Inhoudsopgave
1
VOORWOORD ............................................................................................................................... 3
2
PROFIEL VAN DE ORGANISATIE................................................................................................ 5 2.1 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS ......................................................................................... 5 2.2 STRUCTUUR VAN HET CONCERN ................................................................................................ 5 2.3 KERNGEGEVENS....................................................................................................................... 8 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering ................................................................................... 8 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten ............................................... 8 2.4 BELANGHEBBENDEN ............................................................................................................... 13
3
BESTUUR, TOEZICHT EN BEDRIJFSVOERING ....................................................................... 19 3.1 NORMEN VOOR GOED BESTUUR ............................................................................................... 19 3.2 RAAD VAN BESTUUR ............................................................................................................... 19 3.3 RAAD VAN TOEZICHT ............................................................................................................... 19 3.4 BEDRIJFSVOERING.................................................................................................................. 21 3.5 CLIËNTENRAAD....................................................................................................................... 24 3.5.1 Cliëntenraad Gezinsbegeleiding en ACHN ..................................................................... 24 3.5.2 Raad van Advies ACHN .................................................................................................. 26 3.6 ONDERNEMINGSRAAD ............................................................................................................. 26
4
BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES ............................................................................. 28 4.1 MEERJARENBELEID................................................................................................................. 28 4.2 ALGEMEEN BELEID .................................................................................................................. 28 4.3 ALGEMEEN KWALITEITSBELEID ................................................................................................ 30 4.4 KWALITEITSBELEID TEN AANZIEN VAN CLIËNTEN........................................................................ 31 4.4.1 Kwaliteit van zorg ............................................................................................................. 31 4.4.2 Klachten cliënten ............................................................................................................. 33 4.5 KWALITEIT TEN AANZIEN VAN MEDEWERKERS ........................................................................... 34 4.5.1 Personeelsbeleid ............................................................................................................. 34 4.5.2 Kwaliteit van werk ............................................................................................................ 36 4.6 SAMENLEVING ........................................................................................................................ 37 4.7 FINANCIEEL BELEID ................................................................................................................. 38
BIJLAGE 1
Jaardocument 2010
AFKORTINGENLIJST ............................................................................................... 41
2
1
Voorwoord
De NSDSK is specialist voor taal en gehoor met een focus op het jonge kind. Vanuit de vier kernactiviteiten, vroege signalering, diagnostiek, behandeling en wetenschappelijk onderzoek schept zij condities voor de kwaliteit van leven van mensen met een auditieve of communicatieve beperking. In een omgeving die volop in beweging is, heeft de NSDSK in 2010 gewerkt vanuit het motto Zichtbaar en Samen. Als netwerkorganisatie hebben wij aandacht gegeven aan de interne en externe ketens. Met onze resultaten van zorg en onderzoek zijn wij actief naar buiten getreden. Intern is op alle locaties het gesprek gevoerd over de locale ketens en de wijze waarop wij kennis, advies of diensten toevoegen zodat mensen met problemen met horen of met spreken daar beter van worden. De maatschappelijke kaders voor de ontwikkelingen worden gevormd door een samenspel van bewegingen in de markt, de overheid (politiek), de cliënt en de (professionele) technologie. De overheid beoogt ontbureaucratisering van de zorg en beloning van prestaties. Ook versterkt de overheid de positie van de klant in de zorg. Om in de markt zichtbaar te zijn, is het van belang om kwaliteit zichtbaar te maken, maar ook om effecten van behandeling aan te tonen. Zeker zo belangrijk is het om te laten zien hoe met de beschikbare middelen een maximum aan resultaat wordt bereikt. Om de inbreng van de cliënten te vergroten zijn wij zowel op landelijk niveau met de belangenorganisaties in gesprek als op instellingsniveau met de cliëntenraad. Technologische ontwikkelingen en ook andere wetenschappelijke vooruitgang zorgen ervoor dat wij onze aanpak steeds evalueren en bijstellen. Dit komt terug in onze aanpak voor evidence based werken. Vanuit het centrale thema voor 2010 ‘Zichtbaar en Samen’ zijn drie speerpunten geformuleerd. Deze speerpunten zijn leidend geweest bij het formuleren van concrete (afdelings)doelstellingen. Hieronder een overzicht van de resultaten op de drie speerpunten. • Zichtbaarheid vergroten van kwaliteit en resultaten, zowel intern als extern. Het maatschappelijk jaardocument 2009 is in de vorm van een jaarbericht gestuurd naar alle relevante samenwerkingspartijen, zowel lokaal als landelijk. Het theaterfestival voor kinderen met een auditieve beperking is gerealiseerd. De NSDSK-leerstoel ‘Sociale en Emotionele ontwikkeling bij kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking’ is gerealiseerd. Ter gelegenheid van de oratie is een symposium georganiseerd. Ook heeft een symposium plaatsgevonden in samenwerking met Stichting Van der LemFonds. Voor beide symposia is veel belangstelling geweest. In het augustusnummer van de Van Horen Zeggen is een artikel geplaatst waarin de NSDSK verantwoordt hoe, binnen de methodiekontwikkeling voor de behandeling van ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm), de ontwikkeling naar evidence based werken vorm krijgt. Voor de kinderen met esm is de ontwikkelingsmonitor ingevoerd. Elk half jaar komen de resultaten van het interne klanttevredenheidsonderzoek beschikbaar. Tijdens de personeelsbijeenkomst met als thema ‘De NSDSK als kennismarkt’ hebben mensen organisatiebreed vraag en aanbod kunnen uitwisselen. De NSDSK heeft in landelijke netwerken bijgedragen aan verschillende ontwikkelingen, zoals Zichtbare Zorg, uniforme taalsignalering en afstemming van onderzoeksprogramma’s. Met (internationale) lezingen en publicaties deelt de NSDSK haar kennis met anderen. De cliëntenraad heeft als speerpunt gekozen voor de informatie aan de cliënt. In goede samenspraak en samenwerking zijn bijvoorbeeld nieuwe folders en brochures ontwikkeld voor de NSDSK algemeen, het ACHN en de Gezinsbegeleiding. Eind 2010 heeft de NSDSK meegedaan aan de ontwikkeling van een landelijke klanttevredenheidsindex voor de sector zintuiglijk gehandicapten. De uitkomsten van dit onafhankelijk onderzoek waren goed. De zorg van de NSDSK wordt met een 8,4 beoordeeld, de organisatie krijgt een 8,3 van onze cliënten. Versterken en zichtbaar maken van samenwerking: met landelijke partners en met regionale ketenpartners. Zowel met landelijke als regionale partijen zijn de netwerken in kaart gebracht. Dit is gebeurd door de verschillende teams, de teamleiders en het managementteam. Dit heeft geleid tot samenwerkingsovereenkomsten. Met Partners in Verstaan (Pento, NSDSK en Koninklijke Auris Groep) is een intentieverklaring getekend. Met Koninklijke Auris Groep en de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm is een overeenkomst tot samenwerking in Hilversum afgesloten. Met MOC ‘t Kabouterhuis is de samenwerking in de diagnostiek vastgelegd. De samenwerking met de Professor van Gilseschool is uitgebreid evenals met het audiologisch centrum van VUmc. De dialoog met belanghebbenden wordt door medewerkers, management en bestuur van de NSDSK gevoerd. •
Jaardocument 2010
3
Verbeteren van de condities (automatisering, personeel en cultuur) voor het primaire proces. In 2010 is het nieuwe systeem voor financiële en personele administratie geheel in gebruik genomen. Het gemak voor medewerkers en management zal komende maanden nog verder toenemen. Er heeft versterking van het management plaatsgevonden. Ter ondersteuning van het jaarplan ‘Zichtbaar en Samen’ is door elk team gesproken over de betekenis voor het eigen werk. Er heeft een onafhankelijk medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Hieruit komt naar voren dat de NSDSK ruim boven het gemiddelde scoort. In paragraaf 4.5.2 worden de uitkomsten besproken. Voorbereidende werkzaamheden zijn verricht om tot een verantwoorde keuze voor een elektronisch cliëntdossier te komen. •
mw. drs. G.A. van den Brink Raad van bestuur
Jaardocument 2010
4
2
Profiel van de organisatie
2.1
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon
NSDSK specialist voor taal en gehoor
Statutaire naam Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind Lutmastraat 167 1073 GX Amsterdam 020-5745945 41197688
[email protected] www.nsdsk.nl
2.2
Structuur van het concern
Organisatie De NSDSK is een kennis- en zorgorganisatie op het gebied van taal en gehoor. De NSDSK biedt diagnostiek, behandeling en begeleiding aan kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking in de leeftijd van 0-16 jaar en hun ouders, met een accent op de leeftijdsgroep van 0-5 jaar. Volwassenen met een auditieve beperking behoren eveneens tot de doelgroep, voor zover het de activiteiten van het Audiologisch Centrum Holland Noord betreft. Daarnaast ondersteunt de NSDSK de landelijke vroegsignalering voor gehoorstoornissen en verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek, waardoor er mede zorg gedragen wordt voor landelijke implementatie van innovaties voor de doelgroep. De NSDSK heeft vier afdelingen: Audiologisch Centrum Holland Noord (ACHN), Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen (VOG), Gezinsbegeleiding (Gb) en Onderzoek & Ontwikkeling (O&O). Het ACHN en de Gezinsbegeleiding verlenen zorg aan mensen met een auditieve en/of communicatieve beperking. Het ACHN richt zich hierbij vooral op multidisciplinaire zorg met betrekking tot gehooronderzoek, aanpassen hoortoestellen, spraak- en taaldiagnostiek en adviezen op het gebied van audiologische hulpverlening en hulpmiddelen. De afdeling Gezinsbegeleiding geeft opvoedingsondersteuning, gebarentaalcursussen en heeft speciale behandelgroepen voor dove en slechthorende peuters en voor peuters met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm). De afdeling VOG verleent diensten en scholing voor de uitvoering en innovatie van de neonatale gehoorscreening en bewaakt de kwaliteit van het proces. De afdeling O&O voert wetenschappelijk onderzoek uit en ontwikkelt producten die nauw aansluiten bij de praktijk van de overige afdelingen van de NSDSK. De resultaten van het onderzoek worden landelijk (en internationaal) beschikbaar gesteld. Structuur De NSDSK wordt aangestuurd door een eenhoofdige Raad van bestuur, in de tekst van het jaardocument duiden we de Raad van bestuur ook als directeur/bestuurder aan. Voor de dagelijkse leiding zijn er drie afdelingsmanagers en een hoofd Bedrijfsvoering, die samen met de directeur/bestuurder, de beleidsmedewerker en de personeelsadviseur het managementteam (MT) vormen. Het MT bestaat uit de volgende personen: • Gertrude van den Brink (directeur/bestuurder); • Noëlle Uilenburg (manager afdelingen O&O en VOG); • Saskia Zonneveld (manager ACHN); • Dick Aarts (manager Gb); • Simone Pronk (hoofd Bedrijfsvoering/controller); • Francis van Loenen (P&O adviseur); • Inge Meily (senior beleidsmedewerker/bestuursadviseur) Het MT wordt ondersteund door Sabine Scholten, directiesecretaresse. Jaardocument 2010
5
Binnen de afdelingen zijn teamleiders verantwoordelijk voor kleinere teams rondom een specifieke cliëntpopulatie. Bij de VOG werken twee accountmanagers. Deze zijn verantwoordelijk voor het beheer van de klantcontacten en de uitvoering van de afgesloten contracten. Binnen de afdeling O&O, waar projectmatig gewerkt wordt, functioneren de (senior)onderzoekers als projectleiders. Voor de onderzoek- en ontwikkelactiviteiten wordt onder meer gebruikgemaakt van donaties. Deze worden deels beheerd door Stichting Fonds voor het Dove en Slechthorende Kind. Namens de NSDSK zijn twee leden van de Raad van toezicht afgevaardigd in het bestuur van deze steunstichting. De NSDSK functioneert in een Raad van toezichtmodel. Formele besluitvorming vindt plaats door de Raad van bestuur, die hierover verantwoording aflegt aan de Raad van toezicht. De Raad van bestuur wordt geïnformeerd en geadviseerd door het managementteam. Direct onder de directeur/bestuurder vallen de volgende organisatieonderdelen: bedrijfsvoering/financiën, personeelszaken, beleidsondersteuning, secretariaat en de ICT. Daarnaast heeft de NSDSK een ondernemingsraad en een cliëntenraad. Het ACHN heeft een Raad van advies. In deze raad zijn regionale stakeholders vertegenwoordigd. Bestuursstructuur
Raad van toezicht
Raad van bestuur Bedrijfsvoering/ financiën Personeelszaken
Ondernemingsraad
Beleidsondersteuning Cliëntenraad
ICT Secretariaat
Gezinsbegeleiding
Teams d/sh
Audiologisch Centrum Holland Noord
Onderzoek & Ontwikkeling
Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen
Raad van Advies
Teams esm Kinder gehoor team
Team gehoor volwas senen
Spraak taal teaml
Onder de teams d/sh vallen de drie behandelgroepen voor dove en slechthorende peuters in Alkmaar, Amsterdam en Haarlem, de ambulante gezinsbegeleiding, de communicatietrainingen en de diagnostiek. Jaardocument 2010
6
De teams esm zijn regionaal ingedeeld, hieronder vallen de negen behandellocaties voor peuters met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden in Alkmaar, Amsterdam, Amsterdam Zuidoost, Hoorn, Purmerend, Beverwijk, Den Helder, Hilversum en Haarlem. De zorg bestaat uit behandelgroepen, ouderprogramma’s en ambulante begeleiding (pilot). De afdelingen O&O en VOG hebben een landelijk bereik. De VOG geeft ook ondersteuning aan Aruba en Curaçao. Het onderstaande kaartje geeft de spreiding van de behandellocaties aan.
Behandellocaties NSDSK
Ster Den Helder ACHN Den Helder
ACHN Alkmaar
Ster Hoorn
Ster & Knipoog Alkmaar Ster Purmerend Ster Beverwijk
Ster & Knipoog Haarlem ACHN Haarlem
ACHN Amsterdam Ster & Knipoog Amsterdam Ster A’dam Zuidoost
Ster Hilversum
Behandelgroepen voor peuters met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm): Ster Behandelgroepen voor dove en slechthorende kinderen: Knipoog Audiologisch Centrum Holland Noord
Jaardocument 2010
7
2.3
Kerngegevens
2.3.1
Kernactiviteiten en nadere typering
In 1953 is de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) te Amsterdam opgericht. De NSDSK is specialist voor taal en gehoor met een focus op het jonge kind. De NSDSK staat voor de gehele keten van zorg en innovatie: screening, multidisciplinaire diagnostiek, revalidatie, begeleiding en behandeling. De activiteiten zijn altijd gericht op het kind (of de volwassene) en diens omgeving. Andere activiteiten die door de NSDSK worden verricht zijn: scholing en deskundigheidsbevordering, wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van nieuwe zorgproducten. 2.3.2
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
De zorgtak van de NSDSK bestaat uit twee afdelingen, het Audiologisch Centrum Holland Noord (ACHN) en de afdeling Gezinsbegeleiding. De afdeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen (VOG) is het landelijk kenniscentrum voor de neonatale gehoorscreening binnen de jeugdgezondheidszorg. De afdeling Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hieronder worden voor alle vier de afdelingen de cliënten, de productie, de projecten en het personeel beschreven. Audiologisch Centrum Holland Noord (audiologische producten) Cliënten De cliënten van het audiologisch centrum zijn mensen (in het geval van kinderen de ouders) die zorgen hebben over hun gehoor of spraak- en taalontwikkeling. Afhankelijk van de leeftijd en vraag bij binnenkomst wordt door een multidisciplinair team diagnostisch onderzoek gedaan. Aansluitend vindt zonodig revalidatie, advisering en/of verdere verwijzing plaats. In totaal zijn er 3632 cliënten in 2010 behandeld. De verhouding kind (< 16 jaar) – volwassene (> 16 jaar) is respectievelijk 45% – 55%. Cliënten in behandeling
2008
2009
2010
Groei t.o.v. voorgaand jaar
Kinderen Spraak-taal Gehoor Totaal Kinderen
231 1.051 1.282
282 1.178 1.460
392 1.241 1.633
39% 5% 12%
Volwassenen Gehoor
1.190
1.796
1.999
11%
Totaal aantal cliënten
2.472
3.256
3.632
12%
Overige gegevens
Aantal bezoeken Aantal verrichtingen Aantal nieuwe cliënten Aantal medewerkers per 31 december Aantal fte per 31 december
2008
4.130 9.326 1.508 18 12,0
2009
2010
6.119 13.989 2.037 21 13,6
6.813 16.346 2.161 25 15,4
Groei t.o.v. voorgaand jaar 11% 17% 6% 19% 13%
Het aantal cliënten dat in het kalenderjaar een behandeling heeft gehad is sinds 2008 met 1160 cliënten toegenomen. Dit heeft voornamelijk te maken met een betere signalering en doorverwijzing van kinderen en volwassenen met hoor- en/of spraak- en taalproblemen. Ook is er (landelijk) meer aandacht voor de tinnitusproblematiek (oorsuizen). Het ACHN is tegemoetgekomen aan de toenemende vraag door spreiding van het aanbod: sinds 2008 is het ACHN ook werkzaam op andere Jaardocument 2010
8
locaties; in Den Helder in het Gemini Ziekenhuis; in Haarlem, in samenwerking met het audiologisch centrum van het VUmc in het Kennemer Gasthuis; en op de Lutmastraat in Amsterdam. Hierdoor kunnen meer cliënten gebruikmaken van de diensten van het ACHN. Zoals in de tabel is te zien zijn er meer verrichtingen dan bezoeken. Per bezoek worden gemiddeld 2,4 verrichtingen uitgevoerd. Dit was in 2009 gemiddeld 2,3 verrichting per bezoek. Gezinsbegeleiding (AWBZ) De cliënten van de afdeling Gezinsbegeleiding zijn kinderen met auditieve of communicatieve problemen en hun ouders. Wij maken onderscheid tussen kinderen die doof of ernstig slechthorend zijn (doof/esh), kinderen met een matige slechthorendheid (msh) en kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm). Cliënten in behandeling
2008
2009
2010
Groei t.o.v. voorgaand jaar
Doof/ ernstig slechthorend Ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm) Matig slechthorend Overig
104 119 77
110 170 77 1
116 191 83 1
5% 12% 8% 0%
Totaal aantal cliënten
300
358
391
9%
Nieuwe cliënten
Doof/ ernstig slechthorend Ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm) Matig slechthorend Totaal aantal nieuwe cliënten
Overige gegevens
Cliënten uit zorg Aantal declarabele uren productie Aantal behandellocaties Aantal medewerkers per 31 december Aantal fte per 31 december
2008
2009
2010
Groei t.o.v. voorgaand jaar
24 83 19
31 84 10
22 106 23
-29% 26% 130%
126
125
151
21%
2008
2009
2010
43 18.072 d/sh: 3 esm: 6 49 25,3
69 25.761 d/sh: 3 esm: 9 59 32,5
59 30.076 d/sh: 3 esm: 9 72 38,7
Groei t.o.v. voorgaand jaar -14% 17%
22% 19%
In 2010 werden 151 kinderen aangemeld, dit is 21% meer dan in het voorgaande jaar. Het totaal aantal kinderen in zorg is gestegen met 9% naar 391 kinderen. In totaal zijn er nu drie behandellocaties voor dove en ernstig slechthorende kinderen en negen behandellocaties voor kinderen met esm. Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen (VOG) De afdeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen (VOG) is het landelijk kenniscentrum voor de neonatale gehoorscreening binnen de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Naast betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek vindt kennisoverdracht plaats in de vorm van trainingen en bijscholing van uitvoerders van de neonatale gehoorscreening. Ook worden cursussen en informatiebijeenkomsten georganiseerd voor professionals in de gezondheidszorg. De afdeling verricht eveneens uitvoerende en ondersteunende diensten voor de jeugdgezondheidszorgorganisaties. De VOG draagt er zorg voor dat de betrokkenen op de hoogte
Jaardocument 2010
9
blijven van ontwikkelingen op het gebied van neonatale gehoorscreening en realiseert vernieuwingen en verbeteringen. De VOG heeft per einde verslagjaar 11 medewerkers in dienst; 5,6 fte.
