SCHOOLPLAN OBS DE TWEEMASTER

SCHOOLPLAN OBS DE TWEEMASTER 2011-2015

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 0. 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7

Inleiding Doelen van het plan Functies van het plan Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan Verwijzingen Bronnen Status van het plan Evaluatie van het plan

Hoofdstuk 1. 1.1 1.2 1.3

Onze school Huidige situatie Leerling- en ouderpopulatie Overige omstandigheden die beleidskeuzen beïnvloeden

Hoofdstuk 2. 2.1 2.2

De opdracht van onze school Waar we voor staan. De missie van de school Wat er op ons afkomt. De externe ontwikkelingen Wat wij kunnen: de interne sterkte/ zwakte analyse Wat wij willen. Onze visie. De gewenste kwaliteit Beleidsvoornemens/ plannen

2.3 2.4 Hoofdstuk 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17

De onderwijskundige vormgeving van onze school De onderwijskundige doelen w.o. de regeling Leerling gebonden financiering Huidige situatie De ordening van de inhoud van het onderwijs Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Nederlands - spreken Nederlands - luisteren Nederlands - spelling Nederlands - stellen Nederlands - werkwoordspelling Nederlands - lezen (technisch) Nederlands - lezen (begrijpend/studerend) Nederlands - lezen (leesbeleving) Nederlands - taalbeschouwing Engels Schrijven Rekenen/wiskunde Wereldoriëntatie - geschiedenis

OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

3

3.18 3.19 3.20 3.21 3.22 3.23 3.24 3.25 3.26 3.27 3.28 3.29 3.30 3.31

Wereldoriëntatie - aardrijkskunde Wereldoriëntatie - geestelijke stromingen Wereldoriëntatie – maatschap. verhoudingen/staatsinrichting Wereldoriëntatie - verkeer Wereldoriëntatie - natuuronderwijs Wereldoriëntatie - bevordering van gezond en redzaam gedrag Wereldoriëntatie - sociale redzaamheid Beeldende vorming Muzikale vorming Dramatische vorming Bewegingsonderwijs De vak/vormingsgebieden en de computer Onze school en de nieuwe kerndoelen/ referentieniveaus De zorg voor de leerlingen.

Hoofdstuk 4. 4.1 4.2 4.3

De inzet en ontwikkeling van ons personeel Doelen van het personeelsbeleid Huidige situatie Beleidsvoornemens/plannen

Hoofdstuk 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Overige beleidsterreinen Algemeen strategisch beleid Ons financieel beleid Ons materieel beleid Ons relationeel beleid beleidsvoornemens/plannen

Hoofdstuk 6. Onze zorg voor kwaliteit 6.1 Inleiding 6.2 De doelen van onze kwaliteitszorg 6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg 6.3.1 Het schoolplan 6.3.2 Het gebouw en het terrein 6.3.3 De leerlingen 6.3.4 De schooltijden, weekplannen etc. 6.3.5 De uitgangspunten en algemene doelstellingen 6.3.6 Het schoolconcept 6.3.7 De vak- en vormingsgebieden/activiteiten 6.3.8 De zorg voor de leerling 6.3.9 De inzet en ontwikkeling van het personeel 6.3.10 Overige beleidsterreinen 6.3.11 Zorg voor kwaliteit 6.3.12 Overige afspraken OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

4

Hoofdstuk 7. 7.1 7.2 7.3

Schoolontwikkeling Schoolontwikkelingsplan 2011-2012 Zorgplan Beleidsplan ICT 2011-2015

Bijlagen

1. Formulier 'Instemming met schoolplan' 2. Formulier 'Vaststelling van schoolplan'


5

Hoofdstuk 0. INLEIDING 0.1 DOELEN VAN HET PLAN De doelen van dit schoolplan zijn: Als school (bestuur, directie, team en medezeggenschapsraad) vaststellen van onderstaande beleidsonderdelen voor de periode van 1 augustus 2011 t/m 31 juli 2015 voor obs De Tweemaster .       

Onderwijskundig beleid Personeelsbeleid Algemeen strategisch beleid Financieel beleid Materieel beleid Relationeel beleid Beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg

Dit beleid zo vast stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling; Voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan. 0.2 FUNCTIES VAN HET PLAN Dit schoolplan zal fungeren als:   

Uitgangspunt voor de planning per schooljaar Verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid Informatie voor ouders van (potentiële) leerlingen

0.3 PROCEDURE VOOR HET OPSTELLEN EN VASTSTELLEN VAN HET PLAN Dit schoolplan is opgesteld door Wies Klaassen, directeur van obs De Tweemaster. De teamleden van de school hebben gegevens aangeleverd. De leden van de medezeggenschap zijn tijdens het traject geïnformeerd en geraadpleegd. Delen van het schoolplan zijn opgesteld door de Bestuur- en Management Ondersteuners van de Stichting Openbaar Onderwijs Present. Het betreft:  

Hoofdstuk 4, De inzet en ontwikkeling van ons personeel Hoofdstuk 5, Overige beleidsterreinen

0.4 VERWIJZINGEN In dit schoolplan wordt verwezen naar:  Het schoolontwikkelingsplan van de Tweemaster  De schoolgids van de Tweemaster  Het zorgplan van de Tweemaster OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

6

    

Het personeelsbeleidsplan van het bevoegd gezag van de school Kerndoelen basisonderwijs De groepsmappen De map schoolorganisatie van de Tweemaster De map veiligheidsbeleid van de Tweemaster

0.5 BRONNEN Bij het maken van dit schoolpan zijn de volgende bronnen gebruikt: I. Schoolplan 2007 – 2011, het activiteitenplan en schoolgids van de Tweemaster II. Handreiking schoolplan 2011 – 2015 Thijs Radersma Eduforce – 2010 III. B. e. a. (1997) Schoolplan primair onderwijs, Utrecht: Sardes IV. Schoolscan: gemaakt door de Onderwijs Begeleidingsdienst. V. Audit: afgenomen door twee directeuren van de stichting openbaar onderwijs present VI. Informatie van het schoolbestuur VII. Kerndoelen van het onderwijs 0.6 STATUS VAN HET PLAN Dit schoolplan is op voorstel van het team vastgesteld door het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft er mee ingestemd. Zie bijlagen “formulier instemming”en “formulier vaststelling”. 0.7 EVALUATIE VAN HET PLAN Bij het evalueren van de jaarplanning zal bekeken worden of het schoolplan bijgesteld moet worden. Dit gebeurt jaarlijks. Evaluatiegegevens die bij het opstellen van het volgende plan (2015-2019) pas verwerkt zullen worden, zullen als aantekening bij de betreffende hoofdstukken en paragrafen worden genoteerd.


7

Hoofdstuk 1. ONZE SCHOOL 1.1 HUIDIGE SITUATIE De Tweemaster is een openbare basisschool. De school geeft actief vorm aan de wezenskenmerken, die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die wezenskenmerken zijn:  



Open toegankelijkheid: de school is voor alle leerlingen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing; Actieve pluriformiteit: de school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden Non-discriminatie: de school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, zowel van de leerlingen als van de personeelsleden

Andere gegevens, zoals de personeelssamenstelling, de namen van directie, groeps- en vakleerkrachten en de situering van de school worden in de schoolgids en de informatiekalender van de school beschreven. 1.2. LEERLING- EN OUDERPOPULATIE De Tweemaster is een openbare school. In 1992 zijn het Startblok en de Boschschool een fusie aangegaan, waaruit de Tweemaster is ontstaan. Op de school zijn de leerlinggewichten, na aanscherping van de ministeriële regels, bijna 100% gewicht 1.00. Leerlingen met hogere gewichten komen sporadisch voor. Steeds minder ouders werken in loondienst of oefenen een beroep uit waarbij lichamelijke arbeid wordt verricht. Hogere opleidingen (HBO, universiteit) komen steeds vaker voor. De landelijke trend dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is ook hier merkbaar. Schooltijden: Groep 1 t/ m 4

Groep 5 t/ m 8

Ochtend ma t/ m vrij.

08.30 – 12.00 uur

08.30 – 12.00 uur

Middag vrij

ma, di, do,

13.15 - 15.15 uur

13.15 – 15.15 uur

Ma, di,do

Woensdag en vrijdagmiddag vrij. Woensdagmiddag vrij.

De reguliere vakanties worden vastgesteld door het platform PO/VO. Deze vakanties gelden voor de hele regio. De overige vrij in te roosteren dagen worden per OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

8

gemeente of per Stichting overlegd. De scholen zijn vrij daarin een eigen keuze te maken. Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Present. Onder het stichtingsbestuur vallen elf scholen uit de volgende vijf gemeenten: Medemblik, Drechterland, Enkhuizen, Stede Broec en Wervershoof. Het bestuur streeft naar een structuur en een aanpak waarbij de afzonderlijke scholen zoveel mogelijk hun eigen identiteit kunnen behouden (Besturen op afstand). Binnen de Stichting en op onze school wordt het komende jaar aandacht besteed aan voor en nadelen van het huidige urensysteem t.o.v. een (vorm van) continurooster. N.a.v. de gegeven informatie zullen oudergeleding en MR-geleding gevraagd worden naar hun mening en ideeën. In de schoolgids worden afspraken rond aanmelding van leerlingen, verzuim en verlofregelingen, e.d. vermeld. Jaarlijks wordt daarop een aanvulling gemaakt, de jaarkalender, met actuele informatie voor dat schooljaar. In de jaarkalender worden eveneens de jaarlijks te houden evenementen genoemd. 1.3 OVERIGE OMSTANDIGHEDEN DIE DE BELEIDSKEUZEN BEÏNVLOEDEN Omstandigheden die meespelen bij het formuleren van de beleidsvoornemens zijn:   







De Tweemaster heeft op 01-10-‘10 142 leerlingen, verdeeld over zes groepen Het leerlingenaantal zal de komende jaren stabiel blijven of licht stijgen In de gemeente Enkhuizen zijn zes basisscholen waarvan vier bijzonder en twee openbaar. Per 01-10-10 was de verhouding uitgedrukt in getelde leerlingen in het centrum van Enkhuizen in totaal 473 leerlingen waarvan 119 voor de Tweemaster. Dit betekent dat 25% kiest voor openbaar onderwijs. Uit de buitenwijk komen 13 leerlingen en uit Kadijken nog eens 8 leerlingen naar de Tweemaster. De gemeente Enkhuizen heeft samen met 5 buurtgemeenten een andere bestuursvorm voor het openbaar onderwijs gezocht. Vanaf 1 januari 2000 is de Stichting Openbaar Onderwijs Present opgericht. De Tweemaster is met PC de Veste een brede school samenwerking aan het ontwikkelen.Deze samenwerking moet medio 2014-2015 resulteren in een nieuw gebouw en een samenwerking met een kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Onze voortdurende zorg voor het zo werkbaar mogelijk houden van onze groepen. Dit komt zeker niet alleen terug in het beperkt houden van de groepsgrootte, maar vooral ook naar het kijken van de leerlingen en de verschillen tussen de leerlingen in de gevormde groep. Indien nodig wordt er ook gekeken naar het werkbaar houden van (noodzakelijkerwijs) gevormde combinatiegroepen. Dit doen we door o.m. veel aandacht te schenken aan klassenmanagement, effectieve instructie en zelfstandig werken, werken met groepsplannen.


9





Ook de steeds meer specifieke hulpvraag van (steeds grotere groepen) kinderen op lichamelijk, geestelijk en sociaal emotioneel gebied vraagt een grote / grotere inzet en professionaliteit van de leerkrachten. Het handhaven van methode gebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen om de kwaliteit van het onderwijs goed te kunnen waarborgen.


10

Hoofdstuk 2: DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL 2.1 WAAR WE VOOR STAAN. DE MISSIE VAN ONZE SCHOOL Begripsbepaling: Missie: Onder missie verstaan we een korte typering van de school: Onderwijs op maat, is waar de Tweemaster voor gaat. Visie: In een visie staat beschreven wat we met ons onderwijs willen, waar we naar streven. In het schooljaar 2010-2011 hebben wij, het team van De Tweemaster, de visie op mens, kind, samenleving/maatschappij, opvoeding en onderwijs heroverwogen. Het team van de Tweemaster staat nog volledig achter deze visie. Op grond daarvan zeggen wij dat we staan voor: 

Realisatie van de doelen van het basisonderwijs Zie 3.1: De onderwijskundige doelen- kind en ontwikkeling

Als we spreken over "het kind" dan bedoelen we niet een soort gemiddeld kind, we bedoelen dan: ieder individueel kind. Vandaar dat we proberen zoveel mogelijk "onderwijs op maat" te geven. Ieder kind krijgt die aandacht die het nodig heeft. Kinderen die extra oefening nodig hebben krijgen die. Kinderen die meer aankunnen geven we extra.Eruit halen wat erin zit, binnen bepaalde grenzen, in een veilige en uitdagende omgeving. Dit is onze missie. Deze missie is de leidraad voor ons onderwijskundig beleid, personeelsbeleid en relationeel beleid. Ook bij het vormgeven van ons financieel en materieel beleid en de kwaliteitszorg speelt onze missie een rol. Deze visie en missie past in de ontwikkeling van de brede school. Kernwaarden: Alle personeelsleden van Openbaar Onderwijs Present hebben zich gezamenlijk gebogen over de kernwaarden van het openbaar onderwijs. Aan deze kernwaarden is door de scholen een eigen invulling gegeven. Het bestuur heeft aan de kernwaarden een “bovenschoolse” invulling gegeven. De Tweemaster heeft de kernwaarden als volgt ingevuld:   

OPEN: onze school is een plek voor ontmoetingen en dialoog. Er is ruimte voor meerdere levensbeschouwelijke opvattingen en actief burgerschap. DYNAMISCH: de ontwikkeling van kinderen en leerkrachten is volop in beweging. Dit alles kan alleen plaatsvinden in een veilig schoolklimaat. VEILIG: onderwijs op maat. Er uit halen wat erin zit, binnen bepaalde grenzen, in een veilige en uitdagende omgeving.


