DALTON: EEN BLIJVENDE INSPIRATIE
OBS De Tweemaster Piet Heinlaan 19 9675 AZ Winschoten
dalton 2009 / 2014
[email protected] www.obs2master.nl
Dalton-beleidsplan
inhoud
Hoofdstuk 1
- inleiding
blz.
3
Hoofdstuk 2
- inspectie 2012
blz.
7
Hoofdstuk 3
- Dalton & DIM
blz.
8
Hoofdstuk 4
- waarom dalton?
blz.
9
Hoofdstuk 5
- dalton bij ons
blz.
12
Hoofdstuk 6
- effectiviteit doelmatigheid
blz.
19
Hoofdstuk 7
- einddoelen zelfstandigheid
blz.
21
Hoofdstuk 8
- 15 daltonafspraken
blz.
23
Hoofdstuk 9
- doorgaande lijn van groep 1/2 naar groep 3
blz.
24
Hoofdstuk 10
- dalton in plaatjes…
blz.
25
2
Hoofdstuk 1
Dalton Beleidsplan 2009 - 2014
Na am s ch o o l
Openbare daltonschool De Tweemaster
Ad r e s
Piet Heinlaan 19
Po st co d e en p l a at s
9675 AZ
Di re ct eu r
Hein Messchendorp
Winschoten
Da lt o n o n t w ik k el in g i n h i st o r is ch p e rsp e ct ief
b ijz o n d er h e d en
Onze school is in april 2004 voor de eerste keer gevisiteerd en heeft op 1 juli 2004 de daltonlicentie ontvangen van Henk Welp, regiocoördinator van Dalton Groningen.
licentie gekregen op
v isit at ie s
12 maart 2009
01-07-2004
22 mei 2014 directeur: ‘Daltonschool worden is één, daltonschool blijven is twee’. Dit realiseerden we ons reeds bij de uitreiking van de licentie! We houden er bij de planning van de jaarkalender daarom voldoende rekening mee dat ‘dalton’ onderwerpen gedurende het hele schooljaar onze aandacht krijgen.
jaarkalender voorbereiding in overleg met de daltoncoördinator
co n t a ct e n met a n d er e d a lt o n s ch o l en i n G ro n in g en
‘Gezamenlijk verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de regio’. Onze school was van 2006-2010 vertegenwoordigd in het regiobestuur van Dalton Groningen. Alle regiobijeenkomsten zijn door ons bijgewoond met twee personen (daltoncoördinator + directeur of een teamlid). Daarnaast onderhouden we collegiale contacten met de Theo Thijssenschool in Boven Pekela (dalton) en hebben we deelgenomen aan alle intervisiebijeenkomsten in het kader van de nascholing voor daltoncoördinatoren door Dalton Deventer.
Henk Bödeker,
Da lt o n n as ch o l in g
•
We zijn er trots op dat alle groepsleerkrachten - fulltimers en parttimers - in het bezit zijn van het certificaat ‘dalton leerkracht’.
•
Cursus Dalton & DIM Dalton Deventer - Hans Wolthuis
•
Effectieve instructie KPZ Zwolle - Paul Bruijn
•
Evalueren en reflecteren KPZ Zwolle - Paul Bruijn
Ons devies is: ‘Bij blijven en blij blijven’. Het is van het grootste belang dat de inspiratie en het enthousiasme in het team voor dalton op een goed niveau blijven. Daarom hechten we veel belang aan intensieve, collegiale contacten over onze daltonaanpak. Niet alleen tijdens de teamvergaderingen, maar (juist) ook in de wandel-gangen en tijdens ons werk voor de klas. Ook de wisselwerking met onze MBO en LIO-dalton-studenten is bevorderlijk voor onze eigen motivatie. 3
secretaris van Dalton Groningen van 2006 - 2010 cursus daltoncoördinator gevolgd bij Hans Wolthuis. hele team
o p t im a al g eb ru ik ma k en v an h e t g eb o u w
We zijn de afgelopen jaren de mogelijkheden van het schoolgebouw nog beter gaan benutten. We hebben naast een centrale computerruimte met acht computers, een gemeenschapsruimte en een apart stilte-lokaal overal werkplekken gecreëerd voor alle groepen.
De afgelopen jaren is de school uitgebreid met honderd vierkante meter: een nieuwe directiekamer, een nieuwe personeelskamer en twee ruimten voor de intern begeleider en de remedial teacher. Ook is er voor de conciërge een eigen werkplaats gecreëerd. Voor de groepen 3 t/m 8 zijn digitale schoolborden beschikbaar en voor de groepen 1 en 2 twee touchscreens.
aa n s ch af m at e r ia le n • •
• •
Nieuwe Rekenmethode ‘De Wereld In Getallen’ Nieuwe methode voor Begrijpend Lezen: GRIP
•
Voortgezet Technisch Lezen: Estafette Nieuw Spelling en Taal: Spelling in Beeld en Taal in Beeld Engels: Take it easy (groepen 7 en 8)
co l l eg i al e c o n su lt at i e
We bezoeken als school trouw alle regiobijeenkomsten van Dalton Groningen. Juist hier ontmoeten we collega’s van andere daltonscholen en worden we op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen. Collegiale consultatie begint bij de bron: ‘inspiratie’ blijven opdoen. We hebben een goed contact met de collega’s van de Theo Thijssenschool in Boven Pekela. Enkele maanden geleden hebben we met de collega’s van de onderbouw nog een bezoek aan deze school gebracht.
Met ingang van 1 augustus 2014 maakt onze school deel uit van een cluster van vier basisscholen: OBS De Tweemaster, OBS De Linde, OBS Drieborg en OBS Theo Thijssen. De Tweemaster en de Theo Thijssenschool zijn als daltonscholen bewust samen in dit cluster ondergebracht. Iedere cluster wordt aangestuurd door een nieuwe clusterdirecteur en op de scholen zelf is een schoolcoördinator aangesteld.
d al t o n & P R
OBS De Tweemaster heeft in het verleden voor het Samenwerkingsverband Openbaar Onderwijs OostGroningen presentaties verzorgd over dalton op nascholingsdagen.
ieder jaar veel werk van de Nationale Daltondag. Zo krijgen alle ouders van de peuterspeelzalen een persoonlijke uitnodigingskaart voor de Nationale Daltondag in de maand maart. We houden overdag en ’s avonds Open Huis. Ook onze OR is hierbij actief betrokken.
We maken veel werk van onze website en we maken
Uitnodigingskaart voor de ouders van alle Winschoter Peuterspeelzalen voor de Nationale Daltondag
4
Aanbeveling 1 uit het tweede visitatieverslag van 2009 •
Zorg voor meer diepgang in de mogelijkheden voor zelfreflectie voor de leerlingen op de taakbrief. Breng structuur aan in de wijze waarop leerkrachten met de kinderen reflecteren op het werk van de kinderen.
We hebben deze eerste aanbeveling meteen serieus opgepakt en de oplossing in eerste instantie gezocht in een aanpassing van de taakbrief (dag- en weektaken). Leerlingen kleurden smileys – ‘ging het goed of niet zo goed’ – of schreven in het kort op of ze hun taak wel of niet hadden afgekregen en ‘waarom het wel of niet gelukt was.’ Na verloop van tijd waren we niet tevreden meer over de resultaten. Achteraf moeten we constateren dat vijf jaar geleden in ‘heel daltonland’ de begrippen evaluatie en reflectie vaak door elkaar gebruikt werden. We hebben samen een ontwikkeling doorgemaakt en zijn in de praktijk tot nieuwe inzichten gekomen. Wij maken een duidelijk onderscheid tussen evaluatie en reflectie:
•
evalueren (value = waarde) – wat was de waarde van deze activiteit? Was het spannend, leuk, niet zo leuk, was het nuttig of moeilijk?
