute. Vooral omdat deze zorgroute de leerkracht centraal zet en uitgaat van het werken, denken en praten vanuit de onderwijsbehoeften van leerlingen. We richten ons binnen Passend Onderwijs niet op welke leerlingen we nog meer naar onze scholen toe kunnen geleiden (richting inclusief). We focussen ons op het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs voor alle leerlingen op alle niveaus. In het schooljaar 2011-2012 stellen we een onderwijszorgprofiel op. In dit profiel beschrijven we welke basiszorg we bieden en welke gespecialiseerde zorg we (eventueel met hulp van derden) kunnen bieden. We leggen hierin afspraken vast over ondersteuning en deskundigheidbevordering van ons team, die nodig is om het onderwijszorgprofiel te kunnen realiseren. WSNS Onder de naam Weer Samen Naar School zijn alle basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs op regionaal niveau ondergebracht in samenwerkingsverbanden. In het samenwerkingsverband Veendam werkt onze school met andere basisscholen samen met de speciale school voor basisonderwijs Monnereauschool in Veendam.


12

In het samenwerkingsverband wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk leerlingen op te vangen in het gewone basisonderwijs. De verbreding van de zorg in de basisscholen vraagt dan ook veel aandacht. Elk jaar stelt het samenwerkingsverband een zorgplan op. Het bevat een terugblik op de afgelopen jaren, een beschrijving van de resultaten en de plannen voor het komend jaar. De interne begeleider en de directeur onderhouden de contacten met het samenwerkingsverband.

1.3 1.3.1

Beleidslijn en indicatoren Huidige situatie

Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Visie en Beleid verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 1.3.2

Indicatoren/kengetallen om de beleidsvoornemens meetbaar te maken

Op basis van de zelfevaluatie en van de beleidsvoornemens die (bovenschools) zijn geformuleerd, hebben we de volgende doelstellingen voor de komende schoolplanperiode vastgesteld. Doelstelling

Resultaat 11/12

Visie en beleid De schoolgids voldoet aan de wettelijke eisen. In 2012 is een onderwijszorgprofiel vastgesteld op basis van de visie vanuit de 1zorgroute.

De ouders waarderen de schoolgids met een ‘goed’. Het onderwijszorgprofiel is opgenomen in een document en vastgesteld.


x

Jaar van uitvoering 12/13 13/14 14/15 x

x

x

x

13

2

Leiderschap en management

‘Goed leiderschap doet goed volgen’

2.1

Leiderschap

2.1.1

Onderwijskundig en opbrengstgericht leiderschap

De schooldirecteur is verantwoordelijk voor:         

De overlegstructuren binnen de school De onderwijskundige zaken en de leerlingenzorg De uitvoering van het integraal personeelsbeleid De uitvoering van het (meerjaren) scholingsplan voor zover het scholing voor de eigen teamleden betreft De taakverdeling binnen de school Het beheer van de schoolgebouwen Zaken die voorvloeien uit verhuur of medegebruik van het schoolgebouw Het meerjarenplan voor aanschaf lesmethodes Het zelfbeheerbudget

Wij vinden het cruciaal dat de rol van schooldirecteur verandert van een manager naar een opbrengstgerichte en onderwijskundige leider. De schooldirecteur richt zich meer op het onderwijskundig leiden van de school. Het gedachtegoed van Michael Fullan is daarbij sturend. Dat is voor ons een aanmerkelijke uitdaging binnen de projecten Duurzaam Leren en Opbrengstgericht Werken. Daarom is in het kader van Duurzaam Leren (Agenda voor de Veenkoloniën), onder begeleiding van E&S, een professionele leergemeenschap ingericht voor de basisschooldirecteuren. 2.1.2

Professionele Leergemeenschap (PLG)

Leren kan niet in een isolement en daarom stimuleren we dat leraren en schoolleiders van en met elkaar (en van en met experts) kunnen leren. Leraren en schoolleiders moeten elkaar aan het werk zien, elkaar consulteren, ervaringen delen over wat wel en niet werkt en waarom. Zij moeten de resultaten bespreken en vooral in de klas het onderwijs aan de kinderen verstevigen en verbeteren. 2.1.3

Besluitvormingsprocedures

De algemeen directeur draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van besluiten zoals ze worden genoemd in het managementstatuut. Minimaal vijf keer per jaar vergadert de algemeen directeur met de directeuren van scholen (Dibo). Ter voorbereiding van deze vergadering zijn vier werkgroepen ingesteld, te weten voor:   

Onderwijskundige zaken Personele zaken Algemene zaken


14



Financiële zaken en huisvesting

Alle directeuren zitten in één van de bovengenoemde werkgroepen. Tijdens de Dibo’s worden de verslagen en voorstellen van deze werkgroepen geagendeerd. In het managementstatuut is omschreven welke zaken ter vaststelling aan het bevoegd gezag worden voorgelegd en welke aan de algemeen directeur. Indien nodig wordt instemming of advies gevraagd aan de (G)MR. 2.1.4

Strategische beleidsvorming en leiderschap

Strategische beleidsvorming Een aantal stappen is gezet om te komen tot strategisch beleid: •

•

In het kader van de invoering van de lumpsumfinanciering is een (eigen) formatiebeleid opgezet, genaamd ‘Formatie op Maat’. Hiermee is reeds een jaar voor invoering van de lumpsumfinanciering gewerkt. Dit is tevens een beheersinstrument voor de personele lasten. In de notitie lumpsumbeleid is een analyse gemaakt van de risico’s en kansen die lumpsumfinanciering ons biedt en een beleid uitgezet om de gezonde financiële positie te borgen.

Leiderschap Het Dibo heeft in 2006 een statement opgesteld ‘Werken op basis van vertrouwen’. vertrouwen is een voorwaarde voor het nemen van verantwoordelijkheid, het maakt veel beheersinstrumenten overbodig: • • • • • • • • •

We hebben een brede rolopvatting, een hoge mate van betrokkenheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. We hebben vertrouwen in elkaar en in anderen (team, bestuur), maar zijn wel waakzaam. We zijn voorspelbaar en consistent. We zijn helder in onze communicatie. We tonen voorbeeldgedrag en zijn integer. We kunnen loslaten en er is ruimte voor fouten. We zoeken en bieden hulp en steun. Er is een vrije uitwisseling van kennis en informatie. Het groepsbelang gaat boven het persoonlijk belang, maar we zijn wel betrokken bij wel en wee van personen.

Dit statement geeft duidelijk de leiderschapsstijl van de algemeen directeur en de schooldirecteuren weer. 2.1.5 • • • • • • •

Directievergadering

De directie heeft zitting in de plenaire Dibo-vergadering De bovenschoolse directeur stelt de agenda op en maakt een verslag In het managementstatuut staan de bevoegdheden omschreven De 4 werkgroepen brengen (schriftelijk) verslag uit van hun adviezen De bijeenkomst vindt plaats op het stafbureau De ‘post’ wordt verzonden per e-mail Het onderwijsbureau biedt ondersteuning


15

•

Besluitvorming op basis van consensus/stemming

2.2

Management

Het management van de school is goed zichtbaar, geeft een positieve aansturing en heeft een luisterend oor voor signalen uit de praktijk. Het zorgt voor een duidelijk schoolplan, met een onderwijskundig meerjaren- en jaarplan. Door te zorgen voor een evenwichtige planning, ondersteuning en uitvoering wordt er zoveel als mogelijk gestuurd op kwaliteiten.

2.3 2.3.1


Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Leiderschap en Management verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 2.3.2


Op basis van de zelfevaluatie en van de beleidsvoornemens die (bovenschools) zijn geformuleerd, hebben we de volgende doelstellingen voor de komende schoolplanperiode vastgesteld.

Doelstelling

Resultaat 11/12

Leiderschap De communicatie vanuit de directie is helder en duidelijk. Het onderwijskundig leiderschap van de directeur is goed te noemen.

De vergadering zijn effectief. De directeur is een verandermanager. De directeur werkt aantoonbaar planmatig.

Er wordt gestuurd op data.

Afspraken omtrent de communicatie vanuit de directie zijn vastgelegd. De afspraken worden nagekomen. 90% van het team beoordeelt het onderwijskundig leiderschap met ‘goed’. De directeur van de school heeft het werken met de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag geïmplementeerd. 90% van de teamleden waardeert de verschillende vergaderingen als effectief. In 2015 kent de schooldirecteur veranderstrategieën en past deze (aantoonbaar) toe. In 2012 is de schooldirecteur in staat om met zijn team aantoonbaar planmatig en resultaatgericht te werken. In 2012 kan de schooldirecteur met zijn team data genereren en bruikbare analyses maken.


Jaar van uitvoering 12/13 13/14 14/15

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

16

Doelstelling

Resultaat 11/12

Professionele leergemeenschap is geïmplementeerd.

De directeur heeft een licentie t.a.v. de vaardigheidsmeter. De vaardigheidsmeter is geïmplementeerd.

Tevredenheid t.a.v. het schoolmanagement.

In 2014 heeft de school (professionele) leergemeenschappen gevormd volgens het principe van Michael Fullan. In 2013 heeft iedere schooldirecteur de licentie voor de Vaardigheidsmeter instructiegedrag. In 2013 heeft elke directeur bij alle leerkrachten van zijn team de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag afgenomen. In 2014-2015 is 90% van het personeel tevreden over het schoolmanagement.



x

x

x

17

3

Personeel

Capabel, vitaal en gemotiveerd personeel is van cruciaal belang om kwalitatief goed onderwijs te kunnen verzorgen.

3.1 3.1.1

Integraal personeelsbeleid (IPB) CAO Primair Onderwijs

Voor de weten regelgeving verwijzen wij naar het geldende Kaderbesluit Onderwijspersoneel en de van toepassing zijnde CAO Primair Onderwijs. Voor alle personeelsleden geldt de collectieve arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs. Aan alle personeelsleden is dit boekwerkje uitgereikt en ieder kan kennis nemen van de rechten en de plichten. 3.1.2

Ontwikkelingen van IPB binnen de school (en/of stichting)

Het management en het bestuur houden t.a.v. het personeelsbeleid rekening met ontwikkelingen die door de landelijke overheid in gang worden gezet en er zal waar nodig nieuw beleid worden opgesteld. Tijdens de planperiode 2011-2015 wordt stapsgewijs de functiemix ingevoerd. In 2014 moet 46% van alle leerkrachten in LB zitten. Binnen ons team kennen we de functies directeur, leerkracht en intern begeleider. Bij verdere specificering van werkzaamheden is er momenteel alleen sprake van taakdifferentiatie. Met de functiemix stimuleren we de verdere ontwikkeling én mobiliteit van leerkrachten, met lesgevende taken. Eén en ander is omvat in de kadernotitie Functiemix. Leidinggevenden gaan daarnaast met de vaardigheidsmeter instructiegedrag aan de slag. De vaardigheden van de leerkracht en het team worden als geheel getoetst. 3.1.3

Wet BIO (Wet Beroepen In het Onderwijs)

Alle teamleden beschikken over een bekwaamheidsdossier en schrijven jaarlijks een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het POP wordt onderdeel van de vaardigheidsmeter instructiegedrag. In de wet BIO is geregeld dat onderwijspersoneel bekwaam dient te zijn en te blijven bij de uitoefening van hun beroep. Werkgever en werknemer hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het bekwaamheidsdossier is de bouwsteen voor een meerjaren personeelsplanning en het integraal personeelsbeleid. Het bekwaamheidsdossier is een middel om greep te krijgen op de eigen beroepskwaliteit en de ontwikkeling daarvan. 3.1.4

In de praktijk

Leraren omschrijven de taken, mogelijkheden, de verwachtingen, wensen en ambities en geven antwoord op de vraag: hoe verloopt de (professionele) ontwikkeling? Tijdens het functioneringsgesprek komt het bekwaamheidsdossier ter sprake. De leerkracht is zelf


18

verantwoordelijk voor de inhoud van het bekwaamheidsdossier. De schoolleiding bewaart de dossiers. Er is een hoge mate van correlatie tussen kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid. Kwaliteitszorg bestaat uit het beschrijven, beoordelen en verbeteren van de doelen van de school en integraal personeelsbeleid richt zich op het beschrijven, beoordelen en verbeteren van de competenties en criteria van de medewerkers. Hoe meer de relatie tussen doelen en competenties en criteria één op één is, hoe meer de school zich op de gewenste manier ontwikkelt wanneer de medewerkers zich ontwikkelen. 3.1.5

Sollicitatiecode

In de notitie “Sollicitatieprocedure” staat omschreven hoe gehandeld wordt bij het vervullen van vacatures. Bij het werven en selecteren van nieuwe personeelsleden zijn we voor het opbouwen van een evenwicht tussen mannen en vrouwen, al staat de kwaliteit/deskundigheid van de te benoemen kandidaten voorop. In de notitie is eveneens aangegeven hoe te werk wordt gegaan bij het werven en selecteren van personeel en de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in een management.

3.2

Instrumenten personeelsbeheer, -zorg en –sturing

Het IPB is de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. In het kader van het IPB zijn onderdelen uitgewerkt en vastgelegd in notities. Deze staan vermeld op het digital portal Fronter en handboek ‘soldaat’. 3.2.1

Begeleiding startende leerkrachten en invallers

Er valt onderscheid te maken tussen leerkrachten die al over enige ervaring (reeds verbonden waren aan een andere school) en leerkrachten die nauwelijks over ervaring beschikken. We vinden het belangrijk dat leerkrachten zich goed en snel moeten kunnen inwerken. Er wordt een traject, genaamd ‘jonge honden’ aangeboden en er kan waar nodig een beroep gedaan worden op collegiale ondersteuning. Voor de invallers wordt jaarlijks een invallersbijeenkomst georganiseerd. 3.2.2

Taakbeleid

Er is een notitie taakbeleid aanwezig op elke school. In het taakbeleid is de taakomschrijving, -belasting, -verdeling en -differentiatie voor onderwijsgevenden vastgesteld. De taken van de leerkrachten bestaan uit lesgevende en niet-lesgevende taken. De richtlijnen zoals genoemd in de CAO-PO dienen als uitgangspunt. Tijdens de functioneringsgesprekken worden de taken individueel besproken en na de planningsvergadering aan het einde van ieder schooljaar opnieuw vastgesteld. 3.2.3

Functioneringsgesprekken

De directie is belast met het voeren van functioneringsgesprekken van de leerkrachten. De vaardigheidsmeter wordt hier onderdeel van. De algemeen directeur voert functioneringsgesprekken met de directie en legt schoolbezoeken af. Van de gesprekken wordt een (vertrouwelijk) verslag gemaakt.


19

3.2.4

Bevorderen mobiliteit

Binnen de Stichting PrimAH is beleid gemaakt ten aanzien van het bevorderen van de mobiliteit. De algemeen directeur voert gesprekken met de leerkrachten in het kader van de mobiliteit. 3.2.5

Scholing

Onder scholing wordt verstaan: een opleiding, een cursus, bijhouden van vakliteratuur, collegiale consultatie, intervisie, supervisie, coaching e.d. De scholing kan gericht zijn op individuele personen maar ook op groepen/teams. Daar waar mogelijk wordt scholing (bovenschools) geclusterd. Elke medewerker wordt geacht 10% van de jaartaak te besteden aan scholing. Alle scholingswensen worden jaarlijks in een scholingsplan meegenomen. Er wordt rekening gehouden met het beschikbare budget. In diverse notities is het beleid t.a.v. scholing vastgelegd. We verwijzen naar de lijst van notities en protocollen m.b.t. het IPB op het digitale portal (Fronter).

3.3 3.3.1


Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Personeel verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). De analyse van het Early Warning System PrimAH Alert geeft aan dat de huidige gesprekscyclus onvoldoende bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerkrachten en de bekwaamheidsdossiers niet volledig op orde zijn. 3.3.2


Om te weten te komen aan welke vaardigheden (competenties) een leerkracht moet werken, gaat de directeur de vaardigheidsmeter instructiegedrag uitvoeren tijdens de klassenbezoeken. Met deze meter kan de leidinggevende de vaardigheden van de leerkrachten en het team als geheel toetsen. De indicatoren die we in de vaardigheidsmeter gebruiken, komen overeen met die van de inspectie van het onderwijs. Zowel de pedagogische als de didactische vaardigheden van de leerkrachten worden in kaart gebracht. De vaardigheidsmeter is bedoeld om op constructieve wijze te worden gebruikt. Dat wil zeggen: voor en door teams die met open vizier en op basis van respect willen werken aan het verbeteren van hun vaardigheden. De introductie van dit instrument moet zorgvuldig gebeuren, zowel communicatief als inhoudelijk. De directeur wordt daarom getraind in het gebruik van de vaardigheidsmeter. Meten is één ding. Nog belangrijker is, dat er op basis van de uitkomsten actie volgt waar dat nodig is. Afhankelijk van de uitkomsten van de vaardigheidsmetingen in het team, worden passende workshops aangeboden. Op basis van de zelfevaluatie en van de beleidsvoornemens die (bovenschools) zijn geformuleerd, hebben we de volgende doelstellingen voor de komende schoolplanperiode vastgesteld.


20

Doelstelling

Resultaat 11/12

Personeel De teamleden worden goed begeleid. Er is een systeem van collegiale consultatie.

Er is bij de teamleden een goede balans tussen werk en privé. De afspraken en besluiten zijn geborgd. De IB’er is capabel en competent.

De teamleden zijn geschoold t.a.v. de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag. Begeleiding leerkrachten is geborgd.