11



 

SAMEN: met elkaar; kinderen, ouders en leerkrachten, werken aan een school waar het kind creatief leert omgaan met zijn of haar eigen mogelijkheden en de wereld om zich heen. LEF: wij accepteren dat we allemaal fouten maken en kijken wat we hiervan leren. DIVERS: de Tweemaster is divers in zijn organisatievormen. Bijv. het werken binnen de groep, in kleine groepjes , zelfstandig werk en het Masterwerk

Het bestuur heeft de kernwaarden eveneens gedefinieerd. Deze zijn terug te vinden in hoofdstuk 5. 2.2 WAT ER OP ONS AFKOMT. DE EXTERNE ONTWIKKELINGEN Zie ook 1.3: Overige omstandigheden die beleidskeuzen beïnvloeden. Het team van De Tweemaster is van mening dat hun school nu en de komende jaren met de volgende zaken te maken krijgt: 

      

Ontwikkelingen in het kader van passend onderwijs en tegelijkertijd de bezuinigingen die het kabinet heeft voorgesteld: er zullen meer ‘moeilijke’ leerlingen op school blijven. Dit vraagt aanpassingen van het klassenmanagement. Vanuit het samenwerkingsverband: zorgprofielen en zorgzwaarte van de school vaststellen en uitvoeren Werken met groepsplannen en opbrengstgericht werken. Meer aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Aandacht voor taal, lees en reken problemen. Omgaan met verschillen Invoering referentieniveaus taal en rekenen. De brede school ontwikkeling. Aandacht voor normen en waarden. De betrokkenheid van ouders bij de school.

We zullen er alles aan doen om te bereiken dat deze ontwikkelingen kansen bieden en geen bedreiging vormen. 2.3 STERKTE/ ZWAKTE ANALYSE Om een beeld te krijgen van wat er goed gaat op onze school en welke punten verbeteringen behoeven, hebben we gebruik gemaakt van;     

De opbrengsten van de ouderenquête afgenomen in mei 2009 en juni 2011. De ouder enquete groep 8 leerlingen 2011; De halfjaarlijkse cito opbrengsten en de discrepantie-analyse; De afgenomen audit door twee directeuren van Stichting Present; Het inspectierapport van 2009; en de rapportage m.b.t. de jaarlijkse onderzoeken van de inspectie en het periodoeke kwaliteitsonderzoek.


12

 

‘Scan’ van zaken afgenomen door de Onderwijs Begeleidings Dienst afgenomen in het schooljaar 2010-2011. Het kwaliteitsformat en de marap van Stichting Present

De zorgverbreding. Omdat de zorg voor de (jonge) leerling steeds belangrijker wordt, gebruikt het team van De Tweemaster een 'Zorgverbredingsparagraaf' om aan te geven wat de stand van zaken is ten aanzien van de zorgbreedte op school en welke resultaat hun voorziening heeft. U kunt hierover meer lezen in hoofdstuk 6. 2.4 WAT WE KUNNEN EN WILLEN. ONZE VISIE. DE GEWENSTE KWALITEIT Zie ook 1.1: Huidige situatie. Het team van De Tweemaster heeft haar visie geformuleerd en daaruit de volgende consequenties getrokken. We willen dat:  Kinderen hun verantwoordelijkheid leren dragen.  Kinderen veiligheid bieden, maar we willen kinderen ook zoveel mogelijk zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam maken.  Jongens en meisjes gelijk behandelen.  Kinderen de kans geven zich te ontwikkelen met behulp van verschillende materialen, leermiddelen en informatiebronnen.  Dat kinderen leren van fouten en conflicten.  Het eigene van ieder kind respecteren en zijn gevoelsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen beschermen.  Kinderen brengen tot een houding van respect voor anderen.  Het kind creatief leren omgaan met zijn eigen mogelijkheden en beperkingen met de dingen om hem heen. Het team van De Tweemaster wil deze consequenties realiseren en regelmatig nagaan of hun activiteiten hieraan voldoen. De kwaliteiten van de verschillende leerkrachten worden via instrumenten en middelen vanuit het Integraal Personeelsbeleid ontwikkeld en verbeterd. Er is een bekwaamheidsdossier voor elke leerkracht gemaakt. De meningen en opvattingen van de ouders en ( oud)leerlingen zijn in juni 2011 getoetst. Binnen de Stichting Openbaar Onderwijs Present is een gezamenlijk instrument gezocht. 2.5 BELEIDSVOORNEMENS Met de visie, de bijbehorende consequenties en de missie de komende jaren richting geven aan (nieuwe) activiteiten. De bestaande activiteiten bij de geplande evaluatie aan de visie met consequenties en missie toetsen (Zie hoofdstuk 6.: Onze zorg voor kwaliteit).


13

Het zorgverbredingplan blijven actualiseren en zonodig naar aanleiding daarvan nieuwe beleidsvoornemens formuleren. We denken hierbij aan:      

Scholing van personeel Uitbreiding leerlingvolgsysteem Inzicht krijgen in voorschoolstraject ( VVE project) Verdere ontwikkeling van verschillende leerlijnen. Verdiepen handelingsplan en groepsplannen De meerbegaafde leerling

Prioriteiten stellen van het: meerjarig onderwijskundig beleidsplan. (zie hoofdstuk 7). We denken hierbij aan:     

      

Scholing van personeel Master-werk en het meerbegaafde kind. Domein taal en lezen blijft onze aandacht houden Beleidsplan ICT wordt aangepast aan de eisen van deze tijd en wordt jaarlijks geevalueerd en zonodig aangepast. Leerplan kleuterbouw taal en rekenen verder ontwikkelen en vastleggen. De beginnende geletterdheid, het fonemisch bewustzijn en de woordenschat staan centraal. VVE startblokken. Klassenmanagement, de instructietafel en de school- en klassenregels.( de doorgaande lijn) Het aanschaffen en invoeren van nieuwe methoden voor rekenen en het aanvankelijk lezen in 2011. Het aanschaffen en invoeren van een nieuwe geschiedenismethode in 2012. Opbrengstgericht werken vanuit een analyse van behaalde resultaten en gebruikte werkwijze(n) en methodieken Implementatie en gebruik van de referentiekaders Leerlingenzorg: wij hebben een duidelijke structuur in onze leerlingenzorg opgezet, ingevoerd en vastgelegd; deze dient steeds geëvalueerd te worden Komend schooljaar zullen wij onze actuele onderwijssituatie steeds onderzoeken en aanscherpen om mede met behulp van de afgenomen ‘scan van zaken’ beleid uit te zetten en vorm te geven.

Zorgbreedtebeleid  De methodeonafhankelijke hulpmiddelen voor het meten van de leerresultaten zijn ingevoerd en worden waarnodig geëvalueerd en/of vervangen;  Verder beleid ontwikkelen voor de leerlingen die bovengemiddeld presteren in de basisvaardigheden  Verder beleid ontwikkelen voor verschillen tussen leerlingen op alle gebieden  Jaarlijks wordt het zorgplan bijgesteld en doorgesproken. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

14

  

Het ingevoerde leerlingvolgsysteem bewaken Ons zorgbreedtebeleid blijven toetsen en zo nodig een plan van aanpak bijstellen en vastleggen Werken aan en vanuit het zorgprofiel met zorg op maat, groepsplannen, uitstroomprofielen etc.

Schoolorganisatie en Schoolleiding  De schoolleiding ( en intern begeleider) legt klassenbezoeken af en begeleidt en ondersteunt/coacht leerkrachten bij hun werk.  teamleden krijgen de gelegenheid tot collegiale consultatie en klassenbezoek; adhv gerichte opdrachten of met eigen kijkwijzer  het taakbeleid voor Openbaar Onderwijs Present is op papier gezet en de schoolleiding zal verder zorgdragen voor de invoering van dit beleid.  Invoering van de LB functies wordt bovenschools geregeld. Voor 1 augustus 2010 is het percentage gehaald. Intern Begeleiders zijn in LB geplaatst. In augustus 2011 zullen er weer LB benoemingen plaatsvinden. Per 1 augustus 2011 wordt de gedragsspecialist en een bovenbouwleerkracht benoemd in de LB functie. Evaluatie beleid  Evalueren van verbeteringsprocessen en onderwijs(leer)resultaten  Jaarlijks wordt bij de vaststelling van de schoolgids en het zorgplan de meerjarenplanning van dit schoolplan geraadpleegd, wat inhoudt dat de processen worden geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Zie kwaliteitsaspecten.  Stelselmatig en systematisch evalueren en analyseren van opbrengsten om zo de gebruikte leermethodes te optimaliseren en nog beter aan te laten sluiten bij de (individuele) leerling. Pedagogisch klimaat  Blijven toezien op en regelmatig evalueren van hetgeen in 2.1 is omschreven  Zorg voor en oog voor alle leerlingen, leerkrachten en ouders  Wij proberen een veilig klimaat voor kinderen, ouders en teamleden te waarborgen.  Aandacht blijven houden voor rolmodelgedrag van leerkrachten Ouders  De school heeft zich meer op de hoogte laten stellen van de opvattingen en verwachtingen van ouders over het onderwijs (d.m.v.de ouderenquete en de groep 8 exit enquete) en houdt daar rekening mee  De school is alert(er) op kritiek van ouders  In het schooljaar 2010-2011 is de laatste ouder enquete ingevuld.


15


16

Hoofdstuk 3. DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL 3.1 DE ONDERWIJSKUNDIGE DOELEN Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in de artikelen 8 en 46 van de Wet op het Basisonderwijs zijn omschreven: Artikel 8.: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs: a) gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving. b) Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en socialen integratie, en c) Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Artikel 46.: a. Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van die betekenis van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. b. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op:  De emotionele ontwikkeling  De verstandelijke ontwikkeling  Het ontwikkelen van de creativiteit  Het verwerven van noodzakelijke kennis  Het verwerven van sociale vaardigheden  Het verwerven van culturele vaardigheden OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

17



Het verwerven van lichamelijke vaardigheden.

Wij interpreteren de emotionele ontwikkeliing en het verwerven van sociale vaardigheden als volgt: In de Wet op het Basisonderwijs wordt gesproken over de emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale vaardigheden. Wij kiezen voor de term sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan, dat de kinderen leren omgaan met zichzelf en de ander(en) Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: a. Het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn b. Respect hebben voor elkaars mening en inbreng c. Elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn d. Het kunnen oplossen van conflictsituaties e. Het kunnen inleven in gevoelssituaties f. Anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn g. Een gevoel van saamhorigheid. De verstandelijke ontwikkeling De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid en solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. Het ontwikkelen van de creativiteit Creativiteit is niet alléén aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin:      

Zelfontdekkend bezig zijn Komen met eigen oplossingen Verschillende oplossingen vinden voor één probleem Experimenteren Het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties Het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken.

Het verwerven van de noodzakelijke kennis In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

18

Het verwerven van culturele vaardigheden Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid.Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen:   

Zich oriënteren op de maatschappij Leren omgaan met anderen Respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen en culturen.

Het verwerven van lichamelijke vaardigheden Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Onze interpretatie van de wettelijke doelstelling is ook beschreven in 2.1. Uiteraard zijn de kerndoelen en referentiekaders ook de doelen van onze school. De stand van zaken wat betreft het realiseren van de kerndoelen is beschreven in de paragrafen 3.4 t/m 3.29. Andere onderwijskundige doelstellingen van onze school zijn:  Het leggen van een basis voor een vorm van voortgezet onderwijs, die past bij het niveau en de interesse van het kind;  Het betrekken van ouders bij de school. We proberen de onderwijskundige doelen op twee manieren te bereiken a. via leergebiedoverstijgende aanpak b. via leergebiedspecifieke aanpak Leergebiedoverstijgende doelen Deze kerndoelen hebben geen betrekking op aparte gebieden als rekenen of taal maar gaan over algemeen toepasbare kennis, inzichten en vaardigheden. Hieronder volgt een verkorte weergave van deze doelen. 1. Werkhouding De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen en ze zijn gemotiveerd deze te onderzoeken. Vragen stellen, informatie zoeken en gebruiken, nieuwe dingen willen leren, doorzetten. 2

Werken volgens plan


19

Formuleren van doel, oriëntatie op onderwerpen, begrip van oorzaak en gevolg, conclusies trekken, activiteiten stap voor stap indelen en uitwerken, evalueren van planning, presentaties verzorgen in de vorm van spreekbeurt, werkstuk, tentoonstelling.

3. Gebruik van verschillende leerstrategieën en vaardigheden Gerichte vragen stellen, feiten en meningen onderscheiden, relevante informatie zoeken uit bronnen als atlas, woordenboek, register, internet; met elkaar samenwerken en overleggen en komen tot oplossingen, evalueren van de gekozen strategie. 4. Zelfbeeld De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden om te gaan. Zelfvertrouwen, beheersing van gedragsimpulsen, durven opkomen voor zichzelf en anderen. 5. Sociaal gedrag De leerlingen leveren een positieve bijdrage in de groep. Respect voor anderen, handelen naar geaccepteerde normen en waarden, respect voor verschillen in levensbeschouwing en cultuur, uitkomen voor eigen standpunt, rekening houden met gevoelens en wensen van anderen, in de groep steun durven geven aan iemand met een afwijkend standpunt, verantwoordelijkheid nemen voor te verrichten taken. 6. Nieuwe media De leerlingen maken verantwoord en doelbewust gebruik van communicatiemiddelen waaronder nieuwe media. Tekst maken en verwerken op de computer, mogelijkheden kennen van de informatiemedia, digitale leermiddelen kunnen gebruiken m.b.v. de computer. 3.2 HUIDIGE SITUATIE De schoolgids wordt door school éénmalig verstrekt. Wijzigingen krijgen alle ouders uitgereikt. In onze schoolgids is het volgende beschreven:       

De visie De schoolorganisatie De groepering (klassenindeling), groepsgrootte De activiteiten van de kinderen De zorg voor de kinderen De voorzieningen in het schoolgebouw Bijzondere activiteiten

In het kader van kwaliteitszorg worden deze items regelmatig besproken. In de informatiekalender staan zaken vermeld die jaarlijks wijzigen. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

20

3.3 DE ORDENING VAN DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS In artikel 9 van de Wet op het Basisonderwijs is globaal aangegeven wat het onderwijs - waar mogelijk in samenhang - moet omvatten. De leergebieden zijn uitgewerkt in:   

Een typering: hier wordt aangegeven waarover het leergebied gaat in basisonderwijs; Kerndoelen: hier wordt aangegeven welke inhouden uit het leergebied in elk geval aan alle leerlingen moeten worden aangeboden; Domeinen: hier worden samenhangende kerndoelen in een leergebied bijeengebracht onder een verzameltitel.