•
reflectie – hoe komt het nu dat dit het resultaat is? Kinderen leren nadenken over hetgeen er gebeurd is. Hen bewust maken van wat belangrijk is.
Reflecteren kan naar ons idee alleen maar wanneer je vanuit doelen redeneert. We leren onze leerlingen vooruit te kijken, halverwege een pas op de plaats te maken - ‘ben ik op de goede weg’ en terug te kijken op het werk. In het team is afgesproken om leerlingen 1x per week te laten reflecteren bij één vak – in ons geval Rekenen & Wiskunde. Bij Rekenen & Wiskunde zijn de doelen vooraf helder, overzichtelijk en concreet te maken. Daarom hebben we besloten om bij dit vak het reflecteren eerst goed te ontwikkelen. We hebben voor de groepen 3 tot en met 8 reflectiekaarten ontwikkeld voor reflectie achteraf op inhoud, aanpak en beleving. In de kleutergroepen reflecteren we met de kinderen met een echte spiegel. Daarnaast reflecteren we ook op de weektaak.
doelen stellen
reflecteren
5
Aanbeveling 2 uit het tweede visitatieverslag van 2009 •
Begeleid de kinderen in het leren plannen van hun werk en maak die planning zichtbaar in de taakbrief / op het taakbord.
Deze tweede aanbeveling heeft er toe geleid dat we onze taakbrieven kritisch onder de loep hebben genomen. Na tien jaar werd het tijd om een en ander te evalueren en kwamen we tot de volgende conclusies: • • •
• • • • •
er stond te veel op: zowel leerkracht gebonden lessen en schriftelijk werk dat door de leerlingen zelf standig gemaakt moest worden. leerlingen vergaten steeds vaker om hun taken netjes af te kleuren. Ze gingen in veel gevallen ook slor diger met hun taak om. het plannen was eigenlijk niet veel meer dan met cijfertjes ‘een volgorde’ aanbrengen in de taken. kortom: tijd voor een update van onze taakbrieven - een nieuwe dagtaak voor groep 3 en een nieuwe weektaak voor de groepen 4 tot en met 8. 1e kenmerk van de nieuwe taakbrieven: er staat uitsluitend werk op dat door de leerlingen zelfstandig gemaakt moet worden – leerkrachtgebonden lessen worden niet meer op de taakbrief vermeld. 2e kenmerk: leerlingen moeten het werk plannen en afvinken met dagkleuren. 3e kenmerk: de instructiemomenten staan vanaf groep 4 op de taakbrief vermeld en er wordt aangege ven op welke dag het werk af moet zijn. 4e kenmerk: we maken de taakbrieven zoveel mogelijk ‘op maat’ – voor R & W hanteren we de drie niveaus van ‘De Wereld in Getallen’ - *, ** en ***. Daarnaast maken we voor individuele leerlingen in een beperkt aantal gevallen een taakbrief volledig op maat (voor doubluregevallen en lln. met een eigen leerlijn).
Bij ons op school worden de taakbrieven op donderdag of vrijdag voorbereid en op de maandagochtend wordt het werk toegelicht en mogen de lln. hun planning maken. Alle leerkrachten besteden hier serieus aandacht aan en begeleiden de leerlingen bij het plannen. Het is belangrijk om bij de planning het werk er al bij te pakken (reken- en taalboek, werkboek spelling) – de leerlingen moeten leren om zelf in te schatten hoeveel tijd hun het werk zal gaan kosten. Op het weekbord en/of op de taakbrief maken we zichtbaar hoeveel werktijd er per dag beschikbaar is voor het zelfstandig werken. Ook eventuele samenwerkingsopdrachten moeten door de leerlingen van te voren in overleg gepland worden. Aan het einde van de week evalueren we met de leerlingen het werk en vinden er eventuele aanpassingen plaats. Ook hier is het kwestie van differentiëren: sommige leerlingen laat je volledig vrij en anderen neem je min of meer nog bij de hand. We hebben bij Dalton Deventer – Saxion Hogeschool – een cursus gevolgd over Dalton & DIM door Hans Wolthuis.
6
Hoofdstuk 2 - Inspectiebezoek van 5 juni 2012 Conclusie: De Inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op OBS De Tweemaster op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving: De Inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Onderwijsleerproces: ‘Leraren geven een duidelijke uitleg en het instructiemodel dat de school hanteert (DIM) is over het algemeen voldoende zichtbaar in de groepen. Een opmerking hierbij is dat tijdens de lesobservaties is waargenomen dat leerkrachten wel erg sturend zijn en leerlingen weinig ruimte laten om te komen tot zelfstandig werken en interactief van elkaar leren. Dit is opmerkelijk aangezien de school daltongecertificeerd is.’ Toelichting van het team: De Inspectie had van te voren duidelijk te kennen gegeven afgeronde DIM-lessen te willen zien. Tijdens het gesprek in de middagpauze met het team ‘verbaasde de inspectrice zich erover dat ze uitsluitend klassikale DIM-lessen had gezien die ochtend’, waarop een van de collega’s antwoordde: ‘Ja, u vraagt, wij draaien.’ We voelden ons min of meer ‘gedwongen’ om DIM-lessen te geven. Ook ons schoolbestuur heeft het DIM-model behoorlijk stevig neergezet op alle scholen. (voornamelijk leerkrachtgestuurd versus leerlinggestuurd onderwijs) Aanpak na het inspectiebezoek: cursus van Dalton Deventer gevolgd over ‘Dalton & DIM’ van Hans Wolthuis. ‘Alle onderdelen van DIM zijn prima, alleen hoef je ze niet altijd in dezelfde volgorde toe te passen. Ga er vrijer en flexibeler mee om en breng dit in de praktijk. Realiseer je dat je op een daltonschool werkt!’
pedagogisch klimaat:
1
2
3
4
taakgericht werken:
1
2
3
4
efficiënt omgaan met tijd:
1
2
3
4
Daltonschool worden is één …. Daltonschool blijven is twee …. •
Een school die voortdurend vernieuwt en er telkens in slaagt om te inspireren, daar wil je als leerkracht maar wat graag bij horen! " (APS)
•
Een goede school is een school waar de leerkrachten met plezier naar toe gaan! (Hans Wenke)
Het kernwoord voor succes in onze daltonontwikkeling is inspiratie. In dit kader herinneren we ons graag de uitspraak van Hans Wenke dat dalton een samenwerkingsopdracht is voor het hele team! De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij ‘de directeur’ of bij ‘de daltoncoördinator’. We zien om ons heen te vaak dat het daltongehalte volledig inzakt als de directeur vertrekt. Het team moet de overtuiging blijven houden dat de daltonwerkwijze de beste is. ‘Je moet er in blijven geloven’. De motivatie blijft op peil als je investeert in een inspirerende wisselwerking tussen ouders, leerlingen, leerkrachten, studenten en input van buitenaf. We prijzen ons gelukkig dat er op OBS De Tweemaster een uitstekende sfeer is, waarbij ouders, studenten, leerlingen én leerkrachten zich prettig voelen. 7
Hoofdstuk 3 - keerpunt : Dalton & DIM Inspectie en schoolbesturen zijn de afgelopen jaren ‘aan de haal gegaan’ met het Directe Instructie Model van Simon Veenman (2001) Veenman gaat met zijn Directe Instructie Model veel flexibeler om dan we nu vaak onder druk van de inspectie en schoolbesturen zien! •
het instructiemodel is vooral geschikt voor leerstof en vaardigheden waar bij alle stappen afzonderlijk kunnen worden aangeleerd of geoefend.
•
de leerstof die hierbij gebruikt wordt laat zich meestal goed structureren en opdelen in kleine stappen.
