Daltonbeleidsplan
De Zonnebloem Akker 7 7621GL Borne
1 Inleiding In 2006 heeft het team van oec. basisschool de Zonnebloem samen met de MR het besluit genomen om een daltonschool te worden. De reden was, dat de school graag wilde werken aan doorlopende lijnen, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Uitgaande van de visie van de school bleek het daltononderwijs daar precies in te passen. In het schooljaar 2006-2007 is het hele team begonnen aan de daltoncursus met als doel de school om te vormen tot een Daltonschool. Met ingang van het schooljaar 2007-2008 heeft dit meer gestalte gekregen. Vanuit de cursus zijn we langzaam elementen van het daltononderwijs gaan invoeren. In november 2008 is de daltoncursus afgesloten met certificering van alle leerkrachten tot officieel dalton leerkracht. De school heeft zich aangesloten bij de NDV (Nederlandse Dalton Vereniging) en de DON. Van daaruit zijn er contacten op directieniveau en d.m.v. de cursus voor daltoncoördinatoren, waarbij intervisie tussen daltonscholen een belangrijke rol speelt. Van eventueel nieuw te benoemen leerkrachten wordt verwacht dat zij in het bezit zijn van het daltoncertificaat of bereid zijn deze binnen 2 jaar te behalen. Het dalton onderwijs wordt actueel gehouden tijdens het teamoverleg. Elk jaar worden er minimaal 6 onderwijskundige daltonvergaderingen gepland. Dit daltonbeleidsplan is een document in ontwikkeling; regelmatig zullen onderdelen worden aangevuld of aangepast zodat het steeds een actueel beleidsdocument is. Namens het team en de M.R. van oecumenische basisschool De Zonnebloem Daltoncoördinatoren: Amanda Baan Harry van de Riet Vanwege de leesbaarheid van dit daltonbeleidsplan wordt oecumenische basisschool De Zonnebloem in dit document verder aangeduid als: de school of onze school.
2
2 Voor wie is het document bestemd? Dit daltonbeleidsplan is een aanvulling op onze schoolgids en bestemd voor personen en instanties die zich op de hoogte willen stellen van onze daltonschool: o Het team van onze school. o De MR van onze school. o De ouders en verzorgers van de leerlingen van onze school. o Ouders en verzorgers die overwegen hun kind aan te melden als o leerling van onze school. o Het schoolbestuur, de VCPO Centraal Twente. o De onderwijsinspectie. o Visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging. o Eventuele andere (dalton) basisscholen.
3
3 Relatie met andere beleidsstukken
3.1 Het schoolplan Elke 4 o o o o o o o o o
jaar maakt de school een schoolplan. Hierin worden beschreven: de visie en missie van de school; het onderwijskundig beleid; het personeelsbeleid; het ondersteunend beleid; het kwaliteitsbeleid; de implementatie van de organisatiestructuur; het managementsysteem; de beleidscyclus; formatie, tijd en geld.
Het daltonbeleidsplan is gekoppeld aan de visie en missie, het kwaliteitsbeleid, het onderwijskundig beleid en de organisatiestructuur van het schoolplan. In het schoolplan zal verwezen worden naar het daltonbeleidsplan en deze zal als bijlage bijgevoegd worden.
3.2 Het jaarplan In het jaarplan worden alle beleidsterreinen (zie 4.1) uitgewerkt volgens de taakvelden: o o o o o o o o o o
formatie en schoolorganisatie hulpverlening en leerlingbegeleiding leerinhouden medezeggenschap organisatie personeel en rechtspositie scholing en begeleiding beleid en schoolontwikkeling communicatie samenwerkingsverbanden
Alle beleidsmatige zaken die in dat jaar aan de orde komen worden uitgewerkt door het doel, resultaat en de actie te omschrijving. Nieuwe daltonaspecten die in het jaarplan aan de orde komen, uitgewerkt en geformaliseerd worden zullen toegevoegd worden aan het daltonbeleidsplan. Andersom zullen plannen, omschreven in het daltonbeleidsplan, uitgewerkt en beschreven worden in het jaarplan.
3.3 De schoolgids In de jaarlijkse schoolgids zijn de achtergronden van ons onderwijs te lezen. Het is een gids voor de huidige ouders en toekomstige ouders/verzorgers om inzicht te krijgen in onze school. Het daltononderwijs op onze school wordt hierin beschreven; o.a. in hoofdstuk 2. Daltononderwijs. Het daltonbeleidsplan kan geïnteresseerde ouders een completer beeld bieden van ons onderwijs.
4
3.4 Het zorgplan In het zorgplan wordt beschreven hoe de leerlingenzorg, oftewel de interne zorgstructuur, vormgegeven wordt binnen onze school. De daltonaspecten zullen er niet rechtstreeks in te herkennen zijn. Toch zijn er wel raakvlakken. Zo streven we er naar om veel tijd te kunnen besteden aan individuele leerlingen door inzet van personeel en de daltonwerkwijze. De leerlingenzorg kan daardoor efficiënter worden uitgevoerd.
5
4 uitgangspunten Daltononderwijs Het Daltononderwijs is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse pedagoge Helen Parkhurst (1887- 1973). Het belangrijkste doel van het onderwijs vond zij de sociale opvoeding met als uitgangspunten:
Vrijheid binnen bepaalde grenzen Er wordt gewerkt met taken die gemaakt moeten worden. Leerlingen hebben binnen deze taken een aantal keuzemogelijkheden. Ze leren verantwoord met vrijheid omgaan.
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Er wordt veel aandacht besteed aan vergroting van zelfstandigheid. Hoe zelfstandiger een leerling wordt, hoe meer kansen hij of zij heeft bij het voortgezet onderwijs en in de maatschappij.
Samenwerking Het leren samenwerken met anderen is van groot belang. Leerlingen kunnen ook heel veel van elkaar leren. Daar moet ook de school gebruik van maken.