Wij hebben deze inhoud geordend en afgesproken wat op het rooster staat. Dit heeft de volgende ordening/afspraken opgeleverd. 3.3.1. Onderwijs aan 4- en 5 jarigen 3.3.1.1. Rekenen en wiskunde Doelen van leren tellen: de school  de kinderen kennen de telrij tot 10 (jongsten) 20 (oudsten) T.a.v. de ontluikende gecijferdhei d hebben we de volgende doelen vastgesteld:

context gebonden tellen en rekenen t.a.v. classificeren:  de leerlingen kennen de meest voorkomende kleuren, vormen en begrippen. t.a.v. seriëren:  de leerlingen kennen de grootte begrippen dik/dun, lang/kort, breed/smal en hoog/laag t.a.v. vergelijken en tellen:  leerlingen kennen de begrippen meer/minder/evenveel t.a.v. tellen:  de leerlingen kunnen synchroon tellen tot 10 / 20 object gebonden leren tellen en rekenen  De leerlingen kunnen objecten tot 10 ordenen, vergelijken, schatten en tellen. 

De leerlingen zijn in staat bij eenvoudige erbij- en eraf situaties tot tenminste 10 een passende strategie te kiezen

Meten OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

21



De leerlingen krijgen inzicht in grootheden als lengte, gewicht en inhoud



De leerlingen kunnen objecten vergelijken en ordenen op lengte



De leerlingen kunnen inhouden op verschillende manieren vergelijken.

Ruimte en tijd  De leerlingen doen ervaring op met het lokaliseren van objecten in een bekende omgeving  Methoden / materialen

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk

De leerlingen kennen diverse begrippen.

Er wordt gebruik gemaakt van het handboek die bij de rekenmethode van Alles Telt hoort. In de groepsmap staat aangegeven wat er wordt aangeboden aan jongste en oudste kleuters om de doelen te bereiken. De doelen zoals we die hebben gesteld komen overeen met de kerndoelen voor het kleuteronderwijs. Deze staan in de handleiding vermeld. Werkwijze: N.a.v. de analyse op groepsniveau die is gemaakt worden de vervolg afspraken gemaakt. Leerstof en tempo kunnen worden aangepast en waar nodig krijgen leerlingen een speciaal handelings / groepsplan Evaluatie hiervan vindt steeds plaats tijdens de groepsbesprekingen met de groepsleerkracht en binnen het zorgteam 

Tel-, zang- en bewegingsspelletjes tijdens bewegingsonderwijs



Kringactiviteiten



Diverse hoeken, watertafel, zandtafel



Ontwikkelingsmateriaal



Constructiemateriaal


22

Beleidsvoornemens en plannen

3.3.1.2. Taal Doelen van de school

Van de toets uitslagen worden analyses gemaakt op individueel, groeps- en schoolniveau. Deze worden twee maal per jaar besproken (met leerkracht en directie). Als daaruit blijkt dat na de eerder gemaakte afspraken een andere aanpak noodzakelijk is , worden de plannen bijgesteld. De gemaakte didactische afspraken zijn terug te vinden in daarvoor bestemde map. Deze worden steeds overlegd met ouders. Functies van geschreven taal  De leerlingen weten dat geschreven taalproducten zoals briefjes, brieven, boeken en tijdschriften een communicatief doel hebben. 

De leerlingen weten dat symbolen zoals logo’s en pictogrammen verwijzen naar taalhandelingen.



De leerlingen weten wanneer er sprake is van taalhandelingen 'lezen' en 'schrijven' en kennen het onderscheid ertussen.

Relatie gesproken en geschreven taal  De leerlingen weten dat gesproken woorden kunnen worden vastgelegd, op papier en met audio/visuele middelen. 

De leerlingen weten dat geschreven woorden kunnen worden uitgesproken.



De leerlingen kunnen woorden als globale eenheden lezen en schrijven.

Taalbewustzijn  De leerlingen kunnen woorden in zinnen onderscheiden. 

De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen de vorm en betekenis van woorden.



De leerlingen kunnen woorden in klankgroepen verdelen



De leerlingen kunnen reageren op en spelen met bepaalde klankpatronen in woorden.



De leerlingen kunnen fonemen als de kleinste klankeenheden in woorden onderscheiden, zoals bij p-e-n.


23

Alfabetisch principe  Kinderen ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit klanken en dat letters met die klanken corresponderen. 

Methoden / materialen

Relatie met de kerndoelen

Aan het eind van de kleuterperiode kennen de leerlingen een aantal letters.

De map fonemisch bewustzijn, hoekenwerkboek van de leessleutel worden als naslagwerk gebruikt. In de groepsmap staat aangegeven wat er wordt aangeboden aan jongste en oudste kleuters om de doelen te bereiken. VVE startblokken wordt ook gebruikt om de woordenschat en de taalontwikkeling verder te begeleiden. De doelen zoals we die hebben gesteld komen overeen met de kerndoelen voor het kleuteronderwijs.

Uitvoering in de praktijk

Diverse activiteiten, zoals kring ( leergesprek) spel, werkbladen, werken met ontwikkelingsmaterialen, etc. Extra ondersteuning of uitdagender opdrachten onder andere d.m.v. de verteltafel, themahoeken etc.

Beleidsvoornemens en plannen

Het verder implemeteren van het VVE startblokken en het consolideren van het fonemisch bewustzijn. Opbrengsten en afspraken zullen de komende schooljaren steeds worden geëvalueerd worden waarop beleidsplannen gemaakt cq aangepast kunnen worden.

3.3.1.3. Werkhouding Doelen van de  Leerlingen werken zelfstandig aan taken die ze aankunnen. school De leerlingen durven initiatief te nemen. 

De leerlingen merken dat je activiteiten het best op een bepaalde manier kunt uitvoeren: ze leren effectieve routines.



De leerlingen vragen om hulp als ze niet verder kunnen, volgens de geldende afspraken binnen de groep.



De leerlingen leren d.m.v. observeren van en samenwerken met anderen hoe ze een taak kunnen aanpakken.



De leerlingen kiezen werkjes die ze willen doen en maken die ook af.


24




De leerlingen vertellen wat ze gedaan hebben en wat er wel of niet goed ging: reflecteren op eigen handelen.



De leerlingen weten welk onderwijsleermateriaal er in de klas aanwezig is en waar het is;



De leerlingen pakken zelfstandig wat ze nodig hebben en ruimen alles weer op



De leerlingen leren samen te spelen en samen te werken.

We denken de gestelde doelen te bereiken door ondermeer de onderstaande activiteiten aan te bieden.  Kringactiviteiten ( kleine en grote kring) 

werken met verplichte/ gestuurde en vrije opdrachten: werkbladen, ontwikkelingsmateriaal etc.



werken met een kies/ planbord


De doelen zoals we die hebben gesteld komen over een met de kerndoelen voor het kleuteronderwijs.


Voor de jongste leerlingen geldt dat ze vooral observeren, de oudsten hebben een voorbeeldfunctie in de gestelde doelen.

Beleidsvoorne mens

Werkhouding is een vast onderdeel in de observatie,en bij het opstellen van de groepsplannen/ handelingsplannen

plannen 3.3.1.4 Sociaal-emotionele ontwikkeling Doelen van de  Leerlingen ervaren de verschillen en overeenkomsten tussen school zichzelf en de andere kinderen in de groep. 

Leerlingen leren hun gevoelens onder woorden te brengen;



Leerlingen leren wat afspraken zijn, welke regels er zijn en hoe zich daaraan te houden;



Leerlingen kunnen al een beetje verschil maken tussen privébelangen en de belangen van de ander.



Leerlingen bieden hulp aan aan een ander



Leerlingen vragen iemand anders om hulp;



Leerlingen houden zich aan gespreks- en spelregels;



Leerlingen kennen de karaktereigenschappen en gevoelens


25

van andere kinderen en houden daar rekening mee; 


We denken de gestelde doelen te bereiken door ondermeer de onderstaande activiteiten aan te bieden:  De methode Goed Gedaan 


Beleidsvoorne mens en plannen

Leerlingen ervaren dat er door tegenstrijdige belangen conflicten kunnen ontstaan die je samen kunt oplossen.

Registratie van sociaal-emotioneel welbevinden d.m.v.goed gedaan, sociogram uit het pestprotocol.

De doelen zoals we die hebben gesteld komen over een met de kerndoelen voor het kleuteronderwijs. 

Kringactiviteiten



Coöperatieve gezelschapsspellen, waarbij samenwerking centraal staat



Dagelijks aandacht voor sociale aspecten in de groep.

De schoolregels hanteren en klassenregels invoeren. Sociaal-emotionele vorming dient een vast onderdeel van de groepsplannen te worden. Het heeft een hoge prioriteit in het beleidvoornemen. Onderzoeken of SCOL aangeschaft word.

3.3.1.5. Afspraken m.b.t. observatie en registratie bij kleuters Onderdeel Werken met ontwikkelingsmateriaal, zand-watertafel, computer, constructiemateriaal

Registratie d.m.v. Leerlingen kiezen een activiteit. Er wordt regelmatig gewerkt met opdrachten: bouw een… Er vindt sturing plaats door de leerkracht

opmerkingen

Verplichte opdrachten: door de leerkracht aangeboden activiteiten

Registratie in steekwoorden, deze worden zonodig verwerkt in de leerlingenmap

Lees-schrijfhoek

Registratie:  wat er aangeboden wordt: letters, werkbladen,

opdrachten in het kader van handelingsplan of niveau. Gedifferientieerd aanbod Er vindt differentiatie plaats in het aanbod voor jongste en oudste kleuters


26

stempelen etc. 

wie er gewerkt heeft

Gedrag, taal/rekenactiviteiten kiesgedrag, mate van samenwerken, sociaal gedrag, bewegingsonderwijs

Registratie in de leerlingenmap: Per kind worden de observaties van de activiteiten hierin verwerkt. Minimaal 2x per week ingevuld, indien nodig vaker.

Weekplanning

Vooraf gepland, ruimte voor reflectie.

De leerling-map wordt gebruikt voor het invullen van het dyslexieprotocol en de rapportage naar ouders. Hierin staan ook de 4 t/ m6 jarigen observatielijsten.

3.3.2. Vak- en vormingsgebieden groep 3 t/m 8 3.3.2.1. Rekenen en wiskunde Doelen van de De algemene doelstellingen voor rekenen/wiskunde zijn: school  De leerlingen moeten in staat zijn kennis en vaardigheden zinvol toe te passen in gevarieerde contexten 

De leerlingen moeten problemen zelfstandig of in groepsverband kunnen oplossen



De leerlingen moeten de basisstof van de methode beheersen.

Methoden en materialen Relatie met de kerndoelen

Nieuwe methode: Reken Zeker van Wolters Nordhof.


Werkwijze: zie handleiding methode en didactische afspraken. Bewaking : zie groepsmap voor resultaten methode gebonden toetsen en toetskalender voor overzicht ll. volgsysteem toetsen.

De uitgever geeft aan dat de methode voldoet aan de kerndoelen.

CITO rekenen: N.a.v. de analyse op groepsniveau die is gemaakt worden de vervolg afspraken gemaakt. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

27

Leerstof en tempo kunnen worden aangepast en waar nodig krijgen leerlingen een speciaal handelings / groepsplan Evaluatie hiervan vindt steeds plaats tijdens de groepsbesprekingen met de groepsleerkracht binnen het zorgteam Er wordt een nieuwe methode ingevoerd.

Beleidsvoornemen s en plannen 3.3.2.2 Nederlandse taal – lezen ( technisch) Doelen van de AANVANKELIJK LEZEN school De leerlingen leren lezen in een betekenisvolle context. Doelen en tussendoelen zijn uitgebreid geformuleerd in de handleiding van de methode Veilig Leren Lezen. VOORTGEZET LEZEN  komen tot directe woordherkenning

Methoden en materialen





overzien van betekenisvolle woordgroepen



expressief lezen



ontwikkelen van leesmotivatie, begrip en techniek

Aanvankelijk lezen: er wordt gewerkt met de methode ‘Veilig Leren Lezen’, nieuwe versie. Voortgezet technisch lezen: VNL. Aanvankelijk stond deze afkorting voor Vernieuwend Niveau Lezen. De ontwikkelingen rondom deze aanpak hebben geresulteerd in een andere naam: Veel Lezen, Niveau omhoog Leesplezier. Uitgangspunten hierbij zijn leesmotivatie en Leesplezier. Een vorm van voortgezet technisch lezen waarbij leerlingen vanaf groep 3 de beste, meest uitdagende kinderboeken lezen uit een rijke schoolbibliotheek. Deze boeken zijn geordend in dertien didactische niveaus waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen leesbeleving en technisch leesniveau. Door veel te lezen wordt de leesvaardigheid van de leerlingen optimaal bevorderd. Daarbij is de leerkracht actief in de rol van leescoach. Het stellen van hoge streefdoelen voor technisch lezen en het in samenhang met elkaar ontwikkelen van leesmotivatie, techniek en begrip, voldoet aan de kerndoelen voor leesonderwijs. Per dag wordt door alle leerlingen minimaal 15 minuten gelezen in een boek dat aansluit bij hun technisch leesniveau.


28

Afsluitend wordt 5 minuten besteed aan boekpromotie. Er wordt gewerkt met leeslijsten. Leerlingen die AVI 9 beheersen lezen in de niveaus 10,11,12. Deze zijn ingedeeld op beleving/leeftijd. Bewaking: 2x per jaar wordt getoetst met Cito, tussentijds wordt door de leerkrachten geobserveerd tijdens het niveaulezen opdat een kind niet te lang in een te laag niveau blijft hangen. Zorg: Met VNL kan uitstekend gewerkt worden op verschillende zorgniveaus. Dit staat in de groepsplannen beschreven. Voor de leerlingen die specifieke zorg behoeven t.a.v. het leesonderwijs, zijn speciale series aangeschaft. Daarnaast wordt voor hen Estafette vloeiend en vlot en Connect strategie gevolgd. Beleidsvoornemen De leescoördinator zorgt voor het ‘up to date’ houden van s en plannen VNL. VNL is 2x per jaar onderwerp op de teamvergadering. De afspraken zullen de komende schooljaren steeds worden geëvalueerd en het boekenbestand zal actueel worden gehouden. Zij legt klassenbezoeken af. 3.3.2.3 Nederlandse taal - spelling Doelen van de De leerlingen beheersen de schrijfwijze van de veel school voorkomende Nederlandse woorden. Methoden en materialen

Taaljournaal van Malmberg ( nieuwe versie)


In de handleiding staat dat het spellingsonderwijs binnen Taaljournaal voldoet aan de kerndoelen.


