Inhoudsopgave. Nieuwe verbindingen, Profiel van de organisatie, Algemene identificatiegegevens, Structuur van de organisatie, 7

Inhoudsopgave

Nieuwe verbindingen, 5

1. 1.1. 1.2.

Profiel van de organisatie, 7 Algemene identificatiegegevens, 7 Structuur van de organisatie, 7

2.

Kernprestaties, 8

3.

Maatschappelijk ondernemen, 11

4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.

Toezicht, bestuur en medezeggenschap, 13 Normen voor goed bestuur, 13 Raad van Bestuur, 13 Raad van Toezicht, 13 Bedrijfsvoering, 15 Risicomanagement, 15 Medezeggenschap,16

5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.

Beleid, inspanningen en prestaties, 19 Beleid en realisatie 2014, 19 Kwaliteit, 20 Klachten, 21 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk, 22 Financieel beleid, 23

6. Jaarrekening 2014, 28 6.1.1. Balans per 31 december 2014, 28 6.1.2. Resultatenrekening over 2014, 29 6.1.3. Kasstroomoverzicht, 30 6.1.4. Algemene toelichting & grondslagen van waardering en resultaatbepaling, 31 6.1.5. Toelichting op de balans - activa, 38 6.1.5. Toelichting op de balans - passiva, 45 6.1.6. Overzicht langlopende schulden ultimo 2014, 56 6.1.7. Toelichting op de resultatenrekening, 58 6.1.7. Toelichting op de resultatenrekening - baten, 63 6.1.7. Toelichting op de resultatenrekening - lasten, 65

7. Overige gegevens, 77 7.1.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening, 77 7.1.2 Statutaire regeling resultaatbestemming, 77 7.1.3 Resultaatbestemming, 77 7.1.4 Gebeurtenissen na balansdatum, 77 7.1.5 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders, 78 7.1.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant, 80

4

Het Poortje - Jaarverslag 2014

Voorwoord

Nieuwe verbindingen Het jaar 2014 stond voor Het Poortje in het teken van nieuwe verbindingen. De keuze om samen verder te gaan met Elker maakt dat we sterk hebben ingezet op nieuwe verbindingen in en tussen onze organisaties maar ook met de buitenwereld. Hiermee willen wij een bijdrage leveren aan effectieve jeugdhulp die jongeren weer mee laten doen in de samenleving. In 2014 hebben we ons voorbereid op de transitie en transformatie van de jeugdzorg. Hiervoor hebben we verbindingen gelegd met gemeenten, onze nieuwe opdrachtgever, om op inhoudelijk en financieel gebied afspraken te maken voor de komende jaren. Deze afspraken zijn vastgelegd in een driejarig contract dat de basis vormt voor stevige veranderingen en krimp. Vanuit de transformatie stelt de samenleving een andere vraag aan het specialisme van Het Poortje. De gedwongen jeugdhulp en het onderwijs gelieerd aan deze setting zal minder, korter en meer in verbinding met het netwerk rondom de jongere en de andere hulpverleners ingezet worden. In 2014 hebben we samen met onze partners, met onder meer het traject In voor Zorg, DOK3, Pas op de Plaats (POP) en Doen Wat Werkt, deze verbindingen verder vormgegeven. Onderwijs is een kritische succesfactor in het behandeltraject van jongeren. In 2014 is Portalis daarom gepositioneerd als een kritisch proces dat geïntegreerd is in de behandeling. Een werkgroep heeft gekeken in hoeverre Portalis in het voorliggend veld, preventief haar deskundigheid kan inzetten om schooluitval en problemen te voorkomen. Dit wordt in 2015 verder ontwikkeld. Het Poortje zal steeds meer inzichtelijk moeten kunnen maken welke zorg geboden wordt en wat hier de (maatschappelijke) resultaten van zijn. Daarom hebben we het afgelopen jaar sterk ingezet om processen die deze informatie genereren goed op orde te brengen. Het cliëntvolgsysteem USER is geïmplementeerd en door inzet van de Monitor JeugdzorgPlus krijgen we beter inzicht in de effectiviteit van onze behandeling.

In 2014 is er vanuit het Masterplan van DJI besloten tot een verdere krimp van het aantal JJI plaatsen, wat leidt tot een vergroting van de regio voor Juvaid. Met de invoering van het adolescenterecht en POP heeft Juvaid de eerste stappen gezet naar een meer toekomstbestendige instelling. Daarnaast zijn in 2014 de nodige voorbereidingen getroffen om te komen tot een organisatorische invulling van de bestuurlijke fusie met Elker. Daarom is gekozen voor een geharmoniseerde inrichting van de organisaties met één centraal gepositioneerde staf, waar beide werkstichtingen een beroep op kunnen doen. Ook zijn kritische processen rondom de Planning & Control en financiën in kaart gebracht en waar mogelijk al geharmoniseerd. In 2015 gaat het harmonisatieproces verder. In de komende jaren zullen we in samenwerking met de gemeenten toewerken naar een getransformeerde JeugdhulpPlus. We zetten in op verkorting van de behandelduur en zullen investeren in goede uitstroombegeleiding. We gaan onze expertise beschikbaar stellen aan gemeenten en aan onze ketenpartners. Een belangrijk bestanddeel hierbij is het signaleren en wegnemen van veiligheidsrisico’s. De expertise van JeugdhulpPlus is niet langer alleen ‘binnen’ nodig, maar kan eerder in de keten worden ingezet in het voorliggende veld. Het Poortje neemt hiervoor onder meer deel aan expertteam gemeente. Het specialisme dat wij bieden staat onlosmakelijk in verbinding met de professionals die bij onze organisatie werkzaam zijn. De transformatie houdt in dat het professioneel handelen en de deskundigheid van onze medewerkers vraaggericht en outreachend ingezet gaat worden. We nemen de zorg niet over, maar verbinden onze expertise en kennis van het jeugd- en onderwijsveld aan de jongere, die daardoor weer in zijn kracht komt. Samen met Elker zetten we in op de eigen kracht van cliënten, maar ook van de professionals die in beide organisaties werken. Dit doen wij vanuit de overtuiging dat dit de kracht is die nodig is om jongeren, die tijdelijk onze zorg nodig hebben, hun plek te laten vinden in de maatschappij.

Wybe Cnossen, Raad van Bestuur

Joop van der Vlugt, Raad van Bestuur


5

6


1. Profiel van de organisatie

1.1. Algemene identificatiegegevens Adres: Postbus 70013 Postcode: 9704 AA Plaats: Groningen Telefoonnummer: (050) 851 46 66 Identificatienr. Kamer van Koophandel: 41009061 E-mailadres: [email protected] Website: www.hetpoortje.nu

Per 1 januari 2014 is Het Poortje een bestuurlijke fusie aangegaan met Stichting Elker. Ten behoeve van deze bestuurlijke constructie is een nieuwe moederstichting opgericht voor twee zelfstandige dochterstichtingen (de stichtingen Elker en Het Poortje Jeugdinrichtingen). De Raden van Bestuur resp. Raden van Toezicht van moeder- en dochterstichtingen vormen een personele unie. Bestuur en toezicht zijn conform weten regelgeving en de Governanceprincipes vanuit het Zorgbrede Governancemodel (ZGC) ingericht.

Besturingsmodel In 2014 stuurde de tweehoofdige Raad van Bestuur vier directeuren aan, die verantwoordelijk waren voor de aansturing van de organisatieonderdelen Juvaid (justitiële jeugdinrichting), Portalis (onderwijs en arbeidstoeleiding), Wilster (gesloten jeugdzorg) en de staf. De Raad van Bestuur en de directeur financiën en bedrijfsvoering van Elker en Het Poortje, de directeuren van Het Poortje en de managers van Elker vormen samen het MT.

Medezeggenschapsstructuur

1.2. Structuur van de organisatie Juridische structuur Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen is een stichting waarvoor statutair is vastgelegd dat de hoogste dagelijkse leiding wordt gevoerd door de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht, bestaande uit zeven leden, houdt toezicht op het bestuur van de stichting. Onder de stichting ressorteert een school, in de zin van de Wet op de expertisecentra, die ook gevestigd is in Groningen en nevenvestigingen heeft in Veenhuizen en Kortehemmen.

Binnen Het Poortje functioneren met inachtneming van weten regelgeving een Ondernemingsraad, een Medezeggenschapraad en een Cliëntenraad. In verband met de bestuurlijke fusie per 1 januari 2014 met stichting Elker is een BOR (Bijzondere ondernemingsraad) ingericht, waarbinnen vertegenwoordigers van de Ondernemingsraden van Elker en Het Poortje en van de Medezeggenschapsraad van Portalis overleg voeren met de Raad van Bestuur.

“Verbinding met collega’s van Elker en de nieuwe afdelingen.”


7

2. Kernprestaties

Jongeren (in aantallen) Jeugdzorgplus 2014 Peildatum 01-01-2014

Wilster

Woodbrookers

91

20

Instroom

123

30

Uitstroom

128

31

86

19

Aanwezig op 31-12-2014

Jongeren (in aantallen) Justitie 2014

Juvaid

Peildatum 1-1-2014

25

Instroom

106

Uitstroom

95

Aanwezig op 31-12-2014

36

Jongeren (in aantallen) OC&W – Portalis

Kortehemmen

Veenhuizen

Peildatum 1-10-14

57

23

22

Nevenvestiging

24

26

-

Capaciteit en productie

Capaciteit

Wilster

Woodbrookers

Juvaid

Capaciteit

Traject

Capaciteit

Capaciteit

16

92

24

45

Gerealiseerde trajecten

n.v.t.

196

n.v.t.

n.v.t.

Verzorgingsdagen

5.450

24.485

8.222

9.721

Gem. bezetting Bezettings%

8

Groningen


14,9

67,1

22,5

26,6

93,3%

72,9%

93,9%

59,2%

Portalis - behaalde diploma’s en certificaten Groningen

Kortehemmen

Veenhuizen

2

1

2

35

-

2

Behaalde diploma’s schooljaar 2013-2014 Behaalde certificaten schooljaar 2013-2014

Personeelsformatie (per afdeling)

Wilster

Portalis

Juvaid

Bestuur en bedrijfsv.

Aantal fte personeelsleden per 31/12/2013

135,9

45,8

83,2

56,2

Aantal fte personeelsleden per 31/12/2014

128,0

41,7

79,8

42,4

Personeelsformatie (totaal)

Totaal

Aantal fte personeelsleden per 31-12-2014 Aantal medewerkers per 31-12-2014

291,9 336

Omzet van de segmenten (in euro’s)

Inkomsten

V&J

10.769.164

OCW

4.728.286

VWS

19.681.089

Totaal

35.178.539


9

10


3. Maatschappelijk ondernemen

Het Poortje heeft een maatschappelijke opdracht en wil haar medewerkers, expertise en middelen inzetten om haar verantwoordelijke taak waar te maken. Om een zo groot mogelijk rendement te behalen voor de jongeren die in Het Poortje behandeld worden, hun omgeving en de maatschappij is het van belang aan te kunnen sluiten bij een veranderende maatschappelijke context. Om te weten in hoeverre Het Poortje dit doet voert Het Poortje actief beleid op het gebied van cliëntenparticipatie. Er is een cliëntenraad, zowel Juvaid als Wilster hebben een actieve jongerenraad en er worden regelmatig ouderavonden georganiseerd. Wij vragen cliënten hun ervaringen met ons te delen en hun aandachtspunten mee te geven in de verdere ontwikkeling van het beleid. Het Poortje investeert verder in het meten en volgen van onze inspanningen. Het Poortje en haar cliënten staan niet los van de samenleving. Onze behandeling is er op gericht dat jongeren zo snel mogelijk, vanuit de geslotenheid, hun plek weer vinden in de maatschappij. Tijdens en na de behandeling ligt de focus op de omgeving van de jongeren, wij willen die verbinding zo veel mogelijk in stand houden en waar nodig versterken. In eerste instantie biedt de geslotenheid de veiligheid voor zowel jongere als maatschappij, maar de uiteindelijke meerwaarde zit in de participatie van deze jongeren in de maatschappij. Wij kunnen dit niet alleen realiseren. Uiteraard zijn de jongeren en hun ouders zelf verantwoordelijk voor hun leven en dat van hun kind. Behalve de jongere en zijn omgeving hebben wij onder meer nodig: ketenpartners voor de vervolgbehandeling; lokale overheden voor het verkrijgen van huisvesting en zo nodig inkomen; scholen en werkgevers die de jongeren kansen bieden die (kunnen) leiden tot een kansrijke positie in de arbeidsmarkt en instellingen op het gebied van welzijn en sport die bijdragen

aan een goede invulling van het leven van de jongere. Het Poortje werkt dan ook veel in samenwerkingsverbanden, waarin de krachten worden gebundeld. Voorbeelden van samenwerkingsverbanden en -partners ten behoeve van de bundeling van inhoudelijke expertise en/of het creëren van trajectzorg (inclusief vervolgonderwijs) zijn: ►► Elker ►► In voor zorg (met Jeugdbescherming Noord en Elker) ►► DOK3 (met VNN en Reik) ►► Doen Wat Werkt (met Yorneo en Accare) ►► Woodbrookers ►► Samenwerkingsproject Wilster - Ambiq ►► Samenwerkingsverbanden passend onderwijs in de noordelijke regio’s ►► Faber pallets (arbeidstoeleiding vanuit Juvaid) ►► Noorderpoortcollege Omdat wij van mening zijn dat onze verantwoordelijkheid breder is dan het uitvoeren van onze taak, is Het Poortje in Europees verband actief geweest voor de ontwikkeling van de justitiële jeugdzorg. Daartoe heeft onder meer een uitwisseling met een jeugdgevangenis in Macedonië plaatsgevonden. Duurzaam inkopen staat hoog op de agenda. Bij een marktverkenning of marktconsultatie vindt er een inventarisatie plaats van wat de markt op dit gebied te bieden heeft. Daarnaast wordt per aanbesteding bekeken of duurzaamheidscriteria zoals aangegeven door Agentschap.nl opgenomen kunnen worden en wordt, daar waar mogelijk, gecontroleerd of de leverancier de gemaakte duurzaamheidsafspraken ook daadwerkelijk nakomt. Ook is een energiescan uitgevoerd binnen het Poortje met als doel bewuster om te gaan met energieverbruik.

“Saamhorigheid, de tijd nemen om elkaar te leren kennen.”


11

12


4. Toezicht, bestuur en medezeggenschap

4.1. Normen voor goed bestuur Het Poortje kent een Raad van Toezicht en een Raad van Bestuur. In het kader van de bestuurlijke fusie per 1 januari 2014 hebben Elker en Het Poortje een moederstichting opgericht en hun Governancemodel, op basis van de Zorgbrede Governance Code (ZGC) en waar aanvullend de Code Goed Bestuur in het onderwijs, gesynchroniseerd. De Raden van Bestuur en- onderscheidenlijkRaden van Toezicht van de moederstichting en de stichtingen Elker en Het Poortje Jeugdinrichtingen vormen een personele unie. De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van Het Poortje onderschrijven conform de statuten en reglementen van de stichting de normen voor goed bestuur en toezicht zoals opgenomen in de ZGC. Zij streven in de uitvoering van hun taak naar een optimale invulling van deze normen, welke in hoofdlijnen inhouden: ►► Professioneel en onafhankelijk bestuur en toezicht; ►► Integer handelen binnen de instelling; ►► Transparantie en verantwoording richting belanghebbenden. ►► Raad van Bestuur en Raad van Toezicht richten zich daarbij primair op de belangen van cliënten, continuïteit en professionaliteit van de organisatie en verantwoord gebruik van publieke middelen. De Raad van Toezicht beoordeelt jaarlijks het eigen functioneren en dat van de Raad van Bestuur. In de evaluatie wordt tevens de relatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur betrokken. De Raad van Toezicht legt extern verantwoording af over zijn handelen door goedkeuring te verlenen aan het jaardocument, inclusief de jaarrekening.

4.2. Raad van Bestuur Inleiding De Raad van Bestuur heeft conform statuten en reglementen in 2014 de dagelijkse leiding gevoerd en zorg gedragen voor bestuurlijke, juridische, zorginhoudelijke, organisatorische en financiële borging van de activiteiten van de stichting. De Raad van Bestuur heeft verantwoording afgelegd over het totale beleid van de instelling aan de Raad van Toezicht.

De honorering van de leden van de Raad van Bestuur is vermeld in de jaarrekening 2014.

4.3. Raad van Toezicht Taken De Raad van Toezicht heeft conform de statuten van de stichting met name de volgende taken en bevoegdheden: ►► Toezicht houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting; ►► Beoordeling van verzoeken tot goedkeuring van de Raad van Bestuur met betrekking tot een aantal belangrijke onderwerpen, waaronder: -- De vaststelling van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag; -- De vaststelling en wijziging van beleidsplannen; -- Het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingen van Het Poortje met andere rechtspersonen, organisaties of ondernemingen. ►► Het beleid voor de dialoog met belanghebbenden; ►► Zorgdragen voor een goed functionerend bestuur (door benoeming, beoordeling en ontslag van de leden van de Raad van Bestuur, vaststelling van het salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden); ►► Zorgdragen voor een goed functionerend toezicht (door benoeming, beoordeling en ontslag van leden van de Raad van Toezicht). De leden van de Raad van worden benoemd voor maximaal vier jaar. Aftredende leden zijn eenmaal herbenoembaar voor maximaal vier jaar. Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt gebruik gemaakt van een profielschets. Leden van de Raad van Toezicht worden op openbare wijze geworven. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen - met inachtneming van het advies van de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in de Zorg - een vergoeding voor hun werkzaamheden. Deze is vermeld in de jaarrekening 2014.

Raad van Bestuur (Samenstelling per 31-12-2014) Naam

Aandachtsgebied

Nevenfuncties

De heer W. Cnossen

Voorzitter Raad van Bestuur

- Lid bestuur Jeugdzorg Nederland -L id Raad van Advies Lectoraat Integraal Jeugdbeleid Hanze Hogeschool - Bestuurslid Associatie voor Jeugd - Lid Raad van Toezicht Zonnehuisgroep Noord (tot 22 november 2014)

De heer J.P. van der Vlugt

Lid Raad van Bestuur

- Geen


13

Overleg

Onderwerpen

Gedurende het verslagjaar is de Raad van Toezicht zes keer bijeen geweest. Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht heeft, in aanwezigheid van de Raad van Bestuur, tweemaal overleg gevoerd met de Ondernemingsraad. De Raad van Toezicht heeft een auditcommissie, commissie inhoudelijke ontwikkelingen en kwaliteit en remuneratiecommissie ingesteld. Deze zijn respectievelijk vier, twee en één keer bijeen geweest in het afgelopen jaar.

De onderwerpen die de Raad van Toezicht heeft behandeld in het jaar 2014 zijn op hoofdlijnen in te delen in een aantal thema’s: ►►

Transitie In elk overleg met de Raad van Toezicht is de stand van zaken van de transitie besproken. De Raad van Toezicht heeft gefungeerd als klankbord voor de Raad van Bestuur ten aanzien van de onderhandelingen met de gemeenten over de contracten voor de jeugdzorg.