2008
Aantal medewerkers per 31 december Aantal fte per 31 december
10 5,8
2009
11 5,6
2010
11 5,6
Groei t.o.v. voorgaand jaar 0% 0%
Trainingen In 2010 hebben de medewerkers van de afdeling VOG twaalf OAE trainingen gegeven aan in totaal 65 cursisten. In deze cursus leren JGZ-medewerkers hoe zij de OAE (oto acoustische emissie) screening bij pasgeborenen moeten uitvoeren. Bovendien zijn drie nieuwe regiocoördinatoren opgeleid (OAE training, A-ABR training en training in proces- en kwaliteitsbewaking) en vier JGZmedewerkers die al OAE screeningen deden, hebben de A-ABR training gevolgd. Bijscholing In het voorjaar en najaar van 2010 zijn coördinatorendagen georganiseerd. Tijdens deze dagen werden de 30 regiocoördinatoren van de gehoorscreening bijgeschoold in de volgende onderwerpen: - CMV infecties en de gevolgen voor het gehoor - Neonatale gehoorscreening in Europa - Tijdigheid hoortoestelaanpassing - Noodzaak vroegsignalering - Diagnostiek; wat staat er in de brieven - Hoortoestelaanpassing bij kleine kinderen - Het werken met het nieuwe CANG - Lazy ears - Sociaal emotionele ontwikkeling van slechthorende kinderen Resultaten VOG verzorgt diensten aan alle organisaties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de JGZ. In 2010 werden ruim 180.000 kinderen gescreend door de JGZ. De resultaten van de gehoorscreening voor 2010 zijn op dit moment niet in detail bekend. Deze zullen worden uitgewerkt in de jaarlijkse monitoring die wordt uitgevoerd door TNO in opdracht van het RIVM Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB). De monitoring van 2009 is wel gereed en verspreid door het RIVM. In totaal zijn 181.574 kinderen door de JGZ gescreend, waarvan 80% in de gecombineerde screening met de hielprik en 20% op zittingen op het consultatiebureau. 585 kinderen werden verwezen naar een audiologisch centrum. Op basis van de resultaten in de NSDSK-monitor diagnostiek (een database waarin alle uitslagen van diagnostisch onderzoek na een onvoldoende neonatale gehoorscreening worden geregistreerd) werd voorlopig bij 52% een normaal gehoor vastgesteld, ondanks de uitval op de screening. Bij 16% (79 kinderen) werd een eenzijdig gehoorverlies gediagnosticeerd en bij 31,7% (154 kinderen) een tweezijdig gehoorverlies. Dit zijn voorlopige resultaten omdat er nog van 94 kinderen een einduitslag voor het diagnostisch onderzoek ontbreekt in de database. Registratiesysteem In 2009 is gestart met de hernieuwde versie van het Centraal Administratie systeem Neonatale Gehoorscreening (CANG). Het CANG is een cluster van systemen die testen ondersteunt en data zorgvuldig en betrouwbaar bewaakt. Er is een functionele analyse gemaakt voor het nieuwe administratiesysteem. Op basis van het programma van eisen is gestart met de bouw van het nieuwe CANG. In 2010 is het nieuwe CANG gelanceerd en draait op een tijdelijke server. In deze omgeving kan verder gebouwd worden aan het programma. Er wordt samengewerkt met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Nationaal ICT Instituut in de Zorg (NictiZ) en de Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC) om koppelingen tot stand te brengen tussen de digitale dossiers van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het CANG en tussen OpenAC (het registratiesysteem van de audiologische centra) en het CANG. De regiocoördinatoren worden op de coördinatorendagen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van de bouw van het nieuwe CANG. Managers JGZ worden in de jaargesprekken geïnformeerd over de ontwikkelingen. Jaardocument 2010
10
Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) De afdeling Onderzoek & Ontwikkeling verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek en ontwikkelt methodieken voor de vroegtijdige signalering, diagnostiek en begeleiding van kinderen met gehooren/of taalproblemen. De afdeling stemt haar prioriteiten zoveel mogelijk af op de behoeften van de andere afdelingen van de NSDSK. Ook speelt zij in op ontwikkelingen in de jeugdgezondheidszorg en de zorg voor en het onderwijs aan jonge kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen. De afdeling Onderzoek & Ontwikkeling werkt eraan om het zorg- en ondersteuningsaanbod van de NSDSK te baseren op de normen en richtlijnen van ‘evidence based practice’. Afdeling O&O heeft per einde verslagjaar 5 medewerkers in dienst; 3,7 fte. 2008
Aantal medewerkers per 31 december Aantal fte per 31 december
4 3,5
2009
5 3,8
2010
5 3,7
Groei t.o.v. voorgaand jaar 0% -2%
Projecten In 2007 is gestart met het project ‘Ontwikkelen en onderzoeken van begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby’s en peuters’. In 2010 zijn drie thema-avonden ontwikkeld met als doel ouders met elkaar in contact te brengen en hen informatie te geven over de sociaal-emotionele ontwikkeling, voorlezen en spelontwikkeling. Daarnaast zijn bij 29 matig slechthorende kinderen en 40 horende kinderen in 2010 gegevens verzameld over de taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en over de ouder-kind interactie. De NSDSK is in 2008 samen met de Universiteit Leiden (sectie Ontwikkelingspsychologie van de faculteit der Sociale Wetenschappen) en de afdeling KNO van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gestart met een onderzoek naar de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met een cochleair implantaat. Het doel van het onderzoek is met een volgsysteem het verloop van de sociale en emotionele ontwikkeling in kaart te brengen en het effect hiervan op de ontwikkeling van symptomen van psychopathologie. In 2010 is de eerste meting afgerond bij de 91 deelnemende kinderen met een cochleair implantaat en is een start gemaakt met de tweede meting waarin de kinderen een jaar ouder zijn. De gegevensverzameling bij een controlegroep van horende kinderen is ook voortgezet. In 2010 is de NSDSK gestart met de implementatie van een volgsysteem op de esm behandelgroepen, waarmee de spraak- taalontwikkeling en de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen die bij de NSDSK in behandeling zijn op de voet gevolgd kunnen worden. Alle medewerkers zijn getraind in het gebruik van het volgsysteem (afname testen en vragenlijsten, gebruik van het webbased programma BergOp) en in de zomer van 2010 is gestart met het monitoren van kinderen die starten met de behandeling. De verwachting is dat de implementatie van het volgsysteem voor dove en slechthorende kinderen in 2011 plaatsvindt. Daarnaast hebben medewerkers van O&O collegaorganisatie Koninklijke Auris Groep ondersteund bij het voorbereiden van de implementatie van hetzelfde volgsysteem. In 2011 zal ook Pento starten met de invoering van het volgsysteem en daarbij ondersteund worden door medewerkers van O&O. In 2009 is een methodiek ontwikkeld voor de esm-behandelgroepen, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. De methodiek is in januari 2010 aan alle medewerkers gepresenteerd. Vervolgens zijn er twee bijeenkomsten voor alle medewerkers georganiseerd waarin steeds bij de implementatie aan een onderdeel van de methodiek aandacht werd besteed. De methode voor thematisch werken Peuterpraat is op de groepen in gebruikgenomen. In 2010 is tevens een start gemaakt met een methodiektraject voor de behandeling en begeleiding van dove en slechthorende cliënten en hun families. In 2010 is de cursus ‘Nederlands ondersteund met Gebaren’ voor ouders van slechthorende kinderen ontwikkeld. Deze cursus is speciaal ontwikkeld voor ouders van jonge slechthorende kinderen. De cursus bestaat uit zes lessen waarin verschillende thema’s worden behandeld.
Jaardocument 2010
11
In 2010 is een project voorbereid in samenwerking met het ACHN. In dit project wordt een nieuwe vorm van begeleiding bij patiënten met tinnitus bestudeerd in een randomized controlled trial. In 2010 zijn daarnaast werkzaamheden voor de volgende lopende projecten uitgevoerd: - Onderzoek naar passend onderwijs voor kinderen met esm (speerpuntscholen). - Onderzoek naar de ouder-kind interactie bij kinderen met een cochleair implantaat. Publicaties - Karin Wiefferink, Bernadette Vermeij, Heleen van der Stege, Noëlle Uilenburg. (2010). Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders van kinderen met een cochleair implantaat. Logopedie en Foniatrie, 82(1), 9-14. - Karin Wiefferink, Saskia Veentjer, Carla Zandvliet, Elles Okma, Dominique Dorren, Jorien Zorzi, Dodijn Wobo. (2010). Ontwikkeling van een behandelmethodiek: op weg naar evidencebased werken. Van Horen Zeggen, 51(4), 10-18. - C.H. Wiefferink, B.A.M. Vermeij, N. Uilenburg. (2010). How to improve health care for cochlear implant children from Turkish families living in Holland. Cochlear Implants International, 11(suppl. 1), 399-402. - C. Rieffe, L. Ketelaar, C.H. Wiefferink. (2010). Assessing empathy in young children: Construction and validation of an Empathy Questionnaire (EmQue). Personality and Individual Differences, 49, 362-367. - L. Ketelaar, C. Rieffe, A. Otten-Koens, J.H.M. Frijns, C.H. Wiefferink, A. van Zijp, A.P.A.M. Stockman. (2010). Social emotions in deaf children with a CI between one and five years of age. Cochlear Implants International, 11(suppl.1), 315-318. - Bernadette Vermeij. (2010). Theaterdagen groot succes. ‘Dit is een geweldige ervaring’. Van Horen Zeggen, 51(6), 6-7. Presentaties - Karin Wiefferink, Vedat Topsakal: Het allochtone kind. Symposium 20 jaar Cochleaire Implantatie bij kinderen in Nederland. Nijmegen, 4 februari 2010. - Karin Wiefferink. Spraak- en taalproblemen en sociaal-emotionele ontwikkeling. Symposium ter gelegenheid van de oratie van Carolien Rieffe. Leiden, 1 november 2010. - E. Dirks, N. Uilenburg, T. Kriens, R. van der Zee. Effects of intervention in young children with moderate hearing impairments. Neonatal Hearing Screening Conference. Como, juni 2010. - E. Dirks, N. Uilenburg, T. Kriens, R. van der Zee. (2010, juli). Psychosocial factors in the development of young children with moderate hearing impairments. Poster gepresenteerd op the International Congress on the education of the deaf. Vancouver, juli 2010. - E. Dirks, M. van Dijk. Visie omtrent taalaanbod, het proces. Paper gepresenteerd op Kentalis kennisdag. Nijmegen, november 2010. - Bernadette Vermeij, Taakafname bij jonge dove kinderen met een CI. 1-11-2010. Symposium ter gelegenheid van de oratie van Carolien Rieffe. Leiden, 1 november 2010. - Bernadette Vermeij, Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een Cochleair Implantaat. WAG-studiedag. Venlo, 1-10-2010. - Van der Ploeg CPB, Jille ETM, Uilenburg NN, Meuwese A, Verkerk PH (2010, Jue) Age at neonatal hearing screening and test result. Presentation at the NHS, Como, juni 2010. - Korver AMH, Konings S, Meuwese-Jongejeugd J, van Straaten HLM, Uilenburg NN, Dekker FW, Wever CC, Frijns JHM, Oudesluys-Murphy AM. (2010, June) Newborn hearing screening; who is lost and who is Found? Presentation at the NHS, Como, juni 2010. - Uilenburg N.N. et al. NHS in the Netherlands. Still going strong. Presentation at the NHS, Como, juni 2010. - Uilenburg, N.N. Tijdigheid start interventie doof/slechthorende kinderen. RIVM CvB. Bijeenkomst audiologen, januari 2010. Onderwijs Afdeling O&O verzorgt jaarlijks gastcolleges over neonatale gehoorscreening aan de Stichting Audiologische Opleidingen in Utrecht. Ook wordt jaarlijks een interactieve scholing verzorgd over neonatale gehoorscreening aan studenten van de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen van de VU. Daarnaast wordt in samenwerking met collega’s van het audiologisch centrum het vak psychologie verzorgd voor de opleiding tot audiologieassistent van de Stichting Audiologische Opleidingen.