Er wordt gewerkt zoals de methode aangeeft. Wekelijks zijn één of twee instructielessen gepland, afhankelijk van de instructiebehoefte van de leerling. De derde les, en voor de leerlingen met weinig instructiebehoefte ook de tweede les, zijn zelfstandig te verwerken.

Beleidsvoornemen s en plannen

Bewaking: zie groepsmap voor methode toetsen en toetskalender voor het leerlingvolgsysteem. Voor leerlingen met dyslexie: zie zorgplan Er wordt extra op de computer met ambrasoft gewerkt. Spelling blijft een aandachtspunt. De gemaakte afspraken worden dit jaar 2 maandelijks besproken in het team. Borgen van de gemaakte afspraken. De didactische afspraken worden geformuleerd .


29

Van de toets uitslagen worden analyses gemaakt op individueel, groeps- en schoolniveau. Deze worden twee maal per jaar besproken (met leerkracht en directie). Als daaruit blijkt dat na de eerder gemaakte afspraken een andere aanpak noodzakelijk is , worden de plannen bijgesteld De gemaakte didactische afspraken zijn terug te vinden in daarvoor bestemde map. Deze worden steeds overlegd met ouders 3.3.2.4. Nederlandse taal – Luisteren, spreken, schrijven, taalbeschouwing Doelen van de De verschillende leerlijnen worden in samenhang aangeboden. school Uitwerking hiervan staat in de handleiding van de methode Taaljournaal. Ook de methode voor de scoiaal-emotionele ontwikkeling en de projecten geven inhoud aan dit onderdeel. Methoden en Taaljournaal (nieuwe versie) van Malmberg materialen Software taaljournaal Internet opdrachten spreekbeurten Relatie met de In de handleiding wordt aangegeven dat in de wekelijkse kerndoelen keuzeactiviteiten van de methode de tussendoelen van de gestelde kerndoelen voor Nederlandse taal aan de orde komen. Uitvoering in de In sommige gevallen is het mogelijk de inhoud van een praktijk hoofdstuk aan te passen aan het project waaraan de groep op dat moment werkt. Hierbij worden wel de doelen van de methode gevolgd. Bewaking: zie groepsmap voor methode gebonden toetsen. Beleidsvoornemen Borging van de gemaakte afspraken. s en plannen 3.3.2.5 Nederlandse taal – begrijpend lezen Doelen van de De leerlingen lezen eenvoudige teksten die verhalend, school informatief, directief, beschouwend en argumentatief van aard zijn met begrip en voeren daarbij diverse leesstrategieën uit. Methoden en Er wordt gewerkt met de uitgebreide versie van Nieuwsbegrip: materialen Nieuwsbegrip XL Relatie met de kerndoelen

In de methode komen de volgende kerndoelen aan de orde: 2,4,6,7,9,10,12,en 54. Leergebied overstijgend komen de kerndoelen 1,3,4 en 8 aan de orde (SLO, 2000).


Er zijn wekelijks teksten en opdrachten aan de hand van het nieuws. Bovendien wordt structureel aandacht aan lees- en woordenschatstrategieën besteed.


30

Daarnaast wordt Nieuwsbegrip XL gebruikt, een website voor leerlingen. Hier wordt geoefend met verschillende tekstsoorten, woordenschat en functionele schrijfoefeningen. Beleidsvoornemen s en plannen

De methode is het schooljaar 2010-2011 ingevoerd. De komende jaren zullen besteed worden aan implementatie en verdere ontwikkeling . Een goed registratiesysteem zal gemaakt worden. 3.3.2.6. Wereldoriëntatie: Aardrijkskunde Doelen van de De leerlingen weten de onderlinge samenhang tussen de school onderwijsinhoud over mensen en de wereld. (oriëntatie op jezelf en de wereld) Oriëntatie op plaats en ruimte, menselijke activiteiten en ruimtelijke factoren Methoden en  Er wordt gewerkt met de methode : de blauwe planeet. materialen  School TV  SamSam Relatie met de De methode voldoet aan de kerndoelen. kerndoelen Uitvoering in de De methode wordt gevolgd zoals beschreven. praktijk Beleidsvoornemen Kerndoelen en einddoelen worden bewaard en bewaakt door s en plannen de lijnen en doelstellingen van de methode te volgen. Blijven actualiseren 3.3.2.7. Wereldoriëntatie - topografie Doelen van de De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de school basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Methoden en De Blauwe Planeet en gebruik van junior Bosatlas . materialen Relatie met de De methode voldoet aan de kerndoelen kerndoelen Uitvoering in de Wekelijks wordt een les topografie aangeboden, voor groep 6 praktijk Nederland, voor groep7 Europa en voor groep 8 de Wereld. De lessen worden ondersteund met de digitale kaarten.Er wordt geoefend met voor de methode ontworpen materialen. Beleidsvoornemen Blijven actualiseren s en plannen WERELDORIENTATIE -geschiedenisDoelen van de De leerlingen hebben inzicht en kennis in het heden en school verleden. De leerlingen hebben inzicht en besef van historische gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

31

Methoden / materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk

We werken met de methode Bij de tijd De methode voldoet aan de kerndoelen De methode wordt gevolgd zoals voorgeschreven Projecten mbt ons cultureel erfgoed en / of musea worden minimaal één keer per jaar ingevoegd. De canon wordt (gedeeltelijk) gevolgd Nieuwe methode uitkiezen

Beleidsvoornemen s / plannen WERELDORIENTATIE –-biologieDoelen van de De leerlingen weten de onderlinge samenhang tussen de school onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld. (oriëntatie op jezelf en de wereld) De leerlingen ontwikkelen in het werken aan projecten de volgende competenties: Initiatief tonen, communicatie, zicht op eigen gedrag en manier van leren(reflectie), samenwerken, zelfvertrouwen. We vinden het van belang de leerlingen een rijke leeromgeving te bieden. Kritisch bezig houden met milieuzaken Methoden / De methode ‘leefwereld. materialen Structureel volgen van de lessen van koekeloere, huisje boompje, beestje en nieuws uit de natuur + verwerking via de opdrachtboeken , drank en drugs, sexuele voorlichting in groep 7 en 8 Leskisten en lessen volgen van NME en IVN Relatie met de De werkwijzen / methoden voldoen aan de kerndoelen kerndoelen Uitvoering in de Het volgen van de methode praktijk En / of thematisch werken aan de hand van de televisielessen / seizoenen en / of de methodelessen Gebruik maken van het NME centrum de ‘witte schuur’ Beleidsvoornemen Blijvend actualiseren s / plannen WERELDORIENTATIE – geestelijke stromingen - bevordering gezond gedrag. Doelen van de  De leerlingen weten de onderlinge samenhang tussen school de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld. (oriëntatie op jezelf en de wereld)  de leerlingen ontwikkelen in het werken aan projecten de volgende competenties: Initiatief tonen, communicatie, zicht op eigen gedrag en manier van OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

32



leren(reflectie), samenwerken, zelfvertrouwen.  We vinden het van belang de leerlingen een rijke leeromgeving te bieden.  Context bepaalde activiteiten plannen, in samenhang met de wijk, omgeving en de cultuur Op projectbasis afhankelijk van de geplande thema’s: krant in de klas, alcohol en drugs, Prinsjesdag, feestdagen uit diverse culturen ed. Methode leefwereld./ de blauwe planeet/ bij de tijd School TV Leskisten GGD De werkwijze voldoet aan de kerndoelen Vaststaande projecten / onderwerpen zijn: krant in de klas, alcohol en drugs, Prinsjesdag en het gebruik van de sam sam Blijvend actualiseren en aanvullen van de onderwerpen

Beleidsvoornemen s / plannen 3.3.2.8. Wereldoriëntatie - verkeer Doelen van de  De leerlingen moeten (leren) zich in het verkeer op de school juiste wijze, als verkeersdeelnemers, (te) gedragen. 

Kinderen leren op een veilige manier deel te nemen aan het verkeer.



De leerlingen moeten weet hebben van de diverse regels en borden.


Er wordt gebruik gemaakt van de methode Wegwijs.


Er wordt voldaan aan de kerndoelen.


Zie groeps map.


Verkeersthema’s in samenhang aanbieden bij de andere projecten.

2 Jaarlijks wordt in groep 7 / 8 meegedaan aan het landelijk verkeersexamen, zowel schriftelijk als praktisch.

3.3.2.9. Wereldoriëntatie - techniek en wetenschap. Doelen van de Door techniek kunnen de leersituaties uit de praktijk in de school school worden gehaald en vice versa. Techniek maakt het mogelijk dat de school verbindingen maakt OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

33

tussen techniek en bijvoorbeeld wereldoriëntatie, rekenen, taal, ICT, enz. De leerlingen maken kennis met de vier onderdelen van techniek,  transport en beweging, 

productie,



constructies,



communicatie en elektriciteit


Vanaf 2007 – 2008 wordt er gewerkt met de techniektorens.


Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. Kerndoel 44: De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. Kerndoel 45: De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Techniek is een onderdeel van masterwerk.

Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemen s en plannen 3.3.2.10. Engels Doelen van de school

Methoden / materialen Relatie met de kerndoelen

Gebruik maken van de kaarten . Zit dat zo? Uitbreiden van techniekactiviteiten en aanschaf van de techniektoren voor de meer begaafde leerling.

De spreek en luistervaardigheid van de leerlingen vergroten. De eerste aanzet tot schrijfvaardigheid Kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in deNederlandse samenleving en als internationaal communicatie middel. De methode: just do it. De werkwijze voldoet aan de kerndoelen voor het vak engels


34

Uitvoering in de De groepen 6, 7 en 8 krijgen les volgens de methode in luister, praktijk spreek en schrijfvaardigheid Beleidsvoornemen Blijvend actualiseren s / plannen 3.3.2.11. Beeldende vorming Doelen van de Beschouwend: school  Beeldende vorming is erop gericht kinderen visuele en tactiele indrukken op te laten doen aan de hand van materialen, gereedschappen, voorstellingen, planten, bomen, dieren, mensen, gebouwen en situaties. 

Beeldende vorming is er ook op gericht kinderen te leren over die indrukken te praten, elementen eruit te benoemen of te beschrijven en daar ordening in aan te brengen.

Expressie:  Beeldende vorming is er op gericht dat kinderen leren om waarnemingen, ervaringen, gevoelens en verbeelding te uiten op een spelende en experimentele wijze met behulp van beeldende middelen. Methoden en materialen

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemen s en plannen

Er wordt gebruik gemaakt van de projecten van de Blauwe Schuit. Incidenteel worden bij projecten mensen van buitenaf gevraagd één of meerder lessen beeldende vorming te verzorgen. De doelen van de Blauwe Schuit liggen in het verlengde van de kerndoelen. Aansluitend bij projecten of actualiteit wordt wekelijks aandacht besteed aan beeldende vorming. Tijdens de projecten van de Blauwe schuit wordt meer aandacht besteed aan dit onderdeel. De werkgroep cultuur en basisonderwijs blijft betrokken bij de verder ontwikkeling van oa. De beeldende vorming.

3.3.2.12. Muzikale vorming Doelen van de Muzikale vorming is erop gericht dat de leerlingen kennis, school inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te spreken. Methoden en materialen

Muziek moet je doen., liedboek met cd’s Alle voor de methode noodzakelijke instrumenten


35


De methode voldoet aan de kerndoelen


Muziek is een onderdeel van het Totale lesprogramma en als zodanig opgenomen in het ritmisch weekplan.


Blijven actualtiseren.

3.3.2.13. Dramatische vorming Doelen van de  Leerlingen indrukken op laten doen van uitingen d.m.v. school taalexpressie, spel en bewegingsvormen.  Leerlingen leren hun uitingsmogelijkheden te vergroten d.m.v. taalexpressie, spel en bewegingsvormen.  Leerlingen een idee geven van de mogelijkheden om de verbeelding van gebeurtenissen, gevoelens en ideeën door gespeelde handelingen (taal, spel en bewegingsvormen) verstaanbaar te maken aan anderen. Methoden en materialen

Methode Drama moet je doen


De methode voldoet aan de kerndoelen


Er wordt veel aandacht besteed aan drama in de voorbereiding en uitvoering voor het vrij podium.


Orientatie om drama in het masterwerk onder te brengen

3.3.2.14. Bewegingsonderwijs Doelen van de De leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om school hun bewegingsmogelijkheden te vergroten. Enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen moeten zij kunnen gebruiken. Methoden en De methode ‘Basislessen bewegingsonderwijs’ van Wim van materialen Gelder wordt als leidraad gehanteerd voor de gymlessen. Alle in de Srong aanwezige materialen Relatie met de De aangeboden stof voldoet aan de kerndoelen kerndoelen Uitvoering in de

Volgens het weekrooster gaan alle groepen 2 maal per week naar de gymzaal. De lessen worden verzorgd door de


36

praktijk


leerkracht zelf. Er wordt in de zomermaanden gebruik gemaakt van het veld in de kom. Regelmatig worden we geconfronteerd met het feit dat veel nieuwe leerkrachten niet bevoegd zijn voor het geven van bewegingsonderwijs. Het behalen van die bevoegdheid is intensief en tijdrovend, wat niet erg motiverend werkt. Op dit moment zijn er nog twee leerkrachten die niet bevoegd zijn om de lessen bewegingsonderwijs te geven. Het streven is dat ook deze leerkrachten in de toekomst hun bevoegdheid gaan halen.

3.3.2.15. Sociaal- emotionele ontwikkeling: Werkhouding en concentratie Doelen van de Het verhogen van de motivatie bij kinderen om daarmee te school komen tot een betere werkhouding. Methoden en materialen

Methode Goed Gedaan. Pestprotocol, sociogram, werkhoudingslijsten


Voldoet aan de basisbehoeften van kinderen.