Raad van Toezicht (Samenstelling per 31-12-2014) Naam

Aandachtsgebied

Nevenfuncties

Mevr. G. de Vries- Leggedoor

Voorzitter, algemeen bestuurlijk

-L id Raad van Toezicht MEE-Drenthe tot 1 oktober 2014 -B estuurslid Stichting UitZicht en Perspectief te Emmen - Voorzitter kerkenraad en moderamen protestantse gemeente Nieuw Buinen -L id bestuur Stichting Waterprojecten Oost-Indonesië

Dhr. K. H. Koops

Vice-voorzitter, algemeen bestuurlijk, bedrijfs- en organisatiekundig, financieel-economisch

- Voorzitter RvT Omroep Organisatie Groningen - Voorzitter bestuur Stichting Sensoor Groningen/Drenthe - Sesam adviseur

Dhr. T.R.A. Lycklama à Nijeholt

Financieel-economisch

- Penningmeester Rotaryclub Roden-Leek

Mevr. F. Gräper- van Koolwijk

Algemeen bestuurlijk, personeel

- Algemeen Secretaris Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland (SER Noord-Nederland) -L id kenniskring Kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool - Lid oudercommissie Gastouderbureau Noord - Voorzitter landelijk bestuur D66 - lid van het Bestuurlijk Kennisnetwerk Zorgplein Noord

Mevr. M.E. Kalverboer

Algemeen bestuurlijk, zorginhoudelijk

-U niversitair hoofddocent vakgroep Orthopedagogiek RUG -B ijzonder Hoogleraar “Kind, (Ortho)pedagogiek en Vreemdelingenrecht”, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, RUG -B estuurslid FICE-Nederland - Voorzitter College van Beroep van de NVO -Lid van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming

Dhr. J.T.D. Stoffels

Justitie

Dhr. A. van der Heide

Zorginhoudelijk Voordracht cliëntenraad

14


-L id van de Raad van Toezicht van Zorgbelang Drenthe - Lid landelijke geschillencommissie zorg -L id Raad van Commissarissen woning coöperatie stichting Actium

►►

►►

►►

►►

Financiën en bedrijfsvoering Financiële onderwerpen zijn structureel voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Toezicht besproken in de audit commissie. De financiële P&C-cyclus is ingericht voor de bestuurlijk gefuseerde organisaties en wordt door de Raad van Toezicht gevolgd via geharmoniseerde kwartaalrapportages. De gevolgen en risico’s van de transitie zijn uitgewerkt en besproken op basis van meerjarenscenario’s. In navolging van het due diligence onderzoek heeft de accountant een nulmeting uitgevoerd binnen de drie bestuurlijk gefuseerde stichtingen. Ontwikkelingen en gesigna leerde aandachtspunten zijn besproken met de Raad van Toezicht. Inhoudelijke ontwikkelingen en kwaliteit De inhoudelijke gevolgen van de transitie - de transformatie van de jeugdzorg -, zijn besproken bij de commissie inhoudelijke ontwikkelingen en kwaliteit en in de vergadering van de Raad van Toezicht. De positionering van de organisatie in het belang van de cliënten is daarbij met name aan de orde geweest. Daarnaast zijn uitkomsten en follow up van inspecties ten aanzien van voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag in Wilster en rechtspositie in de Justitiële Jeugdinrichting besproken. Interne reorganisatie De voorbereiding op de krimp en transformatie heeft geleid tot het opstellen van een reorganisatieplan. In de beoordeling van de plannen heeft de Raad van Toezicht aandacht besteed aan de inhoudelijke uitgangspunten voor de reorganisatie en de externe positionering, het werkgeverschap en de financiële gevolgen (frictiekosten) van de uitvoering van het reorganisatieplan. Inrichting governancestructuur en uitvoering governance principes Door de bestuurlijke fusie per 1 januari 2014 is veel aandacht besteed aan de inrichting van de geharmoniseerde governancestructuur. De Raad van Toezicht heeft een Reglement voor de Raad van Toezicht, een rooster van aftreden en een honoreringsregeling vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft eerdergenoemde commissies ingesteld en een reglement voor die commissies vastgesteld. Verder is goedkeuring verleend aan het Reglement voor de Raad van Bestuur, het treasury statuut en het informatieprotocol. Daarnaast hebben de Raden van Toezicht van de drie stichtingen een accountant benoemd. De remuneratiecommissie heeft functioneringsgesprekken gevoerd met de leden van de Raad van Bestuur.

Verlenen van goedkeuring: De Raad van Toezicht heeft in 2014 goedkeuring verleend aan: Jaardocument en accountantsverslag 2013; ►► Reglement voor de Raad van Bestuur, treasurystatuut en informatieprotocol; ►► Aanpassing samenwerkingsovereenkomst DOK3; ►► Uitgangspunten aanpassing overeenkomst Woodbrookers; ►► Reorganisatieplan Het Poortje; ►► Begroting 2015; ►► Jaarplan 2015. ►►

4.4. Bedrijfsvoering Beleidscyclus De bedrijfsvoering van Het Poortje volgt jaarlijks een vast stramien in het kader van de reguliere beleidscyclus. In de cyclus is rekening gehouden met de eisen die de Ministeries van VWS, V&J en OCW stellen aan de beleids- en verantwoordingscyclus van de organisatie. De beleidscyclus is afgelopen jaren aangepast op basis van de veranderingen in de externe omgeving en naar aanleiding van de verdere uitwerking van de bestuurlijke fusie met Stichting Elker. Er is nu sprake van een gezamenlijke beleidscyclus waarbij, vanuit de externe omgevingsanalyse de gezamenlijke strategische beleidskaders worden uitgezet, gericht op intensievere samenwerking tussen de stichtingen en rekening houdend met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten en de krimpscenario’s voor komende jaren. In 2014 is gestart met een gezamenlijke Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en Managementteam met fusiepartner Stichting Elker. Dit heeft ertoe geleid dat de interne rapportagestructuur en informatievoorziening daarop is aangepast in de vorm van nieuwe maandelijkse en kwartaalrapportages. De externe informatievoorziening aan de subsidieverstrekkers is daarnaast per subsidiegever intact gebleven, conform de daaraan gestelde eisen. Rekening houdend met de budgettaire krimp voor de jeugdzorg vanaf 2015 is al voor het jaar 2014 een begroting vastgesteld voor Het Poortje, waarbij vooralsnog voldoende rekening is gehouden met de verwachte krimpeffecten voor 2015 van Wilster, Woodbrookers en Portalis. De begroting 2014 is ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht en vastgesteld door de Raad van Bestuur.

Continue verbetering Naast de uitvoering en monitoring van de jaarplannen zijn er andere controlemechanismen die bijdragen aan de voortdurende verbetering van intern beleid. Verbeterpunten ontstaan door evaluatie van interne registraties of door intern of extern onderzoek. De uitkomsten van deze evaluaties worden geanalyseerd en vertaald in verbetermaatregelen die meegenomen worden in de P&C-cyclus. Op organisatieniveau gaat het om verbetermaatregelen naar aanleiding van: inspectieonderzoeken; - interne audits; - externe audits; tevredenheidsonderzoeken (jongeren, medewerkers, ketenpartners); - klachten van medewerkers of jongeren; analyses van de registratie van calamiteiten en overige incidenten; - afwijkingen op vastgestelde processen en procedures; - risico inventarisatie(s).

4.5. Risicomanagement De naleving van de governanceprincipes schept waarborgen voor een adequaat risicomanagement. Governance behelst het geheel van inrichten en managen van de verschillende processen, waarbij


15

scheiding plaatsvindt tussen de uitvoering van beleid en het toezicht daarop. Actuele risico’s worden systematisch in kaart gebracht, waarbij deze worden geagendeerd in het management team en in de vergaderingen met de Raad van Toezicht. Een belangrijke doelstelling is dat aan interne en externe belanghebbenden op transparante wijze verantwoording wordt afgelegd over de prestaties. Risico’s worden hierdoor vroegtijdig gesignaleerd en gecommuniceerd waardoor bijsturing mogelijk is. Risicomanagement ten aanzien van de inhoudelijke en bedrijfsmatige processen is bij Het Poortje continue onderwerp van aandacht. Het uitgangspunt is dat het risicobewustzijn en kwaliteitsdenken is verankerd in de dagelijkse werkzaamheden en dat deze zijn beschreven en worden uitgevoerd conform daartoe ingerichte processen en procedures. De inbedding via het kwaliteitsmanagementsysteem en HKZ-certificering schept hiervoor waarborgen. De organisatie is gericht op het continue verbeteren via de plan-do-check-act cyclus. In 2014 is veel aandacht geschonken aan de AO/IC van de zorgadministraties met als doel om te allen tijde over de juiste, accurate en betrouwbare sturings- en verantwoordingsinformatie te beschikken. Ook vindt toezicht plaats op de inhoudelijke kwaliteit en risico’s door de Inspectie Jeugdzorg, Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie Onderwijs. Voor al deze externe beoordelingen geldt dat ze naar de belanghebbenden worden gecommuniceerd en dat de follow-up systematisch en adequaat wordt opgepakt. Naast de inhoudelijke en kwalitatieve risicobeoordeling, vindt dit ook plaats vanuit financieel oogpunt. De externe accountant toetst jaarlijks de kwaliteit en de werking van de administratieve organisatie en interne controles. Aandacht gaat daarbij uit naar interne en externe risico’s, in hoeverre deze beheersbaar zijn en in welke mate ze financiële impact kunnen hebben op de organisatie. Een actueel risico is voor komende jaren de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Met de gemeenten uit de provincie Groningen, Friesland en Drenthe is in december 2014 een contract afgesloten waarmee voor de komende drie jaren een budget is vastgesteld voor het aantal aan te bieden capaciteitsplaatsen.

4.6 Medezeggenschap Binnen Het Poortje functioneren met inachtneming van toepasselijke weten regelgeving drie medezeggenschapsorganen: een Ondernemingsraad, die de belangen behartigt van de medewerkers van Het Poortje die op grond van arbeidsovereenkomst zijn aangesteld, een Medezeggenschapsraad, die de belangen behartigt van medewerkers die werkzaam zijn voor en leerlingen en ouders van leerlingen van Portalis en een Cliëntenraad, die de belangen behartigt van cliënten van Wilster.

16


De Raad van Bestuur benut de functie van de medezeggenschap in de ontwikkeling en toetsing van beleid en besluitvorming. Hoewel de medezeggenschapsorganen een verschillend wettelijk kader en een verschillende achterban hebben, zijn er in sommige gevallen onderwerpen die voor meerdere van hen relevant zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de reorganisatieplannen die het afgelopen jaar ontwikkeld zijn. Waar gewenst en mogelijk wordt de verbinding gezocht. Dit geldt ook voor de verbinding die op onderdelen is gezocht bij de medezeggenschapsorganen van Elker. Dit heeft zowel voor de Raad van Bestuur als de medezeggenschap meerwaarde opgeleverd.

4.6.1 Ondernemingsraad en Medezeggenschapsraad De binnen Het Poortje functionerende Ondernemingsraad is samengesteld en voert zijn taken uit conform de Wet op de ondernemingsraden en het vastgestelde OR-reglement. De Medezeggenschapsraad is conform de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap scholen en het medezeggenschapsreglement ingesteld voor de binnen Het Poortje functionerende VSO-school. In goed overleg hebben de Raad van Bestuur en de Ondernemingsraden van Elker en Het Poortje en de Medezeggenschapsraad van Portalis besloten tot de instelling van een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR). De verbinding tussen de medezeggenschapsorganen van de bestuurlijk gefuseerde organisaties heeft vorm gekregen door de vastlegging van dit besluit in een BOR-convenant. De BOR bestaat uit de leden van het dagelijks bestuur van genoemde medezeggenschapsorganen. De BOR is bedoeld voor afstemming en procedureafspraken, de Ondernemingsraad en Medezeggenschapsraad hebben geen advies- of instemmingsbevoegdheden overgedragen aan de BOR. De Ondernemingsraad, Medezeggenschapsraad en BOR voeren zes wekelijks overleg met de Raad van Bestuur cq het bevoegd gezag. In 2014 was de directeur Portalis daarnaast gemandateerd om het overleg met de Medezeggenschapsraad te voeren. Waar mogelijk voeren de Ondernemingsraad en Medezeggenschapsraad gezamenlijk overleg met de Raad van Bestuur. Dit levert over en weer inzicht op in de beoordeling van kwesties die zowel OR als MR aangaan. Naast het reguliere overleg is twee keer een overleg over de algemene gang van zaken binnen de instelling gevoerd, het zogenaamde artikel 24 overleg, in aanwezigheid van de volledige Ondernemingsraden en Medezeggenschapsraad van Elker en Het Poortje. De Ondernemingsraad en Medezeggenschapsraad hebben twee keer overleg gevoerd met een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad overlegd met de achterban en de vakbonden.

4.6.2 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad heeft zoals ieder jaar de vaste onderwerpen uit de Planning en Control cyclus besproken. Zowel het BOR-overleg als het overleg van de Ondernemingsraad met de Raad van Bestuur heeft veelal in het teken gestaan van het

verandertraject dat voortkomt uit de transitie, transformatie en bestuurlijke fusie. De transitie gaat gepaard met aanzienlijke bezuinigingen. Het daarbij aansluitende reorganisatieplan is als voorgenomen besluit aan de OR voorgelegd. Wijzigingen in de organisatiestructuur, de harmonisatie van stafprocessen en de ontwikkeling van onderwijs zijn onderwerpen die naast de krimp binnen met name Wilster aan de orde zijn gesteld. Bijzondere aandacht is door de OR besteed aan de invulling van de lijnstafverhouding, cultuur- en veranderaspecten en maatregelen ter bevordering van mobiliteit van medewerkers. Door het overleg in BOR-verband is het adviestraject in beide organisaties, hoewel het reorganisatieplan deels specifiek was per organisatie, goed afgestemd verlopen en hebben de betrokkenen inzicht gekregen in elkaars standpunten. Het voorgenomen besluit tot reorganisatie is met enkele aanpassingen naar aanleiding van het adviestraject definitief vastgelegd. De Ondernemingsraad is ook betrokken geweest bij het overleg over het inmiddels vastgestelde sociaal plan. De transitie en transformatie is in ieder overleg besproken. Aansluitend bij de ontwikkelingen in de externe omgeving heeft de OR aandacht besteed aan de financiële situatie van de organisatie (meerjarenscenario’s en rapportage van accountant), onderwerpen rond de ontwikkeling en effectieve inzet van personeel (onder meer roosterwijzigingen binnen Juvaid en Wilster, professionalisering jeugdzorg en ziekteverzuimbeleid) en de samenwerkingsverbanden waarin Het Poortje is gepositioneerd (samenwerkingsovereenkomsten Woodbrookers en DOK3).

4.6.3 Medezeggenschapsraad Naast de vaste onderwerpen uit de P&C-cyclus heeft de MR een aantal terugkerende onderwijs specifieke onderwerpen besproken. Het schoolplan, het formatieplan, het activiteitenplan en de schoolgids zijn met inachtneming van de Wet medezeggenschap scholen vastgesteld. Vanaf de invoering van ‘Passend onderwijs’ is de school en dus ook de MR bezig met de plek van Portalis in die ontwikkeling. In het kader van de reorganisatie zijn een aantal specifieke onderwerpen met betrekking tot de inrichting van Portalis voorgelegd. Ter advisering is aan de MR een wijziging van de positionering van de school binnen de stichting voorgelegd, hetgeen met inachtneming van het advies van de MR per 1 januari is geeffectueerd. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over en randvoorwaarden gesteld aan de inrichting van de school met ingang van schooljaar 2015/2016. Er is op dit onderdeel intensief overleg gevoerd, hetgeen een aantal duidelijke kaders heeft opgeleverd ten aanzien van een passende managementstructuur van de school en het proces om deze in te richten. Een en ander wordt in 2015 formeel bij de MR geagendeerd in de vorm van onder meer een managementstatuut en een formatieplan. De MR wordt actief betrokken bij de ontwikkeling van de toekomstvisie en strategische koers van de school. Veel eerdergenoemde onderwerpen betreffen zowel OR als MR. Financiële onderwerpen en samenwerkingsverbanden zijn, hoewel formeel gescheiden, gezamenlijk behandeld. In 2014

is daarnaast binnen de MR gesproken over de inzet van extra formatie, de inhoudelijke samenwerking met Behandelcentrum Woodbrookers, interne werkprocessen rond de way out voorziening en de coördinatie op de locaties en -ontwikkelingen.

4.6.4. Cliëntenraad Wilster kent een Cliëntenraad conform de Wet op de Jeugdzorg. Wilster hecht veel waarde aan het betrekken van cliënten bij veranderingen en waar mogelijk bij verbetering van de werkwijze. Cliënten moeten de mogelijkheid hebben om kenbaar te maken waar zij tegen aanlopen. De Cliëntenraad vertegenwoordigt alle cliënten (jongeren en ouders/verzorgers) en is daarmee, naast de jongerenraad, het centrale aanspreekorgaan binnen Wilster voor cliënten. De Cliëntenraad bestaat uit drie leden, waaronder ouders en leden vanuit maatschappelijke betrokkenheid. In 2014 is de Cliëntenraad geïnformeerd over de ontwikkelingen en financiën binnen Wilster, zoals: ►► Kadernotitie beleidsvoornemen 2014; ►► Vlekkenplan 2014; ►► MAZ rapportage, incidenten analyse; ►► begroting 2014 en de jaarrekening 2013, begroting 2015; ►► Jaarplan 2014; ►► Kadernotitie 2014; ►► Besluit herinrichting Wilster, Kader krimpen met perspectief; ►► De bestuurlijke fusie met Elker; ►► De transitie Jeugdzorg. Over een aantal van deze onderwerpen is ter vergadering advies uitgebracht. De Cliëntenraad heeft een separaat advies uitgebracht inzake: ►► De reorganisatie; ►► Notitie; Terug naar de Kern, adviesnotitie herinrichting Proces Inhoud Het Poortje Jeugdinrichtingen; ►► Rookbeleid. De notulen van de jongerenraad worden op de vergadering van de Cliëntenraad besproken. Het is de insteek dat een vertegen woordiger van de Cliëntenraad de jongerenraad bezoekt. Er zijn verschillende vergaderingen gecombineerd met de Cliëntenraad Elker om de fusie te bepreken. Hierbij waren bestuurders aanwezig. Voor de Cliëntenraad staat de vergroting van de ouderparticipatie voorop. Helaas is het de Cliëntenraad nog niet gelukt om het reguliere contact met de jongerenraad/jongeren/ouders tot stand te brengen of in stand te houden. Het is een blijvende uitdaging om voldoende actieve leden voor de Cliëntenraad te vinden en hen betrokken te houden. De Cliëntenraad is op zoek gegaan naar een voortzetting van de Cliëntenraad op een andere manier. Daarbij is, naast actieve werving voor nieuwe leden, aansluiting gezocht bij de Cliëntenraad Elker. Door de bestuurlijke fusie lag dit voor de hand. Afgesproken is dat de leden van de Cliëntenraad Elker tevens benoemd worden als lid van de Cliëntenraad Wilster en andersom. Van belang blijft dat er vanuit Wilster cliënten worden geworven voor de Cliëntenraad.


