STEK JEUGDHULP JAARVERSLAG 2012
Inhoudsopgave I.
Maatschappelijk verslag 1.
Uitgangspunten van de verslaggeving ……………………………………………
4
2.
Profiel van de organisatie ……………………………………………………………….
5
2.1 2.2 2.3
Algemene identificatiegegevens …………………………………………………. Structuur van de organisatie ……………………………………………………… Kerngegevens .............................................................................. 2.3.1. Kernactiviteiten ………………………………………………………………. 2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten …… 2.3.3. Werkgebied ……………………………………………………………………. Samenwerkingsrelaties ……………………………………………………………….
5 5 5 6 6 6 7
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap ………………
8
2.4 3.
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4.
Beleid, inspanningen en prestaties ……………………………………………….
14
4.1
14 14 14 14 19 21 21 23 25 25 27 28
4.2 4.3 4.4
4.5
4.6
II.
Normen voor goed bestuur ……………………………………………………….. 8 8 Raad van Bestuur …………………………………………………………………….. Raad van Toezicht ……………………………………………………………………. 8 Bedrijfsvoering …………………………………………………………………………. 11 Cliëntenraad …………………………………………………………………………….. 13 Ondernemingsraad …………………………………………………………………... 13
Meerjarenbeleid ………………………………………………………………………. 4.1.1. Missie …………………………………………………………………………… 4.1.2. Visie …………………………………………………………………………….. Algemeen beleid verslagjaar …………………………………………………….. Algemeen kwaliteitsbeleid …………………………………………………………. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten ……………………………………. 4.4.1. Kwaliteit van zorg ………………………………………………………….. 4.4.2. Klachten ……………………………………………………………………….. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers ……………………………………… 4.5.1. Personeelsbeleid ……………………………………………………………. 4.5.2. Kwaliteit van het werk ……………………………………………………. Samenleving en belanghebbenden ……………………………………………..
Jaarrekening 1.
Jaarrekening …………………………………………………………………………………… 1.1 1.2 1.3
31
Balans …………………………………………………………………………………….. 32 Exploitatierekening …………………………………………………………………… 33 Toelichting ………………………………………………………………………………. 34
2
I. MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
B
3
1. Uitgangspunten van de verslaglegging In dit jaardocument doet Stek verslag van haar activiteiten en rapporteert over de gerealiseerde prestaties. Dit jaarverslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht van Stek. Dit jaarverslag bevat zowel de verantwoording van de activiteiten in het kader van de provinciale geïndiceerde jeugdzorg als van de zorg in het kader van de AWBZ. Daarnaast geeft dit jaarverslag ook een verantwoording over de activiteiten die zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Rotterdam en Gouda en diverse scholen. De specifieke eisen van de subsidiënten met betrekking tot de verantwoording zijn verwerkt in het maatschappelijk verslag, de jaarrekening en de bijlagen. De jeugd- en opvoedhulp van Stek vertegenwoordigt een belangrijke maatschappelijke waarde. We bieden perspectief wanneer de ontwikkeling van een kind stagneert. We ondersteunen gezinnen met veel stress en opvoedkundige onmacht zodat ze beter functioneren. Door de hulp hebben kinderen en ouders meer zicht op de eigen situatie en mogelijkheden en worden kinderen en ouders (sociaal) vaardiger en zelfstandiger. Kinderen, jongeren en ouders die bij ons komen, zijn allemaal anders en hebben verschillende vragen en behoeften. Wat ze gemeen hebben is dat voor ieder van hen het herstel van relaties en maatschappelijke participatie belangrijk zijn. Een veilig gezinsleven; meedoen in de kinderopvang, een perspectief op een schooldiploma en werk, een zinvolle vrijetijdsbesteding. De vormgeving van onze jeugd- en opvoedhulp vereist professionaliteit en de bereidheid om steeds opnieuw te onderzoeken wat werkt voor dit kind en dit gezin, hoe bereiken zij de doelen die ze zichzelf stellen en hoe zorgen we voor een doelmatige inzet van de hulp. Wij verwachten daarom ook inzet van de kinderen, jongeren en ouders om hun situatie te verbeteren. Het lukt niet altijd om de hulpverlening succesvol af te ronden. Soms omdat onze deskundigheid ontoereikend is en cliënten andere hulp nodig hebben bijvoorbeeld in de psychiatrie of de gesloten jeugdzorg. Soms omdat cliënten zich onvoldoende kunnen of willen ontwikkelen. We hebben in 2012 een stijgende lijn gezien in de mate waarin onze cliënten hun doelen bereiken, de resultaten van onze hulp zijn overwegend heel positief. Onze hulp zorgt ervoor dat meer kinderen, jongeren en ouders mee kunnen blijven doen. In 2012 is er meer zicht gekomen op de verwachtingen omtrent de transitie van de jeugdzorg. Wij zien kansen om de zorg verder te ontwikkelen; meer inzetten op de eigen verantwoordelijkheid, de zorg zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving, de zorg zo snel mogelijk beschikbaar en minder versnippering. Er zijn ook zorgen omtrent de bezuinigingen van de overheid op de jeugdzorg en de huidige maatschappelijke ontwikkelingen van groeiende werkeloosheid en armoede. Deze ontwikkelingen hebben vaak een weerslag op de opvoedingssituatie van kinderen. Wij hebben in 2012 ingezet op kwaliteit, effectiviteit en op slimme vernieuwingen om ons werk te verbeteren, daar gaan we in 2013 samen met onze partners mee verder. Het dagelijks werk in de jeugdzorg vereist een lange adem, deskundigheid en betrokkenheid. De medewerkers worden vanwege hun inzet, kennis en kunde zeer gewaardeerd. Thea Roelofs Gerrit van Engelen Raad van Bestuur
4
2. Profiel van de organisatie
2.1.
Algemene identificatiegegevens
Stichting Stek Jeugdzorg gevestigd te Capelle aan den IJssel Publieksnaam
Stek Jeugdhulp
Bezoekadres: Bermweg 11 2906 LA Capelle aan den IJssel tel.: 010-2350580
Correspondentieadres: Kralingseweg 463 3065 RG Rotterdam tel. 010-2350580
Kamer van Koophandel
24330078
[email protected]
www.stekjeugdhulp.nl
2.2.
Structuur van de organisatie
Stek is een stichting met het Raad van Bestuur/Raad van Toezichtmodel. De stichting wordt bestuurd door een tweehoofdige Raad van Bestuur. Onder voorzitterschap van het bestuur vormen de sectormanagers, het hoofd Financiën & ICT, het hoofd Personeelszaken en het hoofd Organisatie & Ontwikkeling, het managementteam. Stek heeft haar besturingsfilosofie vastgelegd, hierin zijn de uitgangspunten: Cliënt/mensgericht, ruimte voor verantwoordelijkheid en initiatief. Professioneel. Een efficiënt kwaliteitsinformatiesysteem ten behoeve van evaluatie en verbetering, hanteren van de cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en handelen. Financieel beleid gericht op doelmatigheid en een verantwoorde exploitatie. Stek is HKZ gecertificeerd en toegelaten als zorgaanbieder in het kader van de Wet op de jeugdzorg en WTZi. Stek heeft een Ondernemingsraad en een Cliëntenraad.
2.3.
Kerngegevens
2.3.1. Kernactiviteiten Stek heeft in 2012 rond 4000 kinderen, jongeren en hun ouders begeleid en ondersteund. Jeugdzorg is eigenlijk altijd gezinszorg. De gezinnen hebben professionele ondersteuning nodig bij de opvoeding, omdat de ouders hun kind niet alleen of niet meer kunnen opvoeden. Bijvoorbeeld, omdat: De ontwikkeling niet goed verloopt. De opvoedsituatie onveilig is. Er sprake is van ziekte of stoornis. De ontwikkeling naar zelfstandigheid extra aandacht vraagt.
5
Doelstellingen van de hulp zijn: Versterken van de ontwikkelingsmogelijkheden. Veiligheid en geborgenheid. Perspectief in het eigen gezin, familie of een vervangende omgeving. Meedoen; kinderopvang, school en werk. Volwaardige deelname aan de maatschappij met respect voor anderen. De hulp van Stek is gericht op het benutten, activeren en versterken van de eigen mogelijkheden van het kind, de jongere, het gezin, de familie en het netwerk. Stek staat voor Hulp die helpt. Onze medewerkers zijn specialisten in het positief beïnvloeden van het gedrag van kinderen en het versterken van gezins- en familiesystemen. Stek biedt: Stadsregionale/provinciale jeugdzorg behandeling op indicatie of verwijzing. De hulp wordt geboden in de eigen leefomgeving van het gezin. Tevens biedt Stek tijdelijke hulp op Steklocaties waar opvoeding, verzorging, training en behandeling geïntegreerd zijn en deze hulp wordt gecombineerd met hulp in het gezin thuis. In samenwerking met scholen en kinderopvang, jeugdhulp binnen de kinderopvang of de school. In samenwerking met gemeenten, diverse vormen van ambulante hulp zoals nazorg, casusregie en ambulante woonbegeleiding. AWBZ, verpleegkundige behandeling aan ernstig zieke kinderen van 0–6 jaar. 2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Cliënten Aantal cliënten jeugdzorg in verslagjaar 2012
3117
Aantal cliënten AWBZ in zorg in verslagjaar 2012
30
Aantal cliënten overig (Time-4-You)
879
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst eind 2012
457*
Aantal Fte eind 2012 (inclusief stagiaires)
394
* exclusief 63 oproepkrachten en 31 stagiaires. Budget/opbrengsten De zorg die Stek biedt wordt met name gefinancierd uit de doeluitkering jeugdzorg en de AWBZ/ZVW. Er zijn geen private activiteiten. Budget jeugdzorg
25.500.000
Overige opbrengsten (waaronder gemeenten en scholen)
