UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING
∙ EN ISO 9001
Auteur
directiesecretaris
Vastgesteld RvB
22-04-2013
Goedgekeurd RvT
22-04-2013
foto voorkant
© Kees van de Veen
Naam verslagleggende rechtspersoon
Stichting FPC Dr. S. van Mesdag
Bezoekadres
Helperlinie 2, 9722 AZ GRONINGEN
Postadres
Postbus 30.002, 9700 RC GRONINGEN
Telefoonnummer
050 5221 221
Faxnummer
050 5261 474
Nummer Kamer van Koophandel Fiscaal nummer
02100277 818385418
Emailadres
[email protected]
Internetpagina
www.vanmesdag.nl
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
In het Jaarverslag 2012 van de Mesdag wordt verslag gedaan van de activiteiten over de periode 1 januari tot en met 31 december 2012. Als maatschappelijke organisatie vervult de Mesdag een belangrijke rol in de samenleving. Dat maakt dat we kritisch worden gevolgd door politiek, media en maatschappij. Wettelijk gezien bestaat de verplichting niet langer om een (maatschappelijk) jaarverslag op te stellen en te publiceren. Dat laat onverlet dat wij, juist als maatschappelijke organisatie, middels verslaglegging kiezen voor optimale transparantie en verantwoording. Wij zijn ons er immers van bewust dat adequate verslaglegging over het werk dat wij verrichten, de prestaties die we behalen en de meerwaarde die dat heeft voor de veiligheid in de samenleving en het individuele welzijn van onze patiënten, bijdraagt aan het verhogen van het draagvlak voor het tbs-systeem. Het vervallen van het voorgeschreven model voor het jaarverslag biedt ons de ruimte om meer te focussen op een bondig overzicht van de mate waarin onze doelstellingen uit het Jaarplan 2012 zijn behaald. Uiteraard lichten we dat op onderdelen toe. De Jaarrekening 2012, inclusief accountantsverklaring en de kwantitatieve gegevens, is aangeleverd via de webenquête DigiMV. Deze vragenlijst is openbaar en te raadplegen via www.jaarverslagenzorg.nl. Eind voorjaar 2013 is de publieke versie van de jaarverslaglegging in beeld beschikbaar voor de medewerkers, patiënten, samenwerkingspartners en andere belangstellenden. Deze filmpjes treft u op onze website www.vanmesdag.nl pagina 2 van 38
VOORWOORD DIRECTIE EN RAAD VAN BESTUUR
De directie en de raad van bestuur bieden u het Jaarverslag 2012 aan. We zijn
Op moment van schrijven, begin 2013, realiseren we ons dat het forensische
trots op de behaalde resultaten en het is goed te zien dat de Mesdag prima in
landschap de komende jaren geheel gaat veranderen. De Mesdag heeft in
staat is door te gaan op de ingeslagen weg. We hebben laten zien ook het
2012 opnieuw laten zien goed over weg te kunnen met patiënten die hoog
afgelopen jaar weer een speler van betekenis te zijn in de forensische zorg.
beveiligde forensische zorg nodig hebben. We hebben onze omvang kunnen behouden en konden zelfs licht groeien, waardoor we in staat zijn gebleven
Niet altijd even snel als gehoopt, maar passend bij de ontwikkelingsgerichte
gedifferentieerde doelgroepen van de juiste zorg te voorzien en de
benadering en de taaie realiteit van alledag, hebben we wederom stappen
samenleving de gevraagde veiligheid te bieden. Mede uit ons in 2012
gezet in het verfijnen van het primaire proces. Op de inhoud zijn de zorgpaden
gehouden stakeholdersonderzoek, blijkt de tevredenheid van onze
geharmoniseerd, zodat inbedding in het EPD plaats kan vinden. Op
ketensamenwerkingspartners over de wijze waarop de Mesdag opereert. Die
patiëntniveau wordt een helder (behandel)perspectief geschetst. In
waardering beperkt zich niet tot de behandelinhoud in engere zin. Ook op
toenemende mate meten we met onze eigen ROM-IFBE voor iedere
gebied van beleidsvorming, zorginhoudelijk en bedrijfsmatig, worden we
multidisciplinaire behandelbespreking het effect van onze zorgverlening. Op
gezien en is men content over de kwaliteit van onze betrokkenheid.
landelijk niveau hebben we fors bijgedragen aan de ontwikkeling van de HKT-R; het doorontwikkelde risicotaxatieinstrument. Dat zijn belangrijke
Dat alles maakt van 2012 een geslaagd jaar. Langs deze weg danken wij de
mijlpalen voor 2012, die direct bijdragen aan een adequate behandeling van
medewerkers van de Mesdag voor hun inzet en behaalde resultaten. We
onze patiënten.
zullen ons blijven inspannen om bij te dragen aan een robuust stelsel in het algemeen en een verfijnd zorgaanbod aan onze patiënten in het bijzonder.
Afgelopen jaar hebben we, net als in 2011 en zoals we dat ook in 2013 zullen doen, de vruchten geplukt van de basis die we reeds de jaren hiervoor hebben gelegd. Onze structuren van zorgverlening, bedrijfsvoering en hun wederzijdse
Harry Beintema
Corstiaan Bruinsma
afhankelijkheid, staan solide en maken dat we efficiënt doelmatig hebben
Gerard Koorman
Bert van der Hoek
kunnen werken. Inhoudelijk en financieel zijn we gezond.
directie
raad van bestuur
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 3 van 38
INHOUDSOPGAVE Uitgangspunten van de verslaggeving
2
Voorwoord directie en raad van bestuur
3
Hoofdstuk 1. Kerngegevens
5
1.1
Kernactiviteiten en nadere typering
5
1.2
Productie, personeel en opbrengsten
7
1.3
(Keten)samenwerkingsrelaties
8
Hoofdstuk 2. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
9
2.1
Directie en raad van bestuur
9
2.2
Raad van toezicht
10
2.3
Bedrijfsvoering en kansen / risico’s
13
Hoofdstuk 3. Realisatie doelstellingen 2012
14
3.1
A3
14
3.2
Beknopte toelichting op onderdelen van de A3
16
3.3
Producten en eindresultaten
23
3.4
Balans en resultatenrekening
24
Hoofdstuk 4. Toekomstparagraaf
25
Bijlage 1; prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie
26
Bijlage 2; Wetenschappelijk onderzoek
28
Bijlage 3; Publicaties
37
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 4 van 38
1. KERNGEGEVENS
Kerngegevens tbs-plaatsen
Doel
Realisatie
Realisatie
2012
2012
2011
100%
93,4%
98%
1.1 Kernactiviteiten en nadere typering
Bezettingsgraad gemiddeld over verslagjaar
FPC Dr. S. van Mesdag is een groot forensisch psychiatrisch centrum te
Instroom, voldoen aan het aantal eerste opnames
30
18
29
Groningen. Overtuigd van nut en noodzaak van TBS, heeft het de ambitie om
Doorstroom vervolgvoorziening
29
20
17
vooraanstaand in dit veld te zijn en heeft het daartoe de kwaliteiten en
Uitstroom per vertrekcategorie
19
28
37
mogelijkheden. Door zijn omvang en brede expertise kan FPC Dr. S. van
Aantal ontvluchtingen tbs-gestelden
0
0
0
Mesdag een op het individu georiënteerde en kleinschalig georganiseerde
Aantal overige onttrekkingen tbs-gestelden
<5
4
7
<4
0
4
<2
4
3
behandeling aanbieden; ook aan zeer moeilijke patiënten.
Waarvan: onttrekking vanaf terrein buiten de externe beveiligingsring
Respect voor de patiënt met ernstige psychiatrische problemen is daarbij
Waarvan: onttrekking tijdens toegestaan verblijf buiten
uitgangspunt. Centraal staat het streven de patiënt actief
de kliniek
verantwoordelijkheid te laten nemen voor zijn daden en de betekenis daarvan
Bijzonder voorval
<7
8
13
voor het slachtoffer en voor zijn behandeling.
Aantal gegronde klachten patiënten
<14
12
11
Aantal geweldplegingen tussen patiënten
<8
1
6
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
<6
1
6
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
<3
0
0
<10
8
7
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
<6
7
2
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
<5
1
5
Aantal recidive tijdens tbs
0
0
1
Gemiddelde behandelduur
n.t.b.
PI-I (behandelduur in maanden)
121
106
PI-II (verblijfsduur longstay in maanden)
118
119
PI-II (verblijfsduur overig in maanden)
34
42
Door intensieve samenwerking met andere instellingen binnen de zorgketen, het justitiële veld en opleidings- en onderzoeksinstellingen, bevordert de Mesdag de doorstroom en bundelt en ontwikkelt de Mesdag voortdurend kennis en ervaring. Hierdoor blijft de organisatie zich ontwikkelen naar een hoge professionele standaard. Vanuit een solide basis van veiligheid en resultaatgerichtheid vermindert zij het delictrisico aanzienlijk. Daarmee neemt de Mesdag haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van zorg en bescherming, rechtshandhaving en veiligheid.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
Geweldplegingen tegen personeel
pagina 5 van 38
Toelichting op de (bed)bezetting
Toelichting op het aantal Meldingen Bijzonder voorval
Met de Directie Forensische Zorg (DForZo) is een productieafspraak
Het Centrum heeft in 2012 acht keer bij DForZo melding gemaakt van een
overeengekomen van 256 bedden in 2012. Wegens achterblijvende
bijzonder voorval anders dan gemelde geweldplegingen en/of onttrekkingen.
capaciteitsvraag, bleef de instroom lager dan gewenst. Op basis van de
De redenen varieerden van schenden van de verlofvoorwaarden (cocaïne
gecorrigeerde verzorgingsdagen is een totaal cumulatief gemiddelde
gebruik) tot pogingen tot suïcide.
productie voor 2012 gerealiseerd van 239,1 patiënten (93,4%). Deze genoemde productie is exclusief de gemiddelde bezetting op jaarbasis van 4,2
Toelichting op het aantal geweldplegingen
patiënten met forse gedragsproblematiek die geen tbs-maatregel hebben.
Over 2012 is er ten aanzien van één patiënt een geweldpleging geconstateerd waarbij hij een medepatiënt fysiek aanviel. Er vonden acht geweldplegingen
De Mesdag heeft 18 eerste opnames gerealiseerd in 2012. Daarnaast zijn 2
plaats door patiënten tegen een personeelslid. In 7 gevallen geval was er
patiënten opgenomen na ruiling met een ander FPC, vond er 1 opname uit
sprake van een fysiek contact, aangaande 1 casus betrof het (verregaande)
herselectie plaats, werd er 1 patiënt eenzijdig opgenomen na opheffen van de
bedreiging. De Mesdag is één van de drie FPC’s in Nederland die Risico
longstay-status en vonden er 3 eenzijdige opnames uit andere FPC’s plaats. In
Interventie patiënten (RI patiënten) huisvest, die extreem beheers- en/of
meer of minder kortdurende mate zijn er in 2012 tien patiënten ter crisis uit
vluchtgevaarlijk zijn. Ruim de helft van de fysieke incidenten vond plaats op
GGZ-instellingen opgenomen. Daarmee komt het totaal aantal opnames dat
een afdeling voor Very Intensive Care (VIC) waar deze specifieke doelgroep
de Mesdag in onderhavige verslagjaar heeft verricht op 35 opnames.
wordt behandeld.
Toelichting op het aantal onttrekkingen
Alle slachtoffers zijn opgevangen en de incidenten zijn geëvalueerd. Waar
In formele zin hebben in 2012 vier patiënten zich onttrokken aan de
noodzakelijk is het uitvoerende beleid aangepast naar aanleiding van de
behandeling. Dit betroffen patiënten met de onbegeleide verlofstatus. Eén
bevindingen van de evaluatie. In alle gevallen is er aangifte gedaan bij de
van hen keerde later dan gepland terug zonder daar tijdig over te
politie.
communiceren. De overige drie bevonden zich op een andere locatie dan was opgenomen in het verlofplan. Er zijn geen aanwijzingen dat één van hen in de
Toelichting op de gemiddelde behandelduur
korte periode van ongeoorloofde afwezigheid incidenten heeft veroorzaakt.
De gemiddelde behandelduur (PI-I) van de patiënten die vanuit intra- of transmurale capaciteit in 2012 zijn uitgestroomd, bedroeg 121 maanden. Deze berekening gaat op voor het cohort 2012 (22 patiënten) die zijn uitgestroomd
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 6 van 38
met een nieuw Proefverlof (PV), Voorwaardelijke Beëindiging (VB) of
Kerngegeven
Onvoorwaardelijk Ontslag (OO), gerekend vanaf de eerste dag van opname in een behandelkliniek (hetzij de Mesdag, hetzij een ander FPC).
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
2012
2011
240
237
256
256
Patiënten Aantal patiënten in zorg op 31 december
De Mesdag benadrukt dat de bovengenoemde behandelduur ook de patiënten betreft die al jarenlang tbs hadden voordat zij vanuit een ander FPC
Capaciteit
bij de Mesdag zijn geplaatst. Tevens omvat deze berekening ook het
Aantal beschikbare tbs-bedden op 31 december
transmurale verlof, waarbij de patiënt reeds buiten de kliniek verblijft in een minder intensief beveiligde setting. Deze vorm van verlof is om veiligheids- en
Productie
controleredenen (“verlengde-arm-constructie”) uiterst gewenst. Een goede
Gemiddelde bedbezetting geheel verslagjaar
239,10
236,57
indicator zou gecorrigeerd moeten worden op het transmuraal verlof, zodat
Gemiddelde productiepercentage
93,4%
98,0%
de focus meer komt te liggen op de mate van intramurale behandelduur als
Aantal verzorgingsdagen
87.511
86.349
Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s
281
273
Aantal in verslagjaar gesloten DBBC’s
274
256
graadmeter voor kwaliteit van zorg. De gemiddelde verblijfsduur van alle patiënten die op peildatum 01-09-2012 langer dan 6 jaar tbs hadden (PI-II, longstay) bedraagt 118 maanden; de gemiddelde verblijfsduur van patiënten die korter dan 6 jaar in behandeling
Personeel
waren (PI-II, overig) bedraagt 34 maanden.
Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december
498
508
Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 dec.
451
452
€ 45.697.226,-
€ 41.191.913,-
€ 258.958,-
€ 273.454,-
€ 45.438.268,-
€ 40.918.458,-
Het voortschrijdende gemiddelde van de verblijfsduur van alle patiënten is met een lichte daling over 2012 (69 maanden) nagenoeg gelijk aan
Bedrijfsopbrengsten
voorgaande jaren (2011: 70 maanden, 2010: 72 maanden).
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan subsidies
1.2 Productie, personeel en opbrengsten
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
In de tabel hiernaast zijn enkele belangrijke kerngegevens inzake productie, personeel en opbrengsten weergegeven.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 7 van 38
1.3 (Keten)samenwerkingsrelaties
geïntegreerde FPA en een voorziening voor Forensische Zorg aan
Onderstaand een indeling van organisaties waarmee FPC Dr. S. van Mesdag
Gedetineerden) en de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord Nederland
een specifieke relatie is aangegaan, bijvoorbeeld in de vorm van een
Groningen (AFPN). De samenwerking kreeg het afgelopen jaar vorm door o.a.
overeenkomst, convenant of andere afspraken.
gezamenlijk te werken aan de (door)ontwikkeling van de zorgprogramma’s, de instrumenten voor routine outcome monitoring (ROM) en het goed inregelen
De wetgever, verantwoordelijk tenuitvoerlegger, toezichthouder en
van allerlei administratieve processen (DBBC AO/IC, IFZO). Door in
financier
toenemende mate elkaar te treffen op inhoud, vindt borging van de
De doelstellingen en resultaten van de organisatie worden afgestemd met de
forensische kwaliteit en uiteindelijke doorstroming van patiënten in de
Directie Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen/
interne keten soepeler plaats.
Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze relatie wordt hoofdzakelijk onderhouden door de directie, raad van bestuur en de afdeling Business
Gaandeweg 2012 is het initiatief tot samenwerking met Verslavingszorg
Control.
Noord Nederland (VNN) geïntensiveerd. De forensische polikliniek en forensische reclasseringsafdeling van VNN, de forensische polikliniek van de
De zorgketenpartners
Ambulante Forensische Psychiatrie Noord Nederland Groningen (AFPN /
Al dan niet onder de regie van GGZ Nederland werken alle FPC’s samen in het
Forint) en de Mesdag realiseren zich dat vergaande samenwerking dé manier
kader van beleidsvorming. De Mesdag is vertegenwoordigd en actief in het
is om de forensische ambulante kwaliteit te behouden voor Groningen en
Forensisch Netwerk (FN). De directie van de Mesdag leverde in 2012 de vice-
omgeving. In de loop van 2013 wordt naar verwachting het convenant
voorzitter van het Onderlinge Directeuren Overleg (ODO) en voerde het
ondertekend. Met de daaruit voortvloeiende implementatie-opdrachten,
voorzitterschap en secretariaat van het Landelijk Beraad Hoogst Inhoudelijk
wordt richting gegeven aan het gezamenlijk ontwikkelen en bieden van een
Verantwoordelijken (LBHIV). Met diverse instellingen voor forensische zorg is
ontschot, samenhangend programmatisch ketenaanbod van forensische zorg,
ervaring gedeeld ten aanzien van het werken met signaleringsplannen,
wat leidt tot verbeterde doorstroom van patiënten met een strafrechtelijke
risicotaxatie, FSNA en ROM.
titel in de keten, onder eenduidige behandelregie. We omvatten daarmee het gehele spectrum, van toeleiding tot nazorg. Daarbij maken we verbeterd
Sinds 2008 werkt de Mesdag nauw samen met de zorggroep Forint voor
gebruik van de expliciet te onderscheiden deskundigheden van betrokken
forensische en intensieve geestelijke gezondheidszorg van Lentis. Forint
partijen, waardoor we kwaliteitsverbetering realiseren. Als geschakelde
bestaat uit de organisatie-eenheden Intensieve Zorg Zuidlaren (IZZ, inclusief
organisaties zijn we toekomstbestendig.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 8 van 38
In 2012 is het samenwerkingsconvenant met het Veiligheidshuis Groningen
Samenwerking op het gebied van opleiding en scholing is gerealiseerd met
ondertekend.
Stenden University (lectoraat Social Work & Arts Therapies), universiteiten van Groningen en Tilburg (gastcollege’s), Hanzehogeschool Groningen
Het afgelopen jaar vond plezierige samenwerking plaats met diverse
(leergang HBO forensische psychiatrie) en Hogeschool Windesheim Zwolle
woningbouwcoöperaties en de reclasseringsorganisaties inzake het
(management development).
uitstromen van patiënten in de maatschappij. Patiënten van de Mesdag met een transmurale verlofstatus zijn ondergebracht in voorzieningen van integrale ggz-organisaties zoals Lentis, GGZ Noord Holland Noord, Yulius, Altrecht, GGZ Westelijk Noord Brabant, Exodus Groningen, Exodus Drenthe, ParnassiaBavo Groep, GGZ Friesland en GGNet. Onderhavig verslagjaar heeft de Mesdag in het kader van de orde en veiligheid crisisopvang verleend voor de organisaties GGZ Friesland, Trajectum Hoeve Boschoord, GGZ Altrecht en Lentis alsmede voor FPC Pompestichting.
De bedrijfsmatige samenwerkingspartners Het leidinggevende kader van de Mesdag en de aanpalende Lentis-onderdelen werkt samen op enkele ondersteunende domeinen zoals huisvesting, HRM en inkoop. Tezamen met Lentis, GGZ Noord Holland Noord en GGz Centraal vormt de Mesdag het samenwerkingsverband Phebe, gericht op efficiënte en effectieve personeels- en salarisadministratie. Middels de Gebruikersvereniging User (EPD) werkt de Mesdag samen met de overige gebruikers van deze applicatie.
De onderzoeks- en opleidingssamenwerkingspartners Partners in onderzoek van de tweede lijn zijn forensische collega-instellingen,
2. BESTUUR, TOEZICHT EN BEDRIJFSVOERING
de vakgroepen psychiatrie, psychologie, sociologie en verplegingswetenschappen van de universiteiten van Groningen, Utrecht, Tilburg en Leuven (België), het Rob Giel Onderzoekscentrum te Groningen en Lentis, alsook gespecialiseerde centra zoals het dr. Leo Kannerhuis voor autismebehandeling. Met het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) is meegewerkt aan de doorontwikkeling van de landelijke forensische zorgprogramma’s en de landelijke databank risicotaxatie.
2.1 Directie en raad van bestuur Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie van de Mesdag, wordt het instrument van mandaat benut om de verantwoordelijkheid voor de operationele besluitvorming en de directievoering, inclusief het zorgbeleid en risicomanagement van het forensisch psychiatrisch centrum, bij de directie te kunnen leggen. Daarmee worden belangrijke beheersbevoegdheden door de raad van bestuur overgedragen aan de directie, vastgelegd in het directiereglement.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 9 van 38
De raad van bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen
Naam
Bestuursfunctie
Aandachtsgebieden
van de stichting, hetgeen onder meer inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor
Drs. H.J. van der Hoek
Voorzitter
Financiën Personeel ICT Marketing Strategie
de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. De voorzitter van de raad van bestuur bekleedt de functie van hoofd van de instelling in de zin van de
Nevenfuncties -
-
Beginselenwet Verpleging Terbeschikking gestelden en het Wetboek van -
Strafvordering. De raad van bestuur overlegt periodiek met de directie van de Mesdag over beleidsvoornemens en voortgang op de beoogde doelstellingen. De leden van de raad van bestuur vormen tevens de raad van bestuur van
-
Lentis, instelling voor geestelijke gezondheidszorg. -
De bezoldiging van de leden van de raad van bestuur is conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren (NVZD). In
Drs. C.L. Bruinsma
Lid
aanvulling is de Code Beloning bestuurders in de Zorg (BBZ) van toepassing.
Patiëntenzorg Verkoop Innovatie
-
Bij de toepassing van deze code dienen de rechtspersonen Mesdag en Lentis
-
allereerst samen worden gezien, waarbij aandacht is voor de complexiteit,
-
impact, grootte van het geheel, etc. Vervolgens vindt een verdeling plaats van
-
beloning tussen beide rechtspersonen. Meer informatie m.b.t. de keuzes
Voorzitter raad van bestuur Lentis Lid Raad van Commissarissen Centramed Lid Bestuur Stichting TopGGz Lid raad van toezicht Stichting Ambulancezorg Groningen Lid Raad van Commissarissen Woonborg Lid Bestuur NVZD Lid raad van bestuur Lentis Vice-voorzitter Bestuur GGZ Nederland Vice-voorzitter Stichting Benchmark GGZ Lid Regionaal Tuchtcollege Groningen Lid raad van toezicht Stichting DBConderhoud
hiertoe, is opgenomen in de jaarverslaggeving van Lentis. Conform de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) is de bezoldiging van de leden raad van bestuur terug te vinden in de
2.2 Raad van Toezicht
Jaarrekening en in de DigiMV.
Voorwoord Met genoegen stellen de leden van de raad van toezicht vast dat de Mesdag zijn zaken op orde heeft. Ook afgelopen jaar is het gelukt om goed te blijven zorgen voor de patiënten en om de organisatie zo in te richten dat dit ook kan. Bovendien blijft de organisatie voortdurend streven naar verbetering. Dit blijkt
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 10 van 38
onder meer uit positieve uitkomsten van inspectiebezoeken en audits in het
te verwachten risico. Bovendien was de inschatting dat de regeling op korte
kader van de ISO certificatie.
termijn na de verzelfstandiging zou worden beëindigd; tot op heden is dit niet zo. Ook is het financiële risico hoger gebleken dan voorzien. De FLO en het
Ook bedrijfsmatig is de Mesdag in control. 2012 wordt op financieel goede
daaruit voortvloeiende risico krijgt daarom veel aandacht. De Mesdag erkent
wijze afgesloten. De vele in- en externe ontwikkelingen worden nauwgezet
dit risico en treft passende maatregelen. Door deze onvoorziene
gevolgd en hierop wordt passend geanticipeerd. Uiteraard blijven de
omstandigheden buiten de eigen invloedssfeer wordt de Mesdag
uitdagingen groot. DForZo moet bezuinigen en dat zal niet zonder gevolgen
geconfronteerd met een aanzienlijk financieel risico. Tot onze teleurstelling
zijn. Het is daarom een plezierige gedachte dat de financiële basis van de
heeft DForZo ons verzoek om compensatie afgewezen.
Mesdag het afgelopen jaar verder is verstevigd. Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het advies 'Stoornis en Landelijk neemt de behoefte aan tbs-plaatsen af. Dat zet de opbrengsten in de
Delict – forensische en verplichte geestelijke gezondheidszorg vormen een
toekomst mogelijk onder druk. Wij zullen er daarom op toezien dat de raad
keten' van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). Dit advies geeft
van bestuur en directie deze capaciteitsontwikkelingen ook in de toekomst
een antwoord op de vraag van het Ministerie van VWS en het Ministerie van
nauwgezet blijven volgen en dat zij hierop tijdig en passend inspelen.
Veiligheid en Justitie wat er nodig is voor een succesvolle invoering van de Wet
Hetzelfde geldt voor de financieringssystematiek van de DBBC. In 2013 wordt
forensische zorg (Wfz) en de Wet verplichte GGZ (WvGGZ). Wij kunnen ons
maximaal 5% van de aan DForZo geleverde zorg afgerekend op grond van
vinden in het uitgangspunt van de RVZ om de patiënt als vertrekpunt te nemen
gefactureerde DBBC’s. Dit leidt tot een ‘onderhanden werk positie’ aan het
en toe te werken naar één stelsel waarin de gehele zorgketen is
eind van het jaar. Wij zien tot onze tevredenheid dat de DBBC-financiering in
geoptimaliseerd zonder financieringsschotten die deze optimale zorgketen in
de Mesdag goed is ingeregeld en dat de effecten ervan goed in kaart zijn
de weg kunnen staan.
gebracht en dat deze bovendien nauwlettend worden gevolgd. Geert Sanders In het sociaal plan van de verzelfstandiging van het FPC van Mesdag (1-1-
Voorzitter raad van toezicht
2008) zijn afspraken gemaakt over het Functioneel Leeftijds Ontslag (FLO).