De vaardigheidsmeter is geïmplementeerd De gesprekkencyclus is geïmplementeerd.

Het bekwaamheidsdossier is geïmplementeerd.

100% van de teamleden is capabel en competent. De collegiale consultatie is in een document vastgelegd. De collegiale consultatie is geïmplementeerd. Door de invoering van de collegiale consultatie is een beter zicht op de doorgaande lijnen ontstaan. 90% van de teamleden ervaart de balans tussen werk en privé als goed. De afspraken en besluiten worden nagekomen en uitgevoerd. De IB’er maakt deel uit van een professionele leergemeenschap. De zorgstructuur voldoet aan de normen van de Inspectie. Teamscholing Vaardigheidsmeter Instructiegedrag is door alle teamleden gevolgd. In 2015 is in een notitie vastgelegd op welke wijze startende leerkrachten en invallers worden begeleid en ingewerkt. In 2013 is 90% van alle leerkrachten gecertificeerd in het kader van de Vaardigheidsmeter instructiegedrag Er is in 2015 een volledige gesprekscyclus ingevoerd. De gesprekkencyclus wordt onder andere gebruikt als evaluatie van het personeelsbeleid. Het instrument “vaardigheidsmeter instructiegedrag” is hierbij leidend. In 2015 zijn de competenties van de personeelsleden in beeld gebracht en vastgelegd in een bekwaamheidsdossier en kunnen de personeelsleden het nut en de noodzaak van dit dossier benoemen.



x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

21

4

Cultuur en klimaat

Hart voor kinderen en hart voor personeel. We bouwen met vertrouwen aan een PrimAH toekomst.

4.1 4.1.1

Schoolcultuur Leerklimaat

We willen het goede uit het verleden bewaren en streven in een sfeer van openheid, eerlijkheid, saamhorigheid en met respect voor elkaar via professionalisering naar verbetering van ons onderwijs. Er is aandacht voor een duidelijke structuur (o.a. ingezet met DIM), werken met groeps- en handelingsplannen verder aan de ontwikkeling van ons onderwijs. Met name het sociaal-emotionele aspect vinden we erg belangrijk. Wij vinden dat onze school zich niet alleen moet beperken tot de schoolvakken, maar de kinderen ook moet leren op een goede manier met elkaar om te gaan. Kinderen moeten leren samen te werken en in een toenemende mate zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen doen en laten. Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Wij hechten veel waarde aan een goed schoolklimaat, waarbij het samenwerken een belangrijk uitgangspunt is. Dat klimaat wordt grotendeels bepaald door de omgang met elkaar, maar ook door het plezier waarmee gewerkt wordt en de inrichting van de lokalen. De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor het goed kunnen functioneren in de maatschappij. 4.1.2

Verwachtingen over leerprestaties van leerlingen

Onze leerlingen ontwikkelen zich over een leerperiode van 8 basisschooljaren volgens de bij hun leeftijd behorende ontwikkelingsnormen. Deze worden twee keer per jaar getoetst en besproken in het team. Als ze niet voldoen aan de normen wordt er actie in de vorm van handelingsplanning ondernomen en later weer getoetst om te controleren of hun ontwikkleing nu wel aan de eisen voldoet. Als een leerling onze school verlaat dan heeft deze leerling zich een houding, vaardigheden, kennis (die voldoet aan de eindtermen) en inzichten eigen gemaakt die hem in staat stellen zo zelfstandig mogelijk zijn weg te vinden in het vervolgonderwijs en de maatschappij. Hij heeft zijn eigen mogelijkheden op onderwijskundig en sociaal gebied optimaal kunnen ontplooien, heeft oog voor zijn omgeving, kan gewenst en ongewenst gedrag, hoofd- en bijzaken onderscheiden en is op zijn eigen wijze sociaal, maar ook sociaal weerbaar en respectvol. Hij heeft een positief kritische houding ontwikkeld naar de maatschappij, maar ook naar zichzelf en zijn eigen werk. Hij accepteert en staat open voor onderlinge verschillen en andere culturen. De laatste twee opmerkingen gerelateerd aan de 12-jarige leeftijd en voor zover dit binnen de mogelijkheden van leerlingen op die leeftijd ligt.


22

4.1.3

Feedback voor leerkrachten.

Het personeel heeft afspraken gemaakt over de organisatie in de klas. Een belangrijk deel daarvan is de administratie in de klas. Op deze wijze willen we bewerkstelligen dat er sprake is van uniformiteit. Daarnaast is er ruimte voor een individuele invulling door de leerkracht voor specifieke onderwerpen, die vaak gerelateerd zijn aan een bepaalde groep. Met privégevoelige zaken wordt zorgvuldig omgegaan. De IB’er coacht de leerkracht hierin. De leerkracht legt de planning en de leerresultaten schriftelijk vast. Dit is belangrijk voor het uitbrengen van rapportages ( bv. naar ouders) en het overdragen van de klas (bv. aan de duo-partner of aan invallers). De leerkracht die eindverantwoordelijk is voor de klas, draagt zorg voor een goede administratie. De leerkrachten verzorgen de oudergesprekken. In diverse mappen bewaart de leerkracht de protocollen en houdt hij/zij bij welke afspraken en regelingen gelden. Dit gebeurt in de/het: •

Map Leerlinggegevens in de personeelskamer met toetsuitslagen van het Citoleerlingvolgsysteem • Klassenmap. Hierin zit alle noodzakelijke informatie over de leerlingen, cijferlijst, absentie e.d. • Logboek. Hierin staat de planning en de evaluatie van de dagelijkse gang van zaken. Dit logboek wordt dagelijks bijgewerkt. De jaarplanning wordt overgenomen in de klassenmap. • Toetsmap. In deze map worden de resultaten van methodetoetsen bewaard. • Personeelsvergadering. In een centrale map in de personeelskamer worden de agenda’s en de verslagen van de personeelsvergadering bewaard. • Telefonische melding absentie. Bij een absentiemelding geeft degene die deze melding aanneemt dit meteen door een • de betreffende leerkracht. • Handleidingen/leermiddelen. De handleidingen bij de diverse methoden e.d. hebben een centrale plaats in de klas. Door klassen bezoeken, functioneringsgesprekken en de dit jaar in te voeren vaardigheidsmeter instructiegedrag krijgt de leerkracht reflectie op zijn/haar handelen. De directies werken in leergemeenschappen. Dit schooljaar wordt dit ook voor de IB’ers ingevoerd en voor het team maken we dit schooljaar een start met het functioneren als leergemeenschap.

Zie verder ons protocol Dossiervorming. 4.1.4

Leeromgeving

We willen het goede uit het verleden bewaren en streven in een sfeer van openheid, eerlijkheid, saamhorigheid en met respect voor elkaar via professionalisering naar verbetering van ons onderwijs. Er is aandacht voor een duidelijke structuur d.m.v. het DIM. We werken met groepsoverzichten en groepsplannen verder aan de ontwikkeling van ons onderwijs. Het sociaal-emotionele aspect vinden we erg belangrijk.


23

4.1.5

Gedragsregels

In de schoolgids zijn de gedragsregels (gewenst gedrag) nader omschreven. In de teamvergadering worden de school- en gedragregels regelmatig geëvalueerd. Waar nodig vindt overleg met de medezeggenschapsraad plaats. 4.1.6

Externe contacten

Samenwerking binnen de stichting PrimAH Regelmatig komen de directeuren van de scholen van de stichting PrimAH bijeen. Allerlei zaken worden besproken en waar mogelijk op elkaar afgestemd. Er zijn werkgroepen gevormd die een bepaald onderdeel van het onderwijsbeleid voorbereiden. De directeur maakt deel uit van een intervisiegroep die zo’n 6 x per jaar bijeen komt. Verder zijn er veel informele contacten tussen de verschillende directeuren. Het geheel wordt ondersteund door het onderwijskundig bureau van de stichting. De IB’ers starten binnen de stichting dit schooljaar eveneens met een netwerkoverleg. Voortgezet onderwijs De kinderen gaan naar vervolgscholen in Zuidlaren, Assen, Gieten, Groningen of Haren. De school werkt met een protocol Overgang naar het VO. Pedagogische centra (PABO) Hogescholen verzorgen de opleiding en geven tevens na- en bijscholingen. Onze school is regelmatig stageschool voor Pabo-studenten en ook studenten van het MBO lopen incidenteel bij ons stage. Dit schooljaar krijgen we 2 stagiaires van de pabo en hebben we 1 lio-stagiaire aangevraagd. Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), OSG en VOS/ABB De genoemde instanties ondersteunen bestuur en directie bij het opstellen van beleidsplannen. Bibliobus/bibliotheek De bibliobus verzorgt in samenwerking met de bibliotheek in Annen voor de school allerlei excursies, tentoonstellingen en projecten die tot doel hebben het lezen van de kinderen te stimuleren (leespromotie). Alle kinderen kunnen gratis gebruik maken van de bibliobus en elke groep heeft een groepsabonnement. De school biedt de mogelijkheid de bibliobus te bezoeken. Peuterspeelzaal Meestal bezoeken de kinderen voordat ze op onze school komen de peuterspeelzaal. Er bestaat een goed contact en daar waar nodig worden gegevens uitgewisseld. Peuterspeelzaal Ukkie is gevestigd in de Gasterije te Gasteren. Weer Samen Naar School (WSNS)


24

In het Zorgplan zijn de beleidvoornemens en de werkwijzen nader omschreven. Dit plan: • • •

Wordt jaarlijks vastgesteld Wordt besproken in de medezeggenschapsraad Behoeft de instemming van het bevoegd gezag

De interne begeleider en/of de directeur wonen de bijeenkomsten van het samenwerkingsverband bij. Jeugdzorg Kinderen van groep 2 worden 1x per jaar onderzocht door de schoolarts. Hierbij worden de ouders uitgenodigd. Verder komt de jeugdverpleegkundige 1 x per jaar voor de leerlingen van groep 7. De schoolarts en de jeugdverpleegkundige hebben regelmatig spreekuur op school. Overige instanties waar wij contact mee hebben: • • • •

Gemeentelijke Gezondheidsdienst, afd. Jeugdgezondheidszorg, Drents Bureau Jeugdzorg Stichting NoorderMaat (maatschappelijk werk) Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Inspectie De inspectie dient bij vele onderwijszaken betrokken te worden. De inspectie is belast met het toezicht en verstrekt gevraagd en ongevraagd adviezen. Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld worden gemeld bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111.

4.2 4.2.1

Cultuur voor medewerkers Verwachtingen

Onze leerkrachten zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie. Ze kunnen goed werken in teamverband en hebben een open houding voor veranderingen, verbeteringen en kritiek. Ze kunnen zich op gewenste gebieden vastgelegd in het scholingsplan ontwikkelen. Zo is bv. werken met het DIM het afgelopen jaar schoolbreed doorgevoerd. Verder bezitten ze de benodigde vaardigheden en vakkennis. Onze leerkrachten zijn betrokken bij het kind en zijn thuissituatie. Ze kunnen zich inleven in de gedachtewereld van het kind en kunnen het kind accepteren met zijn bijzonderheden en behoeften. 4.2.2

Eigen ontwikkeling

Onze leerkrachten gaan zich jaarlijks ontwikkelen naar aanleiding van het door henzelf opgestelde persoonlijk ontwikkelplan. Dit plan wordt tijdens het functioneringsgesprek besproken en worden de doelen geëvalueerd. De nascholing die wordt aangeboden is opgenomen in het scholingsbeleid van de school.


25

4.2.3

Communicatie

Personeelsvergadering Op de maandag- of de donderdagmiddag 1 x per 2 weken wordt de personeelsvergadering gehouden. De directeur zit de vergadering voor en bij toerbeurt maken de personeelsleden een verslag. De conceptagenda wordt van te voren digitaal toegestuurd en de leerkrachten kunnen hierop de onderwerpen aangeven die zij willen inbrengen. De agendapunten hebben de status informatief en/of besluitvormend. Als er sprake is van een duobaan is minimaal de op die dag werkende leerkracht aanwezig op de personeelsvergadering. Op elke derde teamvergadering is het volledige team aanwezig. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus. Thema dagen en vergaderingen vinden op wisselende dagen plaats, waar mogelijk gekoppeld aan een vakantie, worden in de jaarplanning vastgelegd en elke leerkrachten worden aanwezig geacht. Van elke personeelsvergadering worden notulen gemaakt die iedere leerkracht krijgt toegestuurd. Duo-partners informeren elkaar over de inhoud van de personeelsvergaderingen. Niet aanwezige leerkrachten hebben de ‘haalplicht’ m.b.t. informatie vanuit de personeelsvergaderingen. Andere overlegvormen Drie keer per jaar vinden groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen plaats. De interne begeleider zit de vergadering voor. Een aantal keren per jaar worden themavergaderingen belegd. Deze zijn opgenomen in de jaarplanning en alle leerkrachten zijn hierbij aanwezig. Jaarplanning In mei is er elk jaar een evaluatie/planningsdag belegd. Op deze dag worden alle lopende afspraken van o.a. het onderwijskundig jaarbeleid geëvalueerd en wordt de jaarplanning voor het nieuwe schooljaar gemaakt. In de jaarplanner voor de leerkrachten worden deze afspraken vastgelegd. In de personeelskamer hangt een grote jaarplanner. Informatie naar team Voor het begin van elke week schrift de directeur een interne memo die naar alle teamleden wordt opgestuurd. Er is in de teamkamer een informatiebord waarop alle bijzonderheden van de lopende week worden vermeld. Tussendoor komende belangrijke zaken worden naar de teamleden gemaild. Verder ligt er op de tafel in de personeelskamer een informatieschrift waarin alle dagelijkse mededelingen van zowel directie als leerkrachten worden opgetekend. 4.2.4

Professionele cultuur OBS Anloo

In een professionele cultuur gaat het om de erkende ongelijkheid. Als mens is iedereen gelijkwaardig, maar tussen professionals zijn verschillen in kwaliteit te zien. Er is sprake van ongelijkheid tussen de professionals. Het gaat er in een professionele cultuur om dat er


26

wordt uitgegaan van de verschillen en dat die verschillen ook erkend en geaccepteerd worden. Van belang is dat het heel gewoon wordt dat mensen worden aangesproken op wat ze kunnen en dat ze openlijk met elkaar kunnen bespreken wat ze niet kunnen, de mensen in onze cultuur denken vanuit oplossingen en niet vanuit problemen. Kwaliteit heeft de belangrijkste stem in onze professionele cultuur. Kwaliteit doet er toe. Dat betekent dat in een professionele cultuur het idee verlaten moet worden dat iedereen over alles moet meepraten. Er moet gemobiliseerd worden op kwaliteit en op affiniteit. Voor een bepaald onderwerp moeten díe leerkrachten bij elkaar komen, die verstand hebben van de zaak en die geïnteresseerd zijn. Vanuit die gedachte over kwaliteit worden beslissingen genomen. De uiteindelijke beslisser in een professionele cultuur is degene die de leiding heeft over de totale organisatie (bij ons is dit de directeur van de school). Belangrijk bij het nemen van beslissingen is dat er draagvlak moet zijn. Eén van de kengetallen is dat 80% van het team achter de beslissing moet staan. De teamleden, tijdens het proces van het opstellen van een bepaald standpunt, moeten goed geïnformeerd worden, hiervoor worden actie- en besluitenlijsten gebruikt. Een zeer bruikbare werkwijze om het bovenstaande te realiseren is het werken met teamvergaderingen en daarnaast werkgroepen. In de teamvergaderingen en de werkgroepbijeenkomsten vindt er een discussie plaats. Op grond van die discussie wordt uiteindelijk op grond van draagvlak bij 80% van de teamleden de beslissing genomen. Wanneer er niet tot een beslissing kan worden gekomen beslist de directeur van de school. In onze professionele cultuur gaan we uit van de kwaliteiten die iemand heeft. Dat betekent dat kwaliteiten niet bestreden maar juist benut worden. De individuele professional wil dat hij volgend jaar beter is dan nu en hij stelt voor zichzelf leerdoelen die hij in de komende één à twee jaar wil bereiken. Onze professionele cultuur biedt kansen om professioneel beter te worden, maar stelt ook eisen aan de professional. Een echte professional is herkenbaar door het initiatief dat hij/zij toont, doordat hij/zij meedenkt, doordat hij/zij vragen stelt, doordat hij/zij iets beters bedenkt en het ook daadwerkelijk uitvoert. Veranderingsprocessen starten in onze cultuur met een document. Zoals eerder gezegd kan de formule van de teamvergaderingen en de werkgroepen gebruikt worden, maar het eerste wat de professionals doen is naar aanleiding van een document een ontwerp maken. Op grond van dat ontwerp waarin men aangeeft hoe de verandering ingericht gaat worden, worden er acties ondernomen. Men zet proeftuintjes uit en doet kleine experimenten en op grond van de ervaringen wordt er een beslissing genomen. Pas dan wordt het veranderingsproces vastgelegd in een document en dat betekent dat dit document per definitie draagvlak heeft op grond van de ervaringen die de mensen in de proeftuintjes hebben opgedaan. Verder kenmerkt onze cultuur zich door een hoge mate van resultaatgerichtheid, wanneer we een verandering inzetten is het voor ons van belang om altijd het beoogde resultaat duidelijk in beeld te brengen. Verder monitoren wij regelmatig de resultaten van het onderwijs. Ook houdt dit in dat er binnen onze cultuur een bewaking en controle van de kwaliteit van het onderwijs plaats vindt en daar waar nodig worden hier consequenties aan verbonden.