17

18


5. Beleid, inspanningen en prestaties

5.1. Beleid en realisatie 2014 Elke drie jaren wordt door het bestuur het meerjaren beleids voornemen geformuleerd. Hiervoor wordt eerst een externe en interne omgevingsanalyse (SWOT) gedaan en op basis van de uitkomsten wordt de strategische koers van de organisatie bepaald voor de komende jaren. De beleidsvoornemens van 2014 zijn dan ook gestoeld op het meerjaren beleidsplan van 2013-2015. Gezien de huidige externe omgevingsdynamiek zijn ontwikkelingen zoals de transitie en transformatie Jeugdzorg en de Wet op Passend Onderwijs richtinggevend geweest. Het Poortje heeft afgelopen jaren samen met Elker hard gewerkt aan ontwikkeling van de organisatie. Dusdanig dat er een goed antwoord kan worden gegeven op deze nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Hiervoor zijn in gezamen lijkheid dan ook onderstaande missie en visie geformuleerd.

Missie en visie Het Poortje Jeugdinrichtingen De missie en visie van Het Poortje, samen met Elker, gaat uit van de rechten van het kind, namelijk: ►► Kinderen hebben recht op bescherming. ►► Kinderen hebben het recht om op te groeien in een veilige en gezonde omgeving. ►► Kinderen hebben recht op onderwijs (en volwaardige deelname aan de samenleving). Onze missie Kinderen, jongeren en gezinnen weer mee laten doen aan de samenleving ►► Kinderen, jongeren en gezinnen een veilig en gezond opvoeden opgroeiklimaat bieden. ►►

Onze visie We sluiten met onze gespecialiseerde zorg en ondersteuning aan bij het gezin en handelen in de context waar kinderen en jongeren opgroeien en opgevoed worden. ►► Samen met jeugdige en ouders mobiliseren we de eigen kracht en werken we aan het versterken van het netwerk van het gezin. ►► Onze zorg en ondersteuning is gericht op het gehele gezinssysteem en context in samenhang met problemen op gebied van wonen, onderwijs, inkomen, verslaving, etc. ►► Onze zorg en ondersteuning is gericht op herstel: licht waar het kan en zwaar waar nodig. Doel is dat kinderen, jongeren en gezinnen weer zeggenschap en regie over hun eigen leven hebben en ouders hun opvoedingsverantwoordelijkheid (weer kunnen) nemen. ►► Onze zorg en ondersteuning wordt zoveel als mogelijk in de eigen leefomgeving georganiseerd en geboden. Als dit niet mogelijk is en/of wanneer een juridische titel dat anders heeft bepaald bieden wij tijdelijk behandeling buiten het gezin gericht op terugkeer naar de samenleving en het eigen netwerk (gezin, school, etc.). ►► We werken aan samenhangende trajecten in de overgang van gesloten naar open jeugdzorg/onderwijs (en vice versa) met als doel actief bij te dragen aan een sluitende zorgen onderwijsketen. ►► We zijn als ketenpartner medeverantwoordelijkheid voor het resultaat, maar we doen het niet alleen. Om een succesvolle ►►

►►

deelname van kinderen en jongeren aan de maatschappij mogelijk te maken werken we nauw samen met onze ketenpartners en gemeenten. In onderstaande tabellen en paragrafen is puntsgewijs weergegeven wat de strategische speerpunten van het Poortje waren voor 2014 en wat daarin is gerealiseerd.

Strategische speerpunten Het Poortje Strategisch speerpunt: Vanuit JeugdzorgPlus aansluiten en bijdragen aan de verdere ontwikkeling en invulling van de transitie en transformatie en dit vervolgens vertalen naar een planmatige interne vertaling van deze beweging. Realisatie Vanuit Het Poortje zijn op strategisch en tactisch niveau medewerkers betrokken geweest bij de bovenregionale en regionale planvorming en ontwikkeling in het kader van de transitie en transformatie. Hiermee hebben wij ons als bovenregionale specialist in verbinding met de bredere jeugdhulpketen gepositioneerd en onze expertise ingebracht. ►► Het Poortje heeft samen met de samenwerkende gemeenten van de drie noordelijke provincies een inhoudelijk richtpunt voor de transformatie van JeugdzorgPlus naar JeugdhulpPlus geformuleerd. Op basis van deze inhoudelijke lijn zijn 3 jarige contractafspraken gemaakt inclusief de afbouw van capaciteit voor de komende jaren. ►► Er is een visie geformuleerd ten aanzien van een heringericht behandel- en opvoedproces van Wilster, Juvaid en Portalis gecentreerd rondom de jongere en zijn/haar systeem, het zogenaamde kernteam. Deze visie is in samenspraak met medewerkers uit alle geledingen, ketenpartners en onze doelgroep vormgegeven.

►►

Strategisch Speerpunt: Planmatig uitvoeren van trajectonderwijs en passend onderwijs in samenspraak met ketenpartners. Realisatie De actieve deelname van Portalis in 3 Samenwerkings verbanden is belangrijk geweest voor de passende trajecten van onze leerlingen en faciliteert op termijn ook een betere door- en uitstroom. Na de afronding van de bestuurlijke context van de Samenwerkingsverbanden, heeft de focus gelegen op inhoudelijke afstemming en ‘warme overdracht van de leerling’. ►► Er is een werkgroep opgestart vanuit Elker en Portalis om te kijken hoe we breder dan de geslotenheid, jongeren kunnen helpen bij problematiek in het onderwijs. Jongeren met schooluitval- en schoolverzuim stonden hierbij hoog op de agenda. In 2015 worden de uitkomsten hiervan meegenomen in het schoolplan van Portalis. ►►


19

Strategisch Speerpunt: Structurele toekomst van Juvaid verder borgen door uitvoering te geven aan adolescentenrecht en trajectzorg met ketenpartners. Realisatie: ►► De pilot 18+18- heeft uitgewezen dat Juvaid een juiste plek is voor nagenoeg alle adolescenten. Om de meerwaarde van het plaatsen van een jong volwassene in een JJI ook verder wetenschappelijk aan te tonen, is er in samenwerking met het ministerie een onderzoeksopdracht aan de Rijksuniversiteit Groningen verstrekt. De uitkomsten worden begin 2015 verwacht. ►► In het voorjaar 2014 is het behandeltraject Pas Op de Plaats gestart met als doel jongere een moment van bezinning te geven aan de hand van een individueel behandelprogramma op maat. Dit moet voorkomen dat jongeren voor een strafbaar feit alsnog instroomt in de JJI. In 2014 worden hiermee de eerste ervaringen opgedaan. Strategisch speerpunt: Verder ontwikkelen van de ketensamenwerking, zodanig dat JeugdzorgPlus als specialist ingebed is in de bredere keten van jeugdzorg in Groningen, Drenthe en Friesland, waarbij verbinding is met de lokaal georganiseerde zorg. Realisatie: Wilster heeft in 2014 actief geparticipeerd in samenwerkings verbanden en -projecten: In voor Zorg, DOK3, Doen Wat Werkt, Ambiq, Fier Fryslan, MJD en Woodbrookers. ►► Vanuit In voor Zorg is een Maatschappelijke businesscase opgeleverd die het maatschappelijk rendement van goed vormgegeven trajectzorg inzichtelijk maakt. De uitkomsten van In voor Zorg zijn verder geborgd in de organisatie. ►► De samenwerkingspilot met Ambiq is geëvalueerd en bestuurlijk bekrachtigd. ►►

Strategisch speerpunt: Vanuit de bestuurlijke agenda harmonisatie van de organisaties en de bedrijfsvoering processen van Het Poortje en Elker, dusdanig dat er randvoorwaarden worden geschapen op inhoud en bedrijfsvoering voor het bieden en uitvoeren van effectieve en doorlopende zorgtrajecten. Realisatie: Met behulp van extern advies is gekozen voor een nieuwe gezamenlijk organisatiestructuur met een kleiner MT, een centrale staf en meer verantwoordelijkheid voor het primaire proces. ►► Er is een gezamenlijke P&C-cyclus ontworpen met een BI-Tool die hier ondersteunend aan is. ►► Een aantal ICT-systemen zijn geharmoniseerd waaronder het personeelsinformatiesysteem. De implementatie van het financiële systeem loopt.

►►

20


Strategisch speerpunt: Het initiëren van en bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek. Realisatie: Het Poortje heeft in 2014 een project ingericht om het erkenningstraject Doen Wat Werkt te vervolgen. Met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek heeft Doen Wat Werkt de ambitie om het hoogste niveau van erkenning bij de databank van het NJI te bereiken. Daarmee kan DWW het eerste zorgprogramma in Nederland zijn dat - empirisch aangetoond – effectief is; ►► Het Poortje heeft in 2014 deelgenomen aan wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot onder meer: -- Open behandelklimaat (Peer van der Helm); -- Motiverende gespreksvoering (onderdeel van breder onderzoek ‘Terug naar de Basis’ door Annemieke Harder); -- Participatie van jongeren in het besluitvormingsproces (Mijntje ten Brummelaar). ►►

5.2. Kwaliteit Het Poortje werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem: HKZ. Hierbij wordt gewerkt met een normenschema voor de gesloten Jeugdhulp Plus en de Justitiële Jeugdzorg. Dit certificaat wordt steeds voor de duur van 3 jaren uitgegeven, waarbij er elk jaar sprake is van een hercertificering om te kijken of de organisatie voldoet aan de kwaliteitseisen en daarnaast de juiste stappen zet voor verbetering. Hierbij wordt de zogenaamde Deming-cirkel van Plan, Do, Check en Act benut. Het Poortje heeft in het najaar 2014 opnieuw bewezen te voldoen aan de kwaliteitseisen van de HKZ. Hiermee toont de organisatie aan dat ze constant werkt aan verbetering van de geleverde zorg en de bedrijfsvoering. Vanuit de kwaliteitsgedachte worden verschillende stakeholders van het Poortje gevraagd mee te denken en te praten over de geleverde zorg. In Wilster en Juvaid is er een jongerenraad die betrokken wordt bij verandering en verbetering van het leer- en leefklimaat. Daarnaast wordt door middel van ouderavonden, ouderpanels en de cliëntenraad inspraak georganiseerd van de ouders. In 2014 is er een leerlingentevredenheidsonderzoek afgenomen door Portalis, waaruit bleek dat leerlingen tevreden zijn over de veiligheid en de sfeer op school. Andere aandachtspunten worden ingezet voor kwaliteitsverbetering van het onderwijstraject. Door middel van registratie van klachten, incidenten en andere afwijkingen in de zorg, wordt gekeken waar ruimte is voor verbetering van het leer-leef en behandelklimaat. In 2014 zijn door het auditteam verschillende audits uitgevoerd die een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit en de veiligheid van de behandeling. Thema’s die dit jaar nader zijn bekeken waren: medicatiebeleid, behandelmethodiek YOUTURN, effectief gebruik metingen, etc.

Het Poortje maakt gebruik van de Monitor JeugdzorgPlus om de effectiviteit van de behandeling te meten. De zogenaamde Routine Outcome Monitoring (afgekort als ROM) is een methodiek waarbij op vaste momenten metingen gedaan worden van het behandeltraject van de jongere met het oog op evaluatie en eventueel bijsturing van de behandeling. Het meten gebeurt met wetenschappelijk gevalideerde meetinstrumenten. Dit zijn vragenlijsten aangevuld met rapportages. Zowel jongeren, ouders als professionals vullen de meetinstrumenten in, dit zijn respectievelijk zelfrapportage – en beoordelingsmeetinstrumenten. In april 2014 heeft er een inspectieonderzoek plaatsgevonden in het kader van seksueel overschrijdend gedrag. De uitkomst hiervan was onder andere dat er sprake was van een positief- en veilig behandel- en leefklimaat. Het bezoek van de gezamenlijke inspecties in het voorjaar van 2014 aan Juvaid heeft geleid tot een uitermate positief rapport over o.a het leefklimaat, het professioneel handelen en de kwaliteit van de instelling.

5.3. Klachten Het Poortje vindt het belangrijk dat jongeren en hun ouders kenbaar kunnen maken wanneer zij het niet eens zijn met de gang van zaken of een beslissing van de organisatie. Daarom is voor Wilster voorzien in een klachtencommissie en een vertrouwenspersoon. Binnen Juvaid is een Commissie van Toezicht werkzaam. Deze organen en/of functionarissen worden hieronder toegelicht.

5.3.1. Klachtencommissie Wilster Wilster heeft een regeling voor de behandeling van klachten van jongeren en hun vertegenwoordigers. Ook wordt bij binnenkomst, in de huisregels en op de website van Wilster uitgelegd hoe jongeren en hun ouders/verzorgers een klacht kunnen indienen. Zij kunnen dit zonder beletsel doen via een klachtformulier en kunnen een vertrouwenspersoon benaderen om hen hierbij te ondersteunen. De gehele klachtenregeling ligt ter inzage bij Wilster en kan op verzoek worden toegezonden. De leden van de klachtencommissie zijn niet werkzaam bij of voor Wilster en daarmee onafhankelijk. Er is rekening gehouden met de in de Klachtenregeling vastgelegde vereisten zodat alle klachten behandeld kunnen worden. In 2014 bestond de klachtencommissie uit zeven leden. Zij waren afkomstig uit de rechterlijke macht, advocatuur, het onderwijs en de geestelijke gezondheidszorg. In 2014 hebben twee leden afscheid van de klachtencommissie genomen. In verband met de afname van het aantal klachten zijn zij niet vervangen. De secretaris van de klachtencommissie beoordeelt of de klacht ontvankelijk is en of er bemiddeld kan worden. In veel gevallen kan worden bemiddeld. In een enkel geval wordt de klacht voorgelegd aan de klachtencommissie.

Aantal en aard klachten In 2014 zijn er veel minder klachten (48) ingediend dan in 2013 (98), 2012 (76) en 2011 (64). Uit de klachtenanalyse blijkt dat het grootste deel van de klachten wordt ingetrokken, namelijk 92% van het totaal aantal klachten. 30 klachten zijn ingetrokken voordat een bemiddeling heeft plaatsgevonden. Een groot aantal jongeren gaf aan dat de klacht niet meer speelde of al was opgelost. Bij 14 klachten (29% van de totaal ingetrokken klachten) werd bemiddeld, waarna, op één na, alle klachten zijn ingetrokken. Er zijn weinig klachten over formele handelingen. Het grootste gedeelte van de klachten (96%) gaat over de dagelijkse gang van zaken op de leefgroep. Een voorbeeld is de implementatie van het nieuwe rookbeleid. Bij aanvang hiervan in 2014 zorgde dit voor een (in verhouding) groot aantal klachten. Sinds augustus 2013 neemt de klachtencommissie van Wilster alle klachten van DOK3 in eerste instantie in behandeling. Mocht de bemiddeling niet slagen dan wordt het klachtdossier doorgestuurd naar VNN of Reik voor verdere afhandeling waar het jongeren betreft met deze achtergrond. Dat is in 2014 gebeurd bij twee klachten. De klachtencommissies hebben afgesproken dat de uitspraak in deze of soortgelijke zaken met elkaar wordt uitgewisseld. Begin 2015 wordt deze werkwijze geëvalueerd een aangepast. Vertrouwenspersoon Jongeren en/of ouders/verzorgers van Wilster kunnen met vragen of opmerkingen over de jeugdzorg terecht bij een vertrouwenspersoon van Zorgbelang Groningen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de manier van benadering, het handelen van hulpverleners of informatieverstrekking. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, onpartijdig en is er voor alle jongeren van Wilster en hun ouders/verzorgers. De vertrouwenspersoon houdt telefonisch spreekuur en komt ook regelmatig langs in Wilster.

5.3.2. Commissie van Toezicht Juvaid Binnen Juvaid is een onafhankelijke commissie van toezicht aangesteld, bestaande uit burgers, waarvan conform de wettelijke eisen minimaal deel uitmaken: een rechter, een advocaat, een gedragswetenschapper en een deskundige op het gebied van pedagogische hulpverlening. De commissie heeft maandelijks afstemming met de directeur van Juvaid. De commissie heeft de volgende taken: a. toezicht te houden op de wijze van tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming in de inrichting; b. kennis te nemen van door de jongeren, ouders of voogd, stiefouder of pleegouders, naar voren gebrachte klachten en ter zake te bemiddelen; c. zorg te dragen voor de behandeling van klaagschriften; d. het adviseren van o.a. de minister en de directeur omtrent het onder a gestelde.


21

De commissie van toezicht stelt zich daarnaast, door persoonlijk contact met de jongeren, regelmatig op de hoogte van onder hen levende wensen en gevoelens. Bij toerbeurt treedt één van haar leden hiertoe op als maandcommissaris. De maandcommissaris bezoekt regelmatig de jongeren op de leefgroep. De maandcommissaris vervult tevens de taken van de vertrouwenspersoon en bemiddelt bij klachten van jongeren. Aantal en aard klachten In 2014 zijn er 99 klachten ingediend bij de Commissie van Toezicht. 11 hiervan zijn gegrond verklaard, 42 zijn ingetrokken na bemiddeling van de maandcommissaris en 24 klachten zijn ingetrokken uit eigen beweging. Het overgrote deel van de klachten had betrekking op bejegening (12), compensatie (11), ordemaatregel (14) en persoonlijke voorwerpen (14).

5.4. Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk Het Poortje moet zich voorbereiden op de transitie en de krimp en verwacht dat medewerkers hierin hun verantwoordelijkheid nemen. De komende tijd vraag flexibiliteit: waar nodig zal Het Poortje medewerkers inzetten bij een ander team of op een andere locatie. Mobiliteit en employability zullen wederom als personeelsinstrumenten ingezet gaan worden om te zorgen dat alle medewerkers kunnen blijven rekenen op een goede arbeidsplaats. In 2014 is binnen de huidige financiële kaders ingezet op de volgende speerpunten: ►► Mobiele en breed inzetbare medewerkers; ►► Investeren in planmatig opleiden; ►► Uitwerking gegeven aan het implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg; ►► Reorganisatie.