_____________
Destijds heeft DForZo onderkend dat aan deze regeling financiële
De Mesdag hanteert de Zorgbrede Governance Code (2010) en het beginsel
verplichtingen kleven. DForZo heeft daarvoor een bedrag ter compensatie
van pas toe of leg uit. Verder zijn de statuten, de verzelfstandiging-
aangeboden aan de Mesdag. Dit zou een voldoende vergoeding zijn voor het
overeenkomst en het hierop gebaseerde reglement richtsnoer voor het
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 11 van 38
handelen van de raad van toezicht. In het reglement zijn de taken en
-
verantwoordelijkheden van (de leden van) de raad van toezicht beschreven. Ook zijn hierin bepalingen opgenomen over de onafhankelijkheid van de
Benoeming van leden raad van toezicht (minister heeft voor één lid bindende voordracht);
-
Invloed van de minister op beslissingen van de raad van bestuur
toezichthouders. De raad van toezicht werkt met een vastgesteld profiel raad
(naast goedkeuring van raad van toezicht is voor bepaalde
van toezicht. De Raad kent daardoor een samenstelling met daarin
handelingen ook goedkeuring van de minister nodig);
vertegenwoordigd de noodzakelijke kennis en expertise van de uiteenlopende
-
disciplines. Ieder lid raad van toezicht voldoet aan het profiel lid raad van
minister kan het Hoofd van de Inrichting een aanwijzing geven en heeft invloed op benoemingsbeleid raad van bestuur.
toezicht en vertegenwoordigt een van de aandachtsgebieden. De leden van de raad van toezicht functioneren onafhankelijk en zonder last en ruggespraak. De zittingsduur is 4 jaar met een mogelijke verlenging met nog eens vier jaar. Voor de leden is een rooster van aftreden opgesteld. Binnen het verzelfstandigingsproces in de jaren voor 2008 zijn er echter eisen door de minister van Veiligheid en Justitie neergelegd die de mate van zijn invloed hebben geregeld in het licht van de uitvoering van een bijzondere publiekrechtelijke taak door een private instelling en de (politieke) verantwoordelijkheid van de minister. De verschillen met de code welke op basis van de geschiedenis als overheidsinstelling en de bijzondere relatie met de minister statutair zijn vastgelegd, zijn goed verklaarbaar en uitlegbaar via de principes van pas toe of leg uit van de governance. De verschillen spitsen zich met name toe op de positie van de raad van toezicht. Deze is conform de code met uitzondering van de bevoegdheden van de minister: -
De bevoegdheden van de raad van toezicht zijn op een aantal punten ingeperkt (vaststellen Reglement raad van toezicht en raad van bestuur, beloning);
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
Naam
Aandachtsgebied/ profiel
Zittingstermijn
Rooster van aftreden
De heer prof. dr. G.J.E.M. Sanders
Voorzitter / Wetenschap
2011 2017 (2e)
Juli 2015
Nevenfuncties
- Voorzitter SER NoordNederland - Hoogleraar Institutional Advancement aan Nyenrode Business Universiteit - Bestuurslid Zorg Innovatie Forum - Voorzitter raad van toezicht Water Laboratorium Noord (WLN) - Bestuurslid Platform DefensieBedrijfsleven NoordNederland (VNONCW) - Voorzitter raad van toezicht Lentis
Aantal bezochte vergaderingen 4
pagina 12 van 38
De heer H.W. van de Weijer
Vicevoorzitter / Lid Financiën
2008-2013 Juli 2014 (2e)
De heer Dr. P.C. Lerk
Lid / Gezondheidszorg
2012 – 2016 (1e)
De heer Drs. L.P. Middel
Lid / Openbaar Bestuur
2012 – 2016 (1e)
Mevrouw A.H. Lid op Bronsvoort voordracht Ministerie van Justitie
2008 – 2012 (1e)
Sept. 2012 herbenoembaar
- Lid RvT Ambulancezorg Groningen - Bestuurslid STAK Van der Wiel Holding B.V. - Lid RvC Vos Groep B.V. - Lid RvC Noordelijke Grondbezit B.V. - Lid RvC FC Groningen Beheer B.V. - Lid kwaliteitsvisitatie commissie NVZA - Lid opleidingsvisitatie commissie NVZA (SRC) - Bestuurslid Stichting Stedenband MeppelMost; aandachtsgebied zorg - Lid RvT Lentis - Lid RvT Hanzehogeschool Groningen - Voorzitter Coöperatieve Stichting Sint Jan te Kloosterburen - Voorzitter RvT RBOGroningen - Lid RvT Lentis - Voorzitter vertrouwens commissie Hockey vereniging Assen
5
Vastgesteld in 2012: • • •
Benoeming van de heer Lerk tot lid van de raad van toezicht. Daarmee eindigt het lidmaatschap van de heer Van Leijenhorst. Benoeming van de heer Middel tot lid van de raad van toezicht en tevens als lid van de Auditcommissie. Daarmee eindigt het lidmaatschap van de heer Krijne. Rooster van aftreden.
Goedgekeurd in 2012: 2
• • • • •
Jaardocument 2011, bestaande uit jaarrekening 2011 en jaarverslag 2011. Aankoop van een schakelstation. Begroting 2013 Jaarplan 2013 Onkostenvergoeding i.v.m. BTW-plicht toezichthouders. De raad van toezicht besluit dat de normbedragen worden opgehoogd met 21% conform het NVTZ-advies ter compensatie van de BTW-verhoging.
2
2.3 Bedrijfsvoering en kansen/risico’s Risico’s maken onderdeel uit van de bedrijfsvoering van iedere organisatie en incidenten zijn nooit volledig uit te sluiten. De Mesdag streeft er naar de bedrijfsrisico’s zo goed mogelijk te beheersen en is zich bewust van de impact van incidenten op zijn bedrijfsvoering. Er wordt steeds gekeken naar de balans 5
tussen effectieve risicobeheersing en het behouden van ruimte voor flexibiliteit en positieve nieuwe ontwikkelingen, ergo het benutten van kansen. Echter ook ten opzichte van de innovaties en ontwikkelrichtingen is er immer een focus op efficiëntie en effectiviteit. In lijn met deze goed ingebedde zienswijze, streven we continu naar het realiseren van dezelfde of betere resultaten met minder middelen.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 13 van 38
De interne Planning & Control-cyclus is het belangrijkste instrument bij het
capaciteit van de panden van de Mesdag, zijn wij in staat een rol van
beheersen van de bedrijfsvoering. In 2012 is elke vier maanden de voortgang
betekenis te spelen in de invulling van de gedachte om forensische zorg te
op de doelstellingen besproken en waar nodig bijgestuurd in de
concentreren, zoals beschreven in het Masterplan DJI 2013 – 2018. Daarmee
managementgesprekscyclus tussen directie en het afdelingsmanagement.
blijven we rendabel en kunnen we de kwaliteit van de zorg waarborgen.
De Mesdag heeft haar proces van registratie, validatie en facturatie van Diagnose Behandel en Beveiligings Combinaties (DBBC’s) binnen de kaders
3. REALISATIE DOELSTELLINGEN 2012
van de regeling “AO/IC DB(B)C Forensische Zorg” op orde. We zijn het eerste FPC dat in 2012 succesvol kon factureren. Evenals voorgaande jaren, is er
3.1 A3
veelvuldig met DForZo gesproken over o.a. de kaders van de financiering, of
De Mesdag heeft voor 2012 in haar jaarplan de doelstellingen volgens de A3-
het nu de bevoorschottingssystematiek betreft, het gegeven dat de Mesdag
systematiek uitgewerkt, met het INK-model als ordeningsprincipe. Met
als enige FPC blijvend geconfronteerd wordt met een grote kostenpot inzake
verschillende kleurstelling geven we op de volgende pagina aan in hoeverre
de regeling Substantieel Bezwarende Functies (SBF, voorheen: Functioneel
de doelstellingen het afgelopen jaar zijn gerealiseerd:
Leeftijdsontslag - FLO) en daar voorzieningen voor moet plegen, de
Groen: gerealiseerd.
gemaximeerde bestemmingsreserve onder de Verpleegovereenkomst, of de
Geel:
gedeeltelijk gerealiseerd, nog lopende zaken.
consequenties van de invoering van de Normatieve Huisvestings Component
Rood:
weinig tot geen vorderingen en daarmee doelstelling niet behaald.
(NHC) in de forensische zorg. Structureel en positief-kritisch denken we mee in oplossingsrichtingen om de bedrijfsvoerings- en liquiditeitsrisico’s te beheersen. Deze beheersmaatregelen hebben onder andere geresulteerd in een toename van het liquiditeitsratio boven de 100%; namelijk 108,4%. Het solvabiliteitsratio op 31-12-2012 is 6,5%. Evenals vorige verslagjaren was er in 2012 sprake van een (landelijke) stagnatie van de capaciteitsbehoefte. Derhalve hebben we geen 100% productie kunnen behalen. In dit kader heeft de Mesdag gebruik gemaakt van de leegstandregeling van DForZo. Gezien de beschikbare huisvestings-
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 14 van 38
1. LEIDERSCHAP
3. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
5. MANAGEMENT VAN PROCESSEN
8. WAARDERING MEDEWERKERS
Leidinggevenden hanteren de richtlijnen uit het interne Visiedocument Leidinggeven als kader voor hun functioneren en worden getoetst aan het leiderschapsprofiel vastgesteld eind 2011 Doorontwikkeling managementstructuur o.b.v. realisatie Helperdiep Sturen op doorontwikkelen organisatorische herstructurering op basis Meerjaren Beleidsplan 2009-2012: - realisatie van de horizontale verantwoordings- en overlegstructuur - vervolgstap positionering Zorgprogrammaleiders Forintbreed - vervolgstap positionering BC’ers - Vervolgstap in positionering 1ste Geneeskundige, Directeur Behandelzaken meer op afstand operationeel primaire proces Sturing op flexibiliteit in personeelsplanning in een krapper wordende arbeidsmarkt op basis van strategisch HRMbeleid (focus op BIGgeregistreerde behandelaren) en formatie is gerelateerd aan productie Leidinggevenden sturen op ongeschreven fatsoensnormen in de interne communicatie
Realisatie 90% gesprekscyclus Sturen op verzuimbeperking (≥ 90% verzuimgesprekken, verzuim ≤ 4%, frequentie ≤ 1,2) Invulling geven aan de (doorontwikkeling van de) leiderschapsprofielen Competentiemanagement: verbeterd zicht op mogelijkheden medewerkers door toepassing Reflector 360 en Big Five Personality t.b.v. ontwikkelplannen Organiseren van flexibiliteit (vermogen om op andere werkplekken te werken) en mobiliteit (in- en externe job-rotation) en daarmee anticiperen op veranderende vraagstelling doelgroepen Interne veiligheidsbeleid ingebed in processen rondom inwerken nieuwe medewerkers en borging in gesprekscyclus Verdere uitrol Phebe: Self Service + keuze voor 3de module Beleid t.b.v. indammen SBF-uitstroom (FLO) geïmplementeerd
85% verweerschriften in beklag- en beroepszaken zijn afgewerkt binnen de geldende doorlooptijd Implementatie van het algemeen deel van de zorgprogramma’s zoals beschreven eind 2011 Doorontwikkeling van het specifieke gedeelte (zorgpaden) per programma incl. SGLVG+ Optimaliseren van de doorlooptijden verlofaanvragen waar vanuit risicomanagement mogelijk is Operationalisatie work flow primaire proces: - De zorgprogrammering is bedrijfskundig (middelen en logistiek) vertaald - Behandelcyclus conform zorgpaden - Basis van het primaire proces is ingebed in het faciliterende EPD - Bij 90% van de MDB’s vindt effectmeting van de behandeling plaats (ROM) middels IFBE (Patiënt Volg Systeem) Systematische controle op contrabande met specifieke rol DGB binnen kaders van Veilig Behandelen Implementatie geplande maatregelen meerjaren Informatiebeleidsplan incl. informatiebeveiliging Implementatie energie-efficiencyplan Verfijning DBBC-systematiek d.m.v. procesoptimalisatie Toename sturingsmogelijkheden leidinggevenden door ontsluiting financiële en personeelsgegevens en het verfijnen van de managemenrapportages inclusief rapportage over prestatie-indicatoren FZ Borgen AO/IC overige opbrengsten (nietDBBC) Behouden ISO-certificaat Op geleide landelijke ontwikkelingen, recidivegegevens JustID betrekken bij risicomanagement binnen de behandelcyclus Onderzoeken of en in hoeverre ICTtoepassingen (o.a. eHealth) kunnen worden (door)ontwikkeld ten gunste van het behandelproces
N.a.v. WerkVermogensMonitor 2010: iedere medewerker heeft zicht op ontwikkelingen in top 10 van te stimuleren en te elimineren processen Aantal gegronde klachten medewerkers ≤ 1 Verhoogde zelfstandigheid personele zaken door toepassing Raet Self Service / Phebe Medewerkers geven in gespekscyclus 2012 aan dat zij begin 2013 in relatie tot begin 2012 overwegend gelijk of meer: - betrokken zijn bij taak (functie), team en organisatie - productief en doelmatig zijn - professioneel / zakelijk zijn - positieve ervaring hebben in de omgang met hun leidinggevende / collega’s
FPC Dr. S. van Mesdag
2. STRATEGIE & BELEID
Uitvoeren Meerjaren Beleidsplan 2009-2012: - Vormgeven ketensamenwerking verankerd in geactualiseerde zorgprogramma’s Blijvende inspanning om 10%-regeling bestemmingsreserve te elimineren Opstellen mjbp 2013-2016; bezinning op zowel interne als externe (strategische) positionering op basis van de ontwikkelingen in het forensische veld incl. kaders WFZ en WVGGz en te formuleren beleidslijnen o.b.v. vrijvallen van de tenders / capaciteit Op beleidsniveau gemeenschappelijk met collega FPC’s het communicatiebeleid uitdragen, rekening houdend met eigen identiteit Doorontwikkeling strategisch HRM-beleid, gericht op mobiliteit, flexibiliteit en het verhogen van het kennisniveau Doorontwikkeling interne veiligheidsbeleid met aandacht voor de externe kaders
4. MANAGEMENT VAN MIDDELEN
Verdere implementatie USER: - Registratie declarabele tijd ≥ 80% - autorisatie en 100% facturatie DBBC’s - EPD operationeel Groei Eigen Vermogen ≥ 1% van de opbrengsten Realiseren voorspelbare, gezonde liquiditeitspositie Uitvoering Huisvestingsplan incl. verbouw separeerunits en kookvoorzieningen/unitposten Afronding optimalisatie brandveiligheid Vervolgstap optimalisatie perimeterbeveiliging Continue monitoring SBF-ontwikkeling en dotatie voorzieningen Investering plegen o.b.v. uitrol Informatiebeleid
jaarverslag 2012
6. WAARDERING PATIËNTEN
85% van de patiënten geeft eind 2012 aan inzicht te hebben in de logistieke planning van zijn behandeling Uitbreiding patiëntenwerkplekken Dagbesteding i.s.m. Civiel en Gebouwen & Techniek Separeerblok bouwtechnisch aangepast aan huidige normen en wensen
7. WAARDERING (KETEN)SAMENWERKINGSPARTNERS
Productbeschrijving crisisfunctie GGZ-EVBG gereed Uitvoeren Stakeholdersonderzoek versterking van de positie binnen de gebruikersvereniging en het netwerk rondom USER
9. WAARDERING MAATSCHAPPIJ
Pi’s voor kwaliteit van de forensische zorg via portal Zichtbare Zorg Jaarverantwoording 2011 via DigiMV Duurzaam ondernemen: - Afname energiekosten t.o.v. 2010 conform Energie Efficiency Plan - Afname papierverbruik t.o.v. 2011
pagina 15 van 38
3.2 Beknopte toelichting op onderdelen uit de A3
Middels een efficiënte behandelondersteuning, logistiek en het aanbieden in samenhang van specifieke modules, levert dit verbeterde zorg op voor de
Leiderschap
patiënt, zowel uitgedrukt in de verkorting van de totale doorlooptijd als in het
We hebben ons ten doel gesteld onze verwachtingen ten aanzien van
kwalitatieve effect van de behandeling. Het terugdringen van recidive dan wel
leidinggeven te expliciteren in een visienota. Gaandeweg 2012 is er voor
het beperken van overlastgevend gedrag is hierbij het doel.