Mw. Parkhurst pleitte voor een aanpak die sterk individueel gericht is. Dit komt tot uitdrukking in een systeem van taken. In een taak vindt een leerling vrijheid en verantwoordelijkheid. De opdracht ligt vast, er is vrije keus wat betreft: - de volgorde van de taken - het tempo waarin gewerkt wordt - hoeveel tijd er besteed wordt aan een taak - het eventueel raadplegen van bronnen - het alleen werken of samen met anderen
Ook wilde mw. Parkhurst dat de leerlingen werken aan leerstof die hen op dat moment interesseert. Dit alles in een sfeer van respect voor anderen, met verantwoordelijkheid voor het eigen werk en met ruimte voor de eigen individuele ontplooiing. Haar onderwijsideeën bracht mevr. Parkhurst in praktijk op een High School in de plaats Dalton (Massachusets). Naar deze plaats vernoemde zij haar onderwijssysteem. Tegenwoordig staat Dalton in het onderwijs voor een manier van omgaan met elkaar. Een school die volgens de Daltonprincipes werkt, leert kinderen om individueel of samen met anderen een probleem aan te pakken en de verantwoordelijkheid te dragen voor de manier waarop het probleem wordt opgelost. In het vervolgonderwijs en later in de samenleving is het van groot belang om juist over deze vaardigheden te beschikken. Er wordt op school gewerkt met taken. In de taak zit de basisstof, die bestemd is voor alle leerlingen. Daarnaast is er extra-stof voor leerlingen die meer aankunnen en er zijn keuzemogelijkheden. Voor leerlingen die met een bepaald onderdeel veel moeite hebben, is er gelegenheid om binnen de (week)taak extra te oefenen met dat onderdeel.
6
4.1 de visie op onderwijs in de Zonnebloem
4.1.1 uitgangspunten van ons werken Als team van ‘De Zonnebloem’ spreken we regelmatig over de manier waarop we met elkaar willen omgaan en ons onderwijs vorm willen geven. Door die gesprekken en de dagelijkse omgang met elkaar ontwikkelen we een klimaat, waarvan we hopen dat het een herkenbare sfeer is. We hanteren drie uitgangspunten: • • •
we werken vanuit het principe van waardering; we werken kindgericht; de organisatie is gericht op rust.
In de schoolgids hebben we deze uitgangspunten verder beschreven.
4.1.2 de zonnebloem in 4 woorden en 4 beelden De uitgangspunten van onze school hebben we uitgewerkt in 4 kernwoorden. Deze woorden staan voor begrippen die duidelijk maken, wat het voor ons betekent om te werken vanuit waardering. Eigenlijk is het ons schoolconcept samengevat in 4 woorden en verbeeld in 4 beelden. De vier kernwoorden zijn:
In deze woorden is een dubbele betekenis zichtbaar. Oor-delen: We willen niet oordelen, maar ons oor delen. Dit betekent voor ons een houding van echt luisteren, luisteren met warmte en aandacht. Respectvol luisteren, al zitten hier uiteraard grenzen aan.
7
Eigen-wijs: het respecteren van verschillen. Ieder doet iets op zijn/haar manier. Verschillen zijn gewoon. We proberen de talenten van de kinderen te benutten in de diverse mogelijkheden Ruimte: ruimte geven aan ieders kwaliteiten om deze ontplooien. Dit betekent, dat er naast de verplichte zaken ook de mogelijkheid is om zelf iets in te brengen. Hierin leert het kind verantwoordelijkheid nemen en geven, dit leidt tot autonomie. Eerlijk zijn, kwetsbaarheid en openheid spelen hier een rol. Ont-moeten. Ontwikkeling niet voortkomend uit moeten, maar uit willen. Hoe kun je je vrij voelen om te leren je te durven uiten. Leren om een goede communicatie met de ander aan te gaan.
4.2 Doelstellingen en voorwaarden Vanwege onze daltonidentiteit vinden we het belangrijk en noodzakelijk om de ontwikkeling van de zelfstandigheid van onze leerlingen, het samenwerken tussen leerlingen en het leren omgaan met vrijheid zoveel mogelijk te stimuleren en te begeleiden.
4.2.1 Doelstellingen We willen bereiken dat onze leerlingen: o Gemotiveerd zijn om eigen initiatief te ontplooien en zelfstandig te werken. o Bij problemen erop gericht zijn zelf oplossingen te vinden. Als dit niet lukt bevragen ze in eerste instantie een medeleerling, voordat de leerkracht wordt geraadpleegd. o De regels en routines tijdens het zelfstandig werken kunnen hanteren. o Kunnen omgaan met uitgestelde aandacht. o In staat zijn hun eigen taken te plannen. o De verantwoordelijkheid dragen voor het controleren en registreren van hun eigen werk. o Bereid zijn elkaar te helpen. o Met elkaar kunnen samenwerken. o Zorgen voor een goed (rustig) werkklimaat binnen de school.
4.2.2 Voorwaarden Om bovenstaande doelen te kunnen bereiken is het nodig dat: o Er een veilige en ontspannen sfeer is, waarin leerlingen zich open durven stellen en ervaren dat ze gewaardeerd worden zoals ze zijn. o Leerlingen geloof en plezier hebben in eigen kunnen. Door het ontwikkelen van zelfvertrouwen zijn ze in staat taken succesvol uit te voeren. o Het schoolteam duidelijke afspraken maakt over organisatorische aspecten, zoals ruimte en tijd, zodat een doorgaande lijn ontstaat van groep 1 t/m 8. o De leerkracht vertrouwen heeft in de leerling en vertrouwen schenkt aan de leerling.
4.3 De rol van de leerkracht Zelfstandigheidontwikkeling vraagt een specifieke attitude van de leerkracht. Deze zal van de persoon die het onderwijsleerproces stuurt steeds meer de rol van begeleider aan gaan nemen.
4.4 Pedagogisch handelen Van leerkrachten wordt verwacht dat zij: o Een klimaat scheppen waarin leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen. o Het zelfvertrouwen van leerlingen ondersteunen door positieve verwachtingen uit te spreken en door positieve feedback te geven.
8
o o o o o
Leerlingen stimuleren tot het zelf oplossen van problemen en hen de daarvoor benodigde vaardigheden aanleren. Leerlingen leren reflecteren op hun eigen werkhouding en resultaten. Zorgen voor een duidelijke structuur in de leeromgeving, zoals een ordelijke en functioneel ingericht van lokaal en het gebruik van overzichtelijke dag- en weekroosters. Duidelijke regels en routines hanteren. Zorgen voor een rijke en uitdagende leeromgeving.
4.5 Didactisch handelen Van leerkrachten wordt verwacht dat zij: o Het niveau van de instructie en de verwerkingsopdrachten afstemmen op de verschillende behoeften en mogelijkheden van de leerlingen. o Leerlingen leren hun werk te plannen. o Leerlingen leren te registreren en het gemaakte werk te controleren. o Werkvormen hanteren binnen de les die de leerlingen activeren, motiveren en stimuleren. o Bevorderen dat leerlingen op een doelmatige wijze samenwerken en leren elkaar te ondersteunen. o De leerlingen stimuleren zelfstandig gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie (ICT). o Zorgen voor een rijk en uitdagend leerstofaanbod.