1.800.000
AWBZ
1.100.000
De totale opbrengst in 2012
28.400.000
2.3.3. Werkgebied Het werkgebied is de stadsregio Rotterdam en de regio Midden-Holland van de provincie Zuid-Holland.
6
2.4. Samenwerkingsrelaties De belangrijkste samenwerking is die van de cliënten met de jeugdzorgwerkers van Stek, alleen in samenwerking kunnen we resultaat bereiken. Goede jeugdhulp wordt bepaald door het vermogen van de werkers om een relatie op te bouwen met cliënten waarin doelgericht gewerkt kan worden. Intensieve samenwerking met collega’s van de Bureaus Jeugdzorg en collega-zorgaanbieders heeft als doel de zorgvraag van kinderen, jongeren en ouders samen adequaat te beantwoorden. De opnamecoördinator werkt in regionale plaatsingscommissies waar de vraag en de zorg worden verbonden. De sectormanagers en teamleiders voeren overleg met partners zoals Bureau Jeugdzorg, kinderopvang, scholen en Centra voor Jeugd en Gezin over zorgvragen, de onderlinge aansluiting en gewenste ontwikkelingen in het aanbod. De transitie van de jeugdzorg was in 2012 een belangrijk onderwerp in de samenwerking met ketenpartners op het niveau van de uitvoering, de zorgcoördinatie en het jeugdzorgbeleid. Samenwerking in zorgprogramma’s Er wordt op basis van samenwerkingsovereenkomsten gewerkt met integrale programma’s voor kinderen en jongeren die baat hebben bij een combinatie van onderwijs of kinderopvang en jeugdzorg. Het betreft de programma’s: OOVR (Onderwijs Opvang Voorzieningen Rotterdam) Onderwijsopvangvoorzieningen in Rotterdam; Accent, JMZ, Klik, de Schakel en Time-Out. Time-4-You Gericht op gedragstraining aan jongeren binnen de schoolsituatie van de ROC’s Albeda en Zadkine. BEO (Behandeling en Onderwijs) Samenwerkingsproject met speciaal onderwijs De Piloot. De BEO biedt behandeling en onderwijs voor kinderen vanaf 4 jaar die De kleine Plantage bezoeken. Met de Pilootschool wordt ook samengewerkt bij De Vlinder. Plusschool Midden-Holland Een initiatief van samenwerkingsverband Rijnstreek Midden-Holland, Horizon, ROC ID college en Stek. Allert4You. Om de kinderopvang te versterken is het programma Alert4you gestart, gericht op samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg. In Schoonhoven en Gouda is gestart met coaching van medewerkers in de kinderopvang. In Rotterdam is bij kinderopvangorganisaties deskundigheidsbevordering geboden en zijn kinderen en ouders met een indicatie jeugdzorg in de kinderopvang begeleid en behandeld. In Rotterdam is dit project een van de proeftuinen in het kader van de transitie jeugdzorg. De samenwerking Zorgdak met de woningbouwverenigingen en gemeente Gouda is gericht op huisvesting van jongeren. Woningbouwverenigingen bieden woonruimte aan een aantal jongeren dat uitstroomt uit de residentiële behandeling, waarbij Stek gedurende een periode nog ondersteunende begeleiding biedt. De begeleiding wordt gefinancierd door de gemeente Gouda. De samenwerking met Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis en Thuiszorg Rotterdam in Pallieterburght is gericht op zorg voor ernstig zieke kinderen en hun ouders.
7
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1.
Normen voor goed bestuur
De Raad van Bestuur heeft de dagelijkse leiding en is eindverantwoordelijk voor het totale beleid. Het bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van de stichting bestuurlijk, juridisch, zorginhoudelijk, organisatorisch en financieel voldoen aan de kwaliteitseisen. Het bestuur heeft verantwoording afgelegd aan de Raad van Toezicht, conform de statuten en het bestuursreglement. De honorering van de bestuurders is vermeld in de jaarrekening 2012. Bij de honorering is het Advies gevolgd van Jeugdzorg Nederland en de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ).
3.2. Raad van Bestuur Samenstelling Raad van Bestuur
Aandachtsgebieden en nevenfuncties 2012
Mevr. T.A.M. Roelofs voorzitter
Aandachtsgebieden: • Algemeen bestuur, strategisch beleid. • Financiën, ICT en huisvesting. • Personeel. Nevenfuncties: • Lid Raad van Toezicht Triade. • Voorzitter Provinciale Samenwerking Jeugdzorg (PSJ). • Lid Dagelijks Bestuur Jeugdzorg Nederland. • Voorzitter OAJ (arbeidsvoorwaardenoverleg). • Lid pensioenraad PFZW. • Redactielid Boardroom zorg. • Voorzitter fonds Seacrest.
De heer G.A.C.M. van Engelen bestuurslid
Aandachtsgebieden: • Inhoudelijk; hulpverlening en zorg. • Cliëntbeleid. Nevenfuncties: • Lid Curatorium Scholengemeenschap Accent. • Adviseur Bestuur Stichting Vroeghulp Rotterdam. • Bestuurslid van de Vereniging Ambulante Crisishulp Nederland.
3.3. Raad van Toezicht Inleiding Jeugdzorg is een maatschappelijke taak, dat vereist toezicht dat daarbij aansluit. De leidraad voor het handelen van de Raad van Toezicht vormt de Stekvisie en de Zorgbrede Governance Code. De Raad van Toezicht is aangesloten bij de NVTZ. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor drie jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor maximaal drie jaar. In 2012 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden: Het voorzitterschap van dhr. R. Jansen is vanwege de maximale zittingsduur beëindigd en
8
mevr. E. Kuijper heeft het voorzitterschap in mei 2012 overgenomen. De heer E. van Win is per 1 december 2012 benoemd als lid van de Raad van Toezicht. Overleg De Raad van Toezicht kwam in 2012 zeven keer bijeen in aanwezigheid van het bestuur, zes reguliere vergaderingen en een specifieke bijeenkomst in het kader van de strategische koers. De Raad van Toezicht heeft met de ondernemingsraad en de cliëntenraad gesproken over het Stekbeleid en de transitie van de jeugdzorg. Thema’s die aan de orde zijn geweest De reguliere beleidscyclus met de quadrimesterrapportages waarin de ontwikkelingen met betrekking tot beleid, prestatie-indicatoren, medewerkers en financiën zijn weergegeven. De begroting, jaarplan, jaarverslag en de jaarrekening, deze zijn besproken en goedgekeurd. In aanwezigheid van de externe accountant zijn de bevindingen van de accountant besproken. Regionale en landelijke ontwikkelingen rond jeugdzorg, met name de beoogde transformatie en decentralisatie van de jeugdzorg. Samenwerking ketenpartners. Strategische koers en het meerjarenbeleid. Het meerjarenbeleidsplan 2012-2016 is goedgekeurd. Risico-analyses. De resultaten van inspecties, de interne en externe audits. Samenstelling Raad van Toezicht, het profiel en het rooster van aftreden van de toezichthouders zijn vastgesteld. Reglement en gedragscode Raad van Toezicht, deze zijn vernieuwd en vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft haar functioneren geëvalueerd aan de hand van het evaluatiemodel van de Nederlandse Vereniging Toezichthouders Zorg NVTZ. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. Deze staat vermeld in de jaarrekening 2012. Hierbij is wat betreft de honorering het advies van de Nederlandse Vereniging Toezichthouders Zorg (NVTZ) niet gevolgd, er is gekozen voor een lagere honorering. De Raad van Toezicht hecht aan een kwalitatief goed toezicht, maar ziet vanwege het karakter van de organisatie af van een hogere beloning. In 2012 kende de Raad van Toezicht de volgende samenstelling: Raad van Toezicht
hoofdfuncties en nevenfuncties
De heer M.J.D. Jansen, voorzitter
• • • •
Voorzitter Maatschappelijke Adviesraad Stichting Nedvang Adviseur van Samenwerkingsverband Autonome Gemeenten Lid raad van Advies oorlogs- en verzetsmuseum Rotterdam Voorzitter van de Stichting Muziekproducties RIXT
Vanaf mei 2012 Mevr. E.L. Kuijper, voorzitter
• • • • •
Adviseur en bestuurder, oud-wethouder van Rotterdam. Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kunstgebouw. Voorzitter Kamer VI Algemene Beroepscommissie Rotterdam. Voorzitter Bestuur Stichting Rotterdamse Volksuniversiteit. Lid Hoofdbestuur Vereniging Humanitas.
Dhr. A.H. Geerling
• • •
Vervangend notaris bij notariskantoor Westerhuis te Gouda tot mei 2012. Voorzitter Stichting Vrienden van Zorgcentrum Goverwelle Gouda. Voorzitter Bestuur van stichting fundraising Lionsclub Gouda-Bloemendaal.
Mevr. A.J. Hilberdink
• •
Directeur Klantservices ASR Nederland. Lid Raad van Toezicht Stichting Stad Rotterdam anno 1720.
9
Mevr. A. de Kok- Abu Awad
Dhr. P. Langerak
Dhr. E. A. van Win
• • • • • • • • •
Docent/trainer communicatieve vaardigheden Prinses Margrietschool Rotterdam. Docent Instituut Sociale Opleidingen – MWD (incidenteel). Lid Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Albeda College. Lid WMO adviesraad Vlaardingen. Onderneming Marady Training & Coaching. Senior manager Deloitte consulting. Voorzitter Raad van Toezicht Het Klooster Woerden, theater en centrum voor kunsteducatie. Partner, mediator en maatschapsvoorzitter bij De Clercq Advocaten Notarissen. Deken van de Haagse Orde van Advocaten. Lid van het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten. Voorzitter van de zakenvrienden van het Rijksmuseum van Oudheden. Comité van Aanbeveling van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland (NBN).