Op de meeste scholen wordt het directe instructiemodel erg letterlijk genomen en is het verworden tot de standaard didactische aanpak, die bij vrijwel alle vakken gevolgd moet worden. (!) De daltonleerkracht komt er door in de war. ‘Zeg me wat ik moet doen in de klas! Goede losse lessen achterelkaar geven? Kinderen tegelijkertijd vrij laten? Dat gaat écht niet samen…’
Directe Instructie Model
Dalton
DIM
1. 2. 3. 4.
Activeren voorkennis / terugblik Instructie Begeleide inoefening Individuele verwerking – zelfst. werken 5. Terugblik – reflectie / evaluatie Voor alle scholen geldt op dit moment dat de opbrengsten belangrijker zijn dan wat dan ook. De leeropbrengsten moeten omhoog. Gelukkig verliezen daltonscholen de totale ontwikkeling van het kind niet uit het oog! Handelingsgericht werken, het directe instructiemodel en groepsplannen… zie hier de instrumenten om bovenstaande te verwezenlijken.Bovenschoolse besturen voeren verbetertrajecten in voor al hun scholen. Voor alle scholen dezelfde vorm, dezelfde werkwijzen. We moeten vaststellen dat dit ook van toepassing is voor ons eigen bestuur. Op zich is het niet vreemd en zeker ook te begrijpen. DIM-leerkrachten kunnen gemakkelijker van de ene school naar een andere school verhuizen, omdat de werkwijze ‘dezelfde’ geworden is. Alsof het werken met het directe instructiemodel de enige werkwijze zou zijn, die zou kunnen leiden tot hogere opbrengsten. Dilemma Nederlandse daltonscholen: Daltonscholen zoeken gericht naar mogelijkheden om hun leerlingen tenminste voor een deel eigenaar te maken van hun eigen leerproces.(leerlinggestuurd onderwijs versus leerkrachtgestuurd onderwijs) We hechten waarde aan zelfregulerend leren en beogen onze leerlingen zo op te voeden, dat ze de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces in steeds grotere mate aankunnen. Onder leiding van Hans Wolthuis van Dalton Deventer zijn we er gelukkig in geslaagd om het strakke DIM model los te laten en er flexibeler mee om te gaan. Zo evalueren / reflecteren we bijvoorbeeld twee dagen later op een taal– of rekenles. Ook volgen niet alle leerlingen alle instructiemomenten. Gelukkig heeft ons schoolbestuur ons verzoek om een financiële bijdrage uit de prestatiebox voor bijscholing over Dalton & DIM gehonoreerd. We hebben het College van Bestuur uitgebreid geïnformeerd over onze ontwikkeling. 8
Hoofdstuk 4 - ‘Waarom we voor dalton gekozen hebben….’ Daltonvisie op mens en maatschappij
De wereld heeft “mensen zonder vrees” nodig. Dat zijn mensen met een vooruitziende blik die plannen kunnen ontwerpen en die hun zaakjes kennen. Het daltononderwijs sluit hierbij aan met de term “democratisch onderwijs”. Bij dit soort onderwijs gaat het er niet alleen om een individu tot een intelligente deelnemer te maken van de groep waarmee hij onmiddellijk te maken heeft, maar om verschillende groepen in zo’n voortdurende interactie te brengen, dat geen enkel individu het zou wagen zich niets van de ander aan te trekken. Hieruit blijkt heel duidelijk dat het daltononderwijs kinderen wil opleiden tot volwassenen die een grote mate van verantwoordelijkheid voor een democratische samenleving tonen. Echt sociaal leven is samenwerken en wederzijdse beïnvloeding, waarbij elk vrij individu er bewust van gemaakt moet worden dat hij medewerker is, verantwoording schuldig is aan zijn omgeving en verantwoordelijk is voor het geheel. Daltonvisie op de ontwikkeling van kinderen
Het onderwijs moet zo ontworpen worden, dat iedereen in het onderwijs vrijheid en verantwoordelijkheid wordt geboden en door henzelf wordt aangepakt, hetgeen de karakterontwikkeling bevordert. Als een kind een hekel heeft aan leren, dan komt dat niet voort uit het leren zelf, maar uit de methoden. Het kind heeft zelf belangstelling om kennis te verkrijgen. Activiteit bij kinderen is dan ook een belangrijke psychologische basis van de ontwikkeling van leerlingen. Waar kinderen actief kunnen en mogen zijn, verdwijnt ook vaak de oorzaak van storend gedrag. Het kind kan heel goed zelf keuzes maken. Nadat hij de verantwoordelijkheid voor de keuze heeft genomen overweegt hij elk aspect van het probleem dat hij moet beheersen om succes te bereiken. Hieruit blijkt het belang van de vrijheid van keuze van activiteiten en van de vrijheid van werktempo en aanpak. De verantwoordelijkheid voor het resultaat ontwikkelt niet alleen zijn latente verstandelijke vermogens, maar ook zijn oordeel en karakter. OBS De Tweemaster als Daltonschool
In het dagelijks leven wordt een kind aanvaard als een jong mens, een uniek individu, een zich ontplooiende persoonlijkheid, die door ervaring moet leren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn functioneren in zijn omgeving. Omgevingsprikkels bepalen mede die ontwikkeling. Volwassenen en leeftijdgenoten oefenen invloed uit. OBS De Tweemaster beoogt voor de kinderen een leef– en leeromgeving te scheppen, die kinderen hierbij positief stimuleert. Het daltononderwijs biedt ruimte voor een positieve benadering van denken, doen, voelen en handelen van kinderen. “It’s a way of life”. Leven en werken vanuit de daltonprincipes is geen star toepassen van regels. Het is een beleving van binnenuit. Het kan niet aangeleerd worden, het zit in je. Mede vanuit deze stelling staat daltononderwijs garant voor flexibiliteit en waakt tegen verstarring. Helen Parkhurst, grondlegger van het daltononderwijs, heeft de hierboven beschreven uitgangspunten in haar school in Amerika duidelijk onderkend en vertaald. Als je de uitgangspunten onderschrijft moet je in je onderwijsorganisatie constant ruimte bieden voor de basisprincipes: • vrijheid in gebondenheid • zelfstandigheid • samenwerking (gebonden aan afspraken) OBS De Tweemaster onderschrijft deze principes en vertaalt ze naar eigen onderwijspraktijk. Daltononderwijs doet een sterk beroep op het organisatievermogen van het schoolteam. Voorwaarde is dat de fundamentele organisatiestructuur voor een ieder vertrouwd, veilig, herkenbaar, gestructureerd, werkbaar, praktisch, beleefbaar en invoelbaar is. Teamleden moeten er op kunnen steunen en tevens hun inspiratie in vinden. Dit verhoogt de betrokkenheid hetgeen resulteert in een doorgaande lijn en een verantwoorde basis om te komen tot effectief onderwijs, waarbij optimaal rendement wordt nagestreefd in leren met hoofd, oog, hand en hart. 9
De taak (individuele en/of samenwerkingsopdrachten) is een effectief middel om aan de uitgangspunten gestalte te geven. Vrijheid is gekoppeld aan verantwoordelijkheid. Zelfstandigheid doet een beroep op zelfontdekkend, ontwikkelingsgericht bezig zijn (leren). Samenwerking is geen toevalligheid, doch veeleer een principiële basisvoorwaarde. Bovenstaande uitgangspunten zijn geen feitelijke vanzelfsprekendheid. OBS De Tweemaster realiseert zich terdege dat voorwaarden gerealiseerd moeten worden om een pedagogisch/didactisch klimaat te scheppen waarin de beoogde uitgangspunten geleerd kunnen worden. Dit impliceert een situatie, waarbinnen leerkracht en leerling samen verantwoordelijkheid dragen voor het leerproces. Dalton is daarbij nimmer een keurslijf, maar laat alle ruimte voor flexibele, eigentijdse interpretatie zonder afbreuk te doen aan bovenstaande basisprincipes. In alle gevallen blijven de basisprincipes het fundament vormen, waarop de onderwijsorganisatie wordt gebouwd. ROLLEN WAAROP DE SCHOOL VOORBEREIDT Het kind in het vervolgonderwijs
Niet alleen het traditionele huiswerk maken vraagt van de kinderen dat ze bovengenoemde vaardigheden beheersen. De ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs doen een steeds groter beroep op de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. Zij zullen ook steeds vaker geconfronteerd worden met projecten en studieopdrachten waarbij je niet individueel, maar samen met medescholieren zaken moet plannen en uitwerken. De volwassene als beroepsoefenaar
Beroepen waarbij je in je eentje werkt en alleen maar moet doen wat de baas je opdraagt, komen nauwelijks voor. In de meeste beroepen in onze moderne, westerse kennismaatschappij worden initiatief, verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit verwacht. Vaak zal er moeten worden overlegd met collega’s, met opdrachtgevers en met diverse instanties. Zowel zelfstandigheid als het goed kunnen samenwerken zijn daarbij essentieel. De volwassene als medeburger
De maatschappij is gebaat bij mensen die zich actief inzetten voor de samenleving, mensen die zich verantwoordelijk voelen voor hun medemens, mensen die geëngageerd zijn en willen deelnemen aan de democratische processen in de samenleving.