De leerkrachten doen aan collegiale consultatie/visitatie. We zijn bezig van ons team een professionele leergemeenschap te maken. De directie maak deel uit van een professionele leergemeenschap en de IB’ers starten op IBniveau dit schooljaar met zo’n leergemeenschap.


27

4.3 4.3.1

Cultuur voor leerlingen Omgaan met verschillen

Voor dit onderdeel verwijzen we naar paragraaf 4.1.4 over de leeromgeving. 4.3.2

Onderwijsconcept

Ons onderwijsconcept is beschreven in hoofdstuk 1. 4.3.3

Leerstofjaarklassensysteem

Binnen onze school wordt gewerkt met een leerstofjaarklassensysteem. Daarnaast is er veel aandacht voor leerlingen met een aangepast programma of een individuele leerlijn. 4.3.4

Schoolregels

Overal waar mensen met elkaar omgaan is het van belang af te spreken aan welke regels we ons willen en moeten houden. Regels geven een stukje duidelijkheid en kinderen hebben hieraan behoefte. Spelregels zijn prima, maar wat te doen als ‘we’ ons er niet aan houden. Het gaat ons er natuurlijk om dat een ieder en ook kinderen een bepaald gewenst gedrag zullen vertonen en we zullen duidelijk moeten maken hoe het wel moet. Dus het goede voorbeeld geven. Wanneer kinderen herhaaldelijk regels blijven overtreden en zich niet houden aan afspraken, nadat één en ander ze nog eens goed is uitgelegd en sancties niet helpen, nemen we contact op met de ouders om deze gedragsproblemen te bespreken en zullen we trachten hier afspraken over te maken. We vinden dat kinderen moeten leren met vrijheid om te gaan en ook mogen ze best een keertje in de fout gaan, want het zich houden aan regels en afspraken is ook een leerproces. We moeten kinderen begeleiden bij het omgaan met deze regels. Een aantal regels zal regelmatig in de klas of in de hele school centraal staan, ondersteund door opgehangen posters. Een belangrijk onderdeel is ons pestprotocol. Er zijn afspraken gemaakt met de tussenschoolse opvang over het hanteren van de schoolregels. Zie voor verdere informatie ons protocol Algemene afspraken en schoolregels, het Pestprotocol, het beleidsplan Sociaal-emotionele Ontwikkeling en de schoolgids.

4.4 4.4.1

Cultuur voor ouders Communicatie met ouders

In de schoolgids worden de contacten met ouders uitgebreid besproken. We verwijzen dan ook in deze naar de schoolgids. We kennen de volgende vormen van communicatie met ouders:


28

• • • • • •

Schriftelijk en mondeling verslag over de vorderingen van hun kind(-eren) Tien-minutengesprekken Inloopmiddagen Een extra gesprek Informatieavond Nieuwsbrief/schoolkrant/schoolgids/website

De school heeft een eigen website waar belangstellenden allerlei informatie over de school kunnen vinden: http://www.anloo.picto.nl. Ouders die er bezwaren tegen hebben dat foto’s waarop één van hun kinderen is afgebeeld op onze site worden geplaatst, worden uitgenodigd dit bij de schoolleiding kenbaar te maken. De website wordt onderhouden door onze ‘schaduw-ict’er’. Schoolleiding, leerkrachten en kinderen leveren een bijdrage. De site is nog steeds in ontwikkeling , maar zeker de moeite waard. De nieuwsbrief komt 2 of 3 wekelijks uit via de mail. Alle door school belangrijk geachte informatie voor ouders wordt hierin vermeld. Op de website van de school is de laatste nieuwsbrief terug te vinden en is tevens een archief van de nieuwsbrieven aangelegd. 4.4.2

(G)MR

De MR houdt zich in hoofdzaak bezig met beleidszaken betreffende de school. De MR vergadert gemiddeld 5 x per jaar meestal voorafgaand aan de GMR-vergaderingen. In de MR hebben drie ouderleden (uit elk dorp 1) en drie teamleden zitting. Een ouderlid en een teamlid zitten in de GMR. Dezelfde ouder zit ook in het Dagelijks Bestuur van de GMR. De GMR geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het schoolbestuur. De MR en de GMR hebben een reglement waarin taken en bevoegdheden worden omschreven. Dit reglement ligt op school ter inzage. Beide raden doen jaarlijks tijdens de zakelijke ouderavond verslag van hun activiteiten en er vinden verkiezingen van nieuwe leden plaats. Ouders kunnen zich hiervoor kandidaat stellen. 4.4.3

Ouderraad

De ouderraad ondersteunt de school in praktische zin. Men organiseert in overleg met leerkrachten allerlei activiteiten en assisteert bij schoolreisjes, het Sinterklaasfeest, het Kerstfeest, de laatste schooldag, paascircuit, e.d. De OR bestaat uit negen leden (uit elk dorp drie) die zich opgesplitst hebben in werkgroepjes aangepast bij de activiteiten van de school. Bij elke OR-vergadering zit een vertegenwoordiger van het schoolteam. De OR organiseert een aantal activiteiten ter versterking van hun kas. 4.4.4

Andere vormen van ouderparticipatie

Zowel onder schooltijd als na schooltijd doen we een beroep op ouders om te helpen bij allerlei zaken. In vele gevallen is die hulp onmisbaar en zouden de activiteiten zonder de hulp van ouders niet door kunnen gaan. Oproepen voor hulp worden meestal ook vermeld in de nieuwsbrief.


29

Aan het begin van elk nieuw schooljaar vullen de ouders een vragenformulier in en kan men aangeven bij welke activiteiten men kan helpen. De TSO wordt geheel door de ouders georganiseerd. De werkgroep TSO stuurt dit aan.


30

4.5 4.5.1


Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Cultuur en Klimaat verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 4.5.2



Doelstelling

Resultaat 11/12

Cultuur en klimaat De interne en externe communicatie is helder en duidelijk. De professionele cultuur is versterkt.

Het werkklimaat is goed.

Intern en extern wordt de communicatie met een ‘goed’ gewaardeerd. Er is een communicatieplan vastgesteld. Er is een systeem van coaching voor (beginnende) leerkrachten. Er is een systeem van intervisie. Er is een systeem van collegiale consultatie. In 2015 een cultuur is ontstaan dat uitwisseling en samenwerking binnen het team en tussen scholen onderling bevordert. In 2015 vindt (duurzame) uitwisseling van kennis en informatie plaats tussen personeelsleden onderling en tussen de scholen. 90% van de leerkrachten beoordeelt het werkklimaat met een ‘goed’.



x x

x

x x

x x x

x

x

x

x

x

31

5

Middelen en voorzieningen

Een gezonde financiële positie om de scholen voldoende te kunnen toerusten en zorg te dragen voor een stimulerende, veilige en gezonde leer- en werkomgeving.

5.1

Huisvesting en uitrusting

Het schoolgebouw dateert uit het begin van de vorige eeuw. Er zijn 5 leslokalen waaronder een tijdelijke unit, een centrale gemeenschapsruimte een handenarbeidruimte, een teamkamer, een ruimte voor de IB’er en de administratrice en een aparte ruimte voor de schoolarts, schoolverpleegkundige, logopediste, etc. De directiekamer wordt ook gebruikt voor persoonlijke gesprekken. De 3 voorste lokalen beschikken elk over een extra werkzolder. Er zijn drie toiletgroepen in de school en drie bergingen. Aan de school is een dorpshuisvoorziening gekoppeld. De dorpshuisvoorziening wordt overdag gebruikt door de school voor bewegingsonderwijs, vieringen, seizoenafsluitingen, individuele hulp aan leerlingen, leesgroepjes, e.d. De TSO vindt plaats in de ruimten van de school. Het terrein van de school is door middel van een hek en een heg gescheiden van de openbare weg. Achter de school bevindt zich een veilig gelegen speelterrein. Verder is er een grote fietsenstalling. Kenmerkend voor onze school is de opstelling en inrichting van de klassen en de mogelijkheid om in en buiten de klas individueel of in groepjes te kunnen werken. De schoolbibliotheek is centraal opgesteld waardoor het voor iedereen gemakkelijk toegankelijk is. Door de school heen is wisselend veel leerlingenwerk opgehangen, om leerlingen en ouders te laten zien dat we hun werk waarderen en de sfeer van ‘de school is hun school’ te bewerkstelligen. Centrale thema’s zijn herkenbaar aan de opgehangen posters en werkstukken. Door samen gebruik te maken van verschillende ruimten in de school en het dorpshuis worden de aanwezige ruimtelijke mogelijkheden optimaal benut. Het veilig achter de school gelegen schoolplein biedt de leerlingen vele mogelijkheden om zich in de gezamenlijke pauzes o.a. motorisch en sociaal-emotioneel te ontwikkelen. Het met behulp van ouders ingerichte plein is rijk voorzien van speeltoestellen, die aan de NEN-normen voldoen. Achter de speeltoestellen bevindt zich een voetbalveldje, dat ook voor andere spelen en met gym wordt gebruikt. Achter het speelveld bevindt zich in het kader van onze NME, het natuurpad met een aantal nestkastjes.


32

5.2

Financiën

5.2.1

Lumpsum

Sinds 1 augustus 2006 hebben we te maken met lumpsum financiering. In het lumpsumbeleidsplan van het openbaar onderwijs in Aa en Hunze van april 2006 zijn de uitgangspunten om te komen tot inzet van de middelen vastgelegd. Belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat de verdeling over de diverse kostenposten, zoals die bestond onder de Rondobekostiging, de basis is voor de verdeling onder lumpsum. Nieuwe budgetten worden in principe ingezet voor de doelen waarvoor ze beschikbaar worden gesteld. Van dit uitgangspunt wordt slechts afgeweken indien daar belangrijke argumenten voor aanwezig zijn. De belangrijkste verdeling in kostensoorten is die tussen personele kosten en materiële kosten. Ten aanzien van personele kosten is de beleidsnotitie Formatie op Maat leidend. Het beleid ten aanzien van de materiële kosten wordt hieronder verder toegelicht. 5.2.2

Zelfbeheerbudget scholen

Een aantal onderdelen van de lumpsum financiering is gemandateerd aan de directeuren van de scholen, het zogenaamde zelfbeheerbudget. Het gaat hierbij om de budgetten voor: •

• • • •

Jaarlijkse uitgaven onderwijsleerpakket (OLP-A). Hieronder vallen de kosten voor aanschaf van dagelijkse leermiddelen (pennen, potloden, schriftjes etc.) en andere inrichtingsartikelen. ICT-vergoeding. Hieronder vallen dagelijkse kosten die te maken hebben met ICT. Denk aan inktcartridges, papier, cd-roms etc. Klein herstel/onderhoud schoolgebouw. Kleine kosten die in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd worden hieruit betaald. Overige uitgaven. Hieronder vallen bv. kosten m.b.t. telefoon, porti, reiskosten en schooltelevisie. TSO-middelen. Hieronder vallen kosten die te maken hebben met de aanschaf van materiaal voor het overblijven.

Bij de uitvoering van het zelfbeheer zijn de volgende afspraken vastgelegd: • • •

De budgetten worden jaarlijks bovenschools vastgesteld. De nota’s van het zelfbeheerbudget worden betaald van de eigen schoolrekening. De schooldirecteur legt halfjaarlijks verantwoording af over het zelfbeheerbudget aan de Algemeen directeur.

De overige gelden , zoals bv. de groepsafhankelijke gelden (onderhoud, schoonmaak, meubilair, elektriciteit, verwarming e.d.) worden beheerd op bovenschools niveau. Meerjaarlijkse uitgaven onderwijsleerpakket (OLP-B) Hieronder vallen de kosten voor de aanschaf van lesmethodes. De middelen worden op bovenschools niveau beheerd. Op grond van een meerjarenbegroting, die de schooldirecteur jaarlijks indient, kunnen na overleg met de beleidsmedewerker onderwijs, methodes worden aangeschaft.


33

De vergoeding in de lumpsum volgens de oude Londobekostiging is de norm. Bestuur en scholen moeten van de vergoeding rondkomen. 5.2.3

Zorgmiddelen (WSNS/Rugzakgelden)

Vanuit het samenwerkingsverband WSNS worden middelen beschikbaar gesteld voor de coördinatiekosten leerlingenzorg. De faciliteiten die het bevoegd gezag ontvangt, zetten we in om de interne begeleider vrij te roosteren. Als richtlijn heeft het bevoegd gezag gesteld, dat elke interne begeleider in elk geval 0.1 fte wordt vrij geroosterd. In het Zorgplan verantwoordt het samenwerkingsverband de inkomsten en de uitgaven. 5.2.4

Sponsoring

Voor het bedrijfsleven kan de school aantrekkelijk zijn om te benaderen voor sponsoring, de jeugd is immers een aantrekkelijke doelgroep. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen en/of diensten, die een sponsor verstrekt aan de school/het bevoegd gezag. In sommige gevallen kan een tegenprestatie van de school worden verlangd en is het van belang af te wegen of sponsoring in het belang is van de kinderen en of het verantwoord is de kinderen/de ouders met een tegenprestatie (b.v. reclame) te confronteren. Schenkingen vallen niet onder sponsoring. Mocht de school sponsoring overwegen dan wordt bekeken of sponsoring verenigbaar is met de doelstellingen van de school. Overwogen wordt of de sponsoring in overeenstemming met de goede smaak en het fatsoen is en of de objectiviteit gewaarborgd is.

5.3

Meerjarenonderhoudsplan gebouw

Het onderhoud is verdeeld in de volgende onderdelen: • •

Bevoegd gezag: binnenkant, dit is in het algemeen klein en regulier onderhoud. Gemeente als lokale overheid: buitenkant, dit is in het algemeen groot onderhoud.

Het beheer van het gebouw en het terrein valt onder het takenpakket van de gemeentelijke dienst voor Openbare Werken. Zij inspecteren eens in de 2 jaar de schoolgebouwen. Aan de hand daarvan wordt het meerjaren onderhoudsprogramma opgesteld. Op voorstel van de directie kunnen zaken worden aangepakt, daarbij moet echter rekening worden gehouden met het algemeen beleid van het bevoegd gezag. Voor het groot onderhoud, uitbreiding en nieuwbouw dient het bevoegd gezag jaarlijks voor 1 februari een aanvraag in bij de gemeente. In het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Aa en Hunze zijn de beleidsvoornemens omschreven. Op basis hiervan worden beleidskeuzes gemaakt. Jaarlijks wordt in het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met alle schoolbesturen binnen de gemeente Aa en Hunze het huisvestingsprogramma voor het jaar erop besproken.


34

5.4 5.4.1


Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Middelen en Voorzieningen verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 5.4.2



Doelstelling

Resultaat 11/12

Middelen en voorzieningen Er zijn nieuwe methoden voor techniek/biologie/natuurkunde/ aardrijkskunde. Er is een nieuwe geschiedenis methode Er zijn krukken voor instructietafels. Er is een methode voor de kleutergroep. Er is een nieuwe rekenmethode. Er is een meerjarenbegroting.

Het MIS is geïmplementeerd

Er is een actueel aanbod van methoden dat voldoet aan de eindtermen. Er is een actueel aanbod t.a.v. het vakgebied geschiedenis De instructietafels worden efficiënt gebruikt. Een kleutermethode is ingevoerd. Er is een actuele rekenmethode ingevoerd die voldoet aan de kerndoelen. Er is een sluitende meerjarenplan voor: • het regulier onderhoud van de schoolgebouwen • meubilair • hardware ICT • leermiddelen Er is in 2015 een goed functionerend digitaal managementinformatiesysteem.



x x x x

x

x

x

X

x

35

6

Management van onderwijs- en ondersteunende processen

We willen van goed naar beter. We werken continu aan het verbeteren van processen.

6.1 6.1.1

Visie op ontwikkeling en onderwijs Ononderbroken ontwikkeling

.Op de OBS Anloo werken we volgens het systeem van leerstof-jaarklassen, d.w.z. dat kinderen van dezelfde leeftijd in één groep zitten Er wordt gestreefd naar een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van vier tot 12 jaar. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met verschillen in persoonlijkheid, achtergrond, aanleg, tempo, concentratie, werkhouding en ijver van de leerlingen. Naast zorg voor leerlingen met leerproblemen streven we naar extra aandacht voor de meerbegaafde kinderen, zonder dat dit ten koste gaat van de interactie tussen de verschillende leerlingen. Hiervoor is het van groot belang dat we de resultaten van de leerlingen goed volgen, bespreken in teamverband en het nieuwe leerstof aanbod aanpassen aan de onderwijsbehoeften van de kinderen. Op deze manier willen we tegemoet komen aan onderwijs op maat. De kinderen werken zo veel mogelijk in de eigen groep onder begeleiding van de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kan met hulpvragen bij de IB’er terecht. Het accent van de begeleiding van zorgleerlingen ligt op begeleiding binnen de groep. Binnen het groepsgebeuren zijn werkvormen gecreëerd waardoor dit mogelijk is: klassenmanagement, weektaak, zelfstandig werken en gedifferentieerde instructie. Er wordt gewerkt met groepsplannen en indien nodig wordt er met individuele leerlijnen gewerkt. 6.1.2

Contacten met ouders

De informatie naar de ouders wordt als erg belangrijk ervaren. Ouders, leerkrachten en kinderen zijn dan in staat elkaar beter te begrijpen en weten waar de school mee bezig is. Ouders worden op de hoogte gehouden van de schoolzaken door: • Een nieuwsbrief (2-3 wekelijks) • De schoolkrant (3 keer per jaar) • Spreek- en ouderavonden • Info-avonden aan het begin van het nieuwe schooljaar • Een ‘praatje’ of een telefoongesprekje • Onze website Informatie over het ontwikkelingsproces van hun kind gaat via gesprekken op zowel initiatief van de leerkracht als van de ouder. Met name ook als er sprake is van extra aandacht voor een leerling.