22


Mobiele en breed inzetbare medewerkers Door ontwikkelingen op het gebied van de transitie, samenwerking en de reorganisatie, veranderen de eisen die we stellen aan onze medewerkers en verschuiven taken en werkplekken. Het is daarom van belang dat onze medewerkers mobiel en breed inzetbaar zijn. Hiervoor bieden we ondersteuning bij het ontwikkelen van motiverende loopbaanarrangementen voor de professionalisering van de medewerkers zodat zij een volgende stap in hun loopbaan kunnen zetten en gemotiveerd en duurzaam blijven werken. Realisatie: Ook in 2014 is er beleid gevoerd op het gebied van opleidingen. Het beleid is gericht op het daadwerkelijk verbeteren van vaardigheden, zowel van teams als van individuele medewerkers.Ook vanuit het perspectief van een veilig werkklimaat zijn medewerkers adequaat uitgerust qua basis opleiding en qua ondersteuning en coaching. Klinische lessen, voorlichtingsbijeenkomsten, kennis basisdocumenten en interdisciplinaire samenwerking zijn ingebed. Investeren in planmatig opleiden: Het Poortje wil met de bestaande formatie efficiënter werken zodat de focus op ons werk blijft. Het realiseren van de gestelde doelen staat of valt met het beschikken over de inzetbaarheid van voldoende deskundig personeel. Gerichte aandacht voor en permanent investeren in het menselijk potentieel van de organisatie is daarvoor van doorslaggevend belang. Realisatie: In het verlengde van mobiele en breed inzetbare mensen worden de opleidingsplannen per specialisatie bijgehouden en geactualiseerd. Op transparante wijze is duidelijk gemaakt welke opleidingswensen er zijn en hoe inhoudelijke ontwikkelingen geborgd worden door scholingen. ►► In het opleidingsplan van Wilster zijn het afgelopen jaar ook weer de vaste onderdelen zoals FWT en BHV opgenomen. In verband met het feit dat in opleiding en bijscholing in de Jeugdzorg aandacht moet zijn voor de gewone en afwijkende seksuele ontwikkeling en de problematiek van seksueel misbruik is tevens in het opleidingsplan opgenomen dat alle medewerkers getraind worden in omgang met seksualiteit. ►► In het opleidingsplan van Juvaid zijn opleidingen en trainingen als fysieke en mentale weerbaarheid, BHV, SUST (samen uit en thuis) Youturn en HBO opleiding vaste bestanddelen. ►► De FMT-trainingen voor het schoolpersoneel worden jaarlijks volgens afspraak uitgevoerd. ►► De jaarlijkse ‘Onderwijsdag’ stond in het teken van deskundigheidsbevordering (Passend Onderwijs) ►► Deskundigheidsontwikkeling heeft vorm gekregen binnen de mogelijkheden van de huidige financiële kaders. ►►

5.5. Financieel beleid Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg: Het implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg wil beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg helpen om optimale zorg en hulp te bieden. Professionalisering betekent investeren in (aanstaande) jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers in de jeugdzorg. Het vraagt van beroepsbeoefenaren dat zij investeren in hun vakmanschap en van organisaties dat zij investeren in hun vakmensen. Dit vertaalt zich naar eisen stellen aan de vakbekwaamheid, permanente educatie, ruimte voor reflectie, het werken volgens de beroepscode, tuchtrecht en ruimte voor professionele autonomie. Realisatie: Het Poortje is in 2013 gestart met de uitrol van het actieplan Professionalisering Jeugdzorg, wat voortgezet is in 2014. ►► Er is geld gereserveerd voor de professionalisering van de Jeugdzorg. Hiervan zijn de kosten van het EVC traject betaald voor de medewerkers die zich wel kunnen registreren maar binnen de termijn van herregistratie niet voldoen aan de registratiecriteria. ►► Ook is er geld gereserveerd voor opleidingen van medewerkers die zich geregistreerd hebben (BamW) en registerpunten moeten behalen in het kader van de herregistratie over 5 jaar. ►► Een groot deel van de pedagogisch medewerkers binnen Het Poortje heeft zich inmiddels geregistreerd bij een beroepsvereniging. ►►

Het implementatieplan beslaat drie jaar. Het kader hiervoor vormt de wettelijke regeling voor registratie van professionals in de jeugdzorg. Reorganisatie: Het Poortje bereidt zich voor op de transitie. We staan voor grote opgaven in de komende jaren. De krimp heeft forse impact op onze organisatie en de medewerkers. Hier valt niet aan te ontkomen. Tegelijkertijd zien we ook perspectief en willen we kansen pakken waar ze zich voordoen. Dit betekent ook uitgaan van eigen kracht en duidelijkheid in de visie waar we voor staan. Realisatie: Er is, in samenwerking met de vakbonden en de OR, eind 2014 een nieuw sociaalplan opgesteld waaraan in 2015 uitvoering wordt gegeven. ►► In het kader van de mobiliteitsbevorderende maatregelen is er een mobiliteitsbureau opgezet voor begeleiding van werk naar werk trajecten, zowel intern als extern (mobiliteit en employability). ►►

5.5.1. Hoofdlijnen financieel beleid Na jaren van onzekerheid en krimp in justitiële capaciteitsplaatsen van Juvaid staat Het Poortje de komende jaren voor grote uitdagingen ten aanzien van de exploitatie van gesloten jeugdzorg Wilster. Met een verwachte capaciteitsreductie van 20% tot en met 2017 en bijbehorende budgetdaling, als ook generieke kortingen op het subsidiebudget, wordt Het Poortje voor locatie Wilster de komende jaren geconfronteerd met stevige budget reducties. Voor 2015 naar verwachting 10% omzetverlies, oplopend tot naar verwachting 23% in 2017. Dit kan niet zonder achtereenvolgende reorganisaties blijven en daarom is al in 2014 gestart met de eerste reorganisatie, welke moet leiden tot verlaging van vooral de personeelssterkte. In 2015 zal een nieuwe reorganisatie voorbereid worden waarbij nieuwe bezuinigingen binnen Wilster, maar ook binnen de staf en het management, uitgewerkt zullen worden, die met ingang van 2016 en 2017 effect zullen moeten hebben in de exploitatie. Maar ook de huisvestingskosten en andere bedrijfslasten zullen komende jaren verlaagd moeten worden vanwege lagere cliëntaantallen, personele capaciteit en een kleinere huisvestingsbehoefte. Voor de huisvesting van Wilster zijn inmiddels afspraken gemaakt met VWS. Deze hebben in de jaarrekening geleid tot een afwaardering van het gebouw van Wilster per ultimo 2014 als ook de in 2015 beoogde aflossing van de langlopende leningen ter financiering van het gebouw. De balans van Het Poortje per ultimo 2014 is hierop al aangepast. Deze maatregelen leiden dus al in 2014 tot een verbetering van de balansposities. Het Poortje verwacht met deze maatregelen beter voorbereid te zijn op de krimp in aankomende jaren en de financiële risico’s die dat met zich meebrengt. De financiële afspraken met het ministerie van VWS inzake vooruitbetaling van toekomstige vergoedingen ten behoeve van de aflossing van de langlopende leningen en de verlaging van de boekwaarde van het vastgoed, zijn in overleg met het ministerie en gegeven de relatie met de overgang van de jeugdzorgplus naar de gemeenten en het daarmee samenhangende meerjarige contract, verwerkt in de jaarcijfers over 2014 zoals toegelicht in bovenstaande alinea. Deze verwerking is daarmee een bewuste keuze en expliciet onderdeel van de vaststelling en goedkeuring van de jaardocument door de Raad van Bestuur respectievelijk de Raad van Toezicht van Het Poortje. Dat deze verwerking in 2014 (in plaats van 2015) om jaarverslaggevingstechnische redenen leidt tot een controleverklaring met beperking door de accountant is daarmee een weloverwogen gevolg. Overigens heeft de afwikkeling van de afspraken met het ministerie van VWS in het eerste kwartaal van 2015 plaats gevonden, waarmee er geen onzekerheid bestaat ten aanzien van de afspraken zelf. Afgelopen jaren zijn gericht geweest op de wens en noodzaak tot verbetering van de reservepositie, voldoende vorming van


23

Per segment bekeken zijn de resultaten als volgt verdeeld (x 1.000 euro)

2014

Juvaid (Ministerie van V&J)

2013

15

72

336

535

Wilster (Ministerie van VWS)

1.192

-868

Totaal resultaat

1.543

-261

Portalis (Ministerie van OCW)

voorzieningen voor nog te verwachten kosten en versterking van de liquiditeitspositie. Afgelopen jaar is daar een belangrijke stap in gemaakt via versterking van de reserves met 1,6 miljoen euro en verhoging van de voorzieningen met 0,5 miljoen euro. Ook de liquiditeitspositie is verbeterd door positieve cashflow vanuit het voordelige exploitatieoverschot. Het Poortje verwacht met de genomen maatregelen en behaalde resultaten een betere financiële basis te hebben gevormd om de toenemende risico’s en krimpscenario’s voor komende jaren het hoofd te kunnen bieden.

5.5.2. Exploitatie 2014 Dit verslagjaar is afgesloten met een positief resultaat van 1,6 miljoen euro, waar in 2013 nog sprake was van een nadelig resultaat. Het positieve resultaat is vooral het gevolg van meevallers op de personeelskosten en de subsidies jeugdzorg, mede vanwege een voorzichtige begroting 2014. De personeelskosten zijn lager dan verwacht door besparingen in de inzet van formatie en meevallende cao ontwikkelingen. De subsidies van de ministeries zijn hoger uitgevallen dan verwacht, door extra subsidie toekenning van OCW vanwege hogere leerlingenaantallen, meevallers in de indexering van de subsidies over 2014 en een voordeel in de afrekening van de subsidie van VWS over 2013. Ten laste van de exploitatie zijn extra dotaties aan de voorzieningen toegevoegd van per saldo 0,5 miljoen euro, vooral vanwege toegenomen risico’s voor langdurig zieke medewerkers en nieuw te verwachten frictiekosten personeel vanwege de lopende reorganisatie (zie tabel bovenaan de pagina). Juvaid heeft ondanks de verdere krimp van capaciteitsplaatsen (van 48 naar 45) in 2014 een dekkende exploitatie weten te bereiken, met een resultaat van 15.000 euro. Vooral meevallers op de personeelskosten vanwege lagere personele inzet en beperkte cao effecten dragen hierin bij, naast meevallers op de verwachte toekenning van subsidie van Justitie. Door deze positieve resultaten is sprake van een risico op teveel gereserveerde subsidiegelden in het bestemmingsfonds Justitie. Dit risico op terugstorting van subsidiegeld aan Justitie is verwerkt als terug te belaten subsidie. Portalis heeft afgelopen jaar vooral extra subsidie gerealiseerd vanwege hogere leerlingenaantallen dan verwacht. Onderdeel

24


daarvan is de onverwacht hogere toekenning van subsidie voor leerlingen die niet in geslotenheid JeugdzorgPlus zijn geplaatst. Ook de ESF inkomsten vallen hoger uit dan verwacht. Vooral voor Wilster is ten opzichte van vorig jaar sprake van een omslag van een verlies op de exploitatie van 2013 (-868.000 euro) naar een voordelig resultaat in 2014 van 1.192.000 euro. In 2013 speelden vooral extra dotaties aan de voorzieningen (636.000 euro) een rol in het resultaat, naast tegenvallers in de subsidies van VWS. In 2014 is gebleken dat de subsidieafrekening over 2013 is terugbetaald en viel de subsidietoekenning over 2014 positiever uit. Door een andere visie op inzet van personeel is er strakker en efficiënter gestuurd op de inzet van personeel. Dit bleek ook extra goed mogelijk als gevolg van een lagere gerealiseerde bezetting op de opvangplaatsen van Wilster.

Solvabiliteitsratio (eigen vermogen versus balanstotaal)

2014

2013

2012

21,2%

14,2%

14,5%

De solvabiliteitsratio is dit jaar toegenomen tot 21,2% als gevolg van het behaalde exploitatieresultaat van 1,6 miljoen euro. Het betreft de hoogste solvabiliteit die Het Poortje sinds vele jaren heeft behaald, wat nodig is vanwege de overgang van gesloten jeugdzorg van het rijk naar de gemeenten en het daarmee samenhangend genomen risicoprofiel en de verwachte krimp. De hogere reservevorming is voor komende jaren nodig om de toenemende risico’s en onzekerheden in de bedrijfsvoering, als gevolg van de ontwikkelingen in de jeugdzorg (budgetreductie, afnemende capaciteitsbehoefte, reorganisatie personeel en gebouwen), af te kunnen dekken.

Budgetratio (bestemmingsreserves en –fondsen versus omzet)

2014

Juvaid

4,0%

3,7%

Wilster

4,8%

-1,7%

Portalis

46,9%

40,3%

Weerstandsvermogen (eigen vermogen en voorzieningen versus balanstotaal)

2014

35%

2013

27%

2012

21%

In combinatie met de opgebouwde voorzieningen is het zogenaamde weerstandsvermogen ook sterker geworden. Zowel het resultaat 2014 (1,6 miljoen euro positief) als extra dotaties aan voorzieningen (toename van 534.000 euro) hebben geleid tot de verbetering van het weerstandsvermogen. De toename van de voorzieningen hebben vooral betrekking op extra voorziening voor langdurig zieken en voorziening voor uitgesteld groot onderhoud aan gebouw. Hiermee zijn nu extra zekerheden ingebouwd in de financiële positie van Het Poortje om de financiële risico’s de komende jaren beter op te kunnen vangen. De budgetratio van Juvaid (zie tabel bovenaan de pagina) is verbeterd als gevolg van het positieve resultaat van 2014 (15.000 euro voordelig). Ondanks de constatering dat de reserves nog geen 10% van de omzet van segment Justitie zijn, is er in technische zin wel sprake van een overschrijding van de 10% maximale reserveringsnorm van de jaarlijkse subsidie van Justitie. De oorzaak hiervan is dat Justitie in haar normering niet de gehele toegekende subsidie in aanmerking neemt als basis voor de normering van de reserves. Daarnaast is door Justitie alleen de door haar aangehouden geoormerkte reserve (bestemmingsfonds Justitie) meegenomen in de genormeerde maximaal toegestane reservevorming. Justitie houdt voor de normering van de toegestane reserves geen rekening met de waardering van voorzieningen voor langdurig ziek en voorziening reorganisatie (189.000 euro). Het Poortje loopt hierdoor nu formeel een risico op terugbetaling van een deel van de subsidie

2013

vanwege overschrijding van de maximum toegestane opbouw van reserves uit Justitie subsidies, ter grootte van 415.000 euro. Deze is verwerkt als terug te betalen subsidie in de jaarrekening. Wilster heeft een positief budgetratio in 2014 na een opgelopen negatieve stand in 2013. Het gerealiseerde voordelige resultaat in 2014 op segment VWS (1,2 miljoen euro) is hiervan de oorzaak. De opbouw van reserves voor Wilster is noodzakelijk geweest om de onzekerheden in komende jaren in verband met de decentralisatie van jeugdzorg naar gemeenten en de transitie van de jeugdzorg het hoofd te kunnen bieden. Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse krimp in budget en capaciteits plaatsen voor de komende 5 jaar, als gevolg waarvan frictiekosten voor personeel en gebouwen te verwachten zijn. Portalis heeft haar reservevorming verder weten uit te bouwen als gevolg van een voordelig exploitatieresultaat in 2014 (336.000 euro).

Liquiditeitsratio (vorderingen en liquide middelen versus kortlopende schulden)

2014

2013

124%

103%

2012

82%

De liquiditeitsratio is in 2014 toegenomen als gevolg van de positieve resultaten in de exploitatie. Dit heeft vooral geleid tot omzetting daarvan in liquide middelen, dus een kasstroom in de vorm van toename van de geldmiddelen. Het Poortje is hiermee nu beter in staat om aan haar kortlopende verplichtingen te kunnen voldoen.

5.5.3. Perspectief 2015 en verder Zoals eerder aangegeven wordt Het Poortje voor het segment Wilster de komende jaren geconfronteerd met budgettaire krimp. De omzet zal naar verwachting tot en met 2017 dalen met circa 23%.


25

Het Poortje heeft hiervoor financiele scenario’s uitgewerkt, welke moeten leiden tot verlaging van de personele inzet, besparingen op overhead en andere bedrijfskosten en op termijn afstoten van overtollige gebouwen. Naast Wilster merkt ook Portalis als onderwijsinstelling de gevolgen van de krimp op deze locatie. Voor Portalis wordt het effect echter gedempt door de blijvende dienstverlening op vergelijkbaar niveau op de andere locaties. Ook de overhead (management en staf) zal om die reden minder hard hoeven te krimpen. Vooral de bestuurlijke fusie met Elker biedt mogelijkheden om de krimp op management en staf gezamenlijk uit te werken, gebruikmakend van synergie effecten en voordelen van de nieuwe schaalgrootte. Voor 2015 is het gelukt om de eerste budgettaire krimp op te vangen met een sluitende begroting. Voor Wilster is in de begroting 2015 rekening gehouden met een omzetverlies van 10%, zijnde 1,5 miljoen euro. Ook Portalis en overhead krimpen mee. In 2014 is, om deze bezuiniging te realiseren, een besluit genomen voor reorganisatie, leidend tot een personele reductie van meer dan 20 fte per 2015. De uitwerking daarvan is vergevorderd en kan naar verwachting nu nog met beperkte reorganisatiekosten gerealiseerd worden. De effecten van de reorganisatie zijn al in de begroting 2015 verwerkt. Naast de effecten van de reorganisatie wordt Het Poortje geconfronteerd met hogere kosten van formatie als gevolg van de cao en vanwege uitstroom van gemiddeld lager ingeschaalde medewerkers. Deze extra kosten kunnen vooralsnog gedekt worden door positief bijgestelde subsidies, o.a. vanwege indexeringen.

5.5.4. Treasury In verband met de bestuurlijke fusie van Het Poortje met Elker is een gezamenlijk nieuw treasurystatuut vastgesteld door de Raad van Toezicht in haar vergadering van 26 maart 2014.

Begroting1 (x 1.000 euro) Personeelskosten

Het treasurystatuut voorziet in richtlijnen aangaande de verantwoordelijkheidsverdeling, de planning en verantwoording, de procedures en de voorwaarden waaronder nieuwe financiële verplichtingen worden aangegaan voor Het Poortje en Elker. Hieronder vallen enerzijds het wegzetten van de tijdelijke overtollige gelden, het aantrekken van leningen, de wijze waarop met rentebeleid, rendement en renterisico’s wordt omgegaan en anderzijds de beperkingen en voorwaarden die de organisatie zichzelf oplegt voor het aangaan van nieuwe transacties. Het treasurystatuut heeft over het algemeen een risicomijdende strekking als het gaat om financiële transacties. In 2014 hebben geen aanmerkelijke investeringen plaatsgevonden, anders dan vervangingsinvesteringen voor en beperkte aanpassingen van bestaande activa. Voor deze vervangingsinvesteringen en aanpassingen zijn geen nieuwe geldleningen afgesloten. Er is sprake van drie langlopende leningen. De twee meest omvangrijke daarvan hebben betrekking op de financiering van de huisvesting van Wilster te Groningen. Met VWS is afgelopen jaar overeengekomen om deze twee, door het Rijk gewaarborgde leningen, versneld af te lossen. Ook worden de waarborghypotheken geroyeerd. Dit gaat in het eerste kwartaal van 2015 plaatsvinden, waarmee alle langlopende leningen geheel afgelost zijn. Liquiditeits technisch wordt dit mogelijk gemaakt door het vooruitbetalen van subsidie voor kapitaallasten voor komende jaren door VWS, ter hoogte van het af te lossen leningensaldo. Het Poortje is nog in het bezit van een rentederivaat die destijds diende voor het beperken van renterisico’s op een lening met variabele rente voor de duur van 5 jaar. Die lening is voortijdig afgewikkeld, waardoor het derivaat feitelijk geen functie meer heeft. Het derivaat loopt af in 2015 en heeft op dit moment geen waarde meer. Het Poortje loopt geen risico’s op de waarde van het derivaat.