10
3.4. Bedrijfsvoering Beleidscyclus Stek volgt jaarlijks een vaste beleidscyclus, deze is afgestemd op de beleidscycli van de provincie Zuid-Holland/stadsregio Rotterdam (in het kader van de Jeugdzorg op Indicatie), de gemeenten en het zorgkantoor (in het kader van de AWBZ). Het meerjarenbeleid van Stek geeft richting aan de jaarlijks vast te stellen actiepunten en prioriteiten. Het jaarplan inclusief begroting wordt jaarlijks na overleg met de opdrachtgevers vastgesteld. Voor de AWBZ verloopt de beleidsvoorbereiding in aansluiting op de beleidscyclus van het zorgkantoor/de zorgverzekeraar, waarbij in het najaar overleg plaatsvindt over de gunning en de productieafspraken voor het jaar daarop. Voortgangsbewaking en interne controle De resultaten van de zorg, de inzet van mensen en middelen en de doelstellingen van het jaarplan worden gevolgd. Intern hebben leidinggevenden en medewerkers zicht op prestaties die voor hen relevant zijn. Managementinformatie over prestatie-indicatoren is ook op teamniveau beschikbaar. Voor het optimaal inzichtelijk maken van de beleidsinformatie zijn ‘Dashboards’ ingericht. Er wordt structureel informatie verstrekt aan de opdrachtgevers over de in- en uitstroom van cliënten. Stek levert ook beleidsinformatie voor de rapportages van provincie, stadsregio en het Rijk over de prestaties in de jeugdzorg. De sectoren werken met een van het Stekjaarplan afgeleid sectorjaarplan. De resultaten van de zorg en de ontwikkelingen rond personeel, budget en innovaties worden besproken in een viermaandelijks overleg van bestuur, controller, hoofd PZ en sectormanager. Daarnaast werkt Stek met quadrimesterrapportages die besproken worden in het managementteam, met de Raad van Toezicht en met de OR. In de quadrimesterrapportage worden op instelling-, sectoren teamniveau de prestaties op het terrein van de zorg, personeel, ontwikkelingen en financiën weergegeven. De informatie uit de kwaliteitsregistratie omtrent doelrealisatie, cliëntentevredenheid, cliëntenfeedback, medewerkersfeedback, afwijkingen en klachten worden in de rapportage verwerkt. Om de efficiency en effectiviteit te verbeteren, worden bij Stek methodieken toegepast die inzicht geven in kansen om de zorg te optimaliseren waaronder de ToC (Theory of Constraints). ToC is een methode, die helpt om belemmeringen in de werkprocessen op te sporen en op te lossen. In 2012 heeft Stek deelgenomen aan de Benchmark Aanbieders van Jeugd- en Opvoedhulp 2012. De vraagstelling van het benchmarkonderzoek was hoe de overhead van Stek zich verhoudt tot die van andere aanbieders van jeugd- en opvoedhulp. De conclusie is dat Stek op concernniveau een lage overhead heeft ten opzichte van de deelnemende aanbieders van jeugd- en opvoedhulp. Risicobeheersing De inbedding van de risicobeheersing via het kwaliteitmanagementsysteem en het HKZ-systeem schept waarborgen voor het continu verbeteren via de Plan-Do-Check-Act cyclus. Het kwaliteitssysteem geeft ook structuur aan het identificeren en aanpakken van risico’s voor de hulpverlening en de bedrijfsvoering. Het als kritisch aangemerkt beleid wordt in de jaarcyclus continu gevolgd en problemen worden gesignaleerd en onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur geanalyseerd. Met de analyse wordt in beeld gebracht welke processen om speciale aandacht vragen. Als wordt vastgesteld dat de risico’s te groot zijn, dan wordt middels een gerichte actie het risico beheerst.
11
In 2012 kwamen de volgende risicogebieden uit de interne analyses naar voren: Prospectieve analyse • Transitie jeugdzorg. • Naleven van het beleid. Periodieke analyse • Gebruik Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. • Naleven gedragscode. • Voedselveiligheid. Diensten door derden • Vervoer. • Cliëntregistratie. Op alle gebieden zijn planmatig activiteiten ondernomen om de gesignaleerde risico’s te beperken. Het begrip Afwijkingen is verbonden met beleid en het idee dat het onmogelijk is om elk risico uit te sluiten. Het registeren van afwijkingen is van belang voor feedback en de mogelijkheden om te leren. De meldingen kunnen in minder dan een minuut tijd vanuit het intranet gedaan worden. In 2012 zijn er 626 meldingen van afwijkingen gedaan. De afwijkingen zijn geanalyseerd en er zijn verbeteringen voorgesteld en uitgevoerd. Inhoudelijk: • Residentiële sectoren: aandacht voor grensoverschrijdend gedrag van cliënten, voor medicatiebeleid en voor geweldsincidenten. • Dagprogramma’s: extra aandacht voor medicatie-incidenten. Procedureel: • De verschillen in de meldingen qua aard en omvang zijn tussen onderling vergelijkbare eenheden groot. Als hypothese lijkt gerechtvaardigd dat de verschillen eerder te maken hebben met de mate van implementatie of instructie van medewerkers m.b.t. het gebruik van de applicatie op het intranet, de Roze Stekker, dan met de feitelijke situatie op de eenheden. Extra aandacht voor het belang van melden is een blijvend aandachtspunt. Jaarlijks vindt tijdens de interim-controle en jaarrekeningcontrole een beoordeling plaats door de externe accountant van de opzet en de werking van de administratieve procedures. Stek heeft een zorgvuldige werkwijze ontwikkeld om risico’s te inventariseren en op te lossen voor de beveiliging van het ICT-systeem. Stek werkt met vertrouwelijke informatie en binnen de organisatie is informatiebeveiliging een vereiste. Onder informatiebeveiliging in de zorg wordt verstaan: ‘Het waarborgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van alle informatie die nodig is om cliënten verantwoorde zorg te kunnen bieden’.
Omtrent het omgaan met vertrouwelijke informatie zijn diverse afspraken, codes en protocollen actueel. Vanwege het intensief gebruik van digitale communicatiemiddelen en het gebruik van digitale cliëntregistratie is medio 2012 als aanvulling daarop een Informatiebeveiligingsplan opgesteld. Daarin wordt beschreven: de beveiligingsorganisatie, de te onderkennen risico’s, het beleid omtrent de risico’s en de beveiligingsmaatregelen. Net als alle andere beleidsplannen van Stek wordt het plan meegenomen in de cyclus van plannen, uitvoeren, controleren en verbeteren.
12
3.5. Cliëntenraad De residentieel geplaatste jongeren participeren in groepsgesprekken op de locaties en in de jongerenraden. Bij Stek zijn twee Jongerenraden actief in Rotterdam en in Midden-Holland. Jongeren spreken daarin met elkaar over zaken die direct betrekking hebben op hun dagelijks leven zoals de huisregels en de veiligheid in de groep. Stekbreed functioneert een Cliëntenraad. In de Cliëntenraad kunnen zowel jongeren als ouders zitting hebben. Zowel de Jongerenraden als de Cliëntenraad worden ondersteund door medewerkers van Stek. De Cliëntenraad heeft in 2012 tien keer vergaderd. De bestuurder is daarbij aanwezig geweest. De bemensing van de Cliëntenraad en met name ook de deelname van jongeren blijft een voortdurend aandachtspunt voor zowel de Cliëntenraad als de organisatie. De
Cliëntenraad heeft gesproken en adviezen uitgebracht over: Jaarplan 2013 en Jaarverslag 2011. Cliëntparticipatie. Transitie Jeugdzorg en gevolgen voor Stek (o.a. gesprek met Raad van Toezicht en OR). Bezuiniging en ombuigingsvoorstellen.
De Cliëntenraad heeft overleg met andere instanties gevoerd: Provinciale uitwisseling cliëntenraden. Landelijk Cliënten Forum Jeugdzorg (LCFJ). De Cliëntenraad heeft deelgenomen aan: Diverse bijeenkomsten in de stadsregio en provincie omtrent de transitie van de jeugdzorg. Gespreken met gemeenteambtenaren over de toeleiding in het nieuwe jeugdzorgstelsel.
3.6. Ondernemingsraad Stek kent een Ondernemingsraad (OR) die haar taak uitvoert conform de Wet op de Ondernemingsraden en de CAO Jeugdzorg. De OR heeft tweewekelijks overleg. In 2012 heeft de OR vijf keer een overlegvergadering met de bestuurder gehad en de samenwerking is positief. De OR heeft de ontwikkelingen in de organisatie kritisch gevolgd. In het bijzonder is gesproken over de gevolgen van de transitie van de jeugdzorg, het uitvoeren van een vitaliteitscan ter vervanging van het medewerkerstevredenheidsonderzoek, de beroepsregistratie, de evaluatie van het flexwerken, veranderingen in de CAO, het jaarplan/begroting en het jaarverslag/jaarrekening. De OR heeft feedback gegeven op het concept sociaal plan dat in 2013 met de vakbonden dient te worden vastgesteld. De OR heeft een bijeenkomst gehad met de Raad van Toezicht en de Cliëntenraad over de visie op de veranderingen in het zorgstelsel. De leden van de OR hebben periodiek overleg gehad met het hoofd Personeelszaken, het hoofd Facilitaire Dienst en het hoofd Ontwikkeling & Onderzoek. Leden van de OR hebben een uitwisseling met Ondernemingsraden van andere organisaties gehad.