36

6.1.3

Bevordering van leergebiedoverstijgende kerndoelen

We vinden het belangrijk dat onze kinderen: • • • • • • • •

Goed leren omgaan met van onze pluriforme samenleving Kennis maken met verschillende culturen en achtergronden Kennis maken met de basiswaarden ( vrijheid, gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid, autonomie, afwijzen van discriminatie) van onze democratische rechtstaat Leren zich deze houdingen en vaardigheden eigen te maken De school in deze ervaren als een oefenplaats ( werken leeromgeving) Kennis maken met de geestelijke stromingen in onze multiculturele samenleving Leren zich redzaam te gedragen en leren om te gaan met het milieu Leren zich betrokken te voelen bij de maatschappij en leren verantwoordelijkheid te dragen

De ontwikkelingen in de maatschappij wordt van ons als school gevraagd om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Kennismaking met leeftijdsgenoten is een eerste stap. Burgerschapsvorming zien wij niet als een apart vak, maar als een vanzelfsprekend onderdeel in het onderwijs. We willen tijdens het lesgeven de kinderen uitdagen en leren na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Concreet geven invulling aan dit onderwerp door:  





Het geven van lessen uit onze methode voor sociaal-emotionele vorming: ‘Ik, jij, wij’. bij de kennisgebieden ( aardrijkskunde, geschiedenis e.d ) aandacht te besteden aan onderwerpen als democratie, identiteit van onze samenleving, andere culturen , verantwoordelijk in de samenleving e.d. ( b.v. project Tweede Wereldoorlog, adoptie oorlogsmonument) Het volgen en uitwerken van de NOT- programma’s als: o ‘Koekeloere’ ( gr. 1 en 2), o ‘Huisje Boompje Beestje’( gr.3 en 4) , o ‘Nieuws uit de Natuur’ (gr. 5/6) en o het ‘Schooltv-weekjournaal’( gr. 7/8) o Duo B&B, groep 5 en 6 Het schoolbreed werken met posterthema’s en ‘bakjesaanpak’.

In de televisieprogramma’s zijn sketches e.d te zien over opvoedsituaties. Er wordt een beroep op kinderen gedaan om hierop te reageren en/of met elkaar te praten. Kinderen worden gestimuleerd om na te denken over hun rol als burger van dit land en uitgedaagd om er een positieve bijdrage aan te leveren. Thema die aan de komen zijn:       

Accepteren dat je nog niet alles kunt Iedereen is uniek Verdraagzaamheid en respect voor een ander en diens eigendommen Help: dieren in nood Rekening houden met een ander Zorg voor een ander Omgaan met vooroordelen


37

      

Verplaatsen in iemand anders het effect van je gedrag op anderen Vriendjes zijn en vriendschap Omgaan met en zorg hebben voor je omgeving (bv. Natuur) Dierendag De dierenambulance Bekijken van filmpjes van andere scholen met het onderwerp: ‘een betere samenleving begint bij jezelf’

In de hoogste groepen wordt het blad Samsam uitgedeeld, deels behandeld en mee gegeven naar huis om de onderwerpen ook thuis met de ouders te bespreken. In dit blad wordt veel aandacht besteed aan de culturele achtergronden van culturen en leeftijdgenoten. Het aanbod ‘bevordering van integratie en burgerschap’ zit geïntegreerd in ons onderwijs, is nieuw, maar thema’s als het bestrijden van intolerantie, extremistische ideeën en discriminatie verdienen ook op school alle aandacht. Aan de hand van toetsen , gesprekken , observaties en het invullen van de Eggo-lijsten evalueren we bereikte resultaten.

6.2

Resultaat- en opbrengstgericht werken

Wat betreft de leerlingen willen we het maximaal haalbare met hen bereiken. Door de trendanalyses van de Cito-toetsen goed bij te houden en door de groeps- en leerlingbesprekingen houden we goed zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Het lezen blijft een aandachtspuntpunt. Dit schooljaar hebben we horizontaal lezen ingevoerd. Via de sociaal-emotionele thema’s maken we leerlingen bewust van de consequenties van hun gedrag. We willen een goede balans creëren voor zorgleerlingen, de middengroep en leerlingen, die meer aankunnen in de groep. 6.2.1

Aansluiting handelingsgericht werken/implementatie 1-zorgroute

Het handelingsgericht werken is gebaseerd op het zogenoemde interactionistisch model: Wat heeft dit kind, met deze ouders, met deze leerkracht, op deze school en met deze groepsgenootjes de komende periode nodig om . . .? Het interactionistisch model gaat uit van het feit dat een kind niet een op zichzelf staand fenomeen is, maar in relatie tot zijn omgeving staat. Als dat zo is, dan wordt ook het (leer)gedrag van die leerling niet alleen door kindfactoren bepaald, maar evenzeer beïnvloed door de mensen en de situatie om de leerling heen. Deze visie stelt ons in staat om te reflecteren op ons eigen handelen: ‘Wat heb ik gedaan of kan ik doen om bij te dragen aan het succes van deze leerling?’ We gaan dus niet alleen op zoek naar verklaringen voor het (leer)gedrag van de leerling. Deze verklaringen leveren immers alleen een bijdrage als we ze ook inzetten om uitzicht te bieden op de handelingsmogelijkheden die we hebben. Afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling is heel belangrijk. Diagnostiek, advisering en


38

begeleiding richten zich op het verbeteren van deze afstemming: het wegnemen of afzwakken van factoren die een ‘probleem’ beïnvloeden, het versterken van de positieve aspecten, en het zoeken naar een aanpak die werkt. Deze activiteiten richten zich niet zozeer op wat er mis is met een kind, maar op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. Op deze manier verandert het denken van: ‘Dit kind kent de sommen tot tien nog niet uit zijn hoofd en is ongemotiveerd.’ naar : ‘Dit kind heeft elke dag op een speelse manier oefening nodig, samen met groepsgenoten, met het programma Syso om de sommen tot tien te memoriseren, waarbij het zelf de vooruitgang bij kan houden en ziet welke sommen nu wel lukken, zodat het kind met meer plezier en zelfvertrouwen aan het rekenen gaat.’ (De Lange, 2006) Onderwijsbehoeften: uitgangspunt voor handelingsgericht werken Kinderen verschillen van elkaar; dat is een gegeven. Aan de basis van het werken met onderwijsbehoeften staat het accepteren van het feit dat kinderen verschillen. Het gaat erom wat dit kind van deze ouders, in deze groep bij deze leraar nodig heeft. De onderwijsbehoeften richten zich op leerdoelen betreffende de vak- en vormingsgebieden en op sociaal-emotionele en werkhoudingsaspecten. Ze bieden aanknopingspunten voor de pedagogische en didactische aanpak van de leraar, de omgang tussen de groepsgenootjes en de inrichting van de onderwijsleeromgeving (groeperingsvormen, klassenmanagement, indeling van het lokaal en dergelijke). De gegevens die verkregen zijn door observatie, gesprekken, toetsen en analyse van het schriftelijke werk van de leerling worden omgezet in onderwijsbehoeften. We gebruiken een formulier om deze gegevens van leerlingen te ordenen en te kijken welke leerlingen we kunnen clusteren op basis van hun gemeenschappelijke onderwijsbehoeften. Die formuleren we bijvoorbeeld als volgt: Deze leerling (leerlingen) heeft (hebben) :       

instructie nodig die … opdrachten of materialen nodig die … leeractiviteiten nodig die … feedback nodig die … groepsgenoten nodig die … een leraar nodig die … … om het gestelde doel te behalen


39

6.3

Pedagogische huisstijl

Zie ook paragraaf 1.1.5. 6.3.1

Vertrouwensrelatie leerkracht-ouders-kind

Belangrijk bij een goed klimaat zijn de contacten en de omgang met ouders. Ouders moeten laagdrempelig de school kunnen binnenstappen als zij behoefte hebben aan contact/overleg. 6.3.2

Omgaan met moeilijk gedrag

Er is een protocol aanwezig in school . 6.3.3

Grensoverschrijdend gedrag

Voor gezamenlijke afspraken, zie: Protocol Grensoverschrijdend gedrag stappenplan

6.4

Didactisch ontwerp

6.4.1

Leren en ‘leren-leren’ (Cobie)

Zelfstandig leren werken Onder zelfstandig werken verstaan wij een werksituatie waarbij kinderen gedurende een bepaalde tijd, in vrijheid, zelfstandig aan hun taak werken, zonder daarbij anderen te storen (incl. de leerkracht), met het doel een zelfstandige houding te ontwikkelen. De betekenis hiervan voor de leerling is: • • • • • • •

Verantwoordelijkheid leren dragen voor zichzelf en de medeleerling t.a.v. het proces en het product Verantwoordelijkheid leren dragen voor de omgeving en de gebruikte materialen. Naar elkaar leren luisteren Leren hulp te vragen en hulp te geven Begrip krijgen voor de klas en de schoolregels Leren oplossingen te zoeken Leren een taak te overzien, het werk in te delen, eigen werk en gezamenlijk werk kritisch te bekijken, het proces te evalueren

Het einddoel zelfstandig werken kan omschreven worden als: zelfverantwoordelijke zelfbepaling. De leerlingen zijn dan in staat:        

Zelf naar oplossingen te zoeken ‘Los’ te komen van de leerkracht Om te gaan met het fenomeen ‘uitgestelde aandacht’ Elkaar te helpen Elkaars hulp te accepteren In eigen tempo hun werk te doen Voldoening te vinden in de zelf gevonden oplossingen i.p.v. de goedkeuringen van de leerkracht Kritisch te denken


40

    

Om te gaan met vrijheid en verantwoordelijkheid Hun tijd in te plannen Ervaringen op te doen en hier lering uit te trekken Om te gaan met regels, waarden en normen Om te gaan met hun eigen sterke en zwakke punten

Bij zelfstandig werken: • • • •

• • • • • • •

Is de taak zodanig samengesteld dat de opdracht zelfstandig kan worden uitgevoerd Is er voldoende variatie in taken (zie protocol zelfstandig werken) Mogen de leerlingen zelf de volgorde bepalen Is er onderscheid tussen: o Basistaken (moeten eerst) o Keuzetaken (daarna) Leren kinderen hun eigen werk te plannen Weten leerlingen wat ze moeten doen Kunnen leerlingen de benodigde materialen (gemakkelijk) vinden Zijn in de klas vaste ‘looproutes’ Zijn leerlingen verantwoordelijk voor hun werk Mogen leerlingen samenwerken Gebruiken leerlingen hun vraagkaart

6.4.2

Leerstof

De huidige methoden beschikken over uitgebreide handleidingen waarin de volgende onderdelen uitgebreid worden beschreven: • • • • •

Organisatie Verdeling van de leerstof Leerdoelen Werkwijze Leermiddelen

De basis van de methodieken is een gezamenlijke uitleg ( instructie), waarna meestal een verwerking van de leerstof plaats vindt. Voor de instructie en de verwerking van de leerstof werken we met het Directe Instructie Model, aangepast aan de mogelijkheden van het kind (differentiatie). Naast het werken met methoden is het belangrijk dat kinderen leren gebruik te maken van allerlei informatiebronnen (boeken, internet, kranten e.d.). De opgezochte informatie kunnen ze dan bijvoorbeeld gebruiken bij een spreekbeurt, een werkstuk of het maken van een muurkrant. Leren door middel van directie instructie wordt bij ons op school veel toegepast. Daarnaast leren de leerlingen door de interactie tussen leerlingen/leerkracht en leerling/leerling. 6.4.3

Werkvormen

Leren door middel van directie instructie wordt bij ons op school veel toegepast. Daarnaast leren de leerlingen door de interactie tussen leerlingen/leerkracht en leerling/leerling. Samenwerkend leren komt vooral aan de orde bij de verschillende groepsopdrachten. Ontdekkend leren wordt veel in de kleutergroep toegepast en in de hogere groepen bij techniekopdrachten en bij het voorbereiden van werkstukken en spreekbeurten.


41

6.4.4

Instructie geven

De instructie wordt in eerste instantie klassikaal aangeboden. We werken waar nodig, met verlengde instructie. Verder wordt er regelmatig groepsinstructie gegeven aan groepjes leerlingen die op het zelfde niveau werken of een gelijkluidend probleem hebben op te lossen. Individuele instructie wordt ingezet voor leerlingen die op een eigen leerlijn zitten. Instructie wordt gegeven volgens het Directe Instructiemodel (DIM). In ontwikkeling is het borgen hiervan door gebruik te maken van de Vaardigheidsmeter.. 6.4.5

Samenwerken

Uit onze visie op onderwijs volgt dat wij groot belang hechten aan samenwerken: •

• •

Samenwerken vinden we een belangrijk item op onze school. Je bent als individu ook een sociaal wezen, dat altijd anderen om zich heen nodig heeft om optimaal te kunnen functioneren. Samenwerken bevordert het sociale gevoel tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Samenwerken met de nadruk op werken slaat voor ons op de aanwezige sfeer van werken waarin de leerlingen samen hun activiteiten ontplooien.

Wat betreft de organisatie in de klassen werken we met dagen weektaken. Het organisatiemodel dat we hierbij gebruiken is het model ‘Geclusterde instructie/zelfstandig werken’. Zie hiervoor ons protocol Zelfstandig werken. 6.4.6

Klassenorganisatie

Wat betreft de organisatie in de klassen werken we met dagen weektaken. Het organisatiemodel dat we hierbij gebruiken is het model ‘Geclusterde instructie/zelfstandig werken’. Zie hiervoor ons protocol Zelfstandig werken. En daarnaast werken we volgens het DIM.

6.5

Leerstofaanbod

Onderwijs groep 1 en 2 In de onderbouw wordt het schoolgaan spelenderwijs eigen gemaakt. Via het spelen worden de vele facetten van hun wereld verkend en gehanteerd en eigen gemaakt. Wij bieden een breed onderwijsaanbod dat gebaseerd is op het Beredeneerd Aanbod. Dit werkt vanuit de traditionele dagdeelstructuur van de onderbouw nl. de inloop, de kring, speelwerkles en bewegingsonderwijs Wij werken met combinatiegroepen, waarin we tegemoetkomen aan de verschillende niveaus en ontwikkelingsstadia van de kinderen. Hierbij is een rijke taal- en materiaalomgeving heel belangrijk. Denk daarbij aan de boekenhoek, lees-, taal- en computerhoek, waarbij de kinderen in aanraking komen met en aanzet krijgen tot alles op lees- en taalgebied. Maar ook een constructie-, bouwhoek, een poppenhoek en creatieve hoeken enz., waarbij elk kind met zijn eigen ontwikkeling een keuze kan maken uit het aanbod samen met andere kinderen Via het spelen leren kinderen keuzes maken, plannen, elkaar helpen, zelfredzaamheid, omgaan met emoties enz. De streefdoelen zijn:


42

      

Taalontwikkeling Ruimtelijke oriëntatie Visuele waarneming Rekenen Symboolherkenning Motoriek Sociaal emotionele ontwikkeling

Deze streefdoelen zijn nader uitgewerkt in het Beredeneerd Aanbod. Per jaar worden thema's planmatig uitgewerkt. Elk thema wordt uitgewerkt volgens bovenstaande doelen, maar wel in wisselende volgorde. Alle vakken worden geïntegreerd aangeboden zodat de kinderen allerlei begrippen kunnen toepassen in andere situaties. Per thema wordt het niveau van de lessen steeds afgestemd, zodat de kinderen werken naar een 3-maandelijkse doelstelling De kinderen worden eens per half jaar handelingsgericht gescreend d.w.z. tijdens het spelen. We toetsen de kinderen methodeonafhankelijk via de Cito-toetsen Taal en ordenen, die landelijk genormeerd zijn Verder gebruiken we het PRAVOO- leerlingvolgsysteem en de EGGO-scorelijsten (leerlingvolgsysteem) om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. Op deze wijze schetsen we een beeld van het kind in samenwerking met de ouders. Al sturende en richting gevend zal het kind zijn eigen weg vinden naar de hogere groepen. Zie verder ons document van het Beredeneerd Aanbod. Onderwijs groep 3 t/m 8 In artikel 9 van de Wet op het Primair Onderwijs staat omschreven waaraan het onderwijs op de basisschool aan moet voldoen. Wij conformeren ons daaraan en hanteren de kerndoelen als leidraad voor de te bereiken doelstellingen. 6.5.1

Methodisch aanbod in relatie tot de kerndoelen

De kerndoelen en de methodes en materialen die we gebruiken om die te bereiken, zijn opgenomen in bijlage 4.

6.5.2

ICT in de school

Computeronderwijs (ICT-onderwijs) Binnen de school beschikken we over een netwerk. Hierop zijn alle computers aangesloten. Alle klassen beschikken over 2 of 3 moderne computers en er staan nog 3 computers in de overblijfruimte. Het gehele netwerk is via een glasvezelkabel aangesloten op het internet. Alle computers zijn aangesloten op de centrale printer die in de hal staat. Eén van de leerkrachten is belast met het begeleiden van de leerkrachten, het verhelpen van storingen, het onderhouden van de database van de programma’s. Hiervoor is hij twee uur vrij geroosterd. De gehele administratie en de registratie van de toetsen is geautomatiseerd d.m.v. ESIS A en B. Het zorgdossier wordt door leerkrachten en IB bijgehouden op de computer.