Jaardocument 2010
12
In 2010 is daarnaast scholing gegeven aan JGZ-medewerkers van JGZ Kennemerland over taalstimulering. Ook zijn er een aantal stagiaires geweest van Algemene Taalwetenschap, Pedagogiek en de SPW-opleiding waaraan begeleiding en scholing is gegeven. Overig Bernadette Vermeij, een medewerker van O&O, was geheel 2010 redactielid van het tijdschrift Van Horen Zeggen. Noëlle Uilenburg participeert in het project ‘Evidence based richtlijnontwikkeling voor etiologische diagnostiek bij slechthorende kinderen’ dat in opdracht van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) wordt uitgevoerd. Haar rol daarin richt zich op de behoefte aan informatie en counseling onder ouders. 2.4
Belanghebbenden
De strategie van de NSDSK is gericht op samenwerking binnen een grote diversiteit aan netwerken. De belangrijkste worden hieronder besproken. Regionale en landelijke ketenpartners Regionale ketenpartners De NSDSK werkt zowel vanuit het ACHN als de Gezinsbegeleiding in diverse regio’s met veel ketenpartners samen. De NSDSK ziet het als haar taak om de keten rondom het dove en slechthorende kind of het kind met esm in kaart te brengen en het zorgaanbod onderling af te stemmen; kennis te verspreiden; hiaten op te vullen en overlappingen te bespreken. De keten van het ACHN bestaat o.a. uit KNO-artsen, audiciens, huisartsen, consultatiebureaus, logopedisten, verstandelijke gehandicaptenzorg en jeugdhulpverlening. Met deze verschillende disciplines wordt op verschillende terreinen samengewerkt en afgestemd o.a. op basis van het NOAHprotocol en de veldnorm. De Gezinsbegeleiding werkt samen met logopedisten(praktijken), VTO-teams, MEE en kinderdagverblijven. Ook wordt er samengewerkt met diverse instellingen voor jeugdhulpverlening, zoals Spirit, Parlan en MOC ’t Kabouterhuis. Met MOC ’t Kabouterhuis wordt op organisatieniveau samengewerkt aan gemeenschappelijke diagnostiek voor kinderen met complexe ontwikkelingsproblematiek. Jeugdgezondheidszorg organisaties In 2010 werden in opdracht van onderstaande instellingen door de afdeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen diensten verleend bij de uitvoering van de neonatale gehoorscreening: ActiVite Thuiszorg Groot-Rijnland, Zorggroep Almere, GGD Midden Nederland, GGD Twente, Careyn Kraamzorg BV, Careyn Midden, Careyn Noord, Carinova, Stichting JGZ Drechtsteden, Stichting Zorgbeheer De Zellingen, De Zorgboog Jeugdgezondheidszorg, Florence, GGD Friesland, GGD Amsterdam, GGD Gooi en Vechtstreek, GGD Groningen, GGD Kennemerland, GGD Regio Nijmegen, GGD Zaanstreek Waterland, GGD Zeeland, Stichting GroenekruisDomicura, Icare Jeugdgezondheidszorg, JGZ Kennemerland, Kruiswerk West-Veluwe, MeanderGroep Zuid-Limburg, Jong Florence, Stichting Thuiszorg Midden Gelderland, CJG Rijnmond, GGD Hollands Noorden, Orbis Thuiszorg, Rivas Zorggroep, RIVM, Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra, Stichting Thuiszorg & Maatschappelijk Werk Rivierenland, Thuiszorg Pantein, Thuiszorg West-Brabant, Valent, Vérian, RDOG (GGD midden Holland), Vierstroom, Vivent, Yunio, Groene Kruis Jeugdgezondheidszorg, Zorggroep Oude en Nieuwe Land, Thebe Jeugdgezondheidszorg BV, ZuidZorg, Wit Gele Kruis Aruba, Jeugdgezondheidszorg Curaçao. In het kader van de neonatale gehoorscreening heeft de NSDSK in 2010 trainingen gegeven aan uitvoerders van de neonatale gehoorscreening. Bovendien ondersteunde de NSDSK de JGZ bij de coördinatie van de neonatale gehoorscreening en fungeerde zij als helpdesk. De NSDSK heeft ook de kwaliteitsmonitoring gedaan voor een aanzienlijk deel van de JGZ-organisaties. Dit vond plaats in de vorm van het per kwartaal of per halfjaar toetsen van de resultaten van de neonatale gehoorscreening aan de kwaliteitseisen op organisatie- en op screenersniveau. Verder wordt door het ACHN samengewerkt met de regionale JGZ-instellingen. Deze verwijzen kinderen door voor multidisciplinaire diagnostiek. Met de jeugdartsen is regelmatig overleg. Met het VTO-team van de afdeling JGZ van de GGD van Amsterdam wordt samengewerkt in het bouwen van een diagnostisch programma voor kinderen met complexe ontwikkelingsproblematiek. MOC ‘t Kabouterhuis is partner in deze samenwerking. Jaardocument 2010
13
Met JGZ Kennemerland wordt intensief samengewerkt. De afdeling O&O heeft deze organisatie in 2009 ondersteund bij de invoering van het nieuwe protocol taalsignalering. Na een succesvolle pilot werd dit protocol in de gehele organisatie ingevoerd. In 2010 is de samenwerking voortgezet en zijn de bevindingen van de nieuwe werkwijze vergeleken met de oude werkwijze. Hiervan is verslag gedaan in een artikel dat in 2011 gepubliceerd wordt in het Tijdschrift Jeugdgezondheidszorg. CI-teams Een CI (cochleair Implantaat) is een elektronische prothese waarmee geluid omgezet wordt in elektrische pulsen die de gehoorzenuw stimuleren. Hierdoor kunnen kinderen/volwassenen die geen of een beperkt restgehoor bezitten, opnieuw klanken, geluiden en spraak leren waarnemen. De NSDSK participeert in twee CI-teams in Amsterdam: het team van het VUmc en het AMC. De operatie vindt plaats in het VUmc of het AMC. Een deel van de diagnostiek, de training en de begeleiding van kinderen en hun ouders, voor en na de operatie, vindt plaats bij de NSDSK. Naast deze beide CI-teams in Amsterdam, waar de NSDSK onderdeel uitmaakt van het team, wordt samengewerkt met de CI-teams van Leiden, Utrecht en Nijmegen. De rol van de NSDSK bij deze teams bestaat uit de voor- en nazorg die vanuit de afdeling Gezinsbegeleiding wordt verleend. Met Leiden en Nijmegen zijn in 2010 de samenwerkingsafspraken vastgelegd, in 2011 zal dit ook met Utrecht gebeuren. Gemini Ziekenhuis Den Helder In samenwerking met de KNO-afdeling van het Gemini Ziekenhuis in Den Helder wordt gehoordiagnostiek gedaan. AC VUmc/ Kennemer Gasthuis In het Kennemer Gasthuis te Haarlem wordt in samenwerking met het Audiologisch Centrum VUmc onderzoek gedaan op het terrein van gehoordiagnostiek en revalidatie (technisch) van volwassenen en gehoordiagnostiek bij kinderen vanaf 2,5 a 3 jaar. Landelijke beleidscommissie Gezinsbegeleiding Met de zes andere instellingen voor gezinsbegeleiding werkt de NSDSK samen binnen deze commissie. In 2010 is er een bijeenkomst geweest met afgevaardigden van de FODOK en de FOSS waar de nieuwste ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor gezinsbegeleiding zijn besproken. Daarnaast is een begin gemaakt met het herstructureren van de commissie met als doel beter aan te sluiten bij de situatie, zoals deze is ontstaan na alle fusies die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Sigra De vereniging Sigra is het algemene samenwerkingsverband van de zorginstellingen die werken voor Amsterdam/Diemen en omstreken. De NSDSK is geen lid, maar participeert in de commissie Kindzorg van de Sigra. Partners in Verstaan De bestuurders van Pento, de Koninklijke Auris Groep en de NSDSK hebben in dit verslagjaar de alliantie Partners in Verstaan bezegeld met een De bestuurders van Pento, de intentieverklaring. De leidende gedachte bij de Koninklijke Auris Groep en de alliantievorming is de beoogde maatschappelijke meerwaarde vanuit het perspectief van de cliënt en NSDSK hebben dit verslagjaar het zorgaanbod met een landelijke reikwijdte. In 2010 alliantie Partners in Verstaan is de start gemaakt met het werken naar een meer bezegeld met een sluitend zorg- en onderwijsaanbod in de regio’s waar intentieverklaring. de drie organisaties actief zijn. In een gezamenlijke bijeenkomst tussen de managementteams zijn de kwaliteitsagenda’s op elkaar afgestemd en zijn concrete afspraken voor samenwerking gemaakt. Gezamenlijk wordt het gesprek gevoerd met de belangenorganisaties van cliënten. In 2011 wordt gestreefd naar de vorming van een coöperatie tussen de organisaties.
Jaardocument 2010
14
de
Collega-organisaties auditief-communicatief Pento De NSDSK werkt naast Partners in Verstaan op een aantal activiteiten samen met Pento. Ten eerste is er uitwisseling tussen beide organisaties voor het primaire proces. Ten tweede is er samenwerking op onderzoeks- en ontwikkelprojecten. Op dit moment loopt het project Matig Slechthorende Kinderen. Pento is hierin een actieve onderzoekspartner. Zij levert zowel een inhoudelijke bijdrage aan het project als cliënten die deel uitmaken van het onderzoek. Koninklijke Auris Groep De samenwerking met de Koninklijke Auris Groep vindt op een aantal niveaus plaats en heeft betrekking op zowel het primaire proces als het ondersteunende proces. De Koninklijke Auris Groep is ook een samenwerkingspartner in onderzoeks- en ontwikkelprojecten. Kinderen met een CI die bij Auris in begeleiding zijn participeren in het onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een CI. In 2010 is gestart met samenwerking op het gebied van het monitoren van kinderen. Kentalis Met Kentalis heeft de NSDSK afspraken vastgelegd over afstemming van de onderzoeksagenda en uitwisseling van de resultaten. Jaarlijks vindt een ontmoeting plaats tussen de beide onderzoeksafdelingen om elkaar te informeren en met elkaar af te stemmen. In 2010 ontwikkelden medewerkers van PonteM (onderzoeksinstituut van Kentalis) en de afdeling O&O van de NSDSK twee onderzoeksprojecten. Eén van deze onderzoeksvoorstellen werd in 2010 ingediend bij de NSGK. Helaas werd de subsidie niet toegekend. In 2011 zullen mogelijkheden verkend worden om de onderzoeksprojecten te financieren. In de regio wordt waar nodig en mogelijk in de keten samengewerkt met Kentalis zorg en onderwijs (Signis school, zie hieronder). Scholen Professor van Gilseschool, Haarlem Met de Professor van Gilseschool wordt samengewerkt in Haarlem en Beverwijk. In deze plaatsen wordt samengewerkt in het realiseren van de keten vroegsignalering, diagnostiek, behandeling, onderwijs van kinderen met auditieve of communicatieve beperkingen. Daarnaast werkt O&O samen met de Professor van Gilseschool in het onderzoek naar de effecten van zogenaamde speerpuntscholen esm Haarlem. Alexander Roozendaalschool, Amsterdam Ook met de Alexander Roozendaalschool werkt de NSDSK nauw samen om de bovenstaande keten te versterken. Met de Alexander Roozendaalschool is het onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken met betrekking tot signalering, diagnostiek en behandeling van kinderen van 0-4 jaar in Amsterdam met een spraak- en taalprobleem. In 2010 werden de resultaten van dit onderzoek beschreven in een artikel dat in 2011 in het Tijdschrift Jeugdgezondheidszorg wordt gepubliceerd. De NSDSK werkt naast de genoemde scholen samen met verschillende scholen in Noord-Holland en Utrecht (b.v. Burg. De Wildeschool – Noord-Holland Noord; Prof. H. Burgerschool – Amsterdam; Signis – Amsterdam (Kentalis), Prof. Groenschool – Amersfoort, Bertha Muller School – Utrecht). De samenwerking bestaat op kindniveau uit het informeren van ouders over de scholen en vervolgens zorgen voor een goede overdracht naar de scholen. Met de Burg. De Wildeschool en Signis vindt naast overleg over de overdracht afstemming van zorg plaats. Op organisatieniveau geeft NSDSK cursus aan schoolteams (gebarentaal). Op de Burg. De Wildeschool wordt door het ACHN de audiologie verzorgd. Landelijke (koepel)organisaties Stichting Samenwerkende Instellingen Auditief en/of Communicatief beperkten (SIAC) De NSDSK is lid van het SIAC. De directeur/bestuurder is lid van het bestuur. Het SIAC beoogt de landelijke belangen van de sector auditief en of communicatief te behartigen. In 2010 is aandacht besteed aan de gezamenlijke ontwikkeling van kwaliteitsinstrumenten. Het project ‘Zintuiglijk gehandicapt, geoormerkt en geoogmerkt’ is in 2010 afgerond en gepresenteerd aan de stakeholders. Hierin is de (specialistische) expertisefunctie binnen de sector beschreven en verantwoord. Mede op grond van dit rapport heeft VWS aan SIAC, samen met Vivis (samenwerkende instellingen voor visueel beperkten) opdracht gegeven tot het project ‘Verbindend Vernieuwen’. In dit project wordt samen met de verschillende veldpartijen, zoals cliëntenorganisaties, centraal indicatieorgaan (CIZ), Jaardocument 2010
15
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) gewerkt naar een nieuw systeem van bekostiging, zowel van de zorg als van de (sectorspecifieke) expertise. Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (Fenac) De audiologische centra gaan in 2012 over naar prestatiebekostiging. De NSDSK is in 2010 in Fenacverband actief geweest met de voorbereiding hiervan. Dit betekent dat in de bekostiging van het audiologisch centrum meer marktprikkels zullen worden ingebouwd. Onderhandelingen vinden plaats over technische voorwaarden en overgangsmaatregelen. Daarnaast wordt samengewerkt om tot een systeem van kwaliteitsindicatoren te komen en om landelijke afspraken te maken en te borgen op het gebied van rollen in de ketensamenwerking. Deze afspraken zijn vastgelegd in het zogenaamde NOAH-protocol. De Fenac maakt zich sterk voor de handhaving daarvan. Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling In 2010 is de participatie van de NSDSK in het Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling gecontinueerd. Het Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling is een samenwerkingsverband tussen de Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen (VOG) en Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) van de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind, de Stichting Tijdig Onderkennen van Visuele Stoornissen (TOV) en de Stichting Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek (VWO). Het expertisecentrum bestaat uit een website bedoeld als portal om mensen met vragen voor het Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling naar de juiste organisatie te verwijzen. Vereniging Gehandicapten Nederland (VGN) De VGN behartigt de belangen van de (AWBZ-gefinancierde) gehandicaptenzorg, waar de zintuiglijk gehandicaptenzorg onderdeel van uitmaakt. Op het gebied van kwaliteitsontwikkeling maakt de NSDSK gebruik van de geboden ondersteuning. De NSDSK is lid van de adviescommissie Jeugd van de VGN. Tevens heeft de bestuurder deel uitgemaakt van de selectiecommissie van nieuwe bestuursleden. HoorPlatform De NSDSK participeert in het HoorPlatform. Dit is een initiatiefgroep die is gestart door belangrijke aanbevelingen uit het RGO-rapport Advies Gehooronderzoek: Gehoor voor het Gehoor (RGOpublicatie 43, 2003) om te komen tot een ‘centrale onderzoeksprioritering waarin de samenwerking tussen verschillende instellingen en disciplines bevorderd worden, hetgeen de kwaliteit en implementatie van onderzoeksresultaten alleen maar ten goede kan komen.’ Universiteiten/onderzoeksinstellingen Universiteit van Amsterdam In 2010 hebben vier bachelorstudenten van de faculteit Algemene Taalwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en een masterstudent Orthopedagogiek hun stage bij de NSDSK gedaan. Universiteit Leiden/LUMC De NSDSK is in 2008 samen met de Universiteit Leiden (sectie Ontwikkelingspsychologie van de faculteit der Sociale Wetenschappen) en de afdeling KNO van het LUMC gestart met een onderzoek naar de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met een CI. Hiervoor hebben we subsidie gekregen van ZonMw. Het doel van het onderzoek is met een volgsysteem het verloop van de sociale en emotionele ontwikkeling in kaart te brengen en het effect hiervan op de ontwikkeling van symptomen van psychopathologie. In 2010 is deze samenwerking gecontinueerd.
Met de Universiteit Leiden heeft de NSDSK een bijzondere leerstoel naar ‘Sociale en Emotionele ontwikkelingen bij kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen’ ingesteld. Op 1 november 2010 hield professor Carolien Rieffe haar oratie.
Een medewerker van de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling van de NSDSK schrijft momenteel een proefschrift, bestaande uit een aantal deelonderzoeken waarin het huidige protocol voor neonatale gehoorscreening wordt geëvalueerd, zodat zo nodig verbetertrajecten kunnen worden ingezet. Met de Universiteit Leiden heeft de NSDSK bovendien in dit verslagjaar een bijzondere leerstoel naar ‘Sociale en Emotionele ontwikkelingen bij kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen’ ingesteld. Op 1 november 2010 hield professor Carolien Rieffe haar oratie. Jaardocument 2010
16
VUmc Met het VUmc verzorgt de NSDSK een gezamenlijke opleiding tot audioloog. Daarnaast participeert de afdeling Audiologie in het onderzoek naar de ontwikkeling van matig slechthorende kinderen door kinderen die bij de afdeling Audiologie in behandeling zijn te werven voor deelname aan het onderzoek. Zij biedt ook inhoudelijke ondersteuning. NSDSK en VUmc hebben in 2010 uitgesproken meer te willen samenwerken in onderzoeksprojecten. In 2011 zal hieraan concreet inhoud worden gegeven. Hogeschool Een studente pedagogiek van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft haar afstudeeronderzoek bij de NSDSK gedaan. Patiënten/ cliëntenorganisaties De NSDSK hecht grote waarde aan de inbreng van ouders bij de zorg en het onderzoek. Er wordt daarom regelmatig een uitwisseling met de ouderverenigingen georganiseerd. In 2010 heeft een uitwisselingsdag plaatsgevonden op het gebied van Onderzoek en Ontwikkeling met de FODOK (Nederlandse Federatie van Ouders van Dove Kinderen). Daarnaast wordt de mening van ouders bij ontwikkelprojecten altijd expliciet meegenomen in behoeftenonderzoek en tevredenheidsevaluaties. Met de FOSS (Nederlandse Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en van kinderen met Spraak- taalmoeilijkheden) heeft de NSDSK een vergelijkbare samenwerking als met de FODOK. Daarnaast werkt de NSDSK met de FOSS samen in de ontwikkeling van een onderzoeksproject gericht op vroegtijdige signalering van kinderen met spraak- en taalontwikkelingsproblematiek. Samen zetten zij zich in voor onderzoek naar en implementatie van een uniform taalsignaleringsprotocol binnen de jeugdgezondheidszorg. Minimaal twee maal per jaar vindt een overleg tussen cliëntenorganisaties en aanbieders (SIAC) plaats. Deelnemende organisaties: SIAC, Dovenschap, FODOK, FOSS en NVVS. Overheid (en RIVM) Met lokale overheden van locaties van de NSDSK wordt contact onderhouden. Gemeentes zijn op de hoogte van de (lokale) activiteiten door de NSDSK en ondersteunen zonodig bij het vinden van geschikte ruimte voor de behandelgroepen. NSDSK werkt nauw samen met het RIVM Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB) bij de neonatale gehoorscreening. Noëlle Uilenburg zit oa in de programmacommissie die vanuit het CvB is opgericht ter ondersteuning van de neonatale gehoorscreening. Ook verzorgt NSDSK jaarlijks de verzameling en aanlevering van geanonimiseerde gegevens van de gehoorscreening voor de monitoring van de neonatale gehoorscreening. Ten slotte voert de NSDSK onderzoeksopdrachten uit voor het RIVM CvB. Platform Vroegsignalering Taalachterstand De directeur/bestuurder van de NSDSK participeert in het platform Vroegsignalering Taalachterstand om landelijk een uniforme signalering van een vermoeden van taalachterstand in te voeren. Hiertoe is een protocol beschikbaar waar de JGZ Kennemerland succesvolle resultaten mee bereikt heeft. Met de nieuwe werkwijze werden niet alleen significant meer kinderen doorverwezen naar het AC, ook bleken deze kinderen bijna allemaal een taalontwikkelingsprobleem te hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat door een systematische screening 40% meer kinderen kunnen worden opgespoord, waardoor er uiteindelijk jaarlijks 2500 kinderen minder in het speciaal onderwijs terechtkomen (30%). Onderzoek en Ontwikkeling is betrokken bij de voorbereiding voor een landelijke implementatie van het uniform protocol vroegsignalering spraak/taalproblemen. Gezinsdagen/contactdagen Op 10 april vond de gezinsdag plaats voor gezinnen die een kind op één van de esmbehandelgroepen van de NSDSK hebben. De gezinsdag werd door dertien gezinnen bezocht. De onderwerpen die aan de orde kwamen tijdens de gezinsdag waren: - Onderwijs op een speerpuntschool - Onderwijs op een cluster 2-school - Rugzakbegeleiding op de basisschool vanuit cluster 2 Tijdens het programma voor de ouders was er een aantrekkelijk programma voor de kinderen.