gekozen om deze nota bottum-up te realiseren, waarbij middels zogenaamde de
‘organisatiebrede bijeenkomsten’ met medewerkers is gediscussieerd over
Qua hiërarchisch management is het besluit genomen het 3 echelons
o.a. vakmanschap, professionele autonomie, het nemen van
afdelingsmanagement steviger en meer kwalitatief te positioneren. Dat
verantwoordelijkheid, project- en procesmatig werken en de
legitimeerde een afname van de omvang van het aantal Algemeen Managers.
kerncompetenties resultaatgerichtheid, aanpassingvermogen en
Begin 2013 is deze transitie afgerond, waarbij een evenwichtige verdeling van
omgevingsbewustzijn. Deze sessies zijn door een externe gastheer geleid,
formatie en clustering van units aan de orde is. Deze beweging geeft verdere
soms met medewerking van prominente deskundigen zoals Jacqueline Jansen
sturingsruimte aan de 4 echelons leidinggevenden (behandelcoördinatoren
en Matthieu Weggeman (2013). Het animo voor deelname onder alle
en unitcoördinatoren).
de
personeelsleden was erg hoog. De sessies lopen door tot in 2013, waarna de ingrediënten voor de visienota zullen worden gedocumenteerd. Strategie en beleid De Zorgprogrammaleiders hebben in 2012 een vervolgstap gemaakt in het
Op basis van de doelstellingen uit het Meerjaren Beleidsplan 2009 – 2012, is
verwerven van een leidende positie binnen het samenwerkingsverband
zoals eerder beschreven op beleidsmatig en operationeel niveau de
Forint. Daarmee namen zij verantwoording voor de toepassing van de
ketensamenwerking programmatisch verder vormgegeven. Een hernieuwd
zorgprogramma’s in de interne keten en daarmee over de grenzen van de
meerjarenkader 2013 – 2016 is bewust niet opgesteld, omdat eerst de richting
rechtspersonen. Op deze wijze is afstemming gerealiseerd tussen de
van het Masterplan DJI en de meerjarenafspraken tussen DForZo en GGZ
programma’s van de Mesdag met de programma’s van Lentis/AFPN en
Nederland zijn afgewacht. Gaandeweg 2013 zal dit verder opgepakt worden.
Lentis/IZZ. Door de vraaggerichte zorg zodanig op elkaar af te stemmen, ontstaat continuïteit van zorgverlening.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 16 van 38
In 2012 is verder handen en voeten gegeven aan de mobiliteit en dus ook aan
voortkomen uit de opgestelde top-10 lijsten met betrekking tot de meest
de flexibiliteit van medewerkers. De aangekondigde bezuinigingen noopten
stimulerende en de meest demotiverende zaken. Het doel is te komen tot
ons om in de aanloop naar de begroting 2013 tijdelijke arbeidscontracten niet
preventie van allerhande uitval dan wel potentiële ‘mismatch’ tussen mede-
zondermeer te verlengen. Met de bestaande formatie zijn de werkzaamheden
werker en functie. In 2013 zal een herhalingsmeting WVM worden uitgevoerd.
opgevangen, al dan niet nadat eerst enkele processen geoptimaliseerd werden zodat dergelijke taken ook door minder medewerkers vervult konden
Daarnaast is het van belang dat de functies tijdig ingevuld zijn met
worden. In de overgang van 2012 naar 2013 hebben we verdere stappen
vakbekwame medewerkers. Om de mate van inzetbaarheid te vergroten, is
gezet in het concentreren van patiënten en medewerkers, waardoor
het afgelopen jaar gewerkt aan het verder flexibiliseren van het
schaalvoordeel ontstaat. Verdere (organisatorische) verfijning tussen
personeelsbestand. Er is gestart met gebruikmaking van de tools Reflector
sociotherapie en Dagbesteding zal in 2013 gecontinueerd worden.
360 (360°-feedback omtrent zichtbaarheid van gedrag) en de Reflector Big Five Personality (zitten de talenten ook in de persoon), waardoor verbeterd
In 2012 is een aanzet gegeven om ons interne veiligheidsbeleid verder te
zicht is verworven op de vakvolwassenheid en het functioneren van
operationaliseren, waarbij rekening wordt gehouden met de externe kaders
medewerkers. Dat is ons behulpzaam geweest bij het inzetten van
zonder onze identiteit als behandelinstelling teniet te doen. Zo wordt er meer
medewerkers op andere werkplekken, passend bij hun mogelijkheden, zodat
gestructureerd gecontroleerd op contrabande, is het beleid Gedwongen
we met minder mensen hetzelfde werk konden blijven doen.
Herstellen (dwang en drang) geïmplementeerd en is een start gemaakt met het project ‘Integriteitscode’om te komen tot een hernieuwde ethische
Ten aanzien van de behandelstaf is de psychiater-formatie in 2012 versterkt;
gedragscode.
de behandelstaf is het gehele jaar getalsmatig meer dan voldoende op orde geweest. De opleidingsplaatsen voor GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, psychiater en verpleegkundig specialist waren continu benut. In 2012 zijn net
Management van Medewerkers
als in 2011 alle BIG-registraties van behandelaren gecontroleerd.
Binnen het Human Resource Management staat de inzetbaarheid van medewerkers centraal: de mate waarin een medewerker professioneel zelfstandig in staat is zijn of haar functie uit te oefenen. De verbeterplannen uit de WerkVermogensMonitor (WVM) zijn in 2012 dan ook doorgezet. Zo is door een werkgroep handen en voeten gegeven aan actiepunten die
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 17 van 38
Evenals in voorgaande jaren, is de professionaliteit van de medewerkers in
geworden door het eigen vermogen verder op te bouwen met meer dan de
2012 middels scholingsprogramma’s, supervisie, intervisie en overige vormen
beoogde doelstelling van 1% van het totale budget.
van deskundigheidsbevordering op peil gehouden. Dit valt binnen de visie dat de Mesdag een organisatie is die zich continu ontwikkelt. Een collectief
De overgang van een subsidierelatie naar een in- en verkooprelatie vereist
programma ten behoeve van gezamenlijke ontwikkeling en een individueel
een actieve blik op de wijze waarop we op een gezonde manier onze
programma ten behoeve individuele ontwikkeling is vastgelegd in het
inspanningen en verrichtingen betaald krijgen. In 2012 zijn we veelvuldig en
Opleidingsplan. Het Opleidingsplan 2012 is grotendeels uitgevoerd.
succesvol met DForZo in gesprek geweest om de effecten van de cumulatie aan maatregelen in de financiering van de forensische zorg zo goed mogelijk
Mede middels direct en frequent contact in de driehoek ‘medewerker,
in te dammen. Hoewel de voorfinanciering in 2012 is teruggebracht naar 50%
leidinggevende en bedrijfsarts’, is de organisatie goed in staat geweest te
van de begrote jaarfinanciering, is de liquiditeit op geen enkele moment in
sturen op verzuim: preventie, ziekteverzuimbegeleiding, frequent verzuim,
gevaar geweest. Als eerste forensisch instituut in Nederland is de Mesdag er
inzetbaarheid (reïntegratie/mobiliteit) en de kosten van verzuim. Deze
in geslaagd geheel volgens planning de facturatie van DBBC’s te realiseren om
geprotocolleerde aandacht wordt actief onderhouden (o.a. verzuimtrainingen
de tweede helft van de financiering tijdig veilig te stellen.
management, evaluaties in Sociaal Medisch Team) en heeft in 2012 geleid tot een stabilisatie van het verzuimcijfer: 4,1%. De doelstelling (norm = ≤ 4%) is
Uitvoering van het Huisvestingsplan is in 2012 doorgezet. De perimeter-
nagenoeg behaald. De gerealiseerde verzuimfrequentie van gemiddeld 1,3 is
beveiliging is gerenoveerd. Kosten van begeleiding voor aanpassing van
ook nagenoeg conform de beoogde doelstelling (1,2).
deuren en puien in de verkeergang zijn geschat op € 31.500,-. Gemaakte kosten voor brandveiligheid, t/m 31 december 2012, zijn als volgt samen te vatten:
Management van middelen
2011
2012
De Mesdag is zich bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
Bouwportier
€ 6.962,00
€ 510,00
om op een juiste wijze met haar middelen om te gaan. Evenals voorgaande
Inhuur beveiliging
€ 7.886,00
€ 7.452,00
jaar maken de externe (financiële) ontwikkelingen dat we in 2012 scherp zijn
Totaal
€ 14.848,00
€ 7.962,00
blijven kijken naar waar we meer kunnen doen met hetzelfde dan wel
Wegens vertraging bij de RGD schuift aanpassing van de hoofddraag-
hetzelfde kunnen blijven doen met minder, zonder de inhoudelijke kwaliteits-
constructie door naar 2013. Als dat project is afgerond, voldoen we volledig
en veiligheidsdoelstellingen uit het oog te verliezen. We zijn kapitaalkrachtiger
aan de brandveiligheidseisen van DJI.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 18 van 38
We zijn gestart met de verbouw van enkele units, waarbij per twee units één
Dit betekent dat de zorgpaden zijn geherdefinieerd: een standaardcombinatie
gemeenschappelijk kantoor wordt gecentraliseerd. We beogen hiermee het
en (waar mogelijk) standaardvolgorde van behandelmodules voor op inhoud
overzicht en daarmee de veiligheid te verhogen evenals efficiënt om te gaan
gedifferentieerde patiëntengroepen binnen een zorgprogramma, waardoor
met personele middelen. Tevens biedt het de gelegenheid om de
het behandelverloop van een patiënt op meso-niveau voor een langere
kookvoorzieningen voor patiënten te moderniseren. De separeer-
periode inzichtelijk is. De modules zijn genormeerd. Deze lijn trekken we door
voorzieningen zijn aangepast aan de eisen van deze tijd.
naar 2013, wanneer we de modules ook op middelen gaan zetten en gaan koppelen aan een planninghorizon, zodat een er een sturingsmechanisme ontstaat waardoor het aanbod planmatig kan worden afgestemd op de
Management van processen
zorgvraag, de kosten kunnen worden beheerst en de (externe)
De Mesdag geeft vorm aan de implementatie van evidence based medicine en
verantwoording/interne controle efficiënt en betrouwbaar kan worden
best practice door de beschrijving van de verschillende onderdelen van ons
uitgevoerd.
totaalaanbod aan zorg in ons Entreeprogramma en de zorgprogramma’s voor: - patiënten met persoonlijkheidsstoornissen;
In 2012 zijn we doorgegaan op de ingeslagen weg van Routine Outcome
- patiënten met psychotische kwetsbaarheid;
Monitoring (ROM) door primair op individueel behandelniveau de voortgang
- patiënten met autismespectrumstoornissen;
op diverse items te meten. De uitkomsten zijn de basis voor aanpassingen van
- patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
de behandelinspanningen. Middels het door de Mesdag ontwikkelde en gevalideerde Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie (IFBE) worden
Eerder is beschreven dat in 2012 afstemming met de overige Forint-
de vaardigheden en dynamische factoren van de betreffende patiënten op
onderdelen is gegroeid. Voor de Mesdag zijn de algemene beschrijvende
overzichtelijke en gestructureerde wijze in kaart gebracht. Multidisciplinair
delen van de zorgprogramma’s in concept bijgesteld; deze zullen worden
ingevulde vragenlijsten worden daarbij door de stafafdeling Onderzoek
vastgesteld begin 2013. Onderliggend is het afgelopen jaar per programma
verwerkt tot een kort overzicht van het niveau van vaardigheden en
het meer specifieke deel geactualiseerd en waar nodig aangevuld.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 19 van 38
dynamische risicofactoren van de patiënt (het onderscheidende forensische
organisatie waar ondernemerschap een belangrijkere plaats inneemt.