43

Kinderen kunnen in de klas en in de computerhoek via Kennisnet op het internet. De toegang is beveiligd, zodat de kinderen geen ongewenste sites kunnen bezoeken. Steeds meer wordt de computer ingezet bij het leerproces. We vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met computers en ze kunnen gebruiken bij de verschillende leer- en vormingsgebieden. De educatieve programma’s van ‘Ambrasoft’ en software behorend bij de methodes worden veel gebruikt om de taal- , spelling- en rekenvaardigheden te oefenen. Kinderen maken verslagen in ‘Word’ (een tekstverwerker), gebruiken educatieve software en zoeken op internet en leren e-mailen. In de bovenbouw gebruiken veel kinderen PowerPoint voor werkstukken en spreekbeurten. De computer biedt ontzettend veel mogelijkheden en ook het personeel maakt veel gebruik van dit medium. We werken aan de implementatie van het computeronderwijs op basis van het ICT-plan. In dit plan hebben we de beginsituatie, de gewenste situatie en de wijze waarop we deze situatie willen bereiken beschreven. We zullen in de toekomst in het ICT-onderwijs moeten blijven investeren. Zie hiervoor het ICT-plan. De leerkrachten van groep 3 t/m 8 beschikken over een eigen bureau computer. De combinatie groepen 7/8 en 5/6 hebben de beschikking over een digitaal schoolbord Computers vormen een steeds verder groeiend onderdeel van onze school. Het werken met de computer valt uiteen in de volgende onderdelen: • • • •

Oefenen Zorgverbreding Computervaardigheden Ontspanning

Op de server van het netwerk staat de volgende software:      

      

Office 2003-pakket Ambrasoft Woordenstart Leeslijn Spelling in beeld Maatwerk o Oranje o Blauw o Rood o Groen o Geel Educat B Ontleden Topo Werkwoordspel E-mail: Mozilla Thunderbird ESIS NOD32 antivirus


44

6.6

Differentiatie

We werken met differentiatie in leerstof, instructie en verwerking, aangepast aan de mogelijkheden van het kind. Er zijn leerlingen met een eigen leerlijn (voor een of meerdere vakken) en leerlingen met een (tijdelijk) aangepast programma. Dit geldt zowel voor meer als voor minder begaafde leerlingen. Differentiëren binnen de 1-zorgroute Een continuüm van zorg zoals de 1-zorgroute nastreeft, probeert een antwoord te formuleren op de problematiek van de slechte uitvoerbaarheid van individuele handelingsplannen door uit te gaan van de onderwijsdoelen voor de hele groep en van daaruit te bekijken wat de verschillende leerlingen nodig hebben om die doelen te halen. Het is daarbij de bedoeling zo veel mogelijk vanuit één instructiemoment te differentiëren: 1. 2. 3.

Een korte inleidende instructie waarmee de goede (A-score) leerlingen alvast aan de slag kunnen Een basisinstructie voor de middengroep (B en hoge C) Een verlengde instructie met begeleide inoefening voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (lage C, D en E leerlingen).

De basisinstructie moet zo veel mogelijk activerend zijn en dus interactief. Het Activerende Directe Instructie Model (ADIM) geeft hiervoor een goede basis. Het doel is om groepsinstructie zo veel mogelijk uit deze basis te halen. In de verlengde instructie speelt dan vooral de begeleide inoefening een belangrijke rol. Eigenlijk onderscheiden we dus de drie subgroepen die hiervoor zijn aangegeven. Deze worden echter niet allemaal apart bediend, maar er wordt gedifferentieerd vanuit één (instructie)les. Daarnaast kan ook gedifferentieerd worden in de verwerkingsstof. Zo kunnen slimme leerlingen naast de groepsstof bijvoorbeeld verrijkingsstof aangeboden krijgen die een relatie heeft met het onderwerp. Deze manier van werken kan alleen succesvol zijn wanneer de leerkracht ‘los kan laten’. Hij of zij moet vertrouwen hebben in de zelfstandige werkmogelijkheden van zijn of haar leerlingen. In het begin kost een dergelijke manier van werken veel energie, want de leerlingen zijn het niet gewend en hebben vaak een hoge mate van afhankelijkheid ontwikkeld. Voor de leerkracht is het van belang niet te snel te denken dat de leerlingen te afhankelijk zijn en die zelfstandigheid niet aankunnen. Het vraagt tijd, positieve verwachtingen, geduld en goede pedagogische vaardigheden om afhankelijke, soms laag gemotiveerde leerlingen te transformeren in zelfstandige, gemotiveerde, taakgerichte en betrokken leerlingen. Het volgende schema geeft een beeld van de verschillende zorgmogelijkheden, die van links naar rechts een toenemende zorgintensiteit hebben. In de groepen wordt van links naar rechts gewerkt: zo veel mogelijk met de hele groep, waar nodig met subgroepen, en als het niet anders kan met individuele leerlingen.


45

6.7

Leerlingenzorg

Naar schatting heeft ongeveer één op de vijf kinderen op de basisschool gedurende korte of langere tijd extra aandacht nodig ook al gaat het daarbij niet altijd om grote problemen. Ook hoogbegaafde leerlingen kunnen problemen hebben, doordat ze b.v. snel hun concentratie en interesse verliezen als ze te weinig uitgedaagd worden. Werken met kinderen betekent dat we de onderlinge verschillen accepteren en weten hiermee om te gaan. We trachten elk kind zo optimaal mogelijk te begeleiden en daarbij is het van belang dat we extra zorg en aandacht hebben voor kinderen die buiten de boot dreigen te vallen. Kinderen die problemen ondervinden moeten geholpen worden, hetzij door de leerkracht, hetzij door een interne of externe specialist, die geschoold is in het signaleren van en het omgaan met leerachterstanden en gedragsproblemen. Binnen de school werkt een intern begeleider (IB’er). Zij bewaakt en begeleidt de zorgverbreding binnen de school. De taken staan omschreven in het zorgplan. Om deze taken te kunnen uitvoeren, wordt de interne begeleider op bepaalde tijden vrij geroosterd. Leerlingvolgsysteem Aan de hand van een toetskalender nemen we toetsen af op het gebied van spelling, technisch en begrijpend lezen en rekenen en woordenschat. De resultaten worden opgenomen in een systeem, dat wordt aangeduid als het leerlingvolgsysteem. Wij hanteren bij ons op school de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem. In de onderbouw nemen we de Pravoo-observatielijsten af en CITO Rekenen en Taal voor kleuters. De sociaal-emotionele ontwikkeling volgen we aan de hand van de score van de aspecten van de EGGO-lijst. De resultaten over de verschillende leerjaren worden uitgezet op een leerling-kaart en ingebracht in een computerprogramma (ESIS). De resultaten worden vergeleken met een landelijk gemiddeld niveau. Aan de hand van de resultaten wordt bekeken of het kind voldoende vooruitgang heeft geboekt. De toetsgegevens worden opgeslagen in het leerlingendossier, dat in een afgesloten kast wordt bewaard. In groep 7 wordt de entreetoets afgenomen. Deze geeft aanwijzingen voor extra oefening op groeps- en leerling-niveau. Tevens wordt er een verwachting uitgesproken over de score van


46

de Cito-eindtoets in groep 8. In groep 8 wordt de Cito-eindtoets afgenomen. Deze toets heeft betrekking op taal, lezen, rekenen, informatieverwerking en wereldverkenning en is ondersteunend voor de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs. 6.7.1

Afstemming: rol van de leerkracht

De rol van de leerkracht is in de loop der jaren deels veranderd van klassikaal docent naar begeleider. Een heel belangrijk aspect daarbij is dat hij/zij de leerlingen weet te motiveren en te inspireren. Wanneer de leerkracht recht wildoen aan zijn/haar rol als begeleider zal hij/zij de keuze van de leerstof afstemmen op wat de leerlingen nodig hebben. Daarnaast houdt hij/zij zich bezig met de wijze waarop ) hoe’ dat moet en waarom dat zou moeten. Onze leerkrachten zijn professionals. Dit betekent dat zij kennis hebben van: • • • • •

Het lerende kind, van de ontwikkelingsgebieden en een beeld van de mate waarin het kind en de wijze waarop het kind zich ontwikkelt De vaardigheden van het kind Leerprocessen en het bevorderen van vaardigheden Leerinhouden, de structuur van vak- en leergebieden en de kernbegrippen en – vaardigheden die daarbij horen Verschillende methodes en didactische aanpakken om de leerinhouden door de leerlingen te laten verwerven

Dit betekent voor hun houding dat zij: • • • • •

Nauw kunnen samenwerken in een team en gebruik maken van elkaars kwaliteiten Een lerende instelling hebben Kunnen reflecteren op eigen gedrag Kennis hebben van wat hen beweegt en inspireert Kinderen de vrijheid durven geven om te leren omgaan met verantwoordelijkheid: voor het eigen resultaat, voor de eigen planning, maar ook voor andere leerlingen, voor materialen in en om de school, etc.

Voor dit onderdeel verwijzen wij verder naar paragraaf 6.6 Differentiatie. 6.7.2

Speciale voorzieningen

Logopedie op school Aan onze school is een logopediste verbonden. Ze is in dienst van de gemeente en is gespecialiseerd in onderzoek en behandeling van de volgende problemen: afwijkend mondgedrag, articulatiestoornissen, taalstoornissen, gehoorproblemen (auditief), stotteren, stemstoornissen, ademstoornissen, zwak fonologisch en fonemisch bewustzijn (belangrijk bij het leren lezen en spellen). Schoollogopedie hoort binnen de zorgstructuur van de school. Taken van de schoollogopedist zijn: screenen en in beperkte mate behandeling. Zie verder de schoolgids. Ambulante begeleiding /Speciaal (basis)onderwijs


47

Wanneer de geboden hulp niet voldoende blijkt te zijn, wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld, dat wordt voorgelegd aan het zorgplatform. Er volgt een extern onderzoek. De uitslagen worden besproken met ouders. De school kan eventueel ambulante hulp van het SBO aanvragen. Wanneer blijkt dat de school met de gegeven handelingsadviezen niet het gewenste resultaat bereikt, kan het kind aangemeld worden bij de PCL. Wanneer deze een positieve beschikking afgeeft, kan het kind worden toegelaten tot het speciaal basisonderwijs Het is ook mogelijk dat er sprake is van een lichamelijke, gedragsmatige of verstandelijke handicap. Wanneer de school hulp nodig heeft bij de begeleiding van een leerling met een dergelijke handicap, kunnen de ouders het kind aanmelden bij de CVI van een REC (passend bij de handicap van het kind). In geval van een positieve beschikking, kunnen de ouders i.o. met de school kiezen voor een rugzak (waarbij de school o.a. ambulante begeleiding krijgt van de clusterschool) of voor plaatsing op een SO school (school voor speciaal onderwijs). Hoogbegaafden Kinderen die hoogbegaafd zijn hebben eveneens speciale aandacht nodig. Ook zij worden regelmatig besproken in de leerlingbespreking en gekeken wordt of zij voldoende uitdaging vinden in de leerstof die wordt aangeboden. Daar waar nodig wordt ook voor deze kinderen een handelingsplan worden opgesteld. Hoogbegaafden Kinderen die hoogbegaafd zijn hebben eveneens speciale aandacht nodig. Ook zij worden regelmatig besproken in de leerlingbespreking en gekeken wordt of zij voldoende uitdaging vinden in de leerstof die wordt aangeboden. Daar waar nodig wordt ook voor deze kinderen een handelingsplan worden opgesteld.

6.8

Passend onderwijs/Implementatie 1-zorgroute

De nota Vernieuwingen van de zorgstructuren in het funderend onderwijs stelt dat het bevoegd gezag de plicht krijgt om voor alle leerlingen passend onderwijsaanbod te bieden. Dit betekent dat goed overleg en samenwerking met de diverse partijen van belang zijn. Passend onderwijs voor elke leerling wordt gerealiseerd uitgaande van de bestaande zorgstructuren in het PO, samenwerkingsverbanden WSNS, LGF, SO, het LWOO, RVC’s, Jeugdzorg en onderwijsondersteunende instanties. Hiermee komt de huidig werkwijze m.b.t. leerlingen met een rugzakje te vervallen, vanaf augustus 2012. 6.8.1

Schoolbeleid

Het huidige schoolbeleid met betrekking tot leerlingen met een beperking (leerlingen met een rugzakje) komt te vervallen door de invoering van Passend Onderwijs in 2012. We gaan er daarom hier niet meer diep op in. In het schooljaar 2011-2012 wordt nieuw beleid opgesteld. Leerlingen met een rugzakje Het ‘rugzakje’ is bedoeld voor kinderen met een handicap of een beperking die extra voorzieningen nodig hebben om regulier onderwijs te kunnen volgen. Ouders kunnen kiezen voor regulier of speciaal onderwijs. Kiezen ouders voor het ‘gewone’ basisonderwijs dan gaat de school kijken of ze het kind datgene kan bieden, wat het nodig heeft. Een basisschool


48

kan, mits daarvoor een goede reden is, het kind weigeren, maar het speciaal onderwijs mag een kind niet weigeren. De aanmelding naar het speciaal onderwijs gaat via de Commissie van Indicatiestelling (CvI). Het Regionaal Expertisecentrum (REC) kan onderzoek verrichten en informatie en adviezen verstrekken. Kinderen met een handicap kunnen alleen terecht in de speciale school die past bij hun handicap. Om een weloverwogen keuze te maken is het verstandig dat ouders zich goed op de hoogte stellen van alle mogelijkheden. Het REC kan daarbij behulpzaam zijn. Als de school instemt met plaatsing, dan wordt een handelingsplan opgesteld. Hierin wordt afgesproken wat men wil bereiken met het kind, op welke manier en op welke termijn. Ook het gebruik van de faciliteiten wordt beschreven. Indien ouders op onze school een kind met een handicap of beperking aanmelden dan volgen wij een draaiboek met een aantal fasen, zoals deze zijn verwoord in het protocol ‘Toelating, schorsing, verwijzing en verwijdering van leerlingen’ van PrimAH. Dit protocol is op school aanwezig en is ter inzage beschikbaar. Zie ook het item ‘rugzak’ in het Zorgplan. 1-Zorgroute De 1-zorgroute in de school houdt in dat er een continuüm van zorg is waarin alle leerlingen van de groep hun plek hebben. Uitgangspunt hierbij zijn de onderwijskansen en -mogelijkheden van de leerling, en niet de eventuele beperking. Door de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen in kaart te brengen kunnen we twee groepen onderscheiden: 1.

2.

Kinderen met reguliere onderwijsbehoeften krijgen een basiszorgarrangement; hierbij horen ook de kinderen die kleine aanpassingen behoeven (zoals extra bevestiging, hulp bij het opstarten, inkorten van de opdracht, etc.) Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften worden zo veel mogelijk geclusterd in één groepsplan. Als dat niet kan krijgt een leerling een individueel handelingsplan, voorzien van eindperspectief en tussendoelen. Dit kind is dus eigenlijk ook een groepje binnen de groep.

Van belang is hierbij dat de leerkrachten goed kunnen herkennen en benoemen wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen in hun groep zijn. De ouders hebben in dit model een actieve rol en worden als een belangrijke gesprekspartner gezien. Zij zijn ook regelmatig betrokken als mede uitvoerder van (delen van) het handelingsplan. In de volgende afbeelding is dit in beeld gebracht.


49

Handelingsgericht werken vergt een omslag in denken. Dit kost tijd en is een langdurig en doorlopend proces. In het schooljaar 2010 2011 hebben we onze eerste stappen gezet op het pad van handelingsgericht werken. Er is een eerste aanzet gemaakt voor het werken met groepsoverzichten en groepsplannen die we de komende jaren zullen vervolmaken: Leerkrachten kunnen zelf groepsoverzichten maken waarin ze de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart brengen. Leerkrachten gaan daarbij uit van mogelijkheden van het kind en handelen proactief. Naar aanleiding hiervan kunnen aan het eind van de schoolplan periode groepsplannen geschreven worden voor de vakken rekenen, technisch en begrijpend lezen, spelling en taal. In de kleutergroep wordt gewerkt met groepsplannen voor ontluikende geletterdheid en aanvankelijke rekenvoorwaarden. De cyclus behorende bij HGW wordt doorlopen. Er worden drie keer per jaar groepsbesprekingen per groep en op teamniveau gehouden waarin de plannen en de resultaten besproken en bij gesteld worden 6.8.2

Facilitering

Faciliteiten bestaan uit: • • •

formatie/personeel voor de school ( 0.1 fte) geldbedrag voor de school voor materialen ( € 897,-),dit is in beheer bij bevoegd gezag ambulante begeleiding; ondersteuning door speciaal onderwijs


50

De ambulante begeleider verzorgt: • • •

Voorlichting en advisering over de hulpprogramma’s Biedt hulp bij het opstellen van handelingsplannen Overlegt en evalueert samen met de leerkracht en de ouders over de voortgang (observatie/consultatie)

De AWBZ kan aanvullende zorg financieren.