5 Relatie met ouders en dalton Het Daltononderwijs streeft een brede ontwikkeling voor de leerling na in een inspirerend leerklimaat. De leerling wordt de uitdaging geboden om zijn talenten te ontwikkelen en eigen keuzes te maken, met ruimte voor eigen initiatief. De docenten vertrouwen er op dat de leerling verantwoordelijkheid kan en wil nemen. En dat zij hierover verantwoording kunnen en willen afleggen. Het maken van fouten is een logische schakel in het leerproces. Van de docenten wordt behalve de kennisoverdracht verwacht dat zij hun leerlingen ook opvoeden. Hierdoor ontstaat een ontspannen schoolklimaat waarin aandacht voor de leerstof en voor binnen- en buitenschoolse activiteiten een vanzelfsprekende plaats hebben. De aandacht voor elkaar is daarbij van essentieel belang.
5.1 Dalton en de ouders van de leerlingen Zoals in bovenstaande te lezen valt richt het Daltononderwijs zich op het kunnen omgaan met een toenemende eigen verantwoordelijkheid. De daaraan verbonden groeiende hoeveelheid vrijheid hoort bij het volwassen worden. Het Daltononderwijs gaat er van uit dat leerlingen hier hulp bij nodig hebben. Hulp én sturing van volwassenen, ouders en leraren, want leerlingen leren dit niet uit zichzelf. Het Daltononderwijs verlangt daarom een actieve houding van de ouders. Actief naar de ontwikkelingen en gebeurtenissen die op school plaats vinden. En actief naar hun kind, hoe zij hun kind kunnen helpen of ondersteunen. Concrete stappen hierin moeten nog ontwikkeld worden.
9
6 Dagelijkse praktijk op de Zonnebloem 6.1 Werkvormen We kennen de volgende werkvormen: 1. klassikale les: hierbij is er interactie tussen lkr. en leerling(en), bijv. verkeer, zang, les levensbeschouwing, tekenen, rekenen, enz. Hier hoort ook onder de instructie (interactie) met groep of groepje. 2. zelfstandig werken: dit is een individuele onderwijsmethode met aangewezen of zelfgekozen taken. In principe dus een werkvorm die individueel wordt uitgevoerd. Hierbij gelden de regels van zelfstandig werken: hulp vragen, uitgestelde aandacht, enz. 3. samenwerkend leren: onderscheidend in pedagogisch en didactisch. pedagogisch: sociale vorming: oefenen musical, toneelstukje, overleggen met elkaar didactisch: samen uitwerken of uitleggen van leerstof. 4. keuzewerk: is een onderdeel van de taakbrief. Afhankelijk van afspraken: kiezen uit aangeboden stof of zelf gekozen stof.
Afspraak voor nu: kiezen uit aangeboden stof en in de toekomst overgaan op vrijere vorm en de leerling meer invulling geven, bijv. kieskast. Ook de keuze maken: alleen voor de leerling die tijd over heeft of voor alle leerlingen / hoe te organiseren. Is keuzewerk individueel of samen? 5. alleen werken, waarbij de leerling geheel individueel en zonder hulp werkt binnen een bepaalde tijd op een vastgesteld moment, bijv. toetsen e.d.
6.2 Zelfstandig werken
6.2.1 Begripsbepaling We maken het volgende onderscheid tussen de begrippen ‘zelfstandig werken’ en ‘uitgestelde aandacht’: Z Zelfstandig werken Werken met uitgestelde aandacht Omschrijving De kinderen werken aan hun taak, er Kinderen werken zelfstandig en kunnen is ruimte om hulp te niet op ieder individueel gewenst vragen d.m.v. het vragenkaartje / moment beschikken over de hulp van de blokje. leerkracht. De leerkracht heeft de mogelijkheid Deze hulp zal uiteindelijk wel gegeven om deze hulpvraag direct te (kunnen) worden. beantwoorden. Kinderen hangen bij een hulpvraag het vragenkaartje op bij het bureau / of leggen het blokje op rood. De leerkracht zal deze na de periode van uitgestelde aandacht bespreken. Doelstelling
Ruimte creëren voor de leerkracht om individuele hulp en aandacht te geven aan die kinderen die extra hulp of ondersteuning nodig hebben
10
Het ontwikkelen van de zelfstandigheid in al haar facetten.
6.2.2 Specifieke verschillen Zelfstandig werken Bij zelfstandig werken gaat het er om dat de kinderen bezig zijn, zodat de leerkracht de handen vrij heeft om aandacht te kunnen besteden aan een andere groep, een individueel kind of een groepje leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan de instructietafel. Een groep kinderen is zelfstandig aan het werken en de leerkracht zit aan de instructietafel met een aantal kinderen of aan het bureau om de vragenkaartjes te beantwoorden. Uitgestelde aandacht Wanneer we werken met uitgestelde aandacht, doen we dat omdat we de kinderen iets willen leren. We willen ze leren om zelfstandig te werken en/of zelfstandig te denken. Het zelfstandig werken heeft een vooral praktische insteek, terwijl het werken met uitgestelde aandacht een veel meer pedagogisch doel heeft.
6.2.3 Regels en routines tijdens zelfstandig werken Werkplek De kinderen mogen tijdens het zelfstandig werken zelf, in overleg, weten waar ze gaan zitten, werken op de gang / hal mag wanneer dit mogelijk is. In groep 1 / 2 kiest de leerling ook afhankelijk van de activiteit. In groep 3 werken de leerlingen met zelfstandig werken aan hun eigen tafel. Bij de taakbrief hebben ze een eigen keuze. In de loop van het jaar wordt toegewerkt naar een eigen keuze voor de werkplek. Overleggen Altijd fluisterend (geluidsklok), samenwerken op daarvoor bedoelde plekken (gang of instructietafel in de klas), helpen kan kort bij de tafel van een leerling. Heen- en weer lopen o Neem alles in 1 keer mee (schrift, pennen, boek etc.) voor het vak waar je mee bezig gaat. o Kinderen hebben geen last van andere, lopende kinderen. Wel / Niet samenwerken Samenwerken gebeurt zowel op eigen initiatief, als op initiatief van de leerkracht, tenzij het om een duidelijke reden niet kan. In groep 1 / 2 wordt dit aangestuurd door de leerkracht. Hulp vragen (vanaf moment invoering blokje) o Motiveren dat de leerlingen eerst elkaar om hulp vragen en daarna pas de leerkracht. o Een leerling met een rood blokje is niet beschikbaar om hulp te geven. Inleveren van werk Het werk dat klaar is wordt ingeleverd in de bakken die daarvoor zijn.