13
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1.
Meerjarenbeleid
4.1.1. Missie Elk kind heeft het recht om op te groeien in een veilige omgeving met een goed pedagogisch klimaat dat ruimte biedt voor ontwikkeling. Stek werkt met kinderen, jongeren en hun ouders aan het verbeteren van de ontwikkelkansen, perspectief en het oplossen van hun problemen op effectieve en doelmatige wijze. 4.1.2. Visie De naam Stek staat voor het hebben van een eigen plaats, geborgenheid en ontwikkeling. Stek staat voor Hulp die helpt op basis van een duidelijke identiteit en visie. De hulpverlening is doelgericht, en gaat uit van het benutten, activeren en versterken van de eigen mogelijkheden van het kind/de jongere, het gezin, de familie en het netwerk. Bescherming, persoonlijke ontwikkeling, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel zijn belangrijke waarden in de pedagogische benadering. De hulp sluit aan bij de behoeften van kinderen, jongeren en gezinnen en bij maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vereist permanente ontwikkeling en het vermogen tot leren. Stekmedewerkers zijn betrokken en deskundig. Het interne scholing- en begeleidingsprogramma is opgebouwd rond de visie op hulpverlening. De Stek Rode Draden, een combinatie van oplossingsgericht, systeemgericht en competentiegericht werken, vormen onze visie op hulpverlening.
4.2.
Algemeen beleid verslagjaar
Stek heeft in 2012 het beleid gecontinueerd rond: Kwaliteit en professionaliteit. Intensieve samenwerking. Optimaal financieel beheer, personeel- en accommodatiebeleid. Doelstellingen 2012 Gerealiseerde intenties Focus op veiligheid Stekhulpverleners zijn geschoold in het herkennen van signalen van kindermishandeling en het bespreekbaar maken daarvan. Stek heeft werkwijzen ontwikkeld en ingevoerd om kinderen te kunnen helpen waarbij veiligheid in het gedrang is, zoals Beter Beschermd Plus en de werkwijze van Signs of Safety. In de residentiële groepen wordt met de jongeren thematisch en ook in spelvorm stilgestaan bij het belang van een veilig en respectvol groepsklimaat. Participatie in het Jeugdbeschermingplein van de gemeente Rotterdam. Door Bureau Jeugdzorg wordt de veiligheid van kinderen in beeld gebracht middels een risicotaxatie, deze informatie wordt bij het indicatiebesluit aangeleverd. Mocht Bureau Jeugdzorg die informatie niet beschikbaar hebben gesteld, bijvoorbeeld bij crisishulp of bij hulp op verwijzing, dan wordt de veiligheid van kinderen door medewerkers van Stek met de gezinnen bij de start van de hulp bespreekbaar gemaakt. Kinderen waarbij een risico is geconstateerd rond de veiligheid worden zo snel mogelijk in behandeling genomen, zij krijgen voorrang wanneer er sprake is van een wachtlijst en in 2012 is een aantal malen op een creatieve wijze hulp ingezet met extra capaciteit.
14
Medewerkers melden bij vermoedens van geweld of misbruik op basis van de Stekmeldcode. Deze is afgestemd met regionale meldcodes inzake huiselijk geweld en kindermishandeling. Het gebruik van de meldcode is in 2012 geëvalueerd. Aandachtspunten zijn in de sectoren opgepakt om het gebruik van de meldcode verder te verbeteren. Bij opvoeding is het praten over seksualiteit een belangrijk gegeven, het moet dus ook een plaats hebben in de taak van de pedagogisch medewerkers en dat is niet altijd eenvoudig. Ieder kind is anders en is al dan niet gewend open te zijn over seks. Een deel van onze cliënten heeft ervaring met misbruik wat de seksuele opvoeding extra complex maakt. Mede naar aanleiding van het onderzoek van de commissie Samson heeft het thema Omgaan met seksualiteit in de residentiële behandeling extra aandacht gekregen en er wordt actief meegewerkt aan het landelijk kwaliteitskader.
Perspectief centraal De hulpverlening is oplossingsgericht en werkt met een helder perspectief. Het uitgangspunt is dat de hulp een tijdelijk karakter heeft. Het perspectief en de veiligheid zijn als vaste items opgenomen in de hulpverleningsplannen. Medewerkers bespreken deze thema’s in elke casus met de cliënten. Voor verbetering van de uitstroom is in Midden-Holland een inventarisatie gemaakt van knelpunten waar vervolgens acties op zijn uitgezet. Er zijn nazorgvragenlijsten voor 17+ jongeren die uitstromen ingevoerd en er wordt meer ingezet op versterking van het netwerk van cliënten. De samenwerking met de kinderopvang is verbeterd, wat een goed effect heeft op het perspectief bij uitstroom en de behandelduur. Werkwijzen om de eigen kracht te versterken Stek heeft een aantal ambulant hulpverleners opgeleid in Sociale Netwerk Strategieën (SNS) waardoor het netwerk van gezinnen, de sterkten en zwakten, beter in kaart gebracht kunnen worden en gezamenlijk met het netwerk oplossingen ingezet worden. Een aantal gezinnen heeft problemen in het omgaan met financiën. Stek heeft in samenwerking met het Laurensfonds budgetcoaches beschikbaar die gezinnen of jongeren hulp bieden bij het leren omgaan met geld. Het Maatjesproject bemiddelt tussen cliënten met behoefte aan ondersteuning en vrijwilligers. Doelmatig, Simpel & Beter • De huidige hulpverlening is complex georganiseerd, dat is veroorzaakt door het overheidsbeleid maar ook door organisaties en hulpverleners zelf. Met Simpel & Beter beoogt Stek optimale effectiviteit van de hulp en meer werkplezier. • De primaire processen zijn bijgesteld om zo min mogelijk tijd te hoeven besteden aan administratieve taken. • Op een aantal afdelingen is het digitaal dossier ingevoerd waardoor geen papieren dossiers meer worden gebruikt en betrokkenen beter geïnformeerd zijn over de voortgang van de hulp. Medio 2013 is Stekbreed het digitaal dossier ingevoerd. • Bij de OOVR zijn dubbelingen in de werkprocessen van onderwijs en zorg zo veel mogelijk weggenomen. • Er is ingezet op Jeugdhulp op Verwijzing in die situaties waarbij voor cliënten een indicatie traject geen meerwaarde biedt. Er is geëxperimenteerd door Bureaus Jeugdzorg en Stek om cliënten zo sneller toe te leiden naar hulp van Stek. Analyse van prestatie-indicatoren levert interessante informatie voor kwaliteitsverbetering. Zo is resultaat geboekt bij het verder terugdringen van het aantal voortijdig vertrekkers en de resultaten omtrent de mate van doelrealisatie zijn bij een aantal programma’s verbeterd. Om de druk op de geïndiceerde zorg te verminderen en de uitstroom te versnellen, wordt er gewerkt met experimenten rond nazorg. Stek heeft haar cliënten in de stadsregio en de regio
15
Midden-Holland nazorg kunnen bieden in het kader van de Regionale Agenda Samenleving (RAS) en de aansluiting op gemeentelijk zorg is verbeterd. De plaatsingscoördinatie is verbeterd rond de crisishulp en de residentiële capaciteit in samenspraak met Bureaus Jeugdzorg en collega-zorgaanbieders. Een digitaal systeem ondersteunt deze coördinatie met actuele informatie omtrent het gebruik van de capaciteit van de Rotterdamse zorgaanbieders. Er is beter inzicht in de betrokkenheid van organisaties op casusniveau door participatie in de gemeentelijke verwijsindexen in Rotterdam en Gouda. Er is meer inzicht in de tijdsbesteding van hulpverleners zoals cliëntcontacttijd, reistijd, tijd die besteed wordt aan overleg en registratie. Dit geeft de hulpverleners de mogelijkheid met collega’s te werken aan een optimaal resultaat.
Transitie jeugdzorg In 2012 is er aandacht besteed aan hoe Stek kan bijdragen aan de realisatie van de doelen van de transitie van de jeugdzorg: hulp is sneller en effectief beschikbaar, het optimaal benutten van de eigen mogelijkheden en het versterken van het eigen netwerk. Er is ingezet op meer wijkgericht werken en Stekmedewerkers zoeken vaker dan voorheen samenwerking met gemeentelijke organisaties. Er wordt gestuurd op helderheid omtrent de regie wanneer er meerdere hulpverleners bij een gezin zijn betrokken, zo werkt men met informatie uit de gemeentelijke signaleringssystemen.