Van belang is het besef bij de leerkrachten dat elk probleem herkaderd kan worden. De bedoeling is dat problemen omgezet worden in te leren vaardigheden. Het verhogen van de motivatie is gericht op: Individueel:  verbeteren van de basiscommunicatie, 

doorbreken van patronen



richten op positieve interactie



ontdekken waar de competenties van een kind liggen.

Groepsniveau:  werken aan competentiebesef, goede relatie en autonomie Beleidsvoornemen s en plannen

.

3.3.2.16. Sociaal- emotionele ontwikkeling: Welbevinden van kinderen Doelen van de We streven naar sociale competentie bij kinderen: school Kinderen leren op een adequate manier sociaal en emotioneel te functioneren, daarbij rekening houdend met de belangen OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

37

Methoden en materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk


van zichzelf en de ander èn met de waarden en normen die in zijn/haar samenleving gelden. Om de sociale competentie in kaart te brengen maken we gebruik van de Goed Gedaanlijsten, sociogram en het pestprotocol Voldoet aan de kerndoelen en aan de basisbehoeften van kinderen. Om een competent persoon te worden heeft een kind kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. Kennis heeft te maken met ‘weten en kennen’. Vaardigheden hebben te maken met ‘doen en kunnen’, houding heeft te maken met ‘willen en durven’. Sociaal competent gedrag bestaat uit een reeks sociaal competente gedragingen. Er is sprake van een cyclische opbouw: ieder jaar komen de verschillende categorieën aan de orde, steeds op een ander niveau, passend bij de leeftijd van de kinderen. We sluiten aan bij de situatie in de klas of de actualiteit. Desgewenst kan gebruik worden gemaakt van de lessen uit de methode. De methode Goed Gedaan optimaal gaan volgen. Hier de ouders meer bij betrekken

3.3.2.17. Actief burgerschap en sociale integratie Doelen van de De leerlingen leren de samenhangen zien en krijgen zicht school krijgen op de maatschappij waarin ze leven. Ze leren kritisch mening vormend omgaan met de daarin geldende normen en waarden. Ze krijgen de kans zich een mening te vormen over opvattingen en gewoonten van anderen, over medeleerlingen met een andere achtergrond dan zijzelf. Methoden en materialen

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemen s en plannen

Samsam, jeugdjournaal ( dagelijks) en tv weekjournaal Deelname aan regionale projecten: alcoholpreventie in de bovenbouw Jaarlijks een project met de opbrengst voor een goed doel. Dit onderwerp is ook verweven met de andere methoden Voldoet aan de kerndoelen Evaluatie/bewaking: Leerlingen presenteren werkstukken aan elkaar Van grotere projecten wordt een tentoonstellingen gemaakt. Blijven actualiseren


38

3.4 ONZE SCHOOL EN DE NIEUWE KERNDOELEN / REFERENTIENIVEAUS Wij gaan ervan uit dat alle methoden voldoen aan de nieuwe kerndoelen. Dit staat vermeld bij de beschrijving van de vak- en vormingsgebieden. De komende jaren gaan we ons oriënteren op het werken met referentieniveaus. Dit laatste vormt een onderdeel van het meerjaren beleidsplan en staat omschreven in Hoofdstuk 6.6: beleidsvoornemens, totaaloverzicht en planning. 3.5. Inzet van computers bij de vak- en vormingsgebieden De computer neemt een steeds belangrijker plaats in binnen ons onderwijs. In de groepen 1 en 2 worden programma’s gebruikt die een bijdrage leveren aan de taalontwikkeling, zoals “Woordenstart” van ambrasoft. Ook worden programma’s gebruikt die het getalbegrip ontwikkelen, zoals rekenen van ambrasoft. De computers bij de kleuters zijn voorzien van een internetaansluiting. Daarmee kunnen de kinderen ook spelletjes en werkjes doen op Kennisnet, de onderwijssite. In de hogere klassen worden de computers vooral gebruikt ter ondersteuning van de leerstof. Ook wordt gewerkt met programma’s die kinderen hulp bieden bij leermoeilijkheden; deze programma’s hebben een remediërend karakter. Leerlingen maken gebruik van het internet voor het maken van werkstukken of het voorbereiden van spreekbeurten. Hiervoor is Kennisnet als startpagina geïnstalleerd. Leerlingen werken op de educatieve sites van de uitgeverijen met wie wij een contract hebben, zoals voor topografie, spelling en rekenen en taal. Leerlingen maken gebruik van het internet bij het beantwoorden van leer- en verdiepingsvragen. Bij wereldoriëntatie worden onder meer geleerd hoe een power point presentatie gemaakt wordt. Voor het gebruik van internet zijn met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt en is een internetprotocol aanwezig. 3.6 De zorg voor onze leerlingen De zorg voor leerlingen komt tot uitdrukking in de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op school- en groepsniveau, ten behoeve van een zo intensief mogelijke begeleiding van leerlingen, in het bijzonder voor hen die specifieke pedagogisch/didactische behoeften tonen, opdat zij in een zekere hoeveelheid tijd door de school te bepalen doelen en tussendoelen bereiken. De zorg voor de leerlingen wordt gecoördineerd door de interne begeleider. Dit is een speciale functie in het basisonderwijs. De zorgverbreding (het volgen van de ontwikkeling van de kinderen, de zorg voor kinderen met speciale behoeften etc.) is gedetailleerd in beeld gebracht in het zorgplan, dat is toegevoegd aan dit schoolplan. Het zorgplan bevat o.a.  

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen (het Cito leerlingvolgsysteem) Leerling-besprekingen


39

    

Werken met groepsplannen Organisatie van de zorg in en buiten de school De procedure overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Samenwerking met het speciaal (basis)onderwijs Samenwerkingsverband De Streek

Voor onderstaande aspecten zijn op school tevens zijn protocollen aanwezig:        

Het inschrijven van nieuwe leerlingen (dan begint de zorg voor de leerling) De opvang van nieuwe leerlingen De afspraken over schoolverzuim Ongewenst gedrag, Alcohol en drugs, Calamiteiten en trauma’s op school, Kindermishandeling, Sexuele intimidatie

Bovenstaande, in de schoolgids beschreven items komen in het kader van kwaliteitszorg regelmatig aan de orde.


40

HOOFDSTUK 4. DE INZET EN ONTWIKKELING VAN ONS PERSONEEL 4.1. Doelen van ons personeelsbeleid  

 

Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionelebasis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samen-werking bevorderd wordt. Komen tot optimalisering en eventueel verbetering van de kwaliteit van de arbeid. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

4.2. Huidige situatie Het bestuur van de Stichting Present Openbaar Onderwijs beschikt over een (meerjaren) personeelsbeleidsplan. Hierin staat aangegeven wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de onderdelen en wie verantwoordelijk is voor de bewaking van de onderdelen. Voor alle scholen geldt de cyclus van functioneringsgesprekken. In een periode van twee jaar wordt door de schoolleiders met ieder personeelslid een functionerings- en beoordelingsgesprek gehouden. Hierover zijn afspraken gemaakt. Dit beleid wordt in het schooljaar 2011-2012 aangepast. Een werkgroep van directeuren en een managementondersteuner buigt zich hierover. 4.3. De wet BIO De wet BIO richt zich op het thema ‘bekwaamheid’. Een leraar is bekwaam, als hij aan de geldende bekwaamheidseisen voldoet. Voor docenten zijn dit de 7 competenties zoals benoemd door de SBL:       

Interpersoonlijke competentie. Pedagogische competentie. Vakinhoudelijke didactische competentie. Organisatorische competentie. Competent in samenwerken in een team. Competent in samenwerken met de omgeving. Competent in reflectie en ontwikkeling.

Het gaat er in de wet BIO echter niet alleen om dat de docent op dit moment aan de eisen voldoet, hij moet er zijn verdere carrière tevens aan willen blijven werken Daartoe vult iedere leerkracht de quickscan op www.lerarenweb.nl in en maakt aan de hand daarvan samen met de directie een plan voor verbetering van zijn/haar competenties. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

41

In het schooljaar 2010 -2011 is er een onderzoek gedaan naar de leerkrachtcompetenties van de teamleden. Gekozen is voor afname van de quickscan van de Stichting beroepskwaliteit leraren en ander onderwijspersoneel. Bekwaamheidseisen leraren. QUICKSCAN De quickscan onderzoekt zeven competenties. In het kader van het onderzoek zijn de eerste vier belangrijk.  Interpersoonlijk competent.  Pedagogisch competent.  Vakinhoudelijk & didactisch competent.  Organisatorisch competent. De andere drie competenties worden jaarlijks meegenomen in de POP-gesprekken. Het gaat dan om de samenwerking met collega’s, de samenwerking met de omgeving, reflectie en ontwikkeling. Voor elke competentie wordt een groep vragen ingevuld over deelaspecten van de competentie. Er zijn ook reflectie vragen met betrekking tot de eigen opvattingen over de competentie.In de scan worden dit beroepsopvattingen genoemd. Tijdens de analyse van de gegevens is gekeken of deze reflectievragen, de beroepsopvattingen, de eindscore hebben beinvloed. Dit bleek niet het geval te zijn. Er is geen normering bij de quickscan, het is geen beoordelingsinstrument. Er wordt niet aangegeven wanneer een persoon een competentie matig, voldoende of goed beheerst. In algemene termen wordt beschreven wat het effect is van een goede beheersing en wat de gevolgen kunnen zijn van een matige beheersing. De scores zijn bedoeld om de sterke en zwakke kanten in beeld te brengen. Tevens kan men met behulp van de uitslag een ontwikkelplan maken.

25 %

Onvoldoende competent

50 %

matig competent


75 %

100 %

voldoende competent competent

42

INTERPERSOONLIJK COMPETENT Bekwaamheidseis:  “De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn inter-persoonlijke verantwoordelijkheid.  Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de kinderen.  Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de kinderen tot stand te brengen”. (Bekwaamheidseisen leraren, 2004, p.2 ) Teamgemiddelde: 82% PEDAGOGISCH COMPETENT Bekwaamheidseis.  De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid.  Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Voor een hele klas of groep maar ook voor individuele leerling.  En dat op een professionele en planmatige manier. (Bekwaamheideisen leraren, 2004, p.5 ) Teamgemiddelde: 84% VAKINHOUDELIJK & DIDACTISCH COMPETENT Bekwaamheidseis.  De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid.  Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van de onderwijsinhouden en de didactiek om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin de kinderen zich de culturele bagage eigen kunnen maken die de maatschappij vereist.  Op een eigentijdse, professionele, planmatige manier. (Bekwaamheidseisen, 2004, p.8 ) Teamgemiddelde:80% ORGANISATORISCH COMPETENT Bekwaamheidseis.  De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

43

Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de kinderen helder.  En dat op een professionele planmatige manier. (Bekwaamheidseisen leraren, 2004, p.11 ) 

Teamgemiddelde: 81%


44

HOOFDSTUK 5. OVERIGE BELEIDSTERREINEN 5.1 Algemeen strategisch beleid Onze hoofddoelstellingen De onderwijskundige doelen van het bestuur zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in de artikelen 8 en 46 van de Wet op het Primair onderwijs zijn omschreven: Artikel 8: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving. b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. 5. De scholen voorzien in een voortgangsregistratie over de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven en omtrent leerlingen die een grote achterstand hebben in de Nederlandse taal. 6. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: a. de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; b. de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en c. de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. 7. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten. 8. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder


45

in de beheersing van de Nederlandse taal, waarin ook door middel van vroegschoolse educatie kan worden voorzien,

Artikel 46: 1. Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van die betekenis van de verscheidenheid van die waarden. 2. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. 3. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. De bestuursfilosofie De Stichting op grond van artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs Vanaf 1 januari 2000 wordt het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Medemblik. Drechterland, Enkhuizen en Stede Broec bestuurd door een stichting. Het bestuur bestaat uit deskundigen op terreinen, die van belang zijn voor het besturen van het openbaar primair onderwijs in de vermelde gemeenten. Deskundigen, die tevens voorstander zijn van het openbaar onderwijs. Eind 2008 is, in het kader van een betere profilering, de naam van de stichting gewijzigd van Stichting Openbaar Onderwijs West-Friesland Oost in PRESENT. PRESENT staat hierbij voor aanwezig, actueel en goed onderwijs midden in de samenleving, het moet een geschenk zijn voor degene die het ontvangt. Binnen de stichting werken 11 basisscholen samen. De afgelopen jaren is er al het nodige bereikt. Er is een zeer goede basis voor de toekomst gelegd. PRESENT opereert als een consistente en compacte organisatie die op professionele wijze haar maatschappelijke taak vormgeeft. Bij stichting PRESENT werken ruim 185 betrokken professionals dagelijks aan kwalitatief goed en veilig openbaar onderwijs in de regio. Samen met alle professionals heeft het bestuur de kernwaarden van de organisatie vastgesteld en heeft iedereen zich verbonden aan deze waarden.