11
6.2.4 Doelstelling (groep 3 t/m 8) (groep 3 begint halverwege het jaar met het inwerken met het blokje) o o
o o o o
Er is duidelijkheid over de gang van zaken tijdens een les. Doordat de leerkracht duidelijke werkroutines hanteert, weten de leerlingen wanneer zij extra instructie kunnen krijgen. In groep 3 geeft de leerkracht de extra instructiemomenten aan. De kinderen weten hoe ze het blokje moeten leggen (groep 3 t/m 8) en waar zij hun vragenkaartje kunnen ophangen.(groep 5 t/m 8) Het voorkomt dat leerlingen onnodig en impulsief vragen stellen. Het scheppen van een rustige sfeer. Kleuters leren zelf hun taakwerkje te doen en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen taak.
6.2.5 Werkwijze - De leerkracht o o o o o
loopt voorafgaand aan de les (volgens een vaste route) langs alle leerlingen voor eventuele individuele vragen (vragenblokje), controle en om stimulans te geven. helpt kinderen met vragen of instructie aan het bureau of in groepjes aan de instructietafel; maakt elke dag een complimentenrondje langs alle kinderen. Moedigt leerling op inspirerende wijze aan en geeft zo mogelijk complimentjes. In groep 1 / 2 komen complimenten terug in evaluatieronde of individueel.
6.2.6 Werkwijze - De leerlingen o o o o
weten dat ze met hun vragen moeten wachten tot de leerkracht bij hen komt. leren dat ze geen vinger meer op hoeven steken, maar maken de leerkracht via hun blokje / vragenkaartje duidelijk dat ze hulp nodig hebben; laten de opgave waar ze niet uitkomen even rusten en gaan verder met een andere opdracht; ervaren dat de situatie en het gedrag van de leerkracht voorspelbaar zijn.
6.2.7 Het verloop van een les 1. Korte loopronde om de kinderen die het nodig hebben op weg te helpen. 2. Instructie voor 1 groep, de andere groep is zelfstandig aan het werk. Dit is een periode van uitgestelde aandacht. (bij combigroep, maar ook bij gedifferentieerd werken) 3. Kinderen die denken dat ze de instructie niet nodig hebben, kunnen zelf aan het werk (dit wordt achteraf geëvalueerd – groep 5 t/m 8). 4. De groep gaat na instructie aan het werk. 5. De leerkracht maakt tijd voor de vragenkaartjes / leerlingen met een blokje met een “?” boven. 6. Hierna wordt deze cyclus herhaald voor de andere groep (groep 5 t/m 8)
12
6.2.8 Werken met uitgestelde aandacht Uitgestelde aandacht is een voorwaarde binnen de periode van het zelfstandig werken. Perioden dat de leerkracht ‘niet beschikbaar’ is. De leerlingen moeten leren dat de leerkracht niet meer op elk moment beschikbaar is. Gedurende een korte periode mogen de leerlingen geen beroep op de leerkracht doen, omdat: 1. de leerlingen moeten leren zelfstandig dingen op te lossen 2. hij/zij bijvoorbeeld instructie aan andere leerlingen moet geven. Tijdens het zelfstandig werken (wanneer de leerkracht geen instructie geeft), gebruiken we in alle groepen een groen bordje “open zonnebloem” op het bord. Dit betekent dat je je vragenkaartje ( groep 5 t/m 8) bij de leerkracht op mag hangen en je “geroepen” wordt wanneer je aan de beurt bent. Wanneer er sprake is van uitgestelde aandacht, gebruiken we een rood bordje “gesloten zonnebloem”. Dit betekent dat de leerkracht niet beschikbaar is en de kinderen zelf een oplossing moeten zoeken.
13
7 Hulpmiddelen 7.1 Dagkleuren (groep 1 t/m 8) Iedere dag van de week wordt in de hele school, aangegeven met een dagkleur. De kleuren zijn zichtbaar in het lokaal. De dagkleuren structureren de week voor de kinderen en helpt ze om een planning te maken. Op onze school worden de volgende dagkleuren gebruikt: o maandag rood o dinsdag blauw o woensdag oranje o donderdag groen o vrijdag geel De kleuren worden gebruikt voor het plannen en aftekenen (afkleuren) van de taakbrief en voor het overzicht welke dag het is. De leerling en de leerkracht hebben aan het einde van de week een goed overzicht van de leerstijl van het kind. Zo is te zien of het werk op de geplande dag gemaakt is en of het kind het werk goed verdeeld heeft over de dag of week.
7.2 Dagritme / Taakbord
7.2.1 Groep 1/2 Elke ochtend in de kring wordt besproken welke dag, kleur, maand etc het is. Dit wordt dan zichtbaar gemaakt in de groep. Daarnaast wordt er bij de kleuters ook gewerkt met dagritmekaarten ter ondersteuning van de leerlingen. Deze worden besproken en vervolgens voor de groep opgehangen.
7.2.2 Groep 3 t/m 8 In de groepen 3 t/m 8 wordt het dagritme aangegeven op het taakbord. Hierop zijn ook de volgende onderdelen te vinden: o De namen van de kinderen o De rollen die kinderen hebben binnen de groep o Groepsspecifieke taken als: groepsleiders, andere. o Spreekbeurten, dagopening en boekbesprekingen (5/6 en 7/8) o Samenwerken op de gang o Computerhoek
14
7.3 open/gesloten zonnebloem (groep 1 t/m 8) We gebruiken hiervoor een stappenplan: 1. Lees de opdracht (nog eens) goed! 2. Vraag (zachtjes) hulp aan een ander kind. 3. Hang je vragenkaartje op / zet je blokje op rood. 4. Ga even een andere taak doen.
7.4 tijdsklok (groep 1 t/m 8) de tijdsklok gebruiken we om aan te geven hoe lang een bepaalde activiteit duurt. De tijdklok loopt terug. Voor kinderen geeft dit overzicht.
7.5
kleurenblokje
(groep 3 t/m 8) we gebruiken bij zelfstandig werken het kleurenblokje. rood = ik ben druk bezig dus stoor mij niet! groen = ik kan iemand anders helpen. je mag me daarvoor storen oranje = ik ben op een andere plek in school aan het werk ? = ik wil graag hulp van de meester of juf wit = open voor een afspraak op groepsniveau initialen = eigenaar van het blokje Afspraak: het kleurenblokje is persoonsgebonden. Het wordt als het niet nodig is bewaard in het laatje. Het kleurenblokje wordt gebruikt medio groep 3.