2015 20.943

Huisvestingskosten

4.636

Overige bedrijfslasten

5.188

Financiële baten en lasten

1.326

Totaal kosten

32.093

Subsidie ontvangsten

31.564

Overige vergoedingen

529

Totaal vergoedingen 1. De begroting is inclusief Stichting Behandelcentrum Woodbrookers.

26


32.093


27

6. Jaarrekening 2014

6.1.1. Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)

Activa (in euro’s)

Ref.

31-12-2014

31-12-2013

Vaste activa Materiële vaste activa

1

3.263.904

9.408.078

Financiële vaste activa

2

0

9

3.263.904

9.408.087

Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa

3

278.349

443.198

Vorderingen uit hoofde van subsidies

4

8.234.658

1.506.132

Liquide middelen

5

5.124.710

3.009.622

Totaal vlottende activa

13.637.717

4.958.952

Totaal activa

16.901.621

14.367.039

31-12-2014

31-12-2013

454

454

0

0

Bestemmingsreserves

1.244.998

1.084.051

Bestemmingsfondsen

2.341.536

959.176

Totaal eigen vermogen

3.586.988

2.043.681

Passiva (in euro’s) Eigen vermogen

Ref. 6

Kapitaal Algemene reserve

Voorzieningen

7

2.344.262

1.810.353

Langlopende schulden

8

0

5.706.205

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van subsidies Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal passiva

28


9

554.215

751.945

10

10.416.156

4.054.855

16.901.621

14.367.039

6.1.2. Resultatenrekening over 2014

Resultatenrekening (in euro’s)

Ref.

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

Subsidies Jeugdzorg

12

34.613.480

32.719.214

33.501.775

Overige bedrijfsopbrengsten

13

565.059

442.038

524.316

35.178.539

33.161.252

34.026.091

23.367.085

23.773.692

24.807.232

Opbrengsten

Som der bedrijfsopbrengsten

Lasten Personeelskosten

14

Afschrijvingen op vaste activa

15

1.057.573

1.171.698

1.175.883

Overige bedrijfskosten

16

8.121.553

7.927.924

7.988.695

32.546.211

32.873.314

33.971.810

2.632.328

287.938

54.281

-1.089.021

-287.938

-315.281

1.543.307

0

-261.000

0

0

0

1.543.307

0

-261.000

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar

17

Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld (in euro’s):

2014

2013

Bestemmingsreserve - Ministerie Veiligheid & Justitie

7.917

-116.158

Bestemmingsfonds - Ministerie Veiligheid & Justitie

6.758

188.557

336.401

534.532

0

0

Toevoeging (+) / onttrekking (-):

Bestemmingsreserve - Ministerie van OCW Algemene reserve Bestemmingsreserve - Ministerie van VWS Bestemmingsfonds - Ministerie van VWS

-156.108

-444.636

1.348.339

-423.295

1.543.307

-261.000


29

6.1.3. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

Kasstroomoverzicht (in euro’s)

Ref.

Bedrijfsresultaat

2014

2013

2.632.328

54.281

Aanpassingen voor: - afschrijvingen

1

1.057.573

- mutaties voorzieningen

7

533.909

1.175.883 750.600 1.591.482

1.926.483

Veranderingen in vaste activa: 5.666.203

- subsidie materiële vaste activa

0 5.666.203

0

Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen

3

164.848

-101.000

- vorderingen/schulden uit hoofde van subsidies - kortlopende schulden (excl.schulden aan kredietinstellingen)

4

-6.926.256

-2.096.104

10

-55.787

532.352

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest

17

Betaalde interest

Investeringen materiële vaste activa

1

3.072.818

316.012 2.772

-191.369

-318.053 -185.820

-315.281

2.886.998

731

-600.862

-300.189

21.269

142.756

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden

-1.664.752

5.549

Kasstroom uit operationele activiteiten

Desinvesteringen materiële vaste activa

-6.817.195

-579.593 8

-192.317

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

-157.433 -493.162

-192.317

-493.162

Stand per 1 januari

3.009.622

3.659.486

Stand per 31 december

5.124.710

3.009.622

Mutatie geldmiddelen

30


5

2.115.088

-649.864

6.1.4. Algemene toelichting & grondslagen van waardering en resultaatbepaling 6.1.4.1. Algemeen

Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van presentatiewijzigingen van de vorderingen op en schulden aan Stichting Elker en de subsidie van het Ministerie van VWS ten behoeve van Behandelcentrum Woodbrookers.

Gegevens rechtspersoon Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen is statutair gevestigd te Groningen en heeft haar feitelijke (hoofd)vestiging op Hoogeweg 9 te Groningen.

Aard van de activiteiten Het Poortje Jeugdinrichtingen biedt gedwongen of justitiële jeugdzorg binnen de bredere onderwijs-, justitiële- en jeugdzorgketen. Het Poortje is specialist in het bieden van gesloten behandeling in een drie milieus-setting (wonen, onderwijs/arbeid en vrije tijd). De doelgroep van Het Poortje Jeugdinrichtingen wordt langdurig en structureel in de ontwikkeling bedreigd en kent een multi-complexe problematiek. De regio Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe) is het zorggebied voor de organisatie met beperkte overloop uit overige regio’s in Nederland.

De vorderingen op en schulden aan Stichting Elker zijn, door de bestuurlijke fusie per 1 januari 2014 en daaruit voortvloeiende groepsverhoudingen, gesaldeerd en afzonderlijk gepresenteerd als kortlopende schuld. In voorgaande jaren waren ze onderdeel van de verschillende vorderingen schuldposities op de balans. Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen heeft geen vorderingen op of schulden aan Stichting Combinatie Elker-Het Poortje. De subsidie van het Ministerie van VWS ten behoeve van Behandelcentrum Woodbrookers werd met de doorbetaling daarvan aan Woodbrookers in voorgaande jaren gesaldeerd verwerkt in de exploitatiecijfers. Door een gewijzigde gezagsverhouding wordt de ontvangst van de subsidie en het doorbetalen daarvan aan Woodbrookers afzonderlijk verantwoord in de exploitatie. Nadere toelichting hierop wordt gegeven bij Verbonden rechtspersonen.

Inschrijving Kamer van Koophandel De Stichting is ingeschreven in het Stichtingenregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41009061.

De vergelijkende cijfers zijn aangepast ten behoeve van de vergelijkbaarheid.

Groepsverhoudingen

Vergelijking met de begroting

Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen vormt een groep met Stichting Elker en Stichting Combinatie Elker-Het Poortje. Aan het hoofd van deze groep staat Stichting Combinatie Elker-Het Poortje te Groningen. De jaarrekening van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de groep.

De in de jaarrekening opgenomen begrotingscijfers zijn gebaseerd op de op 5 december 2013 door de Raad van Bestuur vastgestelde en op 18 december 2013 door de Raad van Toezicht goedgekeurde begroting 2014.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 640, Organisatie-zonder-winststreven.

Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van continuïteits veronderstelling. Voor de subsidierelatie met het Ministerie van VWS geldt dat vanaf 2015 de subsidierelatie verandert als gevolg van de nog lopende uitwerking van de transitie van jeugdzorg budgetten naar de gemeenten. Met de gemeenten in de Provincies Groningen, Friesland en Drenthe is een contract afgesloten voor de jaren 2015 tot en met 2017 waarin afspraken zijn gemaakt over de ontwikkeling van capaciteit en beschikbaar budget. In het maatschappelijk verslag wordt nader ingegaan op deze ontwikkelingen.

Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen worden aangemerkt als een verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. Verder is ook het groepshoofd Stichting Combinatie Elker-Het Poortje aan te merken als een verbonden partij. De Stichting heeft de volgende verbonden stichtingen die in de consolidatie van Stichting Combinatie Elker-Het Poortje betrokken zijn: ►► Stichting Combinatie Elker-Het Poortje te Groningen ►► Stichting Elker te Groningen ►► Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen te Groningen Het Poortje onderhoudt daarnaast een samenwerkingsrelatie met Jeugdhulp Friesland, vormgegeven binnen de Stichting Behandelcentrum Woodbrookers. Vanaf 1 januari 2014 is de bestuurlijke samenwerking gewijzigd en valt Behandelcentrum Woodbrookers geheel onder het gezag van Jeugdhulp Friesland. Het Poortje is per 1 januari hoofdaannemer, Behandelcentrum Woodbrookers onderaannemer. Het Poortje brengt 24 plaatsen gesloten JeugdzorgPlus in die binnen het behandelcentrum worden verzorgd en stelt daarvoor subsidie beschikbaar.


31

De bij de 24 plaatsen gesloten jeugdzorg behorende subsidie van VWS bedraagt € 2.962.771. De subsidie is beschikbaar gesteld aan Stichting Woodbrookers ten behoeve van hun exploitatie, welke vervolgens een subsidieverantwoording overleggen aan Het Poortje.

Gebruik van schattingen

De ontvangst van deze subsidie van het Ministerie van VWS en het doorbetalen daarvan aan Woodbrookers is afzonderlijk verwerkt in de exploitatiecijfers van deze jaarrekening. Daarnaast zijn de door Woodbrookers gemaakte kosten afzonderlijk verantwoord onder de lasten. Woodbrookers stelt een eigen jaarrekening op die gepubliceerd wordt op jaarverslagenzorg.nl. Het Poortje is verantwoordelijk voor de subsidieafrekening met het Ministerie van VWS. Aan de Stichting Woodbrookers heeft Het Poortje vergoedingen in rekening gebracht voor bestuur en administratiekosten, ten bedrage van € 29.628. Deze bijdrage is verwerkt in de overige bedrijfsopbrengsten.

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichtingen, baten en lasten. De waarderingsgrondslagen van de voorzieningen en de materiële vaste activa zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen. Deze schattingen en veronderstellingen zijn nader toegelicht in de waarderingsgrondslagen op de balansposten in de jaarrekening. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Subsidieregeling

Materiële vaste activa

Bij het samenstellen van de rekening en verantwoording is rekening gehouden met de aanwijzingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sociale Zaken en met de aanwijzingen zoals aangegeven in RJ 660.403, de toelichtende brochure bij de richtlijn Jaarverslag Onderwijs en de aanvullende afspraken met betrekking tot het onderwijscomponent in de jaarverslaggeving in de brief 389858 d.d. 25 april 2012.

Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waarde verminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen. Door het Ministerie van Veiligheid en Justitie goedgekeurde vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag onder aftrek van de ontvangen investeringssubsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten. Het meerdere boven het goedgekeurde investeringsbedrag wordt ten laste van de exploitatie gebracht. Voor de vaste activa waarvoor in de bekostigingssystematiek geen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan de in de bekostigings systematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat, zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de geschatte toekomstige gebruiksduur. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waarde verminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die

6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Het Poortje zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Als een transactie ertoe leidt dat bijna alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of bijna alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of van betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

32


rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Rentelasten gedurende de bouw worden niet geactiveerd.

In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.

De volgende afschrijvingspercentages (in procenten van de aanschafwaarde minus eventuele restwaarde) worden hierbij gehanteerd: ►► Bedrijfsgebouwen: 0-10%. ►► Machines en installaties: 10-12,5%. ►► Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10-25%.

Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.

Financiële vaste activa Het onder financiële vaste activa opgenomen derivaat is gewaardeerd tegen de actuele waarde waarbij alle waarde wijzigingen in de resultatenrekening worden verantwoord.

Bijzondere waardeverminderingen vaste activa Het Poortje beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.

Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.

Na de eerste opname worden financiële instrumenten bij de vervolgwaardering gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Eventueel worden direct toerekenbare transactiekosten verwerkt in de winst- en verliesrekening tenzij hierna anders beschreven.

Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de reële waarde van de tegenprestatie. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.

Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderings verliezen.

Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Kortlopende- en langlopende schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na de eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening als interestlast verwerkt.


33

Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode.

Afgeleide financiële instrumenten Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde.

Eigen vermogen Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen Kapitaal, Algemene reserve, Bestemmingsreserves en Bestemmingsfondsen. Kapitaal Onder kapitaal is opgenomen het bij oprichting van de Stichting ingebracht kapitaal. Algemene reserve Onder Algemene reserve is opgenomen dat deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingen van de Stichting vrij kunnen beschikken. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van de Stichting een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Bestemmingsfondsen Bestemmingsfondsen zijn reserves waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Aanwending van bestemmingsreserves en -fondsen Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen worden in de resultatenrekening verantwoord en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve gebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt.

Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

34


De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij het effect van de tijdswaarde van te verwaarlozen betekenis is. Als disconteringsvoet voor de contant making is het rentepercentage op 0,72% gesteld. Voor Portalis (segment Ministerie OCW) is een disconteringsvoet van 4% aangehouden. Er is sprake van een doorgevoerde schattingswijziging in de disconteringsvoet van 2014. De voorzieningen zijn op balansdatum 1 januari 2014 nog gewaardeerd tegen een disconteringsvoet van 2,2%. Dit is ultimo 2014 vanwege de renteontwikkelingen bijgesteld naar 0,72%. Voor de voorzieningen jubileumverplichtingen, vitaliteit en garantie is rekening gehouden met een uitstroomkans, welke de toekomstige jaarlijkse verplichting verlaagt naarmate die verplichting verder in de toekomst ligt. Er is sprake van een doorgevoerde schattingswijziging in de toegepaste uitstroomkans. De voorzieningen zijn op balansdatum 1 januari 2014 nog gewaardeerd tegen een uitstroomkans van 16%. Dit is ultimo 2014 vanwege de ontwikkelingen in de personele verloop bijgesteld naar 12,7%. Voorziening Jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de verplichtingen op basis van de cao, een uitstroomkans van 12,7% per jaar en leeftijd. Voorziening Vitaliteit De voorziening betreft de contante waarde van het vanwege de cao uit te keren vitaliteitsbudget aan medewerkers vanaf de maand waarin medewerker 10 jaar jonger is dan de voor hem op dat moment geldende AOW leeftijd. De berekening is gebaseerd op de verplichtingen op basis van de cao, een uitstroomkans van 12,7% per jaar en leeftijd en is contant gemaakt tegen een percentage van 0,72% per jaar. Voorziening Garantie De voorziening betreft de contante waarde van het vanwege de cao uit te keren garantieverlof aan medewerkers die 55 jaar of ouder zijn of 55 jaar worden, geboren zijn vóór 1-1-1961, vóór 1-1-2006 in dienst waren van een werkgever die valt onder de werkingssfeer van de cao-Jeugdzorg en dat tot 1-1-2010 onafgebroken zijn geweest. De berekening is gebaseerd op de verplichtingen op basis van de cao, een uitstroomkans van 12,7% per jaar en leeftijd en is contant gemaakt tegen een percentage van 0,72% per jaar.

Voorziening Langdurig zieken De voorziening betreft de toekomstige verplichtingen van salarisdoorbetaling voor langdurig zieke medewerkers tot het moment waarop sprake is van 2 jaar ziekte. Langdurige ziekte is vastgesteld op basis van de op moment van balansdatum bekende ziektegevallen, waarbij op basis van ziektehistorie en rapportages van de Arbodienst door het management een inschatting is gemaakt van de kans op herstel binnen de periode van 2 jaar ziekte. De opgenomen voorziening betreft in dat geval de doorbetaling van loonkosten tot moment van 2 jaar ziek. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. Voorziening Reorganisatie De voorziening reorganisatie wordt gevormd voor de toekomstige loonkosten, herplaatsings- en afvloeiingskosten en verwachte wachtgeldverplichtingen van boventallig verklaard personeel. Voorziening Onderhoud gebouw De voorziening onderhoud gebouw wordt gevormd voor de verwachte kosten inzake periodiek (groot) onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde.

6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn, baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit verslagjaar toegerekend.

Subsidies jeugdzorg Onder subsidies jeugdzorg worden de baten verantwoord uit hoofde van geleverde prestaties op het gebied van verleende gesloten jeugdzorg, besloten jeugdzorg en onderwijs. Als realisatiemoment geldt het moment waarop de betreffende prestaties op grond van de geldende voorschriften of richtlijnen gedeclareerd kunnen worden bij de subsidiegever.

Overige bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Personeelskosten Periodiek betaalbare beloningen Lonen en salarissen en andere personeelslasten worden verantwoord in de periode waarin personeel op grond van de arbeidsvoorwaarden het recht op beloning verkrijgt. Sociale lasten worden toegerekend aan dezelfde periode als de lonen en salarissen waaraan deze sociale lasten direct kunnen worden toegerekend. Pensioenen Het Poortje Jeugdinrichtingen heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de Stichting. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en het ABP. De Stichting betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door de stichting. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Ultimo 2014 was de dekkingsgraad van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn 102% en van het ABP 101,1%. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Hierbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De nieuwe dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen.


35

Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. De pensioenfondsen verwachten hieraan te kunnen voldoen en voorzien geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren.

Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.

6.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt overeenkomstig RJ 640 en de subsidievoorschriften van de Ministeries van Veiligheid & Justitie, Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen en Volksgezondheid, Welzijn & Sociale Zaken een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten: Segment 1: Ministerie van Veiligheid en Justitie Segment 2: Ministerie van OCW Segment 3: Ministerie van VWS

36


Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten per subsidieverstrekker. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: ►► Voor segment Ministerie van OCW vindt toerekening van indirecte kosten plaats op basis van werkelijke kosten op een vooraf afgesproken niveau conform begroting; ►► Voor de overige indirecte kosten vindt een algemene verdeelsleutel plaats met toerekening aan segment Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS; - Indirecte personeelskosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%; -- Indirecte materiële kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%; -- Indirecte overige kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%. De verdeelsleutels zijn gebaseerd op de uitgangspunten van de begroting 2014.

6.1.4.5 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

6.1.4.6 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.


37

6.1.5. Toelichting op de balans - activa

6.1.5. - 1 Materiële vaste activa De specificatie is als volgt (in euro’s) : Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties

31-12-2014

31-12-2013

1.605.531

7.606.772

458.905

575.338

807.211

1.130.930

392.257

95.038

3.263.904

9.408.078

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa

Verloop materiële vaste activa 2014 (in euro’s)

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen

Bedrijfs gebouwen en terreinen

Machines en installaties

Andere vaste bedrijfs middelen, technische en administratieve uitrusting

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op MVA

Totaal

7.606.772

575.338

1.130.930

95.038

9.408.078

147.484

0

134.890

318.488

600.862

-482.522

-116.433

-458.609

0

-1.057.564

-5.666.203

0

0

0

-5.666.203

0

0

0

-21.269

-21.269

1.605.531

458.905

807.211

392.257

3.263.904

Aanschafwaarde

14.028.285

1.411.451

6.086.238

392.257

21.918.231

Subsidie

-5.666.203

0

0

0

-5.666.203

Cumulatieve afschrijvingen

-6.756.551

-952.546

-5.279.027

0

-12.988.124

1.605.531

458.905

807.211

392.257

3.263.904

0 - 10%

10 - 12,5%

10 - 25%

0%

Af: subsidies Af: geactiveerde activa in uitvoering Boekwaarde per 31 december

Gehanteerde afschrijvingspercentages

De activa zijn waar mogelijk toegewezen aan de te onderscheiden segmenten. Om aan te sluiten bij de subsidievoorwaarden van de ministeries. Er zijn echter activa die niet verdeeld kunnen worden. Deze zijn verantwoord onder de noemer Algemeen Poortje.