Gerealiseerde genormeerde doelen Doelstelling 2012
De meetbare normen zijn
Resultaat
Bezetting
> 95%
Doel behaald
Duur van het Hulptraject en inzet bekostiging Instroom van nieuwe cliënten 3% extra t.o.v. 2011 Wachttijd
Als beschreven in de methodiek/ programma Aantallen als overeengekomen met subsidiënt
De resultaten zijn in de bijlagen gerapporteerd op programmaniveau Doel behaald
< 9 weken
In Zuid-Holland behaald, in de stadsregio niet behaald, voor de residentiële hulp was de wachttijd langer dan 9 weken. Doel behaald 8.2 Doel behaald 74% Behaald 84%
Cliënttevredenheid Reden beëindiging Doelrealisatie
Rapportcijfer > 7,8 > 70% volgens plan > 80% doelen behaald, of deels behaald < 5% uitval
Selectiviteit; uitval na aanmelding voordat de hulp is gestart. Beschikbaarheid van een HVP Medewerkerstevredenheid Ziekteverzuim Beoordeling- en functioneringsgesprekken Deskundigheidsbevordering
Resultaat behaald, minimale uitval
> 95% heeft geldig HVP Rapportcijfer >7,5 < 5% > 90% tijdig beoordeeld
Gerealiseerd Gerealiseerd 7.6 Doel net niet behaald 5.1% Doel niet behaald, 66% is beoordeeld
2% loonsom benut
Doel behaald
Uitstroom personeel
< 16% uitstroom
Doel behaald. 6% medewerkers in vaste dienst, 8% inclusief tijdelijke aanstellingen
16
Zorgaanbod De zorg die voor 2012 was gecontracteerd of gesubsidieerd door de stadsregio Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, zorgverzekeraars, gemeenten en scholen, is conform de afspraken gerealiseerd. In de stadsregio Rotterdam was er eind 2012 sprake van wachttijden langer dan negen weken, waarbij voor alle bij Stek aangemelde cliënten voor dagbehandeling en residentiële zorg wel overbruggingszorg geregeld was. Voor ambulante cliënten waarbij het vanwege veiligheid nodig was is direct zorg geboden. Door Stek zijn in samenwerking met andere instellingen nieuwe activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd: Gezond in gezin Gezond in het gezin is ambulante gezinsbehandeling voor gezinnen waarin ernstig overwicht van de kinderen leidt tot problemen in de ontwikkeling. De gezinnen worden veelal verwezen via ziekenhuizen omdat een medische en paramedische behandeling niet leidt tot een oplossing. De oorzaken van ernstig overgewicht op jonge leeftijd zijn vaak slechte eet- en beweeggewoonten en geen leeftijdsadequaat dag- en nachtritme. In de opvoeding lukt het de ouders niet een structuur te bieden waarin kinderen gezond opgroeien en er spelen naast overgewicht vaak ook andere problemen in het gezin. De behandeling is vooral gericht op opvoedvaardigheden van de ouders. Alert4You Stek werkt samen met organisaties in de kinderopvang. Het doel is de deskundigheid binnen de kinderopvang te vergroten, zodat deze kinderen (nog) eerder gesignaleerd en behandeld worden. Met ondersteuning vanuit Stek kunnen overplaatsingen vanuit de kinderopvang naar specialistische daghulp beperkt worden. Tevens kunnen kinderen, na dagbehandeling bij Stek, hierdoor eerder terug naar de kinderopvang in de eigen buurt. Daarnaast is in de stadsregio gestart met een diagnostiek- en observatiefunctie in de kinderopvang, in dit project wordt samengewerkt met de Van Veldhuizenstichting, het KC Prinses Amalia, het Centrum voor Jeugd en Gezin en Lucertis. In MiddenHolland wordt coaching geboden door Stekmedewerkers in de kinderopvang in Schoonhoven en in Gouda. Ambulante hulp Kort en Krachtig Stek biedt diverse vormen van intensieve kortdurende ambulante hulp waarbij de gezinnen een aantal keren per week worden begeleid en waarbij zeer doelgericht wordt gewerkt. Het volume van de kortdurende programma’s is uitgebreid. In de regio Midden-Holland is de residentiële en ambulante crisishulp geïntegreerd. De opnameduur in de residentiële crisisopvang is door de intensieve werkwijze van de Ambulante Spoedhulp aanzienlijk teruggebracht. Trajectzorg Met Horizon/Avenier en Pluryn zijn arrangementen uitgevoerd om jongeren vanuit de gesloten jeugdzorg in de regio van herkomst verder te behandelen. Met Horizon is het 14plus traject opgezet. Jongeren volgen intensieve trajecten bij Horizon/Avenier en ambulant hulpverleners begeleiden gezinnen daarbij om de terugkeermogelijkheden naar de regio te verbeteren. Future4Families Future4 Families is een project dat in juni 2012 is gestart en in opdracht van de gemeente Gouda uitgevoerd wordt door de netwerkpartners van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Gouda Oost. Het doel van het project is drieledig. Ten eerste het verbeteren van toekomstperspectief van gezinnen met multi-problematiek. Ten tweede werken aan verbeteringen op verschillende leefgebieden zoals financiën, huisvesting, gezondheid, wonen, werken, leren en opvoeding & ontwikkeling. En ten derde
17
het inzicht bieden in de samenwerking van (jeugd)hulpverlening, gezondheidszorg, veiligheid en onderwijs om op basis van Best Practises te komen tot de meest efficiënte en effectieve hulpverlening. Er zijn dit eerste half jaar 20 gezinnen ingestroomd. Plusschool Midden-Holland De Plusschool is er voor jongeren van 12 tot 23 jaar die een time-out periode nodig hebben. De Plusschool is een samenwerking van Horizon-onderwijs, ROC ID-college en Stek, waarbij leerlingen die het niet redden in het speciaal voortgezet onderwijs (de praktijkscholen), het voortgezet onderwijs of in het middelbaar onderwijs, tijdelijk een compleet pakket van onderwijs, begeleiding en behandeling, training, stagebegeleiding, intensieve gezinsbehandeling en coaching krijgen aangeboden. Dit jaar is ook de Jeugd-GGZ aangeschoven. Via de Plusschool vinden steeds meer leerlingen met succes de weg terug naar hun oude school Beter Beschermd plus en Jeugdbeschermingsplein Beter Beschermd plus is in Rotterdam ontwikkeld door Stek met Bureau Jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming. In 2012 is de uitvoering vormgegeven met collega-zorgaanbieders TriviumLindenhof en FlexusJeugdplein. In 2012 is het Jeugdbeschermingsplein in Rotterdam-Zuid gestart. In een dagelijks overleg van professionals worden cliënten ingebracht, zij stellen vast welke aanpak het beste is en wie de regie neemt. Het doel is om snel tot hulpverlening te komen en niet te wachten tot er een rechterlijke uitspraak is voor een beschermingsmaatregel. FACT team In 2012 zijn voorbereidingen getroffen om in 2013 in de stadsregio met jeugdzorgaanbieders en Jeugd-GGZ instelling Lucertis te starten met FACT (FACT=functional assertive community treatment). Met behulp van de FACT-methode wordt aan jongeren met een ernstige psychiatrische aandoening zorg én behandeling in de eigen omgeving verleend. Hierdoor kunnen ook ernstig ontregelde psychiatrische jongeren zelfstandig of in hun gezin blijven wonen. Flexbudget De provincie Zuid-Holland stelt een flexbudget beschikbaar van € 71.000 dat Stek aanwendt voor de behandeling van crisissituaties die met de inzet van het reguliere budget niet op te lossen zijn. Samen met Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland worden de besluiten over de inzet van dit budget genomen. Van dit budget is in 2012 zeer beperkt gebruik gemaakt. De stadregio heeft eveneens een flexbudget beschikbaar gesteld aan het Bureau Jeugdzorg Rotterdam, ook zij kunnen speciale zorg inkopen.
18
4.3.
Algemeen kwaliteitsbeleid
Stek is HKZ gecertificeerd. De resultaten van het kwaliteitsbeleid zijn vastgesteld in de systeembeoordeling 2013. Stek heeft de visie dat het kwaliteitssysteem geïntegreerd moet zijn in de hulpverlening en bedrijfsvoering. Iedere medewerker levert een bijdrage aan de kwaliteit en aan verbetering. Termen als HKZ en PDCA gaan we niet uit de weg, maar zullen nooit prominent worden gebruikt. Het streven om onszelf te voorzien van feedback, het werken aan verbetering, de gerichtheid op de wensen en behoeften van onze cliënten, de oriëntatie op onze maatschappelijke taak, dat zijn aspecten waarvan onze organisatie doordrongen is. Het kwaliteitssysteem gaat over het gehele primaire proces van aanmelding tot beëindiging van de hulpverlening en over alle ondersteunende processen. Voor een adequate werking zijn alle medewerkers binnen hun eigen functie, direct verantwoordelijk. In 1. 2. 3. 4.
het Stekkwaliteitssysteem gelden 4 kwaliteitsprincipes: Wensen en eisen van de cliënt zijn bekend. Processen worden beheerst. Afwijkingen voorkomen en reageren op afwijkingen. Streven naar verbeteringen.
1. Wensen en eisen van cliënt zijn bekend Bij de start van de hulp wordt met de cliënten een overeenkomst gesloten waarin de doelen en activiteiten zijn vastgelegd. Iedere cliënt die de hulpverlening afsluit wordt gevraagd naar ervaringen met de hulp; de gegevens worden gebundeld en beschikbaar gesteld aan het management. 2. Beheersen van processen Stek biedt verschillende hulpvormen aan. De hulpverlening verloopt langs vastgestelde processtappen en is beschreven. Van de processen (primaire en ondersteunende) zijn de meest kritische momenten geïdentificeerd. Bij die kritische momenten is beleid vastgesteld in de vorm van richtlijnen. Alle richtlijnen zijn beschikbaar op het intranet. Door intern onderzoek wordt het beleid getoetst en zo nodig aangescherpt. 3. Afwijkingen Het signaleren van afwijkingen is een voorwaarde voor het borgen en het ontwikkelen van kwaliteit. Stek ontwikkelt gevoeligheid voor afwijkingen bij medewerkers en werkt met: Specifiek beleid gericht op: - Fouten, ongelukken en bijna ongelukken. - Medicatie. - Ongeoorloofde afwezigheid. - Privacy, misbruik en andere aantasting van integriteit. - Geweldsincidenten. - Klachten van cliënten. Een applicatie op het intranet, de Roze Stekker, voor het melden van een brede range van afwijkingen. In juli is het systeem en de werkwijze gewijzigd. Afwijkingen worden altijd vanuit twee invalshoeken aangegrepen. - Directe aanpak van het probleem zodat het wordt opgelost of de schade beperkt blijft. - Verbetering door een proces van weging, bundeling, analyse, uitvoering en toetsing. De afdeling Organisatie & Ontwikkeling draagt zorg voor de verwerking. In 2012 zijn door de medewerkers 626 afwijkingen gemeld.