Jaardocument 2010
17
Kapitaalverschaffers In 2010 werd een aantal ontwikkel- en onderzoeksprojecten uitgevoerd door de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling gefinancierd door fondsen. • Het ontwikkel- en onderzoeksproject ‘Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby’s en peuters’ (2007-2011) wordt gefinancierd door het VSBfonds en Stichting Fonds voor het dove en slechthorende kind. • Het onderzoeksproject ‘Ontwikkelen van een volgsysteem van de sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met een cochleair implantaat’ (2008-2012) wordt gefinancierd door ZonMw. • De ontwikkeling van een methodiek voor de esm-behandelgroepen wordt deels gefinancierd door Fonds NutsOhra en eigen middelen van de NSDSK.
Jaardocument 2010
18
3
Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
3.1
Normen voor goed bestuur
Uitgangspunt bij het handelen van de Raad van bestuur van de NSDSK is de Zorgbrede Governancecode. In januari 2007 is een nieuwe organisatiestructuur geïmplementeerd volgens het Raad van toezichtmodel. Tevens vond op dat moment de juridische fusie plaats van vijf stichtingen wat resulteerde in de NSDSK met vier afdelingen. In juli 2007 zijn de statuten van de stichting aangepast. Het bestuur van de NSDSK en het toezicht hierop is in overeenstemming met de eisen van de Zorgbrede Governancecode. De voorzitter van de Raad van toezicht is tevens vicevoorzitter van de Raad van bestuur van het VUmc. Het onderdeel van het VUmc waarmee de NSDSK samenwerkt, maakt geen onderdeel uit van diens portefeuille, waardoor verstrengeling van belangen is voorkomen. De vernieuwde versie van de Zorgbrede Governancecode (per 1 januari 2010) is volledig ingevoerd. Enkele wijzigingen die hieruit voortvloeien zullen in 2011 in de statuten worden aangepast. 3.2
Raad van bestuur
De NSDSK kent een eenhoofdige Raad van bestuur: mw. drs. G.A. van den Brink. De bestuurstructuur voldoet aan de wettelijke transparantie-eisen volgens de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Dit is vastgelegd in de statuten van de organisatie en het vastgestelde beleid ten aanzien van verantwoordelijkheden en verantwoording. In het MT-reglement is vastgelegd hoe de verantwoordelijkheidsverdeling tussen bestuur en management is en hoe besluitvorming plaatsvindt. De bezoldiging van de bestuurder is conform de beloningscode bestuurders in de zorg en is vastgesteld door de Raad van toezicht en wordt jaarlijks geëvalueerd. Relevante nevenfuncties van mw. drs. G.A. van den Brink 1. Raad van toezicht Nederlands Gebarencentrum 2. Bestuursvoorzitter Stichting Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling 3. Lid van de Adviescommissie Jeugd, VGN 4. Lid commissie Kindzorg, Sigra 3.3
Raad van toezicht
Samenstelling Raad van toezicht: 1.
Prof. dr. T.J.F. Savelkoul, voorzitter Raad van toezicht (vanaf 1 januari 2007) Hoofdfunctie: o Vicevoorzitter Raad van bestuur VU medisch centrum Nevenfuncties: o Raad van toezicht KURIA o Lid van de Gezondheidsraad o Hoogleraar Stralingshygiëne Leids Universitair Medisch Centrum
2.
Drs. G.J.M. de Cock, vicevoorzitter Raad van toezicht (vanaf 1 januari 2007) Nevenfuncties: o Voorzitter bestuur Fenac (Federatie van Nederlandse Audiologische Centra), Utrecht o Voorzitter Bestuur Stichting Vervroegde Uittreding Ziekenfondsen, Zeist o Voorzitter Raad van toezicht van twee Gezondheidscentra, Nieuwegein o Lid Raad van toezicht van de Stichting Bibliotheek en Kunstuitleen, Nieuwegein o Lid Ledenraad Rabobank Utrecht - Nieuwegein
3.
Dhr. P.S.N. Boots, lid Raad van toezicht (vanaf 1 januari 2007) Hoofdfunctie: HR Director International Career Management bij Ageas o Bestuurslid Stichting Fonds voor het dove en slechthorende kind
Jaardocument 2010
19
4.
Mw. drs. J.M. Schwencke, lid Raad van toezicht (vanaf 1 januari 2007) Nevenfuncties: o Bestuurslid Stichting Fonds voor het dove en slechthorende kind o Bestuurslid Stichting Oscar Nederland (multi-etnische stichting voor patiënten en dragers van sikkelcelanemie en thalassemie), Amsterdam
5. Prof. dr. R.A. Hira Sing, lid Raad van toezicht (vanaf 29 september 2008) Hoofdfunctie: o Hoogleraar Jeugdgezondheidszorg bij het VU medisch centrum – Sociale Geneeskunde Nevenfuncties: o Voorzitter Kenniscentrum Overgewicht o Voorzitter Stichting Tamarinde o Hoofdredacteur Tijdschrift JGZ 6. Mw. drs. H.L.H.M. Darley MHSA, lid Raad van toezicht (vanaf 20 december 2010) Hoofdfunctie: o Interim manager zorgeenheid Heelkunde, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein o Directeur Oxytone BV Nevenfuncties: o lid bestuur Vrienden van het Hubrecht Instituut o lid ambassadeurswerk Servant Leadership De Raad van toezicht houdt toezicht op de strategie en prestaties van de NSDSK door een vastgesteld informatieprotocol. Voorafgaand aan het jaar keurt de raad het jaarplan inclusief de begroting goed. Hierin staan strategische afwegingen, speerpunten van beleid en voorgenomen doelstellingen voor de organisatie. Met halfjaarrapportages beoordeelt de raad de voortgang en de prestaties. Na afloop van het jaar keurt de raad het jaardocument goed, bijgestaan door een externe accountant. Gezien de omvang van de organisatie en van de raad wordt niet gewerkt met commissies. Het gesprek over strategie en risico’s vindt op regelmatige basis plaats binnen het overleg tussen de Raad van toezicht en de bestuurder. Interne beheersing en controle: hierover wordt de raad geïnformeerd door de bestuurder. Jaarlijks koppelt de accountant diens bevindingen over interne beheersing en controle terug aan de Raad van toezicht. Deze bevindingen worden besproken met de bestuurder. Op 17 mei heeft de Raad van toezicht in aanwezigheid van de externe accountant het jaardocument 2009 besproken en goedgekeurd. De Raad van toezicht is zo samengesteld dat de leden onafhankelijk zijn ten opzichte van elkaar en de bestuurder geen (deel)belangen vertegenwoordigt die een kritische opstelling in de weg zou kunnen staan. De leden van de Raad van toezicht ontvangen een onkostenvergoeding volgens vastgelegde afspraken. In de jaarrekening wordt deze vergoeding verantwoord. Jaarlijks beoordeelt de raad het functioneren van de bestuurder. De voorzitter en de vicevoorzitter voeren het jaargesprek met de bestuurder. Dit jaargesprek heeft in februari 2010 plaatsgevonden. Aandacht is besteed aan het (externe) strategisch beleid, de continuïteit van bestuur en toezicht en de participatie van de raad van toezicht binnen het bestuur van de Stichting Fonds voor het dove en slechthorende kind. De interne evaluatie binnen de Raad van toezicht heeft in november plaatsgevonden. Gesproken is over de samenstelling van en de samenwerking binnen de raad, de opvolging en continuïteit, de informatievoorziening aan de raad, de wijze waarop de NSDSK bestuurd wordt en de participatie van de raad in het bestuur van Stichting Fonds. In december 2010 is aan de hand van een profiel via open werving een opvolger voor de financieeleconomische portefeuille benoemd, mevrouw Darley. De heer De Cock zal nog tot 1 juni 2011 aanblijven als vicevoorzitter. Besloten is om in aansluiting daarop en met het oog op de continuïteit de zittingsduur van de voorzitter te verlengen tot 1 juni 2013. De Raad van toezicht vergaderde in 2010 vijf maal in aanwezigheid van de bestuurder. Daarnaast waren de leden beschikbaar voor advies en consultatie voor de Raad van bestuur. Twee leden van de Raad van toezicht participeren namens de NSDSK in het bestuur van Stichting Fonds voor het dove en slechthorende kind. Onderwerpen in het verslagjaar waren (onder meer) klokkenluidersregeling, vernieuwing informatieprotocol en strategische overwegingen bij voorgenomen coöperatievorming met Partners in Verstaan.
Jaardocument 2010
20
3.4
Bedrijfsvoering
Planning- en controlecyclus Aan de hand van de planning- en controlecyclus wordt de bedrijfsvoering binnen de NSDSK gevoerd. De cyclus start met het verschijnen van het meerjarenplan en afgeleid daarvan de jaarlijkse kaderbrief, waarin de Raad van bestuur de doelstellingen voor het komende jaar formuleert. Per afdeling wordt een jaarplan geschreven. De ingediende plannen worden besproken met de Raad van bestuur. Dit kan leiden tot een bijstelling van de plannen. Aan de hand van de plannen wordt door de afdelingsmanager samen met het hoofd Bedrijfsvoering een begroting gemaakt per afdeling. Na afronding van bovenstaand traject wordt de begroting vastgesteld door de Raad van bestuur en door de Raad van toezicht goedgekeurd. Aan het eindtraject staat het jaardocument waarin publiek verantwoording wordt afgelegd over het verslagjaar. Op grond van de vastgestelde begroting krijgt iedere afdelingsmanager een budget toegewezen. Bewaking vindt plaats door diverse rapportages. De NSDSK verzamelt en analyseert op verschillende niveaus managementinformatie. Het overzicht op de volgende pagina geeft op hoofdlijnen de managementinformatie aan; tussen afdelingen en/of medewerkers vinden ook andere informatiestromen plaats. Kwartaalrapportage In de kwartaalrapportage legt de afdelingsmanager (met het hoofd Bedrijfsvoering) verantwoording af aan de Raad van bestuur. In de betreffende rapportage wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de plannen en ook over de feitelijke kosten en productieontwikkelingen van de afdeling. Meerjarenbegroting Een raming van de ICT-investeringen en audiologische apparatuur over de periode 2008 tot en met 2012 is opgesteld. Deze ramingen zijn verwerkt in de begrotingen voor 2010 en 2011. Intern controleplan De NSDSK beschikt over een intern controleplan waarin de interne audits zijn opgenomen die in het kader van de jaarrekening worden uitgevoerd. Het interne controleplan is met de externe accountant besproken. Het betreft onder andere audits naar de betrouwbaarheid van de productieverantwoording van AWBZ zorg en audiologische producten (AP), het inkoopproces en de salarisadministratie. Tevens is er door de externe accountant een steekproef uitgevoerd op de patiëntendossiers. De resultaten van deze steekproef waren voldoende om een goedkeurende AO/IC verklaring te ontvangen. Kwaliteitsaudits Basis voor de structurering van het kwaliteitsbeleid is de HKZ-norm voor de Gezinsbegeleiding en de het FENAC-kwaliteitskader voor het ACHN. Op 13 juli en 31 augustus heeft de herbeoordeling van het HKZ-criteria plaatsgevonden (na 3 jaar), de zgn. uitgebreide toetsing. Het certificaat werd met complimenten voor de NSDSK weer toegekend. Voor het eerst hebben we de afdeling O&O in de HKZ-toetsing meegenomen. Begin 2011 is het HKZ-certificaat uitgebreid met de afdeling O&O. In het verslagjaar is een eerste aanzet gegeven aan het beschrijven van de werkprocessen van de afdeling VOG. In 2011 hopen we ook voor deze afdeling een kwaliteitscertificaat te halen (HKZ of ISO). Het ACHN voldoet aan alle normen van het Fenac-kwaliteitskader. Dit kader wordt in tegenstelling tot de HKZ niet jaarlijks getoetst. De Fenac moet nog bepalen hoe vaak deze toetsing plaats gaat vinden. Zie verder hoofdstuk 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid.
Jaardocument 2010
21
Bijgaand overzicht geeft aan wie, welke informatie op welk moment ontvangt. Voor wie bestemd RvT
RvB/ Manager Zorg Gb/ Controller
MT
MT
Teamleiders Gezinsbegeleiding/ Controller
Teamleiders Gezinsbegeleiding Manager Zorg Gb Manager Zorg ACHN/ Teamleiders
Manager Zorg ACHN/ Teamleiders Manager Zorg Gb/ Teamleiders
Welke gegevens Financiële gegevens (samengevat, beknopt); • Factsheet (kengetallen): • 1. Personeelsgegevens; 2. AWBZ - aantal uren en per groep aantal (nieuwe) cliënten; 3. ACHN – aantal cliënten, aantal bezoeken, aantal verrichtingen; Kwaliteitsverslag: voortgang van het kwaliteitsbeleid; • AWBZ: Productie per groep; • Aantal dagdelen; • Nieuwe cliënten; • Totale productie per maand; • Kwartaalrapportage: Financiële gegevens (uitgebreid); • AWBZ productie; • ACHN productie; • Overzicht projecten O&O; • Ziekteverzuimgegevens; • Halfjaarrapportage: Kwartaalrapportage + Fobo/klachten/feedback ketenpartners; • Rapportage Interne audit; • Evaluaties van zorg; • Aantal gevoerde jaargesprekken • Productie per team; • Aantal dagdelen; • Nieuwe cliënten; • Totale productie per maand; • Urenoverzicht medewerker per maand (incl. productiviteit); • Urenoverzicht medewerkers (cumulatief); • Rapportage op groepsniveau, per team fte en kosten/omzet; • Kwartaalrapportage; • Voortgang jaarplan; • Aantal (nieuwe) cliënten; • Aantal nieuwe cliënten per locatie; • Aantal bezoeken (per conclusie + per indicatie); • Aantal verrichtingen; • Aantal eenheden gehoor (schaduweenheden jaarkaarten); • Aantal eenheden spraaktaal (schaduweenheden jaarkaarten); • Aantal (nieuwe) verwijzingen; • Aantal trajecten dat afgesloten had kunnen worden; • Aantal AP’s + percentuele verhouding + omzet • Aantal afgesloten dossiers; • Aantal fte; • Wachtlijstoverzicht • Urenoverzicht medewerkers •
Cliëntenraad Ondernemingsraad
Jaardocument 2010
• • • • • • • •
Aantal bezoeken verdeeld naar indicatie per team; Aantal bezoeken verdeeld naar conclusie per team; Aantal verrichtingen, bezoeken en activiteiten per team; Brontabellen Jaarrekening/Jaardocument Evaluatie van zorg Halfjaarrapportage Jaarrekening/Jaardocument
Frequentie Per half jaar: halfjaarrapportage en jaarrekening/ jaardocument
Per maand
Per kwartaal
Per half jaar: halfjaarrapportage en jaarrekening/jaardocu-
Maandelijks
Per kwartaal Per kwartaal Per kwartaal
Per maand Per maand
Per jaar Per half jaar Per half jaar: halfjaarrapportage en jaarrekening/ 22
Risico’s en onzekerheden De NSDSK wordt met verschillende omstandigheden geconfronteerd die mogelijk kunnen leiden tot risico’s en onzekerheden op het gebied van kwaliteit van zorg en financiën. De voornaamste risico’s worden hieronder benoemd: •
De bezuinigingen op de gezondheidszorg hebben (nog) geen invloed op de zorg voor de jonge kinderen met auditieve of communicatieve problemen. De overheid heeft het voornemen om een aantal functies over te hevelen van de AWBZ naar andere bekostigingsstelsels. De NSDSK participeert in een landelijke stuurgroep om, samen met VWS en andere partijen, tot een passend bekostigingssysteem te komen voor de zintuiglijk beperkten. Daarnaast zijn de maatregelen ter verhoging van de efficiency en effectiviteit van belang.
•
Afdeling Onderzoek & Ontwikkeling is deels afhankelijk van projectfinanciering. Per project wordt gezocht naar een passend fonds. De gevolgen van de economische crisis op de (vermogens)fondsen vormen een risico voor de financiering van O&O. Om dit risico te beperken wordt landelijk samengewerkt om tot structurele expertisebekostiging te komen. Daarnaast wordt waar nodig het eigen steunfonds benut.
•
Door de veranderingen in de preventieve gezondheidszorg voor de 0-4 jarigen (waaronder de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin en de overgang van Thuiszorg naar GGD) zijn in 2010 opnieuw contractonderhandelingen gevoerd over de dienstverlening ter ondersteuning van de uitvoering van de neonatale gehoorscreening. Er zijn nog steeds regio’s in Nederland waar mogelijk veranderingen op dit gebied plaats kunnen vinden. Door met zowel de overheid als met de instellingen goed in contact te blijven (door onze accountmanagers) hopen wij de kwaliteit en de intensiteit van de dienstverlening te handhaven.
•
Een andere onzekerheid wordt gevormd door de rol die het RIVM heeft gekregen in de regie van de neonatale gehoorscreening. Deze functie wordt op een niet heldere wijze ingevuld met gevolgen voor de praktijk en de positie van de afdeling VOG. Deze problematiek is geagendeerd bij het RIVM en VWS.
•
Onzekerheden over de toekomstige bekostiging van het ACHN. De consequenties van de transitie naar prestatiebekostiging, die voor januari 2012 gepland staat, zijn nog onduidelijk, evenals het moment van al dan niet stoppen van verrekenpercentages op de tarieven. Daarnaast is nog niet duidelijk of de personeelsrichtlijn wordt bijgesteld. Deze (inmiddels gedateerde) richtlijn is gebaseerd op oude jaarkaartensystematiek en sluit onvoldoende aan op de huidige AP-systematiek. In 2010 is hiervoor een werkgroep opgericht bestaande uit ziektekostenverzekeraars en leden van de WAP (Werkgroep Audiologisch Product) van de Fenac. NSDSK participeert in deze werkgroep en benut de samenwerking met Partners in Verstaan om zich voldoende te kwalificeren voor de toekomst.