38






Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op MVA

Totaal

Boekwaarde per 1 januari

190.111

293.630

473.518

2.379

959.638

Bij: investeringen

147.484

0

86.660

169.807

403.951

Af: afschrijvingen

-17.900

-49.293

-256.907

0

-324.100

Boekwaarde per 31 december

319.695

244.337

303.271

172.186

1.039.489

Aanschafwaarde

353.682

492.931

1.873.187

172.186

2.891.986


-33.987

-248.594

-1.569.916

0

-1.852.497

319.695

244.337

303.271

172.186

1.039.489

0 - 10%

10%

12,5 - 25%

0%

Het Poortje Algemeen (in euro’s)


De materiële vaste activa van Bestuur en Bedrijfsvoering bestaan per 1 januari uit: - Eigen bijdrage in de brandscan 190.111 -M achines en installaties, andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting, bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op MVA ten behoeve van de dienstverlening door de bedrijfsvoering aan de specialisaties: 769.527

De afschrijvingskosten uit deze materiële vaste activa maken deel uit van de indirecte materiële kosten, die naar rato van het aantal fte’s worden toegerekend aan de bedrijfssegmenten van het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS. Zie ook de grondslagen van segmentering 6.1.4.4.


39


Segment 1: Ministerie van Veiligheid en Justitie (in euro’s)




Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting


Totaal

225.980

85.807

297.621

21.269

630.677

Bij: investeringen

0

0

2.188

69.690

71.878

Af: afschrijvingen

-22.319

-17.059

-68.739

0

-108.117

0

0

0

-21.269

-21.269

203.661

68.748

231.070

69.690

573.169

2.764.634

212.667

2.082.482

69.690

5.129.473

-2.560.973

-143.919

-1.851.412

0

-4.556.304

203.661

68.748

231.070

69.690

573.169

4 - 10%

10,0%

10 - 25%

Af: geactiveerde activa in uitvoering Boekwaarde per 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen


Bij het schrijven van het Ministerie van Justitie d.d. 12 september 2003 en 15 augustus 2006 zijn er subsidies verstrekt voor de afschrijvingscomponent van de overdracht van de gebruikszaken van de Veenpoort. De afschrijvingen lopen parallel aan de subsidieverstrekking. De investeringen voor een bedrag van € 1.918.799 in 2003 zijn in 5 jaar afgeschreven en een investering voor een bedrag van € 1.259.742 wordt in 10 jaar afgeschreven. Segment 2: Ministerie van OCW (in euro’s)




Totaal

49.345

196.901

246.246

Bij: investeringen

0

32.371

32.371

Af: afschrijvingen

-2.962

-80.671

-83.633

Boekwaarde per 31 december

46.383

148.601

194.984

176.467

594.206

770.673

-130.084

-445.605

-575.689

46.383

148.601

194.984

1,7%

10 - 25%

Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen


40



Segment 3: Ministerie van VWS (in euro’s)

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen


Totaal

162.890

71.390

7.571.517

13.671

78.991

92.662

Bedrijfsgebouwen en terreinen



7.141.336

195.901

0

0

-439.341

-50.081

-52.292

0

-541.714

-5.666.203

0

0

0

-5.666.203

1.035.792

145.820

124.269

150.381

1.456.262

Aanschafwaarde

10.733.502

705.853

1.536.363

150.381

13.126.099

Subsidie

-5.666.203

0

0


-4.031.507

-560.033

-1.412.094

0

-6.003.634

1.035.792

145.820

124.269

150.381

1.456.262

0 - 10%

10 - 12,5%

10 - 25%

Af: subsidie Boekwaarde per 31 december


-5.666.203

bij de ►►

►►

►►

►►

►►

►►

Het bouwterrein, gelegen aan de Hoogeweg 9 te Groningen, is kadastraal bekend bij de gemeente Groningen als sectie A nrs. 2090, 1799, 1355 en 1800 en is belast met een hypothecaire inschrijving ad. € 20.134.099,- verleend aan de Staat der Nederlanden voortvloeiend uit verplichtingen uit de ontvangen bouwsubsidies in verband met de nieuwbouw en inrichting. Perceel nr. 1800 is hierin voorbelast met een eerste hypothecaire inschrijving ad. ƒ 6.000.000 (€ 2.722.681,30), verleend aan de Postbank NV als zekerheid voor de ontvangen lening. Tevens is het voorbelast met een tweede hypothecaire inschrijving groot ƒ 7.418.848 (€ 3.366.526), verleend aan de Staat der Nederlanden ten behoeve van de verplichtingen voortvloeiend uit de ontvangen bouwsubsidies in verband met de nieuwbouw en inrichting. Bij schrijven van het Ministerie van Justitie d.d. 11 november 1987 is toestemming verkregen om uitvoering te geven aan de nieuwbouw tot een bedrag van ƒ 10.000.000 (€ 4.537.802). Door het Ministerie van Justitie is een bouwsubsidie verstrekt van ƒ 4.000.000 (€ 1.815.121), het resterende bedrag ad ƒ 6.000.000 (€ 2.722.681) is in 1988 gefinancierd door een beroep te doen op de kapitaalmarkt. Bij schrijven van het Ministerie van Justitie d.d. 16 mei 1997, 25 juni 1998 en 8 december 1998 is toestemming verkregen om uitvoering te geven aan de nieuwbouw tot een bedrag van ƒ 10.183.257 (€ 4.620.961). Door het Ministerie van Justitie is een bouwsubsidie verstrekt van ƒ 10.183.257 (€ 4.620.961). Bij schrijven van het Ministerie van Justitie d.d. 19 mei 1999, 10 september 1999 en 3 februari 2000 is toestemming verkregen om uitvoering te geven aan de nieuwbouw tot een bedrag van ƒ 11.519.699 (€ 5.227.412) en bij schrijven van 12 december 2000 voor de verbouw en achterstallig onderhoud ƒ 1.046.953 (€ 475.807). Bij schrijven van het Ministerie van Justitie d.d. 16 juli 2002 is toestemming verkregen om uitvoering te geven aan de uitbreiding van 4 afdelingen beperkt beveiligde plaatsen en voor het project kantoorvoorzieningen tot een bedrag van € 9.345.000, en bij schrijven d.d. 11 december 2002 voor renovatie Waterpoort tot een bedrag van € 197.902. In het kader van de overgang van de bekostiging van de JeugdzorgPlus van het Ministerie van VWS naar de gemeenten per 1 januari 2015 (transitie jeugdzorg), is betreffende het boekjaar 2014 met het Ministerie van VWS een subsidie voor toekomstige kapitaallasten overeengekomen van € 5.666.203. Deze subsidie is in het eerste kwartaal 2015 ontvangen en per 31 december 2014 in mindering gebracht op de boekwaarde van het gebouw aan de Hoogeweg 9 te Groningen.


41


6.1.5. - 2 Financiële vaste activa De specificatie is als volgt (in euro’s):

31-12-2014

31-12-2013

Derivaat

0

9

Totaal financiële vaste activa

0

9

Derivaat

totaal

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Boekwaarde per 1 januari 2014 (Terugname) waardeverminderingen Boekwaarde per 31 december 2014

9

9

-9

-9

0

0

Er is in 2011 een derivaat aangekocht voor het beperken van het renterisico, deze heeft een looptijd tot 4 mei 2015. Het derivaat is gewaardeerd tegen de netto contante waarde per 31 december 2014.

6.1.5. - 3 Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt (in euro’s):

31-12-2014

31-12-2013

Overige vooruitbetaalde bedragen

67.797

55.059

Vooruitbetaalde verzekeringspremies

45.250

44.010

Vooruitbetaalde huisvestingskosten

41.435

75.347

Vorderingen op debiteuren

39.606

86.580

Energiebelasting

36.161

35.547

Vorderingen op externe partners

27.760

21.037

Vooruitbetaalde huur kopieermachines

9.131

7.459

Vordering Fietsplan

8.271

11.947

Te vorderen ziektekosten jeugdigen

2.938

0

Overlopende posten te ontvangen

0

6.715

Belastingdienst

0

91.054

Vorderingen trajecten Jeugdzorg

0

5.256

Overige vorderingen

0

3.187

278.349

443.198

Totaal vorderingen en overlopende activa

Er zijn geen voorzieningen voor dubieuze debiteuren gevormd. De vordering op de Belastingdienst in 2013 betrof een eenmalige teruggaaf van de basispremie WAO/WIA. De resterende looptijd van de vorderingen is korter dan 1 jaar.

42



6.1.5. - 4 Vorderingen uit hoofde van subsidies De specificatie is als volgt (in euro’s)

31-12-2014

31-12-2013

1.256.182

1.279.785

Ministerie van OCW

235.653

184.272

Ministerie van VWS

6.569.404

16.612

173.419

25.463

8.234.658

1.506.132

Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake ESF

Gemeente Groningen Totaal te verrekenen subsidies

Toelichting bij 4. (in euro’s)

Subsidiejaar

Stadium van vaststelling

ESF Subsidie

2011

Afgerekend

0

202.118

ESF Subsidie

2012

Afgerekend

0

187.239

ESF Subsidie

2013

Onderhanden

944.404

890.428

ESF Subsidie

2014

Onderhanden

311.778

0

1.256.182

1.279.785

Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake ESF

De verantwoorde ESF subsidies zijn schattingen naar beste inzicht gedaan op basis van ervaringen uit het verleden ten aanzien van controlecorrecties en de uiteindelijke definitieve vaststelling van de ingediende eindverantwoording. Ministerie van OCW Instelllingssubsidie

2013-2014

Afgerekend

0

184.272

Instelllingssubsidie

2014-2015

Onderhanden

235.653

0

235.653

184.272

0

16.612

Ministerie van VWS Projectsubsidie

2013-2014

Onderhanden

Projectsubsidie

2014-2015

Onderhanden

903.201

0

Subsidie toekomstige kapitaallasten

2014-2015

Onderhanden

5.666.203

0

6.569.404

16.612

De vordering op het Ministerie van VWS betreft een toegezegde subsidie aangaande het boekjaar 2014 inzake het vervroegd aflossen van de langlopende verplichtingen aan de BNG en ING en de daaruit voortvloeiende boeterente. Deze subsidie is begin 2015 ontvangen en direct aangewend voor het aflossen van de genoemde langlopende verplichtingen en boeterente. Gemeente Groningen Gymnastiekonderwijsvergoeding

2013

Huurvergoeding

2014

Afgerekend Nog te ontvangen

0

25.463

173.419

0

173.419

25.463


43


6.1.5. - 5 Liquide middelen De specificatie is als volgt (in euro’s): Bankrekeningen Kassen Totaal liquide middelen

31-12-2014

31-12-2013

5.097.029

2.996.152

27.681

13.470

5.124.710

3.009.622

De liquide middelen staan ter vrije besteding van Het Poortje Jeugdinrichtingen. Het saldo staat hoofdzakelijk uit bij de Schatbankierfaciliteit van het Ministerie van Financiën.

44


6.1.5. Toelichting op de balans - passiva

6.1.5. - 6 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten (in euro’s):

31-12-2014

31-12-2013

454

454

Bestemmingsreserves

1.244.998

1.084.051

Bestemmingsfondsen

2.341.536

959.176


3.586.988

2.043.681

Overige mutaties

Saldo per 31-12-2014

Kapitaal

Het verloop is als volgt weer te geven (in euro’s): Kapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserve - Ministerie van OCW

Saldo per 01-01-2014

Resultaatbestemming

454

0

0

454

0

0

0

0

1.882.432

336.401

0

2.218.833

Bestemmingsreserve - Ministerie van Veiligheid en Justitie

-359.025

7.917

0

-351.108

Bestemmingsreserve - Ministerie van VWS

-439.356

-156.108

-27.263

-622.727

Bestemmingsfonds - Ministerie van Veiligheid en Justitie

774.616

6.758

0

781.374

Bestemmingsfonds - Ministerie van VWS

184.560

1.348.339

27.263

1.560.162

2.043.681

1.543.307

0

3.586.988


Toelichting op het bestemmingsreserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Voor de voorziening langdurig zieken en voorziening reorganisatie wordt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie geen toestemming gegeven. Daardoor worden de voorzieningen uit de bestemmingsfonds van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gehaald en toegekend aan de bestemmingsreserve. Toelichting op het bestemmingsreserve Ministerie van VWS Een deel van het resultaat van Wilster wordt toegewezen aan de Bestemmingsreserve omdat Wilster meer inkomsten begroot heeft dan de instellingssubsidie van het Ministerie van VWS. De verhouding van de begrote overige inkomsten ten op zichte van de totale inkomsten bij Wilster ontvangen als instellingssubsidie van het Ministerie van VWS wordt toegerekend aan de Bestemmingsreserve. Voor de voorziening reorganisatie en voorziening onderhoud gebouw wordt door het Ministerie van VWS geen toestemming gegeven. Daardoor worden de voorzieningen uit het bestemmingsfonds van het Ministerie van VWS gehaald en toegekend aan de bestemmingsreserve. Toelichting op het bestemmingsfonds Ministerie van VWS In het kader van de transitie van de JeugdzorgPlus van het Ministerie van VWS naar de gemeenten per 1 januari 2015 mag de eindstand van het bestemmingsfonds Ministerie van VWS worden behouden. Overige mutaties Betreffen correcties naar aanleiding van afrekeningen van het Ministerie van VWS van voorgaande jaren.


45


6.1.5. - 7 Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven (in euro’s):

Saldo per 01-01-14

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Saldo per 31-12-14

Jubileavoorziening

156.503

65.886

0

0

222.389

Voorziening Vitaliteit en garantie

986.420

74.205

0

0

1.060.625

95.832

271.755

0

0

367.587

Voorziening Onderhoud gebouw

170.633

268.324

40.592

0

398.365

Voorziening Reorganisatie

400.965

130.329

215.491

20.507

295.296

1.810.353

810.499

256.083

20.507

2.344.262

Voorziening Langdurig zieken

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)

961.567 1.382.695

Hiervan langlopend (> 5 jaar)

524.459

Toelichting per categorie voorziening: Jubileavoorziening De Jubileavoorziening is gevormd voor toekomstige jubilea uitkeringen voor alle segmenten van Het Poortje. Voorziening Vitaliteit en garantie De voorziening Vitaliteit en garantie is gevormd in 2008 voor Wilster en Juvaid als gevolg van een wijziging in de richtlijnen van de jaarverslaggeving. In 2009 is de regeling in de cao gewijzigd waardoor een garantieregeling voor oude rechthebbenden is ontstaan. De waarde van toekomstige aanspraken uit hoofde van deze nieuwe regelingen voor Wilster en Juvaid worden onder deze noemers gepresenteerd. Voorziening Langdurig zieken De voorziening Langdurig zieken is gevormd voor de medewerkers die al lange tijd afwezig zijn wegens ziekte en waarvan de verwachting is dat deze niet terug zullen keren in hun functie. Voorziening Onderhoud gebouw De voorziening Onderhoud gebouw heeft specifiek betrekking op het gebouw van Wilster te Groningen. Per 2013 is besloten om deze voorziening in te stellen om de jaarlijkse verwachte uitgaven voor gepland groot onderhoud aan het gebouw te kunnen spreiden, zonder dat dit grote fluctuaties geeft in de exploitatie. De jaarlijkse dotatie is gebaseerd op een inventarisatie en onderhoudsplanning uitgevoerd door een extern bureau, leidend tot een 10 jaren plan voor te plannen onderhoudsuitgaven. Afgelopen jaar is er minder uit de voorziening onttrokken dan vooraf verwacht zou worden volgens het 10 jaren plan. Deze uitgestelde onderhoudswerkzaamheden worden alsnog verricht in 2015.

46



Voorziening Reorganisatie De voorziening Reorganisatie is in 2013 ontstaan vanwege een doorgevoerde reorganisatie, waarbij ongeveer 12 fte gedwongen moesten afvloeien. Voor nog ongeveer 4 fte zijn per ultimo 2014 nog kosten te verwachten die in de toekomst voldaan moeten worden. Het gaat hierbij om de wachtgeldverplichtingen. Op 1 januari 2015 is de bekostiging van de JeugdzorgPlus van het Rijk overgeheveld naar de gemeenten. Tezamen met de transitie wordt landelijk een bezuiniging doorgevoerd op het totale Jeugdzorgbudget van 15% over de jaren 2015 tot en met 2017. Om deze krimp te kunnen bekostigen wordt binnen Het Poortje een reorganisatie doorgevoerd. Er is een lagere disconteringsvoet bij de waardering op contante waarde van de voorziening Vitaliteit en garantie toegepast dan in 2014. De hierbij gehanteerde rentevoet bedraagt 0,72%.

Segment 1: Ministerie van Veiligheid en Justitie (in euro’s)

Saldo per 01-01-14

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Saldo per 31-12-14

42.700

17.667

0

0

60.367

335.567

29.604

0

0

365.171

55.981

74.683

0

0

130.664

140.338

0

79.969

2.630

57.739

574.586

121.954

79.969

2.630

613.941

Het verloop is als volgt weer te geven: Jubileavoorziening Voorziening Vitaliteit en garantie Voorziening Langdurig zieken Voorziening Reorganisatie

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar)

161.190

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)

452.750


178.302

Segment 2: Ministerie van OCW (in euro’s)

Saldo per 01-01-14

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Saldo per 31-12-14

25.917

3.923

0

0

0

0

29.840

0

0

0

25.917

3.923

0

0

29.840

Het verloop is als volgt weer te geven: Jubileavoorziening Voorziening Langdurig zieken

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)

0 29.840


0


47


Segment 3: Ministerie van VWS (in euro’s)

Saldo per 01-01-14

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Saldo per 31-12-14

87.886

44.296

0

0

132.182

650.853

44.601

0

0

695.454

Het verloop is als volgt weer te geven: Jubileavoorziening Voorziening Vitaliteit en garantie Voorziening Langdurig zieken Voorziening Onderhoud gebouw Voorziening Reorganisatie

39.851

197.072

0

0

236.923

170.633

268.324

40.592

0

398.365

260.627

130.329

135.522

17.877

237.557

1.209.850

684.622

176.114

17.877

1.700.481

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar)

800.377

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)

900.104


346.157

48



6.1.5. - 8 Langlopende schulden De specificatie is als volgt (in euro’s):

31-12-14

31-12-13

5.706.205

5.898.522

0

0

5.706.205

5.898.522

2014

2013

5.898.522

6.391.684

192.317

493.162

Stand per 31 december

5.706.205

5.898.522

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar

5.706.205

192.317

0

5.706.205

Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden Totaal langlopende schulden Het verloop is als volgt weer te geven (in euro’s): Stand per 1 januari Af: aflossingen

Stand langlopende schulden per 31 december volgend boekjaar Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jaar) (aflossingsverplichtingen)

5.706.205

192.317

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jaar) (balanspost)

0

5.706.205


0

5.029.200

Toelichting: In het kader van de overgang van de bekostiging van de JeugdzorgPlus van het Ministerie van VWS naar de gemeenten per 1 januari 2015 (transitie Jeugdzorg), is met het Ministerie van VWS een subsidie voor toekomstige kapitaallasten overeengekomen van € 5.666.203. Deze subsidie zal in 2015 geheel worden ontvangen en gebruikt worden om de langlopende verplichtingen aan de BNG en ING in het eerste kwartaal van 2015 vervroegd af te lossen. Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende leningen. Voor de leningen betrekking hebbend op segment VWS, ter financiering van het gebouw te Groningen, geldt een door het Rijk afgegeven staatsgarantie voor aflossing en renteverplichtingen. Deze staatsgarantie zal komen te vervallen na de algehele vervroegde aflossing van deze leningen in 2015. De aflossingsverplichtingen voor komend jaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.