7.6 geluidsklok (groep 3 t/m8) de geluidsklok geeft aan in welke mate er overlegd kan worden 1= helemaal. stil. er mag niet gepraat worden 2= je maatje mag je horen (fluisteren) 3= hoorbaar voor de anderen in je groepje (zacht praten) 4= hoorbaar voor de hele groep (duidelijk praten)
7.7 vragenkaartje Met het vragenkaartje geef je aan dat je graag hulp van de leerkracht wilt. Je plaatst deze op de afgesproken plek. (vanaf groep 5)
15
7.8 Handelingswijzers Handelingswijzers geven aan hoe te handelen.
16
8 Taakbrief / werken met de taak 8.1 werken met de taakbrief in groep 1 en 2 We hebben op de Daltonschool De Zonnebloem twee kleutergroepen. De kinderen komen hier spelenderwijs in aanraking met de Daltonbeginselen, waarbij met name samenwerken erg belangrijk is. Elkaar helpen en ondersteunen maakt dat kinderen leren zich verantwoordelijk te voelen voor elkaar en afhankelijk durven te zijn. We leren hen samen problemen op te lossen in plaats van direct voor hulp naar de leerkracht te stappen. Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming, werkroutines en regelmaat. Dit gebeurt d.m.v. de dagritmekaarten en de kleuren van de dag. De kinderen leren spelenderwijs de wereld om zich heen te ontdekken. In de kleutergroepen bestaat een grote vrijheid in keuzes. Toch is hier sprake van sturing. De leerkracht biedt in toenemende mate werk aan met betrekking tot individuele niveau van het kind, waarbij de leerkracht een natuurlijk sturende, begeleidende rol heeft. De oudste kleuters krijgen een taakbrief. Daarop kan de leerkracht diverse activiteiten aankruisen die de kinderen moeten doen. •
taal
•
rekenen
•
platte vlak
•
ruimtelijk vlak
•
spelletje
•
eigen keuze
In een bepaalde periode gaan de kinderen een bepaalde taak uitvoeren. Nadat de door de leerkracht gestelde taak af is, hebben de kinderen de vrijheid om zelf een keus te maken waarmee ze verder willen. In de taakbrief zijn diverse keuzemogelijkheden: -
rode werkmapje; kinderen kiezen een spel uit de kast opgenomen in het rode werkmapje. Dit kan een platte vlak- of ruimtelijk spel zijn.
-
vraagteken. Kinderen kiezen vooraf een eigen taak binnen hun taakbrief.
-
kinderen hebben de keus wanneer, hoeveel en waar ze de taken gaan uitvoeren.
-
kinderen kunnen ook aangeven dat ze meer taken in die werkweek willen. De leerkracht zet een kruisje bij de taak dat het kind extra heeft gekozen.
Binnen de taakbrief wordt goed gekeken naar de ontwikkeling, werkhouding en mogelijkheden van het kind. We proberen zoveel mogelijk op zijn/haar niveau werk aan te bieden. Er wordt geclusterd in groepen binnen de klas en/of klassenoverstijgend. Kinderen plakken een sticker als hun taak klaar is en kleuren de smiley met de daltonkleur van de dag in. Hiermee evalueren ze zelf hoe het werk gegaan is. Als de taakbrief klaar is mogen de kinderen het meenemen naar huis.
17
Zij kunnen zien op de tijdsklok hoeveel dagen ze nog kunnen werken aan hun taakbrief. Gele knijpers en 1 rode knijper om aan te geven dat dan de taakbrief klaar moet zijn. De leerkracht registreert op welke delen de taakbrief af is. Soms kiezen we ervoor, in overleg met ouders, om jongste kinderen (groep 1) , die er aan toe zijn of dit aangeven, ook een taakbrief te geven. Is de keuze eenmaal gemaakt, dan houden de kinderen hun taakbrief evt. met minimale opdrachten.
8.1.1 Werkflat De werkflat bestaat uit 3 verschillende kastjes (‘verdiepingen’) met laatjes met activiteiten gericht op: -
taal
-
rekenen
-
thema
Kinderen kunnen tijdens het spelen en werken hier materialen uit halen om mee te werken. Deze kunnen ook verbonden worden aan een taak uit de taakbrief. Daarin hebben ze dan de keus om uit een bepaalde verdieping een opdracht te kiezen. In deze groepen werken wij met een grote en een kleine kring. Aan de grote kring nemen alle kinderen deel. Beide kringen spelen in op interesse, leeftijd, sociaal emotioneel en/of niveau. Samenwerken d.m.v. maatjeswerk neemt ook bij de kleuters al een belangrijke plaats bij het onderwijs in. Voor de jongste kleuters kan dit betekenen dat ze een maatje kiezen om twee aan twee bij de deur te staan of samen een spel te kiezen. Voor de oudsten betekent dit binnen de taakbrief dat er een activiteit met een ander kind samen wordt gedaan. Hierbij werken we ook klassenoverstijgend met de andere kleutergroep. Veelal worden ook oudsten aan jongste kleuters gekoppeld als maatje om diverse redenen: -
vragen stellen als je iets niet weet (vraag een oudste kind)
-
hulp bij diverse activiteiten
-
werkroutines behandelen
18
8.2 Dagtaak In groep 3 wordt gewerkt aan de hand van dagritmekaarten. Op deze manier wordt het werk per dag aangeboden. In groep 4 wordt gewerkt met een weekoverzicht voor zelfstandig werken, die per dag wordt afgewerkt aan de hand van dagritmekaarten.. De leerlingen hebben een dag de tijd om de taken te maken Dagtaken worden in hogere groepen alleen gegeven aan kinderen die (nog) erg veel moeite hebben met het plannen van hun taken of het kunnen overzien van de tijd. Leerlingen met een dagtaak in hogere groepen krijgen een overzicht van de te maken taken (eventueel met steun van tijden). Op de weektaak zijn alle opdrachten al voor de kinderen verdeeld over de vakken. In individuele gevallen zijn de dagen d.m.v. een tijdschema voor deze leerlingen reeds ingepland en krijgen ze het overzicht van de gehele week niet te zien.
8.3 Werken met de weektaak in groep 5 t/m 8 Leerstofgebieden o Taal o Rekenen o Spelling o Technisch lezen (t/m gr. 5) o Begrijpend / studerend lezen (vanaf gr. 4) o Schrijven o Natuur o Verkeer o Geschiedenis (vanaf gr. 5) o Aardrijkskunde (vanaf gr. 5) o Engels (vanaf gr. 7) Op de taakbrief staan de instructies vermeld per vak. Daar is ook te vinden hoe laat er instructie is en op welke dag / welk moment. Ook zijn hier andere bijzonderheden van die week te vinden. (verjaardagen, toetsen, andere bijzonderheden etc.). Met behulp van deze informatie kunnen kinderen hun eigen dagritme bepalen.