6.9

Begeleiding naar het voortgezet onderwijs

Na de basisschool gaat het kind naar het voortgezet onderwijs, want de leerplicht houdt pas op in het jaar dat je 16 wordt. Stoppen met de opleiding is niet verstandig, want hoe beter een opleiding is, des groter zijn de kansen op de arbeidsmarkt. Wanneer de kinderen in groep 8 zitten moeten ouders in dat schooljaar voor 1 april beslissen over de aanmelding voor een school voor voortgezet onderwijs. Tijdens spreekavonden worden de mogelijkheden en de wensen besproken. Vanuit o.a. een voorlopig advies uit de entreetoets hebben de ouders een indicatie op welke vorm van voortgezet onderwijs ze zich zouden kunnen richten en kunnen ze open dagen/huis van de scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken. Het voortgezet onderwijs is heel erg in beweging en er zijn vele mogelijkheden. We proberen de ouders bij hun keuze zoveel mogelijk informatie te geven over het voortgezet onderwijs, maar de specifieke informatie komt meestal van de school zelf. We raden de ouders dan ook altijd aan de informatieavonden te bezoeken en de onbeantwoorde vragen bij de school voor voortgezet onderwijs neer te leggen. Ook wordt de eindtoets afgenomen om te kijken hoe het kind scoort in verhouding tot het landelijk gemiddelde. De ouders krijgen de score schriftelijk en ontvangen een advies ten aanzien van de mogelijkheden. Dit advies geeft aan welke opleiding het beste aansluit bij de mogelijkheden van het kind. We werken hierbij met het protocol Schoolkeuze groep 8. Elk jaar is er een voorlichtingsavond van scholen voor voortgezet onderwijs uit onze regio in Annen. De inschrijfformulieren voor het voortgezet onderwijs worden door onze school aan de ouders verstrekt . De school stelt een onderwijskundig rapport op. Dit wordt aan de school voor voortgezet onderwijs verstrekt en aan de ouders. Zitten de kinderen op het voortgezet onderwijs, dan blijven we de kinderen volgen. We durven rustig te stellen, dat de kinderen, nadat ze onze school hebben verlaten, goede resultaten behalen en het advies blijkt meestal juist te zijn. De kinderen van onze school gaan meestal naar: • • • •

Het Het Het Het

Zernike College Zuidlaren Maartens College in Haren AOC Terra in Assen Nassau College, vestiging Gieten en Assen


51

6.9.1

Adviesgesprekken met ouders

Gang van zaken bij de adviesgesprekken met de ouders van de leerlingen van groep 8 ten aanzien van de keuze van een vervolgschool. • • • • • •

De ouders dienen in de voorafgaande gesprekken ( ook in andere groepen) een juist beeld te krijgen kan van de mogelijkheden van het kind De besluitvorming vindt plaats na de uitslag van de eindtoets De leerkracht geeft een ‘advies ‘ Dit advies komst meestal overeen met de uitslag van de Cito-toets De VO-school hecht de meeste waarde aan ‘het advies van de school’ De ouders beslissen bij welke school het kind wordt aangemeld

Zie verder onze procedure Schoolkeuze groep 8. 6.9.2

Cito-eindtoets

• •

De Cito-toets wordt afgenomen conform de eisen en mogelijkheden (zie handleiding). De toets wordt in februari afgenomen. De ouders ontvangen de uitslag thuis in een gesloten envelop en nadien vindt het schoolkeuzegesprek plaats. De school verzorgt de aanmelding.

•

De resultaten van de Cito-eindtoets stemmen in de regel overeen met de verwachtingen. 6.9.3 • • • • • • •

Informatie naar VO en ouders

Het VO stuurt info materiaal voor ouders, kinderen en school De ouders vullen het aanmeldingsformulier in Onze school stuurt de VO-school het aanmeldingsformulier, een onderwijskundig rapport, ondertekend door de ouders en bericht van uitschrijving De leerkracht van groep 8 houdt de oudergesprekken en verzorgt de administratie. Aanmelding bij VO-school is voor 1 april Voor de zomervakantie vindt er een informatief gesprek plaats tussen de basisschool en de ontvangende school voor voortgezet onderwijs In de loop van het nieuwe schooljaar vinden er ‘terugkoppelgesprekken’ plaats

Zie verder stappenplan Overgang naar het V.O.

6.10

Lesroosters

Verdeling van de uren per week over de verschillende groepen: Groepen 1-2 22,75 uur Groepen 3-4 24,00 uur Groepen 5 t/m 8 26,00 uur Verplichte onderwijstijd


52

Ten aanzien van de verplichte onderwijstijd schrijft de wet voor, dat er in moet worden voorzien dat: • •

de groepen 1 t/m 8 minimaal 7520 uur onderwijs in 8 jaar ontvangen de kinderen ten hoogste 5, 5 uur per dag onderwijs mogen ontvangen.

De schooltijden zijn zodanig gekozen dat we ieder jaar ruimschoots voldoen aan deze eisen. De inspectie en het bevoegd gezag ontvangen een activiteitenplan, waarin we de opzet van de vakanties en schooltijden verantwoorden. Deze opzet wordt (jaarlijks) met de medezeggenschapsraad besproken. In bijlage 5 zijn de lesroosters opgenomen.

6.11

Management van ondersteunende processen

6.11.1 Organisatie en management Het management van de school is goed zichtbaar. Het geeft een positieve aansturing en heeft een luisterend oor voor signalen uit de praktijk. Er is een duidelijk schoolplan, met een onderwijskundig meerjaren- en jaarplan. Er wordt gezorgd voor optimale werkomstandigheden en is er een aanbod van scholing (zowel individueel als teambreed). Door te zorgen voor een evenwichtige planning, ondersteuning en uitvoering wordt er zo veel mogelijk gestuurd op ieders kwaliteiten. 6.11.2 Interne communicatiestructuur Communicatie binnen de werksituatie is zeer belangrijk en zorgvuldigheid is op zijn plaats. De informatievoorziening vindt plaats: • • • • • •

Via Via Via Via Via Via

de directie een wekelijkse interne memo de postbakjes de personeelsvergadering het infoschrift in de personeelskamer het infobord in de personeelskamer

De informatie naar de ouders wordt als erg belangrijk ervaren. Ouders, leerkrachten en kinderen zijn dan in staat elkaar beter te begrijpen en weten waar de school mee bezig is. Ouders worden op de hoogte gehouden door: • • • • • • •

Een nieuwsbrief (elk laatste woensdag van de maand) De schoolkrant (3 keer per jaar) Spreek- en ouderavonden Info/inloop avonden aan het begin van het nieuwe schooljaar Inloopmiddagen 1x per maand Een ‘praatje’ of een telefoongesprekje Onze website

Contacten met het bestuur en andere instellingen vinden we eveneens zeer belangrijk. In de meeste gevallen worden de school vertegenwoordigd door de schoolleiding en/of een van de leerkrachten. Tijdens de teamvergaderingen wordt hier over besloten.


53

Communicatie binnen het team Communicatie is zeer belangrijk binnen de werksituatie. De informatievoorziening vindt plaats: • • • • • • • • • • • • •

Via de directie naar de teamvergaderingen Via de directeur en de personeelsgeleding naar de medezeggenschapsraad Via het postbakje; elk personeelslid/groep heeft een postbakje Via de email Via de directeur worden onderwerpen op de agenda van de teamvergaderingen geplaatst. Leerkrachten kunnen zelf onderwerpen inbrengen via de conceptagenda die in de personeelskamer ligt Via de postbak ‘algemeen’ waarin allerlei ingekomen stukken ter inzage liggen Via de postbak ‘urgent’ waarin stukken liggen die door alle leerkrachten gelezen moeten worden Via het planbord in de personeelskamer Via het infoschrift in de personeelskamer Via de jaarplanning in de personeelkamer Via de jaarplanner voor elke leerkracht Als hulpmiddelen staan tot onze beschikking de telefoon, de fax en de computer.

Besluitvorming binnen het team vindt plaats volgens het protocol Besluitvormingsprocedure. 6.11.3 Zorgoverleg Drie keer per jaar wordt een leerlingbespreking en een groepsbespreking gepland. De interne begeleider: • Stelt de agenda op en maakt een besluitenlijst/verslag • Bespreekt de resultaten van te voren met de individuele leerkracht • Houdt ruggespraak (indien nodig) met adviserend instantie (REC/WSNS e.a.) • Bespreekt naderhand de handelingsplannen • Houdt de resultaten bij in ESIS B • Heeft IB-overleg binnen de stichting en WSNS-overleg 6.11.4 Medezeggenschapsraad en Ouderraad De medezeggenschapsraad bestaat uit 3 personeelsleden en 3 ouders. De MR geeft adviezen en neemt besluiten over onderwerpen die met het beleid van de school of het bestuur te maken hebben. Twee leden (ouder en personeelslid) hebben zitting in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) In de GMR. zitten leden van de MR-en van de scholen van de stichting. De GMR geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het schoolbestuur. MR en de GMR beschikken over een reglement waarin taken en bevoegdheden worden omschreven. Dit reglement ligt op school ter inzage. Ouders kunnen zich kandidaat stellen en indien nodig worden er verkiezingen gehouden. De ouderraad bestaat uit 9 leden en ondersteunt de school in praktische zin. Men organiseert in overleg met leerkrachten allerlei activiteiten en assisteert bij schoolreisjes, het Sinterklaasfeest, het Kerstfeest, de laatste schooldag, kerst- en paascircuit e.d.


54

De OR zamelt gelden in die worden beheerd door de ‘Stichting ouderraad O.B.S. Anloo’. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en bestaat uit drie leden, die op voordracht van de ouderraad worden benoemd. Deze stichting beheert het ouderfonds, dat gevoed wordt door ‘Etstoelacties’, oudpapieracties, bijdrage van ouders e.d. Ook beheert de stichting de medezeggenschapsgelden en de vergoedingen m.b.t. het overblijven van kinderen op school. In de oprichtingsakte zijn de doelstellingen en de werkwijze van de stichting verwoord. Het bestuur brengt het financieel verslag ter kennis aan de ouders op de zakelijke ouderavond in november.) De MR en de OR doen jaarlijks tijdens de zakelijke ouderavond verslag van hun activiteiten. Dan vinden ook verkiezingen van nieuwe leden plaats. 6.11.5 Schoolkrant/nieuwsbrief/website De schoolkrant wordt drie keer per jaar uitgegeven. Deze is hoofdzakelijk gevuld met materiaal van de leerlingen. De redactie van de schoolkrant wordt gevormd door ouders, leerkrachten en kinderen. Kopij kan op school worden afgegeven, of bij de redactieleden. Per gezin wordt één nieuwsbrief (digitaal) en één schoolkrant verstrekt. Gescheiden ouders ontvangen beide ouders deze. Verder heeft de school een aantal donateurs onder de dorpsbewoners. Deze krijgen eveneens een schoolkrant. De school heeft een eigen website en zo kunnen belangstellenden ook op het internet allerlei informatie over de school bekijken. Het adres is: http://www.anloo.picto.nl 6.11.6 Fronter De school werkt op Fronter. Binnen dit systeem zijn documenten digitaal beschikbaar. 6.11.7 Systeem van kwaliteitszorg De school werkt cyclisch en planmatig aan de kwaliteitszorg, volgens het INK-model en de Deming-cyclus (zie hoofdstuk 1). Voor het monitoren van de schoolontwikkeling maken we gebruik van PrimAH Alert. PrimAH Alert is een managementinformatiesysteem, een web-based instrument ter ondersteuning van de uitvoering, borging en controle van de kwaliteitszorg op de scholen. Het systeem biedt inzicht aan het management zowel op schoolniveau als op het niveau van de stichting. In het systeem zijn de doelstellingen voor de schoolontwikkeling (zie Schoolprofiel) in deze planperiode opgenomen. De school voert het realiseren van doelstellingen in en uploadt daarbij de borgingsdocumenten. Hierdoor is zowel voor de school als voor het bevoegd gezag steeds een actueel beeld van de stand van zaken met betrekking tot de schoolontwikkeling beschikbaar. Het systeem biedt een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de doelstellingen: een cijfer van 1 tot 10 per domein.


55

6.12

Beleidslijn en indicatoren

6.12.1 Huidige situatie Voor de huidige stand van zaken met betrekking het domein Management van Processen verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 6.12.2 Indicatoren/kengetallen om de beleidsvoornemens meetbaar te maken Op basis van de zelfevaluatie en van de beleidsvoornemens die (bovenschools) zijn geformuleerd, hebben we de volgende doelstellingen voor de komende schoolplanperiode vastgesteld.


56

Doelstelling

Resultaat 11/12

Management primaire processen Het werken met het DIM is geoptimaliseerd en geborgd. Leerlingen met problemen worden goed begeleid. Optimaliseren onderwijsaanbod meerbegaafde leerlingen. Groepsplannen zijn ingevoerd.


Tijdens de lessen taal, lezen en rekenen is gedifferentieerde instructie geïmplementeerd en geborgd. 90% van de ouders waardeert de begeleiding van leerlingen met problemen met een ‘goed’. Meerbegaafde leerlingen krijgen passend onderwijs.

x

x

x

x

In alle groepen wordt gewerkt (t.a.v. de basisvaardigheden) met groepsplannen.

x

x

x

Het systeem van kwaliteitszorg voldoet aan de normen van de Inspectie. De instructie voldoet aan de normen van de Inspectie.

x

Er is een schoolspecifiek zorgplan opgesteld.

X

x

x

Management secundaire processen De kwaliteitszorg is geïmplementeerd en geborgd. De vaardigheidsmeter Instructiegedrag is ingevoerd. Er is een schoolspecifiek zorgplan.

Passend Onderwijs wordt ingevoerd.

Het schoolspecifiek zorgplan is vastgesteld. Er is beleid vastgesteld m.b.t. de invoering van Passend Onderwijs in 2012.


x

x

x x

57

7

Resultaatgebieden

Meten is weten en draagt bij aan verbetering

7.1

Opbrengstgerichte cultuur

Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen. Werken met een professionele leergemeenschap komt, volgens ons, de werkcultuur van scholen en organisaties rondom de school ten goede. We gaan de uitdaging aan om een onderzoekende en opbrengstgerichte cultuur te creëren op alle lagen van de organisatie. Oftewel een werkcultuur scheppen waarin planmatig gewerkt wordt aan de verbetering van het onderwijs en het verhogen van resultaten op basis van data. Vooral kennis van evidence based practice is hierbij cruciaal.

7.2

Waardering door de ouders, personeel, leerlingen en inspectie

In oktober 2010 zijn door ‘Scholen met Succes’ de volgende peilingen afgenomen: • • •

Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid Personeelstevredenheid

De resultaten van deze peilingen zijn opgenomen in PrimAH Alert. Bovendien vormen deze resultaten een belangrijk onderdeel van onze zelfevaluatie. De zelfevaluatie van onze school is belangrijk onderdeel om de streefdoelen voor deze planperiode te bepalen. Onze school heeft een basisarrangement, oftewel de onderwijsinspectie heeft volgens hun normering geen risico’s voor onze school geconstateerd.


58

7.3

Resultaten en opbrengsten

De toetsresultaten van de leerlingen zijn een belangrijke indicator voor het monitoren van onze onderwijskwaliteit. De toetsresultaten van de leerlingen worden verwerkt binnen ons leerlingvolgsysteem (ESIS). Ons uitgangspunt is dat het werken met en analyseren van deze data ertoe moet leiden dat met behulp van deze toetsen het onderwijs wordt verbeterd. Wat betreft de leerlingen willen we het maximaal haalbare met hen bereiken. Door de trendanalyses van de Cito toetsen goed bij te houden en door de groeps- en leerlingbesprekingen houden we goed zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Het lezen blijft een aandachtspuntpunt. Dit schooljaar hebben we horizontaal lezen ingevoerd. Via de sociaal emotionele thema’s maken we leerlingen bewust van de consequenties van hun gedrag. We willen een goede balans creëren voor zorgleerlingen, de middengroep en leerlingen, die meer aankunnen in de groep.

7.4 7.4.1


Voor de huidige stand van zaken met betrekking de resultaatgebieden verwijzen we naar de zelfevaluatie (bijlage 1). 7.4.2




59

Doelstelling

Resultaat 11/12

Waardering door ouders, leerlingen, personeel en maatschappij In 2014 wordt de personeels-, leerlingen oudertevredenheidsonderzoek uitgevoerd door ‘Scholen met Succes’. Er is een betere waardering van school door ouders. In 2012 is signalering van sociaal-emotionele ontwikkeling onderdeel van het leerlingvolgsysteem. In het najaar van 2012 worden de leerlingen gepeild op hun veiligheidsbeleving. Resultaten en opbrengsten De toetsresultaten zijn verbeterd.