49


6.1.5. - 9 Schulden uit hoofde van subsidies De specificatie is als volgt (in euro’s): Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van VWS Totaal te verrekenen subsidies Toelichting:

31-12-14

31-12-13

554.215

429.089

0

322.856

554.215

751.945

Subsidiejaar

Stadium van vaststelling


2013

Afgerekend

0

429.089


2014

Voorschot

554.215

0

554.215

429.089

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van VWS Projectsubsidie DWW

2012

Afgerekend

0

64.700

Instellingssubsidie

2013

Afgerekend

0

258.156

0

322.856

50



6.1.5. - 10 Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt (in euro’s): Aflossingsverplichtingen langlopende leningen

31-12-14

31-12-13

5.706.205

192.317

Verschuldigde boeterente inzake vervroegde aflossing

903.201

0

Belastingen en sociale premies

846.008

895.438

Vakantiegeld

605.707

665.662

Crediteuren

551.482

446.860

Vakantiedagen

393.949

371.359

Schulden inzake pensioenen

261.054

86.362

Stichting Elker

173.545

15.584

Energie

166.569

138.768

Te verrek. huisvestingskosten

141.337

133.100

Nog te betalen salarissen

137.198

125.883

Projectmatig onderhanden werk

119.527

198.908

Te verrekenen uitkeringen personeel

102.403

378.152

Overlopende facturen te betalen

100.283

255.636

Overige schulden

85.034

23.750

Te verrekenen administratiekosten

45.000

48.000

Te verrekenen accountantskosten

47.403

48.825

Te verrekenen reiskostenvergoeding

25.020

25.020

5.231

5.231

10.416.156

4.054.855

Rentekosten Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

Door de toegezegde subsidie van het Ministerie van VWS voor toekomstige kapitaalslasten zullen de langlopende leningen van de BNG en ING komend jaar vervroegd worden afgelost. In dat kader is ook een boeterente verschuldigd.


51


Financiële instrumenten en risicobeheersing Algemeen Het Poortje maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. Het Poortje handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen die Het Poortje heeft uit staan op balansdatum bestaan hoofdzakelijk uit vorderingen op het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Ministerie van OCW, het Ministerie van VWS en de Gemeente Groningen. Er is in deze geen sprake van een kredietrisico. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Het huidige beleid van Het Poortje is om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Liquiditeitsrisico De instelling bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de instelling steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.

52



6.1.5. - 11 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De Stichting heeft de volgende meerjarige verplichtingen uit hoofde van lopende contracten en overeenkomsten. Meerjarige financiële verplichtingen (in euro’s)

betaalbaar binnen 1 jaar

betaalbaar 1-5 jaar

betaalbaar na 5 jaar

Totaal 31-12-14

Huur gebouw Woodbrookers

54.000

216.000

0

270.000

Lease auto's

13.954

10.507

0

24.461

Lease kopieermachines

36.525

136.968

0

173.493

Lease koffieautomaten

13.242

19.863

0

33.105

Totaal meerjarige financiële verplichtingen

117.721

383.338

0

501.059

Waarborghypotheken Waarborghypotheken zijn verleend als hypotheek aan de Staat der Nederlanden ter nakoming van de voorwaarden, welke zijn gesteld bij de toekenning van de bouwsubsidie inzake de nieuwbouw. Bij vervreemding van of onttrekking aan de bestemming van het onroerend goed waarop de bouwsubsidie is verleend, is de Stichting aan de Staat der Nederlanden een bedrag verschuldigd. De hoogte van dit bedrag wordt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie vastgesteld en wordt gebaseerd op de waarde van het onroerend goed op moment van vervreemding, de verstrekte bouwsubsidie en het eigen aandeel in de bouwkosten. Deze waarborghypotheek wordt niet op de balans gewaardeerd, maar de Staat houdt tot en met 2014 een recht van hypotheek op het gebouw te Groningen. Door de overgang van de bekostiging van de JeugdzorgPlus van het Ministerie van VWS naar de gemeenten per 1 januari 2015 (transitie Jeugdzorg), is met het Ministerie van VWS overeengekomen dat het recht van hypotheek van de Staat per 2015 vervalt. De waarborghypotheek zal daartoe begin 2015 om niet worden geroyeerd, zonder verdere wederzijdse verplichtingen. Zie ook de toelichting op de materiële vaste activa (6.1.5. - 1) segment 3 (Ministerie van VWS) aangaande de hypothecaire belasting van de onroerende goederen en de in het verleden verstrekte bouwsubsidies.

“Verbreding van je horizon, opdoen van leuke nieuwe contacten. Elke dag!”


53


De Stichting heeft twee waarborghypotheken (in euro’s) 1 Waarborghypotheek 07-10-1996 groot maximaal:

3.366.526

2 Waarborghypotheek 04-04-2011 groot maximaal:

20.134.099

De waarborghypotheek van 07-10-1996 is voorbelast op de waarborghypotheek van 04-04-2011.

De waarborghypotheek 07-10-1996 is als volgt opgebouwd: Recht van hypotheek ten behoeve van de Staat der Nederlanden op perceel nr. 1800 voor het bedrag van ƒ 7.413.848,-

9.345.044

De waarborghypotheek 04-04-2011 is als volgt opgebouwd: Subsidie

Datum

Kenmerk

Bedrag

Bouw 40 beperkt beveiligde plaatsen Waterpoort unit 3

17-01-05

5316304/04

9.345.044

Bouw 24 normaal beveiligde plaatsen en veiligheidsvoorzieningen

05-08-02

5148996/02

4.620.961

Bouw 20 normaal beveiligde plaatsen

15-11-04

5307790/04

5.227.412

Achterstallig onderhoud Waterpoort

11-05-05

5350490/05/DJI

461.492

Renovatie Waterpoort

11-05-05

5350490/05/DJI

169.680

Renovatie Waterpoort

11-05-05

5350490/05/DJI

289.510

Uitwinningskosten waarborghypotheek

04-04-11

H-Kadaster 2228 Hypotheek MvJ-Het Poortje

54


20.000


Transitie Jeugdzorg Op 1 januari 2015 is de bekostiging van de JeugdzorgPlus van het Ministerie van VWS overgeheveld naar de gemeenten. Tezamen met de transitie wordt landelijk een bezuiniging doorgevoerd op het totale Jeugdzorgbudget van 15% over de jaren 2015 tot en met 2017. Eind 2012 heeft van het Ministerie van VWS, vooruitlopend op de transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten, de subsidierelatie met Het Poortje formeel opgezegd per 1 januari 2015. Met de gemeenten in de Provincies Groningen, Friesland en Drenthe is in 2014 een contract afgesloten voor de jaren 2015 tot en met 2017 waarin afspraken zijn gemaakt over de ontwikkeling van capaciteit en beschikbaar budget. Het Poortje zal in de komende jaren met solide en structureel sluitende begrotingen werken die afgestemd zijn op het afgesproken budget. In oktober 2013 zijn door de provincies Friesland, Groningen en Drenthe Transitiearrangementen Jeugd opgesteld als uitwerking van de wijze waarop de overgang van het oude jeugdstelsel naar het nieuwe jeugdstelsel per regio wordt vormgegeven. In deze arrangementen zijn brede kaders opgenomen voor de overgang van de Jeugdzorg naar de gemeenten in de periode 2015 tot en met 2017. Voor 2015 geldt in het kader van zorgcontinuïteit dat cliënten, die per 31 december 2014 in zorg zijn of op de wachtlijst staan, deze zorg bij de huidige aanbieder mogen afronden binnen een periode van een jaar. Fiscale eenheid Vanaf 1 januari 2014 maken Stichting Combinatie Elker-Het Poortje te Groningen, Stichting Elker te Groningen en Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen te Groningen deel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de voegingsvoorwaarden is iedere participant van deze fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze fiscale eenheid als geheel vanaf 1 januari 2014. Coulanceregeling slachtoffers Commissie Samson De commissie Samson heeft in 2012 een rapport uitgebracht naar aanleiding van onderzoek naar seksueel misbruik in de Jeugdzorg. Inmiddels heeft dit geleid tot een tijdelijke regeling voor financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen en pleeggezinnen. Aangezien er op voorhand geen rekening wordt gehouden met meldingen van slachtoffers die terug te herleiden zijn tot het verblijf bij Het Poortje in het verleden en daarnaast de daaruit voortvloeiende eventuele financiële verplichtingen niet goed in te schatten zijn, heeft Het Poortje hiervoor geen voorziening getroffen.


55

6.1.6. Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever

Datum

Segment

Hoofdsom

BNG

02-12-03

Ministerie van VWS

5.314.000

ING 670422290

22-06-88

Ministerie van VWS

2.722.681

ING 661981428

01-01-06

Ministerie van Veiligheid & Justitie

400.000

Soort lening

Werkelijke rente

%

€

40 jaar

Annuïteiten

2,52%

4.726.576

50 jaar

Annuïteiten

6,25%

1.091.946

9,5 jaar

Hypothecair

3,90%

80.000

€

Totaal

56


Restschuld 31 december 2013

Totale looptijd

5.898.522

Nieuwe leningen in 2014

Aflossing 2014

Restschuld 31 december 2014

Restschuld over 5 jaar

€

Resterende looptijd in jaren eind 2014

Aflossingswijze

Aflossing 2015

1

Annuïteit

4.619.259

Gestelde zekerheden

€

€

€

0

107.317

4.619.259

€

0

45.000

1.046.946

1

Annuïteit

1.046.946

Staatsgarantie

0

40.000

40.000

1

per jaar

40.000

verpanding vordering

0

192.317

5.706.205

Staatsgarantie

5.706.205


57

6.1.7. Toelichting op de resultatenrekening

6.1.7.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2014 Segment 1 - Ministerie van Veiligheid en Justitie (in euro’s)

2014

2013

10.733.664

11.334.888

35.500

27.758

10.769.164

11.362.646

6.525.701

6.920.431

221.552

270.597

Opbrengsten Subsidie Jeugdzorg Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

Lasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële en financiële vaste activa Overige bedrijfskosten

4.005.885

4.094.934


10.753.138

11.285.962

16.026

76.684


-1.351

-4.285

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering

14.675

72.399

Resultaat boekjaar

14.675

72.399

2014

2013

Bestemmingsreserve

7.917

-116.158

Bestemmingsfondsen

6.758

188.557

14.675

72.399

Bedrijfsresultaat

Resultaatbestemming (in euro’s) Het resultaat is als volgt verdeeld:

Nadere toelichting op Segment 1 - Ministerie van Veiligheid en Justitie Beschrijving van de belangrijkste subsidievoorwaarden De algemene subsidieregels voor de particuliere inrichtingen zijn neergelegd in het Besluit van 23 december 2010 houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie aan particuliere justitiële jeugdinrichtingen (Subsidiebesluit justitiële inrichtingen) (Staatsblad 2011,1). Op de subsidieverlening is tevens de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De minister verstrekt de particuliere inrichting een subsidie voor de kosten van de exploitatie van de inrichting. De exploitatiesubsidie wordt bepaald door de door de minister vastgestelde normprijzen te vermenigvuldigen met de vastgestelde capaciteit. Naast de subsidie in de exploitatiekosten kan de minister een particuliere inrichting een subsidie verstrekken voor bouwprojecten of voor bijzondere projecten of doeleinden.

58


6.1.7 Toelichting op de resultatenrekening

Beschrijving van de wijze van kostentoerekening Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden segmenten geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: ►►

Ministerie van OCW op basis van vooraf vastgestelde kosten: Indirecte personeelskosten € 314.325 Indirecte overige kosten € 79.675 De indirecte kosten onderwijs worden aan het Ministerie van OCW doorbelast vóór het toedelen van de indirecte kosten aan het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS.

Indirecte kosten opgenomen in het Ministerie Veiligheid & Justitie ►►

►►

►►

►►

Indirecte personeelskosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

€ 1.133.144

Indirecte materiële kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

€ 113.435

Indirecte overige kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

€ 474.972

Indirecte inkomsten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

Totaal indirecte last verdeeld: De procentuele verhoudingen tussen het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS is algemeen vastgesteld op 35%-65%.

€ 39.556 € 1.681.996

35%

Beschrijving van de belangrijkste prestatieafspraken en de realisatie daarvan Verwezen wordt naar het maatschappelijk jaarverslag 2014.


59


Segment 2 - Ministerie van OCW (in euro’s)

2014

2013

4.715.281

4.671.423


13.005

200

4.728.286

4.671.623

3.793.290

3.379.972

83.633

85.730


514.962

671.389


4.391.885

4.137.091

Bedrijfsresultaat

336.401

534.532


336.401

534.532

Resultaat boekjaar

336.401

534.532

2014

2013

336.401

534.532

336.401

534.532

Resultaatbestemming (in euro’s) Het resultaat is als volgt verdeeld: Bestemmingsreserve

Nadere toelichting op Segment 2 - Ministerie van OCW Beschrijving van de belangrijkste subsidievoorwaarden Portalis, de specialisatie Onderwijs en Arbeidstoeleiding van Het Poortje Jeugdinrichtingen, ontvangt subsidie op basis van de regeling bekostiging justitiële jeugdinrichtingen (V)SO ZMOK met als grondslag de Wet op de expertisecentra, besluit bekostiging WPO en WEC. Artikel 36. Justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor gesloten jeugdzorg verbonden aan scholen voor Cluster 4 is van toepassing. Beschrijving van de wijze van kostentoerekening Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden segmenten geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: ►► Ministerie van OCW op basis van vooraf vastgestelde kosten: Indirecte personeelskosten € 314.325 Indirecte overige kosten € 79.675 De indirecte kosten onderwijs worden aan het Ministerie van OCW doorbelast vóór het toedelen van de indirecte kosten aan het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS. Beschrijving van de belangrijkste prestatieafspraken en de realisatie daarvan Verwezen wordt naar het maatschappelijk jaarverslag 2014.

60



Segment 3 - Ministerie van VWS (in euro’s)

2014

2013

19.164.535

17.495.464


516.554

496.358

19.681.089

17.991.822

13.048.094

14.506.829

752.379

819.517


3.600.706

3.222.372


17.401.179

18.548.718

Bedrijfsresultaat

2.279.910

-556.896


-1.087.679

-311.035


1.192.231

-867.931

Resultaat boekjaar

1.192.231

-867.931

2014

2013

Bestemmingsreserve

-156.108

-444.636

Bestemmingsfondsen

1.348.339

-423.295

1.192.231

-867.931

Resultaatbestemming (in euro’s) Het resultaat is als volgt verdeeld:

Nadere toelichting op Segment 3 - Ministerie van VWS Beschrijving van de belangrijkste subsidievoorwaarden De subsidievoorwaarden voor de instellingssubsidie JeugdzorgPlus 2012 zijn een samenvatting van de voorwaarden die volgen uit de Tijdelijke subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2009-2012, de Wet op de jeugdzorg, de Wijzigingswet van de wet op de jeugdzorg, de kaderregeling VWS-subsidies en de Algemene wet bestuursrecht. Alleen het bieden van gesloten jeugdzorg aan jongeren ten aanzien van een machtiging als bedoeld in artikel 29b, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg of een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 29c, eerste lid, van de wet kan een aangewezen accommodatie subsidie ontvangen. Hierbij dient de instelling te voldoen aan de acceptatieplicht van artikel 19 van de Wet op de jeugdzorg, waarbij het streven dient te zijn het verblijf in geslotenheid zo kort mogelijk te laten zijn.


61


Beschrijving van de wijze van kostentoerekening Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden segmenten geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: Ministerie van OCW op basis van vooraf vastgestelde kosten: Indirecte personeelskosten € 314.325 Indirecte overige kosten € 79.675

►►

De indirecte kosten onderwijs worden aan het Ministerie van OCW doorbelast vóór het toedelen van de indirecte kosten aan het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS.

Indirecte kosten opgenomen in het Ministerie Veiligheid & Justitie Indirecte personeelskosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

►►

►►

►►

►►

€ 2.104.411

Indirecte materiële kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

€ 210.665

Indirecte overige kosten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWSop basis van 35%-65%:

€ 882.092

Indirecte inkomsten: verdeling Ministerie van Veiligheid & Justitie en Ministerie van VWS op basis van 35%-65%:

-€ 73.460

Totaal indirecte last verdeeld: De procentuele verhoudingen tussen het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van VWS is algemeen vastgesteld op 35%-65%.

€ 3.123.707

65%

Beschrijving van de belangrijkste prestatieafspraken en de realisatie daarvan Verwezen wordt naar het maatschappelijk jaarverslag 2014.

6.1.7.2 Aansluiting totaal resultaat met resultaat segmenten Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen (in euro’s)

2014

2013

14.675

72.399

Segment 2 - Ministerie van OCW

336.401

534.532

Segment 3 - Ministerie van VWS

1.192.231

-867.931

Resultaat volgens resultatenrekening

1.543.307

-261.000

Segment 1 - Ministerie van Veiligheid en Justitie

62


6.1.7 Toelichting op de resultatenrekening - baten

6.1.7. - 12 Subsidies jeugdzorg (in euro’s) De specificatie is als volgt (in euro’s): Rijkssubsidies Gemeentelijke subsidies Totaal

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

34.348.645

32.366.293

33.233.012

264.835

277.739

268.763

34.613.480

32.644.032

33.501.775

Toelichting op de afwijking tussen realisatie en begroting: In de Rijkssubsidie is de subsidie van het Ministerie van VWS verantwoord ten behoeve van de Woodbrookers ad. € 2.962.771 en de subsidie van het Ministerie van VWS inzake de verschuldigde boeterente aan de BNG en de ING voor vervroegde aflossing van de langlopende verplichtingen ad. € 903.201. Tevens is de door het Ministerie van VWS kwijtgescholden onderbezettingskorting 2013 ad. € 258.000 opgenomen in de Rijkssubsidies.