WAAR STAAN WE VOOR
De thema’s vrijheid/verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken worden door alle Daltonscholen onderschreven, maar de uitwerking verschilt. Dit geldt ook voor onze school. Op school leren we de kinderen om deze vaardigheden te ontwikkelen; de kinderen kunnen ermee experimenteren, opdat ze zich goed voorbereiden op hun volwassen leven en hun functioneren in het voortgezet onderwijs. Bij de uitvoering hiervan willen we de volgende accenten leggen:
• • •
de basis van al ons handelen moet zijn gericht op het creëren van een pedagogisch klimaat waarin de sociale en emotionele veiligheid voor het kind is gewaarborgd. in de dagelijkse activiteiten loopt als een rode draad het ontwikkelen van waardenbesef en beoordelingsvermo gen; kinderen moeten elkaar respecteren. er wordt rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen; hiervoor is nodig dat de ontwikkeling van het 10
kind goed in de gaten wordt gehouden; het betreft hier niet alleen verschillen in cognitieve vaardigheden, maar ook verschillen in bijvoorbeeld belangstelling, werkhouding en creativiteit. • vrijheid betekent voor ons dat de leerkracht in toenemende mate een steeds groter deel van de verantwoordelijk heid voor het leren bij het kind neerlegt; essentieel hierbij is het geven van feedback en reflectie op het werk van het kind. • er wordt zoveel mogelijk les gegeven vanuit concrete leefsituaties. • kinderen moeten leren allerlei informatiebronnen te hanteren en te beoordelen. Er wordt gestreefd naar een grote variatie in werkvormen en materialen Doelstellingen op de langere termijn
De goede daltonschool die wij willen zijn kenmerkt zich vooral door:
• • • • • • •
een goed pedagogisch klimaat; een duidelijk doorlopende lijn door de gehele school(dagkleuren; takenborden; taakbrieven); taakborden in groep 1,2 en 3, een dagtaak in groep 3 en weektaken in de groepen 4 tot en met 8; een taakbrief, gebruikt als differentiatiemiddel en planmiddel werken volgens de antropologie van Parkhurst; bij vrijheid/verantwoordelijkheid is hierbij sprake van diverse vormen van sturing: leerkrachtgestuurd; gedeelde sturing en leerlinggestuurd; bij zelfstandigheid is sprake van diverse vormen van zelfstandigheidsontwikkeling binnen de range van zelfstan dig werken, zelfstandig leren, zelfverantwoordelijk leren en zelfsturend leren; bij samenwerking binnen de range van samenwerken, samenwerkend leren, coöperatief leren en interactief leren.
De leerkracht
Het daltononderwijs aan een school gegeven laat zich maar voor een deel vastleggen in afspraken. Het belangrijkste is en blijft de persoon van de groepsleerkracht. De daltonleerkracht neemt een bepaalde houding aan t.o.v. de kinderen en t.o.v. het geven van onderwijs. Een houding die zich kenmerkt door het geven van vertrouwen aan kinderen; kinderen uitdaagt, motiveert en verantwoordelijkheid geeft (binnen de vormen zoals boven omschreven van vrijheid / verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking). Het team
Vanuit de daltonoptiek bezien, opereert een leerkracht per definitie niet solistisch. Hij/zij functioneert in een team. Binnen dit team inspireer je elkaar en ondersteun je elkaar. Tijdens plenaire teambijeenkomsten, bouwvergaderingen en leerlingenbesprekingen wordt de daltonontwikkeling van de school vormgegeven.
11
Hoofdstuk 5 - Vormgeving van het daltononderwijs bij ons op school KENMERKEN VAN ONZE SCHOOL Dagkleuren Iedere dag van de week wordt in de gehele school (doorgaande lijn) aangegeven met een dagkleur. De kleuren hangen aan de muur of staan op de dag – of weektaak. De dagkleuren structureren de week voor de kinderen en helpt ze om een planning te maken . Op de OBS De Tweemaster worden de volgende dagkleuren gebruikt: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
geel blauw groen rood oranje
Weekborden In alle groepen hebben we zelf ontworpen weekborden in gebruik, waarop we met pictogrammen aangeven op welke momenten we samen iets gaan doen.(kringgesprek, fruitpauze, toetsen, uitleg etc.) De leerlingen kunnen zo globaal zien, op welke momenten zij zelfstandig kunnen werken. Daarnaast hebben we voor de groepen 1 en 2 taakborden ontwikkeld, waarop de leerlingen met een kaartje kunnen laten zien dat zij een werkje af hebben. De taak Misschien is de taak wel het bekendste (uiterlijke) kenmerk van het daltononderwijs. In onze school is er een bepaalde opbouw m.b.t. de omvang van taakwerk. Die opbouw heeft betrekking op de tijd die aan de taak wordt besteed en de periode die hij beslaat, oplopend van dagtaak - weektaak – de omvang van de taak - de onderdelen van de taak. De taak loopt in alle groepen van maandag t/m vrijdag. Verder is de vulling van de taak ter beoordeling van de groepsleerkracht. In alle groepen staat keuzewerk op het rooster: 1x per week voor alle leerlingen. Voorbeelden van taakbrieven zijn te vinden in onze bijlage bij de schoolgids. Relatie met de daltonaspecten:
• • • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: vrijheid in de eigen planning en de uitvoering daarvan; verantwoordelijkheid nemen voor de eigen gemaakte keuzes; vrijheid om wel of niet instructie te volgen en de verantwoordelijkheid daarvoor te dragen. zelfstandigheid: zelfstandig administreren; kritisch het eigen werk evalueren. samenwerking: opdrachten in tweetallen of grotere groepen uitvoeren; onderlinge hulp.
Correctie en zelfcorrectie Kind of leerkracht We hechten grote waarde aan het zelf leren corrigeren door de kinderen. Dit geldt zowel voor de opdrachten die binnen de taak worden gemaakt als voor opdrachten daarbuiten. Zelfcorrectie heeft een aantal voordelen:
12
• • •
het kind krijgt meteen feedback op zijn werk het kan een duidelijk leereffect hebben; als het kind een fout ontdekt zal hij zich misschien afvragen hoe deze fout kon ontstaan het geeft het kind een beter inzicht in wat hij kan en bij welke activiteit hij hulp moet vragen van de leerkracht
In de kleutergroepen is materiaal voorhanden dat zelfcorrigerend is. Naarmate de kinderen in de hogere groepen komen wordt zelfcorrectie steeds meer uitgebreid. Hierbij dienen kinderen zich in elk geval kritisch op te stellen t.o.v. eigen werk.