We scoren op alle 3 de peilingen minimaal op het landelijk gemiddelde en geen enkele school scoort 0,2 punten onder het gemiddelde. 80% van ouders waardeert de school met ‘goed’. Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling is geïmplementeerd.


x

x x

De LTP is afgenomen.

x

De eindopbrengsten voldoen aan de normen van de Inspectie.

x

x

x

x

De tussenopbrengsten voor Rekenen liggen op het gemiddelde van wat van de leerlingen mag worden verwacht.

x

x

x

x

De tussenopbrengsten voor Taal en Lezen liggen 10% boven het gemiddelde van wat van de leerlingen mag worden verwacht.

x

x

x

x


60

Bijlage 1 Zelfevaluatie (n.a.v. PrimAH Alert en Schoolplan 2007-2011, Anloo: d.d. 24-01-2011) Visie en Beleid Sterke punten: • De omgeving de school in: de school organiseert minimaal drie taalactiviteiten per schooljaar waarbij externen worden betrokken •

De school de omgeving in: er zijn samenwerkingsvormen met maatschappelijke instellingen

•

Schoolconcept: er is een actueel schoolprofiel

•

Imago: er is een slogan en eenduidige uitingen naar buiten toe

Nog te ontwikkelen: • Imago: de slogan kan nog beter bij ouders bekend worden gemaakt •

Visie en beleid:het stichtingsprofiel moet beter bekend worden gemaakt bij de medewerkers en een hogere waardering voor de schoolgids zien te bereiken (in dit geval de waardering door de ouders)

Leiderschap Sterke punten: • Toegankelijk: er is een document met taken en verantwoordelijkheden directie, de directie wordt als zichtbaar ervaren, er wordt gewerkt met jaarplannen e.d. •

Goed leiderschap doet goed volgen: meer dan 80% van de medewerkers geeft aan dat zij vindt dat de directie stimulerend en ondersteunend is

•

Lerend: de directeur neemt deel aan professionele leergemeenschappen

Nog te ontwikkelen: • Toegankelijk: taken en verantwoordelijkheden directie zijn niet bij iedereen bekend, de besluitvormingsprocedures zijn niet altijd even helder, geen 90% van de medewerkers vindt de communicatie van de directie helder en duidelijk, geen 90% van de medewerkers vindt dat de directie de schoolontwikkeling planmatig opstelt •

Capabel: de ambities van de directie zijn niet bekend bij de algemeen directeur

Personeel Sterke punten: • Voldoende personeel, invallers worden beoordeeld, er is altijd vervanging aanwezig •

Capabel /competent, de medewerkers zijn competent, intervisie is geregeld

Nog te ontwikkelen: • Capabel /competent: medewerkers geven aan dat de begeleiding niet altijd even goed is •

Gemotiveerd en betrokken: minder dan 80% van de medewerkers geeft aan de school met een goed te beoordelen, niet alle medewerkers zijn in het bezit van het stichtingsprofiel


61

•

Gezondheid/vitaliteit: niet alle medewerkers zijn tevreden over de begeleiding bij ziekte/reïntegratie, het ziekteverzuim is hoger dan 4%

•

De collegiale consultatie is nog niet volledig ingevoerd

•

De beoordelingsgesprekken zijn nog niet ingevoerd

•

De professionele cultuur is gedeeltelijk gerealiseerd

Cultuur en Klimaat Sterke punten: • Communicatie: MR leden ervaren de communicatie als duidelijk •

Professionele cultuur: meer dan 90% van de medewerkers voelt zich opgenomen in het team, men voelt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de school, de teamleden stappen bij problemen op de juiste persoon af

Nog te ontwikkelen: • Communicatie:minder dan 90% van de medewerkers geeft aan dat hun mening gehoord wordt, minder dan 90% ervaart de overlegmomenten als zinvol, ook vindt men de informatie niet altijd even helder en wordt deze ook niet altijd even goed doorgenomen •

Professionele cultuur: er wordt nog wel wandelgangenpraat ervaren

•

De school heeft nog geen vastgesteld sociaal veiligheidsplan

Middelen en voorzieningen Sterke punten: • Gebouwen/accommodatie: de school is een uitdagende omgeving, de staat van onderhoud is goed te noemen •

Inrichting gebouwen/faciliteiten: de werkfaciliteiten worden als voldoende ervaren

•

Begroting: er wordt binnen de begroting gewerkt

Nog te ontwikkelen: • Aanschaf methode biologie en techniek Management primair proces Sterke punten: • Pedagogisch klimaat: de school heeft een methode sociaal emotionele ontwikkeling, er is een LVS sociaal emotionele ontwikkeling en dit leidt, daar waar nodig, tot acties •

Onderwijstijd: meer dan 50% van de onderwijstijd wordt gebruikt voor de basisvaardigheden

•

Onderwijsaanbod: de methoden zijn actueel, er is een goed onderwijsaanbod, het onderwijsaanbod is beredeneerd

•

Toetsing: de toetsen zijn actueel en worden geanalyseerd

Nog te ontwikkelen: • Lesgeven: in nog niet 90% van de instructielessen wordt het DIM model gebruikt, er wordt nog niet voldoende gedifferentieerd, de leerlingen zijn nog niet voldoende actief betrokken


62

•

Onderwijstijd: de leertijd wordt nog niet altijd maximaal gebruikt om het lesdoel te behalen

•

Onderwijsaanbod: aanbod voor meerbegaafde leerlingen is nog niet voldoende

Management secundaire processen Sterke punten: • Kwaliteitszorg: de school werkt planmatig, er is een handboek kwaliteitszorg, de school werkt aantoonbaar in een beleidscyclus van vier jaar, de beschrijving van de primaire processen is in protocollen opgenomen •

Rapportage: de school heeft een actueel jaarverslag

•

Leerlingenzorg: de planning en uitvoering van de zorg verloopt in meer dan 90% volgens de vastgestelde procesbeschrijving, er zijn handelingplannen en groepsplannen beschikbaar die voldoen aan het wettelijk kader, er zijn individuele leerlijnen beschikbaar, de opbrengsten worden tweemaal per jaar geanalyseerd

Nog te ontwikkelen: • Kwaliteitszorg: de school scoort niet overal een 3 op het toezichtskader van de inspectie •

Leerlingenzorg: geen 90% van de ouders voelt zich voldoende betrokken bij het onderwijs van hun kind, minder dan 90% van de leerkrachten vindt dat de ouders voldoende betrokken zijn bij de school

•

De doorstroom- en verwijzingscriteria zijn nog niet voldoende beschreven

•

Er is nog geen beleidsplan voor de meerbegaafde leerlingen

Waarderingen door ouders, personeel, leerlingen en maatschappij Sterke punten: • Personeel: zij vinden de school een veilige omgeving •

Ouders: zij vinden de school een veilige omgeving

•

Leerlingen: de leerlingen waarderen de school met meer dan een 8

Nog te ontwikkelen: • Personeel: niet alle personeelsleden waarderen de school met een goed •

Ouders: niet alle ouders waarderen de school met een goed

•

Leerlingen: minder dan 90% van de leerlingen vindt de school een veilige omgeving

Resultaten en opbrengsten Sterke punten: • Leeropbrengsten: de tussen- en eindopbrengsten liggen op het niveau van wat mag worden verwacht Nog te ontwikkelen: • Taal- leesopbrengsten: deze liggen nog geen 10% boven het landelijk gemiddelde


63

Bijlage 2 Beleidsvoornemens 2011-2015 Doelstelling

Resultaat 11/12

Visie en beleid De schoolgids voldoet aan de wettelijke eisen. In 2012 is een onderwijszorgprofiel vastgesteld op basis van de visie vanuit de 1-zorgroute. Leiderschap De communicatie vanuit de directie is helder en duidelijk.

Het onderwijskundig leiderschap van de directeur is goed te noemen.

De vergadering zijn effectief.

De directeur is een verandermanager. De directeur werkt aantoonbaar planmatig.

Er wordt gestuurd op data.

Professionele leergemeenschap is geïmplementeerd.

De directeur heeft een licentie t.a.v. de vaardigheidsmeter.

De vaardigheidsmeter is geïmplementeerd.

Tevredenheid t.a.v. het schoolmanagement.

De ouders waarderen de schoolgids met een ‘goed’. Het onderwijszorgprofiel is opgenomen in een document en vastgesteld.

x

Afspraken omtrent de communicatie vanuit de directie zijn vastgelegd. De afspraken worden nagekomen. 90% van het team beoordeelt het onderwijskundig leiderschap met ‘goed’. De directeur van de school heeft het werken met de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag geïmplementeerd. 90% van de teamleden waardeert de verschillende vergaderingen als effectief. In 2015 kent de schooldirecteur veranderstrategieën en past deze (aantoonbaar) toe. In 2012 is de schooldirecteur in staat om met zijn team aantoonbaar planmatig en resultaatgericht te werken. In 2012 kan de schooldirecteur met zijn team data genereren en bruikbare analyses maken. In 2014 heeft de school (professionele) leergemeenschappen gevormd volgens het principe van Michael Fullan. In 2013 heeft iedere schooldirecteur de licentie voor de Vaardigheidsmeter instructiegedrag. In 2013 heeft elke directeur bij alle leerkrachten van zijn team de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag afgenomen. In 2014-2015 is 90% van het personeel tevreden over het schoolmanagement.


x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Personeel


64

Doelstelling De teamleden worden goed begeleid. Er is een systeem van collegiale consultatie.

Er is bij de teamleden een goede balans tussen werk en privé. De afspraken en besluiten zijn geborgd. De IB’er is capabel en competent.

De teamleden zijn geschoold t.a.v. de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag. Begeleiding leerkrachten is geborgd.

De vaardigheidsmeter is geïmplementeerd

De gesprekkencyclus is geïmplementeerd.

Het bekwaamheidsdossier is geïmplementeerd.

Cultuur en klimaat De interne en externe communicatie is helder en duidelijk.

De professionele cultuur is versterkt.

Resultaat 100% van de teamleden is capabel en competent. De collegiale consultatie is in een document vastgelegd. De collegiale consultatie is geïmplementeerd. Door de invoering van de collegiale consultatie is een beter zicht op de doorgaande lijnen ontstaan. 90% van de teamleden ervaart de balans tussen werk en privé als goed. De afspraken en besluiten worden nagekomen en uitgevoerd. De IB’er maakt deel uit van een professionele leergemeenschap. De zorgstructuur voldoet aan de normen van de Inspectie. Teamscholing Vaardigheidsmeter Instructiegedrag is door alle teamleden gevolgd. In 2015 is in een notitie vastgelegd op welke wijze startende leerkrachten en invallers worden begeleid en ingewerkt. In 2013 is 90% van alle leerkrachten gecertificeerd in het kader van de Vaardigheidsmeter instructiegedrag Er is in 2015 een volledige gesprekscyclus ingevoerd. De gesprekkencyclus wordt onder andere gebruikt als evaluatie van het personeelsbeleid. Het instrument “vaardigheidsmeter instructiegedrag” is hierbij leidend. In 2015 zijn de competenties van de personeelsleden in beeld gebracht en vastgelegd in een bekwaamheidsdossier en kunnen de personeelsleden het nut en de noodzaak van dit dossier benoemen. Intern en externe wordt de communicatie met een ‘goed’ gewaardeerd. Er is een communicatieplan vastgesteld. Er is een systeem van coaching voor (beginnende) leerkrachten.


11/12 x


x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

65

Doelstelling

Het werkklimaat is goed.

Middelen en voorzieningen Er zijn nieuwe methoden voor techniek/biologie/natuurkunde/ aardrijkskunde. Er is een nieuwe geschiedenis methode Er zijn krukken voor instructietafels. Er is een methode voor de kleutergroep. Er is een nieuwe rekenmethode. Er is een meerjarenbegroting.

Het MIS is geïmplementeerd.

Management primaire processen Het werken met het DIM is geoptimaliseerd en geborgd.

Leerlingen met problemen worden goed begeleid. Optimaliseren onderwijsaanbod meerbegaafde leerlingen. Groepsplannen zijn ingevoerd.

Resultaat Er is een systeem van intervisie. Er is een systeem van collegiale consultatie. In 2015 een cultuur is ontstaan dat uitwisseling en samenwerking binnen het team en tussen scholen onderling bevordert. In 2015 vindt (duurzame) uitwisseling van kennis en informatie plaats tussen personeelsleden onderling en tussen de scholen. 90% van de leerkrachten beoordeelt het werkklimaat met een ‘goed’. Er is een actueel aanbod van methoden dat voldoet aan de eindtermen. Er is een actueel aanbod voor het vakgebied geschiedenis De instructietafels worden efficiënt gebruikt. Een kleutermethode is ingevoerd. Er is een actuele rekenmethode ingevoerd die voldoet aan de kerndoelen. Er is een sluitende meerjarenplan voor: • het regulier onderhoud van de schoolgebouwen • meubilair • hardware ICT • leermiddelen Er is in 2015 een goed functionerend digitaal managementinformatiesysteem.

Tijdens de lessen taal, lezen en rekenen is gedifferentieerde instructie geïmplementeerd en geborgd. 90% van de ouders waardeert de begeleiding van leerlingen met problemen met een ‘goed’. Meerbegaafde leerlingen krijgen passend onderwijs. In alle groepen wordt gewerkt (t.a.v. de basisvaardigheden) met groepsplannen.

11/12 x x

Jaar van uitvoering 12/13 13/14 14/15 x x x

x

x

x

x

x

x

x x x x

x

x

x

x

x x

x

x

x

Management secundaire processen


66

Doelstelling De kwaliteitszorg is geïmplementeerd en geborgd. De vaardigheidsmeter Instructiegedrag is ingevoerd. Er is een schoolspecifiek zorgplan.

Passend Onderwijs wordt ingevoerd. Waardering door ouders, leerlingen, personeel en maatschappij In 2014 wordt de personeels-, leerlingen oudertevredenheidsonderzoek uitgevoerd door ‘Scholen met Succes’. Er is een betere waardering van school door ouders. In 2012 is signalering van sociaal-emotionele ontwikkeling onderdeel van het leerlingvolgsysteem. In het najaar van 2012 worden de leerlingen gepeild op hun veiligheidsbeleving. Resultaten en opbrengsten De toetsresultaten zijn verbeterd.

Resultaat Het systeem van kwaliteitszorg voldoet aan de normen van de Inspectie. De instructie voldoet aan de normen van de Inspectie. Er is een schoolspecifiek zorgplan opgesteld.

11/12 x


x x

Het schoolspecifiek zorgplan is vastgesteld.

x

Er is beleid vastgesteld m.b.t. de invoering van Passend Onderwijs in 2012.

x

We scoren op alle 3 de peilingen minimaal op het landelijk gemiddelde en geen enkele school scoort 0,2 punten onder het gemiddelde. 80% van ouders waardeert de school met ‘goed’. Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling is geïmplementeerd.

x

x x

De LTP is afgenomen.

x

De eindopbrengsten voldoen aan de normen van de Inspectie.

x

x

x

x

De tussenopbrengsten voor Rekenen liggen op het gemiddelde van wat van de leerlingen mag worden verwacht.

x

x

x

x

De tussenopbrengsten voor Taal en Lezen liggen 10% boven het gemiddelde van wat van de leerlingen mag worden verwacht.

x

x

x

x


67

Bijlage 3

Schoolprofiel Kerkbrink 2 9467 PH Anloo Tel.: 0592-272079 Email: [email protected] Website: www.anloo.picto.nl

Schoolprofiel van de Openbare Basisschool Anloo Credo van de school: SAMEN

De school. De Openbare Basisschool Anloo is een dorpsschool met een streekfunctie. Vanaf 1985 bezoeken de leerlingen uit Anderen onze school en vanaf 1993 ook de leerlingen uit Gasteren. Onze school valt onder het bestuur van de stichting PrimAH en is één van de vijftien openbare basisscholen in Aa en Hunze. In het schooljaar 2010-2011 werken er 8 leerkrachten, een onderwijsassistente, een administratieve kracht en een ouder/vrijwilliger. De ouder bevolking van onze school is zeer gemêleerd en bestaat zowel uit ambachtslieden als wel uit academisch opgeleide ouders. Wij hebben geen voordeel van leerlingen met gewichten en hebben twee rugzakleerlingen, waarvoor we extra formatie en middelen krijgen en twee vluchtelingkinderen waar we tijdelijk extra formatie voor hebben in de vorm van 8 uur onderwijsassistentie Op de teldatum van 1 oktober 2010 bezoeken 92 leerlingen de OBS Anloo. Zij zijn verdeeld over 4 combinatiegroepen, waarbij de groepsgrootte fluctueert tussen 21 en 33. Tijdelijk hebben we voor 4 ochtenden extra formatie om groep 5- 6 met 33 leerlingen en een forse groep zorgleerlingen te kunnen splitsen. De school heeft een aantal kenmerken:       

het gevoel van veiligheid en een prettige sfeer vinden we erg belangrijk rust orde en regelmaat eveneens de school heeft als credo samen, samenwerking tussen school, ouders, leerlingen, leerkrachten en de drie dorpen we zijn een laagdrempelige school met een grote ouderbetrokkenheid Stichting Stroomdal Express verzorgt het vervoer naar school we hebben 2 digitale schoolborden (groep 3 t/m 8) het beginnen van de school gebeurt door het luiden van de schoolbel.

Visie en beleid. De OBS Anloo moet een veilige, prettige leeromgeving zijn, met duidelijke en directe instructie op niveau voor elk kind. We willen kwaliteit leveren op het gebied van onderwijs en buitenschoolse activiteiten. Samen zorgen we voor een goede interactie tussen ouders, leerlingen en leerkrachten Door het geven van instructie volgens het Directe Instructie Model (DIM), door goed klassenmanagement, door het maken van trendanalyses van de toetsgegevens en met oog voor het welbevinden van onze leerlingen willen we dat onze leerlingen het maximale van hun kunnen bereiken, respectvol met elkaar omgaan, vertrouwen in zich zelf, elkaar en hun toekomst hebben.


68

Personeel en management. Het team van de OBS Anloo leert van elkaar en maakt gebruik van elkaars kwaliteiten. Daarbij zorgen we voor een goede communicatie, respecteren we elkaar en bouwen we samen aan het wij-gevoel. We willen werken met vrijheid in gebondenheid Voor het personeel willen we een veilige omgeving creëren, waarin ze gewaardeerd worden. Er is ruimte voor gezamenlijke en persoonlijke ontwikkeling. We werken als team met een open houding in een professionele cultuur. Het management van de school is goed zichtbaar. Geeft een positieve aansturing en heeft een luisterend oor voor signalen uit de praktijk. Er is een duidelijk schoolplan, met een onderwijskundig meerjaren- en jaarplan. Er wordt gezorgd voor optimale werkomstandigheden en is er een aanbod van scholing (zowel individueel als teambreed). Door te zorgen voor een evenwichtige planning, ondersteuning en uitvoering wordt er zoveel als mogelijk aangestuurd op kwaliteiten.