niveau dat de IFBE in zich draagt), de veranderingen hierin en de
Ondernemerschap vraagt om resultaatsturing met ruimte om processen en
overeenstemming tussen de beoordelaars. Op deze wijze is duidelijk zichtbaar
systemen zelf in te richten, in plaats van voorgeschreven regels te moeten
welke vaardigheden hij al wel gebruikt en welke hij nog niet bezit (en
volgen. In 2010 is daarom de overstap gemaakt naar ISO-certificering; de ISO-
misschien nog training in nodig heeft). Voor 458 Multi Disciplinaire
norm biedt deze ruimte. In januari 2012 vond de controle-audit plaats. Er zijn
Behandelbesprekingen (MDB’s) in 2012, zijn 353 volledige IFBE-rapporten
geen deviaties of non-conformiteiten vastgesteld. Wel waren er enkele
(77% ROM-score) opgesteld. Doordat het IFBE veranderingen op
aanbevelingen zoals het verbeterd aandacht hebben voor het
wetenschappelijk wijze kan aantonen en gebruik maakt van items die voor de
documentbeheer binnen de ondersteunende diensten. Het ISO-certificaat
forensische psychiatrische behandeling relevant zijn, is dit een goed
toont aan dat het kwaliteitsmanagement-systeem (KMS) van de Mesdag aan
instrument om de forensische behandeling te evalueren. Dit wordt
de gestelde eisen voldoet. De auditoren waren positief over onze organisatie
ondersteund door het advies van de Expertgroep ROM FZ van GGZ Nederland,
en vonden dat we onze processen voldoende op orde hadden. Ze noemden
die de IFBE aanbeveelt als één van de vier klinische ROM-instrumenten die
als extra positieve punten de precisie van het Centraal PlanningsBureau en de
landelijk bruikbaar zijn. De IFBE is in 2012 ook geïmplementeerd binnen
manier waarop hier heel veel processen met elkaar verbonden worden, het
Lentis/Forint.
hoge kennisniveau, de grote betrokkenheid en het enthousiasme van alle medewerkers, de uitwisseling van kennis met andere instellingen binnen het
Na een stroeve aanloop, is eind 2012 door een aanvullend opgerichte
forensische veld en met de GGZ en de interne scholingsmogelijkheden, met
werkgroep gewerkt aan de operationalisatie van het primaire proces, zodat
specifiek de herhalingscursus medicatiedeling.
dit ingebed kan worden in het EPD. De live-gang is nu voorzien voor medio 2013, met de uiteindelijke conversie van het huidige digitale dossier naar het
Eind 2011 is het meerjaren Informatiebeleidsplan vastgesteld. De
EPD in User.
geprioriteerde doelstellingen voor 2012 zijn van actie voorzien. Beoogd is om medio 2012 over te stappen op een efficiënter en doelmatiger pakket voor
De afgelopen jaren is enige spanning ervaren tussen de processen van de
kantoorautomatisering. Op basis van een extern advies is de feitelijke transitie
Mesdag en het HKZ-normenkader. De HKZ-normen zijn primair toegeschreven
tijdelijk stopgezet, zodat gewerkt kan worden aan borging van aanvullende
naar de behandelfunctie, terwijl juist het Ministerie van Veiligheid en Justitie
(informatie)veiligheidsvereisten.
en de samenleving van ons vragen de beveiligingprocessen goed te borgen. Daarnaast heeft de Mesdag zich ontwikkeld naar een meer bedrijfsmatige
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 20 van 38
Binnen Lentis wordt centraal een innovatie-programma uitgerold. Daarnaast
Psychiatrische Afdelingen (FPA) van verscheidene (geïntegreerde) GGz
loopt het programma eHealth. In 2012 zijn we gezamenlijk opgetrokken,
instellingen in Nederland en met de partners binnen Forint/Lentis in het
mede in afstemming met FPC Pompestichting en FPC Oldenkotte, in de
bijzonder. Afgelopen jaar hebben we onze ketenpartners naar hun oordeel
oriëntatie op ICT-toepassingen voor de verlofcontrole en de inzet van online
over de samenwerking gevraagd middels het houden van een
behandelmodules. Deze oriëntatie wordt in 2013 voortgezet.
stakeholderstevredenheidsonderzoek. Over het algemeen komt er een (zeer) positief beeld van de Mesdag naar voren. De Mesdag wordt ervaren als een organisatie die haar zaken goed op orde heeft en is prettig en professioneel in
Waardering door patiënten
de samenwerking. Uiteraard zijn er zaken benoemd die verbetering
Middels de zorglogistieke vertaling van de programma’s richting zorgpaden,
behoeven. Zo sluiten bijvoorbeeld de inhoud, vormgeving en de frequentie
weten we in een eerder stadium welke modulen ongeveer op welk tijdstip
van de wettelijke aantekeningen (WA’s) onvoldoende aan bij de vraag van de
aangeboden gaan worden in de behandeling van de individuele patiënt. In
rechtbank/het Openbaar Ministerie. Zowel documentatie als proces is in 2012
2012 is besloten om patiënten beter te informeren over het verloop van hun
geoptimaliseerd. Andere verbeterpunten zijn de overdracht van de
behandeltraject door gebruik te maken van behandelkaarten. Deze
medicatiehistorie en de financiële gegevens van de patiënt. Hiervan is
behandelkaarten zijn ook een tastbaar resultaat bij de implementatie van de
aangegeven dat deze bij de overdracht naar vervolgzorg niet voldoende
zorgprogrammering. De behandelkaarten zijn conform een vastgestelde
overzichtelijk worden meegegeven. Verbeteracties zijn uitgezet. In 2013
werkwijze geïmplementeerd binnen de zorgprogramma’s, zodat de benodigde
worden alle doelstellingen uit het verbeterplan gerealiseerd.
standaardisatie is gerealiseerd in het kader van de toekomstige implementatie van User en de kwaliteitsbewaking. De patiënten zelf zijn daarmee van een meer helder perspectief voorzien: ze hebben zicht op hun behandeltraject in
Waardering door medewerkers
de tijd.
In 2011 hebben we opvolging gegeven aan de bevindingen uit de WerkVermogensMonitor, een onderzoek onder ruim 70% van de medewerkers naar de duurzame ‘fit’ tussen medewerker en functie. Het
Waardering door (keten)samenwerkingspartners
verbeterd zicht hebben op het eigen werkvermogen (de mate waarin een
In 2012 hebben we ons streven gecontinueerd om de samenwerkingsrelaties
medewerker zowel fysiek als geestelijk in staat is te werken), heeft
te verstevigen, met name aan de uitstroomkant met o.a. de reclassering,
medewerkers in staat gesteld met hun leidinggevenden, waar nodig, in 2012
forensische poliklinieken, beschermde woonvormen en Forensisch
verder te kijken naar mogelijkheden tot verbetering.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 21 van 38
De in 2012 georganiseerde organisatiebrede bijeenkomsten in het kader van
Waardering door de maatschappij
‘leiderschap’ zijn goed bezocht en hoog gewaardeerd. Medewerkers zijn
De Mesdag is overtuigd van het nut en de noodzaak van de tbs-maatregel
tevreden over de inspanningen die de organisatie pleegt om conform de
voor de samenleving én voor de patiënten. Door dit op gepaste wijze uit te
besturingsfilosofie de verantwoordelijkheden op de juiste plaatsten te leggen.
dragen met respect voor slachtoffer en patiënt, wordt beoogd de
En dat medewerkers gefaciliteerd worden zodat zij ook in staat zijn om hun
beeldvorming rondom de tbs in het algemeen en de Mesdag in het bijzonder
verantwoordelijkheden te nemen.
positief te beïnvloeden. Het doel is de waardering voor onze activiteiten en resultaten te vergroten. De organisatie kiest ondubbelzinnig voor het streven
De Mesdag heeft een interne klachtenregeling voor medewerkers. De
naar optimale transparantie en maatschappelijke verantwoording. In 2012
Klachtencommissie adviseert de directie, de voorzitter is een onafhankelijke
hebben we ons verantwoord over het verslagjaar 2011 analoog aan
persoon die niet werkzaam is voor de organisatie. Onderhavig verslagjaar
Voorschriften uit de Regeling Jaarverslaggeving WTZi. De prestatie-indicatoren
heeft de Klachtencommissie geen klachten ontvangen.
voor de kwaliteit van de forensische zorg zijn tijdig via de portal van Zichtbare Zorg aangeleverd.
De Mesdag voert beleid met betrekking tot preventieve maatregelen tegen ongewenst gedrag van medewerkers onderling en organiseert opvang en
In 2012 hebben we uitvoering gegeven aan enkele acties uit het in 2011
begeleiding voor medewerkers die hiermee geconfronteerd worden. De
vastgestelde ‘ energie efficiency plan’ waarin beschreven staat op welke wijze
uitvoering van dit beleid is in handen van de vertrouwenspersoon van de
er energiebesparing kan plaatsvinden. Zo is een afname van de energiekosten
Mesdag in samenwerking met de vertrouwenspersonen van Lentis. De
t.o.v. 2010 gerealiseerd d.m.v. efficiënte omgang met energie. Geheel 2012 is
vertrouwenspersoon heeft in 2012 vijf meldingen ontvangen. Alle betroffen
gebruik gemaakt van de milieustraat, welke in 2011 tijdens de
ontevredenheid over de handelwijze c.q. relatie van/met de leidinggevende.
bouwwerkzaamheden van de nieuwbouw gerealiseerd is.
Het gaat om vijf verschillende medewerkers en vijf verschillende leidinggevenden. Twee melders zijn nog in gesprek met leidinggevende over de situatie, een melder is doorverwezen naar het Bedrijfsmaatschappelijk Werk en ondervindt daar veel steun, de vierde en de vijfde melder zijn er met de leidinggevende uitgekomen.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 22 van 38
3.3 Producten en eindresultaten Productieafspraken (ondergrens, naar producttype)
Doel
Resultaat
Resultaat
2012
2012
2011
181 116 65
181 116 65
181 101 80
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. IIIa
8
8
8
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. III b
55
50,10
40,50
De zorgverlening/productie van vijf patiënten is niet via de DBBC-methode afgehandeld met DForZo. Dit verantwoorden we apart van dit jaarverslag op patiëntniveau naar DForZo. Juist gezien het casusniveau, is dit overzicht niet in
Regulier vastgestelde capaciteit Aantal plaatsen doorstroom Aantal plaatsen verblijf
dit openbare document opgenomen om iedere vorm van herleidbaarheid naar personen te vermijden. Plaatsingsafspraken eerste opnamen
Resultaat
Resultaat
2012
2011
30
18
29
100%
100%
100%
-
-
-
Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis (MNPs)
pm
11%
28%
Eerste opname Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. IV
12
0
7,07 Man
Totaal capaciteit (op jaarbasis)
256
239,10
236,57 Vrouw
Totaal capaciteit op basis verzorgingsdagen
93.696
87.511
Doel 2012
86.349
Risico Interventie Patiënten
12
12
12 6%
24%
24
24
nvt
Patiënten met psychotische kwetsbaarheid (MNPy)
pm
Plaatsen reservecapaciteit
Aantal Forensisch Psychiatrisch Toezicht (gemiddeld)
pm
40,36
34
IQ<80
pm
83%
48%
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 23 van 38
3.4 Balans- en resultatenrekening BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na resultaatbestemming)
RESULTATENREKENING OVER 2012 31-dec-12
31-dec-11
2012
2011
€
€
€
€
35.793.202
33.007.636
ACTIVA
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Vaste activa
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
211.386
308.345
45.578.277
47.106.761
4.689
4.800
45.794.352
47.419.906
Subsidies
258.958
273.454
Overige bedrijfsopbrengsten
9.645.066
7.910.823
Som der bedrijfsopbrengsten
45.697.226
41.191.913
28.181.564
26.150.924
2.571.637
1.815.833
BEDRIJFSLASTEN: Vlottende activa 1.635.361
4.360.441
Liquide middelen
19.019.279
5.315.400
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Totaal vlottende activa
20.654.639
9.675.841
Overige bedrijfskosten
12.347.938
10.855.761
Som der bedrijfslasten
43.101.138
38.822.518
2.596.088
2.369.395
-1.911.988
-1.903.820
684.100
465.574
0
0
684.100
465.574
2012
2011
€
€
684.100
465.574
Vorderingen
Totaal activa
66.448.991
57.095.747
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
31-dec-12 PASSIVA
31-dec-11
€
€
Eigen vermogen
4.348.686
3.664.586
Voorzieningen
4.277.927
1.862.280
Langlopende schulden
38.779.995
40.333.329
Kortlopende schulden
19.052.383
11.235.551
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Totaal passiva
66.448.991
57.095.747 Toevoeging: Eigen vermogen
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 24 van 38
4. TOEKOMSTPARAGRAAF De komende jaren krijgen we volop te maken met de economische
Mesdag analoog aan de sector stevig moet werken aan behandelduur-
problematiek in het algemeen en binnen de sector in het bijzonder. Er worden
verkorting. Het plan is op moment van schrijven nog niet behandeld in de
verdere stappen gemaakt in de invoer van de prestatiebekostiging en er zal
Tweede Kamer, derhalve is het niet meer en niet minder dan een richting
bezuinigd gaan worden. In maart 2013 is het Masterplan DJI 2013 – 2018
waar we ons nu al op prepareren. Aan de andere kant wordt van ons
verschenen, waarin het departement richting geeft aan de wijze waarop
verwacht dat we de kwaliteit van onze forensische zorg verder
bezuinigd gaat worden. Ook zijn er meerjarenafspraken gemaakt tussen
doorontwikkelen. Deze dynamiek hebben we al tijden zien aankomen. De
DForZo en onze branchevertegenwoordiger GGZ Nederland, welke onlos-
afgelopen jaren hebben we dan ook actief onze invloed aangewend om de
makelijk verbonden zijn met de inhoud van het Masterplan. Concentratie van
ontwikkelingen waar mogelijk te sturen in de richting van het gestelde in de
hoog beveiligde en hoogintensieve zorg in minder instellingen verschaft
veldbrede nota ‘Forensische Zorg in Perspectief’.
immers de FPC’s de benodigde omvang om kwaliteit te kunnen blijven leveren. Dat maakt het stelsel robuust en de instellingen levensvatbaar.