8.3.1 Verwerking o
De taken worden op maandag uitgelegd. De leerlingen kunnen kiezen uit meerdere taken. Ze mogen waar mogelijk zelf bepalen waarmee en wanneer ze beginnen.
8.3.2 Keuzewerk o
Naast de verplichte taken hebben de kinderen de keuze uit een aantal andere opdrachten / hoeken.
.
8.3.3 Evaluatie o
Op het eind van de week wordt het gemaakte werk geëvalueerd op de weektaak. De leerling geeft d.m.v. het kleuren van een smiley en/of d.m.v. vragen aan hoe hij of zij de week ervaren heeft.
19
8.3.4 Inhoud van de taken Leerlingen krijgen op maandag de taakbrief. Hierop staan de taken voor de hele week. Voor de verwerking van deze taken hebben de leerlingen de hele week de tijd. Taken die op een dag niet afkomen, gaan mee naar de volgende dag. Op donderdagmiddag (groep 3/4) en vrijdagochtend (vanaf gr. 5) is er tijd beschikbaar om taken af te maken die niet binnen de planning zijn gelukt. Ze mogen zelf bepalen in welke volgorde ze de taken maken. Ook bepalen ze zelf waar en met wie ze de taken maken. Basistaken In de basistaak vind je de opdrachten vanuit de methodes per leerstofgebied. De leerkracht kan dit per onderdeel verdelen in meerdere, aparte opdrachten (bijv. bij taal en rekenen) Andere taken Een aantal leerlingen hebben een aangepaste weektaak, omdat ze op een ander niveau werken (op bepaalde vakgebieden). Individuele afspraken Met sommige leerlingen heeft de leerkracht een mondelinge afspraak. Dit heeft dan vaak te maken met de hoeveelheid stof of de manier van verwerken.
8.3.5 Verwerking Afhankelijk van het niveau van zelfstandig plannen maken kinderen de keus voor een dagtaak, halve weektaak, weektaak, of plannen met behulp van de leerkracht.
8.3.6 Normale taak We gaan uit van de normale weektaak. Leerlingen met een normale taak vinden op hun taakbrief in groep 5 de dagen van de week bij bepaalde opdrachten. Dit om ze te helpen met (handig) plannen. Vanaf groep 6 gebeurt dit alleen in individuele gevallen.
8.3.7 Verlichte taak Op de verlichte taak zijn de opdrachten te vinden die minimaal gedaan moeten worden om het leerproces te laten voortgaan. Dit kan gaan om 1 of meerdere vakgebieden. Leerlingen maken minder oefenstof of maken werk op een ander (lager0 niveau.
8.3.8 Plustaak De plustaak richt zich op kinderen die bij een bepaald vakgebied meer aankunnen, voor de rest van de taak is deze hetzelfde als de normale taak. Dit kan bestaan uit: o extra opdrachten uit de methode; o opdrachten uit andere boekjes; o computerprogramma’s; o het maken van een werkstuk of presentatie (alleen of met andere kinderen).
20
uitleg symbolen op de weektaak i = instructie s= samenwerken zw= zelfstandig werken a = alleen werken m= met maatje t= toets
8.4
Keuzewerk
Op dit moment bekijken leerkrachten zelf welk keuzewerk aan kinderen wordt aangeboden. In het komend schooljaar 2009 – 2010 gaan we dit schoolbreed ontwikkelen en invoeren. We gaan ons verdiepen in de aspecten van meervoudige intelligentie en zoeken materialen en middelen. Aan het eind van het schooljaar moet dit hebben geleid tot een compleet aanbod .
21
9 Evaluatie 9.1 Evaluatie van het gemaakte werk (zelf nakijken) De leerlingen kijken vanaf groep 4 zelf na. In groep 4 nog op basis van vrijwilligheid. In groep 7/8 min of meer verplicht. Dit is van toepassing op de volgende vakgebieden: o o o o o o o
rekenen (vanaf groep 4 verplicht) spelling (vanaf groep 7) taal (geen verhaal of eigen mening, vanaf groep 7) aardrijkskunde (vanaf groep 7) geschiedenis (vanaf groep 7) woordenschat (vanaf groep 7) bakles lezen (vanaf groep 4)
Evaluatie door de leerkracht (inleveren van het gemaakte werk) De leerkracht houdt per dag bij wat de leerlingen gedaan hebben en geeft aanwijzingen als de planning niet overeenkomstig de mogelijkheden is. Als ze het werk af hebben (en eventueel ook nagekeken), komt het in de nakijkbak. De leerkracht controleert het werk en tekent het af op het takenoverzicht in de klassenmap en de leerling tekent zijn eigen taakbrief af. In groep 3 wordt dit door de leerling na het werken d.m.v. het inkleuren van een smiley gedaan. Voor het inleveren van de taakbrief geeft de leerling aan hoe er is gewerkt.
9.2 Evaluatie van de taakbrief Aan het eind van de week wordt zowel de planning als het gemaakte werk en de uitvoering hiervan geëvalueerd op het taakbriefje. Dit doen we d.m.v. Het kind: de mate van zelfstandigheid, samenwerking, vrijheid worden met smiley’s aangegeven en dm.v. vragen op de achterkant van de taakbrief. Daarnaast geeft de leerling nog met een opmerking aan hoe hij of zij de week ervaren heeft. (groep 7/8) De leerkracht: Deze heeft ruimte om op te schrijven hoe de week vanuit de leerkracht ervaren is. Bij groep 4 wordt de oude weektaak op maandag mee naar huis gegeven. De taakbrief wordt beoordeeld.
9.3 Einddoel Per groep hebben we een einddoel geformuleerd betreffende het werken met de taakbrief. Groep 1/2: onder begeleiding verdelen van taken over een week. Groep 3/4: het zelfstandig kunnen inplannen en realiseren van dagtaken. Groep 5/6: het zelfstandig kunnen inplannen en realiseren van ½ weektaken. Groep 7/8: het zelfstandig kunnen inplannen en realiseren van weektaken.
22
9.4 Toetsen Wij toetsen de voortgang van de leerlingen m.b.v. de methode gebonden toetsen. Daarnaast gebruiken wij het leerlingvolgsysteem van CITO, Pravoo en de SCOL om zowel de cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling van de individuele leerling in kaart te brengen.