Cultuur en klimaat. We willen het goede uit het verleden bewaren en streven in een sfeer van openheid, eerlijkheid, saamhorigheid en met respect voor elkaar via professionalisering naar verbetering van ons onderwijs. Er is aandacht voor een duidelijke structuur (o.a. ingezet met DIM), werken met groeps- en handelingsplannen verder aan de ontwikkeling van ons onderwijs. Met name het sociaal emotionele aspect vinden we erg belangrijk. Bijzonderheden, waar we trots op zijn:  het gevoel dat we heel veel samen doen  ons speelplein  onze stichting Stroomdal Express met al haar vrijwilligers  de schoolreizen,  de tweejaarlijkse musical  de TSO organisatie  de Sinterklaasviering,  werken met het Kunstmenu,  het kerstfeest,  Paasfeest  excursies in de verschillende groepen.

Middelen en voorzieningen. In de school zal qua huisvesting door een interne verbouwing de beschikking krijgen over een nieuwe personeelskamer, een aparte IB/administratie ruimte en een aparte ruimte voor de logopediste/schoolarts/schoolverpleegkundige/schoolmaatschappelijk werker. Verder krijgt de school tijdelijk een extra leslokaal voor de komende 5 jaren De school heeft onlangs een nieuwe centrale schoolbibliotheek geopend. We willen de komende jaren extra investeren in leuke uitdagende materialen waar zelfstandig mee gewerkt kan worden, de aanschaf van 2 extra digitale schoolborden en extra computers in de groepen. De methoden voor de hoofdvakken zijn de laatste paar jaar allemaal vernieuwd. Voor de zaakvakken inclusief techniek oriënteren we ons de komende jaren op nieuwe methoden.

Primaire en secondaire processen. We gaan door met: * ‘Werken Met Kwaliteitskaarten’ (WMK) met aandacht voor persoonlijke ontwikkelingen via pop´s * We geven instructielessen volgens het ‘Directe Instructie Model’.


69

* Werken met het takenblad * Collegiale consultatie en visitatie Verbeterpunten m.b.t. klassenorganisatie en instructie zijn: * Meer differentiatie in instructie * Een gedisciplineerdere wijze van zelfstandig werken * Meer grip op het klassenmanagement in combinatiegroepen. Voor de genoemde verbeterpunten hebben we ondersteuning nodig in de vorm van: * een cursus klassenmanagement (waardoor de organisatie in de groep zodanig is ingericht, dat elke leerling de hulp kan krijgen die hem toekomt en het behapbaar is voor de leerkracht * een systeem van gestructureerde intervisie waarbij je van elkaar leert. * externe professionals die hun expertise in de school brengen

Waardering klanten en maatschappij. De scholen binnen de Stichting PrimAH houden vierjaarlijks een OuderTevredenheidsPeiling en PersoneelTevredenheidsPeiling en elke twee jaar een LeerlingTevredenheidsPeiling. Hiervoor gebruiken we de peilingen van ‘Scholen met Succes’. De uitkomsten van bovengenoemde peilingen zullen gebruikt worden voor de planning van de komende jaren. Via de ouderraad en medezeggenschapsraad is er een goed contact over hetgeen er bij ouders en leerlingen leeft. Tijdens de informatieavonden aan het begin van het nieuwe schooljaar gegeven in alle groepen, informeren we de ouders over de bijzonderheden van het leerjaar waarin hun kinderen zitten. Twee- tot driemaal per jaar zijn er contactavonden gepland tussen ouders en leerkrachten over de ontwikkelingen van de kinderen. We willen een laagdrempelige school zijn; ouders kunnen altijd een extra afspraak maken om te praten over het wel en wee van hun kind. Als team waarderen wij het dat de leerlingen met onze ondersteuning het maximale uit zich zelf halen en dat de ouders en de leerlingen laten zien dat ze de school waarderen Resultaten en opbrengsten. Wat betreft de leerlingen willen we het maximaal haalbare met hen bereiken. Door de trendanalyses van de Cito toetsen goed bij te houden, de groeps- en leerlingbespre-kingen houden we goed zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Het lezen blijft een zwaartepunt. Dit schooljaar hebben we horizontaal lezen ingevoerd. Via de sociaal emotionele thema’s maken we leerlingen bewust van de consequenties van hun gedrag. We willen een goede balans creëren voor zorgleerlingen, de middengroep en leerlingen, die meer aankunnen in de groep. Visie Anloo De OBS Anloo is een openbare school met een veilige leeromgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontplooien. Het is een school waar de leerling, de leerkracht en de ouder samen met plezier naar toe gaan, waar we respectvol naast elkaar staan en werken en accepteren dat zich verschillen voordoen.


70

Bijlage 4 Kerndoelen PO (2006) en leerstofaanbod .

1

Nederlands

Mondeling, Schriftelijk onderwijs en Taalbeschouwing (waaronder strategieën) A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2

De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3

De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.

4

De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.

5

De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

6

De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.

7

De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.

8

De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.

9

De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

10

De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

11

De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen • regels voor het spellen van werkwoorden; • regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; • regels voor het gebruik van leestekens.


71

12

B

De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Aanvankelijk lezen: De leeslijn Taal : Taal in beeld Voortgezet technisch lezen: De leeslijn Begrijpend lezen: lezen in beeld Studerend lezen: Lezen in beeld Spelling: Spelling in beeld Schrijven: Schrijven in de basisschool Toetsen: Methodegebonden toetsen Pravoo lvs Toetsen leerlingvolgsysteem: Taal voor kleuters cito Cito SP 2011 DMT/AVI Cito BL 2011 Entreetoets Cito (groep 7) Eindtoets Cito (groep 8) Extra hulpmethode: Naar zelfstandig spellen Spelling in de lift Speciale leesbegeleiding Speciale leesbegeleiding begrijpend lezen Hulpboeken Cito voor begrijpend lezen Educatieve software


72

2

Engels

A

Kerndoelen

1  2

 3  4

De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.

 B Middelen Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Hello World Toetsen: Methodegebonden toetsen


73

3

Rekenen/wiskunde

Getallen en bewerkingen/Meten en meetkunde A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken.

2

De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.

3

De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.

4

De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.

5

De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.

6

De leerlingen leren schattend tellen en rekenen.

7

De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

8

De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.

9

De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken.

10

De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.

11

De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Pluspunt Toetsen: Methodegebonden toetsen Toetsen leerlingvolgsysteem: Rekenen voor kleuters Rekenen en wiskunde Cito Extra hulpmethode: Maatwerk Vlot


74

4

Oriëntatie op jezelf en de wereld

Mens en samenleving, Natuur en techniek. A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.

2

De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

3

De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger.

4

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

5

De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

6

De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

7

De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

8

De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

9

De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

10

De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

11

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

12

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

13

De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme.

14

De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden/werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.


75

15

Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.

16

De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.

17

De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

18

De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

19

De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.

20

De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Natuur buitengewoon Een zee van tijd Wijzer door de wereld Ik jij wij Toetsen: Eggo Methodetoetsen


76

5

Kunstzinnige oriëntatie

A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

2

De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

3

De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Tekenen: Moet je doen Muziek: Moet je doen Handvaardigheid: Moet je doen Dans en drama: Moet je doen Toetsen: Geen.


77

6

Bewegingsonderwijs

A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste beweging- en spelvormen ervaren en uitvoeren.

2

De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Eigen gemaakte jaarplan. Toetsen: Digitaal leerlingvolgsysteem van Beleves Extra hulpmethode: Mrt screeningsprogramma van Freddy van der Werf.


78

Bijlage 5 Lesroosters Lesrooster groep 1-2 Maandag 08.30-09.00 “ 09.00-10.00 “ 10.00-10.15 “ 10.15-10.30 “ 10.30-11.30 “ 11.30-12.00 “ 13.00-13.45 “ 13.45- 14.00 “ 14.00-14.45 “ 14.45-15.00 Dinsdag 08.30-09.00 “ 09.00-10.00 “ 10.00-10.15 “ 10.15-10.30 “ 10.30-11.30 “ 11.30-12.00 “ 13.00- 13.30 “ 13.30-14.15 “ 14.15-15.00 Woensdag 08.30-09.05 “ 09.05-09.30 “ 09.30-10.15 “ 10.15-10.30 “ 10.30-11.15 “ 11.15-11.30 Donderdag 08.30-09.15 “ 09.15-10.15 “ 10.15-10.30 “ 10.30-10.45 “ 10.45-11.45 “ 11.45-12.00 “ 13.00-13.30 “ 13.30-14.00 “ 14.00-14.30 “ 14.30-15.00 Vrijdag 08.30-09.00 “ 09.00-10.00 “ 10.00-10.15 “ 10.15-11.15 “ 11.15-12.00

Taal Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Taal Pauze Lichamelijke oefening Muziek Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Kennisgebieden en wereldoriëntatie Lichamelijke oefening Taal- en leesontwikkeling Taal Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Gedrag in verkeer Pauze Lichamelijke opvoeding Muziek Taal- en leesontwikkeling Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Lichamelijke oefening Taal Muziek Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Pauze Lichamelijke oefening Taal Taal Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Pauze Gedrag in het verkeer Lichamelijke oefening Kennisgebieden en wereldoriëntatie Muziek Lichamelijke oefening Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Taal Taal Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Kennisgebieden en wereldoriëntatie Lichamelijke oefening Taal- en leesontwikkeling

Arbeid met ontwikkelingsmateriaal = ontwikkeling rekenvoorwaarden


79

Lesrooster groep 3 Maandag 08.30 lezen (horizontaal) 09.00 rekenen 09.45 taal 10.15 pauze 10.30 vertelkring 11.00 schrijven 11.30 kennisgebieden en WO 12.00 pauze 13.00 lezen 13.45 WO 14.15 expressieactiviteiten 15.00 Dinsdag 08.30 lezen (horizontaal) 09.00 rekenen 09.45 taal 10.15 pauze 10.30 lezen 11.00 schrijven 11.30 WO 12.00 pauze 13.00 lezen 13.30 muziek/dans 14.00 expressieactiviteiten 15.00 Woensdag 08.30 gym 09.30 lezen /boekenkring 10.00 rekenen 10.15 pauze 10.30 rekenen 11.00 taal 11.30 schrijven 12.00 lezen (horizontaal) 12.30 Donderdag 08.30 lezen (horizontaal) 09.00 taal 09.40 rekenen 10.15 pauze 10.30 vertelkring 11.00 schrijven 11.30 GVO / verkeer 12.00 pauze 13.00 lezen 13.45 muziek / dans / drama Schoolplan 2011-2015 – OBS Anloo © Cadenza Onderwijsconsult – 2011

80

14.30 15.00 Vrijdag 08.30 09.15 10.00 11.00 11.15 12.00

expressieactiviteiten

rekenen taal gym pauze lezen (horizontaal)

Lesrooster groep 4 Maandag 08.30 lezen (horizontaal) 09.00 taal 09.45 rekenen 10.15 pauze 10.30 vertelkring 11.00 schrijven 11.30 kennisgebieden en WO 12.00 pauze 13.00 lezen (leeslijn) 13.45 WO 14.15 expressieactiviteiten 15.00 Dinsdag 08.30 lezen (horizontaal) 09.00 rekenen 09.45 taal 10.15 pauze 10.30 taal / spelling 11.00 schrijven 11.30 WO 12.00 pauze 13.00 lezen / begrijpend lezen 13.30 muziek / dans 14.00 expressieactiviteiten 15.00 Woensdag 08.30 gym 09.30 lezen /boekenkring 10.00 taal 10.15 pauze 10.30 taal 10.45 rekenen 11.30 schrijven 12.00 lezen (horizontaal) 12.30


81

Donderdag 08.30 09.00 09.45 10.15 10.30 11.00 11.30 12.00 13.00 13.45 14.30 15.00 Vrijdag 08.30 09.15 10.00 11.00 11.15 12.00 Groep 5 Maandag 08.30-08.50 08.50-09.00 09.00-09.45 09.45-10.00 10.00-10.15 10.15-10.30 10.30-11.00 11.00-11.15 11.15-12.00 13.00-14.00 14.00-14.15 14.15-15.00 Dinsdag 08.30-09.00 09.00-09.45 09.45-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45 11.45-12:00 13.00-13.30 13.30-14.00 14.00-14.15 14.15-15.00

lezen (horizontaal) rekenen taal pauze vertelkring schrijven GVO / verkeer pauze lezen (begrijpend lezen) muziek / dans / drama expressieactiviteiten

taal rekenen gym pauze lezen (horizontaal) pauze

Lezen: Krant Rekenen Taal Spelling Pauze Taal/Spelling Rekenen Lezen Aardrijkskunde Schrijven Tekenen Lezen: Rekenen Taal/ Spelling Pauze Begrijpend lezen Taal/Spelling Rekenen Boekbespreking/muziek Verkeer Taal Drama


82

Woensdag 08.30-09.50 09.50-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45 11.45-12.55 12.25-12.30 Donderdag 08.30-09.00 09.00-09.45 09.45-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45 11.45-12.00 13.00-13.45 13.45-14.45 14.45-15.00 Vrijdag 08.30-09.50 09.50-09.55 09.55-10.15 10.15-10.30 10.30-11.00 11.00-12.00 13.00-13.45 13.45-15.00 Groep 6 Maandag 08.30-09.00 09.00-09.45 09.45-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45 11.45-12.00 13.00-14.00 14.00-14.15 14.15-15.00 Dinsdag 08.30-09.00 09.00-09.45 09.45-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45

Gym Taal/Spelling Pauze Rekenen Taal Lezen Taal Evaluatie Lezen Rekenen Taal/spelling Pauze Lezen Taal/Spelling Rekenen Lezen Spreekbeurt Geschiedenis Schrijven Gym Lezen/krant Taal/Spelling Pauze Rekenen Lezen Nieuws uit de natuur Handvaardigheid

Lezen: Rekenen Taal Pauze Leeslijn Taal en spelling Rekenen Aardrijkskunde Schrijven Tekenen Lezen: Rekenen Taal/ Spelling Pauze Lezen Taal/Spelling


83

11.45-12.00 13.00-13.30 13.30-14.00 14.00-14.15 14.15-15.00 Woensdag 08.30-09.50 09.50-11.15 11.15-11.45 10.30-11.15 11.15-12.05 12.05-12.30 12.25-12.30 Donderdag 08.30-09.00 09.00-09.45 09.45-10.15 10.15-10.30 10.30-11.15 11.15-11.45 11.45-12.00 13.00-13.45 13.45-14.45 14.45-15.00 Vrijdag 08.30-09.50 09.50-09.55 09.55-10.15 10.15-10.30 10.30-11.00 11.00-11.35 11.35-12.00 13.00-13.45 13.45-15.00

Rekenen Boekbespreking/muziek Verkeer Taal Drama Rekenen Gymnastiek Taal/spelling Rekenen Taal/spelling Lezen Taal Evaluatie Lezen Rekenen Taal/spelling Pauze Lezen Taal/Spelling Rekenen Lezen Spreekbeurt Geschiedenis Schrijven Gym Lezen/krant Taal/Spelling Pauze Lezen Rekenen Lezen Nieuws uit de natuur Handvaardigheid

Groep 7 Maandag 08.30 Lezen 08.50 Taal/Spelling 09.20 Rekenen 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Aardrijkskunde 12.00 13.00 Lezen 14.00 TV-Weekjournaal 14.30 Tekenen 15.00


Groep 8 Maandag 08.30 Lezen 08.50 Rekenen 09.40 Taal/Spelling 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Aardrijkskunde 12.00 13.00 Lezen 14.00 TV-Weekjournaal 14.30 Tekenen 15.00

84

Dinsdag 08.30 Lezen 08.50 Taal/Spelling 09.20 Rekenen 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Leeslijn / verkeer 12.00 13.00 Godsdienst 13.45 Geschiedenis 14.15 Muziek 15.00 Woensdag 08.30 Rekenen 09.15 Taal 09.50 Gymnastiek 10.55 Pauze 11.10 Taal 11.35 Verkeer / SEO 12.05 Lezen 12.30 Donderdag 08.30 Lezen 08.50 Taal/Spelling 09.20 Rekenen 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Natuur educatie 12.00 13.00 Lezen 13.45 Schrijven 14.15 Expressie 15.00 Vrijdag 08.30 Gymnastiek 09.35 Taal/spelling 10.05 Rekenen 10.15 Pauze 10.30 Rekenen 11.35 Lezen 12.00 13.00 Engels 13.45 Handvaardigheid 15.00


Dinsdag 08.30 Lezen 08.50 Rekenen 09.40 Taal/Spelling 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Leeslijn / verkeer 12.00 13.00 Geschiedenis 13.45 Godsdienst 14.15 Muziek 15.00 Woensdag 08.30 Rekenen 09.15 Taal 09.50 Gymnastiek 10.55 Pauze 11.10 Taal (vervolg) 11.35 Verkeer / SEO 12.05 Stillezen 12.30 Donderdag 08.30 Stillezen 08.50 Rekenen 09.40 Taal/Spelling 10.15 Pauze 10.30 Taal 11.15 Natuur educatie 12.00 13.00 Lezen 13.45 Schrijven 14.15 Expressie 15.00 Vrijdag 08.30 Rekenen 09.15 Taal/spelling 09.50 Gymnastiek 10.55 Pauze 11.10 Taal 11.35 Lezen 12.00 13.00 Engels 13.45 Handvaardigheid 15.00

85


86

Schoolplan OBS ANLOO

Recommend Documents