De komende periode gaan we de volgende fase in. We willen onze processen verder optimaliseren en standaardiseren. Dat doen we niet alleen, maar
De afgelopen jaren hebben we intern al pro-actief grote slagen gemaakt in het
vooral ook tezamen met onze collega FPA-afdeling van Forint in Zuidlaren, de
creëren van een flexibele organisatie met hoge handelingssnelheid als ons
AFPN van Forint en de forensische poli en reclassering van VNN. Waar
antwoord op de onvoorspelbare buitenwereld. Dat hadden we reeds in 2009
mogelijk versterken we actief het ketensamenwerken met overige instanties.
geformuleerd in ons meerjaren beleidsplan. Juist nu zijn we blij met onze
Dat levert voor de verschillende afnemers van onze diensten in kortere tijd
vorderingen om voldoende regelruimte op de werkvloer te organiseren – daar
het gevraagde product op en bevordert intrinsieke motivatie en
waar het contact met onze klanten plaatsvindt; niet alleen met het Ministerie
verantwoordelijk gedrag bij onze medewerkers.
en onze patiënten, maar ook eigen werknemers die gebruik maken van onze ondersteunende diensten. Ten aanzien van onze processen hebben we reeds
Gaandeweg 2013 zullen de contouren van het hernieuwde forensische
grote kwaliteitsslagen gemaakt.
landschap zich strakker aftekenen. Als we een scherper beeld hebben zullen we een nieuw meerjarenbeleidsplan opstellen. Efficiënt en effectief werken
Dat maakt dat we met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. We weten uit
zullen wederom sleutelbegrippen zijn. Wijzelf staan aan de basis hiervan.
het Masterplan dat tariefskortingen op ons af kunnen komen, evenals dat de
Deze verantwoordelijkheid voelen we en nemen we van harte.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 25 van 38
Bijlage 1; PRESTATIE-INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE De Mesdag heeft de prestatie-indicatoren voor de kwaliteit van de
Toelichting recidive
Forensische Zorg, welke nog zijn opgesteld door Zichtbare Zorg, tijdig
In 2012 heeft er geen recidive plaatsgevonden tijdens de strafrechtelijke titel.
aangeleverd in de dataportal 2012 van DForZo. Deze gegevens zijn vrijgegeven
In dergelijke gevallen ontvangt het FPC informatie hieromtrent vanuit o.a. de
via de webenquête DigiMV. Onze resultaten op de indicatoren zijn openbaar
politie, de reclasseringsorganisaties, de patiënt zelf, zijn (sociale) netwerk
en te raadplegen via www.jaarverslagenzorg.nl.
en/of het Veiligheidshuis.
Toelichting verandering ernst van de problematiek
Toelichting medicatieveiligheid
In 2012 waren er bij de Mesdag in totaal 218 patiënten in zorg, voor wie geldt
De Mesdag beschikt in 2012 over een niet-elektronisch voorschrijfsysteem
dat zij betreffende kalenderjaar langer dan 12 maanden opgenomen waren
(wel geautomatiseerd bewakingssysteem: Microhis). De doelstelling is om
dan wel dat zij zijn uitgestroomd met een Onvoorwaardelijk Ontslag,
over te gaan naar een elektronisch voorschrijfsysteem.
Voorwaardelijke Beëindiging of Proefverlof. Van deze populatie is bij 184 patiënten zowel in 2011 als in 2012 met de HKT-30 de risicotaxatie
Toelichting aantal separaties
afgenomen, zodat op basis van beide metingen de verandering inzichtelijk
Binnen de forensische behandeling is het voorkomen van dwangmaatregelen
wordt. Dat is een percentage van 84,4%.
niet een doel op zich, maar eerder het laatste stadium in preventieve en deëscalerende behandelinterventies. Het doel van beveiligde zorg is primair
Toelichting afname delictrisico
recidive dan wel (gewelddadige) incidenten voorkomen. Om dit doel te
De afname van het delictrisico is gemeten aan de hand van de veranderingen
bereiken kan het noodzakelijk zijn om de autonomie van de patiënt te
van het klinische eindoordeel bij de populatie van voornoemde 184 patiënten
limiteren middels het opleggen van beperkende maatregelen, zoals
van wie zowel in 2011 als in 2012 met de HKT-30 de risicotaxatie is
separeren, als de zorg en bescherming, rechtsorde en veiligheid in het geding
afgenomen. Bij 158 patiënten is stabilisatie dan wel afname van het
zijn. Het toepassen van beperkende maatregelen dient daarbij in verhouding
delictrisico vastgesteld (85,9%),
te staan tot het te bereiken doel en zal gebeuren met het minst ingrijpende maar noodzakelijk geachte middel binnen het kader van de externe regelgeving.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 26 van 38
De Mesdag volgt de gedachte van GGZ Nederland dat problemen kunnen
Toelichting somatische screening
ontstaan wanneer ten onrechte dwang wordt toegepast, maar onderstreept
Alle patiënten kunnen een appèl doen op de 24-uurs bezetting van de
ook dat er problemen kunnen ontstaan als hulpverleners onterecht geen
Medische Dienst van de Mesdag. Te allen tijde kan contact worden
dwang toepassen.
opgenomen met deze afdeling naast het structurele aanbod van het verpleegkundigespreekuur, huisartsspreekuur en dagelijkse telefonische bel-
In 2012 zijn 54 patiënten in totaal 138 keer gesepareerd geweest.
uur.
Vierentwintig keren was fysiek ingrijpen daarbij noodzakelijk, de overige keren werkte de patiënt mee. Vijf patiënten zijn 8 keer of vaker gesepareerd,
Alle nieuw opgenomen patiënten uit een Penitentiaire Inrichting dan wel uit
waarvan één zelfs 21 keer.
een ander FPC, zijn binnen 10 werkdagen na opname somatisch gescreend. Patiënten die langer dan 1 jaar in zorg zijn worden niet structureel
De gemiddelde duur van de separatie bedroeg 122 uren. Dat hoge
opgeroepen voor een somatische screening. Dat is inhoudelijk niet
gemiddelde wordt vooral veroorzaakt door twee patiënten die respectievelijk
noodzakelijk en in enkele gevallen zelfs gecontraïndiceerd i.v.m. hun
van maart tot augustus en van maart tot einde kalenderjaar zijn gesepareerd.
psychopathologie. Op individueel patiëntniveau wordt de afweging gemaakt
Dat betekent niet dat zij alleen ingesloten zijn geweest, maar de beveiligde
een patiënt somatisch wel of niet structureel te volgen naast alle
recreatiemomenten zaten per dag onder het wettelijke minimum dan wel dat
mogelijkheden die er zijn om ad hoc in contact te komen met de Medische
deze patiënten continu ’s nachts zijn gesepareerd. De status is derhalve
Dienst. Van alle 197 patiënten die in 2012 in de kliniek hebben verbleven en
administratief niet veranderd. Ten aanzien van beide patiënten geldt een
langer dan 1 jaar een tbs-maatregel hebben (exclusief transmuraal), hebben
bijzonder veiligheidsvraagstuk van de buitencategorie. Over hen is veelvuldig
er 166 een somatische screening ondergaan (84,3%).
contact onderhouden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz), betrokken curatoren/wettelijk vertegenwoordigers, in- en externe deskundigen in het forensische veld en het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE).
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 27 van 38
Bijlage 2; WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Partners 1. Algemeen 2012
Het betreft een promotieonderzoek in samenwerking met de Rijksuniversiteit
In 2012 bestond de afdeling Onderzoek van FPC Dr. S. van Mesdag 10 jaar. Om
Utrecht, Universiteit van Tilburg en Stenden Hogeschool Leeuwarden.
dit feit te vieren is een symposium georganiseerd op 8 november: ‘Filosofie in
Daarnaast betreft het een intern Mesdagonderzoek.
de forensische psychiatrie’, en is er een bundel verschenen waarin alle onderzoekers van de afgelopen 10 jaar (een deel van) hun onderzoek
Onderzoekers
beschrijven. Deze bundel heet: “Mesdag wetenschappelijk: Tien jaar
Dr. Marinus Spreen, drs. Swanny Kremer, drs. Marlies van de Berg, drs. Lydia
wetenschappelijk onderzoek in FPC Dr. S. van Mesdag”. In 2012 is het
Pomp (promovenda, Stenden Hogeschool), prof. dr. S. Bogaerts (Universiteit
onderzoek naar empathie afgesloten met de promotie van Harma Meffert
van Tilburg) en prof. dr. B. Völker (Universiteit Utrecht).
met het proefschrift ‘Empathy under arrest?’. Voortgang in 2012 2. Forensische sociale-netwerkanalyse (FSNA)
In 2012 is een start gemaakt om de FSNA te implementeren in het
Onderwerp
patiëntvolgsysteem (ROM). Na een korte FSNA-cursus aan alle
Het sociale netwerk van een patiënt speelt in de meerderheid van de gevallen
maatschappelijk werkers wordt, in nauwe samenwerking met hen, bij alle
een belangrijke rol in de aanloop tot het delict (falen van de preventie). De
patiënten die vanaf april 2012 zijn opgenomen een InstroomFSNA afgenomen.
invloed van het sociale netwerk als factor komt in de bestaande risicotaxatie-
Doel is het integreren van de FSNA in het kader van de sociale diagnostiek en
instrumenten slechts beperkt aan de orde. Het onderzoek betreft het sociale
het patientvolgsysteem. Het motto is: Uitstroom begint bij de instroom.
netwerk van de patiënt binnen en buiten de kliniek. Middels interviews met
Hiervoor wordt een vragenlijst door de patiënt en al diens netwerkleden
patiënten en enkele van hun netwerkleden wordt onderzocht welke
ingevuld. Door de netwerkleden herhaaldelijk tijdens de behandeling te
netwerkpersonen en omstandigheden in het individuele geval bijdragen aan
vragen om over de voortgang van de patiënt te rapporteren, wordt ook het
vermindering of toename van delictgevaar. Een belangrijk aandachtspunt in
netwerk van de patiënt betrokken bij de behandeling en de ROM. In 2013
dit onderzoek is het ontwikkelen en evalueren van hierop gebaseerde
worden de resultaten hiervan structureel geïmplementeerd bij de
risicomanagementinterventies. Interventies bestaan uit afspraken met patiënt
multidisciplinaire behandelbesprekingen.
en netwerkleden over het toekomstig leven, eventueel in de vorm van levensloopbegeleiding.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 28 van 38
Voortgang promotieonderzoek in 2012
In 2012 is er een pilotstudie uitgevoerd:
In 2012 is het artikel “The social networks of personality disordered forensic
Studie 1 Werktitel: De mythe van de neutrale stimuli
psychiatric patients” aangeboden aan het tijdschrift “Journal of Social Work”.
In deze studie willen we plaatjes die in andere studies als neutrale stimuli
Het artikel wordt in 2013 gepubliceerd.
gebruikt worden testen op hun daadwerkelijke neutraliteit. Wat bepaalt dat een stimulus daadwerkelijk minder arousal kan oproepen dan een andere, en bestaat er daadwerkelijk zoiets als neutraliteit van stimuli? Plaatjes worden
3. Arousalmeter
aan respondenten aangeboden en de reacties hierop door middel van
Onderwerp
fysiologische maten zoals EEG, spierspaning, huidgeleiding en hartslag
Mensen laten fysiologische reacties zien bij het herkennen van voorwerpen of
gemeten. Er zal gekeken worden of reacties op stimuli geassocieerd kunnen
beelden en bij vragen naar emotionele gebeurtenissen. Deze onderzoekslijn
worden met een bepaalde persoonlijkheidsstructuur, waardoor toekomstig
heeft als leidende vraag: op welke wijze kunnen meetmethoden van
onderzoek onder tbs-patiënten beter gevalideerd kan worden.
fysiologische reacties ingezet worden als behandelingsondersteunende en risicomanagement methode (monitoring) gedurende het resocialisatieproject.
Voortgang 2012
Dit project is een vervolg op en een verbetering van het polygrafisch
De mythe van de neutrale stimuli
onderzoek. Met behulp van neuropsychologische tools en EEG-onderzoek,
Dit onderzoek is in de zomer van 2012 uitgevoerd, met studenten van de
worden fysiologische reacties gemeten zoals elektrische huidweerstand,
Rijksuniversiteit Groningen als proefpersonen. Naar aanleiding van dit
ademhaling, bloeddruk, oogbewegingen, spierbewegingen, hersengolven en
onderzoek konden we testen wat de mogelijkheden en beperkingen van de
bloedvolumedoorvoer. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar
arousalmeter zijn en kon de techniek voor het gebruiken van de arousalmeter
betrouwbaarheid en validiteit van ‘bevraging’.
aangepast worden.