23
10 Samenwerken Bij het leren samenwerken ligt het accent op het sámenwerken in plaats van op samenwérken. De leerlingen vullen elkaar aan en helpen elkaar op basis van sterke en zwakke punten in de leervorderingen. Het leren samenwerken met anderen is zowel op school als in het latere dagelijkse leven voortdurend nodig.
10.1 Werkhouding Wij verwachten van onze leerlingen de volgende werkhouding: o Tijdens het samenwerken fluister je met elkaar, zowel in de gang als in de klas. We gebruiken hierbij de geluidsklok. o In de gang en de klas hangt de geluidsklok om je hieraan te herinneren. o De eerste kinderen die gaan samenwerken zetten in de gang de klok op de juiste stand. o Kinderen worden gestimuleerd om elkaar te corrigeren (dit werkt vaak beter). o Kinderen die lawaai maken wijs je op de geluidsklok (ook leerkrachten). o Als kinderen zich niet laten corrigeren (na 3x waarschuwen) ga je naar de leerkracht van het ‘drukke’ kind. Deze controleert het verhaal en haalt het kind eventueel terug naar de klas (als het klopt). Zorg voor de klas, school en schoolomgeving Verantwoordelijkheid dragen door kinderen betekent ook dat zij zorg leren hebben voor hun fysieke omgeving: de klas, de school als geheel en het terrein om de school.
10.2 Maatjeswerk Regels voor het samenstellen van tweetallen bij maatjes leren: iedere week / om de week, maken we een nieuw tweetal (d.m.v. knijpersysteem ) bij oneven groepen zit er een alleen, of groepje van 3. voordat je hetzelfde maatje kunt kiezen, moet je eerst met alle anderen hebben samengewerkt.(leerkracht kan ook kiezen) elke week begint iemand anders met kiezen ( bij oneven aantal degene die alleen was) samen de plek kiezen, de kiezer beslist. tweetallen nemen hun laatje mee naar de nieuwe plek (zo nodig tafel verschuiven als grootte dit nodig maakt). Het wisselen gebeurt op een vaste dag. Regels bij zelfstandig werken: je maakt in principe je eigen werk alleen bij problemen mag je vragen aan je maatje (zie werkkaart), mits het blokje niet op rood staat. je overlegt fluisterend en zo kort mogelijk Samenwerkend leren: je werkt samen met je maatje je zorgt voor een goede taakverdeling je werkt zo stil mogelijk
24
10.3 samenwerkend leren In het Daltononderwijs is samenwerkend leren één van de pijlers van het didactisch handelen. Door samenwerkend leren zijn leerlingen actiever bezig met het verwerken van leerstof, leren leerlingen omgaan met elkaar en elkaars verschillen, wordt het zelfvertrouwen verstrekt en krijgen zwakkere leerlingen meer aandacht. Daltonscholen geven vanuit hun visie op onderwijs van nature inhoud aan wat in de kerndoelen van de basisvorming “interactief leren “ genoemd wordt en in het reguliere onderwijs nauwelijks aandacht krijgt. Het zijn voor Daltonscholen herkenbare elementen: - kunnen overleggen en samenwerken in teamverband. - elementaire sociale conventies in acht nemen. - passende gesprekstechnieken kunnen hanteren. Samenwerkend leren willen we in de toekomst verder uitwerken op schoolniveau.
25
11 Inrichting De inrichting van de klassen dient zo te zijn, dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben zelfstandig kunnen pakken, eventueel schoonmaken en weer opruimen. Ook materialen buiten de groep dienen gemakkelijk toegankelijk te zijn.(NIET in magazijnen) Voorwaarde is steeds voorzichtig met de materialen om te gaan en deze op de juiste plaats terug zetten. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik.
Klassendienst / helpende handjes / groepsleiders In alle groepen hebben de kinderen bij toerbeurt een taak om de leerkracht te assisteren bij allerlei dagelijkse zaken, zoals boeken/schriften uitdelen, bord schoonmaken, planten water geven, afwassen, prullenbakken legen enz. Ook hebben de kinderen een taak betreffende het schoonhouden en opruimen van het lokaal en andere delen van de school en de schoolomgeving en het schoolplein
26
12 Werkplekken Kinderen hebben een werkplek in de groep. Bij het zelfstandig werken is er ook de keus om te kiezen voor : - individuele werkplek ( voor zover vrij) - werken in de hal (samenwerkend leren) - computerplek in de hal ( als de computer in de groep bezet is)
27
13 Daltonwerkvormen 13.1 kringen We gebruiken de volgende kringen: • vertelkring • boekbespreking • dagopening • sociaal-emotioneel • werkbespreking • duokring
13.2 klassenbouwers “Klassenbouwers” is een middel om tot een goed klassenklimaat te komen en om dat in de loop van het jaar goed te houden. Aan het begin van het jaar geven we iedereen het gevoel erbij te horen, begrepen en geaccepteerd te worden ( zie ook 4.4 ). Er zijn regelmatig activiteiten om van de groep een hechte groep te maken. Een goed functionerende groep kenmerkt zich door: o Samen verantwoordelijk voelen voor het groepsfunctioneren o Respect voor elkaar o Er zijn afspraken gemaakt voor het nemen van beslissingen o Problemen worden besproken. Hierbij maken we gebruik van het draaiboek voor “Onze groep wordt een groep”.
14 Informatie en rapportage Dat onze school een daltonschool is dragen wij uit naar ouders, kinderen, invalleerkrachten en naar Pabo studenten, als zijnde dalton opleidingsschool. Public Relations We proberen regelmatig via de krant en andere media informatie te geven over onze school en de activiteiten die we ondernemen. Ook organiseren we een open dag om ouders en belangstellenden de gelegenheid te geven om een kijkje te nemen in onze dagelijkse manier van werken. Gezien onze leerling-populatie kunnen we vaststellen dat onze school niet alleen leerlingen trekt uit de wijk, maar vanuit een groot deel van het dorp. Informatie Belangstellenden informeren we op de volgende wijze: o schoolgids o informatiegids o beleidsplan o individuele (intake) gesprekken o groepsinformatieavonden o ouderenquête o ouderavond
28
o o o o
website rapporten nieuwsbrief taakbrief
Rapportage Op de wekelijkse taakbrief, reflecteren de leerling en de leerkracht op de daltonprincipes en het welbevinden, zodat ouders een goed beeld hebben van de ontwikkelingen en het welbevinden van hun kind. Over het mee naar huis geven van de taakbrief moeten nog afspraken worden gemaakt. (zie ook bijlage: Taakbrieven)
29
15 Vastleggen van daltonactiviteiten Activiteiten worden op dit moment niet allemaal geregistreerd. We zoeken nog naar een manier waarop we dit effectief en overzichtelijk kunnen doen.