46


47

De invulling van de kernwaarden door het bestuur zijn:  Lef: wij durven onze professionals de ruimte te geven  Open: wij vinden “anders” leuk: iedereen is welkom  Veilig: wij staan voor een veilig leerklimaat en een veilige leeromgeving  Samen: wij benutten de kracht van samen  Divers: wij koesteren de eigenheid van onze scholen  Dynamisch: wij blijven beweging stimuleren Besturen op afstand Het bestuur bestuurt volgens het principe “integraal management” voor de scholen. Het schoolbestuur bestuurt op hoofdlijnen en geeft de kaders aan waarbinnen het beleid vorm moet krijgen. De operationele verantwoordelijkheid wordt bij de directeuren van de scholen gelegd. De voorzitter vervult namens het bestuur de werkgeversrol. De voorzitter wordt belast met:  de bewaking van de onderwijskundige kwaliteit en onderwijskundige ontwikkeling op de scholen  de profilering van de stichting in de breedste zin van het woord  de invulling van de werkgeversrol De voorzitter wordt hiervoor gefaciliteerd. In 2011 wordt deze constructie geëvalueerd. Er wordt gewerkt met het managementmodel “planning en control”. Door middel van managementrapportages die opgesteld worden door de directeuren van de scholen wordt verantwoording afgelegd over een aantal vooraf vastgelegde onderwerpen. In het kader van het intern toezicht rond de onderwijskwaliteit is in samenwerking met het CPS een format ontwikkeld waarmee het bestuur in gesprek gaat met de scholen en op basis waarvan relevante gegevens en opbrengsten worden ingevoerd. Ook de beoordeling van de indicatoren van de inspectie zitten in dit monitoringsmodel. De format is een dynamisch model, dat continu wordt aangepast aan de veranderende eisen van de inspectie. Ook is een systeem van auditeren opgezet. Dit houdt in dat directeuren van de scholen bij elkaar in de “keuken” gaan kijken om te komen tot een betere borging en een verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de scholen. Hoewel een audit tijdintensief is, ervaren de directeuren het als zeer lerend. De autonomievergroting van de scholen De gedachte, dat knelpunten en aandachtspunten het beste kunnen worden aangepakt in de nabijheid van de plaats waar ze zich voordoen of aandienen in samenwerking tussen de diverse betrokkenen, ligt aan de basis van de autonomievergroting van de scholen. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

48

Onder de verantwoordelijkheid van de directeuren is de behandeling of behartiging van een groot aantal schoolspecifieke onderwerpen gemandateerd aan de scholen. Hetzelfde geldt voor het beheer van een aantal budgetten. De medezeggenschapsstructuur Vanaf 1 januari 2007 is de nieuwe wet “Wet medezeggenschap op scholen” van toepassing Deze wet maakt versterking van medezeggenschap mogelijk in het basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs. Het bevoegd gezag hecht veel belang aan het zo optimaal mogelijk functioneren van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsstructuur. De GMR is de overkoepeling van alle medezeggenschapsraden van de openbare scholen bij PRESENT. De raad bestaat uit een oudervertegenwoordiging en een personeelsvertegenwoordiging en bestaat uit acht leden. De elf scholen zijn verdeeld in 4 kiesdistricten. Ieder kiesdistrict wordt vertegenwoordigd door een ouder en een personeelslid. Afhankelijk van het voorstel dat wordt ingebracht, heeft de GMR adviesbevoegdheid of instemmingsrecht bij beleidsvoorstellen. De informatievoorziening Een belangrijke voorwaarde voor het zo optimaal mogelijk functioneren van een organisatie en daarom ook van het openbaar primair onderwijs in eerdergenoemde gemeenten, is dat alle participanten goed geïnformeerd zijn over actuele ontwikkelingen binnen de verschillende geledingen. Enerzijds mag worden verwacht, dat het onderwijspersoneel zich vakmatig in voldoende mate op de hoogte houdt door middel van het lezen van vakliteratuur. Niet zelden is de informatiestroom zo omvangrijk, dat door de bomen het bos nauwelijks meer zichtbaar is. In dat geval ligt er ook bij de organisatie zelf een taak betreffende de informatievoorziening, zeker ten aanzien van die aspecten, die gevolgen hebben voor onze totale organisatie. Bij de informatievoorziening wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van de mogelijkheden, die de informatietechnologie biedt. Informatie uitwisseling tussen scholen wordt gestimuleerd. Via een periodieke nieuwsbrief voldoende informatie van uiteenlopende aard aan alle geledingen te verstrekken. Bovendien heeft de stichting een website www.openbaaronderwijspresent.nl . De relatie tot de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Stede Broec en Medemblik. Het bestuur mag dan op afstand zijn gezet door de gemeenten, het openbaar primair onderwijs is een onderdeel van de publieke organisatie. Het is de gemeenteraad, die jaarlijks de begroting en rekening van de stichting goedkeurt, de bestuursleden formeel benoemt en die - op afstand - bewaakt, dat het bestuur niet tornt aan de principes en structuur van het openbaar onderwijs. Het bestuur houdt als gevolg van het voorgaande een speciale relatie tot de eerder vermelde gemeenten en neemt in die zin dan ook een andere positie in dan de besturen van het bijzonder onderwijs. OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

49

De relaties met andere organisaties en instellingen De samenwerking van het bevoegd gezag met derden achten wij van belang voor de ontwikkeling en de marktpositie van onze organisatie. Prioriteit daarbij krijgt samenwerking met derden, die vanuit gelijkluidende principes dezelfde doelen nastreven als onze organisatie of die kunnen bijdragen aan een verdere optimalisering van onze organisatie of aan de realisering van onze doelstellingen. Er bestaat in ieder geval op bovenschools niveau een periodiek overleg over personeelsbeleid tussen de stichting en andere in de regio West-Friesland gevestigde onderwijsorganisaties voor openbaar onderwijs. 5.2 Materieel/Financieel beleid Algemeen Op 1 augustus 2006 is de lumpsum bekostiging ingevoerd. Het declaratiesysteem is vervangen door een lump sum bekostiging, waaruit het personeel bekostigd moet worden. Daarnaast zijn de schotten tussen de uitgaven voor personeel en materieel vervallen. Voorheen was het niet mogelijk om gelden voor personele zaken te bestemmen voor materiele uitgaven of andersom. Dit geeft een grotere vrijheid, maar brengt ook grotere risico’s en verantwoordelijkheid met zich mee. De andere onderdelen van de bekostiging, zoals de leerlingen gebouwafhankelijke vergoeding, de vergoeding voor Administratie, Beheer en Bestuur en het Budget personeels- en arbeidsmarktbeleid (hierna P&A –budget) blijven op dezelfde wijze als nu vergoed. Naast de bekostiging van de personeelsformatie bestaat de rijksvergoeding uit de volgende componenten: a. rijksvergoeding groepsafhankelijke kosten; b. rijksvergoeding leerlingafhankelijke kosten; c. rijksvergoeding aanvullende programma’s; d. bestemmingsuitkeringen. De vergoedingen voor (meerjaren) onderhoud, administratie, beheer en bestuur en een aantal personeelsbudgetten worden beheerd door het bestuur en de andere vergoedingen staan ter beschikking van de schooldirecties. Zelfbeheer Het bestuur heeft in het kader van het zelfbeheer directeuren gemandateerd voor een aantal taken. Mandaat betekent in deze dat bevoegdheden in naam van het bevoegd gezag (het bestuur van de stichting) worden uitgeoefend. Besluiten worden dus niet op eigen titel en verantwoording genomen maar namens het schoolbestuur. Dit houdt in dat het schoolbestuur altijd de bevoegdheid heeft om gemandateerde OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

50

besluiten te heroverwegen. Voor de in zelfbeheer overgedragen budgetten draagt de directeur de verantwoordelijkheid als budgethouder t.o.v. het bestuur.

Budget Personeelsbeleid en Arbeidsmarktbeleid (P&A-budget) Het budget Personeel- en arbeidsmarktbeleid bestaat uit een bundeling van voorheen afzonderlijke budgetten en wordt aan de besturen uitgekeerd. In het Budget Personeelsbeleid zijn o.a ondergebracht: 1. het nascholingsbudget; 2. extra middelen voor bestuur en management; 3. extra ondersteunend personeel voor de basisschool 4. Convenant professionalisering en begeleiding onderwijzend personeel 5. Middelen voor de schoolbegeleiding 6. de middelen voor personeelsbeleid, kwaliteitsverbetering en innovatie (voorheen schoolprofielbudget). De bestedingen in het kader van het P&A-budget worden ingezet ten behoeve van het ontwikkelen en optimaliseren van personeelsbeleid. Om deze reden heeft het personeelsdeel van de (G)MR instemmingbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling of wijziging van de inzet van het P & A budget. Het ouderdeel van de (G)MR heeft een adviesbevoegdheid. Besloten is om 40% van het budget bovenschools in te zetten en 60% aan de scholen te laten. 5.3. Personeelsbeleid Het bestuur wil een goede werkgever zijn. Voor haar houdt dat in dat er een adequaat en geïntegreerd personeelsbeleid wordt gevoerd. Doelen van het personeelsbeleid a. Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. b. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. c. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid. d. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs e. Het bewerkstelligen dat de juiste personen op de juiste momenten op de juiste plaats in de organisatie zijn teneinde de geplande activiteiten te kunnen uitvoeren. f. Het optimaliseren van de fysieke arbeidsomstandigheden binnen de school en OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

51

de directe schoolomgeving. De grondslag van ons personeelsbeleid Het personeelsbeleid dat het bestuur voert is opgebouwd uit een aantal componenten. In grote lijnen kunnen we de componenten verdelen in:  wettelijke componenten  strategische componenten. Onder de wettelijke componenten worden verstaan: a. de Wet op het Primair Onderwijs (WPO); b. CAO PO. Onder de strategische componenten verstaan we alle zaken die door het voeren van eigen strategisch personeelsbeleid bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen zoals deze hiervoor zijn beschreven. Onder de strategische componenten kunnen we het volgende rekenen: a. schoolplan b. integraal personeelsbeleidsplan c. meerjaren formatieplan d. huisvestingsbeleidsplan Sociaal jaarverslag Het bestuur evalueert jaarlijks het gevoerde beleid en legt de resultaten hiervan neer in het sociaal jaarverslag. Op basis van deze evaluatie geeft de stichting zijn voornemens met betrekking tot het integraal personeelsbeleid aan. In het sociaal jaarverslag komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde:     

Ziekteverzuim Taakbelasting Personeelsverloop Incidentele beloningen Het gebruik van uitzendarbeid

Integraal personeelsbeleid Het integraal personeelsbeleidsplan is in mei 2003 vastgesteld en heeft inmiddels de nodige aanpassingen ondergaan. Ook zijn nieuw vastgestelde onderdelen toegevoegd. Het betekent een koppeling van het personeelsbeleid met de andere beleidsterreinen, onderlinge samenhang tussen de instrumenten en een personeelsbeleid dat een afgeleide is van de missie, de doelen en de strategie. Documenten personeelsbeleid

In voorbereiding /aanpassin g


vastgestel d

Verantw. Voor uitvoeren

Verantw Voor bewaking

Wordt in de periode 211/201 52

5 gemaakt 2. sociale afspraken 2.1 Gedragscode

X

2.2 Informatieverschaffing

X

Dir.

Dir.

2.3 Regeling Elektronische Informatie- en communicatiemiddelen

X

Dir.

Dir.

2.4 Arbo/BHV

X

Dir.

Bestuur

2.5 Roken op school

X

Dir.

Dir.

X

Dir.

Dir

Dir

Bestuur

X

Dir.

Dir.

X

Dir

Dir.

2.6 Doelgroepen 2.7 Klachtenregeling machtsmisbruik w.o. vallen : - seksuele intimidatie - pesten

X i.v.m. vervallen regionale regeling

- discriminatie - agressie en geweld. 2.7 Protocol medicijngebruik 2.8 Sociaal jaarverslag 2.9 Lief en Leed 3 Begeleiding 3.1 Stagebeleid 3.2 Nieuwe personeelsleden 3.3 Introductiebeleid nieuwe directeuren

X

3.2 Klassenconsultatie

X

Dir.

Dir.

3.3 Mobiliteitsbeleid

X

Dir.

Dir.

3.5 Scholing

X

Dir.

Dir.

3.6 Loopbaanbegeleiding

X

Dir.

Dir.

3.7 Conflictpreventie

X

Dir.

Dir.

3.8 Ziekteverzuimbeleid

X

Dir.

Dir.

3.4 Netwerkbijeenkomsten

3.9 Exit Interview 4. Rechtspositioneel beleid OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

53

4.1Compensatie/opfrisverlo f

X

Dir.

Dir.

4.2 Verlenen van buitengewoon

X

Dir.

Dir.

Dir.

Bestuur

Dir.

Bestuur

Dir.

Dir.

X

Dir.

Dir.

5.3 Nota Functiedifferentiatie

X

Dir.

Dir

5.4. Invoering functiemix

X

Dir.

Dir.

5.4 Taakomvang

X

Dir.

Dir.

5.5 Taaktoedeling

X

Dir.

Dir.

5.6 Taakbelasting

X

Dir.

Dir.

X

Dir/bestuur Dir/bestuur

6.1 Sollicitatiecode

X

Dir.

Bestuur

6.2 Benoemingsprocedures

X

Dir.

Bestuur

6.3 Deeltijdbanen

X

Dir.

Bestuur

6.4 Onderwijsondersteunend

X

Dir.

Bestuur

7.1 Werkgelegenheidsbeleid

X

Dir.

Bestuur

7.2 Afvloeiingsvolgorde

X

Dir.

Bestuur

X

Dir.

Bestuur

Verlof 4.4 Toelagen en gratificaties 4.5 Dienstreizen

X

4.6 Seniorenbeleid

x

5 Functies en taken 5.1 Competentieprofiel leerkracht 5.2 Fasen leraarschap

5.7 Directiestatuut 5.8 Managementstatuut 6 Selectie personeel

Personeel 7 Bestuursaanstelling

8 Functioneren en beoordelen 8.1 Functioneringsgesprekken

X

8.2

X


X X 54

Beoordelingsgesprekken 9 Personeelsformatiebeleid 9.1 Strategisch Personeelsplan

X

9.2 Meerjarenformatiebeleid

X

Bestuur

Bestuur

9.3 Jaarlijks formatieplan

X

Dir.

Bestuur

9.4 Bestuursformatieplan

X

Bestuur

Bestuur

9.5 Financiële budgetten

X

Dir.

Bestuur

10.1 Medezeggenschapsraad, statuut en reglement

X

MR

MR

10.2 Gemeenschappelijk

X

GMR

GMR

11.1 Fietsenplan

X

Werkneme Bestuur r

11.2 Jubileumregeling

X

Dir.

Bestuur

11.3Spaarloonregeling

X

Dir.