• • • •
toetsen worden door de leerkracht nagekeken de leerkracht corrigeert regelmatig het werk van alle kinderen i.v.m. de vorderingen alle leerkrachten hechten op onze school veel belang aan een goede werkverzorging de leerkracht neemt steekproeven uit het door kinderen gecorrigeerde werk
Corrigeren vraagt een bepaalde houding van de kinderen; kinderen moeten zich realiseren dat ze van zelfcorrectie iets leren. Deze correctievorm dient wel aangeleerd te worden door de leerkracht. Relatie met de daltonaspecten:
• • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid nemen voor de eigen manier van corrigeren en hulp/uitleg vragen als je merkt dat er veel fouten zijn gemaakt zelfstandigheid: zelfstandig nakijken samenwerking: in de varianten waarbij je elkaar of samen corrigeert.
Extra werk
• • •
een niet-vrijblijvende, educatieve activiteit; de scheidslijn educatief-recreatief is moeilijk te trekken, daarom maken wij een onderscheid tussen keuzewerk en extra werk (= ‘leren’) een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling op dat moment extra werk is in principe zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren
Inbreng en betrokkenheid van de leerlingen: De groepsleerkrachten zullen regelmatig bij de kinderen peilen waar hun belangstelling ligt en wat zij eventueel als aanvulling op het extra werk zouden willen hebben. Relatie met de daltonaspecten:
• • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: de kinderen hebben de vrijheid om zelf te kiezen wat ze eerst gaan doen; hun keuze moeten ze ook waarmaken; ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. zelfstandigheid: het maken van de keuze wordt zelfstandig gemaakt, zonder dat de leerkracht zich daarin mengt; ook de uitvoering gebeurt zelfstandig; op verzoek van de leerling zal de leerkracht helpen en suggesties geven samenwerking: sommige opdrachten kunnen alleen samen worden gedaan; bij andere bestaat de mogelijkheid om ze individueel of samen te doen.
Uitgestelde aandacht De twee belangrijkste redenen om te werken met uitgestelde aandacht zijn:
• •
kinderen leren in deze periode zelfstandig problemen op te lossen en zijn op elkaar aangewezen voor onderlinge hulp het biedt de leerkracht de gelegenheid om ongestoord met individuele of met kleine groepjes kinderen te werken. Tijdens uitgestelde aandacht ligt het initiatief bij de leerkracht. Welke initiatieven kan hij/zij ontplooien?
13
• • • • •
individuele hulp of hulp aan een klein groepje kinderen aan de instructietafel, waarbij het groepsplan de leidraad is observeren van de gehele groep of een individuele leerling (bijv. betreffende zijn / haar werkhouding) vaste looproute met als doel: het beantwoorden van korte hulpvragen; gevraagde/ongevraagde feedback; bevestiging; complimenten etc. korte leergesprekjes met kinderen die proberen samen te werken en waarbij het nog niet zo goed lukt correctie, eventueel in aanwezigheid van het kind
Relatie met de daltonaspecten:
• • • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: de vrijheid om zelf oplossingen te bedenken voor gerezen problemen en tevens de verantwoordelijkheid voor de gevolgen daarvan de vrijheid om hulp te zoeken en te geven. zelfstandigheid: de hulp van de leerkracht wordt pas gegeven als niet het kind, maar de leerkracht daartoe het initiatief neemt. samenwerking: oplossingen d.m.v. samenwerken worden gestimuleerd.
Samenwerken We vinden het in de eerste plaats van grote pedagogische waarde dat kinderen sociale vaardigheden opdoen. Samenwerken is derhalve van grote betekenis. Dagelijks wordt er in elke groep samengewerkt (soms vrijwillig, soms ook op initiatief van de leerkracht) Samenwerken vindt op allerlei verschillende manieren plaats:
• • • • • • •
er worden in de taak samenwerkingsopdrachten opgenomen in de instructielessen rekenen, taal, lezen en schrijven: de leerkrachten nemen samen-werkingsopdrachten op in hun lesprogramma (ook vanuit de methodes) tutorlezen (tweede helft groep 3 + zwakke lezers uit groep 4 - tutors uit groep 8) binnen de lessen wereldoriëntatie binnen het bewegingsonderwijs: veel sport – en spelvormen zijn hiervoor geschikt binnen de creatieve vakken in de schoolomgeving: gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het netjes houden van de schoolomgeving
Het samenwerken dient regelmatig te worden geëvalueerd; bovendien dienen leerkracht en leerlingen regelmatig te reflecteren op hoe het samenwerken kan worden geoptimaliseerd. Uiteraard is er een onderscheid te maken tussen samenwerken (dit is samen aan een opdracht werken) en samen werken. Met samen werken bedoelen we dat kinderen weliswaar individueel aan een opdracht werken, maar dat ze wel rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Rekening houden met elkaar houdt in dat je elkaar niet stoort of afleidt tijdens het werk, maar ook, dat je je verantwoordelijk voelt voor het welzijn van je medeleerlingen en voor de sfeer in de groep en de school als geheel. Negatief gedrag hoort daar bijvoorbeeld niet bij, maar belangstelling voor een zieke klasgenoot en zorg voor een nette schoolomgeving wel. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt. Het is ook normaal dat je hulp vraagt. Niet alle kinderen kunnen dit uit zichzelf, dus moeten we hen dit leren. Tijdens het zelfstandig werken zal de leerkracht zich terughoudend opstellen t.o.v. de gebeurtenissen in de groep. Ook probleempjes in de sociale sfeer moeten de kinderen in eerste instantie proberen zelfstandig op te lossen. Relatie met de daltonaspecten:
• • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid nemen voor de fysieke en sociale omgeving; de vrijheid om hulp te zoeken en te geven zelfstandigheid: zelfstandig hulp zoeken en geven samenwerking
14
Materialen De inrichting van de klassen dient zo te zijn, dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben, zelfstandig kunnen pakken, eventueel weer schoonmaken en opruimen. Dit impliceert open kasten. Ook materialen buiten de groep opgesteld dienen gemakkelijk toegankelijk te zijn. In principe moeten de kinderen dus zonder de leerkracht te vragen geheel zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid materialen kunnen gaan gebruiken. Voorwaarde is steeds voorzichtig met de geleende materialen om te gaan en ze op de juiste plaats terug te zetten. Door de gehele school heen dienen kinderen gebruik te kunnen maken van materialen. Ze zijn daarbij zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik. Drie kapstokregels OBS De Tweemaster kent drie kapstokregels:
• • •
voor groot en klein willen we op onze school aardig zijn de school is een wandelgebied, maar buiten hoeft dat lekker niet we zullen goed voor onze spullen zorgen, dan zijn ze opnieuw te gebruiken morgen
Relatie met de daltonaspecten:
• • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: de vrijheid om zonder te vragen materialen te gebruiken die nodig zijn zelfstandigheid: zelf bepalen wat nodig is en dat zelf halen samenwerking: ook een ander moet de spullen weer gebruiken, dus laat het schoon achter, maak niet alles op en overleg over het gebruik van schaarse spullen.