30
16 Wat hebben we tot nu toe gedaan o o o o o o o o o o o o o o
Alle leerkrachten hebben cursus gevolgd tot gecertificeerde dalton leerkrachten. Daltoncoördinator aangesteld / bezoek activiteiten en cursus DON. Bezoek directeurenoverleg DON door directie. Daltonplan ontwikkeld en uitgewerkt. Daltonmap in de groep voor overzicht en registratie. Enquête onder collega’s m.b.t. inrichting en uitwerking hiervan. Alle collega’s hebben de indicatorenlijst ingevuld als beginsituatie Ouderavond over dalton gehouden voor ouders. Afspraken / ontwikkelpunten uitgewerkt op diverse gebieden – zie daltonplan Bezoek gebracht aan andere daltonscholen, voortvloeiend uit diverse studiedagen dalton In schoolenquête daltonaspecten opgenomen. In schoolgids / schoolplan, op website daltonaspecten ingevoegd. Doorgaande lijn ontwikkeld in inrichtingsaspecten. Aanvragen van visitatie.
31
17 Dalton ontwikkel activiteiten 2009-2011 In de komende jaren maken we een keuze uit activiteiten uit de onderstaande lijst om verder uit te werken. Bewaking in de beleidsplanner Ontwikkelactiviteiten Kieskast / keuzewerk. Portfolio. Evaluatie en registratie. Groep 3 werken met planbord voor de taakbrief. Relatie met ouders uitwerken. Relatie met voorgezet onderwijs uitwerken. Kringen uitwerken. Inrichting hal voor diverse doeleinden. Uitwerken samenwerkend leren / coöperatief leren.
Doeactiviteiten Handelingswijzers verzamelen. Maatjes werken: kiest leerling of wordt aangewezen? Vastleggen daltonactiviteiten per groep. Taakbrieven verzamelen als bijlage. Taakbrief: mee naar huis / ja of nee
Borne, 12-08-2009.
32
1 2 3
4
5 6
7
Inleiding.............................................................................................................. 2 Voor wie is het document bestemd? ................................................................... 3 Relatie met andere beleidsstukken ..................................................................... 4 3.1 Het schoolplan......................................................................................................... 4 3.2 Het jaarplan............................................................................................................. 4 3.3 De schoolgids .......................................................................................................... 4 3.4 Het zorgplan............................................................................................................ 5 uitgangspunten Daltononderwijs ....................................................................... 6 4.1 de visie op onderwijs in de Zonnebloem............................................................ 7 4.1.1 uitgangspunten van ons werken................................................................... 7 4.1.2 de zonnebloem in 4 woorden en 4 beelden ............................................... 7 4.2 Doelstellingen en voorwaarden............................................................................ 8 4.2.1 Doelstellingen.................................................................................................. 8 4.2.2 Voorwaarden.................................................................................................... 8 4.3 De rol van de leerkracht....................................................................................... 8 4.4 Pedagogisch handelen............................................................................................ 8 4.5 Didactisch handelen............................................................................................... 9 Relatie met ouders en dalton............................................................................... 9 5.1 Dalton en de ouders van de leerlingen .............................................................. 9 Dagelijkse praktijk op de Zonnebloem............................................................... 10 6.1 Werkvormen .......................................................................................................... 10 6.2 Zelfstandig werken.............................................................................................. 10 6.2.1 Begripsbepaling............................................................................................. 10 6.2.2 Specifieke verschillen................................................................................. 11 6.2.3 Regels en routines tijdens zelfstandig werken..................................... 11 6.2.4 Doelstelling (groep 3 t/m 8) ...................................................................... 12 6.2.5 Werkwijze - De leerkracht........................................................................ 12 6.2.6 Werkwijze - De leerlingen ......................................................................... 12 6.2.7 Het verloop van een les............................................................................... 12 6.2.8 Werken met uitgestelde aandacht........................................................... 13 Hulpmiddelen .................................................................................................... 14 7.1 Dagkleuren ............................................................................................................. 14 7.2 Dagritme / Taakbord .......................................................................................... 14 7.2.1 Groep 1/2 ....................................................................................................... 14 7.2.2 Groep 3 t/m 8 ............................................................................................... 14 7.3 open/gesloten zonnebloem ................................................................................. 15 7.4 tijdsklok ................................................................................................................. 15 7.5 kleurenblokje......................................................................................................... 15 7.6 geluidsklok ............................................................................................................. 15 7.7 vragenkaartje........................................................................................................ 15 7.8 Handelingswijzers ................................................................................................ 16 33
8
Taakbrief / werken met de taak ......................................................................... 17 8.1 werken met de taakbrief in groep 1 en 2 ....................................................... 17 8.1.1 Werkflat ........................................................................................................ 18 8.2 Dagtaak................................................................................................................... 19 8.3 Werken met de weektaak in groep 5 t/m 8................................................... 19 8.3.1 Verwerking..................................................................................................... 19 8.3.2 Keuzewerk...................................................................................................... 19 8.3.3 Evaluatie ......................................................................................................... 19 8.3.4 Inhoud van de taken .................................................................................... 20 8.3.5 Verwerking..................................................................................................... 20 8.3.6 Normale taak................................................................................................. 20 8.3.7 Verlichte taak ............................................................................................... 20 8.3.8 Plustaak........................................................................................................... 20 8.4 Keuzewerk.............................................................................................................. 21 9 Evaluatie............................................................................................................ 22 9.1 Evaluatie van het gemaakte werk (zelf nakijken)......................................... 22 9.2 Evaluatie van de taakbrief ................................................................................. 22 9.3 Einddoel .................................................................................................................. 22 9.4 Toetsen................................................................................................................... 23 10 Samenwerken................................................................................................ 24 10.1 Werkhouding ......................................................................................................... 24 10.2 Maatjeswerk.......................................................................................................... 24 10.3 samenwerkend leren ............................................................................................ 25 11 Inrichting............................................................................................................ 26 12 Werkplekken .................................................................................................. 27 13 Daltonwerkvormen........................................................................................ 28 13.1 kringen .................................................................................................................... 28 13.2 klassenbouwers ..................................................................................................... 28 14 Informatie en rapportage ............................................................................ 28 15 Vastleggen van daltonactiviteiten .................................................................. 30 16 Wat hebben we tot nu toe gedaan ................................................................. 31 17 Dalton ontwikkel activiteiten 2009-2011......................................................... 32
34