19
4. Verbeteren Het verbeteren van de hulpverlening vindt plaats door het benutten van afwijkingen, het faciliteren van de ambities van professionals en het werken met standaarden uit het veld gecombineerd met het streven om bestaande normen te overtreffen. Kwaliteit huisvesting De verscheidenheid in het aanbod en de kleinschaligheid van de voorzieningen van Stek weerspiegelen zich in het aantal locaties. De meeste panden zijn in eigendom van Stek en enkele panden zijn gehuurd. Onze locaties hebben een verzorgde uitstraling die past bij de cliënten die van de locatie gebruik maken. Het beheer wordt doelmatig en in lijn met de doelstelling vormgegeven. De panden voldoen aan de normen van (brand)veiligheid en Arbobeleid. Het groot onderhoud en het Arbobeleid worden uitgevoerd op basis van de meerjarenplanning. Specifieke ontwikkelingen in 2012 In het kader van de Bedrijfshulpverlening (BHV) werken 34 gecertificeerde bedrijfshulpverleners (BHV’ers). Zij hebben allemaal de basis BHV-training gevolgd en worden jaarlijks 1 dag getraind. In de maand oktober heeft Stek in het kader van de maand van Arbo en Veiligheid aandacht aan dit onderwerp besteed. Vanuit residentiële groepen kwam naar voren dat zij één bedrijfshulpverlener op de locatie weinig vinden, daar is er gestart met E-learning. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers via E-learning (digitaal lesprogramma) de theoretische kennis rondom BHV/EHBO kunnen verwerven. Met het oog op de decentralisatie en transitie is het toekomstig gebruik van de locaties gewogen, De panden en contracten zijn kritisch bekeken en waar mogelijk aangepast. Het doel is flexibiliteit om te kunnen anticiperen op veranderingen.
20
4.4.
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten
4.4.1. Kwaliteit van zorg Het is de bedoeling dat cliënten hulp ontvangen die hen in staat stelt om zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan alle facetten van het maatschappelijk leven. Stek werkt met methoden die passen bij deze visie. Methoden Stek vindt de onderbouwing van de hulpverleningsprogramma’s vanuit de wetenschap en kennis vanuit de praktijk (Practice Based) belangrijk. De kwaliteit van de zorg wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de professional en de relatie cliënt/hulpverlener. Goede methoden en prestatie-indicatoren zijn belangrijke middelen om het primair proces te ondersteunen, maar geen doel op zich. Binnen Stek zijn in 2012 22 methoden in gebruik, die bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) als theoretisch veelbelovend, of hoger worden aangemerkt. Stek sluit aan bij de beweging in de jeugdzorg, waarbij programma’s die nog niet (geheel) Evidence Based zijn, systematisch worden gemeten en waarbij resultaten periodiek worden geëvalueerd. De methoden die door het NJi zijn aangemerkt als Evidence Based of als ‘veelbelovend’, betreffen voornamelijk de ambulante werksoort. Voor de hulpvormen met verblijf geldt dat er relatief weinig bruikbare Evidence Based programma’s zijn. De programma’s met verblijf (daghulp en residentieel) worden gekenmerkt door hun diversiteit van de doelgroep en de complexe en gelaagde opbouw. Stek werkt bij dit type programma’s met algemene werkzame principes en biedt binnen deze programma’s op maat ambulante interventies aan. Primair proces Ieder programma kent een vaste opbouw of fasering. Stek heeft van de verschillende fasen de kritische gebeurtenissen vastgelegd. Met behulp van deze structurering wordt de uitvoering van de hulpverlening doorlopend getoetst. De dagelijkse toetsing is de verantwoordelijkheid van de professionals en de leidinggevenden. Naast de directe invloed kunnen de leidinggevenden bij de sturing ook gebruik maken van informatie uit het cliëntregistratiesysteem. Prestatie-indicatoren Stek stelt bij al haar jeugdhulptrajecten vast in welke mate de prestatie-indicatoren op individueel niveau zijn behaald. Deze informatie wordt op individueel niveau benut voor de vormgeving van de nazorg en wordt geaggregeerd benut voor programmaverbetering en voor feedback. Bij de keuze van de prestatie-indicatoren sluit Stek aan bij het landelijk kader prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn: ▪ Doelrealisatie. ▪ Cliënttevredenheid. ▪ Reden beëindiging. ▪ Afname problematiek1. De uitkomsten worden in samenspraak met de Bureaus Jeugdzorg vastgesteld en de informatie wordt over-en-weer gedeeld. Stek informeert haar subsidiënten en jeugdzorgpartners over de geaggregeerde uitkomsten.
1
Niet voor de crisishulpverlening vanwege de zeer korte duur van de hulp.
21
Doelrealisatie 2012 Bij afsluiting gaf 84% van de cliënten aan dat de doelen gehaald, dan wel deels behaald zijn (zie figuur).
Doelrealisatie 2012
16%
Doel behaald Doel deels behaald 56%
Doel niet behaald
28%
Reden beëindiging 2012 Bij afsluiting van de hulpverlening wordt vastgesteld wat de reden van beëindiging is. In 74% van de afsluitingen gaat het om een ‘beëindiging volgens plan’. Van de 26% niet planmatige afsluitingen is bij 14% sprake van ‘beëindiging in overleg’ (zie figuur).
Reden beeindiging 2012
Overige redenen
Voortijdige beeindiging door BJz/ ZA
Voortijdige beeindiging door Client
3%
3%
6%
Voortijdige beeindiging in overleg
14%
74%
Beeindiging volgens plan
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
22
Ervaringen van de cliënt Op individueel niveau hanteert Stek een dialooggerichte manier van werken. Het perspectief, de doelen en de inzet van hulp worden met de cliënt (jongeren en ouders) vastgesteld en vastgelegd in het hulpverleningsplan als een overeenkomst tussen cliënt en organisatie. De cliënten krijgen bij beëindiging van de hulp een exitvragenlijst voorgelegd. De vragenlijst meet de mate van tevredenheid in algemene zin (rapportcijfer) en twee aspecten van tevredenheid; resultaat van de hulp en perspectief na de hulp. Bij een van de residentiële sectoren is gebruik gemaakt van de C-toets; deze toets is een aanvulling op de exitvragenlijst en brengt de mate van tevredenheid over bejegening en verloop van de hulp in beeld. Jaarlijks voert Prismant een onderzoek uit onder ouders van het verpleegkundig kinderdagverblijf Pallierburght. Resultaat tevredenheidonderzoek De cliënten (van zorg op indicatie) die de hulpverlening in 2012 afsloten gaven Stek gemiddeld een 8,3. De ouders waardeerden de hulp gemiddeld met een 8,4 en de jongeren met een 8,1. Bij de OOVR (zorg en voortgezet onderwijs) wordt een soortgelijk onderzoek gedaan, waarbij naast het oordeel van ouders en leerlingen, ook het oordeel van de school is gevraagd. De ouders waardeerden de hulp gemiddeld met een 8,5 en de jongeren met een 8,3. De scholen waardeerden de hulpverlening met een 7,7. Bij Time-4-You (zorg en beroepsonderwijs) is een tevredenheidlijst voorgelegd aan de studenten. Hier scoorde de hulpverlening over 2012 als gemiddeld rapportcijfer een 8,2. Bij de verpleegkundige behandeling in Pallieterburght wordt vanwege de aard van de zorg en bekostiging het tevredenheidsonderzoek uitgevoerd door bureau Prismant. De ouders zijn unaniem in hun waardering voor Pallieterburght en krijgt van hen gemiddeld het rapportcijfer 8,7. 4.4.2. Klachten De zorgaanbieders in de provincie Zuid-Holland (inclusief stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden) hebben gezamenlijk een klachtencommissie. De klachtenregeling, de samenstelling van de commissie en de contactgegevens zijn beschikbaar via de website, www.stekjeugdhulp.nl. Bij de start van het hulpverleningsproces worden cliënten geïnformeerd over de regelingen van Stek waaronder het klachtenbeleid. In 2012 is er over Stek geen klacht ingediend bij de klachtencommissie. De cliënten kunnen gebruik maken van een vertrouwenspersoon. Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) voert bij Stek de functie van onafhankelijk cliëntvertrouwenspersoon uit. In 2012 hebben 79 jeugdigen en 5 ouders met het AKJ contact gezocht tijdens de bezoeken van het AKJ aan de instelling of per telefoon of e-mail. Er zijn 32 trajecten door het AKJ schriftelijk of per mail afgehandeld. Met 12 cliënten is een bemiddelingstraject opgestart waarbij gesprekken zijn gevoerd met hulpverleners en/of teamleiders. De problemen zijn in overleg opgelost. Commissie Samson Om het probleem van seksueel misbruik in de volle breedte aan te pakken heeft de jeugdzorg ingezet op een kwaliteitskader en op toezicht bij de invoering en naleving daarvan. Een onafhankelijke commissie is inmiddels geïnstalleerd en onder voorzitterschap van André Rouvoet. Hen is gevraagd aan Jeugdzorg Nederland en haar leden normen te stellen op basis van een te ontwikkelen kwaliteitskader en om de uitvoering en verankering van deze normen in de werkwijze van de leden van Jeugdzorg Nederland te bewaken.