Nadere specificatie 12 Subsidies jeugdzorg

Realisatie 2014

Realisatie 2013

10.692.532

11.184.662

398.218

873.270

Rijkssubsidies Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake ESF Ministerie van OCW

4.184.621

3.891.164

Ministerie van VWS

19.073.274

17.283.916

34.348.645

33.233.012

197.635

201.563

67.200

67.200

264.835

268.763

Gemeentelijke subsidies Gemeente Groningen Gemeente Smallingerland


63

6.1.7 Toelichting op de resultatenrekening - baten

6.1.7.2 - 13 Overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt (in euro’s):

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

437.760

280.000

420.517

29.628

28.571

49.175

Project Macedonië

40.713

0

0

Teruggaaf Milieubelasting

38.361

0

37.981

Overige bedrijfsopbrengsten

9.759

0

7.386

Vergoedingsregeling EVC Jeugdzorgwerker zonder HBO diploma op een HBO functie

8.838

0

0

0

0

9.257

565.059

308.571

524.316

Overige dienstverlening: Opbrengst DOK3 Vergoedingen Woodbrookers (1% handlingsfee en vergoeding bestuurder) Overige opbrengsten:

Schadevergoedingen Totaal

De opbrengsten voor DOK3 betreffen bijdragen voor kosten die gemaakt worden in het kader van het samenwerkingsverband met Verslavingszorg Noord Nederland en Reik inzake gezamenlijk gerealiseerde opvangcapaciteit binnen Wilster. De ontvangsten betreffen voornamelijk huurvergoedingen voor groepen en bijkomende accomodatiekosten en facilitaire dienstverlening, alsmede vergoeding van accomodatiekosten van geplaatste jongeren.

64


6.1.7 Toelichting op de resultatenrekening - lasten

6.1.7.2 - 14 Personeelskosten De specificatie is als volgt (in euro’s):

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

Lonen en salarissen

14.991.745

15.671.542

16.665.602

Sociale lasten

2.426.476

2.483.487

2.330.131

Pensioenpremie

1.377.340

1.574.494

1.773.236

Andere personeelskosten Subtotaal

857.006

1.043.683

805.702

19.652.567

20.773.206

21.574.671

Personeel niet in loondienst

1.605.749

728.568

1.016.422

Personeel niet in loondienst Woodbrookers

2.108.769

2.225.623

2.216.139

23.367.085

23.727.397

24.807.232

Totaal personeelskosten

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE) per segment: Segment 1: Ministerie van Veiligheid en Justitie

101

106

107

Segment 2: Ministerie van OCW

43

45

47

Segment 3: Ministerie van VWS

169

180

186

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van FTE

313

331

340

De personeelskosten zijn gedaald t.o.v. vorig jaar en de begroting. Dit wordt veroorzaakt door minder inzet van personeel in loondienst vooruit lopend op de aankomende reorganisatie. Daarentegen is er hierdoor wel meer gebruik gemaakt van tijdelijk inhuur.


65


6.1.7.2 - 15 Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt (in euro’s):

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

- materiele vaste activa

1.057.564

1.171.698

1.175.844

Totaal afschrijvingen

1.057.564

1.171.698

1.175.844

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

- financiële vaste activa

9

0

39

Totaal waardeverminderingen

9

0

39

Toelichting De afschrijvingslast is lager dan begroot omdat niet alle geplande investeringen zijn uitgevoerd.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt (in euro’s):

Toelichting op de afwijking tussen realisatie en begroting Er is in 2011 een derivaat aangekocht voor het beperken van het renterisico deze heeft een looptijd tot 4 mei 2015. Het derivaat is gewaardeerd tegen de netto contante waarde per 31 december 2014.

66



6.1.7.2 - 16 Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt (in euro’s):

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

Huisvestingskosten Onderhoudskosten

1.252.586

1.194.726

778.907

Kosten huur en beheer

2.929.787

2.924.952

2.927.143

537.016

539.711

566.769

0

0

369.000

4.719.389

4.659.389

4.641.819

454.942

387.500

402.380

Uitbesteding ICT-functie

280.949

178.000

178.464

Subtotaal automatiseringskosten

735.891

565.500

580.844

Kosten van administratieve en registratieve systemen

164.910

167.231

243.465

Kantoorkosten

245.792

291.483

328.333

Zakelijke lasten

254.947

303.812

304.352

Kosten algemeen beheer

139.271

114.345

115.402

Overige algemene kosten

153.146

155.287

79.930

Overige huisvestingskosten Dotatie voorziening Subtotaal huisvestingskosten Automatiseringskosten Onderhoud en aanschaf software

Apparaatkosten

Overige algemene kosten Woodbrookers Subtotaal apparaatkosten

854.002

631.526

701.353

1.812.068

1.663.683

1.772.835

Verzorgingskosten Voeding

667.156

606.402

740.600

Behandeling en opvoeding

24.560

66.600

76.348

Vakantie & Vrije tijd

49.635

54.796

73.662

Onderwijsleermiddelen

112.854

149.200

102.587

Subtotaal verzorgingskosten

854.205

876.998

993.197

Totaal overige bedrijfskosten

8.121.553

7.765.570

7.988.695


67


6.1.7.2 - 17 Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt (in euro’s):

Realisatie 2014

Begroting 2014

Realisatie 2013

Rentebaten

5.549

7.000

2.772

Subtotaal financiële baten

5.549

7.000

2.772

-1.091.836

-291.438

-314.094

-2.734

-3.500

-3.959

Subtotaal financiële lasten

-1.094.570

-294.938

-318.053

Totaal financiële baten en lasten

-1.089.021

-287.938

-315.281

Rentelasten Overige financiële lasten

Toelichting op de afwijking tussen realisatie en begroting Als gevolg van de aanschaf van de Business Intelligence-Tool is er meer gebruik gemaakt van inhuur ICT in vergelijking met de begroting. Door de onderbezetting zijn de verzorgingskosten en onderwijsleermiddelen lager dan begroot. Stijging van de rentelasten wordt veroorzaakt door een te betalen boeterente ad. € 903.201 inzake de vervroegde aflossing van de langlopende verplichtingen.

68



6.1.7.2 - 18 Bezoldiging bestuurder Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?

Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Eenhoofdig

De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de instelling over het jaar 2014 is als volgt:

W. Cnossen

J.P. van der Vlugt

1

01-01-14

01-01-14

*1-7-2006

** 1-4-2008

ja

ja

onbepaalde tijd

onbepaalde tijd

cao

cao

100%

100%

€ 148.813

€ 138.116

a. Waarvan: verkoop verlofuren

€0

€0

b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren

€0

€0

9

Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik en laagrentende leningen)?

€0

€ 6.272

10

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen

€ 1.980

€0

11

Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies

€ 8.858

€ 6.226

12

Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering en arbeidsongeschiktheidsuitkering)

€ 17.774

€ 16.402

13

Winstdelingen en bonusbetalingen

€0

€0

14

Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband

€0

€0

15

Totaal bezoldiging (8 t/m 14, excl. 8a en b)

€ 177.425

€ 167.016

Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? Datum in de functie van Raad van Bestuur voor 1 januari 2014 binnen de Raad van Bestuur Elker * of Het Poortje **

2

Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?

3

Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?

4

Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw organisatie (Zo ja: dan dienen de gegevens over de bezoldiging van deze gewezen bestuurder met functienaam en eigennaam te worden vermeld onderaan de WNT-tabel onder 20)?

5

Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?

6

Welke salarisregeling is toegepast?

7

Wat is de deeltijdfactor? (percentage)

8

Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)

Sinds de bestuurlijke fusie vanaf 1 januari 2014 is de eenhoofdige Raad van Bestuur van Elker (W. Cnossen) en Het Poortje Jeugdinrichtingen (J.P. van der Vlugt) samengevoegd tot een tweehoofdige Raad van Bestuur. Zowel Elker, het Poortje Jeugdinrichtingen en de Stichting Combinatie Elker-Het Poortje worden bestuurd door deze tweehoofdige Raad van Bestuur. In de toelichting op de bezoldiging van de Raad van Bestuur is de volledige bezoldiging opgenomen van de leden van de Raad van Bestuur. De verloning van de bezoldiging en de verantwoording van de kosten vindt plaats in de stichting waar de bestuurders voorheen als eenhoofdige Raad van Bestuur verantwoordelijk voor waren. De kosten voor de bezoldiging van W. Cnossen zijn verantwoord en opgenomen in de exploitatie van Elker en de kosten voor de bezoldiging van J.P. van der Vlugt zijn verantwoord en opgenomen in de exploitatie van Het Poortje Jeugdinrichtingen.


69


6.1.7.2 - 19 Bezoldiging toezichthouders De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:

1

Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? Datum in de functie van toezichthouder voor 1 januari 2014 binnen de Raad van Toezicht Elker * of Het Poortje **

G. de VriesLeggedoor

K.H. Koops

A. van der Heide

F.Q. Gräper- van Koolwijk

01-01-14

01-01-14

01-01-14

01-01-14

** 21-11-2006

* 1-1-2010

** 1-11-2011

* 1-7-2012

Ja

Nee

Nee

Nee

7.563

€ 6.050

€ 5.000

2

Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Toezicht geweest?

3

Nevenfunctie(s): De nevenfuncties zijn toegelicht in het maatschappelijk jaarverslag

4

Beloning (inclusief salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)

5


€0

€0

€0

€0

6

Vaste en variabele onkostenvergoedingen

€0

€0

€0

€0

7


€0

€0

€0

€0

8


€0

€0

€0

€0

9


€0

€0

€0

€0

10

Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband

€0

€0

€0

€0

11

Totaal bezoldiging (4 t/m 10)

€ 9.075

€ 7.563

€ 6.050

€ 5.000

70


€ 9.075

€


6.1.7.2 - 19 Bezoldiging toezichthouders De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:

1

Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? Datum in de functie van toezichthouder voor 1 januari 2014 binnen de Raad van Toezicht Elker * of Het Poortje **

M.E. Kalverboer

T.R.A. Lycklama à Nijeholt

J.T.D. Stoffels

1-1-2014

1-1-2014

1-1-2014

* 1-9-2011

** 13-2-2007

** 27-6-2006

nee

nee

Nee

2

Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Toezicht geweest?

3

Nevenfunctie(s): De nevenfuncties zijn toegelicht in het maatschappelijk jaarverslag

4

Beloning (inclusief salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

5


€0

€0

€0

6

Vaste en variabele onkostenvergoedingen

€0

€0

€0

7


€0

€0

€0

8


€0

€0

€0

9


€0

€0

€0

10

Uitkeringen in verband met beëindiging van het diensverband

€0

€0

€0

11

Totaal bezoldiging (4 t/m 10)

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Sinds de bestuurlijke fusie 1 januari 2014 is er een nieuwe gezamenlijke Raad van Toezicht ontstaan voor het Het Poortje Jeugdinrichtingen, Elker en de Stichting Combinatie Elker-Het Poortje. Deze nieuwe Raad van Toezicht is samengesteld uit leden die reeds zitting hadden in de Raad van Toezicht van Elker en Het Poortje Jeugdinrichtingen. In de toelichting op de bezoldiging van de Raad van Toezicht is de volledige bezoldiging opgenomen van de toezichthouders. Deze bezoldiging is evenredig verdeeld en verantwoord in de exploitatie van Elker en Het Poortje Jeugdinrichtingen. Onder de beloning van de toezichthouders G. de Vries-Leggedoor, K.H. Koops en A. van der Heide zijn de bedragen inclusief 21% BTW verantwoord. De overige leden maken gebruik van de kleine ondernemersregeling en zijn vrijgesteld van BTW. Zie voor een toelichting van de nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht pagina 14 van het jaarverslag.


71


6.1.7.2 - 20 Wet Normering Topinkomens (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Elker, Het Poortje Jeugdinrichtingen en Stichting Combinatie Elker-Het Poortje van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de zorg op basis van de score en indeling in klasse. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor Elker, Het Poortje Jeugdinrichtingen en Stichting Combinatie Elker-Het Poortje is € 170.578. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum. Bezoldiging leden van de Raad van Bestuur over het jaar 2014 voor de verantwoording WNT is als volgt: Functie Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband in FTE Gewezen topfunctionaris? (Fictieve) dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?

W. Cnossen

J.P. van der Vlugt

Voorzitter

Lid

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

1,0

1,0

Nee

Nee

Nee

Nee

n.v.t.

n.v.t.

Bezoldiging Beloning

€ 148.813

€ 144.388

Belastbare onkostenvergoedingen

€ 1.980

€0

Beloningen betaalbaar op termijn

€ 17.774

€ 16.402

Totaal bezoldiging

€ 168.567

€ 160.790

Toepasselijk WNT maximum

€ 170.578

€ 170.578

72



6.1.7.2 - 20 Wet Normering Topinkomens (WNT) De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht over het jaar 2014 voor de WNT is als volgt: Functie Duur dienstverband in 2014

G. de VriesLeggedoor

K.H. Koops

A. van der Heide

F.Q. Gräper- van Koolwijk

Voorzitter

Vice voorzitter

Lid

Lid

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

Bezoldiging Beloning

€ 7.500

€ 6.250

€ 5.000

€ 5.000

Belastbare onkostenvergoedingen

€0

€0

€0

€0


€0

€0

€0

€0

€ 7.500

€ 6.250

€ 5.000

€ 5.000

€ 12.793

€ 8.529

€ 8.529

€ 8.529

M.E. Kalverboer

T.R.A. Lycklama à Nijeholt

J.T.D. Stoffels

Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT maximum

De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht over het jaar 2014 voor de WNT is als volgt: Functie Duur dienstverband in 2014

Lid

Lid

Lid

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

1-1 t/m 31-12

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen

€0

€0

€0


€0

€0

€0

Totaal bezoldiging

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Toepasselijk WNT maximum

€ 8.529

€ 8.529

€ 8.529

De verantwoorde bedragen bij de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht zijn zoals voorgeschreven in de WNT zonder BTW opgenomen. Naast de hiervoor vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Voor nadere toelichting op de bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders wordt verwezen naar de toelichting op de bezoldiging bestuurders en toezichthouders onder punt 18 en 19.


73


6.1.7.2 - 21 Honoraria accountant De honoraria van de accountant over 2014 zijn als volgt (in euro’s):

2014

2013

1. Controle van de jaarrekening

50.507

82.475

2. Overige controlewerkzaamheden

16.999

19.796

3. Fiscale advisering

12.074

0

4. Niet-controlediensten

15.428

0

Totaal honoraria accountant

95.008

102.271

Zie voor een toelichting van de nevenfuncties van de Raad van Toezicht pagina 14 van het jaarverslag.

6.1.7.2 - 22. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 18 en 19.

74



75

76


7. Overige gegevens

7.1.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 23 maart 2015. De Raad van Toezicht van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de vergadering van 25 maart 2015.

7.1.2 Statutaire regeling resultaatbestemming De statuten geven de kaders aan voor de resultaatbestemming die mede afhankelijk zijn van de geldende regelgeving te zake.

7.1.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 6.1.2.

7.1.4 Gebeurtenissen na balansdatum In het eerste kwartaal 2015 is van het Ministerie van VWS een subsidie ontvangen van € 5.666.203 welke direct is aangewend ter aflossing van de langlopende verplichtingen aan de BNG en ING en de daaruit voortvloeiende boeterente. De subsidie is verwerkt in de jaarrekening 2014 aangezien de subsidie is toegezegd ter afronding van de bekostiging van de JeugdzorgPlus door het Ministerie van VWS welke per 1 januari 2015 is overgegaan naar de gemeenten (transitie jeugdzorg). De financiële verwerking van de afspraken in het jaardocument 2014 is afgestemd met het Ministerie van VWS.

“Verbinding = vernieuwing = werken in een nieuwe en andere omgeving.”


77

7.1.5 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders

W. Cnossen Voorzitter Raad van Bestuur Was getekend

G. de Vries-Leggedoor Voorzitter Raad van Toezicht Was getekend

J.P. van der Vlugt Lid Raad van Bestuur Was getekend

K.H. Koops Vice-voorzitter Raad van Toezicht Was getekend

F.Q Gräper-van Koolwijk Lid Raad van Toezicht Was getekend

A. van der Heide Lid Raad van Toezicht Was getekend

M.E. Kalverboer Lid Raad van Toezicht Was getekend

T.R.A. Lycklama à Nijeholt Lid Raad van Toezicht Was getekend

J.T.D. Stoffels Lid Raad van Toezicht Was getekend

78



79

7.1.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: Raad van Bestuur van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst- en verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Richtlijn 640 Organisatie zonder winsttreven, de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Richtlijn 640 Organisatie zonder winststreven. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in hoofdstuk 5 van de aanwijzing controleprotocol subsidiering, deel II, specifiek, particuliere justitiële jeugdinrichtingen van juli 2013 en in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountants protocol OCW/EZ 2014. De Raad van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

80


Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 10, eerste lid van het subsidiebesluit Justitiële inrichtingen en als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, de aanwijzing controleprotocol subsidiering particuliere justitiële jeugdinrichtingen deel I algemeen (d.d. 15 augustus 2011) en deel II specifiek (juli 2013) van het Ministerie van Justitie, Controleprotocol Rijkssubsidieregeling jeugdzorg 2011 van het Ministerie van VWS, het onderwijsaccountants protocol OCW/EZ 2014 en en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.

Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel met beperking betreffende de getrouwheid van de jaarrekening en voor ons oordeel betreffende de financiële rechtmatigheid te bieden. Onderbouwing van het oordeel met beperking betreffende de getrouwheid van de jaarrekening Per 31 december 2014 is op de balans een vordering op het Ministerie van VWS opgenomen ad EUR 6,7 miljoen inzake een subsidie ten behoeve van de financiering van het vastgoed van het Ministerie van VWS. Wij verschillen van mening met de Raad van Bestuur van Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen over de verwerking van de subsidie in de jaarrekening over 2014. De vordering is ten onrechte opgenomen per 31 december 2014, aangezien de subsidie betrekking heeft op 2015 en de beschikking nog niet definitief is per balansdatum. De vorderingen zouden derhalve EUR 6,7 miljoen lager verantwoord dienen te worden. Eveneens zouden de activa per saldo EUR 5,7 miljoen hoger moeten zijn, terwijl de kortlopende schulden, de financiële lasten, respectievelijk de subsidiebaten met EUR 1,0 miljoen verlaagd zouden moeten worden. Oordeel met beperking betreffende de getrouwheid van de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening uitgezonderd de effecten van de aangelegenheid beschreven in de paragraaf ‘Onderbouwing van het oordeel met beperking’ een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van

Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de met Richtlijn 640 Organisatie zonder winsttreven en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Oordeel betreffende de financiële rechtmatigheid Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in hoofdstuk 5 van de aanwijzing controleprotocol subsidiering, deel II, specifiek, particuliere justitiële jeugdinrichtingen van juli 2013 en in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountants protocol OCW/EZ 2014. Verklaring betreffende het jaarverslag Op basis van onze werkzaamheden overeenkomstig de Nederlandse controlestandaard 720 vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Richtlijn 640 Organisatie zonder winsttreven en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Groningen, 30 april 2015 KPMG Accountants N.V.

M.T. van Opzeeland RA


81

Postadres Postbus 70013 9704 AA Groningen Bezoekadres Hoogeweg 9 9746 TN Groningen E [email protected] T (050) 851 46 66 www.hetpoortje.nu twitter.com/Het_Poortje

Het Poortje Jeugdinrichtingen en Elker Jeugd- en opvoedhulp werken bestuurlijk samen.

Bekijk ons jaarverslag online op www.nieuwe-verbinding.nl

Inhoudsopgave. Nieuwe verbindingen, Profiel van de organisatie, Algemene identificatiegegevens, Structuur van de organisatie, 7

Recommend Documents