Zorg voor klas, school en schoolomgeving Verantwoordelijkheid dragen door kinderen betekent ook dat zij zorg leren hebben voor hun fysieke omgeving: de klas, de school als geheel en het terrein om de school. Relatie met de daltonaspecten:
• • •
vrijheid/verantwoordelijkheid: al deze activiteiten zijn gericht op het stimuleren van het verantwoordelijkheids gevoel zelfstandigheid samenwerking: een groot deel van de bovenvermelde activiteiten vindt plaats middels samenwerken
Informatie en rapportage Dat onze school een Daltonschool is dragen wij uit naar ouders, kinderen, invalleerkrachten en studenten van de PA Groningen. Ook via dag – en streekbladen proberen we periodiek informatie te geven over onze school; gezien de instroom van leerlingen heeft de school een enigszins regionaal karakter. Veel kinderen komen niet uit de directe schoolomgeving; ouders van betreffende kinderen hebben heel expliciet gekozen voor onze school. Belangstellenden, ouders, studenten etc. informeren we op de volgende wijze:
• • • • •
schoolgids + Daltonboekje (o.a. opgenomen in het boek ‘Hallo Dalton’ van Hans Wenke en Roel Röhner) Tweemaster Journaals ‘Alle Hens Aan Dek’ - schoolkrant (5x per jaar) - in iedere schoolkrant een artikel over de daltonontwikkeling nieuwsbrieven van de groepsleerkrachten per e-mail naar de ouders van de groep kennismakingsavonden 15
• • • • • •
individuele (intake) gesprekken met potentiële nieuwe ouders rapporten met daltonaspecten ouderenquêtes van de MR spreekavonden (3x per schooljaar) Nationale Daltondag in maart – open dag voor nieuwe ouders (o.a. peuterspeelzalen) website www.obs2master.nl
Hans Wenke en Roel Röhner hebben ons gevraagd of onze bijlage bij de schoolgids mocht worden opgenomen in ‘Hallo Dalton’. Uiteraard hebben we hier graag onze medewerking aan verleend.
Schoolkrant - Alle Hens Aan Dek Onze schoolkrant heet ‘Alle Hens Aan Dek’ en wordt vijf keer per jaar uitgegeven. Alle kopij wordt digitaal door directie, team, OR en MR aangeleverd en door een extern grafisch bedrijf gedrukt. Hiervoor ontvangen we gelden van adverteerders. In iedere schoolkrant treffen we een daltonbijdrage aan. Het is belangrijk dat onze ouders voortdurend op de hoogte worden gehouden van actuele daltonontwikkelingen op de school. We krijgen hierop ook vaak positieve reacties.
Naast de schoolgids kent onze school een daltonboekje voor ouders, studenten en belangstellenden. In deze gids krijgt de lezer een beeld van het daltononderwijs op onze school en treft men achterin voorbeelden aan van dag– en weektaken en ons registratieformulier voor het z.g.n. ‘extra werk’ (keuzewerk, waarbij het leren nog steeds centraal staat).
Sociaal-emotionele ontwikkeling & dalton Sinds het schooljaar 2004-2005 hebben we in de hele school een z.g.n. ‘spreuk van de maand’. Deze spreuken zijn een aanvulling op onze drie schoolregels en ondersteunen de z.g.n. ‘morele opvoeding’. In december 2008 hebben we de spreuken geëvalueerd, waarbij ieder teamlid een keuze mocht maken uit ruim veertig ‘spreuken’, die betrekking hebben op ‘omgaan met elkaar’.(bron: Ger Wisselink, daltoncursus Hans Wenke). Verrassend was om te zien dat getalsmatig althans weer dezelfde spreuken werden gekozen. We hadden simpel kunnen stellen ‘meeste stemmen gelden’ en dezelfde spreuken opnieuw kunnen vaststellen. Dat hebben we echter niet gedaan, omdat uit de discussie bleek dat je dezelfde formulering voor groep 1 niet kunt hanteren voor groep 8; en andersom. Uit groep 1 en 2 kwamen toen voorstellen om aparte spreuken van de maand te maken voor de groepen 1, 2 en 3 – taalgebruik ‘op niveau’ en uitnodigende illustraties.
16
Het team heeft dit voorstel unaniem overgenomen en het volgende besloten:
•
•
• • •
spreuken van de maand voor de groepen 1, 2 en 3 spreuken van de maand voor de groepen 4, 5 en 6 spreuken van de maand voor de groepen 7 en 8
•
sterk punt handhaven: berichtgeving naar de ouders via Tweemaster Journaals + vermelden op de indexpagina van de website
•
waarborgen dat er variatie blijft in het aanbod voor keuzewerk en extra werk. Niet het hele jaar door dezelfde materialen aanbieden (‘verandering van spijs doet eten’.)
sterk punt handhaven: vrije inloop om kwart over acht en om één uur! Dit is een prachtig voorbeeld van leren omgaan met vrijheid – kinderen bepalen zelf om kwart over acht en om één uur of ze buiten blijven spelen of naar de klas gaan. We hebben hier wel afspraken over gemaakt: bij alle ingangen hangen digitale klokken, waarop alle leerlingen duidelijk kunnen zien hoe laat het is. Zij mogen niet vóór 8:15 uur en 13:00 uur naar binnen. Leerlingen en teamleden gaan hier ook consequent mee om. Bij de evaluatie hebben we wel afgesproken om met de leerlingen in gesprek te gaan over de vraag ‘wat kun je voor schooltijd met elkaar doen in de klas?’ Rondhangen in de gangen b.v. willen we graag tegen gaan. Wel kunnen kinderen al gebruikmaken van de computers in de klas. Per groep zijn hier afspraken over gemaakt en hierover is gecommuniceerd met de ouders. De leerkrachten zijn vanaf kwart over acht in hun eigen lokaal.
Speciale aandacht vestigen we graag op onze website: www.obs2master.nl • •
informatie over dalton fotopagina’s, waarvoor echter een gebruikersnaam en een wachtwoord zijn vereist. De gebruikersnaam is daltonschool en het wachtwoord is speeltuin
Deze drie daltonprincipes hangen in de centrale computerruimte - duidelijk zichtbaar als ‘posters’ voor ouders en leerlingen.
17
Hoofdstuk 6 - De nieuwe daltonkernwaarden ‘effectiviteit en doelmatigheid’
Effectiviteit – doelmatigheid
•
Op het niveau van de school •
• •
•
uitwerking
Het onderwijs is door een efficiënte inrichting van tijd, ruimte en middelen doelmatig en gericht op opbrengsten. Het onderwijs vindt plaats in een voorbereide leeromgeving. Het onderwijs wordt gegeven in een lerende organisatie waar leerlingen en leerkrachten zich kunnen ontwikkelen naar hun mogelijkheden. De school heeft een doorgaande lijn van de daltoncompetenties van leerlingen en personeel beschreven.
• •
• • • •
uitwerking •
•
•
•
•
•
•
borgen, ontwikkeling bewaken, planmatig werken, scholing (aansturing door de directie), organisatie van de school – alles beschreven in het schoolplan en de daarvan afgeleide schooljaarplannen. aan de hand van het jaarverslag plannen en indien nodig bijstellen, schoolopbrengsten – directeur, IB-er, taal- en rekencoördinator optimale inzet onderwijstijd, stimuleren van samenwerking tussen alle geledingen binnen de school, centrale plaats voor leermiddelen en orthotheek daltonontwikkeling, verslaglegging, visie, duidelijke beschrijving van de zes daltonkernwaarden, onze eigen vijftien daltonwaarden (groepsmap) inrichting gebouw, creëren van voldoende werkplekken, inrichting computernetwerk met eigen accounts voor de leerlingen vanaf groep 4, plannen van voldoende daltontijd (zelfst. werken) taakborden groepen 1 t/m 3 en weekborden 3 t/m 8 waarop de werktijd globaal is af te lezen + de instructietijden + momenten van reflectie. overleg directie en daltoncoördinator over de voortgang van de daltonontwikkeling
• • •
•
• •
instructie op maat onderscheid kunnen maken tussen instructie en uitleg: instructie = nieuwe leerstof, uitleg – niet voor alle lln. noodzakelijk – bovendien kunnen lln. elkaar ook uitleggen klassenmanagement gebaseerd op de groepsplannen volgens één-zorgroute alle groepsleerkrachten zijn in het bezit van het certificaat daltonleerkracht handelingsgericht kunnen werken, het kunnen opzetten en hanteren van eigen leerlijnen voor leerlingen met extra individuele zorgbehoeften daltonontwikkelingslijnen hanteren, differentiëren, samen met de leerlingen voor rekenen & wiskunde van te voren doelen bekend maken en daarop reflecteren DIM-model kunnen hanteren, maar in de uitwerking flexibel kunnen omgaan met de verschillende fases – het mag niet ten koste gaan van dalton
Op het niveau van de leerling • • • • •
De leerling gaat op een efficiënte en verantwoorde wijze om met zijn tijd, ruimte en middelen. De leerling is gedurende het hele lesuur actief bezig met de leerstof. De leerling krijgt een taak op maat. De leerling krijgt te maken met uitdagende en motiverende opdrachten. De leerling heeft binnen de taak voldoende keuzemogelijkheden.
uitwerking •
Op het niveau van de leerkracht •
van zijn leerlingen. De leerkracht daagt leerlingen uit het beste uit zichzelf te halen.