Bestuur

11.4 Levensloopregeling

X

Werkneme Bestuur r

11.5 Collectieve ziektekosten-

X

Werkneme Bestuur r

X

Werkneme Dir/Bestuu r r

10 Medezeggenschap WMS

Medezeggenschapsraad, statuut en reglement 11 Werkgeversschap

regeling Zilveren Kruis Achmea 11.6 Studiekostenregeling 11.7Extra beloning schoolleiders ARBO-beleidsplan Het bevoegd gezag realiseert zich dat er risico's zijn met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers (waaronder studenten en stagiaires) en kinderen en zal werken aan het wegnemen van bestaande risico's met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. Het bevoegd gezag draagt er tevens zorg voor dat OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

55

iedere werknemer, student en leerling op de hoogte is van de risico's en weet hoe daarmee op verantwoorde wijze kan worden omgegaan. Daarnaast erkent het bestuur dat "menselijk kapitaal" een voorwaarde is voor zakelijk succes in onze organisatie. In die zin is het bestuur niet alleen verantwoordelijk voor het fysieke welzijn van zijn werknemers, maar wil het bestuur ook beleid ontwikkelen die het mogelijk maakt dat werknemers zich – ter wille van henzelf én ter wille van de organisatie - optimaal kunnen ontplooien. Er is een arbo-beleidsplan met de daarbij behorende protocollen (protocol ongewenst gedrag, agressie ouders tegen personeel, protocol alcohol en drugs en verzuimprotocol) vastgesteld. 5.4 Ons relationeel beleid Direct bij het onderwijs betrokken zijn:  De kinderen  De ouders / verzorgers  Het team  De directie  Het bestuur  De (G)MR  De gemeente De relaties tussen deze groepen/personen kunnen als volgt in beeld gebracht worden: Bestuur als bevoegd gezag / gemeente als beheerder gebouw + terrein 9

8

3

GMR

directie 7

MR

6 team (incl. directie)

5 4

2

ouders/verzorgers

1 kinderen

Over deze relaties zijn ook afspraken gemaakt en in een aantal gevallen formeel vastgesteld. In ons geval gaat het om: bij 1 de schoolregels (zie groepsmap), bij 2 om de contacten tussen school en ouders (zie schoolgids) en huishoudelijk reglement ouderraad, OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

56

bij 3 om het directiestatuut, bij 4, 5, 6, 7 en 8 om het reglement MR bij 7 en 9 om het reglement GMR. Het team vergadert 2 wekelijks. Alle andere taken dan lesgeven worden onderling verdeeld (zie taakbeleid). Alle geledingen hebben externe contacten maar in het kader van deze paragraaf zijn de externe contacten van team en directie van belang. Deze externe contacten worden opgenomen in het overzicht van de taakverdeling. De school maakt in het kader van WSNS deel uit van de federatieve vereniging “Samenwerkingsverband de Streek”. De schoolregels, het directiestatuut en de reglementen van MR en GMR worden in het kader van kwaliteitszorg regelmatig besproken. 5.5. Beleidsvoornemens De Regeling Functionerings- en beloningsgesprekken is een onderdeel die hoog op de prioriteitenlijst staan om ge-update te worden. Immers in de gesprekkencyclus moet ook de POP-gesprekken worden opgenomen. Er is inmiddels een eerste aanzet voor een nieuwe regeling gemaakt. Deze nieuwe regeling zal in 2011 worden vastgesteld. Ook staat op de planning het opstellen van een nieuw mobiliteitsbeleid. Op 1 augustus 2011 moet de Code Goed Bestuur zijn ingevoerd. Dit betekent dat er een scheiding dient te zijn tussen toezichthoudend en uitvoerend bestuur. De invoering van de code goed bestuur valt gelijk met de evaluatie van de huidige structuur. Verwacht wordt dat in mei een besluit genomen zal worden over de invoering hiervan. Ten slotte is het invoeren van het continurooster op de scholen volop in discussie. Het bestuur is voorstander van invoering van het continurooster. In het traject om te komen tot invoering van het continurooster is de voorlichting aan het personeel heel belangrijk. De werknemers moeten hier ook achter kunnen staan om de invoering tot een succes te maken. Het voornemen is om na een jaar van voorbereiding, voorlichting en discussie het continurooster met ingang van 1 augustus 2012 op zoveel mogelijk scholen in te voeren.


57

HOOFDSTUK 6. ONZE ZORG VOOR KWALITEIT 6.1 Inleiding In de wet op het Primair Onderwijs staat in artikel 10 en artikel 12 lid 4 het volgende over kwaliteitszorg: Artikel 10: Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan: het uitvoeren van het in het schoolplan, bedoeld in artikel 12, beschreven beleid op een zodanige wijze dat de wettelijke opdrachten voor het onderwijs worden gerealiseerd. Artikel 12, lid 4: Het beleid m.b.t. de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval: a. De wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd, b. De wijze waarop het bevoegd gezag vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn, en c. Maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. Kwaliteitszorg betekent voor ons het systematisch evalueren van de kwaliteit van leren, onderwijzen en begeleiden, planmatig werken aan verbeteractiviteiten en de kwaliteit van het toetssysteem borgen. Daarbij is steeds de vraag : ‘Doen we de goede dingen en doen we die dingen goed of kunnen ze nog beter? Bij alle onderwijskundige activiteiten hebben we aangegeven hoe het bewaken van de gemaakte afspraken plaatsvindt. Ook wordt aangegeven waarover afspraken zijn gemaakt en hoe vaak deze worden besproken. We doen dit met behulp van de PDCA cirkel: Plan:

Formuleren van gewenst resultaat: onderwijskundige doelen. Is het gewenste resultaat bereikt: analyses

op individueel, groeps-, en schoolniveau. Do: Het plan wordt uitgevoerd zoals voorgeschreven Check: d.m.v. controle en evaluatie wordt bekeken of het gewenste resultaat is bereikt: klassenbezoeken en bespreking in de teamvergaderingen. Act: Bijstellen of beginnen aan de volgende verbetering waarmee de cirkel opnieuw wordt doorlopen.


58

Deze cyclus geeft zicht op de stappen die achtereenvolgens doorlopen moeten worden. In de praktijk zijn de stappen en de daarbij behorende activiteiten weliswaar te onderscheiden, maar in tijd niet altijd even goed te scheiden. De verschillende stappen kunnen daardoor in elkaar over lopen. 6.2 De doelen van onze kwaliteitszorg Voor kwaliteitszorg gelden de volgende doelen: 1. Zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt, waarmee en hoe, door wie en wanneer. 2. Goede kwaliteit behouden. 3. Kwaliteit die niet goed genoeg is te verbeteren. 4. relevante derden ( ouders, bestuur, inspectie, enz) zicht geven op kwaliteit. 6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg Er is vastgesteld over welke aspecten op onze school afspraken gemaakt moeten worden. Daarna is nagegaan of over deze aspecten al schriftelijk vastgelegde afspraken gemaakt zijn en zo ja, waar ze bewaard worden. Ten slotte is bepaald hoe vaak en met wie de afspraken in elk geval besproken moeten worden. 6.3.1 HET SCHOOLPLAN Zijn er Aspecten schriftelijk vastgestelde afspraken over gemaakt? ja

Doelen van het schoolplan Functies van het schoolplan Het werken aan het schoolplan Het vaststellen van het schoolplan

Zo ja, waar worden de Hoe vaak worden afspraken de afspraken bewaard? besproken?

nee n.v. t.

aan 1 x tal p. ker jr. en p.jr.

Met wie worden de afspraken besproken?

bev 1 x 1 x kin- ou- tea m.r. . p. 2 p. der der m gejr. 4jr. en s zag

x

schoolplan

x

x

x

x

schoolplan

x

x

x

x x

x schoolplan


x x

x

59

Overige omstandigheden die de x be-leidskeuzen beïn-vloeden De externe ontwikke-lingen x De interne sterkte/ x zwakte analyse

schoolplan

x

x

x

schoolplan

x

x

x

schoolplan

x

x

x

ONZE SCHOOL (1) 6.3.2 HET GEBOUW EN HET TERREIN Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden vastgestelde afspraken de afspraken afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? ja

De inrichting en het gebruik van het gebouw De inrichting en het gebruik van x het terrein

nee n.v. t.




x

notitie schoolplein en

x

x



ONZE SCHOOL (2) 6.3.3 DE LEERLINGEN Zijn er Aspecten schriftelijk vastgestelde afspraken over gemaakt?


60

ja

Het toelaten en ver-wijderen x van leerlin-gen Het inschrijven van leerlingen De opvang en bege-leiding van nieuwe leerlingen De schoolregels

x


x map schoolorga nisatie map inschrijven leerlingen

x x

x

x

x X

Zorgmap

x

groepsmap

Het overblijven x Het vrij geven x Het schoolverzuim

nee n.v. t.


x

Het uitschrijven van leerlingen x (andere basisschool, so, vo)

x

map schoolorga nisatie map schoolorga nisatie map verzuim

x

x

x

x

x

x

x

map inschrijven leerlingen

De Tweemaster heeft een convenant gesloten met de buitenschoolse opvang, Berend Botje en Kiddy World. De tussen schoolse opvang wordt door de school zelf geregeld. Er is goede samenwerking tussen Berend Botje en de Tweemaster. ONZE SCHOOL (3) 6.3.4 DE SCHOOLTIJDEN, WEEKPLANNEN, ETC.


61

Aspecten

Zijn er schriftelijk vastgestelde afspraken over gemaakt? ja


nee n.v. t.

De schooltijden x De vakanties/vrije x dagen De weekplannen/andere x roosters De jaarlijkse evene-menten x 1) voor zover erbij betrokken

aan 1 x tal p. ker jr. en p.jr. Infokalende r Info kalender



x

x

x

x

x

x

groepsmap x1

x Infokalende r

x

x

x

x

DE OPDRACHT VAN DE SCHOOL (1) 6.3.5 DE UITGANGSPUNTEN EN ALGEMENE DOELSTELLINGEN Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden Met wie worden de vastgestelde afspraken de afspraken afspraken besproken? afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? bev ja nee n.v. aan 1 x 1 x 1 x kin- ou- tea m.r. . t. tal p. p. 2 p. der der m geker jr. jr. 4jr. en s zag en p.jr. De visies en conse-quenties x

schoolgids en schoolplan


x

x

x

62

De missie

x

schoolplan

x

x

x

Wat we willen

x

schoolplan

x

x

x

DE OPDRACHT VAN DE SCHOOL (2) 6.3.6 HET SCHOOLCONCEPT Zijn er Aspecten schriftelijk vastgestelde afspraken over gemaakt? ja

Het school- en klassenklimaat De inhoud van het onderwijs Hoe er geleerd/onderwezen wordt De waardering en evaluatie De groeperingsvormen De school en de buurt/maatscha ppij


nee n.v. t.




x

schoolorga x nisatie

x

x

schoolplan

x

x

x

schoolplan

x

x

x

schoolplan

x

x

x

schoolplan

x

x

x

DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL (1)


63

6.3.7 DE VAK- EN VORMINGSGEBIEDEN/ACTIVITEITEN Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden vastgestelde afspraken de afspraken afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? ja

Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Taal (algemeen) Spreken Luisteren Schrijven Stellen Spellen Spellen (werkw.) Lezen (technisch) Lezen (begrijpend/ studerend) Boekpromotie Taalbeschouwi ng Engels Rekenen/wisku nde Wereldoriëntati e Sociale redzaamheid Beeldende vorming

nee n.v. t.




x

groepsmap

x

x

x

groepsmap

x

x

x x x x x x

groepsmap groepsmap groepsmap

x x x x x x

x x x x x

x

groepsmap

x

x

x

groepsmap

x

x

x x

groepsmap groepsmap

x x

x x

x x

groepsmap groepsmap

x x

x x

x

groepsmap

x

x

x

groepsmap

x

x

x

groepsmap

x

x

groepsmap


64

Muzikale vorming Dramatische vorming Bewegingsond erwijs Zwemmen masterwerk De vak/vormingsge -bieden en de com-puter

x

groepsmap

x

x

x x

groepsmap groepsmap

x x

x x

x x

groepsmap groepsmap

x x

x x

x

groepsmap

x

x

DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL (2) 6.3.8 DE ZORG VOOR DE LEERLING Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden vastgestelde afspraken de afspraken afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? ja

De interne bege-leiding De interne procedure voor omgaan met opvallende kinderen De leerlingbesprekingen Het leerlingvolgsysteem

nee n.v. t.




x

I.B. map

x

x

x

x

I.B. map

x

x

x

x

I.B. map

x

x

x

I.B. map

x

x


x

65

Het omgaan met opvallend x gedrag Samenwerking met school voor x speciaal onderwijs

I.B. map

x

x

I.B. map

x

x

6.3.9 DE INZET EN ONTWIKKELING VAN HET PERSONEEL Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden vastgestelde afspraken de afspraken afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? ja

nee n.v. t.

Informatieversc haf-fing x Arbo/BHV x Roken op school Doelgroepen

x

Sexuele intimidatie Sociaal jaarverslag Antidiscriminatiecode Besluitvorming

x

schoolorganisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie

x

x


x x

x x

x

x

x x x

x

x




x

schoolorga nisatie

x

x

x x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

66

Lief en leed

x

Nieuwe personeelsx leden Klassenconsult x atie Mobiliteitsbevor de-ring Scholing x Loopbaanbegel ei-ding Conflictpreventi x e Ziekteverzuim x Exit-interview

x

x

x

schoolorga nisatie

x

x

x x

x x

schoolorga nisatie x

schoolorga nisatie

x

x

x x

schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorganisatie

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

Seniorenbeleid Beroepsprofiel x leraar Fasen leraarschap Functiedifferent x iatie Taakomvang x Taakbelasting

x

x

ADV/opfrisverlo x f Verlenen van buitengewoon x verlof Promotiecriteria x Toelagen en gratifi-caties Dienstreizen

schoolorga nisatie schoolorganisatie

x

schoolorga nisatie

x

x

schoolorga nisatie

x

x

schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorga nisatie

x

x

x

x


x

x

x

x

x

67

x

Directiestatuut

x

Ondersteunend per-soneel (functies en taken) Sollicitatiecode x

x

x

x

schoolorga nisatie schoolorganisatie schoolorga nisatie

x

x

x

x

x x

x x

x x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Benoemingspro ce-dures x Deeltijdbanen x Onderwijsonder steu-nend personeel (selectie personeel) Afvloeiïngsrege ling Afvloeiïngsvolg orde Functionerings ge-sprekken Beoordelingsge -sprekken Strategisch personeelsplan Meerjaren formatie-beleid Jaarlijks formatie-plan Bestuurs formatie-plan Financiële budgetten Medezeggensc haps-raad Gemeenschapp elijke medezeggensc haps-raad

schoolorga nisatie

x

x

x

schoolorga nisatie schoolorga nisatie schoolorganisatie schoolorganisatie

x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x x x x

x x

schoolorganisatie schoolorganisatie schoolorganisatie financiën x map M.R. map M.R. map


x

x

x

x

68

Teamvergaderi x ng Vervangers

schoolorga x nisatie

x

x


69

6.3.11 ZORG VOOR KWALITEIT Zijn er Zo ja, waar Aspecten schriftelijk worden de Hoe vaak worden vastgestelde afspraken de afspraken afspraken bewaard? besproken? over gemaakt? ja

Doelen van kwaliteitszorg Aspecten waarvan de kwaliteit bepaald wordt Procedure kwaliteitszorg

nee n.v. t.


x

schoolplan

x

schoolplan I.B. plan schoolplan I.B. plan

x

x



x

x

x

x

x

6.4 Indicatoren van kwaliteitszorg bron: Kernkader Primair Onderwijs (PO) 2009. De indicatoren van kwaliteitszorg zien er schematisch als volgt uit: A. OPBRENGSTEN KWALITEITSASPEC De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de T 1: kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden indicatoren 1.1 t/m 1.5 B.