Partners
De arousalmeter voor de leugendetetctie
Universiteit van Tilburg/Leuven
Een stagiaire van Hogeschool van Hall Larenstein heeft vanaf september 2012 tot en met januari 2013 een onderzoek uitgevoerd met de arousalmeter.
Onderzoekers
Hierbij werden studenten gevraagd om een mock-crime te ondergaan (doen
prof. dr. Stefan Bogaerts, dr. Marinus Spreen en drs. S. Fielenbach.
alsof je een misdaad begaat) en vervolgens werden ze ondervraagd. Dit
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 29 van 38
onderzoek heeft ertoe geleid dat een richtlijn is ontwikkeld waardoor de
in de nabije toekomst behandeleffect studies gedaan worden (bijv
resultaten van een meting met de arousalmeter te interpreteren zijn.
Libermanmodules) en als risicomanagement methode toegepast worden (bijv cravingsniveau voor verlof en na verlof in kaart brengen voor de patiënt).
2013
Naast deze studies binnen het FPC Dr. S. van Mesdag zal er in 2013 een
Werktitel: Het meten van het niveau van craving dmv fysiologische
samenwerking met FPC Veldzicht plaats vinden. Dit valt onder het
parameters
onderzoeksproject van twee collega’s uit FPC Veldzicht in het kader van hun
De hoofdvraag die met de arousalmeter wordt onderzocht, is mede door de
opleiding tot klinisch psycholoog. In dit onderzoek wordt de reactiviteit op
afgeronde onderzoeken van 2012 veranderd. Het promotietraject zal zich
alcoholstimuli gemeten. Patienten van FPC Veldzicht ondergaan een training,
vanaf medio 2012 voornamelijk richten op het ontwikkelen van een
waarvoor de arousalmeter uit FPC Dr. S. van Mesdag de voor- en nameting
betrouwbare maat voor het detecteren van cravingsgevoelens van
verzorgt.
drugsverslaafde tbs-patiënten in de door- en uitstroomfase. In deze studie willen we d.m.v. het aanbieden van verschillende stimuli
Verslaving wordt gezien als een tot chroniciteit neigende aandoening van
(bijvoorbeeld drugsgerelateerde foto's afwisselend met ongerelateerde foto's)
biopsychosociale aard, die de behandeling van tbs -gestelden ernstig kan
het cravingsniveau van patiënten met een verslavingsprobleem vaststellen.
verstoren. Met de huidige stand van zaken doorlopen patiënten het tbs -
De opzet zal grofgezegd als volgt zijn: een groep patiënten met verslavings-
traject van instroom naar uitstroom, waarbij er specifieke zorgprogramma’s
problematiek vullen zowel subjectief hun "craving" in via zelfrapportage-
worden gecombineerd met verslavingsbehandeling (integrated dual-diagnosis
lijsten, eventueel vullen personeelsleden deze in voor de patiënt, en we halen
treatment). Bij de behandeling van verslaving richt de focus zich voornamelijk
aanvullende informatie uit ons patiëntvolgsysteem. Daarnaast zal er een
op cognitieve gedragstherapie, psycho-educatie en motiverende
controlegroep zijn die niet fysiologisch reageert op stimuli.
gespreksvoering. Daadwerkelijke terugval in middelengebruik zorgt voor
Het behandeldoel van dit onderzoek is dat a) patiënten die subjectief
onvoorspelbaarheid en op basis van handhaven van de orde en veiligheid
rapporteren dat ze geen craving meer hebben, ondersteund worden in hun
worden er beperkende maatregelen opgelegd. Echter wordt er tot heden nog
beleving indien dit ook fysiologisch wordt gevonden (ook goed voor
(te) weinig aandacht besteed aan de chronisch biologische component van
vertrouwensband) en b) patiënten die subjectief rapporteren dat ze geen
drugsverslaving. Tijdens de behandeling wordt er weinig rekening gehouden
craving hebben maar fysiologisch wel reageren bewust maken van dit
met het feit dat fysiologische aspecten van verslaving, zoals craving, niet door
gegeven, zodat ze tot beter inzicht komen. Met de vaststelling dat craving
middel van CGT behandeld kunnen worden. Wanneer patiënten in de
betrouwbaar gemeten kan worden met fysiologische parameters kunnen dan
intramurale fase van hun behandeling zitten worden ze minder
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 30 van 38
geconfronteerd met drugsprikkels. In verlofsituaties tijdens de
Onderzoekers
resocialisatiefase is dit echter anders, en bestaat het gevaar dat patiënten
prof. dr. Stefan Bogaerts, dr. Marinus Spreen, dr. Franc Donkers en
onvoldoende voorbereid zijn op de lichamelijke symptomen van craving (zoals
drs. S. Fielenbach.
een verhoogde hartslag) die ook na lange tijd van abstinentie nog kunnen optreden en tot terugval in middelengebruik kunnen leiden. Patiënten zijn zich hiervan echter vaak onvoldoende bewust, wat het meten van deze
4. Risicotaxatie onderzoek
cravingsgevoelens lastig maakt. Zelfrapportage cravingsvragenlijsten kunnen
Onderwerp
terugval in middelengebruik dan ook niet voldoende voorspellen. Patiënten
Risicotaxatie is een verplicht onderdeel van het vrijhedenbeleid en de
met een verslavingsgeschiedenis zullen worden blootgesteld aan middelen-
kwaliteit van de risicotaxaties is structureel onderwerp van onderzoek. In FPC
gerelateerde stimuli. Door middel van een EEG-afname en het meten van de
Dr. S. van Mesdag wordt gebruikt gemaakt van de HKT-30 als instrument voor
hartslag kan getest worden in hoeverre patiënten nog reageren op prikkels.
geweldsdelinquenten en de SVR-20 voor zedendelinquenten.
De aard van de reactie (arousal) op deze prikkels kan een inschatting geven van de craving die patiënten ervaren bij het zien van verslavingsgerelateerde
Partner
prikkels.
Alle FPC’s in Nederland
Het doel van dit projectvoorstel is dan ook om fysiologische metingen van
Onderzoekers
craving structureel op te nemen in de behandeling van verslaafde tbs -
dr. Marinus Spreen, prof. dr. S. Bogaerts
patiënten. Het onderzoek richt zich op tbs -patiënten met de diagnose van middelenverslaving gedurende alle fases van de behandeling. Het gaat erom
Voortgang in 2012
dat het fysiologisch meten van craving structureel in de behandeling van tbs -
In 2010 is het landelijke project HKT-revisie van start gegaan. Dit project
gestelden wordt opgenomen, van in- naar uitstroom. Hierdoor zal er
wordt gefinancierd met behulp van een innovatiesubsidie van DJI waarin FPC
uiteindelijk een betere kwaliteit van zorg geleverd kunnen worden, wat het
Dr. S. van Mesdag penvoerder is (projectleider: dr. M. Spreen). In 2011 is de
terugdringen van recidive kan verbeteren.
dataverzamelingsfase afgerond. Er zijn in totaal 347 landelijke dossiers van expatiënten die in de jaren 2004- 2008 ontslag hebben gekregen, gescoord. In
Partners 2013
2012 is de handleiding geschreven en de dataset geanalyseerd. In 2013 zal de
Universiteit van Tilburg
HKT-R geïntroduceerd worden.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 31 van 38
Financiële verantwoording
onderzoekslijn is N=1-methodologie ontwikkelen: in individuele gevallen
In 2009 is een subsidieaanvraag ingediend van € 194.000,-. Door het
kunnen aangeven of er vooruitgang is en of er duidelijke indicaties zijn voor
Ministerie van Veiligheid en Justitie is € 164.000,- toegekend. Het onderzoek
een causale samenhang daarvan met de gegeven behandeling (interventies).
is in de afrondende fase. Kosten tot en met 31 december 2012 zijn € 165.000,-
De ontwikkelde N=1 methodiek is toegepast in een patiëntvolgsysteem dat bestaat uit een vragenlijst (Instrument voor Forensische Behandelevaluatie
In 2012 is het artikel van drs. K. de Vries in het kader van de opleiding tot
(IFBE)) die elke behandelbespreking door alle betrokken behandelaars
Klinisch Psycholoog verschenen in het Tijdschrift voor Psychiatrie. In 2012
ingevuld wordt. Het doel van het PVS is het op gestructureerde wijze
heeft dr. M. Spreen gastcolleges Risicotaxatie gegeven bij de Master
evalueren van de behandeling op N=1 niveau, dit wordt ook wel routine
Forensische Psychologie van de Universiteit Tilburg, Klinische Psychologie aan
outcome monitoring (ROM) genoemd. Met de verzamelde data zullen
de Rijksuniversiteit Groningen, de opleiding tot Verpleegkundig Specialist en
vervolgens ook op groepsniveau behandelonderdelen en zorgprogramma’s
de master Recherchekunde van de Politie Akademie.
geëvalueerd worden. Partner
5. N=1 methodiek en het Patiënt Volg Systeem (PVS) (promotieonderzoek)
Forensische psychologie, Universiteit van Tilburg.
Onderwerp N=1 staat voor: het aantal onderzochte mensen (in onderzoekstermen: N) is
Onderzoekers
één. Dus het gaat over één persoon. De overgrote meerderheid van
drs. Erwin Schuringa, dr. Marinus Spreen, prof. dr. S. Bogaerts (universiteit
behandelevaluatie-onderzoek gaat over groepsvergelijkingen (van wel
Tilburg)
behandelde met niet of anders behandelde mensen). Dat is uitermate belangrijk onderzoek, maar daarnaast blijft de vraag: of er in het individuele geval
Voortgang in 2012
een redelijke indicatie is te geven voor de werkzaamheid van een behandeling
In 2012 is de IFBE ingevoerd in Forint IZZ Zuidlaren en is het eerste artikel over
(causaal verband tussen behandeling en gebleken vooruitgang op
de betrouwbaarheid van de IFBE aangeboden aan het tijdschrift Assessment.
bijvoorbeeld tests en inzake gedrag)? Daartoe is de zogenoemde N=1-
Dit artikel is niet geaccepteerd door dit tijdschrift maar heeft wel een review
methodiek ontwikkeld. Deze bestaat in aanzet sinds de jaren ‘70, maar komt
gehad. Met deze review zal het artikel aangepast worden en daarna
vanwege de benodigde statistiek en methodologie maar heel langzaam tot
aangeboden worden aan een ander tijdschrift.
ontwikkeling terwijl er in principe een groot potentieel is. Een belangrijke
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 32 van 38
Er is een toenemende belangstelling vanuit het veld naar de IFBE, wat onder
Ook wordt onderzocht welke morele waarden voor medewerkers belangrijk
andere geresulteerd heeft in een presentatie voor het LBHIV.
zijn en hoe zij deze waarden vertalen in normen voor het handelen. Partner
6. Ethisch onderzoek
Rijksuniversiteit Groningen
Onderwerp
prof. mr. dr. Anne Ruth Mackor (Hoogleraar professie ethiek aan de Faculteit
Wanneer men op een regelmatige basis en gestructureerd met elkaar in
Rechtsgeleerdheid in het bijzonder van de juridische professies en bijzonder
gesprek gaat over ethiek en morele afwegingen, zal het nadenken over wat
hoogleraar professionele ethiek vanuit humanistisch perspectief bij de
onze behandeling tot een goede behandeling maakt waarschijnlijk toenemen.
Faculteiten Wijsbegeerte en Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap)
In de dagelijkse praktijk is er zelden bedenktijd. Juist bij het maken van afwegingen bij morele dilemma’s lijken werkers vaak op zichzelf aangewezen
Onderzoekers
te zijn. Werkers richten zich dikwijls op hun eigen intuïtie en ervaringen.
Swanny Kremer (coördinator ethisch onderzoek, junior onderzoeker),
Moreel denken en werken is daardoor onderhevig aan willekeur en lijkt
Werkgroep Ethiek: Ben Rijpkema (pastor, geestelijk verzorger), Gerbrand
weinig reflectief en gecontroleerd te zijn.
Stam (psychotherapeut), Harm Prins (manager Dienst Geïntegreerde
Bij ethisch onderzoek wordt onderzocht of het ‘ethisch denken’ gestimuleerd
Beveiliging), Heidi Wolf (sociotherapeut), Hein Bokern (zorginhoudelijk
wordt door regelmatig stil te staan bij ethische aspecten van de behandeling.
manager), Jeannette van der Meijde (humanist, geestelijk verzorger), Karin
Medewerkers worden ondersteund bij het eigen denkproces. Dit heeft als
Groot (beeldend therapeut), Lammert Neijmeijer (dominee, geestelijk
doel de morele bewustwording te bevorderen, de kwaliteit van morele
verzorger), Mariet Slaats (psycholoog /onderzoeker), Sheila van Staveren
reflectie te verbeteren, de motivatie tot het verlenen van goede zorg te
(geestelijk verzorger op Islamitische grondslag), Wilma Kerstholt (seksuologe)
vergroten en daarmee de kwaliteit van de zorg te verbeteren.
en Wouter Bosma (medewerker educatie).