•
Een ander risico dat het ACHN betreft is de moeilijke invulling van hoogspecialistische functies. Ook hier biedt de samenwerking in Partners in Verstaan mogelijkheden voor.
•
De onzekerheid over de toekomstige toeleiding van cliënten betreft ook het ACHN. Een van de zorgverzekeraars heeft er voor gekozen om af te wijken van het landelijk protocol door meer verantwoordelijkheid bij de audicien te leggen. Deze zou ook bij jongere cliënten (vanaf 16 jaar) de triage moeten doen. De NSDSK zal zich in de regio sterk maken om audiciens te ondersteunen met deskundigheid om de cliënten op tijd op de juiste plaats te hebben. Ook maken wij ons landelijk sterk om met argumenten de risico’s van deze afwijking van het protocol aan te tonen.
Jaardocument 2010
23
3.5
Cliëntenraad
3.5.1
Cliëntenraad Gezinsbegeleiding en ACHN
Conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen heeft de NSDSK een cliëntenraad. De cliëntenraad had in 2010 vier leden; drie ouders van dove en slechthorende kinderen die gebruikmaken van de diensten van de Gezinsbegeleiding en van het ACHN en één ouder van een kind met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm). De cliëntenraad had in 2010 een goede bezetting. Echter sinds de oprichting van de cliëntenraad (vier jaar geleden) maken de cliëntenraad en de directeur/bestuurder zich zorgen over het ledenaantal. Twee leden hadden al vroeg in het verslagjaar aangegeven dat ze eind 2010 uit de cliëntenraad zouden treden. Daarom hebben we in de tweede helft van 2010 een flyer gemaakt die aan alle ouders is uitgereikt. Deze actie heeft geresulteerd in een nieuw kandidaat-lid vanuit de ‘esm-ouders’. De NSDSK hecht aan een sterke en volle cliëntenraad, niet alleen om te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen, maar juist ook omdat we de mening van de ouders belangrijk vinden en willen horen. Continue aandacht is daarom nodig voor het werven van leden. De beleidsmedewerker van de NSDSK ondersteunt de cliëntenraad. De NSDSK heeft een faciliteitenregeling voor de cliëntenraad, hierin is o.a. geregeld dat de leden een vaste onkostenvergoeding per jaar en een vergoeding per bijgewoonde vergadering ontvangen. Tevens vergoedt de NSDSK de kosten van een scholing als de leden die willen volgen in het kader van de activiteiten voor de cliëntenraad. De NSDSK is aangesloten bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). In 2009 is de cliëntenraad lid geworden van de LSR (een landelijk steunpunt op het gebied van medezeggenschap en zeggenschap). De LSR bericht de leden van de cliëntenraad per email over recente ontwikkelingen in de zorg. Daarnaast krijgen de leden informatiemateriaal en uitnodigingen voor scholingsmogelijkheden. In januari 2010 heeft de cliëntenraad een overleg gehad met een adviseur van de LSR. Met deze adviseur is o.a. besproken hoe de cliëntenraad zelf een stempel kan drukken op de voor haar belangrijke onderwerpen om niet alleen te reageren op de adviesaanvragen van de NSDSK. Dit heeft ertoe geleid dat de cliëntenraad voor 2010 en 2011 als speerpunt de communicatie met de ouders c.q. cliënt heeft benoemd. In verschillende onderwerpen zoals de informatiemap, website en folders komt dit speerpunt aan de orde. Ook heeft de cliëntenraad een eigen visie, missie en strategie geformuleerd. De samenstelling van de cliëntenraad in 2010 is: 1. mw. K. Bodewes 2. dhr. R. de Jong (voorzitter) 3. dhr. R.W. van Dijkhuizen (tot november 2010) 4. mw. E. Oud De cliëntenraad is in 2010 vijf keer bijeen geweest in een overlegvergadering met de directeur/ bestuurder van de NSDSK. Vooraf aan de overlegvergadering heeft de cliëntenraad meestal zelf een korte eigen vergadering. In het verslagjaar heeft de contactpersoon vanuit de Raad van toezicht, de heer P.S.N. Boots, de vergadering in februari bijgewoond. De volgende onderwerpen zijn in 2010 aan de cliëntenraad ter advies voorgelegd: • Informatiemappen voor ouders d/sh en esm De cliëntenraad heeft de informatievoorziening aan ouders tot speerpunt in 2010 en 2011 gemaakt en in dit kader gevraagd de informatiemappen die ouders bij het eerste bezoek krijgen uitgereikt, aan te passen. De cliëntenraad heeft zelf een aantal onderwerpen genoemd die zij graag in de informatiemap vermeld zou zien. Zo zou o.a. een audiogram voorzien moeten worden met een begrijpelijk uitleg en zou er een rubriek ‘wie doet wat’ toegevoegd moeten worden. De NSDSK is met twee mappen aan de slag gegaan, één voor ouders van dove en slechthorende kinderen en één voor ouders van kinderen met esm. In de septembervergadering heeft de CR aangegeven tevreden te zijn over de nieuwe mappen en er zeer positief mee in te stemmen.
Jaardocument 2010
24
Jaardocument 2009 De jaarrekening 2009 is ter advies voorgelegd, maar de cliëntenraad heeft hier geen gebruik van gemaakt. De cliëntenraad heeft wel een aantal opmerkingen bij het jaardocument geplaatst. • Aanpassing reglement cliëntenraad De directeur/bestuurder van de NSDSK heeft voorgesteld artikel 9 van het reglement te wijzigen. In dit artikel staat aangegeven dat ‘de cliëntenraad bevoegd is een voordracht te doen tot benoeming van één persoon in de Raad van toezicht’. Dit houdt in dat de cliëntenraad één keer in de vier jaar invloed kan uitoefenen op de samenstelling van de Raad van toezicht. Voorgesteld is dit artikel te wijzigen in zowel adviesrecht over het opgestelde profiel van het te benoemen lid, het aandragen van kandidaten voor elk lid, als het advies uitbrengen over de voorgenomen benoeming. De cliëntenraad heeft over deze adviesaanvraag advies gevraagd bij de LSR en is tot de conclusie gekomen om niet akkoord te gaan met de voorgestelde wijziging. Doorslag heeft gegeven dat de cliëntenraad van mening is dat ze met de benoeming van een lid meer invloed kunnen uitoefenen dan met het aandragen van kandidaten ook al is de benoeming maar één keer in de vier jaar. Artikel 3.4 is wel aangepast; niet de directeur/bestuurder zal voortaan de voorzitter van de cliëntenraad benoemen Het jaar 2010 is voor de maar de cliëntenraad kiest zelf uit haar midden een (plaatsvervangend) voorzitter. cliëntenraad een jaar geweest • Ambulante zorg esm. waarin veel aandacht is uitgegaan De cliëntenraad heeft een positief advies naar het eigen speerpunt, de uitgebracht over het voornemen van de informatievoorziening aan ouders. NSDSK om het zorgaanbod bij esm uit te breiden met ambulante zorg. • Begroting 2011 De cliëntenraad heeft de begroting 2011 ter advies aangeboden gekregen, maar geen gebruikgemaakt van dit adviesrecht. Dit heeft te maken met de keuze om m.n. het eigen speerpunt ‘informatievoorziening’ te behandelen. Het jaarplan 2011 ‘Vitaal verder’ is wel besproken. •
Daarnaast zijn met de cliëntenraad de volgende onderwerpen in 2010 besproken: • Halfjaarresultaten vragenlijsten evaluatie van zorg. De resultaten van de vragenlijsten worden met de cliëntenraad besproken. De cliëntenraad is tevreden over het algehele rapportcijfer, 8,1. Ook kon ze instemmen met een aantal specifieke verbeteracties van het ACHN. • Gezinsdagen NSDSK. De gezinsdag voor de ESM-groep is vooralsnog stopgezet omdat deze dagen slecht bezocht werden. • Uitnodiging najaarsbijeenkomst zorgkantoor Agis: De cliëntenraad gaat niet in op deze uitnodiging voor (het bijwonen van) overleg vanuit zorgkantoren. • De cliëntenraad heeft uitvoerig meegedacht over de vragenlijst voor een onafhankelijk klanttevredenheidsonderzoek. De NSDSK heeft samen met een aantal zorginstellingen in de zintuiglijke gehandicaptenzorg aan ITS (een non-profit onderzoeksinstituut, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen) opdracht gegeven een vragenlijst te ontwikkelen. Deze vragenlijst is eind 2010 verspreid, maar de resultaten zijn begin 2011 bekend. • Evaluatie nieuwe regeling reiskosten behandelgroepen. Evaluatie toont aan dat de nieuwe regeling goed loopt. De cliëntenraad kan zich vinden in deze evaluatie. • Missie, visie en strategie van de cliëntenraad. De missie en visie zijn openbaar gemaakt via de website van de NSDSK. • Besluitenregister cliëntenraad. Rik van Dijkhuizen heeft een overzicht gemaakt van de adviezen die de cliëntenraad in de afgelopen jaren voorgelegd heeft gekregen en de resultaten die deze adviezen opgeleverd hebben. • Kennismaking met de nieuwe manager Gezinsbegeleiding. • Klachtenfolder voor de cliënten. Aan de cliëntenraad is gevraagd opmerkingen te plaatsen bij de tekst. • De voorzitter van de cliëntenraad heeft een verklaring getekend als onderdeel van het inkoopbeleid 2011 van het zorgkantoor Achmea. • De uitkomsten van de kwaliteitsindicatoren van het project Zichtbare Zorg zijn besproken in de cliëntenraad.
Jaardocument 2010
25
•
De cliëntenraad is uitgenodigd voor de theaterdagen, het symposium ter gelegenheid van de oratie van de bijzondere hoogleraar van de NSDSK en het symposium dat de NSDSK samen met de Stichting Van der LemFonds heeft georganiseerd.
Het jaar 2010 is voor de cliëntenraad een jaar geweest waarin veel aandacht is uitgegaan naar het eigen speerpunt, de informatievoorziening aan ouders. Er is op dit onderwerp veel bereikt; naast de nieuwe informatieve en fraaie informatiemappen is er ook volop meegedacht over de brochures en folders die de NSDSK aan ouders en cliënten uitreikt. De directeur/bestuurder van de NSDSK heeft veel waardering voor de initiatieven die de cliëntenraad in 2010 heeft getoond. In een plezierige en open sfeer vinden de besprekingen met de cliëntenraad plaats. Ook al is het aantal leden van de cliëntenraad beperkt, de betrokkenheid is groot!
3.5.2
Raad van Advies ACHN
Het voormalige bestuur van het ACHN met daarin vertegenwoordigd de cliënten, de KNO-artsen en de huisartsen is in 2007 omgevormd tot een Raad van advies voor het ACHN. Deze Raad van advies is in 2010 twee maal in Alkmaar bijeen geweest. Besproken zijn o.a.: • Jaardocument en samengevoegd jaarrapport 2009 • Vorming Maatschappelijke Raad ACHN • Nieuwe tarieven AP’s • Ontwikkelingen personeelsrichtlijn • Uitbreiding ruimtes en personeel ACHN • Voortgang AC Haarlem • Netwerkcontacten in de regio • Verslag van overleg met zorgverzekeraars • Jaarplan ACHN 2011 • Afscheid van de heer J. Risselada • Verwelkomen Freddy Woltinge, kwaliteitsfunctionaris HAPA/beleidsadviseur huisartsen organisatie Noord Kennemerland ter vervanging van de heer Risselada Samenstelling Raad van advies: 1. dhr. drs. J. Risselada, vertrek per 10-11-2010 2. dhr. dr. P.A. Nieuwmeyer 3. mw. F. Bezemer 4. dhr. drs. G.J.M. de Cock 5. drs. F. Woltinge, per 10-11-2010 3.6
Ondernemingsraad
Samenstelling Ondernemingsraad (OR) De ondernemingsraad bestond in het verslagjaar uit de volgende leden: 1. mw. S. van Oostrom, voorzitter 2. mw. K. Schlangen 3. mw. M. Wijs- Van Lonkhuijzen De (langdurige) wens bestaat om nog een lid vanuit het audiologisch centrum bij de werkzaamheden van de OR te betrekken. De OR heeft hiertoe verschillende acties ondernomen maar tot nu toe zonder resultaat. In 2010 hebben er vijf overlegvergaderingen plaatsgevonden. De zesde vergadering, die in december zou plaatsvinden, is verplaatst naar vroeg in het nieuwe jaar, 4 januari 2011. De bestuurder heeft de volgende advies- instemmingaanvragen aan de OR in 2010 voorgelegd: • Inhoud en organisatie Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) 2010, ter instemming. De OR heeft ingestemd met de keuze om de eigen arbodienst, Maetis, de RIE uit te laten voeren en met de inhoud van de RIE. • Archivering jaargesprek, ter instemming. De OR heeft ingestemd met de voorgestelde wijziging om het verslag van het jaargesprek voortaan als een open verslag in het dossier op te bergen i.p.v. in een gesloten envelop.
Jaardocument 2010
26
•
•
•
•
•
N.a.v. deze instemmingsaanvraag is op verzoek van de OR zorgvuldiger vastgelegd wie toegang heeft tot het dossier. Benoeming lid klachtencommissie cliënten. Conform het reglement is aan de OR in 2009 gevraagd een kandidaat voor te dragen voor de klachtencommissie cliënten die het vertrouwen geniet van de OR. In dit verslagjaar heeft de OR een lid kunnen aandragen. Wijziging verzuimreglement; ter instemming. De OR heeft ingestemd met de voorgestelde wijziging om de reiskostenvergoeding na vier weken stop te zetten in geval van afwezigheid door ziekte/arbeidsongeschiktheid. Op verzoek van de OR is er in dit kader een verduidelijking aangebracht voor eventuele reiskosten die gemaakt worden om het werk te hervatten. Profiel lid Raad van toezicht, ter advies. De OR heeft een positief advies gegeven over de profielschets van de leden van de Raad van toezicht. Op basis van het definitieve profiel heeft de directeur/bestuurder aan de OR gevraagd kandidaten voor de vacature aan te dragen. Benoeming lid Raad van Toezicht, ter advies. Eind van het jaar heeft de directeur/bestuurder aan de OR advies gevraagd over de voorgenomen benoeming van mevrouw Hedwig Darley als nieuw lid van de Raad van toezicht. De OR heeft een positief advies uitgebracht. Klokkenluidersregeling NSDSK, ter instemming. De directeur/bestuurder heeft aan de OR instemming gevraagd over de opgestelde klokkenluidersregeling voor de NSDSK waardoor medewerkers veilig kunnen rapporteren over vermeende onregelmatigheden binnen de NSDSK. De OR heeft met een aantal aanpassingen met deze regeling ingestemd.
Besproken zijn de volgende onderwerpen: • Implementatie en evaluatie van de Collectieve Vakantieregeling • Jaardocument 2009 • Rapportage interne audit medewerkers • Terugkoppeling scholing OR begin 2010 • Protocol verbetertraject bij onvoldoende functioneren • Rapportage Risico-Inventarisatie en -Evaluatie • Voortgang jaarplan 2010 • Uitgangspunten opleidingsbeleid (hierover heeft overleg plaatsgevonden met de P&O adviseur) • Medewerkerstevredenheidsonderzoek • Huisvesting ACHN en Lutmastraat • Samenwerking Partners in Verstaan • Begroting en jaarplan 2011 In februari 2010 heeft de OR een deel van de vergadering van de Raad van toezicht bijgewoond. In dit overleg komt de algemene gang van zaken van de NSDSK aan bod. De overlegvergaderingen met de bestuurder/directeur hebben in een goede sfeer plaatsgevonden. De bestuurder heeft veel waardering voor de wijze waarop de OR omgegaan is met de diverse advies- en instemmingaanvragen.