• •
De leerkracht gaat op een efficiënte en verantwoorde wijze om met zijn tijd, ruimte en middelen. De leerkracht zorgt voor afwisseling van leeractiviteiten. De leerkracht stemt zijn instructie en leerstofaanbod af op de leerbehoeften en leermogelijkheden
• • • •
18
taakbrief ‘zoveel mogelijk op maat’: voor Rekenen & Wiskunde hanteren we zoveel mogelijk de indeling in *, ** en *** niveaus voldoende leer- en werktijd zelfredzaamheid bevorderen: ‘leer mij om het zelf te doen’ (Maria Montessori) autonoom leren handelen, eigen doelen stellen, doelgerichtheid, verantwoordelijkheid
de bekende daltondriehoek, nu met alle zes kernwaarden
19
Hoofdstuk 7 - Einddoelen zelfstandigheid
Einddoelen eind groep 2
Einddoelen eind groep 4
De leerling…
De leerling…
•
• •
• • • • • • • • • • • •
kan werken volgens principes van uitgestelde aandacht ( 10 á 15 minuten). kan zelfstandig problemen oplossen. kan na instructie zelfstandig opdrachten uitvoeren. kan zelfstandig beurten doorgeven ( bij computer). kan reflecteren op eigen handelen/gedrag. durft hulp te vragen aan klasgenootje of leerkracht (sociale zelfredzaamheid). kan hulp bieden aan klasgenootje. kan zelf de benodigde materialen pakken en weer opruimen. kan zelfstandig jas aan/uit doen, beker e.d. wegzetten, tas opruimen. kan zelfstandig het toilet bezoeken. kan het plannen van de werkjes aangeven op het planbord. kan werken met zelfcorrigerend materiaal. kan zelfstandig op de gang werken.
• • • • • • • • • • • • • • • • •
20
kan zijn eigen werk plannen (onder begeleiding) kan zelfstandig de juiste taak in het boek of werkboek opzoeken. kan zelf zijn taakbrief bijhouden/afkleuren. leert op zijn taak te reflecteren kan werken in wisselende groepsgrootte. kan omgaan met uitgestelde aandacht( 30 minuten). kan zelf om hulp vragen en hulp bieden. kent het gebruik van materialen. kan zelf zijn materialen pakken voor de taak en opruimen. kan omgaan met zelfcorrigerend materiaal en dat zelf nakijken, zonder ondersteuning. kan zelfstandig zijn werk inleveren. kan nagekeken werk verbeteren. kan uit aanbod extra werk zelf verrijkingsstof kiezen en maakt deze taak ook af. kan individueel werken kan taakgericht werken. kan initiatief nemen. kan in– en uitloggen (ICT). kan de computer correct afsluiten. kan tekst bewaren, bewerken en printen (WORD).
Einddoelen zelfstandigheid
Einddoelen eind groep 6
Einddoelen eind groep 8
•
De leerling…
•
De leerling…
• •
kan zijn eigen werk inplannen voor de hele week. leert zich bewust te worden van zijn eigen leerdoelen. kan zelf afspraken maken m.b.t. samenwerken. kan zelf zijn materialen pakken voor de taak, en opruimen. kan zelf zijn taakbrief bijhouden/afkleuren. leert op zijn taak te reflecteren kan werken in wisselende groepsgrootte. kan zijn eigen werkplek kiezen binnen of buiten de groep. kan omgaan met uitgestelde aandacht ( 30 minuten). kan zelf om hulp vragen en hulp bieden. kent het gebruik van materialen. kan omgaan met zelfcorrigerend materiaal en kan zelf nakijken, zonder ondersteuning. levert zelf zijn werk in. kan buiten de groep werken. kent de regels voor en de routines bij het werken aan de taak. kan nagekeken werk verbeteren. kan uit aanbod extra werk kiezen kan individueel werken. kan taakgericht werken. kan initiatief nemen. kan eigen werk nakijken
•
kan zijn eigen werk inplannen voor de hele week. kan zelf afspraken maken m.b.t. samenwerken. kan zelf zijn materialen pakken voor de taak, en opruimen. kan zelf zijn taakbrief bijhouden/afkleuren. leert op zijn taak te reflecteren kan werken in wisselende groepsgrootte. kan zijn eigen werkplek kiezen binnen of buiten de groep. kan omgaan met uitgestelde aandacht ( 45 minuten ). kan zelf om hulp vragen en hulp bieden. kent het gebruik van materialen. kan omgaan met zelfcorrigerend materiaal en kan zelf nakijken, zonder ondersteuning. levert zelf zijn werk in. kan buiten de groep werken. kent de regels voor en de routines bij het werken aan de taak. kan nagekeken werk verbeteren. kan uit aanbod extra werk kiezen kan individueel werken. kan taakgericht werken. kan initiatief nemen. kan eigen werk nakijken. kan tijd goed gebruiken. kan eigen tijd indelen. kan eigen werk indelen. kan zelfstandig onderlinge irritaties oplossen.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
21
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Hoofdstuk 8 - Onze vijftien daltonafspraken
Zelfstandigheidsontwikkeling in 15 afspraken – basic daltonafspraken Algemene regels 1) afspraak over wat kinderen zelfstandig mogen doen: water drinken, naar de wc gaan (niet tijdens de instructie, niet voor negen, elf en twee uur), handen wassen, kleurpotloden slijpen etc. 2) de mogelijkheid bestaat dat kinderen zelf materialen mogen pakken: inktpatronen, een nieuw reken- of taalschrift, lijmstift, viltstiften etc. (Lln. mogen een nieuw schrift pakken – na controle door de leerkracht.) 3) werken met dagritmekaarten (groep 1 en 2) en met het weekbord, ook de instructiemomenten duidelijk zichtbaar maken 4) afspraak over zelf nakijken en het inleveren van het werk Afspraken over uitgestelde aandacht 5) verkeerslicht op ‘rood’: het is helemaal stil – ‘oranje’: overleg mag met je maatje – ‘groen’: overleg mag met het hele tafelgroepje 6) tijdens de verlengde instructie is de leerkracht niet beschikbaar voor hulp 7) tijdens het servicerondje maken onze lln. gebruik van hulpkaartjes: ‘groen’ = ik kan het zelf, ‘rood’ = ik wil graag even geholpen worden. 8) wat kunnen kinderen doen tijdens de periode van uitgestelde aandacht: zelf nog eens nadenken, wat kan ik al wel gaan doen… 9) alleen in de kleutergroepen is een symbool beschikbaar voor uitgestelde aandacht Oplossen van taak problemen 10) strategie aanleren – zie handelingswijzer 11) leer kinderen eerst te plannen: wat ga je doen? – wat heb je daarbij nodig? – welke problemen zou je kunnen tegenkomen? 12) leer kinderen een probleem te analyseren: wat is het probleem? – Heb ik al eerder een soortgelijk probleem gehad? Heb ik dit misschien al genoteerd in mijn eigen studiewijzer? – Welke mogelijke oplossingen zijn er? Oplossen van sociale problemen 13) afspraak maken over zachtjes praten en elkaar niet storen. Kinderen weten dat er verschillende geluidsniveaus mogelijk zijn. Afspraken over hulp vragen en hulp geven 14) uitleggen is echt iets anders dan voorzeggen en elkaar de antwoorden voorlezen 15) bij samenwerken is het van belang dat iedereen mee doet en actief betrokken is. Maak van je groepje een team.