De ondersteuning aan de medewerkers wordt geboden door in regelmatige reflectiebijeenkomsten een stappenplan uit te leggen en toe te passen. De
Voortgang in 2012
bijeenkomsten kunnen gebruikt worden om begrippen te verhelderen, om de
De werkgroep ethiek vindt het belangrijk om tijd te nemen voor reflectie, om
situatie uit te diepen, om eventuele argumenten te analyseren en om te zien
werknemers op een systematische manier zich gezamenlijk te laten buigen
of deze coherent zijn, om zo te komen tot een situatie waarin de medewerker
over het werk, over zorg, over behandeling. In 2012 zijn er drie themalunches
zelf tot een weloverwogen beslissing kan komen.
georganiseerd waarbij alle medewerkers aan konden schuiven om mee te
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 33 van 38
denken. De drie thema’s waren: ‘Intimiteit’, ‘Levenskwaliteit en veiligheid’, en
Diverse rapporten wijzen op de noodzaak om zorg op maat te bieden aan
‘(Wanneer) mag men een afspraak niet nakomen?’ Ter plekke is met behulp
allochtonen (Raad voor Volksgezondheid en Zorg, 2000; Commissie Visser,
van een stappenplan een dilemma uitgewerkt met betrekking tot het
2006). Onderzoek is nodig om te bepalen wat daarvoor nodig is.
betreffende thema. De themalunches worden binnen de Mesdag goed
Centrale vraag in deze onderzoekslijn is: welke rol spelen culturele factoren
bezocht, en positief geëvalueerd.
tijdens de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging? In diagnostiek en risicotaxatie, behandeling en bejegening (= culturele
Internationale presentatie
competenties van de instelling als geheel).
Do we (have to) care or just say ‘beware’? Relational Ethics and Relational Research in Forensic Psychiatry: Two birds with one Stone? International
De FSNA is een bruikbare methode (Conferentie Interculturele Forensische
Association of Forensic Mental Health Services, Miami, Florida
Zorg van het EFP, september 2011) in deze onderzoekslijn. Partner(s)
7. Interculturalisatie in de forensische zorg
Het onderzoek is een intern onderzoek.
In 2012 is besloten tot een nieuw onderzoekslijn. Het aantal allochtone patiënten binnen de Nederlandse tbs-instellingen neemt steeds meer toe.
Onderzoeker
Ook FPC Dr. S. van Mesdag staat voor de opgave met een grotere culturele
drs. M. van den Berg
diversiteit van patiënten om te gaan. In de Mesdag is bijna de helft van alle patiënten met psychotische kwetsbaarheid geboren in het buitenland. Eind 2011 blijken de patiënten die in de Mesdag verblijven uit 36 verschillende
8. Riskmanagement in Forensic Mental Health Nursing/Vroegsignalering
landen afkomstig te zijn. Van alle patiënten is 48,5% van allochtone afkomst.
(promotieonderzoek)
Hierbij is rekening gehouden met zowel eerste als tweede generatie
Onderwerp
allochtonen. De grootst vertegenwoordigde, niet-westerse allochtone
De Methode Vroegsignalering, vroegsignalering met behulp van
groepen zijn afkomstig uit Suriname (10,8%) en Marokko (6,8%).
signaleringsplannen, heeft de doelstelling dat patienten en sociotherapie
Cultureel bepaalde persoonlijkheidskenmerken en gedragspatronen vormen
samenwerken in het identificeren, beschrijven en evalueren van patiënt zijn
een belangrijke factor in de behandeling in de geestelijke gezondheidszorg en
persoonsgebonden vroege waarschuwingssignalen van agresssie. Deze
in de forensische psychiatrie.
methode is toegepast en bestudeerd bij de totale patientenpopulatie van
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 34 van 38
FPC Dr. S. van Mesdag. Onderzoek is gedaan naar het effect van de methode
Onderzoekers
op het aantal separaties en de ernst van agressie bij incidenten in de Mesdag.
dr. Frans Fluttert, dr. Berno van Meijel, prof. dr. Henk Nijman, prof. dr. Stal
Daarnaast is op het niveau van sociotherapie bestudeerd wat de relatie is
Bjorkly (Noorwegen), drs. Mirjam van Leeuwen en prof. dr. Mieke Grypdonck.
tussen vroegsignalering en de mate van betrokkenheid versus afstandelijkheid van medewerkers naar hun patiënten. Tenslotte is een vroegsignaleringslijst 1
Voortgang in 2012
(FESAI ) ontwikkeld die dient ter ondersteuning van het ontwerpen van een
De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd op internationale
signaleringsplan.Resultaten tonen aan dat Vroegsignalering significant
seminars en congressen in Duitsland, België, Miami USA, Roemenië, IJsland,
bijdraagt aan het terugdringen van: het aantal separaties en de ernst van
Malta en Noorwegen. De promotie in 2011 heeft geleid tot diverse aanvragen
agressie tijdens incidenten. Toepassing van de FESAI heeft aangetoond dat
voor lezingen, educatieve activiteiten en (inter)nationale samenwerking.
zowel observeerbare als niet-observeerbare gedragingen belangrijke vroege
Mede dankzij dit promotieonderzoek heeft de forensisch verplegings-
waarschuwingssignalen kunnen zijn in gedragsontregeling.
wetenschapper van de Mesdag posities gekregen als: (1) Research Supervisor bij het Centre for Forensisc Psychiatry van de universiteit van Oslo en (2)
Partner(s)
Ass.Professor bij Molde University College (Noorwegen). Daarnaast is er
Het onderzoek is een samenwerkingsproject van de Rijksuniversiteit Utrecht
internationaal toenemende belangstelling voor samenwerking op het gebied
met FPC Dr. S. van Mesdag en FPA De Meren.
van training en onderzoek in het raamwerk van Early Recognition Method
Vervolgonderzoeken binnen het raamwerk. (2012). Die Früherkennungs
[ERM]. In de manual van de vernieuwde HCR-20-V3 staat de ERM vermeld als
Methode. In: Aggression und Aggressionsmanagement: Praxishandbuch für
evidence-based risk management methode. Binnen het raamwerk van
Gesundheits- und Sozialberufe. Huber. Het onderzoek ‘Vroegsignalering’ is in
Vroegsignalering zijn vervolgonderzoeken verricht door studenten van de
2012 gestart in Noorse forensische instituten en in het gevangeniswezen in
Hanzehogeschool en Saxion Hogeschool.
Oslo in samenwerking met Centre of Forensic Psychiatry van de Oslo University en Bredtveit Prison, Oslo in Noorwegen.
1
FESAI = Forensic Early Signs of Aggression Inventory
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 35 van 38
9. Early Recognition Method, Norwegian Pilot Project Research
waarschuwingssignalen van agressie en (3) PCQ-NO, instrument voor het
Onderwerp
meten van afstand-nabijheid van medewerkers tot patienten.
De Early Recognition Method [ERM], zoals beschreven bij punt 1, wordt in een Noorse forensische kliniek toegepast waarbij alle patienten (n=18) van de ‘secured wards’ individueel nauwgezet bestudeerd worden op hun gedrag
10. EViPRG eDelphi study ‘Coercion in European Psychiatry’
voor en tijdens ERM. Patienten die van de klinische behandeling overgaan
Onderwerp
naar de ambulante fase blijven in het onderzoek en worden gevolgd binnen
Binnen de European Violence in Psychiatry Research Group [EVIPRG] is een
de criteria van het ERM onderzoek. Tegelijk wordt bestudeerd wat de relatie
multi centre onderzoek gestart naar de toepassing van dwangmaatregelen in
is tussen ‘early warning signs’ en ‘criterion based signs’, zoals beschreven een
(forensisch) psychiatrische instellingen in Europa in 18 landen. De Forensisch
SAFE project van Prof. Dr. S. Bjorkly.
Verplegingswetenschapper is lid van de Board of Directors van de EVIPRG en nadrukkelijk betrokken bij dit onderzoek.
Partners Research Centre Ulleval Oslo University, Vestre Viken Hospital Trust en FPC
Partners
Dr. S. Van Mesdag door betrokkenheid van Frans Fluttert.
Het onderzoek staat onder leiding van Prof. dr. Cowman van het Royal College of Surgeons, Dublin, Ierland en vindt plaats binnen de EVIPRG
Onderzoekers
onderzoeksgroep. Dr. Frans Fluttert is de co-onderzoeker en contactpersoon
Gunnar Eidhammer MSc, Dr. Frans Fluttert en Prof.dr. Stal Bjorkly.
namens Nederland.
Voortgang in 2012
Voortgang e
De pilotfase van het onderzoeksproject is verlengd, de 1 onderzoeker, G.
De (electronische) eDelphi vragenlijst is vertaald en gevalideerd voor
Eidhammer, is als promovendus bij dit project aangesteld en de positie van
toepassing in 18 Europese landen. Van deze landen zijn data verzameld dat
Frans Fluttert als lid van de stuurgroep en in de functie van ‘Research
heeft geleid tot een respons van 2418 deelnemers. De data worden
supervisor’ is geformaliseerd.
geanlyseerd en voorbereid voor internationale publicaties.
Eidhammer en Fluttert hebben de volgende meetinstrumenten vertaald en gevalideerd voor toepassing in het Noors: (1) EssenCES-NOR, voor het meten van ‘teamclimate’, (2) FESAI-NO, beschrijving van 44 vroege
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 36 van 38
Bijlage 3; PUBLICATIES Berg, M. van den (2012) Het web van de spin, Naast zicht op de
Fielenbach, S. Het meten van arousal als onderdeel van het
verklaringsmodellen van de patiënt komt ook zicht op de verklaringsmodellen
risicomanagement, Verschenen in Mesdag Wetenschappelijk. Tien jaar
van de diverse netwerkleden van de patiënt de behandeling ten goede.
wetenschappelijk onderzoek in FPC Dr. S. van Mesdag, onder redactie van
Verschenen in Mesdag Wetenschappelijk. Tien jaar wetenschappelijk
Swanny Kremer en Petra de Maar (eigen beheer FPC Dr. S. van Mesdag).
onderzoek in FPC Dr. S. van Mesdag, onder redactie van Swanny Kremer en Petra de Maar (eigen beheer FPC Dr. S. van Mesdag).
Fluttert F.A.J. & A. Thormann (2012). Die Früherkennungsmethode in Forensische Psychiatrie, Kerbe Forum für Socialpsychiatrie.
Bogaerts, S., Spreen, M., & Zwets, A. (2012). High and Low Aggressive Narcissism and Anti-social Lifestyle in Relationship to Impulsivity, Hostility and
Fluttert F.A.J. (2012). Die Früherkennungs Methode. In: Aggression und
Empathy in a Group of Forensic Patients in the Netherlands. The Journal of
Aggressionsmanagement: Praxishandbuch für Gesundheits- und Sozialberufe.
Forensic Psychology Practice, 12(2), 147-162.
Huber.
Brand, E. , Ter Horst, P. & Spreen, M. (2012). Risicotaxatie van de toekomst.
Fluttert F.A.J. (2012). Het managen van agressie in de Forensische zorg met
De ontwikkeling van de HKT. In: Verbinden in de Keten. Forensisch
behulp van het Forensisch Protocol Vroegsignalering. Nederlands Tijdschrift
psychiatrisch toezicht bekeken onder redactie van Jaap van Vliet, Ada
voor Evidence Based Practice, 3, 10-12.
Andreas, Barbara Keuning en Willen Zandbergen. Amsterdam, SWP uitgeverij. Fluttert F.A.J., B. Van Meijel, S. Bjørkly, M. Van Leeuwen, H. Nijman, M. Hakvoort, L., Bogaerts, S., & Spreen, M. (2012). (Dys)Functional behavior in
Grypdonck (2012). Early signs of inpatient aggression in forensic psychiatry: an
forensic psychiatric patients: Study of analogy between music therapy and
empirical investigation with the Forensic Early Signs of Aggression Inventory
group work. The Arts in Psychotherapy, 39(4), 304-313.
[FESAI]. Journal of Clinical Nursing
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 37 van 38
Koster, K., Vries Robbé de, M. & Vogel de, V. (2012). Risicofactoren bij
Schuringa, E. Het Patiënt Volg Systeem en de IFBE van het FPC Dr. S. van
seksueel delinquenten. Ggzet Wetenschappelijk, 16, 1/2, 48-64.
Mesdag. Verschenen in Mesdag Wetenschappelijk. Tien jaar wetenschappelijk onderzoek in FPC Dr. S. van Mesdag, onder redactie van Swanny Kremer en
Kremer, S., Pomp, L., Do we (have to) care or just say ‘beware’? . Verschenen
Petra de Maar (eigen beheer FPC Dr. S. van Mesdag).
in Progression in Forensic Psychiatry: About Boundaries onder redactie van Karel Oei en Marc Groenhuijsen, Kluwer 2012
Spreen, M. & Bogaerts, S. (2012). geRommel in de marge? Verschenen in Mesdag Wetenschappelijk. Tien jaar wetenschappelijk onderzoek in FPC Dr. S.
Kremer, S., Beintema, H., Spreen, M., Ethical Dilemma’s in Professional
van Mesdag, onder redactie van Swanny Kremer en Petra De Maar. Interne
Structured Judgements. Verschenen in Progression in Forensic Psychiatry:
uitgave FPC.dr. S. van Mesdag.
About Boundaries onder redactie van Karel Oei en Marc Groenhuijsen, Kluwer 2012 (tevens hergepubliceerd in GGzet wetenschappelijk, jaargang 16,
Vries, de K. & Spreen, M. (2012). De HKT-30 als instrument voor
nummer 1-2, 64-71)
beslismomenten binnen een tbs-behandeling. Tijdschrift voor psychiatrie. 54, 4, 429 – 436.
Kremer, S., Mag het een onsje meer zijn? Verschenen in Mesdag Wetenschappelijk. Tien jaar wetenschappelijk onderzoek in FPC Dr. S. van
Veenstra, L.M. & Spreen, M. (2012). De invloed van culturele factoren op de
Mesdag, onder redactie van Swanny Kremer en Petra de Maar (eigen beheer
risicotaxatie in een forensisch psychiatrisch centrum. GGzet Wetenschappelijk,
FPC Dr. S. van Mesdag).
16 (1/2), 84- 97.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2012
pagina 38 van 38