Jaardocument 2010
27
4
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1
Meerjarenbeleid
Missie De NSDSK is een multidisciplinaire kennisorganisatie die, wetenschappelijk gefundeerd en praktisch getoetst, zorg verleent en innovaties realiseert voor jonge kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking en volwassenen met een auditieve beperking. De NSDSK staat voor de gehele keten van zorg en innovatie: van signalering naar onderzoek en ontwikkeling, toepassing, scholing en (landelijke) implementatie. De NSDSK levert een bijdrage aan de kwaliteit van het proces van vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsproblemen. De NSDSK is een inspirerende, resultaatgerichte en betrouwbare uitvoerder (voor klanten, zorgverzekeraars en fondsen), samenwerkingspartner (voor andere instellingen) en werkgever (voor medewerkers). In oktober 2008 is het strategische beleidsplan 2008-2012 ‘Kwaliteit, Consolidatie en Groei’ vastgesteld, gebaseerd op de eerder in het jaar vastgestelde strategienotitie ‘De NSDSK, verstaan van een inspirerende toekomst’. De uitkomst van de strategienotitie is dat de NSDSK de landelijke specialist is voor jonge kinderen op het expertisegebied taal en gehoor. Naast deze landelijke rol zal, gebruikmakend van de deskundigheid en ervaring met de jonge kinderen, op regionaal niveau zorg en begeleiding beschikbaar zijn voor de groep oudere kinderen in gezin en omgeving. Op lokaal niveau is de NSDSK de verankerde specialist voor taal en gehoor voor de gehele levenscyclus. Naast de primaire doelgroep van cliënten en gezin, is de NSDSK ook gericht op de professionele doelgroep. In het beleidsplan 2008-2012 is de gekozen strategie uitgewerkt. Op vijf kernvelden van de NSDSK, beleid cliënten, beleid medewerkers, beleid organisatie, beleid innovatie en beleid omgeving is de visie voor de komende jaren geformuleerd en zijn er 33 concrete en zo meetbaar mogelijke doelstellingen benoemd. De context waarin de doelstellingen zijn geformuleerd is de consolidatie van de organisatie en verdere groei, waarbij kwaliteit het centrale thema is. Belangrijke elementen in de strategie van de NSDSK is kennis verwerven, kennis ontwikkelen en kennis verspreiden. In dit verslagjaar is in een aantal bijeenkomsten de strategie besproken. De gekozen positie ‘Specialist voor taal en gehoor, met focus op het jonge kind’ is nog steeds onderscheidend en uitdagend. 4.2
Algemeen beleid
In de beleidscyclus van de NSDSK wordt jaarlijks een beleidsplan opgesteld. Belangrijkste input van het jaarplan: • het kader van de strategienotitie en het meerjarenbeleid; • de doelstellingen die de afdelingen en de teams van NSDSK formuleren aan de hand van een door de directeur/bestuurder opgestelde kaderbrief; • de halfjaarlijkse evaluatie van de doelstellingen van het lopende jaar. De begrotingscyclus loopt parallel aan deze beleidscyclus. Voor dit verslagjaar heeft de NSDSK het jaarplan 2010 ‘Zichtbaar en Samen’ opgesteld. Het thema voor 2010 ‘Zichtbaar en Samen’ is gekozen vanuit de wens om als netwerkorganisatie toegevoegde waarde te leveren op het gebied van tijdig onderkennen, diagnosticeren en behandelen van problemen in horen of spreken. Dit wil de NSDSK doen door zowel het eigen handelen te versterken als door het leveren van kennis, advies of diensten aan anderen. Om de onderlinge verbinding te versterken is met alle teams op alle locaties een gesprek gevoerd over deze doelstelling. In dit gesprek, waar de directeur/bestuurder aanwezig was, gaven medewerkers aan hoe en met wie zij externe samenwerking ontwikkelen en hoe zij daarbij gebruikmaken van aanwezige deskundigheid binnen de NSDSK. Tijdens de personeelsbijeenkomst met als thema ‘De NSDSK als kennismarkt’ hebben medewerkers organisatiebreed vraag en aanbod kunnen uitwisselen. Verder heeft de NSDSK in landelijke netwerken bijgedragen aan verschillende ontwikkelingen, zoals Zichtbare Zorg, uniforme Jaardocument 2010
28
taalsignalering en afstemming van onderzoeksprogramma’s. Met (internationale) lezingen en publicaties deelt de NSDSK haar kennis met anderen. Vanuit het centrale thema voor 2010 ‘Zichtbaar en Samen’ zijn drie speerpunten geformuleerd. Deze speerpunten zijn leidend geweest bij het formuleren van concrete (afdelings)doelstellingen. Hieronder een overzicht van de resultaten op de drie speerpunten. • Zichtbaarheid vergroten van de kwaliteit en resultaten, zowel intern als extern. Het maatschappelijk jaardocument 2009 is in de vorm van een jaarbericht gestuurd naar alle relevante samenwerkingspartijen, zowel lokaal als landelijk. Het theaterfestival voor kinderen met een auditieve beperking is gerealiseerd. De NSDSK-leerstoel ‘Sociale en Emotionele ontwikkeling bij kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking’ is gerealiseerd. Ter gelegenheid van de oratie is een symposium georganiseerd. Ook heeft een symposium plaatsgevonden in samenwerking met Stichting Van der LemFonds. Voor beide symposia is veel belangstelling geweest. In het augustusnummer van de Van Horen Zeggen is een artikel geplaatst waar de NSDSK verantwoordt hoe, binnen de methodiekontwikkeling voor de behandeling van esm, de ontwikkeling naar evidence based werken vorm krijgt. Voor de kinderen met esm is de ontwikkelingsmonitor ingevoerd. Elk half jaar komen de resultaten van het interne klanttevredenheidsonderzoek beschikbaar. Tijdens de personeelsbijeenkomst met het thema ‘De NSDSK als kennismarkt’ hebben mensen organisatiebreed vraag en aanbod kunnen uitwisselen. De NSDSK heeft in landelijke netwerken bijgedragen aan verschillende ontwikkelingen, zoals Zichtbare Zorg, uniforme taalsignalering en afstemming van onderzoeksprogramma’s. Door middel van (internationale) lezingen en publicaties deelt de NSDSK haar kennis met anderen. De cliëntenraad heeft als speerpunt gekozen voor de informatie aan de cliënt. In goede samenspraak en samenwerking zijn bijvoorbeeld nieuwe folders en brochures ontwikkeld voor de NSDSK algemeen, het ACHN en de Gezinsbegeleiding. Eind 2010 heeft de NSDSK meegedaan aan de ontwikkeling van een landelijke klanttevredenheidsindex voor de sector zintuiglijk gehandicapten. De uitkomsten van dit onafhankelijk onderzoek waren goed. De zorg van de NSDSK wordt met een 8,4 beoordeeld, de organisatie krijgt een 8,3 van onze cliënten. Versterken en zichtbaar maken van samenwerking: met landelijke partners en met regionale ketenpartners. Zowel met landelijke als regionale partijen zijn de netwerken in kaart gebracht. Dit is gebeurd door de verschillende teams, de teamleiders en het managementteam. Dit heeft geleid tot samenwerkingsovereenkomsten. Met Partners in Verstaan (Pento, NSDSK en Koninklijke Auris Groep) is een intentieverklaring getekend. Met Koninklijke Auris Groep en de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm en Koninklijke Auris Groep is een overeenkomst tot samenwerking in Hilversum afgesloten. Met MOC ‘t Kabouterhuis is de samenwerking in de diagnostiek vastgelegd. De samenwerking met de Professor van Gilseschool is uitgebreid evenals met het audiologisch centrum van VUmc. De dialoog met belanghebbenden wordt door medewerkers, management en bestuur van de NSDSK gevoerd. •
Verbeteren van de condities (automatisering, personeel en cultuur) voor het primaire proces. In 2010 is het nieuwe systeem voor financiële en personele administratie geheel in gebruik genomen. Het gemak voor medewerkers en management zal de komende maanden verder toenemen. Er heeft versterking van het management plaatsgevonden. Ter ondersteuning van het jaarplan ‘Zichtbaar en Samen’ is door elk team gesproken over de betekenis voor het eigen werk. Er heeft een onafhankelijk medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Hieruit komt naar voren dat de NSDSK ruim boven het gemiddelde scoort. In paragraaf 4.5.2 worden de uitkomsten besproken. Voorbereidende werkzaamheden zijn verricht om tot een verantwoorde keuze voor een elektronisch cliëntdossier te komen. •
Jaardocument 2010
29
4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsbeleid wordt binnen de NSDSK integraal benaderd. Elke manager en teamleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en de werkprocessen van de eigen afdeling c.q. het eigen team. Er is een beleidsmedewerker die het management ondersteunt, o.a. op het gebied van kwaliteit. Onderdeel van deze werkzaamheden is het beheer van het elektronische handboek. Kernpunten uit het kwaliteitsbeleid zijn: • Integraal onderdeel van het algemene beleid van de NSDSK; • Voldoen aan HKZ en Fenac-kader; • Een kwaliteitssysteem waarvan het effect in de dagelijkse werkzaamheden merkbaar is; • Plan-do-check-act cyclus; • Interne audits; • Gebruikersvriendelijk handboek; • Elke medewerker levert een bijdrage aan kwaliteit; • Verantwoording via het jaardocument; • Het leveren van aantoonbare kwaliteit; • Betrokkenheid van de cliëntenraad bij alle onderdelen van het kwaliteitsbeleid. Basis voor de structurering van het kwaliteitsbeleid is de HKZ-norm voor de Gezinsbegeleiding en het FENAC-kwaliteitskader voor het ACHN. Op 13 juli en 31 augustus heeft de herbeoordeling van de HKZ-criteria plaatsgevonden (na 3 jaar), de zgn. uitgebreide toetsing. We hebben bij de toetsing het nieuwe schema van 2008 gehanteerd. Het Keurmerkinstituut heeft de toetsing uitgevoerd. Het certificaat werd met complimenten voor de NSDSK weer toegekend. Op twee punten hadden we een zgn. minor gekregen; voor de inhoud van de directiebeoordeling en voor de veiligheid van het speeltoestel. Deze minors hebben we direct ‘opgelost’. Voor het eerst hebben we de afdeling O&O in de HKZ-toetsing meegenomen. De afdeling O&O wordt getoetst op rubriek 6 ‘het actueel houden van zorg en ondersteuning’. Voor deze afdeling hadden we één minor (de betrokkenheid van de cliëntenraad bij het aansturend document) en één major (het niet voldoen van de projectplannen aan de normeis). Begin 2011 zijn beide tekortkomingen opgelost en is het HKZ-certificaat uitgebreid met de afdeling O&O. Het ACHN voldoet aan alle normen van het Fenac-kwaliteitskader. Dit kader wordt in tegenstelling tot de HKZ niet jaarlijks getoetst. De Fenac moet nog bepalen hoe vaak deze toetsing plaats gaat vinden. Ook voor het ACHN telt dat de plan-do-check-act-cyclus toegepast wordt door het systematisch evalueren van de werkprocessen, de interne audits, de kwaliteitsmetingen en de evaluatie van zorg. In het verslagjaar is een eerste aanzet gegeven aan het beschrijven van de werkprocessen van de afdeling VOG. In 2011 hopen we ook voor deze afdeling een kwaliteitscertificaat te halen (HKZ of ISO). Kern van het kwaliteitsbeleid is het streven naar voortdurende verbetering van alle werkprocessen door het toepassen van de plan-do-check-act-cyclus. Hiervoor hanteren wij een systematische evaluatie van alle documenten van het handboek en de interne audits. In het verslagjaar heeft het interne auditteam van de NSDSK twee audits gehouden met de volgende thema’s: het beleid- en kwaliteitmanagementsysteem, de documentatie, de inkoop en de intake/indicatie van het ACHN. Het intern auditteam bestaat uit: Karin Wiefferink (afdeling O&O), Carla Zandvliet (afdeling Gezinsbegeleiding), Wiepk Harkema (ACHN) (tot september 2010), Sarah Kaldenbach (vanaf november 2010) en Suzanne van Oostrom (afdeling VOG). Veiligheid Fouten, ongevallen en onveilige werksituaties De NSDSK heeft een Fobo-regeling waarbij aan de hand van een formulier de medewerker verslag doet van een (bijna) fout, (bijna) ongeval of onveilige werksituatie. De leidinggevende zal na het treffen van eventuele maatregelen, de fobo doorsturen naar het directiesecretariaat. Twee maal per jaar bekijkt het MT de binnengekomen fobo’s en zal nagaan of het e.e.a. leidt tot aanpassing van bepaalde werkwijze of tot andere maatregelen.
Jaardocument 2010
30
In 2010 zijn 11 fobo’s geregistreerd. De meeste fobo’s betreffen ‘kleine-kinderenongelukjes’ op de behandelgroepen. In alle gevallen zijn passende maatregelen getroffen om dergelijke ongelukjes in de toekomst te voorkomen. In het verslagjaar is de procedure ‘risicoinventarisatie gezondheid en veiligheid behandelgroepen’ geïmplementeerd. Er is een lijst met mogelijke risico’s ontwikkeld. De behandelgroepen maken jaarlijks een inschatting van de ernst van de risico’s en urgentie om risicobeperkende maatregelen te nemen. Vervolgens wordt een actieplan opgesteld waarin de nog te nemen acties omschreven worden. Gegevensbeveiliging De NSDSK heeft een privacybeleid dat jaarlijks geëvalueerd en eventueel aangepast wordt. Alle rechten en plichten zijn vastgelegd in een privacyreglement. Bij het reglement hoort een inventarisatie van verwerkingen van persoonsgegevens. Hierdoor is het voor de medewerker en voor de cliënt duidelijk welke persoonsgegevens verzameld worden en met welk doel. Bedrijfshulpverlening Zie hoofdstuk 4.5.2. Veiligheid medewerkers De NSDSK is een inspirerende, resultaatgerichte en betrouwbare werkgever voor medewerkers. Het uitgangspunt van de NSDSK voor het omgaan met elkaar en met derden is respect voor de ander. De medewerkers van de NSDSK gaan op het werk zodanig met elkaar om, dat een ieder zich in relatie tot andere medewerkers prettig en op zijn gemak voelt. Dat wordt bereikt wanneer een ieder alle anderen met respect behandelt en zich op zijn beurt door alle anderen gerespecteerd voelt. Onder elkaar respecteren verstaan we in dit verband dat mensen elkaar door hun woorden en/of gedrag niet buitensluiten, storen of op welke manier dan ook in verlegenheid brengen. Vanzelfsprekend worden bij de NSDSK ongewenste omgangsvormen als seksuele intimidatie, agressie, pesten en discriminatie niet toegestaan. De NSDSK heeft een gedragscode opgesteld voor de medewerkers. Alle werknemers binnen de NSDSK kunnen bij onheuse bejegening van een collega of leidinggevende, bij pesten, seksuele intimidatie of agressie, terecht bij de in- of externe vertrouwenspersonen. De NSDSK heeft twee interne vertrouwenspersonen benoemd: Tinka Kriens, orthopedagoge/gezinsbegeleider en Karin Wiefferink, senior-onderzoeker O&O. De externe vertrouwenspersoon is Wim van Es, sociaal-psycholoog. De interne vertrouwenspersonen hebben in het verslagjaar een scholing voor vertrouwenspersonen gevolgd. In oktober hebben ze aan de medewerkers gevraagd een vragenlijst in te vullen over het vóórkomen van ongewenste situaties bij de NSDSK. Het onderzoek laat zien dat zich wel eens ongewenste situaties voordoen (roddelen). De vertrouwenspersonen hebben medewerkers die daar last van hebben uitgenodigd om contact met hen op te nemen. In het verslagjaar zijn er geen informele of formele klachten van medewerkers geweest. 4.4
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten
4.4.1
Kwaliteit van zorg
Kwaliteit van zorg in het algemeen Het kwaliteitsbeleid van de NSDSK heeft een aantal vaste onderdelen. In het vorige hoofdstuk is beschreven hoe we het algemene kwaliteitsbeleid vormgeven met als basis een zorgvuldige beschrijving van de processen (dat geleid heeft tot certificering) en een systematische toepassing op deze processen van de plan-do-check-act-cyclus. Daarnaast wil de NSDSK kwaliteit zichtbaar maken door meetbare kwaliteitsindicatoren. We hanteren eigen indicatoren maar nemen ook deel aan het landelijke programma Zichtbare Zorg voor de gezinsbegeleiding, de landelijke Fenac-kwaliteitsnormen en de kwaliteitseisen die de NSDSK en TNO kwaliteit van leven hebben opgesteld voor de neonatale gehoorscreening. Ten slotte hebben we ons in het verslagjaar ook georiënteerd op ‘anders verantwoorden’. Projecten in het kader van ‘anders verantwoorden’ richten zich niet alleen op verantwoorde zorg maar ook op goede zorg. Goede zorg zit niet zozeer in indicatoren of processen maar in de relatie (verbinding) tussen cliënt en professional. Goede zorg is wellicht ook niet te meten maar eerder te beschrijven. In 2011 hopen we een concrete invulling aan ‘anders verantwoorden’ te geven. Jaardocument 2010
31