Overgenomen enen daarna aangepast aan onzeaan eigen situatie uit situatie ‘Daltononderwijs, een ontwikkelingsgerichte inspiratie’ Overgenomen daarnaa aangepast onze eigen uit: ‘Daltononderwijs, een ontwikkelingsdoor Roel Röhner en Hans Wenke (© 2013) gerichte inspiratie’ door Roel Röhner en Hans Wenke (© 2013) 22
Hoofdstuk 9 - Doorgaande lijn van groep 1 en 2 naar groep 3
Gebruik taakborden in de groepen 1 – 2 en 3 Bij de kleuters: De taakborden in de groepen 1/2 en 3 bestaan uit een aantal velden, waarop de kinderen kunnen aangeven op welk dag(deel) zij een bepaalde opdracht (werkje bij de kleuters) gaan doen. Iedere nieuwe kleuter krijgt in de eerste week een uniek symbool toebedeeld en hieraan wordt voor het taakbord ook de naam verbonden. Achter de symbolen-/namenrij staan in de dagkleuren alle 9 dagdelen van de dagen van de week. De werkjes die in bepaalde weken gemaakt moeten worden, staan achter een geometrische figuur (cirkel, driehoek, vierkant en rechthoek) vermeld. Op het prikbord naast het taakbord, worden de werkjes wat nader uitgeduid (voorbeeld van vouwwerkje, een werkblad etc.) Maandagmorgen plannen van taakjes: Oudste kleuters 4 taakjes Jongste kleuters 3 taakjes Vóór het plannen eerst instructie in de kring Oudste kleuters gaan –als ze klaar zijn- met hun taakje, die ze kiezen uit hun map, die in hun laatje ligt. Uitgeprobeerd wordt om daarna de map in de nakijkbak te leggen.
In groep 3: Het symbool-/naamkaartje gaat mee naar groep 3. Daar hangen dezelfde taakborden. De instrumentele vakken worden in de eerste weken klassikaal gegeven. De taakborden worden derhalve voor de middagactiviteiten gebruikt. Daarop plannen de leerlingen de drie middagactiviteiten op de maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag. De vrijdagmiddag is er handenarbeid in de groepen 3. Er worden dezelfde symboolkaartjes gebruikt als in groep 1 en 2. Na een paar weken, als de eerste (korte) blokjes zelfstandig werken worden geïntroduceerd, gebruiken de leerlingen het taakbord als registratieoverzicht. Met symboolkaartjes van het weekbord geven de leerlingen aan, wanneer ze een bepaald vakgebied af hebben. Hiermee geven we de kinderen de vrijheid zelf te kiezen, in welke volgorde zij de vakken willen afmaken. Aan het eind van de dag kan de lkr. heel gemakkelijk zien of de kindertjes hun werk af hebben. Na de kerstvakantie worden de taakborden, althans voor de ochtenduren vervangen door de (papieren) dagtaak.
23
Hoofdstuk 10 - Typische daltonafspraken van ‘De Tweemaster’ - in beeld weergegeven
Voorbeeld van een bijdrage over dalton in onze schoolkrant
Ouders worden op deze manier vijf keer per jaar op de hoogte gehouden van onze ontwikkeling.
24
Hulpkaartjes groep 3 t/m 8
Handelingswijzer: gebruik van het verkeerslicht op ons Focus Board
Groen: je mag nu ook overleggen met anderen in je groep … wel zachtjes overleggen ...
Rood: alleen werken ….. het gevolg is dat het stil is in de klas…. Oranje: je mag overleggen met je maatje…. We doen dat fluisterend...
25
Handelingswijzer groep 3 en 4
Handelingswijzer groep 5 tot en met 8
26
Handelingswijzer als voorbeeld voor een presentatie.
R Reflectiekaartje voor op de weekborden: Zo geven we vantevoren duidelijk aan wanneer we gaan reflecteren op wat we geleerd hebben. We hebben hier gerichte vragen voor ontwikkeld die betrekken hebben op ‘reflectieachteraf’: A. B. C.
reflecteren op de inhoud - ‘wat heb ik geleerd? reflecteren op de aanpak - ‘hoe heb ik mijn werk aangepakt?’ reflecteren op beleving - ‘wat vond ik er eigenlijk van?’
Instructie of uitleg?
Instructiemoment:
• •
We plannen onze instructiemomenten en hebben afgesproken dat het bij instructie altijd moet gaan om ‘iets nieuws’ - nieuwe leerstof, nieuwe afspraken, nieuwe oplossingsmethodes etc.
•
nieuwe leerstof? Alle lln. doen mee. geen nieuwe leerstof voor alle lln? De goede llln. hoeven de instructie niet te volgen en gaan beginnen met hun taak. uitleg - dat kan de leerkracht doen, maar dat kunnen lln. ook aan elkaar.
Alle leerlingen doen aan de instructie mee.
27
aandachtspunten die tot tevredenheid stemmen - waar ben je trots op?
aandachtspunten - eventuele ontwikkelingspunten - aangedragen vanuit het team
• •
• • • •
•
• •
•
• • •
reflecteren zelfcorrectie verder ontwikkelen en daarbij bijvoorbeeld gebruik maken van de twee bakken (idee opgedaan in de cursus effectieve instructie) de leerlingen nog meer loslaten bij taal vaker reflecteren coöperatief leren vaker inzetten stiltehoek voor het zelfstandig werken, maar ook plekken waar mag worden samengewerkt in de toekomst zullen we nog meer taakbrieven-op-maat moeten maken door grotere niveauverschillen. differentiatie in instructie accepteren dat je niet aan alle leerlingen dezelfde eisen kunt stellen met betrekking tot het kunnen plannen en het zelfstandig werken. we moeten laten zien dat dalton écht bij alle leerlingen past en niet andersom: ‘passen deze kinderen wel bij dalton?’ vernieuwen van de keuzekast collegiale consultatie ouderbetrokkenheid - in hoeverre speelt dalton ook thuis een rol in de opvoeding?
• •
• • • •
• • • • • • • • •
•
28
het zelfstandig werken met de nieuwe taakbrief gaat goed. we hebben een flinke stap vooruit gezet met dalton in groep 3. De manier van werken van de groepen 1 en 2 is doorgetrokken naar groep 3 en de overgang van het taakbord naar de dagtaak gaat heel geleidelijk en kindvriendelijk. de klas kan goed zelfstandig werken. het werken met de rollenkaartjes en het samenwerken gaat goed. de sfeer is goed in de klas door het maatjeswerk. de nieuwe taakbrief werkt goed! De leerlingen kunnen alles voor de hele week zelfstandig plannen. de kinderen kleuren alles weer netjes af op de taakbrief. de doelen voor Rekenen & Wiskunde en het reflecteren de verschillende instructiemomenten bij Veilig Leren Lezen in groep 3 de spreuken van de maand nog meer naar buiten toe uitdragen (uitstraling) uitdragen gedachtengoed dalton groepen 1 en 2: werken met de map en de nakijkbak het plannen bij de kleuters het coöperatief leren in de kleutergroepen een positief groepsgevoel, de goede samenwerking en het enthousiasme van de leerkrachten de reacties van de ouders naar aanleiding van de visitatie stimuleren ons enorm om op de ingeslagen weg door te gaan!