23
Onderzoek inspectie Jeugdzorg De Inspectie Jeugdzorg is door Stek benaderd bij twee ernstige incidenten. De impact van de incidenten is groot voor alle betrokkenen. Bij 1 casus was er geen aanleiding voor een inspectieonderzoek bij Stek. Bij een andere casus was dat wel het geval. De conclusies uit dat onderzoek zijn dat er extra aandacht nodig is voor de veiligheid van kinderen en de begeleiding van hulpverleners. Er zijn afspraken gemaakt omtrent verbeteringen, zoals het gebruik van vragenlijsten bij de start van de hulp wanneer deze niet door Bureau Jeugdzorg zijn aangeleverd en over de inzet van de contactjournaals waarmee de gedragswetenschappers /teamleiders de behandeling door de hulpverleners kunnen monitoren en zo beter de medewerkers kunnen begeleiden. Met de Inspectie Jeugdzorg is regelmatig overleg gevoerd omtrent de begeleiding van kinderen waarbij extra risico’s naar voren kwamen.
24
4.5
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1 Personeelsbeleid Het aantal fte is 394 en het aantal personeelsleden eind 2012 was 457, exclusief 31 stagiaires en 63 oproepkrachten. De personele kosten bedroegen € 22.100.000, dit is 82% van de totale uitgaven. Stek werkt aan de uitvoering van het actieplan Professionalisering van de jeugdzorg. Werkgevers, werknemers en beroepsverenigingen zijn betrokken bij dit plan. De doelstellingen zijn: competentieprofielen voor jeugdzorgwerkers, permanente ontwikkeling van professionals, een beroepscode, beroepsregistratie en tuchtrecht. Met de beroepsopleidingen zijn de competentieprofielen van de jeugdzorgwerker vastgesteld. De Stek functie-competentieprofielen van ambulant hulpverlener, pedagogisch medewerker en gedragswetenschapper met daarin omschreven de gedragskenmerken voor junior, medior en senior medewerker, sluiten aan bij de ontwikkeling van het landelijk actieprogramma waarin gesproken wordt over startende professional, gevorderde professional en bekwame/vakvolwassen professional. Met de beroepsorganisatie BAMw zijn de eisen omtrent beroepsregistratie van de jeugdzorgwerker uitgewerkt. In 2012 heeft Stek de certificering van de interne opleidingen en de methodische werkbegeleiding voorbereid, zodat deze voldoen aan de eisen omtrent de functiescholing in het kader van de beroepsontwikkeling en deelname aan het beroepsregister. Van medewerkers wordt verwacht dat ze ook zelf actief investeren in hun beroepsontwikkeling, dit draagt bij aan de kwaliteit van het werk en aan het arbeidsmarktperspectief van de individuele medewerker zelf. De Stekmedewerkers met een HBO-opleiding zijn gestart met de registratie in het beroepsregister. In 2014 moeten alle HBO professionals in de jeugdzorg geregistreerd zijn. Stek biedt begeleide opleidingsplaatsen aan stagiaires van diverse beroepsopleidingen. In 2012 hebben 31 gewerkt als stagiair. Stek vraagt bij aanstelling van medewerkers, stagiaires en vrijwilligers een verklaring omtrent het gedrag (VOG) en referenties worden opgevraagd bij vroegere werkgevers. Onderzoek vitaliteit Medewerkertevredenheidsonderzoek In 2012 is een onderzoek naar de vitaliteit, tevredenheid en inzetbaarheid van medewerkers uitgevoerd. Dit onderzoek ‘Vitaliteit voor de zorg’ is uitgevoerd door IZZ en PWC en kwam in de plaats van het jaarlijks interne Medewerkertevredenheidsonderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd met een digitale vragenlijst waarmee Stekmedewerkers hun mening konden geven over ervaringen op het gebied van training- en ontwikkeling, prestatiemanagement, autonomie, leiderschap en samenwerking. Vitaliteitsscan Op de onderdelen vitaliteit, tevredenheid, verzuim en verloop is gemeten en weergegeven welke oorzaken de grootste invloed hebben op resultaat. De uitkomsten zijn ook vergeleken met het gemiddelde van andere organisaties in de zorg. Conclusies: • Stek scoort hoger op vitaliteit en tevredenheid dan het gemiddelde in de zorg (7.6 t.o.v. 7.2). • Het werk-privé beleid wordt hoog gewaardeerd. • Aanknopingspunt om meer tevredenheid en vitaliteit van medewerkers te bereiken is versterking van autonomie:
25
•
o Medewerkers intensiever betrekken bij de besluitvorming. o Coachend leiderschap toepassen. Maak meer gebruik van het intern leerpotentieel en deel Best Practices met andere organisatieeenheden.
Rapportage kerngetallen:
Ziekteverzuim
Totaal 2010
Totaal 2011
Totaal 2012
Excl. zwangerschap > 1 jaar ziek
4,8%
4,8%
4,4%
> 1 jaar ziek
0,8%
1,3%
0,7%
Incl. zwangerschap, > 1 jaar ziek
7,4%
8,3%
7,1%
In- en uitstroom
2012
Uitdiensttredingen
8%
Indiensttredingen
8%
Aantal mannen
16%
Aantal vrouwen
84%
Direct werkenden
90%
Indirect werkenden
10%
* bij uitdiensttredingen betreft het 6% medewerkers met een vaste aanstelling en 2% met een tijdelijke aanstelling.
Personeelsopbouw
2012
Tot 30 jaar
21%
30-40 jaar
36%
40-50 jaar
23%
50-55 jaar
9%
55 jaar +
11%
Gemiddelde leeftijd Stekmedewerker
39
26
4.5.2 Kwaliteit van het werk In een professionele organisatie bepaalt de kwaliteit van de medewerkers de kwaliteit van de geleverde zorg. Stek wil een goede en aantrekkelijke werkgever blijven, professionals binden met boeiend werk en perspectief op ontwikkeling. Begeleiding, opleiding en het creëren van voldoende uitdaging voor medewerkers zijn belangrijke middelen die Stek inzet om de kwaliteit hoog te houden en te verbeteren. Medewerkers zijn organisatiebreed ingewerkt en getraind op basis van de Rode Draden: Competentiegericht werken. Systeemgericht werken. Oplossingsgericht werken. Jeugdzorg vereist een praktijk waarin hulpverleners op hun werk reflecteren, dat gebeurt structureel in de (methodische) werkbegeleiding. In de werkbegeleiding hanteren de gedragswetenschappers en de teamleiders de inzichten vanuit de Stek Rode Draden.
27
4.6
Samenleving en belanghebbenden
Wij werken met cliënten met zeer verschillende maatschappelijke en culturele achtergronden, met verschillende normen en waarden. Onze cliënten zijn allemaal anders met andere vragen en behoeften, maar uniform is het belang van het herstel van relaties en maatschappelijke participatie; school, opleiding, werk, een zinvolle vrije tijdsbesteding. We staan ook voor de veiligheid van jeugdigen. Stekhulpverleners confronteren en interveniëren als dat nodig is. De sociaal-economische situatie geeft met name in Rotterdam extra druk op de jeugdzorg; werkeloosheid en financiële problemen leiden tot meer problematiek rond de opvoeding. Ook de veranderingen in de mogelijkheden van zorg in het kader van de WMO en de AWBZ leiden tot nieuwe zorgvragen bij de jeugdzorg. In de komende periode van verdere bezuinigingen vereist dit goede afspraken tussen opdrachtgevers en Stek over de inzet van jeugdzorg. Samenwerking Samenwerking rond uitvoering van hulpverlening, zie ook de onderdelen 2.4 en 4.2. Samenwerking rond planning en bekostiging met: Provincie Zuid-Holland en stadsregio Rotterdam inzake Jeugdzorg op Indicatie. GGD Rotterdam-Rijnmond: voor de stadsregio Rotterdam vervult de GGD de beleidsvoorbereiding, planning & control van de Jeugdzorg op Indicatie. Gemeenten in ons werkgebied in het kader van de aansluiting op de gemeentelijke taak. Achmea als contractant in het kader van verpleegkundige kindzorg. ROC’s, Albeda, Zadkine en ID college in het kader van overbelaste jongeren en vermindering schooluitval. VO scholen in het kader van vermindering schooluitval en perspectief. Samenwerking in het kader van cliëntbeleid met: Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) detacheert cliëntvertrouwenspersonen. Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg (LCFJ). Ketenpartners met wie structureel overleg wordt gevoerd zowel beleidsmatig als op casuïstiek niveau: Bureaus Jeugdzorg Rotterdam en Zuid-Holland. Zorgaanbieders in de regio’s: GGZ, LVB en jeugdzorgaanbieders. Jeugdzorgplus, Horizon en Pluryn. Centra voor Jeugd en Gezin. Kinderopvang. Scholen. Thuiszorg Rotterdam. Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Kennisinstituten waarmee is samengewerkt: Hogeschool Rotterdam, Haagse Hogeschool, InHolland en Hogeschool Leiden. Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Bureau van Montfoort. Stek is aangesloten bij de brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland en de VGVK.