Kwaliteitsindicatoren gezinsbegeleiding Zorginhoudelijke indicatoren Het programma Zichtbare Zorg ondersteunt sinds 2007 de zorgsectoren bij het realiseren van de ambitie om de kwaliteit van zorg zichtbaar te maken. In dit programma werken verzekeraars, zorgaanbieders, cliëntenorganisaties, brancheorganisaties en de IGZ samen. Zichtbare Zorg bestaat uit twee typen indicatoren: de zorginhoudelijk indicatoren en de meting van de cliëntervaring. De NSDSK heeft in 2009 voor de gezinsbegeleiding voor het eerst meegedaan met het invullen van vragenlijsten voor de zorginhoudelijk indicatoren. Voor de ZG-sector ambulant zijn er eigen indicatoren, echter de eigenheid van de sector komt nog niet voldoende in de indicatoren tot zijn recht. Recent hebben we als sector het initiatief genomen om zelf een indicatorenset voor de sector samen te stellen. We gaan ervan uit dat deze indicatoren in 2012 door Zichtbare Zorg overgenomen worden. Medio 2010 hebben we de resultaten gekregen over 2009. Omdat het een proefjaar is geweest heeft Zichtbare Zorg de volgende noot bij de resultaten genoteerd: ‘Het is een proefjaar, waardoor de waarde van de uitkomsten nog onduidelijk is. Meetfouten, toeval en variatie in de steekproef kunnen de vergelijkbaarheid beperken. Het is daarom te vroeg voor derden om consequenties te verbinden aan de uitkomsten. Deelnemers aan de meting kunnen zelf aan de uitkomsten betekenis geven en benutten voor verbeteracties’. We hebben enkele eerste voorzichtige conclusies uit de resultaten getrokken: we scoren over het algemeen goed. Sterke punten: slagvaardigheid van de organisatie, gedegen zorgafspraken en ondersteuningsplan en laag ziekteverzuim. Minder sterke punten: cliëntveiligheid (ook gesignaleerd door de HKZ, is al aandacht aan besteed) en de wachttijden esm. De resultaten zijn o.a. besproken met de cliëntenraad en er is toestemming gegeven deze te publiceren op Kiesbeter.nl. Bij het schrijven van dit jaardocument is het Zichtbare Zorg nog niet gelukt om de resultaten van 2009 ook daadwerkelijk te publiceren. Eind 2010 heeft de NSDSK meegedaan aan de tweede meetronde. Cliëntervaringen gezinsbegeleiding In het verslagjaar is de cliëntervaring op twee manieren gemeten, zowel door een interne vragenlijst als door een onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek. De interne vragenlijst wordt afgegeven aan of opgestuurd naar cliënten van zowel de Gezinsbegeleiding als het ACHN. Bij cliënten die langdurig in zorg zijn, wordt de vragenlijst één keer per jaar verspreid en bij kortdurende zorg wordt de vragenlijst bij beëindiging gebruikt. Het algehele rapportcijfer voor de Gezinsbegeleiding in het verslagjaar is een 8,2 voor de eerste helft van het jaar en een 8,1 voor de tweede helft. De resultaten zijn per team weergegeven en worden besproken met de teamleiders om verbeterpunten te generen. Naast deze interne evaluatie van zorg heeft de NSDSK in 2010 meegedaan met een onafhankelijk onderzoek naar de tevredenheid van cliënten van de Het algehele oordeel, uitgedrukt in Gezinsbegeleiding. Samen met vier andere een rapportcijfer heeft geleid tot zorgorganisaties in de ZG hebben we ITS, een een 8,4 voor de zorg die het kind onderzoeksinstituut, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen opdracht gegeven een vragenlijst krijgt en een 8,3 voor de NSDSK. te ontwikkelen en een eerste meting te doen. Deze Wij zijn zeer tevreden over deze vragenlijst is specifiek bestemd voor jongeren in de ZGresultaten! sector (leeftijd tot 18 jaar) en is uitgezet onder de ouders van deze kinderen. In maart 2011 is de rapportage verschenen. Het algehele oordeel, uitgedrukt in een rapportcijfer heeft geleid tot een 8,4 voor de zorg die het kind krijgt en een 8,3 voor de NSDSK. Wij zijn zeer tevreden over deze resultaten! Kwaliteitsindicatoren ACHN Zorginhoudelijke indicatoren De koepel van de audiologische centra, Fenac, heeft in 2009 een aantal kwaliteitsindicatoren opgesteld. In 2009 en in 2010 is een aantal hiervan daadwerkelijk gemeten met het Open AC, een softwarepakket voor het registeren van Audiologische Producten. Omdat er niet voldoende afspraken zijn over de definities die ten grondslag liggen aan de resultaten, blijkt het toch lastig te zijn de resultaten te interpreteren. In 2011 wordt gewerkt aan het uniform krijgen van de registratie. Een aantal belangrijke indicatoren zoals de wachtlijst voor de verschillende doelgroepen wordt nu handmatig bijgehouden. ACHN heeft de achterstand die ontstaan was in de wachtlijsten 2004-2009 Jaardocument 2010
32
geheel weggewerkt. Er zijn acties ingezet om te voorkomen dat er wachtlijsten ontstaan. Per kwartaal worden de wachttijden per activiteit besproken in het teamleidersoverleg. Zodra blijkt dat er voor een bepaalde activiteit te lange wachttijden ontstaan, wordt er een actie op gezet, bijvoorbeeld het flexibel inzetten van medewerkers of het verschuiven van agendacapaciteit. Cliëntervaringen ACHN Ook het ACHN meet de cliëntervaringen met een interne vragenlijst. Omdat de behandeling bij het ACHN bijna altijd kortdurend is, wordt de vragenlijst meegegeven bij of opgestuurd na de laatste afspraak. Het algehele rapportcijfer van het ACHN was in de eerste helft van 2010 een 7,8 en in de tweede helft een 7,9. De resultaten zijn in het teamoverleg besproken en er zijn verbeterpunten geformuleerd. Op landelijk niveau ontwikkelt de Fenac samen met de NVVS een onafhankelijke vragenlijst voor het meten van de klanttevredenheid. Kwaliteitsindicatoren VOG Zorginhoudelijke indicatoren Om de kwaliteit van de implementatie van de neonatale gehoorscreening te waarborgen, worden de resultaten van de sceeningen per JGZ-organisatie getoetst t.a.v. deelnamepercentage, referpercentage, loop door het screeningsproces, leeftijd van de kinderen etc. Deze kwaliteitseisen zijn door de NSDSK en TNO Kwaliteit van Leven opgesteld. Een werkgroep van het RIVM draagt er zorg voor dat de indicatoren actueel blijven. De NSDSK participeert in deze werkgroep. Cliëntervaringen VOG De VOG organiseert één keer in de twee jaar cliëntenpanels voor het uitwisselen van ervaringen, wensen en ideeën die er leven bij de organisaties die de neonatale gehoorscreening uitoefenen: de jeugdgezondheidszorgorganisaties. In het verslagjaar heeft er geen cliëntenpanel plaatsgevonden. 4.4.2
Klachten cliënten
De NSDSK heeft conform de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector een klachtenprocedure opgesteld en een klachtencommissie samengesteld. De klachtenprocedure gaat ervan uit dat de klachten zo snel mogelijk behandeld worden, zo mogelijk in samenspraak met de cliënt en de professional. Lukt het niet om tot een oplossing te komen dan kan de klacht voorgelegd worden aan de leidinggevende. Mocht ook in samenspraak met de leidinggevende de klacht niet naar tevredenheid behandeld worden, dan kan de cliënt zich wenden tot de onafhankelijke klachtencommissie van de NSDSK. Overigens kan de cliënt zich ook altijd rechtstreeks wenden tot de klachtencommissie indien een bemiddeling niet aan de orde is. Cliënten van de Gezinsbegeleiding en het ACHN ontvangen bij aanvang van de zorg de folder ‘Niet tevreden? Doe er iets aan!’, waarin uitleg over de klachtenregeling gegeven wordt. Deze informatie staat ook op de website. De klachtencommissie bestond in 2010 uit de volgende personen: • Mevrouw mr. J.M. van Hall, voorzitter (rechter rechtbank Amsterdam); • De heer H. Post (op voordracht van de CR); • Mevrouw G. Welleman (op voordracht van de OR). In 2010 zijn er 9 informele klachten geweest en één formele klacht. De formele klacht is bij de klachtencommissie ingediend. De formele klacht betrof een klacht over de wachttijden en het niet flexibele spreekuur van de audioloog van het ACHN. De klachtencommissie heeft vastgesteld dat de klacht niet gegrond was (niet klachtwaardig). De manager van het ACHN heeft echter samen met de klager naar mogelijkheden gezocht om de afspraken zo te plannen dat deze zowel voor de klager als voor het ACHN acceptabel zijn. De klager is over deze oplossing inmiddels tevreden. De medewerker en/of de leidinggevende hebben de informele klachten besproken met de cliënten. Er is een toelichting gegeven over de gang van zaken en/of excuses gemaakt als er iets niet goed is gegaan. Hiermee zijn de informele klachten naar tevredenheid afgehandeld. Deze informele klachten betroffen de volgende onderwerpen: ACHN: • Cliënt vindt dat er te snel conclusies worden getrokken; • Onjuiste declaratie; Jaardocument 2010
33
• • • •
Controle op instelling van een hoortoestel; Telefonische bereikbaarheid ACHN; Beschikbare tijd van audioloog (niet op tijd op afspraak kunnen komen); Wijziging in de planning van de audioloog waardoor gehooronderzoeken bij jonge kinderen alleen op donderdag kunnen plaatsvinden.
Gezinsbegeleiding: • Ouder heeft moeite met door de NSDSK geformuleerde opmerkingen op indicatieformulier; • Parkeerkosten om in Amsterdam cursussen te volgen; • Telefonische bereikbaarheid van gezinsbegeleider; • Wachttijd voor en tijdstip van gebarentaalcursus; • Wachttijd voor en tijdstip van de behandelgroep; • Communicatie met ouders op de Knipoog over o.a. start tijdstip groep, ouderprogramma; • Veel wisselingen van docenten bij de gebarentaalcursus. De NSDSK heeft de klachten meegenomen in de directiebeoordeling en in relatie gebracht met andere managementinformatie. 4.5
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1
Personeelsbeleid
Werving en Selectie In 2010 zijn er 22 vacatures gesteld. Op één vacature na zijn alle vacatures ingevuld. De vacature voor klinisch fysicus audioloog is moeilijk vervulbaar en is in 2010 niet ingevuld. Een bijzondere vacature in 2010 is de vacature voor bijzonder hoogleraar ‘op het gebied van Sociale en Emotionele Ontwikkeling bij Kinderen met Auditieve en/of Communicatieve Beperkingen’. Ook deze vacature is succesvol ingevuld. Opleiden Om te zorgen dat medewerkers adequaat uitgerust zijn om de hen opgedragen taken goed te kunnen uitvoeren en daarmee de deskundigheid van de medewerkers en daarmee de kennis van de NSDSK te bevorderen, is opleiden een belangrijk instrument. Ook aan opleiden als arbeidsvoorwaarden met betrekking tot het werven en behouden van medewerkers en deze de mogelijkheid geven zich te ontwikkelen wordt belang gehecht. Om deze gedachten te ondersteunen is er in 2010 een instructie opstellen opleidingsjaarplannen vastgesteld. Met het hanteren van jaarlijkse opleidingsplannen wordt het bieden van opleidingen en cursussen op een planmatige en gestructureerde wijze te laten geschieden beoogd, zodat opleidingen en de opleidingsbehoefte en noodzaak inzichtelijk is binnen de NSDSK en er een kwantitatieve en kwalitatieve bewaking plaats kan vinden. De opleidingsplannen zijn hiermee opgenomen in de planning- en controlcyclus van de NSDSK, de opleidingsplannen zijn gekoppeld aan de jaarplannen van de afdelingen. In 2010 zijn in zowel het primair proces, management, staf en ondersteuning afdeling individuele scholingstrajecten geweest en is door verschillende medewerkers deelgenomen aan diverse workshops, conferenties en congressen zowel intern als extern. Voor 2010 was € 113.800,-- aan deskundigheidsbevordering en congreskosten begroot. De werkelijke kosten in 2010 bedragen € 97.951,--. Hierin zijn geen personeelslasten meegenomen die voortkomen uit uren die gemaakt zijn door medewerkers voor de externe cursussen of congressen of de interne opleidingen (gebarencursussen, personeelsinformatiebijeenkomsten). In 2010 is in het personeelsinformatiesysteem per medewerker de opleidingsachtergrond geregistreerd. 85% van de medewerkers is HBO of universitair (WO) opgeleid.
15% 36% 49%
WO HBO MBO
Jaardocument 2010
34
Beleidsontwikkeling In 2010 is als onderdeel van het Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden een fietsenplan vastgesteld. 10% van de medewerkers heeft hier in 2010 gebruik van gemaakt. Voor het uniform begeleiden van medewerkers die structureel onvoldoende presteren is er een protocol verbetertraject vastgesteld. Jaargesprekken In 2010 hebben 49 medewerkers van de NSDSK een jaargesprek gehad. Dit is 43% van het huidige personeelsbestand. Dit relatief lage percentage is deels te verklaren door een aantal langdurig zieken, veel zwangerschapsverloven en nieuwe medewerkers. 2010 is het eerste jaar waarin de jaargesprekken worden geregistreerd in het personeelsinformatiesysteem. Er is een analyse gemaakt en in 2011 zal eraan gewerkt worden. Verzuim Het gemiddelde verzuimpercentage (exclusief zwangerschap) over 2010 is 3,7%. Dit is een stijging ten opzichte van 2009 (2,5%). De meldingsfrequentie is in 2010 1,30. Ook dit is een stijging ten opzichte van 2009 (1,17). In 2010 is er geen instroom in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). 2008
2009
2010
Groei t.o.v. voorgaand jaar
Gemiddeld verzuimpercentage (excl. zwangerschap) 4,2% Meldingsfrequentie 1,30
2,5% 1,17
3,7% 1,30
50% 11%
Verzuim
Personeelsformatie (instroom en uitstroom) In 2010 is de personeelsformatie verder toegenomen, eind 2009 waren er 97 medewerkers, 62,2 fte in dienst. Eind 2010 is dit aantal gegroeid naar 106 medewerkers, 71,3 fte. De telling is exclusief stagiaires, oproepkrachten en de Raad van toezicht. Medewerkers in dienst
2008
2009
2010
Groei t.o.v. voorgaand jaar
Aantal medewerkers per 31 december Aantal fte per 31 december
84 54,2
97 62,2
106 71,3
9% 15%
Het instroompercentage is in 2010 20,2%. Het uitstroompercentage is in 2010 9,2%. De percentages zijn exclusief de in- en uitstroom van stagiaires, oproepkrachten en de Raad van toezicht. Binnen de NSDSK is het beleid dat vertrekkende medewerkers met hun leidinggevende een exitgesprek hebben. Dit om te leren van de vertrekredenen van medewerkers. Om te kijken of een meer neutrale en afdelingsoverstijgende manier van voeren van de exitgesprekken een meerwaarde kan hebben, zijn in 2010 als onderdeel van een pilot vijf exitgesprekken met vertrekkende medewerkers gevoerd door de P&O adviseur. De vertrekkende medewerkers zijn geïnterviewd op vijf onderdelen, te weten de arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden en motieven voor vertrek. Over het algemeen kan daaruit worden opgemaakt: • De arbeidsinhoud is als uitdagend, gevarieerd en divers ervaren. Meer duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden was daarbij wel wenselijk geweest. • De arbeidsomstandigheden zijn over het algemeen als goed ervaren, alleen op de temperatuurbeheersing waren aanmerkingen. • De arbeidsverhoudingen worden over het algemeen als prima beoordeeld. Vooral de relatie met collega’s werd hoog gewaardeerd. Als aandachtspunt komt de samenwerking en contact tussen teams/afdelingen naar voren. • De arbeidsvoorwaarden waren naar tevredenheid. • De motieven voor vertrek. In drie situaties had het vertrek te maken met de aantrekkelijkheid van de nieuwe functie, één persoon heeft opgezegd n.a.v. persoonlijke omstandigheden. Eén persoon is vertrokken om de negatieve kant van de functie. Jaardocument 2010
35
Organisatie In 2010 is een aantal functies herbeschreven. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor het project van volledig onderhoud van het functiehuis van de NSDSK. Het nieuwe bedrijfssoftwarepakket Profit is in 2010 gebruik genomen. De salarisverwerking vindt hierdoor volledig ‘in huis’ plaats. Hierdoor is deze dienstverlening veel gerichter en sneller geworden. De informatievoorziening heeft in 2010 duidelijke ontwikkelingen doorgemaakt. Met een positieve uitwerking op de inzichtelijkheid en bestuurbaarheid van de organisatie. De personeelsinformatie is nu opgenomen in Profit, waardoor een volledig digitaal personeelsinformatiesysteem functioneel is binnen de NSDSK, voorzien van digitale personeelsdossiers. Dit heeft er toe geleid dat managers altijd online de gegevens van hun medewerkers kunnen raadplegen, managementinformatie kunnen opvragen en signalen kunnen ontvangen betreffende personele aangelegenheden (Managment Self Service, MSS). Medewerkers kunnen nu zelf online hun personeelsdossier inzien, en eenvoudige aanvragen of wijzigingen digitaal indienen (Employee Self Service, ESS). Verdere mogelijkheden en ondersteuning bij HR ontwikkelingen zullen in 2011 worden voortgezet. 4.5.2
Kwaliteit van werk
Arbo In 2010 is een voldoende bezetting van Bedrijfshulpverlening (BHV) gerealiseerd. Elf medewerkers zijn in 2010 opgeleid tot Bedrijfshulpverlener of hebben een herhalingscursus gevolgd. In 2010 is daarbij extra aandacht geweest voor ontruiming. Er is gecontroleerd of er ontruimingsplannen aanwezig zijn op de diverse locaties van de NSDSK. Waar een (actueel) ontruimingsplan ontbrak, is er één gemaakt. Ook hebben er ontruimingsoefeningen op de locaties plaatsgevonden. De NSDSK wil haar medewerkers een veilige en gezonde werkplek bieden. In 2010 heeft een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) plaatsgevonden. Alle locaties van de NSDSK zijn door een arbeidshygiënist van onze arbodienstverlener Maetis bezocht en bekeken. Uit de RI&E zijn geen directe knelpunten betreffende de arbeidsomstandigheden naar voren gekomen. Wel is een aantal nuttige aanbevelingen gedaan waarmee de NSDSK Arbozaken verder kan verbeteren. Dit zal in 2011 verder worden opgepakt. Een belangrijke ontwikkeling hierbij in 2010 is het onderzoeken van de mogelijkheden voor het aanstellen van een ergocoach. Medewerkers bepalen het succes van de NSDSK en de kwaliteit van de dienstverlening. Er zijn veel factoren die van invloed zijn op de productiviteit en motivatie van de medewerkers. Scherp inzicht in wat er speelt in onze organisatie geeft handvatten om de werkbeleving van de medewerkers te verbeteren. Eind 2010 heeft er een medewerkerstevredenheidonderzoek plaatsgevonden. De medewerkers geven de NSDSK gemiddeld een 7,7. Hiermee scoort de NSDSK beduidend hoger dan andere werkgevers in de branche. Hierna volgen de behaalde scores op de hoofdonderwerpen van de vragenlijst en de score op de ‘algemene tevredenheid’.