ONDERWIJSLEERPROCES

KWALITEITSASPEC T 2:



De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving indicatoren 2.1 t/m 2.6 De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstof aanbod eigen te maken Indicator 3.1 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen indicatoren 4.1 t/m 4.7


70



C.

ZORG EN BEGELEIDING



D.

De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen indicatoren 2.1 t/m 1.6 De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg indicatoren 2.1 t/m 1.6

KWALITEITSZORG

KWALITEITSASPEC T9

E.

De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken indicatoren 2.1 t/m 1.6 De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. indicatoren 2.1 t/m 1.6

De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg indicatoren 2.1 t/m 1.6

WET- EN REGELGEVING

indicatoren 2.1 t/m 1.6 A. OPBRENGSTEN KWALITEITSASPECT 1

De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden

Indicator 1.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

Alle scholen die behoren tot het Samenwerkingsverband ‘De Streek’ nemen in november de NIO en NPVJ af. Samen met de gegevens uit het ll. volgsysteem vormt dit de basis voor het schooladvies. Uitstroomgegevens VO

De taal- en rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van

UitstroomVO 0809 Schoolsoort VMBO Praktijkschoo


0910

10 11

Aantal leerlingen BBL/KBL KBL/TL TL

2 0 6

1 3 2

1 3 6

1

0

0 71

de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht

l TL/HAVO

3

4

3

HAVO

5

3

2

HAVO/VWO

0

1

0

VWO

1

2

2

Wij maken gebruik van de cito toets gegevens.. Toetsen die worden afgenomen zijn; o Rekenen/wiskunde 2011 o Begrijpend lezen o Rekenen voor kleuters o Taal voor kleuters

Indicator 1.2 De resultaten Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde

Rekenen/wiskunde Schooljaar

Aantal lln.

Vaardigh.scor e

’08-‘09

17

115

’09-‘10

16

121

’10-‘11

17

109

Begrijpend lezen

Indicator 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode

Schooljaar

Aantal ll.n

Vaardigh.scor e

’08-‘09

17

59

’09-‘10

16

49

’10-‘11

17

52

Voor de groepen 1 en 2 is een protocol voor de overgang van groep 1 naar 2 en van groep 2 naar 3. Dit staat beschreven in het zorgplan. In de hogere groepen is bij uitzondering sprake van vertraagde doorstroming, dit is eveneens beschreven in het zorgplan.


72

van 8 jaar

Indicator 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte n ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden

Indicator 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht

B.

De procedure voor doorstroming naar het voortgezet onderwijs wordt ieder jaar vastgesteld in overleg met het platform po/vo.

Voorzieningen voor passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, dat wil zeggen: Voor rugzakleerlingen en leerlingen met een S(B)O beschikking is een handelingsplan met ontwikkelings perspectief aanwezig. In principe doen alle leerlingen mee aan de eindtoets. Als dit bij hoge uitzondering niet het geval is dan is voor die leerling een overzicht van opbrengsten aanwezig. In alle groepen wordt gewerkt met groepsplannen. Daarmee wordt voorzien de instructiebehoefte van zowel de goede als de zwakkere leerlingen. De gehele zorgstructuur is beschreven in het zorgplan. In het zorgprofiel staan de mogelijkheden en de grenzen van onze zorg beschreven

Er wordt 2 maal per jaar een sociogram ingevuld en de soc.emot lijsten van de methode Goed Gedaan,

ONDERWIJSLEERPROCES

KWALITEITSASPECT 2

Indicator 2.1 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

Indicator 2.2 De leerinhouden in de verschillende OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving Bij de beschrijving van de vak- en vormings gebieden is de relatie met de kerndoelen beschreven. In alle groepen zijn groepsmappen met daarin weekoverzichten waaruit blijkt wat, wanneer, hoe en aan wie wordt aangeboden.

Alle leerlingen krijgen in principe alle 73

leerjaren sluiten op elkaar aan

Indicator 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.

Indicator 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand

Indicator 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen

leerstof aangeboden. Uitzondering vormen de leerlingen met een LWOO advies ( groep 8) of leerlingen met een s(b)o beschikking. Per vak kan een kind een tweede leerlijn volgen. In dat geval is voor dat vakgebied een verwacht einddoel geformuleerd. De procedure hieromtrent staat beschreven in het zorgplan.

In de beschrijving van de vak-en vormingsgebieden is het onderwijs aan 4 en 5 jarigen beschreven. Voor de groepen 3 t/m 8 zijn de vak-en vormingsgebieden met doelen, tussen doelen en methoden, beschreven in hoofdstuk 3. Er zijn slechts weinig of geen leerlingen met een ‘gewicht’ op De Tweemaster In de kleuter en onderbouw wordt structureel aandacht besteed aan alle aspecten van taal. (zie bij vak- en vormings gebieden.) Zie hiervoor ook het zorgplan. Het aanbod voor het ontwikkelen van sociale competenties staat beschreven bij de vak- en vormingsgebieden: sociaal-emotionele ontwikkeling, welbevinden van kinderen.

Indicator 2.6 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving

Het aanbod voor bevorderen van actief burgerschap en sociale competentie staat beschreven bij de vak- en vormingsgebieden.

KWALITEITSASPECT 3

De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstof


74

Indicator 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd

KWALITEITSASPECT 4

Indicator 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt

Indicator 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school

Indicator 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school

Indicator 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen Indicator 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school Indicator 4.6 OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

aanbod eigen te maken Het klassenmanagement is zodanig dat leerlingen weten wanneer ze wat moeten doen. Er wordt gewerkt met een dag/ weektaak, waardoor kinderen altijd een overzicht hebben van de activiteiten per dag/week. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen Ouders worden geïnformeerd over de vorderingen van hun kind d.m.v. rapporten ( 2x) en 10 minutengesprekken (3x per jaar). Informatie betreffende activiteiten in de school vindt, naast de jaarlijkse schoolgids en schoolkalender, plaats middels een 2 wekelijkse nieuwsbrief en de website. Op school is een veiligheidsplan aanwezig, waarin regels voor kinderen en personeel beschreven zijn.

Op school is een veiligheidsplan aanwezig, waarin regels voor kinderen en personeel beschreven zijn. In hoofdstuk 5 staat beschreven welke maatregelen hiervoor bovenschools genomen zijn. Eens per drie jaar worden oudertevredenheids enquêtes gehouden. Door het bestuur worden personeelsleden bevraagd naar hun welzijn. Zie ook 4.3 Dit staat beschreven in het veiligheidsprotocol.

75

De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school Indicator 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan

Dit staat beschreven in het veiligheidsprotocol

Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling ( zie beschrijving vak- en vormingsgebieden), aanwezigheid van een pestprotocol.

De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken Indicator 5.1 Leerkrachten geven doelmatige en De leraren geven duidelijke uitleg van de beknopte uitleg. Daarbij wordt leerstof teruggeblikt op eerdere lessen. Getracht wordt de leerstof in betekenisvolle context te plaatsen, voorkennis te actualiseren en voldoende herhaling van de stof te bieden. De aanpak is per vak beschreven in het groepsplan. Indicator 5.2 Er is sprake van doelmatig De leraren realiseren een taakgerichte klassenmanagement. werksfeer Indicator 5.3 De leerkracht richt de lessen zodanig in De leerlingen zijn actief betrokken bij de dat leerlingen actief betrokken zijn bij de onderwijsactiviteiten lessen. KWALITEITSASPECT 5

KWALITEITSASPECT 6

Indicator 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen Indicator 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen

De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen Dit staat beschreven in het groepsplan.

Door het werken met groepsplannen vindt zowel in tempo als inhoudelijke differentiatie bij instructie plaats.

Indicator 6.3 OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

76

De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen

Door het werken met groepsplannen vindt zowel in tempo als inhoudelijke differentiatie bij verwerking plaats.

Indicator 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen

Differentiatie in onderwijstijd komt voort uit het werken met groepsplannen.

C.

ZORG EN BEGELEIDING

KWALITEITSASPECT 7 Indicator 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen

Indicator 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen

KWALITEITSASPECT 8 Indicator 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Indicator 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen Indicator 8.3 De school voert de zorg planmatig uit Indicator 8.4 OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen Naast de methode gebonden toetsen wordt gebruik gemaakt van de CITO toetsen. Er is een toetskalender waarop alle toetsen zijn opgenomen. Van de resultaten wordt een analyse gemaakt op individueel -, groeps- en schoolniveau. Beschrijving van deze werkwijze staat in het zorgplan. In het zorgplan staat beschreven hoe de groepsbesprekingen en zorgteam overleggen geregeld zijn.

De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg De beschrijving hiervan staat in het zorgplan. Na afname van de CITO toetsen worden analyses gemaakt op individueel, groeps- en schoolniveau. Zie zorgplan.

De betrokkenen voeren de opgestelde groepsplannen uit. Deze procedure staat beschreven in het 77

De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg Indicator 8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden

D. KWALITEITSZORG Kwaliteitsaspect 9 Indicator 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie Indicator 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen

Indicator 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces

Indicator 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten

Indicator 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces


zorgplan.

De ontwikkelingen rond passend onderwijs vragen een aanpassing van het onderwijs. Dit is onderwerp van gesprek in de komende jaren.

De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg De schoolpopulatie rechtvaardigt het stellen van hoge doelen. Daar waar nodig worden individueel aangepaste doelen opgesteld. Zowel de CITO toetsen als de eindresultaten (uitstroom) van groep 8 worden geanalyseerd en geëvalueerd. Waar nodig zullen aanpassingen in het onderwijsproces worden gemaakt. Groepsplannen worden minimaal twee keer per schooljaar geëvalueerd en bijgesteld. Ouders zijn op de hoogte van de ontwikkelingen van hun kind. Er is een meerjaren beleidsplan voor een periode van 4 jaar. Aan de hand daarvan wordt jaarlijks een deel daarvan uitgewerkt en volgens plan uitgevoerd. Aan het einde van het schooljaar vindt een evaluatie plaats. Dit staat beschreven in Hoofdstuk 6 ‘onze zorg voor kwaliteit’.

78

Indicator 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit

Indicator 9.7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving

Er wordt een jaarverslag gemaakt waarin de bereikte ontwikkelingsplannen beschreven zijn. Er wordt gezocht naar een manier om belanghebbenden ook inzicht te geven in de totale opbrengsten van het onderwijs. Zie bij ‘vak en vormingsgebieden’.

6.5. De Procedure voor kwaliteitszorg Wij gebruiken voor onze kwaliteitszorg de volgende procedure: Aspecten (zie voorgaande schema's)

Er zijn schriftelijk vastgelegde afspraken en meestal activiteiten die daaruit voortvloeien.

Er zijn nog geen schriftelijk vastgelegde afspraken.

De afspraken worden gemaakt en schriftelijk vastgelegd. N.B. Er kunnen activiteiten uit voortvloeien.

De activiteiten en het bespreken van de afspraken worden ingepland.

De afspraken worden


79

besproken.Zijn het goede afspraken? Leiden ze tot voldoende kwaliteit?

De afspraken leiden tot voldoende/goede kwaliteit.

De afspraken leiden tot onvoldoende kwaliteit.

We blijven ons aan deze afspraken houden en het bespreken ervan wordt weer ingepland. (kwaliteit behouden)

Er wordt in kaart gebracht waarom de afspraken tot onvoldoende kwaliteit leiden.

Hebben de oorzaken iets met de afspraken te maken?

Nee

N.B. Als door onvoorziene omstandigheden of bepaalde signalen afspraken eerder dan gepland besproken moeten worden, doen we dat en wordt de planning aangepast.

Oorzaken zonodig zo goed mogelijk aanpakken en na-gaan of de afspra-ken over een ander aspect aangepast moeten worden.

Ja Afspraken aanpassen en het bespreken ervan weer inplannen.

6.6. Beleidsvoornemens, totaaloverzicht en planning. Wordt in PDF toegevoegd


80

Hoofdstuk 7. ZORGPLAN Wordt in PDF toegevoegd.


81

Bijlage 1.: FORMULIER 'INSTEMMING MET SCHOOLPLAN'

FORMULIER "Instemming met schoolplan"

School: _____________________________________________

Adres:

_____________________________________________

Postcode/plaats: _____________________________________________

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VERKLARING

Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het

van ______________ tot ______________ (datum) *)

geldende schoolplan van deze school.

Namens de MZR,

________________________

plaats

________________________

datum

________________________ handtekening

________________________

naam

________________________

functie

*) maximaal vier jaar


1

Bijlage 2: FORMULIER 'VASTSTELLING VAN SCHOOLPLAN'

FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"

School: _____________________________________________

Adres:

_____________________________________________

Postcode/plaats:

_____________________________________________

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het

van ______________ tot ______________ (datum) *)

geldende schoolplan van deze school vastgesteld.

Namens het bevoegd gezag,

________________________ OBS de Tweemaster - schoolplan 2011-2015

plaats 2

________________________

datum

________________________ handtekening

________________________

naam

________________________

functie

*) maximaal vier jaar


3

SCHOOLPLAN OBS DE TWEEMASTER

Recommend Documents