28
Fondsen Stek ontvangt regelmatig giften van maatschappelijke organisaties. Deze giften worden aangevraagd voor kosten die direct betrekking hebben op de cliënten, zoals inrichtingskosten voor jongeren die zelfstandig gaan wonen, bijlessen of deelname aan een sportvereniging voor kinderen uit gezinnen waarbij de financiële middelen niet toereikend zijn. Daarnaast vraagt Stek giften voor bijzondere projecten op het terrein van verbetering en innovatie, zoals het ontwikkelen van ketenzorg vanuit Pallieterburght. De fondsen die Stek in 2012 hebben ondersteund, zijn: Nationaal Fonds Kinderhulp Stichting Pallieter Fonds Theia ASR verzekeringen Stichting Stad Rotterdam Jeugdsportfonds Fonds DBL Fonds Bijzondere Noden Rotterdam Burkens Stichting
Stichting Seacrest Sint Laurens Fonds Madurodam Steunfonds Stichting Bekker La Bastide Stichting Medemens Stichting Snickers- de Bruijn Stichting Pieter Arie van der Kooij Fonds Het Oranje Fonds Stichting Maria Elias Fonds
Maatjesproject Samen Ste(r)k In 2012 is Stek begonnen met de opzet van het Maatjesproject. In september is het project van start gegaan met de werving van vrijwilligers. De vrijwilligers worden ingezet om cliënten van Stek te ondersteunen. De vraag kan variëren van het helpen opbouwen van een persoonlijk netwerk, een leuke activiteit ondernemen tot het helpen bij financiële vraagstukken. Het uiteindelijke doel van elke match is het vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt. Alle cliënten van Stek kunnen deelnemen aan het project, ongeacht leeftijd of woonplaats. Om vrijwilligers te werven is het project ingeschreven bij de vrijwilligersvacaturebanken in de gemeenten waar Stek opereert. Daarnaast is er een nauwe samenwerking met Marktplaats vrijwillige zorg Rotterdam, die studenten levert die vrijwilligerswerk willen doen. Dit heeft geresulteerd in 12 vrijwilligers die zich hebben aangemeld voor Samen Ste(r)k in 2012. Deze vrijwilligers zijn gematcht met een cliënt van Stek en de trajecten lopen voorspoedig. De coördinator van het project neemt maandelijks contact op met de vrijwilligers en cliënten om de stand van zaken te bespreken. Eind 2012 heeft het Oranje Fonds een toekenning gedaan waarbij zij de kosten van de Verklaring Omtrent Gedrag (die iedere vrijwilliger moet hebben om als vrijwilliger in het project deel te mogen nemen) vergoeden en tevens stellen zij geld beschikbaar voor het ondernemen van activiteiten van vrijwilligers met de cliënten.
29
2013 en verder In het meerjarenplan 2012-2016 zijn de beleidsvoornemens voor de langere termijn beschreven. Stek heeft een profiel van een professionele aanbieder van Jeugd & Opvoedhulp met een portfolio van ambulante jeugdhulp thuis en programma’s van intramurale hulp gecombineerd met hulp thuis waarin gewerkt wordt met het kind, de jongere en diens gezin/familie. In 2012 hebben de overheden en de instellingen stappen gezet in de voorbereiding van het proces naar de nieuwe Wet zorg voor jeugd en de decentralisatie. Het kader van de nieuwe Wet zorg voor jeugd, zoals beschreven in het eerste concept: De gemeenten regelen zelf de toegang naar zorg voor jeugd, bijvoorbeeld via Centra voor Jeugd en Gezin, wijkteams en ZorgAdviesTeams van scholen. De huisarts heeft ook een taak in de toeleiding. Diverse vormen van gespecialiseerde jeugdzorg; LVG, GGZ, provinciale jeugdzorg en Justitiële jeugdzorg komen samen in gemeentelijke regie en bekostiging. Er wordt overwogen om complexe gespecialiseerde residentiële zorg landelijk in te kopen. Er komen landelijke kwaliteitseisen met name voor de instellingen met de jeugdbeschermingstaken. Er komt en landelijk inspectiekader voor jeugdzorg. De verantwoordelijkheid voor jeugdbeleid en de planning en inkoop van jeugdzorg wordt op basis van de planning van de huidige regering vanaf 2015 overgeheveld van zorgverzekeraars en provincies naar de gemeenten. Er komt een reductie van budget van 450 miljoen vanaf 2015 oplopend naar 2017. Over de schaal waarop de gemeenten gaan samenwerken rond de planning en het contracteren van de zorg voor jeugd moeten de gemeenten eind 2013 met voorstellen komen. In de regio Midden-Holland en de regio Rijnmond zijn de gemeenten hard aan het werk om op gemeentelijk- en regioniveau de taken voor de toekomst te regelen. De transitiecommissie jeugdzorg heeft geadviseerd dat er vanuit het ministerie van VWS meer aandacht komt voor overgangsmaatregelen, zodat de continuïteit van de jeugdzorg gewaarborgd blijft. Juist in een periode van budgetreductie en stelselwijziging kunnen de verhoudingen tussen de instellingen onder druk komen te staan. Stek hecht aan samenwerking en samenhang in de zorg en wil dit versterken middels allianties en het (blijven) werken met zorgprogramma’s met de partners zoals kinderopvang, scholen, kinderpsychiatrie, LVG en jeugdzorgplus.
30
II. JAARREKENING
31
1 .1
Balans per 31 december 2012, na resultaatbestemming
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen, terreinen en verbouwingen Installaties Overige vaste bedrijfsmiddelen
31-12-2012
31-12-2011
12.869.432 90.967 337.635 —————
13.550.250 138.626 500.701 ————— 13.298.034
Vlottende activa Debiteuren Overige vorderingen en overlopende activa
493.347 390.645 —————
Totaal
Eigen vermogen Kapitaal Vastgelegd vermogen Vrij besteedbaar vermogen
31-12-2012
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen, sociale lasten bedrijfsvereniging en pensioenpremies Overige schulden en overlopende passiva
Totaal
45 176.274 3.561.327 ————— 4.781.719
3.737.646
6.928.099
7.238.507
913.149 247.487 1.050.492 —————
Langlopende schulden Kredietinstellingen
1.653.179 1.543.630 ————— 17.386.386 —————
31-12-2011
45 716.135 4.065.539 —————
Egalisatiefonds investeringssubsidies Voorzieningen Voor groot onderhoud en huisvesting Voor personeel Voor uitgestelde beloningen
893.395 759.784 ————— 883.992 3.924.349 ————— 18.106.375 —————
Liquide middelen
PASSIVA
14.189.577
707.279 326.979 956.595 ————— 2.211.128
1.990.853
593.712
895.680
440.640
312.168
1.185.197 1.965.880 —————
1.185.357 2.026.175 ————— 3.591.717 ————— 18.106.375 —————
3.523.700 ————— 17.386.386 —————
32
1 .2
Exploitatierekening
Exploitatierekening over 2012 2012 begroting
2012 realisatie
2011 realisatie
24.361.561 1.766.978 1.329.695 ————— 27.458.234 —————
24.936.872 1.980.671 1.489.793 ————— 28.407.336 —————
24.347.815 1.688.935 2.241.715 ————— 28.278.465 —————
17.448.069 4.261.200 605.000 ————— 22.314.269 4.612.465 ————— 26.926.734 —————
17.311.186 4.196.508 606.609 ————— 22.114.303 4.657.431 ————— 26.771.734 —————
17.663.409 4.173.424 570.987 ————— 22.407.820 4.508.525 ————— 26.916.345 —————
531.500
1.635.602
1.362.120
-566.500 ————— -35.000
-644.709 ————— 990.893
-489.901 ————— 872.219
35.000 ————— 0 —————
53.180 ————— 1.044.073 —————
39.053 ————— 911.272 —————
Baten Exploitatiesubsidies Overige subsidies Overige bijdragen
Lasten Salariskosten Sociale lasten en premies Overige personeelskosten Personele kosten Materiële kosten
Normaal resultaat voor afschrijvingen en rente Afschrijving materiële vaste activa Normaal resultaat voor rente Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
33
1.3 Toelichting Analyse realisatie 2012 In het jaar 2012 is een positief resultaat behaald van € 1.044.000 (3,5% van de baten), in 2011 was er sprake van een positief resultaat van € 900.000. Het behaalde resultaat zal gebruikt worden voor de versterking van de vermogenspositie (€ 500.000) en voor een bestemmingsreserve Transitierisico’s (€ 530.000). • Baten De exploitatiesubsidies liggen op het niveau van de begroting 2012, behoudens de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling ad 2,95%. De gerealiseerde Overige subsidies liggen € 200.000 hoger dan de begroting, dit heeft met name te maken met een uitbreiding van de vergoeding van de AWBZ voor de medische groep in de Pallieterburght. De overige bijdragen zijn € 160.000 hoger dan begroot, omdat per medio 2012 een beperkte uitbreiding van de formatie Time-4-You heeft plaatsgevonden en door hogere bijdragen PGB. In totaal zijn de baten € 950.000 hoger uitgekomen dan begroot in 2012. • Lasten De personele lasten zijn ten opzichte van de begroting € 200.000 lager. Het beleid van Stek om te sturen op efficiency is ook hier zichtbaar. De salariskosten zijn € 70.000 lager dan begroot, ook de kosten van inhuur liggen lager dan begroot. Ten opzichte van 2011 zijn de kosten voor inhuur zelfs met € 120.00 afgenomen. De ontvangen ziekengelden waren in 2012 € 170.000 hoger dan begroot. De materiële kosten liggen € 45.000 boven de begroting. Dit heeft met name te maken met de kosten die gemaakt zijn voor ICT. Ook in 2012 heeft de infrastructuur van de ICT een hogere inzet van middelen gevraagd dan was voorzien, tevens is in 2012 het aantal licenties voor gebruik van diverse software pakketten aangepast. De kosten van de verzorging komen € 40.000 lager uit dan begroot, met name door de vervoerskosten en uitvoering van activiteiten. Bij de accommodatiekosten zijn de doorbelaste (ontvangen) accommodatiekosten € 120.000 hoger dan begroot in verband met de verhuur van de Jacob van Lennepkade te Gouda aan de Plusschool en de doorbelasting van kosten aan Erasmus ten behoeve van de Pallieterburght. Stek heeft vanaf april 2012 de financiële administratie voor de gebruikerskosten van Pallieterburght in haar beheer. De hypotheekrente is bijna € 20.000 lager dan begroot, omdat in 2012 een tweetal leningen in zijn geheel zijn afgelost.
34