Jaardocument 2010
36
Aan de hand van het medewerkerstevredenheidonderzoek hebben we per afdeling inzicht in de resultaten en kunnen we gerichte verbeterpunten formuleren. In 2011 zal dit verder worden opgepakt om zo te streven naar verbeteringen in de werkbeleving van de medewerkers. Personeelsinformatiebijeenkomsten In 2010 zijn twee personeelsbijeenkomsten georganiseerd voor de werknemers van de NSDSK. De eerste personeelsbijeenkomst was op maandag 21 juni 2010. Het thema voor deze bijeenkomst was: ‘De NSDSK als kennismarkt’. Tijdens deze bijeenkomst was er een presentatie van Carolien Rieffe, hoogleraar ‘Sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking’ van de NSDSK leerstoel gevestigd bij de Universiteit Leiden. De bijeenkomst werd afgesloten met een gezamenlijke borrel en een etentje. De tweede personeelsbijeenkomst was op donderdag 21 oktober 2010 en stond in het teken van ‘Evidence based en practice based werken in de praktijk – een jaar later’. De onderwerpen van de presentaties: • Tinnitus project ACHN • Monitor Gezinsbegeleiding • Theaterproject NSDSK • Matig Slechthorenden Project • Methodiek ESM • Methodiek Doof/SH • Neonatale Gehoorscreening – een update • Project sociaal emotioneel ontwikkeling bij kinderen met een CI • Profit systeem NSDSK. De bijeenkomst werd afgesloten met een gezamenlijke borrel. 4.6
Samenleving
Symposium ter gelegenheid van. Oratie Carolien Rieffe Ter gelegenheid van de oratie van de bijzonder hoogleraar Sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking is een symposium georganiseerd door de NSDSK in het LUMC te Leiden. Tijdens dit symposium zijn diverse lopende projecten gepresenteerd op het terrein van sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met een gehoorverlies en of een spraak- en taalprobleem. De lezingen werden verzorgd door diverse onderzoekers; Carolien Rieffe, Leo de Raeve, Ellen Gerrits, Anke Otten, Bernadette Vermeij, Karin Wiefferink, Lizet Ketelaars, Nina Wolters en Daan Hermans. Aansluitend aan dit symposium sprak prof. Dr. C. Rieffe haar rede uit. Symposium Stichting Van der LemFonds/ NSDSK Vrijdag 10 december 2010 organiseerden de Stichting Van der LemFonds en de NSDSK een symposium in het Teylers museum in Haarlem met als thema ‘Invloed van een communicatieve of een auditieve beperking op het zich ontwikkelende brein.’ Hersenonderzoek in ons werkveld is vernieuwend en geeft belangrijke informatie voor de praktijk. Het wordt soms al ingezet om taalproblemen te verklaren en om het effect van behandelingen te meten. Op het symposium werden vier lezingen gegeven over hersenonderzoek, de werking van het brein en de ontwikkeling van kinderen met gehoor- en taalproblemen. De lezingen werden verzorgd door Pim van Dijk (hoogleraar Audiologie van het UMCG), Carolien Rieffe (bijzonder hoogleraar Sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking aan de Universiteit van Leiden verbonden aan de NSDSK), Janet van Hell (hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Pennsylvania State University) en Bencie Woll (hoogleraar aan University College of London). De dag werd afgesloten door de dagvoorzitters Noëlle Uilenburg en Harry Knoors die een vertaalslag maakten naar het belang van dit onderzoek voor de praktijk. Theaterdagen voor dove en slechthorende kinderen In september en oktober werden door de NSDSK (afdeling O&O) in samenwerking met Stichting 2+ Producties en Kunstenaars & Co ‘WIL IK OOK!’ Theaterdagen georganiseerd. Deze dagen waren speciaal voor dove en slechthorende kinderen van twee tot en met vijf jaar. Het werd een groot succes. De dagen vonden plaats in Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam, Zwolle en Utrecht. De kinderen waren welkom met ouders, broertjes, zusjes, opa’s en oma’s. De insteek van deze dagen was dat kunst iedereen op Jaardocument 2010
37
een andere manier prikkelt en kan aansporen tot een brede ontwikkeling. Op deze dagen konden de kinderen en hun familie genieten van theater, dans, muziek en beeldende kunst. De theaterdagen werden mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van een aantal fondsen: Fonds NutsOhra, SNS Reaal fonds, VSB fonds, Regina van Geunsfonds, stichting JANIVO, SKAN fonds en een ondersteuning in natura van Kunstenaars en Co. Presentaties gegeven door professionals van de NSDSK aan medewerkers van andere organisaties: • Maartje Stephan, Imke Theunissen, Jacobien van Kooten. Audiologisch Centrum Holland Noord. ‘Het audiologisch centrum als centrum voor spraaktaaldiagnostiek’. Integrale Vroeghulp van Midden- en Zuid-Kennemerland en van Noord-Holland-Noord, 30 maart 2010. • Saskia Veentjer. Presentatie over de Ster. Kwaliteitskring logopedisten Den Helder en omstreken, 16 juni 2010. • Patrick Brienesse en Maartje Stephan: ‘Kinderen en gehoor/spraaktaal op het audiologisch centrum’. Voor kinderartsen in het Gemini Ziekenhuis 21 juni 2010. • Anja Gaarthuis, Heleen Bos, Manon May en Peggy Sasburg. Over behandelgroep de Ster en het belang van vroegbehandeling. Voor peuterspeelzaalleidsters van peuterspeelzalen in Velsen naar aanleiding van kinderen die van hun peuterspeelzalen zijn gegaan en naar de Ster zijn gekomen. • Door de bestuurder zijn verschillende presentaties gehouden over de keten voor kinderen binnen de sector auditief-communicatief, bijvoorbeeld voor de adviescommissie Jeugd van de VGN en de commissie Kindzorg van de Sigra. 4.7
Financieel beleid
Het financieel beleid van de NSDSK is gericht op het faciliteren van de benodigde zorg voor de doelgroep, een adequate verdeling van middelen intern, een sluitende begroting en de continuïteit van de organisatie. Exploitatieresultaten De exploitatie over 2010 sluit met een positief saldo van € 743.205,--. Een groot deel van dit resultaat bestaat uit € 666.123,-- van de afdeling Gezinsbegeleiding. Tussen het initieel budget (inkoopprocedure oktober 2009) en de herschikking (oktober 2010) bestond een verschil van bijna € 1 miljoen. De NSDSK heeft een schaarstemodel gehanteerd tot er zekerheid was over de definitieve herschikking (eind oktober 2010). Het Audiologisch Centrum Holland Noord heeft een negatief resultaat van € -145.741. Dit resultaat is gerealiseerd met een door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgelegde aftrek op de tarieven, met als doel de positieve resultaten uit het verleden te verrekenen. Het financieringsoverschot van de afdeling bestond per 31-12-2009 uit € 917.561, door het negatieve resultaat bestaat het financieringsoverschot per 31-12-2010 uit € 771.820. De verwachting is dat een groot deel van dit financieringsoverschot in 2011 wordt ingelopen. Afdeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen draagt bij met een positief resultaat van € 64.818,--. Er is in 2010 meer dan verwacht gebruikgemaakt van de verschillende trainingen, daarnaast is een verplichting met betrekking tot oude crediteuren vrijgevallen. Op concernniveau (NSDSK) draagt een resultaat van € 1.007,-- bij aan het positieve resultaat. Ten slotte sluit Onderzoek & Ontwikkeling af met een positief resultaat van € 156.998,--. Eind 2010 heeft de afdeling nalatenschappen ontvangen die als bate is opgenomen op de winst- en verliesrekening van afdeling Onderzoek & Ontwikkeling. Dit geld zal in de toekomst besteed worden aan onderzoeksactiviteiten. Deze bestemmingsreserve wordt apart van het eigen vermogen van de afdeling verantwoord. AWBZ De financiële waarde van de met de Zorgkantoren gerealiseerde productieafspraken voor het jaar 2010 bedraagt € 3.589.471,--. De afrekening vindt plaats op basis van de daadwerkelijk geleverde productie in het kalenderjaar, waarbij de gemaakte productieafspraken het plafond vormen. De externe accountant heeft op 24 maart 2011 een goedkeurende verklaring afgegeven over de nacalculatie van de AWBZ-productie van afdeling Gezinsbegeleiding voor de Zorgkantoren en de Nederlandse Zorgautoriteit. Jaardocument 2010
38
Jaar
AWBZ – productie
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
€ 1.069.409 € 1.070.183 € 1.627.363 € 1.605.958 € 1.914.386 € 2.757.973 € 3.589.471
Groei t.o.v. voorgaand jaar 0% 52% -1% 19% 44% 30%
Index 100 100 152 150 179 258 336
Bovenstaande gegevens corresponderen met de laatste rekenstaten d.d. 10 december 2010 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa heeft verschillende rekenstaten afgegeven voor onze afspraken met Zorgkantoor Agis (€ 2.983.698,--) en Zorgkantoor Achmea (€ 685.566,--), met een totaal van € 3.669.264,--. In de zorgkantoorregio van Agis heeft de NSDSK in de herschikkingronde een hogere productieafspraak gemaakt dan zij heeft kunnen realiseren. Bij Zorgkantoor Achmea is een iets hogere realisatie dan de productieafspraak toestaat. Onderhandenwerk ACHN De onderhandenwerkpositie van het audiologisch centrum is ultimo 2010 € 350.595,--. Begin 2007 is de financiering van vooraf met jaarkaarten naar achteraf met audiologische producten (AP) gegaan. Dit betekende simpelweg dat in 2007 nog patiënten werden behandeld waarvoor de NSDSK reeds in 2006 geld heeft ontvangen. Bovendien werden nieuwe patiënten in behandeling genomen, waarvoor pas achteraf (een AP duurt maximaal 1 jaar) geld wordt ontvangen. In 2010 is ter waarde van € 1.560.770,-- aan nota’s verstuurd. Het onderhandenwerk van 2009 ad € 968.346,-- is hiermee ingelopen en het onderhandenwerk van 2010 ad € 350.595,-- zal pas in 2011 worden gefactureerd. Ter compensatie is een liquiditeitsbijdrage van zorgverzekeraar Achmea ad € 42.195,-- ontvangen. Zie hieronder de ontwikkeling van de aantallen audiologische producten (AP’s) van het ACHN. Jaar
Aantal AP's
2007 2008 2009 2010
1494 2188 2892 3228
Groei t.o.v. voorgaand jaar 46% 32% 12%
Index 100 146 194 148
Innovatie en ontwikkeling In 2010 is door de NSDSK uit diverse bronnen extra middelen ter beschikking gesteld voor innovatie en ontwikkeling. De trajecten gespecificeerd: • kwaliteitscertificering HKZ organisatiebreed, voor afdeling Gezinsbegeleiding blijft HKZ gecontinueerd. • ontwikkeling overbruggingsbehandelgroep in Beverwijk voor kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (esm). • uitvoeren van een diagnostisch programma voor kinderen met een complexe ontwikkelingsproblematiek samen met MOC ’t Kabouterhuis, in opdracht van het VTO-team Amsterdam. • ontwikkeling en uitvoering theaterdagen voor dove en slechthorende kinderen en hun gezin in Amsterdam, Eindhoven, Utrecht, Rotterdam en Zwolle. • symposium in verband met oratie bijzondere leerstoel Sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking samen met de Universiteit Leiden. • symposium in samenwerking met Stichting Van der LemFonds. • onafhankelijk medewerkerstevredenheidsonderzoek. • onafhankelijk cliënttevredenheidonderzoek. • externe communicatie. In 2010 heeft de directiesecretaresse, die tevens werkzaamheden uitvoert voor de communicatie, een nieuwe brochure ontwikkeld over de esm-methodiek voor verwijzers en financiers. De website is verder ontwikkeld, www.nsdsk.nl.
Jaardocument 2010
39
•
interne communicatie. Met de groei van de zorgafdelingen is extra aandacht besteed aan de verbondenheid van medewerkers met de organisatie. Er zijn in 2010 drie bijeenkomsten georganiseerd voor medewerkers rond inhoudelijke thema’s en er is een tweemaandelijkse nieuwsbrief, de NSDSK Actueel.
In 2010 heeft het bestuur besloten de volgende grote investeringen te begroten voor 2011: • uitbesteding ICT-netwerk (gestart in 2009) • audiologisch apparatuur, vijfjarenplan (2009) • aanschaf/implementatie software elektronisch cliëntdossier (ECD) en tijdregistratiesysteem • aanschaf/ implementatie nieuwe telefooncentrale (VoIP) • vervolg teamleideracademie • inhuur programmeur (deskundigheidsbevordering) Centraal Administratiesysteem Neonatale Gehoorscreening (CANG) • vacature senior onderzoeker • ontwikkeling tweede kern Alkmaar en uitbreiding huisvesting Alkmaar • verbeteren interne huisvesting Lutmastraat Amsterdam • ontwikkeling intranet t.b.v. verbetering interne communicatie Donaties De NSDSK heeft in 2010 van een aantal donateurs en fondsen een bijdrage ontvangen, waar zij zeer erkentelijk voor is. Kengetallen Als indicatie van de financiële stand van zaken is een aantal kengetallen op bestuursniveau becijferd:
Solvabiliteit (eigen vermogen / totaal vermogen) Liquiditeit (kortlopende activa / kortlopende passiva)
2007
2008
2009
2010
35%
34%
79%
85%
1,43
1,38
4,36
6,34
Solvabiliteit Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm van de waarde tussen de 0,25 en 0,50. Vanwege de eventuele waardevermindering van de activa bij liquidatie wordt er geen norm van 1 gehanteerd. Ten opzichte van 2007 en 2008 is de solvabiliteit in 2009 en 2010 meer dan verdubbeld. Dit is te verklaren door het positieve concernbrede resultaat van 2009 ad € 2.068.152,-- en 2010 ad € 743.205,--. Het financieringsoverschot dat door het positieve saldo van het audiologisch centrum is ontstaan, kan ook gezien worden als een schuld, aangezien deze weer verrekend zal worden met de toekomstige tarieven. Wanneer we het financieringsoverschot (per 31-12-2010 € 771.821) buiten de berekening laten, komt de solvabiliteit van de NSDSK op 66%, een verbetering van 14% op voorgaand jaar (wanneer in 2009 ook het financieringsoverschot buiten de berekening wordt gelaten is de solvabiliteit 52%). Liquiditeit De liquiditeit van een onderneming wordt uitgedrukt in een verhoudingscijfer, waarbij de vlottende activa worden gedeeld door de kortlopende schulden. Dit cijfer geeft aan in welke mate op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan, zonder dat de continuïteit van de onderneming in gevaar wordt gebracht. In het algemeen wordt een norm van 1,5 voldoende geacht. Per einde boekjaar 2010 zijn de liquide middelen € 2.618.558,--. Deze gezonde liquide positie is vooral dankzij het financieringsoverschot van het audiologisch centrum, de positieve resultaten van alle afdelingen en de in 2008 en 2010 ontvangen nalatenschappen ter waarde van € 685.888,--. Voor 2011 wordt ingezet op verdere groei en zal worden getracht de financiële positie, gericht op de middellange termijn, verder te versterken. De activiteiten van de zorggroepen ontwikkelen zich door en de NSDSK blijft actief zoeken naar nieuwe, creatieve producten om aan de toenemende vraag van cliënten in ons werkgebied te kunnen blijven voldoen. Het jaarrapport (jaarrekening) is onderdeel van dit maatschappelijk jaardocument NSDSK 2010. Jaardocument 2010
40
Bijlage 1 A. A-ABR ACHN AMC AO/IC AP AWBZ B. BHV C. CANG CI CJG CMV CQ/CE-index CR CvB D. D/SH Doof/ESH E. ECD ESM F. FENAC Fobo FODOK FOSS fte G. GB GGD H. HBO HKZ I. ICT IGZ ISO ITS J. JGZ K. KNO-artsen L. LCvV LSR LUMC M. MBO MEE MOC ’t Kabouterhuis MSH MT
Jaardocument 2010
Afkortingenlijst Automated Auditory Brainstem Response (screeningsinstrument) Audiologisch Centrum Holland Noord Academisch Medisch Centrum Administratieve Organisatie en Interne Controles Audiologische producten Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Bedrijfshulpverlening Centraal Administratie systeem Neonatale Gehoorscreening Cochleair Implantaat Centrum voor Jeugd en Gezin Cytomegalievirus Consumer Quality Index (gestandaardiseerde systematiek voor het meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg) Cliëntenraad Centrum voor Bevolkingsonderzoek dove en slechthorende Doof/ernstig slechthorend Elektronisch Cliëntendossier Ernstige Spraak- en taalmoeilijkheden Federatie voor Nederlandse Audiologische Centra Fout, ongeluk of bijna ongeluk Nederlandse Federatie van Ouders van Dove Kinderen Nederlandse Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en van kinderen met Spraaktaalmoeilijkheden Fulltime employee (Fulltime werknemer) Gezinsbegeleiding Gemeentelijke of Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Hoger Beroeps Onderwijs Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector Informatie- en Communicatietechnologie Inspectie voor de Gezondheidszorg International Organization for Standardization (internationale norm voor Kwaliteitsmanagement) Non-profit onderzoeksinstituut, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Jeugdgezondheidszorg Keel, Neus, Oorheelkunde-artsen Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Landelijk Steunpunt op het gebied van Medezeggenschap en zeggenschap Leids Universitair Medisch Centrum Middelbaar Beroeps Onderwijs Vereniging voor ondersteuning bij leven met een beperking Medisch Orthopedagogisch Centrum ’t Kabouterhuis Matige Slechthorendheid Managementteam
41
N. NGT NictiZ NmG NHS NOAH-protocol NSDSK NVVS NZa O. OAE O&O OR P. P&O PR R. RDOG RGO RI&E RIVM RvB RvT S. SH SIAC SPW STAR scholing T. TNO TOV U. UMCG V. VGN VKGN VOG VoIP VTO VUmc VWO VWS W. WAP WIA Wmo WO WTZi Z. ZG ZN Zvw
Jaardocument 2010
Nederlandse Gebarentaal Nationaal ICT instituut in de Zorg Nederlands ondersteund met Gebaren National Health Service (Nationale gezondheidsdienst) Nationaal Overleg Audiologische Hulpmiddelen Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind Nederlandse Vereniging Voor Slechthorende Nederlandse Zorgautoriteit Oto Acoustische emissie (gehoortest) Onderzoek & Ontwikkeling Ondernemingsraad Personeel & Organisatie Public Relations Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Raad voor Gezondheidonderzoek Risico-Inventarisatie en evaluatie Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Raad van Bestuur Raad van Toezicht Slechthorend Stichting Samenwerkende Instellingen Auditief en/of Communicatief beperkten Sociaal Pedagogisch Werk Stichting Audicienregister Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tijdig Onderkennen van Visuele stoornissen Universitair Medisch Centrum Groningen Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Vereniging Klinische Genetica Nederland Vroegtijdige onderkenning Gehoorstoornissen Voice over Internet Protocol Vroegtijdig Onderkennen Vrije Universiteit Medisch Centrum Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek Volksgezondheid, Welzijn en Sport Werkgroep Audiologisch Product Wet, Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wet maatschappelijke ondersteuning Wetenschappelijk Onderwijs Wet Toelating Zorginstelling Zintuiglijke Gehandicaptenzorg Zorgverzekeraars Nederland Zorgverzekeringswet
42